08.09.2013 Views

WET EN MENS - van Dick Wortel

WET EN MENS - van Dick Wortel

WET EN MENS - van Dick Wortel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

specialisatie. In groep IV tenslotte vond men de taken die met grote mate <strong>van</strong> zelfstandigheid<br />

moesten worden uitgevoerd en waaraan bovendien eisen aan kennis en ervaring werden<br />

gesteld. Echt tevreden was de vakbeweging nog niet. In 1953 werd er nog daarover<br />

onderhandeld met de minister. Zo wenste de vakbeweging nog een nadere rubicering <strong>van</strong> de<br />

werkzaamheden om te voorkomen dat in de ene gemeente een werkzaamheid tot de tweede en<br />

in een andere gemeente tot de derde groep zou worden gerekend. Ook vonden de centrales de<br />

loonopbouw te traag. Over dat punt wilde men nog verder overleg voeren. Men signaleerde<br />

nog een probleem: wat zijn precies ‘hoofdarbeiders’? De regeling definieerde deze groep als<br />

“personen die voor hun maatschappelijke zelfstandigheid in hoofdzaak op hoofdarbeid zijn<br />

aangewezen”. Een rekbaar begrip, vond de vakbeweging, “want er zijn heel veel mensen die<br />

hoofdarbeid verrichten, zonder dat zij een administratieve opleiding hebben ont<strong>van</strong>gen. De<br />

moeilijkheden die op dit punt kan ontstaan, bijvoorbeeld als men het niet eens is met de<br />

indeling <strong>van</strong> de te verrichten arbeid in een bepaalde groep, dan zou de plaatselijke Commissie<br />

Sociale Werkvoorziening Hoofdarbeiders” dat moeten bepalen.<br />

De uitvoering <strong>van</strong> de werkzaamheden berustte in het algemeen bij de gemeente. De hoofdarbeider<br />

was dus in tijdelijke dienst <strong>van</strong> de gemeente. Voor hem golden alle sociale verzekeringswetten,<br />

dus ook de werkloosheidswet. Kritiek had de vakbeweging ook op artikel 14 <strong>van</strong><br />

de regeling. Daar werd gezegd dat er in een door de minister goed te keuren tarief kon worden<br />

gewerkt, maar er was nergens bepaald hoeveel de in tarief werkende hoofdarbeider aan akkoordoverschrijding<br />

zou mogen verdienen. Als hij goed zijn best deed, kon hem volgens<br />

artikel 15 wel 5% of ten hoogste 10% toeslag op het loon worden gegeven, maar dat was niet<br />

aan te merken als akkoordverdienste. De regeling zou hier gewijzigd moeten worden. Al met<br />

al waren de centrales toch tevreden over de regeling: het was immers een aanmerkelijke<br />

verbetering, maar niet alleen voor de hoofdarbeiders. Ook de gemeentes pikten er een graantje<br />

<strong>van</strong> mee. De subsidie bedroeg immers 75%, volgens de nieuwe regeling was dit percentage<br />

gestegen tot 90%: “Zo zien we, dat na veel voorbereidingen thans een regeling tot stand is<br />

gekomen, die hier en daar nog wel wat wijziging behoeft, maar die in grote lijnen gesteld ons<br />

wel in hoge mate kan bevredigen”, aldus J. Roukema (De Vakbeweging 1953, 82 e.v.).<br />

Het verrichte werk werd bepalend voor het salaris. De opleiding <strong>van</strong> de hoofdarbeiders<br />

was niet meer het criterium, maar het niveau <strong>van</strong> de werkzaamheden. Er kwam een<br />

groepsindeling, I t/m IV met een daarop aansluitend beloningsschema. Voor de groepen II t/m<br />

IV was goedkeuring <strong>van</strong> het ministerie nodig. Ook was de automatische “roulering <strong>van</strong> iedere<br />

geplaatste hoofdarbeider” na twee jaar was vervallen. Daarnaast moest de commissie kijken<br />

naar de mogelijkheden voor een vast dienstverband, plaatsing in een normaal dienstverband<br />

en de mogelijkheden voor herscholing, omscholing of ontslag. Voor “bijzondere toewijding<br />

en prestatie” kon zonder toestemming <strong>van</strong> het ministerie een toeslag <strong>van</strong> 5% worden gegeven.<br />

In Leiden waren er geplaatsten tewerkgesteld o.a. bij de afdeling Bevolking <strong>van</strong> de<br />

gemeenten Leiden en Nieuwveen, de bibliotheek Reuvens, het Hoogheemraadschap Rijnland,<br />

de Rijksuniversiteit, het Rijksmuseum voor de Geschiedenis der natuurwetenschappen, de<br />

universiteitsbibliotheek, later in het jaar ook nog bij het gemeentearchief, die eind 1953 aan<br />

22 personen werk gaven. In 1953 bedroeg het subsidiepercentage 90%.<br />

De Commissie Sociale Werkvoorzieningsregeling voor Handarbeiders werd nagenoeg<br />

door dezelfde personen bemand als de bovengenoemde commissie, slechts uitgebreid met D.<br />

Boogerd, directeur Gemeentewerken. Deze commissie had tot taak het adviseren inzake het<br />

creëren <strong>van</strong> werkobjecten, plaatsing, indeling en dergelijke. De 56 geplaatsten waren<br />

tewerkgesteld bij onder meer het rioolgemaal, bij het uitgraven <strong>van</strong> de vijver in het Kooipark,<br />

bij het puinkloppen en bij de gemeentereiniging (de administratie <strong>van</strong> de “uniforme<br />

vuilinisemmers”). In de loop <strong>van</strong> 1953 kwamen er nog andere objecten bij. Het<br />

12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!