jaargang 18 bulletin no.2 (2008) Peter Hecht - Vereniging Rembrandt
jaargang 18 bulletin no.2 (2008) Peter Hecht - Vereniging Rembrandt
jaargang 18 bulletin no.2 (2008) Peter Hecht - Vereniging Rembrandt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ulletin van de vereniging rembrandt Jaargang <strong>18</strong> n0 2 zomer <strong>2008</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
grote liefdes<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
In deze speciale jubileumuitgave:<br />
p <strong>Peter</strong> <strong>Hecht</strong>: 125 jaar <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
p Henk van os feliciteert het particuliere initiatief in kunstenland<br />
p aanwinsten voor het Stedelijk museum, Teylers museum, museum Stad<br />
appingedam, het rijksmuseum en Simon van gijn-museum aan huis<br />
p nieuws over de lustrum activiteiten<br />
p Wie wordt het 10.000ste lid van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt?
ereleden<br />
Mevrouw Dr E. Frederiks, 1994<br />
Mr W. Baron van Dedem, 2002<br />
Beschermvrouwe H.M. de Koningin<br />
BeSTuur<br />
Mr J.M. Boll, voorzitter<br />
Dr M. Sanders, vice-voorzitter<br />
Mevrouw Mr A.A. van Berge,<br />
secretaris<br />
Drs H.B. van Wijk, penningmeester<br />
Mr H.G. Boumeester<br />
Prof. Dr R.E.O. Ekkart<br />
Prof. Dr P.A. <strong>Hecht</strong><br />
Dr J.R. ter Molen<br />
Drs C.O.A. baron Schimmelpenninck<br />
van der Oije<br />
Dr C.B. Smithuijsen<br />
Dr E.J. van Straaten<br />
Mevrouw L.C.E. van Tets-van<br />
Tienhoven<br />
Mr J.G. de Vries Robbé<br />
Jhr M.A. van Weede<br />
LuSTrumcommiSSie<br />
Mr J.G. de Vries Robbé voorzitter<br />
Drs H.M. Blankenberg secretaris<br />
Drs H.B. van Wijk penningmeester<br />
Mevr. Drs F.M. Bijl de Vroe-Verloop<br />
Prof. Dr R.E.O. Ekkart<br />
Prof. Dr P.A. <strong>Hecht</strong><br />
A. Rüger<br />
Dr M. Sanders<br />
Prof. Dr P. Schnabel<br />
Drs P.J. Schoon<br />
<strong>Vereniging</strong> remBrandT<br />
Lange Voorhout 15<br />
2514 ea Den Haag<br />
T: 070-4271720<br />
F: 070-4271940<br />
E: bureau@verenigingrembrandt.nl<br />
www.verenigingrembrandt.nl<br />
raad Van adViSeurS<br />
Dr J.N.M. van Adrichem<br />
Prof. Dr J. Th. M. Bank<br />
Prof. Dr C. Blotkamp<br />
Mevrouw Prof. Dr C.A. Chavannes-<br />
Mazel<br />
Prof. Dr T.M. Eliëns<br />
Drs A.A. Fock<br />
Prof. Dr M. Forrer<br />
J.A. de Gier<br />
Mr Th. Groenewald<br />
Mr H.F. Heerkens Thijssen<br />
Drs J.J. Heij<br />
Drs J.H. van Heijningen Nanninga<br />
Drs B.F. van Ittersum<br />
Mevrouw M. baronesse Lambert<br />
J.M.N. Leighton<br />
Mevrouw Drs D.H.A.C. Lokin<br />
Prof. Dr V. Manuth<br />
Drs H.J.A.T. Meertens<br />
rekeningen<br />
Bank Mees Pierson, Amsterdam<br />
25 22 00 861 (voor betaling contributie)<br />
Bank Mees Pierson, Amsterdam<br />
21 33 99 385<br />
Postbank 11 71 21<br />
ten name van de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong>, Den Haag<br />
Bureau (9 – 13 uur)<br />
Drs H.M. Blankenberg, directeur<br />
contacten musea/Pr<br />
Mevrouw Drs F.M. Bijl de Vroe-<br />
Verloop<br />
Ledenadministratie<br />
Mevrouw A.J.M. Devilee<br />
Colofon:<br />
Samenstelling en redactie: Teio meedendorp<br />
ontwerp: van rosmalen & Schenk,<br />
amsterdam<br />
druk: drukkerij onkenhout BV, almere<br />
Drs R.C.J. Meijer<br />
Mr A.R.T. Odle<br />
Dr D. Overbosch<br />
Mevrouw Dr H.H. Pijzel-Dommisse<br />
Mr L. R. J. ridder van Rappard<br />
Mr S.A. Reinink<br />
M.J.M. van Rooy<br />
Prof. Dr P. Schnabel<br />
Drs P.J. Schoon<br />
Mevrouw Dr M.F. Simon Thomas<br />
A.L. Stal<br />
A.G.L. Strengers<br />
Drs C. baron van Tuyll van<br />
Serooskerken<br />
E.W. Veen<br />
Mevrouw Ir M.L.W. Vehmeijer-<br />
Verloop<br />
Mevrouw Mr P.H.E. Voûte<br />
Drs M.J.F. Weck<br />
kLacHTencommiSSie<br />
FondSenWerVing<br />
Mr S. Royer, voorzitter<br />
Mevrouw Mr A.M.C. Marius-van<br />
Eeghen, secretaris<br />
Mevrouw Mr M.C. Scholten<br />
Dr J.M. de Groot<br />
Mr H. baron van Imhoff<br />
Leden van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
kunnen bij het secretariaat extra<br />
Bulletins bestellen voor € 7,- per stuk<br />
(excl. portokosten).<br />
illustratie omslag:<br />
de liefdesbrief (detail)<br />
Johannes Vermeer<br />
rijksmuseum,<br />
amsterdam
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
is een particuliere organisatie,<br />
opgericht in <strong>18</strong>83. zij heeft<br />
als doel door het beschikbaar<br />
stellen van geldelijke middelen<br />
musea en andere openbare<br />
verzamelingen effectieve hulp<br />
te bieden bij het verwerven<br />
van kunstvoorwerpen.<br />
4<br />
5<br />
voorwoord<br />
mr J.g. de Vries robbé<br />
125 jaar en een agenda die nog altijd actueel is<br />
<strong>Peter</strong> <strong>Hecht</strong><br />
Sinds haar oprichting in <strong>18</strong>83 voert de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
een nog altijd actuele agenda die vraagt om steun. <strong>Peter</strong> <strong>Hecht</strong><br />
– samensteller van de tentoonstelling 125 grote liefdes en auteur<br />
van 125 jaar openbaar kunstbezit – beziet in vogelvlucht de<br />
ontwikkeling van de vereniging en doet een oproep.<br />
8 Ogenblik: Proficiat vr en KOg<br />
Prof. dr Henk van os<br />
Ook het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap viert dit jaar<br />
<strong>Vereniging</strong> een jubileum, zijn 150-jarig <strong>Rembrandt</strong><br />
bestaan. Henk van Os feliciteert<br />
al 125 jaar het sponsor genootschap van het en openbaar zijn iets jongere kunstbezit zusje, de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong>, en huldigt het bijzondere particuliere initiatief<br />
dat aan beide clubs ten grondslag ligt.<br />
32<br />
i n h O u d a a n W i n s t e n<br />
titus Cirkel<br />
Rectificatie<br />
in de bespreking van de<br />
33 nieuws van de vereniging rembrandt / lustrum nieuws<br />
aanwinst Rustende boer<br />
met spade van Jan Toorop<br />
voor museum Het Valkhof in<br />
nijmegen, verschenen in het<br />
38 algemeen<br />
Bulletin van afgelopen zomer<br />
grote liefdes<br />
(jrg 17, nr 2, pp.17-19),<br />
ontbrak een danknoot van 13 Sjarel ex<br />
de auteur ruud Priem, die we<br />
21 <strong>Peter</strong> Schoon<br />
bij deze alsnog vermelden:<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
‘met dank aan gerard van 30 ernst Veen<br />
Wezel, die een oeuvrecatalogus<br />
over de kunstenaar<br />
voorbereidt en ruimhartig de<br />
37 rudi ekkart <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
informatie ter beschikking<br />
stelde waarop dit stuk werd<br />
gebaseerd.’ in de bespreking<br />
De laatste aflevering van de rubriek over de geschiedenis van<br />
de <strong>Vereniging</strong> grote liefdes <strong>Rembrandt</strong> – periode 2003-<strong>2008</strong> – door Fusien<br />
werd verder genoemd (op p.<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
Bijl de Vroe zal verschijnen in het laatste Bulletin van dit<br />
17) dat de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
pas recentelijk voor<br />
jubileumjaar.<br />
het eerst werk van Jan Toorop<br />
voor aankoop heeft gesteund,<br />
maar dat is niet juist.<br />
Wie wordt <strong>Vereniging</strong> het <strong>Rembrandt</strong> 10.000ste lid van de vereniging rembrandt?<br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
De <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> telt momenteel ongeveer 9700 leden<br />
in Toorops jaar van overlijden en streeft ernaar in dit bijzondere jubileumjaar de 10.000 grens<br />
(1928) werden twaalf schet- te slechten. U kunt zich als lid (of donateur) aanmelden, of<br />
sen van hem met steun van <strong>Vereniging</strong> iemand als lid opgeven, <strong>Rembrandt</strong><br />
middels diverse antwoordkaarten die<br />
de vereniging verworven voor<br />
al 125 jaar in sponsor dit Bulletin van zijn het bijgevoegd. openbaar kunstbezit U kunt zich ook rechtstreeks<br />
het rijksprentenkabinet (met<br />
aanmelden via de website www.verenigingrembrandt.nl. Het<br />
dank aan gerard van Wezel<br />
die de redactie hierop attent<br />
10.000ste lid wacht een bijzondere verrassing, zie hiervoor de<br />
maakte).<br />
nieuwsrubriek elders in dit Bulletin.<br />
10<br />
14<br />
<strong>18</strong><br />
22<br />
26<br />
TeyLerS muSeum, HaarLem<br />
de vernieling van het altaar van baäl<br />
Pieter aertsen, ca. 1550<br />
muSeum STad aPPingedam<br />
brandewijnkom<br />
reinder Pieters Frima, 3de kwart <strong>18</strong>de eeuw<br />
Simon Van giJn - muSeum aan HuiS, dordrecHT<br />
Portret van de familie de bruijn de neve in<br />
een interieur<br />
Pieter christoffel Wonder, ca. <strong>18</strong>13<br />
riJkSmuSeum, amSTerdam<br />
Portretten<br />
Johannes cornelisz. Verspronck<br />
STedeLiJk muSeum, amSTerdam<br />
drei häuser mit schlitzen (drieluik)<br />
martin kippenberger, 1985
VoorWoord<br />
Website<br />
Het samenstellen van de nieuwe website met daarop alle kunstwerken<br />
die mede met steun van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt zijn verworven is een<br />
enorme klus. dat duidt op een luxeprobleem: kennelijk heeft de vereniging<br />
in de afgelopen 125 jaar aan heel veel aankopen kunnen bijdragen.<br />
dat is juist, het waren er ongeveer 2500 en daarbij tellen we de veeldelige<br />
serviezen, tegel- en keramiekcollecties en mappen met soms tientallen<br />
tekeningen telkens als niet meer dan één aankoop. Het is goed<br />
dat dit alles straks voor iedereen virtueel toegankelijk en zichtbaar zal<br />
zijn. intussen worden al die werken permanent aan het publiek getoond.<br />
ruim 100 musea vragen dit jaar extra aandacht voor de rol die de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt bij de verwerving van die stukken heeft gespeeld.<br />
Waarom maken we zoveel werk van dit lustrum? is het om<br />
te laten zien wat particulieren met elkaar tot stand kunnen<br />
brengen en hoe mooi het is om lid van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt te zijn? zeker, en dat mag best eens worden<br />
onderstreept. Waar het ons echter vooral om gaat is dat wij<br />
goed nadenken over het verzamelen van kunst en over het<br />
totstandbrengen van openbare<br />
collecties in het bijzonder.<br />
Het lijkt allemaal vanzelfsprekend<br />
maar dat is het niet. We<br />
willen kritisch blijven over het<br />
doen en laten van onze vereniging<br />
en met name over de<br />
besteding van de gelden die<br />
wij, de leden, en andere begunstigers<br />
bijeen brengen.<br />
als u elders in dit Bulletin leest<br />
over lustrumactiviteiten van onze vereniging, dan zult u zien<br />
dat deze kwesties steeds terugkomen: in de nieuwe website,<br />
in het boek van <strong>Peter</strong> <strong>Hecht</strong>, in de presentaties van veel musea<br />
in het hele land, in de grote tentoonstelling 125 grote liefdes<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> en in het symposium<br />
‘Bondgenoten of Tegenpolen?’. Het symposium biedt een platform<br />
voor reflectie en discussie. maar uiteindelijk gaat het<br />
erom dat we genieten van het lustrum. een bezoek aan de 125<br />
grote liefdes…in het Van gogh museum zal een feest zijn!<br />
mr J.g. de Vries robbé<br />
Bestuurslid van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt en voorzitter<br />
lustrumcommissie <strong>Vereniging</strong> rembrandt 125 jaar<br />
4 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
125 jaar en<br />
eind vorig jaar kon het mauritshuis<br />
een van de mooiste marines van<br />
Jan van de cappelle verwerven.<br />
dat zou zeker een schilderij zijn<br />
geweest naar het hart en de smaak<br />
van de oprichters van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt. ook de manier waarop<br />
het na jaren van stille diplomatie<br />
naar nederland kon worden<br />
teruggebracht zouden zij hebben<br />
toegejuicht.<br />
Zeegezicht met schepen<br />
Jan van de cappelle<br />
ca. 1660. den Haag,<br />
koninklijk kabinet van<br />
Schilderijen mauritshuis,<br />
aankoop 2007
<strong>Peter</strong> hecht<br />
een agenda die nog altijd actueel is<br />
maar nieuw voor de liefhebbers van<br />
toen zou zijn, dat negen verschillende<br />
partijen nodig waren om de aankoop<br />
van dit werk te financieren. de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt was daar uiteraard<br />
bij, maar zij kan zoiets niet meer alleen.<br />
Toen het rijksmuseum in 1900 zijn<br />
eerste rembrandt, Het landschap met<br />
de stenen brug, in eigendom verwierf,<br />
kon het daar zelf niet aan meebetalen.<br />
de Staat – in de persoon van Victor de<br />
Stuers – bleek echter tot een bijdrage<br />
van 16.000 gulden bereid toen de<br />
<strong>Vereniging</strong> er 10.000 ter beschikking<br />
stelde. abraham Bredius, het bestuurslid<br />
van de <strong>Vereniging</strong> dat het museum<br />
op het idee van deze aankoop had gebracht,<br />
stelde zich garant voor de rest.<br />
dat bleek op de veiling in Londen nog<br />
eens twee mille. rembrandts Portret<br />
van een oude man, het wellicht be-<br />
5 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
langrijkste schilderij van een oude<br />
meester dat na 1945 voor een nederlands<br />
museum is gekocht, kostte in<br />
1999 zo’n 32 miljoen gulden. Tien<br />
sponsors en enkele niet nader genoemde<br />
particulieren stelden het<br />
mauritshuis in staat dat meesterwerk<br />
aan zijn verzameling toe te voegen.<br />
Wie zich afvraagt wat er in die 125<br />
jaar sinds de oprichting van de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt is veranderd,<br />
ziet dus al snel dat de kunstwerken die<br />
zij helpt verwerven heel veel duurder<br />
zijn geworden en dat zij – gelukkig –<br />
gezelschap heeft gekregen. maar wie<br />
wil weten of haar oorspronkelijke<br />
doelstellingen nog geldig zijn, ontdekt<br />
al even gauw dat haar agenda van het<br />
eerste uur nog altijd functioneert.<br />
Behoud en terugkeer van het<br />
nederlands erfgoed is nog even relevant<br />
als toen, al kan dat tegenwoordig<br />
ook om een Pyke koch uit zürich of<br />
een mondriaan uit new york gaan.<br />
ook de kunst van de gouden eeuw<br />
waar het ooit om begon, heeft inmiddels<br />
gezelschap gekregen.<br />
op dit moment wordt er campagne<br />
gevoerd om een schilderij uit de<br />
amsterdamse tijd van max Beckmann<br />
te verwerven voor museum Boijmans.<br />
ook dat is een kwestie van miljoenen,<br />
en ook daartoe moeten velen de handen<br />
ineenslaan. maar anders dan in<br />
de 19de eeuw zijn er nu ook wettelijke<br />
mogelijkheden om zo’n aankoop te<br />
bevorderen – door een gedeeltelijke<br />
verrekening met de belastingaanslag<br />
of het successierecht, en soms ook<br />
door een beroep te doen op de Wet<br />
Behoud cultuurbezit, waarmee de<br />
dreigende export van belangrijke<br />
kunstwerken uit nederland tijdelijk<br />
kan worden geblokkeerd. als zulke<br />
eminente stukken (in goed overleg<br />
met de eigenaar) zijn geregistreerd, is<br />
de overheid verplicht een poging tot<br />
aankoop te doen. in het pauselijke<br />
Portret van de familie lütjens<br />
max Beckmann<br />
1944. Particuliere collectie,<br />
beoogde aankoop rotterdam,<br />
museum Boijmans Van<br />
Beuningen
‘De <strong>Vereniging</strong> steunt in principe alle musea…’<br />
rome was de export van kunst uit de<br />
klassieke oudheid al in de 16de eeuw<br />
aan banden gelegd, maar elders duurde<br />
het langer voordat de overheid zich met<br />
het roerend kunstbezit ging bemoeien.<br />
in nederland werd pas in 1984 een Wet<br />
Behoud cultuurbezit aanvaard – nadat<br />
er een jaar of dertig over was vergaderd.<br />
Vanaf 2000 zijn er ook middelen<br />
voor de uitvoering ervan gereserveerd<br />
en sindsdien kwam hij al meer dan eens<br />
van pas.<br />
een beetJe gesChiedenis<br />
in <strong>18</strong>83 was er zo goed als niks dat<br />
het openbaar kunstbezit had kunnen<br />
helpen. er was geen regelgeving en<br />
geen geld. Buitenlandse particulieren<br />
en musea deden daar hun voordeel<br />
mee en kochten wat zij wilden. Totdat<br />
de aanstaande veiling van een van<br />
de belangrijkste verzamelingen uit<br />
amsterdam, de collectie tekeningen<br />
van Jacob de Vos, enkele van diens<br />
6 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
het koor van de<br />
sint Pieter in den bosch<br />
Pieter Saenredam<br />
1632. amsterdam,<br />
rijksmuseum, rijksprentenkabinet,<br />
aankoop <strong>18</strong>83<br />
vrienden motiveerde om te zien of<br />
zij niet in overleg met het ministerie<br />
althans een deel daarvan voor het<br />
rijksprentenkabinet zouden kunnen<br />
kopen. zij wilden daartoe geld inzamelen,<br />
maar de Stuers, hun bondgenoot<br />
op het departement, dacht dat<br />
renteloos lenen gemakkelijker zou<br />
zijn. de Staat zou het geleende dan<br />
later terugbetalen. de Stuers meende<br />
ook, dat het initiatief in kwestie een<br />
vervolg zou moeten krijgen, want<br />
eenmalig actie voeren had volgens<br />
hem geen zin. Binnen enkele weken<br />
hadden de vrienden van de Vos bijna<br />
70.000 gulden opgehaald. de veiling<br />
werd een feest. in één avond<br />
werd de verzameling oude tekeningen<br />
van het rijksprentenkabinet<br />
verdubbeld en met meer dan 500<br />
bladen verrijkt – met werk van<br />
rembrandt, Saenredam, goltzius<br />
en wat niet al. er werd op die 23ste<br />
mei <strong>18</strong>83 voor 50.000 gulden voor<br />
het rijksprentenkabinet gekocht. dit<br />
moest voor herhaling vatbaar zijn.<br />
Vier maanden later waren de statuten<br />
van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt bij<br />
koninklijk besluit goedgekeurd en in<br />
december van dat jaar aanvaardde<br />
koning Willem iii het beschermheerschap.<br />
de afbetaling van het voorschot<br />
voor de tekeningen uit de verzameling<br />
de Vos liet vervolgens jaren op<br />
zich wachten, maar de <strong>Vereniging</strong><br />
zette door. zij kreeg vrienden die<br />
schenkingen deden, zoals daniël<br />
Franken, die haar in <strong>18</strong>95 een ton<br />
gaf zodat zij niet met lege handen<br />
zou staan als de familie Six Vermeers<br />
Melkmeisje of zijn Straatje zou verkopen,<br />
en zij probeerde de Staat te<br />
verleiden tot een loterij om middelen<br />
voor het openbaar kunstbezit te genereren.<br />
die ton van Franken was in<br />
1907 het middel waarmee de overheid<br />
kon worden overtuigd dat Het<br />
Melkmeisje voor het rijksmuseum<br />
moest worden aangekocht. de loterij<br />
was destijds nog een brug te<br />
ver – maar inmiddels weten wij wat<br />
zoiets kan betekenen. Toen de overheid<br />
in 1960 eindelijk besloot dat<br />
een deel van haar eigen loterijgelden<br />
aan culturele doelen moest worden<br />
besteed, werd tien procent van dat<br />
geld via het Prins Bernhard Fonds aan<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt toegekend.<br />
Het jaar daarop betekende dat onder<br />
andere: een delacroix voor Boijmans,<br />
een stilleven van Pieter claesz voor<br />
het mauritshuis en tien schetsboekbladen<br />
van Jan van goyen voor het<br />
rijksprentenkabinet. inmiddels subsidieert<br />
de Bankgiro Loterij een hele<br />
reeks musea met meer dan 50 miljoen<br />
euro per jaar, en daardoor is zij ook<br />
dikwijls een van de partijen die belangrijke<br />
aankopen mogelijk maakt<br />
– indien een museum tenminste bij<br />
haar in de prijzen valt.
de vereniging nu<br />
de <strong>Vereniging</strong> steunt in principe alle<br />
musea, dat wil zeggen, zij beoordeelt<br />
de aanvraag die een museum doet<br />
op de kwaliteit van het object, de<br />
plaats die het er in kan nemen, en<br />
meer in het algemeen op zijn relevantie<br />
voor het nederlands openbaar<br />
kunstbezit. zij zegt dus nooit op de<br />
wijze van de Bankgiro Loterij: het<br />
Stedelijk museum in amsterdam of<br />
het dordrechts museum krijgt nu gedurende<br />
een paar jaar niets. en gelukkig<br />
maar, want daardoor kan zij naar<br />
bevind van zaken handelen en doen<br />
wat nodig is.<br />
ineens moest dordrecht in zes<br />
maanden 3,6 miljoen euro bijeen zien<br />
te brengen voor Van goyens Gezicht<br />
op Dordrecht. dat is de meest relevante<br />
verbeelding van die stad die er<br />
bestaat en een van de mooiste schilderijen<br />
van Van goyen bovendien. dat<br />
stuk hoort in dordrecht en is voor heel<br />
7 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
nederland een voorbeeld aan de hand<br />
waarvan je uit kunt leggen dat grote<br />
kunstenaars ons leren zien, want Van<br />
goyens beeld van het Hollandse water<br />
en de Hollandse lucht is onze werkelijkheid<br />
geworden. maar hoe kon het<br />
dordrechts museum met zijn aankoopbudget<br />
van nog geen ton per<br />
jaar nu binnen enkele maanden 3,6<br />
miljoen op tafel leggen? Welnu, het<br />
kon om te beginnen de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt om een bijdrage vragen,<br />
en het kon naar de mondriaan<br />
Stichting gaan, die een deel van haar<br />
rijkssubsidie ook voor dergelijke belangrijke<br />
aankopen mag gebruiken.<br />
dat was twee keer raak. dordrecht<br />
begon zijn actie dus met de steun<br />
van de <strong>Vereniging</strong> en de mondriaan<br />
Stichting en had daarmee al bijna een<br />
derde van het noodzakelijke bedrag<br />
bijeen. zoiets is een magneet voor<br />
meer. Particulieren – vrienden van het<br />
dordrechts museum, leden van de<br />
gezicht op dordrecht<br />
Jan van goyen<br />
1651. erven goudstikker,<br />
beoogde aankoop dordrecht,<br />
dordrechts museum<br />
<strong>Vereniging</strong> – gaven individueel en de<br />
inwoners van dordrecht deden mee aan<br />
een loterij. met deze publieksacties<br />
werd ruim vier ton opgehaald. Bedrijven<br />
en politici sloten zich aan. inmiddels is<br />
de aankoop bijna rond.<br />
de oprichters van de <strong>Vereniging</strong><br />
zouden zoiets prachtig hebben<br />
gevonden. en terecht. als tenminste<br />
400.000 nederlanders ieder jaar twee<br />
kwartjes zouden geven, schreef<br />
abraham Bredius in <strong>18</strong>91, zou men<br />
jaarlijks twee ton aan een of meer topstukken<br />
voor het openbaar kunstbezit<br />
kunnen besteden. onder die werken<br />
zou dan kunnen staan dat wij die aan<br />
onszelf hebben gegeven als ‘geschenk<br />
van het nederlandsche volk.’ Stel je<br />
voor dat zoiets was gelukt – destijds,<br />
toen Vermeers Liefdesbrief nog geen<br />
50.000 gulden kostte en een meesterwerk<br />
als Saenredams Sint Pieter in<br />
Den Bosch voor 320 gulden werd<br />
gekocht!
• O G E N B L I K •<br />
Proficiat vr en KOg<br />
P r O f. d r H . W . va N O s<br />
tegelijk met de viering van het 25ste lustrum van onze vereniging<br />
viert het Koninklijk Oudheidkundig genootschap zijn 150-jarig be -<br />
staan. net als de vr werd het KOg gesticht door particulieren. tien<br />
vooraanstaande amsterdammers richtten een club op om ‘de kennis<br />
der Oudheden te bevorderen, inzonderheid als bronnen geschie de nis,<br />
Kunst en nijverheid.’ al gauw kwam er geld, veel geld van particuliere<br />
schenkers. met dat geld werd onder andere verzameld. de<br />
collecties van het KOg zijn van zoveel belang gebleken, dat er nu<br />
nog steeds van de 35.000 objecten waarover het genootschap<br />
beschikt niet minder dan 2500 in langdurig bruikleen zijn gegeven<br />
aan nederlandse musea.<br />
toen het KOg 75 jaar bestond, formuleerde de voorzitter in zijn<br />
feestrede de relatie van het genootschap met de vr als volgt: ‘al is<br />
de vereeniging rembrandt niet onmiddellijk uit ons midden voortgekomen,<br />
toch wil ik er aan herinneren, dat de aanleiding tot haar<br />
stichting de verzameling van den mede-oprichter van ons genootschap,<br />
Jacob de vos is geweest… en hoe zou de vereeniging rembrandt<br />
meer in den geest van het genootschap kunnen werken dan door<br />
het toonen van de particuliere belangstelling op kunstgebied.’ die<br />
‘particuliere belangstelling’ is tot de tweede Wereldoorlog van cruciaal<br />
belang geweest voor de vorming van publieke verzamelingen<br />
en heeft ook in hoge mate het cultuurbeleid van de overheid bepaald.<br />
na de oorlog hebben overheden de zorg voor het verzamelen van<br />
voorwerpen van geschiedenis, kunst en nijverheid en voor het<br />
behoud van monumenten van kunst en geschiedenis als hun taak<br />
beschouwd. Wat voorheen te danken was aan particulier initiatief<br />
werd zo een onderdeel van de verzorgingsstaat. toen ik ten tijde van<br />
het voorzitterschap van hans de Koster lid werd van het bestuur van<br />
onze vereniging, stond dan ook het bestaan van de vereniging<br />
rembrandt in politieke kringen voortdurend ter discussie. men<br />
vroeg zich af: ‘Wat moeten we toch met zo’n club regenten, die<br />
zichzelf heeft overleefd. Zo’n tuttig gezelschap dat veel te veel te<br />
zeggen heeft over museale aankopen. Zij bepalen, wij betalen.’ het<br />
is de grote verdienste van het bestuur van de vereniging rembrandt,<br />
dat deze geluiden nu zijn verstomd en dat het aan deze vereniging<br />
van patriciërs van weleer in het heden betekenis heeft gegeven. dat<br />
was ook mogelijk, omdat we ons de laatste jaren – of we nu politiek<br />
rechts of links zijn of waren – opnieuw bewust zijn geworden van<br />
het belang van particulier initiatief. Zonder dat gaat het niet in de<br />
culturele sector van vandaag. vandaar dat uw columnist bij de jubilea<br />
van genootschap en vereniging uit volle overtuiging wil uitroepen:<br />
‘Proficiat KOg en vr. leve het particulier initiatief in kunstenland!’<br />
• O G E N B L I K •<br />
twee<br />
tempelwachters<br />
Japans,<br />
veertiede eeuw.<br />
amsterdam,<br />
rijksmuseum,<br />
aankoop <strong>2008</strong><br />
maar zo gemakkelijk ging dat geven<br />
van die kwartjes niet. de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt had tientallen jaren lang<br />
maar een stuk of tweehonderd leden,<br />
later enkele duizenden. nu zijn het er<br />
bijna tienduizend. Toch gaan miljoenen<br />
bezoekers jaarlijks naar de vele<br />
honderden musea die nederland rijk<br />
is en waarvan er inmiddels zo’n 150<br />
door de <strong>Vereniging</strong> rembrandt met<br />
enkele duizenden aankopen zijn gesteund.<br />
aanvankelijk gold die steun<br />
pogingen om belangrijke kunst voor<br />
nederland te behouden en die terug<br />
naar nederland te brengen, maar<br />
vanaf 1912 spande de <strong>Vereniging</strong> zich<br />
ook in om oude meesters van elders<br />
en aziatische kunst te helpen kopen.<br />
in de jaren vijftig van de afgelopen<br />
eeuw kwam daar de moderne en de<br />
eigentijdse kunst nog bij. in 1933<br />
vierde de <strong>Vereniging</strong> haar vijftigste
verjaardag met twee rembrandts<br />
voor het rijksmuseum, in 1983 haar<br />
eeuwfeest met twee de koonings<br />
voor het Stedelijk.<br />
dat zijn grote namen en nu ook<br />
onwaarschijnlijk kostbare zaken.<br />
de tijd dat een Vermeer kon worden<br />
gekocht is voorbij, en rembrandts<br />
van belang in particulier bezit zijn<br />
er zo goed als nauwelijks meer. de<br />
moderne klassieken, die in de jaren<br />
zestig nog enkele tonnen kostten,<br />
brengen tegenwoordig tientallen<br />
miljoenen op. Had de <strong>Vereniging</strong> de<br />
musea niet al 125 jaar geholpen, het<br />
openbaar kunstbezit in nederland<br />
was een treurige boel. en nog helpt<br />
zij als vanouds met het grote werk,<br />
door mee te betalen aan zo’n Van de<br />
cappelle of aan Beckmann, of aan die<br />
prachtige Japanse tempelwachters die<br />
het rijksmuseum onlangs heeft ge-<br />
9 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
kocht. maar ook de aankoop van een<br />
zeldzame tegel voor het Tegelmuseum<br />
in otterlo wordt door de <strong>Vereniging</strong><br />
gesteund. die Japanse beelden kostten<br />
een fortuin, zo’n tegel kan uit enkele<br />
tientallen contributies worden betaald<br />
– wat iets buitengewoon bevredigends<br />
heeft.<br />
omdat het repertoire van de<br />
<strong>Vereniging</strong> zo breed is geworden als<br />
het openbaar kunstbezit zelf, geeft zij<br />
haar leden inmiddels de kans voor een<br />
bepaald soort bestemming te kiezen<br />
als zij een grotere schenking willen<br />
doen. de liefhebber van zilver of glas<br />
of werken op papier kan zijn middelen<br />
beschikbaar stellen voor aankopen op<br />
het gebied van zijn voorkeur, en wie<br />
een fonds op naam wil stichten kan<br />
zelfs nog specifieker zijn. een groep<br />
jonge liefhebbers heeft zich verenigd<br />
in de zogenaamde Titus cirkel, een<br />
‘Als u in onze<br />
musea graag het beste<br />
ziet, en u bent nog geen<br />
lid van de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong>, wordt<br />
het dan nu.’<br />
gezelschap vrienden, waarvan de leden<br />
jaarlijks de twintigvoudige con-tributie<br />
of meer betalen om daarmee vooral het<br />
verzamelen van moderne en eigentijdse<br />
kunst te stimuleren. en juist omdat de<br />
<strong>Vereniging</strong> alle nederlandse musea met<br />
hun aanvragen welkom heet en uitsluitend<br />
weegt op kwaliteit en relevantie,<br />
heeft dat soort verbijzondering zin. zij<br />
staat open voor zilver uit appingedam<br />
en een zeldzame tekening van Pieter<br />
aertsen, zoals u in dit nummer van het<br />
Bulletin kunt zien, maar ook voor twee<br />
van de mooiste portretten van<br />
Verspronck of een grimmig werk van<br />
kippenberger.<br />
dit is een oproep. Want nog geen<br />
tienduizend leden van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt, terwijl alleen al het Van gogh<br />
museum het afgelopen jaar 1,6 miljoen<br />
gasten ontving – dat klopt natuurlijk<br />
niet. de tentoonstellingen die u zo<br />
graag bezoekt, kunnen alleen worden<br />
gemaakt op basis van collecties. Had<br />
het rijksmuseum geen rembrandt, het<br />
kon ook geen caravaggio lenen. als u<br />
in onze musea graag het beste ziet, en<br />
u bent nog geen lid van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt, wordt het dan nu. Bent u<br />
het al, moedig dan uw vrienden aan het<br />
ook te worden. en help daarmee elkaar<br />
te geven wat anders onbetaalbaar is.<br />
Want zo werkt het, al 125 jaars<br />
speltegel<br />
Vermoedelijk gemaakt in tegelbakkerij<br />
Het Wapen van Dantzig, rotterdam,<br />
ca. 1765-1780. otterlo, nederlands<br />
Tegelmuseum, aankoop 2006
Teylers museum<br />
Haarlem<br />
10 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
de vernieling van het altaar van baäl<br />
Pieter aertsen (amsterdam 1507/08 – 1575 amsterdam)<br />
ca. 1550. Pen en bruine inkt, penseel en grijze inkt, 270 x 271 mm.<br />
Herkomst: particuliere verzameling new york, aangekocht via kunsthandel<br />
monroe Warshaw, new york (<strong>2008</strong>)
Tot voor een jaar geleden hing deze tekening van Pieter<br />
Aertsen op een donkere overloop in een New Yorks stadshuis,<br />
ergens hoog aan een volle wand. Ze heeft daar misschien<br />
wel tien, twintig jaar gehangen. Kort nadat het belang<br />
van de tekening was herkend,* heeft Teylers Museum<br />
deze kunnen verwerven met steun van de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong>, de Mondriaan Stichting en een gulle bijdrage<br />
van de heer Matthijs de Clercq, New York. Daarmee keert<br />
een van de mooiste en interessantste glas-in-lood ontwerpen<br />
van Pieter Aertsen terug naar Nederland. Dit is nog<br />
eens extra verheugend omdat tekeningen van Aertsen<br />
uiterst zeldzaam zijn.<br />
* de toeschrijving aan Pieter<br />
aertsen werd gedaan door<br />
monroe Warshaw, new<br />
york, terwijl het onderwerp<br />
werd herkend door<br />
constance Scholten, rkd,<br />
den Haag.<br />
Pieter aertsen<br />
Pieter Aertsen geldt als één van de belangrijkste 16deeeuwse<br />
Nederlandse kunstenaars. Geboren in Amsterdam<br />
zou hij al op zijn zeventiende naar Antwerpen zijn gegaan.<br />
Bekende grote altaarstukken die hij in zijn Zuid-Nederlandse<br />
tijd vervaardigde zijn de drieluiken in Antwerpen,<br />
in het Maagdenhuismuseum, en die in Zoutleeuw voor<br />
de St.-Leonarduskerk. In deze altaren is wel invloed bespeurd<br />
van de maniëristische schilder Jan Sanders van<br />
Hemessen.<br />
Rond 1557 kwam Aertsen terug naar Amsterdam,<br />
waarschijnlijk in verband met belangrijke kerkelijke<br />
opdrachten in diezelfde stad, zoals het hoogaltaar van<br />
de Nieuwe Kerk – waarvoor hij een destijds astronomisch<br />
bedrag ontving – en het altaar voor het Vrouwenkoor van<br />
de Oude Kerk. Ook voor kerken in Delft en Warmerhuizen<br />
schilderde Aertsen imposante stukken. De aanbidding<br />
der koningen in het Rijksmuseum (bruikleen van de<br />
Stichting P. en N. de Boer) was waarschijnlijk gemaakt<br />
voor een Delftse kerk. Hoewel veel van dit late religieuze<br />
werk verloren is gegaan door de beeldenstorm, wordt<br />
algemeen aangenomen dat het krachtig naturalisme en<br />
de felle kleuren in De aanbidding der koningen kenmerkend<br />
is voor deze periode van Aertsen. In ieder geval<br />
zien we dit ook in zijn monumentale genreschilderijen,<br />
waarmee hij trendsetter was in de Nederlanden en misschien<br />
ook wel in Europa.<br />
Van Aertsen is maar een beperkt aantal tekeningen<br />
overgeleverd. Wouter Kloeks catalogus uit 1989 telt<br />
slechts achttien bladen (hiervan zijn bovendien vijf nog<br />
eens atelierwerk). Ondertussen zijn er zo’n vijf bladen<br />
bijgekomen. Maar dan nog moet er veel verloren zijn<br />
gegaan. Karel van Mander noemde in Het schilder-boeck<br />
11 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
de aanbidding der koningen<br />
(middenpaneel van een drieluik),<br />
Pieter aertsen<br />
ca. 1560. Paneel 167,5 x 179 cm<br />
riJkSmuSeum, amSTerdam<br />
(bruikleen van de Stichting<br />
P. en n. de Boer, amsterdam)<br />
uit 1604 25 kartons van Aertsen. Wat we nu kennen zijn<br />
hoofdzakelijk ontwerptekeningen voor schilderijen en<br />
voor gebrandschilderd glas. Ondanks de afwijkende<br />
functie verschillen ze nauwelijks in stijl. Kenmerkend<br />
voor Aertsen is de combinatie van lijntekening in pen<br />
met brede wassingen in verschillende lagen, terwijl de<br />
spaarzame arceringen zowel met de pen uitgevoerd zijn<br />
als met het penseel. Zijn manier van tekenen is soms bijzonder<br />
vrij, soms meer geacheveerd, zoals in De vernieling<br />
van het altaar van Baäl. De verworven tekening lijkt het<br />
beste aan te sluiten bij tekeningen die algemeen rond<br />
1550-55 worden gedateerd.<br />
glassChilderKunst<br />
De vernieling van het altaar van Baäl laat een belangrijke<br />
episode zien uit het leven van Gideon, een oudtestamentische<br />
leider van het Joodse volk, zoals dat beschreven<br />
staat in het Bijbelboek Richteren (6: 27-28). Het volk is<br />
het beloofde land ingetrokken, maar heeft door tegenslag<br />
moeite op het rechte pad te blijven. Op een gegeven<br />
moment zoekt het toevlucht tot de Baäl-verering.<br />
Gideon, de geroepene, krijgt dan van God de opdracht<br />
om met zijn knechten het altaar van Baäl af te breken,<br />
diens heilige bos om te hakken en om op het gekapte<br />
hout twee jonge stieren te offeren. Interventie vrezend<br />
van familie en stadgenoten voert Gideon de opdracht<br />
’s nachts uit. Aertsen maakt dat laatste goed duidelijk<br />
door de prominent aanwezige fakkels. De drie momenten<br />
uit het bijbelverhaal heeft hij op ingenieuze wijze in<br />
één compositie bijeengebracht.<br />
De vernieling van het altaar van Baäl is stellig een ontwerp<br />
voor een gebrandschilderd ruitje, een zogenaamd<br />
glasrondje. De ronde vorm van de tekening wijst
daarop, evenals de heldere contouren. Ook de aandacht<br />
voor krachtige licht/donker contrasten is een indicatie.<br />
Het nachtelijk duister van Gideons actie is de<br />
kunstenaar dus vermoedelijk goed uitgekomen. Deze<br />
tekening en het bijbehorende, niet meer bekende, glasrondje<br />
zullen niet op zichzelf gestaan hebben, maar<br />
deel hebben uitgemaakt van een reeks, waarschijnlijk<br />
één die het leven van Gideon verbeeldde. Vermoedelijk<br />
zijn er bij voorbeeld ook tekeningen en glasrondjes<br />
geweest van Gideon en het wollen vlies en Gideon als<br />
overwinnend veldheer. Hiervan zijn tot op heden echter<br />
geen sporen gevonden.<br />
Het onderzoek naar Aertsens activiteiten als ontwerper<br />
van gebrandschilderd glas is nog jong. In Kloeks<br />
catalogus uit 1989 worden vier glasontwerpen genoemd.<br />
In de daaropvolgende jaren zijn er vier ‘nieuwe’ boven<br />
water gekomen, zodat in het artikel van Zsuzsanna van<br />
Ruyven-Zemans uit 2007 dat speciaal over Aertsen en de<br />
glasschilderkunst gaat, het aantal is verdubbeld. Al met<br />
al kennen we nu zes ontwerpen voor kerkglazen en twee<br />
voor glasrondjes. Het ziet er naar uit, zoals Van Ruyven-<br />
Zeman concludeerde, dat Aertsen in de glasschilderkunst<br />
een beduidend belangrijker rol heeft gespeeld<br />
dan tot nog toe werd vermoed. Verder blijkt ook dat het<br />
onderhavige werk kwalitatief een vergelijking met de<br />
overige zeven prima doorstaat. De vlakverdeling is zeldzaam<br />
goed geslaagd, de figuren zijn trefzeker getekend<br />
en de prachtige licht/donker werking maakt het altaar<br />
en de gestalten eromheen bijna tastbaar. De conditie van<br />
de tekening is goed. Uitzonderlijk is dat de tekening niet<br />
langs de kaderlijn is uitgeknipt. Bij dit soort ontwerpen<br />
voor glasrondjes komt het maar zelden voor dat het papier<br />
integraal bewaard is gebleven.<br />
12 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
Portret van Jan govertsen<br />
Hendrick goltzius<br />
1606. Verschillende tinten krijt,<br />
gedoezeld, 472 x 376 mm<br />
TeyLerS muSeum, HaarLem<br />
het belang vOOr teylers museum<br />
en vOOr de COlleCtie nederland<br />
Teylers Museum bezit een fraaie<br />
collectie Nederlandse tekeningen uit<br />
diverse eeuwen. Van de 17de, <strong>18</strong>de<br />
en 19de eeuw kan het museum een<br />
prachtig overzicht bieden. Voor de<br />
16de eeuw en de modernere tijd is<br />
dat echter niet het geval. Vooral de<br />
16de eeuw is in dit verband interessant.<br />
Teylers Museum bezit namelijk<br />
een weergaloze reeks van meer dan<br />
honderd tekeningen van Hendrick<br />
Goltzius (1558-1617). Deze zijn<br />
voor een belangrijk deel afkomstig<br />
uit de collectie van koningin Christina van Zweden<br />
(1626-1689), maar het museum heeft in de lange<br />
loop van zijn geschiedenis ook Goltzius-tekeningen<br />
in de Nederlandse kunsthandel gekocht, waaronder<br />
in 1984, met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>, het<br />
indrukwekkende Portret van Jan Govertsen. Van Goltzius’<br />
tijdgenoten kan Teylers Museum evenwel bijzonder<br />
weinig laten zien. Van oudsher zijn er respectievelijk<br />
negen en zes bladen van Jacques de Gheyn II en<br />
van Jan van der Straet (een leerling van Aertsen), en<br />
individuele bladen van Dirck Crabeth, Maerten van<br />
Heemskerck, Karel van Mander, Lambert van Noort en<br />
Joachim Wtewael. Maar daarmee is het wel zo’n beetje<br />
gezegd. Directeuren en casteleyns van Teylers Museum<br />
lijken nadrukkelijk om de ‘gotische tekeningen’ te<br />
zijn heengelopen. Uiteraard is de laatste jaren geprobeerd<br />
hierin verandering aan te brengen en kon van<br />
de volgende kunstenaars (of directe omgeving) werk<br />
worden aangekocht: Dirck Barendsz (met steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>), Crispijn van de Broeck, Pieter<br />
Coecke van Aelst en Lambert Sustris. Het moge duidelijk<br />
zijn dat in dit nog kleine gezelschap Pieter Aertsen<br />
met open armen is ontvangen.<br />
Het werk van Aertsen past des te beter in de collectie<br />
van Teylers Museum daar er zich onder de 16deeeuwse<br />
tekeningen al twee glasontwerpen bevinden,<br />
namelijk de hierboven genoemde bladen van Dirck<br />
Crabeth en Lambert van Noort. De Scorel-achtige<br />
Aanbidding der koningen van Dirk Crabeth dateert van<br />
ca. 1540. Het theatrale blad van Lambert van Noort<br />
met De Opstanding en de Graflegging van Christus draagt<br />
het jaartal 1561. Wat betreft datering past de nieuwe<br />
de aanbidding der koningen<br />
dirck crabeth<br />
ca. 1540. Pen en bruine inkt,<br />
penseel en grijsbruine inkt,<br />
343 x 272 mm<br />
TeyLerS muSeum, HaarLem<br />
ontwerp voor een<br />
gebrandschilderd glas met<br />
de graflegging en<br />
de opstanding<br />
Lambert van noort<br />
1561. Pen en penseel in bruine<br />
inkt, 534 x 379 mm<br />
TeyLerS muSeum, HaarLem<br />
Literatuur:<br />
Tent.cat. Kunst voor de beeldenstorm.<br />
Noordnederlandse kunst<br />
15251580, amsterdam<br />
(rijksmuseum) 1986 (hierin zijn<br />
de teksten over Pieter aertsen<br />
geschreven door J.c.H. Buijs,<br />
W.Th. kloek en z. van ruyvenzeman).<br />
Wouter kloek, ‘de tekeningen van<br />
Pieter aertsen en Joachim<br />
Beuckelaer’, Nederlands<br />
Kunsthistorisch Jaarboek 40<br />
(1989), pp. 129-166.<br />
zsuzsanna van ruyven-zeman,<br />
‘Pieter aertsen als ontwerper voor<br />
gebrandschilderd glas’, Delineavit<br />
et Sculpsit. Tijdschrift voor<br />
Nederlandse prent en tekenkunst<br />
tot omstreeks <strong>18</strong>50, nr.31<br />
(december 2007), pp. 23-36.
tekening er prachtig tussenin: 1550-55. Met het ontwerp<br />
van Aertsen heeft Teylers Museum een voortreffelijk<br />
derde voorbeeld van een tekening gerelateerd aan de<br />
voor de 16de eeuw zo uiterst belangrijke kunstvorm<br />
van het glasschilderen.<br />
Daarnaast zijn er nog diverse andere redenen te<br />
noemen waarom dit een bijzonder welkome aanvulling<br />
van Teylers verzameling is. Zo kan het museum een<br />
zeer goed overzicht bieden van Nederlandse landschapstekeningen<br />
uit diverse eeuwen. Een echt vroeg<br />
voorbeeld, waar het landschap ondergeschikt is aan de<br />
historievoorstelling, ontbrak tot nog toe. Deze ‘buitenscène’<br />
van Aertsen vult die leemte prachtig. Verder<br />
bezit het museum enkele fraaie voorbeelden van tekeningen<br />
met dramatisch clair-obscur, zoals van Pieter<br />
van Laer, Gerard Segers, <strong>Rembrandt</strong> en Adriaen van<br />
Ostade. Een uitzonderlijk vroeg voorbeeld hiervan –<br />
vanuit de Nederlandse traditie, van vóór de Italiaanse<br />
inbreng via de Utrechtse Caravaggisti – geeft deze<br />
groep ineens extra diepte.<br />
Dit is uiteraard niet alleen een stapje in de goede<br />
richting voor de Kunstverzamelingen van Teylers Museum,<br />
maar ook voor de ‘Collectie Nederland’. 16de-eeuwse<br />
ontwerptekeningen voor glasrondjes van dit kaliber zijn<br />
zeldzaam en ze komen dan ook maar incidenteel voor in<br />
Nederlandse openbare collecties. Verder is het werk van<br />
Aertsen schaars in Nederland. Bij schilderijen gaat het<br />
om ca. 15 stuks. Tekeningen van zijn hand zijn er nog<br />
aanzienlijk minder. Vóór deze aanwinst waren er slechts<br />
drie in Nederlands museaal bezits<br />
michiel Plomp<br />
conservator kunstverzamelingen Teylers museum<br />
13 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
Als <strong>Rembrandt</strong> belt<br />
grote liefdes<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
Sjarel ex<br />
Directeur Museum<br />
Boijmans Van Beuningen<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
een aanvraag bij rembrandt heeft<br />
altijd iets bijzonders. om niet te<br />
zeggen deftigs. een beetje een<br />
verzoek bereid je maanden voor,<br />
is een pagina of drie lang en zo<br />
zorgvuldig geformuleerd dat je<br />
van het kunstwerk in kwestie<br />
gaat houden. in de nu twee<br />
decennia dat ik in musea de scepter<br />
zwaai heb ik er zo vele op de<br />
bus gedaan. ik herinner mij nog<br />
goed de periode waarin als eerste<br />
gunstig teken de voorzitter van de<br />
<strong>Vereniging</strong> onaangekondigd door<br />
je museum scharrelde om poolshoogte te nemen of eerder<br />
gesteunde aankopen wel permanent werden getoond. en<br />
de <strong>Vereniging</strong> adequaat vermeld. nooit zal ik ook vergeten<br />
hoe, dit lang voor de introductie van de mobiele telefoon,<br />
een bevriend directeur van een groot, nationaal museum,<br />
staande de vergadering, op fluistertoon om actuele<br />
informatie vroeg om zo het pleit te kunnen beslechten.<br />
Het was geen schilderij uit de 17de eeuw. de <strong>Vereniging</strong><br />
maakte qua communicatie een belangrijke stap in de 20ste<br />
eeuw toen er een fax in huis kwam, ik schat zo ongeveer<br />
toen iedereen die had afgeschaft. maar ook dat was,<br />
bedenk ik mij nu, eigenlijk heel sjiek. Tot op de dag van<br />
vandaag kleeft aan contact met rembrandt namelijk iets<br />
geheimzinnigs. zo is de techniek van de e-mail naar mijn<br />
waarneming nog niet tot de <strong>Vereniging</strong> doorgedrongen.<br />
Want wat moet ze er ook mee. de echte beloning van een<br />
aanvraag bij rembrandt is dat magische moment in de<br />
staart. daar heb ik stille bewondering voor. als rembrandt<br />
belt s
museum Stad appingedam<br />
Appingedam<br />
14 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
brandewijnkom<br />
reinder Pieters Frima (appingedam 1714 – ca. 1784 appingedam)<br />
derde kwart <strong>18</strong>de eeuw. zilver, H 12,3 cm, B 25,5 cm, d 13,5 cm (inclusief oren)<br />
merken: onderaan, in de voet, meesterteken rF in rechthoek; een pelikaan met jongen<br />
(damster stadswapen)<br />
Herkomst: particuliere collectie (<strong>2008</strong>)<br />
In april <strong>2008</strong> heeft Museum Stad Appingedam twee zilveren<br />
brandewijnkommen verworven van de Damster zilversmid Reinder<br />
Pieters Frima. Eén kom kon worden aangekocht met steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>, de ander werd in permanent bruikleen<br />
verkregen van het SNS-fonds Eemsmond. Beide kommen vormen<br />
een belangrijke aanwinst voor de collectie van Museum Stad<br />
Appingedam. Ze passen uitstekend in het beleid van het museum<br />
om een zo compleet mogelijk overzicht te geven van edelsmeedwerk<br />
van Damster zilversmeden tegen de achtergrond van het zilver<br />
dat van de 16de tot de 19de eeuw in de provincie Groningen werd<br />
vervaardigd. Dat tot nog toe een Damster brandewijnkom in dit<br />
overzicht ontbrak is nu ruimschoots goedgemaakt. In dit artikel<br />
zal de nadruk liggen op de kom die met steun van de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong> is verworven.
andeWiJnKOm<br />
Het gaat om een vrij forse brandewijnkom, voorzien<br />
van gravering, en gemerkt met het meesterteken van<br />
Reinder Frima en het Damster stadswapen: de pelikaan<br />
met jongen. Dit stadswapen sloeg Reinder Frima in<br />
meerdere werkstukken, zodat het de suggestie wekt een<br />
stadskeur te zijn. Maar daarvan is geen sprake omdat<br />
andere Damster zilversmeden uit dezelfde periode dit<br />
merk niet gebruikten; het lijkt daarom eerder een<br />
uiting van burgertrots. De kom zelf is een traditioneel<br />
vormgegeven ovale, achtlobbige kom met zogenaamde<br />
‘staande’ oren met drakenkoppen. De voet is eveneens<br />
ovaal met acht lobben. De lob midden tussen beide<br />
oren is met een gravering versierd, die bestaat uit twee<br />
cartouches onder een kroon, waarin de initialen A en S,<br />
waarvan onduidelijk is of ze contemporain zijn en die<br />
(nog) niet met een mogelijke opdrachtgever of voormalige<br />
eigenaar in verband konden worden gebracht.<br />
Daaromheen en op de voet zijn gestileerde krullen<br />
aangebracht. De kom wordt gedateerd op het derde<br />
kwart van de <strong>18</strong>de eeuw.<br />
Dit type brandewijnkom werd in de provincie<br />
Groningen vanaf het midden van de 17de eeuw tot ver in<br />
de 19de eeuw vervaardigd. De meestal met acht lobben<br />
versierde ovale kom met gelobde voet en staande oren<br />
ontwikkelde zich uit een rond of meerhoekig model met<br />
liggende oren. Brandewijnkommen waren populair in<br />
het hele Noord-Nederlandse en Noord-Duitse kustgebied.<br />
Behalve in zilver werden ze ook in tin of ander metaal<br />
uitgevoerd.<br />
Brandewijnkommen werden gebruikt bij belangrijke<br />
gebeurtenissen, zoals de aankondiging van een geboorte,<br />
geboorten zelf, huwelijken en huwelijksjubilea, maar ze<br />
kwamen ook wel tevoorschijn op verjaardagen, kerkelijke<br />
feestdagen en nieuwjaarsdag. De gastheer bracht een<br />
heildronk uit, waarna de kom rondging langs de gasten.<br />
Er bestaat enige discussie over de drank die eruit gecon-<br />
15 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
sumeerd werd. Brandewijn zal er zeker in geserveerd<br />
zijn, maar er zijn ook (familie)tradities bekend waarbij<br />
er in brandewijn gewelde rozijnen uit de kom werden<br />
gelepeld.<br />
Zilver in aPPingedam<br />
In de 13de eeuw kwam op de zuidelijke oever van de<br />
Delf, het latere Damsterdiep, de handelsnederzetting<br />
Appingedam tot bloei. De omstandigheden waren uiter-<br />
mate gunstig: de Delf had een open verbinding met de<br />
Eems en een goede aansluiting op het achterland, en<br />
langs de nederzetting voerden een paar belangrijke<br />
handelsroutes. Het plaatsje ontwikkelde zich in razend<br />
tempo tot een regionale markt van betekenis, waar naast<br />
de wekelijkse markten ook jaarmarkten plaatsvonden.<br />
De welvaart laat zich nog altijd aflezen van de fraaie<br />
brandewijnkom<br />
reinder Frima, 1763, zilver<br />
muSeum STad aPPingedam<br />
in bruikleen gekregen van<br />
het SnS-fonds eemsmond,<br />
<strong>2008</strong><br />
in de rand van de voet<br />
van de kom zijn twee<br />
merken aangebracht: het<br />
meesterteken RF en het<br />
damster stadswapen.
Nicolaïkerk en de vele middeleeuwse stenen woonhuizen<br />
die bewaard zijn gebleven.<br />
In 1327 werd de handelsnederzetting zelfstandig<br />
ten opzichte van het omringende gebied. Bij het<br />
verbond van de Upstalboom, waarin de Friese landen<br />
verenigd waren, kreeg Appingedam stadsrechten:<br />
de zogenaamde Buurbrief. Hierin werden de rechten<br />
en plichten van de inwoners duidelijk omschreven.<br />
In de stad ontstonden gilden, maar omdat het aantal<br />
leden per beroepsgroep vaak klein was, vormden verwante<br />
beroepsgroepen gezamenlijk een gilde. Dat gold<br />
bijvoorbeeld voor het smedengilde, waarin zilversmeden,<br />
hoefsmeden, koperslagers, tingieters maar ook uurwerkmakers<br />
actief waren. De oudste vermelding van het<br />
smedengilde in Appinge dam gaat terug op de Gildebrief<br />
uit 15<strong>18</strong>.<br />
Vanaf de 16de eeuw zijn er uit archieven Damster<br />
zilversmeden met name bekend, maar omdat zij hun werk<br />
niet voorzagen van een meesterteken is niet bekend<br />
welke smid voor welk object verantwoordelijk is en wanneer<br />
dit gemaakt is. Soms kan zilver door middel van inscripties<br />
gedateerd worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor<br />
twee vroege stukken uit de collectie. Het eerste is een<br />
ongemerkte zilveren schuttersgaai met op de vergulde<br />
halsband de inscriptie STAT VAN DAM en op de uiteinden<br />
van de tak waarop de pootjes rusten het jaartal 1546.<br />
Het tweede stuk is de regimentsstaf van het Smedengilde<br />
waarvan de eerste band door middel van een inscriptie<br />
gedateerd is met 1617: hoewel hierop de namen van<br />
verschillende smeden zijn gegraveerd, is er geen meesterteken<br />
op aangebracht. Pas vanaf het einde van de 17de<br />
eeuw slaan de meeste zilversmeden hun meesterteken<br />
in het werk. Omdat er geen systeem van jaarletters werd<br />
gebruikt blijft het lastig Damster zilver exact te dateren.<br />
Gelukkig is een aantal stukken door middel van ingegraveerde<br />
jaartallen te dateren.<br />
De <strong>18</strong>de eeuw lijkt de bloeitijd van de Damster zilversmeden<br />
te zijn geweest. Het leeuwendeel van het overgeleverde<br />
zilverwerk stamt uit deze periode. Over het<br />
algemeen bleef de vormgeving traditioneel. Modellen<br />
en vormen die in de stad Groningen al lang niet meer<br />
in de mode waren, werden nog lang gebezigd. Het zilver<br />
is over het algemeen vrij eenvoudig van vorm, met een<br />
spaarzaam gebruik van versieringen. De overdadige<br />
rococo en de strakke empire lijken op een enkele uitzondering<br />
na aan de Damster zilversmeden voorbij te<br />
zijn gegaan. In die <strong>18</strong>de eeuw was een aantal families als<br />
zilversmid actief, vaak meerdere generaties lang, met als<br />
16 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
belangrijkste de families Frima en Van der Ley. Van de<br />
eerste zijn drie generaties zilversmeden in Appingedam<br />
terug te vinden, van de andere twee generaties. Daarbij<br />
waren beide families door huwelijken ook nog eens aan<br />
elkaar gelieerd.<br />
meester reinder Frima<br />
Reinder Pieters Frima werd geboren op 31 oktober 1714.<br />
Hij was de tweede zoon van Pieter Frima, die overleed<br />
in of voor 1722, de eerste generatie van deze Damster<br />
zilversmedenfamilie. Zijn moeder Frouke Reinders van<br />
Eenum hertrouwde in 1722 met Jan Willem van der Ley,<br />
op dat moment een leerling-zilversmid. Waarschijnlijk<br />
heeft Reinder in de werkplaats van zijn stiefvader het<br />
vak geleerd. Reinders sterfdatum is onbekend maar ligt<br />
waarschijnlijk rond 1784. Zijn zoons Jacob en Pieter<br />
volgden hem op.<br />
Het bewaard gebleven oeuvre van Reinder Frima omvat<br />
divers werk: van brandewijnkommen en een theepot tot<br />
verschillende lepels. De objecten verraden zijn vakmanschap.<br />
Het duidelijkst is dit te illustreren aan de hand<br />
van de brandewijnkommen.<br />
De brandewijnkom die het museum met steun van<br />
de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> heeft verworven is een forse<br />
Zilveren theepot<br />
op basis van recent<br />
onderzoek toe te schrijven<br />
aan reinder Frima,<br />
derde kwart <strong>18</strong>de eeuw.<br />
muSeum STad aPPingedam<br />
Literatuur:<br />
J.P.H.W.a. van reijen,<br />
Groninger Keur Zilver<br />
uit Stad en Ommelanden,<br />
groningen/Schoonhoven<br />
1997<br />
a. Hoft en P. Schepel, Damster<br />
Goud en Zilversmeden,<br />
appingedam 1994<br />
a. Hoft, Vissen rond de Floem,<br />
groningen 1990
maar traditioneel vormgegeven kom. Vergelijken we<br />
deze met Frima’s brandewijnkom die het museum van<br />
het SNS-Fonds Eemsmond in bruikleen heeft gekregen,<br />
dan valt het verschil direct op. Die laatste is uitbundig<br />
versierd met gestileerde plantenranken en bloemen,<br />
allemaal gedreven werk. De traditionele vormgeving is<br />
slechts ten dele gehandhaafd: de kom heeft de bekende<br />
oren en min of meer dezelfde proporties. Maar de opdeling<br />
van de cuppa en voet in acht lobben is losgelaten en<br />
vervangen door een weelderige, laatbarokke versiering<br />
die de hele cuppa en hele voet bedekt. Beide kommen<br />
tonen dus perfect aan wat Reinder Frima in huis had: hij<br />
vervaardigde prachtige, traditionele brandewijnkommen,<br />
maar kon (waarschijnlijk op bestelling) ook met fraai<br />
drijfwerk versierde kommen maken.<br />
stedeliJKe trOts<br />
De zilveren brandewijnkom die nu met steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> kon worden verworven, vormt<br />
een goede aanvulling op de zilvercollectie die Museum<br />
Stad Appingedam de laatste jaren heeft opgebouwd.<br />
De <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> heeft in<br />
zijn 125-jarig bestaan vele musea de<br />
mogelijkheid geboden om kunstvoorwerpen<br />
te verwerven, waarmee<br />
de collectie van de instelling kwalitatief<br />
kon worden verbeterd. Zeker<br />
voor de kunstnijverheid geldt, dat<br />
het hierbij bepaald niet altijd om<br />
uitermate kostbare aanwinsten voor<br />
de grote musea gaat, maar dat het<br />
ook bijzonder zinvol kan zijn om<br />
een kleine instelling met een zeer<br />
bescheiden budget in staat te stellen<br />
om een object aan te kopen, dat in<br />
de betreffende plaats of regio ontstaan<br />
is of dat vanuit de historische<br />
context daarmee verbonden is.<br />
Een goed voorbeeld daarvan<br />
is de eenvoudige zilveren brandewijnkom,<br />
die in de <strong>18</strong>de eeuw werd<br />
vervaardigd door een zilversmid<br />
17 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
in Appingedam, een stadje in het<br />
noordoosten van de provincie<br />
Groningen, letterlijk in een uithoek<br />
van ons land. Het voorwerp is van<br />
een type dat in de stad Groningen<br />
al meer dan een eeuw bekend was<br />
en in de tijd van ontstaan eigenlijk<br />
al als ouderwets werd beschouwd.<br />
Maar de opdrachtgever uit de stad<br />
Appingedam of van het omliggende<br />
platteland, die zich een dergelijk<br />
relatief kostbaar pronkstuk kon<br />
veroorloven, bekommerde zich daar<br />
niet om. Daarin verschilde hij van de<br />
meeste bewoners van kleine steden<br />
en dorpen, die een dergelijke ‘aankoop<br />
voor het leven’ in de grote stad<br />
deden vanuit de overtuiging dat het<br />
vakmanschap daar op een hoger peil<br />
stond en men er beter op de hoogte<br />
was van de heersende smaak.<br />
Hoewel het museum twee <strong>18</strong>de-eeuwse brandewijnkommen<br />
in de collectie heeft, is geen van beide van een<br />
Damster zilversmid. Bovendien verkeert de kom in goed<br />
gezelschap: in het verleden is een zilveren tabaksdoos<br />
van de Damster zilversmid Albert van der Ley verworven<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>. Ook past de<br />
kom uitstekend bij de wens om het Damster zilver zo<br />
breed en compleet mogelijk aan het publiek te presenteren.<br />
Het museum werkt aan de inrichting van een<br />
speciale kamer waar de zilvercollectie gepresenteerd<br />
zal worden. De inrichting hiervan en de presentatie<br />
van het Damster zilver in de context van het Groninger<br />
zilver vormt een van de speerpunten op het terrein<br />
van de collectievorming. De recente verwerving van<br />
twee unieke kommen is een prachtige aanvulling op de<br />
museale collectie en inhoudelijk een belangrijke stap<br />
dichter bij de realisering van een compleet ingerichte<br />
zilverkamers<br />
matthijs driebergen<br />
directeur/conservator museum Stad appingedam<br />
Steun voor erfgoed uit de groninger ommelanden<br />
En dat maakt deze brandewijnkom<br />
nu juist zo bijzonder. Zeer traditioneel<br />
in zijn vorm en decoratie, maar<br />
voorzien van het meesterteken van<br />
een van de weinige zilversmeden die<br />
in Appingedam werkzaam waren.<br />
Bovendien heeft de maker er vanuit<br />
zijn lokale trots nog een – alleen<br />
door hemzelf gebruikt – ‘stedelijk<br />
keur’ aan toegevoegd: het stadswapen<br />
van Appingedam met de pelikaan<br />
die haar jongen voedt met haar<br />
eigen bloed, een symbool voor de<br />
offerdood van Christus uit liefde<br />
voor de mensheid.<br />
Met dit uiterst zeldzame voorbeeld<br />
van zilver uit Appingedam<br />
heeft het museum ter plaatse een<br />
boeiende aanwinst verworvens<br />
Joh.r. ter molen
Met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> heeft<br />
SIMON VAN GIJN – museum aan huis een bijzonder<br />
familieportret van de Utrechtse schilder Pieter<br />
Christoffel Wonder kunnen verwerven. Niet alleen<br />
betreft het hier een Dordtse familie die in haar<br />
woonomgeving is weergegeven, ook door het uitgewerkte<br />
interieur sluit dit paneel mooi aan bij de<br />
verzameling en het woonhuis van Simon van Gijn<br />
(<strong>18</strong>36 -1922). Deze bankier en verzamelaar, aan wie<br />
het museum met interieurs uit de 17de, <strong>18</strong>de en de<br />
late 19de eeuw zijn naam dankt, kende het schilderij<br />
<strong>18</strong> <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
bovendien zelf. Daarnaast vormt het groepsportret<br />
ook een fraaie aanvulling op de al in Dordrecht<br />
aanwezige portretten van de hand van Wonder.<br />
In het Dordrechts Museum worden de portretten<br />
bewaard die hij maakte van zijn collega schilders,<br />
de broers Abraham (1753-<strong>18</strong>26) en Jacob van Strij<br />
(1756-<strong>18</strong>15) en Martinus Schouman (1779-<strong>18</strong>48).<br />
De aanwinst geeft een prachtig beeld van de manier<br />
waarop een welgestelde Dordtse familie zich rond<br />
<strong>18</strong>13 wilde laten zien en tegelijkertijd inzicht in de<br />
band van P.C. Wonder met Dordrecht.
Simon van gijn –<br />
museum aan huis<br />
Dordrecht<br />
Portret van de familie de bruijn de neve in een interieur<br />
Pieter christoffel Wonder (utrecht 1780-<strong>18</strong>52 amsterdam)<br />
ca. <strong>18</strong>13. olieverf op paneel, 61,7 x 75,0 cm.<br />
gesigneerd, rechtsonder: PC Wonder: f<br />
Herkomst: Veiling christie’s, amsterdam, 9 mei 2007, nr. 132<br />
Familie<br />
Het schilderij toont een welvarend koopmansgezin in<br />
de intimiteit van hun huiselijke omgeving. De op het<br />
paneel voorkomende personen zijn, op één na, in een<br />
actieve relatie tot elkaar afgebeeld. Slechts de oudere<br />
dame kijkt de toeschouwer aan en verbindt op deze<br />
wijze de kijker met de groep mensen op het schilderij.<br />
De identiteit van de afgebeelde personen is bekend<br />
dankzij een op de achterzijde van het paneel aangebracht<br />
en in een latere periode vernieuwd etiket. Het zijn de in<br />
Amsterdam geboren Willem Jacob de Bruijn de Neve<br />
(1759-<strong>18</strong>34), zijn echtgenote, de uit een Dordtse familie<br />
stammende Agatha Agneta Ouboter (1756-<strong>18</strong>34), en<br />
hun drie dochters, respectievelijk Johanna Petronella<br />
(1788-<strong>18</strong>14), Helena Suzanna (1789-<strong>18</strong>70) en Jacoba<br />
Margaretha (1791-<strong>18</strong>49). De jonge man die met zijn<br />
echtgenote, de oudste dochter, het vertrek binnenkomt<br />
is Johannes Moll (1780-<strong>18</strong>46). Op het etiket wordt vermeld<br />
dat het schilderij in <strong>18</strong>13 is vervaardigd. Dat jaartal<br />
lijkt in overeenstemming te zijn met de leeftijden van de<br />
voorgestelde personen en tevens met de periode waarin<br />
Wonder in Dordrecht werkzaam was. Willem Jacob de<br />
Bruijn de Neve wordt in notariële akten vermeld als<br />
koopman. In <strong>18</strong>11 laat hij zich echter registreren als<br />
suikerraffinadeur, een bedrijfstak die op dat moment<br />
tot grote bloei was gekomen. 1<br />
Op het moment dat de oudste dochter in het huwelijk<br />
treedt, in <strong>18</strong>07, woont het gezin De Bruijn de Neve nog<br />
op de Kuipershaven in Dordrecht, maar vanaf <strong>18</strong>11 wordt<br />
steeds Groenmarkt A 292, het tegenwoordige huisnummer<br />
63-71, als adres opgegeven. Aangezien het schilderij<br />
in <strong>18</strong>13 ontstaan zal zijn, zal het afgebeelde vertrek een<br />
kamer van het huis aan de Groenmarkt weergeven.<br />
Opvallend in het interieur is de positionering van een<br />
gangdeur naast de schoorsteenpartij, een niet gebruikelijke<br />
architectonische combinatie in Hollandse kamers<br />
in de <strong>18</strong>de eeuw, en mogelijk een eigen aanpassing van<br />
de schilder om tot een betere compositie te komen.<br />
Aangezien het woonhuis aan de Groenmarkt in de 20ste<br />
eeuw inwendig grondig is verbouwd is een identificatie<br />
van de afgebeelde kamer met één van de vertrekken in<br />
het huis niet meer mogelijk.<br />
babbelstuK<br />
Familie- of gezelschapstukken waarop de afgebeelde<br />
personen in een actief tot elkaar betrokken situatie staan,<br />
hebben vooral in Engeland opgang gemaakt in de <strong>18</strong>de<br />
eeuw. Aan het einde van die eeuw verliezen ze aan po-<br />
19 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
pulariteit ten gunste van het levensgrote portret dat dan<br />
in de mode raakt. Men noemt deze gezelschapstukken<br />
conversation pieces en in het Nederlands conversatiestukken,<br />
of ook wel babbelstukken. Onder deze term verstaat<br />
men groepsportretten met figuren die in gesprek lijken,<br />
vaak rond een tafel.<br />
In Dordrecht is dit genre een enkele maal uitgevoerd<br />
door de schilders Abraham van Strij en Pieter Fontijn<br />
(1773-<strong>18</strong>39). Waarom De Bruijn de Neve desondanks de<br />
opdracht voor dit groepsportret aan een Utrechtse schilder<br />
heeft gegund is niet geheel duidelijk. P.C. Wonder<br />
had in ieder geval contact met Dordtse schilders en<br />
moet één of twee maal in Dordrecht zijn geweest rond<br />
<strong>18</strong>12. In dat jaar schilderde hij de al eerder genoemde<br />
portretten van de rond <strong>18</strong>00 toonaangevende Dordtse<br />
kunstschilders Abraham en Jacob van Strij, en de zee- en<br />
rivierschilder Martinus Schouman.<br />
WOnder<br />
Pieter Christoffel Wonder, die grotendeels zichzelf vormde<br />
als kunstschilder, werkte aanvankelijk in Utrecht. In die<br />
stad richtte hij in <strong>18</strong>07 samen met de schilder Jan Kobell<br />
(1779-<strong>18</strong>14) en enkele ‘beoefenaars der kunst’ een nieuw<br />
tekengezelschap op dat sinds <strong>18</strong>14 als het Genootschap<br />
onder de zinspreuk Kunstliefde actief is. In <strong>18</strong>19 werd hij opgemerkt<br />
door de Schotse kunstliefhebber en verzamelaar<br />
Sir John Murray, Baronet, een beroepsofficier die het tot<br />
generaal in het Britse leger bracht. Murray maakte in dat<br />
jaar een kunstreis door Nederland, waarvan het reisverslag<br />
in <strong>18</strong>24 onder de titel Tour in Holland in the year <strong>18</strong>19<br />
werd uitgegeven. Door bezoeken aan ateliers van werkende<br />
meesters maakte Murray kennis met de toen moderne<br />
Nederlandse schilderkunst en kon hij zijn eigen<br />
collectie door aankopen verrijken. Het werk van P.C.<br />
Wonder was Murray in verschillende Nederlandse verzamelingen<br />
opgevallen, onder andere bij een heer<br />
Oudewater of Onderwater in Dordrecht. Uit deze verzameling<br />
beschreef hij een interieur met een dammende<br />
dame en officier dat nu deel uitmaakt van de collectie<br />
van het Gemeentemuseum Den Haag.<br />
Op aanraden van Murray vertrok Wonder in <strong>18</strong>23<br />
naar Engeland waar hij zich vervolgens ook vestigde. In<br />
Engeland was Wonder geliefd vanwege zijn ’fraaije wijze<br />
van behandeling der Hollandsche School met het coloriet<br />
der oude meesters’, en droeg hij bij aan de herleving van<br />
het groepsportret of conversation piece. 2 De groepering<br />
van de figuren in zijn conversation pieces ontleende Wonder<br />
vaak aan 17de-eeuwse voorbeelden, met name aan het<br />
Portret van abraham van strij<br />
Pieter christoffel Wonder (1780-<strong>18</strong>52)<br />
<strong>18</strong>12. olieverf op doek, 64,3 x 54,0 cm<br />
dordrecHTS muSeum, dordrecHT<br />
Portret van Jacob van strij<br />
Pieter christoffel Wonder (1780-<strong>18</strong>52)<br />
<strong>18</strong>12. olieverf op doek, 64,0 x 53,7 cm<br />
dordrecHTS muSeum, dordrecHT
werk van Ter Borgh en Metsu. Zijn meesterwerk is echter<br />
de Kunstgalerij van Sir John Murray uit <strong>18</strong>29 dat zich in<br />
een Engelse particuliere verzameling bevindt. In <strong>18</strong>31<br />
keerde Wonder terug naar Utrecht en hij overleed te<br />
Amsterdam in <strong>18</strong>52.<br />
simOn van giJn<br />
De Dordtse verzamelaar Simon van Gijn kende het schilderij<br />
met de familie De Bruijn de Neve. Hij nam in zijn<br />
topografisch-historische atlas Dordracum Illustratum – een<br />
verzameling kaarten, prenten, aquarellen, tekeningen en<br />
foto’s met betrekking op Dordrecht en het omringende<br />
eiland – een foto op van het paneel in de rubriek ‘bijzondere<br />
personen’. Als commentaar bij de foto van het<br />
schilderij vermeldt Van Gijn in de beschrijvende catalogus<br />
dat het werk belangrijk is als kostuumstuk. Helena Suzanna<br />
de Bruijn de Neve springt inderdaad in het oog in haar<br />
kostbare met hermelijnbont gevoerde blauwe mantel.<br />
Deze op Dordrecht betrekking hebbende atlas heeft<br />
Van Gijn in de jaren 1908 tot 1912 beschreven en gepubliceerd.<br />
Na het verschijnen van de catalogus schonk Van<br />
Gijn zijn atlas vervolgens aan de gemeente Dordrecht ter<br />
20 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
plaatsing in het stadsarchief. De uitgebreide algemene<br />
historische atlas van Van Gijn, de Historia Batava Illustrata,<br />
bleef achter in het huis aan de Nieuwe Haven en vormt<br />
de kern van de collectie van SIMON VAN GIJN – museum<br />
aan huis.<br />
Voor het museum vertegenwoordigt het paneel een<br />
zeldzaam kijkje in een interieur in Dordrecht aan het<br />
begin van de 19de eeuw. De kamerbetimmering en het<br />
aanwezige meubilair dateren echter uit het derde kwart<br />
van de <strong>18</strong>de eeuw en zijn uitgevoerd in de Lodewijk XVI<br />
stijl. De meubelen zal het echtpaar De Bruijn de Neve<br />
hebben verworven na hun huwelijk in 1784, terwijl de<br />
kamerbetimmering in het huis aanwezig was toen zij het<br />
aan het begin van de 19de eeuw betrokken. Deze betimmering<br />
is eenvoudig uitgevoerd en geverfd. Opvallend<br />
zijn de schildering in grisaille boven de deur en het<br />
dramatische schilderij van een bergbeek dat als schoorsteenstuk<br />
dient. Op de schoorsteenboezem treffen we de<br />
gebruikelijke verguld houten wandarmen voor kaarsen<br />
aan. De vloer wordt bedekt door een kamerbreed Smyrna’s<br />
tapijt en hierop ligt, onder de tafel, een zogenaamd<br />
morskleed dat aan twee zijden voorzien is van gestreepte<br />
interieur met het gezin van<br />
hendrik Weymans (1760 – <strong>18</strong>31)<br />
abraham van Strij (1753-<strong>18</strong>26)<br />
<strong>18</strong>16. olieverf op paneel, 70,5 x 85 cm<br />
ParTicuLiere coLLecTie<br />
Noten<br />
1 Stadsarchief dordrecht, archief 4, inv.nr.<br />
169 (Liste civique), Wijk B, <strong>18</strong>3.<br />
2 ch. kramm, De levens en werken der<br />
Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders,<br />
beeldhouwers, graveurs en<br />
bouwmeesters, van den vroegsten tot<br />
op onzen tijd., dl. 5, amsterdam <strong>18</strong>61,<br />
p. <strong>18</strong>84, vertaald citaat uit de Times and<br />
MorningPost, 21 februari <strong>18</strong>29.
Portret van simon van gijn<br />
Jan Willem (‘Willy’) Sluiter (<strong>18</strong>73-1949)<br />
1911. olieverf op doek, 90,5 x 81 cm.<br />
Simon Van giJn – muSeum aan HuiS,<br />
dordrecHT<br />
randen. Rechts van de schoorsteenpartij staat een strak<br />
gelijnde, mahonie gefineerde secretaire. Hierop prijkt<br />
een modieuze, gedeeltelijk vergulde bronzen pendule<br />
onder een glazen stolp. Een mahoniehouten tafel, bedekt<br />
door een ruim vallend groen kleed en gebroken wit<br />
gelakte Lodewijk XVI stoelen completeren de inrichting.<br />
Het huiselijke van de kamer wordt versterkt door de aanwezigheid<br />
van een vogelkooitje aan de wand, de boeken<br />
op de schoorsteenmantel en het kopje dat op de secretaire<br />
is weggezet. De blauwe hyacint in de cache-pot die<br />
eveneens op de schoorsteenmantel staat, is een indicatie<br />
voor het jaargetijde waarin het schilderij werd gemaakt:<br />
dat moet bijna wel in maart of april <strong>18</strong>13 zijn geweest.<br />
Het interieur vertegenwoordigt een kamerinrichting<br />
die niet in het museale woonhuis van Van Gijn wordt<br />
aangetroffen. Vanuit dat gezichtspunt vormt dit schilderij<br />
als het ware een schakel tussen de vroegere <strong>18</strong>deeeuwse<br />
en laat 19de-eeuwse interieurs die SIMON VAN GIJN<br />
– museum aan huis rijk iss<br />
chris m. de Bruyn<br />
conservator Simon Van giJn – museum aan huis<br />
21 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
Met dank aan de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong><br />
grote liefdes<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
<strong>Peter</strong> Schoon<br />
directeur Dordrechts Museum<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
in de afgelopen 125 jaar zijn meer dan 2500<br />
kunstwerken met steun van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt aangekocht, waaronder topstukken<br />
als De Liefdesbrief van Johannes Vermeer.<br />
niet alleen de grote musea werden met raad<br />
(advies) en daad (financieel) ondersteund:<br />
ook de middelgrote musea in ons land konden<br />
een beroep doen op de vereniging. zo heeft<br />
het dordrechts museum zijn collectie dankzij<br />
financiële steun flink kunnen uitbreiden met<br />
kunstwerken van nationale allure.<br />
Het dordrechts museum is één van de<br />
oudste gemeentelijke musea van ons land. Het<br />
werd in <strong>18</strong>42 opgericht. Het museum heeft<br />
zich de afgelopen decennia een eigen plaats verworven in het rijk geschakeerde<br />
culturele landschap van ons land. deze gunstige ontwikkeling<br />
is mede te danken aan de rijke collectie van het museum. Vanaf het allereerste<br />
begin is er voor wat betreft het verzamelbeleid een voorkeur af te<br />
lezen voor nederlandse schilderkunst en het is deze gelukkige specialisatie<br />
die het museum zijn kracht heeft gegeven. de keuze heeft geleid tot<br />
verzamelingen die een tijdperk bestrijken van de 16de eeuw tot heden.<br />
daarbij is het eigen, sterk artistieke verleden van de stad richtinggevend.<br />
ondanks de diverse hoogtepunten van nationaal belang waren en<br />
zijn er in de dordtse collectie nog immer lacunes te vullen. de hulp van<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt is daarbij onmisbaar. als resultaat van bijna 50<br />
jaar gezamenlijke inspanningen – de periode 1958-<strong>2008</strong> – konden niet<br />
minder dan 24 aanwinsten in het dordrechts museum worden gepresenteerd,<br />
waaronder werk van nicolaes maes, Samuel van Hoogstraten, de<br />
gebroeders Van Strij, ary Scheffer en Pyke koch.<br />
een hoogtepunt in de reeks dordtse aanwinsten met steun van de<br />
vereniging kon worden geboekt in 2004, toen het fraaie schilderij Portret<br />
van de eend Sijctghen van aelbert cuyp van een particulier werd aangekocht.<br />
op een klein paneel heeft cuyp met een vlotte toets een eend levensgroot<br />
en zeer natuurgetrouw weergegeven. misschien wel het meest<br />
bijzondere is dat cuyp zijn schilderij heeft voorzien van een gedicht met<br />
prachtig gekalligrafeerde letters. in het vers lezen we over de uitzonderlijke<br />
levenswandel van de hoogproductieve eend, die ook nog eens<br />
bij naam bekend is: Sijctghen. de aanwinst vult de werken van aelbert<br />
cuyp in het dordrechts museum prachtig aan en met Sijctghen heeft het<br />
museum een publiekstrekker in huis: een lokeend die niet alleen kunstliefhebbers<br />
zal aanspreken.<br />
deze aanwinst mag een succes worden genoemd, zowel voor het museum<br />
als voor de <strong>Vereniging</strong> rembrandt: niet alleen hoort de aankoop tot de<br />
top van de dordtse collectie, ook in het nationale kunstbezit heeft deze<br />
cuyp een belangrijke lacune gevuld. Het is dan ook niet zonder reden<br />
dat het dordrechts museum, net als vele andere musea, het 125-jarig<br />
bestaan van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt in <strong>2008</strong> feestelijk zal vierens
Portret van adriana Croes<br />
1644. olieverf op doek,<br />
93 x 75 cm<br />
gesigneerd en gedateerd:<br />
JvSpronck ano . 1644<br />
rijksmuseum Amsterdam<br />
Portretten van adriana Croes, eduard Wallis,<br />
maria van strijp en dirck, Jacobus of Johannes Wallis<br />
Johannes cornelisz Verspronck (Haarlem 1600/03-1662 Haarlem)<br />
Herkomst: particulier bezit, nederland.<br />
In het voorjaar van <strong>2008</strong> kon het Rijksmuseum<br />
mede dankzij steun van het Fonds Cleyndert<br />
en het Stortenbeker Fonds van de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong> een uniek ensemble van vier<br />
por tret ten door Johannes Cornelisz Verspronck<br />
(Haarlem 1600/03-1662 Haarlem) uit particulier<br />
bezit verwerven. De schilderijen stammen<br />
uit de 17de-eeuwse Haarlemse familie Wallis<br />
van Strijp en tonen Eduard Wallis, zijn echtgenote<br />
Maria van Strijp, zijn schoonmoeder<br />
Adriana Croes en een van zijn broers Dirck,<br />
Jacobus of Johannes Wallis.<br />
22 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
Het Portret van eduard Wallis en<br />
het Portret van maria van strijp<br />
werden verworven ter voldoening<br />
van successierechten en met steun<br />
van het Fonds cleyndert en het<br />
Stortenbekerfonds van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt, de Bankgiro Loterij en<br />
het rijksmuseum Fonds. de andere<br />
twee werden verworven door het<br />
rijksmuseum.<br />
De pendantportretten van Eduard Wallis en Maria van<br />
Strijp bevonden zich al sinds de legendarische tentoonstelling<br />
Drie eeuwen portret in Nederland in 1952 in<br />
langdurig bruikleen in het Rijksmuseum. Tegenwoordig<br />
behoren de twee schilderijen tot de selectie van circa<br />
100 meesterwerken van de Nederlandse 17de-eeuwse<br />
schilder kunst die in de Philipsvleugel gepresenteerd<br />
wordt. De portretten van Adriana Croes en de tweede<br />
broer Wallis werden slechts één keer eerder aan het<br />
publiek getoond; in 1979 tijdens de monografische tentoonstelling<br />
over Verspronck in het Frans Hals Museum<br />
in Haarlem.<br />
Bruiklenen zoals de pendantportretten van Eduard<br />
Wallis en Maria van Strijp die al sinds jaar en dag deel
Portret van eduard Wallis<br />
1652. olieverf op paneel,<br />
97 x 75 cm<br />
gesigneerd en gedateerd:<br />
·Joh·C·vSpronck f anº 1652<br />
Portret van maria van strijp<br />
1652. olieverf op paneel,<br />
97 x 75 cm<br />
gesigneerd en gedateerd:<br />
Joh C vSpronck f anº 1652<br />
uitmaken van de vaste opstelling van het museum, gaan<br />
willens en wetens een beetje deel uitmaken van de verzameling.<br />
Juist daarom is het belangrijk ons continu te<br />
realiseren dat deze werken er zijn bij de gratie van de<br />
particulieren die het publiek willen laten meegenieten<br />
van hun bezit. Kort na het overlijden van de dochter<br />
van de oorspronkelijke bruikleengeefster, die het bruikleen<br />
van haar moeder had voortgezet, zochten de erfgenamen<br />
contact met het museum. In hun familie bleken<br />
ook een portret van de moeder van Maria van Strijp en<br />
van een van de broers van Eduard Wallis te zijn, beide<br />
ook door Verspronck geschilderd. Zich bewust van het<br />
belang van deze kleine ‘familiegalerij’ bespraken de<br />
erfgenamen met het museum hoe deze werken een<br />
23 V ereniging remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
definitieve plaats in het openbaar kunstbezit konden<br />
krijgen.<br />
JOhannes COrnelisZ versPrOnCK<br />
De maker van de portretten, Johannes Verspronck, behoorde<br />
met Frans Hals en Jan de Bray tot de belangrijkste<br />
portretschilders van Haarlem in de Gouden Eeuw.<br />
Zijn werk karakteriseert zich door een eigen, relatief<br />
sobere en rustige stijl. Hij geeft veel ruimte aan zijn<br />
modellen, die hij meestal niet centraal op het beeldvlak<br />
zet, waardoor de achtergrond een belangrijke rol gaat<br />
spelen, zoals men in het vroege werk van Frans Hals vaak<br />
ziet. Ook bij drie van de vier onderhavige portretten<br />
gaat de opzet met de van achter geziene stoelleuning
terug op Hals’ composities, maar in tegenstelling tot zijn<br />
stadgenoot koos Verspronck ervoor de stoel steeds uit<br />
het midden te plaatsen. Verspronck onderscheidt zich<br />
ook van Hals door de nauwkeurigheid en gedetailleerdheid<br />
waarmee hij zijn modellen schildert.<br />
Van de ongeveer 100 portretten die er van Verspronck<br />
bekend zijn, weten we van ongeveer 40 exemplaren wie<br />
er is afgebeeld. Het merendeel van deze geportretteerden<br />
is afkomstig uit Haarlem en behoort tot calvinistische<br />
re gen tengeslachten. Zo ook de families Van Strijp en<br />
Wallis.<br />
adriana CrOes<br />
Toen Adriana Croes zich in 1644 door Verspronck liet<br />
portretteren was zij 45 en al vijf jaar weduwe. Zij werd in<br />
1599 in Haarlem geboren als dochter van Vincent Croes<br />
en Catharina Moens. In 16<strong>18</strong> huwde zij op 19-jarige<br />
leeftijd te Haarlem met de negen jaar oudere Hendrick<br />
Pietersz van Strijp (Haarlem 1590-1639). De familie<br />
Van Strijp was actief in de lakenhandel en had zich<br />
omstreeks 1600 vanuit ’s-Hertogenbosch in Haarlem<br />
gevestigd, op dat moment een bloeiend centrum van<br />
de lakenhandel in de Republiek. Adriana Croes en<br />
Hendrick van Strijp kregen vijf dochters. Adriana Croes<br />
stierf 17 jaar na het overlijden van haar man, in 1656<br />
op 57-jarige leeftijd. Haar oudere broer Willem Croes<br />
(overleden 1666) werd in de eerste helft van de jaren<br />
’60 geportretteerd door Frans Hals (Alte Pinakothek,<br />
München).<br />
Het portret van Adriana Croes uit 1644 is een goed<br />
voorbeeld van het rond 1640 door Verspronck ontwikkelde<br />
type vrouwenportretten. In vergelijking met<br />
Versproncks vroegere werk en diens tijdgenoten, is het<br />
lichaam van de geportretteerde wat meer afgewend van<br />
de kijker, en bevinden de handen zich veel meer links in<br />
het beeldvlak dan gebruikelijk.<br />
eduard Wallis en maria van striJP<br />
Waarschijnlijk was de keuze van Eduard Wallis en zijn<br />
vrouw Maria van Strijp om zich door Verspronck te<br />
laten portretteren, ingegeven door het portret dat de<br />
Haarlemse schilder acht jaar daarvoor van Maria’s moeder<br />
Adriana Croes had geschilderd. Een goede keuze,<br />
want het resulteerde in het fraaiste portrettenpaar dat<br />
Verspronck op het hoogtepunt van zijn carrière voortbracht.<br />
De geraffineerde en ingetogen schilderstijl<br />
waarmee Verspronck levendigheid aan zijn modellen<br />
verleent, bereikt hier zijn climax.<br />
24 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
Portret van dirck, Jacobus<br />
of Johannes Wallis<br />
1653. olieverf op paneel,<br />
84 x 68 cm<br />
gesigneerd en gedateerd:<br />
Johan C vSpronck. ao 1653<br />
Eduard Wallis werd in 1621 in Haarlem geboren als<br />
zoon van Willem Wallis en Suzanna van Wisselt. Wallis<br />
was een geslacht van Schotse wolhandelaren, die in de<br />
16de eeuw via Zeeland naar Haarlem gingen, waar ze<br />
vanaf ongeveer 1600 in de archieven worden vermeld.<br />
Evenals zijn vader was Eduard lakenkoper te Haarlem.<br />
In 1647 huwde hij met zijn zes jaar jongere stadsgenote<br />
Maria van Strijp (Haarlem 1627-1707), dochter van<br />
Hendrick van Strijp en Adriana Croes, die ook in de<br />
textiel zaten.<br />
Behalve op het portret van Verspronck uit 1652 werd<br />
Eduard afgebeeld op een groepsportret uit 1658 door<br />
Jacob van Loo van de regenten van het Aalmoezeniers-,<br />
Arm- en Werkhuis te Haarlem (Frans Hals Museum,<br />
Haarlem). Eduard Wallis overleed in Haarlem in 1684.<br />
Zijn echtgenote Maria van Strijp overleefde hem 23 jaar.<br />
Zij stierf in 1707. Uit de boedelinventaris die werd opgemaakt<br />
na haar dood, en waarin ook deze pendanten<br />
genoemd worden, blijkt dat het echtpaar een schilderijenverzameling<br />
van tientallen stukken had, vrijwel uitsluitend<br />
door Haarlemse kunstenaars geschilderd.<br />
dirCK, JOhannes OF JaCObus Wallis<br />
De banden tussen de families Wallis en Van Strijp waren
innig. Behalve Eduard traden ook twee van zijn drie<br />
broers in het huwelijk met dochters Van Strijp. Johannes<br />
Wallis (Haarlem 1617-1665), regent van het Haarlemse<br />
Oudemannenhuis en in die functie geportretteerd door<br />
Frans Hals, trouwde met Catharina van Strijp (Haarlem,<br />
geb. 1621), de oudere zus van Maria. Jacobus Wallis<br />
(Haarlem 1619-1675) liet zich in de echt verbinden met<br />
haar zus Hester van Strijp (Haarlem 1625-1662). Eduard<br />
Wallis’ derde broer, Dirck (Haarlem, geb. 1612), bleef<br />
waarschijnlijk ongehuwd. Het is niet zeker wie van de<br />
drie broers zich een jaar na Eduard liet portretteren<br />
door Verspronck. Als het Johannes of Jacobus zou zijn,<br />
dan zou het voor de hand liggen dat er oorspronkelijk<br />
een tegenhanger van hun echtgenote bij het portret<br />
bestond die verloren is gegaan. Maar omdat de familie<br />
deze vier portretten zo zorgvuldig bij elkaar heeft bewaard,<br />
lijkt het onwaarschijnlijk dat een vijfde schilderij<br />
niet is overgeleverd. Vandaar dat het wel erg verleidelijk<br />
is om Dirck als kandidaat voor het losse mansportret aan<br />
te wijzen.<br />
In tegenstelling tot het portret van Adriana Croes uit<br />
1644, dat op doek is, zijn de schilderijen van de jongere<br />
generatie uit 1652-1653 op paneel geschilderd. Panelen<br />
komen bij Verspronck tussen 1636 en 1650 slechts sporadisch<br />
voor, terwijl zijn meeste portretten na 1650 juist<br />
weer op paneel zijn geschilderd. Alle vier de werken<br />
zijn ongeveer op hetzelfde formaat, dat groter is dan<br />
de gemiddelde afmetingen van Versproncks portretten.<br />
Ze zijn voluit gesigneerd en gedateerd.<br />
Bijzondere regeling<br />
De verwerving van de twee portretten<br />
van Johannes Verspronck voor<br />
het Rijksmuseum is het resultaat van<br />
een nog vrij nieuwe combinatie van<br />
financieringsvormen, namelijk de<br />
inzet van eigen middelen van het<br />
museum en van fondsen, en daarnaast<br />
gebruikmaking van de successieregeling.<br />
Sinds ruim tien jaar kent ons land<br />
een regeling waarbij het mogelijk is<br />
successierechten over nalatenschappen<br />
geheel of gedeeltelijk te betalen<br />
met voorwerpen van nationaal cultuurhistorisch<br />
of historisch belang.<br />
Niet zelden moeten voorwerpen of<br />
gehele collecties van museaal niveau<br />
na het overlijden van de eigenaar<br />
worden verkocht om de successierechten<br />
op de nalatenschap te kunnen<br />
25 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
betalen. Vele kunstwerken zijn in de<br />
loop der tijden daardoor buiten het<br />
bereik van de Nederlandse musea<br />
geraakt en vaak hebben musea<br />
stukken die al tientallen jaren als<br />
particulier bruikleen een plaats in de<br />
collectie hadden gekregen node zien<br />
vertrekken, omdat op dat ogenblik<br />
geen middelen voor aankoop voorhanden<br />
waren. De in 1998 getroffen<br />
regeling maakt het erfgenamen<br />
echter mogelijk te verzoeken om successierechten<br />
geheel of gedeeltelijk<br />
in natura te betalen. Verzoeken<br />
daartoe worden beoordeeld door<br />
een door de Ministers van Financiën<br />
en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen<br />
gezamenlijk ingestelde<br />
adviescommissie. Bij goedkeuring<br />
kan 120% van de taxatiewaarde van<br />
versPrOnCK in het riJKsmuseum<br />
Het Rijksmuseum was al in het bezit van vier portretten<br />
van Verspronck, waaronder zijn beroemdste schilderij,<br />
het Meisje in het blauw (1641), dat in 1928 met steun<br />
van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> werd verworven. Met de<br />
nieuwe aanwinst van nog eens vier portretten worden<br />
niet alleen belangrijke werken uit het hoogtepunt van<br />
Versproncks carrière (de jaren ’50) toegevoegd, maar de<br />
portretten van Eduard Wallis en Maria van Strijp vertegenwoordigen<br />
ook een wezenlijk aspect van zijn oeuvre<br />
en van de Nederlandse 17de-eeuwse portretkunst in het<br />
algemeen: dat van de pendanten. Een ‘familiegalerij’ als<br />
deze is niet alleen binnen Versproncks oeuvre een unicum,<br />
maar ook binnen de portretschilderkunst van de<br />
Gouden Eeuw is het zeer uitzonderlijk dat vier portretten<br />
van deze kwaliteit van één kunstenaar al die eeuwen<br />
samen in de familie bewaard zijn gebleven.<br />
Nu, meer dan een halve eeuw nadat de portretten<br />
van Eduard Wallis en Maria van Strijp in bruikleen kwamen,<br />
heeft dit prachtige ensemble van vier schilderijen<br />
voorgoed een museaal onderkomen gevonden en kan<br />
het publiek blijven genieten van deze sprekende beelden<br />
van Haarlemse regenten uit de 17de eeuw die vanuit<br />
historisch perspectief onlosmakelijk met elkaar zijn<br />
verbondens<br />
Taco dibbits, directeur collecties rijksmuseum<br />
met dank aan Pieter roelofs, conservator 17de-eeuwse<br />
schilderkunst<br />
de aangeboden (kunst)werken van de<br />
successieaanslag worden afgetrokken.<br />
Die premie van 20% is ingevoerd om<br />
gebruik van de regeling te stimuleren,<br />
aangezien bij verkoop via een veiling<br />
altijd de kans bestaat op een hogere<br />
opbrengst dan de taxatiewaarde. De<br />
verworven objecten worden eigendom<br />
van de Staat, maar kunnen via<br />
het Instituut Collectie Nederland ook<br />
in bruikleen worden gegeven aan<br />
niet-rijksmusea.<br />
In een volgend nummer van het<br />
Bulletin zal een uitvoeriger toelichting<br />
op deze successieregeling en op<br />
de in de afgelopen jaren bereikte<br />
resultaten ervan worden opgenomen.<br />
rudi ekkart
Stedelijk museum<br />
Amsterdam<br />
26 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
drei häuser mit schlitzen<br />
(betty Ford Klinik; stammheim; Jüdische grundschule) drieluik<br />
martin kippenberger (1953-1997)<br />
1985. olieverf, lakverf en siliconen op doek, 125 x circa 450 cm (elk 125 x 150 cm)<br />
Herkomst: estate martin kippenberger, via galerie gisela capitain, keulen (2007)<br />
Eind 2007 kocht het Stedelijk Museum<br />
Am ster dam – met steun van de Mondriaan<br />
Stichting, het VSBfonds en de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong>, mede dankzij het Prins Bernhard<br />
Cultuurfonds, en dankzij het Titus Fonds van<br />
de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> – Drei Häuser mit<br />
Schlitzen (Betty Ford Klinik; Stammheim; Jüdische<br />
Grundschule) van de Duitse kunstenaar Martin<br />
Kippenberger. Het museum had dit drieluik<br />
al enige jaren in het vizier en slaagde erin het<br />
te reserveren kort voordat het door de Keulse<br />
Galerie Gisela Capitain in juni 2007 werd<br />
getoond in Art Basel.<br />
Op deze belangrijkste internationale<br />
vlootschouw van galeries van moderne<br />
en eigentijdse kunst kreeg het triptiek<br />
veel positieve aandacht van het vak-<br />
publiek. Daar bleef het niet bij. Kort<br />
na verwerving leidde een bezoek van<br />
een conservator van het New Yorkse<br />
Museum of Modern Art aan het<br />
Stedelijk, die het werk er zag, vrijwel<br />
direct tot een bruikleenverzoek voor<br />
de grote overzichtstentoonstelling die<br />
het MoMA momenteel (samen met<br />
het MOCA in Los Angeles en het Musée<br />
d’Art Moderne de la Ville de Paris)<br />
van Kippenbergers werk voorbereidt.
Het bruikleen is inmiddels toegezegd,<br />
en zo onderstreept het drieluik straks in<br />
New York wat het Nederlands nationaal<br />
bezit aan recente internationale kunst<br />
kan vertegenwoordigen. Hoewel kunst<br />
geen wedstrijd is, onderscheidt<br />
Nederland zich aldus positief in internationale<br />
context. Dat heeft verdere consequenties:<br />
het drieluik – als onderdeel<br />
van het nationaal kunstbezit – is op te<br />
vatten als cultureel kapitaal: zoals ook<br />
het geval is met ander belangrijk werk<br />
in Nederlands bezit, schept Drei Häuser<br />
mit Schlitzen mogelijkheden prominente<br />
stukken van elders voor de museumbe-<br />
27 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
zoekers van Nederland in bruikleen te<br />
verkrijgen.<br />
Drei Häuser mit Schlitzen is om de<br />
intrinsieke kwaliteit een bijzondere<br />
aanwinst, maar is ook belangrijk omdat<br />
er van Kippenberger, wiens naam als<br />
beeldend kunstenaar de laatste jaren<br />
internationaal sterk stijgende is, in<br />
Nederland verder geen schilderijen in<br />
openbare verzamelingen aanwezig zijn. 1<br />
Voor het overige bezit Museum<br />
Boijmans Van Beuningen van hem Ohne<br />
Titel (1993/1994) (een sculptuur van<br />
een kerstman van 235 x <strong>18</strong>0 x 50 cm)<br />
en Happy End in Kafka’s ‘Amerika’ (1996)<br />
(een editie van een tafel en twee stoelen<br />
met daarop een print), en heeft het<br />
Groninger Museum van hem een kleuren-<br />
foto Helmut Newton für arme Leute (1985).<br />
Daarnaast bezit het Stedelijk Museum<br />
van Kippenberger een groot aantal<br />
kunstenaars affiches, een medium waarin<br />
hij vanaf 1977 veelvuldig werkte, en verschillende<br />
kunstenaarsboeken. Met de<br />
aankoop van het drieluik is het beeld<br />
dat de Nederlandse musea van zijn werk<br />
kunnen bieden nog niet representatief<br />
(daarvoor ontbreekt een voorbeeld van<br />
zijn latere installaties), maar toch zeer<br />
verbeterd.
Noot:<br />
1. in nederland heeft<br />
kippenberger twee<br />
belang rijke, grote museumpre<br />
sentaties gehad: in<br />
museum Boijmans Van<br />
Beuningen in 1994, rond de<br />
installatie The Happy End<br />
of Franz Kafka’s ‘Amerika’,<br />
en postuum in 2003 in het<br />
Van abbemuseum Nach<br />
Kippenberger/After<br />
Kippenberger. in 2006<br />
organiseerden de Tate<br />
gallery, Londen, en k21 in<br />
düsseldorf een belangrijke<br />
kippenberger-retrospectieve.<br />
COmPOsitOrisChe disCOntinuïteiten<br />
Binnen Kippenbergers veelzijdig<br />
oeuvre vormen zijn schilderijen een<br />
hoofdbestanddeel. Ze laten zien hoe<br />
er vaak foto’s en collageprincipes aan<br />
ten grondslag liggen. Zijn schilderijen<br />
kunnen in de gevarieerde oppervlaktebehandelingen<br />
zeer schilderachtig zijn,<br />
maar stilistische samenhang en picturale<br />
eenheid moesten voor Kippenberger<br />
juist vaak opzettelijk verstoord worden.<br />
Hij richtte zich aldus op processen<br />
waarmee de beeldvorming tegen zichzelf<br />
kon worden gekeerd, met als consequenties<br />
nadrukkelijk verbrokkelde,<br />
discontinu werkende schilderijen met<br />
velerlei picturale tegenstellingen. Drei<br />
Häuser mit Schlitzen is hiervan een goed<br />
voorbeeld. Het ambitieuze drieluik uit<br />
Kippenbergers vroege, maar al gerijpte<br />
jaren heeft monumentale allure en een<br />
expansieve werking. Tegelijk vertoont<br />
het schilderkunstige en compositorische<br />
discontinuïteiten. Kippenberger heeft<br />
de drie schilderijen – waarschijnlijk op<br />
basis van foto’s van gebouwen – georganiseerd<br />
in heldere en donkere vlakken,<br />
maar gaf ze alle drie een grote variatie<br />
in de oppervlaktebehandeling. Op rudimentaire<br />
wijze heeft hij gebouwen aangeduid<br />
met rechthoekige en trapeziumvormige<br />
vlakken, wat ieder schilderij een<br />
nadrukkelijk imperfecte ruimtelijkheid<br />
verleent: niet het illusoire beeld, maar<br />
de schilderachtige behandeling krijgt<br />
accent. De gebruikte verf- en laksoorten<br />
zijn in een gevarieerd handschrift opgebracht<br />
in verschillende richtingen, deels<br />
uitbundig druipend en reflecterend<br />
in het licht. Sommige witte en zwarte<br />
contourlijnen omschrijven vlakken van<br />
de gebouwen en lichtbundels, andere<br />
verbeelden grafisch weergegeven elektriciteitskabels.<br />
Het geheel krijgt extra<br />
picturale variatie door gewilde ‘toevalligheden’<br />
en direct uit de tube geknepen<br />
strakke lijnen die plastisch op het<br />
linnen staan en waarmee lantarens zijn<br />
28 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
aangeduid. Het in heldere geelgroenen,<br />
okers en gevarieerde grauwe en vaalwitte<br />
tonen geschilderde drieluik bezit een<br />
verfrissende visuele variatie. Toch is het<br />
– getuige ook de titel – een monumentale<br />
projectie van ongenoegen, die tegelijk<br />
Kippenbergers rusteloze scheppingsdrift<br />
accentueert.<br />
Junge Wilden<br />
Martin Kippenberger ontwikkelde zich<br />
samen met Albert en Markus Oehlen en<br />
Werner Büttner tot representant van een<br />
speciaal segment van de Junge Wilden:<br />
kunstenaars uit de BRD die begin<br />
jaren tachtig een als ‘Heftige Malerei’<br />
omschreven nieuwe schilderkunst ontwikkelden.<br />
De Junge Wilden manifesteerden<br />
zich in formaties als de Keulse<br />
Mülheimer Freiheit, de Düsseldorfse<br />
Gruppe Normal en in groepen die actief<br />
waren in Berlijn en Hamburg (waar<br />
Kippenberger in 1977 Büttner en Albert<br />
Oehlen leerde kennen) met een opvallend<br />
directe, losse, vormvrije, figuratieve<br />
en in thematisch opzicht onbekommerd<br />
gevarieerde schilderkunst. Ze golden<br />
rond 1980 als de West-Duitse tak van<br />
een bredere beweging die zich ook aftekende<br />
in Italië, Oostenrijk, Nederland<br />
en de VS en die zich richtte tegen de<br />
iconoclastisch-intellectuele geest van de<br />
conceptuele kunst en de performance,<br />
tendensen die in de kunst van de late<br />
jaren zestig en de jaren zeventig belangrijke<br />
nieuwe impulsen aan het avant-garde<br />
kunstbegrip hadden gegeven.<br />
Waar Junge Wilden meestal een<br />
oriëntatiepunt vonden in de verschillende<br />
vormen van Duits expressionisme<br />
die in de loop van de 20ste eeuw waren<br />
ontstaan, ging het Kippenberger, de<br />
gebroeders Oehlen en Büttner vooral<br />
om de rebelse geest van dada en om<br />
aandacht voor het werk van Gerhard<br />
Richter en Sigmar Polke. Deze laatste<br />
kunstenaars hadden in de jaren zestig<br />
de Amerikaanse pop art ontdekt en rea-<br />
martin Kippenberger is great, tremendous,<br />
Fabulous, everything<br />
affiche met portret van martin kippenberger<br />
ontwerp Jeff koons<br />
Luhring augustine Hetzler gallery, Santa monica<br />
1990, uit de affichemap van martin kippenberger<br />
Pop It Out, zeefdruk, 94,7 x 68,8 cm<br />
STedeLiJk muSeum amSTerdam<br />
geerden daarop vanuit een eigen, West-<br />
Duitse optiek. Waar de schilderkunst<br />
van de pop art en van Polke en Richter<br />
na 1960 een gecalculeerde, deels ironische<br />
reflectie op de beeldcultuur van de<br />
eigentijdse (consumptie)maatschappij<br />
inhield (en daarmee een parafrase was<br />
op de wijze waarop communicatiemedia<br />
en reclame het industrieel vervaardigd<br />
massaproduct voor grootschalige consumptie<br />
aanprezen), werd het schilderij<br />
voor Kippenberger en zijn vrienden na<br />
1980 een medium om uiting te geven<br />
aan een tegendraadse, subversieve houding<br />
tegenover de eigentijdse beeldende<br />
kunst, de commerciële beeldcultuur en<br />
de maatschappelijke werkelijkheid, die<br />
zij van conventies verstikt achtten. Voor<br />
Kippenberger fungeerden naast schilderijen<br />
ook foto’s, collages, affiches, boekjes,<br />
tijdschriften, sculpturen, acties en<br />
performances, en later ook installaties,<br />
als middelen om gevestigde oordelen in<br />
twijfel te trekken en daartegenover zijn<br />
weerspannige geest te stellen. Durch die<br />
Pubertät zum Erfolg, zoals Kippenberger<br />
in de titel van een publicatie uit 1981<br />
zijn artistieke credo rebels en toch ambitieus<br />
omschreef.<br />
WeersPannig<br />
Kippenbergers recalcitrante houding<br />
ten aanzien van conventionele denkbeelden<br />
en overtuigingen, gerespecteerde<br />
mensen, instituties en machten in de<br />
kunstwereld en daarbuiten is zeker ook<br />
een Leitmotiv in Drei Häuser mit Schlitzen<br />
(Betty Ford Klinik; Stammheim; Jüdische<br />
Grundschule). Het drieluik verbeeldt<br />
instanties die onderwijs, verslavingsontwenning<br />
en detentie verschaffen, of<br />
anders gezegd, die aanpassing en correctie<br />
afdwingen. Het drieluik brengt<br />
zo ‘vormingsinstituten’ in kaart waar<br />
Kippenberger – ter bescherming van<br />
zijn artistieke persona en tot behoud<br />
van zijn creativiteit – beducht voor was,<br />
maar waar hij – in zijn ongeremdheid –
desondanks mee te maken zou kunnen<br />
krijgen.<br />
De referentie aan dergelijke instellingen<br />
is een sardonische verwijzing naar<br />
de creatieve, scheppende factoren die<br />
voor Kippenberger schuilgingen in onaangepast<br />
gedrag. Zijn afwijzing van al<br />
te beschaafd, sociaal wenselijk handelen<br />
– zijn opstelling als enfant terrible binnen<br />
de Duitse kunstscène – gaf hem juist de<br />
ruimte om zijn creatieve energie en<br />
tegendraadsheid de vrije teugel te laten.<br />
29 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
En dat was bepaald geen afwijzing van het<br />
leven zelf, maar veeleer een bruisende<br />
acceptatie ervan.<br />
OnbehaagliJK maatsChaPPiJbeeld<br />
Maar het drieluik is nog anders op te vatten.<br />
Kippenberger omschreef sommige<br />
architectuur vanwege de expressieve aspecten<br />
als ‘Psychobuildings’ (gebouwen<br />
die de geestelijke gesteldheid van mensen<br />
kunnen vertolken). Daarmee zijn gebouwen<br />
als metaforen voor zijn persoonlijke<br />
biografie (als mens en kunstenaar) op te<br />
vatten. Zo beschouwd etaleerde hij zichzelf<br />
in Drei Häuser mit Schlitzen (Betty Ford<br />
Klinik; Stammheim; Jüdische Grundschule)<br />
met ironie als bohemien en mateloze<br />
randfiguur: drankzuchtig, in de tang<br />
genomen, niet ongevaarlijk en continu<br />
op de grens van de overspannenheid<br />
levend.<br />
Tegelijk echter refereren de titels van<br />
de afzonderlijke delen van het drieluik<br />
aan gebouwen die gedeeltelijk beladen<br />
aspecten representeren van het recente<br />
Duitse verleden. En daarmee valt een<br />
metaforisch zelfportret samen met een<br />
veel breder, weinig behaaglijk maatschappijbeeld<br />
van de BRD dat Kippenberger<br />
treiterig en kritisch naar voren brengt.<br />
De referenties aan een Joodse onderwijsinstelling,<br />
de Stammheim gevangenis<br />
(waar leden van de Baader Meinhof-groep<br />
gevangen zaten) en een ontwennings-<br />
kliniek accentueren een breed levend<br />
collectief schuldgevoel (ten aanzien van<br />
de Jodenvervolging uit de Nazitijd), de<br />
problematische verhouding van de Duitse<br />
overheid tot links-radicalen, en de (veronderstelde)<br />
psychische druk en stress<br />
van het dagelijks leven in toenmalig Duitsland.<br />
Het triptiek gaat daarmee mede<br />
over het inprenten van ongenoegen.<br />
veelZiJdig Kunstenaar<br />
Kippenberger, die zich met vallen en<br />
opstaan vanuit de punkcultuur van de<br />
jaren zeventig tot beeldend kunstenaar<br />
had ontwikkeld, cultiveerde naast zijn<br />
dadaïstische interesse voor provocatie<br />
en verzet en voor de rafelranden van de<br />
eigentijdse cultuur, een interesse voor<br />
de kunsthistorische tradities waarin hijzelf<br />
wortelde en voor de plaats die hij in<br />
de kunstwereld innam. Vanuit die ambitieuze<br />
houding ontwikkelde hij zich als<br />
een veelzijdig kunstenaar. Zijn ideeënrijkdom,<br />
grillige fantasie, bijtende ironie<br />
en (zelf)spot brachten hem vaker tot<br />
metaforische projecties van zijn persoon-
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> 125 jaar jong,<br />
een felicitatie waard!<br />
grote liefdes<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
ernst W. Veen<br />
Directeur De Nieuwe Kerk en<br />
Hermitage Amsterdam<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt speelt een voorhoederol in de<br />
relatie tussen beheerders van ons cultureel erfgoed – de<br />
musea – en hun bezoekers. zij draagt zorg voor het behoud<br />
en de verrijking van de collecties en stimuleert met velerlei<br />
initiatieven het publiek tot een bezoek aan musea. Het is<br />
onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid zorgzaam<br />
om te gaan met ons openbaar kunstbezit voor de huidige<br />
en volgende generaties.de privé verzamelaar speelt<br />
eveneens een belangrijke rol in het roerende cultureel<br />
erfgoed van ons land. Veel door verzamelaars aangekochte<br />
kunst werken blijven zo voor ons behouden, ofschoon buiten ons blikveld. gelukkig vinden<br />
echter vele werken hun weg naar de openbare collecties. de particuliere organisatie de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt en de particuliere verzamelaar vormen zo de ruggengraat van ons<br />
unieke kunstbezit. de musea en andere tentoonstellingshuizen maken het zichtbaar voor<br />
een miljoenen publiek. om aandacht te vragen voor de betekenis van het openbaar<br />
kunstbezit en de rol van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt daarbij, stelt de nieuwe kerk zich voor<br />
een tentoonstelling te organiseren met werk uit privé collecties.<br />
de nieuwe kerk in amsterdam is al ruim 27 jaar de locatie voor een breed en gevarieerd<br />
tentoonstellingsprogramma. in de programmering probeert zij aansluiting te zoeken<br />
bij de actualiteit, of – en dat maakt de nieuwe kerk zo uniek – bijzondere collecties te<br />
presenteren, die om plausibele redenen hun weg naar de musea niet vinden. de nieuwe<br />
kerk kan vrije keuzes maken, niet gehinderd door structurele subsidies of een eigen<br />
collectie en onderzoeksgebied. in combinatie met een fantastisch gebouw dat weinig<br />
drempels kent, geeft dit de nieuwe kerk veel speelruimte.<br />
een privé verzamelaar zal dat gevoel herkennen. anders dan een museum kan de<br />
verzamelaar zelf beslissen aan welke verlangens hij toegeeft. Hij kan zijn collectie<br />
aanvullen gedreven door de wens tot verbreding van zijn specialisme of puur uit<br />
emotionele overwegingen. Heel wat prachtige verzamelingen zijn zo tot stand gekomen.<br />
Sommige komen later in musea terecht, maar lang niet alle. een perfecte aansluiting op<br />
bestaande museum collecties is namelijk niet altijd te vinden.<br />
Van die verborgen collecties is de nieuwe kerk gefascineerd geraakt. Welke schatten hangen<br />
en staan er in de huiskamers in nederland; welke verzamelaars willen hun kunst, kennis en<br />
hartstocht voor verzamelen met ons delen? en hoe groot is de rol van particuliere<br />
verzamelaars ten opzichte van het behoud en beheer van belangrijke kunstwerken? ook<br />
de vraag naar de positie van de mecenas die als particulier vermogensfonds als stimulator<br />
functioneert is interessant, terwijl het eveneens belangwekkend is te onderzoeken welke<br />
musea nou juist zijn ontstaan uit particuliere verzamelingen.<br />
in samenwerking met renée Steenbergen, specialist in deze materie en auteur van het<br />
zojuist verschenen boek De Nieuwe Mecenas. Cultuur en de terugkeer van het particuliere<br />
geld, onderzoekt de nieuwe kerk de mogelijkheden om in de zomer van 2011 een tentoonstelling<br />
te organiseren met werk uit privé-collecties. doel is om topstukken uit nederlands<br />
particulier en voormalig particulier kunstbezit te tonen, waarbij vooral wordt gestreefd werken<br />
te selecteren die nog nooit of niet vaak in het openbaar te zien zijn geweest. Te denken valt<br />
daarbij aan een ruime selectie kunstvormen en genres uit de beeldende kunsten van de<br />
17de eeuw tot heden. dit alles voor een groot publiek en wellicht ook ter inspiratie voor<br />
toekomstige verzamelaars. als ‘verjaarscadeau’ wil de nieuwe kerk de leden van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt met hun kaart graag uitnodigen voor een bezoek aan deze tentoonstellings<br />
lijke, vaak chaotische levensgeschiedenis.<br />
Daarom getuigt het drieluik - achteraf<br />
beschouwd - van Kippenbergers status als<br />
complexe kunstenaarspersoonlijkheid in<br />
het Duitsland van de late decennia van<br />
de 20ste eeuw.<br />
Dat laatste was niet altijd evident. Dat<br />
Kippenberger spontaan en met veel misbaar<br />
geïmproviseerde acties opzette en<br />
zich graag als poseur in het middelpunt<br />
van de aandacht plaatste, heeft lang verhuld<br />
hoe rijk en verscheiden zijn oeuvre<br />
was. Hoewel hij medio jaren tachtig tal<br />
van galerie- en museumtentoonstellingen<br />
had, heeft Kippenberger, die 44 jaar<br />
oud aan leverkanker overleed, bij leven<br />
nooit de doorbraak beleefd waar hij als<br />
kuns te naar op hoopte. Cynisch en scherp<br />
als hij kon zijn, raakte hij in twijfel over<br />
zijn artistieke status tegenover Duitse<br />
grootheden als Gerhard Richter en<br />
Günther Förg. Het maakte hem onvoorspelbaar<br />
en compromisloos in zijn uitingen:<br />
zowel artistiek als in zijn verhouding<br />
tot anderen.<br />
Drei Häuser mit Schlitzen is uiteindelijk een<br />
complex, anti-utopisch werk, een radicale,<br />
laat 20ste-eeuwse tegenhanger van het<br />
utopisch avant-gardisme van Malevich,<br />
Mondriaan, De Stijl en het Bauhaus<br />
– hoogtepunten van de 20ste-eeuwse<br />
visionaire kunst die in de collectie van<br />
het Stedelijk Museum sterk aanwezig is.<br />
De relativering van het utopisch avantgardisme<br />
is een programmatisch punt<br />
van meer West-Duitse kunst van de jaren<br />
tachtig, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het<br />
werk van Georg Herold. De kritische stellingname<br />
tegenover idealisme en vooruitgangsgeloof<br />
in Kippenbergers drieluik<br />
maakt dat het werk niet alleen een bijzondere<br />
aanvulling is op het overzicht dat<br />
het Stedelijk Museum kan bieden van de<br />
beeldende kunst uit West-Duitsland, maar<br />
ook dat het drieluik het panorama aan<br />
houdingen dat het Stedelijk Museum te<br />
bieden heeft van nieuwe uitersten en<br />
perspectieven voorziets<br />
Jan van adrichem<br />
Hoofd collecties Stedelijk museum
Onze grote liefde<br />
Johannes Vermeer - De liefdesbrief - ca.1669 - Olieverf op doek – 44 x 38 cm - Rijksmuseum, Amsterdam<br />
Wij zijn elkaars grote liefde. Maar we hebben er samen nog één: ‘De liefdesbrief’ van Vermeer.<br />
Dat is een liefde die we graag met iedereen delen. En gelukkig kan dat. Want het openbaar<br />
kunstbezit is echt van ons allemaal. De <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> helpt al 125 jaar onze musea<br />
verder te verrijken. Daarom zijn wij lid van <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>. U zou dat ook moeten zijn.<br />
Kunt u mooi naar de tentoonstelling 125 Grote Liefdes: De mooiste aankopen met steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>. Gratis. Te zien van 3 oktober t/m <strong>18</strong> januari in het Van Gogh Museum<br />
Amsterdam.<br />
Lid worden kan al vanaf € 60,- / jaar. U ontvangt de <strong>Rembrandt</strong>kaart en daarmee heeft u gratis<br />
toegang tot meer dan 110 musea in Nederland. Kijk op www. verenigingrembrandt.nl<br />
125<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>, al 125 jaar sponsor van het openbare kunstbezit
Titus cirkel<br />
ook dit voorjaar heeft de<br />
Titus cirkel weer een<br />
aantal activiteiten voor<br />
haar leden georganiseerd.<br />
in april werd het traditionele<br />
jaardiner gehouden, in<br />
mei werden speciale<br />
rondleidingen verzorgd<br />
tijdens de art amsterdam,<br />
en in juni vond er tijdens<br />
de art Basel een speciaal<br />
verzamelaarsdiner plaats,<br />
georganiseerd samen met<br />
de kenner van hedendaagse<br />
kunst kai van Hasselt.<br />
32 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
het Jaardiner <strong>2008</strong><br />
op 24 april vond het jaardiner van de Titus<br />
cirkel plaats. Hiervoor wordt telkens weer<br />
een nieuwe locatie gezocht en na het<br />
Stedelijk museum, de kunsthal en het cobra<br />
museum werden wij nu in de gelegenheid<br />
gesteld ons diner in het rijksmuseum te<br />
lokaliseren. en wel in de prachtige rembrandtzalen,<br />
onder het toeziend oog van onder<br />
andere rembrandts De staalmeesters, Het<br />
Joodse bruidje en Titus, en werken van<br />
andere beroemdheden uit de gouden eeuw.<br />
een groot aantal van deze schilderijen werd<br />
ooit verworven met de steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt.<br />
de opkomst was overweldigend. Voorafgaand<br />
aan het diner werden boeiende<br />
rondleidingen gegeven door medewerkers<br />
van het rijksmuseum. na het dessert was<br />
er een korte terugblik op het afgelopen jaar.<br />
Twee belangrijke ondersteuningen werden<br />
in 2007 via het Titus Fonds gerealiseerd,<br />
waaronder een collectie foto’s van Sanne<br />
Sannes aangekocht door het rijksmuseum.<br />
martijn Sanders, aankomend voorzitter van<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt, vertelde over de<br />
in het verschiet liggende lustrumactiviteiten<br />
en vervolgens gaf mattie Boom, conservator<br />
fotografie van het rijksmuseum, een inspirerende<br />
voordracht over het werk van<br />
Sanne Sannes.<br />
Jaardiner Titus cirkel in het rijksmuseum<br />
Ontvangst art amsterdam<br />
in mei was er een speciale ontvangst voor<br />
de leden van de Titus cirkel en de young<br />
collectors van Sotheby’s tijdens art<br />
amsterdam. Hier toonden 125 galerieën<br />
uit binnen- en buitenland schilderijen,<br />
fotografie, beelden, video’s en installaties<br />
van zo’n 750 kunstenaars.<br />
anneke oele, directeur art amsterdam,<br />
verzorgde een inleiding, die werd gevolgd<br />
door rondleidingen onder leiding van<br />
martijn Sanders, Jan van adrichem en<br />
matthijs erdman.<br />
diner art basel<br />
Van 4 tot en met 8 juni werd de art Basel<br />
gehouden. op de 39ste editie van deze<br />
kunstbeurs waren 300 toonaangevende<br />
kunstgaleries uit dertig landen vertegenwoordigd<br />
met 20ste en 21ste-eeuwse kunst<br />
van ruim 2.000 kunstenaars. de Titus cirkel<br />
organiseerde samen met kai van Hasselt,<br />
medeorganisator van de verzamelaarcursus<br />
in tentoonstellingsruimte W139, een speciaal<br />
diner op een schitterende locatie direct<br />
aan de rijn. naast leden van de Titus cirkel<br />
schoof een interessant gezelschap van verzamelaars,<br />
kunstenaars, museumdirecteuren<br />
en galeriehouders aan. een verzamelaarster<br />
uit Japan en enkele duitse verzamelaars<br />
vertelden over hun op die dag gelanceerde<br />
internetsite (www.independent-collectors.<br />
com), waarop verzamelaars met elkaar van<br />
gedachten kunnen wisselen. Tijdens het<br />
diner werden ervaringen uitgewisseld over<br />
de kunstbeurs en het afgelopen kunstjaar,<br />
en werden nieuwe plannen gesmeed voor<br />
de toekomst.<br />
in het najaar zal weer een aantal Titusevenementen<br />
worden georganiseerd zoals<br />
de kinderdag en de ontvangst op de Pan<br />
amsterdam. dit alles naast de activiteiten<br />
in het kader van het lustrum van de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt.<br />
Quirine cleton,<br />
namens de activiteitencommissie
n i e u W s v a n d e v e r e n i g i n g<br />
nog geen lid van de vereniging rembrandt?<br />
dit is dé gelegenheid…<br />
omdat de <strong>Vereniging</strong> rembrandt dit jaar 125 jaar be staat wordt dit<br />
jubileum<strong>bulletin</strong> in een aanzienlijk grotere oplage verspreid dan normaal.<br />
Behalve aan leden en relaties van de vereniging wordt het Bulletin<br />
ditmaal bijvoorbeeld meegestuurd aan alle abonnees van het<br />
Museumtijdschrift. ook zal het Bulletin te koop zijn in het Van gogh<br />
museum gedurende de tentoonstelling 125 grote liefdes met steun van<br />
de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>.<br />
als u nog geen lid van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt bent is dit het uitgelezen<br />
moment om het te worden. niet alleen ontvangt u dan drie maal<br />
per jaar ons Bulletin maar ook de rembrandtkaart, die gratis toegang<br />
geeft tot de vaste collecties van 110 nederlandse musea. in ons jubileumjaar<br />
kunt u als lid bovendien profiteren van de activiteiten die elders in dit<br />
nummer uitgebreid worden beschreven. Het allerbelangrijkste is echter<br />
dat u met uw lidmaatschap bijdraagt aan de verrijking van ons openbaar<br />
kunstbezit. en dat allemaal vanaf € 60,- per jaar. elders in dit Bulletin<br />
vindt u een aanmeldingskaart voor het lidmaatschap. maak er gebruik<br />
van, u zult er geen spijt van hebben.<br />
leden maken leden<br />
zoals bekend streeft de <strong>Vereniging</strong> rembrandt ernaar in haar lustrumjaar<br />
de grens van 10.000 leden te passeren. in <strong>2008</strong> zijn wij gestart met<br />
9642 leden. de nodige acties worden gelanceerd, maar het meest effectief<br />
blijkt toch steeds weer de overtuigingskracht van de eigen leden. We<br />
doen daarom opnieuw een oproep aan de leden om vrienden en familieleden<br />
lid te maken. zeker in dit lustrumjaar heeft de vereniging veel te<br />
bieden. zo wordt de leden gelegenheid geboden om voor een speciale<br />
prijs in te tekenen op de luxe editie van het boek 125 jaar openbaar<br />
kunstbezit met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> door prof. dr <strong>Peter</strong><br />
<strong>Hecht</strong>, en kunnen zij gratis de tentoonstelling 125 grote liefdes met steun<br />
van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> in het Van gogh museum bezoeken.<br />
vlnr: Fusien Bijl-de Vroe, dr gijs van der Ham,<br />
<strong>Peter</strong> de Boer en Willem Baron van dedem.<br />
33 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
vereniging rembrandt<br />
en de teFaF<br />
op de kunst- en antiekbeurs<br />
TeFaF die van 6 tot 16 maart<br />
jl. in maastricht werd<br />
gehouden presenteerde de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt zich in een eigen stand. Heel bijzonder was het<br />
gebaar van de TeFaF om de <strong>Vereniging</strong> rembrandt ter gelegenheid van<br />
haar 125-jarig bestaan een bedrag van € 50.000,- te schenken, bestemd<br />
voor een aankoop voor een van onze musea. op de stand van<br />
kunsthandel de Boer kon, mede dankzij de bemiddeling van ons erelid<br />
mr W. Baron van dedem, nog tijdens de beurs een fraai miniatuurportret<br />
door michiel van musscher en een gouden penning worden aangekocht,<br />
die straks een plaats zullen krijgen in Het nieuwe rijksmuseum.<br />
Het dubbelportretje is in 1689 geschilderd. Hierop is te zien, zo blijkt<br />
uit een Latijnse inscriptie op de voorzijde, hoe isaac Pontanus zijn klein-<br />
zoon Hendrik van Beek ter gelegenheid van zijn achtste verjaardag een<br />
gouden penning geeft. deze gouden penning is in zijn oorspronkelijke<br />
doosje bewaard gebleven en maakt deel uit van het ensemble, dat reeds<br />
getoond werd op de tentoonstelling Twaalf jaar aanwinsten ter gelegenheid<br />
van het afscheid van ronald de Leeuw als hoofddirecteur van het<br />
rijksmuseum.<br />
Oprichting grootouder gezelschap<br />
Tijdens een feestelijke bijeenkomst in het<br />
Haags Historisch museum is op 4 april <strong>2008</strong><br />
het grootouder gezelschap opgericht met als<br />
prachtige start 31 aanmeldingen. inmiddels<br />
heeft ook de eerste bijeenkomst van de grootouders<br />
met hun kleinkinderen plaatsgevonden op 24 mei jl. in museum<br />
Boijmans Van Beuningen. Het was een bijzonder geanimeerde bijeenkomst<br />
met kinderen in de leeftijd van 5 tot 12 jaar, die zich niet onbetuigd<br />
lieten tijdens de rondleiding langs de tentoonstelling Vroege<br />
Hollanders. daarbij bleken verschillende kinderen tijdens het ‘praktijkgedeelte’<br />
van de bijeenkomst talentvolle pigmentenmengers en schilders<br />
te zijn. zie voor deelname aan het grootouder gezelschap elders in dit<br />
Bulletin onder ‘lidmaatschap’.<br />
Fonds Cleyndert en stortenbekerfonds helpen bij de<br />
verwerving van verspronck-portretten<br />
Het rijksmuseum wist in het afgelopen jaar, onder andere met behulp<br />
van een gunstige successieregeling, twee fraaie portretten van Johannes<br />
cornelisz Verspronck te verwerven. Hierover wordt elders in dit Bulletin<br />
geschreven. er was echter nog een fors bedrag nodig om de aankoop te<br />
realiseren. mede dankzij twee Fondsen op naam van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt, het Fonds cleyndert en het Stortenbekerfonds, maken de<br />
portretten nu voorgoed deel uit van ons openbaar kunstbezit. de Fondsen<br />
op naam maken het verschil!<br />
nalatenschap mevrouw erna everts<br />
op 14 juni 2007 overleed ons lid mevrouw erna everts. uit haar testament<br />
bleek dat zij een zeer substantieel deel van haar nalatenschap voor de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt had bestemd. de vereniging heeft deze nalatenschap<br />
in grote dankbaarheid aanvaard en zal door middel van steun aan<br />
toekomstige kunstaankopen voor een optimale bestemming van de<br />
ontvangen gelden zorg dragen.<br />
augustinus op het strand<br />
Wij willen onze leden er graag op attent maken<br />
dat een flink aantal van de columns die professor<br />
Henk van os in de rubriek Ogenblik voor het<br />
Bulletin schrijft, zijn gebundeld in diens eerder dit<br />
jaar verschenen publicatie Augustinus op het strand.<br />
Henk van os, Augustinus op het strand,<br />
uitgeverij Balans, amsterdam <strong>2008</strong>, 300 pagina’s,<br />
iSBn 978 90 50<strong>18</strong> 666 7
tentoonstelling in het van gogh museum: 125 grote liefdes<br />
met steun van de vereniging rembrandt<br />
Hoewel het lustrumjaar van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt heel <strong>2008</strong> beslaat zal het zwaartepunt<br />
vooral in het najaar liggen, gedurende de tentoonstelling<br />
125 grote liefdes met steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> in het Van gogh museum.<br />
in een vorig Bulletin (2007, nr 3) heeft samensteller<br />
<strong>Peter</strong> <strong>Hecht</strong> al een tipje van de sluier over de tentoonstelling<br />
opgelicht. inmiddels is duidelijk dat<br />
– dankzij de ruimhartige medewerking van ruim 40<br />
musea – een schitterende parade van topstukken<br />
uit nederlands museaal bezit te zien zal zijn. de<br />
vormgeving door Wim crouwel zal daar spectaculair<br />
op aansluiten.<br />
advertentiecampagne<br />
in september start een landelijke advertentiecampagne met de oproep<br />
lid te worden van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt. De liefdesbrief van<br />
Vermeer, een van de blikvangers op de tentoonstelling 125 grote liefdes<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>, is hiervoor als beelddrager gekozen.<br />
in dit Bulletin vindt u de primeur van de campagne.<br />
boek: 125 jaar openbaar kunstbezit met<br />
steun van de vereniging rembrandt<br />
Tegelijk met de opening van de tentoonstelling zal<br />
de publicatie 125 jaar openbaar kunstbezit met<br />
steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> van <strong>Peter</strong><br />
<strong>Hecht</strong> verschijnen. dit boek is een uitermate boeiende<br />
geschiedenis van ons openbaar kunstbezit,<br />
waarin de <strong>Vereniging</strong> rembrandt een centrale<br />
plaats inneemt. Het zal rijk worden geïllustreerd, vooral met afbeeldingen<br />
van kunstwerken die met steun van onze vereniging zijn verworven<br />
en waarvan er vele ook in de tentoonstelling te zien zullen zijn, maar het<br />
boek is meer dan een catalogus bij de tentoonstelling. de publicatie<br />
wordt verzorgd door Waanders uitgevers in zwolle. aan de leden van<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt is inmiddels een brochure toegestuurd voor<br />
een exclusieve voorintekening op de uitgave in een speciale cassette.<br />
Wie wordt het 10.000ste lid?<br />
Het moment waarop de <strong>Vereniging</strong> rembrandt haar 10.000ste lid kan<br />
verwelkomen nadert met rasse schreden. Het zou een fraaie mijlpaal in<br />
ons lustrumjaar betekenen. Het 10.000-ste lid willen wij graag met een<br />
bijzonder cadeau verwelkomen: een exemplaar van de speciale editie<br />
van het boek 125 jaar openbaar kunstbezit met steun van de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong> van <strong>Peter</strong> <strong>Hecht</strong>. deze uitgave in een fraaie linnen cassette<br />
was tot 1 augustus alleen voor leden van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt op<br />
voorintekening verkrijgbaar. de namen van de intekenaren zijn achterin<br />
het boek opgenomen. Het ‘10.000ste lid’ staat al op deze lijst. Wie zal<br />
dit zijn? u misschien?<br />
34 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
n i e u W s v a n<br />
Jubileumpostzegel 125 jaar<br />
vereniging rembrandt<br />
Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan<br />
van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
heeft TnT Post op 13 juni een speciale<br />
postzegel uitgegeven naar ontwerp<br />
van het duo cobbenhagen en<br />
Hendriksen. Het gaat om een vel met<br />
één zegel van € 6,65, waarop signaturen<br />
zijn te zien van een groot aantal<br />
kunstenaars wier werk de <strong>Vereniging</strong> rembrandt sinds<br />
<strong>18</strong>83 heeft helpen aankopen. de eerste postzegel is op<br />
13 juni door katja Veen namens TnT Post overhandigd<br />
aan de scheidend directeur van het<br />
rijksmuseum, ronald de Leeuw,<br />
staande voor één van zijn favoriete<br />
aanwinsten, de drie portretten van<br />
Jacob Jordaens.<br />
in de eerstedag-envelop voor verzamelaars<br />
is een brief meegestuurd van<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt, waarin de<br />
filatelisten uiteraard worden opgeroepen<br />
lid te worden. zie voor verdere<br />
informatie www.tntpost.nl.<br />
met de postzegel verschijnt een fraai vormgegeven boekje, dat ook het<br />
postzegelvelletje bevat, over de <strong>Vereniging</strong> rembrandt. Het is uitgegeven<br />
door uitgeverij daVo in deventer. Voor informatie: www.davo.nl<br />
nieuwe website<br />
Het lustrum vormde de aanleiding om de website van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt geheel te vernieuwen en uit te breiden. de vernieuwde<br />
website wordt financieel mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard<br />
cultuurfonds. een belangrijk nieuw element is een overzicht van alle<br />
werken die in de afgelopen 125 jaar mede met steun van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt zijn verworven. zo krijgt u per museum, of op jaar van aanschaf,<br />
of op kunstenaar, of op verzamelgebied een overzicht van al die<br />
werken die zonder u niet deel<br />
hadden kunnen uitmaken van<br />
‘ons’ nationaal openbaar<br />
kunst bezit. deze virtuele catalogus<br />
is belangeloos mogelijk<br />
gemaakt door The art<br />
document company (Tadc).<br />
deze firma is gespecialiseerd in<br />
het samenstellen van kunstcatalogi<br />
voor particulieren. een<br />
pilot van de website was al te<br />
zien op de TeFaF in maastricht.<br />
www.verenigingrembrandt.nl
d e v e r e n i g i n g<br />
lustrumsymposium bondgenoten of tegenpolen?<br />
Ter gelegenheid van het 125-jarig verzamelen voor het openbaar kunstbezit<br />
door de <strong>Vereniging</strong> rembrandt, op 14 oktober <strong>2008</strong> in utrecht,<br />
duisenberg auditorium rabobank nederland<br />
thema<br />
Het openbaar kunstbezit in nederland is relatief jong. naast de traditioneel<br />
aanwezige particuliere kunstverzamelingen zijn de meeste museale<br />
verzamelingen die dit openbaar kunstbezit huisvesten pas aan het eind<br />
van de 19de eeuw verschenen. Vanaf <strong>18</strong>83 ijvert de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt voor het behoud en de verrijking van de nederlandse openbare<br />
kunstcollectie, zoals te zien in onze musea. daarnaast bestaan traditioneel<br />
de particuliere collecties, die vanouds de basis vormen van ons<br />
openbaar kunstbezit. in de laatste decennia zijn er bovendien privé<br />
musea gesticht, denk aan musea als stichting de Pont (Tilburg), annex<br />
Huis marseille (amsterdam), museum Beelden aan zee (Scheveningen)<br />
en het Scheringa museum voor realisme (Spanbroek). deze musea spelen<br />
mee in het openbare domein en het museumbestel, maar hoeven<br />
geen politiek-bestuurlijke verantwoording af te leggen, zoals een door<br />
de overheid gesubsidieerd museum dat wel moet doen.<br />
Van toenemend belang zijn ook de bedrijfsverzamelingen. in de bedrijfscollecties<br />
zitten stukken die primair zijn aangekocht om het verblijf van<br />
de betrokkenen in de kamers en vergaderzalen op een kwalitatief verantwoorde<br />
wijze te veraangenamen, maar de collecties zijn geleidelijk<br />
aan naast een economische waarde ook een kunsthistorische waarde<br />
gaan vertegenwoordigen, waardoor ze ook voor de (brede) ‘collectie<br />
nederland’ van belang kunnen zijn.<br />
Hoe verhouden deze verschillende spelers in de beeldende kunst zich tot<br />
elkaar; vullen zij elkaar aan of lopen zij elkaar voor de voeten. zijn zij,<br />
kortom, bondgenoten of tegenpolen? en (hoe) zouden de verschillende<br />
verzamelaars, particulieren, musea en bedrijven beter gebruik kunnen<br />
maken van elkaars daadkracht en expertise?<br />
Dagvoorzitter<br />
Paul Schnabel (directeur Sociaal en Cultureel Planbureau)<br />
Voor wie?<br />
Het lustrumsymposium is bestemd voor verzamelaars en iedereen die<br />
geïnteresseerd is in het nederlands openbaar kunstbezit en/of werkzaam<br />
is binnen de cultuursector, het bedrijfsleven, de wetenschap, journalistiek<br />
en de politiek.<br />
Waar?<br />
duisenberg auditorium rabobank nederland. croeselaan <strong>18</strong>, utrecht<br />
Wanneer?<br />
dinsdag 14 oktober <strong>2008</strong>, van 9.15 uur tot <strong>18</strong>.00 uur<br />
Kosten en inschrijving<br />
€ 50 voor <strong>Vereniging</strong> rembrandtleden<br />
€ 75 voor niet-leden (als u zich bij aanmelding ook als lid van de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt aanmeldt, betaalt u € 50,-)<br />
35 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer 2006<br />
Programma<br />
09.15 uur aanmelden en koffie<br />
10.00 uur welkomstwoord door gastheer namens de rabobank,<br />
Hans ten cate (Raad van Bestuur)<br />
10.15 uur key-note speech carel Blotkamp<br />
(emeritus hoogleraar kunstgeschiedenis VU)<br />
10.50 uur coreferent Sjarel ex<br />
(directeur Museum Boijmans Van Beuningen)<br />
11.15 uur pauze<br />
11.45 uur foruminterviews met verzamelaars van moderne kunst<br />
12.30 uur lezing over mecenaat door renée Steenbergen<br />
(kunsthistorica, publicist, journalist)<br />
13.00 uur lunch<br />
14.00 uur lezing door emilie gordenker (directeur Mauritshuis)<br />
14.30 uur foruminterview met particuliere verzamelaars van klassiek<br />
moderne en oude kunst<br />
15.15 uur pauze<br />
15.45 uur rondetafelgesprek met vertegenwoordigers bedrijfscollecties<br />
16.30 uur afsluiting door minister Plasterk<br />
17.00 uur Borrel<br />
u kunt zich aanmelden via www.boekman.nl of middels de bijgevoegde<br />
antwoordkaart elders in dit Bulletin. Toewijzing vindt plaats op volgorde<br />
van aanmelding. Het entreebewijs krijgt u t.z.t. samen met het verzoek<br />
tot betaling per post toegestuurd.<br />
Het symposium wordt financieel mogelijk gemaakt door de mondriaan<br />
Stichting, Stimuleringsfonds voor beeldende kunst, vormgeving en cultureel<br />
erfgoed. met dank aan rabobank nederland voor het beschikbaar<br />
stellen van het duisenberg auditorium. mediapartner Het Financieele<br />
dagblad<br />
110 musea besteden aandacht aan de vereniging rembrandt<br />
‘Een beeld van verzamelen’<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt hanteert een drietal belangrijke criteria bij het<br />
verlenen van steun bij de aankoop van een kunstwerk, en steunt nooit<br />
meer dan 50% van de totale aankoopsom:<br />
1 het moet gaan om een autonoom kunsthistorisch werk;<br />
2 het werk moet passen in de collectie van de aanvrager en van dermate<br />
belang zijn dat deze kan garanderen het werk in de vaste collectie<br />
op te nemen. de aanvrager verplicht zich werken die om technische<br />
redenen niet permanent getoond kunnen worden tenminste één keer in<br />
de vijf jaar te tonen;<br />
3 het werk moet een hiaat vullen in de collectie nederland. mocht een<br />
bepaalde kunstenaar al ruim vertegenwoordigd zijn in de collectie<br />
nederland, dan moet het een lacune opvullen in het reeds te tonen<br />
oeuvre van die kunstenaar.
in de afgelopen 125 jaar hebben meer dan 2500 kunstwerken aan deze<br />
criteria voldaan waardoor zij met steun van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
konden worden aangekocht voor meer dan honderd musea. Het zijn belangrijke<br />
kunsthistorische werken, die zich nauwelijks als nieuwkomer in<br />
een bestaande collectie hoefden in te vechten, maar vaak zo snel assimileerden,<br />
dat niemand zich nog kon voorstellen dat dat bepaalde werk er<br />
ooit niet was te zien. een keuze uit de topstukken, vaak ook de topstukken<br />
van de collectie nederland en het nederlands erfgoed – zeg maar,<br />
de visitekaartjes van de nederlandse musea – worden ter gelegenheid<br />
van het 125-jarig bestaan van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt in het Van<br />
gogh museum getoond. dat is dan nog maar de top van deze belangrijke<br />
‘virtuele’ verzameling, waarbij vooral het eerste criterium van het<br />
autonome kunstwerk spreekt.<br />
Het tweede criterium – passen in de collectie – is minstens even belangrijk,<br />
niet alleen voor de <strong>Vereniging</strong> rembrandt om wel of geen steun<br />
te verlenen, maar zeker ook voor het museum dat<br />
nu juist dat kunstwerk begeerde om zijn vaste collectie<br />
naar een hoger of beter niveau te kunnen<br />
tillen. en ook al gelden die aankopen wellicht niet<br />
als de absolute top, voor de musea zelf zijn die<br />
aankopen onmisbaar voor het completeren en<br />
verrijken van hun vaste collectie. zo verwierf het<br />
zeeuws museum in middelburg in 2002 een klein,<br />
laat 16de-eeuws, in goud en bergkristal gevat<br />
portretmedaillon van koningin elizabeth i van engeland, dat volgens de<br />
inscriptie op de achterzijde door de graaf van Leicester namens zijn vorstin<br />
aan de thesaurier-generaal van zeeland, adriaan manmaker, was<br />
overhandigd. dit vorstelijk geschenk, dat naast de kunsthistorische<br />
waarde ook een eigen verhaal vertelt over de banden tussen de engelsen<br />
en zeeuwen aan het einde van de 16de eeuw, heeft in het hernieuwde<br />
zeeuws museum een vaste plaats gekregen in de wandtapijtenzaal, de<br />
topstukken van het museum die vertellen over de strijd tegen de<br />
Spanjaarden in de Tachtigjarige oorlog. de tapijten maken onderdeel uit<br />
van een unieke serie vervaardigd tussen 1593 en 1604 in opdracht van<br />
de Staten van zeeland.<br />
een ander voorbeeld uit de vele steunverleningen is de aankoop in<br />
2003 van het portretje van Theodorus Schrevelius door Frans Hals voor<br />
het Frans Hals museum in Haarlem. Het museum<br />
was weliswaar al in het bezit van acht groepsportretten,<br />
pendantportretten en een enkel portret van<br />
Frans Hals, maar een miniatuurportret van zijn<br />
hand was nog niet aanwezig. Het is daarmee het<br />
twaalfde werk van deze meester in de museumcollectie.<br />
in andere nederlandse musea bevinden zich<br />
geen miniatuurportretten van Hals en daarmee is<br />
de aankoop tevens een belangrijke verrijking van<br />
het nationale kunstbezit. Frans Hals schilderde verschillende kleine portretten<br />
van geleerden, dominees en andere belangrijke publieke figuren,<br />
die als voorbeeld dienden voor gravures, in totaal 35 stuks. de gravures<br />
werden tegenover de titelpagina afgebeeld in publicaties van de betref-<br />
36 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
n i e u W s v a n d e<br />
fende persoon of als bijvoegsel eraan toegevoegd. Het feit dat Schrevelius<br />
in 1648 een geschiedschrijving over Haarlem in druk uitgaf, maakte de<br />
aanvrager, het Frans Hals museum, tot de plek waar dit portretje ook echt<br />
thuis hoort.<br />
om een goed beeld te kunnen geven van de virtuele verzameling van<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt zoals die zich de afgelopen 125 jaar heeft gevormd,<br />
is dus juist de vaste collectie van de musea, waarbinnen dat bepaalde<br />
object zijn plaats heeft verworven, onontbeerlijk. daarom is de<br />
musea dit jaar gevraagd de werken in hun vaste collectie die gesteund zijn<br />
door de Verenging rembrandt gedurende een korte periode, bij voorkeur<br />
gelijktijdig met de grote tentoonstelling in het Van gogh museum, nog eens<br />
extra ‘uit te lichten’. door al deze werken, of het nu een zilveren theeservies,<br />
een sarcofaag, een tekening of een schilderij betreft, te accentueren,<br />
wordt in één oogopslag niet alleen duidelijk welke werken gesteund zijn<br />
door de <strong>Vereniging</strong> rembrandt, maar ook hoe belangrijk nu juist dat ene<br />
kunstwerk is binnen de vaste collectie van dat bepaalde museum.<br />
Twee voorbeelden van de speciale aandacht die u kunt verwachten:<br />
bijzondere presentatie kunstnijverheid in het<br />
gemeentemuseum den haag<br />
Het gemeentemuseum den Haag grijpt het jubileum van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt aan om vanaf 13 september in de Stijlkamers een overzicht<br />
te geven van de maar liefst circa 50 voorwerpen van kunstnijverheid<br />
die het museum in de loop der jaren met steun van de <strong>Vereniging</strong> heeft<br />
aangekocht.<br />
Kan en bekken<br />
Batavia, zilver, ca. 1700.<br />
kan H 29 cm, B 28 cm; bekken H 7,5 cm,<br />
diam. 56,5 cm<br />
gemeenTemuSeum den Haag,<br />
verworven in 1975 met steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
schoteltje<br />
china, emailbeschildering op metaal, goud,<br />
ca. 1730-1740 (yongzheng/ vroeg<br />
Qianlong), H 2,9 cm, diam. 14,9 cm<br />
gemeenTemuSeum den Haag,<br />
verworven in 1955 met steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
Concert te hattem<br />
in het kader van het 125-jarig bestaan van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
organiseert de Stichting. kunstkring Hattem in samenwerking met het<br />
Voerman museum Hattem op donderdag 6 november in de grote- of<br />
andreaskerk te Hattem, het: ‘bosboom’concert<br />
Werken van Britten, Bach, reijseger, dvorák en Sjostakovitsj, uitgevoerd<br />
door het autunno ensemble o.l.v. marien van Staalen, m.m.v. ernst<br />
reijseger, cello.<br />
de directe aanleiding voor het feestelijk concert vormt de financiële<br />
steun van de <strong>Vereniging</strong> aan het Voerman museum Hattem bij de aan
v e r e n i g i n g<br />
schaf in 1985 van het schilderij Interieur van de Grote of Andreaskerk<br />
te Hattem, door Johannes Bosboom (<strong>18</strong>17-<strong>18</strong>91).<br />
naast de première van een compositie van ernst reijseger voor cello en<br />
strijkorkest, door hemzelf uitgevoerd, staan op het programma:<br />
Prelude en fuga, Benjamin Britten<br />
Sinfonie nr. 3, carl Philipp emanuel Bach<br />
Notturno, antonín dvorák<br />
Kammersymphonie nr. 10, dmitri Sjostakovitsj.<br />
Het concert vindt plaats op donderdag 6 november in de grote- of<br />
andreaskerk te Hattem en begint om 20.15 uur. kaarten à 10 euro zijn<br />
in de voorverkoop verkrijgbaar bij het Voerman museum Hattem,<br />
tel. 038 444 28 97<br />
sponsordiner in het rijksmuseum<br />
op 10 oktober vindt in de eregalerij van het vernieuwde, nog lege<br />
rijks museum een sponsordiner plaats voor bedrijven, ten behoeve van het<br />
werk van de jarige <strong>Vereniging</strong> rembrandt. Het inmiddels gerestaureerde<br />
cuypers-interieur zal bij die gelegenheid spectaculair worden verlicht, als<br />
schitterend decor voor een avond vol verrassingen, geheel in het teken van<br />
de kunst. de netto opbrengst van de avond komt vanzelfsprekend ten<br />
goede aan het openbaar kunstbezit. Hoofdsponsor van het diner is aegon<br />
nederland. Voor informatie: sponsordiner@verenigingrembrandt.nl<br />
avrO maakt televisiedocumentaire<br />
Ter gelegenheid van het lustrum zal de aVro een 6-delige televisiedocumentaire<br />
uitzenden, waarin wordt getoond wat er allemaal bij komt kijken<br />
voordat de tentoonstelling 125 grote liefdes met steun van de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong> kan worden geopend. eerst moet er een keuze worden gemaakt<br />
uit de rijkdom van door de vereniging gesteunde werken, die het verhaal<br />
van 125 jaar verzamelen voor het openbaar kunstbezit duidelijk vertelt.<br />
aan een flink aantal musea wordt vervolgens gevraagd hun topstukken<br />
voor drie maanden af te staan. Vervoer en verzekering dienen te worden<br />
geregeld. Tenslotte wordt naar ontwerp van vormgever Wim crouwel de<br />
tentoonstelling in het Van gogh museum opgebouwd en ingericht. kortom,<br />
een kijkje achter de schermen, dat vanaf 4 oktober tot en met 8 november,<br />
elke zaterdag wordt uitgezonden onder de titel: 125 grote liefdes met<br />
steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>.<br />
sponsoren<br />
Voor de realisatie van de lustrumviering heeft de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
een gewillig oor gevonden bij een aantal sponsoren. Financiële steun werd<br />
ontvangen van het SnS reaal Fonds, het Prins Bernhard cultuurfonds,<br />
aegon nederland, de raBo Bank, de mondriaan Stichting, de nS, het<br />
kF Heinfonds en de ottema-kingma Stichting. Het Van gogh museum<br />
kan worden gezien als de hoofdsponsor in natura omdat dit museum de<br />
kosten op zich neemt van de tentoonstelling 125 grote liefdes, met steun<br />
van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>. Het rijksmuseum stelt zijn gebouw om<br />
niet beschikbaar voor het intekendiner en The art document company<br />
investeert belangeloos in de nieuwe website.<br />
37 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
De <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
betekent voor mij…<br />
grote liefdes<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
rudi ekkart<br />
directeur Rijksbureau voor<br />
Kunsthistorische<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
Documentatie (RKD), Den<br />
Haag, en bestuurslid van<br />
de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt is<br />
naar mijn stellige overtuiging<br />
een onmisbaar vliegwiel voor<br />
de uitbreiding van het openbaar<br />
nederlands kunstbezit. Bij<br />
vrijwel alle grotere en ook bij<br />
tal van kleinere kunstaankopen<br />
door nederlandse musea<br />
vervult de vereniging een<br />
niet te verwaarlozen rol.<br />
die rol heeft rembrandt gedurende de afgelopen 125 jaar<br />
vrijwel ononderbroken vervuld en ondanks het feit dat de<br />
hulpmiddelen voor de verwerving van kunstwerken vooral<br />
in de afgelopen tien jaar enorm zijn toegenomen, is die taak<br />
nog even actueel als in <strong>18</strong>83.<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt is in financieel opzicht zeker<br />
niet meer de grootste speler bij de realisering van museale<br />
aankopen, maar is nog wel altijd een onmisbare partij. in<br />
feite is rembrandt de nationale bundeling van het particulier<br />
initiatief op dit gebied, die samen met de vriendenorganisaties<br />
van de individuele musea – en uiteraard samen met de<br />
gelukkig nog altijd talrijke particuliere schenkers van kunstwerken<br />
– de betrokkenheid van de nederlandse bevolking<br />
bij het openbaar kunstbezit tot uitdrukking brengt. dat<br />
gebeurt door een zorgvuldige kwalitatieve selectie van voor<br />
steun in aanmerking komende objecten. anderzijds strekt<br />
het werkterrein zich uit over een zeer breed gebied, want het<br />
omvat alle uitingen van beeldende kunst uit de gehele wereld<br />
uit alle tijden en varieert bovendien van topkunst tot werken<br />
van toonaangevende kunstenaars van locaal en regionaal<br />
niveau.<br />
zonder de voortdurende inspanningen van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt in de afgelopen 125 jaar zou het nederlandse<br />
openbaar kunstbezit beduidend armer zijn dan nu het geval<br />
is, zonder dergelijke inspanningen in de komende decennia<br />
zal de groei van datzelfde openbaar kunstbezit in omvang,<br />
kwaliteit en onderlinge afstemming terugvallens
algemeen<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt werd<br />
onder de naam Vereeniging<br />
<strong>Rembrandt</strong> tot behoud in<br />
Nederland van kunstschatten<br />
opgericht op 24 september <strong>18</strong>83.<br />
Het doel van de vereniging is het behouden en<br />
uitbreiden van kunstschatten voor nederland, en<br />
het verrijken van het openbare bezit aan kunstschatten<br />
in nederland, het daartoe vergroten van<br />
de publieke belangstelling voor en het verhogen<br />
van de kennis van het roerend cultureel erfgoed, in<br />
het bijzonder in nederlandse openbare collecties.<br />
de vereniging is ingeschreven bij de kamer van<br />
koophandel te amsterdam, no. V40531<strong>18</strong>6.<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt is bij de Belastingdienst<br />
gerangschikt als een algemeen nut Beogende<br />
instelling en heeft daardoor de zgn. anBi-status.<br />
dit betekent dat de vereniging over ontvangen<br />
Op welke wijze levert uw schenking meer op?<br />
p een gift is een schenking uit vrijgevigheid<br />
zonder dat daar op geld waardeerbare aanspraken<br />
tegen over staan. de <strong>Vereniging</strong> rembrandt is<br />
gebaat bij elke gift. de gift kan in geld of natura<br />
(w.o. kunstvoorwerpen) geschieden en als<br />
eenmalige of peri o -dieke schenking gedaan<br />
worden. Fiscaal is het het aantrekkelijkst voor u<br />
om de schenking in vijf of meer vaste termijnen<br />
te voldoen. Voor een dergelijke gift is, evenals bij<br />
erfstellingen of legaten, het inschakelen van een<br />
notaris nodig. de Vere ni ging rembrandt is bereid<br />
de notariële kosten voor haar rekening te nemen<br />
bij periodieke giften vanaf € 200,- per termijn.<br />
p door erfstelling of legaat kunt u uw vermogen,<br />
een bedrag en/of kunstvoorwerpen nalaten aan<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt. de bestemming van<br />
de kunstvoorwerpen kan worden bepaald in<br />
overleg met de <strong>Vereniging</strong> rembrandt. Hiervoor<br />
geldt onder bepaalde voorwaarden de genoemde<br />
vrijstelling van successierechten.<br />
p Ten slotte noemen wij de bijzondere mogelijkheid<br />
dat erfgenamen het successierecht gedeelte-<br />
38 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
schenkingen en/of nalatenschappen geen<br />
(successie)belasting verschuldigd is.<br />
lidmaatsChaP<br />
p gewoon lidmaatschap:<br />
(tenminste) € 60,- per jaar<br />
p echtpaar/partners lidmaatschap (twee personen):<br />
(tenminste) € 85,- per jaar<br />
p jongerenlidmaatschap (t/m 25 jaar):<br />
(tenminste) € 20,- per jaar<br />
p lidmaatschap voor het leven:<br />
vanaf € 1.200,- (eenmalig)<br />
p partnerlidmaatschap: (twee personen) voor het<br />
leven: vanaf € 2.000,- (eenmalig)<br />
p Titus cirkel:<br />
gedurende vijf jaar jaarlijks minimaal € 1000,p<br />
grootouder gezelschap:<br />
lidmaatschap € 60,- per jaar plus 1) gedurende<br />
vijf jaar jaarlijks € 500, of 2) eenmalig € 1500,-<br />
lijk voldoen door overdracht van kunstvoorwerpen<br />
aan de Staat. u kunt ons hierover raadplegen.<br />
Waaraan draagt u bij?<br />
u draagt bij aan de realisatie van de algemene<br />
doelstelling van de <strong>Vereniging</strong> rembrandt:<br />
verrijking van ons openbaar kunstbezit in<br />
algemene zin, of aan de verwerving van kunst<br />
werken op een be - paald verzamelgebied. nieuwe<br />
mogelijkheden zijn: een rembrandtfonds op<br />
naam of een Themafonds.<br />
Wat is een rembrandtfonds op naam?<br />
een persoonlijke manier van schenken of nalaten.<br />
Het is een apart fonds, waarvan de oprichter in<br />
samenspraak met de <strong>Vereniging</strong> rembrandt de<br />
naam bepaalt (bijvoorbeeld de naam van de<br />
stichter[s]), de doelstelling en de wijze van<br />
besteding. Voor een rembrandtfonds op naam<br />
geldt een minimum bedrag van € 75.000.<br />
Wat is een themafonds?<br />
deze fondsen worden in het leven geroepen voor<br />
p bedrijfslidmaatschap:<br />
(tenminste) € 1.000,- per jaar<br />
Leden die in aanvulling op de contributie een gift<br />
van (tenminste) € 250,- doen, kunnen voor dat<br />
jaar de status van donateur verkrijgen.<br />
de leden hebben op vertoon van hun lidmaatschapskaart<br />
gratis toegang tot de permanente<br />
collecties van de ruim honderd musea waaraan de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt steun heeft verleend, alsmede<br />
tot de ledenvergaderingen en de bijzondere<br />
ledenbijeenkomsten. Voorts ontvangen de leden<br />
het Bulletin met actuele informatie en beschouwingen<br />
door experts en fraaie afbeeldingen van<br />
de kunstwerken die met steun van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt zijn verworven (echtpaar/partnersleden<br />
ontvangen één Bulletin). Voor nadere informatie<br />
kunt u contact opnemen met het bureau van de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt.<br />
g e v e n O m K u n s t ? d e K u n s t v a n h e t g e v e n !<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt steunt kunstaankopen van musea<br />
ten behoeve van ons openbaar kunstbezit. Van overheidswege<br />
wordt dit particulier initiatief fiscaal ondersteund. Voor giften<br />
van particulieren gelden onder bepaalde voorwaarden aftrek-<br />
mogelijkheden voor de inkomsten- en successiebelasting.<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt is geheel vrijgesteld van schenkings-<br />
en successierechten. zo kan zij optimaal profiteren van uw<br />
gift tijdens uw leven of bij erfstelling.<br />
degenen die geïnteresseerd zijn in een bepaald<br />
verzamelgebied. u kunt bijdragen aan een<br />
afzonderlijk Themafonds, bedoeld om bepaalde<br />
onderdelen van de openbare collecties te steunen,<br />
bijvoorbeeld 17de-eeuwse schilderkunst, religieuze<br />
kunst, prenten en tekeningen, beeldhouwkunst,<br />
kunstnijverheid of moderne kunst. op deze wijze<br />
kunt u daadwerkelijk bijdragen aan kunstaankopen<br />
in bepaalde richtingen. de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
kent inmiddels de volgende Themafondsen:<br />
Themafonds zilver, Themafonds Prenten en<br />
Tekeningen, Themafonds glas en Themafonds<br />
Schilderkunst 17de eeuw.<br />
nadere informatie<br />
Wij geven u graag nadere informatie over de<br />
vermelde mogelijkheden. Hiervoor is een speciale<br />
brochure geven om kunst? de kunst van het<br />
geven samengesteld, die wij u desgevraagd<br />
toezenden. Wij nodigen u uit om hierover<br />
contact op te nemen met het Bureau (drs<br />
H.m. Blankenberg, telefoon 070-427 17 20,<br />
e-mail: blankenberg@verenigingrembrandt.nl).
de leden van de vereniging rembrandt hebben op vertoon van het bewijs van lidmaatschap vrije toegang tot de vaste collecties van de<br />
musea die sinds de oprichting van de vereniging in <strong>18</strong>83 zijn gesteund bij de aankoop van kunstwerken. dit zijn:<br />
alKmaar • Stedelijk museum<br />
aPPingedam • museum Stad appingedam<br />
amerOngen • kasteel amerongen<br />
amersFOOrt • museum Flehite<br />
amstelveen • cobra museum<br />
amsterdam • allard Pierson museum<br />
• amsterdams Historisch museum<br />
• Bijbels museum<br />
• Joods Historisch museum<br />
• museum amstelkring<br />
• museum het rembrandthuis<br />
• museum Willet-Holt huysen<br />
• nederlands Scheep vaartmuseum<br />
• Pijpenkabinet & Smokania<br />
• rijksmuseum<br />
• Stedelijk museum<br />
• Stedelijk museum Bureau<br />
amsterdam<br />
• Tropenmuseum<br />
• Van gogh museum<br />
aPeldOOrn • Paleis Het Loo-nationaal museum<br />
aPPingedam • museum Stad appingedam<br />
arnhem • gemeentemusea<br />
assen • drents museum<br />
asten • Beiaard- en natuurmuseum asten<br />
berg en dal • afrika museum<br />
bergen OP ZOOm • Het markiezenhof<br />
beverWiJK • museum kennemerland<br />
breda • Breda’s museum<br />
brielle • Historisch museum den Briel<br />
delFt • museum Lambert van meerten<br />
• Stedelijk museum Het Prinsen hof<br />
• Volkenkundig museum nusan ta r a<br />
deventer • gemeentemusea<br />
dOrdreCht • dordrechts museum<br />
• museum mr. Simon van gijn<br />
eindhOven • museum kempenland<br />
• Stedelijk Van abbemuseum<br />
enKhuiZen • Stg rijksmuseum zuiderzeemuseum<br />
ensChede • rijksmuseum Twenthe<br />
gOrinChem • gorcums museum<br />
gOuda • Stedelijke musea<br />
’s-gravenhage • gemeentemuseum den Haag<br />
• Haags Historisch museum<br />
• koninklijk kabinet van<br />
39 <strong>Vereniging</strong> remBrandT zomer <strong>2008</strong><br />
Schilderijen mauritshuis<br />
• museum meermanno<br />
• museum mesdag<br />
grOningen • groninger museum<br />
haarlem • Frans Halsmuseum<br />
• Teylers museum<br />
• Historisch museum Haarlem<br />
harlingen • gemeentemuseum Het<br />
Hannemahuis<br />
hattem • Voerman museum<br />
’s-heerenberg • kasteel Huis Bergh<br />
helmond • gemeentemuseum Helmond<br />
’s-hertOgenbOsCh • museum het kruithuis<br />
• noordbrabants museum<br />
heusden a/d maas • Het gouverneurshuis<br />
hilversum • goois museum<br />
hOOrn • Westfries museum<br />
KatWiJK • katwijks museum<br />
laren • Singer museum<br />
leeK • nationaal rijtuigenmuseum<br />
leens • Borg Verhildersum<br />
leerdam • nationaal glasmuseum<br />
leeuWarden • Fries museum<br />
• ceramiekmuseum /Princessehof<br />
leiden • museum Boerhaave<br />
• Prenten ka binet der rijks-<br />
univer si teit<br />
• rijksmuseum van oudheden<br />
• rijksmuseum voor Volken kunde<br />
• Stedelijk museum de Lakenhal<br />
lOOsdreCht • kasteel-museum Sypestyn<br />
maarssen • Slot zuylen<br />
maastriCht • Bonnefantenmuseum<br />
marKen • marker museum<br />
middelburg • zeeuws museum<br />
niJmegen • museum Het Valkhof<br />
OtterlO • kröller-müller museum<br />
• nederlands Tegelmuseum<br />
Purmerend • Purmerends museum<br />
ridderKerK • Huys ten donck (alleen de tuinen)<br />
rOermOnd • Stedelijk museum roermond<br />
rOtterdam • atlas van Stolk/Het Schielandhuis<br />
(Historisch museum rotterdam)<br />
• kunsthal rotterdam<br />
• maritiem museum rotterdam<br />
• museum Boijmans Van Beuningen<br />
• Wereldmuseum rotterdam/<br />
museum voor Volkenkunde<br />
• nai nederlands architec tuur-<br />
in sti tuut<br />
rOZendaal • kasteel rosendael<br />
de riJP • rijper museum in ‘t Houten Huis<br />
riJsWiJK (Zh) • museum Het Tollenshuis<br />
sChiedam • Stedelijk museum<br />
sChOOnhOven • goud-, zilver-, en klokkenmuseum<br />
sluis • oudheidkundige Verzameling<br />
Belfort Sluis<br />
sneeK • Fries Scheepvaart museum<br />
tiel • Streekmuseum de groote<br />
Sociëteit<br />
tilburg • de Pont, Stichting voor<br />
hedendaagse kunst<br />
uden • museum voor religieuze kunst<br />
uithuiZen • menkemaborg<br />
utreCht • centraal museum<br />
• geldmuseum<br />
• nationaal museum van<br />
Speelklok tot Pierement<br />
• museum catharijneconvent<br />
vaassen • kasteel de cannenburch<br />
velsen-Zuid • museum Beeckestijn<br />
vlissingen • zeeuws maritiem muzeeum<br />
vOOrburg • museum Swaensteyn<br />
WeesP • gemeentemuseum<br />
WiJhe • kasteel het nijenhuis<br />
WOerden • Stadsmuseum Woerden.<br />
Zaandam • museum van het nederlandse<br />
uurwerk<br />
ZaltbOmmel • maarten van rossummuseum<br />
ZieriKZee • maritiem museum zierikzee<br />
• Stadhuismuseum<br />
ZutPhen • museum Henriëtte Polak in<br />
de Wildeman<br />
• Stedelijk museum<br />
zwolle • Stedelijk museum
Z At e r D A G 4 O K t O B e r , O B r e c h t K e r K , A M S t e r D A M<br />
aLgemene LedenVergadering<br />
met inleidingen door Prof. dr Henk van os en Prof. dr <strong>Peter</strong><br />
<strong>Hecht</strong>; aansluitend ledenontvangst in het van gogh museum<br />
met bezichtiging van de tentoonstelling 125 grote liefdes<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit<br />
op zaterdag 4 oktober vindt de algemene Ledenvergadering van de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt plaats in de obrechtkerk, Jacob obrechtstraat 28, amsterdam. na de<br />
vergadering worden de leden uitgenodigd voor een exclusieve bezichtiging van de<br />
lustrumtentoonstelling 125 grote liefdes met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> in<br />
het Van gogh museum, Paulus Potterstraat 7, amsterdam. de tentoonstelling vertelt<br />
de geschiedenis van ons openbaar kunstbezit aan de hand van 125 topwerken,<br />
afkomstig uit meer dan 40 nederlandse musea.<br />
Programma<br />
Obrechtkerk<br />
grote liefdes<br />
16.00 uur ontvangst in de obrechtkerk<br />
16.15 uur inleiding over de obrechtkerk door Prof. dr Henk van os<br />
16.35 uur algemene Ledenvergadering<br />
met steun van de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
17.35 uur inleiding op de tentoonstelling 125 grote liefdes met steun van de<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> door Prof. dr <strong>Peter</strong> <strong>Hecht</strong>.<br />
17.55 uur einde van bijeenkomst in de obrechtkerk<br />
Van Gogh Museum<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
<strong>18</strong>.30 uur Van gogh museum, bezoek aan de tentoonstelling<br />
20.00 uur einde<br />
Het programma is alleen bestemd voor leden van de vereniging rembrandt (geen<br />
introducés). in verband met de organisatie verzoeken wij u vriendelijk zich vóór<br />
20 september aan te melden. u kunt hiervoor gebruik maken van de in dit Bulletin<br />
opgenomen antwoordkaart of per e-mail: bureau@verenigingrembrandt.nl<br />
u krijgt alleen bericht indien al 125 het jaar om capaciteitsredenen sponsor van het openbaar niet mogelijk kunstbezit<br />
blijkt uw<br />
aanmelding te honoreren.<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
V e r g e e t n i e t u w R e m b r a n d t k a a r t m e e t e n e m e n !<br />
Aanmelden vóór 20 september<br />
bereikbaarheid<br />
de obrechtkerk ligt op loopafstand van het<br />
concertgebouw en het Van gogh museum.<br />
Het adres van het Van gogh museum is<br />
Paulus Potterstraat 7.<br />
Openbaar vervoer<br />
de obrechtkerk en het Van gogh museum<br />
zijn gemakkelijk bereikbaar met de tram<br />
vanaf verschillende nS-stations in amsterdam.<br />
reisplanner openbaar vervoer:<br />
www.9292ov.nl<br />
Met de auto<br />
uit alle richtingen a10 afslag S108<br />
(amstelveen) of S109 (rai). Volg verder de<br />
borden centrum. Betaald parkeren kan in de<br />
omgeving rond het museumplein<br />
(museumkwartier noord en Stadsdeel<br />
oud-zuid) of in de parkeergarage eronder,<br />
ingang aan de Van Baerlestraat.<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
e-mail: bureau@verenigingrembrandt.nl