08.09.2013 Views

KLADrapport 15 - Kale-Leie Archeologische Dienst

KLADrapport 15 - Kale-Leie Archeologische Dienst

KLADrapport 15 - Kale-Leie Archeologische Dienst

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

18 Durabrik / <strong>Kale</strong>-<strong>Leie</strong> <strong>Archeologische</strong> <strong>Dienst</strong> 2009, KLAD-Rapport <strong>15</strong><br />

zette zich verder in het couperen. In de mate van het mogelijke gebeurde dit per herkende structuur.<br />

Afhankelijk van de grootte, de vorm en de oversnijdingen van de sporen onderling werden één of<br />

meerdere coupe-assen gehanteerd. De aldus verkregen profielen werden gefotografeerd, ingetekend<br />

op schaal 1/20 en beschreven. Al het vondstmateriaal werd gerecupereerd in vondstzakken en<br />

wanneer het interessant geacht werd, werden bulkstalen en/of pollenstalen genomen. Tenslotte werd<br />

de resterende vulling van het spoor verder onderzocht op vondsten. Waterputten werden wanneer<br />

mogelijk met de hand gecoupeerd. In de praktijk betekent dit dat door afwezigheid van bemaling<br />

in combinatie met een hoge grondwatertafel drie waterputten in de wintermaanden van fase 1<br />

met de kraan werden verdiept. De resterende waterputten en –kuilen konden handmatig worden<br />

uitgegraven, gezien bemaling geplaatst werd eind april 2009. De waterputten werden verdiept tot<br />

op het eerste hout van de bekisting, of tot op ca. 1m wanneer geen hout werd aangetroffen. Na<br />

fotograferen, beschrijven en intekenen van de coupes werd alles terug vlak gezet en een tweede<br />

grondplan aangemaakt. Hierna werd indien mogelijk verder gecoupeerd tot het einde van de kuil<br />

bereikt was. Centraal langs de zuidoostelijke zijde van het terrein werd een zone afgebakend waar<br />

bij het opschaven van het vlak enkele stukjes silex werden aangetroffen. Gezien de hoge tijdsdruk<br />

werd ervoor geopteerd deze zone geleidelijk aan al schavend te verdiepen. De locatie van de<br />

vondsten werd aangeduid met prikkers in het vlak en op het grondplan opgetekend. Tenslotte werden<br />

de bovenste lagen van deze zone in bulkzakken geschept om tijdens de verwerking gezeefd te<br />

worden. Op enkele plaatsen werd de bodemopbouw van het terrein onderzocht door middel van<br />

wandprofielen. Ook deze werden gefotografeerd, beschreven en ingetekend op schaal 1/20.<br />

Onmiddellijk aansluitend op het terreinwerk werd gestart met de verwerking van de resultaten. Gezien<br />

de beperkte tijd die voor dergelijke verwerking wordt voorzien is slechts een basisrapportage van<br />

de resultaten mogelijk. Een uitgebreide studie van de vondsten is binnen dit kader niet haalbaar. De<br />

nadruk werd gelegd op het aanmaken van een grondplan en een digitaal archief, een beperkte<br />

determinatie van de vondsten en een eerste interpretatie van de grondsporen. Een groot deel van<br />

het vondstmateriaal was reeds tijdens de opgraving zelf op regendagen en ’s avonds gewassen,<br />

getekend en bestudeerd. De resterende vondsten werden gewassen, gepuzzeld en geplakt. De<br />

relevante stukken werden hierna getekend en gefotografeerd. Voor de determinatie van het aardewerk<br />

werd een beroep gedaan op Dr. Wim De Clercq (UGent) voor het Romeins luik en op Dr. Koen<br />

De Groote (VIOE) wat betreft het middeleeuws materiaal. Op de metaalvondsten werden CT-scans<br />

uitgevoerd op de dienst Radiologie en Medische Beeldvorming van het UZ Gent. De silexvondsten<br />

werden geïdentificeerd door Prof. Dr. Philippe Crombé (UGent). Alle bulkstalen werden uitgezeefd<br />

op een maaswijdte van 0.5mm. Van elk staal werd, wanneer mogelijk, minstens 1l bulk luchtdicht<br />

bewaard. Het uitgezeefd residu werd onderzocht op inhoud, opgelijst en verpakt voor bewaring. De<br />

grondplannen, alsook de andere tekeningen, werden gedigitaliseerd in Adobe Illustrator en gelinkt aan<br />

het autocad-plan van de topograaf. Daarnaast werden lijsten van de verschillende stalen en vondsten<br />

aangemaakt, alsook een database waarin de sporen met hun specifieke eigenschappen worden<br />

opgesomd. Het natuurwetenschappelijk onderzoek zal grotendeels plaats hebben na de verwerking.<br />

De resultaten ervan zullen in artikels en bij lezingen publiek gemaakt worden. De monsters voor<br />

dendrochronologische datering van het hout werden genomen door Kristof Haneca (VIOE) die ook<br />

het onderzoek erop zal uitvoeren. Enkele pollenstalen en ook een stukje van een natuursteen worden<br />

op kosten van de UGent, in het kader van het onderzoek te Evergem - Kluizendok, palynologisch en<br />

petrografisch onderzocht.<br />

Niet geheel onverwacht werd deze opgraving geteisterd door het Belgisch weer. Tijdens de herfst- en<br />

wintermaanden had het onderzoek vooral te lijden onder de vele regen, alsook onder de soms zeer<br />

hoge grondwatertafel. Dit werd vooral problematisch bij het opgraven van drie waterputten tijdens de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!