Code goed bestuur - Dendron College
Code goed bestuur - Dendron College
Code goed bestuur - Dendron College
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
School leadership:<br />
perceptions & actions<br />
Tekst: Mieke Aarts<br />
Ghislaine Schmidt<br />
UvA, adviseur bij CBE<br />
Wat wordt onderzocht?<br />
De invloed van persoonlijke kenmerken van de schoolleider,<br />
van schoolkenmerken en van contextkenmerken op de rolopvattingen<br />
en het gedrag van schoolleiders.<br />
Wie onderzoekt?<br />
Ghislaine Schmidt voert dit onderwijskundige promotieonderzoek<br />
uit binnen de faculteit Maatschappij- en gedragswetenschappen<br />
van de Universiteit van Amsterdam.<br />
Promotoren zijn Fons van Wieringen en Peter Sleegers;<br />
copromotor is Meta Krüger.<br />
Waarom vindt dit onderzoek plaats?<br />
De rol van schoolleiders is ingrijpend veranderd door<br />
decennia van deregulering en decentralisering door de<br />
nationale overheid. Welk effect heeft de grotere autonomie<br />
voor scholen – onderwijsinhoudelijk en financieel – op de<br />
rolopvatting en op het handelingsrepertoire van schoolleiders?<br />
Om deze maatschappelijk relevante vraag te<br />
onderzoeken, hebben de hoogleraren Van Wieringen (UvA),<br />
Sleegers (toen nog Universiteit van Nijmegen, nu Universiteit<br />
Twente) en Scheerens (Universiteit Twente) bij NWO een<br />
onderzoeksvoorstel ingediend. Daarbij heeft Gerdy ten<br />
Bruggencate in haar proefschrift de invloed van schoolleiders<br />
op docenten en leerlingen onderzocht.<br />
Hoe gaat de onderzoeker te werk?<br />
Schmidt heeft de relatie tussen rolopvattingen en gedragingen<br />
van schoolleiders onderzocht door vragenlijsten te laten invullen.<br />
De respondenten waren ruim honderd schoolleiders<br />
met in elk geval havo-bovenbouw in hun portefeuille en bijna<br />
duizend havo-docenten. De schoolleiders hebben vragen beantwoord<br />
over hun achtergrondkenmerken, schoolkenmerken<br />
en hun rolopvattingen en gedrag. De docenten kregen vragen<br />
over het gedrag dat zij waarnemen bij hun schoolleider.<br />
De onderzoekster baseert zich op het theoretische model<br />
van Quinn en Rohrbaugh (1983), die de vele eisen die aan<br />
managers worden gesteld, hebben ondergebracht in hun<br />
Concurrerende Waardenraamwerk. Schmidt gebruikt dit<br />
raamwerk om na te gaan op welke aspecten van de schoolorganisatie<br />
de schoolleider zich richt. Via een geavanceerd<br />
analysesysteem zijn de antwoorden van de docenten en de<br />
schoolleiders op verschillende niveaus aan elkaar gekoppeld.<br />
Het onderzoek heeft onder meer tot de volgende uitkomsten<br />
geleid: schoolleiders zeggen hun rol als innovator en<br />
bemiddelaar het belangrijkst te vinden. In hun uitvoerende<br />
werk blijken ze vooral gericht op gedrag uit het Rationele<br />
Doelmodel, zoals het stimuleren van de effectiviteit en de<br />
productiviteit van de school. Ze besteden daarnaast inderdaad<br />
veel tijd aan gedrag dat te maken heeft met onderwijsvernieuwingen<br />
en human relations, zoals het vergroten van<br />
de betrokkenheid van docenten. De minste handelingen besteden<br />
schoolleiders aan het interne proces op school.<br />
‘Schoolleiders realiseren zich niet dat<br />
veel van hun handelingen onzichtbaar<br />
zijn voor docenten’<br />
Verder blijkt dat de achtergrondkenmerken van schoolleiders<br />
bijna nooit hun rolopvattingen of gedrag voorspellen.<br />
Opvallende onderzoeksuitkomst: volgens de ondervraagde<br />
docenten vertonen schoolleiders juist weinig gedrag dat<br />
bedoeld is om de docentenbetrokkenheid te vergroten.<br />
Schmidt geeft als mogelijke verklaring dat docenten weinig<br />
zicht hebben op wat hun schoolleider doet en dat de perceptie<br />
van de docent wordt beïnvloed door diens eigen behoefte<br />
om betrokken te worden bij de school.<br />
Wat zijn de achterliggende drijfveren van de<br />
onderzoeker?<br />
Ghislaine Schmidt: “Pure nieuwsgierigheid. Ik heb altijd al<br />
willen weten wat iemand tot een <strong>goed</strong>e schoolleider maakt.<br />
Iedereen wil het zijn, maar welk gedrag is nu aantoonbaar<br />
effectief? Dit promotieonderzoek is nogal theoretisch en<br />
fundamenteel van aard, maar ik zou graag ook een praktischer<br />
onderzoek uitvoeren: waar lopen schoolleiders in de<br />
dagelijkse praktijk tegenaan en hoe kunnen die problemen<br />
opgelost worden? Uit mijn onderzoek blijkt alvast dat<br />
schoolleiders zich niet realiseren dat veel van hun handelingen<br />
onzichtbaar zijn voor docenten en dat schoolleiders<br />
beter mogen nadenken over wat ze willen overbrengen.”<br />
Voor meer informatie en/of bestelling van de onderzoekspublicatie<br />
(oktober 2009):<br />
Ghislaine Schmidt, g.schmidt@cbe.nl.<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 15<br />
WETEnSCHaPPELiJK OnDERzOEK