Omgevingsanalyse - Website OCMW Holsbeek

Holsbeek 

Omgevingsanalyse 

Bijlage bij het Beleidsplan Lokaal Sociaal Beleid 2008-2013 

Holsbeek

Inhoudstafel 

1. Geografische situering 3 

2. Bevolkingsgegevens 4 

2.1. Algemene gegevens 4 

2.1.1. Evolutie en dichtheid 4 

2.1.2. Natuurlijke aangroei en migratie 5 

2.1.3. Leeftijdsverdeling 6 

2.1.4. Huishoudens 8 

2.1.5. Samenstelling van de gezinnen 9 

2.1.6. Bevolking in Holsbeek: toekomstmogelijkheden en 

beleidsuitdagingen 11 

2.2. Ouderen en zorgbehoevenden 12 

2.2.1. Bevolkingsprognoses 12 

2.2.2. Leeftijdsverdeling 13 

2.2.3. Ouderdomscoëfficiënt 13 

2.2.4. De grijze druk 14 

2.2.5. De familiale zorgindex 14 

2.2.6. Interne vergrijzing 15 

2.2.7. Een overzicht van de partners in Holsbeek: wie helpt waarmee in 

Holsbeek? 16 

2.2.7.1. Informatie, advies & financiële hulp 16 

2.2.7.1.1. OCMW 16 

2.2.7.1.2. De ziekenfondsen 16 

2.2.7.2. Dienstverlening 17 

2.2.7.2.1. Huisartsen en thuisverpleging 17 

2.2.7.2.2. Paramedische hulp 17 

2.2.7.2.3. Gezinszorg 17 

2.2.7.2.4. Poetshulp 18 

2.2.7.2.5. Huishoudhulp 19 

2.2.7.2.6. Klusjesdienst 20 

2.2.7.2.7. Bedeling van maaltijden 20 

. 2.2.7.2.8. Dienst personenalarm 21 

2.2.7.2.9. Oppas of assistentie 21 

2.2.7.2.10. Aangepast wonen 22 

2.2.7.2.11. Ouderenvervoer 23 

2.2.7.2.12. Bibliotheek aan huis 23 

2.2.7.3. Intramurale zorgverlening 24 

2.2.7.3.1. Rust- en verzorgingstehuis St-Margaretha 24 

2.2.7.3.2. Serviceflats 24 

2.2.7.4. Seniorenraad 25

2.2.7.5. SIT 25 

2.2.8. Ouderen en zorgbehoevenden: toekomstmogelijkheden, 

beleidsuitdagingen, sterkten en werkpunten 26 

2.3. Kinderen, jongeren en gezin 28 

2.3.1. Groene druk 28 

2.3.2. Kinderen geboren in kansarme gezinnen 28 

2.3.3. Kinderen van alleenstaanden 29 

2.3.4. Onderwijs in Holsbeek 29 

2.3.5. Kinderopvang 32 

2.3.6. Jeugdraad en jeugddienst 34 

2.3.7. Jeugdwerkinitiatieven 34 

2.3.8. Jeugdvoorzieningen inzake hulpverlening 35 

2.3.9. Gemeentelijk jeugdbeleid 36 

2.3.10. Kinderen, jongeren en gezin: toekomstmogelijkheden, 


2.4. Vreemdelingen 38 

2.4.1. Aantal vreemdelingen 38 

2.4.2. Aantal politiek vluchtelingen / asielzoekers 38 

2.4.3. Vreemdelingen: toekomstmogelijkheden en beleidsuitdagingen, 

sterkten en werkpunten 39 

3. Inkomen en kansarmoede / kwetsbare groepen 40 

3.1. Inkomen 40 

3.2. Kansarmoede / kwetsbare groepen 40 

3.2.1. OCMW steuntrekkers: leefloon en andere financiële steun 40 

3.2.2. Voorkeurregeling ziekteverzekering 42 

3.2.3. Cliënten met schuldenlast, schuldbemiddeling en budgetbeheer 43 

3.3. Inkomen en kansarmoede / kwetsbare groepen: toekomstmogelijkheden 

en beleidsuitdagingen, sterkten en werkpunten 44 

4. Tewerkstelling 45 

4.1. Afhankelijkheidsratio 45 

4.2. Beroepsbevolking 45 

4.3. Activiteitsgraad 46 

4.4. Werkzaamheidsgraad 46

4.5. Werkgelegenheid 47 

4.6. Werkloosheid 49 

4.6.1. Werkloosheidsgraad 49 

4.6.2. Jonge werklozen 50 

4.6.3. Langdurige werklozen 50 

4.6.4. Tewerkstelling artikel 60§7 51 

4.6.5. Begeleiding naar de arbeidsmarkt via de sociale dienst 51 

4.6.6. PWA Holsbeek 51 

4.6.6.1. PWA-werknemers 52 

4.6.6.2. PWA-gebruikers 53 

4.6.7. Werkwinkel De Drie Beken 53 

4.6.8. Werken met dienstencheques 54 

4.6.9. Bibliotheek aan huis 55 

4.6.10. Opleidings- en werkervaringsprojecten in de regio 55 

4.7. Tewerkstelling in Holsbeek: toekomstmogelijkheden en beleidsuitdagingen, 


5. Huisvesting en woonsituatie 57 

5.1. De woonmogelijkheden 57 

5.2. De prijzen van woonhuizen en vastgoed 58 

5.3. Gerieflijkheid en comfort van bewoonde particuliere woningen 59 

5.4. Zonevreemde woningen 60 

5.5. Weekendverblijven in Holsbeek 61 

5.5.1. Weekendverblijven opgericht door het Nationaal Komitee 

Weekendverblijven 61 

5.5.2. Andere weekendverblijven in Holsbeek 62 

5.5.2.1. Weekendverblijven gebouwd voor 29 maart 1962 62 

5.5.2.2. Weekendverblijven gebouwd tussen 29 maart 1962 en 

1978 62 

5.5.2.2.1. Individuele weekendverblijven 62 

5.5.2.2.2. Clusters van weekendverblijven 62 

5.5.2.3. Weekendverblijven gebouwd na 1978 63 

5.6. Leegstand en verwaarlozing 63 

5.7. Kwaliteitsbewaking 63 

5.8. Appartementen 64

5.8.1. Seniorenresidenties 64 

5.8.2. Nieuwe appartementen gedurende de periode 2002-2007 64 

5.9. Verkavelingen in Holsbeek 64 

5.9.1. Zagerijsite Holsbeek 64 

5.9.2. Asseltveld Holsbeek 64 

5.9.3. Onbebouwde kavels 64 

5.10. Sociale huisvesting 65 

5.10.1. Sociale woningen van Dijledal 65 

5.10.2. Sociale woningen van SVK Hageland 65 

5.10.3. Sociale woningen vanuit OCMW Holsbeek 65 

5.10.3.1. Eigen woningen 65 

5.10.3.2. Huurwoningen 65 

5.10.3.3. Sociale woningbouw te Nieuwrode, Appelweg 20-22 66 

5.10.3.4. Project Sociale woningbouw te Holsbeek, Asseltveld 66 

5.10.4. Nood- en transitwoningen van het OCMW 67 

5.11. Dienstverlening vanuit het OCMW / gemeente inzake huisvesting 67 

5.11.1. Informatie en advies 67 

5.11.2. Financiële hulpverlening 68 

5.11.3. Woonbegeleiding 68 

5.11.4. Begeleiding bij de verschillende huisvestingspremies 68 

5.11.4.1. Algemeen 68 

5.11.4.2. Project ‘Levenslang Wonen in Holsbeek’ 68 

5.11.5. Energiescans 69 

5.12. Huisvesting en woonsituatie in Holsbeek: toekomstmogelijkheden en 


6. Mobiliteit en voorzieningen 71 

6.1. Mobiliteit 71 

6.1.1. Mobiliteitsplan Holsbeek 71 

6.1.2. Ruggengraatproject 71 

6.1.3. Enkele gegevens 72 

6.1.4. Openbaar vervoer 73 

6.1.5. Vervoer voor personen met beperkte mobiliteit 73 

6.2. Voorzieningen 75 

6.2.1. Gezondheidszorg 75 

6.2.2. Administratieve voorzieningen 76 

6.2.3. Winkels 76 

6.3. Toegankelijkheid van gebouwen 77

6.3.1. Het OCMW-gebouw 77 

6.3.2. De Gemeentelijke Sportschuur 77 

6.4. Mobiliteit en voorzieningen: toekomstmogelijkheden, beleidsuitdagingen, 


7. Participatie, cultuur en vrije tijd 80 

7.1. Aanbod Cultuur in Holsbeek 80 

7.1.1. De Cultuurdienst 80 

7.1.2. De Openbare bibliotheek 80 

7.1.3. Dienst bibliotheek aan huis 81 

7.1.4. Gemeenschapscentrum Het Buurthuis 81 

7.1.5. Deeltijds kunstonderwijs 82 

7.1.6. Gemeenschapsleven en verenigingen 82 

7.1.7. Kunstbeleid 82 

7.1.8. Private culturele actoren 83 

7.1.9. Socio-culturele participatie 83 

7.1.10. Krachtlijnen geïntegreerd cultuurbeleidsplan 2008-2013 84 

7.2. Aanbod sport in Holsbeek 84 

7.2.1. De Sportdienst 84 

7.2.2. De sportraad 85 

7.2.3. Sportverenigingen 85 

7.2.4. Sportinfrastructuur 85 

7.2.5. Winge – Demervallei 85 

7.2.6. Bewegingsstimulatie bij ouderen 86 

7.2.7. Gemeentelijk sportbeleid: sport voor allen 86 

7.2.8. Burgerparticipatie binnen het sportbeleid 87 

7.3. Participatie, cultuur en vrije tijd: beleidsuitdagingen en 

toekomstmogelijkheden, sterkten en werkpunten 87

1. Geografische situering 

Holsbeek is een landelijke en groene woongemeente, gelegen tussen de steden Aarschot en 

Leuven. De gemeente bevindt zich ongeveer in het midden van de provincie Vlaams-Brabant. 

Holsbeek heeft als buurgemeenten Rotselaar, Lubbeek en Tielt-Winge. 

De gemeente is gemakkelijk bereikbaar via de E314-autosnelweg. 

Holsbeek bestaat uit 4 deelgemeenten: Holsbeek, Nieuwrode, Kortrijk-Dutsel en Sint-Pieters- 

Rode. Er is in Holsbeek een zeer verspreide bewoning en lintbebouwing. Holsbeek is geen 

gemeente met een centrale dorpskern. Holsbeek is eerder een samenvoeging van de 4 

deelgemeenten, met elk hun eigen kleine dorpskern. Er is een zeer beperkte plaatselijke 

middenstand (bakker, kruidenier,…). 

3

2. Bevolkingsgegevens 

2.1. Algemene gegevens 

2.1.1. Evolutie en dichtheid 

Op 1 januari 2006 telt Holsbeek 9.205 inwoners. De bevolking van Holsbeek is tussen 1 

januari 2000 en 1 januari 2006 aangegroeid met 348 inwoners, d.i. een aangroei van 3,9%. 

Deze aangroei ligt hoger dan in Vlaanderen, de provincie Vlaams-Brabant, het arrondissement 

Leuven en al de omliggende gemeenten. 

Tabel 1. Evolutie van de totale bevolking (van 2000 tot 2006) 

2000 

2006 Totaal aangroei % 

Vlaams Gewest 5.940.251 6.078.600 138.349 +2,3 

Prov. Vl.- Br. 1.014.704 1.044.133 29.429 +2,9 

Arr. Leuven 456.484 468.125 11.641 +2,6 

Holsbeek 8.857 9.205 348 +3,9 

Aarschot 27.495 27.864 369 +1,3 

Rotselaar 14.587 15.068 481 +3,3 

Leuven 88.014 90.706 2.692 +3,0 

Lubbeek 13.620 13.660 40 +0,3 

Tielt-Winge 9.814 10.009 195 +2,0 

Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie 

Grafiek 1: Bevolkingsevolutie in de gemeente Holsbeek, van 1989 tot 2006 

Bron: ECODATA, FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, KMO, MIDDENSTAND & ENERGIE 

De bevolkingstoename heeft geleid tot een iets grotere bevolkingsdichtheid. In 2005 wonen er 

in Holsbeek gemiddeld 235 inwoners per km2, wat nog eerder weinig is in vergelijking met 

Vlaanderen, de provincie Vlaams-Brabant en het arrondissement Leuven. Holsbeek is dus nog 

een vrij landelijke gemeente. 

4

43,64 % van de inwoners van Holsbeek woont in Holsbeek, 27,91 % in Nieuwrode, 17,28 % in 

Kortrijk-Dutsel en 11,15 % in Sint-Pieters-Rode. 

Tabel 2. Oppervlakte en bevolkingsdichtheid 

Oppervlakte (in km²) Bevolkingsdichtheid 

(inwoners/km²) op 1/01/2005 

Vlaams Gewest 13.522,3 446,9 

Prov. Vlaams-Brabant 2.106,1 492,7 

Arrondissement Leuven 1.163,2 399,8 

Holsbeek 38,5 235,3 

Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 

2.1.2. Natuurlijke aangroei en migratie 

De aangroei van de bevolking is deels te wijten aan het geboortecijfer, want er zijn meer 

geboortes dan sterfgevallen. De natuurlijke aangroei is in Holsbeek redelijk sterk aan 

schommelingen onderhevig. In 2002 en 2005 is de natuurlijke aangroei in Holsbeek het hoogst 

doordat het aantal geboortes dan aanzienlijk hoger ligt tegenover andere jaren. 

Tabel 3. Evolutie van de natuurlijke aangroei, in de periode 2000-2005 (in absolute cijfers) 

2000 2001 2002 2003 2004 2005 

Vlaams Gewest 

Geboorten 61.877 60.590 59.725 59.964 62.374 63.906 

Sterfte 57.502 56.521 57.925 58.910 56.199 56.890 

Natuurlijke aangroei +4.375 +4.069 +1.800 +1.054 +6.175 +7.016 

Vlaams-Brabant 

Geboorten 10.562 10.472 10.403 10.425 10.726 11.009 

Sterfte 9.547 9.421 9.533 9.810 9.384 9.473 

Natuurlijke aangroei +1.015 +1.051 +870 +615 +1.342 +1.536 

Arr. Leuven 

Geboorten 4.816 4.775 4.753 4.754 5.006 5.115 

Sterfte 4.372 4.347 4.390 4.462 4.326 4.331 

Natuurlijke aangroei +444 +428 +363 +292 +680 +784 


Geboorten 99 77 108 83 82 118 

Sterfte 94 77 72 80 72 72 

Natuurlijke aangroei +5 +0 +36 +3 +10 +46 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve Gemeentelijke en Regionale Databank

Tabel 4. Inwijking, uitwijking en migratiesaldo over de periode 2000-2005 

2000 2001 2002 2003 2004 2005 

Vlaams Gewest 

Inwijking 239.902 247.273 257.128 262.092 268.661 277.486 

Uitwijking 232.276 234.673 239.993 246.314 251.660 258.368 

Migratiesaldo +7.626 +12.600 +17.135 +15.778 +17.001 +19.118 

Vlaams-Brabant 

Inwijking 51.754 52.702 54.785 56.882 58.686 59.774 

Uitwijking 49.219 49.763 51.177 53.911 54.617 56.147 

Migratiesaldo +2.535 +2.939 +3.608 +2.971 +4.069 +3.627 

Arr. Leuven 

Inwijking 22.251 22.450 23.743 24.473 25.013 26.134 

Uitwijking 21.923 21.816 21.710 23.885 23.935 24.505 

Migratiesaldo +1.328 +634 +2.033 +588 +1.078 +1.629 


Inwijking 372 387 329 369 454 452 

Uitwijking 352 375 297 370 379 352 

Migratiesaldo +20 +12 +32 -1 +75 +100 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve Gemeentelijke en Regionale Databank 

Daarnaast is de aangroei van de bevolking de laatste jaren vooral het gevolg van het positief 

migratiesaldo, m.n. de inwijkingen die de uitwijkingen overtreffen. In Holsbeek wordt er 

gemiddeld meer ingeweken dan uitgeweken. Het aantal inwijkingen en uitwijkingen is over de 

verschillende jaren steeds veranderlijk met stijgingen en dalingen zonder dat er een duidelijke 

structuur in terug te vinden is. In 2004 en 2005 is het aantal inwijkingen wel zeer sterk 

toegenomen, waardoor het migratiesaldo veel hoger ligt dan in de vorige jaren. Dit komt 

doordat er de laatste jaren vele verkavelingen zijn in Holsbeek. 

Tabel 5: De bevolkingsloop, 2005 

Aantal 

geboorten 

6 

Aantal 

overlijde 

ns 

Totaal 

aantal 

inschrijvin 

gen 

Totaal 

aantal 

uitschrijvin 

gen 

Belg naar 

Vreemdeli 

ng 

Vreemdeli 

ng naar 

Belg 

Herinschrij 

ving 

Aantal 

schrappinge 

n 

Aangroei 

bevolking 

Vlaams 

Gewest 

63.906 56.890 341.392 310.736 29 12.546 11.237 15.759 33.913 

Vlaams- 

Brabant 

11.009 9.473 70.783 64.247 11 1.746 1.848 3.221 5.998 

Arr. Leuven 5.115 4.331 31.249 27.948 9 620 772 1.660 2.896 

Holsbeek 118 72 570 424 0 5 0 0 146 

Bron: Ecodata 

In bovenstaande tabel wordt de bevolkingsloop van het jaar 2005 voorgesteld. Van 1 januari 

2005 tot en met 31/12/2005 is de bevolking in Holsbeek gestegen met 146 personen. De 

tendens van aangroei van de bevolking is al vele jaren zo. 

2.1.3. Leeftijdsverdeling 

In Holsbeek is de jongste leeftijdsgroep, 0-19 jarigen meer aanwezig dan in het 

arrondissement Leuven, de provincie Vlaams-Brabant en en het Vlaamse gewest. Meer dan 1 

op 5 inwoners (24,03%) van Holsbeek is in 2005 jonger dan 19 jaar. Holsbeek telt relatief 

meer jongeren en minder ouderen dan in Vlaanderen, Vlaams-Brabant en het arrondissement 

Leuven. 15,86% van de bevolking van Holsbeek is in 2005 ouder dan 65 jaar. Dit is relatief

minder ten opzichte van Vlaanderen, Vlaams-Brabant en het arrondissement Leuven. Bij de 

leeftijdsklassen 0-19 en 20-64 zijn de vrouwen minder vertegenwoordigd dan de mannen in 

Holsbeek, net zoals in Vlaanderen, de provincie en het arrondissement. Bij de 65 plussers 

daarentegen zijn de vrouwen overal het meest aanwezig. 

Tabel 6: Verdeling volgens leeftijd op 01.01.2005 

0-19 

Mannen Vrouwen 

20-64 


65 en + 


Vlaams Gewest 686.355 656.383 1.833.547 1.793016 459.923 613.957 

% 11,36 10,86 30,34 29,67 7,61 10,16 

Vlaams-Brabant 120.197 114.996 310.401 311.234 77.609 103.349 

% 11,58 11,08 29,91 29,99 7,48 9,96 

Arrondissement Leuven 51.444 48.889 143.074 140.318 34.973 46.391 

% 11,06 10,51 30,76 30,17 7,52 9,97 

Holsbeek 1.126 1.051 2.747 2.698 641 796 

% 12,43 11,60 30,32 29,78 7,07 8,79 

Bron: Ecodata, Federale Overheidsdienst Economie, KMO, middenstand & energie 

Tabel 7: Bevolking Holsbeek 2005, verdeling volgens leeftijd 

Leeftijdsklasse Mannen Vrouwen Totaal 

0-4 jaar 242 230 472 

5-9 jaar 306 311 617 

10-14 jaar 314 273 587 

15-19 jaar 264 237 501 

20-24 jaar 238 247 485 

25-29 jaar 228 223 451 

30-34 jaar 297 297 594 

35-39 jaar 361 392 753 

40-44 jaar 387 391 778 

45-49 jaar 377 351 728 

50-54 jaar 325 303 628 

55-59 jaar 296 285 581 

60-64 jaar 238 210 448 

65-69 jaar 189 182 371 

70-74 jaar 190 198 388 

75-79 jaar 126 185 311 

80-84 jaar 96 137 233 

85-89 jaar 26 55 81 

90-94 jaar 13 33 46 

95 jaar en meer 1 6 7 

Totaal 4514 4545 9059 

Bron: Ecodata, Federale Overheidsdienst Economie, KMO, middenstand & energie

Grafiek 2: Bevolkingspiramide Holsbeek op 01/01/2005 


2.1.4. Huishoudens 

Het aantal huishoudens neemt jaarlijks in Holsbeek toe. In 2000 waren er in Holsbeek 3.200 

huishoudens, in 2005 telt Holsbeek 3.394 huishoudens. Dit proces voltrekt zich parallel aan een 

proces van gezinsverdunning. Er zijn meer alleenstaanden, meer kleine gezinnen en minder 

grote gezinnen bestaande uit 3, 4, 5 of meer personen. Gezinskernen worden steeds kleiner. 

Toch zijn de huishoudens in Holsbeek relatief nog groter (2,67 personen) dan in Vlaanderen 

(2,42 pers.), de provincie Vlaams-Brabant (2,45 pers.) en het arrondissement Leuven (2,4 

pers.). 

Tabel 8. Aantal huishoudens op 01.01.’05 

Aantal huishoudens 

8 

Gemiddelde grootte van de 

huishoudens 

Vlaams Gewest 2.501.681 2,42 

Vlaams-Brabant 423.777 2,45 

Arrondissement Leuven 194.007 2,40 

Holsbeek 3.394 2,67 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve Gemeentelijke en Regionale databank en NIS 

Tabel 9. Evolutie type (grootte) van huishoudens in Holsbeek 

jaar Aantal 

huishoudens 

% 

alleenwonend 

% gezinnen 2 

personen 

% gezinnen 3- 

4 personen 

% gezinnen 5 

of meer 

personen 

2000 3.200 19,2 31,7 38,5 10,6 

2001 3.235 19,6 32,0 38,0 10,4 

2002 3.274 20,3 32,7 36,6 10,4 

2003 3.309 20,6 32,7 37,1 9,6 

2004 3.334 21,1 32,5 36,4 10,0 

2005 3.394 21,0 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve Gemeentelijke en Regionale databank en NIS

Grafiek 3: Evolutie aantal huishoudens 1997-2005, Holsbeek 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve Gemeentelijke en Regionale databank 

21% van de huishoudens in Holsbeek zijn alleenstaande mannen of vrouwen. Alhoewel het 

percentage alleenstaanden de laatste jaren beduidend is toegenomen, ligt het percentage 

voor Holsbeek beduidend lager dan dat van het Vlaams Gewest, de provincie Vlaams-Brabant 

en het arrondissement Leuven. Het aantal alleenstaande vrouwen ligt hoger dan het aandeel 

alleenstaande mannen in zowel het Vlaams gewest, de provincie Vlaams-Brabant en het 

arrondissement Leuven. Het betreft waarschijnlijk overwegend alleenstaande weduwen. In 

Holsbeek is het aantal alleenstaande vrouwen ten opzichte van het aantal alleenstaande 

mannen niet zo veel meer. 

Tabel 10. Aantal alleenstaande mannen en vrouwen in 2005 

Vlaams 

gewest 

Provincie Vl. 

Br. 

Arr. Leuven 


Aantal 

alleenstaande 

mannen 

Aantal 

alleenstaande 

vrouwen 

Aantal 

huishoudens 

% 

alleenstaande 

mannen op 

totaal HH 

% 

alleenstaande 

vrouwen op 

totaal HH 

332.525 394.039 2.501.681 13,3 15,8 

51.864 66.204 423.777 12,2 15,6 

26.570 31.309 194.007 13,7 16,1 

343 371 3.394 10,1 10,9 


2.1.5. Samenstelling van de gezinnen 

Een familiekern bestaat uit een wettelijk gehuwd paar met of zonder ongehuwde kinderen, of 

uit een vader of moeder met één of verscheidene ongehuwde kinderen (een familiekern kan 

dus maar een deel van een huishouden zijn) 

Holsbeek telt 865 echtparen zonder kinderen. Dit is 34,5% van het totaal aantal familiekernen. 

Holsbeek heeft relatief iets minder echtparen zonder kinderen dan het arrondissement 

Leuven, de provincie Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest. Het aandeel echtparen met 

kinderen ligt in Holsbeek dan weer beduidend hoger dan in het arrondissement, de provincie 

en het gewest. Het aandeel alleenstaande moeders ligt in Holsbeek lager dan in het 

arrondissement, de provincie en Vlaanderen. Het aandeel alleenstaande vaders in Holsbeek 

daarentegen is ongeveer gelijk met het aandeel hiervan in het arrondissement, de provincie en 

Vlaanderen.

Tabel 11. Familiekernen zonder/met kinderen op 01/01/2004 

Echtparen zonder 

kinderen 

10 

Echtparen met 

kinderen 

Vaders met 

kinderen 

Moeders met 

kinderen 

Totaal 

Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal 

Vlaams Gewest 617.821 37,5 744.449 45,2 81.088 4,9 203.156 12,3 1.646.514 

Prov.Vl.-Brabant 102.874 36,3 128.083 45,2 15.314 5,4 37.118 13,1 283.389 

Arrond. Leuven 47.111 37,5 57.211 45,6 6.041 4,8 15.152 12,1 125.515 

Holsbeek 865 34,5 1292 51,6 123 4,9 224 8,9 2.504 

Bron: NIS, bevolkingsstatistieken 

Bijna de helft van de Holsbeekse bevolking (48,9%) is gehuwd. Dit is iets meer dan gemiddeld 

in het arrondissement, de provincie en het Vlaams Gewest. Ongeveer 4 op 10 inwoners zijn 

ongehuwd. 

Tabel 12. Burgerlijke staat van de bevolking op 01/01/2005 (in absolute aantallen en%) 

Totale bevolking Ongehuwd Gehuwd Gescheiden Weduw(e)n 

(aar) 

Vlaams Gewest 6.043.161 2.417.723 2.825.508 401.856 398.074 

% 100 40,0 46,8 6,6 6,6 

Vlaams-Brabant 1.037.786 426.825 478.849 65.877 66.235 

% 100 41,1 46,1 6,3 6,4 

Arr. Leuven 465.089 190.988 215.593 29.008 29.500 

% 100 41,1 46,4 6,2 6,3 

Holsbeek 9.059 3.665 4.430 454 510 

100 40,5 48,9 5,0 5,6 

Bron: Ecodata 

Daarnaast ligt het aantal gescheidenen en weduw(e)n(aars) in Holsbeek licht onder het 

Vlaams gemiddelde, het gemiddelde van de provincie en van het arrondissement Leuven. Dit 

laatste is logisch, aangezien Holsbeek een lager percentage 65+ heeft dan Vlaanderen, de 

provincie en het arrondissement. Vermoedelijk is er in deze plattelandsgemeente nog sprake 

van een meer traditionele gezinssituatie, met aanwezigheid van vader en moeder. Het is ook 

mogelijk dat het voor personen die gescheiden zijn financieel niet haalbaar is om in de 

gemeente Holsbeek te blijven wonen. 

Weinig alleenwonenden in Holsbeek, weinig weduw(e)n(aars), relatief weinig éénoudergezinnen 

en relatief minder echtgescheidenen, wijst vermoedelijk naar de sociale verdringing van een 

aantal groepen in de gemeente. Hoge huisvestingskosten maken dat gezinnen met één 

inkomen moeilijk in de gemeente kunnen blijven en hun heil elders moeten zoeken. 

Tabel 13. Gemiddeld aantal kinderen per familiekern op 01/01/2004 

Vlaams 

gewest 

Provincie Vl. 

Br. 

Arr. Leuven 


Aantal 

familiekernen 

Bron: NIS, bevolkingsstatistieken 

Aantal 

kinderen 

Gemiddeld 

aantal 

kinderen per 

familiekern 

1.646.514 1.792.743 1,09 

283.389 313.874 1,11 

125.515 136.122 1,08 

2.504 2.979 1,19

2.1.6. Bevolking in Holsbeek: toekomstmogelijkheden en beleidsuitdagingen 

Toekomstmogelijkheden 

- Aangroei van de bevolking 

- Meer inwijking dan uitwijking 

- Jonge bevolking van 0-19 jaar (24,03% van de Holsbeekse bevolking) 

- Grote huishoudens; hoger gemiddeld aantal kinderen per familiekern (= 1,19 t.o.v. 1,08 

in arr. Leuven) 

- Kleine groep alleenstaanden (= 21% van de huishoudens t.o.v. 29,8% in arr. Leuven) 

- Kleine groep alleenstaande vaders en alleenstaande moeders (= 13,7% t.o.v. 16,9% in 

arr. Leuven) 

Beleidsuitdagingen 

- Er is vermoedelijk sociale verdringing van een aantal groepen binnen de gemeente, 

door de hoge prijs van koopwoningen. Gezinnen met 1 inkomen (alleenstaanden, 

weduwen en weduwenaars) zijn in Holsbeek minder aanwezig.

2.2. Ouderen en zorgbehoevenden 

2.2.1. Bevolkingsprognoses 

Tabel 14. Bevolkingsprognose tot 2010 en 2025 in het Vlaams Gewest, Vlaams-Brabant, het arrondissement Leuven 

en Holsbeek, met opdeling naar leeftijdsklassen 

Leeftijd 

2005 2010 2025 

12 

Absoluut 

% Absoluut 

% Absoluut % 

Vlaams Gewest 

0-19 1.338.709 22,18 1.318.117 21,53 1.262.175 20,28 

20-59 3.320.816 55,02 3.302.795 53,95 3.003.577 48,26 

60-79 1.122.182 18,59 1.194.850 19,52 1.550.651 24,92 

80+ 254.176 4,21 306.370 5,00 406.827 6,54 

Totaal 

Provincie Vlaams-Brabant 

6.035.882 100 6.122.133 100 6.223.231 100 

0-19 233.991 22,59 233.443 22,17 221.346 20,56 

20-59 570.239 55,04 568.392 53,98 525.683 48,84 

60-79 188.596 18,20 198.895 18,89 262.882 24,43 

80+ 43.206 4,17 52.201 4,96 66.343 6,16 

Totaal 1.036.032 100 1.052.931 100 1.076.254 100,0 

Arrondissement Leuven 

0-19 100.089 21,53 100.407 21,25 96.780 20,15 

20-59 260.565 56,04 259.093 54,83 235.218 48,98 

60-79 84.310 18,13 89.132 18,86 118.308 24,63 

80+ 19.986 4,30 23.914 5,06 29.955 6,24 

Totaal 464.950 100 472.546 100 480.260 100,0 


0-19 2.170 24,14 2.112 23,35 1.764 19,44 

20-59 4.921 54,75 4.820 53,30 4.397 48,44 

60-79 1.527 16,99 1.672 18,49 2.359 25,99 

80+ 370 4,12 439 4,86 557 6,13 

Totaal 8.988 100 9.044 100 9.077 100 

Bron: Informatiecentrum Welzijn, Volksgezondheid & Gezin – Cultuur, Jeugd, Sport & Media, Bevolkingsprojecties 

van de Studiedienst van de Vlaamse Regering 

Deze bevolkingsprognose die werd opgesteld door de Studiedienst van de Vlaamse Regering 

vertrekt van de bevolking op 01/01/2004 als basisjaar. Wanneer we naar het actuele 

bevolkingsaantal in Holsbeek kijken, zien we dat er op 01/01/2006 reeds 9.205 inwoners zijn in 

Holsbeek en op 01/01/2007 9.395 inwoners. De bevolkingsprognose is dus niet echt correct. De 

studiedienst had de grote inwijking van jonge gezinnen (0-50-jarigen) in de jaren 2005, 2006 en 

2007 niet in rekening gebracht. 

Toch is het goed om even stil te staan bij deze tabel, aangezien er een aantal interessante 

algemene gegevens uit blijken. 

Vergelijken we de cijfers van Holsbeek met de prognoses voor Vlaanderen, Vlaams-Brabant en 

het arrondissement Leuven, dan stellen we vast dat in Holsbeek de 60-79 jarigen ongeveer 

evenveel zullen vertegenwoordigd zijn in 2010 dan in het arrondissement en in de provincie. 

Evenwel was deze groep in 2005 duidelijk minder aanwezig in Holsbeek ten opzichte van het 

arrondissement, de provincie en Vlaanderen. In 2025 zal de groep 60-79 jarigen in Holsbeek 

zelfs meer vertegenwoordigd zijn in Holsbeek ten opzichte van Vlaanderen, het arrondissement

Leuven en de provincie Vlaams-Brabant. De 80-plussers zullen in 2025 ongeveer gelijk 

vertegenwoordigd zijn in Holsbeek, de provincie, het arrondissement en Vlaanderen. In 2010 en 

2025 is deze groep iets minder vertegenwoordigd in Holsbeek ten opzichte van Vlaanderen, 

Vlaams-Brabant en het arrondissement Leuven. 

Gezien de onjuistheid van de basisgegevens kan de procentuele verhouding ouderen - 

jongeren gedurende de komende jaren echter niet geraamd worden. Wel kan er gesteld worden 

dat het aantal 60-70-jarigen zeker zal toenemen in de gemeente Holsbeek. 

2.2.2. Leeftijdsverdeling 

15,8% van de Holsbeekse bevolking is op 01/01/2005 ouder dan 65 jaar. In het arrondissement 

Leuven is 17,5% van de bevolking ouder dan 65 jaar, in de provincie Vlaams-Brabant is dit 

17,4% en in Vlaanderen is dit 17,8%. 

Wanneer we de groep nog verder gaan uitsplitsen en enkel naar de 80-plussers gaan kijken, 

zien we in Holsbeek dat 4,1% van de inwoners op 01/01/2005 ouder is dan 80 jaar. In het 

arrondissement is dit 4,3%, in de provincie is dit 4,2% en in Vlaanderen is dit 4,2%. 

De groep van 65-79 jaar is in Holsbeek dus duidelijk minder vertegenwoordigd dan in het 

arrondissement, de provincie en in Vlaanderen. De groep 80-plussers is maar een klein beetje 

minder vertegenwoordigd ten opzichte van het arrondissement, de provincie en Vlaanderen. 

2.2.3. Ouderdomscoëfficiënt 

De ouderdomscoëfficiënt (de verhouding tussen het aantal ouderen en het aantal jongeren) 

toont ons dat Holsbeek inderdaad nog steeds een relatief jonge bevolking heeft. Op 

01/01/2005 zijn er op 100 jongeren van 0 tot 14 jaar, 85,7 65-plussers. 

Tabel 15. Ouderdomscoëfficiënt (1/01/2005) Bevolking 65+ t.o.v. bevolking 0-14 jaar. 

Aantal 65+ Aantal 0-14 ouderdomscoëfficiënt 

Vlaams Gewest 1.073.880 996.117 107.8 

Prov. Vl.-Brabant 180.958 176.429 102,6 

Arrond. Leuven 81.364 75.525 107,7 

Holsbeek 1.437 1.676 85,7 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve Gemeentelijke en Regionale Databank, eigen berekening 

De evolutie van de ouderdomscoëfficiënt, die in tabel 14 wordt voorgesteld, toont aan dat ook 

Holsbeek, zij het tot nu toe nog in mindere mate, wordt geconfronteerd met processen van 

veroudering. 

Tabel 16. Evolutie ouderdomscoëfficiënten 

2000 2001 2002 2003 2004 2005 

Vlaams Gewest 98 100 102 104 106 107 

Prov. Vl.-Brabant 98 99 100 101 102 103 

Arrond. Leuven 102 103 105 106 107 108 

Holsbeek 83 81 83 85 85 86 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve Gemeentelijke en Regionale Databank, eigen berekening

2.2.4. De grijze druk 

De grijze druk geeft de verhouding aan tussen het aantal personen van 60 jaar of ouder en het 

aantal personen van 20-59 jaar. De groep 20-59-jarigen valt voor een groot deel samen met de 

(potentiële) beroepsbevolking, die de lasten van de vergrijzing moeten opvangen. De grijze druk 

bedraagt in Holsbeek 37,7%, wat betekent dat op elke 100 potentiële arbeidskrachten, er 37,7 

60-plussers zijn. 

Het cijfer van Holsbeek ligt lager dan in het Vlaams Gewest, de provincie Vlaams-Brabant en 

het arrondissement Leuven. De cijfers van de omliggende gemeenten Rotselaar en Tielt-Winge 

zijn ongeveer gelijk. De cijfers van de stad Aarschot en de gemeente Lubbeek liggen beduidend 

hoger, terwijl het cijfer van de stad Leuven een stuk lager ligt. 

Tabel 17. Grijze druk (bevolking 60+ ten opzichte van de bevolking 20-59 jaar) op 01/01/2005 

60+ 20-59 jaar grijze druk 

Vl. Gewest 1.377.529 3.322.914 41,5 

Prov. Vlaams-Brabant 232.102 570.491 40,7 

Arrondissement Leuven 104.370 260.386 40,1 


Aarschot 6.932 15.484 44,8 

Leuven 18.970 53.396 35,5 

Lubbeek 3.005 7.446 40,4 

Rotselaar 3.109 8.321 37,4 

Tielt-Winge 2.088 5.592 37,3 


In 2000 bedroeg de grijze druk in Holsbeek 36,8 %, wat een toename van 0,9% betekent. In 

Vlaanderen is er sinds 2000 een toename van 1%, in de provincie Vlaams-Brabant een 

toename van 0,7% en in het arrondissement een toename van 0,9%. De grijze druk in Holsbeek 

stijgt dus ongeveer evenredig met Vlaanderen, de provincie en het arrondissement. 

Tabel 18.: Evolutie grijze druk 2000-2005 

2000 2001 2002 2003 2004 2005 

Vl. Gewest 40,5 40,6 40,5 40,5 40,9 41,5 

Prov. Vlaams-Brabant 40,0 40,0 39,8 39,8 40,2 40,7 

Arrondissement Leuven 39,2 39,2 39,2 39,1 39,6 40,1 

Holsbeek 36,8 36,4 36,7 37,6 37,9 37,7 


2.2.5. De familiale zorgindex 

De familiale zorgindex is een aanduiding van het aantal hoogbejaarden (80+) ten opzichte van 

de bevolking die er normaliter de zorg voor moet nemen (= de kinderen die zorgen voor hun 

hoogbejaarde ouders). Holsbeek heeft op 01/01/2005 relatief weinig hoogbejaarden, waardoor 

deze zorgindex vrij laag ligt ten opzichte van Vlaanderen, de provincie Vlaams-Brabant en het 

arrondissement Leuven. In de omliggende gemeenten, Lubbeek, Rotselaar en Tielt-Winge is 

deze familiale zorgindex nog lager, omdat deze gemeenten nog minder hoogbejaarden tellen. 

Ten opzichte van de omliggende gemeenten ligt de familiale zorgindex in Holsbeek dus toch 

hoger. 

14

Tabel 19. Familiale zorgindex (bevolking 80+ ten opzichte van de bevolking 50 - 59 jaar) op 01/01/2005 

80+ 50-59 jaar Familiale zorgindex 

Vl. Gewest 254.700 793.995 32,1 



Holsbeek 367 1.208 30,4 

Aarschot 1.210 3.707 32,6 

Leuven 4.350 9.953 43,7 

Lubbeek 504 1.975 25,5 

Rotselaar 543 1.999 27,2 

Tielt-Winge 385 1.399 27,5 


In Tabel 20 wordt de evolutie van de familiale zorgindex voorgesteld in het Vlaams Gewest, 

de provincie Vlaams-Brabant, het arrondissement Leuven en de gemeente Holsbeek. 

Tabel 20.: Evolutie familiale zorgindex 2000-2005 

2000 2001 2002 2003 2004 2005 

Vl. Gewest 28,6 29,4 30,0 30,4 31,2 32,1 





2.2.6. Interne vergrijzing 

De interne vergrijzing geeft weer wat het aandeel is van de bevolking van 80 jaar of ouder in 

de bevolking van 60 jaar of ouder. Een grote interne vergrijzing geeft weer dat de oudere 

bevolking uit vrij veel hoogbejaarden bestaat. Let wel dat dit los staat van de omvang van de 

bevolking van 60 jaar of ouder. Dit is niet zonder belang voor de afstemming van het 

zorgaanbod. Maar ook vice versa heeft de aanwezigheid van een bepaald zorgenaanbod 

invloed op de interne vergrijzingsindex. Factoren zoals vergrijzing en aantal weduw(e)n(aars) 

worden mede verklaard vanuit het feit of er al dan niet rusthuizen zijn in de gemeente. 

In Holsbeek bedraagt de interne vergrijzing 19,5%, dit is hoger dan het Vlaams Gewest, de 

provincie Vlaams-Brabant, het arrondissement Leuven en alle omliggende gemeenten, buiten 

de stad Leuven. Sinds 01/01/2000 is deze interne vergrijzing toegenomen in Holsbeek met 

2%. In Vlaanderen is er een toename van 3,2%, in de provincie is er een toename van 3,6% 

en in het arrondissement 3,3%. Dit betekent dat het aantal hoogbejaarden toeneemt in het 

aantal bejaarden. 

Tabel 21.: Interne vergrijzing (bevolking 80+ ten opzichte van de bevolking 60+) op 01/01/2005 

80+ 60+ Interne vergrijzing 

Vl. Gewest 254.700 1.377.529 18,5 



Holsbeek 367 1.885 19,5 

Aarschot 1.210 6.932 17,5 

Leuven 4.350 18.970 22,9 

Lubbeek 504 3.005 16,8 

Rotselaar 543 3.109 17,5 

Tielt-Winge 385 2.088 18,4 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve Gemeentelijke en regionale Databank

In tabel 22 wordt de evolutie van de interne vergrijzing voorgesteld in het Vlaams Gewest, de 

provincie Vlaams-Brabant, het arrondissement Leuven en de gemeente Holsbeek. 

Tabel 22.: Evolutie interne vergrijzing 2000-2005 

2000 2001 2002 2003 2004 2005 

Vl. Gewest 15,3 16,0 16,8 17,4 17,9 18,5 





2.2.7. Een overzicht van de partners in de thuiszorg: wie helpt waarmee in Holsbeek? 

Voor de gegevens betreffende OCMW Holsbeek werd er hoofdzakelijk een beroep gedaan op 

het jaarverslag 2005 en 2006. 

2.2.7.1 Informatie, advies & financiële hulp 

2.2.7.1.1 OCMW 

Het OCMW biedt op zich een gevarieerd aanbod aan thuiszorg. In de eerste plaats wordt er 

onder bepaalde voorwaarden financiële hulp geboden. Hieronder vallen het leefloon, de 

steunen (bijdrage ziekte & invaliditeit, hospitalisatiekosten, kosten medische verzorging, …) en 

de voorschotten (pensioenen, ziekte & invaliditeit, tegemoetkomingen gehandicapten, …). 

Daarnaast kan iedere oudere en zorgbehoevende op het OCMW terecht voor informatie en 

advies omtrent sociale, financiële, juridische of psychologische aangelegenheden. De sociale 

dienst helpt om bepaalde materiële en financiële voordelen te kunnen verkrijgen. Onder de 

sociale voordelen vallen tegemoetkomingen als: de inkomensgarantie voor ouderen, de 

tegemoetkoming hulp aan bejaarden, de parkeerkaart, de voorbehouden zitplaatsen, de 

verwarmingstoelage en de nationale verminderingskaart. 

2.2.7.1.2 De ziekenfondsen 

Ziekenfondsen bieden ouderen en zorgbehoevenden een ruime dienstverlening aan met 

betrekking tot de organisatie van de thuiszorg. Naast de ziekteverzekering gaat dit van 

vrijblijvend advies tot premies en tussenkomsten waarop men recht heeft. Verder helpt men 

eveneens bij de zoektocht naar de juiste hulpverlening en bemiddelt men indien nodig bij 

moeilijkheden daaromtrent. 

In Holsbeek zijn zowel de Christelijke als de Socialistische en de Neutrale Mutualiteit 

operationeel. De Socialistische Mutualiteit beschikt over een mobiel kantoor, de Christelijke en 

de Neutrale Mutualiteit over brievenbussen. 

Binnen de Christelijke Mutualiteit werden er 5 kernen van ziekenzorg opgericht in de gemeente. 

Dit om de integratie van langdurig zieken in onze samenleving te bevorderen. 

16

2.2.7.2 Dienstverlening 

2.2.7.2.1 Huisartsen en thuisverpleging 

In Holsbeek staan er 15 huisartsen in voor de medische verzorging. In het kader van de 

thuisverpleging kan men beroep doen op het Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant, op de Liberale en 

de Socialistische Mutualiteit (aan huis verpleegkundigen op zelfstandige basis) of op particuliere 

verpleegkundigen (4). 

2.2.7.2.2 Paramedische hulp 

Aanvullende gespecialiseerde en medische hulp kan in Holsbeek verkregen worden van 

logopedisten (1 – spraakrevalidatie), kinesitherapeuten (13 – massage en beweging), pedicures 

(3 - voetverzorging) en diëtisten (2 - voedingadvies). 

Medicatie kan men verkrijgen bij 3 apothekers, gevestigd in iedere deelgemeente (met 

uitzondering van Sint-Pieters-Rode). 

2.2.7.2.3 Gezinszorg 

Door het uitgebreid aanbod van thuiszorgdiensten,de uitgebouwde professionele zorgverlening 

en de verschillende tegemoetkomingen binnen de mantelzorg krijgen ouderen en 

zorgbehoevenden de dag van vandaag meer kansen aangeboden om langer thuis te kunnen 

blijven wonen. De gezinszorg is 1 vorm van bijstand, maar ook diensten als de poetsdienst, de 

dienst warme maaltijden, … zitten in het totaalpakket van de thuiszorg vervat. 

Het aantal uren gezinszorg dat in 2002 per inwoner in Holsbeek werd gepresteerd ligt vrij hoog 

in vergelijking met het gemiddelde aanbod voor Vlaanderen, de provincie en de omliggende 

gemeenten. Dit komt overeen met een totaal aan 27.856 uren, opgenomen door het OCMW, de 

Landelijke thuiszorg, Familiehulp, Thuishulp en solidariteit Gent. 

Tabel 23: aantal gepresteerde uren gezinszorg per inwoner in 2002 

Vlaams Gewest 2,3 

Prov. Vlaams-Brabant 1,8 

Holsbeek 3,1 

Aarschot 3,0 

Tielt-Winge 2,6 

Leuven 2,8 

Lubbeek 2,5 

Rotselaar 2,6 

Bron: website van de Vlaamse Gemeenschap

62,0% 

Procentuele verdeling gezinszorg Holsbeek 

18 

0,3% 

1,0% 

21,1% 

15,6% 

Familiehulp 

Landelijke thuiszorg 

OCMW 

Solidariteit Gent 

Thuishulp 

Bij het OCMW is het aantal uren gezinszorg op 10 jaar tijd sterk toegenomen: van 13.291,15 

uren in 1996 tot 18182,45 uren in 2005. Het aantal gezinnen daarentegen blijft jaarlijks een 

zekere stabiliteit behouden, hetgeen erop duidt dat de hulpverlening doorheen de jaren 

intensiever gebeurt. Het OCMW bereikte in 2005 75 cliënten (= mannen, vrouwen + gezinnen). 

Met de dienst gezinszorg worden er hoofdzakelijk hoogbejaarden verder geholpen. 83,2% is 

ouder dan 70 jaar. 49,5% is ouder dan 80 jaar. 

Ten opzichte van de gehele oudere populatie in Holsbeek doen er 6,5% van de ouderen (+65 

jaar) een beroep op de dienst gezinszorg. 

Om de continuïteit binnen de thuiszorg te verzekeren worden er in de vakantiemaanden juli en 

augustus jobstudenten aangeworven door het OCMW. 

2.2.7.2.4 Poetshulp 

Het aantal uren poetshulp (= 10.401 uren) dat door het OCMW wordt aangeboden ligt in 2005 

beduidend lager ten opzichte van de vorige jaren. Deze daling is te wijten aan de 

overschakeling van een aantal personeelsleden en cliënten naar de dienst huishoudhulp. 

AANTAL 

18000 

16000 

14000 

12000 

10000 

8000 

6000 

4000 

2000 

0 

EVOLUTIE UREN POETSDIENST 

14725 14284 14446 15699 16038 16024 15201 15887 15251 

10401 

J96 J97 J98 J99 J00 J01 J02 J03 J04 J05 

JAAR

Door de invoering van de dienst huishoudhulp in het kader van de dienstencheques werd de 

poetsdienst in 2005 gereorganiseerd. Een groot aantal cliënten van de poetsdienst zijn 

overgeschakeld naar de dienst huishoudhulp omwille van het financiële voordeel dat men hierbij 

had. De bijdrage van de cliënt voor de poetsdienst is namelijk afhankelijk van de 

inkomensgrootte en dus nadelig voor mensen met een hoog inkomen. Hierdoor wordt er door 

de poetsdienst enkel een oudere doelgroep (65 jaar en ouder) bereikt. Dit gezien de vaak 

lagere pensioeninkomsten bij de hoogbejaarden. 

Het overgrote gebruikersaandeel binnen de poetsdienst kan dan ook gesitueerd worden binnen 

de groep van de 80-plussers (58%). De leeftijdsgroep 66-70 jaar is hier in mindere mate 

vertegenwoordigd (5,3%). 

Ten opzichte van de gehele oudere populatie in Holsbeek doen er 4,1% van de ouderen een 

beroep op de poetsdienst van het OCMW. 

Andere partners op het terrein van de poetshulp: Familiehulp, Landelijke thuiszorg en 

Solidariteit Gent, bieden hier een beperkt pakket aan dienstverlening aan. 

2.2.7.2.5 Huishoudhulp 

Op 20 april 2004 is het OCMW gestart met de dienst huishoudhulp in het kader van de 

dienstencheques. Deze dienst werd opgericht in samenwerking met het PWA. Dit om enerzijds 

de lopende wachtlijst binnen de poetsdienst van het OCMW aan te pakken en anders tegemoet 

te komen aan gebruikers in behartenswaardige situaties én om bijkomende jobs te creëren 

binnen de gemeente. Dienstencheques kunnen aangewend worden voor de aankoop van 

huishoudelijke hulp zoals het schoonmaken van de woning, boodschappen doen, wassen en 

strijken, kleine occasionele naaiwerken en het bereiden van maaltijden. 

In 2005 zijn er 41 cliënten overgegaan van de poetsdienst naar de dienst huishoudhulp, dit 

omwille van het financiële voordeel dat het met zich meebracht. De tarieven van de poetsdienst 

worden vastgesteld op basis van het inkomen, is dit te hoog dan heeft de cliënt er financieel 

voordeel bij dienstencheques aan te wenden. Hieraan gekoppeld zijn er ook een aantal 

poetsvrouwen overgestapt naar de dienst huishoudhulp, hetgeen een opmerkelijke stijging 

binnen het aantal aangeboden uren hulp met zich meebracht ten opzichte van 2004. 

Binnen de dienst huishoudhulp werden er in 2005 28.067 uren hulp geboden door het OCMW,. 

In 2004 waren dit er 8.745. 

AANTAL 

30000 

25000 

20000 

15000 

10000 

5000 

0 

EVOLUTIE AANTAL UREN 

8745 

J04 J05 

JAAR 

28067

De vraag naar huishoudhulp blijft tot heden sterk toenemen. Het OCMW probeert zoveel 

mogelijk aan deze vraag te beantwoorden, maar stelt vast dat de vraag van de cliënten groter is 

dan het personeelsaanbod, ondanks een uitbreiding van 15 personeelsleden binnen de dienst 

huishoudhulp in 2005. 

Binnen het totaal aantal gebruikers van de dienst huishoudhulp werd het gebruikersaandeel van 

de ouderen (+65 jaar) eind 2005 vastgesteld op 36,7%. Hierbinnen zijn het vooral de 76-85jarigen 

die er een beroep op doen (54,3%). Het gebruikersaandeel binnen de groep van 

ouderen is het kleinst bij de 80-plussers (6,2%). 

Ten opzichte van de gehele oudere populatie in Holsbeek doen er 5,7% van de ouderen (+65 

jaar) een beroep op de dienst huishoudhulp. 

Huishoudhulp wordt eveneens aangeboden door een groot aantal organisaties actief binnen de 

gemeente, gaande van interim-kantoren tot vzw’s. Gezien de grote diversiteit van deze 

instanties is het echter moeilijk een zicht te verwerven op de concrete invulling hiervan. 

2.2.7.2.6 Klusjesdienst 

De OCMW klusjesdienst verleende in 2005 aan 78 cliënten (mannen, vrouwen & gezinnen) hulp 

in en om het huis. 90% van de gebruikers zijn ouder dan 65 jaar. De beperkte 

personeelscapaciteit (2 personeelsleden) gecombineerd met de stijgende aanvragen hebben 

momenteel een beperkte wachtlijst (uitgezonderd dringende karweitjes) ontwikkeld. 

Het probleem dat zich binnen deze dienst hoofdzakelijk stelt is de seizoensgebonden drukte. 

Tijdens de zomerperiode ligt het aantal aanvragen aanzienlijk hoger (meer werk buitenhuis) dan 

in de winterperiode. De huidige personeelsbezetting voldoet daarmee normaal gezien wel aan 

de aanvragen in de winter, maar kan tijdens de zomermaanden niet meteen tegemoetkomen 

aan alle verwachtingen van de cliënten. Hierdoor wordt er door het OCMW voor bijkomende 

personeelsondersteuning gezorgd en dit door de aanwerving van jobstudenten tijdens de 

vakantiemaanden juli, augustus en september. 

Ten opzichte van de gehele oudere populatie in Holsbeek doen er 6% van de ouderen (+65 

jaar) een beroep op de klusjesdienst. 

2.2.7.2.7. Bedeling van maaltijden 

In 2005 bedeelde het OCMW 11.202 maaltijden. Dit aantal is gelijklopend met dat van de vorige 

jaren. Ondanks de toenemende mogelijkheden om zich kant en klare (diepvries)maaltijden aan 

te schaffen blijft deze dienstverlening toch succesvol. Vooral het feit dat er aangepaste 

(dieet)menu’s voorzien worden én dat men de voeding aan huis levert, wordt ten zeerste 

geapprecieerd door de cliënten. De grootse groep afnemers zijn de 81-85-jarigen (34%), 

meteen gevolgd door de 76-80-jarigen (27%). 

Van alle oudere inwoners uit Holsbeek laten er 5,9% (= +65 jaar) een maaltijd aan huis leveren 

door het OCMW. 

20

2.2.7.2.8 Dienst personenalarm 

Het OCMW beschikt over een dienst personenalarm. Mensen die ondanks een verminderde 

fysische zelfredzaamheid toch alleen willen en kunnen blijven wonen kunnen zich hierop 

aansluiten. Zo kan men in noodsituaties, via een alarmcentrale, steeds een beroep doen op de 

bijstand van familie of buren. Sinds 2003 werkt het OCMW samen met de firma Tele-Hulp te 

Oudenaarde om deze dienstverlening mogelijk te maken. 

In 2005 waren er in het totaal 55 personen aangesloten op het alarmeringssysteem. 

Van de totale groep ouderen uit Holsbeek beschikt er 3,8% (= + 65 jaar) over een 

personenalarm. 

Ouderen en zorgbehoevenden kunnen voor een alarmeringsysteem eveneens terecht bij de 

Christelijke Mutualiteit. Er is geen weet van andere private partners op dit terrein. 

OCMW 

2.2.7.2.9 Oppas of assistentie 

Het OCMW werd in 2005 688 keer ingeschakeld om dringende en tijdelijke hulp te verlenen aan 

97 ouderen. Aan iedere oudere werd er gemiddeld 2,5 uur besteed. 

Het betreft hier in hoofdzaak begeleiding van cliënten en verlening van kortstondige hulp 

(oppas, boodschappen doen, bed opmaken, …). 

Vanaf 17/09/2007 startte het OCMW Holsbeek met een oppasdienst in samenwerking met 

PWA. Iedere weekdag kan er van 8.30u tot 16.30u beroep gedaan worden op deze dienst via 

het OCMW. De bedoeling is dat de PWA – medewerker oppas verleent, waaronder ook: gaan 

wandelen, controle uitvoeren op medicatie, spuiten (vb bij diabetes) toedienen, eten klaarmaken 

en eten geven, … . 

Poetsen, cliënten helpen om naar de WC te gaan, cliënten in of uit bed halen, … behoren niet 

tot haar takenpakket. 

Wit-Gele Kruis 

Het Wit-Gele Kruis beschikt over een oppasdienst voor ouderen, maar wel enkel voor leden. 

Seniorama 

De dienst mantelzorg van Seniorama heeft een vrijwilligerssysteem (6 personen) uitgebouwd 

waarbij men dag- en nachtopvang (sinds oktober 2006) van ouderen kan verzorgen. Hierop 

kunnen inwoners van Holsbeek eveneens een beroep doen. 

RVT Sint-Margaretha 

Het rustoord RVT Sint-Margaretha biedt momenteel geen mogelijkheden voor dag-, 

nachtopvang en/of kortverblijf. Aanvragen voor erkenning zijn wel lopende waardoor een 

dagverzorgingscentrum (met een capaciteit van 15 personen) in Holsbeek binnen enkele jaren 

feit zal zijn.

Andere diensten 

Mantel 

Vrijwilligers bieden gezelschap en veiligheid aan zorgbehoevende bejaarden, langdurig zieken 

en mensen met een handicap tijdens de afwezigheid van de zorgdragers. 

De leuning 

Thuisoppas bij personen boven de 50 jaar. 

Pallium 

Biedt hulp en begeleiding bij personen die ongeneeslijk ziek zijn en wiens ziekte terminaal is. 

Jobdienst KUL 

Oppas door vrijwilligers (studenten) bij ouderen, volwassenen en kinderen, personen met een 

handicap en chronisch zieken. 

Thuisoppas 

Oppasdienst voor thuiszorgpatiënten. 

Thuishulp Brabant 

Oppasdienst voor ouderen, volwassenen en zieke kinderen. 

Vrijwilligerswerking van de Vlaamse Liga tegen Kanker 

Thuisoppas bij kankerpatiënten (volwassenen en kinderen) en kinderen van volwassen 

kankerpatiënten. 

Solidariteit voor het gezin 

Thuisoppas bij ouderen, volwassenen en kinderen, personen met een handicap en chronisch 

zieken. 

Ouderengezelschapsdiensten 

Oppas bij ouderen door vrijwilligers. 

Ziekenoppasdienst Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant 

Oppasdienst voor leden van het Wit-Gele Kruis. 

2.2.7.2.10. Aangepast wonen 

Levenslang wonen in Holsbeek 

Bij Seniorama bestond reeds het project “Wonen van Ouderen”. In 1998 werd dit uitgebreid 

door in het Hageland sensibiliseringsacties te voeren rond de verbetering van de woonsituatie 

van ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Door het OCMW werd een samenwerking 

opgezet met Seniorama om hier als Hagelandse gemeente mee in te kunnen stappen. In 1999 

is het OCMW van start gegaan met het project “Levenslang Wonen in Holsbeek”. De bedoeling 

is door middel van aanpassings- en verbouwingswerken ouderen, chronisch zieken en 

gehandicapten de mogelijkheid te geven om levenslang in hun woning te blijven wonen. 

22

In 2005 behandelde het OCMW 10 dossiers rond woningaanpassing. Hierin kwamen diverse 

woningrenovaties aan bod, gaande van de plaatsing van een verhoogd toilet en plaatsing van 

dubbele beglazing tot allerhande dakwerken en de installatie van elektrische rolluiken. 

Woningaanpassingspremie & verbeteringspremie voor woningen 

Een woningaanpassing kost geld. Daarom onderzoekt het OCMW eveneens naar de meest 

voordelige financiële oplossing voor de cliënt. Dit gebeurt op basis van het inkomen. Zo kunnen 

de aanpassingen eventueel gebeuren door de klusjesdienst van het OCMW en worden de 

kosten door het OCMW zelf gefactureerd. Indien de financiële middelen beperkt zijn kan er ook 

aanspraak gemaakt worden op volgende premies uitgekeerd door de provincie Vlaams-Brabant 

en het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap: 

- Verbeteringspremie voor woningen 

- Woning- en aanpassingspremie voor bejaarden en gehandicapten 

Indien het inkomen te hoog is om in aanmerking te komen voor een financieel voordeel dient 

men de aanpassingen zelf te bekostigen. 

2.2.7.2.11. Ouderenvervoer 

Het OCMW biedt via de opvangdienst dringend vervoer aan ouderen en zorgbehoevenden (zie 

ook punt 2.2.7.2.9.). 

DAV mobiel Leuven & Seniorama voorzien eveneens aangepast vervoer en een 

boodschappendienst in dringende gevallen voor diegenen die omwille van mobiliteitsbeperking 

geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Daarnaast kan men in de regio beroep 

doen op andere aangepaste vervoersdiensten. Deze worden aangeboden door De Lijn, De 

NMBS, het Rode Kruis en de ziekenfondsen. (zie ook 6.1.5 vervoer voor personen met een 

beperkte mobiliteit) 

In de gemeente rijdt er een belbus die ouderen op verzoek kunnen aanvragen. Deze haalt 

iedereen op aan de dichtstbijzijnde plaats. Holsbeek beschikt over 1 belbusgebied, zijnde 

Rotselaar – Holsbeek – Tielt-Winge. 

In 2007 zullen er hieromtrent infomomenten georganiseerd worden binnen de verschillende 

bejaardenbonden. Dit om een eventueel bestaande informatiekloof betreffende deze 

dienstverlening bij de ouderen te dichten. 

2.2.7.2.12. Bibliotheek aan huis 

Het OCMW startte, in samenwerking met het PWA en de openbare bibliotheek, in de zomer van 

2006 met het project Bibliotheek aan huis. Alle oudere, zieke en minder mobiele personen van 

de gemeente die zich niet meer naar de bibliotheek kunnen verplaatsen kunnen hiervan gebruik 

maken. Eind 2006 telde deze dienst 30 gebruikers.

2.2.7.3. Intramurale zorgverlening 

2.2.7.3.1. Rust- en verzorgingstehuis Sint-Margaretha 

Holsbeek heeft 1 rustoord voor bejaarden met een capaciteit van 17 erkende rustoordbedden 

en 60 erkende rust- en verzorgingstehuisbedden. De accommodatie bestaat uit 63 

éénpersoonskamers, 6 tweepersoonskamers en 2 zorgflats, wat een opnamecapaciteit van 77 

bewoners geeft. Naast de dagelijkse verzorging zijn er aangepaste activiteiten waaronder de 

vaste wekelijkse activiteiten (turnen, krant lezen, kookactiviteit, geheugenspel zoals bingo of rad 

van fortuin, …) en de activiteiten afhankelijk van het seizoen (uitstap naar Scherpenheuvel of 

Waanrode, wandeling in de omgeving, optredens, …) . De doelgroep bestaat uit 

zorgbehoevende en dementerende ouderen. Het rustoord heeft een afdeling licht 

dementerende ouderen. 

Het rustoord wordt geconfronteerd met een lange wachtlijst. Iedere aanvraag van deze 

wachtlijst wordt individueel en op basis van hoogdringendheid behandeld. 

Dit zijn echter relatieve gegevens en duiden niet meteen een correcte indicatie van het aantal 

effectieve wachtenden aan. Onverwachte externe factoren (zoals bijvoorbeeld permanente 

ziekenhuisopname) zorgen er bij patiënten vaak voor dat er geen behoefte meer is aan een 

rusthuisopname. Dit wordt zelden of nooit gesignaleerd aan het rusthuis. Dit, gecombineerd met 

het feit dat ouderen in verschillende rustoorden worden ingeschreven, leidt tot extra (onnodige) 

plaatsen op de lopende wachtlijst. 

Algemeen wordt toch vastgesteld dat het aantal ouderen, die in een rusthuis wensen te 

verblijven, beduidend groot is. Dit is een algemene tendens binnen de hele Leuvense regio. Alle 

rusthuizen van het arrondissement worden geconfronteerd met lange wachtlijsten. 

Serviceflats De Parel 

2.2.7.3.2. Serviceflats 

Het rustoord RVT Sint-Margaretha beschikt over 16 serviceflats die iedere oudere een 

woonoppervlak van 54m² bieden. Zij kunnen bewoond worden door zowel alleenstaanden als 

koppels. 

Ze kunnen bewoond worden door zowel inwoners van Holsbeek als van de regio en kunnen 

enkel gehuurd worden. Er is een permanente bezetting en er staan een 50-tal aanvragen op de 

wachtlijst. Jaarlijks zijn er gemiddeld zo’n 2 à 3 opnames. 

Private seniorenresidenties 

In de zomer van 2006 werd de bouw opgestart van een private serviceresidentie met 33 

woonflats voor senioren. Deze flats zijn gelegen te Sint-Pieters-Rode. 

De seniorenresidenties kunnen bewoond of verhuurd worden door ouderen (met voorrang aan 

inwoners van de gemeente) en zouden begin 2008 instapklaar zijn. 

24

2.2.7.4 Seniorenraad 

In de gemeente zijn er 6 seniorenverenigingen actief waarvan er telkens 2 afgevaardigde leden 

zetelen in de seniorenraad. 

De seniorenraad werd opgericht met als doel advies te geven over zaken die senioren 

aanbelangen. De ervaring en deskundigheid van de senioren kunnen immers beschouwd 

worden als een schat aan menselijk kapitaal dat volledig benut moet worden. 

2.2.7.5. SIT 

OCMW Holsbeek participeert binnen het deelsit West-Hageland. 

De SIT’s fungeren als overlegplatform en ondersteunen & coördineren de zorgen 

hulpverlening rond de patiënt thuis. 

Een samenwerkingsinitiatief houdt in dat verschillende zorgverleners (professionelen, 

vrijwilligers, mantelzorg) met elkaar samenwerken, overleggen en afspraken maken, opdat de 

hulp die ze aan een zorgbehoevende persoon bieden goed gecoördineerd en op elkaar 

afgestemd zou worden. De nadruk wordt hierbij gelegd op een integrale benadering van de 

zorgbehoevende persoon en op continuïteit & kwaliteit van de zorg. 

Een SIT kan verwijzen naar een zorgbemiddelaar, die samen met de patiënt en de familie 

(mantelzorger) een zorgenplan opstelt, de zorg ondersteunt en ook het ontslag uit het 

ziekenhuis coördineert.

2.2.8. Ouderen en zorgbehoevenden: toekomstmogelijkheden, beleidsuitdagingen, 

sterkten en werkpunten 


- Holsbeek telt minder ouderen dan gemiddeld in Vlaanderen, de provincie Vlaams- 

Brabant en het arrondissement Leuven 

- De verhouding tussen het aantal jongeren (0-14 jaar) en het aantal ouderen (65+), de 

‘ouderdomscoëfficiënt’, ligt in Holsbeek lager dan gemiddeld in Vlaanderen, de 

provincie en het arrondissement Leuven. 

- De verhouding tussen het aantal personen van 60 jaar of ouder en het aantal personen 

van 20-59 jaar (de potentiële beroepsbevolking), de ‘grijze druk’, ligt in Holsbeek lager 

dan in Vlaanderen, de provincie, het arrondissement en enkele omliggende gemeenten. 

- Ook de ‘familiale zorgindex’, wat het aantal hoogbejaarden (80+) is ten opzichte van de 

bevolking die er normaliter de zorg voor moet nemen (50-59-jarigen = de kinderen die 

zorgen voor hun hoogbejaarde ouders) ligt lager dan in Vlaanderen, de provincie, het 

arrondissement en de omliggende steden. In de omliggende gemeenten ligt deze wel 

nog lager dan in Holsbeek. 

- Holsbeek telt actieve ziekenzorgkernen met mogelijkheid om vrijwilligers in te schakelen 


- Het aantal ouderen en hoogbejaarden neemt toe. 

- Holsbeek heeft een hoge ‘interne vergrijzing’, dit is het aandeel van de bevolking van 80 

jaar of ouder in de bevolking van 60 jaar of ouder. Een grote interne vergrijzing geeft 

weer dat de oudere bevolking uit vrij veel hoogbejaarden bestaat en dat de 

zorgbehoevendheid hoger ligt. 

- De zorgnood stijgt jaarlijks. Er zijn meer aanvragen dan de mogelijkheid van de diensten 

om hierop een antwoord te bieden. Het aanbod is te laag ondanks thuishulp, familiehulp, 

dienstencheques. 

Sterkten 

- Het OCMW beschikt over een goed uitgebouwd aanbod aan thuiszorgdiensten. 

- De dienst gezinszorg bereikt haar doelpubliek, zijnde hoogbejaarden en zwaar 

zorgbehoevende bejaarden. 

- Er is een seniorenraad, waardoor de belangen van iedere oudere behartigd kunnen 

worden. 

- In de gemeente zijn er verscheidene seniorenverenigingen actief die allerlei activiteiten 

organiseren. 

- Het rustoord in Holsbeek heeft 77 bedden en biedt serviceflats aan. 

- Daarbij aansluitend volgt de private residentie met 33 woongelegenheden voor ouderen. 

- OCMW Holsbeek is sinds 2004 van start gegaan met de dienstencheques, de vraag 

naar huishoudhulp blijft tot heden sterk toenemen. 

- De plannen voor oprichting van een dagverzorgingscentrum zijn lopende. 

26

Werkpunten 

- De klusjesdienst kampt met seizoensgebonden drukte waardoor er regelmatig wachtlijsten 

ontstaan. 

- Omwille van personeelstekort kampt de dienst huishoudhulp van het OCMW met een 

wachtlijst van 30 personen. Dit personeelstekort is enerzijds te wijten aan het hoge 

personeelsverloop, anderzijds aan het niet vinden van voldoende geschikte kandidaten. 

Ondanks verscheidene aanwervingsacties dienen er zich betrekkelijk weinig kandidaten aan 

die beantwoorden aan het gevraagde functieprofiel. 

- Kanalen voor netwerkvorming bestaan, maar kunnen verbeterd worden. 

- Er is duidelijke nood aan aangepast vervoer, met in de eerste plaats een uitbreiding van de 

belbusgebieden en –haltes. Ondanks de verbeterde dienstverlening van de Lijn blijft 

mobiliteit nog wel een probleem voor heel wat ouderen en zorgbehoevenden. 

- Er is ook nood aan tussenvormen van opvang: dagopvang, nachtopvang, hersteloord, 

oppasdiensten aan huis, kortverblijf. Het rustoord beschikt in 2006 over een wachtlijst van 

18 plaatsen voor dagopvang en kortverblijf. 

- Het rusthuis wordt geconfronteerd met een lange wachtlijst. Ook voor hun serviceflats zijn er 

personen wachtende. 

- Gerichte informatie naar ouderen of een soort van ouderengids ontbreekt vooralsnog. 

- Er is geen echt aanspreekpunt voor ouderen. De nood voor een dienstencentrum groeit.

2.3. Kinderen, jongeren en gezin 

Op 01.01.05 telt Holsbeek 2.177 inwoners, jonger dan 20 jaar. Dat stemt overeen met 24% 

van de Holsbeekse bevolking. Het aantal jongeren (0 - 19 jaar t.o.v. de totale bevolking) daalt 

op 15 jaar tijd van 25,6% naar 24%. Hiermee volgt Holsbeek de tendens van Vlaanderen, de 

provincie en het arrondissement. 

Tabel 24. Aandeel van de jeugd (0-19 jaar) t.o.v. de totale bevolking 

1/01/1990 1/01/2005 

Vlaams Gewest 24,6 22,2 

Prov. Vl.-Brabant 23.8 22.7 

Arr.Leuven 23,3 21.6 

Holsbeek 25,6 24,0 

Bron: NIS, Bevolkingsstatistieken 

2.3.1. Groene druk 

De jonge inwoners van de gemeente Holsbeek drukken evenals de ouderen op de lasten 

van de beroepsbevolking. De groene druk weegt in Holsbeek meer door dan dit het geval is 

in Vlaanderen, de provincie en het arrondissement en de omliggende gemeenten en steden 

van Holsbeek. De groene druk geeft de verhouding aan tussen het aantal personen van 0-19 

jaar en het aantal personen in de beroepsbevolking van 20 tot 59 jaar. 

Tabel 25. Groene druk (bevolking 0 - 19 jaar ten opzichte van de bevolking 20 - 59 jaar) op 01/01/2005 

0 - 19 jaar 20-59 jaar groene druk 

Vl. Gewest 1.342.718 3.322.914 40,4 




Aarschot 4.315 15.484 35,0 

Leuven 17.544 53.396 32,9 

Lubbeek 3.134 7.446 42,1 

Rotselaar 3.573 8.321 42,9 

Tielt-Winge 2.251 5.592 40,3 


2.3.2. Kinderen geboren in kansarme gezinnen 

Als we naar de meest kwetsbare groep kijken, stellen we vast dat het percentage geboorten in 

kansarme gezinnen op 01/01/2005 in Holsbeek 1,7% bedraagt (2 kinderen), terwijl dit voor het 

arrondissement Leuven 2,9%, voor de provincie Vlaams-Brabant 2,3% en voor het Vlaams 

Gewest 5,9% is. 

Tabel 26. Kinderen geboren in een kansarm gezin (aantal en%) op 01.01.2005 

Gebied 

geboorten in 2004 Kinderen geboren in 

een kansarm gezin 

% 

Vlaams Gewest 63.906 3.739 5,9 

Provincie Vlaams-Brabant 11.009 252 2,3 

Arrondissement Leuven 5.115 149 2,9 

Holsbeek 118 2 1,7 


28

2.3.3. Kinderen van alleenstaanden 

Het aantal kinderen van alleenstaanden ligt zoals verwacht in Holsbeek lager dan in 

Vlaanderen, de provincie en het arrondissement. 

Tabel 27. Kinderen van alleenstaanden tussen 0 - 18 jaar op 01.01.04 

Gebied Kinderen van alleenstaanden % van de bevolking 

Vlaams Gewest 113.971 1,9 

Provincie Vlaams-Brabant 21.371 2,1 


Holsbeek 145 1,6 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve gemeentelijke en regionale databank, centrum voor bevolkings-en 

gezinsstudiën 

2.3.4. Onderwijs in Holsbeek 

Holsbeek telt 6 basisscholen waar kinderen vanaf 2,5 jaar tot 12 jaar schoollopen: 

- De gemeentelijke basisschool De Zilverlinde te Holsbeek 

- De gemeentelijke basisschool De Gobbel te Kortrijk-Dutsel 

- De gemeentelijke basisschool te Nieuwrode 

- De vrije gemengde basisschool te Holsbeek-Attenhoven 

- De vrije gemengde basisschool De Klim-Op te Nieuwrode 

- De vrije kleuterschool te Holsbeek 

Overzicht schoolgaande jeugd Holsbeek februari 2007. 

Kleuters Lagere 

school 

Totaal 

Gemeenteschool De Zilverlinde / 119 119 

Gemeenteschool De Gobbel 120 154 274 

Gemeenteschool Nieuwrode 81 91 172 

Vrije basisschool Holsbeek-Attenhoven 92 139 231 

Vrije basisschool De Klim-Op te Nieuwrode 30 56 86 

Vrije kleuterschool De Klim-Op Holsbeek 66 / 66 

Totaal 948 

Opmerking: de drie afdelingen van de gemeentelijke basisschool vormen 1 school en de vrije school afdeling 

Nieuwrode en Holsbeek-Dorp vormen ook 1 school.

Evolutie schoolgaande jeugd Holsbeek 2001-2007 (leerlingenaantallen op 1 februari) 

GS De Zilverlinde GS De Gobbel GS Nieuwrode VS Holsbeek- 

Attenhoven 

Leerlingenaantal 

180 

160 

140 

120 

100 

80 

60 

40 

20 

0 

30 

Evolutie schoolgaande jeugd in Holsbeek sinds 2002 

Kleuters Basis Kleuters Basis Kleuters Basis Kleuters Basis Kleuters Basis Kleuters Basis 

GS De Zilverlinde GS De Gobbel GS Nieuw rode VS Holsbeek- 

Attenhoven 

Onderwijsinstelling 

VS Klimop NR VS Klimop HB 

Kleuters Basis Kleuters Basis Kleuters Basis Kleuters Basis Kleuters Basis Kleuters Basis 

2002 / 117 100 152 68 108 72 124 39 40 88 / 

2003 / 124 98 144 68 113 79 120 40 43 81 / 

2004 / 119 93 152 64 111 83 124 31 53 81 / 

2005 / 125 104 148 63 99 97 126 29 52 77 / 

2006 / 116 110 159 62 90 97 136 27 53 74 / 

2007 / 119 120 154 81 91 92 139 30 56 66 / 

VS Klimop NR VS Klimop HB 

2002 

2003 

2004 

2005 

2006 

2007

Aantal schoolgaande kinderen in Holsbeek onderverdeeld naar woonplaats 

(gegevens geïnventariseerd op 1 februari 2007) 

Gemeentelijk onderwijs* 

(Holsbeek/Kortrijk-Dutsel 

/Nieuwrode 

VS Holsbeek- 

Attenhoven 

VS Klimop NR + HB 

Aarschot 12 2 

Begijnendijk 2 

Betekom 3 

Bierbeek 1 

Boutersem 1 

Gelrode 1 

Herent 1 

Heverlee 1 1 

Hoegaarden 1 1 

Holsbeek 120 144 

Houwaart 14 2 

Kerkom 4 

Kessel-Lo 2 41 7 

Kortenaken 1 

Kortrijk-Dutsel 140 

Kumtich 2 

Langdorp 2 

Leuven 2 

Linden 5 1 

Loksbergen 1 

Lubbeek 21 2 

Nieuwrode 145 2 

Overijse 2 

Pellenberg 3 1 

Rillaar 1 

Rotselaar 1 

St-Pieters-Rode 77 1 

Tielt 1 

Tielt-Winge 3 1 2 

Tildonk 3 

Wezemaal 3 1 

Wilsele 27 

TOTAAL 565 230 

* De cijfers van het gemeentelijk onderwijs omvatten de leerlingenaantallen van de gemeentelijke basisschool De 

Zilverlinde te Holsbeek, de gemeentelijke basisschool De Gobbel te Kortrijk-Dutsel en de gemeentelijke basisschool 

te Nieuwrode. Gegevens per school konden niet verkregen worden.

2.3.5. Kinderopvang 

De dienst opvanggezinnen / landelijke kinderopvang biedt dagopvang en buitenschoolse 

opvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar bij 11 opvanggezinnen. Deze dienst spreidt zich uit over 

de gemeenten Holsbeek, Lubbeek, Tielt-Winge en Rotselaar. De dienst landelijke kinderopvang 

werkt met 9 onthaalouders wat overeenstemt met een 36 plaatsen. De dienst regelt alle 

administratie voor deze onthaalmoeders. 

Verder staan er drie zelfstandige onthaalouders in voor de opvang van niet-schoolgaande 

kinderen. Zij beschikken over een capaciteit van 18 opvangplaatsen. 

Ook kinderdagverblijven bieden opvang aan schoolgaande en niet-schoolgaande kinderen. 

De Sterrekes II in Holsbeek zijn een erkend en gesubsidieerd initiatief voor de opvang van 

kinderen van 0 – 3 jaar. Deze worden opgevangen tussen 7u15 en 8u15. Er is plaats voor een 

46-tal kinderen, tijdens de paas- en zomervakantie is er een beperkte opvang mogelijk voor 

kinderen tot 5 jaar. 

De Sterrekes IV is een niet-gesubsidieerde mini-crèche die opvang biedt aan 13 kinderen en dit 

van 7u tot 18u. 

Daarnaast is er tijdens het schooljaar voor- en naschoolse opvang in de gemeentelijke en 

vrije basisscholen. De basisschool te Kortrijk-Dutsel biedt opvang aan ongeveer een 130-tal 

kinderen, voornamelijk tussen 16u en 17u. De basisschool van Nieuwrode heeft ongeveer een 

55 kinderen in de naschoolse opvang en de basisschool in Holsbeek een 15-tal. De drie 

scholen voorzien ook voorschoolse opvang, de uren hiervan zijn afgestemd op de lokale vraag. 

In Kortrijk-Dutsel start men als eerste en dit om 7u. Op woensdagnamiddag gaan de kinderen 

van de gemeentescholen naar de school in Kortrijk-Dutsel. Ook de Vrije Basisschool te 

Holsbeek Plein biedt voor- en naschoolse opvang. 

Op woensdagnamiddag wordt er door het OCMW een kinderspeelnamiddag georganiseerd 

(aanwezigheden schooljaar 2005-2006: 497 kinderen) en biedt het gemeentebestuur, in 

samenwerking met de gymgroep, een sporten spelnamiddag aan. 

De ziekenfondsen organiseren opvang voor zieke kinderen en de Stekelbees organiseert 

thuisopvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar in ‘dringende situaties’. 

Een babysit kan verkregen worden via de twee afdelingen van de Gezinsbond van Holsbeek: 

Gezinsbond Nieuwrode en Gezinsbond Kortrijk-Dutsel. Er zijn een 30-tal babysitters inzetbaar 

in onze gemeente. 

De gemeente Holsbeek kampt met een negatief resultaat inzake het voorzieningsaanbod van 

formele opvangplaatsen. Binnen de provincie Vlaams-Brabant scoort Holsbeek op dit gebied 

minder goed dan iedere andere gemeente. Dit kan geconcludeerd worden uit het witte 

vlekkenonderzoek buitenschoolse kinderopvang, uitgevoerd in 2005 door Kind & Gezin. 

De wittevlekindex is berekend op basis van het aantal formele opvangplaatsen in verhouding tot 

het aantal kinderen in de basisscholen en het aantal arbeidsplaatsen ingevuld door vrouwen 

tussen 25 en 35 jaar. Het relatieve cijfer van een gemeente wordt vergeleken met het 

arrondissementeel gemiddelde. Gemeenten die onder dit gemiddelde scoren, zijn 

‘wittevlekkengemeenten’. 

De wittevlekkenlijst geeft enkel weer welke gemeenten beter of minder goed voorzien zijn 

inzake het formele opvangaanbod ten opzichte van het gemiddelde van het arrondissement. 

32

Gemeente Witte vlek score 

Holsbeek -50,78 

Tervuren -44,55 

Bertem -36,05 

Wezembeek Oppem -34,17 

Tienen -33,52 

Sint-Genesius-Rode -28,82 

Kraainem -26,54 

Wemmel -26,29 

Herent -25,59 

Machelen -25,47 

Linkebeek -25,06 

Leuven -24,96 

Bierbeek -23,99 

Drogenbos -23,43 

Hoeilaart -22,90 

Overijse -22,85 

Steenokkerzeel -22,04 

Herne -21,36 

Zemst -21,00 

Kampenhout -20,80 

Dilbeek -20,40 

Meise -19,81 

Oud-Heverlee -19,40 

Roosdaal -18,11 

Huldenberg -17,35 

Zaventem -16,96 

Vilvoorde -16,71 

Sint-Pieters-Leeuw -16,57 

Grimbergen -15,32 

Merchtem -14,88 

Liedekerke -14,84 

Galmaarden -14,63 

Diest -7,58 

Geetbets -7,41 

Kortenberg -6,51 

Boortmeerbeek -4,84 

Affligem -2,75 

De nood aan kinderopvang geformuleerd door het Lokaal Overleg Kinderopvang: 

Het gemeentebestuur is er zich van bewust dat er een grote nood is aan kinderopvang. Daarom 

tracht het de bestaande initiatieven zoveel mogelijk te ondersteunen. 

Wat dagopvang in Holsbeek betreft, kampen de bestaande voorzieningen met lange 

wachtlijsten. De gemeente en het LOK zijn van mening dat alle inwoners van de gemeente

toegang moeten krijgen tot betaalbare kinderopvang. Hiermee bedoelt men dat de 

ouderbijdrage in de opvang in verhouding moet zijn tot het gezinsinkomen. 

Inzake buitenschoolse kinderopvang: deze wordt buiten de schoolvakanties ingevuld door de 

woensdagnamiddagopvang, georganiseerd door het OCMW, en de speelpleinwerking tijdens de 

vakanties, eveneens een organisatie van het OCMW. Er zijn verder geen IBO’s in Holsbeek. Dit 

aanbod is echter niet voldoende. 

Elementen die dit nuanceren: 

• Holsbeek is procentueel 1 van de snelst groeiende gemeenten in Vlaanderen. Afgelopen 

jaar steeg de Holsbeekse bevolking met 2%. 

• Er is een grote inwijking van jonge mensen en jonge gezinnen vanuit Vlaanderen naar de 

regio rond Leuven. Dit zorgt in Holsbeek onder andere voor nieuwe verkavelingen en de 

inbouw van flatgebouwen in de woonkernen. 

• Door zijn goede ligging m.b.t. Brussel / Leuven en de autostrades, is er ook een grote 

pendelbeweging. Hierdoor moeten veel mensen vroeg vertrekken naar hun werk en zijn ze 

laat terug thuis, wat om extra buitenschoolse kinderopvang vraagt, liefst zelfs flexibele. 

• De (jonge) inwijkelingen in de regio Leuven hebben vaak ook geen familie in de buurt 

wonen, wat maakt dat opvang door grootouders onmogelijk is. 

• In Holsbeek ligt de werkzaamheidsgraad bij de vrouwen bijzonder hoog, dit blijkt eveneens 

uit een provinciaal rapport. Wat natuurlijk de vraag naar kinderopvang verhoogt. 

2.3.6 Jeugdraad en jeugddienst 

Holsbeek beschikt binnen de dienst Cultuur & Vrije Tijd over een jeugdconsulent. Deze staat 

o.a. in voor de opvolging van het lokale jeugdbeleid en de ondersteuning van het lokale 

jeugdwerk. 

De jeugdconsulent werkt nauw samen met de gemeentelijke jeugdraad onder de naam Jeugd 

Holsbeek. Deze lokale jeugdraad is het officiële adviesorgaan van de gemeente op vlak van 

jeugdbeleid. De jeugdraad bestaat uit een bureau en een algemene raad. Het bureau komt elke 

maand samen, met uitzondering van de blok en de vakantiemaanden. De jeugdraad kent een 

open structuur en heeft van elke jeugdvereniging leden, evenals ongeorganiseerde jongeren. 

Onder de naam Jeugd Holsbeek worden er activiteiten georganiseerd zoals de zeepkistenrace 

en het zomerterras. 

2.3.7. Jeugdwerkinitiatieven 

Voor een gedetailleerd overzicht van de jeugdwerkinitiatieven kan verwezen worden naar het 

jeugdwerkbeleidsplan 2008-2010. 

In Holsbeek zijn er in het totaal 8 erkende jeugdwerkinitiatieven. 

- Speelpleinwerking OCMW Holsbeek: werking van 2,5 jaar (schoolgaand) tot 15 jaar – 

iedere schoolvakantie – gemeenteschool De Gobbel te Kortrijk-Dutsel 

34

- Chiro Sint-Carolus: werking van 6 jaar tot 25 jaar – wekelijks – chirolokalen 

parochiecentrum Holsbeek-Plein 

- Chiro Holsbeek-Dorp: werking van 6 jaar tot 25 jaar – wekelijks – chirolokalen 

parochiecentrum Holsbeek-Dorp 

- Chiro Kortrijk-Dutsel: werking van 6 jaar tot 25 jaar – wekelijks – chirolokalen pastorie 

Kortrijk-Dutsel 

- Jeugdhuis Tveldeke: werking van 14 jaar tot 30 jaar – meerdere malen per week – 

jeugdhuis Klein Langeveld 

- J-Force 121: werking van 12 jaar tot 18 jaar – wekelijks – parochiecentrum Holsbeek-Dorp 

- KLJ Nieuwrode: werking van 6 jaar tot 25 jaar – wekelijks – KLJ-lokalen pastorie 

Nieuwrode 

- CD&V-jongeren: werking van 16 jaar tot 35 jaar - enkel vergaderen indien nodig – geen 

vaste locatie 

Het Holsbeekse jeugdwerk telt 8 jeugdwerkinitiatieven. In elk van de 4 grote woonkernen van 

de gemeente is er een jeugdvereniging actief. Deze 8 jeugdwerkinitiatieven maken deel uit van 

de vrijetijdsbesteding van meer dan 658 kinderen en jongeren. 

2.3.8. Jeugdvoorzieningen inzake hulpverlening 

Via de scholen wordt er zowel aan de ouders als de kinderen informatie, hulpverlening en 

begeleiding op maat voorzien door de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB). De centra 

werken samen met de leerlingen, de ouders en de scholen in 4 domeinen: 

- het leren & studeren 

- de onderwijsloopbaan 

- de preventieve gezondheidszorg 

- het psychisch & sociaal functioneren 

De centra garanderen door hun teamwerking een multidisciplinaire aanpak. 

Zij doen onderzoek, verstrekken informatie en advies & begeleiden, op vraag van leerlingen, 

ouders, leerkrachten of schooldirecties en dit, waar nodig, in samenwerking met externe 

diensten. Hieronder behoren onder andere artsen, maatschappelijk werkers, pedagogen, 

psychologen, psychologische assistenten en verpleegkundigen. Naargelang van de plaatselijke 

behoeften en omstandigheden kan er ook een beroep gedaan worden op logopedisten, 

kinesisten e.a. . 

In Holsbeek werkt het gemeentelijk onderwijs samen met het CLB van Brussel. Voor de vrije 

school Klimop is dat het CLB van Aarschot en binnen de vrije school Holsbeek-Attenhoven is er 

een samenwerking met het CLB van Leuven. 

Vanuit de sociale dienst van het OCMW wordt er eveneens, waar mogelijk, sociale 

hulpverlening aan jongeren geboden. Dit omvat verscheidene werkgebieden, waaronder: 

administratieve begeleiding in het onderwijs, psychosociale begeleiding, financiële & juridische 

begeleiding. 

Voor informatie en advies kunnen jongeren zowel bij het OCMW als het gemeentebestuur 

terecht. Doorverwijzingen gebeuren naar het CAW te Leuven, het JAC, het JIP en het CLB via 

het gemeentelijk onderwijs.

2.3.9. Gemeentelijk jeugdbeleid 

Ruw geschat is 1/3 van de Holsbeekse bevolking jonger dan 25 jaar. Van 2004 tot 2007 telt 

Holsbeek zo’n 270 kleuters (kinderen jonger dan 3 jaar). 

In totaal telde Holsbeek in 2006 een 2.718 kinderen en jongeren, jonger dan 25 jaar. 

Meer dan 700 kinderen en jongeren, of zeker 1/3 van de jongeren die oud genoeg zijn is 

aangesloten bij een jeugdwerking. Een soortgelijk aantal kinderen en jongeren zijn lid van een 

Holsbeekse sportclub. Dit kwam ook duidelijk naar voor tijdens de bevragingen, waar zo’n 111 

kinderen van de 156 kinderen aangeven dat ze lid zijn van een sportvereniging. We merken ook 

dat dit aantal afneemt naarmate de kinderen ouder worden, dit zowel in de jeugdsector als in de 

sportsector. 

Het jeugdbeleidsplan 2008-2010 bevat 2 hoofdstukken, namelijk het jeugdwerkbeleid en het 

jeugdbeleid. Het ene richt zich specifiek naar het lokale jeugdwerk terwijl het andere zich richt 

naar alle lokale jongeren tussen 3 en 25 jaar. 

Voor de opmaak van dit plan is er nauw samengewerkt met het jeugdwerk en diverse actoren, 

allen vertegenwoordigd in de stuurgroep. Binnen dit kader is er ook een grote bevraging 

gebeurd van kinderen en jongeren, deze heeft grotendeels ook mee de doelstellingen van het 

beleidsplan bepaald. 

Hieronder volgen enkele krachtlijnen van het plan volgens hoofdstuk: 

Jeugdwerkbeleid: 

• Behouden van de gemeentelijke ondersteuning zowel materieel als financieel. 

• Er gaat extra aandacht naar de brandveiligheid van jeugdlokalen. 

• Jeugdverenigingen met bouwen verbouwplannen zullen waar mogelijk de nodig 

ondersteuning krijgen. 

• Er zal voor de jeugdverenigingen een informatiepunt worden uitgewerkt. 

• Het lokale jeugdwerk zal worden gepromoot met ondersteuning van de gemeente. 

Jeugdbeleid: 

• Hier zal er aandacht gaan naar een betere participatie van kinderen en jongeren binnen 

de gemeente. 

• De communicatie tussen gemeente en kinderen en jongeren is een werkpunt, 

denk hierbij maar aan informatiebrochures en promotie voor activiteiten. 

Hieromtrent zullen de komende 3 jaar verschillende initiatieven worden uitgewerkt. 

• Mogelijke initiatieven rond jeugd- en speelruimte zullen onderzocht worden en eventueel 

zal er overgegaan worden tot de aanleg van speelterreinen en/of ontmoetingsplaatsen. 

• Binnen de gemeente zal er ook een fuifbeleid worden uitgewerkt. 

36

2.3.10. Kinderen, jongeren en gezin: toekomstmogelijkheden en beleidsuitdagingen, 



- Momenteel is er een jonge bevolking (24% van de Holsbeekse bevolking is jonger 

dan 20 jaar) in de gemeente door grote inwijking van jonge mensen en gezinnen 

vanuit Vlaanderen naar de regio rond Leuven 

- Holsbeek is procentueel 1 van de snelst groeiende gemeenten in Vlaanderen 

- Weinig kinderen geboren in een kansarm gezin. 

- Het aantal kinderen van alleenstaanden ligt in Holsbeek lager dan in Vlaanderen, de 

provincie en het arrondissement. 


- Parallel aan de andere buurgemeenten neemt ook in Holsbeek verhoudingsgewijs het 

aantal jongeren af. 

- De verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 19 jaar en het aantal personen van 

20-59 jaar (de potentiële beroepsbevolking), de ‘groene druk’, ligt in Holsbeek hoger dan 

in Vlaanderen, de provincie, het arrondissement en de omliggende gemeenten. 

Sterkten 

- Holsbeek heeft een goed werkende jeugddienst en jeugdraad, ondersteund door een 

jeugdconsulent. Dezen organiseren jaarlijks verscheidene jongerenactiviteiten. 

- Er is een uitgebreide speelpleinwerking en organisatie van sportactiviteiten tijdens de 

schoolvakanties. 

- Het Holsbeekse jeugdwerk telt 8 erkende jeugdwerkinitiatieven. In elk van de 4 grote 

woonkernen van de gemeente is er een jeugdvereniging actief. 

Werkpunten 

- Samenwerking tussen de gemeente en het OCMW i.v.m. mogelijke initiatieven voor 

maatschappelijk kwetsbare gezinnen zou nuttig zijn, alsook samenwerking met 

initiatieven voor jongeren inzake hulpverlening 

- De gemeente Holsbeek kampt met een negatief resultaat inzake het 

voorzieningsaanbod van formele opvangplaatsen. Bestaande voorzieningen inzake 

dagopvang worden geconfronteerd met lange wachtlijsten. Ook het aanbod inzake 

buitenschoolse kinderopvang blijkt onvoldoende. 

- Holsbeek kampt met een tekort aan opvangplaatsen voor baby’s 

- Er is geen JAC in de gemeente, de dichtst bijzijnde instantie is in Leuven gevestigd. 

- Communicatie tussen jeugddienst/sportdienst en speelpleinwerking kan verbeterd 

worden, alsook de communicatie tussen gemeente en kinderen en jongeren. 

- Instroom van jonge mensen en gezinnen doet naast de nood aan beschikbare 

opvangplaatsen, ook de nood aan speelterreinen en ontmoetingsplaatsen groeien. 

- Zowel in de jeugd- als in de sportsector neemt de participatiegraad van de jongeren af 

naarmate men ouder wordt.

2.4. Vreemdelingen 

2.4.1. Aantal vreemdelingen 

Tabel 28. Aantal vreemdelingen op 01/01/2005 

Totaal % t.o.v. tot. 

bevolking 

Vlaams Gewest 297.289 4,9 

Provincie Vl.- Brabant 62.928 6,0 


Holsbeek 101 1,1 


Tabel 29. Vergelijking aantal vreemdelingen in Holsbeek op 01/01/1996 en op 01/01/2005 onderverdeeld naar 

afkomst 

Afkomst 1996 2005 

Europa 69 80 

Azië 3 12 

Afrika 4 8 

Amerika 2 1 

TOTAAL 78 101 

Bron: Cijfers bevolkingsdienst gemeente Holsbeek 

Holsbeek telt weinig vreemdelingen. Ter vergelijking: het percentage vreemdelingen op 

01/01/2005 bedraagt voor het Vlaams Gewest 4,9%; het arrondissement Leuven 4,7%; en 

voor de provincie Vlaams-Brabant 6,0%. In Holsbeek bedraagt het aantal vreemdelingen 

slechts 1,1% ten opzichte van de totale Holsbeekse bevolking. De vreemdelingen die in 

Holsbeek wonen zijn dan nog grotendeels mensen uit Europa. 

2.4.2. Aantal politiek vluchtelingen / asielzoekers 

Het OCMW Holsbeek beschikt over een Lokaal Opvanginitiatief sedert 2002. Dit Lokaal 

Opvanginitiatief heeft een capaciteit van 12 personen. Het betreffen 4 gezinnen. Deze 4 

gezinnen worden opgevangen in 2 woningen in de deelgemeente Holsbeek. In één woning 

wonen 3 gezinnen en het andere gezin woont in een appartement. Op 01/01/2007 is de situatie 

als volgt: er is een gezin van 4 personen van Kongolese afkomst, een gezin van 3 personen 

van Kosovaarse afkomst, een gezin van 3 personen van Russische afkomst en een 

alleenstaande moeder met 1 kind van Nigeriaanse afkomst. Voor meer informatie over het 

Lokaal Opvanginitiatief Holsbeek kan verwezen worden naar het werkingsverslag 2006 LOI 

Holsbeek. 

Door dit Lokaal Opvanginitiatief is de instroom van politiek vluchtelingen die aan het OCMW 

worden toegewezen voor financiële steunverlening, sterk afgenomen de laatste jaren. 

Op 01/01/2007 heeft OCMW Holsbeek 20 lopende financiële dossiers. Sinds mei 2006 kan 

OCMW Holsbeek opnieuw 9 nieuwe financiële steundossiers toegewezen krijgen, omdat het 

quotum verhoogd is. Het quotum voor Holsbeek bedraagt op dit moment 25. 

Elk jaar worden ook steeds vele financiële steundossiers afgesloten omdat het OCMW 

Holsbeek niet meer bevoegd is voor de betrokken asielzoekers. In 2006 werden er 8 financiële 

steundossiers afgesloten. Dit kan zijn omdat deze asielzoekers geregulariseerd werden, hun 

38

procedure bij de Raad van State afgesloten werd, of omdat ze erkend werden als politiek 

vluchteling,… . 

Aan de toegewezen asielzoekers wordt huisvesting aangeboden in de gemeente tegen een 

betaalbare bijdrage. In eerste instantie gaan de toegewezen asielzoekers meestal in op dit 

woningaanbod, maar na verloop van tijd trekken zij uit de gemeente en zoeken zij naar 

huisvesting in de grote steden. 

De asielzoekers worden vanuit de sociale dienst van het OCMW Holsbeek begeleid op 

financieel, psycho-sociaal en administratief vlak. De maatschappelijk assistente die de 

asielzoekers begeleidt, volgt regelmatig bijscholingen om de complexiteit van de asielmaterie 

op de voet op te volgen. 

2.4.3. Vreemdelingen: toekomstmogelijkheden en beleidsuitdagingen, sterkten en 

werkpunten 


- Weinig vreemdelingen in Holsbeek 


Sterkten 

- Het OCMW van Holsbeek beschikt over een Lokaal Opvanginitiatief (LOI) 

- De sociale dienst van het OCMW doet inspanningen om deze ‘tijdelijke bewoners’ in te 

burgeren, zowel in de gemeente als in onze maatschappij. 

- De kandidaat vluchtelingen worden begeleid op financieel, psycho-sociaal en 

administratief vlak. 

- Regelmatig wordt door de maatschappelijk assistente die de asielzoekers begeleidt, een 

bijscholing gevolgd. 

- Het OCMW Holsbeek kan aan de toegewezen asielzoekers aangepaste huisvesting 

aanbieden. 

Werkpunten 

- Na verloop van tijd trekken de toegewezen asielzoekers naar de grote steden. Geen 

enkele asielzoeker die in 2006 is toegewezen aan het OCMW Holsbeek is in de 

gemeente blijven wonen.

3. Inkomen en kansarmoede / kwetsbare groepen 

3.1. Inkomen 

Het gemiddeld netto belastbare inkomen per aangifte is het inkomen dat doorgaans het 

inkomen van het huishouden betreft. Het gemiddeld inkomen per aangifte bedraagt in 2003 

(aanslagjaar 2004) in Holsbeek 32.623 €. Dit is hoger dan het gemiddelde inkomen van het 

arrondissement, de provincie en van Vlaanderen. Het gemiddeld inkomen neemt in Holsbeek 

sneller toe als in het arrondissement, in de provincie en in Vlaanderen, zeker de laatste jaren. 

Eenzelfde vaststelling doen we als alle inkomens gerangschikt worden van klein naar groot. Het 

mediaaninkomen ligt in Holsbeek hoger dan in het arrondissement, de provincie en in 

Vlaanderen. 

Tabel 30. Evolutie gemiddeld netto belastbaar inkomen per aangifte, (aanslagjaar 2004, inkomens 2003) (bedragen 

in euro) 

Jaar Vlaams Gewest Provincie Arrondissement Holsbeek 

Vlaams-Brabant Leuven 

bedrag index bedrag index bedrag index bedrag index 

1993 21.842 100 23.203 100 23.376 100 24.244 100 

1994 22.457 103 25.097 108 24.207 104 25.040 103 

1995 22.501 103 25.253 109 24.425 104 25.528 105 

1996 22.876 105 25.669 111 24.988 107 26.217 108 

1997 23.218 106 26.101 112 25.431 109 26.616 110 

1998 23.709 109 26.874 116 26.187 112 27.370 113 

1999 24.155 111 27.581 119 26.874 115 28.292 117 

2000 24.639 113 28.227 121 27.643 118 30.192 125 

2001 25.565 117 29.509 127 28.880 124 31.606 130 

2002 25.620 117 29.803 128 29.190 125 32.541 134 

2003 25.163 115 28.041 121 27.631 118 32.623 135 

Bron. NIS bevolkingsstatistieken 

Tabel 31. Mediaaninkomen per aangifte, aanslagjaar 2004, inkomens 2003 (bedragen in €) 

Jaar Vlaams Gewest Pr. Vl. Brabant Arr. Leuven Holsbeek 

2003 19.384 20.494 20.490 24.355 

Bron. NIS bevolkingsstatistieken 

3.2. Kansarmoede / kwetsbare groepen 

Een aantal groepen die binnen de gemeente om een of andere reden in een kwetsbare positie 

verkeren of die zonder de nodige aandacht of maatschappelijke interventie in de kansarmoede 

dreigen terecht te komen verdienen verder onze aandacht. 

3.2.1. OCMW steuntrekkers: leefloon en andere financiële steun 

Een aantal groepen die binnen de gemeente om 1 of andere reden in een kwetsbare positie 

verkeren of die zonder de nodige aandacht of maatschappelijke interventie in de kansarmoede 

dreigen terecht te komen verdienen verder onze aandacht. 

40

Aantal dossiers bestaansminimum of leefloon 

De wet van 26 mei 2002 regelt het recht op maatschappelijke integratie. Dit kan bijvoorbeeld 

bestaan uit een tewerkstelling en/of een leefloon. Het gaat al dan niet gepaard met een 

geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie. 

Om een leefloon te krijgen moet de cliënt aan een aantal voorwaarden voldoen. Wat betreft de 

nationaliteit moet hij tot 1 van de volgende categorieën behoren: 

● Belg; 

● EU-nationaliteit en ingeschreven in het bevolkingsregister; de cliënt moet een beroep doen op 

het voordeel van vrij verkeer van werknemers; 

● staatslozen; 

● erkende vluchtelingen; 

● vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister. 

Wie een aanvraag doet voor een leefloon moet meerderjarig zijn (18) of moet als minderjarige 

aan bepaalde voorwaarden voldoen (ontvoogd door huwelijk, zwanger of al kinderen ten laste 

hebben). Mensen jonger dan 25 jaar moeten zoeken naar tewerkstelling. In afwachting daarvan 

kan het leefloon toegekend worden. Er is geen leeftijdsgrens naar boven. 

Net zoals voor het bestaansminimum vroeger moet de aanvrager ‘gewoonlijk en bestendig op 

het grondgebied verblijven’ en hij mag uiteraard niet voldoende bestaansmiddelen hebben of 

deze kunnen bemachtigen. 

- In 2006 ontvingen 8 personen leefloon in Holsbeek. 

- Het aantal bestaansminimumtrekkers / leefloners is sterk afgenomen. In 1996 kwamen 

er nog 23 personen in aanmerking voor maatschappelijke integratie. De opdracht van 

het OCMW is echter niet om de mensen een inkomen toe te kennen, maar wel ze de 

kans te bieden om terug zelfstandig hun eigen leven te laten leiden en te voorkomen dat 

ze in de armoede verzeilen. OCMW Holsbeek tracht dit zoveel mogelijk te realiseren 

door het aanreiken van betaalbare sociale huisvesting, maar ook door bevordering van 

de lokale tewerkstelling zodat de cliënt een degelijk inkomen kan verwerven om de 

eigen kosten te kunnen dragen. Hiervoor wordt er samengewerkt met het Plaatselijk 

Werkgelegenheidsagentschap (PWA) en de Werkwinkel. Deze doorgedreven 

preventiemaatregelen hebben ervoor gezorgd dat de uitgaven voor het leefloon de 

voorbije jaren in een dalende trend zaten en ook nu blijft deze neerwaartse beweging 

aanhouden. OCMW Holsbeek hoopt deze trend aan te kunnen houden, doch kan de 

preventieve hulpverlening hiervoor geen absolute garantie bieden gezien er externe 

(bijvoorbeeld economische achteruitgang) factoren kunnen meespelen waar men vaak 

geen vat op heeft. 

- De meerderheid van de leefloongerechtigden in 2006 zijn vrouwen (7) en 

alleenstaanden (5). 

- 2 leefloongenieters zijn jonger dan 25 jaar. Voor personen onder de 25 jaar is het 

OCMW verplicht een GPMI (Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke 

intergratie) op te starten.

Financiële steun aan kandidaat vluchtelingen in het kader van de wet van 2 april ’65 

- Het aantal gezinnen waaraan financiële steun wordt gegeven bedraagt in 2006 27 

gezinnen. 

- Alleenstaanden vormen hier de meerderheid (15 dossiers). 

- Ten opzichte van 2005 is het totaalbedrag door het OCMW uitgekeerd aan steunen voor 

asielzoekers aanzienlijk gedaald. Dit is te verklaren doordat er niemand van de 

asielzoekers in 2006 gehospitaliseerd werd. De voorbije jaren was dit wel het geval, 

hetgeen deze uitgavenpost heeft doen stijgen. 

Andere financiële steun 

Naast het leefloon kan het OCMW ook nog andere financiële hulp bieden: huurtoelagen, 

financiële hulp voor energiekosten, voorschotten voor kinderbijslagen, pensioenen en inkomens 

uit ziekte- en invaliditeit, medische kosten of kosten medicatie of terugvorderbare financiële 

kosten renteloze lening op korte termijn,…) Met uitzondering van de verplichte financiële steun 

aan kandidaat vluchtelingen en de betalingsverbintenissen voor oudere, geeft het OCMW nog 

bijkomende financiële steun. 

- In 2006 werd er 454x een financiële steun uitgekeerd, in 2005 bedroeg dit aantal 313. 

- Binnen de verschillende steunen werd de steun in natura het meest uitgekeerd (114x) 

- Het totaalbedrag uitgekeerd aan financiële steun kende in 2006 een opmerkelijke 

stijging. Er werd voor €69.181,14 uitgekeerd aan steun, terwijl dit in 2005 €42.382,8 

bedroeg. 

- Het totaalbedrag uitgekeerd aan voorschotten daarentegen kende in 2006 een daling. Er 

werd voor €4.340 uitgekeerd aan voorschotten, terwijl dit in 2005 €7.126,9 bedroeg. 

Sinds 1 oktober 2005 zijn “de voorschotten op onderhoudsgeld” toegewezen aan de 

Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO). De aanvragen en uitbetalingen van dit 

voorschot behoren dus niet meer tot de bevoegdheid van het OCMW, maar dienen 

rechtstreeks via DAVO te gebeuren. De reeds aangehaalde daling kan hieraan 

toegeschreven worden. 

- In 2006 werd er 35x een voorschot uitgekeerd, in 2005 gebeurde dit 32 keer. 

- Binnen de uitgekeerde voorschotten werd het voorschot op lonen het meest uitgekeerd 

(16x) 

3.2.2. Voorkeurregeling ziekteverzekering 

Tabel 32. Aantal personen in de voorkeurregeling van de ziekteverzekering 

2000 2006 

Vlaams Gewest 503.633 483.902 

% tov aantal inwoners 8,5 8,0 

Vlaams-Brabant 70.100 64.668 


Arrondissement Leuven 34.923 32.899 


Holsbeek 637 548 


Aarschot 2.385 2.281 


42

Lubbeek 906 772 


Leuven 6.604 6.737 


Rotselaar 957 914 


Tielt-Winge 871 781 



Sommige personen hebben recht op een hogere terugbetaling van hun ziektekosten. Zij 

genieten van het stelsel van verhoogde terugbetaling. Dit stelsel is niet enkel meer van 

toepassing op de WIGW's (weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen) maar ook op 

andere categorieën van mensen. Deze regeling van de verhoogde 

verzekeringstegemoetkoming (of voorkeurregeling) is van toepassing op: 

• weduwen en weduwnaars, invaliden, gepensioneerden, wezen 

• personen die recht hebben op het leefloon 

• personen aan wie steun van het OCMW wordt toegekend 

• gerechtigden op een inkomensgarantie voor bejaarden, gerechtigden op een uitkering 

aan gehandicapten, personen die recht geven op verhoogde kinderbijslag 

• werklozen in gecontroleerde werkloosheid die ten minste 50 jaar oud zijn en die sedert 

ten minste een jaar de hoedanigheid van volledig werkloze hebben in de zin van de 

reglementering inzake werkloosheid 

• plus de personen ten laste van de zo-even opgesomde personen. 

Het voordeeltarief kan enkel aan die personen worden toegekend indien het brutobelastbaar 

inkomen van het gezin 13.246,34 EUR, verhoogd met 2.452,25 EUR per 

persoon ten laste niet overschrijdt. 

Het percentage mensen met een voorkeurregeling van de ziekteverzekering bedraagt in 

Holsbeek op 01/01/2006 6,0% van de inwoners, wat minder is dan in het arrondissement 

Leuven (7,0%), in de provincie Vlaams-Brabant (6,2%) en in Vlaanderen (8,0%). Enkel in de 

buurgemeente Lubbeek vinden we in 2006 nog een iets lager percentage mensen met een 

voorkeurregeling van de ziekteverzekering terug van 5,7%. Het aandeel mensen met een 

voorkeurregeling van de ziekteverzekering is bovendien in Vlaanderen, de provincie, het 

arrondissement en alle steden/gemeenten afgenomen. 

3.2.3. Cliënten met schuldenlast, schuldbemiddeling en budgetbeheer 

Op 1 januari 2006 had OCMW Holsbeek 24 dossiers binnen de dienst budgetbegeleiding. Op 

31 december 2006 waren dit er 21. Bij budgetbegeleiding beheert de cliënt zelf zijn uitgaven, 

maar er wordt toezicht gehouden op de financiële situatie door het OCMW. Via inventarisatie 

van de inkomsten , uitgaven en de schulden van de betrokkene zoekt het OCMW, samen met 

de betrokkene, naar een financieel haalbare oplossing waardoor de cliënt de eigen financiën 

beter onder controle krijgt. Het aantal cliënten binnen de dienst budgetbegeleiding van OCMW 

Holsbeek kent een dalende trend. Kenmerkend voor diegenen met een overmatige schuldenlast

is meestal het feit dat zij pas beroep doen op de hulp van de sociale dienst wanneer hun 

toestand uitzichtloos is geworden. Op dat ogenblik volstaat het verlenen van budgetbegeleiding 

niet meer. Het voeren van budgetbeheer is dan de enige hulp die een oplossing kan bieden, 

vandaar dat de meeste cliënten in deze dienstverlening opgenomen worden. 

Op 1 januari 2006 had OCMW Holsbeek 26 dossiers binnen de dienst budgetbeheer. Op 31 

december 2006 waren dit er 33. In de loop van 2006 werden er 2 dossiers opgestart en na een 

paar maand reeds stopgezet. Beide cliënten gaven aan dat de emotionele investering voor hen 

te zwaar was. Bij budgetbeheer worden de betalingen van de cliënten tijdelijk overgenomen 

door een maatschappelijk werker. Vaak is er dan al sprake van een grote schuldenlast en de 

eerste taak van de maatschappelijk werker bestaat erin om afbetalingsplannen op te stellen 

waarmee alle schuldeisers akkoord gaan. De inkomsten van een cliënt worden op een 

budgetrekening van het OCMW gezet waar enkel de maatschappelijk werker volmacht over 

heeft. De cliënten krijgen dan een wekelijks leefgeld toegekend en de rest van het geld wordt 

gebruikt om afbetalingen te doen. 

Wanneer de schulden zo groot zijn dat de financiële situatie uitzichtloos is en waarbij 

afbetalingsplannen geen oplossing bieden, kan er overgegaan worden tot een collectieve 

schuldenregeling. Er wordt een schuldbemiddelaar aangesteld en de beslagrechter stelt een 

collectieve schuldenregeling op om alle schuldeisers te betalen. Op 31 december 2006 

bevinden er zich 3 personen in een collectieve schuldenregeling. 

3.3. Inkomen en kansarmoede / kwetsbare groepen: toekomstmogelijkheden en 

beleidsuitdagingen, sterkten en werkpunten 


- Er is weinig kansarmoede in de gemeente Holsbeek 

- Het jaarlijks gemiddeld inkomen per huishouden in Holsbeek is hoger dan dat van het 

Vlaams gewest, de Provincie Vlaams-Brabant en het arrondissement Leuven. Ook het 

mediaaninkomen ligt in Holsbeek hoger dan in het arrondissement, de provincie en in 

Vlaanderen 

- Weinig leefloontrekkers 

- Weinig personen met een voorkeurregeling van de ziekteverzekering 


- de vraag naar financiële hulp aan het OCMW neemt toe. In 2005: 313 financiële steun, 

24 budgetbegeleiding, 26 budgetbeheer. In 2006: 454 financiële steun, 21 

budgetbegeleiding, 33 budgetbeheer 

Sterkten 

- het OCMW is beschikt sedert eind 1998 over een erkende dienst voor 

schuldbemiddeling 

- doorgedreven preventiemaatregelen hebben tot een sterke daling van het aantal 

leefloners geleid 

44

4. Tewerkstelling 

4.1. Afhankelijkheidsratio 

De afhankelijkheidsratio is de bevolking tussen 0 en 19 jaar en 60+ in verhouding met 20-59 

jaar. Het is een schatting van het aantal niet-actieve personen in verhouding tot de bevolking op 

beroepsactieve leeftijd. Op elke honderd 20-59 jarigen (potentiële arbeidskrachten) zijn er in 

Holsbeek op 01/01/2005 81,3 niet-actieve personen. Op 01/01/2000 bedroeg deze 

afhankelijksratio 82,6, wat een daling van -1,3% betekent. De evolutie van deze 

afhankelijksratio is iets lager als in Vlaanderen, waar een lichte afname wordt vastgesteld van 

0,6% ten opzichte van 2000. In Vlaams-Brabant is er een lichte stijging van 0,3% en in het 

arrondissement is deze afhankelijkheidsratio dezelfde gebleven. 

De veroudering van de Belgische bevolking en daling van het aantal jongeren zou tegen 2030 

in België leiden tot een afhankelijkheidsratio van de niet-actieven ten opzichte van de mensen 

op actieve leeftijd van 105,9. 

Tabel 33. Afhankelijkheidsratio op 01/01/2005 (bevolking 0 - 19 jaar + 60+ ten opzichte van de bevolking 20 – 59 

jaar) 

0 - 19 jaar 60+ 20-59 jaar afhankelijkheidsratio 

Vl. Gewest 1.342.718 1.377.529 3.322.914 81,9 

Prov. Vl.-Brabant 235.193 232.102 570.491 81,9 

Arr. Leuven 100.333 104.370 260.386 78,6 

Holsbeek 2.177 1.885 4.997 81,3 

Aarshot 4.315 6.932 15.484 79,7 

Leuven 17.544 18.970 53.396 68,4 

Lubbeek 3.134 3.005 7.446 82,4 

Rotselaar 3.573 3.109 8.321 80,3 

Tielt-Winge 2.251 2.088 5.592 77,6 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve gemeentelijke en regionale databank 

4.2. Beroepsbevolking 

De beroepsbevolking is het aantal werkenden en het aantal niet werkende werkzoekenden 

(NWWZ) tussen 18 - 64 jaar. 

Tabel 34. Overzicht van de beroepsbevolking, het aantal werkenden, werkzoekenden en de werkgelegenheid in 

Holsbeek en de regio, op 01/01/2003 

Beroepsbevolking 

(18-64 jaar) 

Aantal 

werkenden 

(18-64 jaar) 

Aantal NWWZ 

(18-64 jaar) 

Werkgelegenheid 

Vlaams Gewest 2.725.837 2.520.723 205.135 2.388.913 

Provincie Vlaams-Brabant 470.495 443.423 27.071 392.928 

Arrondissement Leuven 213.847 200.872 12.973 161.611 

Holsbeek 4.159 3.987 172 1.617 

Aarschot 13.013 12.177 836 9.932 

Leuven 42.907 39.277 3.630 67.324 

Lubbeek 6.356 6.153 272 3.118 

Rotselaar 6.929 6.589 340 3.379 

Tielt-Winge 4.720 4.476 244 1.922 

Bron: Lokale Statistieken, Interactieve gemeentelijke en regionale databank

4.3. Activiteitsgraad 

De activiteitsgraad is de mate waarin de bevolking op arbeidsleeftijd actief is op de 

arbeidsmarkt, dit wil zeggen een job heeft of een job zoekt (= de beroepsbevolking / bevolking 

op arbeidsleeftijd). De activiteitsgraad ligt in Holsbeek hoger dan in het arrondissement, de 

provincie, het gewest en de omliggende gemeenten. De activiteitsgraad is in Holsbeek wel niet 

zo sterk gestegen dan in het arrondissement, de provincie en het Vlaams gewest in 2004 ten 

opzichte van het jaar 2003. 

Tabel 35. De activiteitsgraad in Holsbeek en de regio, 01/01/2004 

2004 03-04 

Vlaams Gewest 73,6 +0,9 

Prov. Vl.-Brabant 74,2 +0,9 

Arrondissement Leuven 74,1 +1,0 

Holsbeek 75,7 +0,7 

Aarschot 75,0 +1,0 

Lubbeek 74,8 +0,3 

Leuven 74,7 +1,7 

Rotselaar 75,5 +0,8 

Tielt-Winge 75,5 +0,6 


4.4. Werkzaamheidsgraad 

De werkzaamheidsgraad geeft het aandeel werkende personen weer in de bevolking tussen 18 

en 64 jaar (= de werkenden / bevolking op arbeidsleeftijd). 

Tabel 36. De werkzaamheidsgraad in Holsbeek en de regio, 01/01/2004 

Werkzaamheidsgraad 

2004 03-04 






Lubbeek 71,6 +0,3 

Leuven 68,1 +1,3 




De werkzaamheidsgraad is een goede indicator omdat hij aangeeft wie werkelijk aan het werk 

is. De werkzaamheidsgraad ligt in 2004 in Holsbeek sterk boven de cijfers van het 

arrondissement Leuven, de provincie Vlaams-Brabant, Vlaanderen en de omliggende 

gemeenten. 

46 

Activiteitsgraad

4.5. Werkgelegenheid 

Werkgelegenheid is het aantal jobs of arbeidsplaatsen, geografisch ingedeeld volgens de 

werkplaats (de vestigingsplaats van de werkgever). De totale werkgelegenheid bestaat uit de 

loontrekkende werkgelegenheid, de zelfstandige werkgelegenheid, en de jobs van de vergoede 

en niet-vergoede helper. 

Tabel 37. De werkgelegenheidsgraad in Holsbeek en de regio, 01/01/2003 

Werkgelegenheidsgraad 

2003 02-03 

Vlaams Gewest 63,7 -0,3 

Prov. Vl.-Brabant 61,2 -0,8 



Aarschot 56,5 -1,0 

Lubbeek 36,1 -0,2 

Leuven 114,5 +4,5 




De werkgelegenheidsgraad geeft de verhouding tussen het aantal jobs en het aantal inwoners 

op arbeidsleeftijd. 

De werkgelegenheidsgraad bedraagt in het arrondissement Leuven in 2003 55,2%, wat 

concreet wil zeggen dat iets meer dan de helft van de beroepsactieven in het arrondissement 

zelf werk vindt. 

Voor kansarmen is de aanwezigheid van werk in de eigen gemeente of streek in vele gevallen 

bepalend voor het vinden van werk. Zij zijn doorgaans minder mobiel en beschikken vaak niet 

over eigen vervoer omwille van financiële, maar soms ook andere redenen (vb. geen rijbewijs). 

De werkgelegenheidsgraad is zowel in Vlaanderen, de provincie Vlaams-Brabant en in het 

arrondissement Leuven de laatste 5 jaren met zowat 7% toegenomen. Leuven duwt de 

werkgelegenheidsgraad voor het arrondissement wel zwaar naar omhoog. 

Voor Holsbeek ligt de werkgelegenheidsgraad onder het niveau van Vlaanderen, de provincie, 

het arrondissement en is het laagst van de omliggende gemeenten. Slechts een kleine 3 op 10 

beroepsactieven vindt in de gemeente Holsbeek zelf werk. Omwille van deze geringe 

tewerkstelling kan men stellen dat Holsbeek een pendelgemeente is.

Tabel 38. Werkgelegenheid, waarvan jobs in loondienst en zelfstandigen in hoofdberoep (op 01/01/2004) 

48 

Waarvan jobs in loondienst 

Aanwezigheidsindex 

Waarvan 

zelfstandigen in 

hoofdberoep 

aantal totaal primair secundair tertiair quartair aantal Aanw. 

Index 

Vlaams Gewest 1.989.638 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 330.605 1,00 

Provincie Vl.Br 328.315 0,96 0,76 0,57 1,31 0,91 56.470 1,00 

Arr. Leuven 134.063 0,86 0,79 0,50 0,82 1,22 23.926 0,93 

Holsbeek 1.014 0,34 0,78 0,29 0,36 0,36 529 1,08 

Aarschot 8.313 0,89 0,71 0,84 0,83 1,01 1.384 0,90 

Lubbeek 2.190 0,48 0,42 0,30 0,40 0,73 802 1,06 

Leuven 62.908 2,03 0,33 0,71 1,83 3,37 4.024 0,78 

Rotselaar 2.492 0,51 0,93 0,79 0,45 0,32 779 0,95 

Tielt-Winge 1.294 0,39 1,84 0,21 0,52 0,36 534 0,96 

Bron: Steunpunt werkgelegenheid arbeid en vorming (WAV) 

De aanwezigheidsindex per regio en per gemeente duidt aan in hoeverre de werkgelegenheid 

(in loondienst of op zelfstandige basis) er sterk of minder sterk aanwezig is in vergelijking met 

het gemiddelde in Vlaanderen. 

Daartoe wordt de verhouding tussen enerzijds het aantal arbeidsplaatsen in deze regio en 

anderzijds het totaal aantal personen op arbeidsleeftijd in die regio vergeleken met dezelfde 

verhouding voor het Vlaams Gewest. 

Deze aanwezigheidsindex kan als volgt worden geïnterpreteerd. Is de waarde kleiner dan 1, 

dan ligt het aantal arbeidsplaatsen (als zelfstandige of als loontrekkende) in de betrokken regio 

lager dan gemiddeld in Vlaanderen; m.a.w. de werkgelegenheid is in deze regio minder sterk 

aanwezig. Is de waarde gelijk aan 1 dan is het aantal arbeidsplaatsen in de betrokken regio 

gelijk aan het gemiddelde in Vlaanderen; m.a.w. de regio kent een normale aanwezigheid van 

de werkgelegenheid. Is de waarde tenslotte groter dan 1, dan is het aantal arbeidsplaatsen in 

de betrokken regio groter dan gemiddeld in Vlaanderen; m.a.w. de werkgelegenheid is in deze 

regio sterker aanwezig. 

De aanwezigheid van jobs in loondienst is in de regio rond Holsbeek, met uitzondering van 

Leuven, minder sterk aanwezig dan gemiddeld in Vlaanderen. Dit geldt eveneens in vergelijking 

met het arrondissement Leuven, maar hier is ook Aarschot een uitzondering. Holsbeek scoort 

het laagst wat de jobs in loondienst betreft (0,34%) ten opzichte van de omliggende gemeenten. 

Bekijken we de aanwezigheidsindex van zelfstandigen in hoofdberoep, dan zien we dat deze 

cijfers beduidend hoger liggen dan deze van jobs in loondienst (behalve in Leuven). Hier scoort 

Holsbeek het hoogst (1,08%) ten opzichte van de omliggende gemeenten. 

De aanwezigheidsindex kan ook verfijnd worden naar sector. Ze geeft weer hoe de 

werkgelegenheid in de betrokken sector van de regio ‘aanwezig’ is in vergelijking met 

Vlaanderen. 

De primaire (hoofd)sector omvat de landbouw en de visserij, de secundaire (hoofd)sector de 

industrie, de nutssector en de bouw, de tertaire (hoofd)sector de handel, de horeca, het vervoer 

en de bedrijfsdiensten, en de quartaire (hoofd)sector de publieke diensten zoals de overheid, 

het onderwijs en de gezondheidszorg.

Deze verfijning naar sector geeft ons zeer interessante informatie. In het arrondissement 

Leuven zien we dat de aanwezigheidsindex in de quartaire sector hoger ligt dan het gemiddelde 

in Vlaanderen. Dit geldt absoluut niet voor Holsbeek en de andere omliggende gemeenten. De 

omliggende steden, namelijk Aarschot en dan vooral Leuven scoren hier zeer hoog. In 

Holsbeek zijn de jobs in loondienst het meest vertegenwoordigd in de primaire (hoofd)sector 

(0,78%). Hiermee zit Holsbeek ongeveer gelijk met het arrondissement Leuven (0,79%). Er is 

dus in Holsbeek nog redelijk veel tewerkstelling in loonverband in de landbouw. Toch heeft 

Holsbeek een beperkt totaal tewerkstellingsaanbod dat zich situeert onder het nationale 

gemiddelde. 

4.6. Werkloosheid 

Werkloosheid is het aantal werkloze personen, geoperationaliseerd aan de hand van het 

jaargemiddelde van het aantal niet-werkende werkzoekenden, ingeschreven bij de VDAB. 

4.6.1. Werkloosheidsgraad 

Tabel 39. De werkloosheidsgraad in Holsbeek en de regio, 01/01/2004 

Werkloosheidsgraad 

(in%) 

2004 03-04 






Lubbeek 4,4 +0,2 

Leuven 8,8 +0,3 




De werkloosheidsgraad is het aandeel werklozen in de beroepsbevolking (= niet-werkende 

werkzoekenden / beroepsbevolking). 

De werkloosheidsgraad is gelijk aan het aantal op het einde van de maand ingeschreven nietwerkende 

werkzoekenden jonger dan 65 jaar in % van de beroepsbevolking jonger dan 65 jaar. 

De werkloosheidsgraad ligt in Holsbeek lager dan de werkloosheidsgraad in het 

arrondissement, de provincie, Vlaanderen en de omliggende gemeenten. Deze bedraagt 4,3 %. 

Deze is wel toegenomen van 2003 naar 2004 met 0,2%. Dit is een beperktere toename dan de 

toename van de werkloosheidsgraad in de meeste omliggende gemeenten, het arrondissement, 

de provincie en het Vlaams Gewest.

4.6.2. Jonge werklozen 

Tabel 40. Aantal uitkeringsgerechtigd volledig werklozen < 25 jaar 

01/01/2000 01/01/2004 

Aantal %tov 

Aantal %tov 

beroepsbevolki 

beroepsbevolki 

ng 

ng 

Vlaams Gewest 18.309 0,7 26.583 1,0 

Provincie Vlaams-Brabant 2.080 0,5 3.277 0,7 

Arrondissement Leuven 1.084 0,5 1.638 0,8 

Holsbeek 7 0,2 23 0,5 

Aarschot 87 0,7 109 0,8 

Lubbeek 29 0,5 48 0,7 

Leuven 256 0,6 394 0,9 

Tielt-Winge 26 0,6 37 0,8 

Rotselaar 28 0,4 39 0,6 


Holsbeek heeft op 01/01/2004 minder uitkeringsgerechtigd volledig werklozen jonger dan 25 

jaar (0,5% ten opzichte van de beroepbevolking in Holsbeek) dan in het arrondissement (0,8% 

ten opzichte van de beroepsbevolking in het arrondissement), de provincie (0,7% ten opzichte 

van de beroepsbevolking in de provincie) en Vlaanderen (1,0% ten opzichte van de 

beroepsbevolking in Vlaanderen). Ook ten opzichte van de omliggende gemeenten en steden 

scoort Holsbeek het best. Sinds 2000 is het aantal jonge werklozen in Holsbeek slechts 

toegenomen met 16 personen of met 0,3%. Deze toename is ongeveer gelijk met de toenames 

van Vlaanderen, de provincie, het arrondissement en de omliggende steden en gemeenten. 

4.6.3. Langdurige werklozen 

Tabel 41. Aantal uitkeringsgerechtigd volledig werklozen > 1 jaar 

01/01/2000 01/01/2004 

Aantal % tov Aantal % tov 

beroepsbevol 

beroepsbevol 

king 

king 

Vlaams Gewest 65.959 2,5 75.188 2,7 

Provincie Vlaams-Brabant 6.916 1,5 8.799 1,8 

Arrondissement Leuven 3.355 1,6 4.075 1,9 

Holsbeek 22 0,5 44 1,0 

Aarschot 259 2,1 332 2,5 

Lubbeek 57 0,9 62 1,0 

Leuven 787 1,9 934 2,1 

Rotselaar 73 1,1 114 1,6 

Tielt-Winge 58 1,3 79 1,7 


Het aantal langdurig werklozen is in Holsbeek op 01/01/2004 lager (1,0% ten opzichte van de 

beroepsbevolking in Holsbeek) dan in het arrondissement Leuven (1,9% ten opzichte van de 

beroepsbevolking in het arrondissement), de provincie Vlaams-Brabant (1,8% ten opzichte van 

de beroepsbevolking in de provincie) en Vlaanderen (2,7% van de beroepsbevolking in 

Vlaanderen). Van 2000 tot 2004 zijn het aantal langdurig werklozen in Holsbeek verdubbeld. In 

het arrondissement, de provincie, het Vlaams Gewest en de omliggende steden en gemeenten 

was de toename van het aantal langdurig werklozen niet zo sterk. 

50

4.6.4. Tewerkstelling artikel 60§7 

Indien een persoon arbeidsongeschikt is en leefloon gerechtigd is dan kan een 

werkervaringstraject een mogelijkheid zijn om hem of haar verder te reïntegreren. 

Het aanbieden van werkervaring als een vorm van hulp vindt zijn oorsprong in de organieke wet 

op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (art.60§7). Naast het regelen van de 

sociale zekerheidsrechten biedt deze hulp de klanten ook de mogelijkheid om ervaring op te 

doen op een reële werkvloer, technische en sociale vaardigheden aan te leren of bij te schaven 

en arbeidsattitudes verder te ontwikkelen. 

In 2005 werd er niemand binnen het artikel 60§7 tewerkgesteld door het OCMW. Dit is te wijten 

aan de doorgedreven preventie die het OCMW voert inzake leefloon gerechtigden. Er wordt in 

de mate van het mogelijke getracht te voorkomen om de cliënten in armoede te laten verzeilen, 

dit door de bevordering van tewerkstelling binnen de gemeente. Hiervoor wordt er 

samengewerkt met het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) en de Werkwinkel. 

Deze hulpverlening biedt ieder individu meer zekerheid op een degelijk inkomen waardoor men 

zelf de verantwoordelijkheid kan dragen de eigen kosten te financieren. Hierdoor zit het aantal 

leefloon gerechtigden in een dalende trend waardoor er automatisch minder personen 

tewerkgesteld kunnen worden binnen het artikel 60§7. 

4.6.5. Begeleiding naar de arbeidsmarkt via de sociale dienst 

Binnen het maatschappelijk integratiebeleid van het OCMW werkt de sociale dienst intensief aan 

een doorgedreven tewerkstellingsbeleid waarbij de cliënten begeleid worden naar en gesteund 

worden op de arbeidsmarkt. 

De aard van de hulpverlening is afhankelijk van de cliëntsituatie. 

Gedurende de periode 2006-2007 werd volgende arbeidsbegeleiding bewerkstelligd: 

● Tewerkstelling in privé-sector door onder andere het aanbrengen van vacatures, het begeleiden 

bij sollicitaties, de rechtstreekse bemiddeling bij de werkgever, ... (11) 

● Tewerkstelling in een sociale werkplaats (2) 

● Doorverwijzing naar Arbeidstrajectbegeleiding (2) 

● Doorverwijzing naar IGO Leuven (1) 

● Doorverwijzing naar de VDAB (werkwinkel) (13) 

4.6.6. PWA Holsbeek 

Het PWA is een vereniging zonder winstoogmerk. Het doel is werkzoekenden en 

leefloongenieters de kans bieden om op een wettelijke manier bezoldigde activiteiten uit te 

oefenen, met behoud van hun uitkering (werkloosheidsuitkering of leefloon). Het PWA wil zo de 

intergratie in de reguliere arbeidsmarkt vergemakkelijken.

4.6.6.1 PWA-werknemers 

Privé-personen, lokale overheden, VZW’s en andere niet-commerciële verenigingen, 

onderwijsinstellingen en land- en tuinbouwbedrijven kunnen activiteiten laten uitoefenen door 

PWA-werknemers. Deze werknemers zijn tewerkgesteld in thuishulp, tuinonderhoud, 

kinderopvang, administratie, klusdienst, lokaal bestuur, onderwijs, VZW’s, tuinbouw. 

Aantal PWAwerknemers 

100 

80 

60 

40 

20 

0 

Bron: Statistieken PWA op het einde van het 4 de trimester van ieder jaartal. 

Het eerste kwartaal van 2006 voerden 24 werkzoekenden van Holsbeek PWA-activiteiten uit bij 

59 gebruikers. Het vierde kwartaal is dat aantal gedaald naar 19 werkzoekenden. De totale 

groep PWA’ers telde einde december 2006 54 personen, waarvan er dus slechts 35,2% (= 19 

werkzoekenden, zie hoger vermeld) actief was. De dalende trend sinds 2003 zet zich kenbaar 

door. Van al de nieuw ingeschreven werkzoekenden kon niemand als actieve PWA’er 

weerhouden worden. Wie kan, vraagt een vrijstelling ‘oudere werkloze’ aan of wordt 

aangemoedigd werk te zoeken in het reguliere arbeidscircuit. Een grote groep van 

werkzoekenden die geen interesse heeft om PWA-activiteiten uit te voeren, is effectief op zoek 

naar werk. Enerzijds is de begeleiding van de VDAB veel intensiever. Anderzijds worden 

langdurig werkzoekenden door de facilitator van de RVA uitgenodigd om hun zoekgedrag naar 

werk te evalueren en bij te sturen. 

Het aantal actieve werkzoekenden dat van buiten de gemeente komt om in Holsbeek te werken 

bedraagt 7 personen. 

De werknemers ontvangen, bovenop hun werkloosheidsuitkering, €4,10 / cheque / uur en dit 

bedrag wordt niet belast. 

Omwille van het dalend aantal PWA-werknemers is er een wachtlijst voor kinderopvang en 

tuinhulp ontstaan. Door de zeer beperkte nieuwe instroom van werknemers kan de wachttijd 

behoorlijk oplopen. 

52 

Evolutie PWA-werknemers sinds 2003-2006 

73 

37 33 

77 

28 

68 

19 

54 

2003 2004 2005 2006 

Jaartal 

Actieve PWA'ers 

Totaal aantal PWA'ers

4.6.6.2. PWA-gebruikers 

Aantal PWA-gebruikers 

100 

80 

60 

40 

20 

0 

87 

Evolutie PWA-gebruikers 2003-2006 

79 

63 60 

2003 2004 

Jaartal 

2005 2006 

Bron: Statistieken PWA op het einde van het 4 de trimester van ieder jaartal. 

PWA-gebruikers 

In 2006 is het aantal gebruikers gedaald tot 60 (einde 2004 nog 79). In werkelijkheid werden er 

lagere gebruikersaantallen genoteerd, gezien er een nieuw registratiesysteem ingevoerd werd 

in 2006 (tot en met 2005: 1 persoon werd aanzien als 1 gebruiker, ongeacht het aantal diensten 

waarvan men gebruik maakte / 2006: 1 persoon wordt aanzien als een andere gebruiker 

wanneer er van verschillende diensten gebruik gemaakt wordt). 

Overzicht PWA-gebruikers in 2006 / activiteit: 

- Thuishulp*: 18 cliënten 

- Tuinonderhoud: 19 cliënten 

- Kinderopvang: 9 cliënten 

- Administratieve formaliteiten: 1 cliënt 

- Klusdienst: 6 cliënten 

- Lokaal bestuur: 2 cliënten 

- Onderwijs: 1 cliënt 

- VZW’s: 3 cliënten 

- Tuinbouw: 1 cliënt 

TOTAAL GEBRUIKERS 60 cliënten 

* In 2004 werd het OCMW officieel erkend als dienstenchequeonderneming en dit voor de 

dienst huishoudhulp (zie ook 4.6.8. Werken met dienstencheques). Deze dienstverlening 

verving de thuishulp van het PWA. Enkel de bestaande cliënten werden behouden binnen de 

PWA-thuishulp, nieuwe aanvragen kwamen bij het OCMW terecht. 

4.6.7. Werkwinkel De Drie Beken 

De werkwinkel heeft twee belangrijke functies. Enerzijds bieden ze onder de regie van de VDAB 

een geïntegreerde basisdienstverlening aan. Anderzijds moeten ze onder de regie van de 

lokale overheid de nieuwe dienstenwerkgelegenheid uitbouwen. Het dagelijks bestuur 

(bestaande uit consulenten van PWA, VDAB, OCMW en ATB) buigt zich over de praktische

samenwerking van al de diensten, zet de toeleidingsacties op poten en organiseert opleidingen 

voor alle werkzoekenden. 

Binnen de service van de werkwinkel worden begrippen als persoonlijke aanpak, korte afstand 

en kleinschaligheid als positief ervaren door de werkzoekenden. De moeilijke bereikbaarheid 

met het openbaar vervoer kan echter een probleem vormen voor sommigen. Door de zitdagen 

van de VDAB-consulenten en de hulp van PWA-beambten in de contactpunten van de 

werkwinkel tracht men hierin tegemoet te komen. 

Holsbeek zit samen met Lubbeek en Bierbeek in de lokale werkwinkel 'de drie beken'. Door 

de werkwinkel werd een werkgelegenheidsbeleidsplan 2004 - 2006 opgemaakt. 

Het beleidsplan neemt de doelstellingen over van gemeente en OCMW i.v.m. hun 

tewerkstellingsbeleid. Verder wordt aandacht geschonken aan de randvoorwaarden voor een 

goed tewerkstellingsbeleid, zijnde de kinderopvang en de mobiliteit. 

In het beleidsplan worden volgende voorstellen gedaan: 

- werken aan een meer klantvriendelijke dienstverlening door meer openingsuren, attesten en 

documenten rechtstreeks ter beschikking hebben 

- zelfredzaamheid van de werkzoekenden verhogen door meer hulp te bieden in de beginfase 

- samenwerken om de trajectbegeleiding van kansarmen in de gemeenten te verstevigen. 

Vooral aandacht richten naar cliënten van OCMW. 

- randvoorwaarden verbeteren 

- actief inspelen op mogelijkheden van diensteneconomie 

- stimuleren van het gebruik van art. 60 §7 om vooral de kansen van jonge leefloners te 

verbeteren. 

In 2005 heeft het OCMW: 

- in het kader van tewerkstelling 2 mensen met financiële en psyco-sociale problemen 

aangeworven binnen de thuiszorgdiensten. 

- 4 cliënten verder geholpen met een integratiecontract. Personen die jonger zijn dan 25 jaar 

hebben recht op een passende tewerkstelling of een integratiecontract dat binnen een 

bepaalde periode leidt naar een arbeidsovereenkomst en dit binnen de 3 maanden vanaf de 

datum van hun aanvraag. 

4.6.8. Werken met dienstencheques 

Op 20 april 2004 is het OCMW gestart met de dienst huishoudhulp in het kader van 

dienstencheques. Deze dienst werd opgericht in samenwerking met het PWA. Dit om: 

- arbeidsplaatsen te creëren voor kortgeschoolde werknemers 

- zwartwerk te bestrijden 

- de lopende wachtlijst binnen de poetsdienst van het OCMW aan te pakken 

- tegemoet te komen aan gebruikers in behartenswaardige situaties 

Bovendien krijgen alle PWA’ers via deze samenwerking de mogelijkheid om bij het OCMW te 

werken. Het PWA schrijft gebruikers hiervoor eventueel in bij Accor en verwijst de kandidaten 

door naar het OCMW. Sinds 1 mei 2003 kan men dienstencheques aankopen voor de prijs van 

€6,70 per cheque. Deze cheques kan men aanwenden voor de aankoop van huishoudelijke 

54

hulp zoals het schoonmaken van de woning, wassen en strijken, kleine occasionele naaiwerken 

en het bereiden van maaltijden. 

Begin 2007 waren er in het totaal 49 personeelsleden (= 36,5 VE) tewerkgesteld binnen de 

dienst huishoudhulp in het kader van de dienstencheques. 

Binnen het totale personeelsaantal (= 106 personen) vertegenwoordigen zij een 

personeelsaandeel van 46,2%. 

4.6.9. Bibliotheek aan huis 

In 2006 werd er in Holsbeek gestart met het project ‘Bibliotheek aan huis’. Deze dienst is een 

samenwerking tussen de openbare bibliotheek, het OCMW en het PWA. Een PWA-werknemer 

brengt maandelijks boeken aan huis bij inwoners die zelf niet meer naar de bibliotheek kunnen. 

Einde 2006 maakten 23 mensen gebruik van deze dienst. 

4.6.10. Opleidings- en werkervaringsprojecten in de regio 

Opleidingsprojecten: 

- In 2006 heeft het OCMW in het kader van opleidingen en vorming samengewerkt met “De 

Drie Beken” te Lubbeek. Binnen deze werking is er een vertegenwoordigster van de 

organisatie ATB Vlaams-Brabant (arbeidstrajectbegeleiding) die instaat voor de begeleiding 

van personen met een arbeidshandicap. Via deze samenwerking kan er efficiënter gewerkt 

worden. 2 personen volgden een opleiding. 

- PWA Holsbeek, PWA Tielt-Winge, PWA Lubbeek en PWA Bierbeek bieden samen 

vormingskansen aan hun werknemers. In 2006 werden er 2 opleidingen georganiseerd. De 

boekhouding van de PWA-opleidingen wordt gecontroleerd door het hoofdbestuur van de 

RVA. PWA Holsbeek heeft de norm voor de uitgaven (1/4 de van de inkomsten van de 

Sodexho-bijdrage van het vorige jaar) niet behaald. Het wordt steeds moeilijker nog 

PWA’ers te vinden die interesse hebben voor opleidingen. 

Werkervaringsprojecten: 

- In 2006 werden er door het OCMW, in samenwerking met de VDAB en de werkwinkel, 13 

cliënten begeleid naar een betaalde job (zie ook 4.6.5. begeleiding naar de arbeidsmarkt via 

de sociale dienst). 

- Begin 2007 waren er 106 personen tewerkgesteld binnen het OCMW en 68 personen 

binnen het gemeentebestuur. Binnen het gemeentelijk onderwijs waren er 4 personen 

tewerkgesteld ten laste van de gemeente.

4.7. Tewerkstelling in Holsbeek: toekomstmogelijkheden en beleidsuitdagingen, 



- Een hogere actieve bevolking op arbeidsleeftijd dan gemiddeld in Vlaanderen, de 

provincie, het arrondissement en de omliggende steden en gemeenten. 

- Veel werkende personen op arbeidsleeftijd 

- De primaire sector is in Holsbeek nog vrij belangrijk, er zijn nog vrij veel jobs in 

loonverband in de landbouw. 

- Lage werkloosheidsgraad 

- Weinig jonge werklozen 

- Weinig langdurig werklozen 


- Zeer weinig werkgelegenheid in de gemeente zelf 

- Lichte stijging werkloosheidsgraad 

- Lichte stijging van de jonge werklozen 

- Sterke stijging van de langdurige werklozen 

Sterkten 

- De oprichting van de lokale werkwinkel maakt samenwerking tussen VDAB, PWA en 

OCMW mogelijk. Ook wordt samenwerking intergemeentelijk met de naburige 

gemeenten mogelijk 

- Inwoners van Holsbeek kunnen gebruik maken van de WIS computer die ter beschikking 

staat in het gemeentehuis 

- Sinds 2004 werd OCMW Holsbeek erkend als onderneming in het kader van 

dienstencheques 

- Holsbeek beschikt via de werkwinkel over een werkgelegenheidsplan 

- Geen tewerkstellingen binnen artikel 60§7 door doorgedreven preventie OCMW inzake 

leefloongerechtigden. 

- Sterke individuele begeleiding werkzoekende vanuit de werkwinkel 

Werkpunten 

- Beperkt aanbod openbaar vervoer zorgt voor moeilijke bereikbaarheid van de 

werkwinkel 

- Specifieke acties naar maatschappelijk kwetsbaren via werkwinkel te beperkt 

- Wegens wegvallen van stempelcontrole in gemeentehuis wordt WIS-computer amper 

gebruikt 

56

5 Huisvesting en woonsituatie 

5.1. De woonmogelijkheden 

Tabel 42. Woningtypes 

Holsbeek Pr. Vl. Brabant 

Totaal eengezinswoning 97,5 83,0 83.8 79.5 

Alleenstaande woning 75,8 42,4 49.2 36.1 

Half open bebouwing 17,1 21,1 17.7 20.4 

Rijwoning 4,5 19,3 16.6 22.6 

Type eengezinswoning onbekend 0.09 0.21 0.20 0.38 

Appartement, studio, kamer 1,6 16,4 15.5 20.0 

Caravan, chalet, woonwagen 0.09 0.11 0.16 0.11 

Andere types 0.79 0.49 0.52 0.42 

Bron: NIS: statistiek en economische situatie: enquête 1/10/2001 

Tabel 43. Bevolking die in bepaalde woningtypes woont 

Holsbeek Pr. Vl. Brabant 

Arr. Leuven Vlaanderen 

Arr. Leuven Vlaanderen 

Totaal eengezinswoning 98,1 88,2 89.3 85.7 

Alleenstaande woning 77,6 47,0 55.1 41.1 

Half open bebouwing 16,8 22,0 18.2 21.6 

Rijwoning 3,7 19,0 15.8 22.6 

Type eensgezinwoning onbekend 0.06 0.20 0.19 0.41 

Appartement, studio, kamer 1,2 11,1 10.0 13.6 

Caravan, chalet, woonwagen 0.03 0,09 0.12 0.1 

Andere types 0,61 0.58 0.58 0.58 

Bron: NIS: statistiek en economische situatie: enquête 1/10/2001 

Volgens de algemene socio-economische enquête die op 01/10/2001 uitgevoerd werd, woont 

98,1% van de inwoners van Holsbeek in eengezinswoningen. In de meeste gevallen betreft het 

alleenstaande woningen (77,6%). Dit is een duidelijke parameter dat Holsbeek een residentiële 

gemeente is. In de provincie, het arrondissement en in Vlaanderen ligt het percentage inwoners 

dat in eengezinswoningen woont, beduidend lager. 

Er zijn bovendien volgens de enquête van 2001 nagenoeg geen appartementen, studio’s of 

kamers in Holsbeek, het gaat om slechts 1,6%. In de provincie, het arrondissement en in 

Vlaanderen ligt dit percentage beduidend hoger. Ook caravans, chalets en woonwagens vind je 

volgens de enquête minder terug in Holsbeek dan in de provincie, het arrondissement en in 

Vlaanderen. 

0,61% van de inwoners van Holsbeek woont in 'andere woningtypes'. Dit is een cijfer dat 

ongeveer gelijk ligt met het gemiddelde voor het arrondissement, de provincie en Vlaanderen en 

slaat vermoedelijk op de mensen die wonen (en ingeschreven zijn) in de instellingen te 

Holsbeek. 

De enquête dateert van 01/10/2001, deze cijfers zijn dus niet meer zo recent. Er zijn 

ondertussen in Holsbeek heel wat appartementen bijgebouwd. Zo zijn er in 2004 19 

appartementen bijgekomen. Ook zijn er intussen heel wat verkavelingen geweest waar vrij veel 

rijwoningen en half open bebouwingen op gebouwd werden. Toch is het relevant om de 

gegevens van deze enquête te bekijken omdat deze cijfers een globaal beeld scheppen van

huisvesting in het algemeen. Omwille van deze redenen zullen de gegevens van deze enquête 

herhaaldelijk in dit hoofdstuk aan bod komen. 

5.2. De prijzen van woonhuizen en vastgoed 

Tabel 44. Evolutie van de prijzen van woningen, appartementen en gronden in Holsbeek 

Bouwgronden Appartementen Kleine-middelgrote 

woningen 

Aantal Gemidd. Aantal Gemidd. Aantal Gemidd. 

prijs 

58 

prijs 

prijs 

Grote woningen 

Aantal Gemidd. 

Prijs 

1995 48 37.788 1 114.031 62 85.837 4 175.695 

1996 79 35.509 0 0 45 87.316 8 220.367 

1997 23 50.889 3 76.351 57 83.323 8 172.286 

1998 31 65.969 0 0 44 109.107 9 194.930 

1999 46 76.966 1 142.129 53 108.983 15 219.452 

2000 31 57.040 2 90.605 53 115.706 14 261.687 

2001 37 73.782 5 103.619 42 107.374 12 207.425 

2002 40 72.357 7 104.569 47 117.164 11 205.948 

2003 44 91.422 3 154.838 53 128.567 15 234.390 

2004 52 87.916 19 110.217 41 137.866 27 266.655 

2005 31 114.304 2 131.340 50 154.005 18 267.229 

Bron: Lokale Statistieken, Intergemeentelijke en Regionale Databank 

In Holsbeek is er een vrij constante verkoop van bouwgronden, woningen en appartementen. 

Wat deze laatste groep betreft: het aantal verkopen is allicht te klein om hier conclusies uit te 

trekken, er zijn immers relatief weinig appartementen in Holsbeek. 

De gemiddelde prijs van bouwgronden en woningen is sinds 1995 meer dan verdubbeld: de 

prijs van bouwgronden - jaarlijks ongeveer 40 verkopen - steeg van € 40.000 ~ 65.000 ~ 

90.000. Ook de gemiddelde prijs voor kleine en middelgrote woningen - jaarlijks goed voor 

ongeveer 50 verkopen – is zeer sterk gestegen. De prijsstijging voor grote woningen is relatief 

minder groot. Dit valt wellicht te verklaren vanuit het feit dat hier minder verkoopsbewegingen 

zijn geweest en dat er vermoedelijk zoiets bestaat als een ‘absolute’ maximumprijs. 

De prijzen van huizen, appartementen en bouwgronden zijn de voorbije jaren overal 

fenomenaal gestegen. De problematiek betreffende betaalbare huisvesting strekt zich hierdoor 

over alle Belgische steden en gemeenten uit en dient ruimer geïnterpreteerd te worden dan 

louter op het lokale niveau. De huidige historisch lage rentevoeten spelen daarin een bepalende 

rol, maar ook de verlaging van de registratierechten en de eenmalige bevrijdende aangifte 

hebben de dure vastgoedprijzen mede in de hand gewerkt. Daarenboven is België volop bezig 

aan een inhaalbeweging ten opzichte van de buurlanden, waar de gemiddelde verkoopprijs nog 

altijd iets hoger ligt, hetgeen een verhoogd aantal inwijkelingen uit Nederland en Duitsland tot 

rechtstreeks gevolg heeft. In grootsteden als Brussel en Leuven is de prijs-inhaalbeweging 

reeds langer voelbaar. Dit strekt zich verder uit tot de naburige gebieden. Als aanpalende 

gemeente van Leuven, werd Holsbeek hierdoor snel extra gevoelig voor indrukwekkende 

prijsstijgingen binnen de vastgoedsector. 

Gemiddeld kost een kleine en middelgrote woning in Holsbeek 10% duurder dan een woning 

gemiddeld kost in Vlaanderen. Wat betreft de grote woningen is het prijsverschil kleiner met de 

prijs van woningen in het arrondissement Leuven, de provincie Vlaams-Brabant en Vlaanderen.

Een vergelijking met het arrondissement, de provincie en Vlaanderen voor wat de bouwgronden 

betreft leert dat de prijs van de bouwgronden (per m2) in Holsbeek heel wat duurder is dan in 

het arrondissement, de provincie en Vlaanderen. Een bouwgrond kost in Holsbeek (prijzen 

2005) 119,4€ per m2. 

Ten gevolge van de prijs van de huizen heeft men enerzijds een proces van sociale verdringing 

van mensen die deze prijs niet meer kunnen betalen, anderzijds een grote jaarlijkse inwijking 

van dertigplussers die wel over dit budget beschikken. 

Tabel 45. Verkopen (openbare en uit de hand) van woonhuizen en appartementen, in 2005, gemiddelde koopprijs in 

euro 

Grote woning Kleine en 

middelgrote woning 

Appartement 

Vlaams Gewest 275.270 142.263 147.056 

Provincie Vlaams-Brabant 313.318 170.105 137.632 

Arrondissement Leuven 272.500 158.350 130.802 

Holsbeek 267.229 154.005 131.340 

Aarschot 202.595 143.104 136.731 

Leuven 335.319 202.903 126.703 

Lubbeek 296.959 167.951 115.000 

Rotselaar 214.573 156.563 141.166 

Tielt-Winge 232.483 143.396 0 


Tabel 46. Prijzen van bouwgronden, in 2005, gemiddelde koopprijs per m2 

Vlaams Gewest 106,0 

Provincie Vlaams-Brabant 111,6 

Arrondissement Leuven 102,6 

Holsbeek 119,4 

Aarschot 83,2 

Leuven 122,9 

Lubbeek 100,5 

Rotselaar 109,3 

Tielt-Winge 97,1 


5.3. Gerieflijkheid en comfort van bewoonde particuliere woningen 

De woningen zijn in Holsbeek gemiddeld groter dan de woningen van het arrondissement en 

Vlaanderen. Maar ze worden ook door relatief grotere huishoudens bewoond. 

Tabel 47. Oppervlakte bewoonde particuliere woningen 

Holsbeek Pr. Vl. Brabant Arr. Leuven 

Vlaams Gewest 

Totaal aantal woningen 3.208 395.235 180.421 2.348.025 

% % % % 

< 35 m² 150 4,7 25.546 6,5 12.956 7,2 170.729 7,3 

35 - 54 m² 464 14,5 62.191 15,7 29.262 16,2 408.663 17,4 

55 - 84 m² 737 23,0 92.987 23,5 42.073 23,3 568.756 24,2 

85 - 104 m² 684 21,3 81.787 20,7 36.192 20,1 469.020 20,0 

105 - 124 m² 473 14,7 53.076 13,4 23.665 13,1 282.256 12,0 

> 125 m ² 474 14,8 46.047 11,7 20.446 11,3 224.332 9,6 

Onbekend 226 7,0 33.601 8,5 15.827 8,8 224.269 9,6 

Oppervlakte per bewoner 33,1 m2 34,5 m2 34,6 m2 33,7 m2 

Bron: NIS, socio-economische enquête 2001

Qua comfort scoort Holsbeek relatief beter dan de provincie Vlaams-Brabant, het 

arrondissement Leuven en de rest van Vlaanderen: er zijn procentueel meer woningen met 

groot comfort, minder woningen met middelmatig comfort en ongeveer evenveel woningen met 

klein comfort. 

Het percentage woningen zonder klein comfort ligt in Holsbeek dan weer wat hoger dan in de 

provincie, het arrondissement of in Vlaanderen. Dit is deels te verklaren door een kleine groep 

oude woningen die niet of niet efficiënt verbouwd werden. 

Tabel 48. Bewoonde particuliere woningen naar combinatie van gerieflijkheden binnen de woning: aantal woningen 

Holsbeek Pr. Vl Brabant Arr. Leuven Vlaams Gewest 

Totaal aantal woningen 3.208 395.235 180.421 2.348.025 

% % % % 

Groot comfort 2.135 67,8 244.779 63,5 111.277 63,2 1.279.829 56,0 

Middelmatig comfort 285 9,0 54.455 14,1 26.220 14,9 319.988 14,0 

Klein comfort 547 17,4 68.255 17,7 30.199 17,1 571.279 25,0 

Zonder klein comfort 184 5,8 18.097 4,7 8.375 4,8 112.618 5,0 

Woningcomfort niet gekend: 57 9.649 4.350 64.311 

Geen antwoord 

Bron: NIS, socio-economische enquête 2001 

Zonder klein comfort = zonder badkamer en wc 

Klein comfort = badkamer + wc 

Middelmatig comfort = kleine comfort + centrale verwarming 

Groot comfort = middelmatig comfort + keuken (4m2) of geïntegreerde keuken + telefoon of gsm + auto 

5.4. Zonevreemde woningen 

Zonevreemdheid kan gedefinieerd worden als de tegenstrijdigheid van de feitelijke toestand van 

een gebouw, functie of activiteit, met de vastgelegde bestemming in het aanlegplan. De 

problematiek van zonevreemdheid vindt zijn oorsprong in het KB van ’72 ter invoering van de 

gewestplannen en de uitzonderingsbepalingen in de gewestplannen zelf. 

Vele woningen en woonpercelen bevinden zich volgens de bestemmingskaarten van het 

gewestplan niet in de juiste zone. Veel van deze woningen dateren van lang voor de opmaak 

van de gewestplannen in de jaren ’70. Er zijn ook veel woningen die later werden vergund en 

gebouwd buiten de bouwzone, onder meer in bestaande verkavelingen of door de opvulregel. 

Zonevreemd is dus iets totaal anders dan illegaal. Illegale woningen zijn woningen gebouwd 

zonder bouwvergunning. De meeste zonevreemde woningen en gebouwen zijn wettelijk, maar 

er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen zonevreemde woningen binnen en buiten 

ruimtelijk kwetsbaar gebied. In de gemeente Holsbeek zijn er +/- 650 zonevreemde woningen. 

Hiervan zijn er een beperkt aantal (+/-15) gesitueerd binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. Het 

overgrote deel bevindt zich buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied. De grote problematiek die zich 

hier stelt is dat enkel die woningen buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied (mits stedenbouwkundige 

vergunning) verbouwd, herbouwd of uitgebreid mogen worden. 

Voor zonevreemde woningen binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied is dit niet het geval. Alleen 

werken met betrekking tot de instandhouding van deze gebouwen kunnen worden vergund. 

De ganse zonevreemdheidsproblematiek brengt sociaal-economische en persoonlijke wrevel 

mee. De zonevreemde eigenaars weten vaak niet waar ze precies aan toe zijn. 

60

Wanneer de gemeente een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) opmaakt voor de 

woningen gesitueerd buiten het ruimtelijk kwetsbaar gebied kan ook voor deze woningen een 

duidelijk rechtskader worden gecreëerd. 

5.5. Weekendverblijven in Holsbeek 

Een weekendverblijf wordt geacht een tijdelijke woonplaats te zijn. Toch worden ze vaak 

gebruikt als permanente huisvestingsplaats. De oorzaken van de toenemende trend om in het 

weekendverblijf te gaan wonen zijn veelzijdig. Zo kan het fiscaal-financieel voordeel bepalend 

zijn. Door het vestigen van de hoofdverblijfplaats in de gemeente waar het weekendverblijf 

gelegen is worden er immers een aantal uitgaven drastisch verminderd (vb. de heffing van een 

bijkomende belasting op het tweede verblijf). Maar er kunnen ook structurele of sociale 

oorzaken aan vooraf gaan. De toenemende vergrijzing en de dikwijls vervroegde pensionering 

van de oorspronkelijke weekendverblijvers stimuleert deze hun hoofdverblijfplaats over te 

brengen naar de gemeente waar hun weekendverblijf gevestigd is en hun oorspronkelijke 

woning op te geven. Daarnaast moet er gewezen worden op het toenemend aantal 

eenpersoonsgezinnen. Door de hoge prijzen van bouwgrond en woningen gaat men op zoek 

naar een betaalbaar alternatief. Een rechtstreeks gevolg hiervan is dat het aanlokkelijk om 

wonen wordt in een relatief goedkoop weekendverblijf voor mensen die over een beperkt tot 

laag inkomen beschikken. Bovendien beantwoorden de goedkope chalets, door het gebrek aan 

de meest elementaire voorzieningen, vaak niet aan de normale woonkwaliteit. 

De stedenbouwkundige regelgeving van weekendverblijven laat geen vaste bewoners toe in 

chalets. Omwille van urbanisatie of ruimtelijke ordening kan er echter geen enkele inschrijving 

geweigerd worden in weekendverblijven. Een voorlopige inschrijving van maximum 3 jaar kan 

bekomen worden, mede gelet op het ingevoerde recht van wonen (Belgische grondwet, anno 

1994). 

Indien er hiertegen geen verdere acties genomen worden door het gemeentebestuur, wordt 

deze voorlopige inschrijving automatisch gewijzigd in een permanente. 

5.5.1. Weekendverblijven in de verkaveling van het Nationaal Komitee 

Weekendverblijven (NKWV) 

Binnen de gemeente Holsbeek werden er door het NKWV 2 (goedgekeurde) verkavelingen 

aangemaakt in een zone voor verblijfsrecreatie: 

- Verkaveling Hertstraat: 52 bouwloten 

- Verkaveling Appelweg: 12 bouwloten 

De chalets binnen deze verkaveling zijn stedenbouwkundig vergund als weekendverblijf, de 

meeste bewoners ervan zijn vast gedomicilieerd.

5.5.2. Andere weekendverblijven in Holsbeek 

5.5.2.1 Weekendverblijven gebouwd voor 29 maart 1962 

Holsbeek beschikt over een 20-tal weekendverblijven die gedateerd zijn voor het in voege 

treden van de wet op de stedenbouw anno 1962. Alle gebouwen die van voor deze wet dateren 

worden normaliter beschouwd als vergund gezien in die periode geen vergunning noodzakelijk 

was. 

5.5.2.2 Weekendverblijven gebouwd tussen 29 maart 1962 en 1978 

De overgrote meerderheid van de weekendverblijven in Holsbeek dateert van na de in werking 

getreden stedenbouwwet (1962), maar vóór het ontstaan van het gewestplan (1978). 

5.5.2.2.1. Individuele weekendverblijven 

Binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied 

Het grootst aantal individuele weekendverblijven in Holsbeek is terug te vinden in de 

deelgemeente Holsbeek en Nieuwrode. Het betreft hier een 20-tal verblijfplaatsen. Door het 

uitdovingsbeleid dat het gemeentebestuur hierbinnen voert, kunnen er geen personen meer 

gedomicilieerd worden voor deze chalets. De vaste domiciliëring van de vroegere bewoners 

komt niet in het gedrang. 

Buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied 

In Holsbeek zijn er een 80-tal weekendverblijven gesitueerd buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied. 

Omwille van het gevoerde gedoogbeleid en zolang het bestemmingsdoel van deze chalets 

gerespecteerd blijft door de bewoners, dringen er zich hier geen specifieke maatregelen op. 

Vaste inschrijvingen worden niet toegelaten. 

5.5.2.2.2. Clusters van weekendverblijven 

Clusters van weekendverblijven zijn groepen van telkens minimaal 4 chalets. De bevoegdheid 

met betrekking tot regularisatie van de chalets en het geven van een rechtstatuut is in handen 

van de provincie Vlaams-Brabant. In de gemeente worden deze clusters gesitueerd te 

Nieuwrode en te Holsbeek. In Nieuwrode (Kriesberg) betreft het 3 groepen van clusters met een 

totaliteit van 18 chalets. In Holsbeek (Chartreuzenberg) wordt het totaal aantal chalets geraamd 

op 45. 

De inventarisatie van deze clusters werd reeds gerealiseerd door het gemeentebestuur van 

Holsbeek. Het dossier werd overgemaakt aan de provincie Vlaams-Brabant. Een oordeel of 

eventuele maatregel hieromtrent werd nog niet uitgesproken. 

62

5.5.2.3 Weekendverblijven gebouwd na 1978 

Voor alle chalets opgetrokken na 1978 en gebouwd in alle illegaliteit worden de nodige 

maatregelen getroffen en procedures gestart tot afbraak of regularisatie. 

5.6. Leegstand en verwaarlozing 

Binnen de provincie Vlaams-Brabant is Holsbeek 1 van de weinige gemeenten die zelf 

inventarisbeheerder is van de leegstaande en verwaarloosde woningen. 

De overgrote meerderheid van de verwaarloosde woningen werden in het verleden afgebroken 

- hetzij verbouwd, hetgeen in hoofdzaak zonevreemde woningen betrof. 

Hierdoor vormt deze thematiek geen pijnpunt voor de gemeente Holsbeek en dient er hieraan 

geen prioriteit gegeven te worden. 

5.7. Kwaliteitsbewaking 

De gemeentelijke huisvestingsdienst behandelt aanvragen voor comformiteitsattesten voor 

huurwoningen in het kader van de Wooncode. Een comformiteitsattest is een bewijs dat de 

huurwoning aan de Vlaamse kwaliteitsnormen voldoet inzake veiligheid, gezondheid en 

kwaliteit. Het attest is niet verplicht, maar het biedt de verhuurder wel extra zekerheid. 

In de periode 2000-2006 werden er in Holsbeek geen comformiteitsattesten aangevraagd door 

de burgers of afgeleverd door het gemeentebestuur. Bepalende factor hierbij is het gering 

aantal officieel verhuurde woningen in de gemeente. 

Eigenaars van woningen die verhuurd worden en die niet aan de Vlaamse normen voldoen, 

worden op verzoek van de verhuurder onderworpen aan een ongeschiktheids- of 

onbewoonbaarheidsonderzoek. De inspectie van de woningen wordt uitgevoerd door de 

provinciale huisvestingsdienst en gecoördineerd door de gemeentelijke dienst huisvesting. De 

ongeschiktheids- of onbewoonbaarverklaring valt onder de bevoegdheid van de burgemeester 

en heeft tot gevolg dat de verhuurder de woning niet verder of opnieuw mag verhuren. 

Bijkomend worden er door de gemeente en het Vlaams gewest financiële sancties voorzien 

voor ongeschikte of onbewoonbare woningen. 

Gedurende de periode 2000-2006 werden er in Holsbeek 5 ongeschiktheidsverklaringen 

afgeleverd. 

Wel dient er hier gesteld te worden dat de meeste aanvragen voor ongeschiktheidsverklaring 

hun voedingsbron vinden in conflicten tussen huurder en verhuurder. 

5.8. Appartementen 

5.8.1. Seniorenresidenties 

In de zomer van 2006 werd de bouw opgestart van een seniorenresidentie met 33 woonflats 

voor senioren. Deze flats zijn gelegen in de dorpskern van Sint-Pieters-Rode.

De seniorenresidenties kunnen bewoond of gehuurd worden door ouderen (met voorrang voor 

inwoners van de gemeente) en zouden begin 2008 instapklaar zijn. 

5.8.2. Nieuwe appartementen gedurende de periode 2002-2007 

Naast de seniorenresidenties in Sint-Pieters-Rode kan het aantal appartementen in Holsbeek 

geraamd worden op 36 eenheden verdeeld over 4 meergezinswoningen. 

5.9. Verkavelingen in Holsbeek 

5.9.1 Zagerijsite Holsbeek 

In 2005 werd er 1 grote verkaveling gerealiseerd in de gemeente. Het betreft de privéverkaveling 

Zagerijsite te Holsbeek, waarbij ieder perceel verkocht werd tegen de gangbare 

marktprijzen. De verkaveling Zagerijsite omvat 26 bouwloten met een gemiddelde oppervlakte 

van 5 are per lot. 

5.9.2 Asseltveld Holsbeek 

In de periode 2007-2012 zal de 2 de fase van de verkaveling Asseltveld (zoals in het gewestplan 

omschreven) gerealiseerd worden. Hiermee wil het gemeentebestuur bijkomende sociale 

kavels en sociale huur- en koopwoningen voorzien voor jonge mensen met een gemiddeld of 

lager inkomen. Inwoners van de gemeente moeten bij de toewijzing voorrang genieten. Binnen 

de verkaveling Asseltveld worden er 22 sociale kavels, 12 sociale koopwoningen en 16 sociale 

huurwoningen voorzien. Zowel de sociale kavels als de sociale koopwoningen vallen onder de 

bevoegdheid van Interleuven. De sociale huurwoningen zullen door het OCMW gebouwd en 

beheerd worden. 

In een eerste fase werd er in 1994 door Interleuven reeds een verkavelingsvergunning 

bekomen voor het Asseltveld. Dit omvatte 38 sociale woonpercelen met oppervlaktes van 5 tot 

9,5 are. 

5.9.3 Onbebouwde kavels 

Over gans het grondgebied Holsbeek zijn er een groot aantal verkavelingen waarvan veel loten 

(om en bij 300 kavels) onbebouwd zijn. Deze komen niet vrij op de vastgoedmarkt omdat ze 

dikwijls gereserveerd worden voor familie of nabestaanden. 

64

5.10. Sociale huisvesting 

5.10.1. Sociale woningen van Dijledal 

De gemeente Holsbeek heeft een samenwerkingsverband met de sociale woningmaatschappij 

Dijledal. Dijledal beschikt over 13 sociale woningen in de woonwijk Bergeveld in de 

deelgemeente Holsbeek. Het betreffen allemaal ééngezinswoningen. 

5.10.2. Sociale woningen van SVK (Sociaal Verhuurkantoor) Hageland 

De gemeente Holsbeek heeft ook een samenwerkingsverband met het Sociaal Verhuurkantoor 

Hageland. Vier gemeenten, namelijk Holsbeek, Tielt-winge, Bekkevoort en Glabbeek maken 

deel uit van het SVK Hageland. Het SVK huurt woningen of appartementen op de private 

woningmarkt om ze, eventueel na renovatie- of aanpassingswerken, aan woonbehoeftige 

gezinnen en alleenstaanden onder te verhuren. Ook doet het SVK aan woonbegeleiding om de 

huurder vertrouwd te maken met de rechten en de plichten. De eigenaar-verhuurder kan 

rekenen op een stipte betaling van huur, het afsluiten van een brandverzekering en het 

onderhoud van de woning, terwijl hij in ruil daarvoor een langdurig huurcontract krijgt 

aangeboden. 

In Holsbeek is er 1 woning dat verhuurd wordt via het SVK Hageland. Deze is gelegen in 

Kortrijk-Dutsel. Het betreft een ééngezinswoning met 2 slaapkamers. 

5.10.3. Sociale woningen vanuit OCMW Holsbeek 

5.10.3.1. Eigen woningen 

Het OCMW Holsbeek beschikt op 01/01/2007 over 18 sociale woningen waarvan het OCMW 

eigenaar is. Van 1 van deze 18 woningen is het OCMW houder van het zakelijk recht (in 

erfpacht). 

Deze woningen zijn gespreid over de gemeente Holsbeek. 9 van deze woningen zijn gelegen in 

de deelgemeente Holsbeek. De andere 9 woningen zijn gelegen in Nieuwrode. 

12 van deze woningen werden door de jaren heen zelf gebouwd door het OCMW Holsbeek. De 

andere 6 woningen werden aangekocht. 

Het betreffen 16 ééngezinswoningen met 1, 2 of 3 slaapkamers. Eén eigen woning doet dienst 

als noodhuisvesting. Hierover volgt later meer informatie. De andere eigen woning doet dienst 

als Lokaal Opvanginitiatief. 

5.10.3.2. Huurwoningen 

Verder huurt het OCMW Holsbeek nog 6 woningen van privé-eigenaars die het OCMW dan 

onderverhuurt. Deze woningen doen ook dienst als sociale woningen.

Ook deze woningen zijn gespreid over de gemeente Holsbeek. 1 van deze woningen is gelegen 

in Nieuwrode. 3 hiervan zijn gelegen in Kortrijk-Dutsel en de overige 2 zijn gelegen in Holsbeek. 

Hier betreffen het 4 ééngezinswoningen met 1, 2 of 3 slaapkamers. Verder zijn het 2 

appartementen. 1 van deze appartementen doet ook dienst als Lokaal Opvanginitiatief. 

5.10.3.3. Sociale woningbouw te Nieuwrode, Appelweg 20-22 

In juli 2005 besliste de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Holsbeek van start 

te gaan met een sociaal bouwproject van 6 huurwoningen in Nieuwrode. Hiermee wil het 

OCMW extra huisvesting aanbieden aan de meest kwetsbare en zwakke huurders. Het 

architectenbureau A’aksent uit Holsbeek werd mee onder de arm genomen voor de realisatie 

van dit project. In november 2005 ontving het OCMW subsidies van de provincie Vlaams- 

Brabant en het Vlaams Gewest. In augustus 2006 werd de oorspronkelijke tweewoonst 

afgebroken en het terrein bouwklaar gemaakt. De grondwerken werden uitgevoerd in 

september 2006 en ook de eerste steenlegging van deze woningbouw had dan plaats. De 

inhuldiging van het gebouw gebeurde in oktober 2007. De sociale huurwoningen zijn sedert 

eind oktober 2007 in gebruik. De 2 appartementen op de benedenverdieping zijn gebouwd 

volgens het principe van levenslang wonen, dit wil zeggen met aangepaste deuropeningen, 

douche met zitje,… . 

5.10.3.4. Project Sociale woningbouw te Holsbeek, Asseltveld 

OCMW Holsbeek heeft in 2007 beslist om, in samenwerking met Interleuven, de bouw te 

realiseren van 16 sociale huurwoongelegenheden in de gemeente. 

De extra sociale huisvesting wordt voorzien in Asseltveld te Holsbeek. 

In een eerste fase werd er in 1994 door Interleuven reeds een verkavelingsvergunning 

bekomen voor het Asseltveld. Dit omvatte 38 sociale woonpercelen met oppervlaktes van 5 tot 

9,5 are. 

Door de heersende grote nood aan geschikte en betaalbare huisvesting voor mensen met een 

laag inkomen komt deze sociale woonuitbreiding het lokale huisvestingsaanbod alleen maar ten 

goede. 

Er worden 22 sociale kavels, 12 sociale koopwoningen en 16 sociale huurwoningen voorzien 

die overeenstemmen met de bepalingen van het structuurplan. Het totale grondoppervlak, 

aangekocht door Interleuven, beslaat 2ha 83a en 33ca. Hiervan koopt OCMW Holsbeek een 

gedeelte aan om, samen met Interleuven, de realisatie van 16 extra sociale 

huurwoongelegenheden waar te kunnen maken binnen deze tweede fase van de uitbreiding 

van de Kartuizerstraat. Het betreffen woongelegenheden waarvan de helft voorzien is van 2 

slaapkamers, de andere helft van 1 slaapruimte. Met deze geconcentreerde woningen wil het 

OCMW tegemoet komen aan de huidige woonbehoeften. Steeds meer kleine gezinnen zijn op 

zoek naar compacte, degelijke en kwaliteitsvolle huisvesting in de gemeente die én betaalbaar 

blijft én hen de nodige leefruimte biedt. 

De realisatie van dit sociaal huisvestingsproject wordt voorzien binnen minimaal 4 à 5 jaar 

gezien het project zich nog in opstartfase bevindt én er rekening gehouden dient te worden met 

66

de voorziene termijn voor de subsidiedossiers, de verkavelingsaanvraag, de 

gunningsprocedure, de bouwplannen, … alvorens de effectieve infrastructuurwerken van start 

kunnen gaan. 

5.10.4. Nood- en transitwoningen van het OCMW 

In het voorjaar van 2006 werd er een nieuwe woning aangekocht door het OCMW Holsbeek, 

namelijk te Nieuwrode. Het betreft een zeer grote woning, waarbij momenteel 4 slaapkamers, 

keuken, badkamer, zitruimte,… dienst doen als noodopvang voor mensen die zich in een 

noodsituatie bevinden en als huisvesting voor toegewezen asielzoekers. 

OCMW Holsbeek opteerde dat deze woning dienst doet voor deze beide doelgroepen 

aangezien de gemeente Holsbeek een kleine, landelijke gemeente is, die niet zo heel veel 

geconfronteerd wordt met noodsituaties en ook niet zo veel asielzoekers toegewezen krijgt. 

Wanneer er twee aparte woningen voor deze doelgroepen zouden zijn, zouden deze huizen 

vaak geconfronteerd worden met leegstand. Leegstaande huizen brengen een enorme hoge 

kost met zich mee aangezien er onder andere in de winter toch verwarmd dient te worden 

zodoende dat een huis niet verwaarloosd wordt. 

Toch moet er voor deze beide doelgroepen huisvesting aangeboden kunnen worden en omwille 

van bovenstaande redenen leek het ons het meest aangewezen één huisvesting aan te kopen 

die dienst zou doen voor deze beide doelgroepen. 

Sedert 01/07/2006 wordt het huis gebruikt voor beide doeleinden. Ondertussen werd er reeds 

noodopvang aangeboden aan een koppel wiens huis op instorten stond. Zij verbleven hier 

ongeveer 2 maanden tot er een geschikte huisvesting voor dit koppel gevonden werd. Verder 

verbleven er reeds 3 alleenstaande asielzoeksters ook voor de periode van maximum twee 

maanden. Op 01/03/2007 is het huis onbewoond. 

5.11. Dienstverlening vanuit het OCMW/gemeente inzake huisvesting 

De sociale dienst van het OCMW en de bevoegde ambtenaren van de gemeente bieden een 

brede waaier van dienstverlening inzake huisvesting. 

5.11.1. Informatie en advies 

Het OCMW en de gemeente verstrekken allerhande informatie en advies over wonen / 

huisvesting aan alle personen die hierover vragen of problemen hebben. Het is een 

laagdrempelig initiatief voor alle inwoners van de gemeente Holsbeek. Er wordt verder vele 

artikels gepubliceerd in het gemeentelijk informatieblad over het thema huisvesting.

5.11.2. Financiële hulpverlening 

Het OCMW Holsbeek verstrekt financiële hulpverlening inzake huisvesting. Er worden 

bijvoorbeeld verschillende huurwaarborgen en tussenkomsten in huur ten laste genomen door 

het OCMW Holsbeek. Ook tussenkomsten in vaste kosten (water, verwarming, elektriciteit, 

distributie, brandverzekering) worden ten laste genomen door het OCMW. Een voorbeeld 

hiervan is de stoololietoelagen die gefinancieerd worden door de overheid, maar ook nietterugvorderbare 

steunen zoals tussenkomst in bijvoorbeeld gas/elektriciteit/water worden ten 

laste genomen door het OCMW Holsbeek. Financiële hulpverlening inzake huisvesting wordt 

steeds individueel toegekend na een steunaanvraag en een sociaal onderzoek door een 

maatschappelijk werker van het OCMW Holsbeek. 

5.11.3. Woonbegeleiding 

Er wordt door de sociale dienst van het OCMW Holsbeek aan woonbegeleiding gedaan. 

Hieronder wordt verstaan dat er actieve toeleiding geboden wordt naar de sociale en private 

huurmarkt. Er wordt individuele begeleiding geboden bij het zoeken naar een geschikte 

huurwoning op de privé- en sociale huurmarkt. Verder worden er structurele afspraken gemaakt 

met verhuurders om hun woning te verhuren aan deze personen, bijvoorbeeld rond de betaling 

van de maandelijkse huur en de huurwaarborg. Ook wordt er ondersteuning geboden aan de 

huurder om de huurderverplichtingen na te komen en het doen na te komen van de 

verhuurderverplichtingen. 

5.11.4. Begeleiding bij de verschillende huisvestingpremies 

5.11.4.1. Algemeen 

Wie een woning koopt, huurt, bouwt of verbouwt kan in bepaalde gevallen recht hebben op een 

Vlaamse of provinciale huisvestingspremie. (verbeteringspremie – aanpassingspremie – 

energiepremie – nieuwe renovatiepremie - …) 

OCMW Holsbeek maakt de inwoners van de gemeente Holsbeek wegwijs binnen de 

verschillende tegemoetkomingen. De sociale dienst zet alle voorwaarden waar aan dient 

voldaan te worden op een rijtje en gaat na op welke premie de persoon recht heeft en helpt de 

persoon administratief verder bij het verkrijgen ervan. 

5.11.4.2. Project ‘Levenslang Wonen in Holsbeek’ 

Het OCMW Holsbeek wil de ouderen en personen met een handicap van de gemeente 

Holsbeek met raad en daad bijstaan om hen de mogelijkheid te geven om in de gemeente te 

blijven wonen door woningaanpassingen – en verbeteringen. Via het project ‘Levenslang 

Wonen in Holsbeek’ wil het OCMW dit realiseren. 

Indien deze personen hun (huur)woning niet is aangepast aan hun leefsituatie komt de 

maatschappelijk werker van het OCMW, eventueel samen met een ergotherapeute van 

Seniorama, langs na een afspraak. Seniorama is een vzw die gesubsidieerd wordt door de 

provincie Vlaams-Brabant en instaat voor het woonadvies voor de inwoners van het 

68

arrondissement Leuven. Naar aanleiding van dit huisbezoek wordt er gratis een advies 

geformuleerd over de nodige aanpassingen en verbeteringen voor de woning. Tevens wordt er 

nagegaan op welke premies men recht heeft bij het uitvoeren van de veranderingen of werken. 

De uitvoering van de veranderingen kunnen gebeuren door de klusjesdienst of door een 

aannemer naar keuze. 

5.11.5. Energiescans 

Op 02/03/2007 werd het besluit van de Vlaamse Regering genomen inzake de 

openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik. Artikel 3, §4 van 

dit besluit bepaalt dat iedere gemeente moet overgaan tot het uitvoeren van de actieverplichting 

betreffende energiescans. Een energiescan is een doorlichting, die op basis van een bezoek ter 

plaatse in een woning, een eerste beeld geeft van de energiesituatie en het 

energiebesparingspotentieel op vlak van gebouwschil, verwarming, sanitair warm water, 

verlichting, elektrische apparaten en gedrag en waarbij tijdens het bezoek aan die woning op 

die plaatsen waar het zinvol wordt geacht, spaarlampen, een spaardouchekop, radiatorfolie en 

buisisolatie worden geplaatst. 

In Holsbeek zullen er in de loop van 2008-2009 67 energiescans uitgevoerd worden. De 

actieverplichting inzake de energiescans is in Holsbeek toevertrouwd aan de netbeheerder 

PBE. De netbeheerder PBE zal het effectief laten uitvoeren van deze energiescans laten doen 

door IGO Leuven. De doelgroep waarbij de energiescans uitgevoerd zullen worden zijn 

beschermde afnemers, dus personen met een verhoogde tegemoetkoming van het 

ziekenfonds, personen in een collectieve schuldenregeling of in budgetbegeleiding bij het 

OCMW, residentieel beschermde klanten en steuntrekkers van het OCMW. 

5.12. Huisvesting en woonsituatie in Holsbeek: toekomstmogelijkheden en 

beleidsuitdagingen, sterkten en werkpunten 


- Binnen het grondgebied Holsbeek zijn er een groot aantal verkavelingen waarvan veel 

loten onbebouwd zijn 

- Grote, gerieflijke en comfortabele woningen 

- Veel eengezinswoningen 


- Hoge prijzen van bouwgronden en van woningen waardoor sociale verdringing. 

- Beperkt aanbod appartementen, studio’s, kamers of huurwoningen 

- Sociale huisvesting is beperkt

Sterkten 

- OCMW heeft een noodwoning voor dringende opvang. 

- Het OCMW biedt financiële steun inzake huisvesting (huurwaarborgen, tussenkomst in 

huur, tussenkomst in vaste kosten zoals water, elektriciteit, gas, stookolie, 

brandverzekering,…). 

- Er is een samenwerkingsverband met sociale bouwmaatschappij Dijledal. 

- Er is een samenwerkingsverband met het Sociaal Verhuurkantoor Hageland. 

- Er zijn initiatieven voor het bouwen/renoveren van sociale huur-en/of koopwoningen: 

project sociale woningbouw op Asseltveld te Holsbeek en renovatie van 2 

ééngezinswoningen te Holsbeek. 

- Er worden sociale kavels ter beschikking gesteld 

- De gemeente is zelf inventarisbeheerder van leegstaande en verwaarloosde gebouwen. 

Holsbeek wordt weinig geconfronteerd met deze problematiek. 

- Opbouw seniorenresidentie met 33 woonflats 

- OCMW Holsbeek biedt ondersteuning bij allerhande premies inzake huisvesting. 

(invullen documenten, samenwerking Seniorama, project Levenslang Wonen,…) 

- In de loop van 2008-2009 zullen er in de gemeente Holsbeek 67 energiescans 

uitgevoerd worden. 

- Er is overleg tussen de gemeente en het OCMW over de taakafbakening inzake 

huisvesting. 

Werkpunten 

- Te weinig aangepaste en betaalbare huisvesting voor maatschappelijk kwetsbare 

doelgroepen 

- Uitbreiding informatie over renovatiepremies. 

- Huisvesting van maatschappelijke kwetsbare doelgroepen in chalets die niet aan de 

normale woonkwaliteit beantwoorden. 

- Holsbeek wordt geconfronteerd met de zonevreemdheidsproblematiek. De gemeente 

telt +/- 650 zonevreemde woningen waarvan 15 gesitueerd in ruimtelijk kwetsbaar 

gebied 

70

6. Mobiliteit en voorzieningen 

6.1. Mobiliteit 

6.1.1. Mobiliteitsplan Holsbeek 

Het mobiliteitsplan van Holsbeek (juni 2000) legt de accenten en de acties vast die de 

gemeente op korte en op middellange termijn wil realiseren om te komen tot een duurzaam 

mobiliteitsbeleid voor de gemeente. 

Hierbij wordt uitgegaan van de huidige mobiliteitsproblemen, zijnde de toenemende 

verkeersdruk, de verkeersonveiligheid (met name gecreëerd door hoge snelheden en/of slechte 

zichtbaarheid) aan kruispunten, het sluipverkeer, de toenemende verkeerscirculatie- en 

parkeer- en stationeerproblemen aan de schoolomgeving, missing links in het fietsnetwerk, de 

afname van het fiets- en voetgangersgebruik door overheersing wagen en gemis aan degelijke 

infrastructuur voor zwakke weggebruikers en een te beperkt aanbod aan openbaar vervoer. 

Volgende doelstellingen inzake duurzame mobiliteit, verkeers- en vervoersbeleid worden 

door de gemeente in haar mobiliteitsplan geformuleerd: 

- Afname van het autogebruik 

- Sterke verhoging van de verkeersveiligheid 

- Verbetering van de verkeersleefbaarheid 

- Uitwerking duurzame mobiliteit in de gemeente 

Op basis van de aangehaalde doelstellingen heeft de gemeente geopteerd volgende acties te 

ondernemen: 

- Een degelijk fiets- en voetpad langs alle hoofdstraten van de gemeente 

- Verder zetting aanleg en heraanleg voetpaden in eigen 

beheer 

- Herstel en onderhoud bestaande voetpaden 

- Aanpassing maximumsnelheid aan aard van de weg en de bebouwing er rond 

- Toespitsing controlebeleid politiezone Lubbeek op risicopunten 

- Maximale inspanningen inzake verkeersveiligheid door de aanpassing van de infrastructuur 

in het kader van het Ruggengraatproject. 

- Het herinrichten van een aantal dorpspleinen, met o.m. nieuwe bushaltes en een verhoogd 

aantal fietsenstallingen. 

- Verhoging frequentie busvervoer 

- Het beveiligen van de schoolomgevingen 

- Maximale uitwerking dorpskernen als kwalitatieve verblijfsgebieden 

- Uitwerking maatregelen sluikverkeer 

- Verbetering kwaliteit fietsnetwerken en netwerk openbaar vervoer 

- Stimulatie vervoersmanagement 

6.1.2. Ruggengraatproject 

In 2001 startte het gemeentebestuur met de voorbereiding van het Ruggengraatproject: de 

volledige vernieuwing van de hoofdweg door de gemeente Holsbeek, op basis van een

grondige studie van het verkeer, het landschap en de bebouwing langs deze weg. De 

Ruggengraat is het centrum van Holsbeek: alle dorpskernen maken er deel van uit, alle 

schoolomgevingen liggen er, de andere wegen takken er als ledematen op aan. 

Alles wordt vernieuwd, van de rioleringen diep onder de grond, over wegdek en voet- en 

fietspaden, tot de nutsleidingen en verlichtingspalen. 

Met dit project wordt er mede tegemoetgekomen aan de prioriteit die het gemeentebestuur stelt 

aan de verhoging en verbetering van de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid, onder 

andere ook door de aanleg van nieuwe fiets- en voetgangerspaden die voorzien zijn langs alle 

hoofdstraten van de gemeente. 

De doelstelling van het gemeentebestuur zelf is, alle wegdelen af te werken tegen 2012. Of dit 

doel zal kunnen gehaald worden, zal vooral afhangen van de timing op het Vlaamse niveau. 

6.1.3. Enkele gegevens 

Voor wat mobiliteit betreft hebben we vanuit de socio-economische enquête 2 indicatoren: het 

aantal woningen met autobezit en de tevredenheid over het openbaar vervoer. Beide leren ons 

indirect iets over de mobiliteit in Holsbeek. 

Holsbeek is goed uitgerust qua autobezit. Er zijn relatief weinig gezinnen zonder auto in 

Holsbeek (11,3%) ten opzichte van Vlaanderen (19,4%), de provincie Vlaams-Brabant (16,8%) 

en het arrondissement Leuven (17,6%). Veel Holsbeekse gezinnen beschikken over 2 of meer 

auto’s (38%). In Vlaanderen is dit 25,3%, in de provincie Vlaams-Brabant 30,4% en in het 

arrondissement Leuven is dit 29,5%. 50,1% van de gezinnen in Holsbeek heeft 1 wagen. Dit is 

minder dan in Vlaanderen (55,4%), de provincie Vlaams-Brabant (52,8%) en het 

arrondissement Leuven (52,8%). 

Tabel 49. Gerieflijkheden van de bewoonde particuliere woningen: aantal woningen die al dan niet een auto bezitten 

Gebied 

geen auto 

1 auto 

2 of meer 

% 

% 

% 

Vlaams Gewest 19,4 55,4 25,3 

Provincie Vl.-Brabant 16,8 52,8 30,4 

Arr. Leuven 17,6 52,8 29,5 

Holsbeek 11,3 50,1 38,0 

Bron: NIS, socio-economische enquête 2001 

Tabel 50 geeft de resultaten weer van een subjectieve meting. In welke mate is men tevreden 

met het aanbod aan openbaar vervoer? De landelijke index ligt op 100,8. Net iets minder dan 

de helft (49%) van alle Belgische huishoudens vindt dat hun buurt 'normaal' voorzien is van 

openbaar vervoer (bus, tram en metro), 1/4 vindt het aanbod heel goed en de overige ¼ is van 

oordeel dat het ontoereikend is. 

In Holsbeek vindt 43,3% van de ondervraagde huishoudens dat het aanbod aan openbaar 

vervoer zeer goed is. 42,6% vindt dat het aanbod van openbaar vervoer slecht. De overige 

14,7% vindt het ‘normaal’ voorzien. De Holsbekenaars zijn over het algemeen dus minder 

tevreden over het openbaar vervoer. 

Tabel 50. De tevredenheid over het aanbod van openbaar vervoer (oktober 2001) 

Wat vinden de huishoudens van het openbaar 

vervoer in hun buurt? (in%) 

Tevredenheidsindex (a) 

Slecht voorzien Normaal Heel goed 

(b) voorzien (c) voorzien (d) 

72

België 25,1 49,0 25,9 100,8 

Vlaams 

Gewest 

25,1 50,3 24,7 99,6 

Provincie 

Vl.-Brabant 

27,6 50,7 21,7 94,1 

Arr. Leuven 26,9 49,7 23,4 96,4 

Holsbeek 42,6 43,3 14,7 76,5 

Bron: NIS: statistiek en economische informatie: enquête 1/10/2001 

(a) Aan de hand van de antwoorden werd een tevredenheidsindex berekend, waarin "tevredenheid" het saldo is van 

de negatieve en positieve antwoorden. De tevredenheidsindex houdt zowel rekening met het aantal tevreden als met 

het aantal ontevreden huishoudens. Een tevredenheidsindex van 100 betekent dat precies evenveel huishoudens 

zich positief uitlaten over het onderzochte item als er huishoudens zijn die er negatief tegenover staan. Een index 

boven de 100 betekent dat er meer tevreden dan ontevreden huishoudens zijn. Ligt de index onder de 100, dan is 

het omgekeerde het geval en zijn er meer ontevreden dan tevreden huishoudens. Hoe hoger de index, hoe groter de 

verhouding tussen het aantal erg tevreden en weinig tevreden huishoudens. 

(b) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt slecht voorzien is van openbaar vervoer. 

(c) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt normaal voorzien is van openbaar vervoer. 

(d) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt heel goed voorzien is van openbaar vervoer. 

6.1.4. Openbaar vervoer 

Holsbeek beschikt over twee buslijnen, waarvan 1 nachtbus: 

- de buslijn 310 die rijdt van Leuven Fochplein, via Kessel-Lo, Holsbeek en deelgemeentes, 

tot aan het station van Aarschot. 

- nachtbuslijn 2: vetrekkende van Leuven Fochplein tot aan het gemeentehuis van Kortrijk- 

Dutsel. Deze bus rijdt enkel tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag en tijdens de nacht van 

zaterdag op zondag. 

In de gemeente is er eveneens een belbusgebied gelokaliseerd, zijnde Rotselaar – Holsbeek – 

Tielt-Winge. Deze belbus voorziet in het traject Holsbeek – Kortrijk-Dutsel – Sint-Pieters-Rode – 

Nieuwrode – Wezemaal. 

De belbus rijdt op weekdagen van 6u tot 22u en op zaterdagen, zon- en feestdagen van 8u10 

tot 22u10. 

Voor het dichtstbijzijnde treinstation dienen de inwoners zich naar Aarschot of Leuven te 

verplaatsen. Dit kan eveneens via de buslijn 310. 

6.1.5. Vervoer voor personen met een beperkte mobiliteit 

Inwoners van Holsbeek die, omwille van mobiliteitsproblemen, moeilijk gebruik kunnen maken 

van het reguliere openbare vervoer en niet over privé-vervoer beschikken, kunnen in de regio 

beroep doen op aangepaste vervoersdiensten. (zie ook 2.2.7.2.11 ouderenvervoer) 

Dienst dringende hulp & personenvervoer 

Het OCMW biedt de mogelijkheid tot personenvervoer in de regio. Meteen inzetbare 

hulpverlening bij dringende aanvragen.

Minder Mobielen Centrale 

Vervoer met vrijwillige chauffeurs voor personen met een beperkte mobiliteit en een beperkt 

inkomen. Deze dienst wordt aangeboden door de Christelijke Mutualiteit. 

Dienst Aangepast Vervoer (D.A.V.) / V.Z.W. Mobiel 

Individueel vervoer voor rolstoelgebruikers en voor personen die moeilijk gebruik kunnen maken 

van het openbaar vervoer. 

De Lijn Vlaams-Brabant 

Toegankelijk regulier busvervoer voor rolstoelgebruikers door aangepaste lage vloerbussen; 

bussen voorzien van ingebouwde platformen & uitschuifbare of uitklapbare oprijdplaat, … . 

Belbus Vlaams-Brabant 

Vraagafhankelijk, rolstoeltoegankelijk busvervoer via de daarvoor voorziene stopplaatsen 

(aangeduid door signalisatiebord van De Lijn) in de gemeente. Geen haltetussenstop tijdens de 

rit. Opstap aan de dichtstbijzijnde belbushalte van de woning of de vertrekplaats, uitstap aan de 

dichtstbijzijnde aankomsthalte van bestemming. 

NMBS: aangepaste treindienstverlening en –infrastructuur 

Voorzieningen in de trein en in het station voor mensen met beperkte mobiliteit of minder 

validen. 

Speciaal ontworpen reizigersmateriaal waaronder: ruimte voor de rolstoel in 1 ste klas; platformen 

en rijtuigcompartimenten toegankelijk voor rolstoelen; toiletten toegankelijk voor 

rolstoelgebruikers; aangepaste zitplaatsen; liften; dienstovergangen en diensttunnels in het 

station; mobiele oprijhellingen, … . 

Rode Kruis Ziekenvervoer 

Dienstverlening voor patiënten die zich niet zelfstandig naar het ziekenhuis, rusthuis of andere 

instelling kunnen verplaatsen. 

Zittend en liggend ziekenvervoer via ziekenwagen, alsook vervoer van rolstoelpatiënten. 

Ziekenvervoer 

Binnen het ziekenvervoer wordt er onderscheid gemaakt tussen dringen en niet-dringend 

ziekenvervoer. Dringend ziekenvervoer betreft: de dienst 100, de ambulance en de MUG. Tot 

het niet-dringend ziekenvervoer (liggend/zittend) behoren onder andere: vervoer voor derden 

met eigen wagen, taxi, ziekenwagen en de klinimobiel. 

Mindermobielenvervoer 

De socialistische mutualiteit voorziet sporadisch vervoer door een vrijwillige chauffeur. 

74

Opmerking: Ziekenfondsen voorzien vaak bijkomende aangepaste vervoersregelingen voor 

minder mobiele personen. Gezien de verscheidenheid aan diensten wordt er hier niet dieper op 

ingegaan. 

6.2. Voorzieningen 

6.2.1. Gezondheidszorg 

Holsbeek telt 10 huisartsen, 3 apothekers, 5 tandartsen en 10 kinesisten. 

Holsbeek maakt deel uit van de SIT – West Hageland, het Samenwerkingsinitiatief in de 

Thuiszorg, dat de werking coördineert en op elkaar afstemt tussen hulpverleners en 

thuiszorgdiensten in de regio Holsbeek, Lubbeek en Tielt-Winge. 

Daarnaast zijn er nog 7 verpleegkundigen in Holsbeek. 3 huisartsen uit de gemeente maken 

deel uit van de huisartsenkring. 

Verder is men aangewezen op het verzorgingsaanbod van eerstelijnsdiensten, gespecialiseerde 

diensten en academische infrastructuur van de Leuvense en/of Aarschotse regio. 

Holsbeek telt voorts 5 vrijwilligerskernen Ziekenzorg. Zij zijn aanwezig in de verschillende 

deelgemeenten. 

Tabel 51. De tevredenheid over het aanbod aan gezondheidsvoorzieningen (oktober 2001) 

Wat vinden de huishoudens van het aanbod aan 

gezondheidsvoorzieningen in hun buurt? (in%) 


(b) 

voorzien (c) 

voorzien (d) 

Tevredenheids 

index (a) 

België 7,7 59,3 33,0 125,3 

Vlaams Gewest 5,8 60,5 33,7 127,9 

Prov. Vlaams-Brabant 6,2 61,9 31,9 125,7 

Arrondissement Leuven 5,8 62,2 32,1 126,3 


Bron: NIS: statistiek en economische informatie: enquête 1/10/2001 

(a) De tevredenheidsindex is een subjectieve index, waarin "tevredenheid" het saldo is van de negatieve en positieve 

antwoorden. 

(b) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt slecht voorzien is van gezondheidsvoorzieningen. 

(c) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt normaal voorzien is van gezondheidsvoorzieningen. 

(d) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt heel goed voorzien is van gezondheidsvoorzieningen. 

In België vinden 59 huishoudens op 100 dat het aanbod van de verschillende 

gezondheidsdiensten (arts, apotheek, ziekenhuis...) "normaal" is in hun buurt, 33 op 100 zijn er 

zeer over te spreken en iets minder dan 8 op 100 vinden dat ze niet volstaan. Over het 

algemeen zijn er dus meer mensen tevreden dan ontevreden, en deze vaststelling is van 

toepassing op alledrie de gewesten. 

In Holsbeek ligt dat niet zo verschillend: iets minder huishoudens zijn negatief en vinden dat het 

aanbod niet volstaat, maar ook iets minder huishoudens zijn positief en vinden dat zij heel goed 

voorzien zijn van gezondheidsvoorzieningen.

6.2.2. Administratieve voorzieningen 

18 op 100 Belgische huishoudens verklaren dat in hun buurt heel goed wordt voldaan aan de 

noodzakelijke administratieve voorzieningen, 20 op 100 vinden het aanbod slecht en 62 op 100 

vinden het aanbod normaal. 

In Holsbeek is men globaal iets minder tevreden: 9,9% vindt de administratieve voorzieningen 

heel goed, 69,5% vindt het ‘normaal’ en 20,6% vindt dat het aanbod aan administratieve 

voorzieningen slecht voorzien is in hun buurt. 

Opgelet: binnen de afgenomen enquête aangaande de tevredenheid in verband met 

administratieve voorzieningen werd er geen specificatie gedaan binnen het aanbod. De 

aangehaalde resultaten hebben louter betrekking op de algemene administratieve 

voorzieningen. 

Tabel 52. De tevredenheid i.v.m. de administratieve voorzieningen in de buurt (oktober 2001) 

Wat vinden de huishoudens van het aanbod aan Tevredenheids 

administratieve voorzieningen in hun buurt? (in%) index (a) 


(b) 

voorzien (c) voorzien (d) 

België 19,9 62,2 18,0 98,1 

Vlaams Gewest 18,4 64,5 17,1 98,7 

Provincie Vl.-Brabant 19,1 65,2 15,7 96,6 



NIS: statistiek en economische informatie: enquête 1/10/2001 


antwoorden. 

(b) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt slecht voorzien is van administratieve diensten in de buurt. 

(c) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt normaal voorzien is van administratieve diensten in de buurt. 

(d) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt heel goed voorzien is van administratieve diensten in de buurt. 

6.2.3. Winkels 

Volgens 27 op 100 huishoudens in ons land is het winkelaanbod heel goed voorzien, 26 op 100 

vindt het aanbod slecht en 47 op 100 huishoudens verklaren dat hun buurt normaal voorzien is. 

In Holsbeek zijn de huishoudens helemaal niet zo tevreden. 57,2 huishoudens op 100 vinden 

dat het winkelaanbod slecht voorzien is. 36,9 huishoudens op 100 vinden het winkelaanbod 

normaal en slechts 5,8 huishoudens op 100 vindt het winkelaanbod heel goed voorzien. zijn 

een andere mening toegedaan. 

Tabel 53. De tevredenheid over het winkelaanbod (oktober 2001) 

Wat vinden de huishoudens van het winkelaanbod 

in hun buurt? (in%) 


76 

(b) 

voorzien (c) 

voorzien (d) 

Tevredenheids 

index (a) 

België 25,5 47,3 27,2 101,6 

Vlaams Gewest 24,2 50,2 25,6 101,4 

Prov. Vlaams-Brabant 29,9 48,4 21,7 91,8 



Bron: NIS: statistiek en economische informatie: enquête 1/10/2001


antwoorden. 

(b) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt slecht voorzien is van winkels. 

(c) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt normaal voorzien is van winkels. 

(d) Percentage huishoudens dat vindt dat de buurt heel goed voorzien is van winkels. 

6.3. Toegankelijkheid van gebouwen 

6.3.1. Het OCMW-gebouw 

In de loop van 2005 werd de toegankelijkheid van het OCMW gescreend door het 

Toegankelijkheidsbureau, in opdracht van de provincie Vlaams-Brabant. 

Dit bureau deed een aantal vaststellingen en aanbevelingen en stelde oplossingen voor 

aangaande het parkeerterrein, het toegangspad naar de inkom, de helling van het toegangspad 

naar de inkom, de buitentrap van het toegangspad naar de inkom, de inkom, de loop- en 

rolroute van de inkomhal naar de binnentrap, de lift en het aangepast toilet, het heren-, dames- 

en aangepast toilet, de binnentrap, de lift, de loop- en rolroute van de lift en de binnentrap naar 

de kantoren van de sociale dienst en de kantoren van de sociale dienst. 

De toegankelijkheid voor personen met een motorische, visuele en auditieve beperking, alsook 

extra voorzieningen voor personen met ademhalingsproblemen en allergie werd door het 

bureau gescreend. 

Voornaamste aandachtspunten werden door hen aangaande het parkeerterrein, de 

buitenhelling, de buitentrap, het aangepast toilet en de lift geformuleerd. 

Helling 

Een te hoog stijgingspercentage en het ontbreken van leuningen en een visueel contrast op het 

begin en het einde van de helling bemoeilijken de toegankelijkheid. 

Buitentrap 

Een armleuning aan de twee zijden van de buitentrap ontbreekt vooralsnog. Het begin en/of het 

einde van de trap en de neus van iedere trede zijn niet aangeduid met een visueel contrast. 

Aangepast toilet 

Te beperkte circulatie- en zitruimte 

Lift 

In de lift is er geen stoeltje aanwezig en een visueel signaal aangaande noodoproepen 

ontbreekt. 

6.3.2. De gemeentelijke Sportschuur 

In de loop van 2003 screende het Toegankelijkheidsbureau vzw eveneens de gemeentelijke 

sporthal op het gebied van toegankelijkheid voor mensen met een beperking. 

In het algemeen kan men stellen dat er binnen deze infrastructuur reeds een aantal 

inspanningen geleverd zijn om de accommodatie toegankelijker te maken voor personen met 

een beperking. Toch kwamen er uit het onderzoek verscheidene aandachtspunten naar voren 

die zowel betrekking hadden op de sportzaal zelf als op de toegang tot de zaal.

Enkel het toegangspad naar de hoofdinkom, de looproute van de inkomhal naar de cafetaria als 

de bewegwijzering in het gebouw werden positief onthaald. 

Vaak scoort een item een dergelijk laag niveau doordat een aantal infrastructurele zaken niet 

voldoet aan de vooropgestelde normen. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan te kleine ruimtes, te 

smalle deuren, te smalle doorgangen, trappen of hellingen die niet voldoen aan de normen en 

dergelijke. Dit zijn allen zaken die eigen zijn aan het gebouw en bijgevolg niet zo eenvoudig 

veranderd kunnen worden. Toch zijn er ook een aantal kleine zaken die impact hebben op de 

bruikbaarheid van een accommodatie. Zo kan, mits een kleine aanpassingen, de bruikbaarheid 

van een item aanzienlijk verhoogd worden. Deze kleine aanpassingen hebben in hoofdzaak 

betrekking op de zichtbaarheid van de aangepaste parkeerplaats en de EHBO-ruimte, de 

toegangsmogelijkheden naar de inkomhal, de kleedkamers en de multifunctionele ruimte, de 

voorzieningen binnen het aangepast toilet, de kleedruimtes en de douches en algemene visuele 

aspecten die de gebruiksvriendelijkheid voor personen met een beperking verhogen. 

Toegankelijkheid van openbare gebouwen vereist ook een permanente aandacht voor 

bijvoorbeeld het open laten van deuren, het wegzetten van eventuele obstakels, enz. … . 

De gemeente kan ook regelgevend optreden naar private gebouwen die openbaar toegankelijk 

moeten zijn (bijvoorbeeld horecazaken en banken). Tot op heden is dit nog niet gebeurd. 

6.4. Mobiliteit en voorzieningen: toekomstmogelijkheden, beleidsuitdagingen, sterkten en 

werkpunten 


- Holsbeek is goed bereikbaar per auto en ook de verschillende dorpskernen zijn goed 

bereikbaar 

- Relatief weinig inwoners aanwezig zonder wagen 

- Het vervoersaanbod van de Lijn is de laatste jaren gevoelig verbeterd 

- Uitbreiding en ondersteuning van bestaande vrijwilligerskernen 


- Lagere tevredenheidsindex ten opzichte van het arrondissement, de provincie en het 

Vlaams Gewest en dit met betrekking tot de administratieve voorzieningen in de buurt 

- Lage tevredenheidsindex aangaande het winkelaanbod 

Sterkten 

- De gemeente beschikt over een goedgekeurd 

mobiliteitsplan 

- Verhoging van de verkeersveiligheid en –leefbaarheid via het Ruggengraatproject 

- Ruim aanbod aan medische dienstverlening 

78

Werkpunten 

- De toegankelijkheid van openbare en private gebouwen 

- Beperkt aanbod openbaar vervoer 

- Nood aan aangepast vervoer, met in de eerste plaats een uitbreiding van de 

belbusgebieden en –haltes. Ondanks de verbeterde dienstverlening van de Lijn blijft 

mobiliteit nog wel een probleem voor heel wat ouderen en zorgbehoevenden

7. Participatie, cultuur en vrije tijd 

7.1. Aanbod cultuur in Holsbeek 

7.1.1. De cultuurdienst 

Sinds 2002 is de cultuurdienst uitgebreid met een voltijds diensthoofd cultuur en vrije 

tijd/cultuurbeleidscoördinator. Ze krijgt de steun van een administratieve medewerker, die 

halftijds ook werkt voor sport, senioren, toerisme en informatie. De cultuurdienst verzorgt het 

beleidsvoorbereidend, adviserend en uitvoerend werk voor het gemeentelijk cultuurbeleid en 

het secretariaat van de cultuurraad. De cultuurdienst is ook de schakel tussen de socioculturele 

verenigingen en het gemeentebestuur. Daarnaast organiseert de dienst tal van 

activiteiten, zoals: Toeristisch-Culturele dag (Hagelanddag), Cultuurweekend, tentoonstellingen, 

concerten i.s.m. de GROS, … 

7.1.2. De openbare bibliotheek 

De openbare bibliotheek werd op 1 januari 1996 erkend. De huidige personeels-formatie ziet er 

als volgt uit: 

Functie Voltijds equivalent Aantal personeelsleden 

Bibliothecaris 100% 1 

Bibliotheekassistent 2 x 50% 2 

GESCO 40% 1 

Vrijwilliger 16% 1 

De bibliotheek is 10u./week open voor het publiek. De klasuitleningen gebeuren buiten deze 

openingsuren. 

Na de gemeenteraadsverkiezingen eind 2006 werd een nieuw beheersorgaan samengesteld. 

Het is samengesteld uit 10 politieke vertegenwoordigers en 12 vertegenwoordigers van 

gebruikers. 

De bibliotheekcollectie bestaat vandaag vrijwel uitsluitend uit gedrukte materialen. Het aantal 

collectie-items steeg de voorbije beleidsperiode van 21.904 (eind 2002) naar 29.347 (eind 

2006). Het aantal actieve bibliotheekgebruikers 1 steeg van 2.035 actieve gebruikers (in 2002) 

naar 2.480 actieve gebruikers (in 2006). Het totaal aantal leners op jaarbasis steeg van 18.975 

(in 2002) naar 24.277 (in 2006). Gelet op het aantal openingsuren betekent dit dat de 

bibliotheek in 2006 gemiddeld 46 gebruikers per openingsuur bediende. Het totaal aantal 

uitleningen op jaarbasis steeg dan weer van 88.710 (in 2002) naar 129.925 (in 2006). 

De bibliotheek groeit dus, zowel in beschikbare collectie als in aantal actieve leners en in 

bibliotheekgebruik. Deze positieve evolutie stelt de bibliotheek de komende beleidsperiode voor 

twee belangrijke uitdagingen: 

- een uitbreiding van de beschikbare bibliotheekruimte: 

o opvang natuurlijke groei bibliotheekcollectie 

1 

actieve bibliotheekgebruiker: iedere gebruiker die tijdens het betrokken werkjaar tenminste 1 keer gebruik maakte 

van de bibliotheekdiensten 

80

o ruimte voor verbreding van het aanbod met o.a. niet-gedrukte materialen 

o ruimte voor een gebruiksvriendelijke en uitnodigende opstelling van de 

bibliotheekmaterialen met plaats voor thematafels, aanwinstenrek, 

aandachttrekkers, tentoonstellingspanelen, … 

o voldoende ruimte om het groeiend aantal actieve gebruikers aangenaam te 

ontvangen 

o voldoende ruimte voor een uitnodigende en ontmoetingsbevorderende inrichting 

van de publieksruimte met hoekjes voor verschillende doelgroepen: werkhoek, 

lees- en zithoek, kinderhoek, snuffelhoek, vertelhoek, … 

o afzonderlijke personeelslokalen zodat tijdens de openingsuren het personeel dat 

geen baliedienst heeft ook achter de schermen kan werken 

- een uitbreiding van het aantal openingsuren 

o voldoende klantvriendelijke openingsuren zodat het bibgebruik meer gespreid 

kan verlopen en de wachtrijen aan de balie tot een minimum beperkt worden 

o voldoende personeelsuren om een uitbreiding van de openingsuren op te vangen 

zonder de uitvoering van de noodzakelijke en steeds toenemende back officetaken 

in het gedrang te brengen 

7.1.3. Dienst bibliotheek aan huis 

Omwille van verminderde mobiliteit bij ouderen wordt de toegankelijkheid tot de bibliotheek voor 

hen vaak bemoeilijkt. Het OCMW wil vermijden dat dezen, en andere mobiel zwakkeren, 

omwille van fysieke beperkingen zich de aangeboden culturele voorzieningen moeten 

ontzeggen. 

Daarom startte het OCMW in 2006, samen met de bibliotheek en het PWA, met de dienst 

bibliotheek aan huis. Deze dienst voorziet in het gratis aan huis leveren van lectuur. Om 

tegemoet te komen aan visuele beperkingen worden er ook grootletterboeken en gesproken 

boeken op cassette aangeleverd. 

De ouderen zijn voor de gemeentelijke bibliotheek een moeilijk te bereiken doelgroep. Deze 

leemte kan grotendeels door de bibliotheek aan huis opgevangen worden. In 2007 waren er 27 

ouderen aangesloten voor deze dienstverlening. 

7.1.4. Gemeenschapscentrum Het Buurthuis 

In Holsbeek is er een gemeenschapscentrum aanwezig. Het beheer van ‘Het Buurthuis’ ligt in 

handen van het gemeentebestuur. Via een beheerraad wordt er toezicht gehouden op het 

gebruik van het centrum en worden er voorstellen geformuleerd aangaande het gebruik en de 

inrichting. In de toekomst zullen de nodige infrastructuurwerken moeten worden uitgevoerd om 

de zaal geschikter te maken voor culturele evenementen en ‘Het Buurthuis’ te laten uitgroeien 

tot een echt volwaardig gemeenschapscentrum.

7.1.5. Deeltijds kunstonderwijs 

Het bloeiende deeltijds kunstonderwijs geeft dynamiek aan het creatieve leven in de gemeente. 

Het Leuvense Stedelijk Conservatorium voor Muziek, Woord en Dans biedt in twee 

wijkafdelingen, Holsbeek en Nieuwrode, muziekonderricht aan 282 kinderen, jongeren en 

volwassenen. 

Sinds 1 september 2004 ging ook een afdeling van de Leuvense Stedelijke Academie voor 

Beeldende Kunst van start, eerst nog op de tijdelijke locatie ‘Het Kloosterhof’ in Sint-Pieters- 

Rode en vanaf 1 september 2006 in de gerestaureerde benedenverdieping van de oude 

pastorie van Kortrijk-Dutsel. De Academie biedt voor 121 kinderen tussen 6 en 12 jaar een 

creatief atelier aan. 

7.1.6. Gemeenschapsleven en verenigingen 

Holsbeek telt een groot aantal verenigingen, van allerlei aard. De gemeente ondersteunt het 

verenigingsleven logistiek en promotioneel. Het verenigingsleven kan bijkomend betoelaagd 

worden om bijzondere culturele projecten te organiseren. De fanfares en harmonie-orkesten 

worden betoelaagd d.m.v. een subsidiereglement, dat onder meer aandacht schenkt aan hun 

jaarwerking en aan hun jeugdopleiding. 

De Cultuurraad biedt de socio-culturele verenigingen een forum aan en is mede-organisator van 

de tentoonstellingen ‘Kunst in het gemeentehuis’. 

7.1.7. Kunstbeleid 

Holsbeek beschikt over een groot aantal amateur-kunstenaars (met de grote A), in 

verschillende kunstdisciplines. Het jaarlijkse Cultuurweekend in oktober plaatst hen in het 

voetlicht. Vanaf 2002 wordt tijdens het Cultuurweekend de Gust-Boschmansprijs 2 uitgereikt aan 

de kunstenaar die dat jaar het (wisselende) thema met ‘de meeste verbeelding’ heeft 

uitgewerkt. 

Het winnend werk wordt door de gemeente aangekocht en opgehangen in de raadszaal. 

Hierdoor bouwt de gemeente een kunstpatrimonium op. 

Sinds juni 2003 werden de toonmomenten voor de amateur-kunstenaars gevoelig uitgebreid 

met de tentoonstellingen in de reeks ‘Kunst-in-het-gemeentehuis’. Kunstenaars die deelnemen 

aan het Cultuurweekend krijgen de kans hun werk tentoon te stellen in de hal van het 

gemeentehuis. Dit heeft positieve gevolgen: bezoekers en inwoners worden rechtstreeks 

geconfronteerd met kunst van eigen bodem, voor de kunstenaars betekent het vaak een extra 

duwtje in de rug en/of erkenning en het stimuleert sluimerend kunsttalent om deel te nemen aan 

het Cultuurweekend, zodat ook hier vernieuwing aantreedt. 

Ook het OCMW levert inspanningen inzake de cultuurintegratie binnen het sociale leefklimaat. 

Door het openstellen van de publieke ruimtes van het administratief centrum voor artistiek 

lokaal talent tracht men cultuur ook voor de maatschappelijk kwetsbaren toegankelijker te 

maken. 

2 Gust Boschmans (1902-2005), Holsbeeks ereburger (1999), grafisch kunstenaar en heemkundige 

82

Divers creatief talent uit de gemeente werkt hieraan mee. Beurtelings wordt een greep uit hun 

oeuvre tentoongesteld. In 2007 werd er met initiatief van start gegaan. Mevrouw Lucia De Nef 

beet hierbij de spits af met het tentoonstellen van haar aquarelkunst. 

7.1.8. Private culturele actoren 

Erfgoed Vlaanderen beheert het kasteel van Horst, gelegen in Sint-Pieters-Rode in de groene 

vallei van de Wingebeek en het domein werd sedert 2007 eigendom van het Vlaams Gewest. 

In het bezoekerscentrum van het kasteel kan men terecht voor een audio-gids voor een bezoek 

aan de site, arrangementen, toeristische informatie, publicaties, streekproducten en 

geschenken. Het gemeentebestuur krijgt jaarlijks verscheidene kansen de locatie te benutten 

voor de organisatie van activiteiten van de gemeente of voor activiteiten van plaatselijke 

verenigingen. In het Wagenhuis van het kasteel van Horst kunnen kunstenaars hun werken 

tentoonstellen. Door dit alles is het kasteel van Horst een belangrijke schakel in het culturele 

leven van Holsbeek. 

De privé-galerij Idea-Damen, in deelgemeente Kortrijk-Dutsel, organiseert regelmatig 

tentoonstellingen. 

In de gemeente zijn er ook nog een aantal beoefenaars van kunstambachten zoals een 

glasblazerij, een keramiekatelier, een instrumentenbouwer, een kunstsmid en verschillende 

kunstateliers. Sommigen houden één à twee keer per jaar opendeur voor het grote publiek. 

7.1.9. Socio-culturele participatie 

Personen en gezinnen die onder de armoedegrens leven geraken vaak in een sociaal 

isolement. Geringe contacten met het maatschappelijk gebeuren en het leven in een beperkte 

sociale omgeving ontneemt hun kansen om hun mogelijkheden te ontwikkelen. Snel komt men 

zo in een vicieuze cirkel waardoor hun contact met de maatschappij steeds moeilijker wordt. Dit 

heeft een grote weerslag op hun sociaal leven: ze kunnen niet deelnemen aan culturele 

activiteiten, ze moeten afhaken als er festiviteiten in de omgeving zijn en ook de kinderen 

krijgen zelden de kans om te participeren aan sportieve activiteiten. 

Om dit sociaal isolement te doorbreken trekt de federale regering jaarlijks een budget uit aan 

het OCMW. Door de drempel naar sport en cultuur te verlagen en kansarmen aan te sporen 

actief deel te nemen aan socio-culturele activiteiten, hoopt men zo de sociale uitsluiting te 

voorkomen of te verhelpen. 

Voor het OCMW van Holsbeek werd er in 2006 een totaalbedrag van €2.224 uitgekeerd. Het 

OCMW probeert met dit bedrag een zo gevarieerd mogelijk sociaal-cultureel aanbod te bieden 

aan een zo verscheiden mogelijke doelgroep. Dit gebeurt door cofinanciering van de deelname 

door cliënten aan sociale, culturele of sportieve manifestaties waarin onder andere vervat zijn: 

krantenabonnementen, B-dagtrip tickets, bioscooptickets, beurtenkaarten voor het zwembad en 

deelname aan de speelpleinwerking.

7.1.10. Krachtlijnen geïntegreerd cultuurbeleidsplan 2008-2013 

Voor de komende beleidsperiode zijn de krachtlijnen voor cultuur: 

- de organisatie van gemeenschapsvormende evenementen zoals de reeks 

‘huiskamerconcerten’, de samenwerking met het RVT Sint-Margaretha in de reeks 

‘Kunst in het gemeentehuis’ en de organisatie van ‘KWB zingt’ 

- aandacht voor laagdrempelig maar kwalitatief hoogstaand aanbod 

- ondersteuning van lokale culturele actoren zoals verenigingen 

- erfgoedwerking, met o.m. instap in de Intergemeentelijke Archeologische Dienst 

(samenwerkingsverband tussen Holsbeek, Rotselaar en Tielt-Winge) en uitbouw van het 

Erfgoedhuis 

- … 

en voor de bibliotheek zijn dit: 

- de bibliotheek wil een bib ‘op maat’ zijn : inspelen op de noden en behoeften van de 

inwoners, optimaal bereikbaar zijn voor iedereen, veel aandacht schenken aan 

lenerbegeleiding, intensief gebruik maken van de mogelijkheden van het 

interbibliothecair leenverkeer, … 

- de bib verder uitbouwen als een toegankelijke, laagdrempelige, 

gemeenschapsvormende openbare ruimte door o.a. de verhuis naar een ruimer 

gebouw, een uitbreiding van het aantal openingsuren en van de digitale dienstverlening, 

minimale gebruikerstarieven en de organisatie van stimulerende (leesbevorderings- 

)activiteiten 

- nieuwe doelgroepen aanspreken door o.a. de uitbreiding van de collectie met nietgedrukte 

materialen zoals luisterboeken en DVD’s 

- de collectie gebruiksvriendelijk ontsluiten en opstellen o.a. door voor de informatieve 

afdeling af te stappen van het vrij complexe plaatsingssysteem SISO en te kiezen voor 

het gebruiksvriendelijkere ZIZO (Zonder Inspanning Zoeken) 

- … 

7.2. Aanbod sport in Holsbeek 

7.2.1. De sportdienst 

De sportdienst houdt zich bezig met het uitvoeren van het gemeentelijk sportbeleid, als 

onderdeel van een algemeen welzijnsbeleid, met de bedoeling zoveel mogelijk Holsbekenaren 

zo regelmatig mogelijk te laten sporten in zo goed mogelijke, kwaliteitsvolle omstandigheden. 

Dit houdt in dat de sportdienst alle nieuwe ontwikkelingen in de wetgeving betreffende sport 

opvolgt en dit toepast op het gemeentelijk sportgebeuren. 

De sportdienst ondersteunt de werking van de sportraad en staat ook in voor de organisatie van 

sporten spelactiviteiten in de gemeente. Het sportaanbod wordt bekend gemaakt via diverse 

kanalen waaronder folders, de jaarlijkse sportgids, de sportkampenbrochure, de 

onderwijsinstellingen, de gemeentelijke bibliotheek en de gemeentelijke Sportschuur. Verder 

kunnen de inwoners op de sportdienst terecht voor informatie over sportkampen, de 

sportinfrastructuur, de sportwetgeving, … . 

84

7.2.2. De sportraad 

In de gemeente Holsbeek is er een sportraad. Elke erkende sportvereniging in Holsbeek heeft 

een afgevaardigde in de algemene vergadering van de sportraad zetelen. De sportraad 

vergadert gemiddeld 1 keer per maand over alles wat met sportbeleid in de gemeente te maken 

heeft. 

Een Raad van Bestuur bereidt de vergaderingen van de sportraad voor. 

7.2.3. Sportverenigingen 

In 2007 waren er 33 sportverenigingen actief in de gemeente Holsbeek, verdeeld over de 

sporttakken aerobic, badminton, basketbal, biljart, bowling, jazzdans, dans, duivensport, 

hondensport, kleuterdans, omnisport, paardensport, snooker, tai chi, turnen, voetbal, 

wandelsport, wielrennen en zaalvoetbal. 

7.2.4. Sportinfrastructuur 

Om clubs, verenigingen en individuele sporters een optimale oefenkans te geven, zijn er in de 

gemeente 9 openluchtsportterreinen aanwezig, waarvan 2 specifiek bestemd voor basketbal, 3 

voor voetbal, 1 voor tennis en 1 voor hengelsport. 

Daarnaast zijn er 2 sportlokalen voor snooker en bowling ter beschikking en is een 

gemeentelijke Sporthal aanwezig. Deze bestaat uit 3 sportunits. 

De gemeentelijke Sporthal grenst aan een voetbalterrein en bevindt zich op wandelafstand van 

een basketbalterrein waardoor diverse combinaties van binnen- en buitensportbeoefening 

mogelijk gemaakt wordt. 

Ten slotte zijn er op het grondgebied van de gemeente Holsbeek 9 wandelroutes bewegwijzerd 

en zijn er 5 fietsroutes en 1 mountainbikeroute aanwezig. 

7.2.5. Winge – Demervallei 

De gemeente Holsbeek is vertegenwoordigd in de sportregio Winge Demervallei. 

Deze sportregio werd op initiatief van de provincie Vlaams-Brabant opgestart in 1998 om 

ondermeer de samenwerking tussen de gemeenten op het gebied van sport te verbeteren. 

De sportregio omvat de volgende gemeenten en steden: Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, 

Diest, Holsbeek, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem en Tielt-Winge. 

De structuur van de sportregio bestaat uit de regiowerkgroep, het regiobestuur en de 

regiostuurgroep. 

De doelstellingen van de sportregio zijn: 

- intergemeentelijke samenwerking 

- onderlinge uitwisseling van informatie en ervaringen 

- deelname van de gemeenten aan provinciale en landelijke sportpromotie campagnes 

- contacten en samenwerking op sportgebied tussen gemeenten onderling 

De werking van de sportregio wordt gecoördineerd door de provinciale sportdienst.

7.2.6. Bewegingsstimulatie bij ouderen 

Cijfers uit het ouderenbehoefteonderzoek tonen aan dat 72,8% van de oudere populatie in 

Holsbeek de vrije tijd vult met het luisteren naar de radio. Daarbij aansluitend volgt het kijken 

naar de televisie. Beide activiteiten hebben door hun passiviteit een ongunstige invloed op de 

stimulatie van het dagelijks beweegpatroon. Naarmate men ouder wordt neemt de eigen 

beweging af, met al dan niet verminderde fysieke mogelijkheden aan de basis. Het risico op een 

zwakker lichaamsgestel neemt toe waardoor de kansen op valpartijen met aanzienlijke 

gevolgen voor het eigen lichaam toenemen. 

Het OCMW wil dit tegengaan en moedigt permanente lichaamsbeweging bij ouderen aan, 

enerzijds via diverse initiatieven, anderzijds via de medewerkers binnen de thuiszorgdiensten. 

Lichamelijke beperkingen vragen een andere lichaamsbeweging, doch mogen zij hiervoor geen 

hinder vormen. 

In het kader van bewegingsstimulatie bij ouderen werden er door het OCMW reeds 

verscheidene acties uitgewerkt rond valpreventie, zowel rechtstreeks naar de doelgroep toe als 

onrechtstreeks via interne bijscholingen voor de thuiszorg helpsters. 

Het stijgend aantal ouderen in acht genomen dient deze thematiek ook naar de toekomst toe de 

nodige aandacht te krijgen. Naast de dagdagelijkse bewegingsstimulatie bij ouderen, die door 

iedere OCMW-helpster in acht genomen wordt, zullen er bijkomende doelgerichte initiatieven 

uitgewerkt worden rond beweging en sport bij senioren. 

7.2.7. Gemeentelijk sportbeleid: sport voor allen 

Het sportbeleidsplan 2008-2013 omschrijft het huidig gemeentelijk sportklimaat en maakt 

samen met de lezer de stappen om tot een gedragen en transparant sportbeleid voor iedere 

inwoner te komen. 

De visie van het sportbeleidsplan van Holsbeek is heel democratisch. Het gaat de nauwe 

dialoog aan tussen de deskundigen van het beleid en de inwoners van de gemeente. 

Het sportbeleidsplan denkt samen met de lezer na over hoe het reeds aangeboden 

sportaanbod en de kwaliteitsvolle sportinfrastructuur gerichter kan inspelen op de levende 

sportnoden. Het heeft niet alleen oog maar ook oor voor ieders behoeften. Aan de hand van 

bevragingen bij verscheidene doelgroepen geeft het klank aan de stem van iedere 

sportliefhebber. 

De voornaamste toekomstmogelijkheden, beleidsuitdagingen, aandachtspunten, sterktes én 

uiteindelijke doelstellingen die hieruit geconcludeerd werden vertaalden zich in hoofdzaak op 

het niveau van: 

- ondersteuning en stimulering van sportinitiatieven 

- anders georganiseerde sport 

- toegankelijkheid en diversiteit 

- interne werking van de sportdienst 

- kwaliteitsverhoging jeugdsportbegeleider 

- sportinfrastructuur 

86

7.2.8. Burgerparticipatie binnen het sportbeleid 

De inspraak van de inwoner heeft niet alleen vorm gekregen binnen het sportbeleidsplan 2008- 

2013, maar zal ook de komende 6 jaar voelbaar doorschemeren binnen het gemeentelijk 

sportbeleid en het lokaal sociaal beleid van de gemeente. 

Om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren werden themabevragingen voorgelegd aan een 

verscheidenheid aan doelgroepen. 

- Een eerste bevraging was een gezamenlijke bevraging voor de jeugd, sport en 

cultuur sector. 

- Een tweede vragenlijst toetste wat er bij de inwoners leeft. 

- Een mondelinge bevraging aan de hand van een vragenlijst werd voorgelegd aan 

een aantal stakeholders. Mensen die op 1 of andere manier, van dichtbij of van 

veraf, met sport te maken hebben. 

- Een vragenlijst “tevredenheid gebruikers sportaccommodatie” werd bedeeld aan de 

gebruikers van de Sportschuur. 

- Een vragenlijst betreffende “sportdiversiteit op het lokale niveau” (in samenwerking 

met het OCMW) kwam ook aan bod. 

- Tot slot werd er aan de sportraad een vragenlijst in verband met het Holsbeekse 

sportbeleid voorgelegd. 

De resultaten van iedere bevraging werden mede gebruikt om de aandachtspunten te 

voeden binnen het gemeentelijk cultuur en vrije tijdsbeleid. 

7.3. Participatie, cultuur en vrije tijd: beleidsuitdagingen en toekomstmogelijkheden, 



- Holsbeek heeft een potentieel sterk verenigingsleven 

- Bevolkingsaangroei jeugd 

- Groei sportclubs, diversiteit 

- Uitbouw culturele infrastructuur 

- Opportuniteiten met betrekking tot uitbouw culturele communicatie via gemeentelijke 

website 

- Aantrek nieuwe doelgroepen & maatschappelijk kwetsbaren door samenwerking 

bibliotheek, cultuur- en sportdienst, OCMW, lokale en regionale verenigingen 

- Vraag naschoolse sport groeit 


- Holsbeek wordt geconfronteerd met toenemend individualisme 

- Vergrijzing van het bestaande verenigingsleven 

- Hoog aantal zonevreemde sportterreinen 

- Geen middelbare school in Holsbeek 

- Tekort aan vrijwilligers in sportclubs

- Beperkt percentage jeugdtrainers is gediplomeerd 

- Geen sportaanbod private partners 

- Te weinig senioren doen aan sport 

- Te weinig verscheidenheid aan sporten 

- Te weinig jeugdclubs, zwakke samenwerking onderling 

Sterkten 

- De gemeente voert sinds jaar en dag een uitgesproken cultureel beleid en een beleid ter 

ondersteuning van de vrije tijd (sport, cultuur, verenigingsleven) 

- Er is een uitgebreid aanbod aan culturele infrastructuur en sportinfrastructuur 

- Goed werkende bibliotheek 

- De bibcollectie is 24u op 24u toegankelijk via het internet 

- Er is een cultuurbeleidscoördinator en een sportbeleidscoördinator 

- Er is een sportzaal 

- Er is een cultuur- en sportraad 

- Integratie van maatschappelijk kwetsbaren in cultuurbeleid door OCMW via het aanbieden 

van kunst in het OCMW en socio-culturele participatie 

- De gemeente Holsbeek is vertegenwoordigd in de regio Winge-Demervallei 

- Ruim cultuur- en sportaanbod 

- De aanwezigheid van goed werkende adviesraden 

- De gemeente zorgt goed voor de introductie van nieuwkomers via onthaaldagen 

- Logistieke ondersteuning verenigingen 

- Eigen vervoer via schoolbus 

- Goede culturele samenwerkingsverbanden, ook met OCMW 

- Bibliotheekgebruik neemt toe 

- Holsbeek heeft een cultuur- en sportbeleidsplan 

- OCMW, bib en PWA bieden een mobiele bibliotheek voor ouderen aan 

- Bewegingsstimulatie bij ouderen door het OCMW via diverse initiatieven 

Werkpunten 

- De toegankelijkheid van de bibliotheek wordt bemoeilijkt door beperkte openingsuren en de 

kleine bibruimte. 

- Toegankelijkheid sportaanbod gehandicapten 

- Toegankelijkheid gemeentelijke sporthal 

- Bibliotheek bereikt moeilijk senioren en adolescenten 

- Participatie sport 12- tot 18-jarigen is beperkt 

- Beperkte cultuurinfrastructuur voor organisatie evenementen 

- Ontbreken van sportinfrastructuur in onderwijs 

- Bereiken van maatschappelijk achtergestelde doelgroepen 

- Beperkte uitleendienst 

- Geen lokale toneelverenigingen 

- Weinig zicht op inwoners / groepen die niet bereikt worden vanuit cultuurbeleid 

- Druk grote omliggende cultuursteden 

- Samenwerking gemeentelijke sportdienst – speelpleinwerking OCMW 

88

Omgevingsanalyse - Website OCMW Holsbeek

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?