09.09.2013 Views

VM2-experimenten in perspectief. Tussenrapportage ... - ecbo

VM2-experimenten in perspectief. Tussenrapportage ... - ecbo

VM2-experimenten in perspectief. Tussenrapportage ... - ecbo

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong><br />

<strong>perspectief</strong><br />

<strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Colofon<br />

Titel <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> – tussenrapportage schooljaar 2011-2012<br />

Auteurs Renée van Schoonhoven, Machiel Bouwmans & Dennis Heijnens, m.m.v. Marloes<br />

Keijzer<br />

Versie 1.1<br />

Datum Maart 2012<br />

Projectnummer <strong>ecbo</strong>.12-132<br />

<strong>ecbo</strong> ’s-Hertogenbosch<br />

Postbus 1585<br />

5200 BP ’s-Hertogenbosch<br />

T 073 687 25 00<br />

F 073 612 34 25<br />

www.<strong>ecbo</strong>.nl<br />

© <strong>ecbo</strong> 2012<br />

<strong>ecbo</strong> Utrecht<br />

Postbus 19194<br />

3501 DD Utrecht<br />

T 030 296 04 75<br />

F 030 636 04 31<br />

www.<strong>ecbo</strong>.nl<br />

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op<br />

welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van de uitgever.


Inhoudsopgave<br />

Inleid<strong>in</strong>g .................................................................................................................. 5<br />

1 Over de <strong>VM2</strong>-monitor ......................................................................................... 7<br />

1.1 Centrale onderzoeksvraag en deelvragen ......................................................... 7<br />

1.2 Dataverzamel<strong>in</strong>g ............................................................................................ 7<br />

2 De opbrengsten van <strong>VM2</strong> ................................................................................. 11<br />

2.1 Eerste tranche: reductie van voortijdig schoolverlaten .................................... 11<br />

2.2 Tweede tranche: reductie van voortijdig schoolverlaten .................................. 17<br />

2.3 Leerl<strong>in</strong>gloopbanen <strong>in</strong> het eerste borg<strong>in</strong>gscohort ............................................. 20<br />

2.4 Het aantal <strong>experimenten</strong> en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>................................................ 21<br />

2.5 Kwalitatieve resultaten .................................................................................. 23<br />

2.6 Kwantitatieve en kwalitatieve opbrengsten samengevat .................................. 25<br />

3 Eén concept, één team, één dak ....................................................................... 27<br />

3.1 Sprake van één concept, één team, één dak? ................................................ 27<br />

3.2 Communicatie over <strong>VM2</strong> ............................................................................... 31<br />

3.3 Drie varianten van <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> ........................................................... 33<br />

3.4 Ideeën over de toekomst van <strong>VM2</strong> ................................................................ 37<br />

3.5 Inhoudelijke realisatie samengevat ................................................................ 38<br />

4 Samenwerken aan <strong>VM2</strong> .................................................................................... 41<br />

4.1 Status van de <strong>experimenten</strong> najaar 2011 ....................................................... 41<br />

4.2 Het verloop van de samenwerk<strong>in</strong>g ................................................................. 43<br />

4.3 Wat beïnvloedt de samenwerk<strong>in</strong>g? ................................................................ 47<br />

4.4 Samenwerk<strong>in</strong>g samengevat .......................................................................... 56<br />

5 Experimenten <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> ............................................................................ 57<br />

5.1 Aanvangscondities en organisatie van het experiment .................................... 57<br />

5.2 Samenwerk<strong>in</strong>g ............................................................................................. 58<br />

5.3 <strong>VM2</strong>-motto ................................................................................................... 59<br />

6 Samenvatt<strong>in</strong>g en conclusie .............................................................................. 61<br />

6.1 Onderzoeksopzet .......................................................................................... 61<br />

6.2 De opbrengsten van <strong>VM2</strong> .............................................................................. 61<br />

6.3 De <strong>in</strong>houdelijke <strong>in</strong>terventie ............................................................................ 62<br />

6.4 De samenwerk<strong>in</strong>g ......................................................................................... 63<br />

6.5 Conclusie ..................................................................................................... 64<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 3


Bijlagen ................................................................................................................. 65<br />

Bijlage 1: De opbrengsten van <strong>VM2</strong> ...................................................................... 67<br />

Bijlage 2: Eén concept, één team, één dak ........................................................... 91<br />

Bijlage 3: Samenwerken aan <strong>VM2</strong> ....................................................................... 113<br />

Bijlage 4: Overige zaken ...................................................................................... 131<br />

Bijlage 5: Overzicht van de <strong>experimenten</strong> .......................................................... 137<br />

Bijlage 6: Overzicht van de geïnterviewden ........................................................ 147<br />

Gebruikte afkort<strong>in</strong>gen ......................................................................................... 149<br />

Over de auteurs ................................................................................................... 151<br />

4 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Inleid<strong>in</strong>g<br />

In 2008 start <strong>VM2</strong> vanuit het vertrekpunt dat comb<strong>in</strong>aties van vmbo-scholen en mbo<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

onder bepaalde voorwaarden de ruimte krijgen om af te wijken van de<br />

vigerende wet- en regelgev<strong>in</strong>g, zodat ze geïntegreerde trajecten ontwikkelen die door<br />

leerl<strong>in</strong>gen worden afgesloten met een startkwalificatie op mbo 2-niveau.<br />

Doel van de <strong>experimenten</strong> is het realiseren van een reductie van voortijdig schoolverlaten<br />

(vsv). De idee is dat de scholen dit bereiken door middel van geïntegreerde trajecten die<br />

gekenschetst kunnen worden aan de hand van het motto ‘één concept, één team, één dak’.<br />

Om deze trajecten neer te zetten zullen de vmbo-scholen en mbo-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen moeten<br />

samenwerken.<br />

De doelgroep waar het <strong>VM2</strong>-experiment zich op richt, omvat de (zwakkere) leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />

basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo. Juist onder deze leerl<strong>in</strong>gen is het voortijdig<br />

schoolverlaten relatief hoog. Door een geïntegreerd traject aan te bieden, worden zoveel<br />

mogelijk wissels uit het onderwijstraject van de leerl<strong>in</strong>g gehaald. Het <strong>VM2</strong>-experiment moet<br />

voor hen zo de kans op het bereiken van de startkwalificatie (mbo niveau 2) vergroten en de<br />

kans op uitval reduceren.<br />

Zien we deze veronderstell<strong>in</strong>gen ook terug <strong>in</strong> de praktijk? Behalen de <strong>experimenten</strong><br />

resultaten? Deze vragen staan centraal <strong>in</strong> de huidige <strong>VM2</strong>-monitor.<br />

S<strong>in</strong>ds de start van de <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> 2008 wordt deze monitor gehouden. Dat mondt twee<br />

keer per jaar uit <strong>in</strong> een rapportage: aan het beg<strong>in</strong> van elk jaar een tussenrapportage en <strong>in</strong><br />

de zomer van elk jaar een e<strong>in</strong>drapportage over het voorgaande schooljaar.<br />

In voorgaande rapportages is al aan de orde gekomen dat de <strong>experimenten</strong> resultaten<br />

boeken. Zo lijkt het voortijdig schoolverlaten terug te lopen <strong>in</strong> de <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong>.<br />

Tegelijkertijd zien we veel variatie <strong>in</strong> de mate waarop de samenwerk<strong>in</strong>g van de grond komt.<br />

In deze rapportage wordt verder nagegaan hoe het beleidsmatige doel wordt bereikt en of<br />

de <strong>experimenten</strong> er e<strong>in</strong>d 2011 <strong>in</strong> slagen om door middel van samenwerk<strong>in</strong>g een <strong>in</strong>houdelijk<br />

programma op te zetten en uit te voeren.<br />

Leeswijzer<br />

In het eerste hoofdstuk van deze rapportage worden de opzet van de monitor, de<br />

probleemstell<strong>in</strong>g en de deelvragen beschreven. De focus van de rapportage ligt net als <strong>in</strong> de<br />

vorige rapportage op de opbrengstenkant: hoe bereiken de <strong>experimenten</strong> nu datgene wat<br />

de beleidsmakers <strong>in</strong> 2008 voor ogen stond? Daarnaast is er aandacht voor de proceskant:<br />

hoe verloopt de samenwerk<strong>in</strong>g?<br />

De kernvraag gaat uit van beleidsmatige veronderstell<strong>in</strong>gen van <strong>VM2</strong>. Deze komen na het<br />

eerste hoofdstuk aan de orde.<br />

Hoofdstuk 2 is gewijd aan de opbrengsten van <strong>VM2</strong>: slagen de <strong>experimenten</strong> er<strong>in</strong> om<br />

voortijdig schoolverlaten te reduceren en om leerl<strong>in</strong>gen aan een startkwalificatie te helpen?<br />

Daarbij komt aan de orde dat de <strong>in</strong>middels afgeronde of nog lopende <strong>experimenten</strong> er <strong>in</strong><br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 5


slagen vsv te reduceren en dat leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> eerder een startkwalificatie behalen<br />

dan <strong>in</strong> het reguliere traject.<br />

In hoofdstuk 3 gaan we <strong>in</strong> op de <strong>in</strong>houdelijke kant: <strong>in</strong> welke mate volgen de <strong>experimenten</strong><br />

het <strong>VM2</strong>-motto van ‘één concept, één team, één dak? We delen de <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> drie<br />

varianten <strong>in</strong>, gebaseerd op de mate waar<strong>in</strong> ze het <strong>VM2</strong>-motto uitvoeren.<br />

Hoofdstuk 4 gaat <strong>in</strong> op de procesmatige kant van de zaak: hoe verloopt de samenwerk<strong>in</strong>g<br />

tussen de vmbo- en mbo-scholen? Welke factoren zijn van <strong>in</strong>vloed op de huidige status van<br />

de <strong>experimenten</strong>? In dit hoofdstuk leggen we de relatie tussen aanvangscondities, de<br />

organisatie van de samenwerk<strong>in</strong>g, de complexiteit van het samenwerk<strong>in</strong>gsconstruct en de<br />

huidige status van de <strong>experimenten</strong>.<br />

Een koppel<strong>in</strong>g tussen de opbrengsten, <strong>in</strong>houdelijke en procesmatige kant wordt gelegd <strong>in</strong><br />

hoofdstuk 5: welke aspecten van samenwerk<strong>in</strong>g en het <strong>VM2</strong>-motto dragen bij aan het<br />

beleidsmatige doel van <strong>VM2</strong>, vsv-reductie?<br />

In hoofdstuk 6 worden de onderzoeksresultaten samengevat.<br />

6 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


1 Over de <strong>VM2</strong>-monitor<br />

In dit <strong>in</strong>leidende hoofdstuk bespreken we de opzet van de monitor zoals we die <strong>in</strong> 2011<br />

hebben uitgevoerd. Ook de wijze van dataverzamel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het najaar van 2011 en de respons<br />

die dat heeft opgeleverd komen aan de orde. Deze data dienen als basis voor de<br />

onderhavige tussenrapportage.<br />

1.1 Centrale onderzoeksvraag en deelvragen<br />

De monitor brengt s<strong>in</strong>ds de zomer van 2008 deze ontwikkel<strong>in</strong>gsgang <strong>in</strong> beeld. Dat gebeurt<br />

door middel van dataverzamel<strong>in</strong>g en analyse, en aansluitend rapportage. Deze<br />

tussenrapportage voor het schooljaar 2011-2012 is gebaseerd op de data die <strong>in</strong> de periode<br />

oktober-december 2011 bij de deelnemende scholen is verzameld.<br />

In 2011 is ervoor gekozen de monitor te baseren op de volgende onderzoeksvraag:<br />

In welke mate wordt het beleidsmatig bepaalde doel van <strong>VM2</strong> gerealiseerd, vanuit welke<br />

overweg<strong>in</strong>gen kiezen scholen voor de <strong>VM2</strong>-aanpak, welke modaliteiten van uitvoer<strong>in</strong>g<br />

ontstaan <strong>in</strong> de praktijk en welke succes- en faalfactoren zijn aan dit alles verbonden?<br />

Deze vraag gaat ervan uit dat de beleidsmatige veronderstell<strong>in</strong>gen van <strong>VM2</strong> gebaseerd zijn<br />

op de volgende – samenhangende – redeneerstappen:<br />

1 reductie van voortijdig schoolverlaten is het beoogde doel;<br />

2 dit wordt gerealiseerd door middel van geïntegreerde trajecten die gekarakteriseerd<br />

kunnen worden als ‘één concept, één team, één dak’ (zo m<strong>in</strong> mogelijk wissels voor de<br />

leerl<strong>in</strong>g);<br />

3 deze trajecten worden neergezet door vmbo- en mbo-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die samenwerken en<br />

die daartoe op grond van de betreffende regel<strong>in</strong>g de ruimte krijgen.<br />

1.2 Dataverzamel<strong>in</strong>g<br />

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, is <strong>in</strong> de periode oktober-december 2011 langs<br />

drie lijnen data verzameld, namelijk door middel van:<br />

• vragenlijsten;<br />

• <strong>in</strong>terviews;<br />

• gegevens van DUO.<br />

Deze werkwijze sluit aan bij de systematiek van dataverzamel<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> de eerdere<br />

monitorronden is gehanteerd.<br />

Net als <strong>in</strong> voorgaande monitorronden is tevens geprobeerd enkele niet-<strong>VM2</strong>-scholen – bij<br />

wijze van spreken als ‘controlegroep’ – aan tafel te krijgen voor een expertmeet<strong>in</strong>g.<br />

Daarvoor is een uitnodig<strong>in</strong>g uitgezet via de sectorraden (VO-raad, MBO Raad en AOC Raad).<br />

Vmbo- en mbo-scholen konden naar een meet<strong>in</strong>g komen waarbij ze <strong>in</strong> gesprek konden gaan<br />

met een projectleider van een succesvol <strong>VM2</strong>-experiment. Bedoel<strong>in</strong>g was om met de<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 7


aanwezige scholen dan tevens <strong>in</strong> gesprek te gaan over hun werkwijzen als het om<br />

samenwerk<strong>in</strong>g tussen het vmbo en mbo en reductie van voortijdig schoolverlaten gaat.<br />

Enkele scholen reageerden positief op de uitnodig<strong>in</strong>g, maar uite<strong>in</strong>delijk bleken er door<br />

afmeld<strong>in</strong>gen toch onvoldoende deelnemers te zijn om de meet<strong>in</strong>g, die gepland stond <strong>in</strong><br />

januari 2012, door te laten gaan.<br />

Vragenlijst voor alle <strong>experimenten</strong><br />

Naar alle <strong>experimenten</strong> eerste en tweede tranche is beg<strong>in</strong> oktober 2011 per e-mail een<br />

vragenlijst toegestuurd met het verzoek deze <strong>in</strong> te vullen. Eveneens is de <strong>experimenten</strong> een<br />

vragenlijst toegezonden over de borg<strong>in</strong>gscohorten. De <strong>experimenten</strong> eerste en tweede<br />

tranche die afgerond of gestopt zijn, hebben <strong>in</strong> de vragenlijst alleen het deel <strong>in</strong>gevuld waar<strong>in</strong><br />

gevraagd werd terug te kijken op de afgelopen jaren. De <strong>experimenten</strong> die nog lopen,<br />

hebben alle vragen uit de vragenlijst <strong>in</strong>gevuld, ook over de huidige <strong>in</strong>houd van het traject en<br />

de samenwerk<strong>in</strong>g.<br />

De <strong>experimenten</strong> die niet zijn geïnterviewd (zie hierna) is gevraagd de vragenlijst per e-mail<br />

of per post te retourneren. De <strong>experimenten</strong> waarmee wel een <strong>in</strong>terview heeft<br />

plaatsgevonden, is gevraagd de vragenlijst <strong>in</strong>gevuld mee te nemen naar het gesprek.<br />

Tabel 1.1 Overzicht van respons op vragenlijsten <strong>VM2</strong>, najaar 2011<br />

Uitgezette<br />

vragenlijsten Respons Non-respons<br />

Responspercentage<br />

Eerste tranche 36 29 7 81%<br />

Tweede tranche 121 110 11 91%<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort 71 63 8 89%<br />

De respons op de vragenlijsten ligt op hetzelfde peil als bij de vorige monitorronde.<br />

Interviews met <strong>experimenten</strong> tweede tranche<br />

In de monitor wordt elk voorjaar een <strong>in</strong>terview afgenomen met de <strong>experimenten</strong> eerste<br />

tranche, en elk najaar een <strong>in</strong>terview met <strong>experimenten</strong> tweede tranche die niet tevens een<br />

eerste tranche hebben. Zo is tot nu toe jaarlijks met elk experiment een gesprek geweest.<br />

In oktober-december 2011 heeft volgens deze lijn met <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel alle <strong>experimenten</strong> tweede<br />

tranche een <strong>in</strong>terview plaatsgevonden. Een aantal <strong>experimenten</strong> heeft zich officieel<br />

teruggetrokken en daarmee zijn geen <strong>in</strong>terviews afgenomen.<br />

De <strong>in</strong>terviews zijn georganiseerd op een aantal plaatsen <strong>in</strong> het land, zodanig dat meerdere<br />

<strong>in</strong>terviews op één dag konden plaatsv<strong>in</strong>den en daarmee de ‘doorlooptijd’ van het<br />

<strong>in</strong>terviewproces kon worden beperkt. In totaal hebben 51 <strong>in</strong>terviews plaatsgevonden; <strong>in</strong> één<br />

gesprek zijn vaak meerdere <strong>experimenten</strong> van dezelfde school aan de orde gekomen.<br />

De <strong>in</strong>terviews zijn meestal gehouden met de projectleider(s) of teamleider(s), vaak<br />

afkomstig van het vmbo. Daarnaast hebben <strong>in</strong> een aantal gevallen ook schoolleiders van het<br />

vmbo, docenten van het vmbo en mbo of beleidsmedewerkers aan het <strong>in</strong>terview<br />

deelgenomen. Een overzicht van de <strong>experimenten</strong> en personen waarmee een <strong>in</strong>terview heeft<br />

plaatsgevonden, is opgenomen <strong>in</strong> de bijlage bij dit rapport.<br />

Data van DUO<br />

Net als <strong>in</strong> voorgaande edities is DUO gevraagd e<strong>in</strong>d 2011 een aantal datamatrices aan te<br />

leveren waarmee leerl<strong>in</strong>genaantallen en hun loopbanen <strong>in</strong> beeld kunnen worden gebracht.<br />

Het betreft hierbij de stand van zaken <strong>in</strong> de leerl<strong>in</strong>ggegevens per 1 oktober 2011. DUO heeft<br />

op basis van de zogeheten ‘eerste foto’ de gevraagde gegevens verstrekt. In het voorjaar<br />

8 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


van 2012 kan blijken dat op deze gegevens nog (kle<strong>in</strong>e) correcties worden doorgevoerd (de<br />

zogenaamde ‘tweede foto’); daarover rapporteren wij <strong>in</strong> dat geval <strong>in</strong> de e<strong>in</strong>drapportage over<br />

schooljaar 2011-2012, die <strong>in</strong> de zomer van 2012 verschijnt.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 9


10 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


2 De opbrengsten van <strong>VM2</strong><br />

<strong>VM2</strong> is gestart vanuit de idee dat het voortijdig schoolverlaten verder kan worden<br />

teruggedrongen door middel van geïntegreerde trajecten. Deze trajecten stellen (kwetsbare)<br />

leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de basisberoepsgerichte leerweg <strong>in</strong> staat om op één en dezelfde locatie hun<br />

mbo niveau 2-kwalificatie te behalen. In dit hoofdstuk gaan we na welke opbrengsten het<br />

experiment tot op heden oplevert. Daarbij onderscheiden we kwantitatieve en kwalitatieve<br />

opbrengsten.<br />

In de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 wordt <strong>in</strong>gegaan op de kwantitatieve resultaten die met de<br />

eerste respectievelijk de tweede tranche <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> en het eerste borg<strong>in</strong>gscohort<br />

zijn geboekt. In paragraaf 2.4 gaan we <strong>in</strong> op het aantal leerl<strong>in</strong>gen dat over alle<br />

<strong>experimenten</strong> en cohorten tezamen gezien, meedoet aan <strong>VM2</strong>. Paragraaf 2.5 gaat over de<br />

kwalitatieve opbrengsten van de <strong>experimenten</strong>.<br />

De gegevens <strong>in</strong> dit hoofdstuk zijn <strong>in</strong> hoofdzaak gebaseerd op de DUO-data van 1 oktober<br />

2011. Waar relevant hebben we tevens <strong>in</strong>formatie uit de vragenlijsten of <strong>in</strong>terviews <strong>in</strong> de<br />

tekst verwerkt. Dat staat dan duidelijk aangegeven.<br />

2.1 Eerste tranche: reductie van voortijdig schoolverlaten<br />

In de zomer van 2008 is een groep van 1.044 leerl<strong>in</strong>gen gestart met het <strong>VM2</strong>-traject op hun<br />

school. In figuur 2.1 op de volgende pag<strong>in</strong>a is <strong>in</strong> een stroomschema afgebeeld hoe het deze<br />

leerl<strong>in</strong>gen s<strong>in</strong>dsdien vergaat.<br />

In de zomer van 2008 bev<strong>in</strong>den ze zich aan het beg<strong>in</strong> van hun derde leerjaar vmbo. In het<br />

vierde leerjaar vmbo zetten 626 leerl<strong>in</strong>gen hun onderwijsloopbaan voort <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>; een kle<strong>in</strong>e<br />

400 leerl<strong>in</strong>gen gaat iets anders doen en 22 leerl<strong>in</strong>gen vallen uit. Van de groep die doorgaat,<br />

blijven er 273 <strong>in</strong> het schooljaar 2010-2011 (eerste leerjaar mbo) ook <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>. Van die groep<br />

behalen 126 leerl<strong>in</strong>gen een startkwalificatie <strong>in</strong> een verkort traject (twee jaar bovenbouw<br />

vmbo en één jaar mbo <strong>in</strong> plaats van de gebruikelijke twee jaar bovenbouw vmbo en twee<br />

jaar mbo). In oktober 2011 resteren nog 76 leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het <strong>VM2</strong>-traject van de eerste<br />

tranche 1 .<br />

1 In de DUO-data staan <strong>in</strong> 2011-2012 nog 84 leerl<strong>in</strong>gen 1 e tranche <strong>in</strong>geschreven op een <strong>VM2</strong>-code. 8 van hen<br />

hebben echter een startkwalificatie op niveau 2 behaald en zijn daarom <strong>in</strong> de analyses opgenomen <strong>in</strong> de groep<br />

leerl<strong>in</strong>gen die b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> een startkwalificatie hebben behaald; daarom zitten er nog 76 leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 11


Figuur 2.1 Leerl<strong>in</strong>gloopbanen eerste tranche 2008-2011 <strong>in</strong> schema<br />

2008-2009<br />

VMBO leerjaar 3<br />

Eerste tranche<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 1044 (100%)<br />

2009-2010<br />

VMBO leerjaar 4<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 626 (60,0%)<br />

Geswitcht<br />

N= 396 (37,9%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 22 (2,1%)<br />

2010-2011<br />

MBO leerjaar 1<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 273 (26,1%)<br />

Geswitcht<br />

N= 328 (31,4%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 25 (2,4%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 40 (3,8%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 319 (30,6%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 37 (3,5%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 6 (0,6%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 16 (1,5%)<br />

2011-2012<br />

MBO leerjaar 2<br />

Startkwalificatie<br />

N= 126 (12,1%)<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 76 (7,3%)<br />

Geswitcht<br />

N= 61 (5,8%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 10 (1,0%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 26 (2,5%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 197 (18,9%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 73 (7,0%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 32 (3,1%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 11 (1,1%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 14 (1,3%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 1 (0,1%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 7 (0,7%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 24 (2,3%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 8 (0,8%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 20 (1,9%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 168 (16,1%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 96 (9,2%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 35 (3,4%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 11 (1,1%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 26 (2,5%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 1 (0,1%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 1 (0,1%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 3 (0,3%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 1 (0,1%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 4 (0,4%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 12 (1,1%)<br />

12 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Figuur 2.2 Leerl<strong>in</strong>gloopbanen vergelijk<strong>in</strong>gscohort eerste tranche <strong>in</strong> schema<br />

2008-2009<br />

VMBO leerjaar 3<br />

Vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008<br />

Bb-opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 25.453 (100%)<br />

2009-2010<br />

VMBO leerjaar 4<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 18.368 (72,2%)<br />

Geswitcht<br />

2010-2011<br />

MBO leerjaar 1<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 508 (2,0%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 16.739 (65,8%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 1.121 (4,4%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 828 (3,3%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 6.477 (25,4%) N= 4.931 (19,4%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 608 (2,4%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 718 (2,8%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 202 (0,8%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 406 (1,6%)<br />

2011-2012<br />

MBO leerjaar 2<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 18 (0,1%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 380 (1,5%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 110 (0,4%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 807 (3,2%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 10.864 (42,7%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 3.550 (13,9%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 1.518 (6,0%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 400 (1,6%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 721 (2,8%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 73 (0,3%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 104 (0,4%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 410 (1,6%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 241 (0,9%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 204 (0,8%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 2.811 (11,0%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 1.207 (4,7%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 709 (2,8%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 194 (0,8%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 524 (2,1%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 4 (0,0%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 59 (0,2%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 72 (0,3%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 67 (0,3%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 71 (0,3%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 335 (1,3%)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 13


We kunnen <strong>in</strong> twee <strong>in</strong>dicatoren het kwantitatieve resultaat van de eerste tranche (tot op<br />

heden) uitdrukken, namelijk het percentage voortijdig schoolverlaten en het aantal behaalde<br />

startkwalificaties. Per <strong>in</strong>dicator maken we onderscheid tussen het resultaat gemeten over de<br />

gehele groep leerl<strong>in</strong>gen van 1.044 en het resultaat gemeten over die leerl<strong>in</strong>gen die startten<br />

<strong>in</strong> een <strong>VM2</strong>-experiment dat <strong>in</strong>middels is afgerond of nog operationeel is.<br />

We vergelijken de kwantitatieve <strong>in</strong>dicatoren met de ‘opbrengst’ die wordt geboekt <strong>in</strong> onder<br />

meer het vergelijk<strong>in</strong>gscohort: dat omvat álle leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> de zomer van 2008 hun derde<br />

leerjaar vmbo begonnen <strong>in</strong> de reguliere basisberoepsgerichte leerweg. Het schema van hun<br />

onderwijsroutes is afgebeeld <strong>in</strong> figuur 2.2.<br />

Percentage voortijdig schoolverlaten (vsv)<br />

Als we over de drie meetmomenten heen (van schooljaar 2009-2010 t/m 2011-2012) alle<br />

leerl<strong>in</strong>gen uit de oorspronkelijke groep van 1.044 optellen die <strong>in</strong>middels gelden als ‘voortijdig<br />

schoolverlater’, dan komen we uit op een cumulatief vsv-percentage van 13,2% (zie tabel<br />

2.1).<br />

2 3<br />

Tabel 2.1 Overzicht van uitvalpercentages eerste tranche 2008-2011 (cumulatief)<br />

Op locaties met <strong>VM2</strong> Landelijk vmbo-bb<br />

Cohort 2008 13,2 16,6<br />

Voorgaand cohort 2007 19,9 17,8<br />

We kunnen dit percentage vergelijken met het vsv-percentage onder het landelijke<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort, waar<strong>in</strong> álle leerl<strong>in</strong>gen zitten, die <strong>in</strong> de zomer van 2008 startten met een<br />

reguliere basisberoepsgerichte leerweg. Voor dit cohort geldt <strong>in</strong> oktober 2011 een<br />

vsv-percentage van 16,6%. Het verschil tussen de eerste tranche en dit vergelijk<strong>in</strong>gscohort<br />

is statistisch significant, zij het dat de effectgrootte beperkt is² ³.<br />

Als we kijken naar de leerl<strong>in</strong>gen die op de <strong>VM2</strong>-scholen van de eerste tranche een jaar<br />

eerder begonnen met de basisberoepsgerichte leerweg – het voorgaand cohort – dan zien<br />

we onder die groep na drie jaar een vergelijkbaar hoger vsv-percentage van 19,9%; ook dit<br />

verschil is significant. Deze afname is groter dan bij het vergelijk<strong>in</strong>gscohort (van 17,8% naar<br />

16,6%), maar ook daar is sprake van een significante afname. Ook hierbij geldt overigens<br />

dat de effectgrootte van de gevonden verbanden beperkt is.<br />

In paragraaf 2.4 hierna zetten we nader uiteen dat een aantal <strong>experimenten</strong> eerste tranche<br />

<strong>in</strong> feite niet van de grond is gekomen of <strong>in</strong>middels is gestopt. In dit licht moet het hiervoor<br />

genoemde vsv-percentage van de eerste tranche <strong>in</strong> feite worden gezien als een ‘brutopercentage’.<br />

Het moet namelijk worden opgeschoond voor die <strong>experimenten</strong> die feitelijk<br />

geen (volledige) <strong>in</strong>terventie hebben gekend. In tabel 2.2 is dan ook het vsv-percentage<br />

eerste tranche voor alléén de afgeronde en nog lopende <strong>experimenten</strong> weergegeven. Het<br />

percentage daalt dan tot 10,1%.<br />

2 De significantie is getoetst door middel van een chi-kwadraattoets. De teruggang <strong>in</strong> vsv-percentage tussen de<br />

cohorten 2007 en 2008 bij de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> is statistisch significant (alpha = .01). Ook het verschil<br />

tussen cohort 2008 van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is significant<br />

(alpha = .01). De afname van het vsv-percentage tussen het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2007 en 2008 is ook<br />

significant (alpha = .01). Ten slotte is ook het verschil tussen het cohort 2007 en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort<br />

2007 significant (alpha = .05).<br />

3 Naast significantie is ook de effectgrootte van de gevonden verschillen <strong>in</strong> vsv-percentages nagegaan, door de phiwaarde<br />

te berekenen. Bij de significante chi-kwadraattoetsen van de eerste tranche (bovenstaande voetnoot),<br />

horen respectievelijk de volgende phi-waarden: 0,08; 0,02; 0,02 en 0,01. De waarden liggen allemaal dicht bij de 0<br />

en duiden daarmee op een zeer kle<strong>in</strong>e effectgrootte (‘brede puntenwolk’).<br />

14 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel 2.2 Overzicht van uitvalpercentages eerste tranche 2008-2011 – alleen afgeronde of<br />

nog lopende <strong>experimenten</strong> (cumulatief) 4<br />

Op locaties met <strong>VM2</strong> Landelijk vmbo-bb<br />

Cohort 2008 10,1 16,6<br />

Voorgaand cohort 2007 19,7 17,8<br />

Ten eerste valt op dat het uitvalpercentage van afgeronde en lopende <strong>experimenten</strong> lager<br />

ligt dan het uitvalpercentage van alle eerste tranche-<strong>experimenten</strong> gezamenlijk (10,1%<br />

tegenover 13,2%). Het verschil met het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort is dan ook groter, ruim<br />

6%. Dit verschil is significant - zij het met wederom beperkte effectgrootte .<br />

Wanneer ook voor het voorgaand cohort 2007 alleen naar de scholen wordt gekeken van<br />

wie het <strong>VM2</strong>-experiment <strong>in</strong> het najaar van 2011 nog loopt of is afgerond, dan is te zien dat<br />

deze scholen <strong>in</strong> het voorgaand cohort een uitvalpercentage van 19,7% hadden. Dat is bijna<br />

10% hoger dan <strong>in</strong> de selectie van eerste tranche-<strong>experimenten</strong>. Dit verschil is significant,<br />

met beperkte effectgrootte. Het verschil tussen het voorgaand cohort 2007 en het landelijk<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2007 is niet significant.<br />

Aantal behaalde startkwalificaties<br />

Als we kijken naar het percentage leerl<strong>in</strong>gen uit de oorspronkelijke groep van 1.044 – niet<br />

alleen degenen die het <strong>VM2</strong>-traject afrondden, maar de groep <strong>in</strong> totaal – dat <strong>in</strong>middels een<br />

startkwalificatie heeft behaald, dan komen we uit op 16,7% (zie tabel 2.3).<br />

Tabel 2.3 Overzicht van het percentage leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie, eerste<br />

tranche per 1-10-2011 5<br />

Op locaties met <strong>VM2</strong> Landelijk vmbo-bb<br />

Cohort 2008 16,7 4,3<br />

Voorgaand cohort 2007 7,2 5,4<br />

We kunnen deze opbrengst wederom vergelijken met het vergelijk<strong>in</strong>gscohort en het<br />

voorgaand cohort.<br />

In het landelijk cohort heeft 4,3% van de leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> 2008 <strong>in</strong> de reguliere<br />

basisberoepsgerichte leerweg zijn gestart <strong>in</strong>middels een startkwalificatie behaald. Dat is<br />

aanmerkelijk m<strong>in</strong>der dan <strong>in</strong> de groep <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen. Het verschil tussen beide cohorten is<br />

significant, maar laat slechts een beperkte effectgrootte zien.<br />

Ook als we kijken naar het voorgaand cohort van 2007 op <strong>VM2</strong> locaties zien we een<br />

aanmerkelijk verschil, dat eveneens significant is (met beperkte effectgrootte). Het<br />

voorgaand cohort 2007 op <strong>VM2</strong>- locaties behaalde al wel vaker een startkwalificatie dan het<br />

landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort <strong>in</strong> 2007. Opmerkelijk is voorts dat het voorgaand cohort 2007<br />

4 De teruggang <strong>in</strong> vsv-percentage tussen de cohorten 2007 en 2008 van afgeronde of nog lopende eerste tranche<strong>experimenten</strong><br />

is significant (alpha = .01). De effectgrootte is beperkt (phi = .12) Het verschil <strong>in</strong> vsv-percentage<br />

tussen afgeronde en nog lopende <strong>experimenten</strong> van cohort 2008 van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> en het<br />

landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is significant (alpha = .01). De effectgrootte is zeer beperkt (phi = .02). Het<br />

verschil tussen het voorgaand cohort 2007 en het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2007 is niet significant. Het verschil tussen<br />

het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2007 en het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is significant (alpha = .01). De effectgrootte is zeer<br />

beperkt (phi = .02).<br />

5 De relatieve toename van het aantal leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie tussen de cohorten 2007 en 2008 van de<br />

eerste tranche-<strong>experimenten</strong> is significant (alpha = .01). De effectgrootte is beperkt (phi = .15). Het verschil tussen<br />

het percentage leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie <strong>in</strong> cohort 2008 van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> en het<br />

landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is significant (alpha = .01). De effectgrootte is beperkt (phi = .11). Het verschil<br />

tussen het voorgaand cohort 2007 en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2007 is ook significant (alpha = .01). De<br />

effectgrootte is zeer beperkt (phi = .02). Het verschil tussen het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2007 en het landelijk<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is significant (alpha = .01). De effectgrootte is zeer beperkt (phi = .03).<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 15


van de landelijke vergelijk<strong>in</strong>gsgroep vaker een startkwalificatie haalde dan het landelijk<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort van 2008. Dit verschil is significant (met beperkte effectgrootte).<br />

Ook voor het aantal behaalde startkwalificaties geldt dat we nog moeten corrigeren voor het<br />

aantal <strong>experimenten</strong> dat feitelijk niet van de grond is gekomen of is gestopt (zie hierover<br />

ook paragraaf 2.4). Deze ‘netto’ <strong>in</strong>dicator is opgenomen <strong>in</strong> tabel 2.4. Onder de leerl<strong>in</strong>gen<br />

eerste tranche die <strong>in</strong> een afgerond experiment zaten of nog lopend experiment zitten, geldt<br />

dat maar liefst 27% <strong>in</strong>middels een startkwalificatie heeft behaald. Dit is aanmerkelijk hoger<br />

dan <strong>in</strong> het vergelijk<strong>in</strong>gs- en voorgaand cohort.<br />

Tabel 2.4 Overzicht van het percentage leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie, eerste<br />

tranche per 1-10-2011 – alleen afgeronde of nog lopende <strong>experimenten</strong> 6<br />

Op locaties met <strong>VM2</strong> Landelijk vmbo-bb<br />

Cohort 2008 27,0 4,3<br />

Voorgaand cohort 2007 9,6 5,4<br />

Leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> 2008 aan <strong>VM2</strong> begonnen, kunnen dus <strong>in</strong>middels zowel bínnen een<br />

<strong>VM2</strong>-experiment hun startkwalificatie hebben behaald alsook na hun switch op een ander<br />

onderwijstraject. Verder is het zo dat het behalen van de startkwalificatie lang niet altijd het<br />

e<strong>in</strong>de van de onderwijsroute is; veel leerl<strong>in</strong>gen gaan door met een andere mbo-opleid<strong>in</strong>g,<br />

vaak ook op een ander niveau. Zijn er <strong>in</strong> dit opzicht verschillen tussen de <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen uit<br />

2008 die de startkwalificatie bínnen respectievelijk buiten het experiment de startkwalificatie<br />

hebben behaald? En verschilt dat van de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het landelijke vergelijk<strong>in</strong>gscohort? In<br />

tabel 2.5 hebben we de cijfers opgenomen.<br />

Tabel 2.5 Overzicht de loopbaankeuzes van leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie<br />

Doorstroom naar:<br />

Startkwalificatie behaald<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong>-experiment<br />

Startkwalificatie behaald<br />

buiten <strong>VM2</strong>-experiment<br />

Startkwalificatie behaald <strong>in</strong><br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008<br />

Mbo<br />

niveau 2<br />

16 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

Mbo<br />

niveau 3<br />

Mbo<br />

niveau 4 Arbeid Totaal<br />

3,2 58,7 9,5 28,6 100<br />

8,3 37,5 10,4 43,8 100<br />

5,9 64,0 8,3 21,8 100<br />

De tabel toont dat zo’n 59% van de leerl<strong>in</strong>gen die hun startkwalificatie <strong>in</strong> het<br />

<strong>VM2</strong>-experiment van de eerste tranche heeft behaald, na het diploma een niveau 3-opleid<strong>in</strong>g<br />

gaat volgen. Een kle<strong>in</strong>e 10% gaat zelfs verder met een niveau 4-opleid<strong>in</strong>g. Ruim 28% van<br />

deze 126 leerl<strong>in</strong>gen stopt na het behalen van de startkwalificatie met het volgen van<br />

onderwijs en begeeft zich op de arbeidsmarkt.<br />

6 De relatieve toename van het aantal leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie tussen de cohorten 2007 en 2008 van<br />

afgeronde en nog lopende eerste tranche-<strong>experimenten</strong> is significant (alpha = .01). De effectgrootte is redelijk<br />

beperkt (phi = .23). Het verschil tussen het percentage leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie <strong>in</strong> afgeronde en nog<br />

lopende <strong>experimenten</strong> van cohort 2008 van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort<br />

2008 is significant (alpha = .01). De effectgrootte is beperkt (phi = .15). Ook het verschil tussen het voorgaand<br />

cohort van afgeronde en nog lopende eerste tranche-<strong>experimenten</strong> en het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2007 is significant<br />

(alpha = .01). De effectgrootte is zeer beperkt (phi = .04). Het verschil tussen het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort<br />

2007 en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is significant (alpha = .01). De effectgrootte is zeer beperkt (phi =<br />

.03).


Deze percentages wijken af van de groep leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> 2008 wel <strong>in</strong> het eerste trancheexperiment<br />

zijn gestart, maar zijn geswitcht en <strong>in</strong>middels ook een startkwalificatie hebben<br />

behaald (48 leerl<strong>in</strong>gen). Van deze groep gaat een kle<strong>in</strong>er deel door naar een<br />

niveau 3-opleid<strong>in</strong>g, zo’n 38%. Meer leerl<strong>in</strong>gen uit deze groep stromen uit naar arbeid; ook<br />

de groep die nog een andere niveau 2-opleid<strong>in</strong>g gaat volgen is groter.<br />

De loopbaankeuzes van de leerl<strong>in</strong>gen uit het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 die <strong>in</strong>middels een<br />

startkwalificatie hebben behaald, lijken <strong>in</strong> grote lijnen op de keuzes van de leerl<strong>in</strong>gen die<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> een startkwalificatie hebben behaald: een grote meerderheid vervolgt hun<br />

opleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> niveau 3 en ruim 20% stroomt uit naar arbeid.<br />

2.2 Tweede tranche: reductie van voortijdig schoolverlaten<br />

Hoe zien de onderwijsroutes er uit van de leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> de tweede tranche, <strong>in</strong> de zomer<br />

van 2009, startten met <strong>VM2</strong>? In figuur 2.3 op de volgende bladzijde hebben we deze <strong>in</strong><br />

schema gezet (bovenste helft). In de onderste helft van het schema zijn de onderwijsroutes<br />

van de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het vergelijk<strong>in</strong>gscohort afgebeeld.<br />

In totaal startten 1.995 leerl<strong>in</strong>gen met de tweede tranche, van wie er een jaar later nog<br />

1.253 <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> zaten. In oktober 2011, <strong>in</strong> het derde <strong>VM2</strong>-jaar zijn van deze groep nog 565<br />

leerl<strong>in</strong>gen over. Andere leerl<strong>in</strong>gen zijn overgestapt op een andere route, zijn helaas<br />

uitgevallen of hebben <strong>in</strong>middels hun startkwalificatie behaald.<br />

Ook voor de tweede tranche kunnen we <strong>in</strong> twee <strong>in</strong>dicatoren het kwantitatieve resultaat<br />

uitdrukken, net zoals bij de eerste tranche: namelijk het percentage voortijdig schoolverlaten<br />

en het aantal behaalde startkwalificaties. Omdat de tweede tranche een jaar later is gestart,<br />

liggen het vsv-percentages en het aantal behaalde startkwalificaties logischerwijze lager dan<br />

<strong>in</strong> de eerste tranche.<br />

Percentage voortijdig schoolverlaten (vsv)<br />

Van de oorspronkelijke populatie <strong>VM2</strong> tweede tranche is per oktober 2011 bijna 8%<br />

uitgevallen (zie tabel 2.6). Bij het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort uit 2009 zijn wat meer<br />

leerl<strong>in</strong>gen uitgevallen, namelijk 8,6%. Deze verschillen zijn echter niet significant.<br />

Ten opzichte van het voorgaand cohort uit 2008 doet het cohort uit 2009 het beter. Het<br />

uitvalpercentage daalt namelijk met 2% van zo’n 10% naar 8%. Deze afname is significant,<br />

zij het met beperkte effectgrootte. Tegelijkertijd is bij het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort een<br />

lichte stijg<strong>in</strong>g van 0,1% te zien. Deze toename is echter te kle<strong>in</strong> om statistisch significant te<br />

zijn.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 17


Figuur 2.3 leerl<strong>in</strong>gloopbanen tweede tranche <strong>in</strong> schema<br />

2009-2010<br />

VMBO leerjaar 3<br />

Tweede tranche<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

2009-2010<br />

VMBO leerjaar 3<br />

Vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2009<br />

2010-2011<br />

VMBO leerjaar 4<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 1253 (62,8%)<br />

Geswitcht<br />

N= 1995 (100%) N= 698 (35,0%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 44 (2,2%)<br />

2010-2011<br />

VMBO leerjaar 4<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 16.173 (70,6%)<br />

Bb-opleid<strong>in</strong>g Geswitcht<br />

N= 22.908 (100%)<br />

N= 6.160 (26,9%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 575 (2,5)<br />

2011-2012<br />

MBO leerjaar 1<br />

Startkwalificatie<br />

N= 6 (0,3%)<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 565 (28,3%)<br />

Geswitcht<br />

N= 629 (31,5%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 53 (2,7%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 4 (0,2%)<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 29 (1,5%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 116 (5,8%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 474 (23,8%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 75 (3,8%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 15 (0,8%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 29 (1,5%)<br />

2011-2012<br />

MBO leerjaar 1<br />

Startkwalificatie<br />

N= 1 (0,0%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 564 (2,5%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 14.657 (64,0%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 951 (4,2%)<br />

Startkwalificatie<br />

N= 16 (0,1%)<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 897 (3,9%)<br />

Andere opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 4.624 (20,2%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 639 (2,8%)<br />

Nieuwe opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 174 (0,8%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 401 (1,8%)<br />

18 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel 2.6 Overzicht van uitvalpercentages tweede tranche 2009-2011 (cumulatief) 7<br />

Op locaties met <strong>VM2</strong> Landelijk vmbo-bb<br />

Cohort 2009 7,9 8,6<br />

Voorgaand cohort 2008 8 9,9 8,5<br />

Wanneer we alleen kijken naar de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> die nog lopen of zijn<br />

afgerond (dus alleen naar de ‘netto’-opbrengst), daalt het vsv-percentage van 7,9 naar 6,3%<br />

(zie tabel 2.7). Het uitvalpercentage van deze <strong>experimenten</strong> ligt ruim 2% onder het<br />

uitvalpercentage van het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2009. Het verschil is significant<br />

(beperkte effectgrootte). Het vsv-percentage van de nog lopende en afgeronde tweede<br />

tranche-<strong>experimenten</strong> is ruim 3% lager dan van dezelfde scholen een cohort eerder. Dit<br />

verschil is significant (beperkte effectgrootte). Het verschil tussen het voorgaand cohort<br />

2008 en het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is daarentegen niet significant.<br />

Tabel 2.7 Overzicht van uitvalpercentages tweede tranche 2009-2011 – alleen afgeronde<br />

of nog lopende <strong>experimenten</strong> (cumulatief) 9<br />

Op locaties met <strong>VM2</strong> Landelijk vmbo-bb<br />

Cohort 2009 6,3 8,6<br />

Voorgaand cohort 2008 9,5 8,5<br />

Aantal behaalde startkwalificaties<br />

Ook voor de tweede tranche geldt dat <strong>in</strong>middels al enkele leerl<strong>in</strong>gen hun startkwalificatie<br />

hebben behaald. Dit zijn er nog niet zoveel, namelijk voor 0,5% van de oorspronkelijke<br />

1.995 leerl<strong>in</strong>gen tweede tranche gaat dit op (zie tabel 2.8). Dit zijn dus leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> de<br />

doorlooptijd van de vmbo-bovenbouw een mbo-diploma op niveau 2 behalen. Het<br />

percentage leerl<strong>in</strong>gen dat daar <strong>in</strong> slaagt <strong>in</strong> de tweede tranche ligt hoger dan <strong>in</strong> het<br />

vergelijk<strong>in</strong>gs- en voorgaand cohort.<br />

Tabel 2.8 Overzicht van het percentage leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie, tweede<br />

tranche per 1-10-2011 10<br />

Op locaties met <strong>VM2</strong> Landelijk vmbo-bb<br />

Cohort 2009 0,5 0,1<br />

Voorgaand cohort 2008 0,1 0,1<br />

7 De teruggang <strong>in</strong> vsv-percentage tussen de cohorten 2008 en 2009 bij de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> is<br />

statistisch significant (alpha = .05). De effectgrootte is zeer beperkt (phi = .03). Het verschil <strong>in</strong> vsv tussen de<br />

tweede tranche en het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2009 is niet significant. De toename van het vsv-percentage tussen de<br />

cohorten 2008 en 2009 van het vergelijk<strong>in</strong>gscohort is eveneens niet significant. De verschillen van het voorgaand<br />

cohort 2008 en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 zijn wel significant (alpha = .01). De effectgrootte is zeer<br />

beperkt (phi = .02). Het verschil tussen het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 en 2009 is niet significant.<br />

8 Het voorgaand cohort heeft <strong>in</strong> elke tabel en bij elke tranche alleen betrekk<strong>in</strong>g op leerl<strong>in</strong>gen die niet <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> zitten.<br />

M.a.w. het voorgaand cohort van de tweede tranche bevat geen eerste tranche leerl<strong>in</strong>gen, maar alleen leerl<strong>in</strong>gen<br />

uit de reguliere basisberoepsgerichte leerweg van de scholen die aan de tweede tranche meedoen.<br />

9 Het verschil tussen cohort 2008 en 2009 van de nog lopende en afgeronde tweede tranche-<strong>experimenten</strong> is<br />

significant (alpha = .01). De effectgrootte is zeer beperkt (phi = .05). Het verschil <strong>in</strong> vsv tussen de tweede tranche<strong>experimenten</strong><br />

die nog lopen of zijn afgerond en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2009 is significant (alpha = .01).<br />

De effectgrootte is zeer beperkt (phi = .02). Het verschil tussen het voorgaand cohort 2008 van nog lopende en<br />

afgeronde tweede tranche-<strong>experimenten</strong> en het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is niet significant. Het verschil tussen het<br />

landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 en 2009 is eveneens niet significant.<br />

10 Het verschil tussen cohort 2008 en 2009 van de tweede tranche is significant (alpha = .01). De effectgrootte is<br />

zeer beperkt (phi = .04). Het verschil tussen het cohort 2009 en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort is significant<br />

(alpha = .01). De effectgrootte is zeer beperkt (phi = .04). Het verschil tussen cohort 2008 en het landelijk<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 is niet significant. Het verschil tussen het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 en 2009 is niet<br />

significant.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 19


Als er alleen naar de nog lopende of afgeronde tweede tranche-<strong>experimenten</strong> wordt<br />

gekeken, neemt het relatieve aantal leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie nauwelijks toe (van<br />

0,5% tot 0,6%; tabel niet getoond).<br />

2.3 Leerl<strong>in</strong>gloopbanen <strong>in</strong> het eerste borg<strong>in</strong>gscohort<br />

In de zomer van 2010 is het eerste borg<strong>in</strong>gscohort van start gegaan. Daar<strong>in</strong> participeren bij<br />

de start 2.117 leerl<strong>in</strong>gen. Eén schooljaar verder nemen daarvan nog 1.311 leerl<strong>in</strong>gen deel<br />

aan het <strong>VM2</strong>-traject (zie figuur 2.4). In de onderste helft van het schema zijn de<br />

onderwijsroutes van het vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2010 weergegeven.<br />

Figuur 2.4 leerl<strong>in</strong>gloopbanen borg<strong>in</strong>gscohort I <strong>in</strong> schema 11<br />

2008-2009 2009-2010<br />

2009-2010 2010-2011<br />

VMBO leerjaar 3<br />

VMBO leerjaar 43<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

2008-2009<br />

Vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2010<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 2117 (100%)<br />

2010-2011<br />

VMBO leerjaar 3<br />

Bb-opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 21.500 (100%)<br />

2010-2011 2011-2012<br />

VMBO MBO leerjaar 14<br />

<strong>VM2</strong> experiment<br />

N= 1311 (61,9%)<br />

Geswitcht<br />

N= 769 (36,3%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 37 (1,7%)<br />

2011-2012<br />

VMBO leerjaar 4<br />

Dezelfde<br />

opleid<strong>in</strong>g<br />

N= 15.492 (72,1%)<br />

Geswitcht<br />

N= 5.386 (25,0%)<br />

Uitgevallen<br />

N= 622 (2,9%)<br />

11 Onder switchen wordt hier verstaan net als <strong>in</strong> voorgaande tabellen/schema’s: de leerl<strong>in</strong>g zit <strong>in</strong> het vierde leerjaar<br />

vmbo op een andere ilt-code dan <strong>in</strong> het derde leerjaar vmbo; het kan een wissel<strong>in</strong>g betreffen van bijvoorbeeld het<br />

beroepsgerichte vak, de sector en/of de leerweg en/of een overstap naar een leer-werktraject, praktijkonderwijs of<br />

het mbo. Al dergelijke switches zitten <strong>in</strong> het vermelde percentage switchers.<br />

20 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel 2.9 Overzicht van uitvalpercentages borg<strong>in</strong>gscohort 2010-2011 12<br />

Op locaties met <strong>VM2</strong> Landelijk vmbo-bb<br />

Cohort 2010 1,7 2,9<br />

Voorgaand cohort 2009 3,1 2,4<br />

Van de leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> 2010 <strong>in</strong> het borg<strong>in</strong>gscohort zijn gestart is na één schooljaar 1,7%<br />

uitgevallen. In dezelfde periode is de uitval van de overige bb-leerl<strong>in</strong>gen uit een regulier<br />

traject (landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2010) hoger, namelijk 2,9%. Dit verschil is significant<br />

(met beperkte effectgrootte).<br />

Eveneens zien we een dal<strong>in</strong>g van het vsv-percentage van 3,1% <strong>in</strong> het cohort van 2009 naar<br />

1,7% <strong>in</strong> het cohort van 2010. Deze dal<strong>in</strong>g is ook significant. Het vsv-percentage van het<br />

landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort nam juist toe met 0,5%. Deze toename is significant (met<br />

beperkte effectgrootte).<br />

Als we de bereken<strong>in</strong>g maken voor alleen de nog lopende <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> het<br />

borg<strong>in</strong>gscohort (‘netto’) dan zien we dat onder die groep leerl<strong>in</strong>gen het vsv-percentage 1,9%<br />

bedraagt (tabel niet getoond).<br />

2.4 Het aantal <strong>experimenten</strong> en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong><br />

Aan het verloop van de leerl<strong>in</strong>gloopbanen zoals <strong>in</strong> de vorige paragrafen geschetst valt af te<br />

leiden dat een deel van de leerl<strong>in</strong>gen die beg<strong>in</strong>nen aan <strong>VM2</strong>, na verloop van tijd een ander<br />

onderwijstraject volgt.<br />

Om dit <strong>in</strong>zichtelijk te maken treft u <strong>in</strong> tabel 2.10 een overzicht aan van de leerl<strong>in</strong>gen die hun<br />

leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> cont<strong>in</strong>ueren.<br />

Tabel 2.10 Aantal leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>, naar tranche/cohort<br />

2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012<br />

# % # % # % # %<br />

Eerste tranche, start 2008 1.044 100 626 60 273 26 76 7<br />

Tweede tranche, start 2009 1.995 100 1.253 63 13 594 30<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I, start 2010 2.117 100 1.311 61,9<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II, start 2011 1.513 100<br />

Van de 1.044 leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> 2008 beg<strong>in</strong>nen aan <strong>VM2</strong>, stapt <strong>in</strong> de zomer van 2009<br />

ongeveer 40% over op een andere onderwijsroute, <strong>in</strong> de zomer van 2010 gevolgd door nog<br />

eens 34% van de leerl<strong>in</strong>gen. Let wel, veruit de meeste van deze overstappers volgen<br />

gewoon onderwijs aan een vmbo-school of doen een mbo-opleid<strong>in</strong>g. Het zijn dus géén<br />

‘voortijdig schoolverlaters’.<br />

12 De teruggang <strong>in</strong> vsv-percentage tussen de cohorten 2009 en 2010 bij de borg<strong>in</strong>gscohort-<strong>experimenten</strong> is<br />

statistisch significant (alpha = .01). De effectgrootte is zeer beperkt (phi = .04). Ook het verschil tussen cohort<br />

2010 van de borg<strong>in</strong>gscohort-<strong>experimenten</strong> en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2010 is significant (alpha = .01). De<br />

effectgrootte is zeer beperkt (phi = .02). De toename van het vsv-percentage tussen het landelijk<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2009 en 2010 is ook statistisch significant (alpha = .01). De effectgrootte is zeer beperkt (phi =<br />

.01). Ten slotte is ook het verschil tussen het cohort 2009 en het landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2009 statistisch<br />

significant bij een ruime alpha (alpha = .10). De effectgrootte is echter zeer beperkt (phi = .01).<br />

13 Ten opzichte van de vorige rapportage zit er een verschil <strong>in</strong> het leerl<strong>in</strong>gtotaal van de tweede tranche 2010-2011<br />

(nu 1.253 t.o.v. 1.311 <strong>in</strong> voorgaande rapportage). Dit is toe te schrijven aan correcties van leerl<strong>in</strong>gtell<strong>in</strong>gen<br />

achteraf. De verschillen per school zijn desgewenst opvraagbaar bij de onderzoekers.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 21


In de tweede tranche die <strong>in</strong> 2009 aan <strong>VM2</strong> beg<strong>in</strong>t, zien we een vergelijkbaar patroon: 37%<br />

van deze leerl<strong>in</strong>gen stapt <strong>in</strong> de zomer van 2010 over op een ander traject, gevolgd door nog<br />

eens 33% een jaar later.<br />

In het eerste borg<strong>in</strong>gscohort lijkt zich eenzelfde patroon af te tekenen.<br />

Overigens geeft een kwart van de <strong>experimenten</strong> eerste tranche <strong>in</strong> de vragenlijsten aan dat<br />

één of meerdere leerl<strong>in</strong>gen waarschijnlijk dit schooljaar 2011-2012 nog zullen switchen van<br />

onderwijstraject (zie tabel B1.29 <strong>in</strong> bijlage). Dit komt dan doordat ze – zo geven deze<br />

<strong>experimenten</strong> aan – toch een andere mbo-opleid<strong>in</strong>g (crebo) willen doen dan <strong>in</strong> het <strong>VM2</strong>traject<br />

mogelijk is en/of omdat ze <strong>in</strong> een regulier mbo-traject <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komen voor<br />

studief<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. Bij de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> geeft 30% van de <strong>experimenten</strong> aan<br />

dat leerl<strong>in</strong>gen waarschijnlijk nog dit schooljaar van traject gaan switchen (zie tabel B1.30 <strong>in</strong><br />

bijlage), vooral omdat de leerl<strong>in</strong>gen een andere beroepsvoorkeur ontwikkelen en het<br />

betreffende crebo-nummer niet <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> wordt aangeboden. In de borg<strong>in</strong>gscohorten één en<br />

twee liggen deze percentages op 44% respectievelijk 52% (zie tabellen B1.31 en B1.32 <strong>in</strong><br />

bijlage). Als redenen geven deze <strong>experimenten</strong> aan: leerl<strong>in</strong>gen ontwikkelen een andere<br />

beroepsvoorkeur en/of willen liever verder <strong>in</strong> de beroepsbegeleidende leerweg (bbl); ook<br />

gebrek aan motivatie van de leerl<strong>in</strong>gen voor het <strong>VM2</strong>-traject speelt volgens deze<br />

<strong>experimenten</strong> mee.<br />

In tabel 2.11 hierna hebben we de onderwijspositie van de leerl<strong>in</strong>gen opgenomen,<br />

uitgesplitst naar het moment waarop ze aan <strong>VM2</strong> zijn begonnen en de huidige status van<br />

hun experiment (afgerond, nog bezig of gestopt). Opvallend is dat <strong>in</strong> de eerste tranche het<br />

leeuwendeel van het switchgedrag van leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> te herleiden is tot<br />

<strong>experimenten</strong> die niet van de grond zijn gekomen of <strong>in</strong>middels zijn gestopt: van de 656<br />

switchers <strong>in</strong> de eerste tranche blijkt 62% <strong>in</strong> een experiment te hebben gezeten dat <strong>in</strong>middels<br />

niet (meer) draait. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de leerl<strong>in</strong>gen switchen omdat de school het<br />

experiment onvoldoende heeft uitgedacht of dat de school het experiment beë<strong>in</strong>digt omdat<br />

leerl<strong>in</strong>gen voor een ander crebo of de bbl kiezen.<br />

Stopt een experiment dan schrijven de scholen <strong>in</strong> hun adm<strong>in</strong>istratie de leerl<strong>in</strong>gen op een<br />

gegeven moment van de <strong>VM2</strong>-elementcode over op een andere elementcode, bijvoorbeeld<br />

de code van reguliere basisberoepsgerichte leerweg. Dan lijkt het <strong>in</strong> de DUO-data alsof de<br />

leerl<strong>in</strong>g naar een regulier onderwijstraject is overgestapt, maar feitelijk is dat <strong>in</strong> die gevallen<br />

niet gebeurd omdat van <strong>VM2</strong> <strong>in</strong> het geval van die leerl<strong>in</strong>g geen sprake is geweest.<br />

22 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel 2.11 Aantal leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>, naar onderwijspositie en status experiment<br />

Afgerond Lopend Gestopt Totaal<br />

Eerste tranche<br />

# % # % # % # %<br />

<strong>VM2</strong> - - 66 86,8 10 13,2 76 100<br />

Switch 33 5,0 214 32,6 409 62,3 656 100<br />

Uitval 5 3,6 45 32,6 88 63,8 138 100<br />

Startkwalificatie 49 28,2 85 48,9 40 23,0 174 100<br />

Tweede tranche<br />

<strong>VM2</strong> - - 543 91,4 51 8,6 594 100<br />

Switch 9 0,7 611 49,5 614 49,8 1234 100<br />

Uitval - - 79 50,3 79 49,7 157 100<br />

Startkwalificatie - - 8 80,0 2 20,0 10 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

<strong>VM2</strong> - - 1180 90,0 131 10,0 1311 100<br />

Switch - - 433 56,3 336 43,7 769 100<br />

Uitval - - 31 83,8 6 16,2 37 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

<strong>VM2</strong> - - 1449 95,8 64 4,2 1513 100<br />

Switch - - - - - - - -<br />

Uitval - - - - - - - -<br />

In de tweede tranche is <strong>in</strong> het najaar van 2011 50% van het switchgedrag te herleiden tot<br />

<strong>experimenten</strong> die zijn gestopt; <strong>in</strong> het eerste borg<strong>in</strong>gscohort bedraagt dit percentage 44%.<br />

Verder is opvallend dat het aantal leerl<strong>in</strong>gen dat uitvalt – en daarmee geldt als voortijdig<br />

schoolverlater - ook grotendeels te herleiden is tot de <strong>experimenten</strong> die gestopt zijn of niet<br />

van de grond gekomen zijn. Van de 138 uitvallers uit de eerste tranche, is bijna 64%<br />

afkomstig uit deze <strong>experimenten</strong>. Bij de tweede tranche zat de helft van de leerl<strong>in</strong>gen die<br />

zijn uitgevallen <strong>in</strong> een experiment dat <strong>in</strong>middels gestopt of nooit van de grond gekomen is.<br />

In hoofdstuk 4 staan we stil bij de vraag waarom een deel van de <strong>experimenten</strong> niet van de<br />

grond komt of stopt.<br />

2.5 Kwalitatieve resultaten<br />

De uitvoerders van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> kijken – blijkens de respons op de<br />

vragenlijsten – doorgaans (zeer) positief terug op het experiment (61%, zie tabel B1.49).<br />

Het experiment leidt tot een nieuwe visie op het onderwijs, tot ververs<strong>in</strong>g van het curriculum<br />

en tot een impuls <strong>in</strong> de professionaliser<strong>in</strong>g van personeel en management. Positief is voorts<br />

dat een fl<strong>in</strong>k aantal leerl<strong>in</strong>gen de startkwalificatie behaalt, terwijl dat <strong>in</strong> eerste aanleg niet de<br />

verwacht<strong>in</strong>g was. De <strong>experimenten</strong> stellen ook op prijs dat ze ruimte hebben gekregen om<br />

het experiment te realiseren.<br />

In de tweede tranche blikt 70% (zeer) positief terug op het experiment (zie tabel B1.50).<br />

Positieve punten zijn dat het voor de (kwetsbare) leerl<strong>in</strong>gen fl<strong>in</strong>k wat heeft opgeleverd en<br />

dat een <strong>in</strong>novatie van het onderwijs op gang is gekomen: docenten zijn uit hun<br />

‘comfortzone’ gestapt en hebben samen met het mbo iets nieuws neergezet.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 23


Experimenten eerste en tweede tranche die m<strong>in</strong>der positief terugkijken op het experiment,<br />

geven aan dat ze teleurgesteld zijn <strong>in</strong> de ger<strong>in</strong>ge belangstell<strong>in</strong>g voor het traject onder<br />

leerl<strong>in</strong>gen; ook geven ze aan dat het jammer is dat de samenwerk<strong>in</strong>g niet gelukt is en dat<br />

de bbl <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> niet mogelijk is.<br />

De eerste en tweede tranche-<strong>experimenten</strong> zijn er vooral trots op dat een doorgaande<br />

leerlijn is neergezet (zie tabellen B1.55/B1.56). Tegelijkertijd geeft men aan dat – achteraf<br />

gezien – men meer aandacht had willen geven aan taal en rekenen (eerste tranche) en dat<br />

men het traject wellicht ook iets anders had willen <strong>in</strong>richten (tweede tranche; zie tabel<br />

B1.58).<br />

Voor wat betreft de samenwerk<strong>in</strong>g tussen het vmbo en mbo is men trots op de ‘teamgeest’<br />

die aan het licht is gekomen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>-verband (eerste tranche) en op het <strong>in</strong>tensieve en<br />

constructieve karakter van de samenwerk<strong>in</strong>g (tweede tranche; zie tabellen B1.51/B1.52).<br />

Achteraf gezien was het wel beter geweest – zo geeft men aan – als de communicatielijnen<br />

zowel <strong>in</strong>tern als naar buiten toe helderder waren (eerste tranche) en er meer en duidelijker<br />

overlegmomenten waren geweest (tweede tranche; zie tabellen B1.53/B1.54).<br />

Desgevraagd geeft men aan dat men andere scholen adviseert – mochten zij willen starten<br />

met <strong>VM2</strong> – vooral te zorgen voor heldere communicatie op alle niveaus (eerste tranche) en<br />

het hanteren van het mbo-kwalificatiedossier bij <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het curriculum (tweede<br />

tranche; zie tabellen B1.59/B1.60).<br />

De scholen <strong>in</strong> de borg<strong>in</strong>gscohorten geven aan dat verschillende betrokkenen – bestuurders,<br />

managers, docenten, ouders en leerl<strong>in</strong>gen – doorgaans tevreden tot zeer tevreden zijn over<br />

het <strong>VM2</strong>-experiment (zie tabellen B1.41 t/m B1.44). De tevredenheid onder betrokkenen ligt<br />

lager bij de <strong>experimenten</strong> tweede respectievelijk eerste tranche. Deze cijfers laten zien dat<br />

men door de tijd heen het experiment anders gaat waarderen.<br />

Onverwachte opbrengsten<br />

In de <strong>in</strong>terviews met de <strong>experimenten</strong> tweede tranche is gesproken over de ‘onverwachte<br />

opbrengsten’ van het <strong>VM2</strong>-experiment. Relatief vaak meldt men dan het feit dat men goed<br />

kennis heeft gemaakt met de programmer<strong>in</strong>g en kwalificatiestructuur van het mbo. Er is<br />

meer bekendheid ontstaan met het competentiegericht onderwijs, met maatwerktrajecten <strong>in</strong><br />

het mbo en beroepspraktijkvorm<strong>in</strong>g door middel van stages. Handig is ook dat men nu op<br />

persoonlijk vlak meer <strong>in</strong>gangen heeft gevonden bij het mbo.<br />

Als positief neveneffect geeft men voorts aan dat de samenwerk<strong>in</strong>g met het mbo goed is<br />

verlopen en dat deze nu ook breder <strong>in</strong> de vmbo-school wordt opgepakt. De mensen van het<br />

vmbo en mbo kunnen elkaar nu makkelijker v<strong>in</strong>den.<br />

Verder geeft men enkele keren aan dat het <strong>VM2</strong>-traject de <strong>in</strong>novatie <strong>in</strong> de school en daarbij<br />

benodigde professionaliser<strong>in</strong>g heeft aangejaagd; het heeft <strong>in</strong> die gevallen tot een<br />

sneeuwbaleffect gezorgd op het terre<strong>in</strong> van samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo bij de andere<br />

afdel<strong>in</strong>gen en clusters <strong>in</strong> de school.<br />

Leereffecten<br />

Op de vraag wat hebben u en uw school geleerd van het experiment? geven de tweede<br />

tranche-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> de <strong>in</strong>terviews relatief vaak aan: het belang van <strong>in</strong>breng van<br />

docenten. Als de docenten niet meedoen, vanuit een <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie, wordt het<br />

experiment geen succes. “Alles staat of valt met de docenten”. Het draait volgens de<br />

24 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


<strong>experimenten</strong> om het persoonlijke contact tussen het vmbo en het mbo. Docenten zijn<br />

daarbij de spil waar het om draait.<br />

Het tweede leereffect is dat het opzetten en uitvoeren van het experiment veel tijd kost en<br />

dat dit is onderschat. Dat realiseert men zich nu terdege. Er is niet alleen veel tijd nodig voor<br />

de ontwikkel<strong>in</strong>g van het concept, ook de doorlooptijd die het kost voordat iedereen op de<br />

hoogte is en alles met het mbo is afgestemd, is aanzienlijk. Het vergt veel overleg.<br />

In de derde plaats heeft men ervan geleerd dat de meer organisatorische,<br />

randvoorwaardelijke aspecten ook belangrijk zijn. Dus zaken als het lesrooster, de<br />

leerl<strong>in</strong>gadm<strong>in</strong>istratie, de groepsgrootte en het aantal crebo-nummers dat men aanbiedt, dat<br />

alles speelt ook mee <strong>in</strong> het welslagen van het experiment.<br />

2.6 Kwantitatieve en kwalitatieve opbrengsten samengevat<br />

Eerste tranche<br />

Voor wat betreft de kwantitatieve resultaten komt uit de monitor naar voren dat de eerste<br />

tranche <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong>:<br />

1 Een significant lager vsv-percentage (13,2%) realiseren dan het cohort leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong><br />

2008 aan de basisberoepsgerichte leerweg <strong>in</strong> het vmbo begon (16,6%).<br />

2 Het percentage is nog lager als we de <strong>experimenten</strong> die niet van de grond zijn gekomen<br />

of <strong>in</strong>middels zijn gestopt, buiten beschouw<strong>in</strong>g laten. Het vsv-percentage van de eerste<br />

tranche bedraagt dan 10,1%.<br />

3 Ook voor wat betreft het aantal behaalde startkwalificaties zien we een positief<br />

resultaat: 16,7% van de <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen eerste tranche beschikt <strong>in</strong>middels over een<br />

niveau 2 kwalificatie, tegenover 4,3% <strong>in</strong> het vergelijk<strong>in</strong>gscohort.<br />

4 Als we alleen kijken naar de <strong>experimenten</strong> die van de grond zijn gekomen, dan behaalt<br />

zelfs 27% van deze leerl<strong>in</strong>gen een startkwalificatie b<strong>in</strong>nen drie jaar.<br />

Overigens blijkt uit nadere analyse dat de effectgrootte van de gevonden verbanden ger<strong>in</strong>g<br />

is.<br />

Tweede tranche<br />

Bij de tweede tranche, die een jaar later is gestart, wijzen de kwantitatieve <strong>in</strong>dicatoren <strong>in</strong><br />

dezelfde richt<strong>in</strong>g:<br />

1 Het vsv-percentage bij deze <strong>experimenten</strong> bedraagt 7,9%, tegenover 8,6% <strong>in</strong> het<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort. Dit verschil is niet significant.<br />

2 Dat wordt het wel - zij het met beperkte effectgrootte - als we alleen de <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong><br />

de analyse betrekken die van de grond zijn gekomen; het vsv-percentage onder de<br />

tweede tranche bedraagt dan 6,3%.<br />

Eerste borg<strong>in</strong>gscohort<br />

Eveneens ligt bij het eerste borg<strong>in</strong>gscohort het vsv-percentage met 1,7% lager dan <strong>in</strong> het<br />

landelijke vergelijk<strong>in</strong>gscohort (2,9%). Ook bij dit significante verschil wordt aangetekend dat<br />

de effectgrootte ger<strong>in</strong>g is.<br />

Switchgedrag<br />

Overigens blijkt uit de onderwijsroutes die leerl<strong>in</strong>gen volgen, dat relatief veel leerl<strong>in</strong>gen<br />

tijdens het <strong>VM2</strong>-traject van onderwijsroute wisselen. Dit switchgedrag blijkt <strong>in</strong> belangrijke<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 25


mate te herleiden te zijn tot <strong>experimenten</strong> die niet van de grond zijn gekomen of zijn<br />

gestopt. Gebeurt dat, dan worden de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de leerl<strong>in</strong>gadm<strong>in</strong>istratie overgezet op een<br />

andere elementcode, bijvoorbeeld die van de reguliere basisberoepsgerichte leerweg.<br />

Daarmee zitten ze niet meer <strong>in</strong> het <strong>VM2</strong>-experiment.<br />

Daarnaast switcht zo’n 40% van de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de eerste tranche en 50% <strong>in</strong> de tweede<br />

tranche ‘echt’. Redenen hiervoor zijn dat leerl<strong>in</strong>gen kiezen voor een bbl-traject, of voor een<br />

crebo dat niet b<strong>in</strong>nen het <strong>VM2</strong>-experiment wordt aangeboden. Ook switchen leerl<strong>in</strong>gen<br />

omdat ze toe zijn aan een nieuwe omgev<strong>in</strong>g.<br />

Kwalitatieve resultaten<br />

Voor wat betreft de kwalitatieve resultaten valt op dat:<br />

1 een grote meerderheid van de <strong>experimenten</strong> eerste en tweede tranche (zeer) positief<br />

terugkijkt op het experiment;<br />

2 het zorgt voor een <strong>in</strong>novatieve impuls, voor professionaliser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de school. Scholen zijn<br />

daar trots op, en uiteraard ook op het feit dat het traject voor fl<strong>in</strong>k wat leerl<strong>in</strong>gen iets<br />

heeft opgeleverd;<br />

3 als positief neveneffecten worden vaak benoemd: het feit dat men veel beter bekend is<br />

geraakt met het mbo, zowel voor wat betreft de kwalificatiestructuur als de personen die<br />

er werken;<br />

4 wat men van het traject heeft geleerd is vooral dat de rol van docenten cruciaal is. Zij<br />

moeten gemotiveerd zijn voor het experiment, omdat zij over en weer met elkaar<br />

contact hebben en het programma moeten realiseren;<br />

5 een leereffect is voorts dat men <strong>in</strong>ziet dat een <strong>VM2</strong>-traject veel tijd vergt van<br />

betrokkenen en dat randvoorwaardelijke zaken ook van belang zijn voor het welslagen<br />

van het experiment.<br />

26 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


3 Eén concept, één team, één dak<br />

In dit hoofdstuk kijken we naar wat de <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong>houdelijk hebben gerealiseerd. We<br />

gaan ervan uit dat de trajecten die <strong>in</strong>houdelijk sterk zijn neergezet, <strong>in</strong> belangrijke mate<br />

verantwoordelijk zijn voor de resultaten die <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk zijn beschreven.<br />

We kijken <strong>in</strong> paragraaf 3.1 eerst naar de vraag of de <strong>experimenten</strong> werken langs het motto<br />

‘één concept, één team, één dak’. Aansluitend beschrijven we <strong>in</strong> paragraaf 3.2 hoe de<br />

<strong>experimenten</strong> over <strong>VM2</strong> communiceren met ouders en (stage)bedrijven. In paragraaf 3.3<br />

delen we de <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> drie <strong>in</strong>houdelijke varianten. In paragraaf 3.4 staan we stil bij<br />

de ideeën die de <strong>experimenten</strong> hebben over de toekomst van <strong>VM2</strong>. Ten slotte vatten we <strong>in</strong><br />

paragraaf 3.5 de belangrijkste constater<strong>in</strong>gen uit dit hoofdstuk samen.<br />

Om een beeld te schetsen van wat er aan <strong>in</strong>houdelijke trajecten is ontwikkeld, worden <strong>in</strong> dit<br />

hoofdstuk <strong>in</strong> kaderteksten vier cases beschreven; deze kaderteksten zijn gebaseerd op de<br />

<strong>in</strong>terviews.<br />

De monitorresultaten die <strong>in</strong> dit hoofdstuk worden beschreven zijn voornamelijk gebaseerd<br />

op de vragenlijsten en <strong>in</strong>terviews. De bron van de <strong>in</strong>formatie is duidelijk <strong>in</strong> de tekst<br />

aangegeven.<br />

3.1 Sprake van één concept, één team, één dak?<br />

Het motto van <strong>VM2</strong> is dat scholen samenwerken aan een onderwijsroute naar niveau 2 mbo<br />

die gebaseerd is op één concept, één team en één dak. In deze paragraaf bespreken we of<br />

de <strong>experimenten</strong> dit realiseren. Per item bespreken we eerst de respons op de vragenlijsten<br />

en aansluitend de uitkomsten van de <strong>in</strong>terviews met de tweede tranche-<strong>experimenten</strong>.<br />

Eén concept<br />

De <strong>experimenten</strong> die operationeel zijn geven <strong>in</strong> de respons op de vragenlijsten aan dat het<br />

<strong>in</strong>houdelijk concept van waaruit men werkt <strong>in</strong>middels helder, respectievelijk klaar is (53% &<br />

53% eerste tranche; 65% & 64% tweede tranche, zie tabellen B2.1/B2.5 & B2.2/B2.6). Bij<br />

de borg<strong>in</strong>gscohorten geeft men op deze vragen iets vaker een positief antwoord (zie<br />

tabellen B2.3/B2.4 & B2.7/B2.8).<br />

Bij een kwart tot een derde van de <strong>experimenten</strong> eerste en tweede tranche is het<br />

<strong>VM2</strong>-traject <strong>in</strong> de school als zodanig herkenbaar (zie tabellen B2.9/B2.10). Bij 28% (eerste<br />

tranche) en 19% (tweede tranche) van de <strong>experimenten</strong> is dit niet het geval; dit komt dan<br />

omdat de <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen worden samengevoegd met reguliere leerl<strong>in</strong>gstromen omdat de<br />

groepen anders te kle<strong>in</strong> zijn.<br />

Daarnaast geeft 19% van de eerste en 47% van de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> aan dat<br />

sprake is van een ‘geïntegreerd traject over de leerjaren heen’ (zie tabellen B2.13/B2.14).<br />

22% van de eerste en 7% van de tweede tranche meldt dat geen sprake is van een<br />

geïntegreerd traject omdat het mbo-deel op de mbo-locatie plaatsv<strong>in</strong>dt.<br />

Bij de tweede tranche neemt 17% van de <strong>experimenten</strong> (21 <strong>in</strong> aantal) geen vmbo-examen<br />

meer af bij de leerl<strong>in</strong>gen (zie tabel B2.24); dit is ten opzichte van het vorige meetmoment<br />

(voorjaar 2011) een lichte toename maar die laat zich verklaren doordat ook de non respons<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 27


op deze vraag is gestegen. Bij het eerste borg<strong>in</strong>gscohort zien we op dit punt geen<br />

verander<strong>in</strong>g: net als een half jaar geleden geldt dat zo’n 19% van de scholen <strong>in</strong> dit cohort<br />

het vmbo-examen niet standaard afneemt (zie tabel B2.25). Bij het tweede borg<strong>in</strong>gscohort<br />

ligt dit op 20% (zie tabel B2.26).<br />

De helft van de scholen <strong>in</strong> het eerste borg<strong>in</strong>gscohort is overigens voornemens na het vmboexamen<br />

direct te starten met het volgende <strong>in</strong>houdelijke onderdeel van de leergang en zo het<br />

‘zomerlek’ <strong>in</strong> te vullen (51%, zie tabel B2.27). Voor 60% van de scholen <strong>in</strong> het tweede<br />

borg<strong>in</strong>gscohort geldt hetzelfde (zie tabel B2.28). Andere scholen geven aan dat ze <strong>in</strong> die<br />

periode stages aanbieden, bijspijkercursussen of dat de leerl<strong>in</strong>gen gewoon vakantie hebben.<br />

Uit de <strong>in</strong>terviews met de <strong>experimenten</strong> tweede tranche maken wij op dat de <strong>experimenten</strong><br />

die lopen, er vaak voor kiezen om <strong>in</strong> het vierde leerjaar te beg<strong>in</strong>nen met het aanbieden van<br />

mbo-stof, <strong>in</strong> de vorm van het onderwijsaanbod op de locatie en bpv-stages. Bijna de helft<br />

van de lopende <strong>experimenten</strong> die we hebben geïnterviewd kiest hiervoor. Zo’n 30% beg<strong>in</strong>t<br />

al <strong>in</strong> leerjaar drie van het vmbo met het aanbieden van mbo-lesstof. De overige<br />

<strong>experimenten</strong> (circa 20%) plakken <strong>in</strong> feite de vmbo- en mbo-stof achter elkaar, meestal<br />

gescheiden door het vmbo-examen. Deze <strong>experimenten</strong> programmeren niet door na de<br />

examenperiode en geven daarmee geen extra aandacht aan het voorkomen van het<br />

zogeheten zomerlek.<br />

Uit de <strong>in</strong>terviews kunnen wij geen factoren halen die bij de <strong>experimenten</strong> die nog lopen de<br />

keuze voor een bepaalde opzet zouden kunnen verklaren. F<strong>in</strong>anciën en/of<br />

organiseerbaarheid spelen soms een rol, maar bij te we<strong>in</strong>ig <strong>experimenten</strong> om van een<br />

patroon te kunnen spreken. Ook tussen de structurer<strong>in</strong>g en het verloop van de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g en de keuze van een bepaald <strong>in</strong>houdelijk concept zien we geen directe<br />

samenhang. Er zijn dus geen gemeenschappelijke factoren gevonden die samenhangen met<br />

de keuze voor een bepaald concept.<br />

Eén team<br />

De <strong>experimenten</strong> die operationeel zijn geven <strong>in</strong> de meeste gevallen aan dat zij werken met<br />

een <strong>VM2</strong>-team dat bestaat uit vmbo- en mbo-collega’s (42% eerste en 32% tweede tranche,<br />

zie tabellen B2.52/B2.53). Tegelijkertijd geven de meeste ook aan dat zij mbo-expertise <strong>in</strong><br />

het team missen (53% eerste en 62% tweede tranche). In de borg<strong>in</strong>gscohorten liggen de<br />

percentages met één team lager en ligt het percentage dat mbo-expertise mist, hoger dan<br />

bij de eerste en tweede tranche (zie tabellen B2.54/B2.55).<br />

In de meeste gevallen wordt bij de eerste en tweede tranche leid<strong>in</strong>g gegeven aan het team<br />

door de teamleider vmbo en/of teamleider mbo (zie tabel B3.33). In de borg<strong>in</strong>gcohorten zien<br />

we dat ook, maar zien we ook de figuur van een leid<strong>in</strong>ggevende projectleider uit de eigen<br />

school.<br />

Ook uit de <strong>in</strong>terviews met de tweede tranche komt naar voren dat <strong>experimenten</strong> die<br />

operationeel zijn werken met één team van vmbo- en mbo-docenten (56% van de gevallen<br />

is operationeel en werkt samen). Wel zijn er verschillen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>tensiteit waarmee <strong>in</strong><br />

teamverband wordt samengewerkt. Soms heeft de mbo-collega enkel een rol bij de<br />

kwalificatie van de leerl<strong>in</strong>gen, soms faciliteert hij of zij ook <strong>in</strong> het proces door bijvoorbeeld<br />

<strong>in</strong>breng van deskundigheid. In ruim een derde van de gevallen geeft hij of zij ook les aan de<br />

<strong>VM2</strong>-groep en is sprake van een participerende rol.<br />

28 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Overigens, als de mbo-collega een participerende rol heeft, wil dit niet nog zeggen dat hij of<br />

zij ook lesgeeft op de vmbo-locatie. Bij een aantal <strong>experimenten</strong> volgen de <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen<br />

namelijk mbo-lessen (deels) op het mbo en worden zij daar geclusterd <strong>in</strong> reguliere groepen.<br />

Dit komt bijvoorbeeld doordat er te we<strong>in</strong>ig <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen zijn om een mbo-docent naar de<br />

vmbo-school te sturen (organiseerbaarheid) of – <strong>in</strong> enkele gevallen – omdat mbo-docenten<br />

niet naar de vmbo-school willen komen om les te geven, omdat het extra reistijd kost en<br />

men zich op de eigen locatie beter thuis voelt.<br />

Bij sommige <strong>experimenten</strong> zijn f<strong>in</strong>anciën van <strong>in</strong>vloed op de samenstell<strong>in</strong>g van het <strong>VM2</strong>-team.<br />

Zo was er bij twee, <strong>in</strong>middels gestopte, <strong>experimenten</strong> sprake van samenwerk<strong>in</strong>g tussen het<br />

vmbo en mbo. De mbo-docenten werden betaald uit de startsubsidie. Zodra deze subsidie<br />

op was, stopte de samenwerk<strong>in</strong>g. Het mbo wilde de docenten niet zelf betalen om deel te<br />

nemen aan <strong>VM2</strong>.<br />

Ook <strong>in</strong> <strong>experimenten</strong> waarbij de samenwerk<strong>in</strong>g nog wel loopt, hebben f<strong>in</strong>anciën soms<br />

<strong>in</strong>vloed op de samenstell<strong>in</strong>g van het team. B<strong>in</strong>nen drie <strong>experimenten</strong> met een faciliterende<br />

rol van het mbo, moet de <strong>in</strong>breng van mbo-docenten namelijk kostenneutraal geregeld zijn.<br />

Dat houdt <strong>in</strong> dat wanneer een mbo-docent een bijdrage aan het <strong>VM2</strong>-traject levert, een<br />

vmbo-docent een evenredige bijdrage aan het mbo moet leveren.<br />

De f<strong>in</strong>anciën kunnen daarnaast ook tot discussies leiden tussen het vmbo en mbo. Vmbo- en<br />

mbo-docenten ontvangen namelijk verschillende salarissen voor hetzelfde aantal lessen dat<br />

ze geven. Dit leidt soms tot discussie over (vermeend) ‘scheve verhoud<strong>in</strong>gen’.<br />

Eén dak<br />

In beide tranches en borg<strong>in</strong>gscohorten worden de operationele <strong>experimenten</strong> aangeboden<br />

op één en dezelfde locatie, meestal de vmbo-locatie of op een reeds bestaande unilocatie<br />

met het mbo (zie tabellen B2.56 t/m B2.59). Van de <strong>experimenten</strong> eerste tranche geeft 17%<br />

aan dat enkele modules van het <strong>VM2</strong>-traject worden aangeboden op de mbo-locatie; bij de<br />

tweede tranche ligt dit op 19%. Voor een kwart respectievelijk een derde van de twee<br />

borg<strong>in</strong>gscohorten geldt dit eveneens.<br />

Uit de <strong>in</strong>terviews met de tweede tranche rijst op hoofdlijnen hetzelfde beeld op. Twee derde<br />

van de lopende <strong>experimenten</strong> biedt het traject op één locatie aan. Bij een derde wordt het<br />

traject deels ook op de mbo-locatie uitgevoerd. Bijvoorbeeld omdat het schoolgebouw van<br />

het vmbo vol is en/of om leerl<strong>in</strong>gen alvast te laten wennen aan het ‘echte’ mbo. Enkele<br />

keren geldt als motief dat het vmbo specifieke (praktijk-)faciliteiten mist die <strong>in</strong> het mbogebouw<br />

wel aanwezig zijn.<br />

In een aantal gevallen speelt organiseerbaarheid mee. Er geldt dan dat er te we<strong>in</strong>ig<br />

leerl<strong>in</strong>gen zijn om een <strong>VM2</strong>-klas op de vmbo-locatie te organiseren. Daarom gaan de<br />

leerl<strong>in</strong>gen voor enkele vakken naar de mbo-locatie.<br />

Eén mbo-opleid<strong>in</strong>g werkt met meerdere vmbo-scholen samen b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong>. De<br />

<strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen van de verschillende vmbo-scholen volgen gezamenlijk praktijkvakken op de<br />

mbo-locatie, omdat het voor het mbo niet organiseerbaar is om naar alle vmbo-scholen<br />

mbo-docenten te sturen.<br />

Bij één experiment is het leerl<strong>in</strong>genaantal dusdanig laag <strong>in</strong> het mbo-deel van het traject, dat<br />

men heeft besloten dat de leerl<strong>in</strong>gen worden samengevoegd met een ‘reguliere’ mbo-groep<br />

op de mbo-locatie.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 29


In hoeverre wijkt men af van het motto?<br />

22% van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> en 30% van de tweede tranche geeft <strong>in</strong> respons<br />

op de vragenlijst aan dat ze afwijken van het motto ‘één concept, één team, één dak’ (zie<br />

tabellen B2.60/B2.61). Daarbij wordt ter toelicht<strong>in</strong>g vooral gewezen op het feit dat ze<br />

specifieke onderdelen van het traject aanbieden op de mbo-locatie (het mbo heeft de<br />

relevante faciliteiten, het vmbo niet), gevolgd door het gemis aan een daadwerkelijk<br />

geïntegreerd team van vmbo- en mbo-docenten.<br />

Bij de borg<strong>in</strong>gscohorten geldt dat 28% respectievelijk 35% aangeeft af te wijken van het<br />

motto; ook hierbij geldt dat de afwijk<strong>in</strong>g er vooral <strong>in</strong> zit dat het traject niet voor 100% op<br />

één locatie wordt aangeboden (zie tabellen B2.62/B2.63).<br />

Ook tijdens de <strong>in</strong>terviews met de tweede tranche is gesproken over het motto en over de<br />

vraag hoe men dit realiseert. Van de nog lopende <strong>experimenten</strong> tweede tranche voldoet<br />

ongeveer een vijfde <strong>in</strong> de meeste verregaande vorm aan de <strong>VM2</strong> formule (negen <strong>in</strong> aantal),<br />

dat wil zeggen: er is één team met een participerende rol van het mbo, het traject wordt<br />

volledig op één locatie uitgevoerd en het traject is volledig geïntegreerd, met mbo-stof <strong>in</strong><br />

leerjaar drie van het vmbo. Daarnaast zijn er allerlei andere vormen, die variëren <strong>in</strong> de<br />

<strong>in</strong>tensiteit van de betrokkenheid van het mbo, de mate waar<strong>in</strong> men gebruik maakt van twee<br />

daken en hoe vroeg men beg<strong>in</strong>t met het aanbieden van een geïntegreerde leerlijn.<br />

College de Br<strong>in</strong>k & ROC van Amsterdam – Consumptief<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Voordat ze samen met het <strong>VM2</strong>-traject van start g<strong>in</strong>gen, werkten het vmbo en mbo al <strong>in</strong>tensief<br />

samen. Managers en docenten vergaderden al regelmatig en kwamen bij elkaar over de vloer. In het<br />

verleden hadden ze al eens geprobeerd om een doorlopende leerlijn met versnell<strong>in</strong>g op te zetten<br />

maar zonder succes. Met <strong>VM2</strong> is dit wel gelukt.<br />

Een stuurgroep ziet erop toe dat de samenwerk<strong>in</strong>g goed verloopt. In de werkgroep zitten vmbo- en<br />

mbo-docenten die <strong>VM2</strong> vormgeven en uitvoeren. Twee mbo-docenten zijn fulltime op de vmbo-locatie<br />

aanwezig en er is nog één docent parttime. In het eerste jaar <strong>VM2</strong> zijn de mbo-docenten al <strong>in</strong>tensief<br />

betrokken bij de uitvoer<strong>in</strong>g. Het motto ‘één team, één dak en één concept’ wordt vanaf de eerste dag<br />

<strong>in</strong> praktijk gebracht.<br />

Het traject<br />

Het vmbo en mbo delen het standpunt dat de leerl<strong>in</strong>gen niet twee opleid<strong>in</strong>gen moeten volgen (eerst<br />

vmbo en daarna mbo), maar één niveau 2-opleid<strong>in</strong>g. En zo is het traject ook neergezet. De<br />

experimenteerruimte wordt volledig gebruikt. Leerl<strong>in</strong>gen doen geen vmbo-examen en kunnen<br />

tijdw<strong>in</strong>st behalen. “De leerl<strong>in</strong>g heeft nooit enig idee gehad dat het twee opleid<strong>in</strong>gen zijn geweest.”<br />

Door het examen te schrappen, zitten ze ook niet meer aan een vakkenpakket vast en wordt meer tijd<br />

aan taal en rekenen besteed.<br />

In leerjaar drie van het vmbo krijgen de leerl<strong>in</strong>gen exact hetzelfde programma als het reguliere vmbo.<br />

Dit vormt namelijk een goede basis. Aan het e<strong>in</strong>d van dat schooljaar kiezen de leerl<strong>in</strong>gen of ze<br />

doorgaan <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> of niet. In leerjaar vier van het vmbo kiezen de leerl<strong>in</strong>gen vervolgens voor de<br />

opleid<strong>in</strong>g kok of gastheer/gastvrouw. Vanaf dat moment is het programma hetzelfde als op het mbo.<br />

De leerl<strong>in</strong>gen gaan volledig volgens het kwalificatiedossier aan het werk.<br />

Leerl<strong>in</strong>gen<br />

Alle leerl<strong>in</strong>gen op één na zitten nog <strong>in</strong> het traject dat het derde schooljaar is <strong>in</strong>gegaan. De ene<br />

leerl<strong>in</strong>g die niet meer <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> zit, is verhuisd. Natuurlijk moeten docenten wel eens extra aandacht aan<br />

een leerl<strong>in</strong>g besteden om hem b<strong>in</strong>nen het traject te houden. Het experiment heeft geen leerl<strong>in</strong>gen<br />

met echt zware problematiek en ze zijn vrij makkelijk b<strong>in</strong>nen te houden. Ouders spelen daar<strong>in</strong> ook<br />

een belangrijke rol. Zij zijn zeer betrokken en komen bijvoorbeeld allemaal naar de ouderavonden.<br />

30 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Aandachtspunt<br />

Ook een goed experiment loopt af en toe tegen zaken aan. Hier heeft dat te maken met de f<strong>in</strong>anciën.<br />

Het mbo krijgt wel een vergoed<strong>in</strong>g voor de gedetacheerde docenten, maar loopt de vergoed<strong>in</strong>g voor<br />

de leerl<strong>in</strong>gen mis. Als ondernem<strong>in</strong>g haalt het mbo geen w<strong>in</strong>st uit <strong>VM2</strong>.<br />

De toekomst<br />

Het vmbo en mbo willen graag verder met <strong>VM2</strong>. Hoewel de tweede tranche goed draait, profileren ze<br />

zich niet echt als <strong>VM2</strong>-school. Daarvoor is de toekomst te onzeker. “Een jaar geleden was iedereen er<br />

nog heilig van overtuigd dat <strong>VM2</strong> absoluut door zou gaan. Nu denk ik dat het nog best twijfelachtig is,<br />

wat er nu precies gaat gebeuren.” Als de m<strong>in</strong>ister groen licht geeft, denkt de geïnterviewde dat de<br />

hele bovenbouw van het vmbo <strong>VM2</strong> zal gaan doen. Alle opleid<strong>in</strong>gen zouden er dan op <strong>in</strong>stappen.<br />

Ook een uitbreid<strong>in</strong>g naar niveau drie ziet het vmbo wel zitten. Het mbo zal daar waarschijnlijk ook wel<br />

oren naar hebben, omdat nu veel leerl<strong>in</strong>gen na het behalen van niveau twee naar een ander mbo <strong>in</strong><br />

de regio uitstromen. Door gezamenlijk niveau drie aan te bieden, kunnen ze meer leerl<strong>in</strong>gen<br />

behouden.<br />

3.2 Communicatie over <strong>VM2</strong><br />

Hoe communiceren de <strong>experimenten</strong> over <strong>VM2</strong> <strong>in</strong>tern en naar buiten toe? We lichten dat toe<br />

aan de hand van de <strong>in</strong>terviewresultaten en de respons op de vragenlijsten.<br />

Ouders en leerl<strong>in</strong>gen<br />

Bij de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> worden ouders vooral geïnformeerd over het traject door<br />

middel van gesprekken en <strong>in</strong>formatiebijeenkomsten/ouderavonden (50% respectievelijk<br />

47%, zie tabel B2.74). Bij de tweede tranche en de borg<strong>in</strong>gscohorten zien we dat tevens<br />

<strong>in</strong>formatieverstrekk<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dt langs schriftelijke weg (60%, 56% en 67% doet dit, zie<br />

tabellen B2.75 t/m B2.77).<br />

Meer specifiek, <strong>in</strong> toelicht<strong>in</strong>g op de vraag welke acties <strong>in</strong> gang worden gezet <strong>in</strong> het geval een<br />

leerl<strong>in</strong>g wil overstappen op een ander onderwijstraject, geeft een groot aantal <strong>experimenten</strong><br />

ter toelicht<strong>in</strong>g aan dat zij dan <strong>in</strong> gesprek gaan met de ouders en de leerl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kwestie.<br />

Uit de <strong>in</strong>terviews met de <strong>experimenten</strong> tweede tranche maken wij op dat <strong>in</strong> de helft van de<br />

gevallen ervoor wordt gezorgd dat personeel en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de school goed geïnformeerd<br />

zijn over het <strong>VM2</strong>-traject; <strong>in</strong> de andere helft van de gevallen heeft dit m<strong>in</strong>der aandacht. Als<br />

<strong>in</strong>tern over <strong>VM2</strong> wordt bericht, dan verloopt dat meestal door middel van een nieuwsbrief,<br />

de schoolgids, en door middel van <strong>in</strong>formatiebijeenkomsten en voorlicht<strong>in</strong>g aan de tweede<br />

klassers. Soms is er een aparte werkconferentie of studiemiddag voor docenten.<br />

Bedrijven<br />

De contacten met het bedrijfsleven verlopen bij veruit de meeste <strong>experimenten</strong> redelijk<br />

soepel. In de meeste gevallen levert het v<strong>in</strong>den van relevante stageplaatsen geen<br />

problemen op (42% eerste tranche, 41% tweede tranche; zie tabellen B2.39/B2.40). De<br />

contacten met de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven zijn op orde (39% eerste en<br />

31% tweede tranche; zie tabellen B2.78/B2.79).<br />

Overigens geeft ook een meerderheid van de <strong>experimenten</strong> aan dat de bedrijven waar men<br />

contact mee heeft voor onder meer stages, de meerwaarde van <strong>VM2</strong> niet <strong>in</strong>ziet (44% eerste<br />

tranche, 43% tweede tranche; zie tabellen B4.17/B4.18). Dat komt – zo geven de<br />

<strong>experimenten</strong> ter toelicht<strong>in</strong>g aan – vooral omdat met de bedrijven <strong>in</strong> kwestie niet altijd direct<br />

over <strong>VM2</strong> wordt gecommuniceerd en/of dat men geen verschillen ziet met reguliere stagiairs<br />

en omdat het bol-opleid<strong>in</strong>gen betreft.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 31


Uit de <strong>in</strong>terviews met de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> komt een vergelijkbaar beeld naar<br />

voren. De rol van de bedrijven bij de <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> is veelal beperkt tot het aanbieden<br />

van een stageplaats. Daar zijn wel enkele uitzonder<strong>in</strong>gen op bijvoorbeeld dat bedrijven<br />

deelnemen aan een klankbordgroep en door middel van hun <strong>in</strong>breng bijdragen aan het<br />

ontwerpen van het <strong>in</strong>houdelijk programma (zie ook de kadertekst over Landstede en<br />

Talentstad). Maar <strong>in</strong> de meeste gevallen komt er dus – buiten hun rol als stage-aanbieder –<br />

geen nadrukkelijke rol van de bedrijven <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> naar voren. Vaak wordt aangegeven dat het<br />

experiment nog te onduidelijk is voor de bedrijven.<br />

Bij één experiment heeft het stagebedrijf er overigens voor gezorgd dat <strong>VM2</strong> <strong>in</strong>middels is<br />

gestopt. Het bedrijf <strong>in</strong> kwestie wilde liever bbl-leerl<strong>in</strong>gen op stage te hebben, omdat het<br />

daar een subsidie voor ontv<strong>in</strong>g (Wet verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g afdracht loonbelast<strong>in</strong>g, WVA). Omdat het<br />

<strong>in</strong> <strong>VM2</strong> om bol-leerl<strong>in</strong>gen gaat, liep het bedrijf deze subsidie mis. Om het bedrijf tegemoet te<br />

komen, zijn de leerl<strong>in</strong>gen overgeschreven op een bbl-opleid<strong>in</strong>g en is het experiment<br />

stopgezet.<br />

PENTA College CSG Hoogvliet & Zadk<strong>in</strong>e ZHE – Zorg<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g<br />

<strong>VM2</strong> paste helemaal <strong>in</strong> het straatje van het vmbo en mbo. De samenwerk<strong>in</strong>gspartners hadden al veel<br />

overleg met elkaar en <strong>VM2</strong> kwam op het juiste moment. Toch hebben ze er niet voor gekozen om<br />

– wellicht overhaast – <strong>in</strong> te stappen <strong>in</strong> de eerste tranche. In plaats daarvan hebben ze één jaar<br />

gewacht en hebben ze die tijd gebruikt om het gezamenlijke projectplan voor de tweede tranche te<br />

schrijven. Het moest een realistisch en uitvoerbaar plan zijn, anders heeft het geen z<strong>in</strong>. Dat<br />

projectplan wordt nog steeds gevolgd en er is een hechte samenwerk<strong>in</strong>g tot stand gekomen.<br />

Twee projectleiders van het vmbo en mbo ontwikkelen <strong>VM2</strong>. Regelmatig koppelen ze de voortgang<br />

terug aan de directie. Het is een cont<strong>in</strong>u proces, ze zijn nooit klaar. Over de <strong>in</strong>zet van personeel zijn<br />

van te voren duidelijke afspraken gemaakt. Ze zorgen ervoor dat het juiste personeel voor de groep<br />

staat. Deze groep blijft het gehele traject op de vmbo-locatie.<br />

Het traject<br />

Het experiment is voortvarend van start gegaan. Zo is het vmbo-examen eruit gehaald; ze bieden een<br />

vijfjarig <strong>VM2</strong>-traject aan. Tijdens het traject pakken het vmbo en mbo nieuwe kansen en komen ze <strong>in</strong><br />

een stroomversnell<strong>in</strong>g terecht. Dit heeft er<strong>in</strong> geresulteerd dat de lessentabel tot 2015 al volledig is<br />

<strong>in</strong>gevuld, met ruimte voor mutaties.<br />

Voor de tweede tranche leek het derde jaar vmbo nog erg op het reguliere programma. Inmiddels zijn<br />

hier voor de borg<strong>in</strong>gscohorten ook al elementen van het mbo <strong>in</strong>gedaald. Het is gewoon <strong>VM2</strong>. “Wij<br />

hebben het niet meer over het mbo, wij hebben het over <strong>VM2</strong>. Dat is heel duidelijk.” In leerjaar 4 van<br />

het vmbo doen de leerl<strong>in</strong>gen hun eerste oriënterende stage en beg<strong>in</strong>nen ze ook al met kwalificerende<br />

stages. Aan het e<strong>in</strong>d van het vierde jaar kiezen de leerl<strong>in</strong>gen een crebo. In leerjaar 5 neemt het<br />

aantal stages toe en doen de leerl<strong>in</strong>gen hun proeve van bekwaamheid.<br />

Het vmbo en mbo zijn destijds met <strong>VM2</strong> gestart om het vroegtijdig schoolverlaten terug te dr<strong>in</strong>gen.<br />

Die doelstell<strong>in</strong>g is bereikt. De nadruk ligt daarom nu meer op het naar een hoger niveau brengen van<br />

de leerl<strong>in</strong>gen. Ze worden voorbereid op een niveau 3-opleid<strong>in</strong>g. Na het afstuderen is er namelijk nog<br />

een opvull<strong>in</strong>g van het zomerlek waar<strong>in</strong> de leerl<strong>in</strong>gen gaan proefstuderen <strong>in</strong> een bepaalde richt<strong>in</strong>g,<br />

zodat ze kennismaken met de mogelijke niveau 3-opleid<strong>in</strong>gen.<br />

Leerl<strong>in</strong>gen<br />

Van de 11 leerl<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> schooljaar 2010-2011 <strong>in</strong> het <strong>VM2</strong>-traject zaten, zijn er 10 doorgegaan. Eén<br />

leerl<strong>in</strong>g kan door ziekte de opleid<strong>in</strong>g niet meer volgen. Uitstroom is een uitzonder<strong>in</strong>g. Om switch te<br />

voorkomen wil men voorafgaand aan het traject een talenten-<strong>in</strong>take <strong>in</strong>voeren, waar<strong>in</strong> het gesprek<br />

wordt aangegaan met leerl<strong>in</strong>gen en ouders over waarom ze hun keuze hebben gemaakt. De<br />

belangstell<strong>in</strong>g van ouders is helaas ger<strong>in</strong>g, sommigen weten niet eens dat hun k<strong>in</strong>d een vijfde<br />

schooljaar krijgt.<br />

32 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Aandachtspunt<br />

Het niveau 2F, vooral voor rekenen, is een aandachtspunt. Goede leerl<strong>in</strong>gen gaan daar volgens de<br />

geïnterviewden over struikelen. Het zou zonde zijn als ze er daardoor een jaar langer over doen.<br />

De toekomst<br />

Het ziet er naar uit dat <strong>VM2</strong> helemaal breed getrokken gaat worden. Ook wordt de samenwerk<strong>in</strong>g<br />

tussen het vmbo en mbo <strong>in</strong>tensiever, doordat ze samen op een campus <strong>in</strong> één gebouw komen te<br />

zitten. “Volgens mij wordt het één grote <strong>VM2</strong>-school! Een vijfjarige opleid<strong>in</strong>g voor alle afdel<strong>in</strong>gen, dat<br />

is het streven. Daarnaast zijn we nog bezig met een opleid<strong>in</strong>g vmbo haven. Die willen wij ook b<strong>in</strong>nen<br />

het <strong>VM2</strong>-traject doen. En die opleid<strong>in</strong>g bestaat nog niet.”<br />

3.3 Drie varianten van <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong><br />

Op grond van de verzamelde <strong>in</strong>formatie uit voornamelijk de vragenlijsten kunnen we de<br />

<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong>delen <strong>in</strong> drie varianten. Variant A gaat ervan uit dat het experiment zich<br />

<strong>in</strong>houdelijk anders heeft ontwikkeld dan de beoogde één concept-gedachte, dat ook de<br />

figuur van één team zich anders voordoet en dat het traject evenm<strong>in</strong> op één locatie wordt<br />

aangeboden. Variant C is het spiegelbeeld van A: het experiment voldoet op diverse punten<br />

aan de gedachte van één concept, er is sprake van één team en het traject wordt duidelijk<br />

op één en dezelfde locatie aangeboden. Variant B bev<strong>in</strong>dt zich tussen A en C <strong>in</strong>. In tabel 3.1<br />

is de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g schematisch afgebeeld.<br />

Tabel 3.1 <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> naar één concept, één team, één dak<br />

Variant A Variant B Variant C<br />

Eén concept<br />

• concept geoperationaliseerd Nee Deels Ja<br />

• herkenbaar <strong>VM2</strong> programma Nee Deels Ja<br />

• geïntegreerd programma Nee Deels Ja<br />

Eén team<br />

• gemengd <strong>VM2</strong>-docententeam Nee Deels Ja<br />

• vmbo en mbo expertise Nee Deels Ja<br />

• onderl<strong>in</strong>g contact docenten Nee Deels Ja<br />

Eén dak<br />

• traject op één locatie Nee Deels Ja<br />

Eerste tranche 14<br />

Op basis van de gegevens uit de vragenlijsten zijn de <strong>experimenten</strong> eerste tranche waar<br />

mogelijk <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> een variant. We zien dan dat de meeste vallen <strong>in</strong> variant B, gevolgd<br />

door variant C. Geen van de <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> variant B en C is gestopt. Alle <strong>experimenten</strong><br />

van variant B lopen namelijk nog en van variant C lopen nog vijf <strong>experimenten</strong> en zijn er<br />

<strong>in</strong>middels twee afgerond. Eén experiment hoort bij variant A en dit experiment is <strong>in</strong>middels<br />

gestopt. In tabel 3.2 is per variant de status van de <strong>experimenten</strong> te zien.<br />

14 17 eerste tranche-<strong>experimenten</strong> zijn niet <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> een typer<strong>in</strong>g op basis van één concept, één team en één<br />

dak. Dit komt doordat deze <strong>experimenten</strong> gestopt of afgerond zijn. De vragen uit de vragenlijst die nodig waren om<br />

tot de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> modellen te komen, zijn door hen daarom niet beantwoord. De <strong>experimenten</strong> kunnen dus niet <strong>in</strong><br />

een categorie worden <strong>in</strong>gedeeld.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 33


Tabel 3.2 <strong>VM2</strong>-varianten naar status<br />

Aantal<br />

exp.<br />

Eerste tranche<br />

Exp.<br />

%<br />

Afgerond<br />

%<br />

Lopend<br />

%<br />

Gestopt<br />

%<br />

Totaal<br />

%<br />

Variant A 1 4,8 0,0 0,0 100,0 100<br />

Variant B 13 61,9 0,0 100,0 0,0 100<br />

Variant C 7 33,3 28,6 71,4 0,0 100<br />

Tweede tranche<br />

Variant A 3 3,3 - - 100,0 100<br />

Variant B 39 42,9 - 69,2 30,8 100<br />

Variant C 15 49 53,8 - 87,8 12,2 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Variant A 2 3,2 - 100,0 - 100<br />

Variant B 35 55,6 - 91,4 8,6 100<br />

Variant C 26 41,3 - 88,5 11,5 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Variant A 2 3,3 - 100,0 - 100<br />

Variant B 33 55,0 - 93,9 6,1 100<br />

Variant C 25 41,7 - 100,0 - 100<br />

Tweede tranche 16<br />

Drie van de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> behoren op basis van de <strong>VM2</strong>-formule tot variant<br />

A. Al deze <strong>experimenten</strong> zijn gestopt. In tegenstell<strong>in</strong>g tot de eerste tranche – waar variant B<br />

het vaakste voorkomt – behoren de meeste <strong>experimenten</strong> van de tweede tranche tot variant<br />

C.. Van de <strong>experimenten</strong> die tot variant B behoren, loopt nog zo’n 70% en van de<br />

<strong>experimenten</strong> die tot variant C horen nog bijna 90%.<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I 17<br />

Te zien is voorts dat ruim de helft van het eerste borg<strong>in</strong>gscohort kenmerken heeft van het<br />

motto van één concept, één team en één dak en daarmee valt <strong>in</strong> variant B. Meer dan 40%<br />

van de <strong>experimenten</strong> behoort tot variant C. Rond de 90% van de <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> variant B<br />

en C loopt nog. De twee <strong>experimenten</strong> die tot variant A behoren, lopen eveneens nog.<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Wat betreft uitwerk<strong>in</strong>g van de <strong>VM2</strong>-formule wijkt het tweede borg<strong>in</strong>gscohort nauwelijks af<br />

van het eerste borg<strong>in</strong>gscohort. Meer dan de helft van de <strong>experimenten</strong> voldoet deels aan<br />

één concept, één team en één dak (variant B) en ruim 40% voldoet er grotendeels tot<br />

helemaal aan (variant C).<br />

In tabel 3.3. is te zien hoeveel leerl<strong>in</strong>gen bij de start van het experiment <strong>in</strong> de<br />

<strong>VM2</strong>-varianten zaten en wat hun onderwijspositie <strong>in</strong> het najaar van 2011 is.<br />

15 Op basis van de <strong>in</strong>terviews wordt eerder dit hoofdstuk gesteld dat 9 <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> de meest verregaande vorm<br />

aan het <strong>VM2</strong>-motto voldoen. Er zijn meer <strong>experimenten</strong> die aan het motto voldoen, zoals <strong>in</strong> de tabel te zien is. Deze<br />

zijn a) niet geïnterviewd of b) voldoen wel aan het motto, maar <strong>in</strong> iets m<strong>in</strong>der verregaande vorm (de rol van het<br />

mbo is bijvoorbeeld niet participerend maar faciliterend of het traject is nog niet <strong>in</strong> leerjaar drie geïntegreerd maar<br />

<strong>in</strong> leerjaar vier).<br />

16 36 tweede tranche-<strong>experimenten</strong> zijn niet <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> een typer<strong>in</strong>g op basis van één concept, één team en één<br />

dak. Dit komt doordat deze <strong>experimenten</strong> de benodigde vragen niet hebben beantwoord.<br />

17 Acht eerste borg<strong>in</strong>gscohort-<strong>experimenten</strong> zijn niet <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> een typer<strong>in</strong>g op basis van één concept, één team<br />

en één dak. Dit komt doordat deze <strong>experimenten</strong> de benodigde vragen niet hebben beantwoord.<br />

34 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel 3.3 Onderwijspositie per 1-10-2011 t.o.v. startmoment* naar <strong>VM2</strong>-variant<br />

Aantal lln. <strong>VM2</strong> Switch Uitval Start kwal. **<br />

% % %<br />

%<br />

Eerste tranche 18<br />

Totaal<br />

Variant A 34 11,8 82,4 2,9 2,9 100<br />

Variant B 295 19,0 58,0 12,5 10,5 100<br />

Variant C 131 7,6 34,4 6,9 51,1 100<br />

Tweede tranche 19<br />

Variant A 53 5,7 94,3 0,0 - 100<br />

Variant B 795 32,2 59,5 8,3 - 100<br />

Variant C 770 41,0 52,6 6,4 - 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I 20<br />

Variant A 105 89,5 8,6 1,9 - 100<br />

Variant B 1.042 65,0 33,5 1,5 - 100<br />

Variant C 674 64,4 33,7 1,9 - 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Variant A 39 100,0 - - - 100<br />

Variant B 955 100,0 - - - 100<br />

Variant C 507 100,0 - - - 100<br />

* het startmoment van de eerste tranche is 1-10-2008, van de tweede tranche 1-10-2009 van borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

1-10-2010 en van borg<strong>in</strong>gscohort II 1-10-2011<br />

** Deze startkwalificatie kan b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> of b<strong>in</strong>nen een reguliere mbo niveau 2 opleid<strong>in</strong>g zijn behaald<br />

Eerste tranche<br />

De helft van de leerl<strong>in</strong>gen die gestart zijn <strong>in</strong> variant C heeft <strong>in</strong>middels een startkwalificatie<br />

behaald. In variant B heeft zo’n 10% een startkwalificatie behaald en <strong>in</strong> variant A 3%. De<br />

verschillen tussen de varianten zijn dus groot.<br />

Dat is ook terug te zien bij het aantal switchers per variant: <strong>in</strong> variant A is ruim 80% van de<br />

leerl<strong>in</strong>gen geswitcht en staat nog 12% <strong>in</strong>geschreven op een <strong>VM2</strong> code (terwijl het<br />

experiment feitelijk gestopt is). In variant C ligt het switchpercentage het laagst, terwijl<br />

variant B een middenpositie <strong>in</strong>neemt.<br />

Tweede tranche<br />

In de tweede tranche ligt het switchpercentage van variant B iets hoger dan <strong>in</strong> variant C.<br />

Variant A heeft logischerwijs het hoogste switchpercentage, omdat al deze <strong>experimenten</strong><br />

gestopt zijn (wel staan er nog een aantal leerl<strong>in</strong>gen op een <strong>VM2</strong> code <strong>in</strong>geschreven).<br />

Ruim 40% van de leerl<strong>in</strong>gen van variant C zit <strong>in</strong> het najaar van 2011 nog <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>. Dat is zo’n<br />

10% meer dan van variant B.<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Het eerste borg<strong>in</strong>gscohort wijkt wat betreft de samenhang tussen de onderwijspositie van<br />

de leerl<strong>in</strong>gen en de <strong>VM2</strong>-varianten af van de eerste en tweede tranche. Variant A heeft<br />

relatief gezien nog de meeste leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> en de m<strong>in</strong>ste switchers. Het borg<strong>in</strong>gscohort<br />

heeft nog niet de overstap gemaakt naar het mbo-deel. Wellicht dat het <strong>VM2</strong>-motto van één<br />

18 De verschillen tussen de modellen zijn statistisch significant (Chi-kwadraattoets, alpha= .01). De effectgrootte is<br />

gemeten aan de hand van Cramer’s V. In dit geval is de effectgrootte beperkt (Cramer’s V= .34).<br />

19 De verschillen tussen de modellen zijn statistisch significant (Chi-kwadraattoets, alpha= .01). De effectgrootte is<br />

gemeten aan de hand van Cramer’s V. In dit geval is de effectgrootte zeer beperkt (Cramer’s V= .12).<br />

20 De verschillen tussen de modellen zijn statistisch significant (Chi-kwadraattoets, alpha= .01). De effectgrootte is<br />

gemeten aan de hand van Cramer’s V. In dit geval is de effectgrootte zeer beperkt (Cramer’s V= .09).<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 35<br />

%


concept, één team en één dak dan een belangrijkere rol gaat spelen, waardoor de<br />

<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> variant C beter gaan presteren, zoals ook het geval is bij de eerste en<br />

tweede tranche. Of dat zo is, zal volgend schooljaar duidelijk worden.<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Alle leerl<strong>in</strong>gen van de verschillende modellen van het tweede borg<strong>in</strong>gscohort staat per<br />

1 oktober 2011 <strong>in</strong>geschreven <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>. Een relatie met de <strong>VM2</strong>-formule is daarom op dit<br />

moment nog niet na te gaan.<br />

Samenvattend<br />

Alleen <strong>in</strong> de tweede tranche komt variant C het vaakst voor. Bij de andere tranches komt<br />

variant B meer voor. Over het algemeen lijken <strong>experimenten</strong> met variant C meer succesvol:<br />

<strong>in</strong> de eerste tranche behoren alle afgeronde <strong>experimenten</strong> tot variant C en <strong>in</strong> de tweede<br />

tranche zijn van variant C de m<strong>in</strong>ste <strong>experimenten</strong> gestopt. Ook weten de <strong>experimenten</strong> van<br />

variant C de meeste leerl<strong>in</strong>gen toe te leiden tot een startkwalificatie en hebben ze de m<strong>in</strong>ste<br />

switchers (uitgaande van de eerste en tweede tranche).<br />

Landstede & Talentstad – Techniek<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Voor <strong>VM2</strong> werd er al gesproken over het opzetten van doorlopende leerlijnen. Toen de mogelijkheid<br />

zich voordeed om een <strong>VM2</strong> traject te starten was het een logisch gevolg om b<strong>in</strong>nen de Landstede<br />

groep, waar zowel vo- als mbo-opleid<strong>in</strong>gen onder vallen, op zoek te gaan naar een<br />

samenwerk<strong>in</strong>gspartner. Dit heeft geresulteerd <strong>in</strong> een samenwerk<strong>in</strong>g met Landstede Harderwijk, waar<br />

de techniekopleid<strong>in</strong>gen van Landstede zijn gehuisvest. Hoewel deze mbo-school <strong>in</strong> een andere plaats<br />

is gevestigd, heeft het als voordeel dat het experiment eenvoudiger te organiseren is en dat er één<br />

visie op de toekomst is.<br />

De fysieke afstand tussen het vmbo en mbo heeft juist heel goed uitgepakt voor het experiment. De<br />

afstand is te groot voor de mbo-docenten om heen en weer te reizen. Daarom zijn ze op de vmbolocatie<br />

gaan werken. Hierdoor is de mbo-expertise toegankelijk en beschikbaar. Ook wordt er tussen<br />

alle lagen <strong>in</strong> de organisatie goed samengewerkt. Iedereen kent elkaar en het loopt heel soepel.<br />

In het gehele <strong>VM2</strong>-traject wordt alleen lesgegeven door vmbo-docenten. De mbo-docenten zijn<br />

betrokken bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van het programma en coachen de praktijkdocenten.<br />

Het bedrijfsleven is vanaf dag één nauw betrokken bij het experiment. Er wordt veel <strong>in</strong> het contact<br />

met bedrijven geïnvesteerd, want dat past <strong>in</strong> de visie van het vmbo. “Ze wilden graag voor alle<br />

sectoren een nauwere samenwerk<strong>in</strong>g met de arbeidsmarkt.” Bedrijven nemen deel aan een<br />

klankbordgroep en hebben aspecten aangedragen voor het curriculum, zoals het behalen van een<br />

heftruckcertificaat. Ook de afname van de proeve van bekwaamheid wordt met bedrijven overlegd.<br />

Het traject<br />

Het experiment maakt niet volledig gebruik van de experimenteerruimte. Alle <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen doen het<br />

vmbo-examen. De leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de tweede tranche hebben het vmbo-programma gevolgd en zijn<br />

direct na het examen gestart met het mbo-gedeelte van het traject. Wellicht is het traject nog niet zo<br />

geïntegreerd, doordat de scholen redelijk laat te horen kregen dat ze aan <strong>VM2</strong> mochten deelnemen.<br />

Er zijn wel veel <strong>in</strong>houdelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen gaande b<strong>in</strong>nen het experiment. Voor de borg<strong>in</strong>gscohorten<br />

wordt het traject namelijk verder geïntegreerd: “Wij laten dat mbo-deel wel <strong>in</strong>dalen. We gaan niet<br />

zitten wachten totdat het examen achter de rug is en dan beg<strong>in</strong>nen. Dat geldt met name voor de<br />

praktijkvakken.” De focus van het traject verandert ook. Bij aanvang richtte men zich op verdiep<strong>in</strong>g,<br />

terwijl nu de mogelijkheid wordt geboden om te versnellen, waarbij het mbo-deel <strong>in</strong> één jaar kan<br />

worden afgerond.<br />

36 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Leerl<strong>in</strong>gen<br />

In de tweede tranche zijn ze door de kle<strong>in</strong>e praktijkcomponent <strong>in</strong> de bol leerl<strong>in</strong>gen kwijtgeraakt aan<br />

de bbl. Leerl<strong>in</strong>gen willen graag aan het werk, het zijn echte praktijkjongens. Daarom kunnen ze vanaf<br />

het borg<strong>in</strong>gscohort <strong>in</strong> eigen tempo versnellen. Dat vraagt wel wat van de docenten: ze moeten leren<br />

omgaan met gedifferentieerd lesgeven. Daar wordt door middel van coach<strong>in</strong>g veel <strong>in</strong> geïnvesteerd.<br />

Aandachtspunt<br />

Er zijn meer leerl<strong>in</strong>gen uitgestroomd dan verwacht, hoewel er nog een mooie groep van 12 overblijft.<br />

Hier willen ze meer op gaan <strong>in</strong>zetten. Het zou mooi zijn als een werkgroep zich hierover gaat buigen<br />

en er nog meer aandacht komt voor talentvol ontwikkelen.<br />

De toekomst<br />

Doorlopende leerlijnen hebben de toekomst. <strong>VM2</strong> wordt echt als een pilot gezien. Het vmbo en mbo<br />

willen ook niveau drie en vier opleid<strong>in</strong>gen op de vmbo-locatie gaan aanbieden, waarbij ze een<br />

comb<strong>in</strong>atie willen maken van bol en bbl. Ook dit gebeurt <strong>in</strong> nauw overleg met het bedrijfsleven, dat<br />

aangeeft liever bol-leerl<strong>in</strong>gen te hebben. Daarom denken ze aan een zo groot mogelijke<br />

stagecomponent b<strong>in</strong>nen een bol-opleid<strong>in</strong>g, om zowel leerl<strong>in</strong>gen als bedrijven tegemoet te komen.<br />

3.4 Ideeën over de toekomst van <strong>VM2</strong><br />

In de <strong>in</strong>terviews met de tweede tranche is nadrukkelijk stilgestaan bij de vraag of het idee<br />

van <strong>VM2</strong> ook uitgebreid moet worden naar de andere mbo-niveaus, niveau 3 en/of 4.<br />

Ruim een derde van de geïnterviewde tweede tranche-<strong>experimenten</strong> ziet wel iets <strong>in</strong><br />

VM3/VM4-achtige trajecten (37%). Een enkel experiment is hier zelfs al mee bezig. Het is<br />

volgens de <strong>experimenten</strong> wel afhankelijk van de vraag of de docenten er achter staan en of<br />

ze niet teveel leerl<strong>in</strong>gen bij collega-scholen wegtrekken met dergelijke trajecten. Ook wordt<br />

genoemd dat het traject er dan wel anders uit zou zien dan bij <strong>VM2</strong>, want het gaat immers<br />

om een andere doelgroep, met andere behoeften. Enkele respondenten van vmbo-scholen<br />

geven tevens aan dat het mbo niet achter deze trajecten zal staan, <strong>in</strong> verband met<br />

concurrentie.<br />

Bij 11% van de <strong>experimenten</strong> is geen behoefte aan VM3 en VM4. De <strong>experimenten</strong> die er<br />

geen behoefte aan hebben, lichten toe dat op bestuurlijk niveau is afgesproken dat niveau<br />

3/4 bij het mbo blijft, dat het mbo deze discussie niet aan wil gaan, dat ze zich voorlopig op<br />

niveau 2 willen blijven concentreren en dat hier vooral het vraagstuk van<br />

macrodoelmatigheid speelt: je moet het goed met je collega-vestig<strong>in</strong>gen bespreken. De<br />

overige <strong>experimenten</strong>, circa de helft, heeft over VM3/4 nog geen duidelijke ideeën<br />

ontwikkeld.<br />

Een VM3/4 traject opzetten brengt bepaalde benodigdheden met zich mee. Zo worden<br />

genoemd: menskracht, tijd om te overleggen, meer ruimte (het past niet b<strong>in</strong>nen de eigen<br />

school) en faciliter<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het algemeen.<br />

Er wordt door enkele geïnterviewden ook wel een kritische kantteken<strong>in</strong>g gemaakt. Nu<br />

merken zij immers dat ze (te) kle<strong>in</strong>e groepen overhouden, wanneer de leerl<strong>in</strong>gen hun crebokeuze<br />

hebben gemaakt. B<strong>in</strong>nen de kaderberoepsgerichte leerweg zijn nog meer<br />

splits<strong>in</strong>gsmogelijkheden; ze geven aan dat de kans dat je dan een organiseerbaar<br />

leerl<strong>in</strong>genaantal overhoudt niet zo groot is.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 37


De meeste eerste en tweede tranche-<strong>experimenten</strong> die operationeel zijn, geven <strong>in</strong> de<br />

vragenlijsten aan dat <strong>VM2</strong> op hun school toekomst heeft (28% 21 en 54%; zie tabellen<br />

B2.72/B2.73). Ook staan ze positief ten opzichte van het ‘vrijgeven’ van <strong>VM2</strong> voor andere<br />

scholen <strong>in</strong> hun regio en landelijk (zie tabellen B4.15/B4.16). Positief daarvan is dat het<br />

vmbo-programma dan aantrekkelijker wordt, hetgeen nodig is omdat de behoefte aan goed<br />

opgeleide vakmensen toeneemt. Het is ook goed voor de leerl<strong>in</strong>gen want zij krijgen meer<br />

kans op het behalen van de startkwalificatie.<br />

De <strong>experimenten</strong> die deze vraag niet positief beantwoorden wijzen onder meer op de<br />

cultuurverschillen tussen het mbo en vmbo en op de concurrentieverhoud<strong>in</strong>gen tussen<br />

(v)mbo-scholen.<br />

Overigens geven enkele <strong>experimenten</strong> eerste en tweede tranche tevens aan dat bij een<br />

landelijke openstell<strong>in</strong>g, de regel<strong>in</strong>g niet per se ruimer moet. De regelgev<strong>in</strong>g is ruim genoeg<br />

(zie tabellen B4.19/B4.20). Door andere <strong>experimenten</strong> wordt aangegeven dat het wel wat<br />

ruimer mag: de ‘één dak’-clausule mag <strong>in</strong> hun ogen soepeler en het experiment zou ook<br />

mogelijk moeten zijn <strong>in</strong> de bbl. Dit beeld komt ook uit de <strong>in</strong>terviews naar voren.<br />

3.5 Inhoudelijke realisatie samengevat<br />

Een ‘doorsnee’ <strong>VM2</strong>-experiment beg<strong>in</strong>t met het aanbieden van mbo-lesstof <strong>in</strong> de loop van<br />

het vierde leerjaar van het vmbo, onder meer <strong>in</strong> de vorm van kwalificerende stages<br />

(beroepspraktijkvorm<strong>in</strong>g, bpv). De meeste <strong>experimenten</strong> nemen vervolgens het<br />

vmbo-examen af en laten de leerl<strong>in</strong>gen aansluitend daarop bijvoorbeeld stages lopen tot de<br />

zomervakantie (tegengaan zomerlek). Na de zomer komen de leerl<strong>in</strong>gen dan terug voor (het<br />

afronden van) het mbo-deel van het traject.<br />

Niet <strong>in</strong> alle gevallen wordt het <strong>VM2</strong>-traject gerealiseerd met actieve, directe <strong>in</strong>breng van het<br />

mbo. In dat geval is van één team geen sprake maar draagt het mbo wel zorg voor de<br />

kwalificatie aan het e<strong>in</strong>de van het traject. We zien bij de geïnterviewde tweede tranche<strong>experimenten</strong><br />

dat <strong>in</strong> iets meer dan de helft van de gevallen het mbo wel participeert <strong>in</strong> het<br />

traject of dit faciliteert door middel van de <strong>in</strong>zet van mbo-docenten (zie verder paragraaf 4.2<br />

Fase 3: Praktische uitvoer<strong>in</strong>g).<br />

De meeste <strong>experimenten</strong> worden gewoon aangeboden op één en dezelfde locatie. In<br />

ongeveer een vijfde deel van de gevallen gebeurt dat niet, en volgen leerl<strong>in</strong>gen (delen van)<br />

het programma op de mbo-locatie met name voor het mbo-deel van het programma.<br />

Een kwart tot een derde van de <strong>experimenten</strong> wijkt naar eigen zeggen op onderdelen af van<br />

het motto één concept, één team, één dak. Dat zit dan vooral <strong>in</strong> het feit dat de leerl<strong>in</strong>gen<br />

(delen van) het mbo-programma op de mbo-locatie volgen en/of dat <strong>in</strong> hun ogen niet echt<br />

sprake is van één team.<br />

21 Dit percentage lijkt we<strong>in</strong>ig. Dat komt doordat van de helft van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> geen antwoord op<br />

deze vraag beschikbaar is (zie tabel B2.72).<br />

38 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


AOC Friesland – Groen<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g<br />

In 2003 is AOC Friesland met een onderwijsconcept voor mbo-bol niveau 1 en 2 gestart. S<strong>in</strong>ds dat<br />

jaar zit deze mbo-afdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hetzelfde gebouw als de vmbo-afdel<strong>in</strong>g. Er bestond ook al een lwttraject.<br />

<strong>VM2</strong> past hier mooi bij. Het biedt extra mogelijkheden: versnell<strong>in</strong>g is mogelijk en leerl<strong>in</strong>gen<br />

kunnen ongediplomeerd doorstromen naar niveau twee.<br />

Omdat meerdere vestig<strong>in</strong>gen van het aoc een <strong>VM2</strong>-experiment <strong>in</strong> huis hebben, kunnen zaken ook<br />

bovenschools besproken worden. Er is veelvuldig overleg met de vertegenwoordigers van de<br />

verschillende locaties. Er was ook een bovenschoolse stuurgroep, die het traject begeleidde. Nu wordt<br />

<strong>VM2</strong> <strong>in</strong> het bestaande mbo-overleg besproken. <strong>VM2</strong> is <strong>in</strong>gedaald <strong>in</strong> de bestaande organisatie. De<br />

teamleiders van mbo niveau 1 en 2 zijn tevens teamleiders van <strong>VM2</strong>.<br />

Het traject<br />

Het <strong>VM2</strong>-traject is gebaseerd op het al bestaande lwt-traject. Het is een naadloos traject, waar<strong>in</strong><br />

leerl<strong>in</strong>gen hun lwt-diploma behalen. Als er goede redenen zijn, kan zonder diploma worden<br />

doorgestroomd. De goede aspecten van eerdere trajecten worden <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> gehandhaafd: kle<strong>in</strong>e<br />

klassen, een kle<strong>in</strong> team van docenten en een grote stagecomponent. Het onderwijsmodel zorgt<br />

ervoor dat <strong>VM2</strong> heel goed te organiseren is, ook bij kle<strong>in</strong>e leerl<strong>in</strong>gaantallen. Op de vraag of één<br />

leerl<strong>in</strong>g per crebo te organiseren is, antwoordt men: “Ja, dat kan. Als je <strong>in</strong> een reguliere vmbo-school<br />

zit waar<strong>in</strong> alles lesuur-gestuurd is, dan is het heel lastig te organiseren. Je moet het werk op een<br />

andere manier organiseren: meer opdrachtgestuurd.” Leerl<strong>in</strong>gen gaan opdrachtgericht aan de slag en<br />

ze hebben veel stage. Dit zorgt ervoor dat er met kle<strong>in</strong>e groepen gewerkt kan worden. De leerl<strong>in</strong>gen<br />

van verschillende opleid<strong>in</strong>gen werken aan hun opdrachten <strong>in</strong> een open leercentrum (OLC). Hierbij<br />

worden ze begeleid door een docent, die van een andere vakricht<strong>in</strong>g kan zijn. De leerl<strong>in</strong>gen krijgen<br />

ook <strong>in</strong>tensieve stagebegeleid<strong>in</strong>g. Regelmatig worden groepjes leerl<strong>in</strong>gen verzameld voor klassieke<br />

lessituaties. De <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen hebben daarnaast nog een dag, waar<strong>in</strong> ze hun eigen programma<br />

volgen. In dit programma zitten extra Nederlands, rekenen, gymnastiek en techniek.<br />

Dit onderwijsmodel wordt mogelijk gemaakt door samenwerk<strong>in</strong>g tussen de locaties. Opdrachten<br />

worden gezamenlijk ontwikkeld en er is een goede backoffice. Als er we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen voor een<br />

opleid<strong>in</strong>g per locatie zijn, kunnen er afspraken worden gemaakt dat deze leerl<strong>in</strong>gen eens <strong>in</strong> de zoveel<br />

tijd een gezamenlijke praktijkdag op één locatie volgen. Op zo’n manier kun je heel ver komen met<br />

een flexibel aanbod.<br />

Leerl<strong>in</strong>gen<br />

Er switchen redelijk veel leerl<strong>in</strong>gen na het lwt-examen van opleid<strong>in</strong>g. Deze leerl<strong>in</strong>gen willen of niet<br />

verder <strong>in</strong> groen, of kiezen voor een bbl-opleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> groen. De aoc’s zouden daarom ook graag de bbl<br />

b<strong>in</strong>nen het traject aanbieden. Ze streven er niet naar om alle leerl<strong>in</strong>gen voor groen te behouden.<br />

Vmbo groen is een mooie start en als ze bewust voor een andere sector kiezen, is dat geen probleem:<br />

“In het vmbo wordt al snel voorgeselecteerd op sector en dat is geen goede zaak. Het gaat erom dat<br />

ze een startkwalificatie behalen, maar ook dan kunnen ze nog naar een hele andere sector gaan.”<br />

Aandachtspunt<br />

Een zorgpunt is het politieke besluit dat er meer contacturen <strong>in</strong> het mbo moeten komen. Dit frustreert<br />

leerl<strong>in</strong>gen en leidt tot schooluitval. De huidige situatie, waar<strong>in</strong> de stagecomponent toeneemt, is beter.<br />

De toekomst<br />

In een vroeg stadium is al gezegd dat men op deze weg verder wil blijven gaan. Het is (nog) niet de<br />

<strong>in</strong>steek om <strong>VM2</strong> te verbreden en verdiepen naar andere doelgroepen. Het is een exclusief traject,<br />

bedoeld voor de lwt-achtige leerl<strong>in</strong>g. Wat de toekomst gaat brengen wat betreft uitbreid<strong>in</strong>g, is<br />

momenteel nog onduidelijk.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 39


40 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


4 Samenwerken aan <strong>VM2</strong><br />

Voor <strong>in</strong>houdelijke <strong>VM2</strong>-trajecten is samenwerk<strong>in</strong>g nodig tussen het vmbo en het mbo. Hoe<br />

verloopt die samenwerk<strong>in</strong>g? Wat zijn factoren die bepalen of het tot samenwerk<strong>in</strong>g komt en<br />

of deze ook cont<strong>in</strong>uïteit heeft?<br />

In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk gaan we <strong>in</strong> op de vraag bij hoeveel <strong>experimenten</strong><br />

het <strong>in</strong>derdaad tot samenwerk<strong>in</strong>g is gekomen, respectievelijk niet van de grond is gekomen.<br />

In paragraaf 4.2 beschrijven we het verloop van de samenwerk<strong>in</strong>g aan de hand van een<br />

fase-model. Daarna staan we <strong>in</strong> paragraaf 4.3 stil bij de factoren die het<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsproces beïnvloeden. We sluiten het hoofdstuk <strong>in</strong> paragraaf 4.4 af met een<br />

beschrijv<strong>in</strong>g van de belangrijkste constater<strong>in</strong>gen uit dit hoofdstuk.<br />

De monitorresultaten die we <strong>in</strong> dit hoofdstuk beschrijven zijn gebaseerd op gegevens van<br />

DUO, de respons op de vragenlijsten en de <strong>in</strong>terviews. De bron van de resultaten staat<br />

steeds duidelijk <strong>in</strong> de tekst aangegeven.<br />

4.1 Status van de <strong>experimenten</strong> najaar 2011<br />

Aan de hand van een aantal <strong>in</strong>dicatoren kunnen we <strong>in</strong>zichtelijk maken hoeveel <strong>experimenten</strong><br />

<strong>in</strong> het najaar van 2011 ‘operationeel’ zijn. Dat betekent dat men <strong>in</strong> het experiment feitelijk is<br />

gekomen tot samenwerk<strong>in</strong>g en op grond daarvan werkt aan de idee van één concept,<br />

één team en één dak. Is dat niet zo, dan geldt het experiment veelal als gestopt/niet van de<br />

grond gekomen. In een enkel geval kan het ook zo zijn dat een experiment al is afgerond en<br />

alle leerl<strong>in</strong>gen zijn uitgestroomd met een startkwalificatie.<br />

Deze <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g betreft een onderzoekersoordeel op basis van gegevens uit de vragenlijsten en<br />

DUO-data (of de school <strong>in</strong> kwestie leerl<strong>in</strong>gen op de <strong>VM2</strong>-code heeft staan): op basis van het<br />

feit of de <strong>experimenten</strong> nog leerl<strong>in</strong>gen hebben en hun antwoorden uit de vragenlijsten (en<br />

<strong>in</strong>terviews bij de tweede tranche) is de status bepaald.<br />

In tabel 4.1 is aangeven wat de status van de <strong>experimenten</strong> per tranche is.<br />

Tabel 4.1 Status van de <strong>experimenten</strong> naar tranche per 1-10-2011<br />

Afgerond Lopend Gestopt 22 Totaal<br />

# % # % # % # %<br />

Eerste tranche 5 13,2 18 47,4 15 39,5 38 100<br />

Tweede tranche 1 0,8 70 55,1 56 44,1 127 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I - - 57 80,3 14 19,7 71 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II - - 58 96,7 2 3,3 60 100<br />

Eerste tranche<br />

De <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> eerste tranche zijn bezig aan het vierde schooljaar. Vijf <strong>experimenten</strong><br />

zijn <strong>in</strong>middels afgerond; deze leerl<strong>in</strong>gen hebben hun startkwalificatie al behaald. Dat<br />

betekent dat het deze leerl<strong>in</strong>gen reeds gelukt is b<strong>in</strong>nen drie jaar hun mbo niveau 2 diploma<br />

22 Gestopt houdt hier <strong>in</strong> dat het experiment niet van de grond is gekomen of dat het experiment wel van start is<br />

gegaan, maar gedurende de rit is gestopt.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 41


te behalen. Zo’n 40% van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> is niet van de grond gekomen of<br />

gestopt. Per 1-10-2011 zijn de meeste van de eerste tranche-<strong>experimenten</strong>, 47%, nog<br />

bezig. Er zitten leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze <strong>experimenten</strong> en de deelnemende scholen werken nog<br />

steeds aan het traject. Een deel van de leerl<strong>in</strong>gen kan <strong>in</strong>middels gedurende het schooljaar al<br />

wel zijn uitgestroomd met een startkwalificatie.<br />

Tweede tranche<br />

Van de 127 tweede tranche-<strong>experimenten</strong> die <strong>in</strong> 2009-2010 zijn gestart, is <strong>in</strong>middels één<br />

experiment afgerond. Ruim de helft van de <strong>experimenten</strong> loopt nog. Hoewel de tweede<br />

tranche een jaar later is gestart, zijn er nu meer <strong>experimenten</strong> niet van de grond gekomen/<br />

gestopt dan <strong>in</strong> de eerste tranche (44,1% ten opzichte van 39,5%). Dit kan worden verklaard<br />

door het feit dat <strong>in</strong> de tweede tranche scholen zitten met ook een eerste tranche; als die<br />

eerste tranche stopt, is het vaak logisch dat dat ook geldt voor de tweede (dit geldt voor 14<br />

tweede tranche-<strong>experimenten</strong>, 11% van het totaal aantal <strong>experimenten</strong>).<br />

Borg<strong>in</strong>gscohorten<br />

Ook bij de borg<strong>in</strong>gscohorten zien we <strong>in</strong> tabel 4.1 dat al een aantal scholen is gestopt met<br />

<strong>VM2</strong>. De percentages van de borg<strong>in</strong>gscohorten kunnen echter niet één op één worden<br />

vergeleken met die van de eerste twee tranches. Dat komt omdat het bij het borg<strong>in</strong>gscohort<br />

om scholen gaat en bij de eerste twee tranches om <strong>experimenten</strong>. In de borg<strong>in</strong>gscohorten is<br />

niet meer <strong>in</strong>zichtelijk om hoeveel <strong>experimenten</strong> het gaat.<br />

Uit de vragenlijsten komt naar voren dat de scholen <strong>in</strong> het borg<strong>in</strong>gscohort stoppen <strong>in</strong><br />

verband met te kle<strong>in</strong>e leerl<strong>in</strong>gaantallen en/of het niet voldoende van de grond komen van de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g tussen het vmbo en mbo.<br />

Tabel 4.2 Status van de <strong>experimenten</strong> naar tranche en sector per 1-10-2011 23<br />

Eerste tranche<br />

Afgerond Lopend Gestopt Totaal<br />

# % # % # % # %<br />

• Techniek - - 2 25,0 6 75,0 8 100<br />

• Economie 4 28,6 6 42,9 4 28,6 14 100<br />

• Zorg & welzijn - - 6 75,0 2 25,0 8 100<br />

• Landbouw 1 14,3 4 57,1 2 28,6 7 100<br />

• Intersectoraal - - - - 1 100,0 1 100<br />

Tweede tranche<br />

• Techniek - - 11 34,4 21 65,6 32 100<br />

• Economie - - 22 59,5 15 40,5 37 100<br />

• Zorg & welzijn 1 2,8 22 61,1 13 36,1 36 100<br />

• Landbouw - - 14 73,7 5 26,3 19 100<br />

• Intersectoraal - - 1 33,3 2 66,7 3 100<br />

23 Borg<strong>in</strong>gscohort I en II zijn <strong>in</strong> de tabel niet uitgesplitst naar sector, omdat er bij de borg<strong>in</strong>gscohorten over scholen<br />

wordt gesproken, die meerdere sectoren kunnen aanbieden.<br />

42 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Status van het experiment naar sector<br />

In tabel 4.2 hebben we de <strong>experimenten</strong> eerste en tweede tranche <strong>in</strong>gedeeld naar sector en<br />

vervolgens gekruist met status. Als we de <strong>experimenten</strong> Intersectoraal wegens het ger<strong>in</strong>ge<br />

aantal buiten beschouw<strong>in</strong>g laten, dan zien we dat het percentage gestopte <strong>experimenten</strong> het<br />

hoogst is <strong>in</strong> de sector Techniek (75% respectievelijk 66%).<br />

In de andere sectoren schommelt het percentage ‘stoppers’ <strong>in</strong> de eerste tranche tussen de<br />

25% en 30%. In de tweede tranche valt op dat het percentage stoppers <strong>in</strong> de sectoren<br />

Economie (41%) en Zorg & Welzijn (36%) <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g tot de eerste tranche vrij hoog is.<br />

4.2 Het verloop van de samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Daar waar het komt tot samenwerk<strong>in</strong>g, hoe verloopt dan dat proces? Het antwoord op die<br />

vraag beschrijven we <strong>in</strong> deze paragraaf, op basis van de <strong>in</strong>terviews die we <strong>in</strong> het najaar van<br />

2011 met de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> hebben gehouden. In de volgende paragraaf 4.3<br />

staan we stil bij de factoren die de samenwerk<strong>in</strong>g beïnvloeden.<br />

Om het samenwerken tussen de vmbo-scholen en mbo-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen te kunnen beschrijven<br />

en te duiden, gebruiken het orden<strong>in</strong>gsschema dat ook <strong>in</strong> de vorige rapportage is gebruikt 24 .<br />

We gaan <strong>in</strong> dat schema uit van vijf fasen <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g:<br />

1 Ler<strong>in</strong>g trekken: op bestuurs- en/of managementniveau trekt men ler<strong>in</strong>g uit eerdere<br />

(pog<strong>in</strong>gen tot) samenwerk<strong>in</strong>g en houdt daar reken<strong>in</strong>g mee bij de opzet van het <strong>VM2</strong>experiment.<br />

2 Doelen stellen: er worden <strong>in</strong> gezamenlijkheid duidelijke doelen geformuleerd waar men<br />

naar toe wil werken.<br />

3 Praktische uitvoer<strong>in</strong>g: er wordt feitelijk samengewerkt tussen het vmbo en mbo aan de<br />

<strong>in</strong>houdelijke vormgev<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g van het experiment.<br />

4 Structurer<strong>in</strong>g: <strong>in</strong>dien nodig worden de samenwerk<strong>in</strong>gsprocessen bijgestuurd door het<br />

management en/of het bestuur.<br />

5 Verbreden en verdiepen van de samenwerk<strong>in</strong>g: de samenwerk<strong>in</strong>g wordt naar aanleid<strong>in</strong>g<br />

van het <strong>VM2</strong>-traject uitgebreid naar andere opleid<strong>in</strong>gen, sectoren of niveaus.<br />

Het samenwerken tussen de vmbo- en mbo-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen laat zich naar deze <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g als volgt<br />

beschrijven.<br />

Fase 1: Ler<strong>in</strong>g trekken<br />

Van alle geïnterviewde tweede tranche-<strong>experimenten</strong> heeft ruim 17% ler<strong>in</strong>g getrokken uit<br />

eerdere samenwerk<strong>in</strong>g. Bij zo’n 12% is dit tijdens het <strong>in</strong>terview niet duidelijk geworden. Dit<br />

houdt <strong>in</strong> dat ruim 70% geen ler<strong>in</strong>g heeft getrokken uit eerdere samenwerk<strong>in</strong>g. Het vmbo en<br />

mbo hebben bijvoorbeeld wel eerder samengewerkt, maar deze samenwerk<strong>in</strong>g wordt niet<br />

geëvalueerd voordat men met <strong>VM2</strong> van start gaat.<br />

De <strong>experimenten</strong> die wel ler<strong>in</strong>g hebben getrokken uit eerdere samenwerk<strong>in</strong>g, hebben<br />

bijvoorbeeld bewust voor een meer sturende rol van het vmbo gekozen. Ook heeft men<br />

24 Dit schema is ontleend aan P. van Delden (2009). Sterke netwerken. Ketensamenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de publieke<br />

dienstverlen<strong>in</strong>g. Amsterdam: Van Gennep. Het is gebaseerd op zijn onderzoek naar ketensamenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

publieke dienstverlen<strong>in</strong>g, waaronder het onderwijs. Hij gaat na waarom deze samenwerk<strong>in</strong>g soms wel tot resultaat<br />

leidt en soms niet. Het orden<strong>in</strong>gsschema is toepasbaar op de <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong>.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 43


geleerd van eerder ontwikkelde trajecten, zoals het leer-werktraject (lwt) en weet men uit<br />

ervar<strong>in</strong>g dat het experiment kle<strong>in</strong>schalig gehouden moet worden:<br />

“De kle<strong>in</strong>e klassen, de kle<strong>in</strong>e groep docenten en de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g zoals de grote stagecomponent<br />

zijn d<strong>in</strong>gen die we duidelijk uit het lwt hebben overgenomen. Er zijn een paar d<strong>in</strong>gen<br />

meegenomen en een paar d<strong>in</strong>gen hebben we laten liggen omdat de leeftijd <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> anders<br />

is.”<br />

Daarnaast zijn er <strong>experimenten</strong> die eerder ontwikkelde producten meenemen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>, zoals<br />

portfolio’s en competentiegericht onderwijs (cgo). Soms is er <strong>in</strong> de aanvangsfase stevig<br />

gediscussieerd over hoe <strong>VM2</strong> aangepakt moest worden, omdat men niet dezelfde fouten<br />

wilde maken als bij eerdere samenwerk<strong>in</strong>gen:<br />

“Er werd ook leuk samengewerkt, maar als het g<strong>in</strong>g om harde resultaten, dan kwamen er af<br />

en toe stekeltjes overe<strong>in</strong>d. Dat hebben we redelijk grondig aangepakt, door met elkaar te<br />

bediscussiëren waar precies de fouten zitten en waarom het tot nu toe fout liep. Dat is met<br />

het mbo samen gedaan. We hebben een vijftal middagen met elkaar om de tafel gezeten.<br />

We zagen dat <strong>VM2</strong> eraan kwam en dat dat een aantal mogelijkheden bood. Gaan we daarop<br />

<strong>in</strong>stappen en hoe dan? We zijn er uite<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong>gestapt en hebben samen geprobeerd<br />

doorlopende leerlijnen te beschrijven.”<br />

Fase 2: Doelen stellen<br />

Bij ruim driekwart van de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> zijn door het vmbo en mbo <strong>in</strong><br />

gezamenlijkheid doelen geformuleerd, voordat men is begonnen met de praktische<br />

uitvoer<strong>in</strong>g. De geïnterviewden verwijzen hiervoor naar het projectplan, dat bij aanvang is<br />

<strong>in</strong>gediend. In een enkel geval is dit ook gezamenlijk met het bedrijfsleven opgesteld, om de<br />

volgende reden:<br />

“Aansluit<strong>in</strong>g van opleid<strong>in</strong>gstrajecten betekent ook aansluit<strong>in</strong>g van stageprojecten. Wij<br />

hebben de bedrijven daarbij betrokken om te kijken of daar ook w<strong>in</strong>st <strong>in</strong> te boeken is, zodat<br />

de opleid<strong>in</strong>g zich als een keten gaat gedragen.”<br />

Het overige kwart van de <strong>experimenten</strong> heeft uiteraard ook een projectplan <strong>in</strong>gediend, maar<br />

bij deze categorie is dit niet <strong>in</strong> gezamenlijkheid opgesteld. Het plan is bijvoorbeeld opgesteld<br />

door een bovenschools manager, het is geschreven door de projectleider van het vmbo of<br />

mbo, of door een extern bureau, zonder dat er goed overleg onderl<strong>in</strong>g over heeft<br />

plaatsgevonden.<br />

Fase 3: Praktische uitvoer<strong>in</strong>g<br />

In het najaar van 2011 is er bij 43% van de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> geen sprake<br />

(meer) van praktische samenwerk<strong>in</strong>g tussen het vmbo en mbo. Deze <strong>experimenten</strong> zijn<br />

gestopt of nooit van de grond gekomen.<br />

Bij de overige <strong>experimenten</strong> wordt <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong>der mate wel samengewerkt. De <strong>in</strong>tensiteit<br />

van de samenwerk<strong>in</strong>g hangt af van de rol van het mbo. Bij twee <strong>experimenten</strong> is deze rol<br />

louter kwalificerend. Dit houdt <strong>in</strong> dat het <strong>VM2</strong>-traject wordt vormgegeven en uitgevoerd<br />

door het vmbo en dat het mbo alleen betrokken is bij de exam<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g van het mbo-deel. Om<br />

toch over mbo-kennis te beschikken, heeft de vmbo-school van één van deze <strong>experimenten</strong><br />

zelf een docent met mbo-expertise aangenomen:<br />

44 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


“We hebben iemand <strong>in</strong> dienst genomen van economie niveau 2 van het mbo. Die is bij ons<br />

voor 0,2 fte <strong>in</strong> dienst en zorgt ervoor dat de examens goed verlopen en dat de urennorm<br />

wordt behaald.”<br />

Bij 16% van de <strong>experimenten</strong> heeft het mbo ook een faciliterende rol. Dat wil zeggen dat<br />

vmbo-docenten het gehele traject lesgeven aan de leerl<strong>in</strong>gen en dat het mbo op de<br />

achtergrond actief is en ook zorgdraagt voor de kwalificer<strong>in</strong>g. Het mbo is dan bijvoorbeeld<br />

wel betrokken bij de vormgev<strong>in</strong>g van het traject en fungeert als vraagbaak voor<br />

vmbo-docenten:<br />

“Wat is nou de beste weg om ervoor te zorgen dat het mbo-onderwijs gegeven kan worden<br />

b<strong>in</strong>nen een vmbo omgev<strong>in</strong>g? Wij hebben ervoor gekozen dat het volledige mbo-onderwijs<br />

wordt gegeven door de vmbo-docenten. Het mbo zal voor het examen de<br />

e<strong>in</strong>dverantwoordelijkheid nemen. Een medewerker van het mbo is toezichthouder.”<br />

De meeste <strong>experimenten</strong> waar<strong>in</strong> praktisch wordt samengewerkt (38%), worden gekenmerkt<br />

door een participerende rol van het mbo. In deze variant geven vmbo- én mbo-docenten<br />

lessen aan de <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen en zijn ze betrokken bij de vormgev<strong>in</strong>g van het traject:<br />

“Wij hebben ervoor gekozen om een mix te maken van de docenten. In het derde jaar is het<br />

eigenlijk nog een vmbo aangelegenheid. Het vierde jaar hebben we een uitwissel<strong>in</strong>g met<br />

gesloten beurzen gedaan, want het is natuurlijk lastig qua juridische achtergronden om je<br />

personeel op één hoop te gooien en daarmee te schuiven. Het vijfde jaar is het mbo jaar.<br />

(...) Zo heb je heel natuurlijk, met gesloten beurzen die kwaliteiten gemixt.”<br />

Interessant is dat de samenwerk<strong>in</strong>g tussen het vmbo en mbo beter verloopt, naarmate de<br />

rol van het mbo groter is. Zo verloopt de samenwerk<strong>in</strong>g met een participerende rol van het<br />

mbo <strong>in</strong> zo’n 87% van de gevallen (redelijk) goed, ten opzichte van 54% van de gevallen<br />

waar<strong>in</strong> het mbo een faciliterende rol heeft.<br />

Fase 4: Structurer<strong>in</strong>g<br />

In de meeste gevallen sturen managers het samenwerk<strong>in</strong>gsproces niet duidelijk bij wanneer<br />

men tegen bepaalde zaken aanloopt. Bij zo’n kwart van de <strong>experimenten</strong> nemen de<br />

managers hier<strong>in</strong> wel een actieve rol op zich. Ze sturen bijvoorbeeld actief op de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g tussen het vmbo en mbo. Dit gebeurt onder andere door koppels te maken<br />

van vmbo- en mbo-docenten van een bepaald vak, werkbijeenkomsten te organiseren en<br />

door werkprocessen bij te sturen. In een enkel geval roept het management van het vmbo<br />

het management van het mbo op om de <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen beter te faciliteren of wordt er<br />

bijgestuurd op basis van het budget.<br />

Fase 5: Verbreden en verdiepen van de samenwerk<strong>in</strong>g<br />

De laatste fase <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g is het verbreden en verdiepen naar aanleid<strong>in</strong>g van de<br />

ervar<strong>in</strong>gen met en opbrengsten van <strong>VM2</strong>. 10% van de <strong>experimenten</strong> doet dit. Zo hebben<br />

<strong>experimenten</strong> bijvoorbeeld het aanbod <strong>in</strong> crebo’s uitgebreid of gaan ze <strong>VM2</strong> ook <strong>in</strong> andere<br />

sectoren aanbieden:<br />

“<strong>VM2</strong> is echt voor de hele school een soort pilot geweest om dit veel breder uit te gaan<br />

zetten. Er wordt heel erg naar gekeken. Dus dat is wel leuk.”<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 45


De meerderheid van de <strong>experimenten</strong> verbreedt en verdiept echter niet. De vmbo-scholen<br />

van verschillende <strong>experimenten</strong> zouden dit graag doen, maar de mbo-partners gaan daar<br />

niet <strong>in</strong> mee en/of zien uitbreid<strong>in</strong>g volgens de geïnterviewden als ‘broodroof’.<br />

Daarnaast wordt er soms bewust niet gekozen voor verbred<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g. Sommige<br />

scholen willen het experiment beperkt houden, om het organiseerbaar te houden. Eén<br />

experiment geeft aan dat verbred<strong>in</strong>g <strong>in</strong> f<strong>in</strong>ancieel opzicht niet gunstig is, omdat er dan meer<br />

lwoo-leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het <strong>VM2</strong>-traject komen. En ook hele praktische redenen spelen een rol: er<br />

is geen ruimte <strong>in</strong> het schoolgebouw om <strong>VM2</strong> breder te trekken.<br />

Het feit dat niet veel <strong>experimenten</strong> daadwerkelijk verbreden en verdiepen, wil niet zeggen<br />

dat men er niet over nadenkt. Het daadwerkelijk <strong>in</strong> gang zetten van het proces is voor hen<br />

momenteel alleen nog een stap te ver. Ook wil men eerst meer zekerheid over de<br />

experimentele status van <strong>VM2</strong>, voordat er uitgebreid gaat worden.<br />

Veel scholen zitten niet stil en naast <strong>VM2</strong> worden verschillende andere trajecten opgepakt.<br />

Zo zijn er scholen die zowel <strong>VM2</strong> als het Vakcollege aanbieden. Deze andere trajecten<br />

komen alleen niet voort uit <strong>VM2</strong> en worden daarom <strong>in</strong> de analyse niet onder de noemer<br />

‘verbreden en verdiepen’ geschaard.<br />

Patronen <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsfasen<br />

De meeste <strong>experimenten</strong> hebben meerdere van bovenstaande fasen doorlopen.<br />

Het patroon dat het vaakst terug is te zien, is dat men gezamenlijk doelen opstelt en<br />

vervolgens overgaat tot de praktische samenwerk<strong>in</strong>g. Dit gebeurt bij bijna een kwart van de<br />

<strong>experimenten</strong>.<br />

10% gaat nog een stapje verder, door het proces ook te structureren en zo’n 6% gaat nog<br />

een stapje verder door <strong>VM2</strong> te verbreden en verdiepen. Deze 6% van de <strong>experimenten</strong> volgt<br />

dus een logische volgorde <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>gsfasen, hoewel zij geen ler<strong>in</strong>g hebben<br />

getrokken uit eerdere samenwerk<strong>in</strong>g. Twee van de <strong>in</strong> totaal 81 <strong>experimenten</strong> die tijdens de<br />

<strong>in</strong>terviews zijn besproken, hebben wel alle vijf de fasen doorlopen.<br />

Opvallend is dat 12% van de <strong>experimenten</strong> alleen de fase van praktische samenwerk<strong>in</strong>g<br />

doorloopt. In dit geval worden er vooraf dus geen duidelijke doelstell<strong>in</strong>gen geformuleerd en<br />

men komt niet verder <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g, maar blijft <strong>in</strong> de fase van praktische<br />

samenwerk<strong>in</strong>g hangen.<br />

Redenen waarom de samenwerk<strong>in</strong>g niet van de grond komt of stokt<br />

De <strong>experimenten</strong> die niet van de grond zijn gekomen of <strong>in</strong>middels zijn gestopt, is <strong>in</strong> de<br />

<strong>in</strong>terviews gevraagd aan te geven wat de redenen daarvoor zijn.<br />

De meest gehoorde reden is dat er geen of onvoldoende leerl<strong>in</strong>gen zijn om het experiment<br />

te cont<strong>in</strong>ueren. De leerl<strong>in</strong>gen kiezen niet voor het crebo-aanbod b<strong>in</strong>nen het experiment en<br />

switchen daarom naar een andere, reguliere, opleid<strong>in</strong>g.<br />

“Er was geen groep voor economie te vormen. Leerl<strong>in</strong>gen kozen er niet voor. Handel en<br />

Verkoop was sowieso een beetje noodlijdend bij ons. Dat was de enige richt<strong>in</strong>g die ze <strong>in</strong><br />

<strong>VM2</strong> konden doen.”<br />

“We hebben uitgerekend voor die beroepsafdel<strong>in</strong>g gekozen waarvan we dachten dat we<br />

daar het snelst succes konden boeken. Daar zouden we anderen dan <strong>in</strong> mee kunnen nemen.<br />

Maar juist <strong>in</strong> Mobiliteit kiezen heel veel leerl<strong>in</strong>gen voor de bbl. Je ziet ook dat leerl<strong>in</strong>gen er<strong>in</strong><br />

slagen om een arbeidsovereenkomst te krijgen. De leerl<strong>in</strong>gen die dan <strong>in</strong> de bbl kunnen<br />

46 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


<strong>in</strong>stromen, doen dat ook en blijven niet bij ons. Als we er langer over hadden nagedacht,<br />

denk ik dat ik niet alleen <strong>in</strong> Mobiliteit, maar bijvoorbeeld ook <strong>in</strong> Horeca voor <strong>VM2</strong> gekozen<br />

zou hebben.”<br />

Een tweede groep van redenen heeft te maken met het feit dat het door uiteenlopende<br />

redenen en omstandigheden niet komt tot goede samenwerk<strong>in</strong>g:<br />

“Het mbo geeft als argument: Wij gaan niet een <strong>VM2</strong>-traject starten als wij niet onze eigen<br />

zaken op orde krijgen. Wij hebben zo veel verschillende differentiaties. Dan komt er ook nog<br />

een <strong>VM2</strong>-traject en daar moeten wij ook weer <strong>in</strong> <strong>in</strong>vesteren. Dat betekent dat de spoel<strong>in</strong>g<br />

nog dunner wordt. Dat is een mes <strong>in</strong> eigen rug. Dat doen wij niet.”<br />

“De mensen van het roc die we toebedeeld kregen, namen niet helemaal vrijwillig deel.<br />

Deelname was hen opgelegd. Ik heb ook gemerkt dat zij m<strong>in</strong> of meer v<strong>in</strong>den dan wij<br />

broodroof pleegden: ‘Jullie houden onze leerl<strong>in</strong>gen bij je’. Ik vond de bereidheid m<strong>in</strong>imaal<br />

om mee te werken. Het kwam vaak niet uit. Als je iets wil doen, moet je er structureel over<br />

overleggen. Daar baalde ik ontzettend van.”<br />

“Wij hebben met elkaar gesproken en programma’s vergeleken. En als het dan puntje bij<br />

paaltje komt, past het roc zijn programma niet aan, omdat het roc van diverse vmbo’s<br />

leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nenkrijgt. Wij kunnen niet voor dat ene kle<strong>in</strong>e groepje <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen van onze<br />

vmbo-school een speciaal programma draaien.”<br />

Daarnaast zijn er ook nog andere redenen om te stoppen: een aanstaande fusie of<br />

reorganisatie die veel aandacht vergt, adm<strong>in</strong>istratieve blunders, ziekte of gebrek aan<br />

kartrekkers, onwelwillendheid van docenten om het traject vorm te geven of men laat alle<br />

leerl<strong>in</strong>gen doorgaan <strong>in</strong> het Vakcollege, waardoor er geen leerl<strong>in</strong>gen overblijven voor een<br />

<strong>VM2</strong>-klas. Eén experiment is gestopt, omdat alle lwoo-leerl<strong>in</strong>gen uit het experiment zijn<br />

gehaald, om de lwoo-bekostig<strong>in</strong>g niet mis te lopen. Een ander experiment is op aangeven<br />

van het bedrijfsleven gestopt met <strong>VM2</strong>: de bedrijven dreigden subsidie mis te lopen,<br />

wanneer de leerl<strong>in</strong>gen als bol-leerl<strong>in</strong>g bij hen stage kwamen lopen. Ze hebben daarom<br />

aangegeven dat ze liever bbl-leerl<strong>in</strong>gen hebben. De school heeft hier gehoor aan gegeven<br />

en heeft de leerl<strong>in</strong>gen van <strong>VM2</strong> overgezet <strong>in</strong> een bbl-opleid<strong>in</strong>g:<br />

“… er waren ook net bedrijven uitgezocht om de bpv te regelen. Die kregen er lucht van dat<br />

de leerl<strong>in</strong>gen als bol-leerl<strong>in</strong>g waren <strong>in</strong>geschreven en dat ze daardoor subsidie misliepen.”<br />

4.3 Wat beïnvloedt de samenwerk<strong>in</strong>g?<br />

Nu we op hoofdlijnen weten hoe het proces van samenwerk<strong>in</strong>g tussen de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

verloopt, kunnen we ook stil staan bij de belangrijkste beïnvloedende factoren. Deze<br />

factoren ontlenen we aan een analyse van onder meer de <strong>in</strong>terviews met de tweede<br />

tranche-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> het najaar van 2011. We onderscheiden vier factoren: de<br />

omstandigheden waaronder men aan het experiment beg<strong>in</strong>t, de complexiteit van het<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsverband, lage leerl<strong>in</strong>genaantallen en organiserend vermogen.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 47


Aanvangscondities<br />

De omstandigheden waaronder men aan het experiment beg<strong>in</strong>t, spelen mee <strong>in</strong> wijze waarop<br />

de samenwerk<strong>in</strong>g vervolgens verloopt. Het gaat om omstandigheden als: motieven,<br />

noodzaak en het zijn van elkaars natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners.<br />

Motieven<br />

De tweede tranche-<strong>experimenten</strong> zijn van start gegaan vanuit verschillende motieven. Veel<br />

scholen zijn met <strong>VM2</strong> begonnen omdat ze het aantal vsv’ers terug willen dr<strong>in</strong>gen en nu eens<br />

echt doorlopende leerlijnen willen opzetten tussen het vmbo en mbo. In termen van<br />

welslagen van de samenwerk<strong>in</strong>g zijn dit meestal niet zo’n sterke motieven. Wat er als motief<br />

wel uitspr<strong>in</strong>gt is het met <strong>VM2</strong> aanbieden van nieuw mbo-aanbod <strong>in</strong> een regio of het<br />

voortzetten/verbreden van reeds bestaande samenwerk<strong>in</strong>g:<br />

• Er zijn vijf <strong>experimenten</strong> tweede tranche expliciet met <strong>VM2</strong> gestart om mbo-opleid<strong>in</strong>gen<br />

aan te bieden <strong>in</strong> een regio waar deze opleid<strong>in</strong>g nog ontbrak (‘witte vlek’). Van deze vijf<br />

<strong>experimenten</strong> lopen er nog steeds vier.<br />

• Diverse vmbo- en mbo-scholen werkten vóór het experiment al samen en wilden met<br />

<strong>VM2</strong> hun samenwerk<strong>in</strong>g voortzetten en verbreden. Dit motief om met <strong>VM2</strong> starten, blijkt<br />

ook een goede aanvangsconditie te zijn. Al deze <strong>experimenten</strong> zijn namelijk van de<br />

grond gekomen, en zo’n driekwart is nog steeds operationeel.<br />

Noodzaak<br />

Soms voelen scholen een noodzaak om met <strong>VM2</strong> te starten. Zo zijn enkele scholen met <strong>VM2</strong><br />

gestart omdat ze te maken hebben met krimpende leerl<strong>in</strong>gaantallen. Ook een slecht imago<br />

van de school kan een reden zijn: door een aantrekkelijk <strong>VM2</strong>-traject aan te bieden, hoopt<br />

men het imago te verbeteren.<br />

Ongeveer een vijfde van de <strong>experimenten</strong> is gestart omdat het CvB nadrukkelijk aangaf deel<br />

te willen nemen. Het CvB ziet <strong>VM2</strong> bijvoorbeeld als een aantrekkelijk traject om de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />

mee te profileren. In de vorige monitorrapportage zagen we nog dat dit meestal niet zo’n<br />

goed voorteken is omdat dan kans bestaat dat het experiment wordt opgelegd; gebrek aan<br />

draagvlak is vaak niet bespoedigend voor het proces van samenwerken 25 . Op grond van de<br />

<strong>in</strong>terviews <strong>in</strong> het najaar van 2011 willen we dit toch wat nuanceren. We zien nu namelijk dat<br />

als het CvB wil dat scholen met <strong>VM2</strong> starten, er vaak eerder de juiste middelen beschikbaar<br />

zijn om van start te gaan. We zien nu dan ook dat <strong>in</strong> deze gevallen de <strong>experimenten</strong> vaker<br />

cont<strong>in</strong>uïteit hebben dan bij <strong>experimenten</strong> waar het CvB geheel niet <strong>in</strong> beeld is. Tegelijkertijd<br />

zien we ook dat draagvlak wel belangrijk is. Als het CvB wil dat <strong>VM2</strong> wordt gestart, maar het<br />

management en/of de werkvloer zien het niet zitten, dan is het experiment <strong>in</strong> kwestie vaak<br />

gestopt. De wil van het CvB <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met draagvlak op management- en<br />

werkvloerniveau dragen gezamenlijk bij aan goede samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong>.<br />

Natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners<br />

Wanneer de samenwerk<strong>in</strong>gspartners elkaar bij aanvang al kennen en elkaar als natuurlijke<br />

samenwerk<strong>in</strong>gspartners zien, mag je verwachten dat de samenwerk<strong>in</strong>g beter van de grond<br />

komt en gaat lopen dan wanneer elkaar men niet kent of aanvankelijk bijvoorbeeld met een<br />

andere partner met <strong>VM2</strong> wilde starten. Voor ruim 85% van de <strong>experimenten</strong> waren het<br />

vmbo en het mbo bij aanvang elkaars natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners. Bij de overige<br />

<strong>experimenten</strong> wilden enkele vmbo-scholen bijvoorbeeld met een andere mbo-partner starten<br />

25 R. van Schoonhoven, D. Heijnens & M. Bouwmans, m.m.v. E. Weijers (2011). Samenwerken aan <strong>VM2</strong>:<br />

E<strong>in</strong>drapportage schooljaar 2010-2011. Utrecht: <strong>ecbo</strong>.<br />

48 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


of hadden ze keuze uit veel mbo-partners <strong>in</strong> de nabije omgev<strong>in</strong>g, met wie allemaal al<br />

contacten bestonden.<br />

Het zijn van natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners blijkt een belangrijke voorwaarde voor een<br />

goede samenwerk<strong>in</strong>g te zijn: bijna tweederde van deze <strong>experimenten</strong> loopt <strong>in</strong> het najaar van<br />

2011 nog, terwijl slechts een derde van de <strong>experimenten</strong> nog loopt waar<strong>in</strong> men elkaar<br />

aanvankelijk niet als natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartner zag.<br />

Unilocaties nemen hierbij een speciale positie <strong>in</strong>. Het vmbo en mbo zitten dan namelijk al<br />

gezamenlijk <strong>in</strong> één gebouw of op één terre<strong>in</strong>. Bijna alle unilocaties van de tweede tranche<br />

zijn aoc’s. Het opstarten en uitvoeren van het <strong>VM2</strong>-experiment lijkt voor deze scholen<br />

makkelijker dan voor scholen die op verschillende locaties zitten en dat blijkt <strong>in</strong>derdaad ook<br />

zo te zijn. De mensen op deze locaties kennen elkaar vaak al en er is meestal sprake van<br />

één bestuur. De aoc-locaties hebben daarnaast vaker een bovenschoolse stuurgroep en<br />

werkgroep dan <strong>experimenten</strong> zonder unilocatie. Zo v<strong>in</strong>dt er bij AOC Oost bovenschoolse<br />

afstemm<strong>in</strong>g plaats over het <strong>in</strong>houdelijk concept van <strong>VM2</strong>. Dit kan eraan bijdragen dat er<br />

eerder oploss<strong>in</strong>gen voor problemen beschikbaar zijn, waardoor de kans op overleven groter<br />

wordt. Ook bij AOC Friesland en Edudelta v<strong>in</strong>dt soortgelijke bovenschoolse afstemm<strong>in</strong>g<br />

plaats.<br />

Of men elkaar bij aanvang van het experiment ook al kent, hangt hier ook mee samen. Op<br />

de werkvloer kent men <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van het <strong>VM2</strong>-traject elkaar lang niet altijd. Bijna een<br />

kwart van de <strong>experimenten</strong> waar de docenten elkaar bij aanvang niet kenden, is niet van de<br />

grond gekomen en een derde is <strong>in</strong>middels gestopt. Als de docenten elkaar al wel kennen,<br />

komt het experiment veel vaker van de grond. Bij maar zo’n 14% lukt dit niet. Ook stoppen<br />

deze <strong>experimenten</strong> m<strong>in</strong>der vaak (zo’n 12%).<br />

Subsidie<br />

Het is mogelijk dat scholen deelnemen aan <strong>VM2</strong>, omdat er een startsubsidie aan verbonden<br />

is. Voor de meeste <strong>experimenten</strong> was deze subsidie geen reden om te starten. Men zag de<br />

subsidie wel als een mooie bijkomstigheid, die het bijvoorbeeld mogelijk maakt om docenten<br />

te faciliteren om het traject <strong>in</strong>houdelijk vorm te geven. Voor zo’n 16% van de <strong>experimenten</strong><br />

was de startsubsidie wel een belangrijke reden om te starten. Van deze <strong>experimenten</strong> loopt<br />

<strong>in</strong> het najaar van 2011 nog ruim 60%. Dat is m<strong>in</strong>der dan van de <strong>experimenten</strong> die het als<br />

mooie bijkomstigheid zagen, waarvan nog bijna driekwart loopt. De <strong>experimenten</strong> die<br />

gestart zijn om de subsidie zijn wel vaker van de grond gekomen dan de <strong>experimenten</strong><br />

waarbij subsidie een als een mooie bijkomstigheid werd gezien of helemaal geen rol speelde.<br />

De focus op de startsubsidie heeft er <strong>in</strong> dit opzicht wellicht iets aan bijgedragen dat de<br />

<strong>experimenten</strong> ook daadwerkelijk van start zijn gegaan.<br />

Samenvattend<br />

Er zijn verschillende aanvangscondities die bijdragen aan het welslagen van de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g. Gedeelde motieven, het zijn van elkaars natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners<br />

of unilocaties en elkaar al kennen op de werkvloer zorgen ervoor dat de samenwerk<strong>in</strong>g<br />

vaker van de grond komt en <strong>in</strong> het najaar van 2011 nog loopt. Daarnaast komt een breed<br />

draagvlak, dat zich kan uiten <strong>in</strong> betrokkenheid van het CvB en bovenschoolse afstemm<strong>in</strong>g,<br />

de samenwerk<strong>in</strong>g ten goede.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 49


Complexiteit van het samenwerk<strong>in</strong>gsverband<br />

Op grond van de respons op de vragenlijsten kunnen we alle <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong>delen naar<br />

complexiteit van het samenwerk<strong>in</strong>gsverband. Deze <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g hebben we <strong>in</strong> voorgaande<br />

monitorrapportages ook gedaan. De hoofdlijn van de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g staat samengevat<br />

weergegeven <strong>in</strong> tabel 4.3.<br />

Tabel 4.3 Complexiteit van het samenwerk<strong>in</strong>gsverband<br />

Model I Model II Model III<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g Complex (veel op veel) Comb<strong>in</strong>atie (1 op veel) Overzichtelijk (1 op 1)<br />

Licenties Breed pakket Breed pakket Smal pakket<br />

Examen vmbo Ja Comb<strong>in</strong>atie Nee<br />

Programma Gescheiden Comb<strong>in</strong>atie Geïntegreerd<br />

Cursusduur Cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g Comb<strong>in</strong>atie Verkort<strong>in</strong>g<br />

Benader<strong>in</strong>g Klassikaal Comb<strong>in</strong>atie Individueel<br />

Bij Model I gaat het om complexe samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden bestaande uit meer dan één<br />

vmbo-school/afdel<strong>in</strong>g en meerdere mbo-opleid<strong>in</strong>gen. Vaak biedt men b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> een breed<br />

palet aan crebo’s aan, of is dat althans de bedoel<strong>in</strong>g. Bij Model III gaat het om eenvoudige<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden tussen één vmbo-school/afdel<strong>in</strong>g en één mbo-opleid<strong>in</strong>g. <strong>VM2</strong><br />

wordt <strong>in</strong> één crebo aangeboden. Model II betreft een comb<strong>in</strong>atie van beide andere twee<br />

modellen.<br />

We kunnen kijken of <strong>experimenten</strong> eerder stoppen of niet van de grond komen als zij<br />

complex of eenvoudig zijn. In tabel 4.4 is deze verdel<strong>in</strong>g afgebeeld.<br />

Tabel 4.4 Complexiteit naar status van het experiment<br />

Eerste tranche<br />

Aantal<br />

exp.<br />

Exp.<br />

%<br />

Afgerond<br />

%<br />

Lopend<br />

%<br />

Gestopt<br />

%<br />

Totaal<br />

%<br />

Model I 6 18,2 - 50,0 50,0 100<br />

Model II 25 75,8 12,0 60,0 28,0 100<br />

Model III 2 6,0 100,0 - - 100<br />

Tweede tranche<br />

Model I 21 15,4 - 28,6 71,4 100<br />

Model II 82 60,3 1,2 69,5 29,3 100<br />

Model III 10 7,4 - 70,0 30,0 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Model I 10 14,5 - 70,0 30,0 100<br />

Model II 48 69,6 - 81,2 18,8 100<br />

Model III 11 15,9 - 100,0 - 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort<br />

II<br />

Model I 6 10,0 - 100,0 - 100<br />

Model II 46 76,7 - 95,7 4,3 100<br />

Model III 8 13,3 - 100,0 - 100<br />

50 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Eerste tranche 26<br />

De meeste eerste tranche-<strong>experimenten</strong>, 25 <strong>in</strong> totaal, behoren tot model II. Daarvan is 28%<br />

momenteel gestopt. Daarnaast zijn er 6 die vallen <strong>in</strong> Model I en 2 die vallen <strong>in</strong> model III.<br />

Laatste twee <strong>experimenten</strong> zijn <strong>in</strong>middels afgerond. Van de 6 complexe <strong>experimenten</strong> zijn er<br />

<strong>in</strong>middels 3 gestopt.<br />

Tweede tranche 27<br />

Ook bij deze tranche zien we dat de meeste <strong>experimenten</strong> vallen <strong>in</strong> model II; daarvan is een<br />

kle<strong>in</strong>e 30% <strong>in</strong>middels gestopt. Van de 21 complexe <strong>experimenten</strong> (model I) is <strong>in</strong>middels<br />

74% gestopt. Van de 10 eenvoudige <strong>experimenten</strong> (model III) is 30% gestopt.<br />

Eerste borg<strong>in</strong>gscohort<br />

Bij het eerste borg<strong>in</strong>gscohort zien we dat het percentage gestopte <strong>experimenten</strong> onder de<br />

complexe gevallen (model I) met 30% hoger is dan onder de <strong>experimenten</strong> die we <strong>in</strong>delen<br />

bij model II.<br />

Tweede borg<strong>in</strong>gscohort<br />

Bij het tweede borg<strong>in</strong>gscohort zijn twee <strong>experimenten</strong> die we <strong>in</strong>delen bij model II <strong>in</strong>middels<br />

niet meer actief. Dit cohort loopt s<strong>in</strong>ds schooljaar 2011-2012. Het is daarom nog te vroeg<br />

om na te kunnen gaan of ook hier de meer complexe samenwerk<strong>in</strong>gsmodellen m<strong>in</strong>der kans<br />

van slagen hebben.<br />

In tabel 4.5 is te zien hoeveel leerl<strong>in</strong>gen bij de start van het experiment <strong>in</strong> de <strong>VM2</strong>-modellen<br />

zaten en wat hun onderwijspositie <strong>in</strong> het najaar van 2011 is.<br />

26 Voor de <strong>experimenten</strong> die nu nog lopen is de typer<strong>in</strong>g gebaseerd op de resultaten uit de vragenlijsten van het<br />

najaar 2011. Voor de <strong>experimenten</strong> die afgerond of gestopt zijn, zijn de typer<strong>in</strong>gen gebaseerd op resultaten uit de<br />

vragenlijsten van het voorjaar 2011.<br />

27 Voor de <strong>experimenten</strong> die nu nog lopen is de typer<strong>in</strong>g gebaseerd op de resultaten uit de vragenlijsten van het<br />

najaar 2011. Voor de <strong>experimenten</strong> die afgerond of gestopt zijn, zijn de typer<strong>in</strong>gen gebaseerd op resultaten uit de<br />

vragenlijsten van het voorjaar 2011.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 51


Tabel 4.5 Onderwijspositie per 1-10-2011 t.o.v. startmoment* naar model<br />

Aantal lln. <strong>VM2</strong> Switch Uitval Start kwal.**<br />

% % %<br />

%<br />

Eerste tranche 28<br />

Totaal<br />

Model I 251 3,2 76,5 17,9 2,4 100<br />

Model II 614 11,1 55,9 11,4 21,7 100<br />

Model III 30 0,0 30,0 0,0 70,0 100<br />

Tweede tranche 29<br />

Model I 332 12,7 79,2 8,1 - 100<br />

Model II 1.355 35,8 56,5 7,7 - 100<br />

Model III 134 39,6 53,0 7,5 - 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I 30<br />

Model I 450 64,4 33,8 1,8 - 100<br />

Model II 1.380 61,7 36,4 1,8 - 100<br />

Model III 259 65,3 33,6 1,2 - 100<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Model I 209 100,0 - - - 100<br />

Model II 1.130 100,0 - - - 100<br />

Model III 162 100,0 - - - 100<br />

* het startmoment van de eerste tranche is 1-10-2008, van de tweede tranche 1-10-2009 van borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

1-10-2010 en van borg<strong>in</strong>gscohort II 1-10-2011<br />

** Deze startkwalificatie kan b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> of b<strong>in</strong>nen een reguliere mbo niveau 2 opleid<strong>in</strong>g zijn behaald<br />

Eerste tranche 31<br />

Van de leerl<strong>in</strong>gen die gestart zijn <strong>in</strong> een model III experiment heeft <strong>in</strong>middels 70% een<br />

startkwalificatie behaald, de overige leerl<strong>in</strong>gen zijn geswitcht. Het aandeel leerl<strong>in</strong>gen uit<br />

model I en II dat een startkwalificatie heeft behaald ligt veel lager. Het switch- en<br />

uitvalpercentage ligt het hoogst bij de complexe <strong>experimenten</strong> (model I).<br />

Tweede tranche 32<br />

Ook <strong>in</strong> de tweede tranche is het switchpercentage het hoogst bij de model I <strong>experimenten</strong>.<br />

Hetzelfde geldt voor het vsv-percentage, hoewel de verschillen tussen de modellen hier veel<br />

kle<strong>in</strong>er zijn dan bij de eerste tranche. Toch geldt ook voor de tweede tranche dat de model<br />

III <strong>experimenten</strong> de meeste leerl<strong>in</strong>gen voor <strong>VM2</strong> weten te behouden.<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I 33<br />

De onderwijsposities van de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het eerste borg<strong>in</strong>gscohort verschillen niet veel<br />

tussen de modellen van <strong>experimenten</strong>. De verschillen zijn ook niet significant. Procentueel<br />

28 De verschillen tussen de modellen zijn statistisch significant (Chi-kwadraattoets, alpha= .01). De effectgrootte is<br />

gemeten aan de hand van Cramer’s V. In dit geval is de effectgrootte beperkt (Cramer’s V= .27).<br />

29 De verschillen tussen de modellen zijn statistisch significant (Chi-kwadraattoets, alpha= .01). De effectgrootte is<br />

gemeten aan de hand van Cramer’s V. In dit geval is de effectgrootte zeer beperkt (Cramer’s V= .14).<br />

30 De verschillen tussen de modellen zijn niet statistisch significant (Chi-kwadraattoets, alpha= .69).<br />

31 Vijf <strong>experimenten</strong> zijn niet meegenomen <strong>in</strong> de typer<strong>in</strong>g. Deze <strong>experimenten</strong> zijn namelijk al langere tijd gestopt<br />

en hebben niet de vragen beantwoord die nodig waren om tot de typer<strong>in</strong>g te komen. Daardoor komt het totale<br />

leerl<strong>in</strong>gaantal eerste tranche hier op 895 uit <strong>in</strong> plaats van 1.044.<br />

32 Zeven <strong>experimenten</strong> zijn niet meegenomen <strong>in</strong> de typer<strong>in</strong>g. Deze <strong>experimenten</strong> zijn namelijk al langere tijd<br />

gestopt en/of hebben niet de vragen beantwoord die nodig waren om tot de typer<strong>in</strong>g te komen. Daardoor komt het<br />

totale leerl<strong>in</strong>gaantal eerste tranche hier op 1.821 uit <strong>in</strong> plaats van 1.995.<br />

33 Het borg<strong>in</strong>gscohort van één experiment is niet meegenomen <strong>in</strong> de analyse, omdat dit experiment de vragenlijst<br />

van het borg<strong>in</strong>gscohort niet heeft <strong>in</strong>gevuld. Daarom is het totale leerl<strong>in</strong>gaantal hier 2.089 <strong>in</strong> plaats van 2.117.<br />

52 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%


gezien behouden model III <strong>experimenten</strong> wel de meeste leerl<strong>in</strong>gen voor <strong>VM2</strong> en hebben ze<br />

iets m<strong>in</strong>der switchers en vsv’ers.<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Alle leerl<strong>in</strong>gen staan per 1 oktober2011 <strong>in</strong>geschreven <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>. Een relatie met de modellen is<br />

daarom nog niet na te gaan.<br />

Samenvattend<br />

Bij elke tranche zien we tot nu toe dat het percentage <strong>experimenten</strong> dat stopt, het hoogste<br />

is onder de meer complexe samenwerk<strong>in</strong>gsconstructies. Daarmee samenhangend is ook te<br />

zien dat <strong>in</strong> deze <strong>experimenten</strong> de meeste leerl<strong>in</strong>gen switchen of uitvallen. De complexe<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsconstructies zijn wellicht moeilijker te organiseren, waardoor de<br />

<strong>experimenten</strong> eerder niet van de grond komen of stoppen. Een overzichtelijke samenwerk<strong>in</strong>g<br />

en een smal geïntegreerd traject hebben meer kans van slagen.<br />

Lage leerl<strong>in</strong>genaantallen<br />

In het voorgaande kwam al naar voren dat de <strong>experimenten</strong> zelf een (te) laag<br />

leerl<strong>in</strong>genaantal aangeven als belangrijke reden waarom de samenwerk<strong>in</strong>g niet van de<br />

grond komt of op een gegeven moment stopt.<br />

In de bijlage zijn de leerl<strong>in</strong>genaantallen per experiment te v<strong>in</strong>den (zie tabel B5.1 t/m B5.4).<br />

Bij de <strong>experimenten</strong> die nog lopen zijn de leerl<strong>in</strong>genaantallen aan de lage kant, zeker als je<br />

er van uit gaat dat je op grond van bekostig<strong>in</strong>gsparameters <strong>in</strong> het vmbo zo tussen de 15 en<br />

20 leerl<strong>in</strong>gen nodig zijn om één groep quitte te laten draaien. In de eerste tranche ligt de<br />

gemiddelde experimentgrootte nu op 4 leerl<strong>in</strong>gen, met uitersten van <strong>experimenten</strong> met<br />

1 leerl<strong>in</strong>gen en met 17 leerl<strong>in</strong>gen. In de tweede tranche omvat een experiment nu<br />

gemiddeld 8 leerl<strong>in</strong>gen, met uitersten van 2 en 32 leerl<strong>in</strong>gen. Een vergelijk<strong>in</strong>g met de<br />

borg<strong>in</strong>gscohorten valt <strong>in</strong> deze context niet te maken, aangezien deze cohorten niet op<br />

experimentniveau maar enkel op sectorniveau geregistreerd zijn.<br />

Een fl<strong>in</strong>k deel van de <strong>experimenten</strong> (28% eerste tranche; 48% tweede tranche, zie tabel<br />

B3.54 en B3.55) onderv<strong>in</strong>dt organisatorische problemen door het lage leerl<strong>in</strong>genaantal.<br />

Daarbij wordt bij de mogelijkheid het antwoord toe te lichten vooral aangegeven dat men<br />

over te we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen en/of teveel crebo’s beschikt om één en ander organiseerbaar te<br />

houden.<br />

Zowel <strong>in</strong> de eerste als <strong>in</strong> de tweede tranche probeert men dit op te lossen door óf te werken<br />

aan profiler<strong>in</strong>g van het aanbod naar buiten toe (50% eerste tranche; 59% tweede tranche,<br />

zie tabel B3.56 en B3.57) óf door school-<strong>in</strong>terne comb<strong>in</strong>aties te maken (40% eerste tranche;<br />

76% tweede tranche, zie dezelfde tabellen). Dat laatste betekent bijvoorbeeld het<br />

samenvoegen van <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen op de algemeen vormende vakken met reguliere<br />

leerl<strong>in</strong>gen, het comb<strong>in</strong>eren van de derde en de vierde klas <strong>in</strong> één groep en/of het<br />

comb<strong>in</strong>eren van groepen basis- en kaderberoepsgerichte leerweg. Zo geeft een experiment<br />

bijvoorbeeld aan:<br />

“We hebben de <strong>VM2</strong>-trajecten opgezet om grotere groepen leerl<strong>in</strong>gen samen te plaatsen. De<br />

versnipper<strong>in</strong>g en de ger<strong>in</strong>ge keuze van leerl<strong>in</strong>gen voor techniek maakt het steeds moeilijker<br />

de afzonderlijke afdel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> stand te houden. Groepen samenvoegen van verschillende<br />

niveaus is soms onwenselijk, maar helaas gemeengoed <strong>in</strong> de techniek.”<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 53


Overigens geeft 20% van de eerste en 12% van de tweede tranche <strong>in</strong> dit verband aan het<br />

betreffende aanbod te sluiten (zie tabel B3.56 en B3.57).<br />

Er zijn twee wegen waarlangs een (te) laag leerl<strong>in</strong>genaantal het proces van samenwerk<strong>in</strong>g<br />

beïnvloedt: direct via <strong>in</strong>stroom <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> bij het vmbo en <strong>in</strong>direct door de perceptie van het<br />

mbo.<br />

Ten eerste de directe weg: het kan zijn dat het experiment <strong>in</strong> eerste aanleg, bij de<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>in</strong>stroom <strong>in</strong> het derde leerjaar vmbo of aan het e<strong>in</strong>de van dat leerjaar al direct we<strong>in</strong>ig<br />

leerl<strong>in</strong>gen trekt. Of <strong>in</strong> ieder geval lager dan de verwacht<strong>in</strong>g was. Dat is <strong>in</strong> dat geval dan vaak<br />

een teleurstell<strong>in</strong>g voor betrokkenen. Uit de vragenlijsten en <strong>in</strong>terviews maken wij op dat<br />

<strong>in</strong>stroom tegen kan vallen doordat leerl<strong>in</strong>gen bij nader <strong>in</strong>zien toch liever een andere<br />

beroepsricht<strong>in</strong>g op gaan en/of dat ze na het vmbo toch opteren voor de<br />

beroepsbegeleidende leerweg. Nu zien we dat een tegenvallend leerl<strong>in</strong>genaantal <strong>in</strong> één<br />

schooljaar vaak nog niet tot het stopzetten van het experiment leidt; maar als dat <strong>in</strong> het<br />

daarop volgende jaar of jaren ook gebeurt, dan is het niet zo vreemd dat betrokkenen gaan<br />

twijfelen over de cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g van het <strong>VM2</strong>-traject. De bekostig<strong>in</strong>g is bij lage<br />

leerl<strong>in</strong>genaantallen immers vaak niet toereikend.<br />

Ten tweede de <strong>in</strong>directe weg: het komt voor dat een mbo-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g die met enthousiasme<br />

<strong>in</strong>stapt <strong>in</strong> het traject bij lage leerl<strong>in</strong>genaantallen zich op een gegeven moment ook beraadt<br />

op cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g. Immers, als jaarlijks wel wordt geïnvesteerd <strong>in</strong><br />

aangepaste trajecten voor (te) kle<strong>in</strong>e groepen, dan is het begrijpelijk dat een mbo-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />

zoekt naar alternatieven. Zoals het samenvoegen van de <strong>VM2</strong>-stroom met de reguliere mbo<br />

niveau 2 opleid<strong>in</strong>gen. Dat dan wel weer – deels of grotendeels – op de mbo-locatie en met<br />

verlies van het bijzondere van het <strong>VM2</strong>-traject. Dit kan voor het vmbo dan weer reden zijn<br />

om teleurgesteld te zijn <strong>in</strong> ‘het mbo dat afhaakt’.<br />

Circa een derde van de <strong>experimenten</strong> eerste en tweede tranche geeft <strong>in</strong> de vragenlijst aan<br />

te maken te hebben met een leerl<strong>in</strong>genterugloop <strong>in</strong> de basisberoepsgerichte leerweg van<br />

tussen de 0 en de 5% (zie tabel B3.58 en B3.59). Desgevraagd geven enkele scholen aan<br />

dat dit doorwerkt op <strong>VM2</strong>, omdat het discussie oproept over de voortgang van het<br />

experiment <strong>in</strong> verband met de betaalbaarheid ervan (zie tabel B3.60 en B3.61). Omgekeerd<br />

merken sommige <strong>experimenten</strong> op dat <strong>VM2</strong> <strong>in</strong> een situatie van krimp wel kansen biedt<br />

omdat de leerl<strong>in</strong>gen dan langer op de vmbo-school staan <strong>in</strong>geschreven (zie tabel B3.64 en<br />

B3.65).<br />

Samenvattend<br />

Een te laag leerl<strong>in</strong>genaantal hangt samen met een m<strong>in</strong>der optimaal verloop van de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g. Over oorzaak en gevolg kunnen we op grond van de verzamelde gegevens<br />

geen uitspraak doen. Het kan zijn dat een laag leerl<strong>in</strong>genaantal ertoe leidt dat<br />

samenwerk<strong>in</strong>gspartners er geen brood meer <strong>in</strong> zien en dat het proces daarom stokt. Het kan<br />

ook zo zijn dat omdat de samenwerk<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>der voorspoedig verloopt, een voor leerl<strong>in</strong>gen<br />

m<strong>in</strong>der duidelijk <strong>VM2</strong>-traject wordt neergezet waardoor leerl<strong>in</strong>gen er niet voor kiezen.<br />

Organisatie van het traject<br />

Op basis van de <strong>in</strong>terviews met de <strong>experimenten</strong> tweede tranche kunnen we ook een relatie<br />

leggen tussen de organisatie van het proces en de mate waar<strong>in</strong> het experiment cont<strong>in</strong>uïteit<br />

kent. We kijken dan vooral naar het structureren van het samenwerk<strong>in</strong>gsproces door middel<br />

van een stuurgroep, werkgroep en het hanteren van een duidelijk projectplan.<br />

54 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Stuurgroep<br />

Van de <strong>experimenten</strong> die nog lopen, heeft ruim tweederde een stuurgroep (bij 30% is deze<br />

stuurgroep bovenschools). Dit betekent dat een derde van de lopende <strong>experimenten</strong> geen<br />

stuurgroep heeft. Bij deze groep zonder stuurgroep zien we soms dat het experiment op de<br />

werkvloer wel wordt uitgevoerd, maar dat er niet door management of bestuur wordt<br />

bijgestuurd en dat het ook niet tot verbred<strong>in</strong>g/verdiep<strong>in</strong>g komt. We noemen dit ook wel<br />

‘eilandsamenwerk<strong>in</strong>g’. Dit komt bij de nog lopende <strong>experimenten</strong> mét stuurgroep niet voor.<br />

In die categorie komt soms wel voor dat de plannen door de werkvloer niet worden<br />

uitgevoerd; dit noemen we dan ‘schijnsamenwerk<strong>in</strong>g’ (alleen op niveau stuurgroep).<br />

Verder zien we dat de samenwerk<strong>in</strong>g bij de lopende <strong>experimenten</strong> zonder stuurgroep m<strong>in</strong>der<br />

verregaand is dan bij de <strong>experimenten</strong> met stuurgroep. In zo’n driekwart van de<br />

<strong>experimenten</strong> zonder stuurgroep wordt het samenwerk<strong>in</strong>gsproces niet bijgestuurd door<br />

managers en wordt <strong>VM2</strong> niet verbreed en verdiept. Bij de <strong>experimenten</strong> met stuurgroep<br />

geldt dit voor ongeveer de helft.<br />

Werkgroep<br />

Bij de aanwezigheid van een werkgroep zien we ongeveer hetzelfde beeld als bij de<br />

stuurgroep: ruim een derde van de lopende <strong>experimenten</strong> heeft geen functionerende<br />

werkgroep. Vaak voeren de docenten het traject dan zelf uit. Als er geen werkgroep is zien<br />

we vaker een vorm van ‘eilandsamenwerk<strong>in</strong>g’ (wel uitvoer<strong>in</strong>g op de werkvloer, nauwelijks<br />

bemoeienis management/bestuur, geen verbred<strong>in</strong>g/verdiep<strong>in</strong>g) dan wanneer er wel een<br />

werkgroep is: bij 5 van de 17 <strong>experimenten</strong> zonder werkgroep is sprake van<br />

eilandsamenwerk<strong>in</strong>g, tegenover één van de 28 <strong>experimenten</strong> met werkgroep. Tegelijkertijd<br />

zien we dat een vierde van de lopende <strong>experimenten</strong> mét een werkgroep zich laat<br />

kenschetsen als ‘schijnsamenwerk<strong>in</strong>g’ (wel samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> stuurgroep/werkgroepverband,<br />

geen uitvoer<strong>in</strong>g op de werkvloer).<br />

De lopende <strong>experimenten</strong> zonder werkgroep hebben net als de lopende <strong>experimenten</strong><br />

zonder stuurgroep een m<strong>in</strong>der verregaande samenwerk<strong>in</strong>g dan de <strong>experimenten</strong> met werk-<br />

en/of stuurgroep. Dit komt grotendeels door de samenhang tussen het ontbreken van een<br />

stuurgroep en een werkgroep. Ruim 70% van de <strong>experimenten</strong> zonder werkgroep komt <strong>in</strong><br />

het samenwerk<strong>in</strong>gsproces namelijk niet toe aan structureren en verbreden en verdiepen,<br />

tegenover de helft van de <strong>experimenten</strong> met werkgroep. De <strong>experimenten</strong> blijven als het<br />

ware hangen <strong>in</strong> de praktische samenwerk<strong>in</strong>g.<br />

Projectplan<br />

De nog lopende <strong>experimenten</strong> en de <strong>in</strong>middels gestopte <strong>experimenten</strong> kennen <strong>in</strong> gelijke<br />

mate een projectplan dat <strong>in</strong> gezamenlijkheid is opgesteld (beide rond de 50% van de<br />

gevallen).<br />

Zo’n 40% (18 <strong>in</strong> aantal) van de nog lopende <strong>experimenten</strong> voert <strong>in</strong> het najaar van 2011 het<br />

ooit <strong>in</strong>gediende projectplan niet uit. Dat wil niet zeggen dat er niet vanuit een plan wordt<br />

gewerkt. Een aantal <strong>experimenten</strong> werkt namelijk wel vanuit een plan, maar dit is niet het<br />

destijds <strong>in</strong>gediende projectplan. De andere nog lopende <strong>experimenten</strong> (zo’n 60%) voeren<br />

het projectplan zoals <strong>in</strong>gediend geheel of <strong>in</strong> grote lijnen uit.<br />

De <strong>experimenten</strong> die hun projectplan volledig uitvoeren, hebben meestal een stuur- en<br />

werkgroep. Naarmate het projectplan m<strong>in</strong>der strak of helemaal niet wordt gevolgd, is er<br />

m<strong>in</strong>der vaak sprake van een stuur- en werkgroep.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 55


Samenvattend<br />

Experimenten met een stuur- en werkgroep hebben relatief vaker een verder gevorderde<br />

samenwerk<strong>in</strong>g dan <strong>experimenten</strong> zonder stuur- en werkgroep. Zo worden processen bij de<br />

laatste groep <strong>experimenten</strong> m<strong>in</strong>der vaak bijgestuurd en wordt het traject m<strong>in</strong>der vaak<br />

verbreed of verdiept. Daarnaast volgen <strong>experimenten</strong> met een stuur- en werkgroep vaker<br />

het projectplan.<br />

4.4 Samenwerk<strong>in</strong>g samengevat<br />

Het lukt niet overal om het experiment van de wal te krijgen. In 40% van de eerste en 44%<br />

van de tweede tranche-<strong>experimenten</strong> komt de samenwerk<strong>in</strong>g niet van de grond of stopt het<br />

op een gegeven moment. Als:<br />

de aanvangscondities voor het experiment niet goed zijn,<br />

het samenwerk<strong>in</strong>gsverband te complex,<br />

de leerl<strong>in</strong>genaantallen te laag en<br />

de organisatiegraad van het traject achterblijft,<br />

dan is de kans groot dat een experiment <strong>in</strong>middels niet meer operationeel is. De<br />

<strong>experimenten</strong> die het betreft geven zelf als verklar<strong>in</strong>gsgronden aan dat de samenwerk<strong>in</strong>g<br />

niet vlotte en/of dat het leerl<strong>in</strong>genaantal te laag was om ermee door te gaan.<br />

Daar waar het experiment wel wordt gerealiseerd, zien we dat de meesten <strong>in</strong><br />

gezamenlijkheid doelen stellen en vervolgens tot de praktische uitvoer<strong>in</strong>g over gaan. Ler<strong>in</strong>g<br />

trekken uit eerdere samenwerk<strong>in</strong>gsprojecten en dit vertalen <strong>in</strong> de opzet en organisatie van<br />

<strong>VM2</strong> is eerder uitzonder<strong>in</strong>g dan regel. Verder komt uit de analyse naar voren dat<br />

management en bestuur lang niet altijd bijsturen op het experiment als het daar om vraagt.<br />

Tot verbred<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g van het experiment <strong>in</strong> de school (naar andere<br />

sectoren/leerwegen) komt het dan ook niet vaak.<br />

56 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


5 Experimenten <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong><br />

In de voorgaande hoofstukken zijn achtereenvolgens de opbrengsten van <strong>VM2</strong>, het <strong>VM2</strong>motto<br />

en de samenwerk<strong>in</strong>g aan bod gekomen. Volgens de beleidsmatige veronderstell<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>VM2</strong> hangen deze aspecten als volgt met elkaar samen: vmbo- en mbo-scholen gaan<br />

samenwerken en realiseren geïntegreerde trajecten op basis van het <strong>VM2</strong>-motto. Deze<br />

geïntegreerde trajecten realiseren dat m<strong>in</strong>der leerl<strong>in</strong>gen uitvallen en meer leerl<strong>in</strong>gen een<br />

startkwalificatie behalen.<br />

De samenhang tussen deze beleidsmatige veronderstell<strong>in</strong>gen kan aangevuld worden met<br />

aanvangscondities die de samenwerk<strong>in</strong>g kunnen beïnvloeden en de organisatie van het<br />

experiment. Schematisch wordt dit als volgt weergegeven:<br />

Figuur 5.1 Samenhang tussen processen <strong>in</strong> het <strong>VM2</strong>-experiment<br />

Aanvangscondities<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Organisatie van<br />

het experiment<br />

Eén concept,<br />

één team en<br />

één dak<br />

Vsv- en switchreductie<br />

Met dit model voor ogen kunnen we de verzamelde monitor<strong>in</strong>formatie en de verbanden<br />

tussen (groepen van) variabelen als volgt beschrijven.<br />

5.1 Aanvangscondities en organisatie van het experiment<br />

Zoals <strong>in</strong> hoofdstuk vier is besproken, zijn bepaalde aanvangscondities van <strong>in</strong>vloed op de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g tussen het vmbo en mbo. Een duidelijke gemeenschappelijke noodzaak, het<br />

zijn van elkaars natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartner en een breed draagvlak op alle niveaus<br />

van de organisaties bevorderen bijvoorbeeld de samenwerk<strong>in</strong>g.<br />

Naast de juiste aanvangscondities is het slagen van de samenwerk<strong>in</strong>g ook afhankelijk van de<br />

organisatie het experiment: lopende <strong>experimenten</strong> met een actieve stuurgroep en<br />

werkgroep zijn vaker verder gevorderd <strong>in</strong> hun samenwerk<strong>in</strong>g dan lopende <strong>experimenten</strong><br />

zonder een stuur- en werkgroep, zo bleek uit de <strong>in</strong>terviews.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 57


5.2 Samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Het ontbreken van de juiste aanvangscondities en een goede organisatie van het experiment<br />

vergroot de kans dat het experiment vroegtijdig stopt. In deze rapportage maken we<br />

onderscheid tussen gestopte/niet van de grond gekomen <strong>experimenten</strong>, lopende<br />

<strong>experimenten</strong> en afgeronde <strong>experimenten</strong>.<br />

De huidige status van de <strong>experimenten</strong> vertoont een sterke samenhang met de<br />

onderwijspositie van de leerl<strong>in</strong>gen. Gestopte en niet van de grond gekomen <strong>experimenten</strong><br />

zijn bij zowel de eerste als tweede tranche <strong>in</strong> de (grote) m<strong>in</strong>derheid maar nemen toch een<br />

relatief groot deel van de uitvallers en switchers voor hun reken<strong>in</strong>g: <strong>in</strong> de eerste tranche is<br />

een kle<strong>in</strong>e 40% van de <strong>experimenten</strong> verantwoordelijk voor ruim 60% van de uitvallers en<br />

switchers; <strong>in</strong> de tweede tranche is 44% van de <strong>experimenten</strong> verantwoordelijk voor de helft<br />

van de uitvallers en switchers (zie tabel 2.11 en 4.1).<br />

De <strong>experimenten</strong> die momenteel nog lopen of <strong>in</strong>middels zijn afgerond dragen juist bij aan<br />

vsv- en switchreductie en zorgen ervoor dat meer leerl<strong>in</strong>gen (versneld) een startkwalificatie<br />

behalen (zie paragraaf 2.2 en 2.3).<br />

De lopende <strong>experimenten</strong> zelf vormen een heterogene groep. De manier waarop wordt<br />

samengewerkt en hoe het traject <strong>in</strong>houdelijk wordt vormgegeven verschilt. In hoofdstuk vier<br />

werden ze daarom <strong>in</strong> drie modellen <strong>in</strong>gedeeld op basis van de complexiteit van het<br />

experiment. Daaruit blijkt dat complexe samenwerk<strong>in</strong>gsconstructies m<strong>in</strong>der kans van slagen<br />

hebben: ze stoppen relatief vaker en leiden daardoor ook m<strong>in</strong>der leerl<strong>in</strong>gen toe tot een<br />

startkwalificatie (zie paragraaf 4.3).<br />

Ook tijdens de <strong>in</strong>terviews zijn verschillen tussen de lopende (tweede tranche) <strong>experimenten</strong><br />

en de relatie met behaalde opbrengsten aan bod gekomen.<br />

De lopende tweede tranche-<strong>experimenten</strong> met een actieve stuur- en werkgroep presteren<br />

beter dan de lopende <strong>experimenten</strong> zonder deze groepen. De helft van de lopende<br />

<strong>experimenten</strong> zonder stuurgroep heeft bijvoorbeeld een vsv-percentage dat boven het<br />

gemiddelde van de gehele tweede tranche (<strong>in</strong>clusief gestopte en afgeronde <strong>experimenten</strong>)<br />

ligt, terwijl dit maar voor zo’n 14% van de lopende <strong>experimenten</strong> met stuurgroep geldt. Dit<br />

verschil zien we – <strong>in</strong> iets m<strong>in</strong>der sterke mate – ook terug als we kijken naar het<br />

switchpercentage: zo’n 83% van de <strong>experimenten</strong> met stuurgroep heeft een lager<br />

switchpercentage dan gemiddeld en dit geldt voor beduidend m<strong>in</strong>der <strong>experimenten</strong> zonder<br />

stuurgroep (ongeveer 64%).<br />

Een soortgelijk beeld zien we tevens bij de lopende <strong>experimenten</strong> met en zonder actieve<br />

werkgroep: zo’n 80% van de <strong>experimenten</strong> met actieve werkgroep heeft een vsv-percentage<br />

dat onder het gemiddelde ligt en bij de <strong>experimenten</strong> zonder werkgroep is dit 65%. Voor<br />

wat betreft de switchpercentages zijn er daarentegen geen duidelijke verschillen te zien<br />

tussen <strong>experimenten</strong> met en zonder werkgroep.<br />

Over het algemeen kunnen we stellen dat de aanwezigheid van een stuur- en werkgroep<br />

dus niet alleen zorgt voor een meer verregaande vorm van samenwerk<strong>in</strong>g, maar dat lopende<br />

<strong>experimenten</strong> met een stuur- en werkgroep ook betere resultaten behalen op het gebied van<br />

vsv- en switchreductie dan <strong>experimenten</strong> zonder deze stuur- en werkgroep.<br />

58 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Wanneer de rol van het mbo b<strong>in</strong>nen de samenwerk<strong>in</strong>g groter is, behaalt het experiment ook<br />

betere resultaten op het gebied van vsv-reductie. Eerder werd onderscheid gemaakt <strong>in</strong> de<br />

<strong>in</strong>tensiteit van de rol van het mbo. Deze kan louter kwalificerend, faciliterend of<br />

participerend zijn (zie paragraaf 4.2, Fase 3: Praktische uitvoer<strong>in</strong>g). De lopende tweede<br />

tranche-<strong>experimenten</strong> waar<strong>in</strong> het mbo een participerende rol heeft, hebben relatief gezien<br />

vaker een lager vsv-percentage dan gemiddeld dan <strong>experimenten</strong> met een faciliterende rol<br />

van het mbo: ruim driekwart van de <strong>experimenten</strong> met een participerende rol van het mbo<br />

scoort lager, ten opzichte van net geen twee derde van de <strong>experimenten</strong> met een<br />

faciliterende rol van het mbo (<strong>experimenten</strong> met een louter kwalificerende rol van het mbo<br />

worden vanwege het kle<strong>in</strong>e aantal hier buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten).<br />

Op gebied van switchreductie presteren vrijwel alle lopende <strong>experimenten</strong> met een<br />

faciliterende of participerende rol van het mbo beter dan gemiddeld. Experimenten met een<br />

faciliterend mbo doen het hier zelfs iets beter dan de <strong>experimenten</strong> met een participerend<br />

mbo.<br />

5.3 <strong>VM2</strong>-motto<br />

Aspecten zoals de organiseerbaarheid en f<strong>in</strong>anciën hebben <strong>in</strong>vloed op het <strong>VM2</strong>-motto. Zo<br />

leiden organiseerbaarheidsvraagstukken er soms toe dat men over gaat tot een twee<br />

dakenconstructie en hebben f<strong>in</strong>anciën en <strong>in</strong> enkele gevallen <strong>in</strong>vloed op de samenstell<strong>in</strong>g van<br />

het team (zie paragraaf 3.1). Een duidelijke samenhang tussen het verloop van de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen verschillende lopende <strong>experimenten</strong> en het <strong>VM2</strong>-motto is <strong>in</strong> deze<br />

rapportage niet naar voren gekomen.<br />

Naast hun diversiteit <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g, verschillen de lopende <strong>experimenten</strong> ook<br />

onderl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> ze het <strong>VM2</strong>-motto gerealiseerd hebben. De meeste<br />

<strong>experimenten</strong> zijn hier deels tot goed <strong>in</strong> geslaagd. De eerste en tweede tranche<strong>experimenten</strong><br />

die het motto het meest geïmplementeerd hebben, slagen er over het<br />

algemeen beter <strong>in</strong> om leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen te houden of om ze sneller naar een startkwalificatie<br />

te helpen (zie paragraaf 3.3).<br />

Ook op basis van de <strong>in</strong>terviews lijkt het dat lopende <strong>experimenten</strong> met een verder<br />

geïmplementeerd <strong>VM2</strong>-motto er beter <strong>in</strong> slagen om switchgedrag te reduceren dan<br />

<strong>experimenten</strong> waar het motto m<strong>in</strong>der ver is geïmplementeerd. Een vijfde van de lopende<br />

tweede tranche-<strong>experimenten</strong> heeft een volledig geïmplementeerd <strong>VM2</strong>-motto: leerl<strong>in</strong>gen<br />

krijgen al <strong>in</strong> het derde leerjaar van het vmbo mbo-stof, het mbo heeft een participerende rol<br />

<strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g en het gehele traject v<strong>in</strong>dt onder hetzelfde dak plaats. Al deze<br />

<strong>experimenten</strong> hebben een lager switch-percentage dan gemiddeld. Van de <strong>experimenten</strong><br />

met een iets m<strong>in</strong>der ver geïmplementeerd <strong>VM2</strong>-motto heeft 70% een lager<br />

switch-percentage dan gemiddeld.<br />

Als het gaat om vsv-reductie zijn de verschillen tussen de twee groepen <strong>experimenten</strong> niet<br />

zo groot, hoewel <strong>experimenten</strong> met een volledig geïmplementeerd <strong>VM2</strong>-motto iets beter<br />

presteren. Van hen heeft 78% een lager vsv-percentage dan gemiddeld, terwijl 73% van de<br />

<strong>experimenten</strong> met een m<strong>in</strong>der ver geïmplementeerd motto onder het gemiddelde ligt.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 59


60 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


6 Samenvatt<strong>in</strong>g en conclusie<br />

In dit slothoofdstuk vatten we de belangrijkste bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van deze tussenrapportage<br />

samen. We ronden het hoofdstuk af met een conclusie.<br />

6.1 Onderzoeksopzet<br />

Deze tussenrapportage 2011-2012 is gebaseerd op de dataverzamel<strong>in</strong>g die we s<strong>in</strong>ds 2008<br />

verrichten voor de <strong>VM2</strong>-monitor. De data die aan deze tussenrapportage ten grondslag ligt,<br />

is verzameld <strong>in</strong> het najaar van 2011. Daarbij is de volgende onderzoeksvraag gehanteerd:<br />

In welke mate wordt het beleidsmatig bepaalde doel van <strong>VM2</strong> gerealiseerd, vanuit welke<br />

overweg<strong>in</strong>gen kiezen scholen voor de <strong>VM2</strong>-aanpak, welke modaliteiten van uitvoer<strong>in</strong>g<br />

ontstaan <strong>in</strong> de praktijk en welke succes- en faalfactoren zijn aan dit alles verbonden?<br />

Deze centrale vraag gaat ervan uit dat de beleidsmatige veronderstell<strong>in</strong>gen van <strong>VM2</strong><br />

gebaseerd zijn op de volgende – samenhangende – redeneerstappen:<br />

1 reductie van voortijdig schoolverlaten is het beoogde doel;<br />

2 dit wordt gerealiseerd door middel van geïntegreerde trajecten die gekarakteriseerd<br />

kunnen worden als ‘één concept, één team, één dak’ (zo m<strong>in</strong> mogelijk wissels voor de<br />

leerl<strong>in</strong>g);<br />

3 deze trajecten worden neergezet door vmbo- en mbo-<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die samenwerken en<br />

die daartoe op grond van de betreffende regel<strong>in</strong>g de ruimte krijgen.<br />

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, is <strong>in</strong> de periode oktober-december 2011 langs<br />

drie lijnen data verzameld, namelijk door middel van:<br />

• vragenlijsten;<br />

• <strong>in</strong>terviews;<br />

• gegevens van DUO.<br />

Deze werkwijze sluit aan bij de systematiek van dataverzamel<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> de eerdere<br />

monitorronden is gehanteerd.<br />

De belangrijkste uitkomsten komen nu per beleidsmatige veronderstell<strong>in</strong>g aan de orde.<br />

6.2 De opbrengsten van <strong>VM2</strong><br />

Nu de <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> ruim drie jaar onderweg zijn, tekenen zich langzaam maar zeker<br />

duidelijke resultaten af.<br />

Om te beg<strong>in</strong>nen kwantitatief. Er zijn duidelijke aanwijz<strong>in</strong>gen dat de <strong>VM2</strong>-aanpak zowel <strong>in</strong> de<br />

eerste als <strong>in</strong> de tweede tranche leidt tot reductie van voortijdig schoolverlaten, en vooral ook<br />

tot méér startkwalificaties voor de leerl<strong>in</strong>gen. Dat is zeker het geval als we de <strong>experimenten</strong><br />

die niet van de grond zijn gekomen of zijn gestopt, buiten beschouw<strong>in</strong>g laten.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 61


De eerste tranche <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> boeken een significant lager vsv-percentage (13,2%)<br />

dan het cohort leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong> 2008 aan de basisberoepsgerichte leerweg <strong>in</strong> het vmbo<br />

begon (16,6%). Als we de <strong>experimenten</strong> die niet van de grond zijn gekomen of <strong>in</strong>middels<br />

zijn gestopt buiten beschouw<strong>in</strong>g laten, dan bedraagt het vsv-percentage van de eerste<br />

tranche 10,1%.<br />

Daarnaast beschikt 16,7% van de <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen eerste tranche <strong>in</strong>middels over een niveau<br />

2 kwalificatie, tegenover 4,3% <strong>in</strong> het vergelijk<strong>in</strong>gscohort. Als we de analyse opschonen voor<br />

alleen die <strong>experimenten</strong> die van de grond zijn gekomen, dan behaalt zelfs 27% van deze<br />

leerl<strong>in</strong>gen een startkwalificatie b<strong>in</strong>nen vier jaar.<br />

Bij de tweede tranche, die een jaar later is gestart, zijn de verschillen (vooralsnog) iets<br />

m<strong>in</strong>der spectaculair. Maar ook voor de tweede tranche geldt dat het vsv-percentage lager en<br />

het aantal behaalde startkwalificaties hoger ligt dan het vergelijk<strong>in</strong>gscohort, zeker als we het<br />

opschonen voor de <strong>experimenten</strong> die niet van de grond zijn gekomen of zijn gestopt.<br />

Overigens moet bij dit alles worden opgemerkt dat de effectgrootte van de gevonden<br />

verbanden ger<strong>in</strong>g is.<br />

Uit eerdere monitorrapportages bleek al dat relatief veel leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> tijdens het traject<br />

van onderwijsroute wisselen. De vraag was hoe dat te verklaren zou zijn. Op grond van de<br />

analyses kunnen we nu laten zien dat dit hoge switchgedrag voor een belangrijk deel wordt<br />

veroorzaakt door <strong>experimenten</strong> die niet van de grond komen of stoppen. In die gevallen<br />

worden de leerl<strong>in</strong>gen namelijk overgezet op een andere elementcode, bijvoorbeeld die van<br />

de reguliere basisberoepsgerichte leerweg. In de adm<strong>in</strong>istratie ‘switcht’ de leerl<strong>in</strong>g dan van<br />

onderwijstraject.<br />

Daarnaast is er een groep leerl<strong>in</strong>gen die ‘echt’ switcht, omdat ze bijvoorbeeld de opleid<strong>in</strong>g<br />

van hun voorkeur niet b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> kunnen volgen, <strong>in</strong> de bbl verder willen of omdat ze toe<br />

zijn aan een nieuwe omgev<strong>in</strong>g.<br />

In kwalitatief opzicht geldt dat de <strong>experimenten</strong> (zeer) positief zijn over het<br />

<strong>VM2</strong>-experiment. Het zorgt voor een <strong>in</strong>novatie-impuls <strong>in</strong> de school; men ‘kruipt uit de<br />

comfortzone’ en gaat aan de slag met het traject. Het is mooi dat het traject dan ook voor<br />

fl<strong>in</strong>k wat leerl<strong>in</strong>gen een positief resultaat oplevert.<br />

Veel <strong>experimenten</strong> hadden niet verwacht dat ze door middel van het traject het mbo zo<br />

goed zouden leren kennen. Onder meer de kwalificatiestructuur en het werken met stages is<br />

bij veel van de deelnemende vmbo-scholen nu vele malen bekender dan voorheen. Het is<br />

ook handig dat men door het experiment nu ook mensen kent aan de kant van het mbo; het<br />

contact is daardoor eenvoudiger geworden.<br />

Leereffecten zijn er ook: je hebt echt de medewerk<strong>in</strong>g van docenten nodig, anders lukt het<br />

niet. Verder duurt het lang en moet er veel tijd geïnvesteerd worden om het traject van de<br />

grond te krijgen. En men moet randvoorwaardelijke zaken als het lesrooster,<br />

leerl<strong>in</strong>gvolgsystemen en aantallen crebo-nummers van het beg<strong>in</strong> af aan <strong>in</strong> de opzet en<br />

organisatie van het traject betrekken.<br />

6.3 De <strong>in</strong>houdelijke <strong>in</strong>terventie<br />

Er is zeer veel variëteit onder de <strong>experimenten</strong> voor wat betreft de <strong>in</strong>houdelijke opzet. In<br />

eerdere monitorrapportages meldden we dat ook al.<br />

62 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Ondanks deze diversiteit kunnen we zeggen dat de meeste <strong>experimenten</strong> zo zijn opgebouwd<br />

dat mbo-lesstof <strong>in</strong> de loop van het vierde leerjaar van het vmbo aan de leerl<strong>in</strong>gen wordt<br />

aangeboden, onder meer <strong>in</strong> de vorm van kwalificerende stages (beroepspraktijkvorm<strong>in</strong>g,<br />

bpv). Daarop volgt dan <strong>in</strong> de meeste gevallen het vmbo-examen en aansluitend een<br />

opgevulde zomerperiode (voorkomen van zomerlek) met bijvoorbeeld stages of een<br />

bijspijkercursus. Na de zomer komen de leerl<strong>in</strong>gen terug op de vmbo-school voor (het<br />

afronden van) het mbo-deel van het traject.<br />

Van één team dat bestaat uit zowel vmbo- als mbo-docenten is lang niet altijd sprake. Soms<br />

draagt het mbo enkel zorg voor de kwalificatie aan het e<strong>in</strong>de van de rit. In iets meer dan de<br />

helft van de gevallen participeert het mbo wel <strong>in</strong> het traject of faciliteert dit door middel van<br />

de <strong>in</strong>zet van mbo-docenten.<br />

Bij de meeste <strong>experimenten</strong> is sprake van één dak: het traject wordt aangeboden op één en<br />

dezelfde locatie. Bij circa 20% van de <strong>experimenten</strong> gebeurt dat niet; de leerl<strong>in</strong>gen volgen<br />

dan (delen van) het mbo-programma op de mbo-locatie.<br />

Een kwart tot een derde van de <strong>experimenten</strong> wijkt naar eigen zeggen op onderdelen af van<br />

het motto één concept, één team, één dak. Dat zit dan vooral <strong>in</strong> het feit dat de leerl<strong>in</strong>gen<br />

(delen van) het mbo-programma op de mbo-locatie volgen en/of dat <strong>in</strong> hun ogen niet echt<br />

sprake is van één team.<br />

Experimenten die het <strong>VM2</strong>-motto verder hebben geïmplementeerd slagen er beter <strong>in</strong> om<br />

leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen het experiment te houden en ze naar een startkwalificatie toe te leiden<br />

dan de <strong>experimenten</strong> die het motto wat losser hebben geïmplementeerd.<br />

6.4 De samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Een uitkomst van deze monitorronde, en ook wel een aandachtspunt, is dat blijkt dat een<br />

aanzienlijk deel van de <strong>experimenten</strong> niet van de grond komt of gaande de rit stopt. Het<br />

aantal ligt zo rond de 40% bij de eerste en 44% bij de tweede tranche. Uit de analyse die<br />

we hebben gedaan komt naar voren dat bij deze <strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> veel gevallen:<br />

• de aanvangscondities niet optimaal waren;<br />

• het samenwerk<strong>in</strong>gsverband te complex was;<br />

• het leerl<strong>in</strong>genaantal te laag was om door te gaan;<br />

• de organisatie van het traject te wensen over liet.<br />

De <strong>experimenten</strong> die het betreft geven zelf als verklar<strong>in</strong>gsgronden aan dat de samenwerk<strong>in</strong>g<br />

niet vlotte en/of dat het leerl<strong>in</strong>genaantal te laag was om ermee door te gaan.<br />

Ook daar waar het experiment wél van de grond komt en nog steeds loopt, zien we dat het<br />

met de samenwerk<strong>in</strong>g nog wel iets beter zou kunnen. We zien namelijk dat de meeste<br />

samenwerk<strong>in</strong>gspartners wel <strong>in</strong> gezamenlijkheid doelen stellen en vervolgens tot de<br />

praktische uitvoer<strong>in</strong>g over gaan. Maar ler<strong>in</strong>g trekken uit eerdere samenwerk<strong>in</strong>gsprojecten en<br />

dit vertalen <strong>in</strong> de opzet en organisatie van <strong>VM2</strong> is eerder uitzonder<strong>in</strong>g dan regel. Verder<br />

komt uit de analyse naar voren dat management en bestuur lang niet altijd bijsturen op het<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 63


experiment als het daar om vraagt. Tot verbred<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g van het experiment <strong>in</strong> de<br />

school (naar andere sectoren/leerwegen) komt het dan ook niet vaak.<br />

Wanneer het management en bestuur een duidelijke rol hebben als stuurgroep en er ook<br />

sprake is van een actieve werkgroep, is de samenwerk<strong>in</strong>g vaak verder gevorderd en worden<br />

er vaak ook betere resultaten behaald <strong>in</strong> het terugdr<strong>in</strong>gen van vsv en switchgedrag. Ook een<br />

<strong>in</strong>tensieve samenwerk<strong>in</strong>g op de werkvloer lijkt bij te dragen aan het behalen van resultaat.<br />

Hoe men de het traject gezamenlijk vorm geeft, speelt ook een rol: complexe<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsconstructies zijn moeilijker te organiseren en hebben m<strong>in</strong>der kans van slagen<br />

dan eenvoudige constructies met smalle trajecten.<br />

6.5 Conclusie<br />

Op grond van de monitorresultaten kunnen we concluderen dat <strong>in</strong> ieder geval voor wat<br />

betreft de eerste tranche het beleidsmatig beoogde doel – reductie van voortijdig<br />

schoolverlaten – <strong>in</strong> het vizier komt. Opmerkelijk is dat vooral ook het aantal behaalde<br />

startkwalificaties onder <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen aanmerkelijk hoger ligt dan <strong>in</strong> het landelijke<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort.<br />

Niet <strong>in</strong> alle gevallen wordt dit resultaat geboekt op grond van het motto één concept, één<br />

team en één dak. Van het één-dak-pr<strong>in</strong>cipe wordt nog wel eens afgeweken, zeker als het<br />

mbo over betere (praktijk-)faciliteiten beschikt en/of het leerl<strong>in</strong>genaantal te laag is voor een<br />

apart mbo-traject op de vmbo-locatie. Verder is ook niet altijd sprake van één team waar<strong>in</strong><br />

mbo- en vmbo-docenten participeren.<br />

Aandachtspunt bij de <strong>experimenten</strong> vormt de samenwerk<strong>in</strong>g. Een relatief groot deel van de<br />

<strong>experimenten</strong> komt niet van de grond of stopt gaande de rit. Ook bij <strong>experimenten</strong> die nog<br />

operationeel zijn, valt nog wel wat te verbeteren aan de samenwerk<strong>in</strong>g tussen het vmbo en<br />

het mbo. De samenwerk<strong>in</strong>g loopt het beste wanneer de samenwerk<strong>in</strong>gsconstructie<br />

eenvoudig is, er een duidelijke organisatie is en zowel het vmbo als mbo <strong>in</strong>tensief bij het<br />

traject betrokken zijn.<br />

64 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Bijlagen<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 65


66 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Bijlage 1: De opbrengsten van <strong>VM2</strong><br />

Tabel B1.1 Onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen 1 e tranche per 01-10-2011 t.o.v. 01-10-2008<br />

Waarvan:<br />

Nog steeds <strong>in</strong> <strong>VM2</strong><br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 5 43 4,1 43 - -<br />

leerjaar 6 33 3,2 26 7 -<br />

Subtotaal 76 7,3 69 7 -<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 2 0,2 - - 2<br />

zonder lwoo - - - - -<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g aan<br />

roc/aoc<br />

niveau 1 35 3,4 - - 35<br />

niveau 2 538 51,5 27 - 511<br />

niveau 3 152 14,6 11 - 141<br />

niveau 4 43 4,1 1 - 42<br />

Praktijkonderwijs 3 0,3 - - 3<br />

Onbekend 138 13,2<br />

Subtotaal 911 87,3 39 - 734<br />

Startkwalificatie 34 57 5,5<br />

Totaal 1.044 100,0<br />

34 Betreft leerl<strong>in</strong>gen die een startkwalificatie hebben behaald en geen vervolgonderwijs zijn gaan volgen. Ook <strong>in</strong> de<br />

groepen leerl<strong>in</strong>gen die naar een mbo-opleid<strong>in</strong>g zijn gegaan, zitten leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 67


Tabel B1.2 Onderwijspositie vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2008 per 01-10-2011 t.o.v. 01-10-2008<br />

Waarvan:<br />

Op dezelfde bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 1 0,0 1 - -<br />

leerjaar 4 20 0,1 18 1 1<br />

Subtotaal 21 0,1 19 1 1<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 19 0,1 13 2 4<br />

zonder lwoo 15 0,1 6 - 9<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo 6 0,0 5 - 1<br />

zonder lwoo 10 0,0 5 1 4<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g aan<br />

roc/aoc<br />

niveau 1 855 3,4 - 15 840<br />

niveau 2 17.195 67,6 - 654 16.541<br />

niveau 3 1.959 7,7 - 150 1.809<br />

niveau 4 800 3,1 - 20 780<br />

Naar praktijkonderwijs 31 0,1 7 1 23<br />

Naar <strong>VM2</strong> 35 25 0,1 12 - 13<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 55 0,2 11 9 35<br />

Onbekend 4.225 16,6<br />

Subtotaal 25.195 98,9 59 852 20.059<br />

Startkwalificatie 36 237 0,9<br />

Totaal 25.453 100,0<br />

Qua achtergrondkenmerken wijkt het vergelijk<strong>in</strong>gscohort af van de eerste tranche. In de<br />

eerste tranche zijn allochtonen en leerl<strong>in</strong>gen met een lwoo-<strong>in</strong>dicatie oververtegenwoordigd<br />

ten opzichte van het vergelijk<strong>in</strong>gscohort. Om het uitvalspercentage van de eerste tranche te<br />

vergelijken met scholen die qua achtergrondkenmerken overeenkomen, zijn uit het<br />

vergelijk<strong>in</strong>gscohort leerl<strong>in</strong>gen van een groep scholen geselecteerd die wat betreft de<br />

allochtonen en lwoo-populatie overeenkomen (n= 578, tezamen hebben ze 56,4%<br />

allochtonen en 70,2% lwoo-leerl<strong>in</strong>gen). Het uitvalspercentage bij deze groep leerl<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> de periode 2008-2011 is 22,7% (n = 131). Dat uitvalspercentage is dus veel hoger dan<br />

het uitvalspercentage van de eerste tranche (13,2%).<br />

35 Betreft overstappers naar zowel <strong>VM2</strong> tweede tranche als naar het borg<strong>in</strong>gscohort.<br />

36 Betreft leerl<strong>in</strong>gen die een startkwalificatie hebben behaald en geen vervolgonderwijs zijn gaan volgen. Ook <strong>in</strong> de<br />

groepen leerl<strong>in</strong>gen die naar een mbo-opleid<strong>in</strong>g zijn gegaan, zitten leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie.<br />

68 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.3 Onderwijspositie voorgaand cohort 2007 <strong>VM2</strong> per 01-10-2010 t.o.v.<br />

01-10-2007<br />

Waarvan:<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

met lwoo - - - - -<br />

zonder lwoo 1 0,0 - 1 -<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g aan<br />

roc/aoc<br />

niveau 1 89 4,2 - 1 88<br />

niveau 2 1.253 59,4 - 45 1.208<br />

niveau 3 224 10,6 - 6 218<br />

niveau 4 81 3,8 - 2 79<br />

Naar praktijkonderwijs 1 0,0 - - 1<br />

Naar <strong>VM2</strong> 4 0,2 4 - -<br />

Onbekend 419 19,9 - - -<br />

Startkwalificatie 37 38 1,8 - - -<br />

Totaal 2.110 100,0 4 55 1594<br />

37 Betreft leerl<strong>in</strong>gen die een startkwalificatie hebben behaald en geen vervolgonderwijs zijn gaan volgen. Ook <strong>in</strong> de<br />

groepen leerl<strong>in</strong>gen die naar een mbo-opleid<strong>in</strong>g zijn gegaan, zitten leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 69


Tabel B1.4 Onderwijspositie voorgaand cohort 2007 landelijk per 01-10-2010 t.o.v.<br />

01-10-2007<br />

Waarvan:<br />

Op dezelfde bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 3 0,0 3 - -<br />

leerjaar 4 19 0,1 17 1 1<br />

Subtotaal 22 0,1 20 1 1<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 14 0,1 10 1 3<br />

zonder lwoo 7 0,0 2 - 5<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo - - - - -<br />

zonder lwoo 10 0,0 5 - 5<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g aan<br />

roc/aoc<br />

niveau 1 812 3,1 - 11 801<br />

niveau 2 16.998 65,1 - 697 16.301<br />

niveau 3 2.202 8,4 - 152 2.050<br />

niveau 4 865 3,3 - 25 840<br />

Naar praktijkonderwijs 34 0,1 3 2 29<br />

Naar <strong>VM2</strong> 5 0,0 2 - 3<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 46 0,2 18 8 20<br />

Onbekend 4.645 17,8 - - -<br />

Subtotaal 25.638 98,2 40 896 20.057<br />

Startkwalificatie 38 444 1,7 - - -<br />

Totaal 26.104 100,0<br />

Tabel B1.5 Uitvallers van de 1e tranche en vergelijk<strong>in</strong>gscohorten op een rijtje (tussen<br />

haakjes staan de schooljaren waartussen ze zijn uitgevallen)<br />

# %<br />

Eerste tranche-experiment (2008-2011) 138 13,2<br />

Landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort (2008-2011) 4.225 16,6<br />

Landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort – selectie dezelfde achtergrondkenmerken<br />

(2008-2011)<br />

131 22,7<br />

Voorgaand cohort (2007-2010) 419 19,9<br />

Landelijk voorgaand cohort (2007-2010) 4.645 17,8<br />

38 Betreft leerl<strong>in</strong>gen die een startkwalificatie hebben behaald en geen vervolgonderwijs zijn gaan volgen. Ook <strong>in</strong> de<br />

groepen leerl<strong>in</strong>gen die naar een mbo-opleid<strong>in</strong>g zijn gegaan, zitten leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie.<br />

70 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.6 Kenmerken leerl<strong>in</strong>gen 1e tranche (peildatum 1 oktober)<br />

2008- 2009<br />

2009 1<br />

%<br />

(n=1030)<br />

e<br />

2009<br />

2<br />

met<strong>in</strong>g%<br />

(n=717)<br />

e<br />

2010<br />

1<br />

met<strong>in</strong>g%<br />

(n=674)<br />

e<br />

2010<br />

2<br />

met<strong>in</strong>g%<br />

(n=264)<br />

e<br />

met<strong>in</strong>g%<br />

(n=271)<br />

2011<br />

1 e<br />

met<strong>in</strong>g%<br />

(n=76)<br />

Geslacht Jongen 54,1 58,0 57,6 51,9 52,4 51,3<br />

Meisje 45,9 42,0 42,4 48,1 47,6 48,7<br />

Leeftijd 14,7 jaar 15,7 jaar 15,7 jaar 16,6 jaar 16,6 jaar 17,5 jaar<br />

Etniciteit Autochtoon 41,1 38,1 37,4 39,0 38,0 30,3<br />

Westers<br />

alloch.<br />

6,9 5,4 5,5 7,2 7,0 11,8<br />

Turks 14,2 15,9 15,7 11,7 12,2 18,4<br />

Marokkaans 16,6 18,7 19,6 13,3 13,3 14,5<br />

Sur<strong>in</strong>aams 9,5 10,2 10,5 13,3 13,7 13,2<br />

Antilliaans 2,6 2,9 3,1 5,3 4,8 2,6<br />

Ov. Nietwesters<br />

8,5 8,4 7,9 9,8 10,7 7,9<br />

Onbekend 0,6 0,4 0,3 0,4 0,4 1,3<br />

Lwoo Geen lwoo 29,5 28,3 29,1 28,8 28,4 30,3<br />

Wel lwoo 69,1 70,6 69,7 69,7 70,1 69,7<br />

Onbekend 1,4 1,1 1,2 1,5 1,5 -<br />

Tabel B1.7 Leerl<strong>in</strong>gen 1e tranche naar sector (peildatum 1 oktober)<br />

2008-2009 2009 2009 2010<br />

%<br />

(n=1030)<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=717)<br />

2 e met<strong>in</strong>g<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 71<br />

%<br />

(n=674)<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=264)<br />

2010<br />

2 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=271)<br />

2011<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n= 76)<br />

Economie 31,6 30,4 29,4 44,3 43,9 38,2<br />

Landbouw 18,7 20,8 21,8 20,5 19,9 10,5<br />

Techniek 21,1 24,4 24,2 9,5 10,7 14,5<br />

Zorg en welzijn 26,2 21,3 21,4 23,9 23,6 30,3<br />

Intersectoraal 2,4 3,1 3,3 1,9 1,8 6,6<br />

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0


Tabel B1.8 Behaald diploma <strong>in</strong> schooljaar 2010-2011 naar onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen<br />

1e tranche per 1-10-2011 t.o.v. 1-10-2008<br />

Vodiploma<br />

Mbo-diploma Geen<br />

diploma<br />

Niv. 1 Startkwal.<br />

Totaal<br />

# % # % # % # % # %<br />

Nog steeds <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> 3 3,9 - - - - 73 96,1 76 100<br />

Naar andere bb-code - - 1 50,0 - - 1 50,0 2 100<br />

Naar mbo niveau 1 3 7,9 - - - - 35 92,1 38 100<br />

Naar mbo niveau 2 23 4,3 22 4,1 8 1,5 482 90,1 535 100<br />

Naar mbo niveau 3 5 3,3 2 1,3 92 60,5 53 34,9 152 100<br />

Naar mbo niveau 4 1 2,3 - - 17 39,5 25 58,1 43 100<br />

Naar praktijkonderwijs - - - - - - 3 100,0 3 100<br />

Onbekend – zonder<br />

startkwalificatie<br />

Onbekend – met<br />

startkwalificatie<br />

3 2,2 10 7,2 - - 125 90,6 138 100<br />

- - - - 57 100,0 - - 57 100<br />

Totaal 38 3,6 35 3,4 174 16,7 797 76,3 1.044 100<br />

Tabel B1.9 Achtergrondkenmerken switchers, uitvallers en met startkwalificatie<br />

uitgestroomd 1 e tranche 2011-2012<br />

Switchers (%) Uitvallers (%)<br />

Met<br />

startkwalificatie<br />

uitgestroomd<br />

(%)<br />

Geslacht Jongen 52,1 65,2 57,9<br />

Meisje 47,9 34,8 42,1<br />

Leeftijd 17 jaar (-) 42,8 15,2 31,6<br />

18 jaar 49,8 72,5 50,9<br />

19 jaar 7,1 11,6 15,8<br />

20 jaar (+) 0,3 0,7 1,8<br />

Etniciteit Autochtoon 42,7 39,1 47,4<br />

Allochtoon 57,1 58,7 52,6<br />

Onbekend 0,3 2,2 -<br />

Lwoo Geen lwoo 31,6 26,8 14,0<br />

Wel lwoo 67,5 68,8 84,2<br />

Onbekend 0,9 4,3 1,8<br />

72 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.10 Onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen 2e tranche per 01-10-2011 t.o.v. 01-10-2009<br />

Waarvan:<br />

Nog steeds <strong>in</strong> <strong>VM2</strong><br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 4 62 3,1 60 - 2<br />

leerjaar 5 530 26,6 512 9 9<br />

leerjaar 6 2 0,1 2 - -<br />

Subtotaal 594 29,8 574 9 11<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 28 1,4 20 1 7<br />

zonder lwoo 24 1,2 12 - 12<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo 5 0,3 5 - -<br />

zonder lwoo 9 0,5 8 - 1<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g aan<br />

roc/aoc<br />

niveau 1 134 6,7 - 1 133<br />

niveau 2 861 43,2 - 23 838<br />

niveau 3 87 4,4 - 2 85<br />

niveau 4 42 2,1 - - 42<br />

Naar borg<strong>in</strong>gscohort 37 1,9 28 1 8<br />

Naar praktijkonderwijs 12 0,6 4 - 8<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 3 0,2 - 1 2<br />

Onbekend 157 7,9 - - -<br />

Subtotaal 1.399 70,1 77 29 1.295<br />

Startkwalificatie 39 2 0,1<br />

Totaal 1.995 100,0<br />

39 Betreft leerl<strong>in</strong>gen die een startkwalificatie hebben behaald en geen vervolgonderwijs zijn gaan volgen. Ook <strong>in</strong> de<br />

groepen leerl<strong>in</strong>gen die naar een mbo-opleid<strong>in</strong>g zijn gegaan, zitten leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 73


Tabel B1.11 Onderwijspositie vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2009 per 01-10-2011 t.o.v. 01-10-2009<br />

Waarvan:<br />

Op dezelfde bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 29 0,1 27 1 1<br />

leerjaar 4 569 2,5 515 29 25<br />

Subtotaal 598 2,6 542 30 26<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 249 1,1 181 15 53<br />

zonder lwoo 168 0,7 93 2 73<br />

Naar kb-code 373 24 56<br />

met lwoo 212 0,9 186 8 18<br />

zonder lwoo 241 1,1 187 16 38<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g aan<br />

roc/aoc<br />

niveau 1 1.663 7,3 - 42 1.621<br />

niveau 2 16.005 69,9 - 671 15.334<br />

niveau 3 1.040 4,5 - 69 971<br />

niveau 4 493 2,2 - 16 477<br />

Naar praktijkonderwijs 113 0,5 12 17 84<br />

Naar <strong>VM2</strong> 72 0,3 60 - 12<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 63 0,3 18 16 29<br />

Onbekend 1.981 8,6 - - -<br />

Subtotaal 22.300 97,3 737 872 18.710<br />

Startkwalificatie 40 10 0,0<br />

Totaal 22.908 100,0<br />

Qua achtergrondkenmerken wijkt het vergelijk<strong>in</strong>gscohort af van de tweede tranche, wat<br />

betreft het aantal allochtonen en leerl<strong>in</strong>gen met een lwoo-<strong>in</strong>dicatie. Om het<br />

uitvalspercentage van de tweede tranche te vergelijken met scholen die qua<br />

achtergrondkenmerken overeenkomen, zijn uit het vergelijk<strong>in</strong>gscohort leerl<strong>in</strong>gen van een<br />

groep scholen geselecteerd die wat betreft de allochtonen en lwoo-populatie overeenkomen<br />

(n= 1.099, tezamen hebben ze 49,3% allochtonen en 59,7% lwoo-leerl<strong>in</strong>gen). Het<br />

uitvalspercentage bij deze groep leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de periode 2009-2011 is 9,7% (n = 107). Dat<br />

uitvalspercentage is dus hoger dan het uitvalspercentage van de tweede tranche (8,0%).<br />

40 Betreft leerl<strong>in</strong>gen die een startkwalificatie hebben behaald en geen vervolgonderwijs zijn gaan volgen. Ook <strong>in</strong> de<br />

groepen leerl<strong>in</strong>gen die naar een mbo-opleid<strong>in</strong>g zijn gegaan, zitten leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie.<br />

74 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.12 Onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen voorgaand cohort op <strong>VM2</strong>-locaties 2008 per<br />

01-10-2010 t.o.v. 01-10-2008<br />

Op dezelfde bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

Waarvan:<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 6 0,2 6 - -<br />

leerjaar 4 73 1,7 65 8 -<br />

Subtotaal 79 1,9 71 8 -<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 49 1,2 36 2 11<br />

zonder lwoo 25 0,5 11 1 13<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo 24 0,6 21 1 2<br />

zonder lwoo 26 0,6 21 2 3<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g aan<br />

roc/aoc<br />

niveau 1 282 6,6 - 8 274<br />

niveau 2 2.981 70,0 - 169 2.812<br />

niveau 3 157 3,7 - 26 131<br />

niveau 4 90 2,1 - 1 89<br />

Naar praktijkonderwijs 29 0,7 10 4 15<br />

Naar <strong>VM2</strong> 70 1,6 64 - 6<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 23 0,5 11 3 9<br />

Onbekend 421 9,9 - - -<br />

Subtotaal 4177 98,0 174 217 3.365<br />

Startkwalificatie 41 3 0,1<br />

Totaal 4.259 100,0<br />

De tabellen m.b.t. het voorgaand cohort van de tweede tranche zijn exclusief de leerl<strong>in</strong>gen<br />

van de experimentscholen die al <strong>in</strong> de eerste tranche-<strong>experimenten</strong> zitten. Het betreft dus<br />

alleen leerl<strong>in</strong>gen van de experimentscholen die niet deelnemen aan de eerste tranche.<br />

41 Betreft leerl<strong>in</strong>gen die een startkwalificatie hebben behaald en geen vervolgonderwijs zijn gaan volgen. Ook <strong>in</strong> de<br />

groepen leerl<strong>in</strong>gen die naar een mbo-opleid<strong>in</strong>g zijn gegaan, zitten leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 75


Tabel B1.13 Onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen voorgaand landelijk cohort 2008 per 01-10-2010<br />

t.o.v. 01-10-2008<br />

Waarvan:<br />

Op dezelfde bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 29 0,2 28 - 1<br />

leerjaar 4 431 2,0 386 25 20<br />

Subtotaal 460 2,2 414 25 21<br />

Overgestapt:<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 236 1,1 164 18 54<br />

zonder lwoo 149 0,7 71 6 72<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo 118 0,6 100 4 14<br />

zonder lwoo 147 0,7 117 5 25<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g aan<br />

roc/aoc<br />

niveau 1 1.429 6,7 - 42 1.387<br />

niveau 2 15.230 71,9 - 590 14.640<br />

niveau 3 979 4,6 - 103 876<br />

niveau 4 485 2,3 - 14 471<br />

Naar praktijkonderwijs 61 0,3 1 5 55<br />

Naar <strong>VM2</strong> 14 0,1 - - 14<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 65 0,3 17 9 39<br />

Onbekend 1.811 8,5 - - -<br />

Subtotaal 20.724 97,7 470 796 17.647<br />

Startkwalificatie 42 10 0,1<br />

Totaal 21.194 100,0<br />

Tabel B1.14 De uitvallers van de 2e tranche en vergelijk<strong>in</strong>gscohorten op een rijtje (tussen<br />

haakjes staan de schooljaren waartussen ze zijn uitgevallen)<br />

# %<br />

Tweede tranche-experiment (2009-2011) 157 7,9<br />

Landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort (2009-2011) 1.981 8,6<br />

Landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort – selectie dezelfde achtergrondkenmerken (2009-2011) 107 9,7<br />

Voorgaand cohort (2008-2010) 421 9,9<br />

Landelijk voorgaand cohort (2008-2010) 1.811 8,5<br />

42 Betreft leerl<strong>in</strong>gen die een startkwalificatie hebben behaald en geen vervolgonderwijs zijn gaan volgen. Ook <strong>in</strong> de<br />

groepen leerl<strong>in</strong>gen die naar een mbo-opleid<strong>in</strong>g zijn gegaan, zitten leerl<strong>in</strong>gen met een startkwalificatie.<br />

76 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.15 Kenmerken leerl<strong>in</strong>gen 2e tranche (peildatum 1 oktober)<br />

2009 2009 2010<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=1752)<br />

2 e met<strong>in</strong>g<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 77<br />

%<br />

(n=1932)<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=1378)<br />

2010<br />

2 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=1311)<br />

2011<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=594)<br />

Geslacht Jongen 58,2 56,0 53,8 53,2 50,5<br />

Meisje 41,8 44,0 46,2 46,8 49,5<br />

Leeftijd 14,7 jaar 14,7 jaar 15,7 jaar 15,6 jaar 16,6 jaar<br />

Etniciteit Autochtoon 48,2 50,8 53,8 52,8 50,2<br />

Westers alloch. 4,0 4,2 4,3 4,5 3,7<br />

Turks 13,1 12,8 12,2 12,4 13,5<br />

Marokkaans 14,7 13,6 10,9 11,1 14,0<br />

Sur<strong>in</strong>aams 7,9 7,5 7,5 7,6 7,1<br />

Antilliaans 3,3 3,2 3,6 3,8 4,5<br />

Ov. Nietwesters<br />

8,2 7,5 7,0<br />

7,0 6,7<br />

Onbekend 0,6 0,6 0,7 0,8 0,3<br />

Lwoo Geen lwoo 37,4 37,6 35,8 36,5 34,3<br />

Wel lwoo 61,1 60,9 62,9 62,2 65,0<br />

Onbekend 1,4 1,5 1,3 1,4 0,7<br />

Tabel B1.16 Leerl<strong>in</strong>gen 2e tranche naar sector (peildatum 1 oktober)<br />

2009 2009 2010<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=1752)<br />

2 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=1932)<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=1378)<br />

2010<br />

2 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=1311)<br />

2011<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

%<br />

(n=594)<br />

Economie 28,0 27,7 27,3 26,8 34,3<br />

Landbouw 8,4 12,6 15,5 16,2 15,3<br />

Techniek 30,3 26,9 24,4 23,5 14,1<br />

Zorg en welzijn 30,3 30,2 30,3 30,7 35,5<br />

Intersectoraal 3,0 2,7 2,6 2,7 0,7<br />

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0


Tabel B1.17 Behaald diploma <strong>in</strong> schooljaar 2010-2011 naar onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen<br />

2e tranche per 1-10-2011 t.o.v. 1-10-2009<br />

Vo-diploma Mbo-diploma Geen diploma Totaal<br />

Niv. 1 Startkwal.<br />

# % # % # % # % # %<br />

Nog steeds <strong>in</strong> <strong>VM2</strong> 342 57,6 3 0,5 - - 249 41,9 594 100<br />

Naar andere bb-code 2 3,8 1 1,9 - - 49 94,2 52 100<br />

Naar kb-code 4 28,6 - - - - 10 71,4 14 100<br />

Naar mbo niveau 1 28 20,9 3 2,2 - - 103 76,9 134 100<br />

Naar mbo niveau 2 705 81,9 45 5,2 1 0,1 110 12,8 861 100<br />

Naar mbo niveau 3 70 80,5 1 1,1 6 6,9 10 11,5 87 100<br />

Naar mbo niveau 4 41 97,6 - - 1 2,4 - - 42 100<br />

Naar praktijkonderwijs 2 16,7 2 16,7 - - 8 66,7 12 100<br />

Naar borg<strong>in</strong>gscohort 8 21,6 - - - - 29 78,4 37 100<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen - - - - - - 3 100,0 3 100<br />

Onbekend 51 32,1 13 8,2 2 1,3 93 58,5 159 100<br />

Totaal 1.253 62,8 68 3,4 10 0,5 664 33,3 1.995 100<br />

Tabel B1.18 Switchers en uitvallers 2e tranche 2011-2012, achtergrondkenmerken<br />

1-10-‘11<br />

Switchers (%) Uitvallers (%)<br />

Geslacht Jongen 57,6 60,4<br />

Meisje 42,4 39,6<br />

Leeftijd 16 jaar (-) 38,4 23,3<br />

17 jaar 50,9 50,9<br />

18 jaar 9,3 19,5<br />

19 jaar 1,0 3,8<br />

20 jaar 0,4 2,5<br />

Etniciteit Autochtoon 52,0 49,7<br />

Allochtoon 47,7 48,4<br />

Onbekend 0,3 1,9<br />

Lwoo Geen lwoo 36,8 48,4<br />

Wel lwoo 61,8 47,8<br />

Onbekend 1,4 3,8<br />

78 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.19 Onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen borg<strong>in</strong>gscohort I per 01-10-2011 t.o.v.<br />

01-10-2010<br />

Waarvan:<br />

Nog steeds <strong>in</strong> <strong>VM2</strong><br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 91 4,3 90 - 1<br />

leerjaar 4 1.218 57,5 1.217 1 -<br />

leerjaar 5 2 0,1 2 - -<br />

Subtotaal 1.311 61,9 1.309 1 1<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 353 16,7 328 5 20<br />

zonder lwoo 179 8,4 155 - 24<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo 48 2,3 46 1 1<br />

zonder lwoo 98 4,6 91 - 7<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g<br />

aan roc/aoc<br />

niveau 1 57 2,7 - 1 56<br />

niveau 2 19 0,9 - - 19<br />

Overige niveaus 2 0,1 - - 2<br />

Naar praktijkonderwijs 10 0,5 1 - 9<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 3 0,1 1 2 -<br />

Onbekend 37 1,7 - - -<br />

Subtotaal 806 38,1 622 9 138<br />

Totaal 2.117 100,0<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 79


Tabel B1.20 Onderwijspositie vergelijk<strong>in</strong>gscohort 2010 per 01-10-2011 t.o.v. 01-10-2010<br />

Waarvan:<br />

Op dezelfde bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 736 3,5 700 26 10<br />

leerjaar 4 14.756 68,6 14.311 300 145<br />

Subtotaal 15.492 72,1 15.011 326 155<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 1.730 8,0 1.536 43 151<br />

zonder lwoo 1.058 5,0 841 47 170<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo 474 2,2 449 16 9<br />

zonder lwoo 675 3,1 612 21 42<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g<br />

aan roc/aoc<br />

niveau 1 886 4,1 - 12 874<br />

niveau 2 222 1,0 - 4 218<br />

overige niveaus 5 0,0 - 1 4<br />

Naar praktijkonderwijs 137 0,6 25 17 95<br />

Naar <strong>VM2</strong> 79 0,4 56 3 20<br />

Naar overige<br />

opleid<strong>in</strong>gen 120 0,6 22 21 77<br />

Onbekend 622 2,9 - - -<br />

Subtotaal 6.008 27,9 3.541 185 1.660<br />

Totaal 21.500 100,0<br />

Qua achtergrondkenmerken wijkt het vergelijk<strong>in</strong>gscohort af van het eerste borg<strong>in</strong>gscohort,<br />

wat betreft het aantal allochtonen en leerl<strong>in</strong>gen met een lwoo-<strong>in</strong>dicatie. Om het<br />

uitvalspercentage van het eerste borg<strong>in</strong>gscohort te vergelijken met scholen die qua<br />

achtergrondkenmerken overeenkomen, zijn uit het vergelijk<strong>in</strong>gscohort leerl<strong>in</strong>gen van een<br />

groep scholen geselecteerd die wat betreft de allochtonen en lwoo-populatie overeenkomen<br />

(n= 1.091, tezamen hebben ze 48,9% allochtonen en 65,3% lwoo-leerl<strong>in</strong>gen). Het<br />

uitvalspercentage bij deze groep leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de periode 2010-2011 is 2,6% (n = 28). Dat<br />

uitvalspercentage is dus hoger dan het uitvalspercentage van het eerste borg<strong>in</strong>gscohort<br />

(1,7%), maar lager dan het uitvalpercentage van het gehele vergelijk<strong>in</strong>gscohort (2,9%).<br />

80 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.21 Onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen voorgaand cohort op <strong>VM2</strong>-locaties 2009 per<br />

01-10-2010 t.o.v. 01-10-2009<br />

Op dezelfde bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

Waarvan:<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 47 1,8 45 1 1<br />

leerjaar 4 1.668 66,2 1.593 71 4<br />

Subtotaal 1.715 68,0 1.638 72 5<br />

Overgestapt<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 201 8,0 185 4 12<br />

zonder lwoo 86 3,4 70 2 14<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo 65 2,6 52 12 1<br />

zonder lwoo 63 2,5 59 2 2<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g<br />

aan roc/aoc<br />

niveau 1 98 3,9 - - 98<br />

niveau 2 41 1,6 - 1 40<br />

overige niveaus 2 0,1 - - 2<br />

Naar praktijkonderwijs 13 0,5 2 2 9<br />

Naar <strong>VM2</strong> 149 5,9 143 - 6<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 10 0,4 5 1 4<br />

Onbekend 78 3,1 - - -<br />

Subtotaal 806 32,0 516 24 188<br />

Totaal 2.521 100,0<br />

De tabellen m.b.t. het voorgaand cohort van het eerste borg<strong>in</strong>gscohort zijn exclusief de<br />

leerl<strong>in</strong>gen van de experimentscholen die al <strong>in</strong> de eerste en/of tweede tranche-<strong>experimenten</strong><br />

zitten. Het betreft dus alleen leerl<strong>in</strong>gen van de experimentscholen die niet deelnemen aan<br />

de eerste en/of tweede tranche.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 81


Tabel B1.22 Onderwijspositie leerl<strong>in</strong>gen voorgaand landelijk cohort 2009 per 01-10-2010<br />

t.o.v. 01-10-2009<br />

Waarvan:<br />

Op dezelfde bb-code<br />

# %<br />

op zelfde<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op andere<br />

vestig<strong>in</strong>g<br />

op ander<br />

BRINnummer<br />

leerjaar 3 634 3,1 595 22 17<br />

leerjaar 4 13.824 67,8 13.395 338 91<br />

Subtotaal 14.458 70,9 13.990 360 108<br />

Overgestapt:<br />

Naar andere bb-code<br />

met lwoo 1.993 9,8 1.848 50 95<br />

zonder lwoo 1.065 5,2 867 30 168<br />

Naar kb-code<br />

met lwoo 423 2,1 377 30 16<br />

zonder lwoo 742 3,6 626 67 49<br />

Naar mbo-opleid<strong>in</strong>g<br />

aan roc/aoc<br />

niveau 1 749 3,7 - 25 724<br />

niveau 2 272 1,3 - 6 266<br />

overige niveaus 10 0,0 - - 10<br />

Naar praktijkonderwijs 88 0,4 8 13 67<br />

Naar <strong>VM2</strong> 25 0,1 6 - 19<br />

Naar overige opleid<strong>in</strong>gen 65 0,3 18 7 40<br />

Onbekend 497 2,4 - - -<br />

Subtotaal 5.929 29,1 3.750 228 1.454<br />

Totaal 20.387 100,0<br />

Tabel B1.23 De uitvallers van het borg<strong>in</strong>gscohort I en vergelijk<strong>in</strong>gscohorten op een rijtje<br />

(tussen haakjes staan de schooljaren waartussen ze zijn uitgevallen)<br />

# %<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I (2010-2011) 37 1,7<br />

Landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort (2010-2011) 622 2,9<br />

Landelijk vergelijk<strong>in</strong>gscohort – selectie dezelfde achtergrondkenmerken (2010-2011) 28 2,6<br />

Voorgaand cohort (2009-2010) 78 3,1<br />

Landelijk voorgaand cohort (2009-2010) 497 2,4<br />

82 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.24 Leerl<strong>in</strong>gen borg<strong>in</strong>gscohort naar achtergrondkenmerken<br />

1-10-2010 1-10-2010<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

2 e met<strong>in</strong>g<br />

1-10-2011<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

% (n=2136) % (n=2133) % (n=1311)<br />

Geslacht Jongen 53,2 53,2 53,8<br />

Meisje 46,8 46,8 46,2<br />

Leeftijd 14,7 jaar 14,7 jaar 15,6 jaar<br />

Etniciteit Autochtoon 52,0 52,1 53,8<br />

Westers all 4,8 4,6 4,2<br />

Turks 12,3 12,3 13,3<br />

Marokkaans 12,5 12,4 10,8<br />

Sur<strong>in</strong>aams 5,9 5,9 6,2<br />

Antilliaans 3,5 3,4 3,7<br />

Ov. Nw. 8,2 8,3 7,5<br />

Onbekend 0,9 1,0 0,6<br />

Lwoo Geen lwoo 39,4 34,1 41,7<br />

Wel lwoo 60,6 65,9 58,3<br />

Tabel B1.25 Leerl<strong>in</strong>gen borg<strong>in</strong>gscohort naar sector<br />

1-10-2010<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

% (n=2136)<br />

1-10-2010<br />

2 e met<strong>in</strong>g<br />

% (n=2133)<br />

1-10-2011<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

% (n=1311)<br />

Economie 27,2 26,3 25,3<br />

Landbouw 19,5 19,8 21,5<br />

Techniek 20,6 20,2 21,6<br />

Zorg en welzijn 30,7 31,9 29,1<br />

Intersectoraal 1,9 1,8 2,4<br />

Tabel B1.26 Switchers en uitvallers borg<strong>in</strong>gscohort I 2011-2012, achtergrondkenmerken<br />

1-10-‘11<br />

Switchers (%) Uitvallers (%)<br />

Geslacht Jongen 53,2 54,1<br />

Meisje 46,8 45,9<br />

Leeftijd 15 jaar (-) 37,6 29,7<br />

16 jaar 54,5 51,4<br />

17 jaar 6,0 10,8<br />

18 jaar (+) 1,9 8,1<br />

Etniciteit Autochtoon 50,5 45,9<br />

Allochtoon 48,2 51,4<br />

Onbekend 1,3 2,7<br />

Lwoo Geen lwoo 38,8 56,8<br />

Wel lwoo 61,2 43,2<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 83


Tabel B1.27 Leerl<strong>in</strong>gen borg<strong>in</strong>gscohort naar achtergrondkenmerken<br />

1-10-2011<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

% (n=1513)<br />

Geslacht Jongen 53,7<br />

Meisje 46,3<br />

Leeftijd 14,7 jaar<br />

Etniciteit Autochtoon 52,3<br />

Westers allochtonen 4,6<br />

Turks 11,6<br />

Marokkaans 11,0<br />

Sur<strong>in</strong>aams 8,5<br />

Antilliaans 3,2<br />

Ov. Nw. 8,3<br />

Onbekend 0,7<br />

Lwoo Geen lwoo 35,2<br />

Wel lwoo 64,8<br />

Tabel B1.28 Leerl<strong>in</strong>gen borg<strong>in</strong>gscohort naar sector<br />

1-10-2011<br />

1 e met<strong>in</strong>g<br />

% (n=1513)<br />

Economie 24,5<br />

Landbouw 20,6<br />

Techniek 21,3<br />

Zorg en welzijn 26,6<br />

Intersectoraal 7,0<br />

Tabel B1.29 Is de verwacht<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> het huidige schooljaar nog leerl<strong>in</strong>gen met <strong>VM2</strong><br />

zullen stoppen vanwege een switch naar een andere opleid<strong>in</strong>g? 1 e tranche<br />

Nov 2011 Redenen<br />

%<br />

Ja 25 Keuze voor een andere Crebo of school (7)<br />

Nee 33<br />

Geen respons 42<br />

Geen studief<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> (2)<br />

Tabel B1.30 Is de verwacht<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> het huidige schooljaar nog leerl<strong>in</strong>gen met <strong>VM2</strong><br />

zullen stoppen vanwege een switch naar een andere opleid<strong>in</strong>g? 2 e tranche<br />

Nov 2011 Redenen<br />

%<br />

Ja 30 Keuze voor een andere Crebo of school (12)<br />

Nee 41<br />

Geen respons 29<br />

Leerl<strong>in</strong>gen wisselen van beroepskeuze (7)<br />

84 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.31 Is de verwacht<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> het huidige schooljaar nog leerl<strong>in</strong>gen met <strong>VM2</strong><br />

zullen stoppen vanwege een switch naar een andere opleid<strong>in</strong>g? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2011 Redenen<br />

%<br />

Ja 44 Leerl<strong>in</strong>gen wisselen van beroepskeuze (12)<br />

Nee 41<br />

Geen respons 16<br />

Leerl<strong>in</strong>gen kiezen voor de bbl (4)<br />

Gebrek aan motivatie (3)<br />

Tabel B1.32 Is de verwacht<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> het huidige schooljaar nog leerl<strong>in</strong>gen met <strong>VM2</strong><br />

zullen stoppen vanwege een switch naar een andere opleid<strong>in</strong>g? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011 Redenen<br />

%<br />

Ja 52 Leerl<strong>in</strong>gen wisselen van beroepskeuze (11)<br />

Nee 47<br />

Geen respons 2<br />

Leerl<strong>in</strong>gen kiezen voor de bbl (3)<br />

Gebrek aan motivatie (3)<br />

Tabel B1.33 Worden er activiteiten ondernomen om leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> te houden die<br />

willen overstappen op een ander traject? 1e tranche<br />

Nov 2010 Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=37)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 85<br />

%<br />

(n=37)<br />

%<br />

(n=36)<br />

Ja 57 43 36<br />

Nee 24 43 22<br />

Geen respons 19 14 42<br />

Tabel B1.34 Worden er activiteiten ondernomen om leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> te houden die<br />

willen overstappen op een ander traject? 2e tranche<br />

Nov 2010 Juni 2011 Nov<br />

(n=121) (n=122) 2011<br />

%<br />

% (n=121)<br />

%<br />

Ja 58 43 41<br />

Nee 26 43 26<br />

Geen respons 16 13 32<br />

Tabel B1.35 Worden er activiteiten ondernomen om leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen het borg<strong>in</strong>gscohort<br />

I te houden?<br />

Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

(n=71)<br />

Ja 42 52<br />

Nee 44 34<br />

Geen respons 14 16<br />

%


Tabel B1.36 Worden er activiteiten ondernomen om leerl<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen het borg<strong>in</strong>gscohort<br />

II te houden?<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Ja 62<br />

Nee 33<br />

Geen respons 5<br />

Tabel B1.37 Is de verwacht<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> het huidige schooljaar nog leerl<strong>in</strong>gen met <strong>VM2</strong><br />

zullen stoppen vanwege uitval (voortijdig schoolverlaten)? 1 e Tranche<br />

Nov 2011 Redenen<br />

%<br />

Ja 11 Alle begeleid<strong>in</strong>gsstappen zijn gezet zonder merkbaar resultaat<br />

Nee 48<br />

Geen respons 42<br />

Tabel B1.38 Is de verwacht<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> het huidige schooljaar nog leerl<strong>in</strong>gen met <strong>VM2</strong><br />

zullen stoppen vanwege uitval (voortijdig schoolverlaten)? 2 e Tranche<br />

Nov 2011 Redenen<br />

%<br />

Ja 16 Het niveau van de opleid<strong>in</strong>g ligt te hoog (3)<br />

Nee 55<br />

Geen respons 29<br />

Enkele leerl<strong>in</strong>gen zijn moeilijk te begeleiden (3)<br />

Tabel B1.39 Is de verwacht<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> het huidige schooljaar nog leerl<strong>in</strong>gen met <strong>VM2</strong><br />

zullen stoppen vanwege uitval (voortijdig schoolverlaten)? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2011 Redenen<br />

%<br />

Ja 14 Multiproblematiek of gedragsproblemen (3)<br />

Nee 72<br />

Geen respons 14<br />

Tabel B1.40 Is de verwacht<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> het huidige schooljaar nog leerl<strong>in</strong>gen met <strong>VM2</strong><br />

zullen stoppen vanwege uitval (voortijdig schoolverlaten)? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011 Redenen<br />

%<br />

Ja 18 Multiproblematiek of gedragsproblemen (3)<br />

Nee 80<br />

Geen respons 2<br />

86 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%


Tabel B1.41 Hoe tevreden zijn onderstaande doelgroepen over het experiment tot nu toe?<br />

1 e tranche<br />

Nov 2011 (n=36) %<br />

Zeer<br />

ontevreden<br />

Ontevreden Niet<br />

ontevreden/tevreden<br />

Tevreden Zeer<br />

tevreden<br />

Geen<br />

respons<br />

Bestuurders 0 3 14 22 6 56<br />

Managers 0 6 11 28 0 56<br />

Docenten 0 3 11 25 6 56<br />

Ouders 0 0 8 20 14 58<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 0 6 11 22 6 56<br />

Tabel B1.42 Hoe tevreden zijn onderstaande doelgroepen over het experiment tot nu toe?<br />

2 e tranche<br />

Nov 2011 (n=121) %<br />

Zeer<br />

ontevreden<br />

Ontevreden Niet<br />

ontevreden/tevreden<br />

Tevreden Zeer<br />

tevreden<br />

Geen<br />

respons<br />

Bestuurders 0 8 14 29 6 43<br />

Managers 0 12 16 33 6 33<br />

Docenten 0 8 24 29 6 33<br />

Ouders 0 1 17 33 10 40<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 0 1 21 35 10 33<br />

Tabel B1.43 Hoe tevreden zijn onderstaande doelgroepen over het experiment tot nu toe?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2011 (n=71) %<br />

Zeer<br />

ontevreden<br />

Ontevreden Niet<br />

ontevreden/tevreden<br />

Tevreden Zeer<br />

tevreden<br />

Geen<br />

respons<br />

Bestuurders 1 3 20 39 9 28<br />

Managers 1 7 21 41 7 23<br />

Docenten 1 3 31 37 7 21<br />

Ouders 0 1 21 37 16 25<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 0 3 21 39 14 23<br />

Tabel B1.44 Hoe tevreden zijn onderstaande doelgroepen over het experiment tot nu toe?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011 (n=60) %<br />

Zeer<br />

ontevreden<br />

Ontevreden Niet<br />

ontevreden/tevreden<br />

Tevreden Zeer<br />

tevreden<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 87<br />

Geen<br />

respons<br />

Bestuurders 2 3 23 43 10 18<br />

Managers 2 8 25 45 8 12<br />

Docenten 2 3 35 42 8 10<br />

Ouders 0 2 23 42 18 15<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 0 3 23 45 17 12


Tabel B1.45 Zijn onderstaande doelgroepen meer of m<strong>in</strong>der tevreden over <strong>VM2</strong> dan over<br />

het reguliere onderwijstraject? 1 e tranche<br />

Nov 2011 (n=36) %<br />

Veel m<strong>in</strong>der<br />

tevreden<br />

M<strong>in</strong>der<br />

tevreden<br />

Even<br />

tevreden<br />

Meer<br />

tevreden<br />

Veel meer<br />

tevreden<br />

Geen<br />

respons<br />

Bestuurders 0 3 19 6 6 67<br />

Managers 0 6 14 8 6 67<br />

Docenten 0 0 17 11 6 67<br />

Ouders 0 0 19 6 8 67<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 0 0 19 8 6 67<br />

Tabel B1.46 Zijn onderstaande doelgroepen meer of m<strong>in</strong>der tevreden over <strong>VM2</strong> dan over<br />

het reguliere onderwijstraject? 2 e tranche<br />

Nov 2011 (n=121) %<br />

Veel m<strong>in</strong>der<br />

tevreden<br />

M<strong>in</strong>der<br />

tevreden<br />

Even<br />

tevreden<br />

Meer<br />

tevreden<br />

Veel meer<br />

tevreden<br />

Geen<br />

respons<br />

Bestuurders 0 3 22 17 3 56<br />

Managers 0 6 21 19 2 53<br />

Docenten 0 3 22 22 7 46<br />

Ouders 0 1 22 15 12 50<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 0 1 22 22 9 47<br />

Tabel B1.47 Zijn onderstaande doelgroepen meer of m<strong>in</strong>der tevreden over <strong>VM2</strong> dan over<br />

het reguliere onderwijstraject? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2011 (n=71) %<br />

Veel m<strong>in</strong>der<br />

tevreden<br />

M<strong>in</strong>der<br />

tevreden<br />

Even<br />

tevreden<br />

Meer<br />

tevreden<br />

Veel meer<br />

tevreden<br />

Geen<br />

respons<br />

Bestuurders 1 1 35 20 4 38<br />

Managers 1 6 31 25 4 32<br />

Docenten 1 3 31 31 3 31<br />

Ouders 0 1 31 21 11 35<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 1 3 28 27 7 34<br />

Tabel B1.48 Zijn onderstaande doelgroepen meer of m<strong>in</strong>der tevreden over <strong>VM2</strong> dan over<br />

het reguliere onderwijstraject? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011 (n=60) %<br />

Veel m<strong>in</strong>der<br />

tevreden<br />

M<strong>in</strong>der<br />

tevreden<br />

Even<br />

tevreden<br />

Meer<br />

tevreden<br />

Veel meer<br />

tevreden<br />

Geen<br />

respons<br />

Bestuurders 2 0 42 23 3 30<br />

Managers 2 5 37 30 3 23<br />

Docenten 2 3 35 35 3 22<br />

Ouders 0 0 37 25 12 27<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 2 2 33 32 7 25<br />

88 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B1.49 Hoe kijkt men terug op het experiment? 1 e tranche<br />

Nov 2011 (n=36)<br />

Zeer positief 19<br />

Positief 42<br />

Negatief 14<br />

Zeer Negatief 0<br />

Geen respons 25<br />

Tabel B1.50 Hoe kijkt men terug op het experiment? 2 e tranche<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 89<br />

%<br />

Nov 2011 (n=121)<br />

Zeer positief 9<br />

Positief 61<br />

Negatief 16<br />

Zeer Negatief 1<br />

Geen respons 13<br />

Tabel B1.51 Op welke aspecten van de samenwerk<strong>in</strong>g is men bijzonder trots? 1 e tranche<br />

1 De teamgeest van de vmbo- en mbo-partners (23)<br />

2 Kijken naar het belang van de leerl<strong>in</strong>g (5)<br />

3 Er is een <strong>in</strong>novatief programma ontwikkeld (5)<br />

4 Uitwissel<strong>in</strong>g van materialen (2)<br />

5 De faciliter<strong>in</strong>g van de betrokkenen (2)<br />

Tabel B1.52 Op welke aspecten van de samenwerk<strong>in</strong>g is men bijzonder trots? 2 e tranche<br />

1 De <strong>in</strong>tensieve en constructieve samenwerk<strong>in</strong>g van de diverse partners (86)<br />

2 Het feit dat gezamenlijk een <strong>in</strong>novatief curriculum is ontwikkeld (27)<br />

3 De wil om te leren van elkaar (13)<br />

4 De belangen van de leerl<strong>in</strong>g zijn voorop gezet (9)<br />

5 Het tempo waar<strong>in</strong> gezamenlijk producten ontwikkeld werden (3)<br />

Tabel B1.53 Welke aspecten van de samenwerk<strong>in</strong>g had u achteraf liever anders gezien?<br />

1 e tranche<br />

1 Heldere communicatielijnen (5)<br />

2 M<strong>in</strong>der verloop van de mbo samenwerk<strong>in</strong>gspartners (4)<br />

3 Meer betrokkenheid van management en CvB (3)<br />

4 Snellere afstemm<strong>in</strong>g over f<strong>in</strong>anciële voorwaarden (2)<br />

5 Afstemmen van adm<strong>in</strong>istratieve processen (2)<br />

Tabel B1.54 Welke aspecten van de samenwerk<strong>in</strong>g had u achteraf liever anders gezien?<br />

2 e tranche<br />

1 Meer en heldere overlegmomenten (21)<br />

2 Afstemm<strong>in</strong>g van (adm<strong>in</strong>istratieve) processen (10)<br />

3 Te veel verloop bij de samenwerk<strong>in</strong>gspartners (10)<br />

4 Meer ondersteun<strong>in</strong>g vanuit het management (8)<br />

5 Meer betrokkenheid van de mbo partner (7)<br />

%


Tabel B1.55 Op welke onderdelen van het <strong>VM2</strong> programma is men bijzonder trots?<br />

1 e tranche<br />

1 De ontwikkelde doorgaande leerlijn (15)<br />

2 De versnell<strong>in</strong>g van het programma met een startkwalificatie op het e<strong>in</strong>d (7)<br />

3 De begeleid<strong>in</strong>g van de leerl<strong>in</strong>gen (7)<br />

4 De pedagogisch/didactische aanpak (6)<br />

5 De beroepsoriëntatie van de leerl<strong>in</strong>gen (6)<br />

Tabel B1.56 Op welke onderdelen van het <strong>VM2</strong> programma is men bijzonder trots?<br />

2 e tranche<br />

1 De ontwikkelde doorgaande leerlijn (68)<br />

2 De vormgev<strong>in</strong>g van de stages (17)<br />

3 Het pedagogische/didactische concept (10)<br />

4 De mogelijkheid tot versnell<strong>in</strong>g (9)<br />

5 De <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het zomerlek (8)<br />

Tabel B1.57 Welke onderdelen van het <strong>VM2</strong> programma had u achteraf liever anders<br />

<strong>in</strong>gevuld? 1 e tranche<br />

1 Meer aandacht voor taal en rekenen (9)<br />

2 Eerder kiezen voor meer Crebo’s (3)<br />

3 Overstappen naar competentiegericht onderwijs (3)<br />

4 Andere opzet stages (2)<br />

5 Meer maatwerk qua cursusduur (1)<br />

Tabel B1.58 Welke onderdelen van het <strong>VM2</strong> programma had u achteraf liever anders<br />

<strong>in</strong>gevuld? 2 e tranche<br />

1 De <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de doorgaande leerlijn (26)<br />

2 Meer aandacht voor Nederlands, rekenen en Engels (13)<br />

3 Een andere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de stages (12)<br />

4 Het vmbo examen niet meer aanbieden (6)<br />

5 De gedachte van één dak loslaten (6)<br />

Tabel B1.59 Welke adviezen zou u andere scholen geven als ze een leergang á la <strong>VM2</strong> gaan<br />

<strong>in</strong>richten? 1 e tranche<br />

1 Zorg voor heldere communicatie op alle niveaus (7)<br />

2 Start vanuit een visie met beheersbare doelstell<strong>in</strong>gen (6)<br />

3 Creëer vooraf voldoende draagvlak bij management en CvB (5)<br />

4 Start direct met 1 team van vmbo- en mbo-docenten (5)<br />

5 Besteed aandacht aan de cultuurverschillen van het vmbo en mbo (3)<br />

Tabel B1.60 Welke adviezen zou u andere scholen geven als ze een leergang á la <strong>VM2</strong> gaan<br />

<strong>in</strong>richten? 2 e tranche<br />

1 Start bij het kwalificatiedossier bij de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het programma (17)<br />

2 Zorg vooraf voor voldoende draagvlak onder de collega’s (16)<br />

3 Communiceer uitgebreid naar ouders en leerl<strong>in</strong>gen (16)<br />

4 Maak vooraf heldere afspraken over de f<strong>in</strong>anciële voorwaarden (15)<br />

5 Neem voldoende tijd voor de voorbereid<strong>in</strong>g (14)<br />

90 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Bijlage 2: Eén concept, één team, één dak<br />

Tabel B2.1 Heeft men een beeld van het <strong>in</strong>houdelijk concept? 1e tranche<br />

Juni<br />

2009<br />

(n=39)<br />

%<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=40)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 91<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=40)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Is helder, uitgekristalliseerd 44 60 58 70 62 53<br />

Is nog niet helemaal helder;<br />

hoofdlijnen tekenen zich af<br />

54 28 25 14 13 3<br />

Het beeld moet zich nog vormen 0 3 10 8 11 3<br />

Geen respons 3 10 8 8 13 42<br />

Tabel B2.2 Heeft men een beeld van het <strong>in</strong>houdelijk concept? 2e tranche<br />

Nov Juni Nov Juni<br />

2009 2010 2010 2011<br />

(n=127) (n=127) (n=121) (n=122)<br />

% % % %<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Is helder, uitgekristalliseerd 50 48 63 66 65<br />

Is nog niet helemaal helder;<br />

hoofdlijnen tekenen zich af<br />

43 40 24 16<br />

Het beeld moet zich nog vormen 3 8 6 6 1<br />

Geen respons 5 4 7 13 26<br />

Tabel B2.3 Heeft men een beeld van het <strong>in</strong>houdelijk concept? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov Juni<br />

2010 2011<br />

(n=70) (n=71)<br />

% %<br />

%<br />

8<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Is helder, uitgekristalliseerd 73 72 63<br />

Is nog niet helemaal helder;<br />

hoofdlijnen tekenen zich af<br />

%<br />

24 14 20<br />

Het beeld moet zich nog vormen 3 1 3<br />

Geen respons 0 13 14<br />

Tabel B2.4 Heeft men een beeld van het <strong>in</strong>houdelijk concept? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Is helder, uitgekristalliseerd 78<br />

Is nog niet helemaal helder;<br />

hoofdlijnen tekenen zich af<br />

Het beeld moet zich nog vormen 3<br />

Geen respons -<br />

%<br />

18


Tabel B2.5 Waar staat men <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van het concept? 1e tranche<br />

Juni<br />

2009<br />

(n=39)<br />

%<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=40)<br />

92 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=40)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Concept is klaar, ontwikkeld 31 40 53 60 65 53<br />

Concept wordt ontwikkeld <strong>in</strong><br />

context samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo<br />

Concept wordt ontwikkeld <strong>in</strong><br />

context opstart samenwerk<strong>in</strong>g<br />

vmbo-mbo<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van concept moet<br />

feitelijk nog starten<br />

49 30 30 16 8 6<br />

18 5 0 0 5 0<br />

0 13 10 16 8 0<br />

Geen respons 3 13 8 8 13 42<br />

Tabel B2.6 Waar staat men <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van het concept? 2e tranche<br />

Nov Juni Nov Juni<br />

2009 2010 2010 2011<br />

(n=127) (n=127) (n=121) (n=122)<br />

% % % %<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Concept is klaar, ontwikkeld 28 42 51 62 64<br />

Concept wordt ontwikkeld <strong>in</strong><br />

context samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo<br />

Concept wordt ontwikkeld <strong>in</strong><br />

context opstart samenwerk<strong>in</strong>g<br />

vmbo-mbo<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van concept moet<br />

feitelijk nog starten<br />

48 42 27 14 11<br />

14 7 5 3 1<br />

%<br />

5 6 8 7 0<br />

Geen respons 5 4 8 13 25<br />

Tabel B2.7 Waar staat men <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van het concept? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov Juni<br />

2010 2011<br />

(n=70) (n=71)<br />

% %<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Concept is klaar, ontwikkeld 66 69 63<br />

Concept wordt ontwikkeld <strong>in</strong><br />

context samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo<br />

Concept wordt ontwikkeld <strong>in</strong><br />

context opstart samenwerk<strong>in</strong>g<br />

vmbo-mbo<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van concept moet<br />

feitelijk nog starten<br />

%<br />

26 11 20<br />

9 3 1<br />

0 4 1<br />

Geen respons 0 13 14


Tabel B2.8 Waar staat men <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van het concept? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Concept is klaar, ontwikkeld 73<br />

Concept wordt ontwikkeld <strong>in</strong> context<br />

samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo<br />

Concept wordt ontwikkeld <strong>in</strong> context opstart<br />

samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van concept moet feitelijk nog<br />

starten<br />

Geen respons -<br />

Tabel B2.9 Is er sprake van een apart, herkenbaar <strong>VM2</strong> programma? 1e tranche<br />

Juni 2010 Nov 2010 Juni 2011<br />

Voor het 2 de leerjaar mbo<br />

(vierde jaar leergang <strong>VM2</strong>)<br />

(n=40)<br />

%<br />

(n=37)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 93<br />

%<br />

(n=37)<br />

%<br />

%<br />

23<br />

3<br />

-<br />

Nov 2011<br />

(n=36)<br />

Ja 13 11 24 28<br />

Grotendeels 45 19 19 3<br />

Nee 33 30 30 28<br />

Geen respons 10 40 26 42<br />

Tabel B2.10 Is er sprake van een apart, herkenbaar <strong>VM2</strong> programma? 2e tranche<br />

Voor het 1 ste leerjaar mbo (3de jaar<br />

leergang <strong>VM2</strong>)<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Ja 11 15 30 32<br />

Grotendeels 52 27 25 22<br />

Nee 33 47 32 21<br />

Geen respons 4 11 13 25<br />

Voor het 2 de leerjaar mbo (4de jaar<br />

leergang <strong>VM2</strong>)<br />

Ja 20<br />

Grotendeels 19<br />

Nee 19<br />

Nvt: <strong>VM2</strong> is een driejarig traject 15<br />

Geen respons 27<br />

%


Tabel B2.11 Is er sprake van een apart, herkenbaar <strong>VM2</strong> programma? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2010 Juni 2011 Nov 2011<br />

Voor het 3 de leerjaar vmbo bb (1ste jr leergang <strong>VM2</strong>)<br />

(n=70)<br />

94 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

(n=71)<br />

%<br />

(n=71)<br />

Ja 17 25 35<br />

Grotendeels 29 20 13<br />

Nee 54 42 39<br />

Geen respons 0 13 13<br />

Voor het 4 de leerjaar vmbo bb (2de jaar leergang <strong>VM2</strong>)<br />

Ja 26 25 37<br />

Grotendeels 33 24 21<br />

Nee 40 38 30<br />

Geen respons 1 13 13<br />

Voor het 1 ste leerjaar mbo (3de jaar leergang <strong>VM2</strong>)<br />

Ja 45<br />

Grotendeels 17<br />

Nee 25<br />

Geen respons 13<br />

Tabel B2.12 Is er sprake van een apart, herkenbaar <strong>VM2</strong> programma? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

Voor het 3 de leerjaar vmbo bb (1ste jaar leergang <strong>VM2</strong>)<br />

%<br />

(n=60)<br />

Ja 38<br />

Grotendeels 15<br />

Nee 47<br />

Geen respons -<br />

Voor het 4 de leerjaar vmbo bb (2de jaar leergang <strong>VM2</strong>)<br />

Ja 42<br />

Grotendeels 23<br />

Nee 35<br />

Geen respons -<br />

Voor het 1 ste leerjaar mbo (3de jaar leergang <strong>VM2</strong>)<br />

Ja 52<br />

Grotendeels 20<br />

Nee 28<br />

Geen respons -<br />

%


Tabel B2.13 Is er sprake van een geïntegreerd traject over de leerjaren heen? 1 ste tranche<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Volledig geïntegreerd 19<br />

Deels, enkele modules op andere locatie 17<br />

Nee, mbo-deel op mbo-locatie 22<br />

Geen respons 42<br />

Tabel B2.14 Is er sprake van een geïntegreerd traject over de leerjaren heen? 2de tranche<br />

Nov<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 95<br />

%<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Volledig geïntegreerd 47<br />

Deels, enkele modules op andere locatie 19<br />

Nee, mbo-deel op mbo-locatie 7<br />

Geen respons 29<br />

Tabel B2.15 Is er sprake van een geïntegreerd traject over de leerjaren heen?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Volledig geïntegreerd 44<br />

Deels, enkele modules op andere locatie 31<br />

Nee, mbo-deel op mbo-locatie 10<br />

Geen respons 16<br />

Tabel B2.16 Is er sprake van een geïntegreerd traject over de leerjaren heen?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Volledig geïntegreerd 52<br />

Deels, enkele modules op andere locatie 37<br />

Nee, mbo-deel op mbo-locatie 10<br />

Geen respons 2<br />

%


Tabel B2.17 Programmer<strong>in</strong>g leergang 2e tranche<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

96 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Geënt op vmbo-examenprogramma’s 12 17 13 3<br />

Voornamelijk geënt op vmbo-examenprogramma’s;<br />

m<strong>in</strong>der op mbo-kwalificatiedossiers<br />

Voornamelijk geënt op mbo-kwalificatiedossier;<br />

m<strong>in</strong>der op vmbo-examenprogramma’s<br />

39 35 26<br />

30 17 20<br />

Geënt op mbo-kwalificatiedossiers 13 13 23 22<br />

Geen respons 12 18 18 31<br />

Tabel B2.18 Programmer<strong>in</strong>g leergang borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=70)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

20<br />

23<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Geënt op vmbo-examenprogramma’s 11 7 13<br />

Voornamelijk geënt op vmbo-examenprogramma’s; m<strong>in</strong>der op<br />

mbo-kwalificatiedossiers<br />

Voornamelijk geënt op mbo-kwalificatiedossier; m<strong>in</strong>der op vmboexamenprogramma’s<br />

%<br />

41 27 28<br />

33 28 18<br />

Geënt op mbo-kwalificatiedossiers 12 23 23<br />

Geen respons 1 16 18<br />

Tabel B2.19 Programmer<strong>in</strong>g leergang borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Geënt op vmbo-examenprogramma’s 10<br />

Voornamelijk geënt op vmbo-examenprogramma’s; m<strong>in</strong>der op<br />

mbo-kwalificatiedossiers<br />

Voornamelijk geënt op mbo-kwalificatiedossier; m<strong>in</strong>der op vmboexamenprogramma’s<br />

Geënt op mbo-kwalificatiedossiers 25<br />

Geen respons 5<br />

%<br />

38<br />

22


Tabel B2.20 Cursusduur 1e tranche<br />

Juni<br />

2009<br />

(n=39)<br />

%<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=40)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=40)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 97<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Standaardcursusduur 3 jaar 28 23 30 32 32 -<br />

Standaardcursusduur 4 jaar 8 10 13 11 30 25<br />

Individuele differentiatie 56 53 33 32 24 28<br />

Nog geen def<strong>in</strong>itieve keuze<br />

gemaakt<br />

8 3 15 - - -<br />

Geen respons 0 13 10 24 13 53<br />

Tabel B2.21 Cursusduur 2e tranche<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=127)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Standaardcursusduur 3 jaar 19 32 29 31 27<br />

Standaardcursusduur 4 jaar 20 19 24 25 20<br />

Individuele differentiatie 31 31 33 30 24<br />

Nog geen def<strong>in</strong>itieve keuze gemaakt 24 15 - - -<br />

Geen respons 6 4 14 16 29<br />

Tabel B2.22 Cursusduur borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=70)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Standaardcursusduur 3 jaar 46 37 41<br />

Standaardcursusduur 4 jaar 19 14 18<br />

Individuele differentiatie 24 35 27<br />

Nog geen def<strong>in</strong>itieve keuze gemaakt 10 - -<br />

Geen respons 11 14 14<br />

Tabel B2.23 Cursusduur borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Standaardcursusduur 3 jaar 47<br />

Standaardcursusduur 4 jaar 20<br />

Individuele differentiatie 33<br />

Nog geen def<strong>in</strong>itieve keuze gemaakt -<br />

Geen respons -<br />

%


Tabel B2.24 Wel of geen vmbo-examen 2e tranche<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=127)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

98 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Alle leerl<strong>in</strong>gen leggen vmbo-examen af 60 64 57 59 50<br />

Meeste leerl<strong>in</strong>gen leggen vmbo-examen<br />

af<br />

Voor elke leerl<strong>in</strong>g wordt afzonderlijk<br />

beslist of deze het vmbo-examen aflegt<br />

De meeste leerl<strong>in</strong>gen leggen geen vmboexamen<br />

af<br />

Geen enkele leerl<strong>in</strong>g legt vmbo-examen<br />

af<br />

%<br />

8 5 9 3 3<br />

9 13 7 8 1<br />

11 6 3 5 0<br />

7 9 11 9 17<br />

Geen respons 5 5 15 16 29<br />

Tabel B2.25 Wel of geen vmbo-examen borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=70)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Alle leerl<strong>in</strong>gen leggen vmbo-examen af 63 55 55<br />

Meeste leerl<strong>in</strong>gen leggen vmbo-examen af 13 2 6<br />

Voor elke leerl<strong>in</strong>g wordt afzonderlijk beslist of deze het<br />

vmbo-examen aflegt<br />

%<br />

10 10 6<br />

De meeste leerl<strong>in</strong>gen leggen geen vmbo-examen af 3 4 6<br />

Geen enkele leerl<strong>in</strong>g legt vmbo-examen af 11 14 13<br />

Geen respons 0 14 16<br />

Tabel B2.26 Wel of geen vmbo-examen borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Alle leerl<strong>in</strong>gen leggen vmbo-examen af 60<br />

Meeste leerl<strong>in</strong>gen leggen vmbo-examen af 10<br />

Voor elke leerl<strong>in</strong>g wordt afzonderlijk beslist of deze het<br />

vmbo-examen aflegt<br />

De meeste leerl<strong>in</strong>gen leggen geen vmbo-examen af 8<br />

Geen enkele leerl<strong>in</strong>g legt vmbo-examen af 12<br />

Geen respons 3<br />

%<br />

7


Tabel B2.27 Omgang met het ‘zomerlek’ borg<strong>in</strong>gscohort I (meerder antwoorden mogelijk)<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=70)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 99<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Na examen starten met volgende onderdeel leergang 50 37 51<br />

Externe of <strong>in</strong>terne stages 46 20 20<br />

Bijspijker cursussen 16 7 6<br />

Leerl<strong>in</strong>gen hebben vakantie 1 13 8<br />

Tabel B2.28 Omgang met het ‘zomerlek’ borg<strong>in</strong>gscohort II (meerder antwoorden<br />

mogelijk)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Na examen starten met volgende onderdeel leergang 60<br />

Externe of <strong>in</strong>terne stages 18<br />

Bijspijker cursussen 7<br />

Leerl<strong>in</strong>gen hebben vakantie 10<br />

Tabel B2.29 Omslagmoment beroepsoriënterend naar beroepskwalificerend<br />

borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=70)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Beg<strong>in</strong> 3 de leerjaar vmbo 3 3 6<br />

Tweede helft 3 de leerjaar/start vierde leerjaar vmbo 14 20 14<br />

Gedurende 4 de leerjaar vmbo 56 28 32<br />

Na het 4 de leerjaar vmbo 24 34 32<br />

Geen respons 3 16 16<br />

Tabel B2.30 Omslagmoment beroepsoriënterend naar beroepskwalificerend<br />

borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Beg<strong>in</strong> 3 de leerjaar vmbo 5<br />

Tweede helft 3 de leerjaar/start vierde leerjaar vmbo 17<br />

Gedurende 4 de leerjaar vmbo 40<br />

Na het 4 de leerjaar vmbo 37<br />

Geen respons 2<br />

%


Tabel B2.31 Verhoud<strong>in</strong>g beroepsgerichte en avo-deel 1e tranche<br />

Juni 2009 Juni 2010 Nov 2010<br />

(n=39)<br />

%<br />

(n=40)<br />

100 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni 2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=36)<br />

Voornamelijk beroepsgericht 0 0 11 5 8<br />

Meer beroepsgericht dan avo 66 48 35 57 34<br />

Evenveel beroepsgericht als avo 0 0 14 16 14<br />

Meer avo dan beroepsgericht 31 28 14 8 0<br />

Voornamelijk avo 0 10 0 0 0<br />

Geen respons 3 15 27 13 44<br />

Tabel B2.32 Verhoud<strong>in</strong>g beroepsgerichte en avo-deel 2e tranche<br />

Juni 2010 Nov 2010<br />

(n=127)<br />

%<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni 2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=121)<br />

Voornamelijk beroepsgericht 4 4 2 12<br />

Meer beroepsgericht dan avo 53 40 46 40<br />

Evenveel beroepsgericht als avo 0 15 24 12<br />

Meer avo dan beroepsgericht 32 21 16 6<br />

Voornamelijk avo 6 3 0 0<br />

Geen respons 5 17 13 29<br />

Tabel B2.33 Verhoud<strong>in</strong>g beroepsgerichte en avo-deel borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2010 Juni 2011<br />

(n=70)<br />

%<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=71)<br />

Voornamelijk beroepsgericht 1 3 1<br />

Meer beroepsgericht dan avo 44 35 42<br />

Evenveel beroepsgericht als avo 24 28 21<br />

Meer avo dan beroepsgericht 20 15 14<br />

Voornamelijk avo 6 4 4<br />

Geen respons 4 14 17<br />

Tabel B2.34 Verhoud<strong>in</strong>g beroepsgerichte en avo-deel borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Voornamelijk beroepsgericht 2<br />

Meer beroepsgericht dan avo 46<br />

Evenveel beroepsgericht als avo 28<br />

Meer avo dan beroepsgericht 18<br />

Voornamelijk avo 3<br />

Geen respons 2<br />

%


Tabel B2.35 Karakteriser<strong>in</strong>g van het stageconcept 1e tranche<br />

Stageconcept 2011-2012<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 101<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Voornamelijk beroepsoriënterend 8 16 3<br />

Voornamelijk beroepsgericht 68 70 56<br />

Geen respons 24 13 42<br />

Is het stageconcept <strong>in</strong> het 4 e jaar <strong>VM2</strong> anders dan <strong>in</strong> het<br />

reguliere tweede jaar mbo?<br />

Ja, vooral meer beroepsoriënterend 14 5 0<br />

Ja, vooral meer beroepsgericht 19 27 22<br />

Nee 43 51 36<br />

Geen respons 24 16 42<br />

Is het stageconcept veranderd ten opzichte van het derde<br />

jaar <strong>VM2</strong>?<br />

Ja, de omvang is toegenomen, vooral meer<br />

beroepsoriënterend<br />

%<br />

0 3 0<br />

Ja, de omvang is toegenomen, vooral meer beroepsgericht 32 35 14<br />

Ja, de omvang is afgenomen 5 0 3<br />

Nee 38 41 25<br />

Geen respons 24 22 58<br />

Tabel B2.36 Karakteriser<strong>in</strong>g van het stageconcept 2e tranche<br />

Stageconcept 2011-2012<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Voornamelijk beroepsoriënterend 29 23 10<br />

Voornamelijk beroepsgericht 58 59 60<br />

Geen respons 13 18 29<br />

Is het stageconcept <strong>in</strong> het 3 e jaar <strong>VM2</strong> anders dan <strong>in</strong> het<br />

reguliere eerste jaar mbo?<br />

Ja, vooral meer beroepsoriënterend 17 17 5<br />

Ja, vooral meer beroepsgericht 34 30 25<br />

Nee 35 38 40<br />

Geen respons 15 16 29<br />

Is het stageconcept veranderd ten opzichte van het<br />

tweede jaar <strong>VM2</strong>?<br />

Ja, de omvang is toegenomen, vooral meer<br />

beroepsoriënterend<br />

%<br />

17 22 3<br />

Ja, de omvang is toegenomen, vooral meer beroepsgericht 25 25 44<br />

Ja, de omvang is afgenomen 6 3 20<br />

Nee 33 34 1<br />

Geen respons 20 16 32


Tabel B2.37 Karakteriser<strong>in</strong>g van het stageconcept borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov<br />

2010<br />

Stageconcept 2011-2012<br />

(n=70)<br />

102 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Voornamelijk beroepsoriënterend 69 76 46<br />

Voornamelijk beroepsgericht 30 9 32<br />

Geen respons 1 15 21<br />

Is het stageconcept anders dan <strong>in</strong> het reguliere vierde<br />

jaar vmbo?<br />

Ja, vooral meer beroepsoriënterend 31 27 13<br />

Ja, vooral meer beroepsgericht 21 13 42<br />

Nee 47 45 30<br />

Geen respons 0 15 16<br />

Tabel B2.38 Karakteriser<strong>in</strong>g van het stageconcept borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Stageconcept 2011-2012<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Voornamelijk beroepsoriënterend 45<br />

Voornamelijk beroepsgericht 47<br />

Geen respons 8<br />

Is het stageconcept anders dan <strong>in</strong> het reguliere derde<br />

jaar vmbo?<br />

Ja, vooral meer beroepsoriënterend 28<br />

Ja, vooral meer beroepsgericht 35<br />

Nee 35<br />

Geen respons 2<br />

Tabel B2.39 Moeite met het v<strong>in</strong>den van stageplaatsen 1e tranche<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Ja 19 11<br />

Nee 65 42<br />

Geen respons 16 48<br />

Tabel B2.40 Moeite met het v<strong>in</strong>den van stageplaatsen 2e tranche<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Ja 30 29<br />

Nee 57 41<br />

Geen respons 13 30<br />

%


Tabel B2.41 Moeite met het v<strong>in</strong>den van stageplaatsen borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 103<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Ja 24 23<br />

Nee 62 62<br />

Geen respons 14 16<br />

Tabel B2.42 Moeite met het v<strong>in</strong>den van stageplaatsen borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Ja 32<br />

Nee 67<br />

Geen respons 2<br />

Tabel B2.43 Typer<strong>in</strong>g doelgroep. 2 e tranche<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Inclusief 57 50 32<br />

Meer <strong>in</strong>clusief dan exclusief 16 12 11<br />

Meer exclusief dan <strong>in</strong>clusief 6 3 10<br />

Exclusief 15 21 17<br />

Geen respons 6 15 29<br />

Tabel B2.44 Typer<strong>in</strong>g doelgroep. Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=70)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Inclusief 57 52 42<br />

Meer <strong>in</strong>clusief dan exclusief 13 3 9<br />

Meer exclusief dan <strong>in</strong>clusief 10 11 14<br />

Exclusief 17 18 20<br />

Geen respons 3 16 16<br />

%


Tabel B2.45 Typer<strong>in</strong>g doelgroep. Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Inclusief 52<br />

Meer <strong>in</strong>clusief dan exclusief 10<br />

Meer exclusief dan <strong>in</strong>clusief 17<br />

Exclusief 20<br />

Geen respons 2<br />

Tabel B2.46 Typer<strong>in</strong>g tijdstip determ<strong>in</strong>atie leerweg, sector/afdel<strong>in</strong>g, Crebo en omslag naar<br />

beroepskwalificerend Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Leerweg Sector/Afdel<strong>in</strong>g Crebo<br />

E<strong>in</strong>d 2 de<br />

leerjaar vmbo<br />

Beg<strong>in</strong> 3 de<br />

leerjaar vmbo<br />

E<strong>in</strong>d 3 de<br />

leerjaar vmbo<br />

Beg<strong>in</strong> 4 de<br />

leerjaar vmbo<br />

Nov<br />

2010<br />

n=70<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

n=71<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

n=71<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

n=70<br />

104 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

n=71<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

n=71<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

n=70<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

n=71<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

n=71<br />

64 47 55 73 37 39 17 17 21<br />

13 24 10 7 24 17 24 8 7<br />

13 6 10 7 13 14 14 18 13<br />

9 6 10 11 3 13 37 38 41<br />

Onbekend 1 18 16 1 24 17 7 18 18<br />

Tabel B2.47 Typer<strong>in</strong>g tijdstip determ<strong>in</strong>atie leerweg, sector/afdel<strong>in</strong>g, Crebo en omslag naar<br />

beroepskwalificerend Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Leerweg Sector/Afdel<strong>in</strong>g Crebo<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

E<strong>in</strong>d 2 de leerjaar vmbo 63 47 25<br />

Beg<strong>in</strong> 3 de leerjaar vmbo 10 18 5<br />

E<strong>in</strong>d 3 de leerjaar vmbo 13 15 15<br />

Beg<strong>in</strong> 4 de leerjaar vmbo 12 17 50<br />

Onbekend 2 3 5<br />

%


Tabel B2.48 Typer<strong>in</strong>g licenties 1 e tranche<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> is breed (meerdere afdel<strong>in</strong>gsprogramma’s<br />

en crebo’s)<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 105<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

%<br />

22 33<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket is eerder breed, dan smal 11 8<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket is eerder smal, dan breed 14 6<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> is smal (één afdel<strong>in</strong>gsprogramma gevolgd<br />

door één crebo)<br />

38 6<br />

Geen respons 16 47<br />

Tabel B2.49 Typer<strong>in</strong>g licenties 2 e tranche<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> is breed (meerdere afdel<strong>in</strong>gsprogramma’s<br />

en crebo’s)<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

%<br />

21 12<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket is eerder breed, dan smal 11 8<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket is eerder smal, dan breed 23 21<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> is smal (één afdel<strong>in</strong>gsprogramma gevolgd<br />

door één crebo)<br />

31 32<br />

Geen respons 14 27<br />

Tabel B2.50 Typer<strong>in</strong>g licenties borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> is breed (meerdere afdel<strong>in</strong>gsprogramma’s<br />

en crebo’s)<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

17 17<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket is eerder breed, dan smal 13 4<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket is eerder smal, dan breed 25 14<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> is smal (één afdel<strong>in</strong>gsprogramma gevolgd<br />

door één crebo)<br />

30 49<br />

Onbekend 16 16


Tabel B2.51 Typer<strong>in</strong>g licenties borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

106 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> is breed (meerdere afdel<strong>in</strong>gsprogramma’s en crebo’s) 22<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket is eerder breed, dan smal 5<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket is eerder smal, dan breed 17<br />

Het opleid<strong>in</strong>gspakket b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong> is smal (één afdel<strong>in</strong>gsprogramma gevolgd door één<br />

crebo)<br />

Onbekend 2<br />

Tabel B2.52 <strong>VM2</strong> team 1e tranche<br />

<strong>VM2</strong> team van vmbo en mbo<br />

samen<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=40)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=40)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

%<br />

55<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Ja, volledig gemengd - - - - 42<br />

Grotendeels gemengd - - - - 11<br />

Nog niet gemengd - - - - 6<br />

Geen respons - - - - 42<br />

Vertegenwoordig<strong>in</strong>g mboexpertise<br />

<strong>in</strong> het team<br />

Ja 70 70 65 73 53<br />

Nee 10 5 5 5 3<br />

Geen respons/(nog) niet van<br />

toepass<strong>in</strong>g<br />

Tabel B2.53 <strong>VM2</strong> team 2e tranche<br />

<strong>VM2</strong> team van vmbo en mbo<br />

samen<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=127)<br />

%<br />

20 25 30 22 44<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Ja, volledig gemengd - - - - 32<br />

Grotendeels gemengd - - - - 30<br />

Nog niet gemengd - - - - 13<br />

Geen respons - - - - 25<br />

Vertegenwoordig<strong>in</strong>g mboexpertise<br />

<strong>in</strong> het team<br />

Ja 67 69 77 67 62<br />

Nee 10 7 3 5 1<br />

Geen respons/(nog) niet van<br />

toepass<strong>in</strong>g<br />

%<br />

23 24 20 28 37


Tabel B2.54 <strong>VM2</strong> team borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

<strong>VM2</strong> team van vmbo en mbo samen<br />

Nov 2010<br />

(n=70)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 107<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Ja, volledig gemengd - - 34<br />

Grotendeels gemengd - - 37<br />

Nog niet gemengd - - 16<br />

Geen respons - - 14<br />

Vertegenwoordig<strong>in</strong>g mbo-expertise <strong>in</strong> het team<br />

Ja 86 68 68<br />

Nee 9 14 6<br />

Geen respons /(nog) niet van toepass<strong>in</strong>g 6 18 27<br />

Tabel B2.55 <strong>VM2</strong> team borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

<strong>VM2</strong> team van vmbo en mbo samen<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Ja, volledig gemengd 43<br />

Grotendeels gemengd 32<br />

Nog niet gemengd 23<br />

Geen respons 2<br />

Vertegenwoordig<strong>in</strong>g mbo-expertise <strong>in</strong> het team<br />

Ja 75<br />

Nee 5<br />

Geen respons /(nog) niet van toepass<strong>in</strong>g 20<br />

Tabel B2.56 V<strong>in</strong>dt het gehele <strong>VM2</strong>-traject plaats op dezelfde locatie? 1 e tranche<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=36)<br />

Ja 39<br />

Nee, enkele modules v<strong>in</strong>den plaats op de mbo-locatie 17<br />

Nee, het mbo-gedeelte v<strong>in</strong>dt plaats op de mbo-locatie 3<br />

Geen respons 42<br />

Tabel B2.57 V<strong>in</strong>dt het gehele <strong>VM2</strong>-traject plaats op dezelfde locatie? 2 e tranche<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=121)<br />

Ja 47<br />

Nee, enkele modules v<strong>in</strong>den plaats op de mbo-locatie 19<br />

Nee, het mbo-gedeelte v<strong>in</strong>dt plaats op de mbo-locatie 5<br />

Geen respons 29<br />

%


Tabel B2.58 V<strong>in</strong>dt het gehele <strong>VM2</strong>-traject plaats op dezelfde locatie? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2011<br />

(n=71)<br />

Ja 52<br />

Nee, enkele modules v<strong>in</strong>den plaats op de mbo-locatie 27<br />

Nee, het mbo-gedeelte v<strong>in</strong>dt plaats op de mbo-locatie 4<br />

Geen respons 17<br />

Tabel B2.59 V<strong>in</strong>dt het gehele <strong>VM2</strong>-traject plaats op dezelfde locatie? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

108 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

(n=60)<br />

Ja 62<br />

Nee, enkele modules v<strong>in</strong>den plaats op de mbo-locatie 33<br />

Nee, het mbo-gedeelte v<strong>in</strong>dt plaats op de mbo-locatie 3<br />

Geen respons 2<br />

Tabel B2.60 Wijkt het experiment af van de uitgangspunten van <strong>VM2</strong> (één team, één dak,<br />

één concept)? 1e tranche<br />

Juni Nov 2011 Alternatieve opzet<br />

2011 (n=36)<br />

(n=37)<br />

%<br />

%<br />

Ja 24 22 Onderdelen van leergang van mbo-locatie (7)<br />

Nee 62 36<br />

Geen respons 14 42<br />

Geen geïntegreerd team (3)<br />

Tabel B2.61 Wijkt het experiment af van de uitgangspunten van <strong>VM2</strong> (één team, één dak,<br />

één concept)? 2e tranche<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

%<br />

Alternatieve opzet<br />

Ja 35 30 Onderdelen van leergang van mbo-locatie (25)<br />

Nee 48 41<br />

Geen respons 17 29<br />

Geen geïntegreerd team (13)<br />

Tabel B2.62 Wijkt het borg<strong>in</strong>gscohort I af van de uitgangspunten van <strong>VM2</strong> (één team, één<br />

dak, één concept)?<br />

Juni Nov Alternatieve opzet<br />

2011 2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

(n=71)<br />

%<br />

Ja 24 28 Onderdelen van leergang van mbo-locatie (12)<br />

Nee 63 56<br />

Geen respons 13 16<br />

Geen geïntegreerd team (5)<br />

%


Tabel B2.63 Wijkt het borg<strong>in</strong>gscohort II af van de uitgangspunten van <strong>VM2</strong> (één team,<br />

één dak, één concept)?<br />

Nov Alternatieve opzet<br />

2011<br />

(n=60)<br />

%<br />

Ja 35 Onderdelen van leergang van mbo-locatie (12)<br />

Nee 63<br />

Geen respons 2<br />

Geen geïntegreerd team (5)<br />

Tabel B2.64 Redenen om te kiezen voor een alternatieve opzet van het <strong>VM2</strong>-traject<br />

1 e tranche<br />

1 Het mbo heeft de faciliteiten, het vmbo niet (6)<br />

2 Een geleidelijke overstap naar het mbo is goed voor de leerl<strong>in</strong>gen (2)<br />

3 Beperk<strong>in</strong>g reistijd mbo-docenten (1)<br />

Tabel B2.65 Redenen om te kiezen voor een alternatieve opzet van het <strong>VM2</strong>-traject<br />

2 e tranche<br />

1 Het mbo heeft de faciliteiten, het vmbo niet (14)<br />

2 Een geleidelijke overstap naar het mbo is goed voor de leerl<strong>in</strong>gen (13)<br />

3 Ruimtegebrek op de vmbo-school (4)<br />

Tabel B2.66 Redenen om te kiezen voor een alternatieve opzet van het borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

1 Het mbo heeft de faciliteiten, het vmbo niet (8)<br />

2 Een geleidelijke overstap naar het mbo is goed voor de leerl<strong>in</strong>gen (4)<br />

3 Ruimtegebrek op de vmbo-school (1)<br />

Tabel B2.67 Redenen om te kiezen voor een alternatieve opzet van het borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

1 Het mbo heeft de faciliteiten, het vmbo niet (8)<br />

2 Een geleidelijke overstap naar het mbo is goed voor de leerl<strong>in</strong>gen (3)<br />

3 Eén gemengd team werkte niet goed (1)<br />

Tabel B2.68 Doelen van de alternatieve opzet van het <strong>VM2</strong>-traject<br />

1 e tranche<br />

1 Het traject betaalbaar houden (5)<br />

2 Ontwikkel<strong>in</strong>g leerl<strong>in</strong>gen stimuleren (2)<br />

3 Gebruik maken van expertise mbo-docenten (1)<br />

Tabel B2.69 Doelen van de alternatieve opzet van het <strong>VM2</strong>-traject<br />

2 e tranche<br />

1 Het traject betaalbaar houden (7)<br />

2 De slag<strong>in</strong>gskans van leerl<strong>in</strong>gen vergroten (5)<br />

3 Het creëren van rust <strong>in</strong> de organisatie (4)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 109


Tabel B2.70 Doelen van de alternatieve opzet van het borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

1 Ontwikkel<strong>in</strong>g leerl<strong>in</strong>gen stimuleren (4)<br />

2 Het traject betaalbaar/organiseerbaar houden (3)<br />

3 De slag<strong>in</strong>gskans van leerl<strong>in</strong>gen vergroten (3)<br />

Tabel B2.71 Doelen van de alternatieve opzet van het borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

1 Ontwikkel<strong>in</strong>g leerl<strong>in</strong>gen stimuleren (4)<br />

2 Het traject betaalbaar/organiseerbaar houden (3)<br />

3 De slag<strong>in</strong>gskans van leerl<strong>in</strong>gen vergroten (3)<br />

Tabel B2.72 Is het motto ‘één concept, één team, één gebouw’ de toekomst voor de<br />

school? 1 e tranche.<br />

Nov 2010<br />

Juni 2011<br />

Nov 2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

(n=37)<br />

110 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

(n=36)<br />

Ja 43 49 28<br />

Nee 8 5 8<br />

Twijfel 30 24 14<br />

Geen respons 19 22 50<br />

Tabel B2.73 Is het motto ‘één concept, één team, één gebouw’ de toekomst voor de<br />

school? 2 e tranche.<br />

Nov 2010<br />

Juni 2011<br />

Nov 2011<br />

(n=121)<br />

%<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

(n=121)<br />

Ja 56 55 54<br />

Nee 19 10 8<br />

Twijfel 6 16 6<br />

Geen respons 19 20 32<br />

Tabel B2.74 Wijze van <strong>in</strong>formatieverstrekk<strong>in</strong>g aan ouders 1e tranche<br />

Informeren d.m.v.<br />

<strong>in</strong>formatiebijeenkomst/ouderavond<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=40)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=40)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

%<br />

75 68 74 59 47<br />

Gesprekken voeren met leerl<strong>in</strong>g en ouders 80 68 77 73 50<br />

Informeren d.m.v. schriftelijke <strong>in</strong>formatie 40 50 87 35 22<br />

Betrekken ouders bij opzet/uitwerk<strong>in</strong>g<br />

programma<br />

0 0 0 5 0<br />

Ouders worden/zijn niet geïnformeerd 5 0 0 0 3


Tabel B2.75 Wijze van <strong>in</strong>formatieverstrekk<strong>in</strong>g aan ouders 2e tranche<br />

Informeren d.m.v.<br />

<strong>in</strong>formatiebijeenkomst/ouderavond<br />

Gesprekken voeren met leerl<strong>in</strong>g en<br />

ouders<br />

Informeren d.m.v. schriftelijke<br />

<strong>in</strong>formatie<br />

Betrekken ouders bij opzet/uitwerk<strong>in</strong>g<br />

programma<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=127)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 111<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

91 89 87 86<br />

63 74 76 86<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

%<br />

59 75 56 64 60<br />

0 2 3 5<br />

Ouders worden/zijn niet geïnformeerd 0 1 6 6 2<br />

Tabel B2.76 Wijze van <strong>in</strong>formatieverstrekk<strong>in</strong>g aan ouders borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=70)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

71<br />

45<br />

2<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Informeren d.m.v. <strong>in</strong>formatiebijeenkomst/ouderavond 96 89 79<br />

Gesprekken voeren met leerl<strong>in</strong>g en ouders 79 89 72<br />

Informeren d.m.v. schriftelijke <strong>in</strong>formatie 60 66 56<br />

Betrekken ouders bij opzet/uitwerk<strong>in</strong>g programma 1 2 6<br />

Ouders worden/zijn niet geïnformeerd 3 2 3<br />

Tabel B2.77 Wijze van <strong>in</strong>formatieverstrekk<strong>in</strong>g aan ouders borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Informeren d.m.v. <strong>in</strong>formatiebijeenkomst/ouderavond 93<br />

Gesprekken voeren met leerl<strong>in</strong>g en ouders 87<br />

Informeren d.m.v. schriftelijke <strong>in</strong>formatie 67<br />

Betrekken ouders bij opzet/uitwerk<strong>in</strong>g programma 5<br />

Ouders worden/zijn niet geïnformeerd 3<br />

%


Tabel B2.78 Contacten met kenniscentra 1e tranche<br />

Er zijn reeds uitstekende<br />

contacten met kenniscentra<br />

Contacten worden (verder)<br />

aangehaald<br />

Er zijn geen contacten; deze<br />

worden niet aangehaald<br />

Juni<br />

2009<br />

(n=39)<br />

%<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=40)<br />

112 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=40)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

20 50 40 43 57<br />

59 35 28 22 19<br />

15 3 23 19 11<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Geen respons 5 13 10 16 13 42<br />

Tabel B2.79 Contacten met kenniscentra 2e tranche<br />

Er zijn reeds uitstekende contacten<br />

met kenniscentra<br />

Contacten worden (verder)<br />

aangehaald<br />

Er zijn geen contacten; deze worden<br />

niet aangehaald<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=127)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

45 38 36 43<br />

33 32 26 21<br />

13 26 24 22<br />

%<br />

39<br />

8<br />

11<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Geen respons 9 4 14 13 29<br />

Tabel B2.80 Contacten met kenniscentra borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Er zijn reeds uitstekende<br />

contacten met kenniscentra<br />

Contacten worden (verder)<br />

aangehaald<br />

Er zijn geen contacten; deze<br />

worden niet aangehaald<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

31<br />

19<br />

21<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

48 49<br />

21 17<br />

17 18<br />

Geen respons 14 16<br />

Tabel B2.81 Contacten met kenniscentra borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Er zijn reeds uitstekende<br />

contacten met kenniscentra<br />

Contacten worden (verder)<br />

aangehaald<br />

Er zijn geen contacten; deze<br />

worden niet aangehaald<br />

Nov 11<br />

(n=60)<br />

Geen respons 3<br />

%<br />

57<br />

20<br />

20


Bijlage 3: Samenwerken aan <strong>VM2</strong><br />

Tabel B3.1 Hoe wordt de samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het experiment getypeerd? 1 e tranche<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 113<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen één vmbo-school en één mbo-opleid<strong>in</strong>g 43 33<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen één vmbo-school en meerdere mbo-opleid<strong>in</strong>gen 11 3<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen meer dan één vmbo-school en één mbo-opleid<strong>in</strong>g 16 8<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen meer dan één vmbo-school en meerdere<br />

mbo-opleid<strong>in</strong>gen<br />

%<br />

8 14<br />

Anders 5 0<br />

Geen respons 16 42<br />

Tabel B3.2 Hoe wordt de samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het experiment getypeerd? 2 e tranche<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen één vmbo-school en één mbo-opleid<strong>in</strong>g 44 46<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen één vmbo-school en meerdere mbo-opleid<strong>in</strong>gen 22 12<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen meer dan één vmbo-school en één mbo-opleid<strong>in</strong>g 8 5<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen meer dan één vmbo-school en meerdere<br />

mbo-opleid<strong>in</strong>gen<br />

%<br />

10 6<br />

Anders 3 3<br />

Geen respons 13 29<br />

Tabel B3.3 Hoe wordt de samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het borg<strong>in</strong>gscohort I getypeerd?<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen één vmbo-school en één mbo-opleid<strong>in</strong>g 51 59<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen één vmbo-school en meerdere mbo-opleid<strong>in</strong>gen 18 13<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen meer dan één vmbo-school en één mbo-opleid<strong>in</strong>g 9 10<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen meer dan één vmbo-school en meerdere mboopleid<strong>in</strong>gen<br />

%<br />

7 1<br />

Anders 3 1<br />

Geen respons 13 16


Tabel B3.4 Hoe wordt de samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het borg<strong>in</strong>gscohort II getypeerd?<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen één vmbo-school en één mbo-opleid<strong>in</strong>g 63<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen één vmbo-school en meerdere mbo-opleid<strong>in</strong>gen 18<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen meer dan één vmbo-school en één mbo-opleid<strong>in</strong>g 12<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g tussen meer dan één vmbo-school en meerdere mbo-opleid<strong>in</strong>gen 2<br />

Anders 2<br />

Geen respons 3<br />

Tabel B3.5 Samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo 1e tranche<br />

Docenten vmbo-mbo<br />

hebben direct contact<br />

over <strong>VM2</strong><br />

Juni<br />

2009<br />

(n=39)<br />

%<br />

Nov<br />

2009<br />

(n=40)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=40)<br />

114 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Ja 56 50 60 62 73 50<br />

Ja, voor een deel 26 28 18 14 5 6<br />

Nee, nog niet 15 3 15 8 8 3<br />

Geen respons 3 20 8 16 13 42<br />

Typer<strong>in</strong>g samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Startend; sprake van<br />

kennismak<strong>in</strong>g<br />

Gevorderd; sprake van<br />

afstemm<strong>in</strong>g<br />

Uitstekend; sprake van<br />

samenwerk<strong>in</strong>g<br />

10 13 8 3 0 0<br />

31 20 15 27 27 25<br />

46 48 48 43 51 28<br />

Anders 10 10 23 11 8 6<br />

Geen respons 3 10 8 16 13 42<br />

%


Tabel B3.6 Samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo 2e tranche<br />

Nov<br />

2009<br />

Docenten vmbo-mbo hebben<br />

direct contact over <strong>VM2</strong><br />

(n=127)<br />

%<br />

Juni<br />

2010<br />

(n=127)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 115<br />

%<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Ja 56 63 60 63 62<br />

Ja, voor een deel 21 28 27 19 8<br />

Nee, nog niet 17 6 5 5 3<br />

Geen respons 6 4 7 13 26<br />

Typer<strong>in</strong>g samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Startend; sprake van<br />

kennismak<strong>in</strong>g<br />

Gevorderd; sprake van<br />

afstemm<strong>in</strong>g<br />

Uitstekend; sprake van<br />

samenwerk<strong>in</strong>g<br />

%<br />

18 12 3 3 1<br />

38 35 37 43 37<br />

31 40 41 31 31<br />

Anders 7 9 12 9 5<br />

Geen respons 6 4 7 13 26<br />

Tabel B3.7 Samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Docenten vmbo-mbo hebben direct contact over <strong>VM2</strong><br />

Nov<br />

2010<br />

(n=70)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Ja 80 66 65<br />

Ja, voor een deel 19 14 16<br />

Nee, nog niet 1 6 6<br />

Geen respons 0 14 14<br />

Typer<strong>in</strong>g samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Startend; sprake van kennismak<strong>in</strong>g 3 3 10<br />

Gevorderd; sprake van afstemm<strong>in</strong>g 47 37 31<br />

Uitstekend; sprake van samenwerk<strong>in</strong>g 43 42 45<br />

Anders 7 6 -<br />

Geen respons 0 13 14<br />

%


Tabel B3.8 Samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Docenten vmbo-mbo hebben direct contact over <strong>VM2</strong><br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Ja 73<br />

Ja, voor een deel 18<br />

Nee, nog niet 8<br />

Geen respons -<br />

Typer<strong>in</strong>g samenwerk<strong>in</strong>g<br />

Startend; sprake van kennismak<strong>in</strong>g 12<br />

Gevorderd; sprake van afstemm<strong>in</strong>g 32<br />

Uitstekend; sprake van samenwerk<strong>in</strong>g 53<br />

Anders 2<br />

Geen respons 2<br />

Tabel B3.9 Is op grond van eerdere samenwerk<strong>in</strong>g besloten de <strong>VM2</strong> samenwerk<strong>in</strong>g anders<br />

vorm te geven? 1 e tranche<br />

Nov 2011<br />

116 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

(n=36)<br />

Ja 19<br />

Nee 19<br />

Niet van toepass<strong>in</strong>g, niet eerder samengewerkt 19<br />

Geen respons 42<br />

Tabel B3.10 Is op grond van eerdere samenwerk<strong>in</strong>g besloten de <strong>VM2</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<br />

anders vorm te geven? 2 e tranche<br />

Nov 2011<br />

%<br />

(n=121)<br />

Ja 21<br />

Nee 25<br />

Niet van toepass<strong>in</strong>g, niet eerder samengewerkt 21<br />

Geen respons 34<br />

Tabel B3.11 Is op grond van eerdere samenwerk<strong>in</strong>g besloten de <strong>VM2</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<br />

anders vorm te geven? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2011<br />

%<br />

(n=71)<br />

Ja 18<br />

Nee 38<br />

Niet van toepass<strong>in</strong>g, niet eerder samengewerkt 20<br />

Geen respons 24<br />

%


Tabel B3.12 Is op grond van eerdere samenwerk<strong>in</strong>g besloten de <strong>VM2</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<br />

anders vorm te geven? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Ja 22<br />

Nee 43<br />

Niet van toepass<strong>in</strong>g, niet eerder samengewerkt 22<br />

Geen respons 13<br />

Tabel B3.13 Zijn er vooraf door bestuurders en managers duidelijke doelstell<strong>in</strong>gen<br />

opgesteld? 1 e Tranche<br />

Nov 2011<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 117<br />

%<br />

(n=36)<br />

Ja 39<br />

Nee 14<br />

Geen respons 57<br />

Tabel B3.14 Zijn er vooraf door bestuurders en managers duidelijke doelstell<strong>in</strong>gen<br />

opgesteld? 2 e Tranche<br />

Nov 2011<br />

%<br />

(n=121)<br />

Ja 49<br />

Nee 17<br />

Geen respons 34<br />

Tabel B3.15 Zijn er vooraf door bestuurders en managers duidelijke doelstell<strong>in</strong>gen<br />

opgesteld? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2011<br />

%<br />

(n=71)<br />

Ja 54<br />

Nee 21<br />

Geen respons 25<br />

Tabel B3.16 Zijn er vooraf door bestuurders en managers duidelijke doelstell<strong>in</strong>gen<br />

opgesteld? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

%<br />

(n=60)<br />

Ja 65<br />

Nee 20<br />

Geen respons 15<br />

%


Tabel B3.17 Bijstur<strong>in</strong>g en verbred<strong>in</strong>g/verdiep<strong>in</strong>g van het experiment eerste tranche<br />

Nov 2011<br />

Heeft het management het experiment bijgestuurd of aangepast?<br />

(n=36)<br />

Ja 33<br />

Nee 22<br />

Geen respons 44<br />

Heeft het management plannen om het experiment te verbreden of verdiepen<br />

Ja 28<br />

Nee 28<br />

Geen respons 44<br />

Tabel B3.18 Bijstur<strong>in</strong>g en verbred<strong>in</strong>g/verdiep<strong>in</strong>g van het experiment tweede tranche<br />

Nov 2011<br />

Heeft het management het experiment bijgestuurd of aangepast?<br />

118 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

(n=121)<br />

Ja 52<br />

Nee 22<br />

Geen respons 26<br />

Heeft het management plannen om het experiment te verbreden of verdiepen<br />

Ja 41<br />

Nee 31<br />

Geen respons 27<br />

Tabel B3.19 Bijstur<strong>in</strong>g en verbred<strong>in</strong>g/verdiep<strong>in</strong>g van het experiment borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2011<br />

Heeft het management het experiment bijgestuurd of aangepast?<br />

%<br />

(n=71)<br />

Ja 42<br />

Nee 44<br />

Geen respons 14<br />

Heeft het management plannen om het experiment te verbreden of verdiepen<br />

Ja 37<br />

Nee 48<br />

Geen respons 16<br />

%


Tabel B3.20 Bijstur<strong>in</strong>g en verbred<strong>in</strong>g/verdiep<strong>in</strong>g van het experiment borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

Heeft het management het experiment bijgestuurd of aangepast?<br />

(n=60)<br />

Ja 53<br />

Nee 45<br />

Geen respons 2<br />

Heeft het management plannen om het experiment te verbreden of verdiepen<br />

Ja 50<br />

Nee 48<br />

Geen respons 2<br />

Tabel B3.21 Bekendheid met elkaar en met <strong>VM2</strong>. 1 e tranche (meerdere antwoorden mogelijk)<br />

Nov 2011<br />

Kennen de verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners elkaar?<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 119<br />

%<br />

(n=36)<br />

Bestuurders vmbo-mbo kennen elkaar 56<br />

Managers vmbo-mbo kennen elkaar 53<br />

Docenten vmbo-mbo kennen elkaar 50<br />

De verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners kennen elkaar niet 42<br />

Kennen de verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners <strong>VM2</strong>?<br />

Bestuurders vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 50<br />

Managers vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 47<br />

Docenten vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 47<br />

De verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners kennen <strong>VM2</strong> niet 42<br />

Tabel B3.22 Bekendheid met elkaar en met <strong>VM2</strong>. 2 e tranche (meerdere antwoorden mogelijk)<br />

Nov 2011<br />

Kennen de verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners elkaar?<br />

%<br />

(n=121)<br />

Bestuurders vmbo-mbo kennen elkaar 67<br />

Managers vmbo-mbo kennen elkaar 66<br />

Docenten vmbo-mbo kennen elkaar 64<br />

De verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners kennen elkaar niet<br />

Geen respons<br />

Kennen de verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners <strong>VM2</strong>?<br />

Bestuurders vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 68<br />

Managers vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 64<br />

Docenten vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 66<br />

De verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners kennen <strong>VM2</strong> niet 0<br />

Geen respons 30<br />

%<br />

0<br />

30


Tabel B3.23 Bekendheid met elkaar en met <strong>VM2</strong>. Borg<strong>in</strong>gscohort I (meerdere antwoorden<br />

mogelijk)<br />

Kennen de verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners elkaar?<br />

Nov 2011<br />

(n=71)<br />

Bestuurders vmbo-mbo kennen elkaar 79<br />

Managers vmbo-mbo kennen elkaar 76<br />

Docenten vmbo-mbo kennen elkaar 76<br />

De verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners kennen elkaar niet 0<br />

Geen respons 17<br />

Kennen de verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners <strong>VM2</strong>?<br />

Bestuurders vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 77<br />

Managers vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 76<br />

Docenten vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 76<br />

De verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners kennen <strong>VM2</strong> niet 0<br />

Geen respons 20<br />

Tabel B3.24 Bekendheid met elkaar en met <strong>VM2</strong>. Borg<strong>in</strong>gscohort II (meerdere antwoorden<br />

mogelijk)<br />

Kennen de verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners elkaar?<br />

120 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Bestuurders vmbo-mbo kennen elkaar 87<br />

Managers vmbo-mbo kennen elkaar 80<br />

Docenten vmbo-mbo kennen elkaar 83<br />

De verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners kennen elkaar niet 0<br />

Geen respons 3<br />

Kennen de verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners <strong>VM2</strong>?<br />

Bestuurders vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 92<br />

Managers vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 90<br />

Docenten vmbo-mbo kennen <strong>VM2</strong> 90<br />

De verschillende samenwerk<strong>in</strong>gspartners kennen <strong>VM2</strong> niet 0<br />

Geen respons 5<br />

%


Tabel B3.25 Natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners. 1 e tranche<br />

Nov<br />

2011<br />

Bij aanvang zag men elkaar als<br />

natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartner<br />

(n=36)<br />

%<br />

Toelicht<strong>in</strong>g<br />

Ja 44 Er was reeds samenwerk<strong>in</strong>g voor <strong>VM2</strong> (5)<br />

Nee<br />

Geen respons<br />

Daar is gedurende het traject<br />

verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gekomen<br />

14<br />

42<br />

Behoren tot zelfde bestuur (3)<br />

Deelname mbo geen gedragen keuze (1)<br />

Ja 22 Samenwerk<strong>in</strong>g verloopt beter (2)<br />

Nee<br />

Geen respons<br />

Tabel B3.26 Natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners. 2 e tranche<br />

Nov<br />

2011<br />

Bij aanvang zag men elkaar als<br />

natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartner<br />

31<br />

48<br />

(n=121)<br />

%<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g blijft moeizaam (2)<br />

Toelicht<strong>in</strong>g<br />

Ja 53 Er was reeds samenwerk<strong>in</strong>g voor <strong>VM2</strong> (34)<br />

Nee<br />

Geen respons<br />

Daar is gedurende het traject<br />

verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gekomen<br />

16<br />

31<br />

Behoren tot zelfde bestuur (12)<br />

Nog niet op alle niveaus (5)<br />

Ja 28 De samenwerk<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>tensiever (18)<br />

Nee<br />

Geen respons<br />

39<br />

33<br />

Concurrentiegevoelens verdwenen (5)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 121


Tabel B3.27 Natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners. Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov<br />

Toelicht<strong>in</strong>g<br />

2011<br />

Bij aanvang zag men elkaar als<br />

natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartner<br />

(n=71)<br />

Ja 65 Er was reeds samenwerk<strong>in</strong>g (24)<br />

122 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Behoren tot hetzelfde bestuur (7)<br />

Nee 16 Het mbo zag vmbo als concurrent (3)<br />

Geen respons 20<br />

Daar is gedurende het traject<br />

verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gekomen<br />

Ja 18 De samenwerk<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>tensiever (5)<br />

Nee 58<br />

Geen respons 24<br />

Concurrentiegevoelens verdwenen (1)<br />

Tabel B3.28 Natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartners. Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

Toelicht<strong>in</strong>g<br />

Bij aanvang zag men elkaar als<br />

natuurlijke samenwerk<strong>in</strong>gspartner<br />

(n=60)<br />

Ja 80 Er was reeds samenwerk<strong>in</strong>g (25)<br />

%<br />

Behoren tot hetzelfde bestuur (7)<br />

Nee 13 Het mbo zag vmbo als concurrent (2)<br />

Geen respons 7<br />

Daar is gedurende het traject<br />

verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gekomen<br />

Ja 18 De samenwerk<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>tensiever (5)<br />

Nee 68<br />

Geen respons 13<br />

Concurrentiegevoelens verdwenen (1)<br />

Tabel B3.29 Wordt het projectplan, zoals destijds <strong>in</strong>gediend, uitgevoerd? Eerste tranche<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

Volledig 42<br />

Deels 17<br />

Niet 0<br />

Geen respons 42<br />

%


Tabel B3.30 Wordt het projectplan, zoals destijds <strong>in</strong>gediend, uitgevoerd? Tweede tranche<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

Volledig 45<br />

Deels 26<br />

Niet 2<br />

Geen respons 26<br />

Tabel B3.31 Wordt het projectplan, zoals destijds <strong>in</strong>gediend, uitgevoerd? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 123<br />

%<br />

2011<br />

(n=71)<br />

Volledig 52<br />

Deels 28<br />

Niet 4<br />

Geen respons 16<br />

Tabel B3.32 Wordt het projectplan, zoals destijds <strong>in</strong>gediend, uitgevoerd?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=60)<br />

Volledig 60<br />

Deels 30<br />

Niet 8<br />

Geen respons 2<br />

Tabel B3.33 Wie geeft leid<strong>in</strong>g aan de dagelijkse uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>VM2</strong>?<br />

1 e tranche 2 e tranche<br />

(n=36)<br />

%<br />

(n=121)<br />

%<br />

BC1<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

BC2<br />

(n=60)<br />

(Locatie)Directie en teamleider 25 10 11 13<br />

Teamleider vmbo of mbo 17 27 25 30<br />

Teamleiders vmbo en mbo 6 12 13 15<br />

(Locatie)directeur vmbo 11 13 3 3<br />

Docenten - 4 6 7<br />

Projectleider - 8 14 17<br />

Projectleider en teamleider - - 8 10<br />

Geen respons 42 26 20 5<br />

%


Tabel B3.34 Werkgroep <strong>VM2</strong> operationeel 1e tranche<br />

Juni 2009 Nov 2009 Juni 2010<br />

(n=39)<br />

%<br />

(n=40)<br />

%<br />

(n=40)<br />

124 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Nov 2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni 2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=36)<br />

Ja 74 48 78 62 60 33<br />

Voor een deel 23 40 3 8 13 14<br />

Nee 0 3 13 14 13 11<br />

Geen respons 3 1 8 16 13 42<br />

Tabel B3.35 Werkgroep <strong>VM2</strong> operationeel 2e tranche<br />

Nov 2009 Juni 2010 Nov 2010<br />

(n=127)<br />

%<br />

(n=127)<br />

%<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni 2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=121)<br />

Ja 73 74 73 57 50<br />

Voor een deel 21 14 15 12 11<br />

Nee 0 8 5 18 14<br />

Geen respons 6 4 7 13 25<br />

Tabel B3.36 Werkgroep <strong>VM2</strong> operationeel borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2010<br />

Juni 2011<br />

(n=70)<br />

%<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=71)<br />

Ja 84 66 62<br />

Voor een deel 11 13 16<br />

Nee, nog niet 4 9 9<br />

Geen respons 0 13 14<br />

Tabel B3.37 Werkgroep <strong>VM2</strong> operationeel borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Ja 68<br />

Voor een deel 15<br />

Nee, nog niet 13<br />

Geen respons 3<br />

Tabel B3.38 Factoren die de voortgang van het experiment 1 e tranche bespoedigen<br />

1 Ondersteun<strong>in</strong>g management en CvB (9)<br />

2 Goed docententeam (5)<br />

3 Werken vanuit een geïntegreerd curriculum (2)<br />

Tabel B3.39 Factoren die de voortgang van het experiment 2 e tranche bespoedigen<br />

1 Ondersteun<strong>in</strong>g management en CvB (26)<br />

2 Uitstekende samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo op alle niveaus (21)<br />

3 Goede afspraken over faciliter<strong>in</strong>g docenten (18)<br />

4 Het feit dat het programma <strong>in</strong> één gebouw wordt aangeboden (10)<br />

5 Voldoende overlegmomenten (4)<br />

%


Tabel B3.40 Factoren die de voortgang van het borg<strong>in</strong>gscohort I bespoedigen<br />

1 Ondersteun<strong>in</strong>g management en CvB (18)<br />

2 Uitstekende samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo op alle niveaus (10)<br />

3 Goede faciliter<strong>in</strong>g (7)<br />

Tabel B3.41 Factoren die de voortgang van het borg<strong>in</strong>gscohort II bespoedigen<br />

1 Ondersteun<strong>in</strong>g management en CvB (19)<br />

2 Uitstekende samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo op alle niveaus (10)<br />

3 Goede faciliter<strong>in</strong>g (7)<br />

Tabel B3.42 Factoren die de voortgang van het experiment 1 e tranche belemmeren<br />

1 Geen uitbreid<strong>in</strong>g mogelijk naar andere crebo’s of bbl (6)<br />

2 F<strong>in</strong>anciële haalbaarheid (4)<br />

3 Geen studief<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g voor de leerl<strong>in</strong>gen (2)<br />

Tabel B3.43 Factoren die de voortgang van het experiment 2 e tranche belemmeren<br />

1 Geen uitbreid<strong>in</strong>g mogelijk naar andere crebo’s of bbl (26)<br />

2 De lage doorstroom naar het mbo-gedeelte van de leergang (13)<br />

3 Gebrek aan materialen of onderwijsruimtes (8)<br />

4 Onvoldoende ondersteun<strong>in</strong>g van het CvB (5)<br />

5 Veel personele wissel<strong>in</strong>gen (4)<br />

Tabel B3.44 Factoren die de voortgang van het borg<strong>in</strong>gscohort I belemmeren<br />

1 Geen uitbreid<strong>in</strong>g mogelijk naar andere crebo’s of bbl (19)<br />

2 De lage doorstroom / we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen (11)<br />

3 Onduidelijkheid over de toekomst van het experiment (4)<br />

Tabel B3.45 Factoren die de voortgang van het borg<strong>in</strong>gscohort II belemmeren<br />

1 Geen uitbreid<strong>in</strong>g mogelijk naar andere crebo’s of bbl (18)<br />

2 De lage doorstroom / we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen (10)<br />

3 Onduidelijkheid over de toekomst van het experiment (4)<br />

Tabel B3.46 Wat zijn de belangrijkste onderwijs<strong>in</strong>houdelijke aandachtspunten? 1e tranche<br />

1 Geïntegreerd curriculum ontwikkelen (5)<br />

2 Afname proeve van bekwaamheden (5)<br />

3 Voldoen aan de nieuwe eisen rondom Nederlands en rekenen (4)<br />

4 Oriëntatie op doorstroom naar niveau 3-4 (2)<br />

5 Competentiegericht onderwijs verder implementeren (2)<br />

Tabel B3.47 Wat zijn de belangrijkste onderwijs<strong>in</strong>houdelijke aandachtspunten? 2e tranche<br />

1 Verdere ontwikkel<strong>in</strong>g curriculum (33)<br />

2 Werkwijze bij Nederlands, rekenen en Engels (26)<br />

3 Voorbereid<strong>in</strong>g en afname vmbo examen (18)<br />

4 Vormgev<strong>in</strong>g BPV (13)<br />

5 Kennisverbred<strong>in</strong>g vmbo-docenten t.a.v. mbo-gerelateerde onderdelen (11)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 125


Tabel B3.48 Wat zijn de belangrijkste onderwijs<strong>in</strong>houdelijke aandachtspunten?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

1 Verdere ontwikkel<strong>in</strong>g / aanpass<strong>in</strong>g curriculum (14)<br />

2 Werkwijze bij Nederlands, rekenen en Engels (11)<br />

3 Geïntegreerd curriculum ontwikkelen (9)<br />

4 Uitvoer<strong>in</strong>g LOB en/of LLB (6)<br />

5 Vormgev<strong>in</strong>g BPV (4)<br />

6 Stages vormgegeven en ontwikkelen (4)<br />

Tabel B3.49 Wat zijn de belangrijkste onderwijs<strong>in</strong>houdelijke aandachtspunten?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

1 Verdere ontwikkel<strong>in</strong>g / aanpass<strong>in</strong>g curriculum (14)<br />

2 Werkwijze bij Nederlands, rekenen en Engels (11)<br />

3 Geïntegreerd curriculum ontwikkelen (8)<br />

4 Uitvoer<strong>in</strong>g LOB en/of LLB (5)<br />

5 Vormgev<strong>in</strong>g BPV (4)<br />

6 Stages vormgegeven en ontwikkelen (4)<br />

Tabel B3.50 Wat zijn de belangrijkste onderwijsorganisatorische aandachtspunten?<br />

1e tranche<br />

1 Promotie van de gezamenlijke leergang vmbo-mbo (4)<br />

2 Organisatie lessen voor leerl<strong>in</strong>gen die toch een tweejarig mbo-traject volgen (4)<br />

3 Verdere ontwikkel<strong>in</strong>g geïntegreerd team (3)<br />

4 Organiseren vroege doorstroom naar niveau 3 (2)<br />

5 Een eigen ruimte voor de <strong>VM2</strong>-leerl<strong>in</strong>gen (2)<br />

Tabel B3.51 Wat zijn de belangrijkste onderwijsorganisatorische aandachtspunten?<br />

2e tranche<br />

1 Verdere ontwikkel<strong>in</strong>g geïntegreerd team (13)<br />

2 Formatie rondmaken (11)<br />

3 Stages organiseren (9)<br />

4 Communicatie met ouders organiseren (7)<br />

5 Afspraken maken over de faciliter<strong>in</strong>g van docenten (7)<br />

Tabel B3.52 Wat zijn de belangrijkste onderwijsorganisatorische aandachtspunten?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

1 Faciliter<strong>in</strong>g van docenten (zowel tijd als materiaal) (13)<br />

2 Plann<strong>in</strong>g van het traject (8)<br />

3 Betaalbaarheid en organiseerbaarheid (7)<br />

4 Verdere ontwikkel<strong>in</strong>g geïntegreerd team (7)<br />

5 Stages organiseren (6)<br />

6 Meer overleg tussen vmbo en mbo (4)<br />

Tabel B3.53 Wat zijn de belangrijkste onderwijsorganisatorische aandachtspunten?<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

1 Faciliter<strong>in</strong>g van docenten (zowel tijd als materiaal) (13)<br />

2 Betaalbaarheid en organiseerbaarheid (7)<br />

3 Verdere ontwikkel<strong>in</strong>g geïntegreerd team (7)<br />

4 Meer overleg tussen vmbo en mbo (6)<br />

5 Plann<strong>in</strong>g van het traject (5)<br />

6 Stages organiseren (4)<br />

126 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B3.54 Organisatorische problemen 1e tranche?<br />

Zijn er organisatorische problemen b<strong>in</strong>nen het <strong>VM2</strong>experiment?<br />

Juni 2011<br />

(n=37)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 127<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=36)<br />

Ja 38 28<br />

Nee 41 25<br />

Geen respons 22 47<br />

Spelen soortgelijke problemen ook bij collega-scholen <strong>in</strong> de<br />

regio?<br />

Ja 19 17<br />

Nee 16 11<br />

Geen respons 65 72<br />

Tabel B3.55 Organisatorische problemen 2e tranche?<br />

Zijn er organisatorische problemen b<strong>in</strong>nen het <strong>VM2</strong>experiment?<br />

Juni 2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=121)<br />

Ja 49 48<br />

Nee 34 25<br />

Geen respons 16 27<br />

Spelen soortgelijke problemen ook bij collega-scholen <strong>in</strong> de<br />

regio?<br />

Ja 21 21<br />

Nee 28 23<br />

Geen respons 51 56<br />

Tabel B3.56 Wanneer er sprake is van organisatorische problemen: hoe maakt u de 1e<br />

tranche organiseerbaar op uw locatie?<br />

Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=14)<br />

%<br />

%<br />

(n=10)<br />

Door profiler<strong>in</strong>g 14 50<br />

Door school-<strong>in</strong>terne comb<strong>in</strong>aties 36 40<br />

Door horizontale comb<strong>in</strong>aties 14 0<br />

Door verticale comb<strong>in</strong>aties 29 0<br />

Door te blijven <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> het aanbod 29 40<br />

Door het betreffende aanbod te sluiten 14 20<br />

%


Tabel B3.57 Wanneer er sprake is van organisatorische problemen: hoe maakt u de 2e<br />

tranche organiseerbaar op uw locatie?<br />

Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=60)<br />

128 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

(n=58)<br />

Door profiler<strong>in</strong>g 35 59<br />

Door school-<strong>in</strong>terne comb<strong>in</strong>aties 55 76<br />

Door horizontale comb<strong>in</strong>aties 13 10<br />

Door verticale comb<strong>in</strong>aties 18 34<br />

Door te blijven <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> het aanbod 53 43<br />

Door het betreffende aanbod te sluiten 23 12<br />

Tabel B3.58 Krimppercentage <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het leerl<strong>in</strong>gaantal van 2009-2010. 1e<br />

tranche<br />

Nov 2010<br />

Nov<br />

(n=37) Juni 2011 2011<br />

% (n=37) (n=36)<br />

% %<br />

0-5% 43 41 33<br />

6-15% 33 19 11<br />

15-50% 14 16 8<br />

Geen respons 11 24 48<br />

Tabel B3.59 Krimppercentage <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het leerl<strong>in</strong>gaantal van 2009-2010. 2e<br />

tranche<br />

Nov 2010 Juni 2011 Nov<br />

(n=121) (n=122) 2011<br />

%<br />

% (n=121)<br />

%<br />

0-5% 39 43 32<br />

6-15% 28 21 9<br />

15-50% 16 19 12<br />

Geen respons 17 17 47<br />

Tabel B3.60 Wat zijn de drie belangrijkste gevolgen van de krimp voor het <strong>VM2</strong>experiment?<br />

1e tranche<br />

1 Discussies over voortgang vanwege de betaalbaarheid (3)<br />

2 Aanbod m<strong>in</strong>der vakricht<strong>in</strong>gen (1)<br />

3 In het mbo m<strong>in</strong>der maatwerk mogelijk (1)<br />

Tabel B3.61 Wat zijn de vier belangrijkste gevolgen van de krimp voor het <strong>VM2</strong>experiment?<br />

2e tranche<br />

1 Discussies over voortgang vanwege de betaalbaarheid (11)<br />

2 Grotere klassen noodzakelijk (4)<br />

3 Er worden geen mbo-docenten meer <strong>in</strong>gehuurd (3)<br />

4 Krimp <strong>in</strong> de formatie (2)<br />

%


Tabel B3.62 Aan welke oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen wordt gedacht bij krimp? 1 e tranche<br />

1 Uitbreiden leergang met een andere doelgroep zoals de kb-leerl<strong>in</strong>gen (2)<br />

2 Fuseren met een andere vmbo-school (1)<br />

3 M<strong>in</strong>der Crebo’s aanbieden (1)<br />

Tabel B3.63 Aan welke oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen wordt gedacht bij krimp? 2 e tranche<br />

1 Uitbreiden leergang met een andere doelgroep zoals de kb-leerl<strong>in</strong>gen (4)<br />

2 M<strong>in</strong>der Crebo’s aanbieden met een vaste docent (3)<br />

3 Veralgemeniser<strong>in</strong>g van de niveau 2 opleid<strong>in</strong>gen (2)<br />

4 De school meer en beter profileren (2)<br />

5 Grotere klassen, m<strong>in</strong>der maatwerk (2)<br />

Tabel B3.64 Wat zijn de belangrijkste kansen die <strong>VM2</strong> biedt bij stagnerende<br />

leerl<strong>in</strong>gaantallen? 1e tranche<br />

1 Leerl<strong>in</strong>gen blijven langer aan de school verbonden (1)<br />

Tabel B3.65 Wat zijn de belangrijkste kansen die <strong>VM2</strong> biedt bij stagnerende<br />

leerl<strong>in</strong>gaantallen? 2e tranche<br />

1 Leerl<strong>in</strong>gen blijven langer aan de school verbonden (8)<br />

2 Nog meer profiteren van de samenwerk<strong>in</strong>g vmbo-mbo (3)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 129


130 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Bijlage 4: Overige zaken<br />

Tabel B4.1 Is er een apart reken- en taalbeleid b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong>? 1e tranche<br />

Nov 2009 Juni 2010 Nov 2010 Juni 2011<br />

(n=40)<br />

%<br />

(n=40)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 131<br />

%<br />

(n=37)<br />

%<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=36)<br />

Ja 43 33 24 24 19<br />

Nee, niet specifiek voor <strong>VM2</strong> 45 58 60 62 39<br />

Geen respons 13 10 16 13 42<br />

Tabel B4.2 Is er een apart reken- en taalbeleid b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong>? 2e tranche<br />

Nov 2009 Juni 2010 Nov 2010 Juni 2011<br />

(n=127)<br />

%<br />

(n=127)<br />

%<br />

(n=121)<br />

%<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=121)<br />

Ja 41 39 38 33 22<br />

Nee, niet specifiek voor <strong>VM2</strong> 53 57 51 53 52<br />

Geen respons 6 4 11 13 26<br />

Tabel B4.3 Is er een apart reken- en taalbeleid b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong>? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2010 Juni 2011<br />

(n=70)<br />

%<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=71)<br />

Ja 44 42 51<br />

Nee, niet specifiek voor <strong>VM2</strong> 47 40 34<br />

Geen respons 9 18 16<br />

Tabel B4.4 Is er een apart reken- en taalbeleid b<strong>in</strong>nen <strong>VM2</strong>? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Ja 60<br />

Nee, niet specifiek voor <strong>VM2</strong> 40<br />

Geen respons -<br />

Tabel B4.5 Is het reken- en taalbeleid b<strong>in</strong>nen het borg<strong>in</strong>gscohort anders dan <strong>in</strong> de eerste<br />

en tweede tranche? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

(n=71)<br />

Ja 25 27<br />

Nee 61 54<br />

Onbekend 14 19<br />

%


Tabel B4.6 Is het reken- en taalbeleid b<strong>in</strong>nen het borg<strong>in</strong>gscohort anders dan <strong>in</strong> de eerste<br />

en tweede tranche? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Ja 37<br />

Nee 62<br />

Onbekend 2<br />

Tabel B4.7 Is het niveau van 2F haalbaar? 1e tranche<br />

Nov 2010<br />

(n=37)<br />

132 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

Juni 2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=36)<br />

Ja 41 27 19<br />

Ja, voor een deel van de leerl<strong>in</strong>gen 0 35 33<br />

Nee 30 13 6<br />

Geen respons 30 25 42<br />

Tabel B4.8 Is het niveau van 2F haalbaar? 2e tranche<br />

Nov 2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni 2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=121)<br />

Ja 38 21 15<br />

Ja, voor een deel van de leerl<strong>in</strong>gen 0 48 49<br />

Nee 32 18 8<br />

Geen respons 30 13 27<br />

Tabel B4.9 Is het niveau van 2F haalbaar? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2010<br />

(n=70)<br />

%<br />

Juni 2011<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=71)<br />

Ja 44 21 14<br />

Ja, voor een deel van de leerl<strong>in</strong>gen 0 47 58<br />

Nee 34 13 13<br />

Geen respons 22 18 16<br />

Tabel B4.10 Is het niveau van 2F haalbaar? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=60)<br />

Ja 15<br />

Ja, voor een deel van de leerl<strong>in</strong>gen 68<br />

Nee 15<br />

Geen respons 2<br />

%


Tabel B4.11 <strong>VM2</strong>-traject aangepast aan de economische crisis? 1e tranche<br />

Nov 2009 Juni 2010 Nov 2010 Juni 2011<br />

(n=40)<br />

%<br />

(n=40)<br />

%<br />

(n=37)<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 133<br />

%<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=36)<br />

Ja 15 8 8 5 8<br />

nee 75 83 76 81 50<br />

Geen respons 10 10 16 13 42<br />

Tabel B4.12 <strong>VM2</strong>-traject aangepast aan de economische crisis? 2e tranche<br />

Juni 2010 Nov 2010 Juni 2011<br />

(n=127)<br />

%<br />

(n=121)<br />

%<br />

(n=122)<br />

%<br />

%<br />

Nov 2011<br />

(n=121)<br />

Ja 7 5 1 10<br />

nee 87 84 86 61<br />

Geen respons 6 11 13 29<br />

Tabel B4.13 <strong>VM2</strong>-traject aangepast aan de economische crisis? Borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Nov 2010 Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=70)<br />

%<br />

(n=71)<br />

%<br />

%<br />

(n=71)<br />

Ja 1 3 4<br />

nee 91 83 80<br />

Geen respons 7 14 16<br />

Tabel B4.14 <strong>VM2</strong>-traject aangepast aan de economische crisis? Borg<strong>in</strong>gscohort II<br />

Nov 2011<br />

%<br />

(n=60)<br />

Ja 7<br />

nee 92<br />

Geen respons 1<br />

%


Tabel B4.15 V<strong>in</strong>den de <strong>experimenten</strong> 1 e tranche het positief als ook andere scholen <strong>VM2</strong><br />

zouden kunnen <strong>in</strong>voeren?<br />

Juni Nov Reden<br />

2011 2011<br />

Bij scholen <strong>in</strong> de<br />

eigen regio<br />

(n=37)<br />

%<br />

(n=36)<br />

%<br />

Ja 68 39 Er is behoefte aan goede vakmensen en het<br />

betekent een upgrade van het vmbo-programma<br />

Nee 11 14 Dan is deelname voor het mbo niet meer<br />

aantrekkelijk<br />

Geen respons 22 47<br />

Bij scholen <strong>in</strong> heel<br />

Nederland<br />

Ja 62 42 Dat zou goed zijn voor deze doelgroep en een<br />

verbeter<strong>in</strong>g zijn voor het vmbo-curriculum<br />

Nee 11 8<br />

Geen respons 27 50<br />

Tabel B4.16 V<strong>in</strong>den de <strong>experimenten</strong> 2 e tranche het positief als ook andere scholen <strong>VM2</strong><br />

zouden kunnen <strong>in</strong>voeren?<br />

Juni<br />

2011<br />

Bij scholen <strong>in</strong> de<br />

eigen regio<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

%<br />

Reden<br />

Ja 73 56 Werken met doorgaande leerlijn is goed voor de<br />

leerl<strong>in</strong>gen: m<strong>in</strong>der uitval, meer startkwalificaties<br />

Nee 11 15 Concurrentieoverweg<strong>in</strong>gen vmbo-school<br />

Geen respons 16 29<br />

Bij scholen <strong>in</strong><br />

heel Nederland<br />

Ja 70 56 Het concept past zeer goed bij deze doelgroep<br />

Nee 11 14 Grote cultuurverschillen tussen het vmbo en mbo<br />

Geen respons 19 30<br />

Tabel B4.17 Maak het bedrijfsleven kenbaar een meerwaarde te zien <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>? 1 e tranche<br />

Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

(n=36)<br />

Ja 19 8<br />

% Reden<br />

Nee 60 44 <strong>VM2</strong> is nog te onbekend voor het bedrijfsleven<br />

Geen respons 22 48<br />

134 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Tabel B4.18 Maak het bedrijfsleven kenbaar een meerwaarde te zien <strong>in</strong> <strong>VM2</strong>? 2 e tranche<br />

Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

(n=121)<br />

% Reden<br />

Ja 25 24 <strong>VM2</strong> vergroot de kans op gekwalificeerde medewerkers<br />

Nee 60 43 Bedrijven zien geen verschillen met reguliere stagiairs<br />

Geen respons 16 33<br />

Tabel B4.19 Hebben de <strong>experimenten</strong> meer behoefte aan ruimte <strong>in</strong> de regelgev<strong>in</strong>g<br />

wanneer <strong>VM2</strong> landelijk wordt <strong>in</strong>gevoerd? 1 e tranche<br />

Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

(n=??)<br />

% Reden<br />

Ja 60 19 De 1-dak optie moet geen verplicht<strong>in</strong>g meer zijn en er<br />

mogen meerdere Crebo’s aangeboden worden.<br />

Nee 14 28 Het experiment biedt voldoende ruimte<br />

Geen respons 27 53<br />

Tabel B4.20 Hebben de <strong>experimenten</strong> meer behoefte aan ruimte <strong>in</strong> de regelgev<strong>in</strong>g<br />

wanneer <strong>VM2</strong> landelijk wordt <strong>in</strong>gevoerd? 2 e tranche<br />

Juni 2011 Nov 2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

(n=121)<br />

% Reden<br />

Ja 53 40 Ruimte om <strong>VM2</strong> uit te breiden met vmbo kb en mbo bbl<br />

De één-dak verplicht<strong>in</strong>g loslaten<br />

Nee 26 26 De regelgev<strong>in</strong>g is voldoende op dit moment<br />

Geen respons 21 34<br />

Tabel B4.21 Kunnen reguliere vmbo-scholen <strong>VM2</strong> bekostigen? 1e tranche<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=37)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=37)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=36)<br />

% Reden<br />

Ja 43 35 31 Bij voldoende leerl<strong>in</strong>gen moet dit geen probleem<br />

zijn<br />

Nee 24 38 17 Een beroepskwalificerende opleid<strong>in</strong>g is duurder en<br />

veel ontwikkelkosten<br />

Geen<br />

respons<br />

32 27 52<br />

Tabel B4.22 Kunnen reguliere vmbo-scholen <strong>VM2</strong> bekostigen? 2e tranche<br />

Nov<br />

2010<br />

(n=121)<br />

%<br />

Juni<br />

2011<br />

(n=122)<br />

%<br />

Nov<br />

2011<br />

(n=121)<br />

% Reden<br />

Ja 28 36 39 Scholen werken reeds op deze wijze<br />

Nee 47 46 28 Ontwikkeltijd en maatwerkoploss<strong>in</strong>gen zijn duur<br />

Geen<br />

respons<br />

26 18 33<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 135


Tabel B4.23 Tevredenheid en tips ten aanzien van de praktijknetwerkdagen van het<br />

landelijk projectmanagement.<br />

1 e tranche 2<br />

(n=36)<br />

%<br />

e<br />

Borg<strong>in</strong>gs-<br />

tranche cohort<br />

(n=121) I en II<br />

% (n=71)<br />

In hoeverre is men tevreden over de<br />

opzet/organisatie van de praktijknetwerkdagen?<br />

Zeer tevreden 8 9 9<br />

Tevreden 19 16 18<br />

Niet tevreden/niet ontevreden 0 12 7<br />

Ontevreden 6 2 1<br />

Zeer ontevreden 6 1 1<br />

Geen respons 61 60 63<br />

Tabel B4.24 Tevredenheid en tips ten aanzien van de landelijke bijeenkomsten van het<br />

landelijk projectmanagement.<br />

In hoeverre is men tevreden over de<br />

opzet/organisatie van de landelijke bijeenkomsten?<br />

1 e<br />

tranche<br />

(n=36)<br />

136 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

%<br />

2 e<br />

tranche<br />

(n=121)<br />

%<br />

%<br />

Borg<strong>in</strong>gscohort<br />

I en II<br />

(n=71)<br />

Zeer tevreden 11 9 10<br />

Tevreden 11 19 20<br />

Niet tevreden/niet ontevreden 0 6 3<br />

Ontevreden 3 2 1<br />

Zeer ontevreden 6 0 0<br />

Geen respons 69 64 67<br />

%


Bijlage 5: Overzicht van de <strong>experimenten</strong><br />

Overzicht van <strong>experimenten</strong> eerste tranche najaar 2011<br />

Tabel B5.1 Leerl<strong>in</strong>genaantal per <strong>VM2</strong>-experiment 1e tranche 43<br />

Sector<br />

Besch.<br />

‘08<br />

1-10-<br />

‘08<br />

1-10-<br />

‘09<br />

1-10-<br />

‘10<br />

1-10-‘11<br />

In<br />

<strong>VM2</strong><br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 137<br />

Start<br />

Kwal.<br />

06 MCO Amsterdam Economie 20 19 9 9 - 9<br />

08 Zomerhof 02VG Economie 25 19 13 15 - 8<br />

08 Zomerhof 25LP Economie 22 16 8 - - -<br />

09 Mid. Brabant Intersectoraal 47 25 22 5 5 -<br />

College 10 Arentheem Z&W 10 10 10 1 1 -<br />

College 11 Arentheem Economie 14 14 14 3 1 -<br />

College 12 Clusius College Landbouw 15 15 14 3 3 -<br />

14 Nieuwe Veste Techniek 30 18 16 4 4 -<br />

15 Groenhorst Landbouw 32 25 25 11 1 10<br />

Lelystad 16 Groenhorst M’dijk Landbouw 55 39 33 15 - 15<br />

20 ZPC Techniek Techniek 30 25 23 12 6 -<br />

21 ZPC De Waal Economie 20 10 10 6 1 5<br />

22 ZPC Veenoord Economie 10 6 5 4 - 4<br />

26 Calvijn JC Z&W 32 26 22 11 2 8<br />

27 Calvijn JC Economie 35 35 28 23 6 13<br />

28 TEC Amsterdam Techniek 50 45 38 - - -<br />

29 Waterlant Economie 20 15 8 11 - 6<br />

30 Waterlant Z&W 25 16 12 13 1 5<br />

31 Rosa Z&W 35 30 28 16 2 9<br />

32 August<strong>in</strong>us Economie 17 17 13 11 4 -<br />

33 August<strong>in</strong>us Techniek 17 16 11 - - -<br />

34 August<strong>in</strong>us Z&W 17 17 10 7 5 1<br />

35 De Meer Economie 20 17 16 1 - -<br />

36 Kand<strong>in</strong>sky EC Economie 55 57 30 20 17 -<br />

37 Kand<strong>in</strong>sky ZW Z&W 55 53 23 16 12 -<br />

41 Melanchthon Landbouw 30 30 21 18 1 17<br />

45 Groenhorst Ede Landbouw 60 55 34 - - -<br />

48 DaCapo College Economie 13 12 12 8 - 7<br />

49 DaCapo College Techniek 6 5 6 3 1 -<br />

53 SB Enschede Z&W 100 88 14 - - -<br />

54 SB Enschede Techniek 58 56 17 3 - -<br />

55 SB Enschede Economie 66 55 9 - - -<br />

60 Udens College Techniek 16 15 15 8 - -<br />

62 Vader Rijn College Economie 16 22 23 - - -<br />

63 Vader Rijn College Techniek 37 36 37 - - -<br />

64 Vader Rijn College Z&W 37 30 24 - - -<br />

65 Merewade College Economie 18 ? ? 9 - 9<br />

67 Citaverde Heerlen Landbouw 36 14 10 - - -<br />

68 Citaverde<br />

Landbouw 15 15 10 7 3 -<br />

Roermond Totaal 1 e tranche 1.156 1.030 674 273 76 126<br />

43 Om uitvoer<strong>in</strong>gstechnische redenen <strong>in</strong> experiment 46 Farel College niet <strong>in</strong> dit overzicht opgenomen


Overzicht van <strong>experimenten</strong> tweede tranche najaar 2011<br />

Tabel B5.2 Leerl<strong>in</strong>genaantal per <strong>VM2</strong>-experiment 2e tranche<br />

Sector Besch.‘09 1-10-‘09 1-10-‘10 1-10-‘11<br />

1 Oranje Nassau College Economie 35 31 24 22<br />

2 Oranje Nassau College Techniek 25 23 16 15<br />

3 Oranje Nassau College Z&W 40 38 34 30<br />

5 Helicon Opleid<strong>in</strong>gen Landbouw 30 8 8 -<br />

6 Udens College Techniek 18 19 9 -<br />

7 Grafisch Lyceum Rdam Techniek 25 18 15 8<br />

8 Mart<strong>in</strong>uscollege Z&W 40 41 27 13<br />

9 De Goudse Waarden Techniek 20 0 - -<br />

12 Coenecoop college Techniek 5 3 - -<br />

13 Coenecoop college Economie 5 2 - -<br />

14 Coenecoop college Z&W 10 2 1 -<br />

15 S<strong>in</strong>t-Maartenscollege Economie 35 38 6 6<br />

16 Bonnefantencollege Z&W 35 31 17 7<br />

17 CSG Liudger Techniek 10 0 - -<br />

21 CSG Het Streek Z&W 8 7 - -<br />

23 CSG Het Streek Techniek 16 16 3 -<br />

24 Landstede Techniek 60 7 13 -<br />

25 August<strong>in</strong>us College Techniek 20 16 13 -<br />

27 Waterlant<br />

Beroepsopl.<br />

28 Waterlant<br />

Beroepsopl.<br />

Economie<br />

Z&W<br />

30 20 11 12<br />

20 15 11 10<br />

29 Huygens College Economie 50 48 37 5<br />

30 College De Meer Z&W 30 19 - -<br />

31 Rosa BeroepsCollege Z&W 40 38 17 12<br />

32 S<strong>in</strong>t Maartenscollege Techniek 35 18 - -<br />

35 DACAPO College Economie 40 12 10 -<br />

36 Sterren College Economie<br />

138 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

16<br />

13 (icm nr<br />

54) - -<br />

39 De Nieuwe Veste Z&W 20 16 13 5<br />

40 AOC de Groene Welle Landbouw 40 0 13 3<br />

41 Arentheem College Economie 15 14 12 2<br />

42 Arentheem College Techniek 15 15 8 2<br />

43 Arentheem College Z&W 15 15 12 1<br />

44 Da V<strong>in</strong>ci College Z&W 40 36 32 17<br />

48 Citaverde College Landbouw 40 1 - -<br />

49 Pontes Scholengroep Intersectoraal 15 11 4 -<br />

50 NOVA College, Esprit Techniek 30 27 35 8<br />

51 NOVA College, Esprit Z&W 30 28 25 1<br />

52 NOVA College, Esprit Economie 30 27 11 6<br />

53 Technisch Col. Velsen Techniek 16 15 15 9<br />

54 L de K/ Krelageschool Economie<br />

6<br />

13 (icm nr<br />

36) - -<br />

55 ROC Rivor Z&W 11 0 - -<br />

56 L<strong>in</strong>de College Z&W 10 10 9 7


Sector Besch.‘09 1-10-‘09 1-10-‘10 1-10-‘11<br />

58 August<strong>in</strong>us College Economie 20 13 9 6<br />

60 Calvijn College Economie 50 33 29 32<br />

62 College De Meer Economie 30 21 14 -<br />

63 Calvijn College Z&W 50 36 35 23<br />

64 August<strong>in</strong>us College Z&W 20 15 12 2<br />

65 TEC-Amsterdam Techniek 60 48 - -<br />

66 AOC Oost Landbouw 45 37 34 7<br />

67 AOC Oost Landbouw 24 21 20 16<br />

69 AOC Oost Landbouw 36 17 17 8<br />

70 OSG Schiedam Economie 21 17 16 12<br />

71 Zadk<strong>in</strong>e Economie 18 12 - -<br />

72 Lentiz Flora College Landbouw 20 17 14 -<br />

73 IJsselcollege Techniek 18 17 11 -<br />

74 CSG Melachthon Z&W 30 35 16 10<br />

75 Lentiz<br />

Maaslandcollege<br />

Landbouw<br />

20 13 11 7<br />

76 PENTA college CSG Z&W 36 16 11 10<br />

78 Maerlant College Z&W 20 7 6 -<br />

79 Kand<strong>in</strong>sky College Z&W 45 44 25 17<br />

80 Merewade College Economie 12 19 6 4<br />

82 Rol<strong>in</strong>gcol./Werkman<br />

Col.<br />

Intersectoraal<br />

83 MBC-Locatie Techniek Techniek<br />

15 10 9 -<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 139<br />

16<br />

45 (icm nr.<br />

87 en 154)<br />

26 (icm nr.<br />

87 en 154)<br />

8 (icm nr.<br />

87 en 154)<br />

85 Kand<strong>in</strong>sky College Economie 45 35 15 5<br />

86 CGS Melanchthon Landbouw 40 18 16 8<br />

87 ROC Tilburg Techniek<br />

48<br />

45 (icm nr.<br />

83 en 154)<br />

26 (icm nr.<br />

83 en 154)<br />

8 (icm nr.<br />

83 en 154)<br />

90 CVO Farel College Z&W 20 13 1 -<br />

91 ROC Flevoland Z&W 15 9 2 1<br />

93 ROC Flevoland Z&W 24 15 11 10<br />

96 Schoonhovens<br />

College<br />

97 Schoonhovens<br />

College<br />

98 Schoonhovens<br />

College<br />

Techniek<br />

Z&W<br />

Economie<br />

20 27 13 -<br />

8 6 5 -<br />

12 5 3 -<br />

99 Landstede Techniek 20 20 19 12<br />

100 Radius College<br />

Breda<br />

107 Scheldemond<br />

College<br />

Techniek<br />

Intersectoraal<br />

20 0 - -<br />

15 9 8 -<br />

109 De Meerwaarde Techniek 50 50 23 -<br />

110 Montessori College Z&W<br />

15 0<br />

21 (icm nr<br />

126)<br />

2 (icm nr<br />

126)<br />

111 AOC Friesland Landbouw 13 13 7 4<br />

113 AOC Friesland Landbouw 13 4 4 2<br />

114 AOC Friesland Landbouw 13 7 13 10<br />

115 Montessori College Economie 15 0 14 7


Sector Besch.‘09 1-10-‘09 1-10-‘10 1-10-‘11<br />

116 De Nieuwe Veste Techniek 24 17 10 5<br />

117 AOC Friesland Landbouw 13 9 9 7<br />

119 Vader Rijn College Economie 13 10 - -<br />

120 CSG Veenendaal Economie 16 11 2 -<br />

121 CSG Veenendaal Techniek<br />

140 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012<br />

5<br />

24 (icm nr<br />

123)<br />

14 (icm nr<br />

123)<br />

6 (icm nr<br />

123)<br />

122 Vader Rijn College Techniek 33 15 - -<br />

123 CSG Veenendaal Techniek<br />

14<br />

24 (icm nr<br />

121)<br />

14 (icm nr<br />

121)<br />

6 (icm nr<br />

121)<br />

124 Vader Rijn College Z&W 33 32 - -<br />

125 CSG Veenendaal Z&W 33 16 8 6<br />

126 Montessori College Z&W<br />

15 0<br />

21 (icm nr<br />

110)<br />

2 (icm nr<br />

110)<br />

127 Mondial College Economie 26 20 16 -<br />

128 Da V<strong>in</strong>ci College Z&W 20 0 - -<br />

129 Mondial College Z&W 20 15 13 1<br />

130 Edudelta OG Landbouw 30 13 13 -<br />

134 Edudelta OG Landbouw 24 0 - -<br />

135 Edudelta OG Landbouw 30 14 6 7<br />

136 Clusius College Landbouw 15 9 5 3<br />

140 Zuiderpark College Techniek 40 42 34 9<br />

141 Veenoord Economie<br />

10<br />

13 (icm nr<br />

143)<br />

12 (icm nr<br />

143)<br />

10 (icm nr<br />

143)<br />

142 Het Westeraam Economie 15 4 5 5<br />

143 Veenoord Economie<br />

10<br />

13 (icm nr<br />

141)<br />

12 (icm nr<br />

141)<br />

10 (icm nr<br />

141)<br />

144 Zuiderpark College Economie 20 7 - -<br />

145 Het Westeraam Z&W 25 8 10 7<br />

146 Het Westeraam Landbouw 15 5 5 5<br />

148 CSG Comenius Techniek<br />

149 CSG Comenius Techniek<br />

150 CSG Comenius Techniek<br />

20<br />

20<br />

20<br />

6 (icm nr<br />

149 & 150)<br />

6 (icm nr<br />

148 & 150)<br />

6 (icm nr<br />

148 & 149)<br />

4 (icm nr<br />

149 & 150) -<br />

4 (icm nr<br />

148 & 150) -<br />

4(icm nr<br />

148 & 149) -<br />

153 MBC-Locatie Ec/Lb Intersectoraal 20 22 15 4<br />

154 MBC-Locatie<br />

Techniek<br />

Techniek<br />

16<br />

45 (icm nr<br />

83 en 87)<br />

26 (icm nr<br />

83 en 87)<br />

8 (icm nr<br />

83 en 87)<br />

155 College de Br<strong>in</strong>k Economie 20 20 19 19<br />

157 Sw. VO/ROCvA Economie 15 14 - -<br />

158 Montessori SG Economie 20 20 15 13<br />

159 SW. VO/ROCvA Economie 15 13 10 10<br />

160 RvE College Economie 5 0 1 -<br />

161 RvE College Z&W 15 0 13 12<br />

162 Munnikerheide<br />

College<br />

Techniek<br />

16 10 10 2<br />

164 Bonhoeffer College Techniek 26 13 9 -<br />

165 Het Stedelijk Lyc. Techniek 52 8 8 -<br />

166 Bonhoeffer College Z&W 38 4 4 -


167 Het Stedelijk<br />

Lyceum<br />

Sector Besch.‘09 1-10-‘09 1-10-‘10 1-10-‘11<br />

Z&W<br />

54 3 4 -<br />

168 Bonhoeffer College Economie 28 7 3 -<br />

169 Het Stedelijk<br />

Lyceum<br />

170 Porta Mosana<br />

College<br />

Economie<br />

Landbouw<br />

34 4 2 -<br />

35 35 17 4<br />

171 De Waal Economie 60 0 7 4<br />

172 Carre College Z&W 36 28 19 17<br />

173 Carre College Economie 20 11 7 6<br />

174 LMC Horeca<br />

Vakschool<br />

Economie<br />

18 6 15 8<br />

Totaal 2 e tranche 3.145 1.932 1.311 594<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 141


Overzicht van het borg<strong>in</strong>gscohort I najaar 2011<br />

Tabel B5.3 Leerl<strong>in</strong>genaantal borg<strong>in</strong>gscohort I naar br<strong>in</strong>vest en deelname aan 1 e , 2 e<br />

tranche<br />

Schoolnaam Br<strong>in</strong>vestnr. 1 e tranche 2 e tranche 1-10-2010 1-10-2011<br />

AOC De Groene Welle 13US00 X 43 41<br />

AOC Edudelta<br />

Barendrecht<br />

11UL03 X 2 2<br />

AOC Edudelta Goes 11UL01 X 8 7<br />

AOC Edudelta<br />

Middelharnis<br />

11UL02 X 4 3<br />

AOC Friesland Buitenpost 12VI01 X 10 10<br />

AOC Friesland<br />

Heerenveen<br />

AOC Friesland<br />

Leeuwarden<br />

12VI08 X 11 9<br />

12VI02 X 8 8<br />

AOC Friesland Sneek 12VI13 X 4 3<br />

AOC Groenhorst Ede 25GV05 X 36 32<br />

AOC Groenhorst Lelystad 25GV07 X 36 31<br />

AOC Groenhorst<br />

Maartensdijk<br />

25GV08 X 62 53<br />

AOC Oost Almelo 01IC15 X 32 31<br />

AOC Oost Enschede 01IC11 X 49 23<br />

AOC Oost Twello 01IC05 X 15 13<br />

Arentheem College 07PK05 X 49 29<br />

August<strong>in</strong>us College 14RF04 X X 38 26<br />

Bonhoeffer College 17VN02 X X 56 24<br />

Calvijn met Junior<br />

College<br />

17HB06 X X 59 57<br />

Chr. SGM Het Streek 25GE02 X 31 -<br />

Chr. SGM Veenendaal 02MF00 X 68 34<br />

College de Br<strong>in</strong>k 14SM05 X 33 28<br />

College de Meer 14RF03 X X 30 -<br />

DaCapo College 02MY00 X X 28 -<br />

DaV<strong>in</strong>ci College<br />

Roosendaal<br />

DaV<strong>in</strong>ci College<br />

Zwijndrecht<br />

20ZK00 X 10 6<br />

18TR03 X 35 -<br />

De Meerwaarde 02FO00 X 39 37<br />

De Nieuwe Veste 12IR00 X X 19 16<br />

Farel College 20AM00 X 34 30<br />

Grafisch Lyceum<br />

Rotterdam<br />

23JA01 X 17 14<br />

Het Westeraam 20TZ04 X 9 9<br />

Huygens College 21ET04 X 52 11<br />

IJsselcollege 20BH01 X 16 -<br />

Kand<strong>in</strong>sky College 02ST03 X X 61 40<br />

Landstede Harderwijk 02EX00 X 14 11<br />

Landstede Zwolle 02VT02 X 26 24<br />

Lentiz Flora College 14YD03 X 18 9<br />

142 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Schoolnaam Br<strong>in</strong>vestnr. 1 e tranche 2 e tranche 1-10-2010 1-10-2011<br />

Lentiz Maaslancollege 14YD06 X 6 6<br />

L<strong>in</strong>de College 19LO00 X 15 15<br />

LMC Horeca Vakschool 02VG11 X X 41 11<br />

LMC-Unie Noord-Carre<br />

College<br />

02VG08 X 47 42<br />

Maerlant College 11ZH01 X 20 5<br />

Mart<strong>in</strong>uscollege 18CV00 X 43 21<br />

MBC-Locatie Ec/Lb 20GD00 X X 7 6<br />

MBC-Locatie Techniek 02IS00 X 36 16<br />

Melanchthon Bleiswijk 18CH04 X X 43 -<br />

Melanchthon Rotterdam 18CH10 X 27 11<br />

Merewade College 24TP02 X X 6 4<br />

Mondial College 21SK01 X 18 -<br />

MCO Amsterdam 16PS08 X X 26 19<br />

Montessori College<br />

Nijmegen<br />

00RZ00 X 27 25<br />

Munnikenheide College 04YX02 X 12 4<br />

NOVA Esprit<br />

scholengroep<br />

Opb. SGM t Stedelijk<br />

Lyceum<br />

17YS00 X 123 48<br />

00AH17 X X 87 43<br />

Oranje Nassau College 20BC01 X 100 82<br />

OSG Schiedam 19KM00 X 22 21<br />

Penta College, CSG<br />

Hoogvliet<br />

20FR04 X 17 13<br />

Pontes Scholengroep 13OR01 X 4 2<br />

ROC Flevoland 24RW00 X 33 28<br />

Rosa Beroepscollege 17VF01 X X 38 36<br />

Scheldemonde College 16YC00 X 25 20<br />

Schoonhovens College 15OM01 X 50 19<br />

S<strong>in</strong>t Maartenscollege 27ZH00 X - -<br />

St. Roelof van Echten<br />

College<br />

Sw. VO ROCvA 00EF00 /<br />

14RL00<br />

02VA02 X 10 8<br />

X 21 17<br />

Technisch College Velsen 01KL06 X 45 37<br />

Udens College 06HF02 X X 19 -<br />

Waterlant 17VF02 X X 31 24<br />

Werkman College 20EM03 X 5 4<br />

Zuiderpark College 17YF00 X X 27 19<br />

Zuiderpark College loc.<br />

De Waal<br />

Zuiderpark College loc.<br />

Veenoord<br />

17YF02 X 9 8<br />

23YU00 X X 31 26<br />

Totaal borg<strong>in</strong>gscohort 2.133 1.311<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 143


Overzicht van het borg<strong>in</strong>gscohort II najaar 2011<br />

Tabel B5.4 Leerl<strong>in</strong>genaantal borg<strong>in</strong>gscohort II naar br<strong>in</strong>vest en deelname aan 1 e , 2 e<br />

tranche en borg<strong>in</strong>gscohort I<br />

Schoolnaam Br<strong>in</strong>vestnr. 1 e tranche 2 e tranche BC I BC II<br />

AOC De Groene Welle 13US00 X X 39<br />

AOC Edudelta Goes 11UL01 X X 3<br />

AOC Friesland<br />

Buitenpost<br />

AOC Friesland<br />

Heerenveen<br />

AOC Friesland<br />

Leeuwarden<br />

12VI01 X X 11<br />

12VI08 X X 17<br />

12VI02 X X 9<br />

AOC Friesland Sneek 12VI13 X X 8<br />

AOC Groenhorst Ede 25GV05 X X 39<br />

AOC Groenhorst<br />

Lelystad<br />

AOC Groenhorst<br />

Maartensdijk<br />

25GV07 X X 34<br />

25GV08 X X 28<br />

AOC Oost Almelo 01IC15 X X 63<br />

AOC Oost Enschede 01IC11 X X 30<br />

AOC Oost Twello 01IC05 X X 14<br />

Arentheem College 07PK05 X X 33<br />

August<strong>in</strong>us College 14FR04 X X X 41<br />

Calvijn met Junior<br />

College<br />

17HB06 X X X 71<br />

Chr. SGM Veenendaal 02MF00 X X 86<br />

College de Br<strong>in</strong>k 14SM05 X X 32<br />

DaV<strong>in</strong>ci College<br />

Roosendaal<br />

20ZK00 X X 23<br />

De Meerwaarde 02FO00 X X 39<br />

De Nieuwe Veste 12IR00 X X X 32<br />

Farel College 20AM00 X X 24<br />

Grafisch Lyceum<br />

Rotterdam<br />

23JA01 X X 22<br />

Het Westeraam 20TZ04 X X 21<br />

Kand<strong>in</strong>sky College 02ST03 X X X 62<br />

Landstede Harderwijk 02EX00 X X 12<br />

Landstede Zwolle 02VT02 X X 30<br />

Lentiz Maaslancollege 14YD06 X X 12<br />

LMC Horeca Vakschool 02VG11 X X X 18<br />

LMC-Unie Noord-Carre<br />

College<br />

02VG08 X X 44<br />

MBC-Locatie Ec/Lb 20GD00 X X X 8<br />

MBC-Locatie Techniek 02IS00 X X 40<br />

Melanchthon<br />

Rotterdam<br />

Montessori College<br />

Nijmegen<br />

18CH10 X X 17<br />

00RZ00 X X 37<br />

144 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


NOVA Esprit<br />

scholengroep<br />

17YS00 X X 89<br />

Oranje Nassau College 20BC01 X X 74<br />

OSG Schiedam 19KM00 X X 14<br />

Penta College, CSG<br />

Hoogvliet<br />

20FR04 X X 44<br />

Pontes Scholengroep 13OR01 X X 15<br />

ROC Flevoland 24RW00 X X 25<br />

Rosa Beroepscollege 17VF01 X X X 25<br />

Scheldemonde College 16YC00 X X 25<br />

Schoonhovens College 15OM01 X X 25<br />

St. Roelof van Echten<br />

College<br />

Sw. VO ROCvA 00EF00 /<br />

14RL00<br />

Technisch College<br />

Velsen<br />

02VA02 X X 10<br />

X X 20<br />

01KL06 X X 37<br />

Waterlant 17VF02 X X X 33<br />

Werkman College 20EM03 /<br />

20EM04<br />

X X 14<br />

Zuiderpark College 17YF00 X X X 31<br />

Zuiderpark College loc.<br />

De Waal<br />

Zuiderpark College loc.<br />

Veenoord<br />

17YF02 X X 13<br />

23YU00 X X X 20<br />

Totaal borg<strong>in</strong>gscohort 1.513<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 145


Overzicht van aantal <strong>experimenten</strong> per school en gestopte <strong>experimenten</strong><br />

Tabel B5.5. Aantal scholen uitgesplitst naar met welke tranches ze gestart zijn<br />

Tranches # %<br />

Eerste<br />

tranche<br />

Tweede<br />

tranche<br />

Eerste<br />

borg<strong>in</strong>gscohort<br />

Tweede<br />

borg<strong>in</strong>gscohort<br />

X 1 1,1<br />

X X 5 5,7<br />

X X X 3 3,4<br />

X X X X 15 17,2<br />

X X 0 0<br />

X X X 3 3,4<br />

X 12 13,8<br />

X X 9 10,3<br />

X X X 39 44,8<br />

Totaal 87 100<br />

Uitleg tabel B5.5: In de tabel staat weergegeven hoeveel scholen bijvoorbeeld met alle<br />

tranches zijn gestart (15 <strong>in</strong> aantal) en hoeveel scholen bijvoorbeeld alleen met de tweede<br />

tranche en het eerste borg<strong>in</strong>gscohort zijn gestart (9 <strong>in</strong> aantal). Deze tabel geeft geen<br />

<strong>in</strong>formatie over het aantal <strong>experimenten</strong> per tranche waar een school mee is gestart en ook<br />

niet over de huidige status van de <strong>experimenten</strong>.<br />

Tabel B5.6. Aantal scholen dat gestopt is met één of meerdere <strong>VM2</strong> <strong>experimenten</strong><br />

Tranches # %<br />

Gestopt met eerste tranche 9 100<br />

Waarvan: Ook gestopt met tweede tranche 4 44,4<br />

Ook gestopt met tweede tranche en eerste<br />

borg<strong>in</strong>gscohort<br />

2 22,2<br />

Ook gestopt met tweede tranche en eerste en<br />

tweede borg<strong>in</strong>gscohort<br />

1 11,1<br />

Gestopt met tweede tranche* 25 100<br />

Waarvan: Ook gestopt met eerste borg<strong>in</strong>gscohort 6 24<br />

Ook gestopt met eerste en tweede<br />

borg<strong>in</strong>gscohort<br />

1 4<br />

Alleen gestopt met eerste borg<strong>in</strong>gscohort 3 100<br />

* Exclusief de scholen die al onder de noemer ‘gestopt met eerste tranche’ zijn opgenomen: deze 25 scholen zijn<br />

dus niet met een eerste tranche experiment gestopt.<br />

Uitleg tabel B5.6: In de tabel wordt o.a. weergegeven hoeveel scholen die stoppen met hun<br />

eerste tranche, ook stoppen met de tweede tranche (en eventuele borg<strong>in</strong>gscohorten).<br />

Stoppen kan hier ook <strong>in</strong>houden dat het <strong>experimenten</strong> niet van de grond zijn gekomen.<br />

Alleen scholen waarvan alle <strong>experimenten</strong> per tranche zijn gestopt staan <strong>in</strong> bovenstaande<br />

tabel. Wanneer scholen meerdere <strong>experimenten</strong> per tranche hebben, waarvan er<br />

bijvoorbeeld één gestopt en nog twee lopen, dan is de school niet <strong>in</strong> de tabel weergegeven.<br />

146 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Bijlage 6: Overzicht van de geïnterviewden<br />

Het onderstaand overzicht vermeldt de personen waarmee <strong>in</strong> het najaar van 2011 een <strong>in</strong>terview is<br />

gehouden <strong>in</strong> het kader van de <strong>VM2</strong>-monitor. Het betreft alle personen die betrokken zijn bij een<br />

tweede tranche-experiment.<br />

Experiment Sector Geïnterviewde(n)<br />

1 Oranje Nassau College Economie Mw. M. Martijn<br />

2 Oranje Nassau College Techniek Mw. M. Martijn<br />

3 Oranje Nassau College Z&W Mw. M. Martijn<br />

7 Sticht<strong>in</strong>g Grafisch Lyceum R’dam Techniek Mw. D. Hondorp<br />

8 Mart<strong>in</strong>uscollege Z&W Mw. C. van Doorum, Mw. K. Nijhof<br />

12 Coenecoop college Techniek Dhr. A. Rook<br />

13 Coenecoop college Economie Dhr. A. Rook<br />

14 Coenecoop college Z&W Dhr. A. Rook<br />

15 S<strong>in</strong>t-Maartenscollege Economie Dhr. M. Van Rijn<br />

16 Bonnefantencollege Z&W Dhr. P. Ummels<br />

17 CSG Liudger Techniek Dhr. M. Kooistra<br />

21 CSG Het Streek Z&W Dhr. H. van de Kuit, dhr. J. Staps<br />

23 CSG Het Streek Techniek Dhr. H. van de Kuit, dhr. J. Staps<br />

24 Landstede Techniek Dhr. J. Od<strong>in</strong>ot<br />

29 Huygens College Economie Dhr. R. D’Ancona<br />

32 S<strong>in</strong>t Maartenscollege Techniek Dhr. M. Van Rijn<br />

40 AOC de Groene Welle Landbouw Dhr. G. Nolte, Dhr. W. Roosken<br />

44 Da V<strong>in</strong>ci College Z&W Dhr. B. Smulders<br />

49 Pontes Scholengroep Intersectoraal Mw. E. Gelens<br />

50 NOVA College, Esprit Techniek Mw. D. Brummelhuis<br />

51 NOVA College, Esprit Z&W Mw. D. Brummelhuis<br />

52 NOVA College, Esprit Economie Mw. D. Brummelhuis<br />

53 Technisch College Velsen Techniek Dhr. R. Porck<br />

56 L<strong>in</strong>de College Z&W Mw. T. van Bruggen, Dhr. A. Kolen<br />

66 AOC Oost Landbouw Dhr. W. Broekhuis<br />

67 AOC Oost Landbouw Mw. W. Hartgers<br />

69 AOC Oost Landbouw Dhr. F. Oude Kempers, dhr. A. Voortman<br />

70 OSG Schiedam Economie Dhr. R. Schriel, dhr. P. van der Zwan, Mw. P. Den<br />

Hollander<br />

72 Lentiz Flora College Landbouw Dhr. R. Angus<br />

73 IJsselcollege Techniek Mw. M. Netten<br />

74 CSG Melachthon Z&W Dhr. E. Ruijven<br />

75 Lentiz Maaslandcollege Landbouw Dhr. R. Looij<br />

76 PENTA col. CSG West-<br />

Z&W Dhr. J. Zijlmans, Mw. G. Trouw, Dhr. G.<br />

IJsselmonde<br />

Sl<strong>in</strong>gerland<br />

78 Maerlant College Z&W Dhr. H. Etman, mw. F. Slob<br />

82 Werkman College Intersectoraal Dhr. E. Wildeman, dhr. B. Wier<strong>in</strong>ga<br />

83 MBC-Locatie Techniek Techniek Dhr. H. van Komen<br />

87 MBC-Locatie Techniek Techniek Dhr. H. van Komen<br />

90 CVO Farel College Z&W Dhr. P. Meij, mw. D. Verlek<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 147


Experiment Sector Geïnterviewde(n)<br />

91 ROC Flevoland Z&W Dhr. R. Born, Dhr. R. van Dorssen<br />

93 ROC Flevoland Z&W Dhr. R. Born, Dhr. R. van Dorssen<br />

96 Het Schoonhovens College Techniek Dhr. L. Pr<strong>in</strong>s, mw. G. van Wijngaarden<br />

97 Het Schoonhovens College Z&W Dhr. L. Pr<strong>in</strong>s, mw. G. van Wijngaarden<br />

98 Het Schoonhovens College Economie Dhr. L. Pr<strong>in</strong>s, mw. G. van Wijngaarden<br />

99 Landstede Techniek Mw. Br<strong>in</strong>k, Dhr. B. Vos<br />

107 Scheldemond College Intersectoraal Dhr. W. van Bennekom<br />

109 De Meerwaarde Techniek Dhr. A. Vermeer<br />

110 Montessori College Z&W Mw. I. Angenent<br />

111 AOC Friesland Leeuwarden Landbouw Mw. M. Spiertz, mw. J. van Raan<br />

113 AOC Friesland Buitenpost Landbouw Dhr. T. Jansen op de Haar<br />

114 AOC Friesland Sneek Landbouw Mw. J. Posseth<br />

115 Montessori College Economie Mw. I. Angenent<br />

117 AOC Friesland Heerenveen Landbouw Mw. M. Schmit<br />

120 Christelijke SG Veenendaal Economie Mw. M. Bosch<br />

121 Christelijke SG Veenendaal Techniek Mw. M. Bosch<br />

123 Christelijke SG Veenendaal Techniek Mw. M. Bosch<br />

125 Christelijke SG Veenendaal Z&W Mw. M. Bosch<br />

126 Montessori College Z&W Mw. I. Angenent<br />

127 Mondial College Economie Mw. J. Henny<br />

128 Da V<strong>in</strong>ci College Z&W Dhr. C. Geertzen, mw. M. Grommen<br />

129 Mondial College Z&W Mw. J. Henny<br />

130 Edudelta OG Landbouw Dhr. A. De Groot, dhr. A. Versteeg<br />

134 Edudelta OG Landbouw Dhr. M. Flore, dhr. R. Stolte,<br />

dhr. J. van Drie, dhr. A. de Groot<br />

135 Edudelta OG Landbouw Dhr. A. De Groot, dhr. A. Versteeg<br />

142 Het Westeraam Economie Dhr. J. Slob, mw. T. Riemsdijk<br />

145 Het Westeraam Z&W Dhr. J. Slob, mw. T. Riemsdijk<br />

146 Het Westeraam Landbouw Dhr. J. Slob, mw. T. Riemsdijk<br />

148 CSG Comenius Techniek Dhr. H. Wildeboer, dhr. van Dijk<br />

149 CSG Comenius Techniek Dhr. H. Wildeboer, dhr. van Dijk<br />

150 CSG Comenius Techniek Dhr. H. Wildeboer, dhr. van Dijk<br />

154 MBC-Locatie Techniek Techniek Dhr. H. van Komen<br />

155 College de Br<strong>in</strong>k Economie Dhr. J. van der L<strong>in</strong>den<br />

157 Sw.sticht<strong>in</strong>g VO ROCvA Economie Dhr. E. Monsanto<br />

159 Sw.sticht<strong>in</strong>g VO ROCvA Economie Dhr. D. Smit<br />

160 Roelof van Echten College Economie Mw. K. Westera, mw. M. Voogt<br />

161 Roelof van Echten College Z&W Mw. K. Westera, mw. M. Voogt<br />

162 Munnikenheide College Techniek Dhr. G. Voets<br />

170 Porta Mosana College Landbouw Mw. E. Piers<br />

171 ZPC locatie de Waal Economie Mw. E. Hernes en Mw. C. van Dijk<br />

172 LMC Carré College Z&W Mw. C. Buijk<br />

173 LMC Carré College Economie Mw. C. Buijk<br />

148 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Gebruikte afkort<strong>in</strong>gen<br />

AKA Arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent<br />

AOC Agrarisch opleid<strong>in</strong>gscentrum<br />

Avo Algemeen vormend onderwijs<br />

Bb Basisberoepsgerichte leerweg (vmbo)<br />

Bbl Beroepsbegeleidende leerweg (mbo)<br />

Bol Beroepsopleidende leerweg (mbo)<br />

Bpv Beroepspraktijkvorm<strong>in</strong>g<br />

Br<strong>in</strong> Basisregistratie <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

Bve Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie<br />

DUO Dienst Uitvoer<strong>in</strong>g Onderwijs<br />

Crebo Centraal register beroepsopleid<strong>in</strong>gen<br />

Ecbo Expertisecentrum Beroepsonderwijs<br />

Gl Gemengde leerweg (vmbo)<br />

Kb Kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo)<br />

Lwoo Leerwegondersteunend onderwijs<br />

Lwt Leer-werktrajecten<br />

Mbo Middelbaar beroepsonderwijs<br />

OCW M<strong>in</strong>isterie van Onderwijs. Cultuur en Wetenschap<br />

Pso Praktische sectororiëntatie<br />

Pta Programma voor toets<strong>in</strong>g en afsluit<strong>in</strong>g<br />

REC Regionaal expertisecentrum<br />

Roc Regionaal opleid<strong>in</strong>gencentrum<br />

Tl Theoretische leerweg (vmbo)<br />

Vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs<br />

<strong>VM2</strong> Vmbo-mbo niveau 2<br />

Vo Voortgezet onderwijs<br />

VSV Voortijdig schoolverlaten<br />

Vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs<br />

WEB Wet educatie en beroepsonderwijs<br />

WVO Wet op het voortgezet onderwijs<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 149


150 <strong>ecbo</strong> <strong>Tussenrapportage</strong> schooljaar 2011-2012


Over de auteurs<br />

Mevrouw dr. R. (Renée) van Schoonhoven is directeur van Actis. Zij richt zich op het vmbo,<br />

praktijkonderwijs en mbo, en dan met name vraagstukken van beleid en wet- en regelgev<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> deze onderwijssectoren. Zij is tevens verbonden aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,<br />

afdel<strong>in</strong>g Staats- en bestuursrecht van de Vrije Universiteit te Amsterdam.<br />

De heer M.H.C.F. (Machiel) Bouwmans MSc. is als onderzoeker werkzaam bij Actis. Hij is<br />

betrokken bij de uitvoer<strong>in</strong>g en rapportage van diverse monitor-onderzoeken, zoals die van<br />

de <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> en de monitor van meisjes en techniek <strong>in</strong> het vmbo.<br />

De heer drs. D.M.S. (Dennis) Heijnens is bij Actis werkzaam als adviseur. Hij werkte<br />

daarvoor enige tijd <strong>in</strong> het primair onderwijs. Bij Actis houdt hij zicht onder meer bezig met<br />

de monitor van de <strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong>, de landelijke uitstroommonitor praktijkonderwijs en<br />

kwaliteitszorg <strong>in</strong> het praktijkonderwijs.<br />

Mevrouw drs. M. (Marloes) Keijzer is junior adviseur bij Actis. Ze werkte onder andere mee<br />

aan onderzoek naar medezeggenschapsgeschillen en klachten <strong>in</strong> het voortgezet en primair<br />

onderwijs. Hiernaast heeft zij onderzoek gedaan naar het bevorderen van de keuze voor<br />

bètatechnische opleid<strong>in</strong>gen onder meisjes. Zij was tevens werkzaam bij TNO Kwaliteit van<br />

Leven.<br />

<strong>VM2</strong>-<strong>experimenten</strong> <strong>in</strong> <strong>perspectief</strong> <strong>ecbo</strong> 151