16 februari 2012 Geachte voorzitter, geachte leden ... - Advocatennet
16 februari 2012 Geachte voorzitter, geachte leden ... - Advocatennet
16 februari 2012 Geachte voorzitter, geachte leden ... - Advocatennet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Geachte</strong> <strong>voorzitter</strong>, <strong>geachte</strong> <strong>leden</strong> van de rechtbank.<br />
-DAUGINET-<br />
<strong>16</strong> <strong>februari</strong> <strong>2012</strong><br />
Ik ben de raadsman van de heer Jean DE CONINCK, 81 lentes jong en legerofficier op rust.<br />
Ik breng U het verhaal van mijn cliënt, die als wilde weldoener het slachtoffer is geworden van zijn<br />
eigen vrijgevigheid. Hij leerde de tegenpartij, de heer Rudolf KEYZER, in het leger kennen als een<br />
gedisciplineerd soldaat. Dat de heer KEYZER 30 jaar jonger was, stond een vriendschap tussen de<br />
twee mannen niet in de weg.<br />
Om extreme successierechten te vermijden bij gebrek aan kinderen en wettige erfgenamen,<br />
besloot mijn cliënt om reeds bij leven te beschikken over zijn vermogen. Hij schonk daarom de<br />
naakte eigendom van een aandelenportefeuille aan de heer KEYZER, die mijn cliënt en zijn<br />
echtgenote af en toe hielp in het huishouden.<br />
De echtgenote van mijn cliënt overleefde in 2000 op 70-‐jarige leeftijd een hersenberoerte na een<br />
optreden van Clouseau, maar overleed helaas anderhalf jaar later. Mijn cliënt stelde toen de heer<br />
KEYZER aan als bijzonder lasthebber voor het beheer van zijn vermogen.<br />
De woning van mijn cliënt bleek niet langer geschikt voor zijn noden en de heer KEYZER stelde<br />
voor om het huis te verkopen en een andere woning voor drie personen te zoeken waarin de heer<br />
KEYZER met zijn echtgenote in het levensonderhoud van mijn cliënt zou voorzien.<br />
Uit dankbaarheid voor zoveel naastenliefde deed mijn cliënt afstand van zijn vruchtgebruik op de<br />
aandelenportefeuille t.a.v. de heer KEYZER en schonk hem ook de verkoopprijs van zijn oude<br />
woning, samen goed voor 360.000,00 EUR. Schenking nr. 1 en 2. Mijn cliënt betaalde bovendien<br />
zelf de verschuldigde registratierechten op deze schenkingen ten belope van 25.000,00 EUR.<br />
Schenking nr. 3.<br />
De heer KEYZER heeft zijn nieuwe woning dus gefinancierd met de 385.000,00 EUR die hij<br />
gekregen heeft van mijn cliënt.<br />
Al snel bleek echter dat de intenties tot het verzorgen van mijn cliënt slechts loze beloftes waren.<br />
De enige bekommernis van de heer KEYZER was om zoveel mogelijk vermogen naar zich toe te<br />
trekken. Cliënt voelt zich bedrogen en wil de schenkingen teniet doen.<br />
Mijn cliënt vraagt U in hoofdorde de schenkingen nietig te verklaren op grond van een wilsgebrek<br />
ten gevolge van erfenisbejaging; in ondergeschikte orde de schenkingen te ontbinden wegens de<br />
flagrante miskenning van de plicht tot dankbaarheid; en in meest ondergeschikte orde de<br />
tegenpartij te veroordelen tot een alternatieve last.<br />
In hoofdorde, de erfenisbejaging, een bijzondere vorm van bedrog in het schenkingsrecht waarbij<br />
kunstmatig een welwillende houding wordt gecreëerd ten aanzien van de toekomstige begiftigde.<br />
Erfenisbejaging wordt in de rechtspraak sneller aanvaard wanneer de beschikker reeds lichamelijk<br />
verzwakt is, bijvoorbeeld door zijn hoge leeftijd. Volgens het Hof van beroep te Gent wijzen ook de
-DAUGINET-<br />
<strong>16</strong> <strong>februari</strong> <strong>2012</strong><br />
bestendige druk, de beïnvloeding en de voortdurende aanwezigheid van de begunstigde bij de<br />
schenker op erfenisbejaging.<br />
Kijken we naar de feiten van deze zaak; de heer KEYZER stak een handje toe in het huishouden van<br />
mijn cliënt, bood hulp na de beroerte, was voortdurend aanwezig bij mijn cliënt en kreeg mijn<br />
cliënt uiteindelijk zover om hem te begunstigen als algemeen legataris, om driemaal aan hem te<br />
schenken en om hem aan te stellen als bijzonder lasthebber. De heer KEYZER liet mijn cliënt in de<br />
waan dat hij op zijn oude dag met de best mogelijke zorgen omringd zou worden. Het deerde mijn<br />
cliënt bij gebrek aan erfgenamen niet dat dit hem de prijs van een woning kostte. Dit is<br />
erfenisbejaging in zijn meest pure vorm, waarbij op onverschrokken wijze misbruik wordt gemaakt<br />
van de naïviteit van een oude man, getuige daarvan het feit dat mijn cliënt de voorwaarde van<br />
levensonderhoud niet eens uitdrukkelijk liet bedingen in de schenkingsakte.<br />
De heer KEYZER heeft nooit de intentie gehad om zijn belofte tot levensonderhoud in te lossen. Nu<br />
het geld binnen is, wordt mijn cliënt enkel nog als een storend element ervaren. Op de pesterijen<br />
aan het adres van mijn cliënt kom ik later nog meer uitgebreid terug. Mijn cliënt dreigt nu berooid<br />
achter te blijven door de kunstgrepen van de tegenpartij die de wil van mijn cliënt hebben<br />
aangetast. De schenkingen zijn bijgevolg nietig.<br />
Naast de nietigverklaring van de schenkingen, verzoek ik U ook de teruggave van 385.000,00 EUR<br />
te bevelen.<br />
<strong>Geachte</strong> <strong>voorzitter</strong>, <strong>geachte</strong> <strong>leden</strong> van de rechtbank, In zoverre U zou oordelen dat de<br />
schenkingen niet behept zijn met een wilsgebrek ten gevolge van erfenisbejaging, is er in<br />
ondergeschikte orde in elk geval sprake van een verplichting tot dankbaarheid. Het Hof van<br />
Cassatie is van oordeel dat de verplichting tot dankbaarheid een contractuele verplichting is,<br />
opgelegd aan elke begiftigde. Artikel 955 van het Burgerlijk Wetboek bestraft de schending van<br />
deze contractuele verplichting met de ontbinding.<br />
De schenker kan op grond van artikel 955, 2° de ontbinding van de schenking vorderen wegens<br />
mishandelingen en grove beledigingen.<br />
Het begrip mishandelingen wijst enerzijds op fysieke gewelddaden, maar dekt ook de lading van<br />
morele mishandeling. De mishandeling vereist geen actief optreden; het volstaat dat de begiftigde<br />
zich passief opstelt ten aanzien van de schenker in nood.<br />
Een grove belediging is iedere gedraging van de begiftigde, die beledigend of kwetsend is en de<br />
morele integriteit, de eer en de waardigheid van de schenker aantast.<br />
Kijken we even naar de feiten van deze zaak. Aanvankelijk was mijn cliënt gelukkig bij het echtpaar<br />
KEYZER, maar al snel volgde de ontnuchtering.<br />
Zo was er afgesproken dat er gekookt zou worden voor mijn cliënt. Reeds geruime tijd wordt dit<br />
evenwel niet meer gedaan en wordt mijn cliënt aan zijn lot overgelaten.<br />
De sigaretten en lucifers van mijn cliënt werden herhaaldelijk weggenomen omdat de heer KEYZER<br />
dit een ongezonde gewoonte vindt. Bovendien kan mijn cliënt niet in de tuin roken, aangezien
-DAUGINET-<br />
<strong>16</strong> <strong>februari</strong> <strong>2012</strong><br />
hem de toegang hiertoe wordt ontzegd. Ook bepaalde binnendeuren van de woning blijven op slot<br />
voor mijn cliënt.<br />
De GSM van mijn cliënt werd weggenomen, net als zijn belastingaangifteformulier, wellicht in de<br />
hoop dat de fraudejagers van staatssecretaris CROMBEZ hem zouden komen halen.<br />
Op heden wordt de beperkte leefruimte van mijn cliënt niet meer verlucht, met schimmelvorming<br />
tot gevolg. De omstandigheden waarin mijn cliënt dient te leven, dient te overleven, zijn<br />
mensonwaardig te noemen.<br />
De actief pestende houding van de heer KEYZER maakt in elk geval morele mishandeling uit in de<br />
zin van artikel 955, 2° Burgerlijk Wetboek.<br />
De heer KEYZER werd er zich inmiddels van bewust dat deze pesterijen niet voldoende waren om<br />
mijn cliënt het huis te doen verlaten. Hij ondernam daarom een poging om mijn cliënt dement te<br />
laten verklaren zodat hij hem zou kunnen laten plaatsen. Afgezien van een vitaminetekort werd<br />
door de betrokken neuroloog enkel een milde cognitieve stoornis vastgesteld, hetgeen, gelet op<br />
de leeftijd van 81 jaar, niet abnormaal is. Dit is evenwel geen dementie.<br />
De poging om desondanks een gezond man van 81 dement te laten verklaren, getuigt van een<br />
absoluut gebrek aan respect voor diens persoon en is dus een grove belediging in de zin van artikel<br />
955, 2°.<br />
De weigering om levensonderhoud te verschaffen aan de schenker in nood is bovendien een vorm<br />
van gekwalificeerde ondankbaarheid, die de schenker op grond van artikel 955, 3° het recht geeft<br />
de ontbinding te vragen.<br />
Mijn cliënt is behoeftig terwijl de heer KEYZER over voldoende middelen beschikt om hem<br />
levensonderhoud te verschaffen. De heer KEYZER stel zich hierdoor bijzonder ondankbaar op ten<br />
aanzien van de persoon van zijn schenker en dus treedt artikel 955, 3° in werking.<br />
Mijnheer de Voorzitter, <strong>geachte</strong> <strong>leden</strong> van de Rechtbank, artikel 955 is weliswaar een<br />
uitzonderingsbepaling, maar als men het artikel in deze context niet kan toepassen, dan zal men<br />
het nooit kunnen toepassen.<br />
Naast de ontbinding van de schenkingen, verzoek ik U ook de teruggave van 385.000,00 EUR te<br />
bevelen.<br />
Tenslotte, ook indien U de voorgaande vorderingen niet zou toekennen, spreekt het voor zich dat<br />
mijn cliënt na deze procedure niet in dezelfde woning kan blijven wonen als de tegenpartij.<br />
Om niet op straat terecht te komen, verzoekt mijn cliënt U in meest ondergeschikte orde om de<br />
heer KEYZER te veroordelen tot een alternatief voor de last tot levensonderhoud die<br />
overeengekomen werd bij de schenkingen, met name het betalen van een financiële<br />
tegemoetkoming aan mijn cliënt, begroot op 750,00 EUR per maand, hetgeen overeenkomt met<br />
de helft van de kost van een serviceflat.
-DAUGINET-<br />
<strong>16</strong> <strong>februari</strong> <strong>2012</strong><br />
<strong>Geachte</strong> <strong>voorzitter</strong>, <strong>geachte</strong> <strong>leden</strong> van de rechtbank, wat begon met het overlijden van de<br />
echtgenote van mijn cliënt, gevolgd door drie schenkingen, dreigt nu danig uit de hand te lopen.<br />
Three donations and a funeral, laat het alstublieft bij één begrafenis blijven.