091201 PvA definitief.pdf - Dorpsraad Eefde
091201 PvA definitief.pdf - Dorpsraad Eefde
091201 PvA definitief.pdf - Dorpsraad Eefde
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
<strong>Eefde</strong>: identiteit, visie en potenties<br />
Plan van Aanpak voor een onderzoek van de Wetenschapswinkel van Wageningen UR<br />
Definitieve versie, 01 december 2009<br />
Samenvatting 1<br />
Het Gelderse dorp <strong>Eefde</strong> kampt met een tekort aan ‘countervailing power’ tegenover de<br />
krachten vanuit de grote omliggende steden, en met een teruglopende leefbaarheid die ook<br />
nadrukkelijk door de jongeren wordt beleefd.<br />
Middels dit onderzoek willen we <strong>Eefde</strong> de middelen geven om haar potentieel in te zetten om<br />
dit ten goede te keren. Dat gaat niet zo maar, van belang is dat het dorp weet waar het staat en<br />
waar het naar toe wil. Om hier grip op te krijgen, begint het Wetenschapswinkel-project met<br />
een onderzoek naar de identiteit van het dorp. Dit wordt gedaan rondom het concept<br />
symbolen.<br />
Inhoudsopgave<br />
Samenvatting.............................................................................................................................. 1<br />
Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 1<br />
1. Aanleiding tot het verzoek om onderzoek.......................................................................... 2<br />
1.1 Context ....................................................................................................................... 2<br />
1.2 Probleembeschrijving................................................................................................. 3<br />
1.3 Het dorpsplan ............................................................................................................. 3<br />
1.4 De aanvrager .............................................................................................................. 4<br />
1.5 Inpassing van de aanvraag in de filosofie van de Wetenschapswinkel...................... 4<br />
2. Het onderzoek .................................................................................................................... 5<br />
2.1 Onderzoeksopzet ........................................................................................................ 5<br />
2.1.1 Dorpsidentiteit.................................................................................................... 5<br />
2.1.2 Dorpsvisie........................................................................................................... 5<br />
2.1.3 Inzetten van de potenties .................................................................................... 6<br />
2.2 Methode...................................................................................................................... 6<br />
2.3 Tijdsplanning.............................................................................................................. 6<br />
2.4 Projectproducten......................................................................................................... 6<br />
2.5 Publiciteit en communicatie....................................................................................... 7<br />
3. Beoogde impact van het project ......................................................................................... 8<br />
4. Uitvoering en begeleiding .................................................................................................. 9<br />
4.1 Uitvoering................................................................................................................... 9<br />
4.2 Wetenschappelijke begeleiding en wetenschappelijke borging ................................. 9<br />
4.3 Begeleidingscommissie.............................................................................................. 9<br />
4.4 Evaluatie..................................................................................................................... 9<br />
5. Begroting.......................................................................................................................... 10<br />
6. Contactgegevens............................................................................................................... 11<br />
Bijlage: Rol begeleidingscommissies....................................................................................... 12<br />
1 Onder meer voor plaatsing in de rubriek lopende projecten op de website van de wetenschapswinkel<br />
pagina 1
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
1. Aanleiding tot het verzoek om onderzoek<br />
1.1 Context<br />
<strong>Eefde</strong> (ruim 4000 inwoners) ligt vlak ten noorden van Zutphen aan de IJssel. Het ligt in de<br />
gordel in de Achterhoek waarin veel voormalige buitenhuizen te vinden zijn.<br />
De provinciale weg N348 loopt nu<br />
nog dwars door het dorp. Ook lopen<br />
er drie spoorlijnen vanuit Zutphen:<br />
naar Deventer, Winterswijk en<br />
Hengelo (Overijssel). Aan de lijn<br />
naar Deventer lag tot 1932 het<br />
Station <strong>Eefde</strong>; hiervan is echter niets<br />
meer terug te vinden. Al deze<br />
infrastructuur zorgt ervoor dat het<br />
dorp behoorlijk ‘versneden’ is.<br />
Zo bevindt zich midden in <strong>Eefde</strong> Landgoed het Haveke: een<br />
in 1481 gebouwd herenhuis, omgeven door een 14 hectare<br />
grote Engelse tuin met bos en verzorgde gazons. Lange<br />
wandelpaden voeren door het park en zijn overdag vrij<br />
toegankelijk voor het publiek.<br />
pagina 2<br />
Ter hoogte van <strong>Eefde</strong> takt het Twentekanaal<br />
aan op de rivier de IJssel; in <strong>Eefde</strong> bevindt<br />
zich een sluizencomplex.<br />
<strong>Eefde</strong> kent een bloeiend verenigingsleven, zij het dat dit zich met name op wijksniveau (i.t.t.<br />
dorpsniveau) afspeelt.<br />
Tot 2007 behoorde <strong>Eefde</strong> tot de gemeente Gorssel, nu is het samen met dat buurdorp en nog 7<br />
andere kernen onderdeel van de gemeente Lochem. Af en toe lijkt het er wat op dat de kernen<br />
ondergesneeuwd raken in het bestuurlijk geweld van deze grote gemeente, en in dat van de<br />
Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer, Zutphen).
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
1.2 Probleembeschrijving<br />
Of het met name komt door doordat het dorp danig versneden is, of dat er nog andere<br />
oorzaken aan te wijzen zijn – feit is dat het dorp <strong>Eefde</strong> geen duidelijke eigen identiteit heeft.<br />
Het ontbreekt dan ook aan een visie op het dorp; een gedeeld gevoel van ‘wie zijn we’ en<br />
(dus) ook van ‘waar gaan we naar toe’.<br />
Gevolg daarvan is dat het dorp er niet in slaagt haar toch niet geringe potenties 2 te benutten<br />
om haar ‘countervailing power’ te vergroten in het krachtenspel van de grote gemeente<br />
Lochem en dat van de stedendriehoek. Ook worden de potenties niet ingezet om de afname<br />
van de leefbaarheid, met name voor de jongeren, om te buigen. In onderhavig onderzoek<br />
willen we daar wat aan doen.<br />
1.3 Het dorpsplan<br />
Parallel aan het Wetenschapswinkel-onderzoek loopt in <strong>Eefde</strong> een proces om te komen tot een<br />
dorpsplan. De gemeente Lochem streeft er naar dat voor elke kern (dorp) een dorpsplan<br />
opgesteld wordt, en stelt daarvoor een (klein: € 3000,-) budget beschikbaar. Dorpsplannen<br />
moeten opgesteld worden volgens de systematiek van de Vereniging Kleine Kernen<br />
Gelderland (VKK). Het dorpsplan inventariseert welke woonbehoeften er zijn, en welke<br />
ideeën er leven voor verbetering van de leefbaarheid in het dorp. In <strong>Eefde</strong>’s buurdorp Epse is<br />
het proces net gestart, terwijl Gorssel haar dorpsplan onlangs afgerond heeft. Ook in <strong>Eefde</strong> is<br />
dit proces momenteel gaande; verwacht wordt dat dit in het begin van 2010 afgerond kan<br />
worden. Het proces wordt lokaal getrokken door de <strong>Dorpsraad</strong>, dezelfde organisatie als de<br />
aanvrager van dit Wetenschapswinkel-onderzoek.<br />
Toch bijten deze twee processen elkaar niet; in tegendeel: ze zullen elkaar versterken. Als<br />
geen ander plan is het Dorpsplan een verwoording van wat leeft in het dorp. Immers, het<br />
wordt opgesteld door mensen vanuit het dorp zelf, dus door de mensen wiens leefomgeving<br />
het betreft. Hierin schuilt ook meteen een groot manco van het Dorpsplan: het is een down-toearth<br />
plan opgesteld vanuit het perspectief van de insider, niet met de distantie en de<br />
helikopterview van de outsider. Het is opgesteld vanuit de problemen die ervaren worden, niet<br />
vanuit de kansen die er liggen. Belemmerende factoren worden niet of als onveranderbaar<br />
gezien, terwijl ook het kapitaliseren op mogelijkheden vaak enorm getriggerd kan worden<br />
door een impuls van buitenaf. Om antwoord te geven op de vraag zoals die uit de<br />
probleemstelling naar voren kwam hebben we, naast het dorpsplan, behoefte aan een visie op<br />
een hoger aggregatie-niveau – objectief en wetenschappelijk onderbouwd. Daarom ligt inzet<br />
vanuit Wageningen UR hier voor de hand.<br />
2 Het tot nu toe amper benutte potentieel van <strong>Eefde</strong>:<br />
• Veel ateliers en kunstenaars<br />
• Dicht bij toeristische hotspots Gorssel en Zutphen en toeristisch interessant achterland 2<br />
• Ligging aan ‘de mooiste rivier van Nederland’: de IJssel<br />
• In de nabije toekomst: afwaardering N348<br />
• Waarschijnlijke afstoting door Defensie van het kazerneterrein<br />
• Ligging aan (de sluizen van) het Twentekanaal, maar daar ligt het nu nog ‘met de rug tegenaan’<br />
• Twee fraaie landgoederen middenin het dorp<br />
• Veel fraaie buitenhuizen in de directe omgeving<br />
• … en ongetwijfeld nog enkele andere, vooralsnog verholen, potenties<br />
pagina 3
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
1.4 De aanvrager<br />
<strong>Dorpsraad</strong> <strong>Eefde</strong> is een jonge vereniging (een doorstart van de voorloper Stichting <strong>Dorpsraad</strong><br />
<strong>Eefde</strong>) bestaande uit dorpsbewoners die zich betrokken voelen bij wat er in <strong>Eefde</strong> gebeurt. De<br />
<strong>Dorpsraad</strong> behartigt de belangen van de inwoners van <strong>Eefde</strong>, zowel in de kern als in het<br />
buitengebied. Ze doet dat door gevraagd en –vooral- ongevraagd advies te leveren aan de<br />
gemeente Lochem, en door het instellen van een subcommissie (de Dorpswerkgroep <strong>Eefde</strong>)<br />
verantwoordelijk voor het Dorpsplan.<br />
Dorpsraden zijn een door de gemeente geïnitieerd en gewenst orgaan, in verband met de<br />
uitvoering van burgerparticipatie. <strong>Dorpsraad</strong> <strong>Eefde</strong> heeft periodiek bestuurlijk overleg met de<br />
kernwethouder over knelpunten en plannen die in het dorp leven. De toegewezen<br />
contactambtenaar behoort te zorgen voor stroomlijning van informatie tussen gemeentelijk<br />
apparaat en de <strong>Dorpsraad</strong>. Dorpsraden dienen idealiter tenminste 50% van de huishoudens als<br />
lid te hebben; in <strong>Eefde</strong> wordt dit percentage nog niet gehaald.<br />
1.5 Inpassing van de aanvraag in de filosofie van de<br />
Wetenschapswinkel<br />
<strong>Eefde</strong> is bij lange na niet het enige dorp met een soortgelijke problematiek: er liggen kansen,<br />
de sterke punten kunnen worden gebruikt om de bedreigingen het hoofd te bieden, maar het<br />
ontbreekt aan een ‘masterplan’ daarvoor. Locale actoren zitten vaak té dicht op de<br />
problematiek en missen daardoor de noodzakelijke distantie. Daarbij is het vaak lastig om te<br />
zorgen voor voldoende conceptuele diepgang. Met dit onderzoek hopen we aan deze lacune<br />
bij te dragen: met dit onderzoek wil de Wetenschapswinkel een model ontwikkelen dat ook in<br />
andere situaties uitvoerbaar is.<br />
Daartoe bouwt het voort op het eerdere wetenschapswinkel project ‘Sociale cohesie voor wat<br />
het waard is’ (rapport nr. 261). In dit project stond de alledaagse beleving van de<br />
gemeenschap centraal. De toepassing van het in dat project gehanteerde perspectief op een<br />
geheel andere casus biedt verdere mogelijkheden voor de ontwikkeling van een model<br />
waarmee diverse gemeenschappen en identiteiten doorgelicht kunnen worden.<br />
pagina 4
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
2. Het onderzoek<br />
2.1 Onderzoeksopzet<br />
Zoals uit de probleembeschrijving in paragraaf 1.2 kan worden afgeleid, is dit onderzoek een<br />
drietraps-rakket.<br />
De eerste trap is het identificeren en uitbouwen van de identiteit van het dorp. Dit doen we<br />
aan de hand van symbolen.<br />
De tweede trap bouwt de nieuwe identiteit uit tot een visie op en van het dorp: wie zijn we en<br />
waar willen we naar toe.<br />
De derde trap geeft aan hoe de potenties van het dorp gebruikt kunnen worden om de visie te<br />
realiseren.<br />
Hieronder worden deze drie stappen verder toegelicht. Ze zijn (noodzakelijkerwijs)<br />
chronologisch. In dit Plan van Aanpak is de eerste stap verder uitgewerkt dan de tweede en de<br />
derde stap; naarmate het onderzoek vordert zullen ook de tweede en de derde stap verder<br />
ingevuld worden.<br />
2.1.1 Dorpsidentiteit<br />
Om een voor zoveel mogelijk bewoners aansprekende en activerende Visie voor <strong>Eefde</strong> te<br />
formuleren, gaan wij allereerst op zoek naar lokale identiteiten (we gaan er in eerste instantie<br />
van uit dat de dorpsbewoners meerdere identiteiten delen). Wij beschouwen identiteiten als<br />
gegevenheden noch als ideeën die los staan van ontmoetingen en interacties. Wij gaan in dit<br />
project op zoek naar daadwerkelijk beleefde identiteiten. ‘Levende’ dorpsidentiteiten ontstaan<br />
uit ontmoetingen tussen dorpsbewoners. Wanneer mensen positieve emoties ontlenen aan<br />
interacties en zij gezamenlijk iets tot stand weten te brengen, ontstaan gevoelens van<br />
gemeenschappelijkheid, de ervaring deel uit te maken van een gemeenschap. Een ‘wij’gevoel,<br />
kortom. Dit wij-gevoel op het niveau van het dorp is actief: het betekent dat mensen<br />
zich willen inzetten voor de gemeenschap en het betekent ook dat duidelijk is wie wel en niet<br />
bij de gemeenschap hoort (de groepsgrenzen).<br />
Wij willen deze actieve identiteiten zoeken in symbolen. Dit zijn de tastbare resultaten van<br />
gezamenlijke activiteiten: bijvoorbeeld het opknappen van het schoolplein, of het verbouwen<br />
van de sportaccommodatie. Deze symbolen zijn niet slechts van eenmalige betekenis. Het<br />
bijzondere schuilt er juist in dat ze gevoelens van verbondenheid bij herhaling op kunnen<br />
roepen. Dit opnieuw oproepen gebeurt wanneer symbolen – die dus staan voor de<br />
gemeenschap - ‘gevierd’ worden tijdens ‘rituelen’. Gebeurt dit niet, dan verliezen symbolen<br />
hun emotionele en mobiliserende kracht. Echter, symbolen worden meestal niet door iedereen<br />
in even sterke mate herkend, zijn niet voor iedereen even ‘heilig’.<br />
2.1.2 Dorpsvisie<br />
Nu de identiteit van het dorp duidelijk is, kan hieromheen de visie van en op het dorp worden<br />
gebouwd. Hoe moet <strong>Eefde</strong> er over pakweg 10 jaar uitzien? Hoe willen de bewoners van <strong>Eefde</strong><br />
wonen, werken, verkeer, recreëren? Hoe ziet het ondernemersklimaat er uit, hoe de sociale<br />
samenhang, de voorzieningen, het groen….<br />
Met andere woorden: de Dorpsvisie geeft aan: “hier staan wij voor!”.<br />
pagina 5
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
2.1.3 Inzetten van de potenties<br />
De vraag in deze laatste trap van het onderzoek is: op welke manier moeten welke potenties<br />
worden ingezet om de visie te realiseren. In het onderzoek zullen hiervoor de grote lijnen<br />
worden aangegeven. Het ligt niet in de aard van een Wetenschapswinkel-onderzoek om dit tot<br />
op detailniveau uit te werken; dat wordt de <strong>Dorpsraad</strong> toevertrouwd.<br />
2.2 Methode<br />
Gedurende de drie fasen van het onderzoek<br />
verandert het karakter geleidelijk van klassiek<br />
vraaggestuurd wetenschappelijk onderzoek (u<br />
vraagt, wij antwoorden) naar co-creatie van<br />
kennis (u vraagt, samen vinden we de<br />
antwoorden). Dit loopt synchroon met het<br />
toenemende praktische gehalte en afname van<br />
het ‘fundamenteel-wetenschappelijk’ karakter<br />
van het onderzoek, en met toegenomen<br />
‘ownership’ van het onderzoek in <strong>Eefde</strong>.<br />
Methoden die worden ingezet zijn onder meer:<br />
• Bronnenonderzoek<br />
• Veldwerk<br />
• Participatief actieonderzoek, met onder meer scenario-building en social mapping<br />
• Het abstraheren van een format voor het opbouwen van een lokaal masterplan,<br />
toepasbaar op andere kernen.<br />
Een meer gedetailleerde uitwerking van de onderzoeksmethode zal bij aanvang van het<br />
onderzoek in overleg met de Begeleidingscommissie worden gemaakt.<br />
2.3 Tijdsplanning<br />
Het onderzoek wordt ‘dun uitgesmeerd’ over de periode oktober/november 2009 tot en met<br />
mei 2010, gevolgd door een maand afronding (opmaak van het rapport, controle drukproeven,<br />
eindpresentatie e.d.). Een meer gedetailleerde planning zal bij aanvang van het onderzoek in<br />
overleg met de Begeleidingscommissie worden gemaakt.<br />
2.4 Projectproducten<br />
In een onderzoek als dit laten zich de projectproducten moeilijk van te voren vastleggen. Wat<br />
in ieder geval opgeleverd zal worden is:<br />
• Een wetenschapswinkel-rapport<br />
• Een populair-wetenschappelijke samenvatting daarvan, verzorgd door de<br />
opdrachtgever<br />
• Een afsluitende bijeenkomst waarin de resultaten worden gepresenteerd en<br />
bediscussieerd, zulks georganiseerd door de opdrachtgever.<br />
pagina 6
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
• Indien mogelijk: verdere vertaling van resultaten en proces in zowel wetenschappelijk<br />
als beroepstijdschriften.<br />
2.5 Publiciteit en communicatie<br />
Dit onderwerp wordt in de loop van het project door de Begeleidingscommissie verder<br />
uitgewerkt. Uitgangspunt is dat we streven naar een maximale verspreiding van de ‘lessons<br />
learnt’.<br />
pagina 7
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
3. Beoogde impact van het project<br />
Na afloop van het project:<br />
• hebben alle betrokkenen, en dan met name de <strong>Eefde</strong>naren, meer grip op de<br />
ontwikkelingen in <strong>Eefde</strong>, met name op het inzetten van <strong>Eefde</strong>’s pluspunten om de<br />
teruggang in leefbaarheid te stuiten.<br />
• heeft <strong>Dorpsraad</strong> <strong>Eefde</strong> een goed referentiekader hebben voor toekomstige visiegesprekken<br />
met gemeente en burgers.<br />
• is een aanpak ontwikkeld die ook in andere kleine kernen kan worden gebruikt.<br />
In de loop van het project kunnen door de begeleidingscommissie meer punten aan dit lijstje<br />
worden toegevoegd.<br />
pagina 8
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
4. Uitvoering en begeleiding<br />
4.1 Uitvoering<br />
Het onderzoek zal worden uitgevoerd door Adriaan Kauffmann, en gecoördineerd door Hugo<br />
Hoofwijk | De Groene Link. Waar noodzakelijk wordt additionele expertise ingezet, die naar<br />
alle waarschijnlijkheid binnen Wageningen UR gevonden zal kunnen worden.<br />
De onderzoeker zal vanuit de aanvragende organisatie ondersteund worden door<br />
dorpswerkgroep-lid Jakko Smit, stedebouwkundige. Voorts denkt en doet de <strong>Dorpsraad</strong> actief<br />
mee, bijvoorbeeld door het leggen van contacten met relevante partijen en door het bieden van<br />
onderdak voor de onderzoeker tijdens zijn veldwerk.<br />
4.2 Wetenschappelijke begeleiding en wetenschappelijke borging<br />
De leerstoelgroep Rurale Sociologie van Wageningen UR draagt de eindverantwoordelijkheid<br />
voor het onderzoek. De wetenschappelijke kwaliteit ervan wordt geborgd door Don Weenink<br />
van deze leerstoelgroep.<br />
4.3 Begeleidingscommissie<br />
Zoals gebruikelijk wordt ook rondom dit wetenschapswinkel-onderzoek een<br />
Begeleidingscommissie geformeerd. Deze Commissie geeft gevraagd en ongevraagd advies<br />
over de inhoud en de uitvoering van het onderzoek, en is instrumenteel in de zo breed<br />
mogelijke verspreiding van de ‘lessons learnt’.<br />
De samenstelling van de Begeleidingscommissie is opgenomen in hoofdstuk 6, haar<br />
taakomschrijving in Bijlage 1.<br />
4.4 Evaluatie<br />
Na afloop zal het project kort door de projectleider worden geëvalueerd.<br />
pagina 9
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
5. Begroting<br />
KOSTEN DEKKING<br />
aantal kostprijs bedrag Wetenschapswinkel <strong>Dorpsraad</strong> <strong>Eefde</strong><br />
Personele kosten Wageningen UR<br />
Onderzoeker, aangesteld via uitzendbureau: 39 weken 39dagen 207 8.078,61 8.079<br />
Onderzoeker: eindejaarsuitkering * 3% 242 242<br />
Onderzoeker: woon-werkverkeer * 400 400<br />
Wetenschappelijke ondersteuning en kwaliteitscontrole * 40uur 118 4.720 4.720<br />
Ondersteuning projectcommunicatie (webredactie, persbericht etc.) *<br />
(1)<br />
Aanvullende expertise *<br />
(2)<br />
Uitbesteding<br />
Verkenning, schrijven van plan van aanpak, kick off 5dagen 720 3.600 3.600<br />
Projectmanagement: 7 maanden à 2 dagen 14dagen 720 10.080 10.080<br />
Opmaak van het rapport, DTP 18uur 65 1.178 1.178<br />
Projectondersteuning door <strong>Dorpsraad</strong> * 60uur 55 3.300 3.300<br />
Materiële kosten<br />
Reis- en verblijfskosten 450 450<br />
Materialen voor veldwerk, actieonderzoek en interact. planning 400 400<br />
Druk papieren exemplaren eindrapport 600 600<br />
Populaire samenvatting van het rapport, incl. druk en verspreiding 450 450<br />
Zaalhuur e.d. eindbijeenkomst 350 350<br />
Onvoorzien<br />
Onvoorziene kosten 236 236<br />
______ ______ ______<br />
TOTAAL 34.085 29.985 4.100<br />
Nota Bene:<br />
• Alle bedragen zijn inclusief BTW, maar op de bedragen aangegeven met * wordt geen BTW geheven<br />
• De bijdrage van de <strong>Dorpsraad</strong> <strong>Eefde</strong> is hoofdzakelijk in natura<br />
(1) Ondersteuning bij de projectcommunicatie wordt geboden door Eddy Teenstra van Communication Services. De kosten hiervan worden rechtstreeks door de wetenschapwinkel betaald<br />
en vallen niet onder het projectbudget<br />
(2) Indien noodzakelijk kan additionele expertise worden ingekocht, bij voorkeur binnen Wageningen UR en altijd met fiat van de coördinator van de Wetenschapswinkel.<br />
pagina 10
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
6. Contactgegevens<br />
Begeleidingscommissie<br />
functie naam organisatie email telefoon<br />
lid begeleidingscommissie Gudrun Kreeft & Gemeente Lochem g.kreeft@lochem.nl<br />
Atsje Boersma<br />
a.boersma@lochem.nl<br />
0573 - 289342<br />
lid begeleidingscommissie Klaas Bron Oranjevereniging <strong>Eefde</strong> bron4management@live.nl<br />
lid begeleidingscommissie Marc Majoor <strong>Dorpsraad</strong> <strong>Eefde</strong> marcmajoor@zonnet.nl<br />
lid begeleidingscommissie Lex Hoefsloot<br />
pagina 11<br />
VKK Gelderland lexhoefsloot@vkkgelderland.nl<br />
Onderzoeksteam<br />
functie naam organisatie email telefoon<br />
projectleider Hugo Hoofwijk De Groene Link hugo.hoofwijk@groenelink.nl 06 – 19934703<br />
onderzoeker Adriaan Kauffmann WUR Rurale Sociologie adriaan.kauffmann@wur.nl 06 - 43992459<br />
wetenschappelijk begeleider Don Weenink WUR Rurale Sociologie don.weenink@wur.nl 0317 - 485949<br />
contactpersoon vanuit dorpsraad Henk Stormink <strong>Dorpsraad</strong> <strong>Eefde</strong> henk.stormink@wur.nl 06 - 33764054<br />
contactpersoon vanuit dorpsraad Jakko Smit <strong>Dorpsraad</strong> <strong>Eefde</strong> jakko-smit@maclaine.nl 06 - 23053617<br />
coördinator wetenschapswinkel Gerard Straver WUR Wetenschapswinkel gerard.straver@wur.nl 0317 - 483908
Wetenschapswinkel Wageningen UR Plan van Aanpak onderzoek <strong>Eefde</strong><br />
Bijlage: Rol begeleidingscommissies<br />
in onderzoeksprojecten Wetenschapswinkel Wageningen UR<br />
In het volgende wordt ingegaan op de samenstelling, taken en werkwijze van begeleidingscommissies van<br />
onderzoeksprojecten van de Wetenschapswinkel van Wageningen UR<br />
Samenstelling<br />
In een begeleidingscommissie zitten:<br />
- de opdrachtgever(s)<br />
- de onderzoeker(s)<br />
- de wetenschappelijke begeleider(s)<br />
- de projectleider van de Wetenschapswinkel (voorzitter)<br />
- de coördinator van de Wetenschapswinkel (agendalid)<br />
- eventuele deskundigen, die een adviesfunctie vervullen.<br />
Taken<br />
Een begeleidingscommissie:<br />
- ziet er op toe dat het onderzoek beantwoordt aan de vraag van de opdrachtgever(s)<br />
- ziet er op toe dat bij de opdrachtgever(s) aanwezige kennis in het onderzoek wordt gebruikt<br />
- ziet er op toe dat het onderzoek wetenschappelijk verantwoord wordt uitgevoerd<br />
- adviseert bij de toepassing van de resultaten van het onderzoek<br />
- evalueert het project en de samenwerking<br />
- komt eventueel met een voorstel voor vervolgonderzoek en andere vervolgactiviteiten.<br />
Werkwijze<br />
Een begeleidingscommissie voert regelmatig overleg over de inhoud en de voortgang van het onderzoek. De<br />
vergaderfrequentie is meestal eens per twee of drie maanden.<br />
De Wetenschapswinkel zit een begeleidingscommissie voor. De Wetenschapswinkel vervult ook een secretariaatsfunctie<br />
door vergaderingen voor te bereiden (agenda, uitnodiging, verspreiding stukken) en door er op toe te zien dat er verslagen<br />
worden gemaakt.<br />
Hieronder staat aangegeven welke onderwerpen tijdens de verschillende bijeenkomsten aan de orde kunnen komen.<br />
Tijdens de eerste vergadering wordt het concept plan van aanpak besproken. Hierover is in grote lijnen al<br />
overeenstemming bereikt met de opdrachtgever(s) en de onderzoeker(s).<br />
In volgende vergaderingen worden de volgende punten besproken:<br />
- voortgang van het onderzoek (tijdsplanning, voorlopige resultaten etc.)<br />
- toepassingsmogelijkheden voor de onderzoeksresultaten<br />
- publiciteit rond het onderzoeksproject<br />
- impact van het onderzoeksproject<br />
- afronding van het project (rapport, presentatie van het onderzoek aan een groter publiek, artikel, etc.)<br />
Tijdens de (voor)laatste vergadering wordt het conceptverslag besproken.<br />
Tijdens de laatste vergadering vindt er een nabespreking plaats. Aandachtspunten hierbij zijn:<br />
- beantwoording van het project aan de verwachting<br />
- toepassing en bruikbaarheid van de onderzoeksresultaten<br />
- inbreng van de opdrachtgever<br />
- werkwijze en manier van samenwerken<br />
- eventuele nieuwe onderzoeksvragen en vervolgactiviteiten<br />
- publiciteit en aandacht in de media.<br />
Tot slot<br />
Bovenstaande is een ruwe richtlijn. Elke begeleidingscommissie geeft natuurlijk een eigen invulling aan de wijze waarop<br />
zij een onderzoeksproject begeleidt.<br />
pagina 12