09.09.2013 Views

Waarom ik Christus predik - Maasbach.com

Waarom ik Christus predik - Maasbach.com

Waarom ik Christus predik - Maasbach.com

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Waarom</strong> <strong>ik</strong><br />

<strong>Christus</strong> pred<strong>ik</strong><br />

Autobiografie<br />

Johan <strong>Maasbach</strong><br />

GAZON UITGEVERIJ<br />

APELDOORNSELAAN 2, 2573 LM DEN HAAG<br />

HOLLAND. TEL. 070-3469729 of 3635929<br />

Fax 070-3107111<br />

pagina 1


ISBN Nr. 906 442 003 3<br />

Door Johan <strong>Maasbach</strong><br />

Alle rechten voorbehouden<br />

NEDERLAND (Hoofdkantoor)<br />

Apeldoornselaan 2, 2573 LM ‘s-GRAVENHAGE,<br />

Tel. 070-3635929. Fax 070-3107111<br />

BELGIË: P.O. Box 50, 2490 Balen<br />

GROOT BRITTANNIË: P.O. Box 164,<br />

Folkestone, Kent CT 202YS<br />

U.S.A.: P.O. Box 367, 13761 Endicott, NY<br />

INDIA: 10 Arcot Road, MADRAS 600093. Tel. 423952<br />

INDONESIË: Jati Margo, P.O. Box 1067,<br />

SEMARANG 50010.<br />

pagina 2<br />

<strong>Waarom</strong> <strong>ik</strong> dit boek geschreven heb:<br />

● Om aan mijn generatie te bewijzen dat de liefde<br />

van God onveranderd is en Zijn Woord standhoudt<br />

tot in eeuwigheid en dat geen ding onmogelijk is<br />

voor degene die gelooft.<br />

● Om een inspiratie van geloof te zijn voor velen.<br />

● Om degenen die God liefhebben te helpen en<br />

tot zegen te zijn.<br />

● Om u te vertellen dat het machtige Evangelie<br />

van Jezus <strong>Christus</strong> dat <strong>ik</strong> pred<strong>ik</strong>, geen verzinsel is uit<br />

mijn eigen hart.<br />

● Om te getuigen dat het waar is wat Jezus zei:<br />

ì Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders<br />

of zusters of moeder of vader of kinderen of akkers<br />

heeft prijsgegeven om Mij en om het Evangelie, of<br />

hij ontvangt honderdvoudig terug: nu, in deze tijd,<br />

huizen en broeders en zusters en moeders en<br />

kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de<br />

toekomende eeuw het eeuwige levenî (Marcus<br />

10:29-30).<br />

● Om u te waarschuwen dat we door ongeloof<br />

kunnen missen hetgeen God voor ons heeft bereid.<br />

● Opdat Jezus verheerlijkt zal worden, Hem die<br />

alleen glorie, eer en heerlijkheid toekomt, nu en tot<br />

in eeuwigheid!<br />

JOHAN MAASBACH<br />

pagina 3


Uitgaven van Johan <strong>Maasbach</strong>:<br />

<strong>Waarom</strong> <strong>ik</strong> <strong>Christus</strong> pred<strong>ik</strong><br />

in het Engels Indonesisch<br />

Nederlands Spaans<br />

Frans Portugees<br />

Duits<br />

Hoe u genezing van God ontvangt<br />

in het Engels Indonesisch<br />

Nederlands Swahili<br />

Duits Frans<br />

Tamil<br />

Singhalees<br />

Overige uitgaven van Johan <strong>Maasbach</strong>:<br />

Uit de duisternis tot het licht<br />

En toen kwam Amalek<br />

NIEUW LEVEN een maandblad in het Nederlands<br />

Exemplaren ook te verkrijgen in het:<br />

Engels Albanees<br />

Duits Spaans<br />

Frans Chinees<br />

Indonesisch Italiaans<br />

pagina 4 pagina 5


Alle Bijbelteksten in dit boek zijn overgenomen<br />

uit de Nieuwe Vertaling van Het Nederlands<br />

Bijbelgenootschap, tenzij anders aangegeven.<br />

pagina 6<br />

Inhoud<br />

1 Mijn bekering ............................................. 9<br />

2 De tweede wereldoorlog ............................. 18<br />

3 God leidde mijn weg ................................... 29<br />

4 Hoe God mij genas ..................................... 43<br />

5 Strijd .......................................................... 51<br />

6 Wat geloof vermag ..................................... 58<br />

7 Onder Zijn vleugelen .................................. 71<br />

8 Johan <strong>Maasbach</strong> in de gevangenis .............. 84<br />

9 Reizen vol wonderen .................................. 93<br />

10 De klap die God gebru<strong>ik</strong>te .......................... 103<br />

11 Mijn huwelijk ............................................. 114<br />

12 Onze gedachten niet altijd<br />

Gods gedachten ........................................... 131<br />

13 Hoe het werk in Gouda begon .................... 145<br />

14 Een van de grote momenten<br />

van mijn leven............................................. 161<br />

15 Campagnes .................................................. 172<br />

16 Lektuurverspreiding, een machtig wapen ... 192<br />

17 Hoe <strong>ik</strong> aan radiotijd kwam .......................... 200<br />

18 Binnenlandse expansie................................ 207<br />

19 Buitenlandse campagnes ............................. 211<br />

20 Een bewogen zendingsreis<br />

rondom de wereld ....................................... 227<br />

21 Een film die veel opzien baarde.................. 241<br />

22 Bolwerken tegen zonde en satans macht .... 252<br />

23 Vuurtorens in de branding .......................... 263<br />

Slotwoord.................................................... 270<br />

7


pagina 8<br />

HOOFDSTUK 1<br />

Mijn bekering<br />

Toen <strong>ik</strong> als kleine jongen in het westen van<br />

Rotterdam nog op de schoolbanken zat, hoorde<br />

<strong>ik</strong> dat het Leger des Heils een openluchtsamenkomst<br />

zou beleggen. Ik was één van degenen die<br />

erop uitging om te kijken en te luisteren. Het trof<br />

mij tot in het diepst van mijn hart, toen <strong>ik</strong> tussen al<br />

die grote mensen in uniform een kleine jongen met<br />

korte broek, maar ook in uniform zag staan, die<br />

ook al meespeelde in het muziekkorps.<br />

Ik werd jaloers op die jongen. Ik dacht: “Wat is<br />

het toch fijn om zo jong al in de dienst van de Here<br />

te zijn”. Ook dacht <strong>ik</strong> d<strong>ik</strong>wijls aan kleine Samuël,<br />

over wie wij in de Bijbel lezen.<br />

Wij verhuisden naar het centrum van de stad. Op<br />

een dag hoorde <strong>ik</strong> dat er een evangelisatie-auto van<br />

het team het “Visnet” op de hoek van de straat zou<br />

komen. Ik ging kijken en luisterde met aandacht<br />

van het begin tot het einde. De liederen uit de<br />

bundel van Johannes de Heer waren mij tot grote<br />

zegen. Op een klein, opvouwbaar traporgeltje zat<br />

een jonge vrouw te spelen, anderen getuigden van<br />

<strong>Christus</strong>, hun Verlosser en een man bracht een<br />

korte boodschap van redding voor zondaren.<br />

Het eigenaardige was, dat <strong>ik</strong> al direkt een groot<br />

verlangen had om later ook zoiets te doen, om te<br />

gaan evangeliseren.<br />

9


De buren die beneden ons woonden, waren mensen<br />

uit de Vrije Evangelische Kerk. Ze noemden zich<br />

ook wel “Maranatha-mensen”. Zij waren in de<br />

echte zin des woords ware evangelische christenen.<br />

Hun zoontje, Arie, bespeelde het trapharmonium.<br />

Hij zat in dezelfde klas als <strong>ik</strong>, wij waren schoolkameraden.<br />

Graag ging <strong>ik</strong> bij deze mensen, die<br />

zoveel en zo goed uit de bundel van Johannes de<br />

Heer zongen, op bezoek.<br />

Als mijn vriendje en <strong>ik</strong> uit school kwamen,<br />

gebeurde het d<strong>ik</strong>wijls dat we ‘openluchtsamenkomstje’<br />

gingen spelen. Ik zette dan wat oude<br />

houten stoelen neer, die moesten dienen als<br />

platform, net als in die evangelisatie-auto en mijn<br />

vriend Arie ging op het orgel spelen. Ik liet het<br />

publiek (dat er niet was) zingen en <strong>ik</strong> getuigde en<br />

pred<strong>ik</strong>te vanaf mijn stoelenplatform met af en toe<br />

een luid “halleluja” door mijn pred<strong>ik</strong>ing heen.<br />

Op school ontmoette <strong>ik</strong> een vriendje, dat lid was<br />

van het Leger des Heils en het duurde niet lang of<br />

ook <strong>ik</strong> bezocht de samenkomsten van het Leger<br />

des Heils, zowel ‘s morgens als ‘s avonds. Ik<br />

voelde dat <strong>ik</strong> ook openlijk een beslissing moest<br />

nemen om Jezus <strong>Christus</strong> aan te nemen als mijn<br />

persoonlijke Verlosser en Zaligmaker.<br />

Nooit zal <strong>ik</strong> vergeten hoeveel moeite het mij<br />

kostte om op uitnodiging van de heilsofficier mijn<br />

hand op te steken, toen hij vroeg wie zijn of haar<br />

hart aan Jezus wilde geven. Ik had gewoon de<br />

10<br />

moed niet om het te doen. Vrees beving mij. Mijn<br />

hart klopte sneller dan anders en er kwam een prop<br />

in mijn keel. Ik durfde niet en dacht bij mijzelf:<br />

“Dat kan <strong>ik</strong> thuis ook doen”.<br />

Toen <strong>ik</strong> ‘s avonds thuiskwam, knielde <strong>ik</strong> neer bij<br />

mijn bed en <strong>ik</strong> vroeg de Heer om vergeving en<br />

smeekte: “O, kom in mijn hart, Here Jezus. Er is<br />

plaats in mijn hart voor U!”<br />

Maar het was alsof een stille stem zei:<br />

ìEen ieder, die zich voor Mij en voor mijn<br />

woorden zal schamen, voor dien zal de Zoon<br />

des mensen Zich schamen, wanneer Hij komt<br />

in Zijn heerlijkheidî (Lucas 9:26).<br />

Ik kreeg maar geen vrede in mijn verlangend<br />

jongenshart. Daarom beloofde <strong>ik</strong> de Heer, dat <strong>ik</strong> de<br />

volgende zondag openlijk mijn hart aan Hem zou<br />

geven. Maar de volgende zondag zonk de moed<br />

mij weer in de schoenen. Ik durfde gewoon niet<br />

openlijk in aanwezigheid van het publiek voor<br />

Jezus van Nazareth te kiezen.<br />

O, dat uitnodigend zingen voor zondaren om tot<br />

Hem te komen deed mijn hart weer sneller kloppen.<br />

Dat aanhoudend vragen van die heilsofficier om<br />

tot Jezus te komen, gaf mij weer zo’n prop in mijn<br />

keel. Ik maakte mijzelf maar weer wijs dat <strong>ik</strong> thuis<br />

ook die beslissing kon nemen en dat <strong>ik</strong> dit nu heus<br />

niet beslist in het Leger des Heils behoefde te doen,<br />

waar iedereen bij was.<br />

Maar thuis was het weer precies hetzelfde; die<br />

11


zachte, stille stem die zo tot je hart kan spreken, zei<br />

me dat <strong>ik</strong> laf was, dat <strong>ik</strong> me schaamde voor Hem,<br />

die Zich niet voor mij geschaamd heeft.<br />

Ik zocht vrede, maar vond die niet, totdat <strong>ik</strong> de<br />

zondag daarop voor de zekerheid maar helemaal<br />

vooraan ging zitten en de Here God beloofde dat <strong>ik</strong><br />

me niet zou schamen.<br />

Nauwelijks deed de officier de uitnodiging of <strong>ik</strong><br />

sprong op en liep dadelijk naar voren om bij die<br />

zondaarsbank neer te knielen. Wat was dat een<br />

overwinning! Wat was <strong>ik</strong> dankbaar dat <strong>ik</strong> wist, dat<br />

God mij, een jongen van negen jaar, had aangenomen<br />

als Zijn kind door Jezus <strong>Christus</strong>.<br />

Het duurde niet lang of <strong>ik</strong> werd ingezegend als<br />

heilssoldaat onder de vlag van het Leger des Heils.<br />

Ook niet lang daarna stond <strong>ik</strong> als enige uit ons<br />

gezin van veertien kinderen (<strong>ik</strong> was nummer<br />

dertien) op de hoeken van de straten in Rotterdam<br />

in uniform, nog met een korte broek aan. Ik sloeg<br />

de grote trommel of mocht bij gelegenheid, als we<br />

marcheerden, ook weleens de vlag dragen.<br />

Wat was <strong>ik</strong> er trots op om op de straten die mooie<br />

heilsliederen voor Jezus te mogen zingen en spelen.<br />

Lange tijd waren de bidstonden mijn grote<br />

probleem. Voor een repetitie van het jongeliedenmuziekkorps<br />

bijvoorbeeld, gingen wij allemaal<br />

eerst op de knieën in gebed en de een na de ander<br />

bad dan hardop. Als het mijn beurt was, kreeg <strong>ik</strong><br />

weer zo’n prop in mijn keel.<br />

12<br />

Ik kon niet hardop bidden. Maar als ze allen<br />

gebeden hadden, was het wachten op de laatste en<br />

dat was <strong>ik</strong>. Ik moest wel of <strong>ik</strong> wilde of niet, want<br />

ze bleven op mij wachten. Wat was <strong>ik</strong> blij als het<br />

gebed eruit was, het was een hele opluchting voor<br />

me! Ik kan me voorstellen dat de discipelen tot<br />

Jezus zeiden: ìHere, leer ons bidden!î (Lucas<br />

11:1). En wat is het heerlijk dat ook wij het mogen<br />

leren, want, <strong>ik</strong> kan u zeggen, het valt niet mee!<br />

Nooit zal <strong>ik</strong> die heerlijke tijd vergeten, die <strong>ik</strong> als<br />

jongen doorbracht in het Leger des Heils en de<br />

gezegende conferenties die wij hadden. Dit was in<br />

de jaren twintig en dertig, toen het vuur van Gods<br />

Geest nog hevig brandde en er vele zielen tot<br />

bekering kwamen.<br />

GOD HAD EEN PLAN MET MIJ<br />

Nadat <strong>ik</strong> de lagere school had doorlopen, bezocht<br />

<strong>ik</strong> de Technische School, omdat <strong>ik</strong> na mijn<br />

schooltijd bij mijn vader in de zaak wilde gaan.<br />

Mijn vader had een fabriek van zonneschermen en<br />

andere zonweringen. Hoewel <strong>ik</strong> er helemaal in<br />

opging, kreeg <strong>ik</strong> toch een grote drang in mijn hart<br />

om te gaan varen. Als Rotterdamse jongen zat <strong>ik</strong><br />

heel vaak aan een van de havens en kon <strong>ik</strong> uren<br />

naar de schepen kijken. Het fascineerde mij<br />

geweldig als <strong>ik</strong> zo’n oceaanstomer zag binnenkomen<br />

of zich losmaken en vertrekken.<br />

13


Ik ontdekte dat er slechts één mogelijkheid voor<br />

mij openstond en dat was om als koksmaat op zo’n<br />

schip mee te gaan. Dit was zelfs in die tijd niet eens<br />

gemakkelijk. Een koksmaat moest o.a. brood<br />

kunnen bakken. Daarom ging <strong>ik</strong> in een bakkerij<br />

werken en had een wekelijks loon van f 1,50. Ik<br />

was er erg blij mee, want het ging er in hoofdzaak<br />

om snel brood te leren bakken en dit duurde<br />

gelukkig niet al te lang.<br />

Ik moest voor f 1,50 per week behoorlijk hard<br />

werken. Buiten de duizenden broodbl<strong>ik</strong>ken die <strong>ik</strong><br />

met een kwast moest oliën, leerde <strong>ik</strong> de kunst van<br />

het brood bakken. In dezelfde tijd solliciteerde <strong>ik</strong><br />

bij alle mogelijke maatschappijen. Ik geloofde als<br />

jongen van 17 jaar heel zeker, dat God een weg zou<br />

banen en mij aan een schip zou helpen.<br />

Nooit zal <strong>ik</strong> de dag vergeten dat mijn vader mij<br />

tijdens mijn werk kwam opzoeken om me te<br />

vertellen dat er een brief van een maatschappij<br />

gekomen was. Het was een wonder, dat <strong>ik</strong> nog<br />

diezelfde dag ontslag van mijn baas kon krijgen,<br />

daar <strong>ik</strong> ook nog elke dag een bakfiets vol brood<br />

moest rondbrengen. Dit alles moest <strong>ik</strong> doen om in<br />

de bakkerij gelegenheid te hebben brood te leren<br />

bakken. In diezelfde week al vertrok <strong>ik</strong> voor mijn<br />

eerste reis naar Hamburg.<br />

Het deed mijn vader en moeder wel veel verdriet<br />

en het was een ontroerend moment toen <strong>ik</strong> met<br />

mijn plunjezak en nieuwe koffer in de gang klaar<br />

14<br />

stond om als koksmaat naar zee te vertrekken. Ik<br />

zal nooit vergeten hoe mijn vader mij in de gang de<br />

hand drukte en zei: “Jongen, <strong>ik</strong> heb je voor de Here<br />

grootgebracht en over je gewaakt. Nu ga je naar<br />

een plaats waar <strong>ik</strong> niet over je kan waken. Ik geef<br />

je echter over in de hand van mijn Almachtige God<br />

en Hij Zelf zal over je waken, je behoeden en<br />

bewaren”.<br />

ALS KLEINE JOZEF<br />

Er zijn voor ouders vaak momenten in het leven<br />

die zij niet begrijpen en die hen soms verdriet<br />

doen. Doch wat de ware christen ook zal overkomen,<br />

het geloof weet dat God liefde is en blijft en<br />

dat alle dingen medewerken ten goede voor degenen<br />

die God liefhebben. D<strong>ik</strong>wijls zien wij pas later de<br />

goede hand van de Heer, die over ons was, toen wij<br />

door de vallei der schaduwen des doods gingen.<br />

Zo was het ook met Jakob en zijn zoon Jozef, in<br />

wier leven wij zien, dat wat hun ook overkwam, de<br />

liefde Gods toch zegevierde. Later heb <strong>ik</strong> duidelijk<br />

mogen zien dat die drang, die <strong>ik</strong> als jongen reeds in<br />

mijn hart had om als koksmaat het zeegat uit te<br />

gaan, de machtige hand des Heren was. Ik heb God<br />

hiervoor d<strong>ik</strong>wijls gedankt.<br />

De goede hand van God was over mij.<br />

En na verloop van tijd kreeg <strong>ik</strong> een zeer bekwame<br />

chefkok, die mij in een vrij kort tijdsbestek het vak<br />

goed en grondig leerde.<br />

15


Gedurende lange tijd voer <strong>ik</strong> op een nieuwe<br />

vrachtboot op de wilde vaart, die mij over alle<br />

wereldzeeën bracht. Het was geen toeval, maar<br />

een wonder van de Heer, dat <strong>ik</strong> een mooie tweepersoonshut<br />

helemaal voor mij alleen had. Het was op<br />

die reizen, dat <strong>ik</strong> in mijn vrije tijd veel in de Bijbel<br />

las, als <strong>ik</strong> tenminste niet naar mijn moeder of naar<br />

mijn meisje, die later mijn verloofde werd, schreef.<br />

Verder las <strong>ik</strong> ook alle geestelijke lectuur die <strong>ik</strong><br />

maar krijgen kon. Mijn ziel dorstte en verlangde<br />

naar de Here mijn God, de Schepper, die hemel en<br />

aarde gemaakt heeft.<br />

Ik hield ontzaglijk veel van de wereldzeeën en<br />

oceanen. Vooral als er veel wind of storm was<br />

moest <strong>ik</strong> denken aan de autoriteit en de macht van<br />

Jezus, die door Zijn Woord de wind en de zee<br />

gebood stil te zijn.<br />

In de tropen kon <strong>ik</strong>, terwijl het schip de baren<br />

kliefde, op weg naar zijn bestemming urenlang<br />

opzien naar de sterrenpracht aan de avondhemel,<br />

vooral in de tijd dat er zich vele vallende sterren<br />

vertoonden, die hun lichtende sporen nalieten. Ik<br />

dacht dan aan Abraham en aan Gods belofte, hem<br />

toegezegd. Toen leidde God hem naar buiten en<br />

zei: ìZie toch op naar de hemel en tel de<br />

sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot<br />

hem: Zo zal uw nageslacht zijnî (Genesis 15:5).<br />

De zee, met de walvissen en de springende dolfijnen,<br />

de lucht en de wolken, de nachtelijke avondhe-<br />

16<br />

mel met de miljarden sterren, en het opgaan en<br />

ondergaan van de zon in haar fantastische kleurenpracht,<br />

dit alles fascineerde mij en het deed me<br />

denken aan de verheven grootsheid en almacht van<br />

onze hemelse Schepper.<br />

Waar <strong>ik</strong> wel het meest van onder de indruk kwam,<br />

was het feit dat deze majestueuze, machtige<br />

Regeerder van het oneindige heelal bemoeienis<br />

had met mij, een koksmaatje, ergens rondzwervend<br />

op de grote wereldzeeën.<br />

De natuurlijke (verstandelijke) mens zal zoiets<br />

nooit kunnen begrijpen. Ik geloof dat dit komt,<br />

omdat de natuurlijke mens alleen leeft in de zichtbare<br />

wereld en slechts bevatten kan wat zijn natuurlijk<br />

verstand (en zijn zintuigen) hem openbaren. Wie<br />

kan de grootheid van het heelal bevatten?<br />

Door het geloof blijft men, net als Mozes, (in<br />

Hebreeën 11:27) standvastig, als ziende de<br />

Onzienlijke, de almachtige Majesteit in de hoge,<br />

de grote Schepper van hemel en aarde en alles wat<br />

daar is, de Alpha en de Omega, het Begin en het<br />

Einde, Hem van Wie de profeet zegt: ì Want des<br />

Heren ogen gaan over de gehele aarde, om<br />

krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen<br />

naar Hem uitgaatî (2 Kronieken 16:9).<br />

17


HOOFDSTUK 2<br />

De tweede wereldoorlog<br />

De oorlog tussen Duitsland en Engeland was<br />

voor ons, die op de grote vaart waren, niet<br />

zonder gevaar. Vooral in het Engelse Kanaal liep<br />

menig schip op een magnetische mijn.<br />

In Dover werden we eens door de Engelsen<br />

opgehouden, ze onderzochten de lading en controleerden<br />

de scheepspapieren. Tijdens de drie dagen<br />

dat we daar stillagen kwamen elke avond, om<br />

precies 9 uur, de Duitse vliegtuigen de vele schepen<br />

bestoken. Dit duurde gewoonlijk drie uur lang. Er<br />

lagen elf gezonken grote zeeschepen rondom ons,<br />

waarvan je alleen maar een stukje mast en soms<br />

slechts enkel een stukje schoorsteen boven het<br />

water zag uitsteken.<br />

Juist voordat wij het sein tot vertrek kregen,<br />

passeerde een kleine Noorse vrachtboot ons. Met<br />

een geweldige dreun die ons hele schip deed trillen,<br />

zodat we eerst dachten dat we zelf getroffen waren,<br />

liep de Noor op een magnetische mijn. Ik meen me<br />

te herinneren, dat het ongelukkige schip het m.s.<br />

“Bravoere” was.<br />

Enkele ogenbl<strong>ik</strong>ken lang zagen we niets anders<br />

dan stoom en rook en hout de lucht in vliegen, en<br />

na twee minuten zagen we alleen nog maar een<br />

klein stukje van de achtersteven boven water uitste-<br />

18<br />

ken. Slechts twee leden van de 24-koppige bemanning<br />

overleefden het. Ik zag het op een steenworp<br />

afstand gebeuren.<br />

Het was slechts één van de vele schepen waarvan<br />

de opvarenden hun graf in de golven vonden en<br />

nimmermeer naar hun geliefden terugkeerden.<br />

Wat mij trof was, dat de kapitein van ons schip tot<br />

tweemaal toe het anker had laten lichten om te<br />

vertrekken en tot tweemaal toe het bevel kreeg om<br />

het weer te laten vallen, omdat men nog niet geheel<br />

zeker was van de veiligheid van ons schip. Gods<br />

bewarende Hand was werkelijk over ons!<br />

Vliegtuigen met onderaan hun romp een metalen<br />

detector in de vorm van een hoefijzer, vlogen laag<br />

over het zeeoppervlak en d<strong>ik</strong>wijls hoorde je dan<br />

een geweldige dreun en spoot een grote, metershoge<br />

fontein van water de lucht in, doordat het vliegtuig<br />

zo’n mijn - die door een magneet ontstoken werd<br />

- tot ontploffing had gebracht.<br />

Het vliegtuig was dan allang weer voorbij; voor<br />

een schip zou zoiets de ondergang betekend hebben.<br />

Het is gemeen tuig, zo’n mijn die ergens gelegd is.<br />

Je kan er rustig overheen varen of vliegen tot het<br />

moment dat de ontsteking in werking treedt. Het<br />

metaal van het schip brengt de ontsteking in werking,<br />

waardoor de mijn op de bodem tot ontploffing<br />

wordt gebracht. De kracht en de uitwerking zijn<br />

enorm groot. De druk van het water scheurt het<br />

schip over vele meters als een sardinebl<strong>ik</strong>je open.<br />

19


Vlak na het ten ondergaan van de Noorse vrachtboot<br />

kregen wij bevel om te vertrekken. Het leed<br />

geen twijfel of de Noor had ten koste van 22 mensenlevens<br />

de weg voor ons schoongeveegd.<br />

Diezelfde dag zag <strong>ik</strong> nog een grote vrachtboot op<br />

een mijn lopen. Er klonk een geweldige dreun en<br />

in de kortst mogelijke tijd stond het schip recht<br />

overeind in het water met de steven loodrecht<br />

omhoog. De sloepen bengelden erbij en ook van<br />

dat schip vond menig zeeman op dat moment zijn<br />

graf. Ik dank God nog steeds nederig voor Zijn<br />

bewarende Hand over mij en voor Zijn grote<br />

liefde, genade en trouw.<br />

Toen de oorlog met Nederland uitbrak, was <strong>ik</strong><br />

juist aan land. Zeven manschappen moesten<br />

onverwijld naar het front en ons schip werd in alle<br />

haast uit het dok gelaten. We vertrokken op 11 mei<br />

uit Vlissingen via Engeland naar Norfolk en<br />

vandaar naar Buenos Aires. (De oorlog met Nederland<br />

begon op 10 mei 1940).<br />

Vroeg in de morgen werden we door Duitse<br />

vliegtuigen beschoten, maar ongedeerd kwamen<br />

we op de Atlantische Oceaan. Het gevaar was nog<br />

niet geweken, want de Duitse du<strong>ik</strong>boten waren<br />

talrijk en ze zochten ook ons als prooi. De zware<br />

Duitse oorlogsbodem “Graf von Spee” was juist<br />

tot zinken gebracht op de Rio de Plata. Er waren<br />

ook gewapende Duitse vrachtboten, die wij<br />

“piraten” noemden, omdat ze gebru<strong>ik</strong>t werden om<br />

20<br />

du<strong>ik</strong>boten en oorlogsbodems te bevoorraden. Ze<br />

stonden in contact met de vijand en het was in die<br />

tijd geraden om in de buurt van Zuid-Amer<strong>ik</strong>a elk<br />

schip te ontwijken.<br />

IN HET ZIEKENHUIS<br />

TE BUENOS AIRES<br />

Ik voelde er niets voor om nog langer op dat schip<br />

te blijven en <strong>ik</strong> deed alle moeite om eraf te komen.<br />

De hofmeester was een oude dronkaard, met wie <strong>ik</strong><br />

moest samenwerken. Ik werd door hem uitgemaakt<br />

voor alles wat lelijk was en hij scheen mijn geest<br />

in het geheel niet te kunnen verdragen, hoewel <strong>ik</strong><br />

trouw en goed mijn werk deed.<br />

Daar <strong>ik</strong> d<strong>ik</strong>wijls last van mijn rug had, besloot <strong>ik</strong><br />

in Buenos Aires naar de dokter te gaan. Ik klaagde<br />

over pijn in mijn rug, maar de dokter keek nauwelijks<br />

naar mijn rug, maar wel in mijn keel.<br />

De diagnose had hij blijkbaar gauw gesteld, want<br />

via een tolk zei hij mij, dat <strong>ik</strong> aan mijn keel<br />

geopereerd moest worden. Ik kon me niet voorstellen<br />

dat m’n keel iets met m’n rug te maken had,<br />

maar omdat <strong>ik</strong> tegen elke prijs van die boot af<br />

wilde komen, besloot <strong>ik</strong> om maar direct naar het<br />

ziekenhuis te gaan.<br />

Ik was nog erg jong en van gebedsgenezing had<br />

<strong>ik</strong> nog nooit gehoord. Ik geloofde met mijn gehele<br />

hart in God, maar omtrent die grote waarheid had<br />

21


<strong>ik</strong> totaal geen licht. Ik dacht dat dit mijn kans was<br />

om legaal van het schip af te komen.<br />

In het ziekenhuis werden mijn amandelen eruit<br />

gehaald. Ik kwam er pas een paar jaar later achter<br />

dat het dit geweest moest zijn. De eerste dagen kon<br />

<strong>ik</strong> geen woord spreken of iets eten en <strong>ik</strong> had<br />

behoorlijk pijn. Toen <strong>ik</strong> zover beter was dat <strong>ik</strong> kon<br />

eten, kreeg <strong>ik</strong> nog niet veel. Het eten was er<br />

namelijk bar slecht. Ik had gezien hoe bezoekers<br />

eten voor hun patiënten meebrachten. Ik lag er<br />

ongeveer 12 dagen moederziel alleen, in een vreemd<br />

land met een voor mij onverstaanbare taal. Ik<br />

verstond namelijk geen Spaans!<br />

Maar plotseling kwamen er twee verpleegsters<br />

met mijn kleren aandragen, en <strong>ik</strong> moest me, ziek of<br />

niet ziek, aankleden. Daar ging <strong>ik</strong>, per taxi naar het<br />

schip en nauwelijks was <strong>ik</strong> aan boord of we<br />

vertrokken.<br />

IN LONDEN TIJDENS<br />

DE BLITZKRIEG<br />

Ofschoon <strong>ik</strong> het toen nog niet begreep, zag <strong>ik</strong> later<br />

in dat het de goede hand van God was, die het<br />

anders besch<strong>ik</strong>te over mij.<br />

We verlieten toen Argentinië. Omdat <strong>ik</strong> onafgebroken<br />

een lange periode op dit schip werkzaam was,<br />

vertelde <strong>ik</strong> op zekere dag de kapitein van het schip,<br />

dat <strong>ik</strong> beslist aan een vakantie toe was. Ik zei hem,<br />

dat <strong>ik</strong> het niet erg kon helpen dat <strong>ik</strong> door de oorlog<br />

gedwongen was om mee te varen. De hand des<br />

Heren was ook hierin met mij en in Barry Dock bij<br />

Cardiff, monsterde <strong>ik</strong> als enige af, op voorwaarde<br />

dat <strong>ik</strong> naar Londen zou gaan.<br />

In Londen zocht <strong>ik</strong> een gemeubileerde kamer. Ik<br />

herinner mij nog goed, hoe <strong>ik</strong> die eerste nacht<br />

steeds een verlichte kamer had, door het oplichten<br />

van de donderende granaatontploffingen en door<br />

het afweervuur tijdens het schieten op de vijandelijke<br />

vliegtuigen. Af en toe dreunde het huis ervan. Ik<br />

wist niet dat <strong>ik</strong> ‘s nachts de enige bewoner was<br />

omdat iedereen zich in de schuilkelders bevond.<br />

Het gekke was dat <strong>ik</strong> nooit bang was op zee of<br />

tijdens de Blitzkrieg in Londen in de jaren ‘41-’42.<br />

Niemand wist hoe lang de oorlog zou duren.<br />

Sommigen zeiden dat het zo afgelopen kon zijn. Ik<br />

besloot toen in Londen te blijven, om dan direct na<br />

de oorlog zó te kunnen overwippen naar Nederland.<br />

Ik had een fijne kamer gevonden bij een Schotse<br />

weduwe, die goed voor mij zorgde en ‘s avonds<br />

was <strong>ik</strong> geheel alleen thuis. Ik zat dan in mijn kamer<br />

en las in mijn Bijbel of een geestelijk boek. Als <strong>ik</strong><br />

het buiten zo hoorde knallen, hield <strong>ik</strong> af en toe op<br />

met lezen en ingespannen luisterde <strong>ik</strong> naar het<br />

verschillende geronk van de vliegtuigmotoren,<br />

want daaraan kon je horen of het een Duits of een<br />

Engels vliegtuig was.<br />

Ik bad dan, met mijn handen omhoog, voor die<br />

22 23


jongens daar in dat toestel. Of het Duitsers waren<br />

of Engelsen, dat maakte voor mij geen verschil.<br />

Het waren voor mij soldaten of officieren, die<br />

immers moesten vechten, of zij wilden of niet.<br />

Hetzij vriend of vijand, voor mij waren zij allen<br />

mensen met een kostbare ziel.<br />

Ik kon het niet helpen dat <strong>ik</strong> het in huis veiliger<br />

vond dan in een schuilkelder. De Here was voor<br />

mij een schuilplaats en <strong>ik</strong> voelde altijd wonderbaar<br />

Zijn tegenwoordigheid.<br />

Op een avond wilde een andere jongen, die ook in<br />

het huis woonde, beslist dat <strong>ik</strong> met hem meeging<br />

naar de schuilkelder, maar <strong>ik</strong> had er geen vrede<br />

mee om dat te doen. De volgende morgen kwam hij<br />

niet terug, daar een voltreffer de bunker had geraakt<br />

en hij had de schok niet overleefd. Ook een andere<br />

grote schuilkelder was geraakt, waarin wel 200<br />

mensen waren. Er vielen heel veel doden te<br />

betreuren. Natuurlijk weten wij dat door schuilkelders<br />

vele levens zijn gespaard gebleven en <strong>ik</strong> heb<br />

niets tegen zulke veiligheidsmaatregelen, maar<br />

persoonlijk ervoer <strong>ik</strong> dat <strong>ik</strong> moest blijven op de<br />

plaats die de Here mij had gegeven.<br />

ANGST<br />

De buurvrouw, die beneden mij woonde, had mij<br />

zeker wel tien keer gevraagd of <strong>ik</strong> niet eens met<br />

haar dochters - ze had er drie - naar de bioscoop<br />

24<br />

wilde gaan. Ik voelde daar weinig voor, daar <strong>ik</strong><br />

meende dat een bioscoop niet de juiste plaats voor<br />

een wedergeboren christen was.<br />

Eindelijk, <strong>ik</strong> had geen vrienden of kennissen<br />

daar, gaf <strong>ik</strong> toch maar toe. Ik zal het nooit vergeten!<br />

Tijdens de film kwam er een onderbreking en op<br />

het doek stond dat er een luchtaanval was. Velen<br />

verlieten met haast de zaal om naar de aanwezige<br />

schuilkelder te gaan.<br />

Nog nooit had <strong>ik</strong> vrees of angst in mijn hart<br />

gehad, ook niet op het schip tijdens het gevaar van<br />

du<strong>ik</strong>boten, vliegtuigen of mijnen. Maar nu <strong>ik</strong> mij<br />

op een plaats bevond, langs de brede weg, vervulde<br />

vrees mijn hart.<br />

Toen na afloop, op weg naar huis, het meisje<br />

vroeg hoe <strong>ik</strong> de film had gevonden, kon <strong>ik</strong> alleen<br />

maar zeggen dat de muziek prachtig was, want <strong>ik</strong><br />

had niets van de film gezien. Ik had daar gezeten<br />

met gesloten ogen, biddende om genade en<br />

vergeving en om Gods bewarende hand!<br />

Het is bij mijn weten de laatste keer geweest dat<br />

<strong>ik</strong> naar een bioscoop ging voor een avondje uit.<br />

Meer dan 20 jaar later bezocht <strong>ik</strong> weer een bioscoop.<br />

Dat was in Rome. Dat theater draaide zijn laatste<br />

film om daarna voorgoed als bioscoop te sluiten en<br />

heropend te worden als een Volle Evangelie<br />

Centrum. Het was dit theater dat mij de inspiratie<br />

gaf om, precies een jaar later, het prachtige<br />

“Capitol” theater in Den Haag te kopen. Over deze<br />

25


door God machtig geleide ervaring kunt u in een<br />

volgend hoofdstuk van dit boek meer lezen.<br />

Nu heb <strong>ik</strong> niets tegen de geweldige en prachtige<br />

filmtechniek, maar wat van het celluloid op het<br />

filmdoek gebracht wordt, is verre van opbouwend<br />

voor het moreel van jong en oud.<br />

Het is zinnepr<strong>ik</strong>kelend; overspel, ontucht, occultisme<br />

moord en doodslag vieren hoogtij. De goede<br />

films zijn procentueel gezien zó gering in aantal<br />

dat het meer dan droevig is. Toen <strong>ik</strong> kort geleden<br />

een gesprek had met een bioscoopdirecteur die<br />

verschillende theaters exploiteert, vertelde hij mij:<br />

“Mijnheer <strong>Maasbach</strong>, als er geen naakt of sex bij<br />

is, wie gaat er dan vandaag aan de dag nog naar een<br />

bioscoop?” Ik geloof daarom dan ook dat een<br />

wedergeboren christen er geen behoefte aan heeft<br />

om naar een bioscoop te gaan. Het is dus geen<br />

verbod, en <strong>ik</strong> zal ook nooit zeggen dat je naar de hel<br />

gaat als je een bioscoop bezoekt, maar het tekent<br />

gewoonlijk de geestelijke toestand van hem of<br />

haar, die nog meent daaraan behoefte te hebben.<br />

Hoe wonderbaar is het, als je persoonlijk ervaart<br />

dat de machtige hand des Allerhoogsten op je<br />

leven rust. Het was mijn gewoonte om ‘s avonds<br />

omstreeks 8 uur een wandelingetje te maken. Ik<br />

liep de trap af en was al bij de deur gekomen, toen<br />

<strong>ik</strong> door mijn hospita even teruggeroepen werd. Ik<br />

liep weer naar boven en stond nog maar net in de<br />

gang met haar te praten, toen we het gefluit hoorden<br />

van een naar beneden komende bom, die zeer<br />

dichtbij insloeg. Mijn hospita greep mijn handen<br />

en hield zich angstig aan mij vast.<br />

Instinctief bukten we ons en namen een gebogen<br />

houding aan om dekking te vinden, toen plotseling<br />

het hele huis geweldig op z’n grondvesten dreunde.<br />

Hier en daar viel de kalk van de muren en het<br />

plafond. Toen volgde een doffe slag en alles werd<br />

angstig stil.<br />

Ik rende de trap af naar de voordeur en toen <strong>ik</strong><br />

hem opentrok, zag <strong>ik</strong> dat de hele straat onder<br />

metershoog puin bedolven lag. Het blok huizen<br />

aan de overzijde was aan gruzelementen geslagen.<br />

Tranen van ontroering sprongen mij in de ogen en<br />

<strong>ik</strong> moest God danken voor Zijn genade die mij via<br />

mijn hospita terugriep naar boven om mij voor een<br />

wisse dood te sparen.<br />

Het wonderlijke was dat er ook niet één ruitje van<br />

mijn kamer stuk was! De luchtdruk had zich naar<br />

de andere zijde verplaatst en daar waren wel vele<br />

honderden ruiten gesneuveld tot ver in de omtrek.<br />

Wat <strong>ik</strong> later, wanneer <strong>ik</strong> terugdacht aan die tijd in<br />

Londen, wel jammer vond, was dat niemand mij<br />

ooit meenam naar een kerk of een Volle Evangelie<br />

samenkomst. Ik wist ook niet eens van het bestaan<br />

van zo’n Volle Evangelie gemeente af. Anders had<br />

<strong>ik</strong> er zeker overal naar gezocht!<br />

Toch waren het niet alleen inslaande bommen en<br />

granaten of afweergeschut die me van de wijs<br />

26 27


wilden brengen. Onverwachts kreeg <strong>ik</strong> bericht dat<br />

<strong>ik</strong> moest vertrekken met een schip, of anders naar<br />

Canada zou moeten gaan om opgeleid te worden<br />

voor de militaire dienst. En, indien <strong>ik</strong> zou weigeren,<br />

kreeg <strong>ik</strong> òf gevangenisstraf òf misschien zelfs wel<br />

de kogel.<br />

Nu druiste het in dienst gaan geheel tegen mijn<br />

persoonlijke principes in. En voor het laatste voelde<br />

<strong>ik</strong> weinig. Ik probeerde er onderuit te komen door<br />

per schip te vertrekken en zo de zaak te rekken.<br />

Maar chefkoks voor de koopvaardij lagen er nu<br />

eenmaal niet voor het opscheppen en weer kreeg <strong>ik</strong><br />

bericht dat er een boot van de Rotterdamse Lloyd<br />

was, waarmee <strong>ik</strong> kon wegvaren naar Indonesië.<br />

Ik weigerde, omdat <strong>ik</strong> er niets voor voelde om<br />

naar het Verre Oosten te gaan.<br />

Ik had de Here gebeden of Hij mij, als <strong>ik</strong> dan toch<br />

het zeegat uit moest, een schip wilde geven naar<br />

Amer<strong>ik</strong>a waar <strong>ik</strong> graag mijn oudste broer zou<br />

willen ontmoeten, die <strong>ik</strong> nog nooit gezien had.<br />

Toen hij naar Amer<strong>ik</strong>a vertrok was <strong>ik</strong> nog maar zes<br />

maanden oud.<br />

HOOFDSTUK 3<br />

God leidde mijn weg<br />

I k had eigenlijk helemaal niet het voornemen om<br />

Engeland te verlaten, want <strong>ik</strong> wilde liever dicht<br />

bij huis blijven om zo gauw mogelijk als de oorlog<br />

voorbij zou zijn, het Kanaal over te wippen en naar<br />

Nederland te gaan.<br />

Het was haast een onmogelijkheid om nieuws<br />

van thuis te ontvangen. Het enige wat <strong>ik</strong> wist was,<br />

dat het centrum van Rotterdam door de Duitsers<br />

was platgegooid, dat er wel 50.000 huizen gebombardeerd<br />

waren, en dat de hele binnenstad onherkenbaar<br />

vernield was. Ik kon me niet goed<br />

voorstellen dat mijn ouders iets was overkomen.<br />

Mijn vader en moeder wandelden met God; maar<br />

een bevestiging had <strong>ik</strong> niet. Ik kon alleen maar<br />

rustig afwachten.<br />

Vreemd genoeg maakte <strong>ik</strong> me nooit over mijn<br />

ouders, broers of zusters ongerust. Waar <strong>ik</strong> wèl<br />

vreselijk over in zat was mijn verloofde! Voordat<br />

<strong>ik</strong> uit Holland vertrok had <strong>ik</strong> me met haar verloofd<br />

en <strong>ik</strong> had haar beloofd, dat dit mijn laatste reis zou<br />

zijn. Het werd echter niet de laatste, maar wel de<br />

langste reis van mijn leven: van 1940 tot 1946!<br />

Plotseling kreeg <strong>ik</strong> bericht dat er een schip was<br />

van de Holland-Amer<strong>ik</strong>a Lijn, dat zonder chefkok<br />

zat en dat <strong>ik</strong> er onmiddellijk naar toe moest gaan.<br />

28 29


Het schip lag in Glasgow en <strong>ik</strong> kon mijn papieren<br />

en treinkaartje komen halen.<br />

Ik merkte dat <strong>ik</strong> hier niet onderuit kon en meende<br />

dat dit weleens de boot kon zijn die mij naar New<br />

York zou brengen. Daar mijn kleding nog in de<br />

wasserij was, wilde <strong>ik</strong> pas de volgende dag met de<br />

dagtrein reizen. Maar hoe dan ook, al ging het met<br />

veel tegenpruttelen, <strong>ik</strong> moest en zou de nachttrein<br />

naar Glasgow nemen.<br />

Het schip zou gauw vertrekken, en dus pakte <strong>ik</strong><br />

mijn koffer en ging met de nachttrein van Londen<br />

naar Glasgow. Het was zeker geen reis zonder<br />

hindernissen. D<strong>ik</strong>wijls stonden we stil omdat er<br />

een luchtaanval was en dan hoorden we de Duitse<br />

vliegtuigen vlak boven ons. Het was echter erg<br />

mistig waardoor de Duitsers de spoorbaan niet<br />

konden vinden. Veilig bere<strong>ik</strong>ten we dan ook de<br />

volgende morgen de plaats van bestemming.<br />

Het eerste wat <strong>ik</strong> hoorde, toen <strong>ik</strong> aan boord kwam,<br />

was, dat het schip nog gelost moest worden en dat<br />

we zeker nog twee à drie weken in Glasgow<br />

zouden blijven.<br />

Ik was erg gep<strong>ik</strong>eerd, ten eerste omdat <strong>ik</strong> mijn<br />

kleren in de wasserij in Londen had moeten achterlaten<br />

en ten tweede omdat <strong>ik</strong> niet de volgende dag<br />

had mogen gaan.<br />

Met de dagtrein zou een ander bemanningslid<br />

komen, maar deze is echter nooit gearriveerd, omdat<br />

die trein gebombardeerd werd en hij één van de<br />

slachtoffers was.<br />

Toen <strong>ik</strong> dit hoorde, kon <strong>ik</strong> mijn tranen nauwelijks<br />

bedwingen. Ik zocht een plaats waar <strong>ik</strong> alleen kon<br />

zijn. Daar heb <strong>ik</strong> mijn tranen de vrije loop gelaten<br />

en God gedankt voor Zijn liefde en genade en voor<br />

Zijn bewarende hand. Ik vroeg om vergeving,<br />

omdat <strong>ik</strong> nog zo slecht Zijn stem en Zijn leiding<br />

verstond. Ik zou ook kunnen zeggen dat <strong>ik</strong>, in<br />

plaats van vergeving te vragen, God mijn welgemeende<br />

excuses aanbood.<br />

Hoe wonderbaar is het, als we mogen weten dat<br />

de goede, trouwe God Zijn almachtige hand en<br />

Zijn alziend oog ook op ons leven houdt. Wij<br />

weten dat God machtig is de Zijnen te bewaren<br />

voor de gevaren en de dood. We hebben dit zo<br />

treffend mogen zien in het leven van Jozef en<br />

David. Het geloof weet, dat ook dit alles genade is.<br />

We zouden het ook de “uitverkiezende” genade<br />

van God kunnen noemen.<br />

Ik geloof zonder twijfel wat David, de psalmist,<br />

zegt in Psalm 34:8: ìDe engel des Heren legert<br />

Zich rondom wie Hem vrezen en redt henî.<br />

(Lees ook Psalm 91). Hoe wonderbaar is het als wij<br />

Hem mogen toebehoren.<br />

Aan boord vernam <strong>ik</strong> dat het schip wel weer naar<br />

Canada zou gaan. Je wist officieel nooit van te<br />

voren waar een schip heen zou gaan. Dat hoorde je<br />

pas als het schip drie dagen op zee was. Het waren<br />

voorzorgsmaatregelen met het oog op spionage.<br />

30 31


Maar aan de lading wisten wij gewoonlijk wel<br />

waar het schip heenging.<br />

Toen <strong>ik</strong> aan boord was, wist <strong>ik</strong> ineens dat dit het<br />

schip was dat de Here mij gegeven had. Deze<br />

dingen zijn zo belangrijk te weten, vooral in tijden<br />

van gevaar. Op Zijn weg ben je altijd veilig.<br />

Toen we op zee waren, had <strong>ik</strong> totaal geen vrees en<br />

<strong>ik</strong> wist dat <strong>ik</strong> veilig aan de overzijde zou komen.<br />

Hoe dankbaar was mijn hart, toen <strong>ik</strong> midden op zee<br />

hoorde, dat we voeren met bestemming New York!<br />

De reis op het s.s. “Leerdam” verliep zonder<br />

moeilijkheden. Wij voeren alleen heel erg noordelijk,<br />

zodat je in de avond het Noorderlicht duidelijk<br />

kon zien en natuurlijk was het behoorlijk koud. We<br />

hadden een bemanning van ongeveer 100 personen,<br />

alsmede 30 passagiers, aan wie <strong>ik</strong> mijn handen vol<br />

had, temeer daar <strong>ik</strong> alleen een koksmaat als hulpje<br />

had. Een tweede kok was er niet en voor zover <strong>ik</strong><br />

mij kan herinneren, miste de bakker de boot!<br />

De consul die mij had aangemonsterd, zei dat hij<br />

tijdens zijn hele loopbaan nog nooit zo’n jonge<br />

chefkok voor een passagiersschip had aangemonsterd.<br />

Ik was 22 jaar en wilde niet graag dat er ook<br />

maar één klacht over mij zou komen.<br />

Er deed zich een klein incident voor, maar voor<br />

mij was het heel belangrijk. Voor het souper had <strong>ik</strong><br />

o.a. een jachtschotel op het menu staan en wat bij<br />

mij een grote zeldzaamheid was, gebeurde: <strong>ik</strong> liet<br />

de jachtschotel aanbranden. Dit gerecht behoorde<br />

32<br />

tot de hoofdschotel en tijd om wat anders te maken<br />

was er niet meer. Ik proefde nòg eens en kwam tot<br />

de overtuiging dat niemand er iets van zou eten.<br />

Met grote haast snelde <strong>ik</strong> naar de bakkerij die aan<br />

de keuken grensde en liet de deur achter mij in het<br />

slot vallen. Voor de deegtrog viel <strong>ik</strong> op mijn knieën<br />

en bad tot de God van Elia, die ook mijn God is.<br />

Ik zei: “Vader, in de Naam van Jezus, help mij! Ik<br />

weet niet wat <strong>ik</strong> moet doen, maar geef een andere<br />

smaak aan deze jachtschotel. Gij zijt almachtig!<br />

Toen het water bitter was, hebt Gij het zoet<br />

gemaakt!” (Exodus 15:22-27).<br />

Ik stond op van mijn knieën en begon de jachtschotels<br />

door te geven aan de bedienden. Tot mijn grote<br />

verbazing kwamen ze steeds terug om nog meer<br />

schotels te halen, totdat alles schoon op was.<br />

Toen <strong>ik</strong> die avond op het sloependek liep, kwam<br />

onverwachts de kapitein naar me toe, die me aansprak<br />

en mij zijn <strong>com</strong>plimenten maakte door te<br />

zeggen: “Chef, <strong>ik</strong> heb nog nooit zo’n heerlijke<br />

jachtschotel gegeten en vooral de passagiers wilden<br />

er allemaal meer van hebben”.<br />

Wat kon <strong>ik</strong> anders doen, na deze extra bevestiging,<br />

dan de Here mijn God danken, terwijl de tranen<br />

over mijn wangen liepen!<br />

Hoe vaak missen wij de moed om te geloven, dat<br />

wij datgene ontvangen hebben waarom wij bidden!<br />

Ik had gebeden en dacht dat al het eten terug zou<br />

komen in de keuken, maar in plaats daarvan kwam<br />

33


<strong>ik</strong> tekort en ging alles schoon op. Bovendien kwam<br />

de kapitein mij nog eens extra bedanken voor de<br />

heerlijke jachtschotel.<br />

De Here deed dit om aan mij te bevestigen dat Hij<br />

hóórt! We zijn zo d<strong>ik</strong>wijls onopmerkzaam en<br />

vergeten zo gauw wat de Here voor ons gedaan<br />

heeft.<br />

Het was een imposant gezicht, toen we de haven<br />

van New York binnenliepen en <strong>ik</strong> voor het eerst in<br />

de verte de “Empire State Building” zag met zijn<br />

meer dan 100 verdiepingen en zijn kleine broertjes<br />

van 40 of 50 verdiepingen eromheen geschaard.<br />

Ook zag <strong>ik</strong> het bekende maar unieke “Statue of<br />

Liberty” (Vrijheidsbeeld), dat met opgeheven arm<br />

zich als een getuigenis verheft, ten teken van<br />

vrijheid voor alle naties, en <strong>ik</strong> zag ook de grote<br />

hangbruggen. Ik wist niet op welke wijze de Here<br />

voor mij de weg zou openen, maar <strong>ik</strong> had gebeden<br />

en gezegd: “Here, wilt U mij helpen en het mogelijk<br />

maken dat <strong>ik</strong> van dit schip afkom en in New York<br />

kan blijven?” In mijn functie van chefkok was dit<br />

niet eenvoudig. Als matroos of officier was het<br />

nog weleens mogelijk een plaatsvervanger te<br />

krijgen, maar niet als chefkok.<br />

Een van de eerste dingen die <strong>ik</strong> wilde doen was<br />

mijn broer gaan bezoeken. Ik zocht in Brooklyn<br />

het huis op waar hij woonde en belde aan. Een<br />

meisje van ongeveer 12 jaar opende de deur en <strong>ik</strong><br />

vroeg haar of de heer <strong>Maasbach</strong> thuis was. Ze zei:<br />

34<br />

“Ja”, waarop <strong>ik</strong> - voor haar was <strong>ik</strong> een volslagen<br />

vreemdeling - maar gelijk de trap opliep, en meteen<br />

de kamer binnenging. Daar zag <strong>ik</strong> mijn broer staan<br />

en ongevraagd liep <strong>ik</strong> naar hem toe en vroeg: “Are<br />

you Mr. <strong>Maasbach</strong>?” (Bent u meneer <strong>Maasbach</strong>?)<br />

Hij zei: “Yes, I am”.<br />

Toen zei <strong>ik</strong>, nu in het Hollands: “Dan ben <strong>ik</strong> je<br />

broer Jan”.<br />

Hij kende en herkende mij niet. Dat kwam ten<br />

eerste, omdat hij mij niet verwachtte en ten tweede,<br />

omdat hij mij het laatst gezien had toen <strong>ik</strong> nog in<br />

de wieg lag, 6 maanden oud. Een van de eerste<br />

dingen die hij me vroeg was: “Are you saved?”<br />

(Ben je gered?) Vanzelfsprekend waren we niet<br />

gauw uitgepraat.<br />

IN AANRAKING MET DE<br />

PINKSTERKERK<br />

Ik zal nooit vergeten dat hij mij meenam naar de<br />

Ridgewood Pentecostal Church. Ridgewood is<br />

een wijk in Brooklyn en “Pentecostal Church”<br />

betekent “Pinksterkerk”. Het was op de eerste<br />

verdieping. Ik dacht dat <strong>ik</strong> in de opperzaal van de<br />

tempel in Jeruzalem terechtgekomen was.<br />

Voor het eerst hoorde <strong>ik</strong> mensen spreken in nieuwe<br />

tongen, zoals we lezen in 1 Corinthiërs 12 en 14 en<br />

in de Handelingen der Apostelen. Ik hoorde de<br />

mensen gezamenlijk Jezus grootmaken en God<br />

35


prijzen, zoals <strong>ik</strong> nog nooit eerder had gehoord.<br />

Het was alles geheel nieuw voor mij. Ik had dit in<br />

de Ned. Hervormde Kerk nog nooit meegemaakt.<br />

Ik ervoer de tegenwoordigheid van de Heilige<br />

Geest zoals <strong>ik</strong> die nog nooit in een kerkdienst had<br />

ervaren. De mensen gingen vanzelf staan en met<br />

opgeheven handen maakten ze met luide stem de<br />

naam des Heren groot.<br />

Ik deed ook mijn hand omhoog, maar hield mijn<br />

bovenarm horizontaal. Mijn broer duwde echter<br />

plotseling mijn elleboog omhoog, zodat mijn hand<br />

helemaal de lucht in schoot. Ik had dat duwtje<br />

nodig, want <strong>ik</strong> was heus zo vrij niet om dat uit<br />

mijzelf te kunnen doen!<br />

Waar <strong>ik</strong> het wel moeilijk mee had, was het feit dat<br />

de mensen allemaal tegelijk begonnen te bidden,<br />

hun gebeden klonken door elkaar en <strong>ik</strong> kon d<strong>ik</strong>wijls<br />

noch de een, noch de ander verstaan. Ik probeerde<br />

te horen wat ze zeiden. Mijn broer zei later tegen<br />

me: “Jij moet zelf je mond opendoen en Jezus<br />

danken en grootmaken. Je hoeft niet te horen wat<br />

zij bidden. Zij bidden tot God en Hij hoort allen.<br />

Bid ook en je krijgt dezelfde zegen”.<br />

Ik moest inderdaad leren God in het midden der<br />

gemeente te loven en te prijzen. Ik ben nu altijd erg<br />

dankbaar dat <strong>ik</strong> dit heb mogen leren. Het brengt je<br />

in nauwe gemeenschap met elkaar en met God.<br />

Er waren tijden van lofprijzing maar ook waren er<br />

momenten van heilige stilte. Soms stond iemand<br />

36<br />

plotseling op en getuigde van Jezus. Ik heb zusters<br />

zien dansen voor het aangezicht des Heren in het<br />

midden van de gemeente. Ook broeders kwamen<br />

in geestvervoering en dansten voor God.<br />

Later heb <strong>ik</strong> zelf d<strong>ik</strong>wijls ervaren, dat <strong>ik</strong> mijn<br />

voeten niet meer op de grond kon houden. Velen<br />

zullen dit niet begrijpen, maar koning David moet<br />

hetzelfde ervaren hebben, toen de ark Gods onder<br />

gejuich overgebracht werd naar Jeruzalem en hij<br />

in linnen lijfrok uit alle macht voor het aangezicht<br />

des Heren danste (2 Samuël 6).<br />

Als we weten dat de ark een type is van Jezus,<br />

hoeveel te meer zullen wij vreugde moeten<br />

bedrijven over Hem, die ons kocht met Zijn dierbaar<br />

bloed. Ik schaam me dan ook niet en verblijd mij<br />

samen met hen, die met vrijmoedigheid onze<br />

Zaligmaker, Jezus <strong>Christus</strong>, grootmaken en als<br />

men erbij wil dansen, wil <strong>ik</strong> mij er niet aan ergeren.<br />

Ik kan ook de voorgangers begrijpen die niet<br />

toestaan dat er in hun kerk gedanst wordt. Het<br />

dansen in de Geest is niet iets wat regelmatig<br />

voorkomt. Het is heel goed mogelijk dat het ontaardt<br />

in vleselijke activiteit die niets met de Heilige<br />

Geest te maken heeft. Ik wil hiermee zeggen, dat<br />

de ware manifestatie van de Geest in de juiste tijd<br />

en op de juiste plaats de Vader welbehagelijk is,<br />

omdat daarmee Zijn Zoon geëerd wordt.<br />

Nog één ding is de moeite van het vermelden<br />

waard. Toen men op zekere dag in de samenkomst<br />

37


met de collecteschaal bij mij was geweest, vroeg<br />

mijn broer plotseling aan me:<br />

“Hoeveel heb jij in de collecteschaal gedaan?”<br />

Ik schrok ervan, want in Holland ben je niet<br />

gewend dat men zoiets vraagt. Toch was <strong>ik</strong> blij dat<br />

<strong>ik</strong> kon zeggen: “Een dollar” en niet “een quarter”.<br />

Maar mijn broer zei: “Je moest je schamen om als<br />

vrijgezel de Here maar één dollar te geven. Jij zou<br />

minstens elke keer vijf dollar moeten geven of<br />

meer. Heb je weleens een keer een bedrag van<br />

honderd dollar gegeven?”<br />

Ik dacht bij mezelf: “Waarover heeft hij het?” Ik<br />

had het gauw uitgerekend - honderd dollars was<br />

destijds f 385,= en om dat nu zo maar even in de<br />

collecteschaal te doen, was niet mis!<br />

Mijn broer zei verder: “Hollanders zijn gierig. Jij<br />

zal nooit Gods zegen ervaren, als je niet eerst gaat<br />

geven. Hoogmoedig zijn de Hollanders ook. Ze<br />

zijn te trots om hun handen omhoog te heffen en<br />

hun mond open te doen om God te loven. De<br />

Hollander wil zichzelf, zogenaamd nuchter, blijven.<br />

Maar wij missen hetgeen God voor ons heeft, als<br />

wij ons niet in Hem willen verliezen”.<br />

Nu, <strong>ik</strong> kreeg daar mijn portie wel! Maar <strong>ik</strong> heb er<br />

nooit spijt van gehad. Ik ben ook gaan leren offeren,<br />

nadat <strong>ik</strong> nog geprobeerd had te zeggen, dat er toch<br />

zoiets in de Bijbel staat, dat we onze linkerhand<br />

niet moeten laten weten wat onze rechterhand<br />

doet.<br />

38<br />

Maar als antwoord kreeg <strong>ik</strong> te horen: “Ja, geen<br />

wonder, want dan moet jullie linkerhand zich<br />

schamen, omdat jullie rechterhand zo weinig geeft”.<br />

Vroeger deed <strong>ik</strong> ook maar een paar centen in het<br />

collectezakje, maar nu zou <strong>ik</strong> niet meer de moed<br />

hebben om zoiets te doen. Ik zou er mezelf mee<br />

tekort doen, want God zegt: ìMet de maat<br />

waarmede gij meet, zal u gemeten wordenî<br />

(Matthéüs 7:2), en ìwant God heeft de<br />

blijmoedige gever liefî (2 Corinthiërs 9:7).<br />

O, wat zijn er toch vele christenen die niet weten<br />

dat het geheim van voorspoed gelegen is in wat wij<br />

geven in verhouding tot wat we bezitten. Ze weten<br />

niet dat God de waarde van ons offer taxeert naar<br />

wat wij bezitten. Ik ben erg blij dat <strong>ik</strong> het geheim,<br />

hoe overvloedig van God te ontvangen, heb leren<br />

verstaan, en dat dit geheim is gelegen in het geven<br />

(Lucas 6:38).<br />

IN NEW YORK<br />

Op een morgen toen we nog in de haven van New<br />

York lagen om te lossen, kwam er een Hollander<br />

naar me toe. Ik was bezig in de keuken en hij vroeg<br />

mij hoe het schip mij beviel. Ik kwam er spoedig<br />

achter, dat hij een chefkok was en door ziekte aan<br />

wal was gebleven.<br />

Hij bleek een vriendinnetje in Glasgow te hebben<br />

en wilde wel graag met deze boot mee, daar het wel<br />

39


zeker was dat dit schip zou terugkeren naar<br />

Glasgow. Ik raadde hem aan met zijn papieren naar<br />

de kapitein te gaan en als de kapitein het goed zou<br />

vinden, dan kon hij mijn baan wel krijgen. Het<br />

duurde niet lang of hij kwam terug met de<br />

mededeling dat het “okay” was. Ik moest mij alleen<br />

ook even bij de kapitein melden.<br />

Dit was weer een mijlpaal in mijn leven, waarin<br />

<strong>ik</strong> Gods hand op een wonderbare wijze zag. Ik had<br />

nogal veel bagage. Op de dag dat <strong>ik</strong> van boord zou<br />

gaan, kwam er een man aan boord, die naar iemand<br />

zocht, maar de desbetreffende persoon was niet<br />

aanwezig. Ik vroeg hem of hij misschien naar<br />

Brooklyn ging. Dat was inderdaad het geval en <strong>ik</strong><br />

kon zomaar meerijden.<br />

Hij kwam met zijn auto tot aan de valreep, waar<br />

<strong>ik</strong> alles inlaadde. Het was Tweede Kerstdag en het<br />

was erg koud. Bij de portier aan het hek hield hij<br />

zijn pasje omhoog en we reden onmiddellijk door.<br />

Het was oorlog en de douane keek behoorlijk<br />

streng alles na, maar <strong>ik</strong> hoefde geen koffer open te<br />

maken en de man bracht me tot aan de deur van het<br />

huis van mijn broer, bij wie <strong>ik</strong> de eerstkomende tijd<br />

zou logeren.<br />

Het vreemde van alles was, dat <strong>ik</strong> al mijn geld<br />

ontving van de eerste stuurman en dat <strong>ik</strong> verder<br />

geen immigratie-autoriteiten of andere instanties<br />

heb gezien of ontmoet. Er werd mij ook niet<br />

gezegd, dat <strong>ik</strong> ergens heen moest gaan. Ik kreeg<br />

40<br />

mijn gage en ging met al mijn bagage van boord,<br />

als een vrij man.<br />

Later heb <strong>ik</strong> begrepen dat dit van de Here was. Ik<br />

was toen 23 jaar oud en <strong>ik</strong> kon niet terug naar<br />

Holland, dus zocht <strong>ik</strong> een baan in New York.<br />

Het duurde niet lang of <strong>ik</strong> had me omhooggewerkt<br />

en kreeg een behoorlijk betaalde baan in een groot<br />

restaurant. Wederom deed God naar Zijn Woord:<br />

"Mijn God zal in al uw behoeften naar Zijn<br />

rijkdom heerlijk voorzien in <strong>Christus</strong> Jezus"<br />

(Filippenzen 4:19).<br />

New York is een geweldig grote stad, de grootste<br />

stad ter wereld. Meer dan tien miljoen mensen<br />

haasten zich dagelijks door de straten van New<br />

York. Het verkeer is dan ook ongelooflijk druk,<br />

vooral tijdens de spitsuren. Niet alleen verplaatsen<br />

de mensen zich boven de grond, maar er reizen<br />

dagelijks ook ontelbaar velen met de “subway” (de<br />

ondergrondse). Ik herinner mij dat er op een bepaald<br />

punt vier treinen boven elkaar passeren, wat een<br />

unicum is in de wereld.<br />

De stad telt vele nationaliteiten en rassen, die<br />

veelal in groepen bij elkaar in wijken wonen. Zo<br />

heeft men er bijvoorbeeld de negerwijk Harlem ,<br />

de Italiaanse en de Chinese wijk. Ook wonen er<br />

meer dan twee miljoen Joden.<br />

Hoe wonderbaar is het, dat <strong>ik</strong> juist in deze stad,<br />

waar de zonde hoogtij viert, Jezus <strong>Christus</strong> - die <strong>ik</strong><br />

reeds had leren kennen als de Here mijn Verlosser<br />

41


- ook mocht leren kennen als de Here mijn grote<br />

Heelmeester.<br />

Jesaja 43:2 en 3<br />

2 "Wanneer gij door het water trekt,<br />

ben Ik met u; gaat gij door rivieren,<br />

zij zullen u niet wegspoelen;<br />

als gij door het vuur gaat,<br />

zult gij niet verteren en<br />

zal de vlam u niet verbranden.<br />

3 Want Ik, de HERE, ben uw God,<br />

de Heilige IsraÎls", uw Verlosser;<br />

Ik geef Egypte, EthiopiÎ en Seba<br />

als losgeld in uw plaats.<br />

42<br />

HOOFDSTUK 4<br />

Hoe God mij genas<br />

Ik had een verschr<strong>ik</strong>kelijke pijn in mijn rug en<br />

kon daardoor niet rechtop lopen. Mijn broer<br />

vroeg mij wat <strong>ik</strong> scheelde. Ik zei hem dat <strong>ik</strong> aan<br />

erge pijn in mijn rug leed en hiervoor reeds eerder<br />

in observatie was opgenomen. Twee jaar daarvoor<br />

had <strong>ik</strong> in San Francisco in het ziekenhuis gelegen<br />

en de doktoren hadden me toen een corset voorgeschreven.<br />

Maar niets hielp.<br />

Ik kreeg van mijn broer een antwoord zoals <strong>ik</strong> nog<br />

nooit eerder in mijn leven had ontvangen. Hij zei<br />

tegen mij dat <strong>ik</strong> me moest schamen om als christen<br />

ziek te zijn. Ik kon echter deze beschuldiging niet<br />

zomaar zonder meer accepteren. Ik geloofde met<br />

mijn hele hart in God en ook dat Hij machtig was<br />

om wonderen te doen en mij kon genezen. Toch<br />

hield mijn broer steeds vol dat het door mijn<br />

ongeloof kwam.<br />

Hij zei: “Als je gelooft wat er geschreven staat in<br />

Jesaja 53:4 en 5: ìOnze ziekten heeft Hij (Jezus)<br />

op Zich genomen en door Zijn striemen is ons<br />

genezing gewordenî dan zul je de ziekte niet<br />

langer accepteren. <strong>Waarom</strong> zouden wij nog dragen<br />

wat Jezus al voor ons gedragen heeft?” Terwijl hij<br />

mij steeds beschuldigde van ongeloof, rechtvaar-<br />

43


digde <strong>ik</strong> mezelf voortdurend en <strong>ik</strong> zei dat <strong>ik</strong> toch<br />

echt vast geloofde.<br />

Toen <strong>ik</strong> ‘s avonds thuiskwam, nam <strong>ik</strong> mijn Bijbel<br />

en ging lezen en herlezen wat er geschreven staat<br />

in Jesaja 53:4 en 5: ìNochtans, onze ziekten<br />

heeft Hij op Zich genomen, en onze smarten<br />

gedragen; wij echter hielden Hem voor een<br />

geplaagde, een door God geslagene en<br />

verdrukte. Maar om onze overtredingen werd<br />

Hij doorboord, om onze ongerechtigheden<br />

verbrijzeld; de straf die ons de vrede<br />

aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen<br />

is ons genezing gewordenî.<br />

Ook las <strong>ik</strong> Exodus 15:26: ìIk, de Here, ben uw<br />

Heelmeesterî en Deuteronomium 7:15: ìDe Here<br />

zal alle ziekten van u afwenden, en geen van<br />

de boze kwalen van Egypte, die gij kent, zal Hij<br />

u opleggenî en wat de apostel Petrus zegt in 1<br />

Petrus 2:24: ìDoor Zijn striemen zijt gij genezenî.<br />

Telkens weer legde <strong>ik</strong> mijn opengeslagen Bijbel<br />

op mijn bed, knielde er naast neer terwijl <strong>ik</strong> las, en<br />

bad dan vaak onder tranen: “Here, er staat toch<br />

geschreven in Uw Woord, dat <strong>ik</strong> genezen ben, toch<br />

ben <strong>ik</strong> ziek. Here, genees mij”.<br />

Ik deed een ontdekking die <strong>ik</strong> nog nooit eerder<br />

had gedaan. Ik moest leren de duivel te weerstaan<br />

door het geloof en te volharden in de strijd van het<br />

geloof. Steeds had <strong>ik</strong> gebeden: “O, God, genees<br />

mij!” maar <strong>ik</strong> had mijn genezing nog nooit<br />

44<br />

geaccepteerd. Ik nam toen de beslissing om in het<br />

geloof te gaan staan voor mijn genezing en de<br />

duivel te wederstaan, al zou <strong>ik</strong> er ook bij neervallen.<br />

Ik werkte in die tijd als assistent van een metselaar<br />

bij een aannemer. Ik had deze baan genomen<br />

omdat <strong>ik</strong> haast geen Engels sprak. Nooit vergeet <strong>ik</strong><br />

mijn eerste karweitje. Ik moest met een voorhamer<br />

een oude betonnen vloer stuk slaan, net een<br />

karweitje voor mijn rug! Het grappige was dat in<br />

Amer<strong>ik</strong>a alles elektrisch of machinaal ging, behalve<br />

bij mijn eerste werkgever.<br />

Toen dit klaar was, moest <strong>ik</strong> cement sjouwen, wel<br />

tien trappen hoog, omdat de lift niet werkte. Het<br />

was hard en zwaar werk en het was voor mij<br />

gemakkelijk geweest om te zeggen dat <strong>ik</strong> het niet<br />

kon doen omdat <strong>ik</strong> pijn in mijn rug had, maar <strong>ik</strong><br />

wilde het deze keer niet opgeven.<br />

Sommige mensen die dit lezen, zullen het vreemd<br />

vinden. Ik echter dacht bij mijzelf: “Die oude<br />

duivel in mijn rug zàl moeten wijken”. Ik huilde<br />

soms van de pijn en moest elke dag bidden: “Here,<br />

geef mij kracht om deze emmer met cement op te<br />

nemen en naar boven te brengen”. Elke stap die <strong>ik</strong><br />

deed en elke trede die <strong>ik</strong> nam was een zucht en een<br />

gebed tot God, mijn Vader.<br />

‘s Zondags ging <strong>ik</strong> naar de samenkomst en op een<br />

keer vroeg <strong>ik</strong> de voorganger om voor mij te bidden.<br />

De broeder bestrafte de pijn en de ziekte in mijn<br />

lichaam, opdat ze zouden wijken in de Naam van<br />

45


Jezus. Na het gebed voelde <strong>ik</strong> echter nog niet direct<br />

een verandering. Maar de woorden van mijn broer<br />

hadden geholpen. Ik wilde niet twijfelen, maar<br />

vasthouden in het geloof.<br />

Ik deed nog een nieuwe ontdekking, hoewel <strong>ik</strong> dit<br />

pas veel later begreep. Mijn broer had gelijk. Ik<br />

geloofde wel, zoals vele christenen geloven dat<br />

God het doen kan, maar niet dat Hij het reeds<br />

gedaan heeft! En dat was het geloof waarover hij<br />

sprak. Zoals onze zonden geboet zijn op Golgotha,<br />

zo’n 2000 jaar geleden, zo zijn ook onze ziekten<br />

gedragen. ìDoor Zijn striemen ZIJN wij genezenî.<br />

Ik ging dus de Here danken en zei: “Here, <strong>ik</strong> geloof<br />

dat Gij mij genezen hebt. Here, <strong>ik</strong> dank U daarvoor”<br />

en dit zei <strong>ik</strong> met nog steeds die aanhoudende<br />

vreselijke pijn in mijn rug.<br />

Na verloop van enige tijd week de pijn. Het<br />

vreemde was, dat <strong>ik</strong> niet direct besefte dat <strong>ik</strong> genezen<br />

was. Drie maanden later - <strong>ik</strong> was in een andere<br />

werkkring terechtgekomen - zette <strong>ik</strong> eens een<br />

grote pan met aardappelen op het fornuis en door<br />

de Heilige Geest werd <strong>ik</strong> er bij bepaald, dat <strong>ik</strong> mijn<br />

rug niet meer voelde. Plotseling drong het tot mij<br />

door dat <strong>ik</strong> volkomen genezen wàs! Ik ging de<br />

Here ervoor danken, <strong>ik</strong> loofde en prees Zijn Naam<br />

en weer stroomden de tranen van ontroering en<br />

blijdschap mij over de wangen.<br />

Terwijl <strong>ik</strong> die avond met mijn Bijbel opengeslagen<br />

voor me, op de knieën voor m’n bed geknield was,<br />

46<br />

dankte <strong>ik</strong> God omdat Hij niet alleen al onze ongerechtigheden<br />

vergeeft, maar ook al onze krankheden<br />

geneest (Psalm 103).<br />

Op zekere dag vertilde <strong>ik</strong> mij en <strong>ik</strong> had plotseling<br />

weer die vreselijke pijnen in mijn rug en daar<br />

kwam die oude duivel met zijn smoesjes terug en<br />

hij fluisterde mij in het oor: “Zie je wel dat je weer<br />

ziek bent”. Ik zei echter: “Duivel, je bent een grote<br />

leugenaar, want God heeft mij genezen en wat <strong>ik</strong><br />

nu voel, is iets natuurlijks en het is slechts van<br />

voorbijgaande aard”.<br />

Wat maakt de duivel toch vaak gebru<strong>ik</strong> van de<br />

omstandigheden om ons in twijfel of in negatief<br />

geloof te brengen. Toen de duivel mij inblies: “Zie<br />

je wel dat je nog ziek bent”, was het voor mij alsof<br />

<strong>ik</strong> die leugenaar, die bokkepoot op zijn klompen<br />

hoorde aankomen, en <strong>ik</strong> ben er, God zij dank, niet<br />

op ingegaan en de pijnen verdwenen weer.<br />

Dit is nu ruim vijftig jaar geleden en <strong>ik</strong> dank God<br />

er nog steeds ootmoedig voor dat <strong>ik</strong> genezen ben<br />

en dat <strong>ik</strong> door Zijn genade genezen zal blijven door<br />

het geloof in Hem, die niet alleen mijn zonden,<br />

maar ook mijn krankheden heeft gedragen.<br />

Ik weet wat het is om pijn te hebben, en ook wat<br />

het is om jarenlang te bidden voor genezing maar<br />

terwijl je bidt, geloof je dat het misschien Zijn wil<br />

is om ziek te blijven en dat het een kruis is dat God<br />

je oplegt. Van positief bidden had <strong>ik</strong> door onwetendheid<br />

geen begrip. Soms bad <strong>ik</strong> wel: “Here, als het<br />

47


Uw wil is, genees mij dan”, maar diep in mijn hart<br />

twijfelde <strong>ik</strong> nog of Hij het wel doen zou. Die<br />

twijfel is gelukkig voorbij. Ik weet nu wat Zijn wil<br />

is. Hij heeft ons Zijn wil geopenbaard in Zijn<br />

Woord. Wij zullen Zijn Woord moeten aannemen<br />

en geloven om positief te kunnen bidden. De overwinning<br />

moet in ons hart zijn voor hetgeen we<br />

bidden; we moeten ervan verzekerd zijn dat we het<br />

zullen ontvangen.<br />

Deze overwinning is er niet altijd direct voor alle<br />

dingen. Het kan gebeuren, dat wij soms moeten<br />

bidden en vasten om in de overwinning van ons<br />

geloof te komen, opdat we ontvangen wat we<br />

bidden. Wat heeft God toch een geduld, een<br />

wonderbare lankmoedigheid met ons, ongelovige<br />

mensenkinderen.<br />

Een andere les die <strong>ik</strong> leerde was deze: toen <strong>ik</strong> mijn<br />

persoonlijk leven ernstig onderzocht, of er misschien<br />

verkeerde dingen waren, die God niet welbehaaglijk<br />

waren, ontdekte <strong>ik</strong> enkele zaken en deed<br />

ze uit mijn leven weg, opdat ze mijn genezing niet<br />

in de weg zouden kunnen staan. Maar toch heb <strong>ik</strong><br />

begrepen, dat wij de genezing niet verkrijgen door<br />

eigengerechtigheid of werkheiligheid, maar door<br />

de gerechtigheid van <strong>Christus</strong>, die onze zonden<br />

gedragen heeft op het kruis van Golgotha.<br />

De belofte die de Here aan Israël gaf in Exodus<br />

15:26 ìIk, de Here, ben uw Heelmeesterî was<br />

alleen van kracht als zij zich zouden houden aan de<br />

voorwaarden die eraan verbonden waren, namelijk<br />

om Zijn geboden en al Zijn inzettingen te<br />

onderhouden en die te doen.<br />

Wij hebben daarin gefaald. Maar hetgeen wij niet<br />

hebben kunnen doen, heeft Jezus gedaan en nu<br />

mogen wij tot de Vader gaan in Zijn Naam. Dat<br />

betekent in de Naam van Hem die de wet voor ons<br />

volbracht heeft. Hij deed het in onze plaats, opdat<br />

wij door Hem gerechtvaardigd zouden zijn. Daarom<br />

zijn alle beloften in <strong>Christus</strong> Jezus ja en amen. Ook<br />

de belofte: ìIk, de Here, ben uw Heelmeesterî<br />

Nu ben <strong>ik</strong> een pred<strong>ik</strong>er van het wonderbare Evangelie<br />

van Jezus <strong>Christus</strong>, wat in werkelijkheid<br />

betekent: een pred<strong>ik</strong>er van het heerlijke Goede<br />

Nieuws van Jezus <strong>Christus</strong>. Ik mag alle mensen<br />

vertellen dat God een goede God is, en dat Hij al<br />

onze ongerechtigheden vergeeft en al onze<br />

ziekten geneest (Psalm 103:3).<br />

De Bijbel zegt: Heden is de dag van verlossing.<br />

De meeste christenen geloven dat. <strong>Waarom</strong> zoudt<br />

u dan ook niet geloven dat het vandaag de dag van<br />

uw genezing is? Laten wij vast geloven dat Hij<br />

vandaag de Rots van onze behoudenis is en dat<br />

Hij vandaag onze grote en machtige Heelmeester<br />

is die àl onze ziekten geneest.<br />

Dit zijn niet mijn woorden, maar de woorden van<br />

Jezus Zelf: ìAlle dingen zijn mogelijk voor<br />

degenen die gelovenî Marcus 9:23. Meer over<br />

deze dingen kunt u lezen in mijn boek “Hoe u ge-<br />

48 49


nezing van God kunt ontvangen”. Verkrijgbaar bij<br />

dezelfde uitgever van dit boek. Het is een praktisch<br />

boek dat u veel kennis zal verschaffen over<br />

Goddelijke genezing. En ... u weet, geloof komt<br />

door kennis van het Woord van God. Romeinen<br />

10:17. En ... zonder geloof is het onmogelijk om<br />

God te behagen. Die tot God komt MOET<br />

geloven, dat Hij is, en een beloner is voor hen,<br />

die Hem ernstig zoeken (Hebreeën 11:6).<br />

Psalm 103:1-5<br />

1 Loof de HERE, mijn ziel,<br />

en al wat in mij is, Zijn heilige naam.<br />

2 Loof de HERE, mijn ziel,<br />

en vergeet niet een van Zijn weldaden.<br />

3 Die al uw ongerechtigheden vergeeft,<br />

die al uw krankheden geneest,<br />

4 die uw leven verlost van de groeve,<br />

die u kroont met goedertierenheid en<br />

barmhartigheid,<br />

5 die uw ziel verzadigt met het goede,<br />

zodat uw jeugd zich vernieuwt als die<br />

van een arend.<br />

HOOFDSTUK 5<br />

Strijd<br />

D e oorlog duurde voort. Natuurlijk waren mijn<br />

gedachten veel bij mijn verloofde, mijn familie<br />

en het Nederlandse volk, want <strong>ik</strong> had gehoord<br />

van de slechte toestanden in Holland en hoe duizenden<br />

mensen stierven van de honger. Het was in die<br />

tijd, alsof God mij verborg in Zijn tent, zoals we lezen<br />

in Psalm 91: 9-11:<br />

ì Want Gij, o Here, zijt mijn toevlucht. De<br />

Allerhoogste hebt gij tot uw schutse gesteld;<br />

geen onheil zal u treffen, en geen plaag zal<br />

uw tent naderen; want Hij zal aangaande u<br />

Zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op<br />

al uw wegenî.<br />

Ik werkte naast een Amer<strong>ik</strong>aan, een Jood, wiens<br />

eigen zoon aan het front in Europa vocht en <strong>ik</strong>, als<br />

Hollander, nam eigenlijk de plaats in van zijn<br />

zoon. Ik woonde in een land van overvloed en<br />

werkte in een van de drukste restaurants van<br />

Brooklyn, maar op Thanksgiving Day, dit is een<br />

Amer<strong>ik</strong>aanse feestdag waarop men in het bijzonder<br />

dankt voor de oogst, vastte <strong>ik</strong>. Bijna iedereen eet<br />

dan traditiegetrouw een turkey dinner (kalkoendiner).<br />

Ik vastte ook tijdens de Kerstdagen. Als iedereen<br />

lekker aan het eten was, vastte <strong>ik</strong> en bad tot<br />

50 51


de Here mijn God, voor ons land en volk. Op mijn<br />

knieën riep <strong>ik</strong> tot God om Zijn genade te betonen<br />

aan mijn geliefden thuis in het verre Holland.<br />

EEN JUISTE BESLISSING<br />

OF EEN BLOK AAN JE BEEN<br />

ìDe Here heeft gegeven, de Here heeft<br />

genomen, de naam des Heren zij geloofdî<br />

(Job 1:21).<br />

Dit is een tekst die iedere Godsman en iedere<br />

Godsvrouw kent en zelf zal ondervinden. Dit schijnt<br />

nodig te zijn tot vervolmaking van ons geloofsleven<br />

en onze wandel met Hem. Ook dit heb <strong>ik</strong> meermalen<br />

mogen ervaren.<br />

Ik was nog steeds op reis, en deze laatste reis<br />

duurde wel heel erg lang, daar de oorlog mij verhinderde<br />

terug te keren. Op een keer vroeg een<br />

vriend mij of mijn verloofde ook zo over het geloof<br />

dacht als <strong>ik</strong>, “en”, vroeg hij, “is ze bereid om dezelfde<br />

weg te gaan, die God wil dat jij zal gaan?”<br />

Ik kon daar niet zo ineens een positief antwoord<br />

op geven, want <strong>ik</strong> had daar nog nooit zo diep over<br />

nagedacht. Vroeger zou <strong>ik</strong> op die vraag op hetzelfde<br />

moment een positief antwoord hebben gegeven,<br />

maar nu niet. Mijn leven was, doordat <strong>ik</strong> in aanraking<br />

was gekomen met de Pinksterbeweging,<br />

geheel veranderd en mijn geloofsleven was verdiept.<br />

Ik voerde een innerlijke strijd.<br />

52<br />

Mijn vriend had gezegd: “Als je verloofde zich<br />

niet volkomen aan Hem heeft overgegeven, net als<br />

jij, zal je God nooit geheel voor honderd procent<br />

kunnen dienen, maar je zal, als je met haar trouwt,<br />

een blok aan je been hebben, dat je er zelf aan<br />

gebonden hebt”.<br />

Mijn probleem was, dat <strong>ik</strong> zonder twijfel geloofde<br />

dat God haar aan mij gegeven had als mijn toekomstige<br />

vrouw. Vele vragen rezen in mij op. Is het<br />

mogelijk dat God je eerst iets geeft, om het later<br />

weer van je af te nemen? Laat Hij je eerst van iets<br />

of iemand houden om het dan weer af te nemen?<br />

Gelukkig hebben wij er in de Bijbel voorbeelden<br />

van dat de goede God inderdaad zoiets doet. Ik<br />

denk aan Abraham en Isaäk in Genesis 22, aan de<br />

Sunamitische en haar zoon in 2 Koningen 4, en aan<br />

Jaïrus en zijn dochter in Marcus 5.<br />

Inderdaad, God kan je van iets of iemand laten<br />

houden, het je geven en het dan weer terugvragen<br />

of -nemen. Hij wil ons de les leren, dat Hij de<br />

Vader, de Schepper is, dat Hij op de troon zit. Hij<br />

neemt niet iets van ons weg om ons armer te<br />

maken, maar Hij beproeft ons om te zien hoeveel<br />

Hij aan ons kan toevertrouwen. We zijn zo gauw<br />

geneigd om alles tot ons eigendom te rekenen,<br />

terwijl de aarde met haar volheid aan Hem toebehoort.<br />

Wij vergeten zo vaak dat wij slechts dienaren<br />

zijn van <strong>Christus</strong>; dat we slechts uitdelers zijn van<br />

de goede dingen, die God ons heeft toevertrouwd.<br />

53


Ik begreep dat <strong>ik</strong> mijn meisje nooit helemaal<br />

gelukkig zou kunnen maken. Ik kende haar te goed<br />

en <strong>ik</strong> wist dat ze niet die prijs zou kunnen betalen<br />

als de Here mij geheel voor Hem en voor Zijn<br />

dienst wilde gebru<strong>ik</strong>en.<br />

Dus bad <strong>ik</strong> de Here ernstig en ging ervoor vasten.<br />

Het gebeurde d<strong>ik</strong>wijls dat <strong>ik</strong> gedurende drie dagen<br />

helemaal niet at of dronk en als <strong>ik</strong> vastte tijdens<br />

mijn werk, dan dronk <strong>ik</strong> hoogstens een klein beetje<br />

water of thee.<br />

Zo ook nu weer. Maar de Here gaf mij in dit geval<br />

geen antwoord dan alleen door Zijn Woord. Ik<br />

moest hierin zèlf beslissen op grond van Zijn<br />

Woord, de Bijbel.<br />

God sprak tot mij door de tekst die mij later bij<br />

een andere gelegenheid ook zo geholpen heeft. We<br />

kunnen hem vinden in Marcus 10:29 en 30:<br />

ì Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of<br />

broeders of zusters of moeder of vader of<br />

kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij<br />

en om het evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig<br />

terug: nu, in deze tijd, huizen en<br />

broeders en zusters en moeders en kinderen<br />

en akkers met vervolgingen, en in de<br />

toekomende eeuw het eeuwige levenî.<br />

Ik nam de grote en voor mij moeilijke beslissing<br />

om haar te schrijven, de dingen uiteen te zetten en<br />

de verloving te verbreken. Ik zal dit nooit vergeten.<br />

Het kostte mij strijd en tranen. Wat een respect<br />

54<br />

kreeg <strong>ik</strong> nu voor Abraham, die zijn liefste, zijn<br />

enige, niet aan God heeft willen onthouden. Wat<br />

een waardering kreeg <strong>ik</strong> voor de Vader, die voor<br />

ons, arme zondaren, Zijn liefste, Zijn enige, niet<br />

heeft willen sparen (Johannes 3:16). Hoe vaak<br />

moest <strong>ik</strong> daarna op de knieën om van Hem kracht<br />

te ontvangen. Wat vocht de duivel mij aan, door me<br />

in het oor te fluisteren dat het niet fair, niet eerlijk<br />

was tegenover haar. Ze had reeds zolang op me<br />

gewacht en was mij door de oorlog heen en tijdens<br />

al mijn lange reizen trouw gebleven. De duivel zal<br />

altijd proberen medelijden op te wekken met het<br />

vlees. Plotseling wil hij niemands gevoel kwetsen.<br />

Maar waarachtig geloof weet, dat het waar is wat<br />

er staat in 1 Samuël 15:22: ìGehoorzamen is<br />

beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het<br />

vette der rammenî.<br />

De vraag zal bij u oprijzen: “Broeder <strong>Maasbach</strong>,<br />

heeft u nooit spijt gehad van uw besluit?”<br />

Mijn antwoord is: “Nooit, nee, nooit!” Ik ben er<br />

nog altijd dankbaar voor, al zou <strong>ik</strong> niet graag een<br />

tweede keer zo’n strijd willen doormaken. Hoeveel,<br />

door God geroepen mannen en vrouwen, zijn er<br />

niet, die gehandicapt zijn in de vervulling van hun<br />

roeping, en die moeten lijden in het vlees, omdat ze<br />

niet op de Here hebben willen wachten, of omdat<br />

ze de prijs van zelfverloochening niet wilden<br />

betalen, of omdat ze medelijden hadden met het<br />

vlees.<br />

55


Iedere door Gods Geest vervulde christen weet,<br />

dat we nooit gelukkig kunnen zijn en volle vrede<br />

kunnen hebben, als we niet onze roeping van God<br />

kunnen vervullen. Hoe droevig, als deze gehinderd<br />

moet worden door een verkeerde levenspartner.<br />

Er zijn christenen die vóór hun bekering reeds<br />

hun levensgezellin gekozen hadden. Deze kunnen<br />

alleen maar jaloers zijn, als ze in de levens van<br />

anderen zien, hoe goed en mooi het had kunnen<br />

zijn als ze de Weg en de Waarheid en het Leven<br />

eerder hadden ontmoet.<br />

Wat ben <strong>ik</strong> God dankbaar voor de vrouw die<br />

Hij mij heeft gegeven, met wie <strong>ik</strong> ongestoord<br />

mijn roeping aan Hem kan vervullen. Hoe<br />

belangrijk is het voor jonge christenen dat ze de<br />

juiste levenspartner van Hem verwachten en<br />

ontvangen.<br />

Ook nam <strong>ik</strong> toen aanstonds de beslissing om de<br />

keuze nu over te laten aan Hem, die de harten<br />

kent. Hij weet immers welk maaksel wij zijn en Hij<br />

kent ons verlangen. Zal onze goede Vader ook<br />

daarin geen uitkomst en leiding geven door Zijn<br />

Heilige Geest? Ja, zeker, Hij zal het doen. Maar<br />

willen wij op Hem wachten en de prijs betalen?<br />

Jezus zei in Marcus 8:34,35:<br />

ìIndien iemand achter Mij wil komen, die<br />

verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en<br />

volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen<br />

behouden, die zal het verliezen; maar ieder,<br />

die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om<br />

des evangelies wil, die zal het behoudenî.<br />

56 57


HOOFDSTUK 6<br />

Wat geloof vermag<br />

E en goede vriend van mij, met wie <strong>ik</strong> veel<br />

contact had en die mij veel geestelijk inzicht<br />

had gegeven, was niet in de gelegenheid voor<br />

zichzelf en zijn groot gezin, hij had zeven kinderen,<br />

een auto te kopen. Ik besloot dan ook, daar <strong>ik</strong><br />

meende dat nu de tijd er rijp voor was, dit zelf te<br />

doen. Maar <strong>ik</strong> had geen geld, daar <strong>ik</strong> sinds twee jaar<br />

bijna mijn gehele inkomen besteedde aan het<br />

ondersteunen van een zendingsfamilie. Het gebeurde<br />

zelfs dat <strong>ik</strong> voor een paar nieuwe schoenen<br />

moest bidden, omdat elke cent die <strong>ik</strong> verdiende,<br />

wegging voor de zending. Sinds een paar jaar had<br />

<strong>ik</strong> ook geen nieuw kostuum gekocht. Toch zag <strong>ik</strong> er<br />

altijd keurig uit. Ik wist namelijk een goed adres<br />

waar <strong>ik</strong> voor 5 tot 10 dollar zeer goede, tweedehandse<br />

kostuums kon kopen. Niemand vermoedde<br />

natuurlijk dat <strong>ik</strong> in andermans kleding liep, maar<br />

zodoende kon <strong>ik</strong> meer investeren in het werk des<br />

Heren. Ik vond het een voorrecht om dit te doen.<br />

Zo herinner <strong>ik</strong> mij, dat <strong>ik</strong> eens voor een reis een<br />

nieuw kostuum nodig had. Nu was er op dat schip<br />

een zeeman, die tijdens een dronken bui een prachtig<br />

en duur kostuum had gekocht. Maar toen hij de<br />

volgende dag wakker werd en weer nuchter was,<br />

58<br />

ontdekte hij dat het één decimeter te groot was en<br />

hij deed het aan mij over voor 12 dollar. Het zat me<br />

als gegoten omdat de man een hoofd kleiner was<br />

dan <strong>ik</strong>. Ik vond het grappig en dankte de Heer<br />

ervoor dat hij een dronken zeeman had gebru<strong>ik</strong>t<br />

om voor mij een nieuw kostuum te kopen.<br />

Er zullen mensen zijn die nooit zullen begrijpen<br />

wat het is om voor een paar schoenen te moeten<br />

bidden, of voor andere kleding. Men heeft geld en<br />

kan onbekommerd kopen wat men zelf wil. Wat<br />

ben <strong>ik</strong> God dankbaar dat Hij Zelf mij hierin leidde.<br />

Want naast degenen die alles kunnen kopen wat ze<br />

zelf willen, zijn er miljoenen mensen die dat niet<br />

kunnen. Het zijn juist diegenen, die <strong>ik</strong> wil begrijpen<br />

en met wie <strong>ik</strong> wil delen in de omstandigheden,<br />

waarin zij leven. Ik geloof dat dit ook de bedoeling<br />

van <strong>Christus</strong> is (Ps41:2;Spr.4:2;Spr.29:7;Gal.2:10).<br />

Ik wil nu terugkomen op die eerste auto die <strong>ik</strong> zou<br />

kopen. Ik had maar één dollar en 25 cent op zak,<br />

maar <strong>ik</strong> geloofde dat God mij een auto wilde geven.<br />

Dus ging <strong>ik</strong> eropuit om er een te kopen.<br />

Toen <strong>ik</strong> bij de plaats kwam waar zo’n kleine<br />

honderd tweedehandse auto’s stonden, kwam de<br />

verkoper naar me toe en vroeg me hoeveel <strong>ik</strong><br />

besteden wilde. Ik vertelde hem dat dit geheel<br />

afhing van de auto en dat het geen probleem was.<br />

Ik bekeek ze allemaal en zag plotseling de auto van<br />

mijn keuze, een grote 8-persoons Packard Super 8,<br />

twee jaar oud. Het was een pracht van een wagen<br />

59


en in prima staat! We werden het eens over de prijs<br />

van 125 dollar. Daarop zei de man: “Komt u maar<br />

mee om te betalen”. Tweedehandse auto’s kon je<br />

toen alleen maar contant kopen. Ik vertelde hem<br />

dat <strong>ik</strong> de auto nodig had om de kinderen van mijn<br />

vriend naar de kerk te brengen en dat <strong>ik</strong> de volgende<br />

week 25 dollar zou brengen, de wagen zou laten<br />

staan en hem dan pas zou meenemen als <strong>ik</strong> het hele<br />

bedrag betaald had.<br />

De man keek me aan alsof hij het overal om zich<br />

heen hoorde donderen. Ik bad echter tot de Here en<br />

<strong>ik</strong> kon niet anders dan geloven dat <strong>ik</strong> die wagen zou<br />

krijgen. De man zei zoiets van: “Dat doen we nooit<br />

en <strong>ik</strong> heb er ook nog nooit van gehoord”.<br />

Ik zei hem dat het voor mij toch de enige manier<br />

was om hem te kopen. Het duurde niet lang of er<br />

stond met grote letters op de voorruit ‘Sold’<br />

(Verkocht). Ik werkte die week extra hard, maakte<br />

veel overuren en kon mijn eerste 25 dollar betalen.<br />

Nooit zal <strong>ik</strong> het moment vergeten dat <strong>ik</strong> het restant<br />

van het bedrag betaalde en de grote slee ging halen,<br />

waarvan <strong>ik</strong> zonder twijfel geloofde dat de Here mij<br />

die gegeven had.<br />

DE HERE GAF ... EN NAM<br />

Iedere wedergeboren christen gelooft dat God<br />

zijn Vader is. En het is de Vader die Zijn kinderen<br />

de weg wil leren van geloof en wonderen. Hij doet<br />

60<br />

dit op liefelijke en eenvoudige wijze en leert ons<br />

ook de stem van de Geest te verstaan. Toen David<br />

als schaapherdersjongen een beer en een leeuw<br />

versloeg, was dit een school van zijn hemelse<br />

Vader om later nog een groter en machtiger vijand<br />

te verslaan: de reus Goliath. De Here was bezig ook<br />

mij te onderwijzen.<br />

Een jaar later ging <strong>ik</strong> met mijn vriend op pad om<br />

een huis te kopen. Dat we een huis nodig hadden,<br />

was zeker, en beiden geloofden we dat de Here het<br />

ons zou geven. We waren overeengekomen dat het<br />

huis vlak bij het station moest zijn, ergens op Long<br />

Island, zodat we zonder moeite naar de samenkomsten<br />

konden gaan en naar ons werk in New York.<br />

We hadden geen geld, maar wel een grote God!<br />

We geloofden dat Hij ons aan een huis zou helpen.<br />

Dus op zekere dag stapten we in onze grote Packard<br />

Super 8 en reden door Long Island en stopten bij<br />

een groot makelaarskantoor. Ik had 25 dollar in<br />

mijn zak en mijn vriend 2 dollar. Dat was al wat we<br />

bezaten.<br />

Nu is dit een belangrijke les voor degenen die<br />

‘zaken’ in het geloof willen doen. Er is een geloof<br />

dat faalt en een geloof dat nimmer faalt. Er zijn<br />

mensen die dingen willen h47<br />

ebben, of naar andere landen willen gaan, omdat<br />

ze dat zelf begeren, maar waarin de Heilige Geest<br />

geen leiding geeft. D<strong>ik</strong>wijls komt die drang voort<br />

uit een jaloers hart. Ze willen ook datgene hebben<br />

61


wat die ander heeft; ze zijn niet nederig. Ze kunnen<br />

het niet verdragen dat hun vriend of broeder een<br />

mooiere auto of een groter huis heeft of een betere<br />

positie. Het is nooit van <strong>Christus</strong> als we afgunst in<br />

ons hart toelaten.<br />

Een heilige jaloersheid evenwel, is niet verkeerd.<br />

Met andere woorden: Je ziet dat anderen iets hebben<br />

dat jijzelf niet bezit, maar dat meer tot eer van God<br />

is, en tot verheerlijking van Zijn Naam. Het motief<br />

is dan altijd de zaak van God en niet eerzucht, of het<br />

eigen <strong>ik</strong> (Lees Psalm 37).<br />

Jezus zei: “Ik doe niets tenzij Ik het de Vader zie<br />

doen”, en: “Ik doe altijd wat Hem welbehagelijk<br />

is”. We moeten dus in overeenstemming zijn met<br />

de bedoeling van de Geest van God. Gewoonlijk<br />

geeft God het in het hart van Zijn kind wàt Hij<br />

geven wil; door het geloof aanvaardt hij het en<br />

neemt het in bezit of brengt het ten uitvoer.<br />

Echter, niet alle dingen die in ons hart opkomen,<br />

zijn naar de wil van God. We zien dit zo duidelijk<br />

in het plan van de godsman David, toen hij de<br />

profeet Nathan vertelde dat hij voor God een huis<br />

wilde bouwen (2 Samuël 7). Zelfs de profeet dacht<br />

dat het een prachtig idee was en dat de Here David<br />

zou zegenen. Maar in diezelfde nacht openbaarde<br />

God aan Nathan, dat het wel goed was wat leefde<br />

in Davids hart, om iets voor de Here te doen, maar<br />

dat David niet de man was, en dat het ook nog niet<br />

de tijd er voor was om een huis voor de Here te<br />

bouwen. 62<br />

David had evenwel het voorrecht om de bouw van<br />

het huis des Heren voor te bereiden. Koning David,<br />

de man naar Gods hart, ontving hier een belangrijke<br />

les, die wij allen moeten leren: als wij door God<br />

gebru<strong>ik</strong>t worden en veel voor Hem mogen doen,<br />

dan is dat louter genade. De beweegredenen en de<br />

leiding van de Heilige Geest zijn dus belangrijk om<br />

de zekerheid te hebben, dat een geloofsstap slaagt,<br />

op welk gebied ook.<br />

Ik herinner mij hoe <strong>ik</strong> een keer een oliebrander<br />

nodig had voor een verwarmingsinstallatie. Ik had<br />

er in het geheel geen verstand van. De Heilige<br />

Geest heeft echter kennis van alle dingen. De<br />

verkoper had er twee staan. Eén zag er uit als<br />

nieuw, er waren twee meters op gemonteerd. De<br />

andere zag er oud uit, alsof hij reeds jaren gebru<strong>ik</strong>t<br />

was en had geen meters.<br />

De eerste kostte $ 50,-, de andere $ 22,-. De Geest<br />

zei duidelijk tot mij: “Neem die andere!” Mijn<br />

verstand echter beredeneerde het tegenovergestelde.<br />

Ook de verkoper zei, dat de eerste de beste was.<br />

Ik nam hem tenslotte. Hij was na een week defect<br />

en we zagen geen kans om hem te repareren.<br />

Volgens een vakman was het een verouderd model<br />

en er moest een nieuw onderdeel op, dat $ 20,kostte.<br />

Tot mijn verbazing gingen de meters er af en<br />

kwam er een nieuw onderdeel op, dat precies<br />

hetzelfde was als het onderdeel dat <strong>ik</strong> gezien had<br />

op die oude brander. Ik schaamde me en vroeg de<br />

63


Here om vergeving omdat <strong>ik</strong> niet opmerkzaam was<br />

geweest en had geluisterd naar Zijn stem.<br />

Hoe d<strong>ik</strong>wijls lijdt Gods kind geestelijk of materieel<br />

verlies, omdat hij niet luistert naar de Here. Ik weet<br />

dat ook mensen die buiten God leven dergelijke<br />

ervaringen hebben, met wat ze wel en wat ze niet<br />

moeten doen. Zij noemen dit misschien ‘iets<br />

aanvoelen’ of intuïtie. Dit is echter niet hetzelfde<br />

als de werking van de Heilige Geest.<br />

Laat <strong>ik</strong> teruggaan naar die makelaar in Long<br />

Island.<br />

Deze vroeg ons wat wij wensten. We vertelden<br />

hem precies wat we zochten. Toen hij ons vroeg<br />

welke prijs we dachten te besteden, zeiden we hem<br />

dat dit geen rol speelde; wèl de plaats, het huis, en<br />

hoe het was gelegen. Hij liet ons vele huizen zien,<br />

maar er was er niet één bij, waarvan wij konden<br />

zeggen:<br />

“Dit is het”, en waarbij de Geest ons aanwees dat<br />

God het ons zou geven.<br />

Na verloop van tijd vertelde de makelaar dat hij<br />

nog een huis wist in Springfield Garden, niet ver<br />

van het station. Het stond al geruime tijd leeg en het<br />

was behoorlijk groot. We voelden er ineens voor<br />

om het te gaan bezichtigen.<br />

Toen we daar aankwamen en het huis zagen,<br />

wisten we onmiddellijk: “Dit is het”. Het hele huis<br />

was met planken dichtgespijkerd om het tegen<br />

vandalen te beschermen, die er intussen toch al<br />

64<br />

aardig wat vernield hadden. Door een achterdeur<br />

kwamen we binnen, het was er st<strong>ik</strong>donker. We<br />

staken een lucifertje op en bij het schijnsel van het<br />

kleine vlammetje zagen we vaag iets van het<br />

interieur van het huis.<br />

De man keek vreemd op toen we hem zeiden dat<br />

we het wilden kopen en dat we het niet eens nader<br />

behoefden te bekijken, maar alleen graag wilden<br />

weten wat het kostte. Ik kon mij niet meer van het<br />

idee losmaken dat we het zouden krijgen. We<br />

deden een bod van $ 6000,-. Dit was belachelijk<br />

laag, maar de makelaar wilde dit toch met de<br />

eigenaars bespreken. Hij vroeg ons om $ 200,handgeld<br />

voor een voorlopig koopcontract. Ik<br />

vertelde hem, dat <strong>ik</strong> maar $ 25,- had en dat als<br />

aanbetaling op het voorschot van $ 200,- wilde<br />

betalen. Die eerste $ 25,- bracht in elk geval de<br />

molen in beweging.<br />

Enfin, om het verhaal kort te maken, <strong>ik</strong> ben blij te<br />

kunnen zeggen dat we het huis in bezit kregen voor<br />

nog geen $ 7000,- met een huurkoop betalingsregeling<br />

van ongeveer $ 85,- per maand. Nadat we het<br />

eigenhandig geheel opgeknapt hadden, vertegenwoordigde<br />

het destijds een bedrag van $ 25.000.<br />

Deze kwestie van de aankoop van het huis zou voor<br />

mij op zichzelf niet zo vermeldenswaard zijn<br />

geweest, als er niet een belangrijke persoonlijke<br />

ervaring aan verbonden was.<br />

Sommige mensen kunnen de weelde niet dragen<br />

65


wanneer ze iets van God ontvangen. Zo was het<br />

ook met mijn vriend. Hij wilde het huis, dat we<br />

samen hadden gekocht, dat op ons beider naam<br />

stond, en dat enorm in waarde was gestegen, alleen<br />

voor zichzelf bezitten.<br />

Daar het mijn bedoeling was weer zeereizen te<br />

maken, wist hij mij ertoe te bewegen mijn handtekening<br />

te zetten, zodat het huis geheel op zijn naam<br />

kwam te staan.<br />

Het ongelooflijke gebeurde! Toen <strong>ik</strong> namelijk<br />

mijn handtekening gezet had, werd <strong>ik</strong> eruit gezet.<br />

Ik was jong en onervaren in dit soort zaken en de<br />

Here onderwees mij. Ik heb nooit spijt gehad van<br />

deze proefondervindelijke ervaring, want later is<br />

het mij vaak ten dienste geweest, wanneer mensen<br />

mij met vrome praatjes wilden bedriegen.<br />

Ik mocht zelfs mijn persoonlijke eigendommen<br />

niet meenemen. De Here liet dit toe. O, natuurlijk<br />

had <strong>ik</strong> juridische stappen kunnen ondernemen en<br />

mijn recht kunnen laten gelden. Maar het was alsof<br />

de Here tot mij sprak: ìMij komt de wrake toe en<br />

de vergeldingî (Deuteronomium 32:35), en<br />

hetgeen we lezen in de Bergrede: ìSlaat iemand<br />

u op de wang, keer hem ook de andere toe,<br />

neemt iemand u uw mantel af, laat hem ook<br />

het hemd nemen. Vraagt iemand iets van u,<br />

geef het hem; neemt iemand het uwe, vraag<br />

het niet teru g î (Lucas 6:29,30).<br />

Ik weet dat het soms de grootste moeite kost in<br />

66<br />

zulke omstandigheden los te laten en het in geloof<br />

over te geven aan de opperste Rechter, die de<br />

schuldige geenszins onschuldig zal houden, want<br />

ìwat een mens zaait, zal hij oogstenî. De apostel<br />

Paulus zegt immers: ìZoekt nu de ene broeder<br />

recht tegen de andere, en dat bij de<br />

ongelovigen? Maar dan is de zaak voor u<br />

reeds geheel verloren, dat gij tegen elkander<br />

rechtszaken hebt. <strong>Waarom</strong> lijdt gij niet liever<br />

onrecht? <strong>Waarom</strong> laat gij u niet liever te kort<br />

doen?î (1 Corinthiërs 6: 6,7).<br />

Alles werd mij zonder reden ontnomen, maar dit<br />

was alleen om mij te louteren, want het geloof weet<br />

dat alles alleen kan gebeuren onder de toelating<br />

Gods. Ik moet echter zeggen, dat de Here mij<br />

veelvoudig heeft teruggegeven en <strong>ik</strong> heb door dit<br />

alles heen geleerd waar Paulus over spreekt: ìDie<br />

kopen, als zouden zij er niets van behouden;<br />

die van de wereld gebru<strong>ik</strong> maken, als zouden<br />

zij haar niet ten einde toe gebru<strong>ik</strong>en. Want het<br />

uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnenî<br />

(1 Corinthiërs 7:30,31).<br />

De natuurlijke mens klemt zich voortdurend vast<br />

aan aardse dingen, maar die uit God geboren is - de<br />

geestelijke mens - bedenkt de dingen die boven<br />

zijn. Voor hem zijn de onzichtbare dingen. Het<br />

geloof weet dat de onzichtbare dingen blijvend zijn<br />

en eeuwig. Om die reden verliet Abraham zijn<br />

huis, land en familie, ì want hij verwachtte de<br />

67


stad met fundamenten, waarvan God de<br />

ontwerper en bouwmeester isî (Hebreeën<br />

11:10).<br />

Ook van Mozes lees <strong>ik</strong> in Hebreeën 11:24 t/m 27:<br />

ìDoor het geloof heeft Mozes, volwassen<br />

geworden, geweigerd door te gaan voor een<br />

zoon van Faraoís dochter, maar hij heeft liever<br />

met het volk Gods kwaad verdragen, dan<br />

tijdelijk van de zonde te genieten; en hij heeft<br />

de smaad van <strong>Christus</strong> groter rijkdom geacht<br />

dan de schatten van Egypte, want hij hield de<br />

bl<strong>ik</strong> gericht op de vergelding. Door het geloof<br />

heeft hij Egypte verlaten, zonder de toorn des<br />

konings te duchten. Want hij bleef standvastig,<br />

als ziende de Onzienlijke î .<br />

Wij weten niet altijd waarom wij door bepaalde<br />

beproevingen heen moeten, maar de ware gelovige<br />

weet dat God geen fouten maakt en dat Hij soms<br />

dingen toelaat in ons leven die op dat moment<br />

misschien niet zo plezierig zijn.<br />

Wanneer wij echter door het geloof de proef<br />

waaraan God ons onderwerpt, doorstaan hebben,<br />

zullen wij als overwinnaars uit het vuur komen!<br />

Ik ben er mij voor honderd procent van bewust,<br />

dat wat de grootste waarde in Gods oog heeft, nog<br />

altijd een zondaar is die zich bekeert. Alles wat we<br />

bezitten, zetten we daarvoor in en we stellen het ten<br />

dienste van het Koninkrijk Gods tot redding van<br />

zondaren.<br />

68<br />

Psalm 91:<br />

1 Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten<br />

is gezeten, vernacht in de schaduw des<br />

Almachtigen.<br />

2 Ik zeg tot de Here: Mijn toevlucht en mijn<br />

vesting, mijn God, op wie <strong>ik</strong> vertrouw.<br />

3 Want Hij is het, die u redt van de str<strong>ik</strong> des<br />

volgevangers, van de verderfelijke pest.<br />

4 Met zijn vlerken beschermt Hij u, en onder<br />

zijn vleugelen vindt gij een toevlucht; zijn<br />

trouw is schild en pantser.<br />

5 Gij hebt niet te vrezen voor de verschr<strong>ik</strong>king<br />

van de nacht, voor de pijl, die des daags<br />

vliegt;<br />

6 voor de pest, die in het duister rondwaart,<br />

voor het verderf, dat op de middag vernielt.<br />

7 Al vallen er duizend aan uw zijde, en tienduizend<br />

aan uw rechterhand, tot u zal het niet<br />

genaken;<br />

8 slechts zult gij het met uw ogen aanschouwen,<br />

en de vergelding aan de goddelozen<br />

zien.<br />

9 Want Gij, o Here, zijt mijn toevlucht.<br />

10 De Allerhoogste hebt gij tot uw schutse gesteld;<br />

geen onheil zal u treffen,<br />

11 want Hij zal aangaande u zijn engelen<br />

gebieden, dat zij u behoeden op al uw<br />

wegen;<br />

12 op de handen zullen zij u dragen, opdat gij<br />

69


uw voet niet aan een steen stoot.<br />

13 Op leeuw en adder zult gij treden, jonge<br />

leeuw en slang zult gij vertrappen.<br />

14 Omdat hij Mij zeer bemint, zal Ik hem bevrijden;<br />

Ik zal hem beschutten, omdat hij mijn<br />

naam kent.<br />

15 Roept hij Mij aan, Ik zal hem antwoorden; Ik<br />

zal in de benauwdheid bij hem zijn, Ik zal<br />

hem uitredden en tot ere brengen.<br />

16 Met lengte van dagen zal Ik hem verzadigen,<br />

en Ik zal hem mijn heil doen zienî.<br />

HOOFDSTUK 7<br />

Onder Zijn vleugelen<br />

H oe heerlijk is het en wat een voorrecht, als je<br />

als christen tot de ontdekking bent gekomen<br />

dat de schuilplaats, waar Psalm 91 vers 1 over<br />

spreekt, Jezus is. (ìWie in de schuilplaats des<br />

Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de<br />

schaduw des Almachtigenî). Dat ook de andere<br />

verzen van deze psalm van kracht zijn voor ònze<br />

tijd, en niet alleen voor vroeger, heb <strong>ik</strong> herhaaldelijk<br />

mogen ervaren in tijden van oorlog en gevaren.<br />

Op een keer arriveerde <strong>ik</strong> tijdens de oorlog in<br />

Londen en aangezien het al laat was, nam <strong>ik</strong> mijn<br />

intrek in een groot pension. De beheerder vroeg<br />

mij de volgende morgen waar <strong>ik</strong> de hele nacht<br />

gebleven was. Ik vertelde hem dat <strong>ik</strong> geslapen had<br />

in mijn bed, al was het dan wel eens rumoerig<br />

geweest vanwege het luchtafweergeschut en de<br />

vijandelijke bombardementen.<br />

De man was vreselijk verwonderd en vertelde dat<br />

er ‘s nachts nooit iemand in huis bleef, maar dat<br />

iedereen naar de schuilkelder ging. Ik getuigde<br />

van Jezus en vertelde hem dat Hij te allen tijde mijn<br />

‘schuilkelder’ was.<br />

Hoe wonderbaar is de rust die er uitgaat van hen,<br />

die in Jezus blijven, want dit is het geheim van<br />

70 71


onze rust: het blijven in Jezus. Ds. Andrew Murray,<br />

Gereformeerd pred<strong>ik</strong>ant, schrijft daar zo mooi<br />

over in zijn boek “Blijf in <strong>Christus</strong>”.<br />

De oorlog bleef aanhouden en terwijl <strong>ik</strong> werkte in<br />

een van de drukste restaurants in Brooklyn, sprak<br />

God tot mijn hart om weer te gaan varen. Ik was<br />

niet in Amer<strong>ik</strong>a gebleven omdat <strong>ik</strong> bang was voor<br />

de oorlog en daarom wilde onderdu<strong>ik</strong>en, maar<br />

omdat de Here mij daar had gebracht en een plaats<br />

had gegeven om mij te beschermen en te behouden,<br />

zoals Hij Zijn dienstknechten verborg in tijden<br />

vanouds: Elia te Sarfath, Mozes in de woestijn en<br />

David in spelonken.<br />

Als God spreekt en ons Zijn wil openbaart en ons<br />

Zijn weg bekendmaakt, dan zal, vanaf dat moment,<br />

de wedergeboren christen geen vrede en rust meer<br />

hebben, tenzij hij de weg volgt, die God wil dat hij<br />

zal gaan. In Psalm 32:8 lezen wij dat de Here zegt:<br />

ìIk leer en onderwijs u aangaande de weg die<br />

gij gaan moet; Ik raad u; Mijn oog is op uî. Deze<br />

tekst heeft d<strong>ik</strong>wijls op bijzondere wijze tot mij<br />

gesproken. Ook de tekst: ìDoor de Here worden<br />

de schreden van de man bevestigd, aan<br />

wiens weg Hij welgevallen heeftî (Psalm 37:23).<br />

Voor vele mensen in mijn omgeving was <strong>ik</strong> een<br />

raadsel, want <strong>ik</strong> had - als Europeaan - gewoon een<br />

betrekking in Amer<strong>ik</strong>a, terwijl, zoals <strong>ik</strong> u reeds<br />

vertelde, de man, die naast mij werkte, een zoon in<br />

Europa aan het front had. Het was door mijn nauwe<br />

wandel met de Here dat <strong>ik</strong> mocht vertoeven in de<br />

schaduw van de Almachtige God.<br />

Maar nu wist <strong>ik</strong> dat <strong>ik</strong> gaan moest en dus zei <strong>ik</strong><br />

mijn betrekking op om weer een schip te gaan<br />

zoeken. Dit leverde geen problemen op. Het duurde<br />

niet lang of <strong>ik</strong> bevond mij als chefkok op een Noors<br />

schip, het s.s. ‘Solfon’, een tanker van ruim 20.000<br />

ton, die volgeladen was met vliegtuigbenzine,<br />

bestemd voor Londen, Engeland.<br />

Er waren genoeg andere schepen waaruit <strong>ik</strong> kon<br />

kiezen, maar het was alsof de Here mij juist op<br />

deze boot wilde hebben. Misschien ook wel omdat<br />

de duivel meende dat <strong>ik</strong> bevreesd was. Maar<br />

waarom zullen we bevreesd zijn als we weten in<br />

Gods weg te zijn en dat Hij, de Almachtige God,<br />

met ons is?<br />

Ik geloof dat enkele belevenissen op deze boot de<br />

moeite waard zijn om te vertellen. Hoewel <strong>ik</strong> de<br />

Amer<strong>ik</strong>aanse en Hollandse keuken goed kende,<br />

wist <strong>ik</strong> totaal niets van de Noorse keuken af. Maar<br />

<strong>ik</strong> wist dat de Here mij dit schip gegeven had. Wat<br />

is het heerlijk dat wij in zulke omstandigheden<br />

door het geloof met de apostel Paulus kunnen<br />

zeggen: ìIk vermag alle dingen in <strong>Christus</strong>, die<br />

mij kracht geeftî (Filippenzen 4:13). Door<br />

onvoorziene omstandigheden was de chefkok,<br />

wiens plaats <strong>ik</strong> moest innemen, niet afgemonsterd<br />

en hij bleef tot Engeland aan boord. Ik zag hierin<br />

weer de goede hand des Heren, die met mij was;<br />

72 73


Hij had het besch<strong>ik</strong>t dat deze man mij kon inwerken.<br />

Noorse zeelui staan bekend als behoorlijke<br />

drinkers. Het was dan ook niet vreemd, dat mijn<br />

tweede kok ‘s morgens heel vroeg al dronken in de<br />

kombuis kwam. Het was niet ongewoon als hij<br />

voor het ontbijt een halve liter jenever dronk. Op<br />

een keer miste <strong>ik</strong> uit mijn keuken twee dozijn<br />

flesjes citroenextract op alcoholbasis. De zucht<br />

naar drank was zó groot, dat hij alles dronk waar<br />

maar enige alcohol in zat.<br />

Toen we in de buurt van Engeland kwamen,<br />

kregen we bericht dat er du<strong>ik</strong>boten in onze omgeving<br />

waren. We kwamen in een d<strong>ik</strong>ke mist terecht<br />

en de kapitein gaf bevel de motoren stop te zetten.<br />

Hoewel mist in de omgeving van Engeland niet<br />

ongewoon is, was deze zware mist zonder twijfel<br />

een wonder van God.<br />

Nog nooit waren er du<strong>ik</strong>boten zó dichtbij ons<br />

schip geweest! Wij lagen daar met een zeer<br />

brandbare lading. Eén torpedo of bom zou het hele<br />

schip in lichtelaaie kunnen zetten. Ik bevond mij<br />

juist op dat moment op de brug, wat <strong>ik</strong> meer deed<br />

in mijn vrije tijd, en onwillekeurig keek <strong>ik</strong> over de<br />

reling, of <strong>ik</strong> hier of daar een periscoop kon ontdekken.<br />

Onderwijl had <strong>ik</strong> een gesprek met de kapitein<br />

en deze man bleek gelovig te zijn. Ik vroeg hem of<br />

hij geloofde dat God machtig was om ons te<br />

bewaren, waarop <strong>ik</strong> een positief antwoord kreeg.<br />

Wat heerlijk is het als je onder alle omstandigheden<br />

74<br />

rust en vrede in je hart hebt. Ik was nimmer<br />

bevreesd. Bijna alle bemanningsleden sliepen met<br />

al hun kleding aan en de meesten van hen hadden<br />

ook nog hun zwemvest aan. Sommigen sliepen<br />

zelfs op het sloependek. Ik sliep altijd in mijn<br />

pyjama en had alleen aan het einde van mijn bed<br />

een tas met al mijn papieren en mijn zwemvest. Ik<br />

kon niet anders geloven dan dat God mij tijd zou<br />

geven in geval van nood.<br />

Ik ging op mijn knieën en dankte God voor Zijn<br />

wonderbare hand. Ik heb altijd rustig geslapen tot<br />

op de dag van vandaag. Sommige mensen nemen<br />

het mij weleens kwalijk dat <strong>ik</strong> geloofde dat God<br />

mij als een enkeling behoedde en bewaarde, en<br />

zelfs een schip zou sparen voor één man. God<br />

wachtte met de verdelging van Sodom en Gomorra,<br />

totdat Lot de stad verlaten had, want Lot had<br />

Abraham als voorbidder. En <strong>ik</strong> heb <strong>Christus</strong>, die<br />

voor mij bidt. (Hebr. 4:14,15,16).<br />

Een dag voordat we in Londen arriveerden, brak<br />

de nooit te vergeten V-dag uit. Dit betekende<br />

echter niet dat de gevaren voor de scheepvaart<br />

voorbij waren. Nog menig schip is na die dag op<br />

een mijn gelopen.<br />

MIJN CONTACT MET<br />

REV. WILSON ESTES<br />

Zes maanden heb <strong>ik</strong> op dit Noorse schip gevaren,<br />

gewoonlijk tussen de Golf van Mexico en Schot-<br />

75


land. Als <strong>ik</strong> in Texas was, bezocht <strong>ik</strong> daar de<br />

Pinkstergemeente. Nooit zal <strong>ik</strong> mijn eerste<br />

ontmoeting met Rev. G.W. Estes vergeten, in de<br />

stad Galverston. Hij was voorganger van een<br />

Pinkstergemeente. In een telefoonboek had <strong>ik</strong> het<br />

adres van het kerkgebouw gevonden.<br />

Terwijl de meeste bemanningsleden het zochten<br />

in drank, vrouwen en dansen, ging mijn hart uit<br />

naar de gemeenschap met hen, die de levende God<br />

liefhebben en dienen.<br />

De voorganger kwam naar me toe en vroeg me<br />

wie <strong>ik</strong> was en waar <strong>ik</strong> vandaan kwam en van welke<br />

kerk <strong>ik</strong> was. Hij was heel vriendelijk en had blijkbaar<br />

nog nooit een Hollander in zijn samenkomst<br />

gehad. Op een gegeven moment hoorde <strong>ik</strong> hem<br />

zeggen dat hij blij was een ‘Dutch brother’<br />

(Hollandse broeder) in hun midden te hebben en<br />

hij vroeg me of <strong>ik</strong> een getuigenis wilde geven. Ik<br />

deed het graag en met een hart vol liefde; de<br />

zalving van Gods Geest was op mij. Waarschijnlijk<br />

kwam dit ook omdat <strong>ik</strong> mij aan boord altijd tussen<br />

levende doden bevond.<br />

Na het gezamenlijk zingen van een lied, vroeg de<br />

voorganger plotseling hoeveel mensen graag de<br />

‘Dutch brother’ zouden willen horen zingen. Alle<br />

handen gingen omhoog en wat kon <strong>ik</strong> anders doen<br />

dan naar voren gaan en zingen. Mijn hart klopte<br />

sneller dan anders, maar <strong>ik</strong> moest, of <strong>ik</strong> wilde of<br />

niet.<br />

76<br />

Hoe wonderbaar dat God op zo’n moment een<br />

lied in je hart geeft. Een lied, gezongen onder de<br />

leiding en de zalving van de Heilige Geest, is nog<br />

iets anders dan gewoon zingen. Ik weet nog goed<br />

dat het lied dat <strong>ik</strong> daar voor het eerst zong was:<br />

“Where He leads I will follow” (waar Hij leidt,<br />

daar wil <strong>ik</strong> volgen). Ik was erg dankbaar dat de<br />

Here mij er zo doorheen hielp, maar groot was<br />

mijn schr<strong>ik</strong>, toen aan het einde van de dienst de<br />

voorganger plotseling vroeg: “Wie wil de Hollander<br />

nòg een lied horen zingen?” Weer gingen alle<br />

handen omhoog. Maar na de dienst kreeg <strong>ik</strong> de<br />

schr<strong>ik</strong> van mijn leven, want Rev. Wilson Estes<br />

vroeg mij of <strong>ik</strong> de volgende week een lied wilde<br />

zingen voor de radio. Hoe kon <strong>ik</strong> “nee” zeggen bij<br />

zo’n gelegenheid, om de mensen met een lied te<br />

mogen bere<strong>ik</strong>en voor Jezus! Het lied dat <strong>ik</strong> voor de<br />

radio zong, was wel een van mijn lievelingsliederen:<br />

“His eye is on the sparrow” (Zijn oog is op de<br />

musjes). De voorganger maakte meteen van de<br />

gelegenheid gebru<strong>ik</strong> om aan te kondigen dat degene<br />

die dat lied zong, uit Holland kwam en ‘s avonds<br />

in de dienst nog eens zou zingen. ‘s Avonds zag<br />

men vele nieuwe gezichten in de dienst. Ik ben<br />

deze broeder nog altijd dankbaar voor deze<br />

onverwachte, flinke duw die hij mij gaf. Sindsdien<br />

heb <strong>ik</strong> d<strong>ik</strong>wijls in het openbaar gezongen tot eer en<br />

glorie van Zijn Naam!<br />

De grote fout die voorgaande broeders vandaag<br />

77


aan de dag maken is, dat zij jongeren of anderen<br />

geen gelegenheid geven zich geestelijk te<br />

ontplooien. Men is bevreesd voor flaters die<br />

gemaakt kunnen worden, bevreesd voor bezoekers,<br />

die het er niet mee eens zouden kunnen zijn. Misschien<br />

is men ook wel bevreesd voor zichzelf,<br />

omdat, hoe vreemd het ook klinkt, het hart jaloers<br />

is. Daarom ook kon Saul een man zoals David, op<br />

wie de Geest des Heren rustte, niet verdragen.<br />

D<strong>ik</strong>wijls heb <strong>ik</strong> zelf ervaren, dat voorgaande<br />

broeders mij niet konden verdragen, omdat de<br />

Geest Gods op mij rustte. Ik weet en begrijp wat<br />

bijvoorbeeld Jozef en David doorgemaakt moeten<br />

hebben; Jezus Zelf heeft echter nog veel meer dan<br />

dat moeten doormaken.<br />

Het geloof weet dat ìalle dingen medewerken<br />

ten goede voor hen die God liefhebbenî<br />

Rom. 8:28. Het zal wel voor ons bestwil zijn, maar<br />

ten nadele van hen die bevreesd en jaloers zijn.<br />

LEIDING VAN GOD<br />

Op weg naar Glasgow, kregen we bericht dat er<br />

een hele nieuwe bemanning uit Noorwegen naar<br />

Glasgow zou komen en dat wij allemaal van het<br />

schip af moesten. Het vreemde was, dat <strong>ik</strong> me maar<br />

niet kon voorstellen dat <strong>ik</strong> er in Glasgow af zou<br />

moeten gaan.<br />

Zowel de hofmeester als de kapitein kwamen het<br />

78<br />

me aanzeggen. We zouden voor zes weken voor<br />

reparatie in Glasgow blijven. Iedereen had zijn<br />

koffers reeds gepakt, behalve <strong>ik</strong>. De Geest zei me<br />

duidelijk dat <strong>ik</strong> in Amer<strong>ik</strong>a het schip zou verlaten.<br />

Toen we met het oog op het afmonsteren allemaal<br />

naar de immigratiedienst moesten gaan, kreeg <strong>ik</strong><br />

tot verbazing van de kapitein en de hofmeester te<br />

horen dat één bemanningslid geen toestemming<br />

had om af te monsteren en dat was <strong>ik</strong>, de enige<br />

Hollander aan boord. Ik was in New York aan<br />

boord gekomen en ze moesten me ook weer<br />

terugbrengen naar de V.S.<br />

Toen de tweede kok, die zo vreselijk dronk,<br />

afscheid kwam nemen, kon hij niet nalaten zijn<br />

verbazing uit te spreken dat hij mij nooit één keer<br />

had horen vloeken. Dat <strong>ik</strong> niet dronk, of naar<br />

publieke vrouwen ging, vond hij al erg vreemd,<br />

maar dat <strong>ik</strong> niet vloekte was wel helemaal buitengewoon.<br />

Hieruit zien we hoe de wereld op ons let en<br />

hoe men ons in de gaten houdt.<br />

Deze keer gingen we met een geheel nieuwe<br />

bemanning naar Houston in Texas, waar <strong>ik</strong> zonder<br />

moeite afmonsterde en een paar heerlijke weken<br />

ging logeren bij mijn vriend en broeder in <strong>Christus</strong>,<br />

Ds. Wilson Estes in Galverston, dat daar vlakbij<br />

ligt. Vandaar ging <strong>ik</strong> na mijn vakantie met de bus<br />

weer naar New York om weer met een schip naar<br />

Bremen te vertrekken.<br />

Het was ditmaal een Amer<strong>ik</strong>aans Libertyschip<br />

79


dat ook troepen had vervoerd. Mijn functie was<br />

weer die van chefkok en we hadden een enorme<br />

voorraad proviand aan boord. De vrieskasten waren<br />

stampvol en puilden uit.<br />

Het eerste wat <strong>ik</strong> in Bremen deed, was mijn broeders<br />

in <strong>Christus</strong> opzoeken. Dat was niet eenvoudig,<br />

maar <strong>ik</strong> vond toch een Volle Evangelie Gemeente.<br />

De mensen bevonden zich in grote nood en hadden<br />

hongerige magen. Ik had de kapitein toestemming<br />

gevraagd om wat voedsel voor mijn vrienden mee<br />

te nemen. Deze toestemming kreeg <strong>ik</strong> op eigen risico,<br />

daar het schip gehuurd was door de Amer<strong>ik</strong>aanse<br />

regering.<br />

Toen <strong>ik</strong> bij die mensen aankwam met eieren,<br />

spek, bloem, roomboter, twee geslachte kippen,<br />

witbrood en heerlijke koffie, konden zij hun tranen<br />

niet bedwingen. Maar zakdoeken om hun tranen af<br />

te drogen hadden ze niet eens. Het ontroerde hen<br />

dat <strong>ik</strong>, als Hollander, wiens land zoveel ellende<br />

van de Duitsers had doorstaan, een overvloed aan<br />

eten voor hen meebracht.<br />

Wat is het wonderbaar als je de Geest van <strong>Christus</strong><br />

bezit. Dan is er geen plaats voor haat en dan weet<br />

je dat met de Heilige Geest vervulde Duitsers<br />

anders zijn dan degenen die vervuld waren met de<br />

geest van Hitler, d.i. de geest van de antichrist die<br />

in de wereld is. Hoe anders zou de jeugd van<br />

Duitsland geweest zijn als hen de levende,<br />

liefdevolle <strong>Christus</strong> was gepred<strong>ik</strong>t. Alle avonden<br />

80<br />

had <strong>ik</strong> eten meegenomen voor Zijn gemeente. Zegt<br />

de Here niet: ìIn zoverre gij dit aan ÈÈn van<br />

deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt<br />

gij het Mij gedaan?î (Matthéüs 25:40).<br />

Eén ding zal <strong>ik</strong> nooit vergeten! Hoewel <strong>ik</strong> avond<br />

aan avond dozen met eten had meegenomen, werd<br />

<strong>ik</strong> op een avond door de Geest Gods geleid om nu<br />

niets mee te nemen. De tweede kok die mij elke<br />

avond had geholpen om het een en ander te dragen,<br />

vroeg me of hij ook een klein pakje mee mocht<br />

nemen voor zijn z.g. vriendinnetje. Ik vertelde<br />

hem dat hij het kon doen, echter op eigen risico.<br />

Dus had <strong>ik</strong> die avond niets bij me en hij had een<br />

klein pakje, in verhouding met hetgeen <strong>ik</strong> altijd<br />

meenam. Deze keer werden we echter door een<br />

hoge Amer<strong>ik</strong>aanse officier aangehouden bij de<br />

poort en de kok kreeg een zware berisping. Hij<br />

moest alles terugbrengen naar het schip. Ik hoor<br />

hem nog zeggen: “Kan je dat nu begrijpen?” Ik<br />

wist toen waarom <strong>ik</strong> niets moest meenemen van de<br />

overvloed die we aan boord hadden.<br />

De naam van de voorganger van die Duitse gemeente<br />

was Hermann Dunst, en zijn leven lang<br />

noemde hij mij de goede, uitreddende engel, die<br />

God gebru<strong>ik</strong>te en tot hen zond.<br />

Nu de oorlog voorbij was, wilde <strong>ik</strong> toch weleens<br />

terug naar mijn familie en vrienden in Holland en<br />

om te zien wat er van Rotterdam was overgebleven.<br />

Terug in New York deed <strong>ik</strong> dus mijn best om een<br />

81


oot naar Nederland te krijgen, maar dat lukte niet<br />

erg. Plotseling begreep <strong>ik</strong> iets en <strong>ik</strong> zei tot God:<br />

“Heer, als U wilt dat <strong>ik</strong> terugga naar Holland, dan<br />

zal <strong>ik</strong> gaan, maar als U wilt dat <strong>ik</strong> naar China ga of<br />

naar welke plek ter wereld ook, dan zal <strong>ik</strong> gaan.<br />

Waar Gij leidt, daar wil <strong>ik</strong> volgen!”<br />

Toen <strong>ik</strong> de volgende morgen bij het scheepskantoor<br />

kwam, had de ambtenaar daar een lange lijst<br />

van schepen, die naar alle uithoeken van de wereld<br />

gingen. Hij gleed met z’n vinger over de lijst en<br />

stopte bij het s.s. “Joseph Story”.<br />

Hij vroeg me: “Wil je deze boot nemen? Die gaat<br />

naar Rotterdam!”<br />

Heel gewoon zei <strong>ik</strong>: “Dat is okay”. Maar m’n hart<br />

sprong in mij op van blijdschap en <strong>ik</strong> zei: “Thank<br />

You, Lord! Thank You!”<br />

De toestand vlak na de oorlog was nog niet erg<br />

rooskleurig. In New York had <strong>ik</strong> veel dingen gekocht<br />

voor mijn vrienden en familieleden. Ook<br />

ging <strong>ik</strong> naar de kapitein en vroeg hem of het goed<br />

was dat <strong>ik</strong> wat eten meenam. Ik kreeg ten antwoord:<br />

“Als je het schip maar achterlaat!”<br />

We hadden een enorme voorraad. Samen met de<br />

hofmeester hielden we toen een beetje opruiming.<br />

Een groot aantal bl<strong>ik</strong>ken met prima varkensvlees,<br />

dat de Amer<strong>ik</strong>anen niet wilden eten, omdat het te<br />

vet was. Een paar grote emmers, elk van + 50 kg<br />

gesmolten niervet noemden ze ‘wagensmeer’.<br />

Maar wat een weelde was een pondje vet in die<br />

dagen! Er stonden 36 bl<strong>ik</strong>ken van 4½ liter melkpoeder<br />

van eerste kwaliteit klaar alsof de Here ze voor<br />

mij bewaard had. Deze bl<strong>ik</strong>ken waren afgekeurd,<br />

eenvoudig omdat de Amer<strong>ik</strong>anen geen melkpoeder<br />

meer wensten te gebru<strong>ik</strong>en, maar alleen verse of<br />

geëvaporeerde, volle melk.<br />

Ik heb dit geschreven omdat <strong>ik</strong> zo d<strong>ik</strong>wijls heb<br />

mogen ervaren dat God de harten neigt, zoals Hij<br />

het hart van de koning neigde voor Nehemia, die<br />

ook hofmeester was (Nehemia 2). Het wandelen<br />

met God is een leven dat zó volkomen anders is<br />

dan het leven zonder God.<br />

In Rotterdam bleven we nog geen 24 uur liggen<br />

(wel wat kort na een afwezigheid van bijna 6 jaar)<br />

en het was goed om mijn gehele familie gezond en<br />

wel terug te zien. De meesten woonden in het<br />

gebombardeerde Rotterdam.<br />

Ik vond het een voorrecht om vele geloofsgenoten<br />

iets te kunnen geven van wat ze in de oorlog zo<br />

gemist hadden. De Bijbel zegt: ìLaten wij dus,<br />

daar wij de gelegenheid hebben, doen wat<br />

goed is voor allen, maar inzonderheid voor<br />

onze geloofsgenotenî (Galaten 6:10).<br />

82 83


HOOFDSTUK 8<br />

Johan <strong>Maasbach</strong><br />

in de gevangenis<br />

Ik liep met een eigenaardige gedachte rond. Ik<br />

wilde namelijk eens het leven in een gevangenis<br />

van dichtbij meemaken. Het is echter niet eenvoudig<br />

om zonder een misdaad te plegen, kostganger van<br />

de Staat te worden. Ik hoorde echter dat Ellis<br />

Island in New York vol was. Dit is een plaats waar<br />

ongewenste vreemdelingen worden gedetineerd;<br />

mensen die bijvoorbeeld geen visum hebben, of<br />

die gedeporteerd moeten worden, komen hier<br />

terecht. Ook zeelieden, die bijvoorbeeld illegaal in<br />

Amer<strong>ik</strong>a zijn en opgep<strong>ik</strong>t worden, worden zonder<br />

pardon daarheen gebracht.<br />

Op zekere dag nam <strong>ik</strong> mijn koffer en vertrok naar<br />

Philadelphia in Pennsylvania. Ik stapte het immigratiekantoor<br />

binnen en vroeg de man of hij me<br />

wilde inrekenen, daar <strong>ik</strong> langer in Amer<strong>ik</strong>a was<br />

dan mijn verblijfsvergunning toestond en <strong>ik</strong><br />

zodoende illegaal in Amer<strong>ik</strong>a verbleef. Als <strong>ik</strong> ooit<br />

iemand vreemd zag opkijken, dan was het wel<br />

deze ambtenaar.<br />

Hij zei me dat <strong>ik</strong> dan voorlopig in de stadsgevangenis<br />

opgesloten zou worden en dat <strong>ik</strong> beter een schip<br />

kon opzoeken. Het viel niet mee om hem te<br />

overtuigen dat <strong>ik</strong> liever opgesloten wenste te wor-<br />

den dan een schip te zoeken. Hij stelde me voor om<br />

er eerst maar een nachtje over te gaan slapen en<br />

naar een scheepvaartmaatschappij te gaan.<br />

Dat deed <strong>ik</strong> en <strong>ik</strong> sliep die nacht nog in een hotel.<br />

De volgende morgen ging <strong>ik</strong> naar de maatschappij<br />

maar ze hadden niets voor mij. Ik keerde terug met<br />

mijn koffer en vertelde de ambtenaar dat <strong>ik</strong> geen<br />

schip kon krijgen en vroeg of hij alsjeblieft de wet<br />

wilde toepassen, waarvoor hij tenslotte door de<br />

Staat betaald werd.<br />

Na een telefoontje kwamen er twee rechercheurs.<br />

De één liep voor me uit en de ander achter mij aan.<br />

Het ‘apparaat’ was in werking. De grote, ouderwetse<br />

gevangenisdeuren gingen open en werden achter<br />

mij gesloten. Mijn koffer moest <strong>ik</strong> afgeven en <strong>ik</strong><br />

werd volledig gefouilleerd en mijn vingerafdrukken<br />

werden genomen. Ik werd niet anders dan als een<br />

nummer behandeld. Het grappige was, dat de<br />

gevangenisbewaarders ook niet wisten wat voor<br />

soort misdadiger <strong>ik</strong> was.<br />

Ik ging een oude cel in waar een bed stond, een<br />

tafel en een stoel. Er was een kale betonnen vloer,<br />

witgekalkte muren en een kale W.C. Met een klap<br />

sloeg de zware gevlochten smeedijzeren deur dicht<br />

en de cipier deed er een groot, ouderwets, ijzeren<br />

hangslot op en verdween.<br />

Het was voor mij een nieuwe, vreemde gewaarwording<br />

waarvan <strong>ik</strong> echter geen spijt had. Ik wist<br />

toen ook nog niet, dat <strong>ik</strong> bijna drie maanden achter<br />

de tralies zou zitten.<br />

84 85


Aangezien <strong>ik</strong> geen ervaring had in dit soort ‘huisvesting’,<br />

moest <strong>ik</strong> maar afwachten hoe het dagelijks<br />

programma zou zijn. ‘s Morgens vroeg werden we<br />

door de luidsprekers gewekt met trompetgeschal,<br />

waarna door dezelfde luidsprekers radiomuziek<br />

ten gehore werd gebracht.<br />

De gevangenis bestond uit drie verdiepingen.<br />

Alle celdeuren kwamen uit op de veranda’s die<br />

binnenin langs de muren en deuren liepen. In het<br />

midden was een open plaats. Op gezette tijden<br />

kwam de cipier de deuren openen en mochten we<br />

op de veranda’s, tot het fluitje ging om beneden<br />

aan te treden en gezamenlijk naar de eetzaal te<br />

gaan. Het ging er op dezelfde wijze toe als in een<br />

cafetaria en <strong>ik</strong> zal nooit vergeten hoe de koffie<br />

smaakte. De eerste keer was ze bijna niet te drinken.<br />

Maar <strong>ik</strong> zag hoe alle andere gevangenen hun<br />

bekertje met koffie ledigden en dus dacht <strong>ik</strong> dat het<br />

beter was om mij maar ineens aan te passen en te<br />

eten en te drinken wat zij aten en dronken.<br />

Op bepaalde tijden van de dag mochten we in de<br />

ruimte, waar de veranda’s waren, vrij rondlopen.<br />

We mochten alleen niet samenscholen. Ik wandelde<br />

dus maar heen en weer en sprak met die en gene.<br />

Van deze gelegenheid maakte <strong>ik</strong> gebru<strong>ik</strong> om persoonlijk<br />

contact te hebben met de delinquenten.<br />

Mijn buurman uit de cel naast mij was een klein,<br />

gezet mannetje en van geboorte een Duitser. Al<br />

spoedig vertelde hij mij zijn hele verhaal. Hij was<br />

86<br />

een bankrover en had verschillende malen een<br />

bank beroofd en tijdens een bankroof bijna een<br />

bankemployée vermoord. Hij had 10 jaar gevangenisstraf<br />

gekregen en was er, gezien zijn misdaden,<br />

goedkoop vanaf gekomen.<br />

Hij vertelde mij steeds hoe goed hij was en dat hij<br />

mensen die in moeilijkheden zaten, altijd had<br />

geholpen, d.w.z. van het gestolen geld! Hij was<br />

geen goedkope dief en stal nooit van arme mensen,<br />

want dat vond hij erg laf. Hij zag geen kwaad in het<br />

beroven van banken, want niemand zou er een<br />

boterham meer of minder om eten.<br />

De rechter die hem veroordeeld had, was niet zo<br />

goed, redeneerde hij. Er was geen spoor van berouw<br />

bij deze man over zijn misdaden. Integendeel, hij<br />

liet mij een tekening zien, een ontwerp voor een<br />

kippenfarm, die hij wilde gaan exploiteren in Zuid-<br />

Afr<strong>ik</strong>a, zodra hij vrij zou komen. Dit zou hij doen<br />

met het geld van een nieuwe bankroof en daarná<br />

wilde hij als een net man gaan leven. Wat een<br />

verwarde gedachtengang! Voor het geloof in<br />

<strong>Christus</strong> was hij totaal onbere<strong>ik</strong>baar.<br />

Anders was het gesteld met een man van 42 jaar,<br />

die gehoord had dat <strong>ik</strong> een Hollander was. Hij<br />

kwam naar mij toe en sprak mij aan, half in het<br />

Nederlands en half in het Amer<strong>ik</strong>aans. Hij was van<br />

geboorte Nederlander en zat reeds 20 jaar in de<br />

gevangenis. Uit een zware strafgevangenis was hij<br />

overgeplaatst naar deze gevangenis en het einde<br />

87


van zijn strafperiode was nu in zicht.<br />

Hij vertelde mij hoe hij bij een worsteling om te<br />

ontkomen een man had doodgeslagen en door een<br />

ander was verraden. Hij had veel misdaden op zijn<br />

kerfstok en was bij elkaar tot wel 80 jaar<br />

gevangenisstraf veroordeeld.<br />

Toen hij 3 jaar in de gevangenis zat, ontmoette hij<br />

een evangelist en deze misdadiger kwam tot<br />

bekering. De evangelist had hem verteld dat, als<br />

hij zou breken met de gangsterbende, de<br />

onderwereld, hij erop kon rekenen, dat hij binnen<br />

20 jaar als vrij man op straat zou staan. Sommige<br />

van deze misdadigers houden steeds contact met<br />

hun bende om op zekere dag weer een ontsnapping<br />

te wagen.<br />

Wij hebben te zamen in mijn cel heerlijke evangelieliederen<br />

gezongen en samen gebeden. Hij<br />

vertelde mij dat hij nog maar twee weken hoefde te<br />

zitten en dat de rest van de straf hem was<br />

kwijtgescholden op voorwaarde dat hij naar Nederland<br />

zou worden gedeporteerd. Hij zei mij dat hij<br />

zich een vrij man voelde tegenover God en mensen.<br />

Ten eerste, omdat hij voor zijn misdaden 20 jaar<br />

van zijn leven had geboet tegenover de mensheid,<br />

en ten tweede, omdat <strong>Christus</strong> voor zijn zonden<br />

tegenover God had geboet.<br />

Een andere man met wie <strong>ik</strong> d<strong>ik</strong>wijls sprak en die<br />

<strong>ik</strong> probeerde te overtuigen dat hij een zondaar was,<br />

was veroordeeld tot 9 jaar. Tijdens een vechtpartij<br />

88<br />

in een café had hij met een bierfles twee mannen<br />

doodgeslagen, terwijl hij zich verdedigde. Over<br />

zijn slachtoffers sprak hij nooit, maar wel zei hij<br />

me dat de rechter niet goed was. D<strong>ik</strong>wijls heb <strong>ik</strong><br />

dat daar moeten horen en als je ze had moeten<br />

geloven, dan zaten ze allemaal volkomen<br />

onschuldig in de gevangenis.<br />

‘s Zondags was er een kerkdienst in de kleine<br />

kapel. Vanzelfsprekend ging <strong>ik</strong> daar altijd heen en<br />

<strong>ik</strong> maakte kennis met de groep die daar evangelisatiearbeid<br />

verrichtte. Ik observeerde dan de gevangenen<br />

en ontdekte al gauw dat als ze hoorden dat er<br />

een vrouw bij die groep was, ze allemaal naar de<br />

kapel gingen, niet uit een of ander verlangen naar<br />

de dienst, maar om naar de vrouwen te kijken.<br />

De tijd dat <strong>ik</strong> niet uit mijn cel mocht, bracht <strong>ik</strong><br />

overwegend door met bijbellezen en het zoeken<br />

naar gemeenschap met God. Als ze mij vroegen<br />

waarom <strong>ik</strong> moest zitten, vertelde <strong>ik</strong> hen, dat mijn<br />

zaak nog voor moest komen en dat <strong>ik</strong> nergens over<br />

kon spreken voordat dit gebeurd was. Ik wilde niet<br />

liegen, maar <strong>ik</strong> wilde ze doen geloven dat <strong>ik</strong> één<br />

van hen was, zodat ze geheel vertrouwelijk met<br />

mij zouden omgaan en spreken.<br />

Nooit ben <strong>ik</strong> die ene gevangene vergeten. Hij was<br />

dokter (een medicus). Hij had met medicijnen<br />

geknoeid en 1 jaar gekregen. Hij zat verschr<strong>ik</strong>kelijk<br />

over zijn familie in en zat helemaal in de put. Ik<br />

vertelde hem over het geloof in <strong>Christus</strong> en zei<br />

89


hem, dat als hij zich zou bekeren en in God zou<br />

geloven, God, de Almachtige, hem uit al zijn<br />

moeilijkheden zou helpen.<br />

Zijn ogen fonkelden van blijdschap, toen er weer<br />

hoop in zijn hart begon te branden. Ik kan mij zo<br />

voorstellen wat het voor zulke mensen moet zijn<br />

als men geen houvast heeft aan het Evangelie.<br />

Ook zat <strong>ik</strong> daar tijdens de kerstdagen en <strong>ik</strong> was<br />

blij dat <strong>ik</strong> tijdens deze dagen het gevangenisleven<br />

kon meemaken. Het grote verschil is echter dat <strong>ik</strong>,<br />

hoewel <strong>ik</strong> in de gevangenis zat, een vrij en blij man<br />

was en hoeveel mensen buiten de gevangenisdeuren<br />

zaten gevangen en waren niet vrij en blij? Gezegd<br />

moet worden dat de kerstmaaltijd op z’n Amer<strong>ik</strong>aans<br />

een waar overvloedig kerstdiner was.<br />

In de gevangenis kreeg <strong>ik</strong> van een vriend het<br />

bericht dat mijn vader overleden was. Ik leerde<br />

toen ook begrijpen wat het voor velen moet<br />

betekenen om in zulke omstandigheden gevangen<br />

te zitten en niet in staat bij de familie te zijn.<br />

Mijn vader was een godzalig man, die, hoewel hij<br />

helemaal niet in een christelijk gezin was grootgebracht,<br />

een ontmoeting met God had, op een open<br />

veld, toen hij nog een jongen van 12 jaar was.<br />

Hij had ons altijd verteld dat hij niet ziek behoefde<br />

te zijn om te sterven, maar alleen, “pffft”, de laatste<br />

adem zou uitblazen. Het gebeurde zo en hem<br />

geschiedde naar zijn geloof. Toen hij aan tafel zat<br />

en mijn moeder het “Soli Deo Gloria” speelde op<br />

het oude traporgel, hoorde ze plotseling achter<br />

zich iets, alsof iemand iets in zijn keel had. Ze<br />

draaide zich om en zag nog net dat vader aan tafel<br />

zijn laatste adem uitblies.<br />

Wij hadden ons nooit kunnen voorstellen hoe<br />

moeder het zou kunnen verwerken als vader nog<br />

eens weggenomen zou worden. Vanzelfsprekend<br />

was ze erg geschokt, maar toen vader opgebaard<br />

lag in de rouwkamer en ze haar hand door zijn<br />

witte haar streek, schrok ze even en dacht: “Hoe<br />

dwaas van me om over het bontje van zijn reiskleed<br />

te aaien. Hij is hier niet meer. Dit is slechts zijn<br />

reiskleed”. Vanaf dat moment was hij in haar ogen<br />

niet meer dood, maar wist ze dat zijn geest tot God<br />

was teruggekeerd en haar was voorgegaan. Deze<br />

dingen hoorde <strong>ik</strong> later van mijn broers en zusters.<br />

Wat een vreemde gedachte dat er zoveel mensen<br />

zijn die denken dat zij eerst ziek moeten zijn om te<br />

sterven. Misschien is dat de reden waarom zovelen<br />

ziek worden. Hun wordt gedaan naar hun geloof -<br />

ofwel, naar hun onwetendheid! Wat is het heerlijk<br />

als we met God leven; want mijn vader had juist<br />

alles geregeld om met mijn moeder samen een reis<br />

naar Amer<strong>ik</strong>a te gaan maken. Alles had hij<br />

overgedragen aan mijn jongste broer, niet wetende<br />

dat God hem toebereidde om afscheid te nemen<br />

voor de grote reis naar zijn hemels Tehuis.<br />

Ik geloof dat de mensen die met God wandelen,<br />

de dagen van hun leven vervullen, die God hen hier<br />

90 91


op aarde heeft toebedeeld. Hoe d<strong>ik</strong>wijls lezen we<br />

in de Bijbel dat de ouders voor hun sterven hun<br />

kinderen zegenden en dan ontsliepen.<br />

Niet lang daarna kreeg <strong>ik</strong> bericht dat er voor mij<br />

een schip in New York was, dat via Saint John, Canada,<br />

naar Amsterdam ging. De grote wonderen<br />

die God tijdens deze reis deed, zijn mij altijd heel<br />

goed bijgebleven.<br />

Hoewel <strong>ik</strong> mijzelf niet als een gevangene beschouwde,<br />

iemand die van zijn vrijheid beroofd<br />

wordt, voelde <strong>ik</strong> toch wat het betekende om vrij te<br />

zijn toen de gevangenisdeuren achter mij dichtvielen.<br />

Wat is het heerlijk om vrij mens te zijn! Niet<br />

gebonden of gevangen te zijn door satans macht,<br />

maar verlost en bevrijd door Jezus’ verlossende en<br />

bevrijdende kracht!<br />

Ik moest denken aan de woorden van de profeet<br />

Jesaja in Lucas 4:18 en 19 (Ampl. Bible): ìDe<br />

Geest van de Here is op Mij, daarom dat Hij Mij<br />

gezalfd heeft, (Mij, de Messias) om het Goede<br />

Nieuws (het Evangelie) aan de armen te<br />

brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan<br />

gevangenen loslating te verkondigen, en aan<br />

blinden het gezicht, om heen te zenden de<br />

onderdrukten, die gewond, verbrijzeld en<br />

verbroken zijn door rampen en ellende; om te<br />

verkondigen het aangename jaar van de<br />

Here - de tijd waarin verlossing en de vrije<br />

genade van God in grote overvloed voorradig<br />

isî.<br />

HOOFDSTUK 9<br />

Reizen vol wonderen<br />

V an Philadelphia vertrok <strong>ik</strong> per trein naar New<br />

York om daar aan boord te gaan van het s.s.<br />

“Tabinta”, waarmee <strong>ik</strong> via St. John, Canada, naar<br />

Amsterdam zou vertrekken. Over één ding was <strong>ik</strong><br />

bedroefd. Ik had niet veel geld en niets bij me om<br />

mee te nemen voor de kinderen Gods in Holland,<br />

van wie <strong>ik</strong> wist dat er velen in nood waren.<br />

De oorlog had land en volk een geduchte slag<br />

toegebracht en alles was nog peperduur. Dus bad<br />

<strong>ik</strong> tot de Here, en zei: “Here, Uw kinderen zijn in<br />

nood en <strong>ik</strong> heb niets om ze te geven. U heeft me er<br />

altijd voor gebru<strong>ik</strong>t, maar nu heb <strong>ik</strong> niets. Help mij,<br />

Here, en neig de harten van de mensen”.<br />

Ik had in de verste verte geen idee op welke wijze<br />

de Here zou kunnen helpen, maar wat is het heerlijk<br />

om te geloven in een God van wonderen, die "bij<br />

machte is oneindig veel meer te doen dan wij<br />

bidden of beseffen" (Efeziërs 3:20).<br />

In St. John bleven we een paar dagen liggen om<br />

lading in te nemen. Ik bezocht daar een Volle<br />

Evangelie samenkomst, waar <strong>ik</strong> mijn getuigenis<br />

gaf over wat <strong>Christus</strong> voor mij in mijn leven<br />

betekende. Ik sprak totaal niet over mijn nood en<br />

dacht er zelfs niet aan.<br />

92 93


Maar na de dienst kwam er een vrouw naar me<br />

toe, die mij vertelde dat ze nogal wat kleren had en<br />

of <strong>ik</strong> me niet beledigd voelde om er misschien wat<br />

van mee te nemen naar Holland. Ik vertelde haar<br />

toen dat <strong>ik</strong> de Here had gebeden voor deze nood en<br />

dat <strong>ik</strong> het ten zeerste zou waarderen. De volgende<br />

dag zou <strong>ik</strong> de kleding ‘s middags komen ophalen,<br />

want ze zou dit ook nog met anderen bespreken.<br />

Mijn verrassing was wel groot, toen <strong>ik</strong> zag dat er<br />

koffers, pakken en zakken klaar stonden - 18 in<br />

getal - met allemaal prima kleding.<br />

De grootheid van God zie <strong>ik</strong> zo d<strong>ik</strong>wijls in die<br />

kleine dingen! De vrouw die mij de kleding gaf,<br />

vroeg mij of er mensen in Holland waren die wat<br />

aan die dingen hadden en ze liet mij een 5 à 6-tal<br />

damescorsetten zien. Nu had <strong>ik</strong> als vrijgezel niet al<br />

te veel verstand van dat soort dingen, maar ze<br />

zagen er wel als nieuw uit en netjes. Dus zei <strong>ik</strong>:<br />

“Doe dat er maar bij!” Ik dacht: “Ze zoeken het<br />

maar uit in Holland”.<br />

Toen <strong>ik</strong> in Holland gearriveerd was en over de<br />

kleding vertelde, kwam er een oude weduwe naar<br />

me toe en ze stelde mij de vraag: “Er zitten zeker<br />

geen corsetten bij hè?” Toen wist <strong>ik</strong> dat ze er extra<br />

door de Here ingestopt waren. De weduwe vertelde<br />

me dat ze God had gebeden voor uitkomst, want<br />

dat ze zonder de steun van een corset in haar rug<br />

zo’n pijn in haar lichaam had!<br />

Hoe lieflijk van de Here en hoe wonderbaar is de<br />

werking van de Heilige Geest ook in deze dingen!<br />

Corsetten waren haast onbetaalbaar in die dagen<br />

en <strong>Maasbach</strong> kon zeggen: “U kunt uitzoeken!”<br />

Menige vrouw zal begrijpen wat dat corset voor<br />

die oude vrouw, die vele kinderen had gebaard,<br />

betekende. Later hoorde <strong>ik</strong> dat het haar als gegoten<br />

zat en dat ze nog nooit in haar leven zo’n goed<br />

exemplaar had gehad. Zegt God niet dat Hij een<br />

Man der weduwen en een Vader der wezen is?<br />

Zij, die met God wandelen, weten hoe God<br />

wonderbare uitkomsten geeft, zowel in kleine als<br />

in grote dingen. Wat een voorrecht, om door God<br />

gebru<strong>ik</strong>t te mogen worden en om iets te mogen<br />

brengen naar een weduwe of een ander in nood en<br />

dat in Zijn Naam!<br />

Ik had een hut van 7 personen, die <strong>ik</strong> slechts met<br />

één man hoefde te delen! Ik had het voorrecht deze<br />

man tijdens de reis tot bekering te mogen leiden.<br />

Reeds na een dag of vijf ontdekte <strong>ik</strong> dat hij niet<br />

meer rookte. Toen <strong>ik</strong> hem vroeg waarom hij niet<br />

meer rookte, antwoordde hij mij: “Om dezelfde<br />

reden waarom u niet meer rookt!” Ik had hem<br />

ervan overtuigd dat het lichaam van een christen<br />

de tempel is van de Heilige Geest en dat God ons<br />

ook wilde bevrijden van deze verslaving aan<br />

nicotine en dat <strong>ik</strong> er vrijwillig afstand van had<br />

gedaan, uit liefde tot Jezus. Maar over het feit dat<br />

hij rookte had <strong>ik</strong> met geen woord gerept.<br />

De man - <strong>ik</strong> ben zijn naam vergeten - was het<br />

94 95


meest bezorgd over mijn grote vracht bagage en hij<br />

piekerde erover hoe <strong>ik</strong> die van Amsterdam naar<br />

Rotterdam zou moeten vervoeren. Het ging<br />

onmogelijk allemaal in een taxi en deze waren in<br />

die tijd nog erg duur in Holland en vrachtauto’s<br />

reden er bijna nog niet.<br />

Hij kon maar niet begrijpen dat <strong>ik</strong> me daar niet in<br />

het minst zorgen over maakte. Ik vertelde hem dat<br />

God daarin zou voorzien, maar hij hield zich<br />

aldoor bezig met datgene waarover zoveel mensen<br />

zich zorgen maken: Zou God dit werkelijk willen<br />

doen en op welke manier dan? Ik wist zonder<br />

twijfel dat de Here mij al deze kleren had gegeven<br />

voor Zijn kinderen. Vanzelfsprekend zou de Here<br />

dan ook voorzien in vervoer.<br />

Toen wij voor de kade in Amsterdam arriveerden<br />

en het schip nog niet vast lag, zag <strong>ik</strong> een grote<br />

vrachtauto staan. Er stond er slechts één. Mijn<br />

jongere broer Piet stond op de kade en <strong>ik</strong> riep hem<br />

toe of hij wilde informeren waar die vrachtauto<br />

heen ging, daar <strong>ik</strong> een lading bagage bij me had,<br />

bestemd voor Rotterdam.<br />

Het duurde niet lang of mijn broer riep me met<br />

luide stem toe, dat de vrachtauto naar Rotterdam<br />

ging en dat <strong>ik</strong> mee kon gaan met alle bagage. Ik<br />

wist dat God deze vrachtwagen had gezonden en<br />

terwijl de matrozen nog steeds bezig waren om het<br />

schip te meren, kwam mijn nieuwe bekeerling<br />

naast mij staan en <strong>ik</strong> zei hem: “Zie je die auto daar<br />

96<br />

staan? God heeft hem gezonden om mij naar huis<br />

te brengen met al mijn bagage”. Hij kon het haast<br />

niet geloven, maar het was zo.<br />

Het wonderlijke was dat niet alleen alle bagage<br />

en <strong>ik</strong> persoonlijk, maar ook mijn broer en verloofde<br />

mee konden rijden en de chauffeur ons tot voor de<br />

deur van ons huis bracht voor een prijs die veel<br />

lager was dan wat de treinkaartjes voor ons persoonlijk<br />

vervoer gekost zouden hebben. Dit was niet de<br />

eerste keer dat de Here voorzag in een vervoermiddel.<br />

Ik geloof dat <strong>ik</strong> het vreemder had gevonden als<br />

de Here niet had voorzien.<br />

GIJ ZULT MIJN GETUIGEN ZIJN<br />

Daar <strong>ik</strong> sinds de oorlog van 1940 - 1945 slechts<br />

één dag thuis was geweest, was het mijn voornemen<br />

om een poosje in Nederland te blijven. Het was<br />

niet gemakkelijk om Volle Evangelie samenkomsten<br />

te vinden, zoals <strong>ik</strong> die gewend was in Amer<strong>ik</strong>a.<br />

In een kelder, waarvan een zaaltje was gemaakt -<br />

in een zijstraatje in Rotterdam-Zuid - bezocht <strong>ik</strong><br />

regelmatig samenkomsten van de Pinkstergemeente<br />

waaraan <strong>ik</strong> ook actief meewerkte.<br />

Een heel eenvoudige, ongeschoolde arbeider,<br />

Neumeyer genaamd, hield daar samenkomsten.<br />

Op zaterdagavond gingen we meestal met een<br />

groep oudere mensen - en een klein opvouwbaar<br />

traporgeltje - openluchtsamenkomsten houden op<br />

97


het Afr<strong>ik</strong>aanderplein. Zonder dat <strong>ik</strong> het besefte,<br />

doorliep <strong>ik</strong> daar een school en leerde God mij om<br />

onderworpen te zijn aan degene die Hij daar gesteld<br />

had. Ik zal nooit de bidstonden vergeten die wij<br />

elke vrijdagavond hadden in een klein, onooglijk<br />

huiskamertje, maar waar de glorie Gods d<strong>ik</strong>wijls<br />

machtig neerdaalde.<br />

Ja, vaak zoekt een mens God op plaatsen waar Hij<br />

niet te vinden is, omdat men vergeet dat God Zich<br />

voegt bij de eenvoudigen en nederigen en de<br />

armen. God kijkt niet naar de schoonheid van gebouwen<br />

of de rijkdom van grootheid van huizen.<br />

God ziet het hart aan en waar Hij een verbroken en<br />

verslagen hart vindt, daar zal Hij wonen en Zichzelf<br />

openbaren. Dit laatste vindt men gewoonlijk niet<br />

waar rijkdom is en daarom is God meer te vinden<br />

onder de eenvoudigen.<br />

In de kleine samenkomsten die <strong>ik</strong> bezocht,<br />

ontmoette <strong>ik</strong> verschillende - zoals we dat in onze<br />

kringen noemen - broeders en zusters, die gedoopt<br />

waren met Gods Geest en in nieuwe tongen spraken.<br />

Dit was iets waar mijn ziel ook naar verlangde. Ik<br />

wilde ook gedoopt worden met de Heilige Geest.<br />

Soms hoorde <strong>ik</strong> iemand de mensen vertellen dat<br />

God hem een droom of visioen had gegeven. Hoe<br />

graag had <strong>ik</strong> ook eens een droom of een visioen van<br />

God ontvangen. Vele keren bad <strong>ik</strong> de Here of Hij<br />

ook mij een openbaring wilde geven, maar telkens<br />

als <strong>ik</strong> zoiets vroeg, was het alsof de Here mij vroeg:<br />

“Vertrouw je Mijn Woord niet? Is Mijn Woord<br />

niet genoeg voor je?”<br />

Ik geloof dat het een natuurlijk iets is dat een wedergeboren<br />

kind van God een speciale ontmoeting,<br />

aanraking of openbaring van zijn God en Vader wil<br />

ontvangen. D<strong>ik</strong>wijls onderzocht <strong>ik</strong> mezelf of <strong>ik</strong><br />

misschien een verkeerde weg had bewandeld, of<br />

dat <strong>ik</strong> niet volkomen toegewijd was. Later heb <strong>ik</strong><br />

begrepen waarom God dat niet deed. Hij leerde mij<br />

dat <strong>ik</strong> mijn geloof moest baseren op Zijn Woord,<br />

waarvan David zegt: ìUw Woord is een lamp<br />

voor mijn voet en een licht op mijn padî<br />

(Psalm 119:105). Lees de hele Psalm.<br />

Ik voorzag in mijn onderhoud door mijn<br />

eigenverdiende geld, waarvan <strong>ik</strong> ook mijn offers<br />

bracht in het huis des Heren. Na verloop van tijd<br />

ging <strong>ik</strong> de bodem van mijn portemonnee zien. Ik<br />

zei: “Here, wilt U voorzien in een schip?”<br />

Het duurde gewoonlijk niet lang of <strong>ik</strong> bevond mij<br />

weer op een schip om een reis te maken om in mijn<br />

onderhoud te kunnen voorzien en opdat <strong>ik</strong> ook<br />

geld zou hebben om te kunnen geven aan anderen<br />

die een nood hadden. Het was soms heel wonderbaar<br />

hoe God hierin voorzag. Het gebeurde vaak,<br />

als het zover was, dat <strong>ik</strong> zelf bericht kreeg van de<br />

Amer<strong>ik</strong>aanse consul dat er een Amer<strong>ik</strong>aans schip<br />

was met een vacante plaats en of <strong>ik</strong> die maar wilde<br />

bezetten.<br />

Daar <strong>ik</strong> niet alleen papieren had om als chefkok of<br />

98 99


als hofmeester te varen, maar ook aan dek of in de<br />

machinekamer kon werken, was het voor mij niet<br />

moeilijk om weer te gaan varen. Ik verdiende belastingvrije<br />

dollars genoeg om hoogstens maar zes<br />

maanden in het jaar te werken. De rest van mijn tijd<br />

besteedde <strong>ik</strong> in dienst van het Evangelie. Ik heb<br />

veel reizen gemaakt en er was geen reis waarbij <strong>ik</strong><br />

niet Gods wonderbare en machtige hand heb gezien.<br />

MENSEN OP MIJN WEG<br />

Het viel niet altijd mee om het evangeliewerk aan<br />

de wal te verlaten en weer aan boord van een schip<br />

te gaan. Ik herinner mij hoe <strong>ik</strong> een keer bedroefd<br />

was toen <strong>ik</strong> aan boord ging en zei: “Here, hoelang<br />

zal <strong>ik</strong> mij nog moeten bewegen tussen de doden?”<br />

Want het was soms of <strong>ik</strong> tussen doden kwam. Zij<br />

kennen en hebben immers het Leven niet dat er is<br />

in <strong>Christus</strong> Jezus, onze Here, maar wat heerlijk dat<br />

God door genade kracht geeft om staande te blijven<br />

en dat we in de wereld zijn om als lichten te schijnen<br />

in de duisternis.<br />

Ik moet denken aan de man uit Missouri, die in<br />

New York in beschonken toestand aan boord kwam.<br />

Hij zou als bediende meegaan. Maar hij bleef<br />

drinken en was voortdurend dronken. Ik vertelde<br />

hem dat hij aan boord was gekomen om te werken,<br />

en dat hij, als hij van plan was om te blijven drinken,<br />

wel weer kon verdwijnen. Het scheen mij toe<br />

dat deze man het een of ander had meegemaakt in<br />

zijn leven en dat hij daarom zijn leed en teleurstellingen<br />

wilde wegdrinken.<br />

Toen het dus weer tijd werd om te gaan werken,<br />

schudde <strong>ik</strong> hem wakker en <strong>ik</strong> vroeg hem waarom<br />

hij dronk en of hij niet in God geloofde.<br />

Hij keek mij aan en vertelde zijn verhaal. Zijn<br />

vrouw, een zondagsschoolonderwijzeres, had een<br />

misstap begaan met een andere man. Dat God dit<br />

in zijn leven had toegelaten, kon en wilde hij niet<br />

accepteren.<br />

Zijn vrouw had er berouw over, maar hij wilde<br />

haar niet vergeven en hij was er vandoor gegaan.<br />

Toen <strong>ik</strong> ineens zei, dat God mij had gezonden om<br />

hem te vertellen, dat hij niet beter was dan zijn<br />

vrouw, en dat hij zich moest bekeren, en direct<br />

terug moest gaan naar zijn vrouw en twee kinderen,<br />

schrok hij hevig! Hij keek mij aan alsof hij het in<br />

Keulen hoorde donderen!<br />

Wat een trots mens! Wat lopen er veel van zulke<br />

mensen rond, die een ander veroordelen om de<br />

overtreding van één gebod terwijl ze zelf de andere<br />

geboden overtreden! Hij heeft de reis niet meegemaakt;<br />

<strong>ik</strong> hoop dat hij zichzelf heeft leren kennen<br />

en teruggegaan is naar zijn gezin.<br />

Een andere keer stond <strong>ik</strong> aan de reling in Rastanura,<br />

een kleine plaats in Saoedi-Arabië, aan de Perzische<br />

Golf. Een jonge Amer<strong>ik</strong>aan, die daar aan de wal bij<br />

een oliemaatschappij werkte, stond naast mij. Ik<br />

100 101


vroeg hem, zo ineens, of hij zich een kind van God<br />

wist. Dit was iets wat hij van een scheepskok<br />

blijkbaar niet verwachtte.<br />

Hij werd nerveus en vertelde mij zijn verhaal. Hij<br />

had een biddende moeder en drie oudere zusters,<br />

die allen tot de Pinkstergemeente behoorden en<br />

vervuld waren met de Heilige Geest, maar hij was<br />

naar Arabië gegaan om van al dat vrome gedoe af<br />

te zijn.<br />

Ineens begreep <strong>ik</strong> dat het de gebeden van zijn<br />

moeder en zijn zusters waren, die mij met hem in<br />

aanraking hadden gebracht. Met vrijmoedigheid<br />

vertelde <strong>ik</strong> hem, net zoals <strong>ik</strong> het die andere man<br />

had gezegd, dat God mij had gestuurd en dat hij<br />

God niet kon ontlopen en dat God hem liefhad en<br />

hem blij en gelukkig wilde maken.<br />

Weer was <strong>ik</strong> erg dankbaar. Ik vond het een groot<br />

voorrecht om Gods loopjongen te mogen zijn.<br />

Moeder en zusters baden en <strong>Maasbach</strong> werd door<br />

God gebru<strong>ik</strong>t om de boodschap over te brengen.<br />

"Ik leer en onderwijs u aangaande de weg<br />

die gij gaan moet;<br />

Ik raad u; Mijn oog is op u" (Psalm 32:8).<br />

HOOFDSTUK 10<br />

De klap die God gebru<strong>ik</strong>te<br />

Wat een voordeel kan de christen halen uit de<br />

geschiedenissen van de woestijnreis van het<br />

volk Israël! Het zijn diepgaande lessen voor de<br />

christen, op reis naar het Vaderhuis en ze leren ons<br />

hoe we kunnen komen in de rust, die God voor ons<br />

bereid heeft.<br />

De Here ging voor het volk Israël uit, des daags in<br />

een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des<br />

nachts in een vuurkolom om hen voor te lichten,<br />

zodat zij dag en nacht konden voortgaan. Zonder<br />

ophouden bleef de wolkkolom des daags en de<br />

vuurkolom des nachts aan de spits van het volk<br />

(Exodus 13:21,22).<br />

Het was een geheel nieuwe weg die zij gingen en<br />

ze waren dus afhankelijk van Gods leiding, want er<br />

waren geen gebaande wegen.<br />

Als de Here ons verlost heeft uit het Egypte van<br />

deze wereld, dan komen wij op geheel nieuwe<br />

wegen, die we niet eerder gegaan zijn. Prijst God<br />

voor de leiding van de Heilige Geest! Maar de<br />

christen van vandaag schijnt niet veel anders te zijn<br />

dan de Israëliet in de woestijn. De Here zei dat<br />

Israël hardnekkig was, maar even hardleers zijn<br />

wij, het volk dat Hij getrokken heeft uit de duisternis<br />

in Zijn wonderbaar licht!<br />

102 103


Als we moeten blijven waar we zijn, dan willen<br />

we vertrekken en als we moeten gaan, dan willen<br />

we blijven. Hoe nederbuigend, genadig en lieflijk<br />

is de goede God en Vader! Hij leert ons met groot<br />

geduld en onderwijst ons de weg die we gaan<br />

moeten. Hij geeft ons raad en Zijn oog is op ons.<br />

Psalm 32:8 is een van mijn vele geliefde bijbelteksten.<br />

Ik kreeg een telefoontje van de Amer<strong>ik</strong>aanse consul<br />

of <strong>ik</strong> mee wilde gaan als chefkok, om een schip<br />

weg te brengen naar San Francisco via Saoedi-<br />

Arabië en Tokio. Het stond mij wel aan. Ik wist dat<br />

de maatschappij mij als passagier weer terug moest<br />

sturen van San Francisco naar Rotterdam, de haven<br />

waar <strong>ik</strong> zou aanmonsteren. Hoe belangrijk is het<br />

echter om eerst de Here te vragen en niet een eigen<br />

weg te gaan.<br />

Maar dit schip was beslist niet een van de beste die<br />

<strong>ik</strong> gehad heb. Niet alleen de bemanning, maar zelfs<br />

de kapitein en de officieren waren hevige<br />

alcoholisten. Vechtpartijen waren heel gewoon.<br />

Van een man, wiens hut tegenover de mijne was,<br />

werd door een Engelsman het gezicht opengehaald<br />

met een kapotgeslagen bierfles. We lagen juist<br />

voor anker in de Perzische Golf toen dit gebeurde<br />

en hij kon gelukkig naar het ziekenhuis worden<br />

getransporteerd. Ik geloof dat de huidwond in zijn<br />

gezicht wel 23 maal werd gekramd. Zelfs de kapitein<br />

van dit schip zag <strong>ik</strong> d<strong>ik</strong>wijls dronken. Geen wonder<br />

dat de bemanning niet veel beter was.<br />

Ik was, geloof <strong>ik</strong>, de enige die niet dronk of vloekte.<br />

Niet dat <strong>ik</strong> als een soort schriftgeleerde rondliep,<br />

maar <strong>ik</strong> was in hun ogen toch een zonderling.<br />

Zelf ondervond <strong>ik</strong> niet veel moeilijkheden, totdat<br />

een man, die in de oorlog bij de marine was<br />

geweest en die nu als bediende in mijn afdeling<br />

werkte, schijnbaar plotseling de Geest van God in<br />

mij niet meer kon verdragen!<br />

Later vernam <strong>ik</strong> dat men deze man nooit had<br />

mogen aanmonsteren. Soms liep hij hardop zijn<br />

mening te vormen over het een of ander en ineens<br />

ging hij dit ook over mij doen. Toen <strong>ik</strong> op een keer<br />

niet op hem lette, en voorovergebukt stond om iets<br />

uit een lage wasbak te halen, gaf hij me zo’n<br />

enorme klap in mijn gezicht, dat mijn hele bovenlip<br />

van boven naar beneden openscheurde. We waren<br />

midden op zee, twee dagen varen van Hongkong<br />

en er was geen dokter aan boord. Met mijn gezicht<br />

onder het bloed rende <strong>ik</strong> naar het hospitaal aan<br />

boord van ons schip.<br />

Toen de tweede stuurman, die altijd halfdronken<br />

was, mij zag, schrok hij wel een beetje. Hij nam<br />

gewoonlijk de E.H.B.O.-post waar. Ik moest op<br />

bed gaan liggen; toen ging er wel wat door me<br />

heen. Ik zei: “Here, vergeef mij dat <strong>ik</strong> mijn eigen<br />

weg ben gegaan”.<br />

Ik huilde, omdat <strong>ik</strong> dacht dat <strong>ik</strong> niet meer normaal<br />

zou kunnen spreken of zingen tot eer en glorie van<br />

104 105


Zijn Naam. Ik wist dat de Here mij geroepen had<br />

om Zijn getuige te zijn. Tot in het diepst van mijn<br />

ziel was <strong>ik</strong> bedroefd, toen <strong>ik</strong> dacht dat <strong>ik</strong> mijn<br />

roeping niet meer geheel zou kunnen vervullen. Ik<br />

huilde, toen <strong>ik</strong> eraan dacht, nooit meer goed te<br />

kunnen zingen in het midden van Zijn gemeente,<br />

tot opbouw van de gelovigen. Opnieuw bad <strong>ik</strong>: “O<br />

God, vergeef mij dat <strong>ik</strong> mijn eigen weg ben<br />

gegaan”.<br />

Daar kwam de tweede stuurman binnen met een<br />

grote, stevige, kromme naald met een nylondraad<br />

eraan. Zonder te verdoven stak hij de naald van de<br />

ene kant, dwars door mijn lip, naar de andere kant<br />

en trok toen met de draad de lip bij elkaar, legde er<br />

een dubbele knoop op, zodat <strong>ik</strong> met een touwtje<br />

met afgeknipte eindjes door mijn lip rondliep.<br />

Bij de dokter in Hongkong kreeg <strong>ik</strong> te horen dat<br />

de stuurman een eersteklas job had verricht. Ook<br />

vernam <strong>ik</strong> dat <strong>ik</strong> er geen spraakgebrek van zou<br />

overhouden. De klap, die de Here mij gaf, of beter<br />

gezegd, die de Here toeliet dat <strong>ik</strong> kreeg, was niet<br />

tevergeefs. Ik wist dat <strong>ik</strong> de langste tijd had gevaren.<br />

ALLE DINGEN WERKEN MEDE<br />

TEN GOEDE<br />

Ik stelde de scheepvaartmaatschappij aansprakelijk<br />

voor het letsel dat mij was toegebracht en zonder<br />

moeite gaf de verzekering mij een uitkering.<br />

106<br />

Die was zó ruim, dat <strong>ik</strong> van het geld direct een grote<br />

evangelisatietent kocht met toebehoren, zoals een<br />

geluidsinstallatie, platform, stoelen, enz. In deze<br />

tent zijn heel wat zielen aan de voeten van Jezus<br />

gekomen.<br />

Mijn eerste tentmeeting zou <strong>ik</strong> hebben aan de<br />

Kruiskade in Rotterdam. Natuurlijk wilde <strong>ik</strong> dit<br />

graag organiseren met de bestaande Volle Evangelie<br />

groepen. Ik had maar één doel en dat was de wereld<br />

bekend te maken met de liefde van Jezus en Zijn<br />

wonderbare kracht om te redden, te genezen en te<br />

vervullen met de Heilige Geest.<br />

Er waren twee groepen, maar als <strong>ik</strong> met de ene in<br />

zee wilde gaan, dan wilde de andere niet. Ik zag dus<br />

in dat de enige oplossing was, dat <strong>ik</strong> de campagne<br />

onder mijn eigen naam zou houden, te zamen met<br />

een broeder, die kleine samenkomsten in een kelder<br />

hield.<br />

Ik heb nog nooit de leiding van God gevoeld om<br />

mijn tijd te moeten vullen en mij te moeten<br />

bezighouden met onderlinge geschillen van<br />

broeders. ìOf hij staat of valt, het gaat zijn eigen<br />

heer aanî (Romeinen 14:4a). Het is de grootste<br />

list van de duivel om dienaars van God bezig te<br />

houden met het vormen van <strong>com</strong>ités en het beleggen<br />

van vergaderingen om de eenheid te bevorderen.<br />

Ik heb er nooit een ziel door gered zien worden.<br />

Wie de Bijbel leest, weet wat hij moet doen. Ik<br />

heb een grote opdracht te vervullen, die God mij<br />

107


gegeven heeft. Ik heb hier slechts de tijd van één<br />

leven te geven, en mijn tijd is kort en het werk is<br />

veel. Miljoenen zielen die het nog nooit gehoord<br />

hebben, moeten horen dat Jezus een machtige<br />

Redder is en de Minnaar van onze ziel. Om mijn<br />

tijd te verspillen aan mensen die een jaloers hart<br />

hebben, en die nog hoogmoedig zijn ook, daarvoor<br />

heb <strong>ik</strong> geen opdracht. Nehemia hield er zich ook<br />

niet mee bezig (Nehemia 6).<br />

Nochtans verblijd <strong>ik</strong> mij met allen die <strong>Christus</strong><br />

verkondigen en het is mijn bede dat een ieder die dit<br />

doet, hard zal werken en vele zielen zal redden. Ik<br />

heb door genade vele arbeiders in Gods Koninkrijk<br />

tot jaloersheid mogen verwekken.Ik heb ze wakker<br />

mogen schudden en ze zijn óók aan de slag gegaan.<br />

Sommige mensen hebben het vreemde idee dat het<br />

verdeeldheid is als er zoveel verschillende groepen<br />

en kerken zijn en de duivel wil graag dat men zich<br />

daarmee bezighoudt. Laat er in elke straat maar een<br />

kerk zijn waarin <strong>Christus</strong> wordt gepred<strong>ik</strong>t! De<br />

eenheid ligt beslist niet hierin dat we allen onder<br />

één dak zouden moeten vergaderen, maar daarin<br />

dat we elkaar moeten respecteren en aannemen,<br />

gelijk <strong>Christus</strong> ons heeft aangenomen, toen we nog<br />

zondaars waren.<br />

Sommige mensen vragen mij weleens waarom <strong>ik</strong><br />

niet met de confessionele kerken samenwerk en ze<br />

vragen mij of <strong>ik</strong> er misschien tegen ben. Wel, <strong>ik</strong> ben<br />

nu eenmaal geen doctor in de theologie of professor.<br />

108<br />

Ik heb geen universiteit doorlopen. Ik heb de<br />

zalving van God ontvangen toen <strong>ik</strong> als koksmaatje<br />

over de wereldzeeën zwalkte, net zoals kleine<br />

David die ontving toen hij nog voor zijn vader de<br />

schapen hoedde.<br />

Ik kan zeggen, dat <strong>ik</strong> mijzelf niet heb uitverkoren<br />

om Zijn getuige te zijn, maar Hij die mij geroepen<br />

heeft, heeft mij gezalfd met Zijn Geest. Ik ben er<br />

wel dankbaar voor dat <strong>ik</strong> alles van de Here geleerd<br />

en ontvangen heb. Op de universiteit had <strong>ik</strong> zeker<br />

niet geleerd dat God ook vandaag nog de zieken<br />

geneest en dat de wonderen van redding en genezing<br />

ook nog voor nu zijn; dat we ook vandaag nog in<br />

Jezus’ Naam duivelen kunnen uitwerpen en dat er<br />

geen verandering is gekomen in de doop door<br />

onderdompeling en dat het spreken in tongen ook<br />

nog heden geschiedt.<br />

Tegen de kerken ben <strong>ik</strong> nooit geweest. Ik vind het<br />

alleen bedroevend, dat de leraren de mensen de<br />

zegeningen onthouden, die we verkregen hebben<br />

door het volbrachte werk op Golgotha. De duivel<br />

is een volkomen overwonnen vijand door het bloed<br />

van Jezus. Waarschijnlijk zijn vele leraren daar zelf<br />

nog niet geheel van doordrongen en verstaan ze<br />

niet ten volle wat het betekent wederom geboren te<br />

zijn, zoals eenmaal Nicodemus - die een theoloog<br />

was - het niet wist (Lees Joh. 3). Voor de oprechten<br />

gaat het Licht in de duisternis op, en daarom geloof<br />

<strong>ik</strong>, dat er in deze laatste tijd een beweging is van de<br />

109


Heilige Geest. Zo is dan mijn ernstige bede: “Heer,<br />

vervul al uw dienaren met de kracht van Uw Geest.<br />

Laat het Pinkstervuur branden in elke kerk”.<br />

TENTCAMPAGNES<br />

Ik wil nu terugkomen op de klap die <strong>ik</strong> kreeg en<br />

die God liet medewerken ten goede. Het had veel<br />

voeten in de aarde eer de tent overeind stond, de<br />

advertenties geplaatst en de folders en raambiljetten<br />

gedrukt waren. Ik had bijna geen medewerkers;<br />

ook was <strong>ik</strong> geen miljonair, zodat <strong>ik</strong> alles door<br />

anderen kon laten doen. Ik had alleen een warm<br />

hart voor zondaren en een liefde tot God voor<br />

Jezus, en een groot geloof in Zijn wonderbare<br />

Naam èn Zijn belofte dat Hij met mij zou zijn.<br />

Alleen, toen alles klaar was, had <strong>ik</strong> op de dag van<br />

de opening lichamelijk een inzinking. Mijn krachten<br />

waren totaal uitgeput. Als <strong>ik</strong> mij bukte, viel <strong>ik</strong> tegen<br />

de grond. Ik ging naar een zuster van me, die me<br />

melk gaf met brandewijn en een geklutst ei om<br />

weer op krachten te komen. Ik voelde dat er weer<br />

een beetje “leven” in mij kwam en ging op bed<br />

liggen tot vlak voor de samenkomst. Na de dienst<br />

moest <strong>ik</strong> direct weer naar bed, daar <strong>ik</strong> geen kracht<br />

meer had. Ik ben God nog altijd dankbaar dat Hij<br />

mij in één week er weer bovenop heeft gebracht.<br />

Elke avond kwamen zondaren tot Jezus. Vaak<br />

waren de stoelen die <strong>ik</strong> voor de mensen vooraan<br />

had neergezet, om neer te knielen, nat van tranen.<br />

Tijdens een onweersbui kwamen er verschillende<br />

mensen de tent binnen vluchten voor de regen. Er<br />

knielden die avond zestien mensen neer om hun<br />

hart aan Jezus te geven.<br />

Na Rotterdam ging <strong>ik</strong> met de tent naar Vroomshoop.<br />

Ik kwam op uitnodiging van Br. Wout van<br />

Beek, die daar een kleine gemeente had. Ik zal<br />

nooit vergeten hoe sommige mensen daartegen<br />

demonstreerden! Ik had een groot spandoek waarop<br />

stond: “VOLLE EVANGELIE TENT”. De<br />

dominee van de kerk had de mensen vanaf de<br />

kansel ervoor gewaarschuwd, dat er in de samenkomsten<br />

in die tent met dat doek, geen vol Evangelie<br />

gebracht werd, met als resultaat, dat er op die<br />

bewuste avond heel wat nieuwsgierigen uit zijn<br />

kerk kwamen kijken.<br />

Ook zal <strong>ik</strong> niet vergeten hoe daar een groep<br />

mensen kwam uit een of andere z.g. “zwarte kousenkerk”.<br />

Wat een strakke, wettische gezichten hadden<br />

die! Ze zaten allemaal op een rijtje en toen <strong>ik</strong> de<br />

uitnodiging deed aan zondaren om gered te worden,<br />

liep het hele stel demonstratief naar buiten. Dat dit<br />

zomaar kon gebeuren geloofden ze toch helemaal<br />

niet. Maar niettegenstaande dat, kwamen er op die<br />

avond veertien zielen naar voren en weer waren er<br />

verschillende stoelen nat van tranen. Ondanks al<br />

die tegenstand hadden we toch een goede tijd in die<br />

evangelisatiecampagne.<br />

110 111


Daar leerde <strong>ik</strong> ook het meisje kennen, dat later<br />

mijn vrouw werd. Zij was in Haarlem opgegroeid<br />

en had na haar H.B.S.-examen een Bijbelschool in<br />

Zwitserland doorlopen. Nu was zij in Vroomshoop<br />

en omgeving werkzaam in het Evangelie.<br />

Na Vroomshoop stond Haarlem op het programma,<br />

waar <strong>ik</strong> ook ervaringen opdeed, die <strong>ik</strong> nooit zal<br />

vergeten. Wat werkelijk heel wat beroering bracht<br />

was het bidden om vervuld te worden met de<br />

Heilige Geest. De gesprekken van buitenstaanders<br />

en andersdenkenden die na de dienst buiten de<br />

tent gehouden werden, getuigden daarvan.<br />

Eén keer moest de politie eraan te pas komen,<br />

omdat men aan het vechten geslagen was. Zelf<br />

hielden wij er ons geheel buiten. De boodschap<br />

van bevrijding door Jezus <strong>Christus</strong> brengt nog<br />

altijd beroering en verwarring onder de mensen.<br />

Zo was het in de dagen van de apostel Paulus en zo<br />

is het ook nog vandaag!<br />

Eén ding is echter zeker: Gods Woord dat uit Zijn<br />

mond uitgaat, zal niet ledig tot Hem wederkeren,<br />

maar het zal doen wat Hem behaagt en dat<br />

volbrengen, waartoe Hij het zendt (Jesaja 55:11).<br />

Zo dwars door alles heen doet God Zijn werk. Dit<br />

is het wat mij altijd zo verwondert en wat God zo<br />

groot voor mij maakt, namelijk dat Hij, dwars door<br />

al dat kleine en onvolmaakte gedoe van mensen,<br />

doorgaat en een groot werk doet! Dwars door het<br />

falen en het onvolkomene van Zijn kinderen werkt<br />

God en Zijn liefde is onveranderlijk, Zijn kracht is<br />

onveranderlijk, Zijn wil is onveranderlijk!<br />

Hij is de grote “IK BEN”. ì Want een ieder, die<br />

bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt,<br />

hem zal opengedaan wordenî (Lucas 11:10).<br />

De opbrengst van de collecten uit de samenkomsten<br />

waren verre van toere<strong>ik</strong>end om de noodzakelijke<br />

kosten te dekken. Ik had alles wat <strong>ik</strong> had,<br />

besteed om zondaren aan Jezus' voeten te brengen.<br />

De bodem van mijn portemonnee was dan ook<br />

heel goed zichtbaar en <strong>ik</strong> zal in het volgende<br />

hoofdstuk vertellen, hoe God onverwachts en op<br />

ongedachte wijze uitkomst gaf, zodat <strong>ik</strong> kon<br />

trouwen met het meisje, dat <strong>ik</strong> in Vroomshoop<br />

ontmoet had.<br />

112 113


HOOFDSTUK 11<br />

Mijn huwelijk<br />

Iedereen die de oorlogsdagen in Holland heeft<br />

meegemaakt, zal zich nog herinneren dat het<br />

tijdens de eerste jaren na de oorlog, onmogelijk<br />

was een huis of een pakhuis te huren in de<br />

binnenstad van Rotterdam. Het grappige was dat<br />

<strong>ik</strong> me maar niet van de gedachte kon losmaken dat<br />

de Here mij een plaats zou geven om de grote<br />

evangelisatietent, plus de 1000 klapstoelen, enz.<br />

op te slaan. Ik zei tegen mijn jongste broer: “Piet,<br />

<strong>ik</strong> geloof dat de Here me hier in de buurt een<br />

pakhuis gaat geven om de tent met toebehoren in<br />

onder te brengen”.<br />

Ik ging dus rondkijken naar een plaats die de Here<br />

mij zou geven. Verstandelijk gesproken was het<br />

“zoeken naar een speld in een hooiberg”. Ik geloof<br />

echter in het bovennatuurlijke en in een machtige<br />

God en Vader, die wil voorzien in àl onze noden.<br />

Daarom oefen <strong>ik</strong> mij erin om te spreken en te<br />

denken in geloof en niet te redeneren en niet te<br />

denken als de onwedergeboren, natuurlij-ke mens.<br />

In de Zaagmolenstraat, nummer 129, zag <strong>ik</strong> een<br />

winkel met pakhuis leegstaan, wat een ongewoon<br />

gezicht was in die dagen. De woonruimte bestond<br />

uit twee kamers en een keuken en er was een tuin<br />

bij. Ik vernam dat er een oude man in woonde.<br />

Hoe vreemd de situatie ook was, vooral in die<br />

dagen, toch ging <strong>ik</strong> uitzoeken wie de eigenaar was.<br />

Ik ging naar hem toe en vroeg hem of het pand te<br />

huur was. Ik vertelde hem waarvoor <strong>ik</strong> het nodig<br />

had en dat mijn broer er voor zijn bedrijf ook wat<br />

touw in wilde opslaan.<br />

De eigenaar vroeg mij of <strong>ik</strong> het pand even wilde<br />

bekijken. Ik zei dat <strong>ik</strong> daar wel prijs op stelde, maar<br />

dacht tegelijkertijd: “Man, als je het wilt verhuren,<br />

dan is het altijd goed, hoe het er ook uitziet”.<br />

Hij vertelde mij dat die oude man er al vijftien<br />

jaar woonde en dat hij er niet uit wilde, maar dat hij<br />

hem beslist niet als hoofdbewoner wilde hebben.<br />

Hij zei me ook dat er aan de huur van het pand<br />

sleutelgeld verbonden was. Van dit laatste schrok<br />

<strong>ik</strong> wel een beetje, want men vroeg destijds voor<br />

zo’n leegstaande winkel met pakhuis veel geld. Ik<br />

had weinig geld over en had verder geen inkomen.<br />

Ik zag niet op tegen het feit dat die oude man daar<br />

achter de winkel woonde. Ik dacht: “Als de Here<br />

mij die plaats gegeven heeft, dan zorgt Hij er ook<br />

wel voor dat die man er eventueel uit zal gaan”.<br />

Ik had het pand gauw bekeken en zei dat het me<br />

wel aanstond. Voor de ramen hing een nieuwe<br />

markies en binnen stond een grote toonbank en er<br />

waren wat rekken met geslepen glasplaten erop.<br />

“O, daar heb je het”, dacht <strong>ik</strong>, toen de eigenaar me<br />

zei dat hij toch wel wat sleutelgeld wilde hebben.<br />

114 115


Toen hij mij het zeer luttele bedrag noemde, sprong<br />

mijn hart op van vreugde, <strong>ik</strong> kon het haast niet<br />

geloven en dankte in stilte God!<br />

Hij zei: “Kom maar met je broer, dan maken we<br />

een contractje op”. Ook mijn broer Piet dacht dat<br />

het een sprookje was. De huur was slechts f 13,75<br />

per week en die oude man moest aan mij, de nieuwe<br />

hoofdbewoner van het pand, huur betalen.<br />

Toen <strong>ik</strong> het pand betrokken had, kwam de<br />

groenteman - die zijn zaak tegenover mij had - me<br />

feliciteren met de woorden: “Zo, bent u de gelukkige?<br />

Er zijn al heel wat mensen vóór u geweest,<br />

maar de huisbaas wilde het niet zomaar aan iedereen<br />

verhuren. Iemand had er zelfs al materiaal in gezet,<br />

maar hij moest er weer uit”.<br />

Ik heb mijn overbuurman maar niet verteld dat <strong>ik</strong><br />

het pand zo ineens gekregen had, zonder moeite.<br />

Het was God en niemand anders, die het voor mij<br />

bestemd had; <strong>ik</strong> kreeg het omdat <strong>ik</strong> geloofde en<br />

actie bij mijn geloof voegde en niet op de omstandigheden<br />

zag of naar mensen luisterde.<br />

De tent met toebehoren was dus veilig en droog<br />

opgeborgen. De bodem van mijn portemonnee<br />

was nu geheel zichtbaar. Er zaten alleen nog maar<br />

centen en dubbeltjes in.<br />

Nu eerst over het meisje dat <strong>ik</strong> in Vroomshoop<br />

ontmoette. Willie Klumper en haar vriendin, die zo<br />

hard en trouw hadden meegewerkt aan de tentsamenkomsten,<br />

zouden weer naar hun eigen bivak<br />

Plotseling, eigenlijk geheel onverwacht, liet de<br />

Here mij Willie zien als mijn toekomstige echtgenote.<br />

Daar had <strong>ik</strong> nog nooit bij stilgestaan, of ook<br />

maar enigszins de gedachte over gekoesterd, omdat<br />

<strong>ik</strong> voor honderd procent mijn besluit had genomen<br />

eerst in de Here bevestigd te worden, alvorens aan<br />

een meisje of vrouw te denken. Mijn gedachten<br />

waren geheel gericht op Hem, die mij gemonsterd<br />

had in Zijn dienst.<br />

In 2 Timothéüs 2:4 staat: ì Tijdens de veldtocht<br />

wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor<br />

zijn onderhoud: hij heeft slechts hem te<br />

voldoen, door wie hij aangeworven isî.<br />

Ook in deze dingen verwachtte <strong>ik</strong> het van Hem<br />

die mij aangeworven had. Ik wist opeens dat, als <strong>ik</strong><br />

haar niet zou vragen, een ander het zou doen.<br />

Sommige mensen denken dat je toch wel krijgt<br />

wat voor je bestemd is. Ik geloof echter dat vele<br />

christenen missen hetgeen God hen wil schenken,<br />

omdat ze geen actie bij hun geloof voegen.<br />

Geloof zonder actie is dood!<br />

Het is niets waard!<br />

Dit is een weg die we moeten leren en er zijn<br />

bedroevend weinig leermeesters die het volk<br />

onderwijzen in de weg van het geloof en hoe men<br />

door het geloof de beloften van God in bezit neemt.<br />

Willie was, net als <strong>ik</strong>, helemaal verrast en dacht<br />

eerst dat <strong>ik</strong> een grapje maakte. Maar toen <strong>ik</strong> deze<br />

ontmoeting bezegelde met een kus, begon ze toch<br />

terugkeren. 116<br />

117


wel te geloven dat <strong>ik</strong> het echt meende. Dit laatste<br />

zou <strong>ik</strong> nooit gedaan hebben, als <strong>ik</strong> niet ge-weten<br />

had dat de Here ons zou samenvoegen. Ik geloof<br />

dat als iemand met God wandelt en vervuld is met<br />

Gods Geest, hij met andere maatstaven meet dan<br />

de wereld, dan de natuurlijke mens.<br />

Daar <strong>ik</strong> naast mijn taak als evangelist, gedurende<br />

jaren als voorganger verschillende gemeenten heb<br />

Johan,<br />

bediend, zijn er al heel wat mensen naar mij toe<br />

is<br />

gekomen met hun huwelijksproblemen. Ik vraag<br />

eerst altijd hoe men aan elkaar gekomen is. Was<br />

links<br />

het van de Heer?<br />

van<br />

En meestal zit bij velen daar de fout. Een huwelijk<br />

is een contract dat men afsluit voor het leven, voor<br />

God en de mensen. We kunnen daarmee niet licht-<br />

tweede<br />

zinnig omspringen. Alleen de dood kan het huwelijk<br />

De<br />

ongedaan maken. Dat is tenminste altijd Gods<br />

bedoeling geweest.<br />

Plaats ontbreekt mij om op het belangrijke onder-<br />

kinderen.<br />

werp van het huwelijk en de verhouding tussen<br />

hun<br />

man en vrouw verder in te gaan. Het zou een boek<br />

en<br />

op zichzelf worden. Verkering zoeken of hebben<br />

met een meisje of jongen, in wie je niet je toekomstige<br />

echtgenote of echtgenoot ziet, is voor de christen<br />

een zeer gevaarlijk spelletje. Menigeen heeft zich<br />

<strong>Maasbach</strong><br />

daardoor verbonden aan een persoon die niet degene<br />

was die de Here aan hem of haar wilde geven.<br />

moeder<br />

Geloof wacht op de Here. Geloof loopt niet<br />

en<br />

vooruit op de Here. Geloof geeft zich over en is<br />

118 Vader<br />

hun dertiende kind.<br />

119


Cornelis Hendr<strong>ik</strong> en Leentje <strong>Maasbach</strong>,<br />

de ouders van evangelist Johan <strong>Maasbach</strong>.<br />

Johan toen hij 9 jaar was, de leeftijd<br />

waarop hij de beslissing nam om<br />

Jezus <strong>Christus</strong> als Zijn persoonlijke<br />

Verlosser aan te nemen.<br />

120<br />

Een certif<strong>ik</strong>aat van<br />

het Leger des Heils<br />

dat Johan in 1931<br />

kreeg als beloning<br />

voor getrouwheid in<br />

het bezoeken van de<br />

jeugdsamenkomsten.<br />

Hij won de tweede<br />

prijs.<br />

121<br />

Rotterdam<br />

1937.<br />

Op 19-jarige<br />

leeftijd werd<br />

Johan reeds<br />

chefkok op<br />

de grote<br />

vaart.


De vierde van links is Johan <strong>Maasbach</strong> als sous-chef in een<br />

groot, eersteklas Amer<strong>ik</strong>aans hotel.<br />

Een getuigschrift van Johans werk als sous-chef in<br />

Amer<strong>ik</strong>a.<br />

122<br />

Willie Klumper, het<br />

meisje dat hij<br />

trouwde.<br />

Wanneer hij niet op<br />

de grote vaart zat,<br />

gaf hij zich aan het<br />

evangelisatiewerk.<br />

Achterop zijn auto<br />

had hij een groot<br />

bord bevestigd met<br />

een bijbeltekst erop.<br />

Zijn eerste Volle Evangelie<br />

tentsamenkomst aan de Kruiskade<br />

in Rotterdam.<br />

123


Onze trouwfoto.<br />

124<br />

Het eerste<br />

kerkgebouw:<br />

Zeugstraat<br />

38 in<br />

Gouda.<br />

De grote<br />

evangelisatiecampagne<br />

met<br />

evangelist<br />

T.L.<br />

Osborn uit<br />

Amer<strong>ik</strong>a op<br />

het<br />

Malieveld<br />

in Den<br />

Haag,<br />

Holland, in<br />

augustus<br />

1958. Johan<br />

<strong>Maasbach</strong><br />

was zijn<br />

vertaler.<br />

125


Johan <strong>Maasbach</strong>s evangelisatiecampagne in het grote<br />

gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag.<br />

Toen de Here Johan <strong>Maasbach</strong> riep om zijn dienstknecht te<br />

zijn, vertelde Hij hem dat Hij hem wilde gebru<strong>ik</strong>en als een<br />

kleine jongen om het koren te verzamelen en in schoven<br />

bijeen te brengen.<br />

niet bevreesd voor de toekomst. De man die gelooft,<br />

legt zijn idealen op het altaar. Geloof zegt: “Here,<br />

die Gij mij geeft zal <strong>ik</strong> nemen. U weet welk<br />

maaksel <strong>ik</strong> ben. Ja Here, U weet alle dingen”. O,<br />

het wachten op de Here, op Zijn leiding, is heel<br />

belangrijk in elk aspect van het leven van hen, die<br />

wandelen met God.<br />

Met de wetenschap dat het naar het welbehagen<br />

des Heren was en daar <strong>ik</strong> de leeftijd ervoor had (<strong>ik</strong><br />

was 32 jaar), besloten we ons te verloven. We<br />

waren ook in het bezit van een huisje, daar de oude<br />

man juist de mededeling had gedaan, dat hij ook<br />

een ‘meisje’ had gevonden en ging trouwen met<br />

een weduwe die een huis had. In de allerlaatste<br />

plaats dacht <strong>ik</strong> aan mijn centen en dubbeltjes. Ik<br />

had mijn aanstaande vrouw niet veel te bieden.<br />

Ik moest gaan kennismaken met de vader en<br />

moeder van Willie en haar papa dacht er heel<br />

anders over. Het stond hem beslist niet aan dat zijn<br />

dochter ging trouwen met een evangelist, zo’n<br />

gewone jongen, zonder veel schoolopleiding.<br />

Voor mij was wat de Bijbel zegt echter meer dan<br />

voldoende: "Mijn God zal in al uw behoeften<br />

naar Zijn rijkdom heerlijk voorzien, in <strong>Christus</strong><br />

Jezusî (Filippenzen 4:19).<br />

Hoe heerlijk is het dat wij een rijke God en Vader<br />

hebben, die zegt: ìMaakt u dan niet bezorgd,<br />

zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij<br />

drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?<br />

126 119


Want naar al deze dingen gaat het zoeken<br />

der heidenen uit. Want uw hemelse Vader<br />

weet, dat gij dit alles behoeft. Maar zoekt<br />

eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit<br />

alles zal u bovendien geschonken wordenî<br />

(Matthéüs 6:31-33).<br />

DE WONDERBARE UITKOMST DIE<br />

GOD MIJ GAF<br />

Wat is het heerlijk en wonderbaar, die rust te<br />

hebben die God ons geeft als we uit Zijn machtige<br />

hand leven. De volgende dag kwam het onverwachte<br />

telegram van een Amer<strong>ik</strong>aanse kapitein, die met<br />

zijn vlaggeschip - het m.s. “Olympic Games” -<br />

nog op zee was van Stockholm naar Amsterdam,<br />

met het verzoek of <strong>ik</strong> op een aangegeven tijdstip<br />

bij aankomst aan boord wilde komen. “Baan als<br />

chefkok vacant”. Ik zei tegen Willie: “Dit is het!”<br />

Toen <strong>ik</strong> aan boord kwam, vroeg de kapitein mij of<br />

<strong>ik</strong> alsjeblieft wilde meevaren omdat zijn chefkok<br />

ziek was achtergebleven in Stockholm. Ik vertelde<br />

hem dat <strong>ik</strong> zou meegaan, maar niet langer dan drie<br />

maanden kon wegblijven.<br />

De baan van chefkok op die grote Amer<strong>ik</strong>aanse<br />

schepen wordt goed betaald. Vooral als we de<br />

dollars omrekenen in guldens. Bovendien verdiende<br />

<strong>ik</strong> belastingvrij, plus vanzelfsprekend kost en<br />

inwoning. Na drie maanden kwam <strong>ik</strong> dan ook<br />

terug met $ 3.000,- (11.000 gulden). We stapten de<br />

volgende dag al naar het stadhuis om aan te tekenen<br />

en waren na twee weken - tot op heden - gelukkig<br />

getrouwd. Daar we er niet zoveel ruchtbaarheid<br />

aan gaven, ging alles voor de buitenwereld nogal<br />

vlug en onverwachts in het werk. Jaloerse<br />

lastertongen zeiden: “Ze zullen wel moeten<br />

trouwen”. Dit toont de gedachten van het eigen<br />

hart. Toen onze kleine ruim twee jaar op zich liet<br />

wachten, zeiden de lastertongen weer: “<strong>Maasbach</strong><br />

weet wel wat hij doet”. Ik heb gelukkig vroeg<br />

geleerd om mij niet bezig te houden met wat<br />

mensen denken. Wandel met God en wees oprecht<br />

voor Zijn aangezicht dan zal Hij u en uw<br />

nakomelingen zegenen. Hij zal de vijanden en de<br />

lastertongen in het gericht stellen en beschaamd<br />

maken. De grote profeet Jesaja zei reeds: ìElk<br />

wapen dat tegen u gesmeed wordt, zal niets<br />

uitrichten, en elke tong die zich voor het gericht<br />

tegen u keert, zult gij in het ongelijk stellen. Dit<br />

is het deel van de knechten des Heren en hun<br />

recht van Mijnentwege, luidt het woord des<br />

Here n î (Jesaja 54:17).<br />

Willy is een zeer grote hulp, niet alleen als vrouw<br />

en moeder, maar ook in geestelijke zaken is zij ons<br />

en zeer vele anderen tot grote zegen en inspiratie.<br />

Toch zeg <strong>ik</strong> vaak tot jonge mensen die ongeduldig<br />

zijn in deze zaken: “Het is beter niet getrouwd te<br />

zijn met de gedachte was <strong>ik</strong> maar getrouwd, dan<br />

120 129


om getrouwd te zijn met de gedachte: was <strong>ik</strong> maar<br />

niet getrouwd”.<br />

Spreuken 18:22<br />

"Wie een vrouw vond,<br />

heeft iets goeds gevonden en gunst<br />

van de HERE verworven".<br />

HOOFDSTUK 12<br />

Onze gedachten niet<br />

altijd Gods gedachten<br />

Nadat <strong>ik</strong> getrouwd was, hield <strong>ik</strong> me geruime<br />

tijd bezig met evangelisatiewerk in Nederland,<br />

hoofdzakelijk in Rotterdam-Zuid. Ik hielp bij<br />

openluchtsamenkomsten, bezocht overal bidstonden<br />

en leidde de voordienst van samenkomsten.<br />

Later begreep <strong>ik</strong>, dat de Here mij in het bijzonder<br />

leerde onderworpen te zijn aan hen, die Hij boven<br />

mij gesteld had. Ik geloof dat dit een van de<br />

noodzakelijke en meest belangrijke lessen is, die<br />

God Zijn kinderen wil leren, voordat ze door Hem<br />

gebru<strong>ik</strong>t kunnen worden. De natuurlijke mens is<br />

van zichzelf geneigd om zich boven een ander te<br />

stellen. Een kind van God moet leren wachten,<br />

totdat de hand des Heren hem verhoogt. Wij menen<br />

d<strong>ik</strong>wijls bekwaam te zijn voor de taak waarvoor<br />

God ons wil gebru<strong>ik</strong>en, maar als we door God<br />

gebru<strong>ik</strong>t willen worden, moeten we eerst door de<br />

beproevingen en testen heen. We worden gelouterd<br />

als door vuur.<br />

Zo d<strong>ik</strong>wijls hebben wij onze eigen ideeën; wij<br />

weten precies hoe wij het willen en wat wij ervan<br />

denken, maar om een dienaar te zijn in de gemeente<br />

van de levende God, zullen we ons werk volgens<br />

130 131


de ‘blauwdruk’ van onze alwijze hemelse Architect<br />

moeten verrichten.<br />

Soms laat de Here ons gaan op wegen, die we niet<br />

begrijpen, maar waarvan we door de Geest van<br />

God weten dat het Zijn wil is. Zo zal het ook met<br />

Jozef geweest zijn, toen hij in de gevangenis zat,<br />

en met Paulus, en met vele andere Godsmannen.<br />

De zegen die de grote apostel Paulus oogstte op<br />

zijn werk, was niet te danken aan zijn intelligentie<br />

of aan zijn bekwaamheid, maar aan zijn geloof,<br />

gehoorzaamheid, liefde en zelfverloochening.<br />

Paulus had zijn eigen idealen en bekwaamheden<br />

op het altaar gelegd. Dit schijnt voor vele mensen<br />

een moeilijke opdracht te zijn maar als wij iets in<br />

het Koninkrijk Gods willen bere<strong>ik</strong>en, dan zullen<br />

wij onze geleerdheid, onze eigen visie, onze eigen<br />

ideeën en wijsheid, ja, ons gehele leven op het<br />

altaar moeten leggen.<br />

De apostel Paulus zegt in Filippenzen 3:7-9<br />

(Amplified Bible): ìMaar welke dingen <strong>ik</strong><br />

vroeger ook bezat die mij winst waren, die heb<br />

<strong>ik</strong> om <strong>Christus</strong>í wil alle als (ÈÈn algehele) schade<br />

geacht. Ik voeg hier zelfs aan toe dat <strong>ik</strong> alles<br />

schade acht, omdat het bezit van het onbetaalbare<br />

voorrecht, de ongelooflijke heerlijkheid,<br />

de alles te boven gaande waarde, het<br />

onbeschrijflijk grote voordeel van de hoogste<br />

waarde - het kennen van <strong>Christus</strong> Jezus, mijn<br />

Here, dat alles oneindig ver te boven gaat. Ik<br />

132<br />

spreek niet alleen over het kennen zonder<br />

meer, maar het geleidelijk diepere en inniger<br />

kennen van Hem, het vollere, helderder ontvangen,<br />

aanvoelen, erkennen en begrijpen<br />

van Hem. Om Zijnentwil heb <strong>ik</strong> alles gaarne<br />

prijsgegeven en <strong>ik</strong> beschouw dat alles nu als<br />

afval, drek, opdat <strong>ik</strong> <strong>Christus</strong>, de Gezalfde,<br />

moge winnen en bezitten. En dat het moge<br />

blijken dat <strong>ik</strong> in Hem gevonden word: niet door<br />

enige (zelfverworven) eigengerechtigheid, die<br />

gebaseerd is op mijn gehoorzaamheid aan<br />

de wet - hebbende een vormelijke rechtvaardigheid<br />

en (veronderstelde) juiste verhouding<br />

tot God - maar dat <strong>ik</strong> die (waarachtige) gerechtigheid<br />

bezit die voortkomt uit het geloof<br />

in <strong>Christus</strong> de Gezalfde, en in de ware juiste<br />

verhouding tot God sta, welke uit God is, op<br />

grond van (reddend) geloofî.<br />

In Galaten 2:20 (Amplified Bible) zegt hij:<br />

ìMet <strong>Christus</strong> ben <strong>ik</strong> gekruisigd, - (in Hem) heb<br />

<strong>ik</strong> deelgenomen aan Zijn kruisiging; - en toch<br />

leef <strong>ik</strong>, maar het is niet meer mijn <strong>ik</strong> dat leeft,<br />

maar <strong>Christus</strong>, de Messias, leeft in mij. En voor<br />

zover <strong>ik</strong> nu (nog) in mijn lichaam leef, leef <strong>ik</strong><br />

door het geloof - door me aan Hem te hechten,<br />

alles van Hem te verwachten, en Hem<br />

volkomen te vertrouwen - in de Zoon van God,<br />

die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft<br />

overgegevenî.<br />

133


En in 2 Corinthiërs 3:5-6 (Ampl. Bible) zegt hij:<br />

ìNiet dat wij uit onszelf bekwaam (bevoegd,<br />

gesch<strong>ik</strong>t, in staat) zijn om een persoonlijk<br />

oordeel te vellen of ook maar iets als Úns werk<br />

in rekening te brengen, maar onze kracht,<br />

bevoegdheid en bekwaamheid komen van<br />

God. Hij is het die ons bekwaam gemaakt<br />

heeft (waardig en in staat heeft geacht) om<br />

dienaren en uitdelers te zijn van een nieuw<br />

verbond, (van redding door <strong>Christus</strong>) niet<br />

dienaren van de letter, (dat is, van wettelijk<br />

voorgeschreven regels en voorschriften) maar<br />

van de Geest; want de regels van de wet<br />

doden, maar de (Heilige) Geest, maakt<br />

levendî.<br />

De wereld heeft geen behoefte aan een vormelijk<br />

Christendom. Er zijn genoeg godsdiensten in deze<br />

wereld, die alle hun eigen leerstellingen hebben.<br />

Het Christendom is niet zo maar een of andere<br />

godsdienst. De volgelingen van Jezus die wederomgeboren<br />

zijn, zijn beelddragers van de heerlijkheid<br />

van de Geest des Heren. God heeft mij geroepen<br />

om een beelddrager te zijn van het Evangelie, d.i.<br />

de blijde boodschap van Jezus <strong>Christus</strong>.<br />

Ik kan met de apostel Paulus in 2 Corinthiërs 4:5-<br />

11 zeggen: ì Want wij pred<strong>ik</strong>en niet onszelf,<br />

maar <strong>Christus</strong> Jezus als Here, en onszelf als uw<br />

dienaren om Jezusí wil. Want de God, die<br />

gesproken heeft: Licht schijne uit het duister,<br />

134<br />

heeft het doen schijnen in onze harten, om<br />

ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid<br />

Gods in het aangezicht van <strong>Christus</strong>. Maar wij<br />

hebben deze schat in aarden vaten, zodat de<br />

kracht, die alles te boven gaat, van God is en<br />

niet van ons; in alles zijn wij in de druk, doch<br />

niet in het nauw; om raad verlegen, doch niet<br />

radeloos; vervolgd, doch niet verlaten; ter<br />

aarde geworpen, doch niet verloren; te allen<br />

tijde het sterven van Jezus in het lichaam<br />

omdragende, opdat ook het leven van Jezus<br />

zich in ons lichaam openbare. Want voortdurend<br />

worden wij, die leven, aan de dood<br />

overgeleverd, om Jezusí wil opdat ook het<br />

leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees<br />

openbare î .<br />

Dit zijn dingen die we niet op een universiteit of<br />

op een Bijbelschool leren. We leren dit als we<br />

wandelen met God. Mozes leerde deze verbrijzeling<br />

van zijn eigen wil en eigen <strong>ik</strong> in de woestijn. Jozef<br />

door de vervolging van zijn broeders. David is<br />

eenzelfde weg opgegaan en er was ook geen andere<br />

weg voor Jezus, die zoals de brief aan de Hebreeën<br />

zegt: ìde gehoorzaamheid geleerd heeft uit<br />

hetgeen Hij heeft geleden, en toen Hij het<br />

einde had bere<strong>ik</strong>t, is Hij voor allen, die Hem<br />

gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil<br />

gewordenî (Hebreeën 5:8,9).<br />

135


WAAROM DEZE LES ZO MOEILIJK IS<br />

Alle levende wezens, ook in de natuur, doen<br />

moeite om in leven te blijven, terwijl God zegt:<br />

ìWie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren<br />

gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld,<br />

zal het bewaren ten eeuwigen leven"<br />

(Johannes 12:25).<br />

Laat bij niemand het idee postvatten, dat evangelist<br />

<strong>Maasbach</strong> tegen universiteiten of bijbelscholen is.<br />

Integendeel! Maar wèl wil <strong>ik</strong> zeggen dat die<br />

universiteiten voor God weinig waarde hebben,<br />

als een mens niet wedergeboren is. Het Koninkrijk<br />

Gods wordt niet gebouwd door de wetenschap van<br />

de mens, maar door geloof, liefde, gehoorzaamheid<br />

en zelfverloochening. Ook de volheid verkrijgt<br />

een mens alleen door het geloof in <strong>Christus</strong>.<br />

Hoe bedroevend is het dat er vele godgeleerden<br />

zijn, die God in het geheel niet kan gebru<strong>ik</strong>en,<br />

omdat zij vasthouden aan hun eigen inzichten,<br />

leerstellingen en tradities van mensen, en weinig<br />

of geen kennis hebben van de Geest en van de<br />

profetie van het Woord Gods.<br />

Er staat niet voor niets in 1 Corinthiërs 1:19-31:<br />

ì Want er staat geschreven: Verderven zal Ik<br />

de wijsheid der wijzen, en het verstand der<br />

verstandigen zal Ik verdoen. Waar blijft de<br />

wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de<br />

redetwister van deze tijd? Heeft God niet de<br />

136<br />

wijsheid der wereld tot dwaasheid gemaakt?<br />

Want daar de wereld in de wijsheid Gods<br />

door haar wijsheid God niet gekend heeft,<br />

heeft het Gode behaagd door de dwaasheid<br />

der pred<strong>ik</strong>ing te redden hen, die geloven.<br />

Immers, de Joden verlangen tekenen en de<br />

Grieken zoeken wijsheid, doch wij pred<strong>ik</strong>en<br />

een gekruisigde <strong>Christus</strong>, voor Joden een<br />

aanstoot, voor heidenen een dwaasheid,<br />

maar voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel<br />

als Grieken, (pred<strong>ik</strong>en wij) <strong>Christus</strong>, de kracht<br />

Gods en de wijsheid Gods.<br />

Want het dwaze van God is wijzer dan de<br />

mensen en het zwakke van God is sterker dan<br />

de mensen.<br />

Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij<br />

geroepen werd: niet vele wijzen naar het vlees,<br />

niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken.<br />

Integendeel, wat voor de wereld dwaas is,<br />

heeft God uitverkoren om de wijzen te<br />

beschamen, en wat voor de wereld zwak is,<br />

heeft God uitverkoren om wat sterk is te<br />

beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk<br />

en veracht is, heeft God uitverkoren,<br />

dat, wat niets is, om aan hetgeen wËl iets is, zijn<br />

kracht te ontnemen, opdat geen vlees zou<br />

roemen voor God.<br />

Maar uit Hem is het, dat gij in <strong>Christus</strong> Jezus<br />

zijt, die ons van God is geworden: wijsheid,<br />

137


echtvaardigheid, heiliging en verlossing,<br />

opdat het zij, gelijk geschreven staat: Wie<br />

roemt, roeme in de Here î .<br />

Sinds de dag dat Adam en Eva zondigden tegen<br />

God in de Hof van Eden is de mens niet veel<br />

veranderd. De meeste mensen willen van zichzelf<br />

graag vroom zijn; ze schijnen niet bekend te zijn<br />

met hetgeen God zegt dat wij zijn: zondaars! Toen<br />

God Adam aan zijn zonden ontdekte (Genesis 3:11<br />

en 12), zei Adam:<br />

ìDe vrouw die Gij aan mijn zijde gesteld hebt<br />

die heeft mij van de boom gegeven!î<br />

Maar hij was een zondaar en ook wij hebben<br />

gezondigd en zullen goed moeten begrijpen, dat<br />

wij door de zonde onder de vloek zijn gekomen en<br />

dat er maar één weg is om onder die vloek uit te<br />

komen en dat is door het offer van Golgotha. Degenen<br />

die eronderuit zijn gekomen en die geloven in<br />

het volbrachte werk van <strong>Christus</strong>, zullen moeten<br />

inzien dat dit alles genade is. Alles wat wij zijn is<br />

genade, opdat geen vlees zal roemen, maar Jezus<br />

in alles de eer moge ontvangen.<br />

PRIJST GOD DAT ER EEN<br />

OVERWINNEND LEVEN IS!<br />

Mozes is niet in de woestijn bij zijn schoonvader<br />

Jethro gebleven, maar toen hij in de school van de<br />

“knie-ologie” (als <strong>ik</strong> het zo mag noemen) bij God<br />

was geweest, kon God hem gebru<strong>ik</strong>en om Israël uit<br />

het diensthuis uit te leiden. God kon hem gebru<strong>ik</strong>en,<br />

omdat hij niet meer stond in eigen kracht, maar in<br />

geloof, gehoorzaamheid, liefde en zelfverloochening.<br />

Dat gaf hem de moed om naar de koning van<br />

Egypte, naar Farao, te gaan.<br />

Wij lezen ook over Jozef in Psalm 105:17-22:<br />

ìJozef werd als slaaf verkocht; men knelde<br />

zijn voeten in boeien, hij kwam in de ijzers tot<br />

de tijd, dat zijn woord uitkwam, de uitspraak<br />

des Heren hem in het gelijk stelde.<br />

De koning zond heen en liet hem los, de<br />

heerser der volken maakte hem vrij; hij stelde<br />

hem tot heer over zijn huis, tot heerser over al<br />

zijn bezit, om zijn vorsten te binden naar zijn<br />

goeddunken, en zijn oudsten leerde hij<br />

wijsheidî.<br />

Het volk Israël is niet in de woestijn gebleven.<br />

God wilde dat de Israëlieten het land dat Hij hun<br />

beloofd had in bezit zouden nemen, een land<br />

overvloeiend van melk en honing. Mozes (type<br />

van de wet), kon hen daar niet inbrengen, maar<br />

Jozua (type van Jezus), heeft hen in de rust gebracht,<br />

in het beloofde land.<br />

Wat is het wonderbaar wanneer wij zo in ons<br />

leven die vertrouwelijke omgang en innige gemeenschap<br />

met de grote God mogen ervaren en dat Hij<br />

ons als een Vader leidt. Hij onderwijst en leert ons<br />

de weg die wij gaan moeten. Hij zegent ons. Hij<br />

138 139


zegt in Psalm 32:8:<br />

ìIk leer en onderwijs u aangaande de weg<br />

die gij gaan moet; Ik raad u; Mijn oog is op uî.<br />

In de school bij God zijn en wachten op de Here,<br />

betekent niet stilzitten en niets doen. Dit is een van<br />

de grote listen van de duivel. Sommige jonge<br />

mensen menen dat zij eerst over een of andere<br />

bijzondere Goddelijke kracht moeten besch<strong>ik</strong>ken<br />

alvorens zij door God gebru<strong>ik</strong>t kunnen worden.<br />

Gewoonlijk komt dit voort uit een vorm van<br />

hoogmoed. Men wil groot zijn. Men wil iets zijn,<br />

terwijl het geheim om groot te zijn is klein te zijn<br />

en men juist iets is, als men niets is. Zo is het<br />

tenminste in het Koninkrijk Gods.<br />

Het is niet zo vreemd dat deze vorm van hoogmoed<br />

de kop opsteekt. De apostelen hadden er ook last<br />

van. Zelfs nadat zij drie jaar met <strong>Christus</strong> hadden<br />

gewandeld, hadden zij nog niet verstaan wat het<br />

betekent de minste te zijn. Jezus demonstreerde<br />

echter de les uit het voorbeeld van de voetwassing<br />

(Johannes 13).<br />

Sommige christenen menen te moeten wachten,<br />

totdat zij een of ander diploma hebben ontvangen<br />

om uit te gaan in Zijn Naam en het is dan ook de<br />

duivel die ons d<strong>ik</strong>wijls wil wijsmaken dat we niets<br />

moeten doen. Menigeen heeft zijn jonge krachten<br />

verspild en is te oud geworden om nog iets te doen.<br />

Wij moeten actief zijn en nederig van hart en<br />

woekeren met hetgeen wij hebben, zodat de Here<br />

140<br />

ons meer zal kunnen toevertrouwen naast hetgeen<br />

wij reeds ontvangen hebben.<br />

Ik was altijd actief bezig, hetzij in openluchtsamenkomsten<br />

of in de colportage met christelijke<br />

lectuur, in het zondagsschoolwerk of andere<br />

evangelie-arbeid. En God gebru<strong>ik</strong>te mij, terwijl <strong>ik</strong><br />

in Zijn school van beproeving was.<br />

DE OMBUIGING VAN MIJN WEG<br />

Uit de evangelie-arbeid kreeg <strong>ik</strong> geen inkomen,<br />

hoewel <strong>ik</strong> er dagelijks in werkzaam was. Ik leefde<br />

van geld dat <strong>ik</strong> zelf verdiend had. De Volle<br />

Evangelie gemeenten waren erg gering in die<br />

dagen. Een plaats voor mij en mijn vrouw in het<br />

werk des Heren bij een of andere gemeente, waarbij<br />

wij een bestaansmogelijkheid zouden hebben, was<br />

niet te vinden. Ik kwam op de gedachte om voor<br />

vijf jaar naar Amer<strong>ik</strong>a te gaan om daar goed geld<br />

te verdienen, te sparen en dan terug te komen naar<br />

Nederland en te gaan evangeliseren.<br />

Een Amer<strong>ik</strong>aanse vriend van mij, die eigenaar<br />

was van twee grote eersteklas restaurants, wilde<br />

mij dolgraag als chefkok in één van zijn zaken<br />

hebben. Hij had mij hiervoor al meermalen<br />

aangezocht. Wij verkochten onze inboedel en<br />

vertrokken met het s.s. “American Producer”<br />

naar New York en zo werkte <strong>ik</strong> als chefkok in een<br />

eersteklas restaurant in Summit, New Jersey.<br />

141


Wij kregen een prachtig huis en een splinternieuwe<br />

auto tot onze besch<strong>ik</strong>king en <strong>ik</strong> had een prima<br />

betrekking. Het eigenaardige was echter, dat <strong>ik</strong><br />

reeds bij mijn aankomst uit Holland in New York,<br />

de zekerheid kwijt was of <strong>ik</strong> wel in de wil van God<br />

was, en terwijl <strong>ik</strong> het werk deed dat naar mijn zin<br />

was, werkte de Here aan mijn ziel en begon Hij te<br />

spreken tot mijn hart.<br />

Dagelijks was <strong>ik</strong> bezig om het aardse voedsel te<br />

bereiden voor de mensen en <strong>ik</strong> ontving daarvoor<br />

een goed salaris. Zou het mogelijk zijn dat de Here<br />

ook voor mij zou zorgen, als <strong>ik</strong> mensen het Brood<br />

des levens zou brengen, opdat degenen die daarvan<br />

aten niet zouden sterven, maar eeuwig leven<br />

hebben? Het werd een strijd in mijn ziel, waardoor<br />

<strong>ik</strong> al mijn vrede verloor.<br />

De grote, machtige God, die voor de vogels des<br />

hemels zorgt, zou Hij ook niet voor mij zorgen als<br />

<strong>ik</strong> in Nederland was? Ik wilde iets in Nederland<br />

gaan doen, maar meende eerst naar Amer<strong>ik</strong>a te<br />

moeten gaan om daar het geld ervoor te gaan<br />

verdienen. Het was steeds alsof de Here tot mij<br />

sprak: “Het geld is ook in Nederland”.<br />

Ik begon bang te worden dat mij iets zou<br />

overkomen. Mijn vrouw en <strong>ik</strong> hadden nog juist<br />

genoeg geld om terug te keren naar Holland. Het<br />

viel niet mee om de werkgever, bij wie <strong>ik</strong> in dienst<br />

was, te overtuigen van de zaak waarvoor <strong>ik</strong> wilde<br />

leven. Hij was geen onaardige man en stelde voor<br />

om halve dagen voor hem te gaan werken en halve<br />

dagen in het evangelie werkzaam te zijn. Hij zei:<br />

“Wat je in Holland wil gaan doen, kan je hier toch<br />

ook doen”. Ik was echter steeds meer in mijn hart<br />

ervan overtuigd, dat het naar Gods wil was dat <strong>ik</strong><br />

in Holland zou zijn.<br />

Wat was mijn grote fout?<br />

Toen <strong>ik</strong> besloot om naar Amer<strong>ik</strong>a te gaan om daar<br />

geld te verdienen, vergat <strong>ik</strong> de Here te vragen of het<br />

naar Zijn wil was. Als <strong>ik</strong> het de Here had gevraagd<br />

dan had Hij gezegd: "<strong>Waarom</strong> ga je en verspil je je<br />

tijd. Het geld is al in Holland".<br />

Hij liet mij gaan zoals David deed in 1 Samuël 27.<br />

Hij vergat ook eerst te vragen.<br />

En zo vertrokken wij op zekere dag, mijn goede<br />

baan, een mooi huis en een nieuwe, grote Amer<strong>ik</strong>aanse<br />

auto achterlatend in het land waarvan <strong>ik</strong><br />

hield, om terug te gaan naar een land dat in mijn gedachten<br />

alleen maar nat en plat was.<br />

In ons huis woonde reeds een ander echtpaar.<br />

Meubels, huisraad en geld had <strong>ik</strong> niet. Maar omdat<br />

<strong>ik</strong> op de knieën was gegaan en gezegd had: “Here,<br />

<strong>ik</strong> wil gaan, waar Gij wilt dat <strong>ik</strong> zal gaan, naar<br />

Holland”, kon het mij ook niet meer schelen wat<br />

voor werk <strong>ik</strong> zou moeten aanpakken om voor mijn<br />

onderhoud te zorgen. Ik heb hetzelfde principe als<br />

Paulus: ìWil iemand niet werken, dan zal hij<br />

ook niet etenî(2 Thessalonicenzen 3:10).<br />

142 143


Psalm 112:1-10<br />

1 Halleluja. Welzalig de man, die de HERE<br />

vreest, die van harte lust heeft in zijn<br />

geboden.<br />

2 Zijn nakroost zal machtig zijn op aarde,<br />

het geslacht der oprechten zal gezegend<br />

worden;<br />

3 overvloed en rijkdom zijn in zijn huis,<br />

zijn gerechtigheid houdt voor immer<br />

stand.<br />

4 Voor de oprechten gaat het Licht in de<br />

duisternis op, genadig en barmhartig en<br />

rechtvaardig.<br />

5 Voorspoedig is de man die zich ontfermt<br />

en uitleent, die zijn zaken recht behartigt;<br />

6 want hij zal nimmer wankelen,<br />

tot eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige<br />

zijn.<br />

7 Voor een kwaad gerucht zal hij niet<br />

vrezen, zijn hart is gerust, vol vertrouwen<br />

op de HERE;<br />

8 zijn hart is standvastig, hij vreest niet, terwijl<br />

hij met vreugde op zijn vijanden ziet.<br />

9 Hij deelt uit, hij geeft aan de armen, zijn<br />

gerechtigheid houdt voor immer stand,<br />

zijn hoorn verheft zich in ere.<br />

10 De goddeloze ziet het en ergert zich, hij<br />

knarst met de tanden en wordt verteerd;<br />

de begeerte der goddelozen gaat teniet.<br />

144<br />

HOOFDSTUK 13<br />

Hoe het werk in<br />

Gouda begon<br />

Toen <strong>ik</strong> met mijn vrouw teruggekeerd was in<br />

Holland, namen wij intrek op een zolderkamertje<br />

bij mijn moeder thuis in Rotterdam. Het was<br />

alles erg provisorisch, maar “in het centrum van<br />

Gods wil verkeren” geeft vrede en rust voor het<br />

zoekende, rusteloze hart.<br />

Vlak voor ons vertrek uit New York waren wij<br />

eerst nog naar een samenkomst geweest van<br />

Reverend Carl Steffens, die zijn handen op ons<br />

legde in het midden van de gemeente en bad voor<br />

onze reis en voor de bediening des Heren in Holland.<br />

Het was weer een mijlpaal in mijn leven, die <strong>ik</strong><br />

nooit zal vergeten. Het opleggen van handen in de<br />

Naam van Jezus is een door God gegeven bediening.<br />

Zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe<br />

Testament neemt deze bediening een belangrijke<br />

plaats in (Deut. 34:9; Matth. 19:13; Marc. 6:5;<br />

Luc. 4:40; Hand. 6:6; Hand. 13:3; Hand. 19:6).<br />

Maar ook het opleggen der handen heeft weinig<br />

waarde, als het niet met geloof gepaard gaat. Want<br />

door het geloof ontvangen wij en door het geloof<br />

wandelen en handelen wij.<br />

De apostel Paulus zei niet voor niets tegen<br />

145


Timothéüs: ìOm die reden herinner <strong>ik</strong> u eraan<br />

de gave Gods aan te wakkeren, die door mijn<br />

handoplegging in u isî (2 Timothéüs 1:6).<br />

Daar <strong>ik</strong> totaal geen geld meer had, ging <strong>ik</strong> direct<br />

aan het werk als free-lance vertegenwoordiger in<br />

touw en <strong>ik</strong> begon een kleine handel in roestvrij<br />

stalen art<strong>ik</strong>elen, waarin de Here mij hielp en<br />

zegende. In mijn vrije tijd was <strong>ik</strong> volop werkzaam<br />

in het Evangelie.<br />

Jammer genoeg was er in die dagen geen<br />

Pinkstergemeente te vinden die mij bijvoorbeeld<br />

een opleiding wilde geven of waar <strong>ik</strong> ‘full time’<br />

kon werken in het Evangelie. In verhouding tot<br />

Amer<strong>ik</strong>a, Engeland of Zweden waren wij zeker<br />

veertig jaar ten achter wat het Volle Evangelie<br />

betreft. Er waren geen Volle Evangelie boeken,<br />

geen opleidingscentra, geen radio-uitzendingen,<br />

enz. Wel was er veel jaloersheid, kortzichtigheid,<br />

ongeloof, en de enkele voorgangers, die er waren,<br />

hadden niet altijd de juiste visie.<br />

Ik wilde graag gaan werken op een plaats waar<br />

eigenlijk nog niets van het Volle Evangelie bekend<br />

was, en zo besloot <strong>ik</strong> in Gouda, de kaasstad van<br />

Holland, te gaan werken. Ik huurde een zaaltje in<br />

de Groenendaal en zette een advertentie in het<br />

plaatselijk dagblad. Mijn verwachting was eigenlijk<br />

niet zo groot, maar toen er steeds mensen bleven<br />

binnendruppelen, totdat er een 35-tal aanwezig<br />

waren, sprong mijn hart op van vreugde en dankte<br />

<strong>ik</strong> God!<br />

Ik had immers een boodschap voor deze mensen,<br />

namelijk dat Jezus Dezelfde is en dat Hij leeft en<br />

dat Hij redt en geneest! Die avond gingen vele<br />

handen omhoog voor bekering en deze mensen in<br />

het kerkelijke Gouda hoorden voor het eerst een<br />

nieuw geluid van de wonderbare Naam van Jezus!<br />

Ik noteerde de adressen van deze mensen, om hen<br />

te kunnen bezoeken. Ook ging <strong>ik</strong> wekelijks een<br />

bidstond houden ten huize van een oude broeder,<br />

die zijn huis daarvoor openstelde. De mensen<br />

waren hongerig en God deed wonderen van redding,<br />

bevrijding en genezing.<br />

Nooit zal <strong>ik</strong> dat meisje vergeten, dat in het<br />

Diaconessenhuis werkte. Gedurende 1½ jaar had<br />

zij een zwerende, open borst. Haar moeder bezocht<br />

wekelijks de samenkomsten, maar zij dreef er de<br />

spot mee. Ze zei:<br />

“Moeder, als de dokter mij niet kan helpen, dan<br />

kan die gewone man van de Pinkstergemeente het<br />

zéker niet”.<br />

Haar liefdevolle moeder wist haar toch te bewegen<br />

een keertje mee te gaan naar een bidstond en reeds<br />

de eerste avond gaf ze onder tranen haar hart aan<br />

Jezus. Ze schaamde zich voor haar houding die ze<br />

had aangenomen tegenover de geloofsgenezing en<br />

tegenover het werk des Heren. Ze durfde niet om<br />

voorbede te vragen.<br />

Het liet haar echter niet met rust en in een van de<br />

daaropvolgende samenkomsten vertelde ze het<br />

146 147


aan mijn vrouw en ze liet haar ook de toestand van<br />

haar ziekte zien. Haar borst verkeerde in staat van<br />

ontbinding, het voorste gedeelte was onherkenbaar.<br />

Toen <strong>ik</strong> dit van mijn vrouw hoorde, ging <strong>ik</strong> naar<br />

haar toe en vroeg haar of ze gezond wilde worden.<br />

Ze antwoordde bevestigend, maar beleed hoe ze<br />

eerst gespot had met het geloof.<br />

Wat is het toch heerlijk dat wij voorbeelden in de<br />

Bijbel hebben en daardoor weten, hoe we een<br />

mens kunnen antwoorden. Hoe d<strong>ik</strong>wijls denken<br />

wij, dat we niet goed genoeg zijn om iets van God<br />

te ontvangen en ook de duivel wijst ons graag op<br />

onze schuld en tekortkomingen. Genezing<br />

ontvangen we echter nimmer omdat wij zo vroom<br />

zijn, maar we ontvangen die, net als alle andere<br />

dingen, door geloof in wat <strong>Christus</strong> voor ons<br />

gedaan heeft. ìHet bloed van Jezus <strong>Christus</strong><br />

reinigt ons van alle zondenî(1 Johannes 1:7).<br />

Ik zalfde haar met olie volgens Jacobus 5:14, en<br />

legde haar mijn handen op tot genezing in Jezus’<br />

Naam. Ik hield me verder niet met deze zaak bezig,<br />

totdat <strong>ik</strong> haar plotseling na 3 weken weer zag en<br />

aan haar toestand dacht. Ik vroeg haar hoe ze het<br />

maakte en ze vertelde me dat het prachtig genezen<br />

was, op een heel klein plekje na, dat maar niet dicht<br />

wilde gaan. Ik vroeg haar wat ze wilde geloven: dat<br />

het open zou blijven, of dat het dicht zou gaan. Ze<br />

keek mij vragend aan. Ik zei: “Zuster, naar uw<br />

geloof zal u gedaan worden. Wilt u geloven dat het<br />

148<br />

open blijft of dat het dicht gaat?” Ze begreep het en<br />

zei: “Ik geloof dat het dicht zal gaan en genezen”.<br />

Ik gaf haar de raad om er dan geen aandacht meer<br />

aan te schenken en te geloven dat de Here het<br />

laatste ook zou doen. Dezelfde week was haar<br />

borst volkomen genezen. Later trouwde ze en<br />

kreeg twee kinderen. Ze vertelde aan mijn vrouw<br />

dat ze voor haar babies altijd de meeste voeding<br />

had gehad in de borst die genezen was.<br />

ONS EERSTE GEBOUW<br />

In een gehuurde zaal ben je nooit zo vrij als in een<br />

eigen gebouw. Vooral als men God wil loven en<br />

prijzen, zoals de Bijbel het ons leert, stuit men op<br />

veel tegenstand. De duivel schijnt het loven en<br />

prijzen vreselijk te haten. Hij kent het geheim<br />

ervan beter dan sommige christenen. Want God<br />

loven en prijzen, met al wat in je is, geeft kracht,<br />

sterkte en overwinning. God troont op de lofzangen<br />

van Zijn kinderen (Psalm 22:4).<br />

Hoewel men zei, dat er in heel Gouda geen pand<br />

te koop was, dat gesch<strong>ik</strong>t zou zijn, ging <strong>ik</strong> toch op<br />

zoek; <strong>ik</strong> geloofde dat de Here mij een plaats zou<br />

geven voor Zijn werk. Daar <strong>ik</strong> nog in Rotterdam<br />

woonde, reisde <strong>ik</strong> per trein en huurde dan in Gouda<br />

een fiets om er opuit te gaan.<br />

Overal zocht <strong>ik</strong> en soms belde <strong>ik</strong> aan, als <strong>ik</strong> naar<br />

mijn mening iets zag dat gesch<strong>ik</strong>t leek. Zo kwam<br />

149


<strong>ik</strong> terecht in de Zeugstraat op nummer 38. Daar<br />

stond een gebouwtje dat al gedurende 40 à 50 jaar<br />

een evangelisatiegebouwtje was. Toen <strong>ik</strong> naar<br />

binnen ging en het zag, dacht <strong>ik</strong>: “Dit is het!” Ik<br />

kon me geen betere plaats voorstellen.<br />

De koster, die boven het zaaltje woonde, zei dat<br />

hij niet wist of het pand te koop was. Ik ging echter<br />

op stap en kwam terecht bij Ds. van Wijk van de<br />

Vrije Evangelische Gemeente, daar deze gemeente<br />

de eigenares was. Men was echter verhuisd naar de<br />

voormalige Joodse Synagoge. De dominee, een<br />

vriendelijke man, vertelde mij dat <strong>ik</strong> het kon kopen<br />

voor f 10.000,-, maar dat de buurman voorrang had<br />

als hij het wilde kopen.<br />

Deze buurman - hij vertrok kort daarop - verkeerde<br />

in staat van faillissement en bezat geen geld. Dus<br />

werd broeder <strong>Maasbach</strong> de gegadigde, die, hoewel<br />

hij ook geen geld had, geloof had in een goede God<br />

en Vader, Die in Zijn Woord gezegd heeft: ì Alle<br />

dingen zijn mogelijk voor wie gelooftî (Marcus<br />

9:23). Ik kon niet anders dan geloven dat God mij<br />

dit gebouwtje zou geven! Ik zei: “Here, het is<br />

zover, en nu moet er geld komen”.<br />

Er was eigenlijk nog geen gemeente gevormd.<br />

Niet één van de broeders die daar met mij waren,<br />

durfde het aan met mij in zee te gaan en wilde borg<br />

staan. Ik stond geheel alleen en had geen geld,<br />

maar <strong>ik</strong> had mijn God en Vader!<br />

Na de dienst ging <strong>ik</strong> even voor het raam kijken<br />

van de Goudsche Courant, die ook aan de Zeugstraat<br />

was gevestigd. Ik wilde zien hoe ze de opgegeven<br />

advertentie hadden geplaatst. Naast mij stond een<br />

eenvoudige vrouw ook voor het raam van het<br />

krantenbureau in de laatste advertentie te kijken.<br />

Ze keek me zo van opzij aan en stelde me de vraag<br />

of <strong>ik</strong> die meneer was die ‘s avonds in de Groenendaal<br />

had gesproken. Ik beaamde het en zo ontstond er<br />

een kort gesprek. Ze vertelde mij dat ze het zaaltje<br />

in de Groenendaal niet zo gesch<strong>ik</strong>t vond. Ik deelde<br />

haar mee, dat <strong>ik</strong> op zoek was en in onderhandeling<br />

was over een zaaltje van het voormalig “Jeruël”<br />

van de Vrije Evangelische Kerk (Zeugstraat 38).<br />

Ze zei mij: “Als dat wat wordt, kom dan maar<br />

eens naar mij toe. Ik woon daar en daar en ben de<br />

hypotheekhoudster van het gebouw; als u het<br />

koopt, kunt u f 8.000,- hypotheek krijgen tegen 4<br />

procent rente”.<br />

Mijn hart sprong op van vreugde en dankbaarheid.<br />

Ik voelde me als een Eliëzer, wiens weg de Here<br />

voorspoedig had gemaakt bij het zoeken van een<br />

vrouw voor Izaäk. Ik had niet eens gezocht, maar<br />

God stuurde haar.<br />

Een broeder leende mij zonder moeite hetgeen<br />

aan de aankoopsom ontbrak. Toen <strong>ik</strong> bij de notaris<br />

kwam voor de overdracht van het gebouw, was <strong>ik</strong><br />

alleen. De dominee was er, alsook zijn voltallige<br />

kerkeraad, ongeveer tien personen. De meesten<br />

hadden hun zwarte pak aan met een streepjes-<br />

150 151


oek. Ik moest om getuigen vragen aan de notaris.<br />

Ik was alleen, maar mèt mijn God.<br />

Toen de akte was voorgelezen en de koop gesloten<br />

was, vroeg <strong>ik</strong> de notaris of het goed was dat we<br />

even in gebed gingen om God te danken. Toen de<br />

dominee weigerde, en de eer aan mij gaf, dankte <strong>ik</strong><br />

God dat we dit gebouwtje mochten behouden voor<br />

de redding van zielen. Men vond het wel erg<br />

vreemd, maar <strong>ik</strong> zal het nooit vergeten. Het was het<br />

eerste gebouw dat God mij gaf, omdat <strong>ik</strong> geloofd<br />

had dat Hij het mij zou geven. De tranen springen<br />

me nog in de ogen, terwijl <strong>ik</strong> dit schrijf en eraan<br />

denk, want God is een goede God en een hoorder<br />

en verhoorder der gebeden.<br />

Wij hebben nog altijd goede samenkomsten in<br />

Gouda en de Here heeft ons door de jaren heen een<br />

nog betere plaats gegeven. Wij verkochten de oude<br />

plaats voor driemaal zoveel als <strong>ik</strong> ervoor had<br />

betaald. We verhuisden van de Zeugstraat naar een<br />

mooier gebouw in Paradijs no. 5. De samenkomsten<br />

daar werden geleid door getrouwe broeders en<br />

zusters en er kwamen zielen tot Jezus; zieken<br />

werden genezen en gelovigen werden gedoopt met<br />

de Heilige Geest.<br />

Er vond echter een nog groter wonder plaats in de<br />

ruim 700 jaar oude stad Gouda. Onder haar vele<br />

mooie gebouwen, zoals bijvoorbeeld het prachtige<br />

stadhuis, telt zij ook de Gouwe-Kerk, een prachtige<br />

kathedraal. Dit monumentale, neo-gotische<br />

gebouw heeft twee torens aan de voorkant en in het<br />

midden nog een, waarvan de spits (80 meter hoog)<br />

het hoogste punt in Gouda is.<br />

Wie zou in de tijd dat <strong>ik</strong> over die oude kerkzaal in<br />

de Zeugstraat aan het onderhandelen was, geloofd<br />

hebben dat de dag zou komen dat de gemeente<br />

Gouda niets liever zou willen dan dat wij de<br />

Gouwe-Kerk zouden kopen om haar voor de sloop<br />

te bewaren? U moet beslist de tijd ervoor nemen<br />

om Gouda eens te bezoeken en tegelijkertijd onze<br />

mooie kerk te bezichtigen. Het rode neon kruis, op<br />

een hoogte van 80 meter, beheerst in de avond het<br />

silhouet van de stad, en is op kilometers afstand<br />

van Gouda reeds te zien. In een volgend hoofdstuk<br />

zal <strong>ik</strong> u meer vertellen over dit machtige Godshuis<br />

in deze oude stad, die bekend staat om haar prachtig,<br />

500 jaar oude stadhuis, de St. Jan kathedraal met<br />

haar beroemde gebrandschilderde glazen, Goudse<br />

kaas, Goudse kaarsen, stroopwafels, aardewerk en<br />

de prachtige Gouwe-Kerk.<br />

Om op mijn verhaal terug te komen, het begon<br />

allemaal in de Zeugstraat. Overal vandaan kwamen<br />

de mensen naar de samenkomsten, zelfs uit<br />

Rotterdam. Ik hield ook speciale gebedsgenezingsdiensten.<br />

Velen werden door God aangeraakt en<br />

ontvingen genezing van allerlei ziekten en kwalen.<br />

In de zaal van het Veemarkt-restaurant aldaar,<br />

hield <strong>ik</strong> mijn eerste campagne, omdat die zaal veel<br />

groter was.<br />

152 153


EEN ABRAHAMS OFFER<br />

Inmiddels had de Here ons een dochtertje<br />

geschonken dat we Esther noemden. Daarna gaf de<br />

Here ons nog een dochtertje, Gonny. Ons derde<br />

kind was een jongen, een lieve schat, die wij John<br />

Henry noemden. Het was juist in deze tijd dat God<br />

bezig was mij te funderen in het geloof, wat de<br />

geloofsgenezing betreft; een onderwerp waarvan<br />

de Bijbel vol staat.<br />

Op zekere dag, toen <strong>ik</strong> thuiskwam - wij hadden<br />

inmiddels onze intrek genomen in de Zeugstraat,<br />

boven de kerkzaal - merkte <strong>ik</strong> aan de stem van mijn<br />

vrouw dat er iets mis was. Daar lag kleine Esther<br />

in haar led<strong>ik</strong>antje. Ze was van de trap (20 treden<br />

met metalen randen) gedu<strong>ik</strong>eld en met haar hoofdje<br />

op de stenen vloer terechtgekomen. Ik legde haar<br />

onmiddellijk de handen op in Jezus’ Naam, waarna<br />

ze ging slapen.<br />

De volgende morgen was ze kerngezond en ze<br />

heeft nooit meer last gehad van haar hoofd.<br />

Sommige mensen zullen denken dat dit onverantwoordelijk<br />

is en ze zouden direct de dokter halen.<br />

Een ieder moet maar in zijn of haar hart verzekerd<br />

zijn. Het kwam niet in mij op om eerst naar een<br />

dokter te rennen, daar de Hemelse Dokter op dat<br />

moment bij me was en het is logisch dat een<br />

gelovige naar die dokter gaat, die op zo'n moment<br />

het dichtst bij huis woont.<br />

Op zekere dag werd kleine Johnnie ziek. Hij werd<br />

steeds magerder en bleker. Juist in die tijd had <strong>ik</strong><br />

een nieuwe campagne voor gebedsgenezing<br />

voorbereid. Een groep vrienden uit de gemeente<br />

ging drie dagen vasten en bidden. De Here gaf toen<br />

een Woord dat Hij John-Henry’s hand reeds gevat<br />

had. Ik meende dat de Here ermee bedoelde, dat<br />

Hij hem zou oprichten. Het vreemde was, dat<br />

telkens als we gebeden hadden, het veel beter met<br />

hem ging. Ik zei tegen Willie, mijn vrouw: “Als je<br />

er een dokter bij wilt halen, mag je het natuurlijk<br />

gerust doen”.<br />

Ik geloof dat het belangrijk is om acht te geven op<br />

de stem des Heren. Velen werden genezen in de<br />

samenkomsten door het opleggen van handen,<br />

maar John-Henry werd zieker en genas niet.<br />

Op 4 juni 1958 nam de Here kleine John-Henry<br />

tot Zich, toen hij ruim twee jaar oud was. De<br />

kleine werd beneden in de kerkzaal opgebaard.<br />

Toen vroeg God mij of <strong>ik</strong> nog steeds in<br />

gebedsgenezing geloofde. Ik kon niet anders<br />

zeggen dan: “Ja, Here, Uw Woord is immers de<br />

waarheid!” Ik wist niet en begreep niet, waarom de<br />

Here John-Henry had weggenomen.<br />

Ik begreep nog steeds Gods bedoeling niet. Toen<br />

<strong>ik</strong> ‘s avonds met mijn vrouw op bed lag en wij<br />

beiden opzagen door het dakraam naar Gods<br />

sterrenhemel, kwam de liefde van God over ons op<br />

een wijze zoals we die slechts enkele keren in ons<br />

154 155


leven hebben mogen ervaren.<br />

We spraken beiden in tongen en ervoeren de<br />

tegenwoordigheid van Gods engelen rondom ons.<br />

In plaats van droefheid was er een onbeschrijflijke<br />

diepe vrede in ons hart en de Here sprak tot ons<br />

dat het Hem een welaangenaam offer was. We<br />

hebben John-Henry niet voor onszelf willen<br />

houden. Een goede kennis, die in huis was met het<br />

oog op de begrafenis, vertelde dat ze steeds de<br />

tegenwoordigheid van de engelen Gods ervoer.<br />

Ik ben nog altijd dankbaar dat er iets dierbaars is<br />

geweest in mijn leven, dat God voor Zichzelf begeerde.<br />

John-Henry heeft de grote sprong mogen<br />

maken, die wij nog moeten maken. Hij is reeds aan<br />

de overzijde. De engelen Gods hebben hem in de<br />

armen genomen en thuisgehaald.<br />

Later begreep <strong>ik</strong> de grote privéles die de Here mij<br />

gaf. Talloze mensen baseren hun geloof op de<br />

omstandigheden of zelfs op eigen ervaringen. God<br />

wil dat wij, zeker als wij dienaars zijn van het<br />

Evangelie van Jezus <strong>Christus</strong>, ons geloof bouwen<br />

op Zijn Woord, dat is op <strong>Christus</strong>, de Rots der<br />

eeuwen. De ziekte van mijn eigen jongen heeft<br />

Gods Woord niet tot een leugen gemaakt. Ik<br />

geloof nog altijd wat er geschreven staat in Psalm<br />

103:3: ìDie al uw ongerechtigheden vergeeft,<br />

die al uw krankheden geneestî en in Exodus<br />

15:26: ìIk, de Here, ben uw Heelmeesterî en in<br />

Marcus 16:18: ìOp zieken zullen zij de handen<br />

leggen en zij zullen genezen wordenî en in 1<br />

Petrus 2:24: ìEn door Zijn striemen zijt gij<br />

genezenî, en in vele andere Schriftgedeelten.<br />

Heeft God niet het recht te nemen wat van Hem is?<br />

Zijn wij niet Zijn schepselen, Zijn maaksel?<br />

Hoe vreemd de lezer het ook moge vinden, mijn<br />

vrouw en <strong>ik</strong> hebben nimmer spijt gehad van de<br />

weg, die God in deze met ons ging. Wij hebben er<br />

geen spijt van dat we zo gehandeld hebben en we<br />

hebben geen spijt dat John-Henry ons op deze<br />

wijze mocht voorgaan. Al onze wegen zijn niet<br />

dezelfde, maar één ding is zeker, dat God allen<br />

loutert die Hij wil gebru<strong>ik</strong>en, opdat we een<br />

bru<strong>ik</strong>baar instrument mogen zijn in Zijn handen.<br />

Wij hebben medelijden met het vlees, maar God<br />

ziet het vlees niet aan, als Hij Zijn werk wil<br />

volbrengen. Dat deed Hij ook niet met Jozef, totdat<br />

ìde rede des Heren hem doorlouterd hadî en<br />

met Job, toen deze de les moest leren, dat ook onze<br />

welvaart en gerechtigheid genade is van God. Het<br />

geloof weet, dat God tòch de getrouwe God van<br />

liefde en genade blijft, welke weg van beproeving<br />

Hij ook met ons gaat.<br />

Na John-Henry gaf de Here ons nog twee<br />

dochtertjes Hèlen-Grace en Daniëlle en ook nog<br />

drie zonen: David, Robert en John. In totaal hebben<br />

we dus zeven lieve, gezonde kinderen, die intussen<br />

allen getrouwd zijn en de Here dienen in het<br />

Evangelie.<br />

156 157


De oudste twee dochters wonen met hun gezinnen<br />

in de VS. Robert woont met zijn gezin in Engeland<br />

en is daar een bekend voorganger/evangelist. De<br />

overigen zijn allen - met hun gezinnen - werkzaam<br />

in het Evangelie in Nederland. David en John zijn<br />

beiden gezalfde dienstknechten van God geworden<br />

en geven leiding aan het werk van de Stichting<br />

Johan <strong>Maasbach</strong> Wereldzending.<br />

STERKER TEGENSTAND<br />

Het was niet makkelijk werken in Gouda. Het<br />

was zoals wij dit weleens noemen ‘harde grond’.<br />

Er was veel tegenstand aangaande de Volle<br />

Evangelie boodschap. God Zelf had mij in Zijn<br />

Woord onderwezen, toen <strong>ik</strong> op de wereldzeeën<br />

rondzwierf, en ook in de Bijbel lees <strong>ik</strong> wat wij<br />

moeten doen als wij tot bekering zijn gekomen. De<br />

volgende stap is ons te laten dopen. Over het<br />

besprengen van kinderen had <strong>ik</strong> in de Bijbel nooit<br />

gelezen, maar wel dat wij degenen die tot het<br />

geloof zijn gekomen, moeten onderdompelen in<br />

water. Gelukkig zijn er miljoenen mensen die dat<br />

dan ook inderdaad doen, maar in onze kerken in<br />

Nederland is dit iets anders.<br />

Geen wonder dat <strong>ik</strong> op tegenstand stuitte.<br />

De Bijbel leert ons ook dat God ons wil dopen<br />

met de Heilige Geest, en dat het spreken in tongen<br />

(glossolalie) niet alleen voor vroeger was, maar<br />

dat dit ook nog heden plaatsvindt.<br />

Ook leert de Bijbel ons wat wij moeten doen als<br />

wij ziek zijn en dat er genezing is onder Zijn vleugelen.<br />

De Bijbel leert ons, dat Jezus onze krankheden<br />

gedragen heeft, dat wij op zieken de handen<br />

moeten leggen en dat zij gezond zullen worden.<br />

Al deze waarheden ging <strong>ik</strong> de mensen verkondigen,<br />

maar er was veel tegenstand. De duivel haat<br />

het als de kinderen Gods zich gaan verblijden in<br />

Jezus en Hem gaan loven en prijzen. Dit laatste is<br />

een enorme kracht in het leven van een christen en<br />

het is de Here God welaangenaam als wij Hem ìde<br />

offeranden van onze lippenî brengen, zoals de<br />

Bijbel het zegt in Hosea 14:3c en Hebreeën 13:15.<br />

Ook deze waarheid stuitte vanzelfsprekend op<br />

tegenstand, maar <strong>ik</strong> geloofde zonder twijfel dat,<br />

als wij de waarheid brachten, God ons Zijn zegen<br />

niet zou onthouden en er een doorbraak zou komen<br />

van de Heilige Geest. En wie zal het stoppen, als<br />

God met Zijn Heilige Geest werkt in de harten der<br />

mensen! Ik dacht bij mezelf: Als de mensen de<br />

waarheid niet willen, dan gaan ze maar naar een<br />

andere kerk. Er zijn kerken genoeg, allerlei soorten,<br />

waar men rustig kan zitten, en waar men helemaal<br />

“zichzelf” kan blijven.<br />

Vaak heeft men alleen een ritueel van godsdienst,<br />

maar men mist de Geest des Heren, want ìwaar<br />

de Geest des Heren is, daar is vrijheidî (2<br />

Corinthiërs 3:17) en die Geest werkt door in de<br />

158 159


harten van Gods kinderen.<br />

Er zijn zoveel godsdienstige mensen, die net als<br />

Nicodémus (Johannes 3), niet weten wat het is om<br />

wedergeboren te zijn. Wedergeboorte is noodzakelijk,<br />

als wij het Koninkrijk Gods willen binnengaan.<br />

Jezus zei: ì Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij<br />

iemand wederom geboren wordt, kan hij het<br />

Koninkrijk Gods niet zienî (Johannes 3:3). Als<br />

men het niet kan zien kan men er vanzelfsprekend<br />

ook niet binnengaan.<br />

Ik geloofde zonder twijfel dat God een opwekking<br />

zou geven in Gouda.<br />

HOOFDSTUK 14<br />

Een van de grote<br />

momenten van mijn leven<br />

Juist in die tijd kwam het wonderbare bericht dat<br />

de Amer<strong>ik</strong>aanse evangelist T.L. Osborn naar<br />

Nederland zou komen voor een serie opwekkingssamenkomsten.<br />

Ik wist dat dit Gods hand was! Ik<br />

kende evangelist Osborn niet persoonlijk, ook had<br />

<strong>ik</strong> nooit eerder contact met hem gehad.Wel had <strong>ik</strong><br />

iets gelezen over zijn opwekkingssamenkomsten<br />

in Guatemala. Het art<strong>ik</strong>el had mij een enorme<br />

inspiratie gegeven! Ik had het ook gepubliceerd in<br />

een klein blaadje van 4 pagina’s, dat <strong>ik</strong> “Pinksterklanken”<br />

noemde. Hoe wonderbaar is het dat de<br />

Heilige Geest je soms ineens in contact brengt met<br />

iemand, en dat je dan weet dat het uit God is.<br />

Er werd een <strong>com</strong>ité gevormd en er werden vele<br />

voorbereidingen getroffen door de organisatoren,<br />

maar hoe vreemd het ook was, <strong>ik</strong> werd overal<br />

buiten gehouden. Ik geloofde zo sterk dat dit een<br />

machtige opwekking zou worden, dat <strong>ik</strong> in het<br />

plaatselijk dagblad een grote advertentie plaatste<br />

en reeds een autobus huurde voor de mensen,<br />

zodat ze iedere dag vanuit de samenkomsten in<br />

Den Haag zouden kunnen bijwonen.<br />

Voordat de campagne, waarin Evangelist T.L.<br />

160 161


Osborn zou spreken, plaatsvond, werd ter voorbereiding<br />

in de Duitse kerk in Den Haag een voorgangersbijeenkomst<br />

belegd. Daar <strong>ik</strong> echter geen uitnodiging<br />

had gehad, kon <strong>ik</strong> er ook moeilijk heen<br />

gaan. Het scheen dat sommigen mij beslist niet als<br />

voorganger wilden erkennen.<br />

Ook was er daarna een grote bijeenkomst in de<br />

Willemskerk voor medewerkers en voorgangers.<br />

De grote Willemskerk was stampvol. Er waren +<br />

2000 mensen. Met een klein autobusje met<br />

medewerkers was <strong>ik</strong> er heen gegaan en had daar in<br />

de zaal een plaatsje gevonden. Ik wist vooraf niet<br />

eens of <strong>ik</strong> wel of niet toegelaten zou worden in de<br />

Willemskerk, maar onderweg in de auto ervoer <strong>ik</strong><br />

zo Gods liefde en Zijn tegenwoordigheid, dat <strong>ik</strong> tot<br />

één van mijn medewerksters (Gerie van der Dussen)<br />

zei: “Ik geloof dat God machtig gaat zegenen en<br />

het kan mij weinig schelen wáár God mij hebben<br />

wil. Als Hij wil dat <strong>ik</strong> op het platform moet zitten,<br />

dan ga <strong>ik</strong> erop; als Hij wil dat <strong>ik</strong> onder het platform<br />

terecht kom, dan ga <strong>ik</strong> eronder”.<br />

Het grote moment was aangebroken dat Evangelist<br />

Osborn ons zou toespreken, maar de vertaler was<br />

moeilijk te verstaan. Telkens als Evangelist Osborn<br />

begon, werd er vanuit de kerkzaal geroepen dat<br />

men het niet voldoende kon verstaan. Op het laatst<br />

werd de fout gezocht bij de geluidsversterker,<br />

maar wat men ook deed, het vlotte niet.<br />

Ev. Osborn begon opnieuw en weer begon men te<br />

roepen dat het onverstaanbaar was. Plotseling zei<br />

Ev. Osborn: “Als er andere vertalers zijn, die denken<br />

dat ze beter kunnen vertalen, kom dan naar<br />

voren”. Er gingen vijf handen omhoog van mensen<br />

die meenden het beter te kunnen, maar het eigenaardige<br />

was, dat er niemand naar voren ging. Ik dacht<br />

in de verste verte niet aan mezelf en haalde het ook<br />

niet in mijn hoofd om een hand op te steken, daar<br />

<strong>ik</strong> me zeker niet bekwaam genoeg voelde voor<br />

zoiets, temeer daar <strong>ik</strong> wist, dat er veel betere vertalers<br />

aanwezig waren.<br />

Ev. Osborn keek rond en plotseling hoorde <strong>ik</strong><br />

hem zeggen: “Will that tall brother with that black<br />

curly hair <strong>com</strong>e and try to be my interpreter?” (Wil<br />

die lange broeder met dat zwarte krullende haar<br />

komen om te proberen mij te vertalen?)<br />

Ik begreep nog niet dat hij mij bedoelde, maar<br />

mijn vrouw stootte mij aan en zei: “Hij bedoelt<br />

jou!” Ik kroop weg achter de rug van degene die<br />

voor mij zat en bleef zitten, maar Osborn riep mij<br />

voor de tweede keer. Ik stond op, maar <strong>ik</strong> durfde<br />

haast niet op te kijken. Met mijn hoofd naar beneden<br />

liep <strong>ik</strong> naar voren. Ik begreep nog niet wat mij<br />

overkwam, maar <strong>ik</strong> zei tegen broeder Osborn:<br />

“Als u mij kunt gebru<strong>ik</strong>en, gebru<strong>ik</strong> mij maar en als<br />

het niet gaat, neem rustig een ander”. Ik had maar<br />

één gedachte “De campagne moet slagen en de<br />

juiste man moet op de juiste plaats komen”.<br />

Ik geloof dat er een wonder gebeurde, want toen<br />

162 163


<strong>ik</strong> Osborn begon te vertalen, voelden de aanwezigen<br />

de vrede van de Heilige Geest nederdalen. Het<br />

werd rustig en stil in de zaal, er werd niet meer<br />

geroepen en wat de toespraak betreft, gingen wij er<br />

in sneltreinvaart vandoor.<br />

Aan het einde van de dienst, toen de mensen reeds<br />

afscheid genomen hadden, vroeg Ev. Osborn mij<br />

of <strong>ik</strong> ook de volgende avond, tijdens de openingsavond<br />

van de grote campagne op het Malieveld om<br />

acht uur op het platform aanwezig wilde zijn.<br />

Paulus zegt: ìIk vermag alle dingen door <strong>Christus</strong><br />

die mij kracht geeftî (Filippenzen 4:13).<br />

De reden dat <strong>ik</strong> dit voorval vermeld, is, dat wij<br />

ook hierin kunnen zien -zelfs bij Pinkstergelovigenhoe<br />

<strong>com</strong>ités het werk van de Heilige Geest van<br />

God in de weg kunnen staan.<br />

Samuël zei tot Saul in 1 Samuël 15:22: ìZie, gehoorzamen<br />

is beter dan slachtoffers, luisteren<br />

(opmerkzaam zijn) beter dan het vette der<br />

rammenî. Gewoonlijk staan de “man-made”<br />

<strong>com</strong>ités en organisaties de Geest van God in de<br />

weg. God werkt gewoonlijk door een man, aan wie<br />

Hij Zijn plannen bekendmaakt. Hij spreekt tot hem<br />

zoals Hij tot Mozes sprak, die de grote opdracht<br />

van God vervulde om zijn volk te bevrijden.<br />

Men had Ev. Osborn ook al verteld dat broeder<br />

<strong>Maasbach</strong> plat Hollands sprak, maar men kreeg tot<br />

antwoord van deze Godsman: “Dat komt goed uit,<br />

<strong>ik</strong> spreek plat Engels”. Evangelist Osborn is een<br />

man van God en als hij ervaart dat het Gods werk<br />

is, zal hij nimmer de persoon aanzien, want hij is<br />

ook niet bang om zijn standpunt te wijzigen. Hij<br />

durft, zoals iedere geloofsman dat moet durven,<br />

alleen met God te staan.<br />

MALIEVELD CAMPAGNE<br />

(zie foto)<br />

Als iemand mij zou vragen wat sommige van de<br />

grootste momenten in mijn leven zijn geweest, dan<br />

zou <strong>ik</strong> twee dingen willen opnoemen. Ten eerste:<br />

het moment dat <strong>ik</strong> als jongen van 9 jaar bij het<br />

Leger des Heils mijn knieën boog voor Jezus en<br />

Hem mijn hart gaf en ten tweede: de machtige 10daagse<br />

Osborncampagne op het Malieveld in Den<br />

Haag. Zeker, ook later waren er in mijn leven vele<br />

onvergetelijke momenten, waarin mijn machtige<br />

God Zich openbaarde, maar deze twee nemen in<br />

mijn herinnering wel een bijzondere plaats in.<br />

Op het Malieveld was het machtigste en grootste<br />

moment wel wanneer, avond aan avond, na het<br />

gebed, duizenden handen omhoog gingen van<br />

mensen die hun hart aan Jezus gaven. Zij ervoeren<br />

de zalving van Gods Heilige Geest in het bijzonder<br />

als wij te zamen met de massa in volkomen overgave<br />

het zondaarsgebed baden. Wat moeten de engelen<br />

in de hemel gejuicht hebben over deze machtige<br />

doorbraak. En dan waren er de grote wonderen van<br />

164 165


genezing die avond aan avond plaatsvonden.<br />

Er zijn mensen geweest die de wonderen die de<br />

Here God heeft verricht door Zijn dienstknecht,<br />

hebben willen loochenen. Dit bewijst alleen maar<br />

hun groot ongeloof, maar wij houden de feiten<br />

voor ogen van wat God heeft gedaan en wat Hij<br />

ook nog heden doet.<br />

Vooral de tweede avond van de campagne was<br />

onvergetelijk. De lucht werd donker en het begon<br />

te regenen en te onweren. Er brak een storm los, het<br />

was een ware wolkbreuk, vlak boven het Malieveld.<br />

Die avond leerde <strong>ik</strong> een les, die <strong>ik</strong> nooit meer<br />

zal vergeten en waar <strong>ik</strong> later veel aan heb gehad in<br />

mijn bediening voor de Heer. Evangelist Osborn<br />

stopte niet met pred<strong>ik</strong>en, maar ging door met grote<br />

kracht en autoriteit. Het was alsof wij één persoon<br />

waren. Dat kon ook niet anders, wilden wij<br />

tenminste de aandacht van de mensen blijven<br />

houden. Het wonder was, dat bijna niemand<br />

wegliep. Er was een menigte van zeker 35.000<br />

personen bijeen.<br />

Het was een zware test en geloofsbeproeving.<br />

Het was alsof God toeliet dat satan de elementen<br />

van de natuur gebru<strong>ik</strong>te om ons te weerstaan. Ik<br />

weet nog goed dat Evangelist Osborn de tekst<br />

aanhaalde uit Jesaja 55:10 en 11: ì Want zoals de<br />

regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt<br />

en daarheen niet weerkeert, maar doorvochtigt<br />

eerst de aarde en maakt haar vruchtbaar<br />

en doet haar uitspruiten en geeft zaad aan<br />

de zaaier en brood aan de eter, alzo zal Mijn<br />

Woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn; het<br />

zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal<br />

doen wat Mij behaagt en dat volbrengen,<br />

waartoe Ik het zendî.<br />

De mensen waren tot op hun lichaam drijfnat;<br />

maar Osborn had gebeden, dat de Here zou verhoeden<br />

dat iemand er ziek van zou worden.Allen die<br />

deze campagne hebben bijgewoond weten, dat<br />

juist op deze avond zo ontzaglijk veel mensen gered<br />

en genezen werden.<br />

Plaatsruimte ontbreekt en het zou een boek op<br />

zichzelf worden om alle getuigenissen hier weer te<br />

geven en om de namen te vermelden van allen die<br />

gered werden op het Malieveld en die nu in het<br />

Koninkrijk Gods werken.<br />

Het enige kostuum dat Johan <strong>Maasbach</strong> had, was<br />

volkomen verregend op die bewuste zaterdagavond.<br />

Een van onze trouwe medewerkers - later<br />

voorganger van een grote gemeente in Rotterdam<br />

- bracht uitkomst. Hij had dezelfde maat kostuum<br />

als <strong>ik</strong> en zo zag <strong>ik</strong> er de volgende avond weer keurig<br />

uit in zijn kostuum.<br />

Tijdens een van de volgende campagnedagen<br />

werd <strong>ik</strong> opgebeld door een vrouw, die niets van<br />

mijn precaire toestand wist, wat mijn kostuum<br />

betreft. Zij had mij horen vertalen en het was in<br />

haar hart opgekomen, dat <strong>ik</strong> tijdens zulke samen-<br />

166 167


komsten misschien wel een goed kostuum kon<br />

gebru<strong>ik</strong>en. Haar man had een nogal uitgebreide<br />

garderobe. Nog dezelfde dag werd mij een klein<br />

koffertje bezorgd, waarin een licht kostuum zat,<br />

dat mij precies paste. In deze dingen ontdek <strong>ik</strong><br />

altijd de grootheid van God. Wij denken dat God<br />

groot is, omdat Hij de aarde, het heelal, de zon, de<br />

maan en de sterren schiep, en de mens formeerde;<br />

maar is de grootheid van God niet juist hierin<br />

gelegen, dat deze Majesteit Zich met de kleine<br />

dingen in het leven van zo’n klein mensje bemoeit,<br />

dat om een kostuum of om een paar schoenen<br />

verlegen zit? Zegt de Bijbel niet, dat zelfs niet één<br />

musje ter aarde zal vallen zonder uw Vader in de<br />

hemel en dat de haren van uw hoofd ook alle geteld<br />

zijn? ì Weest dan niet bevreesd; gij gaat vele<br />

mussen te bovenî (Matthéüs 10:29-31). Hoeveel<br />

te meer zal onze hemelse Vader voor ons zorgen.<br />

Het was een ware uitkomst, want tijdens het<br />

weekend zou er een kleurenfilm gemaakt worden<br />

van de campagne. Als mij ooit een gegeven kostuum<br />

van pas is geweest, dan was het zeker dit kostuum.<br />

Osborn en <strong>ik</strong> waren net twee broers. De Geest van<br />

God wist hoe belangrijk deze film zou zijn en welk<br />

effect hij zou hebben, want het is juist deze film<br />

“HOLLAND WONDER” die in de hele wereld tot<br />

zo’n machtige zegen is geworden, en waardoor<br />

jaarlijks duizenden mensen tot bekering komen.<br />

De film is in vele talen en dialecten vertaald. Door<br />

de techniek is het mogelijk, dat Br. <strong>Maasbach</strong> nu<br />

via de film in meer dan 50 talen en dialecten Ev.<br />

Osborn vertaalt.<br />

Het is een machtig “Holland Wonder”. Ook hierin<br />

zien wij weer dat de filmtechniek een wonderbaar<br />

medium is als wij haar in dienst van God stellen om<br />

de massa te bere<strong>ik</strong>en met de blijde boodschap.<br />

Overal in de wereld is deze film tot grote zegen.<br />

Geen wonder dat de duivel kwaad was omdat hij<br />

voelde aankomen dat deze campagne een blijvend<br />

effect zou hebben in de wereldevangelisatie. De<br />

opkomst op het Malieveld bere<strong>ik</strong>te op het laatst<br />

zeker een aantal van 100.000 mensen. Het bracht<br />

ons gehele land in beroering voor God. Dit ‘Holland<br />

Wonder’ bracht ook de pennen van de wereldlijke,<br />

opvoedkundige en godsdienstige pers in beweging.<br />

Als we ons herinneren dat men Jezus Beëlzebul<br />

noemde en men Hem uitmaakte voor de overste<br />

der duivelen, hoeft het ons niet te verbazen dat men<br />

ook Zijn dienaren beschuldigt dat ze van de duivel<br />

zijn. Maar hoe nuchter zegt de Bijbel dat we aan de<br />

vruchten de boom zullen kennen en de blijvende<br />

vruchten van deze campagne zijn het overtuigende<br />

bewijs dat Ev. Osborn een man van God is, die op<br />

Gods tijd naar Gods plaats kwam.<br />

Oppositie en jaloezie van broeders is niets ongewoons<br />

voor mij. Als de hand van de Here op je<br />

leven rust en de machtige God je wil gebru<strong>ik</strong>en,<br />

dan kun je zoiets verwachten. Ook David en Jozef<br />

168 169


ondervonden dit van hun broeders.Hun houding is<br />

voor ons een goed voorbeeld ter navolging, want<br />

zij zijn een volmaakt type van <strong>Christus</strong>, onze<br />

dierbare Heer en Verlosser.<br />

De reden dat <strong>ik</strong> u vertelde over dat éne kostuum<br />

is om weer aan te geven hoe dankbaar en blij <strong>ik</strong> ben<br />

dat <strong>ik</strong> geleerd heb door zulke moeilijke omstandigheden<br />

heen te gaan. Ik weet wat het is als je maar<br />

één kostuum hebt en slechts één paar schoenen en<br />

geen geld hebt om iets nieuws aan te schaffen.<br />

Toch voelde <strong>ik</strong> me nooit ongelukkig, want mijn<br />

geluk was niet afhankelijk van mijn aards bezit,<br />

van de dingen van deze wereld. Mijn blijdschap en<br />

geluk zijn altijd geworteld geweest in <strong>Christus</strong>,<br />

mijn Heer, die mij vrijkocht met Zijn kostbaar,<br />

dierbaar bloed.<br />

Ik geloof dat in Davids leven de gemeenschap die<br />

hij met zijn God had, inniger was gedurende de<br />

dagen van zijn vernedering dan in de dagen van<br />

zijn verhoging. Ik geloof dat er voor de man of de<br />

vrouw die door God gebru<strong>ik</strong>t wil worden geen<br />

andere weg is. Als u wilt dat God Zijn plan in en<br />

door uw leven ten uitvoer zal brengen,dan zal Hij<br />

u moeten louteren zoals goud en zilver gelouterd<br />

worden.Wat een zegen en wat een genade is het<br />

wanneer we door God gelouterd worden. De tijd<br />

van de loutering zelf is geen aangename zaak,<br />

maar <strong>ik</strong> geloof dat het de enige weg is om Goddelijke<br />

vruchten voort te brengen.<br />

ìHoudt het voor enkel vreugde, mijn<br />

broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen<br />

valt, want gij weet, dat de beproefdheid van<br />

uw geloof volharding uitwerkt. Maar die<br />

volharding moet volkomen doorwerken, zodat<br />

gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te<br />

kort schietî (Jacobus 1:2-4).<br />

Bedenk dat het beter is om te lijden en in de wil<br />

van God te zijn, dan niet te lijden en buiten de wil<br />

van God te zijn. Toen Jezus leed aan dat ruw’houten<br />

kruis had Hij zeer zeker vreugde en vrede binnenin<br />

Zich, want Hij was in de volmaakte wil van God.<br />

Zo, murmureer alstublieft niet wanneer u door<br />

uw Gethsémane heen moet. Daar gaat geen mens<br />

met u mee. U moet er alleen doorheen met uw God.<br />

Wees getrouw en twijfel nimmer, nimmer, nimmer.<br />

Laat geen vrees uw hart binnenkomen. Hij<br />

zal u niet verlaten en met u zijn tot het einde. En<br />

... wees blij te weten dat ìgij geen bovenmenselijke<br />

verzoeking hebt te doorstaan. God is<br />

getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven<br />

vermogen verzocht worden, want Hij zal met<br />

de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen,<br />

zodat gij ertegen bestand zijtî (1 Corinthiërs<br />

10:13). Als het nodig mocht zijn, zal God Zijn<br />

engel zenden om u te sterken zoals bij Jezus in<br />

Gethsémane.<br />

170 171


HOOFDSTUK 15<br />

Campagnes<br />

Overal in Nederland werden deuren geopend<br />

voor het Volle Evangelie. Na de campagne<br />

werd <strong>ik</strong> opgebeld door een zekere heer Kranenburg,<br />

die niet meer zo jong was, maar wel vol enthousiasme<br />

voor de Heer. Hij vroeg mij of <strong>ik</strong> wilde spreken<br />

in Dordrecht, als hij daar een campagneavond zou<br />

organiseren. Hij liet stencils drukken en plaatste<br />

advertenties. Het C.J.M.V.- gebouw in Dordrecht<br />

werd afgehuurd. Wij wisten niet dat dit het begin<br />

zou zijn van een gezegende opwekking in deze<br />

plaats en omgeving.<br />

Ik zal nooit vergeten dat <strong>ik</strong>, toen <strong>ik</strong> in Dordrecht<br />

arriveerde, geen kans zag het gebouw binnen te<br />

komen wegens de mensen die in d<strong>ik</strong>ke rijen stonden<br />

en zelfs voor de ramen en deuren de dienst bijwoonden.<br />

De conciërge was zo vriendelijk mij door een<br />

achterdeur binnen te laten.<br />

De heer Kranenburg leidde de voordienst. Nadat<br />

<strong>ik</strong> de boodschap had gebracht van redding en<br />

genezing door Jezus <strong>Christus</strong>, namen aan het einde<br />

van de dienst zeker een 100 mensen een beslissing<br />

voor Jezus. De plaats waar we vergaderden was te<br />

klein, dus gingen wij de week daarop naar gebouw<br />

“Kunstmin”, en ook daar bleven de mensen maar<br />

komen zodat velen genoegen moesten nemen met<br />

een staanplaats.<br />

172<br />

Er kwamen in die tijd zeker 500 mensen tot Jezus.<br />

Het was het begin van een werk dat de Here ons<br />

daar heeft gegeven. Er bestaat nu een Volle<br />

Evangelie Gemeente waarvan broeder G. van<br />

Nieuwenhuizen de voorganger is. Honderden<br />

mensen hebben zich reeds laten dopen door<br />

onderdompeling en velen ontvingen genezing van<br />

allerlei ziekten en kwalen. Vanuit dit werk zijn ook<br />

andere groepen voortgekomen, die zonder twijfel<br />

alle hun best doen om het Evangelie van Jezus<br />

<strong>Christus</strong> te verkondigen. Wij bezitten daar ook een<br />

eigen pand, waaraan een prachtige boekwinkel is<br />

verbonden en een vast team van medewerkers.<br />

Geruime tijd maakten we voor onze grote<br />

samenkomsten gebru<strong>ik</strong> van zalen die we huurden.<br />

In de loop der jaren werd nogal eens van plaats<br />

veranderd daar de eigenaren, soms na enige tijd, de<br />

zaal voor iets anders wilden bestemmen. De Here<br />

voorzag uiteindelijk in een prachtig eigen gebouw.<br />

Een schoolgebouw met een toren, gelegen op een<br />

mooi punt aan de Brouwersdijk, stond reeds enige<br />

tijd leeg. De school die - door de toren - al die tijd<br />

bestemd leek om als kerkgebouw te fungeren,<br />

kwam na enige tijd in ons bezit. Dat ging niet<br />

zomaar. De duivel was niet van zins ons dit gebouw<br />

zonder slag of stoot te geven. Een buurt<strong>com</strong>ité dat<br />

was gevormd om te protesteren tegen onze komst<br />

- men zou overlast krijgen van geparkeerde auto’s,<br />

waardoor de rust zou worden verstoord - kreeg<br />

173


uiteindelijk nul op het rekest. Na een grote<br />

verbouwing fungeert de Torenschool-Kerk nu als<br />

een bolwerk tegen satans macht.<br />

DE DOOP DER GELOVIGEN<br />

Na de gezegende campagneavonden in Dordrecht,<br />

waar zovele zielen aan Jezus’ voeten kwamen,<br />

kondigde <strong>ik</strong> aan, dat we een reeks van nazorgsamenkomsten<br />

zouden houden. Op de avond van de<br />

eerste nazorgbijeenkomst vroegen enkele medewerkende<br />

broeders, voordat de dienst begon, waarover<br />

<strong>ik</strong> zou spreken.<br />

Ik vroeg “Weten jullie dat niet?”<br />

“Nee, hoe zouden we dat weten!” zeiden ze.<br />

Ik vertelde hun, dat <strong>ik</strong> de mensen regelrecht ging<br />

vertellen over de doop van gelovigen door onderdompeling.<br />

Ze schrokken wel even en antwoordden<br />

mij, dat we dan wel weer veel mensen zouden<br />

verliezen. Hoe d<strong>ik</strong>wijls wordt door pred<strong>ik</strong>ers de<br />

fout gemaakt, meer de mens te vrezen dan God en<br />

daardoor durft men niet te gehoorzamen en de<br />

waarheid Gods vaak niet te pred<strong>ik</strong>en.<br />

De boodschap bracht inderdaad beroering.<br />

Midden onder de pred<strong>ik</strong>ing stond een vrouw op,<br />

die een vurig voorstandster was van de kinderdoop.<br />

Zij viel mij zomaar in ‘t openbaar in de rede. Ik<br />

ervoer, toen zij sprak, duidelijk dat zij oprecht was,<br />

een echte Saulus van Tarsus zou je kunnen zeggen.<br />

174<br />

Eén ding weet <strong>ik</strong>, dat de mensen die oprecht zijn,<br />

het licht zal opgaan, want zij zullen te zijner tijd<br />

buigen voor het Woord Gods. Het duurde dan ook<br />

niet lang of deze zelfde vrouw liet zich onderdompelen<br />

en gaf een heerlijk getuigenis.<br />

Ik houd van mensen, die zich niet door allerlei<br />

wind van leer laten meevoeren, maar toch nederig<br />

genoeg zijn om te buigen voor het Woord Gods,<br />

ook al moeten zij hiervoor de leer en dogma’s van<br />

hun voorvaders prijsgeven. Wij, Hollanders, zijn<br />

zo traditioneel en zo bang voor nieuwe dingen,<br />

vooral als het te maken heeft met de religie. Wij<br />

zijn er nu eenmaal gedurende generaties in<br />

opgevoed en het schijnt ons moeilijk te vallen om<br />

te bekennen, dat wij het bij het verkeerde eind<br />

hebben gehad.<br />

Mensen, die uit de wereld tot bekering zijn<br />

gekomen, zien nooit problemen als de doop door<br />

onderdompeling ter sprake komt. Zij zeggen: “Als<br />

de Bijbel ons leert, dat we ons zo moeten laten<br />

dopen en God vraagt dit ook van mij, dan zal <strong>ik</strong><br />

gehoorzamen”. Er zijn echter zovele onbekeerde<br />

kerkmensen en als zij tot bekering komen, dan<br />

hebben ze er veel meer moeite mee.<br />

Ik maak geen probleem van de doop en zal er<br />

zeker niet veel tijd aan besteden om erover te<br />

redetwisten. Gelukkig leert de Bijbel ons in het<br />

geheel niet dat de doop zalig maakt. Het zou<br />

godslasterlijk zijn, om ook maar enigszins te zeggen<br />

175


of te menen dat het wel zo is. Er is niets, maar dan<br />

ook totaal niets, niets, niets, dat de plaats kan<br />

innemen van het dierbare bloed van Jezus <strong>Christus</strong><br />

van Nazareth. Door Zijn volbrachte werk is<br />

het voorhangsel dat ons scheidde van de Heilige<br />

God, opengescheurd en wij hebben nu de vrije<br />

toegang tot Hem.<br />

Paulus zegt in Handelingen 4:12: ìEn de<br />

behoudenis is in niemand anders, want er is<br />

onder de hemel geen andere naam de<br />

mensen gegeven, waardoor wij moeten<br />

behouden wordenî.<br />

Mensen die menen dat zij zich kunnen<br />

vastklemmen aan de kinderdoop of de doop der<br />

volwassenen om de hemel te kunnen binnengaan,<br />

zullen pertinent teleurgesteld worden. De kerk zal<br />

wel nooit geheel uit deze dwaalleer ontwaken,<br />

maar wel zullen er zonder twijfel vele duizenden<br />

gelovigen uit vele groepen en kerken ontwaken,<br />

om in het laatste der dagen - waarin wij nu leven -<br />

in alles méér de wil van God te doen.<br />

God heeft mij wel geroepen om zondaren de weg<br />

tot Jezus te wijzen, maar niet om te strijden met<br />

gelovigen die ongehoorzaam willen zijn. Laat een<br />

ieder verzekerd zijn in zijn of haar eigen hart.<br />

Belangrijk is boven alles: Kennen wij Hem als<br />

onze persoonlijke Verlosser en Zaligmaker.<br />

ARNHEM<br />

Na Dordrecht hield <strong>ik</strong> een twee-daagse campagne<br />

in Arnhem, in de Schouwburgzaal van “Musis<br />

Sacrum”. De campagne duurde maar twee dagen,<br />

omdat de concertzaal niet langer besch<strong>ik</strong>baar was.<br />

Deze korte campagne werd onvergetelijk, want er<br />

kwamen ongeveer 250 mensen aan Jezus’ voeten<br />

Er was niet alleen blijdschap in ons hart, maar ook<br />

in de hemel. In Lucas 15 lees <strong>ik</strong>, dat er meer<br />

blijdschap is over één zondaar die zich bekeert dan<br />

over honderd rechtvaardigen die de bekering niet<br />

nodig hebben.<br />

Er kwamen niet alleen vele zielen tot Jezus, maar<br />

er vonden ook opmerkelijk veel genezingen plaats.<br />

Een vrouw, die met behulp van vrienden naar de<br />

campagne was gekomen en reeds tien jaar lang aan<br />

haar linkerzijde verlamd was, werd volkomen<br />

genezen en nog steeds ontmoeten wij mensen die<br />

tijdens deze avonden genezing van God ontvingen,<br />

o.a. van doofheid, astma, chronische hoofdpijnen.<br />

Tijdens deze campagne kwam ook de latere<br />

zendelinge Els de la Croix tot het geloof.<br />

Na deze campagnes heb <strong>ik</strong> daar nog vele campagnes<br />

gehouden, waardoor een gemeente ontstond.<br />

Lange tijd hebben we deze gemeente zelf gediend<br />

totdat <strong>ik</strong> vernam dat de bekende zendelinge M.A.<br />

Alt uit Indonesië zou komen, die zich graag daar<br />

wilde vestigen. Ik vond het een voorrecht van God,<br />

176 177


deze gemeente aan de hoede van zuster Alt te<br />

kunnen overdragen. Ook nadat de Here haar naar<br />

Huis haalde hebben haar medewerkers het werk<br />

daar voortgezet.<br />

LEIDEN<br />

Al een lange tijd leefde in mijn hart de wens om<br />

ook een campagne in Leiden te houden. Wat kan in<br />

een klein land als Holland de ene plaats toch veel<br />

verschillen van de andere! Maar wat is het heerlijk<br />

te weten, dat Gods Woord altijd van dezelfde<br />

kracht is. De Bijbel zegt dat Zijn Woord is als een<br />

hamer die de hardste steenrots te pletter slaat. Ook<br />

zegt de Bijbel op vele plaatsen duidelijk: ìgeen<br />

ding is onmogelijk voor degene die gelooftî.<br />

Met deze wetenschap, niet alleen in de hand maar<br />

ook in het hart, is succes verzekerd.<br />

Men had mij al van te voren gezegd, dat het in<br />

Leiden niet zou slagen, maar dit zou alleen zo zijn,<br />

als <strong>ik</strong> op de omstandigheden zou zien. Ik zag echter<br />

alleen op Hem, van wie <strong>ik</strong> weet, dat Hij de mensen<br />

overal liefheeft en dat Hij overal Zijn kracht wil<br />

openbaren. Zo werd ook de eerste campagne in<br />

Leiden een groot succes en kwamen er vele zielen<br />

tot Jezus. Ook daar ontstond een gemeente en God<br />

gaf een machtige doorbraak van Zijn Geest.<br />

Een jonge vrouw, Johanna van Wieringen, kwam<br />

daar voor het eerst in aanraking met onze Volle<br />

178<br />

Evangelie samenkomsten. Zij kon zeer slecht zien,<br />

was gedeeltelijk verlamd en gelijk aan een wandelende<br />

medicijnkast. Zij was geestelijk en lichamelijk<br />

een wrak, de wanhoop nabij en wilde zelfs<br />

zelfmoord plegen.<br />

Wat een wonderbaar voorrecht en wat heerlijk<br />

om zulke mensen te mogen vertellen dat er hoop en<br />

bevrijding is door Jezus <strong>Christus</strong> van Nazareth, die<br />

leeft! Het bleef niet bij een eerste bezoek. Hoewel<br />

zij mij vele brieven zond, waarin ze schreef over<br />

haar moeilijkheden en problemen, leerde <strong>ik</strong> haar<br />

eerst goed kennen, toen <strong>ik</strong> op Tweede Paasdag<br />

naar Dordrecht kwam, waar wij een conferentie<br />

hielden. Het was een wonder dat zij daar arriveerde,<br />

omdat de duivel haar onderweg herhaaldelijk in<br />

het water wilde werpen en haar het leven wilde<br />

benemen. Zij kwam toen de dienst reeds afgelopen<br />

was en vroeg mij of <strong>ik</strong> voor haar wilde bidden. Zij<br />

was een van de velen die aan het eind van het touw<br />

gekomen zijn en ze voelde dat ze niet langer kon<br />

blijven vasthouden. Er moest iets gebeuren. Ik zal<br />

nooit die bl<strong>ik</strong> van wanhoop kunnen vergeten die in<br />

haar ogen lag; een mens, zwaar door de duivel<br />

gebonden. Voor haar stond het vast, dat er iets<br />

moest gebeuren, het een of het ander, maar zo ging<br />

het niet langer.<br />

Gelukkig was door het horen van Gods Woord in<br />

de samenkomsten te Leiden geloof in haar hart<br />

gekomen en een lichtstraal van hoop tot haar door-<br />

179


gedrongen. WAT MOETEN MENSEN DOEN DIE<br />

HET EVANGELIE VAN REDDING EN<br />

BEVRIJDING VAN SATANS MACHT DOOR<br />

JEZUS CHRISTUS, DE ZOON VAN GOD,<br />

NOOIT GEHOORD HEBBEN?<br />

Ik stuurde haar naar een kamertje en ging samen<br />

met een vriend, Jac. Zeegers uit Haarlem, naar haar<br />

toe. Wij legden haar de handen op in de wonderbare<br />

Naam van Jezus en deden eenvoudig datgene<br />

waarvan wij lezen in Marcus 16:17, waar geschreven<br />

staat: ì Als tekenen zullen deze dingen de<br />

gelovigen volgen: In Mijn Naam zullen zij boze<br />

geesten uitdrijvenî.<br />

Ik zal dit moment nooit vergeten. Op hetzelfde<br />

ogenbl<strong>ik</strong> was zij volkomen bevrijd en zij die een<br />

speelbal was geweest van satan, werd nu een<br />

getuige van de levende, almachtige God. Nog altijd<br />

is deze vrouw een zegen voor velen. Zij, die<br />

door de medische wetenschap niet zonder reden<br />

krankzinnig was verklaard, werd nu zelfs zonder<br />

proeftijd volkomen genezen verklaard. Dit laatste<br />

was een groot wonder, zelfs voor wetenschapsmensen.<br />

Prijst God, dat Jezus van Nazareth leeft!<br />

Ook in Leiden is een Volle Evangelie Gemeente<br />

ontstaan. De uit 1664 daterende Bethlehemskerk<br />

aan de Lammermarkt, die lange tijd als pakhuis<br />

had gefungeerd en sterk verwaarloosd was, kwam<br />

in ons bezit. Omdat het gebouw een monument<br />

was, mocht de kerk niet uit het stadsbeeld verdwij-<br />

nen. Met subsidie van de overheid en gemeente<br />

werd de kerk van binnen rigoureus verbouwd.<br />

Alleen de buitenkant herinnert nog aan het oude<br />

gebouw dat honderden jaren geleden reeds arme<br />

vluchtelingen een veilige plek bood en letterlijk<br />

als broodhuis (Bethlehem = broodhuis) heeft<br />

gefungeerd. Vandaag is het een plek waar hongerige<br />

zielen gevoed worden met het ware brood des<br />

levens, Jezus <strong>Christus</strong>, onze Heiland en Heer.<br />

AMSTERDAM<br />

Reeds lange tijd had de Here het in mijn hart<br />

gelegd om ook in Amsterdam (een stad van bijna<br />

1 miljoen inwoners) een campagne te houden.<br />

Overtuigd dat het de wil van God was dat wij<br />

mensen van alle rang en stand bere<strong>ik</strong>ten, besloot <strong>ik</strong><br />

het wereldberoemde Concertgebouw af te huren,<br />

en ofschoon het gebouw voor dergelijke vergaderingen<br />

niet werd verhuurd, stemden ze toch toe. Ik<br />

heb dit niet zomaar gedaan, want als men iets<br />

onderneemt, zal men zeker ook de kosten moeten<br />

berekenen, namelijk of men ook in staat is om de<br />

operatie tot een goed eind te brengen.<br />

De kosten had <strong>ik</strong> dan ook berekend, want het was<br />

God die tot mijn hart had gesproken door Zijn<br />

Heilige Geest en die mij vrede gaf om het te<br />

ondernemen. De natuurlijke mens begrijpt deze<br />

dingen niet, maar degenen die in het geloof geoe-<br />

180 181


fend zijn, verstaan ze des te beter. Het valt niet te<br />

beredeneren met het verstand. Iedere bijbelgelovige<br />

weet echter dat Gods weg de beste is.<br />

Hebreeën 11:1 zegt: ìHet geloof nu is de<br />

zekerheid der dingen, die men hoopt, en het<br />

bewijs der dingen, die men niet zietî. Als wij<br />

weten dat wij ons op de weg van God bevinden,<br />

dan behoeven wij nooit te vrezen dat de dingen die<br />

we ondernemen een mislukking worden. Dat geldt<br />

tenminste voor degene wiens lust is in des Heren<br />

wet (Woord) en die deze overdenkt dag en nacht.<br />

ì Wantî, zegt Psalm 1:3: ìhij is als een boom<br />

geplant aan waterstromen, die zijn vrucht<br />

geeft op zijn tijd, en welks loof niet verwelkt; al<br />

wat hij onderneemt, geluktî.<br />

Een dergelijke campagne is geen kleine onderneming.<br />

Zeker niet als men buitenstaanders wil bere<strong>ik</strong>en.<br />

Meer dan 100.000 folders werden gedrukt en<br />

een paar honderd grote raambiljetten. Verder werden<br />

verschillende grote advertenties in de dagbladen<br />

geplaatst. Natuurlijk waren er nog vele andere<br />

dingen te regelen, zoals het uitdelen van zangbladen,<br />

het organiseren van kollekten, een elektronisch<br />

orgel en piano, een welverzorgde, welvoorziene<br />

boekentafel enz. enz.<br />

Hoewel het niet altijd in alle plaatsen eenvoudig<br />

is om met de plaatselijke gemeenten of kerken<br />

samen te werken, leverde dit in Amsterdam<br />

gelukkig geen problemen op; er waren verschil-<br />

182<br />

lende voorgangers met hun medewerkende oudsten<br />

aanwezig. Allen hebben ook meegewerkt aan de<br />

verspreiding van de vele folders. De grote raambiljetten,<br />

met als titel “GEBEDSGENEZING”,<br />

brachten nogal wat deining bij de directie van het<br />

beroemde Concertgebouw en <strong>ik</strong> geloof zelfs dat<br />

we het gebouw voor deze diensten niet hadden gekregen,<br />

als het contract niet reeds getekend was.<br />

Het werden vijf bijzondere dagen waarin God op<br />

gezegende wijze Zijn kracht openbaarde tot redding<br />

en genezing. Ik moet denken aan mevrouw Kibeck,<br />

die 66 jaar lang aan slapeloosheid leed, nadat ze<br />

als kind van vier jaar van de trap was gevallen. Met<br />

behulp van zware slaappoeders sliep ze slechts<br />

twee uur per nacht. Haar hevige hoofdpijnen, veroorzaakt<br />

door een gezwel in haar achterhoofd,<br />

alsmede een zenuwontsteking in haar arm, verdwenen<br />

na het gebed totaal.<br />

Broeder B.P. Teeuw, die jarenlang secretaris van<br />

onze Stichting is geweest, kwam samen met zijn<br />

vrouw in het Concertgebouw tot bekering en God<br />

genas hem van een reeds 15 jaar durende chronische<br />

hoofdpijn. Ik denk ook aan mevrouw Pennings. Zij<br />

was doof, had een kankergezwel onder haar<br />

rechterarm, twee zeer pijnlijke knobbels op haar<br />

schouder; verder had ze een tumor in haar ingewanden<br />

en jarenlang veel last van diarree.<br />

Een menselijk wrak. Ze had reeds pogingen<br />

gedaan zichzelf van het leven te beroven. Tijdens<br />

183


één van de eerste bijeenkomsten werd ze op slag<br />

van al haar kwalen genezen. Ook haar man, die<br />

gedurende jaren spiritist was, kwam tot Jezus en<br />

werd van boze machten bevrijd.<br />

Het bekende weekblad “De Haagse Post” wijdde<br />

een hele pagina aan deze campagne. De verslaggever<br />

was Jan Vrijman, die toen nog geen cineast<br />

was en die <strong>ik</strong> daar voor het eerst ontmoette. Elke<br />

dag was hij met een fotograaf aanwezig. Deze<br />

campagne werd er de aanleiding van dat hij later de<br />

documentaire “Gebedsgenezing” maakte.<br />

Zoals bij elke campagne, worden alle onkosten<br />

door onszelf betaald uit de opbrengst van één<br />

vrijwillige collecte, die op zo’n avond wordt gehouden.<br />

Vlak na de campagne kreeg <strong>ik</strong> een telefoontje<br />

van een goede vriend van mij die mij vroeg hoe <strong>ik</strong><br />

uitgekomen was met de onkosten. Ik durfde hem<br />

niet ineens het bedrag te noemen dat wij tekort<br />

kwamen, maar hij zei: “Als je er niet mee uitgekomen<br />

bent, wil <strong>ik</strong> graag het tekort dekken”.<br />

Ik was er wel wat verlegen mee en zei: “Ja, maar<br />

het is wel f 5.000,-”. Dat was het tekort, dat voor<br />

ons in die tijd een heel groot bedrag was. De stem<br />

aan de andere kant van de telefoon antwoordde:<br />

“Dat wil <strong>ik</strong> graag voor mijn rekening nemen”. Prijs<br />

de Heer!<br />

Hier zien we weer dat God, als wij Hem gehoorzaam<br />

zijn, ons nooit beschaamd laat uitkomen en<br />

dat, wanneer wij in de wil van God zijn, Hij ervoor<br />

zal zorgen dat de rekeningen betaald worden.<br />

Nu hebben we in Amsterdam een bloeiende<br />

gemeente. Na 23 jaar lang in het bekende Grand<br />

Hotel Krasnapolsky samenkomsten te hebben<br />

gehouden, heeft de Here ons een eigen plaats gegeven:<br />

de Calvarie-Kerk, met een team van vaste<br />

medewerkers.<br />

MIDDELBURG<br />

Na Amsterdam volgde een reeks andere plaatsen.<br />

Ik denk bijvoorbeeld aan Middelburg waar <strong>ik</strong> de<br />

grote zaal “Het Schuttershof” huurde met 600<br />

zitplaatsen. Ook deze vijf dagen in Middelburg<br />

waren onvergetelijk, zowel voor ons als voor de<br />

bezoekers. “Het Schuttershof” was de grootste<br />

zaal in Zeeland. Er kwamen ruim 100 zielen tot<br />

Jezus, wat voor Zeeland ongetwijfeld een groot<br />

aantal is.<br />

Wij kenden daar maar enkele broeders die ook het<br />

Volle Evangelie waren toegedaan. Toen zij hoorden<br />

dat <strong>ik</strong> deze grote zaal had gehuurd, waren ze<br />

geschrokken en <strong>ik</strong> moest horen - wat <strong>ik</strong> op elke<br />

plaats waar <strong>ik</strong> kom, hoor - dat het daar zo erg<br />

moeilijk was en dat de mensen zo heel anders zijn.<br />

Dat is best mogelijk, maar men vergeet, dat God<br />

zegt: ìIs Mijn Woord niet als een hamer, die de<br />

hardste steenrots te pletter slaat?î (Jeremia<br />

23:29). Gelukkig behoef <strong>ik</strong> niet naar een campagne<br />

184 185


te gaan in eigen kracht, dan zou <strong>ik</strong> bang zijn, maar<br />

<strong>ik</strong> ga in de kracht van Hem, die mij geroepen en<br />

gezonden heeft en die alle macht heeft in de hemel<br />

en op aarde (Matthéüs 28:18).<br />

De broeders waren er zo van verzekerd dat het<br />

een teleurstelling zou worden, dat ze voor Br.<br />

<strong>Maasbach</strong> hadden gebeden dat God hem de kracht<br />

zou geven om de teleurstelling te kunnen verwerken.<br />

Zij meenden dat er niet meer dan twee of<br />

hoogstens drie rijen stoelen in de zaal door het<br />

publiek bezet zouden zijn. Hoe werden ze in hun<br />

verwachting beschaamd, toen de Here de zaal<br />

helemaal vol deed stromen. Sommigen moesten<br />

op een avond zelfs met een staanplaats genoegen<br />

nemen. Prijst de Heer!<br />

Er waren ook veel pred<strong>ik</strong>anten en ouderlingen<br />

van verschillende kerken aanwezig, maar ook de<br />

gezegende Heilige Geest, die harten overtuigt van<br />

zonden, gerechtigheid en oordeel. Het scheen dat<br />

er maar weinigen waren die het geloof hadden, dat<br />

er ook in Zeeland handen omhoog zouden gaan en<br />

nog minder geloofde men dat ze naar voren zouden<br />

komen om het zondaarsgebed te bidden. Maar<br />

omhoog gingen de handen tijdens die heerlijke<br />

uitnodiging onder de zalving van de Heilige Geest<br />

en niet alleen gingen de handen omhoog, maar<br />

men kwam naar voren om, net als in Amsterdam en<br />

overal in de wereld waar <strong>ik</strong> het Evangelie door<br />

genade mag pred<strong>ik</strong>en, het zondaarsgebed te bidden.<br />

Wat zou toch het geheim ervan zijn, dat zondaren<br />

naar voren komen en harten verbroken worden?<br />

Het is het Woord en het geloof door de liefde<br />

werkende. Ik pred<strong>ik</strong> ì<strong>Christus</strong> en die gekruisigd,<br />

voor de Joden een ergernis, voor de Grieken<br />

een dwaasheid, maar voor hen die geroepen<br />

zijn, Joden zowel als Grieken (pred<strong>ik</strong>en wij)<br />

<strong>Christus</strong>, de kracht Gods en de wijsheid Godsî<br />

(1 Corinthiërs 1:23 en 24).<br />

DEN HAAG<br />

(zie foto)<br />

Plaats ontbreekt om nog op alle campagnes in het<br />

bijzonder in te gaan, maar <strong>ik</strong> mag niet nalaten nog<br />

iets te zeggen over de campagne in Den Haag, in<br />

het “Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen”.<br />

Het ontstaan van deze campagne vond zijn oorzaak<br />

in het feit dat vele mensen mij vroegen, of er een<br />

mogelijkheid was dat <strong>ik</strong> een campagne hield waar<br />

dezelfde Geest van liefde en kracht zou zijn, als in<br />

onze andere campagnes.<br />

Er brandde in mijn hart een zeer groot verlangen<br />

om als evangelist de machtige boodschap<br />

van redding, genezing, bevrijding en waterdoop<br />

door te geven aan mijn medemensen. Weinigen<br />

zullen ooit gedroomd hebben dat het (helaas nu<br />

afgebroken) imposante “Gebouw voor Kunsten en<br />

Wetenschappen” - met 2000 zitplaatsen - gedurende<br />

186 187


vijf dagen het centrum van opwekking zou zijn.<br />

Dat er voor dergelijke samenkomsten veel belangstelling<br />

bestond, getuigt het feit dat avond aan<br />

avond 1500 à 1800 mensen aanwezig waren om te<br />

luisteren naar de heerlijke Evangelieboodschap,<br />

dat Jezus <strong>Christus</strong> nog niet veranderd is.<br />

Zoals het op alle andere plaatsen was, zo was het<br />

ook hier: God bevestigde Zijn wonderbaar Woord<br />

met wonderen en tekenen!<br />

Reeds lang voordat de diensten een aanvang<br />

namen, stonden lange rijen mensen te wachten om<br />

binnen te komen. Ook in deze campagne werd het<br />

Woord Gods levend gemaakt door de kracht van<br />

de Heilige Geest, waardoor een oogst van zielen<br />

binnengehaald kon worden. Ruim 500 beslissingen<br />

werden genomen door mensen die openlijk naar<br />

voren kwamen om het zondaarsgebed te bidden,<br />

niet meegerekend degenen die een beslissing<br />

namen op de plaats waar ze zich bevonden. Alleen<br />

de eeuwigheid zal openbaren hoeveel dit er waren.<br />

Verschillenden van degenen die een beslissing<br />

namen, werken nu full-time in de dienst van God.<br />

De mensen die van <strong>Christus</strong> genezing ontvingen,<br />

waren talrijk. Van allerlei ziekten en kwalen getuigden<br />

de mensen genezing te hebben ontvangen. Het<br />

waren vijf hemelse dagen op aarde!<br />

God zegt dat Hij de hongerigen zal verzadigen,<br />

de dorstigen zal verkw<strong>ik</strong>ken en de bedroefden zal<br />

vertroosten. Dit geldt ook voor vandaag! Als wij<br />

hongeren en dorsten naar God en naar Zijn gerechtigheid,<br />

zal Hij ons niet beschamen.<br />

Dat deze campagne enorme kosten met zich<br />

meebracht is onnodig te zeggen, maar waar de<br />

“geest van opwekking” heerst, is ook een “geest<br />

van geven”, hoewel <strong>ik</strong> heb ontdekt, dat de kinderen<br />

Gods in Holland er steeds opmerkzaam op gemaakt<br />

moeten worden. Ik zal nooit vergeten hoe er bij de<br />

collecte een witte enveloppe was, waarin een bedrag<br />

zat van f 1.500,-, afkomstig van een anonieme<br />

geefster. Later kwam <strong>ik</strong> er toevallig achter, dat dit<br />

geld kwam van een eenvoudige weduwe, tot wier<br />

hart de Here had gesproken om dit te doen.<br />

Hoe vaak gebru<strong>ik</strong>t God de eenvoudigen, zoals<br />

deze weduwe. Zou het zijn, omdat de eenvoudigen<br />

d<strong>ik</strong>wijls een opmerkzaam hart hebben en meer<br />

liefde tot Hem die ons liefheeft en ons kocht met<br />

Zijn dierbaar bloed?<br />

De Bijbel zegt in Psalm 116:6: ìDe Here bewaart<br />

de eenvoudigenî. De Bijbel zegt ook: ìUw loon<br />

zal groot zijn in de hemelenî en ook reeds op<br />

aarde zal God ons ìeen goede, neergedrukte,<br />

geschudde, overlopende maat in onze schoot<br />

geve n î (Lucas 6:38). Zelfs op ons nageslacht<br />

hebben de dingen die wij nu in ons leven doen voor<br />

de Heer uitwerking.<br />

Het leven van een evangelist is niet altijd zo<br />

eenvoudig en onge<strong>com</strong>pliceerd. Ik weet dat een<br />

188 189


dienstknecht van God moet oppassen dat hij niet<br />

door “godsdienstige” mensen aan banden wordt<br />

gelegd. Velen zullen dit misschien niet begrijpen,<br />

maar zij, die in de frontlinies van het Evangelie<br />

strijden, zullen weten waar <strong>ik</strong> het over heb.<br />

Ook van wereldse zijde was er veel tegenstand.<br />

Op een avond tijdens de campagne, kwam het<br />

hoofd van de Gezondheidsdienst, Dr. In ‘t Veld,<br />

het podium opstormen. Hij ging hevig te keer en<br />

zei dat <strong>ik</strong> met dat bedrog moest ophouden. Gelukkig<br />

bezitten we in Nederland nog godsdienstvrijheid,<br />

waarvoor wij dankbaar moeten zijn. Ik besteedde<br />

weinig tijd aan deze man. Misschien was hij wijs<br />

voor deze wereld, maar God zegt dat zo iemand<br />

onverstandig is en dat hij zelfs niet het beginsel<br />

van de wijsheid bezit, want de psalmist zegt: ìDe<br />

vreze des Heren is het begin der wijsheidî<br />

(Psalm 111:10), en die vreze des Heren bezat die<br />

man beslist niet.<br />

Wat is het heerlijk, dat je, als je op Gods kompas<br />

vaart, nooit bang behoeft te zijn, want hier gaf God<br />

mij de vrijmoedigheid een massale doopdienst aan<br />

te kondigen, die de zondag na de campagne zou<br />

plaatsvinden. Het werd de grootste doopdienst die<br />

we ooit in Nederland hebben gehouden.<br />

Ook in Den Haag heeft de Here ons een grote<br />

gemeente gegeven. Later gaf God ons een eigen<br />

gebouw “Capitol” genaamd. Meer hierover in de<br />

volgende hoofdstukken.<br />

Zeer vele evangelisatiecampagnes - van Delfzijl<br />

tot Terneuzen, van Den Helder tot Hoensbroek -<br />

zijn er nog gevolgd. Ook vandaag worden er, meer<br />

dan ooit tevoren, ieder jaar nog vele campagnes, -<br />

o.l.v. mijn zoons en medewerkers - kriskras door<br />

Nederland gehouden. Vele, vele mensen zijn tot<br />

het geloof in Jezus gekomen en vele werkers in<br />

Gods Koninkrijk, die tot op heden tot grote zegen<br />

zijn, zijn uit dit campagnewerk voortgekomen.<br />

190 191


HOOFDSTUK 16<br />

Lectuurverspreiding,<br />

een machtig wapen<br />

Het geschreven woord is door de eeuwen heen<br />

een machtig wapen tegen de vijand geweest,<br />

en voor het verspreiden van de Volle Evangelieboodschap<br />

is het altijd een waardevol en zeer<br />

belangrijk instrument.<br />

De meeste christenen zijn zich hier echter nog<br />

niet ten volle van bewust. Bijbelstudies of gesch<strong>ik</strong>te<br />

leerboeken waren in het Nederlands zo goed als<br />

niet verkrijgbaar. Het gebrek aan financiën was<br />

natuurlijk een grote handicap om hierin verandering<br />

te brengen, maar het is heerlijk als je mag weten,<br />

dat hetgeen je doet in de wil van God is.<br />

Enkele boeken die voor mij een grote bron van<br />

inspiratie zijn geweest en waardoor <strong>ik</strong> een grote<br />

zegen ontvangen heb en die mij hebben verrijkt in<br />

de kennis van het Koninkrijk Gods, waren de<br />

boeken van de gereformeerde pred<strong>ik</strong>ant Ds. A.<br />

Murray, zoals “De kracht van Jezus’ bloed”, “Het<br />

Allerheiligste of Ziende op Jezus”, “Als Jezus”<br />

enz. Het zijn meesterwerken. Ook denk <strong>ik</strong> aan<br />

C.H. Mackintosh, een groot Godsman, die diep<br />

ingeleid is in de Schriften. Hij heeft ons de<br />

aantekeningen bij de Pentateuch (de vijf boeken<br />

van Mozes) nagelaten. Dan denk <strong>ik</strong> aan E.W.<br />

Kenyon, ook een groot Godsman, van wie we veel<br />

geloofsopbouwende boeken hebben vertaald, en<br />

aan T.L. Osborn die in zijn boeken een krachtige<br />

genezingsboodschap brengt, en niet te vergeten<br />

John Osteen en Kenneth Hagin die lezers<br />

onderwijzen aangaande de kracht van de Heilige<br />

Geest en van wie veel te leren is.<br />

Intussen komen er jaarlijks vele boeken van de<br />

pers, ook van een nieuwe generatie van mannen<br />

van God, waaronder mijn zoon David.<br />

Van al deze Godsmannen waren geen boeken in<br />

de Nederlandse taal verkrijgbaar. Ik kreeg een<br />

steeds groter verlangen deze boeken in de<br />

Nederlandse taal uit te geven. Als de liefde van<br />

<strong>Christus</strong> in ons hart woont, dan zullen wij de zegen<br />

die we zelf ontvangen hebben aan anderen willen<br />

doorgeven. Liefde wil altijd met anderen delen.<br />

Dit is een Goddelijke wet en als de Geest van<br />

<strong>Christus</strong> in ons woont, zullen we daar geen moeite<br />

mee hebben. Het uitgeven van lectuur hebben wij<br />

nooit gedaan vanuit <strong>com</strong>mercieel oogpunt, maar<br />

louter met als doel de verbreiding van het Woord<br />

Gods, opdat <strong>Christus</strong> daardoor verheerlijkt zou<br />

worden en de mensen verrijkt en opgebouwd in<br />

hun geloof. Mijn standpunt hierin is ongewijzigd<br />

gebleven. Als <strong>ik</strong> boeken verkoop of cd’s of<br />

cassettes, dan is altijd mijn eerste motief: “Het<br />

Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid”. Ik ben de<br />

Here dan ook ontzaglijk dankbaar, dat Hij mij<br />

192 193


heeft willen gebru<strong>ik</strong>en om boeken zoals “De kracht<br />

van Jezus’ bloed” uit te geven.<br />

Traktaatverspreiding is eveneens een machtig<br />

wapen, vooral om de massa te bere<strong>ik</strong>en. Toen <strong>ik</strong><br />

gedurende jaren over de oceanen en wereldzeeën<br />

zwalkte, heb <strong>ik</strong> vele duizenden traktaten en Bijbels<br />

verspreid in alle mogelijke talen. Ik zal nooit die<br />

broeder vergeten die in Rotterdam woonde. Zijn<br />

naam was Korporaal. Hij was een nogal vreemde<br />

man, een oude vrijgezel, die ergens op een zolderkamertje<br />

huisde. De laatste jaren van zijn leven had<br />

hij een baantje als wachtsman op schepen die de<br />

Rotterdamse haven binnenkwamen. Hij was een<br />

man van wie men zei, dat je hem met een korreltje<br />

zout moest nemen. Ik had echter grote waardering<br />

voor deze man, daar <strong>ik</strong> zag hoe God hem gebru<strong>ik</strong>te.<br />

Waar <strong>ik</strong> mij ook op de wereldzeeën bevond, als <strong>ik</strong><br />

een noodkreet gaf om traktaten of Bijbels te zenden,<br />

dan kreeg <strong>ik</strong> ze prompt toegestuurd, in welke taal<br />

dan ook. Zijn kamertje was net een pakhuis. Hij<br />

sliep letterlijk tussen de Bijbels en traktaten in. Het<br />

was een waar ammunitiedepôt in de strijd tegen<br />

satans macht.<br />

Sommige mensen vonden het vreemd dat <strong>ik</strong> deze<br />

man zo hoog aansloeg, maar <strong>ik</strong> had deze zonderling<br />

erg lief, omdat het scheen dat God niemand anders<br />

kon vinden om dit werk te doen. Hij heeft mij ook<br />

194<br />

heel wat Russische Bijbels bezorgd en eenmaal -<br />

als voorloper van Anne van der Bijl - zag hij toen<br />

reeds kans om 1000 Bijbels in één keer achter het<br />

IJzeren Gordijn te krijgen. Het heeft de Here reeds<br />

geruime tijd geleden behaagd hem thuis te halen,<br />

maar de vruchten van het gestrooide evangeliezaad<br />

zijn gebleven en hebben zich vermenigvuldigd.<br />

Het was niet altijd eenvoudig traktaten in de<br />

Nederlandse taal te verkrijgen en het kostte veel<br />

geld deze papieren boodschappers te laten drukken<br />

voor gratis verspreiding. Ik zocht dan ook een weg<br />

om ze zelf te drukken. Het was in deze dagen niet<br />

eenvoudig om mensen voor zo’n project te interesseren.<br />

Niemand had hen onderwezen hoe belangrijk<br />

het is om door lectuur de massa te bere<strong>ik</strong>en met de<br />

blijde boodschap van <strong>Christus</strong>. Het brandde echter<br />

als een last op mijn ziel en <strong>ik</strong> ging eropuit om een<br />

tweedehands drukpers te kopen.<br />

Ik kon een gesch<strong>ik</strong>t exemplaar kopen voor de<br />

prijs van f 12.000,- waarvan <strong>ik</strong> f 6.000,- contant<br />

moest betalen en de rest in gedeelten. (Het was in<br />

het begin van de jaren zestig). Ik had het contract<br />

reeds getekend en de drukpers werd geplaatst.<br />

Door de Geest wist <strong>ik</strong>, dat het van de Here was. Dit<br />

waren niet zomaar gedachten van mij. Ik weet wat<br />

het is, als de Here mij zegt iets te doen.<br />

De tijd voor betaling was echter al een week<br />

verstreken, maar het geld was er nog niet. Wat<br />

heerlijk dat wij echter mogen weten:<br />

195


“Al komt er zelfs water in de kajuit van ons<br />

scheepje, de Here zal ons niet laten zinken”. Het<br />

geloof weet dat dit een onmogelijkheid is.<br />

WONDEROFFERS<br />

De week daarop kwam er na de samenkomst een<br />

vrouw naar mij toe die mij even te spreken vroeg.<br />

Ze zei: “Broeder <strong>Maasbach</strong>, wilt u mij vergeven,<br />

want <strong>ik</strong> ben ongehoorzaam geweest. Twee weken<br />

geleden sprak de Here tot mijn hart om u een<br />

bedrag aan geld te geven, maar <strong>ik</strong> heb dit nog niet<br />

gedaan en <strong>ik</strong> weet dat <strong>ik</strong> ongehoorzaam ben geweest<br />

door dit niet te doen. Ik zal het echter deze week<br />

aan u overmaken”.<br />

Gezien mijn financiële zorgen in verband met de<br />

drukpers, was <strong>ik</strong> wel een beetje nieuwsgierig om te<br />

weten, hoe groot het bedrag was dat ze ons had<br />

toebedacht en heel bescheiden vroeg <strong>ik</strong> het. Toen<br />

zij mij het bedrag noemde, had <strong>ik</strong> grote moeite om<br />

mijn tranen te bedwingen. Dat heerlijke gevoel<br />

ging door mij heen dat iedere dienstknecht van<br />

God kent als de Here iets bevestigt. Het bedrag dat<br />

zij (een weduwe) noemde, was namelijk ... f 6.000,niet<br />

meer en niet minder!<br />

Hoe wonderbaar dat de Here nog even bevestigde,<br />

dat Hij reeds twee weken geleden tot haar hart had<br />

gesproken om het bedrag te geven. Wat is het een<br />

groot voorrecht als de grote God iets van iemand<br />

vraagt, omdat Hij het nodig heeft. Zal Hij het ons<br />

dan niet veelvuldig teruggeven? Het geven aan<br />

God is het zaad voor de volgende zegening. De<br />

zegeningen van God zijn dan ook in haar leven niet<br />

uitgebleven.<br />

Ik weet dat God d<strong>ik</strong>wijls mensen aanspreekt, dat<br />

ze hun offer moeten brengen. Door de jaren heen<br />

is het geld voor ons wereldwijde evangelisatiewerk<br />

herhaaldelijk gekomen uit bronnen waarvan wij<br />

beslist niets verwacht hadden.<br />

Ik denk aan een man, die jaren geleden naar mij<br />

toekwam en mij zei, dat hij iets voor het werk des<br />

Heren wilde doen. Hij was geen bezoeker van de<br />

samenkomsten, maar hij wilde iets doen voor ons<br />

evangelisatiewerk. Het bezoek van die man was<br />

eigenlijk bedoeld om te vragen op welke wijze <strong>ik</strong><br />

zijn gift het liefst in ontvangst wilde nemen.<br />

Daar mijn secretaresse mij had medegedeeld dat<br />

er nog wat geld op de giro moest komen - wel een<br />

bedrag van f 10.000,- vertelde <strong>ik</strong> de man dat <strong>ik</strong> het<br />

graag op de giro gestort wilde zien. Hij zei mij dat<br />

het goed was. Ik kon echter niet nalaten om weer<br />

bescheiden te vragen op welk bedrag <strong>ik</strong> mocht<br />

rekenen. U begrijpt zeker wel, toen hij zei: “10.000<br />

gulden” dat <strong>ik</strong> niets anders kon doen dan de Here<br />

danken en prijzen voor Zijn liefde en genade!<br />

Deze dingen waren nog maar een begin van wat<br />

God mij had beloofd dat Hij zou doen. De Here had<br />

mij immers gezegd, dat het geld in Holland was, en<br />

196 197


dat wij, als wij eerst het Koninkrijk Gods zochten,<br />

niet bezorgd behoefden te zijn, zelfs niet voor de<br />

dag van morgen!<br />

Nu is het niet vreemd voor ons een jaarlijks<br />

budget te hebben van enkele miljoenen guldens.<br />

Ook kopen we machines: zetmachines, drukpersen,<br />

vouwmachines, <strong>com</strong>puters, recorders enz., die d<strong>ik</strong>wijls<br />

over de f 100.000,- kosten.<br />

Met de aanschaf van de drukpers begon <strong>ik</strong> ook<br />

papier aan te kopen per ton. Dit was voor ons de<br />

eerste keer een enorm kwantum, maar het is nu<br />

niets ongewoons als wij meer dan drie ton per dag<br />

aan lectuur verspreiden of veertig ton papier tegelijk<br />

bestellen bij de papierfabriek.<br />

Op het moment drukken wij traktaten in 40<br />

verschillende talen en wij geloven dat dit nog maar<br />

een begin is. Ik prijs God voor de grote, maar ook<br />

voor de kleine bedragen die wij ontvangen, al zouden<br />

het maar enkele guldens zijn. God taxeert<br />

immers de waarde van het offer naar hetgeen wij<br />

kunnen geven. Daarom waardeer <strong>ik</strong> ook zeer het<br />

kleinste offer en dank God ervoor.<br />

Vanwege de vele opwekkingssamenkomsten die<br />

<strong>ik</strong> hield, ontstond er grote behoefte aan het uitgeven<br />

van een eigen maandblad, met als doel meer contact<br />

te hebben met onze geloofspartners en om de<br />

wonderbare daden Gods bekend te maken en de<br />

vele getuigenissen te publiceren van mensen in<br />

wier levens God grote wonderen had verricht. Het<br />

was gedurende deze campagne in Den Haag dat<br />

wij voor het eerst het blad ‘Genezing’ uitgaven in<br />

een oplaag van 25.000 exemplaren. Dit blad was<br />

de voorloper van ons huidige maandblad ‘Nieuw<br />

Leven’ dat soms een oplaag heeft van meer dan<br />

100.000 exemplaren in het Nederlands. Wij<br />

drukken ook exemplaren in het Engels, Duits,<br />

Frans, Italiaans, Spaans, Indonesisch, Albanees<br />

en zelfs in het Chinees.<br />

Onze zetterij en drukkerij is nu inmiddels<br />

uitgebreid met de meest moderne grafische<br />

machines en apparatuur waarmede wij al ons<br />

drukwerk drukken en vouwen, alsmede dit boek.<br />

Dit boek hebben wij ook in het Engels, Frans,<br />

Duits, Spaans, Portugees en Indonesisch gedrukt.<br />

198 199


HOOFDSTUK 17<br />

Hoe <strong>ik</strong> aan radiotijd<br />

kwam<br />

R eeds lang had de Here tot mijn hart gesproken,<br />

om toch gebru<strong>ik</strong> te maken van de moderne<br />

<strong>com</strong>municatiemiddelen om de massa te bere<strong>ik</strong>en<br />

met de blijde boodschap van het heerlijke Evangelie<br />

van Jezus <strong>Christus</strong>. Dit was weer een nieuwe stap<br />

op het water. Wat is het wonderbaar dat wij, als we<br />

weten dat het de Here is die tot ons spreekt, net als<br />

Petrus de voet op het water kunnen zetten. Petrus<br />

riep immers temidden van de storm: ìHere, indien<br />

Gij het zijt, gebied mij tot U te komen, over het<br />

waterî.<br />

Het enige antwoord dat hij kreeg was: “Kom”.<br />

Het was voor Petrus genoeg om het onmogelijke<br />

te doen. Wij behoeven nooit bang te zijn, als wij<br />

weten dat het de Here is die tot ons spreekt. Ik weet,<br />

dat het de Here was die tot mij sprak om via de<br />

radio te gaan spreken. Hoe vaak zijn wij bevreesd<br />

en stellen wij het uit om de eerste stap te doen. Als<br />

wij echter de Geest des Heren hebben, zullen wij<br />

onze vrees geheel uitbannen.<br />

Zo was het ook met mij. Ik wist dat de Here had<br />

gesproken en dat het Zijn wil was om over de radio<br />

te pred<strong>ik</strong>en. Ik ging dan ook een weg zoeken. Ook<br />

bij deze gelegenheid had <strong>ik</strong> totaal geen geld. We<br />

hadden nauwelijks voldoende om enkele lopende<br />

rekeningen te betalen, dus zeker niet genoeg om<br />

een contract aan te gaan met Radio Luxemburg ,<br />

één van Europa’s grootste radiostations.<br />

Een man van God die weet wat de wil van God is<br />

en het niet doet, krijgt het zwaar te verduren, want<br />

het wordt hem tot een zware last. Ik beloofde<br />

echter de Here, dat <strong>ik</strong> het zou doen en <strong>ik</strong> zei tegen<br />

Willy, mijn vrouw: “Het allereerste dat <strong>ik</strong> maandagmorgen<br />

op kantoor ga doen, is contact opnemen<br />

met de directie van Radio Luxemburg”.<br />

Toen <strong>ik</strong> op kantoor kwam, ging <strong>ik</strong> direct zitten<br />

telefoneren. Ik had voor mijzelf een klein berekeningetje<br />

gemaakt van het geld dat <strong>ik</strong> tenminste<br />

dacht nodig te hebben voor een begin. Ik had<br />

opgeschreven f 3.800,- à f 4.000,-. Toen <strong>ik</strong> de<br />

hoorn op de telefoon had gelegd, werd er op mijn<br />

deur geklopt. Een jongeman, Wim van der Berg<br />

kwam binnen - een tuinderszoon - die zijn werkkleding<br />

aan had en ‘kistjes’ (hoge werkschoenen) aan<br />

zijn voeten. Hij overhandigde mij een dichte enveloppe<br />

met de mededeling dat de inhoud gebru<strong>ik</strong>t<br />

moest worden voor ... RADIO-UITZENDINGEN!<br />

Ik opende de enveloppe die vol bankbiljetten zat.<br />

Toen <strong>ik</strong> ze telde was het een bedrag van f 3.825,-!<br />

Tranen van ontroering stonden in mijn ogen. De<br />

jongeman was inmiddels mijn kamer uitgelopen.<br />

Toen <strong>ik</strong> hem later ontmoette, vroeg <strong>ik</strong> hem, waarom<br />

200 201


het juist dat bedrag was. Hij vertelde mij, hoe hij<br />

in de vroege morgen in de schuur op zijn knieën<br />

was gegaan in gebed tot God en hoe de Here tot<br />

hem had gesproken dat de radio het waardevolste<br />

middel was om mensen te bere<strong>ik</strong>en die niet in de<br />

gelegenheid waren naar samenkomsten te komen.<br />

Hij vertelde mij dat de Here hem gezegd had het<br />

geld van zijn spaarbankboekje af te nemen en het<br />

naar mij te brengen, opdat <strong>ik</strong> het voor het radiowerk<br />

kon gebru<strong>ik</strong>en.<br />

Ook hier zien we weer hoe ‘getimed’ Gods tijdklok<br />

loopt. Al zijn geld kwam hij brengen. Het was een<br />

goed ding dat hij niet eerst te rade was gegaan bij<br />

mensen. Er zijn namelijk altijd mensen, ook<br />

christenen, die menen dat je nooit ALLES moet<br />

geven, die het idee hebben dat je iets voor jezelf<br />

moet behouden. Het motief is dan echter steeds:<br />

ongeloof, omdat men bezorgd is voor de dag van<br />

morgen, terwijl de Here duidelijke taal spreekt als<br />

Hij zegt:<br />

ì Weest niet bezorgd voor uw leven, wat gij<br />

zult eten of drinken, of over uw lichaam,<br />

waarmede gij het kleden zult. Is het leven niet<br />

meer dan het voedsel en het lichaam meer<br />

dan de kleding?<br />

Ziet naar de vogelen des hemels; zij zaaien<br />

niet en maaien niet en brengen niet bijeen in<br />

schuren, en toch voedt uw hemelse Vader<br />

die; gaat gij ze niet verre te boven?<br />

Wie van u kan door bezorgd te zijn ÈÈn el aan<br />

zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij bezorgd<br />

over kleding? Let op de leliÎn des velds, hoe zij<br />

groeien: zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik<br />

zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid<br />

niet bekleed was als een van deze.<br />

Indien nu God het gras des velds, dat er<br />

heden is en morgen in de oven geworpen<br />

wordt, zÛ bekleedt, zal Hij u niet veel meer<br />

kleden, kleingelovigen?<br />

Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat<br />

zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of<br />

waarmede zullen wij ons kleden? Want naar al<br />

deze dingen gaat het zoeken der heidenen<br />

uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit<br />

alles behoeft.<br />

Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn<br />

gerechtigheid en dit alles zal u bovendien<br />

geschonken worden. Maakt u dan niet<br />

bezorgd tegen de dag van morgen, want de<br />

dag van morgen zal zijn eigen zorg hebben;<br />

elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaadî<br />

(Matthéüs 6:25-34).<br />

Ik weet dat er mensen zijn die het mij kwalijk<br />

nemen als ze lezen dat <strong>ik</strong> iemands gehele spaargeld<br />

in ontvangst heb genomen. Geloof zal echter<br />

nimmer zo redeneren. Geloof weet immers dat<br />

God, als wij de moed hebben om ALLES op het<br />

altaar te leggen, ons nimmer zal beschamen. Ik<br />

202 203


geloof wat God zegt in Lucas 6:38: ìGeeft en u<br />

zal gegeven worden: een goede, gedrukte,<br />

geschudde, overlopende maat zal men in uw<br />

schoot geven. Want met de maat, waarmede<br />

gij meet, zal u wedergemeten wordenî.<br />

Ik geloof dat in het leven van iedere waarachtige<br />

christen het moment komt - zoals in het leven van<br />

Abraham, toen de Here zijn Izaäk vroeg - dat de<br />

Here ook van ons datgene zal vragen waarop wij<br />

ons hart hebben gesteld en dat wij het meest van<br />

alles liefhebben.<br />

En hoe arglistig is het hart, hoe spoedig zijn wij<br />

geneigd een Ananias-en-Saffirageest (Handelingen<br />

5:1-11) toe te laten. Het is altijd weer een bewijs<br />

van ongeloof. Er zijn er maar weinigen die het met<br />

God durven wagen. De meesten proberen altijd<br />

een achterdeurtje te behouden, terwijl er geen<br />

grotere zekerheid is dan het leven met God, die ons<br />

beloofd heeft dat Hij ons nimmer zal begeven noch<br />

verlaten.<br />

Ik heb de daad van deze jongeman altijd zeer<br />

gewaardeerd, omdat het een geloofsdaad was.<br />

God heeft hem zijn zegen dan ook niet onthouden.<br />

Ik was blij hem het papiertje te kunnen laten zien,<br />

waarop <strong>ik</strong> die aantekeningen had gemaakt en<br />

waarop het bedrag stond van f 3.800,- à f 4.000,-.<br />

De enige besch<strong>ik</strong>bare tijd voor Radio Luxemburg<br />

was zaterdagmorgen om 5.30 uur, 15 minuten! Ik<br />

greep deze tijd met beide handen aan, in het<br />

vertrouwen dat God ons een betere tijd zou geven.<br />

Dit heeft de Here dan ook gedaan.<br />

Voor mijn radio-opnamen huurde <strong>ik</strong> tijd bij een<br />

studio, iets dat ons vele duizenden guldens per jaar<br />

kostte. Ik ging er dan ook naar uitzien om zelf<br />

professionele bandrecorders aan te schaffen. Daar<br />

Radio Luxemburg uitzendt met een kracht van<br />

600.000 watt - het is de sterkste zender van Europa<br />

- werden de hoogste eisen aan de banden gesteld.<br />

De kosten van de apparaten en het uitzenden,<br />

f 500.000,- per jaar, waren erg hoog, maar we<br />

bere<strong>ik</strong>ten er miljoenen mensen per jaar mee.<br />

Twintig jaar lang hebben we met grote zegen<br />

kunnen uitzenden. Totdat er verandering kwam in<br />

het beleid van Radio Luxemburg. Tot op heden<br />

zenden we echter nog uit over verschillende<br />

buitenlandse zenders o.a. in Suriname, de<br />

Nederlandse Antillen en in de USA.<br />

Zoals <strong>ik</strong> in het begin van dit hoofdstuk zei, was<br />

ook deze tak van ons wereldevangelisatiewerk iets<br />

waarvoor <strong>ik</strong> mijn voet op het water moest zetten.<br />

Menigeen vraagt zich af, op welke wijze wij al<br />

deze dingen doen. Ik kan u zeggen, dat het geheim<br />

altijd weer is, dat <strong>ik</strong> mijn oog gericht houd op de<br />

overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus<br />

<strong>Christus</strong> (Hebreeën 12:2). Ik ga d<strong>ik</strong>wijls door een<br />

storm, maar <strong>ik</strong> heb gelukkig van mijn vriend<br />

Petrus geleerd, niet op de golven te zien of naar de<br />

wind te luisteren. Dan zou <strong>ik</strong> óók wegzinken. Ik<br />

204 205


lijf mijn oog gericht houden op die Ene, die<br />

gezegd heeft: ì Van Mij is het zilver en het goudî<br />

(Haggai 2:9). Hij is het die tot de harten spreekt en<br />

de harten neigt en als wij in Zijn wil zijn, dan weten<br />

wij dat Hij ons helpt en zegent.... Zielen winnen is<br />

de wil van God. Daarvoor heeft Jezus Zijn bloed<br />

gegeven. Ik spreek over de radio en heb een staf<br />

van toegewijde medewerkers omwille van één<br />

zaak: ZIELEN WINNEN: de mensen vertellen,<br />

dat God een goede God is en dat deze wereld ten<br />

onder gaat, maar dat er een weg ter ontkoming is<br />

door de Ark der behoudenis, Jezus <strong>Christus</strong>, onze<br />

Here. ì Want alzo lief heeft God de wereld<br />

gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven<br />

heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft,<br />

niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe!î<br />

(Johannes 3: 16).<br />

206<br />

HOOFDSTUK 18<br />

Binnenlandse expansie<br />

R eeds lang geleden liet de Here mij zien, dat<br />

een van de belangrijkste taken in mijn bediening<br />

zou zijn: de persoonlijke correspondentie.<br />

Iedereen weet hoe een brief troost en versterking<br />

kan brengen, maar ook droefheid en smart.<br />

Door de vele samenkomsten, campagnes en ons<br />

maandblad ontving <strong>ik</strong> vele brieven van mensen in<br />

nood; van mensen die ziek waren of die een einde<br />

aan hun leven wilden maken. De beantwoording<br />

van zulke brieven is voor mij niet alleen maar een<br />

beleefdheidsvorm, maar God geeft mij de woorden<br />

in mijn hart om te schrijven.<br />

Daar ook de administratie zich steeds uitbreidde,<br />

werd de kantoorruimte die wij in gebru<strong>ik</strong> hadden<br />

- bestaande uit 2 kamers boven onze kerkzaal in<br />

Gouda - veel te klein. Aangezien mijn werk als<br />

evangelist niet een plaatselijke zaak is, maar iets<br />

waar vele landen in betrokken zijn, meende <strong>ik</strong> dat<br />

de stad Den Haag of Amsterdam meer gesch<strong>ik</strong>t<br />

zou zijn voor de vestiging van een kantoor. Ik ging<br />

er dan ook vaak op uit om een gesch<strong>ik</strong>te kantoorruimte<br />

te zoeken. Niet omdat <strong>ik</strong> het geld ervoor in<br />

mijn zak had, maar wel omdat <strong>ik</strong> geloofde, dat God<br />

een betere plaats voor ons had.<br />

Het is een waar woord dat in de Bijbel staat: ìHet<br />

207


geloof zonder werken is doodî. Ik ging zoeken<br />

naar het gebouw, omdat <strong>ik</strong> geloofde dat God het<br />

mij zou geven.<br />

Op zekere dag kreeg <strong>ik</strong> een telefoontje van Notaris<br />

Zweers in Den Haag, die in de krant een advertentie<br />

had gelezen waarin een herenhuis werd aangeboden.<br />

De Here gaf in zijn hart dat dit iets voor<br />

broeder <strong>Maasbach</strong> kon zijn. Zonder dat <strong>ik</strong> er iets<br />

van wist, had hij er op geschreven en hij gaf mij<br />

later het adres door.<br />

Toen <strong>ik</strong> ging kijken, wist <strong>ik</strong> dadelijk dat dit de<br />

meest gesch<strong>ik</strong>te plaats was. Ik hoorde dat het<br />

gebouw het eigendom was van de Nederlands<br />

Hervormde Kerk en <strong>ik</strong> begreep dat deze, als <strong>ik</strong> zou<br />

vertellen waarvoor wij het gebouw wilden hebben,<br />

het mij nooit zou verkopen. Ik vroeg daarom aan<br />

een zakenman uit Breda, een goede vriend van mij,<br />

dit gebouw voor mij te willen kopen op een voorlopig<br />

koopcontract, om het dan bij de officiële transactie<br />

aan mij door te verkopen.<br />

Gelukkig weet <strong>ik</strong> dat vele kerkmensen een<br />

dergelijke houding afkeuren, maar zulke dingen<br />

zijn onbegrijpelijk. Ze hadden het gebouw liever<br />

gesloopt of aan welke wereldse zaak dan ook afgestaan<br />

dan aan evangelist <strong>Maasbach</strong>.<br />

<strong>Waarom</strong>? Ik geloof omdat velen in de kerk niet<br />

zien, dat <strong>ik</strong>, als pred<strong>ik</strong>er van de glorieuze boodschap<br />

van Jezus <strong>Christus</strong>, de Redder van de wereld, er<br />

niet ben om de kerk af te breken maar veeleer om<br />

208<br />

de kerk wakker te schudden.<br />

In dezelfde tijd kwam <strong>ik</strong> in het bezit van een groot<br />

gebouw in Dordrecht, dat de Here tegelijkertijd<br />

met het kantoorgebouw in Den Haag, Koningstraat<br />

3a, op mijn weg bracht. Het gebouw in Den Haag<br />

kocht <strong>ik</strong> voor een lage prijs, daar het van binnen<br />

helemaal verwaarloosd was. Ik zal nooit vergeten<br />

hoe de Here een man op mijn weg bracht, broeder<br />

Vellinga, die het gehele gebouw van binnen schilderde<br />

terwijl zijn zoon de buitenkant schilderde.<br />

Op de dag waarop het gebouw overgedragen werd,<br />

voorzag de Here op wonderbare wijze in het geld<br />

dat hiervoor nodig was.<br />

Sommige mensen hebben mij weleens gevraagd:<br />

“<strong>Waarom</strong> koopt u een gebouw? <strong>Waarom</strong> huurt u<br />

het niet? Dat is toch veel goedkoper?”<br />

Dit laatste zou <strong>ik</strong> beslist doen als het inderdaad<br />

goedkoper was, maar huren is niet altijd voordeliger.<br />

Het is d<strong>ik</strong>wijls goedkoper om met geld van de<br />

bank een gebouw te kopen en op het kapitaal<br />

(hypotheek), rente te betalen en de rente als huur te<br />

beschouwen.<br />

Binnen enkele jaren werd de ruimte, die wij voor<br />

ons wereldzendingswerk betrokken, te klein en <strong>ik</strong><br />

moest steeds naar meer ruimte uitzien. Zodoende<br />

kwam er al spoedig een belangrijke verbouwing en<br />

we maakten van het kapelletje dat in het gebouw<br />

was, een Bijbelhuis. (Hoe de Here tenslotte voorzag<br />

in een geweldig gesch<strong>ik</strong>t gebouw, waarin we alle<br />

209


takken van het wereldzendingswerk konden<br />

onderbrengen, leest u in hoofdstuk 23).<br />

Wij maakten spoedig plannen om de grote tuin<br />

(125 m2) te bebouwen. Ook deze ruimte werd te<br />

klein en wij kochten, recht tegenover het gebouw,<br />

een pand dat leeg kwam en waarin wij onze<br />

radiostudio en de drukkerij vestigden, waar<br />

miljoenen traktaten, folders en andere lectuur werd<br />

gedrukt, maar ook al die ruimten werden te klein.<br />

Het is God die de wasdom geeft.<br />

210<br />

HOOFDSTUK 19<br />

Buitenlandse campagnes<br />

H et was niet altijd eenvoudig mij vrij te maken<br />

van de vele samenkomsten en het dienen van<br />

de gemeenten hier in Nederland, om gehoor te<br />

kunnen geven aan de uitnodigingen uit het<br />

buitenland. Tijd en gelegenheid zullen altijd een<br />

probleem blijven, want het leven van een mens is<br />

kort en het zendingswerk is groot, maar arbeiders<br />

zijn er nog altijd weinig. Zo was het ook in de<br />

dagen van Jezus.<br />

Deze ontdekking doe <strong>ik</strong> elke dag opnieuw, als <strong>ik</strong><br />

om mij heen het tekort zie aan arbeiders, mensen<br />

die geheel de prijs willen betalen en zichzelf op het<br />

altaar willen leggen. Misschien is de reden wel dit:<br />

als God mensen roept, heeft de mens altijd eerst<br />

iets belangrijkers te doen, net als in de dagen van<br />

Jezus.<br />

De een zei: ìIk heb een akker gekocht en <strong>ik</strong><br />

moet die noodzakelijk gaan bezien; <strong>ik</strong> verzoek<br />

u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander<br />

zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en <strong>ik</strong> ga die<br />

keuren; <strong>ik</strong> verzoek u, houd mij voor verontschuldigd.<br />

Weer een ander zei: Ik heb een vrouw<br />

getrouwd en daarom kan <strong>ik</strong> niet komenî (Lucas<br />

14:18-20).<br />

211


SPANJE<br />

Spanje was een van de eerste landen waar <strong>ik</strong> naar<br />

toe ging. Het is slechts enkele uren vliegen en met<br />

de auto was je er destijds al in twee dagen. Op<br />

uitnodiging van een klein groepje mensen, niet ver<br />

van Barcelona, ging <strong>ik</strong> er heen om samenkomsten<br />

te houden in een oud zaaltje in een klein dorpje.<br />

Een achttal jongelui was reeds van te voren er<br />

heengegaan en had een lading traktaten meegenomen.<br />

Wij hadden daar machtige samenkomsten en<br />

de Here gebru<strong>ik</strong>te mij om het geloof van vele mensen<br />

te versterken en op te bouwen.<br />

Ik kwam al spoedig tot de ontdekking, dat we<br />

mannen van moed en geloof nodig hebben, in een<br />

land als Spanje met zijn strenge tradities en rituele<br />

godsdienst. Om het land in bezit te nemen zullen<br />

we weinig hebben aan een universitaire opleiding.<br />

Wij moeten komen met een demonstratie van geest<br />

en kracht, die de harten bere<strong>ik</strong>t door de Heilige<br />

Geest. Landen als Spanje hebben, zoals alle landen,<br />

mannen en vrouwen nodig die niet op de<br />

omstandigheden zien, zoals het grootste deel van<br />

de verspieders deed in Numeri 13. Wij hebben<br />

Jozua’s en Kalebs nodig die het oog gericht houden<br />

op het onfeilbare Woord van de levende God.<br />

Wij zullen grote haast moeten maken om in<br />

Spanje de massa te bere<strong>ik</strong>en met de glorieuze<br />

boodschap van de levende, opgestane Heiland.<br />

Mijn dagelijks gebed is dan ook: “Here, geef ons<br />

mannen en vrouwen met een bewogenheid voor<br />

zielen”. Zij, die zelf niet in de gelegenheid zijn om<br />

te gaan, zouden op zijn minst hiervoor zendingsoffers<br />

moeten brengen en het zendingswerk moeten<br />

gedenken in hun gebeden.<br />

Later bracht <strong>ik</strong> meer bezoeken aan Spanje, o.a.<br />

toen dezelfde groep christenen een nieuw kerkgebouw<br />

opende, waarin vele geloofspartners in Holland<br />

door hun royale giften een aandeel hebben gehad.<br />

ZWEDEN<br />

Zweden is zo’n geheel ander land dan Spanje.<br />

Zweden heeft zijn opwekking gehad en hoewel<br />

ook daar, zoals in alle westerse landen, de zonde<br />

hoogtij viert, misschien mede door de welvaart,<br />

wordt het Evangelie van de daken gepred<strong>ik</strong>t. Vooral<br />

de Pinkstergemeenten hebben bijna in elke plaats<br />

samenkomsten. In Stockholm stond voor lange<br />

tijd zelfs de grootste Pinksterkerk van Europa<br />

(3500 zitplaatsen). Het was o.a. in deze kerk, dat <strong>ik</strong><br />

het voorrecht had om een vijfdaagse campagne te<br />

mogen houden.<br />

Daar <strong>ik</strong> zelf al zoveel jaren voorganger ben, weet<br />

<strong>ik</strong> dat elke gemeente het telkens weer nodig heeft<br />

om versterkt te worden in het geloof. Dit is belangrijk.<br />

Mijn taak is niet alleen buitenkerkelijken of<br />

212 213


diep verloren zondaren aan de voeten van Jezus te<br />

brengen, maar ook om hen die al jaren gered zijn,<br />

op te wekken en het vuur weer aan te wakkeren.<br />

Vele christenen hebben nodig dat zij wakker<br />

geschud worden. Men is zo gauw geneigd om in<br />

slaap te vallen. Dank de Here voor de gelegenheid<br />

die Hij ons geeft, zowel in Zweden als in vele<br />

andere landen, om Zijn stem te zijn en de mensen<br />

toe te roepen: “Nog maar een korte tijd. Weest<br />

wakker, gij volk des Heren, want de Bruidegom<br />

zal niet vertoeven en zeker komen. Bereidt uw<br />

lampen en houdt ze brandende”.<br />

EGYPTE<br />

In de jaren dat <strong>ik</strong> over de wereldzeeën zwalkte,<br />

heb <strong>ik</strong> zeker 15 keer een bezoek aan Egypte<br />

gebracht en hoe groot was toen al het verlangen in<br />

mijn hart om ook daar de heerlijke evangelieboodschap<br />

te mogen brengen. Menig evangelietraktaat<br />

heb <strong>ik</strong> op mijn reis door het Suezkanaal, in de<br />

Arabische en Egyptische taal en in vele andere<br />

talen en dialecten, verspreid. Nu opende de Here<br />

God een deur voor mij om in de hoofdstad Caïro<br />

de blijde boodschap te brengen.<br />

Caïro is een van die plaatsen waar <strong>ik</strong> onder de<br />

mensen een grote honger ontdekte naar het Woord<br />

van God. Het land aan de Nijl is ons allen zo<br />

bekend uit de bijbelse geschiedenis. Het land waar<br />

Abraham, Isaäk en Jacob vertoefden en waar God<br />

Mozes op zo’n machtige wijze gebru<strong>ik</strong>t heeft om<br />

de kinderen Israëls uit te leiden uit hun gevangenschap.<br />

Het is het land waar de Here aan Zijn volk<br />

de instelling gaf van het Pascha (Exodus 12) en<br />

waar wij vele nakomelingen van Ismaël ontmoeten.<br />

Gedurende 400 jaar heeft Israël daar vertoefd.<br />

Wat heerlijk te mogen weten dat wij Egyptenaren<br />

tot het geloof kunnen bewegen en prijst God, velen<br />

worden bewogen tot het geloof in Jezus <strong>Christus</strong>,<br />

zodat ook zij de heerlijke genade deelachtig worden.<br />

Ik zal nooit vergeten hoe tijdens de samenkomsten<br />

een jonge moslim, die taxichauffeur was, tot<br />

bekering kwam. Hij verstond de Engelse taal goed<br />

en kende vanzelfsprekend Egyptisch. Al die dagen<br />

dat <strong>ik</strong> daar was, had <strong>ik</strong> een privé-chauffeur met een<br />

prima auto tot mijn besch<strong>ik</strong>king. Mijn grootste<br />

moeilijkheid met hem was echter, dat <strong>ik</strong> op geen<br />

enkele wijze geld aan hem kwijt kon, zelfs niet<br />

voor benzine. Dit alleen al getuigt van de grote<br />

dankbaarheid van deze Egyptische taxichauffeur<br />

dat ook hem het Evangelie van Jezus <strong>Christus</strong><br />

verkondigd was.<br />

Een andere jongeman, die van Armeense afkomst<br />

was, schreef mij jaren na mijn bezoek aan Egypte<br />

een brief, dat hij tot bekering was gekomen tijdens<br />

deze samenkomsten en dat hij nu zelf ook het<br />

Evangelie pred<strong>ik</strong>te.<br />

Op zondag alleen al had <strong>ik</strong> vier grote samenkom-<br />

214 215


sten, de een na de ander, in vier verschillende<br />

plaatsen. In elke dienst zag <strong>ik</strong> de verschr<strong>ik</strong>kelijke<br />

honger naar het Evangelie. De mensen grepen o.a.<br />

mijn hand om op hun hoofd te leggen en vroegen<br />

onder tranen om gebed.<br />

Wij, Westerlingen, hebben geen idee van de consequenties<br />

die er voor een moslim in Egypte aan verbonden<br />

zijn als hij zich tot het Christendom bekeert.<br />

Gewoonlijk worden hun alle bezittingen ontnomen<br />

en worden ze door hun familie als dood beschouwd.<br />

Hun baan verliezen ze. Een opmerkzaam hart en de<br />

leiding van Gods Heilige Geest zijn te allen tijde<br />

nodig en zeker in dit soort landen, onontbeerlijk<br />

voor Gods kinderen.<br />

Uit deze eerste campagne zijn blijvende contacten<br />

ontstaan met de gelovigen in Egypte. Ook daarna<br />

zijn er nog verschillende grote evangelisatiecampagnes<br />

geweest en wel in Caïro, Port Saïd en<br />

Alexandrië en verspreidden wij daar miljoenen<br />

traktaten in hun eigen taal.<br />

LIBANON<br />

Ook Libanon stond tijdens dezelfde zendingsreis<br />

op het programma. Ik zou een campagne houden in<br />

de hoofdstad Beiroet, in een grote evangelisatietent,<br />

in een wijk waar de moslims erg agressief zijn. Wij<br />

hebben dit dan ook ondervonden en vooral als <strong>ik</strong><br />

sprak, werd er enorm veel lawaai gemaakt en kon<br />

<strong>ik</strong> de geweldige vijandschap van satans machten<br />

enervaren. Mijn vertaler, een Armeense broeder,<br />

had het niet gemakkelijk. Misschien zag hij wat<br />

meer op de omstandigheden dan <strong>ik</strong> en was hij<br />

daardoor meer bevreesd voor de gevaren. Ik begreep<br />

wel dat er gevaren waren, maar <strong>ik</strong> had volle vrede<br />

in mijn hart, want <strong>ik</strong> zag op de grote machtige God,<br />

die met mij was.<br />

De gemoederen rondom de tent werden echter<br />

steeds meer verhit. De tent moest voortdurend<br />

bewaakt blijven met het oog op brandstichting. We<br />

gingen echter gewoon door, totdat er precies onder<br />

de pred<strong>ik</strong>ing, een steen als een meteoor dwars door<br />

het canvas heen vloog. Deze steen scheerde juist<br />

tussen de hoofden van twee mensen door en<br />

bezeerde iemand heel erg aan zijn arm. Ik begreep<br />

dat het nu onmogelijk was geworden om verder te<br />

gaan, omdat er te veel mensenlevens op het spel<br />

stonden. Hoe dankbaar was <strong>ik</strong>, dat de steen niet op<br />

iemands hoofd terechtgekomen was. Dit had ongetwijfeld<br />

de dood betekend. Ik ben God dankbaar<br />

voor mannen en vrouwen die daar arbeiden en het<br />

Evangelie van Jezus <strong>Christus</strong> uitdragen, soms in<br />

de meest moeilijke omstandigheden.<br />

JORDANIË EN ISRAËL<br />

In diezelfde week bezocht <strong>ik</strong> ook Jordanië en<br />

Israël. God gaf mij wonderbare ervaringen, vooral<br />

216 217


toen <strong>ik</strong> neerknielde bij dezelfde olijfbomen in de<br />

hof van Gethsémane, waar Jezus met de Zijnen zo<br />

vaak was geweest en de beker der zonden heeft<br />

gedronken in die verschr<strong>ik</strong>kelijke nacht, toen Judas<br />

Hem verried en de discipelen Hem alleen lieten.<br />

Ik denk aan Bethanië, niet ver van Jeruzalem,<br />

waar <strong>ik</strong> in het graf was waar Jezus eenmaal stond<br />

en weende, en tot Maria zei: ìIk ben de opstanding<br />

en het levenî. De plaats waar ze de steen<br />

van ongeloof en twijfel wegrolden en waar Jezus<br />

zei: ìHeb Ik niet gezegd, dat gij, indien gij<br />

gelooft, de heerlijkheid Gods zien zult?î Wij<br />

kennen de geschiedenis uit Johannes 11, hoe Lazarus<br />

opstond uit het graf.<br />

Het huis van Lazarus, Martha en Maria in Bethanië<br />

was een plaats waar Jezus graag vertoefde, omdat<br />

Hij daar veel liefde ontving. Ik vraag mij af bij<br />

hoevelen onder ons Jezus graag zou vertoeven.<br />

De ruïnes van Jericho zijn er nog altijd. Het thans<br />

bestaande Jericho ligt niet op de fundamenten van<br />

het oude Jericho en ongetwijfeld, als men over de<br />

oude fundamenten loopt en men komt op de plaats<br />

waar het huis van Rachab op de muur heeft gestaan,<br />

moet de wedergeboren christen denken aan het<br />

rode koord en hoe de publieke vrouw behouden<br />

werd; niet wegens haar gerechtigheid of godzaligheid,<br />

maar door haar geloof in de levende God<br />

van Abraham, Isaäk en Jacob: Israëls God.<br />

Men heeft d<strong>ik</strong>wijls getracht om op de oude funda-<br />

menten een nieuwe stad te bouwen, maar dat is<br />

steeds mislukt, naar het Woord des Heren:<br />

ì Vervloekt voor het aangezicht des Heren is<br />

de man, die zich opmaakt en deze stad Jericho<br />

herbouwtî (Jozua 6:26).<br />

In Bethlehem te zijn, waar de stal is, waarvan men<br />

zegt dat het de plaats is waar Jezus geboren is, was<br />

weer een nieuwe ervaring die God mij gaf. Het<br />

deed er voor mij weinig toe of het wel of niet<br />

precies de juiste plek is waar Jezus ter wereld<br />

kwam. Toen <strong>ik</strong> daar was, knielde <strong>ik</strong> neer en dankte<br />

God voor de vleeswording van <strong>Christus</strong>, Gods<br />

Zoon, en niet alleen omdat Hij geboren is in de stal<br />

van Bethlehem, maar ook omdat Hij kwam om<br />

mijn ziel te redden.<br />

Wat heerlijk als het geloof in God en de opstanding<br />

van Jezus <strong>Christus</strong> een persoonlijke belevenis<br />

wordt. Je gaat dan alle dingen anders zien en<br />

ervaren. Niet alleen zag <strong>ik</strong> de plaats waar Hij<br />

geboren was, maar ook, vlak buiten Jeruzalem,<br />

bezocht <strong>ik</strong> het graf van Jozef van Arimathéa, de<br />

plaats waar Jezus eenmaal begraven werd. Precies<br />

voor de plaats, waar men zegt dat Jezus heeft<br />

gelegen, staat een groot ijzeren hek. Ik had het<br />

voorrecht om even dat hek met een sleutel te<br />

openen en <strong>ik</strong> kon echt niet nalaten om precies op<br />

diezelfde plaats te gaan liggen, waar Nicodémus<br />

en Jozef van Arimathéa onze Heiland hadden<br />

neergelegd. Toen <strong>ik</strong> daar lag, een moment, met<br />

218 219


mijn ogen gesloten, kwam er zo’n dankbaarheid in<br />

mijn hart en het schriftgedeelte uit Romeinen 8:11<br />

kwam in mij op: ìIndien de Geest van Hem, die<br />

<strong>Christus</strong> uit de doden heeft opgewekt, in u<br />

woont, dan zal Hij, die <strong>Christus</strong> Jezus uit de<br />

doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke<br />

lichamen levend maken door Zijn Geest, die in<br />

u woontî.<br />

En ook moest <strong>ik</strong> denken aan de woorden die Jezus<br />

sprak in Johannes 5:24: ì Voorwaar, voorwaar, Ik<br />

zeg u, wie Mijn Woord hoort en Hem gelooft,<br />

die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven<br />

en komt niet in het oordeel, want hij is<br />

overgegaan uit de dood in het levenî.<br />

Dit is mijn geloof: Jezus heeft voor ons de dood<br />

gesmaakt, opdat wij die niet meer zouden smaken.<br />

Ik had deze ervaring beslist niet willen missen.<br />

Ook niet het moment toen <strong>ik</strong> op de Olijfberg stond,<br />

op dezelfde plaats waar Jezus Zijn laatste woorden<br />

sprak: ì Want Johannes doopte wel met water,<br />

maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt<br />

worden, niet vele dagen na deze.î .<br />

Zij dan, die bijeengekomen waren, vroegen Hem<br />

en zeiden: ìHere, herstelt Gij in deze tijd het<br />

koningschap van IsraÎl?î Hij zeide tot hen:<br />

ìHet is niet uw zaak de tijden of gelegenheden<br />

te weten waarover de Vader de besch<strong>ik</strong>king<br />

aan Zich gehouden heeft, maar gij zult kracht<br />

ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u<br />

komt en gij zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem<br />

en in geheel Judea en Samaria en tot het<br />

uiterste der aardeî. (Handelingen 1:5-8).<br />

Heerlijk te weten, dat de tijd niet meer zo heel ver<br />

af is dat elk oog Hem zal zien; ook degenen die<br />

Hem doorstoken hebben en dat Hij zal wederkomen,<br />

zoals zij Hem hebben zien heenvaren op de<br />

wolken (Openbaring 1:7; Handelingen 1:11).<br />

Gelukkig behoeven wij met ons verstand niet te<br />

beredeneren op welke wijze dit zal gebeuren. Door<br />

het geloof aanvaarden wij het Woord van God met<br />

ons gehele hart en God zal ook dit WOORD<br />

zonder zweem van twijfel - en zelfs spoedig - in<br />

vervulling doen gaan.<br />

INDIA<br />

Het zou een boek op zichzelf vergen, als <strong>ik</strong> over<br />

alle campagnes zou schrijven. Het zou echter niet<br />

goed zijn als <strong>ik</strong> de massale campagne verzweeg die<br />

<strong>ik</strong> had in India, in het kleine plaatsje Kariamplave<br />

in de staat Kerala, waar meer dan 15.000 mensen<br />

op de laatste samenkomst aanwezig waren. Van<br />

kilometers ver waren de mensen gekomen. D<strong>ik</strong>wijls<br />

kwam men met het hele gezin, waarbij dan al het<br />

keukengerei werd meegenomen en veelal alle<br />

schamele bezittingen. Men ging niet naar huis<br />

voordat de campagne afgelopen was. Tijdens deze<br />

dagen bleven ze op het veld waar de samenkomsten<br />

220 221


werden gehouden en kookten daar op een open<br />

houtvuur in een grote rijstpot hun rijst met kerrie.<br />

Ik zal nooit vergeten hoe moeilijk <strong>ik</strong> het op een<br />

van die avonden had. Terwijl <strong>ik</strong> een speciale<br />

genezingsboodschap bracht, leek het of alle duivels<br />

uit de hel op mij afkwamen. Het WOORD bracht<br />

echter het geloof op een hoog peil en nog nooit heb<br />

<strong>ik</strong> zoveel mensen horen getuigen dat zij genezing<br />

hadden ontvangen van allerlei ziekten en kwalen.<br />

Zulke ervaringen zijn telkens weer het bewijs dat<br />

ook pred<strong>ik</strong>ers niet moeten afgaan op hun gevoel,<br />

maar slechts het WOORD VAN GOD moeten<br />

brengen, waarvan geschreven staat: ì Alzo zal Mijn<br />

Woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn: het<br />

zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal<br />

doen wat Mij behaagt en dat volbrengen,<br />

waartoe Ik het zendî (Jesaja 55:11).<br />

Gelegenheid ontbrak om gehoor te geven aan alle<br />

uitnodigingen die <strong>ik</strong> uit India ontving om over te<br />

komen en hen te helpen.<br />

De nood daar ligt zwaar op mijn hart. Ik heb<br />

d<strong>ik</strong>wijls gezegd: “Als <strong>ik</strong> nog een leven had, zou<br />

<strong>ik</strong> het geven aan India”. Hoewel <strong>ik</strong> niet altijd zelf<br />

kon gaan, ben <strong>ik</strong> blij dat we het zendingswerk in<br />

dat grote, arme land kunnen steunen met onze<br />

financiële bijdragen.<br />

Sinds die eerste campagne ben <strong>ik</strong> er nog vele<br />

malen geweest voor het houden van samenkomsten<br />

in grote zalen en gebouwen, en van grote openlucht-<br />

222<br />

campagnes, waar duizenden zielen aan de voeten<br />

van Jezus kwamen en gered werden en zeer velen<br />

genezing van God ontvingen van allerlei ziekten<br />

en kwalen.<br />

KINDERTEHUIS IN MADRAS<br />

Tijdens een van mijn evangelisatiecampagnes in<br />

India, bezocht <strong>ik</strong> enkele weeshuizen. Wat <strong>ik</strong> daar<br />

zag heeft me diep getroffen. In een grote kamer<br />

met vuile, geverfde muren zag <strong>ik</strong> kleine kinderen<br />

slapen op een koude, cementen vloer zonder enige<br />

vloerbedekking. Ze hadden geen bedjes of matrassen,<br />

geen kussens of lakens.<br />

De W.C. had geen stromend water, maar was een<br />

gat in de grond. De wasgelegenheid voor de vele<br />

kinderen was één koudwaterkraan. Hun handdoeken<br />

bestonden uit wat vodden. Hetgeen <strong>ik</strong> zag<br />

bedroefde mijn hart en <strong>ik</strong> riep tot God. Daar <strong>ik</strong> zelf<br />

vader ben van zeven kinderen, was <strong>ik</strong> zeer bewogen<br />

over de erbarmelijke toestand van deze kleintjes,<br />

die de liefhebbende zorg van vader en moeder<br />

moeten missen.<br />

Al hun maaltijden bestonden uit een bordje rijst<br />

met kerrie, zonder afwisseling of verandering.<br />

Hun enige kleren waren 2 dunne kledingstukjes. Ik<br />

zag geen speelgoed, geen poppen, geen kleine<br />

autootjes om mee te spelen. Alleen maar diepe<br />

armoede. Ik zag dit alles met mijn eigen ogen.<br />

223


Ik riep uit: “Geliefde Heer, geef mij een kindertehuis<br />

in een van deze steden, zodat <strong>ik</strong> het als een<br />

voorbeeld kan stellen”. In Holland hebben wij<br />

modelboerderijen. Mensen uit allerlei landen<br />

komen deze bezichtigen en ervan leren. Zó wilde<br />

<strong>ik</strong> een modelweeshuis hebben.<br />

In Madras ging <strong>ik</strong> eropuit om een gesch<strong>ik</strong>te plaats<br />

te zoeken. Hoewel <strong>ik</strong> mijn oog had laten vallen op<br />

een paar mooie gebouwen, had <strong>ik</strong> toch geen vrijmoedigheid<br />

om een beslissing te nemen. Een<br />

makelaar wist iets voor me en raadde me aan het<br />

eens te bekijken. Hij vertelde me dat het geheel uit<br />

2 bungalows bestond. Als je het in Holland over<br />

een bungalow hebt, dan denk je direct aan een<br />

eengezinswoning. De plaats leek me dus veel te<br />

klein en <strong>ik</strong> deed dan ook geen enkele moeite om<br />

erheen te gaan.<br />

Omdat <strong>ik</strong> echter maar niet kon slagen in het<br />

vinden van een gesch<strong>ik</strong>te plaats, besloot <strong>ik</strong> toch<br />

maar eens een kijkje te nemen. Maar toen <strong>ik</strong> er<br />

kwam en de grote, riante Indiase bungalows zag<br />

was <strong>ik</strong> uiterst verbaasd. Onmiddellijk wist <strong>ik</strong>: “Dit<br />

is de plaats!” Het was uitstekend gesch<strong>ik</strong>t voor het<br />

doel dat <strong>ik</strong> in gedachten had.<br />

Hoe d<strong>ik</strong>wijls is onze visie niet ruim genoeg. Hoe<br />

moeilijk moet het zijn voor God, onze hemelse<br />

Vader, onze visie en ons geloof groot genoeg te<br />

maken voor hetgeen Hij door ons wil doen.<br />

Er waren drie grote huizen - villa’s - met een groot<br />

stuk grond erbij, waarop eventueel een vierde huis<br />

zou kunnen staan. Het geheel is omgeven door een<br />

vrij hoge muur en een mooie poort geeft toegang.<br />

Zeventig cocospalmen, tientallen verschillende<br />

bananenbomen en nog andere vruchtbomen groeien<br />

er overvloedig.<br />

Ik wilde eigenlijk het laatste gebouw met de extra<br />

grond erbij kopen, maar de eigenares wilde, om te<br />

beginnen, alleen het tweede huis verkopen. Omdat<br />

<strong>ik</strong> het laatste pand beslist wilde hebben, moest <strong>ik</strong><br />

overgaan tot de koop van twee huizen, en <strong>ik</strong> heb er<br />

nooit spijt van gehad.<br />

Binnen een jaar was ook het derde huis, gelegen<br />

aan de weg, te koop. Nu is het hele <strong>com</strong>plex ons<br />

eigendom! Drie grote villa’s, gebouwd door de<br />

directeur van een der grootste filmmaatschappijen<br />

van India. Deze rijke vader had de drie prachtige<br />

huizen laten bouwen voor zijn zonen. Alle vertrekken<br />

hebben tegelvloeren, verscheidene kamers<br />

zijn voorzien van airconditioning en in iedere kamer<br />

is een ventilator aangebracht voor koele lucht.<br />

Ook is er een grote, mooie moestuin bij.<br />

Iedere keer als <strong>ik</strong> er kom kan <strong>ik</strong> het haast niet<br />

geloven dat God mij zo’n wonderlijk paradijs voor<br />

de kinderen heeft gegeven - No. 10 Arcot Road,<br />

Madras 600093, India. Het is gelegen naast de<br />

beroemde AVM Film Studio’s.<br />

In een der huizen is het Social Welfare Centre en<br />

tevens ons kantoor gevestigd. In de andere twee<br />

224 225


huizen kunnen een 100-tal jongens en meisjes,<br />

weeskinderen, te zamen met een tiental medewerkers<br />

wonen.<br />

Onnodig te zeggen dat ons Social Welfare Centre<br />

en Kindertehuis voor velen een eersteklas voorbeeld<br />

zijn, hoe een weeshuis moet zijn. Medewerkers<br />

en personeel zijn zowel uit India als uit Nederland<br />

afkomstig.<br />

Wij hebben er ook een Evangelisatie Centrum geopend<br />

waar de mensen uit de omgeving de diensten<br />

kunnen bijwonen.<br />

God is werkelijk goed voor ons geweest, en vanzelfsprekend<br />

is ook uw hulp en steun altijd welkom.<br />

God zegent altijd speciaal degene die zich over de<br />

ellendige ontfermt (Spreuken 18:17).<br />

Het zou teveel plaats nemen om iets te vertellen<br />

over alle landen waar <strong>ik</strong> door de genade en de<br />

kracht van de Here intussen campagnes heb gehouden.<br />

Het zijn er vele geweest.<br />

God heeft het echter mogelijk gemaakt dat <strong>ik</strong> op<br />

alle continenten, in zo’n 50-tal landen, van de Faroër-eilanden<br />

tot Brazilië, van Belarus tot Taiwan<br />

het Evangelie heb mogen brengen, waarbij tienduizenden<br />

mensen tot Jezus zijn gekomen!<br />

HOOFDSTUK 20<br />

Een bewogen zendingsreis<br />

rondom de wereld<br />

Reeds lange tijd geleden had men mij gevraagd<br />

om een campagne te houden in Paramaribo,<br />

Suriname. Leo Hendrickx, een onzer medewerkers,<br />

ging er heen als campagnemanager om alle voorbereidingen<br />

te treffen. Voor deze campagne werd het<br />

grootste theater van Paramaribo afgehuurd, het<br />

“Empire Theater” en voor de laatste twee dagen<br />

het grote stadion. Folders en raambiljetten waren<br />

reeds gedrukt en verspreid, advertenties geplaatst<br />

en over verschillende radiostations was de campagne<br />

bekendgemaakt, toen <strong>ik</strong> vlak voor mijn vertrek<br />

telefonisch uit Paramaribo de mededeling kreeg<br />

van Leo Hendrickx, dat de autoriteiten mij niet<br />

zouden toelaten. Daar <strong>ik</strong> reeds had geboekt en na<br />

Paramaribo een grote campagne zou houden op<br />

het eiland Grenada, ook in West-Indië, en er totaal<br />

geen officiële reden kon zijn om mij niet toe te<br />

laten, vertrok <strong>ik</strong> toch naar Paramaribo om vandaar<br />

naar Grenada te gaan.<br />

Ik zal mijn ontvangst in Paramaribo nooit vergeten.<br />

Toen de douanebeambte in mijn paspoort keek en<br />

mijn naam zag staan,versl<strong>ik</strong>te hij zich haast en<br />

vroeg mij twee keer: “Bent u meneer <strong>Maasbach</strong><br />

zelf?”<br />

226 227


“Zoals u ziet op de foto in het paspoort, ben <strong>ik</strong> het<br />

echt zelf” zei <strong>ik</strong>.<br />

Hij vroeg mij in een kamertje apart te wachten.<br />

Tegelijkertijd kreeg het KLM toestel bericht niet<br />

te vertrekken. Een hoge ambtenaar van de immigratiedienst<br />

kwam naar mij toe om te vertellen, dat<br />

<strong>ik</strong> niet mocht landen en dat <strong>ik</strong> met hetzelfde<br />

vliegtuig weer moest vertrekken. Ik vroeg hem<br />

naar de reden daarvan, maar <strong>ik</strong> kreeg als enig antwoord<br />

dat de gouverneur het niet toestond.<br />

De volgende bestemming van het vliegtuig was<br />

Willemstad op Curaçao en daar mijn kaartje Paramaribo-Grenada<br />

aangaf, voelde <strong>ik</strong> er weinig voor<br />

om naar een plaats te gaan die geheel uit de<br />

voorgenomen richting lag.<br />

Daar <strong>ik</strong> in Nederland een schoon strafregister heb<br />

en een eerbaar staatsburger ben, wilde <strong>ik</strong> toen<br />

graag de reden weten. Het antwoord zijn de autoriteiten<br />

tot nog toe schuldig gebleven.<br />

Het is een internationaal gebru<strong>ik</strong> dat de passagier,<br />

die niet verder naar de plaats van bestemming kan<br />

vertrekken, omdat er geen directe verbinding is,<br />

blijft overnachten op kosten van de luchtvaartmaatschappij.<br />

Daar het reeds laat in de avond was,<br />

verzocht <strong>ik</strong> dus te mogen blijven overnachten, om<br />

de volgende dag via Trinidad naar Grenada te<br />

kunnen vliegen. Maar ook dit werd beslist niet<br />

toegestaan. Ik vertelde hun dat <strong>ik</strong> niet voornemens<br />

was om te vertrekken. Het nam nogal wat tijd in<br />

beslag en het KLM vliegtuig moest nog steeds aan<br />

de grond blijven. De directeur van het KLM kantoor<br />

ter plaatse was inmiddels ook gekomen, daar hij de<br />

verantwoording draagt voor zijn passagiers.<br />

Ik had er geen belang bij om naar Willemstad te<br />

gaan, <strong>ik</strong> wilde alleen naar de plaats van bestemming<br />

die mijn ticket aangaf, maar het leek wel of <strong>ik</strong> in<br />

hun ogen het gevaarlijkste individu was dat er op<br />

twee benen rondliep. Er werd heel wat heen en<br />

weer gebeld naar de <strong>com</strong>missaris van politie en<br />

naar andere autoriteiten, maar evangelist <strong>Maasbach</strong>,<br />

die reeds jarenlang elke zondag in Paramaribo<br />

over de radio spreekt, mocht beslist niet in eigen<br />

persoon blijven om daar evangelisatiediensten te<br />

houden.<br />

Als het me nu nog alleen verboden was een campagne<br />

te houden, dan had <strong>ik</strong> daarvoor begrip gehad,<br />

maar dat men mij verbood een - toen nog -<br />

overzees Rijksdeel te bezoeken, waar vrijheid van<br />

godsdienst is en waar iedere toerist toestemming<br />

krijgt om te landen, was voor mij een raadsel.<br />

Daar men zag, dat <strong>ik</strong> niet van plan was om te<br />

vertrekken, kwamen er twee gewapende officieren<br />

van de immigratiedienst, die mij vertelden, dat zij<br />

opdracht hadden mij het land uit te zetten, zo niet<br />

goedsch<strong>ik</strong>s dan kwaadsch<strong>ik</strong>s en dat zij hun plicht<br />

kwamen doen, maar dat het ze zeer zou spijten als<br />

<strong>ik</strong> weerstand zou bieden. Ik vertelde ze weer<br />

hetzelfde verhaal. Mijn reisdoel was Grenada en<br />

228 229


niet Willemstad. Toen ze mij echter bij mijn kraag<br />

vatten voelde <strong>ik</strong> dat het geen zin had me langer te<br />

verzetten. Ik vond het verschr<strong>ik</strong>kelijk jammer dat<br />

er niemand was die een foto kon maken, want het<br />

was de moeite waard geweest om te zien, hoe <strong>ik</strong> als<br />

een misdadiger het land werd uitgezet.<br />

Vanzelfsprekend had dit alles een achtergrond en<br />

achteraf bleek dat de voornaamste reden voor de<br />

weigering was: het opleggen van handen en het<br />

bidden voor zieken.<br />

Ik voelde geen leiding van Gods Geest om hierover<br />

een actie te gaan voeren, zelfs niet om er enige tijd<br />

aan te verspillen. Het was met mij uiteindelijk nog<br />

niet zo gesteld als met Paulus en Silas, die gegeseld<br />

en in de gevangenis geworpen werden. Ik begreep<br />

dat hier zeer zeker misverstanden in het spel<br />

moesten zijn. Als man van God twijfel <strong>ik</strong> er echter<br />

nooit aan, dat “alle dingen - ook dit voorval -<br />

medewerken ten goede voor degenen die<br />

God liefhebben”.<br />

Mijn campagnemanager, Leo Hendrickx, nam<br />

met succes mijn plaats in als spreker tijdens de<br />

campagne. Wij hebben vele berichten ontvangen<br />

hoe God hem zegende en nabij was in zijn eerste,<br />

hoewel noodgedwongen campagne. Het was ook<br />

de laatste die hij ooit zou houden, want kort daarna<br />

nam de Here hem tot Zich. Wij zullen nimmer deze<br />

geliefde broeder vergeten en het werk dat hij voor<br />

onze Stichting heeft gedaan.<br />

Enkele jaren later kreeg <strong>ik</strong> van de autoriteiten van<br />

Suriname wel vergunning om te landen en stond<br />

men mij toe daar wel opwekkingssamenkomsten<br />

te houden.<br />

ONZE VERLEGENHEDEN ZIJN<br />

GODS GELEGENHEDEN<br />

Bij aankomst in Willemstad werd <strong>ik</strong> reeds door<br />

de douane en de immigratie-autoriteiten opgewacht<br />

met de mededeling dat <strong>ik</strong> slechts één week kon<br />

blijven en dat <strong>ik</strong> steeds moest rapporteren waar<br />

mijn verblijfplaats was met alle eventuele veranderingen.<br />

Daarbij kreeg <strong>ik</strong> de speciale mededeling<br />

dat <strong>ik</strong> daar geen samenkomsten mocht houden. Ik<br />

was dit dan ook niet van plan, maar bezocht<br />

daarom wel de samenkomsten van de “Church of<br />

God”, waar <strong>ik</strong> een gezalfde boodschap van <strong>Christus</strong><br />

mocht brengen en de gemeente tot zegen mocht<br />

zijn. Daar <strong>ik</strong> best wat vrije tijd kon gebru<strong>ik</strong>en om<br />

mijn stapels correspondentie af te werken, had <strong>ik</strong><br />

het voornemen om dit rustig in Willemstad te<br />

doen, maar hoe wonderbaar is het, dat men zich als<br />

dienstknecht van God onder de leiding van Zijn<br />

Geest kan stellen.<br />

Toen <strong>ik</strong> daar twee dagen was, bepaalde de Heilige<br />

Geest mij er heel duidelijk bij, om terstond naar<br />

Port of Spain in Trinidad te vertrekken. Ik was in<br />

mijn hotel en het was ongeveer 8 uur in de morgen<br />

230 231


toen <strong>ik</strong> informeerde, wanneer het vliegtuig daarheen<br />

vertrok. De mededeling was: 9 uur.<br />

In grote haast bestelde <strong>ik</strong> een taxi en liet naar het<br />

vliegtuig opbellen dat <strong>ik</strong> zou meegaan. Een ieder<br />

die een beetje met het luchtvervoer op de hoogte is,<br />

begrijpt dat deze tijd erg kort was, maar meer dan<br />

ooit tevoren voelde <strong>ik</strong> de drang van Gods Geest om<br />

dit te doen. Ik vond zelfs geen tijd om enkele gemaakte<br />

afspraken af te zeggen en kon dat nog net<br />

telefonisch op het vliegveld doen.Toen <strong>ik</strong> om 9 uur<br />

precies van Willemstad opsteeg met het vliegtuig<br />

op weg naar Port of Spain, Trinidad, slaakte <strong>ik</strong> een<br />

zucht van verlichting. Ik wist dat <strong>ik</strong> op de weg des<br />

Heren was.<br />

Er zijn zo in het leven van Gods dienstknechten<br />

momenten waarop je weet, dat God een speciale<br />

bedoeling heeft met je leven en je een grote zegen<br />

zal missen, als je niet op Zijn stem zou ingaan. Het<br />

wonderlijke was, dat <strong>ik</strong> in Port of Spain geen enkele<br />

relatie had en dat <strong>ik</strong> toch wist dat <strong>ik</strong> er heen<br />

moest gaan.<br />

Toen <strong>ik</strong> arriveerde vroeg de man van de immigratiedienst<br />

mij of <strong>ik</strong> een plaats geboekt had voor een<br />

hotel of pension. Als <strong>ik</strong> dat eventueel niet had<br />

gedaan, kon <strong>ik</strong> beter doorvliegen, daar elk hotel en<br />

pension overvol was en er nergens meer plaats te<br />

vinden was, omdat het grote carnaval begonnen<br />

was. Ook zouden alle kantoren van de gemeente en<br />

van de vliegtuigmaatschappijen gesloten zijn.<br />

232<br />

Hoe wonderbaar is het, wanneer je met de Here<br />

wandelt. Op de vraag of <strong>ik</strong> al een plaats besproken<br />

had, gaf <strong>ik</strong> ten antwoord, dat <strong>ik</strong> een goede Vriend<br />

had in Port of Spain en dat deze zeker voor een<br />

plaatsje voor mij zou zorgen. Ik kreeg daarop<br />

prompt het stempel in mijn paspoort en mocht<br />

landen. Misschien begrijpt u al dat mijn goede<br />

Vriend Jezus was, die altijd met mij gaat en die<br />

overal is, waar <strong>ik</strong> ook kom of ga, in New York, in<br />

Bombay, Jakarta, Sydney of in Reykjav<strong>ik</strong>. Het is<br />

heerlijk te weten: Hij is overal!<br />

Ik had mijn bagage bij een bank neergezet en liep<br />

even een paar keer op en neer om met mijn Vriend<br />

te spreken en te overleggen. Dit was stellig niet de<br />

eerste keer dat <strong>ik</strong> met mijn Vriend in conversatie<br />

was om Zijn weg te verstaan en te vragen wat Hij<br />

wilde dat <strong>ik</strong> zou doen. Hoe wonderbaar is het, dat<br />

er juist op zulke momenten zo’n diepe vrede in je<br />

hart is en dat je in het geheel niet ongerust hoeft te<br />

zijn, want je weet: de Here gaat iets doen.<br />

Toen <strong>ik</strong> daar zo liep, kwam er plotseling een man<br />

regelrecht op mij toegelopen en hij vroeg mij op de<br />

man af: “Are you a servant of the Lord?” (Bent u<br />

een dienstknecht van de Heer?)<br />

Even schrok <strong>ik</strong>, omdat mijn gedachten teruggingen<br />

naar Paramaribo en Willemstad en wat <strong>ik</strong> daar<br />

beleefd had, maar <strong>ik</strong> kon niet anders dan “Yes, I<br />

am” zeggen.<br />

Nauwelijks had <strong>ik</strong> dit gezegd of hij zei in het<br />

233


Engels: “Ik dacht al dat <strong>ik</strong> mij niet vergiste, want<br />

toen <strong>ik</strong> u zag lopen, zei <strong>ik</strong> tegen mijn vrouw: Ik heb<br />

deze man meer gezien”.<br />

Hij had mij een keer ontmoet op de Universiteit<br />

van Oral Roberts, in Tulsa, Oklahoma (USA). Hij<br />

was die ontmoeting niet vergeten. Ook vertelde hij<br />

mij wat hij daar op het vliegveld deed. Hij was<br />

namelijk een zendeling uit San Fernando (ongeveer<br />

60 km daar vandaan), en hij vertelde, dat hij stond<br />

te wachten op mijn goede vriend, de bekende<br />

Amer<strong>ik</strong>aanse evangelist T.L. Osborn, die elk<br />

ogenbl<strong>ik</strong> kon arriveren.<br />

Toen <strong>ik</strong> dit hoorde, wist <strong>ik</strong> meteen waarom God<br />

mij naar Port of Spain had geleid. Meteen vroeg<br />

Rev. Witlow mij of <strong>ik</strong> misschien gelegenheid had<br />

om mee te gaan, daar er de dag daarvoor twee<br />

zendelingen vertrokken waren en hij een geheel<br />

lege flat had, waar <strong>ik</strong> zo mijn intrek in kon nemen.<br />

Ik zei met een dankbaar hart dat <strong>ik</strong> daar heel graag<br />

gebru<strong>ik</strong> van wilde maken.<br />

Nog geen 10 minuten later arriveerde evangelist<br />

T.L. Osborn met zijn vrouw. Het eerste wat hij mij<br />

vroeg toen hij mij zag, was: “What are you doing<br />

here, Dutchman?” (Wat doe jij hier, Hollander?)<br />

Ik vertelde hem dat <strong>ik</strong> op weg was naar Grenada<br />

en ook wat mijn ervaringen waren en hoe de Here<br />

mij geleid had naar Port of Spain. Ik zal nimmer de<br />

tekst vergeten die hij toen citeerde: ìDoor de<br />

Here worden de schreden van de man<br />

bevestigd aan wiens weg Hij welgevallen<br />

heeftî (Psalm 37:23).<br />

Ik vond het een voorrecht om de eerste dagen van<br />

de campagne mee te maken en <strong>ik</strong> mocht ook ooggetuige<br />

zijn van wonderlijke genezingen. Ik heb<br />

nimmer spijt gehad van de dingen die mij zijn<br />

overkomen, want de Here deed alles medewerken<br />

ten goede. Het scheen dat de Here deze campagne<br />

wilde gebru<strong>ik</strong>en om mij te onderrichten. Wij hebben<br />

zo weinig leermeesters en voorbeelden van geloofsmannen.<br />

GRENADA<br />

Grenada is een klein eiland, niet ver van Trinidad<br />

gelegen. Alle voorbereidingen had <strong>ik</strong> reeds laten<br />

treffen, zoals spandoeken, folders, advertenties en<br />

het afhuren van het voetbalveld met een groot stadion.<br />

Het was op dit eiland niet eenvoudig om de<br />

mensen naar het stadion te krijgen. Vanaf het eerste<br />

ogenbl<strong>ik</strong> bemerkte <strong>ik</strong>, dat er heel wat tegenstand<br />

en machten gebroken moesten worden. De éne<br />

plaats kan enorm verschillen van de andere. Maar<br />

wat is het toch heerlijk te weten, dat het geloof<br />

nooit beschaamd wordt en reeds vanaf de eerste<br />

avond genas God mensen van hun ziekten en<br />

kwalen. Men vertelde hierover aan vrienden en<br />

kennissen en elke avond nam het aantal bezoekers<br />

sterk toe. Avond aan avond gingen ook in Grenada<br />

234 235


de handen omhoog van diegenen die een beslissing<br />

voor Jezus wilden nemen.<br />

Hoe dankbaar was <strong>ik</strong> de Here, dat ook deze campagne<br />

met succes beëindigd werd. Het resultaat<br />

was een grote oogst van zielen en vele wonderbare<br />

genezingen en bevrijdingen.<br />

Vandaar zou <strong>ik</strong> via Los Angeles naar Indonesië<br />

vertrekken en het was grappig, dat mijn eerste<br />

samenkomst gehouden werd in de Trinidad Church<br />

in San Fernando in Californië, een Spaanse kerk,<br />

vlak bij Los Angeles. Er zijn veel kerkdiensten die<br />

<strong>ik</strong> nooit zal vergeten. Dit was een van die diensten.<br />

Ik sprak die avond over de inneming van Jericho<br />

en over Rachab, de hoer. Het was of de hele plaats<br />

elektrisch geladen was met Gods Geest. Er vielen<br />

niet alleen vele mensen in tranen op de knieën om<br />

hun hart aan Jezus te geven, maar er werden ook<br />

mensen gedoopt met de Heilige Geest, zoals wij<br />

lezen in Handelingen 2. Hoewel <strong>ik</strong> de voorganger,<br />

Rev. Espinoza, nooit eerder had ontmoet, was <strong>ik</strong><br />

niet helemaal een onbekende voor hem, daar hij de<br />

film “Holland Wonder” in het Spaans had vertaald<br />

en mij vele keren op de film had gezien.<br />

Het was wel mijn langste zendingsreis; hij duurde<br />

drie maanden. Vandaar wachtte mij een grote<br />

campagne in Indonesië.<br />

236<br />

INDONESIË<br />

Indonesië, ook wel “De Gordel van Smaragd”<br />

genoemd, is een archipel die bestaat uit 3000 eilanden,<br />

gelegen ten zuiden van de Filippijnen, tussen<br />

Singapore en Australië. Het land heeft een bevolking<br />

van 180.000.000 zielen.<br />

Ik was de eerste Nederlandse evangelist die na de<br />

souvereiniteitsoverdracht in Indonesië kwam. In<br />

Jakarta ontmoette <strong>ik</strong> op een voorgangersconferentie<br />

reeds vele pred<strong>ik</strong>ers uit verschillende delen van<br />

het grote land.<br />

Na de grote campagne, die gehouden werd in een<br />

schouwburg in Jakarta, hield <strong>ik</strong> vervolgens grote<br />

campagnes in Solo, Bandung, Surabaya, Denpasar<br />

op het eiland Bali en Makassar op Celebes. Overal<br />

waren de grootste kerken en schouwburgen te<br />

klein om de mensenmenigten te bevatten. Een<br />

grote massa mensen nam Jezus aan als hun Verlosser<br />

en Zaligmaker.<br />

Ik herinner me nog goed hoe geschokt <strong>ik</strong> was toen<br />

<strong>ik</strong> overal in Indonesië grote hoeveelheden <strong>com</strong>munistisch<br />

propagandamateriaal zag. Ik zag winkels<br />

vol <strong>com</strong>munistische lectuur met de hamer en s<strong>ik</strong>kel,<br />

maar bijna nergens zag <strong>ik</strong> ook maar enige lectuur<br />

over het Evangelie. Dit heeft mij diep getroffen. Ik<br />

schaamde mij als christen en beloofde God dat <strong>ik</strong><br />

er iets aan zou doen als Hij mij de tijd zou geven.<br />

Ik ben blij dat we sindsdien vele tonnen christelijke<br />

237


lectuur hebben mogen drukken en verspreiden in<br />

de Indonesische taal. Ook exemplaren van ons<br />

maandblad “Nieuw Leven” zijn gedrukt in het<br />

Indonesisch en wel onder de titel “Hidup Baru”.<br />

Elke maand sturen we ook duizenden nummers in<br />

de Nederlandse taal naar Indonesië, plus vele<br />

boeken, Bijbels, traktaten en cassettes.<br />

Nadien ben <strong>ik</strong> vele malen naar Indonesië geweest.<br />

Vooral na de staatsgreep in 1965 kwam er een<br />

enorme geestelijke opleving, zodat we in de openlucht<br />

geweldige campagnes hebben gehad. Op<br />

Timor kwamen avond aan avond 30.000 mensen<br />

de diensten bezoeken en hetzelfde gebeurde in<br />

Menado (op het eiland Sulawesi). Ook in Semarang,<br />

Palembang, Surabaya, Bandung, Ambon, en in<br />

nog vele andere plaatsen kwamen tienduizenden<br />

mensen in de grote openluchtcampagnes luisteren<br />

naar de evangelieboodschap. Duizenden kwamen<br />

tot het geloof en nog eens duizenden ontvingen<br />

genezing van allerlei ziekten en kwalen door de<br />

wonderbare kracht van onze Here Jezus <strong>Christus</strong>.<br />

In 1966 werd ons kantoor gevestigd in Semarang,<br />

een stad gelegen in het hart van het mooie eiland<br />

Java. De naam van onze stichting in Indonesië is<br />

“Jati Margo” hetgeen betekent: De Rechte Weg.<br />

In Semarang hebben we nu een groot kindertehuis<br />

voor wezen en verwaarloosde kinderen. Een project<br />

dat we werkelijk uniek mogen noemen. Nadat ons<br />

bestaande pand te klein was geworden, werd een<br />

prachtig nieuw drie verdiepingen tellend groot<br />

gebouw (50 kamers, eetzaal, enz. enz.) gebouwd.<br />

Met de hulp van onze geloofspartners verrees het<br />

gebouw beetje bij beetje totdat het in 1985 officieel<br />

werd geopend. Vele kinderen worden hier<br />

opgevangen en grootgebracht in een sfeer van<br />

liefde, geloof en vertrouwen op God. Hier worden<br />

ze goed gevoed, gekleed en verzorgd. We dragen<br />

er zorg voor dat ze een goede schoolopleiding<br />

krijgen, maar bovenal dat ze de liefde van Jezus<br />

persoonlijk leren kennen.<br />

Niet lang daarna kwam ook een groot herenhuis<br />

dat vlakbij gelegen was, te koop. Dankzij Gods<br />

hulp en de hulp van geloofspartners in binnen- en<br />

buitenland werd ook dit gebouw in bezit genomen<br />

voor koning Jezus.<br />

Toch had de Here nog grotere plannen. Jaren<br />

geleden gaf God mij in het hart om een heel dorp<br />

in Indonesië te bouwen. Een bevriende architect,<br />

de heer Wijnhof, maakte hiervoor reeds de<br />

bouwplannen. Niet alleen voor de vestiging van<br />

een groot kindertehuis, maar ook b.v. voor een<br />

bejaardentehuis, Eerste Hulppost, wooneenheden<br />

voor de medewerkers, enz.<br />

Deze droom wordt nu werkelijkheid. Eind 1995<br />

kwam een groot stuk land (60.000 m²) met vele<br />

gebouwen, w.o. een ruime samenkomstzaal, een<br />

sporthal enz. op onverwachte wijze in ons bezit.<br />

Op dit grote stuk grond kunnen we alles realiseren<br />

238 239


wat God in ons hart heeft gegeven te doen.<br />

Terwijl <strong>ik</strong> dit schrijf wordt er reeds hard gewerkt<br />

om daar een groot nieuw kindertehuis te bouwen.<br />

Mijn zoon David is met het vele andere werk er<br />

druk mee bezig. Onnodig te zeggen dat alle hulp<br />

van harte welkom is. Met Gods hulp en uw gebeden<br />

en gaven zal dit dorp verrijzen tot eer van Jezus’<br />

Naam!<br />

240<br />

HOOFDSTUK 21<br />

Een film die veel<br />

opzien baarde<br />

Z oals na elke zendingsreis het geval is, lagen<br />

ook nu bij mijn terugkomst op mijn bureau in<br />

ons hoofdkantoor te Den Haag stapels post te<br />

wachten. Hoewel mijn toegewijde medewerkers<br />

zoveel mogelijk hun best doen om mij tal van<br />

zaken uit handen te nemen, blijft er toch altijd de<br />

persoonlijke correspondentie, die <strong>ik</strong> beschouw als<br />

een speciale bediening, door de Here mij gegeven.<br />

Veel post wordt mij ook toegezonden op het<br />

zendingsveld, want juist daar bid <strong>ik</strong> dagelijks voor<br />

de vele aanvragen van voorbede van het thuisfront<br />

en breng ze tot de troon van God. Het is in het<br />

bijzonder op het zendingsveld, dat <strong>ik</strong> speciaal bid<br />

voor al mijn geloofspartners, die het mogelijk<br />

hebben gemaakt dat <strong>ik</strong> naar de heidenen kon gaan.<br />

Juist daar ervaar <strong>ik</strong> sterk Gods tegenwoordigheid<br />

en <strong>ik</strong> weet dat Hij mij verhoort als <strong>ik</strong> bid voor al<br />

mijn trouwe geloofsgenoten. Ik weet dat de offers<br />

van Gods kinderen Hem welbehagelijk zijn en Hij<br />

geeft ze “veelvuldig terug”.<br />

Ik heb ontdekt dat onze geloofspartners die<br />

regelmatig en systematisch geven, steeds méér<br />

gaan geven, omdat God hen zegent. Het kan ook<br />

niet anders, want wereldzending is de grote<br />

241


opdracht en Jezus’ laatste woorden aan Zijn gemeente<br />

waren: ìGaat heen in de gehele wereld,<br />

verkondigt het Evangelie aan de ganse<br />

scheppingî (Marcus 16:15).<br />

Ons gehele werk is ingesteld op het winnen van<br />

zielen en alle takken en facetten van ons werk,<br />

zoals ons Social Welfare Centre's in Madras, India<br />

en Semarang, Indonesië, hebben direct of indirect<br />

betrekking op de zending. Zielen winnen is het<br />

doel van onze stichting en wij zullen hiernaar altijd<br />

blijven streven, zodat wij Zijn Stem mogen horen,<br />

die zegt: ìWËl gedaan, gij goede en getrouwe<br />

slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over<br />

veel zal Ik u stellen; ga in tot het feest van uw<br />

Heerî (Matth. 25:23).<br />

FILM GEBEDSGENEZING<br />

Het is een waar woord, dat een profeet in zijn<br />

eigen vaderland niet geëerd wordt. Misschien is<br />

dit dan ook wel de reden dat de christelijke pers<br />

destijds nagenoeg alle publiciteit over ons schuwde.<br />

Nu heb <strong>ik</strong> dit voor ons werk nooit erg gevonden. Ik<br />

heb het altijd belangrijker geacht, dat de wereldse<br />

pers over ons schrijft. Op die wijze bere<strong>ik</strong> <strong>ik</strong><br />

immers juist de mensen die <strong>ik</strong> bere<strong>ik</strong>en wil: de<br />

onbekeerden. Het heeft mij dan ook niet aan<br />

publiciteit ontbroken, hoewel <strong>ik</strong> die nooit heb<br />

gezocht. God stuurt de journalisten altijd op onze<br />

weg.<br />

Heel bijzonder was het wel, dat de bekende<br />

cineast Jan Vrijman een verzoek deed of hij een<br />

film mocht maken van onze samenkomsten. Ik had<br />

reeds eerder met hem kennis gemaakt toen hij<br />

journalist was van de “Haagse Post”. Hij heeft<br />

destijds de grote campagne verslagen, die gehouden<br />

werd in het Concertgebouw te Amsterdam. Van<br />

één van de omroepverenigingen had hij opdracht<br />

gekregen om enkele documentaires voor de<br />

televisie te maken en hij had ons werk uitgekozen,<br />

daar hij zelf zijn keuze over het onderwerp bepalen<br />

mocht. Zo ontstond de film “Gebedsgenezing”.<br />

Als ooit een film publiciteit heeft gehad, dan is<br />

het zeker wel de film “Gebedsgenezing” van Jan<br />

Vrijman over het werk van Johan <strong>Maasbach</strong>. De<br />

omroepvereniging wilde de film niet zonder meer<br />

vertonen, daar hij volgens hen “de kijkers zou<br />

kunnen brengen tot het onoordeelkundig en<br />

onverantwoordelijk laten staan van de medicijnen”<br />

en dit wilde men voorkomen.<br />

Daarna probeerde men door middel van een<br />

interview door de ‘keiharde’ reporter Joop van<br />

Teyl, iets van de diepe indruk die de film<br />

ongetwijfeld zou nalaten, weg te nemen. “Maar”,<br />

en hierbij citeren wij het Dagblad Trouw, “<strong>Maasbach</strong><br />

begon met een zegen te vragen en daardoor<br />

had hij het pleit al gewonnen. De reporter had hij<br />

trouwens in enkele minuten vastgepraat”.<br />

Deze bekende reporter van de Haagse Post had<br />

242 243


opdracht gekregen om <strong>Maasbach</strong> te ‘kraken’, opdat<br />

de film daardoor zijn suggestieve zeggingskracht<br />

zou verliezen. Nu twijfelde <strong>ik</strong> niet aan de<br />

bekwaamheid van deze journalist, maar hij vergat<br />

blijkbaar dat hij op het terrein kwam van de Heilige<br />

Geest. Als Jood had deze man beter moeten weten,<br />

maar waarschijnlijk wist hij niet dat er in de Joodse<br />

Bijbel (de Tanoch) staat: ìElk wapen dat tegen<br />

u gesmeed wordt, zal niets uitrichten, en elke<br />

tong die zich voor het gericht tegen u keert,<br />

zult gij in het ongelijk stellen. Dit is het deel van<br />

de knechten des Heren en hun recht van<br />

Mijnentwege, luidt het Woord des Here n î (Jes.<br />

54:1-17).<br />

Het bleek dat deze film een ‘lastige steen’ was<br />

voor genoemde omroepvereniging en dus werd de<br />

film eerst nog gekeurd door een gezelschap<br />

theologen. Ook werd een speciale filmdienst belegd<br />

door artsen, één voor de Amsterdamse Filmliga<br />

enz., maar het T.V.-station week niet af van haar<br />

ingenomen standpunt en hield vol dat de film te<br />

suggestief was.<br />

Als deze film prompt was uitgezonden, was hij<br />

waarschijnlijk maar één keer in het nieuws<br />

gekomen, maar juist door deze weigering kreeg<br />

ons werk de grootste publiciteit.<br />

Toen kwam vast te staan dat de film niet door de<br />

VARA, want dat was de naam van de omroepvereniging,<br />

zou worden uitgebracht, heeft Jan Vrijman<br />

zijn werk teruggekocht, wat iets ongewoons is. Hij<br />

wilde zijn werk niet ‘in de ijskast’ laten staan en<br />

hieruit ontstond de bekende film “Op de bodem<br />

van de Hemel”, waarin de film “Gebedsgenezing”<br />

in zijn geheel is opgenomen.<br />

Tijdens het filmfestival in Arnhem werd deze<br />

film tenslotte voor de eerste maal aan het publiek<br />

vertoond, en hij beleefde zijn première in Amsterdam,<br />

waar hij zes weken lang heeft gedraaid. Er<br />

bestond een enorme belangstelling voor van de<br />

zijde van de pers. In alle mogelijke kranten en<br />

tijdschriften schreef men erover, en altijd werd<br />

erbij vermeld dat de VARA de film had geweigerd.<br />

“Op de bodem van de Hemel” draaide in tal van<br />

bioscopen, tot in de kleinste plaatsen van ons land.<br />

Inmiddels is de film, na jaren, toch vertoond over<br />

de T.V., ook in België, en Uitgeverij Meulenhof in<br />

Amsterdam wijdde haar 100ste editie, een<br />

jubileumuitgave, aan de film van Jan Vrijman. Na<br />

de uitzending over de T.V. ontvingen we een<br />

stroom van reacties. Velen werden door God aangeraakt<br />

en genezen, terwijl ze naar de film keken en<br />

het gebed voor zondaars meebaden.<br />

Ik heb de objectiviteit waarmee Jan Vrijman<br />

“Gebedsgenezing” heeft gefilmd erg gewaardeerd<br />

en zijn moed bewonderd. Hij is, wetend of onwetend,<br />

door God gebru<strong>ik</strong>t om buitenstaanders bekend<br />

te maken met Jezus <strong>Christus</strong>, onze grote Redder en<br />

Verlosser.<br />

244 245


ANDERE DEUREN VOOR FILM EN<br />

TV DIE GOD OPENDE<br />

Een ander verblijdend feit was de film van de<br />

bekende cineast en toneelspeler Louis van Gasteren,<br />

die hij moest maken voor de PTT ter gelegenheid<br />

van het heuglijk feit dat geheel Nederland<br />

automatisch aangesloten was op het telefoonnet.<br />

Deze film zou ook op TV worden uitgezonden. Ik<br />

werd door hem opgebeld en hij vroeg mij, of <strong>ik</strong> er<br />

bezwaar tegen had om mee te werken aan zijn film.<br />

Ik vertelde hem dat <strong>ik</strong> alle medewerking zou<br />

verlenen die hij wenste, op voorwaarde dat <strong>ik</strong><br />

duidelijk een tekst zou mogen zeggen via de film.<br />

Hij had hiertegen geen bezwaar en hij vroeg mij of<br />

<strong>ik</strong> ervoor kon zorgen, dat er tijdens de bijeenkomsten<br />

luid “halleluja” zou worden gezegd.<br />

Wel, mensen die onze samenkomsten kennen,<br />

begrijpen dat dit geen enkel probleem opleverde!<br />

Zo ontstond de grote campagne in Barneveld,<br />

waar dhr. van Gasteren bij voorkeur zijn “halleluja’s”<br />

opnam. Hij wilde namelijk een contrast in de<br />

film brengen. Dus tijdens het filmen nam hij<br />

“halleluja” op en ook de tekst die wij lazen uit<br />

Hebr. 13:8: ìJezus <strong>Christus</strong> is gisteren en heden<br />

dezelfde en tot in eeuwigheidî.<br />

Dat dit later zo’n groot probleem zou worden had<br />

hij zich nooit kunnen voorstellen. Na het zien van<br />

de film ontdekte hij, dat deze tekst een te groot<br />

246<br />

overwicht had in de film. Het was uiteindelijk een<br />

PTT film en de bedoeling was de telefoonservice<br />

naar voren te brengen. Om die reden waren er ook<br />

eerst opnamen gemaakt van telefoongesprekken<br />

op ons kantoor. Het verschil met de gelezen<br />

bijbeltekst en alle andere gesproken woorden in de<br />

film was dit: het Woord van God werd gesproken<br />

onder de zalving van de Heilige Geest.<br />

Het wonderbaarlijkste was misschien wel dat al<br />

deze mensen die de film opnamen, bewerkten,<br />

bekeken en keurden, onder de klanken van het<br />

Evangelie kwamen, of men dat nu wilde of niet.<br />

Ik bid d<strong>ik</strong>wijls voor al die mensen die in de<br />

showbusiness en in de filmwereld werkzaam zijn.<br />

Ze hebben zo’n verantwoordelijkheid voor dat<br />

waarmee ze de mensen bezighouden en de gedachten<br />

van de mensen beïnvloeden. Ik bid altijd dat<br />

God hen in het hart zal grijpen.<br />

Laat <strong>ik</strong> niet vergeten u iets te vertellen over het<br />

telefoongesprek dat <strong>ik</strong> had met de KRO (de Rooms-<br />

Katholieke Omroepvereniging). Voor het maken<br />

van een documentaire over de verschillende kerkgenootschappen<br />

en denominaties, wilden zij ook van<br />

onze samenkomsten gedurende 10 minuten opnamen<br />

gaan maken.<br />

Dit werd echter zo’n dynamische opname, dat zij<br />

terugkwamen in onze samenkomsten voor het<br />

maken van meerdere filmopnamen. Het resultaat<br />

was een kleurenfilm van een uur, een voor ons zeer<br />

247


gunstig verslag van onze samenkomsten, met aan<br />

het eind een interview met de bekende theoloog<br />

Pater Grollenberg. De opnamen werden geregisseerd<br />

door Marga Kerklaan.<br />

Op een zondagavond ging deze film over de KRO<br />

in première. De produktie ervan heeft een grote<br />

invloed gehad op onze bediening en in de kerken.<br />

Later heeft ook de bekende Nederlandse cineast<br />

en regisseur Bob Rooyens een film voor de AVRO<br />

gemaakt: “Mens voor de lens”. Deze film, die een<br />

uur duurde, werd op zondagavond vertoond,<br />

waarop wij vele honderden reacties kregen.<br />

Het geheel is zo opmerkelijk omdat het in Holland<br />

bijna onmogelijk is zendtijd over radio of televisie<br />

te krijgen voor het uitzenden van godsdienstoefeningen<br />

van het Volle Evangelie. We hebben er<br />

steeds voor gebeden en geloofd dat de Heer voor<br />

ons een deur zou openen om de mensen te bere<strong>ik</strong>en<br />

met het Evangelie van Jezus <strong>Christus</strong> door middel<br />

van radio en televisie.<br />

Ik heb dit alles verteld om de vele christenpred<strong>ik</strong>ers<br />

die op het zendingsveld arbeiden te bemoedigen.<br />

Wanneer zij zeggen: “O nee, het is onmogelijk om<br />

hier in dit land zendtijd te krijgen over radio of<br />

televisie”, dan begrijp <strong>ik</strong> heel goed wat zij bedoelen,<br />

maar, zoals u hier gezien hebt, bij God zijn ìalle<br />

dingen mogelijk, voor degenen die gelovenî.<br />

God is nog steeds de God van wonderen! En<br />

vergeet nooit wat er in Efeziërs 3:20 staat: ìGod ...<br />

is machtig oneindig veel meer te doen dan wij<br />

bidden of beseffenî.<br />

EIGEN CAPITOL TELEVISIE<br />

NETWERK STUDIO<br />

Ondanks de nog dichte deuren die ons verhinderden<br />

om zelf zendtijd te bemachtigen, gingen we<br />

toch aan ‘t werk om in een van de bijgebouwen van<br />

ons kantoor een plaats in te richten die als studio<br />

zou kunnen fungeren waar banden konden worden<br />

gemonteerd en gedupliceerd. Voor we namelijk<br />

gesch<strong>ik</strong>te en professionele programma’s - die<br />

volgens een draaiboek geschieden - kunnen maken<br />

voor TV uitzendingen zijn er heel veel voorbereidingen<br />

nodig.<br />

De opnamen zelf worden gedaan door een team;<br />

er zijn bijvoorbeeld mensen nodig voor de camera’s,<br />

de belichting, het geluid etc. Daarna moet zo’n<br />

band worden gemonteerd, en van titels, achtergrondmuziek<br />

en <strong>com</strong>mentaar worden voorzien.<br />

Een volgende stap was de aanschaf van het<br />

materiaal dat nodig is om een studio volledig te<br />

kunnen inrichten. Het was een zaak van veel gebed<br />

... en een stap in het geloof ... toen er een aanbod<br />

kwam dat ons in de gelegenheid stelde om moderne<br />

TV en video apparatuur aan te schaffen. De kosten<br />

waren - inclusief een geheel ingerichte videowagen<br />

waarmee we op locatie konden filmen - erg hoog,<br />

248 249


namelijk ruim een miljoen gulden. We noemden<br />

het “Gods Jordaanwonder T.V. studio”, omdat het<br />

voor ons net als met Jozua en het volk Israël een<br />

geloofsstap was om onze voet op het water te<br />

zetten zodat wij over de Jordaan het beloofde land<br />

in bezit konden nemen. De liefde Gods drong ons<br />

echter, want om de massa te bere<strong>ik</strong>en moeten we<br />

alle besch<strong>ik</strong>bare middelen gebru<strong>ik</strong>en. RADIO,<br />

TV, VIDEO en FILM zijn momenteel het meest<br />

gesch<strong>ik</strong>t om aan Jezus’ opdracht “Gij zult Mijn<br />

getuigen zijn ... tot aan het einde der aarde” te<br />

kunnen voldoen.<br />

Dit Jordaanwonder is geschied. Het was een<br />

<strong>com</strong>plete gebedsverhoring. Partners, overal vandaan,<br />

stonden aan onze zijde om deze geloofsstap<br />

voor de zaak van Gods Koninkrijk tot een goed<br />

einde te brengen.<br />

De <strong>com</strong>plete mobiele TV studio-reportagewagen<br />

kwam in ons bezit. Niet alleen in Den Haag maar<br />

overal in het land konden we opnamen maken. Het<br />

was voor ons een heerlijk moment toen de sleutels<br />

van de wagen werden overhandigd, maar nog veel<br />

heerlijker was het heilige moment toen we - medewerkers<br />

van de firma Aeowave, al onze medewerkers<br />

en het bestuur van de Stichting waren aanwezig<br />

- de sleutels ophieven voor de troon van God en<br />

alle apparatuur toewijdden aan Zijn dienst.<br />

Sindsdien is onze studio steeds professioneler<br />

geworden. Alle apparaten zijn van uitstekende<br />

kwaliteit. Een grotere wagen werd aangeschaft.<br />

Deuren zijn inmiddels opengegaan voor plaatselijke<br />

TV uitzendingen.<br />

We zien ernaar uit dat ook de deuren open zullen<br />

gaan voor uitzendingen op internationaal niveau.<br />

Wat is het geweldig dat we gebru<strong>ik</strong> mogen maken<br />

van de techniek. Zoveel slechte beelden vullen de<br />

huiskamers. Wij willen ons bezighouden met het<br />

goede, blijde nieuws en willen het zo aantrekkelijk<br />

mogelijk maken opdat de mens gefascineerd en<br />

gegrepen wordt door Gods liefde en genade.<br />

250 251


HOOFDSTUK 22<br />

Bolwerken tegen zonde<br />

en satans macht<br />

D e leiding van de Heilige Geest en de<br />

persoonlijke bemoeienis van de almachtige<br />

God in het leven van Zijn kinderen, zijn wonderbare<br />

dingen. Hoe duidelijk zien wij dit in het leven van<br />

Abraham, Mozes, Jozef, Daniël en vele anderen.<br />

De Bijbel zegt ons hoe God elk van hen gereedmaakte<br />

voor een speciale taak en hoe de beproevingen<br />

in hun leven gezonden werden om hun geestelijk<br />

weerstandsvermogen te testen en te versterken.<br />

Als onze geloofsbeproevingen achter de rug zijn,<br />

zien we d<strong>ik</strong>wijls het waarom.<br />

De meeste christenen ontvangen niet wat God<br />

voor hen bereid heeft, ze missen wat Hij hun geven<br />

wil, omdat ze falen als ze de beproevingen moeten<br />

doorstaan. De oorzaak hiervan is d<strong>ik</strong>wijls dat ze de<br />

weg van verachting, vernedering en verguizing<br />

niet willen gaan. We moeten zover komen als<br />

Mozes was, toen hij: ìde smaad van <strong>Christus</strong><br />

groter rijkdom geacht heeft dan de schat-ten<br />

van Egypte, want hij hield de bl<strong>ik</strong> ge-richt op<br />

de vergeldingî (Hebr. 11:26).<br />

Ook Mozes en andere mannen Gods moesten<br />

lange tijd in de school der beproeving blijven,<br />

voordat God hun de grote taak kon toevertrouwen.<br />

Ook Mozes was, evenals al die anderen, een geloofsman,<br />

die God op Zijn Woord nam en nimmer<br />

twijfelde, maar geloofde dat ìbij God geen ding<br />

onmogelijk isî.<br />

Toen <strong>ik</strong> voor besprekingen van een campagne op<br />

Sicilië, Rome aandeed, en daar mijn Amer<strong>ik</strong>aanse<br />

vriend Rev. John Mc. Ternan ontmoette, juist op de<br />

dag dat hem de sleutels overhandigd werden van<br />

het prachtige Marconi-theater (1500 zitplaatsen)<br />

had <strong>ik</strong> er helemaal geen idee van dat de Here mijn<br />

weg daarheen geleid had om mijn geloof te versterken<br />

voor hetgeen Hij mij later wilde toevertrouwen.<br />

Toen <strong>ik</strong> twee maanden later op mijn kantoor was,<br />

werd <strong>ik</strong> opgebeld door een makelaar, die zei dat hij<br />

voor mij iets te koop had. Op de vraag wat het was,<br />

kreeg <strong>ik</strong> ten antwoord: “Een bioscoop!”<br />

Ik vroeg hem naar de prijs en die was niet ver van<br />

een miljoen gulden. Ik moest meteen denken aan<br />

het Marconi-theater en zei tegen de makelaar dat<br />

<strong>ik</strong> het gebouw, ondanks de prijs, wilde zien. Wij<br />

gingen samen naar het Capitol Theater aan de<br />

Loosduinsekade 222 in Den Haag. Dit grote<br />

gebouw is reeds op een kilometer afstand zichtbaar<br />

en staat op een kruising van zeven wegen (de<br />

Zevensprong geheten). Toen <strong>ik</strong> binnenkwam ervoer<br />

<strong>ik</strong> direct de tegenwoordigheid van God en <strong>ik</strong> kon<br />

niet anders denken dan: “Als wij deze plaats niet<br />

innemen voor Gods glorie, dan zal de wereld haar<br />

252 253


zeer zeker voor háár doeleinden blijven gebru<strong>ik</strong>en”.<br />

In mijn verbeelding zag <strong>ik</strong> de zondaren aan Jezus’<br />

voeten komen en zieken genezing ontvangen, in<br />

plaats van de lage soort films waar deze bioscoop<br />

voor bekend stond.<br />

Toen <strong>ik</strong> weer buiten was en het enorme gebouw<br />

bekeek, was het in mijn ogen als een Goliath. Ik<br />

kòn echter niet anders dan geloven dat God deze<br />

reus in mijn hand zou geven.<br />

Wij weten uit de Bijbel dat God kleine dingen<br />

gebru<strong>ik</strong>t om grote dingen te doen. In een van de<br />

dagelijkse bidstonden die wij met onze gebedsgroep<br />

hadden, gaf God de prijs voor dit mooie theater in<br />

mijn hart. Ik hield hieraan ook steeds vast tegenover<br />

de onderhandelaars en de eigenares, een Jodin. Zij<br />

was niet te bewegen dit gebouw af te staan voor de<br />

prijs die God in mijn hart had gegeven.<br />

Geruime tijd hoorde <strong>ik</strong> niets meer van haar.<br />

Totdat <strong>ik</strong> op een dag plotseling werd opgebeld en<br />

mij werd gevraagd of <strong>ik</strong> de volgende dag reeds op<br />

een accountantskantoor kon komen, waar ook de<br />

eigenares en haar zoon aanwezig zouden zijn, voor<br />

het tekenen van het voorlopig koopcontract.<br />

Er werd mij gevraagd op welke wijze <strong>ik</strong> de som<br />

geld op tafel zou kunnen leggen. Hoewel het zeer<br />

ongewoon was, deed <strong>ik</strong> het voorstel dat de Here in<br />

mijn hart had gegeven. Het was juist in een tijd dat<br />

hypotheken zeer schaars op de geldmarkt te<br />

verkrijgen waren en een bioscoop is vandaag aan<br />

254<br />

de dag geen gewild project voor hypotheken. Op<br />

het moment van de aankoop hadden wij geen geld<br />

besch<strong>ik</strong>baar, daar elke cent geïnvesteerd was in het<br />

zendingswerk. Ik zal nooit vergeten hoe het geld<br />

dat nodig was voor de aanbetalingssom op de<br />

laatste dag binnenkwam.<br />

De Here gaf ook in mijn hart op welke wijze <strong>ik</strong><br />

een gedeelte van dit gebouw moest financiëren. Er<br />

zijn 1000 fauteuils in het gebouw en <strong>ik</strong> vroeg voor<br />

elke fauteuil iemand die een stoel à f 300,- voor<br />

haar of zijn rekening wilde nemen. God zegende<br />

dit rijkelijk want velen besloten een of meer stoelen<br />

te financieren. De stoel wordt nimmer het eigendom<br />

van diegene die ervoor betaald heeft, maar wordt<br />

besch<strong>ik</strong>baar gesteld voor de redding van zielen! Ik<br />

vroeg de mensen om te bidden voor redding en<br />

genezing van diegenen die door de jaren heen op<br />

hun stoel zouden plaatsnemen.<br />

Nu wil dit natuurlijk niet zeggen dat God, omdat<br />

Hij het voor ons mogelijk maakte het Capitol<br />

Theater voor een vrij lage prijs aan te kopen,<br />

daarmee bedoelt dat Zijn dienstknechten alles<br />

goedkoop zullen krijgen. Sommige christenen<br />

menen dat een transactie alleen van God kan zijn<br />

als de verkoper de prijs laat zakken. Dit is niet<br />

altijd het geval. Wij moeten ons ook hierin te allen<br />

tijde laten leiden door de Heilige Geest.<br />

Toen <strong>ik</strong> bijvoorbeeld ons kantoorgebouw wilde<br />

kopen, weigerde de eigenaar ook maar een cent in<br />

255


de prijs omlaag te gaan. Ik was hierover wel<br />

teleurgesteld, want <strong>ik</strong> had een veel lagere prijs in<br />

mijn gedachten. Ik had echter al lang geleerd dat,<br />

als iets werkelijk van God is en de eigenaar wil niet<br />

in prijs omlaag gaan, je in je geloof omhoog moet<br />

gaan, anders zul je missen hetgeen God je geven<br />

wil. Verkopers hebben het recht hun bezitting vast<br />

te houden tot ze het voor de juiste prijs kunnen<br />

verkopen. Wacht dus niet te lang met het nemen<br />

van uw beslissing en leer de stap met God te doen.<br />

Vergeet nooit: God is groot. Hij is groot en machtig<br />

en ìbij machte oneindig veel meer te doen<br />

dan wij bidden of beseffe n î<br />

(Efeziërs 3:20).<br />

HIJ ZORGT!<br />

Het was een heel karwei om deze bioscoop in een<br />

bedehuis te veranderen. Maar wij vertrouwden op<br />

het Woord van God dat zegt: ì Weest in geen ding<br />

bezorgdî. Zelfs tot in de kleinste details zagen we<br />

de machtige leiding van Gods Geest.<br />

Ik moest bijvoorbeeld neonverlichting hebben<br />

om de mensen te laten zien waartoe dit grote,<br />

zielenwinnend centrum diende. Zij moesten weten<br />

dat dit gebouw nu een ander doel had. Een dergelijke<br />

installatie is kostbaar en <strong>ik</strong> bad de Here om mij te<br />

helpen aan de juiste firma.<br />

Terwijl <strong>ik</strong> nog bad, rinkelde de telefoon. Het was<br />

de hoofdvertegenwoordiger van een van de grootste<br />

neonfirma’s in Nederland. Hij zei: “Broeder <strong>Maasbach</strong>,<br />

u kent mij niet, maar <strong>ik</strong> ben sinds enkele<br />

maanden een trouw luisteraar van uw uitzendingen<br />

over Radio Luxemburg. Ik hoorde wat u zei over<br />

het Capitol Evangeliecentrum en <strong>ik</strong> dacht dat u<br />

misschien wel advies nodig had voor de<br />

neonverlichting. Kan <strong>ik</strong> u van dienst zijn?”<br />

Ik vroeg hem direct te komen en een offerte te<br />

maken. Dit deed hij. Toen <strong>ik</strong> hem vroeg of hij mij<br />

de scherpste prijs had gegeven, keek hij mij aan en<br />

zei: “Broeder <strong>Maasbach</strong>, <strong>ik</strong> heb het op mijn knieën<br />

gecalculeerd en ben zo laag gegaan als <strong>ik</strong> maar<br />

enigszins verantwoorden kan tegenover mijn firma.<br />

U kunt er ook mijn provisie aftrekken. Ik zal proberen<br />

er nog iets af te krijgen en zal zorgen voor<br />

een gemakkelijke betalingsregeling die u helemaal<br />

zelf mag voorstellen”.<br />

Ik wist dat God deze man, broeder Jagtenberg,<br />

had gezonden en dat <strong>ik</strong> niet verder hoefde te<br />

informeren. Hij was blij dat hij dit mocht doen<br />

voor de Here en de uitbreiding van Zijn Koninkrijk.<br />

Het was wel heel bijzonder dat dit, hoewel hij vele<br />

jaren bij deze firma had gewerkt, zijn laatste<br />

opdracht was. Kort daarna nam de Here hem tot<br />

Zich in Zijn heerlijkheid. Vlak voor zijn heengaan<br />

heb <strong>ik</strong> hem nog ontmoet. Hij greep mijn hand en<br />

vertelde mij dat hij zo blij was dit te hebben mogen<br />

doen voor de dienst van de Here.<br />

256 257


Dan denk <strong>ik</strong> eraan hoe <strong>ik</strong> voor het buffet in<br />

Capitol een 500-tal kopjes en schoteltjes nodig<br />

had. Het verhaal klinkt haast ongelooflijk, maar<br />

het is waar. Toen <strong>ik</strong> erover nadacht, waar we deze<br />

goed en voordelig zouden kunnen kopen, kwam er<br />

een man naar me toe. Ik had hem niet eerder<br />

ontmoet. Hij kwam namens zijn zuster een pakje<br />

gebru<strong>ik</strong>te kleding brengen. Dit had hij reeds<br />

afgegeven aan een van de medewerkers, maar<br />

toevallig begroette <strong>ik</strong> hem en begon een kort<br />

gesprek. Toen <strong>ik</strong> hem vroeg wat voor werk hij<br />

deed, zei hij: “Ik verkoop snackbars”.<br />

Ik wist niet wat <strong>ik</strong> hoorde en <strong>ik</strong> vroeg hem of hij<br />

dan misschien een goed adres wist waar <strong>ik</strong> 500<br />

kopjes, schoteltjes en lepeltjes kon bestellen.<br />

Hij zei: “U moet dit maar aan mij overlaten. Ik zal<br />

hier wel voor zorgen”.<br />

In diezelfde week kwam hij, broeder Van der<br />

Bent, een paar kisten bezorgen met 500 kopjes en<br />

schoteltjes van hotelporselein plus lepeltjes, met<br />

de mededeling: “Broeder <strong>Maasbach</strong>, <strong>ik</strong> had een<br />

geldbedrag gespaard voor de Here; <strong>ik</strong> wist niet wat<br />

ermee te doen, maar nu weet <strong>ik</strong> waarvoor de Heer<br />

wil dat <strong>ik</strong> het geld besteed”.<br />

Hij lachte even en zei: “De duivel probeerde nog<br />

een spelletje te spelen. Toen <strong>ik</strong> naar de lepeltjes<br />

vroeg, kon <strong>ik</strong> goedkope krijgen, maar ook<br />

roestvrijstalen. Ik dacht: “Een geschenk van 500<br />

kopjes is toch wel voldoende, laat <strong>ik</strong> die goedkope<br />

258<br />

lepeltjes er maar bij geven”, maar tegelijkertijd<br />

dacht <strong>ik</strong>: “<strong>Waarom</strong> zal <strong>ik</strong> de Here iets goedkoops<br />

geven? <strong>Waarom</strong> geef <strong>ik</strong> Hem niet het beste?”<br />

Wel heel bijzonder was de voorziening van de<br />

offerzakjes. Om onder het zingen van één lied in<br />

één keer het offer op te halen, waren 25 à 30 zakjes<br />

nodig. Ik zat met het probleem: Waar halen wij<br />

deze vandaan of hoe zullen wij ze maken? Ik vroeg<br />

een onzer medewerkers naar een houtdraaier te<br />

gaan, het benodigde te laten maken en enige zusters<br />

te vragen om fluwelen zakjes te naaien. Ik dacht<br />

dat dit de goedkoopste en eenvoudigste manier<br />

zou zijn. Hij merkte echter laconiek op dat er in<br />

Gouda een broeder de diensten bezocht die, schr<strong>ik</strong><br />

niet ... grossier was in collectezakjes. Ik had in heel<br />

mijn leven niet gehoord dat deze mensen bestonden.<br />

Eén telefoontje zorgde ervoor dat hij twee dagen<br />

later kwam met een grote doos monsters van<br />

allerlei soorten kerkezakjes. Ik kreeg ze mooi en<br />

vakkundig gemaakt uit de eerste hand. Ik had geen<br />

problemen met de betaling, want het totale bedrag<br />

voor deze 30 kerkezakjes dat hij kreeg, deed hij<br />

terug in het kerkezakje!<br />

Wat mij zo diep trof was, dat mijn Vader in de<br />

hemel zelfs bemoeienis had met kerkezakjes. Ik<br />

vraag mij af of christenen zich wel bewust zijn hoe<br />

belangrijk hun offers zijn in Gods ogen. Zoals u<br />

zich herinnert, besteedde Jezus zelfs aandacht aan<br />

de twee koperstukjes van de arme weduwe. Ons<br />

259


geven heeft effect op heel ons inkomen en heel ons<br />

leven. Het is een grote list van de duivel om de<br />

mensen wijs te maken dat men in het evangeliewerk<br />

niet over de financiën moet praten.<br />

Dat de Here bemoeienis wil hebben met een<br />

neoninstallatie, lepeltjes, kopjes en kerkezakjes, is<br />

zeker geweldig, maar het wonder van de souvenirs<br />

was wel zeer bijzonder.<br />

Geruime tijd was <strong>ik</strong> bezig met de gedachte wat <strong>ik</strong><br />

zou geven tijdens de opening van het Capitol<br />

Evangelie Centrum. Het is niet eenvoudig om iets<br />

van blijvende waarde te vinden dat toch financieel<br />

haalbaar is. Het was op een donderdagavond dat <strong>ik</strong><br />

tegen mijn medewerkers zei: “Willen jullie eens<br />

bidden, voor wat wij zullen geven bij de opening?”<br />

De volgende dag, na de vrijdagavonddienst in<br />

Hotel Krasnapolsky in Amsterdam, kwam er een<br />

man naar mij toe die zich voorstelde als de heer<br />

Blok. Hij wilde mij o.a. graag spreken over de<br />

Engelse liederen die hij over de radio hoorde. Na<br />

ons gesprek zei hij: “Meneer <strong>Maasbach</strong>, nu heb <strong>ik</strong><br />

nog één vraag: <strong>ik</strong> ben grossier in souvenirs en mijn<br />

vrouw en <strong>ik</strong> hebben het er al een paar keer over<br />

gehad dat u misschien interesse zou hebben om<br />

iets aan de mensen te geven met het oog op de<br />

opening van het Capitol”.<br />

Weer kon <strong>ik</strong> mijn oren haast niet geloven. Het is<br />

altijd nog beter zaken te doen met een grossier dan<br />

met een winkelier. Ik vroeg hem terstond of hij al<br />

260<br />

iets in zijn gedachten had.<br />

“Jazeker”, zei hij toen ... “een zilveren lepeltje”.<br />

Hieraan had <strong>ik</strong> in de verste verte niet gedacht. Hij<br />

zei: “Dan kunnen we aan de bovenkant een<br />

afbeelding van het Capitol Evangelie Centrum<br />

maken”. Ook zei hij: “Broeder <strong>Maasbach</strong>, <strong>ik</strong> kom<br />

hiermee niet omdat <strong>ik</strong> wil verdienen, maar <strong>ik</strong> wil<br />

dit doen voor de Here en dacht, dat <strong>ik</strong> op deze wijze<br />

misschien het beste een investering kon maken<br />

voor het werk des Heren. Er is een vorm voor<br />

nodig, die ongeveer f 300,- kost en dat wil <strong>ik</strong> eraan<br />

bijdragen. Dan wil <strong>ik</strong> nog proberen of de fabriek u<br />

een speciale prijs wil geven”.<br />

Hoe lieflijk van de Here, om een man op mijn weg<br />

te sturen die mij hielp aan een souvenir en dat voor<br />

een prijs die beneden de inkoopsprijs lag. Toen <strong>ik</strong><br />

de man vroeg waarom hij juist een lepeltje had<br />

uitgekozen, vertelde hij mij: “Ik ben meer dan 20<br />

jaar in de souvenir-business en door alle jaren heen<br />

is het lepeltje het meest gewilde art<strong>ik</strong>el”.<br />

Wij hebben nu lepeltjes, niet alleen met het<br />

gebouw Capitol erop, maar in het schelpje staat<br />

gegraveerd: “Jezus redt”, zeer exclusief.<br />

Ook de sleutelhangers die we lieten maken, zijn<br />

voor velen een geliefd souvenir en tevens een fijne<br />

en leuke herinnering voor onze gasten die van<br />

buiten komen.<br />

Is God niet groot? Hij, de almachtige God, die het<br />

onmetelijk heelal schiep, die de zon, de maan en de<br />

261


sterren, de prachtige bomen en bloemen, de vogels<br />

in de lucht en de vissen in de oceaan maakte, deze<br />

grote God houdt Zich bezig met souvenirs zoals<br />

theelepeltjes en zendt een man met de nodige<br />

kopjes en schoteltjes.<br />

“Hij weet alles, Hij weet alles, ja mijn God weet<br />

alles”. Hij kent ook het antwoord op al uw zorgen,<br />

problemen en noden.<br />

Iemand zei eens tegen mij: “<strong>Maasbach</strong>, wat bèn<br />

je toch kinderlijk”.<br />

Maar dat is juist het grote probleem bij zovelen -<br />

ze zijn niet als een kind, kinderlijk. Wat mij<br />

aangaat, de grote en almachtige God, die de winden<br />

en de oceanen gebiedt, Hij is mijn Vader. Hij heeft<br />

het nooit te druk om naar mijn gebed te luisteren.<br />

Mijn God en Vader, Hij weet alles, niets is te groot<br />

of te klein. Hij zorgt! Hij is ervan op de hoogte!<br />

Laat <strong>ik</strong> het nogmaals zeggen: God is groot!<br />

Het is wonderbaar om wedergeboren te zijn en<br />

een zoon of dochter van Hem te zijn. Zoals een<br />

vader zijn kind leert, zo wil God u leren ... totdat u<br />

het werkelijk zult weten: niets ... niets ... niets is<br />

onmogelijk bij God voor u die gelooft!<br />

HOOFDSTUK 23<br />

Vuurtorens in de branding<br />

H et “Capitol Evangelie Centrum” in Den<br />

Haag is een machtig bolwerk tegen zonden<br />

en satans macht. Het staat als een vuurtoren in de<br />

branding, die zijn lichtbundels uitstraalt voor een<br />

ieder die er acht op wil geven. Sinds de opening is<br />

er geen week voorbijgegaan of zielen kwamen aan<br />

Jezus’ voeten, mensen gebonden door satans macht<br />

werden bevrijd en anderen werden genezen van<br />

hun ziekten en kwalen.<br />

Schuin tegenover “Capitol”, op de hoek van de<br />

Apeldoornselaan, staat een imposant gebouw met<br />

vijf verdiepingen en aan elke kant twee flats. Dit<br />

grote gebouw is twee jaar na Capitol door dezelfde<br />

architect gebouwd. Het is opgetrokken van dezelfde<br />

steensoort en in dezelfde stijl. Bij de aankoop van<br />

Capitol had <strong>ik</strong> nimmer kunnen denken, dat God<br />

ons ook deze plaats zou geven om er alle takken<br />

van ons wereldwijde zendingswerk in onder te<br />

brengen.<br />

Ook hierin mogen we zien dat het waar is dat God<br />

bij machte is ìoneindig veel meer te doen dan<br />

wij bidden of beseffe n î (Efeziërs 3:20)<br />

Nauwelijks een jaar na de aankoop van ons<br />

Wereldzendingskantoor, kochten wij het gehele<br />

262 263


lok - met huizen en winkels - gelegen aan de<br />

Apeldoornselaan, direct naast ons kantoor.<br />

Iedereen die Gods hand niet kan zien in al deze<br />

voorzieningen, moet wel stekeblind zijn. Mensen<br />

die zonder God leven noemen het misschien toeval<br />

of geluk, maar wij die de Here vrezen weten dat het<br />

Gods hand is.<br />

Reeds in het eerste jaar kwamen er 4 naast elkaar<br />

gelegen winkelpanden leeg die wij direct zelf in<br />

gebru<strong>ik</strong> konden nemen, plus enkele bovenwoningen.<br />

De tuinen van alle huizen grenzen aan onze<br />

grote kantoortuin, zodat het één geheel is. Ook de<br />

financiering gaf weinig problemen. God neigde de<br />

harten wel op wonderbare wijze. Het was in de<br />

laatste week dat het geld voor de overdracht, ruim<br />

een half miljoen, op tafel moest komen. Er ontbrak<br />

nog een halve ton. Ik wist dat de Here ook daarin<br />

heerlijk zou voorzien.<br />

Het was in die week dat een christenvriend en zijn<br />

vrouw ons een bezoek brachten. Hij vertelde mij<br />

dat hij iets voor het werk des Heren wilde doen. Hij<br />

zei: “Broeder <strong>Maasbach</strong>, u kunt rekenen op 20.000<br />

gulden. Zeg maar op welke wijze u het geld wilt<br />

ontvangen”.<br />

Op hetzelfde moment sprak God tot mijn hart, dat<br />

deze man niet 20.000 maar 25.000 gulden moest<br />

geven. Ik schrok ervan en bad de Here in stilte om<br />

wijsheid. Hoe moest <strong>ik</strong> aan iemand die een gift<br />

kwam brengen van 20.000 gulden, vertellen dat<br />

264<br />

het nog niet genoeg was, maar dat het 25.000<br />

moest zijn.<br />

“Here, geef mij wijsheid” bad <strong>ik</strong> nu.<br />

En wat wel vermeldenswaard is, is dit. Toen mijn<br />

christenvriend, nadat we nog te zamen gebeden<br />

hadden, met zijn vrouw opstond om heen te gaan,<br />

zei hij: “<strong>Maasbach</strong>, het bedrag dat <strong>ik</strong> je heb<br />

toegezegd van f 20.000,- zal <strong>ik</strong> met nog f 5.000,verhogen.<br />

Ik zal er dus f 25.000,- van maken”.<br />

Toen vertelde <strong>ik</strong> hem hoe God tot mijn hart had<br />

gesproken en zo werd zijn beslissing door de Here<br />

bevestigd.<br />

In dezelfde week kwam er een vrouw met een<br />

bruine envelop die ze op mijn bureau neerlegde<br />

met de mededeling dat dit een gift was voor het<br />

werk des Heren. De envelop bevatte 25 briefjes<br />

van duizend gulden. Dit laatste maakte het bedrag<br />

rond dat nog ontbrak voor de transactie die de<br />

volgende dag zou plaatsvinden.<br />

Hoewel wij voor ons veelzijdige en uitgebreide<br />

missie-zendingswerk beslist ook grote giften nodig<br />

hebben, laat niemand het idee hebben dat ons<br />

wereldwijde zendingswerk alleen draait vanwege<br />

de grote giften. Het zijn juist de vele kleine giften<br />

van f 10,-, f 25,- en f 100,-, waardoor wij te zamen<br />

een enorm groot zielenwinnend werk kunnen doen.<br />

Ook ben <strong>ik</strong> ervan overtuigd dat God de waarde van<br />

ons offer bepaalt naar hetgeen wij bezitten. De<br />

twee koperen geldstukjes van de arme weduwe<br />

265


hadden grote waarde in de ogen van Jezus, omdat<br />

zij alles gaf wat zij bezat. De Bijbel zegt dat het niet<br />

vele rijken en edelen zijn die Jezus van Nazareth<br />

willen volgen. Ook staat er in de Bijbel dat het erg<br />

moeilijk zal zijn voor de rijken om zalig te worden<br />

en dat het niet velen zullen zijn. Niet velen, maar<br />

ze zijn er wel, en niet omdat zij geven, maar omdat<br />

zij geloven!<br />

Hoe arm zijn degenen die op hun goud en zilver<br />

en aardse bezittingen hun vertrouwen hebben<br />

gesteld. Dat zij tijdig mogen zien dat ze hun<br />

vertrouwen op de Here moeten stellen en niet op de<br />

vergankelijke dingen van dit leven, die alle zullen<br />

vergaan. Maar wie de wil van God doet, blijft in<br />

eeuwigheid.<br />

GOUWE-KERK<br />

Wie had ooit kunnen dromen toen wij ons<br />

zendingswerk in Gouda begonnen, en wij onze<br />

eerste kerkzaal annex kantoorgebouwtje in bezit<br />

namen, dat wij op zekere dag de wettige eigenaars<br />

zouden worden van de “Gouwe-Kerk” de prachtige,<br />

grote kathedraal van deze stad, met bijbehorende<br />

grote pastorie.<br />

Slechts twintig minuten met de auto vanaf ons<br />

Hoofdkantoor te Den Haag, staat de “Gouwe-<br />

Kerk”. De hoogste van haar drie torens (80 meter<br />

hoog) is tevens het hoogste punt in Gouda. In de<br />

266<br />

avond is van kilometers afstand het grote roodverlichte<br />

neon kruis te zien, dat wij erop hebben laten<br />

plaatsen.<br />

Nog geen 100 jaar geleden bouwden toegewijde<br />

gelovigen dit waardevolle, monumentale gebouw<br />

dat geheel opgetrokken werd in de Gotische stijl.<br />

Hoe we dat prachtige Godshuis voor de verbreiding<br />

van het Volle Evangelie in bezit hebben kunnen<br />

nemen is een wonderbaar verhaal op zichzelf. We<br />

moeten dit echter voor een andere keer bewaren.<br />

HAVEN-KERK<br />

Twintig kilometer van Den Haag, in Schiedam,<br />

een voorstad van de drukke en grootste havenstad<br />

van de wereld, Rotterdam (mijn geboorteplaats),<br />

staat de zeer mooie Johannes de Doper kerk. Deze<br />

voormalige Rooms-Katholieke kerk, door de<br />

Schiedammers “De Haven-Kerk” genoemd, is meer<br />

dan 150 jaar oud en is zeker wel de mooiste Volle<br />

Evangelie kerk ter wereld. Dat prachtige, monumentale<br />

gebouw dreigde gesloopt te worden. Dat<br />

God ons in staat stelde dit mooie Godshuis van de<br />

sloophamers te redden is ook weer een van de<br />

wonderen die Hij voor ons verricht heeft in het<br />

werk dat Hij ons gegeven heeft om te doen.<br />

Direct al bij het binnentreden in dit Godshuis,<br />

wordt men herinnerd aan Golgotha door het<br />

immense schilderij boven het hoofdaltaar, dat de<br />

267


kruisiging voorstelt van Jezus <strong>Christus</strong>, onze Verlosser.<br />

Men ziet Hem aan het kruis hangen tussen<br />

de twee misdadigers. Twee andere mooie oude<br />

meesterwerken voltooien dit aangrijpende<br />

panorama van religieuze kunst. Het schilderij boven<br />

het linkeraltaar stelt het kind Jezus voor, liggende<br />

in de kribbe van Bethlehem; en het andere boven<br />

het rechteraltaar is het tafereel van Jozef en Maria<br />

in de tempel te Jeruzalem met het kind Jezus in de<br />

armen van de oude Simeon.<br />

Levensgrote beelden in kleur van de apostel Paulus<br />

en de twaalf discipelen geven de scene majesteit en<br />

inspiratie. De gehele kerk heeft fraaie plavuizen en<br />

tapijt als vloerbedekking. Het uit hout gesneden<br />

preekgestoelte is een meesterwerk van vaardigheid<br />

en waar vakmanschap, zoals men tegenwoordig<br />

moeilijk kan vinden. Onderaan de preekstoel is<br />

eveneens in kunstig houtsnijwerk levensgroot<br />

afgebeeld de doop van Jezus door Johannes de<br />

Doper, naar wie de kerk genoemd werd. De<br />

preekstoel wordt geacht een van de mooiste van<br />

Europa te zijn. Deze kerk heeft al bewezen een<br />

groot visnet voor zielen te zijn.<br />

Al deze prachtige, historische bouwwerken getuigen<br />

van het geloof en de liefde van onze voorvaderen.<br />

Ik wil u, beste lezer, uitnodigen om deze prachtige<br />

Godshuizen eens te komen bezoeken. U kunt zich<br />

te allen tijde met ons Hoofdkantoor in verbinding<br />

stellen. Ze zullen u daar alle informatie geven die<br />

u wenst. Bezoek eens ons Hoofdkantoor en het<br />

Capitol Evangelie Centrum als u in Den Haag<br />

bent. U bent altijd hartelijk welkom.<br />

Ook in Utrecht, Amsterdam, Breda en Leiden<br />

hebben we inmiddels kerkgebouwen kunnen<br />

overnemen. Met deze transacties waren honderdduizenden<br />

guldens gemoeid.<br />

De Immanuël-Kerk te Utrecht, de Calvarie-Kerk<br />

te Amsterdam, de <strong>Christus</strong> Triumfator-Kerk te<br />

Breda en de Bethlehems-Kerk te Leiden (zie ook<br />

foto pagina’s) worden ten volle gebru<strong>ik</strong>t. Alle activiteiten,<br />

zoals wekelijkse samenkomsten, bidstonden,<br />

bijbelstudies, jeugd- en zon-dagsschoolwerk<br />

en allerlei bijzondere evenementen worden in deze<br />

centra gehouden en ook worden van hieruit openluchtsamenkomsten<br />

en colportage georganiseerd.<br />

Later kwam hier ook nog bij de Torenschool-<br />

Kerk te Dordrecht. Een schoolgebouw, met een<br />

toren, iets wat voor een school uniek is, stond al<br />

geruime tijd leeg. We zijn dankbaar dat deze geheel<br />

verbouwde school nu een Godshuis mag zijn.<br />

Dit alles is gericht op de redding van zielen en tot<br />

opbouw van de Gemeente van <strong>Christus</strong>. In alle<br />

gemeenten hebben wij onze ouderlingen en voorgaande<br />

broeders, zondagsschoolleiders en jeugdmedewerkers.<br />

268 269


Slotwoord<br />

I k zou niet graag dit boek eindigen zonder met<br />

nadruk te zeggen, dat het doel en het streven van<br />

mijn leven niet is bouwwerken van hout of steen te<br />

verkrijgen of om dure apparatuur te hebben. DEZE<br />

DINGEN ZIJN NODIG OM HET DOEL TE<br />

BEREIKEN WAARNAAR WE STREVEN, EN<br />

DAT IS EEN GEESTELIJK BOUWWERK,<br />

GEMAAKT VAN “LEVENDE STENEN”, EEN<br />

HEILIGE TEMPEL VOOR DE HERE. Ik ben de<br />

Here erg dankbaar voor Capitol, het grote kantoorgebouw<br />

en de andere prachtige kerkgebouwen en<br />

studio’s, die wij bezitten. Mijn hart is er echter niet<br />

op gesteld. De dag zal komen dat deze gebouwen<br />

in puin vallen. MIJN HART IS GESTELD OP DE<br />

DINGEN DIE BOVEN ZIJN, WAAR CHRISTUS<br />

IS, GEZETEN AAN DE RECHTERHAND VAN<br />

DE VADER.<br />

DE ONZICHTBARE DINGEN HEBBEN VEEL<br />

GROTERE WAARDE VOOR MIJ DAN DE<br />

ZICHTBARE DINGEN. Niettegenstaande dat,<br />

mogen wij de dingen van hier beneden gebru<strong>ik</strong>en,<br />

“als bezittend en niet bezittend”, want het is belangrijk<br />

dat wij ze niet over ons laten heersen! Het is<br />

echter een feit dat wij ze zelfs dringend nodig<br />

hebben om tot het grote doel te komen: DE MASSA<br />

TE BEREIKEN MET DE MACHTIGE, HEER-<br />

LIJKE, GLORIEUZE BOODSCHAP VAN<br />

JEZUS CHRISTUS VAN NAZARETH!<br />

JEZUS ZEI: “IK ZAL U VISSERS VAN MEN-<br />

SEN MAKEN”. De man die gaat vissen gebru<strong>ik</strong>t<br />

een hengel, snoer, haak en aas, maar waar het<br />

allemaal om gaat dat is de vis! Zo is het ook met het<br />

zielenwinnend werk dat de Here mij heeft gegeven.<br />

Het gaat niet om Capitol of om de neonverlichting,<br />

of om ons Hoofdkantoor, of om de drukpersen en<br />

de vele andere takken van ons zendingswerk. Wij<br />

gebru<strong>ik</strong>en deze dingen slechts om kostbare zielen<br />

aan Jezus’ voeten te brengen zoals een visser zijn<br />

hengel gebru<strong>ik</strong>t om vissen te vangen. Het gaat om<br />

de vissen en om Hem die geboren is in Bethlehems<br />

stal, wiens Naam JEZUS is. HIJ IS DE REDDER<br />

DER WERELD. HIJ IS “MIJN HERE EN MIJN<br />

GOD!”<br />

Deze Jezus van Nazareth, Gods eniggeboren<br />

Zoon, heeft een grote bewogenheid voor zielen.<br />

Hij wil niet dat enig mens verloren zal gaan. Dit is<br />

de Jezus die <strong>ik</strong> pred<strong>ik</strong> en die <strong>ik</strong> liefheb. Aan Hem<br />

heb <strong>ik</strong> mijn leven toegewijd en <strong>ik</strong> schaam mij niet<br />

voor Hem. Ik steek ook niet onder stoelen of<br />

banken wie Hij is en wat Hij, ook vandaag, doet. Ik<br />

weet dat Hij Zich niet schaamt om mij Zijn broeder<br />

te noemen.<br />

Daarom heb <strong>ik</strong> mijn levensgeschiedenis<br />

270 271


geschreven, vertrouwend dat het anderen tot hulp,<br />

inspiratie, onderwijzing en opbouw van het geloof<br />

zal zijn. En laat <strong>ik</strong> tot besluit zeggen dat <strong>ik</strong> zonder<br />

twijfel geloof: DAT HET ALLES NOG MAAR<br />

EEN BEGIN IS. ZOLANG NOG NIET<br />

IEDEREEN WEET WIE JEZUS IS, IS ONS<br />

WERK BESLIST NOG NIET KLAAR.<br />

Daarom beste lezer, wees een geloofspartner met<br />

ons en geloof met ons: God uit de hemel zal het ons<br />

doen gelukken om nog miljoenen mensen te<br />

vertellen wie Jezus van Nazareth is en wat Hij doet<br />

voor degenen die geloven. We hebben uw hulp<br />

dringend nodig om zending te bedrijven en <strong>Christus</strong><br />

te pred<strong>ik</strong>en. Misschien kunnen we niet allen naar<br />

het zendingsveld gaan, maar u kunt helpen om<br />

een ander te zenden in uw plaats. Elk geldstuk en<br />

alles wat wij niet dringend nodig hebben, zouden<br />

wij moeten geven voor de zending, voor de redding<br />

van kostbare zielen. Dit zal weinig moeite kosten als<br />

wij eerst ons gehele leven aan Hem geven. Wij<br />

hebben nog een groot werk te doen en de tijd is<br />

kort. Beste vriend en lezer, laten wij te zamen doen<br />

wat onze hand vindt om te doen en de Here God<br />

zal u overvloedig zegenen en met u zijn tot het<br />

einde.<br />

Wees vrij om ons eens te schrijven, dan zullen we<br />

u persoonlijk terugschrijven.<br />

Ons adres is:<br />

Johan <strong>Maasbach</strong> Wereld Zending<br />

Apeldoornselaan 2,<br />

2573 LM Den Haag, Holland.<br />

Tel. 070-3635929. Fax 070-3107111.<br />

272 273<br />

Campagne in een stadion in Jakarta, de hoofdstad van Indonesië.<br />

pag. 8<br />

Een van de vele Johan <strong>Maasbach</strong> campagnes in een stadion te Surabaya, Indonesië.<br />

pag. 3<br />

Grote evangelisatiecampagne door Johan <strong>Maasbach</strong> op het eiland Timor in Indonesië.<br />

pag. 1


pag. 2<br />

Johan <strong>Maasbach</strong> met plaatselijke voorgangers gedurende<br />

een campagne in Cairo, Egypte.<br />

Ieder jaar op Hemelvaartsdag wordt in België een speciale<br />

dag gehouden.<br />

pag. 4<br />

Campagne in Pakistan, een van de vele landen waar een<br />

grote nood is voor het Evangelie van Jezus <strong>Christus</strong>.<br />

Evangelisatiecampagne in Wit Rusland, in de hoofdstad<br />

Minsk. Velen namen Jezus aan in hun leven en getuigden<br />

te zijn genezen van allerlei ziekten en kwalen.<br />

pag. 5<br />

Een campagne in Nigeria, Afr<strong>ik</strong>a’s grootste land wat het<br />

inwoneraantal betreft - 100 miljoen mensen.<br />

Interview via een bekend TV station in Kinshasa, de hoofdstad<br />

van Congo (voormalig Zaire), waar Johan <strong>Maasbach</strong> ook een<br />

grote kerk stichtte.<br />

Vele mensen in Zaire kwamen om de boodschap van leven<br />

en hoop te ontvangen, gedurende een van de campagnes.<br />

pag. 6<br />

Campagne in Sri Lanka (Colombo) waar duizenden gered<br />

werden.<br />

Een van de vele wonderen die tijdens een campagne<br />

plaatsvonden. Deze man heeft zijn krukken niet meer nodig.<br />

pag. 7<br />

Johan en Willy <strong>Maasbach</strong> op het platform gedurende een<br />

campagne.<br />

274 275


Deze foto werd genomen tijdens de pred<strong>ik</strong>ing van het<br />

Evangelie in de jungle van Papoea Nieuw Guinea.<br />

pag. 9<br />

Johan <strong>Maasbach</strong> bidt met handoplegging gedurende een<br />

campagne in het buurland België.<br />

Deze jongen, genezen tijdens een campagne, is blij dat hij<br />

zijn krukken niet langer nodig heeft.<br />

pag. 10<br />

Campagne in Brazilië, Zuid Amer<strong>ik</strong>a.<br />

Johan <strong>Maasbach</strong> en zijn zoon Robert - die inmiddels zelf<br />

een bekend evangelist is - arriveren op een klein eiland in<br />

Indonesië waar ze een campagne zullen gaan houden.<br />

pag. 12<br />

Een van de drie huizen, speciaal voor kinderen van het<br />

“Social Welfare Centre” te Madras, India.<br />

Kinderen van het kindertehuis spelen op het grote<br />

speelterrein dat bij het <strong>com</strong>plex behoort.<br />

pag. 13<br />

Kinderen van het kindertehuis “Jati Margo” te Semarang,<br />

Indonesië, op weg naar de kerk.<br />

Johan<br />

<strong>Maasbach</strong><br />

tussen enkele<br />

kinderen in<br />

schooluniform.<br />

pag. 14<br />

Een van onze kindertehuizen in Indonesië.<br />

276 277


Ons kantoor en zendingscentrum in Indonesië.<br />

pag. 16<br />

Het Capitol Evangeliecentrum buiten en van binnen.<br />

pag. 17<br />

De Haven-Kerk te Schiedam.<br />

pag. 20<br />

Opname van een samenkomst in de Calvarie-Kerk te Amsterdam.<br />

De Immanuël-Kerk te Utrecht tijdens een kerstdienst.<br />

278<br />

pag. 22<br />

Willy <strong>Maasbach</strong>,<br />

Johan <strong>Maasbach</strong>s<br />

echtgenote,<br />

tijdens een<br />

speciale dienst<br />

voor vrouwen in<br />

het Capitol<br />

Evangeliecentrum<br />

te Den Haag.<br />

Een opname in de Gouwe-Kerk te Gouda.<br />

pag. 23<br />

Het Evangeliecentrum de Gouwe-Kerk te Gouda.<br />

pag. 25<br />

De Bethlehemskerk te Leiden van binnen en van buiten.<br />

pag. 26<br />

Een van de vele doopdiensten.<br />

279


pagina lectuur<br />

Lectuur is van grote waarde in de strijd tegen satans macht.<br />

Een van de takken van het werk van de Stichting Johan<br />

<strong>Maasbach</strong> Wereld Zending is een grote christelijke<br />

uitgeverij met een verscheidenheid aan geloofsopbouwende<br />

en inspirerende boeken.<br />

Van ons maandblad “Nieuw Leven” verschijnen ook<br />

exemplaren in vele andere talen. Het is “de stem” van de<br />

Johan <strong>Maasbach</strong> Wereld Zending en wordt verzonden naar<br />

ruim 100 landen.<br />

Miljoenen traktaten worden gedrukt in een 50tal talen en<br />

zijn gratis besch<strong>ik</strong>baar voor zielenwinners.<br />

Correspondentie is ook een geweldig middel om Gods volk<br />

over de gehele wereld te inspireren door het evangelie.<br />

pagina drukpers<br />

Het merendeel van de literatuur - boeken, traktaten, het<br />

blad Nieuw Leven enz. - wordt in eigen beheer gedrukt in<br />

de eigen huisdrukkerij waar jaarlijks tonnen papier worden<br />

verwerkt tot papieren evangelisten.<br />

volgende pagina<br />

Johan <strong>Maasbach</strong> neemt een kijkje in de videowagen<br />

waarmee op locatie wordt opgenomen.<br />

280<br />

281


Johan en Willy <strong>Maasbach</strong> temidden van hun kinderen met echtgenoten en kleinkinderen. Allen dienen de Here en zijn betrokken in de Evangelieverkondiging.<br />

laatste pagina<br />

pag. 31 (bij de foto op de volgende pagina)<br />

Jaarlijkse liefdemaaltijd van de Johan <strong>Maasbach</strong> Wereld Zending te Den Haag.<br />

pag. 27<br />

Het Evangeliecentrum <strong>Christus</strong> Triumfatorkerk te Breda.<br />

pag. 24<br />

Het Evangeliecentrum Immanuël-Kerk in Utrecht.<br />

pag. 21<br />

pag. 19<br />

pag. 18<br />

282 283<br />

Het Evangeliecentrum de Calvarie-Kerk in Amsterdam.<br />

Een bl<strong>ik</strong> in de Haven-Kerk te Schiedam tijdens een samenkomst.<br />

Ons hoofdkantoor in Den Haag. Rechts het Capitol Evangeliecentrum.<br />

pag. 15<br />

Jubelfeest in het Nederlands Congresgebouw te Den Haag.<br />

pag. 11


Ons Evangeliecentrum Calvarie-Kerk in Amsterdam.<br />

Het Evangeliecentrum Immanuël-Kerk in Utrecht.<br />

284 285


Het Evangeliecentrum Gouwe-<br />

Kerk in Gouda, was eens een<br />

Rooms-Katholieke kathedraal.<br />

Het Evangeliecentrum <strong>Christus</strong> Triumfator-Kerk in Breda.<br />

286 287


288<br />

Liefdemaaltijd van de Johan <strong>Maasbach</strong><br />

Wereldzending in Den Haag.<br />

Liefdemaaltijd van de Johan <strong>Maasbach</strong> Wereldzending in Den Haag.<br />

Opname in de Immanuël-Kerk in Utrecht.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!