ScELta® GEEFt BIOLOGIE MEER KaNS VaN SLaGEN - Certis Europe
ScELta® GEEFt BIOLOGIE MEER KaNS VaN SLaGEN - Certis Europe
ScELta® GEEFt BIOLOGIE MEER KaNS VaN SLaGEN - Certis Europe
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Glashelder 21<br />
Nieuwsmagazine van certis <strong>Europe</strong> B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw Juni 2011 - Jaargang 9<br />
FLOWER POWER<br />
Veel zonniger dan dit jaar kan een lente niet<br />
worden. Best lekker, want zonneschijn drukt<br />
de energierekening en houdt de groei in de<br />
gewassen. Ik voel me prima bij al die ‘flower<br />
power’, zowel binnen als buiten de kas.<br />
Flower Power vormt ook het thema van<br />
Scelta ® . Dit nieuwe acaricide is recentelijk toegelaten<br />
voor spintbestrijding in siergewassen.<br />
Scelta werkt uitstekend tegen spint en bevat<br />
een werkzame stof uit een nieuwe chemische<br />
groep. Dat is goed nieuws. Bovendien is Scelta<br />
niet schadelijk voor biologische bestrijders en<br />
zacht voor het gewas. U kunt er dus veilig en<br />
effectief mee afwisselen en corrigeren.<br />
Het overige nieuws komt hoofdzakelijk van<br />
biologische zijde. Zo kent de dit voorjaar<br />
toegelaten Aphidsure Mix – zes soorten sluipwespen<br />
in één koker – een vliegende start bij<br />
de preventieve luisbestrijding in kasteelten. In<br />
deze Glashelder leest u meer over de proefresultaten<br />
en gebruikservaringen met deze en<br />
andere producten. Doe er uw voordeel mee.<br />
Dennis Eekhoff, Crop manager glastuinbouw<br />
De Flower Power<br />
van Scelta ®<br />
(pagina 3)<br />
Rozenkwekerij Barry Brockhoff in Luttelgeest<br />
omvat twee bedrijven, waar op bijna 5 hectare<br />
de rassen Grand Prix, Dark Wow en Utopia<br />
staan. In 2009 kreeg de biologie voor het<br />
eerst de hoofdrol toebedeeld om plaagin-<br />
secten de baas te blijven. “Spint was goed<br />
onder de duim te houden, maar met trips ging<br />
het in de zomer fout”, vertelt Sietse de Jong.<br />
Noodgedwongen moesten we teruggrijpen op<br />
chemische middelen.”<br />
Zonder chemie<br />
vrij van wittevlieg<br />
(pagina 5)<br />
ScELta ® <strong>GEEFt</strong> <strong>BIOLOGIE</strong><br />
<strong>MEER</strong> <strong>KaNS</strong> <strong>VaN</strong> <strong>SLaGEN</strong><br />
De weg naar<br />
een toelating<br />
(pagina 7)<br />
“De tweede bespuiting was eigenlijk niet nodig”, vertelt Sietse de Jong (m) tegen Lianne van Wijk en adviseur Jan<br />
Hoogstrate.<br />
Na slechte ervaringen met louter chemie krijgt de biologie op Rozenkwekerij Barry Brockhoff een<br />
herkansing. Omdat correctie soms nodig is, werd begin maart Scelta beproefd tegen spint. Drie<br />
zaken vielen bedrijfsleider Sietse de Jong op: het uitstekende bestrijdingsresultaat en de<br />
veiligheid voor natuurlijke vijanden en het gewas.<br />
Uitstekend<br />
bestrijdingsresultaat<br />
Biologie als ruggengraat<br />
Vorig jaar stelde de chemische aanpak teleur.<br />
Vooral spint bleek minder vatbaar voor de<br />
toegelaten middelen dan in het verleden.<br />
Voor adviseur Jan Hoogstrate van Horticoop<br />
was dat geen verrassing. “In een puur chemische<br />
strategie worden plagen zoals spint<br />
en trips op den duur minder gevoelig voor<br />
de toegepaste middelen”, verklaart hij. “Dat<br />
komt omdat telers te vaak op dezelfde middelen<br />
moeten teruggrijpen. Wanneer biologie<br />
de ruggengraat vormt en er alleen chemisch<br />
vervolg op pagina 2<br />
Glashelder 1
vervolg van pagina 1<br />
wordt gecorrigeerd, ligt de spuitfrequentie<br />
veel lager. Dan blijven diezelfde middelen langer<br />
en beter werkzaam. Voldoende afwisselen<br />
blijft natuurlijk een voorwaarde.”<br />
Proefontheffing<br />
Scelta komt wat dat betreft als geroepen.<br />
De werkzame stof komt uit een nieuwe<br />
chemische groep, waartegen spint nog geen<br />
resistentie heeft kunnen opbouwen. In overleg<br />
met Hoogstrate en <strong>Certis</strong> kreeg Brockhoff<br />
een proefontheffing om dit nieuwe acaricide<br />
op een klein oppervlakte te kunnen testen.<br />
Op 7 maart, drie weken na het uitzetten van<br />
de eerste roofmijten, vond de eerste bespuiting<br />
plaats in Dark Wow, een week later de<br />
tweede.<br />
Goed gewerkt<br />
“Die tweede bespuiting was wellicht niet<br />
nodig, want de eerste bespuiting had al erg<br />
goed gewerkt, aldus De Jong. “De eerste<br />
dagen zag je nog weinig effect, maar uiteindelijk<br />
werkt Scelta minstens zo goed als<br />
Floramite toen het net op de markt was.”<br />
Spint die wordt geraakt<br />
gaat vrij snel dood<br />
Technisch adviseur Lianne van Wijk van <strong>Certis</strong>:<br />
“Spint die wordt geraakt gaat vrij snel dood, maar<br />
blijft soms langer dan een week op het blad achter.<br />
Dat kan een vertekend beeld geven.”<br />
Conform het gebruiksadvies is er voldoende<br />
spuitvloeistof gebruikt om de aanwezige spint<br />
goed te raken. Om de rijpere knoppen te<br />
ontzien is alleen op het middelste gewasdeel<br />
gespoten. Zo bleef er onderin het gewas nog<br />
wat spint over als voedselbron voor de natuurlijke<br />
vijanden.<br />
Anders dan de naam doet vermoeden is Dark Wow een lichtrode roos.<br />
Geen schade aan biologie<br />
De biologische spintbestrijders –<br />
hoofdzakelijk Phytoseiulus persimilis,<br />
aangevuld met Amblyseius<br />
californicus en de galmug<br />
Feltiella acarisuga – bleken geen<br />
last te hebben van Scelta. In<br />
de referentieafdeling waar een<br />
ander middel was toegepast,<br />
kregen de populaties wel een<br />
tik. Bovendien werd de spint<br />
daar duidelijk minder effectief<br />
bestreden.<br />
“Scelta is een aanwinst”, vat<br />
De Jong samen. “Het is prettig<br />
om te weten dat je er<br />
veilig mee kunt corrigeren.<br />
Daarmee geeft het de biologische<br />
bestrijding meer kans<br />
van slagen.” n<br />
Glashelder 2
DE FLOWER POWER <strong>VaN</strong> ScELta ®<br />
Anti-spint | Bio-safe | Pro-bloem<br />
Veel adviseurs en telers bezochten de demoproef in Honselersdijk. Zij waren eenduidig positief over de resultaten van Scelta.<br />
Dit voorjaar is Scelta toegelaten als spintbestrijder voor bloemkwekerij- en boomkwekerijgewassen.<br />
De werkzame stof cyflumetofen komt uit een nieuwe chemische groep. Het doodt<br />
alle voor de sierteelt belangrijke spintmijten, maar laat roofmijten en andere natuurlijke<br />
vijanden ongemoeid en is zacht voor het gewas. Scelta bestrijdt bovendien alle spintstadia,<br />
dus zowel eieren, larven als volwassen exemplaren. Daarmee onderscheidt het zich van veel<br />
andere acariciden.<br />
Spintsoorten die siergewassen belagen zijn<br />
onder andere kasspint c.q. bonenspintmijt,<br />
fruitspint, citrusspint en de valse spintmijt.<br />
Scelta is tegen alle soorten effectief, ongeacht<br />
het ontwikkelingsstadium. Het is een<br />
contactmiddel met nawerking van het onzichtbare<br />
residu. Omdat het geen systemische of<br />
translaminaire werking heeft, dient u de spint<br />
goed te raken. Gebruik daarom voldoende<br />
spuitvloeistof en geschikte apparatuur. De<br />
aanbevolen concentratie is 0,1% (1 liter per<br />
1.000 liter water).<br />
3<br />
Zorg altijd voor<br />
voldoende afwisseling<br />
Gebruiksadviezen<br />
Pas Scelta maximaal vier keer per jaar toe in<br />
twee blokbespuitingen. Spuit per blok twee<br />
keer achtereen met een interval van zeven<br />
dagen en wissel daarna af met een ander aca-<br />
ricide. Zorg altijd voor voldoende afwisseling<br />
tussen verschillende spintmiddelen. Dit voorkomt<br />
resistentieopbouw in de spintpopulatie en<br />
houdt de werkzaamheid van middelen intact.<br />
Gebruik Scelta in chrysant bij voorkeur in<br />
% bestrijding<br />
100<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
de start van de teelt. Spintmijten zijn dan<br />
nog goed te raken. Het middel is veilig voor<br />
natuurlijke vijanden, dus u kunt roofmijten<br />
direct na toepassing uitzetten. Omdat het roofmijten<br />
ontziet, kunt voor het afspuiten beter<br />
een ander middel gebruiken.<br />
In overige gewassen, waaronder roos, is<br />
Scelta een welkome afwisselpartner, zowel in<br />
chemische als in geïntegreerde bestrijdingsstrategieën.<br />
Met glans geslaagd in demoproef<br />
In april is er in de demokas in Honselersdijk<br />
een spintproef uitgevoerd met vier acariciden,<br />
waaronder het nieuwe middel Scelta. De proef<br />
vond plaats in potrozen, die bij aanvang een<br />
behoorlijke spintaantasting hadden. Er is twee<br />
keer gespoten met een week interval.<br />
Tijdens de proefperiode waren de omstandigheden<br />
voor spint ideaal. Uit de meetresultaten<br />
blijkt dat Scelta op alle meetmomenten als<br />
beste uit de bus kwam (zie grafiek).<br />
Een echte aanwinst<br />
Voor adviseurs en vertegenwoordigers was<br />
dit een mooie gelegenheid om kennis te<br />
maken met Scelta. Tijdens de open dagen van<br />
de Demokas namen ook zo’n 100 siertelers<br />
een kijkje bij de proef. De reacties waren<br />
eenduidig: Scelta werkt uitstekend, past goed<br />
in een geïntegreerde teeltwijze en is daarom<br />
een echte aanwinst voor de spintbestrijding in<br />
siergewassen.<br />
n<br />
Spuitdata: 1 en 8 april<br />
Scelta werkt uitstekend,<br />
een echte aanwinst!<br />
Waarnemingsdata<br />
8 april<br />
15 april<br />
21 april<br />
Scelta 0,1% abamectine 0,05% Floramite 0,04% acequinocyl 0,1%<br />
Glashelder
Toelating voor Aphidsure Mix: zes soorten sluipwespen in één koker<br />
ENZa ZaDEN DRaaIt LUIZEN DE DUIMScHROEVEN aaN<br />
Met zes soorten sluipwespen in één kokertje<br />
pakt Aphidsure Mix een breed scala aan<br />
luizen aan. In combinatie met het gebruiksgemak<br />
was dit voor Enza Zaden reden<br />
om het toe te passen in de paprikateelt.<br />
Adviseur Jan van Winden van Horticoop:<br />
“We zien een goede parasitering door alle<br />
soorten sluipwespen. Ook in andere gewassen,<br />
waaronder Hortensia, worden er goede<br />
resultaten behaald.”<br />
Begin maart kreeg Aphidsure Mix een toelating<br />
voor luisbestrijding in glasteelten. Het<br />
nieuwe product viel direct in de smaak van<br />
telers en adviseurs. Verschillende klanten<br />
van Jan van Winden passen het inmiddels toe<br />
in groenten en siergewassen.<br />
Het nieuwe product<br />
viel direct in de smaak<br />
EEN KOKER aPHIDSURE MIX BEVat<br />
MUMMIES <strong>VaN</strong> DE VOLGENDE<br />
SOORtEN SLUIPWESPEN:<br />
• aphidius colemani, ervi en matricariae<br />
• aphelinus abdominalis<br />
• Ephedrus cerasicola<br />
• Praon volucre<br />
Gewasverzorgster Corry Tilgenkamp van<br />
Enza Zaden plaatst regelmatig kokertjes<br />
tussen de paprika’s. “Het werkt eenvoudig”,<br />
vertelt ze. “Je haalt het dopje eraf, steekt<br />
Deze sluipwespen parasiteren tal van luizen die kasteelten belagen, zowel grote als kleinere<br />
soorten. Het is dus niet meer zo belangrijk om precies te weten met welke bladluissoort men<br />
te maken heeft. Preventief uitzetten leidt sneller tot evenwicht tussen biologie en bladluis.<br />
Manager teeltfaciliteiten Bram van Velden: “We zien<br />
duidelijk dat veel luizen geparasiteerd zijn.”<br />
een stokje door de houder en zet dat in<br />
een steenwolmat. Voorheen strooiden we<br />
in aparte werkgangen twee of drie soorten<br />
sluipwespen, nu komen er in één keer zes<br />
soorten in de kas.”<br />
Ik ben erg tevreden<br />
over de effectiviteit<br />
De eerste paar maanden was er volgens<br />
manager teeltfaciliteiten Bram van Velden<br />
nog weinig te zien. “Sinds week 10 plaatsen<br />
we wekelijks een koker in de afdeling. In<br />
mei kwamen de eerste luizen in het gewas.<br />
We zien duidelijk dat veel luizen geparasiteerd<br />
zijn. Ik ben erg tevreden over de<br />
effectiviteit.”<br />
Gewasverzorgster Corry Tilgenkamp en adviseur Jan<br />
van Winden tussen de paprika’s.<br />
Gevarieerd ecosysteem<br />
Jan van Winden vindt Aphidsure Mix om<br />
verschillende redenen een mooi product.<br />
“De sluipwespen predateren op verschillende<br />
soorten grote en kleine luizen, zoals de<br />
boterbloemluis, de perzikluis, de aardappeltopluis,<br />
de zwarte bonenluis en de katoenluis.<br />
Bovendien verkleint een gevarieerd ecosysteem<br />
met meerdere soorten sluipwespen<br />
de kans op hyperparasitering. Dit fenomeen<br />
komt erop neer dat een sluipwespsoort de<br />
eigen populatie parasiteert.”<br />
Je moet de populatie<br />
wel wekelijks aanvullen<br />
De adviseur had al eerder in hortensia een<br />
goede parasitering waargenomen. Op grond<br />
van de huidige parasiteringsgraad van zo’n<br />
90% in de paprikakas stelt hij dat de sluipwespen<br />
goed berekend zijn op hun taak. “Je moet<br />
de populatie wel wekelijks aanvullen”, vertelt<br />
hij. “Houd de kokers wel buiten bereik van mieren.<br />
Eventueel moet je deze apart bestrijden.”<br />
Brede temperatuurrange<br />
Bas van Diemen, <strong>Certis</strong>’ adviseur voor biologische<br />
gewasbescherming, merkt op dat de<br />
sluipwespen over een brede temperatuurrange<br />
actief blijven. “Sommige soorten doen<br />
hun werk al bij relatief lage temperaturen,<br />
terwijl een soort als Ephederus bij hogere<br />
temperaturen beter functioneert.”<br />
In de loop van het seizoen zal Enza Zaden<br />
Aphidsure Mix ook in andere afdelingen gaan<br />
inzetten.<br />
n<br />
Glashelder 4
ZONDER cHEMIE tOcH<br />
VERLOSt <strong>VaN</strong> WIttEVLIEG<br />
Begin vorig jaar verruilde Marc Swinkels<br />
zijn baan als bedrijfsleider voor het ondernemersbestaan.<br />
Ondanks enkele tegenslagen<br />
wist de kersverse aardbeienteler<br />
uit America een behoorlijk teeltresultaat<br />
te behalen. Ook dit jaar ligt een goede<br />
opbrengst binnen bereik. Van wittevlieg<br />
heeft hij geen last meer, na twee bespuitingen<br />
met ER II en BotaniGard WP.<br />
In de kas van Swinkels Zachtfruit hangt de<br />
onmiskenbare geur van aardbeien. De oogst<br />
kwam al vroeg op gang.<br />
Lianne van Wijk, Marc Swinkels en Jan Janssen bekijken de oogst van de dag.<br />
Vorig jaar kende de ondernemer een minder<br />
vlotte start. Toen de teelt op het aangekochte<br />
bedrijf van 2 hectare net op gang was gekomen,<br />
sprong het bassin en kwam een afdeling<br />
onder water te staan.<br />
“Dat was schrikken”, erkent de teler. “Gelukkig<br />
is er adequaat gehandeld en was er weinig<br />
gevolgschade. Hierdoor hebben we toch een<br />
mooie opbrengst gehaald, die zelfs boven de<br />
oorspronkelijke prognose uitkwam.”<br />
Zware aantasting<br />
Met zes jaar ervaring als bedrijfsleider weet<br />
Swinkels goed hoe hij het zijn gewas naar de<br />
zin moet maken. Gewasbescherming heeft<br />
zijn volledige aandacht. “Ik wil zo min mogelijk<br />
spuiten en daarvoor mag je een plaag of<br />
ziekte niet laten escaleren”, stelt de aardbei-<br />
5<br />
Hierdoor hebben<br />
we toch een mooie<br />
opbrengst gehaald<br />
enteler. Desondanks kreeg hij rond de jaarwisseling<br />
te kampen met een zware aantasting<br />
van wittevlieg.<br />
ER II werkt op<br />
zetmeelbasis<br />
Swinkels: “De wittevlieg kwam opzetten vanaf<br />
de kopse gevel. De extra rij planten die ik daar<br />
heb gehangen, ligt net buiten het bereik van<br />
de spuitboom. We moeten die dus met de<br />
rugspuit behandelen.”<br />
Positieve berichten<br />
Twee keer foggen met Oberon, op 30 december<br />
en 10 februari, bracht de wittevlieg een<br />
flinke slag toe, maar roeide de populatie niet uit.<br />
Adviseur Jan Janssen van Mertens en collega’s<br />
uit de studieclub wezen Swinkels op de combinatie<br />
van ER II en BotaniGard WP. “Ik hoorde<br />
zoveel positieve berichten, dat ik de proef op de<br />
Marc Swinkels: “Het is fijn dat we wittevlieg ook zonder<br />
chemie kunnen aanpakken.”<br />
som wilde nemen”, vertelt hij. “Er is op 16 en 22<br />
februari gespoten, daarna heb ik geen wittevlieg<br />
meer gezien. Het is fijn dat we die plaag ook<br />
zonder chemie kunnen aanpakken.”<br />
BotaniGard is een<br />
schimmelpreparaat<br />
Goed raken<br />
Jan Janssen merkt op dat de spuittechniek nauw<br />
luistert. “Beide middelen moeten de wittevlieg<br />
goed raken. Niet geraakt is niet bestreden.”<br />
Technisch adviseur Lianne van Wijk van <strong>Certis</strong><br />
vult aan: “Dat is waar. ER II werkt op zetmeelbasis.<br />
Na droging laat het de vleugels van volwassen<br />
vliegjes aan elkaar plakken en vormt<br />
het een verstikkende coating over vliegjes,<br />
larven en eieren. BotaniGard is een schimmelpreparaat<br />
dat vooral de larven bestrijdt. Het<br />
is ook bij lagere temperaturen actief en past<br />
daarom goed in de aardbeienteelt.”<br />
Vroeg aan de markt<br />
Vandaag is er van lage temperaturen geen<br />
sprake. Swinkels moet alle zeilen bijzetten om<br />
de aardbeien op tijd geoogst te krijgen.<br />
“Met dit weer rijpen ze razendsnel”, zegt de<br />
teler. “De prijzen zullen waarschijnlijk snel<br />
zakken nu de oogst bij de meeste collega’s<br />
op gang komt. Gelukkig was ik vroeg aan de<br />
markt en zijn er al heel wat kilo’s af. En er<br />
hangt nog genoeg om er een heel behoorlijk<br />
jaar van te maken, als de prijs redelijk overeind<br />
blijft. Aan de wittevlieg zal het nu niet<br />
meer liggen.”<br />
n<br />
Glashelder
BOtaNIGaRD<br />
VLOEIBaaR EN<br />
BOtaNIGaRD WP:<br />
Wat IS WIJSHEID?<br />
Van BotaniGard zijn twee formuleringen<br />
op de markt: een vloeibare en een poeder<br />
(WP). Welke formulering het beste is, hangt<br />
af van de teelt.<br />
combinaties met andere middelen<br />
Vorig jaar kwam de poederformulering<br />
BotaniGard WP op de markt, die met name<br />
bedoeld was voor de tomaten- en rozenteelt.<br />
De ervaring leert dat BotaniGard steeds vaker<br />
in combinatie met andere middelen wordt<br />
verspoten. De vloeibare formulering bevat een<br />
plantaardige olie. Vooral in combinatie met<br />
andere middelen is het niet uitgesloten dat er<br />
in vruchtgroenten en bepaalde sierteeltgewassen<br />
een gewasreactie kan optreden.<br />
advies<br />
De vloeibare formulering is al jaren een<br />
betrouwbare mengpartner tegen trips in de<br />
chrysantenteelt. Hierin blijft het dan ook de<br />
aanbevolen formulering. Voor alle andere siergewassen,<br />
vruchtgroenten en aardbeien is het<br />
advies om tegen trips en wittevlieg de zachtere<br />
BotaniGard WP te gebruiken.<br />
Sticker op dop<br />
De doppen van<br />
BotaniGard vloeibaar<br />
worden voorzien<br />
van een nieuwe<br />
sticker, waarop het<br />
gebruiksadvies wordt<br />
vermeld: aanbevolen in<br />
chrysant, gebruik in andere<br />
teelten BotaniGard WP<br />
Vloeibaar (ES) Poeder (WP)<br />
125 ml/100 liter 62,5 gr/100 liter<br />
Chrysant Vruchtgroenten,<br />
aardbei, roos<br />
en andere<br />
siergewassen<br />
Geen hulpstof<br />
nodig<br />
Aanbevolen<br />
in chrysant<br />
LET OP<br />
Gebruik in<br />
andere teelten<br />
BotaniGard WP<br />
Hulpstof<br />
toevoegen<br />
(bijv. ER II of Addit)<br />
2 jaar houdbaar 2 jaar houdbaar<br />
n<br />
ROOFMIJt MaaKt FURORE<br />
IN PLUIMVEEHOUDERIJ<br />
In een gezamenlijk project hebben Refona Professional, <strong>Certis</strong> BCP en MS Schippers een<br />
biologische remedie ontwikkeld tegen bloedluizen in de pluimveehouderij. Op een groeiend<br />
aantal bedrijven rekent de Mite Booster – een speciale koker met de roofmijt Hypoaspis<br />
miles – op duurzame wijze af met deze plaag. <strong>Certis</strong> BCP zet met deze primeur haar eerste<br />
schreden buiten de plantaardige sector.<br />
Bloedluis c.q. bloedmijt veroorzaakt forse<br />
schade aan de productiviteit van legkippen<br />
door extra uitval en vermindering van de<br />
vitaliteit. Afdoende oplossingen tijdens de<br />
legperiode waren er niet. Met het innovatieve,<br />
gepatenteerde uitzetsysteem van Refona uit<br />
Westerbork en de door <strong>Certis</strong> BCP vermeerderde<br />
roofmijten zijn bloedluizen sinds het<br />
najaar zeer effectief biologisch te bestrijden.<br />
MS Schippers uit Bladel, één van de grootste<br />
toeleveranciers voor de veehouderij in<br />
Europa, verzorgt de verkoop en distributie.<br />
Experimenten begonnen<br />
bij zangvogels<br />
Zangvogels<br />
Refona’s directeur John Evers is de bedenker<br />
van het innovatieve systeem. Hij begon zijn<br />
experimenten met roofmijten in 2005 bij<br />
zangvogels, waar bloedluizen eveneens veel<br />
problemen veroorzaken.<br />
Toen de eerste successen zich aandienden,<br />
kwam de pluimveehouderij als grootschalig<br />
toepassingsgebied in beeld. Om die markt<br />
goed te kunnen bedienen en het product door<br />
te ontwikkelen, zocht Evers professionele partners<br />
met goede faciliteiten. MS Schippers en<br />
<strong>Certis</strong> BCP pasten perfect in het plaatje.<br />
De Mite Booster kwam<br />
vorig jaar op de markt<br />
Gestage groei<br />
“Gedurende enkele jaren voerden we gezamenlijk<br />
proeven uit bij leghenhouders om<br />
het systeem te perfectioneren”, vertelt Evers.<br />
“Vorig jaar konden we de Mite Booster op de<br />
markt brengen.”<br />
Het aantal pluimveehouderijen dat de biologische<br />
aanpak toepast, groeit gestaag. Volgens<br />
Evers worden bloedluizen inmiddels op enkele<br />
tientallen bedrijven in Nederland en België<br />
door roofmijten belaagd en is er ook interesse<br />
vanuit Duitsland en Frankrijk.<br />
“De Mite Booster lijkt een echt succes te<br />
worden, mede dankzij de publiciteit die deze<br />
innovatie heeft gekregen”, aldus de uitvinder.<br />
“Dat is een opsteker, want we hebben jarenlang<br />
in dit product geïnvesteerd.” n<br />
Glashelder 6
Op de werkvloer: Sjouke Rinsma, product development officer<br />
DE WEG NaaR EEN tOELatING<br />
Voordat een nieuw gewasbeschermingsmiddel<br />
kan worden toegelaten, moeten tal<br />
van vragen beantwoord zijn. Vragen over<br />
de effectiviteit en gewasveiligheid, over de<br />
veiligheid voor toepasser en consument en<br />
over de milieueffecten. Het bijbehorende<br />
onderzoekstraject is complex en tijdrovend.<br />
Productontwikkelaar Sjouke Rinsma heeft<br />
er een dagtaak aan.<br />
Sjouke Rinsma is één van de drie productontwikkelaars<br />
van <strong>Certis</strong>. Hij coördineert het<br />
onderzoek naar de effectiviteit en gewasveiligheid<br />
van middelen voor glasteelten, aardbeien<br />
en buiten geteelde bloemkwekerijgewassen.<br />
“Een deel van dat onderzoek voer ik zelf uit,<br />
de rest besteden we uit aan onderzoeksinstellingen<br />
zoals Proeftuin Zwaagdijk, Agro<br />
Research International en De Bredelaar”, zegt<br />
Sjouke.<br />
Onderzoeksplan<br />
Voor de ontwikkeling voor nieuwe producten<br />
werkt <strong>Certis</strong> nauw samen met producenten van<br />
actieve stoffen vanuit de gehele wereld. Het<br />
werk begint wanneer een producent – veelal<br />
uit Japan – de ontwikkeling, verkoop, distributie<br />
en technische ondersteuning van een bestaand<br />
middel of een nieuwe werkzame stof aan<br />
<strong>Certis</strong> wil uitbesteden, of wanneer <strong>Certis</strong> een<br />
bestaand etiket wil uitbreiden. In alle gevallen<br />
schrijft Rinsma eerst een onderzoeksplan op<br />
grond van beschikbare informatie over onder<br />
andere het werkingsspectrum en doseringen.<br />
Productontwikkelaar Sjouke Rinsma<br />
7<br />
Een deel van dat<br />
onderzoek voer ik zelf uit<br />
tal van proeven<br />
“Eerst bekijken we globaal wat het product bij<br />
verschillende doseringen doet”, vertelt Sjouke.<br />
“Daarna zetten we uitgebreidere veldproeven<br />
op. Iedere plaag of ziekte wordt apart onder<br />
de loep genomen en we testen sommige middelen<br />
zowel met als zonder uitvloeier.”<br />
Om voor toelating in aanmerking te komen,<br />
moeten er twee jaar lang telkens vier geslaagde<br />
proeven zijn uitgevoerd. Er zijn dus minimaal<br />
acht effectiviteitsproeven nodig, meestal<br />
zijn het er meer.<br />
Iedere plaag wordt apart<br />
onder de loep genomen<br />
Gewasveiligheid<br />
Er vinden ook proeven plaats om eventuele<br />
gewasreacties te beoordelen. Het middel<br />
wordt daarvoor zowel individueel gebruikt als<br />
in combinatie met andere middelen (tankmixen).<br />
Dit onderzoek vindt doorgaans plaats<br />
in vaste toetsgewassen.<br />
In de vruchtgroenten is komkommer zo’n<br />
toetsgewas. De resultaten zijn min of meer<br />
representatief voor verwante gewassen, zoals<br />
courgette en meloen. Tomaat en aubergine,<br />
die wat gevoeliger is, vertegenwoordigen de<br />
solanaceae.<br />
Voor een toelatingsaanvraag in siergewassen<br />
zijn twee jaar lang telkens 12 proeven nodig:<br />
zes in snijbloemen en zes in potplanten. Roos<br />
is doorgaans een vaste keuze. “Het is een<br />
belangrijk gewas”, verklaart de productontwikkelaar.<br />
“Als een middel veilig is voor gevoelige<br />
cultivars, kun je het meestal ook in andere<br />
cultivars veilig toepassen.<br />
Scelta proefveld<br />
Biological assessment Dossier<br />
Nadat de laatste proeven zijn afgerond,<br />
beoordeelt Linge Agroconsultancy of de<br />
Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit, waarin<br />
de Plantenziektekundige Dienst is opgegaan,<br />
of het onderzoek volledig genoeg was.<br />
Desgewenst vinden er nog enkele aanvullende<br />
proeven plaats.<br />
Uiteindelijk verwerkt Sjouke de proefresultaten<br />
in een zogeheten Biological Assessment<br />
Dossier (BAD) en wordt een Samenvattingsen<br />
Evaluatiedocument (S&E) geschreven.<br />
Meestal duurt het bij<br />
nieuwe middelen langer<br />
Scelta vlot toegelaten<br />
Na indiening van het dossier heeft het<br />
Ctgb 18 maanden de tijd voor evaluatie en<br />
beoordeling. “Vaak komen er aanvullende<br />
vragen, waarvan het beantwoorden extra<br />
tijd en onderzoek vergt. Bij Scelta was dat<br />
overigens niet het geval. We begonnen het<br />
traject met Scelta in 2006 en begin 2011<br />
was de toelating een feit. Daar zit precies vijf<br />
jaar tussen en dat is kort. Meestal duurt het<br />
bij nieuwe middelen langer.”<br />
n<br />
Glashelder
Micha Olierook, potplantenkwekerij Pligt Professional:<br />
IN cYcLaMEN WIL JE BOtRYtIS<br />
VOORKOMEN, WaNt BEStRIJDEN IS LaStIG<br />
Kwekerij Pligt Professional teelt bloeiende potplanten op bedrijven in Heinenoord en ’s-Gravenzande.<br />
In najaar en winter bepaalt cyclamen het beeld. Voor die teelt vormt Botrytis een<br />
constante dreiging. “In cyclamen wil je Botrytis voorkomen, want bestrijden is lastig”, zegt<br />
Micha Olierook, in ’s-Gravenzande verantwoordelijk voor de gewasbescherming. Frupica heeft<br />
een vaste plaats in het preventieve spuitschema.<br />
Naast de hoofdgewassen begonia en – in<br />
de winter – cyclamen teelt Pligt Professional<br />
poinsettia, princettia en een flinke hoeveelheid<br />
campanula. De ruim zeven hectare teeltoppervlakte<br />
is volledig voorzien van teelttafels<br />
Micha Olierook (r) en adviseur Henk van der Meer<br />
inspecteren de begonia’s. Cyclamen doen in het<br />
najaar hun intrede.<br />
Op de demokwekerij in Honselersdijk is een<br />
proef uitgevoerd in tomaten. Hierbij zijn wonden<br />
gemaakt op stengels, die vervolgens<br />
geïnfecteerd zijn met Botrytis. Zes dagen na<br />
de infectie, op beginnende aantastingen, zijn<br />
de verschillende behandelingen uitgevoerd.<br />
conclusies<br />
Uit metingen aan de myceliumgroei bleek<br />
onder andere dat wondafdekmiddelen, zoals<br />
Scaniavital, vooral preventief ingezet kunnen<br />
worden. Ze kunnen een beginnende Botrytis<br />
aantasting wel remmen, maar niet bestrijden.<br />
8<br />
met eb/vloedsysteem. Tijdens het water geven<br />
blijven de bladeren dus droog. Dat helpt om<br />
Botrytis te voorkomen. In het najaar, wanneer de<br />
luchtvochtigheid relatief hoog is en de nachten<br />
kouder worden, kan het gewas soms natslaan.<br />
Op zulke momenten kunnen botrytissporen<br />
ontkiemen en bladeren en bloemen besmetten.<br />
teeltcyclus<br />
Micha Olierook wil dat beslist voorkomen. “De<br />
teelt duurt 16 tot 17 weken”, legt hij uit. “In<br />
die periode worden de planten twee keer<br />
wijder gezet. Zodra er een dicht gewas is, kun<br />
je Botrytis nauwelijks meer bestrijden. Je moet<br />
aangetaste plekken wel raken en dat lukt dan<br />
niet meer. We zitten er daarom vanaf het begin<br />
bovenop om besmetting te voorkomen.”<br />
GOEDE cURatIEVE WERKING<br />
tEGEN BOtRYtIS IN tOMaat<br />
Sinds vorig jaar mogen tomatentelers<br />
Scomrid weer toepassen bij de bestrijding<br />
van Botrytis. In voorgaande jaren zochten<br />
veel telers naar geschikte alternatieven.<br />
<strong>Certis</strong> heeft een aantal daarvan vergeleken<br />
met Scomrid.<br />
Vanaf het begin<br />
zitten we er bovenop<br />
De behandelingen vonden<br />
plaats op beginnende aantastingen,<br />
zoals deze.<br />
Van alle beproefde alternatieven<br />
heeft Scomrid de<br />
beste curatieve werking. Het<br />
is daarom bij uitstek geschikt<br />
voor behandelingen bij toenemende<br />
sporendruk. n<br />
Preventief schema<br />
In de eerste acht tot tien weken hanteert de<br />
Westlander een strak preventief schema, waarin<br />
wekelijks wordt gespoten. In samenspraak met<br />
adviseur Henk van der Meer van Van Iperen<br />
wisselt hij daarvoor meestal vijf fungiciden af.<br />
“Ik gebruik een middel twee keer en schakel<br />
dan over op de volgende. Een vaste waarde<br />
naast Frupica is onder andere Switch. Rovral<br />
gebruik ik bij voorkeur vroeg in de teelt,<br />
omdat het een zichtbaar residu achterlaat.<br />
Frupica heeft daar geen last van. Je kunt het<br />
op elk gewenst moment toepassen.”<br />
Geen bloemsmet<br />
Olierook spuit Frupica altijd in combinatie met<br />
een uitvloeier, zodat het middel ook goed<br />
bij de knol komt. Zodra de bloemen op het<br />
gewas staan wordt er niet meer gespoten.<br />
Voor bloemsmet is hij niet bevreesd. “Met<br />
de verwarming boven het gewas hebben we<br />
daar nog nooit last van gehad”, verklaart hij.<br />
“En met de schema’s die wij hanteren krijgt<br />
Botrytis sowieso weinig kans. Maar nogmaals:<br />
we zitten er vanaf het begin bovenop om een<br />
aantasting te voorkomen.” n<br />
c o l o f o n<br />
Glashelder Nieuwsmagazine van <strong>Certis</strong> <strong>Europe</strong> B.V.<br />
voor ondernemers in de glastuinbouw<br />
Redactie: Dennis Eekhoff, <strong>Certis</strong><br />
Jan van Staalduinen, Rotterdam<br />
Vormgeving: Comm Unity, Capelle a/d IJssel<br />
Beeld: <strong>Certis</strong>-BCP/Ward Stepman,<br />
Jan van Staalduinen<br />
Geregistreerde handelsmerken:<br />
Switch ® van Syngenta Crop Protection bv;<br />
Rovral ® van BASF Agro; Scaniavital ® van Biobest N.V.;<br />
Oberon ® van Bayer CropScience<br />
<strong>Certis</strong> <strong>Europe</strong> B.V. biedt systeemoplossingen voor<br />
milieubewuste, geïntegreerde gewasbescherming.<br />
<strong>Certis</strong> levert de kennis en producten, zoals biologische<br />
en chemische middelen, natuurlijke vijanden, feromonen<br />
en vangtechnieken. <strong>Certis</strong> ondersteunt hiermee<br />
telers van specialistische, hoogwaardige gewassen bij<br />
de ontwikkeling van een gezonde en duurzame teelt.<br />
Postbus 1180 3600 BD Maarssen<br />
Safariweg 55 3605 MA Maarssen<br />
T +31(0)346 29 06 00<br />
F +31(0)346 29 06 01<br />
E info@certiseurope.nl<br />
www.certiseurope.nl<br />
Technisch adviseurs:<br />
Lianne van Wijk: 06-516 057 79<br />
Bas van Diemen: 06-537 305 35<br />
Glashelder