09.09.2013 Views

2010 – 2011, nummer 1 - Thauma

2010 – 2011, nummer 1 - Thauma

2010 – 2011, nummer 1 - Thauma

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ein Herumspringen im Dunkel / Naomi Boekwijt<br />

ik ook steeds onvrijwillig dat er in die<br />

donkerte geen God was. De donkerte was<br />

gewoon de donkerte, een gebrek aan licht,<br />

net als het huis dat steeds verder achter ons<br />

kwam te liggen. In zich borg dat huis mijn<br />

vader en moeder: wachters van alles wat<br />

oud en verrot is, maar weigert te vergaan.<br />

Dat zag ik nu pas. Ik moest eerst terugkeren<br />

om het de rug toe te kunnen keren.<br />

“Psst!,” klonk het vanuit Martens richting,<br />

gesmoord sissend vanaf een eindje verderop.<br />

Ik holde meteen vooruit tot ik zijn gestalte<br />

kon onderscheiden en mijn pas vertraagde.<br />

Zijn hand omvatte mijn schouder en<br />

oefende een lichte druk uit, waardoor ik<br />

naar de kant van de berm draaide, zoals<br />

hij ook stond. “Kijk,” zei-ie zacht. Ik<br />

volgde het wijzen van zijn gestrekte arm en<br />

verwachtte van alles: een aangereden kat,<br />

het lijk van moeder, de incarnatie van een<br />

gewetenskwestie. Voor één keer was het<br />

echter niet de dood maar het leven zelf waar<br />

Marten op wees. Ongeveer twee meter van<br />

waar we stonden lagen een paar herten in<br />

een kuil in het gras te slapen, tegen elkaar<br />

aan. Ik keek even opzij naar Marten, hoe<br />

hij zo aandachtig stond te turen. Ik bleef<br />

maar kijken naar dat serieuze gezicht, bleek,<br />

scherp gelijnd, onwaar-achtig. Elk moment<br />

kon het in een cynische grimas trekken,<br />

maar dat gebeurde niet, het bleef ernstig.<br />

Ik herinnerde me dat ik de aansteker van<br />

Hans nog in mijn binnenzak had en haalde<br />

het ding te voorschijn. Toen liep ik zacht<br />

een paar passen het gras in en scheen met<br />

het vuur vlak voor de herten. Meteen volgde<br />

het onmetelijk snel op- en wegspringen<br />

van de vlugge dieren door het hoge gras.<br />

Zij haastten zich naar de bosrand die<br />

slechts enkele meters verderop lag. Ein<br />

Herumspringen im Dunkel, dacht ik. We<br />

keken ze na tot we ze al niet meer konden<br />

zien.<br />

“Waarom deed je dat?,” vroeg Marten kalm,<br />

niet-beschuldigend.<br />

“Zomaar.”<br />

“Ja,” zei hij, om maar wat te zeggen, terwijlie<br />

met een vlugge hoofdbeweging opzij<br />

keek omdat To zich inmiddels bij ons had<br />

gevoegd. Deze keek ons niet-begrijpend aan,<br />

tilde zijn handen vragend omhoog en liet<br />

ze, toen Marten zich al had omgekeerd om<br />

verder te lopen, luid weer tegen zijn lichaam<br />

vallen om maar van zijn ergernis blijk te<br />

kunnen geven. Hij bleef nu wel meer op<br />

ons tempo achter ons lopen. Marten en<br />

ik liepen weer een stuk zwijgend naast<br />

elkaar. Onze schaduwen lieten zich steeds<br />

kort zien doordat ik de aansteker aan en uit<br />

knipte, totdat Marten er een vernietigende<br />

blik op wierp en siste of ik dat laten kon.<br />

De samenkomst vergde van mij een<br />

constante alertheid. Alleen vader kon zich<br />

daar altijd gedeeltelijk aan ontrekken,<br />

zoals dat hem ook toen weer lukte in het<br />

dwangmatig rechtleggen van de Schrift.<br />

Marten zweeg nog altijd, ik ook. To diepte<br />

constant wijze uitspraken op uit de volheid<br />

zijns gemoeds, in antwoord op moeders<br />

vragen. Ik keek de hele tijd maar naar<br />

die kop van vader. De zweetdruppeltjes<br />

gleden onregelmatig langs zijn hals als<br />

regendruppels op een autoraam. Ik hoopte<br />

op een abrupt einde aan dit eindeloze, in de<br />

vorm van Marten die moeder zou fusilleren<br />

of een nihilistische apocalyps die zich zou<br />

voltrekken binnen de volledige omtrek van<br />

de Gemeenschap.<br />

Moeder riep mijn naam, ik schoot rechtop in<br />

de stoel.<br />

“En wat betekent dat hier, het woord Not?”<br />

“Nood? Niets. Er is geen nood. Ik voel geen<br />

nood,” zei ik monotoon en zonder na te<br />

denken.<br />

Moeder kwam opeens half uit haar<br />

stoel omhoog zetten en stak met wilde<br />

armgebaren een klaagzang tegen vader<br />

af, waarop deze van ellende nog dieper<br />

in zijn gebogen houding zakte dan hij al<br />

zat. To keek er verschrikt naar met grote<br />

ogen, schietend van de een naar de ander.<br />

Van opzij zag ik een glimlachende trek<br />

om Martens lippen verschijnen. Met<br />

ogen vol vermaak draaide-ie z’n hoofd<br />

vertrouwelijk naar me toe terwijl zijn<br />

lijf recht en onbewogen bleef, zijn<br />

handen doodstil in z’n schoot. Nog steeds<br />

zonder er bij na te denken stond ik op en<br />

schoof de stoel aan. Marten deed hetzelfde<br />

en greep in het weglopen zijn plunje van de<br />

tafel, waarbij de Schrift met een luide klap<br />

op de grond viel <strong>–</strong> wat echter net zomin als<br />

ons vertrek werd opgemerkt.<br />

We naderden het dorp. Kwamen we eindelijk<br />

lantaarns tegen, waren ze alweer aan<br />

het uitdoven. De lucht vertoonde aan de<br />

horizon vage lichtblauwe vegen, zodat het<br />

was alsof de nacht zich terugtrok als de<br />

branding. Op de hiel van mijn linkervoet<br />

moest inmiddels een open wond gekomen<br />

zijn, want ik voelde hoe mijn sok aan het<br />

vlees plakte. Marten liep een eind voor me,<br />

To niet ver achter me. Ik keek naar Martens<br />

rechte rug met de brede lange spieren<br />

aan de zijkanten, die leken te ademen als<br />

longen. Hij was meer mens dan ik, omdatie<br />

zo’n vanzelfsprekende tevredenheid had<br />

met z’n bestaan. Steeds opnieuw dacht ik<br />

aan de herten waar hij me op had gewezen.<br />

School / 67<br />

Hoe overweldigend levendig was hun<br />

Herumspringen im Dunkel, juist omdat God<br />

niet in die donkerte was!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!