Crawl voor beginners - Schoolzwemmen
Crawl voor beginners - Schoolzwemmen Crawl voor beginners - Schoolzwemmen
zwemmen Filip Roelandt schoolzwemmen – 5 februari 2010
- Page 2 and 3: Crawl voor beginners 1.
- Page 4 and 5: Oefenstof 1.2 De eerste stap na de
- Page 6 and 7: wordt aangeraakt, krijg je een goed
zwemmen<br />
Filip Roelandt<br />
schoolzwemmen – 5 februari 2010
<strong>Crawl</strong> <strong>voor</strong> <strong>beginners</strong> 1.
Normkaart crawl 1.1<br />
Gefaseerd en met de juiste techniekbeschrijving<br />
1. Benen<br />
De benen bewegen <strong>voor</strong>al op- en neer.<br />
Zo krijg je de juiste voetpositie; strek eerst de voet, draai dan de voetzool<br />
naar binnen en daarna de knie naar binnen.<br />
2. Ademen<br />
Laat het hoofd rond de lengteas van het lichaam draaien hoofd.<br />
Inademen als de duim (aan dezelfde kant van het inademen) de dij raakt.<br />
Gebruik het juiste ritme: het hoofd komt slechts kort boven water om in te<br />
ademen, maar blijft langer onder water pas op het einde wordt de lucht naar<br />
buiten geblazen.<br />
3. Armen<br />
De vingers gaan diep onder water en wijzen naar de bodem; Op dat moment<br />
wijst de elleboog naar buiten.<br />
Gebruik weinig armslagen.<br />
Hou de hand gespannen.<br />
Duw het water sterk naar de voeten, op het einde raakt de duim de dij.<br />
Strek na het insteken de arm (de vingers wijzen waar je naartoe zwemt), laat<br />
de hand diep water pakken en duw dan het water richting voeten.<br />
De armbeweging is in het begin (insteken en zakken) traag, en snel op het<br />
einde (als de hand de dij nadert).<br />
4. Lichaamspositie<br />
Het lichaam blijft horizontaal gestroomlijnd (beweeg het hoofd zo weinig<br />
mogelijk)
Oefenstof 1.2<br />
De eerste stap na de watergewenning<br />
De hieronder beschreven fasen volgen op de watergewenning en vormen de start<br />
bij het aanleren van de zwemslagen. In het hoofdstuk rond crawl is veel<br />
aandacht besteed aan de <strong>voor</strong>bereidende fasen naar een correcte stroomlijn, het<br />
correct leren stuwen op verschillende wijzen en het vermijden van remmende<br />
houdingen en/of bewegingen bij alle zwemslagen. De hieronder aangeboden<br />
oefenvolgorde is dus niet specifiek <strong>voor</strong> crawl, ze kan ook bij andere slagen<br />
toegepast worden.<br />
Vanaf zes jaar mag en kan je bij kinderen de vier verschillende zwemslagen in<br />
grote lijnen aanleren. Vanaf acht jaar (rekening houdend met individuele<br />
verschillen) zijn kinderen motorisch genoeg ontwikkeld om de technieken met een<br />
grotere perfectie aan te leren. Op negen of tien jaar is de motorische ontwikkeling<br />
volledig zodat de coördinatie tussen verschillende ledematen met de grootste<br />
controle kan worden uitgevoerd. Vanaf tien jaar kan het kind alle technieken onder<br />
optimale omstandigheden aanleren, met een hoge perfectie uitvoeren en hier dan<br />
ook ten volle van genieten.<br />
Kinderen van zes jaar moeten dus een ruwe, meer oppervlakkige vorm van de<br />
techniek aangeboden . Alles wat jonger is, vraagt veel moeite, krijgt weinig<br />
respons van het kind en kent een langzaam leerproces, maar het kan werken. Een<br />
Nederlandse weddingschap heeft ooit geleid tot het aanleren van een schoolslag<br />
bij een jonge peuter van twee en een half. Dit bijzonder feit haalde de pers, maar<br />
na contact met de lesgever in kwestie blijkt dat dit niet meer zal herhaald worden.<br />
Ook hij vond het maar weinig zinvol en soms zielig <strong>voor</strong> de peuter in kwestie.<br />
Beenbeweging crawl<br />
In de watergewenning wordt veel<br />
“gezwommen” door alleen de benen te<br />
gebruiken en de armen passief naast of<br />
in het verlengde van het lichaam te<br />
houden. Deze oefening gebeurt om<br />
veiligheidsreden dichtbij een vast<br />
<strong>voor</strong>werp (muur, touw of lesgever),<br />
zowel aan als onder het wateroppervlak.<br />
Opdrachten naar een bepaald doel<br />
(enkele meter ver), langs een touw<br />
schuin omlaag zwemmen, afstoten<br />
vanaf de muur (buik of ruglig),
zwemmen onder een groot drijfmatras, door een hoepel, op de zij, … zijn maar<br />
enkele van de mogelijkheden om de beenbeweging van crawl op jonge leeftijd te<br />
oefenen. Een veel <strong>voor</strong>komende fout in het beginstadium is het optrekken van de<br />
knieën en het teveel buigen van de benen (een fietsbeweging). Vertel aan<br />
kinderen dat crawl <strong>voor</strong>al een op- en neergaande beweging is.<br />
De beenbeweging van crawl wordt bij <strong>voor</strong>keur gestart met oefeningen die<br />
werken rond het principe van een visuele en tactiele controle. Oefeningen op de<br />
rug en met een drijfmiddel krijgen daarom de <strong>voor</strong>keur. De plaats waarop het<br />
drijfmiddel wordt vastgehouden, bepaalt <strong>voor</strong> een deel ook de moeilijkheidsgraad<br />
van de oefening. Hoe verder het drijfmiddel van het zwaartepunt verwijderd<br />
wordt, hoe schuiner het lichaam in het water ligt. De zwemmer ligt hierdoor<br />
meer bergop in het water en de zwemmer zal meer moeite moeten doen om te<br />
stuwen. Maar anderzijds kunnen we ook stellen dat hoe hoger het hoofd uit het<br />
water komt, hoe meer comfortabel deze houding <strong>voor</strong> de zwemmer wordt<br />
ervaren. Om dit nadeel te compenseren, kan je bijkomende drijfmiddelen<br />
gebruiken ter hoogte van de navel gebruiken. Onderstaande figuur toont enkele<br />
mogelijke variëteiten om te<br />
oefenen in ruglingse positie met<br />
drijfmiddelen. Ruglings oefenen in<br />
een beginstadium vergemakkelijkt<br />
ook de ademhaling, alhoewel<br />
sommige (jonge) kinderen steeds<br />
een zekere angst blijven hebben<br />
om het achterhoofd ontspannen<br />
in het water leggen. Zoals eerder<br />
gezegd, is het zien van hun eigen<br />
beenbeweging een groot <strong>voor</strong>deel<br />
<strong>voor</strong> deze beginnende kinderen.<br />
Pas in een later stadium, en onder<br />
bepaalde <strong>voor</strong>waarden, zullen de kinderen oefeningen op de buik starten.<br />
Technische tips bij de beenbeweging crawl: laat vanuit de heup<br />
de benen bewegen. Om een juiste voetpositie bij de<br />
beenbeweging van crawl te verkrijgen vraag je aan de<br />
leerlingen om vanuit zithouding de voeten te strekken,<br />
vervolgens de voetzool naar binnen te draaien en<br />
uiteindelijk het been naar binnen te draaien (de knieschijf<br />
naar binnen). Blijf deze correcte voethouding altijd<br />
herhalen.<br />
Opgelet bij de ruglingse uitvoering: door<br />
een knie die uit het water komt of een<br />
hoofd dat wordt geheven, komt de<br />
zwemmer gemakkelijk tot een zittende<br />
houding. Het is evident dat deze<br />
remmende houding, onmiddellijk moet<br />
worden verbeterd.<br />
Technische tip bij de ruglingse<br />
uitvoeringen: Tijdens de beenbeweging<br />
crawl kan het plankje aan de heup<br />
worden gehouden. Wanneer je toelaat<br />
dat deze niet of nauwelijks met de knie
wordt aangeraakt, krijg je een goede kniebuiging als gevolg (het toepassen van tactiele<br />
verbeteringen). Wanneer je naar het plafond kijkt en je oren in het water houdt, <strong>voor</strong>kom je een<br />
zittende houding (visuele verbetering). Bij elke oefening op de rug moeten je voeten en<br />
zwembroek dichtbij het wateroppervlak zijn. De voeten hebben een bovenvermelde positie en op<br />
die manier wijzen de hielen naar de buitenkant (de zijkant van het bad).<br />
Tips bij de <strong>voor</strong>lingse uitvoering: De voeten zullen wit<br />
water maken, maar niet uit het water komen. Bij de<br />
eerste oefeningen op de buik zullen we toelaten om<br />
het aangezicht (soms langere tijd) uit het water te<br />
liften. Het ademhalingsprobleem wordt langs deze<br />
weg nog even uitgesteld. Het vormt een korte<br />
overgangsoefening naar de gestroomlijnde versie.<br />
Ademhaling<br />
Een crawlzwemmer zal inademen als de handen (of duimen) ter hoogte van de<br />
dij zijn. Het is een belangrijke vuistregel in het zwemmen dat men nooit<br />
oefeningen zal gebruiken waarbij zwemmers moeten inademen in een andere<br />
positie (bij<strong>voor</strong>beeld de armen in het verlengde van het lichaam, handen op een<br />
plankje). Tegelijk zal de zwemmer proberen om tijdens het inademen, bij alle<br />
oefeningen, zo veel mogelijk horizontaal te stroomlijnen. Wees als lesgever alert<br />
om deze twee basisprincipes correct toe te passen.<br />
Bij alle oefeningen moet dus een<br />
directe link bestaan naar het<br />
eindresultaat (een correcte crawl).<br />
Bij de symmetrische slagen (vlinder-<br />
en schoolslag) zal daarom het hoofd<br />
worden gelift om in te ademen, bij<br />
de asymmetrische zwemslagen (crawl) zal het hoofd opzij worden gedraaid.<br />
Ofwel wordt het hoofd gelift, ofwel wordt het hoofd gedraaid. Het mag en het<br />
kan nooit een combinatie van beiden zijn.<br />
Oefening 1; op de buik, met de armen naast de dij en een beenbeweging<br />
van crawl, het aangezicht in het water. Probeer steeds langer en langzamer<br />
het hoofd onder water te houden, gevolgd door steeds kortere periodes<br />
waarop het hoofd boven water komt en dus sneller moet inademen. Het<br />
hoofd draait zijwaarts, langs de lengteas van het lichaam. We oefenen<br />
zowel links als rechts.<br />
Oefening 2: de zwemmer ligt met zijn onderbuik op een plankje, het plankje<br />
mag niet worden vastgehouden met de handen (de handen bevinden zich<br />
langs de dij of op de rug). De zwemmer ligt als het ware in evenwicht op<br />
het plankje en maakt <strong>voor</strong>zichtig de beenbeweging van crawl met de juiste<br />
adembeweging. Als het plankje tijdens de ademhaling van het lichaam<br />
loskomt, wordt de adembeweging niet goed uitgevoerd. Waarschijnlijk
wordt het hoofd iets te veel rugwaarts gelift, kantelt hierdoor het lichaam<br />
en kan het plankje ontsnappen.<br />
Oefening 3: één hand op het plankje in het verlengde van het lichaam, de<br />
andere aan de dij, de zwemmer gebruikt de beenbeweging van crawl. Het<br />
hoofd draaien naar de kant waarlangs de arm afwaarts ligt. Het hoofd blijft<br />
tijdens de beenbeweging in de lengteas van het lichaam en wordt aldus<br />
gedraaid.<br />
Armbeweging crawl<br />
De zwemmer is pas klaar om met de totale beweging van crawl te als twee<br />
belangrijke <strong>voor</strong>waarden vervuld zijn. Het kind moet;<br />
• een correcte horizontale stroomlijn na de afstoot kunnen aanhouden;<br />
• de beenbeweging zonder problemen uitvoeren.<br />
Technische tips bij de uitvoering van een eerste globale<br />
uitvoering van crawl. Kijk, met het aangezicht in het<br />
water loodrecht of schuin naar de bodem. Indien de<br />
ademhaling wordt uitgevoerd moet het hoofd opzij<br />
draaien (kijk dus nooit naar <strong>voor</strong>). Start crawl altijd<br />
vanuit een gestroomlijnde positie; afstoten vanaf de<br />
muur, als je afstootsnelheid daalt, start je de<br />
beenbeweging en dan pas de armbeweging. De<br />
ademhaling wordt nog later opgestart. Op die<br />
manier krijgen we een logische, stapsgewijze<br />
opeenvolging van deelbewegingen.<br />
Oefening 4: Zwem crawl in het ondiepe instructiebad. Tracht zo weinig<br />
mogelijk armslagen te gebruiken om tot de overzijde te geraken en<br />
probeer met de vingertoppen de bodem van het zwembad aan te raken.<br />
Gebruik eventueel ook één plankje waarop je slechts één hand te rusten<br />
legt, de andere maakt een volledige lengte de armbeweging van crawl.<br />
Technische tips bij de uitvoering van oefening 4. Vanuit<br />
een zijaanzicht is het insteken ver van het hoofd.<br />
Vanuit een <strong>voor</strong>aanzicht steekt de zwemmer zijn<br />
hand in het water <strong>voor</strong> de schouder of <strong>voor</strong> het<br />
hoofd. Blijf het water wegduwen tot de je hand de<br />
dij raakt. Probeer om de twee of vier armslagen te<br />
ademen zowel links als rechts. Rechts ademen kan<br />
als de rechter duim de dij raakt. Als deze oefeningen<br />
vlot worden uitgevoerd, laat het hoofd langer onder<br />
water blijven en verkort moment waarop je met het<br />
hoofd boven water komt om in te ademen<br />
(ademritme).<br />
De arm die de crawl uitvoert, wordt ver onder het plankje <strong>voor</strong>waarts<br />
uitgestrekt, zakt dan traag en diep onder water en versnelt naarmate je<br />
dichter bij de dij komt. Tijdens deze versnelling zal je ook uitademen. Duw<br />
het water naar je voeten toe. De elleboog is tijdens de duwende beweging<br />
naar de zijkant van het bad gericht. Exact op het moment waarop de duim<br />
de dij raakt, zal je inademen. Het draaien van het hoofd moet dit moment<br />
uiteraard <strong>voor</strong>afgaan.