You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Gods ontferming: ‘B<strong>en</strong> ik ontrouw, u blijft altijd dezelfde’, gezang 160.<br />
Ds L.J.<strong>Joosse</strong> - 2011/12<br />
<strong>Preek</strong> <strong>Ester</strong> 1 <strong>en</strong> 2<br />
tekst 2: 22-23<br />
Liturgie voor de morg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st:<br />
Votum <strong>en</strong> groet – psalm 89: 1 <strong>en</strong> 3 – wetslezing – psalm 119: 28 <strong>en</strong> 29 – Schriftlezing <strong>Ester</strong> 1:<br />
1 – 5 <strong>en</strong> 2: 19–23; - psalm 90: 1 <strong>en</strong> 2 – tekstlezing Est. 2: 22-23 – preek – gezang 160: 1 <strong>en</strong> 2 –<br />
slotzang na collecte psalm 89: 5 <strong>en</strong> 6 - zeg<strong>en</strong>.<br />
Liturgie voor de middagdi<strong>en</strong>st:<br />
Votum <strong>en</strong> groet – psalm 89: 1 <strong>en</strong> 3 – Schriftlezing <strong>Ester</strong> 1: 1-5 <strong>en</strong> 2: 19-23 – psalm 90: 1 <strong>en</strong> 2<br />
– tekst Est. 2: 22-23 – preek – gezang 160: 1 <strong>en</strong> 2 – geloofsbelijd<strong>en</strong>is zing<strong>en</strong>: gezang 170 A –<br />
slotzang na collecte psalm 89: 5 <strong>en</strong> 6 – zeg<strong>en</strong>.<br />
Alle psalm<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere lieder<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit het GKV-kerkboek.<br />
Geme<strong>en</strong>te van de Here Jezus Christus,<br />
ds L.J. <strong>Joosse</strong> - 2011/12<br />
Misschi<strong>en</strong> zat u al Bijbellez<strong>en</strong>d te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: Dit is e<strong>en</strong> verhaal uit e<strong>en</strong> ver verled<strong>en</strong>. Wat<br />
kunn<strong>en</strong> we daar nog mee? Het is toch al lang voorbij? Wij lev<strong>en</strong> nu in e<strong>en</strong> totaal andere<br />
wereld! Vroeger was alles anders!<br />
Ja, dat klopt. Neem de politiek. <strong>Ester</strong> leefde onder e<strong>en</strong> dictator, wij in e<strong>en</strong> democratie.<br />
Sociaal <strong>en</strong> economisch kunn<strong>en</strong> wij terugvall<strong>en</strong> op verzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Als je ziek<br />
wordt, is er e<strong>en</strong> vangnet. Als je ge<strong>en</strong> werk hebt, heb je recht op e<strong>en</strong> uitkering. Je b<strong>en</strong>t niet<br />
meer vóór alles aangewez<strong>en</strong> op je familie of op je vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Er zijn instanties die help<strong>en</strong>, je<br />
valt terug op de sam<strong>en</strong>leving.<br />
Dat was in het Perzische rijk totaal anders. En daarin hadd<strong>en</strong> <strong>Ester</strong> <strong>en</strong> Mordechaï e<strong>en</strong><br />
bijzondere plaats. Maar hun wereld is voorbij, verled<strong>en</strong> tijd. Kun je dan aan hun lev<strong>en</strong><br />
voorbijgaan?<br />
Vergis je niet, jongelui, brs, zrs, geme<strong>en</strong>te! Want één ding is nog precies hetzelfde. Ook nu<br />
draait het in ons lev<strong>en</strong> om de vraag: hoe sta je teg<strong>en</strong>over de Here? En ook: Wat voel je voor<br />
ander<strong>en</strong>? Wat voor relatie heb je met de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om je he<strong>en</strong>? En vooral: Hoever ga je mee<br />
met de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> met wat er gedaan wordt in onze sam<strong>en</strong>leving? Hoever d<strong>en</strong>k jij <strong>en</strong> praat<br />
je mee met de m<strong>en</strong>taliteit van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vandaag?<br />
D<strong>en</strong>k het je in, vaders <strong>en</strong> moeders, dit verhaal van <strong>Ester</strong> 1 <strong>en</strong> 2. Wat zou je ervan vind<strong>en</strong> als<br />
je dochter thuis komt <strong>en</strong> zegt: ik ga meedo<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> miss-verkiezing in onze provincie? Of<br />
nog meer, als ze zegt: ik ga meedo<strong>en</strong> met de miss-world-verkiezing? Stel je voor dat je nicht<br />
naar je toekomt <strong>en</strong> zegt: ik heb me ingeschrev<strong>en</strong> voor de miss-world-verkiezing.<br />
Hoe reageer je dan? Zeg je als neef, of als vader <strong>en</strong> moeder net als Mordechaï: ‘ja, doe mee!<br />
Dat komt mij goed uit om nog meer carrière te mak<strong>en</strong> in de kring van koning Ahaveros’? Of<br />
zou je zegg<strong>en</strong>: zoek het zelf maar uit! Je b<strong>en</strong>t voor jezelf verantwoordelijk. Je moet het zelf<br />
wet<strong>en</strong>? Wat zeg je als ouders als je weet dat je dochter dan ge<strong>en</strong> tijd heeft om naar de kerk<br />
te gaan <strong>en</strong> nerg<strong>en</strong>s aan mee te do<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te? Zeg je dan: prima hoor! Ga net als
<strong>Ester</strong> e<strong>en</strong> jaar lang aan jezelf werk<strong>en</strong>. Volg allerlei massages <strong>en</strong> cursuss<strong>en</strong> voor huid- <strong>en</strong><br />
lichaamsverzorging om er vooral prachtig uit te zi<strong>en</strong>?<br />
Wat doe je, als je dan vooruit weet, zoals Mordechaï, dat je kind of je nicht totaal ge<strong>en</strong> tijd<br />
heeft om naar de kerk te gaan, laat staan twee keer op e<strong>en</strong> zondag. E<strong>en</strong> jaar lang zelfs niet<br />
toekomt aan wat voor Bijbelstudie ook. Ge<strong>en</strong> catechisatie, ge<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging of persoonlijk<br />
Bijbellez<strong>en</strong>. Ze zal zes maand<strong>en</strong> lang volledig bezig zijn met e<strong>en</strong> soort massage-oliebad. En na<br />
e<strong>en</strong> half jaar ondergaat ze nog e<strong>en</strong>s weer zes maand<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander soort bad om er<br />
uiteindelijk zo goed uit te zi<strong>en</strong> dat ander<strong>en</strong> versteld staan over haar uiterlijk.<br />
Ongetwijfeld besteedt u ook aandacht aan u zelf, jullie ook jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes <strong>en</strong> u, brs <strong>en</strong><br />
zrs. Daar is op zich niets mis mee. Maar ga jij vandaag zover met je wereld mee? Gebruik je<br />
alle middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle tijd om er uit te zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> of andere ster?<br />
L.J.<strong>Joosse</strong>-2011/12<br />
Wat zijn er ook vandaag veel mogelijkhed<strong>en</strong>. Je kunt e<strong>en</strong> facelift krijg<strong>en</strong>, meedo<strong>en</strong> met<br />
wellness <strong>en</strong> fitness activiteit<strong>en</strong>. Je kunt dus ook nu opgaan in jezelf <strong>en</strong> je lichaams- <strong>en</strong><br />
huidverzorging! Of b<strong>en</strong> je als christ<strong>en</strong> gewoon tevred<strong>en</strong> met jezelf, omdat je je voor alles e<strong>en</strong><br />
kind van de Here weet? Daar komt nog iets bij.<br />
In deze twee hoofdstukk<strong>en</strong> vind je bij <strong>Ester</strong> noch bij neef Mordechaï ook maar iets van e<strong>en</strong><br />
of andere betrokk<strong>en</strong>heid bij de kerk, betrokk<strong>en</strong>heid bij Jeruzalem. Zeg maar bij kerkopbouw<br />
of bij dat waar de geme<strong>en</strong>te, Gods volk mee bezig is.<br />
Mordechaï adviseerde <strong>Ester</strong> zelfs: Zeg niet dat je naar de kerk gaat <strong>en</strong> vooral niet dat je bij<br />
Gods volk hoort: verzwijg dat. Zeg ook niet dat je joodse familie hebt.<br />
Zegg<strong>en</strong> jullie, jongelui, brs <strong>en</strong> zrs, zoiets teg<strong>en</strong> elkaar: Laat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om je he<strong>en</strong> niet wet<strong>en</strong><br />
dat je naar de kerk geweest b<strong>en</strong>t? Dat kan inderdaad immers nadelig zijn!<br />
Daarom ligt hier e<strong>en</strong> diepe vraag voor ons allemaal. Niet voor onszelf alle<strong>en</strong>, maar vooral als<br />
je d<strong>en</strong>kt aan de Here God. Hoe kan de Here, de God van Israël, zich met deze twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
inlat<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>? Dus kerkm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die zich op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele manier voor de<br />
kerk inspand<strong>en</strong>. Het lijkt wel of het ze niets kan schel<strong>en</strong> wat er met de geme<strong>en</strong>te, met Gods<br />
volk gebeurt!<br />
Die vraag br<strong>en</strong>gt ons tot de kern van dit verhaal. En als we dit eerlijk lez<strong>en</strong>, hoor je de stem<br />
van Gods evangelie. Dit verhaal draait nog altijd hierom: God ontfermt zich over zijn volk.<br />
Dat klinkt bijvoorbeeld ook door in psalm 90 <strong>en</strong> in gezang 160, zoals we psalm 90 zong<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
straks gezang 160 gaan zing<strong>en</strong>. Daarom nu de boodschap van onze tekst:<br />
Onze redding of verlossing rust op Gods ontferming.<br />
Daaruit ler<strong>en</strong> we minst<strong>en</strong>s tweeërlei:<br />
(1) God spaart wie Hij wil; anders gezegd: Hij laat in lev<strong>en</strong> wie Hij wil;<br />
(2) God draagt op de hand<strong>en</strong> wie Hij liefheeft, draagt h<strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eeuw<strong>en</strong> door<br />
Onze tekst vertelt allereerst dat God voor koning Ahasveros zorgt. God zorgt ervoor dat de<br />
koning in lev<strong>en</strong> blijft <strong>en</strong> aan de macht blijft. Hij liep gevaar. En hij niet alle<strong>en</strong>. Dat gold ook<br />
<strong>Ester</strong> <strong>en</strong> Mordechaï. Lat<strong>en</strong> we daar goed bij stil staan.<br />
Als je de eerste twee hoofdstukjes van dit boek leest, kun je d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: het begon zo prachtig<br />
voor die twee. Maar aan het eind van het tweede hoofdstuk rijst de vraag: gaat het mis?<br />
Loopt het nu fout voor alle drie: Ahasveros, <strong>Ester</strong> <strong>en</strong> Mordechaï? Kijk naar deze drie<br />
belangrijke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />
<strong>Ester</strong> is in gevaar. Je kunt d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan geslachtsziekt<strong>en</strong> (2:19). Weer e<strong>en</strong> hele rij meisjes of<br />
jonge vrouw<strong>en</strong> wordt er geselecteerd om het bed te del<strong>en</strong> met de koning. <strong>Ester</strong> krijgt
concurr<strong>en</strong>tie. Maar dat wist zij van te vor<strong>en</strong>. Zij zou niet de eerste zijn, ook niet de laatste die<br />
het bed met de koning zou del<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is er meer aan de hand dan ev<strong>en</strong>tuele jaloezie<br />
van andere jonge vrouw<strong>en</strong>, of problem<strong>en</strong> met geslachtsziekt<strong>en</strong>.<br />
Haar positie, zelfs haar lev<strong>en</strong> loopt gevaar. Als het plan slaagt om de koning te dod<strong>en</strong>, waar<br />
blijft zij dan? Dan is ze haar positie, mogelijk haar lev<strong>en</strong> kwijt.<br />
En hoe staat het met Mordechaï?<br />
Er staat in onze tekst dat <strong>Ester</strong> het plan aan de koning moet doorspel<strong>en</strong>. Het staat er<br />
letterlijk <strong>en</strong> opzettelijk: nam<strong>en</strong>s Mordechaï moet ze dat do<strong>en</strong>. Mordechaï wil er zelf beter<br />
van word<strong>en</strong>. Hij wil de informatie over dat slechte plan uitbuit<strong>en</strong>. Dat is echt weer<br />
Mordechaï. Hij heeft hard gewerkt om hoog op de maatschappelijke ladder te kom<strong>en</strong>.<br />
Daarom zei hij eerder tot <strong>Ester</strong>: doe mee met die miss-verkiezing. Het was voordelig voor<br />
hem. Het bracht hem tot in de koningspoort, zie vers 19 <strong>en</strong> nog weer vers 21: het is de tijd<br />
dat Mordechaï in de poort van de koning zat. Dat is ge<strong>en</strong> opmerking om ons te lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong><br />
waar die man de hele dag uithing! Nee, de bedoeling is om te vertell<strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong> publieke<br />
<strong>en</strong> zeer hoge functie had gekreg<strong>en</strong>. Hij was onderdeel geword<strong>en</strong> van de hofhouding. En dat<br />
in het grote wereldrijk van de Perz<strong>en</strong>! Zo wist hij wat er aan het hof speelde. Wat er gedaan,<br />
gezegd, zelfs gefluisterd werd.<br />
Onze tekst zegt dat <strong>Ester</strong> nam<strong>en</strong>s Mordechaï naar de koning moet. Zij di<strong>en</strong>t de koning nu<br />
duidelijk te mak<strong>en</strong> dat zij geheime info heeft van Mordechaï. Dat was voor <strong>Ester</strong> riskant. Het<br />
ging immers om intieme, vertrouwelijke informatie!<br />
De koning kon achterdochtig word<strong>en</strong>. Hij kon gaan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: wat hééft mijn vrouw met die<br />
man in mijn hofhouding? Zij heeft zelfs gevoelige, geheime <strong>en</strong> vertrouwelijke informatie van<br />
hem. De koning werd echter volledig in<br />
L.J.<strong>Joosse</strong>-2011/12<br />
beslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de inhoud van de boodschap. Hij lette niet op wie dit meedeelde,<br />
maar op wàt er werd verteld.<br />
Mordechaï wilde hem dit lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. Hij liep ook gevaar. Ga maar na. Als het plan van die<br />
twee bodyguards die dag <strong>en</strong> nacht bij de koning war<strong>en</strong>, slaagt, dan is Mordechaï zijn baan<br />
kwijt <strong>en</strong> zijn lev<strong>en</strong> niet zeker. Revolutie betek<strong>en</strong>t dat de koning met al zijn medestanders uit<br />
de weg word<strong>en</strong> geruimd. Nieuwe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> grijp<strong>en</strong> de macht, de vorige elite wordt<br />
opgeruimd! Rek<strong>en</strong> maar! Mordechaï heeft er alle belang bij dat het plan wordt verijdeld. En<br />
hij wil bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de koning lat<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat de ontdekking aan hem te dank<strong>en</strong> is!<br />
En nu Ahasveros. Zeker hij loopt gevaar. Maar het plan is dus gelekt <strong>en</strong> ontdekt. De koning<br />
neemt de info serieus. Hij laat het uitzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> neemt maatregel<strong>en</strong>.<br />
Dus is ook vandaag nog de vraag: Waarom liet de Here deze koning met zijn hofhouding in<br />
lev<strong>en</strong>? Daarop is het antwoord: omdat de Here doet wat Hij zegt, wat Hij toezegt! Dat is zeer<br />
verstroost<strong>en</strong>d als je begrijpt wat hier wordt verteld! Wat hier wordt op<strong>en</strong>gelegd. Dan gaat<br />
de wereld van God voor je op<strong>en</strong>!<br />
We begonn<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> bij vers 1 van hoofdstuk 1. Want dit Bijbelboek <strong>en</strong> onze tekst is te<br />
begrijp<strong>en</strong> vanuit heel het Oude Testam<strong>en</strong>t. Dit verhaal staat in het kader van al wat tevor<strong>en</strong><br />
is gezegd <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>. Jesaja profeteerde het: er komt e<strong>en</strong> Perzische machthebber op de<br />
troon van deze wereld die Israël alle ruimte zal gev<strong>en</strong> om de kerk, de tempel weer op te<br />
bouw<strong>en</strong>.<br />
Hoe zat die tijd in elkaar? Kond<strong>en</strong> <strong>Ester</strong> <strong>en</strong> Mordechaï meedo<strong>en</strong> met de kerk <strong>en</strong> zich<br />
inspann<strong>en</strong> voor de geme<strong>en</strong>te, voor de herbouw van Jeruzalem?
Het antwoord is: ja! De ballingschap was immers voorbij: 70 jaar lang zou Israël ballingschap<br />
ondergaan om zijn onverschilligheid <strong>en</strong> zonde te boet<strong>en</strong>. Maar na 70 jaar zou er e<strong>en</strong> andere<br />
tijd aanbrek<strong>en</strong>. Dat is de tijd van <strong>Ester</strong>. Het Perzische rijk was doorgebrok<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vervulling<br />
van Gods toezegging was aangebrok<strong>en</strong>. Daarin past het verhaal van <strong>Ester</strong>.<br />
Enige tijd geled<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> twee profet<strong>en</strong> met Davids nakomeling Sesbazar gezegd: we gaan<br />
terug! De tempel mag <strong>en</strong> moet herbouwd word<strong>en</strong> in Jeruzalem. Dat hadd<strong>en</strong> die twee<br />
profet<strong>en</strong> Haggaï <strong>en</strong> Zacharia sam<strong>en</strong> met Sesbazar met veel pijn <strong>en</strong> moeite voor elkaar<br />
gekreg<strong>en</strong>. De tempel was hersteld.<br />
De duivel zal in die tijd hebb<strong>en</strong> gedacht: ‘daar staat wel e<strong>en</strong> gebouw, e<strong>en</strong> mooie kerk voor de<br />
eredi<strong>en</strong>st. Maar ik zal zorg<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> dat het gebouw leeg blijft!’<br />
In de tijd van <strong>Ester</strong> gaat satan op pad om het volk te vernietig<strong>en</strong>, uit te roei<strong>en</strong>. Als dat plan<br />
doorgaat, is er ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s meer in de kerk voor de offerdi<strong>en</strong>st in Jeruzalem, ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
meer voor de kerkdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van Gods volk.<br />
Welnu, het boek <strong>Ester</strong> vertelt ons: het volk blijft bestaan!<br />
Na <strong>Ester</strong> komt het boek Ezra. Hij zegt: we lev<strong>en</strong> nog <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ook naar Jeruzalem terug.<br />
Want de tempel is er <strong>en</strong> het volk is in lev<strong>en</strong> geblev<strong>en</strong>. Maar het volk moet gaan lév<strong>en</strong> naar<br />
de wet van Mozes. Het lev<strong>en</strong> van de jod<strong>en</strong> moet onder beslag kom<strong>en</strong> van Gods heerschappij.<br />
Daarom ging Ezra ev<strong>en</strong> later in Jeruzalem aan het werk. Hij wilde na <strong>Ester</strong> alles voor de<br />
gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> huwelijk<strong>en</strong> van Gods volk op orde br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. En wel zo, dat ieder zou lev<strong>en</strong> naar<br />
wat Mozes had geleerd.<br />
En dan weer zo’n 20 à 30 jaar later zegt Nehemia: nu nog de stád Jeruzalem. Ook hij gaat aan<br />
de slag. Met als gevolg dat de mur<strong>en</strong> van Jeruzalem uit het puin verrijz<strong>en</strong>.<br />
Zie je nu de Here voor je, geme<strong>en</strong>te, jongelui? Israël zou 70 jaar word<strong>en</strong> gegijzeld door de<br />
macht<strong>en</strong> op aarde. Hij had toegezegd dat e<strong>en</strong> Perzische koning aan Israël vrijheid van religie<br />
zou teruggev<strong>en</strong>. Maar als Israël uit gijzeling wil vrijkom<strong>en</strong>, moet er e<strong>en</strong> losprijs word<strong>en</strong><br />
betaald. Zo beloofde God zelf die losprijs te betal<strong>en</strong>. Dat had Jesaja geprofeteerd.<br />
<strong>Ester</strong> begint dan ook in vers 1 van hoofdstuk 1 mete<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong>: God vervult letterlijk wat<br />
Hij heeft gezegd. Kijk maar: De losprijs die Jesaja noemde, vind je terug in Est. 1:1. Het wordt<br />
letterlijk vervuld. Dat zie je op<strong>en</strong> gaan als je Jesaja 43 (vers 14) vergelijkt met <strong>Ester</strong> 1 vers 1.<br />
Daar staat het: Vanuit het oost<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> zal de beloofde Perzische vorst reger<strong>en</strong> van India af<br />
over het midd<strong>en</strong>-oost<strong>en</strong> he<strong>en</strong> tot ver in het west<strong>en</strong> in Egypte, zelfs tot in diep Afrika,<br />
namelijk tot in Nubië toe.<br />
Met andere woord<strong>en</strong>, God gaf Ahasveros zijn grote wereldmacht. En dat als losprijs voor<br />
Israël om de kerkdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> Israël in lev<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong>! Daarom liet God deze<br />
koning in lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaf Hij hem uitgebreide macht in de wereld. God had deze koning als<br />
losprijs zijn grote macht beloofd om Israël in lev<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong>.<br />
Dáárom gaat het geplande feest van de bodyguards niet door. Zij krijg<strong>en</strong> de doodstraf! En<br />
straks blijkt dat God onder deze koning zijn volk in lev<strong>en</strong> laat, al is dat dan ook niet aan<br />
Ahasveros zelf te dank<strong>en</strong>! De Here laat in lev<strong>en</strong> wie Hij wil overe<strong>en</strong>komstig zijn plan.<br />
Let op, geme<strong>en</strong>te. Nu gaan we Gods ontferming niet omdraai<strong>en</strong>.<br />
Je zou bij <strong>Ester</strong>, Mordechaï <strong>en</strong> Ahasveros kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: God laat h<strong>en</strong> in lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij<br />
kunn<strong>en</strong> gewoon hun eig<strong>en</strong> gang blijv<strong>en</strong> gaan. Dat kan ik dus ook. Alsof je lekker kunt blijv<strong>en</strong><br />
lev<strong>en</strong> zonder dat je je bij de kerk betrokk<strong>en</strong> voelt. Alsof je over God het idee kunt hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dat idee kunt doorvertell<strong>en</strong>: Als er e<strong>en</strong> God bestaat, zal Hij mij toch ook wel e<strong>en</strong> keer<br />
aannem<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich over mij ontferm<strong>en</strong>!<br />
L.J.<strong>Joosse</strong> -2011/12
Je kunt niet met de hand op dit Bijbelboekje zegg<strong>en</strong>: als er e<strong>en</strong> God is, dan ontfermt Hij zich<br />
wel e<strong>en</strong> keer over mij. Ik kan gewoon mijn gang gaan, bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> <strong>en</strong> volledig<br />
aandacht gev<strong>en</strong> aan mijzelf, of het nu je huid betreft, je lichaam, je carrière of iets anders.<br />
Nee, lees dit wel eerlijk: God laat inderdaad lev<strong>en</strong> wie Hij wil.<br />
Maar dat is ge<strong>en</strong> vrijbrief je eig<strong>en</strong> gang te blijv<strong>en</strong> gaan. Lees het verhaal om des te meer te<br />
beseff<strong>en</strong> hoe blij God is met jou, wie je ook b<strong>en</strong>t. Hij ontfermt zich over jou, over onze<br />
wereld.<br />
Dan besef je: het is g<strong>en</strong>ade dat ik leef, dat ik e<strong>en</strong> lichaam heb, goed werk, e<strong>en</strong> baan heb, etc.<br />
etc.<br />
Dan leef je t<strong>en</strong> diepste niet uit de recht<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s zoals vel<strong>en</strong> om je he<strong>en</strong>. Zij zegg<strong>en</strong><br />
vaak zoiets in hun hart: Als je gelooft, verdi<strong>en</strong> je het dat God naar je omziet. Nietwaar?<br />
Het kan zo gemakkelijk dat je met de sam<strong>en</strong>leving t<strong>en</strong> diepste meegaat <strong>en</strong> meed<strong>en</strong>kt. Als er<br />
e<strong>en</strong> ongeluk gebeurt, of je raakt ziek, kun je d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> vanuit m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>. In de trant van:<br />
dat mag mij niet gebeur<strong>en</strong>. Dit past niet bij mijn lev<strong>en</strong>. Want ik heb recht op e<strong>en</strong> goed lijf, op<br />
e<strong>en</strong> gave huid, op e<strong>en</strong> goede opvoeding <strong>en</strong> op succes, etc.<br />
Is de Here, is zijn belofte dan e<strong>en</strong> soort lev<strong>en</strong>sverzekering dat je niets overkomt? Nee, elke<br />
dag <strong>en</strong> elke morg<strong>en</strong>, ’s avonds laat <strong>en</strong> ’s nachts d<strong>en</strong>k je, als je echt gelooft <strong>en</strong> op God<br />
vertrouwt: Jezus heeft het voor mij verdi<strong>en</strong>d dat ik leef, <strong>en</strong> dat ik dit of dat ontvang. Jezus<br />
heeft het voor mij verdi<strong>en</strong>d dat ik dit of dat meemaak, of niet.<br />
Elke dag zie je dan Gods ontferming over je, als de werkelijke red<strong>en</strong> dat je leeft <strong>en</strong> bestaat,<br />
dat je werk hebt, e<strong>en</strong> lichaam <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ziel.<br />
Daarom is het belangrijk nog ev<strong>en</strong> verder te kijk<strong>en</strong> naar onze tekst: God draagt zijn volk op<br />
de hand<strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eeuw<strong>en</strong> door, omdat Hij ons liefheeft.<br />
De koning onderzocht of het bericht klopte. Het bleek waar te zijn. De twee betrokk<strong>en</strong><br />
mann<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> paal gespietst. Dat was to<strong>en</strong> de manier om de doodstraf te<br />
voltrekk<strong>en</strong>.<br />
Straks overkomt het Haman, terwijl hij dacht Mordechaï te kunn<strong>en</strong> spiets<strong>en</strong>.<br />
Onze tekst zegt: In het bijzijn van de koning werd dit moord<strong>en</strong>aarsplan van de twee<br />
bodyguards g<strong>en</strong>oteerd in de Perzische kroniek<strong>en</strong>. En dan staat er e<strong>en</strong> punt. Is dat niet<br />
veelzegg<strong>en</strong>d? Dat was toch niet normaal. Dat klopt toch niet?<br />
Je kunt begrijp<strong>en</strong> dat de koning er zelf bij wil zijn. Het wordt niet in e<strong>en</strong> van de vele<br />
vertrekk<strong>en</strong> of zal<strong>en</strong> van het paleis door e<strong>en</strong> of andere secretaris opgeschrev<strong>en</strong>. Dat had<br />
gekund. E<strong>en</strong> secretaris zal hebb<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>. Er staat letterlijk: ‘in het bijzijn van de koning’<br />
wordt het g<strong>en</strong>otuleerd. En dan volgt er …? Niets! Ja, nog e<strong>en</strong> punt!<br />
Er zijn verklaarders die m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat dit stukje van hoofdstuk 2 vanaf vers 19 er e<strong>en</strong> beetje bij<br />
hangt. Alsof hier ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zijweg wordt ingeslag<strong>en</strong>. Het zou in dit boekje gaan om <strong>Ester</strong> <strong>en</strong><br />
Mordechaï, ook om het volk, Israël.<br />
Maar het gaat, d<strong>en</strong>k ik, niet minder om Ahasveros. In onze tekst vind<strong>en</strong> we zelfs de sleutel<br />
voor het vervolg. Straks zal word<strong>en</strong> verteld dat de koning onrustig wordt, niet kan slap<strong>en</strong>.<br />
Dan blijkt dit verhaal e<strong>en</strong> keerpunt in te luid<strong>en</strong> voor Gods volk, voor de kerk.<br />
Nogmaals, waarom staat er e<strong>en</strong> punt?<br />
Mordechaï zal toch e<strong>en</strong> beloning hebb<strong>en</strong> verwacht. En hebb<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong>? Het was<br />
hem er toch om te do<strong>en</strong> dat de koning van <strong>Ester</strong> zou hor<strong>en</strong>, dat hij(!) het plan had ontdekt?<br />
De koning had het aan hem te dank<strong>en</strong> dat het werd verijdeld. Dan verwacht je daar toch wat<br />
voor terug? Ja, dat was ook to<strong>en</strong> normaal! Net als vandaag.
Als je echt je best doet voor je ouders, dan verwacht je toch e<strong>en</strong> blijk van waardering? En op<br />
school verwacht je toch ook iets terug? Als jij ervoor zorgt dat het lev<strong>en</strong> op school niet<br />
geterroriseerd wordt door de verkeerde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>? Zo gaat dat toch ook op je werk in de<br />
sam<strong>en</strong>leving? Als jij je inzet voor jouw bedrijf, het zelfs van de ondergang redt, dan is het<br />
toch normaal dat je e<strong>en</strong> beloning, misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lintje krijgt?<br />
Jongelui, geme<strong>en</strong>te, zie je het voor je? De secretaris legt zijn p<strong>en</strong> neer. De koning kijkt<br />
tevred<strong>en</strong> naar wat er geschrev<strong>en</strong> is. Dat is alles, zegt onze tekst! Het staat g<strong>en</strong>oteerd hoor, ja<br />
dat wel, maar dat alle<strong>en</strong>! Mordechaï’s naam staat in de boek<strong>en</strong>.<br />
ds L.J.<strong>Joosse</strong> – 2011/12<br />
Maar vanaf het begin in de Bijbel lees je dat het gewoonlijk anders ging.<br />
D<strong>en</strong>k aan Jozef. Hij stond, goed aangekleed, voor Farao. Hij had de drom<strong>en</strong> uitgelegd van<br />
zev<strong>en</strong> jaar overvloed <strong>en</strong> zev<strong>en</strong> jaar ell<strong>en</strong>de voor vel<strong>en</strong> van hoog tot laag in het midd<strong>en</strong>oost<strong>en</strong>.<br />
De koning was hem erg dankbaar voor zijn uitleg. Hij beloonde Jozef. Hij werd<br />
onderkoning, maar dat bedoel ik niet.<br />
Daar ging, zegt Mozes in G<strong>en</strong>. 41, iets aan vooraf. De koning zei: ‘neem deze jongeman, zet<br />
hem op e<strong>en</strong> paard, rijdt hem de stad rond. Laat iemand voor hem uitgaan <strong>en</strong> luidroep<strong>en</strong><br />
door de strat<strong>en</strong>: Zo doet de koning met wie hem liefheeft, wie zijn belang<strong>en</strong> goed behartigt.’<br />
Dat overkwam Jozef in de hoofdstad van Egypte. Datzelfde gebeurde met Mordechaï. Maar<br />
niet mete<strong>en</strong>!<br />
Ahasveros kon naderhand niet slap<strong>en</strong>, lag onrustig te woel<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> riep hij e<strong>en</strong> knecht <strong>en</strong><br />
vroeg: ‘lees me wat voor’. De knecht pakte de kroniek<strong>en</strong>. Hij sloeg precies op wat wij nu voor<br />
ons hebb<strong>en</strong>. Dit verhaal.<br />
Was dat toeval? Nee, beslist niet. De koning vroeg to<strong>en</strong> nog onrustiger: ‘staat er verder<br />
niets? Welke beloning kreeg die man Mordechaï?’ Niets, zo is het antwoord. De koning<br />
voelde onmiddellijk dat hij iets had nagelat<strong>en</strong>. Dat moest hersteld!<br />
Haman werd erbij geroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> kreeg de vraag voorgeschoteld: ‘wat voor beloning past zo<br />
iemand?’ Het antwoord van Haman paste helemaal in hun traditie. Haman zei: ‘Zo iemand<br />
moet op het koninklijke paard rondgered<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan het volk getoond word<strong>en</strong>. Dat overkwam<br />
Mordechaï to<strong>en</strong> inderdaad.<br />
Begrijpt u het? Ja toch? Het is op Gods tijd dat Mordechaï werd verhoogd! Hij moest geduld<br />
hebb<strong>en</strong>. Hij moest wacht<strong>en</strong> tot God hem bij wijze van sprek<strong>en</strong> op het paard tilde <strong>en</strong> door de<br />
strat<strong>en</strong> droeg.<br />
In dit alles zi<strong>en</strong> we Gods beloning <strong>en</strong> liefde werkelijkheid word<strong>en</strong>. Althans, in onze tekst nu<br />
nog ev<strong>en</strong> niet! Dat is ook veelzegg<strong>en</strong>d.<br />
God laat op zijn tijd letterlijk zi<strong>en</strong> wie Hij liefheeft <strong>en</strong> zeg<strong>en</strong>t!<br />
Zo vergaat het ons toch ook? Als wij bidd<strong>en</strong> tot God dan gaan we in ons gebed de Here toch<br />
niet voorschrijv<strong>en</strong> wanneer de verhoring moet intred<strong>en</strong>? Voor Hem d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> op<br />
welke tijd wij goede middel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de juiste therapie om van ziekte te word<strong>en</strong><br />
verlost? En wanneer de g<strong>en</strong>ezing zal volg<strong>en</strong>, of wanneer ons succes zeker zal zijn?<br />
Schrijv<strong>en</strong> wij niet vaak onbewust aan Hem onze tijd voor, het mom<strong>en</strong>t dat wij de gevolgde<br />
therapie gezeg<strong>en</strong>d will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>? Zijn wij niet vaak ongeduldig? Je geeft je in dat alles toch t<strong>en</strong><br />
diepste over aan de tijd die God voor jou bepaalt? Want het is aan Hem om het mom<strong>en</strong>t van<br />
ons succes te bepal<strong>en</strong>. En de tijd dat we e<strong>en</strong> goed <strong>en</strong> gezond bestaan zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> onder<br />
de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />
Zie je hoe bemoedig<strong>en</strong>d deze tekst is? Hoe diep <strong>en</strong> wonderlijk goed dit alles naar God wijst?<br />
Ons verhaal tek<strong>en</strong>t het gewone do<strong>en</strong> van voorname m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Daarin voel je de boodschap<br />
voor iedere<strong>en</strong> van hoog tot laag, vroeger <strong>en</strong> nu, voor de kerk van alle tijd<strong>en</strong>!
Wij ontvlucht<strong>en</strong> ook onze wereld niet. We do<strong>en</strong> als <strong>Ester</strong> <strong>en</strong> Mordechaï met de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, met<br />
onze sam<strong>en</strong>leving mee. We mak<strong>en</strong> gebruik van de middel<strong>en</strong>, ook om er goed uit te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
zo mooi mogelijk over te kom<strong>en</strong>. Maar ligt daarin jouw rust <strong>en</strong> zekerheid, jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />
meisjes, brs <strong>en</strong> zrs?<br />
Nee, t<strong>en</strong> diepste heb je rust door Godsvertrouw<strong>en</strong>, door de zekerheid dat God doet wat Hij<br />
jou, o.a. bij je doop, heeft beloofd, toch? Hij zorgt dat je elke dag op tijd kunt opstaan, dat je<br />
kunt lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> op zijn(!) tijd ontvangt wat je nodig hebt.<br />
Lat<strong>en</strong> we dan in geloof zing<strong>en</strong> wat zoveel eeuw<strong>en</strong> voor ons geklonk<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> wat hopelijk<br />
ook nog na ons gezong<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong>. Ik doel op wat gezang 160 onder woord<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt.<br />
Lat<strong>en</strong> we zorg<strong>en</strong> dat de kerk<strong>en</strong> niet leeg rak<strong>en</strong>. Maar dat Gods volk leeft in Godsvertrouw<strong>en</strong>.<br />
Dat we er sam<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> sam<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong> om elke dag <strong>en</strong> elke nacht God te prijz<strong>en</strong>. Zijn<br />
ontferming, Zijn g<strong>en</strong>ade te prijz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat tot in eeuwigheid!<br />
Am<strong>en</strong>