10.09.2013 Views

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

Korte Verklaring der Heilige Schrift DE KLEINE PROFETEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

uitwendige heerlijkheid van den tempel (daarom kan ook al wat tot die uitwendige heerlijkheid heeft<br />

medegewerkt, tot de vervulling worden gerekend; al is aan de an<strong>der</strong>e zijde in het oog te houden, dat<br />

ook deze profetie naar haar diepste wezen een geestelijke strekking heeft; zie beneden). — Terwijl<br />

dus alle aardse macht en grootheid ineenstort, zal Jeruzalems tempel luister ontvangen; de grote<br />

Heilstijd breekt aan (zie ook vs. 10). Natuurlijk is de HEERE van dit alles de Werker, daarom volgt er<br />

nog: "en Ik zal dit huis met heerlijkheid vervullen". Bij "heerlijkheid" zon<strong>der</strong> na<strong>der</strong>e toevoeging kan<br />

niet worden gedacht aan de "heerlijkheid des HEEREN", die den tabernakel en den tempel van<br />

Salomo bij de inwijding vervulde, Ex. 40:34 v., 1 Kon. 8:10 v.; de profeet spreekt van de uitwendige<br />

heerlijkheid, vgl. vs. 9 en ook vs. 4. Natuurlijk wordt de geestelijke vervulling door Christus' komst<br />

hiermede niet ontkend, zie beneden.<br />

Vs. 9 zegt, dat het vervullen van dit huis met heerlijkheid voor den HEERE niet te groot is, omdat al<br />

het zilver en het goud <strong>der</strong> aarde Hem behoort. Israel late zich niet ontmoedigen door zijn armoede;<br />

het heeft een rijken God; en wanneer zij Hem eren door het bouwen van zijn tempel, zij het met<br />

geringe middelen, dan zorgt Hij zelf voor de heerlijkheid, en eert Hij ook zijn volk.<br />

Zo zal dus — vs. 10 — de herbouwde tempel geen min<strong>der</strong>e, maar een meer<strong>der</strong>e heerlijkheid<br />

bezitten dan de tempel van Salomo 1 . Tegelijk daarmede zal de HEERE in "deze plaats", d.i. Jeruzalem,<br />

"vrede" geven, d.w.z. welvaren, heil in vollen zin, dat door geen leed meer on<strong>der</strong>broken en door<br />

geen vijand meer verstoord wordt, vgl. Mi. 4 : 1 vv.<br />

Wat de vervulling betreft, is duidelijk, dat het in beweging brengen van hemel en aarde heenwijst<br />

naar den jongsten dag, vgl. Hebr. 12:26 vv. Daarnaast echter valt te constateren, dat van de<br />

voorzegging aangaande de beweging in de volkerenwereld een aanvankelijke vervulling is te zien in<br />

de beroeringen, teweeggebracht door het feit, dat de Perzische wereldmacht plaats moest maken<br />

voor de Macedonische en deze weer voor de Romeinse, en voorts in alle reeds gekomen of nog te<br />

komen beroeringen <strong>der</strong> volken, die alle slechts het voorspel vormen van het grote wereldgericht.<br />

[21] Soortgelijk staat het met de heilsbelofte onzer profetie. Ook deze vindt haar volkomen vervulling<br />

eerst in de heilsvoleinding, wanneer de heerlijkheid van de koningen <strong>der</strong> aarde en van de volken in<br />

het nieuwe Jeruzalem zal worden ingebracht, Openb. 21:24, 26. Wel zal daar geen uiterlijke tempel<br />

meer zijn, Openb. 21:22, maar toch kan onze tempel-profetie in die "Stad zon<strong>der</strong> tempel" haar<br />

vervulling vinden, omdat datgene, wat van den aardsen tempel de geestelijke werkelijkheid<br />

uitmaakte (het wonen Gods on<strong>der</strong> zijn volk) daar wel ter dege, en daar alleen volkomen, wordt<br />

gevonden, vgl. Openb. 21:3 ("zie de tabernakel Gods is bij de mensen") en vs. 22 ("de Heere, de<br />

almachtige God, is haar tempel, en het Lam").<br />

Ook hier echter zou de vervulling een geschiedenis doorlopen; en deze zou zelfs reeds in Haggai's<br />

eigen dagen haar aanvang nemen. Tegenover de moedeloosheid, die er niets van verwachtte, heeft<br />

het profetisch woord doorlopend, ook van den aanvang af, gelijk gekregen. Dat het zilver en het<br />

goud es HEEREN is, kwam reeds uit in Darius' beschikking, om de kosten van den bouw en ook die<br />

van den offerdienst, uit de staatskas te bestrijden, Ezra 6:8 vv.; evenzo in de schenkingen, waarmede<br />

koning Artaxerxes en zijn raadsheren Ezra bij zijn tocht naar Jeruzalem begiftigden, Ezra 7:15; en<br />

later in het uiterlijke schoon, waardoor "de tempel van Herodes" zich kenmerkte, Mark. 13:1. Wel<br />

heeft men gemeend, dat dit laatste, zover het aan Herodes was te danken, niet als een vervulling<br />

onzer profetie kan worden beschouwd, omdat Herodes de verfraaiing van den tempel niet uit liefde<br />

tot Israels God on<strong>der</strong>nam. Maar hiertegenover is op te merken, dat dit bij Darius en Artaxerxes toch<br />

ook wel te betwijfelen is; en voorts, dat al wat Herodes deed, toch geschiedde naar den raad en het<br />

bestel Gods, en inzover ook als een (gedeeltelijke) vervulling van vs. 8 vv. kan worden gezien.<br />

1 Eigenlijk spreekt de profeet (althans naar de door ons gevolgde vertaling) weer van één tempel, en zegt dan,<br />

dat die éne tempel in de toekomst een grotere heerlijkheid zal hebben dan hij in het verleden heeft gehad. Zie bij<br />

vs. 4. (Intussen kan men ons vers ook vertalen: "de heerlijkheid van dit laatste huis zal groter zijn dan van het<br />

eerste").<br />

12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!