Bijlage 7 Ontwerpnota veerpont 't Schouw - Gemeente Waterland

3. BESCHRIJVING PER PROJECT
3.1. Risico’s
3.1.1. Verplaatsen veerpont naar aangewezen plangebied
Het aangewezen plangebied bevat een aantal mogelijke risico’s. Na het raadplegen van
het bodemloket is naar voren gekomen dat in het plangebied een mogelijke bodemverontreiniging
aanwezig is. Het reeds uitgevoerde bodemonderzoek geeft hier meer uitsluitsel
over. Op basis van de eerste gegevens lijkt nader onderzoek noodzakelijk.
Variant 1a uit de variantenstudie ligt nabij een bestaande zinker van UPC/Colt. De exacte
ligging is in de DO-fase exact bepaald en toegevoegd aan het DO. In het DO is een minimale
afstand van 5,0 meter tussen nieuwe objecten in de ondergrond en de zinker aangehouden.
Er zijn bij de opdrachtgever en de firma Evenboer geen technische tekeningen en uitgebreide
technische installaties van de veerpont bekend. De scheepswerf Damen beschikt
wel over een technische tekening van het zusterschip. Uitsluitend de laadkleppen hebben
een andere afmeting.
Uit de vergunningen inventarisatie is naar voren gekomen dat de nieuwe aanlandingsplaatsen
niet binnen het bestemmingsplan vallen. Er zal een ruimtelijke onderbouwing worden
opgesteld om zo het bestemmingsplan te kunnen wijzigen. Dit resulteert in vertraging in de
tijd.
3.2. Ontwerp aanlandingen veerpont
Op 29 februari 2012 heeft de opdrachtgever een schets aangeleverd met aanpassingen op
variant 1a. De grootste wijziging is de verplaatsing van de aanlandingen naar de zuidzijde
van de bestaande zinker en de toevoeging van een extra geleidewerk als aanvaarbeveiliging
nabij de fuikconstructie.
3.2.1. Oostelijke aanlanding
Vaarweg, aanlanding en fuikconstructie
Er is door de opdrachtgever geen theoretisch vaarwegprofiel met as vaarweg ter beschikking
gesteld. Wel een inpeiling van de waterbodem (2010), waaruit een vaargeul is te bepalen.
In de DO-fase is geconcludeerd, dat de veerdienst het Noordhollands Kanaal in een
bocht kruist. Op basis van de inpeiling en enkele aannamen is de benodigde vaarwegbreedte
bepaald. De vaargeul lijkt dichter bij de oostelijke aanlanding te liggen dan aangenomen
in de VO-fase. Dit heeft tot gevolg gehad, dat de oostelijke aanlanding enkele meters
landinwaarts is verplaatst. De fuikconstructie bestaat uit een deel remmingswerk en
een inhamconstructie van onverankerde stalen damwanden. Op basis van de Richtlijnen
Vaarwegen 2011 voldoet de vaarweg op meedere locaties niet voor een tweerichtingen
vaarweg in een krap profiel. Dit is bekend bij de opdrachtgever.
Voor de positionering van de oostelijke aanlanding met fuikconstructie is de minimale vaarwegbreedte
als volgt bepaald:
Uitgangspunten:
- Richtlijnen Vaarwegen 2011;
8
Witteveen+Bos, HLM477-18/boeg3/073 definitief d.d. 11 april 2012, Ontwerpnota verplaatsen veerpont 't Schouw