Preventieprogramma van gewelddadige radicalisering.pdf
Preventieprogramma van gewelddadige radicalisering.pdf
Preventieprogramma van gewelddadige radicalisering.pdf
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
<strong>Preventieprogramma</strong> <strong>van</strong><br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
1/26<br />
16 april 2013<br />
Voorwoord 2<br />
I. Inleiding 4<br />
A. Polarisering en <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>, maatschappelijke fenomenen 4<br />
B. Polarisering en <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> in ons land 5<br />
C. Een gerichte aanpak voor de problematiek 6<br />
II. Beleidsinitiatieven 8<br />
A. De zes grote assen <strong>van</strong> het nationale preventieprogramma tegen <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> 9<br />
B. Een nieuwe methode : de vorming <strong>van</strong> een permanent preventieplatform tegen <strong>radicalisering</strong> 24<br />
III. Toekomstige ontwikkelingen 26<br />
IV. Bijlage 26
Voorwoord<br />
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
Onze Belgische samenleving wordt niet alleen gekenmerkt door een smeltkroes <strong>van</strong> verschillende talen, maar<br />
ook <strong>van</strong> verschillende culturen. Deze grote diversiteit aan culturen biedt ons kleine land een grote rijkdom.<br />
Ontmoetingen tussen culturen creëren een belangrijke dynamiek in onze maatschappij, waardoor vooruitgang<br />
en veranderingen worden gestimuleerd. Dit is iets waar we als land trots op mogen zijn, want tot ver buiten<br />
Europa staat België bekend als een land <strong>van</strong> open dialoog en een sterk uitgebouwd recht op de vrijheid <strong>van</strong><br />
meningsuiting. Het waarborgen <strong>van</strong> een open samenleving, waarin eenieder zijn eigen opvattingen,<br />
geloofsovertuigingen, culturele en taalidentiteit en waarden kan behouden, met behoud <strong>van</strong> een basis aan<br />
gemeenschappelijke waarden is bijgevolg één <strong>van</strong> de belangrijkste prioriteiten <strong>van</strong> onze overheid.<br />
Het leven in open samenleving brengt echter heel wat invloeden met zich mee die veelal positief zijn, maar<br />
ook bijkomende uitdagingen met zich meebrengen. Fenomenen als discriminatie, racisme, <strong>gewelddadige</strong><br />
<strong>radicalisering</strong> en polarisering maken hier ook deel <strong>van</strong> uit en schaden de samenleving in zijn geheel. De<br />
overheid dient dan ook garanties in te bouwen opdat elke groep en individu in onze samenleving wordt<br />
gewaardeerd en gerespecteerd <strong>van</strong> welke oorsprong ze ook zijn en welke ook hun overtuigingen kunnen zijn.<br />
Uiteraard is het is niet de taak <strong>van</strong> de overheid te bepalen welke uitingen of opvattingen mensen moeten<br />
hebben maar ze dient wel te strijden tegen geweld, haat en de verwerping <strong>van</strong> anderen, ongelijke behandeling<br />
en tegen discriminatievormen.<br />
De aanpak <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering vormt hier een belangrijk element in. Er dient te<br />
worden voorkomen dat groepen of individuen hun opvattingen of overtuigingen op een <strong>gewelddadige</strong> manier<br />
uiten of door hun uitlatingen of houding gedragingen teweegbrengen <strong>van</strong> geweld, <strong>van</strong> verwerping , <strong>van</strong> haat<br />
of nog geweld gaan gebruiken of overgaan tot intimidatie. Deze fenomenen ontstaan niet alleen in ons land,<br />
maar komen voort uit onze globale samenleving. Gewelddadige <strong>radicalisering</strong> dient daarom te worden<br />
verbannen.<br />
Soms wordt de aanpak <strong>van</strong> dergelijke fenomenen vereenzelvigd met een louter reactieve aanpak,<br />
geconcentreerd op het opsporen en bestraffen <strong>van</strong> criminele feiten. Maar <strong>radicalisering</strong> en polarisering zijn<br />
eveneens sociale fenomenen die worden gefaciliteerd door een grote verscheidenheid aan factoren, waar een<br />
sociaal preventief beleid meer gericht op kan inspelen. Het voorkomen <strong>van</strong> deze fenomenen vergt bijgevolg het<br />
voeren en versterken <strong>van</strong> een sociaal positief open beleid, met een geslaagde diversiteit dat o.a. strijdt voor<br />
het versterken <strong>van</strong> sociale cohesie, inclusie, integratie en gelijke kansen voor elk individu in onze samenleving.<br />
Op die manier kan een echt voluntaristisch en geïntegreerd beleid vermijden dat <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
en polarisering kunnen groeien in onze maatschappij.<br />
Met de uitwerking <strong>van</strong> deze preventiestrategie wenst de federale overheid, op initiatief <strong>van</strong> de Minister <strong>van</strong><br />
Binnenlandse zaken, het voortouw te nemen om samen met de deelstaten, het maatschappelijk<br />
middenveld en de lokale overheden, een dergelijke sociaal positief beleid te stimuleren en dit op twee<br />
sporen. Zowel gericht op het versterken <strong>van</strong> reeds bestaande initiatieven als op het uitwerken <strong>van</strong> nieuwe<br />
specifieke maatregelen.<br />
Ze schuift daarom zes multidisciplinaire pijlers voorop, gericht op een gezamenlijke uitwerking <strong>van</strong> deze<br />
actiedomeinen door alle overheidsniveaus.<br />
De specifieke staatsstructuur <strong>van</strong> ons land maakt dat verschillende partners op verscheidene<br />
bevoegdheidsniveaus betrokken zijn. Gewelddadige <strong>radicalisering</strong> houdt immers geen rekening met de grenzen<br />
<strong>van</strong> institutionele bevoegdheden. Wat in eerste instantie een knelpunt lijkt te zijn, kan echter een belangrijke<br />
meerwaarde bieden voor het voorkomen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering. Binnen de diverse<br />
overheden bestaat namelijk al een veelheid aan nuttige initiatieven die elk binnen hun eigen optiek indirect<br />
bijdragen tot de preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering. Door blijvend te investeren in deze<br />
<br />
2/26
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
3/26<br />
lacunes in de huidige beleidsvoorzieningen in te vullen, kan een onderling versterkt en specifiek beleid voor de<br />
preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> worden gerealiseerd.<br />
De strategie die samen dient te worden gelanceerd is een dubbele strategie die twee nauw verbonden<br />
uitdagingen bevat :<br />
-‐ Zij vereist eerst en vooral een standvastig beleid tegen racisme en discriminatievormen,<br />
antisemitisme en islamofobie en de bevordering <strong>van</strong> een samenleving die gegrondvest is op respect en<br />
diversiteit. Deze elementen <strong>van</strong> racisme en discriminatie brengen gedeeltelijk bepaalde<br />
<strong>radicalisering</strong>en en gevoelens <strong>van</strong> afwijzing met zich mee.<br />
-‐ Zij vraagt overigens een preventie beleid dat specifiek gericht is op het voorkomen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong><br />
<strong>radicalisering</strong> en polarisering. De strijd tegen gewelddadig en extreem radicalisme moet worden<br />
gevoerd met dezelfde intensiteit en dit op twee redenen: vooreerst om veiligheidsredenen en ter<br />
verdediging <strong>van</strong> een maatschappelijk project gebaseerd op respect. Vervolgens omdat het radicalisme<br />
het over dezelfde kam scheren versterkt <strong>van</strong> enerzijds een kleine extremistische minderheid en<br />
anderzijds de grote groep <strong>van</strong> deze gemeenschap waarbij uiteindelijk de hele gemeenschap wordt<br />
geviseerd hetgeen racistische gevoelens en schrik ten aanzien <strong>van</strong> de andere nog versterkt.<br />
De federale overheid wenst bijgevolg de regionale, gemeenschappelijke en lokale overheden alsook heel het<br />
middenveld uit te nodigen aandacht te hebben voor de bestaande tendensen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
en polarisering in onze maatschappij en samen te werken in de ontwikkeling <strong>van</strong> een gecoördineerd beleid.<br />
Door zich in de toekomst integraal en geïntegreerd achter deze ene doestelling te scharen, zullen mogelijke<br />
tendensen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering op een positieve manier kunnen worden omgebogen.<br />
Het tot stand brengen <strong>van</strong> een efficiënte en doeltreffende samenwerking met actoren uit verschillende<br />
beleidsdomeinen is bijgevolg onontbeerlijk voor het realiseren <strong>van</strong> dit preventieprogramma. Want veiligheid is<br />
een gedeelde verantwoordelijkheid.<br />
Joëlle MILQUET<br />
Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken
I. Inleiding<br />
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
A. Polarisering en <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>, maatschappelijke fenomenen<br />
Het bestaan <strong>van</strong> radicale opvattingen in onze maatschappij is verrijkend en op zich niet problematisch.<br />
Uiteraard heeft eenieder het recht op het koesteren <strong>van</strong> een eigen mening of overtuiging in onze<br />
democratische samenleving. De geschiedenis leert ons zelfs dat een zekere mate <strong>van</strong> radicalisme soms juist<br />
bevorderlijk kan zijn voor een maatschappelijke evolutie. Wat ooit als radicale ideeën werd beschouwd, wordt<br />
<strong>van</strong>daag in vele gevallen opgevat als noodzakelijke vooruitgang.<br />
Uit bovenstaande vaststelling vloeit rechtstreeks voort dat acties gericht op het voorkomen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong><br />
<strong>radicalisering</strong> niet de ambitie mogen hebben om alle soorten en verschijningsvormen <strong>van</strong> radicalisme tegen te<br />
gaan. De meerderheid <strong>van</strong> de groepen en individuen die actief zijn op dit vlak, streven naar (ingrijpende)<br />
veranderingen aan de hand <strong>van</strong> democratische methodes. Sommigen onder hen kiezen echter wel voor het<br />
gebruik <strong>van</strong> geweld als actiemiddel (fysiek geweld tegen goederen of personen) of zetten aan tot haat,<br />
verwerping <strong>van</strong> anderen, discriminatie en geweld. Het voorkomen <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> dit soort geweld, dat<br />
geïnspireerd of gerechtvaardigd wordt op basis <strong>van</strong> filosofische, religieuze, politieke of extreem ideologische<br />
opvattingen is waar deze strategie zich naar richt.<br />
In het kader <strong>van</strong> deze strategie wordt <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> gedefinieerd als een proces waarin een<br />
individu of een groep, geïnspireerd op filosofische, religieuze, politieke of ideologische opvattingen,<br />
diepingrijpende verandering in de samenleving wenst door het gebruik <strong>van</strong> ondemocratische en <strong>gewelddadige</strong><br />
middelen.<br />
Gewelddadige <strong>radicalisering</strong> bestaat meestal niet op zichzelf, maar is in vele gevallen nauw verbonden met<br />
een ander fenomeen, namelijk polarisering. Dit is een proces waarbij tegenstellingen tussen groepen in de<br />
samenleving verscherpen en eventueel kunnen resulteren in spanningen of conflicten. Beide fenomenen staan<br />
in wisselwerking met elkaar. Polarisering heeft een sterk maatschappij ontwrichtend effect en vormt een<br />
ernstige bedreiging voor het voortbestaan <strong>van</strong> een open samenleving. Bevolkingsgroepen keren zich tegen<br />
<br />
bestaan <strong>van</strong> polariserende tegenstellingen binnen een bepaalde bevolkingsgroep creëert een ideale omgeving<br />
voor de ontwikkeling <strong>van</strong> radicale ideeën of racisme. Op dezelfde manier kan het bestaan <strong>van</strong> radicale<br />
opvattingen in een bepaalde gemeenschap polarisering aanwakkeren. In het kader <strong>van</strong> een integrale aanpak<br />
<strong>van</strong> het fenomeen <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> is het bijgevolg belangrijk ook aandacht te besteden aan dit<br />
verschijnsel.<br />
Aangezien polarisering en <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> bijzonder complexe sociale fenomenen zijn waarbij een<br />
veelheid aan individuele, sociale en externe factoren, (zoals familiale spanningen, identificatieproblemen,<br />
discriminatie, isolering, schoolmoeilijkheden, problemen op de arbeidsmarkt, het onrechtvaardigheidsgevoel<br />
ten aanzien <strong>van</strong> een bepaalde politieke situatie) een rol spelen, is het niet mogelijk om een standaardprofiel<br />
uit te werken <strong>van</strong> personen die vatbaar zijn om te verglijden in een <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en hun<br />
gedragingen, noch om hierover duidelijk afgelijnde statistieken op te stellen. Deze fenomenen komen voor in<br />
alle lagen <strong>van</strong> de bevolking en individuele situaties spelen een grote rol. Onderzoek heeft evenwel aangetoond<br />
dat processen <strong>van</strong> polarisering en <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> over het algemeen hun oorsprong vinden in<br />
(reële of ervaren) gevoelens <strong>van</strong> maatschappelijke frustratie, aangewakkerd door<br />
onrechtvaardigheidsgevoelens (eveneens reëel of ervaren) en dat het kwetsbare personen betreft waar<strong>van</strong> de<br />
weerbaarheid ten opzichte <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> opvattingen barsten vertoont, waar<strong>van</strong> het geloof in de<br />
maatschappij is afgebrokkeld en waarvoor de samenleving een plaats is waar ze zich niet op hun gemak voelen<br />
en die soms volgens hen slechts te weinig toekomstperspectieven biedt als antwoord op de discriminaties<br />
waar<strong>van</strong> zij zich het slachtoffer voelen.<br />
4/26
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
5/26<br />
Een louter repressieve aanpak en een exclusieve focus op radicale groeperingen/individuen zelf zou niet<br />
volstaan om bovenvermelde complexe en maatschappelijk gevoelige fenomenen efficiënt te voorkomen. Een<br />
dergelijk beleid zou zich inderdaad te eenzijdig richten op het bestrijden <strong>van</strong> de gevolgen <strong>van</strong> deze fenomenen<br />
eerder dan op de oorzaken. Een preventieve aanpak, zoals in deze nota naar voor wordt geschoven, die zowel<br />
afgestemd als aanvullend is op de repressieve aanpak en inspeelt op de maatschappelijke oorzaken <strong>van</strong><br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering vormt hier een noodzakelijke aanvulling op. Het spreekt voor zich<br />
dat heel wat actoren, zoals ook politie-‐ en inlichtingendiensten, een belangrijke opdracht hebben in het<br />
preventieve aspect.<br />
B. Polarisering en <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> in ons land<br />
Er bestaan vormen <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong>, die zowel gestoeld kunnen zijn op zienswijzen of overtuigingen <strong>van</strong><br />
<br />
dierenrechten,<br />
ecologie, enz.).<br />
Met betrekking tot ons land blijkt uit informatie <strong>van</strong> de politie-‐ en inlichtingendiensten, open bronnen en de<br />
media dat <strong>gewelddadige</strong> uitingen <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering in ons land voornamelijk toe te schrijven<br />
zijn aan drie vormen <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong>, namelijk: extreemrechts geïnspireerde <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>,<br />
extreemlinks geïnspireerde <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en religieus geïnspireerde <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
in het bijzonder. Deze verschillende vormen zijn ook opgenomen in het nationaal politioneel veiligheidsbeeld<br />
2012-‐2016 <br />
Hieronder een korte beschrijving <strong>van</strong> de 3 eerste tendensen die alleen in dit plan worden bedoeld, met<br />
bijzondere aandacht voor de religieus geïnspireerde <strong>radicalisering</strong>. Deze beschrijving blijft evenwel louter<br />
indicatief en zal over het algemeen de grootste gemene deler <strong>van</strong> de groepen en individuen beschrijven die<br />
daarin actief zijn.<br />
Het radicalisme gedragen door een extreemrechtse ideologie treedt over het algemeen op wanneer een<br />
individu zich gefrustreerd voelt in onze multiculturele samenleving. Die frustraties vinden vaak hun oorsprong<br />
in een aantal grote maatschappelijke problemen, zoals werkloosheid, buurtproblemen (het samenleven <strong>van</strong><br />
verschillende groepen <strong>van</strong> verschillende oorsprong) of het verdringen <strong>van</strong> de eigen cultuur. Die tendens gaat<br />
meestal gepaard met bepaalde vormen <strong>van</strong> xenofobie (waaronder voornamelijk islamofobie en antisemitisme),<br />
een uitgesproken interesse voor tucht en een pro-‐militaristische houding. In België zijn rechts radicale<br />
<strong>gewelddadige</strong> bewegingen groepen met racistische en neonazistische inslag die gekant zijn tegen de<br />
democratie, de gelijkheid <strong>van</strong> kansen en de culturele diversiteit. Die radicalen ontmoeten elkaar het meest<br />
tijdens concerten en bijeenkomsten die zij zelf organiseren. Hun daden hebben over het algemeen betrekking<br />
op misdrijven tegen personen die tot de minderheden behoren.<br />
Het radicalisme gedragen door een extreemlinkse ideologie zet zich af tegen de manier waarop onze<br />
samenleving is georganiseerd en werkt. De anarchisten kanten zich tegen iedere vorm <strong>van</strong> gezag en geloven in<br />
de organisatie <strong>van</strong> een samenleving op een vrijwillige en coöperatieve basis. Hun <strong>gewelddadige</strong> radicale<br />
uitingen beogen voornamelijk symbolen <strong>van</strong> gezag en kapitalisme. Hun geweld komt meestal tot uiting tijdens<br />
handelingen <strong>van</strong> <strong>van</strong>dalisme, brandstichtingen of graffiti. Dit geweld vindt vaak plaats tijdens grootschalige<br />
vredesdemonstraties. De burger wordt meestal niet gezien als doelwit, wel openbare en financiële instellingen.<br />
Het radicalisme gedragen door een religieus en in het bijzonder islamistisch discours neemt in België<br />
verschillende vormen aan. Het is geen samenhangende beweging, maar wordt veeleer gekenmerkt door<br />
verschillende ideologische stromingen waar<strong>van</strong> het voornamelijk gemeenschappelijk element is die vertrekken<br />
<strong>van</strong>uit een radicale interpretatie <strong>van</strong> de islam. Bepaalde interpretaties <strong>van</strong> de islamitische voorschriften<br />
rechtvaardigen het gebruik <strong>van</strong> geweld. Bij de oorzaken die aanzetten tot radicalisme op grond <strong>van</strong><br />
islamitische overtuigingen, blijken voornamelijk frustratie door wat men kan bestempelen als de politieke,<br />
economische en culturele dominantie <strong>van</strong> het Westen, het onrecht dat ze zelf ervaren of door andere moslims<br />
in binnen-‐ en buitenland. Groepen en individuen die vatbaar zijn voor polarisering en <strong>radicalisering</strong> zijn
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
6/26<br />
vertegenwoordigd in alle geledingen <strong>van</strong> onze maatschappij. Uit een onderzoek <strong>van</strong> de Universiteit <strong>van</strong> Gent 1<br />
blijkt dat voornamelijk jongeren en jongvolwassenen vatbaar zijn voor deze fenomenen. Het is evenwel niet<br />
mogelijk een eenduidig antwoord te geven op de vraag waarom bepaalde jongeren radicaliseren en anderen<br />
niet: zoals reeds gezegd, zijn <strong>radicalisering</strong>sprocessen het gevolg <strong>van</strong> een veelheid aan factoren. Het<br />
<strong>gewelddadige</strong> radicalisme kan, volgens meerdere studies, bij jongeren voortspruiten uit een wil om erbij te<br />
horen en uit een zoektocht naar identiteit.<br />
De processen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering kunnen verschillende wegen inslaan. Volgens het<br />
bovenvermelde onderzoek zouden verschillende personen niet gerekruteerd en gemanipuleerd zijn door de<br />
<strong>gewelddadige</strong> radicale bewegingen, maar zouden zij zichzelf hebben geradicaliseerd. Hieronder dient te<br />
worden verstaan dat zij zich zouden hebben geïdentificeerd met een bijzondere ideologie en dat zij vervolgens<br />
contact zouden hebben gezocht met radicale groepen die dezelfde ideologie uitdragen.<br />
Het is belangrijk om te benadrukken dat het internet een steeds belangrijkere rol speelt in de <strong>radicalisering</strong>s-‐<br />
en polariseringsprocessen. Talrijke websites verspreiden namelijk een hatelijke inhoud («hate speech») en<br />
bieden simplistische antwoorden op maatschappelijke frustraties. Kwetsbare personen met een zwakke<br />
weerstand voor dit soort <strong>van</strong> boodschappen kunnen worden gerekruteerd of kunnen zichzelf radicaliseren. De<br />
onderzoekers bevestigen eveneens dat de virtuele sociale netwerken een belangrijke rol kunnen spelen in de<br />
rekrutering <strong>van</strong> radicalen. Het is dus belangrijk om dit fenomeen niet te onderschatten en een adequate<br />
aanpak te ontwikkelen.<br />
Verder is het duidelijk dat gewelddadig radicalisme zich in verschillende vormen kan uiten. Dit kan gaan <strong>van</strong><br />
het aanzetten tot haat, het gewelddadig verstoren <strong>van</strong> de openbare orde, en het vormen <strong>van</strong> een reële<br />
bedreiging voor de veiligheid <strong>van</strong> het land.<br />
C. Een gerichte aanpak voor de problematiek<br />
We weten (op basis <strong>van</strong> ervaringen en studies uit het verleden) dat een onderscheid dient gemaakt tussen<br />
Het eerste <br />
begrip heeft te maken met de manier waarop een individu<br />
ertoe kan overhaald worden afstand te doen <strong>van</strong> zijn radicale ideeën. Bij het tweede stelt zich de vraag hoe<br />
een individu ertoe kan aangezet worden het geweld af te zweren.<br />
Aan de hand <strong>van</strong> een integrale en geïntegreerde veiligheidsaanpak werken de verschillende Europese, federale,<br />
regionale en lokale overheden samen aan de oprichting <strong>van</strong> een veilige en open samenleving. Die maatschappij<br />
waarborgt het respect voor de rechten, fundamentele vrijheden, de veiligheid en de gelijkheid <strong>van</strong> kansen <strong>van</strong><br />
eenieder waarin geweld, haat en verdrukking niet kunnen gedijen. Tal <strong>van</strong> beleidsdomeinen zoals preventie,<br />
politie, justitie, hulpverlening, jeugdbescherming, onderwijs, welzijn en nog vele anderen dragen hiertoe bij.<br />
Ook ons land moet het hoofd bieden aan deze nieuwe uitdaging. Uit een wetenschappelijk onderzoek gevoerd<br />
door de Universiteit <strong>van</strong> Gent in 2010 bleek dat tal <strong>van</strong> buurlanden naar aanleiding <strong>van</strong> dramatische incidenten<br />
op hun grondgebied die rechtstreeks verband hielden met <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>, een beleid hebben<br />
uitgewerkt ter voorkoming <strong>van</strong> die fenomenen. Hoewel België in de loop <strong>van</strong> de laatste jaren geen<br />
vergelijkbaar evenement heeft gekend, bleef ons land toch niet gespaard <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. De<br />
laatste jaren raakten enkele personen namelijk betrokken in dossiers <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. We<br />
hebben ook diverse maatschappelijke problemen gekend waarbij groepen jongeren betrokken waren (met<br />
afzonderlijke ideologieën) rellen veroorzaakten die zij onderling uitvochten of die naar aanleiding <strong>van</strong><br />
manifestaties, in conflict zijn met de openbare ordediensten. Het vertrek <strong>van</strong> jongeren om te gaan strijden in<br />
<br />
is een ander voorbeeld.<br />
De Federale overheid wenst bijgevolg alles in het werk te zetten voor het voorkomen <strong>van</strong> een verdere toename<br />
<strong>van</strong> deze fenomenen en dit in samenwerking met de verschillende beleidsniveaus. Uitgaande <strong>van</strong> een<br />
wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door de Universiteit <strong>van</strong> Gent over het voorkomen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong><br />
1 NOPPE J., HELLINCK J., VAND VELDE M., PONSAERS P., DERUYVER B., EASTON M., VERHAGE A. Polarisering en <strong>radicalisering</strong>: een<br />
geïntegreerde preventieve benadering, Universiteit Gent, Governance of Security, 2010, 190 p.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
7/26<br />
<strong>radicalisering</strong> en polarisering, heeft de Federale regering beslist om een dubbel sociaal preventiebeleid te<br />
ontwikkelen. Enerzijds krijgen de bestaande beleidsinitiatieven in diverse sectoren, zoals tewerkstelling,<br />
onderwijs en integratie, bijkomende ondersteuning. Anderzijds kunnen er zowel op federaal niveau als op<br />
niveau <strong>van</strong> de gefedereerde entiteiten, specifieke werkvormen worden uitgewerkt. Die moeten bij voorkeur op<br />
lokaal niveau georganiseerd worden en in een ruimer beleid worden ingebed. Dit tweeledig beleid moet<br />
bijdragen tot een integrale en geïntegreerde preventieve aanpak <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering.<br />
Personen radicaliseren meestal naar aanleiding <strong>van</strong> een gevoel <strong>van</strong> onrechtvaardigheid en <strong>van</strong> frustratie ten<br />
aanzien <strong>van</strong> de maatschappij en door een gebrek aan alternatieve wegen om het verzet tegen een onrecht<br />
(reëel of ervaren) te kanaliseren of om die frustraties te relativeren of er het hoofd aan te bieden. Individuen<br />
die worden geconfronteerd met gevoelens <strong>van</strong> discriminatie, vernedering of uitsluiting, gaan hiervoor in eerste<br />
instantie een antwoord zoeken in hun persoonlijke sociale netwerken (werk, school, familie, vrienden) en in<br />
onze democratische samenleving als geheel. Als die eerste stap hen geen aanvaardbaar antwoord biedt,<br />
dreigen ze geconfronteerd te worden met radicale opvattingen die eenvoudige en subjectieve antwoorden<br />
aanreiken voor al hun problemen. Het is dus mogelijk dat die personen radicale opvattingen aannemen, die zij<br />
vroeger nooit zouden hebben aanvaard. Dit <strong>radicalisering</strong>sproces kan echter ingedijkt worden door het voeren<br />
<strong>van</strong> een preventiebeleid dat streeft naar het beperken <strong>van</strong> maatschappelijke frustraties en het versterken <strong>van</strong><br />
de weerbaarheid <strong>van</strong> individuen die hiermee worden geconfronteerd. Derhalve zal het sterk uitgebouwd<br />
sociaal-‐maatschappelijk beleid dat ons land reeds biedt, één <strong>van</strong> de belangrijkste elementen vormen in het<br />
voorkomen <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering. Onder andere het stedenbeleid, sociale cohesie, jeugdbijstand,<br />
onderwijsbeleid, arbeidsbeleid, inburgeringsbeleid en het cultuurbeleid dat door de federale, regionale en<br />
lokale overheden wordt gevoerd, draagt indirect bij tot de preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en <strong>van</strong><br />
polarisering.<br />
Radicalisering is een complex fenomeen. Dit maakt dat de verschillende voornoemde beleidsvormen niet<br />
afdoende zullen zijn om de <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en de polarisering in te dijken. Een preventiestrategie<br />
vereist eveneens de uitwerking <strong>van</strong> specifieke maatregelen, zoals het organiseren <strong>van</strong> opleidingen voor<br />
eerstelijnswerkers (straathoekwerkers, maatschappelijke assistenten, maar ook lesgevers, dokters, politie-‐<br />
inspecteurs, bepaalde gemeenteambtenaren, enz.) of nog het ontwikkelen <strong>van</strong> een kennis-‐ en adviescentrum<br />
bijvoorbeeld. Voor het realiseren <strong>van</strong> die specifieke initiatieven is een goede samenwerking nodig tussen de<br />
verschillende bevoegdheidsniveaus. Het centrale idee achter deze preventiestrategie is dat niet één<br />
organisatie het vastgestelde doel alleen kan realiseren, maar dat samenwerking dé sleutel tot succes is.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
II. Beleidsinitiatieven<br />
Om te komen tot een dergelijk gecoördineerde strategie voor de preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en<br />
polarisering, neemt de regering kennis <strong>van</strong> het document en beslist ze het opgezette preventieprogramma voor<br />
discussie voor te leggen met de gefedereerde entiteiten om een gemeenschappelijke strategie te bepalen. Het<br />
preventieprogramma dat berust op zes multidisciplinaire assen vereist een nieuwe werkmethode.<br />
1. Een betere kennis en collectieve sensibilisering over radicalisme met daarbij de verruiming <strong>van</strong> de<br />
bestaande kennis rond polarisering en <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> (betere kennis <strong>van</strong> het verschijnsel<br />
en betere sensibilisering en informatie <strong>van</strong> de 1 ste lijnsmedewerkers).<br />
2. Een actieplan tegen de frustraties die de voedingsbodem uitmaken <strong>van</strong> een <strong>radicalisering</strong>sproces :<br />
-‐ een versterkt plan voor de bevordering <strong>van</strong> diversiteit en strijd tegen racisme waaronder het<br />
antisemitisme en de islamofobie en de discriminatievormen;<br />
-‐ het beperken <strong>van</strong> de voedingsbodem voor frustraties en polarisering in de samenleving, in het<br />
bijzonder de werkloosheid bij jongeren.<br />
3. Het vergroten <strong>van</strong> de weerbaarheid <strong>van</strong> kwetsbare individuen, groepen en gemeenschappen in onze<br />
samenleving.<br />
4. Het identificeren en ondersteunen <strong>van</strong> de verschillende actoren in hun rol in de strijd tegen<br />
radicalisme:<br />
-‐ lokale actoren;<br />
-‐ politie;<br />
-‐ verenigingsleven, eerstelijnswerkers en ouders;<br />
-‐ verantwoordelijken voor jeugdbeleid;<br />
-‐ medische sector;<br />
-‐ media;<br />
-‐ de betrokkenheid <strong>van</strong> religieuze actoren;<br />
-‐ de omgeving.<br />
5. De strijd tegen radicalisme op internet en het organiseren <strong>van</strong> een tegendiscours.<br />
6. Preventie <strong>van</strong> de <strong>radicalisering</strong> en de de<strong>radicalisering</strong> in de ge<strong>van</strong>genis.<br />
8/26
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
A. De zes grote assen <strong>van</strong> het nationale preventieprogramma tegen<br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
Het voorliggend programma maakt deel uit <strong>van</strong> het arsenaal in de strijd tegen de factoren die bijdragen tot het<br />
proces <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>, maar is niet het plan in de strijd tegen de <strong>radicalisering</strong> dat<br />
grotendeels refereert aan de sfeer <strong>van</strong> de veiligheid en de strijd tegen het terrorisme (zie « plan in de strijd<br />
tegen het radicalisme»). Het behandelt enkel de maatschappelijke <br />
radicalisme.<br />
Op basis <strong>van</strong> de verschillende, geanalyseerde studies, moeten de grote lijnen <strong>van</strong> de volgende principes<br />
idealiter gerespecteerd worden, voor wat betreft de preventie-‐initiatieven tegen radicalisme ten aanzien <strong>van</strong><br />
diverse personen en de sociale partners <strong>van</strong> het maatschappelijke middenveld:<br />
De vrijwillige en niet-‐opgelegde deelname <strong>van</strong> de persoon aan het preventieprogramma is wenselijk.<br />
Het vertrouwen en het wederzijds respect tussen de persoon, belast met het preventieprogramma, en<br />
degene op wie het <strong>van</strong> toepassing is, is fundamenteel.<br />
De prioriteit voor de lokale actoren uit het verenigingsleven of het maatschappelijk of religieuze<br />
middenveld geniet vaak de voorkeur om het vertrouwen te wekken en achterdocht te voorkomen.<br />
De betrokkenheid <strong>van</strong> de religieuze gemeenschap of <strong>van</strong> herkomstgroepen is onontbeerlijk wanneer het<br />
religieus of identitair extremisme.<br />
Het naar voor schuiven <strong>van</strong> een visie ter promotie <strong>van</strong> de diversiteit en het respect, waarbij<br />
verschillende identiteiten worden aanvaard maar waar ook een basis <strong>van</strong> gemeenschappelijke waarden<br />
wordt verdedigd, is onontbeerlijk.<br />
De methodie die gekozen wordt moet flexibel zijn, soepel, relationeel.<br />
De interpersoonlijke dialoog en de uitwisseling <strong>van</strong> levenservaringen en <strong>van</strong> standpunten is verkieslijk<br />
boven de ex cathedra-‐aanpak. Praatgroepen moeten de voorkeur krijgen.<br />
Strategieën met het oog op het zonder nuances diaboliseren of ridiculiseren <strong>van</strong> het radicalisme<br />
moeten vermeden worden, om contraproductieve effecten te vermijden.<br />
De subtiele, genuanceerde en respectvolle aanpak is meer dan aanbevolen<br />
De politiek <strong>van</strong> sociale preventie moet eveneens inhouden :<br />
Algemene en vroegtijdige initiatieven voor een zo groot mogelijk aantal betrokken jongeren en<br />
kinderen, die niet a priori als geradicaliseerd geïdentificeerd zijn;<br />
De initiatieven moeten de jongeren en de personen beogen, die al geradicaliseerd zijn of die aan<br />
het radicaliseren zijn;<br />
Initiatieven die een maatschappij bevorderen met respect voor verschillen, diversiteit en<br />
interculturele dialoog, zodat stigmatisering en discriminatie kunnen voorkomen worden bij<br />
degenen die zouden radicaliseren.<br />
1. Verdiepen <strong>van</strong> de kennis en de informatie over de fenomenen <strong>gewelddadige</strong><br />
<strong>radicalisering</strong>, uitwisseling <strong>van</strong> informatie en goede praktijken en samenstellen <strong>van</strong><br />
expertgroepen en netwerken.<br />
Om zo efficiënt mogelijk te zijn, is het absoluut noodzakelijk vooreerst onze kennis en expertise <strong>van</strong> de<br />
problematiek te versterken, wat meestal ontbreekt.<br />
9/26
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
10/26<br />
Om ervoor te zorgen dat ons land in de toekomst in staat is om de uitdagingen met betrekking tot<br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering op een gerichte en integrale manier het hoofd kunnen bieden, is<br />
het belangrijk dat de kennis rond deze fenomenen en hun impact op onze samenleving wordt versterkt. Hierbij<br />
dient aandacht te worden besteed aan het vergroten <strong>van</strong> kennis en de uitwisseling er<strong>van</strong> op lokaal, nationaal,<br />
Europees en internationaal niveau.<br />
Op nationaal vlak moet de kennis en goede praktijken die aanwezig zijn op deze verschillende niveaus worden<br />
samengebracht, opdat zij elkaar kunnen versterken en opdat lokale overheden, eerstelijnswerkers en<br />
maatschappelijke actoren die met deze fenomenen worden geconfronteerd gerichter kunnen worden<br />
ondersteund in hun dagelijkse werking. De focus dient gelegd te worden op samenwerking, partnerschappen en<br />
uitwisseling, opdat de fenomenen, hun impact op de samenleving en de aanpak er<strong>van</strong> beter in kaart kunnen<br />
worden gebracht. Het versterken en verspreiden <strong>van</strong> de kennis rond <strong>radicalisering</strong> en polarisering dient<br />
bijgevolg te worden beschouwd als de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> alle beleidsniveaus in ons land, maar met een<br />
belangrijke scharnierfunctie voor het federale beleidsniveau.<br />
Voorstellen 2<br />
1. Het is eerst en vooral noodzakelijk om op nationaal, gewestelijk en lokaal vlak een lijst op te stellen <strong>van</strong><br />
contactpersonen en verenigingen inzake preventie tegen <strong>radicalisering</strong>. De FOD Binnenlandse Zaken<br />
zal tegen eind mei dit voorstel <strong>van</strong> op te stellen lijst en netwerk samenstellen. Het zal gaan over personen<br />
met veel ervaring en expertise en die in staat zijn om een rol <strong>van</strong> opleider, bemiddelaar, consultant of<br />
punctueel contactpersoon te zijn voor de verschillende ontwikkelde initiatieven hieronder.<br />
2. Het is eveneens absoluut noodzakelijk om op dit punt te werken met de verantwoordelijken <strong>van</strong> de<br />
oorspronkelijke gemeenschappen en de religieuze verantwoordelijken en in verband met hen te<br />
<br />
bemiddelaar kunnen spelen.<br />
3. Er zal een beter opleidingsaanbod moeten kunnen worden georganiseerd ten aanzien <strong>van</strong> de personen<br />
betrokken in <br />
een intelligent tegenbetoog wat vaak het behoren tot dezelfde religieuze groep inhoudt. De aanpak <strong>van</strong> de<br />
sociale en psychologische dimensie <strong>van</strong> de oorzaken is essenti<br />
teveel gericht zijn op het recht en het beveiligingsaspect of een exclusieve politionele aanpak, vermijden.<br />
Voor de opleiders moet het aspect <strong>van</strong> de tegenbetogen gedetailleerd worden.<br />
4. Regelmatige seminaries en conferenties zullen het mogelijk moeten maken om de praktijken uit te<br />
wisselen en om de kennis te actualiseren.<br />
5. Er moeten pedagogische basisinstrumenten beschikbaar zijn, niet alleen voor de opleiders, maar ook<br />
voor de jongeren en betrokken personen. Naast de eerste gids goede praktijken die als bijlage gaat, zal de<br />
FOD Binnenlandse Zaken tegen het einde <strong>van</strong> het jaar een vollediger document afwerken over de te<br />
implementeren goede praktijken.<br />
6. Het lanceren <strong>van</strong> adige polarisering en<br />
<br />
<strong>radicalisering</strong> ter versterking <strong>van</strong> de bestaande kennis over deze fenomenen en hun impact op de<br />
samenleving in ons land.<br />
<br />
<br />
elijkheid voorzien worden om het thema <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering op te<br />
nemen als speerpunt. In het verleden (2010) werd reeds verkennend onderzoek in België gelanceerd naar<br />
het <strong>radicalisering</strong>sproces. In samenwerking met Belspo loopt er momenteel een wetenschappelijk<br />
onderzoek naar de impact <strong>van</strong> internet en sociale media op de opinievorming in het kader <strong>van</strong><br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> bij jongeren.<br />
Bovendien is het onontbeerlijk een duidelijk cartografie te hebben <strong>van</strong> het fenomeen, de oorzaken en de<br />
remedies.<br />
2 Het federale niveau zal het kader moeten uittekenen. De lokale overheden moeten het op maat omzetten en in de praktijk brengen.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
11/26<br />
Ook dienen de mogelijkheden <strong>van</strong> de financieringslijnen <strong>van</strong> de EU, zoals het ISEC-‐programma en het FP7<br />
(en het toekomstige Horizon 2020) kaderprogramma te worden uitgeput.<br />
Het is nodig om de cartografie aan te vullen met informatie afkomstig uit de steden en gemeenten, het<br />
wetenschappelijk onderzoek en de gegevens <strong>van</strong> de verschillende organisaties zoals het Centrum voor<br />
gelijkheid <strong>van</strong> kansen en racismebestrijding of het permanent overlegplatform voor de beveiliging <strong>van</strong><br />
ondernemingen.<br />
7. Het uitbouwen <strong>van</strong> partnerschappen met Europese lidstaten die reeds actief zijn op het domein <strong>van</strong><br />
de preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering aan de hand <strong>van</strong> het deelnemen aan<br />
Europese werkgroepen, netwerken en expertenfora aan dit thema gewijd.<br />
<br />
<br />
uitwerking <strong>van</strong> preventiestrategieën inzake <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>, polarisering en rekrutering.<br />
Met het oog op de uitwisseling <strong>van</strong> kennis en informatie met deze lidstaten zal ons land nog meer<br />
deelnemen aan verschillende netwerken en expertenfora (Policy Planners Network on countering<br />
polarisation and radicalisation (PPN), Expert Network Extremism and Radicalisation (ENER), Radicalisation<br />
Awareness Network (RAN) ...) die gericht zijn op de preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en<br />
polarisering. Bovendien zal België ook deelnemen aan verschillende begeleidingscomités <strong>van</strong> Europese<br />
onderzoeksprojecten over <strong>radicalisering</strong>, die gefinancierd worden door de Europese Commissie, zoals<br />
CRIME (Containing radicalisation in a Modern Europe), SAFIRE (Scientific Approach to Fighting Radical<br />
Extremism) en READY (Recognizing Events as Drivers of Radicalisation).<br />
Ter gelegenheid <strong>van</strong> het Belgisch Voorzitterschap <strong>van</strong> de Europese Unie werden een internationale<br />
conferentie over de betrekking <strong>van</strong> de sociale actoren en de professionals inzake preventie <strong>van</strong> de<br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en de polarisatie en een meeting <strong>van</strong> het Policy Planners Network (PPN)<br />
georganiseerd door de FOD Binnenlandse Zaken in oktober 2010. De voornaamste conclusies die onthouden<br />
worden uit deze twee evenementen zijn dat de morele weerstand, vooral <strong>van</strong> jongeren, versterkt moet<br />
worden om te vermijden dat ze vervallen in <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en dat de burgermaatschappij,<br />
met de tussenkomst <strong>van</strong> « eerstelijnswerkers » (leraars, opvoeders, sociaal assistenten, enz.), een<br />
belangrijk plaats inneemt in het kader <strong>van</strong> een preventiestrategie inzake de <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
en de polarisering.<br />
Tot slot bevestigt de Europese Unie haar steun aan het preventiebeleid inzake <strong>gewelddadige</strong><br />
<strong>radicalisering</strong>. Inzake de <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> bepaalt de mededeling <strong>van</strong> de Commissie met als<br />
titel « The EU Internal Security Strategy in Action : Five steps towards a more secure Europe » <strong>van</strong> 22<br />
november 2010 dat de preventie <strong>van</strong> de <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> moet gebeuren op het niveau dat het<br />
dichtst bij de burger aansluit, maar globaal gecoördineerd moet worden op nationaal niveau. Ze benadrukt<br />
dat de samenwerking tussen lokale overheden, de nationale overheid en burgerorganisaties essentieel is.<br />
Anderzijds lanceerde de Commissie in 2011 het « EU-‐Awareness Radicalization Network » dat zal bestaan<br />
uit overheidspersonen en burgers. Het doel is om de kennis en goede praktijken te verspreiden, vooral<br />
inzake « tegendiscours », in de hele Europese Unie.<br />
8. Het benutten <strong>van</strong> de diverse beschikbare financieringsbronnen <strong>van</strong>uit de Europese commissie bij het<br />
opstarten <strong>van</strong> projecten m.b.t. de preventie <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering.<br />
Het voorkomen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>, het identificeren en focussen op factoren die hier<br />
mogelijk <strong>van</strong> aan de basis liggen, is een belangrijke prioriteit voor de Europese Commissie in het kader <strong>van</strong><br />
het Europese actieplan <br />
. De Commissie<br />
bevestigde het belang <strong>van</strong> deze prioriteit recentelijk opnieuw in haar communicatie hierover « The EU<br />
Internal Security Strategy in Action : Five steps towards a more secure Europe » op 22 november 2010,<br />
zoals hierboven vermeld.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
12/26<br />
Om de aandacht voor deze prioriteit kracht bij te zetten werden door de Commissie verscheidene<br />
financieringsinstrumenten in het leven geroepen die zich richten op het opstarten <strong>van</strong> wetenschappelijk<br />
onderzoek en het betrekken <strong>van</strong> gemeenschappen, lokale overheden en niet gouvernementele organisaties<br />
op nationaal en Europees niveau. Via het financieren <strong>van</strong> dergelijke projecten wenst de Commissie te<br />
streven naar het versterken <strong>van</strong> de kennis met betrekking tot dit fenomeen op Europees niveau en dit ter<br />
ondersteuning <strong>van</strong> lidstaten die hiermee worden geconfronteerd.<br />
Door als lidstaat <strong>van</strong> de Europese Unie deze financieringsinstrumenten optimaal te benutten voor het<br />
opstarten <strong>van</strong> (Europese) wetenschappelijke onderzoeksprojecten en concrete initiatieven ter voorkoming<br />
<strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering in België, zal ons land bijdragen tot het vergroten <strong>van</strong> de<br />
kennis m.b.t. deze fenomenen op Europees niveau en kunnen de Belgische beleidsinitiatieven worden<br />
versterkt.<br />
De FOD Binnenlandse Zaken heeft een dergelijke financiering gekregen. Concreet gaat het over het<br />
verhogen <strong>van</strong> de weerbaarheid <strong>van</strong> jongeren (de meest kwetsbare doelgroep voor <strong>radicalisering</strong>) door<br />
middel <strong>van</strong> het creëren <strong>van</strong> een specifieke weerbaarheidstraining als beschermende factor tegen<br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. Dankzij die subsidiëring zullen in samenwerking met verschillende Europese<br />
experten, beleidsmakers en eerstelijnswerkers concrete informatie-‐ en opleidingspakketten worden<br />
uitgewerkt (o.a. voor scholen) om jongeren te informeren en sensibiliseren voor <strong>radicalisering</strong>, hen<br />
hiermee te leren omgaan en hen weerbaarder te maken tegen mogelijke ondemocratische en radicale<br />
boodschappen waarmee ze kunnen worden geconfronteerd.<br />
De waarbinnen initiatieven gericht <br />
op de<br />
preventie <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering kunnen worden uitgewerkt, zijn de volgende:<br />
Het specifieke programma <br />
other Security related risks (CIPS)<br />
terrorisme.<br />
Het programma Prevention of and Fight against Crime (ISEC)<br />
criminaliteitspreventie en bestrijding, maar ook een bijzondere aandacht besteed aan de preventie<br />
<strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong>.<br />
Violence against children, <br />
young people and women and to protect victims and groups at risk (Daphne III<br />
Het Research and development Framework programme 7 (FP 7) (in de toekomst Horizon 2020): een<br />
algemeen financieringsprogramma dat werd uitgewerkt ter bevordering <strong>van</strong> de samenwerking tussen<br />
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen uit heel Europa, samen met het versterken <strong>van</strong> de<br />
aanwezige kennis en de verspreiding er<strong>van</strong> binnen de Europese Unie. Het programma richt zicht op<br />
een grote verscheidenheid aan onderzoeksdomeinen, waaronder veiligheid via het programma<br />
FP7/Security.<br />
9. Het geheel <strong>van</strong> instrumenten, contactpersonen, studies, fora en financieringsmogelijkheden zal ter<br />
beschikking worden gesteld <strong>van</strong> alle pedagogische, publieke of associatieve actoren <strong>van</strong> de verschillende<br />
beleidsniveaus.<br />
10. Het centraliseren <strong>van</strong> kennis en expertise en het beantwoorden <strong>van</strong> alle vragen die professionele<br />
doelgroepen kunnen hebben t.a.v. <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering door middel <strong>van</strong> de<br />
<br />
<br />
thema.<br />
Tot op <strong>van</strong>daag is de bestaande kennis inzake polarisering en <strong>radicalisering</strong> in ons land verspreid over<br />
verschillende instellingen (regering, OCAD, veiligheid, defensie, politie, universiteiten, kenniscentra,<br />
enz.). Om ervoor te zorgen dat we beschikken over een preventiestrategie inzake <strong>gewelddadige</strong><br />
polarisering en <strong>radicalisering</strong> die gebaseerd is op concrete elementen en om de pure securitaire<br />
benadering <strong>van</strong> het fenomeen te overstijgen, moet deze kennis gecentraliseerd en gevalideerd worden en<br />
dit binnen het departement bevoegd voor preventie. Medewerkers, academici, politieagenten en experts
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
13/26<br />
moeten samenwerken om de kennis <strong>van</strong> deze fenomenen te vergroten. Om deze dynamiek te<br />
vergemakke<br />
administratie <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken (AD Veiligheid en Preventie).<br />
Naast de verzameling <strong>van</strong> kennis en informatie zou de cel ook belast worden met de centralisatie en de<br />
verspreiding <strong>van</strong> wetenschappelijke onderzoeken en goede praktijken in België en in het buitenland en<br />
met de verspreiding <strong>van</strong> gerichte informatiebrochures, communicatie-‐initiatieven voor de organisatie <strong>van</strong><br />
fora, enz. Deze cel zal ten dienste moeten staan <strong>van</strong> de verschillende machtniveaus en <strong>van</strong> de lokale<br />
entiteiten alsook <strong>van</strong> de verschillende betrokken diensten en instellingen.<br />
Het doel <strong>van</strong> deze cel bestaat eveneens in de creatie <strong>van</strong> een platform ter ondersteuning <strong>van</strong> lokale<br />
overheden en professionals (de eerstelijnswerkers zoals leraars, artsen, straathoekwerkers,<br />
jongerenwerkers, politieagenten) die mogelijk geconfronteerd worden met signalen <strong>van</strong> vroegtijdige<br />
(<strong>gewelddadige</strong>) <strong>radicalisering</strong> en polarisering, en ook voor de federale en gefedereerde overheden die<br />
verantwoordelijk zijn voor de uitwerking <strong>van</strong> het beleid en initiatieven. Deze lokale overheden worden<br />
ongetwijfeld reeds geconfronteerd met heel wat potentiële signalen <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering,<br />
maar kunnen ze momenteel niet identificeren. Dit zorgt ervoor dat ze geen positieve invloed kunnen<br />
uitoefenen op de kwetsbare individuen. Om hen te helpen bij het herkennen en beheren <strong>van</strong> deze<br />
signalen, moet het kennis-‐ en adviescentrum zo laagdrempelig mogelijk zijn.<br />
Het is absoluut noodzakelijk dat de cel diverse publicaties zal (laten) opstellen om de eerstelijnswerkers<br />
te informeren over:<br />
-‐ de signalen <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong>;<br />
-‐ de methodes, initiatieven en betogen teneinde dit fenomeen aan te pakken;<br />
-‐ het onderscheid tussen <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en de keuze voor strenge en strikte<br />
godsdienstige opvattingen en praktijken enz. om verwarring te voorkomen.<br />
De oprichting <strong>van</strong> een dergelijk kennis-‐ en adviescentrum wordt overigens aanbevolen als een absolute<br />
must voor de uitwerking <strong>van</strong> een veelomvattende preventiestrategie in het wetenschappelijk onderzoek<br />
dat gedaan werd door de Universiteit Gent in 2009 2010 over de preventie <strong>van</strong> de <strong>gewelddadige</strong><br />
<strong>radicalisering</strong> en de polarisering. Het onderzoek geeft duidelijk aan dat de globale kennis over de<br />
fenomenen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering te beperkt is op dit moment.<br />
2. Het voorkomen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> polarisering en <strong>radicalisering</strong> in de maatschappij<br />
door het beperken <strong>van</strong> een voedingsbodem <strong>van</strong> frustraties die hier mogelijk <strong>van</strong><br />
aan de basis kan liggen<br />
Het voorkomen <strong>van</strong> frustraties en <strong>van</strong> situaties die het gevoel <strong>van</strong> onrechtvaardigheid voeden in onze<br />
maatschappij draagt sterk bij tot de preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering. Het spreekt<br />
voor zich dat groepen en individuen die geconfronteerd worden met discriminatie, economische achterstelling,<br />
vernedering of spanningen tussen bevolkingsgroepen, meer vatbaar zijn voor radicale boodschappen. Daarom is<br />
het belangrijk om deze frustraties zo veel mogelijk te beperken door de integratie en het respect <strong>van</strong> eenieder<br />
in onze maatschappij te bevorderen. Initiatieven om deze voedingsbodem aan frustraties te voorkomen,<br />
bestaan op verschillende niveaus. De federale, gefedereerde en lokale overheid dragen door het uitvoeren <strong>van</strong><br />
hun beleid in hun respectievelijk domein reeds in grote mate bij aan de preventie er<strong>van</strong>, maar ook de<br />
samenleving zelf kan hierbij een belangrijke rol spelen.<br />
Voorstellen
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
14/26<br />
1. Een plan ter bestrijding <strong>van</strong> racisme, antisemitisme en islamofobie en het bevorderen <strong>van</strong> de diversiteit<br />
en <strong>van</strong> het jaar 2014 het jaar <strong>van</strong> de diversiteit maken waarin 50 jaar Turkse en Marokkaanse<br />
immigratie zal worden gevierd<br />
-‐ De eerste prioriteit inzake de strijd tegen het radicalisme is een beleid in het teken <strong>van</strong> respect, racisme-‐<br />
en discriminatiebestrijding en bevordering <strong>van</strong> de diversiteit op lokaal, gewest-‐, gemeenschaps-‐ en<br />
federaal vlak.<br />
Het toekomstig interfederaal Centrum voor Gelijke Kansen zal gevraagd worden om op basis <strong>van</strong> de best<br />
practices een gids antiracisme uit te werken met aanbevelingen tot regelgevende en wetgevende<br />
initiatieven, concrete acties, attitudes voor de verschillende beleidsniveaus in het bijzonder het lokaal<br />
niveau. Zich gerespecteerd voelen ongeacht verschillen, godsdienst, afkomst, geen discriminatie<br />
ondervinden, dubbele identiteitsbeleving kunnen aangaan, vormen een sleutelfactor om de<br />
aantrekkingskracht <strong>van</strong> religieus radicalisme weg te nemen. Bovendien zijn de bevordering <strong>van</strong> de<br />
waarden <strong>van</strong> de diversiteit, de strijd tegen vooroordelen, de kennis <strong>van</strong> de overtuigingen en gevoeligheden<br />
<strong>van</strong> andere groepen <strong>van</strong> burgers essentieel om het rechts-‐extremisme tegen te gaan.<br />
-‐ -‐Het jaar 2014 uitroepen tot het federale jaar <strong>van</strong> de diversiteit, voor alle beleidsniveaus<br />
De opgang <strong>van</strong> steeds meer verholen racisme in de publieke opinie is onrustwekkend, gaande <strong>van</strong> een<br />
nieuwe vorm <strong>van</strong> islamofobie die aan kracht wint tot een heropflakkerend antisemitsime, en nog andere<br />
vormen <strong>van</strong> afwijzing verbonden aan de buitenlandse origine <strong>van</strong> burgers. Voorts zijn de bestendiging, ja<br />
ook intensivering en vooral diversifiëring <strong>van</strong> die nieuwe vormen <strong>van</strong> racisme in de sociale media en<br />
nieuwe informatietechnologieën onrustbarend, zoals blijkt uit verscheidene studies.<br />
Zo stellen wij al aan alle overheden <strong>van</strong> ons land voor om het jaar 2014 in België te laten uitgroeien tot<br />
het jaar <strong>van</strong> de diversiteit. 2014 bezit immers heel wat symboliek, vermits de vijftigjarige verjaardag <strong>van</strong><br />
de Marokkaanse en Turkse immigratie de nodige luister zal worden bijgezet met tal <strong>van</strong> events, debatten,<br />
expo's, enz.<br />
Eerstdaags volgt de voorstelling <strong>van</strong> een actieprogramma voor dat jaar <strong>van</strong> de diversiteit, dat openstaat<br />
voor alle entiteiten <strong>van</strong> het land, de gemeenten, het verenigingsleven, de educatieve sector en<br />
burgermaatschappij. Centraal in deze opzet staan de bewustmaking voor de troeven eigen aan diversiteit,<br />
het aandragen <strong>van</strong> nieuwe projecten gericht op het welslagen <strong>van</strong> de interculturele samenleving, een<br />
gemeenschappelijk charter voor burgerzin en een versterkt actieplan ter bestrijding <strong>van</strong> discriminatie en<br />
allerhande racisme.<br />
-‐ Overeenkomstig het regeerakkoord zal een charter voor burgerzin, sokkel <strong>van</strong> gemeenschappelijke<br />
waarden, eind 2013 voorgesteld worden aan alle entiteiten en het ganse jaar door gepromoot worden in<br />
2014.<br />
2. Sociaal werk ter bestrijding <strong>van</strong> frustraties met name op lokaal niveau<br />
-‐ Het belang <strong>van</strong> sociaal werk<br />
De doelstellingen kunnen het best bereikt worden in het kader <strong>van</strong> een transversale aanpak met een religieuze,<br />
familiale, sociale en educatieve dimensie. De kernelementen zijn tewerkstelling, slagen voor school, familiale<br />
stabiliteit en het bestaan <strong>van</strong> een sociaal netwerk.<br />
Het voeren <strong>van</strong> een effectief beleid ter voorkoming <strong>van</strong> een voedingsbodem voor polarisering en <strong>radicalisering</strong><br />
raakt vele beleidsdomeinen (veiligheid, stedenbeleid, onderwijs, jeugd, cultuur, werkgelegenheid, welzijn,<br />
integratie, enz.) waarbinnen reeds heel wat nuttige gewestelijke en gemeenschapsinitiatieven hun<br />
oorspronkelijke doelstellingen bereikt hebben, en indirect een rol gespeeld hebben bij de sociale preventie <strong>van</strong><br />
de <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. Hoewel deze initiatieven niet specifiek gericht zijn op het voorkomen <strong>van</strong> de
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
15/26<br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en de polarisering, dragen ze er indirect wel toe bij doordat ze de sociale<br />
frustraties willen beperken. Zo zullen projecten gericht op het versterken <strong>van</strong> sociale cohesie, het vergroten<br />
<strong>van</strong> de gelijkheid <strong>van</strong> kansen op school en op de arbeidsmarkt, het vermijden <strong>van</strong> discriminatie en<br />
stigmatisering of het bevorderen <strong>van</strong> participatie en emancipatie een positieve invloed hebben op het<br />
voorkomen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. De uitwerking en uitvoering <strong>van</strong> dit soort initiatieven behoren tot<br />
de bevoegdheid <strong>van</strong> de betrokken federale en gefedereerde overheden. Het doel <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken is om<br />
deze nuttige initiatieven te ondersteunen en te versterken in samenwerkingsverbanden met de bevoegde<br />
overheden zonder deze initiatieven te vervormen.<br />
-‐ Sociale rol <strong>van</strong> de lokale overheden<br />
Anderzijds wil de federale overheid dat de gefedereerde overheden meewerken aan het zoeken naar<br />
aanvullende specifieke initiatieven die specifieker gericht zijn op de preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
en polarisering. Naast het stroomlijnen en ontwikkelen <strong>van</strong> de beleidsinitiatieven op federaal en regionaal<br />
niveau, dient ook aandacht te worden besteed aan de reeds bestaande beleidsinitiatieven op lokaal niveau. In<br />
de praktijk zal namelijk de voedingsbodem voor <strong>radicalisering</strong> en polarisering vooral kunnen worden<br />
tegengegaan op dit niveau. Lokale overheden hebben een beter zicht op de aanwezige frustraties in onze<br />
maatschappij, doordat ze dichter bij de bevolking staan. De federale overheid zou bijgevolg ook hen willen<br />
uitnodigen om blijvend te investeren in initiatieven gericht op o.a. sociale cohesie, socio-‐educatieve aspecten<br />
of jongerenwerking. Bijkomend is er ook in het op<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> frustraties een belangrijke rol weggelegd voor de<br />
lokale overheden. Door zich als lokale overheid laagdrempelig en ont<strong>van</strong>kelijk op te stellen voor klachten <strong>van</strong><br />
de burgers en hier een passend antwoord op te bieden, kunnen eventuele frustraties worden opge<strong>van</strong>gen.<br />
-‐ Sociale rol <strong>van</strong> het maatschappelijk middenveld<br />
Tot slot wil de federale regering ook het maatschappelijk middenveld sensibiliseren voor de belangrijke<br />
(indirecte) rol die zij spelen in het voorkomen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering. Het<br />
verenigingsleven in ons land is één <strong>van</strong> de best uitgebouwde in Europa en beschikt over een zeer ruim aanbod<br />
aan hobby-‐, sport-‐, jeugd-‐ en culturele verenigingen. Door het samenbrengen <strong>van</strong> groepen en individuen<br />
bevordert het maatschappelijk middenveld de sociale cohesie in onze samenleving sterk en creëert het sociale<br />
netwerken waarbinnen individuen kunnen worden opge<strong>van</strong>gen. Maar niet iedereen in onze samenleving<br />
participeert in deze netwerken. Er blijkt meer bepaald dat de groepen of individuen die het meest vatbaar zijn<br />
voor <strong>radicalisering</strong> en polarisering minder aanwezig zijn in deze verenigingen. Volgens de wetenschappelijke<br />
studie <strong>van</strong> de Universiteit Gent zijn geïsoleerde jongeren gevoeliger voor radicale berichten dan de andere<br />
voor zover hun netwerken beperkter zijn en de mogelijkheid om gematigde antwoorden te krijgen op hun<br />
frustratie is dus beperkt. De federale overheid wenst daarom het maatschappelijk middenveld op te roepen om<br />
blijvend te investeren in de inclusie <strong>van</strong> individuen uit alle bevolkingsgroepen in onze samenleving en langs<br />
deze weg een mogelijke voedingsbodem voor <strong>radicalisering</strong> en polarisering mee op te <strong>van</strong>gen. De rol <strong>van</strong> het<br />
maatschappelijk middenveld wordt gedetailleerder besproken in pijler 4.<br />
3. Verhogen <strong>van</strong> de weerbaarheid <strong>van</strong> kwetsbare individuen, jongeren, groepen en<br />
gemeenschappen tegen <strong>gewelddadige</strong> polarisering en <strong>radicalisering</strong><br />
Bij de meerderheid <strong>van</strong> de groepen of individuen die op een <strong>gewelddadige</strong> manier radicaliseren, blijkt dat ze<br />
aan<strong>van</strong>kelijk het gebruik <strong>van</strong> geweld afkeurden en dat ze geloofden in het gebruik <strong>van</strong> democratische middelen<br />
om hun doel te bereiken. Gaande weg en ten gevolge <strong>van</strong> zeer uiteenlopende maatschappelijke frustraties<br />
blijkt deze weerbaarheid echter af te brokkelen en werden steeds extremere opvattingen en ideologieën<br />
aanvaard die vooral het gebruik <strong>van</strong> geweld rechtvaardigen of zelfs stimuleren.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
16/26<br />
Deze (morele) weerbaarheid 3 <strong>van</strong> een individu, waarover ieder <strong>van</strong> ons beschikt, kan worden beschouwd als het<br />
vermogen om de ideologische, politieke, confessionele of filosofische opvattingen die <strong>van</strong> geweld een nobel<br />
doel maken, in een juiste context te plaatsen en naast zich neer te leggen. Ze wordt beïnvloed door<br />
verschillende factoren zoals opvoeding, de inbedding <strong>van</strong> een individu in onze maatschappij, zijn geloof in een<br />
democratisch systeem en zijn houding ten opzichte <strong>van</strong> anderen in de samenleving. Des te groter de morele<br />
weerbaarheid <strong>van</strong> een persoon, des te minder is deze kwetsbaar voor <strong>gewelddadige</strong> polarisering en<br />
<strong>radicalisering</strong>. Het versterken en in stand houden <strong>van</strong> deze natuurlijke weerbaarheid zijn volgens onderzoek de<br />
belangrijkste aspecten waaraan overheden aandacht dienen te besteden.<br />
In onze samenleving zijn het voornamelijk jongeren die kwetsbaar zijn voor deze fenomenen. Ze zijn over het<br />
algemeen makkelijker te beïnvloeden, zoeken vaak nog hun eigen identiteit of voelen zich gefrustreerd en<br />
gaan impulsiever om met geweld. Zo zullen sommigen die zich uitgesloten voelen, omdat zij gediscrimineerd<br />
worden, moeilijk werk vinden of problemen hebben op school, hun vertrouwen in onze open samenleving<br />
verliezen. Hierdoor vermindert hun weerbaarheid ten opzichte <strong>van</strong> radicale opvattingen over groepen die zij<br />
verantwoordelijk achten voor hun situatie. Dit kan ertoe leiden dat zij zich in eerste instantie vijandiger tegen<br />
deze groep gaan opstellen en eventueel overgaan tot het gewelddadig uiten <strong>van</strong> hun frustraties tegen deze<br />
groep.<br />
Mogelijke preventieve maatregelen die hierin kunnen worden genomen, zijn gericht op zowel het versterken<br />
<strong>van</strong> de banden die deze groepen hebben met onze maatschappij, als het begeleiden <strong>van</strong> jongeren tot<br />
verantwoordelijke burgers met een kritische geest en bewust <strong>van</strong> de democratische principes. Het is belangrijk<br />
dat eenieder zich bewust is <strong>van</strong> de opportuniteiten en vrijheden waarover hij beschikt, maar ook <strong>van</strong> de<br />
verantwoordelijkheid die hij heeft tegenover de maatschappij. De federale overheid gelooft ook in het<br />
vergroten <strong>van</strong> de weerbaarheid <strong>van</strong> jongeren. Op deze manier kunnen grote groepen jongeren, die mogelijks<br />
vatbaar hadden kunnen zijn voor radicale en <strong>gewelddadige</strong> invloeden, leren deze radicale boodschappen te<br />
contextualiseren of er zelfs tegenin te gaan.<br />
Voorstellen<br />
1. Het is dus noodzakelijk dat de opleidings-‐ en sensibiliseringsmodules ten aanzien <strong>van</strong> jongeren om de<br />
aantrekking tot <strong>gewelddadige</strong> radicale stellingen te counteren, goed worden overdacht en uitgewerkt in<br />
overleg met de experts (experts inzake preventie <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong>, betrokkenheid <strong>van</strong> psychologen die<br />
een expertise ontwikkeld hebben inzake adolescentie en/of met de verantwoordelijken <strong>van</strong> de groep<br />
waartoe zij behoren).<br />
De federale overheid wenst bijgevolg, in samenwerking met de bevoegde partners (religieuze<br />
verantwoordelijken, scholen, verenigingen, verantwoordelijken jeugdbeleid, sportverantwoordelijken,<br />
taallesgevers, enz.), dat er meer specifieke projecten worden uitgewerkt met betrekking tot het<br />
versterken <strong>van</strong> de morele weerbaarheid <strong>van</strong> jongeren, het sensibiliseren voor de democratische waarden,<br />
het informeren over de ris het radicalisme en het tegenbetoog. Mogelijke beleidsdomeinen waarin<br />
dergelijke projecten zich kunnen inschrijven, zijn: onderwijs, sociale cohesie, jeugd-‐ en<br />
gelijkekansenbeleid.<br />
De FOD Binnenlandse Zaken heeft in overleg en samenwerking met de regionale en communautaire<br />
overheden een eerste initiatief genomen en heeft een projectvoorstel rond morele<br />
weerbaarheidstrainingen gericht op <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en polarisering ingediend bij de Europese<br />
Commissie.<br />
Bijkomend wenst de federale overheid de bestaande maatregelen, die een rechtstreekse of<br />
onrechtstreekse rol spelen bij de versterking <strong>van</strong> de morele weerbaarheid, te blijven ondersteunen.<br />
2. Gezien, enerzijds, de belangrijke rol die het internet en sociale media spelen in onze dagelijkse<br />
samenleving, en de vaststelling, anderzijds, dat internet een belangrijke rol speelt bij zogenaamde<br />
-‐via een gezamenlijke inspanning <strong>van</strong> de FOD Binnenlandse Zaken en het<br />
Federaal Wetenschapsbeleid-‐ een diepgaande studie gelanceerd naar de impact <strong>van</strong> internet en sociale<br />
media op <strong>radicalisering</strong>sprocessen, naar de mate waarin de invloed <strong>van</strong> ouders en leeftijdsgenoten deze<br />
3 3 Definitie <strong>van</strong> morele weerbaarheid: « Resilience can be understood as such a level of internal balance and integration (individual and/or group)<br />
that allows a person/group to feel secure enough in their sense of identity as to no longer need to grasp tighly and throw around, hard-earned<br />
partial identidies- dans E. MUSTAKOVA-POSSARDT, « Beyond competing indentities and ideologies : building resilience to radicalization in a<br />
World in transition.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
17/26<br />
impact versterkt of net neutraliseert en welke hefbomen gebruikt kunnen worden om jongeren<br />
weerbaarder te maken voor radicale boodschappen op internet circuleren.<br />
3. Het denken in absolute termen en het opnemen voor de goede zaak bij jongeren moet beter<br />
geheroriënteerd worden naar grootschalige, exclusief humanitaire projecten die werken rond de<br />
geopolitieke problemen waarmee zij begaan zijn, om te voorkopen dat ze in dat opzicht niet in andere<br />
middelen gaan investeren of zich laten manipuleren door geradicaliseerde discoursen.<br />
4. Een beroep doen op personen die vroeger geradicaliseerd waren, maar er uit zijn geraakt, is een<br />
opportuniteit die als geloofwaardig wordt aanbevolen door de preventieactoren, mits uiteraard de nodige<br />
voorzichtigheid qua voorafgaande screening (belangeloosheid, ervaring, legitimiteit, vertrouwen,<br />
geloofwaardigheid).<br />
4. Ondersteunen <strong>van</strong> lokale, pedagogische, associatieve en mediagerichte<br />
preventiestrategieën en de verschillende actoren betrekken, versterken en<br />
ondersteunen<br />
Eén <strong>van</strong> de doelstellingen <strong>van</strong> het preventieprogramma tegen <strong>radicalisering</strong> is het stimuleren en ondersteunen<br />
<strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> anti-‐<strong>radicalisering</strong>sstrategieën in elke gemeente door bovenal een beroep te doen op<br />
de associatieve actoren om de initiatieven te dragen.<br />
4.1 Een gemeentelijke strategie<br />
Lokale overheden zijn een cruciale partners om <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> te voorkomen en een veilige en<br />
respectvolle samenleving te garanderen. Ze zijn de eigenlijke spilfiguren voor het realiseren <strong>van</strong> een effectief<br />
preventiebeleid, aangezien <strong>radicalisering</strong>sprocessen zich veelal afspelen in lokale settings. Ze zijn in staat<br />
algemene richtlijnen te vertalen naar de lokale context en ze aan te passen aan de noden en behoeften <strong>van</strong><br />
kwetsbare individuen of <strong>van</strong> professionals die met deze fenomenen worden geconfronteerd. Elk individu, elke<br />
groep en elke lokale gemeenschap beleeft een toestand <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> polarisering of <strong>radicalisering</strong> op een<br />
eigen manier. Het is de bevoegdheid en taak <strong>van</strong> de lokale overheden gericht te ageren op deze fenomenen.<br />
De lokale overheden zijn een belangrijke actor en vormen de schakel tussen het bestuur en de burger, en<br />
tussen het bestuur, maatschappelijke (eerstelijnswerkers, verenigingsleven en private partners. Het blijkt<br />
dat net deze actoren kunnen geconfronteerd worden met de eerste uitingen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
en dat deze hierbij moeten worden ondersteund en begeleid.<br />
Het is dan ook belangrijk dat lokale overheden goed op de hoogte zijn <strong>van</strong> deze fenomenen, <strong>van</strong> hun impact op<br />
de samenleving en hoe men hiermee dient om te gaan. Zij kunnen gerichte acties op touw zetten, op een<br />
sociaal preventieve wijze antwoorden bieden op vroegtijdige tekenen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong> en<br />
maatschappelijke en private actoren hierin ondersteunen. De federale overheid wenst dan ook met deze<br />
strategie te investeren in het sensibiliseren en ondersteunen <strong>van</strong> steden en gemeenten bij het voorkomen <strong>van</strong><br />
deze fenomenen.<br />
Voorstellen<br />
1. Er zal aan elke betrokken stad en gemeente gevraagd worden om een lokale preventie-‐ en<br />
bestrijdingsstrategie tegen <strong>radicalisering</strong> uit te werken, de verantwoordelijke persoon of dienst aan te<br />
wijzen om die thematiek te coördineren en het lokale betrokken en bevoegde verenigingsleven alsook<br />
de vertegenwoordigers <strong>van</strong> de betrokken religies erbij te betrekken en te responsabiliseren. Een<br />
doeltreffende coördinatie <strong>van</strong> de verschillende actoren op lokaal niveau is belangrijk om éénzelfde<br />
visie te hebben op de doelstellingen, de methodes en de taakverdeling, evenals op de verduidelijking<br />
<strong>van</strong> de desbetreffende associatieve en sociale publieke opdrachten.<br />
2. De toekomstige veiligheidscontracten <strong>van</strong> de federale regering zullen de verplichting opleggen zich te<br />
richten op restrictievere doelstellingen i.v.m. de kadernota inzake veiligheid met een belangrijk punt<br />
gericht op de lokale preventie <strong>van</strong> de <strong>radicalisering</strong>.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
18/26<br />
3. De zonale veiligheidsplannen <strong>van</strong> alle zones zullen het NVP en de kadernota inzake veiligheid moeten<br />
volgen, waar<strong>van</strong> de bestrijding <strong>van</strong> de <strong>radicalisering</strong> één <strong>van</strong> de prioriteiten is.<br />
4. De preventiecel <strong>radicalisering</strong> zal als opdracht hebben het adviseren, informeren en ondersteunen <strong>van</strong><br />
de gemeenten (zie supra). Belangrijk hierbij zal zijn het aanbod er<strong>van</strong> af te stemmen op de noden <strong>van</strong><br />
de lokale overheden en hun partners. Bovendien kunnen eveneens soortgelijke lokale initiatieven<br />
genomen worden in het raam <strong>van</strong> de toekomstige strategische veiligheids-‐ en preventieplannen en kan<br />
er ook nog een toolbox worden uitgewerkt.<br />
5. Parallel daarmee zal elke gemeente worden aangemoedigd om een plan inzake antiracisme en ter<br />
bevordering <strong>van</strong> de interculturaliteit op te stellen, dat eveneens integraal deel uitmaakt <strong>van</strong> de<br />
prioriteiten <strong>van</strong> de veiligheids-‐ en preventieplannen en <strong>van</strong> de zonale plannen.<br />
4.2 Een opgeleide nabijheidspolitie<br />
De politiediensten spelen op lokaal niveau ook een belangrijke rol in een sociaal preventieve aanpak. Bij<br />
interventies of bij het uitvoeren <strong>van</strong> taken in het raam <strong>van</strong> wijkwerking kunnen politieagenten soms<br />
geconfronteerd worden met mogelijke signalen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. In sommige gevallen zal de<br />
situatie geen onmiddellijke politieactie vereisen, in andere gevallen (bij een wetsoverschrijdende feiten) zal<br />
het louter ondernemen <strong>van</strong> repressieve stappen mogelijks onvoldoende zijn. In het eerste geval is het<br />
belangrijk deze vroegtijdige signalen niet verloren te laten gaan. In het tweede geval zal het belangrijk zijn de<br />
jongeren de nodige sociale ondersteuning en coaching te bieden om de voedingsbodem voor hun frustraties<br />
positief om te buigen.<br />
Voorstellen<br />
1. In het raam <strong>van</strong> deze socio-‐preventieve aanpak wenst de federale overheid de lokale politiekorpsen te<br />
sensibiliseren voor hun rol in dit verhaal. In eerste instantie voor wat betreft het respect ten aanzien<br />
<strong>van</strong> de verschillende gemeenschappen en het belang <strong>van</strong> tolerantie en non-‐discriminatie als attitude;<br />
vervolgens over het belang <strong>van</strong> de «community policing», <strong>van</strong> het buurtwerk en <strong>van</strong> het partnerschap<br />
met het verenigingsleven en tot slot over de signalen om radicalisme te detecteren, met name via een<br />
ruim verspreide brochure en gespecialiseerde opleidingen (COPPRA-‐project). Tenzij er een duidelijk<br />
en onmiddellijk gevaar is voor de individuen of hun omgeving, pleit men ervoor dat de<br />
eerstelijnsactoren die met deze jongeren werken, altijd de signalen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong><br />
identificeren met het oog op het nemen <strong>van</strong> sociaal preventieve maatregelen, al dan niet ter<br />
aanvulling op andere. Hoewel de politie het fenomeen moet kennen, detecteren en bevatten, moeten<br />
de echte preventie-‐initiatieven daarentegen veeleer genomen worden door de netwerken <strong>van</strong> het<br />
verenigingsleven, <strong>van</strong> de religies, <strong>van</strong> de ouders en <strong>van</strong> het middenveld.<br />
2. Het uitwerken <strong>van</strong> partnerschappen met andere eerstelijnswerkers en de informatie-‐uitwisseling zullen in<br />
deze context zeer belangrijk zijn. Op die manier kunnen gerichte sociopreventieve acties op touw worden<br />
gezet, welke maximaal aansluiten op de situatie en op de noden <strong>van</strong> kwetsbare groepen of individuen. Het<br />
gebruik <strong>van</strong> politionele repressieve tussenkomsten <br />
ultimum remedium<br />
3. In dit opzicht heeft de politie specifieke opleidingen m.b.t. de <strong>radicalisering</strong>sproblematiek op touw gezet,<br />
welke nog worden versterkt, en is de laatste hand gelegd aan een brochure om te versturen naar de lokale<br />
politiezones.<br />
4. Het is ten slotte <strong>van</strong> essentieel belang dat de lokale politie blijk geeft <strong>van</strong> respect ten aanzien <strong>van</strong> de<br />
gemeenschappen en <strong>van</strong> scherpzinnigheid in de strategieën die tot stand gebracht moeten worden, wat<br />
stigmatiseringen vermijdt indien nodig, en dat ze voldoende aandacht besteedt aan de ontreddering <strong>van</strong><br />
ouders die te maken krijgen met de <strong>radicalisering</strong> <strong>van</strong> hun kinderen en dat ze die ouders kan doorverwijzen<br />
om een antwoord te vinden op hun angsten.<br />
4.3 Een verenigingssector op de eerste lijn<br />
Naast de lokale overheden kunnen talrijke maatschappelijke partners een veelbetekende rol spelen in het<br />
garanderen <strong>van</strong> veilig en respectvol samenleven. Eerstelijnswerkers (leraars, maatschappelijke assistenten,<br />
huisartsen, enz.) en het verenigingsleven (cultuurverenigingen, sportverenigingen, enz.) kunnen -‐door de<br />
veelvuldige en nauwe contacten die zij onderhouden met de bevolking-‐ in contact komen met tekenen <strong>van</strong><br />
<strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>-‐ of polariseringsprocessen. Zoals al vermeld, zijn het vooral zij die vroegtijdige<br />
signalen <strong>van</strong> kwetsbare groepen of personen zullen op<strong>van</strong>gen, net zoals de personen uit de onmiddellijke<br />
omgeving <strong>van</strong> kwe<br />
eersten die frustratiegevoelens en veranderingen waarnemen. Deze signalen blijven in vele gevallen
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
19/26<br />
onbeantwoord. Ook het verenigingsleven kan een belangrijke bijdrage leveren, zoals aangetoond in de studie<br />
<strong>van</strong> de Universiteit Gent. Net zoals de eerstelijnswerkers, staan de verenigingen in nauw contact met de<br />
bevolking en zijn ze ook goed geplaatst om vroegtijdig de signalen op te <strong>van</strong>gen, zoals frustraties, radicale<br />
uitspraken, en meer specifiek de tekenen <strong>van</strong> afzondering en isolement. De personen die ten prooi vallen aan<br />
radicalisme hebben de neiging zich systematisch uit het sociaal leven terug te trekken of hebben steeds in een<br />
bepaalde mate <strong>van</strong> isolement geleefd. Om redenen <strong>van</strong> vertrouwen en geloofwaardigheid, is het meer<br />
aangewezen lokale verenigingsactoren, die betrokken zijn in het gemeenschapsleven, aan te duiden en te<br />
responsabiliseren en hun, indien nodig, een opleiding aan te bieden, eerder dan externen te <br />
Voorstellen<br />
1. Op de eerste plaats moeten lokale overheden de lokale verenigingen op het terrein ertoe aanzetten om<br />
een belangrijke rol te spelen in de preventie-‐ en bemiddelingsinitiatieven en in de contacten met de<br />
betrokkenen, daar zij meer geschikt zijn om met bepaalde groepen vertrouwensbanden te smeden dan de<br />
publieke overheid.<br />
2. De federale overheid moet ten voordele <strong>van</strong> de verenigingssector instaan voor de opleiding en voor het<br />
inroepen <strong>van</strong> de hulp <strong>van</strong> voormelde vakmensen. Dit houdt in dat ze moeten geïnformeerd worden en<br />
vertrouwd gemaakt worden met het bestaan <strong>van</strong> deze fenomenen, ze moeten aangezet worden er een<br />
passen antwoord op te bieden en ze geholpen moeten worden in al hun bekommernissen ter zake. In geen<br />
geval beogen we hier een doelgerichte informatiestroom <strong>van</strong>uit het maatschappelijk veld naar de politie<br />
(wat uiteraard wel kan op vrijwillige basis). De federale overheid wil in geen enkel geval de<br />
vertrouwensrelatie tussen de maatschappelijke actoren (eerstelijnswerkers, het verenigingsleven en de<br />
sociale netwerken) en de bevolking ondermijnen. Het doel om de eerstelijnwerkers die actief zijn in<br />
verschillende sociale domeinen, te sensibiliseren, bestaat erin de voedingsbodem <strong>van</strong> gewelddadig<br />
radicalisme te kunnen identificeren en zich in de eerste plaats te ontfermen over de kwetsbare individuen.<br />
In hun dagelijks werk kunnen ze er zodoende mee rekening houden dat bepaalde signalen kunnen wijzen<br />
op afwezigheid <strong>van</strong> respect binnen de samenleving of op <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>sprocessen, en kunnen<br />
ze er bijgevolg meer gericht aandacht aan besteden. Ze moeten weten hoe en waarom bepaalde personen<br />
opteren voor de weg <strong>van</strong> het gewelddadig radicalisme, hoe er adequaat mee om te gaan en waar ze<br />
antwoorden kunnen vinden op al hun vragen ter zake.<br />
3. Het is voor de verschillende initiatieven interessant om zich te baseren op de goede praktijken die men in<br />
het buitenland heeft met de verenigingssector (zie bijlage). Het Nederlandse preventiebeleid inzake<br />
<strong>radicalisering</strong> levert op dit vlak heel wat goede praktijkvoorbeelden die kunnen worden aangewend in<br />
overleg met de lokale verenigingen:<br />
-‐ <br />
-‐ Aanwerving <strong>van</strong> sleutelfiguren binnen het netwerk die een probleem kunnen signaleren en er snel<br />
en efficiënt een antwoord kunnen op bieden, met name <br />
tegendiscours<br />
lanceren;<br />
-‐ Oprichting <strong>van</strong> op<strong>van</strong>gcentra (eventueel door het openstellen <strong>van</strong> een telefoonlijn), waar<br />
jongeren die op zoek zijn naar zingeving en antwoorden gehoord, doorverwezen en zelfs begeleid<br />
kunnen worden;<br />
-‐ <br />
kunnen bijdragen tot de organisatie <strong>van</strong> burgerdebatten met de lokale gemeenschappen);<br />
-‐ Opstarten <strong>van</strong> initiatieven ter bevordering <strong>van</strong> de dialoog tussen gemeenschappen (ontmoetingen,<br />
proefwedstrijden, ervaringsuitwisseling, groepsdynamiek is essentieel; de emotionele<br />
intelligentie en het emotionele leerproces zijn meer aangewezen dan een louter cognitieve<br />
logica.<br />
4.4 De verantwoordelijken <strong>van</strong> het Onderwijs-‐ en Jeugdbeleid<br />
Overleg met de Gemeenschappen is absoluut noodzakelijk als draagvlak voor bestaande en toekomstige<br />
beleidskoersen.
Voorstellen<br />
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
1. De onderwijswereld moet een belangrijke rol spelen door de kritische geest <strong>van</strong> jongeren aan te<br />
scherpen en ze minder vatbaar te maken voor radicale boodschappen. De Gemeenschappen zullen<br />
uitgenodigd worden zelf hun strategie te ontwikkelen ter bevordering <strong>van</strong> diversiteit en uitwisselingen<br />
in de scholen, <strong>van</strong> de kennis <strong>van</strong> de andere religies en moraalfilosofieën en krachtdadig en regelmatig<br />
op te treden tegen racisme en radicalisme.<br />
2. De FOD Binnenlandse zaken zal -‐ op vraag -‐ opleidingen organiseren ten behoeve <strong>van</strong> de leerkrachten.<br />
3. Een zo vroeg mogelijke preventieve aanpak via de school en de jeugdorganisaties is effectiever. Ook in<br />
de betrokken gemeenten moeten de onderwijsactoren betrokken worden. In de scholen moeten<br />
experten en/of vakmensen opleidings-‐ en/of sensibiliseringssessies organiseren, en dit in overleg met<br />
de godsdienstleraars.<br />
4. De verantwoordelijken <strong>van</strong> het Jeugdbeleid spelen een sleutelrol met betrekking tot de tweede<br />
doelstelling, met name de vermindering <strong>van</strong> de voedingsbodem voor frustraties en <strong>radicalisering</strong>. De<br />
rol <strong>van</strong> de straathoekwerkers, socio-‐educatieve coaches ... is in dit opzicht <strong>van</strong> cruciaal belang. De<br />
sociale netwerken (partner, gezin, familie, vrienden) <strong>van</strong> een individu bieden in de eerste plaats een<br />
belangrijke bescherming tegen <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. De kans dat kwetsbare personen<br />
gewelddadig radicaliseren is veel kleiner als ze sterke banden hebben met hun onmiddellijke<br />
omgeving en ergens terecht kunnen met hun frustratiegevoelens. Het is voor hen echter niet altijd<br />
even gemakkelijk om met dergelijke gevoelens en soms zelf met uitingen <strong>van</strong> gewelddadig radicalisme<br />
om te gaan.<br />
5. De FOD Binnenlandse zaken zal -‐<br />
een<br />
opleidingsprogramma opstellen voor de jeugd-‐ en verenigingssector.<br />
4.5 De medische sector<br />
De geestelijke gezondheidsproblemen, en in het bijzonder de mentale gezondheid, zijn aanzienlijk in onze<br />
samenleving en kunnen in bepaalde gevallen helaas gepaard gaan met radicale en extreme standpunten die<br />
kunnen leiden tot extreme gewelddaden (extreemrechts).<br />
Er zal een overleg plaatsvinden met de Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid met het oog op de sensibilisering <strong>van</strong> de<br />
actoren <strong>van</strong> de sector <strong>van</strong> de mentale gezondheid m.b.t. het opsporen <strong>van</strong> de tekens en <br />
-‐<br />
uitwisselingsmodaliteiten tussen actoren, enz.<br />
4.6 De media<br />
Ook de media kunnen een aanzienlijke bijdrage leveren. Radicalisering en polarisering kunnen namelijk worden<br />
beïnvloed omdat de media er verslag over doen en door het tonen <strong>van</strong> conflicten.<br />
Voorstellen<br />
1. Er wordt voorgesteld om met de gemeenschappen en de media gedurende zes maanden een rondetafel te<br />
organiseren over een precies aantal onderwerpen die verband houden met diversiteit en<br />
<br />
2. Het is <strong>van</strong> belang de media bewust te maken <strong>van</strong> hun belangrijke rol die ze bekleden en de<br />
verantwoordelijken in dit domein op te roepen er mee rekening te houden in de manier waarop ze verslag<br />
uitbrengen over gebeurtenissen, in het bijzonder door eventuele initiatieven of aandachtspunten te<br />
suggereren. Het debat over interculturalisme heeft nood aan nuancering, respect en sereniteit. Het moet<br />
positief naar voor gebracht worden in een geest <strong>van</strong> constructieve en verenigde samenwerking om aldus het<br />
niet-‐stigmatiseren <strong>van</strong> bepaalde groepen en gemeenschappen mogelijk te maken.<br />
3. Diversiteit in de audiovisuele media vertaalt zich ook in de wil om de diversiteit beter naar voor te brengen<br />
en erover te waken dat geen stereotypen worden overgebracht, maar dat men er daarentegen tegenin gaat<br />
en dat men welke vorm ook <strong>van</strong> discriminatie voorkomt.<br />
20/26
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
21/26<br />
Aangezien extremisme een natuurlijke neiging heeft om zich te versterken, is het bovendien <strong>van</strong> belang om<br />
een actieve strijd te voeren tegen racisme, antisemitisme, xenofobie en islamofobie op internet, met name<br />
door de op het internet aanwezige Belgische media te sensibiliseren voor een grotere waakzaamheid voor<br />
extremiteiten, welke men spijtig genoeg dagelijks vastgestelt op de fora naar aanleiding <strong>van</strong> artikels die de<br />
media publiceren. Aangezien de media de spiegel <strong>van</strong> onze maatschappij vormen, kan het beeld dat die<br />
extreme vormen <strong>van</strong> islamofobie over de Belgische samenleving de wereld insturen, enkel maar leiden tot een<br />
nog grotere <strong>radicalisering</strong> <strong>van</strong> de moslimjongeren, die het vaakst op zoek zijn naar hun identiteit.<br />
4.7 De actoren uit de religieuze wereld<br />
Het is noodzakelijk dat de strategie ter bestrijding <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> vooreerst wordt gedragen door de<br />
vertegenwoordigers <strong>van</strong> de betrokken gemeenschappen (sociale en religieuze actoren, gemandateerden,<br />
lesgevers, enz.).<br />
Iedere strijd tegen het radicalisme die uitsluitend gedragen wordt door personen die niet tot de<br />
desbetreffende gemeenschap behoren, is gedoemd te mislukken en maakt het voorwerp uit <strong>van</strong><br />
verdachtmaking of contraproductieve interpretaties.<br />
De strijd tegen het religieuze radicalisme moet een prioriteit worden voor bijvoorbeeld de vertegenwoordigers<br />
<strong>van</strong> de islamitische eredienst en <strong>van</strong> de moslims <strong>van</strong> België, want afgezien <strong>van</strong> de destructieve geweld-‐ en<br />
haatbetogen en de vrouwendiscriminatie die zulk radicalisme voorstaat, is het vijand nummer 1 <strong>van</strong> de<br />
moslimgemeenschap in België, die als gemeenschap vrijwel unaniem een gematigde islam praktiseert die op<br />
gelijksoortige wijze moet worden gerespecteerd, ondersteund en ontwikkeld als de andere religies of<br />
filosofische stromingen. Die gemeenschap heeft helaas al te vaak te lijden onder voortdurende ambiguïteit en<br />
associatie met radicalisme, waardoor er soms een toenemend gevoel <strong>van</strong> afwijzing en islamofobie ontstaat, dat<br />
met een even grote vastberadenheid moet bekampt worden als het radicalisme dat daar<strong>van</strong> aan de basis ligt.<br />
Voorstellen<br />
1. In het raam <strong>van</strong>, enerzijds, de wil om een samenleving op te bouwen met respect voor andermans<br />
overtuigingen en geloof en een samenleving <strong>van</strong> geslaagde diversiteit, en, anderzijds, de wil om het radicaal<br />
islamisme te voorkomen, is het dus noodzakelijk om vooral op lokaal niveau een overleg op te starten met de<br />
afgevaardigden <strong>van</strong> de moskees, <strong>van</strong> de islamitische eredienst en <strong>van</strong> de verschillende sociale actoren die<br />
betrokken zijn. Aangeduide personen die tot deze gemeenschap behoren, moeten op vrijwillige betrokken<br />
<br />
besteed aan radicale discoursen en aan het melden <strong>van</strong> radicale discoursen door de imams zelf. Het<br />
noodzakelijk dat de strijd tegen het religieus radicalisme met gewelddadig karakter wordt aangepakt door de<br />
religieuze moslimgemeenschap, de sociale verenigingen of actoren afkomstig <strong>van</strong> het land <strong>van</strong> herkomst. Dit<br />
moet haar eerste strijdpu <br />
betrokken gemeente moet deze strategie volgen op basis <strong>van</strong> nabijheid, respect, samenwerking met de<br />
verantwoordelijken uit de gemeenschap en hun nauwe betrokkenheid in de genomen initiatieven of die ze zelf<br />
willen voorstellen of ontwikkelen. Er zou op lokaal niveau een ontmoetingsplaats moeten georganiseerd worden<br />
met de vertegenwoordigers <strong>van</strong> de gemeenschap, de preventiesector en de overheid om de problematiek aan<br />
te kaarten, verschillende actievoorstellen naar voor te brengen en informatie uit te wisselen. Deze ruimte<br />
moet een scharnier-‐ en uitwisselingsfunctie vervullen voor de problematieken die de gemeenschap heeft<br />
beleefd (eredienst, strijd tegen discriminatie en racisme, positieve interculturele projecten, gemengde<br />
burgerontmoetingen ...). Deze ontmoetingsruimte moet bovendien de strijd tegen het radicalisme en de<br />
wederzijdse responsabiliseringen in de te volgen strategieën aansnijden.<br />
2. Dat overleg moet ontwikkeld worden op federaal, gewestelijk en gemeenschapsniveau. Op basis <strong>van</strong><br />
informele contacten zou op federaal en regionaal niveau een officieel en regelmatig ontmoetingsforum op<br />
touw moeten worden gezet tussen de vertegenwoordigers <strong>van</strong> de overheid en <strong>van</strong> de gemeenschap met een<br />
twintigtal personen dat ook regelmatig op nationaal niveau samenkomt om de problematiek en actievoorstellen<br />
te bespreken. Het moet gaan over een ruimte voor regelmatig overleg, met het oog op de uitbouw <strong>van</strong> een<br />
permanente dialoog tussen de vertegenwoordigers <strong>van</strong> de verschillende beleidsniveaus en de<br />
vertegenwoordigers <strong>van</strong> de gemeenschap om alle problemen in de gemeenschap te behandelen en er de<br />
<br />
bevordering <strong>van</strong> een samenleving <strong>van</strong> diversiteit en geslaagde integratie, de discriminatie-‐ en<br />
racismebestrijding alsook de strijd tegen het radicalisme moeten aan bod laten komen, maar ook de strijd<br />
tegen radicalisme.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
3.Bovendien moeten de vertegenwoordigers <strong>van</strong> de verschillende overheden en in overleg met de<br />
religieuze overheden op die basis de nodige beslissingen nemen om de harmonieuze uitoefening <strong>van</strong> de<br />
eredienst mogelijk te maken. Onderwerpen zoals de erkenning <strong>van</strong> de moskees, <strong>van</strong> de imams, de verplichte<br />
opleiding <strong>van</strong> de imams, het gebruik <strong>van</strong> de talen in de moskees, de strijd tegen de buitenlandse financieringen<br />
en invloeden, de contacten met de andere religies en filosofische bewegingen zouden in het bijzonder aan bod<br />
moeten komen.<br />
4. Zo snel mogelijk dient een nieuwe moslimexecutieve opgericht worden (met, indien nodig, als<br />
overgangsoplossing, personen aangeduid om de volgende verkiezingen en hervorming voor te bereiden).<br />
4.8 De omgeving, de ouders en de familie<br />
De omgeving (partner, gezin en familie, vrienden) <strong>van</strong> een individu biedt in de eerste plaats een belangrijke<br />
bescherming tegen <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. De kans dat kwetsbare personen gewelddadig radicaliseren is<br />
veel kleiner als ze sterke banden hebben met hun onmiddellijke omgeving en ergens terecht kunnen met hun<br />
frustratiegevoelens. Het is voor hen echter niet altijd even gemakkelijk om met dergelijke gevoelens en soms<br />
zelf met uitingen <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong> radicalisme om te gaan.<br />
1. De FOD Binnenlandse Zaken zal een sensibiliserings-‐ en ondersteuningsprogramma voor de ouders en<br />
de families uitwerken dat ter beschikking gesteld zal worden <strong>van</strong> de eerstelijnsactoren. Aangezien de<br />
jongeren de voornaamste doelgroep zijn <strong>van</strong> radicale toespraken, kunnen de ouders een positieve en<br />
beschermende invloed uitoefenen door de frustraties die kunnen leiden tot radicalisme (identiteits-‐ of<br />
bestaanscrisis) te identificeren en door een dialoog aan te gaan om hun een alternatieve oplossing aan<br />
te bieden. Zo kan men vermijden dat de kloof die ontstaat tussen de jongeren en hun onmiddellijke<br />
omgeving niet groter wordt en dat de jongeren de antwoorden op hun vragen niet gaan zoeken binnen<br />
radicale bronnen.<br />
2. Het is uiterst belangrijk om te strijden tegen het inkrimpen <strong>van</strong> de kennissenkring <strong>van</strong> de<br />
geradicaliseerde personen door de ouders <strong>van</strong> geradicaliseerde jongeren aan te moedigen hun band<br />
niet te verbreken en zo de kansen te verhogen tot de<strong>radicalisering</strong> <strong>van</strong> deze jongeren. In die zin<br />
hebben de preventiediensten in Denemarken verschillende projecten lopen.<br />
De onlangs gelanceerde ontwikkeling <strong>van</strong> een training <strong>van</strong> de morele weerstand zal rekening houden<br />
met dit aspect door informatiesessies te organiseren voor de onmiddellijke omgeving <strong>van</strong> de jongeren.<br />
Zo zullen niet enkel de jongeren, maar ook de personen uit hun onmiddellijke omgeving<br />
gesensibiliseerd worden.<br />
Voor zover de bestaande generatiekloof één <strong>van</strong> de oorzaken is <strong>van</strong> de vervreemdingsfenomenen die<br />
vastgesteld worden bij jongeren <strong>van</strong> vreemde oorsprong, moeten projecten zoals die welke in<br />
Nederland gevoerd worden om de dialoog tussen de generaties te versterken, aangemoedigd worden.<br />
5. Inzicht verwerven in de media, met name het internet: de impact er<strong>van</strong> als<br />
radicaliserende factor inperken en de instrumentalisering er<strong>van</strong> als tegenbetoog<br />
intensiveren<br />
Zoals reeds aangegeven, speelt het internet een steeds belangrijker rol in het proces <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> en<br />
polarising. Er loopt een diepgaande studie, op gezamenlijk initiatief <strong>van</strong> de FOD Binnenlandse Zaken en het<br />
Federaal Wetenschapsbeleid, naar de impact <strong>van</strong> het internet en de sociale media op de<br />
<strong>radicalisering</strong>sprocessen, de mate waarin de invloed <strong>van</strong> de ouders en gelijken die impact versterken of<br />
neutraliseren, en de hefbomen die aangewend kunnen worden om de jongeren weerbaarder te maken ten<br />
22/26
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
23/26<br />
aanzien <strong>van</strong> radicale boodschappen die op het net circuleren (zie punt 1.1). De resultaten <strong>van</strong> die studie<br />
kunnen dan aangewend worden voor het bepalen <strong>van</strong> gerichte maatregelen om de negatieve impact <strong>van</strong> die<br />
sociale media tegen te gaan.<br />
Voorstellen<br />
1 Bijkomende maatregelen ter bestrijding <strong>van</strong> het haatbetoog op het internet<br />
Er moet in ieder geval aandacht uitgaan naar de inhoud <strong>van</strong> het haatbetoog op internet (hate speech). De<br />
impact op de <strong>radicalisering</strong> is tweeledig, vermits het haatbetoog de samenleving polariseert doordat het<br />
geestesgenoten in hun desbetreffende overtuiging sterkt en tegelijk het gevoel <strong>van</strong> afwijzing versterkt bij de<br />
groepen die zich geviseerd of gestigmatiseerd voelen. Er komt een specifiek partnerschap met het Centrum<br />
voor gelijkheid <strong>van</strong> kansen, dat reeds zeer actief is binnen die sector, teneinde de nodige maatregelen in kaart<br />
te brengen en te intensiveren om de aanwezigheid <strong>van</strong> zulk betoog op het internet in te dijken door de focus in<br />
te stellen op de inhoud met een impact op het <strong>radicalisering</strong>sproces.<br />
Wat de opsporing en bestrijding <strong>van</strong> haatbetogen op het internet betreft, is een internationalisering en<br />
europeanisering <strong>van</strong> de operationele aanpak absoluut noodzakelijk en zouden in het bijzonder specifieke cellen<br />
met inbreng <strong>van</strong> politiemensen en specialisten ter zake moeten toegewezen worden bij Interpol en Europol;<br />
voorts zouden er responsabiliseringsovereenkomsten afgesloten moeten worden met operatoren zoals Google of<br />
Facebook, naast internationale rechtskaders die het verbieden <strong>van</strong> haatsites mogelijk maken.<br />
Op Belgisch niveau is een versterkte samenwerking tussen de Veiligheid <strong>van</strong> de Staat, het OCAM en de politie<br />
onontbeerlijk voor een intensievere opsporing en aanpak <strong>van</strong> die sites, middels een gemeenschappelijk<br />
platform en een versterkt personeelskader. Een specifiek partnerschap zou opgezet moeten worden met het<br />
Centrum voor gelijkheid <strong>van</strong> kansen, dat reeds zeer actief is binnen die sector, teneinde te helpen de nodige<br />
maatregelen in kaart te brengen en te intensiveren om de aanwezigheid <strong>van</strong> zulk betoog op het internet in te<br />
dijken door de focus in te stellen op de inhoud met een impact op het <strong>radicalisering</strong>sproces.<br />
2 Uitwerken <br />
-‐strategie<br />
Het is bovendien de bedoeling de impact <strong>van</strong> het internet op het radicalisme niet zomaar <br />
maar het daarentegen aan te wenden een "tegenbetoog" te voeren dat het simplistische gedachtegoed achter<br />
de radicale betogen aan de kaak stelt.<br />
Daarbij kunnen initiatieven die gelanceerd zijn in het buitenland of op Europees niveau fungeren als<br />
<br />
<strong>van</strong> slachtoffers of <strong>van</strong> personen die zich hebben kunnen losmaken <strong>van</strong> de <strong>radicalisering</strong>), aangepast aan de<br />
specifieke context <strong>van</strong> het radicalisme in België; daarnaast moeten partnerschappen op de verschillende<br />
niveaus opgezet worden om bekendheid te geven aan die inhoud op het internet. Het kan bijvoorbeeld gaan om<br />
bewustmakingscampagnes of de investering <strong>van</strong> de overheid in internetfora en in de sociale media om in debat<br />
te treden en radicale betogen te counteren.<br />
2. Er moet een bijzondere follow-‐up <strong>van</strong> tegenbetoog en <strong>van</strong> diepgaande gesprekken verzekerd worden <strong>van</strong> bij<br />
de eerste opmerking <strong>van</strong> racistische of radicale uitlatingen of uitlatingen tegen de Staat of tegen bepaalde<br />
religieuze, culturele of rassengroepen. In dat opzicht stellen wij voor om de tegenbetogen toe te vertrouwen<br />
aan de Gelijke kansen en daar twintig personen aan te wijzen waar<strong>van</strong> minstens tien personen <strong>van</strong> vreemde<br />
oorsprong (tegenbetoog racisme, radicalisme, islamisme, enz.). We stellen ook voor om een ploed op te richten<br />
<br />
pseudoniemen, haatdiscoursen op internet countert en specifieke tegenbetogen uitwerkt op basis <strong>van</strong><br />
gespecialiseerde opleidingen.<br />
6. Preventie <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> en de<strong>radicalisering</strong> in de ge<strong>van</strong>genissen<br />
Uit de kwetsbaarheidsanalyse <strong>van</strong> het nationaal politioneel veiligheidsbeeld blijkt dat gedetineerden een<br />
bijzonder kwetsbare groep vormen voor <strong>radicalisering</strong>. Het is dus <strong>van</strong> belang n a te denken over hoe
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
24/26<br />
gedetineerden die nog niet geradicaliseerd zijn, weerbaar kunnen gemaakt worden voor de invloeden <strong>van</strong><br />
extremistische boodschappen binnen de ge<strong>van</strong>genismuren.<br />
Het de<strong>radicalisering</strong>sbeleid in de ge<strong>van</strong>genissen moet twee doelstellingen hebben:<br />
(1) Vermijden dat de personen geradicaliseerd worden tijdens hun verblijf in de ge<strong>van</strong>genis en<br />
(2) Zorgen voor een omkadering <strong>van</strong> de geradicaliseerde personen die vrijkomen (buiten de bevoegdheden<br />
inzake politionele en gerechtelijke veiligheid uiteraard).<br />
Voorstellen<br />
1. In dat opzicht zullen er dwingendere sensibiliseringsmaatregelen genomen moeten worden<br />
(tegenbetoog, godsdienstlessen <strong>van</strong> een gemodereerde islam, enz.) tijdens de detentie (ook al moet de<br />
vrijwillige aanpak aangemoedigd worden op basis <strong>van</strong> een persoonlijk engagement). Dit soort programma moet<br />
gevoerd worden met de nodige expertise en subtiliteit door deskundigen en personen die idealiter afkomstig<br />
zijn <strong>van</strong> gemeenschappen <strong>van</strong> dezelfde oorsprong.<br />
2. Er moeten voortaan <br />
een professionele aangepaste en gepersonaliseerde methode.<br />
3. oeken of niet <br />
bezoeken <strong>van</strong> bepaalde plaatsen en/of personen bij het vrijkomen;<br />
4. De opleiding <strong>van</strong> de ge<strong>van</strong>genispersoneel omtrent de tekenen <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong> met nuances en met<br />
behulp <strong>van</strong> externe expertise voor de evaluatie;<br />
5. De assessment en de opleiding <strong>van</strong> de in de ge<strong>van</strong>genissen aanwezige godsdienstadviseurs of imams zal<br />
versterkt moeten worden;<br />
B. Een nieuwe methode : de vorming <strong>van</strong> een permanent preventieplatform<br />
tegen <strong>radicalisering</strong><br />
Met het oog op een gecoördineerde preventieve (sociale) aanpak <strong>van</strong> de <strong>radicalisering</strong> en de <strong>gewelddadige</strong><br />
polarisering, moeten de krachten op de verschillende beleidsniveaus zich verenigen. De preventie <strong>van</strong> deze<br />
fenomenen is niet alleen zaak <strong>van</strong> de minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken, maar wel <strong>van</strong> de overheden op alle<br />
beleidsniveaus. Een federale preventiestrategie zal dan ook alleen slagen, wanneer ze wordt uitgewerkt in<br />
samenwerking met alle betrokken federale overheden, maar ook met de regionale en de lokale overheden <strong>van</strong><br />
ons land.<br />
Vandaar het voorstel om een « platform » te creëren, dat gecoördineerd wordt door de minister <strong>van</strong><br />
Binnenlandse Zaken voor wat betreft de preventiestrategie in de strijd tegen de <strong>radicalisering</strong> binnen de<br />
Interministeriële Conferentie IMC 8. Dit platform zal zowel de leden <strong>van</strong> de federale regering betrekken,<br />
alsook die <strong>van</strong> de bevoegde deelentiteiten en de vertegenwoordigers <strong>van</strong> de Vereniging <strong>van</strong> Steden en<br />
Gemeenten, voor de beleidsdomeinen die een (directe of indirecte) impact hebben op de lokale veiligheids-‐ en<br />
integratiepolitiek. Rondetafelgesprekken kunnen ook worden beoogd.<br />
Het platform zal samenkomen onder voorzitterschap <strong>van</strong> de minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken en zal de<br />
volgende acties ondernemen:<br />
-‐ Concrete voorstellen en wettelijke, reglementaire of operationele initiatieven uitwerken met<br />
betrekking tot deze preventiestrategie en aan de hand daar<strong>van</strong> een jaarlijks actieplan opstellen;<br />
-‐ Informatie en goede praktijken uitwisselen ;<br />
-‐ Het bovenvermeld actieplan evalueren, en op basis <strong>van</strong> de evaluatie het actieplan <strong>van</strong> het jaar daarop<br />
aanpassen.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
25/26<br />
Het platform heeft tot doel om deze federale strategie in de praktijk te brengen en op te volgen, zodat een<br />
efficiënte samenwerking tussen de verschillende overheden gegarandeerd is. Er zal gewaakt worden over<br />
coherentie in de aanpak aan de hand <strong>van</strong> een regelmatig overleg en een permanente informatie-‐<br />
uitwisseling. We zullen bovendien de mogelijkheid onderzoeken om externe partners uit te nodigen, zoals<br />
het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, de academische wereld, de Koning<br />
Boudewijnstichting of experts.
DE VICE-EERSTE MINISTER, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN<br />
EN GELIJKE KANSEN<br />
III. Toekomstige ontwikkelingen<br />
Deze federale strategie is de eerste aanzet tot de ontwikkeling <strong>van</strong> een coherent en globaal beleid <strong>van</strong> sociale<br />
preventie <strong>van</strong> polarisering en <strong>gewelddadige</strong> <strong>radicalisering</strong>. Dit plan, dat niet exhaustief is, is bestemd om in de<br />
loop <strong>van</strong> de tijd te evolueren en wenst eveneens ook andere partners tot beweging aan te zetten. In dit opzicht<br />
dient dit dan ook in een tweede fase verder te worden geconcretiseerd met alle pertinente partners.<br />
De oefening eindigt dan ook niet met de uitwerking <strong>van</strong> deze strategie. Integendeel! Het is slecht een eerste<br />
stap in de gefaseerde ontwikkeling <strong>van</strong> een gecoördineerd beleid gericht op de preventie <strong>van</strong> <strong>gewelddadige</strong><br />
<strong>radicalisering</strong> en polarisering, ondersteund door de verschillende partners. De strategie heeft in eerste<br />
instantie tot doel alle betrokken beleidsdomeinen te sensibiliseren en de kennis m.b.t. deze fenomenen bij hen<br />
te versterken. In die optiek is deze strategie dan ook een aanvulling op het alomvattende actieplan radicalisme<br />
dat alle pijlers omvat.<br />
De specifieke institutionele structuur <strong>van</strong> België mag geen rem zijn op een dynamisch beleid, integendeel de<br />
samenwerking die tot stand kan komen tussen de verschillende beleidsniveaus en de concrete realisaties die<br />
eruit voortvloeien, zullen het mogelijk maken om deze strategie verder te verrijken en zullen bijdragen tot het<br />
veilig en respectvol samenleven.<br />
IV. Bijlage<br />
Om enkele doelstellingen <strong>van</strong> deze strategie te illustreren, zal de lezer hierbijgevoegd un document vinden dat<br />
een aantal Europese goede praktijken bevat omtrent de beheersing -‐ in het bijzonder op lokaal vlak <strong>van</strong> de<br />
problematiek <strong>van</strong> <strong>radicalisering</strong>.<br />
26/26