'Bid en werk' - Hervormde Gemeente Barneveld
'Bid en werk' - Hervormde Gemeente Barneveld
'Bid en werk' - Hervormde Gemeente Barneveld
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘Bid <strong>en</strong> werk’<br />
Liturgie van de di<strong>en</strong>st op de biddag met de leerling<strong>en</strong><br />
van de hervormde basisschol<strong>en</strong><br />
op wo<strong>en</strong>sdag 13 maart 2013<br />
in de Oude Kerk te <strong>Barneveld</strong>.<br />
Ds. M.P.D. Barth zal deze di<strong>en</strong>st leid<strong>en</strong>.<br />
Roelof van Midd<strong>en</strong>dorp bespeelt het orgel.
1. Orgelspel<br />
2. Terwijl de kerk<strong>en</strong>raad binn<strong>en</strong>komt <strong>en</strong> de dominee de preekstoel op<br />
gaat, zing<strong>en</strong> we Psalm 100 : 1, 2 <strong>en</strong> 3: (We blijv<strong>en</strong> allemaal zitt<strong>en</strong>)<br />
Juich, aarde, juich alom de HEER;<br />
di<strong>en</strong>t God met blijdschap, geeft Hem eer;<br />
komt, nadert voor Zijn aangezicht;<br />
zingt Hem e<strong>en</strong> vrolijk lofgedicht.<br />
De HEER is God; erk<strong>en</strong>t, dat Hij<br />
ons heeft gemaakt (<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>szins wij)<br />
tot schap<strong>en</strong>, die Hij voedt <strong>en</strong> weidt;<br />
e<strong>en</strong> volk, tot Zijne di<strong>en</strong>st bereid.<br />
Gaat tot Zijn poort<strong>en</strong> in met lof,<br />
met lofzang in Zijn heilig hof;<br />
looft Hem aldaar met hart <strong>en</strong> stem;<br />
prijst Zijne naam, verheerlijkt Hem.<br />
3. Stil gebed.<br />
We bidd<strong>en</strong> in stilte voor onszelf om e<strong>en</strong> gezeg<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st.<br />
4. Votum <strong>en</strong> Groet<br />
We belijd<strong>en</strong> dat we in deze kerkdi<strong>en</strong>st afhankelijk zijn van God.<br />
Ook word<strong>en</strong> we door God Zelf begroet in deze di<strong>en</strong>st.<br />
5. Zing<strong>en</strong>: OTH 444 (2x)<br />
'k Stel mijn vertrouw<strong>en</strong><br />
op de Heer, mijn God,<br />
want in zijn hand<br />
ligt heel mijn lev<strong>en</strong>slot.<br />
Hem heb ik lief,<br />
zijn vrede woont in mij.<br />
'k Zie naar Hem op <strong>en</strong> 'k weet:<br />
Hij is mij steeds nabij.<br />
6. Geloofsbelijd<strong>en</strong>is<br />
We belijd<strong>en</strong> het christelijk geloof waar alle christ<strong>en</strong><strong>en</strong> over de hele wereld<br />
in gelov<strong>en</strong>.<br />
1. Ik geloof in de Heere God, onze Vader, Die woont in de<br />
hemel <strong>en</strong> Die alles gemaakt heeft: de wolk<strong>en</strong>, de bom<strong>en</strong>, de<br />
bloem<strong>en</strong>, de dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />
2. Ik geloof in Jezus Christus, de Zoon van God.<br />
3. Ik geloof dat Hij gebor<strong>en</strong> werd in Bethlehem,<br />
4. dat Hij gestorv<strong>en</strong> is aan het kruis <strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> is, afgedaald in de hel,<br />
5. maar ook dat Hij na drie dag<strong>en</strong> weer uit de dood is opgestaan.<br />
6. Ik geloof dat de Heere Jezus naar de hemel is terug gegaan,<br />
7. <strong>en</strong> dat Hij e<strong>en</strong>s terugkomt op deze aarde om alle ding<strong>en</strong> recht te zett<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> nieuw te mak<strong>en</strong>.
8. Ik geloof in de Heilige Geest, Die gekom<strong>en</strong> is op het Pinksterfeest, ons<br />
leert gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> wil won<strong>en</strong> in ons hart.<br />
9. Ik geloof één Christelijke Kerk, e<strong>en</strong> verzameling van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over de<br />
hele wereld die bij Jezus hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom ook bij elkaar.<br />
10. Ik geloof dat God om Jezus’ wil onze zond<strong>en</strong> vergeeft.<br />
11. Ik geloof dat ons lichaam e<strong>en</strong>s zal opstaan <strong>en</strong> helemaal nieuw zal<br />
word<strong>en</strong>.<br />
12. Ik geloof dat wij dan voor altijd in de hemel bij Jezus zull<strong>en</strong> zijn.<br />
Am<strong>en</strong><br />
7. Zing<strong>en</strong>: Psalm 81:12<br />
"Op<strong>en</strong>t uw<strong>en</strong> mond;<br />
Eist van Mij vrijmoedig,<br />
Op mijn trouwverbond;<br />
Al wat u ontbreekt,<br />
Sch<strong>en</strong>k Ik, zo gij 't smeekt,<br />
Mild <strong>en</strong> overvloedig."<br />
8. Gebed<br />
We bidd<strong>en</strong> of we het Bijbelgedeelte wat we gaan lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
preek ook zull<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gezeg<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st mog<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>.<br />
9. We lez<strong>en</strong> uit de Bijbel: G<strong>en</strong>esis 24:1-27, Izak trouwt met Rebekka<br />
1 Abraham nu was oud <strong>en</strong> op dag<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de HEERE had Abraham<br />
in alles gezeg<strong>en</strong>d.<br />
2 To<strong>en</strong> zei Abraham teg<strong>en</strong> zijn di<strong>en</strong>aar, de oudste van zijn huis, die alles<br />
wat hij had, beheerde: Leg toch uw hand onder mijn heup.<br />
3 Ik wil u lat<strong>en</strong> zwer<strong>en</strong> bij de HEERE, de God van de hemel <strong>en</strong> de God van<br />
de aarde, dat u voor mijn zoon ge<strong>en</strong> vrouw zult nem<strong>en</strong> uit de dochters<br />
van de Kanaäniet<strong>en</strong> te midd<strong>en</strong> van wie ik woon,<br />
4 maar dat u naar mijn vaderland <strong>en</strong> mijn familiekring gaat om voor mijn<br />
zoon Izak e<strong>en</strong> vrouw te nem<strong>en</strong>.<br />
5 En de di<strong>en</strong>aar zei teg<strong>en</strong> hem: Misschi<strong>en</strong> zal die vrouw mij niet will<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong> naar dit land. Zal ik dan uw zoon terug moet<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> naar het<br />
land waaruit u vertrokk<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t?<br />
6 Abraham zei teg<strong>en</strong> hem: Wees op uw hoede dat u mijn zoon daar niet<br />
terugbr<strong>en</strong>gt!<br />
7 De HEERE, de God van de hemel, Die mij uit mijn familie <strong>en</strong> uit mijn<br />
geboorteland weggehaald heeft, Die tot mij gesprok<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> Die mij<br />
gezwor<strong>en</strong> heeft: Aan uw nageslacht zal Ik dit land gev<strong>en</strong> – die God zal<br />
Zijn <strong>en</strong>gel voor u uit stur<strong>en</strong>, opdat u voor mijn zoon daarvandaan e<strong>en</strong><br />
vrouw zult nem<strong>en</strong>.<br />
8 Maar als die vrouw u niet wil volg<strong>en</strong>, dan b<strong>en</strong>t u vrij van deze eed aan<br />
mij; br<strong>en</strong>g mijn zoon echter niet daarhe<strong>en</strong> terug.<br />
9 To<strong>en</strong> legde de di<strong>en</strong>aar zijn hand onder de heup van Abraham, zijn heer,<br />
<strong>en</strong> hij zwoer hem dat.<br />
10 Daarop nam de di<strong>en</strong>aar ti<strong>en</strong> kamel<strong>en</strong> van de kamel<strong>en</strong> van zijn heer <strong>en</strong><br />
ging op weg met allerlei kostbaarhed<strong>en</strong> van zijn heer bij zich. Zo stond hij<br />
op <strong>en</strong> ging hij op weg naar Mesopotamië, naar de stad van Nahor.<br />
11 Buit<strong>en</strong> die stad liet hij de kamel<strong>en</strong> neerkniel<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> waterput, teg<strong>en</strong><br />
de avond, teg<strong>en</strong> de tijd waarop de vrouw<strong>en</strong> water kom<strong>en</strong> putt<strong>en</strong>.
12 To<strong>en</strong> zei hij: HEERE, God van mijn heer Abraham, laat het mij vandaag<br />
toch gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewijs Abraham, mijn heer, Uw goedertier<strong>en</strong>heid.<br />
13 Zie, ik sta bij deze waterbron <strong>en</strong> de dochters van de mann<strong>en</strong> van de<br />
stad kom<strong>en</strong> om water te putt<strong>en</strong>.<br />
14 Laat het zo zijn dat het meisje teg<strong>en</strong> wie ik zeg: Laat toch de kruik van<br />
uw schouder zakk<strong>en</strong>, zodat ik kan drink<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat zal zegg<strong>en</strong>: Drink, <strong>en</strong> ik<br />
zal ook uw kamel<strong>en</strong> te drink<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, dat zij het meisje is dat U voor Uw<br />
di<strong>en</strong>aar Izak bestemd hebt. Daaraan zal ik dan wet<strong>en</strong> dat U mijn heer<br />
goedertier<strong>en</strong>heid bewez<strong>en</strong> hebt.<br />
15 En het gebeurde, voordat hij uitgesprok<strong>en</strong> was, dat, zie, Rebekka de<br />
stad uit kwam, die bij Bethuel gebor<strong>en</strong> was, de zoon van Milka, de vrouw<br />
van Nahor, de broer van Abraham; zij had haar kruik op haar schouder.<br />
16 Het meisje was erg knap om te zi<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> maagd: ge<strong>en</strong> man had<br />
geme<strong>en</strong>schap met haar gehad. Zij daalde af naar de bron, vulde haar<br />
kruik <strong>en</strong> klom weer naar bov<strong>en</strong>.<br />
17 To<strong>en</strong> liep de di<strong>en</strong>aar snel naar haar toe <strong>en</strong> vroeg: Laat mij toch wat<br />
water uit uw kruik drink<strong>en</strong>.<br />
18 Zij zei: Drink, mijn heer; <strong>en</strong> zij haastte zich <strong>en</strong> liet haar kruik op haar<br />
hand glijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaf hem te drink<strong>en</strong>.<br />
19 To<strong>en</strong> zij hem g<strong>en</strong>oeg had lat<strong>en</strong> drink<strong>en</strong>, zei zij: Ik zal ook voor uw<br />
kamel<strong>en</strong> water putt<strong>en</strong>, totdat ze g<strong>en</strong>oeg gedronk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
20 Zij haastte zich <strong>en</strong> goot haar kruik leeg in de drinkbak <strong>en</strong> liep snel weer<br />
terug naar de put om water te putt<strong>en</strong>. Zij putte voor al zijn<br />
kamel<strong>en</strong>.<br />
21 De man sloeg haar zwijg<strong>en</strong>d gade om te wet<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> of<br />
de HEERE zijn weg voorspoedig gemaakt had, of niet.<br />
22 En het gebeurde, to<strong>en</strong> de kamel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg gedronk<strong>en</strong><br />
hadd<strong>en</strong>, dat de man e<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> ring pakte, waarvan het gewicht e<strong>en</strong><br />
halve sikkel was, <strong>en</strong> twee armband<strong>en</strong> voor haar arm<strong>en</strong>, waarvan het<br />
gewicht ti<strong>en</strong> sikkel goud was,<br />
23 <strong>en</strong> hij vroeg: Van wie b<strong>en</strong>t u e<strong>en</strong> dochter? Vertel het mij toch. Is er in<br />
het huis van uw vader plaats voor ons om te overnacht<strong>en</strong>?<br />
24 Zij zei teg<strong>en</strong> hem: Ik b<strong>en</strong> de dochter van Bethuel, de zoon van Milka,<br />
die zij Nahor gebaard heeft.<br />
25 Verder zei ze teg<strong>en</strong> hem: Er is bij ons zowel stro als voer in overvloed,<br />
<strong>en</strong> ook plaats om te overnacht<strong>en</strong>.<br />
26 To<strong>en</strong> knielde die man <strong>en</strong> boog zich voor de HEERE neer.<br />
27 Hij zei: Geloofd zij de HEERE, de God van mijn heer Abraham, Die mijn<br />
heer Zijn goedertier<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> Zijn trouw niet onthoud<strong>en</strong> heeft. Wat mij<br />
aangaat, de HEERE heeft mij op deze weg geleid naar het huis van de<br />
broeders van mijn heer.<br />
10. Collecte.<br />
Het geld dat we hebb<strong>en</strong> ingezameld is om maaltijd<strong>en</strong> te kop<strong>en</strong><br />
voor arme kinder<strong>en</strong> in Israël. Het wordt binn<strong>en</strong>gebracht <strong>en</strong> aan<br />
de diak<strong>en</strong><strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />
11. Zing<strong>en</strong>: Themalied (Op de wijs van: Hoger dan de blauwe<br />
lucht<strong>en</strong>, OTH 416)
Dank U Heere, voor Uw zorg<strong>en</strong>,<br />
voor de rust van deze nacht.<br />
Dank U voor de nieuwe morg<strong>en</strong>,<br />
U hield over mij de wacht.<br />
Wilt U help<strong>en</strong> bij het ler<strong>en</strong>?<br />
Heere, geef e<strong>en</strong> blije dag.<br />
Maak dat ik vandaag veel ker<strong>en</strong><br />
van Uw liefde stral<strong>en</strong> mag.<br />
Help mij Heer bij alle ding<strong>en</strong>.<br />
Geef dat ik U bov<strong>en</strong>al<br />
voor de vele zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
ook vanavond dank<strong>en</strong> zal.<br />
Am<strong>en</strong><br />
12. Verkondiging<br />
De dominee gaat uitlegg<strong>en</strong> wat het gelez<strong>en</strong> Bijbelgedeelte<br />
betek<strong>en</strong>t <strong>en</strong> wat het ons te zegg<strong>en</strong> heeft.<br />
13. Zing<strong>en</strong>: Themalied (Op de wijs van: Ik heb de vaste grond<br />
gevond<strong>en</strong>, OTH 154)<br />
Abraham ziet zijn zoon graag trouw<strong>en</strong>.<br />
Hij roept zijn knecht <strong>en</strong> zegt zijn plan:<br />
Zoek naar e<strong>en</strong> bruid; zoek niet naar vrouw<strong>en</strong><br />
hier uit dit land, uit Kanaän.<br />
D<strong>en</strong>k aan de regel: bid <strong>en</strong> werk,<br />
want bidd<strong>en</strong> maakt je lev<strong>en</strong> sterk!<br />
De knecht reist dan met veel gesch<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
naar Abrahams geboorteland.<br />
Hij zit die lange weg te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> legt zijn opdracht in Gods hand.<br />
D<strong>en</strong>k aan de regel: bid <strong>en</strong> werk,<br />
want bidd<strong>en</strong> maakt je lev<strong>en</strong> sterk!<br />
Rebekka vult haar kruik met water.<br />
Eerst geeft ze drink<strong>en</strong> aan de knecht.<br />
En de kamel<strong>en</strong>, geeft ze later,<br />
zoals hij bidd<strong>en</strong>d had gezegd.<br />
D<strong>en</strong>k aan de regel: bid <strong>en</strong> werk,<br />
want bidd<strong>en</strong> maakt je lev<strong>en</strong> sterk!<br />
Nu is de knecht heel diep bewog<strong>en</strong>.<br />
Hij toont mete<strong>en</strong> zijn dankbaarheid.<br />
Hij looft de Heer, diep neergebog<strong>en</strong>:<br />
U hebt, o God, mijn weg geleid!<br />
D<strong>en</strong>k aan de regel: bid <strong>en</strong> werk,<br />
want bidd<strong>en</strong> maakt je lev<strong>en</strong> sterk!
14. Dankgebed<br />
We dank<strong>en</strong> voor deze di<strong>en</strong>st, maar bidd<strong>en</strong> ook. Want het is<br />
t<strong>en</strong>slotte ‘Biddag’.<br />
15. Zing<strong>en</strong>: Psalm 121: 1 <strong>en</strong> 4<br />
Na het voorspel gaan we staan, om deze psalm te zing<strong>en</strong>.<br />
'k Sla d' og<strong>en</strong> naar 't gebergte he<strong>en</strong>,<br />
Vanwaar ik dag <strong>en</strong> nacht<br />
Des Hoogst<strong>en</strong> bijstand wacht.<br />
Mijn hulp is van d<strong>en</strong> HEER alle<strong>en</strong>,<br />
Die hemel, zee <strong>en</strong> aarde<br />
Eerst schiep, <strong>en</strong> sinds bewaarde.<br />
De HEER zal u steeds gadeslaan,<br />
Opdat Hij in gevaar,<br />
Uw ziel voor ramp bewaar';<br />
De HEER, 't zij g' in of uit moogt gaan,<br />
En waar g' u he<strong>en</strong> moogt spoed<strong>en</strong>,<br />
Zal eeuwig u behoed<strong>en</strong>.<br />
16. Zeg<strong>en</strong><br />
We krijg<strong>en</strong> Gods zeg<strong>en</strong> mee als we weer naar huis gaan.<br />
17. Als de dominee met de kerk<strong>en</strong>raad naar de consistorie gaat<br />
zing<strong>en</strong> wij ‘Vrede zij u’ OTH 136<br />
Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, z<strong>en</strong>d Ik ook u.<br />
Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, z<strong>en</strong>d Ik ook u.<br />
Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u<br />
vrij.<br />
Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u<br />
vrij.<br />
Ontvangt mijn Geest, Heilige Geest. Hij zal u leid<strong>en</strong>, weest niet bevreesd.<br />
Ontvangt mijn Geest, Heilige Geest. Hij zal u leid<strong>en</strong>, weest niet bevreesd.<br />
Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, z<strong>en</strong>d Ik ook u.<br />
Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, z<strong>en</strong>d Ik ook u.<br />
Na het zing<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> we onze jass<strong>en</strong> aan!
Consistorie<br />
De kerkdi<strong>en</strong>st begint al in de consistorie. Dat is de<br />
ruimte in de kerk waar de dominee, de ouderling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> diak<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de di<strong>en</strong>st sam<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.<br />
De ‘ouderling van di<strong>en</strong>st’ bidt daar. Als het tijd is<br />
kom<strong>en</strong> ze in de kerk.<br />
De ouderling van di<strong>en</strong>st gaat met de dominee naar<br />
de preekstoel <strong>en</strong> geeft hem e<strong>en</strong> hand.<br />
Hij geeft nu de verantwoordelijkheid van de di<strong>en</strong>st<br />
aan de dominee.<br />
Dit vond ik mooi in de preek!<br />
…………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………<br />
Waar heeft de dominee voor gebed<strong>en</strong>?<br />
Wat zijn de leuke ding<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat zijn de verdrietige<br />
ding<strong>en</strong>?<br />
…………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………<br />
Heeft de preek e<strong>en</strong> thema?<br />
………………………………………………………………<br />
Waar gaat de preek over?<br />
………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………