De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2. Monnikengeduld:<br />
het leven in een abdij (500 - 1200)<br />
1. Een monnik hakt een boom<br />
om. <strong>De</strong>ze miniatuur is eigenlijk een<br />
initiaal – een versierde letter I van het<br />
woord ‘intellectus’, waarmee de tekst<br />
begint.<br />
Anonieme miniatuur, in Gregorius de<br />
Grote, Moralia in Job, cisterciënzerabdij<br />
van Cîteaux, 1111. Dijon, Bibliothèque<br />
municipale, ms. 173, fol. 41.<br />
100 / arbeid<br />
Het woord ‘monnik’ is afgeleid van het Oudgriekse woord ‘monos’, dat ‘alleen’<br />
of ‘eenzaam’ betekent. <strong>De</strong> middeleeuwse monniken keerden zich af van<br />
de wereld, om zich helemaal te kunnen richten op God en het hiernamaals.<br />
68 Ze zullen weleens eenzaam geweest zijn, maar ze waren zelden alleen.<br />
Ze leefden samen in een abdij. Eerst waren er kluizenaars. Dat waren christenen<br />
die zich opsloten in een hut of een cel, en hun dagen doorbrachten met<br />
bidden, vasten en waken. <strong>De</strong> eerste kluizenaars in de vierde eeuw trokken<br />
zich daarvoor terug in de Egyptische woestijn. Maar de totale eenzaamheid<br />
viel hen vaak erg zwaar. Daarom kozen ze er na verloop van tijd voor om<br />
samen te leven met anderen, volgens vaste regels en onder het gezag van een<br />
overste. Ze werden monniken.<br />
In de vierde en de vijfde eeuw verspreidde het oosterse monnikendom zich<br />
naar het Westen. <strong>De</strong> eerste westerse kloosters werden gesticht in het latere<br />
Frankrijk, Italië en Ierland. Het werden belangrijke religieuze centra. Van daaruit<br />
raakte het christendom verspreid over heel Europa. 10 Zo trok de missi- missi- <br />
onaris Amandus in de jaren 630 langs de Schelde om de plaatselijke bevolking<br />
te bekeren. In het huidige Gent bouwde hij een nederzetting die al gauw uitgroeide<br />
tot de Sint-Pietersabdij. 11 Naast missionarissen hielpen ook vorsten<br />
en edelen kloosters te stichten. Waarom gaven monniken hun vrijheid op voor<br />
het leven in een abdij? En hoe was het leven er?<br />
Bidden en werken<br />
Het aantal bewoners van een abdij kon sterk uiteenlopen. Sommige bestonden<br />
uit twaalf monniken – naar de twaalf apostelen – en andere uit enkele honderden.<br />
Om het samenleven soepel te doen verlopen, werden er regels opgesteld<br />
met voorschriften over de dagindeling, de voeding, de kleding en de gebedsmomenten.<br />
71 Benedictus van Nursia, die leefde in de eerste helft van de<br />
zesde eeuw, stelde een regel op voor zijn abdij in Monte Cassino, tussen Napels<br />
en Rome. Van de achtste tot de dertiende eeuw volgden vrijwel alle westerse<br />
abdijen zijn regel. (ill. 3)<br />
Volgens die regel waren er drie belangrijke kloosteridealen: armoede, gehoorzaamheid<br />
en zuiverheid. Een monnik moest bij zijn intreding afstand doen van<br />
al zijn persoonlijke bezittingen. Vanaf dat moment was zijn eigen wil ondergeschikt<br />
aan de bevelen van de abt, het hoofd van de abdij. Voor de kandidaatkloosterlingen<br />
– de ‘novicen’ – was er een proef- en opleidingsperiode. Als ze<br />
die achter de rug hadden, mochten ze alleen met toestemming van de abt de<br />
abdij verlaten.<br />
Een monnik of een kloosterzuster moest volledig opgaan in het ritme van het<br />
kloosterleven. <strong>De</strong> dagindeling bestond uit ‘ora et labora’ – bidden en werken.