De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1. Ten oorlog! (500 - 1300)<br />
1. Een Frankische ruiter uit het begin<br />
van de negende eeuw. Hij draagt<br />
een schild, een helm en een lederen<br />
vest die bezet is met metalen plaatjes.<br />
Die uitrusting beschermt hem<br />
tegen aanvallen met pijlen en zwaarden.<br />
Hij is gewapend met een lans.<br />
Anonieme miniatuur uit een psalmenboek,<br />
abdij van Saint-Germain-des-<br />
Prés, begin negende eeuw. Stuttgart,<br />
Württembergische Landesbibliothek,<br />
Cod. bibl. 2° 23, fol. 21v.<br />
128 / oorlog<br />
Oorlog was in de <strong>middeleeuwen</strong> een seizoensgebonden bezigheid. Er werd alleen<br />
gevochten in de lente, de zomer en de herfst, als het weer het toeliet. Oorlogen<br />
bestonden meestal uit een reeks belegeringen. Een heer en zijn volgelingen<br />
omsingelden een burcht of een versterkte stad, 54 totdat de verdedigers zich<br />
overgaven. Of totdat ze het zelf opgaven – als de winter inviel bijvoorbeeld.<br />
Grote gevechten, waarbij twee legers elkaar in het open veld bestormden, waren<br />
gedurende de hele <strong>middeleeuwen</strong> zeldzaam. Kwam het toch tot zo’n veldslag,<br />
dan werden daarbij vrij weinig strijders gedood. Die strijders behoorden<br />
meestal tot de adel. 121 Ze werden gevangengenomen en tegen een flinke<br />
som losgeld weer vrijgelaten. Levend waren ze dus meer waard dan dood.<br />
<strong>De</strong> echte ridders verschenen pas begin elfde eeuw op het strijdtoneel. Toen ontstond<br />
het ridderideaal dat je misschien wel kent uit historische boeken en films:<br />
de geharnaste strijder te paard, die dapper vocht tegen het kwaad. Van ridders<br />
werd verwacht dat ze trouw, eerlijk en hulpvaardig voor vrouwen waren – of in<br />
één woord: ridderlijk. Maar waren ze dat ook echt? Vanwaar kwam het ridderideaal?<br />
En wie vocht vóór het jaar 1000?<br />
<strong>De</strong> Karolingische ruiters<br />
Tot omstreeks 700 streden krijgers vooral te voet. Een steeklans, een kort<br />
zwaard en een bijl waren hun belangrijkste wapens. Vanaf de Karolingische tijd<br />
– vanaf de achtste eeuw – 42 werd dat anders. <strong>De</strong> kern van het Karolingische<br />
leger bestond uit een vrij kleine groep zwaarbewapende krijgers te paard.<br />
(ill. 1) Dat de ruiterij belangrijker werd in de strijd, had alles te maken met de<br />
uitvinding van de stijgbeugel begin achtste eeuw. Ruiters zaten daarmee veel<br />
steviger op hun paard. <strong>De</strong> Karolingische krijgsmannen beschikten ook over<br />
veel betere zwaarden. Te paard, en met die zwaarden, waren ruiters veel gevaarlijker<br />
op het slagveld dan tevoren.<br />
Omdat de wapens gevaarlijker werden, hadden de strijders ook een betere<br />
bescherming nodig: de maliënkolder bood hen die. 133 Toch kwamen echte<br />
ruitergevechten in de Karolingische tijd maar zelden voor. Meestal stegen de<br />
ruiters af voordat ze met elkaar slaags raakten.<br />
Heren en vazallen<br />
<strong>De</strong> legers waren georganiseerd volgens het feodale systeem. 47 Wanneer het<br />
oorlogsseizoen aanbrak, trommelde de koning of de lokale heer zijn vazallen op.<br />
Ze hadden trouw gezworen aan hun heer en waren dus verplicht om voor hem<br />
te vechten. (ill. 5) In ruil daarvoor kregen ze bepaalde inkomsten. Dat kon een<br />
lap grond zijn, maar ook een zwaard of een paard. Een wapenrusting was erg