12.09.2013 Views

De middeleeuwen - Averbode

De middeleeuwen - Averbode

De middeleeuwen - Averbode

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

universiteiten groeiden uit de kapittelscholen. Dat waren<br />

scholen die hoorden bij een kathedraal – de hoofdkerk<br />

van een bisdom. 66 In die scholen kregen geestelijken<br />

onderwijs in de zeven ‘artes liberales’ of vrije kunsten:<br />

grammatica of taalkunde, retorica of de kunst van het<br />

spreken, logica, rekenkunde, meetkunde, astronomie 84<br />

en muziekleer. <strong>De</strong> studenten die zich inschreven aan de<br />

universiteiten, kregen eerst les in die vrije kunsten. Daarna<br />

konden ze rechten, geneeskunde of theologie – godgeleerdheid<br />

– studeren. (ill. 5) In al die richtingen ging ook<br />

veel aandacht naar de filosofie of wijsbegeerte, en dan<br />

vooral naar die van de Griekse denker Aristoteles. 33<br />

<strong>De</strong> universiteiten kwamen er niet toevallig. Hun ontstaan<br />

had te maken met nieuwe behoeften. Die waren soms<br />

van religieuze aard. Paus Gregorius IX bijvoorbeeld<br />

stichtte in 1230 de universiteit van Toulouse, als steunpunt<br />

in de strijd tegen de katharen. 143 Vaker waren<br />

die behoeften van wereldlijke aard. Vorsten hadden<br />

steeds meer geschoolde ambtenaren nodig om hun land<br />

te kunnen besturen, 50 en stichtten daarom universiteiten.<br />

Zo ontstond ook de universiteit in Leuven.<br />

<strong>De</strong> universiteiten genoten een zekere onafhankelijkheid<br />

in de steden waar ze waren gevestigd. (ill. 7) Ze hadden<br />

een eigen rechtbank, politie en gevangenis en vielen<br />

daardoor niet onder de rechtspraak van de plaatselijke<br />

geestelijke en wereldlijke machthebbers. Bovendien hadden<br />

ze een aantal privileges of voorrechten. Zo moesten<br />

de hoogleraren en de studenten in Leiden slechts de<br />

helft van de gebruikelijke belastingen op wijn en bier<br />

betalen. <strong>De</strong> universiteiten konden zulke vrijheden afdwingen<br />

omdat ze in de steden een belangrijk deel van<br />

de bevolking een opleiding gaven en de economie mee<br />

draaiend hielden.<br />

Leren op de werkvloer<br />

Ambachtslieden 106 leerden hun vak op de werkvloer.<br />

Dat gold voor bakkers, brouwers, kleermakers,<br />

schoenmakers, schrijnwerkers en wevers, maar ook voor<br />

kunstschilders, architecten en goudsmeden. (ill. 6) 88<br />

Jongens, maar ook meisjes gingen in de leer bij een<br />

meester of soms een meesteres. <strong>De</strong> leerlingen draaiden<br />

mee op de werkvloer of in de winkel. Ze begonnen met<br />

eenvoudige opdrachten en mochten geleidelijk steeds<br />

moeilijkere werkzaamheden uitvoeren.<br />

<strong>De</strong> leerjongens leerden hun ambacht met vallen en opstaan.<br />

<strong>De</strong> meester wees hen op fouten; als hij dat nodig<br />

vond, deelde hij daarbij een flink pak slaag uit. Hij trad<br />

op als een plaatsvervangende ouder. Hij verwachtte<br />

82 / individu en gemeenschap<br />

6. Een ambachtsman is aan de slag in zijn werkplaats. Zijn<br />

zoontje leert al spelend de knepen van het vak.<br />

Jean Bourdichon, Les quatre états de la société, losse<br />

miniatuur, Parijs, omstreeks 1505-1510. Parijs, Ecole des Beaux-<br />

Arts, M. 92.<br />

7. Rechten voor de universiteit<br />

Bij de stichting van de universiteit van Heidelberg in 1386,<br />

verleende keurvorst Ruprecht I speciale rechten aan de nieuwe<br />

instelling.<br />

‘Wij dragen onze advocaten en baljuws uit de stad op om geen<br />

enkele hoogleraar of student aan te houden, tenzij die iets<br />

heeft gedaan waardoor de aanhouding gerechtvaardigd is. In<br />

geval van een klein misdrijf moet hij worden overgedragen aan<br />

de rector [het hoofd van de universiteit]. [...]<br />

Alle hoogleraren en studenten mogen alles wat ze nodig<br />

hebben voor hun studie meebrengen uit hun thuisland, zonder<br />

dat ze belastingen of tol hoeven te betalen. En ze zijn vrij van<br />

alle belastingen en tollen als ze graan, wijn, vis, kleding of<br />

andere levensnoodzakelijke middelen willen kopen.’<br />

Naar: Frederic Ogg, ed., A source book of medieval history,<br />

New York, 1907, p. 348.<br />

absolute gehoorzaamheid. Vaak werden de leerlingen<br />

opgenomen in het huishouden van hun meester. Daar<br />

deden ze huishoudelijk werk in ruil voor kost en inwoning<br />

en hun opleiding. Na verloop van jaren werden de<br />

leerlingen gezellen. Die stonden bijna op dezelfde hoogte<br />

als de meester. Maar een eigen zaak mochten ze pas beginnen<br />

zodra ze zelf meester of meesteres waren.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!