Belasting op aanleggen van voetpaden

dienst financiën
R E G L E M E N T
BELASTING OP HET AANLEGGEN VAN VOETPADEN
Gemeenteraad van 17-12-2009
Artikel 1
Het belastingreglement op het aanleggen van voetpaden, gestemd door de gemeenteraad in zitting van30
april 2009, met ingang op 1 mei 2009 en voor een termijn eindigend op 31 december 2013, wordt
opgeheven met ingang op 1 januari 2010.
Artikel 2
Met ingang op 1 januari 2010 en voor een termijn eindigend op 31 december 2014, wordt een belasting
gevestigd op de aanleg van voetpaden volgens de modaliteiten van huidige beslissing.
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door elk persoon die de aanleg van een voetpad aanvraagt alsmede door elkeen
die vraagt om uitbreiding van een bestaand voetpad voor zijn eigendom, en om de aanpassing van de
boordstenen voor dit eigendom, bij de aanleg of de aanpassing van het voetpad.
Artikel 4
§ 1
Voor het aanleggen van een voetpad wordt de belasting, voor alle individuele aanvragen, ongeacht de aan te
leggen oppervlakte, vastgesteld op 40 EUR per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter.
§ 2
Bij collectieve aanvragen, wanneer 2 of meerdere aangrenzende voetpaden, waarvan de totale oppervlakte
meer dan 50 vierkante meter bedraagt, tegelijkertijd kunnen aangelegd worden, wordt de belasting
vastgesteld op 30 EUR per vierkante meter.
§ 3
Indien bij de aanleg van een voetpad de boordsteenhoogte dient te worden aangepast is de prijs hiervoor in
de hierboven vastgestelde grondslag inbegrepen.
§ 4
Voor het uitbreiden van bestaande voetpaden wordt insgelijks een belasting geheven zoals vermeld in § 1 en
§ 2 van dit artikel.
Artikel 5
§ 1
Voor het verhogen of verlagen van de boordstenen van bestaande voetpaden, wordt de belasting vastgesteld
op 30 EUR per strekkende meter of gedeelte van een strekkende meter.
§ 2 Indien bij de hoogteaanpassing van de boordstenen van bestaande voetpaden ook het voetpad zelf moet
worden aangepast, zal hiervoor dezelfde belasting worden geheven als voor het aanleggen van een nieuw
voetpad volgens de grondslag vastgesteld in artikel 3 § 1.
Artikel 6
Bij de berekening van de belastbare oppervlakte wordt steeds de werkelijke breedte tussen de greppel en de
rooilijn genomen, inclusief boordstenen, deksels en keldergaten

Artikel 7
De belasting wordt ingevorderd bij wege van kohieren die vastgesteld en uitvoerbaar verklaard worden door
het schepencollege.
Artikel 8
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de overhandiging van het aanslagbiljet.
Artikel 9
De belastingplichtigen kunnen bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
De bezwaren moeten, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, worden ondertekend en
gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf
de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn
vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 10
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van de
Hoofdstukken I, III, IV, en VI tot IX van titel VII van het wetboek van inkomstenbelastingen, en de artikelen 126
tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek van toepassing, voor zover zij met name niet de
belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 11
Deze verordening wordt voor kennisneming toegezonden aan de toezichthoudende overheid.