12.09.2013 Views

Begrippenlijst - Klassieke Kring

Begrippenlijst - Klassieke Kring

Begrippenlijst - Klassieke Kring

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Aanpassing Vorm van intralinguale transfer; bewerking van teksten<br />

waarbij tekstsoort en genre behouden blijven<br />

Adaptatie Vorm van intralinguale transfer; bewerking van teksten<br />

waarbij tekstsoort en genre gewijzigd worden<br />

Acrofonisch principe (bij namen van letters) het benoemen van letters in een alfabetisch spellingsysteem<br />

zodat de naam (al dan niet met een betekenis) van de letter<br />

begint met de letter zelf.<br />

Afasie Organische taalstoornis waarbij ≠ facetten van het<br />

taalvermogen (gedeeltelijk) verloren gaan<br />

Broca-afasie = Motorische / expressieve afasie syntagmatisch defect, agrammatisme<br />

Wernicke-afasie = Sensorische / receptieve afasie paradigmatisch defect, paragrammatisme<br />

globale afasie Wernicke- + Broca-afasie<br />

conductie-afasie regenboogvormige zenuwbaan is beschadigd<br />

patiënt kan voorgezegde woorden niet herhalen<br />

dyslexie (zie dyslexie) als gevolg van een letsel<br />

Afleiding (in de woordvorming) binding van 1 of meerdere gebonden morfemen aan een vrij<br />

morfeem<br />

Alfabet Lineair, fonetisch spellingsysteem met 1 symbool per klank<br />

Ambiguïteit wanneer een taalvorm voor ≠ interpretaties vatbaar is<br />

Structureel dezelfde opeenvolging van elementen beantwoordt aan<br />

verschillende onderliggende hiërarchische organisaties<br />

Lexicaal de vorm van een woord is semantisch ambigue<br />

Anafoor Een pro-form die na de referentiële uitdrukking wordt<br />

gebruikt<br />

Anakoloet Ongrammaticale zin: begonnen structuur is niet<br />

verdergezet (vermenging van twee structuren)<br />

Arbitrariteit De willekeurige relatie tussen vorm en betekenis vh woord<br />

Articulatie- en ontwikkelingsstoornissen - Stotteren: het blijven vastkleven aan consonanten; patiënt<br />

is zich hiervan bewust; heeft niets met IQ te maken<br />

- Broddelen: patiënt is zich niet bewust van horten en<br />

stoten; vaak onderdeel van algemene taalmoeilijkheden<br />

- Hyperlexie: al heel vroeg goed kunnen (voor)lezen,<br />

zonder het te begrijpen; vaak bij kinderen met autisme<br />

- Williams-syndroom: “bewijs” voor scheiding taal- en<br />

verstandelijke ontwikkeling: ontbreken v. chromosoom 7<br />

- Lispelen (sigmatisme): moeite met -s- klank (vervangen)<br />

- Rotacisme: moeite met -r- klank (vervangen)<br />

Behaviorisme Een visie op MTV: “tabula rasa, stimuli uit taalaanbod,<br />

passief, inductie , taalspecifiek, omgevingstaal is belangrijk”<br />

1 / 18


Betekenis De betekenis van woorden en syntactische vormen wordt<br />

bepaald door hun relatie met andere woorden en vormen<br />

binnen het taalsysteem; de taalbetekenis ontstaat op basis<br />

van de relaties tussen de elementen binnen een paradigma<br />

(niveau van taalsysteem, impliciet en abstract)<br />

Taalteken Verwijst naar iets in de buitentalige werkelijkheid via een<br />

relatie tussen vorm en betekenis (noodzakelijk, arbitrair,<br />

conventioneel)<br />

Tekst (“sensus”) zie Sensus<br />

Verandering<br />

Overdracht / overgang metaforen<br />

Verenging specialisatie<br />

Pejorisatie negatieve connotatie<br />

Meliorisatie positieve connotatie<br />

Verruiming<br />

veralgemening<br />

vs. referentie zie Referentie<br />

woord taalteken waarbij de relatie tussen betekenis en vorm<br />

arbitrair is<br />

zin gestructureerde opeenvolging van woorden, waarbij die<br />

woorden hun specifieke betekenis krijgen in relatie met de<br />

andere woorden waarmee ze gecombineerd zijn<br />

Beurtwisseling vooral bij conversatie: sprekers volgen elkaar op volgens<br />

intuïtieve afspraken, inclusief gelijktijdig spreken en<br />

onderbrekingen<br />

Bijsturingsproces Als gevolg van het spontaan en vluchtig karakter van<br />

gesproken taalgebruik<br />

- aarzelingen, tussenwerpsels, typische spreektaalwoordjes<br />

- versprekingen, valse starts, woordvindingsproblemen<br />

- grammaticale versprekingen (anakoloet)<br />

- onregelmatige woordschikkingen, niet afgemaakte zinnen<br />

Bilinguïsme tweetaligheid (leeftijd, competentie, socio-cultureel statuut)<br />

Boustrofedon Schrijfrichting waarbij men schrijft “zoals de os ploegt”<br />

Brontaal / doeltaal Bij het vertalen<br />

Brontekst / doeltekst Bij het vertalen<br />

Categorisering Classificatie van ervaringen op basis van woordcategorieën<br />

Cartouche<br />

Egyptische figuur om belang aan te duiden van de tekens<br />

die erin staan, meestal de naam van de pharao<br />

Child Directed Speech motherese: het specifieke convergente taalgebruik van<br />

volwassenen bij de opvoeding van het kind<br />

baby talk<br />

2 / 18


Coherentie Semantische eenheid in een tekst met een thematische<br />

eenheid, berustend op zinsverbanden<br />

Cohesie Formele (grammaticale) eenheid in een tekst<br />

Collocatie (syntagmatisch) idiomatische verbinding van meerdere woorden op het<br />

niveau van het taalsysteem<br />

Competence<br />

vs. performance<br />

cf N. Chomsky (mbt. context):<br />

Kennisniveau van zijn taal dat een taalgebruiker passief<br />

bezit<br />

vs. Handigheid van de taalgebruiker in het effectieve<br />

gebruik van die kennis in de praktijk<br />

Computer (en vertalen) Vertaling van woordbetekenis ipv. zinsbetekenis: geen<br />

syntactische analyse of tekstsamenhang<br />

Computerlinguïstiek Het programmeren van computers zodat ze met taal<br />

overweg kunnen, taal kunnen produceren en herkennen<br />

Constituenten(structuur) (Afhankelijkheidsrelaties tussen de ≠) eenheden van de taal<br />

Context Overkoepelende term<br />

Cotext Talige context, tekst die aan een woord of passage<br />

voorafgaat of volgt<br />

Maatschappelijk kader Beïnvloedt de betekenis van een woord in een taal- of<br />

cultuurgemeenschap (cf Nègre)<br />

Uitingssituatie Plaats, tijdstip en personen betrokken bij het taalgebeuren<br />

Contactlinguïstiek Studie van de invloeden die talen op elkaar hebben<br />

Conversatie Geordend verloop van gesproken taalgebruik, geregeld<br />

door sociale conventies<br />

Conversationele maximen Grice, voor vlot verloop van informatie-uitwisseling:<br />

kwaliteit, kwantiteit, wijze en relevantie<br />

samenwerkingsprincipe zie Samenwerkingsprincipe<br />

SPEAKING-model zie SPEAKING-model<br />

Coreferentie Maakt een tekst cohesief en coherent (verzorgt<br />

grammaticale samanhang tussen de zinnen in een tekst);<br />

hangt af van cotext; pro-forms (anafoor, katafoor), lexicale<br />

vervanging, (gedeeltelijke) herhaling<br />

Corpuslinguïstiek Onderzoek van taal op basis van observeerbaar taalgedrag<br />

Cortex (cerebri) Grijze hersenschors bestaande uit neuronen, die over de<br />

hersenhelften heenligt, “zetel van de taal”<br />

Creativiteit Onbeperkte combinatie van beperkt aantal elementen,<br />

aanwending van regels, productiviteit, geen reproductie<br />

recursiviteitsprincipe: regels kunnen meerdere malen na<br />

elkaar worden toegepast<br />

Creools Pidgintaal die zich ontwikkelt tot volwaardige taal<br />

3 / 18


Deficiethypothese Bernstein: verschil in prestige<br />

elaborated code standaardtaal, formeel: sociaal voordeel<br />

restricted code thuistaal, informeel: cognitief nadeel<br />

vs. Differentieconceptie Labov (kritiek op Bernstein): geen superioriteit,<br />

maar socio-culturele parameters (om bij je groep te horen) /<br />

etnografie van de communicatie (geen gebreken maar<br />

historisch/sociaal toeval)<br />

Deixis Betekenis van de woorden hangt af van de<br />

uitgangssitutatie: verwijzing naar interlinguïstische referent<br />

persoons-, tijds-, ruimte-, tekst-, sociale deixis<br />

Tekstdeixis Verwijst naar uitingssituatie, waarbij de referent in de<br />

buitentalige werkelijkheid een talig element, een woord of<br />

een zin is<br />

Determinisme Extreme vorm van relativisme: taal determineert denken<br />

Dia-systeem Diatopisch, diastratisch, diafasisch, diasituatief + diachroon<br />

Diachronie vs. synchronie veranderingen binnen een taalsysteem in verloop van tijd<br />

vs. taalsysteem op een gegeven moment<br />

Dialect Een variatie op de standaardtaal met verschillen in de<br />

uitspraak en woordenschat<br />

Regiolect Geografisch bepaald dialect<br />

Sociolect Sociaal bepaald dialect (sekse, leeftijd, afkomst, klasse)<br />

Dialectkaart Kaart van een gebied waarop de ≠ dialecten worden<br />

gesitueerd<br />

Dichotisch luisteren Verschillende talige input aan de oren (hoofdtelefoon)<br />

toont aan dat rechtse input trager wordt verwerkt, dus<br />

talige input wordt in de linkerhemisfeer verwerkt<br />

Diglossie (code-alternation)<br />

vs. code-switching<br />

Complementair gebruik van de talen in een meertalige<br />

bevolking: eigen rol + vaak heeft 1 een superieur statuut<br />

wisselen van standaardtaal en dialect in eenzelfe uiting<br />

matrix-taal (dominant) en ingebedde taal<br />

Discoursanalyse analyse van hoe conversaties tot stand komen (+ regels)<br />

Discrepantie Verschil tussen zins- en tekstfunctie<br />

Doelmatigheid (van het spreken) Taal is het product van intentionele handelingen, geen<br />

causaal verband<br />

Dominantie (neurolinguïstiek) Voor elke functie is er dominantie in een hemisfeer<br />

Dominantie (glottofagie) Taal wordt opgeslorpt door een andere<br />

Doorbreken van maximen Verdoken: leugen vertellen maar het niet laten blijken<br />

Zichtbaar: impliciete inhoud<br />

4 / 18


Dyslexie Organisch (door letsel --> afasie) of developmental<br />

verminderd vermogen om te schrijven / lezen<br />

oppervlaktedyslexie: vorm, dieptedyslexie: betekenis<br />

Ebonics: Black English Vernacular Het Engels van de zwarte bevolking in de USA<br />

Economie zoveel mogelijk efficiëntie uit zo weinig mogelijk<br />

inspanning (cf. redundantie: vb ne...pas)<br />

Eigennaam<br />

Hypokoristische namen<br />

Naam van een persoon, plaats, zaak of gebeurtenis,<br />

afhanekelijk van de uitingssituatie, onafhankelijk van<br />

lexicale betekenis<br />

vb. Ad, Fieke, Eefje, Jef, Bas (“afleidingen”)<br />

Etymologie Studie van de herkomst of historische bron van woorden<br />

Faux amis Een moeilijkheid bij het vertalen, voornamelijk woorden<br />

die als homofoon voorkomen in ≠ talen, maar die een ≠<br />

betekenis hebben<br />

Fom Concreet gerealiseerde klankeenheid<br />

Foneem Klankeenheid met distinctieve functie als kleinste<br />

betekenisonderscheidende element van taal (abstract)<br />

Fonetiek Studie van fomen:<br />

articulatorisch (stemhebbend / stemloos) + akoestisch<br />

Fonogram Een tekensysteem waarbij elk symbool staat voor een klank<br />

Fonologie Studie van fonemen<br />

Foreigner talk Een taal gebruikt tov. een vreemdeling (eenvoudig)<br />

Functioneel koppel Paren die bestaan uit opeenvolgende taalhandelingen;<br />

kan belangrijker zijn dan wat er effectief gezegd wordt;<br />

laat voorspelbaarheid toe<br />

Gebarentaal Doventaal: een woordenschat, grammaticale regels,<br />

opgebouwd uit fonemen, arbitrair + iconisch<br />

Genetische epistemologie (Piaget) Huidige visie op MTV: algemeen aangeboren vermogen tot<br />

organisatie,<br />

cognitieve vaardigheden leert men via trial-and-error<br />

Gesamtkunstwerk (Wagner) vorm van intersemiotische transfer; totaal kunstwerk, een<br />

medium waarbij men alle kunstvormen samenbracht<br />

(hybride)<br />

Geschiedenis Voortdurende verandering door maatschappelijke factoren,<br />

economie, transparantie, betekenisverandering, of het<br />

overnemen van navolgenswaardige groepen<br />

Glottofagie zie Dominantie (glottofagie)<br />

Graduele overgangen (op een continuüm) In de betekenis van de woorden in een woordveld<br />

Hedge Uitdrukking die uiting minder direct maakt<br />

Herhaling Het opnieuw aanwenden van reeds bestaand taagebruik<br />

5 / 18


Hersenkwabben<br />

Frontaal<br />

Temporaal<br />

Occipitaal<br />

Pariëtaal<br />

voorhoofd<br />

slaap<br />

achterhoofd<br />

wandbeen<br />

Hiërarchie Afhankelijkheidsrelaties tussen eenheden op woord-,<br />

woordgroep-, en zinsniveau (mogelijke ambiguïteit)<br />

Hiërogliefen Oud-Egyptisch schrift: combinatie van pictogrammen en<br />

logogrammen<br />

Historische linguïstiek Studie van de historische ontwikkeling van taal<br />

Historische taal Taalverandering door externe & interne factoren (elke taal)<br />

Homonymie Woorden met dezelfde vorm maar niet-verwante betekenis<br />

Icoon Picturale weergave van een object: associatieve relatie<br />

Symbool Willekeurig verband tussen vorm en betekenis dat<br />

berust op kennis van een regel<br />

Index Causaal verband tussen teken en referent<br />

Ideogram Teken dat niet-iconisch is en niet gebonden aan een taal<br />

--> niet-talig concept<br />

Ikert-schaal Hierop wijst men aan of een exemplaar een goed voorbeeld<br />

is van een bepaalde categorie<br />

Imitatie Vorm van intralinguale transfer; nabootsing van stijl,<br />

structuur, inhoud,... van bestaande teksten (die men<br />

waardig acht geïmiteerd te worden)<br />

Implicatuur niet-conventionele impliciete inhoud, kan ontkend worden<br />

kan niet onmiddellijk uit de tekst worden afgeleid<br />

mogelijke doorbreking van maximen van Grice<br />

Impliciete inhouden Veronderstellingen die in het taalgebruik voorkomen<br />

Inferentie Het afleiden van informatie die niet expliciet meegedeeld<br />

wordt maar van groot belang kan zijn voor de coherentie<br />

Informativiteit De boodschap die in een tekst wordt geformuleerd<br />

de wijze waarop is afhankelijk van de graad van<br />

bekendheid en van de verwachtigingen van de ontvanger<br />

nieuwe informatie (thema, topic, vooraan)<br />

vs. gekende informatie (rhema, comment, achteraan)<br />

“in-group” - taalgebruik Gebruikte taal binnen een maatschappelijke klasse<br />

Institutionalisering Tekst heeft relaties met genormeerde tekstsoorten<br />

(onderworpen aan gepastheidsoordelen)<br />

Intersubjectiviteit Taal is een handeling tussen minstens twee subjecten<br />

Intertekstualiteit Tekst is inhoudelijk en formeel afhankelijk van voordien<br />

geproduceerde en gerecipieerde teksten<br />

6 / 18


Isotopie Wanneer een tekst over een bepaald thema of een reeks<br />

van thema’s gaat, waardoor het gemakkelijker is te<br />

infereren<br />

Katafoor Een pro-form (vorm van coreferentiële uitdrukking) die<br />

vóór de referentiële uitdrukking wordt gebruikt<br />

Klank Concrete, materiële klankrealisatie, hangt af van individu<br />

Klanknabootsing (onomatopee) Symbolen die gedeeltelijk iconisch (buitentalige<br />

werkelijkheid), gedeeltelijk arbitrair (taalspecifiek)<br />

Klanksymboliek Motivatie in creatief taalgebruik (arbitrair)<br />

Kleurenwoordenschat Hiërarchische indeling<br />

Prototypetheorie: herkennen van focale kleuren, maar toch<br />

verwerken van andere kleuren (een bepaalde kleur een<br />

naam geven van de kleur die haar het meest benadert)<br />

Kritische periode (in de MTV) Het taalsysteem dient vóór het 7e/8e levensjaar en zeker<br />

vóór de puberteit verworven te zijn<br />

Lateralisatie Mbt. bepaalde functies is er een dominante hemisfeer<br />

Leenvertaling<br />

(barbarisme)<br />

Een woord dat is ontleend aan een vreemde taal, en<br />

waarvan de onderdelen vertaald zijn.<br />

als de leenvertaling niet aanvaard wordt door de taalgemeenschap,<br />

maar als vreemd aan de taal wordt gezien<br />

Letter Een geschreven teken in het alfabet dat staat voor een<br />

(mede)klinker. 1 letter kan verschillende fonemen en<br />

klanken weergeven<br />

Lexicale vervanging Coreferentiële uitdrukking, waarbij men naar de referent<br />

verwijst dmv. een woord(groep)<br />

Lexicalisatie het maken van een woord om een concept uit te drukken<br />

(vb. verwijzing naar de ruimte: wat men bedoelt is<br />

afhankelijk van het gebruikte verwijswoord)<br />

Lexicalisering<br />

ideomatisering<br />

Van zodra een geleed woord wordt opgenomen in de<br />

woordenschat, ontwikkelt het doorgaans bijkomende<br />

betekeniselementen; kan leiden tot ideomatisering<br />

wanneer de betekenis niet meer transparant is<br />

Lexicon (woordenschat) Wordt voortdurend uitgebreid door samenstellingen en<br />

afleidingen, andere woorden geraken verouderd en<br />

verdwijnen; nooit afgesloten, relatief open inventaris<br />

Lineariteit Taalgebruik is een lineaire opeenvolging van taalelementen<br />

(klanken of schrifttekens), ook bij gebarentalen<br />

Lingua franca Taal die op grote schaal als gemeenschappelijk<br />

communicatiemiddel wordt gebezigd tussen mensen met<br />

verschillende moedertalen<br />

Linguïstische pragmatiek Studie van de verbanden tussen taal, taalgebruiker en<br />

situatie<br />

Lokalisme Theorie dat alle psychische vermogens in een specifiek deel<br />

van de hersenen verwerkt worden<br />

7 / 18


Logogram Symbool (talig teken) dat staat voor een woord of morfeem<br />

Meertaligheid Maatschappelijk: geografisch, wereldtaal vs. nationale taal,<br />

diglossie<br />

Individueel: leeftijd, sociocultureel statuut<br />

Metafoor Het beschrijven van iets in termen van iets anders, op<br />

grond van een of andere overeenkomst<br />

Metataal Taal of vergelijkbaar systeem die gebruikt wordt om<br />

dezelfde taal of een ander taalsysteem te beschrijven<br />

(alle talen kunnen metataal zijn)<br />

Moedertaal Een taal die men als mens spontaan verwerft<br />

MTV zie lectuurbundel<br />

Morf Kleinste betekenisdragende element (concreet gerealiseerd)<br />

Morfeem<br />

Gebonden<br />

Vrij<br />

Kleinste betekenisdragende element van een taal (abstract)<br />

Komt enkel voor in combinatie met vrije of reeds gebonden<br />

morfemen<br />

Kan op zichzelf in het taalgebruik voorkomen<br />

Morfologie Studie van de bouw van woorden; studie van morfemen<br />

Motherese zie CDS<br />

Motivatie bij gebrek aan motivatie spreekt men van arbitrariteit; als<br />

er geen natuurlijk verband is tussen woorvorm en inhoud<br />

Mythes over taal<br />

Adamitische oertaal<br />

Toren van Babel<br />

Alle mensen spraken oorspronkelijk één enkele taal<br />

De mens wordt door God gestraft met taalverwarring bij<br />

de bouw van de toren<br />

Nativisme Chomsky: Language Acquisition Device: aangeboren<br />

principes, universeel, externe stimuli + eigen<br />

structureringsmogelijkheden, actief, generatief<br />

Natuurlijke taal Fonemen + lexicon + grammatica<br />

vorm/betekenis systeem,<br />

historisch & intersubjectief gegeven, creatief<br />

Neurolinguïstiek Studie van het taalvermogen en de cognitieve processen<br />

tijdens het bezig zijn met taal<br />

Huidige visie: gematigd lokalisme met plasticiteit<br />

Oertaal (prototaal, grondtaal) De te reconstrueren taal die aan de basis ligt van een<br />

taalfamilie (vb. *IE)<br />

Onomasiologie Men vertrekt van begrippen, concepten, zaken, ...<br />

en onderzoekt door welke taaltekens zij uitgedrukt worden<br />

Ontcijfering Afhankelijk van de kennis van de taal en het schrift<br />

taal & schrift: lezen<br />

enkel taal: Lineair B<br />

enkel schrift: Etruskisch (niet lezen)<br />

geen van beide: Egyptische hiërogliefen<br />

8 / 18


J.-F. Champollion Heeft de hiërogliefen ontcijferd adhv. de steen van Rosette,<br />

gevonden door Napoleons soldaten (zelfde inhoud in 3 ≠<br />

schriften --> via Grieks & demotische schrift)<br />

M. Ventris Heeft op Kreta gevonden lineair B ontcijferd: stamde af<br />

van minoïsche cultuur, Grieks dialect, syllabair schrift<br />

Ontlening Externe taalverandering; grote invloed van wereldtalen op<br />

talen van kleinere taalgemeenschappen (Engels, Chinees)<br />

organon-model (K. Bühler) Functies die taaltekens (abstracte taaleenheden) kunnen<br />

vervullen in het taalgebruik waarin de tekens<br />

geconcretiseerd worden. “Taal als middel (organon) tussen<br />

zender en ontvanger.”<br />

Abstractieve relevantie Men haalt het taalteken dat relevant is voor de<br />

communicatie uit het klankaanbod<br />

Apperceptieve aanvulling Ingebed in de situatie en de wereldkennis; ontvanger voegt<br />

reed gekende informatie toe die niet expliciet gezegd werd<br />

Paradigmatische relatie Tussen elementen van hetzelfde paradigma, elementen “in<br />

absentia” waarvan het bestaan mede de waarde van de<br />

selectie bepaalt, niveau van de langue (grammaticaal en<br />

lexicaal vlak) (F. de Saussure)<br />

Associatieve relatie Ruimer begrip: het geheel van associaties die een element<br />

oproept op basis van overeenkomsten op vlak van vorm/<br />

betekenis, zelfs als deze elementen niet substitueerbaar zijn<br />

Paradox van de onderzoeker Men wil het meest natuurlijke taalgebruik opnemen, maar<br />

men gaat het automatisch aanpassen. Taalgebruik opnemen<br />

is ook een inbreuk op de wet van de privacy.<br />

Parafrase (tekstlinguïstiek) Vorm van intralinguale transfer: het weergeven van een<br />

tekst met ander woorden, waarbij de inhoud zo trouw<br />

mogelijk gereconstrueerd wordt (kan uitvoeriger zijn)<br />

(soms ook om stijl te veranderen)<br />

Parafrase (systeemlinguïstiek) Vorm van intralinguale transfer: omschrijving van de<br />

betekenis van een woord, uitdrukking of zin<br />

Parodie Pastiche waarbij men de uiterlijke vorm van een bepaalde<br />

tekst overneemt en verbindt met een inhoud die er niet bij<br />

past. Komisch bedoeld: discrepantie vorm-inhoud; het feit<br />

dat men het model moet kennen om het te begrijpen<br />

zelfstandig literair genre<br />

Paralinguïstische aspecten van mondeling<br />

taalgebruik<br />

Belangrijk bij gesproken taalgebruik<br />

(gelaatsuitdrukkingen, gebaren, emoties)<br />

Pastische Vorm van intralinguale transfer; persiflage + parodie<br />

Perceptie<br />

vs. apperceptie<br />

Waarneming, ervaring (gestuurd door taal)<br />

vs. vermogen om denken te ordenen in het geheugen van<br />

de mens (onmogelijk zonder taal)<br />

Performatief werkwoord Het spreken op zich is een handeling (vb: ik open de<br />

vergadering)<br />

9 / 18


Persiflage Pastische waarbij men de stijl, inhoud, manier van spreken/<br />

schrijven in een andere tekst overdreven nabootst, met als<br />

doel die persoon te bespotten of belachelijk te maken<br />

Focaal perspectief (in het spreken) Vanuit eigen standpunt (Dokter duwt op knie: “Doet het<br />

hier pijn?”)<br />

Disfocaal perspectief (in het spreken) Vanuit andermans standpunt (Jij antwoordt: “Ja, daar.”)<br />

Pictogram Icoon (niet-talig teken); niet arbitrair<br />

Pidgin Gecreëerde vereenvoudigde taal om communicatie mogelijk<br />

te maken tussen onderling onverstaanbare talen<br />

beperkt gebruik in handel- & kolonisatiesituaties<br />

Plasticiteit (neurolinguïstiek) Soepelheid van de cortex: delen van de cortex kunnen<br />

specifieke functies overnemen van gekwetste delen<br />

Plastische kunsten Vorm van intersemiotische transfer: kunstwerken<br />

gebaseerd op teksten (mythologie, bijbel)<br />

Prestige-uitspraak Taalvariant gebruikt in hogere sociale klassen, wordt<br />

overgenomen door lagere klassen<br />

Presuppositie Impliciete inhouden die kunnen opgemaakt worden uit de<br />

conventionele betekenis van de gebruikte woorden; kan<br />

niet ontkend worden door zender; in vele talen gedeeltelijk<br />

gelexicaliseerd/gegrammaticaliseerd<br />

Tekstpresuppositie Impliciete inhoud is af te leiden uit de tekst<br />

Existentiële presupposities Impliciete inhoud heeft betrekking op algemene kennis van<br />

de wereld, op het taalgebruik in het algemeen<br />

Pro-form Coreferentiële uitdrukking; korte en economische woorden<br />

met een algemene betekenis die voor andere, in de tekst<br />

gespecificeerde, “inhoudsdragende” woorden of<br />

uitdrukkingen staan; belang van ondubbelzinnigheid<br />

Programmamuziek Vorm van toonzetting; niet hybride, maar muziek met een<br />

tekst als grondslag zonder het gebruik van taal<br />

vs. opera, lied, song Vorm van toonzetting; de tekst wordt op muziek gezet:<br />

bij een bestaande tekst wordt een melodie gecomponeerd;<br />

--> worden gemaakt op basis van vooraf geschreven tekst<br />

Proto-alfabet Alfabetisch systeem dat enkel uit consonanten bestaat, vb:<br />

het Fenicische alfabet<br />

Prototype De realisatie van een bepaald cognitief concept die als<br />

model (prototype) geldt voor dat concept<br />

Psycholinguïstiek Studie van de minimale psychologische processen tijdens<br />

het bezig zijn met taal<br />

Purisme Het resulutaat van taalzuivering waarbij men probeert<br />

termen uit de eigen taal (evt. verouderde of dialectische<br />

termen) te zoeken als alternatief voor leenwoorden<br />

10 / 18


Reconstructie van een oertaal Dmv. historische verwantschappen tussen talen<br />

(taalfamilies) (comparatieve methode, diachroon<br />

onderzoek op vlak van fonologie en morfologie)<br />

Recursiviteitsprincipe zie Creativiteit<br />

Referentie De relatie tussen taal en de buitentalige werkelijkheid<br />

waarover men spreekt<br />

(niveau van taalgebruik, expliciet en concreet)<br />

Regel De aanwending van regels in de taal is de creatie van taal<br />

(deel van het taalgebruik vanaf het woordniveau)<br />

Relatie (in het taalsysteem) Het taalsysteem is een complex netwerk van relaties:<br />

de functie (waarde) van de afzonderlijke taalelementen kan<br />

maar bepaald worden in hun relatie tot andere<br />

taalelementen (zowel op taalvorm- als taalbetekenisniveau)<br />

Relativisme Naaste universele kenmerken (“ geheugen van een taalgemeenschap waaruit het<br />

individu put om te handelen, zijn denken te ordenen en de<br />

werkelijkheid te ervaren.”<br />

Retranslation Hypothesis vroege bewerkingen/vertalingen zijn vaak vrijer; hervertalingen<br />

zijn trouwer omdat tekst zo’n hoog statuut heeft<br />

Retroniem Men moet de woorden voor reeds bekende zaken<br />

aanpassen om het onderscheid duidelijk te maken met<br />

nieuwe ontwikkelingen in de techniek.<br />

Samenstelling (in de woordvorming) Woord gevormd door twee vrije morfemen, waarvan de<br />

betekenis niet de som van de betekenis van die morfemen is<br />

Samenwerkingsprincipe Grice: “Stem je gedrag tot het gesprek af op hetgeen in dat<br />

stadium van het gesprek vereist is voor het doel of de<br />

richting van het gesprek waaraan je deelneemt.”<br />

Belangrijk voor informatie-uitwisseling in natuurlijk<br />

taalgebruik (+ conversationele maximen)<br />

Scaffolding Ouders bouwen talige “steigers” rond kind (Vygotsky)<br />

--> aanzetten tot moeilijker taalgebruik<br />

--> hoe meer ontwikkeling, hoe hoger de steigers moeten<br />

Schoonmoedertaal Aparte grammatica en woordenschat in conversaties met<br />

iemand die hiërarchisch een hoger statuut heeft<br />

Schrift Vertoont enorme variatie in spellingsystemen volgens type<br />

segmenten, aantal tekens, schrijfrichting; verandert i/d tijd.<br />

Alfabetisch zie alfabet<br />

Logografisch Lineair spellingsysteem bestaande uit logogrammen<br />

(zie Logogram)<br />

Syllabair schrift Lineair spellingsysteem bestaande uit syllabogrammen<br />

(zie Syllabogram)<br />

11 / 18


Schrijfrichting Grote variatie: horizontaal, verticaal, boustrofedon<br />

Seem Eenvoudige betekeniscomponenten die in combinatie met<br />

elkaar de complexere betekenis van een woord vormen; een<br />

bepaalde som van semen is de betekenis van het woord<br />

(structurele betekenisanalyse, componentiële analyse)<br />

Semasiologie Men vertrekt van het taalteken met zijn specifieke<br />

betekenis en onderzoekt naar welke begrippen, concepten,<br />

zaken de sprekers met dit teken verwijzen<br />

Semilinguïsme De spreker beheerst noch zijn moedertaal, noch de<br />

dominante taal van de maatschappij volledig<br />

Sensus overkoepelend semantisch effect dat dmv. ≠ vormen en<br />

betekenissen op woord- en zinsniveau kan bereikt worden<br />

zeker in spreektaal slechts correct te interpreteren op<br />

grond van de uitingssituatie<br />

Signifiant (F. de Saussure) Taalvorm waarin in een woord wordt gerealiseerd;<br />

“image acoustique”<br />

Signifié (F. de Saussure) Noodzakelijke taalbetekenis van een woord om naar de<br />

“chose” te kunnen refereren; “concept”<br />

Simultaneïteit Het tegelijk overbrengen van informatie via de handen en<br />

via andere lichaamsdelen in gebarentaal<br />

Situationaliteit De context waarin een tekst steeds is ingebed:<br />

talige context = cotext<br />

uitingssituatie<br />

maatschappelijke verband<br />

Slang Het register van taalgebruik dat<br />

- gepast is in bepaalde sociale groepen<br />

of<br />

- als substandaard taalgebruik wordt beschouwd<br />

Slangconstructie Een aaneenschakeling van uitingen door “en” en “die”;<br />

geen kunstmatige stops<br />

Sociolinguïstiek Onderzoekt de relatie tussen taal en de samenleving, vanuit<br />

de veronderstelling dat de sociale context het taalgebruik<br />

beïnvloedt<br />

Soortnaam Aangewezen op de uitingssituatie, vertaalbaar; kunnen als<br />

basis dienen voor eigennamen / erop gebaseerd zijn<br />

SPEAKING-model Setting & Scene, Participants, Ends, Act Sequence, Key,<br />

Instrumentalities, Norms, Genre<br />

Split-brain Geblinddoekte mens met doorgeknipte hersenbalk kan<br />

voorwerp in linkerhand niet benoemen<br />

Spreekwoorden uitspraak met een algemene levenswijsheid of morele<br />

implicatie, waarvan de vorm vrijwel onveranderlijk is<br />

Standaardisering (geschreven taal) Het geïnstitutionaliseerd geraken van één taalvariant als “a<br />

cultural accident”: niet het gevolg van linguïstische<br />

kwaliteiten maar van maatschappelijke (externe) factoren<br />

12 / 18


Standaardisering van het Nederlands Na de Val van Antwerpen verschuift alle macht in de<br />

Nederlanden naar Holland (+ immigratie) --> het AN heeft<br />

een Hollandse basis met Brabantse invloeden<br />

Cornelius Kiliaan Schreef in 16e E een woordenboek Latijn-Nederlands dat<br />

belangrijk was voor de codificatie van het Nederlands<br />

Simon Stevin Purist, introduceerde nieuwe (vooral wiskundige) termen<br />

in het Nederlands<br />

Stripverhaal Vorm van intersemiotische transfer; hybride medium:<br />

combinatie van woord en beeld; de beste hebben<br />

intertekstuele verwijzingen<br />

Structuralisme (in de taalwetenschap) Structurele semantiek: “Woord ontleent zijn betekenis aan<br />

de plaats binnen zijn woordparadigma”<br />

Betekenis v/e woord ≠ bepaalde referent<br />

Geen universele taalbetekenissen: ≠ manier om universem<br />

te segmenteren<br />

Structurele betekenisbeschrijving: semen (zie Seem)<br />

Syllabogram Symbool (talig teken) dat staat voor een lettergreep<br />

Syntagmatische relatie Tussen elementen die met elkaar gecombineerd worden<br />

(grammaticaal en lexicaal vlak), elementen “in praesentia”,<br />

niveau van de parole (F. de Saussure)<br />

Syntaxis de leer van de zinsbouw, de manier waarop zinnen en<br />

zinsdelen zijn opgebouwd uit constituenten<br />

Taaldood Het verdwijnen van een taal (cf. indianentalen)<br />

Taalfamilie Indeling v. talen op basis van historische verwantschappen;<br />

genealogische relaties worden onderzocht dmv. de<br />

comparatieve methode en in een stamboom voorgesteld<br />

Taalfilosofie Het kritisch en filosofisch bestuderen en bevragen van<br />

natuurlijke talen, in samenhang met de werkelijkheid en<br />

het denken van de mens; voornaamste strekkingen:<br />

universalisme en relativisme<br />

Taalgebruik Vorm: gesproken / geschreven, creatief, intersubjectief<br />

Variatie: geografisch, sociaal, situationeel<br />

Functies:<br />

communicatie, handelen, denken, macht, wetenschap<br />

Geschreven Visueel schrift, berekend & permanent, grammaticale<br />

eenduidigheid & lexicale densiteit, communicatie op<br />

afstand, 3e-persoonsgerichtheid, beperking tot visuele tekst<br />

Gesproken Auditieve klankenreeks, spontaan & vluchtig, grammaticale<br />

vloeibaarheid en lexicale eenvoud, beurtwisseling,<br />

deiktische gerichtheid, belang van paralinguïstische<br />

communicatievormen<br />

Taalgemeenschap Taal is steeds in een maatschappelijke context ingebed: een<br />

private language bestaat niet; elke taalgemeenschap deelt<br />

de werkelijkheid op haar eigen manier in.<br />

13 / 18


Taascepticisme Men vertrouwt de taal niet:<br />

“Taal is aanleiding tot verkeerd denken”<br />

Taalsysteem Complex netwerk van relaties, die belangrijker zijn voor<br />

het bepalen van de waarde van een element dan de<br />

materiële substantie zelf.<br />

Taalteken Taaltekens zijn de symbolen waaruit de taal bestaat en<br />

waarvan de taalgebruiker gebruik maakt om te<br />

communiceren. Zij staan voor iets anders in de buitentalige<br />

werkelijkheid waarnaar men verwijst.<br />

Historisch Elke natuurlijke taal is een historische realiteit en verandert<br />

voortdurend, op basis van interne (binnen het taalsysteem)<br />

en externe (veranderende realiteit) factoren<br />

Intersubjectief Taal bestaat concreet als taalhandeling tussen tenminste<br />

twee subjecten<br />

--> intersubjectieve realiteit --> functionele diversiteit<br />

Semantisch Aan de vorm van het teken beantwoordt een bepaalde<br />

betekenis (dualiteit van de taaleenheden);<br />

semanticiteit impliceert arbitrariteit:<br />

willekeurige relatie tussen de taaltekens en de objecten /<br />

tussen de vorm en de betekenis van het taalteken<br />

Taalteken en denken Relatie tussen taal en andere geestelijke vaardigheden van<br />

de mens: rol van het taalteken? in welke mate bepaalt het<br />

taalteken onze cognitieve vaardigheden, kijk op de wereld?<br />

Taaltypologie Formele en structurele gelijkenissen en verschillen tussen<br />

talen vergelijken: synchroon, onafhankelijk van genealogie;<br />

fonologische, morfologische en syntactische typologie<br />

alle talen zijn even complex, maar op verschillende niveau’s<br />

Taaluniversalia De taalwetten die geldig zijn voor alle talen, en<br />

taalverschijnselen die in alle talen voorkomen<br />

Taalvariatie - binnen één taal bestaan er verschillende<br />

uitdrukkingsmogelijkheden naast elkaar (keuze maken)<br />

- verschillende talen in de wereld<br />

- talen bestaan naast elkaar<br />

- historische talen veranderen in de loop der tijd<br />

Geografisch - Vast te stellen in uitspraak en woordenschat van eenzelfde<br />

historische taal in verschillende naties<br />

- Regiolecten<br />

In de wereld 4500 - 6500 talen, waarvan 160 met > 1 mln sprekers, op te<br />

delen in verschillende taalfamilies. In de vele meertalige<br />

landen heeft elke taal een eigen statuut en functie<br />

Situationeel Taalgebruik afstemmen op communicatieve situatie<br />

- formeel vs. informeel<br />

- één gesprekspartner vs. groep<br />

- zakelijk vs. literatuur<br />

- medium<br />

Sociaal Sekse, leeftijd, etnie, maatschappelijke klasse<br />

14 / 18


Taalverandering Synchroon of diachroon onderzoek, externe of interne<br />

factoren, etymologie, socio-culturele dimensie<br />

Taalvermogen (biologisch) De twee centrale arealen van het taalvermogen bevinden<br />

zich in de frontaalkwab (Broca: anterieur taalcentrum) en<br />

op de scheiding temporaal- en pariëtaalkwab (Wernicke:<br />

posterieur taalcentrum)<br />

Taalwetenschap Empirisch: onderzoekt feitenmateriaal binnen de<br />

menselijke ervaringswereld (--> niet puur aprioristisch of<br />

louter formeel)<br />

Cultuurwetenschap: taal en taalgebruik als voorwerp<br />

(producten van menselijke handeling en creativiteit)<br />

Taal is het product van intentionele menselijke handelingen<br />

--> komt niet causaal tot stand<br />

Taboetaal Avoidance speech: geheime taal naast gewone omgangstaal;<br />

lengte van woorden is iconisch (respect)<br />

Tautologie Uitspraak waarin je niets zegt dat informatief is<br />

Teken Vormelementen die staan voor iets anders, waarmee men<br />

verwijst naar de buitentalige werkelijkheid<br />

(icoon - index - symbool (oa. taalteken))<br />

Tekst Hoogste niveau in de linguïstische analyse; basisniveau van<br />

het concrete, gerealiseerde taalgebruik, de vorm waarin het<br />

effectieve taalgebruik normaliter geschiedt<br />

Classificatie Inhoudelijk-functioneel: informerend, verhalend of<br />

argumenterend;<br />

herkenningscriteria: formele en pragmatische criteria en<br />

graad van institutionalisering<br />

Tekstinterpretatie Ontvanger probeert de boodschap adequaat te decoderen,<br />

zowel inhoudelijk als formeel, en onderzoekt de relatie<br />

tussen de betekenis van de opbouwende elementen en de<br />

“sensus” van de interpreteren tekst.<br />

De tekst kan expliciete en impliciete inhouden bevatten.<br />

Tekstopbouw de vijf constitutieve principes van de tekst: coherentie,<br />

cohesie, informativiteit, situationaliteit en intertextualiteit<br />

Tekstfunctie volgens K. Bühler Taal is een middel tussen een zender en een ontvanger<br />

(zie organon-model)<br />

Tekstfunctie volgens R. Jakobson Spreker en toehoorder wisselen in een spreeksituatie<br />

boodschappen uit in een bepaalde context, gebruiken<br />

daarbij een code en onderhouden contacten met elkaar<br />

Conatief Toehoorder: instructies, overtuigen, indruk maken,...<br />

Emotief Spreker: identiteit uitdrukken, sociaal profileren,...<br />

Fatisch Contact: groeten,...<br />

Poëtisch Boodschap: literatuur, woordspelingen, reclameslogans,...<br />

Metatalig Code: basis van taalwetenschap / spellen, herhalen,...<br />

Referentieel Context: buitentalige werkelijkheid<br />

15 / 18


Tekstfunctie vs. zinsfunctie Een bepaalde zinsfunctie kan een specifieke “afwijkende”<br />

tekstfunctie hebben, en bepaalde tekstfuncties kunnen<br />

soms dmv. verschillende zinsfuncties uitgedrukt worden<br />

Tekstsoort Categorieën als poëzie, proza, gesprek, lezing,...<br />

Klassen van teksten die bepaalde definitorische vormelijke<br />

en inhoudelijke kenmerken gemeenschappelijk hebben<br />

Formele kenmerken externe vormelementen: typografie, bladschikking,...<br />

interne vormelementen: grammatica & woordenschat<br />

Pragmatische kenmerken relatie met uitingssituatie: gebondenheid (deiktische<br />

elementen) vs. vrijheid (anaforische elementen)<br />

bedoeling van tekst,...<br />

Graad van institutionalisering zie Institutionalisering<br />

Terminologie nieuwe feiten --> nieuwe begrippen<br />

rijkdom aan begrippen --> precieze perceptie van feiten<br />

Thema<br />

vs. rhema<br />

Topic: reeds aangebracht, gekend feit of element<br />

vs. comment: nieuw aangebracht, ongekend feit of element<br />

Toontalen Taal waarin de intonatie op woordniveau een semantischdistinctieve<br />

functie heeft, ook al is de fonetische uitspraak =<br />

Toonzetting Vorm van intersemiotische transfer;<br />

het op muziek zetten van een tekst<br />

(opera, lied, song vs. programmamuziek)<br />

Topic vs. comment zie Thema vs. rhema<br />

Transcriptie (systeemlinguïstiek) Vorm van intralinguale transfer; taalklanken worden in de<br />

fonetiek fonetisch getranscribeerd adhv. internationaal<br />

erkende fonetische symbolen<br />

Transcriptie (tekstlinguïstiek) Vorm van intralinguale transfer; geschreven weergave van<br />

gesproken teksten: zo adequaat mogelijk, waarbij het<br />

verlies van een aantal factoren die typisch zijn voor<br />

spreektaal onvermijdelijk is<br />

Complexiteit Alles wat te veel is, wordt geabstraheerd en tekorten<br />

worden aangevuld met de algemene kennis van de<br />

ontvanger<br />

Interlinguale transfer Operatie binnen het tekensysteem, maar tussen<br />

verschillende natuurlijke talen (vertaling)<br />

Intersemiotische transfer Operatie waarbij het tekensysteem verandert (verfilming,<br />

plastische kunsten, stripverhaal, toonzetting)<br />

Intralinguale transfer Operatie binnen dezelfde natuurlijke taal (parafrase,<br />

transcriptie, aanpassingen, adaptaties, imitatie, pastiche)<br />

Uitingssituatie Het onderdeel van de context dat betrekking heeft op de<br />

buitentalige werkelijkheid waarover men spreekt<br />

Universalisme Alle talen hebben bepaalde gemeenschappelijke kenmerken<br />

en lijken specifieke realisaties van éénzelfde taalvermogen<br />

Variabele<br />

16 / 18


Verborgen communicatie Cf. samenwerkingsprincipe; het meedelen van impliciete<br />

inhouden door het zichtbare en slechts schijnbare<br />

ovetreden van één of meerdere maximen --> toehoorder<br />

moet nagaan hoe een uiting ogenschijnlijk afwijkt van<br />

bepaalde verwachtingen, maar die wel inlost op andere<br />

niveau’s<br />

Verfilming Vorm van intersemiotische transfer; de tekst moet qua<br />

inhoud complex genoeg zijn om als basis voor een film te<br />

kunnen dienen; verhaalstructuur van de film is anders dan<br />

die van een geschreven tekst en kan niet zomaar worden<br />

“gekopieerd”<br />

Versprekingen - Anticipatie: klank(cluster) te vroeg uiten op<br />

syntagmatische as<br />

- Perseveratie (= reïteratie, retentie): aanhouden van een<br />

klank(cluster) (minder frequent)<br />

- Verwisseling: combinatie van anticipatie en perseveratie<br />

- Contaminatie: combinatie van twee gelijkaardige<br />

taalvormen met als resultaat een nieuwe (foute) uiting<br />

- Spoonerisme: grappige verspreking<br />

-> ondanks fouten toch begrijpbaar: spreken is redundant<br />

Vertaling Interlinguale transfer van teksten: men kijkt niet naar de<br />

individuele woorden, maar vertaalt de sensus van de tekst<br />

Vertaling en equivalentie Oordeel over de “correcte vertaling” is veranderlijk<br />

Vandaag: “Definitieve vertaling bestaat niet” --> men kan<br />

geen equivalentie nastreven<br />

Vertaling als cross-cultural process Men dient de tekst te vertalen met oog op de functie van de<br />

tekst in een bepaalde situatie, en op het specifieke<br />

doelpubliek met zijn eigen culturele tradities en waarden en<br />

bijhorende historische context<br />

Machinaal vertalen Computervertaalprogramma’s zijn steeds complexer<br />

geworden; woord-voor-woord-vertaling is eenvoudigst,<br />

maar leidt tot inadequate resultaten wanneer de<br />

systematische verschillen van het talenpaar groter worden;<br />

de computer een syntactische analyse van de zinnen laten<br />

maken (parsing) heeft meer succes, maar is zeer moeilijk.<br />

Het ziet ernaar uit dat een algemene, volledige machinale<br />

vertaling ook in de toekomst niet mogelijk zal zijn.<br />

Vorm zie Taalteken - semantisch<br />

Woord zie Lexicon<br />

Woordgroep een productief niveau, gebaseerd op de creatieve<br />

aanwending van regels + herhaling<br />

Woordveld (paradigmatisch) Woorden bestaan niet afzonderlijk; we kennen hun<br />

precieze betekenis pas in relatie met andere woorden uit<br />

het woordveld waartoe ze behoren.<br />

Woordvindingsproblemen Onderdeel van het bijsturingsproces als gevolg van het<br />

spontaan en vluchtig karakter van gesproken taalgebruik<br />

17 / 18


Woordvolgorde (in de taaltypologie) In de syntactische taaltypologie is de bepaling van de<br />

woordvolgorde in de zin volgens de plaatsing van V, O en S<br />

vaak gereduceerd tot V en S (klassiek criterium)<br />

VO: SVO (Engels), VSO (Arabisch), VOS (zeldzaam)<br />

OV: SOV (Japans), OSV en OVS (zeldzaam)<br />

In sommige talen is de woordvolgorde relatief vrij (Latijn)<br />

Zegswijze vaste, idiomatische verbinding van woorden, met een<br />

figuurlijke of metonymische betekenis, die vrijwel altijd op<br />

zichzelf een zin vormt en steeds een onpersoonlijk subject<br />

heeft; zegswijzen passen zich voor zover nodig aan het<br />

zinsverband aan<br />

Gezegde vaste, idiomatische verbinding van woorden, met<br />

figuurlijke betekenis, die geen werkwoord bevat en dus op<br />

zichzelf nooit een zin vormt<br />

Zin Productief niveau, gebaseerd op de creatieve aanwending<br />

van regels en het gebruik van reeds bestaande zinnen<br />

Zinsfunctie Vragend, mededelend, bevelend of wensend<br />

18 / 18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!