Comité voor Bijzondere Jeugdzorg
Comité voor Bijzondere Jeugdzorg
Comité voor Bijzondere Jeugdzorg
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
1. Wiens taak en opdracht?<br />
CBJ en omgaan met verontrustende situaties<br />
Op dit ogenblik zijn <strong>voor</strong>al het VK (Vertrouwenscentrum Kindermishandeling) en het<br />
CBJ (<strong>Comité</strong> <strong>voor</strong> <strong>Bijzondere</strong> <strong>Jeugdzorg</strong>) geassocieerd met verontrustende situaties<br />
zoals mishandeling, verwaarlozing, incest,… .<br />
Uiteraard worden op dit ogenblik al veel meer diensten en <strong>voor</strong>zieningen<br />
geconfronteerd met zwaardere verontrusting in gezinssituaties, maar naar de<br />
toekomst toe zal mogelijk nog meer verwacht worden dat elke hulpverlener een weg<br />
vindt in het werken met verontrusting.<br />
Uit ervaring weten we nochtans dat niet alle diensten het evident vinden om in en<br />
met verontrustende situaties te werken.<br />
Het wordt ook stilaan duidelijk dat het VK en het toekomstige Bureau <strong>Jeugdzorg</strong> wel<br />
een belangrijke, specifieke rol op dit vlak zullen blijven vervullen in de toekomst.<br />
2. Wat is verontrusting juist?<br />
Er is sprake van verontrusting als iemand de nood aanvoelt, of de verwachting<br />
formuleert dat er jeugdhulp noodzakelijk is <strong>voor</strong> een minderjarige en/of <strong>voor</strong> zijn<br />
gezinscontext. Deze nood kan berusten op een bezorgdheid, een vermoeden of op<br />
een vaststelling van een maatschappelijk onaanvaardbare situatie.<br />
De meest <strong>voor</strong>komende verontrustende situaties die op het CBJ terechtkomen zijn:<br />
- seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen het gezin, of daarbuiten<br />
- mishandeling, verwaarlozing<br />
- onveilige situatie omwille van ernstige relatieconflicten, partnergeweld,<br />
agressie in het gezin, psychische problematiek van één ouder, mentale<br />
beperktheden van ouders, ernstige parentificatie,….<br />
3. Wat roept verontrusting bij de meeste hulpverleners op?<br />
Moest ik hier in de zaal het rijtje aflopen wat het met jou doet als je in een dossier op<br />
zware verontrusting stoot, zou ik zeker volgende gevoelens tegen komen:<br />
- Gevoelens van twijfel:<br />
gebeuren er echt onverantwoorde zaken of gaat het enkel om<br />
een vermoeden?<br />
als het om een vermoeden gaat, moet ik dan ook dezelfde<br />
stappen zetten?<br />
hoelang mag ik een risicosituatie laten aanslepen?<br />
moet ik dit zelf opnemen of verwijs ik door naar experten?<br />
- Onmacht:<br />
ik weet niet hoe dat moet?
hoe ver mag ik gaan in confrontatie?<br />
- Onkunde:<br />
wat speelt er allemaal mee bij een dergelijke verontrusting?<br />
valt dit nog onder mijn bevoegdheid?<br />
wat betekent dit <strong>voor</strong> het cliëntsysteem?<br />
<strong>voor</strong> mij als hulpverlener?<br />
<strong>voor</strong> onze werkrelatie als hulpverlener met het<br />
cliëntsysteem?…<br />
- Gebrek aan ervaring en referentiekader:<br />
ik heb dat nog nooit zelf gedaan<br />
hoe erg moet ik dit inschatten?<br />
moet ik hier direct iets mee doen?, …<br />
- Gevoel van gebrek aan vaardigheden:<br />
hoe moet ik dit benoemen?<br />
wanneer?<br />
wat gebeurt erin het gezin nadat ik geconfronteerd heb?<br />
hoe moet ik hier best op anticiperen?<br />
4. Geruststelling<br />
Eén geruststelling wil ik van bij het begin al meegeven:<br />
Al deze ongemakkelijke gevoelens van twijfel, onzekerheid, onmacht, vrees <strong>voor</strong> het<br />
onbekende, of om fouten te maken hebben ook een heel goede keerzijde. Ze maken<br />
ons alert, doen ons nadenken over methodieken en strategieën, over veiligheid <strong>voor</strong><br />
kinderen, over noodzakelijke samenwerking intern en extern.<br />
5. Aanpak:<br />
Ik wil onze manier van werken op het CBJ niet aan iedereen opdringen, maar er zit<br />
wel een patroon in van steeds terugkerende stappen. Ik probeer ze systematisch te<br />
benoemen:<br />
5.1. Verdere exploratie bij het cliëntsysteem en de ruimere omgeving<br />
Na het verkennen van je gevoelens (van waar komen die? waar hebben ze <strong>voor</strong>al<br />
mee te maken,…?) ga je best aan de slag om de zaak zo goed mogelijk verder uit te<br />
spitten dwz. oa:<br />
wie meldt jou die verontrusting?<br />
waar slaat die verontrusting op?<br />
hoe ernstig is de zaak?<br />
hoe snel dient er gehandeld te worden?<br />
Vaak bereikt het eerste signaal jou vanwege derden: een betrokken hulpverlener of<br />
de Jeugdbrigade die zich zorgen maakt, …<br />
Dan is het zaak dit goed te analyseren:<br />
van wie komt deze informatie?<br />
lijkt ze betrouwbaar?<br />
met wie werd ze al gedeeld?<br />
wat heeft die persoon er zelf al of niet al mee gedaan?<br />
wat zijn de verwachtingen naar jou toe?
Ook als de verontrusting door de cliënten zelf wordt gebracht, rijzen diezelfde vragen.<br />
Mogelijk weet je niet goed wat je met deze informatie moet… Hier duikt een eerste<br />
gevaar op : dit “niet weten hoe het verder moet”, zou er niet toe mogen leiden dat je<br />
er niets mee doet. Oppassen <strong>voor</strong> de bekende struisvogelpolitiek en/of<br />
afschuifmechanisme: het is niet aan mij om hiermee iets te doen, dat hoort niet bij<br />
mijn job, anderen zijn daar beter in… is hier de boodschap.<br />
Om dit te vermijden ga je best in dit stadium reeds in overleg met collega’s,<br />
teamverantwoordelijken, directie, supervisor,… Laat je bijstaan, geef jezelf een<br />
klankbord, een toetsteen en deel de ervaring omtrent verontrusting met de anderen.<br />
Het zal je helpen om klaar te zien in de situatie.<br />
Indien er de mogelijkheid is, ga je over tot confrontatie van de cliënt met de<br />
verontrusting.<br />
Afhankelijk van wat zich <strong>voor</strong>doet, confronteer je de diverse partijen met wat je reeds<br />
weet, aanvoelt, ziet, hoort, enz. en je vraagt zo vlug mogelijk toestemming om<br />
andere betrokken hulpverleners of diensten te contacteren.<br />
Als je een redelijk beeld hebt van wat de verontrusting inhoudt, volgt steevast<br />
opnieuw overleg met teamgenoten, met een teamverantwoordelijke of directie. Je<br />
toetst met hen af hoe zij de situatie taxeren als je er over vertelt.<br />
Bij ons op het CBJ is dit mogelijk in het case-overleg, dat wekelijks georganiseerd<br />
wordt. Gedurende een halve dag worden twee à vier dossiers helemaal uitgespit<br />
samen met enkele collega’s, met de teamverantwoordelijke en met het MDT (Multi<br />
Disciplinaire Team) Het MDT bestaat uit twee psychologen en zij werken fulltime ter<br />
ondersteuning van de <strong>Comité</strong>s en de sociale diensten bij de jeugdrechtbank.<br />
Er is ook heel wat individueel overleg zowel informeel tussen collega’s onderling als<br />
formeel met de teamverantwoordelijke. Het gaat steeds om het gezamenlijk<br />
opnemen en delen van verantwoordelijkheid. Dit is heel belangrijk bij elke zaak van<br />
verontrusting, zodat je er niet alleen <strong>voor</strong> staat. Nog meer dan bij andere zaken stoot<br />
je hier immers ook op jouw persoonlijke waarden en normen en/of de (vermeende)<br />
waarden en normen die gangbaar zijn in de maatschappij. Bv. een tik mag, maar<br />
vanaf wanneer verontrust ons die? Een warme maaltijd hoeft niet per se elke dag,<br />
maar vanaf wanneer wordt een kind onrecht aangedaan?….<br />
Indien je er in team uit bent dat het om een verontrustende situatie gaat, zijn er<br />
grosso modo twee mogelijkheden:<br />
of je gaat er zelf mee aan de slag binnen de mogelijkheden en<br />
beperkingen van je eigen dienst<br />
of je stapt er mee naar een andere dienst.<br />
Het is belangrijk om te vermelden dat er elke dag heel wat hulpverleners naar het<br />
CBJ bellen gewoon om raad en steun te krijgen. Elke dag zijn er drie consulenten<br />
van dienst die ter beschikking staan van hulpverleners en diensten om zaken<br />
telefonisch of persoonlijk te bespreken. Het is belangrijk om weten dat de naam van<br />
de cliënten op dat ogenblik nog niet vernoemd moet worden. De cliënt kan in deze
fase nog anoniem blijven en je hoeft als hulpverlener dus nog geen toestemming aan<br />
de cliënt te vragen om in overleg te gaan met het CBJ.<br />
Op dat ogenblik kan de hulpverlener die belt, beroep doen op de know how en<br />
ervaring van consulenten die gewend zijn om elke dag met verontrustende situaties<br />
te werken. De hulpverlener kan vaak na zo een telefoontje zelf verder aan de slag.<br />
Vaak gebeurt een telefonisch of persoonlijk contact ook in functie om na te gaan of<br />
een dergelijke zaak bij het CBJ thuishoort ja dan nee. Indien niet gaan we samen<br />
met de beller op zoek naar de juiste hulpverlening en geven we raad en advies i.f.v..<br />
de juiste doorverwijzing. Indien de zaak op het CBJ thuishoort, kan er een afspraak<br />
gemaakt worden door het cliëntsysteem.<br />
Al deze activiteiten vallen <strong>voor</strong> ons onder de noemer CONSULT.<br />
Als zaken onder de noemer POS (Problematische Opvoedingssituatie) vallen, kan<br />
het CBJ de zaak ook opnemen. Het gaat om een situatie, een toestand, waarin de<br />
fysieke integriteit, de affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen<br />
van minderjarigen in het gedrang komen, door bijzondere gebeurtenissen, door<br />
relationele conflicten, of door de omstandigheden waarin zij leven.<br />
5.2. Belangrijke aandachtspunten:<br />
Het belang van transparantie, duidelijkheid, eerlijkheid, zaken benoemen zoals ze<br />
zijn in klare taal, maar genuanceerd genoeg. Dit vraagt taal,<br />
communicatievaardigheden, relatie kunnen leggen, durven confronteren,…<br />
Het tempo van het cliëntsysteem blijft belangrijk. Je zult op geregelde tijdstippen<br />
checken of iedereen mee is in wat je aanbrengt. Onze ervaring is: probeer alles in<br />
één gesprek te benoemen, vermijdt een aaneenrijging van gesprekken waar telkens<br />
even een tip van de sluier wordt opgelicht. Dat werkt niet. Het cliëntsysteem gaat je<br />
wantrouwen, gaat in de weerstand en je dreigt hen daardoor te verliezen.<br />
Breng onmiddellijk ook hoop, geloof en perspectief in.<br />
Hoop dat ze door deze moeilijke fase heen geraken (verwijs – als dat kan –<br />
naar eerdere crisissen die het gezin al doorgesparteld heeft).<br />
Spreek je geloof in verandering uit – niet onmiddellijk haalbaar, maar wel op<br />
termijn. Hou het realistisch en geloof in wat je zegt, anders zwijg je hierover<br />
best.<br />
Geef perspectief: “het lijkt nu allemaal heel veel en heel erg, en dat is het ook,<br />
maar volgende keer komen we hierop terug en dan gaan we samen kijken<br />
waar dit allemaal mee te maken heeft en stuk <strong>voor</strong> stuk aanpakken”…<br />
Hou het concreet en realistisch als tegengewicht <strong>voor</strong> het allesoverheersende<br />
gevoel dat bij de cliënt oprijst.<br />
o wat moet er nu direct veranderen?<br />
o zijn er <strong>voor</strong>waarden die gesteld worden aan de cliënt?<br />
o geef informatie over wat er gebeurt indien deze afspraken niet<br />
nageleefd worden?<br />
o wie gaat dit ondertussen controleren,…?<br />
o wees hierin aanklampend. Geef de cliënt zo weinig mogelijk<br />
vluchtwegen, afhaakmogelijkheden, gelegenheid tot shopgedrag,…
Denk na over de setting waar je de mensen ziet:<br />
op kantoor<br />
• krijgt het gesprek een formeler karakter,<br />
• zal het gemakkelijker zijn <strong>voor</strong> jou om de leiding te<br />
nemen,<br />
• om indruk te maken<br />
• en de impact van je confrontatie maximaal te benutten<br />
(bv. bij confrontatie van een dader van seksueel getint<br />
gedrag).<br />
Toch wil ik hier ook het belang van een huisbezoek<br />
benadrukken:<br />
• ga kijken hoe mensen leven,<br />
• hoe ze communiceren in hun eigen taal,<br />
• in hun eigen omgeving,<br />
• observeer, …<br />
Er zijn geen algemene regels, maar wel de tip: kies bewust!!<br />
Het buikgevoel of fingerspitzengefuhl bedriegt je zelden. Wees alert op gevoelens<br />
van: hier klopt precies iets niet? ik voel me hier niet goed bij, dit thema wordt heel<br />
bewust ontweken,… Doe er iets mee, al was het dat je ’t even noteert in je kladje na<br />
’t gesprek. Heel vaak komen er achteraf zaken aan het licht die jouw vermoeden<br />
verder bevestigen!<br />
Probeer in te schatten welke extra stress je bij het gezin veroorzaakt door te<br />
confronteren. Denk aan de mogelijkheden tot agressie-uitbarstingen en neem<br />
preventief maatregelen.<br />
Neem het veiligheidsaspect mee in je strategie:<br />
- zeker bij jonge kinderen m.a.w. leeftijd bepaalt mee wat je doet en hoe je<br />
handelt, in die zin dat <strong>voor</strong> baby’s en kleine kinderen de volwassenen de lijn dienen<br />
te trekken van wat wel of niet meer verantwoord of veilig is . Er is bij kleine kinderen<br />
ook veel minder sociale controle via bv. de school of CLB (Centrum <strong>voor</strong><br />
Leerlingenbegeleiding), omwille van de jonge leeftijd . Zij kunnen niet zelf aan de bel<br />
trekken of de situatie letterlijk ontvluchten, zoals een puber dat eventueel wel kan.<br />
- maak duidelijke afspraken <strong>voor</strong> als je het gezin terug verlaat (hoe nu verder?)<br />
- eventueel breng je de kinderen eerst in veiligheid <strong>voor</strong> je confronteert (bv.<br />
incestslachtoffer)<br />
Verhouding draagkracht – draaglast<br />
Belang van meerzijdige partijdigheid:<br />
Een basisregel <strong>voor</strong> alle gesprekken, ook deze bij verontrusting is deze van<br />
meerzijdige partijdigheid. Tracht in het gesprek iedereen te betrekken, zonder<br />
oordeel, laat staan veroordeling. Denk ook aan de posities binnen een gezin, de<br />
gezinshiërarchie en respecteer deze. Mogelijk moet je daar<strong>voor</strong> het gesprek<br />
opsplitsen en apart met het kind en de ouders praten.<br />
De valkuil van ‘vertrouwen geven’. Hulpverleners dienen er<strong>voor</strong> te waken dat ze niet<br />
ingaan op vragen om in vertrouwen genomen te worden door bv. jongeren. Bouw<br />
onmiddellijk in dat je niet kan beloven dat alles wat gezegd wordt tussen jullie beiden
lijft of niet verder gaat. Wees zorgvuldig in je bewoordingen om toch een<br />
vertrouwensband aan te gaan, zonder zelf in een patstelling terecht te komen of later<br />
aan het vermeende vertrouwen afbreuk te moeten doen.<br />
5.3. Samenwerking met andere diensten:<br />
Belangrijk is hier dat een goede informatieoverdracht plaats vindt.<br />
Er wordt op het CBJ NIET gewerkt met verborgen agenda’s.<br />
Een <strong>voor</strong>beeld hoe het NIET moet:<br />
Bv. een CKG (Centrum <strong>voor</strong> Kinder- en Gezinszorg) komt met ouders naar onze<br />
dienst om tussenkomst te vragen. Tijdens het intakegesprek worden <strong>voor</strong>al de<br />
ouders aan het woord gelaten. De problematiek komt niet echt scherp naar voren, de<br />
weerstand van de ouders om te komen en om een dossier te openen is groot. Ze<br />
gaan uiteindelijk akkoord omdat ze zo de JRB kunnen vermijden. Na de intake belt<br />
het CKG om te vragen dat het CBJ er<strong>voor</strong> zorgt dat de CKG-plaatsing niet beëindigd<br />
wordt, zoals de ouders vragen en krijgen we een heel verslag van de wantoestanden<br />
bij het gezin thuis (materieel, financieel, pedagogisch falen,…).<br />
Deze informatie werd door het CKG niet naar de ouders gebracht omwille van de<br />
angst dat de ouders hun kinderen plots zouden wegtrekken uit het CKG.<br />
Maar wij kunnen met deze informatie ook niet aan de slag.<br />
In zulke situatie wordt dus best wel geconfronteerd:<br />
Hetzij door CKG naar de ouders toe om vanuit die confrontatie de verwijzing naar het<br />
CBJ aan te brengen. Bij gebrek aan inzicht of daadwerkelijk verzet dient hier de<br />
jeugdbrigade of het parket geïnformeerd i.f.v.. hoogdringende maatregelen.<br />
In het slechtste geval wordt geconfronteerd binnen de context van het CBJ tijdens de<br />
intake, maar in ieder geval rechtstreeks naar de cliënten toe.<br />
Vaak merken we dat hulpverleners schroom voelen om negatieve zaken te duiden.<br />
Zo brengt een thuisbegeleidster in een tussentijds overleg naar de consulent dat<br />
moeder haar drankprobleem opnieuw de kop heeft opgestoken en dat daardoor<br />
cliënte niet steeds bereikbaar is en de hulpverlening volledig blokkeert<br />
Wanneer de consulente het gesprek coördineert en aan de thuisbegeleidster een<br />
stand van zaken vraagt, wordt dit echter niet gemeld. Dit is niet werkbaar.<br />
Bij aanmelding van nieuwe zaken wordt daarom ook gevraagd dat de verwijzer – in<br />
de mate van het mogelijke – meekomt naar het CBJ, om mee de problematiek te<br />
helpen verwoorden en aanvullingen te doen over de ernst en de aard van de<br />
problemen.<br />
Het CBJ gaat niet aan de slag in zaken die enkel gemeld worden door een verwijzer.<br />
Het cliëntsysteem dient zelf een hulpvraag te stellen dwz. telefonisch contact<br />
opnemen met de dienst en op gesprek willen komen. Als ze dit absoluut niet willen<br />
en er is toch sprake van ernstige verontrusting dan dient overwogen te worden om<br />
beroep te doen op de Jeugdbrigade, het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling of<br />
het parket. Hier dient minder of geen rekening te worden gehouden met de<br />
toestemming van de cliënt en vaak gaat het hier ook over een meer controlerende<br />
tussenkomst dan mogelijk is vanuit het CBJ.
Het is ook belangrijk om gans het cliëntsysteem op <strong>voor</strong>hand te informeren. Soms<br />
gebeurt het dat bv. het CLB enkel met het kind heeft gesproken en nog geen contact<br />
heeft gehad met de ouders. Dit kan niet.<br />
Om vrijwillige hulpverlening op te starten is een akkoord nodig van zowel de ouder(s)<br />
als van de jongere(n)!!<br />
Dit betekent dat het cliëntsysteem een minimale hulpvraag dient te hebben, zowel<br />
wat betreft de ouders als wat betreft de jongere. De jongere beneden de 12 dient<br />
gehoord te worden, de jongere boven de 12 dient zijn instemming te geven. Hier<br />
heeft de verwijzer dus een belangrijke rol te vervullen, wat betreft motivering,<br />
begeleiding en ondersteuning van het cliëntsysteem, de verwijzer dient de<br />
verantwoordelijkheid op te nemen <strong>voor</strong> het goed doorgeven en duidelijk krijgen van<br />
de hulpvraag. Dit is van groot belang om de hulpverlening in deze moeilijke situaties<br />
op een goede en efficiënte manier op gang te krijgen op het CBJ.<br />
De verwijzer blijft <strong>voor</strong> het CBJ ook na de aanmelding een zeer belangrijke partner in<br />
de verdere hulpverlening!<br />
5.4. Eigenheid van het CBJ :<br />
Het CBJ heeft een officieel mandaat om rond maatschappelijke noodzaak te werken.<br />
De consulent zorgt <strong>voor</strong> gepaste hulpverlening hetzij ambulant (bv. Crisishulp aan<br />
Huis, de Matant, thuisbegeleiding), semi-ambulant (dagcentrum), hetzij door<br />
residentiële hulpverlening (pleegzorg, begeleidingstehuis, gezinsvervangend tehuis).<br />
Vaak wordt ook een ambulante of residentiële oriëntatie of observatie <strong>voor</strong>gesteld<br />
om het totale plaatje van de moeilijke situatie meer duidelijk te krijgen en te<br />
onderzoeken welke hulpverlening verder aangewezen is.<br />
De consulent zal doorheen het verdere hulpverleningsproces de situatie opvolgen,<br />
coördineren, evalueren en bijsturen waar nodig , dit steeds in samenspraak met het<br />
cliëntsysteem en de lopende hulpverlening.<br />
Het CBJ werkt vanuit een vrijwillig, maar niet vrijblijvend kader. Dit wordt al in het<br />
eerste contact toegelicht omdat mensen de keuze moeten hebben of ze hun verhaal<br />
daadwerkelijk brengen ja dan neen, en wat hiervan de consequenties kunnen zijn. Zo<br />
wordt er al onmiddellijk gesproken over de Bemiddelingscommissie en eventuele<br />
gedwongen hulpverlening bij niet medewerking in risicosituaties.<br />
Als de verontrusting bevestigd wordt in een lopend dossier en er is geen toelating tot<br />
opstarting van noodzakelijke hulp, dan zal de situatie <strong>voor</strong>gelegd worden aan het<br />
Bureau ter bespreking en afweging van verwijzing naar de Bemiddelingscommissie.<br />
Hier kan dan opnieuw een behoud in vrijwilligheid mits <strong>voor</strong>waarden bekomen<br />
worden of doorverwijzing naar het Parket met het oog op gedwongen hulpverlening.<br />
Als bij aanmelding een vermoeden van ernstige verontrusting door het cliëntsysteem<br />
niet bevestigd wordt en de verontrusting blijft sterk aanwezig bij de consulent en<br />
hulpverlener, dan zal er verder in overleg gegaan moeten worden om alsnog een<br />
ingangspoort te vinden om hulpverlening op te starten, want het CBJ start in principe<br />
niet met een verborgen agenda.
Als er geen probleeminzicht is of een totaal gebrek aan medewerking, dan kan<br />
geadviseerd worden om de Jeugdbrigade of politie in te lichten i.f.v. het uitlokken van<br />
een hoogdringende maatregel op Parketniveau. De cliënt krijgt dan alsnog de kans<br />
om via deze weg een hulpvraag naar vrijwillige hulpverlening doen.<br />
Uitzonderlijk gebeurt het dat de consulent een verontrusting rechtstreeks aanmeldt bij<br />
het parket (bv. indien er <strong>voor</strong> het betrokken kind geen dossier is op het CBJ, maar<br />
enkel <strong>voor</strong> broer of zus).<br />
Tot slot:<br />
- belang van bijscholing en vorming<br />
- mentorschap over nieuwelingen.<br />
Mieke Marissen<br />
8/09/2008