Layout 2 - Cornelis Dopper
Layout 2 - Cornelis Dopper
Layout 2 - Cornelis Dopper
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Met de Statendam (I) naar Amerika<br />
hij niet alleen over een goede violist, maar ook<br />
over iemand die piano speelde en zich in de<br />
loop der jaren zou kunnen ontwikkelen tot een<br />
uitstekend repetitor en koormeester. Voor<br />
<strong>Dopper</strong> was het een gulden gelegenheid om ervaring<br />
op te doen. Als violist kon hij zich<br />
vertrouwd maken met het operarepertoire en<br />
de praktijk van het operaorkest. Als scheppend<br />
toonkunstenaar kreeg hij buiten het seizoen<br />
volop gelegenheid tot componeren en wellicht<br />
meer mogelijkheden zijn werk te laten uitvoeren.<br />
Begin november 1897 liet hij zich inschrijven<br />
in het bevolkingsregister van Amsterdam<br />
en betrok een kamer aan de Leidschekade 91.<br />
Lang duurde de vreugde niet. ‘Voortdurend<br />
wordt ik gevolgd door twee vrouwen: Armoede<br />
en Zorg’, schreef hij aan Sophie Zimmermann.<br />
De gage, die hij ontving was nauwelijks toereikend<br />
om de kamerhuur te betalen. Buiten het<br />
operaseizoen was er geen werk en dus ook geen<br />
inkomen. De arbeidsomstandigheden waren<br />
mensonterend. Rechten had men nauwelijks,<br />
plichten des te meer. Er heerste een ijzeren discipline<br />
en voor het minste of geringste ‘vergrijp’<br />
stond je op straat. Een dagtaak van 14 uur was<br />
normaal, alle dagen van de week, ook zondags.<br />
Een orkestlid verdiende gemiddeld minder dan<br />
€ 0,10 per uur. Een nieuwkomer als <strong>Dopper</strong><br />
ontving maar 40% van dat bedrag (d.w.z. € 0,04<br />
per uur!). In het theater had een onverlaat een<br />
bordje opgehangen: ‘Hij die hier binnentreedt<br />
late alle hoop varen.’ <strong>Dopper</strong> was achtereenvolgens<br />
in dienst bij vijf operagezelschappen,<br />
omdat het ene na het andere operagezelschap<br />
ter ziele ging. Subsidie kreeg men niet. Ondanks<br />
dat werkte hij zich in de loop van de<br />
jaren (tussen 1897 en 1903) op van violist tot<br />
repetitor, koormeester en dirigent.<br />
Als veelbelovend componist mocht hij<br />
gedurende de zomervakanties in Utrecht<br />
logeren bij de dirigent van het Utrechts<br />
Stedelijk Orkest, Wouter Hutschenruyter. Dat<br />
kostte hem niets, want de<br />
familie Hutschenruyter<br />
stelde haar huis open voor<br />
behoeftige kunstenaars. Hij<br />
voelde zich er thuis en vormde<br />
al gauw deel van het<br />
gezin. Hij kreeg volop gelegenheid<br />
om te componeren<br />
en leerde veel van de ervaren<br />
en veelzijdige musicus<br />
Wouter.<br />
Een betere toekomst<br />
Bijna tien jaar had <strong>Dopper</strong> in<br />
Amsterdam met moeite het<br />
hoofd boven water kunnen<br />
houden. Maar eindelijk gloorde er licht aan de<br />
horizon. In 1906 kreeg hij van meerdere kanten<br />
aanbiedingen. Hij werd gevraagd als managerbegeleider<br />
voor een wereldtournee van het<br />
Hongaarse wonderkind Kun Arpad, een ‘violistje’,<br />
dat overal in Europa met sensationeel<br />
succes optrad. <strong>Dopper</strong> wees dit aanbod af. Hij<br />
kwalificeerde het vioolspel van de jongen als<br />
‘aardig, zolang hij een korte broek draagt.’ Een<br />
tweede aanbod kwam uit Soerabaja in voormalig<br />
Nederlands-Indië, waar hij gevraagd werd<br />
als dirigent van een muziekvereniging. Maar,<br />
omdat hij zich moest verbinden voor een periode<br />
van tien jaar, wees hij ook deze mogelijkheid<br />
af. Tenslotte kreeg hij het aanbod<br />
repetitor, koormeester en dirigent te worden bij<br />
een rondreizend operagezelschap in de<br />
Verenigde Staten. De omstandigheden lieten<br />
hem weinig keus. Hij zou ervaring opdoen als<br />
dirigent en was meteen uit de geldzorgen. Zesendertig<br />
jaar oud, ongetrouwd, onafhankelijk<br />
en op zoek naar een betere toekomst, waagde<br />
hij de sprong.<br />
Amerikaans avontuur<br />
Op zaterdag 8 september 1906 begaf hij zich<br />
met gemengde gevoelens aan boord van het<br />
stoomschip de ‘Statendam’ (I), dat de reis van<br />
Rotterdam naar New York zou afleggen in tien<br />
dagen.<br />
Het afscheid van vrienden en bekenden was<br />
moeilijk en zijn stemming werd er niet beter op<br />
bij de trieste aanblik van een grote menigte<br />
Russen, Polen, Hongaren en avonturiers, op<br />
zoek naar een betere toekomst in de Nieuwe<br />
Wereld. Een paar dagen later stak er een<br />
geweldige storm op. Maar in plaats van bang of<br />
zeeziek te worden, genoot <strong>Dopper</strong> van het<br />
geweld der natuurelementen: ‘De wind gierde<br />
door de gangen, de golven sloegen over het dek<br />
en het gekraak en gesteun van het houtwerk