RAADSVERGADERING - Gemeente Brummen

RAADSVERGADERING
Openbare vergadering van de raad van de gemeente Brummen op donderdag 28 april 2005 om
20.00 uur in het gemeentehuis van Brummen
VRAGENUUR voor raadsleden (art. 42 RvO)
AGENDA
0. Opening en vaststelling agenda
1. Spreekrecht over agendapunten
2. Notulen van de vergadering van:
a. 31 maart 2005 (openbare vergadering)
b. 8 april 2005 (buitengewone vergadering)
3. Ingekomen en verzonden stukken
4. Mededelingen
Hamerstukken
5. Aanpassen verordening tot regeling van de monumentencommissie
Bespreekpunten
6. Initiatiefvoorstel CDA-fractie:
Ruimtelijke visie buitengebied gemeente Brummen:
Brummen, 15 april 2005
N.E. Joosten bc.
voorzitter

NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Brummen, gehouden op 31
maart 2005 om 20.00 uur in het gemeentehuis
Voorzitter : de heer W.J. Kozijn, wnd. burgemeester
Griffier : mevrouw mr. M. Veenbergen
Aanwezig de leden:
namens de PvdA : de heer B.Q. Groot, E.G.S.J. ter Hoeven-Teerink, de heer G. van Klinken, de heer R.A.
Pawlot, mevrouw B.G. Smith-Wolters, de heer W. van Weteringen en de heer A. Zark
namens het CDA : de heer W.A. Blom, de heer G.S.W. te Bokkel, de heer H.G. Brummelman, de heer
J.B. Paauw en mevrouw G.J. Ypma-Liefers
namens de VVD : mevrouw M. van Lenthe-Boelens, de heer J.B. Mullink, mevrouw G.J. Verver-Drenth
en de heer H. Zweers
namens het IPV : de heer F.L.J. Bruning, de heer H.J. de Looff en mevrouw I.M. Roelands-Cramer
wethouders : de heer P.J. Hogenboom, de heer D. ter Maat, de heer E.G.S. Omta en de heer E.M.
van Ooijen
0. Opening en vaststelling agenda
De voorzitter
Ik open deze vergadering. Ik heet u allen hartelijk welkom, in het bijzonder heet ik welkom de gasten van de
raad. Als raad zijn we compleet. Als mijn boekhouding klopt dan zijn de gasten van vanavond: mevrouw
Piekema-Beverwijk uit Eerbeek, de heer en mevrouw Westrik uit Hall, de heer en mevrouw Te Riele uit
Brummen en de heer Van Huffelen uit Eerbeek. Zijn ze dat allemaal of ben ik mensen vergeten? De heer
Toevank zie ik, volgens mij uit Eerbeek. Volgens mij hebben we u eerder gezien.
Dan gaan we naar de vaststelling van de agenda, maar eerst hebben we het vragenuur.
1. Spreekrecht over agendapunten
De voorzitter
Voor het vragenuur heeft zich gemeld mevrouw Harleman. Zij spreekt in namens Leuvenheims Belang naar
aanleiding van agendapunt Rotonde N348. Mag ik even kijken of mevrouw Harleman aanwezig is.
Mevrouw Verver
Sorry, voorzitter, maar dit is toch niet het vragenuur?
De voorzitter
Nee, sorry, het spreekrecht is dit.
Mevrouw Verver
Dan vind ik het goed.
De voorzitter
Ik ben al helemaal met mijn hersens elders.
Mevrouw, mag ik u uitnodigen? Wilt u hier komen. Volgens mij heb ik u wel eens een Koninklijke onderscheiding
opgespeld.

Mevrouw Harleman
Oh, dat is al bijna twee jaar geleden, maar ik ben het nog niet vergeten.
De voorzitter
Gaat uw gang, mevrouw, een minuut of vijf hooguit.
Mevrouw Harleman
Nou, hooguit twee of anderhalve minuut.
De voorzitter
Oh, dat is ook goed. Gaat uw gang.
Mevrouw Harleman
Geachte leden van de raad. Na alle stukken te hebben gelezen en te zijn geïnformeerd door onze plaatselijke
bij u welbekende verkeersdeskundige willen wij u graag laten weten verheugd te zijn dat de gemeente
heeft gekozen voor verkeersveiligheid bij de aanleg van de rotonde op de N348 al of niet met bypass.
Of de rotonde tot 2020 over voldoende capaciteit zal beschikken blijft vooralsnog voor ons een punt van
discussie. En dat de verkeersproblemen in Leuvenheim met de rotonde niét zijn opgelost mag algemeen
bekend zijn. Maar we zijn blij dat de gemeente van dit probleem doordrongen is en dat het leefbaarheidsprobleem
in Leuvenheim zowel bij de gemeente als bij de provincie inmiddels bovenaan de prioriteitenlijst
staat. Wij hopen dan ook dat de gemeente direct en voortvarend met ons verkeersprobleem aan de slag
gaat. En dat de gemeente zich tijdens het leefbaarheidsonderzoek dat volgend jaar in Leuvenheim door de
provincie wordt gehouden, niet te passief opstelt, maar hevig haar best gaat doen en zeer actief mee gaat
participeren in dit onderzoek.
De Leuvenheimers zullen u allen er zeer dankbaar voor zijn.
Ik dank u wel.
De voorzitter
Dank u wel, mevrouw, voor uw bijdrage.
De heer Zweers
Voorzitter, een punt van orde. Wordt daarmee dit agendapunt bespreekpunt in plaats van een hamerstuk?
Mevrouw Verver
Het was al een bespreekpunt.
De voorzitter
Het is een bespreekpunt. We hebben wel twee rotondes hier, hoor. Er is niks mis met die gemeente hier,
hoor, twee rotondes.
0. Opening en vaststelling agenda - vervolg
De voorzitter
Dan deel ik u mee dat er geen vragen ingediend zijn voor het vragenuurtje. Dus ik kan overgaan naar punt
0 van de agenda, dat is de opening en de vaststelling agenda. De opening is geschied. Ik heb de mensen
welkom geheten en ik heb geconstateerd dat iedereen aanwezig is.
Over de vaststelling van de agenda wil ik u het volgende zeggen. U hebt op de agenda onder bespreekpunten
punt 15 gevonden “Initiatiefvoorstel van het CDA, ruimtelijke visie buitengebied”. De meerderheid van
het presidium adviseert u om dit stuk vanavond niet te bespreken doch het eerst te bespreken in het forum
Ruimte. Dat betekent dus het voorstel om het hier niet op de agenda te handhaven, maar het door te verwijzen
naar het forum Ruimte.
Dat is wat de agenda betreft.
Dan heb ik nog een tweede punt voor de agenda.
Mevrouw Verver
Voorzitter, zou het niet fijn zijn als het CDA daar even op mag reageren?
2

De heer Te Bokkel
Ik heb niet begrepen dat de meerderheid van het presidium ervoor was om dat niet te behandelen en hier
van de agenda af te halen. Er zijn wel geluiden geweest in het presidium van: zou het niet verstandiger zijn
zus en zo, maar er is bij mijn weten – en ik zou de notulen er nog eens goed op moeten nakijken – niet geadviseerd
om het van de agenda af te halen.
De heer De Looff
Voorzitter, los daarvan kunnen wij deze gevoelens wel degelijk onderschrijven. We vinden het een belangwekkend
stuk wat de CDA-fractie heeft geschreven, dat absoluut de aandacht behoeft om te bespreken.
Wat mij echter ontgaan is, is wat nou het daadwerkelijke voorstel aan deze raad is anders dan de notitie.
Dus ook uw voorstel heeft de steun van de fractie van het IPV om het in het forum Ruimte te bespreken.
De voorzitter
Ik heb het nog even bij de griffier gecheckt, als antwoord op u. Het is inderdaad zoals ik het net geformuleerd
heb wel degelijk naar het oordeel van de griffier en mij zo besproken in het presidium.
De heer Te Bokkel
Dan vind ik nog dat u het niet op deze manier hier zo neer mag leggen, want de raad beslist over de agenda
zoals u zegt, en dat is iets anders dan dat u zegt dat het merendeel van het presidium besloten heeft om het
van de agenda te halen.
De voorzitter
Ik zeg u het volgende – misschien ben ik onzorgvuldig in mijn formulering geweest: de meerderheid van het
presidium adviseert u om het niet vanavond te bespreken maar straks staat er niet voor niks “Vaststelling
agenda”, dus er komt een raadsbesluit of het al of niet gehandhaafd blijft, want uw raad bepaalt de agenda.
Het presidium doet niet meer dan een voorstel voor de agenda, maar uw raad bepaalt de agenda. Dus mijn
voorstel is – ik verwoord wat het presidium heeft gezegd – en als u daarmee akkoord gaat, dan is het daarmee
doorverwezen naar het forum Ruimte. Als u vindt dat het vanavond besproken moet worden, moet u
tegen dit voorstel stemmen bij de vaststelling van de agenda.
De heer Zweers
Maar we waren al bij punt 2.
De voorzitter
Nee, nee.
De heer Te Bokkel
Voorzitter, wij vinden het toch dermate belangrijk dat wij even willen weten van iedere fractie hoe die erover
denkt.
De voorzitter
Dat mag, maar ik stel dus voor aan de raad om dat niet te doen, om het te bespreken in het forum Ruimte
en het vanavond hier van de agenda af te halen. En niet een halfslachtig iets om toch even te horen wat we
erover denken. Je moet het goed bespreken of niet bespreken, en niet een half rondje van: wat vind je erover,
enzovoorts. Dat is moerassig wat we dan gaan doen met elkaar, vind ik. Laten we er nou vooral helder
in blijven.
De heer Te Bokkel
Ik vraag ook alleen maar om helderheid of de andere fracties het ook naar de fora willen hebben ja of nee.
De voorzitter
Als ze instemmen met dat voorstel van mij dat ik doe, dan is het daarmee op de agenda van het forum
Ruimte gezet. De argumentatie is juist geweest in het presidium dat het stuk te belangwekkend is om het
vanavond onvoorbereid in deze vergadering te bespreken met elkaar. Iedereen heeft in het presidium gezegd:
het is een kwalitatief goed stuk, dat verdient goede aandacht en goede bespreking; doe dat nou via
het forum Ruimte en dan kan het vanuit het forum later toch nog op de raad terechtkomen.
3

Mevrouw Verver
Voorzitter, als het CDA graag belangstelling heeft voor helderheid, dan kan ik nu al zeggen dat wij uw voorstel
zullen ondersteunen en het graag naar het forum Ruimte willen hebben.
De voorzitter
Oké, dat is een stemverklaring. Anderen nog een stemverklaring? Het IPV heeft die al geleverd.
De heer Pawlot
Wij willen ook graag gezien het belang van het stuk het op een manier behandelen zoals het stuk verdient,
dus ook in een forum.
De voorzitter
En daar kan dan de conclusie getrokken worden wat er verder mee gebeurt.
Kan het CDA – ik zie de heer Paauw knikken, maar ik zou graag willen weten waarvoor hij knikt.
De heer Paauw
Voorzitter, ik ben blij te horen dat het een belangwekkend stuk is geworden en ik ben het er helemaal mee
eens dat wij daar zeer uitvoerig bij stil moeten staan. We hadden vanavond eigenlijk graag gezien dat het
bandje dat eromheen kwam een raadsbandje zou worden in plaats van een CDA-bandje, maar gezien het
feit dat de andere fracties aangeven dit naar het forum te willen verwijzen, wie zijn wij dan om daar niet in
mee te gaan. Ik zie de uitvoerige discussies daar met belangstelling tegemoet en ik wil graag iedereen aanmoedigen
om er nog eens heel goed naar te kijken, voor zover nog niet gebeurd.
De heer Groot
Voorzitter, misschien moeten we ons nog herinneren dat we ons hebben voorgenomen om een jaarprogramma
te maken en dat het wel van belang is om dat ook te doen, zodat áls fracties initiatieven willen nemen
of stukken willen maken, dat ze zich ook kunnen richten op zo’n behandelingstermijn, want ik geloof
dat u ook nog met andere dingen bezig bent.
De voorzitter
Kunnen wij met de agenda instemmen? Ja.
Ik heb nog een motie, moet ik meedelen. De IPV-fractie zal een motie indienen over een niet op de agenda
opgenomen onderwerp – dat is het waarnemerschap bij de Palestijnse gemeenteraadsverkiezingen. Conform
het Reglement van Orde zal die motie worden behandeld nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen
zijn behandeld. De motie – ik weet niet of hij al ter hand is gesteld aan de raadsleden – wordt
gekopieerd en zal u in de loop van deze vergadering bereiken.
Ja, ik kijk even, want ik wil natuurlijk ook geen fouten maken meer.
Bij punt 0 is dus besloten, met instemming van alle fracties, om punt 15 “CDA, ruimtelijke visie buitengebied”
naar het forum Ruimte te verplaatsen.
2. Notulen van de vergadering van 24 februari 2005
De voorzitter
Er is één opmerking binnengekomen: dat ten onrechte niet is vermeld dat de heer Van Weteringen aanwezig
was. Dus die dient toegevoegd te worden aan de lijst van aanwezigen.
Met inachtneming van bovenstaande toevoeging worden de notulen vastgesteld.
3. Ingekomen en verzonden stukken
Conform de voorstellen wordt besloten.
4. Mededelingen
Er zijn geen mededelingen.
4

De agendapunten 5 tot en met 9 zijn hamerstukken.
5. Vaststelling bestemmingsplan Lombok 2004
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het collegevoorstel besloten.
6. Verplaatsen bouwperceel Spankerenseweg 61
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het collegevoorstel besloten.
7. Controleprotocol voor accountantscontrole
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het collegevoorstel besloten.
8. Verklaring instapniveau bibliotheek
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het collegevoorstel besloten.
9. Rotonde aan N348, voorbereidingsbesluit
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het collegevoorstel besloten.
10. Rotonde N348 Arnhemsestraat, rotonde N786 (ter-kennisname-stuk, op verzoek van de raad bespreken)
De voorzitter
Wie mag ik daar het woord over geven? Mevrouw Verver. Nog anderen die het woord hierover wensen?
Niemand, dan geef ik het woord aan mevrouw Verver. Gaat uw gang.
Mevrouw Verver
Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, wij hebben begrip voor de keuze die gemaakt is om nú niet over te gaan
naar de bypass uit oogpunt van veiligheid en snelheid. Wij vinden het een goed voorstel dat hier ligt. We
willen ook heel graag, net als mevrouw Harleman ook uitgesproken heeft, dat die er zo snel mogelijk ligt.
Maar waar we goed op moeten letten – en ook wij hebben twijfels bij 2020 tot zover is er capaciteit genoeg;
als je nu al kijkt wat er allemaal gebeurt. Dus waar we goed op moeten letten zijn de consequenties van de
aanleg. Welke verkeersopstoppingen zullen er zijn? Ik ben er laatst geweest, nog niet zo lang geleden, ik
kom regelmatig door Leuvenheim, en als je dan in piektijd bent, op dit moment is het bijna onmogelijk,
voorzitter, om er over te steken. Ik zou ook de raad willen voorstellen om eens na te denken of het niet mogelijk
is om daar een oversteekplaats te krijgen waarbij je als wandelaar gewoon op een knop kunt drukken
en dat je dan effe een keer voorrang krijgt, dat je er even over kunt, want dat is gewoon levensgevaarlijk.
We moeten daar naar ons idee ook regelmatig controles houden. We moeten goed kijken naar de leefbaarheid
van Leuvenheim. En we moeten dus voorstellen om die controles met enige regelmaat te houden. Op
het moment dat blijkt dat er toch een onverwachte opeenhoping van verkeersbewegingen is, dan toch weer
met de raad in overleg te gaan en te gaan kijken welke mogelijkheden wij hebben om de leefbaarheid in
Leuvenheim in ieder geval gewaarborgd te krijgen voor de komende tijd, en niet pas in 2020 gaan kijken.
Ik dank u wel.
De voorzitter
Dank u wel. Dat was de spreker in eerste termijn. Het woord is aan wethouder Omta. Gaat uw gang.
5

Wethouder Omta
Dank u wel, voorzitter. De snelheid van deze aanleg of de aanleg van de rotonde wordt onderschreven. We
zijn daar bijzonder gelukkig mee. De opmerkingen gemaakt door mevrouw Harleman en ook door mevrouw
Verver zijn niet anders dan volkomen terecht en ook juist. Het is ook niet voor niks dat bijna twee jaar geleden
reeds dit probleem bij de gedeputeerde aanhangig is gemaakt. Het is niet voor niets dat de N348 in de
regio als verkeersonderzoek en het totale onderzoek meegenomen wordt in het geheel. Het is niet voor niks
dat de provincie daarnaar kijkt. Ik kan u zeggen dat de leefbaarheidsituatie in Loenen het college bijzonder
ter harte of aan het hart gaat en dat wij hoe dan ook daar bovenop zullen zitten. Mocht blijken inderdaad dat
2020 – en ja, dat is moeilijk aan te geven wanneer dat een moment is, maar wanneer het moment aanwezig
is dat het lijkt dat het in Leuvenheim niet meer te houden is, dan moeten daar sowieso al maatregelen zijn
of worden getroffen, of zelfs in voorbereiding zijn. Wij houden daar constant de vinger aan de pols en ja, het
is niet alleen de gemeente Brummen, maar het is de regio en de provincie die hier ook van doordrongen
zijn.
De voorzitter
Mevrouw Verver, wenst u nog gebruik te maken van de tweede termijn?
Mevrouw Verver
Ik heb gewoon geen antwoord gekregen op de voetgangersoversteekplaats waar ik het over had.
De voorzitter
De voetgangersoversteekplaats – de heer Omta.
Wethouder Omta
Dat zullen we moeten overleggen met de provincie, want het is tenslotte een provinciale weg. Dat zullen we
opnemen met de provincie.
De voorzitter
Dank u wel. Wenst iemand stemming over dit voorstel? Niemand.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het collegevoorstel besloten.
11. Overname Aquatonde Eerbeek (ter-kennisname-stuk, op verzoek van de raad bespreken)
De voorzitter
Wie wenst daarover het woord? De heer Zweers wenst het woord, en mevrouw Ter Hoeven. En de heer De
Looff. In die volgorde. Het woord is aan de heer Zweers.
De heer Zweers
Dank u wel, voorzitter. Een opmerking even in z’n algemeenheid. Ik heb begrepen: de grond is van de provincie
zodat de provincie in feite juridisch eigenaar is. De provincie wil er niks mee, en er ligt nu een overeenkomst
waarbij de gemeente Brummen zeg maar de zeggenschap krijgt over het geheel. Er is blijkbaar
bewust niet gekozen voor het opstalrecht. De juridische consequenties kan ik verder niet overzien, maar ik
zou me kunnen voorstellen als er een moedwillige beschadiging plaatsvindt aan het monument, dat je als
niet-eigenaar dan lastig aangifte kunt doen – ik weet niet hoe dat zou moeten. Maar dat is uitvoering, dat
laat ik graag aan het college over.
Het gaat nu om het voorstel. Er staat in het voorstel op zichzelf niets over een financiële dekking, maar er
staat aan het eind van de paragraaf een financiële dekking en ik weet niet hoe ik dat moet duiden, omdat
het niet in het voorstel staat. In het voorstel staat namelijk niks ten laste van welk jaar, of er extra budget
gevraagd wordt. Maar ik ga er vanuit dat er een extra budget gevraagd wordt. In het stuk staat dat er in
2004 extra kosten zijn gemaakt en dat het college daar middels de jaarrekening verantwoording over zal afleggen.
Ik denk dat dat ook juist is. Dus ten aanzien van dat aspect zullen we daar bij de jaarrekening over
praten.
Er is ook al gezegd midden vorig jaar, midden 2004, dat men daarmee bezig was. De begroting 2005 is in
oktober opgekomen. We hebben de zogenaamde drie O’s hier, dus in oktober kun je er absoluut niet meer
van spreken dat er niet bekend zou zijn dat ten aanzien van eventuele operationele kosten aan het kunstwerk
daar geen budget voor benodigd was. Ik vind het verder uitvoering. Binnen een programma vind ik dat
prima, vinden wij dat als VVD prima.
6

Als hier gevraagd wordt voor een extra budget van € 1.500 wat het tekort van 2005 vergroot, dan wil ik u als
college en ook deze raad wijzen op de brief van de provincie die wij allemaal gekregen hebben ten aanzien
van onze begroting 2005, waarin de provincie heeft gezegd: als u de tekorten niet in de hand kunt houden,
als u extra geld nodig heeft, dan moet u alternatieve dekkingsmiddelen aanwenden. Dus ik wil erop aandringen
dat wij ons stringent houden aan de begroting 2005 en dat de portefeuillehouder of het college die
€ 1.500 – en ik vind eigenlijk dat dat moet – maar moet vinden binnen het programma waarin dit valt.
Tot zover, voorzitter, in eerste termijn.
De voorzitter
Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Ter Hoeven.
Mevrouw Ter Hoeven
Dank u wel, voorzitter. Op 8 september werd er een brief gezonden door de papierfabriek Coldenhove waarin
gevraagd wordt aan de wethouder om bevestiging van mondelinge afspraken voor de Aquatonde voor
wat betreft onderhoud, water- en energieverbruik. Vervolgens krijgen we 17 juni 2004 een memo “Overname
Aquatonde”. Hierin wordt duidelijk gemaakt: “Eenmalige kosten € 1.600”. En: “Dekking kan geschieden
uit de reguliere begroting. De structurele kosten, energielasten en onderhoud worden geschat op € 2.000,
mits er voldoende werk door vrijwilligers gedaan kan worden. De huidige post Onderhoud kunstwerken is
hiervoor onvoldoende.”.
Voorzitter, bij het raadsvoorstel dat nu voor ons ligt zien we bij het kopje Financiële dekking dat voor het
eenmalige bedrag € 2.500 aan energiemeters en pompen zijn geplaatst, en de installatie is voorzien van
schakelklokken, wat wij overigens een prima idee vinden.
Voorzitter, mijn vraag aan de wethouder is, vragen: hoe komt het dat de eenmalige dekking niet gevonden
kan worden binnen de reguliere begroting terwijl dit wel in het memo aangegeven werd? Ten tweede, de financiële
dekking – dat staat hier dus in het stuk: eenmalig,is dit bedrag € 2.500 of twee maal € 2.500, omdat
ik dat daar zo lees en een beetje onduidelijk vind. Geschatte structurele kosten € 1.500. Zitten daar ook
de aanstraalverlichting en windbeveiliging bij? Het bedrag lijkt mij namelijk wat aan de lage kant. De huidige
post Onderhoud kunstwerken € 3.649: hoe komt deze post tot stand?
Dat was het voor de eerste termijn, dank u wel.
De voorzitter
Dank u wel, mevrouw. Het woord is aan de heer De Looff.
De heer De Looff
Voorzitter, dank u wel. Het is een ter-kennisname-stuk, dus we zullen er niet uitgebreid op ingaan.
De voorzitter
Het is een bespreekpunt geworden, hè.
De heer De Looff
Ja, het is een bespreekpunt geworden, maar we kunnen er niet zoveel meer mee.
De voorzitter
De ter-kennisname is vervallen, het is gewoon door de raad een bespreekpunt geworden.
De heer Zweers
Voorzitter, het had nooit een ter-kennisneming-stuk kunnen zijn omdat er financiële consequenties aan zitten,
tenzij ik het verkeerd begrepen heb.
De voorzitter
Nee, maar daar hoeven we niet over te discussiëren.
De heer Bruning
Zullen we doorgaan?
De voorzitter
Het is gewoon een bespreekpunt en volgens mij zijn we daar ook mee bezig op dit moment. Gaat uw gang,
meneer De Looff.
7

De heer De Looff
Goed, dan ga ik tien minuten volpraten, dat is ook geen probleem.
Voorzitter, de fractie van het IPV is eveneens met de fractie van de VVD van mening – en ik heb dat ook
horen doorklinken in het verhaal van de PvdA – dat het moet komen uit de reguliere dekking, uit het reguliere
programma. Wij hebben wel onze gevoelens – maar dat hebben we vorig jaar al geuit – die niet erg positief
zijn ten aanzien van de manier waarop dit weer terug is gekomen bij de gemeente. We verbazen ons
erover dat een groot bedrijf eerst een kunstwerk wenst neer te zetten en dan vervolgens na een aantal jaren
zegt: we willen er toch weer vanaf, alstublieft, gemeente, hier hebt u het.
Dank u wel.
De heer Te Bokkel
Meneer De Looff, er staat toch ook duidelijk omschreven waarom dat bedrijf dit niet meer kan onderhouden?
De heer De Looff
Ja, meneer Te Bokkel, maar daar geloof je wel of daar geloof je niet in. Op het moment dat er wordt gezegd:
gezien de zorgen
De heer Te Bokkel
Zegt u nu dat u daar niet in gelooft?
De heer De Looff
Nou, dat zeg ik wel. Dat kunt u niet namens ons zeggen. Wij verbazen ons over die zinsnede “Gezien de
zorgelijke financiële situatie vindt de huidige directie het onverantwoord om de kosten” – en het gaat nou
niet om een wereldschokkend bedrag.
De voorzitter
Soms moeten ook bedrijven op de kleintjes letten, hele kleintjes.
De heer Zweers
Niet alleen bedrijven, voorzitter.
De voorzitter
Terecht, ik moet dat vanaf morgen ook gaan doen, ja.
Het woord is aan de heer Omta.
Wethouder Omta
Voorzitter, ik ben in ieder geval blij dat deze raad instemt met overname van de Aquatonde zodat die inderdaad
voor onze gemeente behouden blijft.
Voor wat betreft de financiële paragraaf: ja, ik heb heel duidelijk geluisterd naar al datgene wat de raad hierover
heeft gezegd. Als we naar de bedragen kijken die hier staan, denk ik dat het toch tot de mogelijkheden
zou moeten behoren – en ik ga daar ook vanuit – dat we dit gewoon dan binnen het programma moeten vinden,
want ja, € 1.500 en € 2.500 is hoe dan ook binnen het programma – het is niet alleen de uitdaging, het
is een opdracht die de raad ons geeft en we zullen het binnen het programma vinden.
De voorzitter
Dank u wel. En het bedrag, heeft mevrouw Ter Hoeven gevraagd, de ene keer was het € 1.500, werd
€ 2.500 en de andere keer werd € 2.500 weer € 1.500. Ze heeft een heel goed inzicht gegeven in de verschillende
getallen die gepasseerd zijn.
Wethouder Omta
Zoals in dit ter-kennisname-stuk of nu bespreekpunt-stuk aan de orde is: daar staan de juiste bedragen. Dat
zijn € 1.500 voor wat betreft onderhoud en exploitatie en de kosten voor water, ja, dat is eenmalig € 2.500,
maar dat is niet twee maal € 2.500.
8

De voorzitter
Oké, dank u wel. Wie wenst gebruik te maken van de tweede termijn? De heer Zweers meldt zich en mevrouw
Ter Hoeven meldt zich. De heer De Looff is volstrekt tevreden, zie ik aan hem. De heer Zweers krijgt
nu het woord en daarna mevrouw Ter Hoeven.
De heer Zweers
Voorzitter, ik zal heel kort zijn. Als het college hier wat eerder zo over nagedacht had, is het uitvoering, had
het hele stuk niet ter kennisneming gezonden hoeven te worden, het hele stuk niet op de agenda hoeven te
staan. Dus denk nu eens eerder wat na waar u mee bezig bent alvorens u stukken aan de raad stuurt ter
kennisneming, want zonder financiële gevolgen hadden we het niet eens hoeven te zien. En als er een extra
budget is gevraagd, dan had het nooit een ter-kennisneming-stuk kunnen zijn.
De voorzitter
Dat is niet juist wat u zegt, meneer Zweers, sorry, dat ik u corrigeer. Het gaat over een overname van iets
en daar hoort een raadsbesluit over genomen te worden.
De heer Zweers
Oké, dat is die wettelijke grondslag – dat zie ik nu ook, dat klopt.
De voorzitter
Oké.
Wethouder Omta
Nee.
Mevrouw Verver
Nee?
De voorzitter
Laat nou, ik heb de heer Zweers overtuigd. Dat is bijna in drie jaar niet gebeurd.
De heer Zweers
Voorzitter – maar misschien kom ik er vanavond nog even op terug – het is niet de eerste keer dat u een
discussie van de wethouder overneemt.
Mevrouw Verver
Maar los daarvan: de wethouder zegt nee en ik wil dan wel de echte reden weten, al hebt u meneer Zweers
ook overtuigd.
De voorzitter
Dat was per ongeluk.
De heer Te Bokkel
Laten we nou met z’n allen blij zijn dat dat monument bewaard blijft.
Wethouder Omta
De enige opmerking die ik daarover wil maken, voorzitter, is: het ware zo in het verleden – en u bent misschien
op dit moment nog bezig met datgene zoals het vroeger in de Gemeentewet stond – dat het toen
noodzakelijk was, maar in de huidige situatie, na 2002, is het uitvoering en valt het onder de bevoegdheden
van het college.
De voorzitter
Sorry.
De heer Zweers
Ik moet zeggen dat het voorstel dan helemaal
9

Wethouder Omta
Dat wisten wij inderdaad ook niet vorig jaar en daarom hebben wij het aan de raad gevraagd. Nader onderzoek
heeft dit geleerd en als je toen vraagt, denk ik dat het juist is om nu de raad verder te informeren.
De heer Zweers
Voorzitter, het staat zelfs nu nog in het voorstel dat die wettelijke grondslag nodig is. Dus dan deugt het
voorstel al helemaal niet.
De heer Bruning
Zullen we hier maar mee stoppen?
De voorzitter
Ik stel voor om hier even mee te stoppen.
Mevrouw Ter Hoeven heeft nog het woord gevraagd in tweede termijn. U hebt het woord, mevrouw.
Mevrouw Ter Hoeven
Voorzitter, ik heb eigenlijk nog niet – dat had ik eigenlijk moeten zeggen in de eerste termijn – gehoord hoe
de post tot stand komt van het onderhoud kunstwerk, maar misschien dat de wethouder dat zodadelijk nog
even kan zeggen.
In 1999 werd het kunstwerk geplaatst ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van papierfabriek Coldenhove.
Het was een geschenk aan de Eerbeekse bevolking. Eerbeek, papier en water, onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Dat spreekt ook uit dit prachtig kunstwerk. Zomers in de volle zon en het stromende water
is het een prachtig gezicht als je Eerbeek in komt rijden. Een paar jaar geleden zei men: er zouden zelfs
goudkleurige deeltjes op het kunstwerk tevoorschijn komen. Waar het vandaan kwam wist niemand. Veel
mensen waren nieuwsgierig en gingen kijken.
Voorzitter, maar nu to the point: het een doen we en het ander laten we. Desondanks steunen wij van harte
dit voorstel en wensen we de vrijwilligers veel succes. Ik heb al gezegd dat we dit voorstel van harte ondersteunen
want zonder kunst kan niemand en kunst kan een geweldige uitstraling hebben naar z’n omgeving.
Tot slot, voorzitter, ik zou tegen iedereen willen zeggen: ga morgen eens op onderzoek uit naar de goudkleurige
deeltjes op de Aquatonde.
Dank u wel.
De voorzitter
Ik denk dat het voldoende besproken is. Er zijn ook de nodige kanttekeningen bij gemaakt. Dus ik denk dat
ik de hamer mag laten vallen. Gaat u daarmee akkoord?
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het collegevoorstel besloten.
12. Bedenkingen Ontwerp-Streekplan Gelderland 2005 (ter-kennisname-stuk, op verzoek van de
raad bespreken)
De voorzitter
Als u vraagt: waarom moeten we het bespreken, dan zeg ik: daar hebt u om gevraagd.
Wie wenst hier het woord over? De heer Mullink, de heer Van Weteringen en de heer De Looff die vanavond
het ganse werk voor de IPV-fractie moet opknappen zie ik. Niet helemaal, oké. De heer Mullink.
De heer Mullink
Dank u wel, voorzitter. Ik ben mij er goed van bewust dat dit een ter-kennisname-stuk is, toch wou ik in positieve
zin namens onze fractie hier opmerkingen over maken. Namelijk dat wij vinden dat het een prima beantwoording
is met voldoende oog voor economische ontwikkelingen, met name ook in het buitengebied,
zonder de milieuaspecten daarbij te verliezen. Verpaupering in het buitengebied wordt hiermee nadrukkelijk
voorkomen. Daarbij wil ik met name de bedenkingen die de heer Schulp namens het college richting de provincie
uitspreekt, de bedenkingen 12 en 13, noemen, dat er maatwerk geleverd moet kunnen worden in het
buitengebied. Iets wat overigens tijdens de presentatie in De Hanzehof in Zutphen ook door andere mensen
is ingesproken, iets wat ik hier weer terugvindt in het stuk.
Daar wou ik het gewoon bij laten.
10

De voorzitter
Dank u wel, meneer Mullink. Het woord is aan de heer Van Weteringen, gaat uw gang.
De heer Van Weteringen
Dank u wel, voorzitter. Ik heb wat meer vragen, wat meer bedenkingen. De eerste vraag die rijst is hoe het
mogelijk is dat een toch belangrijke reactie vanuit onze gemeente min of meer ambtelijk wordt afgedaan en
dan vervolgens ter kennisname wordt aangeboden aan de raad en niet ter bespreking. Dat is uiteindelijk in
het presidium gebeurd. Dat bevreemdt mij.
Dan inhoudelijk: bedenking 4, Empe opnemen in regionaal centrum Stedendriehoek. Destijds was er de
keuze tussen twee varianten: de blauwe Stedendriehoek en de groene Valleistad. Unaniem is toen afscheid
genomen van de groene Valleistad omdat in deze variant het middengebied van de regio te veel zou worden
aangetast door bebouwing. Door nu te kiezen voor uitbreiding bij Empe wordt teruggegaan naar deze
variant. Een variant die niet meer in beeld is omdat die onwenselijk werd geacht. De provincie heeft in het
Streekplan daar ook geen ruimte voor geboden en aangegeven zelfs in het Streekplan, dat zuinig en zorgvuldig
ruimtegebruik noodzakelijk is, het bouwprogramma met name in bestaand bebouwd gebied gerealiseerd
dient te worden, 2, er behoefte is aan dorps en landelijk wonen waarbij de opgave is om dit te accommoderen
zonder een aanzienlijke aanslag op het buitengebied. Dus vanuit de provincie is er geen verzoek
gedaan, die wil het liever niet. Evenmin is er vanuit de regio Stedendriehoek een verzoek gekomen
om Empe aan te wijzen als zoekgebied. Waarom dan toch deze keuze?
Bedenking 6, de ecologische verbindingszone Eerbeek-Zuid niet reëel, volgens het college. Ik zal het samenvatten
want anders duurt het te lang. Het college opteert voor de noordelijke variant en zegt min of
meer van: nou, we hebben daar zoveel moeite voor gedaan, we vinden het niet noodzakelijk om ons veder
in te spannen voor die zuidelijke variant. Maar dat ligt volgens mij toch iets anders. Als je kijkt naar wat er
bij de Soerense Beek is gebeurd, dan kan iedereen zien dat het verder ontwikkeld zou moeten worden, versterking
van de groene buffer richting Dieren, want het Dierense bedrijvenpark rukt ook al aardig deze kant
op. Maar wat nog veel belangrijker is, is dat die zuidelijke variant onderdeel uitmaakt van een tot aan Winterswijk
geplande verbindingszone. Dus wat onze fractie betreft, ja, u hoeft zich niet speciaal in te spannen,
maar laat hem wel op de kaart staan.
Dan een heel korte bij bedenking 7. Dat gaat over geen grootschalige dijkverlegging bij Cortenoever. Daar
staat middenin: “Wij kunnen niet instemmen met een grootschalige dijkverlegging bij Cortenoever. In dit
gebied zijn grote cultuurhistorische waarden aanwezig en heeft landgoed De Poll een ecologische relatie, et
cetera”. Ik vraag me af wat landgoed De Poll daar moet – dat ligt in Voorst.
De heer De Looff
Dat heet landje-pik.
De heer Van Weteringen
Dat komt misschien nog.
Bedenking 10, mogelijkheid IJsselsprong openhouden. Volgens mij heeft de raad tot nu toe weinig laten
voelen voor een IJsselsprong, althans ten zuiden van De Hoven. Waarom dan in die brief toch benadrukken
van openhouden van de IJsselsprong? Dat is mij niet geheel duidelijk.
En dan de laatste bedenking, nummer 12, anders dan de VVD, het gaat over hergebruik van bebouwing,
meer differentiëren, meer maatwerk. Waarom niet gewoon vasthouden aan die 375 m2? De provincie zal
zeker die grens blijven stellen, daar kun je donder op zeggen. Bovendien hebben we afgesproken kleinschalige
bedrijvigheid en volgens mij heb je aan 375 m2 meer dan genoeg. Dus wat ons betreft is dat het maximum.
Het maakt de handhaving makkelijker en als je dat niet hard vastlegt blijf je aan het schuiven en
schipperen.
Dit is in eerste termijn.
De voorzitter
Dank u wel.
Mevrouw Verver
Voorzitter, mag ik even wat vragen, want ik zit heel goed te luisteren naar wat de PvdA zegt en ik vraag me
nou het volgende af. Het zijn volgens mij allemaal amendementen, maar u hebt dat namens de raad ingediend
en u hebt daarbij gesteld “mits de raad in de raadsvergadering van vanavond niet anders besluit”. Dus
ik kan me voorstellen dat u zegt: mijn argumenten moet ik daar neerleggen en laat de raad er maar over
stemmen en vervolgens moet het college dat als rectificatie meenemen.
11

De heer Van Weteringen
Als ik dat zo hard wil stellen misschien, maar ik maak alleen mijn bedenkingen kenbaar namens de fractie.
Mevrouw Verver
Ja, maar het zijn bedenkingen waarbij het bij mij zover is dat ik denk: het zijn bedenkingen maar die zult u
ook hard willen maken, denk ik.
De voorzitter
Het is een goed gebruik, mevrouw, dat je in eerste termijn kritische opmerkingen maakt, bedenkingen
noemt, en dan naar gelang het antwoord kunt u besluiten om even uw bedenkingen of opmerkingen in een
amendement om te zetten. Ik heb dat op dit moment niet gehoord – dat zou ook wat vroeg zijn want de portefeuillehouder
moet nog een antwoord geven. Maar u hebt formeel gelijk.
Even over de status van het stuk, want u zei: wat merkwaardig dat u dat ambtelijk laat afdoen. Er is afgesproken,
gelet op de termijnen, dat het ambtelijk wordt afgedaan. 23 februari staat ook boven de brief. Toen
hebben we afgesproken: ja, gelet op die termijnen moet dat, maar we komen er in de raad op terug, en als
uw raad opmerkingen of wijzigingen voorstelt wordt dat alsnog aan het provinciaal bestuur ter kennis gebracht.
Dat is de procedure die afgesproken is.
De heer Van Weteringen
Ja, voorzitter, maar dan biedt je iets toch niet ter kennisname aan? Want in het presidium is die brief naar
voren gebracht als bespreekpunt.
De voorzitter
Ja, die wordt in het presidium besproken en als iedereen de indruk had van: dit was 100% goed, dit is top,
daar kunnen we werkelijk geen tittel of jota meer aan veranderen, ja, waarom zou je er dan nog verder over
spreken. Maar het is een belangwekkend onderwerp, dus ik kan me best voorstellen dat de raad zegt: we
vinden het belangwekkend genoeg om erover te spreken. Soms om te zeggen hoe goed het is en soms om
enige bedenkingen te maken. En dan hebben we nog niet eens meneer De Looff gehad.
De heer De Looff
Nee, zo is dat, voorzitter. En dan begin ik ook maar weer gelijk op dat laatste. Wat we in ieder geval kunnen
constateren is, dat er op 31 maart, ná deze raadsvergadering, nog gewerkt wordt in het provinciehuis, want
u stelt in uw stuk dat uiterlijk 31 maart 2005 de reactie zal doen toekomen. Laten we er vanuit gaan dat dat
lukt.
De voorzitter
Ik heb goede hoop.
De heer De Looff
Ja, u heeft goede hoop.
Voorzitter, ik ga van achteren naar voren. Bij bedenking 14, hergebruik vrijkomende bebouwing meer differentiëren,
maakt de fractie van het IPV zich toch wel enigszins zorgen, want daarmee wordt de deur opengezet
naar nieuwe bedrijvigheid in het buitengebied die nou eenmaal groeit. Dat willen we allemaal, bedrijvigheid
moet groeien, maar bedrijvigheid zo makkelijk toestaan, stimuleren levert een risico op. Ik noem u
Finstroo dat ook een beetje uit z’n jas was gegroeid. Er zijn meerdere bedrijven te bedenken in het Brummense
die klein begonnen maar waar het gigantisch razend uit de klauwen is gelopen.
Meneer Van Weteringen had het over de hoogwatergeul van De IJssel bij Zutphen. Ja, de raad heeft gezegd:
wij zien daar op dit ogenblik nog niet de noodzaak van in. Het IPV echter stelt dat daar wel degelijk
kansen liggen op het moment dat de natuur richtinggevend is om te gaan kijken naar een kleine compacte
stad bij Zutphen. We moeten niet al te zeer blijven staren naar onze eigen gemeentegrenzen en zeggen
van: het wonen en het werken moet uitsluitend in Brummen gebeuren. We zitten in de regio, we moeten in
de regio daar gebruik van maken.
Een lokale partij heeft in dat opzicht met zijn bevriende fracties uit de regio Stedendriehoek ruim op tijd
vóór 8 maart, voor de deadline, een veertien pagina’s tellend stuk met bedenkingen verzonden.
De heer Zweers
Wat zijn uw bevriende fracties?
12

De voorzitter
Laat even zitten. Wij weten al langer dat het IPV inderdaad bevriende partijen in de regio heeft.
De heer De Looff
Absoluut.
De voorzitter
Dus dat moeten we niet meer ter discussie stellen. Gaat u door.
De heer Zweers
Ik stel het ook niet ter discussie.
De voorzitter
Nee, u wilt weten wie het is. Dat is vanavond niet aan de orde.
De heer Zweers
In de openbaarheid is dat van belang.
De voorzitter
Nee, maar dat stuk is allang uitgedeeld en daar stonden allerlei stempels van allerlei partijen op.
De heer Bruning
Exact en ook in de krant heeft het gestaan.
De voorzitter
En als het in de krant staat, dan is dat het laatste bewijs dat het echt zo is.
De heer Bruning
Dat het openbaar is.
De voorzitter
Dat had nou weer niet gehoeven, maar goed. Meneer De Looff, gaat u verder.
De heer De Looff
Wij schamen ons daar ook absoluut niet voor – laat dat ook even heel duidelijk zijn.
Ten aanzien van bedenking 6 is in de informatieve raadsvergadering laatst door het IPV al aangegeven dat
ook wij niet alleen van mening dat die zuidelijke ecologische verbindingszone belangrijk is en dat we die
moeten handhaven, maar dat we die ook kansrijker zien dan de noordelijke omdat daar veel meer agrarische
gronden, veel meer moeilijkheden liggen met het uitkopen van particulieren.
De voorzitter
Dat is toch die discussie die vorige week ook even gevoerd is bij de presentatie van de heer Schulp, de
noordelijke en de zuidelijke.
De heer De Looff
Exact. In dat opzicht – en wellicht kan dat een amendement worden, ik kijk even naar de heer Van Weteringen
– kiest ook het IPV ervoor om die zuidelijke variant wel degelijk op papier te houden. Dat betekent niet
dat wij ons niet moeten inspannen voor de noordelijke variant, want die hebben we nou eenmaal afgesproken
met de nota Das om Eerbeek, maar niet vergeten Het Soerense Broek, doorstroming richting het oosten
van het land. Een belangrijke EKZ en die moeten we op de kaart houden.
De voorzitter
Begrijp ik nu goed dat u ze allebei wilt?
De heer De Looff
Ja, het liefst nog een derde erbij.
13

De voorzitter
Ja, dat begrijp ik, en ook nog eentje over Eerbeek heen,
De heer De Looff
Ik wil u niet overvragen, maar wij willen wel degelijk die zuidelijke op de kaart houden.
Dank u wel.
De voorzitter
Helder. Goed. Ik constateer dat alle partijen die zich gemeld hadden in eerste termijn het woord hebben gehad.
Ik stel voor om de wethouder, de heer Hogenboom, het woord te verlenen om te reageren op de bedenkingen
en de opmerkingen die gemaakt zijn waarbij hij het dit keer met de VVD het gemakkelijkst heeft
natuurlijk, want die waren vol lof.
Wethouder Hogenboom
Ja, en dat is ook plezierig om te vernemen, voorzitter.
De heer Groot
U denkt: ik kan nog maar één keer, ik zal er flink van genieten.
Wethouder Hogenboom
Ten aanzien van de gemaakte opmerkingen – ik loop ze maar even langs. Het IPV ging van achteren naar
voren, dus die komen er vanzelf wel bij.
In Empe – daar hebben we natuurlijk in de voorlichting vorige week donderdag ook over gesproken – is het
volgende aan de orde. We hebben een regionale opdracht om met de zeven andere gemeentes die opdracht
te vervullen. In de studies hebben we daar prognoses op losgelaten en aannames hebben we daarop
gebaseerd. Dat betekent dat we ook nadenken over mogelijke andere gebieden, uitgaande van onze lage
benaderingen die we aangegeven hebben – bescherming van natuur, bescherming van water en dergelijke
– en dat er nog andere zoekgebieden noodzakelijk zijn. Daarvan heeft Brummen in de regionale opgave
een deel van haar grondgebied aangewezen en dat is Empe. Dat betekent met name dat het zoekgebied
een relatie zou kunnen hebben met de IJsselsprong maar dat hoeft niet in het bijzonder; dat kan ook binnen
de totale regionale opvang. Het getal dat circuleert is van een van onze schrijvers van de schrijvende pers;
dat is niet door ons naar voren gebracht, want dat is ook volstrekt nog niet aan de orde. Het enige wat we
daarin aangeven is dat het zoekgebied wordt aangeboden. En waarom Empe? Empe heeft ook al vaker op
de kaarten gestaan tijdens de discussie en de studies die we in de regio hebben gevoerd.
De ecologische verbindingszone: daar kan ik eigenlijk beide partijen wel in geruststellen. Zoals wij in onze
bedenking zoals we hem verwoord hebben ook aangeven, zeggen wij: “Voor de goede orde, wij streven nadrukkelijk
primair naar een behoud van dit groengebied aan de zuidzijde van Eerbeek”. Maar wij verbinden
daar iets aan omdat wij vinden dat de ecologische verbindingszone aan de noordzijde meer kansen heeft
dan aan de zuidzijde, maar het is volstrekt niet de bedoeling dat de zone aan de zuidzijde zal verdwijnen.
De voorzitter
U wilt hem op de kaart houden, om dat begrip maar te gebruiken?
Wethouder Hogenboom
Ik wil hem niet op de kaart houden, wij hóuden hem op de kaart.
De heer Van Weteringen
Maar niet aangemerkt als ecologische hoofdstructuur?
Wethouder Hogenboom
Precies.
De heer Van Weteringen
Waarom niet?
De voorzitter
Misschien kunt u die vraag even gelijk meenemen: waarom niet?
14

Wethouder Hogenboom
Waarom niet? Omdat wat ons betreft de mogelijkheden die op het terrein van de gemeente Brummen aanwezig
zijn ons inziens minder waardevol zijn dan in het noorden van onze gemeente. En daarom maken wij
die keus.
De heer De Looff
Ter interruptie: nu spreekt u zichzelf een beetje tegen, want u zegt van: we willen dit waardevolle groene
stuk wel behouden, maar we gaan het niet bestemmen, we gaan het niet veilig stellen, want het is toch bij
nader inzien niet zo waardevol.
Wethouder Hogenboom
Nee, dat is uw interpretatie, dat zeg ik niet. Wij zeggen dat die verbindingszone aan de zuidzijde zónder dat
we hem intensiveren er blijft, maar onze actieve inzet is op het noordelijke deel.
De voorzitter
Omdat we de vorige keer hebben gehoord, omdat het noorden meer kansrijk is, heb ik begrepen.
Wethouder Hogenboom
Het heeft ons inziens veel meer kansen aan de noordzijde dan aan de zuidzijde.
Dijkverlegging in Cortenoever: meneer Van Weteringen maakte de opmerking over De Poll. Dat heeft ermee
te maken dat wanneer we denken aan een grootschalige dijkverlegging dat het niet alleen maar Cortenoever
is maar dat die onder de IJsselbrug doorloopt richting Voorster Klei en daar ligt ergens het landgoed
De Poll.
De voorzitter
Het klinkt alsof u het niet helemaal weet te vinden.
Wethouder Hogenboom
Ja, heel goed, voorzitter, hoor. Ik kijk naar degene die water doet en die knikt volmondig.
IJsselsprong openhouden: ja, dat heeft te maken met ook ons regionaal meedenken en meewerken aan de
uitgangspunten van de regio om de IJsselsprong te realiseren. Wij hebben met elkaar van gedachten gewisseld
en over de specifieke locatie van de IJsselsprong moeten we nog met elkaar spreken. Daar ligt ook
een wens van de raad van de gemeente Brummen om, als we het hebben over de 3.000 woningen, in ieder
geval een beperkte zuidelijke variant, want er ligt een wens van Brummen om eerst eens goed in beeld te
krijgen welke mogelijkheden er westwaarts liggen. Maar dat betekent in de onderhavige situatie dat we de
mogelijkheid in zuidelijke richting wel willen openhouden. Niet ten volle, want dat hebben we ook vorige
week donderdag aangegeven: uw opmerking destijds is al reeds op de plankaart weergegeven, want op de
hoogte van de Oekense Beek zal een groene buffer gerealiseerd worden.
Maatwerk, bedenking 12: daar gaat het om dat wij van mening zijn dat wanneer er functieverandering in het
buitengebied gaat plaatsvinden, er mogelijk een aantal situaties ontstaan. Een uitgangspunt zou kunnen zijn
dat een situatie teruggegeven wordt voor de volle honderd procent aan de natuur. Wij hebben ook in onze
gedachten en in onze speerpunten staan dat we ook iets aan recreatie en toerisme willen doen, kleinschalig
van aard. Maar waarom dan toch dat maatwerk en het gebruik van een dergelijke kleinschalige activiteit?
Wij geven ook aan – en dat verstaan wij onder hoog-dynamisch en laag-dynamisch – dat het wel eens zou
kunnen zijn dat bij een activiteit met 275 m2 veel meer verkeersaantrekkende werking aan de orde zou
kunnen zijn dan bij een activiteit van 700 m2. Nou, dat verschil zouden we graag hier met u willen bediscussiëren
en wij denken dat we daar heel goed de vinger aan de pols kunnen houden. Als we wel eens terugkijken
– en de opmerking is ook gemaakt door meneer De Looff dat het in het verleden misschien wel
eens minder goed gegaan is, ik kijk liever naar de toekomst met de mogelijkheden en de kansen die we
kunnen krijgen met deze maatregel, en dan zou ik daar graag vóór willen zijn.
Dat waren ze volgens mij, voorzitter.
De voorzitter
Dank u wel. Ik veronderstel dat meneer Mullink geen gebruik maakt van zijn tweede termijn.
De heer Mullink
Ik ondersteun de laatste opmerking.
15

De voorzitter
Goed zo. Meneer Van Weteringen?
De heer Van Weteringen
Ik wil graag kort schorsen, een minuut of vijf.
De voorzitter schorst de vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering.
De voorzitter
Ik geef het woord aan de heer Van Weteringen van de PvdA-fractie. De heer Van Weteringen heeft het
woord.
De heer Van Weteringen
Voorzitter, ik geef graag het woord aan de groene fractie, het IPV, Henk-Jan de Looff.
De voorzitter
Dank u wel. Het woord is aan de heer De Looff. Zulke schorsingen die dit opleveren daar ben ik dol op, eerlijk
gezegd.
De heer De Looff
Ja, voorzitter, absoluut. Gehoord de antwoorden van het college en in samenspraak met de fractie van de
PvdA stellen wij het volgende amendement voor ten aanzien van bedenking nummer 6. Op bladzijde 3
staat
De voorzitter
Even wachten, ik moet even de bril opzetten en de stukken er even bij zoeken.
De heer De Looff
Ik lees het u voor, u kunt het zonder bril doen.
De voorzitter
Ik geloof u op uw woord.
De heer Zark
Voorzitter, voor alle duidelijkheid: wij is PvdA en IPV, hè.
De heer De Looff
Dat heb ik heel duidelijk gezegd, hoor, maakt u zich geen zorgen.
De voorzitter
Het is opmerkelijk genoeg, dus het kan niet genoeg gezegd worden. De heer De Looff.
De heer De Looff
Ik zeg het nog een keer: PvdA en IPV samen komen met het mondelinge amendement om op bladzijde 3
onder bedenking 6, in de tweede zin “Om deze redenen verzoeken wij u dit gebied niet als EHS evz aan te
merken” het woord “niet” te vervangen door “eveneens”, waardoor de zin wordt: “Om deze redenen verzoeken
wij u dit gebied eveneens als EHS evz aan te merken”. De wethouder heeft in zijn argumentatie duidelijk
aangegeven dat het zijn intentie is en dan mag hij dat ook in deze vorm verwoorden wat deze fracties
betreft.
Dank u wel.
De heer Zweers
Daar wil ik even kort op reageren, want dan loopt de vorige zin niet.
16

De voorzitter
Wacht nou even, want we moeten eerst even vaststellen met mekaar waar we het over hebben. Ik zie waar
het is. Het is op bladzijde 3 bovenaan, net boven bedenking 7. Daar staat “Om deze redenen verzoeken wij
u dit gebied niet als EHS – ecologische hoofdstructuur – evz – ecologische verbindingszone – aan te merken.
Hierbij verwijzen wij ook naar ons voorstel voor een gewijzigde begrenzing van het groenblauwe
raamwerk.”. Het voorstel is “Om deze redenen verzoeken wij u dit gebied eveneens als EHS evz aan te
merken.”.
De heer De Looff
Ja, voorzitter, redactioneel moet er aan het stukje wel wat gesleuteld worden, want inderdaad, de zin die
daarvoor zit slaat daar dan ook niet op en die moet gewijzigd worden.
De voorzitter
Waar het even over gaat is dat hier gesproken wordt om dit gebied niét aan te merken en dat het amendement
er juist op gericht is om dit gebied eveneens, gelijk het andere, aan te merken. Dat is het punt waar
het om gaat.
Dit amendement is ingediend door de twee eerdergenoemde fracties, is voldoende ondersteund en maakt
onderdeel van de beraadslagingen uit.
Dit is het enige amendement dat er komt? Ja. Want anders moeten we ze even inventariseren.
Dus er wordt voorgesteld op pagina 3 bovenaan de wijziging die ik juist heb voorgelezen.
Wie wenst over deze wijziging het woord? De heer Te Bokkel wenst het woord en de heer Zweers. Nog anderen?
De heer Zweers en de heer Te Bokkel. Het woord is aan de heer Te Bokkel.
De heer Te Bokkel
Dank u wel, voorzitter. Ik zou toch wel even willen vragen voordat we dit amendement behandelen hoe de
wethouder daarover denkt, want ik kan me zo voorstellen, straks werd genoemd het Soerense Broek maar
het Soerense Broek ligt helemaal niet tegenover Eerbeek om het zo maar te zeggen. Dus ik wil exact weten
wat ermee bedoeld wordt en misschien kan de wethouder zeggen of dit schadelijk is voor onze gemeente.
De voorzitter
De heer Te Bokkel vraagt het oordeel van de wethouder. Dat zal zo gegeven worden.
De heer Zweers.
De heer Zweers
Ja, voorzitter, door het veranderen van slechts één woordje – dat lijkt heel aardig – maar in het stuk staat
een zin daarvoor. Ik neem aan, ik veronderstel – laat ik het zo zeggen – dat dit niet zonder meer uit de losse
pols is neergeschreven. Er staat letterlijk achter “aan de zuidzijde van Eerbeek. Maar een actieve inzet
om te komen tot de realisatie van een ecologische verbindingszone aan deze zijde van de kern achten wij
niet reëel.”. Dat kun je dan anders gaan redigeren om tegemoet te komen aan het woordje “eveneens”,
maar ik wil graag weten: waarom is dit niet reëel?
De heer Groot
De inzet, hè, voor alle duidelijkheid.
De heer Zweers
Ja, maar de inzet is wat anders als je zegt, er zal toch over gedacht zijn om te zeggen “dat achten wij niet
reëel”, dus er zijn omstandigheden om dat niet reëel te achten. Als ik weet wat die omstandigheden zijn dan
kan ik pas oordelen of het woord “niet” moet worden vervangen door “eveneens”.
De voorzitter
Uw opmerking is helder, meneer Zweers.
Ik geef het woord aan de wethouder.
Wethouder Hogenboom
Ja, voorzitter, dank u wel. Nogmaals: dat wij inzetten op een ecologische verbindingszone ten noorden van
Eerbeek heeft te maken met dat daar meer mogelijkheden en kansen liggen, maar tegelijkertijd liggen daar
minder belemmeringen om de EHS daar actief te benaderen. Aan de zuidzijde – en dat weten we – hebben
we te maken met bedrijvigheid en dergelijke, bewoning, en liggen er veel meer belemmeringen om daar
17

een reële inzet op te plegen om daar een zone actief in te zetten. Dat is vanaf 1996 van deze raad de inzet
geweest – want dit is niet van vandaag of gisteren, dit is een herhaling
De voorzitter
De inzet om op het noorden in te zetten en niet op het zuiden?
Wethouder Hogenboom
En niet op het zuiden. Vandaar dat wij ook deze omschrijving hier neerleggen en een onderscheid maken in
de kansen en de actieve inzet op het noorden en niet op het zuiden.
De voorzitter
Wat is uw oordeel dan over het amendement? Ontraadt u dat of zegt u: dat is niet verstandig, of iets dergelijks?
Of wordt u er heel enthousiast over?
Wethouder Hogenboom
Als u dat aan het college vraagt dan denk ik dat het een lastige vraag is vanwege de argumenten die ik zojuist
gegeven heb. Ik ben er niet blij mee als de raad tot deze wijziging komt.
De voorzitter
Dat is een licht politiek oordeel “niet blij”.
De heer Zweers
Mag ik even aan de wethouder vragen hoe hij dit amendement ziet in relatie tot punt 13, uitbreiding Kollergang
en zo.
De heer Groot
Dat hebt u al van hem gehoord, want hij heeft vóór de schorsing verteld dat hij op zichzelf deelt de zorg
voor het behoud van de EHS.
De heer Zweers
Laat ik dan zeggen: wat vinden de indieners van het amendement: bijt het een het ander niet?
De heer De Looff
Voorzitter, dit amendement is heel doordacht ingediend omdat ook het college heeft aangegeven dat ze deze
bestaande ecologische verbindingszone, deze groene zone die er al is, wenste te behouden en te beschermen.
Op het moment dat je dat zegt moet je dat ook hard durven maken, dat je “money where your
mouth is” zeggen de Amerikanen. En dát is de vraag die wij bij de raad neerleggen om dit amendement te
ondersteunen. Dit is de opdracht die wij het college willen meegeven om daadwerkelijk daar uitvoering aan
te geven en dat niet te zien als een belemmering, maar veeleer te zien als een kans.
De voorzitter
Maar nu heb ik een ander woord gehoord. Ik hoor u net zeggen dat het om behoud van het bestaande gaat
en dat is een andere tekst dan waar u het in het amendement over heeft, want daar vraagt u om een actieve
inzet om die als het ware als een ecologische hoofdstructuur, een ecologische verbindingszone aan te
merken. Ik hoor u net zeggen: er is al een heleboel. Ik hoor de wethouder zeggen: daar liggen nogal wat
hobbels op de weg om tot uitbreiding te komen. Ik heb de wethouder niet horen zeggen dat hij zich niet wil
inzetten voor het behoud van datgene wat er is. Ik heb gehoord wel de opmerking van artikel, niet artikel
maar bedenking 13, want anders leg je daar de ontwikkeling van het bedrijventerrein helemaal mee vast en
dat is iets wat deze raad al een aantal keren heeft uitgesproken dat ze dat wél wil.
De heer De Looff
Nee, voorzitter.
De heer Mullink
Kennelijk het IPV niet.
De heer De Looff
Nee, nee, nee.
18

De voorzitter
Nee, dat moeten we nu even niet doen.
De heer De Looff
Die discussie wil ik nu niet aanzwengelen, want inderdaad, daar zijn toen ook verschillende gedachten over
uitgesproken.
De voorzitter
Mijn voorstel is eigenlijk dit: zou u ook een amendement kunnen overwegen waar het niet gaat over actief
inzetten maar het behoud van die reeds bestaande groenstructuur.
De heer De Looff
Dat is het voorstel dat wij doen.
De voorzitter
Nee, uw voorstel gaat verder.
De heer Groot
Als er dan wordt gezegd dat dat het voorstel is dat wij doen, dan is het het voorstel dat wij doen.
De voorzitter
Oké. Dan hebben woorden soms vreemde betekenissen.
Wethouder Hogenboom
Daar zou ik graag op willen reageren, voorzitter.
De voorzitter
Ik probeer een compromis te bereiken.
Wethouder Hogenboom
Dan denk ik dat dat compromis er is, want ik wil nog wel een keer bedenking 6 citeren: “Voor de goede orde
streven wij nadrukkelijk primair naar een behoud van dit groengebied”. Dus er wordt volstrekt voldaan aan.
De voorzitter
Goed zo. Ik kom tot afronding van de tweede termijn. Wensen de indieners van de fracties dit amendement
te handhaven of zeggen ze: gehoord de beantwoording van de portefeuillehouder is een aanscherping van
de tekst niet strikt noodzakelijk?
De heer De Looff
Wij handhaven het amendement.
De heer Groot
De interpretatie is in ieder geval volstrekt duidelijk dankzij u, voorzitter. Hartelijk dank overigens.
De voorzitter
Dank u wel. De tekst zal dus in die zin worden aangepast, waarbij het dus niet om het letterlijke amendement
gaat maar om de interpretatie zoals die in tweede instantie gegeven is. Dus het verslag moet hier de
oplossing bieden van wat er gezegd is.
De heer Zweers
Ik vind dit een vreemde besluitvorming, voorzitter. Daar zou u als college absoluut niet mee akkoord kunnen
gaan, want dan heb je een hele subjectieve invulling van deze paragraaf en daar is die paragraaf in de
ogen – die deugt niet in de ogen van de PvdA en het IPV, zoals die paragraaf nu daar staat, ondanks de
toelichting van
19

De heer Groot
U begrijpt het niet precies. Er wordt een concrete wijziging voorgesteld die we allemaal kunnen lezen – dus
dat kan geen onduidelijkheid hebben. Vervolgens zegt de voorzitter “Wat bedoelt u precies?” – dat kan bij
elke zin, je kunt achter elke bedenking nog een hele pagina toevoegen. En dan maken we duidelijk wat we
bedoelen: het behoud. Nou, dat betekent dus: voor elk politiek optreden is duidelijk wat hier staat en wat de
bedoeling daarvan is.
De heer Zweers
Het staat er al, voorzitter. Dat wat u nu zegt, het behoud, dat staat er al. Dat staat er letterlijk. Als u een
woordje wilt veranderen, dan denk ik dat je heel ordentelijk moet vergaderen en dan moet je zeggen: dit
wordt de tekst van dit programmapunt. Want dan kan iedereen zoals die hier zit erover stemmen, eventueel
per fractie, eventueel per hoofd.
De heer De Looff
In dat geval verzoeken wij weer om een korte schorsing.
De voorzitter
Ik deel de opvatting van de heer Zweers dat een van de belangrijkste dingen in de besluitvorming is dat er
géén dubbele uitleg van het besluit mag zijn dat genomen is. Weest u nou helder in wat u besluit. Dan kunnen
we voor of tegen stemmen, u dan. Dus ik schors nog even de vergadering.
De heer Brummelman
Voorzitter, mag ik nog even vragen aan de twee indieners van het amendement of ze ook met de cijfers
kunnen komen wat dan de financiële consequenties zijn van eventuele bedrijfsverplaatsingen, bedrijfsovernames,
want dat heeft op zich gevolgen. Absoluut heeft dat gevolgen.
De voorzitter
Er is om schorsing gevraagd, dus ik ga schorsing verlenen, ook niet langer dan vijf minuten, hopelijk maar
twee minuten stel ik voor.
De voorzitter schorst de vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering.
De voorzitter
De vraag is: wenst u het amendement te handhaven en wat is het exacte amendement? Ik sta geen discussie
meer toe. Dan wordt er onmiddellijk gestemd.
De heer De Looff
Voorzitter, de fracties PvdA en IPV hebben gedachtig de opmerkingen dat er volstrekte duidelijkheid moet
zijn gekeken naar deze tekst en komen tot de volgende tekstaanpassing waarbij uitsluitend tekst komt te
vervallen.
Op bladzijde 2, bedenking 6, vanaf de vierde zin van boven, excuus van onderen, ja – ik ben de weg even
kwijt.
De voorzitter
Dames en heren, een klein beetje orde, want het is lastig genoeg en u moet ook denken aan de mensen op
de publieke tribune die helemaal die tekst niet voor zich hebben. Dus dat is nog lastiger.
Gaat uw gang.
De heer De Looff
Laten vervallen: “Als gevolg hiervan zien wij onvoldoende aanleiding om nog extra inspanning te verrichten
om te komen tot de realisatie van een evz aan de zuidzijde van Eerbeek. Bovendien bestaat een groot deel
van het gebied dat op de beleidskaart als zodanig is aangegeven reeds uit stedelijke functies (wonen en
werken).”.
En op de volgende bladzijde, vanaf de eerste zin het woord “Maar” tot en met onderaan “raamwerk” vervallen.
20

De voorzitter
Dus het amendement luidt als volgt. De zin “Als gevolg hiervan”, vierde regel van onderen tot “Voor de
goede orde” vervallen. De zin “Voor de goede orde: wij streven nadrukkelijk primair naar een behoud van dit
groengebied aan de zuidzijde van Eerbeek.” Punt. Dat blijft staan. En dan “Maar” tot aan het “groenblauwe
raamwerk” vervallen.
Ik ga nu stemmen. Wenst iemand stemming over dit amendement? De heer Zweers wenst stemming over
het amendement. Hoofdelijke stemming of per fractie?
De heer Zweers
Per fractie, waarbij ik een opmerking wil maken even – maar dat is de uitwerking, daar ga ik maar even
vanuit – dat bijlage 1 waarschijnlijk moet worden aangepast.
De voorzitter
De consequenties van dit voorstel moeten altijd in een bijlage doorgenomen worden.
Wenst iemand stemming? Dan ga ik nu stemmen. De heer Groot?
De heer Groot
Namens de fractie? Ja. Vóór. Voor het amendement, hè?
De voorzitter
Voor het amendement, ja. De heer Te Bokkel?
De heer Te Bokkel
Voor.
De voorzitter
De heer Zweers.
De heer Zweers
Voor.
De voorzitter
De heer De Looff.
De heer De Looff
Voor.
De voorzitter
Dan is dit amendement met algemene stemmen aangenomen en zal er een doorwerking plaatsvinden naar
bijlage 1.
Wenst nog iemand het woord over dit voorstel? Niemand. Dan is het aangenomen, met de wijziging die dus
aan het provinciaal bestuur ter kennis zal worden gebracht.
Zonder hoofdelijke stemming, met inachtneming van het amendement, wordt conform het collegevoorstel
besloten.
13. Het herziene productenaanbod 2005 van de SWB
De voorzitter
Wie wenst daarover het woord? De heer Mullink, mevrouw Roelands. Die twee wensen het woord. De heer
Mullink heeft het woord.
De heer Mullink
Dank u wel, voorzitter. Bij het lezen of na het stuk 13 gelezen te hebben, het herziene productenaanbod
2005 van de Stichting Welzijn Brummen, moest ik direct nadenken over dié woorden die u uitsprak tijdens
de nieuwjaarsreceptie richting de raad. Daar heeft u uitspraken gedaan over de rol van de raad als een duale,
dat we in ieder geval zitten in het duale systeem.
21

Op het moment dat je het hebt over het duaal opereren, dan hebben we het over drie dingen. Dat is: als er
een voorstel wordt gedaan door het college aan de raad, dat er om te beginnen wordt gesteld: wat willen we
bereiken. In de tweede plaats: wat moeten we ervoor doen. En in de derde plaats: wat mag het kosten. Ja?
Dat zijn de drie dingen waar we het over hebben op een moment dat we het onder andere hebben hier over
het productenaanbod van de SWB. Het gaat niet om een paar kwartjes, voorzitter. Het gaat om ruim drieenhalve
ton. En dat is een substantieel bedrag.
Dan vind ik dat wij op z’n minst ons moeten afvragen: wat willen we bereiken met elkaar? Dat we die discussie
niet hebben gevoerd is misschien onszelf als raad ook wel een heel klein beetje aan te wrijven, maar
ik heb een poging gewaagd tijdens de bijeenkomst op – even kijken – ergens in december toen we het hadden
over visie welzijn en zorg, van dezelfde wethouder, een vergelijkbaar stuk, over die wet Maatschappelijke
Ondersteuning. Daar moest nog een aantal zaken aan toegevoegd worden. Het gaat nu even iets te
ver
De voorzitter
Ik heb u toen onderbroken volgens mij, of niet?
De heer Mullink
U heeft mij onderbroken.
De voorzitter
En gezegd dat het niet aan de orde was toen?
De heer Mullink
Precies, en u vond het maar onzin wat er op dat moment gezegd is.
De voorzitter
Nee, nee, nee.
De heer Mullink
Ja, en dat het ontbreken van visie en het wat willen we met elkaar bereiken, dat dat op dat moment totaal
niet aan de orde was. Ook daar moest ik nog effe een keer weer aan denken. Maar goed, laten we dat dan
straks nog even zo nodig herhalen.
Voorzitter, waar het mij hier om gaat is: er wordt door het college aan de raad drieënhalve ton gevraagd. En
de teneur van het stuk is: er is een hoop gesteggel geweest, brievenwisselarij tussen het college en de SWB
wat me eigenlijk totaal niet interesseert. Dat is helemaal niet aan de raad.
Maar waar het mij wel om gaat is dat hier het meest fundamentele ontbreekt, namelijk om te beginnen: wat
willen we bereiken en wat moeten we ervoor doen? Ja, dat het drieënhalve ton kost – dat is voor mij een
sluitpost.
Ik verzoek het college dan ook nadrukkelijk duidelijk antwoord te geven op de eerste twee gestelde vragen.
Dat in de eerste termijn.
De voorzitter
Dank u wel, meneer Mullink. Het woord is aan mevrouw Roelands. Gaat uw gang, mevrouw.
Mevrouw Roelands
Dank u wel, voorzitter. Aansluitend bij de woorden van de heer Mullink ben ik het helemaal met hem eens,
maar ik wil er verder nog aan toevoegen: er is ook een memo naar ons als raad gestuurd waarin de afdeling
Financiën nu al het tekort heeft laten oplopen tot € 200.000. Als dit bedrag van die € 10.483 ook weer uit de
Algemene reserves gehaald zou worden, dan loopt dat tekort alleen maar op. Ik vind dat alarmerend en
vandaar dat ik dus ook voorstel namens mijn fractie om binnen het programma Zorg en welzijn ruimte te
zoeken om dat op die manier te dekken, want daar heeft het college alle ruimte voor van ons als raad.
De voorzitter
Dank u wel. Ik kijk even, ik denk dat het primair portefeuillehouder de heer Ter Maat is. De heer Van Ooijen
doet ook nog iets op dat terrein, maar de heer Ter Maat, gaat uw gang.
Wethouder Ter Maat
Dank u wel, voorzitter. Het is denk ik allereerst even goed, voorzitter, om de raad erop te wijzen dat dit een
afwerking is van een geheel van een productenaanbod dat de Stichting Welzijn Brummen in augustus vorig
22

jaar al bij ons heeft neergelegd. Er was over een aantal onderdeeltjes geen overeenstemming. Wij hebben
daar als college 31 augustus vorig jaar een besluit over genomen en dat ter kennisname van de raad gebracht,
en daar op een aantal onderdeeltjes, in de loop van de herfst zeg maar, een akkoord over bereikt.
Dat moest verder nog uitgewerkt worden. Daar is hier en daar – en dat hebt u kunnen zien bij die budgetondersteuning
seniorenvoorlichters, die € 10.483, daar is een foutje gemaakt – dat gaan we corrigeren. Het
leek ons ook heel fatsoenlijk om de afronding van dit hele gebeuren ook ter kennisname van uw raad te
brengen. Dat daar binnen de begroting, binnen dat programma dan een overschrijding plaatsvindt heeft te
maken met dat de andere gelden gereserveerd staan voor de voorbereidingskosten van de WMO.
Als er dan met name door de IPV-fractie, voorzitter, wordt gezegd van: probeert u dat te vinden binnen het
programma, dan denk ik dat dat dus heel erg moeilijk wordt. Want dat lijkt mij een heel erg gemakkelijke
weg op dit moment om te zeggen: zoek dat maar binnen het programma. Ik heb dat vanavond meerdere
malen gehoord. Dit is een budget bestemd voor de Stichting Welzijn Brummen en daarvan hebt u ook kunnen
zien dat het budget de jaren ervoor ietwat hoger is geweest, ook in het kader dus van een aantal projecten
die we met de Stichting Welzijn Brummen onder andere hebben gedaan. We hebben zelfs even een
doorkijkje gegeven wat voor financiële consequenties dat mogelijkerwijs bij ongewijzigd beleid zou kunnen
hebben ten aanzien van het jaar 2006 – dan noem ik u het bedrag van bijna vier ton wat daar staat – en dat
zullen we gewoon meenemen in de meerjarenbegroting en straks uiteindelijk bij de begroting 2006 die we in
oktober zullen aanbieden.
De voorzitter
Dank u wel. Wie nog in de tweede termijn? De heer Mullink.
De heer Mullink
Voorzitter, ik ben uitermate ontevreden over het antwoord dat de wethouder geeft in mijn richting, want hij
gaat totaal voorbij aan de essentie van mijn nogal uitgebreide betoog. Hij refereert alleen aan een besluit
van vorig jaar augustus, maar hij wenst daar verder voor de rest totaal niet op in te gaan. Dus met andere
woorden: duaal moeten we nogal wat opschuiven.
De voorzitter
Wie wenst in tweede termijn nog meer het woord? Niemand. Dan geef ik het woord ten tweeden male aan
de wethouder, gehoord de opmerking van de heer Mullink.
Wethouder Ter Maat
Ja, voorzitter, ik wil de heer Mullink best heel uitvoerig informeren over het geheel door hem alsnog na vanavond
de productvraag zoals we die vorig jaar voor 15 mei gedeponeerd hebben bij de Stichting Welzijn
Brummen, het aanbod dat daarop is gekomen volgens de spelregelnotitie en dergelijke, waar we dus de
wat-vraag en wat we ermee willen bereiken en wat het mag kosten en dergelijke, dat wil ik hem nog graag in
de loop van volgende week ter beschikking stellen. Maar het lijkt me te ver gaan op dit moment om in deze
vergadering uitvoerig op onderdelen en productvragen en de uitkomsten daarvan wat we daar gezamenlijk
mee hopen te bereiken, op de diverse onderdelen – en dan hebben we het over jeugd- en jongerenwerk, we
hebben het over het ouderenbeleid, sociaal-culturele activiteiten en dergelijke – om dat vanavond hier aan
de orde te stellen. Dat lijkt me erg vergaand.
De voorzitter
Het zijn de laatste eindjes.
Wethouder Ter Maat
Dit zijn de laatste eindjes van het product, de productvraag voor het jaar 2005. Ik zou er nog even aan toe
kunnen voegen dat we een paar maanden geleden over ditzelfde onderwerp gesproken hebben en het college
heeft inmiddels – en dat hebt u kunnen zien op de B&W-lijst – de visie over zorg en welzijn in concept
gereed. Die is juist vorige week al ook in conceptvorm aan de Stichting Welzijn Brummen aangeboden en
die ligt ook voor u ter beschikking. Ik hoop daar, ik dacht volgens de planning van de griffier in de maand
mei in elk geval of eind april geloof ik zelfs, met u over van gedachten te kunnen wisselen.
Mevrouw Roelands
Mag ik daaruit concluderen dat het eerst in het forum Samenleving weer komt voordat wij daar
23

Wethouder Ter Maat
Dat zult u aan de voorzitter van uw raad of aan de griffie moeten vragen. Daar hebben wij als wethouders
geen invloed op.
De voorzitter
Ik kan niet veel meer zeggen maar het lijkt mij zeer waarschijnlijk, het lijkt me ook noodzakelijk om dat soort
dingen – dat is nou typisch en de griffier zegt al: het gebeurt ook, typisch goede stukken om in zo’n commissie
te bepraten.
Mevrouw Roelands
Forum.
De voorzitter
Ja, dat is oude wijn in nieuwe zakken.
De heer Mullink
Maar voorzitter, ik zou de wethouder willen vragen in hoeverre dat dit aanbod, de uitkomst van deze discussie,
afwijkt van de begroting zoals we die met elkaar hebben vastgesteld.
De voorzitter
€ 10.000.
De heer Mullink
Dat is helder, maar inhoudelijk.
De heer Bruning
Er wordt nu wat bagatelliserend gedaan over € 10.000, maar ik help u eraan herinneren dat we bijna elke
maand vanaf januari begrotingswijzigingen erdoor jassen, om het zo maar even uit te drukken, en daar
moet even een stop aan komen. Dat is de reden, dat is de simpele reden van het feit dat wij het inhoudelijk
met het voorstel eens zijn, maar dat wij de dekking niet accepteren. Het moet mogelijk zijn in onze opvatting
om binnen een programma waar een miljoen of drie, vier in zit om daar € 10.000 te vinden.
De heer Mullink
Voorzitter, mag ik daaraan toevoegen dat ik het 100% eens ben met de vorige spreker en dat wellicht hij de
brief van 18 januari gericht aan de raad van Brummen, geschreven door de heer Van Mourik, dat de provincie
ervan uitgaat dat wij een alternatieve dekking kunnen vinden daar waar het gaat om de overschrijding
van het budget – dit is de brief waar ik het over heb.
De voorzitter
Ik moet eerlijk zeggen: ik vind het fantastisch dat de raad zo snel tot het bewustzijn is gekomen dat ze een
streng financieel gedisciplineerd
De heer Zweers
Dat kon naar aanleiding van uw opmerking in de laatste opiniërende raad.
De voorzitter
Daar ben ik buitengewoon blij om dat de raad dat doet, want ik dacht bij mezelf: nou, groter onheil hebben
we nog met moeite weten te voorkomen – ik zal niet zeggen waar ik het nu over heb. Dus ik zou uw raad
willen adviseren: blijf consequent hierover en wensen die daar niet in passen niet in moties voorleggen, enzovoorts.
Ik geef het woord nog één maal aan de wethouder en dan gaan we over tot stemming.
Wethouder Ter Maat
Voorzitter, er zijn twee mogelijkheden: óf je voert deze activiteit waar het over gaat namelijk de ondersteuning
van de seniorenvoorlichters niet uit, maar dat is niet wat de raad wenst want dat stond namelijk in onze
productvraag dus dat neem ik mee als kaderstelling – dat kost € 10.483. En dat is dus hetgeen waar in de
begroting geen rekening mee is gehouden. Ik zal in elk geval binnen het college mijn uiterste best doen om
24

te kijken of we binnen het programma dat kunnen realiseren. Alleen ik kan dat natuurlijk niet beloven. Als
het dus niet lukt dan kom ik bij u terug. Dat is heel simpel.
De heer Zweers
Voorzitter, mag ik een tussenvoorstel doen.
De heer Groot
Die zin moet eruit.
De heer Zweers
Die zin inderdaad, wat meneer Groot zegt, moet eruit. Dus het leidt niet tot een begrotingswijziging. Het college
heeft nog meer dan een half jaar de tijd om binnen een programma wat te vinden. Lukt het niet, dan
heeft ze zich te verantwoorden voor de overschrijding. Als dat een faire verantwoording is dan zal deze
raad zeggen: oké, dat accepteren we. Ik bedoel: dat is mijn tussenvoorstel.
De voorzitter
Goed. Wenst iemand nog stemming over dit voorstel? Niemand. Aldus besloten.
De heer Zweers
Dan heeft u mijn voorstel besloten?
De voorzitter
Ja, ik ben altijd buitengewoon gevoelig voor heldere voorstellen.
Zonder hoofdelijke stemming, met inachtneming van bovengenoemde aanpassing, wordt conform het collegevoorstel
besloten.
14. Uitwerking nieuwe vergaderstructuur
De voorzitter
De afronding van het nieuwe besluitvormingsproces. Dat betekent dus dat we het nu hebben over de bijlage
nummer 1, Notitie ten behoeve van de raadsvergadering. Dat zijn dus de eindjes die in de vorige vergadering
zijn blijven hangen. Het zou verstandig zijn om nu – we hebben namelijk met elkaar afgesproken dat
we de discussie niet meer gaan voeren omdat we die de vorige keer gevoerd hebben; dus wij gaan nu even
kijken.
Mijn vraag is: gaat u akkoord met de voorstellen zoals die door de werkgroep zijn neergelegd? Meneer
Groot.
De heer Groot
Een kleinigheid, voorzitter. Ik neem aan dat door punt 2 duidelijk is dat de voorzitter van de fora de agenda,
sorry de tijdsindeling bepaalt.
De voorzitter
Ja.
De heer Groot
Dat vraag ik voor alle zekerheid.
Wij zouden graag toch nog even nagaan met elkaar of het niet verstandiger is om de dinsdag en de donderdag
als vergaderdagen aan te wijzen. Als ik dat als amendement moet indienen, doe ik dat.
De voorzitter
Nee, ik vind het niet het niveau van de raad om daarover te besluiten.
De heer Groot
Maar we besluiten er wel over namelijk.
25

De voorzitter
Laat het terugkomen in het presidium. Dat is zo’n uitvoeringspuntje, we gaan toch niet een raadsdiscussie
voeren of het dinsdag en woensdag is dan wel dinsdag en donderdag.
De heer Groot
Maar zo luidt het voorstel, maar als u zegt: dat halen we eruit, dan vind ik dat ook goed.
De voorzitter
Ja, dan haalt u het er gewoon uit.
De heer Zweers
In het vergaderschema staat woensdag en donderdag. Dat laten we gewoon staan, tenzij deze raad. Dat
staat er zo, u vraagt een wijziging. Er staat wat er staat en u vraagt een wijziging.
De voorzitter
Laat het nu staan. Ik kijk naar januari, ik heb begrepen van de heer Van Ooijen dat er toch weer een nieuwe
commissie komt tot mijn grote vreugde die het graag wil evalueren. Dus er komt een soort permanente evaluatie
van de vergaderstructuur. En dan kun je ook kijken of die dagen die in dat vergaderschema staan –
dat zit nu eenmaal al op de mails en in de planning en in die elektronische agenda’s, enzovoorts. Dus laat
het even zitten en kom er later op terug.
De heer Van Ooijen.
De heer Van Ooijen
Dank u wel, voorzitter. Dat op deze wijze in stemming brengen – ik hoor van de raad graag of ze daarin
meegaat. Voor punt 5 is het wel belangrijk om daar even een keus in te maken want anders maakt u een
keuze voor twee verschillende manieren van voorzitter.
De voorzitter
Hartelijk dank voor uw assistentie – daar zijn ook al stembriefjes voor gemaakt.
De heer Bruning
Er wordt door één fractie in deze raad een fundamenteel andere keuze gemaakt.
De voorzitter
Ja, ik kijk even verkeerd hoewel ik mijn bril op had. Het gaat bij punt 5 over twee dingen: het gaat over externe
of interne voorzitters. We zijn bij de stembriefjes er al vanuit gegaan dat de raad de keuze zou hebben
voor de interne voorzitters. Ik zou graag daar even een stemrondje aan willen verbinden, per fractie, intern
of extern.
De heer Groot
Intern.
De heer Bruning
Extern.
De heer Te Bokkel
Intern.
De heer Zweers
Intern.
De voorzitter
Dan is dat punt van de agenda.
Dat betekent dat u nu briefjes krijgt voor
26

De heer Zweers
Voorzitter, ik zou eigenlijk nog één, maar misschien heeft u daarop geantwoord: er komt een evaluatie. In
dit stuk staat “werkafspraken zijn bindend” en er staat “evaluatie pas na twee jaar”, onder punt 10: “Het functioneren
van een forum wordt iedere twee jaar geëvalueerd”. Ik zou erop willen aandringen dat het de eerste
keer wat sneller gebeurt.
De heer Van Ooijen
Dat maakt wat mij betreft ook onderdeel uit van de afspraak die ik gemaakt heb: in z’n algemeenheid wordt
gezegd twee jaar, maar we gaan uit van november en ik zou er bij u ook op willen aandringen om op korte
termijn met kandidaten te komen voor die werkgroep die die evaluatie gaat voorbereiden. Wij vanuit het
college zullen dat zeker op korte termijn doen, want het is wel belangrijk om dat wat we vanavond met elkaar
afspreken goed te blijven volgen en die duale verhouding die we wensen meer scherpte en inhoud te
geven.
Dan wil ik ook nog graag even wijzen op een quick scan die door VNG en de Vernieuwingsimpuls is ontwikkeld
en waar wij als gemeente Brummen aan mee kunnen doen – die is kosteloos.
De voorzitter
Dat is al in het presidium geweest.
De heer Van Ooijen
Uitstekend.
De voorzitter
Ik stel voor om nu eerst te stemmen over de zogenaamde tien punten die hier staan, twaalf punten, en
daarna te stemmen over de invulling van de voorzitters. Gaat u daarmee akkoord?
De heer Groot
En daarna, als die bekend zijn, over de vice-voorzitters? Of had u het anders gewild?
De voorzitter
Die zitten erin.
De heer Groot
Is dat niet een beetje onhandig?
De voorzitter
Nee, het is een fantastisch opgesteld stembiljet. U zult zien waar de digitalisering van het denken toe leidt.
Het komt goed.
Ik breng in stemming de twaalf punten die de uitwerking zijn van het nieuwe besluitvormingsproces.
Bijlage 1: wenst iemand daar stemming over? Niemand. Aldus besloten.
Dan worden nu de stembriefjes rondgedeeld. Ik wijs u erop – mag ik er even één hebben – dat wij stemmen
voor een voorzitter en voor een vice-voorzitter, dat bij het forum Ruimte drie kandidaten zijn. Het kan zijn
dat bij het forum Ruimte wij een tweede stemming nodig hebben omdat de gangbare regeling in dit land is
dat je de helft plus één stemmen moet hebben. Dus als bij het forum Ruimte de voorzitter tien stemmen
haalt, iemand van de voorgestelde personen tien stemmen haalt, dan hoeven we géén tweede stemming te
houden. Als niemand tien stemmen haalt, dan komt er een tweede ronde over de twee kandidaten die de
meeste stemmen hebben behaald.
De heer Groot
Even voor de duidelijkheid: als je over de voorzitters en de vice-voorzitters in één velletje moet stemmen,
dan kun je de verdelende rechtvaardigheid niet toepassen. Als je zegt: ik kijk eerst wie voorzitters worden
en kijk dan wie ik vice-voorzitters wil maken, zou je dat kunnen doen. Dus ik wijs er maar op dat dat wel
enig verschil maakt.
De voorzitter
Ik verzoek u dus om het gewoon in te vullen. Als u bij Samenleving meneer Bruning invult als voorzitter,
dan kunt u hem niet tegelijkertijd invullen als plaatsvervangend voorzitter.
27

De heer Groot
Dat snap ik wel, ik ben wel geen burgemeester, maar toch.
De voorzitter
Daar ben ik dan blij mee, laat ik nou eerlijk zijn. Maar alleen bij forum Ruimte doet zich een complicatie
voor. Daar zijn namelijk drie lieden, drie mensen, drie raadsleden – sorry, lieden – drie mensen, raadsleden
die daar kandidaat zijn. Je moet altijd de meerderheid van stemmen hebben. Dus een kandidaat dient tien
stemmen te hebben wil hij gekozen zijn. Begrijpt u?
De heer Groot
Dat is toch heel iets anders. Bij die vier personen die we gaan kiezen zullen sommigen misschien al denken:
uit alle partijen moet er één in een functie voorkomen. Dat kan je alleen bereiken als je eerst weet wie
voorzitters worden. Snapt u het nou?
De heer Zweers
Wat dat betreft kan ik meneer Groot heel goed volgen.
De voorzitter
Ik stel voor om de stemming gewoon te doen volgens het voorliggende formulier. Ik stel voor om als stemcommissie
te benoemen de heer – even kijken wie hier niet op voorkomt – de heer Mullink en mevrouw
Smith. Dus gaat u de kruisjes invullen. Er worden negentien stemmen uitgebracht.
De heer Zweers
Voorzitter, even voor de ordentelijke stemming: als je kijkt naar het forum Ruimte, dan kun je twee keer
voor dezelfde persoon stemmen. Voor de Samenleving heeft dat geen enkele zin, maar voor het forum
Ruimte heeft dat wel terdege zin.
De voorzitter
Ja, dat kan.
De heer Zweers
Dat wil ik even opmerken, dat iedereen niet denkt van: nou, ik moet verschillend stemmen.
De voorzitter
U mag vier stemhokjes op het hele biljet invullen. Eén voor voorzitter, één voor plaatsvervangend voorzitter,
één voor forum Ruimte en één voor forum Samenleving. Dus u mag er vier invullen. Dat is meer dan bij
de Europese verkiezingen. U mag vier stemmen uitbrengen. U mag stemmen op de voorzitter en de vicevoorzitter
Samenleving, de voorzitter Ruimte en op de vice-voorzitter Ruimte.
Ik schors even de vergadering zodat er gestemd kan worden.
De voorzitter schorst de vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering.
De voorzitter
Het stembureau leert: negentien stemmen zijn uitgebracht. Voor de functie van voorzitter van de Samenleving
is de uitslag als volgt: de heer Paauw heeft dertien stemmen en de heer Bruning zes, en voor vicevoorzitter
de heer Bruning dertien en de heer Paauw zes, zodat wij kunnen vaststellen dat de heer Paauw
gekozen is tot voorzitter van het forum Samenleving en dat de heer Bruning gekozen is tot vice-voorzitter.
Dan de uitslag van het forum Ruimte. Ook daar zijn weer negentien stemmen uitgebracht. Er zijn twaalf
stemmen uitgebracht op de heer Zark en zeven stemmen op mevrouw Verver, zodat de heer Zark een
meerderheid heeft en gekozen is als voorzitter van het forum Ruimte. Voor het vice-voorzitterschap zijn ook
negentien stemmen uitgebracht. Er zijn vier stemmen uitgebracht op mevrouw Verver, veertien op mevrouw
Ypma en één op de heer Zark, zodat mevrouw Ypma vice-voorzitter van het forum Ruimte is geworden.
Aldus besloten.
Ik wens alle voorzitters heel veel sterkte bij hun niet geringe opdracht die ze hebben om het forum in goede
orde te leiden want u krijgt weinig regels mee, dus u moet veel wijsheid zelf meebrengen.
Aldus besloten.
28

16. Fasering realisatie sportpark De Hazenberg
De voorzitter
Dames en heren, ik word er net op attent gemaakt door de griffier dat er iemand op de publieke tribune aanwezig
is van de korfbalvereniging Turbulas. Die had graag in willen spreken over de reconstructie van De
Hazenberg doch wist niet geheel en al hoe de hazen hier in deze raad lopen, of anders gezegd hoe de spelregels
zijn. Bij hoge uitzondering – ach, kan het mij deren – bij hoge uitzondering stel ik voor om alsnog de
betreffende vertegenwoordiger niet met een teleurstelling naar huis te sturen, maar hem even in te lassen,
mits hij of zij – ik weet niet of het een hij of een zij is – niet meer dan vijf minuten neemt om zijn of haar
zienswijze duidelijk te maken. Dit is het toppunt van flexibiliteit – ik verbaas me er zelf ook over. Maar u wilt
even de bal in de korf komen gooien, niet langer dan vijf minuten.
U gaat ermee akkoord, dames en heren van de raad, dat we dit doen, in afwijking van het Reglement van
Orde?
De heer Zweers
Wij zijn altijd zo flexibel geweest, maar de voorzitter meestal niet.
De voorzitter
Verstand komt met de jaren.
U bent meneer?
De heer Van Schouwenberg
Ik ben de heer Van Schouwenburg, voorzitter van de Sportclub Turbulas.
Ik heb hier een aantal maanden geleden ook gestaan en toen mochten wij ook – het was ook een uiterst bijzondere
situatie – toen mochten we ook twee keer inspreken; misschien weet u die boeiende vergadering
nog.
De voorzitter
Ze waren allemaal boeiend.
De heer Van Schouwenburg
Ook daar pleitten wij voor een snelle voortgang van het kunstgrasveld op De Hazenberg in ieder geval voor
de Sportclub Turbulas. Want aan het knollenveld is, zoals het keurig in het voorstel staat, al wel iets gedaan
maar het blijft een echt goed knollenveld. Elke vertraging geeft meer kans op blessures – ook dat hebben
we afgelopen woensdag gehad, gisteren hadden we al weer de eerste blessures te pakken, en de week ervoor
hebben we ook alweer problemen gehad. Elke vertraging leidt tot, ja, eigenlijk tot problemen. Voor u,
want u moet er telkens weer op terugkomen. En voor ons want wij hebben nog zaken als een kleine verbouwing
te gaan en dat hebben we weer uitgesteld want daar hadden we eigenlijk al in januari mee zullen
beginnen.
Het verzoek is dus: zet de plannen door, in ieder geval geen vertragingen. Waar de kosten liggen, bij voorkeur
niet bij de gemeente en ook niet bij Turbulas. Ik vind namelijk langzamerhand: wij zitten hier langs de
grens tussen fatsoen en opzet. We hebben maanden-, nee, jarenlang gesproken over deze kunstgrasvelden.
Uiteindelijk is hier een voorstel in de raad terechtgekomen om twee kunstgrasvelden aan te leggen,
eentje voor Turbulas en eentje voor de voetbalvereniging. De voorgaande vergadering weet ik me goed te
herinneren – dat was wat turbulent – misschien hoort dat wel bij Turbulas.
Het verzoek is aan de raad om in ieder geval zorg te dragen zo spoedig mogelijk met zo weinig mogelijk
vertraging – we zitten alweer ten opzichte van het vorige tijdschema op zes maanden vertraging – dit zaakje
doorgang te laten vinden.
Ik dank u.
Ik hoop dat het kort genoeg was, meneer de voorzitter.
De voorzitter
Fantastisch. In voetbaltermen zouden we dit een aftrap kunnen noemen, in korfbaltermen weet ik het niet
precies hoewel ik jarenlang in een gemeente heb gewoond waar een hoofdklasser is van korfbal.
Wie wenst over dit voorstel, fasering realisatie sportpark De Hazenberg, het woord? De heer Mullink, de
heer Blom, de heer Bruning en de heer Van Klinken. Meneer Mullink.
29

De heer Mullink
Dank u wel, voorzitter. Fasering realisatie sportpark De Hazenberg staat op de agenda en eigenlijk vraag ik
mij af: waarom staat dit op de agenda; dit is puur uitvoering. Ik vind het overigens best plezierig om kennis
te nemen van de voortgang van de herinrichting van sportpark De Hazenberg. Het enige is dat hier staat dat
het geknipt wordt, gefaseerd, maar dat is in mijn beleving totaal niet aan de raad.
Maar nu het stuk toch op de agenda staat en er wat over gezegd kán worden, wil ik er best een aantal dingen
over zeggen en wel de volgende. Er wordt namelijk gesteld in de nota dat iets te maken zou hebben
met de tarievennota waar we het straks met z’n allen nog over moeten hebben. Voorzitter, wij snappen werkelijk
niet het verband van de uitkomst van de discussie over de tarievennota en het gefaseerd uitvoeren
van de herinrichting van sportpark De Hazenberg. Dat is één.
In de tweede plaats vraag ik mij werkelijk af of er voldoende koopmansgeest bij het college bij de uitvoerenden
aanwezig is. Want op een moment dat er namelijk twee velden gekocht zouden moeten worden, zou
ik me kunnen voorstellen dat het wel eens goedkoper zou kunnen zijn dan wanneer je er eentje zou moeten
kopen, verhoudingsgewijs. Als ik tegen de leverancier zeg: weet je wat, je kunt er niet één maar twee leveren,
welke korting kan ik van je krijgen? Enfin, dat is ook niet aan de raad, dat is puur aan het college.
De heer Pawlot
De bakker denkt daar heel anders over als ik twee broden haal.
De heer Mullink
Jawel, maar dat is juist het grote verschil van denken. U heeft het constant over broodjes van de bakker en
dit zijn natuurlijk geen broodjes van de bakker. Dit vereist een heel andere manier van denken, meneer
Pawlot. Dat is vaak een groot verschil van denken hier binnen de raad mogelijkerwijs, dat te vaak gedacht
wordt dat het broodjes van de bakker zijn. En als ik bij de supermarkt kom dan krijg ik ook wel eens een
keer te horen van: jullie praten over broodjes van de bakker.
De voorzitter
Bent u weer bereid om tot het oorspronkelijke onderwerp van deze vergadering terug te gaan?
De heer Mullink
Maar dit is zeer fundamenteel, voorzitter, dit is zeer fundamenteel en het feit dat u dat misschien anders beleeft,
dat is een teken aan de wand.
Een laatste opmerking, voorzitter, om aan uw verzoek gehoor te geven, is namelijk dat ik het college dringend
zou willen vragen om toch snel medewerking te willen verlenen aan Sportclub Brummen om snel financieel
inzicht te geven in de financiële gevolgen, zodat zij de zaken kunnen doorrekenen en kunnen teruggaan
naar hun ledenvergadering en van de ledenvergadering een fiat te kunnen ontvangen om vervolgens
ja of nee te kunnen zeggen. Dus hier een snelle medewerking.
En een allerlaatste opmerking, voorzitter – en dat steekt onze fractie toch wel een heel klein beetje: het feit
dat een dergelijke woordkeus hier wordt toegepast, namelijk op pagina 4, de financiële dekking, daar wordt
namelijk gesproken over een bruidsschat. Een bruidsschat, voorzitter, iemand die het leest met de betekenis
van het woord bruidsschat moet toch wel tot het inzicht komen dat dat hier duidelijk niét het geval is.
Een bruidsschat is iets wat je niet verdient en zomaar weggeeft. En daarvan, voorzitter, is hier heel nadrukkelijk
geen sprake.
Tot zover wat ons betreft.
De voorzitter
Dank u wel. Het woord is aan meneer Blom.
De heer Blom
Dank u wel, voorzitter. In tegenstelling tot de fractie van de VVD zijn wij blij dat het op de agenda staat. Ik
wil beginnen met de wethouder een compliment te maken voor de snelle reactie. We moeten nu duidelijk
zijn. Er kunnen geen overschrijdingen van budgetten meer plaatsvinden zoals we vanavond al eerder hebben
afgesproken. Het gaat vertraging opleveren.
Voor ons is het duidelijk dat het meer zal gaan kosten. De oproep van Turbulas hebben we gehoord. Andere
sportverenigingen mogen niet benadeeld worden – dat lijkt ons onacceptabel.
Kortom, er wordt niet voldaan aan de voorwaarden die we in de motie van 24 februari gesteld hebben.
De heer Bruning
Waar baseert u dat op dat er niet voldaan wordt aan die voorwaarden?
30

De heer Blom
We hebben duidelijk gezegd dat het geen vertraging mocht opleveren – dat hebben we duidelijk in de motie
verwoord. En het mocht niet méér geld gaan kosten.
De heer Bruning
Er staat niet in het voorstel wat het meer kost.
De voorzitter
Ik stel voor dat de heer Blom eventjes zijn betoog afmaakt. Of was u al klaar?
De heer Blom
Ik was al klaar.
De voorzitter
Goed.
De heer Zweers
Dan wil ik bij interruptie even. Bij Turbulas heeft men gezegd: men heeft nu al een vertraging van zes
maanden. Die zes maanden is zéker niet te wijten aan de motie die deze raad heeft aangenomen, dus die
ligt blijkbaar ergens anders. Meneer Blom, wat vindt u daarvan?
De heer Blom
Het gaat om de uitvoering.
De heer Zweers
Een vertraging die al opgeroepen is – wat vindt u daarvan?
De voorzitter
Dit is geen vraag meer, want een vertraging, het antwoord: nou, dat vind ik fantastisch!
De heer Zweers
Misschien kan de heer Blom zelf een antwoord geven.
De heer Bruning
Op zich is het wel een wezenlijke vraag volgens mij, omdat u zegt dat het vertraging oplevert. En meneer
Zweers constateert terecht dat de motie een maand geleden is aangenomen en als je er een maand aftrekt
was er toen ook al vijf maanden vertraging. Die vraag is wel relevant, want als u nu zegt dat de motie die
we vorige maand aangenomen hebben, tot vertraging leidt – die vertraging was er dus al. Reageert u daar
eens op.
De heer Blom
Ik heb niet gezegd dat die motie vertraging oplevert, maar zoals het nu in dit stuk is gesteld – dat levert vertraging
op.
De voorzitter
Oké. Het woord is aan de heer Bruning, die nu zijn verhaal mag houden waarna wij ook de heer Van Klinken
nog het laatste woord geven, althans in eerste termijn. Gaat uw gang, meneer Bruning.
De heer Bruning
Voor ons had het ook niet op de agenda gehoeven. Dit is inderdaad uitvoering. De tijd die het college besteed
heeft aan de opstelling van deze nota had ze beter kunnen gebruiken om de motie voortvarend uit te
voeren. Dat is eigenlijk heel kort klip en klaar het commentaar wat we daarop hebben.
Inderdaad de relatie die er gelegd wordt met de tarievennota – nou, daar wachten we ook al volgens mij jaren
op. Dus die relatie is ook niet relevant.
Nogmaals, geacht college, voer de motie uit die we hebben aangenomen en houd rekening met de voorwaarden
die we daaraan gesteld hebben, houd rekening met de opvatting van Turbulas en dat ook zij al vijf,
zes maanden moeten wachten. Kortom, ga aan het werk en verzin geen nota’s die er niet meer toe doen.
31

De voorzitter
Fijn, dank u wel. Het woord is aan de heer Van Klinken.
De heer Van Klinken
Dank u wel, voorzitter. Even naar de inspreker van Turbulas: ik denk, gezien de conditie van dat veld, dat
wij geen enkele vertraging kunnen oplopen. Dus wat betreft denk ik: een helder verhaal.
Wij menen, zoals het voorstel er nu voorligt, dat het helder is. Het is ook snel tot stand gekomen. Wij zijn
wel blij dat het er ligt.
In de motie die we vorige maand hebben aangenomen staat helder in: er mag geen grote vertraging optreden
en er mogen geen kosten voor de gemeente uit voortvloeien. Onze fractie meent dat aan beide voorwaarden
bijna niet kan worden voldaan. Het gaat veel tijd kosten en er lijken kostenverhogende aspecten in
het stuk voor te komen. Meneer Mullink bekijkt anders altijd geweldig die stukken, nu zie ik hem in een keer
over de kanttekeningen heen gaan waar staan wat de extra kosten zijn of kunnen zijn. Ik had gedacht: hij
gaat daar vast naar informeren tijdens zijn verhaal.
De heer Mullink
Meneer Van Klinken, dit zijn kanttekeningen – dat zijn geen zaken die in de voorstellen worden meegenomen.
De voorzitter
We kunnen dus nog discussiëren over het woord kanttekening, begrijp ik.
De heer Van Klinken
Ja, dat lijkt mij ook.
Wij zijn daar wel benieuwd naar, naar wat die kosten gaan betekenen, omdat dat in een duidelijke relatie
staat tot de motie die we vorige maand hebben aangenomen. Dus ik zie graag dat antwoord van de wethouder
tegemoet.
De voorzitter
Het woord is aan wethouder Omta.
Wethouder Omta
Dank u wel, voorzitter. Waarom dit punt op de agenda? De raad heeft uitdrukkelijk uitgesproken in eerdere
uitspraken van deze raad dat er geen knip plaats kon vinden met betrekking tot De Hazenberg. Als wij dan
uitvoering zouden willen geven – en die willen wij geven – aan de motie, zien wij maar één mogelijkheid en
dat is een knip. En dat is in afwijking van datgene wat de raad ons college heeft opgedragen en dan kan het
niet anders zijn, voorzitter, dan dat wij dit weer terugbrengen bij de raad. Daar zal de raad een uitspraak
over moeten doen. Die zal dan weer, in tegenstelling tot wat daarvoor gezegd is, de knip heel duidelijk wél
moeten accepteren. Dat, voorzitter, waarom het op dit moment op de agenda staat.
Er is twee keer een opmerking gemaakt in ieder geval, zowel door de VVD als door het IPV, dat de tarievennota
niet relevant zou zijn voor wat betreft de verdere financiële situatie. Voorzitter, uitgaande van de
kosten die gemoeid zijn met een veld en daar aftrekkende de kosten van onderhoud, zitten daar natuurlijk
op een gegeven moment ook inkomsten van de gemeente, zijnde de huur van de velden. Je moet de totale
situatie bekijken wil je overgaan tot privatisering. De tarievennota die in mei in deze raad aan de orde is, zal
– en daar gaan wij in ieder geval dan maar vanuit – een ander bedrag geven dan wat in de huidige situatie
voor wat betreft de huur van de velden is. Die verrekening heb je gewoon hoe dan ook nodig.
Om dan daarna te zeggen van: ja, twee velden is goedkoper dan één, ja, drie velden is als je dat bekijkt,
dan nog goedkoper, maar je bent wel een ontzettende hoop geld kwijt. Dus die redenatie kan ik niet volgen.
Wij zijn in dat opzicht als we dan de kanttekeningen nemen, voorzitter, waarbij de extra kosten – en dan kan
meneer Mullink zeggen: ja, die zijn niet relevant – extra inhuur ISA-sport voor aanpassing van het programma
van eisen. ISA-sport heeft en doet op dit moment zijn uiterste best om het andere programma van
eisen, in navolging van hetgeen wat in de motie is gezegd, op papier te krijgen, maar ISA-sport heeft ons al
wel gemeld dat met betrekking tot de prijs die zij hebben geoffreerd voor het oude verhaal, het oude programma
van eisen, nu toch al duidelijk overschreden is en dat daar dus extra gelden mee zijn gemoeid.
Deze gelden kunnen niet anders dan op het conto van de gemeente komen. De ambtelijke uren voor de
verwerking van de aanpassing: als u denkt dat het allemaal maar even snel en ja, nou, oké, we tellen drie
ton en daar trekken we een halve ton af – zo ligt het niet. We zullen een doorwrocht verhaal moeten hebben
mede ook omdat de Sportclub Brummen hierbij gevraagd heeft om inderdaad een privatisering, laat ik het
dan zo zeggen, van de drie velden. Dan kunnen we toch niet daar even – dat is ook al een wijziging van be-
32

leid – daar kunnen we toch niet lichtvaardig overheen gaan. Als de raad nu steeds met betrekking tot de
gelden heel duidelijk is, en daar willen wij ook duidelijkheid in geven, dan zullen wij daar hoe dan ook een
goed en doorwrocht voorstel voor neer moeten leggen. Al met al kunnen we niet anders zeggen dan dat als
De heer Zweers
Voorzitter, die discussie hebben we de vorige keer gevoerd. Toen hebben we gewoon gevraagd: geef nu
eens een voorstel van ten aanzien van Sportclub Brummen twee kunstgrasvelden of één kunstgrasveld, en
dat verschil dient Sportclub Brummen zelf te dragen. Dus we gaan nu weer een discussie van: wij moeten
dit doen en moeten dat doen, maar die discussie hebben we vorige keer gevoerd. En toen heeft deze raad
een motie aangenomen.
Wethouder Omta
Dat is juist, meneer Zweers. Deze raad heeft een motie aangenomen. Wij geven hier in dit stuk aan dat
voor wat betreft de kostenneutraliteit het niét mogelijk is om binnen dat bestaande budget in ieder geval nu
al te blijven. Derhalve zijn daarvoor de kosten van de gemeente in ieder geval duidelijk hoger dan en kunnen
we niet meer praten over kostenneutraliteit. Dat is in ieder geval in afwijking van datgene
De heer Zweers
Dat weet ik nog helemaal niet, want dan komt u op het punt wat meneer Mullink zei: als je twee velden tegelijk
aanbesteedt, dan kan dat per veld wel eens goedkoper zijn. Dus u heeft één kunstgrasveld met renovatie:
kost x. Twee kunstgrasvelden met renovatie kost y. Dat verschil dient Sportclub Brummen bij te betalen.
Daarbij komen dan nog een stukje van die kosten zoals u hier genoemd heeft en dan moet u aan Sportclub
Brummen vragen: bent u bereid en in staat dat voor uw rekening te nemen? Dán kunnen we pas zeggen:
het lukt of het lukt niet. U insinueert nu al hier: die kosten kunnen niet te allen tijde op Sportclub Brummen
verhaald worden. Dat ontgaat mij.
De voorzitter
Ik stop even de interruptie. De wethouder maakt zijn betoog af en u krijgt in tweede termijn de gelegenheid
om uw opmerkingen nog weer te maken.
Wethouder, was u klaar met uw betoog of bent u aan het afronden?
Wethouder Omta
In die zin, voorzitter: buiten de extra kosten zoals door mij genoemd zitten we gewoon inderdaad met een
vertraging die het in het geheel oproept. Meer kan ik op dit moment niet zeggen, want – en dat ben ik helemaal
met de heer Zweers eens – we hoeven niet een herhaling te hebben van datgene wat we een maand
geleden hebben gehad.
De voorzitter
Oké, de tweede termijn. Wie wenst gebruik te maken van de tweede termijn? Niemand.
Wenst iemand stemming over dit voorstel? Per fractie. De heer Groot?
De heer Groot
Ik wil eerst even schorsen.
De voorzitter
Oh, ik dacht, als ik het woord van de heer Van Klinken begreep, dat u
De heer Groot
Ik vraag aan meneer Van Klinken wat hij bedoelt.
De voorzitter
Dan gaan wij de schorsing eventjes in, twee minuten, niet langer.
De voorzitter schorst de vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering.
33

De voorzitter
Ik vraag of er een fractie dan wel een persoon een stemverklaring wenst af te leggen. We zitten aan het
eind van de tweede termijn. Ik had al even aanstalten gemaakt voor een stemming. Wenst iemand gebruik
te maken van een stemverklaring? De heer Van Klinken.
De heer Van Klinken
Ik zou graag nog een aanvullende vraag stellen aan de wethouder. Betekent het, als wij dit voorstel zouden
– nee, laat ik het andersom formuleren: geldt het feit dat in de motie is aangegeven dat het geen vertraging
mag opleveren en dat het niet meer geld mag kosten? Klopt onze indruk dat het wél vertraging oplevert en
dat het wél extra geld gaat kosten? Dat is even mijn vraag aan de wethouder.
De heer De Looff
Ter interruptie, voorzitter: deze vraag geeft in feite al het antwoord dat de PvdA-fractie wil horen. Ik denk
dat dat geen uitvoering geven is aan de motie die we als raad hebben aangenomen.
De voorzitter
Luister nou eventjes, sorry, dat ik even interrumpeer. Er is een vraag gesteld aan de wethouder. Voordat de
wethouder daar een antwoord op heeft kunnen geven, hebt u reeds uw politieke oordeel over het spel dat nu
gespeeld wordt klaar. Dus ik zou, nee, nee, wacht eventjes, de heer Van Klinken heeft mij gevraagd of hij
een vraag aan de wethouder mag stellen. Dat betekent dat ik nu de wethouder daar gelegenheid voor geef.
In afwijking van de reglementen van een derde termijn mag er een korte vraag gesteld worden. Gaat uw
gang, wethouder.
De heer Mullink
Voorzitter, mag ik ook een vraag stellen? De vraag is namelijk of de vertraging groter is dan een jaar of
niet.
De voorzitter
Die twee vragen. Nog meer van die korte, duidelijke vragen? Die kunnen ook kort en duidelijk beantwoord
worden. Vraag 1, antwoord?
Wethouder Omta
Kort en duidelijk, voorzitter: het kost méér en de vertraging is duidelijk aanwezig. Of het méér dan een jaar
is, nou, dat is mede afhankelijk van de onderhandelingen die dan op een gegeven moment plaats moeten
vinden met Sportclub Brummen. Ik denk dat het zeker méér dan een jaar zal gaan kosten.
De voorzitter
Nou moeten we even goed oppassen. Want er ligt dus een motie die een ander
Wethouder Omta
Maar ik geef antwoord op een vraag.
De voorzitter
Ik heb het niet meer tegen u, ik heb het tegen de raad. Er ligt een motie. Dit is daar een variant op, toch?
Hoe verhoudt zich dit voorstel tot de motie? Want als je tegen dit voorstel stemt, dan wordt de motie ongebreideld
uitgevoerd, want er ligt namelijk al een eerdere uitspraak. Dat is namelijk het gecompliceerde. Als
u zegt: dit voorstel verwerpen wij, dan betekent dat gewoon dat de motie verder uitgevoerd gaat worden.
De heer Groot
In de motie staat een aantal dingen waaronder een voorstel om iets aan te passen en een conditie waaronder
dat zou moeten gebeuren in tijd en in geld.
De heer Bruning
Er is volgens mij min of meer een soort van tussen-politiek oordeel aan de orde. De motie is raadsbreed
aangenomen. Er waren twee belangrijke voorwaarden. De wethouder zegt nu onomwonden: het kost meer
dan een jaar – dat zegt hij aan het eind.
34

De heer Zweers
Dat verwacht hij.
De heer Bruning
Ja, nee, oké. En hij zegt van: het gaat meer geld kosten. Van beide is de nota niet overtuigend, naar mijn
opvatting. Als het zo is dat de wethouder gelijk heeft, dan hebben wij een motie aangenomen die onuitvoerbaar
is volgens de wethouder en dat betekent dat we het proces nu moeten stopzetten. Dat wil ik niet, want
ik denk dat het wel mogelijk is en dat de wethouder meer moeite moet doen om die motie uit te voeren.
Maar dat is wel een belangrijk politiek punt naar mijn opvatting.
De voorzitter
Oké. “De wethouder zegt dat deze motie onuitvoerbaar is” – is dat de juiste conclusie van de heer Bruning?
Wethouder Omta
De wethouder is van mening dat hij met dit voorstel uitvoering heeft gegeven aan de motie en daarbij aangeeft
dat inderdaad de uitvoering van de motie gevolgen heeft zowel financieel als in tijd en derhalve in
spanning staat met de motie.
De heer Bruning
Een maand na aanname van de motie zegt u dus dat-ie
Wethouder Omta
Hij is niet aangenomen.
De heer Bruning
Ik zeg: u zegt dus een maand na de aanname van de motie dat de motie eigenlijk niet uitgevoerd kan worden
omdat er niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan?
De heer Groot
Nou moet u toch wel even ophouden. We hebben een motie ingediend – die kennen we allemaal – en die
had een doel om iets te realiseren en had condities gesteld waarbinnen dat moet gebeuren. Het verbaast
mij al dat meneer Mullink, als hij over financiën spreekt nonchalant zegt “dat zijn maar kanttekeningen” –
dat zijn serieuze overwegingen. We hebben de motie aangenomen en dat geldt voor alle aspecten en als
wij dus wat hier nu voorligt niet steunen, die knip, dan geldt de motie precies zoals we hem hebben aangenomen.
Als men niet bereid is alle aspecten van de motie serieus te nemen – zoals wij dat wel zijn – ja, dan
kunt u zeggen wat u wilt. Wij zijn bereid alle aspecten, en die hadden ook betrekking op de condities, serieus
onder ogen te zien. Punt uit. Zo is het afgesproken en als aan de condities niet kan worden voldaan, ja,
dan zijn wij niet van mening veranderd, dan zijn de omstandigheden niet zoals we graag gehoopt hadden
dat ze waren. Ik denk dat het reëel is dat we oog hebben voor de werkelijkheid. Als wij dus dit nu afwijzen
dan krijgen we alsnog, neem ik aan, nader verslag, want dat heeft u ook in de motie gevraagd, dus uw opmerking
van: dit is uitvoering en wat moet ik ermee – we hebben gevraagd om verslag van z’n bevindingen.
En als wij dus deze split afwijzen, dan krijgen we straks gewoon een totaaloverzicht van de pogingen en de
inspanningen om de motie uit te voeren, inclusief de vraag of dat kon binnen de condities die we wilden. Zó
hebben we het gezegd en elk van de negentien raadsleden die dat heeft aangenomen is denk ik ook verplicht
zo verder te handelen.
De heer Zweers
Helemaal mee eens, meneer Groot. En ik herhaal even de woorden van de voorzitter: de termijn die toegezegd
is, is minder dan een jaar. Ik heb nog niet met overtuiging gehoord van de wethouder – het enige argument
dat hij gebruikt is: ik moet gaan onderhandelen met Sportclub Brummen – ik heb even naar de
vertegenwoordigers van Sportclub Brummen zitten kijken en toen hij dat zei zaten ze meewarig te
schudden. Dus dat moet nog blijken, die onderhandelingen zijn nog niet gevoerd. Als het minder dan een
jaar is dan voldoet het gewoon aan onze motie.
De heer Groot
We zullen verslag krijgen en dan zullen we het zien. Ik heb in ieder geval bij de motie heel goed gehoord
dat we zeiden dat het voor de deelnemers in het spel – en dat waren er méér dan degenen waar we nu over
spreken – geen vertraging in de zin van geen vertraging van betekenis en ik moet eerlijk zeggen dat het
begrip een jaar wat mij betreft niet in overeenstemming is met de geest van ons gesprek van toen.
35

De heer Zweers
Het is letterlijk zo gezegd en als Turbulas aan het eind van de zomer de beschikking heeft over een kunstgrasveld
en Sportclub Brummen volgend voorjaar, voldoet dat volledig aan onze motie.
De heer Groot
We zullen het zien in de verslaglegging.
De voorzitter
Oké. Ik ga nu – meneer Zark nog een opmerking? – want ik wil toch een keer overgaan tot stemming over
dit voorstel.
De heer Zark
Ja, voorzitter, even persoonlijk – ik ben de vorige keer niet aanwezig geweest bij het hele debat – wij spreken
hier over een situatie waarin al jaren gesproken wordt om de sportfaciliteiten voor de korfbal te verbeteren
daar waar blessures ontstaan, daar waar problemen ontstaan. Daarbij kwam op een gegeven ogenblik
het probleem van een engerlingenveld. Daar zijn duidelijke uitspraken gedaan. Er zijn verwachtingen geschapen.
Ik denk op een gegeven ogenblik dat je je dan moet realiseren: wat is het belang van de sport in
onze gemeente? Daarnaast is op een gegeven ogenblik de discussie gekomen tussen de gemeente en
Sportclub Brummen
De voorzitter
Sorry, meneer Zark, ik moet u toch onderbreken, want u begint nu van nul af aan. U begint nu de hele geschiedenis
te herhalen.
De heer Zark
Nee, het gaat me erom: straks moet ik een stemverklaring afleggen.
De voorzitter
Doet u dat nu maar vast ja.
De heer Zark
Daar ga ik dus naartoe. Dat betekent dus heel concreet dat het proces waarin we nu zitten ten aanzien van
het voetbal langer zal duren. Ik denk dat we maar één conclusie kunnen trekken en dat is zo snel mogelijk
realiseren van het veld voor de korfbal en zo snel mogelijk de onderhandelingen met de Sportclub Brummen
verder opstarten. Dat betekent ook dat in die lijn ik ook mijn besluit zal nemen, voorzitter.
De voorzitter
Dat u vóór het voorstel zult stemmen?
De heer Zweers
Wij willen niet anders, hoor.
De voorzitter
Het aardige is: bij een stemverklaring zeg je meestal of je voor of tegen iets bent. U besluit uw stemverklaring
dat u, maar goed, ik ga nu toch – ja, mensen, moet u eens luisteren, dit is niet meer voor te zitten. We
hebben net een schorsing gehad. Maakt u het nou duidelijk, we hebben net een schorsing gehad, iedereen
gooit maar wat in het midden. Het is duidelijk: er ligt een voorstel van het college. U gaat akkoord of u gaat
niet akkoord. Wat krijgen we nou toch? We gaan toch niet drie keer schorsen over zo’n voorstel.
Ik verzoek iedereen aan de tafel te gaan zitten en ik ga over tot stemming, want dit kan dus niet op deze
wijze.
Ik vraag of iemand hoofdelijke stemming wil.
De heer Zweers
Ik wil graag hoofdelijke stemming.
36

De voorzitter
Ik trek een nummer en ik kijk naar de lijst. Het is nummer 13. Vóór betekent dus voor dit voorstel van B&W,
met alle complicaties en implicaties – dus dat is duidelijk.
Ik begin bij:
Mevrouw Roelands: tegen.
Mevrouw Smith: tegen.
Mevrouw Verver: voor.
De heer Van Weteringen: tegen.
Mevrouw Ypma: voor.
De heer Zark: voor.
De heer Zweers: tegen
De heer Blom: tegen.
De heer Te Bokkel: tegen.
De heer Brummelman: voor.
De heer Bruning: tegen.
De heer Groot: tegen.
Mevrouw Ter Hoeven: tegen.
De heer Van Klinken: tegen.
Mevrouw Van Lenthe: tegen.
De heer De Looff: tegen.
De heer Mullink: tegen.
De heer Paauw: voor.
De heer Pawlot: tegen.
Het voorstel is 14 stemmen tegen en 5 stemmen voor.
De heer Zweers
Dan is de motie aangenomen.
De heer Groot
Maar de uitvoering, daar gaat het om.
Na hoofdelijke stemming wordt het collegevoorstel verworpen.
17. Motie IPV betreffende waarnemerschap Palestijnse gemeenteraadsverkiezingen
De voorzitter
Er is een motie ingediend door de fractie van het IPV. Het onderwerp is: waarnemerschap Palestijnse gemeenteraadsverkiezingen.
Mag ik nog even de aandacht van een ieder.
De motie luidt als volgt:
“De raad,
overwegende dat:
• via de VNG lokale bestuurders, zowel wethouders als gemeenteraadsleden, worden opgeroepen
zich als waarnemer bij de Palestijnse verkiezingen aan te melden;
• de Palestijnse (gemeenteraads)verkiezingen een belangrijke stap zijn in het democratiseringsproces;
• buitenlandse contacten – van de gemeente Brummen bedoelen ze – momenteel alleen representatief
zijn (Japan en Polen) en geen politieke meerwaarde hebben;
• er binnen het budget internationale contacten van onze gemeente voldoende geld beschikbaar
is;
• er een rechtstreekse vertegenwoordiging uit de Brummense gemeenteraad mogelijk is,
spreekt uit:
37

• dat het benodigde bedrag voor het waarnemerschap door het IPV-raadslid de heer Bruning bij
de Palestijnse verkiezingen van maximaal € 2.000 uit het budget Internationale betrekkingen
beschikbaar dient te worden gesteld,
en verzoekt het college:
• voorstellen te doen aangaande nadere regels betreffende internationale betrekkingen waarbij
de politieke meerwaarde richtinggevend dient te zijn.
En gaat over tot de orde van de dag.”
Ik maak hierbij een drietal opmerkingen.
Het is een zaak van de raad. Punt. Dus B&W gaat daar niet over.
Punt twee: ik bestrijd dat de buitenlandse contacten alleen representatief zijn. Dat geldt misschien wel voor
Japan, maar dat geldt zeker niet voor Polen. Om die contacten representatief te noemen is onjuist. Er is wel
degelijk sprake van een meer dan representatief karakter.
Het derde is – dat vind ik altijd een beetje lastig: u zadelt, als u deze motie aanneemt, het college op voorstellen
te doen aangaande nadere regels betreffende internationale betrekkingen – dat is niet zo moeilijk –
waarbij de politieke meerwaarde richtinggevend dient te zijn. Nou is niet duidelijk wat u met politieke meerwaarde
bedoelt, want als u dat niet nader definieert dan zadelt u B&W met een onmogelijke opdracht op.
De heer Groot
Misschien moeten we eerst een debat daarover hebben.
De voorzitter
Kennelijk lees ik eruit dat de contacten bij het waarnemen bij verkiezingen wel een politieke meerwaarde
heeft en met een nieuwe democratie die net toegetreden is tot de Europese Unie en waar contacten met
gemeenteraadsleden zijn, heeft dat kennelijk geen politieke meerwaarde. Kennelijk moeten de regels nog
opgesteld worden wat politieke meerwaarde is, maar bij voorbaat valt dus het waarnemerschap daar al onder,
want u vraagt al het geld terwijl de discussie over wat is nou politieke meerwaarde en wat zijn die regels
nog geformuleerd moeten worden.
De discussie is aan de raad. Wie wenst het woord hierover?
De heer Zweers
Ik wil eerst wat vragen, voorzitter.
De voorzitter
Ja, gaat uw gang. De heer Zweers, Te Bokkel; wie nog meer? De heer Pawlot en de heer De Looff. In die
volgorde. Meneer Zweers.
De heer Zweers
Kijk, we hebben een jaarbegroting, we hebben daar budgetten voor. Het budget Internationale betrekkingen
– daar gaan wij niet over, want dat is een product binnen een totaal budget van bestuur en organisatie.
Mijn vraag is: kunnen wij als raad het college opdracht geven om binnen producten te schuiven? Ik weet het
niet. Is dat aan ons of komt iemand met een voorstel naar het college toe en is het een zelfstandige bevoegdheid
van het college? Dat is mijn vraag.
De voorzitter
Het eerste antwoord: het college heeft gezegd: als we dit toetsen aan de regels die er nu voor zijn, waar dat
geld de laatste jaren aan besteed is, dan past dit daar niet in. Dus we hebben het teruggelegd bij de raad.
Het college kan dat niet toetsen, er zijn geen regels voor.
De heer Zweers
Laat ik het dan anders voorstellen: is het college bereid uit de programmabegroting – 1 is dat geloof ik waar
bestuurlijke contacten in zitten - € 2.000 vrij te maken ter vrije besteding aan de raad om dat in te vullen?
De voorzitter
Als de raad vindt dat hieraan geld ter beschikking gesteld moet worden dan voert het college dat uit en zal
dat geld ter beschikking gesteld worden. Het college zegt zelf: we hebben geen criteria om te toetsen, maar
38

uw raad is hoofd van de gemeente, dus als uw raad vindt dat hier € 2.000 uit beschikbaar gesteld moet worden,
dan dient het college dat uit te voeren.
De heer Zweers
Maar binnen het budget, hè?
De heer Groot
Nou weten we het wel, laten we nou eerst het debat eens even voeren.
De voorzitter
Dat is het punt. Meneer Te Bokkel was de eerste die zich meldde. Meneer Te Bokkel.
De heer Te Bokkel
Dank u wel, voorzitter. Wij willen er eigenlijk het volgende over zeggen: in de eerste plaats vinden we eigenlijk
dat de heer Bruning een verkeerde aanvang genomen heeft met zijn voorstel. Hij heeft ons inziens
zich opgegeven c.q. aangevraagd bij de VNG om daar naartoe te gaan. Daarna pas vindt er discussie
plaats, veelal via de mail: wie zal dat betalen. En dat vinden wij nu eigenlijk dat dat niet past zoals het IPV
omgaat met openheid.
De heer De Looff
Ter interruptie: er ligt nu een motie.
De heer Te Bokkel
Meneer De Looff, misschien mag ik even uitspreken?
De voorzitter
Gaat uw gang, meneer Te Bokkel, want dat bepaal ik.
De heer Te Bokkel
Het CDA ziet absoluut de noodzaak in van een snelle en goede oplossing in de Palestijnse gebieden. Wij
vinden dat goede en betrouwbare gemeenteraadsverkiezingen daar zeker bij horen. We willen wel graag
dat uit deze motie de puntjes “buitenlandse contacten”, “er binnen het budget” en “voorstellen” geschrapt
worden en dan kan het CDA zich wel vinden in deze motie.
De voorzitter
Dank u wel. De heer Pawlot.
De heer Pawlot
Voorzitter, dank u wel. Ook wij vinden het van belang dat een deelnemer van de gemeenteraad van Brummen
de penetrante spruitjeslucht een keer ontsnapt en iets daadwerkelijk belangrijks gaat doen. Bij dezen
vinden wij ook dat we jou daarin moeten steunen.
Alleen de motie deugt van geen kanten. Meneer Te Bokkel heeft er al een aantal opmerkingen over gemaakt.
Als ik al naar het voorstel kijk, dan staat daar: “Een bedrag van € 2.000 maximaal ter beschikking te
stellen voor een waarnemer vanuit de gemeente Brummen bij de Palestijnse gemeenteraadsverkiezingen”.
Nou, stel nou eens dat we met z’n achttienen willen gaan of met z’n vijftienen en je hebt € 2.000, dan kunnen
we allemaal met de fiets naar Palestina – dat wordt niks. Dus dat moet eruit.
Verder onderschrijf ik de opmerkingen van de heer Te Bokkel. “Buitenlandse contacten” en “er binnen het
budget” en “er een rechtstreekse vertegenwoordiging uit Brummen” – dat is allemaal niet van belang. Bovendien
vinden wij dat in toekomstige situaties als deze altijd – wij willen eigenlijk ook niet het college opzadelen
met het uitvoeren of het bedenken van regels hierover – ik vind dat het aan de raad is om individueel
iedere keer te bekijken als er een uitzonderlijke zaak aan de orde is, zoals dat nu is, en dat wij als raad
daarover kunnen beslissen.
Voor de rest kunnen wij instemmen met de motie, mits u bereid bent het voorstel zoals dat origineel staat
“Een bedrag van maximaal ter beschikking” aan te passen, want uiteindelijk zijn er misschien wel tien mensen
die naar Palestina willen, dus die moet je dan ook de gelegenheid geven. Want nu staat er heel expliciet
€ 2.000 maximaal. Voor de rest kunnen wij ons er wel in vinden en we hopen dat je daar nuttig werk
gaat doen en dat neem ik ook direct aan.
39

De voorzitter
De heer De Looff.
De heer De Looff
Weinig op te reageren anders dan dat wij bereid zijn uiteraard die drie punten uit de motie te schrappen.
De voorzitter
Laten we dan even gelijk kijken wat eruit geschrapt wordt. Het voorstel is onjuist, zegt de heer Pawlot, bovenaan
wat in het zwart gedrukt staat. Wat moet dat worden?
De heer De Looff
€ 36.000 moet dat worden, achttien man.
De voorzitter
Dat begrijp ik, op de fiets, ja.
“Een bedrag van € 2.000 ter beschikking te stellen voor de heer Bruning als waarnemer vanuit de gemeente
Brummen bij de Palestijnse gemeenteraadsverkiezingen.” Punt.
De heer Zweers
Tenzij je twee streepjes op “een” waarnemer zet.
De voorzitter
Eén waarnemer, ja; dat kan ook.
Dan het derde liggende streepje bij de overwegingen moet eruit – de zin die begint met “buitenlandse contacten”.
En dan het vierde streepje moet er ook uit, ja.
Ik begrijp ook het verzoek aan het college om voorstellen te doen aangaande betrekkingen met politieke
meerwaarde moet er ook uit. Dus eigenlijk spreekt de raad uit dat de Palestijnse verkiezingen een belangrijke
stap in het democratiseringsproces zijn en dat er één waarnemer van de gemeente Brummen daar naartoe
gaat en dat dat € 2.000 kost. Punt. En dat de raad die ter beschikking stelt.
De heer Zweers
Dat ben ik met u eens. Dus “uit het budget Internationale betrekkingen” moet er ook uit.
De voorzitter
Ja, dat heb ik er al uit gegooid.
De heer Zweers
Spreekt uit – dat heeft u niet gezegd.
De voorzitter
Daar hebt u gelijk in. Dat luidt: “spreekt uit dat het benodigde bedrag voor het waarnemerschap door het
IPV-raadslid de heer Bruning bij de Palestijnse verkiezingen van maximaal € 2.000 beschikbaar dient te
worden gesteld.”.
Wethouder Hogenboom
En in dit huis is het altijd een goede gewoonte om een dekking aan te geven en ik zou willen voorstellen om
daar Onvoorzien bij te zetten.
De voorzitter
Ja.
De heer Zweers
Dat is een van die dingen die ik gevraagd heb. Dit kan uit het programma blijkbaar.
De voorzitter
Nee.
40

Wethouder Hogenboom
Dat is niet geantwoord en dat is ook niet zo.
De voorzitter
Er is geschrapt dat het uit het budget Internationale contacten komt.
De heer Zweers
Dat heb ik ook niet gezegd, want het budget Internationale contacten is een product binnen het programma.
De heer Groot
Laten we alsjeblieft hierover stoppen, het staat er nu en iedereen is het erover eens.
De heer Zweers
Ja, ongevraagd zegt de wethouder en ik begrijp dat best, de wethouder Financiën zegt: je moet een dekking
aangeven.
Mevrouw Verver
Dat heeft hij ook gedaan.
De voorzitter
De dekking wordt dus onvoorzien.
Wenst iemand stemming hierover? Niemand. Dan is deze motie, deze gewijzigde motie aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie, met inachtneming van bovenvermelde wijzigingen, aangenomen.
De voorzitter
Dames en heren, we zijn hiermede gekomen aan het einde van de agenda.
Mevrouw Verver
Voorzitter, er is nog een agendapunt waarvan u zei: als het 00.00 uur is, dan kan ik hem niet voorzitten en
ik kan me voorstellen dat u hem nu nog wel even voor kunt zitten.
De voorzitter
Ik wilde het volgende voorstellen om deze raadsvergadering eerst te beëindigen en te sluiten en daarna
moet er een schorsing komen van B&W om helderheid te verschaffen en dan heropenen we een nieuwe
raadsvergadering, of een schorsing, zo mag u het ook noemen. Maar ik wilde nu eerst deze raadsvergadering
afronden als u het goed vindt.
Goed, omdat het de laatste raadsvergadering is
De heer Te Bokkel
Ik denk dat mevrouw Verver en u het over twee verschillende dingen hebben. Ik denk dat mevrouw Verver
over andere zaken denkt als dat waarom u straks na de
De heer Bruning
Voorzitter, wilt u misschien – het is uw laatste dag – en
Mevrouw Verver
Dat mag je niet hopen voor hem.
De heer Bruning
Nee, als burgemeester van een gemeente in Nederland. Is het misschien een idee dat u de microfoon uit
doet en het woord aan mevrouw Verver geeft? En dan komt alles goed. U kijkt me aan met een paar ogen
van: wat gebeurt hier? Maar laat dat maar.
De voorzitter
Maar ik zit nog met dat agendapunt.
41

Mevrouw Verver
Wat ik bedoelde is dus waar we het zopas over hadden en dat we in de openbaarheid nu zouden bespreken.
De voorzitter
Maar dat is nog niet duidelijk.
Mevrouw Verver
Dat is nog niet duidelijk – oké.
De voorzitter
Daar is namelijk verwarring over ontstaan aan het eind van dat besloten gedeelte. Daar zal dus eerst schorsing
over moeten zijn van B&W en er zal volstrekte duidelijkheid over moeten zijn of er sprake is nog van
beslotenheid of openheid. Daarom wou ik deze vergadering eerst afronden en dan kan er schorsing plaatsvinden
en dan kan er gekeken worden of er in openheid dan wel in beslotenheid verder wordt gegaan.
De heer Groot
Dat punt, dat doen we toch niet meer?
De voorzitter
Luister, dat punt is blijven hangen en wij zullen proberen om dat vandaag nog te behandelen, maar er is onduidelijkheid
of we dat in openheid dan wel beslotenheid doen. En daar dient uw raad eerst helderheid over
te krijgen van het college, want wat voor de een een trouvaille was, was voor de ander een mist.
De heer Groot
Wij willen graag afscheid van u nemen op enig moment. Onze regisseur is mevrouw Verver, dus laat die
even.
Mevrouw Verver
Voorzitter, ik heb begrepen dat u zegt van: ik wil deze vergadering eerst even afronden. Ik heb ook begrepen
dat u zegt van: het is mijn laatste vergadering die ik hier voorzit en ik wil nog graag iets zeggen. De
meerderheid van de raad, oftewel unaniem, heeft gezegd: we moeten hem alle ruimte geven.
Daarom neem ik nu even het woord als voorzitter van u over en u krijgt van mij het woord om alles wat u
wilt zeggen hier neer te leggen.
De heer Kozijn
Nou, dank u wel. Dat ga ik doen. Ik ga hier maar even staan.
Geachte leden van de raad van Brummen, mevrouw de griffier, wethouders, dames en heren.
Als ik straks de hamer laat vallen als teken dat deze gemeenteraad afgelopen is, dan is dat tevens naar het
zich laat aanzien het teken dat er een einde is gekomen aan mijn werkzaamheden in het openbaar bestuur.
Eenendertig jaar ben ik actief geweest als raadslid, wethouder en burgemeester. Ik kan de verleiding niet
weerstaan om iets te zeggen over de ontwikkelingen die ook op het gemeentelijke terrein in die dertig jaar
hebben plaatsgevonden. U staat mij toe nog één maal mijn stokpaarden te berijden.
Ik ben lid en actief geworden van een politieke partij aan het eind van de jaren zestig. Het was het tijdperk
van de participatiedemocratie. Inspraak, medezeggenschap en openheid waren de sleutelwoorden. Politiek
leefde. Je kon geen zaterdaguitzending van De Rooie Haan missen en het wekelijkse Vrij Nederland en
W.L. Brugsma’s HP waren onze gidsen. We streden om een plaats op de kandidatenlijst en we waren van
plan om de samenleving te veranderen. De voorspelling van de Amerikaanse politicoloog Bell dat we “The
end of the ideology” hadden bereikt logenstraften we. We hadden een ideologie, we wisten wat goed en fout
was, we wisten wat links en rechts was. We waren zeker van de koers waar de samenleving heen moest.
Partij en partijprogramma waren doorslaggevend.
We zijn dertig jaar verder. Politiek is uit. Politieke opwinding is er nauwelijks meer en steeds meer krijg ik
het idee dat het verschil tussen politieke partijen een onsje meer of een onsje minder is, of het is een verschil
in tijd. De ene partij durft bijvoorbeeld iets eerder te zeggen dan de andere partij dat artikel 23 van de
Grondwet niet deugt, of dat de burgemeester gekozen moet worden, of dat allochtonen verplicht moeten
worden tot het volgen van inburgeringscursussen.
Niet alleen politiek is uit, maar de droom van de participatiedemocratie is over. De markt heeft het pleidooi
gewonnen en op de markt kun je niet deelnemen maar slechts kopen. Het is om die reden dat ik niet opge-
42

wonden raak van de zogenaamde kloof tussen de kiezers en de gekozenen. Zolang ruim 60% hier in Brummen
de gemeenteraad kiest maak ik me geen zorgen. De overgrote meerderheid vindt het prima zoals het
gaat, die vertrouwen u als gemeenteraadsleden, die hebben u een mandaat verleend. Daarom moet u wel
heel goed luisteren naar wat er in de samenleving plaatsvindt. U moet als het ware regelmatig de peilstok in
de samenleving steken.
Een van de redenen dat de burgers niet meer participeren is dat de samenleving erg ingewikkeld is geworden.
Vorige week hield onze medewerker de heer Schulp een presentatie in deze raadszaal over de Stedendriehoek.
Hoe krijg je dat verhaal met alle ins en outs aan de burger, dacht ik bij mezelf, uitgelegd.
Degenen die u tegenkomt op hoorzittingen of opiniërende raadsvergaderingen zijn behalve een klein
percentage hobbyisten, die u bij name kent, mensen die iets van u willen – een derde lokaal, een golfbaan
bijvoorbeeld – of mensen die zich in hun belangen bedreigd of geschaad voelen, mensen die iets verliezen
– hun uitzicht door nieuwbouw, hun school om de hoek. U moet hen wel serieus nemen maar zij hebben
vaak een hoog “Nivea”-gehalte: niet in voor- en achtertuin.
De marktideologie heeft van de burgers kopers en consumenten gemaakt. het Sociaal Cultureel Planbureau-rapport
van vorige week meldt dat de burgers meer ontevreden zijn over de producten van de overheid.
Veiligheid en zorg zijn voorbeelden waar de overheid tekort schiet.
De rijksoverheid vindt de oplossing in het benadrukken van de eigen zelfstandigheid van de burgers en het
introduceren van marktwerking op gebieden waar de overheid nog monopolist is. Marktwerking in de zorg
moet deze zorg betaalbaar houden en organisaties efficiënter en effectiever laten werken. Vanavond hebt u
over het welzijnsbestek gesproken, over de producten. Het woord bestek houdt in dat de opdrachtgever verwacht
dat de uitvoerder de in het bestek opgenomen werkzaamheden voor een overeengekomen prijs uitvoert.
Nu nog met één aanbieder, de Stichting Welzijn Brummen, straks onder de WMO zullen andere partijen
zich aanbieden en zult u de discussie met elkaar voeren over de gunning. Marktwerking, u kunt het
verafschuwen, maar de toenemende druk om met schaarser wordende middelen een sluitende begroting te
hebben zal ertoe leiden dat u van de marktwerking meer en meer gebruik zult maken.
Sommigen zijn de gemeente als een bedrijf gaan zien. Dertig jaar geleden kwam dat niet op bij ons. Ik beoordeel
de beïnvloeding van het bedrijfsmatig denken als positief. Dertig jaar geleden werd een gemeentesecretaris
geselecteerd op zijn juridische kennis. Het feit dat hij leiding moest geven aan een organisatie
speelde nauwelijks een rol. Vandaag de dag wordt eerst en vooral naar de managementkwaliteiten gekeken
van de directeur en dat is noodzakelijk. De gemeente is een bedrijf dat producten en diensten produceert
maar het is geen gecompliceerdere organisatie dan een ander bedrijf met bijvoorbeeld 150 werknemers. In
een gewoon bedrijf is een directeur die jaarlijks de targets vaststelt en die alle ondergeschikten in de productie
aanstuurt. De raad van commissarissen houdt toezicht op de raad van bestuur of de directeur.
De vergelijking tussen de raad van commissarissen en de gemeenteraad is principieel onjuist. Weliswaar
stelt de gemeenteraad de programmabegroting vast, maar iedere maand kan er per motie of amendement
iets anders worden afgedwongen. Een derde lokaal van een school, een kunstgrasveld, een rotonde, wat de
raad op dat moment maar belangrijk vindt. In de gemeentelijke organisatie zijn veel meer rollen dan in een
marktorganisatie. Bovendien is er geen eenduidige opvatting over wat noodzakelijk is. Politieke partijen
kenmerken zich door verschillende opvattingen.
Naast medewerkers, directeur en raad van commissarissen heb je in de gemeente ook nog een college van
B&W, wethouders, een griffier en een burgemeester. Allemaal met eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Dat leidt ertoe dat het leidinggeven in een dergelijke organisatie een stuk lastiger is.
Bovendien, omdat het de publieke zaak betreft, staat het handelen onder scherp toezicht van de pers. De
vrije pers is een groot goed in een democratische samenleving en het scherp in de gaten houden en kritisch
volgen van bestuurders is hun opdracht. Dat neemt echter niet weg dat zorgvuldigheid in verslaggeving en
een duidelijke scheiding in feiten en meningen van de pers verwacht mag worden.
Even een beetje water, want ik neem natuurlijk de tijd – dat hebt u allang gemerkt.
De digitalisering van de samenleving gaat in razend tempo. Het geeft ook aan het gemeentebestuur tal van
mogelijkheden om zowel het beleid beter voor het voetlicht te krijgen als aan de burger op een modernere
manier producten aan te bieden. Veel meer informatie staat de burger straks ter beschikking. We zijn in dertig
jaar van de gestencilde raadsstukken naar per e-mail aangeleverde informatie overgegaan. Zelfs de wethouders
hebben hun agenda vervangen door onbegrijpelijke elektronische tiktoestelletjes waar ze in ieder
geval meer tijd aan kwijt zijn dan meneer Groot in zijn mini-agenda. De zegen van de digitalisering dus,
maar pas op voor digitaal denken. Ja, nee, ja, nee, enzovoorts. Of je je belastingformulier invult. Maar het
wezen van politiek is afwegen, het afwegen van onvergelijkbare verlangens en wensen.
Dames en heren, de afname van de participatiedemocratie leidt er steeds meer toe dat we een personendemocratie
krijgen. Niet het programma en de partij maar de persoon die een belichaming is van een partij
is bepalend. Niet de PvdA is populair – dat zijn immers oude regenten zoals ik – maar Wouter Bos trekt
stemmen. Leers overwoog in Maastricht zich als onafhankelijke kandidaat beschikbaar te stellen want te
veel identificatie met het CDA verhoogt zijn populariteit niet. In de samenleving waar de een tegen de ander
opbiedt in flinkheid wordt de vraag om “mannetjes” die het fiksen sterker. Laatst zag ik in het programma B
en W op de televisie burgemeesterskandidaten die na gekozen te zijn de zaken in hun gemeente eens flink
43

zouden veranderen. Bij iedere uitspraak die ze deden bleek dat onze vertrouwenscommissie hen geen gesprek
waardig had gevonden. Pas op voor “mannetjes”!
Ik vind de ontwikkeling naar een personendemocratie een breuk met de geschiedenis van dit land. Enige
kennis van de geschiedenis laat zien dat dit land vanaf het begin – 1648 de Vrede van Munster – groot is
geworden door colleges. Dit land is altijd door colleges bestuurd. We zijn een land van minderheden waar
compromissen sluiten in onze natuur ligt, waar collegiaal bestuur in onze genen aanwezig is. Daar past
noch een gekozen burgemeester, minister-president of kabinetsformateur in.
Daar horen soms wel achterkamertjes bij. Om compromissen te sluiten moet je nu eenmaal onderhandelen
en daar heb je soms de beslotenheid voor nodig. Ik begrijp niet dat het woord achterkamertje zulk een negatieve
gevoelswaarde heeft. Er is niks tegen een achterkamertje als je later maar wel vertelt wat je inzet en
je concessies zijn geweest.
Wat niet veranderd is in dertig jaar is de roep om minder regels. Het zijn er steeds meer geworden en het
zullen er steeds meer worden, omdat wij dat willen. Zodra er een gebrek optreedt of een ernstig voorval zich
voordoet vragen we de overheid om regels. De vraag om veiligheid na Enschede en Volendam leidde tot
een stortvloed aan regels en voorschriften. De dreiging van terreur bracht minister Donner ertoe om 95
voorstellen aan de kamer te doen, om maar iets te noemen. Regels vragen om handhaving en controle en
het bestrijden van die regels. Mijn advies is: laat uw kleinkinderen of uw kinderen vooral accountant en jurist
worden, dan is hun baan in de toekomst verzekerd. Een van u heeft dit advies niet nodig – die wist het zelf
al.
Dames en heren, ik stop deze algemene opvattingen over ontwikkelingen in de laatste 30 jaar en keer naar
Brummen terug.
Ik heb het als een buitengewoon plezierige ervaring gezien om hier mijn carrière te mogen afsluiten. Ik zie
terug op een periode waarin veel is bereikt. Dat hebben vooral anderen gedaan die daar lof en erkentelijkheid
voor verdienen, maar ik heb er leiding aan mogen geven. Brummen ligt er beter bij dan drie jaar geleden.
Het stof is er af. Het is een goed moment dat er nu burgemeester komt en geen waarnemer meer. Grote
veranderingen komen eraan. De ruimtelijke ontwikkelingsvisie, het woningbouwprogramma, de ontwikkeling
in de Stedendriehoek, de wet Maatschappelijke Ondersteuning, de toekomst van het onderwijs, het welzijnsbestek,
de strengere handhaving, de rechtmatigheid, de controle door de accountant, de toekomst van
de kartonindustrie en de ontwikkelingen in de agrarische sector, allemaal onderwerpen die van alle spelers,
dus medewerkers, raad en college, het nodige zullen vergen. Brummen moet zijn partijtje meeblazen. Deze
gemeente kan en mag niet meer voor middelmatigheid kiezen, maar zal ambitie moeten tonen en een gepast
zelfbewustzijn moeten uitstralen. “Kwaliteit” op alle terreinen moet het sleutelwoord zijn.
Uw kapitaal zijn uw medewerkers. U mag hen veel vragen maar u moet hen ook wat bieden. Een inspirerende
werkomgeving die kwaliteit uitstraalt is een eerste vereiste. Ik vind het jammer dat in “mijn periode” –
tussen aanhalingstekens – niet de definitieve beslissing over het gemeentehuis is genomen, maar ik ben
ervan overtuigd dat Niels Joostens pleidooi voor dit voorstel meer dan overtuigend is.
Ik heb het hier naar de zin gehad. Ik wil een ieder daarvoor hartelijk danken. U, gemeenteraad, hebt mij een
beetje meer dualistisch gemaakt en de ruimte gegeven om als burgemeester te kunnen functioneren. Wat
zeldzaam is in de politiek is dat verschillenden van u een aantal malen hun waardering verbaal en nonverbaal
aan mij hebben laten blijken. Ik ben niet iemand die lang blijft zeuren en treuren over de dingen die
niet goed zijn gegaan. Die zijn er ongetwijfeld geweest maar zijn kennelijk op een onbeduidende plaats in
mijn herinnering terechtgekomen.
Brummen is geen anonieme plaats voor mij waar toevallig een bekend hotel staat waar je golfen kunt.
Brummen is vooral voor mij een plaats geworden waar ik heerlijk gewerkt heb met raadsleden, met collegeleden,
met de griffier en de secretaris, met de medewerkers van secretarie en brandweer en met de politie.
Brummen heeft een gezicht gekregen, al die gezichten van die mensen die ik hier ontmoet heb.
Dank u wel.
Nou heb ik twee cadeautjes voor u. Ik heb in de allereerste plaats het burgerjaarverslag. Dat is dus nog door
mij, onder mijn verantwoording klaargemaakt. Dat is met stoom en kokend water vandaag van de drukker
gekomen. Het kan niet meer door mij besproken worden maar dat is ook niet zo erg, want het vorige hebt u
ook geen aandacht aan besteed. Maar ik geef het u wel even als cadeautje mee. Dus dat kan nu uitgedeeld
worden.
Ik had het er met mijn vrouw over. Ik zeg: ik vind het zo leuk om iedereen een cadeautje te geven. Ja, ja,
waar denk je dan aan?, zei ze. Ik zeg: nou, ik denk aan een boek, een klein boekje. Toen zei ze: dat moet je
niet doen. Ten eerste moeten die mensen al zo vreselijk veel raadsstukken lezen, ten tweede denk je dat
iedereen de boeken leuk vindt die jij leuk vindt, en dat is ook niet het geval, zei ze. Ik zeg: wat dan? Toen
heeft ze mij een suggestie gedaan en die heb ik hier. Dat is een wasknijper. Op die wasknijper heb ik op laten
laserstralen geloof ik – dat is iets anders dan lazerstralen trouwens – “Bedankt voor de prettige samenwerking”.
Mijn vrouw zei: dat is een heel handig cadeau. Je kunt er iemand de pin mee op de neus zetten.
Je kunt het gebruiken om de vuile was mee buiten te hangen. De griffier kan er de e-mails van Zweers mee
vastklemmen, hoewel ik dan denk dat ik haar er twee moet geven. Mevrouw Verver kan er de gestelde vragen
mee vastknijpen. Meneer Groot heeft aan één wel voldoende om alle bijdragen van zijn fractie eronder
44

te kunnen bewaren. Misschien kan de heer Bruning het ook meenemen naar Palestina waar die zijn lijst met
zijn waarnemerschappen vast kan klemmen. Kortom, ik wil u dat graag aanbieden als een uiting van de
samenwerking en daarmee mijn dankbaarheid tonen dat ik hier op deze wijze heb mogen arbeiden.
Dank u wel.
Mevrouw Verver, voorzitter
Dank u wel voor deze mooie woorden. Ik kan mij voorstellen dat er fractievoorzitters zijn die hier graag
even op willen reageren – ik weet ook zeker dat het zo is. Daarom wou ik meneer Te Bokkel het eerste het
woord geven.
De heer Te Bokkel
Dank u wel. Burgemeester, namens onze fractie wil ik ook enkele woorden tot u spreken. Het is natuurlijk
mogelijk om wel een hele avond met u en over u te spreken, maar we hebben afgesproken dat we het vanavond
kort zouden houden.
Burgemeester, wat onze fractie zeker bij zal blijven is uw wijze van leidinggeven. Een mooi en goed voorbeeld
daarvan is het optreden tijdens de grote brand bij Mayr-Melnhof in Eerbeek. Natuurlijk is openbare orde
en veiligheid een specifieke portefeuille voor de burgemeester en moet hij dat goed beheren, maar de
invulling van die taken wil soms nog wel eens verschillen. U deed het naar onze mening heel goed. Het
adequate optreden en meebeleven van de brand tijdens en nadien, vooral naar hulpverleners, medewerkers,
directieleden, pers en niet in de laatste plaats naar onze burgers, hebben bij ons en allen die ik net
noemde een zeer goede indruk achtergelaten.
Ook bij het optreden als voorzitter van de raad, zowel als voorzitter van het college als van de raad zullen
wij u herinneren als zijnde een voorzitter die dwars voor zijn college c.q. raadsleden ging liggen als mensen
politiek of persoonlijk in moeilijkheden dreigden te komen. Wij konden dat wel waarderen. Het gebeurde
soms wel eens iets te snel en op zijn Kozijns, maar ja, u had ook geen boekje van waaruit je dat anders had
kunnen leren, want dat boekje was al een eeuw zoek.
Dat boekje is nu terecht en wij hebben gemeend u dat aan te moeten bieden als herinnering aan de CDAfractie.
De schrijver overigens vertoont opvallende gelijkenissen met u. Hij was leraar, zijn voornaam was
ook Willem en hij droeg zijn werk op aan een burgemeester. Of hij ook een zo zwaarwichtig persoon was als
u is mij niet bekend, maar als u het gelezen hebt zult u mij dat best nog wel eens willen zeggen. Kortom, als
u het boekje leest kan het in het vervolg weer zijn niet volgens Kozijn, maar zoals eeuwen geleden volgens
Bartjens.
Mevrouw Verver, voorzitter
Dank u wel, meneer Te Bokkel. Meneer Zweers.
De heer Zweers
Dank je wel, tijdelijk voorzitter. Dan kom ik gelijk bij onze echte voorzitter, tot nu toe nog. Ja, waarnemer,
het lot van een waarnemer is altijd van korte tijd in principe. Maar ja, uiteindelijk is het toch tweeënhalf jaar
geworden. Dat hadden wij opdat moment denk ik niet met z’n allen voorzien. Ja, en ik denk dan toch altijd
aan die tijd terug toen een kleine commissie uit deze raad wat sollicitanten ontmoette. Een van die sollicitanten
was Kozijn. Het zweet druipte van hem af. Ik dacht eerst: dat zal van de angst zijn, maar ik heb dat
standpunt moeten verlaten want we hebben ervaren dat u geen angst kent, tenminste in ieder geval aan de
buitenkant. Maar die warmte bleef denk ik wel bij u hangen en u dacht: goh, daar moet ik toch wat aan
doen. Een koele kamer is wat lastig, ik bouw daar gewoon een nieuw gemeentehuis omheen. Maar goed,
dat heeft u nog niet mee kunnen maken.
Ja, u heeft denk ik niet de makkelijkste tijd gehad hier. De organisatie moest kantelen, u noemde dat net
“het stof moest eraf”. Het heeft wat gekost, dat hebben we allemaal kunnen zien in onze jaarrekeningen en
ook nog in de begroting, maar goed, sommige dingen kosten geld en daar zitten we met z’n allen bij.
U hebt een spannende tijd meegemaakt. U zegt 31 jaar in de politiek, in het openbaar bestuur, de laatste jaren
in het duale stelsel. Nou, dat is voor ons als raad lastig geweest, we moeten eraan wennen, maar zeker
voor een ouwe rot in het vak die dacht: goh, moet dat nou allemaal zo. Ik kan me dat best voorstellen.
Ja, we hebben u gezien als een zeer betrokken voorzitter, zeer betrokken burgemeester. Dat is voor ieder
raadslid, ook voor mij als persoon, ook voor de fractie van de VVD, wel eens lastig geweest. Tijdens debatten
nam u vaak de rol over van de wethouder. En misschien zegt het wat meer van de wethouder dan van u
dat die dat toelieten, want daar moet je natuurlijk ook in een situatie rekening mee houden.
U heeft uitgesproken standpunten. En uiteindelijk kwam dat voor ons niet nieuw voor, want in een van de
uitspraken toen wij in de sollicitatieprocedure kennis met elkaar maakten en ja of nee moesten zeggen, zei
u: als je een oppasser wilt hebben, moet je mij niet nemen, ik ben betrokken en ik zal dat laten merken ook.
Nou, daar hebben we allemaal kennis van kunnen nemen hier in deze raad.
45

Ja, het zal toch denk ik voor u wat lastig zijn en jammer zijn dat u het gehele proces van de kanteling van
de organisatie niet mee kunt maken. Dat is een proces. Ook de dualisering is nog niet afgerond. Maar ja,
dat is het lot van een waarnemer. Dat is nou een keer zo. Er komt een begin aan en er komt een eind aan.
Van de week hoorde ik – en dat vind ik wel leuk – eind van de zomer, en dat zal voor een aantal mensen
hier nieuw zijn, krijgt u een blijde verrassing. Dan wordt onze voorzitter opa. Ik denk dat hij daarvan zal
kunnen gaan genieten, niet alleen van het kleinkind, maar, voorzitter, geniet ook van uw buitenhuis, of buitenhuizen
in Frankrijk – ik weet niet wat het allemaal is. Maar in ieder geval: denk met een goed gevoel terug
en dat doet u ook aan uw tijd in Brummen.
We hebben als VVD ook een kleinigheidje. Dat hebben we met elkaar afgesproken. Het komt uit een VVDkelder,
dus mijn kelder, maar het heeft een rode kleur, dus dat maakt wel weer wat goed.
Wim, het gaat je verder goed en bedankt namens de fractie van de VVD.
De heer Kozijn
Bon, bon, die vind je alleen in VVD-kelders.
Mevrouw Verver, voorzitter
Dank u wel, meneer Zweers. Meneer Groot.
De heer Groot
Gelukkig bent u nu geen voorzitter meer, dus ik kan Wim zeggen. Bij ons in de raad van Brummen heb jij
je, Wim, aangemeld als een oud strijdros. Dat is tenminste mijn perceptie van jouw woorden op die warme
bijeenkomst waar Henk Zweers al over sprak. Je zei dat je gewend bent je intensief met de zaken bezig te
houden en na tweeënhalf jaar moet ik vaststellen dat dat zeer bleek te kloppen in de praktijk. Dat deed je
met een mengeling van deskundigheid en emotionaliteit, betrokkenheid, ervaring en meestal op tijd ook relativering.
De beginnende dorpspoliticus die ik zelf ben heeft moeten ervaren dat het raadswerk een precair evenwicht
vergt van eenheid en tegenstellingen. Tussen de fracties onderling – dat spreekt vanzelf – tussen de raad
en het college en wie weet tussen de raad en de burgers. De burgemeester annex raadsvoorzitter speelt
een sleutelrol in het democratisch proces waar ik over spreek. Zo bezien vind ik het ook begrijpelijk dat betrokkenen
uit alle politieke partijen, ook voorstanders, beducht waren voor een overhaaste en niet doordachte
invoering van de gekozen burgemeester – hoe goed het idee op zichzelf ook is.
Sneller dan wij aan deze kant van de tafel, Wim, leg jij verbanden en overzie je consequenties van voorstellen
uit de raad. Een klas erbij in een schoolgebouw – je herinnerde er zojuist al aan – is in het woud van
bureaucratie en historisch gegroeide verbanden een revolutionair verlangen, zo waarschuwde jij de Troelstra’s
in ons.
Jouw optreden had iets van de columnist die vrijmoedig kapittelt en kritiseert. De oppositie en je eigen partijgenoten
hebben het meest op de billen gekregen, met een schoolmeesterrietje dat je nog steeds bleek te
bezitten. Daar viel best wat op aan te merken en als dat gebeurde bleek je ook te kunnen incasseren, binnenskamers
en ook in de openbaarheid. De persoonlijke aantijgingen die je ten deel zijn gevallen heb ik
overigens onder de maat gevonden, want ook bij strijdvragen zouden we respectvol met elkaar om moeten
gaan, in en buiten de raad.
Van mensen en gebeurtenissen blijven de paradoxen vaak het langst in de herinnering. Zo heeft de monist
Kozijn het dualisme in Brummen een flinke impuls gegeven. Hoe meer jij bestuursvoorzitter wilde zijn, hoe
meer wij, de raadsfracties, op onze dualistische ponteneur zijn gaan staan. En misschien heeft dit fenomeen
er wel aan bijgedragen dat we aan het begin van deze avond een vergaderstructuur hebben kunnen vaststellen
waar we veel van verwachten en die ons ongetwijfeld ook weer zal teleurstellen in de toekomst. Dat
vertellen we je dan nog wel eens.
Ik mag niet uit de Vertrouwenscommissie klappen die jouw opvolger heeft voorgedragen. Maar één ding kan
ik wel verklappen: je hebt menigmaal als referentiekader gefunctioneerd. Want – zo zou ik het wel kunnen
samenvatten – we wilden wel iemand met ballen.
De heer Kozijn
Vrouwen vielen af.
De heer Groot
Nou, onze partijgenoot Dales was het schoolvoorbeeld van de vrouw met ballen. Precies.
Mijn fractie en ik hebben overwegend genoten van jouw optreden. Op het gevaar af dat je al haar werk al
hebt – want ik lees toevallig wel dezelfde dingen als jij soms – schenken we je een bundeltje van Ida Gerhardt:
Zeven maal om de aarde gaan. Ik zou zeggen: land dan ook nog eens in Brummen.
46

Als we straks uiteen gaan hier, dan hebben we in de kantine ook nog een muzikale surprise, met een rood
lint uit de kelders van Pawlot in dit geval.
Wat ons betreft hebben we zeer van je genoten en bedankt.
Mevrouw Verver, voorzitter
Dank u wel, meneer Groot. Ja, en dan blijft er nog één over, hè, uw grote vriend. Meneer Bruning.
De heer Bruning
Staat u mij toe daarachter te gaan staan?
Nou heb ik hier de toespraak van jou nog voor me. Je kon het niet nalaten om toch je politieke, ja, erfenis
misschien achter te laten.
Ik zat vanmiddag op de fiets – dat doe ik wel eens vaker – en ooit heb ik met jou, en ik houd me ook maar
het recht voor om maar gewoon Wim en jou tegen je te zeggen, ooit heb ik met jou door de gemeente gefietst
en volgens mij was dat uiteindelijk voor jou de reden om de fiets veel vaker te pakken en hier naartoe
te komen. En dat kan ik iedereen aanraden. Vanmiddag zat ik op de fiets van Doetinchem naar Brummen
en toen dacht ik van: wat moet ik nou vanavond tegen Wim zeggen? Ik heb mijn toespraakje daar bedacht
en voorbereid en uitgesproken, en de mensen die ik tegenkwam die zagen me met een blik aan van: die is
gek. Ik doe dat wel vaker, lopen door het bos, fietsen door het bos, met de ATB of weet ik veel wat, en dan
praat ik wel vaker tegen bomen en dan doe ik algemene beschouwingen en weet ik wat ik allemaal doe in
dat bos.
Twee dingen, Wim, blijven mij wel heel erg bij als het gaat om jouw tijd hier. Naast de keren dat we elkaar
in de haren zaten, naast de keren dat we elkaar bevochten bijna over allerlei onderwerpen, zijner twee dingen
die ik wel heel charmant vond. En dat was je eerste optreden – Henk Zweers refereerde daar ook aan –
je zat te zweten en inderdaad bang was je niet – het was warm, iedereen vond het warm, maar ik heb je
toen wel leren kennen als iemand die inderdaad zei: als je mij kiest, dan krijg je wel iemand. En die hebben
we ook inderdaad drie jaar gehad. Je bent drie jaar mijn burgemeester geweest, je was mijn eerste burgemeester,
niet de laatste. Ik heb met waardering toch, ondanks dat we elkaar vaak in de haren zaten, naar je
gekeken. Eén ding is me ook nog bijgebleven en dat zit in onze dochter. Ik hoorde net dat je een kleindochter
krijgt
De heer Kozijn
Het geslacht is nog onbekend.
De heer Bruning
Volgens mij wordt het een kleindochter. Ik weet niet waarom, maar ik denk het.
Ik word nog wel eens herinnerd door onze dochter – misschien dat ik daarom dit vertel – aan jou en op een
wel bijzondere manier. Dat gaat dan ongeveer als volgt. Ik wil wat van haar en dan begint ze te debatteren
en dan begint ze te argumenteren en dan op een gegeven ogenblik zegt ze: we moeten stemmen en de
burgemeester zegt “de meerderheid krijgt zijn zin”. Dan denk ik van: hoe kan dat nou? Nou, ooit is het een
keer gebeurd – ze zat in de zaal daarachter en jij was hier “met de ketting om” zeiden de kinderen toen – en
je zat daar en je zat een vergadering voor van een groep kinderen die hier met Jantje Beton waren op de
roefeldag. Toen legde je uit dat democratie iets is van de meerderheid van de stemmen en de meerderheid
die krijgt zijn zin. Als ik dus thuis af en toe iets van haar wil en dan iets niet voor elkaar krijg, dan zegt ze:
ja, maar de burgemeester zegt de meeste stemmen gelden en we zijn met z’n vieren en Judith, moeder, en
zus, Esmée en ik zijn het daarmee eens en de burgemeester zegt dat. En wat moet je dan met iemand van
zo’n statuur. Wat moet je met iemand die gezag afdwingt bij een kind van zes. Dat weet ik dus niet en dan
geef ik maar toe.
Maar, het is je laatste dag vandaag. Het is bijna twaalf uur. Dan ben je geen burgemeester meer. Dan moet
het allemaal niet meer, Wim. Dan hoeft het allemaal niet meer. Dan mág het en dan kán het. Om dat een
beetje te illustreren dacht ik van: laat ik een huisje, een klein huisje meenemen. Het is een huisje waarin
vogeltjes kunnen nestelen, waarin vogeltjes rustig kunnen opgroeien, hangend aan het huis in Frankrijk of
hangend aan het huis in Kortenhoef of misschien heb je nog wel een huis – het maakt mij niet zoveel uit. Je
past er zelf ongetwijfeld niet in.
Dat hoeft ook niet. Het is een symbool, een beetje een symbool van rust, want ik denk oprecht dat je de
laatste maanden eigenlijk wel heel erg tegen deze dag hebt opgezien. Het is nu voorbij en laat het gewoon
voorbij zijn. Ga wat leuks doen. Kom af en toe nog eens fietsen in Brummen, want dat blijft echt heel bijzonder.
En ga vooral met vrouw, kinderen en straks dat kleinkind alleen maar leuke dingen doen en laat die
47

politiek de politiek. Die gekozen burgemeester komt er toch ook niet, althans voorlopig niet. Maar laat het
gewoon gebeuren en ga echt wat leuks doen.
Nou was ik de laatste en bij de laatste spreker hoort dan blijkbaar ook een soort van afscheidscadeau van
de raad en dat is deze bos bloemen. Eigenlijk is dat gewoon voor je vrouw. Ik bied je dit aan namens de gehele
raad. Ik wilde graag de laatste spreker zijn – daar heb ik om gevraagd binnen het presidium en dat kon,
omdat ik het wel leuk vond om als lid van de kleinste fractie jou deze bos bloemen te geven.
De heer Kozijn
Mag ik nog even iets zegen?
Mevrouw Verver, voorzitter
Zeker. Ik wou alleen eerst meneer Bruning even hartelijk bedanken en dan wou ik vragen of u nog wou reageren
en dan mag dat.
De heer Kozijn
Ik wil iedereen heel hartelijk bedanken voor de woorden die mij zijn toegevoegd en hartelijk danken voor de
cadeaus die ik heb mogen ontvangen.
Het leuke van waarnemer zijn is dat je vaak afscheid neemt – dat is goed voor de vulling van je boekenkast
en ook voor je wijnkelder. Het leuke is toch, het allermooiste vind ik toch, ook van dit afscheid, dat er zoveel
warmte en hartelijkheid doorklinkt. Ja, het is hier wel eens hard gegaan, het is hier ook wel eens wat verkeerd
gegaan. Er staat in mijn burgerjaarverslag: soms lag dat aan de raad, soms lag het aan mij. Dus ik
laat het maar in het midden, alle spelers spelen altijd een bepaalde rol.
Maar ja, toch overheersen bij mij gevoelens van plezier. Ook het werken met de raad. Ik vind raadsvoorzitter
zijn gewoon leuk, om dat spel te spelen en ook wat snedig te zijn en dat soort dingetjes en wat ontspannen
te zijn, enzovoorts. Soms heb ik een paar keer een moment gehad dat het heel spannend was en dan
moet je soms even schorsen want anders gebeuren er ongelukken. Dat hebben we ook allemaal meegemaakt
hier.
En ja, toch ondanks al die strijd, Frans, we hebben elkaar vaak inde haren gezeten, maar ik heb nooit een
hekel aan je gehad. Ik vind het altijd wel een leuke vent eigenlijk wel. En dat vind ik eigenlijk het aardigste.
En Henk-Jan die blaft wel een beetje, maar och, begrijp je. Dat is toch het belangrijkste gevoel dat je overhoudt,
dat je denkt: ja, we hebben wel eens in de heg gelegen – ja, daar bedoel ik de strijd mee. Ik begrijp
dat het hier in het oosten een andere betekenis heeft.
Het basisgevoel van “ik voel me hier prettig, ik werk hier leuk” dat heb ik vooral ook in het college heel sterk
gehad. Ik heb ook tegen de collegeleden gezegd: de sfeer is ontzettend prettig in het college. De secretaris,
enzovoorts. Dus Brummen, ik heb daar een goede herinnering aan. En ook de warmte en de woorden van
het afscheid bevestigen dat alleen maar.
Hartelijk dank voor alles wat jullie mij gegeven hebben.
Ik schors nu even de vergadering.
Mevrouw Verver, voorzitter
Hé, ik was voorzitter.
De heer Kozijn
Oh, sorry, ik kan het niet nalaten.
Mevrouw Verver, voorzitter
Wij schorsen even de vergadering. Dan gaan we nu naar de kantine.
We hebben nog even een probleem, want ik neem het automatisch over, maar ik wil bij u als raad neerleggen
dat agendapunt dat er nog ligt. Nog na die tijd of een aparte datum? Er is een verschil tussen schorsen
of afsluiten.
De heer Groot
Ik zou zeggen: apart.
48

Mevrouw Verver, voorzitter
Een aparte datum, oké.
De voorzitter sluit de raadsvergadering.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 april 2005.
De griffier,
De voorzitter,
49

NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Brummen, gehouden op 8
april 2005 om 15.00 uur in het gemeentehuis
Voorzitter : mevrouw G.J. Verver-Drenth, wrnd. voorzitter
Griffier : mevrouw mr. M. Veenbergen
Aanwezig de leden:
namens de PvdA : de heer B.Q. Groot, E.G.S.J. ter Hoeven-Teerink, de heer G. van Klinken, de heer R.A.
Pawlot, mevrouw B.G. Smith-Wolters, de heer W. van Weteringen en de heer A. Zark
namens het CDA : de heer W.A. Blom, de heer G.S.W. te Bokkel, de heer H.G. Brummelman, de heer
J.B. Paauw en mevrouw G.J. Ypma-Liefers
namens de VVD : mevrouw M. van Lenthe-Boelens, de heer J.B. Mullink en de heer H. Zweers
namens het IPV : de heer F.L.J. Bruning, de heer H.J. de Looff en mevrouw I.M. Roelands-Cramer
1. Opening
De voorzitter
Geachte aanwezigen, namens college en raad heet ik u allemaal hartelijk welkom op deze speciale dag, bij
deze speciale raadsvergadering. In het bijzonder natuurlijk de heer Joosten, echtgenote, beide zonen – was
het leuk in de brandweerwagen, sirene op? Hartstikke leuk. En opa en oma niet te vergeten; heel leuk dat u
hier ook bent. Verder andere familieleden, ik heb mensen gezien van colleges in de omgeving, ik heb een
Tweede Kamer-lid gezien. Allemaal heel hartelijk welkom, gasten, uitgenodigden, iedereen hartelijk welkom.
2. Installatie van de heer N.E. Joosten tot burgemeester van de gemeente Brummen
De voorzitter
Wij mogen op deze heugelijke dag onze nieuwe burgemeester welkom heten. En daar zijn we allemaal heel
erg blij mee.
De Vertrouwenscommissie adviseerde u als eerste op de voordracht aan de minister van Binnenlandse Zaken,
om u daarop te zetten natuurlijk. Dit advies is unaniem door de raad overgenomen. U mag dus aannemen
dat u in ons midden van harte welkom bent en wij hopen dat u hier heel snel een huis vindt.
Uw voordracht op 3 februari 2005 heeft ertoe geleid dat u bij Koninklijk Besluit van 10 maart per 1 april jl.
tot burgemeester van Brummen bent benoemd.
Ik wil hierom graag nu het woord geven aan de heer Hogenboom, onze eerste loco-burgemeester.
Wethouder Hogenboom
Voorzitter, voor deze buitengewone raadsvergadering heet ik in het bijzonder welkom de heer en mevrouw
Joosten, de zonen Jelle en Thijs en overige familieleden.
Als eerste burger – en dat is de laatste keer dat ik het zeg, want zo wil de heer Joosten niet genoemd worden
– bent u even hiervoor bij de gemeentegrens in Empe ingehaald en overgestapt in de brandweerauto,
op weg naar het gemeentehuis van de gemeente Brummen. Voor veel burgemeesters gaat hier een jongensdroom
in vervulling en voor u is deze wens al na enige minuten in vervulling gegaan.
Niels Joosten, hier, in dit huis, gaat het de komende tijd gebeuren. Voor jullie als gezin hoop ik dat jullie je
spoedig thuis zullen voelen in onze gemeente.
Op 3 februari 2005 heeft de gemeenteraad van Brummen, in besloten zitting bijeen, de voordracht vastgesteld
om u als burgemeester van de gemeente Brummen te benoemen. Deze voordracht heeft ertoe geleid
– en ik citeer het Koninklijk Besluit van 10 maart 2005, nummer 05.000889:

“Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enzovoorts,
enzovoorts, enzovoorts.
Op voordracht van onze minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 maart 2005,
nummer BK05/52272, directoraat-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur, afdeling Kabinetszaken;
Gelet op artikel 61, eerste lid van de Gemeentewet;
- hebben goedgevonden en verstaan:
met ingang van 1 april 2005 te benoemen tot burgemeester der gemeente Brummen:
de heer N.E. Joosten te Oranjewoud.
Onze minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit.
Was getekend, Beatrix en minister Remkes.”.
Niels Joosten, van harte proficiat met deze benoeming.
Voorzitter, voorafgaand aan deze benoeming hebben wij afscheid moeten nemen van mevrouw Lynde Blok.
Wegens gezondheidsredenen heeft zij haar werkzaamheden vroegtijdig moeten beëindigen. In de tussentijd
heeft de heer Kozijn als waarnemend burgemeester de functie vervuld en van hem hebben wij vorige week
donderdag tijdens de raadsvergadering afscheid genomen.
En dan nu, voorzitter, per 1 april 2005 weer een echt benoemde burgemeester. Toen de sollicitatiegesprekken
met de Vertrouwenscommissie plaatsvonden was er toch nog wel enige angst bij de heer Joosten.
Want, wanneer hij door zou dringen tot de laatste ronde zou het nog mogelijk geweest kunnen zijn dat hij
per 1 januari 2006 weer een verkiezing moest ondergaan. De sollicitatie was dus niet zonder enig risico.
Echter, de landelijke politiek heeft voor u het risico weggenomen. De zeepkist kan nog even achterwege
blijven. Want wat er allemaal nog komen gaat wachten wij rustig af. U kunt ertegenaan voor de volle periode
van zes jaar. U heeft zelf ook al aangegeven voorlopig wel even in Brummen te willen blijven. Schoolgaande
kinderen vragen soms om met hen rekening te houden. Ook voor hen denk ik dat Brummen een
heel goede plek is om tot wasdom te komen en later de vleugels uit te slaan naar andere en wellicht verre
oorden.
Voorzitter, de heer Joosten heeft zijn sporen in bestuurlijk Nederland verdiend en gaat deze ervaring gebruiken
om de gemeente Brummen een stabiele plek te geven in de regio, de problemen waarmee we geconfronteerd
zullen worden aan te pakken en de relatie tussen bestuur en bevolking transparant te laten zijn
waarbij hij de verbindende factor zal zijn tussen raad en college.
De gemeente Brummen staat heel wat uitdagingen te wachten. Uitdagingen die kansen in zich hebben maar
tegelijkertijd ook spanningen met zich mee zullen brengen, want actie betekent reactie.
Het is de bestuurlijke kunst om in al die facetten een balans te houden en zo nodig een balans aan te brengen,
waarbij een belangenafweging altijd een voorwaarde is. Dat betekent dat er in al die fases keuzes gemaakt
zullen worden, waarbij het effect kan zijn dat de ene helft blij verrast is en de andere helft teleurgesteld.
De ene keer ben je een uitmuntend politicus en de andere keer iets minder uitmuntend. Met andere
woorden: je doet het zelden goed.
Desondanks, voorzitter, is het buitengewoon van belang dat er in dit huis hard gewerkt wordt aan de plannen
van bijvoorbeeld het centrum van Eerbeek, aan de voorbereidingen van de inwerkingtreding van de wet
Maatschappelijke Ondersteuning, hoe moet ons onderwijs er in de komende vijfentwintig jaar uitzien, de
huisvesting van de ambtelijke dienstverlening, waar, hoeveel en voor wie gaan we woningen bouwen, hoe is
het met onze sportvoorzieningen gesteld en hoe realiseren we passende recreatieve en toeristische ontwikkelingen
waar we allemaal een beetje beter van kunnen worden. Allemaal onderwerpen die we ter hand
nemen en waarbij alle partijen – organisatie, raad, college en burgerij – aan bod komen om haar zegje te
doen.
Boeiend, uitdagend, enerverend en enthousiast wordt er gewerkt en per 1 april maakt Niels Joosten deel uit
van deze organisatie. Wij zijn er zeker van dat hij op passende wijze zijn rol, zijn ervaring en zijn deskundigheid
in zal zetten.
Op dit moment moet je nog op en neer naar Oranjewoud maar ik hoop dat je spoedig met je gezin een mooi
plekje in onze gemeente zal weten te vinden. De sportverenigingen zullen die twee talenten graag inlijven.
Niels Joosten, maar ook mevrouw Joosten, want ook u zal op zekere momenten acte de presence geven
aan gemeentelijke activiteiten en verplichtingen, ik wens u beiden een inspirerende en enthousiaste werkzame
periode toe waarbij het u en de gemeente Brummen goed gaat.
Ik mag u nu officieel de ambtsketen van de gemeente Brummen omhangen.
2

De voorzitter
Dank u wel, wethouder Hogenboom.
Burgemeester Joosten, als plaatsvervangend voorzitter van de raad is het mij een genoegen u hierbij de
voorzittershamer van de Brummense raad te overhandigen. Hij is gemaakt van het goede hout. Ik hoop dat
u hiermee ons niet te vaak tot de orde hoeft te roepen en dat hier nog vele goede besluiten onder uw leiding
mee bevestigd mogen worden.
Geachte burgemeester, ik verzoek u nu om mij die hamer weer terug te geven voor de duur van deze buitengewone
vergadering. Ik beloof u plechtig dat na afloop van deze vergadering ik u deze hamer definitief
zal overhandigen.
De burgemeester
Voor deze keer.
De voorzitter
En nu mag u het woord.
De burgemeester
Nou Jelle, dat was dus de installatie. Geen XP ingeplant, geen extra geheugenruimte. Nee, ik ben gewoon
aan de ketting gelegd. Nou, dat was het dan. En Thijs, ik kreeg net een hamer en ik moest hem gelijk weer
teruggeven. Maar dat hoort er dan ook bij.
Niks om trots op te zijn, zullen we dan maar zeggen. Maar trots op Brummen, dat is natuurlijk heel wat anders!
Trots op de natuur. Trots op de werkgelegenheid, trots op de recreatiesector, trots op de zorgsector.
Dames en heren, ik ben ongelooflijk trots op Brummen. Bescheidenheid siert de mens, dus trots op dat ceremoniële,
dat hoeft niet. Daar zijn we het vast over eens.
Maar siert bescheidenheid ook een gemeente? Doen we de inwoners van Cortenoever, Broek, Hall, Oeken,
Tonden, Voorstonden, Eerbeek, Brummen, Empe en Leuvenheim – Rhienderen, die stond nog niet op het
briefje, maar dankzij het ritje met de brandweerauto net toch nog gered. Doen we ze niet tekort als we van
de daken schreeuwen wat hier kan gebeuren, wat hier is? Doen we ze niet tekort als we niet richting rijk en
provincie, richting de regio krachtig onze positie laten zien. Heeft Brummen geen recht op woningbouw?
Heeft Brummen niet de aandacht nodig voor het behoud van die werkgelegenheid?
U hebt mij gevraagd Brummen op de kaart te zetten. Nou, daar zal ik alles aan doen, dat durf ik u te beloven.
Dan is natuurlijk de vraag: is dit dan het begin van de verkiezingscampagne? Of komt er nu toch een
soort van bestuurlijk betoog van die boven de partijen staande objectieve burgemeester? Oordeelt u zelf.
De Eerste Kamer is in tweederde meerderheid vóór een gekozen burgemeester maar stemt tegen. De Eerste
Kamer-fractie van de PvdA-fractie volgde niet de Tweede Kamer-fractie van de PvdA en dus stond de
positie van Wouter Bos ineens ter discussie. Maar de Eerste Kamer-fractie heeft toch een onafhankelijke
positie? CDA en VVD meldden vol trots: wij hebben ons wel aan de afspraken gehouden. Welke afspraken,
vroeg ik mij toen af, de Eerste Kamer heeft toch een onafhankelijke positie. Ging die discussie nou over
democratie en over inhoud of over poppetjes en gekonkel?
Kijk, in Brummen gaan we dat anders doen. Hier is ook geen verbod op meningsvorming. In ons college
mogen minderheidsstandpunten worden ingenomen. En het college zal wat mij betreft ook geen schande
spreken wanneer een raadsfractie de fractiediscipline doorbreekt. Iedereen mag uitkomen voor zijn eigen
mening. Dat maakt de politiek leuker maar ook eerlijker.
De burger mag weten waar een bestuurder en een politicus voor staat, moet ze daarop kunnen aanspreken
of kunnen afrekenen. En ieder bestuursorgaan kan daar uitstekend z’n rol in hebben. Er mag straks weer
wat te kiezen zijn.
Ik stel voor: laat die Haagse dames en heren – één zie ik er – maar naar Brummen komen over een aantal
maanden. Dan laten we ze zien hoe dualisme kan functioneren. Dan laten we zien die duidelijke rol van ieder
bestuursorgaan.
Ziet u de koppen in de krant al voor u: senatoren krijgen les in eigentijds openbaar besturen in de gemeente
Brummen. En iedereen op internet dan opzoeken: waar ligt Brummen eigenlijk. En dan zien ze gelijk hoe
mooi het is. Staat het gelijk al een klein beetje op de kaart.
Dualisme is geen duellisme. Gemeenteraad en college duelleren niet met elkaar, staan niet tegenover elkaar
met getrokken wapens. Gemeenteraad en college staan beide aan dezelfde kant, beide aan de kant
van de burger. Ieder met z’n eigen rol, eigen taak en eigen verantwoordelijkheid, maar in het belang van de
inhoud. Niet de raad tégen het college, maar de raad en college sámen voor de inwoners.
Natuurlijk wel een duidelijke koers. Een besluit is een besluit en dat moet genomen worden, ook wanneer
het niet sympathiek is.
3

De mensen hier hebben mij wellicht deze week al ervaren als een open persoon, en degenen die mij al wat
langer kennen ook. Een open burgemeester, daar hoort ook een open gemeente bij. Dus een open gemeentehuis,
geen gesloten bolwerk.
Het gemeentebestuur luistert naar wat er leeft onder de mensen. Zo zal het hier gaan in Brummen. Geen
geneuzel over poppetjes maar goede debatten in het belang van onze burgers.
Samen aan de slag en samen trots aan de slag. Trots aan de slag met het verbeteren van de dienstverlening.
Trots aan de slag, trots knokken voor het behoud van werkgelegenheid. En trots werken aan het
mooie dat deze gemeente zo mooi maakt.
Doen we dat vanuit dit gemeentehuis? Gaat dit gemeentehuis worden verbouwd, moet er een nieuw gemeentehuis
komen? En waar moet het dan staan? Dat is een van de actuele discussies die hier in deze
gemeente speelt.
En dan stelt men ook gelijk de vraag: waar gaat die nieuwe burgemeester eigenlijk wonen? Want er is een
gezonde rivaliteit tussen al die mooie plaatsen die ik net opnoemde. Dat mag ook, want ieder dorp is uniek
en dat moet ook zo blijven. Bij mijn interview hier intern zei ik ook al: we zijn wel één gemeente maar niet
één pot nat.
En de discussie over de vraag: krijgt ieder dorp wel de aandacht die het verdient? Dan doen we het waarschijnlijk
als gemeentebestuur nooit goed. Dus ik dacht: misschien moeten we maar voorstellen jaarlijks op
1 januari touwtrekwedstrijden, dorpen tegen elkaar te organiseren, en het dorp dat wint krijgt dat jaar zogenaamd
de meeste aandacht. En zo zullen we wellicht ook weer op een leuke manier laten zien dat het gewoon
gezellig is in deze gemeente.
En het gemeentehuis dan maar een mobiel kantoor dat z’n standplaats inneemt al naargelang het aantal
inwoners van het dorp? Dat klinkt wel heel erg servicegericht: we gaan naar de burger toe. Maar de vraag is
of dat natuurlijk wel echt uiteindelijk in het belang van de burger zou zijn. Gewoon een oplossing kiezen die
recht doet aan het belang van de inwoners. Een oplossing van waaruit ook de dienstverlening optimaal verleend
kan worden. En uiteraard een oplossing die financieel verantwoord is.
Onze medewerkers verdienen goede huisvesting. Dat is ook weer in het belang van de inwoners. Maar bij
die vraag wat gaat het dan kosten, natuurlijk ook: waar hebben we die euro’s nog meer hard voor nodig.
Een zorgvuldige afweging doen, want er is veel goeds te doen.
Dames en heren, ik ben trots op deze gemeente, maar iedereen mag trots zijn op deze gemeente. En dat
gaan we samen uitstralen.
Als u straks naar Eerbeek rijdt – en ik vertrouw erop dat u d’r allemaal bent – dan zult u ook zien waarom. Ik
hoop dat u daar straks ook een drankje drinkt en dan gaan we vieren hoe trots en hoe fraai Brummen is.
Dank u wel.
De voorzitter
Dank u wel voor de mooie speech van een heel trotse burgemeester van een gemeente die denk ik trots
mag zijn op deze nieuwe burgemeester.
Dan zou ik nu graag het woord willen geven aan de fractievoorzitter van de PvdA, meneer Groot.
De heer Groot
“Welkom burgemeester Joosten” staat er op de borden bij de ingang van onze dorpen. Namens ons allen is
dat en welgemeend. Maar als diezelfde Ed van Thijn waar u het over had er niet was geweest, dan lag vandaag
naast uw benoemingsbrief ook uw ontslagbrief al weer op tafel. En dan zou ik misschien deze gelegenheid
aangrijpen om te onthullen wie de PvdA-kandidaat zou zijn voor het burgemeesterschap volgend
jaar, want publicitair is dit een heel mooi podium. En als iemand zegt jij, dan zal ik hem niet tegenspreken.
U, burgemeester Joosten, zou dan meer aan een zeepkist hebben gehad dan aan die mooie stoel met een
embleem die in de raadszaal op uw plek staat. Wat die stoel betreft: dat is zo ongeveer de enige frivoliteit
die wij ons in dit huis veroorloven, al heeft uw voorganger er alles aan gedaan om hier en daar nog een statussymbool
erbij te verwerven, maar het is hem niet gelukt. Maar goed, Van Thijn bestaat wel en we leven
sinds zaterdag in het tijdperk van nieuwe ronde, nieuwe kansen.
U bent op de voorzittersstoel terechtgekomen die we bij het begin van de sollicitatieprocedure aan de beste
man of de beste vrouw die we konden krijgen hadden toebedacht, ongeacht zijn of haar kleur. Dat is ons gelukt
vinden wij. U was de onbetwiste nummer 1 en u begint hier dus met 100% krediet en 0% beschadiging.
Alle 19 leden van de raad hebben zich uitgesproken voor een burgemeester – u raadt het al – die boven de
partijen staat, maar dan wel achter de raad en niet ertegenover. Wij van onze kant zullen dan begrip opbrengen
voor de consequenties van uw dubbele rol als voorzitter van de raad en als voorzitter van het college.
Als u tenminste een beetje meewerkt en in het raadsdebat bijvoorbeeld enige afstand houdt van het
college. Uw wethouders bewijzen graag, nemen wij aan, hun eigen competentie. En als zij dat niet doen ,
hebben we het over heel andere zaken.
Het lijkt erop dat de verplichting tot de dubbele loyaliteit in 2010 verdwijnt. U hebt zelf al opgesomd waarom
dat is, maar tot die tijd wordt de zittende burgemeester door Den Haag volgens mij zelfs in een dubbele
4

spagaat gedwongen. En een dubbele spagaat is zoiets als een meikever die op zijn rug ligt. En het kan werkelijkheid
worden als een benoemde burgemeester in zijn eigen gemeente aan de burgemeestersverkiezingen
zou gaan deelnemen en bijvoorbeeld tegenover een wethouder komt te staan die ook kandideert. In die
positie staat die benoemde boven de partijen staande burgemeester ineens in een heel andere rol in deze
gemeente en in deze raad. We zullen zien, maar namens de Partij van de Arbeid op dit moment zeg ik u
toe dat wij fair met de pettenwinkel van het burgemeestersambt zullen omgaan want het is in het belang
van de gemeente dat wij niet aan poppetjespolitiek doen zoals iemand hier zojuist opmerkte, maar dat wij
ons concentreren op de vraagstukken van de samenleving namens de burgerij. En die vraagstukken zijn
ook in zo’n klein dorp als het onze niet gering, zowel in de harde als in de zachte sector.
Wij willen daaraan werken en we willen dat graag doen onder uw voorzitterschap. U bent onze burgemeester
en we hebben vertrouwen in u. Ik wens u namens mijn fractie heel veel succes.
De voorzitter
Dank u wel, meneer Groot. Dan wil ik nu graag het woord geven aan de fractievoorzitter van het CDA, de
heer Te Bokkel.
De heer Te Bokkel
Dank u wel, voorzitter.
Op voorhand denk ik dat ik dingen aan zal roeren die reeds vanmiddag ook al wel gezegd zijn natuurlijk,
maar dat kan ook de belangrijkheid daarvan onderstrepen.
Mevrouw, mijnheer, Jelle en Thijs Joosten. Namens het CDA wil ik jullie van harte welkom heten in de gemeente
Brummen en natuurlijk speciaal u, burgemeester, hier in onze raad. Wij hopen dat jullie zeker ook
als gezin het hier geweldig naar de zin krijgt in onze mooie gemeente Brummen.
De gemeente Brummen bestaat zoals u wellicht al wel weet en straks ook beoefend hebt uit meer dan zes
grote of min of meer grote of kleine kernen. En om nou die namen gemakkelijk te onthouden denken wij
vaak aan de sporthal “De Bhoele”. Die letters staan dus inderdaad voor Brummen, Hall, Oeken, Empe,
Leuvenheim, Eerbeek. Die geven dus de naam aan van “De Bhoele”. En “De Bhoele” staat mijn inziens, het
woord “De” voor de wat kleinere maar vooral niet onbelangrijke hechte gemeenschappen zoals Tonden,
Voorstonden, Broek, Cortenover en Rhienderen.
Kortom, er zijn hier dus – en dat hebt u zelf ook al ontdekt – mooie plekjes genoeg om neer te kunnen strijken.
Ik denk dan ook dat jullie wel snel een geschikte woning kunnen vinden in onze gemeente. Per slot van
rekening worden er bij ons héél veel huizen gebouwd … in de toekomst!
Ik denk dat daar dus juist ook een uitdaging ligt voor u om met ons daar een forse versnelling aan te kunnen
geven, naast natuurlijk – en u noemde het al – het behoud van het mooie buitengebied, de ontwikkeling van
het centrum Eerbeek, behoud van de industrie en de detailhandel, onderwijs, enzovoorts, enzovoorts. En
natuurlijk niet in de laatste plaats het op de kaart houden van de gemeente Brummen in de regio Stedendriehoek.
Ik vroeg mij laatst af: krijgen we nu een burgemeester naar onze zin? Ik denk eigenlijk van wel. U voldoet
aan onze profielschets dus het moet allemaal wel lukken. Al dacht ik in eerste instantie: een liberaal in de
gemeente Brummen, het zal toch even wennen zijn. Maar toen ik u woensdag tijdens de presidiumvergadering
notities zag maken was ik gerustgesteld, want dat gebeurde met de linkerhand. Dus we kunnen u gerust
een links-liberaal noemen, en dat zou ook een CDA-er kunnen zijn.
Wij dichten u op voorhand natuurlijk toe dat u goed boven de partijen kunt staan en zo wenst onze hele
raad dat ook en daar hebben wij het volste vertrouwen in, dat dat dik voor elkaar komt.
We hebben met elkaar afgesproken dat we vandaag niet zulke lange speeches zouden houden. Dus ik wil
eigenlijk nu ook maar afsluiten met een leus, waarbij het CDA waar mogelijk u, burgemeester, zal ondersteunen.
En deze leus is:
Burgemeester Niels Joosten … wees wijs,
Dien onze inwoners … van jong tot grijs.
De voorzitter
Dank u wel, meneer Te Bokkel. Dan wil ik nu graag het woord geven aan de fractievoorzitter van de VVD,
de heer Zweers.
De heer Zweers
Dank u wel, voorzitter.
Meneer Joosten – zo begin ik toch maar – in de eerste plaats van harte gefeliciteerd namens de VVD-fractie
met uw benoeming in onze mooie gemeente Brummen.
Op verzoek van de griffier dienden wij ons toespraakje – zo noem ik dat maar even – ten behoeve van de
notuliste op papier te zetten. Ja, voor mij is dat lastig. Ik heb nog overwogen om na de felicitatie een paar
5

steekwoorden op te schrijven en dan te eindigen met “maak er wat moois van”. Het is namelijk niet mijn stijl
om op een persoon gerichte toespraak geheel van papier voor te lezen. Maar goed, ik doe mijn best en helaas
voor de notulist, ik zal hier en daar een zijsprong maken.
Hoewel de burgemeester boven alle partijpolitiek behoort te staan en u naar onze overtuiging dat ook zult
doen is het voor de VVD toch een heel goed gevoel om een liberaal als burgemeester te hebben en dat
voor het eerst in de door onze coalitiegenoten genoemde sociaal-democratische gemeente Brummen.
U zult bemerken – en wellicht is u dat reeds ingefluisterd – dat wij een niet al gemakkelijke raad zijn en de
VVD-fractie is binnen deze raad zeker niet de meest volgzame. En fractiediscipline: nou, wij zijn liberaal,
daar hebben wij nog nooit van gehoord. Maar dualisme of zo u wilt hardnekkige controle is ons als VVDfractie
niet vreemd. Maar het verder ontwikkelen van het dualisme tussen raad en college was een van de
eisen die wij aan onze nieuwe voorzitter stelden bij de profielbeschrijving. En u hebt gezegd: daar wil ik aan
werken.
Het college zal er wellicht anders tegenaan kijken maar voor ons bent u in de eerste plaats de voorzitter van
de raad – ook meneer Groot doelde daarop – en oneerbieding gezegd heeft u als “bijbaantje” nog het voorzitterschap
van het college. Graag zien wij dan ook dat u het debat tussen deze raad en de portefeuillehouders
ook tussen die partijen laat voeren, zonder het van de portefeuillehouder over te nemen. Wij zijn daarin
de laatste jaren als raad te soepel geweest.
Het is een mooi moment om nu aan te treden als nieuwe burgemeester. Er is nog een jaar te gaan tot de
nieuwe verkiezingen in de raad. Het is dan goed dat de nieuwe raad die dan voor een fors deel weer uit
nieuwe raadsleden zal bestaan een goed ingewerkte voorzitter heeft.
Een lastig punt voor u zal zijn, wat ik maar even noem, de verwachtingskloof richting de burger te overbruggen.
Met een goed communicatieplan moet dat kunnen lukken. Ik heb namelijk nog sterk de indruk dat
een groot deel van onze burgers denkt dat de burgemeester “het voor het zeggen” heeft. Ik hoef enkel nog
maar te verwijzen naar het burgerjaarverslag 2004 onder de kopjes “Als ik burgemeester van Brummen was
…”. Terecht heeft uw waarnemend voorganger dan ook opgemerkt dat hij daarover niet gaat en de onderwerpen
zal doorgeven aan de wethouders die hiervoor een eerste verantwoordelijkheid dragen. Hij vergat
daaraan toe te voegen “voor de uitvoering daarvan”, want wij als raad stellen de kaders. Hoewel u en wij het
burgemeesterschap zeker niet willen reduceren tot een ceremoniële functie ligt de echte macht niet bij u.
Toch verwachten wij als VVD-fractie dat u initiërend en stimulerend leiding geeft aan het bestuur van onze
gemeente. Er is nog veel te doen, jeugd en jongerenbeleid verder ontwikkelen – er zijn ooit eens mooie
JOP’s ingezet en we horen er niets meer van. Er wordt wel iets aangepakt, maar er gebeurt niks mee. Recreatie
en toerisme, is nog heel veel aan te doen. De werkgelegenheid – is ook al genoemd. Papier is binnen
onze gemeente een zeer kwetsbare sector. De ruimtelijke ordening buitengebieden – het CDA heeft
daar al een goede aanzet voor gemaakt. Ook door anderen is al gezegd: er is nog heel veel te doen in onze
gemeente Brummen.
En nu voor het eerst en het laatst in een formele vergadering: beste Niels, maak er wat moois van in de
komende zes jaar, voor jezelf, voor je familie, voor het college, de raad en niet in de laatste plaats onze
burgers.
Dank je wel.
De voorzitter
En dan wil ik nog het woord geven aan de fractievoorzitter van het IPV, de heer Bruning.
De heer Bruning
Burgemeester Joosten, of zal ik maar gewoon, het is de laatste in de rij, “beste Niels” zeggen. Mevrouw
Joosten – de voornaam weet ik nog niet, Ella geloof ik – beste Ella, Thijs en Jelle. Welkom in de gemeente
Brummen. Dat heeft iedereen al gezegd, maar ook namens mijn partij van harte welkom. Vorige week vrijdag
liep ik even bij je binnen om het wat informeel te zeggen. Nu dan officieel.
Vandaag is een speciale dag en die is in twee opzichten speciaal. We staan op een punt tussen twee processen.
Aan de ene kant stopt een proces dat begon met de vaststelling van de profielschets voor de nieuwe
burgemeester en stopt met zijn installatie. Tegelijkertijd staan we op dit moment aan het begin van een
nieuw proces met een nieuwe burgemeester en gaat de inhoud tellen.
Je zei in je eigen toespraak dat je het prima vond dat er opvattingen en meningen werden verkondigd. Nou,
dan ga ik daar nu maar even mee beginnen. Volgens velen staat er heel wat te gebeuren in Brummen. Een
aantal zaken gebeuren ook niet. Zo zien we Niels Joosten volgend jaar niet op de zeepkisten staan, en persoonlijk
spijt me dat ook niet heel erg. De gekozen burgemeester zit in de vriezer. Ik vraag me af of die binnen
pakweg vier jaar wel zal ontdooien, maar dat zien we wel.
Zaken die wel op ons afkomen, en waar de burgemeester een belangrijke rol in zal spelen, zijn een nieuwe
school in Brummen, een jongerencentrum ook in Brummen, een nieuw centrum in Eerbeek.
En dan dat gemeentehuis. Meneer Kozijn heeft laten merken dat het in zijn periode geen gestalte heeft gekregen.
Nou, dat lijkt ons ook helemaal geen probleem want op de plannen die er tot nu toe liggen valt nog
6

wel wat op af te dingen. Ze zijn ambitieus, zeer ambitieus, prijzig, weinig alternatieven en bovenal weinig
uitdagend en weinig vernieuwend, dus niet zo vreemd dat die plannen nog niet gerealiseerd zijn. Naar onze
mening, en dat leeft veel breder in de raad, moeten we maar eens nadenken hoe we de Brummense gemeenteraad
in dat proces wat nadrukkelijker in beeld kunnen krijgen.
Wat volgens ons ook wat meer allure mag krijgen zijn de nieuwe verhoudingen in de raad. Binnen het college
schijnt het dat wat argwanend wordt gekeken naar die samenwerking tussen raad en college. Nou, wat
ons betreft mag die afstand wel wat groter worden. De raad moet zich nadrukkelijker bezighouden met haar
taak en dat is controle, kaders, verordeningen. We hebben wel eens gezegd dat we toe nu toe wel toe kunnen
met drie belangrijke vergaderingen per jaar: een jaarrekening, de voorjaarsnota en de begroting. Nu is
dat misschien wel wat kort geformuleerd maar toch hebben we nog steeds de neiging dat we ons te veel
bemoeien met de uitvoering binnen die raad. En als wij aan de andere kant dan eens proberen zelfstandig
kaders te stellen, bijvoorbeeld de pogingen van de raad om te komen tot een gemeentelijke rekenkamerfunctie,
dan lijkt het dat het college zich daar eigenlijk wel weer mee wil bemoeien en kijken ze wederom
argwanend de richting van de raad op.
Een schone taak dus voor de nieuwe burgemeester. Laat de processen de loop hebben die ze moeten hebben.
Vertrouw maar op het gezonde verstand en de kennis die in de raad zit.
Zo, genoeg gemeentepolitiek. Vandaag ga je beginnen met je rondreis door de gemeente Brummen. Iedereen
zal je willen ontmoeten, neem ik aan, je wilt iedereen ontmoeten. Ik begin maar, zo eigenwijs als ik dan
af en toe ben, met mijn eigen partij.
Onze partij is de enige partij die in de oppositie zit in de raad. Dat is soms lastig, de oppositie is niet zo
groot, maar soms ook wel prettig, want je kan je lekker profileren. We zijn een lokale partij met, laat ik het
zo zeggen, verschillende invloeden. Van allerlei zaken vinden we wat en we zijn veel meer dan alleen een
groene partij. Toch leek het ons aardig met dat groene iets praktisch te doen en met dat andere op papier.
Zo heb ik hier voor jou ons verkiezingsprogramma, dat voor een groot deel qua structuur terug te vinden is
in de programbegroting en inhoudelijk ook nog wel zo hier en daar. Een alternatieve begroting zit er ook bij,
dat is een traditie die wij al een aantal jaren hebben. Een jaargang van ons partijblad IPVisie en daar komt
dan het groene: een kist met allerlei biologische producten, groenten en fruit, voor het overgrote deel uit
Brummen en Nederland, gekocht bij een biologisch-dynamisch bedrijf. Eet er lekker van en lees tegelijkertijd
wat het IPV nog meer is dan alleen groen. Veel plezier in onze gemeente.
De voorzitter
Zo, en wie kookt er?
De burgemeester
Hangt er vanaf wat erin zit.
De voorzitter
Wilt u op dit alles reageren? Dag mag u nog even het woord. U hebt net zoveel tijd als u hebben wilt.
De burgemeester
Misschien even heel kort. Muus Groot van de PvdA, ik begrijp dat het toch wel een beetje trieste dag is. We
hadden natuurlijk eigenlijk hier samen nu op die kist moeten staan, die zeepkist.
De heer Groot
En de een had de ander er vanaf moeten duwen.
De burgemeester
Nou, met woorden leek mij toch beter. Aan de andere kant: de positie van de raad werd weer heel duidelijk
aangegeven: daar lag toch eigenlijk het primaat. De raad is toch het hoogste orgaan. Ik moet toch vooral
voorzitter van de raad zijn. Toen dacht ik: ja, het vertrouwen is er echt. Dank u wel.
Vanuit het CDA werd er ook aangegeven: een plek waar het mooi moet zijn om met het gezin te wonen. Ik
weet niet of u meegeluisterd hebt wat er vanuit die brandweerauto allemaal zo gezegd werd, maar de verschillende
dorpen zijn toch kritisch beoordeeld op voetbalveldjes, speelgoedwinkels, maar we hebben ook
geconstateerd dat het wel goed gaat komen.
Ja, gelovig, sociaal, liberaal, ik denk dat u mij zo maar moet typeren en dat betekent dan dat het ook boven
de partijen staan wel goed komt. Die gemeente aan de overkant van de grens – toen ik die positie nog niet
had van formeel boven de partijen staand gaf toen al aan: dit is iemand die toen ook als wethouder de rol in
het college als boven de partijen staand kan vervullen. Ik zal mijn uiterste best doen dat hier ook optimaal
te blijven doen. Wat niet wegneemt dat ik het op zich wel jammer vind dat die verkiezingen er niet zijn met
7

een duidelijke mening en koers vanuit een gemeente. En dat kan ook uitstekend door de burgemeester
worden verwoord. Daar zou de burger ook best wel eens wat aan kunnen hebben.
Ja, vanuit de VVD dan. Ja, sorry dan, het is toch wat neutraler dan u misschien hoopt. Tegelijkertijd ook wel
heel veel waarde zal hechten aan die duidelijke positie van de raad anders dan die heldere positie van het
college. En wellicht ook dat de eerste dagen hier al iets een kijkje in die keuken hebben gegeven toen we
wat af mochten stemmen in het presidium en hoe dan mijn rol daar ook in is.
Tot slot heel erg dank voor die inderdaad heel hartelijke ontvangst. Ik gaf al even aan toen ik eerder deze
week de gemeente binnenreed en meende te zien op een van de borden “burgemeester Joosten, van harte
welkom”, dacht ik: ik had mij zo voorgenomen niet verwaand te worden en zie ik nu al dingen die er niet
zijn. Dus ik ben toch maar gedraaid maar het stond er echt. Dus gelukkig: het is nog niet verwaandheid,
maar het is toch dat hartelijke welkom dat wij hier van u krijgen. Heel hartelijk dank.
3. Sluiting
De voorzitter
Geachte aanwezigen, dan rest mij nu nog om deze bijzondere vergadering af te sluiten en mee te delen dat
er een mogelijkheid tot feliciteren en nadere kennismaking is en met name dat laatste. U stelt er – en nou
begin ik dus zoals wij hier gewend zijn – Niels, Ella, Thijs en Jelle, die dat erg op prijs stellen om met een
ieder kennis te maken, maar dat was ook de bedoeling. U hebt ook echt gevraagd om niet te lange speeches
want jij wil graag kennismaken met mensen.
Dus ik verzoek u dan ook allemaal zoveel mogelijk mee te gaan naar Eerbeek. Voor de mensen die niet
daar aanwezig kunnen zijn: we hebben nog even tijd, u kunt nog even feliciteren en kennismaken, maar niet
te lang, want de familie Joosten gaat zo meteen lekker in de oeoeoeoe naar Eerbeek, de jongens weer
voorin.
Dit gezegd hebbend sluit ik hiermee de vergadering en zal ik nu doen wat ik plechtig beloofd heb: de hamer
geven.
De voorzitter sluit de raadsvergadering.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 april 2005.
De griffier,
De voorzitter,
8

Raadsvergadering d.d. 28 april 2005 nr.: 3
Reg.nr.: -
Portefeuille: -
Brummen, 18 april 2005
Onderwerp: Ingekomen en verzonden stukken
Wij stellen voor:
Ten aanzien van de ingekomen en verzonden stukken te beslissen zoals daarbij is voorgesteld.
A. VOOR KENNISGEVING AANNEMEN
I. Brochures, uitnodigingen voor symposia e.d.
1. Stukken waarvan mag worden aangenomen dat zij geen officiële activiteit behoeven van de raad,
het college of van de burgemeester. Deze stukken liggen in uw postmap ter inzage.
II. Ingekomen en verzonden post
1. 8 maart 2005 Ministerie
oprichting platform rechtmatigheid; oprichting platform rechtmatigheid
nr. RD05.0058 Binnenlandse Zaken provincies en gemeenten PRPG, besluit accountantscontrole
2. 18 maart 2005 Ministerie SZW circulaire inzake relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en
nr. RD05.0063
inkomen
3. 17 maart 2005 Programmaraad toezending afschrift van schrijven zoals gezonden aan het college van
nr. RD05.0064 Gelderland-Oost B&W inzake financiering Programmaraad
4. 17 maart 2005
nr. RD05.0065
BOPO Brummen reactie op discussiestuk De toekomst ... een kwestie van keuzes maken
III. B&W-besluiten
1. 1 februari 2005
nr. 05.000442
2. 17 februari 2005
nr. 05.000717
3. 24 februari 2005
nr. 05.000855
4. 24 februari 2005
nr. 05.000860
5. 1 maart 2005
nr. 05.000967
6. 8 maart 2005
nr. 05.001139
Concept-nota Sociale Perspectieven Stedendriehoek
Aanpak vrijwilligersondersteuning vanaf 1 april 2005
M. Putstraat/principebesluit
B. TER AFDOENING IN HANDEN VAN B&W STELLEN
Toetsingsprotocol Kwaliteitsnormering Bouwvergunning
Aanwijzing panden als gemeentelijk monument
Centrumplan Eerbeek uitwerking communicatieparagraaf
I. Ingekomen post
1. 7 maart 2005
nr. RD05.0059
R. Fransen en P.H.
de Hoog
Verzoek om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor realiseren
van overnachtingsplek voor campers in Brummen
2.
Raad Landelijk Aanbieding advies Nationale landschappen: vaste koers en lange adem
7 maart 2005
nr. RD05.0060
Gebied
met advies om binnen twee jaar voor alle 20 nationale landschappen de
uitvoeringsplannen gereed te maken en binnen 5 jaar ook allemaal
officieel in te stellen
3.
11 maart 2005
nr. RD05.0061
BBEZ Afschrift van schrijven aan B&W inhoudende verzoek om spoedige
reactie op schrijven d.d. 27 januari 2005 inzake ontsluiting transportbedrijf
Schotpoort op de Schoonmansmolenweg
4.
10 maart 2005
nr. RD05.0062
Wijkraad De Hoven Verzoek om beantwoording vragen vanuit de wijk over evt. Brummense
plannen t.b.v. betere doorstroming verkeer vanuit Zutphen zonder opstoppingen
die ontstaan a.g.v. de Brummense Rotonde N345 /N348
Volgens voorstel door de raad besloten op 28 april 2005,
mr. M. Veenbergen N.E. Joosten bc
griffier voorzitter

Raadsvergadering d.d. 28 april 2005 nr. 5
Reg.nr.: 05.001096/MB
Portefeuille: Cultuur
Brummen, 15 maart 2005
Onderwerp: Aanpassen Verordening tot regeling van de monumentencommissie
Wij stellen voor:
1. De “Verordening tot regeling van de monumentencommissie" d.d. 14 mei 2002 in te trekken.
2. Te besluiten dat het college de Monumentencommissie instelt.
3. De "Verordening tot regeling van de monumentencommissie 2005" vast te stellen.
Inleiding
De huidige “Verordening op de monumentencommissie” is achterhaald op het punt van openbaarheid van
gegevens en de taken en bevoegdheden van de voorzitter. Ook moet geregeld worden dat de leden van
de commissie in de gelegenheid worden gesteld op de hoogte kunnen blijven van actuele ontwikkelingen
op het gebied van monumentenzaken. Verder moet de verordening als gevolg van de Wet dualisering
gemeentebestuur worden aangepast.
Juridische grondslag
Wet dualisering gemeentebestuur.
Verordening Geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.
Artikel 84 Gemeentewet ten aanzien van verstrekking van vergoedingen.
Artikel 15 Monumentenwet, met betrekking tot het instellen van een monumentencommissie.
Artikel 15 Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden met betrekking tot verhoging vergoeding voorzitter.
Argumenten
1.1 De huidige verordening is achterhaald
De verordening welke in 2002 is vastgesteld geeft geen helderheid over de te volgen beleidslijn met betrekking
tot de openbaarheid van vergaderingen, het spreekrecht van bezoekers, het besluitvormingsproces
en het bijhouden van deskundigheid van de leden van de commissie.
2.1 Dit past in de dualiseringsgedachte
De tekst van artikel 15 van de Monumentenwet laat de mogelijkheid open dat het college de monumentencommissie
instelt. Voor Monumentencommissies die vóór de invoering van het dualistisch stelsel zijn
ingesteld, kan tot twee jaar ná inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur de regeling
worden aangepast. Aangezien het in de lijn van de dualiseringsgedachte ligt de instelling van een commissie
die het college adviseert ook door hen te laten plaatsvinden én de verordening, om de bij voorgaand
adviespunt genoemde redenen, óók moet worden aangepast, is het juist deze zaken op dit moment
samen te laten vallen.
3.1 De nieuwe verordening geeft duidelijkheid
De onder 1.1 aangegeven beperkingen van de verordening uit 2002 worden opgeheven door het vaststellen
van de “Verordening op de monumentencommissie 2005”.
Communicatie
De betrokken leden op de hoogte stellen van uw besluit

Bijlage(n):
- Verordening op de monumentencommissie 2002
- Verordening op de monumentencommissie 2005.
Burgemeester en wethouders van Brummen,
drs. H.W. van Rinsum N.E. Joosten bc.
secretaris burgemeester
Volgens voorstel door de raad besloten op 28 april 2005
mr. M. Veenbergen N.E. Joosten bc.
griffier voorzitter
2

Bijlage 2
Verordening tot regeling van de monumentencommissie 2005
Artikel 1
Taakomschrijving
De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over
de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening Brummen en het
monumentenbeleid, waaronder in ieder geval begrepen:
a. De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument, als bedoeld in de Monumentenverordening
Brummen;
b. de vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten, als
bedoeld in de Monumentenverordening Brummen;
c. de vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde monumenten, als bedoeld in de
Monumentenwet 1988;
d. het prioriteitenoverzicht voor restauratie van rijksmonumenten als bedoeld in het besluit
Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten 1997;
e. de verdeling van het subsidiebudget voor restauratie- en onderhoudssubsidies voor beschermde
gemeentelijke monumenten, als bedoeld in de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten;
f. de aanwijzing als beschermd monument, als bedoeld in de Monumentenwet 1988;
g. de aanwijzing als beschermde stads- of dorpsgezichten als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
h. Het afvoeren van panden van de gemeentelijke monumentenlijst.
Artikel 2
Leden
1. De monumentencommissie telt ten minste vijf leden, die door burgemeester en wethouders
worden benoemd.
2. Bij de besluitvorming houden burgemeester en wethouders rekening met de binding van de
kandidaten met op het terrein van de monumentenzorg actieve particuliere instellingen in de
gemeente en met hun deskundigheid, waarbij in ieder geval wordt gestreefd naar een
vertegenwoordiging van:
a. bouwkundige deskundigheid en kennis van restauraties;
b. kennis van architectuur/bouwhistorie;
c. kennis van lokale (bouw)historie.
3. Burgemeester en wethouders benoemen ten minste twee plaatsvervangende leden.
Artikel 3
Zittingsperiode
1. De leden hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn onmiddellijk herbenoembaar .
2. Een lid dat aftreedt of ontslag neemt, blijft lid totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.
3. Een lid dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats wordt benoemd treedt af op het
tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou moeten aftreden.

Artikel 4
Secretaris en voorzitter
1. Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijk secretaris en kunnen ambtelijke adviseurs
aanwijzen.
2. Burgemeester en wethouders benoemen op voorstel van de monumentencommissie uit de leden
van de commissie een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
3. De secretaris en ambtelijk adviseur(s) bezitten geen stemrecht.
Artikel 5
Vergadering
1. De commissie vergadert zo dikwijls haar voorzitter dit nodig oordeelt of dit door ten minste twee
leden aan de voorzitter wordt verzocht.
2. De secretaris draagt er zorg voor dat ieder lid, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste
vier maal 24 uur voor het houden van de vergadering schriftelijk wordt opgeroepen, zoveel als
mogelijk met vermelding van de in die vergadering te behandelen onderwerpen. Gelijktijdig
worden dag, plaats en uur en agenda voor de vergadering op de in de gemeente gebruikelijke
wijze ter openbare kennis gebracht en wordt deze agenda aan de pers toegezonden.
3. De stukken die op de vergadering betrekking hebben worden zoveel doenlijk, ten minste twee
maal 24 uur voor het tijdstip van de vergadering ter lezing voor de leden ter inzage gelegd.
4. De leden die verhinderd zijn een vergadering bij te wonen geven daarvan zo spoedig als mogelijk
kennis aan de secretaris van de commissie.
De betreffende leden dragen er zorg voor dat, zo deze zijn benoemd, de plaatsvervangende
leden worden opgeroepen.
Artikel 6
Openbaarheid
1. De vergaderingen van de commissie vinden in het openbaar plaats.
De deuren worden gesloten wanneer de voorzitter of ten minste twee leden dit nodig
oordeelt/oordelen. De vergadering beslist vervolgens of zij over één of meerdere punten met
gesloten deuren zal vergaderen. In geval van staken van stemmen in dezen beslist de stem van
de voorzitter.
2. Indien de aard van de te behandelen aangelegenheden naar het oordeel van de voorzitter of ten
minste twee leden van de commissie zich niet leent voor openbare behandeling, kan een niet
openbare vergadering worden uitgeschreven. De commissie beslist omtrent de vraag of de
voorgelegde agenda in een besloten vergadering zal worden behandeld, met gesloten deuren.
Indien de vraag ontkennend wordt beantwoord, zal op de voorgeschreven wijze een nieuwe,
openbare vergadering worden belegd.
Artikel 7
Woordvoeren
1. Gedurende de openbare vergadering van de commissie kunnen de aanwezige bezoekers
desgewenst het woord voeren over op de agenda voorkomende punten.
Zij dienen zich daartoe direct na het openen van de vergadering, na een daartoe strekkende
oproep, te melden bij de voorzitter. Het agendapunt waarover men het woord wil voeren, dient
daarbij te worden vermeld.
Van het voorgaande zijn uitgezonderd de agendapunten ‘opening’ en ‘sluiting’, ‘vaststelling
verslag’ en ‘rondvraag voor de leden’.

2. Bij elk daarvoor in aanmerking komend agendapunt wordt, voordat de beraadslagingen daarover
worden geopend, aan de bezoekers die zich daartoe overeenkomstig het eerste lid hebben
aangemeld, de gelegenheid gegeven het woord te voeren.
De voorzitter bepaalt hiervoor de tijdsduur, waarvan hij vooraf mededeling doet aan de spreker.
3. De commissieleden kunnen de spreker desgewenst na afloop van zijn betoog aanvullende
vragen stellen.
De voorzitter bepaalt de tijdsperiode die, wanneer de spreker hiertoe wenst over te gaan, voor
beantwoording van de vragen beschikbaar is.
4. De voorzitter kan een spreker die de hem toegemeten tijd overschrijdt, dan wel in zijn betoog
zonder enig redelijk doel zaken aan de orde stelt, die de belangen van derden ernstig kunnen
schaden, dan wel handelt in strijd met enige strafwettelijke bepaling, een en ander ter
beoordeling van de voorzitter, na een voorafgaande waarschuwing het woord ontnemen.
Artikel 8
Besluitvorming
1. De commissie mag slechts besluiten nemen indien ten minste drie leden of hun plaatsvervangers
ter vergadering aanwezig zijn.
2. Indien minder dan drie leden c.q. plaatsvervangende leden aanwezig zijn, blijven de punten van
de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering (ten minste 24 uur later). In deze
vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen ongeacht
het aantal aanwezige leden, tenzij de voorzitter dit niet redelijk acht.
3. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel worden
afgeweken waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.
Artikel 9
Stemming
1. Over zaken wordt mondeling gestemd.
2. Tot adviezen over in de commissie behandelde zaken, wordt besloten bij meerderheid van
stemmen.
3. De minderheid kan vorderen dat uit het advies ook van haar afwijkende mening blijkt.
4. Bij staking van stemmen wordt geen advies uitgebracht doch worden de verschillende meningen
aan burgemeester en wethouders medegedeeld.
5. De leden mogen niet deelnemen aan de beraadslagingen- en de vaststelling van een advies over
zaken, die hen, hun echtgenoten of hun bloed- en aanverwanten, tot en met de derde graad,
persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigde zijn betrokken.
6. Op voorstel van de voorzitter kan de besluitvorming over zaken plaatsvinden door toezending van
een voorstel aan de leden, die daarover schriftelijk hun mening kunnen kenbaar maken.
Artikel 10
Verslaglegging
1. Het in de commissie behandelde wordt neergelegd in een door de commissiesecretaris
opgemaakt samenvattend verslag, waarin het advies van de commissie ten aanzien van de door
haar behandelde onderwerpen wordt vermeld.
2. Het verslag wordt, indien dit redelijkerwijs mogelijk is, in de vergadering van de commissie, die
volgt op de vergadering waarop het verslag betrekking heeft, aan de orde gesteld.
Eventuele op- of aanmerkingen van de leden over de tekst van het verslag, die door de
commissie als gegrond worden erkend, worden genoemd in het verslag van de vergadering,
waarin dit verslag is behandeld.
3. De secretaris draagt er zorg voor dat een ieder die dit wenst ter secretarie van de verslagen van
de openbare commissievergaderingen inzage kan nemen en daarvan tegen vergoeding van de
kosten een afschrift kan doen maken.

4. Naar aanleiding van het verslag wordt door de secretaris een actiepuntenlijst opgesteld. Voor
zover deze actiepunten zouden moeten worden uitgevoerd door de ambtelijke organisatie worden
deze door de ambtelijk secretaris in de organisatie uitgezet .
Artikel 11
Deskundigheidsbevordering
1. Voor deskundigheidsbevordering van de commissie is jaarlijks een budget beschikbaar.
2. Een vergoeding wordt toegekend in de kosten van cursussen, bijeenkomsten, informatie etc.
welke, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, bijdragen aan de deskundigheid en
adviesvaardigheid van de commissie én nuttig en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar
taak.
Artikel 12
Bijzondere gevallen
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen
burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.
Artikel 13
Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking.
2. Op het moment van inwerkingtreding van de verordening als bedoeld onder lid 1 van dit artikel
wordt de “Verordening tot regeling van de monumentencommissie”, vastgesteld d.d. 27 juni 2002,
ingetrokken.
Artikel 14
Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de monumentencommissie 2005”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 april 2005.
De raad van de gemeente Brummen
griffier voorzitter

Raadsvergadering d.d. 28 april 2005 nr. 6
Reg.nr.: RD05.0066
Portefeuille: Presidium
Brummen, 20 april 2005
Onderwerp: Initiatiefvoorstel CDA: Ruimtelijke visie buitengebied
Wij stellen voor:
1. De beleidsuitgangspunten ten behoeve van de in ontwikkeling zijnde Ruimtelijke Visie, zoals verwoord
in dit voorstel, vast te stellen.
2. Kennis te nemen van de aandachtspunten ten behoeve van de Ruimtelijke Visie, zoals verwoord in
dit voorstel, en deze te onderkennen.
Inleiding
In het forum Ruimte van 14 april 2005 is het initiatiefvoorstel van het CDA over de Ruimtelijke visie buitengebied
van 9 maart 2005 besproken. In het forum is besloten dat het initiatiefvoorstel ter bespreking
zal worden geagendeerd voor de besluitvormende raadsvergadering van 28 april 2005.
Aanleiding opstellen nota “Ruimtelijke visie buitengebied”
Op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling is veel aan de gang. Op Europese schaal zien we een grote
omslag op het gebied van het landbouwbeleid. Dit heeft grote consequenties voor het agrarisch bedrijfsleven
en op de ruimtelijke invulling van het buitengebied.
Nationaal drukt de noodzaak tot woningbouw zwaar en dit trekt een grote wissel op de beschikbaarheid
van natuur- en cultuurgronden. Sommigen spreken zelfs over het schrikbeeld van een oostelijke randstand.
Waalsprong, IJsselsprongen en Stedendriehoek openen de mogelijkheden hiervoor. Hierdoor
neemt de druk op het landelijk gebied fors toe en zal in de toekomst nog meer toenemen.
Ook onze eigen huisvestingsplannen spelen een rol. De mate waarin en de snelheid waarmee de realisatie
van de voorziene en, op basis van de dringende woonbehoefte, noodzakelijk geachte woningbouw tot
stand komt is voor uitbreidingen die ten koste gaan van agrarische cultuurgrond afhankelijk van de in
ontwikkeling zijnde “Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie”. Bij de totstandkoming van de visie wordt ook het
beeld van het buitengebied voor de komende jaren bepaald.
Recent heeft de voltallige raad uitgesproken dat deze visie binnen de afgesproken termijn tot stand dient
te komen, hetgeen betekent dat eind 2005 de visie aan de orde komt. Het is van belang reeds nu impulsen
te geven en richting te bepalen om de nodige garanties voor het behoud van het buitengebied en de
agrarische activiteiten te waarborgen.
Op lokaal niveau is het alweer een jaar geleden dat er een opiniërende vergadering is geweest over de
landgoederen. We merken dat er in het buitengebied onrust ontstaat over het uitblijven van een concreet
vervolg.
Daarnaast zijn er ontwikkelingen gaande, zoals de plannen voor de verlegging van de bandijk in Cortenoever
en de plannen rond de reconstructie en de uitbreiding van Zutphen, die de bevolking nogal bezig
houden.
Deze Europese, landelijke en locale actualiteit heeft het CDA gemotiveerd een nota te schrijven die tot
doel heeft de raad in de gelegenheid te stellen om concrete kaders te formuleren voor het ontwikkelen
van een ruimtelijke visie voor het buitengebied van de gemeente Brummen.

Korte inhoud nota
In de nota wordt het behoud van het landschappelijk karakter van het buitengebied van Brummen als
beleidsdoel gezien. Dat wordt verder uitgewerkt. Ook wordt uiteengezet welke factoren het landschappelijk
karakter van het buitengebied op dit moment nadelig beïnvloeden.
De notitie besluit met het aangeven van een elftal concrete beleidskaderstellingen.
Beleidsuitgangspunten ten behoeve van de totstandkoming van de Ruimtelijke Visie
1. De uitbreidingen van woningbouw concentreren zich in Brummen, Eerbeek en Empe.
2. De gemeente zorgt ervoor dat bij uitbreidingen van de woonkernen in Eerbeek, Brummen en Empe
minimale schade aan het landelijk gebied wordt aangericht.
3. Een robuuste (circa 1 a 1,5 km brede ) ecologische verbindingszone vanaf Eerbeek over Tonden-
Oeken naar de IJssel, direct onder de Hoven, is gepland en is ook gewenst.
4. De gemeente zorgt ervoor dat in alle relevante gremia, bijvoorbeeld die in het kader van de Stedendriehoek,
duidelijkheid gegeven wordt over de met de bevoegden afgesproken grenzen van de ecologische
hoofdstructuur en verbindingszone en het beheer ervan. Voor zover er nog sprake is van
een onderhandeling- of overlegsituatie geeft ze duidelijk aan welke bedoelingen(visie) de gemeente
heeft met de genoemde gebieden.
5. De gemeente hanteert het principe enkelvoudig rood voor enkelvoudig rood in het landelijk gebied.
Voorts zal ze er naar streven verspreide “rode” leegstand te voorkomen.
6. Ook niet-agrarische werkfuncties kunnen in het buitengebied de vitaliteit van het platteland ondersteunen
of versterken.
7. Daar waar er in de lopende discussies van de ruimtelijke ontwikkeling van de Regio Stedendriehoek
alsmede in het nieuwe concept-Streekplan sprake is van landhuisbebouwing in de zogenoemde bundelinggebieden,
is uitsluitend die in Hall en Empe aanvaardbaar. Een eventuele geringe verdichting
van de landhuisbebouwing langs het kanaal is toegestaan. Geen uitbreiding.
8. Uitsluitend nieuwe landgoederen zijn acceptabel indien voldaan wordt aan de volgende drie eisen:
♦ oppervlak: om en de nabij 25 a 30 hectare
♦ aansluitend aan bestaande natuur alleen rood voor rood;
♦ een hoofdgebouw en maximaal twee kleinere bijgebouwen.
Aandachtspunten ten behoeve van de totstandkoming van de ruimtelijke visie
1. Als extra instrumenten zet de gemeente het voorkeursrecht en vereveningsinstrumenten in. De gemeente
zorgt ervoor door uitoefening van haar voorkeursrecht gronden te verwerven daar waar woningbouw
gewenst is.
2. Indien er percelen van aanzienlijke omvang (5 tot 10 hectare) geïsoleerd in het landschap dreigen te
verrommelen kan overwogen worden de eigenaar, in ruil voor het betreffende perceel, een klein perceel
geschikt voor landhuisbebouwing aan te bieden aan de rand van de grote woonkernen. Per geval
oordeelt de raad. Het ruilperceel wordt toegevoegd aan bestaande natuur, of wordt via het agrarisch
natuurbeheer onderhouden.
3. De 2 e pijler van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) lijkt voor de periode 2006-2012 ruime
mogelijkheden voor gebiedontwikkeling te bieden. Aanzienlijke Europese gelden komen voor de
gemeente beschikbaar in het kader van de plattelandsontwikkeling.
2

Bijlagen:
- De Nota “Ruimtelijke visie buitengebied” (reeds in uw bezit)
De CDA-fractie,
G.S.W. te Bokkel W. Blom H.G. Brummelman J.B. Paauw G.J. Ypma
Volgens voorstel door de raad besloten op 28 april 2005
Mr M. Veenbergen N.E. Joosten bc
griffier voorzitter
3

GEMEENTERAAD van BRUMMEN Nr. 15
In te vullen door griffie
Datum ontvangst: 9 maart 2005 Reg.nr.: 05.0066
INITIATIEFVOORSTEL
Datum: 9 maart 2005
Steller: K. Paauw (CDA-fractie)
Onderwerp: Ruimtelijke visie buitengebied
Voorstel:
In de nota wordt het behoud van het landsschappelijk karakter van het buitengebied van Brummen als
beleidsdoel gezien. Dat wordt verder uitgewerkt.
In de nota wordt ook uiteengezet welke factoren het landschappelijk karakter van het buitengebied op
dit moment nadelig beïnvloeden.
De notitie besluit met het aangeven van een elftal concrete beleidskaderstellingen.
Het is de wens van het CDA om als voltallige raad tot uitspraken te komen over deze kaders,
zodat ze een verdere uitwerking en toepassing kunnen vinden in de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie.
Het is onze bedoeling hier raadsbreed over te discussiëren en vervolgens over te beslissen.
INHOUD
Aanleiding
1.Op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling is veel aan de gang. Op Europese schaal zien we een
grote omslag op het gebied van het landbouwbeleid. Dit heeft grote consequenties voor het agrarisch
bedrijfsleven en op de ruimtelijke invulling van het buitengebied.
2.Nationaal drukt de noodzaak tot woningbouw zwaar en dit trekt een grote wissel op de beschikbaarheid
van natuur- en cultuurgronden. Sommigen spreken zelfs over het schrikbeeld van een oostelijke
randstand. Waalsprong, IJsselsprongen en Stedendriehoek openen de mogelijkheden hiervoor. Hierdoor
neemt de druk op het landelijk gebied fors toe en zal in de toekomst nog meer toenemen.
3.Ook onze eigen huisvestingsplannen spelen een rol. De mate waarin en de snelheid waarmee de
realisatie van de voorziene en, op basis van de dringende woonbehoefte, noodzakelijk geachte woningbouw
tot stand komt is voor uitbreidingen die ten koste gaan van agrarische cultuurgrond afhankelijk
van de in ontwikkeling zijnde “Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie”. Bij de totstandkoming van de visie wordt
ook het beeld van het buitengebied voor de komende jaren bepaald.
Recent heeft de voltallige raad uitgesproken dat deze visie binnen de afgesproken termijn tot stand
dient te komen. Hetgeen betekent dat eind 2005 de visie aan de orde komt. Het is van belang reeds nu
impulsen te geven en richting te bepalen om de nodige garanties voor het behoud van het buitengebied
en de agrarische activiteiten te waarborgen.
4.Op lokaal niveau is het alweer een jaar geleden dat er een opiniërende vergadering is geweest over
de landgoederen. We merken dat er in het buitengebied onrust ontstaat over het uitblijven van een concreet
vervolg.
Daarnaast zijn er ontwikkelingen gaande, zoals de plannen voor de verlegging van de bandijk in Cortenoever
en de plannen rond de reconstructie en de uitbreiding van Zutphen, die de bevolking nogal
bezig houden.
Deze Europese, landelijke en locale actualiteit heeft het CDA gemotiveerd een nota te schrijven die tot
doel heeft de raad in de gelegenheid te stellen om concrete kaders te formuleren voor het ontwikkelen
van een ruimtelijke visie voor het buitengebied van de gemeente Brummen.
Bijlagen:
(onderdeel uitmakend van
besluit)
De Nota “Ruimtelijke visie buitengebied”

NOTA
RUIMTELIJKE VISIE
BUITENGEBIED
GEMEENTE BRUMMEN
Hoe behouden we het landschappelijk karakter van het buitengebied van de
Gemeente Brummen?
1 maart 2005

Samenvatting
Inleiding
Er zijn in ruimtelijke zin in Nederland een tweetal zaken bijzonder actueel. Allereerst de woningnood
en daarnaast de inrichting van de open ruimte. Ook in onze gemeente spelen deze zaken een zéér belangrijke
rol. Recent heeft de voltallige raad uitgesproken dat de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie binnen
de afgesproken termijn tot stand dient te komen. Hetgeen betekent dat eind 2005 deze visie aan de
orde komt.
Het CDA heeft recent een visie uitgebracht over wonen. Even grote waarde wordt toegekend
aan de inrichting van ons mooie buitengebied. Om die reden is door het CDA stilgestaan bij
vraagstukken die het buitengebied aangaan. Dit heeft geleid tot het indienen van een initiatiefvoorstel
met beleidsuitgangspunten voor de ontwikkeling van een visie voor de toekomst.
In de nota is een analyse vastgelegd en worden tevens uitspraken gedaan welke richting wenselijk is.
Deze samenvatting strekt enerzijds tot leeswijzer van de nota en legt anderzijds kernachtig de gekozen
uitgangspunten neer. Het is de uitdrukkelijke wens van het CDA om met de raad overeenstemming te
bereiken over de uitgangspunten, om daarna met het college samen de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie
gestalte te geven als basis voor de toekomst.
Inrichting en hoofdlijnen van de nota
Allereerst wordt aangegeven wat onder het buitengebied moeten worden verstaan, begrippen als natuur
en landelijk cultuurgebied worden toegelicht. Op basis hiervan wordt stilgestaan bij het karakter
van het beeld van het Brummense buitengebied.
Hierbij wordt samengevat dat het gebied bestaat uit echte natuur en uit landelijke cultuurgebieden, die
beiden een eenheid vormen en het landschappelijk karakter van de gemeente bepalen.
Hierna wordt ingegaan op de het economische draagvlak en de ontwikkeling van het recht van eigendom
en de eigendomsverhoudingen door de jaren heen. Hierbij komt naar voren dat het in hoofdzaak
de agrariër was en is die door de eeuwen heen het landelijk gebied vorm heeft gegeven.
Kernachtig wordt uitgelegd dat de agrariër in het gebied onder druk staat en dat er bedreigingen zijn
die dienen te worden afgewend. Diverse landbouwcrises, toenemende eisen en een sterk wijzigend
Europees landbouwbeleid, die omslagen in de bedrijfsvoering met zich mee zullen brengen.
Het economisch draagvlak van het agrarisch bedrijf is aangetast en in verband daarmee wordt het
beheer van het cultuurlandschap verzwakt. Daardoor wordt ook het landschappelijk karakter bedreigd.
Voorts is een relatie gelegd met ontwikkeling van woningbouw. De recente ontwikkelingen op het
gebied van de woningbouw , met name die het gevolg zijn van het woonkwaliteitplan zullen in geval
van uitbreiding, ten koste gaan van cultuurgrond. Tevens wordt de trend gesignaleerd van toenemende
belangstelling voor vrijgekomen agrarische woningen onder de wens van woningsplitsing. Het landelijk
gebied komt hierdoor onder druk.
Op deze druk op het landelijk gebied wordt uitvoerig ingegaan. Hierbij worden de verschillende
claims op rij gezet. Woningbouw, aangescherpte Europese regelgeving, ecologische hoofdstructuur en
verbindingszones en eventuele dijkverlegging worden behandeld.
Als belangrijk aspect is naar voren gebracht de keuze waarvoor de agrariër komt te staan, waarbij rendement,
kwaliteitsproductie en veranderende bedrijfsvoering belangrijke invalshoeken zijn. De keuzes
waarvoor de agrariër komt te staan zijn van invloed op de inrichting van het cultuurgebied. Bedrijfsuitbreiding
of bedrijfsbeëindiging. Ecologische productie of niet. Schaalverkleining met aanvullende
2

edrijfsactiviteiten of niet. Kortom, een scala van keuzes die direct leiden tot veranderingen in het
buitengebied.
Beschreven beleidsconsequenties
Op basis van dit alles worden de consequenties voor het te voeren beleid getrokken. Hierbij wordt
ingegaan op de kaders, het beleid voor de agrarische sector en de bebouwing met behoud van het landelijk
gebied alsmede de op handen zijn ontwikkeling van het plattelandsbeleid van de Europese Unie,
hetgeen zal worden vastgelegd in de zogenaamde 2 e pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
De richting die wordt aangegeven is van tweeërlei aard.
Allereerst het zoveel mogelijk in stand houden van het landschappelijk karakter van de gemeente.
Daar is een zo veel mogelijke ondersteuning van de agrarische en daarmee verbonden bevolking bij
het beheer ven het cultuurlandschap nauw mee verbonden. Bij de behandeling van de beleidsconsequenties
worden zo concreet mogelijk doelstellingen, zo men wil piketpalen benoemd, welke als vaste
vertrekpunten kunnen worden aangenomen.
De voorgestelde uitgangspunten (piketpalen) zijn hierna gegroepeerd weergegeven.
Uitgangspunten
Beleidsgebied huisvesting
1. De gemeente zorgt ervoor dat bij uitbreidingen van de woonkernen in Eerbeek , Brummen en
Empe minimale schade aan het landelijk gebied wordt aangericht
2. De uitbreidingen concentreren zich in Brummen , Eerbeek en Empe
Beleid voor de agrarische sector.
3. De 2 e pijler van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid(GLB) biedt voor de periode 2006-
2011 ruime mogelijkheden voor gebiedontwikkeling. Aanzienlijke Europese gelden komen
voor de gemeente beschikbaar in het kader van de plattelandsontwikkeling.Die moeten worden
benut.
4. Een robuuste (circa 1 a 1,5 km brede ) ecologische verbindingszone vanaf Eerbeek over Tonden-Oeken
naar de IJssel, direct onder de Hoven, is gepland en is ook gewenst.
5. De gemeente zorgt ervoor dat in alle relevante gremia , bijvoorbeeld die in het kader van de
Stedendriehoek,duidelijkheid gegeven wordt over de met de bevoegden afgesproken grenzen
van de ecologische hoofdstructuur en verbindingszone en het beheer ervan. Voor zover er nog
sprake is van een onderhandeling- of overlegsituatie geeft ze duidelijk aan welke bedoelingen(visie)
de gemeente heeft met de genoemde gebieden.
6. De gemeente hanteert het principe enkelvoudig rood voor enkelvoudig rood in het landelijk
gebied.Voorts zal ze er naar streven verspreide “rode” leegstand te voorkomen
7. Ook niet -agrarische werkfuncties kunnen in het buitengebied de vitaliteit van het platteland
ondersteunen of versterken.
Beleid voor landhuizen en landgoederen.
3

8. Daar waar er in de lopende discussies van de ruimtelijke ontwikkeling van de Regio Stedendriehoek
alsmede in het nieuwe concept-Streekplan sprake is van landhuisbebouwing in de
zogenoemde bundelinggebieden, is uitsluitend die in Hall en Empe aanvaardbaar. Een eventuele
geringe verdichting van de landhuisbebouwing langs het kanaal is toegestaan. Geen uitbreiding.
9. Uitsluitend nieuwe landgoederen zijn acceptabel indien voldaan wordt aan de volgende drie
eisen:
§ oppervlak: om en de nabij 25 a 30 hectare
§ aansluitend aan bestaande natuur en alleen rood voor rood;
§ een hoofdgebouw en maximaal twee kleinere bijgebouwen.
10. Indien er percelen van aanzienlijke omvang (5 tot 10 hectare) geïsoleerd in het landschap
dreigen te verrommelen kan overwogen worden de eigenaar, in ruil voor het betreffende perceel,
een klein perceel geschikt voor landhuisbebouwing aan te bieden..
Aanscherping instrumentarium.
11. Als extra instrumenten zet zij het voorkeursrecht en vereveningsinstrumenten in. De gemeente
zorgt ervoor door uitoefening van haar voorkeursrecht gronden te verwerven in Hall, Empe,
Oeken en langs het kanaal om het hiervoor genoemde beleid te kunnen uitvoeren.
4

Integrale tekst notitie
1-Wat verstaan we onder landschappelijk karakter?
Landelijk gebied.
We willen ons hier concentreren op de gebieden in de gemeente Brummen buiten de bebouwde kommen.
Dat noemen we het landelijk gebied (soms ook wel buitengebied genoemd, als onderscheidend
van de woonkernen Brummen en Eerbeek). Dat gebied is deels natuur, zoals we dat kennen als ongerept
gebied. Het behelst natuurgebieden,bos, water(meertjes) ,parken behorende bij landgoederen,
beken en rivieren, retentiebekkens en meer of minder begroeide veen-, zand- en kleigronden.In sommige
gevallen wordt onderhoud gepleegd, maar vaak blijft het ongerept. Afgewaaide takken en afgestorven
bomen blijven liggen.
Een aantal landgoederen (voorname,meestal historische herenhuizen of kastelen, met in omvang aanzienlijke
bossen en landerijen) maakt onderdeel uit van de natuurlijke gebieden.
Maar het grootste oppervlak heeft een veehouderijbestemming of is in gebruik als landbouwgrond.
Deze gebieden worden gekenmerkt door in cultuur gebrachte grond en “onderhouden natuur” in de
vorm van beken, sloten en bosranden, integraal horend bij de grond. Het Brummens landelijk gebied is
deels een natuurlijk zand-, veen-, en kleigrond-gebied met bossen en weiden. Voor een aanzienlijk
deel is het een in meer of mindere mate natuurlijk coulissen landschap met agrarische bedrijven die als
economische drager fungeren voor dat gebied. Dat is het landelijke cultuurgebied.
Hier en daar zijn in het verleden kleine woonkernen ontstaan die midden in het landelijk gebied liggen.
Landschappelijk karakter.
Het landschappelijk karakter duidt op een open gebied, doorsneden met beken,sloten en houtwallen
met verspreid liggende landelijke,in hoofdzaak agrarische bebouwing.
Dat beeld overheerst in de gemeente Brummen. Door ruilverkavelingen is meer of minder grootschalige,
vrij intensieve rundveehouderij het overheersende gebruik,maar er zijn wel vele natuurlijke beken,
houtwallen en andere begroeiingen behouden gebleven. De landerijen geven een aanblik van rust en
ruimte, waarbij de grazende koeien eigenlijk integraal onderdeel uitmaken van het landschap. Ook
vinden we verspreid liggende, niet aaneengesloten bossen, die al of niet bij enige landgoederen horen.
In het noordwesten van de gemeente zijn de uitlopers van het Veluwe Massief en de Veluwse bossen
het overheersende beeld. In het zuidoosten vormt het stroomgebied van de IJssel met de uitgestrekte
uiterwaarden een natuurlijke grens van de gemeente.
Het Apeldoorns-Dierens kanaal stroomt dwars door het gemeentelijke gebied en heeft behalve een
landschappelijke en recreatieve functie ook een belangrijke waterregulerende functie.
Samenvattend kunnen we dus zeggen dat het landelijk gebied bestaat uit echte Natuur en uit het
Landelijke cultuurgebied. Maar ze vormen min of meer een eenheid en zijn bepalend voor het
landschappelijk karakter van de gemeente Brummen.
Bebouwing ,met een niet gebiedseigen vorm en karakter zou de eenheid van het landschap verstoren.
Dat geldt ook voor nieuwe wegdoorsnijdingen of sterke verbredingen van plattelandwegen. Er heerst
nog rust en er is nog ruimte, waarbij de rustverstoringen voornamelijk veroorzaakt worden door gebiedseigen
geluiden van machines en voertuigen van de agrariër.
2-Economisch draagvlak en de eigendom van de gebieden
Om te voorkomen dat het gebied verrommelt en de natuurlijke waarden verloren gaan, moet het gebied
ook in geldelijke zin wat opbrengen. Kortom een economisch draagvlak moet aanwezig zijn. Een
investering in de grond moet de eigenaren van de grond een privaat en/of een maatschappelijk rendement
opleveren.
5

Als we ons afvragen hoe we het landelijk gebied kunnen behouden, dan moeten we in ieder geval ook
weten wie de eigenaren zijn van de betreffende gebieden en de vraag beantwoorden of zij verwachten
dat de grond hen voldoende economisch en maatschappelijk rendement oplevert.
Hun gedrag is bepalend voor de landschappelijke ontwikkeling en we moeten onze inspanningen mede
op hen richten om dat gebied, landschappelijk gezien, veilig te stellen.
De eigendomsverhoudingen en de inrichting van het gebied ontwikkelden zich als bijna autonome
processen. Behoorde het land aanvankelijk aan landheren, adel en kerk, in de 17e, 18e en 19e eeuw
verschoven de eigendomsrechten geleidelijk naar vermogende landeigenaren en beleggers en weer
later ook naar de individuele boer. Sinds ongeveer 1970 zijn daar ook terrein- en natuurbeheerders
bijgekomen, zoals Staatsbosbeheer, Vereniging van Natuurmonumenten en het Gelders Landschap.
Thans is de eigendom in nogal wat gevallen bij de individuele agrariër geconcentreerd, hoewel ook
individuele landeigenaren en kerken nog een rol spelen alsmede institutionele beleggers. In een aantal
gevallen wordt de grond dan ook door beleggers aan de agrariër verpacht.
De agrariërs hebben door de eeuwen heen het landelijk gebied vorm gegeven.
Ook beheerden zij dat landschap en de “natuur”, bijvoorbeeld de beken, sloten en houtwallen alsmede
het kleinwild en de vogels.
De koeien in het grasland versterken (nog altijd) het landschappelijk karakter en kunnen dan ook niet
weggedacht worden. Daarnaast is er de verbouw van primaire voedingsmiddelen zoals diverse granen
, suikerbieten en aardappelen. Nu zien we ook veel maïsverbouw als voedsel voor de dieren van de
rundveehouderij.
De agrarische sector raakt door allerlei ontwikkelingen steeds meer in de knel. Het economisch draagvlak
versmalt, waardoor ook het landelijk gebied wordt bedreigd.
3-Bedreigingen voor het landschappelijk karakter
A-Problemen van de agrarische sector
De afgelopen decennia heeft een aantal problemen op het platteland veel aandacht gekregen. Men kan
bijvoorbeeld denken aan de diverse landbouwcrises, varkenspest, mkz en de vogelpest. Als uitvloeisel
van deze crises in de agrarische sector zijn maatregelen getroffen en zijn onder andere zogenoemde
intensiveringgebieden aangewezen in het kader van de reconstructiewet. Verplaatsingen van bedrijven
kunnen daarvan het gevolg zijn.
Voor de gemeente Brummen zijn de gevolgen van de reconstructie overigens zeer beperkt.
Maar ook de Europese regelgeving zoals de flora- en faunawet en de habitatrichtlijn hebben gevolgen
voor de agrarische sector. Zo gelden er ondermeer beperkende regels voor de uitstoot van ammoniak
om de verzuring tegen te gaan en regels voor de bescherming van plantensoorten en dieren. Uitbreiding
van cultuurgronden en of intensivering van de bedrijfsvoering worden door de regelgeving bemoeilijkt,
en in sommige gevallen onmogelijk.
Voorts zijn er ter bescherming van waardevolle natuurgebieden door de Nederlandse overheid ecologische
hoofdstructuren en ecologische poorten en verbindingszones aangewezen. Voorbeelden daarvan
treffen we ook in de gemeente Brummen aan, zoals de Beekbergense poort en de Soerense poort..
Cultuurgrond wordt verder geëxtensiveerd en krijgt een meer natuurlijke bestemming.
De opwarming van de aarde heeft onder meer tot gevolg dat het risico op grote wateroverlast is toegenomen,
waardoor er plannen zijn gemaakt om cultuurgrond op te geven teneinde de rivier meer ruimte
te bieden. Ook dat speelt in de gemeente Brummen in verband met de eventuele verlegging van de
bandijk van de IJssel waardoor een omvangrijk agrarisch gebied als een soort overloopgebied zal gaan
functioneren. Daardoor is de noodzaak van de agrariërs in dit gebied om zich intensief op de overlevingsmogelijkheden
te oriënteren in een stroomversnelling geraakt.
Samenvattend kunnen we dus stellen dat de agrarische sector in de gemeente Brummen door “natuurlijke”
oorzaken ernstig onder druk is komen te staan.
6

Daar komt nog eens bovenop, dat ook de bedrijfseconomische structuur van het agrarisch bedrijf sinds
kort wordt verzwakt door een andere wijze van vergoeding voor de geleverde producten, voornamelijk
melk, mede door de uitbreiding van de Europese Unie.
De veehouderijsector, en die overheerst in de gemeente , is jarenlang via een systeem van garantieprijzen
en interventies gesubsidieerd.Sinds kort is het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid
(GBL) in deze 180 graden gedraaid en wordt dat systeem omgezet in een oriëntatie op (wereld) marktprijzen
en een inkomenssteun in de vorm van een bedrijfstoeslagregeling (BTR). Deze toeslagregeling
is gebaseerd op en gerelateerd aan de naleving van beheerseisen op het gebied van natuurbeheer, milieubeheer,
dierenwelzijn en voedselkwaliteit.
Dit dwingt de veehouder vroeger of later tot belangrijke keuzes om te kunnen overleven.
Al met al is ook het economisch draagvlak van het agrarisch bedrijf aangetast en wordt in verband
daarmee eveneens het beheer van het cultuurlandschap verzwakt. Daardoor wordt ook het
landschappelijk karakter bedreigd.
B-Nieuwbouw en Verstedelijking
Ontwikkeling van de woonkernen.
Men kan het platteland niet geïsoleerd bekijken. We zullen het in relatie moeten zien met de woonkernen
die in het gebied liggen.
Bijna parallel aan de ontwikkeling van de agrarische sector constateren we dat de grote kernen (Eerbeek
en Brummen) in de gemeente, maar ook de kleinere als Hall en Empe, te kampen hebben met
problemen die verband houden met de langzame veroudering van de bevolking. Door een zeer terughoudend
beleid op het gebied van de huisvesting zijn de kernen de laatste jaren beperkingen opgelegd
aan de mogelijkheden tot nieuwbouw. Dat heeft ertoe geleid dat Eerbeek en Brummen verder vergrijsden
en ze hun middenstand deels zagen vertrekken. Ook het voorzieningenniveau kwam daarmee onder
druk te staan. We denken daarbij onder meer aan het openbaar vervoer en de inspanningen die
nodig zijn om de culturele voorzieningen op peil te houden.
In de nieuwe woonvisie van de provincie wordt er een eind gemaakt aan de boekhoudplanologie. Dit
houdt in dat de provincie afstapt van de kwantitatieve woningbouwcontingenten en zich meer richt op
kwaliteit.
Voor de gemeente Brummen houdt deze nieuwe visie in dat het contingent verruimd wordt en dat er
op korte termijn gebouwd kan worden op de zogenoemde inbreidingslocaties.
Dat zal kunnen betekenen dat er mogelijk enige zogenoemde doorstroming plaats zal vinden, waardoor
er iets meer mogelijkheden komen voor jonge starters op de plaatselijke woningmarkt. (zie ook
de woonvisie van het CDA)
Maar een flinke impuls kan er pas komen indien de provincie het fiat geeft op het Woonkwaliteitplan
van de gemeente en er ook toestemming komt om voor de eigen woonbehoefte op de uitbreidingslocaties
te mogen bouwen. Het ziet ernaar uit dat die toestemming komt. Maar dat zal wel betekenen dat
een stuk landelijk gebied bij de woongebieden wordt getrokken en er een verdere vermindering van
het agrarisch cultuurgebied optreedt.
Verstedelijking en behoefte aan natuur
Die uitbreiding zullen we mede moeten bekijken in het licht van de huisvestingsmogelijkheden en
daarmee de bouwmogelijkheden in de regio Stedendriehoek.
De plannen die ter tafel liggen duiden erop dat Zutphen (en dat is essentieel voor de gemeente Brummen
en haar landelijk gebied) een aanzienlijk deel van haar uitbreiding zal willen uitvoeren via de
zogenoemde IJsselsprong waardoor het landelijk gebied van Brummen ernstig zou kunnen worden
aangetast. Niet allen fysiek, maar ook aanschouwelijk.
De zuidoostelijke rand van de gemeente krijgt een verstedelijkte aanblik.
{Het Concept Streekplan 2005 van de provincie maakt melding van een nieuw programma wonen via
de twee IJsselsprongen (dus ook een bij Zutphen, zie pag.107)}
7

Bovendien geldt dat ook de behoefte aan natuur en een agrarische leef- en recreatieomgeving van de
Nederlandse bevolking groeit.
We zien bijvoorbeeld dan ook dat de migratie van (gepensioneerde) Nederlanders naar de gemeente
toeneemt. Er is veel belangstelling voor vrijkomende boerderijen.
Tegelijkertijd kan geconstateerd worden dat de plaatselijke bevolking veel waarde hecht aan de natuurlijke
en eveneens de agrarische omgeving. Dat blijkt ondermeer uit de vele ingezonden brieven in
de streekpers.
Resumerend kunnen we dus stellen dat de claims op de grond in verband met de nieuwbouw de komende
jaren aanzienlijk zullen zijn, waardoor het areaal cultuurgrond vermindert en het landschappelijk
karakter verder onder druk komt.
4-Het landelijk gebied onder druk.
Hiervoor hebben we aangegeven dat het landelijk gebied bestaat uit Natuur en het Landelijke Cultuurgebied.
Niet zozeer de Natuur staat onder druk, maar het Landelijk Cultuurgebied, dat voornamelijk
wordt gebruikt door de agrarische sector.
Aan het totale areaal cultuurgrond dreigt steeds meer te worden onttrokken en het economisch draagvlak
van de agrariër, en daarmee van de beheerder van het landschappelijk gebied, wordt zwaar op de
proef gesteld. In het voorgaande zijn daarvan de oorzaken opgesomd. We zetten de verschillende
claims nog eens op een rij.
1-De woningbouw in de gemeente Brummen en ook die van de gemeente Zutphen, zal geleidelijk aan
steeds meer oppervlakte cultuurgrond opslokken. Daar kunnen we de eventuele aanleg van nieuwe
wegen nog aan toevoegen.Het totaal oppervlak neemt af waardoor ook de weidsheid en de rust nadelig
worden beïnvloed.
2-De Europese regelgeving rond de natuurbescherming en de zorg voor de habitat heeft in meerdere
gevallen inkrimping van de veestapel tot gevolg of verhindert uitbreiding ervan, dan wel het buiten
laten weiden van het vee. Dit tast het economisch draagvlak van de agrariër aan.
3-Voor de ecologische hoofdstructuur en de ecologische verbindingszones zullen gronden worden
aangekocht door het Rijk of er zullen meer beperkingen aan de agrarische bedrijfsvoering worden
opgelegd.Staatsbosbeheer heeft onlangs besloten de aankoopprogramma’s wat meer in de tijd te faseren.
Ook is het aankoopbeleid sinds het kabinet Balkenende1 enigszins aangepast, waardoor niet alle
gronden zullen worden aangekocht, maar tot waardevolle natuur kunnen worden omgevormd middels
beheercontracten met agrariërs.
4-Door een eventuele dijkverlegging, in verband met ruimte voor de rivier, worden aanmerkelijke
oppervlaktes cultuurgrond in Brummen en het nabijgelegen Voorst (samen zo’n 400 hectare) geëxtensiveerd,
waardoor de betreffende agrariërs voor belangrijke keuzes komen te staan ten aanzien van de
ontwikkelingsrichting in verband met de continuïteit van hun bedrijven.
Een en ander heeft tot gevolg dat de economische dragers van het landelijk cultuurgebied in de gemeente
Brummen in de problemen zijn gekomen. Zij zullen op korte of langere termijn gedwongen
zijn een keus te maken uit de opties die minister Veerman onlangs in algemene zin voor de Nederlandse
agrarische sector heeft geschetst.
De keuzes behelzen : grotere bedrijven, betere bedrijven of andere bedrijven.
Grotere bedrijven
Om een renderend bedrijf te houden zal men in het algemeen de melkproductie moeten uitbreiden om
te kunnen profiteren van schaalvoordelen en efficiencyvoordelen.
Dat vraagt om nieuwe investeringen in grond, vee en machines. Dat betekent extra kapitaalbeslag en
de noodzaak grond (in eigendom of pacht) te verwerven als de veebezetting al hoog is of vanwege
8

ijvoorbeeld habitatregelgeving niet kan worden verhoogd. Braakliggende gronden zijn er niet zodat
uitbreiding alleen mogelijk is indien er grond van anderen kan worden gebruikt of gekocht.
Betere bedrijven
Hiermee bedoelt de minister dat agrariërs zelf, of in samenwerking met anderen, bijvoorbeeld de zuivelindustrie,
meer kwaliteitsproducten (eco-producten) gaan aanbieden om een hogere prijs te kunnen
bedingen.
Andere bedrijven
Hierbij gaat het om een omvorming van het bedrijf. Dat kan in de richting van het agrarisch natuurbeheer
of in de richting van de recreatieboerderij of bijvoorbeeld als zorgboerderij.
In deze gevallen zal de agrariër in toenemende mate beoordeeld worden op het vervullen van een
maatschappelijke functie, naast agrariër tevens natuurbeheerder en/of recreatieondernemer. Die functie
zal ook financieel vertaald worden in inkomen voor de agrariër. De doelstelling hierbij is tweeledig:
het versterken van het economische draagvlak en het bevorderen van de kwaliteit van de fysieke
leefomgeving.
We kunnen de alternatieve keuzes van de agrariërs, alsmede de gevolgen van hun eventuele beslissingen
voor het landelijk gebied van de gemeente Brummen als volgt concreter uitwerken.
a. Om de bedrijfsvoering renderend te houden zullen diverse agrariërs een groter areaal
cultuurgrond willen zien te bemachtigen. Dat kan alleen indien er ook agrariërs zijn die de bedrijfsvoering
staken (zie ook onder b). Veelvuldig zal dit betekenen dat de gewenste gronden dan
niet meer aan elkaar grenzen en geen geheel meer vormen. Dit betekent dat er verkavelingen, ruilingen
en splitsingen nodig zijn.Daarmee dreigt er “verrommeling van het gebied.
b. De bedrijven die niet willen of kunnen uitbreiden zullen wellicht de bedrijfsvoering staken. Dit
kan eveneens tot gevolg hebben dat er een zekere mate van verrommeling en verruiging optreedt
om de volgende redenen .
Het is onzeker wat er met de landerijen gebeurt. Het kan zijn dat er immigratie van buiten de gemeente
optreedt. Maar het kan ook zijn dat de grond verkocht wordt aan een bedrijf dat wil intensiveren
(zie ook onder a). Of de eigenaar op de boerderij blijft is onzeker. Het is niet onmogelijk
dat het hoofdgebouw en/of de bijgebouwen in verval raken. Wellicht dat er vrije verkoop
plaatsvindt, of dat er een wildgroei aan bebouwing ontstaat. Het is heel goed mogelijk dat er kavels
geïsoleerd in het landschap komen te liggen. Ook valt te denken aan slordige en willekeurige
omheiningen en bepalingen. Het is goed mogelijk dat hekwerk gaat afbreken,dat schuren wegzakken
en dat alles overwoekerd wordt.
c- Om een ecologische productiewijze in te voeren zullen er wellicht agrariërs zijn die om die reden
extra vraag naar cultuurgrond zullen uitoefenen.
Immers die productiewijze is extensiever. Dat zal waarschijnlijk ook gaan gelden voor de agrariërs
in de Cortenoeverse uiterwaarden, indien het verplaatsen van de bandijk doorgang vindt.
d- Wellicht dat er agrariërs zijn die zich verder willen ontwikkelen in de richting van het agrarisch
natuurbeheer. De productieschaal van hun bedrijf zal geleidelijk aan te klein worden, waardoor er
neveninkomsten nodig zijn.
Dat kan de verrommeling tegengaan en een positieve uitwerking hebben op het landschappelijk
karakter van het gebied.
5-Beleidsconsequenties.
Doelen
Het gaat er nu om dat we als gemeente beleidsconsequenties trekken uit de geschetste ontwikkelingen
met als doel de gevolgen te sturen in een door ons gewenste richting.
Die richting is voor de CDA-fractie van tweeërlei, met elkaar verbonden, aard. Zo veel mogelijk ondersteuning
van de agrarische en daarmee verbonden bevolking waar het gaat om het beheer
ven het cultuurlandschap, parallel aan het tweede doel, het landschappelijk karakter van de
gemeente Brummen zoveel mogelijk in stand houden en waar mogelijk versterken.
9

Beleidskaders
De onderhavige notitie is een kadernotitie. Het geeft beleidsuitspraken die moeten doorwerken in de
verdere uitwerking van de gemeentelijke visie op de aard en de functie van het buitengebied. We delen
de beleidsuitspraken groepsgewijs in.
Beleid met betrekking tot nieuwe huisvesting: uitbreidingen
1-De gemeente zorgt ervoor dat bij uitbreidingen van de woonkernen in Eerbeek, Brummen
en Empe minimale schade aan het landelijk gebied wordt aangericht.
2-De uitbreidingen concentreren zich in Brummen, Eerbeek en Empe. (Zie eventueel ook de woonvisie
van het CDA-Brummen). Indien het voor de (sociale) leefbaarheid echt noodzakelijk is kan ook
een summiere uitbreiding in de kern van Hall en enige huizenbouw in de kern Oeken toegestaan worden.
Maar dit kan alleen in een situatie om nieuw “rood” in het landschap te voorkomen en/of de leefbaarheid
van de buurtgemeenschappen in stand te houden.Daarnaast geldt het gestelde onder punt 10.
Beleid voor de agrarische sector en de agrarische bebouwing
met de bedoeling het landelijk gebied te bewaren
Uit de bovenstaande beschrijving is duidelijk geworden hoezeer de agrariër, die eeuwenlang het cultuurgebied
heeft beheerd en bewaard, nu onder druk komt te staan, met als gevolg dat het landschappelijk
karakter van het gebied wordt bedreigd. Het CDA dringt er daarom op aan dat het college er
alles aan doet om te bevorderen dat de agrariër zo veel mogelijk zijn conserverende rol ten aanzien
van het gebied kan blijven behouden. Want het agrarisch bedrijf hoort eigenlijk in het landschap en de
agrariër kan het gebied heel wel effectief en efficiënt binnen de geldende habitat en milieu regelgeving
beheren.
Het CDA pleit voor de volgende beleidskaders in deze:
3- De 2e pijler van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GBL) biedt voor de periode 2006-2011
ruime mogelijkheden voor gebiedontwikkeling. Aanzienlijke Europese gelden komen voor de lidstaten
beschikbaar in het kader van de plattelandsontwikkeling. Voor Nederland gaat het om € 225 mln. Die
mogelijkheden moeten door de gemeente Brummen worden benut. Maar ook landelijke subsidies
moeten zo mogelijk worden aangewend. We denken hier aan gelden in het kader van Programmabeheer
van grond langs HEN- en SED- oppervlaktewateren en zogenoemde Koopmangelden.
De agrariër die in het kader van de ontwikkeling wil overgaan tot agrarisch gebiedbeheer dient van de
gemeente dan ook zoveel mogelijk ondersteuning te ontvangen, met name ook waar het gaat om voorlichting
over (Europese) subsidies en actieve begeleiding ter verkrijging van deze gelden.
Ecologische zones doorsnijden het gebied.De gemeende dient beleid te gaan voeren gericht op duiding
en beheer van de zones.Onderstaand schetsen we de hoofdlijnen daarvan.
4-Een robuuste (circa 1 a 1,5 km brede) ecologische verbindingszone vanaf Eerbeek over Tonden en
Oeken naar de IJssel, direct onder de Hoven, is gepland en is ook gewenst. Het doel is behoud van het
landschappelijk karakter, als doortrekgebied van bedreigde diersoorten en als buffer tegen de opdringende
verstedelijking uit Zutphen. De gemeente bespreekt dit met de betreffende bevoegde instanties
die hiervoor de eerste projecties hebben gemaakt.
Het college wordt ook opgeroepen de agrarische sector volledig duidelijkheid te geven omtrent de
ligging en de status van de gebieden van de ecologische hoofdstructuur en van de ecologische verbindingszone
als boven beschreven alsmede die van de Soerense poort.
Dat is nodig omdat de agrariërs met hun bedrijf in de zones in voortdurende onzekerheid verkeren met
betrekking tot de levenskansen van de bedrijven. Daardoor loopt ook de landschappelijke kwaliteit van
het gebied gevaar omdat eventueel beheer uitblijft of in de tijd gezien, opgeschort en vooruitgeschoven
wordt. Het college treedt onmiddellijk in overleg met de betreffende agrariërs met als doel om
naar vermogen ruimtelijke oplossingen te zoeken voor hun eventuele bedreigde bedrijfsvoering. Daarvoor
is ook de 2e pijler van het GBL bedoeld. Het college zal zich actief inspannen om over de gron-
10

darealen van de ecologische hoofdstructuur en de ecologische verbindingszone met de betreffende
eigenaren beheersafspraken te maken. Waar nodig en wenselijk worden landgoedeigenaren, eigenaren
van natuurgebieden, natuurbeheerinstanties en de Dienst beheer Landelijk Gebied (DLG) van het ministerie
in de gesprekken betrokken. Gebiedsruil is een van de instrumenten om een en ander te realiseren.
De raad wordt van de ontwikkelingen voortdurend op de hoogte gehouden.
5-De gemeente zorgt ervoor dat in alle relevante gremia, bijvoorbeeld die in het kader van de Stedendriehoek,
duidelijkheid gegeven wordt over de met de bevoegden afgesproken grenzen van de ecologische
hoofdstructuur en verbindingszone en het beheer ervan. Voor zover er nog sprake is van een
onderhandeling- of overlegsituatie geeft ze duidelijk aan welke bedoelingen (visie) de gemeente
Brummen heeft met de genoemde gebieden, zoals hierboven en hieronder beschreven.
6-De gemeente hanteert het principe enkelvoudig rood voor enkelvoudig rood in het landelijk gebied.Voorts
zal ze er naar streven verspreide “rode” leegstand te voorkomen.
Bij bestemmingswijziging van een agrarisch bouwperceel kan functieverandering van de aanwezige
bedrijfsgebouwen naar maximaal twee wooneenheden (onder een dak) plaatsvinden.Dat geldt ook
indien eerst sloop van de bedrijfsgebouwen aan de orde is.
Indien het voor de sociale cohesie noodzakelijk is, wat aangetoond moet worden, is woonsplitsing of
een meergeneratie woning van het hoofdgebouw acceptabel .De stijl moet in alle hiervoor genoemde
gevallen passen binnen het agrarisch karakter van het gebied.
7-Ook niet-agrarische werkfuncties kunnen in het buitengebied de vitaliteit van het platteland ondersteunen
of versterken. We denken hierbij onder meer, maar niet uitsluitend, aan functies die passen
binnen de 2e pijler van het GLB. In ieder geval moet voorkomen worden dat er grootschalige effecten
voor het gebied optreden en veel mobiliteit. Per geval oordeelt de raad over een dergelijke functieverandering.
Voor wat betreft de bebouwing zie onder punt 6.
Beleid met betrekking tot de Landhuizen en Landgoederen
8-Daar waar er in de lopende discussies van de ruimtelijke ontwikkeling van de Regio Stedendriehoek
alsmede in het nieuwe concept Streekplan sprake is van landhuisbebouwing in de zogenoemde bundelinggebieden,
is uitsluitend die in Hall en Empe aanvaardbaar. Een eventuele geringe verdichting van
de landhuisbebouwing langs het kanaal is toegestaan. Geen uitbreiding.
9-Uitsluitend nieuwe landgoederen zijn acceptabel indien voldaan wordt aan de volgende drie eisen:
a –oppervlak: om en de nabij 25 a 30 hectare.
b -aansluitend aan bestaande natuur.
c -alleen rood voor rood; een hoofdgebouw en maximaal twee kleinere bijgebouwen.
Uitgangspunt is dat er een duidelijke win-situatie moet optreden voor de vitaliteit en het landschappelijk
karakter van het buitengebied.
10-Indien er percelen van aanzienlijke omvang (5 tot 10 hectare) geïsoleerd in het landschap dreigen
te verrommelen kan overwogen worden de eigenaar, in ruil voor het betreffende perceel, een klein
perceel geschikt voor landhuisbebouwing aan te bieden aan de rand van de grote woonkernen Eerbeek,
Brummen en Empe; in het uiterste geval in Oeken of Hall, of langs het Apeldoorns-Dierenskanaal. Per
geval oordeelt de raad.
Het ruilperceel wordt toegevoegd aan bestaande natuur, of wordt via het agrarisch natuurbeheer onderhouden.
11

Aanscherping instrumenten
Om dit beleid uit te kunnen voeren heeft het college de vigerende instrumenten, zoals de goedkeuring
van bestemmingsplannen tot haar beschikking.
11-Als extra instrumenten zet zij het voorkeursrecht en vereveningsinstrumenten in.
De gemeente zorgt ervoor door uitoefening van haar voorkeursrecht gronden te verwerven in Hall,
Empe, Oeken en langs het kanaal om het hiervoor genoemde beleid te kunnen uitvoeren.
Ook dient ze gebruik te maken van de zogenoemde vereveningsinstrumenten in de Grondexploitatiewet
om onrendabele natuurprojecten te financieren, dan wel het agrarisch natuurbeheer te ondersteunen.
Tenslotte wil het CDA van het college vernemen welke financiële consequenties er eventueel aan de
voorgestelde beleidsmaatregelen verbonden zijn, om daar in toekomstige begrotingen mee rekening te
kunnen houden.
12