Verslag van het seminarie "De dienstencheques: springplank of ...
Verslag van het seminarie "De dienstencheques: springplank of ...
Verslag van het seminarie "De dienstencheques: springplank of ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. INLEIDING DOOR DAGVOORZITTER IDES NICAISE<br />
Zijn <strong>dienstencheques</strong> een wondermiddel voor de schepping <strong>van</strong><br />
werkgelegenheid voor kansengroepen ? Ze zijn in elk geval een voorbeeld<br />
<strong>van</strong> de hedendaagse ‘flexicurity’, die tot doel heeft banen te scheppen door<br />
meer flexibele arbeidscontracten, gecombineerd met aanvullende<br />
inkomenstransferten uit de sociale zekerheid. Ze hebben ook tot doel<br />
zwartwerk in de sector <strong>van</strong> de huishoudelijke diensten te bestrijden en te<br />
voorkomen.<br />
Maar verenigingen waar armen <strong>het</strong> woord nemen (en vele anderen met<br />
hen) hebben vragen bij kwaliteit <strong>van</strong> dit soort werk: <strong>het</strong> gaat tenslotte om<br />
relatief zwaar werk, met een hoge mate <strong>van</strong> onzekerheid (sommigen<br />
gewagen zelfs <strong>van</strong> dagloonarbeid <strong>of</strong> zelfs stukwerk). Hoe zit <strong>het</strong> met de<br />
sociale bescherming wanneer <strong>het</strong> werk minder dan één derde <strong>van</strong> een<br />
voltijdse baan bedraagt? Hoeveel vorming krijgen de werkne(e)m(st)ers? In<br />
welke mate worden hun verplaatsingen terugbetaald? Leiden de subsidies<br />
aan <strong>het</strong> stelsel niet tot een herverdeling <strong>van</strong> lage naar hoge inkomens? En<br />
moet niet gevreesd worden voor substitutie-effecten ten koste <strong>van</strong> reguliere<br />
thuiszorgdiensten?<br />
Het Steunpunt voor de Bestrijding <strong>van</strong> Armoede, Bestaansonzekerheid en<br />
Sociale Uitsluiting heeft als opdracht om (over de verschillende<br />
beleidsniveaus en -bevoegdheden heen) de dialoog mogelijk te maken<br />
tussen mensen in armoede (en hun verenigingen) enerzijds, en andere<br />
stakeholders anderzijds, rond deze en andere kwesties.<br />
<strong>De</strong> fundamentele vraag achter dit debat is de volgende: evolueren we naar<br />
een actieve welvaartsstaat waarin de armen ‘actieve armen’ worden?<br />
Sinds Wereldoorlog II maken we een verschuiving mee in de paradigma’s<br />
waarop de welvaartsstaat is gestoeld: <strong>van</strong> een ‘verzekeringsstaat’ die<br />
inkomensherverdeling nastreeft via de sociale zekerheid, naar een actieve<br />
welvaartsstaat die elke burger wil laten participeren aan de arbeidsmarkt; en<br />
vervolgens naar kennissamenleving, waarin de sociale cohesie verzekerd<br />
wordt via onderwijs- en vormingskansen voor iedereen.<br />
In de armoedebestrijding is die shift naar <strong>het</strong> paradigma <strong>van</strong> de<br />
kennissamenleving nog niet ver doorgedrongen. Activering naar werk (<strong>of</strong><br />
m.a.w. <strong>het</strong> paradigma <strong>van</strong> de actieve welvaartsstaat) is nog steeds <strong>het</strong><br />
dominante motto. Het is wellicht goed om de economische rationaliteit <strong>van</strong><br />
dit paradigma scherp te stellen. Het zogenaamde actieve<br />
arbeidsmarktbeleid, gepropageerd door economen zoals Layard, Nickell en<br />
Jackman heeft als voornaamste functie de verhoging <strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘effectieve<br />
arbeidsaanbod’: structureel werklozen en inactieven worden opgenomen in<br />
opleidings-, werkervarings- en begeleidingsprogramma’s waardoor ze<br />
opnieuw inzetbaar worden. Daardoor worden knelpunten op de<br />
6