12.09.2013 Views

plaatje - SVAT Astatine - Universiteit Twente

plaatje - SVAT Astatine - Universiteit Twente

plaatje - SVAT Astatine - Universiteit Twente

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ATtentie<br />

Periodiek der S.V.A.T. <strong>Astatine</strong> | Jaargang 4 | dec. 2009<br />

Veiligheid op het spoor<br />

4-2<br />

Exposé: zwaartekracht<br />

Ruud van Damme<br />

De Rubik’s Cube


Op zoek naar een uitdagende carrière bij een ambitieus,<br />

groeiend en internationaal high-tech bedrijf?<br />

Ontdek dan Enrichment Technology<br />

Enrichment Technology in Almelo is een hightech<br />

bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling,<br />

productie en montage van gascentrifuges. Dit zijn<br />

complexe machines waar mee door onze klanten<br />

uranium zo kan worden verrijkt dat het geschikt is<br />

voor de opwekking van duurzame energie in kerncentrales.<br />

Daarnaast ontwerpen wij verrijkingsfabrieken<br />

die gebruik maken van onze gascentrifugetechnologie<br />

en verzorgen wij het gehele<br />

projectmanagement voor de bouw van deze<br />

fabrieken. We opereren vanuit vier vestigingen<br />

in Europa en één in de Verenigde Staten.<br />

Ons machinepark is geavanceerd, wij werken<br />

met hoogwaardige materialen en de kwaliteitseisen<br />

liggen zeer hoog.<br />

In verband met een toenemende vraag naar nieuwe<br />

verrijkingscapaciteit op de wereldmarkt, maken we<br />

een sterke groei door. We zijn dan ook voortdurend<br />

op zoek naar nieuwe collega’s die een positieve,<br />

flexibele en daadkrachtige instelling hebben en<br />

die een bijdrage willen leveren aan onze ambities.<br />

We bieden interessante ontwikkelings- en loopbaanmogelijkhedenzowel<br />

in productie, engineering<br />

als op stafafdelingen. We werken in een hightech<br />

en kennis-georiënteerde omgeving met een open<br />

en professionele cultuur.<br />

Voor meer informatie over<br />

Enrichment Technology en carrièremogelijkheden,<br />

neem contact op met de afdeling<br />

Recruitment via werving@nl.enritec.com en<br />

kijk op onze site: www.enritec.nl.<br />

www.enritec.nl


Van de redactie<br />

Wanneer je dit leest, worden de dagen korter<br />

en starten de feestdagen. Persoonlijk vind ik<br />

dit een zeer geslaagde combinatie, want ik<br />

heb het helemaal niet op feestdagen. Sinterklaas<br />

is een hoop gedoe met het maken van<br />

surprises en het schrijven van gedichten,<br />

maar aan de andere kant is het natuurlijk<br />

wel een mooie kans om iemand eens lekker<br />

voor schut te zetten. Ook Kerst valt bij mij<br />

niet in de smaak: overal hoor je dezelfde<br />

afgezaagde blauwgedraaide kerstnummers<br />

en opeens doet iedereen aardig tegen<br />

elkaar, wat een hypocriete bende!<br />

Het enige lichtpuntje aan de horizon is<br />

dan natuurlijk deze gloednieuwe editie van<br />

de ATtentie. Ondanks het wisselen van de<br />

commissie en het benoemen van ondergetekende<br />

als hoofdredacteur zijn we er toch<br />

weer in geslaagd een bonte verzameling van<br />

artikelen te maken. Vanwege deze wisseling<br />

gaat er dit jaar waarschijnlijk een aantal<br />

veranderingen plaatsvinden om de ATtentie<br />

weer hip en modern te maken. Natuurlijk<br />

willen we dit niet zo laten floppen als de<br />

nieuwe huisstijl van de UT, dus nemen we<br />

hier rustig onze tijd voor. De eerste verandering<br />

is al zichtbaar in deze editie in de<br />

vorm van het Exposé, dit is een artikel dat<br />

een grotere hoeveelheid pagina’s telt en de<br />

auteur in staat stelt om dieper in te gaan op<br />

een bepaald onderwerp. Dit is niet alleen<br />

boeiender voor de lezer, het is ook fijn<br />

voor de pennende leden van de ATtenCie<br />

omdat de hoeveelheid artikelen die ze<br />

moeten schrijven hierdoor halveert. Nog<br />

een methode die we gaan toepassen om de<br />

werkdruk van een ATtenCie-lid te verlagen is<br />

het verzamelen van externe artikelen, dit is<br />

niet alleen positief voor ons, maar ook voor<br />

jullie omdat de kwaliteit daardoor toeneemt.<br />

Wat er verder allemaal verandert zien jullie<br />

in de loop van dit collegejaar.<br />

Verder rest mij niets anders dan jou,<br />

namens de ATtenCie fijne feestdagen, een<br />

leuke vakantie en een gelukkig nieuwjaar te<br />

wensen. Veel plezier met deze editie!<br />

Pim Muilwijk, hoofdredacteur<br />

Inhoudsopgave<br />

En verder..<br />

Zwaartekracht<br />

Weddenschap naar wetenschap<br />

Interview<br />

Ruud van Damme<br />

De Rubik’s Cube<br />

Speelgoed uit Hongarije<br />

Van de Voorzitter 4<br />

Activiteitenkalender 5<br />

De Rubik’s Cube 6<br />

Column 8<br />

Windows 7 9<br />

ALA 11<br />

Interview Ruud van Damme 12<br />

Lang leve het telraam 15<br />

Exposé: zwaartekracht 17<br />

Advertorial ASML 21<br />

Waterbaan 22<br />

Bierproefavond 25<br />

Veiligheid op de spoorwegen 27<br />

Lifehacking? 29<br />

Verjaardagen 31<br />

Prijspuzzel 32<br />

Colofon 34<br />

17<br />

12<br />

6


Van de Voorzitter<br />

Een woord vooraf<br />

Na een mooie ALV en een geweldige constitutieborrel<br />

was dan eindelijk de bestuurskamer van ”ons”, maar<br />

toen we nog halfdronken aankwamen op de zevende<br />

verdieping was de bestuurkamer ver te zoeken. Huh,<br />

de ledenkamer hier? Hoe kan dat? De bestuurs- en<br />

ledenkamer waren omgewisseld als cadeautje van het<br />

oud-bestuur. De kamers waren van plek verwisseld en<br />

werkelijk álles was meegesleept. Ja, en daar was dan<br />

onze allereerste ”wat-doen-we-nu-bestuursbeslissing”.<br />

Het is een grotere kamer, mooi uitzicht over de UT, veel<br />

licht, de perfecte bestuurskamer. Maar ja, we waren<br />

nog maar net bestuur en een ALV aan je broek krijgen<br />

omdat we het koffiehoekje van de leden hadden<br />

gestolen is hem dan ook weer niet. Bovendien zou met<br />

de bestuurskamer aan het eind van de gang helemaal<br />

niemand meer ons gezellig komen opzoeken. Alles<br />

is inmiddels hersteld en de ledenkamer heeft weer<br />

een magnifiek uitzicht. Dus sta er voortaan maar<br />

even bij stil als je vanuit onze ledenkamer over de UT<br />

uitkijkt, met een heerlijk bakje koffie in je gloednieuwe<br />

Astamok, dat het bestuur dat voor jullie over heeft.<br />

Over nieuwe mokken gesproken, je zou denken dat<br />

de schattige Senseo-kopjes iets met de economische<br />

crisis te maken hebben. Dat hebben ze ook. Behalve<br />

voor <strong>Astatine</strong> - minder koffie is minder kosten - is het<br />

ook goed voor jullie eigen financiële situatie. Een<br />

kleinere mok is minder lang koffieleuten en dus meer<br />

tijd over om te studeren en dus eerder een baan om<br />

geld te verdienen. Wisten jullie trouwens dat er in de<br />

<strong>Astatine</strong>kamer voor zo’n €1000 per jaar aan koffie<br />

wordt gedronken? Reken maar uit hoeveel liter dat is…<br />

Ik zal ook vertellen hoe het besturen nu echt bevalt. Ik<br />

spreek, denk ik, namens iedereen dat het zeker een<br />

leuke taak is. In het begin was het natuurlijk nogal wat<br />

wennen. Aan elkaar, aan de verantwoordelijkheden,<br />

aan de functies en bijbehorende taken en aan de borrels.<br />

Aan elkaar zijn we inmiddels wel aardig gewend. We<br />

hebben elkaar zelfs al meerdere malen informeel in<br />

plaats van formeel ontmoet.<br />

Over de verantwoordelijkheden: in het begin ben je<br />

daar helemaal niet op bedacht. Als je dan bedenkt<br />

dat je die eigenlijk wel hebt, wordt het ineens heel eng<br />

om beslissingen te nemen. Daarna zwakt het gelukkig<br />

weer wat af, zodat je onbezorgd je werk goed kan<br />

proberen te doen.<br />

4<br />

Annegreet Boekeloo<br />

De functies en bijbehorende taken gaan ook goed.<br />

Samenwerkingsverbanden met andere verenigingen<br />

lopen, bedrijven worden gecontacteerd, contributiegeld<br />

wordt afgeschreven, boeken worden besteld,<br />

commissies zijn gestart en de wekelijkse BV’s lopen<br />

op rolletjes.<br />

De (op een gegeven moment drie per week) constitutieborrels<br />

zijn gelukkig al weer wat afgezwakt. Ze zijn<br />

overigens wel goed voor de contacten met andere<br />

verenigingen, het ontwikkelen van fel-oranje-<strong>Astatine</strong>cake-maak-skills<br />

en het verzinnen van sterke verhalen.<br />

Nog even iets over de activiteiten. De naïntro was weer<br />

geweldig, de Grolschexcursie zit er weer op, het eerste<br />

onderwijsoverleg is alweer geweest, het bier kon geproefd<br />

worden, een gala is op het moment van schrijven<br />

op komst en jullie hebben je natuurlijk allemaal al<br />

in geschreven voor de komende activiteiten.<br />

We hopen er met het bestuur en met jullie een mooi<br />

jaar van te maken! We willen het (even denken, wij zijn<br />

5, dus het vorige bestuur is 5-1=) 4e bestuur bedanken<br />

dat wij hen nu vol trots mogen opvolgen. Als jullie nog<br />

ideeën hebben wat er dit jaar absoluut moet veranderen<br />

of gebeuren, horen we dat graag!


Activiteitenkalender<br />

Wat is er allemaal te beleven?<br />

Dinsdag 1 december: Workshop “Jouw Potentieel” in samenwerking met KIVI NIRIA<br />

Je bent je hele leven aan het kiezen, ook op het gebied van school en je studie. Bij deze keuzes moet je goed<br />

weten wat je zelf wilt, anders maak je verkeerde keuzes en kom je op de verkeerde plek terecht. In samenwerking<br />

met KIVI NIRIA organiseert de ATEC de workshop “Jouw Potentieel” waarbij specialisten van USG Innovativ je aan<br />

de hand van kernprofielen kunnen vertellen wat bij jou past.<br />

Woensdag 2 december: KMA Excursie<br />

Het Koninklijk Instituut voor de Marine is het opleidingsinstituut voor toekomstige officieren van de Nederlandse<br />

Koninklijke Marine te Den Helder. Dit instituut is een onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA)<br />

en de wapenspreuk van dit instituut luidt “sumus et fore speramus”, wat Latijn is voor: wij zijn en hopen te<br />

worden. Op 2 december gaat <strong>Astatine</strong> naar Den Helder op excursie om te kijken wat zij daadwerkelijk zijn en<br />

hopen te worden.<br />

Maandag 7 december: Sinterklaas<br />

Sinterklaas en zijn helper, Zwarte Piet, komen in de nacht van 5 december in Nederland door de schoorsteen<br />

binnen in alle huizen om geschenken te brengen voor de kinderen die er wonen. Deze moderne traditie van<br />

Sinterklaas als kinderfeest zet <strong>Astatine</strong> voort als studentenfeest iets later op 7 december.<br />

Woensdag 9 december: SinterKerst<br />

Dacht je altijd dat Sinterklaas op 5 december en kerst op 25 december wordt gevierd? Niet bij de vrouwen van<br />

<strong>Astatine</strong>. Bij hen vallen Sinterklaas en Kerst allebei samen op één feestdag: SinterKerst op 9 december.<br />

Woensdag 16 december: DIES <strong>Astatine</strong><br />

Vrijdag 23 december 2005 werd S.V.A.T. <strong>Astatine</strong> bij de notaris officieel opgericht. De vierde verjaardag is reden<br />

voor een feestje. Aangezien de DIES dit jaar in de kerstvakantie valt, vieren wij de verjaardag een week voor de<br />

kerstvakantie.<br />

Woensdag 13 januari: Colloquium Leon Abelmann<br />

Sinds de mens bestaat, is deze bezig met dataopslag. Wat begon met grotschilderingen meer dan 30.000 jaar<br />

geleden heeft nu de vorm aangenomen van magnetische of elektronische dataopslag. Leon Abelmann gaat in zijn<br />

colloquium een toekomstbeeld over dataopslag schetsen voor 2020.<br />

5


De Rubik’s Cube<br />

Speelgoed uit Hongarije<br />

In 1974 werd, wat later bleek, de meest populaire<br />

puzzel aller tijden uitgevonden: de Rubik’s Cube.<br />

Zijn uitvinder was de Hongaar Ernő Rubik. Rubik was<br />

professor in de architectuur aan de universiteit van<br />

Boedapest en ontwikkelde de kubus in eerste instantie<br />

voor zijn studenten om ze een beter inzicht te geven in<br />

3D-objecten. In 1975 nam hij een octrooi op de kubus<br />

binnen Hongarije en in de jaren daarop werden er<br />

testmodellen geproduceerd voor de speelgoedmarkt.<br />

In 1980 maakte de Rubik’s Cube zijn internationale<br />

debuut en won gelijk, in dat zelfde jaar, de prestigieuze<br />

“Spiel des Jahres” prijs. In 2005 vierde de kubus zijn<br />

25-jarige jubileum en vanaf begin 2009 zijn er al<br />

350 miljoen puzzels verkocht, waarmee het de best<br />

verkochte puzzel is. De kubus heeft sinds de jaren<br />

tachtig weinig aan populariteit verloren; wat maakt<br />

deze puzzel toch zo intrigerend?<br />

De puzzel<br />

De Rubik’s Cube is een kubus opgebouwd uit 26 kleinere<br />

kubusjes (33-1, omdat de kubus van binnen hol<br />

is). Ieder vlak van de kubus heeft een bepaalde kleur<br />

en ieder vlak kan om zijn eigen as draaien. Door aan<br />

de vlakken te draaien gaan de kleuren van de kubus<br />

door elkaar en de uitdaging is dan ook om op alle vlakken<br />

weer dezelfde kleur te krijgen. Simpel toch? In de<br />

praktijk blijkt dit toch een heel karwei.<br />

De simpelste oplossing is het slopen van de kubus<br />

en hem weer goed in elkaar zetten. Dit is misschien<br />

een flauwe methode, maar vaak wel de manier waar<br />

menig kubist mee begint. Als je de kubus uit elkaar<br />

haalt, krijg je een goed inzicht in het mechanisme. Zo<br />

blijken de 6 centra met elkaar verbonden te zijn en kun<br />

je ze niet ten opzichte van elkaar verplaatsen, je weet<br />

dus gelijk al welk vlak welke kleur heeft. Verder zijn er<br />

12 ribben met ieder twee verschillende kleuren, deze<br />

passen maar op één plaats en maar op één manier<br />

georiënteerd. Hetzelfde geldt voor de 8 hoeken: iedere<br />

hoek heeft drie kleuren en past maar op één manier in<br />

de kubus. Verder blijkt ieder blokje uniek gekleurd te<br />

zijn en is er dus maar één oplossing. Maar hoe komen<br />

we aan die oplossing?<br />

De wiskunde achter de kubus<br />

Men vraagt zich nu misschien af in hoeveel verschillende<br />

posities die Rubik’s Cube zich kan bevinden.<br />

Laten we allereerst kijken naar de hoeken. Om<br />

6<br />

Jeroen van den Berg<br />

de eerste hoek op te vullen hebben we in totaal 8<br />

verschillende hoekblokjes. Als we de eerste hoek<br />

hebben opgevuld met een bepaald blokje blijven er<br />

voor de volgende hoek maar 7 blokjes over, voor die<br />

daarop 6 etc. Dus het aantal posities van de hoeken is<br />

8x7x6x5x4x3x2x1=8! .<br />

Nu kan ieder hoekblokje op eenzelfde plek op 3 manieren<br />

georiënteerd zijn. Dit geldt voor alle 8 de hoeken,<br />

dus het aantal posities van de hoeken waarbij ook<br />

rekening gehouden wordt met de oriëntatie is 38 x 8! .<br />

Hetzelfde kunnen we doen voor de ribben. Er zijn 12<br />

ribben die op eenzelfde plek op 2 manieren georiënteerd<br />

kunnen worden. Dit geeft dus 2 12 x 12! posities.<br />

In het totaal zijn er dus 38 x 8! x 212 x 12! =<br />

519.024.039.293.878.272.000 mogelijke posities<br />

waarin een Rubik’s Cube kan verkeren! Gelukkig voor<br />

de geschrokken lezer is het niet mogelijk om alle posities<br />

te verkrijgen door alleen aan de kubus te draaien.<br />

Sloop de kubus maar eens en zet alles weer goed op<br />

één hoekje na, dat verkeerd georiënteerd is. Je kunt<br />

nu draaien wat je wilt, maar je zult de kubus nooit opgelost<br />

krijgen.<br />

Er zijn dus wat regeltjes, namelijk dat de oriëntatie van<br />

het laatste hoekje afhangt van de rest, hetzelfde geldt<br />

voor de oriëntatie van de laatste ribbe. Verder blijkt het<br />

niet mogelijk om twee blokjes van plaats te laten ver-


wisselen zonder dat de rest van de kubus verandert.<br />

Er vindt namelijk altijd een even aantal verwisselingen<br />

plaats per draaiing.<br />

Ga maar na: als je een vlak een kwartslag draait dan<br />

vinden er eigenlijk in totaal 6 verwisselingen plaats (zie<br />

<strong>plaatje</strong>).<br />

Dus het totaal aantal legale posities is 37 x 8! x 211 x<br />

12! / 2 = 43.252.003.274.489.856.000 - maar 1 op<br />

de 12 theoretische posities is te verkrijgen zonder de<br />

kubus te slopen. Om je een idee te geven hoe groot<br />

dit aantal is: als je alle mogelijke posities van de kubus<br />

naast elkaar zet, een kubus heeft een lengte van<br />

5,7cm, dan zou de rij 216 lichtjaar lang zijn! Of stel<br />

je zou het aardoppervlak beleggen met alle mogelijke<br />

kubussen, dan zou deze kubuslaag een dikte hebben<br />

van 273 kubussen!<br />

Superkubus<br />

Kan het nog erger? Jazeker, want bij een gewone Rubik’s<br />

Cube maakte de oriëntatie van de centra niets<br />

uit. Zet men echter een klein streepje over een centrumblokje<br />

naar een aangrenzende ribbe, dan maakt<br />

de oriëntatie wel uit. Ieder centrumblokje kan op vier<br />

manieren georiënteerd zijn, met 6 centra wordt dat<br />

dan 46 = 4096 mogelijkheden (gelukkig kunnen ze<br />

niet verplaatst worden). Ook hier gelden weer regels<br />

voor de legale posities, net als met de verwisselingen<br />

kunnen er maar een even aantal centra verdraaid zitten.<br />

Desalnietttemin komen er zo nog 2048 nieuwe<br />

mogelijkheden bij, joepie!<br />

God’s algorithm<br />

We weten nu hoeveel verschillende posities mogelijk<br />

zijn met de Rubik’s Cube, een volgende vraag kan zijn<br />

hoe we het snelst weer in die ene positie komen die helemaal<br />

opgelost is. Een dergelijke oplossing wordt ook<br />

wel “God’s algorithm” genoemd. Een algoritme is een<br />

aantal handelingen die, wanneer uitgevoerd, de kubus<br />

op een bepaalde manier veranderen: in dit geval de kubus<br />

oplossen. De naam God’s algorithm komt van het<br />

idee dat God alziend is en dus altijd de oplossing ziet<br />

met het kleinste aantal handelingen. Helaas is er nog<br />

niet zo’n soort algoritme gevonden; wel heeft men een<br />

idee van het minimum aantal handelingen dat nodig<br />

is om vanuit iedere willekeurige positie weer naar een<br />

opgeloste kubus te komen.<br />

Er kan worden aangetoond dat men op zijn minst 17<br />

vlakdraaiingen nodig heeft om bepaalde posities te<br />

verkrijgen. Als men namelijk gaat tellen hoeveel posities<br />

er mogelijk zijn na 17 vlakdraaiingen dan blijken<br />

er dat minder te zijn dan die 43∙1018 mogelijke posities<br />

van de kubus.<br />

De eerste persoon die in de buurt kwam van een dergelijk<br />

algoritme was Morwen Thistlethwaite. In 1981<br />

had hij met behulp van groepentheorie en de rekenkracht<br />

van een computer een methode ontwikkeld die<br />

elke kubus in 52 handelingen kon oplossen. Sindsdien<br />

zijn er verschillende andere pogingen gedaan en inmiddels<br />

is bewezen dat met 22 slagen iedere kubus<br />

op te lossen is.<br />

Zo’n God’s algorithm is allemaal wel leuk en aardig,<br />

maar dat betekent ook dat men voor iedere positie van<br />

de kubus een ander algoritme moet onthouden: niet<br />

erg praktisch. In plaats van de allersnelste methode<br />

kan men ook zoeken naar de allersimpelste methode.<br />

Er bestaan oplossingsstrategieën waar je maar 4 algoritmes<br />

voor hoeft te kennen. Deze manieren vergen<br />

veel meer handelingen en een beetje inzicht van de<br />

kubist, maar zijn toch een stuk makkelijker.<br />

Wedstrijden<br />

Tegenwoordig is het een sport om de kubus zo snel mogelijk<br />

op te lossen. Voor dit zogenaamde speedcubing<br />

zijn ook methodes ontwikkeld met een overzichtelijk<br />

aantal algoritmes en een beperkt aantal handelingen.<br />

Eén van de populairste methodes is de Fridrichmethode,<br />

ontwikkeld door Jessica Fridrich. Bij deze methode<br />

maakt men eerst een kruis op het ondervlak; vervolgens<br />

vult men de hoeken van het kruis op tegelijk met<br />

de ribbe van de middelste laag. Daarna worden alle<br />

blokjes in de bovenlaag goed georiënteerd en als<br />

laatste op de goede plek gezet. Het wereldrecord staat<br />

op dit moment op 7,08s op naam van Erik Akkersdijk,<br />

afkomstig uit ons eigen Enschede.<br />

Bronnen en verder lezen<br />

http://en.wikipedia.org/wiki/Rubik’s_cube<br />

http://en.wikipedia.org/wiki/Optimal_solutions_for_<br />

Rubik’s_Cube<br />

http://www.ryanheise.com/cube/theory.html<br />

“De Hongaarse Kubus!” en “De Hongaarse Kubus Deel<br />

2” van Frans Schiereck<br />

7


Column<br />

Onze zonde<br />

Ik moet u iets bekennen. Niet graag ga ik voor een (mij<br />

zelfs deels onbekend) publiek met de billen bloot, maar<br />

ik voel me er ditmaal toe gedwongen. Ik, of eigenlijk<br />

mijn hele “flat” (patio), heb of heeft gezondigd. Wij<br />

lappen namelijk het verdrag van Kyoto en eigenlijk het<br />

hele milieubehoud aan onze spreekwoordelijke laars.<br />

Niet omdat we allemaal een eigen koelkast hebben,<br />

want dat hebben we niet. Ook niet omdat we overal<br />

met de auto heengaan, want dat doen we niet. We<br />

zetten zelfs netjes de televisie uit, in plaats van hem<br />

op stand-by te laten staan. Nee, het zit hem in het feit<br />

dat we graag op de hoogte blijven. Van het nieuws. We<br />

hebben een abonnement op een krant.<br />

Nu denkt u misschien dat het allemaal wel meevalt, dat<br />

kranten zijn gedrukt op heel dun, gerecycled papier.<br />

Dat klopt, maar ook de productie van gerecycled<br />

papier kost energie – en wat dacht u van de<br />

CO2-uitstoot van de drukkerij? Hier komt nog<br />

bij dat de betreffende krant de Volkskrant<br />

is. Dat betekent dat er ’s zaterdags ook<br />

een Volkskrant Magazine komt, welke<br />

met dun, gerecycled krantenpapier<br />

helemaal niets te maken heeft!<br />

Misschien was dit allemaal nog wel<br />

te compenseren geweest met het<br />

niet-met-het-vliegtuig-op-vakantiegaan,<br />

de-kachel-uit-als-we-niet-thuis-zijn<br />

en overal-spaarlampen-in-plaats-vangloeilampen,<br />

maar het mocht niet zo zijn.<br />

De reden is de krantenbezorger. Het is niet dat<br />

hij op een brommer komt, want dat doet hij niet. Voor<br />

zover ik weet tenminste, hij komt natuurlijk op een<br />

onchristelijk tijdstip. Nee, het probleem zit hem in dat<br />

tijdstip. Onze bezorger is namelijk nachtblind.<br />

Of bang in het donker, dat kan ook. In ieder geval<br />

weigert hij sinds het ingaan van de wintertijd de krant<br />

in de bus te stoppen. Toen een huisgenote hem ’s<br />

ochtends tegenkwam, verklaarde hij desgevraagd dat<br />

het “te donker” was. Ja, natuurlijk is het ’s nachts<br />

donker! Dat is toch gewoon een bijkomstigheid<br />

van kranten bezorgen? Maar nee, de beste jongen<br />

weigerde de patio over te steken en legde de krant in<br />

het vervolg net onder het afdakje op een deurmat.<br />

8<br />

Geert Folkertsma<br />

Wij lieten het er niet bij zitten, maar goedmoedig als<br />

we zijn, gingen we op zoek naar een oplossing voor het<br />

watje de bezorger. We namen contact op met Acasa en<br />

informeerden naar de mogelijkheid een sensorlamp te<br />

laten installeren bij onze brievenbussen. Helaas: Acasa<br />

wees ons erop dat er al verlichting is, gewoon met een<br />

schakelaar in het berghok – en dat we die dan maar<br />

aan moesten doen.<br />

Dit konden wij natuurlijk niet over ons groene hart<br />

verkrijgen, dus hadden we al besloten dat we in<br />

geval van een ongewillige huisbaas gewoon zelf<br />

een sensorlamp op zouden hangen. Wat schertste<br />

echter de volgende dag onze verbazing? Om half 9 ’s<br />

ochtends stond er toch een monteur op de stoep, “om<br />

die verlichting te maken.” Had Acasa dan toch het hart<br />

op de groene plek?<br />

Een goed uur later sloeg de schrik ons echter<br />

om datzelfde groene hart. De monteur had<br />

helemaal geen sensor bij zich, maar heeft<br />

simpelweg de lamp bij de brievenbussen<br />

achter de schakelaar weggehaald. Ja,<br />

u leest het goed: sindsdien hebben wij<br />

een lamp die altijd aan is. 24 uur per<br />

dag, 7 dagen per week en 52 weken<br />

per jaar slurpen wij energie, die het<br />

grootste deel van de tijd niet nuttig<br />

wordt gebruikt!<br />

Niet veel meer dan een week later werden<br />

we al hard met de neus op de feiten gedrukt:<br />

waarschijnlijk waren wij het enige “lichtpunt”<br />

op de campus tijdens de Nacht van de Nacht. Wij<br />

schaamden ons diep.<br />

Ik wil u vragen om niet te slecht over ons te denken,<br />

wanneer u in het holst van de nacht Matenweg 2 in<br />

het licht ziet baden. Er is tenslotte sprake van twee<br />

verzachtende omstandigheden: wij konden er weinig<br />

tegen doen; en het is wél een spaarlamp.<br />

Om af te sluiten met een vrolijke noot: na een weekje<br />

had onze bezorgheld door dat hij de krant weer veilig<br />

naar de brievenbus kon brengen. Heeft het toch wat<br />

goeds gebracht.<br />

PS Bij dezen het verzoek om vanavond een kwartiertje<br />

eerder naar bed te gaan. Met de energie die u allen<br />

bespaart, kunnen wij weer een jaartje de krant lezen.


Windows 7<br />

Vista gefinetuned<br />

Haast onopvallend is enkele weken geleden de opvolger<br />

van de langverwachte opvolger van XP geïntroduceerd.<br />

Windows 7 wordt door velen gezien als de<br />

vervolmaking van Windows Vista; de reacties zijn over<br />

het algemeen zeer positief. Wat maakt Windows 7 zo<br />

volmaakt?<br />

Geschiedenis<br />

Door velen zal Windows XP als een keerpunt in de rap<br />

ontwikkelende computerwereld worden beschouwd.<br />

Het was niet alleen sneller dan zijn voorgangers, het<br />

verlaagde ook de drempel voor het gebruik van randapparatuur<br />

en het gebruiken van de PC voor multimedia<br />

doeleinden. Daarnaast begonnen de grafische<br />

mogelijkheden van een computer ook zichtbaar te<br />

worden in besturingssystemen, de verfrissende groenblauwe<br />

look van XP is het begin van een generatie<br />

Windows-besturingssystemen waarbij vormgeving en<br />

grafische effecten een grote rol spelen in de dagelijkse<br />

gebruikservaring. Windows XP heeft relatief lang een<br />

stem gehad in de computerwereld. Al in 2000, een<br />

jaar voordat Windows XP uitkwam, begon Microsoft<br />

met de ontwikkeling van de opvolger van Windows XP,<br />

onder de codenaam ”Blackcomb”. Deze zou in 2005<br />

uitkomen, maar vanwege vele vertragingen werd dit<br />

uitgesteld en kwam men tot het besluit om nog een<br />

tussenversie uit te brengen, die ontwikkeld zou worden<br />

onder de naam ”Longhorn”. Longhorn zou in 2003<br />

moeten zijn uitgekomen, maar ook dit werd vertraagd,<br />

wat ertoe leidde dat Longhorn pas in 2006 uitkwam<br />

onder de naam ”Vista”. Het wederom vernieuwde besturingssysteem<br />

ontving veel kritiek: te zwaar, te mooi<br />

en te volgepropt. Microsoft durfde het niet aan Vista<br />

de alleenheerschappij voor langere periode te geven<br />

en ging snel aan de slag met het verder ontwikkelen<br />

van Blackcomb, waavan de codenaam reeds werd<br />

vervangen door ”Windows 7”. Door het publiceren<br />

van bèta’s en een Release Candidate en vervolgens<br />

goed te luisteren naar de feedback werd geprobeerd<br />

Albert van der Meer<br />

een besturingssysteem te ontwikkelen dat beter door<br />

de consument zou worden ontvangen. Uiteindelijk<br />

verscheen op 22 oktober 2009 een systeem dat voor<br />

velen al geen verrassing meer was…<br />

Prestatie<br />

Al vrij snel is te merken dat Windows 7 een getunede<br />

versie van Vista is. De kern van Windows 7 is immers<br />

gelijk aan die van Vista, waardoor Microsoft problemen<br />

met betrekking tot incompatibiliteit van hardware en<br />

drivers (wat Vista veel negatieve kritiek heeft geleverd)<br />

probeert te voorkomen. Dat er weinig verschil is blijkt<br />

uit vele testen. Tabel 1 toont een vergelijking met Vista<br />

en XP op verschillende gebieden. Eenzelfde uitkomst,<br />

eenzelfde basislay-out en eenzelfde engine betekent<br />

echter niet dat er geen prestatieverbeteringen zijn.<br />

Qua opstarten is er niet veel verschil met Vista; zeker<br />

nadat Windows 7 een paar maanden heeft gedraaid<br />

gaat de opstartsnelheid merkbaar achteruit. Dit wordt<br />

wel goedgemaakt door de snelheid waarmee Windows<br />

7 uit de slaapstand komt: binnen vijf seconden is het<br />

besturingssysteem weer volledig te gebruiken.<br />

Tabel 1 7 Ultimate 64-bit Vista Ultimate 64-bit (SP2) XP (SP3)<br />

Opstarttijd 64 s 57 s 48 s<br />

Overdracht bestand 9GB via netwerk 886 s 891 s 1140 s<br />

Laden .psd bestand 50 lagen (Photoshop) 33 s 70 s 27 s<br />

9


Windows 7 probeert ook de laptopgebruikers aan te<br />

spreken door de batterij langer mee te laten gaan. Dit<br />

wordt onder andere gedaan door inactieve schijven,<br />

usb-poorten en processorkernen uit te schakelen.<br />

Wie echt behoefte heeft aan een snel en een goed<br />

werkend systeem zonder veel ‘poespas’ zal nog altijd<br />

het beste op pad kunnen met het vertrouwde Windows<br />

XP Service Pack 3. Op veel testen scoort dit OS qua<br />

snelheid beter dan zijn twee opvolgers. Echter, het gebruiksgemak<br />

en grafisch genot van Windows 7 zal XP<br />

nooit te bieden hebben.<br />

Gebruiksgemak<br />

Het eerste dat opvalt zodra Windows 7 voor het eerst<br />

op het scherm verschijnt is de taakbalk met zijn grote<br />

knoppen. Internet Explorer 8 en Media Player 12 zijn<br />

met één klik te bereiken. Echter, zodra de applicatie<br />

is opgestart, verschijnt er niet een vertrouwd Windows<br />

balkje; de knop zelf verandert van verschijnvorm. Een<br />

zeer handige, nieuwe manier die na enige gewenning<br />

zeer veel tijd kan schelen in de bediening. Via de bekende<br />

snelmenu’s zijn de taakbalkinstellingen gemakkelijk<br />

aan te passen aan de behoefte van de gebruiker.<br />

Een andere grote verbetering op het gebeid van gebruiksgemak<br />

is het systeemvak. De ellendige wolkjes<br />

van XP en Vista zijn nu verstopt onder een vlaggetje dat<br />

de mogelijkheid biedt het wolkje (gemetamorfoseerd<br />

naar een vierkant schermpje) samengevat te bekijken<br />

op een moment dat het uitkomt. Niet ver bij dit vlaggetje<br />

vandaan is een netwerkknop waarmee in twee klikken<br />

via een elegant menuutje een draadloos netwerk<br />

kan worden gekozen: een must voor een ieder die vaak<br />

wisselt tussen netwerken!<br />

Microsoft heeft duidelijk geluisterd naar de wensen<br />

van de gebruiker. Het startmenu is logischer ingedeeld;<br />

Verkenner is weer overzichtelijk; en de sidebar werpt<br />

geen zwarte waas meer over het bureaublad. Over de<br />

sidebar gesproken, deze is in zijn geheel niet meer<br />

te vinden in Windows 7. In plaats daarvan kunnen<br />

gadgets los ergens geplaatst worden. Bij XP en Vista<br />

leek het alsof de lay-out slechts een laag over de oude<br />

vertrouwde blokkerige Windows-look was. De lay-out<br />

van Windows 7 lijkt echter op zichzelf staand.<br />

Win+E Computer openen<br />

Win+Links Maximaliseer huidige venster tot helft<br />

scherm links<br />

Win+Rechts Maximaliseer huidig venster tot helft<br />

scherm rechts<br />

Win+Omhoog Maximaliseer huidig venster<br />

Win+Omlaag Vorige grootte huidig venster<br />

Win+M Alle vensters minimaliseren<br />

Win+P Scherminstelling (2 e scherm selecteren)<br />

Win+L Vergrendelen<br />

Win+1, 2, 3, …. Applicaties vanaf taakbalk starten<br />

10<br />

Bij Windows 7 staat het gebruiksgemak hoog in<br />

aanzien. Met een slechts een paar muisbewegingen<br />

kunnen vensters netjes over het scherm verdeeld<br />

worden, of makkelijker vergroot of verkleind worden.<br />

Sleep een scherm naar een rand van het scherm, en het<br />

wordt netjes aan rand gecentreerd. Schud een scherm<br />

en alle andere vensters worden geminimaliseerd. Met<br />

het oog op een comfortabele werkomgeving heeft<br />

Microsoft een aantal nieuwe sneltoetscombinaties<br />

ingevoerd. In bovenstaande tabel is een aantal te<br />

vinden. Voor meer sneltoetsen is Google een bron van<br />

informatie.<br />

UAC<br />

Een groot punt van ergernis bij Windows Vista was de<br />

User Account Control: een storend scherm dat voor het<br />

uitvoeren van ieder proces of applicatie toestemming<br />

vraagt aan de administrator. In Windows 7 is deze<br />

service er nog altijd, maar zodanig aangepast dat er<br />

alleen om toestemming wordt gevraagd indien er wijzigingen<br />

in systeemmappen worden gemaakt. In de<br />

praktijk betekent dit dat het slechts gebeurt als er bepaalde<br />

software wordt geïnstalleerd, iets waar de dagelijkse<br />

gebruiker niet vaak mee te maken krijgt. Waar<br />

in Windows Vista bijna iedereen UAC uitzette of zonder<br />

nadenken op OK klikte, vervult het nu misschien de<br />

bedoelde veiligheidsverhogende functie.<br />

Receptie<br />

Men hoeft maar even op het internet rond te<br />

struinen om een grote hoeveelheid commentaar<br />

op het nieuwe besturingssysteem te vinden. Veelal<br />

positieve reacties: het besturingssysteem straalt rust<br />

uit. Gebruiksvriendelijkheid en grafisch genot staan<br />

hoog in het vaandel. Het systeem werkt stabieler en<br />

vlotter. De verkoopcijfers spreken boekdelen: in de<br />

aanvangsfase werd Windows 7 234% meer verkocht<br />

dan Windows Vista, en er is met Windows 7 82% meer<br />

winst gemaakt dan Vista. Niet vanwege de snelheid zal<br />

men overstappen naar Windows 7. Gebruiksgemak,<br />

stabiliteit of simpelweg een afkeer van het logge Vista<br />

zullen de voornaamste overstapredenen zijn.


ALA<br />

Actieve Leden Activiteit<br />

Vele handen maken licht werk, zo geldt dit ook voor<br />

<strong>Astatine</strong>. Vorig jaar mocht deze studievereniging<br />

weer rekenen op steun van vele leden. Op de Actieve<br />

Leden Activiteit (ALA in het vervolg) was het de beurt<br />

aan het bestuur 2008–2009 om deze hardwerkende<br />

leden te bedanken.<br />

De borrel<br />

De basisbehoeften van een student vormden de kern<br />

van de dankzegging van dit bestuur: een borrel met,<br />

niet onbelangrijk, gratis eten. De opkomst was dan ook<br />

zeker bijzonder hoog te noemen. Alle aanwezigen stortten<br />

zich vol overgave op het aanwezige bier en de heerlijke<br />

Wok-to-Go avondmaaltijd; de sfeer zat er goed in.<br />

Na het opsmikkelen van het eten werd het tijd voor<br />

het oude bestuur om nog een laatste keer gezamenlijk<br />

op te treden: een emotionele gebeurtenis. Zij riepen<br />

alle aanwezige actieve leden van 2008–2009 om de<br />

beurt op om ze persoonlijk toe te spreken en een gegraveerde<br />

drankflacon aan te bieden.<br />

Het cadeau<br />

Het cadeau vind ik op zijn minst opmerkelijk te noemen.<br />

Is een commissie bij <strong>Astatine</strong> zo zwaar dat<br />

iedereen permanent een verlichtend borreltje bij zich<br />

moet hebben? Of is er altijd zo veel gezelligheid binnen<br />

de vereniging dat een borrel altijd kan? Ikzelf ervaar<br />

vooral het laatste. De wisselwerking binnen <strong>Astatine</strong><br />

tussen leden, actieve leden en bestuur is altijd goed.<br />

Daarnaast kent gezelligheid geen tijd dus is het een<br />

erg grappig cadeau om een jaar mee af te sluiten.<br />

De herinnering<br />

De ALA is natuurlijk ook een terugblik op vorig jaar. Op<br />

de borrel zelf werden dan ook leuke herinneringen opgehaald<br />

van alle activiteiten die er zijn georganiseerd.<br />

Zelf zat ik vorig jaar in de Buitenlandreis Commissie,<br />

de BuCom in spreektaal. Het organiseren van deze reis<br />

was echt een heel leuke, maar ook zeker een leerzame<br />

ervaring. Ik heb in de voorbereiding geleerd hoe je<br />

dingen ver van te voren kunt (moet) plannen, en hoe de<br />

werking in een commissie gaat. Op de reis zelf hebben<br />

we, als organisatie, alles in goede banen geleid en dat<br />

was voor mij toch wel het leukste gedeelte. Dit omdat je<br />

dan alles op zijn pootjes terecht ziet komen. Bovendien<br />

Christien van Hengel<br />

maak je de reis met heel veel vrienden en bekenden,<br />

wat ontzettend gezellig is. De drankflacon gaat dus ook<br />

zeker volgend jaar mee op reis.<br />

Bedankt<br />

Als afsluitend woord zou ik zelf het vierde bestuur willen<br />

bedanken voor hun inzet voor de vereniging en de<br />

ondersteuning van de vele commissies. Want zonder<br />

bestuur geen commissies en zonder commissies geen<br />

<strong>Astatine</strong>.<br />

Het bestuur bedankt met bier en...<br />

... een drankflacon.<br />

11


Interview Ruud van Damme<br />

“AT’ers vormen een heel hechte groep.”<br />

Vorig jaar won hij de onderwijsprijs Advanced<br />

Technology met een overweldigende meerderheid. Is<br />

dat gek? Nou nee, want hij geeft maar liefst vijf (delen<br />

van) vakken. Verzekerd van veel stemmen dus! Of<br />

steekt er meer achter zijn ogenschijnlijke populariteit?<br />

We maakten een afspraak met hem om te ontdekken<br />

wat het geheim van Ruud van Damme is.<br />

“Ik zou zelf geen AT willen studeren denk ik. Ik heb niet<br />

zoveel met die gammavakken, of zelfs scheikunde.”<br />

Wie ben je?<br />

Ruud van Damme, wel getrouwd, geen kinderen, wel<br />

poezen. Geboren in augustus 1955, dus nu 54 en<br />

moet, of mag, doorwerken tot m’n 66e .<br />

Even een paar standaardvragen. Woon-werk?<br />

Ik woon in Hengelo en kom altijd op de fiets. Dat moet<br />

wel, want ik heb geen rijbewijs, maar als ik een auto<br />

zou kopen werd het een Prius.<br />

Waarom heb je geen rijbewijs?<br />

Het was nooit nodig: ik woonde altijd vlak naast mijn<br />

werk, hooguit 10 minuten fietsen. Voor langere afstanden<br />

was er OV, dus ik ben er eigenlijk nooit aan toe<br />

gekomen. Rond mijn veertigste heb ik besloten het<br />

maar gewoon niet meer te gaan doen. Mijn vrouw mag<br />

wel rijden, dus als het echt heel slecht weer is, word ik<br />

wel eens gebracht naar Drienerlo.<br />

Wat doet je vrouw?<br />

Ze werkt bij de gemeente als trajectmanager. Dat<br />

is een beetje lastig uitleggen, ze helpt mensen die<br />

sociaal wat achterop zijn geraakt weer terug te keren<br />

in de maatschappij; denk aan zoeken naar een baan,<br />

het volgen van een cursus, tot en met het leren fietsen<br />

12<br />

Geert Folkertsma & Pim Muilwijk<br />

aan toe. Een soort sociale activering. Ze komt wel eens<br />

met schrijnende verhalen thuis: vaak van allochtone<br />

vrouwen, die door hun man of door hun cultuur thuis<br />

wegkwijnen in plaats van deel te nemen aan de<br />

maatschappij. Dat soort mensen probeert ze te helpen.<br />

Waar ga je het liefst op vakantie?<br />

Vroeger vaak naar de zee, maar daar ben ik een beetje<br />

op uitgekeken. Nu gaan we altijd naar de bergen: het<br />

liefst Zwitserland, maar ergens anders waar bergen<br />

zijn is ook goed. We gaan ook regelmatig naar Servië,<br />

daar komt mijn vrouw vandaan. Ik heb drie keer<br />

geskied, maar dat is niet mijn favoriet: ergens in mijn<br />

studententijd heb ik van de ene op de andere dag<br />

hoogtevrees opgelopen. Ik weet niet hoe, ik vind het<br />

irrationeel, maar ik kom er ook niet van af. Ik heb er<br />

mee leren leven.<br />

Hoe leer je een vrouw uit Servië kennen?<br />

Ik heb haar hier op de UT ontmoet: ze kwam een<br />

wiskundestage doen. Inmiddels ken ik een paar<br />

honderd Servische woorden, genoeg om me tijdens de<br />

familiebezoekjes te redden. Thuis begonnen we met<br />

Engels, toen ben ik Nederlands gaan spreken en ten<br />

slotte zij ook.<br />

Wat heb je gestudeerd?<br />

Ik ben in Utrecht begonnen met wiskunde, maar toen<br />

we bij een werkcollege moesten bewijzen dat 0=0+0,<br />

ben ik afgehaakt en overgestapt op natuurkunde. Ik<br />

vind natuurkunde leuker dan wiskunde; op de een of<br />

andere manier zijn de vraagstukken leuker.<br />

Eerlijk gezegd verlang ik nog wel eens terug naar toen.<br />

Niet alleen omdat de studententijd de beste tijd van<br />

je leven is – en dat is echt zo, ik geloofde mijn vader<br />

vroeger niet, maar het is echt zo – maar omdat Utrecht<br />

een echte stad is. Enschede is nog wel oké, maar<br />

Hengelo is saai: geen eetgelegenheden, geen musea,<br />

sporadische concerten…<br />

Heb je enige vorm van activisme vertoond?<br />

Nee, gewoon op een rustig tempo gestudeerd. Ik was<br />

wel lid van een studentenvereniging; studieverenigingen<br />

kenden we niet. Alleen maar bier drinken dus.


En na de studie?<br />

Toen ben ik gepromoveerd in de theoretische<br />

natuurkunde, op deeltjesfysica, zeg maar voortgezette<br />

kwantummechanica. Mijn promotor was Gerard ’t<br />

Hooft, een geniale man die in 1999 de Nobelprijs<br />

voor de natuurkunde won. Hij is geniaal in de zin dat<br />

hij met kop en schouders boven de rest uitsteekt: op<br />

vrijdagochtend hadden we altijd een colloquium, dan<br />

kwam er een (inter)nationaal spreker wat vertellen.<br />

Gerard luisterde de eerste paar minuten, viel in slaap,<br />

en stelde aan het eind een vraag in de zin van “Waarom<br />

doe je het niet zus en zo?”, wat over het algemeen een<br />

betere manier was.<br />

Hoe ben je bij de UT gekomen?<br />

In 1986 ben ik na een paar jaar postdoc in Leiden te<br />

zijn geweest aan de UT gaan doceren. Eerst werkte ik<br />

bij natuurkunde, daarna ook een jaar bij informatica.<br />

Vanaf 1988 gaf ik numerieke wiskunde aan eerstejaarsstudenten<br />

en in die tijd moesten alle technische<br />

studenten dat volgen. Het was in wat nu Horst C101<br />

heet, maar dan voor de renovatie: een oude houten<br />

zaal voor 500-600 mensen, de planken kraakten als<br />

je erop liep. Ik vind dat verschrikkelijk, die massacolleges:<br />

je hebt alleen contact met de eerste 3 rijen. In<br />

HT900 kun je de achterste rijen al niet goed bereiken.<br />

HT700 is echt een fijne zaal: hij zit vol en is lekker compact,<br />

dus je kunt interactief college geven.<br />

Inmiddels ben ik universitair hoofddocent numerieke<br />

wiskunde en geef veel vakken bij ondermeer TW en AT.<br />

Hoe komt het dat je zoveel vakken geeft bij AT?<br />

Ik heb mijn best gedaan om de vakken die ik nu geef<br />

te krijgen. Het leek me leuk om deze vakken te geven,<br />

maar ook om ze nog aan te kunnen passen en invulling<br />

te geven.<br />

Bij AT geef je vooral wiskundevakken: FMM, MM,<br />

Matlab, maar je vindt natuurkunde toch leuker?<br />

Ik probeer ook bij FMM en MM een beetje de link<br />

met de natuurkunde duidelijk te maken. Niet alleen<br />

differentiaalvergelijkingen oplossen, maar ook duidelijk<br />

maken dat je die kunt gebruiken voor bijvoorbeeld<br />

massaveersystemen. FMM heb ik vorig jaar al opnieuw<br />

opgezet om het beter aan te laten sluiten op I2E3, en<br />

komend jaar gaan we proberen om datzelfde met MM<br />

en ECS te doen. Dan komen die vakken ((F)MM) ook<br />

niet meer zo uit de lucht vallen.<br />

Het is leuk om bij AT college te geven, omdat de<br />

groepsgrootte eigenlijk perfect is. Met veel minder<br />

dan 50 studenten zitten zalen halfvol, dan heb je het<br />

idee dat je voor niemand college staat te geven, maar<br />

met veel meer dan 50 studenten kun je niet iedereen<br />

bereiken. Precies wat ik net zei over de collegezalen:<br />

met een man of 50, 60 in een niet te grote zaal is fijn<br />

college geven.<br />

Even wat meer over Advanced Technology: volgend<br />

jaar wordt de studie Engelstalig. Zie je hierbij problemen,<br />

voor je eigen vakken, of in het algemeen?<br />

Voor mij zal het niet zoveel problemen opleveren, mijn<br />

Engels is redelijk goed. Het is wel moeilijker: je hebt<br />

veel minder nuances in een vreemde taal. Vooral bij<br />

ingewikkelde technische of wiskundevakken gaat dat<br />

denk ik erg lastig worden. Het gaat me nog flink wat<br />

werk kosten om alle sheets in het Engels te vertalen…<br />

Over het algemeen ben ik bang dat het meer studenten<br />

gaat afschrikken dan aantrekken, en dat zou jammer<br />

zijn. We moeten meer dan 40 studenten instroom<br />

houden.<br />

De UT is bezig met het invoeren van het bindend studieadvies<br />

(BSA), wat is hier je mening over?<br />

Mijn persoonlijke mening is absoluut niet doen. Je<br />

moet kunnen genieten van je studententijd; sommige<br />

mensen hebben wat aanpassingsproblemen in het<br />

begin, dus die moeten even opstarten. Het lijkt mij<br />

echt verschrikkelijk. Bovendien zijn veel mensen die<br />

dit voorstellen zelf niet binnen 7 jaar afgestudeerd;<br />

vroeger was dat heel gewoon.<br />

Maar goed, het is zo dat studenten pas geld opleveren<br />

als ze afstuderen, dus hoe sneller ze dat doen, hoe<br />

minder geld ze kosten. En daar draait het natuurlijk allemaal<br />

om. De wereld vercommercialiseert, alles moet<br />

efficiënter. Jammer.<br />

Merk je verschil tussen AT-studenten en andere<br />

studenten?<br />

Volgens mij vormen AT’ers een hechte groep. Ik denk<br />

dat dat ook wel ten dele toe te schrijven is aan de<br />

studievereniging, die heeft volgens mij een grote<br />

sociale functie en is duidelijk aanwezig. Wel jammer<br />

dat er zo weinig meisjes zijn, dat is bij TW met een<br />

vrouw/man-verhouding van 1:2 toch een stuk beter.<br />

Had je zelf AT willen studeren?<br />

Nee, ik ben echt meer van de natuur- en wiskunde. In<br />

AT zitten ook veel, hoe heet dat? Alfa, nee, ik heb net<br />

gehoord gammavakken. Bedrijfskunde en zo. Dat vind<br />

ik helemaal niets. Zelfs scheikunde interesseert me al<br />

niet bijster, terwijl dat eigenlijk een soort natuurkunde<br />

is.<br />

Stel dat je een nieuw AT-vak zou mogen opzetten,<br />

waar zou dat dan over gaan?<br />

Dat zou denk ik iets over computers worden, over hoe<br />

ik ze gebruik. Ik zou wel heel lang na moeten denken<br />

over hoe je zoiets opzet, gewoon hoorcollege zou absoluut<br />

niet werken. Misschien iets met cases.<br />

13


Gebruik je vaak computers voor onderzoek?<br />

Ja. Computers zijn natuurlijk heel erg saai, maar<br />

ze geven een extra dimensie aan het onderzoek. Ik<br />

gebruik ze alleen als hulpmiddel, om inzicht te krijgen.<br />

Er zijn mensen die bijvoorbeeld de eigenschappen<br />

van heel grote grafen op inzicht of intuïtie doorzien. Ik<br />

kan dat niet, ik probeer het dan uit met een computer.<br />

Dat kon vroeger niet, en toen de eerste computer er<br />

was moest je met handen vol ponskaarten naar een<br />

inleesbalie, een halfuur wachten en het dan helemaal<br />

opnieuw doen omdat je een typefout had gemaakt. Dat<br />

gaat nu toch wel een stuk makkelijker.<br />

Op dit moment ben ik bezig met een grote berekening,<br />

over grafentheorie en kwantummechanica. Daar ben ik<br />

al een jaar mee bezig, maar het begint op te schieten.<br />

Wat doe je behalve proberen AT’ers wat wiskunde bij<br />

te brengen?<br />

Met de vakken die ik bij AT en TW geef ben ik bijna 2<br />

dagen per week bezig, waarmee ik ruimschoots aan<br />

het onderwijsquotum kom. Daarnaast mag ik aio’s<br />

begeleiden, en mag ik onderzoek doen.<br />

Ik heb een tijdje geleden eens nagedacht over wat ik<br />

nog wil doen. Ik heb nog twaalf jaar, en dat lijkt veel,<br />

maar veel dingen kosten veel tijd. Ik wil in ieder geval<br />

nog drie goede artikelen schrijven heb ik met mezelf<br />

afgesproken.<br />

Waar doe je onderzoek naar?<br />

Deeltjesfysica. Mijn promotieonderzoek ging daar<br />

dus over, dat vind ik toch wel erg interessant. Ik merk<br />

dat ze nu nog steeds met hetzelfde bezig zijn als ik<br />

toen, de deeltjesfysica staat wat dat betreft stil. Dat<br />

komt omdat 99% van het onderzoeksgeld naar de<br />

snaartheorie gaat. Dat is een theorie die ze nog niet<br />

snappen, en ze proberen er dingen mee te voorspellen<br />

die ze al helemaal niet begrijpen. Het gat tussen<br />

experiment en theorie lijkt alleen groter te worden. De<br />

verhalen rond de nieuwe versneller in CERN zijn ook<br />

een beetje poeha, ze hebben met mooie verhalen<br />

veel sponsors gekregen. Het zal mij benieuwen of ze<br />

in CERN wat vinden. Natuurkundeonderzoek moet<br />

richting de kosmos.<br />

Vanochtend heb ik mijn eerste artikel bijna afgemaakt<br />

(hmm, nou heb ik dat al vaker gezegd, vraag mijn<br />

vrouw maar…). Dat gaat dus over quantummechanica<br />

en grafentheorie, het is de berekening waar ik net over<br />

vertelde. De planning was om in april, mei klaar te zijn,<br />

maar het ging ineens zo goed dat het eerder moet<br />

kunnen. Het lijkt allemaal te kloppen, dus nu is het nog<br />

een kwestie van uitwerken.<br />

14<br />

Wanneer is het klaar?<br />

Het eerste artikel moet voor 1 januari opgestuurd<br />

zijn. Dan volgt er nog wel een, want het past niet<br />

allemaal in een artikel, dus dan zit ik al op 2/3 van<br />

mijn doelstelling. Als het straks inderdaad allemaal<br />

klopt ben ik heel blij. Ik schrik soms wel eens ’s nachts<br />

wakker of niet iemand me voor is, of dan lees ik een<br />

artikel over hetzelfde onderwerp, maar het blijkt<br />

gelukkig altijd ergens anders over te gaan.<br />

Wat doe je als het uiteindelijk toch niet uitkomt, of<br />

als iemand je voor is?<br />

Dan ga ik heel lang in een hoekje zitten huilen. Echt.<br />

En daarna weet ik het niet, dan moet ik iets nieuws<br />

bedenken.<br />

Nog een laatste vraag: als je een wetenschapper mag<br />

noemen in dit interview, wie is het dan en waarom?<br />

Als het op de UT moet zijn, zou ik voor Detlef Lohse kiezen.<br />

Hij heeft een enorm inzicht en steekt duidelijk met<br />

kop en schouders boven de meesten uit. Een geniale<br />

man die er gewoon gevoel voor heeft.<br />

En in het algemeen, alle tijden, alle plaatsen? Van<br />

Newton tot Machiavelli?<br />

In ieder geval niet Newton, dat was een verschrikkelijk<br />

vervelende man. Als je de verhalen mag geloven jatte<br />

hij een paar belangrijke dingen van Leibniz. Feynman<br />

was ook heel onvriendelijk, arrogant is niet eens<br />

het goede woord. Meer arrogant tot de macht een<br />

heleboel. Maar het moet gezegd: hij was natuurlijk wel<br />

veel slimmer dan de meesten.<br />

Ik denk Gauss, ik kan hem wel in elk college noemen<br />

als ik dat zou willen. Hij heeft zo ontzettend veel gedaan.<br />

Nee, ik kies toch voor Leibniz. Hij heeft dingen<br />

gezegd over gravitatie die nu nog steeds actueel zijn<br />

en die we nog niet begrijpen.<br />

Tot slot: welke docent moeten we als volgende aan<br />

een interview onderwerpen?<br />

Het lijkt me leuk om meer over Leon Abelmann te<br />

weten te komen.


Lang leve het telraam<br />

Over NOOPs en ponskaarten<br />

Toen ik in 1966 wiskunde ging studeren, koos<br />

ik daarvoor de University of Bristol uit, want die<br />

hadden zojuist, jawel, een computer aangeschaft.<br />

Dit in tegenstelling tot vele andere huizen van hoger<br />

onderwijs die nog niet zover waren om aan deze<br />

veronderstelde modegril mee te doen.<br />

De computer in kwestie was een ICL, toentertijd een<br />

soort Britse discount-IBM, en besloeg ongeveer vier<br />

modale huiskamers. Hij werd bediend door een stuk<br />

of twintig in witte jassen gehulde maagden, althans<br />

dat dachten wij hormonaal gestoorde jongeren, en<br />

eenvoudige undergraduates mochten zijn intensive<br />

care-omgeving, stofvrij enzo, denk maar aan een<br />

nanolab, tot op een meter of tien benaderen. Je hoorde<br />

dan een zacht gezoem en net zo als in de vroegste<br />

Bondfilms, zag je honderden lampjes in primaire<br />

kleuren en een onbegrijpelijk staccato knipperen,<br />

dan voelde je de bries van twee gigantische haspels<br />

formaat vrachtwagenwielen die magneetbanden van<br />

twee inch (=5,08 cm) breed met een klotegang heen<br />

en weer zwengelden. Sorry voor al die komma’s, maar<br />

het is nu eenmaal lang geleden.<br />

Linksvoor de ICL was een soort broodsnijmachine<br />

in stemmig roestvrijstaal te zien waarop een stapel<br />

ponskaarten strikt haaks geplaatst moest worden om<br />

de computer in beweging te krijgen. Er hing een bordje<br />

INPUT bij. Rechtsachter was een hels kletterende,<br />

beigekleurige printunit opgesteld die sprocket-feed<br />

kettingformulieren van 17” (=42,59 cm) verslond en<br />

ze weer uitspuwde nadat er in achtpunts matrixletters<br />

iets nauwelijks leesbaars op afgedrukt was, vanwege<br />

een versleten inktlint. OUTPUT, las men op een<br />

belendende muur op een gegraveerd aluminium<br />

<strong>plaatje</strong>, om misverstanden te voorkomen.<br />

Nu moeten jullie weten: Bill Gates bestond toen<br />

nog niet. Zo lang geleden was het! Er was nog geen<br />

Windows. Er was zelfs nog geen DOS.<br />

Alan Parfitt<br />

De directeur van IBM Worldwide had zojuist de totale<br />

wereldvraag naar computers op vijf stuks geschat:<br />

één elk voor de Ministeries van Defensie van USA,<br />

UK, Frankrijk, China en Rusland. Hij zag de toekomst<br />

van zijn bedrijf dan ook somber in, dat spreekt (zeker<br />

als je weet dat IBM de afkorting was van International<br />

Business Machines).<br />

Maar ter zake: ik was eerstejaars en mocht met de<br />

computer spelen, als onderdeel van de leergang<br />

Numerical Analysis and Computation. Nadat de<br />

dienstdoende prof had uitgelegd dat er twee<br />

computertalen van importantie bestonden, te weten<br />

ALGOL (Algorithmic Language) en FORTRAN (Formula<br />

Translation) en dat het nooit iets zou worden met<br />

BASIC (wat later natuurlijk Gates’ Goldmine zou<br />

worden, wist proffie veel…), kregen we ons huiswerk<br />

voor het eerste trimester mee: schrijf een programma<br />

waarmee je uit kunt rekenen wat twee plus twee is,<br />

en dat daarna uitbreidbaar is naar “any two integer<br />

values” –bijvoorbeeld 876592517 + 291875265.<br />

In de weken daarna heb ik tot vier keer toe bij de<br />

maagden mijn stapeltje ponskaarten ingeleverd,<br />

want zo zag je programma er in het stenen tijdperk<br />

dus uit: als een bundel acceptgiro’s. Tot drie keer<br />

toe kwam het stapeltje een dag of vier later venijnig<br />

retour met daarbij een handgeschreven notitie van de<br />

oppermaagd. FATAL ERROR> UNDEFINED VARIABLE><br />

E00348>PROGRAMME ABORTED>PROCESSOR TIME<br />

2:49. Of woorden van gelijke strekking. (Je had als<br />

undergrad een bepaalde hoeveelheid processor time<br />

tot je beschikking en mijn allocatie slonk op deze<br />

manier schrikbarend snel.)<br />

Maar de vierde keer was het gelukkig raak.<br />

Ik had mijn inputvariabelen goed gedefinieerd,<br />

namelijk als INTEGER en niet als REAL, en had de<br />

operand ADDITION goed ingevoerd en de ICL had dan<br />

ook voortvarend binnen drie minuten uitgerekend<br />

dat 2 plus 2 gelijk was aan 3.999999997 E0 , in de<br />

floating point notatie van die periode. Yesssssss!<br />

15


In mijn tweede jaar heb ik geleerd hoe je automatisch<br />

afrondingsverschillen kunt laten uitrekenen dan wel<br />

onderdrukken, zodat er uit zulke sommen gewoon 4<br />

uitkomt. Jawel: ik was al bijna bachelor en wist wat<br />

iedere kleuter ook wist.<br />

Dacht ik.<br />

Ik moest echter eerst nog even door het vak<br />

Fundamentals of Algebra heen. De prof daar stelde<br />

vragen als “Wat is een getal eigenlijk?” en “Wat<br />

bedoelen we met optellen?” Hij zaagde daarmee<br />

alle poten onder mijn 3.999999997 E0 weg. Hoezo,<br />

antwoord goed? Was de VRAAG wel goed?<br />

Ik was terug bij af. Er volgden lange verhalen waarin<br />

veel exponentiële reeksen, sigmatekens en oneindige<br />

limieten voorkwamen om uiteindelijk “één” te<br />

definiëren. Dames en heren, volgende week doen we<br />

twee. Makkie.<br />

Dacht ik. Dat viel nog knap tegen.<br />

Ik ben toen maar filosofie gaan studeren.<br />

Daar begon het eerste college epistemologie, ofwel<br />

kenniskunde, met de verheven vraag: Wat bedoelen<br />

we eigenlijk met “denken”?<br />

16<br />

Houdt het dan nooit op? Om met Thomas Mann te<br />

vragen: “Gibt es dann keiner Antwort?”<br />

(Okee, voor bètaboeren een moeilijke vraag, mede<br />

gezien de taal. Maar Enschede, twee afslagen voor<br />

Nordhorn: moet kunnen.)<br />

Maar hoe loopt dit verhaal dan af? Luister, kinderen,<br />

opa vertelt.<br />

Niet veel later ontwikkelde IBM de elektrische<br />

schrijfmachine.<br />

Die werd door alle universiteiten ter wereld in groten<br />

getale onmiddellijk aangeschaft, want academia<br />

hebben van oudsher onmiddellijk door waar de<br />

toekomst ligt. Hoezo tekstverwerken? Tikken, bitch!<br />

Woody Allen heeft ooit een mooie one-liner van iemand<br />

anders gepikt: “used to be uncertain, but now I’m not<br />

so sure.”<br />

Ik wens u veel kennis toe, maar vooral ook: veel<br />

wijsheid. En neem van mij aan: straks weet je niet eens<br />

meer waaróm je CTR-ALT-DEL zou moeten intoetsen.


{titel} Exposé: zwaartekracht<br />

{subtitel} Van weddenschap tot wetenschap<br />

Een van de krachten die ons dagelijks leven op een<br />

fundamentele wijze beïnvloedt is de zwaartekracht.<br />

Het zorgt ervoor dat je niet wegfladdert als je in de<br />

lucht springt na het halen van je tentamen, of na het<br />

nuttigen van een blikje Red Bull. Vrijwel iedereen kent<br />

de gevolgen van zwaartekracht en denkt te weten<br />

hoe het werkt. Veel mensen denken bijvoorbeeld dat<br />

zwaartekracht bijzonder sterk is, omdat het veel moeite<br />

kost om dingen de lucht in te schieten (zoals raketten)<br />

en ze met een klap weer op de aarde terugkomen<br />

als het misgaat. Toch is het opmerkelijk dat je bijna<br />

dagelijks de zwaartekracht van een volledige planeet<br />

(die zo’n 8×1022 keer zwaarder is dan een gemiddeld<br />

persoon) overwint bij het optillen van een boek,<br />

laptop of kop koffie. Het is dan ook eigenlijk niet zo<br />

verwonderlijk dat van de fundamentele krachten de<br />

zwaartekracht de zwakste is, namelijk 1038 keer zo<br />

zwak als de sterkste (sterke kernkracht). Dit maakt<br />

hem echter niet minder bijzonder of minder belangrijk.<br />

Als je vraagt wie bedacht wat zwaartekracht nou eigenlijk<br />

is en hoe je dit op een wiskundige manier kunt<br />

beschrijven, zul je waarschijnlijk Isaac Newton als antwoord<br />

krijgen. Hoewel Newton veel heeft bijgedragen<br />

aan het beschrijven van zwaartekracht, waren er al veel<br />

eerder mensen die hierover nadachten. Zoals Robert<br />

Hooke (van de wet van Hooke), die in 1660 schreef dat<br />

alle objecten naar de zon worden getrokken met een<br />

kracht die evenredig is met de massa en omgekeerd<br />

evenredig met hun afstand tot de zon in het kwadraat.<br />

De reden dat Newton met zijn Philosophiae Naturalis<br />

Principia Mathematica kwam, waarin naast de 3 wetten<br />

van Newton ook een beschrijving van universele<br />

gravitatie was opgenomen, was dezelfde reden waarvan<br />

zoveel mooie dingen komen: een weddenschap.<br />

In 1684 zaten Robert Hooke, Edmond Halley (van Halley’s<br />

Comet) en Christopher Wren wat te eten in Londen<br />

en bespraken ze de beweging van hemellichamen.<br />

Het was bekend dat planeten een ellips volgden, maar<br />

niet waarom. Wren bood omgerekend zo’n 290 euro<br />

voor diegene die dit probleem kon oplossen. Hooke,<br />

die bekend stond om het “lenen” van ideeën van anderen,<br />

claimde dat hij het al had opgelost, maar dat hij<br />

de oplossing niet wilde delen om de concurrentie niet<br />

van de bevrediging van de oplossing te beroven. Halley<br />

wilde het echter zo graag weten dat hij het aan de wiskundeprofessor<br />

van Cambridge vroeg: Isaac Newton.<br />

Pim {schrijver} Muilwijk<br />

Newton was op zijn minst gezegd een aparte man. Zo<br />

was hij bijvoorbeeld erg snel afgeleid; over hem werd<br />

geschreven dat hij uren op de rand van zijn bed kon<br />

zitten na het wakker worden door een plotselinge<br />

stroom van gedachten die hem overviel. Ook stak hij<br />

eens een mes tussen in zijn oog en jukbeen om te zien<br />

wat er zou gebeuren. Verder probeerde hij eens zo lang<br />

mogelijk in de zon te kijken om te zien wat voor invloed<br />

dit had op zijn zichtvermogen. Wonderbaarlijk genoeg<br />

veroorzaakten deze voorvallen geen blijvende schade<br />

aan zijn gezondheid. Newton was tevens een overtuigd<br />

arianist, een tot heresie verklaarde sekte die niet in de<br />

heilige drie-eenheid gelooft, en hij was geobsedeerd<br />

door het religieuze. Hij spendeerde vele uren met het<br />

bestuderen van de plattegrond van de tempel van<br />

Salomo in de hoop wiskundige aanwijzingen te vinden<br />

voor de terugkomst van Jezus Christus en het einde<br />

van de wereld. Ook was hij fervent alchemist; onderzoek<br />

aan het haar van Newton wees uit dat er 40 keer<br />

zoveel kwik in zat als in normaal haar. Wellicht dat dit<br />

een van de oorzaken was van zijn afwijkende gedrag.<br />

Ondanks dit alles dacht Halley dat Newton hem kon<br />

helpen met zijn probleem. Toen hij hem vroeg welke<br />

baan planeten zouden volgen als de kracht naar de<br />

zon omgekeerd evenredig zou zijn met de afstand tot<br />

de zon in het kwadraat, antwoordde Newton direct dat<br />

dit een ellips zou zijn. Toen Halley hem vroeg hoe hij<br />

dit wist, antwoordde Newton dat hij het berekend had,<br />

maar Newton kon zijn berekeningen nergens meer<br />

vinden. Hij deed ze over en dit resulteerde in de Principia.<br />

Dit boek was voor zijn tijd net zo ingewikkeld als<br />

invloedrijk: Newton had namelijk erg zijn best gedaan<br />

om het zo onleesbaar mogelijk te maken, maar voor<br />

diegenen die het konden volgen verklaarde het op een<br />

wiskundige wijze de banen van de planeten door een<br />

kracht die Newton zwaartekracht noemde en die beschreven<br />

kon worden met de volgende formule:<br />

Waarin M en m twee verschillende massa’s zijn, die gescheiden<br />

zijn door een afstand r. De gravitatieconstante<br />

G is nodig om de formule kloppend te maken. De eer<br />

om deze te bepalen viel in 1797 aan Henry Cavendish,<br />

vrij letterlijk, want de machine die hij gebruikte om dat<br />

te doen had hij niet zelf verzonnen, maar geërfd van<br />

Henry Michell, de man die William Herschel hielp met<br />

het bouwen van zijn eerste telescoop.<br />

17


Cavendish was minstens zo excentriek als Newton. Hij<br />

was haast ziekelijk schuw; elke vorm van menselijk<br />

contact was voor hem een grote bron van ongemak. Hij<br />

communiceerde met zijn werkster middels brieven en<br />

als hij zich vertoonde in het openbaar had hij het liefst<br />

dat mensen naast hem in de lucht praatten zonder<br />

naar hem te kijken, alsof hij er niet was. Naast solitair<br />

was hij bijzonder rijk omdat hij de kleinzoon was van<br />

de hertog van Devonshire en de hertog van Kent. Deze<br />

eigenschappen stelden hem in staat om zijn huis om<br />

te bouwen tot een gigantisch laboratorium waar hij<br />

alle gebieden van de wetenschap aan experimenten<br />

onderworp. Zo gaf hij zichzelf bijvoorbeeld elektrische<br />

schokken in toenemende intensiteit waarbij hij noteerde<br />

hoeveel pijn dat deed en was hij de eerste die<br />

waterstof isoleerde en combineerde met zuurstof om<br />

water te maken.<br />

Toen hij 67 was, richtte hij zich op de machine van<br />

Michell, die bestond uit een verzameling (contra)<br />

gewichten, pendula, assen en torsiedraden (figuur<br />

1). Midden in het apparaat bevonden zich twee loden<br />

ballen van bijna 160 kg die naast twee lichte ballen<br />

waren opgehangen. Het idee was om de gravitationele<br />

aantrekkingskracht tussen deze ballen te meten. Na<br />

het in elkaar zetten van de machine moesten er bijna<br />

een jaar lang 17 intergerelateerde metingen verricht<br />

worden voordat de gravitatieconstante, en daarmee<br />

de massa van de aarde (wat het eigenlijke doel van<br />

zijn experiment was), eruit rolde: 6,673×10−11 m3 kg-1 s-2 , waarmee hij de massa van de aarde vaststelde op<br />

ongeveer 6×1021 kg. Verbazingwekkend genoeg wijkt<br />

deze waarde maar 1% af van de huidige waarde.<br />

Figuur 1: Het apparaat van Michell, waarmee Cavendish<br />

de gravitatieconstante bepaalde.<br />

Nu de formule compleet was, kon er mee gewerkt worden<br />

en waarschijnlijk het meest bekende en invloedrijkste<br />

voorbeeld is wel de ontdekking van Neptunus.<br />

Na de ontdekking van Uranus door eerdergenoemde<br />

William Herschell in 1781 werd al snel duidelijk dat er<br />

enkele onregelmatigheden waren in zijn baan. In 1821<br />

bedacht Alexis Bouvard dat er een achtste planeet zou<br />

18<br />

kunnen zijn die door zijn zwaartekracht de baan van<br />

Uranus verstoorde. In 1845 berekende Urbain Le Verrier<br />

de baan van deze hypothetische achtste planeet<br />

en toen Johann Gottfried Galle zijn telescoop op de berekende<br />

locatie richtte ontdekte hij in 1846 Neptunus.<br />

Ironisch genoeg was het de baan van een andere<br />

planeet die Newtons theorie ontkrachtte, want hoe<br />

prachtig de wetten van Newton ook schitterden in<br />

hun eenvoud, er waren enkele zaken die er niet mee<br />

verklaard konden worden. Allereerst was er een fundamenteel<br />

probleem met Newtons beschrijving van<br />

zwaartekracht, hij wist namelijk niet waar het vandaan<br />

kwam en hoe het overgebracht werd. Newton schreef<br />

hierover:<br />

“That one body may act upon another at a distance<br />

through a vacuum without the mediation of anything<br />

else, by and through which their action and force may<br />

be conveyed from one another, is to me so great an<br />

absurdity that, I believe, no man who has in philosophic<br />

matters a competent faculty of thinking could ever<br />

fall into it.”<br />

Er was echter nog een praktisch probleem: de gemeten<br />

periheliumprecessie van de planeten bleek niet overeen<br />

te komen met de berekende waarden. Voor een<br />

planeet die een baan om de zon volgt is het perihelium<br />

het punt waarop hij zich het dichtst bij de zon bevindt;<br />

het aphelium is dan het punt dat zich het verst van de<br />

zon bevindt. Precessie is het veranderen van de richting<br />

van de as van een roterend object (in het geval van<br />

planeten is dit dus een rechte lijn die het perihelium en<br />

het aphelium snijdt). Periheliumprecessie is dus het roteren<br />

van de omloopbaan om het perihelium. Dit wordt<br />

veroorzaakt door de invloed van zwaartekracht van<br />

andere planeten die de baan verstoren en in mindere<br />

mate doordat de zon geen perfecte bol is maar een<br />

afgeplatte bol, net als de aarde (wat weer een gevolg is<br />

van het draaien van de aarde om zijn eigen as). Dit probleem<br />

werd vooral zichtbaar bij de planeet Mercurius,<br />

omdat deze het dichtst bij de zon staat en een korte<br />

omlooptijd heeft. Er was nog een derde probleem dat<br />

Newtons theorie teisterde. Al in 1784 voorspelde John<br />

Michell (die het apparaat bedacht waarmee Henry<br />

Cavendish de gravitatieconstante voor het eerst mat)<br />

op basis van Newtons gravitatiewet dat sterrenlicht om<br />

massieve objecten zou buigen (gravitational lensing).<br />

Echter werd er maar de helft van de waargenomen<br />

waarde berekend. De druppel die de emmer deed<br />

overlopen en Einstein aanzette tot het publiceren van<br />

algemene relativiteit in 1915, was dat Newton had<br />

aangenomen dat zwaartekracht instantaan moest zijn,<br />

omdat propagatievertraging zou leiden tot instabiele<br />

banen, zijn vergelijkingen waren immers onafhankelijk<br />

van tijd. Dit ging tegen Einsteins speciale relativiteit in<br />

en dus concludeerde Einstein dat Newton fout zat.


Einstein had 10 jaar eerder een pittig jaar achter de<br />

rug. Sommigen noemen 1905 ook wel het “annus<br />

mirabilis”, ofwel wonderjaar. Niet alleen schreef<br />

Einstein over het foto-elektrisch effect, waar hij<br />

stelde dat licht in kwanta is opgedeeld met een<br />

energie die gerelateerd is aan de frequentie van het<br />

licht en zo het foton uitvond, ook schreef hij over<br />

Brownian motion, waardoor hij de weg baande voor<br />

atomen en statistische thermodynamica. Bovendien<br />

introduceerde hij zijn speciale relativiteit. Dit was een<br />

bijzonder stuk schrijven in de zin dat het maar 5 namen<br />

noemde van andere wetenschappers en geen enkele<br />

referentie naar andere publicaties, maar ook vanwege<br />

zijn radicale nieuwe theorie van tijd, afstand, massa en<br />

energie. Eerst paste hij Galileo’s relativiteitsprincipe,<br />

die stelt dat de natuurwetten hetzelfde zijn voor elk<br />

niet-accelererend referentiekader (inertiaalstelsel),<br />

toe op de wetten van elektrodynamica, optica en<br />

mechanica. Vervolgens stelde hij dat de snelheid van<br />

het licht dezelfde waarde heeft in alle referentiekaders,<br />

onafhankelijk van de staat van beweging van het<br />

lichaam dat het licht uitzendt. De gevolgen hiervan<br />

waren onder andere tijddilatie, lengtecontractie en de<br />

equivalentie van massa en energie. Er was echter een<br />

ding dat miste: zwaartekracht.<br />

Zwaartekracht kwam aan bod toen Einstein zijn algemene<br />

relativiteit onthulde. Aan de basis van deze<br />

theorie ligt een zeer belangrijk principe, het equivalentieprincipe.<br />

Later noemde Einstein dit “The happiest<br />

thought of my life”. Dit principe stelt dat trage massa<br />

en zware massa dezelfde zijn. Wanneer je hier bij stil<br />

staat is dit best een opmerkelijk feit: de eigenschap<br />

die bepaalt hoe sterk de zwaartekracht op een object<br />

werkt, is dezelfde als de eigenschap die de weerstand<br />

tegen versnelling van welke kracht dan ook bepaalt.<br />

Om dit idee te verduidelijken helpt een gedachteexperiment<br />

wellicht. Stel dat je zo geconcentreerd de<br />

ATtentie aan het lezen was dat je niet hebt gemerkt<br />

dat buitenaardse wezens je hebben opgestraald en<br />

dat je je nu in hun ruimteschip bevindt dat met 9,81<br />

m/s2 accelereert naar hun thuisplaneet. Je staat op<br />

om een Vulkoek Royaal te gaan halen in de <strong>Astatine</strong>kamer<br />

en laat per ongeluk de ATtentie vallen. Omdat<br />

de ATtentie gewoon op de grond valt concludeer je<br />

dat je nog steeds op aarde bent. Op dat moment kijk<br />

je uit het raam en zie je dat je je niet meer op aarde<br />

bevindt (figuur 2). Het punt is dat je geen onderscheid<br />

kunt maken tussen een ruimte die stilstaat of met<br />

constante snelheid beweegt en waar de ATtentie door<br />

zwaartekracht accelereert en op de grond valt en een<br />

stilstaande of met constante snelheid bewegende ATtentie<br />

die geraakt wordt door een ruimte die met een<br />

constante acceleratie naar boven beweegt. Tevens<br />

is er dus geen verschil tussen gewichtloosheid in de<br />

ruimte, ver weg van zwaartekracht en gewichtloosheid<br />

ATtentie<br />

Periodiek der S.V.A.T. <strong>Astatine</strong> | Jaargang 3 | juli 2009<br />

Katana:<br />

Japanse zwaardsmeedkunst<br />

Nieuwe studieadviseur<br />

Pi<br />

3-5 Taipei 101<br />

Figuur 2: Het equivalentieprincipe; er is geen verschil<br />

tussen zware en trage massa.<br />

op aarde tijdens een vrije val.<br />

Stel nu dat je een zaklamp zou hebben in je ruimteschip<br />

en dat je die perpendiculair op de bewegingsrichting<br />

zou laten schijnen. Omdat je ruimteschip omhoog<br />

accelereert zal het pad dat het licht volgt naar beneden<br />

lijken te buigen, omdat de vloer van het ruimteschip<br />

naar boven komt. Dankzij het equivalentieprincipe kunnen<br />

we het ruimteschip vervangen door zwaartekracht<br />

en concluderen dat het pad dat het licht volgt door een<br />

zwaartekrachtsveld gebogen is. Een van de fundamentele<br />

principes in de optica is het principe van Fermat<br />

dat stelt dat licht altijd het pad neemt met de minste<br />

reistijd. Aangezien licht in vacuüm een constante snelheid<br />

heeft (volgens Einsteins speciale relativiteit), betekent<br />

dit dat het de kortst mogelijke afstand probeert<br />

af te leggen. In platte Euclidische ruimte is de kortste<br />

afstand tussen twee punten (een geodeet) een rechte<br />

lijn. Einstein kon dus maar één conclusie trekken: de<br />

ruimte is niet Euclidisch, maar gekromd, want het licht<br />

volgt een gekromde baan.<br />

Als de aarde een plat oppervlak gehad zou hebben,<br />

zouden we deze kunnen beschrijven als een 2-dimensionaal<br />

gebogen vlak (je hebt immers maar twee<br />

coördinaten nodig om je positie te bepalen). Op een<br />

soortgelijke wijze kan het heelal volgens Einstein beschreven<br />

worden met 4-dimensionale ruimte-tijd. In<br />

deze ruimte-tijd heeft elk punt 4 coördinaten: 3 ruimtelijke<br />

coördinaten en 1 tijdscoördinaat. Objecten die rijk<br />

zijn aan massa en/of energie (zoals planeten) oefenen<br />

een invloed uit op de ruimte-tijd en vervormen deze.<br />

Het gevolg hiervan is zwaartekracht. Je kunt je dit voorstellen<br />

als een rubberen deken waar een bowlingbal<br />

op ligt. De rubberen deken is de ruimte-tijd en de bowlingbal<br />

is een massief object, bijvoorbeeld een planeet.<br />

Onder de invloed van het gewicht van de bowlingbal<br />

zal de deken indeuken en wanneer een golfbal langs<br />

de bowlingbal wordt gerold zal deze afbuigen naar de<br />

bowlingbal. Het is dus niet zo dat er een kracht op de<br />

g<br />

ATtentie<br />

Periodiek der S.V.A.T. <strong>Astatine</strong> | Jaargang 3 | juli 2009<br />

Katana:<br />

Japanse zwaardsmeedkunst<br />

Nieuwe studieadviseur<br />

Pi<br />

3-5 Taipei 101<br />

19


Figuur 3: Artist impression van gekromde ruimte-tijd.<br />

golfbal werkt, hij volgt gewoon een geodeet in gekromde<br />

ruimte-tijd, die zo gekromd is door de bowlingbal.<br />

Iets dat vaak verkeerd wordt begrepen is dat de ruimtetijd<br />

wordt gekromd door energie en niet alleen door<br />

massa. Dat massieve planeten de ruimte-tijd krommen<br />

is een gevolg van de equivalentie van massa en energie,<br />

zoals blijkt uit Einsteins beroemde formule:<br />

Op deze manier valt ook goed te zien dat deeltjes zonder<br />

massa, maar met een impuls (p), zoals fotonen,<br />

invloed uit kunnen oefenen op de ruimte-tijd.<br />

Natuurlijk moet elke theorie aan de tand gevoeld<br />

worden en zo ook algemene relativiteit. De eerste test<br />

was de eerdergenoemde periheliumprecessie van<br />

Mercurius die Newton de das om had gedaan. Einstein<br />

berekende een precessie van 43 boogseconden, wat<br />

precies overeenkomt met de metingen.<br />

Een ander effect waar Newton geen bevredigend<br />

antwoord op kon geven werd door Einstein berekend:<br />

gravitational lensing. Op 29 mei 1919 werd door Arthur<br />

Eddington bewezen dat licht om massieve objecten<br />

heen buigt door foto’s te maken van een eclips op het<br />

eiland Principe. Gravitational lensing was een feit en<br />

de geloofwaardigheid van algemene relativiteit kreeg<br />

een enorme impuls. Deze ontdekking was vooral bruikbaar<br />

voor astronomen, omdat dit ze in staat stelde om<br />

heldere objecten, zoals quasars, die verscholen lagen<br />

achter andere zware objecten, zoals melkwegstelsels,<br />

te zien. Overigens verbaasde dit alles Einstein weinig;<br />

toen een student Einstein eens vroeg wat hij had gedaan<br />

als dit experiment uitgewezen zou hebben dat<br />

gravitational lensing niet bestond antwoordde Einstein:<br />

“Then I would have felt sorry for the dear Lord. The<br />

theory is correct.”<br />

Nog een effect zijn gravitational waves. Deze zouden<br />

kunnen ontstaan als twee zeer zware objecten snel om<br />

elkaar heen roteren, zoals bij een “binary star“ (figuur<br />

4). Een samenwerkingsverband tussen ESA en NASA<br />

genaamd “Laser Interferometer Space Antenna” (LISA)<br />

zal deze rond 2020 gaan meten.<br />

20<br />

Figuur 4: Artist impression van gravitational waves; op<br />

de voorgrond valt detector LISA te zien.<br />

Een laatste interessant effect doet zich voor bij het<br />

Global Positioning System (GPS). Om correct te functioneren<br />

moet de tijd in elke satelliet tot op enkele nanoseconden<br />

precies bekend zijn. Algemene relativiteit<br />

voorspelt dat de tijd op een satelliet zo’n 7 microseconden<br />

per dag langzamer loopt dan op aarde vanwege<br />

zijn beweging rond de aarde. De klok zal echter zo’n 45<br />

microseconden sneller tikken doordat hij zich verder<br />

van de aarde bevindt, waar de ruimte-tijdkromming<br />

minder is. In totaal is dat dus een afwijking van +38<br />

microseconden. Dit lijkt weinig, maar in termen van<br />

afstand betekent dit dat er elke dag een afwijking van<br />

10km insluipt!<br />

Hoewel algemene relativiteit op een aantal manieren<br />

dus goede resultaten weet neer te zetten, is er een<br />

gebied waar hij het gruwelijk laat afweten: kwantummechanica.<br />

Op kleine schaal (lees: lage potentialen) is<br />

de theorie onbruikbaar. Daarom is er een nieuw veld,<br />

kwantumzwaartekracht genaamd, dat probeert de algemene<br />

relativiteit en de kwantummechanica onder te<br />

brengen in een “Theory of Everything“.<br />

Eerder al werden de zwakke kernkracht en de elektromagnetische<br />

kracht verenigd in de “Elektroweak<br />

theory“ en werd deze theorie vervolgens met de sterke<br />

kernkracht uitgebreid tot de “Grand Unified Theory“.<br />

Het enige dat dus nog resteert is de zwaartekracht.<br />

Op dit moment is er een aantal kandidaten, maar verreweg<br />

de grootste is snaartheorie.<br />

De snaartheorie gaat er vanuit dat deeltjes in werkelijkheid<br />

kleine, trillende, eendimensionale snaren zijn.<br />

Verschillende trillingswijzen van een snaar worden<br />

waargenomen als verschillende deeltjes, er zijn echter<br />

11 dimensies voor nodig om het te laten werken.<br />

Opmerkelijk genoeg voorspelt de snaartheorie ook nog<br />

het gravitondeeltje, dat verantwoordelijk moet zijn voor<br />

de overbrenging van zwaartekracht. Dus, mocht je nog<br />

een Nobelprijs willen winnen, probeer het eens in de<br />

zwaartekracht.


{titel} Advertorial ASML<br />

{subtitel} Samen groter worden door steeds kleiner te gaan!<br />

Samen bouwen aan een machine die nog niet bestaat,<br />

die in de toekomst dingen kan die nog niet mogelijk<br />

zijn, om daarmee een product te kunnen maken dat<br />

nog niet is bedacht.<br />

Dat is zo’n beetje waar wij ons bij ASML mee bezig<br />

houden. En dat is waarom ik voor ASML gekozen heb.<br />

Drie jaar geleden ben ik, aan het eind van mijn studie<br />

Elektrotechniek, gaan zoeken naar een baan. Natuurlijk<br />

ga je dan kijken wat belangrijk is. Een technische<br />

uitdaging? Diep de techniek in, of juist meer richting het<br />

projectmanagement? Ontwikkelingsmogelijkheden?<br />

Reizen?<br />

In mijn zoektocht naar een interessante toekomst<br />

belandde ik bij een aantal mogelijke werkgevers,<br />

waarbij ASML er meteen uitsprong. Waarom? Nou,<br />

volgens mij valt dat in 1 woord samen te vatten:<br />

uitdaging!<br />

Aan de slag bij ASML<br />

ASML is marktleider in een hightech markt. Dat word<br />

je niet zomaar en dat merk je ook aan de mensen die<br />

bij ASML werken. Stuk voor stuk zijn we gedreven om<br />

samen het onmogelijke mogelijk te maken.<br />

Iedereen heeft veel vrijheid, om zo het beste uit zichzelf<br />

te halen. Want juist het werken met de nieuwste<br />

technologie vereist een stevige dosis creativiteit en<br />

gedrevenheid.<br />

Twee en een half jaar geleden ben ik daarom gestart<br />

bij de afdeling Equipment Engineering, Illumination.<br />

Als Equipment Engineer is het je taak om diverse<br />

nieuwe systemen en projecten te begeleiden vanaf de<br />

designfase, om er zo voor te zorgen dat de uiteindelijk<br />

geleverde systemen de juiste functionaliteit hebben en<br />

houden.<br />

Hiervoor hebben we niet alleen contact met de diverse<br />

takken binnen development (Optics, Electronics,<br />

Software, Mechanical layout, Mechatronics, etc.), maar<br />

ook met Marketing, Production Engineering, Supply<br />

Chain en natuurlijk: de klant. Want een machine die<br />

tot op de 2nm nauwkeurig positioneert, die bouw je<br />

namelijk niet met een enkele competentie.<br />

Etienne Thewissen<br />

{schrijver}<br />

Internationale omgeving<br />

Een van de pluspunten van een hightech marktleider is<br />

het internationale speelveld waarin je je bevindt. In mijn<br />

geval begin ik de dag dus regelmatig met conference<br />

calls met Azië en sluit ik de dag met conference calls<br />

met de VS. Met meer dan 60 vestigingen over de<br />

hele wereld en het hoofdkantoor in Veldhoven wordt<br />

er bij ASML rond de klok gewerkt. Dat is overigens<br />

niet het enige contact met de internationale kant van<br />

ASML: ook hier in Nederland werkt een groot aantal<br />

internationale ontwikkelaars, planners en overige<br />

collega’s.<br />

Tja, en met zo’n verspreid netwerk kan er natuurlijk<br />

ook regelmatig wel eens gereisd worden. Zo ben ik<br />

voor de introductie van nieuwe systemen en producten<br />

al diverse malen op reis geweest en heb zo al heel wat<br />

van de wereld als ASML’er kunnen zien.<br />

Maak je eigen carrièrepad<br />

Op een dag hoorde ik de spreuk: “ASML shows<br />

you the door, but you have to open it yourself”. En<br />

niets is minder waar! De mogelijkheden om jezelf<br />

te ontwikkelen binnen ASML zijn talrijk. Ze hangen<br />

eigenlijk maar van 1 factor af: jezelf. Wat wil je graag<br />

doen? En wat zou je over een paar jaar willen doen?<br />

ASML stelt ons in staat om jezelf te ontwikkelen op die<br />

vlakken waarin je in de toekomst ook verder wilt.<br />

Dat is dus ook de reden dat we geen standaard<br />

traineeships of vastomlijnde carrièrepaden hebben:<br />

iedereen vindt binnen ASML zijn of haar eigen weg<br />

naar de top.<br />

Dat wil trouwens niet zeggen dat iedereen bij ons dus<br />

manager moet worden: nee, juist ook de technische<br />

ontwikkeling van mensen wordt ondersteund. De<br />

toegekende fellowships aan technische toppers zijn<br />

hier een goed voorbeeld van.<br />

Al met al dus volgens mij reden genoeg om binnenkort<br />

eens een kijkje in de keuken bij ASML te komen nemen!<br />

21


{titel} Waterbaan<br />

{subtitel} Of elektrisch circuit?<br />

Engineering I is alweer een tijdje geleden afgerond<br />

door de eerstejaars en elk jaar is het weer hetzelfde<br />

liedje: niemand snapt het elektronicagedeelte (uitzonderingen<br />

daargelaten) en door de jokerregeling glippen<br />

de meesten door het tentamen – voor mij was dit niet<br />

anders. Het lijkt erbij te horen. Hoe komt het nou? Ik<br />

denk dat de begrippen te abstract zijn: wat is spanning,<br />

wat is stroom? En weerstand dan? Dit artikel is<br />

een poging om het wat duidelijker te maken, door een<br />

vergelijking met iets wat we allemaal kennen: water.<br />

Een kwalitatief verhaaltje over druk en stroming en<br />

vernauwing is natuurlijk grappig, maar te simpel voor<br />

de ATtentie: alles moet één op één vergelijkbaar zijn en<br />

dus ook kwantitatief kloppen.<br />

Basisbegrippen<br />

Bij elektriciteit zijn twee basisgrootheden belangrijk:<br />

spanning en stroom. Ze zijn aan elkaar gerelateerd via<br />

lading:<br />

[U] = V = J/C, oftewel U is energie per ladingseenheid<br />

[I] = A = C/s, oftewel I is lading per seconde<br />

Het waterequivalent van stroom is ook waterstroom,<br />

maar moet dit een stroomsnelheid v of debiet Q<br />

worden? Het equivalent van spanning geeft uitkomst:<br />

als de waterdruk p in Pa wordt uitgedrukt, volgt dat<br />

stroom het debiet moet worden:<br />

[p] = Pa = N/m2 = J/m3 , oftewel p is energie per volume<br />

[Q] = m3 /s, oftewel Q is volume per seconde<br />

Het product hiervan, equivalent aan het elektrische<br />

U•I=P, moet dus een vermogen opleveren:<br />

[P] = [p]•[Q] = Nm/s = J/s = W<br />

Kwantificeren p en Q<br />

Een fundamenteel verschil tussen druk en spanning is<br />

dat de laatste wel negatief kan worden. In tegenstelling<br />

tot spanning, is er dus wel sprake van een absolute<br />

druk: we definiëren het nulpunt op p , de luchtdruk op<br />

o<br />

Aarde - voor het gemak als 100 kPa. Hoger mag, lager<br />

niet. We nemen als equivalent voor 1 V niet 1 Pa, maar<br />

1 kPa - dit komt beter overeen met reële waarden.<br />

Om de eenheid van P (vermogen) te laten kloppen, nemen<br />

we als equivalent voor 1 A een debiet van 1 L/s.<br />

Dit is meteen een reële orde van grootte!<br />

22<br />

Geert Folkertsma<br />

{schrijver}<br />

Bronnen en verbindingen<br />

Om een echt watercircuit te kunnen bouwen, zijn in<br />

ieder geval stroom- of spanningsbronnen nodig, alsook<br />

verbindingen. De verbindingen zijn eenvoudig: het<br />

worden buizen waar het water door stroomt. Om de<br />

stroomsnelheid binnen de perken te houden, nemen<br />

we buizen met een diameter D van 20cm, dit geeft een<br />

stroomsnelheid v in de orde van grootte van 1 m/s.<br />

De makkelijkste bron is de stroombron: dit is gewoon<br />

een pomp, ze worden verkocht met een specificatie<br />

van debiet. Alles wat rond de L/s of m3 /h zit is goed.<br />

Een spanningsbron is wat lastiger: hoe geef je<br />

water een bepaalde druk? Vloeistofstatica geeft het<br />

antwoord: waterdruk is afhankelijk van de hoogte van<br />

de waterkolom erboven. De spanningsbron wordt een<br />

verticale tank met een waterhoogte afhankelijk van de<br />

gewenste spanning, volgens<br />

p = ρ•g•h, ofwel h=p/(ρ•g)<br />

met ρ de dichtheid in kg/L (want p is in kPa) en g de<br />

zwaartekrachtversnelling, ongeveer 10 m/s2 . Dat is<br />

fijn, want zo is elke decimeter ongeveer 1 “V” (kPa)<br />

erbij. Om het water op hoogte te krijgen heeft ook de<br />

spanningsbron een pomp die de waterhoogte constant<br />

houdt. Hieronder staat dan het eerste circuit!<br />

Figuur 1: Een simpel circuit met spannings- en stroombron,<br />

oftewel een waterkolom (links) en een pomp<br />

(rechts). In de bovenste pijp heerst een hoge druk, in<br />

de onderste is de druk p 0 ; de stro(o)m(ing) is met de<br />

klok mee.


Vermogen in water<br />

De vermogens in dit eerste circuit (figuur 1) zijn net<br />

zo uit te rekenen als bij een elektrisch circuit, met<br />

P = Q•p. Q en p zijn allebei bekend, want (zoals we<br />

later zullen bewijzen) de wetten van Kirchhoff gelden:<br />

de stroom door de drukbron is gelijk aan die door de<br />

pomp en de drukval in beide bronnen is tegengesteld.<br />

Het geassocieerd vermogen van de beide bronnen is<br />

dus gelijk, met uitzondering van het teken.<br />

De vraag is: wanneer is het nu positief en wanneer<br />

negatief? Dit is iets wat veel mensen bij elektrische<br />

circuits vaak lastig vinden, maar door aan dit<br />

watercircuit te denken wordt het makkelijk. Het<br />

enige wat je hoeft te onthouden is dat het vermogen<br />

positief is wanneer er energie gedissipeerd wordt: er<br />

wordt elektrische energie omgezet in (vaak) warmte.<br />

Wanneer is dit het geval?<br />

In het circuit in figuur 1 komt water met hoge druk de<br />

pomp binnen en verlaat het met lage druk. De pomp<br />

hoeft eigenlijk niets te doen en is meer een soort<br />

schoepenrad: hier wordt duidelijk energie gedissipeerd;<br />

het teken is positief. Automatisch volgt dat de drukbron<br />

vermogen genereert, dus krijgt die een negatief teken.<br />

Zou de pomp omgedraaid worden, dan zou hij water<br />

van een plek met lage druk naar hoge druk moeten<br />

pompen en dus duidelijk zware arbeid moeten<br />

verrichten; het vermogen is negatief (want er wordt<br />

vermogen gegenereerd, niet gedissipeerd).<br />

Weerstand<br />

De simpelste volgende elektronicacomponent is de<br />

weerstand. Passief, symmetrisch en volgens Ohm een<br />

lineaire relatie tussen spanning en stroom:<br />

R = U/I of U = I•R of I = U/R<br />

Het is duidelijk wat de waterweerstand moet doen: net<br />

als een elektrische weerstand de stroom als gevolg van<br />

een spanningsval inperken, of bij een gegeven stroom<br />

de spanningsval bepalen; beide simpel lineair.<br />

Dit is te realiseren door plaatselijk een vernauwing in<br />

de buis te maken. De eenheid is eenvoudig te bepalen:<br />

[R] = [P]/[Q] = N/dm2 • s/dm3 = Ns/dm5 Kwantificeren R<br />

Om iets kwantitatiefs over R te kunnen zeggen, hebben<br />

we stromingsleer nodig: wanneer het drukverlies als<br />

functie van de stroomsnelheid bekend is, kunnen we<br />

daar de weerstand uit bepalen.<br />

De eerste stap is het bepalen van het Reynoldsgetal<br />

Re, gegeven door Re = v•D•ρ/μ, waarbij v de stroomsnelheid<br />

is (dus niet het debiet), D de diameter van de<br />

buis en μ de dynamische viscositeit, voor water gelijk<br />

aan 1 mPa•s.<br />

Nu kan de drukval worden uitgerekend volgens<br />

Δp = λ • L/D • ρ/2 • v2 Waarbij L de lengte van de buis en λ de drukvalcoëfficiënt<br />

is: λ=64/Re voor laminaire stroming en voor<br />

turbulente stroming wordt λ gegeven door:<br />

Probleem!<br />

Bij het invullen van de bedachte waarden voor v, D en<br />

dergelijke blijkt dat Re=12.732, wat betekent dat de<br />

stroming turbulent is (Re>2320). Waarom is dat erg?<br />

We moeten de lelijke formule hierboven gebruiken en<br />

de drukval ΔP is nu min of meer kwadratisch afhankelijk<br />

van de stroomsnelheid (en dus het debiet Q), terwijl<br />

we voor de weerstand willen dat geldt ΔP=R•Q - een<br />

lineair verband!<br />

Bij een laminaire stroming staat v in λ (in plaats van<br />

log(v) 2 ), waardoor er een v wegvalt uit de formule voor<br />

Δp en het wel klopt. Wat nu? Om tot laminaire stroming<br />

te komen moet de pijpdiameter omlaag, maar ook de<br />

snelheid, dus er is ook een veel lagere Q nodig. Om<br />

het allemaal te laten kloppen moeten we op de lullige<br />

schaal van de chips van Project III gaan zitten en dat<br />

was nou net niet de bedoeling, we willen het voor ons<br />

kunnen zien!<br />

De oplossing<br />

Als we stroomsnelheid en dergelijke niet willen<br />

veranderen, zit er maar een ding op om Re omlaag<br />

te krijgen: de viscositeit μ verhogen, oftewel een<br />

andere vloeistof dan water kiezen. Na wat geblader<br />

door tabellenboeken valt de keus op olijfolie: met<br />

μ=81mPa•s valt de stroming bij de gekozen dimensies<br />

mooi binnen het laminaire regime. Wel jammer is dat<br />

de druk nu niet meer met 10kPa per m toeneemt,<br />

zoals het bij water zo mooi uitkwam - de dichtheid van<br />

olijfolie is immers slechts 800-900 kg/m3 .<br />

Kwantificeren R, poging 2<br />

De formule voor drukval is nu makkelijk in te vullen;<br />

een waarde voor R kan gevonden worden door de wet<br />

van Ohm voor water, R=ΔP/Q. Uiteindelijk vinden we:<br />

R=128/π LμD-4 .<br />

Ingevuld voor een buis met D=2cm en L=1m krijgen we<br />

een weerstand met een waarde van 25kPa/Ls -1<br />

NB: Kritische lezers vragen zich nu af of de weerstand<br />

van de voorgestelde “stroomdraden”, de buizen met<br />

een diameter van 20cm, wel verwaarloosbaar is ten<br />

opzichte van deze weerstanden. Wees gerust: de weerstand<br />

van deze buizen bedraagt 0,002 kPa/Ls -1 m -1 .<br />

23


Het tweede circuit en Kirchhoff?<br />

Hoe rekenen we nu de verschillende drukken en<br />

debieten uit? Zijn de wetten van Kirchhoff toepasbaar?<br />

De spanningswet van Kirchhoff zegt dat de som van<br />

spanningsval over een gesloten pad in het circuit gelijk<br />

moet zijn aan 0. Voor de waterbaan moet de som van<br />

de (positieve en negatieve) drukverschillen onderweg<br />

dus 0 zijn, en dit is ook logisch: we komen immers weer<br />

op hetzelfde punt uit. Conclusie: de spanningswet van<br />

Kirchhoff geldt ook voor water en olijfolie.<br />

De stroomwet van Kirchhoff zegt dat er geen<br />

ladingsophoping plaatsvindt: wat een knooppunt<br />

instroomt, stroomt er ook weer uit. Voor olijfolie is dit<br />

ook geldig, als we de volumeverandering ten gevolge<br />

van druk verwaarlozen. Dit kan als de druk niet te hoog<br />

wordt - tussen 1 en 100 kPa is de volumeverandering<br />

minder dan 1% en dus verwaarloosbaar.<br />

NB: Doordat de wetten van Kirchhoff en de wet van<br />

Ohm geldig zijn, kunnen we vervangingsweerstanden<br />

op dezelfde manier bepalen als bij elektrische weerstanden.<br />

Figuur 2: Een circuit met drukbron en drie weerstanden;<br />

Δp=100kPa; R 1 , R 2 en R 3 zijn 10, 20 en 60 kPa/Ls -1 .<br />

Rekenen..<br />

Door voor elk element de elementsvergelijking op te<br />

schrijven (bijvoorbeeld p -p =Q •R ) en dit stelsel van<br />

1 2 1 1<br />

vergelijkingen op te lossen, vinden we:<br />

p =100kPa, p =60kPa, Q =4Ls 1 2 1 -1 , Q =3Ls 2 -1 en Q =1Ls 3 -1 .<br />

Gaaf, nietwaar? Nu tijd voor iets echt interessants!<br />

Condensator<br />

Een condensator kan tijdelijk lading opslaan bij een<br />

bepaalde spanning en heeft een aantal relaties<br />

waarvan i=C•dv/dt en Q=CV de belangrijkste zijn. Het<br />

voorstel voor een watercondensator is een reservoir<br />

met een geveerde, beweegbare wand in het midden;<br />

zie figuur 3. Deze kan water opslaan, heeft een druk<br />

afhankelijk van de hoeveelheid opgeslagen water en de<br />

stroom is hopelijk evenredig met de drukverandering.<br />

Laten we kijken of de relaties en eenheden willen<br />

kloppen!<br />

24<br />

p<br />

p 1<br />

p 0<br />

Q 3<br />

R 1<br />

Q 1<br />

R 3 R 2<br />

p 2<br />

Q 2<br />

Figuur 3: De condensator is een bak met een horizontaal<br />

beweegbare wand, tegengehouden door een veer.<br />

De kracht die de veer via de plaat uitoefent op het<br />

water is F=k•u; k is de veerconstante in N/m. Het<br />

drukverschil tussen de twee compartimenten is dus<br />

Δp=F/A=ku/A (A is de oppervlakte van de plaat). De<br />

uitwijking u wordt gegeven door u = ΔV/A, waarbij ΔV<br />

het in- of uitgestroomde water is. Deze vergelijkingen<br />

leveren p=kΔV/A2 . ΔV is de tijdsintegraal over het debiet<br />

Q; door links en rechts te differentiëren en door k/A2 te<br />

delen vinden we: Q = A2 /k•dp/dt. In vergelijking met<br />

i=C•dv/dt lijkt het dat we C=A2 /k hebben gevonden.<br />

De eenheid van C is m4 /Nm-1 , oftewel L/kPa, ook dit<br />

klopt met de formules!<br />

Spoel? Win een taart!<br />

In plaats van de laatste halve kolom te wijden aan een<br />

rechttoe-rechtaan analyse met een condensator, gaan<br />

we nog proberen een waterspoel te verzinnen. Een<br />

spoel doet net zoiets als een condensator, maar dan<br />

met stroom: v = L•di/dt. In figuur 4 zie je het voorstel<br />

voor een spoel: een schoepenrad dat door water in<br />

beweging wordt gebracht en door zijn eigen traagheid<br />

een tijdje door kan draaien.<br />

Figuur 4: De spoel is een schoepenrad met hoogte h<br />

[m], diameter D [m] en traagheidsmoment I [kg•m 2 ].<br />

Uiteindelijk vinden we voor de inductie L van deze<br />

“spoel”, waarvoor geldt p=L•dQ/dt:<br />

En die taart dan?<br />

Helaas heb ik geen ruimte meer voor de afleiding<br />

van bovenstaande formule. Daarom heb ik een taart<br />

voor de eerste twee mensen die mij de correcte<br />

afleiding geven. Behalve de bij de figuur genoemde<br />

eigenschappen mag je ervan uitgaan dat (ondanks<br />

mijn klunzige tekening) het schoepenrad ideaal is,<br />

wat wil zeggen dat het water het rad slechts één kant<br />

om duwt, dus altijd tegen één zijde van één schoep.<br />

Vragen en oplossingen naar de redactie of yours truly.


{titel} Bierproefavond<br />

{subtitel} Zuipen voor gevorderden<br />

De derde woensdag van oktober was een ouderwets<br />

gezellige avond met veel speciaalbier in de Tombe.<br />

De aanmeldingen voor het bierproeven kwamen<br />

van AT’ers over de hele wereld - zelfs studenten van<br />

onze dependances in Zürich en Göteborg waren (zij<br />

het op afstand) aanwezig. In de overvolle en altijd<br />

subtropische Tombe begonnen we met twee bijzondere<br />

biertjes uit Duitsland.<br />

Het eerste biertje, Mönchshof Schwarzbier, wordt in<br />

Kulmbach in Zuid-Duitsland gebrouwen. Zoals de naam<br />

al doet vermoeden is Schwarzbier een zeer donker<br />

biertje met slechts 4,9% alcohol. De geschiedenis<br />

van deze donkere bieren gaat terug tot 1543. De<br />

donkere kleur komt van de mout. Mout is gedeeltelijk<br />

ontkiemd graan, bij bier wordt meestal gerst gebruikt.<br />

De gerst wordt zes dagen lang onder water gezet<br />

zodat de korrels ontkiemen. Bij het ontkiemen wordt<br />

het zetmeel omgezet in suikers, welke bij het brouwen<br />

weer worden omgezet in alcohol. Na zes dagen wordt<br />

het kiemproces gestopt door het water eruit te halen en<br />

het mout te drogen. Bij oude brouwprocessen gebeurde<br />

dit rond de 110°C, waardoor het mout donker werd en<br />

het bier een karakteristieke smaak kreeg. Bij moderne<br />

brouwprocessen mag er meer water in de mout zitten<br />

en wordt het gedroogd op ongeveer 80°C - zo kan een<br />

pilsener worden gebrouwen. De pilseners zoals we<br />

die nu kennen, worden nog maar zo’n honderd jaar<br />

gebrouwen, daarvoor waren alle bieren dus een stuk<br />

donkerder.<br />

Het tweede bier dat deze avond genuttigd werd, was<br />

de Dunkel Weißen van Paulaner uit München. Deze<br />

soepele verfrissende Weißen viel bij iedereen in de<br />

smaak; de meeste aanwezigen begonnen echter toch<br />

Mark van {schrijver} Schagen<br />

wel te verlangen naar het echte werk. Daarom werd al<br />

snel het derde biertje geserveerd, Isid’or van La Trappe.<br />

Dit lichtzoete amberbier van 7,5% procent is speciaal<br />

gebrouwen naar aanleiding van het 25e lustrum van de<br />

brouwerij. Het bier is vernoemd naar broeder Isidorus<br />

Laaber die 125 jaar geleden de eerste brouwmeester<br />

was van dit klooster. Het klooster waar La Trappe wordt<br />

gebrouwen ligt vlak buiten Tilburg en voldoet aan de<br />

drie criteria die aan trappistenbier worden gesteld:<br />

1. Het bier wordt gebrouwen binnen de muren van een<br />

trappistenabdij, door de monniken zelf of onder hun<br />

toezicht.<br />

2. De brouwerij moet ondergeschikt zijn aan het<br />

klooster en getuigen van een bedrijfscultuur die past<br />

bij het monastieke project.<br />

3. De brouwerij heeft niet als doel winst te maken.<br />

De inkomsten zorgen voor het levensonderhoud van<br />

de monniken en het onderhoud van de abdij. Winst<br />

die vervolgens overblijft, wordt geschonken aan<br />

charitatieve doelen.<br />

Onderhand was het wel tijd geworden voor roze<br />

olifantjes, kortom Delirium Tremens. Dit blonde bier<br />

van 9% uit Melle in België is simpelweg het beste bier<br />

ter wereld. Het won dan ook de gouden medaille op het<br />

World Beer Championship van Chicago in 1998.<br />

De avond werd knallend afgesloten met de<br />

Stormbock. Dit zware bokbier wordt gebrouwen aan<br />

de Waddenzeekant van Texel en viel bij de aanwezigen<br />

goed in de smaak. Dat is ook niet zo verwonderlijk,<br />

omdat iedereen aan het eind van de avond een vrolijke<br />

dronkenschap te pakken had.<br />

25


{titel} Veiligheid op de spoorwegen<br />

{subtitel} Bomen, kruizen en lichtjes<br />

Er kan veel gezegd worden over het openbaar vervoer:<br />

aansluitingen moeten worden verbeterd, treinen<br />

moeten sneller rijden, vertragingen moeten worden<br />

beperkt. Toch is het belangrijkste wel dat het openbaar<br />

vervoer veilig is. Om de veiligheid te waarborgen zijn er<br />

allerlei maatregelen getroffen, maar helaas is het niet<br />

overal even veilig en gebeuren er nog steeds ongelukken.<br />

Zo is er in de buurt van Boxtel een onbewaakte<br />

spoorwegovergang waar enkele dodelijke ongelukken<br />

zijn gebeurd. Op deze overgang staan geen slagbomen<br />

en dus is het gemakkelijker het spoor op te rijden op<br />

het moment dat je dit níet moet doen. Na het ongeluk<br />

in oktober 2009, waarbij de trein ontspoorde, is het<br />

spoor zo ernstig beschadigd dat het traject enkele<br />

dagen dicht moest blijven. Daarbij werd er bepaald de<br />

spoorwegovergang dicht te houden. Een goede beslissing<br />

natuurlijk, omdat dit beter is voor de veiligheid,<br />

maar een permanente oplossing is het niet.<br />

Beveiliging tussen treinen en ander verkeer<br />

Er zijn verschillende aspecten aan de spoorwegen<br />

die beveiligd moeten worden. Zo mogen mensen (en<br />

dieren) rondom het spoor niet in gevaar komen. In<br />

stedelijke gebieden zijn vaak hekken geplaatst langs<br />

het spoor, zodat er niet per ongeluk iemand het spoor<br />

op kan. De zwakke punten hierin zijn de overwegen. Een<br />

gelijkvloerse kruising tussen trein- en wegverkeer heeft<br />

ontzettend veel risico’s en daarom zijn deze vrijwel altijd<br />

voorzien van een waarschuwingsinstallatie. De meest<br />

voorkomende waarschuwing is het andreaskruis.<br />

Op onbewaakte spoorwegovergangen is dit de enige<br />

waarschuwing en daar<br />

moet dan ook goed<br />

opgelet worden door<br />

het wegverkeer of het<br />

oversteken veilig gedaan<br />

kan worden. De volgende<br />

stap is een AKI, ofwel een<br />

Automatische Knipperlicht<br />

Installatie. Hierbij is<br />

naast het andreaskruis<br />

ook een knipperlicht<br />

aanwezig dat rood zal<br />

knipperen wanneer er<br />

een trein in aantocht is.<br />

Bij de meeste AKI’s zijn er<br />

ook bellen aanwezig die<br />

Figuur 1: Overgang<br />

zullen luiden.<br />

Jochem {schrijver} Giesbers<br />

De AHOB (Automatische Halve Overweg Bomen) heeft<br />

slagbomen die één weghelft beslaan. Hierdoor wordt<br />

wegverkeer gemakkelijk tegengehouden het spoor op<br />

te rijden bij een naderende trein, maar kan een auto op<br />

het spoor nog veilig het spoor verlaten. Helaas voelen<br />

sommige mensen zich “helden” en zigzaggen nog snel<br />

het spoor over voor de trein langskomt.<br />

De ADOB (de D staat voor dubbele) sluit het spoor<br />

compleet af met meer slagbomen. Dit zorgt er echter<br />

wel voor dat er eventueel wegverkeer opgesloten kan<br />

raken tussen de slagbomen. Dit wordt na een aantal<br />

seconden geconstateerd en dan zullen de uitrijbomen<br />

snel openen, zodat het spoor vrij kan worden gemaakt.<br />

Vanwege deze extra beveiliging moet de ADOB eerder<br />

sluiten dan een AHOB en dit gaat natuurlijk ten koste<br />

van de doorstroming.<br />

Voor overgangen voor personeel wordt er ook een<br />

leuke afkorting gebruikt: WIDO. De WaarschuwingsInstallatie<br />

bij DienstOverpaden heeft lantaarns langs het<br />

spoor die constant branden wanneer er veilig gepasseerd<br />

kan worden. Bij een knipperend signaal staat er<br />

minstens één spoorsein op groen en is er dus een kans<br />

op een passerende trein. Personeel moet dan goed oppassen.<br />

Beveiliging tussen treinen onderling<br />

Zolang er maar één trein per spoor rijdt, is de kans<br />

op een botsing tussen twee treinen nul. Pas als er<br />

meerdere treinen per spoor aanwezig zijn of wanneer<br />

sporen elkaar kruisen, wordt hij groter dan nul. Op het<br />

Nederlandse spoornetwerk wordt er gebruik gemaakt<br />

van een automatisch blokstelsel. Rond stations staan<br />

seinen langs het spoor die samen met spoorwissels bediend<br />

worden door treindienstleiders. Tussen stations<br />

in zijn de seinen automatisch (P-seinen, permissieve<br />

seinen). Zodra de voorste wagon een sein voorbij rijdt,<br />

springt dit sein op rood. Pas als de laatste wagon het<br />

volgende sein passeert, springt het eerste sein weer<br />

op groen. De seinen geven dus aan of het komende<br />

blok vrij is van treinen. De afstand tussen de seinen<br />

is afhankelijk van de snelheid waarmee gereden mag<br />

worden, want er moet uiteraard rekening worden<br />

gehouden met een remweg. Er zijn drie beveiligingssysteems<br />

die gebruikt worden en ze zijn afhankelijk<br />

van de seinen.<br />

27


De eerste heet Verkeerd Spoor. Op sommige trajecten<br />

is het niet mogelijk om op het linkerspoor (waar de tegemoetkomende<br />

treinen rijden) te rijden, omdat daar<br />

niet in beide richtingen seinen zijn geplaatst. Als het<br />

rechterspoor dan voor een trein was afgesloten, moest<br />

hij een verklaring halen en tekenen om het linkerspoor<br />

te mogen gebruiken. Wel bij een lagere snelheid natuurlijk.<br />

Spoorwegovergangen waren vaak niet berekend<br />

op zulke “spookrijders” en daarom werd de trein<br />

met een lage snelheid naar een overgang gereden om<br />

daar met zijn aanwezigheid aan te duiden dat het wegverkeer<br />

voorrang moet verlenen.<br />

Vandaag de dag zie je vaak de beveiliging Linker Spoor.<br />

Hierbij kan wel op seinbediening op het linkerspoor<br />

worden gereden. Spoorwegovergangen werken nu ook<br />

goed. Het linkerspoor heeft nu in de ”verkeerde richting”<br />

een begin- en eindsein, maar daartussen geen<br />

automatische seinen. Ook bij deze beveiliging kan er<br />

maar één trein onderweg zijn tussen twee stations. Dat<br />

is nog steeds een nadeel. Een variant is dat er langs<br />

het linkerspoor wel enkele tussenseinen staan (P-seinen),<br />

waardoor er alsnog meerdere treinen onderweg<br />

kunnen zijn. Keren op de vrije baan blijft echter niet<br />

mogelijk.<br />

Het ideale seinsysteem is Dubbel Enkelspoor, waarbij<br />

beide sporen in beide richtingen seinen hebben. Met<br />

vier aansturingsdraden worden alle seinen aangestuurd<br />

en ontstaat er een Absoluut Permissief Blokstelsel,<br />

een vierdraads APB. Dit systeem is veiliger dan<br />

Linker Spoor en laat een hogere rijsnelheid toe in de<br />

andere richting.<br />

Soorten seinen<br />

Er zijn twee soorten lichtseinen, bekend als hoge seinen<br />

en dwergseinen. De laatst genoemde komt vaak<br />

voor rond stations en mogen maar met maximaal 40<br />

km/u voorbijgereden worden. In onderstaande foto<br />

wordt het stopsein gegeven en een machinist zal hier<br />

dan uiteraard voor moeten stoppen. Als het rechterlicht<br />

geel knippert, mag het sein voorbijgereden worden. Dit<br />

moet wel heel langzaam gebeuren, want er kan zich<br />

een trein of ongecontroleerd stuk spoor achter het sein<br />

bevinden. Dit wordt ook wel rijden op zicht genoemd.<br />

Figuur 2: Een dwergsein langs het spoor.<br />

28<br />

Als het rechterlicht niet knippert, maar wel geel licht<br />

uitstraalt, dan mag er een stopsein worden verwacht<br />

bij het volgende sein. Als laatste kan het bovenste licht<br />

op groen staan en dan mag er gewoon voorbij het sein<br />

worden gereden. Let wel, nog steeds met maximaal 40<br />

km/u.<br />

Hoge seinen lijken heel veel op de stoplichten die wij<br />

kennen op de weg. Het eerste wat zal opvallen is dat<br />

het rode licht onderaan zit, en het groene licht bovenaan.<br />

Dit is niet zomaar gedaan, er zit een reden achter.<br />

Boven elke lamp zit een fantoomkap gemonteerd. Bij<br />

hevige sneeuwval is het mogelijk dat hierop sneeuw<br />

blijft liggen en de bovenste twee lichten worden geblokkeerd;<br />

een stopsein zal echter altijd zichtbaar zijn.<br />

De soorten seinen zijn bij hoge seinen hetzelfde als<br />

bij dwergseinen, behalve dat de snelheid natuurlijk<br />

hoger ligt. Doordat de hoge seinen hoog op een paal<br />

gemonteerd zitten, zijn ze veel beter te zien op hogere<br />

snelheid dan dwergseinen.<br />

Snelheid<br />

De beveiliging van het spoor is ook afhankelijk van<br />

de snelheid waarmee er op het spoor gereden mag<br />

worden. Stoptreinen rijden circa 60 tot 90 km/u, afhankelijk<br />

van het aantal stops. Niet echt een punt voor<br />

de beveiliging. De intercity’s in ons land gaan zo’n 130<br />

tot 140 km/u. Hier is toch wel ongeveer het maximum<br />

bereikt, want bij hogere snelheden zal de beveiliging<br />

verbeterd moeten worden. Zo zit er in de trein zelf een<br />

waarschuwingssysteem dat de machinist een signaal<br />

geeft als hij boven de maximumsnelheid zit. Dit zal<br />

aangepast moeten worden als men bijvoorbeeld 160<br />

km/u wil gaan rijden. Ook het seinsysteem zal moeten<br />

worden veranderd, mensen bij spoorwegovergangen<br />

moeten nog steeds evenveel tijd hebben om veilig<br />

het spoor over te kunnen steken. De afstand tussen<br />

P-seinen dient vergroot te worden, vanwege de grotere<br />

remweg. Op sommige trajecten is het al toegestaan om<br />

160 km/u te rijden, dus we kunnen ervan uitgaan dat<br />

de (meeste) treinen zelf al zijn aangepast, en dat sommige<br />

trajecten ook veranderingen hebben ondergaan<br />

aan hun seinsystemen.<br />

HSL<br />

In Nederland is er nog de HSL van Schiphol naar Antwerpen,<br />

waar uiteindelijk 300 km/u gereden zal worden.<br />

Zelf ben ik erg benieuwd hoe de beveiliging hier in<br />

elkaar zit. Zou het seinsysteem compleet anders zijn?<br />

Hoeveel wissels hebben ze in het traject geplaatst?<br />

Met die snelheid zouden ze natuurlijk geen spoorwegovergang<br />

kunnen realiseren, dat zou veel te veel risico<br />

opleveren. Leuke vragen over de veiligheid; laten we<br />

maar aannemen dat de ontwerpers hier goed over hebben<br />

nagedacht.


{titel} Lifehacking?<br />

{subtitel} Doe wat je doet efficiënt<br />

In ATtentie 3-3 schreef Ben van der Harg over alle informatie<br />

die op internet te vinden is; ook op onverwachte<br />

plekken zoals YouTube bleek veel informatie te vinden,<br />

zoals op het MIT Channel.<br />

Mensen zitten steeds meer achter de computer en ook<br />

al kun je veel met een computer, het maakt je werk<br />

lang niet altijd efficiënter. Lifehacking is de term die<br />

alle trucjes beschrijft om je efficiënter met je tijd om<br />

te laten gaan.<br />

Vaak loont het dan ook om van tevoren over het organiseren<br />

van je taken en data na te denken. Dit voorkomt<br />

dat je dingen vergeet of documenten kwijtraakt. Ook<br />

kan het ervoor zorgen dat je sneller kunt werken, zodat<br />

je meer tijd over hebt om leuke dingen te doen.<br />

Minder muizen<br />

Een van de factoren die RSI kan veroorzaken is het<br />

continue verplaatsen van je rechterhand van muis<br />

naar toetsenbord. Dat is een van de redenen dat het<br />

goed is om veel sneltoetsen te gebruiken, daarnaast<br />

is het ook veel sneller. Zoek daarom de sneltoetsen<br />

eens op voor functies die je vaak gebruikt en maak ze<br />

anders aan.<br />

Fit<br />

Als je lekker door wilt werken aan je project of flink<br />

moet studeren is het belangrijk dat je lekker achter<br />

je bureau zit. Zorg er daarom voor dat je fit bent; als<br />

student is voldoende slaap krijgen niet altijd een optie,<br />

maar je kunt wel een powernapje doen waarna je je<br />

weer fit voelt. Ga ook regelmatig sporten, dit zorgt er<br />

namelijk niet alleen voor dat je lichaam in conditie<br />

blijft, maar vaak kun je dan ook even je hoofd leegmaken<br />

(ook als je chagrijnig bent) en daarna weer flink<br />

aan de slag.<br />

Als je eenmaal aan de slag bent, zorg dan dat je goed<br />

zit, want aan de slag gaan is één ding, maar als je<br />

last krijg van je spieren en daardoor niet meer lekker<br />

zit, ben je ook niet goed bezig. Zorg daarom voor een<br />

goede stoel en als je met een laptop werkt, doe dat<br />

dan bij voorkeur met een losse muis, los toetsenbord<br />

en een laptopsteun.<br />

To-do list<br />

Veel studenten geven aan dat ze het druk hebben als<br />

je ze vraagt hoe het gaat. Bij verder vragen weten ze<br />

vaak niet precies waar ze druk mee zijn. Iets wat aan-<br />

Hein {schrijver} Verputten<br />

geeft dat ze niet echt georganiseerd hebben waar ze<br />

mee bezig zijn.<br />

Daarom is het goed om allereerst te beginnen met een<br />

to-do list. Schrijf alles op wat je wilt doen. Deze lijst kun<br />

je opdelen in verschillende categorieën, bijvoorbeeld:<br />

studeren, werk en mijzelf. Dit kun je dan nog onderverdelen<br />

in prioriteit en geen prioriteit, maar houd het wel<br />

overzichtelijk, dus 6 categorieën is wel het maximum.<br />

Als je eenmaal een to-do list hebt, ga deze dan afwerken.<br />

Wissel de leuke dingen af met de minder leuke<br />

dingen, zodat de saaie dingen niet blijven liggen tot<br />

na de deadline. Als er een harde deadline zit aan een<br />

punt op je lijst, schrijf deze er dan ook bij, zodat je hier<br />

rekening mee kunt houden.<br />

Eenmaal gewend aan een to-do list geeft het je voldoening<br />

als je kunt zien hoeveel je hebt gedaan op<br />

een dag. Een hele dag rommelen in huis en allerlei<br />

kleine dingetjes doen geeft geen voldoening. Om dit<br />

te voorkomen kun je de dingen die je dan hebt gedaan<br />

opschrijven en ook meteen weer afstrepen, zodat je<br />

saldo voor die dag toch weer positief uitvalt.<br />

Multitasken<br />

Vrouwen kunnen multitasken en mannen niet, dat is de<br />

algemene opvatting. Dit is in ieder geval niet helemaal<br />

waar; mensen kunnen multitasken tot op zekere hoogte.<br />

Je kunt namelijk prima tegelijkertijd tv-kijken en<br />

eten; typen en lezen wat je aan het typen bent; fietsen<br />

en praten tegelijkertijd. Dit zijn allemaal dingen waarbij<br />

je twee verschillende delen van je hersenen gebruikt:<br />

een motoriek deel en iets waar je bij moet nadenken.<br />

Bij het typen en lezen tegelijkertijd gebruiken beide<br />

handelingen het taaldeel van je hersenen, maar omdat<br />

het over precies hetzelfde gaat, gaat dat wel goed.<br />

Ook waren dat voorbeelden waarbij je niet voor beide<br />

onderdelen concentratie nodig hebt. Bij multitasken<br />

gaat het namelijk fout als je je op twee onderdelen<br />

tegelijkertijd probeert te concentreren: een telefoongesprek<br />

voeren en een mailtje schrijven bijvoorbeeld.<br />

Wil je dingen gedaan krijgen, zorg dan dat je je concentratie<br />

richt op één onderwerp en maak dit ook af.<br />

Daarvoor is je to-do list ook gemakkelijk: als je midden<br />

in de ene taak iets verzint, ga dit dan niet direct doen,<br />

maar schrijf het op en ga er mee bezig als je met je<br />

andere taken klaar bent.<br />

29


Concentratie<br />

Je bent net begonnen om een stuk te typen voor je<br />

project, maar er komt een mailtje van een commissiegenootje<br />

over de notulen; weg concentratie. Vijf<br />

minuten later ben je weer begonnen, een reactie op<br />

je mailtje. Concentreren is moeilijk als je continu onderbroken<br />

wordt, zorg er daarom voor dat dit zo min<br />

mogelijk gebeurt als je echt wat wilt doen. Zet in je<br />

e-mailprogramma de pop-up voor nieuwe e-mail uit<br />

of sluit het programma helemaal af. Daarnaast is het<br />

ook verstandig om de deur van je projectkamer dicht<br />

te doen of met je rug naar de deur te gaan zitten, zodat<br />

je niet wordt afgeleid als er iemand langs komt lopen.<br />

E-mail<br />

Naast dat e-mail je kan afleiden, kan het ook erg nuttig<br />

zijn. Aan het begin van je studententijd krijg je er een<br />

aantal extra mailboxen bij: studentenmail, <strong>Astatine</strong>mail<br />

en misschien nog wel meer naast de mailboxen die je<br />

al had (hotmail, gmail, enzovoorts). Nu wordt het nuttig<br />

om alles te bundelen in Thunderbird, Outlook, Gmail,<br />

of een ander programma. Je kunt dan op een centrale<br />

plaats zien waar er nieuwe mail is binnengekomen en<br />

hoef je niet op de verschillende plekken in te loggen.<br />

Ook sla je meteen de wachtwoorden op zodat je tijd<br />

bespaart.<br />

Nu alle verschillende e-mailtjes op één plek binnenkomen,<br />

is het ook veel makkelijker om ze te organiseren.<br />

Er zijn verschillende manieren om dit te doen, hier<br />

volgt een aantal.<br />

Filter je e-mail, zo komt de e-mail van commissies meteen<br />

terecht in de commissiemap en de projecte-mail in<br />

de map van het project.<br />

Alle e-mail die je nu nog in je inbox over hebt, kan<br />

veel verschillende onderwerpen hebben. Om deze<br />

onderwerpen vast te sorteren kun je ze threaded weergeven<br />

(standaard in Gmail). Je hebt dan een lijst per<br />

e-mailconversatie, zodat je direct kunt teruglezen wat<br />

jij en anderen daarover te zeggen hadden. Als het nu<br />

nog niet overzichtelijk is, kun je nog een stapje verder<br />

gaan. Houd alleen de e-mail die je nog nodig hebt in je<br />

inbox en plaats de rest in mapjes als archief, to-do en<br />

wachten op reactie. Zo kun je snel zien waar je nog op<br />

moest reageren en het geeft wat rust.<br />

Er is niets zo irritant als mensen die Svennen, oftewel<br />

mensen die hun bijlage vergeten. Om dit te voorkomen<br />

kun je in Thunderbird de add-on ”Attachment<br />

Reminder” installeren, zodat je een pop-up krijgt als je<br />

bepaalde woorden in je e-mail hebt staan, maar geen<br />

bijlage hebt toegevoegd. Voor Outlook zijn ook scripts<br />

te vinden die iets vergelijkbaars doen.<br />

30<br />

Word<br />

Elk document dat je typt, bevat verschillende vormen<br />

van opmaak: normale tekst, verschillende koppen, een<br />

titel, enzovoorts. Elke keer handmatig alles opmaken<br />

is naast onhandig ook vaak lelijker en dom. Het is veel<br />

beter om gebruik te maken van ”styles”. Hiermee kun<br />

je gemakkelijk alles in een stijl opmaken, maar kun je<br />

ook een inhoudspagina direct laten opmaken.<br />

Mocht je de standaard blauwe koppen en de dubbele<br />

Line Spacing van Word 2007 niet fijn of mooi vinden,<br />

dan is het aan te raden om wat tijd te besteden aan<br />

het maken van een eigen style en deze op te slaan,<br />

zodat je hier niet iedere keer opnieuw tijd aan hoeft te<br />

besteden. Als je deze styles dan toch aan het maken<br />

bent, kun je er direct sneltoetsen voor aanmaken (kop<br />

1 Ctrl+1, kop 2 Ctrl+2, normale tekst Ctrl+spatie), dat<br />

scheelt ook weer veel geklik en gezoek.<br />

Omgang met anderen<br />

Andere mensen kunnen je ook helpen je werk beter<br />

te doen en jij kunt hen daarbij weer helpen. Als<br />

eerste: durf sorry te zeggen als je wat hebt vergeten,<br />

geef een korte uitleg, maar laat het daar ook bij.<br />

Daarnaast is het belangrijk dat je kritiek durft te geven.<br />

Mensen die continu dingen fout doen en daar niet op<br />

gewezen worden, weten het zelf niet altijd, terwijl ze<br />

het misschien makkelijk anders kunnen doen. Durf<br />

daarnaast echter ook complimenten te geven, dan<br />

weet iemand dat hij of zij het goed heeft gedaan en dat<br />

geeft weer voldoening in je werk.<br />

Hoe vaak gebeurt het niet dat je gehaast in de<br />

trein zit en bang bent om je aansluiting te missen?<br />

Waarschijnlijk te vaak, probeer hier vanaf te stappen:<br />

als je in het weekend in de trein zit, heb je toch de tijd<br />

en je kunt er vaak toch niks aan doen als je vertraging<br />

hebt, dus waarom haasten? Als je naar een afspraak<br />

gaat en je hebt de extra ingeplande tijd al verloren aan<br />

vertraging, bel dan gewoon op dat het wat later wordt.<br />

Iedereen weet dan tenminste waar hij aan toe is en jij<br />

zit relaxter in de trein.<br />

Bronnen en verder lezen<br />

Martijn Aslander et.al, 100 Lifehackingtips om prettiger<br />

en efficiënter te werken, Van Duuren Management,<br />

Culemborg<br />

Marjoleine de Vos, Het ideaal van deze tijd is chaotisch<br />

gerommel. Multitasker doet niets goed, NRC Handelsblad<br />

6-9-2008, Opinie & Debat 2-3,<br />

http://www.lifehacking.nl<br />

http://www.lifehackerbook.com<br />

Hester Otter, Als e-mails en sms’jes je leven beheersen,<br />

Trouw 7-11-2009, Gids 46-47, http://issuu.com/<br />

mcoster/docs/artikel-trouw-lifehacking


{titel} Verjaardagen<br />

{subtitel} Van wie krijgen we taart?<br />

november<br />

1 Joel van Tiem 18<br />

3 Bart Smit 20<br />

5 Tom van den Berg 20<br />

8 Raimond Frentrop 20<br />

11 Kasper Wenderich 22<br />

12 Jolande Poel 21<br />

12 Martin Klein Schaarsberg 20<br />

15 Frank van den Brink 21<br />

15 Karun Datadien 22<br />

15 Casper Borsje 23<br />

16 Bram Burkink 24<br />

17 Mark Hidding 19<br />

18 Victor Schouten 22<br />

19 Albert van der Meer 19<br />

21 Sander Keemink 22<br />

22 David van Duinen 19<br />

23 Chris Willemsen 20<br />

23 Eelco van Ruiten 23<br />

24 Jorrit Weidenaar 18<br />

29 Alexander Hulsker 20<br />

december<br />

1 Thom Mensink 23<br />

6 Ron Hendriks 20<br />

8 Thijs ten Brinck 22<br />

11 Pim Momberg 22<br />

17 Stefan van Nierop 27<br />

19 Vincent Strijker 22<br />

20 Tim Berk 20<br />

20 Guido Boerboom 20<br />

21 Brigitte Bruijns 24<br />

22 Arvid Keemink 22<br />

22 Kylie Knepper 20<br />

24 Joost van der Wiel 22<br />

24 Rico Nijhof 22<br />

24 Tjarco van Overbeek 20<br />

30 Quirijn van Hengstum 21<br />

31 Cristian Deenen 21<br />

januari (2010)<br />

1 Sander Bolk 20<br />

1 Saskia Schildkamp 23<br />

2 Daan van der Gun 23<br />

4 Joram Boegborn 22<br />

5 Paul Straathof 23<br />

6 Ruud Meulenbroek 24<br />

6 Sander Buijs 23<br />

6 Thomas Schot 20<br />

7 Jeroen Meijer 22<br />

7 Luuk van der Velden 25<br />

8 Joris van den Berg 23<br />

9 Alex Louwes 24<br />

10 Jens Schumacher 23<br />

14 Justin Schaffer 21<br />

14 Mark Valkering 25<br />

15 Daniel van Poppelen 20<br />

15 Klaas Bootsma 25<br />

15 Michel van Hirtum 21<br />

16 Rik Eijkelenkamp 21<br />

17 Danny Bruins 24<br />

17 Roy van Koten 25<br />

18 Teun Bartelds 18<br />

18 Marise Gielen 21<br />

19 Zagar Zeeman 21<br />

20 Bart Claessen 22<br />

20 Marius van Voorden 22<br />

21 Harm van de Haar 23<br />

21 Luitzen Hietkamp 21<br />

24 Guus Remmerswaal 20<br />

28 Kees van der Zouw 21<br />

28 Joris Maas 19<br />

29 Michel Zoontjes 23<br />

29 Bastiaan Drenth 19<br />

30 Nander Alblas 22<br />

31 Joost Klitsie 20<br />

{schrijver}<br />

31


{titel} Prijspuzzel<br />

{subtitel} Win jij een bioscoopbon?<br />

Het is wellicht aan sommigen ontgaan, maar<br />

tegenwoordig is er een prijs voor degene die de juiste<br />

oplossing inzendt. Wanneer dit meerdere personen<br />

zijn, wordt de prijs verloot onder de goede inzendingen.<br />

Inzenden kan standaard tot het uitkomen van de<br />

volgende ATtentie.<br />

De oplossing van de beeldzoeker uit ATtentie 3-5<br />

was een afbeelding van “The Creation of Adam” van<br />

Michelangelo. Jens Schumacher was een van de<br />

inzenders en was deze keer de gelukkige winnaar van<br />

een bioscoopbon!<br />

De nieuwe puzzel<br />

De puzzel van deze editie is de woordzoeker die je<br />

hiernaast ziet. In deze woordzoeker zitten 56 woorden<br />

verstopt die met de ATtentie en vooral deze editie te<br />

maken hebben. De woorden zijn horizontaal, verticaal<br />

en diagonaal te vinden, van voor naar achteren, maar<br />

ook van achteren naar voren. Als je alle woorden hebt<br />

gevonden blijft er een groot aantal letters over. Elke<br />

11e letter maakt deel uit van het eindantwoord van de<br />

puzzel.<br />

32<br />

Jochem {schrijver} Giesbers<br />

Boven: Jens krijgt een bioscoopbon uitgereikt...<br />

Onder: ...voor de juiste oplossing van de puzzel in 3-5.


o c e y w x o k u h v l o e i s t o f s t a t i c a d i k m<br />

w m o u t p g k e j c v t b r i j b e w i j s x k g i o y u<br />

a d g n f c s y s t e e m k w a n t i f i c a t i e j e v l<br />

t w e k d d u a m c c o n s t i t u t i e b o r r e l r k t<br />

e m b r i e r y r p c n u y r u u d v a n d a m m e e u j i<br />

r y r n e t n w z k e b p k y w l b e v e i l i g i n g m t<br />

e e u v u l e s c w u r s n e w t o n t p e k f o n s e p a<br />

q l i e d d e a a p a j i f v l a k d r a a i i n g e n t s<br />

u l k r k c l m b t r a l h u n j w l b a s t a m o k o o k<br />

i i s a g b u p e t o e r f e b m v v i j t c w p k l f r i<br />

v p v n g i v k b n z r s t d l d b c o f t t m l q r o u n<br />

a s r t w o j y q z t n a t e e i a r c o e c e a v m k u g<br />

l b i w i k a s u x r s m i a k e u k o o r h o n t j w t s<br />

e a e o n h l p p o d w v n t t r l m i u m z a g t l n s c<br />

n a n o d t v g h i r e z e i r i a t p r w m i c c i a e o<br />

t n d r o d p g q p o t s r r o a e c j r c p i t k u e b c<br />

s g e d w n n g a s n e s t n g k j v h e e h r s t i b b s<br />

p e l e s o d o c p k n i i m w e b e e t s c h o s e n e o<br />

o r i l l v r p t e e s n a r o c l h c r a f e o c i r g k<br />

o s j i m a a o i e n c f a s a v c i s t b v y s f e e y e<br />

r t k j t f n w e l s h o l w a t p a j n m e h s s f s s i<br />

w w h k o e k e v g c a r s o k l e s u k e a t c i i h v d<br />

e a e h d o f r e o h p m t k b r g r z x i l n e z c e l o<br />

g p i e o r l n l e a e a e t z u n o c o q n h a r o a x i<br />

e l d d l p a a e d p z t l o q b b z r e w t g e g i q o r<br />

n n c e i r c p d o w y i s g o i u o k i s c g h i e n a e<br />

w s l n s e o j e x v j c e o x k m x o v t g t i u d r g p<br />

b k d y t i n e n e e o a l k l u k x b s y m r r e h n s j<br />

z g a b e b a r s b r h y g o l o n h c e t d e c n a v d a<br />

actieveleden<br />

advancedtechnology<br />

algoritme<br />

alv<br />

astamok<br />

attentie<br />

bestuur<br />

beveiliging<br />

bierproefavond<br />

blackcomb<br />

brouwproces<br />

commissies<br />

condensator<br />

constitutieborrel<br />

cube<br />

deeltjesfysica<br />

drankflacon<br />

dronkenschap<br />

elementsvergelijking<br />

ellipsbaan<br />

gebruiksvriendelijkheid<br />

gerst<br />

inertiaalstelsel<br />

informatica<br />

kirchhoff<br />

kwantificatie<br />

lifehacking<br />

longhorn<br />

matlab<br />

mout<br />

multitasking<br />

newton<br />

periheliumprecessie<br />

periodiek<br />

powernapje<br />

prestatieverbetering<br />

puzzel<br />

rijbewijs<br />

rubik<br />

ruudvandamme<br />

secretaris<br />

snelheid<br />

speelgoed<br />

spoorwegen<br />

systeem<br />

todolist<br />

trajectmanager<br />

verantwoordelijkheden<br />

vlakdraaiingen<br />

vloeistofstatica<br />

voorzitter<br />

waterequivalent<br />

wetenschap<br />

windows<br />

woktogo<br />

zwaartekracht<br />

33


{titel} Colofon<br />

{subtitel} Wie maken de ATtentie?<br />

34<br />

{schrijver}<br />

De ATtentie is de periodiek van S.V.A.T. <strong>Astatine</strong> die vijfmaal per jaar verschijnt. De ATtentie wordt verspreid onder<br />

de leden van <strong>Astatine</strong> en de medewerkers van de opleiding Advanced Technology aan de <strong>Universiteit</strong> <strong>Twente</strong>.<br />

Jaargang: 4<br />

Nummer: 2<br />

Editie: 15<br />

Oplage: 415<br />

Verschijningsdatum: december 2009<br />

Redactie:<br />

Pim Muilwijk Hoofdredacteur, Opmaak<br />

Annegreet Boekeloo Eindredacteur (Bestuur)<br />

Auke Been Redacteur<br />

Jeroen van den Berg Redacteur<br />

Geert Folkertsma Redacteur, Opmaak<br />

Jochem Giesbers Redacteur<br />

Albert van der Meer Redacteur<br />

Adresgegevens:<br />

S.V.A.T. <strong>Astatine</strong><br />

t.a.v. ATtentie<br />

Postbus 217<br />

7500 AE Enschede<br />

Tel. 053-489 4450<br />

Bank: 1475.73.769 (Rabobank)<br />

attentie@astatine.utwente.nl<br />

http://www.astatine.utwente.nl<br />

Met dank aan:<br />

Alan Parfitt, Albert van der Meer, Annegreet Boekeloo, Christien van Hengel, Felix Segers, Geert Folkertsma,<br />

Hein Verputten, Jeroen van den Berg, Jochem Giesbers, Mark van Schagen en Pim Muilwijk.<br />

Kopij kan op bovengenoemde adressen in .doc(x) of .txt formaat aangeleverd worden. Eventuele afbeeldingen of<br />

foto’s kunnen bij de tekst gebundeld worden in een .zip of .rar bestand.<br />

De deadline voor de volgende ATtentie: 13 januari 2010<br />

© S.V.A.T. <strong>Astatine</strong> 2009<br />

De auteurs zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de geschreven stukken.<br />

De redactie behoudt zich het recht ingezonden stukken te wijzigen of te weigeren.


Morgen kunnen we sneller<br />

chips maken. Vandaag mag<br />

jij ons vertellen hoe.<br />

De race om steeds meer IC-schakelingen<br />

op de vierkante centimeter te realiseren,<br />

is niet de enige race in de chipwereld.<br />

Fabrikanten willen ook de chipproductie<br />

zélf versnellen. Maar hoe voer je een<br />

machine op, die op de nanometer<br />

nauwkeurig moet presteren?<br />

In de chip-lithografiesystemen<br />

waar ASML nu<br />

aan werkt, wordt een<br />

schijf fotogevoelig<br />

silicium (de wafer)<br />

op hoge snelheid<br />

belicht.<br />

De wafer ligt op de<br />

zogenoemde waferstage<br />

(ruim 35 kilo). Die beweegt<br />

onder het licht door. Heen en<br />

weer, dus met een extreme<br />

versnelling en vertraging van<br />

33 m/s 2 .<br />

Deep UV-licht<br />

(193 nm)<br />

33 m/s 2<br />

6 m/s<br />

70<br />

33 m/s<br />

t<br />

2<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Voor engineers die vooruitdenken<br />

Profiel: Wereldwijd marktleider in chip-lithografiesystemen | Marktaandeel: 65% | R&D-<br />

budget: 500 miljoen euro | Kansen voor: Fysici, Chemici, Software Engineers, Elektro-<br />

technici, Mechatronici en Werktuigbouwkundigen | Ontdek: ASML.com/careers<br />

v<br />

Chips met 45-nm-details kun<br />

je alleen maken als je - tussen<br />

versnelling en vertraging door -<br />

op de nanometer exact belicht.<br />

1000 sensoren en 8000 actuatoren<br />

bedwingen en daarmee<br />

180 wafers per uur belichten.<br />

Hoeveel software en processoren<br />

vraagt dat? En hoe manage je de<br />

architectuur daarvan?<br />

Versnellen met 33 m/s 2 is al een<br />

uitdaging op zich. Welke motoren<br />

kies je? Waar vind je versterkers met<br />

100 kW vermogen, 120 dB SNR en<br />

10 kHz BW? En dan begint het pas.<br />

Want voorkom maar ’ns dat al die<br />

warmte je systeem weer<br />

onnauwkeurig maakt...

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!