gods verborgen omgang een stil moment… - Noorderkerk Amsterdam
gods verborgen omgang een stil moment… - Noorderkerk Amsterdam
gods verborgen omgang een stil moment… - Noorderkerk Amsterdam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
GODS VERBORGEN OMGANG<br />
EEN STIL MOMENT…<br />
Iedere dag begeef ik mij te midden van het rumoer in de<br />
stad <strong>Amsterdam</strong>. Meestal begint dit rumoer al vroeg op<br />
de dag. ’s Morgens vertrek ik met mijn auto naar mijn<br />
werk. Terwijl ik aansluit in de file op de A10, lees ik alvast<br />
mijn eerste e-mails, neem ik mijn agenda door en<br />
bel verschillende collega’s om bij te praten over belangrijke<br />
dossiers. Net voordat ik mijn auto parkeer op het<br />
parkeerterrein luister ik nog even naar het economisch<br />
nieuws en maak snel <strong>een</strong> aantekening voor <strong>een</strong> belangrijke<br />
bespreking die vandaag gepland staat. Aangekomen<br />
op mijn werk haast ik mij met <strong>een</strong> kop koffie in<br />
de hand naar mijn eerste afspraak. Door de te lange file<br />
ben ik <strong>een</strong> kwartier te laat. Dat kwartier zal ik vandaag<br />
vast niet meer inhalen… Na mijn afspraak lunch ik snel<br />
achter mijn computer, ik heb namelijk nog wat tijd in<br />
GODS VERBORGEN OMGANG <br />
te halen vandaag. In de middag rond ik <strong>een</strong> rapport af<br />
dat uiterlijk vandaag moet worden ingeleverd. Na opnieuw<br />
<strong>een</strong> lange file kom ik na <strong>een</strong> drukke werkdag om<br />
19.30 uur eindelijk thuis. Vanavond moet er snel gegeten<br />
worden, want om 20.15 uur begint <strong>een</strong> vergadering<br />
van het NoorderPodium. Na afloop van de vergadering<br />
plof ik om 23.30 uur uitgeteld op de bank. Vanavond<br />
moet ik vroeg naar bed, want morgenochtend heb ik om<br />
08.00 uur al weer mijn eerste afspraak.<br />
Een voorbeeld dat zomaar herkenbaar kan zijn. De verantwoordelijkheden<br />
in het gezin en de christelijke gem<strong>een</strong>te,<br />
de drukte van het werk en het rumoer van de<br />
stad zijn voor we het weten bepalend voor de indeling<br />
van onze dag en verdringen ieder <strong>stil</strong> moment.
Waarom <strong>stil</strong>te?<br />
Stilte. Waarom eigenlijk? Wat is het nut van <strong>stil</strong>te? Is de<br />
<strong>stil</strong>te nodig om het uit te houden in de drukte? En, is het<br />
zoeken van <strong>stil</strong>te iets dat ons door God wordt gevraagd?<br />
Tijdens gesprekken op bijvoorbeeld de wijkkringen van<br />
de Noorderkergem<strong>een</strong>te wordt regelmatig <strong>stil</strong>gestaan<br />
bij deze vragen. Vaak wordt er geconstateerd dat het<br />
te midden van alle drukte en rumoer moeilijk kan zijn<br />
om <strong>stil</strong>te te vinden. In deze bijdrage wordt ingegaan op<br />
handreikingen die gegeven kunnen worden als het gaat<br />
om het zoeken van <strong>stil</strong>te.<br />
Richard Foster, <strong>een</strong> Amerikaanse theoloog, schrijft stellig:<br />
“Als we boven de oppervlakkigheid van onze cultuur<br />
willen uitstijgen, zullen we bereid moeten zijn om<br />
de herscheppende <strong>stil</strong>te binnen te gaan, tijd te maken<br />
voor contemplatie en meditatie”. Maar waarom die<br />
<strong>stil</strong>te? Moeten we op zoek naar <strong>een</strong> bijzondere spirituele<br />
ervaring, of naar <strong>een</strong> speciaal warm gevoel? Uit de<br />
woorden die God ons gegeven heeft kunnen we opmaken<br />
dat van <strong>een</strong> zoektocht naar bijzondere spirituele ervaringen<br />
g<strong>een</strong> sprake is. Veel meer <strong>een</strong> opdracht om te<br />
waken, te bidden, Gods woorden te bestuderen en Zijn<br />
daden te overdenken. Het zoeken van de <strong>stil</strong>te dient<br />
daarmee dus g<strong>een</strong> ander doel dan te spreken met God<br />
en Hem in Zijn woorden te ‘ontmoeten’. Het woord van<br />
God als het woord van God voor ons. Opdat wij Hem<br />
leren kennen en de grootte, de breedte, de lengte, de<br />
hoogte en diepte van Zijn liefde (Efeze 3:18).<br />
<br />
Wanneer zoeken we <strong>stil</strong>te?<br />
Mijn agenda is vaak snel gevuld met afspraken die zijn<br />
gepland vanaf ongeveer 08.00 uur tot laat in de avond.<br />
Zowel met zakelijke afspraken, als ook met allerlei taken<br />
en verantwoordelijkheden rondom thuis. Niet<br />
all<strong>een</strong> mijn agenda, ook die van vele anderen is vaak<br />
overvol. Dit is hoorbaar in de stad. Als je rond 07.30<br />
uur door de stad fietst, merk je dat de stad ontwaakt.<br />
Het rumoer van de stad houdt aan tot middernacht. Tot<br />
laat valt er nog van alles te beleven op de <strong>Amsterdam</strong>se<br />
pleinen. Stille momenten zijn schaars en lijken zich te<br />
beperken tot de momenten waarop de stad slaapt, de<br />
vroege morgen. In de Bijbel zien we dat op verschillende<br />
tijdstippen en plekken de <strong>stil</strong>te werd opgezocht. In<br />
de morgen, overdag en vaak ook in <strong>een</strong> verlaten nacht<br />
wordt de <strong>stil</strong>te gezocht om God te ontmoeten. Ook Jezus<br />
deed dit ons voor. Op verschillende momenten en<br />
plekken zocht Hij de <strong>stil</strong>te steeds weer op. Dan in de<br />
woestijn (Lukas 5:16), later in de bergen (Lukas 6:12) en<br />
ook op het water (Matthëus 14:13).<br />
Toch is de vroege morgen <strong>een</strong> tijdstip dat bij uitstek<br />
vaak genoemd wordt. Mozes (Exodus 24:4), Jozua (Jozua<br />
6:12) en psalmdichters (zie bijvoorbeeld Psalm 5:4,<br />
88:14 en 119:147) trekken er in de vroegte op uit om God<br />
in Zijn Woord en in het gebed te zoeken. En niet all<strong>een</strong><br />
zij, maar ook Jezus trok er in de vroege morgen op uit,<br />
naar <strong>een</strong> <strong>stil</strong>le plaats om daar te bidden zo lezen we bij-<br />
voorbeeld in Markus 1:35. In de vroege morgen zijn er<br />
vaak minder indrukken en geluiden van buitenaf, die<br />
<strong>een</strong> blokkade kunnen zijn om het woord van God tot<br />
ons te laten doordringen. Misschien ook de morgen omdat<br />
op deze manier de woorden van God hun uitwerking<br />
kunnen hebben op de hele dag.<br />
De christelijke gem<strong>een</strong>schap<br />
In oktober 2011 zijn er in de <strong>Noorderkerk</strong>gem<strong>een</strong>te zogenoemde<br />
gebedshuizen opgestart. Om antwoord te<br />
geven op de toenemende vraag om samen te bidden,<br />
naar meer contact met God en de behoefte om elkaar te<br />
stimuleren en te motiveren dicht bij God te blijven. Verschillende<br />
leden van de <strong>Noorderkerk</strong>gem<strong>een</strong>te komen<br />
samen in deze gebedshuizen om in de vroege <strong>stil</strong>te de<br />
woorden van God met elkaar te lezen en samen te bidden.<br />
De onderlinge gesprekken tijdens het samenzijn in<br />
de gebedshuizen, maar ook tijdens de samenkomsten<br />
GODS VERBORGEN OMGANG<br />
Velen van ons zijn vertrouwd met de psalmregel “Gods<br />
<strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong> vinden zielen waar Zijn vrees in<br />
woont”. Maar begrijpen we ook wat we zingen? Waarschijnlijk<br />
is voor veel jongeren de inversie in deze<br />
psalmregel al moeilijk na te voelen. “Gods <strong>verborgen</strong><br />
<strong>omgang</strong>” is het object bij “zielen waar Zijn vrees in<br />
woont”. “Zijn vrees”, wil zeggen: de vrees voor Hem.<br />
Het betreft hier “de vreze des Heren” waarover de<br />
Spreuken melden dat deze “vreze” het “beginsel der<br />
wijsheid” is. “Gods <strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong>” wil zeggen “de<br />
<strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong> met God”.<br />
Heeft het woord “vrees” of “vreze” voor ons niet slechts<br />
de notie van eerbied en ontzag maar ook van schroom<br />
en angst? Schroom en angst vanuit ons schuldbesef?<br />
Voor die schroom zou ik nadrukkelijk willen pleiten,<br />
voor die angst echter niet. Die angst is er overigens niet<br />
voor niets. Die angst is erbij gekomen na de zondeval in<br />
het paradijs.<br />
De Heer riep Adam: “Waar ben je?” En Adam zei: “Ik<br />
hoorde Uw stem in de hof en ik werd bevreesd, want ik<br />
ben naakt. Daarom verborg ik mij”.<br />
Dankzij het offer van Christus mag die schroom in ons<br />
blijven maar moet die angst van ons wijken. We mogen<br />
leven vanuit de vrijheid van het geloof in de redding<br />
door Zijn bloed.<br />
Van lang geleden herinner ik mij <strong>een</strong> preek in de Noorder<br />
over hoe wij in elke eredienst in levenden lijve<br />
verschijnen voor de troon van God. De preek was <strong>een</strong><br />
vlammend pleidooi voor <strong>een</strong> besef van diepe eerbied.<br />
Eerbied voor God en voor Gods troon. We mogen wekelijks<br />
voor Zijn aangezicht verschijnen. Of we het willen<br />
geloven of niet. We mogen ons hierin oefenen.<br />
GODS VERBORGEN OMGANG GODS VERBORGEN OMGANG <br />
van de wijkkringen en tijdens en na de zondagse kerkdiensten<br />
kunnen bijdragen aan deze verdieping van<br />
kennis en geloof. De ene christen heeft de ander nodig.<br />
Zo leren we ook van Paulus: “Laat het woord van Christus<br />
in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs<br />
elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen<br />
en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in<br />
uw hart.” (Kolossensen 3: 16) Niet all<strong>een</strong> om elkaar te<br />
leren, maar ook om elkaar tot steun te zijn zoals Paulus<br />
in de gevangenis de nabijheid wenste van Timotheüs<br />
(2 Timotheüs 1:4). Dietrich Bonhoeffer schrijft daarom:<br />
“Het wordt gemakkelijk vergeten, maar de gem<strong>een</strong>schap<br />
met de broeders is <strong>een</strong> genadegift uit het Rijk van<br />
God. Christelijke broederschap is niet <strong>een</strong> ideaal dat wij<br />
moeten verwezenlijken, maar <strong>een</strong> door God in Christus<br />
geschapen werkelijkheid, waaraan wij mogen deelhebben.”<br />
John Kamphuis<br />
De Stilte<br />
De <strong>stil</strong>te<br />
Ik was verward en ontroerd door deze preek. Wekelijks<br />
verschijnen voor Gods aangezicht? Was ik daar wel<br />
klaar voor?<br />
In de wekelijkse eredienst mogen we zowel leren als<br />
vieren. Misschien hebben we in de loop der tijd allemaal<br />
wel <strong>een</strong>s <strong>een</strong> onvergetelijke preek gehoord. Een<br />
bijzondere preek die ons om heel persoonlijke redenen<br />
EEN STIL MOMENT…<br />
Min de <strong>stil</strong>te in uw wezen,<br />
Zoek de <strong>stil</strong>te die bezielt,<br />
Zij die alle <strong>stil</strong>te vrezen<br />
Hebben nooit hun hart gelezen,<br />
Hebben nooit geknield.<br />
Leer u aan de <strong>stil</strong>te laven:<br />
Waar het leven u geleidt –<br />
Zij is uwe veil'ge haven,<br />
Want zij is de grote gave<br />
Van de Eeuwigheid.<br />
Sluit de <strong>stil</strong>te in uw gaarde,<br />
Wees in haar gelukkig kind:<br />
Al wie ze aan haar schoot vergaarde –<br />
Alle zaligen op aarde<br />
Hebben haar bemind.<br />
(C.S. ADAMA VAN SCHELTEMA)
is bijgebleven. Zelf maak ik graag aantekeningen tijdens<br />
elke dienst en tijdens elke preek. Die oefening kan elke<br />
dienst en elke preek bijzonder maken. Sommige gedachten<br />
uit de verkondiging kunnen mij later nog van<br />
pas komen als ik ze herlees. Niet voor niets heet de synagoge<br />
in de Joodse gem<strong>een</strong>schap de “sjoel”. Dat wil<br />
zeggen de “Schule”. Kerkgang is dus ook <strong>een</strong> vorm van<br />
geestelijke schoolgang. De kerk is ook <strong>een</strong> leerschool.<br />
De gem<strong>een</strong>te is ook <strong>een</strong> leerklas.<br />
Ik kom terug op de psalmregel “Gods <strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong><br />
vinden zielen waar Zijn vrees in woont”. Het is<br />
begonnen met David. De dichter van Psalm 25 laat elke<br />
nieuw vers beginnen met <strong>een</strong> op<strong>een</strong>volgende letter van<br />
het Hebreeuwse alfabet. De psalm bevat dus tweeëntwintig<br />
verzen. Het veertiende vers begint met de letter<br />
“samech”. Als openingswoord voor het vers kiest hij<br />
voor het woord “sood”. Dat betekent “vertrouwelijke<br />
gesprek, <strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong>”.<br />
“De <strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong>, het vertrouwelijke gesprek met<br />
de Heer, vinden de oprechten van hart, de zielen waar<br />
Zijn vrees in woont”.<br />
In aansluiting op de Statenvertaling heeft ook de herziene<br />
Statenvertaling de bedoeling van het vers goed<br />
weergegeven: “Vertrouwelijk gaat de Heer om met wie<br />
Hem vrezen, Zijn verbond maakt Hij hun bekend”. Ook<br />
de prachtige vertaling uit het Hebreeuw van Ida Gerhardt<br />
en Marie van der Zeide raakt de kern van het vers:<br />
“Het <strong>stil</strong> gesprek met de Heer is weggelegd voor wie<br />
Hem vrezen: zó wijdt Hij hen in Zijn verbond in”. De<br />
psalmdichters van het Liedboek voor de Kerken hebben<br />
hun eerbied voor deze oude psalmregels getoond door<br />
ze <strong>een</strong>voudig te handhaven. Helaas is in de weergave<br />
van de Nieuwe Bijbelvertaling de notie van <strong>verborgen</strong>heid<br />
en vertrouwelijkheid goeddeels verloren gegaan:<br />
“De Heer is <strong>een</strong> vriend van wie hem vrezen, Hij maakt<br />
hen vertrouwd met Zijn verbond”.<br />
De psalmregel “Gods <strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong> vinden” komt<br />
oorspronkelijk van de psalmdichter Johannes Eusebius<br />
Voet. Hij is bij uitstek de dichter van het heilgenot<br />
en de heilgeheimen. Ik vermoed dat hij uit ondervinding<br />
spreekt. In navolging verwoordt de psalmdichter<br />
H. Hasker dezelfde intentie in zijn berijming: “Gods<br />
vertrouwelijk’ <strong>omgang</strong> vinden zielen waar Zijn vrees in<br />
woont, daar de Heer aan Zijn beminden Zijn verbondsgeheimen<br />
toont”.<br />
Het is mijn persoonlijke overtuiging dat we Gods <strong>verborgen</strong><br />
<strong>omgang</strong> zullen vinden als we trouw betonen.<br />
Trouw in het wekelijks bezoeken van de eredienst.<br />
Trouw in het dagelijks lezen uit de schrift. Trouw in het<br />
vieren van het sacrament van het avondmaal. Trouw in<br />
het dagelijkse gebed. Zelfs als het besef van die <strong>verborgen</strong><br />
<strong>omgang</strong> met God plotseling en onverwacht in ons<br />
<br />
doorbreekt, zal het onderricht in Gods heilgeheimen<br />
geleidelijk plaatsvinden. Stap voor stap. Met vallen en<br />
opstaan.<br />
Het is Gods Geest die onze leraar en onze coach wil zijn.<br />
Hij helpt ons bij het lezen en verstaan van de boodschap<br />
van de schrift. Hij helpt ons de woorden te vinden voor<br />
onze diepste verzuchtingen. Hij is onze Parakleet en<br />
onze Therapeut.<br />
Zo helpt Gods Geest ons om vanuit het diepst van ons<br />
hart tot God de Vader in de hemel te bidden. Zo komt<br />
ook Gods Geest vanuit de gem<strong>een</strong>te de verkondiger van<br />
Gods Woord op de preekstoel met Zijn verkondiging<br />
tegemoet. Predikanten kunnen hiervan getuigen. Met<br />
hulp van Gods Geest hebben zij de preek voorbereid.<br />
Vervolgens komt Gods Geest hen vanuit de gem<strong>een</strong>te<br />
tegemoet en verrijkt en verdiept hun verkondiging.<br />
Ook dat is <strong>een</strong> groot wonder.<br />
Vanaf het moment dat we die bijzondere aanwezigheid<br />
van Gods Geest in ons leven persoonlijk hebben leren<br />
ervaren is er g<strong>een</strong> houden meer aan. Vanaf dat moment<br />
hebben we in Gods Geest <strong>een</strong> persoonlijke raadgever en<br />
leidsman. Voor onze grote vragen maar ook voor onze<br />
kleine vragen. Pas dan leren we de <strong>een</strong>voud en de intimiteit<br />
van de innerlijke dialoog. De dialoog met Gods<br />
Geest. Gods Geest die we van jongs af aan al in ons leven<br />
aanwezig hebben gevoeld en geweten. Ook al waren<br />
we het ons nog niet helder bewust.<br />
Tot besluit kom ik terug op de viering van het heilig<br />
avondmaal. Zoals we ons dienen te oefenen in trouwe<br />
kerkgang, in dagelijks gebed en bijbellezen, zo dienen<br />
we ons ook te oefenen in de viering van de maaltijd<br />
des Heren. Dat mag misschien vreemd klinken. Is het<br />
avondmaal niet uitsluitend bestemd voor <strong>een</strong> kleine<br />
groep bekeerden uit de gem<strong>een</strong>te? Volstrekt niet. Het<br />
avondmaal is <strong>een</strong> sacrament dat bestemd is voor de voltallige<br />
gem<strong>een</strong>te. Daarbij maakt het niet uit of we daadwerkelijk<br />
aanzitten aan de tafel of de maaltijd meevieren<br />
vanuit de bank.<br />
Ook de gezamenlijke viering van het avondmaal is <strong>een</strong><br />
oefening. Een oefening in gedachtenis. Een oefening in<br />
dankbaarheid. Een oefening in geloof. Stap voor stap.<br />
Met vallen en opstaan.<br />
Ik bind u allen op het hart. Versmaad de noodzaak van<br />
die oefening niet. Laat uw angst varen. Als het goed is<br />
gaan we aan met eerbied en met schroom. Maar zonder<br />
angst. Zelfs met vreugde in ons hart. Vreugde uit dankbaarheid<br />
om het alverzoenende offer van Christus. Dat<br />
ene offer is ons toegangsbewijs tot Zijn hemelse maaltijd.<br />
J.C. Jansen<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
KLEINE KRONIEK<br />
Zo’n 6 jaar woonden we in de Brederodestraat (Oud-<br />
West) op de benedenverdieping van <strong>een</strong> typisch <strong>Amsterdam</strong>s<br />
pand met van die hoge schuiframen soepel<br />
werkend op touwen en bijbehorende ijzeren pinnen<br />
voor de veiligheid. Op zondag stuurden we onze fietsen<br />
over de grachten richting <strong>Noorderkerk</strong>. De beelden<br />
van bijna 12 jaar terug hebben mijn vrouw en ik nog<br />
scherp op het netvlies. In 2000 verwisselden we van<br />
pand naar pastorie en verhuisden we naar het luisterrijke<br />
Noordwijk aan Zee, met zijn wiegende duinen en<br />
ruisende golfslag. Het stadse leven was niet ver (Leiden,<br />
Den Haag), maar wij leerden in het dorp buurten<br />
en dikwijls dezelfde mensen groeten.<br />
De grote verandering kwam pas in 2005 toen we uit de<br />
Randstad naar het randje van de Noordwest-Veluwe<br />
gingen. Het was op 30 januari dat we ambtelijk aan de<br />
gem<strong>een</strong>te van Nijkerkerv<strong>een</strong> verbonden werden en wie<br />
wel <strong>een</strong>s iets gelezen heeft van prof. dr. J.H. van den<br />
Berg, één van zijn metabletische boeken (metabletica<br />
= de leer over de samenhang van gelijktijdigheden),<br />
zal de verbazing kunnen meevoelen over het feit dat 3<br />
dagen eerder juist aan de Vrije Universiteit, waar mijn<br />
vrouw verpleegkundige was, gepromoveerd werd op<br />
het onderwerp ‘geloven aan de zoom van de Veluwe’<br />
door A. Sulman. Dus wij als nog enigszins ‘stadse’<br />
mensen – wie <strong>een</strong>maal in de stad geleefd heeft wil die<br />
vrijheid-blijheid niet meer kwijt – streken neer op de<br />
zandgronden en tegelijkertijd werd in de grote stad <strong>een</strong><br />
pleidooi gevoerd voor <strong>een</strong> bepaalde geschiedenis van<br />
vooral dorpse gelovigen in deze contreien!<br />
GODS VERBORGEN OMGANG GODS VERBORGEN OMGANG <br />
Nu kan <strong>een</strong> ieder die dat wil hierover de schouders ophalen,<br />
toch heb ik in 2007 met extra genoegen bij ons op<br />
de plank gezet de rijpe pennenvrucht van Geert Mak<br />
over de stad (de titel is liefkozend De goede stad); naast<br />
zijn vermaarde De engel van <strong>Amsterdam</strong> uit 1992 (met het<br />
hoofdstuk over de Noorder!: ‘God vrezen aan de Prinsengracht’).<br />
Het vuistdikke In Europa en de bestseller De<br />
eeuw van mijn vader hebben we natuurlijk ook, maar dat<br />
terzijde. Door ruimtegebrek kwam echter Maks boekenweekgeschenk<br />
van 1998 ergens op zolder terecht. Beduimeld<br />
werd het in later jaren op tafel gelegd, met <strong>een</strong><br />
zeker ongeduld ter hand gesteld en al op de achterzijde<br />
van de kaft ter harte genomen. Het boekje heet niet voor<br />
niets Het ontsnapte land. Beweerd wordt dat ‘de duidelijke<br />
overgangen van stad naar land zijn verdwenen en<br />
[daar] zijn vage tussenvormen voor in de plaats gekomen;<br />
stenen vlekken die weinig van doen hebben met<br />
het klassieke dorpsleven, maar ook de kenmerken missen<br />
van <strong>een</strong> stad – behalve dan de anonimiteit’. De oude<br />
binnensteden zijn nog slechts ‘vluchtplaatsen’ geworden,<br />
‘reservaten van de menselijke maat’. En de natuur<br />
is g<strong>een</strong> vijand meer, maar ‘<strong>een</strong> corridor van herkenning<br />
in <strong>een</strong> verder vreemde wereld’.<br />
De ontdekking van Geert Mak zou ook onze ontdekking<br />
moeten worden, zo veel was zeker. Niets wees er<br />
immers op dat hij ongelijk zou kunnen hebben. Integendeel,<br />
teruglezend nu, zijn er in<strong>een</strong>s de herkennings-naschokken<br />
van de aardbeving van toen: ‘Achter de dijk<br />
aan de overkant lagen de boerendaken van de Krimpenerwaard,<br />
strak en zwaar van het geloof. Dit land was
g<strong>een</strong> openbaring van goddelijke natuur, het was mensenwerk<br />
in alle opzichten, en de bewoners wisten het.<br />
De kerken die ik passeerde waren zwaar en groot, maar<br />
de hemel raakten ze niet. (..) [Het land was vol] van<br />
mensenwerk en lotsbeschikking, van zelfvertrouwen en<br />
afhankelijkheid, van <strong>een</strong> protestantisme dat altijd zocht<br />
en nooit zou vinden. ‘Here, Here, wat hebben wij gedaan?’<br />
Over de stad als cultureel fenom<strong>een</strong> zijn natuurlijk al<br />
meters boeken geschreven en als veel te groot boekenliefhebber<br />
heb ik over het onderwerp ook wel het <strong>een</strong><br />
en ander op de bovengenoemde boekenplank staan.<br />
Maar als reformatorisch theoloog wil ik niet graag blijven<br />
steken in het algemene. Zo algem<strong>een</strong> is het leven<br />
immers niet, wel bijzonder! En dr. Miskotte leraarde<br />
voor het eerst dat de vólgorde er ook toe doet: let op<br />
het bijzondere voor het algemene (en niet andersom).<br />
Daarom ben ik zo blij dat iemand als Geert Mak weet te<br />
schrijven over <strong>Amsterdam</strong> én de stad in het algem<strong>een</strong><br />
in relatie tot het omliggende land met bijbehorende kernen<br />
van samenleven. Neem nu <strong>Amsterdam</strong>! ‘Rond het<br />
oude centrum werd [in de 17de eeuw] <strong>een</strong> hele ring gelegd<br />
van waterboulevards [cq. bestrate grachten], met<br />
links en rechts honderden kleine paleisjes, <strong>een</strong> stadsuitbreiding<br />
op <strong>een</strong> schaal die in Europa nog nooit was vertoond<br />
(..).’ Ook nu misschien schouderophalen, maar<br />
heeft het wat te zeggen dat tegenwoordig bijna de helft<br />
van de Nederlandse bevolking woont én werkt in het<br />
randstedelijk gebied? Het houdt in elk geval in dat ze<br />
als Noordwest-Europeanen wonen in de vierde stedelijke<br />
agglomeratie.<br />
Voordat we overstappen van Noordwest-Europa naar<br />
de Noordwest-Veluwe (dat lijkt <strong>een</strong> reuzenstap, maar<br />
lijken doet vergelijken – en dan zullen we nog <strong>een</strong>s<br />
zien!) wil ik nog graag met u in de leer bij de <strong>Amsterdam</strong>mer<br />
die Mak heet. Wat is de stad voor <strong>een</strong> plek? Dat<br />
is de plek waar ‘al het tegengestelde zich concentreert:<br />
macht en recht, cultuur en barbarij, het goddelijke en<br />
het menselijke’. Of wel: ‘In de stad wordt de beschaving<br />
gevormd en op de proef gesteld. Hier wordt alles wat<br />
mensen kunnen en weten omgezet in signalen, gedrags-<br />
<br />
patronen, systemen van orde. Tegelijkertijd is de stad<br />
ook <strong>een</strong> ideaal instrument om het oog te verblinden,<br />
de geest te intimideren en het hart te misleiden.’ Nou,<br />
daar moeten we meer van weten! Want dat laatste komt<br />
over<strong>een</strong> met ons huidige levensgevoel! Geert Mak: ‘In<br />
de middeleeuwen was de hemel nog echt <strong>een</strong> stad, <strong>een</strong><br />
Nieuw Jeruzalem, met gouden poorten waarbinnen <strong>een</strong><br />
goddelijke orde heerste. Daar is weinig meer van over.<br />
Tegenwoordig roept de hemel bij de meeste mensen het<br />
beeld op van grazige weiden, boomgaarden, ruisende<br />
beken en brave gelovigen in hagelwitte pakken. Het paradijs<br />
van de huidige Nederlander heeft <strong>een</strong> uitgesproken<br />
landelijk karakter.[!] De stad is daarvan de absolute<br />
tegenpool: het is de verleidster, het alomvattend mensenetend<br />
monster, <strong>een</strong> leefsysteem dat door de mens<br />
zelf is geschapen, maar dat hij niet meer kan beheersen.<br />
De stad is, (..) het paradijs dat de mens zich, door te veel<br />
kennis, te veel goed en kwaad, te veel appels en te veel<br />
slangen tot <strong>een</strong> hel heeft gemaakt.’<br />
Volgens Mak is de tegenstellingenstrijd tussen boer en<br />
stedeling ‘één van de meest klassieke discussies van de<br />
mensheid’ gebleken. Kon Plato 400 jaar voor Christus<br />
nog spreken over <strong>een</strong> ‘goede stad’ (met behulp van gezag),<br />
zijn leerling Aristoteles dacht daar al heel anders<br />
over: zonder interactie wordt het niks. En de boer wil<br />
traditioneel wat Plato bedoelde, en de stedeling heeft<br />
Aristoteles als burgemeester… Nou als we dit gaan toepassen<br />
op alles dan kunnen we nog even! Voor wie wat<br />
dit betreft nog wil liefhebberen heeft stedenbouwkundige<br />
Kevin Lynch drie waardesystemen voor de stad in de<br />
geschiedenis opgespoord: Er is <strong>een</strong> kosmische stad (de<br />
stad als ceremonieel centrum), <strong>een</strong> stad als praktische<br />
machine (als machtscentrum), en <strong>een</strong> stad die organisch<br />
heet (met als zwaartepunt de buurt: lees Dora Beets!).<br />
Nu naar de Noordwest-Veluwe en wel op het randje:<br />
Waar de stad van droomt hebben wij als rebus, ‘<strong>een</strong> rebus<br />
die <strong>een</strong> verlangen verbergt óf <strong>een</strong> angst’ (Italo Calvino).<br />
Zijn we daarom zo gesteld op rust?<br />
Ds. L<strong>een</strong>dert W. van der Sluijs,<br />
Nijkerkerv<strong>een</strong><br />
DE VERBORGEN OMGANG MET GOD IN<br />
EEN TIJD VOL STRESS EN MEDITATIE<br />
“De <strong>verborgen</strong>heid van de Heere. Dat is: gem<strong>een</strong>zame <strong>omgang</strong>,<br />
innige vertrouwelijkheid, gem<strong>een</strong>schap van het<br />
hart. Dit is <strong>een</strong> grote <strong>verborgen</strong>heid. Vleselijk gezinde<br />
mensen kunnen niet vermoeden, wat hiermee bedoeld<br />
wordt, en zelfs gelovigen kunnen g<strong>een</strong> woorden vinden<br />
om het te verklaren, want het moet gevoeld, ervaren<br />
worden, om gekend te wezen. Het hogere geestelijk<br />
leven is <strong>een</strong> weg die arendsogen niet hebben gezien,<br />
en waarover de leeuwenwelpen niet zijn h<strong>een</strong> gegaan.<br />
Natuurlijke wijsheid noch kracht kunnen zich toegang<br />
verschaffen tot diezelfde binnenkamer. De heilige bezitten<br />
de sleutel van de hiëroglyfen van de hemel; zij<br />
zijn in staat om de oplossing te vinden van de hemelse<br />
raadselen. Zij zijn ingewijd in de gem<strong>een</strong>schap van de<br />
hemelse geesten; hebben woorden gehoord die het <strong>een</strong><br />
mens niet geoorloofd is te spreken.”<br />
Zo omschreef Charles Spurgeon, de Engelse opwekkingsprediker<br />
uit de 19e eeuw, de betekenis van vers<br />
14 van Psalm 25. Volgens Spurgeon kunnen gelovigen<br />
g<strong>een</strong> woorden vinden om te verklaren wat wordt bedoeld<br />
met ‘de <strong>verborgen</strong>heid van de Heere’. Het moet<br />
gevoeld, ervaren worden. Wellicht dat juist dat gevoel<br />
en die ervaring toch <strong>een</strong> aanknopingspunt bieden om<br />
iets over deze tekst te verwoorden. In onze tijd hebben<br />
gevoel en ervaring immers de primaat, hoezeer wij onszelf<br />
ook als rationele mensen zien of willen zien. Een predikant<br />
zei laatst dat waar hij 30 jaar geleden <strong>een</strong> Bijbelstudie<br />
begon met de vraag ‘wat denken jullie daarvan’, hij<br />
nu de vraag ‘wat voel je daarbij’ aan de orde stelt.<br />
Een korte blik in kranten en tijdschriften maakt duidelijk<br />
dat het in onze samenleving gaat om het voelen en<br />
ervaren van rust, van <strong>stil</strong>te, van innerlijke balans, vooral<br />
als reactie op het jachtige, stressvolle en drukke bestaan.<br />
In Trouw (31 maart 2012): “558.000 Nederlandse doen<br />
aan yoga, schat Yoga magazine. (…) De yoga is er om<br />
te ontsnappen aan de drukte van alledag.” In dezelfde<br />
krant <strong>een</strong> bijdrage met als titel ‘Wie heeft onze tijd gekaapt’:<br />
“Ontspannen leven is het resultaat van de juiste<br />
mentaliteit, en die bereiken we door zelf aan de slag te<br />
gaan met meditatie of andere oefeningen, of desnoods<br />
door <strong>een</strong> therapeut of masseur in te schakelen.”<br />
En in Intermediair (30 maart 2012), onder de titel ‘Opgebrand’:<br />
“Vijftien minuten mediteren helpt beter tegen<br />
stress dan vijftien minuten luisteren over <strong>een</strong> radioprogramma<br />
over mediteren. Na meditatie waren de deelnemers<br />
kalmer en minder gestresst.”<br />
Hoe verhoudt zich deze trend in onze maatschappij –<br />
en deze lucht ademen ook Christenen in! – nu tot de<br />
GODS VERBORGEN OMGANG GODS VERBORGEN OMGANG <br />
<strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong> van God? Op 7 september 2010<br />
hield ds. P.J. Stam (Katwijk) <strong>een</strong> lezing over <strong>een</strong> aantal<br />
aspecten van het werk van dr. W. Aalders die relevant<br />
zijn voor het onderwerp van deze bijdrage. Stam: “Al<br />
vanaf het begin van zijn werkzame periode in de kerk schreef<br />
Aalders dikwijls over de ziel van de moderne mens. Aalders<br />
poneerde toen al dat de mens en de tijd rationalistisch, technisch,<br />
logisch, mathematisch, wetenschappelijk is geworden.<br />
Alles wordt all<strong>een</strong> nog maar verstandelijk benaderd. Je merkt<br />
en ziet en voelt en proeft het alom om je h<strong>een</strong> en in jezelf. Kijk<br />
naar de fabriekshallen, de flatgebouwen, het moderne verkeer,<br />
de zogenaamde moderne kunst en vandaag de dag kunnen we<br />
er aan toevoegen de laboratoria, de bio-chemie, de techniek,<br />
de ruimtevaart, en ga maar door. Heel het moderne onderwijs<br />
en de wetenschap denken nog slechts in tijd en ruimte,<br />
in lengte en breedte, maar dat levert slechts oppervlakte op.<br />
Het mist de hoogte, diepte en dus ook de inhoud. Want lengte<br />
maal breedte maal hoogte is inhoud. All<strong>een</strong> het verstand lijkt<br />
nog de poort tot het verstaan van de werkelijkheid. Alles even<br />
zakelijk, even koud en kil. Zelf zou ik het willen noemen de<br />
weg van de ziel naar het verstand, in de kunst de weg van<br />
Rembrandt naar Picasso, Herman Brood, Mondriaan, Wolkers<br />
en dat soort figuren. We hebben onze ziel gedresseerd en<br />
gedwongen in <strong>een</strong> technisch-rationalistisch keurslijf. De moderne<br />
westerse mens tracht zich daarmee te ontzielen, zij is<br />
nagenoeg ontmenselijkt. Zij leeft gerobotiseerd.”<br />
Deze ‘ontmenselijking’ zoals Aalders het noemt, heeft<br />
<strong>een</strong> grens. En die grens lijkt bereikt. Mensen ontdekken<br />
dat het technisch-rationalistisch keurslijf te beperkend<br />
is. Er moet meer zijn. Dat verklaart de hedendaagse<br />
zoektocht naar rust, <strong>stil</strong>te, innerlijke balans en spiritualiteit.<br />
Maar via vormen als yoga en transcendente meditatie<br />
zoeken mensen het in de verkeerde richting. Het<br />
gaat er in die vormen om de <strong>stil</strong>te in de mens zelf, om<br />
via <strong>een</strong> volledig inkeren in jezelf, jouw eigen kracht te<br />
ontdekken en in balans te komen, jouw authentieke ‘ik’<br />
te vinden. Dat is voor onze ont-goddelijkte maatschappij<br />
<strong>een</strong> begrijpelijke poging maar tegelijkertijd <strong>een</strong> heilloze<br />
weg. Die zogenaamde ‘<strong>stil</strong>te in jezelf’ blijkt uiteindelijk<br />
<strong>een</strong> ondoorgrondelijke leegte, <strong>een</strong> naakt bestaan<br />
waardoor we bang worden en ons verbergen – voor de<br />
ander en voor God (Gen. 3: 10). De focus op de ‘diepten’<br />
en de ‘<strong>stil</strong>te’ in onszelf miskent namelijk het wezen van<br />
ons mens-zijn.<br />
Nogmaals ds. Stam: “Wat maakt de mens nu mens? Het<br />
feit dat hij mens is in relatie. In betrekking. Zijn bestaan is<br />
niet in zichzelf geworteld en gegrond, maar altijd vanuit iets<br />
of iemand anders. Dat maakt de mens persoon met <strong>een</strong> persoonlijkheid.<br />
En die persoonlijkheid wordt nu bepaald door
dat of diegene wat of wie de mens weerspiegelt. Wiens masker,<br />
in de oude Griekse tragedies <strong>een</strong> ‘persona’, hij draagt. Want<br />
ook de Bijbel ziet de mens als wezen-in-relatie. Eerst schiep,<br />
formeerde de Heere de aardbodem, de stof, de adama tot <strong>een</strong><br />
lichaam, met alle kunstwerken erop en eraan en vooral erin –<br />
organen, waaronder ook het denkend bewustzijn met herinnering,<br />
waardebesef enz., <strong>een</strong> Adam derhalve – en later trad hij<br />
met dat lichaam, die Adam in gem<strong>een</strong>schap, blies hij de adem<br />
des levens in hem, dat is Gods Geest en dat betekent niets anders<br />
dan dat God tot dat levenloze lichaam sprak. Want adem,<br />
Geest en Woord zijn één.<br />
Daaruit moeten wij concluderen dat de mens door God zódanig<br />
is gestructureerd, dat al die organen tot en met mijn<br />
nagels, mijn haren en huidcellen toe … dat die ontvankelijk<br />
zijn voor, ‘antennig’ - dat is gericht zijn – op, behoeftig zijn<br />
aan Gods Woord en Geest. Bestemd om Gods stem te horen en<br />
te antwoorden. Verantwoordelijk naar Hem.”<br />
In de menselijke ziel kan wat Stam noemt ‘het ontzaglijke’<br />
plaatsvinden: het contact met, het gem<strong>een</strong>schap hebben<br />
met de Schepper van hemel en aarde. ‘Ontzaglijk’, omdat<br />
“Gods werkelijkheid <strong>een</strong> Geestelijke werkelijkheid is, niet<br />
zichtbaar en zintuiglijk waarneembaar, niet ruimtelijk, niet<br />
beperkt door tienduizenden natuurwetten. Dat is niet anders<br />
dan God en mens, dan de hemel op aarde, dan de eeuwigheid<br />
in de tijd, dan genade in de natuur. Dat is eigenlijk <strong>een</strong> klein<br />
Immanuël. En dat alles geschiedt zoals wij dat zeggen ongescheiden<br />
en ongemengd. God blijft zo God en de mens blijft zo<br />
mens. Dat nu noemen wij Gods <strong>verborgen</strong> <strong>omgang</strong>, de unio<br />
mystica. Dat is <strong>een</strong> ontzaglijke werkelijkheid. Dat is zo groot<br />
dat zulks slechts plaats kan vinden door de crisis van de rechtvaardiging<br />
van de goddeloze h<strong>een</strong>. (…)”<br />
“Waarom door de crisis van die rechtvaardiging h<strong>een</strong>? Omdat<br />
de mens prooi is geworden van zijn neiging naar de diepte, naar<br />
de chaos, naar het ‘niets’. Dat die mens in rebellie, in opstand<br />
tegen God is gaan leven. Dat die mens ‘onafhankelijk’ en ‘autonoom’<br />
wilde zijn. Ik citeer: ‘In die hoogmoed proclameerde hij<br />
zich in de wereld als <strong>een</strong> geniaal, goddelijk, soeverein wezen,<br />
<br />
In het Contactblad staat de vraag centraal wat het betekent om gem<strong>een</strong>te van Jezus Christus te zijn in <strong>een</strong> grote,<br />
geseculariseerde stad als <strong>Amsterdam</strong> en welke rol de gereformeerde traditie daarin speelt. Deze vraag wordt<br />
met name belicht vanuit de <strong>Noorderkerk</strong>- en Jeruzalemkerkgem<strong>een</strong>te en vanuit de concrete geloofspraktijk en de<br />
persoonlijke geloofsbeleving. Het Contactblad verschijnt vijf maal per jaar. De uitgave ervan wordt mogelijk gemaakt<br />
door de Afdeling <strong>Amsterdam</strong> van de Gereformeerde Bond. Het richtbedrag voor <strong>een</strong> abonnement is 15 euro per jaar.<br />
Toezending van <strong>een</strong> digitaal exemplaar is aan te vragen via contactblad@zonnet.nl.<br />
<br />
<br />
<br />
t.n.v. penningmeester Geref. Bond <strong>Amsterdam</strong>.<br />
Op dit rekeningnummer zijn ook giften welkom.<br />
GODS VERBORGEN OMGANG <br />
dat oorspronkelijkheid en oergeldigheid bezit, en dat daarom<br />
louter en all<strong>een</strong> uit zichzelf begrepen kan worden en wil handelen.<br />
In plaats van zich als schepsel volkomen afhankelijk te<br />
weten van en horig aan God, waant hij zichzèlf Geest, zichzèlf<br />
God. Hij is vanaf nu aan de enige God in de wereld; hij is de<br />
enige grond waarop de schepping rust.’ “<br />
Die ontzaglijke werkelijkheid van gem<strong>een</strong>schap met<br />
God, door de crisis van de rechtvaardiging h<strong>een</strong>, voelt<br />
als waarlijk thuiskomen, als volledige harmonie. Dat<br />
gaat ons verstand te boven, dat kunnen we, zoals Spurgeon<br />
zei, niet verklaren. We kunnen wel zingen, all<strong>een</strong><br />
maar vooral ook samen.<br />
“Ik zal met vreugd in ’t huis des Heeren gaan,<br />
Om daar met lof Uw groten naam te danken.<br />
Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken.<br />
Elk heff’ met mij de lof des Heeren aan.”<br />
"In het vorige nummer van het Contactblad is<br />
aangekondigd dat verzending per email ook tot<br />
de mogelijkheden behoort. In de loop van 2012<br />
zullen we dat in gang zetten. Mocht u verzending<br />
per email op prijs stellen, dan kunt u dat aangeven<br />
via het onderstaande emailadres."<br />
Jan Gooijer