opdracht 1 - Afdeling
opdracht 1 - Afdeling
opdracht 1 - Afdeling
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Individuele Belangenbehartiging IBb<br />
Opfriscursus<br />
Zelfstudiepakket
Zelfstudiepakket<br />
Opfriscursus IBb
2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Inleiding
Inhoudsopgave<br />
PAGINA<br />
Inleiding 7<br />
Hoe ziet het zelfstudiepakket eruit?7<br />
Het maken van de toets 7<br />
Nog vragen?8<br />
Benodigde documentatie zelfstudiepakket Opfriscursus 8<br />
Deel 1 Onderdelen<br />
Opdrachten | lezen | maken<br />
1.1 Onderdeel | De vraagbaak in de praktijk 1.1.1<br />
Leerdoelen 1.1.1<br />
Inleiding op het onderdeel | De vraagbaak in de praktijk 1.1.1<br />
Opdrachten 1.1.2<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.1.2<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 1 | De praktijk van de vraagbaak 1.1.2<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.1.5<br />
Lees<strong>opdracht</strong> | Consulentengids 2004 1.1.7<br />
Lees<strong>opdracht</strong> | Acht vuistregels 1.1.7<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 2 | Gebruik de acht vuistregels 1.1.9<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 3 | CAO zoekvragen 1.1.9<br />
1.2 Onderdeel | De arbeidsovereenkomst 1.2.1<br />
Leerdoelen 1.2.1<br />
Onderdeel | De arbeidsovereenkomst 1.2.1<br />
Inleiding op het onderdeel | De arbeidsovereenkomst 1.2.1<br />
Opdrachten 1.2.1<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.2.1<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 4 | Vorm en duur van de arbeidsovereenkomst 1.2.1<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Inleiding 3
1.3 Onderdeel | Ontslag 1.3.1<br />
Leerdoelen 1.3.1<br />
Inleiding op het onderdeel | Ontslag 1.3.1<br />
Opdrachten 1.3.2<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 5 | Einde van de arbeidsovereenkomst 1.3.2<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.3.4<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 6 | De juiste vragen 1.3.6<br />
1.4 Onderdeel | Bedrijfstakeigen regelingen 1.4.1<br />
Leerdoelen 1.4.1<br />
Inleiding op het onderdeel | Bedrijfstakeigen regelingen 1.4.1<br />
Opdrachten 1.4.1<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.4.1<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 7 | Vragen over bedrijfstakeigen regelingen 1.4.7<br />
1.5 Onderdeel | Sociale zekerheid 1.5.1<br />
Leerdoelen 1.5.1<br />
Inleiding op het onderdeel | Sociale Zekerheid 1.5.1<br />
Opdrachten 1.5.1<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.5.1<br />
1.6 Onderdeel | De werkloosheidswet 1.6.1<br />
Leerdoelen 1.6.1<br />
Inleiding op het onderdeel | De WW in hoofdlijnen 1.6.1<br />
Opdrachten 1.6.1<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.6.1<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 8 | Aan de slag met de WW 1.6.3<br />
Lees<strong>opdracht</strong> | Uitspraak rechter over sollicitatieplicht WW 1.6.7<br />
4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Inleiding
1.7 Onderdeel | De eerste periode van arbeidsongeschiktheid 1.7.1<br />
Leerdoelen 1.7.1<br />
Inleiding op het onderdeel | De eerste periode van<br />
arbeidsongeschiktheid 1.7.1<br />
Opdrachten 1.7.1<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.7.1<br />
Tijdsbalken UWV 1.7.3<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 9 | Vragen over het eerste ziektejaar 1.7.3<br />
Opdracht 10 | Henk de Graaf 1.7.5<br />
1.8 Onderdeel | De WAO 1.8.1<br />
Leerdoelen 1.8.1<br />
Inleiding op het onderdeel | De WAO 1.8.1<br />
Opdrachten 1.8.2<br />
Lees<strong>opdracht</strong> 1.8.2<br />
De Wet REA 1.8.6<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 11 | Dossier Ter Haar 1.8.9<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Inleiding 5
Deel 2 Uitwerkingen<br />
Antwoorden<br />
2.1 Opdracht 1 | De praktijk van de vraagbaak 2.1.1<br />
2.2 Opdracht 2 | Gebruik de vuistregels 2.2.1<br />
2.3 Opdracht 3 | CAO zoekvragen opfriscursus IBb 2.3.1<br />
2.4 Opdracht 4 | Duur en vorm van de arbeidsovereenkomst 2.4.1<br />
2.5 Opdracht 5 | Vragen over de beëindiging van de<br />
arbeidsovereenkomst 2.5.1<br />
2.6 Opdracht 6 | De juiste vragen 2.6.1<br />
Bij situatieschets 1 2.6.1<br />
Bij situatieschets 2 2.6.1<br />
Bij situatieschets 3 2.6.1<br />
Bij situatieschets 4 2.6.1<br />
2.7 Opdracht 7 | Vragen over Bedrijfstakeigen regelingen 2.7.1<br />
2.8 Opdracht 8 | Aan de slag met de WW 2.8.1<br />
2.9 Opdracht 9 | Vragen over het eerste ziektejaar 2.9.1<br />
2.10 Opdracht 10 | Antwoorden op de casus<br />
van Henk de Graaf 2.10.1<br />
2.11 Opdracht 11 | Dossier Ter Haar 2.11.1<br />
6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Inleiding
Inleiding<br />
Hieronder vind je een beschrijving van het zelfstudiepakket voor de opfriscursus<br />
Individuele Belangenbehartiging (IBb). Het doel van deze cursus is dat je je aan<br />
de hand van de <strong>opdracht</strong>en en het cursistenmateriaal voorbereid op de eindtoets<br />
van de opfriscursus IBb. De onderdelen van de zelfstudie bevatten alleen<br />
de theoretische onderdelen van de Opfriscursus IBb.<br />
Deze kun je thuis doorwerken. Dit geldt echter niet voor de vaardigheidstraining.<br />
Vaardigheden maakt men zich voornamelijk eigen door te oefenen en<br />
het eigen gedrag te spiegelen aan dat van anderen. Het is belangrijk dat<br />
vaardigheden in een groep geoefend worden, omdat juist dat heel leerzaam is.<br />
Wat betreft dit onderdeel, word je uitgenodigd voor deelname aan een training.<br />
Je ontvangt later een uitnodiging.<br />
Hoe ziet het zelfstudiepakket eruit?<br />
Het zelfstudiepakket is opgebouwd uit verschillende onderdelen.<br />
Elk onderdeel bestaat uit:<br />
Leerdoelen<br />
Deze geven aan wat je moet kennen als je het onderdeel hebt afgerond.<br />
Opdrachten<br />
Leeswerk<br />
Je zult een groot deel van de Consulentengids gaan doorlezen.<br />
Hierbij gaat het er niet om dat je onderdelen uit je hoofd moet kennen.<br />
Wel, dat je de Consulentengids zo goed kent, dat je er als vraagbaak handig en<br />
effectief gebruik van kan maken. Nadat je de onderdelen uit de Consulentengids<br />
hebt gelezen, ben je namelijk in grote lijnen op de hoogte van de regelgeving<br />
rond arbeid en inkomen.<br />
Maakwerk<br />
De <strong>opdracht</strong>en zijn bedoeld als oefening of verdieping. Je maakt hierbij gebruik<br />
van het documentatiemateriaal. Op deze manier leer je deze direct gebruiken.<br />
Uitwerkingen van <strong>opdracht</strong>en<br />
Je kunt hiermee uw eigen bevindingen vergelijken met de juiste uitwerking van<br />
de <strong>opdracht</strong>en.<br />
Het maken van de toets<br />
Bij deze zending ontvang je een opgaveformulier voor de eindtoets. Door dit<br />
formulier terug te sturen, geef je aan dat je de toets wilt maken. Na ontvangst<br />
sturen wij je de toets. Deze kun je thuis maken met behulp van het cursusmateriaal.<br />
Nadat je deze toets met goed gevolg hebt afgelegd, ontvang je het certificaat<br />
Individuele Belangenbehartiging. Dit certificaat stelt je in staat om je taak als<br />
vraagbaak zelfstandig uit te voeren. Het certificaat is drie jaar geldig.<br />
Let wel: je kunt je alleen opgeven voor de eindtoets als je de vaardigheidstraining<br />
hebt gevolgd.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Inleiding 7
Nog vragen?<br />
Het kan zijn dat je gedurende je zelfstudie op vragen stuit.<br />
Deze kun je stellen aan Mieke Ter Morshuizen | telefoonnummer: 0348 575 636<br />
e-mail: mieke.termorshuizen@fnvbouw.nl).<br />
Benodigde documentatie zelfstudiepakket Opfriscursus<br />
Hieronder tref je een opsomming van het documentatiemateriaal dat je voor het<br />
doorlopen van het zelfstudiepakket nodig hebt. Dit is het informatiemateriaal<br />
dat standaard door FNV Bouw aan vraagbaken ter beschikking wordt gesteld.<br />
Wij gaan ervan uit dat je als ervaren vraagbaak dit materiaal in je bezit hebt.<br />
Indien dit niet het geval is, kun je het ontbrekende materiaal opvragen bij<br />
Iris Kaat |e-mail: iris.kaat@fnvbouw.nl | telefoonnummer: 0348 575 565.<br />
Je hebt nodig:<br />
Consulentengids 2004 en het Handboek Vraagbaak.<br />
CAO Bouwbedrijf (meest recente), CAO Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven<br />
2003-2004, CAO voor het Schilders- Afwerkings- en Glaszetbedrijf<br />
2003-2005, UTA CAO 2002-2004 en tot slot CAO Afbouw 2004.<br />
De meest recente cijferspecial (deze verschijnt altijd in januari en juli).<br />
Daarnaast ontvang je de CAO Woondiensten 2004.<br />
Tevens tref je aan:<br />
UWV brochure | Hoe zit dat met de WW?<br />
UWV brochure | Ik kan wel wat beters krijgen<br />
FNV brochure | Wie schrijft die blijft<br />
Aanvraag WW-formulier + werkbriefje WW<br />
Infobulletin | Vorst in de Bouw winter 2003-2004<br />
Tijdsbalken UWV<br />
8 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Inleiding
Deel 1<br />
Werkmap<br />
Opfriscursus<br />
Zelfstudie<br />
IBb<br />
Onderdelen<br />
De vraagbaak in de praktijk | De arbeidsovereenkomst<br />
| Ontslag | Bedrijfstakeigen regelingen |<br />
Sociale zekerheid | De werkloosheidswet | De eerste<br />
periode van arbeidsongeschiktheid | De WAO<br />
1 | Vraagbaak, Onderdelenvisitekaartje<br />
van de bond
1.1 Onderdeel 1 |<br />
De vraagbaak in de praktijk<br />
Leerdoelen<br />
Nadat je aan dit onderdeel hebt gewerkt kun je:<br />
de werkzaamheden van een vraagbaak benoemen;<br />
vertellen wat de bevoegdheden van de vraagbaak zijn;<br />
vier richtlijnen noemen die het werk van de vraagbaak begrenzen;<br />
een omschrijving geven van het IBb-rechtenpakket;<br />
de IBb-structuur en de procedures met betrekking tot doorverwijzing en<br />
dossiervorming beschrijven;<br />
de weg aangeven die ze moeten volgen na binnenkomst van een vraag of klacht;<br />
informatie opzoeken in CAO’s;<br />
beoordelen welke dienstverlening een lid van de bond nodig heeft.<br />
Inleiding op het onderdeel | De vraagbaak in de praktijk<br />
Hieronder staan de <strong>opdracht</strong>en die bij deze module horen. De kern van de<br />
module is gericht op de dagelijkse praktijk van de vraagbaak. Je krijgt te maken<br />
met leden die met een probleem zitten. De ene keer geef je informatie,<br />
de andere keer wil het lid graag belangenbehartiging en vul je een aanvraag voor<br />
Individuele belangenbehartiging in. Hoe ga je te werk? Wat doet/mag een<br />
vraagbaak wel en wat niet? Hoe vind je je weg in de CAO? Dit zijn vragen waarop<br />
in dit onderdeel wordt ingegaan. Het opzoeken van informatie is voor veel<br />
vraagbaken een lastige aangelegenheid. In de bijlagen tref je een eenvoudige<br />
handleiding die je tot veel steun kan zijn. Je krijgt een aantal lees<strong>opdracht</strong>en en<br />
<strong>opdracht</strong>en die je schriftelijk kunt maken. De antwoorden tref je achterin aan in<br />
hoofdstuk 2 | Uitwerkingen.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.1.1
Opdrachten<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Lees het Handboek Vraagbaak in zijn geheel door.<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 1 | De praktijk van de vraagbaak<br />
Hieronder staat een aantal vragen die gaan over het werk van de vraagbaak.<br />
Maak deze vragen en lees daarna de antwoorden door.<br />
Vraag 1<br />
Problemen van leden die gevolgen kunnen hebben voor het werk of het<br />
inkomen van het bondslid en waarvoor een intake is gedaan, moeten door de<br />
vraagbaak altijd worden overgedragen aan de vbc’er.<br />
Deze regel is:<br />
Juist<br />
Onjuist<br />
Vraag 2<br />
Lees onderstaande situatiebeschrijving en geef antwoord op de bijbehorende<br />
vraag.<br />
Jos Vermeulen, bondslid, vertelt de vraagbaak dat hij en zijn baas het niet eens zijn<br />
over het rijden in het busje van de werkgever. Volgens de baas houdt Jos de<br />
administratie daarvan niet goed bij. Omdat Jos tijdens het gesprek zichzelf soms<br />
tegenspreekt, twijfelt de vraagbaak aan de juistheid van de feiten. De vraagbaak zegt<br />
tegen Jos dat hij even moet nadenken over de kwestie en dat hij hem morgenavond<br />
zal bellen. De vraagbaak spreekt tijdens de vergadering van het afdelingsbestuur een<br />
collega van Jos. Hij vertelt hem wat er aan de hand is en of het verhaal klopt? Het<br />
antwoord schept veel duidelijkheid.<br />
Geef aan wat je vindt van deze aanpak.<br />
Wat de vraagbaak hier doet is:<br />
Juist<br />
Onjuist<br />
1.1.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Vraag 3<br />
Lees onderstaande beweringen. Zijn ze allemaal juist? Of zijn sommige<br />
beweringen juist en andere onjuist?<br />
De vraagbaak stuurt een ingevuld aanvraagformulier Individuele Dienstverlening<br />
naar de Manager Eerste Lijn (MEL).<br />
De MEL beoordeelt wie de kwestie in behandeling moet nemen.<br />
Soms handelt de MEL de kwestie zelf af, eventueel in overleg met de betrokken<br />
districtsbestuurder.<br />
Soms draagt de MEL de kwestie over aan een vbc.<br />
Soms draagt de MEL de kwestie over aan een ter zake deskundige op het<br />
hoofdkantoor van de bond.<br />
Zijn ál deze beweringen over de MEL juist?<br />
Ja<br />
Nee<br />
Vraag 4<br />
Lees onderstaande praktijkvoorbeeld en geef antwoord op de bijbehorende<br />
vraag.<br />
Als een vraagbaak informatie wil over de Sollicitatieplicht WW vraagt hij hierom<br />
bij de:<br />
1. De manager eerste lijn<br />
2. De vakbondsconsulent<br />
Stap nummer ........ is een onjuiste stap.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.1.3
Vraag 5<br />
Lees onderstaand praktijkvoorbeeld en geef antwoord op de bijbehorende<br />
vraag.<br />
Een 19 jarige zoon van een FNV Bouw lid komt met een ontslagkwestie bij de<br />
vraagbaak. Hij werkt sinds een jaar of twee in de bouw als betonwerker.<br />
Wat moet de vraagbaak met deze kwestie doen?<br />
Van de onderstaande antwoorden is er één juist.<br />
Omcirkel A, B of C.<br />
A. De vraagbaak vult een aanvraagformulier Individuele Dienstverlening in<br />
en stuurt de kwestie door naar de MEL.<br />
B. De vraagbaak geeft de zoon informatie, vertelt dat een vakbond verder niets<br />
voor hem kan doen en verwijst hem door naar een rechtswinkel.<br />
C. De vraagbaak adviseert de zoon vandaag nog lid te worden van FNV Bouw,<br />
zodat de kwestie in behandeling kan worden genomen.<br />
Vraag 6<br />
Lees onderstaande situatiebeschrijving en geef antwoord op de bijbehorende<br />
vraag.<br />
Bondslid Metin Onver bespreekt met de vraagbaak het probleem dat hij met zijn baas<br />
heeft en vraagt of de vraagbaak hem wil vergezellen als hij een gesprek heeft met zijn<br />
baas. Hij hoopt dat zijn probleem dan wordt opgelost en dat hij er verder geen werk<br />
van hoeft te maken. Het gaat Metin vooral om steun en misschien kan de vraagbaak<br />
nog wat aanvullende vragen stellen. De vraagbaak vindt dit geen probleem dit te<br />
doen en gaat met Metin mee.<br />
Geef aan wat je vindt van deze aanpak.<br />
Deze aanpak is:<br />
Juist<br />
Onjuist<br />
Vraag 7<br />
De vraagbaak geeft antwoord op informatieve vragen van leden. Als de vraagbaak<br />
het antwoord op een informatieve vraag niet weet moet hij als eerste de<br />
manager eerst lijn raadplegen.<br />
Deze regel is:<br />
Juist<br />
Onjuist<br />
1.1.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Vraag 8<br />
Vaak kan een probleem niet tijdens een gesprek met een lid worden opgelost en<br />
moet er een aanvraagformulier Individuele Dienstverlening worden ingevuld.<br />
Voordat het lid vertrekt vraagt de vraagbaak om de gegevens. Hij noteert deze<br />
puntsgewijs op een kladblaadje en vult ze zodra de klant vertrokken is zo goed<br />
mogelijk in op het formulier. Ook maakt hij een schriftelijke samenvatting van<br />
het probleem van het lid.<br />
Deze richtlijn is:<br />
Juist<br />
Onjuist<br />
Vraag 9<br />
Bondslid Bert Nieuwenhuis vertelt dat hij ontslag op staande voet heeft<br />
gekregen omdat hij een raamkozijn zou hebben meegenomen. Van je broer,<br />
die naast Bert woont, weet je dat Bert zijn huis verbouwt met materialen van de<br />
bouwplaats. Bert zegt dat hij niets gestolen heeft en het ontslag onterecht te<br />
vinden. Je adviseert Bert direct aangetekend een brief aan de werkgever te<br />
sturen waarin hij protest aantekent. Ook moet hij zich beschikbaar houden voor<br />
werk. Dit om zijn WW veilig te stellen. Verder kan de bond in dit geval niets voor<br />
hem.<br />
Wat vind je van de aanpak van de vraagbaak?<br />
Juist<br />
onjuist<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Lees onderstaande tekst ‘Grenzen aan het vraagbaakwerk’ goed door. In het<br />
handboek Vraagbaak heb je al het een en ander gelezen over het afbreukrisico<br />
van IBb-werk. Om te benadrukken hoe belangrijk het is dat vraagbaken ‘bij hun<br />
leest’ blijven, volgen hieronder nog een aantal vuistregels.<br />
Grenzen aan het vraagbaakwerk<br />
De vraagbaakfunctie is een laagdrempelige inloop voor leden. Het is in het<br />
belang van deze leden dat een vraagbaak zich bewust is van zijn<br />
verantwoordelijkheden, dus ook van de beperkingen van zijn functie. Hij moet<br />
weten welke taken wél en welke taken níet horen bij de functie van vraagbaak.<br />
De vraagbaak moet dan ook kennis hebben van:<br />
de IBb structuur binnen de bond;<br />
de verschillende functies binnen de IBb structuur;<br />
de specifieke uitvoeringstaken die zijn toebedeeld aan de verschillende functies.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.1.5
De vraagbaak is actief op het 1e lijnsniveau van de IBb structuur.<br />
In de 1e lijn kunnen de leden terecht voor:<br />
Informatieverstrekking (primair over het CAO-terrein)<br />
De vraagbaak geeft antwoord op informatieve vragen van leden. Als de<br />
vraagbaak het antwoord op een informatieve vraag niet weet kan hij zijn vbc<br />
(eventueel de Helpdesk) raadplegen.<br />
Intake en verwijzing<br />
De vraagbaak draagt zorg voor de directe overdracht van kwesties waarbij een<br />
snelle reactie namens een lid van cruciaal belang kan zijn en waarvoor<br />
doorgaans specifieke deskundigheid is vereist.<br />
Vuistregels<br />
Een vraagbaak gaat nooit naar derden toe en treedt nooit op als intermediair en<br />
belangenbehartiger voor een lid.<br />
Een vraagbaak geeft alleen antwoord als hij 100 % zeker van zijn zaak is. Zoek<br />
altijd nog even na of het antwoord klopt. Niets verandert zo snel als wet-, en<br />
regelgeving. Op het moment dat je het denkt te weten, is er weer iets aan<br />
veranderd. Dit maakt het werk boeiend maar is ook een groot risico. Je kunt<br />
nooit vertrouwen op je kennis en moet veelvuldig je materiaal raadplegen. Kom<br />
je er niet uit? Vraag dan een andere vraagbaak om samen met jou het probleem<br />
op te lossen of neem contact op met de vakbondsconsulent of de helpdesk.<br />
Zaken die te maken hebben met ‘beëindiging’ (ontslagperikelen) worden door<br />
de vraagbaak onmiddellijk overgedragen binnen de IBb- structuur.<br />
Uitgangspunt is dat op dit terrein snelle en zorgvuldige actie noodzakelijk is.<br />
De gevolgen van het verstrekken van onjuiste - of niet volledig juiste informatie<br />
op dit gebied kunnen leiden tot een immense schade voor lid èn bond.<br />
De professionele werkorganisatie van de bond is beter uitgerust met<br />
deskundigheid en kan zich om die reden tegen opgelopen schade beter<br />
indekken (verzekering).<br />
Kwesties op het terrein van sociale zekerheid waarin beoordeeld moet worden of<br />
er al dan niet op een beschikking (besluit UWV t.a.v. een werknemersverzekering)<br />
moet worden gereageerd, dienen eveneens direct te worden<br />
overgedragen.<br />
Het gaat hier om beoordeling van een recht op basis van specifieke wetgeving.<br />
Een van de belangrijkste factoren die aandacht vereist is evenwel de<br />
bezwaartermijn waarbinnen een inhoudelijke reactie op een beschikking moet<br />
worden ingediend. Specifieke wetgeving en termijnen maken het nodig dat de<br />
vraagbaak zorgt voor een snelle doorgeleiding in de IBb - structuur.<br />
Bewandel de juiste weg in de IBb-structuur. Een foutieve doorverwijzing kost tijd<br />
(die vaak heel kostbaar is) en schaadt het vertrouwen van het lid.<br />
1.1.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Lees<strong>opdracht</strong> | Consulentengids 2004<br />
Op pagina 23 tot en met26 ( tot B) is een inleiding arbeidsrecht. Als vraagbaak<br />
moet je iets van arbeidsrecht weten. De basis leest u in dit hoofdstuk.<br />
Lees<strong>opdracht</strong> | Acht vuistregels<br />
De meeste vraagbaken zullen beamen dat het raadplegen van een CAO geen<br />
simpele zaak is. Een vergissing is snel gemaakt. Je bent geneigd om snel een<br />
onderwerp op te zoeken, de bepalingen daarover te lezen en een advies te<br />
geven. Als het gaat om je eigen CAO, die je goed kent, is dat prima. Maar als het<br />
om een andere CAO gaat is dit een riskante aanpak. Voor je het weet heb je zelfs<br />
de verkeerde CAO te pakken. Vandaar de onderstaande acht vuistregels die je<br />
kunt gebruiken bij het werken met een CAO.<br />
Acht vuistregels<br />
Krijg je een vraag over de CAO? Ga dan als volgt te werk.<br />
1. Bepaal welke CAO van toepassing is<br />
Dit geldt natuurlijk vooral voor bedrijfstak-CAO’s. Vaak staat in de individuele<br />
arbeidsovereenkomst (de ‘aanstellingsbrief’) welke CAO van toepassing is. Is dat<br />
niet het geval, of heb je de individuele arbeidsovereenkomst niet bij de hand,<br />
zoek dan uit onder welke bedrijfstak het bedrijf kan vallen. Bijvoorbeeld door te<br />
vragen wat voor werk in het bedrijf wordt gedaan. Of door naar het briefpapier<br />
te kijken; vaak staat daar de naam van de werkgeversvereniging op vermeld.<br />
Neem vervolgens het CAO-boekje erbij van de bedrijfstak waar het bedrijf<br />
vermoedelijk onder valt. Controleer in het boekje of uw vermoeden klopt.<br />
Kijk onder:<br />
werkingssfeer<br />
begrippen / definities<br />
inleiding of voorwoord.<br />
2. Bepaal of de werkgever gebonden is aan de CAO<br />
Staat in de individuele arbeidsovereenkomst (de aanstellingsbrief) dat de CAO<br />
van toepassing is, dan is de werkgever gebonden aan de CAO.<br />
Wordt in de aanstellingsbrief niet verwezen naar de CAO, dan is van belang om<br />
uit te zoeken of de werkgever lid is van een werkgeversvereniging die partij is bij<br />
de CAO. Controleer hiervoor het briefpapier of het naambord van het bedrijf of<br />
neem contact op met de MEL. Als de werkgever niet georganiseerd blijkt te zijn,<br />
controleer dan of de CAO algemeen verbindend is verklaard. En of dit geldt voor<br />
álle bepalingen van de CAO. Kom je niet achter de benodigde informatie, vraag<br />
het dan aan je vbc. Levert de vraag een probleem op, maak er dan een intake van<br />
en stuur het probleem door naar de MEL.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.1.7
3. Bepaal of de CAO ook voor deze werknemer geldt<br />
Vaak staat in de arbeidsovereenkomst genoemd welke CAO van toepassing is.<br />
Is dit niet het geval, ga dan na voor welke groepen werknemers de CAO van<br />
toepassing is en of er uitzonderingen gelden, zoals voor hoger personeel.<br />
De CAO begint meestal met een bepaling waarin een definitie van het begrip<br />
‘werknemer’ wordt gegeven.<br />
Valt het vakbondslid niet onder het begrip ‘werknemer’ van de CAO, dan kun je<br />
nagaan of een andere CAO van toepassing is, bijvoorbeeld voor hoger personeel.<br />
Is er geen andere CAO van toepassing, dan valt het vakbondslid terug op de<br />
wettelijke regelingen.<br />
4. Bepaal of de CAO nog geldig is<br />
De looptijd van de CAO staat vaak voor op het boekje vermeld. Bijvoorbeeld van<br />
1 januari 2003 tot en met 31 december 2004. Anders staat achterin onder<br />
‘looptijd’ of ‘duur van de overeenkomst’ wanneer de CAO afloopt. Controleer of<br />
het bondslid je geen oude CAO voorlegt. Als de datum verstreken is, kun je bij de<br />
Vakbondsconsulent (vbc) navragen of er al een nieuwe CAO is.<br />
5. Zoek het gevraagde onderwerp op<br />
Gebruik hierbij met name:<br />
de inhoudsopgave<br />
het trefwoordenregister (voor zover aanwezig).<br />
6. Lees nauwkeurig<br />
CAO-boekjes zijn zo geschreven, dat zelfs de plaats van een komma in een zin<br />
erg belangrijk is. Geen woord of leesteken staat daar zómaar. Ook het karakter<br />
van de CAO-bepaling (minimum of standaard) kan vaak uit de tekst worden<br />
afgeleid.<br />
7. Trek niet te snel conclusies<br />
Lees altijd alle artikelen en leden door die over het gevraagde onderwerp gaan.<br />
Zo voorkom je dat je belangrijke dingen over het hoofd ziet.<br />
8. Schrijf de vraag op als je het antwoord niet weet en spreek af wanneer je het<br />
antwoord zult geven<br />
Het is natuurlijk heel goed mogelijk dat de situatie ingewikkeld is. Bijvoorbeeld<br />
omdat niet duidelijk is welke CAO van toepassing is of omdat de CAO-tekst<br />
onduidelijkheden bevat. Maak dan een afspraak met de betrokken werknemer<br />
wanneer je het antwoord zult geven.<br />
1.1.8 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Maken | <strong>opdracht</strong> 2 | Gebruik de acht vuistregels<br />
Maak onderstaande <strong>opdracht</strong> nadat je bovenstaande vuistregels hebt<br />
doorgelezen. De antwoorden vindt je achter in de module.<br />
Situatie<br />
Jaap Stam, 46 jaar, werkt sinds november 1997 bij Aannemersbedrijf Burgerhart te<br />
Amersfoort. In zijn vakantie heeft hij bedacht dat hij geen zin had om wéér terug te<br />
keren naar hetzelfde bedrijf en werk. Daarom is hij op zoek gegaan naar iets anders.<br />
En met succes; hij kan per 1 september 2004 aan de slag bij een groot bouwbedrijf als<br />
funderingspecialist.<br />
De heer Stam wendt zich tot je met de volgende vragen:<br />
Hoe moet hij zijn arbeidsovereenkomst opzeggen en welke opzegtermijn is van<br />
toepassing? Volgens zijn werkgever die hem eigenlijk niet wil laten gaan,<br />
bedraagt de wettelijke opzegtermijn 2 maanden. Klopt dat? En gaat deze<br />
termijn pas lopen per de eerstvolgende maand?<br />
Hij is gewend 210 euro per week te verdienen. Welk salaris kan hij ‘eisen’ bij zijn<br />
nieuwe werkgever? Tijdens het sollicitatiegesprek deelde zijn nieuwe werkgever<br />
mee dat het bedrijf is aangesloten bij de werkgeversorganisatie die partij is bij de<br />
onderhandelingen voor de CAO Bouwbedrijven.<br />
Opdracht<br />
Beantwoord aan de hand van de acht vuistregels de vragen van de heer Stam.<br />
Loop vervolgens de acht vuistregels, toegepast op deze <strong>opdracht</strong>, door.<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 3 | CAO zoekvragen<br />
Maak de onderstaande vragen. Gebruik de vuistregels. De antwoorden vind je<br />
achter in deze module.<br />
Vraag 1<br />
Jan, betonspuiter van beroep (schilders CAO) is geboren op 7 december 1945.<br />
Hij heeft in 2004 recht op ......... vakantiedagen.<br />
Vraag 2<br />
Een werkneemster die onder de UTA CAO valt wil in verband met de opvoeding<br />
van haar kinderen minder gaan werken. Haar werkgever wil dit verzoek niet<br />
inwilligen omdat hij het niet eens is met deze regeling. Kan hij haar op grond van<br />
deze reden weigeren minder te gaan werken? Welk CAO-artikel regelt dit?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.1.9
Vraag 3<br />
John, wiens arbeidsvoorwaarden in de CAO Bouwbedrijf zijn geregeld, laat<br />
donderdag 5 juni 2003 het partnerschap met zijn vriendin registreren.<br />
Hoeveel dagen krijgt hij vrij?<br />
Vraag 4<br />
In de woningcorporaties betalen werkgever en werknemer ieder een premie<br />
voor de pensioenvoorzieningen. Hoe ziet de premieverdeling in 2004 eruit ten<br />
aanzien van het premievroegpensioen.<br />
Vraag 5<br />
Jeroen Roelofs, glaszetter 1 wordt door zijn werkgever gevraagd tijdelijk bij een<br />
andere werkgever te gaan werken. Zijn eigen werkgever heeft even geen werk<br />
en vertelt erbij dat de tijdelijke werkgever hem 10% minder betaalt.<br />
a. Mag een werknemer ‘uitgeleend’ worden?<br />
b. Hoe zit het met de afspraken over de hoogte van het loon?<br />
Vraag 6<br />
Johan Maaslander is werkzaam in de meubelindustrie en draait al een tijdje in<br />
een tweeploegendienst (ook met nachtdiensten). Hij ziet dat op zijn<br />
loonstrookje niet terug. Hij wil graag van de vraagbaak weten of er toeslagen<br />
zijn en zo ja, hoe hoog die dan zijn. Waar heb je je antwoord precies gevonden?<br />
Vraag 7<br />
John, 17 jaar, is sinds 3 maanden als stagiaire in het kader van de beroepsopleidende<br />
leerweg bij Bouwbedrijf Van Hulten. Pratend met collega’s bleek dat<br />
een andere jongen die 16 jaar is € 422 per vier weken verdient.<br />
Zoveel krijgt hij niet terwijl ze hetzelfde werk doen.<br />
a. Welk artikel in de Bouw CAO zegt hier iets over?<br />
b. Wat zou John financieel moeten ontvangen?<br />
Vraag 8<br />
Kees 23 jaar, schilder, is na 7 jaar ontslagen wegens gebrek aan werk.<br />
Hij gaat de WW in en baalt flink. Hij heeft nooit ergens anders gewerkt en is<br />
onzeker.<br />
a. Heeft hij recht op een aanvulling op zijn uitkering?<br />
b. Hoe lang?<br />
1.1.10 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
1.2 Onderdeel 2 |<br />
De arbeidsovereenkomst<br />
Leerdoelen<br />
Onderdeel | De arbeidsovereenkomst<br />
Nadat je aan dit onderdeel hebt gewerkt kun je:<br />
uitleggen wat de kenmerken zijn van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde<br />
tijd en van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd;<br />
in de Consulentengids informatie opzoeken die betrekking heeft op de duur en<br />
de vorm van een arbeidsovereenkomst.<br />
Inleiding op het onderdeel | De arbeidsovereenkomst<br />
Voor de vraagbaak is het belangrijk dat hij weet wanneer er sprake is van een<br />
arbeidsovereenkomst. Als er zo’n overeenkomst is , gelden namelijk de<br />
wettelijke bepalingen ter bescherming van de werknemer. Pas dan heeft hij<br />
recht op een minimum aan vakantiedagen en gelden de werknemersverzekeringen.<br />
Van belang dus om het probleem van het lid in te kunnen<br />
schatten en zijn probleem op de juiste wijze te kunnen behandelen.<br />
Opdrachten<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Consulentengids arbeid en sociale zekerheid 2004.<br />
Hoofdstuk 1 | Pagina 27 (vanaf ‘De arbeidsovereenkomst’) tot 41 (tot C).<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 4 | Vorm en duur van de arbeidsovereenkomst<br />
Zoek in de consulentengids de antwoorden op de volgende vragen op en noteer<br />
deze zo volledig mogelijk. Neem hierna de antwoorden door. Heb je vragen<br />
fout? Lees dan de informatie in de consulentengids nog eens goed door.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.2.1
Vraag 1<br />
Wat is het verschil tussen een contract voor onbepaalde en bepaalde tijd?<br />
Vraag 2<br />
Blijft een contract voor bepaalde tijd dat een aantal keren verlengd wordt een<br />
contract voor bepaalde tijd?<br />
Vraag 3<br />
Welke redenen kan een werkgever hebben om een contract voor bepaalde tijd<br />
aan te gaan met een werknemer?<br />
Vraag 4<br />
Is er een ontslagvergunning nodig voor het beëindigen van een arbeidsovereenkomst<br />
voor bepaalde tijd?<br />
Vraag 5<br />
Wordt het antwoord op vraag 2 anders als er afwisselend voor een uitzendbureau<br />
en een werkgever wordt gewerkt?<br />
Vraag 6<br />
Wat betekent het begrip ‘stilzwijgende verlenging’?<br />
Vraag 7<br />
Hoe lang duurt de proeftijd?<br />
1.2.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
1.3 Onderdeel 3 |<br />
Ontslag<br />
Leerdoelen<br />
Nadat je aan dit onderdeel heeft gewerkt kun je:<br />
in grote lijnen het verloop van een BBA-ontslagprocedure beschrijven;<br />
aangeven in welke situaties opzegging vernietigbaar is en wat de wettelijke<br />
bepalingen zijn met betrekking tot opzegverboden;<br />
het verschil uitleggen tussen een verkorte procedure en een normale<br />
ontslagprocedure (CWI);<br />
uitleggen wat verstaan wordt onder ‘beëindiging met wederzijds goedvinden’,<br />
ontslag op staande voet en einde werk. De vraagbaak kan vertellen hoe de bond<br />
de leden in deze situaties kan helpen;<br />
vertellen hoe je het lid bij een ontbinding bij de rechter of een ontslagprocedure<br />
kan ondersteunen.<br />
Inleiding op het onderdeel | Ontslag<br />
De vraagbaak krijgt in zijn praktijk vaak te maken met leden die problemen<br />
hebben omdat zij ontslagen gaan worden en reeds zijn. In Nederland bestaat<br />
een duaal stelsel. De werkgever kan de werknemer ontslaan via de procedure<br />
CWI (ook wel BBA-procedure genoemd) of via een ontbindingsprocedure bij de<br />
kantonrechter. Hoe het ook gebeurt; ontslag is veelal ingrijpend en de reactie<br />
van de vraagbaak luistert nauw. Daarnaast heb je te maken met de ‘lastige’<br />
wetgeving rond onslag. Dacht je alles te weten dan komt er ergens anders wel<br />
weer regelgeving naar voren waar rekening mee gehouden moet worden.<br />
Een fout in de behandeling van problemen over ontslag heeft vaak grote<br />
gevolgen. Vandaar dat we in dit onderdeel nogal wat van je vragen.<br />
Veel leeswerk en <strong>opdracht</strong>en.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.3.1
Opdrachten<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Consulentengids 2004.<br />
Pagina 60 (vanaf ‘Het einde van de arbeidsovereenkomst’) tot met pagina 87.<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 5 | Einde van de arbeidsovereenkomst<br />
Beantwoord de volgende vragen. Neem daarna de antwoorden door<br />
(zie antwoorden 1). Heb je de vragen niet goed beantwoord? Pak dan de<br />
Consulentengids erbij en lees de betreffende onderdelen nog eens goed door.<br />
Vraag 1<br />
Noem vijf soorten manieren waarop de arbeidsovereenkomst beëindigd kan<br />
worden.<br />
Vraag 2<br />
Ton van Es, metselaar 1, komt bij jou met de volgende situatie.<br />
Zijn baas wil hem ontslaan wegens einde werk. Wat moet hij nu doen?<br />
Welke informatie geef je hem?<br />
Vraag 3<br />
Wat wordt bedoeld met de beëindiging van een arbeidsovereenkomst van<br />
rechtswege?<br />
Vraag 4<br />
Bij een beëindiging van een arbeidsovereenkomst door opzegging moeten<br />
zowel de werknemer als de werkgever een ontslagvergunning aanvragen bij het<br />
CWI.<br />
Is deze bewering juist of onjuist?<br />
juist<br />
onjuist<br />
Vraag 5<br />
In welke situaties heeft de werkgever geen toestemming van het CWI nodig?<br />
1.3.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Vraag 6<br />
Hieronder zie je een aantal zinnen (niet in de juiste volgorde) die de BBAprocedure<br />
weergeven. (BBA staat voor Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen).<br />
De BBA-procedure verloopt via een aantal stappen.<br />
Zet de zinnen hieronder in de juiste volgorde.<br />
1. De Functionaris Juridische Zaken (FJZ) van het Centrum voor Werk en Inkomen<br />
(CWI) stelt de werknemer in de gelegenheid om verweer te voeren.<br />
2. Daarna gaat de opzegtermijn lopen.<br />
3. De termijn voor het voeren van een verweer is 14 dagen.<br />
4. Als de toestemming er is, kan de werkgever het ontslag aanzeggen.<br />
5. Een werkgever die een werknemer wil ontslaan moet bij de Functionaris<br />
Juridische Zaken van het CWI om toestemming voor het ontslag vragen.<br />
6. Na bespreking in de ontslagcommissie verleent het CWI wel of niet de<br />
toestemming voor het ontslag.<br />
7. De werknemer krijgt een afschrift van de aanvraag thuisgestuurd.<br />
8. Na de ‘eerste ronde’ (aanvraag en verweer) volgt soms een ‘tweede ronde’.<br />
Vraag 7<br />
Het CWI heeft geen ontslagvergunning afgegeven voor Jasper de Groot.<br />
Toch heeft de werkgever opgezegd. Jasper komt bij vraagbaak met de vraag of<br />
dat zomaar kan.<br />
Vraag 8<br />
Noem een aantal ontslaggronden waarvoor een ontslag vergunning kan worden<br />
gevraagd.<br />
Vraag 9<br />
Loekie van Vliet is het niet eens met de beslissing van het CWI om de ontslagvergunning<br />
te verlenen. Zij heeft ontslag aangezegd gekregen omdat zij niet<br />
goed zou meewerken aan haar reïntegratie. Zij wil graag in beroep tegen de<br />
beslissing van het CWI. Zij komt bij jou met de vraag hoe dat in zijn werk gaat.<br />
Wat vertel je haar?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.3.3
Vraag 10<br />
Noem een aantal opzegverboden.<br />
Vraag 11<br />
Hoe ziet de ontbindingsprocedure eruit en noem een aantal gronden voor<br />
ontbinding van de arbeidsovereenkomst.<br />
Vraag 12<br />
Jos Binnendijk is ontslagen op staande voet. De werkgever heeft hem vanmiddag<br />
van de steiger gehaald en gezegd dat hij het zat is dat Jos op zijn werk<br />
bier drinkt en dat hij per direct kan gaan. Jos komt bij de vraagbaak met de vraag<br />
wat hij nu moet doen.<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Lees onderstaande tekst goed door. Hierin staat beschreven op welke manier je<br />
om gaat met vragen over ontslag. Niet altijd is 1,2, 3 duidelijk met wat voor soort<br />
vraag je te maken hebt. Is er al ontslag aangezegd of wil het lid alleen<br />
informatie? Belangrijk is dat je je vragen zo stelt, dat je te weten komt wat er<br />
precies aan de hand is en wat het lid van de bond wil. Ga er niet vanuit dat ieder<br />
lid zonder meer wilt dat de bond zijn belangen behartigt. Belangrijk is dus om<br />
duidelijk te krijgen over waar het probleem precies om draait en wat het lid van<br />
de bond verwacht. Daarnaast heb je natuurlijk te maken met je eigen<br />
bevoegdheden als vraagbaak. Als vraagbaak krijg je te maken met twee<br />
verschillende soorten vragen over ontslag. Bij vragen van de eerste soort moet<br />
een vraagbaak anders handelen dan bij vragen van de tweede soort.<br />
Categorie 1 | Zuiver informatieve vragen over ontslag.<br />
Categorie 2 | Vragen over ontslag met gevolgen voor belangenbehartiging.<br />
Voorbeelden van vragen over ontslag, zonder dat er sprake hoeft te zijn van een<br />
(dreigend) ontslag<br />
Wat is volgens de CAO mijn opzeggingstermijn, of die van mijn werkgever?<br />
Moet een werkgever altijd een ontslagvergunning aanvragen voordat hij<br />
werknemers kan ontslaan?<br />
Mag de werkgever mij in principe zo maar ontslaan?<br />
Als ik naar een andere werkgever wil, hoe regel ik dat?<br />
Dit soort vragen mag je alleen beantwoorden als je voor 100% overtuigd bent<br />
van de juistheid van je antwoord. Van belang is ook om door te vragen naar de<br />
reden waarom iemand een informatieve vraag stelt. Is er niet tóch iets aan de<br />
hand op het werk? Bij de geringste twijfel moet je je achterwacht (vbc/helpdesk)<br />
raadplegen om het lid desnoods op een later tijdstip correct te informeren.<br />
1.3.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Kenmerken van zuiver informatieve vragen<br />
Geen initiatief tot ontslag door de werkgever;<br />
Geen acute ontslagdreiging;<br />
Een duidelijk antwoord (100% zekerheid) is voldoende ;<br />
Het lid onderneemt geen actie op basis van het antwoord;<br />
Geen behoefte aan belangenbehartiging;<br />
Geen noodzaak tot contact met de werkgever.<br />
Kenmerken van vragen met gevolgen voor belangenbehartiging<br />
Achtergrond van de vraag: mogelijke ontslagdreiging;<br />
Actie vereist;<br />
Noodzaak van belangenbehartiging;<br />
Noodzaak tot contact met de werkgever;<br />
Onmiddellijk doorverwijzen.<br />
In de tweede situatie zullen soms dezelfde vragen gesteld worden als in de<br />
eerste situatie. Het verschil zit hem in de aanleiding voor de vraag. Er is iets aan<br />
de hand en daar moet op gereageerd worden. Het lid vraagt de vraagbaak om<br />
advies of om bondsondersteuning. Op basis van de antwoorden die je geeft, zal<br />
het lid actie ondernemen. De vraagbaak zal in dit soort gevallen het lid moeten<br />
adviseren de zaak door de bond te laten behartigen. Duidelijk voorbeeld is het<br />
ontslag op staande voet, en de noodzaak om daarop (in handelen en geschrift)<br />
direct te reageren. Ook een betwistbare ontslagreden kan aanleiding zijn voor<br />
kwestiebehandeling of een advies daartoe.<br />
Blijf met ontslagzaken heel voorzichtig. De wetgeving is ingewikkeld en zelfs bij<br />
schijnbaar heldere regelgeving is er altijd wel weer een nuancering.<br />
Het arbeidsrecht kent veel ‘grijs gebied’.<br />
Bij dergelijke vragen is snel en adequaat handelen noodzakelijk. Als vraagbaak<br />
moet je een volledige INTAKE verzorgen en de kwestie zorgvuldig en met spoed<br />
naar de MEL doorsturen. Zonodig overleg je met de achterwacht over een<br />
duidelijk advies aan het lid over hoe ‘vandaag en morgen’ te handelen.<br />
Het is niet altijd gemakkelijk om te weten of een vraag tot de eerste of de tweede<br />
categorie behoort. Leden beginnen soms met informatieve vragen en komen<br />
pas daarna voor de dag met wat de echte aanleiding is voor de vraag. Dan volgt<br />
ook de vraag om advies. Wat moet ik nu doen? Wat raad je mij aan te doen? Is het<br />
wel verstandig als ik ......? Soms vragen leden pas in tweede instantie (al dan niet<br />
afhankelijk van het antwoord van de vraagbaak) om belangenbehartiging door<br />
de bond. Wie moet ik inschakelen? Voor een vraagbaak is het dus van belang om<br />
te zoeken naar de achtergrond van een informatief klinkende vraag. Wat is de<br />
aanleiding voor de vraag? Welk verhaal zit er achter de vraag? Wat is er gebeurd?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.3.5
Maken | <strong>opdracht</strong> 6 | De juiste vragen<br />
In onderstaande situaties komt een bondslid naar je toe met een probleem of<br />
een vraag.<br />
Om de vraag te kunnen beantwoorden heb je meer informatie nodig.<br />
Probeer bij elke punt te bepalen welke vragen je als vraagbaak aan het lid moet<br />
stellen om de juiste informatie boven water te krijgen.<br />
Vraag 1<br />
Ik heb een tijdelijk contract. Nu wil mijn werkgever mij aan het einde van het<br />
contract ontslaan.<br />
Mag dat?<br />
Vraag 2<br />
Mijn baas heeft in mijn proeftijd gezegd dat ik niet meer terug hoef te komen.<br />
Kan dat zomaar?<br />
Vraag 3<br />
Mijn werkgever zegt dat hij geen ontslagvergunning nodig heeft om mij te<br />
kunnen ontslaan.<br />
Is dat zo?<br />
Vraag 4<br />
Ik kan van baan veranderen, maar mijn baas wil mij niet kwijt. Hij zegt dat ik een<br />
vergunning moet aanvragen bij het CWI. Klopt dat?<br />
1.3.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
1.4 Onderdeel 4 |<br />
Bedrijfstakeigen regelingen<br />
Leerdoelen<br />
Na het werken aan dit onderdeel kan je:<br />
een aantal bedrijfstak eigen regelingen beschrijven binnen de sectoren van<br />
FNV Bouw, met name de regelingen op het gebied van vakantierechten,<br />
vorstverlet en aanvullingen op de WAO-, en WW-uitkering;<br />
vertellen hoe hij/zij omgaat met vragen over de bedrijfstakeigenregelingen.<br />
Inleiding op het thema | Bedrijfstakeigen regelingen<br />
In de sectoren waarin FNV Bouw actief is, is er een aantal Bedrijfstakeigen<br />
regelingen (BTER). Bijvoorbeeld op het gebied van vakantierechten; vorstverlet<br />
en aanvullingsregelingen<br />
De Bedrijfstakeigen regelingen zijn bovenwettelijke regelingen en zijn het<br />
gevolg van afspraken tussen werkgevers en werknemers. Met zijn Bedrijfstakeigen<br />
regelingen wijken de sectoren van FNV Bouw af van de andere bedrijfstakken.<br />
Deze Bedrijfstakeigen regelingen zijn over het algemeen, als een aparte<br />
CAO opgenomen achter in de ‘normale’ CAO. De geldigheid van de CAO BTER<br />
kan afwijken van die van de CAO. De vraagbaak krijgt nogal wat vragen over deze<br />
regeling. Hoewel de vakbondsconsulent specialist is op dit gebied, kunnen<br />
vraagbaken veel betekenen in het afhandelen van eenvoudige vragen.<br />
Opdrachten<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Lees onderstaande tekst over BTER-regelingen.<br />
Vakantierechten<br />
In sectoren waar de werknemers over het algemeen lang bij dezelfde baas<br />
werken is het recht op betaalde vakantie makkelijk te regelen. De werkgever<br />
betaalt gewoon door als de werknemer een snipperdag opneemt of met<br />
vakantie gaat en betaalt één keer per jaar het vakantiegeld uit.<br />
In sectoren waar veel werknemers maar korte tijd bij dezelfde baas werken en<br />
soms tijdelijk werkloos zijn, is het echter minder gemakkelijk om de vakantierechten<br />
te regelen. Dat geldt voor alle sectoren waar sprake is van regelmatig<br />
wisselen van werkgever en van seizoensgebonden arbeid. Denk aan de bouw, de<br />
timmerfabrieken, de afbouw- en afwerksector en in de baggersector.<br />
Daarom ontwikkelden de vakbonden het systeem van de vakantiebonnen.<br />
Het vakantiebonnensysteem leverde echter een aantal problemen op; bonnen<br />
werden gebruikt als betaalmiddel in de kroeg, ze werden nagemaakt of opgekocht<br />
door koppelbazen die ze weer gebruikten om zwartwerkers uit te betalen.<br />
Inmiddels zijn de vakantiebonnen omgezet in een systeem van vakantierechten.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.4.1
Er zijn twee systemen in onze sectoren. Het RBS - systeem (sinds 1995 deel<br />
uitmakend van het VIP systeem: vaststellen en innen van premies) voor de CAO’s<br />
Bouw, Natuursteen, Timmerfabrieken, Railinfa, en het PRIS -systeem<br />
(uit beginjaren ‘90) voor de sectoren Schilders en Afbouw.<br />
De opgebouwde vakantierechten van de individuele werknemers worden<br />
beheerd door het betreffende Vakantiefonds . Het vakantiegeld wordt in een<br />
zogenaamde voorjaars - en najaaruitbetaling door het fonds aan de werknemers<br />
uitbetaald. Tussentijds kan bij het opnemen van snipperdagen aan de<br />
vakbondsconsulent een verzoek tot uitbetaling worden ingediend. Via het<br />
vakantierechtensysteem worden niet alleen de premies voor het Vakantiefonds<br />
geïnd, maar ook andere premies zoals voor vorstverletuitkeringen (Risicofonds)<br />
en het pensioenfonds. In iedere CAO waar een vakantierechtensysteem geldt,<br />
wordt bepaald hoe het bedrag van het vakantierecht moet worden berekend.<br />
Omdat niet ieder jaar evenveel werkdagen heeft en ook het aantal vrije<br />
feestdagen verschilt, moet voor ieder jaar worden uitgerekend hoe groot het<br />
percentage vakantie- en snipperdagen is van het aantal gewerkte dagen.<br />
Dit resulteert in een ingewikkelde formule die als uitkomst het zogenoemde<br />
uniforme percentage oplevert. Dit percentage staat per rechtenjaar in de CAO<br />
vermeld. In de cijferspecial staat het percentage per rechtjaar vermeld.<br />
In de CAO staat het aantal vakantiedagen per rechtjaar. Nb. sommige CAO’s<br />
zoals o.a. de Bouw en Schilders zijn ondertussen overgegaan naar een meer<br />
jaarsgemiddeld percentage. De vakantiewaarde wordt vastgesteld aan de hand<br />
van vakantiedagen en christelijke feestdagen in een rechtjaar. Ook de 8%<br />
vakantietoeslag zit er in. Wat niet wordt meegeteld zijn de roostervrije dagen.<br />
Deze dagen worden door de werkgever wel uitbetaald.<br />
Elke werkgever draagt voor zijn werknemers per gewerkte dag een bedrag af<br />
voor de loonderving ten gevolge van vakantie en voor de vakantietoeslag. Deze<br />
rechtenbijboeking is een gewone beloning voor arbeid en er moet belasting en<br />
premie over worden betaald. Sinds 1990 werden de vakantierechten maar voor<br />
75% belast (voor die tijd maar voor 60%). Eigenlijk wil de overheid dat de<br />
vakantierechten volledig belast worden. Onderhandelingen met het ministerie<br />
van Financiën hebben opgeleverd dat sinds 1999 de belastbaarheid van 75% elk<br />
jaar met 2,5% wordt opgevoerd (tot max. 92,5 % - of 95 % in 2005 resp.2006).<br />
Sinds 2001 merkt de werknemer het in zijn portemonnee. FNV Bouw is het<br />
natuurlijk niet met deze ontwikkeling eens en doet bij CAO-onderhandelingen<br />
voorstellen om te komen tot compensatie voor de werknemers. Uitgangspunt is<br />
dat de werknemers er niet op achteruit mogen gaan.<br />
Hiernaast treft u een voorbeeld aan van een rechtenoverzicht zoals dat door het<br />
Sociaal Fonds Bouwnijverheid (afdeling CAO-regelingen) aan de werknemer<br />
wordt verstrekt.<br />
1.4.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Dit voorbeeld laat zien dat het SFB, als er sprake is van een achterstand in de<br />
aanlevering van vakantiewaarden door de werkgever, deze achterstand aan de<br />
werknemer meldt. Ook ontvangt de werknemer adviezen over de stappen die hij<br />
in zo’n geval moet ondernemen.<br />
Aan: Dhr./Mw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Adres rekeningnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
U bent geregistreerd bij: PV-NR.1707, VBC-kantoor . . . . . . . . . . . . . . . (adres)<br />
Reg.nr. : 00.0000.0000<br />
SoFi-nummer : 0.00.0.00.000<br />
Volgnummer : 001 blad 1<br />
aanmaakdatum : 11-08-2000<br />
Vorig saldo VF: 0,00 Nieuw saldo VF: 1.557,24<br />
Achterstandmelding<br />
In de periode van 24-04-2000 tot 02-06-2000 zijn voor u geen of onvolledige<br />
vakantierechten bijgeboekt.<br />
Conform CAO-bepalingen dient uw werkgever binnen 14 dagen na afloop van<br />
het loonbetalingstijdvak, de vakantierechten te hebben afgedragen.<br />
Deze achterstandmelding heeft betrekking op uw dienstverband bij<br />
Werkgever . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .00-000000-0.<br />
Toelichting bij deze achterstandmelding:<br />
In de aanlevering van uw vakantiewaarden is een achterstand geconstateerd.<br />
De periode waarin een achterstand is geconstateerd staat hierboven vermeld.<br />
Indien de werkgever bij wie u in die periode in dienst was niet voldoet aan<br />
zijn verplichtingen met betrekking tot betaling van uw vakantiewaarden dient<br />
u of een door u gemachtigde (bijvoorbeeld uw vakbond) stappen te<br />
ondernemen.<br />
Wij adviseren u allereerst bij uw werkgever te informeren naar de aanleiding<br />
van deze achterstand. Als u geen bevredigend antwoord van de werkgever<br />
krijgt dient u de wekgever te sommeren de verschuldigde vakantiewaarden<br />
aan het Vakantiefonds te voldoen. U kunt zich hierin laten bijstaan door uw<br />
vakbond.<br />
Bij vragen kunt u contact opnemen met de Frontoffice CAO-regelingen, enz.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.4.3
Vorstverlet<br />
Als vorst, sneeuw of andere weersomstandigheden het onmogelijk of<br />
onverantwoord maken om door te werken, kan de <strong>opdracht</strong>gever of werkgever<br />
het werk stilleggen. Dan is er sprake van vorstverlet.<br />
Alle werknemers die vallen onder de CAO Bouwbedrijf, vallen onder de<br />
Vorstrisicofondsregeling.<br />
Werkgever en werknemers die vallen onder andere de UTA-CAO, CAO voor<br />
stukadoors, Afbouw- en Terazzo-/Vloerenbedrijf en de CAO voor Mortel en<br />
Morteltransportondernemingen, kunnen onder voorwaarden een aanvraag<br />
voor vorst-WW indienen bij het SFB.<br />
Uitzendkrachten komen niet in aanmerking voor de vorstverletregeling maar<br />
kunnen een beroep doen op de WW.<br />
De werkgever kan kiezen voor een Eigen Risico Periode (ERP) van 0,3 of 9 dagen.<br />
In die periode moet hij het loon van de werknemers in vorstverlet zelf<br />
doorbetalen en kan hij dus niet declareren bij het risicofonds. De ERP wordt per<br />
werknemer bijgehouden op uw rechtenoverzicht.<br />
De ERP begint zodra is voldaan aan de temperatuursnorm van het vorstverlet en<br />
valt altijd tussen 1 november en 31 maart. Daadwerkelijk staken van de<br />
werkzaamheden op het werkobject is hierbij niet van belang.<br />
De werknemer krijgt zijn loon ondanks de stillegging van de werkzaamheden<br />
volledig doorbetaald, inclusief de toeslagen. De werkgever krijgt onder<br />
bepaalde voorwaarden een groot gedeelte van deze kosten vergoed uit het<br />
Risicofonds. Het is volstrekt niet toegestaan dat een werknemer bij vorst<br />
snipper- of atv-dagen moeten inleveren.<br />
De werkgever is altijd verantwoordelijk voor de situatie op het werkobject.<br />
De werkgever van een bouwbedrijf moet aan een aantal voorwaarden voldoen<br />
om gebruik te maken van het vorstuitkeringsreglement. Een van de voorwaarden<br />
is dat hij de werknemers daar te werk moet stellen waar de minste<br />
hinder van het weer wordt ondervonden.<br />
Hij moet bijvoorbeeld afschermingen tegen wind plaatsen bij uitvoering van de<br />
werkzaamheden, afbouwwerken dicht maken om afbouwwerkzaamheden<br />
tochtvrij uit te kunnen voeren, onderdelen van bouwwerken verwarmen die<br />
glas- en waterdicht zijn, goede werkkleding aan de buitenwerkers verstrekken.<br />
Ook moet hij de nodige maatregelen treffen om het bouwterrein in begaanbare<br />
staat te houden en het materieel beschermen ter handhaving van de<br />
bedrijfsvaardigheid.<br />
1.4.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Aanvullingsregelingen<br />
In onderstaande tekst worden twee aanvullingsregelingen uit de CAO’s die<br />
FNV Bouw afsluit, behandeld.<br />
De aanvullingsregelingen die niet aan bod komen zijn:<br />
Schilders in geval van WAO, zieke werklozen, WW, REA, e.d.<br />
(zie Aanvullingsreglement Schilders- Afwerkings en Glaszetbedrijven).<br />
CAO Timmerfabrieken: Aanvullingsregeling in geval van WAO en WW<br />
(Artikel 36A en 36B van de CAO, bladzijde 32 e.v.).<br />
Artikel 31.b Bouw CAO 2002-2004.<br />
Er staat: ‘Werknemers die recht hebben op een werkloosheidsuitkering en bij<br />
werken onder deze CAO zouden vallen hebben recht op een aanvulling op de<br />
werkloosheidsuitkering. De voorwaarden waaronder dit recht bestaat op een<br />
aanvulling van de WW-uitkering en de hoogte daarvan zijn opgenomen in het<br />
betreffende reglement van het Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf, als<br />
genoemd in artikel 28 lid 2.’<br />
Lees artikel 8.1 van het reglement Aanvullingsfonds WW.<br />
De voorwaarden om voor een aanvulling in aanmerking te komen:<br />
is ingedeeld in fase 1<br />
(kan binnen een half jaar op eigen kracht weer aan het werk);<br />
ontvangt een loongerelateerde uitkering (art. 42 WW);<br />
ontvangt een kortdurende uitkering (art. 52g WW);<br />
ontvangt een reïntegratie-uitkering op grond van de Wet REA;<br />
vraagt binnen 26 weken na eerste werkloosheidsdag WW aan.<br />
Lees ook artikel 8 lid 2 van het reglement.<br />
Indien de uitkering voor het verstrijken van acht weken wordt stopgezet wegens<br />
het ontvangen van een ZW-uitkering, wordt de acht weken periode verlengd<br />
met de duur van de arbeidsongeschiktheid.<br />
Dat wil zeggen:<br />
De aanvulling stopt, maar wordt erna weer hervat tot de acht weken zijn<br />
volgemaakt.<br />
Er volgen wat ingewikkelde regels/artikelen indien uitkeringsgerechtigden ziek<br />
worden tijdens de WW; verwijzen naar twee lijn: intake maken | 5.<br />
De aanvulling bedraagt 10% van de dagelijkse WW-uitkering (excl. vakantietoeslag,<br />
pensioenpremies en eventuele TW uitkering).<br />
Voor de vakantietoeslag en de pensioenpremie is een aparte aanvullingsregeling<br />
getroffen. De aanvulling wordt in de regel per 4 weken uitbetaald.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.4.5
De CAO Woondiensten<br />
De tweede aanvullingsregeling staat in de CAO Woondiensten.<br />
Deze CAO kent geen aanvullingsregeling op de WW uitkering. Wel wordt in<br />
geval van ontslag van een werknemer jonger dan 65 jaar ten gevolge van<br />
personeelsinkrimping of interne reorganisatie, maandelijks een schadeloosstelling<br />
worden uitbetaald.<br />
Artikel 2.12 gaat in op Aanvulling WW bij onvrijwillig ontslag.<br />
Lees deze goed door.<br />
Artikel schadeloosstelling (artikel 2.13).<br />
De schadeloosstelling bedraagt: een aanvulling op de WW-uitkering tot 100%<br />
van het voor de werknemer geldende netto maandsalaris.<br />
Voor een werknemer tussen 22-40 jaar | evenveel maanden als hij na 4 volle jaren<br />
in dienst van werkgever heeft gewerkt.<br />
Voor een werknemer van 40 jaar en ouder | gedurende evenveel maanden als het<br />
dienstverband in volle jaren bij werkgever heeft geduurd.<br />
Als de schadeloosstelling langer duurt dan de periode waarover recht op een<br />
WW-uitkering bestaat, wordt over de resterende maanden de werknemer tot<br />
90% van het netto maandsalaris aangevuld.<br />
Lees ten slotte Artikel 5.2.2. van de CAO. Daar staat: tijdens de eerste, tweede en<br />
derde 52 weken van arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO heeft de<br />
arbeidsongeschikte werknemer recht op arbeidsongeschiktheidspensioen (AP).<br />
Het AP voorziet bij volledige arbeidsongeschikte werknemers in een<br />
aanvullende uitkering van resp. 25, 15 en 10% van het salaris dat de werknemer<br />
zou hebben verdiend als hij niet arbeidsongeschikt was geworden.<br />
1.4.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Maken | <strong>opdracht</strong> 7 | Vragen over bedrijfstakeigen<br />
regelingen<br />
Maak onderstaande vragen en controleer de antwoorden aan de hand van de<br />
uitwerking van deze <strong>opdracht</strong>.<br />
Vraag 1<br />
Wat adviseer je een werknemer wiens werkgever de werkgeverspremie voor de<br />
vakantierechten niet afdraagt?<br />
Vraag 2<br />
Het vriest al een tijdje behoorlijk, maar tot nu toe kon er doorgewerkt worden.<br />
Maar om 07.00 uur op de bouw is het een stuk kouder dan voorspeld. Het vriest<br />
5 graden onder 0 en er staat een straffe oostenwind. Volgens het ploegje<br />
bouwvakkers is de gevoelstemperatuur wel - 10.<br />
Hoe kan de vraagbaak het beste reageren?<br />
Een van de bouwvakkers belt zijn vraagbaak met de vraag wat ze moeten doen?<br />
Mogen ze weigeren te beginnen met het werk en weer naar huis gaan?<br />
Moeten ze in de keet wachten tot eventueel de zon gaat schijnen?<br />
Vraag 3<br />
Hoe zit het met de uitzendkracht in de bouw bij vorstverlet? Komt hij in<br />
aanmerking hiervoor?<br />
Vraag 4<br />
Een administratief medewerkster op de afdeling huursubsidie bij Woningcorporatie<br />
‘De Zon’ verliest door een reorganisatie haar baan. Het CWI heeft een<br />
ontslagvergunning afgegeven. Ze is 47 jaar en werkt er al sinds 1981.<br />
Ze komt bij jou met de vraag of zij recht heeft op en aanvulling op haar<br />
WW-uitkering. Heeft zij er recht op?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.4.7
1.4.8 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
1.5 Onderdeel 5 |<br />
Sociale zekerheid<br />
Leerdoelen<br />
Na het werken aan dit onderdeel kun je:<br />
de diverse sociale zekerheidswetten een plaats geven binnen de driedeling<br />
werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen;<br />
per wet de uitvoerende instantie, de rechthebbenden, het doel van de wet,<br />
de financiering en de toezichthoudende instantie benoemen;<br />
uitleggen welke verantwoordelijkheden de werkgever heeft op het gebied van<br />
werknemersverzekeringen;<br />
uitleggen hoe je omgaat met vragen van leden op het gebied van sociale<br />
zekerheid. Hierin maak je onderscheid tussen vragen om informatie en vragen<br />
die leiden tot belangenbehartiging.<br />
Inleiding op het onderdeel | Sociale Zekerheid<br />
In Nederland kennen we een uitgebreid stelsel van Sociale Zekerheid.<br />
We hebben Volksverzekeringen, Werknemersverzekeringen en Sociale<br />
voorzieningen. Iedere voorziening/verzekering heeft zijn eigen doelgroep.<br />
Om ervoor in aanmerking te komen, moet voldaan worden aan specifieke<br />
voorwaarden. De kosten brengen we met elkaar op. Wie dat doet/doen is voor<br />
elke verzekering geregeld.<br />
De vraagbaak moet inzicht hebben in het stelsel van de sociale zekerheid om<br />
goed op de vragen van leden te kunnen ingaan. Zo komen er leden met vragen<br />
om informatie (Waar moet ik de AOW aanvragen) maar soms ook met een<br />
ingewikkelde kwestie als een uitkering is afgewezen.<br />
Het stelstel ligt op dit moment erg onder vuur. Er treden steeds meer<br />
verslechteringen op en de wijzigingen zijn niet van de lucht.<br />
Blijf de ontwikkelingen dus goed volgen.<br />
Opdrachten<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Lees onderstaande tekst door. Deze geeft in vogelvlucht inzicht in de<br />
hoofdlijnen van het stelsel van sociale zekerheid.<br />
Volksverzekeringen<br />
Tot de Volksverzekeringen behoren onder andere:<br />
AOW (Algemene ouderdomswet);<br />
ANW (nabestaandenwet);<br />
AKW (kinderbijslagwet);<br />
AWBZ (Algemene Wet Bijzondere ziektekosten);<br />
Deze verzekeringen zijn bedoeld voor alle ingezetenen van Nederland.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.5.1
Ze worden door de Sociale verzekeringsbank uitgevoerd. Dit geldt voor al de<br />
verzekeringen behalve voor de AWBZ. Deze wordt uitgevoerd door de<br />
zorgverzekeraars (ziekenfonds en particulier).<br />
De Volksverzekeringen worden gefinancierd uit de premieafdracht aan de<br />
belastingdienst door iedereen die een inkomen heeft. Dit geldt niet voor de<br />
AKW. Deze komt voor rekening van het rijk.<br />
AOW, ANW en AWBZ worden via premiebetaling door de werknemers<br />
gefinancierd. Als deze premies omhoog gaan wordt dat niet meegenomen bij de<br />
prijscompensatie, om spiraalwerking tegen te gaan!<br />
In de Consulentengids is een overzicht over de premieafdracht opgenomen<br />
(hoofdstuk 2, bladzijde 111). Voor meer informatie over de AOW en de ANW<br />
wordt verwezen naar de consulentengids., hoofdstuk 7 en 8. Over de ANW is<br />
hieronder nog tekst opgenomen.<br />
Nabestaandenwet<br />
Omdat de maatschappij anders wordt, veranderen ook de wetten en de regels.<br />
Voorzieningen worden aangepast aan de nieuwe situatie, zodat er beter wordt<br />
aangesloten op de wensen en mogelijkheden van deze tijd. En als de overheid<br />
daarmee een bezuiniging kan doorvoeren of rechtvaardigen is dat voor hen<br />
natuurlijk des te beter. Zo is in 1996 de Algemene Weduwen- en Wezenwet<br />
(AWW) vervangen door de Algemene Nabestaandenwet en geven vanaf<br />
1 januari 2002 pensioenvoorzieningen recht op uitruil van het nabestaandenpensioen<br />
voor een hoger ouderdomspensioen en andersom. Als je alleenstaand<br />
bent ligt de keuze voor de hand. Maar ook als je partner een inkomen heeft kan<br />
het recht op uitruil aantrekkelijk zijn. Iedere inwoner van Nederland valt<br />
automatisch onder de Algemene Nabestaandenwet. Wie voldoet aan bepaalde<br />
voorwaarden heeft recht op een ANW-uitkering. De hoogte van deze uitkering is<br />
gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Er is dus sprake van een basisvoorziening.<br />
De voorwaarden zijn:<br />
De verzekerde is geboren voor 1 januari 1950;<br />
De verzekerde is geboren na 1-1-1950 maar verzorgt kinderen onder de 18 jaar;<br />
De verzekerde is geboren na 1-1-1950, verzorgt geen kinderen onder de 18 jaar,<br />
maar is arbeidsongeschikt.<br />
Wordt voldaan aan een van bovenstaande voorwaarden dan bestaat er recht op<br />
een ANW-uitkering: dat kan een volledige of gedeeltelijke uitkering zijn.<br />
De exacte hoogte van de uitkering is afhankelijk van het verdere inkomen van de<br />
achterblijvende partner. Heeft de achterblijvende partner een eigen inkomen -<br />
dat kan ook een WW- of WAO-uitkering zijn - dan volgt een korting op de ANWuitkering.<br />
1.5.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Werknemersverzekering<br />
Tot deze verzekeringen horen onder andere:<br />
De WW (werkeloosheidswet);<br />
De WAO (Wet Arbeidsongeschiktheid);<br />
De ZW (ziektewet);<br />
De ziekenfondswet;<br />
Wet REA.<br />
Het recht op werknemersverzekeringen komt toe aan werknemers.<br />
Deze worden uitgevoerd door het WWV. Dit is het Uitvoeringsorgaan<br />
Werknemersverzekeringen. De ziekenfondswet wordt uitgevoerd door de<br />
zorgverzekeraar. De werknemersverzekering worden grotendeels gefinancierd<br />
door werkgevers en werknemers. De premieafdracht loopt via de werkgever<br />
door inhouding op het loon. In de Consulentengids is een overzicht over de<br />
premie-afdracht opgenomen (hoofdstuk 2, bladzijde 111).<br />
Premie WW | wordt deels door werknemers, deel door werkgever opgebracht.<br />
Premie WAO | wordt deels door werkgevers opgebracht; de herverzekering van<br />
het WAO-gat betalen de werknemers wel zelf.<br />
De Reïntegratie-instrumenten | worden betaald uit het reïntegratiefonds.<br />
Het UWV houdt zich ook bezig met:<br />
WAZ (Arbeidsongeschiktheid zelfstandigen);<br />
TW (Toeslagenwet);<br />
De loondoorbetaling bij ziekte is geregeld in het Burgerlijk Wetboek; de<br />
Ziektewet is van belang voor die ziektegevallen waarin de werkgever niet tot<br />
loondoorbetaling is verplicht (zwangerschap of daarmee verband houdende<br />
ziekte / herintredende gedeeltelijk Arbeidsgehandicapte werknemers en<br />
werknemers van wie het dienstverband afloopt).<br />
Sociale voorzieningen<br />
Tot de sociale voorzieningen behoren onder andere<br />
De Wet Werk en Bijstand (vanaf 1 januari 2004);<br />
Algemene Bijstandswet (van voor 1 januari 2004);<br />
De IOAW (inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte<br />
werknemer).<br />
De sociale voorzieningen worden betaald uit de algemene middelen.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.5.3
Gemeenten houden zich ook bezig met:<br />
IOAZ (inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte<br />
gewezen zelfstandigen);<br />
WIK (inkomensvoorziening kunstenaars);<br />
WSW (sociale werkvoorziening);<br />
WIW (inschakeling werkzoekenden);<br />
Wet REA (ivm bijstands- en IOAW gerechtigden);<br />
WVG (voorzieningen gehandicapten).<br />
Informatie over de Wet Werk en Bijstand<br />
(bron: internetsite ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)<br />
Vanaf 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) van kracht. Deze wet<br />
regelt alle zaken rondom de bijstand en de terugkeer van mensen met een<br />
uitkering op de arbeidsmarkt. De Wet werk en bijstand vervangt de Algemene<br />
bijstandswet (Abw) en een aantal andere wetten op het gebied van bijstand en<br />
gesubsidieerd werk. In de Wet werk en bijstand is een aantal zaken anders<br />
geregeld dan in de Algemene bijstandswet. Deze brochure bevat informatie<br />
over de hoofdpunten van de nieuwe wet en de belangrijkste wijzigingen ten<br />
opzichte van de oude situatie. Die informatie is belangrijk als u een uitkering<br />
heeft of als u een uitkering gaat aanvragen. Voortaan zijn de gemeenten<br />
verantwoordelijk voor de bijstandsuitkeringen en voor de begeleiding bij het<br />
zoeken naar werk. Gemeenten mogen zelf bepalen hoe zij dat aanpakken,<br />
zolang ze zich aan de wet houden. In deze voorlichtingstekst vindt u daarom<br />
algemene informatie. Welke regels er in uw woonplaats precies gelden en welke<br />
mogelijkheden er zijn, kunt u navragen bij de sociale dienst in uw gemeente.<br />
Als u vóór 1 januari 2004 al een bijstandsuitkering had, informeert de sociale<br />
dienst in uw gemeente u over de manier waarop uw uitkering wordt voortgezet.<br />
Iedere Nederlander moet zoveel mogelijk proberen zelf in zijn levensonderhoud<br />
te voorzien. Betaald werk is daarvoor het belangrijkste middel. Dit is het<br />
uitgangspunt van de Wet werk en bijstand (WWB). Lukt dat niet én zijn er geen<br />
andere voorzieningen beschikbaar, dan is het de taak van de gemeente om te<br />
helpen bij het zoeken naar werk. Totdat u werk gevonden heeft, krijgt u een<br />
bijstandsuitkering.<br />
Werk staat voorop<br />
De nieuwe wet is bedoeld om iedereen die kan werken zo snel mogelijk weer een<br />
baan te laten vinden. Want werk maakt zelfstandig en zorgt dat mensen<br />
meedoen in de maatschappij. Om dat te bereiken, horen bij een uitkering<br />
duidelijke rechten en plichten. Het is mogelijk dat er persoonlijke omstandigheden<br />
zijn waardoor het niet lukt om een baan te vinden. Dan kan de gemeente<br />
u ondersteuning geven bij het zoeken naar werk. Hoe die steun eruit ziet, hangt<br />
af van uw persoonlijke situatie. Het is dus elke keer maatwerk.<br />
1.5.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Uw gemeente maakt eigen beleid<br />
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet werk en<br />
bijstand. De rijksoverheid heeft in de wet vastgelegd waaraan gemeenten zich<br />
bij de uitvoering moeten houden. Op basis daarvan maakt elke gemeente eigen<br />
beleid. Ze leggen ook vast hoe ze mensen met een uitkering kunnen helpen bij<br />
het vinden van werk. Zo worden de maatregelen precies afgestemd op de<br />
bevolking en de arbeidsmarkt in uw woonplaats.<br />
Invoering in fases<br />
De Wet werk en bijstand wordt op 1 januari 2004 ingevoerd. Maar niet alle<br />
onderdelen van de wet gaan op die datum in. Gemeenten hebben extra tijd<br />
gekregen om eigen beleid te maken. Daarom mogen zij bepaalde onderdelen<br />
later invoeren. Het gaat om de onderdelen die te maken hebben met de rechten<br />
en plichten die bij de bijstandsuitkering horen. Gemeenten mogen zelf bepalen<br />
wanneer zij dat doen. De uiterste datum is 1 januari 2005.<br />
Als u na 1 januari 2004 een bijstandsuitkering aanvraagt, krijgt u te maken met<br />
het nieuwe beleid van de gemeente, zodra dat is ingevoerd. Dat is dus uiterlijk<br />
1 januari 2005. Uw contactpersoon bij de sociale dienst kan u meer informatie<br />
geven.<br />
Als u vóór 1 januari 2004 al een bijstandsuitkering had, moet uw gemeente<br />
volgens de wet binnen twee jaar aangeven welke nieuwe afspraken voortaan<br />
voor u gelden. Dat moet dus uiterlijk 31 december 2005 gebeuren. Maar het kan<br />
ook eerder, want gemeenten mogen dat zelf bepalen. Uw contactpersoon bij de<br />
sociale dienst kan u meer informatie geven.<br />
Werk: kunt u werken, dan moet u werken<br />
Als u een bijstandsuitkering krijgt, moet u proberen zo snel mogelijk weer werk<br />
te vinden. U bent dus verplicht om te solliciteren. Die plicht geldt vanaf 1 januari<br />
2004 voor iedereen. Dat is een belangrijk verschil met de oude situatie.<br />
Toen hoefden alleenstaande ouders met kinderen onder de vijf jaar en mensen<br />
van 57,5 jaar of ouder niet te solliciteren.<br />
Als daarvoor een dringende reden is, is een tijdelijke ontheffing van de<br />
arbeidsplicht mogelijk. Dit betekent dat u tijdelijk niet hoeft te werken.<br />
Gemeenten moeten per persoon beoordelen of er dringende redenen zijn om<br />
een ontheffing te verlenen. Zij mogen geen ontheffing van de sollicitatieplicht<br />
verlenen aan groepen uitkeringsgerechtigden.<br />
Alleenstaande ouders<br />
De plicht om te werken geldt ook voor alleenstaande ouders (ook als uw<br />
kinderen jonger zijn dan vijf jaar). De gemeente moet er wel rekening mee<br />
houden dat u het werk moet combineren met de zorg voor uw kinderen.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.5.5
Er moet daarom kinderopvang geregeld zijn of er moet kinderopvang geregeld<br />
kunnen worden. Het regelen van kinderopvang kan op verschillende manieren.<br />
Meestal gaat dit via een kinderdagverblijf of via gastouders, maar het kan<br />
eventueel ook via familie. Alleenstaande ouders die vinden dat er dringende<br />
redenen zijn waardoor ze tijdelijk zelf voor hun kinderen moeten zorgen, kunnen<br />
dit aangeven bij de gemeente. De gemeente moet die wens meenemen als zij<br />
beslist of u moet gaan werken of moet meewerken aan een voorziening die<br />
werken in de toekomst mogelijk maakt. Dat kan betekenen dat u voorlopig<br />
deeltijdwerk moet gaan doen of vrijwilligerswerk mag gaan doen. Het kan ook<br />
betekenen dat de redenen zo zwaar wegen, dat u tijdelijk helemaal niet hoeft te<br />
werken of dat u op een ander manier gebruik kunt maken van de ondersteuning<br />
die de gemeente u aanbiedt.<br />
Mensen van 57,5 jaar en ouder<br />
De plicht om te werken geldt voortaan voor iedereen tot 65 jaar. Bent u 57,5 jaar<br />
of ouder, dan moet u dus ook solliciteren. Gemeenten moeten wel beoordelen of<br />
het in uw persoonlijke situatie mogelijk is om werk te vinden. Als de gemeente<br />
besluit dat het vanwege uw omstandigheden en de situatie op de arbeidsmarkt<br />
vrijwel onmogelijk is om een baan te vinden, kan zij besluiten dat u geen werk<br />
meer hoeft te zoeken. Die beoordeling is dan vaak eenmalig. In zo’n geval hoeft<br />
u niet meer te solliciteren in de periode dat u een bijstandsuitkering ontvangt<br />
(tot uw 65ste jaar), maar kunt u bijvoorbeeld vrijwilligerswerk gaan doen.<br />
Andere voorbeelden<br />
Er kunnen ook andere dringende redenen zijn, die het moeilijk maken om te<br />
gaan werken. De gemeente zal uw omstandigheden dan beoordelen en<br />
besluiten of u tijdelijk niet hoeft te werken. Bijvoorbeeld omdat u voor een<br />
gezinslid moet zorgen en er niemand is die deze taak van u kan overnemen<br />
terwijl u werkt of een opleiding volgt. Of omdat u door ziekte of persoonlijke<br />
problemen tijdelijk niet kunt werken.<br />
Algemeen geaccepteerd werk<br />
Voortaan moet u ook banen aannemen die niet aansluiten bij uw opleiding en<br />
werkervaring. Dat is dus een belangrijk verschil met de oude situatie. De Wet<br />
werk en bijstand heeft tot doel dat mensen zo kort mogelijk afhankelijk zijn van<br />
een uitkering. Zolang u nog geen werk heeft gevonden, moet u daarom ook<br />
meewerken aan activiteiten die werk in de toekomst wel mogelijk maken.<br />
U moet dus solliciteren naar (bijna) alle soorten werk. De wet noemt dit<br />
‘algemeen geaccepteerd werk’, ofwel werk dat door vrijwel iedereen als<br />
normaal wordt gezien. Illegaal werk of werk waarvoor u minder krijgt betaald<br />
dan het geldende minimumloon, valt daar bijvoorbeeld niet onder.<br />
1.5.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Wat geldt er precies in uw gemeente?<br />
De gemeente moet haar beleid met betrekking tot de terugkeer op de arbeidsmarkt<br />
(reïntegratie) vastleggen in de zogeheten reïntegratieverordening.<br />
Ze hebben tot uiterlijk 1 januari 2005 de tijd om deze verordening in te voeren,<br />
maar het mag ook eerder.<br />
In de reïntegratieverordening staat onder meer welke voorzieningen de<br />
gemeente aanbiedt ter ondersteuning bij het vinden van werk. En of er<br />
bijvoorbeeld een premie beschikbaar is voor bijstandsgerechtigden die<br />
doorstromen naar een baan. Er staat ook in hoe de gemeente rekening houdt<br />
met het combineren van werk en zorg.<br />
Uw gemeente kan u vertellen wanneer de reïntegratieverordening ingaat en u<br />
meer informatie geven over de volledige inhoud.<br />
De gemeente kan u informeren over de manier waarop de cliëntenparticipatie in<br />
uw woonplaats is geregeld of wordt geregeld.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.5.7
Schema Sociale zekerheid<br />
De uitvoerders van de sociale zekerheid wordt uitgeoefend door verschillende<br />
organen en/of ministeries.<br />
Het toezicht op UWV, de SVB, de CWI’s en de gemeenten wordt uitgeoefend<br />
door de Inspectie Werk en Inkomen (IWI). Dis is een onderdeel van het Ministerie<br />
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De zorgverzekeraar worden<br />
gecontroleerd door het CZV (College voor Zorgverzekeringen) en het CTZ<br />
(College van toezicht op de zorgverzekeringen). Dit zijn onderdelen van het<br />
ministerie van VWS (volksgezondheid, welzijn en sport).<br />
1.5.8 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
SVB<br />
AOW<br />
Anw<br />
AKW<br />
TOG<br />
SZW<br />
IWI<br />
WW<br />
ZW<br />
WAO<br />
TW<br />
Waz<br />
Wajong<br />
Wet rea<br />
RWI VWS<br />
UWV CWI Gemeenten<br />
Zorgverzekeraars<br />
Intake<br />
Fasering<br />
Arbeidsbemiddeling<br />
WWB<br />
IOAW<br />
IOAZ<br />
WIK<br />
Wsw<br />
Wet rea<br />
WVG<br />
ZFW<br />
AWBZ<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.5.9<br />
CVZ<br />
CTZ
Matrix Sociale Zekerheid<br />
Hieronder tref je een overzicht het stelsel | Sociale Zekerheid<br />
Volledige naam Uitvoer- Rechthebbenden Doel van de wet Financiering Toezicht<br />
van de wet der<br />
Werknemers-<br />
Verzekeringen<br />
Werkloosheidswet UWV Werkloze werknemers en Beperking inkomens- Premiebetaling Minister<br />
gelijkgestelden verlies tijdens door werkgever van SZW<br />
werkloosheid en werknemer<br />
Wet op de Arbeids- UWV Werknemers en gelijk- Beperking inkomens- Premiebetaling Minister<br />
ongeschikheids- gestelden verlies na 52 weken en door van SZW<br />
verzekering voortdurende arbeids- werkgevers<br />
ongeschiktheid<br />
Ziektewet UWV Werknemers die geen recht Vangnet WW-premies Minister<br />
hebben op doorbetaling loon Beperking inkomens- betaald door van SZW<br />
(bijv. sommige flexwerkers verlies gedurende max. werkgever en<br />
en uitzendkrachten), zwangere 52 weken ziekte werknemer<br />
zieke werkneemsters, zieke Beperking risico/kosten Algemeen<br />
werknemers t.g.v. orgaan- werkgevers bij orgaan- werkloosheids<br />
donatie, arbeidsgehandicap- donatie fonds<br />
ten, zieke werklozen en gelijk- Tegengaan discriminatie<br />
gestelden van vrouwen<br />
Ziekenfondswet Zorg- Werknemers, uitkeringsge- Betaalbare gezondheids- Premie betaald College<br />
Verzeke- rechtigden en zelfstandigen zorg voor iedereen door werkgever voor<br />
raars en werknemer+ Zorg<br />
nominale premie verzekewerknemer<br />
ringen<br />
Volksverzekeringen<br />
Algemene Ouder- Sociale Ingezetenen (gedurende 15e- Minimum inkomen voor Premiebetaling Minister<br />
domswet Verzeker- 65e jaar) van Nederland, 65+ers door werknemer van SZW<br />
ingsbank vanaf 65 jaar via belastingen<br />
Algemene SVB Weduwen, weduwnaars Inkomensvoorziening - Premiebetaling Minister<br />
Nabestaandenwet en wezen voor na bestaanden die door werknemer van SZW<br />
niet in eigen bestaan via belastingen<br />
kunnen voorzien<br />
Algemene Wet Zorg- Ingezetenen van Nederland of Verzekering voor zware Premie betaald CVZ<br />
Bijzondere Ziekte- Verzeke- mensen, werkzaam in dienst- medische kosten (lang- door werknemer<br />
kosten raars betrekking in Ndl. durige opnames e.d.) via belastingen<br />
voor iedereen<br />
Algemene Kinder- SVB Ingezetenen van Nederland Tegemoetkoming in de Algemene Minister<br />
bijslagwet met kinderen kosten voor verzorging middelen van SZW<br />
en opvoeding van<br />
kindere<br />
1.5.10 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Volledige naam Uitvoer- Rechthebbenden Doel van de wet Financiering Toezicht<br />
van de wet der<br />
Sociale<br />
Voorzieningen<br />
Algemene Ge- Ingezetenen van Nederland Sluitstuk van de Sociale Algemene Minister<br />
Bijstandswet meenten zonder andere middelen van Zekerheid: iedereen middelen van SZW<br />
bestaan heeft recht op minimale<br />
voorzieningen in bestaan<br />
Inkomensvoor- Ge- Oudere (>40 jaar op eerste Beperking inkomsten Algemene Minister<br />
ziening oudere en meenten werkloosheidsdag)- of gedeel- verlies en voorkomen middelen van SZW<br />
gedeeltelijk telijk arbeidsongeschikte vermogenstoets voor<br />
arbeidsongeschikte werkloze werknemers en oudere en gedeeltelijk<br />
werklozen en zelfstandigen arbeidsongeschikte<br />
zelfstandigen werklozen na afloop<br />
IOAW/IOAZ van WW-uitkering<br />
Wet Sociale Werk- Ge- Mensen met beperkingen Werk boven inkomen Algemene Minister<br />
voorziening meenten in relatie tot het te verrichten Participatie in de maat- middelen van SZW<br />
werk (niet om de handicap schappij<br />
op zich)<br />
Wet Inkomens- Ge- Scheppende, uitvoerende Kunst en cultuur Algemene Minister<br />
voorziening meenten en toegepast werkende mogelijk maken en middelen van SZW<br />
Kunstenaars kunstenaars die minder bevorderen<br />
dan het sociaal minimum<br />
hiermee verdienen<br />
WIW Ge- ‘Alle’ werkzoekenden Bevorderen van toe- Algemene Minister<br />
meenten treding tot de arbeids-- middelen van SZW<br />
markt d.m.v. werk-<br />
ervaringsplaatsen, maar<br />
ook kinderopvang e.d.<br />
Overige<br />
Wet Arbeids UWV Jonggehandicapte Inkomensvoorziening Algemene Minister<br />
ongeschiktheids ingezetenen en/of economische middelen van SZW<br />
Voorziening Jong- zelfstandigheid<br />
gehandicapten<br />
Toeslagenwet UWV Uitkeringsgerechtigden WW, Aanvulling van Algemene Minister<br />
ZW, WAO, WAZ, Wajong inkomensafhankelijke middelen van SZW<br />
uitkeringen tot sociaal<br />
minimum<br />
Wet Arbeids- UWV Zelfstandige ondernemers, Verzekert gevolgen van Verplichte - Minister<br />
ongeschiktheids zwangere zelfstandigen langdurige arbeids- premiebetaling van SZW<br />
Verzekeringen ongeschiktheid door alle zelfzelfstandigen<br />
standige<br />
ondernemers<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.5.11
Zoals je al gelezen hebt, heeft de werkgever verantwoordelijkheden met<br />
betrekking tot sociale zekerheid van zijn werknemers. De tekst hierover kun je<br />
vinden in de Consulentengids op pagina 99 tot en met 113 (tot loonberekening).<br />
Stelregels<br />
Stelregel is dat de vraagbaak bij eenvoudige vragen zelf het antwoord zoekt in<br />
de CAO’s (bijvoorbeeld over aanvullingen WW) of de consulentengids. Indien je<br />
niet zeker bent van je zaak, kun je een beroep doen op je achterwacht.<br />
Geef alleen antwoord als je 100% zeker bent van je zaak.<br />
Indien het probleem van het lid verder gaat en jij het met geven van informatie<br />
niet op kan lossen, kan er een intake gedaan worden. Vraag het lid altijd wat hij<br />
wil en van de bond verwacht. Hoewel het beter is als de bond bezwaar indient,<br />
kan het lid ervoor kiezen het zelf te willen. Geef wel aan dat hieraan risico’s<br />
verbonden zijn. De bond heeft veel kennis op dit gebied en kent de weg.<br />
De bond kan het lid dus ondersteunen bij het schrijven van bezwaar en het in<br />
beroep gaan tegen de beslissing op het bezwaar. Geef het lid duidelijk<br />
informatie over de termijnen die gelden. Het lid heeft zes weken de tijd om de<br />
bond bezwaar te laten maken of in beroep te laten gaan. Belangrijk is dat het lid<br />
zich op tijd bij de bond meldt. Bij dit soort kwesties maakt de vraagbaak altijd<br />
een intake en stuurt deze door aan de MEL. Vergeet de bijlagen niet mee te<br />
sturen (zoals bezwaren en beslissingen op het bezwaar). Meer informatie over in<br />
beroep gaan lees je in hoofdstuk 17 van de Consulentengids.<br />
1.5.12 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
1.6 Onderdeel 6 |<br />
De werkloosheidswet<br />
Leerdoelen<br />
Na het werken aan dit onderdeel kun je:<br />
uitleggen wie verzekerd zijn voor de WW;<br />
vertellen wat in de wetgeving wordt verstaan onder ‘werkloosheid’;<br />
vertellen welke werkloosheidsuitkeringen er zijn en voor wie deze bestemd zijn;<br />
de rechten en plichten van werknemers met betrekking tot een WW-uitkering<br />
benoemen;<br />
regelingen op het gebied van werkloosheid noemen die speciaal gelden voor de<br />
bouwsector;<br />
vertellen hoe je handelt als je vragen op het gebied van de WW krijgt.<br />
Inleiding op het onderdeel | De WW in hoofdlijnen<br />
Als je in Nederland werkloos wordt, kun je als werknemer een beroep doen op<br />
een sociale zekerheidsuitkering. Veel van onze leden krijgen wel een keer met<br />
werkloosheid te maken en komen met vragen over dit onderwerp bij je. Ook hier<br />
kun je weer de onderverdeling maken in het type vraag. Eenvoudige vragen die<br />
je met behulp van de consulentengids kunt beantwoorden en bijvoorbeeld<br />
vragen over problemen tussen het lid en de uitkeringsinstantie. Deze laatste<br />
vragen stuur je altijd door naar de MEL.<br />
Opdrachten<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Lees hoofdstuk 5 van de consulentengids over werkloosheid. Als je dit gelezen<br />
hebt, ga je door met onderstaande tekst.<br />
Mogelijke wijzigingen van de werkloosheidswet<br />
Het kabinet heeft een aantal plannen om de WW te hervormen. Het gaat om de<br />
onderstaande onderdelen. Let wel: het betreft hier nog plannen waarvan de<br />
invoering nog op zich laat wachten. Wel moet de vraagbaak iets van de<br />
kabinetsvoornemens afweten om de leden correct te kunnen informeren.<br />
Het arbeidsverleden<br />
Het kabinet wil dat de bedoeling van de WW, namelijk dat de uitkeringsduur<br />
gebaseerd is op het aantal jaren dat iemand werkelijk heeft gewerkt Nu wordt<br />
nog gekeken naar het aantal jaren dat iemand in de laatste vijf kalenderjaren heeft<br />
gewerkt. Voor het overige wordt maar aangenomen dat iedereen vanaf zijn<br />
18 jaar heeft gewerkt. Het kabinet is van plan dit te veranderen. Er zal dan<br />
gekeken worden naar het werkelijk aantal gewerkte jaren. Wie zijn baan verliest<br />
heeft recht op een WW-uitkering van 70 procent van het laatstverdiende loon<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.6.1
als hij in minimaal 4 van de laatste 5 jaar over 52 of meer dagen loon heeft<br />
ontvangen. Voor de bepaling van de duur van deze uitkering kijkt het UWV<br />
vervolgens naar de leeftijd (hoe ouder iemand is, des te langer de uitkering<br />
duurt).<br />
Het betreft hier nog een wetsvoorstel. De verwachte invoeringsdatum is<br />
1 januari 2005.<br />
LET OP!<br />
In de Consulentengids (pagina 180, tweede kolom) staat dat deze regeling<br />
op 1 juli 2004 ingaat. Dit is niet correct. De verwachte invoeringsdatum is nu<br />
1 januari 2005.<br />
Mocht het wetsvoorstel in de huidige vorm worden aangenomen, dan zal er<br />
voor de meeste werknemers weinig veranderen, omdat ze sinds 1998<br />
(onafgebroken) aan het werk zijn geweest. Het UWV gaat voor de bepaling van<br />
de duur van de uitkering kijken naar de opbouw van het feitelijk arbeidsverleden<br />
vanaf 1998. Vanaf de jaren vóór 1998 blijft de leeftijd tellen bij de bepaling van<br />
de uitkering.<br />
Afschaffen van de kortdurende WW-uitkering<br />
Het kabinet wil de kortdurende WW-uitkering afschaffen. Het kabinet heeft aan<br />
de SER gevraagd hierover advies uit te brengen. Tot die tijd dient het kabinet<br />
geen nieuw wetsvoorstel in ten aanzien van de kortdurende uitkering.<br />
Aanscherpen van de wekeneis<br />
Het kabinet wil de wekeneis, om in aanmerking te komen voor een<br />
loongerelateerde WW-uitkering, aanscherpen. Het kabinet heeft aan de SER<br />
gevraagd hierover advies uit te brengen. Tot die tijd dient het kabinet geen<br />
nieuw wetsvoorstel in ten aanzien van de aangescherpte wekeneis.<br />
1.6.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Maken | <strong>opdracht</strong> 8 | Aan de slag met de WW<br />
Maak de onderstaande vragen met behulp van de Consulentengids,<br />
hoofdstuk 5, en de folders ‘Hoe zit het met de WW’ en ‘Ik kan wel wat beters<br />
krijgen’.<br />
Dit zijn folders van het UWV die op overzichtelijke wijze informatie verstrekken.<br />
De antwoorden op deze vragen staan in de uitwerking van deze <strong>opdracht</strong>.<br />
Vraag 1<br />
Kees Jan de Groot (43 jaar) werkt ruim 10 jaar bij bouwbedrijf Kout. Na een<br />
periode van ouderschapsverlof (in 2003/2004) is hij sinds drie weken weer<br />
volledig in zijn functie aan de gang. Tijdens zijn ouderschapsverlof werkte hij<br />
wekelijks de helft van zijn gebruikelijke aantal uren. Vorige week heeft hij<br />
gehoord dat wegens bedrijfseconomische redenen voor hem een ontslagprocedure<br />
bij het CWI wordt gestart.<br />
a. Komt Kees Jan in aanmerking voor WW?<br />
b. Zo nee, waarom niet?<br />
c. Zo ja, hoe lang duurt zijn uitkering?<br />
Vraag 2<br />
Ad Verhoef is ontslagen wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Hij heeft WW<br />
aangevraagd, maar nu blijkt dat zijn werkgever geen premies heeft afgedragen.<br />
a. Hoe zit het nu met zijn recht op WW?<br />
b. Heb je automatisch recht op WW als je werkloos wordt?<br />
Vraag 3<br />
Aan welke voorwaarden moet voldaan worden voordat er sprake is van<br />
‘werkloosheid’?<br />
Vraag 4<br />
Aan welke voorschriften moet een werkloze zich houden?<br />
Vraag 5<br />
Een voorwaarde voor de toekenning van een WW-uitkering is de weken-eis.<br />
Voldoen onderstaande situaties aan de wekeneis (26 uit 39).<br />
Situatie 1<br />
Rik meldt zich op 1 maart 2004 bij het CWI en wil graag een WW uitkering.<br />
Hij heeft het voorgaande jaar wekelijks als oproepkracht gewerkt in de horeca<br />
naast z’n studie. Gemiddeld werkte hij zo’n 12 uur in de week. Tijdens zijn stageperiode<br />
van 15 september tot en met 15 december heeft hij echter slechts in<br />
6 weken een paar uren kunnen werken. Heeft Rik recht op een WW uitkering?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.6.3
Situatie 2<br />
Het jaarcontract van Ellen is afgelopen en wordt niet voortgezet. Ze meldt zich<br />
bij het UWV voor een WW uitkering. Dit contract was het eerste contract dat ze<br />
had, want daarvoor zat ze nog op school, en buiten wat oppaswerk had ze geen<br />
vaste bijbaan. Het contract is, volgens Ellen, ondermeer niet voortgezet, omdat<br />
ze ziek is geweest: ze was de laatste 2 maanden voor het einde van het contract<br />
volledig uit de roulatie door letsel opgelopen bij een brommerongeluk.<br />
Kan Ellen nou wel of niet een kortdurende WW uitkering krijgen? Ga bij de<br />
beantwoording van uit dat Ellen in de laatste week voor het einde van het<br />
contract weer aan de slag is gegaan.<br />
Vraag 6<br />
Mirjam de Boer is ziek als haar contract voor bepaalde tijd afloopt. Ze is nu<br />
werkloos. Hoe zit het met haar recht op WW?<br />
Vraag 7<br />
Geef drie redenen op grond waarvan iemand verwijtbaar werkloos is.<br />
Vraag 8<br />
Ernst Beumer heeft een HBO-opleiding en werkt als uitvoerder in de Bouw<br />
(niveau 6 UTA CAO). Hij gaf via voorlieden leiding aan rond de 40 medewerkers<br />
op middelgrote bouwprojecten. Vanwege de slechte economische situatie van<br />
zijn bedrijf is hij acht maanden geleden ontslagen en tot nu is het hem niet<br />
gelukt om werk op zijn niveau te vinden. Het CWI heeft hem nu een baan als<br />
assistent uitvoerder op een klein project (niveau 3 UTA CAO). Hij ziet deze baan<br />
niet zitten omdat deze onder zijn niveau ligt. Kan hij op basis van haar<br />
opleidingsniveau een baan weigeren?<br />
Vraag 9<br />
Hieronder worden twee situatie beschreven. Geef aan of deze voldoen aan de<br />
vier-uit-vijf-eis om voor een loongerelateerde WW-uitkering in aanmerking te<br />
komen.<br />
Situatie 1<br />
De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van Marijke is beëindigd nadat zij<br />
twee jaar arbeidsongeschikt is geweest voor haar functie. Ze is nog steeds voor<br />
25/35% arbeidsongeschikt. Reïntegratie was niet mogelijk want ook is bij de<br />
laatste reorganisatie haar functie komen te vervallen en zijn alle functies<br />
waarvoor zij mogelijk in aanmerking had kunnen komen weg door<br />
reorganisatie. Marijke heeft 15 jaar achtereen bij dit bedrijf gewerkt. Voldoet<br />
Marijke aan de 4 uit 5 eis?<br />
1.6.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Situatie 2<br />
Bij dezelfde reorganisatie als Marijke (voorbeeld 1) is ook de arbeidsovereenkomst<br />
voor onbepaalde tijd van Trees beëindigd. Trees meldt zich bij het CWI<br />
voor een WW uitkering.<br />
Trees werkte zelfs al 18 jaar voor dit bedrijf, en met veel genoegen. Toen haar<br />
man drie jaar geleden voor een jaar naar Singapore uitgezonden werd, ging<br />
Trees mee. Ze had met de werkgever afgesproken dat ze een jaar sabattical nam.<br />
Na terugkeer is Trees weer met veel plezier aan de slag gegaan. Loopt dat ene<br />
jaartje Trees nu voor de voeten bij de 4 uit 5 eis?<br />
Vraag 10<br />
Toon (54 jaar) had een baan van 40 uurbij Meubileringbedrijf Frose. Hij is nu<br />
werkloos. Een uitzendbureau biedt hem nu een baan aan van 32 uur en hij wil<br />
deze vanwege de arbeidsduur weigeren. Kan dit? En wat zijn de gevolgen van die<br />
weigering?<br />
Vraag 11<br />
Duur van de WW-uitkering<br />
Bereken je eigen arbeidsverleden. Wat zegt dat verleden over de duur van<br />
eventuele WW-uitkering?<br />
Stel dat je werkloos wordt in het kalenderjaar 2004. Bereken de duur van de<br />
WW-uitkering in jouw geval. Gebruik bij je berekening het overzicht op bladzijde<br />
181 van de Consulentengids.<br />
Berekening duur WW-uitkering<br />
Het jaar waarin iemand werkloos werd min vijf ......<br />
Het jaar waarin iemand 18 jaar werd ......<br />
Blijft over: ...... jaar (1)<br />
Hoeveel van de laatste vijf kalenderjaren voor de werkloosheid kunnen<br />
meetellen voor de vier-uit-vijf-eis? ...... jaar (2)<br />
Het totale arbeidsverleden is dan: (1) + (2) = ...... jaar<br />
Vraag 12<br />
Hoe hoog is een kortdurende WW-uitkering en wat is de maximale duur?<br />
a. Hoe hoog is de loongerelateerde WW-uitkering en wat is de maximale duur?<br />
b. Hoe hoog is de vervolguitkering van de WW en wat is de maximale duur?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.6.5
Vraag 13<br />
Recht op een WW-uitkering<br />
Beoordeel het recht op een WW-uitkering in de hieronder beschreven situatie.<br />
Wordt het een kortdurende of een loongerelateerde uitkering?<br />
Een werknemer (38 jaar) heeft, na afronding van zijn opleiding, een aantal jaren als<br />
funderingsspecialist in de bouw gewerkt. Hij maakte zware werkweken van 40 uur of<br />
meer. Op 1 februari 2004 wordt voor hem ontslag aangevraagd volgens de BBAprocedure.<br />
De ontslagvergunning wordt op 1 april verleend. Hierna zegt de<br />
werkgever op met een termijn van 3 weken.<br />
Voor de beoordeling van het recht op een WW-uitkering wordt gekeken naar het<br />
arbeidsverleden van de werknemer. Het blijkt dat de werknemer op 1 december 2000<br />
bij deze werkgever in dienst is getreden en volgens opgave wekelijks 40 uren of meer<br />
heeft gewerkt. Daarvoor heeft hij zich volledig aan zijn opleiding gewijd.<br />
Vraag 14<br />
Connie Rozenboom was op het moment dat zij werkloos werd ziekenfonds<br />
verzekerd. Hoe is zij nu verzekerd? Wat in het geval ze particulier verzekerd was?<br />
Vraag 15<br />
Riet van Dijk werkte voordat zij werkloos werd drie dagen op de administratie<br />
van Bouwbedrijf Roest BV. Ze is nu actief als vrijwilligster in een verpleeghuis.<br />
In hoeverre heeft haar vrijwilligerswerk invloed op het recht op WW?<br />
Neem tot slot van dit onderdeel het aanvraagformulier WW en het werkbriefje<br />
erbij. Leden komen soms met deze formulieren en hebben hulp nodig bij het<br />
invullen ervan. Er is overigens voor de aanvragers een handleiding voor het<br />
invullen bij het CWI verkrijgbaar. Naast het aanvraagformulier kent het CWI ook<br />
nog een inschrijfformulier en de lijst persoonsgegevens.<br />
1.6.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Lees<strong>opdracht</strong> | Uitspraak rechter over sollicitatieplicht WW<br />
Dagelijks spreekt de rechter zich uit over kwestie over de werkloosheidswet.<br />
Onderstaande uitspraak is ter informatie om een indruk te geven van de wijze<br />
hoe de rechter zaken benadert.<br />
Onderwerp : Uitspraken WW<br />
Rubriek : art. 24 lid 1 sub b WW (sollicitatieverplichting)<br />
Actuanummer : 04005<br />
Datum : 31 januari 2004<br />
De Rechtbank constateert dat zich onder de gedingstukken een werkbriefje<br />
bevindt over de in geding zijnde periode, te weten de periode van 4 november<br />
2002 tot 2 december 2002. Eiser heeft op dit briefje bij de opgave ‘verrichte<br />
sollicitaties’ (minimaal 1 per week) aangegeven dat hij op 12 november 2002<br />
eenmaal gesolliciteerd heeft, dat hij op 24 november 2002 twee keer<br />
gesolliciteerd heeft en op 28 november 2002 een keer gesolliciteerd heeft.<br />
Het op grond van het Besluit sollicitatieplicht werknemers WW door<br />
verweerders rechtsvoorganger geformuleerde beleid houdt in dat in het<br />
algemeen van werknemers die in het genot zijn van een werkloosheidsuitkering<br />
wordt verwacht dat zij minimaal één concrete sollicitatieactiviteit per week<br />
verrichten, die te allen tijde verifieerbaar dient te zijn.<br />
Verweerder dient per vier weken te beoordelen of de uitkeringsgerechtigde aan<br />
zijn sollicitatieplicht heeft voldaan. Genoegzaam moet blijken dat de<br />
werknemer bij een meer actieve opstelling een meer dan hypothetische kans op<br />
werkhervatting zou hebben gehad. Van belang is dus dat op basis van<br />
individuele omstandigheden van het geval zoals de verrichte sollicitatieactiviteiten<br />
in vier weken van de beoordelingsperiode, de arbeidsmarktsituatie<br />
voor de uitkeringsgerechtigde, de leeftijd, het opleidingsniveau en de ervaring<br />
van de uitkeringsgerechtigde in ogenschouw genomen dienen te worden om<br />
vast te stellen of in onvoldoende mate is getracht passende arbeid te verkrijgen.<br />
(besluit van GAK was: in onvoldoende mate sollicitatieactiviteiten).<br />
De Rechtbank is van mening dat uit het bestreden besluit (van het Gak) niet valt<br />
te destilleren dat verweerder in voldoende mate onderzoek heeft verricht naar<br />
de individuele omstandigheden van eiser. Weliswaar heeft verweerder in het<br />
bestreden besluit aangegeven dat het feit dat er voor eiser wellicht in een<br />
bepaalde periode geen vacature is, eiser niet ontslaat van zijn sollicitatieplicht<br />
en dat hij wordt geacht ook door middel van bijvoorbeeld open sollicitaties aan<br />
de op hem rustende verplichtingen te voldoen maar verweerder heeft niet<br />
aannemelijk gemaakt dat eiser alsdan een meer dan hypothetische kans op<br />
arbeid zou hebben gehad.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.6.7
Conclusie: beslissing GAK kan niet in stand worden gehouden.<br />
Uitspraak Rb Rotterdam, 1 december 2003, datum publicatie: 23 december<br />
2003. Zaaknummer: 03/1232 WW.<br />
1.6.8 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
1.7 Onderdeel 7 |<br />
De eerste periode van arbeidsongeschiktheid<br />
Leerdoelen<br />
Nadat je aan dit onderdeel gewerkt hebt kun je:<br />
de procedure beschrijven waarmee zieke werknemers te maken krijgen vanaf de<br />
eerste dag van arbeidsongeschiktheid tot aan de laatste dag van het tweede<br />
arbeidsongeschiktheidsjaar;<br />
aangeven welke rollen de verschillende betrokken instanties spelen bij de<br />
uitvoering van genoemde wetten;<br />
de rechten en plichten van werkgever en werknemer tijdens de eerste twee<br />
arbeidsongeschiktheidsjaren benoemen;<br />
tips geven aan langdurig zieke werknemers;<br />
vertellen hoe je handelt bij vragen van leden. Je maakt hierin onderscheid tussen<br />
informatieve vragen en vragen die leiden tot individuele belangenbehartiging.<br />
Inleiding op het onderdeel | De eerste periode van arbeidsongeschiktheid<br />
Onze leden hebben net als alle andere mensen de kans om ziek te worden; voor<br />
korte of voor langere tijd. Echter, het werk van de bouwvakker is zwaar en de<br />
kans op reïntegratie is niet altijd even makkelijk. Ziek-zijn brengt een hoop met<br />
zich mee. Thuis zitten, mogelijk inkomensachteruitgang en een hoop<br />
regelgeving en contacten met instanties. De vraagbaak krijgt te maken met<br />
mensen in een kwetsbare positie die soms door de bomen het bos niet meer<br />
zien. Tact, invoelend vermogen maar ook kennis van zaken zijn vereisten om het<br />
lid op een goede manier tegemoet te treden. Of het nu om eenvoudige of om<br />
complexe zaken gaat.<br />
Opdrachten<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Lees hoofdstuk 3 van de consulentengids. Daar wordt ingegaan op de Wet<br />
Poortwachter die van toepassing is op werknemers met een werkgever.<br />
Ook wordt aandacht geschonken aan de Ziektewet, die alleen nog functioneert<br />
als vangnet voor werknemers zonder werkgever.<br />
Lees daarna onderstaande samenvattingen van de Wet Poortwachter en<br />
de Wet Loondoorbetaling bij Ziekte.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.7.1
Wet Poortwachter<br />
Voor werknemers die op of na 1 april 2002 ziek worden, geldt de Wet<br />
Verbetering Poortwachter. Doel van de Wet is de kansen op reïntegratie van<br />
zieke werknemers te verbeteren door werknemers en werkgevers meer<br />
verantwoordelijkheid te geven. Van werknemer en werkgever wordt verwacht<br />
dat zij al het mogelijke doen met het oog op de reïntegratie. Dit uiteraard binnen<br />
de grenzen van de redelijkheid. De werkgever moet maatregelen treffen die<br />
gericht zijn op behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het<br />
verrichten van arbeid van zijn eigen werknemers. Het ligt daarbij voor de hand<br />
dat in eerste instantie wordt getracht de werknemer - eventueel met<br />
aanpassingen - zijn eigen werk te laten oppakken. Mocht dit niet mogelijk zijn,<br />
dan ligt het in de lijn om te zoeken naar ander passend werk binnen het eigen<br />
bedrijf. Tenslotte komen de mogelijkheden van passend werk bij een andere<br />
werkgever aan bod. De volgorde van prioriteiten vloeit mede voort uit het feit<br />
dat hervatting in het eigen bedrijf, liefst in eigen werk, het meest duurzaam en<br />
succesvol blijkt. Dit laat echter onverlet dat als werkgever en werknemer in<br />
onderlinge overeenstemming al meteen willen inzetten op reïntegratie in een<br />
ander bedrijf, omdat dit meer perspectief biedt tot reïntegratie in beter<br />
passende werk, zijn zij daar vrij in. Het gaat immers om het te behalen resultaat<br />
waardoor er minder mensen een beroep zullen gaan doen op de WAO.<br />
Wet verlenging doorbetaling bij ziekte (VLZ)<br />
Om de terugdringing van het aantal mensen in de WAO verder terug te dringen<br />
en de kosten van ziekteverzuim ook gedurende het tweede ziektejaar bij de<br />
werkgever te leggen is per 1 januari 2004 de Wet verlenging loondoorbetaling<br />
bij ziekte (WVL) in het Burgerlijk Wetboek opgenomen. Voor werknemers die<br />
ziek zijn geworden op of na 1 januari 2004 geldt een loondoorbetalingsverplichting<br />
voor de werkgever van twee jaar van 70% van het normale<br />
vastgestelde loon. In het eerste jaar krijgen veel werknemers (mn in de sectoren<br />
van FNV bouw) het ziekengeld aangevuld tot 100%. In het najaarsoverleg van<br />
2003 is tussen het kabinet en sociale partners een afspraak gemaakt dat de<br />
loondoorbetaling in het tweede jaar van ziekte niet via de CAO wordt aangevuld<br />
boven 70%. Dit geldt voor nieuw af te sluiten CAO’s. De VLZ kent alleen een<br />
verplichting dat in het eerste jaar tenminste 70% van het minimumloon<br />
uitbetaald hoeft te worden. Voor het tweede ziektejaar geldt dat dus niet.<br />
De werknemer heeft in het tweede jaar van ziekte recht op een toeslag<br />
ingevolge de Toeslagenwet als de loondoorbetaling komt onder het voor hem<br />
geldende wettelijk minimumloon.<br />
Ook de ziektewet uitkering wordt maximaal twee jaar en de wachttijd voor de<br />
WAO gaat van 52 naar 104 weken. De ondergrens van het voor de werknemer<br />
geldende wettelijk minimumloon geldt in het tweede jaar van ziekte niet<br />
volgens het Burgerlijk Wetboek.<br />
1.7.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Mocht de werknemer niet meewerken aan reïntegratie dan kan de werkgever de<br />
loondoorbetaling opschorten. De werknemer kan hierop reageren door een<br />
loonvordering in te stellen bij de rechter. De werknemer moet dan eerst wel een<br />
deskundigen oordeel aanvragen bij het UWV of door de CAO-partijen<br />
opgerichte instantie. Zonder deskundigen oordeel zal de rechter de<br />
loonvordering van de werknemer afwijzen (niet ontvankelijk verklaren).<br />
Het recht op loondoorbetaling blijft bestaan tijdens de periode van ziekte, dat<br />
de werknemer niet is hersteld voor zijn eigen- of passend werk. Doet de<br />
werknemer bij zijn eigen werkgever of bij een andere werkgever passend werk<br />
tijdens de loondoorbetalingsperiode dan blijft het recht op loondoorbetaling in<br />
stand. Voordeel voor de werknemer is dat de huidige arbeidsovereenkomst in<br />
stand blijft en daarmee ook het dienstverband. Een ander voordeel voor de<br />
werknemer is dat mocht reïntegratie bij een andere werkgever niet lukken de<br />
werknemer terug kan gaan naar zijn oude werkgever om te kijken naar een<br />
andere passende functie bij de eigen werkgever of een andere werkgever.<br />
De aanvraag voor een WAO-uitkering moet voor iedereen die na 1 januari 2004<br />
ziek is geworden, worden ingediend uiterlijk in de 21ste maand van arbeidsongeschiktheid.<br />
Het UWV stelt de zieke werknemer uiterlijk in de 20ste maand<br />
in kennis van de mogelijkheid een uitkering aan te vragen. Met de invoering van<br />
de VLZ zijn de subsidies die het UWV kon verstrekken aan werkgevers in verband<br />
met kosten van reïntegratieactiviteiten buiten het eigen bedrijf geschrapt.<br />
Tijdsbalken UWV<br />
Bekijk deze goed en zie waar de verschillen zitten tussen de oude en de nieuwe<br />
situatie.<br />
Maken | <strong>opdracht</strong> 9 | Vragen over het eerste ziektejaar<br />
Maak onderstaande vragen. De uitwerking vindt je achter in je map. Indien je<br />
fouten hebt, lees dan de leestekst nog eens door.<br />
Vraag 1<br />
Hoeveel procent van het salaris moet een werkgever in de eerste periode van<br />
arbeidsongeschiktheid doorbetalen bij ziekte van een werknemer?<br />
Vraag 2<br />
Een werknemer is enige tijd ziek en wordt opgeroepen voor een spreekuur bij de<br />
bedrijfsarts. Deze arts vindt de werknemer weer volledig arbeidsgeschikt en<br />
oordeelt dat hij na het weekend weer aan het werk kan gaan. De werknemer<br />
heeft een geheel andere mening en wordt daarin gesteund door zijn huisarts.<br />
Wat kan de werknemer doen?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.7.3
Vraag 3<br />
In het ziekteverzuimreglement van een bedrijf staat dat de werknemer verplicht<br />
is de aard van de ziekte aan zijn leidinggevende door te geven.<br />
Moeten werknemers van dat bedrijf zich hieraan houden?<br />
Vraag 4<br />
Een werkgever en een langdurig zieke werknemer komen samen tot de conclusie<br />
dat er in het eigen bedrijf geen passende arbeid te vinden is.<br />
a. Is de werkgever verplicht om ook in andere bedrijven op zoek te gaan naar<br />
passende arbeid?<br />
b. Zo ja, wat zijn de sancties als de werkgever dat onvoldoende doet?<br />
c. Is de werknemer verplicht om arbeid, die volgens de werkgever passend is, in<br />
een ander bedrijf te accepteren?<br />
Vraag 5<br />
Wat maakt het aantrekkelijk voor een werkgever om een langdurig zieke<br />
werknemer van een ander bedrijf in dienst te nemen?<br />
Vraag 6<br />
Een langdurig zieke werknemer heeft ten behoeve van een WAO-aanvraag het<br />
reïntegratieverslag gekregen van zijn werkgever. Tot zijn schrik wordt in dat<br />
verslag een veel te rooskleurig beeld geschetst van de inspanningen van de<br />
werkgever, en wordt de werknemer zelf ten onrechte afgeschilderd als een<br />
onwillig en ongeinteresseerde persoon. Wat kan de werknemer doen?<br />
Vraag 7<br />
Een werknemer heeft een ‘deskundigen oordeel’ aangevraagd bij de UWV, maar<br />
de UWV-uitspraak is in zijn nadeel. Is deze uitspraak bindend?<br />
Vraag 8<br />
Beoordeel de volgende stelling:<br />
‘Ontslag tijdens de eerste periode van arbeidsongeschiktheid is in Nederland<br />
wettelijk onmogelijk’.<br />
1.7.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Opdracht 10 | Henk de Graaf<br />
Gebruik de casus Henk de Graaf om je kennis over de eerste periode van ziekte<br />
toe te passen. Maak gebruik van de leesteksten.<br />
Casus<br />
Henk de Graaf is 20 jaar in dienst bij het middelgrote aannemersbedrijf Dijkmans BV,<br />
waar hij zich heeft zich opgewerkt tot Timmerman 1. Hij is nu al 7 weken ziek<br />
vanwege rugklachten.<br />
De arbodienst heeft geconstateerd dat deze rugklachten blijvend zijn en een<br />
terugkeer in de huidige functie onmogelijk maken.<br />
De leidinggevende van Henk heeft hem in het kader van het Plan van Aanpak twee<br />
andere functies op het hoofdkantoor aangeboden: als medewerker in de postkamer<br />
of in de kantine. In beide gevallen zou het salaris met 14% afnemen.<br />
Henk vindt de functies niet interessant en de beloning te laag.<br />
Hij heeft tijdens het gesprek te kennen gegeven dat hij wel in de timmerwerkplaats<br />
zou willen werken. Met enkele technische en organisatorische aanpassingen zou hij<br />
daar ondanks zijn zwakke rug toch tot goede prestaties kunnen komen. Bovendien is<br />
er een vacature op komst. Verder zou hij graag als leermeester aan de slag gaan.<br />
De leidinggevende vindt dit geen reële opties en heeft gedreigd met looninhouding of<br />
ontslag als Henk de aangeboden functies afwijst. Volgende week is er een nieuw<br />
gesprek gepland.<br />
Henk meldt zich, geheel aangeslagen, bij een vraagbaak van zijn bond in de afdeling.<br />
1. Hoe kan Henk nu het beste verder gaan?<br />
2. Gaat u als vraagbaak zelf deze zaak behandelen of verwijst u door?<br />
Verklaar uw antwoord.<br />
3. Henk wil graag op het komende gesprek bijgestaan worden door een<br />
deskundige van de bond. Wie kan dat het beste doen?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.7.5
1.7.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
1.8 Onderdeel 8 |<br />
De WAO<br />
Leerdoelen<br />
Na het werken aan dit onderdeel kun je:<br />
vertellen wat de WAO voor een uitkering is, voor wie hij is bedoeld, wat de<br />
hoogte en de duur van de uitkering is;<br />
vertellen welke rechten en plichten er aan de WAO uitkering zijn verbonden;<br />
informatie geven over de WAO-keuring, met daarbij de verzekeringsgeneeskundige<br />
beoordeling, de arbeidsdeskundige beoordeling en de<br />
beslissing over de WAO-uitkering;<br />
informatie geven over de Wet REA en over het Individuele Reïntegratie<br />
overeenkomst;<br />
vertellen hoe je omgaat met vragen van leden over de WAO en problemen met<br />
de uitkerende instantie en welke diensten FNV Bouw deze leden kan bieden.<br />
Inleiding op het onderdeel | De WAO<br />
In het tweede jaar is de arbeidsongeschikte werknemer die voor 1 januari 2004 is<br />
ziek geworden voor zijn inkomen hoofdzakelijk aangewezen op de WAOuitkering,<br />
met eventuele aanvullingen door de WW en de werkgever (CAO).<br />
De werkgever blijft tot het einde van het dienstverband (minimaal 2 jaar)<br />
verantwoordelijk voor de reïntegratie van de werknemer.<br />
Dit betekent dat iedereen die na 1 januari 2004 ziek is geworden pas in 2006 met<br />
de WAO te maken krijgt. Hoe de WAO er dan uitziet weten we nog niet.<br />
Op dit moment is de politiek daar volop mee bezig. Duidelijk is wel dat de<br />
nieuwe wetgeving verslechteringen met zich mee zullen gaan brengen.<br />
De huidige WAO is door de Wet Verbetering Poortwachter niet veranderd:<br />
alleen de toetsing van de reïntegratie-inspanningen van de werkgever en<br />
werknemer en de sancties die opgelegd kunnen worden. De uitkering kan niet<br />
eerder ingaan dan na 52 weken arbeidsongeschiktheid.<br />
Leden die ziek worden en langer ziek blijven zullen bij de vraagbaak aankloppen<br />
met vragen onder welke regeling zij nu vallen en wat dat voor hen betekent.<br />
Juist al de wijzigingen maakt mensen onzeker. Zeker als eigenlijk niemand kan<br />
vertellen wat de veranderingen nu precies in (gaan) houden. In onderstaand<br />
stuk gaan we in op de WAO zoals hij in ieder geval geldt tot 1 janauri 2006.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.8.1
Opdrachten<br />
Lees<strong>opdracht</strong><br />
Lees hoofdstuk 5 van de consulentengids door (gaat over arbeidsongeschiktheid).<br />
Lees daarna onderstaande tekst als aanvulling.<br />
Wanneer ben je arbeidsongeschikt?<br />
Arbeidsongeschikt (geheel of gedeeltelijk) is de verzekerde die door ziekte,<br />
gebrek of door ongeschiktheid ten gevolge van zwangerschap of bevalling niet<br />
in staat is om met gangbare arbeid hetzelfde te verdienen als een gezonde<br />
persoon met soortgelijke opleiding en ervaring gewoonlijk zal verdienen.<br />
Als het verschil tussen gewoonlijk verdiend loon en het loon dat de verzekerde<br />
nog kan verdienen ten minste 15% is, is er recht op een WAO-uitkering.<br />
Het begrip arbeidsongeschikt heeft bij de WAO een andere betekenis dan bij de<br />
ziektewet<br />
1. Arbeidsongeschiktheid voor de ZW | Door ziekte of gebrek is werknemer niet in<br />
staat zijn eigen arbeid te verrichten.<br />
2. Arbeidsongeschiktheid voor de WAO | Door ziekte of gebrek is werknemer niet in<br />
staat werk in het algemeen te verrichten. Voor de WAO is iemand arbeidsongeschikt<br />
wanneer deze niet in staat is om met ‘gangbare arbeid’ een voor<br />
hem normaal salaris te verdienen. Of die arbeid ook feitelijk kan worden<br />
verkregen blijft buiten beschouwing.<br />
Hoe vraag je een WAO uitkering aan en wat is de toekenningsperiode?<br />
Een WAO-uitkering moet, door de werknemer zelf, bij het UWV worden<br />
aangevraagd, uiterlijk drie maanden voor het einde van de voor de werknemer<br />
geldende wachttijd voor de WAO. De werknemer met de aanvraag het<br />
reïntegratieverslag meesturen aan het UWV.<br />
De WAO-uitkering wordt toegekend voor de duur van vijf jaar. Als verlenging<br />
nodig is, moet deze worden aangevraagd 13 weken voordat de toekenningstermijn<br />
verstrijkt. Een herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid vindt altijd<br />
plaats, binnen 1 jaar na de toekenning van de uitkering en bij een aanvraag om<br />
verlenging van de uitkering.<br />
Hoe zit het met de WAO keuring en de beslissing over de WAO-uitkering?<br />
Iedereen die na 8 maanden/ 21 maanden arbeidsongeschiktheid een WAOuitkering<br />
aanvraagt, wordt beoordeeld door een verzekeringsarts en een<br />
arbeidsdeskundige van het UWV.<br />
Op grond van deze beoordelingen wordt de beslissing over een uitkering<br />
genomen.<br />
1.8.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
1.<br />
Drie stappen waarin een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling plaatsvindt:<br />
De verzekeringsgeneeskundige beoordeling;<br />
2. De arbeidsdeskundige beoordeling;<br />
3. De beslissing.<br />
De verzekeringsgeneeskundige beoordeling<br />
De verzekeringsgeneeskundige beoordeling begint met een onderzoek.<br />
De verzekeringsarts bekijkt de gegevens die hij van de Arbo-dienst en eventueel<br />
van de medische behandelaars heeft ontvangen. Bij de gegevens hoort zeker<br />
ook het reïntegratieverslag.<br />
Hij arts onderzoekt of de werknemer op objectieve en medische gronden<br />
arbeidsongeschikt is en welke mogelijkheden er nog zijn. Dit onderzoek bestaat<br />
uit een gesprek en soms ook een lichamelijk onderzoek.<br />
Daarna beoordeelt de verzekeringsarts de beperkingen en mogelijkheden van<br />
de werknemer in zijn functie. Hij bekijkt bijvoorbeeld of de werknemer zich nog<br />
kan concentreren, of hij kan samenwerken, hoeveel kilo hij nog kan tillen, hoe<br />
lang hij kan staan en zitten en of hij ook ‘s nachts kan werken (alleen als hij dat<br />
voordien ook deed). De verzekeringsarts bekijkt de mogelijkheden van de<br />
werknemer vergeleken met de mogelijkheden van gezonde mensen in de<br />
betreffende functie. Hij beschrijft dus niet of de werknemer nog evenveel kan als<br />
voordat hij arbeidsongeschikt werd.<br />
De arbeidsdeskundige beoordeling<br />
Bij de arbeidsdeskundige beoordeling gaat het er niet om of de werknemer ook<br />
daadwerkelijk aan de slag kan in het werk waarvoor hij arbeidsgeschikt wordt<br />
verklaard. De arbeidsdeskundige beoordeling gaat alleen over de vaststelling of<br />
de werknemer recht heeft op een WAO-uitkering en zo ja, hoe hoog die zou<br />
moeten zijn. De arbeidsdeskundige bekijkt welke arbeid in principe nog verricht<br />
zou kunnen worden en wat de werknemer met die arbeid in theorie nog zou<br />
kunnen verdienen.<br />
De arbeidsdeskundige maakt een functieprofiel. Een functieprofiel bevat<br />
informatie over opleiding (inclusief rijbewijs) en ervaring. Ook staat er in of de<br />
werknemer een volledige of gedeeltelijke werkweek kan werken en of<br />
wisselende diensten zijn toegestaan. De arbeidsdeskundige moet nu minimaal<br />
3 functies vinden die de werknemer in principe kan uitvoeren. Als deze drie<br />
functies niet gevonden worden, wordt de werknemer alsnog volledig<br />
arbeidsongeschikt verklaard.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.8.3
De arbeidsdeskundige selecteert uit alle passende functies de 3 functies met de<br />
hoogste loonwaarde.<br />
De arbeidsdeskundige maakt een loonvergelijking tussen:<br />
het loon dat de werknemer verdiend zou hebben als hij niet ziek zou zijn<br />
geworden (het zogenaamde maatmanloon: je maatman, dat ben je zelf);<br />
het loon van de middelste van de 3 functies (de restverdiencapaciteit).<br />
Vervolgens wordt het arbeidsongeschiktheidspercentage als volgt berekend:<br />
Maatmanloon - Restverdiencapaciteit<br />
——————————————————————- x 100% =<br />
arbeidsongeschiktheidspercentage<br />
Maatmanloon<br />
De arbeidsdeskundige stelt een arbeidsmogelijkhedenlijst op. Op deze lijst staat<br />
per functie een korte samenvatting van de inhoud van de functie. De werknemer<br />
kan hiervan een exemplaar ontvangen.<br />
Ook bestaan er uitgebreidere omschrijvingen van de functies en het belastbaarheidpatroon<br />
dat erbij hoort. Ook daarvan kan de werknemer een exemplaar<br />
opvragen.<br />
De beslissing<br />
Nadat de werknemer een gesprek heeft gehad met de verzekeringsarts en de<br />
arbeidsdeskundige, neemt men bij de UWV een beslissing over de WAOuitkering.<br />
De werknemer maar ook de werkgever krijgt de beslissing per post<br />
thuis gestuurd. Na het ontvangen van deze beslissing heeft de verzekerde en/of<br />
zijn werkgever zes weken de tijd om eventuele bezwaren tegen deze beslissing<br />
bij de bezwarencommissie van de UWV in te dienen. Mocht de beslissing na het<br />
bezwaar niet zijn herroepen of nog niet juist zijn dan kan de verzekerde en/of zijn<br />
werkgever in beroep gaan bij de arrondissementsrechtbank, sector bestuursrecht.<br />
Bezwaar en beroep op de beslissing<br />
FNV Bouw staat haar leden ter zijde als die klachten hebben over uitkeringszaken.<br />
De procedure is dan als volgt:<br />
Het betreffende lid vervoegt zich bij de vraagbaak van de plaatselijke afdeling<br />
met de brief waarin mededeling van weigering der uitkering wordt gedaan.<br />
De vraagbaak noteert de klacht met alle nodige gegevens op speciaal daarvoor<br />
bestemde klachtenformulieren (zie kopje 4 ‘Sociale Zekerheid’ van het<br />
klachtenformulier). De vraagbaak moet niet vergeten kopieën mee te sturen<br />
van de correspondentie tussen uitkeringsinstantie en het lid. Mocht het nodig<br />
zijn om tegen de beschikking op bezwaar in beroep te gaan dan voert FNV Bouw<br />
1.8.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
de procedure voor de rechtbank. Wanneer hoger beroep wordt aangetekend,<br />
dan voert een advocatenkantoor de procedure voor de rechtbank.<br />
De vraagbaak zendt de kwestie zo snel mogelijk door aan de MEL op het<br />
regiokantoor. De MEL verwijst de kwestie intern door naar een deskundige op<br />
dit terrein voor behandeling. Snelheid is geboden in verband met de termijnen<br />
voor bezwaar en beroep.<br />
Indien de vraagbaak geconfronteerd wordt met een bezwaar, wordt er dus altijd<br />
een intake gedaan. De vraagbaak onderneemt zelf nooit actie naar de<br />
uitkeringsinstantie of schrijft zelf bezwaren. (De voorbeelden van bezwaarschriften<br />
in de Consulentengids FNV Ledenservice zijn dus niet bedoeld om er als<br />
vraagbaak mee aan de slag te gaan.) Voor vraagbaken is het dus altijd zaak om<br />
kwesties over de WAO-uitkering onmiddellijk door te sturen naar de MEL, zodat<br />
de jurist van FNV Bouw genoeg tijd heeft om de juiste acties te ondernemen.<br />
WAO-begeleiders<br />
WAO-begeleiders zijn vrijwilligers bij FNV Bouw en ondersteunen leden bij een<br />
WAO keuring. Als deze nog niet heeft plaatsgevonden informeren zij leden<br />
informeren over de gang van zaken en bereiden hen op de keuring voor door<br />
bijvoorbeeld tips te geven over hoe te handelen.<br />
Als Leden ondersteuning willen van een WAO-begeleider, dan neemt de<br />
vraagbaak contact op met de MEL of de regiobestuurder; afhankelijk van de<br />
afspraken die in de regio gemaakt zijn. Als de vraagbaak deze afspraken niet<br />
kent, doet hij/zij er wijs aan deze even na te vragen.<br />
Voorschriften voor de WAO’er<br />
De arbeidsongeschikten moeten zich houden aan een aantal voorschriften.<br />
Het tijdig aanvragen van de uitkering valt hieronder maar ook:<br />
Op verzoek inlichtingen verstrekken<br />
Identificatieplicht<br />
Voldoen aan de oproepen<br />
Adviezen volgen<br />
Genezing niet belemmeren<br />
Vakantie tijdig melden.<br />
Wie zich hier niet aan houdt kan een maatregel verwachten; bijvoorbeeld een<br />
tijdelijke gedeeltelijke of volledige weigering van de uitkering.<br />
Een boete krijg je als je niet uit eigen beweging alles meldt dat van invloed is op<br />
het recht op of de hoogte van de uitkering.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.8.5
Voorschriften<br />
De arbeidsongeschikten moeten zich houden aan een aantal voorschriften.<br />
Het tijdig aanvragen van de uitkering valt hieronder maar ook:<br />
Op verzoek inlichtingen verstrekken<br />
Identificatieplicht<br />
Voldoen aan de oproepen<br />
Adviezen volgen<br />
Genezing niet belemmeren<br />
Vakantie tijdig melden.<br />
Wie zich hier niet aan houdt kan een maatregel verwachten; bijvoorbeeld een<br />
tijdelijke gedeeltelijke of volledige weigering van de uitkering.<br />
Een boete krijg je als je niet uit eigen beweging alles meldt dat van invloed is op<br />
het recht op of de hoogte van de uitkering.<br />
De Wet REA<br />
Doel van de Wet REA<br />
Doel van de Wet op de (re)integratie van arbeidsgehandicapten (Wet REA) is<br />
werkgevers en arbeidsgehandicapten mogelijkheden te bieden om de<br />
integratie en reïntegratie van arbeidsgehandicapten in het arbeidsproces te<br />
bevorderen. Ook wordt met de Wet beoogd om de drempelvrees van<br />
werkgevers voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten weg te nemen.<br />
Werkgevers zijn nog wel eens bang om ‘kneusjes’ binnen het bedrijf te houden<br />
of te halen. Dit ondanks het feit dat werkgevers in zekere zin beschermd worden<br />
tegen het risico dat ze lopen wanneer een arbeidsongeschikte werknemer weer<br />
aan het werk gaat. De UWV betaalt namelijk gedurende 5 jaar het ziekengeld<br />
(100%). Dit op basis van dezelfde gezondheidsklachten. Uit onderzoek blijkt<br />
bovendien dat mensen die na een periode van arbeidsongeschiktheid weer aan<br />
de slag gaan, in niets onderdoen voor zogenaamde arbeidsgeschikten.<br />
Sinds 1 april 2002 (Wet Verbetering Poortwachter) zijn werkgevers verplicht om<br />
ook na het eerste jaar arbeidsongeschiktheid de werknemer te reïntegreren,<br />
hetzij in zijn eigen bedrijf, hetzij bij een nieuwe werkgever. Ook de Wet REA is per<br />
deze datum herzien.<br />
De Wet REA kent een uitgebreid pakket aan maatregelen waarvan een<br />
stimulerende maar ook verplichtende werking uitgaat, zowel ten aanzien van de<br />
werkgever als de werknemer.<br />
Een werkgever is in grote lijnen verplicht alles te doen om een ‘arbeidsgehandicapte’<br />
werknemer in dienst te houden.<br />
De Wet REA spreekt over arbeidsgehandicapten. De WAO over arbeidsongeschikten.<br />
Waar zit het verschil?<br />
1.8.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Arbeidsongeschiktheid<br />
Iemand is arbeidsongeschikt wanneer er een(gedeeltelijk) verlies is van de<br />
verdiencapaciteit<br />
Arbeidsgehandicapt<br />
Dit is een ruimer begrip. Dit is iemand die wegens een handicap, ziekte of gebrek<br />
een verminderde kans heeft op de arbeidsmarkt.<br />
De REA is onder andere bedoeld voor arbeidsgehandicapten met een WAO, WAZ<br />
of Wajong-uitkering<br />
Voorzieningen voor werkgevers<br />
Met de invoering van de Wet verlening Loondoorbetalingsverplichting is het<br />
aantal reïntegratiesubsidies voor werkgevers beperkt. De (her)plaatsingsbudgetten<br />
van de Wet REA zijn per 01-01-2002 afgeschaft.<br />
Mogelijkheden zijn:<br />
Kortingen op de WAO en WW premie voor de werkgever. Een aanvraag om<br />
premiekorting wordt slechts in behandeling genomen door het UWV als de<br />
werkgever met de aanvraag ook een plan van aanpak meestuurt.<br />
Subsidie voor extra reïntegratiekosten voor een arbeidsgehandicapte<br />
werknemer met wie een dienstverband van minimaal zes maanden is<br />
aangegaan. Dit mogen niet de kosten zijn van scholing, training en begeleiding.<br />
Wel voor kosten voor aanpassing van de werkplek. Is de korting niet genoeg om<br />
de kosten voor het in dienst nemen/houden van de betreffende werknemer<br />
(bijvoorbeeld door het aanpassen van de arbeidsplaats) te dragen, dan kan voor<br />
de resterende kosten een beroep worden gedaan op het Reïntegratiefonds.<br />
Reïntegratie in ander bedrijf<br />
Als er geen mogelijkheden tot passende arbeid binnen het eigen bedrijf zijn,<br />
is de werkgever vanaf 1-1-2003 verplicht om al het mogelijk te doen om de<br />
werknemer te plaatsen bij een andere werkgever.<br />
Dit kan alleen door middel van inschakeling van een reïntegratiebedrijf.<br />
De UWV moet het nieuwe bedrijf en de functie goedkeuren. In de Wet<br />
verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte (1 januari 2004) vervalt de<br />
subsidie voor reïntegratie bij een andere werkgever voor werknemers die op of<br />
na 1 januari 2004 ziek zijn geworden en niet bij het eigen bedrijf kunnen<br />
reïntegreren.<br />
Voorzieningen voor arbeidsgehandicapten<br />
Arbeidsgehandicapten kunnen ook zelf bij het UWV, op grond van de wet REA,<br />
voorzieningen aanvragen tot behoud, herstel of bevordering van de<br />
mogelijkheid tot het verrichten van arbeid. Als het bijvoorbeeld gaat om<br />
voorzieningen voor een arbeidsgehandicapte die valt onder de<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.8.7
verantwoordelijkheid van de gemeente, is hiervoor de gemeente het eerste jaar<br />
verantwoordelijk. Daarna neemt het UWV de verantwoordelijkheid over.<br />
Specifieke reïntegratie instrumenten<br />
Loonsuppletie | Soms kan iemand werk krijgen tegen een lager loon dan dat<br />
theoretisch verdiend zou kunnen worden. Om te bevorderen dat men toch aan<br />
het werk gaat, is tijdelijke loonsuppletie mogelijk (niet meer dan 20% van de<br />
theoretische verdiencapaciteit en af te bouwen in vier jaar). Het moet gaan om<br />
een baan voor onbepaalde tijd of voor een tijdelijke baan van ten minste zes<br />
maanden.<br />
Meeneembare voorzieningen | Dit zijn voorzieningen die de arbeidsgehandicapte<br />
nodig heeft op en die op hem zijn afgestemd.<br />
Reïntegratie-uitkering | Als de arbeidsgehandicapte in de WW zit, kan hij<br />
scholing krijgen of een proefplaatsing. Er is dan een reïntegratie-uitkering<br />
beschikbaar van het UWV. Deze is maximaal twee jaar bij scholing en een half<br />
jaar bij proefplaatsing. De WW wordt intussen opgeschort.<br />
Individuele Reïntegratie Overeenkomst (IRO).<br />
Individuele Reïntegratie Overeenkomst (IRO)<br />
Deze is bedoeld voor:<br />
Arbeidsgehandicapten met een WAO-, WAZ- en Wajong uitkering zonder<br />
werkgever.<br />
Werklozen met een WW-uitkering.<br />
Met een IRO kan een uitkeringsgerechtigde arbeidsgehandicapte zelf invulling<br />
geven aan zijn reïntegratietraject en kan zelf bepalen welk reïntegratiebedrijf<br />
wordt ingeschakeld. Zo heeft men zelf de regie over het eigen reïntegratietraject.<br />
Doel: het UWV keurt het reïntegratiebedrijf en het plan goed (of af).<br />
Het UWV toets het plan op de kansen voor een mogelijke terugkeer op de<br />
arbeidsmarkt (met een duur van tenminste 6 maanden). Het budget van<br />
de IRO is € 5000.<br />
Op dit moment moet de regelgeving nog verder worden uitgewerkt. Wel heeft<br />
het ministerie besloten dat men de IRO al wel vast kan aanvragen. Op moment<br />
dat formele regelgeving van kracht is kan het UWV over de aanvraag officieel<br />
een beslissing nemen. De aanvraag moet voorzien zijn van een trajectplan<br />
waarin beschreven is welke werkzaamheden verricht gaan worden om weer op<br />
de arbeidsmarkt te kunnen herintreden. De IRO wordt aangevraagd bij het<br />
UWV. FNV Bouw kan het lid daarbij helpen. (WAO-/ REA-begeleiders).<br />
1.8.8 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Maken | <strong>opdracht</strong>11 | Dossier Ter Haar<br />
Lees onderstaand dossier goed door en beantwoord zo volledig mogelijk de<br />
vragen. Leg daarna jouw antwoorden naast de uitwerking van het dossier.<br />
Neem de fout beantwoorde vragen nog eens extra door of lees een deel van de<br />
tekst nog eens.<br />
Dossier Ter Haar<br />
Paul ter Haar is 46 jaar en werkt al 15 jaar bij metselbedrijf Jansen & Co. Hij was altijd<br />
erg tevreden over zijn werk: leuke collega’s, en geen verkeerde baas. Hij verdient 1900<br />
euro bruto per maand. Paul had al een tijdje last van zijn rug, maar kon nog gewoon<br />
door blijven werken. Zo’n acht maanden geleden werd de pijn ondragelijk en hij zich<br />
ziek heeft moeten melden. Na een rugoperatie en doorlopende fysiotherapiebehandelingen,<br />
is Paul voorzichtig aan het werk gegaan. De klachten kwamen in alle<br />
hevigheid terug en werken, in zijn oude functie, blijkt niet mogelijk.<br />
Het lukt Paul niet zijn werk weer op te pakken. Hij is nu acht maanden ziek thuis.<br />
Omdat hij van zijn werkgever geen WAO-aanvraagformulier heeft ontvangen, komt<br />
hij bij zijn vraagbaak met de vraag of dat niet vreemd is. Hij vraagt zich af hoe de<br />
aanvraagprocedure eigenlijk in elkaar zit. Hij vraagt zich ook af hoe hoog die<br />
uitkering eigenlijk is en hoe lang die duurt. Vroeger duurde die toch tot je 65ste?<br />
a. Wat kun je hem vertellen over de aanvraag van een uitkering?<br />
b. Wat vertel je Paul over de hoogte en duur van zijn WAO-uitkering?<br />
Vervolg casus<br />
Vlak voordat de WAO-aanvraag de deur uitgaat, krijgt Paul een aanbod voor een<br />
administratieve baan bij een ander bedrijf in het dorp. Hij kan daar over drie<br />
maanden aan de gang en trachten het arbeidsproces weer in te komen. Paul heeft<br />
hierover met zijn werkgever en mogelijk toekomstige werkgever een gesprek gehad.<br />
Hij moet nog wel wat scholing hebben om de taak te kunnen uitvoeren evenals een<br />
aangepaste kantoorstoel. Paul is erg blij en komt bij zijn vraagbaak met de volgende<br />
vragen:<br />
a. Wat betekent dit voor zijn WAO-aanvraag?<br />
b. Wat zijn eventueel de wettelijke mogelijkheden om deze reïntegratie te doen<br />
slagen?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Onderdelen 1.8.9
Vervolg casus<br />
Na een half jaar blijkt de reïntegratie niet gelukt te zijn. Paul kan slechts korte tijd<br />
achter elkaar zitten en kan zich door de rugpijn slecht concentreren. Hierdoor heeft<br />
hij nog steeds problemen met het werken met de computer. Paul heeft een WAOaanvraag<br />
de deur uitgedaan en is gekeurd. Hij is het niet eens met de beslissing van de<br />
UWV. Hij komt namelijk voor een veel lager percentage in de WAO dan dat Paul zelf<br />
redelijk vindt.<br />
a. Wat voor mogelijkheden heeft Paul om tegen de beslissing van het UWV in te<br />
gaan?<br />
b. Wat kan de bond hierbij voor hem betekenen?<br />
c. Hoe zit het met het met eventuele ‘herkeuringen’?<br />
Vervolg casus<br />
Paul heeft na een jaar een herkeuring gehad en is aanzienlijk lager afgeschat. Hij is in<br />
bezwaar en beroep gegaan maar het heeft niet gebaat. Hij zit nu nog maar voor een<br />
klein deel in de WAO. Het UWV meent namelijk dat hij bijvoorbeeld best licht<br />
magazijnwerk zou kunnen doen. Hij is intussen ontslagen bij zijn baas (hij is langer<br />
dan twee jaar arbeidsongeschikt) en weet nu even niet meer wat te doen.<br />
De consulent van het UWV heeft hem wel het een en ander uitgelegd over andere<br />
uitkeringen en regelingen maar Paul kan die informatie niet meer terughalen.<br />
Daarom heeft hij een afspraak gemaakt met jou als vraagbaal.<br />
a. Welke mogelijkheden biedt de sociale zekerheid Paul?<br />
b. Op welke regeling kan Paul een beroep doen om zijn reïntegratie naar het<br />
arbeidsproces te bevorderen?<br />
1.8.10 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Onderdelen
Deel 2<br />
Werkmap<br />
Opfriscursus<br />
Zelfstudie<br />
IBb<br />
Uitwerkingen<br />
De vraagbaak in de praktijk | Gebruik de vuistregels |<br />
CAO zoekvragen | Duur en vorm van de arbeidsovereenkomst<br />
| Vragen over de beëindiging van de<br />
arbeidsovereenkomst | De juiste vragen | Vragen over<br />
Bedrijfstakeigen regelingen | Aan de slag met de WW |<br />
Vragen over het eerste ziektejaar | Antwoorden op de<br />
casus van Henk de Graaf | Dossier Ter Haar<br />
2 | Uitwerkingen
2.1 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 1 |<br />
De praktijk van de vraagbaak<br />
Antwoord op vraag 1<br />
Onjuist | Als een vraagbaak een aanvraag Individuele Dienstverlening invult,<br />
stuurt hij deze altijd op aan de Manager Eerste lijn. Dit is de functionaris die deze<br />
doorstuurt, verwijst of zelf aanpakt.<br />
Antwoord op vraag 2<br />
Onjuist | Een vraagbaak neemt nooit contact op met derden over een vraag van<br />
dat het lid hem stelt. Hiermee schendt hij de privacy van het lid. De vraagbaak<br />
gaat altijd uit van de informatie die het lid hem geeft.<br />
Antwoord op vraag 3<br />
Ja.<br />
Antwoord op vraag 4<br />
Het is niet juist om de Manager eerste Lijn op het regiokantoor te raadplegen.<br />
De vakbondsconsulent is de achterwacht en kringbegeleider van de vraagbaak.<br />
De vraag moet dus ook bij deze functionaris worden neergelegd.<br />
Antwoord op vraag 5<br />
B is juist | De zoon kan zelf lid zijn van een bond. Hij is werknemer en werkt al een<br />
tijdje. Alleen voor nieuwe jonge mensen in de bouw die korter dan een jaar in de<br />
bedrijfstak werken is een aparte regeling. Deze jonge man werkt er al een jaar of<br />
twee. Vraagbaken kunnen niet-leden wel eenmalig informatie of advies geven of<br />
doorverwijzen.<br />
Antwoord op vraag 6<br />
Onjuist | Een vraagbaak heeft nooit contact met derden en gaat dus ook niet<br />
mee op gesprek naar een werkgever. Ook al stelt de vraagbaak zich<br />
terughoudend op, dan nog associeert de werkgever de aanwezigheid met de<br />
bond. Ook zich terughoudend opstellen door alleen aanvullende vragen te<br />
maken roept om problemen. Voordat je het weet, ga je te ver en zit je de<br />
belangen van het lid te behartigen. In tijden van juridisering kunnen dergelijke<br />
contacten op een vervelende manier door een werkgever ‘gebruikt’ worden.<br />
Antwoord op vraag 7<br />
Onjuist | De vraagbaak raadpleegt in dit geval zijn vakbondsconsulent.<br />
Deze is tenslotte achterwacht.<br />
Antwoord op vraag 8<br />
Onjuist | Het aanvraagformulier Individuele Dienstverlening wordt ingevuld in<br />
aanwezigheid van het lid. Deze kan dan nog nalezen of alles correct in<br />
weergegeven en zet als akkoord zijn handtekening eronder.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.1.1
Antwoord op vraag 9<br />
Onjuist | De vraagbaak gaat met zijn mening dat de bond niets voor hem kan<br />
doen, op de stoel van de rechter zitten. Het is niet aan de vraagbaak om een<br />
oordeel te hebben. Hij moet dus een intake maken en direct doorsturen aan de<br />
MEL. Sowieso moet de vraagbaak bij ontslagzaken erg voorzichtig zijn.<br />
Het ontslagrecht is zeer gecompliceerd en ken veel ‘grijs’ gebied. Een vraagbaak<br />
is niet geschoold om de juiste inschatting te maken.<br />
2.1.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.2 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 2 |<br />
Gebruik de vuistregels<br />
Antwoord op vraag 1<br />
Van de oude werkgever is niet bekend of hij is aangesloten bij een werkgeversorganisatie<br />
voor bouwbedrijven. Ook is niet bekend of in de individuele<br />
arbeidsovereenkomst staat dat de CAO Bouwbedrijven van toepassing is op de<br />
arbeidsovereenkomst. Vuistregel 1 geeft een handreiking om te beoordelen<br />
welke CAO van toepassing is. De Bouw CAO is van toepassing. Tenminste;<br />
we gaan er in deze casus van uit dat de CAO Bouwbedrijf 2002-2004 geldt voor<br />
deze werknemer.<br />
In artikel 10 lid 2, bijlage 5 wordt ingegaan op de opzegtermijn voor een werknemer<br />
van 46 jaar met 6 volle dienstjaren. De opzegtermijn is 3 weken.<br />
De opzegtermijn vangt aan per de eerstvolgende loonweek en dient schriftelijk<br />
te worden opgezegd (artikel 10 lid 3).<br />
Als de CAO niet van toepassing is op de arbeidsovereenkomst heeft werkgever<br />
nog steeds geen gelijk: de opzegtermijn voor werknemers bedraagt altijd<br />
1 maand (Art. 7:672 BW). Deze gaat inderdaad pas in per de eerstvolgende<br />
maand na de maand waarin het dienstverband is opgezegd.<br />
De opzegtermijn van twee maanden waar werkgever op doelt, geldt voor<br />
werkgevers bij een dienstverband van meer dan 5 maar korter dan 10 jaar.<br />
De arbeidsovereenkomst moet volgens Art.10 lid 3 van de CAO altijd schriftelijk<br />
opgezegd worden.<br />
Antwoord op vraag 2<br />
Werkgever is lid van de werkgeversorganisatie voor Bouwbedrijven; de CAO<br />
Bouwbedrijf is van toepassing voor werknemers van dit bedrijf, ook als de CAO<br />
niet algemeen verbindend is verklaard.<br />
Hoofdstuk 6 van de CAO gaat in op de functie-indeling en loonafspraken; Artikel<br />
17 lid 1 verwijst naar bijlage 1 (functielijst) en artikel 18 lid 1.a. verwijst naar<br />
bijlage 8; de lonen. De functie van funderingsspecialist hoort thuis in groep E.<br />
Vervolgens vind je in bijlage 8D de garantielonen voor vakvolwassen<br />
werknemers per week.<br />
De lonen na juli 2002 vind je niet terug in de CAO. Hiervoor moet je gebruik<br />
maken van de meest recente cijferspecial. Op het moment van het maken van<br />
deze <strong>opdracht</strong> is gebruikgemaakt van die per 1 juli 2004. Het weekloon komt<br />
neer op € 538.00 per week.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.2.1
2.2.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.3 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 3 |<br />
CAO zoekvragen<br />
Antwoord op vraag 1<br />
In 2004 | 39 werkdagen.<br />
Zie artikel 27A lid 1c van de CAO Schilders-, afwerkings- en Glaszetbedrijven.<br />
Antwoord op vraag 2<br />
Nee | een dergelijk verzoek is in beginsel bespreekbaar en wordt gehonoreerd,<br />
tenzij bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten. Over wat die bedrijfsbelangen<br />
inhouden kan discussie ontstaan! Zie artikel 9a van de UTA CAO.<br />
Antwoord op vraag 3<br />
Het huwelijk wordt gelijkgesteld aan een geregistreerd partnerschap en<br />
afhankelijk van de dag dat hij de registratie laat plaatsvinden krijgt hij<br />
1 of 2 dagen vrij. Zie artikel 33 lid 1d juncto artikel 1 lid 7d van de CAO<br />
Bouwbedrijf. Het huwelijk is op een donderdag dus hij krijgt 2 dagen vrij.<br />
Antwoord op vraag 4<br />
CAO woco, bladzijde 61 artikel 12.3.1.<br />
Schema pensioenpremie 2004 .<br />
(vroegpensioen: werkgever 5,2%, werknemer: 2,3% (totaal 7,5%).<br />
Antwoord op vraag 5<br />
CAO Schilders-, en afwerkingsbedrijf (2003/2005).<br />
Artikelen 9 lid 3 en 9 lid 4. (blz. 26).<br />
De werkgever mag de werknemer uitlenen. De werknemer is dit echter niet<br />
verplicht. Indien tijdelijk arbeid geleverd wordt in een ander bedrijf zal de<br />
werknemer minimaal hetzelfde loon ontvangen dat hij bij zijn eigen werkgever<br />
normaliter ontvangt.<br />
Antwoord op vraag 6<br />
CAO meubelindustrie: bladzijde 24, artikel 26. Lid 1. Sub b, c, d. het gaat om<br />
15 % toeslag op morgen en middagdienst en 30 % toeslag op een nachtdienst.<br />
Antwoord op vraag 7<br />
Bladzijde 45, artikel 25. Lid 6: Wanneer een leerling in het kader van de<br />
beroepsopleidende leerweg (BOL) de beroepspraktijkvorming volgt, is de<br />
werkgever krachtens de WEB gehouden het door de onderwijsinstelling<br />
voorgeschreven model van de beroepspraktijkvormingsovereenkomst te<br />
volgen. De stageregeling voor de Bouw is hierbij van toepassing. Deze<br />
stageregeling is op te vragen bij de werkgevers- en werknemersorganisaties.<br />
Gedurende de beroepsopleidende leerweg, geldt voor de leerling als richtlijn<br />
per 1 augustus 2002 een vergoeding van € 290,00 bruto per maand of € 66,92<br />
bruto per week.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.3.1
Antwoord op vraag 8<br />
Kees heeft maar 8 weken recht op een aanvulling van zijn WW-uitkering uit het<br />
aanvullingsfonds. CAO-schilders- afwerkings- en glaszetbedrijf in Nederland,<br />
bladzijde 143, Hoofdstuk 5 WW-aanvullingen, artikel 11. Lid 1.<br />
2.3.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.4 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 4 |<br />
Duur en vorm van de arbeidsovereenkomst<br />
Antwoord op vraag 1<br />
Pagina 93-94 en zie ook het antwoord op vraag 4.<br />
Antwoord op vraag 2<br />
Pagina 80-81+93 (2e kolom) + 94.<br />
Iemand heeft meer dan 3 tijdelijke contracten met dezelfde werkgever en er zit<br />
niet meer dan 3 maanden tussen de betreffende contracten: het vierde contract<br />
is een contract voor onbepaalde tijd (ontslagvergunning en opzegging zijn<br />
nodig).<br />
Als iemand met tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever in totaal drie jaar in<br />
dienst is. De periode tussen de contracten wordt meegeteld indien deze<br />
maximaal 3 maanden duurt.<br />
Antwoord op vraag 3<br />
Antwoord is te vinden op pagina 93:<br />
De werkgever kan het personeelsbestand aanpassen aan de hoeveelheid<br />
beschikbaar werk.<br />
De werkgever kan op deze manier een zieke werknemer vervangen.<br />
De werkgever kan rustig bekijken of een werknemer geschikt is.<br />
Antwoord op vraag 4<br />
Pagina 85, 1e kolom: In principe is er geen ontslagvergunning nodig voor het<br />
beëindigen van een contract voor bepaalde tijd. Dit contract eindigt<br />
automatisch op het afgesproken tijdstip. Dit kan anders liggen bij een<br />
tussentijds ontslag of opeenvolgende tijdelijke contracten.<br />
Antwoord op vraag 5<br />
Nee | zie pagina 94, 1e kolom.<br />
Antwoord op vraag 6<br />
Zie pagina 94, 2e kolom.<br />
Antwoord op vraag 7<br />
Pagina 36/37 en 94 onder kopje proeftijd.<br />
Vroeger was er een universele proeftijd voor alle soorten contracten van<br />
2 maanden. Nu zijn er twee mogelijkheden:<br />
1. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en een tijdelijk contract voor 2 jaar<br />
of langer: 2 maanden (maximaal!).<br />
2. Contract voor bepaalde tijd van 2 jaar of korter en contracten waarbij de<br />
einddatum niet vaststaat, bijvoorbeeld bij een project en ter vervanging van een<br />
zieke werknemer: maximaal 1 maand.<br />
Bedingt de werkgever een langere proeftijd dan deze maxima, dan geldt er<br />
helemaal geen proeftijd! Dit wordt wel de ‘ijzeren proeftijd’ genoemd.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.4.1
2.4.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.5 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 5 |<br />
Vragen over de beëindiging van<br />
de arbeidsovereenkomst<br />
1.<br />
Antwoord op vraag 1<br />
We kennen de volgende manieren om een arbeidsovereenkomst te beëindigen.<br />
Met wederzijds goedvinden;<br />
2. Beëindiging van rechtswege;<br />
3. Opzegging door werkgever of werknemer;<br />
4. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter;<br />
5. Ontslag op staande voet.<br />
Antwoord op vraag 2<br />
In onze sectoren komt het vaak voor dat er vanwege ‘einde werk’ een<br />
arbeidsovereenkomst beëindigd wordt. Bij beëindigen van ‘einde werk’<br />
hoeft geen sprake te zijn van verwijtbaarheid. Men kan op deze grond een<br />
arbeidsovereenkomst beëindigen met wederzijds goedvinden zonder dat er<br />
sprake is van verwijtbare werkloosheid. Werkloos worden wegens ‘einde werk’<br />
en zonder een ontslagvergunning van het CWI kan en zal dus recht geven op een<br />
uitkering. Waar het om gaat is of de ontslagreden deugt. Is dat zo dan zal protest<br />
en een CWI/periode het ontslag niet tegenhouden. Een praktisch probleem doet<br />
zich voor als de werknemer de situatie niet goed kan beoordelen en of het<br />
anciënniteitbeginsel goed wordt toegepast. Bij twijfel is het advies niet met het<br />
wederzijds ontslag akkoord te gaan.<br />
Antwoord op vraag 3<br />
Bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt deze<br />
automatisch.<br />
Dit is onder andere het geval bij:<br />
Beëindiging van een tijdelijke arbeidsovereenkomst<br />
Overlijden van de werknemer.<br />
Antwoord op vraag 4<br />
Bij een eenzijdige beëindiging door opzegging heeft<br />
De werkgever | toestemming CWI nodig<br />
Werknemer | geen toestemming CWI nodig<br />
De bewering is dus onjuist.<br />
Antwoord op vraag 5<br />
De werkgever heeft geen toestemming van het CWI nodig bij :<br />
Ontslag op staande voet<br />
Faillissement<br />
Ontslag tijdens proeftijd.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.5.1
1.<br />
Antwoord op vraag 6<br />
Het juiste verloop van een BBA-procedure is:<br />
Werkgever vraagt toestemming bij CWI;<br />
2. Werknemer ontvangt afschrift;<br />
3. De Functionaris Juridische Zaken (FJZ) van het Centrum voor Werk en Inkomen<br />
(CWI) stelt de werknemer in de gelegenheid om verweer te voeren;<br />
4. Werknemer kan binnen 14 dagen verweer voeren;<br />
5. Na aanvraag en verweer volgt soms een ‘tweede ronde’;<br />
6. Bespreking in ontslagcommissie; ontslagvergunning wordt al dan niet verleend;<br />
7. Toestemming: werkgever zegt ontslag aan;<br />
8. Opzegtermijn gaat lopen.<br />
Antwoord op vraag 7<br />
In dit geval is de vergunning niet verleend. Dat betekent dat de werkgever niet<br />
mag opzeggen en de arbeidsovereenkomst dus blijft bestaan. Nu Jasper zijn<br />
werkgever toch opzegt is dit ontslag vernietigbaar. Jasper moet zich hierop, het<br />
liefst schriftelijk, beroepen binnen 6 maanden na het ontslag. Indien dit gebeurd<br />
is, is het dienstverband blijven bestaan, ondanks de opzegging. Jasper moet<br />
moet beschikbaar blijven om arbeid te verrichten zijn werkgever moet het loon<br />
door blijven betalen. Natuurlijk kan de bond voor Jasper de nietigheid van het<br />
ontslag inroepen. Als Jasper dit wil maak je een intake en stuur je deze met de<br />
bijlagen naar de MEL.<br />
Antwoord op vraag 8<br />
In het ontslagbesluit zijn zes ontslaggronden geformuleerd waarvoor een<br />
ontslagvergunning kan worden gevraagd:<br />
1. Bedrijfseconomische redenen | het gaat financieel slecht met een bedrijf.<br />
Wie komt er dan in aanmerking voor ontslag? Hoofdregel is: wie het laatst is<br />
binnengekomen, moet er het eerst weer uit (last in, first out). Hier kunnen<br />
uitzonderingen op gemaakt worden, bijvoorbeeld als iemand een erg zwakke<br />
arbeidsmarktpositie heeft of iemand onmisbaar is voor het bedrijf.<br />
2. Arbeidsongeschiktheid wegens ziekte |<br />
In twee gevallen mogelijk:<br />
Aan het einde van twee jaar ziekteverzuim. Het CWI vraagt advies aan het<br />
UWV om te kunnen beoordelen of de werkgever geen passend werk heeft<br />
voor de werknemer en herstel van de werknemer niet binnen 6 maanden<br />
wordt verwacht.<br />
Als de werkgever meent dat de werknemer niet voldoende meewerkt aan zijn<br />
reïntegratie kan hij in het uiterste geval een ontslag vergunning aanvragen bij<br />
het CWI. In dit geval vervalt het opzegverbod. Hierbij zal de werkgever<br />
aannemelijk moeten maken dat de werknemer zonder deugdelijke grond<br />
weigert mee te werken aan zijn reïntegratie.<br />
2.5.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
Hij moet het oordeel van zijn eigen Arbo-dienst aan het CWI overleggen en<br />
alle overige gegevens waaruit blijkt dat de werknemer verwijtbaar heeft<br />
gehandeld. Vervolgens betrekt het CWI altijd het deskundigenoordeel van<br />
het UWV bij zijn beslissing.<br />
3. Ook veelvuldig ziekteverzuim waardoor een ernstige verstoring van de<br />
werkzaamheden in de organisatie optreedt, kan een reden voor een<br />
ontslagaanvraag zijn. Ook dan wordt advies gevraagd aan de UWV.<br />
4. Niet (meer) goed functioneren van de werknemer | de werkgever moet wel<br />
aantonen dat er met de werknemer over gesproken is en dat maatregelen zijn<br />
getroffen om het functioneren te verbeteren.<br />
5. Verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer | wangedrag van de<br />
werknemer. Bijvoorbeeld: altijd ruzie zoeken met collega’s klanten onheus te<br />
woord staan of ondanks herhaalde waarschuwingen te laat op het werk blijven<br />
verschijnen.<br />
6. Ernstige verstoring van de arbeidsverhouding | er is geen verbetering mogelijk en<br />
overplaatsing is geen mogelijkheid of helpt niet.<br />
7. Gewetensbezwaren | denk aan de bouwvakker die niet wilde meehelpen aan het<br />
bouwen van een silo voor een kernraket. De werkgever moet kunnen aantonen<br />
dat er geen mogelijkheid is voor een aangepaste functie.<br />
Antwoord op vraag 9<br />
Tegen de beslissing het ontslag wel of niet te verlenen is geen beroep mogelijk.<br />
Indien Loekie het niet eens is kan zij een kennelijk onredelijk ontslagprocedure<br />
starten. Deze procedure wordt gevolgd bij de rechter. Tegen de uitspraak van de<br />
rechter is wel beroep mogelijk. De bond kan voor haar een dergelijke procedure<br />
voeren. Als zij dat wilt doe je een intake.<br />
Bij procedurefouten kan men overigens naar de Nationale Ombudsman.<br />
Antwoord op vraag 10<br />
Werkgever mag niet opzeggen in de volgende situaties:<br />
Tijdens ziekte van werknemer < 2 jaar;<br />
Tijdens zwangerschap en bevallingsperiode;<br />
Vanwege lidmaatschap Ondernemingsraad;<br />
Vanwege voormalig lidmaatschap OR of betrokkenheid OR-verkiezingen;<br />
Vanwege lidmaatschap vakbond of vakbondswerk;<br />
Om discriminerende redenen;<br />
Vanwege gebruikmaking recht op ouderschapsverlof;<br />
Vanwege gebruikmaking regeling aanpassing arbeidsduur.<br />
Als er een opzegverbod geldt, en de werkgever wil toch de arbeidsovereenkomst<br />
verbreken, kan hij een procedure starten bij de rechter. (ontbinding aanvragen).<br />
Indien de werkgever opzegt terwijl er een opzegverbod is dan moet de<br />
werknemer zelf de vernietigbaarheid van het ontslag inroepen. Dat moet hij<br />
doen binnen 2 maanden nadat het ontslag is aangezegd.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.5.3
Het komt voor dat het CWI een ontslagvergunning afgeeft, terwijl er wel sprake<br />
is van een situatie die leidt tot een ontslagverbod. Indien deze situaties niet in de<br />
BBA procedure naar voren zijn gekomen/gebracht (door werkgever of<br />
werknemer), kan het CWI op basis van de beschikbare gegevens een vergunning<br />
afgeven. Als er toch een ontslagverbod aan de orde is, moet de werknemer<br />
binnen twee maanden na de opzegging zich op de vernietigbaarheid beroepen.<br />
Antwoord op vraag 10<br />
De ontbindingsprocedure ziet er als volgt uit:<br />
Indienen van een verzoekschrift door degene die ontbinding wil;<br />
Gelegenheid tot het schrijven van een verweerschrift;<br />
Gelegenheid om bij de rechter mondeling toelichting te geven;<br />
Rechter neemt beslissing;<br />
Geen opzegtermijnen; werknemer is verplicht schadevergoeding te eisen.<br />
Dit in verband met het recht op WW;<br />
Geen hoger beroep mogelijk.<br />
Er zijn twee hoofdgroepen van redenen die grond zijn voor een ontbinding van<br />
de arbeidsovereenkomst:<br />
Wegens omstandigheden die tot ontslag op staande voet zouden hebben geleid<br />
Indien de werkgever een werknemer geen ontslag op staande voet wil (of durft<br />
te) geven kan hij een ontbindingsverzoek indienen. Het durven heeft veelal te<br />
maken met de verstrekkende gevolgen die een ontslag op staande voet bij de<br />
rechter kan hebben. Ellenlange procedures en onvoorspelbare uitkomsten.<br />
Aan dit ontbindingsverzoek liggen dus dezelfde redenen ten grondslag die<br />
kunnen leiden tot een ontslag op staande voet. Indien de rechter besluit tot<br />
ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt er geen ontslagvergoeding<br />
toegekend. Wel kan de partij die aanleiding heeft gegeven tot het verzoek<br />
schadeplichtig worden gesteld;<br />
Wegens dusdanige verandering van omstandigheden dat dienstbetrekking snel moet<br />
eindigen<br />
Dit kunnen economische omstandigheden zijn of wegens verstoorde<br />
verhoudingen. Ook slecht functioneren kan een aanleiding zijn. Bij een<br />
ontbinding wegens veranderde omstandigheden kan de rechter wel een<br />
ontbindingsvergoeding toekennen. Dit is de zogenaamde kantonrechterformule.<br />
Er is geen hoger beroep mogelijk. Wel kan er een nieuw ontbindingsverzoek<br />
worden ingediend.<br />
Van een fictieve opzegtermijn is sprake totdat normaal gesproken de<br />
opzegtermijn zou zijn geëindigd. Na deze termijn geldt pas zijn recht op een<br />
WW-uitkering. Tot die tijd moet hij van zijn vergoeding zien rond te komen.<br />
2.5.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
Nog even wat verschillen tussen de ontbindingsprocedures en de<br />
ontslagvergunningsprocedure:<br />
Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst:<br />
Ontbinding wegens gewichtige redenen;<br />
Minder tijdrovend dan CWI-procedure;<br />
Geen opzegtermijn;<br />
Rechter stelt datum voor einde arbeidsovereenkomst vast;<br />
Ontslagvergoeding mogelijk;<br />
Geen hoger beroep ;<br />
Rechter toets redelijkheid van ontslag ;<br />
Ook werknemer kan ontbinding aanvragen.<br />
Antwoord op vraag 12<br />
Ga na of het lid zijn belangen door de bond behartigd wil zien.<br />
Niet altijd wil een lid dit omdat hij hoopt dat het ontslag zonder tussenkomst van<br />
de bond ingetrokken wordt. De vraagbaak moet dan het lid informeren over hoe<br />
deze dient te handelen:<br />
Het schrijven van een protestbrief (aangetekend verzenden);<br />
Zich beschikbaar houden voor werk;<br />
Als werkgever binnen 2 dagen niet reageert, moet lid direct contact met bond<br />
opnemen;<br />
Indien het lid zijn belangen door de bond wil laten behartigen doet de vraagbaak<br />
een intake die hij naar de MEL stuurt. Niet vergeten de bijlagen erbij te doen.<br />
De bond zal dan namens het lid protest aantekenen en aangeven dat het lid zich<br />
beschikbaar houdt voor werk.<br />
Alleen als aan alle vereisten voor het ontslag op staande voet is voldaan<br />
(onverwijld reden bekendmaken, ingang per direct, dringende reden) is dit<br />
ontslag toegestaan. Als werknemer het niet eens is met dit ontslag (er was<br />
volgens hem geen dringende reden) kan hij een beroep doen op de<br />
vernietigbaarheid van dit ontslag. De werknemer kan binnen zes maanden zich<br />
beroepen op het feit dat de werkgever geen ontslag heeft verleend zonder<br />
ontslagvergunning van het CWI. Een ontslag zonder ontslagvergunning is<br />
immers vernietigbaar. Indien er een opzegverbod aan de orde is kan de<br />
werknemer zich (binnen twee maanden) beroepen op het overtreden van dit<br />
verbod. Met regelmaat melden leden zich bij de bond vanwege ontslag op<br />
staande voet.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.5.5
2.5.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.6 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 6 |<br />
De juiste vragen<br />
Bij situatieschets 1<br />
Heb je het contract bij je?<br />
Is het een eerste contract of een verlengd contract?<br />
Is er een CAO van toepassing? Zo ja, wat zegt de CAO over verlengde contracten?<br />
Hoeveel tijd is er verstreken sinds de aanvang van het eerste contract? (in een<br />
aantal CAO’s geldt in plaats van de 36 maanden termijn een maximale periode<br />
van 12 maanden)<br />
Hoeveel tijd zat er (eventueel) tussen de verschillende contracten?<br />
Wanneer begon je contract en wanneer loopt het af?<br />
Onder welke CAO val je?<br />
Wat voor soort contract heb je? (in relatie met de arbeidsduur)<br />
Bij situatieschets 2<br />
Waar staat de proeftijd vermeld? In de individuele arbeidsovereenkomst of in de<br />
CAO?<br />
Was het een eerste contract of was deze werknemer al eerder bij deze baas<br />
werkzaam, bijv. als uitzendkracht? In dat geval is de proeftijd nietig.<br />
Hoe lang is de proeftijd? Soms is maar een proeftijd van een maand geldig.<br />
Is de beëindiging niet in strijd met de wet Gelijke Behandeling, bijvoorbeeld<br />
omdat het bondslid zwanger is? Ook dan is het ontslag nietig.<br />
Heb je je arbeidsovereenkomst op schrift?<br />
Bij situatieschets 3<br />
Gaat het om een tijdelijk contract dat van rechtswege afloopt?<br />
Is er een CAO die het mogelijk maakt dat ook een tijdelijk contract dat is verlengd<br />
automatisch afloopt?<br />
Is het object waarop je werkzaam was afgelopen en is er geen ander werk meer?.<br />
Gaat het om een ontslag in proeftijd of tijdens ziekte?<br />
Is er volgens de werkgever sprake van ontslag op staande voet?<br />
Bedoelt de werkgever misschien dat hij ontbinding gaat aanvragen bij de<br />
kantonrechter?<br />
Wat is de reden?<br />
Ben je het ermee eens?<br />
Wat vind je ervan?<br />
Speelt het al?<br />
Is het ontslag al aangezegd?<br />
Bij situatieschets 4<br />
Hoe lang is de werknemer in dienst?<br />
Wil de werknemer in de proeftijd weg?<br />
Welke CAO is van toepassing?<br />
Wat staat er voor opzegtermijn in de CAO of in de individuele<br />
arbeidsovereenkomst?<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.6.1
Deze oefening is bedoeld om aan te geven dat je als vraagbaak door het stellen<br />
van vragen duidelijk krijgt waar het eigenlijk om gaat bij het lid. Bij ontslagvragen<br />
is het namelijk van groot belang dat de juiste informatie boven tafel<br />
komt. Een ongeluk zit in een klein hoekje en een vergissing op grond van<br />
verkeerde informatie is snel gemaakt. Dit betekent dat aan een klant de juiste<br />
vragen gesteld moeten worden om alle benodigde informatie te krijgen.<br />
2.6.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.7 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 7 |<br />
Vragen over Bedrijfstakeigen<br />
regelingen<br />
Antwoord op vraag 1<br />
Aanpak door vraagbaak:<br />
CAO-boekje raadplegen, regeling nalezen;<br />
Rechtenoverzicht controleren;<br />
Bij de eerste melding moet de werknemer de werkgever mondeling op de<br />
achterstand aanspreken;<br />
Bij de tweede achterstandsmelding moet de vraagbaak een intake doen.<br />
De bond zorgt voor een brief aan de werkgever met het verzoek de premie te<br />
storten;<br />
Bij de derde achterstandsmelding zal de gang naar de rechter gezocht worden.<br />
Waarom is het dat leden alert reageren bij een achterstand? Bij een faillissement<br />
neemt het UWV de verplichtingen over. Naast de uitbetaling van de WW stort<br />
het UWV ook de achterstallige premies. Dit doet het UWV echter alleen als de<br />
werknemer zelf de premie geclaimd heeft.<br />
Antwoord op vraag 1<br />
De vraagbaak geeft het advies de Bouwweerlijn te bellen: 0900 200 80 03 of<br />
0900 93 37 of kijken op www.winterservice.nl of www.vorstverlet.nl.<br />
Er is ook een helpdesk vorstverlet: 020 583 42 99.<br />
Men kan ook de vakbondstelefoon bellen: 0900 FNVBOUW of 0900 368 26 89.<br />
Verder kan men ook de eigen OR inschakelen. Ook kan men de werkgever op de<br />
afspraken in de CAO wijzen.<br />
De Bouwweerlijn is bepalend voor de hoogte van gevoelstemperatuur in de<br />
regio waarin de werknemer werkt. Als het weerstation in de regio van het<br />
werkobject aangeeft dat de gevoelstemperatuur -6°C of nog lager is en het vriest<br />
0,1°C dan mogen ze de werkzaamheden neerleggen. Moeten ze van de<br />
werkgever (of uitvoerder) toch aan het werk, dan moeten ze onmiddellijk de<br />
bond bellen die dan langs komt. Wel kan van de werknemers gevraagd worden<br />
ander passend werk te verrichten of op het werk te blijven. Er bestaat dus geen<br />
recht op vorstverlet. Als de werkgever voor vervangend werk kan zorgen dat<br />
goed is afgeschermd, blijft de werknemer gewoon aan het werk.<br />
Antwoord op vraag 3<br />
Vakkrachten die als uitzendwerknemer aan het werk zijn, komen niet in<br />
aanmerking voor vorstverletregeling. Heeft het uitzendbureau geen ander<br />
werk, dan kunnen ze een beroep doen op de WW. Deze uitkering wordt tot 100%<br />
aangevuld tot het vast overeengekomen loon zoals dat in de bouw CAO geldt.<br />
Nieuwkomers hebben geen recht op de aanvulling maar wel op WW (zie artikel<br />
4. lid 3 letter a, derde aandachtsstreepje Bouw CAO 2002-2004). Lees hiervoor<br />
ook het Infobulletin over vorstverlet in de Bouw Winter 2003-2004.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.7.1
Antwoord op vraag 4<br />
Artikel 2.13 gaat in op schadeloosstelling wegens inkrimping of reorganisatie.<br />
De aanvulling is tot 100% van het voor de werknemer geldende nettosalaris.<br />
Er zijn aparte regelingen voor werknemers van 22 tot 40 en van werknemers van<br />
40 jaar en ouder. De vrouw in de casus is 47 jaar en werkt 22 jaar bij woningcorporatie<br />
‘De Zon’. Zij heeft een dienstverband van 23 jaar en ontvangt<br />
derhalve 23 maanden een aanvulling.<br />
2.7.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.8 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 8 |<br />
Aan de slag met de WW<br />
Antwoord op vraag 1<br />
Kees komt in aanmerking voor een loongerelateerde WW uitkering want hij<br />
voldoet aan de:<br />
26 uit 39 weken-eis;<br />
De vier uit vijf eis (tellend vanaf het jaar voordat de werkloosheid optreedt dus<br />
2002, 2001, 2000, 1999, 1998).<br />
Zijn uitkering duurt 2 1 /2 jaar. Zie Consulentengids pagina 179 en 180.<br />
Op pagina 181 staat hoe het arbeidsverleden berekend wordt.<br />
Antwoord op vraag 2<br />
a. De arbeidsovereenkomst, en dus niet de premieafdracht, is de basis voor het<br />
verzekerd zijn voor de WW. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst indien:<br />
Er persoonlijke arbeid wordt verricht;<br />
Er loon wordt verdiend;<br />
Er een gezagsverhouding bestaat.<br />
Zie bladzijde 170 van de Consulentengids. Daar staat dat de werkloze,<br />
werknemer moet zijn in de zin van de WW. In het algemeen is iedereen<br />
verzekerd die in loondienst bij een werkgever werkt.<br />
a. Nee, dit is afhankelijk van:<br />
Referte-eisen: weken eis: 26 uit 39 en vier-uit-vijf-eis;<br />
Verwijtbaarheid;<br />
Beschikbaarheid voor werk;<br />
Verplichtingen naleven.<br />
(Consulentengids pagina 171, 174 t/m 178)<br />
Antwoord op vraag 3<br />
Er is sprake van werkloosheid indien iemand voldoet aan de volgende<br />
voorwaarden:<br />
Relevant arbeidsurenverlies;<br />
Geen recht op doorbetaling van loon;<br />
Beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt.<br />
Arbeidsuren zijn de uren die iemand in de 26 weken onmiddellijk voorafgaande<br />
aan het intreden van het urenverlies gemiddeld per week heeft gewerkt<br />
(zie bladzijde 171 van de Consulentengids).<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.8.1
Antwoord op vraag 4<br />
Zie bladzijde 176 tot 178 van de Consulentengids 2004.<br />
Het gaat dan om:<br />
Registratie bij het CWI;<br />
Op tijd aanvragen van de uitkering;<br />
Houden aan controlevoorschriften;<br />
Werkbriefje tijdig inleveren;<br />
(zie bijlage ‘werkbriefje’ en uitspraak rechtbank over sollicitatieplicht)<br />
Actief naar werk zoeken;<br />
Passend werk aanvaarden;<br />
Meewerken aan opleiding en omscholing;<br />
Inlichtingenplicht.<br />
De folder ‘Hoe zit het met de WW’ geeft informatie over de rechten en plichten<br />
van een werkloze. De folder zit als bijlage in de cursistenmap.<br />
Antwoord op vraag 5<br />
Situatie 1<br />
39 weken terug tellen is tot begin juni 2003. Hij heeft gedurende 3 maanden<br />
( = 13 weken) maar in 6 daarvan gewerkt, dus van die 13 weken tellen er maar<br />
6 mee. Dat betekent dat hij van de laatste 39 weken in 32 weken rechten heeft<br />
opgebouwd: ja hij heeft voldaan aan de wekeneis.<br />
Situatie 2<br />
Een van de drie voorwaarden om een ww-uitkering te kunnen krijgen is de<br />
zogenaamde wekeneis. Iemand voldoet aan die eis als hij/zij in de 39 weken<br />
direct voorafgaande aan de werkeloosheid tenminste 26 weken heeft gewerkt<br />
(tenminste 1 dag per week). Voor het bepalen van deze eis tellen weken van<br />
volledige arbeidsongeschiktheid niet mee. Ziekte heeft op die manier geen<br />
negatieve invloed op het moeten voldoen aan de wekeneis.<br />
Ellen is twee maanden ziek geweest. Deze weken tellen echter niet mee bij het<br />
bepalen van de wekeneis. Hierdoor voldoet Ellen wel aan de eisen voor een WW<br />
uitkering (Consulentengids pagina 174).<br />
Antwoord op vraag 6<br />
Bladzijde 175 van de Consulentengids zegt daar het volgende over. Iemand kan<br />
ziek zijn op het moment dat hij zijn werk of baan verliest. Betaalde de werkgever<br />
loon door tijdens ziekte dan stopt dat met het ontslag. Er ontstaat meteen recht<br />
op ziekengeld dat doorloopt tot de werkloze beter is.<br />
De CAO’s die FNV Bouw afsluit kennen aanvullingsregelingen tot 100% van het<br />
ziekengeld.<br />
2.8.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
Antwoord op vraag 7<br />
Zie bladzijde 175 van de Consulentengids 2004.<br />
Uitsluitingsgronden voor de WW-uitkering zijn: o.a. detentie, leeftijd 65+,<br />
verblijf in buitenland anders dan vakantie. Zodra een uitsluitingsgrond is<br />
opgeheven, herleeft het resterende recht op een WW-uitkering. Naast<br />
uitsluitingsgronden zijn er weigeringsgronden.<br />
Bij weigeringsgronden geldt: ééns verloren blijft verloren. Om precies te<br />
bepalen welke maatregel (gehele of gedeeltelijke, blijvende of tijdelijke<br />
weigering van de uitkering) of welke boete bij welke gedraging/plicht hoort,<br />
is de Wet Boeten en Maatregelen in het leven geroepen. Sinds de inwerkingtreding<br />
van deze wet (augustus 1996) zijn de uitvoeringsorganisaties verplicht<br />
om de sancties toe te passen.<br />
Antwoord op vraag 8<br />
Iemand met een HBO-opleiding is na 6 maanden verplicht om werk te<br />
aanvaarden op een lager niveau (MBO). Indien dan na weer 6 maanden ook geen<br />
baan op het eigen of mbo-niveau is gevonden, wordt LBO-niveau passend<br />
gevonden. Na 18 maanden is iedere baan passend.<br />
De brochure van het UWV ‘Ik kan wel wat beters krijgen’ geeft informatie over<br />
passend werk. Deze brochure zit als bijlage in de cursistenmap.<br />
Antwoord op vraag 9<br />
Situatie 1<br />
Ja | periode waarop een werknemer recht heeft op een WAO uitkering tellen<br />
mee. Zie consulentengids pagina 179 en 180.<br />
Situatie 2<br />
Nee | Want: je moet van de laatste 5 jaar in tenminste 4 jaar op 52 dagen<br />
hebben gewerkt. Trees is een jaar weggeweest en heeft van de afgelopen<br />
vijf jaar er dus vier gewerkt. Twee jaar er tussenuit zou wel een probleem zijn<br />
geweest (Consulentengids pagina 179).<br />
Antwoord op vraag 10<br />
Als Toon deze baan weigert komt zijn recht op een WW-uitkering in gevaar.<br />
Een baan van 32 uur is namelijk passend. Hij is immers beschikbaar voor 40 uur.<br />
Voor de resterende uren blijft er een sollicitatieplicht bestaan. De cursisten<br />
hebben de folder van het UWV ‘Ik kan wel wat beters krijgen’. Hierin wordt op<br />
heldere wijze ingegaan op ‘passende arbeid en de WW’.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.8.3
Antwoord op vraag 11<br />
Alle verzekerden ontvingen elk jaar van het UWV een jaaroverzicht.<br />
Deze jaaroverzichten bieden een makkelijke manier om te achterhalen of je in<br />
een bepaald jaar WW-rechten hebt opgebouwd en welke jaren meetellen voor<br />
de verzekering. Het jaaroverzicht telt echter niet als officieel bewijs.<br />
Bij het berekenen deze referte-eis telt het huidige jaar niet mee. Je telt vanaf het<br />
jaar voorafgaande dat je werkloos werd. Voor 2004 gaat het dus om 2003, 2002,<br />
2001, 2000 en 1999.<br />
Antwoord op vraag 12<br />
a. 70 % van het minimumloon. Duurt maximaal een half jaar. In de pijplijn zit het<br />
plan de kortdurende uitkering af te schaffen.<br />
b. 70 % van het dagloon. De duur is afhankelijk van het arbeidsverleden met een<br />
maximum van vijf jaar.<br />
c. 70 % van het bruto minimumloon Voor wie minder verdiende is dat 70 % van het<br />
verdiende dagloon. De duur is twee jaar. Voor 57 1 /2 jarigen 31 /2 jaar.<br />
De vervolguitkering is afgeschaft voor alle nieuwe gevallen van na en op<br />
11 augustus 2003. Indien men voor 11 augustus 2003 werkloos is geworden of<br />
ontslag kreeg aangezegd, dan bestaat er wel recht op de vervolguitkering.<br />
Was men jonger dan 57 1 /2 en werkloos voor 11 augustus?<br />
Een maximale vervolguitkering van 2 jaar;<br />
Was men ouder dan 57 1 /2 en werkloos voor 11 augustus 2003?<br />
Recht op een vervolguitkering tot 65 jaar (zie ook de Consulentengids<br />
pagina 182).<br />
Antwoord op vraag 13<br />
Er kan eenvoudig gesteld worden dat werknemer aan de 26 uit 39 weken<br />
referentie-eis heeft voldaan; hij werkt er immers al een paar jaar en er wordt<br />
niets gezegd over langdurige arbeidsongeschiktheid. Hij heeft dus in elk geval<br />
recht op de kortdurende minimumuitkering.<br />
Om een loongerelateerde WW-uitkering te ontvangen moet de werknemer ook<br />
aan de 4-uit-5-eis voldoen. Heeft hij in de 5 jaren voorafgaande aan het jaar<br />
waarin zijn werkloosheid is ontstaan gewerkt en heeft hij loon ontvangen?<br />
Helaas niet: hij zou daarvoor gedurende 52 dagen verzekerd moeten zijn<br />
geweest in de jaren 2003, 2002, 2001, 2000 en 1999. Hij is echter in december<br />
2000 in dienst getreden, dus dat jaar voldoet hij niet aan de eis. Volgens de casus<br />
is hij gelijk na de opleiding gaan werken in december 2000, dus we kunnen ervan<br />
uitgaan dat hij daarvoor geen arbeidsverleden heeft opgebouwd. Werknemer<br />
heeft dus geen recht op een loongerelateerde WW-uitkering.<br />
2.8.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
Antwoord op vraag 14<br />
Zie bladzijde 201 van de Consulentengids 2004. Connie blijft in principe in het<br />
ziekenfonds.<br />
Op het moment dat zij particulier verzekerd is, blijft zij dat ook gedurende het<br />
eerste jaar van haar uitkering (bij loongerelateerde uitkering). Voor een<br />
kortdurende uitkering geldt een andere regeling; dan vervalt men weer in<br />
ziekenfonds.<br />
Antwoord op vraag 15<br />
Op zich heeft vrijwilligers werk geen negatieve invloed op het recht op WW.<br />
Wie onbetaald werk gaat verrichten moet dit melden bij het UWV (ter<br />
beoordeling). Wel moet iemand beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt en<br />
dus aan zijn sollicitatieverplichtingen blijven voldoen. Zie pagina 198 van de<br />
Consulentengids.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.8.5
2.8.6 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.9 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 9 |<br />
Vragen over het eerste ziektejaar<br />
Antwoord op vraag 1<br />
In het eerste jaar geld een inkomen 70% van het loon, maar tenminste het<br />
geldende minimumloon. In veel CAO’s wordt dit aangevuld tot 100%.<br />
In het tweede jaar geldt een inkomen van 70% van het laatstverdiende loon.<br />
Voor 2004 geldt (vooralsnog) dat de sociale partners zijn overeengekomen dit<br />
niet aan te vullen. Om in aanmerking te komen voor een WAO uitkering mag in<br />
het tweede jaar geen aanvulling plaatsvinden.<br />
Antwoord op vraag 2<br />
Hij kan eerst proberen de bedrijfsarts contact op te laten nemen met zijn<br />
huisarts. Levert dat niets op, dan kan hij een second opinion aanvragen bij de<br />
UWV. Hij moet de werkgever daarvan melding doen. De werkgever kan loon<br />
inhouden tot aan de uitspraak van de UWV.<br />
Antwoord op vraag 3<br />
Nee | het is verboden om de werknemers te verplichten de aard van hun ziekte te<br />
melden.<br />
Antwoord op vraag 4<br />
a. Ja | vanaf 2003 heeft hij die verplichting.<br />
b. Als het komt tot een WAO-aanvraag kan de UWV de werkgever een sanctie<br />
opleggen op grond van het te weinig zoeken naar passende arbeid buiten het<br />
eigen bedrijf. De sanctie bestaat uit een loondoorbetaling van drie tot twaalf<br />
maanden extra.<br />
c. De werknemer moet eerst een eigen oordeel vellen over de vraag of het<br />
aangeboden werk passend is. Uiteraard moet het werk passen bij zijn<br />
lichamelijke mogelijkheden. Maar ook inhoud van de functie, de beloning en de<br />
reisafstand spelen een rol. Als er onenigheid blijft bestaan over het al dan niet<br />
passend zijn van de functie, kunnen werkgever of werknemer een deskundigen<br />
oordeel aanvragen bij de UWV.<br />
Antwoord op vraag 5<br />
3 jaar lang korting op zijn WW en WAO-premies (zie wet REA).<br />
Vijf jaar lang geen loondoorbetaling bij ziekte.<br />
Doorgaans een gedreven medewerker.<br />
Antwoord op vraag 6<br />
Eerst kan hij proberen om hierover in het eigen bedrijf overleg te hebben.<br />
Zo nodig met inschakeling van P&O en/of casemanager. Levert dit te weinig op,<br />
dan moet hij een uitgebreid oordeel met de juiste weergave van zaken<br />
meesturen met het reïntegratieverslag. Hopelijk zijn er goede verslagen<br />
opgenomen in het dossier en heeft hij een eigen logboek gemaakt met goede<br />
aantekeningen!<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.9.1
Antwoord op vraag 7<br />
Nee | een UWV-oordeel is niet bindend. Men kan in beroep gaan bij de<br />
bestuursrechter. Die zal het UWV-oordeel meewegen in zijn uitspraak.<br />
Indien de werkgever de loonbetaling heeft stopgezet, kan men een<br />
loonvordering indienen bij de kantonrechter. Daarvoor is het oordeel van de<br />
UWV nodig; dit zal worden meegewogen in de uitspraak van de rechter. Als er<br />
teveel verschil is tussen de verklaring van de behandelende artsen van de<br />
werknemer en het UWV zal de rechter een onafhankelijk deskundige om zijn<br />
oordeel vragen.<br />
Antwoord op vraag 8<br />
Deze stelling is onjuist | Naast de bijzondere situaties van faillissement en ontslag<br />
op staande voet (bv als de zieke werknemer steelt van het bedrijf of geweld<br />
gebruikt tegen collega’s), kan een werkgever, als hij vindt dat de zieke<br />
werknemer te weinig inspanningen levert om werkhervatting of reïntegratie<br />
mogelijk te maken, een ontslag aanvragen bij het CWI. De directeur van het CWI<br />
zal deze ontslagaanvraag beoordelen. Echter, de werkgever moet eerst de<br />
minder ingrijpende maatregel van stopzetting van de loonbetaling toepassen.<br />
Pas als de werknemer dan nog volhardt in zijn weigering om aan de reïntegratie<br />
mee te werken (zonder goede redenen), kan de werkgever tot de ontslagaanvraag<br />
overgaan. Werkgevers zullen deze sanctie vaker gebruiken in verband<br />
met het feit dat hem door het UIWV wordt verweten te weinig gebruik te<br />
hebben gemaakt van zijn mogelijkheden en de werkgever als sanctie zelf het<br />
loon verder moet doorbetalen.<br />
2.9.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.10 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 10 |<br />
Antwoorden op de casus van<br />
Henk de Graaf<br />
Antwoord op vraag 1<br />
Henk doet er wijs aan om de Arbo-dienst te vragen of de functie als timmerman<br />
in de werkplaats en leermeester voor hem met zijn rugklachten inderdaad tot de<br />
mogelijkheden behoren. Wellicht heeft de Arbo-dienst daarover in haar advies<br />
na 6 weken al over geschreven.<br />
Verder moet hij niet al te zeer onder de indruk zijn van de dreigementen van de<br />
leidinggevende. Zeker zo vroeg in het eerste ziektejaar zijn de door de<br />
leidinggevende aangeboden functies niet passend te noemen. Looninhouding<br />
of ontslag is niet aan de orde. Wel is het duidelijk dat de relatie tussen beide<br />
heren is verstoord.<br />
Henk doet er verstandig aan om contact te zoeken met de casemanager in het<br />
bedrijf om dit te bespreken. Als de leidinggevende tevens de casemanager is,<br />
moet hij in het Plan van Aanpak laten opnemen dat er een ander als casemanager<br />
optreedt.<br />
Verder is het wijs om bij het volgend gesprek een adviseur mee te laten gaan<br />
(van de bond). Als dit allemaal tot niets leidt kan Henk tenslotte de UWV om een<br />
deskundigheidsoordeel (second opinion) vragen.<br />
Antwoord op vraag 2<br />
Als vraagbaak kun je antwoord geven op een zuiver informatieve vraag<br />
(mits je voor 100% zeker bent over je antwoord). Maar als een vraag gekoppeld is<br />
aan een probleem en er een vervolgactie moet komen, moet je de zaak uit<br />
handen geven. In dit geval wil het lid graag ondersteuning, dus moet er<br />
doorverwezen worden.<br />
Antwoord op vraag 3<br />
WAO-begeleiders (van een regionaal REA-team) bieden ondersteuning bij<br />
verschillende soorten keuringen die plaatsvinden om het recht op een uitkering<br />
vast te stellen. Ze helpen bijvoorbeeld bij de voorbereiding van een gesprek met<br />
een verzekeringsgeneeskundige en/of arbeidsdeskundige. Of ze gaan mee naar<br />
zo’n gesprek. Een WAO-begeleider zou Henk kunnen bijstaan in het volgende<br />
gesprek met zijn leidinggevende.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.10.1
2.10.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
2.11 Uitwerking | <strong>opdracht</strong> 11 |<br />
Dossier Ter Haar<br />
Antwoord op vraag 1<br />
a. Nu Paul na acht maanden nog ziek is, komt inderdaad de WAO in zicht. Na acht<br />
maanden ziekte stuurt het UWV een brief waarin de werknemer er op attent<br />
wordt gemaakt dat hij een WAO-uitkering kan aanvragen(de aanvraag moet<br />
uiterlijk negen maanden na het begin van de arbeidsongeschiktheid bij het UWV<br />
binnen zijn). De werknemer moet dus zelf zijn WAO-uitkering aanvragen!!!<br />
Binnen 13 weken, na ontvangst van de aanvraag, moet het UWV een beslissing<br />
nemen over de aanvraag. Redt het UWV dat niet dan laat zij dat weten en stelt<br />
een nieuwe datum vast. Wijs Paul op de folders die hij hierover kan aanvragen bij<br />
het UWV (bijvoorbeeld via www.uwv.nl).<br />
Samen met de WAO-aanvraag ontvangt Paul ook het ‘Reïntegratieverslag bij de<br />
WAO-aanvraag’. Zijn werkgever en de Arbo-dienst sturen hem alle onderdelen<br />
van het Reïntegratieverslag toe. (werkgever is hiervoor verantwoordelijk) .<br />
Samen met zijn werkgever evalueert Paul het verloop van de reïntegratie. Paul<br />
zelf moet ook een evaluatie opstellen waarin hij zijn visie op het verloop van de<br />
reïntegratie weergeeft. Paul moet ervoor zorgen dat de WAO-aanvraag en het<br />
reïntegratieverslag voor de 39 ste ziekteweek naar UWV wordt verzonden.<br />
Vervolgens beoordeelt het UWV het reïntegratieverslag. Daarna wordt Paul<br />
uitgenodigd voor een gesprek met de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige.<br />
Als dat allemaal achter de rug is, stuurt het UWV Paul en zijn werkgever<br />
een brief over de (eventuele) toekenning en hoogte van de WAO-uitkering.<br />
b. Als vraagbaak moet je duidelijk zijn dat het UWV de hoogte en de duur van de<br />
uitkering vaststelt. Als vraagbaak kun je het lid alleen informeren over de<br />
algemene richtlijnen. Doe zelf nooit uitspraken waaruit het lid zou kunnen<br />
opmaken hoe zijn (financiële) situatie er concreet uit gaat zien. En zet zeker geen<br />
zaken op papier. De vraagbaak weet bijvoorbeeld niet hoe hoog het arbeidsongeschiktheidspercentage<br />
wordt. De vraagbaak kan Paul globaal de volgende<br />
informatie geven. De WAO kent een tweetal uitkeringen:<br />
1. Loondervingsuitkering<br />
De WAO uitkering is een bepaald percentage van het dagloon of het<br />
vervolgdagloon. Het dagloon is het loon dat Paul in zijn beroep gemiddeld<br />
per dag had kunnen verdienen in het jaar voorafgaand aan zijn<br />
arbeidsongeschiktheid. (incl. vakantietoeslag, gratificaties ed).<br />
Het maximumdagloon per 1 januari 2004 is € 167,70.<br />
2. Vervolguitkering<br />
Het vervolgdagloon bestaat uit een minimum en een aanvulling.<br />
De aanvulling bedraagt 2% van het verschil tussen het dagloon en het<br />
minimumloon, vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de werknemer op<br />
de eerste WAO-dag ouder is dag 15 jaar.<br />
De duur van de loondervingsuitkering is afhankelijk van de leeftijd waarop de<br />
werknemer in de WAO komt. In de consulentengids zijn de staatjes van hoogte<br />
en duur opgenomen.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.11.1
Antwoord op vraag 2<br />
a. Nu Paul de aanvraag binnen heeft; en hij bij een andere werkgever aan de slag<br />
gaat, kan hij drie dingen doen.<br />
De WAO-aanvraag de deur uit doen;<br />
Verlenging van de wachttijd WAO aanvragen;<br />
Geen aanvraag versturen.<br />
Het advies zou zijn dat in dit geval Paul de WAO-aanvraag de deur uit doet.<br />
Dan loopt de aanvraag door. Paul weet immers niet of de reïntegratie gaat<br />
lukken en hoe lang die gaat duren. Hoe langer de werkhervatting gaat duren,<br />
des te verstandiger het is om een WAO-aanvraag te doen.<br />
Wat ook kan is dat Paul samen met zijn werkgever een verlenging van de<br />
wachttijd bij het UWV aanvraagt. Bij de aanvraag kan aangegeven worden<br />
hoelang deze verlenging gaat duren. Als de wachttijd is verlengd betaalt de<br />
werkgever het loon door. (verlenging van wachttijd kan in dit geval alleen als de<br />
werkgever bereid is het loon door te betalen) Indien de reïntegratie lukt, zal de<br />
nieuwe werkgever Paul in dienst nemen. Is het salaris lager, dan kan er een WAOaanvraag<br />
ingediend worden. Dit kan ook als de reïntegratie niet lukt.<br />
De aanvraag moet dertien weken voor het einde van de verlengde wachttijd<br />
binnen zijn bij het UWV. Ook weer samen met her reïntegratieverslag.<br />
b. Als een werkgever een arbeidsgehandicapte aanneemt, kan hij een korting<br />
krijgen van maximaal € 1021 per jaar op de WAO-premie en € 1021 op het<br />
werkgeversdeel van de WW-premie. Paul zijn nieuwe werkgever zou dus € 2042<br />
minder aan sociale premies hoeven te betalen. De werkgever waar Paul gaat<br />
werken kan als hij hem in dienst neemt bijvoorbeeld drie jaar lang elke jaar een<br />
premiekorting (WW en WAO) krijgen. Voor elk jaar ten hoogste € 2042<br />
Als zijn werkgever kan aantonen dat de premiekorting niet voldoende is om Paul<br />
in dienst te houden kan de meerkosten vergoed krijgen. Deze kosten kunnen<br />
alleen vergoed worden als de dienstbetrekking is aangegaan voor minimaal<br />
6 maanden of als de werknemer in elkaar opvolgende dienstbetrekkingen<br />
minimaal 6 maanden in dienst is. Het gaat dan om kosten voor scholing,<br />
training, aanpassingen op het werk zelf en aanpassingen van de werkplek zelf.<br />
Daarnaast komt de werknemer zelf in aanmerking voor een aantal aanpassingen<br />
aan zijn werkplek (bijvoorbeeld een aangepaste bureaustoel).<br />
Deze aanpassingen moeten noodzakelijk zijn voor het kunnen uitoefenen van<br />
het werk en de werknemer moet ze kunnen meenemen naar een andere<br />
werkgever. Denk aan aangepaste apparatuur. Verder zijn er nog twee andere<br />
regelingen van kracht om de financiële risico’s bij het aannemen van een<br />
arbeidsgehandicapte werknemer te beperken. Dit zijn de no-risk-polis en de<br />
proefplaatsing. Het gaat te ver om daar dieper op in te gaan.<br />
2.11.2 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen
Antwoord op vraag 3<br />
a. Paul heeft de beslissing ontvangen maar is het er niet mee eens. Paul zou eerst<br />
om toelichting kunnen vragen. Misschien dat het hem daarna duidelijk is<br />
waarom de beslissing anders luidt dan hij had verwacht. Blijft Paul het er niet<br />
mee eens dan moet (in de regel) binnen zes weken een bezwaarschrift ingediend<br />
zijn. Bezwaarschriften die na de termijn binnenkomen, neemt UWV niet in<br />
behandeling. Is de termijn te kort? In dat geval kan er een voorlopig bezwaarschrift<br />
worden ingediend. Ons advies aan Paul zou zijn dat de bond het<br />
(voorlopig) bezwaar maakt en indient. De bond kan, zeker als daarom gevraagd<br />
wordt, het bezwaarschrift tijdens een hoorzitting toelichten. UWV beslist op<br />
basis van de aanwezige stukken en de toelichting die hij tijdens de hoorzitting<br />
geeft.<br />
Er is een beslissing geweest op het bezwaarschrift. Zowel de bond als Paul<br />
ontvangt daar een afschrift van. Hij is het er niet mee eens . Ook nu kan de bond<br />
iets voor hem doen door het aantekenen van beroep bij de rechter. Tegen deze<br />
uitspraak kan Paul nog in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.<br />
b. Paul kan bij de bond ondersteuning vragen. De bond kan hem informeren maar<br />
ook bijstaan bij het maken en indienen van bezwaar en beroep. De vraagbaak<br />
moet duidelijk vragen wat Paul van de bond verwacht. De vraagbaak raadt Paul<br />
af om zelf zijn bezwaar en beroep te maken. Dit is erg specialistisch werk en het<br />
zou jammer zijn als hij door zijn ondeskundigheid zichzelf tekort doet. belangen<br />
door FNV Bouw behartigd wil zien, vult de vraagbaak de aanvraag voor<br />
Individuele dienstverlening in. Ook de REA-begeleider kan dit doen.<br />
c. Paul moet er rekening mee houden dat een WAO-uitkering voor maximaal vijf<br />
jaar wordt toegekend. Daarna gaat UWV opnieuw bekijken of u in de WAO<br />
thuishoort en zo ja, voor welk percentage. Vertel Paul dat hij na een jaar gekeurd<br />
wordt. Deze is bedoeld om te beoordelen in hoeverre Paul (nog steeds) in de<br />
WAO thuishoort. Aan het eind van deze vijf jaar, ,moet Paul zelf tijdig (drie<br />
maanden voor het verstrijken van de uitkeringsduur) opnieuw een WAOuitkering<br />
aanvragen. Het recht erop wordt dan weer beoordeeld.<br />
Zelfstudiepakket IBb | 2004 | Uitwerkingen 2.11.3
Antwoord op vraag 4<br />
a. Nu Paul gedeeltelijk arbeidsongeschikts is verklaard en geen werk heeft kan hij<br />
naast de WAO-uitkering een WW-uitkering aanvragen. Als het totale inkomen<br />
van Paul en zijn eventuele partner lager wordt dan het sociaal minimum, dan<br />
heeft hij recht op een toeslag volgens de Toeslagenwet. Zolang hij recht heeft op<br />
een WW-uitkering, wordt zijn inkomen aangevuld tot het dan geldende sociaal<br />
minimum. De aanvraag hiervoor kan Paul aanvragen bij het CWI. Als Paul erg<br />
langer werkloos blijft, komt er een moment komen dat de periode van de<br />
loongerelateerde periode op grond van de Werkloosheidswet is verstreken.<br />
(Voor werknemers die voor 11 augustus 2003 werkloos zijn geworden, geldt<br />
nog de vervolguitkering. Werknemers die op of na 11 augustus 2003 werkloos<br />
zijn geworden, komen niet meer in aanmerking voor de vervolguitkering)<br />
Indien aan de voorwaarden wordt voldaan kan Paul een beroep worden gedaan<br />
op de IOAW of de bijstand. Deze kan hij aanvragen bij het CWI. Vergeet niet na te<br />
gaan of er in de CAO van Paul een aanvullingsregeling is opgenomen. Veel van<br />
onze CAO’s kennen namelijk aanvullingen op de WW-, of WAO-uitkering.<br />
b. Paul kan bij het UWV een Individuele Reïntegratie Overeenkomst aanvragen.<br />
Deze regeling is er voor arbeidsgehandicapte uitkeringsgerechtigden en<br />
WW’ers (zonder werkgever). Hij kan zelf een reïntegratietraject samenstellen en<br />
een reïntegratiebedrijf uitkiezen. Hij krijgt voor het traject maximaal twee jaar<br />
de tijd en het budget is € 5000. Het UWV toetst het plan en sluit vervolgens een<br />
overeenkomst met het reïntegratiebedrijf van Paul zijn keuze. Een belangrijke<br />
voorwaarde is dat het plan zeker kans biedt op terugkeer naar de arbeidsmarkt.<br />
Het gaat dan om duurzame arbeidshervatting (ten minste zes maanden).<br />
2.11.4 Zelfstudiepakket Opfriscursus IBb | 2004 | Uitwerkingen