SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD
SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD
SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Informatie en advies voor de praktijkbegeleider<br />
<strong>SPECIALE</strong><br />
<strong>AANDACHT</strong><br />
<strong>GEVRAAGD</strong><br />
Voor slechthorende en doVe stagIaIres<br />
In de werksItuatIe
InzIcht, herkennen, handelen<br />
Stagiaires met een auditieve en/of communicatieve<br />
handicap kunnen grofweg worden ingedeeld in<br />
drie groepen:<br />
• slechthorende en dove stagiaires;<br />
• stagiaires met Ernstige Spraak- en taal<br />
Moeilijkheden (ESM);<br />
• meervoudig gehandicapte dove of slechthorende<br />
stagiaires.<br />
Deze stagiaires hebben speciale aandacht nodig,<br />
zodat zij een realistisch toekomstperspectief ontwikkelen<br />
waarin hun (on)mogelijkheden in leren en<br />
werken een plek krijgen.<br />
Bij auditief en/of communicatief gehandicapten is<br />
vaak ook sprake van een autisme spectrum stoornis.<br />
Als hier sprake van is, verwijzen wij u voor<br />
aanvullende informatie en tips naar de brochure<br />
Speciale Aandacht Gevraagd voor stagiaires met<br />
autisme in de werksituatie.<br />
Een belangrijke boodschap voor u als praktijkbegeleider<br />
is dat een auditieve, communicatieve beperking<br />
ook invloed heeft op andere ontwikkelingsgebieden.<br />
Niet alleen de communicatie verloopt problematisch,<br />
maar ook de sociaal-emotionele en<br />
cognitieve ontwikkeling kunnen anders verlopen.<br />
Het is goed om te beseffen dat er sprake is van een<br />
blijvende functiebeperking waar de stagiaire en u<br />
als praktijkbegeleider mee moeten leren omgaan.<br />
U als praktijkbegeleider kunt ervoor zorgen dat een<br />
stagiaire met een auditieve, communicatieve beperking<br />
zo goed mogelijk functioneert in de werksituatie.<br />
Juist omdat u zo dicht bij deze stagiaires staat,<br />
kunt u eraan bijdragen dat zij betere kansen krijgen.<br />
Voor twee van de drie groepen is een brochure ontwikkeld<br />
om u verder op weg te helpen. De derde<br />
groep is achterwege gelaten aangezien deze deelnemers<br />
in het regulier middelbaar beroepsonderwijs<br />
niet of nauwelijks vertegenwoordigd zijn.<br />
leeswijzer<br />
U als praktijkbegeleider heeft een stagiaire met een<br />
gehoorbeperking of een dove stagiaire. In deze brochure<br />
leest u de belangrijkste kenmerken en consequenties<br />
voor de stagiaire. Daarna volgen specifieke<br />
tips en adviezen die u als praktijkbegeleider kunt<br />
gebruiken bij het begeleiden van de stagiaire met<br />
een gehoorbeperking of de dove stagiaire in de<br />
werksituatie. Vraagt u waar nodig ook ondersteuning<br />
aan de deskundigen van de school van uw<br />
stagiaire.<br />
Brochurereeks ‘speciale aandacht gevraagd’<br />
De brochurereeks ‘Speciale Aandacht Gevraagd’ bestaat uit verschillende onderwerpen die zijn uitgewerkt<br />
voor docenten en praktijkopleiders in het mbo. De brochures zijn te downloaden via www.rugzakinmbo.nl<br />
(zie ‘toolbox’). De volgende onderwerpen zijn beschikbaar:<br />
cluster 2 cluster 3 cluster 4<br />
• Ernstige Spraak- en taal<br />
Moeilijkheden (ESM)<br />
• Slechthorend en doof<br />
• Chronisch ziek<br />
• Lichamelijk gehandicapt<br />
• Autisme • Borderline stoornis<br />
• ADHD • NLD<br />
• Antisociale<br />
gedragsstoornis<br />
of ODD<br />
1
2<br />
slechthorendheId en doofheId<br />
wat is het<br />
In geval van slechthorendheid hoort iemand minder (kwantiteit) en anders (kwaliteit) dan een goedhorende. Alle<br />
geluiden, dus ook spraakklanken, komen niet alleen zachter, maar ook vervormd op de slechthorende over. In geval<br />
van doofheid kan iemand de spraakgeluiden langs de auditieve weg helemaal niet waarnemen. Doof zijn betekent<br />
niet dat je niets kunt horen. Doof zijn betekent dat je te weinig hoort om gesproken taal te leren. Wanneer iemand<br />
minder dan 90 dB hoort, dan wordt hij 1 als audiometrisch doof gezien.<br />
Binnen de groep doven en slechthorenden is er sprake van een grote diversiteit. De mate en de aard van het gehoor-<br />
verlies kan verschillen, evenals het tijdstip en de manier waarop het gehoorverlies is ontstaan. Verder kan de oorzaak,<br />
de leeraanleg, de hoorstatus van de ouders en de acceptatie van de ouders van het gehoorverlies verschillen en van<br />
invloed zijn op de ontwikkeling van de deelnemer. Voor doofgeborenen is gebarentaal de moedertaal, voor mensen<br />
die later doof worden kan dat verschillen.<br />
wat merkt u, wat ziet u<br />
Slechthorenden horen minder en vooral ook slechter<br />
dan goedhorenden. Het vervelende daarbij is<br />
dat een slechthorende niet weet wat hij slecht hoort<br />
of wat hij niet gehoord heeft. Hij hoort namelijk ook<br />
delen wel goed. Dat maakt dat de omgeving van de<br />
slechthorende hem vaak als eigenwijs en eigenzinnig<br />
typeert, immers hij heeft een eigen interpretatie<br />
van wat hij gehoord heeft. Ook zijn er stagiaires die<br />
hierdoor in de war raken en blijven twijfelen. Zij zijn<br />
onzeker en durven niet te vertrouwen op wat ze<br />
horen.<br />
Slechthorenden en doven maken vaak gebruik van<br />
apparatuur. Het is een misverstand te denken dat<br />
een slechthorende door het gebruik van apparatuur<br />
een goedhorende wordt. De geluiden worden door<br />
de apparatuur alleen versterkt, de vervorming blijft<br />
aanwezig. Luisteren is voor een slechthorende zeer<br />
vermoeiend. Dat komt omdat een hoorapparaat<br />
geen (spraak)geluiden uit het achtergrondrumoer<br />
kan selecteren, ook de bijgeluiden worden versterkt<br />
doorgegeven.<br />
1 Waar ‘hij’ staat, kunt u natuurlijk ook ‘zij’ lezen<br />
Een slechthorende of dove stagiaire is eerder vermoeid,<br />
zowel op korte termijn (huiswerk en opdrachten<br />
kosten bijvoorbeeld meer energie en tijd)<br />
als op de langere termijn (enkele weken voor de<br />
vakantie lijkt het of ze er met de pet naar gooien,<br />
maar ze kunnen dan niet meer).<br />
Een slechthorende stagiaire<br />
- hoort wel wat, maar niet alles. Hierdoor ontstaan<br />
er heel vaak misverstanden;<br />
- kan niet tegelijkertijd luisteren én opdrachten<br />
uitvoeren;<br />
- krijgt vragen of opmerkingen van anderen vaak<br />
niet mee; omdat ze niet altijd rondkijken ‘zien’ ze<br />
meer dan de helft van de woorden niet;<br />
- heeft meer tijd nodig voor het uitvoeren van opdrachten;<br />
- kan zinnen maken die naar ons idee niet af zijn,<br />
of waarin de taalregels niet goed zijn toegepast.<br />
Ook bij het schrijven maakt hij deze taalfouten;<br />
- kan een verstoord zelfbeeld ontwikkelen. Dit kan<br />
tot uiting komen in grote faalangst, of juist onvoldoende<br />
besef van de eigen beperking (een<br />
‘onterecht zelfvertrouwen’);<br />
- verstaat de feedback (onontbeerlijk voor ontwikkeling<br />
van zelfbeeld) vaak niet of verkeerd of accepteert<br />
deze in zijn geheel niet.
wat doet u<br />
(zowel bij slechthorendheid<br />
als bij doofheid)<br />
Hieronder schetsen wij een aantal situaties die zich<br />
voordoen tijdens de werksituatie. Per situatie geven<br />
wij u tips zodat u zo goed mogelijk om kunt gaan<br />
met de dove of slechthorende stagiaire.<br />
U bent in gesprek met de stagiaire<br />
- Maak gebruik van een zo rustig mogelijke ruimte<br />
met zo min mogelijk omgevingslawaai (van collega’s,<br />
machines e.d.).<br />
- Zorg dat er sprake kan zijn van liplezen: geen<br />
hand voor de mond, geen kauwgom, voldoende<br />
lichtinval. Let erop dat uw lippen goed zichtbaar<br />
zijn.<br />
- Spreek met duidelijke mondbewegingen, spreek<br />
niet te snel.<br />
U geeft een werkopdracht (in groepsverband)<br />
- Verander bij groepsinstructie niet te snel van<br />
onderwerp. Geef verandering van onderwerp aan<br />
door middel van een visueel (bijvoorbeeld op<br />
een flip-over).<br />
- Herhaal opmerkingen en vragen van collega’s.<br />
Vooral wanneer er een grap wordt gemaakt, anders<br />
denkt de stagiaire dat ze om hem lachen.<br />
- Geef indien mogelijk werkopdrachten schriftelijk<br />
mee.<br />
- Voorkom dat de stagiaire het begin van de instructie<br />
mist door een ‘wek-signaal’ te geven,<br />
bijvoorbeeld door het noemen van de naam of<br />
een afgesproken teken.<br />
- Rondlopen en tegelijkertijd praten werkt verwarrend.<br />
- Wanneer er wordt gewerkt in een ruimte met<br />
omgevingslawaai (van collega’s, machines e.d.).<br />
geef opdrachten dan in een rustige, andere<br />
ruimte.<br />
- Let op met (tijds)druk, hierdoor kunnen blokkades<br />
optreden. Informatieverwerking en taalproductie<br />
verlopen dan moeizaam. Geef indien mogelijk<br />
extra tijd.<br />
Ruis en bijgeluiden<br />
Ruis en bijgeluiden kunnen stagiaires soms lastig<br />
onderscheiden van geluid dat gehoord moet worden<br />
(bijvoorbeeld een instructie). Soms helpt een<br />
hoortoestel daarbij, maar vaak moeten er ook andere<br />
aanpassingen gedaan worden. Het is van belang<br />
dat zomin mogelijk verkeerde geluiden worden<br />
mee versterkt. Geschuif van stoelen en schoenen<br />
op zeil levert hinder op, bij vloerbedekking is hiervan<br />
minder sprake. Ook ander zacht materiaal (bijvoorbeeld<br />
gordijnen) kunnen helpen dempen. Het<br />
gebruik van solo-apparatuur (zender met een microfoon<br />
voor de docent en een ontvanger met een<br />
hoortoestel voor de stagiaire) helpt ook bij het voorkomen<br />
dat andere geluiden worden mee versterkt.<br />
Bij ernstige slechthorendheid en doofheid heeft de<br />
solo-apparatuur een signaalfunctie. Het geeft een<br />
prikkel wanneer iets gezegd wordt. Dit verbetert de<br />
alertheid van de stagiaire.<br />
tip<br />
Geef de collega’s van de stagiaire advies hoe zij<br />
met deze stagiaire om kunnen gaan (met toestemming<br />
van de stagiaire). Dit vergroot het begrip;<br />
ook collega’s hebben vaak behoefte aan<br />
aanwijzingen op dit vlak.<br />
tip bij doofheid<br />
U kunt in geval van doofheid gebruikmaken van<br />
een tolk Nederlandse gebarentaal.<br />
Verdiep u in het verhaal van de stagiaire<br />
•<br />
laat merken dat u begrip heeft door mee te denken over oplossingen<br />
3
4<br />
Voor meer informatie, kijk op<br />
www.fodok.nl<br />
www.nVVs.nl / www.foss-info.nl<br />
www.doof.nl<br />
www.rugzakinmbo.nl
Deze brochure is ontwikkeld door CINOP in samenwerking met SSOE Externe Dienstverlening en<br />
Viataal in het kader van het project ‘Voorlichting LGF in het mbo’. Dit project is gefinancierd door het<br />
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.<br />
Tekst: Boukje Jansen (CINOP) • Fotografie: Pim Kersten<br />
Grafische vormgeving: Theo van Leeuwen BNO en ADC • Drukwerk: ADC, ‘s-Hertogenbosch<br />
’s-Hertogenbosch, september 2009<br />
deze brochure is te downloaden van de site www.rugzakinmbo.nl