AMERIKAANSE KLIMMER AMPUTEERT EIGEN ARM - Lift Magazine
AMERIKAANSE KLIMMER AMPUTEERT EIGEN ARM - Lift Magazine
AMERIKAANSE KLIMMER AMPUTEERT EIGEN ARM - Lift Magazine
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>AMERIKAANSE</strong> <strong>KLIMMER</strong><br />
<strong>AMPUTEERT</strong> <strong>EIGEN</strong> <strong>ARM</strong><br />
Interview met Aron Ralston<br />
De Amerikaanse bergsporter Aron Ralston (28) raakte vorig jaar tijdens een tocht door de<br />
Blue John Canyon in Utah met zijn rechterarm beklemd onder een vierhonderd kilo zwaar<br />
rotsblok. Door zijn eigen arm met een ‘multitool’ af te snijden wist hij zich te bevrijden en<br />
uiteindelijk zijn leven te redden. Ralstan schreef over deze huiveringwekkende gebeurtenis<br />
het boek ‘Klem’, waarin hij zijn doodsangst en pijn in detail beschrijft. Ter promotie van<br />
zijn boek was hij even in Nederland en Outdoor <strong>Magazine</strong> sprak met deze gedreven buitensporter<br />
over zijn bizarre ervaring en zijn passie voor de buitensport. Want ondanks het<br />
gemis van zijn arm is buitensport nog steeds zijn grootste hobby.<br />
Tekst: Timo de Boer<br />
Foto’s: Aron Raston<br />
Nadat Aron zes dagen met zijn arm beklemd heeft gezeten amputeert hij zijn eigen arm
Inhoud van de rugzak die hij op het moment van het ongeluk bij zich droeg<br />
Aron stelt zich voor met zijn linkerhand, aan zijn rechterhand<br />
draagt hij een prothese. Hij doet geen moeite om<br />
dit te verbergen. Het maakt onderdeel uit van zijn leven.<br />
Een leven dat hem erg dierbaar is, want als hij de moed<br />
niet had gehad om zijn eigen arm eraf te snijden had<br />
hij hoogst waarschijnlijk niet meer geleefd.<br />
Aron ontwikkelde zich als een echte allround buitensporter.<br />
Op twaalfjarige leeftijd kwam hij voor het eerst<br />
in aanraking met bergen. Op school leerde hij skiën,<br />
wat voor die tijd voor hem even exotisch was als het<br />
rijden op een kameel. Toen hij zich ook ging toeleggen<br />
op het maken van trektochten verwierf hij al snel de<br />
bijnaam ‘Animal’, vanwege zijn onbedwingbare<br />
energie. De beklimming van zijn eerste vierduizender in<br />
1994 was voor hem het begin van een ambitieuze<br />
klimcarrière. Zo stelde hij zich tot doel om alle 59<br />
bergen van Colorado die hoger zijn dan 4200 meter in<br />
de winter én in zijn eentje te beklimmen. Inmiddels<br />
heeft hij er 46 van beklommen. In 2002 kreeg hij de<br />
kans om de hoogste berg van Noord-Amerika (Denali,<br />
6194 meter) te beklimmen. Hij werkte destijds bij<br />
computerbedrijf Intel en omdat hij geen vakantiedagen<br />
meer had, besloot hij zijn baan op te zeggen om deze<br />
droom te verwezenlijken. “Ik wilde gewoon doen wat<br />
ik leuk vond en waar ik goed in was”, verduidelijkt<br />
Aron. Na de succesvolle beklimming ging hij aan de<br />
slag bij een buitensportzaak wat hij goed kon combineren<br />
met het beklimmen van bergen of het maken<br />
van tochten op telemarkski’s, langlaufski’s of sneeuwschoenen.<br />
Op verschillende van deze tochten keek<br />
Aron de dood al eens in de ogen, maar hij scheen<br />
over een goede engelbewaarder te beschikken. Zo<br />
wist hij tijdens een trektocht door het Grand National<br />
Park ternauwernood te ontsnappen aan een uitgehongerde<br />
zwarte beer die zijn tent verscheurde en<br />
hem vervolgens dagenlang achtervolgde. Ook overleefde<br />
hij al een nacht in een sneeuwstorm als wel een<br />
lawine waarin hij werd meegesleurd. Aron, lid van de<br />
bergreddingsbrigade, relativeert deze gebeurtenissen<br />
door te zeggen: “Dat soort dingen gebeuren. Ik ben<br />
ook maar een mens en mensen maken fouten.” In<br />
2003 wilde hij het snelheidsrecord verbreken van de<br />
beklimming van de Denali. Zover zou het echter nooit<br />
komen want zijn trainingsactiviteiten brachten hem in<br />
datzelfde jaar naar het Canyonlands National Park in<br />
Utah, waar zijn geplande dagtocht uiteindelijk eindigde<br />
in een zesdaagse hel.<br />
JEZUS CHRISTUS, MIJN HAND!<br />
Op 26 april 2003 begint Aron Ralston ’s ochtend vroeg<br />
aan een gecombineerde mountainbike- en wandeltocht<br />
van vijftig kilometer door de Horseshoe Canyon en de<br />
Blue John Canyon. “Om door de nauwe rotskloven heen<br />
te lopen moet je af en toe wat klimmen en abseilen,<br />
maar het is zeker geen moeilijke tocht. Iedereen zou<br />
dit kunnen”, aldus Aron. Maar voor zijn vertrek maakt<br />
hij een belangrijke fout door niemand op de hoogte te<br />
brengen van zijn plannen. Wanneer hij nog vijftien kilometer<br />
moet afleggen laat hij zich van een rotsblok naar<br />
beneden glijden, dat op dat moment begint te rollen:<br />
“Als ik opkijk, zie ik de van achteren verlichte steen op me<br />
afkomen; hij vult de hele hemel. Ik steek van angst mijn<br />
armen omhoog. Ik kan niet naar achteren, want dan val ik<br />
over een smalle richel. (…) Het rotsblok slaat dan tegen<br />
mijn rechterhand en zet mijn pols klem; (…) Het gevaarte<br />
glijdt nog enkele tientallen centimeters verder langs de<br />
wand, neemt mijn arm mee en schaaft de huid van de<br />
zijkant van mijn onderarm. (…) Jezus Christus, mijn hand!<br />
(…) Ik trek drie keer met mijn arm in een naïeve poging om<br />
mijn hand te bevrijden. Maar die zit vast.”<br />
Fragment uit ‘Klem’<br />
Al snel heeft hij door dat er vier mogelijke opties zijn<br />
om zich uit zijn benarde situatie te bevrijden. De eerste<br />
en meest ‘voor de hand’ liggende oplossing is wachten<br />
op hulp. Hij bevindt zich in echter in een zelden bezochte<br />
canyon en bovendien weet niemand waar hij is<br />
heen gegaan. Met nog maar één liter water tot zijn beschikking<br />
vervalt deze optie al snel. Een andere mogelijkheid<br />
is het kapotslaan van de rots rond zijn hand.<br />
Maar het harde gesteente geeft geen krimp als hij het<br />
met de vijl van zijn multitool probeert te bewerken.<br />
Ondertussen zakt het immense rotsblok steeds verder<br />
naar beneden, waardoor zijn hand nog verder in de<br />
verdrukking raakt. “Ik voelde mijn hand gewoon langzaam<br />
afsterven”. Vervolgens bouwt hij met behulp van<br />
zijn klimtouw een takel in een poging om het rotsblok<br />
op te lichten. Maar het vierhonderd kilo zware rotsblok<br />
komt nog geen millimeter van zijn plaats. Als enige<br />
uitweg blijft amputatie over en nadat hij drie dagen<br />
heeft vastgezeten doet hij de eerste poging om zijn<br />
arm eraf te snijden:<br />
“Ik zaag met kracht over mijn onderarm heen en weer en<br />
raak bij elke nutteloze poging gefrustreerder. Dan geef ik<br />
het uit ergernis op. Wat een ellende! Dat verdomde mes<br />
komt niet eens door mijn huid heen.”<br />
Fragment uit ‘Klem’<br />
De kou, de honger en de dorst verzwakken hem<br />
steeds meer. In zes dagen valt hij achttien kilo af.<br />
Hoewel Aron het gevecht met Magere Hein koste wat<br />
het kost wil winnen bereidt hij zich ondertussen voor<br />
op zijn naderende dood. Iedere dag maakt hij met zijn<br />
videocamera een verslag, waarin hij zijn situatie<br />
beschrijft en afscheid neemt van zijn familie en<br />
vrienden. Aan het einde van derde dag zegt hij:<br />
“De situatie is afschuwelijk. Dit is één van de ergste manieren<br />
om de pijp uit te gaan. Je weet wat je te wachten staat,<br />
maar dat gebeurt pas over een dag of drie vier.”<br />
Fragment uit ‘Klem’<br />
Op de vierde dag wanneer zijn voorraad eten en drinken<br />
helemaal op is en hij als enige nog zijn eigen urine kan<br />
drinken doet hij een tweede poging om zijn arm te amputeren.<br />
“Toen ik mijn botte mes tegen de botten van<br />
mijn onderarm hoorde tikken – om zijn verhaal kracht<br />
bij te zetten tikt hij met zijn stalen prothese op de houten<br />
tafel – wist ik dat ik deze onmogelijk zou kunnen doorsnijden.”<br />
Een van de laatste foto’s van Aron’s rechterarm<br />
OUTDOOR MAGAZINE XX
KOKEND MAGMA<br />
Na zijn ongeluk praatte Aron met collega bergbeklimmer<br />
Joe Simson die zijn ‘bijna-doodervaring’ beschreef in<br />
zijn boek ‘Over de Rand’, waar hij met een gebroken<br />
been voor dood wordt achtergelaten in een gletsjerspleet.<br />
Tussen het verhaal van beide klimmers zijn er<br />
veel overeenkomsten. Ten eerste was er de boosheid<br />
over het ongeluk: Aron reageerde zijn frustratie over<br />
zoveel pech af door vloekend en tierend op het rotsblok<br />
te slaan. Joe Simson deed hetzelfde op het ijs<br />
van de gletsjerspleet. Gedurende hun ‘gevangenschap’<br />
draaiden beiden dol van een liedje waaraan ze alsmaar<br />
moesten denken. En uiteindelijk bereikten ze allebei<br />
een moment waarin ze een beslissing moesten nemen,<br />
die de rest van hun leven zou bepalen. Voor Aron is<br />
dat op de op de vroege ochtend van 1 mei. De avond<br />
ervoor heeft hij de tekst ‘Rest In Peace’ in zijn eigen<br />
grafsteen gekerfd in de overtuiging dat hij de nacht<br />
niet zou halen. Maar dan komt hij op het idee om de<br />
XX OUTDOOR MAGAZINE<br />
“Tijdens het snijden kon ik alle onderdelen van mijn arm onderscheiden, zoals ik ooit geleerd had bij biologieles.”<br />
Na het ongeluk komen er dertien (!) mensen aan te pas om de achtergebleven arm te bevrijden<br />
Aron Ralston herenigd met de Nederlandse familie Meijer<br />
botten van zijn arm te breken. Hij buigt en draait zijn<br />
arm net zo ver totdat zijn botten met een knappend<br />
geluid afbreken. Nu houdt niets hem meer tegen om<br />
zijn eigen arm te amputeren. Daarvoor gebruikt hij het<br />
mes van zijn multitool dat niet meer dan twee centimeter<br />
groot is. Wie denkt dat Aron over een goede<br />
medische achtergrond beschikt heeft het mis. Zijn<br />
kennis van EHBO reikte niet verder dan dat hij wist dat<br />
hij zou doodbloeden als hij zijn arm eraf zou snijden.<br />
Met de drinkslang van zijn CamelBak bindt hij zijn arm<br />
af en begint met opvallende chirurgische precisie aan<br />
zijn eigen amputatie. “Tijdens het snijden kon ik alle<br />
onderdelen van mijn arm onderscheiden, zoals ik ooit<br />
geleerd had bij biologieles. De ader en de zenuw bewaarde<br />
ik voor het laatst. Toen ik met een snelle haal<br />
van het mes mijn zenuw - die nog het meeste weg<br />
heeft van een dikke sliert spaghetti - doorsneed, ging<br />
er gevoel door mijn arm heen alsof ik ’m in een vat<br />
kokend magma doopte.” Desondanks geeft Aron geen<br />
kik en er vloeien ook geen tranen,<br />
want al het vocht is uit zijn lichaam<br />
verdwenen. Zijn bevrijding bezorgt<br />
hem een gevoel van euforie. Toch is<br />
hij nog niet gered want hij moet hij<br />
eerst de kloof nog zien uit te komen.<br />
Als hij zeven kilometer heeft afgelegd<br />
ziet hij in de verte de eerste mensen.<br />
Het is de Nederlandse familie Meijer<br />
(zie kadertekst). Zij spelen een<br />
belangrijke rol bij zijn redding, die door<br />
een gelukkig samenloop van omstandigheden<br />
razendsnel op gang<br />
komt. Ook in die zin vertoont Aron’s<br />
verhaal vele gelijkenissen met dat van<br />
Joe Simson. Beide klimmers wonnen<br />
uiteindelijk het gevecht met de dood.<br />
Joe Simson wist uiteindelijk met zijn<br />
gebroken been uit de gletsjerspleet te<br />
klimmen en naar het basiskamp te<br />
kruipen, waar hij aankwam op de dag<br />
dat de andere expedie-leden juist<br />
wilden vertrekken naar het dal.<br />
Toen Aran en Joe in een interview<br />
werd gevraagd wie er zou winnen als<br />
ze het tegen elkaar op zouden moeten<br />
nemen in een gevecht antwoordde<br />
Joe Simpson: “Ik win want ik vecht<br />
gemeen en Aron heeft maar één arm.”<br />
“THE MONSTER WAS COMING BACK”<br />
Ook na zijn behandeling in het<br />
ziekenhuis is het gevaar voor Aron nog<br />
niet geweken. Omdat hij een infectie<br />
Voor het amputeren van zijn hand gebruikt Aron het kleine mes van<br />
zijn multitool<br />
heeft opgelopen bestaat er een kans van 50% dat hij<br />
als nog zou komen te overlijden. “That was a hell of a<br />
shock! That felt like the monster was coming back.”<br />
Hoewel zijn woorden anders doen vermoeden, is hij<br />
zichtbaar aangeslagen wanneer hij dit vertelt. Vijf weken<br />
lang leeft hij op medicijnen en pijnstillers. Zijn blijdschap<br />
is groot wanneer hij eindelijk weer naar buiten<br />
mag en twee maanden na zijn ongeluk beklimt hij alweer<br />
zijn eerste berg. Inmiddels heeft hij ook alweer<br />
twee solo winterbeklimmingen aan zijn lijstje toegevoegd.<br />
Daarvoor beschikt hij over diverse ‘hulpstukken’,<br />
waaronder een ijsbijl die hij op zijn arm kan<br />
klikken. Door zijn ongeluk heeft hij zijn pijngrens weten<br />
te verleggen, waardoor hij nu prestaties neerzet die<br />
hem niet gelukt waren toen hij zijn nog twee armen<br />
had. In augustus deed hij mee met hardloopwedstrijd<br />
van 160 kilometer, terwijl hij daarvoor nooit meer had<br />
gelopen dan 40 kilometer in een heel jaar. “Voor mij<br />
was het een test om te kijken hoe ver ik kon gaan. En<br />
ik weet nu dat we tot veel meer in staat zijn dan we<br />
denken. Voor mij is dat een nieuwe stap voorwaarts.”<br />
Op de vraag wat op zijn tochten nooit meer zal ontbreken<br />
antwoord hij vastberaden: “Een mes, een heel<br />
scherp mes! Dat komt altijd van pas. Maar ook een<br />
lichtgewicht windjack neem ik nu standaard mee -ook<br />
op een zomerse dag- omdat je daar in noodsituaties<br />
warm in blijft.” Tenslotte wil hij de lezers van Outdoor<br />
<strong>Magazine</strong> nog op het hart drukken om altijd iemand te<br />
vertellen waar je naar toe gaat. Want ook makkelijke<br />
tochten kunnen grote gevaren opleveren...<br />
Info: Voor informatie over het boek ‘Klem’ van Aron<br />
Ralston zie de rubriek Media in dit nummer van<br />
Outdoor <strong>Magazine</strong>
Twee maanden na zijn ongeluk beklimt Aron – met prothese! - alweer zijn eerste berg<br />
OUTDOOR MAGAZINE XX