Voorstel van bijzondere wet houdende wijziging van de ... - N-VA
Voorstel van bijzondere wet houdende wijziging van de ... - N-VA
Voorstel van bijzondere wet houdende wijziging van de ... - N-VA
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Voorstel</strong> <strong>van</strong> <strong>bijzon<strong>de</strong>re</strong> <strong>wet</strong> <strong>hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong></strong> <strong>wijziging</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>bijzon<strong>de</strong>re</strong> <strong>wet</strong> <strong>hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong></strong> <strong>wijziging</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>wet</strong> <strong>van</strong> 9 augustus 1988 tot <strong>wijziging</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<strong>wet</strong>, <strong>de</strong> gemeentekies<strong>wet</strong>, <strong>de</strong> organieke<br />
<strong>wet</strong> betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> openbare centra voor maatschappelijk welzijn, <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>, het<br />
Kies<strong>wet</strong>boek, <strong>de</strong> <strong>wet</strong> tot regeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincieraadsverkiezingen en <strong>de</strong> <strong>wet</strong> tot regeling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
gelijktijdige parlements- en provincieraadsverkiezingen (<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> “pacificatie<strong>wet</strong>”), wat <strong>de</strong><br />
taalkennis <strong>van</strong> lokale mandatarissen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad betreft.<br />
Toelichting<br />
Dames en Heren,<br />
Dit voorstel bouwt ver<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> principes die aan <strong>de</strong> basis lagen <strong>van</strong> <strong>de</strong> huidige staatsstructuur, met<br />
name het artikel 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grond<strong>wet</strong>. Het volgt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> logica <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> voorstellen die in <strong>de</strong><br />
Kamer <strong>van</strong> Volksvertegenwoordigers wer<strong>de</strong>n ingediend (bv. voorstel <strong>van</strong> dhr. Ben Weyts nr. 53<br />
1923/001).<br />
Het huidige fe<strong>de</strong>rale staatsbestel en <strong>de</strong> taalregeling die het kenmerkt, vormen <strong>de</strong> (voorlopige)<br />
resultante <strong>van</strong> een moeizaam historisch proces. Een eerste reeks <strong>van</strong> taal<strong>wet</strong>ten (1873, 1878, 1883)<br />
voorzag in <strong>de</strong> erkenning <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlands naast het Frans in Vlaan<strong>de</strong>ren, dus in <strong>de</strong> tweetaligheid<br />
<strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, naast het behoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> Franse eentaligheid in Wallonië. De Gelijkheids<strong>wet</strong> <strong>van</strong><br />
1898 erken<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten <strong>de</strong> officiële gelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> landstalen. Een twee<strong>de</strong> reeks <strong>van</strong><br />
taal<strong>wet</strong>ten (1932 en 1935) introduceer<strong>de</strong> het territorialiteitsbeginsel; “<strong>de</strong> besturen <strong>van</strong> <strong>de</strong>n Staat,<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> provinciën en <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten” dienen in Vlaan<strong>de</strong>ren steeds het Ne<strong>de</strong>rlands te gebruiken.<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren en Wallonië wer<strong>de</strong>n taalhomogene gebie<strong>de</strong>n. Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> reeks <strong>van</strong> taal<strong>wet</strong>ten (1962,<br />
1963) leg<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitief <strong>de</strong> taalgrens vast en <strong>de</strong>el<strong>de</strong> België in vier taalgebie<strong>de</strong>n in.<br />
Hierop volg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gecoördineer<strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen in bestuurszaken (18 juli<br />
1966) en met <strong>de</strong> herziening <strong>van</strong> 1970 werd <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling in taalgebie<strong>de</strong>n grond<strong>wet</strong>telijk verankerd<br />
(artikel 4).<br />
De Raad <strong>van</strong> State poneer<strong>de</strong> bij herhaling dat <strong>de</strong> grond<strong>wet</strong>gever, wanneer hij in artikel 3bis (thans<br />
artikel 4) heeft gesteld dat er in België vier taalgebie<strong>de</strong>n bestaan, geen etnografische vaststellingen<br />
heeft willen doen, maar een rechtsbegrip heeft willen instellen. In <strong>de</strong> grond<strong>wet</strong>telijke bepalingen<br />
betekent <strong>de</strong> term “taalgebied “<strong>de</strong>rhalve niet een gebied waar in feite een bepaal<strong>de</strong> taal wordt<br />
gesproken, maar een gebied waar in rechte een bepaal<strong>de</strong> taal moet wor<strong>de</strong>n gesproken of met<br />
betrekking waarop een bepaal<strong>de</strong> taal moet wor<strong>de</strong>n gebruikt.<br />
Het Arbitragehof, nu Grond<strong>wet</strong>telijk Hof, sloot zich meermaals bij <strong>de</strong>ze visie aan door te stellen dat<br />
artikel 3bis (thans artikel 4) <strong>de</strong> grond<strong>wet</strong>telijke waarborg vormt <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorrang <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal <strong>van</strong> elk<br />
eentalig gebied of <strong>van</strong> het tweetalig karakter <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>r gebied.<br />
Dit voorstel heeft specifiek betrekking op <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> het tweetalig karakter <strong>van</strong> het gebied<br />
Brussel-Hoofdstad. De hierboven geschetste taalregeling zit immers goed in elkaar, maar blijkt in <strong>de</strong><br />
praktijk dikwijls do<strong>de</strong> letter te blijven bij gebrek aan mechanismen om <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>wet</strong>geving af te<br />
dwingen.
Dit voorstel voorziet dan ook in een systeem <strong>van</strong> afdwinging, geënt op het mechanisme dat reeds<br />
ingevoerd werd in <strong>de</strong> taalgrensgemeenten om het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal <strong>van</strong> het taalgebeid te<br />
garan<strong>de</strong>ren.<br />
Het gebied Brussel-Hoofdstad is een tweetalig gebied, Brussel is <strong>de</strong> hoofdstad <strong>van</strong> het land, Brussel<br />
krijgt ook fe<strong>de</strong>rale mid<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> tweetaligheid bij <strong>de</strong> ambtenarij ten goe<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n moeten<br />
komen.<br />
Jammer genoeg maken <strong>de</strong> besturen in dit land zich in dit land vaak schuldig aan hetzelf<strong>de</strong> i<strong>de</strong>e dat<br />
leeft bij sommige burgers: een verplichting die niet afgedwongen kan wor<strong>de</strong>n, is geen verplichting.<br />
Stellers zijn <strong>van</strong> mening dat het bestuur het voorbeeld zou moeten geven, in dit geval in het gebied<br />
Brussel-Hoofdstad en met betrekking tot <strong>de</strong> verplichte tweetaligheid. Recente signalen bie<strong>de</strong>n geen<br />
uitzicht op beterschap. De recent aangenomen teksten <strong>van</strong> het communautair akkoord voorzien<br />
bijvoorbeeld meer geld voor taalpremies in Brussel, maar lossen het ontduiken <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal<strong>wet</strong>geving<br />
via het massaal aanwerven <strong>van</strong> contractuele ambtenaren niet op. Nergens wor<strong>de</strong>n sancties voorzien<br />
voor <strong>de</strong> soms lamentabele dienstverlening aan Ne<strong>de</strong>rlandstalige Brusselaars of Ne<strong>de</strong>rlandstalige<br />
bezoekers of pen<strong>de</strong>laars.<br />
De stellers willen hier een beschei<strong>de</strong>n begin mee maken voor wat betreft <strong>de</strong> lokale bestuur<strong>de</strong>rs met<br />
een uitvoeren<strong>de</strong> functie. Met <strong>de</strong> functies <strong>van</strong> burgemeester, waarnemend burgemeester, schepen of<br />
OCMW-voorzitter komen immers specifieke verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n en <strong>wet</strong>telijke verplichtingen. Het<br />
gaat dan bijvoorbeeld om het optre<strong>de</strong>n als tuchtcollege, het on<strong>de</strong>rtekenen <strong>van</strong> beslissingen en<br />
individuele beschikkingen, <strong>de</strong> eindverantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor bepaal<strong>de</strong> administratieve<br />
rechtshan<strong>de</strong>lingen,… in bei<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> landstalen. Het gaat niet op dat <strong>de</strong> eindverantwoor<strong>de</strong>lijke of<br />
on<strong>de</strong>rtekenaar niet zou <strong>wet</strong>en wat nu precies beslist of uitgevaardigd is <strong>van</strong>wege een gebrek aan<br />
taalkennis.<br />
Dit voorstel wil daarop ingrijpen op een evenwichtige manier die een mil<strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> afdwinging<br />
voorziet, maar ook politieke afrekeningen moet voorkomen. Dit wordt bereikt door – parallel aan<br />
wat nu reeds bestaat voor <strong>de</strong> taalgrensgemeenten – te voorzien in een weerlegbaar vermoe<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />
taalkennis. Dit vermoe<strong>de</strong>n kan bovendien niet door elke burger in vraag gesteld wor<strong>de</strong>n, maar kan<br />
slechts na een verzoek <strong>van</strong> een gemeenteraadslid of een OCMW-raadslid. Deze mandataris kan dit<br />
verzoek indienen op basis <strong>van</strong> eigen ervaringen, maar evengoed op vraag <strong>van</strong> een burger die het<br />
bewijs kan leveren <strong>van</strong> ernstige aanwijzingen die het vermoe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> taalkennis kunnen weerleggen.<br />
Het verzoek door <strong>de</strong> mandataris dient dus als filter. Bovendien is een rechterlijke beslissing nodig om<br />
het vermoe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> taalkennis effectief te weerleggen.<br />
Stellers betreuren dat dit voorstel ingediend moet wor<strong>de</strong>n, omdat enkele lokale bestuur<strong>de</strong>rs zelf het<br />
nut niet willen inzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> naleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>wet</strong>geving en het belang <strong>van</strong> een goe<strong>de</strong><br />
communicatie met elke inwoner of bezoeker, zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rscheid naar officiële taal. Stellers zijn <strong>van</strong><br />
mening dat dit voorstel een nuttige bijdrage levert tot het naleven <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal<strong>wet</strong>geving en dat het<br />
voorstel daarmee een dui<strong>de</strong>lijk pacificeren<strong>de</strong> werking heeft. Een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> communautaire<br />
problemen in dit land zijn immers te wijten aan <strong>de</strong> onwil om <strong>de</strong> gesloten compromissen na te leven<br />
of uit te voeren, in het bijzon<strong>de</strong>r met betrekking tot <strong>de</strong> nochtans <strong>de</strong>mocratisch tot stand gekomen<br />
taal<strong>wet</strong>geving.<br />
Dit voorstel wordt om juridisch-technische re<strong>de</strong>nen ingevoegd in <strong>de</strong> pacificatie<strong>wet</strong>. De stellers<br />
wensen echter ook te wijzen op het symbolisch belang <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>wet</strong>, met name voor het respect<br />
voor <strong>de</strong> taal of talen <strong>van</strong> het taalgebied. Meer bepaald voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad<br />
moet dit respect slaan op <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> talen <strong>van</strong> het taalgebied, iets wat jaren na het vastleggen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
taalgebie<strong>de</strong>n in dit land nog steeds niet <strong>van</strong>zelfsprekend is.
Artikelsgewijze bespreking<br />
Art. 2<br />
Dit artikel voegt een lid toe aan <strong>de</strong> regeling die nu reeds in <strong>de</strong> OCMW-<strong>wet</strong> is opgenomen met<br />
betrekking tot <strong>de</strong> taalgrensgemeenten en <strong>de</strong> zes randgemeenten.<br />
De toevoeging betreft enkel <strong>de</strong> OCMW-voorzitter in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en gaat<br />
uit <strong>van</strong> een kennis <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> talen <strong>van</strong> het taalgebied. Ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n geen <strong>wijziging</strong>en aangebracht<br />
aan <strong>de</strong> procedure. Vanuit pragmatisch oogpunt wordt voor <strong>de</strong> gewone OCMW-raadsle<strong>de</strong>n geen<br />
gelijkaardige eis gesteld. Uiteraard zijn ook zij bij <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> hun mandaat in het tweetalig<br />
gebied bij voorkeur <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal machtig, doch <strong>de</strong> kennis <strong>van</strong> minstens een taal <strong>van</strong> het taalgebeid<br />
kan in hun geval meestal volstaan voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> dit mandaat.<br />
De OCMW-raadle<strong>de</strong>n fungeren wel als ‘filter’ bij het vermoe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ontbreken <strong>van</strong> <strong>de</strong> vereiste<br />
taalkennis ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> OCMW-voorzitter. Dit moet een pragmatisch evenwicht voorzien<br />
tussen <strong>de</strong> effectieve naleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal<strong>wet</strong>geving en het vermij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> politieke afrekeningen.<br />
Deze aanpassing moet gelezen wor<strong>de</strong>n als uiting <strong>van</strong> het tweetalig karakter als bedoeld in artikel 5bis<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Bijzon<strong>de</strong>re Wet <strong>van</strong> 12 januari 1989 met betrekking tot <strong>de</strong> Brusselse instellingen.<br />
Art. 3<br />
Dit artikel voegt een lid toe aan <strong>de</strong> regeling die nu reeds in <strong>de</strong> Nieuwe Gemeente<strong>wet</strong> is opgenomen<br />
met betrekking tot <strong>de</strong> taalgrensgemeenten en <strong>de</strong> zes randgemeenten.<br />
De toevoeging betreft enkel (waarnemend) burgemeester en <strong>de</strong> schepenen in het tweetalig gebied<br />
Brussel-Hoofdstad en gaat uit <strong>van</strong> een kennis <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> talen <strong>van</strong> het taalgebied. Ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n<br />
geen <strong>wijziging</strong>en aangebracht aan <strong>de</strong> procedure. Vanuit pragmatisch oogpunt wordt voor <strong>de</strong> gewone<br />
gemeenteraadsle<strong>de</strong>n geen gelijkaardige eis gesteld. Uiteraard zijn ook zij bij <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> hun<br />
mandaat in het tweetalig gebied bij voorkeur <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal machtig, doch <strong>de</strong> kennis <strong>van</strong> minstens<br />
een taal <strong>van</strong> het taalgebeid kan in hun geval meestal volstaan voor <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> dit mandaat.<br />
De gemeenteraadle<strong>de</strong>n fungeren wel als ‘filter’ bij het vermoe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ontbreken <strong>van</strong> <strong>de</strong> vereiste<br />
taalkennis ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> (waarnemend) burgemeester of schepenen. Dit moet een pragmatisch<br />
evenwicht voorzien tussen <strong>de</strong> effectieve naleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal<strong>wet</strong>geving en het vermij<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />
politieke afrekeningen.<br />
Deze aanpassing moet gelezen wor<strong>de</strong>n als uiting <strong>van</strong> het tweetalig karakter als bedoeld in artikel 5bis<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Bijzon<strong>de</strong>re Wet <strong>van</strong> 12 januari 1989 met betrekking tot <strong>de</strong> Brusselse instellingen.<br />
<strong>Voorstel</strong><br />
Artikel 1<br />
Deze <strong>wet</strong> regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grond<strong>wet</strong>.<br />
Art. 2<br />
In artikel 16 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>bijzon<strong>de</strong>re</strong> <strong>wet</strong> <strong>hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong></strong> <strong>wijziging</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 9 augustus 1988 tot <strong>wijziging</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<strong>wet</strong>, <strong>de</strong> gemeentekies<strong>wet</strong>, <strong>de</strong> organieke <strong>wet</strong> betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> openbare centra voor<br />
maatschappelijk welzijn, <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>, het Kies<strong>wet</strong>boek, <strong>de</strong> <strong>wet</strong> tot regeling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
provincieraadsverkiezingen en <strong>de</strong> <strong>wet</strong> tot regeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gelijktijdige parlements- en<br />
provincieraadsverkiezingen (<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> “pacificatie<strong>wet</strong>”) dat een artikel 25ter invoegt in <strong>de</strong>
organieke <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 8 juli 1976 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt<br />
aan dat in te voegen artikel 25ter, §1 een lid toegevoegd als volgt:<br />
“In <strong>de</strong> gemeenten bedoeld in <strong>de</strong> artikel 6 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen in<br />
bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, moet <strong>de</strong> voorzitter en eenie<strong>de</strong>r die het ambt <strong>van</strong><br />
voorzitter <strong>van</strong> een raad voor maatschappelijk welzijn waarneemt, voor het uitoefenen <strong>van</strong> zijn ambt,<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> talen <strong>van</strong> het taalgebied waarin <strong>de</strong> gemeente gelegen is, <strong>de</strong> kennis hebben die nodig is<br />
om het bedoeld mandaat uit te oefenen.”<br />
Art. 3<br />
In artikel 19 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>bijzon<strong>de</strong>re</strong> <strong>wet</strong> <strong>hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong></strong> <strong>wijziging</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 9 augustus 1988 tot <strong>wijziging</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<strong>wet</strong>, <strong>de</strong> gemeentekies<strong>wet</strong>, <strong>de</strong> organieke <strong>wet</strong> betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> openbare centra voor<br />
maatschappelijk welzijn, <strong>de</strong> provincie<strong>wet</strong>, het Kies<strong>wet</strong>boek, <strong>de</strong> <strong>wet</strong> tot regeling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
provincieraadsverkiezingen en <strong>de</strong> <strong>wet</strong> tot regeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gelijktijdige parlements- en<br />
provincieraadsverkiezingen (<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> “pacificatie<strong>wet</strong>”) dat een artikel 68bis invoegt in <strong>de</strong><br />
gemeentekies<strong>wet</strong>, wordt aan dat in te voegen artikel 68bis, §1, nu artikel 72bis, §1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nieuwe<br />
Gemeente<strong>wet</strong> bij koninklijk besluit <strong>van</strong> 30 mei 1989 tot aanpassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe gemeente<strong>wet</strong> met<br />
toepassing <strong>van</strong> artikel 6 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong> <strong>van</strong> 26 mei 1989 tot bekrachtiging <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong><br />
24 juni 1988 tot codificatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<strong>wet</strong> on<strong>de</strong>r het opschrift “Nieuwe Gemeente<strong>wet</strong>”, een lid<br />
toegevoegd als volgt:<br />
“In <strong>de</strong> gemeenten bedoeld in artikel 6 <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wet</strong>ten op het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> talen in bestuurszaken,<br />
gecoördineerd op 18 juli 1966, moet elke schepen, <strong>de</strong> burgemeester en eenie<strong>de</strong>r die het ambt <strong>van</strong><br />
burgemeester of schepen waarneemt, voor het uitoefenen <strong>van</strong> zijn ambt, <strong>van</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> talen <strong>van</strong> het<br />
taalgebied waarin <strong>de</strong> gemeente gelegen is, <strong>de</strong> kennis hebben die nodig is om het bedoeld mandaat<br />
uit te oefenen.”<br />
Karl Vanlouwe<br />
Senator N-<strong>VA</strong>