116 Statistiek - Quickprinter
116 Statistiek - Quickprinter
116 Statistiek - Quickprinter
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hiërarchie van de meetschalen<br />
I. Variabelen gemeten op ratioschaal zijn meest informatief<br />
II. Intervalschaal<br />
III. Ordinale schaal<br />
IV. Variabelen gemeten op nominale schaal zijn het minst informatief<br />
gegevens gemeten op een hogere schaal kunnen omgezet worden in gegevens op een lagere schaal,<br />
maar niet omgekeerd!<br />
statistische methoden voor lagere meetschalen kunnen gebruikt worden voor hogere meetschalen,<br />
maar niet omgekeerd!<br />
Datamatrix of gegevensmatrix<br />
= Gegevens worden voorgesteld in een matrix:<br />
Rijen: Elementen van een steekproef<br />
Kolommen: Verschillende gemeten variabelen<br />
Observatievector: Een rij in een datamatrix<br />
Voorbeeld:<br />
kolom<br />
rij<br />
Voorstellingen<br />
1) Univariate voorstelling:<br />
Voorstelling die betrekking heeft op 1 variabele<br />
2) Bivariate voorstelling:<br />
Voorstelling die betrekking heeft op 2 variabelen<br />
3) Multivariate voorstelling:<br />
Voorstelling die betrekking heeft op meerdere variabelen<br />
Voorstellen van univariate kwalitatieve variabelen<br />
1) Absolute frequenties en relatieve frequenties:<br />
a. Absolute- van een klasse:<br />
Het aantal elementen van de steekproef die tot de klasse behoren<br />
b. Relatieve- van een klasse:<br />
Verhouding van de klassenfrequentie tot het aantal waarnemingen<br />
of observaties in de steekproef<br />
2) Staafdiagram<br />
3) Paretodiagram:<br />
Diagram waarbij klassen volgens dalende frequentie worden herschikt en daarna cumulatief<br />
worden opgeteld:<br />
a. Vital few: Klassen met de hoogste frequentie<br />
b. Trivial many: Klassen met de laagste frequentie<br />
4) Cirkel-, sector- of taartdiagram