You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
B E K N O P T Ë<br />
<strong>II</strong> I $ T O H X M<br />
DER<br />
O N L U S T E N<br />
IN DE<br />
¥ E D E I L A I B I N ,<br />
SEDERT DE ONDERHANDELINGEN OVER DË<br />
GEWAPENDE NEUTRALITEIT IN 17Bo*<br />
TOT OP DEEZEN TÏDi<br />
UIT ECHTE STUKKEN BYEEN GESTELD.<br />
M E T P L A A T E N .<br />
D E R D E D E E L .<br />
I N B R A B A N Ü.<br />
1 7 9 *•
D. oDooti V A N SICILIË zegt elders }<br />
dat de Gefchiedenis dan eerst de beste fpiegel is,<br />
•wanneer zy het vuil zoo wel vertoont alshetfchoon^<br />
ook der genen, die zich niet fpiegelen willen, enz.<br />
enz.<br />
Dienzelfden fpiegel, Leezer! hebben wy voor<br />
ms gehad in het te boek flaan ook van dit gedeelte<br />
mzer Gefchiedentife van de Onlusten in het Va-<br />
* 2 der-
iv V O O R B E R I C H T .<br />
(Ierland. Ja! ook hier fpreeken wy de W'aarheid<br />
zonder vleijen; en waarom zouden wy ons haarer<br />
fchaamen, die toch eenmaal volmaakt zal zegevie<br />
ren.' — Vaarwel!
B E K N O P T E<br />
M X STOM X M<br />
D E R<br />
O N L U S T E N<br />
IN H E T<br />
V A B E R . 3 L A N B .<br />
E E R S T E H O O F D S T U K .<br />
Behelzende de Gebeurtenis/en van het fluiten<br />
der Vrede met den Keizer, tot het einde des<br />
Jaars 1785.<br />
Met hoedanige fnelle fchreeden de Euvelmoed<br />
van eene onbezonnene menigte van<br />
dag tot dag voordging j en de daarmede gepaard<br />
gaande , Onheilen in zeer'veele Steden en<br />
Oorden des Lands langs hoe treffender wier<br />
den; was het echter niet dan in den herfst des<br />
Jaars 1785. dat, dezelve in den Haags meer<br />
openlyk naar wraak fchynende te dorsten, eene<br />
uit de heffe des Volks te famengefehoolene<br />
Bende het waagen durfde, als onder het oog<br />
van 's Lands hooge Regeering en tot hoon van<br />
derzelver Souvrain gezach, zoodanige oproe.<br />
A 3 rige<br />
Oproei ige<br />
Beweepingei»<br />
in 'i ffdm
1785,<br />
6 BEKNOPTE HISTORIE DE»<br />
rige Beweegingen aanterechterj, als den 4 aeft<br />
van Herfstmaand des gemelden Jaars, in 's Lands<br />
Onzydige Gefchiedenisfen, altoos met zwarte<br />
letteren zullen doen gebrandmerkt ftaan; en welke<br />
beweegingen, zeker, zoo al niet onmidlylc<br />
in derzelver eerfte beginfelen, dan ten minden<br />
in haare gevolgen, niet dan te veele aanleiding<br />
gegeeven hebben tot die hoog gereezene Verfchillen<br />
tusfchen de Staaten van Holland en<br />
den Prinfe van Oranje, als men in den loop<br />
deezer Gefchiedenisfe zal aangeteekend vinde.<br />
-<br />
d e n<br />
Op den gemelden 4 September 1785.,<br />
naamlyk, zynde Zondag, wanneer doorgaands<br />
de Parade in den Haage talryker is, en meer<br />
aanfchouwers, dan op andere dagen, daar<br />
by gevonden worden, waren ook ecnige Leden<br />
van Genootfchappen van Wapenhandel,<br />
zoo van andere Plaatfen, als van dat, welk<br />
in 's Hage was opgerecht , in hunne Gelyke<br />
Kleeding aldaar tegenwoordig. By het afgaan<br />
der,Parade werden eenigen der gemelde Perfoonen<br />
door eene menigte Gemeen Volk na«<br />
gevolgd , en van agteren lterk gedrongen,<br />
onder een fterk en herhaald geroep van Weegluis!<br />
Weegluis ]<br />
- een fcheldnaam , door het ruuwc<br />
Gemeen den Patriotten toegeduwd. Om het<br />
gedrang te ontwyken, gingen eenigen van dad<br />
Gezelichap op de ftoep van een huis voor aan<br />
in de lange Pooten. Daar ftaande, worden hun<br />
verfcheidene Injolentïên aangedaan,, onder an-"<br />
de-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 7<br />
deren wordt een van hun, die in de Monteering 1785.<br />
van het Leidfche Exercitie Genootfchap gekleed<br />
was, door een Soldaat van de Hcllandfche Garde<br />
befpot, en fmaadelyk bejegend; een Hagenaar,<br />
dit ziende, trekt zynen Degen en zwaait<br />
met denzelven in 't ronde om ruimte te maa«<br />
ken; hier over reezen woorden, terwyl een<br />
burger Man, die den Degen wilde vatten,<br />
met een ander Lid van het Genootfchap aan<br />
't vechten raakt met Hokken, en in dat gevecht<br />
eene wonde aan 't hoofd bekomt.<br />
Vcrfchci-<br />
De beledigde Perfoonen flappen eindelyk<br />
rlcne Per«<br />
van de ftoep af om hunnen weg te vervolgen, (boren doof<br />
*t Giaauw<br />
eenigen van hun Gezclfchap , die door den beledigd.<br />
drang van hun waren afgeraakt, voegen zich.<br />
weder by hen; het fchelden houdt aan; de<br />
Perfoon, die den Degen getrokken hadt, gaat<br />
met denzelven in de fchede, als met een Wan><br />
delftok mede voort; doch dezelve wordt hem<br />
ontweldigd, en naderhand zonder fchede op<br />
een ftoep gevonden. Ondertusfchen neemt het<br />
fchelden en dringen hoe langer hoe meer toe,<br />
om het welke te ontwyken zy in 't huis van<br />
eenen Schilder gaan , op den hoek van de Veeneftraat;<br />
waar de Drosfaard van 't Hof, van<br />
het geen 'er voorgevallen was verwittigd, en<br />
van eenen Dienaar verzeld, by hen kwam. Na<br />
een weinig-aldaar vertoefd te hebben, begeeven<br />
zy zich van daar, van den Drosfaard en<br />
zyne Dienaars verzeld, naa het huis van den<br />
H e r<br />
A 4 "
1785.<br />
Worden<br />
voor 'c Hof<br />
pnthooden<br />
en gehoord.<br />
Worden 11a<br />
het verhoor<br />
V^ederom ,<br />
•Vervolgd.<br />
8 B E K N O P T E HISTORIE DER<br />
Herbergier EVERTZE, de gewoone Vergader,<br />
plaats der Leden van het Wapengenootfchap.<br />
Onderwylen hadt de Drosfaard van het geen<br />
'er gebeurd was kennis gegeevcn aan den Pro-<br />
cureur Generaal, en vervolgends aan Heeren<br />
Commisfarisfen ; welke Heeren de beledigde<br />
Perfoonen by zich ontbnoden, om hunne klag-<br />
ten in te brengen; gelyk zy dan ook door den<br />
Drosfaard, van zyne Dienaars gevolgd, naa<br />
het Hof begeleid worden, onder een grooten<br />
naloop van volk. Die Perfoonen van dat Ge-<br />
zelfchap , te weeten, de Makelaar VOOGT<br />
van Schiedam, de Brander H A R T E V E L T van<br />
Leyden , en c. j. DR OSMAN, een Zilver-<br />
fmids Gezel van Vlaardingen, werden aanflonds-<br />
gehoord; maar de overigen, te weeten de twee<br />
Gebroeders ARNOLDS, W. J. VAN DE POL,<br />
en p. A. MARTENS, alle vier in 'sHage woo*.<br />
nende; en j . c. ENG E L K E , benevens j. j.<br />
HARTEN RO T H , beide Studenten te Leyden;.<br />
verzochten, dat hun verhoor, om zich alles<br />
beter te kunnen herinneren , tot den volgenden<br />
morgen mogte uitgefleld worden. Toen het<br />
verhoor geëindigd was, begaven gemelde Per<br />
foonen zich gefaamentlyk van 't Hof langs de<br />
agter trap (omdat zy als dan van geene Die<br />
naars behoefden verzeld te zyn) naa het huis van<br />
den Procureur H A R T E V E L T . Dan naauwlyks<br />
waren zy op flraat gekoomen, of zy werden<br />
van eene groote menigte volks omrinad, en<br />
gevolgd; omtrent het Stadhuis gekoomen en<br />
WA
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 9<br />
van den Onderfchout, die daar op de puije<br />
Hond, gezien zynde, zond deeze eenen Die<br />
naar af om dien hoop te volgen , en toe te<br />
zien , of hun ook eenig leed gefchiedde. Ein-<br />
delyk koomen zy aan 't huis van den Hr. Pro.<br />
cureur HARTEVELT, voor het welke de ge<br />
volgde menigte blyft ftaan, zonder eenige bal*<br />
daadigheid te pleegen, zoo lang de Dienaars<br />
van 't Gerecht daar bleeven ; maar zoo ras die<br />
vertrokken waren en naa het Stadhuis te rug<br />
gekeerd om verflag van hun wedervaaren aan<br />
den Onderfchout te doen, zoo beginnen de<br />
Jongens aan het huis van den Hr. HARTE-<br />
VELT met het werpen van (teentjes en 'tknip<br />
pen met de vingers tegen de glafen baldaadig-<br />
hed"n te pleegen.<br />
Ondertuslchen komt de Bloemist ALÏERTZ,<br />
in wiens Tuin, onder de Uilenboomen, het Ge<br />
nootfchap gewoon was te exerceeren, gelyk<br />
ook VAN RYSSEN, Looijer in 's Hage, by ge<br />
melden Procureur HARTEVELT in; deeze bei<br />
den bieden zich aan om VOOGT naar de Stads<br />
Herberg, waar zyn Rydcuig ftond, te begelei<br />
den; het welk hy aanneemt. Zy dus op weg<br />
gegaan zynde , worden door eene groote menig<br />
te gemeen Volk, uit Slopjes ec Steegjes, op de<br />
ftraaten,die zy doorgingen , uitloopende, ge-<br />
ftadig gevolgd en beledigd; van fchelden en<br />
fmaaden floeg het uitzinnig Gra'auw welhaast<br />
over tot daadelykheid, en werpt hen zodanig<br />
met fteenen en vuiligheden, dat zy genood-<br />
A 5 zaakt<br />
Van de vervolgdePerf<br />
ionen vlugten<br />
uvee ia<br />
een huis.
1785.<br />
10 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
zaakt werden de vlugt te neemen in 't huis<br />
van zekeren WESTMAN, in de Wagenflraat t<br />
waar uit zy door een Agterdeur werden uitgelaaten<br />
op de dunne Bierkade. Hier raaken zy<br />
van elkander; VAN RYSSEN en ALEERTS<br />
maaken fpoed; maar VOOGT, langzaam voort<br />
Eeti wordt<br />
rfcel lyU mis- gaande, fchelt aan een huis aan, doch wordt<br />
Iiaiidctt.<br />
niet fpoedig ingelaaten, en terwyl hy na het<br />
openen der deure Haat te wagten, wordt hy<br />
op nieuws van eene groote menigte volks<br />
omringd, uit welker midden eenigen, inzonderheid<br />
een Perfoon, als een Jager, in 'tgroen<br />
gekleed , en een fchamele baldaadige Jongen<br />
hem op eene vergaande wyze mishandelden;<br />
en kort daarna werd hy nog door een jong<br />
Vrouwsperfoon in eene woedende drift met een<br />
Parapluije geweldig op 't hoofd geflaagen. Eindelyk<br />
werd VOOGT door eenen Lootgieter,<br />
R o T T E v E E N genaamd , uit de moorddaadige en<br />
üraatfehendende handen van 't losbandig Graauw<br />
gered, en door den Stal in de Stads Herberg<br />
gebragt; terwyl VAN RYSSEN in 't huis van<br />
den Fiscaal LUIKEN, en ALBERTS in dat<br />
van den Timmerman VIANEN, op de Jlüle<br />
Veerkaade , vlugtten, om diergelyke mishandelingen<br />
van 't woedende Gemeen te ontwyken.<br />
De Drosfaard van 't Hof ondertusfehen<br />
van den Fiscaal LUIKEN verfta,an hebbende<br />
dat 'er voor 't huis van den Procureur HAR<br />
TEVELT iets te doen was, gaat daar heen,<br />
en vindt het daar flilj maar verneemt van<br />
een
ONLUSTEN IN HET VADERLAND, it<br />
een Jongeling, dat op de Veerkaade iemand<br />
zeer mishandeld werd : gaat derwaards , neemt<br />
den Procureur HARTEVELT en den jongden<br />
ARNOLDS, die van een Sabeltje, voor in zynen<br />
rok, voorzien was, met zich; op de ^e«riaade<br />
gekoomen zynde, wordt de gemelde Drosfaard<br />
in 't huis van den Timmerman VIANEN,<br />
waar ALRERTS in gevlugt was, ingeroepen,<br />
Eeemt ALBERTS ook mede, en gaat met<br />
deeze drie Perfoonen naa de Stads Herberg.<br />
Op het groene wegje gekoomen zynde, werden<br />
zy wederom van eene groote menigte muitend<br />
Volk omringd, die de ftoutheid hadden<br />
van voornoemde Perfoonen, in de tegenwoordigheid<br />
van den Drosfaard, wederom te fchelden<br />
eu met vuiligheid *é werpen (zoo weinig<br />
ontzag was 'er thans by het oproerig Gemeen<br />
voor de Juftitïe en den eerften uitvoerder van<br />
't Hooge Gerechtshof van Holland , Zeeland<br />
en Vriesland.) By het Zieken werd AUNOLDS<br />
door een Soldaat tegen het lyf geloopen, die<br />
het Sabeltje , by zyne borst tusfehen den rok<br />
gehouden, ziende, hem hetzelve dacht te ontweldigen,<br />
en daar naa greep ; doch hy werd<br />
door den Drosfaard aangepakt, en met behulp<br />
van ARNOLDS, ALBERTS en HARTEVEL'I<br />
overweldigd en in de Stads Herberg in bewaaring<br />
gebragt; waar zy VOOGT nog vonden.<br />
Terwyl de Drosfaard nu in de Stads Herberg<br />
was, hadt men nog de ftoutheid van met fteenen<br />
door de glazen te werpen; waarom Zyn<br />
Ed,<br />
178*<br />
De beledigingen<br />
lM#J<br />
«at. Een<br />
Soldaat gegtcepen.
De Soldaat<br />
naa de Ge •<br />
vangciipooit<br />
gebragc.<br />
12 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Ed. Geftr. noodig vond de hulpe van hetKrygsvolk<br />
te verzoeken; ten welken einde hy iemand<br />
naa den Procureur Generaal zondt om<br />
van 't geen 'er by de Stads Herberg omging<br />
kennis te geeven , en zodanig verzoek te doen:<br />
Deeze begeeft zich naa de Hoofdwacht, verzoekt,<br />
en verkrygt byftand van Krygsvolk,<br />
?n begeeft zich met eenige Manfchap naa de<br />
Stads Herberg. Daar gekoomen zynde, doed<br />
hy een Rydtuig gereed maaken, waar in<br />
de gevangen Soldaat gezet , en naa de Ge-<br />
/angenpoort gebragt wordt; met welk Rydtuig<br />
den Procureur Generaal en de voornoemde<br />
Perfoonen, VOOGT, ALBERTS, HARTE<br />
VELT en ARNOLDS zich te gelyk mede naa<br />
liet Hof begeeven. Terwyl zy heenen reeden,<br />
werden nog verfcheidene fteenen naa den Wagen<br />
geworpen , tot een bewys dat het Graauw<br />
even weinig ontzag en vreeze hadt voor het<br />
Krygsvolk, als voor de Dienaars en Uitvoerders<br />
van het Gerecht. Naa een kort verblyf<br />
by den Cipier , vertrokken de vier gemelde<br />
Perfoonen naa het huis van den Procureur Generaal;<br />
het welk fpoedig van vooren en van<br />
agteren door eene menigte Volks omringd<br />
werd; waarom de fleer VOOGT en de anderen<br />
van zyn Gezelfchap het niet veilig oordeelden<br />
van daar te vertrekken. Zy bleeven<br />
daar nog eenigen tyd, en de Procureur Generaal<br />
verzocht toen byftand van de Ruiterwacht,<br />
iie hem ook werd toegezegd; doch die zoo<br />
laat
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 13<br />
laat aankwam, dat de faamengerotte menigte<br />
al langzaamerhand was afgezakt; van welk 00genblik<br />
de vier genoemde Perfoonen zich bedienden<br />
om elk zynen weg naa huis te gaan ,<br />
dat hun nu, zonder verdere moeijelykheid,gelukte<br />
(*).<br />
Zie daar een kort en echt verhaal, uit het<br />
Twee Pen<br />
fionai isfen<br />
Bericht van 't Hooge Gerechtshof zelve ge in gevaar.<br />
trokken, van de Oproerige Beweegingen» op<br />
dien onrustigen Rustdag door een losbandig Gemeen<br />
aangerecht, welke tot diengrootcn fchok<br />
aanleiding gegeeven hebben, dien de gantfche<br />
Republiek vervolgends geleeden heeft,<br />
gelyk deeze Historie zal uitwyzen. Eene om-<br />
Handigheid van deezen dag moet ik nog aanteekenen,<br />
die nog erger bediyven , en het<br />
fmaadelyk aanranden van nog aanzienlyker Perfoonen,<br />
maar van de zelfde denkvvyze omtrent<br />
's Lands zaakea als de voorigen, deed vreezen<br />
; doch door goede voorzorge werdt voorgekoomen.<br />
Te weeten, de Heeren DE CY-<br />
ZELAAR en VAN BERKEL, Penfionarisfen<br />
van Dordrecht en Amflerdam, waren met hunne<br />
Vrouwen, op dien dag, om een buitenlucht te<br />
neemen by een Vriend aan den Leidjchen Dam.<br />
Dewyl nu deeze Heeren, als groote Voorflanders<br />
van Vaderlandsgezindheid bekend wa«<br />
ren, en deeze wyze van denken by het Haag-<br />
fcht<br />
I785-<br />
•(*) Nieuwe Nederl. Jaarb. Sept. 1785. blaJz. iaC(ï-i275,<br />
Peruad Nederland, IV. Deel, bUjz. 125-—132.
-735.<br />
Aan drie<br />
huizen de<br />
glazen inge-<br />
Uaagen.<br />
14 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
fche Gemeen zeer gehaat gemaakt was ; zoo<br />
was men met reden beducht, dat het buitenfpoorig<br />
Gemeen , den gantfehen dag aan 't<br />
hollen geweest zynde, ook dat aanzienlyk Gezelfchap<br />
mogten aanvallen; te meer om dat<br />
men iemand uit het muitende Graauw op dien<br />
dag den Moordzuchtigen wensch hadt hooren<br />
uitflaan, dat hy DE CYZELAAR en eenige<br />
andere Patriötten in handen mogte hebben»om<br />
ze te verfcheuren. Een ander Penfionaris van<br />
eene andere Hollandfche Stad, duchtende kwaade<br />
gevolgen, begeeft zich by den Hr. Raad.<br />
penfionaris van Holland, fielt hem het gevaar<br />
voor, en verzoekt voorzorge to: afwending<br />
van gevreesde onheilen. Zyn verzoek wordt<br />
hem toegedaan, en eene Krygsbende van de<br />
Garde te paerd afgezonden om op de aankomst<br />
van 't Jagt, waarmede het Gezelfchap terug<br />
Verwagt werd, te pasfen, en hetzelve veilig<br />
t'huis te geleiden. Dit gefchiedde zonder eenige<br />
beweeging; maar niet weinig verwonde*<br />
ring en ontzetting baarde dit gezigt van gereed<br />
fiaande Ruiters aan het aanzienlyk Gezelfchap<br />
by deszelfs aankomst, byzonderiyk de<br />
Vrouwen; het welk , van alles onbewust d?t<br />
op dien dag in den Haag was voorgevallen,<br />
niets minder dan zulk eene vertooning verwagtte.<br />
Dit vuur van Oproer was maar voor een koften<br />
tyd gedoofd, het fmeulde nog onder de<br />
asfche, en brak eerlang uit in eene woedende<br />
vlam,
ONLUSTEN IN H E T VADERLAND. 15<br />
Vlam, die bezwaarlyk te blusfchen was. Drie<br />
dagen na dit Oproer, tusfchen den 7 en 8Scp.<br />
tember, werden aan drie huizen de glazen in*<br />
geflaagen, onder welken dat van den Hr. Mr.<br />
P I E T E R P A U L U S Fiscaal by de Admiraliteit<br />
op de Maas, geteld werd (*).<br />
Deeze buitenfpoorige moedwilligheid, onder<br />
't oog van den Souvrain gepleegd , kon niet<br />
nalaaten de oplettendheid der Staaten daar op<br />
te bepaalen. De Heeren Afgevaardigden van<br />
Haarlem fielden op den 8 September in de<br />
Vergaadering der Staaten voor , dat zy met<br />
leedweezen en verontwaardiging vernoomen<br />
hadden, dat een gewelddaadige oploop en verregaande<br />
faamenrottingen op Zendag den 4<br />
September in den Haag hadden plaats gehad,<br />
en zulks by herhaaling; dat het van alle kanten<br />
bleek, kennelyk en zeker te zyn , dat<br />
niet alleen de veiligheid en rust der plaats<br />
op eene ftrafbaare wyze was geftoord, en by<br />
die gelegenheid met de daad openbaar geweld<br />
gepleegd; maar het Oproer ook een en andermaal<br />
was herhaald, en verfcheide uuren agter<br />
een geduurd hadt, eer hetzelve volkoomen<br />
ophield; — dat zy Heeren Gedeputeerden<br />
meenden, het van de uiterfte noodzaakelykheid<br />
te zyn, dat Hun Edel Groot Moogende<br />
door eene fpoedige en kragtdaadige voorziening<br />
(*) Nieuwe Neder!. Jaarb. September 17B5. WaJz, 1375.<br />
Xtroerd Nederland, IV. Deel bkutz. 132.<br />
178J.<br />
Ter Srnntsvei<br />
gin d c •<br />
ring wordt<br />
des wegeirt<br />
een Vooiftel<br />
gedaan do^r<br />
de Gcdepüteerden<br />
vau<br />
Haarlet».
if5 BEKNOPTE HISTORIE i)É*<br />
ning hunne hoogfte verontwaardiging daarover'<br />
lieten blyken , gepaste middelen ter beveiliging<br />
deeden in 't werk Hellen* en hunne op»<br />
lettendheid vestigden op een nauwkeurig onderzoek:<br />
Hoe 't moogelyk geweest was, dat, in<br />
een Plaats als deeze ('s Hage), zodanigefaamenrot*<br />
tingen en Oproer zulk een geruimen tyd ongejioord<br />
hebben kunnen voortduuren.<br />
Dat zy Heeren Gedeputeerden zich onver*<br />
mydelyk verpligt gevonden hadden, aan Hun<br />
Edel Groot Moogende in overweeging te geeven,<br />
of Hoogstdezelven niet zouden goedvinden<br />
, eene Publicatie te beraamen en te doen<br />
uitgaan , waar by in den Haag alle Saamenrottingen<br />
op zwaare ftraffe verbooden wierden ,<br />
en vastgesteld j dat aile Infolentiën, aan wien<br />
't ook zy, in zyn Perfoon , Huizen of Goederen,<br />
daar gepleegd wordende, ten ftrengften<br />
aan den Lyve, en zelfs naar bevind van zaaken,<br />
met de Galg zouden geftraft worden. —<br />
Voorts Heeren Gecommitteerde Raaden te<br />
magtigen en te gelasten, om naauwkeurig onderzoek<br />
te doen, wat de oorzaak mooge geweest<br />
zyn, dat het gemelde Oproer, daar ter<br />
plaatfe,zoo lang ongeftoord heeft kunnen aanhouden<br />
, op wat wyze de JufHtie werkzaam geweest<br />
is om de rust te herfleilen; en welke<br />
middelen, tot bewaaring der veiligheid aldaar,<br />
verder zouden kunnen in 't werk gefield worden.<br />
— Eindelyk nog, by provifie dezelfde<br />
Heeren Gecommitteerde Raaden te magtigen<br />
ea
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 17<br />
en te gelasten, om van tyd tot tyd de noodige<br />
Patrouilles te laaten doen, om aile onbehoorlyke<br />
Saamenrottingen te beletten,de Overtreeders<br />
van gemelde Publicatie op te ligten, en<br />
onder bewaaring van Gecommitteerde Raaden<br />
te Hellen. Dit Voorftel werd met algemeene<br />
Stemmen in een Befluit veranderd, uitgenoomen<br />
het gedeelte van Patrouilles te laaten<br />
doen , het welk de Heeren van de Ridderfchap<br />
en Edelen niet goedkeurden , maar aanzagen.<br />
1785.<br />
Ingevolge van dit Befluit deeden GecommitGecommitteerdeteerde<br />
Raaden aanftonds na het fcheiden der Raaden<br />
Vergaadering, den Bevelvoerenden Officier<br />
geeven Orders<br />
aan den<br />
Kapitein van<br />
van de Hoofdwacht voor zich koomen , en de Hoold-<br />
vraagden hem de tegenwoordig beftaande Orders,<br />
omtrent het zenden der Patrouilles, af;<br />
welke waren, dat alle avonden, entweemaal<br />
des nachts Patrouilles, op order van Zyne<br />
Hoogheid, werden uitgezonden, en dat dezelve<br />
by buitengewoone omftandigheden, mede op<br />
Hoogstdeszelfs orders, vermeerderd werden.—<br />
waclu.<br />
Hun Edel Moogenden gelasteden, daarop,<br />
den gemelden Officier, dagelyks tegen het<br />
vallen van den avond, Patrouilles uit te zenden,<br />
en daar mede van uur tot uur te vervolgen<br />
tot 's morgens ten zes uuren ; en daar van<br />
aan den Generaal SANDOZ kennis te geeven,<br />
ten einde daar toe de Wagt te verdubbelen;<br />
gelyk ook om, by aldien Saamenrottingen van<br />
Menfchen, of moeite verwekkende Lieden<br />
mogten worden gevonden, de fchuldigen daar<br />
B van
1785.<br />
De Prins be.<br />
klaagt zich<br />
daar ovci'by<br />
Gecoinmitte<br />
rde Raaden.<br />
C-eUk ook<br />
by de Staaten<br />
van<br />
Holland.<br />
TB BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
van in de Hoofdwacht op te brengen, en aan<br />
gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden daar<br />
van kennis te geeven; het welk door den zelfden<br />
Officier werd aangenoomen.<br />
Kort daarna verzocht de Prins Erfftadhou*<br />
der, dat het Collegie van Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden, het welk na het geeven van<br />
gemelde Orders gefcheiden was, weder mogt<br />
vergaaderen; en in het zelve verlcheenen<br />
zynde, gaf Zyne Hoogheid hun te kennen,<br />
dat over het ftellen van die orders zeer verwonderd<br />
was, nademaal alle de orders voor de Militie<br />
altoos waren gefield geworden door Hem<br />
zeiven, als Erf» Gouverneur en Kapitein Generaal<br />
deezer Provintie, gelyk door Zyne<br />
Voorzaaten gefchied was; en dat Hoogstdezelve<br />
bereid was daadelyk zodanige Orders te<br />
ftellen, als Hun Edel Groot Moogende of Gecommitteerde<br />
Raaden, in het tegenwoordig<br />
geval, mogten noodig oordeelen;te gelyk aandringende,<br />
dat, indien Hun Edel Moogenden<br />
meenden van hun verrichtte niet te kunnen afgaan<br />
, zy de Vergaadering van dien avond nog<br />
geliefden faamen te roepen ; ten einde zyn belang<br />
aan Hun Edel Groot Moogenden te kunnen<br />
voordraagen; aan welk verzoek Gecommitteerde<br />
Raaden voldeeden.<br />
De Vergaadering der Staaten werd dan ook,<br />
dien zelfden avond, by een geroepen; in dezelve<br />
werd door den Raadpenfionaris een Brief<br />
van Gecommitteerde Raaden voorgeleezen,<br />
waai'
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 19<br />
waar door van al het bovenftaande, door Hun<br />
Edel Moogende verricht, aan de Staaten werd<br />
kennis gegeeven, en in die zelfde Avond-Vergaadering<br />
verfcheen de Prins Erfftadhouder<br />
om een Voordel te doen , dat hoofdzaaklyfc<br />
hier op uit kwam: ,, Dat de Kapitein van de<br />
Hoofdwacht rapport gedaan hebbende van de<br />
Orders, door Heeren Gecommitteerde Raa«<br />
den aan hem gegeeven, Zyne Hoogheid gemeend<br />
hadt te moeten verzoeken, dat het Collegie<br />
van Heeren Gecommitteerde Raaden geliefde<br />
te Vergaaderen ,en aan Hun Edel Moogende<br />
zvne verwondering te moeten voordraagen<br />
over deeze nieuwigheid; en dat het Hun<br />
Edel Moogende behaagt hsdt, dergelyke orders<br />
direct en buiten Zyne Hooghefd aan den Kapitein<br />
van de Hoofdwacht te geeven, in een<br />
tyd, dat Hoogstdezelve daar, in den Haag,<br />
tegenwoordig was, daar Zyne Hoogheid van<br />
begrip was, dat dezelve, die de eer hadt van<br />
Gouverneur en Kapitein Generaal deezer Pro-<br />
Vintiën te zyn, die geen was, door wien de<br />
orders aan 't Guarnizoen behoorden gegeeven<br />
te worden ; en dat dus Hun Edel Moogende<br />
volgens het gewoone gebruik aan Zyne Hoogheid<br />
hadden behooren kennis te geeven van 't<br />
oogmerk van Hun Edel Groot Moogende,<br />
wanneer Hoogstdezelve niet nalaatig zoude<br />
geweest zyn cm alle moogeiyke voorzorgen<br />
te' doen neemen, en alle noodigc orders aan<br />
het Guarnizoen te geeven; ten einde alle wan-<br />
B 2 or«
1785.<br />
I>e S asten<br />
hl) ven by<br />
hun Befluit.<br />
20 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
ordens voor te koomen en alle faamenrottingen<br />
te beletten : — Zyne Hoogheid vond zich verpligt,<br />
zoo tot voorkoomrng van alle verwarring<br />
, als tot handhaaving van de Rechten,<br />
Hem in bovengemelde hoedanigheden door<br />
Hun Edel Groot Moogende opgedraagen,<br />
Hoogstdezelven te verzoeken om, wanneer<br />
Hun Edel Groot Moogenden eenige voorzieninge<br />
geliefden te doen, waartoe de byftand<br />
van het Krygsvolk noodig was, aan Zyne<br />
Hoogheid als Gouverneur en Kapitein Generaal<br />
deezer Provintie, van derzelver oogmerk<br />
te verwittigen ; op dat dezelve overeenkomftig<br />
daar mede de noodige orders konde geeven en<br />
nauwkeurig doen uitvoeren. —<br />
De Staaten, dit voorftcl van Zyne Hoogheid<br />
gehoord, en daar over beraadfiaagd hebbende<br />
, beflooten, in die zelfde Vergaadering,<br />
by het Befluit, dien namiddag genoomen, te<br />
volharden ; en het geen door Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden verricht was goed te keuren<br />
en te pryzen: Ook werd nog verder goedgevonden,<br />
de voornoemde Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden byzonderlyk te magtigen, cm<br />
den gebiedenden Officier van de Hoofdwacht<br />
dien avond nog voor zich te ontbieden en ernftig<br />
aan te bevelen, de Orders, hem dien namiddag<br />
uit naam van Hun Edel Groot Moogengende<br />
gegeeven , ftiptelyk na te koomen ,<br />
zonder aan eenige orders, daar medeftrydig,<br />
van wien dezelve ook aan hem mogten gegeeven
ONLUSTEN IN HET VADERLAND, ix<br />
ven worden, eenigzins te gehoorzaamen; en<br />
werden Gecommitteerde Raaden verder gemagtigd<br />
tot bewaaring van de rust zodanige<br />
voorzieningen te doen, als zy zouden oordeelen<br />
te behooren.<br />
Den volgenden dag, den 9 September,wer Twee PublicatiSnteden<br />
twee Publicatico afgekondigd: eene van gen Oproer<br />
afgekon<br />
de Staaten, en eene van de Gecommitteerde digd.<br />
Raaden: by de eerde werden alle oproerige<br />
gefprekken, beweegingen en faamenrottingen,<br />
mitsgaders alles, dat tot het verwekken van<br />
beweegingen, opfchudding of faamenrottingen<br />
van Volk aanleiding zou kunnen geeven; het<br />
plegen "an alle infolentiën, vooral by wege<br />
van daadelykheden of geweld, aan wien het<br />
ook zoude moogen wezen, ten aanzien van<br />
Perfoonen, huizen of goederen, verbooden:<br />
alles op draiTe van Hun Edel Groot Moogende<br />
hoogde verontwaardiging, en dat de overtreeders<br />
als openbaare Wederflreevers van de<br />
Hoogde bevelen, en moedwillige Schenders<br />
van de rust en veiligheid dier Plaatfe, zonder<br />
eenige oogluiking ten minden zouden worden<br />
in hechtenis gezet, of daarenboven in het<br />
openbaar, ja zelfs naar vereisen van zaaken,<br />
met de Galg gedraft. De andere diende tot<br />
ontdekking van den Daader of Daaders, die<br />
den nacht te vooren de glazen hadden ingeflaagen,<br />
waartoe een premie van duizend gou.<br />
den halve Ryders werd uitgeloofd.<br />
B 3 Dien<br />
I785'
i7§5- Dien zelfden dag werd aan den Luitenant<br />
Orders aan<br />
Generaal S A N D O Z , thans het Guarnizoen ge<br />
den Centraal<br />
SAN00Z biedende, een Uittreklel van de Befluiten,<br />
gegeeven.<br />
den dag te vooren door Hun Edel Groot<br />
Moogende genoomen, en Copie van de Order<br />
, den avond te vooren aan den Kapitein<br />
van de Hoofdvracht gegeeven, ter hand gefield<br />
, met last om de fchikkingen , in het<br />
een en ander vervat, tot Hun Edel Moogende<br />
nader order, ftiptelyk te doen nakocmen,<br />
en dagelyks de gewoone Rapporten vau de<br />
Hoofdwacht mede te doen bezorgen aan Hun<br />
Edel Moogende Collegie , of aan den eerflen<br />
tegenwoordig zynden Heer van hetzelve<br />
, wanneer Hun Edel Moogende niet vergaaderd<br />
zyn ; cn voorts , zoo fpoedig moogelyk<br />
aan Hun Edel Moogende zyne gedachten<br />
te doen toekocmen aangaande de wyze,<br />
op welke eenige Piketten Ruitery en Voetvolk,<br />
tot weering van alle muitery en daadelykheden<br />
met de meeste vrugt zouden kunnen<br />
geplaatst worden, op verfcheidene Plaatfen<br />
, in den Haag; gelyk ook het getal der<br />
Manfchap , waar uit zy zouden behooren te<br />
befiaan.<br />
/-vtfehryving<br />
aan 't<br />
Hof en den<br />
Magtftraat<br />
van 'sHage.<br />
fi2 BEKNOPTE HISTORIE D E R<br />
Den 13 September werd door Heeren Gecommitteerde<br />
Raaden aan 't Hof van Holland,<br />
en den Magiftraat van 's Hage in naam der<br />
Staaten aangefchreeven,nauwkeurig onderzoek<br />
te doen, wat de oorzaak mooge geweest zyn ><br />
dat het Oproer, op Zondag den 4 dier maand<br />
ont-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 23<br />
ontdaan , zoo lange cngeftocrd heeft kunnen<br />
aanhoudenj als by de uitkomst gebleeken was;<br />
gelyk ook op wat wyze Juditie was werkzaam<br />
geweest om de rust te herdellen.<br />
Dien zelfden dag gaf de Hr. Raaclpenfionaris<br />
aan Hun Edel Gr. Moogende kennis, dat dien<br />
morgen een Briefje van Zyne Hoogheid hadt<br />
ontvangen, inhoudende, dat Hoogstdezelve<br />
wegens de tydingen van aanmarsch der Oofienrykfche<br />
Troupen, die van alle kanten bevestigd<br />
werden, van voornecmen was, het Escadron<br />
Gardes du Corps, en het Regiment Gardes Dragonders<br />
uit den Haag te laaten trekken; met<br />
agterlaating van die Manfchappen en Paarden,<br />
die niet in ftaat waren om in 't Veld te gaan : —<br />
Dat Hy Hr. Raadpcnfionaris hier op ten erndigde<br />
verzocht hadt, dat voor als nog geene<br />
orders mogtcn gegeeven worden, om eenige<br />
Militie uit den Haag te doen trekken. Voorts<br />
werd nog beflooten, dat voortaan geene At.<br />
iaches of Patenten, nopens Militie, elders dan<br />
in den Haag Bezetting houdende , door een<br />
der Leden van 't Collegie der Gecommitteerde<br />
Raaden zouden getekend, noch dooreen der<br />
Secretarisfen uitgevaardigd worden, dan na<br />
voorafgaande beraadflaaging en toeftemming<br />
van ten minden vyf Leden; en voorzoo veel<br />
het Guarnizoen in den Haag betrof, niet anders<br />
dan met voorkennis en toedemming van<br />
Hun Edel Groot Moogende, waarvan den vol-<br />
e Q<br />
B 4 g "<br />
1785.<br />
Refliiir ora<br />
trene rif
11*5<br />
De Prins<br />
beklaagt<br />
zich hy den<br />
Koning van<br />
Pruisfcn,<br />
Brief des<br />
K«nmgs van<br />
frutsfen san<br />
di; Sia;i(en<br />
6eiieni.il,<br />
24 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
genden dag aan Hoogstdezelven werd kennis<br />
gegeeven.<br />
Ondertnsfchen hadt Zyne Hoogheid de Prins<br />
Erfstadhouder, zoo haast de Gecommitteerde<br />
Raaden het Bevel over het Guarnizoen in den<br />
Haag aan zich genoomen, en onmïddelyke bevelen<br />
, buiten kennis van Hem Kapitein Generaal<br />
aan den Generaal SANDOZ gegeeven<br />
hadden, eenen Postbode, met de tyding van<br />
deeze gebeurtenis aan den Koning van Pruisjen<br />
gezonden, en buiten twyfiel zyn beklag gedaan;<br />
want Zyne Koninglyke Majefteit fchreef<br />
den 18. der zelfde maand reeds twee Brieven<br />
over deeze zaak; een aan dc Algemeene Staaten,<br />
en een aan de Staaten van Holland. ]n den<br />
eerften, na de reden en aanleiding van dit<br />
fchryven gemeld te hebben, verzocht zyne<br />
Pniisfifche Majefteit Hun Hoog Moogende zeer<br />
inftantelyk en vriendnabuurlyk", dat Hoogstdezelven<br />
, by de tegenwoordige onaangenaame<br />
voorvallen, geliefden tusfehen te trecden; en<br />
zich zoo wel by de Heeren Staaten der Provintie<br />
van Holland- en Westvriesland, als by de<br />
Heeren Staaten der andere Provintiën, daar<br />
het noodig mogte zyn, op het yverigfte aan te<br />
melden ; ten einde de Hr. Erffladhouder by de<br />
Voorrechten, aan Hem eenmaal Ervelyk op*<br />
gedrasgen, rustig gelaaten , en weder eene<br />
volkoomene goede eensgezindheid daar gefield<br />
wierde. Voorts beval Zyne Pruisfifche Majefteit<br />
het weizyn en de helangen van den Hr.<br />
Erf-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 25<br />
Erffladhouder, van zyne waardige Nichte,<br />
en hunne zoo veel beloovende Familie aan<br />
Hun Hoog Moogende ernlïig aan ; met aanbieding<br />
van zyne onpartydige en vriendnabuurlyke<br />
bemiddeling.<br />
In den Brief aan de Staaten van Holland- cn Aan de Staaten<br />
van<br />
Westvriesland, gaf Zyne Pniisfifche Majefteit Holland.<br />
zyne verwondering cn leedweezen te kennen,<br />
dat tegen alle verwagting heeft moeten verneemen,<br />
dat men den Hr. Erffladhouder onlangs<br />
het Commando van 't Guarnizoen van<br />
den Haag ha lt afgenoomen, het welk tochon.<br />
betwistbaar tot het Ampt van eenen Erfilidhouder<br />
en Kapitein Generaal behoorde; en dat<br />
het zich liet aanzien, als of men Hem van de<br />
wezendlykfte en gewigtigfte Voorrechten van<br />
het Erffladhoudcrfchap , het een voor, cn het<br />
ander na, zocht te ontzetten, en niet anders,<br />
dan den blooten naam en een fchynbeeld daar<br />
van over te laaten. Zyne Majefteit wilde zich<br />
in de inwendige omftandigheden van den vryen<br />
Staat Hunner Hoog Moogende niet inmengen;<br />
maar kon ook niet onverf'chillig. zyn omtrent<br />
het lot van eenen Vorst, Hem zoo na beftaande<br />
, en deszelfs Huis , gelyk -ook niet omtrent<br />
den welftand en de rust van eene, zoo<br />
aanzienlyke en naby geleegene Republiek: —<br />
Waarom de Koning Hun Edel Groot Moogende<br />
by deezen- nogmaals inftantelyk verzocht<br />
en vermaande, dat zy, met ter zyde ftelling<br />
van al het geen tot hier toe, misfehien uit mis-<br />
B 5 ver-
1785.<br />
De Prins<br />
vertrekt met<br />
zyn gnntfche<br />
Huisgezin<br />
uit 'sllege.<br />
26 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
verftand of overhaasting was voorgevallen,<br />
zich met den Hr. Erfftadhouder op eenen beteren<br />
en vriendfchappelyken voet, geliefden<br />
te zetten; de voormaalige eensgezindheid, en<br />
het wederzyds vertrouwen te herftellen, den<br />
Hr. Erfftadhouder in de rustige Uitoefening van<br />
zyne Ampren te laaten; Hem daarin niet verder<br />
te ftooren ; maar integendeel, het geen Hem<br />
ontnoomen was weder te geeven. — En indien<br />
Hun Edel Groot Moogende voorneemens waren,<br />
ten beste van Hunne Provintie, in 't beftuur<br />
der openbaare zaaken eenige veranderingen<br />
te maaken, dat het Hoogstdezelven niet<br />
moeijelyk zou vallen, zich daar over met den<br />
Hr. Erfftadhouder, zonder krenking zyner<br />
Rechten, te veréénigen; dewyl Hy zich gewis<br />
tot al wat billyk , en voor den Staat meest<br />
voordeelig is, gewillig zou toonen; wanneer<br />
Hun Edel Groot Moogende zich daaromtrent<br />
maar met Hem zouden verftaan. Dit alles befluitende<br />
met aanbieding van bemiddeling.<br />
Dat het den Staaten van Holland zoo gemakkelyk<br />
niet geweest is, als Zyne Pniisfifche<br />
Majefteit zich toen verbeeldde, om ten beste<br />
Hunner Provintie eenige verandering te maaken<br />
in het openbaar beftuur der zaaken, en zich<br />
daar over met den Hr. Erfftadhouder te verftaan<br />
; cn dat zelfs de bemiddeling 'van Zyne<br />
Pruififche Majefteit benevens die des Konings<br />
van Vrankryk niet eens toereikende geweest<br />
zyn om de Eensgezindheid en 't onderling ver.'<br />
trou-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 2 f<br />
trouwen te herftellen, heeft de crvaarcnhei<br />
geleerd, waarvan de volgende gebeurtenisfe: |<br />
ten bewyzen verftrekken. Het ongenoegen •<br />
welk de Prins Erfftadhouder opvatte over de |<br />
hoon, dien hy geloofde hem te zyn aangedaai 1<br />
door het intrekken van 't Commando over he t<br />
Haagfche Guarnizoen, was zoo groot, dat H |<br />
met zyn gantfche Huis de Hofplaats verliet, zy \<br />
beftendig verblyf elders nam, en niet wedei<br />
keerde, dan r.a die groote Ommekeer, welk<br />
de zaaken in September 1787. genoomen het<br />
ben. Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouw<br />
de Prinfes, Gemalin van den Prins Erffiadhou<br />
der, vertrok met de drie Vorftelyke Kindere 1<br />
den 15. September uit 'sHage naa Vriesland<br />
om te Franeker het vieren van het Jubelfees<br />
der Hooge Schoole by te woonen ; en d<br />
Prins vertrok, wegens de geruchten van ' t<br />
aannaaderen der Keizerlyke Troupen, na 1<br />
Breda (*).<br />
Terwyl deeze dingen in den Haag gebeur . Orergjftigi<br />
toe de verden,<br />
was men in de Provintie, en voornaame - fcliillen der<br />
Uegcering<br />
]yk in de Stad, van Utrecht bezig met eei ' en liingery<br />
vjn Utrecht,<br />
nieuw Reglement van Regeering voor die Pro<br />
vintie te beraamen en vervolgends in te voe<br />
ren; waar uit zeer veele verfchillen en hoog<br />
gaande Onlusten tusfehen de Regeeringen de r<br />
Steden «<br />
.(*) Nieuwe Nederl. Jaarb. Sepl. 1785. bind*. 127G—130< k<br />
ieroerd Nederland, IV. Deel, uUdz. 134 — 141.
De Vroed,<br />
fehap maakt<br />
een Concept<br />
- Reglementbekend<br />
met<br />
eene Publicatie*<br />
28 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Steden, byzonderlyk die van Utrecht, en der.<br />
zelvcr Burgeryen ontdaan zyn. In 't voorgaande<br />
van deeze Beknopte Historie (*) hebben<br />
wy reeds gezien, dat het Volk was opgeroepen<br />
om hunne Bezwaaren tegen het Reglementvau<br />
1674.. in te brengen; dat 'er negen Heeren<br />
door de Staaten gefield waren om de Bezwaaren<br />
der Burgers te ontvangen, enz.; dat 'er<br />
tien Heeren door de Vroedfchap, uit haar midden<br />
benoemd waren, om alle de Punten te onderzoeken,<br />
enz.; thans zullen wy zien op<br />
welke wyze die handelingen der Regeering en<br />
Burgery voortgezet, en ten einde gebragtzyn.<br />
Een moeijelyke taak inderdaad, in welken af<br />
te doen ik my tot eenige der voornaamfle gebeurtenisfen<br />
zal moeten bcpaalen ; want daar<br />
in loopen zoo veele omftaudigheden en toevallen<br />
faamen, dat het onmoogelyk is, die allen<br />
in dit kort beftek te bevatten.<br />
De Vroedfchap der Stad Utrecht hadt, uit<br />
de aangeboodene Ontwerpen , een Concept-<br />
Reglement opgemaakt, en deelde het by eene<br />
Publicatie van den 28 July aan de Burgery<br />
mede, raakende de bejlelling der Stads Regee.<br />
ring , het benoemen en verkiezen van Raaden in de<br />
Vroedfchap, Burgemeester en en Schepenen; mitsgaders<br />
het oprechten en invoeren van een gewettigd<br />
Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery.<br />
Hetzelve behelsde dus vier Hoofd Hukken:<br />
(*) <strong>II</strong>. Deel bhdz, 111-113.<br />
I. Van
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 29<br />
I. Van de Raaden inde Vroedfchap, en de hoedanigheden<br />
in dezelven vereischt , beftaande uit<br />
8 Artikelen. <strong>II</strong>. Van de Nominatie en verkiezing<br />
der Raaden in de Vroedfchap; en wel eerst van de<br />
Verkiezers, en derzelver Magiiging, beftaande<br />
uit 29 Artikelen. I <strong>II</strong>. Betreffende het benoemen<br />
en verkiezen van Burgemeester en en Schepenen,<br />
bevattende 9 Artikelen. IV. Opzigt hebbende<br />
op een gemagtigd Collegie van Gecommitteerden uit<br />
de Burgery; in 22 Artikelen begreepen.<br />
In de Publicatie, die het Concept - Regle Inhoud de?<br />
Publicatie.<br />
ment verzelde, werd gezegd, dat dit Proviiioneel<br />
Reglement ontworpen was, om, zoo<br />
ras by de Heeren Staaten dier Provintie, met<br />
affchafling van het Regeerings • Reglement van.<br />
1674 , een nieuw Reglement voorde Regeering<br />
der Provintie Staatswyze zoude vastgefteld en<br />
ingevoerd zyn, eindelyk beflooten en in gang<br />
gebragt te worden; — verder werd elk Burger<br />
en lngezeeten (de onbevoegden uitgezonderd)<br />
vermaand, om, indien eenige gegronde bedenkingen<br />
op voorfz. Reglement mogte hebben,<br />
dezelve zyne bedenkingen met redenen bekleed,<br />
in gefchrifte gefteid en ondertekend,<br />
met byvoeging van zyne hoedanigheid, ouderdom<br />
en woonplaats; en zulks binnen den tyd<br />
van veertien dagen, na deeze Publicatie ter Secretary<br />
der Stad, verzegeld, over te brengen,<br />
En op dat een iegelyk volle vryheid en gelegenheid<br />
zoude hebben, om de Vroedfchap van<br />
zyn.; byaondere begrippen kennis te geeven.<br />
ZO! I
'78-5.<br />
Protest Jer<br />
Burgery daar<br />
tegen.<br />
Zwaariglieid<br />
overdeMagliging<br />
djf<br />
Gecom. uit<br />
0 Cotnpaguiüu.<br />
gé BEKNOPTE HISTORIE na*<br />
zou in deeze zaak geene Procuratie, of Magtiging<br />
voor, of van, iemand toegelaaten worden.<br />
Eindelyk werd een ieder gewaarfchouwd , dat<br />
al, wie den geitelden tyd van veertien dagen<br />
liet voorbygaan , zonder eenige bedenkingen<br />
op te geeven, geacht zou worden geene te<br />
hebben, met het zelve Reglement genoegen te<br />
neemen en goed te keuren (*).<br />
Deeze Publicatie was geheel niet naar het<br />
genoegen der Burgery, welke door haare Gecommitteerden<br />
en Geconflituëerden fterk daar<br />
tegen protefteerde.De festien Gecommitteerden<br />
uit de acht Schütters-Compagniën bragten op den<br />
i Aug. een Adres en Protest aan den eerlien<br />
Eurgemeester, en door denzelven ter Vergaadering<br />
van de Vroedfchap; gelyk ook deeden<br />
de GeconftitLëerden van 1215 Burgers en Ingezeetenen<br />
(benevens nog 400, die zich daarby<br />
gevoegd hadden.) Het eerfte werd gefield<br />
in handen van Burgemeesteren, om te onderzoeken,<br />
in hoe verre de festien Gecommitteerden,<br />
naar rechten, bevoegd waren om zodanig<br />
Protest by de Vroedfchap in te leeveren.<br />
Heeren Burgemeesteren deeden vier van de festien<br />
Gecommitteerden tegen half 5 uuren des<br />
namiddags by zich onrbieden ter groote Secretary<br />
op het Stadhuis; waar hun door een der<br />
Secretarisfen kennis gegeeven werd, dat hunne<br />
Magliging niet in de vereischte orde was,<br />
(*) Nkavre tttderl'. Jearb. /fug. 1785. bj. icöo—1071..<br />
en
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 31<br />
en nader bewys noodig hadt. Waarop de vier 1785.<br />
Gecommitteerden antwoordden, dat de Magtiging<br />
op hen gedaan was door de Sergeanten<br />
der Compagrtiën, op uitdrukkelyken h>.t der<br />
onderhoorige Schutters , en van zoo veele<br />
Wachtvryën in de byzonderen Wyken , als<br />
zich by deeze Schutters gevoegd hadden :<br />
Waar op de Secretaris aanmerkte , dat zulk<br />
eene Magtiging, door de Sergeanten, in naam<br />
der Schutters gedaan , niet wettig genoeg was,<br />
Burgemeesteren en Üud • Burgemeesteren kwaOvereenkomst, tot<br />
men dan met de vier Gecommitteerden overëen, nader en<br />
om een nader en wettiger bewys van de Magti wettiger ue><br />
wy, van<br />
ging der laatften regtjlreeks uit den mond hun MagHgirg ;<br />
en de uitner<br />
Lasrgeevers op den volgenden dag te doen voering duar<br />
van.<br />
hooren ; ten welken einde Gecommitteerden<br />
nog dien zelfden avond hunne Lastgeevers tegen<br />
den volgenden morgen ten half negen<br />
uuren op hunne looppiaatfen deeden faamenroepen.<br />
Ingevolge daar van vergaaderde de<br />
gantfche Schuttery, ongewapend, ten half ne.<br />
gen uuren , elke Compagnie op haare loopplaats<br />
; waafby zich veele Wachtvryën, elk<br />
uit zyne VVyk by zyne Compagnie, voegden :<br />
en de festien Gecommitteerden, twee by iedere<br />
Compagnie. Men maakte toen acht kringen,en<br />
deed in elke derzelve aan de Burgers eene<br />
drieledige vraag: I. Of de vergaderde Burgers dt<br />
festien Gecovimüterden voor zodanigen bleeven erkennen<br />
; en wel als Gelastigden om in hunnen naam<br />
cp de belangen der Burgery acht te gesven, en al<br />
•It.
De Burgery<br />
vergaderd<br />
ongewapend<br />
by het Stadhais,<br />
cn<br />
treedt met<br />
Burgem. in<br />
nnderlianueliiie.<br />
32 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
les -uittevoeren, wat de tyd en de omfiandigheden<br />
omtrent dezelve vere'isfchen? — Waarop Ja!<br />
geantwoord werd. 2. Of de vergaderde Burgers<br />
dan ook injtemden in het Protest, door hunne Gecommitteerden<br />
daags te vooren ingeleeverd? het<br />
welk toen voorgeieezen werd, en daarop Ja!<br />
geantwoord. Eindelyk werd een kort verhaal<br />
gedaan van de wyze op welke het Protest, zoo<br />
by de Vroedfchap, als by de Burgemeesters,<br />
ontvangen was, en wat de Gecommitteerden<br />
daaromtrent verricht hadden ; waarna ten 3 gevraagd<br />
werd : Of men eene nadere Notariëele<br />
Magtiging op de festien Gecommitteerden wilde pasfeer<br />
en; dan of men de Gecommitteerden tot by het<br />
Raadhuis wilde verzeilen , om aldaar, indien het<br />
begeerd wier de, de Magtiging door hunne Sergeanten<br />
gepasfeerd, in perfoon mondeling te bevestigen;<br />
en al het geen door Gecommitteerden verricht<br />
was goed te keuren, en als door hen zeiven gedaan<br />
te verklaaren ? De Burgers verkoozen het<br />
laatde, en betuigden de handelwyze der Gecommitteerden,<br />
hier in gehouden, volkoomen<br />
goed te keuren.<br />
De Gecommitteerden dus van de toeflemming<br />
en goedkeuring hunner Lastgeevers volkoomen<br />
verzekerd, trokken aan 't hoofd hunner<br />
Compagniën , van de loopplaatfen naa de<br />
Neude , de algemeene vergaderplaats der acht<br />
Compagniën; en van daar naa het Oude-Kerkhof,<br />
om den uitllag der onderhandelingen van<br />
Gecommitteerden met de Regeering af te wag-<br />
teo.
'ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 33<br />
ten. De Gecommitteerden gingen voor Burgemeesteren,<br />
op 't Stadhuis vergaaJerd, en<br />
verklaarden, dat zy, benevens nog een Perfoon,<br />
uit iedere Compagnie waren Afgevaardigd<br />
van een zeer groot getal Inwooners en<br />
Burgers om derzelver Burgerlyke belangen<br />
waar te neemen. Dat zulks wel niet door eene<br />
Notaricele Acte, maar ter goeder trouwe gefchied<br />
was, waar van de Burgers en Inwooners<br />
bereid waren perfoonelyk verklaaring te doen,<br />
en in de tegenwoordigheid der Vroedfchap<br />
met hunne handtekening te bevestigen. —<br />
Dat hunne Lastgeevers ook in de nabyheid van<br />
't Stadhuis vergaaderd waren, om zulks perfoonelyk<br />
te verklaaren: Zy verzochten ook,<br />
dat de Heeren Burgemeesteren de Vroedfchap<br />
buitengewoon geliefden te Vergaaderen; ten<br />
einde verzekering van deeze hunne Magtiging<br />
te ontvangen. De Heeren Burgemeesteren<br />
MOSSCHENBROEK en V E R B E E K toonden<br />
zich voldaan over de Wettigheid der Magtiging<br />
van de zestien Gecommitteerden s en beloofden<br />
een gunftig verflag daar van in de V r<br />
roedfchap<br />
te zullen inbrengen.<br />
De vcrgaaderde Burgers, hier van onderricht,<br />
begeerden, dat het beloofde verflag in<br />
eene buitengewoone Vroedfchapsvergaadering,<br />
dien zelfden voormiddag nog belegd, zoude<br />
ingebragt worden; ten einde de Burgery het<br />
genoegen mogte hebben, dat ook van den kant<br />
der Vroedfchap door een Extraft-Refolutie<br />
C inogtï<br />
1785.
Dringen aan<br />
op afdoening<br />
deszer<br />
zaak.<br />
34 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
mogte blyken , dat dezelve over de Wettigheid<br />
der Magtiging van de zestien Gecommitteerden ,<br />
volkoomen voldaan was. De Burgemeesters<br />
zeiden, in dit nieuw verzoek niet te kunnen<br />
treeden, om dat in de Vergaadering der Gedeputeerde<br />
Staaten moesten verfchynen , en<br />
een van hun des namiddags uit de Stad moest.<br />
De Burgers over deeze weigering niet te<br />
vrede, en ten uiterfte daarop gefield, dat dee«<br />
ze zaak, waar toe zy zich opzettelyk verledigd<br />
hadden, wierde afgedaan, gaven aan hunne<br />
Afgevaardigden in last, om by herhaaling by<br />
de Burgemeesters aan te houden op het beleggen<br />
eener Vroedfchapsvergaadering, met bygevoegden<br />
uitdrukkelyken last om Hun Edel<br />
Groot Achtbaare van hunne Vroedfchapsplaatfen<br />
vervallen te verklaaren, indien zy weigerden<br />
aan het gemelde verzoek te voldoen.<br />
Öe Vrofd- Op deezen aandrang deeden de Burgemeesfchap<br />
befluit<br />
de zestien ters de Vroedfchap tegen m uuren vergaadeGecommitren;<br />
en in deeze Vergaadering werd beflooten<br />
teerden te<br />
erkennen, de Magtiging der 16 Gecommitteerden voor<br />
en 't Protest<br />
in de Note wettig te verklaaren, en daar van werd door<br />
te zullen<br />
ialchryven. den Secretaris aan de Afgevaardigden kennis<br />
gegeeven ; welke daarop uit naam en last van<br />
hunne Principaalen door den zelfden Secretaris<br />
aan de Vroedfchap deeden verklaaren, dat de<br />
Burgers ook aandrongen om te weeten, wat de<br />
Vroedfchap omtrent het ingeleverde Protest<br />
beflooten hadt; waarop het Antwoord was:<br />
Dat de Vroedfchap beflooten hadt, niet al-<br />
1'JSE
ONLUSTEN IN HET VADERLAND- 35<br />
leen de Onderteekenaaren van het bovengemelde<br />
Adres en Protest te erkennen als Gecommitteerden<br />
van een groot getal Burgers en Ingezeetenen<br />
uit de 8 Compagniën, maar ook oni<br />
het voornoemde Adres en Protest in de Vroedfchaps<br />
Aantekeningen in te fchryven ; van<br />
welk Befluit eene verklaaring, door een Secretaris<br />
onderteekend , aan de Gecommitteerden<br />
werd overgegeeven. Ondertusfchen wérd,<br />
op voorftel van den Hr. Oud-Burgemeester<br />
BERGER, geraadpleegd, of men niet, ten genoegen<br />
der Burgery, zou kunnen goedvinden,<br />
de voorgemelde Publicatie in te trekken en<br />
buiten kragt te ftellen? Overeenkomftig dit<br />
voorftel werd beflooten; de Publicatie werd<br />
door eene andere ingetrokken, en de vergaaderde<br />
Burgers, omtrent 2000 in getal, van alles<br />
onderricht i fcheidden ten twee uuren van<br />
een en gingen elk naa zyn huis. Den volgenden<br />
dag, 3 Augustus werd de nieuwe Publicatie<br />
, waar by de voorige vernietigd werd, afgekondigd<br />
en aangeplakt (*).<br />
De Staaten van Utrecht hadden aan den Prins<br />
Erfftadhouder twee Brieven gefchreeven , een<br />
op den 9 Juny, verzeld zynde van alle dê bezwaaren<br />
der Burgers, in druk uitgegeeven, en<br />
in handen van Commisfarisfen gefteld: eenen<br />
anderen op den 6 July; behelzende kennisgeeving,<br />
dat Hun Edel Moogende raadzaam gé-<br />
von-<br />
(*) Rieu-.ye Neierl. ytiari. JiigMfts, Madz. 1077 — 1097.<br />
Ca<br />
De betiviste<br />
Publicatie<br />
ingetrokken^<br />
Brieven
1785.<br />
Antwoord<br />
Van Oen<br />
Prins daarop.<br />
36 BEKNOPTE HISTORIE DEM<br />
vonden hadden,hunne buitengewoonebefchryving<br />
op het zelfde punt den 10 Augustus te<br />
hervatten; in vertrouwen dat Zyne Hoogheid<br />
tegen dien tyd Hun Edel Moogende zodanige<br />
Aanmerkingen en Advis zoude doen toekoomen,<br />
als Hoogstdezelve, nopens zeker, daar<br />
by gemeld, Concept-Reglement reformatoir,<br />
en ter wegneeming der bezwaaren mogte goedvinden<br />
aan Hun Edel Moogende mede te deolcn.<br />
Op deeze Brieven werd door Zyne Hoogheid<br />
op den 8 Augustus door een Brief aan de<br />
Staaten geantwoord, en dezelve kwam den 10<br />
derzelfde maand in de Vergaadering der gemelde<br />
Staaten: In deezen Brief protefteerde<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid tegen al het<br />
geen beflooten mogt worden, ter verandering<br />
van 't Regeerings-Reglement van 1674. ftrekkende;<br />
ook diende dezelve om aan te toonenj<br />
dat de Regenten y welke op hetzelve Reglement<br />
Eed gedaan hadden, ten eenemaal onbevoegd<br />
waren, verandering daar in te maa><br />
ken; dat zy, integendeel, door die onderneeming<br />
verflaan moesten worden, van hunne<br />
Posten vervallen te zyn, als, onder anderen 3<br />
die Regenten, welke te Utrecht en te IVyk<br />
daartoe hadden medegewerkt; voorts gaf Zyne<br />
Hoogheid by dien Brief te kennen, dat het<br />
aftiaan van den eenen of anderen voordeeligen<br />
Post, van een geheel andere natuur zoude zyn;<br />
verzekerende van geene ander Rechten, hem<br />
toebehoorende, te zullen afgaan; en. vertrouwen-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 37<br />
•wende, dat de St&aten fliet zullen gedoogen, 1785.<br />
dat Zyne Hoogheid in de oefening daar van<br />
langer verhinderd wierde (*).<br />
Nog werd in de Staatsvergaadering van den Brief van<br />
den Prins<br />
24 Augustus een Brief ingebragt van Zyne aan de Siaa-<br />
Doorluchtige Hoogheid uit 'sHage, waar in ton.<br />
Zyne Hoogheid betuigde, met een zeer gevoelig<br />
leedweezen vemoomen te hebben, dat de<br />
Onlusten en Verwarring, in de Stad Utrecht<br />
tot die hoogte geklommen waren, dat 'er zonder<br />
eene gepaste tusfchenkomst en prompte<br />
voorziening,de allerdroevigfte en gevaarlykfte<br />
gevolgen te wagten waren ; met aanbod van<br />
medewerking tot herftel van de Rust, en een<br />
voorflag om met eenige Commisfarisfen daar*<br />
toe, uit Leden van Staat beftaande, hoe eer<br />
hoe beter, met Hoogstdenzelven in den Haag<br />
in gefprek te treeden. De Burgers van Utrecht Aires der<br />
Burgers daar<br />
hier van kennis gekreegen hebbende uit de t.'geu aaji<br />
openbaare Nieuwspapieren, (dewyl het thans den Raad<br />
ingediend.<br />
de gewoonte was alle zodanige Hukken fpoedig<br />
in de Nieuwspapieren te doen plaatfen)<br />
waren niet weinig over dien Brief gebelgd, en<br />
deeden door hunne Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />
daar tegen proteftceren en vertoogen<br />
doen. Op den 5 September dienden<br />
de Geconftituëerden van 1368 Burgers en Ingezeeten,<br />
en de Gecommitteerden uit de agl<br />
J!3urger - Compagniën der Stad, een Adres in<br />
(•) Nkmfe Netkrl, Jaarh. Aas;. 1785. bladz, 1117 — 1123<br />
C3<br />
by
1785.<br />
33 BEKNOPTE HISTORIE DER .<br />
by den Raad, waar in zy te kennen gaven,<br />
dat de Burgery met de uiterfte bevreemding<br />
gezien hadt, hoe in een Brief, op naam van<br />
Zyne Hoogheid in de Courqnten geplaatst, en<br />
den 24 Augustus ter Staatsvergaadering ingekoomen,<br />
de ftaat der zaaken te Utrecht werd<br />
voorgefteld, als of de Onlusten en Verwarringen<br />
in die Stad reeds tot die hoogte geklom,»<br />
men waren, dat 'er, zonder eene gepaste tusfchenkomst,<br />
en NB. prompte voorziening de allerdroevigfte<br />
en gevaarlykfle gevolgen te wagten<br />
waren, enz. Dan dat de Burgery vertrouwde,<br />
dat zy, daar ze zich tot hier toe, wegens de<br />
punten ter afdoening der ppgegeevene bezwaaren<br />
(na alvoorens daartoe plegtig opgeroepen<br />
te [zyn) en ter aandringing van dezelve, met<br />
het overleveren van haare verdere Aanmerkingen<br />
, op de voorbeeldigfte en gefchiktfte wyze<br />
gedraagen hadt, als nu, ter afdoening van dezelven,<br />
—op geene wyze verdiend hadt,<br />
door zoo ongunftige trekken in een zoo verkeerd<br />
daglicht aan het Algemeen ten toon gefield<br />
te worden. — Aan 't flot was het eerbiedig<br />
verzoek:" Dat Hun Edel Groot Achtbaare<br />
Zyne Hoogheid by Misflve zouden gelieven te<br />
defabufeeren, dat aldaar geene zoo onrustige<br />
en verwarde omitandigheden beftaan hadden,<br />
die tot zodanige hoogte zouden geklommen<br />
zyn, '— en dat indien Hun Edel Groot Achtbaare<br />
mogten begrypen, dat 'er eenige Commisfiën<br />
en Conferentiën noodig waren, het daar<br />
heen
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 39<br />
heen te bellieren» dat dezelven dan niet in<br />
'sHage, maar binnen de Stad Utrecht zouden<br />
moeten gehouden worden (*). —<br />
Burgemeesteren en Vroedfchap nu hadden,<br />
tot wegneeming van de wettige bezwaaren der<br />
Burgers en Ingezeetenen , een provifioneel<br />
Reglement ontworpen en beraamd, naa 't wel*<br />
ke de beflelling der Stads Regeering en de<br />
Nominatiën en Verkiezingen van Raaden in<br />
de Vroedfchap, van Burgemeesteren, en van<br />
Schepenen zouden gefchieden, en een gequalificeerd<br />
Collegie uit de Burgery opgerecht en<br />
ingevoerd zoude worden; om welk Reglement<br />
ter kennisfe van de Burgers en Ingezeetenen<br />
der Stad en der Vryheid daar van te brengen,<br />
een of meer Exemplaaren, geduurende 14 dagen<br />
zouden voorleggen in de zoo genaamde<br />
Groene Kamer aan 't Stadhuis, des morgens van<br />
10 tot 12, en des namiddags van 3 tot 5 uuren,<br />
met vermaan aan allen en een iegelyk<br />
Burger en Ingezeetenen (uitgezonderd alleen<br />
Vreemdelingen , Dienstboden en andere onbevoegde<br />
Perfoonen ) om , indien zy eenige gegronde<br />
bedenkingen op voorfz. Reglement<br />
mogten hebben, dezelve zyne bedenkingen,<br />
't zy afzonderlyk, of gevoegd met anderen ,<br />
in Gefchrift gefield en onderteekend, binnen<br />
24 dagen, na de afkondiging, ter Secretary<br />
van Stads Policie verzegeld te brengen. Dit<br />
alles<br />
C) ffteuvti Nederl, Jaarb. September 1785. bladz, 123?»<br />
C 4
Adres van<br />
Geconflitoperden<br />
en<br />
Gecommitteerden.<br />
40 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
alles werd door eene Publicatie den 16 September<br />
van 't Stadhuis afgekondigd. Ook werden<br />
op dien zelfden dag eenigen uit de Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden voor de tien<br />
Heeren, die uit de Vroedfchap tot deeze zaak<br />
gecommitteerd waren, geroepen, en aan dezelven<br />
een gedrukt Affchrift van bovengemelde<br />
Publicatie, benevens een Exemplaar van<br />
het provifioneel Reglement, ter hand gefteld.<br />
Op dat nu de Burgery mogt weeten, hoedanig<br />
de Raaden in de Vroedfchap omtrent dit<br />
Reglement en deszelfs invoering gezind waren ,<br />
cn om eindelyk eens tot de daadelyke invoe»<br />
ring te koomen; zoo leverden Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden wederom, op den<br />
21 September een Adres aan de Vroedfchap in,<br />
dat hoofdzaakelyk behelsde: ,, Dat alle de<br />
Raaden (uitgenoomen de Heeren LOTEN,<br />
WIELING en 1 voY) geliefden te verklaaren,<br />
binnen de 14 dagen, geduurende welken het<br />
Reglement voor de Burgery voorlag, of zy<br />
genegen waren, om op de fchikkingen, provifioneel<br />
daar by gemaakt, met de Burgery en<br />
het Volk der Stad eenen fieeds aanblyvende'n<br />
Raad in te voeren; met verklaaring, dat die<br />
Heeren, weiken zich binnen den gemelden tyd<br />
niet verklaarden, zouden gehouden worden<br />
voor de aanbiyxing in hun Ampt bedankt te<br />
hebben. — Dat de Hr. LOOT EN als beftemd<br />
zynde tot Ontvanger van het Kleinzegel,<br />
door de Vi-oedfchap Zou overgehaald worden,<br />
om
ONLUSTEN JN HET VADERLAND. 41<br />
urn binnen de veertien gemelde dagen zyne<br />
Raadsplaats neder te leggen; ten einde op zyn<br />
oryflag befchikt wierde; of wanneer die Heer<br />
daartoe niet geliefde te verftaan tot genoegender<br />
Burgery, dat dan, na verloop van voorfz.<br />
veertien dagen, aan Zyn Edele aile verdere<br />
Zitting als Raad wierde geweigerd, en op zyn<br />
Edels ontflag tegen den <strong>II</strong> Oclober wierde beflooten.<br />
— Dat de verfchillen met de Heeren<br />
WIELING en IVOY tot genoegen der<br />
Burgery, indien moogelyk, voor 't einde der<br />
loopende inaand wierden opgeruimd; doch indien<br />
zulks niet gebeurde, dat die Heeren dan<br />
niet zouden begreepen worden onder het getal<br />
van die geenen, met welken de Burgery en<br />
het Volk voomeemens waren, (Je invoering<br />
van eenen aanblyvenden Raad aan te gaan;<br />
maar dat, ten aanzien van Hen Edele hetzelve<br />
wierde gehouden in den zelfden (laat, tot<br />
dat over de voorfz. afdoening, tot genoegen<br />
der Burgery, eindelyk zou befchikt zyn. —<br />
Dat alle de misnoegens, wegens het voorgevallene<br />
Jop den ü Maart ontftaan, voor het<br />
daadelyk treeden tot de invoering van eenen<br />
iïeeds aanblyvenden Raad zouden weg genoosnen<br />
worden, zo dat 'er een wederzyds vertrouwen<br />
tot genoegen van Raad en Burgery<br />
herlield wierde. — De Geconftituëerden en<br />
Gecommitteerden verzochten op 'c bovengemelde<br />
de beraadflaagingen van den Raad; en<br />
dat nu met het maaken van de Nominatiën tot<br />
O 5 Bur<br />
1785,
1735.<br />
Bedui t der<br />
Vroed fchap<br />
daarop.<br />
Verrchiilen-<br />
rle Adviefen ,<br />
der I ed.n<br />
van de «<br />
Vrocdichrp.<br />
42 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Burgemeesteren en Schepenen niet mogte voor.<br />
uitgeloopen worden.<br />
Over dit Adres beraadflaagd zynde, werd op<br />
het eerfte punt beflooten, de Vroedfchap tegen<br />
Jen i. Oftober buitengewoon te befchryven.—<br />
Op het tweede, werden Heeren Eurgemeeste-<br />
:en en Oud-Burgemeesteren gecommitteerd,<br />
Dm daar over met den Heer LOOTEN tefpreeken.<br />
— Op het derde werden insgelyks Hee-<br />
•en Burgemeesteren en Oud Eurgemeester gei<br />
:ommitteerd om met die Heeren te fpreeken.—<br />
l 3p het vierde punt werden gecommitteerd de<br />
I ileeren EYCK, VAN DER DOES, VAN RO-<br />
WONDT, en VAN SENDEN. — Ten aanzien<br />
;an het vyfde- punt werd goedgevonden, dat<br />
i iet zelve op den 22 der zelfde maand Septem<br />
1 ber in beraadfiaaging zoude genoomen, en de<br />
i/roedfehapsvergaadering daarom een half uur<br />
^ 'roeger begonnen worden, als welke tegen 9<br />
1 juren was faamen geroepen om voort te gaan<br />
1 ot het maaken van Nominaticn van Burge-<br />
I neesteren en Schepenen voor het volgende<br />
aar ('*).<br />
De Vroedfchap dan op den 1 October inge-<br />
'olge die buitengewoone befchryving vergaalerd<br />
zynde, om over het voorfz. eerfte Punt<br />
e beraadflaagen , waren alle de Leden daar<br />
t egenwoordig, den Hr. IVOY alleen uitgezon-<br />
( erd, die zyn Advies met een Brief inzond.<br />
Zeer<br />
(•} Nituwe jfedtrl. Jaarb, Sepitmh 1783* bladz, 1341—j 34jfi,
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 43<br />
Zeer verfchillende waren de Adviefen van ver-<br />
fcheidene Raaden omtrent dit Punt: De Hr.<br />
V A N DïKifELT betuigde by het Reglement<br />
van 1674. te blyven ; daar by voegden zich de<br />
Heeren Oud - Burgemeesteren L O O T E N , V A N<br />
D E R DUS-S EN en W I E L I N G ; de Burgemees<br />
ter V A N M O ssc H E N E R O E K ; en de Raaden<br />
BODDENS, DE JONKHEERE, PESTERS,<br />
Z A A L , E W Y K en N A H U IS. De Burgemees<br />
ter V E R E E E K , en de- Hr. V A N B R O N K -<br />
H O R S T oordeelden, zich niet te moeten verklaaren<br />
, daarentegen 'verklaarden zich de Heeren<br />
Oud-Burgemeesteren V A N D E N BO<br />
G A A R D , V A N ROMONDT, VAN DER D O E S ,<br />
D A U NIS, CRAAY V A N G E R , FALCK, A B -<br />
EEMA, DE LEEUW, R A M , VAN DER MEI!-<br />
L E N , V A N D IEL EN, IVOY, MARTENS,<br />
en V O E T V A N W I S S E N - , dat meenden nog<br />
niet verder over het Reglement dan voorbereidend,<br />
of voorloopig, geraadpleegd te hebben,<br />
en hetzelve met de Burgery wel wilden<br />
aangaan, wanneer zy NB. Staats wyze van 't<br />
Reglement van 1674. zouden ontilaagen zyn,<br />
en het nieuw Reglement met medewerking van<br />
den Stadhouder ingevoerd wierde: Geheel anders<br />
verklaarden zich de Heeren Oud Burgemeester<br />
E E R G E R , de Raaden E Y K , V A N<br />
SENDEN, D E RIDDER, SMISSAART, VA N<br />
ilAEFTEN, BURMAN en VAN DAM, die<br />
betuigden genegen te zyn, om het ontworpen<br />
Reglement met de Burgery aan te gaan De<br />
wei-<br />
178S-
?85-<br />
44 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
weinige overige Heeren voegden zich by het<br />
Advies van den Hr. VAN WESTREENEN,<br />
het welk hoofdzaakelyk uit kwam op niet gehouden<br />
te zyn, zich te verklaaren. Na alle<br />
deeze verfchillende Adviefen omvraage gedaan<br />
zynde, word by meerderheid van Hemmen beflooten,<br />
dat in het verzoek der Requeftranten<br />
niet kon getreeden worden, maar hetzelve van<br />
de hand geweezen werd (*).<br />
ISom! natiën Daar nu de tyd der gewoone verandering<br />
van Burger<br />
meesteren van de Regeering op handen was, zoo werd<br />
en Schepe<br />
op den 3 October by de Vroedfchap de Nmi*<br />
nen enz. aan<br />
den Prins natie van Burgemeesteren en Schepenen ge<br />
gezonrlcn.<br />
maakt, om ter verkiezing aan den Stadhouder<br />
gezonden te worden. Nu kwam in bedenking<br />
of de Lyst van alle de Raaden, die thans de<br />
Vroedfchap uitmaakten, ook aan Zyne Hoogheid<br />
zou gezonden worden. De voorzittende<br />
Burgemeester bragt dit in omvraage; eenige<br />
Raaden begreepen, dat de opfchorting der gewoone<br />
verandering, in 't voorleedene Jaar,<br />
op verzoek der Burgers en op aandrang der<br />
Stads Regeering, door de Staaten beraamd,<br />
zonder tydsbepaaling was, tot tyd en wyle, dat<br />
een nieuw Reglement vastgefield zoude zyn; maaj<br />
de meerderheid verftond, dat de Lyst moest<br />
afgezonden worden. — Toen werd het 4de<br />
Punt van het Adres, op den 21. September by<br />
de Vroedfchap ingediend, in overweeging ge-<br />
noo-<br />
(?) Nieuwe Ncierl. Jaarh Q£tob. 1785, bladz. 1442-1444.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 45<br />
noomen, en by meerderheid beflooten tot het<br />
uitleveren vsn eene fchriftelyke Verklaaring<br />
door de Vroedfchap, dat dezelve bereidwillig<br />
was, al het geen zoo op,als na den <strong>II</strong> Maart,<br />
aanleiding tot het wederzyds misnoegen gegee<br />
ven hadt, in vergetelheid te ftellen, en de<br />
opheffinge der begonnene Rechtsvorderingen ,<br />
daar uit voortgekoomen, by de Staaten voor<br />
te flaan en te helpen daar ftellen.<br />
De Vroedrchap, by voortduuring der buiten-<br />
gewoone befchryving nu wederom op den 7.<br />
Odtober vergaaderd zynde , zou de ingekoo-<br />
mene fchriftelyke bedenkingen der Burgers op<br />
het provifioneel Regeerings Reglement onder •<br />
zoeken: Die bedenkingen werden gefield in<br />
handen ' der tien Heeren, uit de Vroedfchap<br />
gecommitteerd, om dezelven nader te'onder-<br />
zoeken, en de Vergaadering van derzelver Ad<br />
vies te d'ienen. De gevoelens der Leden van<br />
de Vroedfchap waren daar over zeer verfchil<br />
lende; maar byzonderlyk liep in 't oog de<br />
fchriftelyke verklaaring van den Hr. Rentmees<br />
ter BORMAN en zynen jongeren Zoon;welke<br />
niet zoo zeer den inhoud, als wel de wyze van<br />
invoering van dit Reglement betrof; want zy<br />
van gedachten waren, dat- het gemelde Regie-<br />
ment niet zonder medewerking van den Heer Stad.<br />
houder kon vastgefteld en daadelyk in gang gebragt<br />
worden.<br />
Op den zelfden dag deed eene Commisfie<br />
uit Üeconftituëerden en Gecommitteerde poogin-<br />
1785*<br />
Commisfia<br />
tot onderzool;<br />
der<br />
Bedenkingen<br />
van de<br />
Burgers.<br />
Poodnsen<br />
om de Gede.<br />
puteersien
1785.<br />
Staaten te<br />
ttoen ver-<br />
-.aadercii.<br />
•Rurgemecs.<br />
teien worden<br />
daaitcc<br />
gelast.<br />
40 BEKNOPTE HISTORIE DE»<br />
gingen om de Vergaadering der Gedeputeerde<br />
Staaten, die reeds gefcheiden was, weder by<br />
een te roepen; doch te vergeefsch, om dat<br />
fommigè Leden afwezig waren. Hierom werd<br />
dén volgenden dag buitengewoone Vroedfchap<br />
belegd op een Adres vau gemelde Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden, waar in verzocht<br />
werd, dat ten fpoedigfte eene Vergaadering<br />
van Gedeputeerde Staaten mogte belegd<br />
worden, en daar in een bygevoegd Copie<br />
• Request aan Hun Edel Moogende van<br />
Stadswegen onderfteund worden; behelzende<br />
verzoek tot eene buitengewoone befchryving<br />
der Heeren Staaten, tegen den 10 Oótober<br />
1785. op een punt van 't uiterfte gewigt voor<br />
Stad en Burgery; tegelyk werd een, daartoe<br />
ftrekkende Adres aan de Staaten, Copielyk<br />
aan den Raad overgegeeven.<br />
De Vroedfchap alle deeze ftukkeh overwoogen<br />
hebbende befloot overeenkomftig het verzoek,<br />
en magtigde Heeren Burgemeesteren,<br />
om nog dien zelfden dag, op alle moogelyke<br />
wyze, eene Vergaadering van Gedeputeerden'<br />
Staaten te beleggen, en daartoe de afweezigé<br />
Leden te ontbieden; gelyk ook om in die<br />
Vergaadering, van Stadswege, als derde Lid<br />
van Staat, aan te dringen op eene buitengewoone<br />
befchryving van de Heeren Staaten<br />
deezer Provintie tegen Maandag den 10, of<br />
uiterlyk Dingsdag den <strong>II</strong> Oclober, tot voorgemelde<br />
einde; met bygevoegden last, om,
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 47<br />
by weigering der Minderheid, ten fterkften daar<br />
tegen te protefteeren , en de gevolgen daar<br />
van voor die Leden over te laaten, welke niet<br />
daartoe zouden befluiten.<br />
Het Adres , welk de Geconftituëerden en<br />
Gecommitteerden voornemens waren aan de<br />
Staaten in te leveren, waartoe zy eene buiten<br />
gewoone Vergaadering zochten te verkrygen,<br />
was daartoe ingericht: „ Dat Hun Edel Moo<br />
gende de Leden der Stadsregeering geliefden<br />
te ontflaan van hunnen Eed, op zodanige Stads<br />
huifelyke Punten gedaan, als het Reglement<br />
van 1674. bevat; en dat onde:u;sfchcn de Opfchorting<br />
der Jaariykfcbe »«a tiering ' !:<br />
-<br />
Regeering mogte voortduuren to: tyd cn wyle<br />
omtrent het bovcnftaande zoude befchike<br />
1785-<br />
Adres aan<br />
de Staaten<br />
in te leveren.<br />
zyn."<br />
De Heeren Gedeputeerden vergaaderden Gedeputeerdenvcr-<br />
wel op den 8 Octobcr des avonds ten 8 uuren ; gaaderen,<br />
maar weige<br />
maar niet volledig genoeg; geen der Ilccrcn ren de Staaten<br />
te bevan<br />
de Ridderfchap was tegenwoordig, cn dc Icliryveii.<br />
overige Leden wilden het uiet op zich neemen<br />
om de Staaten te befchryven. De Heeren<br />
Burgemeesteren deeden in de buitengewoone<br />
Vroedfchapsvergaadering, op den 9 Oftober,<br />
verflag van hunne vergeeffche poogingen, den<br />
voorigen avond gedaan by Heeren Gedeputeerden<br />
, om de Staaten te befchryven, met bericht<br />
nogthans, dat de gemelde Heeren dien<br />
morgen tegen half twaalf van nieuws zouden<br />
vergaaderen. Waarop berasdflaagdzynde, Heeren
Vé Stad l-.e<br />
fchrytt de<br />
è'caatcii.<br />
48 BEKNOPTE HISTORIE ÖER<br />
ren Burgemeesteren gelast werden hunne ge*<br />
daane eisfchen te vernieuwen; en indien het<br />
Collegie van Gedeputeerden , door aanhoudend<br />
agterblyven van één Heer uit de Ridderfchap,<br />
wederom onvoltallig mogt zyn, dan de Heeren<br />
van het Eerfte Lid te zoeken over te haaien ,<br />
om met de aanweezenden daartoe te befluiten,<br />
en de Brieven van befchryving aan de Leden<br />
te doen uitvaardigen; onder belofte, dat de<br />
Stad alle de onaangenaame gevolgen, die uit<br />
deezen noodzaakelyken ftap mogten voortvloei<br />
jen, voor haare rekening zou neemen.<br />
Heeren Burgemeesteren, in de gemelde Ver»<br />
gaadering verfchynende, vonden even weinig,<br />
als daags te vooren, een Heer uit de Ridderfchap,<br />
en de drie aanweezendc Heeren uit het<br />
Eerfte Lid ongenegen om aan Stads voorftel te<br />
voldoen; waarom Hun Edel Groot Achtbaare<br />
goedvonden, dien zelfden namiddag ten 4 uuren<br />
den Raad wederom te beleggen, om ook<br />
hier van verflag te doen , en nader te overleggen,<br />
wat verder te doen ftond. By meerder.»<br />
heid van ftemmen werd geoordeeld: ,, Dat'er<br />
thans niets anders overfchoot, dan dat de Stad<br />
zelve, als derde Lid van Staat, die befchryving<br />
deed, en de noodige Brieven, daartoe,<br />
door een der Stads Secretarisfen deed opftellen<br />
en afvaardigen ; hiertoe werd beflooten , en de<br />
Staatsleden werden met eenen Brief verzocht,<br />
om op Dingsdag den 11. Oclober, des mor.<br />
gens ten 11. uuren in hunne gevvoone vergaa-<br />
der-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 4^<br />
Herplaats, de Staatenkamer j te willen ver-<br />
ichynen.<br />
Ingevolge dit verzoek, van Stadswegen gedaan,<br />
verfchcenen de Heeren Staaten op den<br />
bepaalden tyd In hunne Vergaaderplaats; al-<br />
•Waar een Adres van Geconftituëerden en Gecommitteerde<br />
ten bovengemelden einde werd<br />
ingeleverd; doch Hun Edel Moogende gaven<br />
daarop een weigerend Appointement. De Heeren<br />
Geëligeerden, of het Eerfte Lid van Staat,<br />
Verklaarden deeze Vergadering der Staaten,<br />
bp zoo eene onvoorbeeldige wyze belegd, voor<br />
nietig; beweerende, dat de Heeren Gedeputeerden<br />
alleen bevoegd waren tot het befchryven<br />
der Staaten. De Ridderfchap, het tweede<br />
Staatslid, voegde zich hier by; een Lid uitgezonderd.<br />
Stads Afgevaardigden protefteerden,<br />
by meerderheid, daar tegen. Het Eerfte<br />
Lid verklaarde vervolgends geene Geconftituëerden<br />
noch Gecommitteerden te kennen, en<br />
wilde het Verzoekfchrift, zonder beftelling<br />
daarop, terug gegeeven hebben; maar de Gedeputeerden<br />
der Stao. Utrecht verklaarden, dat<br />
dezelven door de Vroedfchap erkend waren;<br />
waarop eindelyk het Verzoekfchrift geleezen<br />
werd, en het verzoek door de voorftemmenda<br />
Leden afgèflaagen. Stads Gedeputeerden namen<br />
het. eerfte punt van 't verzoek over; maar<br />
wezen ook de Opfchorting van de hand. De<br />
Bupger-Compagniën , fsamen geroepen onï<br />
den uitfbg daar van te vesceemen, verfchee-<br />
D Bff<br />
1785.<br />
De Sraatcri<br />
vei'gaaderen<br />
en beraad- .<br />
flaagen ovef<br />
eerf Adres<br />
dev BurgeryJ
17 $5-<br />
Wat 'er in<br />
fkn Rtad zy<br />
voorgeval-,<br />
len by de inbuldiging<br />
der nieuw<br />
verkoorene<br />
Regenten.<br />
5» BEKNOPTE HISTORIE Mm<br />
nen ongewapend op hunne Loopplaatfen des<br />
namiddags ten drie uuren; en de Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden leverden een Verzoekfchrift<br />
by de Vroedfchap in, die ten vier<br />
uuren buitengewoon vergaaderd wal Dit Verzoekfchrift<br />
betrof de Commisfie, door Zyne<br />
Hoogheid aan den Grave van ATHLONE, als<br />
Hoofdofficier, voor nog drie Jaaren verleend,<br />
het niet beëedigen van 't Reglement van 1674»<br />
en het niet vervullen van de Raadsplaats, die<br />
nog open ftond. Wat daarop beflooten zy zuilen<br />
wy zoo aanftonds zien, na het verhaal van<br />
het geen op dien dag gebeurd en in de Vroedfchap<br />
verhandeld is. Uit de overgezondene<br />
Nominatiën waren door Zyne Doorluchtige<br />
Hoogheid Burgemeesteren en Schepenen ge~<br />
koozen; alle de Negen- en dertig Raaden waren<br />
aangebleeven; en tot den veertigften Raad<br />
was de Heer Mr. j. F. ODI aangefteld.<br />
De Hoofd - Officier verfcheen op den 12<br />
Oclober, als naar gewoonte, ter inhuldiging<br />
van de verkoozene Burgemeesteren en bevestigde<br />
Raaden, in de Vroedfchaps-Vergaadering,<br />
vertoonde zyne Commisfie om nog drie<br />
Jaaren aan te blyven, en ging weder uit de<br />
Raadkamer: Na dat deeze Commisfie geleezen,<br />
en daar over beraadflaagd was, werd by<br />
meerderheid van den Raad beflooten, om dathet<br />
Regeerings-Reglement nog beftond , die<br />
aanblyving voor drie Jaaren goed te keuren.<br />
Verfcbeideae Raadea waren nogtans van oor-<br />
deel.
ONLUSTEN IN È1T VADERLAND. 51<br />
deel, dat de Vroedfchap, overeenkorhfb'g<br />
haar Befluit van den 28 September, alleenlyk<br />
behoorde den Hoofd-Officier te doen aanblyven<br />
tot zoo lang, dat 'er een niéuw Regeerings-<br />
Reglernent zoude ingevoerd zyn. Hier na<br />
kwam de Hoofd-Officier weder in den Raad><br />
gaf eenen Brief van den Heer Stadhouder over,<br />
welke diende ten geleide van eene Lyst van<br />
ses- en dertig aanblyvende Raaden, met last<br />
om dezelven, als naar gewoonte in te huldigen<br />
en te beëedigen. Doch eenige Leden van<br />
den Raad-weigerden den Eed, zoo als die lag*<br />
te doen; anderen deeden dien eenvoudig, als<br />
naar gewoonte; deeze laatften waren de volgende<br />
Heeren: VAN DYKVELD, LOTEN,<br />
VERBEEK, VAN DER DOSSEN, WIELING,<br />
M ü SSCHENB ROEK, BODDEN S, VA NWEST-<br />
BEENEN, DE JONCKHEERE, PESTERS,<br />
ZAAL, EWYK en NAHUIS. Alle de ande<br />
ren deeden korter, of uitgebreider Verklaaringen<br />
, allen uitkoomende op uitleggingen van<br />
eenige woorden in den Eed op het Reglement<br />
van 1674. voorkoomende. De flerkfte Verklaaring<br />
was die van den Heer Oud-Burgemeester<br />
BERGER, waar by de Heeren EYCK,<br />
VAN SE N DEN, DE RIDDER,S MISS AART,<br />
en VAN H AAPTEN zich voegden. Het naast<br />
hier by koomende was die van den Heer Oud*<br />
Burgemeester VAN DEN BOGAARD, waar by<br />
de Heer ABBEMA zich voegde, en de Hee<br />
ren VAN DER DOES, VAN ROJSÏOND en<br />
D 2 »4Ö«<br />
1785»
1735.<br />
Zwaartgbeid<br />
over het beeeJigen<br />
der<br />
Herenten.<br />
52 BEKNOPTE HISTORIE DE*<br />
DA UK IS. verklaarden zich byna op dezelfde<br />
wyze; terwyl de Heeren DE LEEUW eö<br />
IVOY, zich tot eene byzondere voorbehoudingbepaalde:<br />
De Heeren VERBEEK, VAN<br />
Jt RONK HORST» CRAAYVANGER » VER-<br />
SCHOOR, F A L C K , RAM, WOERTMAN,<br />
VAN DER HEULEN, VAN DIE L EN en bei*<br />
de de HARTENS, wilden den Eed wel we<br />
derom doen ; maar met deeze uitdrukkelyke<br />
voorbehouding, dat ze daar door niet buiten<br />
ftaat geliefd zouden worden om het Regeerings-Rf<br />
'ement te helpen veranderen en verbeteren<br />
, en al het noodige daartoe te helpen<br />
vereffenen en tot fland brengen.<br />
Na dat het rondvraagen geëindigd was ,<br />
verklaarde de Heere Hoofd-Officier ongelast<br />
en onbevoegd te zyn, om eenige van deeze<br />
Verklaaringen aan te neemen; doch betuigde<br />
te gelyk, dat 'er eenig middel mogt gevonden<br />
worden om de zaak te kunnen afdoen. Dit gaf<br />
aanleiding tot verfcheideli voorftellen, en debatten<br />
daar over; tot dat de Heer Hoofdsofficier<br />
eindelyk verklaarde, genoegen te zullen<br />
neemen met de verklaaring van den Heer Oad-<br />
Elirgemeester VAN DEN BOGAARD, indien<br />
alle de Raaden zich daar by voegden. Veelen<br />
namen dit aan; en de Oud-Burgemeester<br />
BERGER met'de Heeren, die zich by hem<br />
gevoegd hadden, zich in eene andere kamer<br />
begeeven, en daar over beraadflaagd hebben-<br />
«ie, vuegden zich eindelyk ook daar by.<br />
Deezs
ONLUSTEN IN HET VADERLAND; 53<br />
Deeze zaak dus afgedaan zynde , veroorzaakte<br />
de Brief van den Stadhouder, tot aan- Zwix idicid<br />
over den<br />
ftelüng van 40 nieuwe Raaden, nieuwe zwaa- Rang det '<br />
Regenten»<br />
righeden. VOOREERST omdat Zyne Hoogheid<br />
bedel gedaan hadt over de tusfehentyds<br />
opengevallene Raadsplaats door den dood vau<br />
den Heer van VUIL KOOP, het welk door de<br />
Burgery, als een recht haar toegezegd, werd<br />
opgeëischt; ten anderen, om dat de Heer Mr,<br />
j. FR. ODE, die voor de eerfte reis tot Raad<br />
was aangefteld, door dien zelfden Brief , in<br />
rang voor de drie Raaden VOET, EURMAN<br />
en VAN DAM geplaatst was. Onaangezienhet<br />
Protest der Raaden EYCK, VAN SENDEN,<br />
DE RIDDER, SMISSAERT, en VAN H A E V'<br />
TEN, en het voorftel van anderen, om Zyne<br />
Hoogheid vooraf kennis te geeven van de begeerte<br />
en eisch der Burgery, werd by meer<br />
derheid beflooten, het recht van den Stadhon<br />
der tot het vervullen deezer openftaande Raads<br />
plaats te erkennen.<br />
Hierop ging men over tot de inhuldiging; 1 Vorder*<br />
verrichtin<br />
na d'it de Heer ODE van den rang, hem dooi gen van der4<br />
Raad.<br />
den Brief des Stadhouders toegeweezen, tot ge<br />
Hoegen der groote Meerderheid, hadt afgezien<br />
Vervolgends verfcheenen in de Raadkamer d<<br />
Heeren VOET VAN WINSEN, EURMAN 1<br />
DE LA BASSECOUR en VAN DAM VAI I<br />
ISSELT, welke, als blyvende Raaden zitting<br />
naamen, na dat de eerfte zich omtrent de: I<br />
Stads Eed verklaard hadt, overeeakomftig d<br />
D 3 Veï<br />
I
Antwoord<br />
op de Adres-<br />
Jen der<br />
Burgery.<br />
54. BEKNOPTE HISTORIE DER '<br />
Verklaaring van den Heer RAM, en de twee<br />
laatften óvereenkomflig die van den Heer VAN'<br />
DEN BOGAARD, in den zelfden zin als de<br />
Heer BERGER dit gedaan hadt. Eindelyk<br />
werd de Heer ODE, na dat hy bewyzen zyner<br />
bevoegdheid vertoond hadt, in den Eed genoomen,<br />
die denzelven op de gewoone wyze'<br />
deed, zonder dat hy eenige Aanmerking op<br />
het Reglement van 1674. maakte. Van al het<br />
geen op deezen morgen beflooten was werd<br />
door Burgemeesteren aan de Burgery kennis<br />
gegeeven, op een Adres, in derzei ver naam<br />
door den Heer 'T HOEN ingeleverd, waar in'<br />
de verzoeken van 's avonds te vooren herhaald<br />
waren; en op het Adres van den 11 'savonds,<br />
werd door een der Secretarisfen aan de Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden het volgende<br />
Antwoord voorgeleezen: ,, Dat de Meerderheid<br />
der tegenwoordig zynde Leden van den<br />
Raad verklaard hadden, niet vdorneeraens te<br />
zyn, den Eed te doen, zoo als hy lag, op 't<br />
Reglement van 1674. indien zy aanbleeven.<br />
En omtrent het toelaaten der Commisfie van<br />
den Heer Hoofd-Officier, hadt de Meerderheid<br />
begreepen , dat daags te vooren reeds een<br />
Befluit genoomen was, en dat men daar by behoorde<br />
te blyven; te weeten, dat men Zyn<br />
Edele moest toelaaten, indien de Commisfie in '<br />
de gewoone forme bevonden wierd. Doch ten<br />
aanzien der niet aanblyving van eenige Leden<br />
der Vroedfchap, en de goedkeuring vaneenen<br />
nieu-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 55<br />
nieuwen Raad, tot vervulling der plaats, dooi<br />
den dood van den Heer VAN VUILKOOP<br />
opengevallen, zou de Meerderheid zich den<br />
volgenden dag nader verklaaren, indien zy<br />
aanbleeven. Hoedanig nu die Heeren zich<br />
daaromtrent op den 12 verklaard hebben ishier<br />
boven gemeld.<br />
De Burgery over deeze Befluiten gantsch<br />
niet voldaan, deed door haare Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden, op den 17 Oftober<br />
eene Verkiaaring en Protest in de Vroedfchap fommige<br />
Leden.<br />
inleveren, met verzoek om het in de Vroedfchaps-Aantekeningen<br />
te doen infchryven; in<br />
welk Protest de Burgery verklaarde , dat zy<br />
alle die Regenten, welke den Eed op het Reglement<br />
van 1674. zonder eenige uitzondering<br />
of bepaaling gedaan hadden, hieldt en zou bly.<br />
ven houden te zyn SCHADELYK voor die Stad,<br />
en VOORSTANDERS van eene DRUKKEND?<br />
1785.<br />
Protest der<br />
Burgery teger<br />
de P>e^<br />
fluiten van<br />
den Raad,<br />
cn tegen<br />
RECEERINGSFORM, welke ten eenemaalpydig<br />
is, en in zoo veele opzigten aanloopt tegen de<br />
Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van<br />
dit Land; dat zy daarom aan alle die Regenten<br />
verklaarde zich te onttrekken van alle vertrouwen,<br />
en zich ontflaagen te houden en te ontdoen<br />
van alle gehoudenheid en vefpligting,<br />
welke zy integendeel, volgends haaren gez-wooren<br />
Eed, gaerne zou toebrengen alleen<br />
aan die Regenten, welke met de daad betoonden,<br />
de Voorrechten en Privilegiën der Stad<br />
en Burgery voor te ftaan. - Eveneens protep<br />
4 fleer-
?7 8<br />
5-<br />
Voorftel dei<br />
Riddeifchap<br />
tor eene<br />
Commisfie<br />
naa den<br />
Jïdng.<br />
Befi-ir d:r<br />
yioedlclup<br />
daarop.<br />
H B E K N O P T E HISTORIE DES<br />
fleerden zy tegen de aanflelling van den nieuy<br />
wen Raad ODE, verklaarende hem niet te zul<br />
len erkennen; gelyk ook tegen dc nieuwe,<br />
Commisfie van den Hoofd-Officier (*).<br />
Nog andere hinderpaalen ontmoette de Bur<br />
gery, die het invoeren van 't ontworpen, en<br />
met de Regeering vereffende Stads Regeerings-<br />
Reglement vertraagden, en waar tegen zy ins-<br />
gelyks protefleerde. De Ridderfchap had op<br />
den 23 Augustus een Befluit genootnen , en,<br />
ingevolge daar van'op den 24 ter Staatsvergaa-<br />
dering een voorflel gedaan , om eene Commis<br />
fie van negen Heeren uit Hun Edel Moogende<br />
Vergaadering te benoemen, ten einde met<br />
Zyne Hoogheid den Heer Stadhouder over het<br />
Concept-Reglement reformatoir, en de Aan<br />
merkingen daar op gemaakt, te fpreeken,<br />
enz. (f) Vervolgends hadden de Heeren Rid<br />
ders in dezelfde Vergaadering op den 2 No-<br />
vember by de andere Staatsleden aangedrongen<br />
óp dat Voorflel, dat uit de drie Staatsleden,<br />
gelyk ook uit de Burgeryen der Steden eene<br />
Commisfie naa den Hang wierde gezonden; ten<br />
einde met medewerking van Zyne Hoogheid<br />
het fluk der bezwaaren te vereffenen en ten<br />
einde te brengen; en deezen hadden zulks<br />
overgenoomcn (§). De Vroedfchap der Stad<br />
Ut-<br />
(*) NUuwe Nederh Jtmrb. Oelob. 1785. bladz; 1445—1463,<br />
/bid. Augustus 17S5. bladz. 1188.<br />
(J; Ibid, Ntyemèsr 1785. 'uladz. löiü»
ONLUSl'EN IN HET VADERLAND. S7<br />
Utrecht dit voorftel in Commisfie gefield, en<br />
daar van verflag bekoomen hebbende, befloot<br />
daar op, den 21 November, ter Staatsvergaadering<br />
van Rads wegen te verklaaren: Dat de<br />
Vroedfchap het voorflel der Ridderfchap aannam<br />
en toeflemdc, dat eene Commisfie wierde<br />
benoemd ten voorfz. einde; zoo nogthans, dat<br />
voorfz. Concept-Reglement Reformatoir tot<br />
een grondflag van deeze onderhandelingen zou<br />
verflrekken , cn dat alleen die fledelyke Punten,<br />
welke uit het Reglement van 1674. in het<br />
zelve gebragt zyn, in die gefprekken zouden<br />
verhandeld worden, zonder die uicteflrekken<br />
tot der flads en fleden huifelyke zaaken; dat<br />
voorfz. onderhandelingen niet in den Haag,<br />
maar binnen de Stad, of immers binnen de<br />
Provintie van Uttecht moesten gehouden wor?<br />
den; en indien de voorftemmende Leden volftrekt<br />
daar op aandrongen, dat de onderhandelingen<br />
in den Haag moesten gehouden worden;<br />
zulks toe te flaan» mits, dat 'er een tyd<br />
tot afdoening bepaald wierde (*).<br />
De Stad bragt den 7 December hier omtrent<br />
een nader Befluit ter Vergaadering der Staaten<br />
in; waar by dezelve, zonder in de uitbreiding<br />
van haar voorig (zoo aanftonds gemeld) Befluit<br />
in te treeden, zich verklaarde voor het<br />
beraamen eener Commisfie naa 'sHage; ten<br />
einde met, den Stadhouder over de bezwaarerj<br />
u<br />
C) Ni'tuwe Nede'rl, ffaarb 17R0. bjadz. 1654,<br />
D 5<br />
1785.<br />
Nader Ro"<br />
fluit der<br />
Stad hiciog»
ildres der<br />
Burgery tepen<br />
dit raat-<br />
Jee Befluit.<br />
58 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
te handelen, overeenkomftig het voorftel der<br />
Ridderfchap. De Heeren Geëligeerden hielden<br />
dit Befluit in Advies, nogthans werd met<br />
de twee andere ftemmen beflooten, de gemelde<br />
Commisfie in de naaste Vergaadering<br />
vast te ftellen, en die zaak dus geheel af te<br />
doen (*).<br />
Tegen dit Iaatfte Befluit der Vroedfchap leverden<br />
Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />
op den 12 December' aan Burgemeesteren en<br />
Vroedfchap een Adres in ; waar in zy te kennen<br />
gaven, dat het aan de Burgery was voorgekoomen,<br />
dat by laatstgemelde Befluit niet<br />
die zekerheid voor het behoud der Stads meermaalen<br />
beweezene Rechten was bewaard, welke<br />
het belang der Burgery en de gevoelens,<br />
te meermaalen gebleeken, met alle billykheid<br />
van haare Vertegenwoordigers vorderde; maar<br />
integendeel,dat niet alleen de arbeid van byna<br />
twee Jaaren, aan 't vereffenen van Stads Huifelyke<br />
punten befteed, werd gewaagd aan de<br />
tegenkanting van die Staatsleden, welke zich<br />
met Stads - Regeeringsbefteiling niet moogen<br />
bemoeijen; maar ook daar door het Recht<br />
werdt tegengefprooken, dat de Stedelyke Magiftraaten<br />
met hunne Burgers alleen bevoegd<br />
zyn , het huifelyke der Stad te fchikken: —<br />
Dat de Burgery ook nimmer kon gedoogen,<br />
dat het Regeerings-Reglement, by de Stad<br />
reeds<br />
(*) iViVawe Nederl, Jaarb. Decmber 1785, blati?, ifigf.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 59'<br />
reeds vereffend een onderwerp zou worden van<br />
de beraadflaagingen van iemand anders dan de<br />
Magiftraat. en Burgery van de Stad. ~r Om<br />
welke redenen Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />
eerbiedig verzochten , dat het Hun<br />
Edel Groot Achtbaare mogt behaagen om door<br />
eene Publicatie aan de gantfche Burgery, of<br />
by Uittrekfet van het Befluit aan hun Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerde , het waare oogmerk<br />
der Rejolütie van den 5 December, op het<br />
voorfz. onderwerp, bekend te maaken.<br />
Op dit Adres werd beflooten, hetzelve 14<br />
dagen voor te leggen. Ondertusfchen gav-en<br />
Geconftituëerden en Gecommitteerden aan<br />
kunne Aanftellers en Lastgeevers, door een<br />
Bericht kennis van hunne' poogingen, 'die zy<br />
aangewend hadden om de Punten van Stads<br />
Huifelyke Regeering buiten de voorgeflaagene<br />
onderhandelingen met den Stadhouder te houden;<br />
welk Bericht gedrukt en aan de Compagniën<br />
der Burgery gezonden werd (*).<br />
De Burgery, of derzelver Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden, ongeduldig om deeze<br />
14 dagen voorleggens af te wagten, begeerden<br />
een fpoediger ukflag en afdoening van zaaken:<br />
Op den 18 des avonds werd in alle de Wyken<br />
aan de huizen rondgezegd en verzocht, dat<br />
alle de Compagniën, elk op haare Loopplaats,<br />
den volgenden dag 'smorgens ten 8 uuren»<br />
zou-<br />
p) Nieuws Kedeil.Jaarh Deccmli.,1783. bladz, 1092—1690»<br />
1785.<br />
Dit Adres<br />
werd veertien<br />
dagen<br />
voorgelegd»<br />
De llurgery<br />
wordt faamengerospen.
Een Adres<br />
jim dezelve<br />
voorgeleezen<br />
, co<br />
goedgekeurd<br />
Zynde ,liy de<br />
Vroedicli.ip<br />
ingeleverd.<br />
Co BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
zouden verfchynen; het welk gefchiedde. On^<br />
dertusfehen hadden Geconfluuëerden en Ge<br />
committeerden een Adres ontworpen om aan<br />
de Vroedfchap in te leveren; welk Adres een<br />
tweeledig verzoek behelsde: i. Dat aan het<br />
verzoek, in 't bovengemelde Adres van den<br />
ia begreepen, op deezen zelfden dag van den<br />
ip December voldaan wierd; 2. Dat het Re<br />
glement van Stads - Regeeringsbeftelling, tus-<br />
fchen den Raad en de Burgery reeds vereffend,<br />
nog op deezen zelfden dag,den 19December,<br />
niogte vastgefteld, afgekondigd, en binnen<br />
drie Maanden daadelyk beëedigd en in gang<br />
gebragt worden.<br />
Dit Adres werd aan alle de Compagniën,<br />
elke byzonder, vöorgeleezen, van dezelve goedgekeurd<br />
en toegeftemd. Daarna begaaven allo<br />
de Compagniën zich naa deAWs, haare aU<br />
gemeene Vergaaderplaats, en van daar naa het<br />
Oude Kerkhof en andere ftraaten in den omtrek<br />
en de nabyheid van het Stadhuis, op dezelfde<br />
wyze als op den 2 Augustus gefchied was. Ondertusfehen<br />
vergaaderde de Vroedfchap, en<br />
eene Commisfie uit de Geconftituëerden en<br />
Gecommitteerden, benevens vjer Gecommitteerden<br />
uit elke Compagnie, dus te laamen<br />
twee- en dertig, gingen naa binnen om het<br />
bovengemelde Adres aan den Raad in te leveren;<br />
terwyl de vergaaderde Burgers den uitflag<br />
der beraadfiafagingen van de Vroedfchap in de<br />
nabyheid van het Stadhuis bleeven. afwagten t<br />
N3
©NLÜSTEN IN rtÉx VADERLAND. 61<br />
Na lange beraadflaagd te hebben fcheidde<br />
de Raad, en maakte het genoomene Befluit aan<br />
de Commisfie der Burgery bekend , het welk<br />
hier op uitkwam : Dat de Vroedfchap , ten<br />
aanzien van het eerfte Punt, het huifelyke van<br />
Stads-Regeeringsbeftelling, buiten de onderhandelingen<br />
en beoordeeling der voorftemmcnde<br />
Leden zoude houden; maar wat het tweede<br />
Punt betrof; dat de Raad geen magt hadt, om<br />
zich- buiten medewerking der voorftemmende<br />
Leden van het Reglement van 1674* te ontflaan.<br />
De Burgery met dit Antwoord niet voldaan .<br />
vaardigde op 't nieuw eene Commisfie af aar<br />
Heeren Burgemeesteren, met verzoek om der<br />
Raad ten tweedemaal op dien dag nog te be<br />
I<br />
leggen; ten einde den naderen aandrang dei<br />
Burgery, op het tweede Punt, te overweegen<br />
en naar genoegen daarop te befluiten. Di<br />
verzoek werd toegeftaan,de Raad vergaaderd*<br />
ten vier uuret;, maar in zoo een klein getal f<br />
dat de aanweezenden zwaarigheid maakten,on |<br />
zoo onvoltallig een eindelyk Befluit in eei l<br />
zaak van zoo veel gewigt te neemen. Mei l<br />
befloot derhalven den volgenden dag 'smor<br />
gens ten negen uuren weder te vergaaderen •"<br />
van welk Belluit omtrent ten zeven uuren doo r<br />
eene Commisfie van vier Leden der Vroedfeha 3<br />
aan. Geconftituëerden en Gecommitteerden kei l-<br />
nis gegeeven werd, met verzoek om zulks dt *<br />
Burgery mede ce deelen \. doch Gecoaftituëe<br />
f.. i f<br />
d< s<br />
Itefliiic vnj? -<br />
den Raad<br />
ilasroy.<br />
De R.isd<br />
nndernna!<br />
belegd ,do'. h,<br />
nieiii be-<br />
Hooier,.
Den anderen<br />
dag werd de<br />
zaak hervat<br />
en afgedaan.<br />
Verhaal van<br />
de garufeke<br />
62 BEKNOPTE HISTORIE DÊ»<br />
den en Gecommitteerden verfchoonden zi.c'j<br />
hier van, weetende dat de Burgery op afdoe<br />
ning van zaaken, dien zelfden avond nog ge.<br />
field was; en verzochten derhalven, dat de<br />
Raad zelve dit door eene Commisfie aan hunne<br />
Lastgeevers wilde békend maaken. Dit ge-<br />
fchiedde, en evenwel hadt men moeite om de<br />
Burgers tot fcheiden te beweegen; waartoe<br />
zy niet verftonden dan onder* uitdrukkelyke<br />
•verzekering, dat de zaak den volgenden dag<br />
zou afgedaan worden^ Dus waren deeze Bur<br />
gers, in 't midden van den Winter, van des<br />
morgens agt tot 's avonds agt uuren, in de<br />
open lucht byeen geweest, en keferden, onder<br />
't licht van eene menigte Flambouwen, naa<br />
hunne huizen.<br />
Den anderen dag, den 20 December, dan<br />
de Vroedfchap wederom vergaaderd zynde,<br />
kwamen ook de Burgers in de nabyheid van<br />
het Stadhuis wederom byeen. Ten één uure<br />
werd uit naam van den Raad door een Deur.<br />
waarder aan de Commisfie der Bur-gery bekend<br />
gemaakt, dat het Befluit van den Raad dooi-<br />
eene Publicatie aan de Burgery zou medege<br />
deeld worden; hier van gaf de Commisfie ken<br />
nis aan de Burgers. Kort daarop gaf de Raad<br />
bevel om de Klok te trekken, en deed dooi<br />
den Secretaris van VOORST, verzeld van da<br />
Heeren DAUNIS, DE LEEUW, en ïvoi<br />
een Uittrekfel uit het genoomen Befluit aan<br />
het Volk.voorleezen. Dewyl dit Uittrekfel de<br />
gant-
ONLUSTEN m HET VAÜÊRLAND. 63<br />
pantfche toedragt der zaake openlegt; zoo kan<br />
ik niet betev doen, om een echt en getrouw<br />
verhaal van deeze gewigtige gebeurtenis mede<br />
te deelen, dan de hoofdzaaken van dit Uittrek<br />
fel op te teekenen, welke hier op uitkoomeni<br />
In het zelve wordt dan eerst gemeld , dat<br />
Heeren Burgemeesteren opening deeden van<br />
hunne ontmoetingen daags te vooren, naa het<br />
fcheiden van den Raad, zoo by 't afgaan van<br />
het Stadhuis, als elders; — dat vervolgens de<br />
Heeren EYK, DE RIDBER, SMISSAERT,<br />
en VAN HAEFTEN verflag deeden van hunne<br />
Commisfie aan r<br />
t vergaaderde Volk; — dat de<br />
Vroedfchap toen, de Requesten van daags te<br />
vooren overwoogen hebbende, het befluit ge-<br />
noomen en aan de Burgers verklaard hadt, dat<br />
Hun Edel Achtbaare zich onbevoegd achteden,<br />
om zich zeiven uit den Eed te ontflaan; maar<br />
hunne poogingen zouden aanwenden om, in<br />
eene buitengewoone Vergadering der Heeren<br />
Staaten, van den Eed op 't Regeerings-Re<br />
glement van 1674. Staatswyze ontflaagen te<br />
worden , voor zoo verre de Stedelyke Punten<br />
daar in vervdt zyn; en indien dit niet<br />
konde verkreegen worden, en de begeerde ver<br />
andering in het Provintiaal Reglement binnen<br />
de vier cerstkoomende Maanden niet mogt uit<br />
gewerkt zyn, de Vroedfchap alles zou blyven<br />
in 't werk ftellen, cm aan 't verlangen dei<br />
Burgers te voldoen; van welk Befluit de voor<<br />
gemelde Heeren DAUNIS, DE LEEUW, en<br />
ÏVO ?j<br />
1785.<br />
toedragt (<br />
zaake.
e>4 BEKNOPTE HISTORIÉ DER<br />
IVOY, benevens den Secretaris van vöoRS'i<br />
aan 't Volk hadden kennis gegeeven; doch ook<br />
Uit de gebaarden en woorden van dè groote<br />
menigte, voor 't Stadhuis vergaaderd, hadden<br />
vernoornen» dat zy in dat Befluit geheel geen<br />
genoegen namen , het welk die Heeren, in<br />
den Raad terug gekeerd } daar verhaalden ; ter<br />
wyl door verfcheidene Leden van den Raad,<br />
die gepoogd hadden, na de bekfcndmaaking<br />
van 't Befluit, uit het Stadhuis te gaan, te keu*<br />
nen gegeeven werd, dat zy alle de toegangen<br />
van het Stadhuis bezet gevonden hadden, door<br />
Lieden, die verklaarden order te hebben, om<br />
niemand vtfn de Raaden door te laaten, en ddc<br />
het aan geen der Leden van den Raad zou<br />
worden' toegclaaten van 't Stadhuis te gaan,<br />
voor dat de Burgery, in alles, volkomen ge<br />
noegen ontvangen hadr.<br />
Na dat de Vroedfchap over dir alles beraad-<br />
flaagd ludt, verzocht en gelastte zy, de zelf<br />
de , zoo evert gemelde Heeren om met de<br />
Geconftituëerden en Gecommitteerden in de<br />
Gerechtskamer te fpreeken, aan dezelven een<br />
Copie van 't Befluit ter hand 'te ftellen, en<br />
hen te verzoeken om hetzelve aan de Burgery<br />
aangenaam te maaken ; doch die Heeren dit<br />
Verricht hebbende, bragten befüheid, dat de<br />
Geconltituëerden en Gecommitteerden het Be<br />
fluit niet voldoende Vonden , en het dtrarom<br />
aart de Burgery niet konden aangenaam maa»<br />
ken; maar het aan 't Valk zouden bekend maa<br />
ken*
ONLUSTEN m HÉT VADERLAND. 6$<br />
ken, en binnen een kwartier aan de Commisfie<br />
der Vroedfchap den uitflag zouden doen weeten.<br />
Na verloop van welken tyd Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden aan evengemelde<br />
Commisfie eene fchriftelyke Verklaaring ter<br />
hand ftelden, welke door die Heeren in de<br />
Vroedlchap ingeleverd en daar geleezen werd;<br />
zy was van deezen inhoud :<br />
,, Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />
hebben de eer, aan Heeren Gecommitteerden<br />
uit de Vroedfchap, op het Extract uit de Refolutie<br />
van de Vroedfchap ,• heden medegedeeld,<br />
in naam van de Burgery te antwoor-den;<br />
dat de Burgery daar mede geen genoegen<br />
neemt en aandringt op het letterlyk afdoen<br />
van haar verzoek by Requeste ingeleverd<br />
, en dat die dispofitie met allen fpoed<br />
mooge genoomen en bekend gemaakt worden."<br />
Welke Verklaaring door zeven Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden onderteekend was.<br />
De Vroedfchap, over deeze Verklaring wederom<br />
beraadflaagd hebbende, befloot einde-<br />
]yk, dat haar, tot voorkooming van alle gevreesde<br />
en dreigende onheilen, by eene aanhoudende<br />
weigering te duchten, niets meer<br />
overbleef, dan den wil der Requeftranten cn<br />
derzelver Committenten te doen , en aan 'tr<br />
vefzoek van dezelven eenvoudig en letterlyk<br />
te voldoen.<br />
Van dit Befluit des Raads werd door de meer<br />
gemelde Heeren EYK, DE RIDDER, SMIS-<br />
E SA'ERTy
i?8 j.<br />
66 BEKNOPTE HISTORIÉ DÉa<br />
U E R T , en V A N H A E F T E N , aan de Geconftituëerden<br />
en Gecommitteerden kennis gegeeven<br />
; welke Heeren van hun verrichtte veiflag<br />
doende, uit naam van Geconftituëerden en<br />
Gecommitteerden ernftig verzochten, dat het<br />
genoomen Befluit des Raads overeenkomftig<br />
met de bewoording in 't flot van 't Request<br />
gemeld, zoude geboekt worden; het welk aldus<br />
luidde :<br />
„ De Vroedfchap accordeert het verzoek<br />
der Geconftituëerden en Gecommitteerden uit<br />
de Burgery op gisteren gedaan , en verftaat<br />
dien volgends, dat het Concept-Reglement,<br />
betreffende de beftelling deezer Stads Regeering,<br />
zodanig als hetzelve verëffend en gereguleerd<br />
is, gerekend zal worden op deezen<br />
dag vastgefteld en gearrefteerd te zyn; mee<br />
verdere Verklaaring, dat hetzelve vastgeftelde<br />
Stads Regeerings - Reglement, binnen den tyd<br />
van de drie eerstkoomende Maanden daadelyk<br />
met de Burgery zal worden ingevoerd en wederzyds<br />
beëedigd ; het zy de bezwaaren van 't<br />
Provintiaale Regeerings - Reglement binnen<br />
dien tyd afgedaan zyn, of niet."<br />
Van dit Befluit werden op den 24rt en Affchriften<br />
aan alle gewoone Plaatfen • aangeplakt<br />
(*;).<br />
De<br />
(*) Nieuws NederJ, 'Jaafo. December 1785. bladz. 1702,<br />
I716. Op de aangehaalde plaats kan men alle de Adresfen Bor<br />
Beiluiteri in hun geheel kezen,
ONLUSTEN iü HET VADERLAND. 6*?<br />
De Gecoaftituëerden en Gecommitteerden<br />
benevens de Burgery vergenoegden zich voor<br />
dien tyd wel met het Extract uit de Refolutie<br />
der Vroedfchap, waar by het verzoek, by Re-<br />
queste op den 19 gedaan, werd toegedaan;<br />
doch waren te gelyk van oordeel , dat het<br />
beraadflaagde van den 19 en 20 December van<br />
al te groot belang was, dan dat zy daar van<br />
by Copia Authentiek van al het aangetekende<br />
niet volkoomen onderricht wierden , zoo als<br />
hetzelve van 't begin af aan, tot het einde was<br />
aangetekend geworden , zonder dat daar van<br />
iets, hoe genaamd, voor de Burgery agter<br />
gehouden wierde. Waarom zy op den 27 De<br />
cember, wanneer de Vroedfchap gewoonelyk<br />
vergaaderd was, een Adres aan dezelve over-<br />
gaaven, met een tweeledig verzoek: voor<br />
eerst: Dat Hun Edel Groot Achtbaare het ge<br />
formeerde ontwerp van het voorfz. aangetee-<br />
kende van den 19 en 20 December geheel eh<br />
al, zonder eenige geheime agterhouding Van<br />
byzondere Aanteekeningen of Voorbehoudin<br />
gen van wie, en hoe ook, alvoorêns hetzelve<br />
te registreeren, zouden gelieven uit te geeven<br />
en in handen van de Geconftituëerden en Ge<br />
committeerden re ftellen, ten einde hetzelve,<br />
na mededeeling aan de Burgery, als de zaak<br />
tusfehen den Raad en de Burgery, naar beider<br />
refumtie met die behoorlyke fanftie, van *t<br />
Volk , tot een aandenken en blyvende daad<br />
voor de Eeuwigheid in de Regisiers te doen<br />
R ?. in-<br />
1785.<br />
De üurgery<br />
verz likt<br />
Copie Authentiek<br />
van<br />
al liet sangeteekende<br />
i<br />
deeze zaak<br />
betreffende.
1785.<br />
Befluit der<br />
Vroedfchap<br />
daarop.<br />
Befluit en<br />
voorflel van<br />
de Riddcrlchap<br />
we<br />
gens deeze<br />
gebeurtenis*<br />
68 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
infehryven, met uitleevering van een dubbeld<br />
daar van , op Perkament gefchreeven en naar<br />
vereisch geauthentifeerd, by den afloop van<br />
zaaken aangevuld, en aan de Gecommitteerden<br />
uit de Burgery ter hand gefield, en dus voor<br />
dit en het volgende Geflacht bewaard te worden.<br />
Ten anderen was het verzoek dat het<br />
Hun Edel Groot Achtbaare gelieven mogt, om<br />
op dien dag de vereischte voorzorgen te neemen<br />
, dat Heeren Burgemeesteren en verdere<br />
Gedeputeerden tot de befchryving der Staatsvergaadering<br />
van den volgenden dag, zoo bepaald<br />
mogten gelast worden . dat Hun Edelens<br />
op geenerly wyze konden afgaan van eenigenkei<br />
punt van het vastgeflelde, de Stads -Regeerings<br />
- Beflelling betreffende, zoo als daar<br />
van op den 20 December by openbaare afkondiging<br />
kennis gegeeven was.<br />
De Vroedfchap ftelde het eevïïe verzoek van<br />
't Adres in handen van Burgemeesteren en<br />
Oud-Burgemeesteren om van raad te dienen;<br />
Remde het tweede verzoek toe; en gaf aan de<br />
Heeren Gedeputeerden ter Staatsvergaadering.<br />
overeenkomflig hetzelve in last (*><br />
De Ridderfchap befchouwde deeze gebeurtenis<br />
van den 19 en 20 December in zulk een<br />
ougunftig licht, dat zy op dien zelfden dag<br />
van den 27. een befluit nam,en den volgenden<br />
dag ter Staatsvergaadering inbragt, waar by<br />
zj<br />
Nieuwe Neisvl Jeari. Decimttr 1735. bti
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 69<br />
zy verklaarde , dat Zy Heeren Edelen, hoe<br />
zeer geneegen en bereid zy waren om mede<br />
te werken tot het wegneemen van alle bezwaaren<br />
en 't verhelpen van misbruiken, die in 't<br />
Regeeringsbeftier mogten ingefloopen zyn;<br />
en hoe gaarne zy gezien hadden , dat de voorgefielde<br />
Commisfie beflooten en in werking<br />
gebragt wierde; nogthans, in de tegenwoordige<br />
omftandigheden van de Regeering der<br />
Stad Utrecht, moest twyfelen, of die Commisfie<br />
wel met eenige vrugt werkzaam zou kunnen<br />
zyn, zoo lange het Wettige Gezag dier Re.<br />
geering, door het geweld op Maandag en Dingsdag<br />
den 19, 20 dier maand gepleegd, zoo zeer<br />
verkragt, en de Vryheid van derzelver beraacljlaa.<br />
gingen niet herfteld, en tegen alle diergelyke aanvallen<br />
, door wie ook ondernoomen, beveiligd zoude<br />
zyn; waartoe de Heeren Edelen bereid waren, des<br />
verzocht, alle moogelyke hulpe en byftand te verkenen.<br />
En alhoewel de Heeren Edelen<br />
vertrouwden, dat de Vroedfchap der Stad,<br />
immers de Meerderheid derzelve, met hun in<br />
dezelfde begrippen over dit fuik, waren, en uit<br />
nood voor het geweld hadt moeten bukken; terwyl<br />
evenwel van derzelver afgedwongene Refolutie- Publicatie<br />
en ylffixie hadt moeten gefchieden, en dat<br />
daar door die zaak uit haar geheel gebragt was 3<br />
zoo hoopten de Heeren Edelen, dat de Vroedfchap<br />
dezelve Publicatie fpoedig zouden intrekken<br />
: Dan dat de Heeren Edelen, by<br />
oatflentenisfe daar van, zich in de onaange-<br />
E 3 saa»
Verzoek riet<br />
6t*d by de<br />
Staaten om<br />
-van den lied<br />
Qntflaagen te<br />
worden.<br />
70 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
naame verpligting zouden vinden, om alle beraadflaagingen,<br />
over deeze aangelegene zaak»<br />
op te feborten, en voorts te verklaaren, onverantwoordelyk<br />
te willen gehouden worden<br />
voor alle nadeelige gevolgen, die uit de gewei,<br />
dige Maatregelen van Jommige onrustige menfehen<br />
voor Stad en Provintie, natuurlyk zouden moeten<br />
voortvloeijen; • Verklaarende verder<br />
van oordeel te zyn, dat het niet raadzaam was<br />
voor de Staaten, in die Stad weder te vergaaderen,<br />
zoo lang het geweld niet gefluit, en 't<br />
Gezag der Regeering niet gehandhaafd, zoude<br />
zyn; en dat de Bondgenooten van deezen toeftand<br />
der Provintie behoorden onderricht te<br />
worden.<br />
Toen nu de Staaten op den volgenden dag,<br />
den 28. December vergaaderd waren, deed de<br />
Stad Utrecht, ingevolge het meergemelde Befluit<br />
van den 20 December, het verzoek,<br />
„ dat de Leden van den Raad,by eene Staats.<br />
Refolutie mogten ontflaagen worden van den<br />
Provintiaalen Eed, voor zoo verre Stads-Regeeringsbeftelling<br />
daar in betrokken was: Of<br />
wel, dat door het verhaasten der verbeetering<br />
van 't Regeerings-Reglement van 1674, en<br />
het daadelyk daarltellen van die verbeetering»<br />
binnen de drie eerstkoomende Maanden , een<br />
algemeen ontflag van den Eed op het Provinp'aale<br />
Regeerings-Reglement uitgewerkt wierte;<br />
waar door dan het byzonder ontflag, omtrent
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 71<br />
trent de Stedelyke Punten, van zelve zoude<br />
volgen."<br />
Befluit det<br />
Het eerfte Lid van dit verzoek werd door de Siaatcn<br />
daarop»<br />
voorftemmende Leden en de andere Staatsleden<br />
volftrekt afgeweezen ; ten aanzien van het<br />
twee Lid verklaarden de Leden van 't eerfte<br />
Staats-Lid, de Heeren Geëligeerden , zich<br />
niet ongeneegen om de zaak der Bezwaaren<br />
met allen moogelyken fpoed te behandelen;<br />
doch de Ridderfchap beriep zich op haar ingebragt<br />
Befluit; en hoe zy zich daar in verklaarde<br />
, hebben wy zoo aanftonds hier boven<br />
gezien. De Geëligeerde Heeren verklaarden<br />
zich tegen het verleggen der Vergaadering;<br />
doch ftemden in de voorgeflaagene aanfchryving<br />
aan de Bondgenooten toe ; zonder die<br />
nogthans, tot vereffening der zaaken, interoepen.<br />
De Siad Utrecht nam het Befluit der<br />
Ridderfchap over; en het Befluit der Staaten<br />
was, geene nadere Staatsvergaadering voor als<br />
nog te bepaalen, maar de gewoone Gedeputeerde<br />
Staaten te magtigen, in geval van noodzaakelykheid<br />
de Staaten te befchryven , op<br />
zodanigen tyd en plaats, waar Hun Edel Moo.<br />
gende vryelyk zouden kunnen vergaaderen en<br />
raadpleegen (*).<br />
De bovengemelde Refolutie der Ridderfchap<br />
van den 27 , die den 28 in de Staatsvergaadering<br />
ingebragt was, werdt den 29 reeds in de<br />
Ut<br />
(«) NkuwtNeilerl. Jmrb. Decsml-sr 1783. blaüz, ifnimip^.<br />
E 4<br />
1785.<br />
Hier over<br />
Vergaaderen<br />
de Burger-<br />
GecouftUu.<br />
ecrden en<br />
Gecommitteerden.
I.ecyercn<br />
éen Adres<br />
iis aan de<br />
yrocdfclWp.<br />
72 BEKNOPTE HISTORIE DE*<br />
Utrechtfche en andere Couranten van dien dag<br />
geleezen; de Burgery, dit gezien hebbende,<br />
zond eene Commisfie aan den Burgemeester<br />
LOOT EN, om te verneemen, of het geen ia<br />
de Utrechtfche en andere Couranten geleezen<br />
werd, ten aanzien der Ridderfchaps-Refolutie,<br />
de waarheid was ; betreffende naamelyk<br />
het intrekken der gedaane Publicatie van de<br />
Vroedfchap, het verleggen der Staatsvergaadering;<br />
het fchryven van rondgaande Brieven<br />
aan de Bondgenooten , enz het welk hy als<br />
waarlyk zoo zynde rondelyk verklaarde. De<br />
Commisfie verflag van haar wedervaaren ge.,<br />
daan hebbende, werden Geconftituëerden en<br />
Gecommitteerden dien zelfden avond verzocht<br />
te Vergaaderen, op een Voorftel van de Burgery<br />
van groote aangelegenheid. In deeze<br />
byeenkomst werd buiten twyfel gehandeld<br />
over, en beflooten tot, een Adres tegen de<br />
Refolutie der Ridderfchap by de Vroedfchap<br />
in te leveren; althans op den 2 January'17.86,<br />
dienden de Geconftituëerden en Commisfarisfen<br />
van de Burgery een Adres in aan de Vroèd-.<br />
fchap over het voorgevallene ter Scaatsvergaadering<br />
van den 28 December, waarin zy verklaarden<br />
door de Burgery gelast te zyn om<br />
aan Hun Edel Groot Achtbaire eerbiediglyk<br />
voor te draagen: „ Dat zy zouden blyven<br />
volharden by het Befluit van den 20 December;<br />
dat zy het voorftel der Ridderfchap zoulen<br />
gelieven van de hand te wyzen; dewyl<br />
de
ONLUSTEN IK HET VADERLAND, 73<br />
dc Burgery oordeelde, uit hoofde van haaren<br />
Eed ten fterkflen verpligt te zyn tot haudhaaving<br />
van dar genoomen Befluit; en hoopte<br />
door het voorfz. voorflel niet in de noodzaakelykheid<br />
gebragt te zullen worden, om Stadsen<br />
Burger-Rechten met goed en bloed tegen<br />
allen, die daarop inbreuk deeden , te handhaaven;<br />
zoo als in zodanig onverhoopt geval de<br />
onvermydelyke gevolgen zouden zyn. Verder<br />
verzochten zy, dat het Hun Edel Groot Achtbaare<br />
gelieven mogte, aan de Verzoekers een<br />
Copie Authentiek van de ge-melde Refolutie<br />
der Ridderfchap uit te leveren, op dat de Burgery<br />
daar door in ftaat gefield wierde de noodige<br />
Vertoogen tot haare rechtvaardiging en<br />
tot handhaaving van Stads Rechten aan Hun<br />
Edele Groot Achtbaare voor te draagen, benevens<br />
de middelen, waar door men in ftaat<br />
zou kunnen zyn om deeze Stad en Burgery tegen<br />
alle indragt op haare Rechten en Voor*<br />
rechten , tegen allen en een ieder,, wie het<br />
ook zy , te verzekeren.<br />
Ï785.<br />
Rapport op<br />
In die zelfde Vergaadering van den 2 January<br />
*i Adres van<br />
werd ook door Heeren Burgemeesteren en den 27 De<br />
Oud-Burgemeesteren en verdere Gecommitcember.teerden<br />
Raport ingebragt op het eerfte punt<br />
van het Adres van den 27 December: Dit Raport<br />
was gunftig, en behelsde: Dat zy Heej-en<br />
van oordeel waren, dat het verzoek, by<br />
Requeste gedaan, om Copie Authentiek van al<br />
het aangeteekende omtrent het bejlootene en gebeurde<br />
E 5 °J
17 8-5-<br />
Befluit der<br />
Vroedfchap<br />
daarop.<br />
74 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
op den 19 en io December, aan de Verzoekers<br />
zou kunnen toegelïaan worden.<br />
De Vroedfchap befloot hier op , dit Rapport<br />
en het verzoek zelve veertien dagen voor te<br />
leggen; na welke veertien dagen, op den io"<br />
January by de Vroedfchap overeenkomftig het<br />
Rapport beflooten werd (*).<br />
Zie daar de Bron der groote verwydering,<br />
der fcheuring zelfs, tusfchen de Staatsleden<br />
der Provintie van Utrecht aangeweezen, het<br />
verfchil naamelyk over de Vroedfchaps-Refolutie<br />
van den 20 December, die de voorflemmende<br />
Leden wilden ingetrokken ; maar<br />
de Burgery van Utrecht en vervolgends de<br />
Stad, wilde gehandhaafd, en ingevolge daar<br />
van het vereffende Regeerings-Reglement<br />
daadelyk ingevoerd, hebben. Om deeze bron<br />
duidelyk en nauwkeurig aan te wyzen, heb<br />
ik deeze zaak wat breedvoeriger behandeld;<br />
te meer om dat alle volgende Onlusten, die<br />
de Stad Utrecht beproefd heeft, gevolgen<br />
daar van geweest zyn; van welken, benevens<br />
veele anderen, die de Republiek zoo vreeslyk<br />
gefchokt hebben, in het vervolg zal moeten<br />
gefproken worden.<br />
O NUiive Nederl. Jaari. January 1786. bladz. 64—69,<br />
T WEE-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 7?<br />
T W E E D E H O O F D S T U K .<br />
Behelzende de Gebeurtenis/en federt het begin des<br />
Jaars 17815. tot aan het begin der Onlusten<br />
wegens Hattem en Elburg.<br />
Hoe Gefchillen van eenen ernftigen aart<br />
langer duuren, hoe zy doorgaands heviger<br />
worden , en uit het eene geichil wordt<br />
ligtelyk weer een ander gebooren: De gefchü<br />
len , tusfehen Utrechts Burgery en fommige<br />
Raaden van haare Vroedfchap , werden hoe<br />
langer hoe ernftiger, en uit die verfchillen<br />
ontftond een ander tusfehen die zelfde Burgery<br />
en de voorftemmende Staats • Leden, byzon.<br />
derlyk de Ridderfchap. Dit tweede Lid van<br />
Staat, hadt in zyn Befluit van den 27 Decem<br />
bcr des voorigen Jaars eenige, niet geringe,<br />
befchuldigingen ingevoegd, ten aanzien vat |<br />
de Onderhandelingen der Burgery met dt<br />
Vroedfchap der Stad, op den 19 en 20 De-<br />
cember (waar van hier voor gefprooken is;; I<br />
tegen welke befchuldigingen de Geconftitu<br />
eerden en Gecommitteerden zich verdeedig<br />
den, in een Adres , dat zy den 6 Februan<br />
by de Vroedfchap inleverden, en in het welkt<br />
zy alle die befchuldigingen van Ruk tot fluï<br />
wederleiden, en met een verzoek beflooten<br />
3 ) Dat Hun Edele Groot Achtbaare door eeni<br />
Com<br />
172
16 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Oommisfie ann de vergaaderde Burgers van iedere<br />
Compagnie , hoofd voor hoofd zouden<br />
doen afvraagen:"<br />
1. Of zy van het verzoek, in hunnen naam<br />
en van hunnent wegen op den 19 December<br />
1785., by het Adres aan den Raad der Siad<br />
ingeleverd, door de Geconftituëerden en Gecommitteerden,<br />
geene behoorlyke voorkeunis<br />
bekoomen en gehad hadden ?<br />
2. Of het verhandelde op de voorfz, twee<br />
dagen, door Geconftituëerden en Gecommitteerden,<br />
met den Raad, niet op dien tyd ter<br />
hunner kennisfe gebragt, en by hen goedgekeurd,<br />
is geweest? En<br />
3. Of het geene toen by het voorfz. Adres<br />
op de Vroedfchap verzocht is, als nog hun gevoelen<br />
is en blyft ?<br />
Dat de voorfz. Commisfie de Antwoorden<br />
van elk hoofd voor hoofd geliefden aan te teekenen,<br />
en daar van aan Hun Edel Groot Achtbaare<br />
verflag te doen; als wanneer zy vertrouwden,<br />
dat eens ontegenfpreekeJyk blyken<br />
zou, dat het gebeurde op den 19 en 20 December<br />
1785., geweest was de waare begeerte<br />
van het Volk; en dat de Perfoonen, die zich<br />
daar bevonden , niet alleen hebben uitgemaakt<br />
het grootfte en aanzienlykst gedeelte der Burgery,<br />
maar ook beftaan hebben uit genoegzaam<br />
alle de Schutters van de geheele Burger-Schuttery.<br />
In welk verzoek zy vertrouwden, dat<br />
Hun Edel Groot Achtbaare geen zwaarigheid<br />
zou-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 77<br />
zoude maaken. ~ Doch indien Hun Edel<br />
Groot Achtbaare onverhoopt, in dit verzoek,<br />
immers ter naaste Vergaadering niet geliefden<br />
te befchikken ; maar, of hetzelve van de hand<br />
te wyzen, of buiten beftelling te houden, dae<br />
de Burgery en Geconftituëerden en Gecommit<br />
teerden het dan zouden houden voor eene toe-*<br />
ftemming, waar by Hun Edel Groot Acht<br />
baare de waarheid der Volkftem en Volks-<br />
Vertegenwoordiging voor erkend gefield heb<br />
ben, even of aan het voorfz. verzoek, en daar<br />
bv gedaane voorftellen ftiptelyk was voldaan;<br />
en dus, dat Hun Edel Groot Achtbaare dan<br />
niet zouden nalaaten , de Eere en Achtbaarheid<br />
van Utrechts Burgery, tegen de, zoo zeer be<br />
ledigende , uitdrukkingen van de Ridderfchaps-<br />
Refolutie op te houden, en op de kragtigfte<br />
wyze te verdeedigen; als mede door eene<br />
nieuwe Verklaaring de Burgery te verzekeren,<br />
dezelve te zullen handhaaven by de Vroed-<br />
fchaps-Refolutie van den 16 Augustus, 1785.,<br />
tegen alle en een ieder, en inzonderheid tegen<br />
alle voordragten en inroepingen ter hulpe of<br />
byftand van den Gewapenden Arm 0}'fterke hand,<br />
waartoe meergemelde Ridderfchaps Befluit zoo<br />
allerongegrondst ftrekte (*).<br />
Over dit Adres, dat ook in de Nieuwspapie<br />
ren geplaatst was, fchreeven de Edelen op den<br />
10 February eenen Brief aan de Vroedfchap<br />
(*) Nieuws Nederl. féftrh February J?8ö. blad*. 155-<br />
van<br />
1786*<br />
Brief der<br />
Ridderfchap<br />
tegen dat<br />
Adres en 't<br />
Beiluit der<br />
Vroedfchap.
füader Adres<br />
der Geconftituüerden<br />
ei- Gecomfiiitteerden.<br />
78 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
van Utrecht, waar in zy Hun Edel Achtbaare ver-<br />
zochten hun ongenoegen te willen doen bly-<br />
Een aan de Autheurs van hetzelve Adres, over<br />
de beleediging, een Medelid van Scaat daar<br />
in aangedaan; zich vferontfchuldigende, dat zy<br />
het Geweld, op den 19 en 20 December ge<br />
pleegd, niet aan Utrechts Burgery, maar aan<br />
eenige Vreemdelingen hebben willen toelchry-<br />
ven. De Vroedfchap, op den 13 February<br />
over het meergemelde Adres raadpleegende,<br />
wees het verzoek, daar by gedaan, van de<br />
hand , en maakte den Brief der Ridderfchap<br />
Commisfariaal (*).<br />
Op den 20 February werd door Geconftitu<br />
ëerden en Gecommitteerden der Burgery een<br />
hader Adres by de Vroedfchap ingediend;<br />
waar in zy het geen in den Brief der Edelen<br />
was bygebragt wederleiden, en in den naam<br />
der Burgery verklaarden, dat zy tegen de Ver.<br />
klaaring der Vroedfchap van den 13, waar by<br />
dezelve by de refurmie in deeze Vergaadering<br />
van den 2c gebleeven w3s, verpligt waren te<br />
protefteeren; en voorts te verklaaren, dat<br />
hetzelve Declaratoir by de Burgery gehouden<br />
werd'voor een aveu, waar by Hun Edel Groó't<br />
Achtbaare de waarheid der Volkftem en Volks<br />
vertegenwoordiging op den 19 en 20 Decem<br />
ber 1785. als erhnd hebben gefield, even of aan<br />
het verzoek en het daar by gedaan voorflel ter op.<br />
(•) Nlet:wc Nedefl. Jaarb. Maart 1786. bladz. 227, zy-).
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 79<br />
gegeevene afvraaging (liptelyk was voldaan geweest. I786.<br />
Herhaalende voorts het zelfde verzoek , dat<br />
aan 't flot van 't voorgaande Adres gedaan<br />
was (*)•<br />
Dit Adres agt dagen onder geheimhou<br />
Kefhiit<br />
daarop»<br />
ding voorgeleegen hebbende, en in handen<br />
van Burgemeesteren en Oud-Eurgemeesteren<br />
gefield zynde, was het bericht, daar op uitgebragt,<br />
te advifeeren , dat men moest volharden<br />
by het Befluit van den 13 February!,<br />
en de wederlegging van Ridderfchaps-Befluit<br />
over laaten aan de Burgery : Voorts<br />
aan Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />
kennis te geeven, dat de Meerderheid • der<br />
Vroedfchap het Befluit van den 20 December<br />
hieldt voor afgeperst en informeel; en<br />
dat zy gevolglyk het Reglement op den 20<br />
Maart niet zou beëedigen ; dat hier van by<br />
Publicatie aan een ieder, en by ExtraÏÏ - Refolutie<br />
aan Geconflituëferden en Gecommitteerden<br />
opening zou gegeeven worden, benevens<br />
Verklaaring, dat de Vroedfchap zou volharden<br />
by het Befluit van den rö Augustus 1785, te<br />
weeten om geen Krygsvolk in de Stad of Vrylieid<br />
toe te laaten, voor dat de bezwaaren zouden<br />
afgedaan zyn, in vertrouwen, dat aan de<br />
Vergaadering van Staat en Stad vrye en onge*<br />
Hoorde Raadpleegingen zouden toegelaaten<br />
worden, ten zy de veiligheid der Ingezeetenen<br />
(fj Kietms Rsdtrl. Jaarii, Maart bladz. ?--$•
ï|86.<br />
Publicatie<br />
afgekondigd<br />
Adrès der<br />
Cecoidtitueerdcn<br />
en<br />
Gecommitteerden<br />
degens die<br />
Publicatie.<br />
80 B E K N O P T E H I S T O R I E oèa<br />
nen anders vorderde. Dit Bericht en Pras-Ad-*<br />
vies van Burgemeesteren en Oud-Burgemees<br />
teren werd op den 6 Maart in eene Vroed-<br />
fchaps Refolutie by Meerderheid veranderd*<br />
cn de voorgefiaagene Publicatie den volgenden<br />
dag, den 7 afgekondigd; by welke de Burge<br />
meesteren en Vroedfchap verklaarden; dat zy<br />
de laatst afgekondigde Refolutie van den 20<br />
December 1785, befchouwden als niet vry-<br />
willig, maar wegens de toenmaalige omftan-<br />
digbeden en gelegenheid van zaaken genoo-<br />
men, en voor informeel kragteloos en van on<br />
waarde hielden; verklaarende te gelyk, dat zy<br />
zich buiten ftaat bevonden en onbevoegd re<br />
kenden om zich zeiven buiten medewerking<br />
der Heeren Staaten dier Provintie uit den Eed j<br />
op het Reglement van Regeering der Provintie<br />
plegtig gedaan , te ontflaan, om op den 20<br />
dier maand Maart, eenen anderen Eed, met<br />
dien flrydende, te doen (*).<br />
Wegens dseze Publicatie werd door Gecon<br />
ftituëerden en Gecommitteerden op den 13<br />
Maart een nadrukkelyk Adres by de Vroed<br />
fchap ingeleeverd; en op dien zelfden dag<br />
bragten Heeren Eurgemeesteren en Oud-Bur<br />
gemeesteren in die zelfde Vergaadering hun-<br />
Rapport in, over een Adres agt dagen te voo<br />
ren door Geconftituëerden en Gecommitteer<br />
den ingediend; welk Rapport hier op uit<br />
kwam,<br />
(*) Kieuw» Nederl, 'jaarii Maau 1786, bkdz, 245..
ONLUSTEN m HET VADERLAND. 81<br />
kwam, ,, dat, alzoo de Punten, daar in ver • 1786.<br />
vat , waren afgedaan Hun Edel Groot Acht'<br />
baare zich op het verdere niet behoorden uil<br />
te laaten ;" het welk ook alzoo beflooten werdt.<br />
Oudertusfchen hadden de gefaamentlyke Of De toeaart.<br />
ficieren der Burger Compagnie de Handvoet<br />
gen van<br />
boog aan den Heer Tweeden Burgemeester eer<br />
en andermaal aangebooden,. om op den 2c<br />
Maart de toegangen van het Stadhuis door dt<br />
j<br />
e<br />
Stadhuis<br />
bezet, en<br />
alle de Uur-<br />
1 gets in de<br />
W'apenc'rji<br />
gemelde Compagnie te bezetten, en den Raat<br />
van vryen tot en afgang derwaards te verzeke<br />
l<br />
ren ; over welk aanbod de Vroedfchap op den 1S<br />
Maart buitengewoon vergaaderde, en daarove<br />
beraadflaagd hebbende j befloot, dit aanbod aai<br />
te neemen ; terwyl een der Leden Voorftelde<br />
of het niet dienftig zyn zoude, alle de overig* t<br />
Compagniën, elk op haare byzondere loop<br />
plaats, op dien dag, in de Wapenen te laatei i<br />
koomen; op dit voorftel werd het gevoelet i<br />
van den Krygsraad ingenoomen , wegens d<<br />
wyze, op welke dit gevoeglykst zou kunner L<br />
gefchieden; de Krygsraad vergaaderde dier l<br />
zelfden Namiddag om den Raad van Advies tt<br />
dienen, en den volgenden dag, den 19, werc<br />
daartoe beflooten.<br />
Eindelyk verfcheen de dag van den 2c 1 Het Nieuwe<br />
Reglement<br />
Maart, die op den 20 December des vooriger<br />
daadcfyk<br />
Jaars bepaald was om het nieuwe en vereftend< > i')gtvu»id.<br />
Regeerings-Reglement daadelyk in te voe<br />
ren. De agt Compagniën, by welken zich d<<br />
Wachtviyën en Uitkoopers, tot dezelve be<br />
E boa
t?8eS:<br />
BEKNOPTE HISTORIE DB*<br />
hoerende 5 ook gevoegd hadden, kwameni<br />
op last van den Raad, des morgens ten negen<br />
tuiren op haare Loopplaatfen in de Wapenen 3<br />
en uit dezeiven werd aan de Officieren te kennen<br />
gegeeven, dat zy daar gekoomen waren<br />
om het Reglement in te voeren en te beëedigen;<br />
en daarom verzochten, dat 'er eene<br />
Commisfie aan den Raad benoemd wierde, en<br />
daar een voorftel te doen, dat de Kapitein of<br />
een der Officieren van elke Compagnie gemagtigd<br />
wierden om de Compagniën in den Eecï<br />
te neemen; en dat ook tot dat zelfde einde<br />
een of meer Raaden gemagtigd wierden. Aanftonds<br />
werden Commisfiën uit elke Compagnie<br />
benoemd, en ten half 10 uuren bevonden zy<br />
zich aan het Stadhuis, elke van twee Gewapende<br />
Schatters geleid; ten 10 uuren, by het<br />
ingaan van den Raad waren zy in de Gerechtskamer,<br />
en gaven hunnen last aan denzelven<br />
fchriftelyk over. De Raad beraadflaagde hier<br />
over tot omtrent 2 uuren, wanneer eene Commisfie<br />
van twee Leden en den Secretaris uit<br />
de Vroedfchap by de Gecommitteerden uit de<br />
Compagniën kwam, en aan dezelven de Verklaaringen<br />
van negen- en twintig Raaden overgaf;<br />
deeze Verklaaringen behelsden de Antwoorden<br />
van' die Raaden op het voorftel dér<br />
Compagniën om het Reglement te beëedigen-,<br />
en werden aan dezelven medegedeeld ; van<br />
welke 29 Verklaaringen 11 door de Burgery<br />
werden goedgekeurd. Vervolgends gaven de
ONLUSTEN IN HET VADERLAND, 8.1<br />
Compagniën eene breedvoerige VerklaariDg aan<br />
hunne Gecommitteerden over, ftrékkende om<br />
het Regiement daadelyk in te voeren en te<br />
beëedigen. De Commisfiën uit de Compagniën,<br />
aan het Stadhuis terug gekeerd, teekenden elk<br />
de Verklaaring, die zy ontvangen hadt, en<br />
verzochten, dat de Gecommitteerden uit den<br />
Raad weder in de Gerechtskamer geliefden te<br />
koomen , om het Antwoord der Burgery op de<br />
Verklaaringen der Vroedfchaps-Leden te ontvangen.<br />
Aan deeze Heeren Gecommitteerden<br />
uit den Raad; inde Gerechtskamer gekoomen<br />
zynde, werd door Gecommitteerden der Burgery<br />
toen te kennen gegeeven, dat zy maar<br />
met elf der Verklaaringen genoegen kon neemen;<br />
en dat zy verder gelast waren te verklaaren,<br />
dat de Burgery vast van voorneemen was<br />
het Regeerings-Reglement in te voeren; gelyk<br />
uit de Verklaaringen, die zy overgaaven,<br />
blyken zoude.<br />
De Raad, vervolgends daar over geraadpleegd<br />
trekt naa<br />
hebbende, deed omtrent ten 6 uuren door de Neiidft<br />
eene Commisfie aan de Gecommitteerden aer<br />
'Compagniën verklaaren, dat alle de aanweezende<br />
Leden by hunne gegeevene Verklaaringen<br />
bleeven volharden, en verzochten zulks<br />
aan de Compagniën bekend te maaken; ten<br />
welken einde de Vroedfchap verlof g3f, dat<br />
de zeven Compagniën zich van hunne Loopplaatfen<br />
naa de Neude zouden begeeven, om<br />
het Antwoord der Vroedfchap aldaar te ont-<br />
F 2 ' :tv
1786.<br />
84 BEKNOPTE HISTORIE PER<br />
vaDgen, en hun Antwoord daarop aan den Raad<br />
te geeven. De agt Commisfiën maakten hier<br />
in zwaarigheid, ten zy dat de Raad vergaaderd<br />
bleef om het Antwoord der Burgery af<br />
te wagten; het welk werd toegeftaan. De<br />
Compagniën, op de Neude vergaaderd zynde,<br />
drongen aan, dat de elf Raaden, ter invoering<br />
van het Reglement , hunne Verklaringen<br />
met Eede zouden bevestigen; en dat alle<br />
de Schutters , Wachtvryën en Uitkoopers,<br />
nog dien zelfden avond, in den Eed op het<br />
Reglement zouden genoomen worden; byzonderlyk<br />
bleeven de twee Compagniën de zwarte<br />
Kmgten, en het Fortuin op eene wederzydfche<br />
beëediging van het Reglement aandringen.<br />
Dit Antwoord en deeze Eisch werd door<br />
twee Officieren van elke Compagnie aan den<br />
Raad overgebragt, en met een kort Adres<br />
fchrifteiyk ingeleverd ; hetzelve behelsde ,<br />
dat de Raaden, met welker Verklaaringen-de<br />
Burgery genoegen genoomen hadt, dezelven<br />
dien avond ook met Eede zouden bevestigen.<br />
Ten negen uuren verklaarde de Vroedfchap<br />
door eene Commisfie, dat dezelve het beëedigen<br />
der Verklaaringen aan die Heeren overliet,<br />
welke daartoe bereid waren; en deezen<br />
waren de volgende Heeren: VAN DEN BOO<br />
GAARD, EYCK, VAN SENDEN, DADNIS,<br />
CE RIDDER, ABBEMA, SMISS A BRT, VAM<br />
DER MUELEN, IVOY, VAN HAEFTEN,<br />
JSURMAN en VAN DAM-; ter zelfder tyd<br />
wer$
liet in den Eed lecmen dei-Schiitterj-è opdeJfeude teVtrecht.<br />
let in Arre.fi: neem en-randen Pander telfijilurDuurltede.
ONLUSTEN IN HÉT VADERLAND. 8*<br />
•werd eene Commisfie benoemd van drie Hee 1780.<br />
ren en een Secretaris, om de Compagniën op<br />
het vereffende Regeerings-Reglement in den<br />
Eed te neemen. Dit werd-aan de Compagniën Het Recte.<br />
ment bc-<br />
bekend gemaakt, en deezen benoemden elk eeiligd,.<br />
twee Officieren om over de beëediging van de<br />
Verkiaaringen der Raaden te ftaan, welke des<br />
avonds ten 10 uuren door twaalf Raaden in de<br />
Raadkamer gefchiedde. De Heer Oud-Burgemeester<br />
RERGER, wegens onpasfelykheid afweezig<br />
zynde, beëedigde zyne Verklaaring<br />
den volgenden dag, voor eene Commisfie van<br />
Officieren uit de Burgery ten zynen huize.<br />
Na het afleggen van den Eed door de twaalf<br />
gemelde' Raaden , begaf de Commisfie der<br />
Vroedfchap zich naa de Neude, en nam de zeven<br />
Compagniën, daar vengaaderd, in den<br />
Eed op het vereffende en vastgefieldc Regeerings-Reglement.<br />
De agtfte Compagnie, die<br />
het Stadhuis bezet en vryen af en toegang bewaard<br />
hadt, werd in de groote Zaal aldaar in<br />
den Eed genoomen. Na dat dit verricht was<br />
werden de bevelen van den Raad aan den gebiedenden<br />
Officier verzegeld overgegeeven,<br />
om de Compagniën te ontflaan en naa huis te<br />
zenden; het welk ten half elf uuren gefchiedde<br />
(*). Dus was het nieuwe Reglement van<br />
Regeering dan daadelyk ingevoerd, en door<br />
twaalf Raaden en de gantfche Burgery be-<br />
zwoo-<br />
t*j NUvwe Njde-A, Jaarh Maart 1786. biarte, 250-25*1<br />
' F 3
ï?86.<br />
JPyk by<br />
£)uurfieds<br />
volgt het<br />
voorbeeld<br />
van Ut.<br />
recht.<br />
86 BEKNOPTE HISTORIE DE*<br />
zwooren. Toen de Notulen van het gebeurde<br />
op deezen dag van den 20 Maart in de Vroedfchaps-Vergaadering<br />
op dep 3 April zoudeq<br />
ingericht en geregistreerd worden, ontftonden<br />
'er hevige gefchillen, tusfehen de Leden dier<br />
Vergaadering: Veelen der Leden befchouwdeq<br />
al het geen op dien dag verricht was als nietig<br />
en van onwaarde; anderen hielden het voor<br />
Wettig en deeden Aantekeningen tegen (*),<br />
dat gevoelen te boek Rellen. Eer ik nu de<br />
gevolgen van deeze verrichtingen verhaale,<br />
zal ik den draad der Gebeurtenisfen hier voor<br />
een oogenblik moeten afbreeken, om de Onlusten<br />
te befchryven die omtrent den zelfden<br />
tyd, in andere Steden en Provintiën zyn voorgevallen.<br />
De Stad Wyk hy Duurjlede volgde het voorbeeld<br />
van Utrecht, of' liep veel eer hetzelve<br />
vooruit: Tusfehen de Regeering én Burgery<br />
was aldaar insgelyks een Nieuw Reglement van<br />
Regeering beraamd en vereffend, en de dag<br />
van plegtige wederzydfche beëediging was,<br />
even als die van Utrecht, op den 20 Maart<br />
1786. bepaald, gelyk toen ook gefchied is;<br />
maar hetzelve was in 't voorige Jaar reeds beraamd,<br />
vereffend * vastgefteld, Wederzyds getekend,<br />
en in werking gebragt; waar uit veele<br />
Onlusten tusfehen de Staaten, of althans de<br />
twee voorftemmende Staats-Leden en die Stad,<br />
(*) Nieuwe Nederl. Jatu-b. April y86. bladz. 378.<br />
ont«
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 87<br />
ontftonden, welken ik eerst,zoo kort als moo-<br />
gelyk is, in orde zal vernaaien.<br />
Dc Regen<br />
Na dat de Regeering van Wyk een nieuw<br />
ten van<br />
Reglement van Regeering, voor zoo veel het J/yi nntilaan<br />
zich<br />
huishoudelyke der Stad betrof, met haare Bur van 't Reglement<br />
V*i<br />
gery beraamd en vereffend hadt, en het alleen 1674.<br />
op een eindelyk Befluit der daadelyke invoering<br />
aankwam , deed de Burgemeester HAANT»<br />
JES, op den 23 Juny 1785- een Voorftel tot<br />
dat einde in den Raad, om te befluiten : „ Dat<br />
de Raad, aan den eenen kant, door het toetreeden<br />
tot zodanig Befluit omtrent de nieuwe<br />
Regeeringsorde dier Stad, in geenen deele te<br />
hort wilde doen aan de volle kragt van het beftaande<br />
Regeerings - Reglement van 1674.. wat het Provintiaale<br />
aangaat, en waar van de verbeetering<br />
eerlang ftaatswyze ftond te gefchieden; maar dat<br />
de Raad, aan den anderen kant, alvoorens toe<br />
te treeden tot het beëedigen der nieuwe Regeeringsorde,<br />
wat het huishoudelyke, of ftedelyke<br />
betrof, zich in dien deele ontflaagen<br />
hield van den Eed, op het Reglement van<br />
1674. gedaan , houdende denzelven voor nul<br />
en van geene waarde; eikanderen onderling<br />
by deezen ontflaande. Dit voorftel, rypelyk<br />
overwoogen zynde, werd op den 27 Juny by<br />
meerderheid van Steramen in een Befluit veranderd,<br />
en daar van aan de Staaten door den<br />
Afgevaardigden der Stad ter Staatsvergaadering,<br />
den Heer van OSSENBERG, kennis gegeeven.<br />
F 4<br />
ü s<br />
l78rS r<br />
.
1786.<br />
De Ridderfchapbeklaagt<br />
zich<br />
daar o ver.<br />
De Uaad<br />
geeft oiicriing<br />
van<br />
naar Bedui<br />
8,an de<br />
Burgery.<br />
88 BEKNOPTE HISTORIE DE»<br />
De Ridderfchap befchouwde deezen flap dep<br />
Wykfche Regeering in een zeer haatelyk licht;<br />
Zy beklaagde zich over deeze handelwyze,<br />
als eigendunkelyk, en verklaarde die Regenten<br />
, welke te Wyk tot zodanig Befluit hadden<br />
medegewerkt, onbevoegd om de Vergaadering<br />
der Staaten, of van Gedeputeerde Staaten by<br />
te woonen, zoo lang het tegenwoordig Reglement<br />
nog niet wettig vernietigd was. By alle<br />
drie de Leden van Staat werd daarop beflooten<br />
, eene Commisfie van drie Heeren, uit elk<br />
Lid een, te beraamen, om die van Wyk de<br />
onregeimaatigheid van deezen Rap onder het<br />
oog te brengen , en naa de gefteldheid der<br />
zaaken, gelyk ook naa de buiten -Provintiaale<br />
aanvoerders derzelver onderzoek te doen. Ondertusfchen<br />
hield de Heer Afgevaardigde van<br />
Wyk zich, geduurende deeze Raadpleegingen<br />
buiten de Raadkam'er , en werd vervolgends<br />
door den Secretaris der Staaten verzocht, zich<br />
afweezig te willen houden , als behoorende tot<br />
die Meerderheid der Raaden van Wyk, die<br />
zich van het gemelde Reglement daadelyk<br />
pntfluagen haddeu (*).<br />
Geconftituëerden en Gecommitteerden van<br />
de Burgery, (die te Wyk, even als te Utrecht,<br />
: aangefteld, en door de Regeering erkend waren}<br />
begaaven zich op den 4 July naa de Vroedfchap<br />
, om opening van het geep beflooten<br />
was<br />
(t) N^ieuvt Neisri, janii. dtig* 1785. bladz, 1076en lïpi.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 89<br />
was voor de Burgery te vraagen; en aanftonds<br />
werd hun bericht , dat de Vroedfchap reeds<br />
drie Heeren benoemd hadt,om hun alles rrrede<br />
te deelen; gelyk' dan ook op den 7 July gefchiedde,<br />
wanneer de drie benoemde Heeren,<br />
H A A N T J E S , . V A N OSSENEERG en VER-<br />
H E L , met de Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />
in de Vroedfchapskamer vergaaderden<br />
en aan dezelven te kennen gaaven : ,, Dat een<br />
Nieuw Reglement op de Regeeringsbeftelling<br />
der Stad, met voorkennis en ten genoegen der<br />
Burgers en Inwooners, op eene Raadsbefchryving,<br />
by de Meerderheid der Leden vastgefteld<br />
was, om nader Staatswyze bevestigd te<br />
worden, en te doen dienen tot vaster beves»<br />
tiging van het Conftitutioneele dier Stad." Op<br />
dit bericht verzochten Geconftituëerden en<br />
Gecommitteerden de Trom te moogen roeren<br />
cn de Burgers byeen te roepen, op dat hunne<br />
Lastgeevers het geen nu by voorraad door de<br />
Regeering beraamd was plegtig zouden beves.<br />
tjgen. Dit werd toegeltaan en daar van kennis<br />
gegeeven aan den Luitenant Collonel D. BRUIN<br />
G. z. die daartoe ook bereid was. Ten half<br />
één uure vcrfaamelden veele Burgers (om den<br />
aanhoudenden regen) in de Kerk, waar de Hr.<br />
scHiLGE, een der Gecommitteerden, eene<br />
zeer nadrukkelyke, en op de zaak toepasfelyke,<br />
aanfpraak deed; en daar na het Befluit<br />
van den 27 Juny, benevens het nieuw beraamde<br />
Reglement voorlas, Dit gedaan zynde,<br />
F 5<br />
T r a a<br />
S'<br />
178Ö*<br />
Het Nieuwe<br />
Reglement<br />
wederzyds<br />
geteekend.
peconfUmperden<br />
en<br />
(Gecommitteerden<br />
doen een<br />
Betoog aan<br />
den Raad<br />
tegen de<br />
hatidelwyze<br />
der Staaten.<br />
90 BEKNOPTE HISTORIE DEK<br />
vraagde hy de Burgers, of zy eenige bedenkingen<br />
daar op hadden; het welk met neen beantwoord<br />
werd, en daarop fcheidde deeze<br />
Byeenkomst, na dat de Geconftituëerden en<br />
Gecommitteerden gelast waren, het voorfz.<br />
Reglement met hunne Onderteekening te bekragtigen<br />
, zoo als zy de Geauthentifeerde<br />
Copie van het Reglement zouden ontvangen<br />
hebben ; gelyk yervolgends ook gefchied<br />
is (*).<br />
Geconftituëerden en Gecommitteerden kennis<br />
bekoomen hebbende, dat de Heer VAN<br />
QSSENBERG Afgevaardigde ter Staatsvergadering,<br />
van die Vergaadering geweerd, en<br />
hem de by wooning derzelve, in 't vervolg,<br />
ontzegd was, zoo lang het Reglement van<br />
1674. ftand hield, vervoegden zich deswegens<br />
op den 18 July tot de Vroedfchap met een nadrukkelyk<br />
Betoog, waar by zy hunne ontroering<br />
, verbaasdheid , en byna onbedwingbaar<br />
misnoegen te kennen gaaven, en Hun Ed.<br />
Groot Achtbaare verwittigden, dat de Burgery<br />
dier Stad nimmer zou dulden, dat hunne Acht<br />
u r e r v a<br />
baare en braave B g deren in hunne Rechten<br />
verkort, in hunne Perfoonen, in hunne<br />
Goederen, in de voordeden met de Posten<br />
en Commisfiën , welke zy bekleeden, ver*<br />
bonden, zouden benadeeld worden, 't zy onder<br />
fchyn van Recht, of door Geweld; maar<br />
dat;<br />
(*) Niiuws MsAsd, Jaath dugustus. 1785, blatiz, 1153.
ONLUSTEN fN HET VADERLAND. 91<br />
dat zy alles zoude opzetten , om Hun Ed.<br />
Groot Achtbaare by het vol genot van dit alles,<br />
tegen elk en een iegelyk, met goed en bloed<br />
te handhaaven. En waar by zy te gelyk<br />
ernftig verzochten, dat het Hun Ed. Groot<br />
Achtbaare behaagen mogt, een Protest ter<br />
Staatsvergaadering te doen inleeveren, met<br />
verklaaring van alles , wat ondertusfchen ter<br />
Staatsvergaadering mogt beflooten worden,<br />
voor informeel, kragteloos, nul, en van geene<br />
-marde te zullen houden. VerVolgends ter<br />
zelfder tyd te verklaaren, zoo lange de weering<br />
des Afgevaardigden uit de Vergaadering<br />
niet werd ingetrokken , geene Provintiaale<br />
Lasten ten Comptoire der Provintie te zuilen inbrengen<br />
, maar deeze daadelyk in te houden<br />
en aan te wenden tot goedmaaking van alles,<br />
wat Hun Ed. Moogende mogten goedvinden<br />
terug^ te houden; met by voeging van alle de<br />
gevolgen voor Hun Ed. Moogende ter verantwoording<br />
over te laaten. — Van alles, indien<br />
dit rüet baatte, aan de Bondgenooten<br />
kennis te geeven , hunne goede dienften en<br />
bemiddeling te verzoeken, en by derzelver<br />
mislukking kragtdaadige hulpe, of ten minfte<br />
verhoeding, dat de Militaire Magt, op hunne<br />
repartitie ftaande , derwaards geleid wierde,<br />
enz.<br />
Terwyl over dit Betoog derBurgery geraad<br />
Krief der<br />
Gedeputeerde<br />
Staa-'<br />
pleegd werd, kwam 'er een Brief van de Ge<br />
ten wegens<br />
deputeerde Staaten, waar by aan de Regeering eene Coramjsiie.<br />
van
Ï78e5.<br />
Deeze Brief<br />
-wordt in<br />
^dvies gehouden.<br />
Antwoord<br />
op denzelvètu<br />
92 BEKNOPTE HISTORIE DKR<br />
van Wyk werd aangefchreeven dat Hun Edel<br />
Moogende de Staaten noodig geoordeeld hadden<br />
, negen Heeren te committecren, ten<br />
einde met Hun Edele daar over te ipreeken,<br />
en hen te trachten van de onregelmaaeige handelwyze<br />
en onwettige Refolutie , tegen de<br />
Rechten der Provintie aanloopende, te overtuigen,<br />
en af te niaanen; — en tegelyk te<br />
verzoeken, zodanige Heeren ter Vergaadering<br />
van de Staaten en Gedeputeerde Staaten te<br />
willen zenden, die zich van den bovengemeiden<br />
Eed nog niet ontflaagen hadden, enz.<br />
Over deezen Brief en het bovengemelde Ee^<br />
toog werdt op den 21 July geraadpleegd, en<br />
toen, op voorftel van Burgemeester HAANT<br />
JES beflooten: „ Dat zy deezen Brief der<br />
Gedeputeerde Staaten in Advies moesten houden,<br />
tot dat over het laatfte Adres van de Burgery<br />
zou befchikt zyn; om dat dit Adres zaaken<br />
in zich behelsde, die vooraf dienden afgedaan<br />
te worden, eer men op den Brief van<br />
Hun Ed. Moogende kon antwoorden; dat 'er<br />
een dag moest bepaald worden, om over het<br />
Adres te befchikken; waar na men den Brief,<br />
benevens het beflootene op het Request, zoa<br />
ftellen in handen van eene Commisfie uit hun<br />
midden om daarop van raad te dienen , en een<br />
opftel van een Brief voor Hun Edel Moogende<br />
te vervaardigen. Ingevolge van dit Befluit<br />
werd den 26 July een Brief aan de Gedeputeerde<br />
Staaten afgezonden; in welken de Re-<br />
gee.-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND.<br />
geering van Wyk haare verwondering te kennen 17 86.<br />
gaf over den inhoud der Aanfchryving van'<br />
Hun Edel Moogende, dewyl zy van begrip<br />
was," dat het punt, raakende de Magiftraatsbeftellingen<br />
van Stad en Steden j onder die<br />
byzondere Punten behoorde, waarmede Geeligeerden<br />
en Ridderfchap zich niet vermogien<br />
te bemoeijen, maav die verbleeven waren aan<br />
Stad en Steden;'" in zoo verre dat Hun Edele<br />
Moogende Gecommitteerden by derzelver<br />
Rapport van den i September 1784. a^n Hun,<br />
Edel Moogende hadden geadvifeerd, dat die<br />
fchikkingen en voorzorgen door de Stedelyke<br />
Regeeringen met derzelver Burgeryën geregeld<br />
en vereffend konden werden, en daarom<br />
dit aan dezelve Regeerders hadden overgelaaten,<br />
(Let wé!) zonder in het Reglement daar<br />
van te melden, ten welken einde Hun Edel<br />
Moogende dat Rapport aan hun hadden overgezonden,<br />
om zich daar naar te gedraagen.<br />
Ingevolge daar van , hadden zy .geoordeeld,<br />
dat zy volkoomen bevoegd waren om, v^w<br />
zoo verre die fchikkingen en vastjlellingen betreft,<br />
het Reglement van 1674. buiten werking te<br />
ftellen, en hunne Burgers daadclyk in het genot<br />
te ftellen van de aanftelling hunner Regenten<br />
, op zodanige wyze als Hun Edel Moo»<br />
gende door het voorfz. toegezonden Rapport<br />
toeftemmen, dat zy gerechtigd en bevoegd waren.<br />
Zy verzochten daarom verfchoond te zyn var»<br />
daar over met eene Cmmisfie, op gronden by voor.<br />
6*
Antwoord<br />
der Gedeputeerde<br />
Staaten<br />
daarop.<br />
94 ÊEKNOPTE HISTORIE bzk<br />
gemelden Brief van Hun Edel Moogende ter neder<br />
gefield;, in eenige onderhandeling te treeden, alé<br />
welke, op die gronden, by hen van geene<br />
vrugt zou kunnen zyn. Eindelyk verzochten<br />
zy, dat Hun Edel Moogende in de Vergaadering<br />
der Staaten zouden gelieven te ontvangen<br />
zodanige Gecommitteerden, als, in den Pro«<br />
vintiaalen Eed ftaande; door hen zouden afgezonden<br />
worden; dat zy anders verpligt zou»<br />
den zyn, voor hunne Stad, te protefieeren,zoo<br />
tegen de laatfle Staats-Refolutie, als die Hun<br />
Edel Moogenden in deezen nader zouden neetoen;<br />
ten einde zich en hunne Burgery daar"<br />
tegen te handhaaven , op zoodanige wyze! 3als<br />
zy, uit kragt van hun Recht, zouden vermeenen<br />
te behooren (*)„•<br />
Deeze Brief werdt doof de Gedeputeerde<br />
Staaten op den 29 July beantwoord; in welk<br />
Antwoord Hun Ed. Moogende even zeer hunne<br />
verwondering betuigden over het gefielde<br />
der Kegeeriag van Wyk, als deeze in hunAntwoord<br />
over de Befluiten der Staaten gedaan<br />
hadden; betuigende niet te begrypen hoe Hun<br />
Edele zodanige Hellingen hebben kunnen ter<br />
nerierftellen, daar zy niet konden onkundig<br />
zyn , dat gemelde Rapport nimmer in een<br />
Staats-Refolutie is veranderd, maaralleen ingediend<br />
als een Advies, van 't welke Hun Edel<br />
Moogende zodanig gebruik zouden maaken,<br />
als<br />
Nieuwe Ne&rl, 'Jaarb. Aug, 17.5, Mad2. 1109—1229,
ONLUSTEN ft HET VADERLAND, és<br />
als zouden vinden te behooren, in geval Hun<br />
Ed. Moogende, na gevraagde en ontvangene<br />
confideratiën van Zyne Doorluchtige Hoogheid,<br />
rnogten oordeeicn eenige nadere fchikkingen<br />
en veranderingen omtrent het Reglement<br />
op de Regeering in te voeren. Dat zy dus<br />
zoo lange geen Staatsbefluit daaromtrent genoomen<br />
was, geen recht hadden om zich van<br />
den Eed op 't Reglement van 1674. te ontflaan;<br />
ofte eenige Zitting ter Vergaadering van<br />
Hun Ed» Moogende of der Gedeputeerden<br />
kunnen behouden of bekoomen, indien zyzich<br />
niet in allen deele aan denzelven Eed meenen<br />
te houden. Blyvende voorts by het geene in<br />
den voorigen Brief vervat was» en de Staaten<br />
by hun voorig Befluit.<br />
Op dit Antwoord gaven die van Wyk op den<br />
5 Augustus 1785. een Weder-Antwoord ,<br />
waarmede zy hunne verwondering over het tegenftrydrg<br />
gevoelen van Hun Ed. Moogende<br />
te kennen gaaven, en betuigden, zich, voor<br />
hunne Stad, die een Lid van de Souvraine Vergaadering<br />
dier Provintie was, alleen in het<br />
Verbond der Unie, begeeven te hebben, onverminderd<br />
en met voorbehouding van hunne Stad<br />
en Ingezeetenen by derzelver byzondere Voorrechten<br />
, Vryheden, Uitzonderingen, Inftellingen,<br />
loflyke en wel herbragte Gebruiken,<br />
en alle andere Gerechtigheden, waar by zy<br />
zich dan ook by vervolg hadden gehandhaafd,<br />
wanneer zy by de Artikelen , tusfehen Geëli-<br />
geer-<br />
Wecter. Antwoord<br />
van<br />
de Repecring<br />
van Wjft,
*785.<br />
ïlie van<br />
ti'jk maakt<br />
n<br />
96 BEKNOPTE HISTORIE DE*<br />
geerden en Ridderfchap, nevens de Stad Uk<br />
recht en verdere Steden , op den 13 February<br />
1587. geflooten; üitdrukkelyk hadden bedon*<br />
gen, dat Geöiigeerden en Ridderfchap zich<br />
niet zouden bemoeijen met het ftellen van de<br />
Magiftraat in die Stad, het zy men de Leden<br />
van Hun Edel Moogende op zich zeiven, het<br />
zy faamengevoegd befchouwde; herhaalende<br />
hunne verwondering, dat Hun Edel Moogende.<br />
tegen hunne Stads Rechten en Privilegiën aan, -<br />
hun Souvrain Gezag zouden willen uitbreiden<br />
over hun Stedelyk Recht, betreffende de Magiftraatsbeftelling.<br />
Wederleggende voorts alle<br />
de redenen, door Hun Ed. Moogende bygebragt,<br />
befluiten zy met te protefteeren niet<br />
alleen, maar ook de Befluiten van Hun Edel<br />
Moogende ten hunnen opzigte voor onwettig<br />
te verklaaren, en aan welker naakooming en voldoening<br />
zy zich nimmer zouden houden ; betuigende<br />
boven dien op bet ernftigfte, zoo Hun<br />
Ed. Moogende hunne Afgevaardigden, die zy<br />
gelast hadden van het Recht, hunne Stad toekoomende,<br />
gebruik te maaken , geliefden te<br />
blyven afweeren, dat zy als dan, tot hafldhaaving<br />
van hun Stads Recht, als een Medelid<br />
van Staat, zodanige middelen zouden by de'<br />
band neemen, als zy zouden oordeelen te<br />
behooren (*).<br />
Ingevolge van dit voorneemen gingen die<br />
Q>) Nieuws Neaerl. jaari. &]>t. 1735. bladz. 135Ï—I3Ï
.ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 57<br />
•van Wyk voort met xoeftel te maaken, om de<br />
Regeering, volgends het vastgeftelde nieuwe<br />
Reglement, op den gewoonen tyd te veranderen:<br />
Op den 15 Oftober werden door de<br />
Oude en Nieuwe Stads Compagniën 16 Burgers<br />
tot Kiezers verkooren, welken eene Nominatie<br />
maakten van een dubbeld getal Perfoonen<br />
tot Burgemeesteren; welke Nominati:,<br />
benevens die van Schepenen, door Burgcmces.<br />
teiïen en Raaden gemaakt,; aan Zyne Doorluchtige<br />
Hoogheid , den Stadhouder, gezonden<br />
werd met eenen Brief, in welken Zyne<br />
Hoogheid als Erfftadhouder verzocht werd, dc<br />
Verkiezing voor 't aanftaande Jaar daar uit tc<br />
doen , zoo dat de verkoozen Perfoonen Qj<br />
den 20 Odtober, den gewoonen dag der Ver<br />
andering van de Regeering aldaar, konden in<br />
e e z e B r i e f w a s<br />
gehuldigd worden. D gedagtee<br />
Jtend den 6 Oclober, en by denzelven was ge<br />
voegd een gedrukt Exemplaar van het Regie<br />
. ment van Regeering, dat op den 23 Juny doo<br />
hen vastgefteld, en naar 't welke de Verai:<br />
dering der Regeering gefchied, was. Maar vai 1<br />
de Raaden werden geene Lystcn aan Zyn<br />
Hoogheid toegezonden, om dat de beftellin ; r<br />
van Zyne Hooghei^ omtrent het aanblyven 0 t<br />
veranderen der Raaden door het Nieuwe Re d<br />
glement was afgefchaft.<br />
.1786.<br />
eene Nominatie<br />
tot<br />
vciafideitnj?<br />
da- Regee*<br />
ling.<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid fchreef das r Zyne Doorover,<br />
en zond een Affchrift<br />
„ lticln^e<br />
van den Bri$ 1 rrtogheid<br />
»<br />
jller Wykfche Regeering van den 6 Octobe<br />
vi.no.se<br />
z:ch deswtf<br />
G M a
1786.<br />
geus aan tle<br />
$8 BEKNOPTE HISTORIE DÉ*<br />
aan de Gedeputeerde Staaten van Utrecht,<br />
welke daar over op den 19 Oclober, buiten,<br />
gewoon vergaaderden. In deezen Brief beklaagde<br />
Zyne Hoogheid zich over inbreuk<br />
door deeze informeele Nominatie op de Regeeringsgelïeldheid<br />
dier Provintie gedaan ; gelyk<br />
ook over indragt, door het vastftellen vaneen<br />
Regeerings-Reglement te Wyk, op de Rechten<br />
en Voorrechten der Stadhouderiyke Waardigheid,<br />
door het Reglement der Provintie<br />
daar aan gehecht; verzoekende by dezelven<br />
gehandhaafd te worden : En dewyl Zyne<br />
Hoogheid verklaarde geene verkiezing uit zoo<br />
eene informeele Nominatie van Burgemeesteren<br />
te kunnen doen;zoo verzocht Zyne Hoogheid<br />
dat de Regeering van Wyk mogt genoodzaakt<br />
worden , eene andere Nominatie aan Zyne<br />
Hoogheid toe te zenden, om daar uit op eene<br />
wettige wyze de Verkiezing te doen ; te gelyk<br />
verzoekénde, dat, om de nabyheid van den<br />
20 Oclober, den gewoonen dag van de verzetting<br />
der Wet te Wyk, Bun Edel Moogende<br />
rnogten gelieven den Magiliraac dier Stad te<br />
doen aanblyven op den tegeuwoordigen voet,<br />
tot dat Hun Edel Moogende in' déeze zaak<br />
zodanige beftellinge zouden gemaakt hebben,<br />
als zy zouden noodig oordeelen tot handhaaving,<br />
zoo wel van de Provintiaale Regeeringsgefteldheid,<br />
als van de Stadhouderlyke Rechten<br />
en Voorrechten te behooren.<br />
' " • • . -Ge»
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. o
*78t>.<br />
De Rnraery<br />
i< bedacht<br />
om zich in<br />
ftaat van<br />
tegenweer te<br />
ftellen.<br />
ÏOO BEKNOPTE HISTORIÉ DEK<br />
BEKKERING alleen bereid, om het nieuw<br />
Reglement te beëedigen. Hierom verklaarde?<br />
de Burgery die twee Heeren ook alleen voor<br />
Reeds aanblyvende Raaden, te zullen erken r<br />
nen en befchermen ; de overigen by voorraad<br />
als tydelyke Raaden erkennende. Voor 't<br />
overige protefteerde de Burgery tegen alle indragt<br />
op Stads Rechten door Zyne Hoogheid<br />
en de Staaten begaan, als ook tegen de opfchorting<br />
der verandering en het aanblyven<br />
van de Regeering.<br />
In deeze omftandrgheden was de Burgery<br />
bedacht, om zich, by onverhoopt Geweld, in<br />
ftaat van tegenweer te ftellen: HetVry-Corps,<br />
uit 60 Man beftaande, vervoegde zich tot het<br />
Genootfchap van Wapenhandel te Utrecht,<br />
doch met geenen voordeeligen uitflag. Beter<br />
flaagde deszelfs verzoek by de Gewapende Burger<br />
Vry-Corps, welke nog in die zelfde week<br />
eene buitengewoone Vergaadering te Leyden<br />
byeen riepen, ten einde de gefchiktfte middelen<br />
te beraamen om die van Wyk te hulp ts<br />
koomen, indien zy mogten aangevallen worden<br />
; men beproefde de kleine Overftroomingen,<br />
om het Land rondom de Stad onderwater<br />
te zetten, die volmaakt goed bevonden werden<br />
; ook gaf de Regeering van al het gebeurde<br />
tusfehen haar, de Staaten .en den Stadhouder,<br />
wegens het nieuwe ingevoerde Reglement<br />
van Regeering, kennis aan de andere Stieht-<br />
fche
ONLUSTEN ra HET VADERLAND, lor<br />
fehe Steden, Utrecht, Amersfoort, Rheenen en<br />
Montfmrt (*).<br />
De Staaten der Provintie van Utrecht, op<br />
den 9 November vergaaderd zynde , beflooten,<br />
dat die van 'Wykeene andere Nominatie van<br />
Burgemeesteren en Schepenen , volgens het<br />
Reglement van 1674- gemaakt, binnen acht dagen<br />
aan Zyne Doorluchtige Hoogheid moesten<br />
zenden, benevens eene Lyst van de Raaden<br />
dier Stad. Ook verklaarden de Heeren Edelen,<br />
dat die van Wyk onbevoegd waren, om<br />
een Stedelyk Regeerings-Reglement te beraa*<br />
men en in gang te brengen , buiten bewilliging<br />
en Odlroy der Leden van Staat; daar by voegende<br />
, dat de Ridderfchap, in 't byzonder,<br />
van 't Jaar 1588 af reeds, het recht zoude<br />
gehad hebben in de Magiflraats-Beflelling der<br />
Steden ; daarenboven hield de Ridderfchap het<br />
doen beëedigen van een Reglement van Regeering,<br />
op eigen gezag, als fmaakende naar<br />
Rebellie, en begeerde zulks in handen van den<br />
Procureur Generöal gefield te hebbeu. By dit<br />
voorflel voegden zich aanflonds de Heeren<br />
Geëligecrden ; doch Utrecht en Amersfoort namen<br />
het over, en bragten in de volgende Vergaadering,<br />
den 23 November haar Advies in,<br />
waar door zy met dat van Ridderfchap en Geeiigeerden<br />
inflemden, en werd derhalven over.<br />
eenkomftig daar mede beflooten, den Procu-<br />
' reur<br />
C*) Nhtuve Neder!, Jgari. Oltob. 1785. bladz. 1467—1473,<br />
C 3<br />
1780.<br />
De Staaten<br />
fcbryven<br />
den ProcureurGenelaal<br />
aan om<br />
by die van<br />
Wyk onderzoek<br />
tc<br />
doen.
De Regeerders<br />
van<br />
Wik willen<br />
riet Recht<br />
de non evo~<br />
canda hand?<br />
haaven.<br />
iC2 B E K N O P T E H I S T O R I E DER<br />
reur Generaal aan te fch'-yven om onderzoek<br />
te doen enz. omtrent het doen beëedigen (*)<br />
van het ingevoerd Reglement van Regeering<br />
te Wyk: Ook werden de Procureur Generaal,<br />
en de Raadsheer MUNNIKS gemagtigd tot<br />
het doen van crimineel onderzoek omtrent die<br />
geenen, welke zich by eenen Brief aan de<br />
Hooge Bondgenooten vervoegd hadden.<br />
De Regeerders van Wyk hier van kennis<br />
bekoopjen, en daar over beraadflaagd hebben-*<br />
de, verftonden , dat, indien in dit geval een.<br />
zodanig attentaat , zelfs, tegen de Hoogheid deezes<br />
Lands, door Burgers dier Stad mogce begaan<br />
zyn, ftrekkende tot verftooring van de open-<br />
baare rust, de Magtiging tot onderzoek niet<br />
hadt behooren verleend te zyn op den Procu<br />
reur Generaal van den Hove; maar op den.<br />
Schout dier Stad; ten einde het recht van den<br />
Lande tegen den fchuldigen waar te neemen;<br />
dat gevolglyk de Magtiging op den Procureur<br />
Generaal verleend, aanliep tegen het Recht,,<br />
dat deezer Stad en Burgery van ouds toebe<br />
hoorde; gelyk Hun Edel Moogende ook in<br />
't voorleeden Jaar, wanneer Hoogstdezelven<br />
begreepen, dat aldaar beweegingen van Op<br />
roer hadden plaats gehad , dat echter zoo niet<br />
bevonden werd, daarop deeden onderzoeken,<br />
niet door den Procureur Generaal maar door<br />
den,<br />
(*) Nieuwe Neder!, jaarb. November 1785. bladz. 1612.<br />
vergel. 1C17.
ONLUST-EN IN HET VADERLAND. 103<br />
den Schout der Stad, als daartoe alleen bevoegd.<br />
Dat de Regeerders der Stad vooral<br />
behoorden zorge te draagen, dat de Burgers<br />
by hunne aloude Rechten en Voorrechten ongefchonden<br />
bewaard bleeven, en niet geroepen<br />
wierden voor eene andere Rechtbank of<br />
Rechter; dat over zulks Waarfchouwing en<br />
verbod daar van aan de Burgery behoorde gedaan<br />
te worden; met last om van de bevelen ,<br />
die zy daartoe mogten bekoomen, aanftonds<br />
aan den Raad kennis te geeven ; ten einde daar<br />
in.te doen, zoo als ter handhaaving der Stadsen<br />
Burger-Rechten zoude bevonden worden<br />
te behooren. Dit werd aldus beflooten , en<br />
daar yan aan de Burgery bericht en waarfchouwing<br />
gedaan (*).<br />
Ondertusichen hadden de Regeerders van Wyk Nader aan.<br />
fel) ry ven der<br />
de Nominatie van Burgemeesteren en Sche Staaten aan<br />
die van<br />
penen door de Burgery gemaakt, ten tweede Wyk.<br />
inaale aan den Prins Erfftadhouder gezonden<br />
met eenen Brief en nader verzoek, om daar<br />
uit de Verkiezing te doen; hier van gaf Zyne<br />
Hoogheid kennis aan de Staaten , en deezen<br />
fchreeven deswegens eenen Brief aan de Regeering<br />
van Wyk, gedagtekend den 9 November,<br />
waar in Hun Ed. Moogende berichte,<br />
dat zy de voorfz. pretenfe Nominatïèn van Burgemeesteren<br />
en Schepenen, met al het aan-<br />
J;leeveu daar van hielden voor informeel, als<br />
ftry-<br />
C) Nieuws Ntderl, Jaar'v. Noyemier 1785, bladz. 1630.<br />
G4
N;U1L-1(U-.CjykAntwond<br />
van<br />
dy Rcgce.'<br />
¥;3 k<br />
'<br />
M BEKNOPTE HISTORIE D M<br />
ftrydig met de goede orde, het Recht van<br />
den Lande, en de Regeerings - Conftitutie ,<br />
nog beftaande; dezelve derhalven voor nul en<br />
van onwaarde verklaarden; Hun Edel Achtbaare<br />
over zulks aanfehryvende, om zonder<br />
uitftel, immeis binnen acht dagen na het ontvangen<br />
van deezen Brief, eene nieuwe Nominatie<br />
te maaken, zoo van Burgemeesteren als<br />
van Schepenen, voor het loopende Jaar, en<br />
dezelve aan Zyne Hoogheid als Erfftadhouder<br />
te zenden, op zodanige wyze, als van ouds<br />
gebruikelyk geweest is, alles in overeenkomst<br />
met het Reglement van 1674,, nog beftaande?<br />
met aanblyving ondertusfehen van de Leden<br />
des Magiftraats en van den Gerechte in hunne<br />
betrekkelyke Bedieningen ; zoo als Hun Ed.<br />
Moogende hen daar inne nu deeden aanblyven ,<br />
ingevolge van hunne aanfehryving van den 2<br />
derzelfde Maand; met voorbehouding, in geval<br />
van onverhoopte weigering, van zodanige<br />
nadere befchikking, als zy tot hanJhaaving<br />
van de goede orde, en tót voorkooming van<br />
alle wanorde, in het beleid der Politie en Juftitie<br />
binnen de Stad Wyk, naar gelegenheid<br />
van zaaken zouden noodig oordeelen.<br />
Op deezen Brief fchreef de Regeering van<br />
J!'\k een nadrukkelyk Antwoord; waar in zy<br />
hunne uiterfte verwondering te kennen gaaven,<br />
dat ze in den bovengemelden Brief geene eene<br />
beantwoording ontmoetteden van de redenen,<br />
d-ie zy in hunnen Brief van den 31 O&ober<br />
ter
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 105<br />
ter regtvaerdiging van hunne handelwyze bygebragt<br />
hadden; — zonder daar by uit het<br />
oog te verliezen, dat Zy, als Vertegenwoordigers<br />
hunner Stad en Burgery, en als een<br />
Medelid der Hooge Vergaadering van de Staaten,<br />
als gelyke Partyën te befchouwen waren;<br />
en'dus, in zaaken van verfchil, de eene<br />
Party zoo min als de andere bevoegd is,Richter<br />
te zyn en vonnis te vellen. —• Te meer<br />
verwonderde hen hei flot van den Brief, dat<br />
in geval van onverhoopte weigering, enz. •<br />
Immers begreepen Zy , dat zulk een bedrei -<br />
gend flot geenzins te pas kwam by eene aanfchryving,<br />
gedaan aan een der Medeleden van<br />
den Souvrainen Staat der Provintie; ;<br />
— en betuigden<br />
zich, naar tydsom'tandigheden , aan<br />
zich gelyk, te zullen gedraagen, zonder zichdoor<br />
eenige dreigende aanmaaningen, veel min<br />
ordineerende Befluiten, van wien ook, eenigermaate<br />
te laaten te rug houden. Ondertusfchen<br />
betuigden zy , aan 't einde van den<br />
Brief, openhartig, niets hartelyker te verlangen<br />
, dan tot herftel der gebrookene harmonie<br />
enz. alles toe te brengen , een bekwaam middel<br />
te zien daar gefield, waar by Zy als voorheen,<br />
in onafgebrookene vriendfchap en vertrouwen<br />
onderling konden blyven harmoniëercn ; eene<br />
zaak, waar toe zy dachten , dat hun de gelegenheid<br />
niet zou ontbrooken hebben, indien aan<br />
hunnen Stads-Gedeputeerden de weg niet was<br />
geflooten geweest, om ter Tafel van Hun Ed.<br />
G 5 Moo-
1786.<br />
..i-ief der.<br />
zelfde Regeering<br />
aan<br />
Jen Prins<br />
Stadhouder.<br />
206 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Moogende met eene byna gelykluidende Ver»<br />
klaaring, als van fommige Utrechtfche Regen,<br />
ten gedaan is, zich omtrent den Provintiaalen<br />
Eed, op het Reglement van Jt>74- te hebben<br />
kunnen uitten.<br />
Dezelfde Regeerders van Wyk, fchree.ven<br />
op den 21 November eenen Brief aan den Prins.<br />
Stadhouder; waar in zy betuigden , te vergeefsch<br />
zich gevleid te hebben met eenig Antwoord<br />
van Zyne Doorluchtige Hoogheid op<br />
hunnen Brief aan Hoogstdenzelven gezonden,<br />
en met eene Verkiezing uit de bygevoegde.<br />
Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen;<br />
integendeel hadt het hun gemoeid, uit<br />
eene byzondere aanfchryving van de Staaten<br />
te vemeemen , dat Zyne Hoogheid wegens<br />
eenige bedenkingen op die Nominatie, zich<br />
by Hun Ed. Moogende vervoegd hadt; daar.<br />
zy veel eer verwagt hadden, dat Zyne Doorluchtige<br />
Hoogheid die bedenkingen by hen<br />
zoude geopperd hebben, ten einde hen in<br />
ftaat te Rellen om dezelve, uit kragt van hunne<br />
Souvraine Magt, zodanig uit den -weg te ruimen,<br />
als met hunne Stads Rechten eenigzins bejlaanbaa<br />
geoordeeld kon worden. Daar zy nogthans genegen<br />
waren om aan Zyne Doorluchtige Hoogheid<br />
de uitmuntendfle blyken te geeven, dat<br />
zy verre af waren van de Rechten desStadhouderfchaps<br />
te willen verkorten; zoo verzochten<br />
zy, op byzonderen aandrang der Burgery, dat<br />
Hoogstdezelve de Verkiezing tot Burgemees.<br />
te-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 107<br />
teren en Schepenen uit de toegezondene No<br />
minatie ten fpoedigfte zoude doen (*)<br />
. De Staaten, op den 7 December vergaaderd<br />
zynde, bieeven weigeren den Gecommitteer<br />
den van Wyk ter Vergaadering toe te laaten :<br />
De Commisfie was uitgebragt op den Burge<br />
meester HAENTJENS en verdere Gecommit<br />
teerden op den voet, als door de Staats-Com<br />
misfie by het Rapport der negen Heeren be<br />
paald was-, met voorbehouding om mede te<br />
werken tot het verbeteren van het Provintiaale<br />
Reglement van 1674.; doch het eerfie Lid<br />
verklaarde, die Heeren niet anders toe te laa<br />
ten dan op den Eed, overeenkomftig hst Re<br />
glement van I674.; en de Heeren Edelen van<br />
het tweede Lid, onder aanmerkingen zoo als<br />
alle de Leden ter Vergaadering za'en; waar<br />
by de Stad Utrecht zich voegde. Dit werd aan<br />
den Heer HA ENTJES en zyn Medegecom<br />
mitteerden door den Secretaris te kennen ge<br />
geeven; waarop de Heer HAENTJES ant<br />
woordde, den Eed niet anders te bunnen doen,<br />
dan overeenkomftig met Stads Befluit, zoo als<br />
te vooren door den Heer OSSENBERGH<br />
verklaard was; en dat de Stad Wyk haare Ge<br />
deputeerden op geenen anderen voet zoude<br />
zenden. De Vergaadering begreep dus. dat<br />
die zaak in den zelfden ftaat bleef, en befloot<br />
gemelde Heeren aan te zeggen, dat niet kon<br />
den<br />
(*) NicuwtNctlsT.'.jftKrk Noyemttr 178S. bladz. 1623-162S.<br />
1736-<br />
Oc Staaten<br />
blyvcn weigeren<br />
de<br />
Gecomimtteer'en<br />
vaa<br />
Wyk toe te<br />
laaten.
1 08 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
i<br />
i<br />
]<br />
Ben Raad<br />
volgens het<br />
nieuwe Reglement<br />
te<br />
Wyk verkooien.<br />
en toegelaaten worden. En op den 28 weder<br />
ergaaderd zynde, beflooten de Staaten eene<br />
iadere en breedvoerige aanfehryving aan die<br />
an Wyk te doen (*).<br />
De Hoofdofficier der Stad Wyk gemagtigd<br />
;ynde door de Gedeputeerde Staaten om den<br />
3<br />
rocureur Generaal by het onderzoek tegen de<br />
burgers van die Stad by te ftaan, ftelde dit aan<br />
iet Gerecht voor; doch het Gerecht befloot,<br />
Advies van kundige Rechtsgeleerden daar op<br />
n te neemen, voor zich te verklaaren; maar,<br />
;en Lid zeide, dat de Privilegiën klaar en<br />
hiidelyk waren, en zodanig Advies van Rechts •<br />
geleerden niet noodig was ; dat men op de<br />
tiandhaaving der Voorrechten behoorde bedacht<br />
te zyn; terwyl Gecommitteerden en Geconftituëerden<br />
oordeelden, dat dit geen zaak van<br />
het Gerecht, maar van het Recht van Grondgebied<br />
was, dat den Magiftra^t toebehoorde,<br />
over welke de Vroedfchap den 23 December<br />
buitengewoon vergaaderde Cf).<br />
Onaangezien alle aanfehryvingen, bedreigingen<br />
, lastgeevingen aan den Procureur Generaal<br />
, ging de Regeering en Burgery toch<br />
voort met de Regeerings-Beftelling der Stad<br />
Wyk. De Heer Oud-Burgemeester BRUIN,'<br />
wegens zyne hooge jaaren, zyne Raadsplaats<br />
nedergelegd hebbende, werdt de Heer H.<br />
SCHILGE-<br />
(?) Nieuws Nederl. Jaarb. Decemb. 1785. bladz, 1089 cn 1727*<br />
Cf; IM. December 1785. bladz. 1729.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 109<br />
S C H I L C E tot Raad in de Vroedrchap naar<br />
het nieuwe Reglement verkooren. Op den 18<br />
January was de Vroedfchap, op verzoek van<br />
eenige Heeren der Minderheid, toevallig buitengewoon<br />
befchreeven ; het Gerecht was ook<br />
vergaaderd; de Trom werd geroerd, en de<br />
Burgery vergaaderde in de Kerk. De Gecommitteerden<br />
der Burgery, in hunne kamer op<br />
het Stadhuis vergaaderd, deeden een voorftel<br />
en verzoek aan de Vroedfchap, dat de Raadsplaats<br />
van den Heer B R U I N Zittends-Vergaadering<br />
vervuld mogt worden; de Vroedfchap<br />
ltemde dit verzoek toe; de Burgers maakten<br />
een Nominatie, waarop de Heeren S C H I L G E<br />
en E E E R E N B Ü R G geplaatst werden ; de eerfte<br />
werd tot Vroedfchap gekoozen, en zulks van<br />
de Puije van 't Stadhuis aan de Burgery bekend<br />
gemaakt (*).<br />
In deezen ftaat bleeven de zaaken te Wyk<br />
tot den 20 Maart, welke Dag, even als te<br />
Utrecht, tot het beëedigen van 't Nieuwe Regeerings-Reglement<br />
bepaald was. Tot dat<br />
einde waren de Magiftraat en Raad, gelyk ook<br />
de Gecommitteerden der Burgery op het Stadhuis<br />
vergaaderd, en de geheele Scbutteryvoor<br />
hetzelve in de Wapenen. Zes Raaden verklaarden<br />
bereid te zyn om den Eed te doen;<br />
de overigen weigerden; de aanbieding der eerften<br />
werd aangenoomen , en de Eed op het<br />
Nieu-<br />
(*) Nieuwe Nederl. Jeari, December 17BG. bladz. fTo,<br />
I78&.<br />
Het Nieim-c<br />
Reglement<br />
plegtig hc»<br />
zwooven.
17 86.<br />
ïio B E K N O P T E H I S T O R I E DÏÖ<br />
Nieuwe Reglement plegtig door hen g< daan»<br />
De Burgers,van hunnen kant, fchaardenzichin<br />
eenen kring, en leiden, met ontblooten hoof.,<br />
de, op de ftaatigfle wyze ook den Eed af.<br />
Thans werd door de Burgery ernflig aange<br />
drongen op afdoening van zaaken, maar te<br />
vergeefsch : de weigerende Raaden bleeven by<br />
hunne weigering, en de Burgers by hunneri<br />
aandrang, met betuiging van niet te vertrekken<br />
voor dat de zaaken waren afgedaan, tot dat de<br />
aanweezende Raaden eindelyk verzekerden,<br />
den volgenden dag weder op het Stadhuis te<br />
zullen verfchynen , en de Burgers, op aanhou<br />
dend verzoek.der "Gecommitteerden, toeflem-<br />
den tot het aanblyven der Vroedfchap onder<br />
die bepaaling, en met voorneemen om den<br />
volgenden dag terug te koomen. Ondertus-<br />
fchen wagtte men met ongeduld naa tyding<br />
van den uitflag der zaake te Utrecht; men deed<br />
alle poógingen om de weigerende Raaden over<br />
te haaien, doch te vergeefsch; deezen fielden<br />
voor, om eerst door de voorftemmende Staats<br />
lieden, met medewerking 'van den Stadhou<br />
der, van hunnen Eed ontflaagen te zyn; doch<br />
hier in bewilligden de Burgers niet; terv.yl de<br />
onzekerheid van Utrechts lot, en de vreeze,<br />
dat de volgende dag ook vrugteloos zou afloo-<br />
pen, by fommigen de gisting vermeerderde,<br />
en deed fpreeken van niet uit de Wapenen te<br />
gaan, voor dat volkoomen aan hunne begeerte<br />
Voldaan was.<br />
Hei
ONLÜSTEN IN HET VADERLAND, in<br />
Het bleef echter daar by dien dag, en de<br />
Schuttery ging uit een; maar den volgenden,<br />
#den 21 Maait , den Raad wederom op het<br />
Stadhuis vergaaderd, en de Burgery voor hetzelve<br />
in de Wapenen , zynde , drong men van<br />
nieuws aan, dat de weigerende Raaden ook den<br />
Eed zouden doen, doch deezen bleeven weigeren<br />
, tot dat men eindeiyk volftrekt begeerde,<br />
dat de Eed door die Raaden zoude gedaan,<br />
of hunne plaatfen vacant verklaard, en<br />
met andere Perfoonen vervuld, worden; en<br />
hier mede zou men tot na den middag wagten.<br />
Ondertusfchen kwam de tyding van den uitflag<br />
der zaaken te Utrecht, waar door der Burgeren<br />
moed werd opgewekt om nu daadelyk afdoening<br />
der zaake te vorderen: Op hunnen eisch<br />
werden toen de Raadsplaitfen der weigerende<br />
Raaden opengevallen verklaard, en tot de-vervulling<br />
door andere Heeren beflooten;de Hee<br />
ren YSE. BRUIN, DE RUITER, en VAN<br />
EER NE verlieten de Roeien der Eere , en<br />
keerden weder tot den Burgerftand; de Magi»<br />
ftraat deed de Verkiezing van twee nieuwe<br />
Raaden afkondigen; dit werd met een drievoudig<br />
Hoezée.' beantwoord, en de Burgery werd s<br />
na eenige Plegtigheden, bedankt. Thans waren<br />
de Raaden in zoo verre voltallig, dat de<br />
Vroedfchap volgends Stads Rechten kon ver- '<br />
gaaderen. Op den 26 Maart, werd nog een<br />
nieuwe Raad verkooren, uit een Nominatie<br />
vau twee Perfoonen, volgends hec Nieuwe Re-<br />
0+<br />
1786.<br />
t
lis BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Ï786". glement door zestien Kiezers gemaakt; de<br />
keuze der Vroedfchap viel op den Heer j.<br />
De Staaten<br />
VA N DER w E E P E L , die vervolgends ook den<br />
Eed aflei en zitting nam. De Scheepensbank<br />
bleef voltallig. De Schutters en Wachtvrye<br />
Burgers van Wyk, over de verrichtingen van<br />
hunne Regenten zeer voldaan, betuigden hunne<br />
erkentenis en genoegen ineen Dank-Adres,<br />
dat zy den 31 Maart aan de Vroedfchap overgaaven.<br />
In een geheel ander licht befchouwden de<br />
•veiklaaren Staaten van Utrecht deeze verrichtingen : Op<br />
dit alles<br />
voor nietig , dien zelfden dag van 31 Maart, ontvingen Bur<br />
enz.<br />
gemeesteren en Regeerders eenen Brief van<br />
de Gedeputeerde Staaten, met een Uittrekfel<br />
van het Befluit der Staaten , op het gebeurde<br />
te Wyk genoomen; welk Befluit hier<br />
op uitkwam: Dat de Heeren Staaten eenpaarig<br />
verklaard hadden, de Uitzetting van de<br />
Heeren Raaden w. V E R H E L , L. B. FRYKE-<br />
m u s, YSERAND BRUIN, H. VAN MIER-<br />
LOO, N. VAM BERNE, en w. DE RUITER,<br />
en de aanftelling en beëediging van anderen<br />
in hunne plaatfen, te vernietigen en te houden<br />
voor geheel wederrechtclyk, nul, en van onwaarde;<br />
en dat dezelven in de wettige bezitting<br />
hunner Raadsplaatfen tot den 20 Oftober<br />
aanflaande, zouden gehandhaafd worden. Voorts<br />
dat aan de Perfoonen, in hunne plaatfen in den<br />
Raad gefield, zou verbooden worden, eenige<br />
daad van Magiftratuure te oefenen, op ftrafte<br />
van
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 113<br />
\'fln Hun Ed. Moogende hoogde ongenoegen.<br />
En dat verder negen Heeren Gecommitteerd<br />
waren om, met Commisfarisfen yan 't Hof, de<br />
beste en gevoegiykfte wyze te overleggen, op<br />
welke het ernftig voorneemen van Hun Ed.<br />
Moogende kragtdaadig zou kunnen;uitgevoerd<br />
worden (*).<br />
De Gecommitteerden bragtèn öp dén 14<br />
April een Raport ter Staatsvergaadering in,<br />
benevens een Ontwerp van Publicatie om té-<br />
Wyk te dóen afkondigen, en den Hoofd-Officier<br />
te magtigen, zulks ten fpöedigften in 't<br />
wérk te ftellen, en by verhindering daarvan,<br />
hiet den noodigen byftand te voorzien. — En<br />
verder om de onwettig aangêfteldé Regenten<br />
aan te zeggen , hunne Kaadsplaatfen binnen<br />
tweemaal vièr- en twintig uuren neder te<br />
leggen, en door de afgezette Raaden vervangen<br />
te worden ; en alle dè zulken , die zich<br />
tegen deeze bevelen van den Souvraln zouden<br />
verzettèn, in verzekering te neemen en naar<br />
de geftrengheid der Wetten, ja zelfs met den<br />
dood, té ftraffen. De Voorftemmende Leden,<br />
én de groote Meerderheid aan Stads Tafel, dié<br />
van Amersfoort daar onder gerekend, ftemden'<br />
toe in dit Raport, ert het werd in een Staatsbefluit<br />
veranderd (+).<br />
• Zoo haast de tyding van dit Befluit der Staa<br />
(*) Nieuwe Nederl. Jaarb. Maart 1786. bladz. 26:1— 204,<br />
(t) Nieuwe Nederl. Jaarb. Jpri( 178Ö. bladz. if'Sé<br />
H<br />
ten<br />
Rapnrt der<br />
Gecotmnitteerden<br />
eri<br />
Befluiten .<br />
der Staatèai<br />
B^flm't der<br />
B n gery vari<br />
JVyk.
114 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
ten in de Stad Wyk gekoomen was, vergaaderden<br />
veele Burgers in de Kerk, en beraadflaagden<br />
te faaraen, hoe zich daar in te gedraagen,<br />
en het Befluit was: „ De Gecommitteerden<br />
der Burgery te verzoeken, om uit haaren naam<br />
aan de Regenten te verklaaren , dat zy zeer<br />
gevoelig was niet alleen over het weeren van<br />
hunnen Stads Gecommitteerden uit de Staatsvergaadering,<br />
maar ook over de wederrechtelyke<br />
handelwyze der Heeren Staaten omtrent<br />
de Stad, dewyl zy aan dezelve tot hier toe de<br />
Notulen van hunne; Vergaadering nog niet had,<br />
den laaten toekoomen, waar door zy buiten ftaat<br />
bleef om het geene daar in ten nadeele der Stad<br />
gevonden weud, te kunnen beantwoorden. En<br />
dat voorts, daar de Burgeryj, ten opzigte haarer<br />
Stads - Regeeringsbeftellipg geenen anderen<br />
Wetgeever dan_.de ftem des Volks erkende i<br />
en uit dat beginfel ook alle haare daadcn voord,<br />
gevloeid waren, zy niet kon gedoogen, dat<br />
Van wegen Hun Ed. Moogende eenige Publicatie,<br />
de Stedelyke Regeerings -Beftelüng betreffende,<br />
zoude gefchieden ; en dat zy daarom<br />
verzocht, dat de Magiftraat het afkondigen<br />
van zodanige 'Publicatie, of hul.pe daar roe,<br />
aan het Gerecht der Stad geliefden te verbieden;<br />
en indien zulks al .gefchiedde, dat dan<br />
aanftonds door.eene Tegenpublicatie van den<br />
Magiftraat mogte verklaard worden , dat die<br />
der Staaten \ooïjtifor,neel en van geene waarde<br />
gehouden .wierde, en dus geene uitwerking<br />
tonde
ONLUSTEN IN HET VADERLAND, tij<br />
konde hebben, ja als niét gefchied moest gehouden<br />
worden, met vernieuwing der Publicatiën,<br />
te vooren daar tegen gedaan, en met<br />
bedreiging van eenige zwaare ftraffen tegen de<br />
geenen , die zich niet daar naar zouden gedraagen:<br />
verder verklaarde de Burgery, dat zy,<br />
uit kragt van haaien plegtig gedaanen Eed,<br />
het Collcgie van Heeren Gecommitteerden,,<br />
zoo wel als den Magiftraat der Stad by het<br />
nieuw ingevoerd Reglement van Regeering,<br />
tegen allen tegenftand , op alle moogelyke<br />
wyze met goed en bloed zouden befchermen."<br />
De Heeren Gecommitteerden bewilligden in<br />
dit verzoek, en deeden deeze betuigingen, in<br />
naam der Burgery, aan den Magiftraat.<br />
Ondertusfchen kwam de Hoofd-Officier van<br />
Wyk, de Graaf VAN R E C H T E R E N met den<br />
Advocaat COBIUS, benevens eenen Pander<br />
van 't Hof, op den 15 April in de Stad, om<br />
bovengemelde Publicatie af te kondigen en<br />
aan te plakken, en verzocht daartoe den noodigen<br />
byftand; dit werd geweigerd, en de<br />
Hoofd-Officier keerde onverrichter zaake naa<br />
Utrecht te rug. De Gedeputeerde Staaten<br />
hier van bericht ontvangen hebbende, beleiden<br />
op den volgenden dag, den 16 April, onaan-i<br />
gezien het Pafchen was, des morgens eene<br />
buitengewoone Vergaadering, waar in beflooten<br />
werd, aanftonds een Brief aan die van Wyk<br />
te zenden; en de Hoofd-Officier vertrok den<br />
gaderen dag, op last van Hun Ed. Moogende<br />
H 2 vvs»<br />
178&<br />
Verrichting<br />
er. wedervaaren<br />
van<br />
den Hoofdofficier.
1726.<br />
Blief der<br />
Regeering<br />
aan de Gedeputeerd»<br />
Staaten.<br />
u6 BEKNOPTE HISTORIE DüfiL<br />
weder riaa Wyk, en kondigde de gemelde Pu'<br />
blicatie af zonder byftand var. 't Gerecht, en<br />
zonder het trekken van de klok; doch aanftonds<br />
daarop werd door den Magiftraat eene Tegen-<br />
Publicatie afgekondigd; en den 19 daar aan<br />
volgende betuigden de Burgers hunne dankzeggingen,<br />
in een eerbiedig Adres, aan den Magiftraat,<br />
wegens hun ftandvastig gedrag, in<br />
deezen gehouden.<br />
Hier by liet de Regeering het niet; maar<br />
fchreef ook eenen rondborftigen Brief aan de<br />
Gedeputeerde Staaten; waar in zy nader betoogden,<br />
bevoegd te zyn om de zes verlaatene<br />
Raaden uit te zetten en nieuwen te verkiezen<br />
en aan te ftellen; te gelyk zich beklaagende<br />
over, en protefteerende tegen , het Befluit<br />
der Staaten op den 29 Maart omtrent de Stadgenoomen,<br />
en tegen de Publicatie, op den ia<br />
vastgefteld en op den 19 aangeplakt: Verder<br />
gaven zy daar in kennis van het geen Burgemeesteren<br />
en Regeerders gedaan hadden tot<br />
handhaaving van hun Stedelyk Recht, en wat<br />
zy nog verder voorneemens waren te doen;<br />
als zullende niet alleen zich niet gedraagen<br />
naar den inhoud van dat Befluit en die-Publicatie,<br />
welke by hen als nul en van onwaarde j<br />
en als inbreuk op hunne Stads en Burger Rech.<br />
ten doende, gehouden werden; maar ook alle<br />
geweldige middelen, die ter uitvoering van<br />
«fezelven tegen hen mogten aangewend wor.<br />
«Jen, op gelyke wyze, en door dezelfde raid*<br />
4«N
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 117<br />
delen afkeereD, en niet dan met opoffering 1786.<br />
van goed en bloed voor 't geweid bukken (*).<br />
Dat hun dit ernst, en niet fjegts grootfpree- Toeftel tot<br />
tegenweer»<br />
ken was, toonden de IVykfche Regenten en<br />
Burgers door den toeftel , dien zy maakten<br />
om geweld met geweld te kunnen kecren:<br />
want van veele kanten werd kanon , kogels,<br />
kruid, enz. derwaards gevoerd; de toegangen<br />
der Stad werden op twee na geftopt, en voor<br />
de twee andere Poorten werden de Bruggen<br />
afgcbrookcn; ook werden de Sluizen zodanig<br />
ingericht, dat zy de Stad rondom fpoedig konden<br />
onder water zetten (f).<br />
Aan den Prins Stadhouder fchreeven de Re Schryven<br />
aan den<br />
geerders van Wyk eenen, niet minder nadruk- Prins Stad.<br />
houder om<br />
kelyken Brief, dan aan de Staaten; waar mede geene Pa<br />
zy eene Copie van dien aan de Gedeputeerde tenten te<br />
geeven.<br />
Staaten overzonden,* en te gelyk aan Zyne<br />
Doorluchtige Hoogheid te kennen gaven, dat<br />
zy reden hadden om vast te ftellen, dat de<br />
twee voorftemmende Leden met weinige Regenten<br />
van Utrecht hunne onwettige bedrei.<br />
gingen tegen die Stad zoo veel moogelyk zouden<br />
uitvoeren; en daartoe misfchien den fterken<br />
Arm gebruiken, cn tot dat einde Zyne<br />
Hoogheids Patenten verzoeken, om Krygsvolk<br />
naa die Stad te beltemmen: waarom zy Zyne<br />
Doorluchtige Hoogheid daar van waarfchouw-<br />
den .j<br />
rl*) Nieuwe Nederl. Jaurb. April 1786. bladz. 3?_>—jyt.<br />
(j-j luid. April 1786, bjadz. 385.<br />
H 3
Vei'boJ aan<br />
de Afgezette<br />
Knaden om<br />
niet aan 't<br />
Hof' te ver-<br />
(fchynen.<br />
BedeüotideningelircM.<br />
n-3 B E K N O P T E HISTORIE DER<br />
den, en begeerden dat Hoogstdezelve, als<br />
Stadhouder dier Provintie, aan Hun, ais een<br />
Medelid van Staat en ftemhebbende Stad, het<br />
Recht zou'doen ervaaren, dat kun en hunnen<br />
Burgeren in die hoedanigheid toekwam; en<br />
mitsdien geene Patenten voor Militie naa die<br />
Stad zou verleenen, buiten hunne byzondere toe-<br />
ftemming en uitdrukkelyke bewilliging : daar zy<br />
in een onverhoopt tegenfhydig geval aan Zyne<br />
Doorluchtige Hoogheid moesten verklaaren,<br />
dat zy allen aanmarsch van Militie naa die Stad,<br />
en het betreeden van het Grondgebied en de<br />
Vryheid derzelve , buiten hunne voorkennis<br />
en uitdrukkelyke bewilliging, zouden houden<br />
voor een aanval van geweld, welken zy zou<br />
den moeten tegenkoomen met zodanige onaan-<br />
genaame middelen, als men gewoon is, alleenlyk<br />
in openbaar geweld, tegen zyne vyanden te gebrui<br />
ken,<br />
En naardien de Stads-Raad vernoemen hadt,<br />
dat aan de Afgezette Raaden eene aanzegging<br />
gedaan was om voor het Hof gebragt en ge<br />
hoord te worden ; zoo deed dezelve aan de ge<br />
melde Heeren den inhoud der Publicatie van<br />
den 27 February (waar by verbooden werd<br />
voor eenen anderen, dan den dagelykfehen be<br />
voegden Rechter te verfchynen) vernieuwen en<br />
door eenen Deurwaarder hoofd voor hoofd<br />
voorhouden.<br />
Ook werden, uit aanmerking der byzondere<br />
omftandigheden, waar in de Stad zich toen<br />
be-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 119<br />
bevond , Bedeftonden ingefteld , op eiken<br />
Dingsdag des avonds van 7 tot 8 uuren, beginnende<br />
met Dingsdag den 25: April: Op dat<br />
door de Predikanten der Stad de goedertierne<br />
OOD, in de Kerk, niet alleen openlyk cn<br />
plegtiglyk zou worden gedankt voor zyne wyze<br />
en' aanbiddelyke befchikkingen ; terwyl de<br />
donkerde veruitziende omftandigheden , in ons<br />
Vaderland, niet flegts:van agteren geblceken<br />
waren , verftrekt te hebben tot wezendlyk<br />
welzyn van hetzelve in 't gemeen, maar voor-.<br />
•si , in 't byzonder , hadden medegewerkt ,<br />
om, in weêrwil der menigvuldige zonden en<br />
overtreedingen, die Stad uit haare diepe vernedering<br />
en ftaat van afhanglykheid, ten opzigte<br />
van het Huishoudelyk Regeerings-Beftier,<br />
te verheffen tot die Hoogheid en Vryheid,<br />
welke, hoe zeer dezelve wettig en alzins<br />
Conftitutioneel is, echter niet kon verkreegen<br />
worden zonder de hulpe en byftand<br />
van een Almagcig God: — Maar tevens ook<br />
den God onzer Vaderen eerbiedig en vuurig<br />
te fineeken, dat alle gevreesde onheilendoor<br />
zyne Vaderlyke zorge gunftig afgeweerd, en<br />
alzoo de oogmerken en onderneemingen tegen<br />
dier Stads Rechten en Voorrechten verydcld,<br />
en daartoe de goede Raadflagen van den Magiftraat<br />
en het Collegie der Gecommitteerden<br />
tiit de Burgery , en alle billyke poogingeu<br />
derzelven en der goede Burgery met zyne<br />
<strong>II</strong> 4- g^ed-<br />
1780%
1786.<br />
Crimineelo<br />
Dagvaardt<br />
gingen ,<br />
wegens liet<br />
Hof, te<br />
Wyk gedaan.<br />
120 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
goedkeuring en zegeningen mogten agtervolgd<br />
worden ; ten einde enz. (*).<br />
Nog hooger liepen de gefchülen tusfehen de<br />
Staaten en de Stad Wyk: de bedreigingen begonnen<br />
uitgevoerd te worden , en door het<br />
Hof werden Dagvaardigingen van Wykfchs<br />
Regenten en Burgers gedaan. Op den 29<br />
May, des namiddags ten vier uuren, kwam te<br />
Wyk een Pander van 't Hof, met naame j.<br />
VALBURG, van eenen Bode verzeld, met last<br />
om aldaar drie crimineele Dagvaardigingen te<br />
doen: eene tegen de Heeren c. H A E N T J E S ,<br />
c. BEKKERING, M. VAN L E E U W E N , N.<br />
VAN OSSEN B E R G , H. S C H I L G E , en R.<br />
BEERENEURG, als dienende Magiftraats-Lcden.<br />
De tweede tegen D. VOLKMARS, C.<br />
S A M , J. VAN DE W E P E L , en J. HOOG<br />
V E L D , als nieuw verkoorene Regenten; en<br />
de derde tegen Mr. ADRIAAN DE NYS, als<br />
Gecommitteerden uit de Burgery; de beide<br />
laatften tot Dag vaardiging in Perfoon. De<br />
gronden tot deeze Dagvaardigingen, in de<br />
Requesten van den Procureur Generaal bygebragt,<br />
waren de invoering van het Regeerings-<br />
Reglement, en de beëediging van hetzelve;<br />
het verlaaten van die Regenten, welken geweigerd<br />
hadden den Eed daarop te doen; en<br />
het verkiezen van vier anderen; het niet bevorderen<br />
van de Publicatie der Staaten; en het<br />
be.<br />
(") ïfieuwe Kedetl. J«a;i. Afnl 1736. bladz. 392—398.
ONLUSTEN M HET VADERLAND. lat<br />
beantwoorden van den Brief der Gedeputeerde<br />
Staaten in de allerhoonendfte en ongemaatigfte<br />
1785.bewoordingen.<br />
De Pander deed zyne twee<br />
eerfte Dagvaardigingen by de Heeren j. VÈN<br />
DE WEPEL en c. DEKKER LN G ; doch by<br />
den Heer EEERENEURG koomende, zeide<br />
deeze, dat by die Dagvaardiging niet konde<br />
aanneemen, buiten voorkennis der Burgemees.<br />
teren, en verzocht den Pander zich, daartoe,<br />
niet hem na den Burgemeester HA ENTJES<br />
te begeeven; het welk hy deed, en aan diens<br />
huis hield hy den Heer E E E R E N E U R G de<br />
Dagvaardiging voor; maar zoo ras hy de leezing<br />
geëindigd hadt, werdt hy door een Deurwaarder<br />
en twee Bodens van de Stad gearrefteerd,<br />
en in de Stads Herberg, de Keizers-<br />
Hioon, in verzekerde bewaaring gebragt; om<br />
dat hy Pander door Dagvaardigingen , tegen<br />
De Pander<br />
gearrelteerd-<br />
Stads-Publicatie gedaan , Stads Rechts- en<br />
Grondgebied gefchonden hadt. Den Staatenbode<br />
werdt toegelaaten naa Utrecht terug te keeren.<br />
Daar na werd de gewoone Gyzeüng voor<br />
den Pander gereed gemaakt. Den volgenden<br />
dag, den 30 May, kwam aldaar de Hr.Hoofdofficier,<br />
om den Pander aanjlonds uit zyn Arrest<br />
is doen ontjlaan, en hem de oorfprongelyke Reattesten<br />
en alle Papieren terug te doen geeven,<br />
indien zy nog niet terug gegeeven waren;<br />
doch het Gerecht begreep, dat hy zich daar.»<br />
toe aan den Magiftraat moest vervoegen; dee-<br />
<strong>II</strong> j z.e
1786.<br />
122 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
ze we'gerde zulks en de Pander bleef in hech<br />
tenis (*)<br />
De Hoofd-Officier van Wyk, aan de Gedev<br />
putaerde Staaten verflag gedaan hebbende van<br />
zyne vrugtelooze poogingen om den gearrefteerdcn<br />
Pander te Wyk ontflaagen te krygen;<br />
zoo befchreeven Hun Ed. Moogende daar over<br />
eene buitengewoone Vergaadering der Staaten<br />
op den 2 Juny. In deeze Vergaadering bragten<br />
Heeren Gedeputeerden hun Rapport in 4<br />
over de zaak van Wyk, benevens een Advies,<br />
hoofdzaakelyk behelzende: ,, Dat de omftanheden<br />
van de Stad 'Wyk vereischten, dezelve<br />
door den Merken Arm tot reden te brengen;<br />
en tot dat einde eene Commisfie van drie Leden<br />
naa die Stad te zenden, verzeld van een<br />
vereischt getal Krygsvolk, om de zaaken aldaar<br />
wederom op eenen geregelden voet, en<br />
die Stad tot gehoorzaamheid te brengen ; doch<br />
vooraf van deeze maatregelen aan de Bondgenooten<br />
kennis te geeven; en aan dezelven de<br />
noodzaakelykheid daar van , tot herftel der<br />
rust en geede orde, en tot handhaaving van<br />
der Burgeren Rechten zelve, onder het oog te<br />
brengen." Dit Rapport en Advies Werd door<br />
de voorftemmende Leden overgenoomen, en<br />
vastgefteld , in eene buitengewoone Vergaadering<br />
, op den 10 Juny te houden, daarop te<br />
fluitenbe.<br />
On-<br />
(•) Nieuwe Nederl, jfamh May 17I6. bladz. 487—481*.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 123<br />
- Ondertusfchen kwam in deeze Vergaadering<br />
nog in een Vertoog van de Wykfche Regeering,<br />
dienende om aan te toonen, dat zy bevoegd<br />
was , den Pander te arrefieeren tot handhaaving<br />
van haarer Stads Rechten en Voorrechten. Ook De Hoofdofficier<br />
te<br />
hadt de Regeering van Wyk dén hoofd - Offi " yk ont-<br />
cier der Stad,Grave VAN RECHTEREN,aan» boodcii.<br />
gefchreeven, zich binnen vier- en twintig uuren<br />
binnen Wyk te begeeven, om zyn ampt<br />
•tegen den Pander waar te neemen; en dat<br />
zulks anders» by nalaating, door den Voorzit-<br />
tenden Burgemeester zou verricht worden De<br />
Staaten, daar cn tegen, magtigden het Hof<br />
om eene Publicatie te beraamen, te doen afkondigen<br />
en aanplakken, om, indien- de Gevangene<br />
Pander mogte mishandeld worden,<br />
fchaverhaaling te gebruiken; welke Publicatie<br />
met een Brief aan het Gerecht van Wyk door<br />
't Hof gezonden werd, benevens eenige Exemplaaren<br />
, zoo om te dienen tot hun onderricht,<br />
als om daar van kennis te geeven aan<br />
de Burgers en Ingezeetenen der Stad Wyk,<br />
met byvoeging van eene vriendelyke, maar<br />
tegelyk ernftige, vermaaning om den gemelden<br />
Pander j. VALBURG uit de hechtenis,<br />
hoe eerder hoe beter , te ontflaan , of zyn<br />
ontflag zoo veel moogelyk ten fpoedigfle uit<br />
te werken, met overlevering van alle zyne<br />
Papieren, en zulks tot voorkooming der uitvoering<br />
van de voorfz. Publicatie. .<br />
Het<br />
Publicatie<br />
der Staaten<br />
tot \eprefaiUe.
Het Gerecht<br />
•van Wyk<br />
weigert cie<br />
afkondiging-<br />
Befluit der<br />
Staaten om<br />
den Pander<br />
los ie<br />
krygeu.<br />
124 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Het Gerecht van Wyk, deezen Brief geleeten<br />
hebbende , weigerde de Publicatie tot<br />
vennis der Burgers en Ingezeetenen te brengen<br />
; maar ftelde dezelve in handen van den<br />
;erften Burgemeester, om ze aan den Magitraat<br />
mede te deelen, die dezelve commisfo-<br />
•iaal maakte om te beantwoorden.<br />
In de buitengewoone Vergaadering der Staaten,<br />
tegen den io Juny befchreeven, om over<br />
liet boven gemeld Rapport en Advies der Ge«<br />
ieputeerden omtrent te zaak van Wyk te beflisfen,<br />
werd niets anders beflooten , dan den<br />
Hoofd-Officier van Wyk te gelasten om geene<br />
:rimineele Rechtsgedingen tegen den Pander<br />
:e onderneemen, en voorts Gedeputeerden te<br />
verzoeken, den Gevangenen Pander door eeaen<br />
Brief op te cisfehen (*_). De Regeering<br />
antving wel zodanige aanfehryving van de<br />
Gedeputeerde Staaten;doch zy bleef by haare<br />
weigering om den Pander te ontdaan (f): Ook<br />
fchreef het Gerecht van Wyk, in Antwoord<br />
aan de Gedeputeerde Staaten, dat zy in de<br />
zaak van den Pander niets konden doen; doch<br />
dat zy geenen anderen Souvrain erkenden dan<br />
de Staaten van Utrecht, in welker naam zy alleen<br />
het Recht bedienden; en dat geen Vonnis<br />
ten nadeele van den Pander zouden geeven (§).<br />
De<br />
(*) Nieuwe Neierl. Jaarb. Juny 1786. bladz. 5.-4—578.<br />
CD lüd, July 178(1. bladz. 737.<br />
Ibii. July J786. bladz. 717.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. i*$<br />
De Regeering der Stad Wyk vernoomen hebbende,<br />
dat, op de laatst gehoudene Vergaadering<br />
der Staaten van die Provintie, een Voorftel<br />
gedaan was, om die Stad met Krygsvolk<br />
te bezetten ; en daar Hun Ed. Achtbaare volftrekt<br />
beflooten hadden > overeenkomftig de<br />
begeerte der Burgery , geene Troupen op<br />
Stads Grondgebied te dulden, veel min toe te<br />
laaten , de Stad met Krygsvolk te bezetten;<br />
zoo vonden zy goed, de Burgers en Ingezee»<br />
tenen der Stad en Vryheid derzelve daar van<br />
kennis te geeven; op dat een ieder, vooral de<br />
Ingezeetenen der Stads Vryheid , zodanige<br />
fchikkingen omtrent hunne Perfoonen en Goederen<br />
zouden kunnen maaken, als zy zouden<br />
oordeelen te behooren: En om daar in ZOÖ<br />
veel moogelyk behulpzaam te zyn , booden<br />
Hun Ed. Achtbaare hun de Groote Kerk aanj<br />
of zodanige andere verzekerde plaats, tot berging<br />
der Goederen, als zy daartoe zouden doen<br />
gereed maaken; en waarvan een ieder de noodige<br />
kennis ter Secretary op den 6 July zou<br />
kunnen bekoomen.<br />
i7ch>;<br />
De Regee»<br />
ring van<br />
IVyk waarfch<br />
o u wc de<br />
lngezeecejien<br />
voor<br />
overrompeling.<br />
De Krygsraad van het Jagers Corps, onder 1<br />
Het Jaager-<br />
Genoot-<br />
de Zinfpreuk Pro Pace £? Bello, vaardigde op fchap zend<br />
den 5 July rondgaande Brieven af aan alle de rondgaande<br />
Brieven aan'<br />
Gewapende Genootfchappen van Nederland; de Bondgenooten.<br />
waar in aan dezelven werd kennis gegeeven van<br />
het Voorftel, dat in de Staatsvergaadering gedaan<br />
was, om de Stad Wyk met Krygsvolk te<br />
bezetten; op dat alle wéldenkeade Vaderkuv<br />
ders
126 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
ders zich in tyds zouden kunnen gereed maaken<br />
, om, indien de Staaten tot dat Voorftel;<br />
mogten befluiten, dan met verëenigde kragteu<br />
dien aanval op de Burgerlyke Vryheid tegea<br />
te gaan en af te weeren; en ten dien einde,<br />
op de eerfte tyding van aanmarsch van Krygs-<br />
•volk naa die Stad, zich aanftonds derwaards<br />
te begeeven.<br />
De npgee- De Magiftraat befloot hier op, het Algeling<br />
noodigt<br />
alle Ingezeemeen te berichten, dat zy die loflyke daad van<br />
tenen d'.r<br />
Republiek verdeediging der Stad niet alleen ten fterkften<br />
ui: tot haare goedkeurde, en alle braave Ingezeetenen der<br />
iulpe.<br />
Republiek, die de handen met haare Burgers<br />
en Ingezeetenen wilden in een flaan, tot kragtdaadige<br />
afweering van geweldige overheerfching,<br />
en zich ter verdeediging naa die Stad<br />
wilden begeeven, verzekerde van de fterkfte<br />
befcherming; maar deed ook eene Publicatie<br />
afkondigen; waar in zy betuigde „ met genoegen<br />
onderricht te zyn, dat verfcheidene<br />
Ingezeetenen der byzondere Provintiën verklaard<br />
hadden, geneegen te zyn, om die Stad<br />
en Burgery, als het noodig zyn zou, volgendshet<br />
Verbond der Unie, tegen alle geweld en<br />
overheerfching te verdeedigen en befehermen ;<br />
enz. en verklaarden:" dat een iegeiyk, dia<br />
ter zaake voorfz. zich naa die Stad zou begeeven,<br />
met alle moogelyke befcherming van de<br />
Magiftraat en het gewoone Burger-Recht der<br />
Stad zou begunftigd, en van het noodige Logement<br />
en Onderhoud voorzien worden; es<br />
dat }
ONLUSTEN m HET VADERLAND, 127<br />
dat, daarenboven, allen, die zulks begeerden,<br />
tien ftuivers, daags tot hun verder onderhoud<br />
zouden genieten ,, en eindelyk<br />
dat de Gekwetflen, als ook de Weduwen en<br />
Weezen der Gefheuveldcn, hun leeven lang<br />
behoorlyk zouden onderhouden worden. ,, Dal<br />
yoords de Magiftraat voorzprge zou gebruiken<br />
om genoegzaamen voorraad van Leevensmid><br />
delen in .de Stad te hebben; en het Jager-<br />
Corps magtigde om de Gelden, welke elders<br />
voor die Stad gegeeven werden, te ontvangen<br />
en de voorfz. betaaling te doen. Ook<br />
fchreeven de Regeerders der Stad rondgaande<br />
Brieven aan de Bondgenooten, en byzonderlyk<br />
, aan de Staaten van Holland, om hunnen<br />
toeftand opep te leggen, en derzelver tusfchenkomst<br />
en hulpe te verzoeken (*).<br />
Terwyl deeze dingen in de Provintie van'<br />
Utrecht gebeurden, ontftond 'er in 'sHage,<br />
de Zetelplaats van de Souvraine Vergaadering<br />
der Provintie van Holland, een geweldig en<br />
zeer gevaarlyk Oproer, by gelegenheid, dat<br />
de Krygs -Eerbewyzingen, door den Souvrain<br />
zeiven bepaald, voor het eerst aan de Leden<br />
dier Hooge Vergaadering zouden betoond worden.<br />
Te weeten, de Staaten dier Provintie<br />
hadden op den 24 February een Beftuit genoomen<br />
omtrent de Eerbewyzingén, die de<br />
^Wachthebbende Krygslieden aan den Souvrain,<br />
ge-<br />
•
1736.<br />
Êefluit der<br />
GecommitteerdeRaaden<br />
omtrent<br />
de Ectbewyzingen<br />
aan<br />
dui Souvrain.<br />
m BEKNOPTE HISTORIE DE?<br />
geduurende de Hooge Vergaadering, zouden<br />
moeten betoone, en de befchikkingen en ui£J J<br />
voering daar van aatt de Ed. Moogende Hee«'<br />
rén Gecommitteerde Raaden overgelaaten ;<br />
welke Heeren op den 16 Maart daaromtrent"<br />
vastheiden : ,, Dat de Hoofdwacht op het<br />
Binnenhof, de Ruiterwacht op het Buitenhof/<br />
en de Wacht aan de Grenadiers • Poort, zouden<br />
moeten uitkoomen , en onder het flaan van de'<br />
Marsch, en het fteeken der Trompet, met<br />
Sponton, Pallas en Vaandel, prefenteeren van<br />
't Geweer, te groeten, terwyl de Leden der<br />
Vergaadering van Hun Ed. Groot Moogende<br />
verfchynen ; dat gemelde Wachten met ge-<br />
prefenteerd Geweer zuilen blyven 'ftaan, toT<br />
ca' het vertrek van den Heer Raadpehfionaris><br />
en denzelven gelyke gróote Eerbewyzen, teff<br />
ware zy, van wegen gemelden Heere,vroeger<br />
door een Staaten-Bode magten ontflaagen zyn ;<br />
dat, geduurende de Zitting der Vergaadering<br />
van Hun Ed. Groot Moogende voorfz., die<br />
Wachten voor niemand hoe genaamd, zullen<br />
uitkoomen, om dezelfde Krygs-Eere te be-<br />
wyzen, onverminderd nogthans het geen ge-<br />
bruikelyk is, ten aanzien der Wachten, die<br />
eikanderen voorby trekken en afiosfen ; —. dat<br />
de Poort tusfehen het Binnen- en Buiten-Hof j<br />
voor het uur van het aangaan der Vergaade<br />
ring, zou moeten open gelteld, en geduurerjs.<br />
de de Zitting opengehouden , worden, toe<br />
zoo lang de Wacht, by het uitgaan der Ver-<br />
gaa.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. i?9<br />
gaadering geparadeerd hebbende, wederom zou<br />
binnen gegaan zyn; — dat by de grootedeur,<br />
beneden aan den ingang der Vergaaderkamer<br />
van Hun Ed. Groot Moogende, ten tyde der<br />
Vergaadering, twee Ordinantie Sergeanten ge.<br />
plaatst zouden worden; en dat voords altoos,<br />
het zy de Vergaadering zit of niet, buiten<br />
voor de gemelde deur twee Grenadiers moesten<br />
geplaatst Worden, welke voor ieder Lid<br />
der Staaten met ge lire kt Geweer front moesten<br />
maaken, zoo by het inkoomen, als by het<br />
uitgaan; dat mede , geduurende het aanweezen<br />
van Hun Ed. Groot Moogende derzelver Lyfgarde<br />
te Paerd cle Wacht zullen moeten optrekken<br />
met Pieken en Standaards; gelyk ook *<br />
dat , geduurende den zelfden tyd, dagelyks<br />
alle de Wachten met groote Uniform en witte<br />
Gitten zouden moeten optrekken; en einde-<br />
]yk, dat een Schildwacht voor 't Comptoir<br />
van Holland, en een voor de Gevangenpoort<br />
zou geplaatst worden : En zoude Extract deezer<br />
worden gegeeven aan den Luitenant Ge.<br />
neraal SANDOZ, het Guarnizoen aldaar gebiedende,<br />
ten einde de voorfz. Order op dieri<br />
dag nog in gang te laaten brengen en ftiptelyfc<br />
te doen Uitvoeren.<br />
178C<br />
Die Befluit der Ssaaten , en ingevolge daar Pe aanieti<br />
ding 10» hs^<br />
v.m de Order van Gecommitteerde Raaden,' oproer genóoincak<br />
fcheen het gemeene Volk; en byzonder foromige<br />
heethoofdige Aanvoerders onder hetzelve,<br />
te mishaagen, en, gelyk by de uitkomst<br />
l ge-
'f3@ BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
gebleeken is, de uitvoering daar van te willen<br />
beletten door Oproerige beweegingen, in den<br />
waan, dat Hun Ed. Groot. Moogende zich<br />
eene Eere aanmaatigden, die den Stadhouder<br />
alleen toekwam. Op den 15 Maart, wanneer<br />
men dacht, dat de Krygs-Eere aan de Staaten<br />
zouden beweezen worden, was 'er reeds eenig<br />
gemor en gemompel onder 't gemeene Volk;<br />
doch op den i6 de<br />
" toen zulks daadeïyk gefchiedde,<br />
was 'er eene grootc menigte Volks<br />
zoo op het Binnen- als Buiten-Hof, tusfehen<br />
de zoo genaamde Stadhouders- en Grenadiers-<br />
Poorten, doch meest by de eerstgemelde, verfaameld,<br />
onder welke menigte twee Lieden,<br />
ais Aanvoerders, metnaame H E s s en EAUEK,<br />
op het Binnen-Hof fcheenen op te pasfen,<br />
op het fcheiden der Vergaadering van de Staa*<br />
ten. Thans zouden de Ledeu der Staatsvergaadering<br />
voor de eerfte reis met hunne koetfen<br />
door de zoo genaamde Stadhouder lyke Poon<br />
ryden; dit gefchiedde met eenige moeite,<br />
onder het dringen van eenigen uit de menigte;<br />
doch door de hulpe van den Drosfaart en zyne<br />
Dienaars van Heeren Gecommitteerde Raaden<br />
raakten de koetfen der Staats-Leden 'er doory<br />
en die dag liep zonder wanorde af. Maar die<br />
dag fcheeu door de kwaadwilligen alleen gebruikt<br />
te zyn om de gelegenheid te bèfpieden,<br />
ten einde op den volgenden hunnen flag te<br />
zekerder waar te neemen tot uitvoering vaa<br />
hunnen boozen aaaflag op het leeven van twee<br />
Staats*
ONLUSTEN IN HET VADERLAND- igr<br />
Staats - Leden, die van lommigen zeer gepreezen,<br />
van anderen met nydige oogen aangezien<br />
werden; de Heeren, caamelyk, OCKER CE-<br />
vAAHTS, Burgemeester, en CORNELIS DË<br />
GYZELAAR, Penfionaris van Dordrecht, beiden<br />
Afgevaardigden ter Staatsvergaadering van<br />
Holland. Akhans op den volgenden dag ,. Vrydag<br />
den I7 l!cn<br />
, was 'er reeds ten half een uur<br />
eene uog veel grooter menigte , dan daags te<br />
vooren, op' gemelde plaatfen faamengcrot,<br />
onder welken de bovengenoemde HESS eu<br />
BADER en andere Leden van 't Oranje Genootfchap,<br />
welker eerstgemelce fedcrt lange<br />
by de vreedzaame Burgers als een begunltiger<br />
van Oproer in 't oog geloopen hadt. Ten half<br />
twee uuren, by het aangaan der Vergaadering,<br />
wanneer de koets, waarin de twee gemelde<br />
Heeren, GEVAERTS en DE GYZELAAR ge-<br />
178Ö.<br />
zeeten waren, van hun Stads Logement langs<br />
den kortfien weg door de Stadhoitderlyke Poon<br />
kwam ryden , gefchiedde zulks, door degr-oote<br />
aandringende menigte Volks, met hulpe<br />
van den Drosfaart met zyne Dienaars, en eenige<br />
Ruiters, die digt by de brug der Stadhoui<br />
derlyke Poort geplaatst Ronden, niet dan ter<br />
nauwer nood.<br />
Gecommitteerde Raaden, die zien, op het Hoe ket<br />
Opi oer. Ue»zien<br />
van die verbaazende menigte, en van £011.<br />
zulke bekende roervinken onder dezelve, niet<br />
veel goeds beloofden, waren, geduurende de<br />
Vergaadering van Hun Ed. Groot Moogende<br />
i s ook
1786.<br />
MflU R A N<br />
grypr de<br />
paerden<br />
voor de<br />
koetst der<br />
Gedeputect<br />
den van<br />
0<br />
132 BEKNOPTE HISTORIE Dsa<br />
ook vergaaderd gebleeven, en hadden aan deQ<br />
Bevelhebber der Zwitzerfche Gardes de ernftigfte<br />
bevelen gegeeveu, om alle wanorde en<br />
ongeregeldheid te beletten, en, des noods»<br />
geweld met geweld te keeren. Ondertusfchen<br />
vlamden de oogen der oproerigen onder do<br />
menigte als arenden op hunnen prooy, wagtende<br />
met ongeduld naa het fcheiden der Vergaadering<br />
van de Staaten; en hoe meer dit 00genblik<br />
naaderde, hoe onftuimiger de menigte<br />
werd, welker gemoederen door de ophitftngea<br />
van HESS en EAUER gaande gemaakt en<br />
verhit werden ; terwyl den Paruikemaaker<br />
MOTJRAND de moordzucht ten oogen uitfehitterde.<br />
Eindelyk fcheidde der - Staaten-<br />
Vergaadering, de bovengemelde Heeren Afgevaardigden<br />
van Dordrecl.t, de eerlten, zoo<br />
't fchynt, daaruit koomende, traden in hunne<br />
koets, en gaven order aan hunnen Koetfier om<br />
langs den zelfden weg, dien zy gekoomen<br />
waren, dat is door de Stadhouders - Poort naa<br />
hun Logement te ryden. Maar nauwlyks waren<br />
zy eenige Rappen voord, en tot aan de<br />
overdekte Gaandery, gereeden , of de woedende<br />
Menigte drong met zulk een geweld a<br />
onder een onuuimigenfchrikkelykgerchreeuvv,<br />
op de koets aan, dat zy belet werd voort te<br />
ryden; terwyl de Paruikemaaker MOL'RANK»<br />
de paerden by den teugel vattede cm de koetste<br />
doen omkeeren, en dus het doorryden door<br />
de zoo genaamde Stadhouderlyke Poort te be-<br />
le»
AaxiÜag -<br />
op ie Gedep-ute erclem vaiiI3>o:rd.reclit,iii 'sHage.<br />
B.M.Ma. 132.<br />
Aanval op deftadl Hattem.<br />
B.SH. "blz.^oi.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 13;<br />
letten. De gemelde Heeren , die in de koetj<br />
zaten, ordonneerden hunnen Koetfierwel, om<br />
'&c door te flaan, doch zulks kon niet gefchieden<br />
zoo lang de paerden by den teugel ge«<br />
houden wierden ; doch eindelyk drong de<br />
Drosfaart van Gecommitteerde Raaden met<br />
zyne Dienaars door de menigte heen, maakte<br />
de paerden van MOURAND los, en ruimte<br />
voor de koets, die toen doorreed; terwyl de<br />
Advocaat VAN NISPEN, met den blooten<br />
Degen in de vuist, aan de zyde der koets<br />
1786.<br />
Dordrecht<br />
by den teu><br />
gel.<br />
ruimte maakte, en MOURAND door de Ge M 0 u n A N «*<br />
rechts-Dienaars gevat en in verzekering ge gevat.<br />
noomen werd. Het baarde veel opziens en<br />
de Officiers der Zwitzerfche Gardes werden<br />
befchuldigd , ledige Aanfchouwers van dit<br />
werk geweest te zyn, gelyk ook de Ruiters,<br />
digt by de Stadhouders Poort post houdende,<br />
in 't eerst geene beweeging maakten om ter<br />
hulpe toe te fchieten. Men heeft het Kiygs.<br />
volk naderhand trachten te ontfchuldigen ,<br />
als door de groote menigte en aandrang van 't<br />
Volk verhinderd zynde, het gevaar te zien,<br />
waar in de twee Heeren van Dordrecht waren:<br />
oudertusfehen zou MOURAND, door de menigte<br />
geholpen , byna gelegenheid gehad hebben,<br />
om uit de handen der Gerechtsdienaars<br />
te ontkoomen, indien de Ruiters, daar post<br />
houdende, niet eindelyk de menigte uit een<br />
gedrceven en verftrooid hadden; waar door de<br />
koets ruimte kreeg om voort te ryden, en de<br />
I 3 Die*
lift-<br />
De beledigde<br />
llcercu<br />
doen hun<br />
beklag aan<br />
it Staaten.<br />
134 BEKNOPTE EflSTORTE' DEK<br />
Dienaars van 't Gerecht gelegenheid om den<br />
Gevangenen, onder geleide van eenige Ruiters,<br />
naa de Hoofdwacht te brengen ; van waar<br />
hy vervolgends, onder geleide van een fterk<br />
Detachement Krygsvolk naa de Voorpoort gebragt<br />
werd; terwyl de menigte toen langzaamerhand<br />
afzakte, en de overige Leden der<br />
Vergaadering ruimer doortogt kreegen om naa<br />
hunne Logementen te ryden. HES en EAU ER<br />
ondertusfehen maakten gebruik van dat oogenblik,<br />
waarin aan hun niet fcheen gedacht te.<br />
worden, en reddeden zich door de vlugt, waar<br />
in zy geholpen werden door een rydtuig, aan<br />
't begin van den lïyswykjclien weg voor hun,<br />
tot dat einde, gereed ftaande, een klaar bewys<br />
, dat zy eenen gevaarlyken en misdaadigen<br />
aanflag gefmeed hadden, die hen, wanneer<br />
mislukte, zou noodzaaken, haastig te vlugten.<br />
De beleedigde Heeren GEVAERTS en DE<br />
GYZELAAR, des anderen daags, den 18, ter<br />
Vergaadering verfchynende, deeden hun beklag<br />
aan Hun Edel Groot Moogende met zeer<br />
nadrukkelyke woorden over dien geweldigen<br />
aanflag op hunne perfoonen , en over den<br />
hoon , daar door aan de Souvraine Vergaadering<br />
zelve, waar van zy Leden waren, aangedaan,<br />
benevens een betoog van de gevaarlyke gevolgen<br />
voor 't toekomende, indien geene affchrikkende<br />
voorzieninge daar tegen gedaan wierde.<br />
Deeze klagten en vertoogen waren niet vrugteloos,<br />
want Hun Edel Groot Moogende belloc.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 135<br />
flooten aanftonds om: I. ,, Heeren Gecommit<br />
178(3.<br />
teerde Raaden te magtigen, om, in dit byzon- Befluit der<br />
der geval, zonder de Rechten en Voorrechten Staaten<br />
der Ingezeetenen te benadeelen , den gevangenen<br />
Misdaadigen DE PLANO, en zonder<br />
form van Proces te recht te ftellen. IL Om<br />
wel gemelde Gecommitteerde Raaden te gelasten,<br />
een nauwkeurig onderzoek te doen naa<br />
het gedrag van 't Krygsvolk, dat de Wacht op<br />
het Binnen-Hof gehad heeft, cn het welk,<br />
onaangezien de ftipte bevelen aan hun gegeeven<br />
, de combustie en het geweld aan de Heeren<br />
Gedeputeerden van Dordrecht gepleegd, niet<br />
in tyds belet hebben.<br />
Het Hof van Holland, verftaan hebbende,<br />
dat de gevangene Paruikemaakei MOORAND<br />
door Hun Edel Groot Moogende in handen<br />
van Gecommitteerde Raaden was overgegeeven,<br />
om te recht gefield te worden, fchreef<br />
daar over eenen Brief aan Hoogstdezeüven om<br />
hem op te cisfehen; beweerende daar in, dat<br />
de Gevangene tot hunne Vicrfchaar behoorde,<br />
niet alleen om dat hy door hunnen Drost en<br />
Dienaars gegreepen was, maar ook om dat het<br />
Hof, in cafibus Regiis, (ingevallen, djfe de<br />
Hooge Overheid betreffen) buiten twyfel de<br />
bevoegde Rechter is. Doch de Staaten blee-<br />
Ven by hun Befluit, om de zaak aan Gecommitteerde<br />
Raaden te laaten. Den 22 Maart<br />
fchreef het Hof eenen tweeden Brief aan de<br />
Staaten om zyn vermeende Recht nader aan te<br />
1 4 dria-<br />
Het Hof<br />
vaii Ht Baud<br />
eischt iitn<br />
Gevangene»<br />
op.
1786.<br />
M n t; i } A N D<br />
Jer dood<br />
yerooideeld,<br />
Zyne Huisvrouw<br />
doet<br />
poogingen<br />
om Vcrgeevenis<br />
te<br />
yerltrygcn<br />
136 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
dringen; maar Hun Edel Groot Moogende<br />
bleeven by hun voorig Befluit,<br />
Dewyl MOURAND in fiagranti delitlo, da£<br />
is, in' 't bedryven der fchending van de Hoog*<br />
heid der Hooge Overheid , gegreepen was s<br />
zoo kon zyne misdaad als volkoomen bewee»<br />
zen, en alle verder onderzoek als overbodig,<br />
befchouwd worden ; waarom Gecommitteerden<br />
aanftonds 'overgingen tot het uitfprecken van<br />
doodvonnis over hem; hoewel hy zyne misdaad<br />
toen nog niet beleeden hadt, maar vervolgends<br />
blyken gaf van de overtuiging daar<br />
van in zyn gemoed, door het uitroepen van<br />
wraake over de geenen , die hem tot dat misbedryf<br />
aangezet hadden.<br />
De Huisvrouw van MOURAND, die hem<br />
Moeder was van zes Kinderen en van 't zevende<br />
zwanger, het doodvonnis over haaren<br />
Man vernoomen hebbende , wendde alle middelen<br />
aan om het vonnis vernietigd, en indien<br />
al geene volkoomene vergeevenis, ten minfte<br />
verzagting, van't zelve te verkrygen : Zy ging<br />
tot dat einde, den volgenden dag, met haar<br />
zes Kinderen by de Staats - Leden rond, om<br />
derzelver tusfehenkomst en voorfpraak te verdoeken<br />
; en deed vervolgends een ootmoedig,<br />
zeer aandoenelyk en aandringend, Smeekfchrift<br />
ter Vergaadering der Staaten inleeveren; doch<br />
Hun Edel Groot Moogende oordeelden, dat<br />
zyne misdaad , als een regtftreekfche aanflag<br />
zynde tegen de Hoogheid van hunne Souvrai-<br />
ni*
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 137<br />
ïiiteit, en uit hoofde van derzelver aart en natuur<br />
voor geene Vergeevenis, vernietiging, of<br />
andere Genade vatbaar was; en daarom ook in<br />
de Bede, door JOHANNA E Y LEVE LD, Huisvrouw<br />
van FRANgois MOURAND, op den<br />
23 aan Hoogstdezclven gedaan, niet konden<br />
bewilligen, maar moesten afflaan, en van de<br />
hand wyzen.<br />
Dus feheen 'er niets anders overig, dan dat<br />
het doodvonnis aan MOURAND zoude uitgevoerd<br />
worden: Inderdaad werden ook alle toebereidfelen<br />
daar toe gemaakt ; het Schavot<br />
werd op Vrydag den 24 derzelfde Maand op<br />
het Binnen-Hof opgerecht; de gantfche Krygs.<br />
bezetting kwam in de Wapenen; en de Misdaadige<br />
werd , onder een fterk geleide vdn<br />
Ruiters en Voetknegten, naa een byvertrek<br />
van Gecommitteerde Raaden overgebragt; terwyl<br />
eene onbefchryvelyke menigte van Aanfchouwers<br />
de uitvoering van het doodvonnis<br />
verwagtte.<br />
Ondertusfchen waren de beleedigde Heeren<br />
GEVAERTS en DE OYZELAAR, onder alle<br />
deeze verfchrikkelyke toebereidfelen zodanig<br />
met innerlyk medelyden over de onfchuldige<br />
Huisvrouw en de onnozele Kinderen van den<br />
veroordeelden MOURAND aangedaan, dat zy<br />
voor hem tusfehen traaden, en bevryding van<br />
de doodftraffe by Hun Edel Groot Moogende<br />
verzochten, en met de daad door hun aanhou-<br />
1786.<br />
Zyne ftraf<br />
Veranderd,<br />
en hem<br />
zulks aangezegd.<br />
Publicatie<br />
der Staaten<br />
:les aangaande.<br />
138 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Gevangenis veranderd werd. Dit gunftig Befluit<br />
der Heeren Staaten werd hem, des morgens<br />
ten half elf uuren , door den Heer Fiscaal<br />
L U I K E N en den Heer V A N B U U R E N , Secretaris<br />
van Hun Edel Groot Moogende eerst<br />
mondelyk bekend gemaakt; en hetzelve deed<br />
hem zoo fterk aan , dat hy van zich zelveu<br />
viel, onder het uitroepen van deeze woorden;<br />
6 God wat heb ik een berouw! Toen hy, na eene<br />
korte tusfehenpoozing, weder tot zich zelvcn<br />
gekoomen was, herhaalde de Heer L U I K E N<br />
zyne blyde boodfehap, las hem vervolgends<br />
het Doodvonnis voor, en daar na het gunftig<br />
Befluit van zyne veranderde ftraf. Vcrvolgcnds<br />
wérd hy naa de Gevangenpoort terug gebragt,<br />
waar hem te drinken gegeeven , en, voor<br />
den fchrik en de ontfteltenis, eene ader geopend<br />
werd.<br />
Kort daar na, op dien zelfden dag, deeden<br />
de Staaten eene Publicatie aan de vergaaderde<br />
Gemeente voorleezen; waar in Hun Ed. Groot<br />
Moogende bekend maakten, dat Hoogstdezelven,<br />
hoewel de misdaad van M O U R A N D van<br />
dien aart was, dat ze voor geen Pardon o£<br />
Gratie vatbaar was, en daarom ook het Smeekfchrift<br />
van zyne Huisvrouw hadden afgeweezen<br />
, nogthans op de tusfehentreeding der beledigde<br />
Heeren Gedeputeerden van Dordrecht,<br />
genade beweezen en zyne ftraffe des doods in<br />
die van eene eeuwige Gevangenis veranderd<br />
hadden. — D^t Hun Edel Groot Moogende-<br />
tot
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 139<br />
,£ot die byzondere barmhartigheid beflooten<br />
hadden, in die verwagting en dat vertrouwen,<br />
dat alle ingezeetenen van hunne Refidentie»<br />
Plaats zich van nu voordaan zorgvuldig zouden<br />
wagten van zich andermaal tegen de Souvraine<br />
Befluiten Hunner Vergaadering te verzetten,<br />
in welke manier zulks zoude moogen zyn, dircflelyk<br />
of indirectelyk, waar by eene emftige<br />
vermaaning gevoegd werd, om zich als fiille<br />
en vreedzaame, cn inzonderheid als gehoorzaame<br />
, Ingezeetenen aan Hunne Souvraine<br />
bevelen, vooral aan de zodanige, die Zy tot<br />
eer en luister van Hunne Vergaadering noodzaakelyk<br />
oordeelen , te gedraageó , zonder<br />
zïch van rui voordaan op eenige wyze met<br />
woorden of daaden daar tegen te verzetten; en<br />
dat alles op ftraffe van Hun Edel Groot Moogende<br />
hoogfte verontwaardiging niet alleen:<br />
maar ook dat de Overtreeders, welke verzoeken,<br />
of tusfehentreedingen ook gedaan wierden,<br />
zonder eenige genade, met de Galg, of<br />
zwaarder ftfaffe , zouden geflraft worden. —<br />
Onder het afleezen van deeze Publicatie befpeurde<br />
men eene groote Ril te , en verre de<br />
meeste toehoorders betuigden , door het afneemen<br />
van hunne hoeden, hunne hoogachting en<br />
eerbied voor de Heeren CEVAERTS en DE<br />
GYZELAAR, ZOO menigmaal als hunne naa-<br />
paen geleezen werden.<br />
Zodanig was de uitkomst der zaake van den<br />
^riftigen yveraar MOURAND, die kort daarop<br />
ia
ÊEYS cn<br />
SCHOOLE<br />
gevangen,<br />
en gevoti-<br />
. nisu.<br />
Ï40 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
in 't Tuchthuis te Gouda werd overgeb'-agt,<br />
om met zyner handen arbeid de kost te winnen<br />
; doch die by de verbaazende Omwending<br />
in September 1787. voorgevallen, uit zyne<br />
eeuwige gevangenis ontflaagen en met luister<br />
door ibmmige Burgers in 's Hage ingehaald is.<br />
Op dien zelfden dag van den 24, des nademiddags<br />
, werd een Schilder, met naame<br />
R EiY s , Kapitein van het Haagfche Genootfchap<br />
van Wapenen, onder den naam van Oranje<br />
Corps bekend, in hechtenis genoomen en op<br />
de Casteleney overgebragt; gelyk vervolgends<br />
ook nog een W I L L E M SCHOOLE, die Deurwaarder<br />
of Portier, van 't gemelde Genootfchap<br />
was. Het Vonnis, na onderzoek en<br />
bewys van misdryven, over REYS uitgefprooken,<br />
beftond in eene verbanning ten eeuwigen<br />
dage uit 'sHage, en drie uuren in den omtrek;<br />
en dat van den laatften in een verbod van het<br />
Eere-Teken, dat hy op de Doggersbank verdiend<br />
, en federt gedraagen hadt, langer te<br />
draagen; en voords om voor twee Jaaren in<br />
een Tuchthuis, in deeze Provintie ,opgellooten<br />
te worden, en met zyner handen arbeid de<br />
kost te winnen; daarna voor tien Jaareo uit<br />
Holland, en Westvriesland gebannen, en in de<br />
kosten verweezen (*_). Deeze werd te gelyk<br />
met MOURAND naa Gouda en in het Tuchthuis<br />
gebragt; en verkreeg ook te gelyk met hem,<br />
Cj Nieuwe Nsderl. Jaarl. April 1786, bladz. 333.<br />
na
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. ï§<<br />
fia de gemelde Omwending, zyne vryheid en<br />
ontflag van het bannisfement.<br />
Ook namen de Heeren Staaten, nog op dien<br />
zelfden dag, een Befluit om het bovengenoem<br />
de Oranje Corps te vernietigen , uit aanmer<br />
king (zoo als in dat Befluit gezegd werd) dat<br />
uit de bekoomene ihformatiën , omtrent het<br />
zoo genaamde Exercitie-Genootfchap, waar<br />
toe de gevangen F. MOÜRAND behoord hadt,<br />
genoegzaam gebleéken was, dat by hetzelve,<br />
onder fchyn van zich in den Wapenhandel té<br />
oefenen, byeenkomft.cn gehouden en overleg<br />
gingen gemaakt werden , die tot fchending der<br />
openbaare rust en tegenkanting tegen Hun Ed.<br />
Groot Moogende wettig gezag uitliepen; dat,<br />
vooral, na de dagelykfche ondervinding daarvan,<br />
zodanig Genootfchap niet langer kon geduld<br />
worden; dat Gecommitteerde Raaden uitdruk-<br />
kelyk gemagtigd werden, om zonder lydver-<br />
zuim de noodig middelen tot deszelfs kragt-<br />
daadige Vernietiging in 't werk te Rellen ; en<br />
ook, uit hoofde van de, reeds ontdekte, verder,<br />
yelyke aanjagen, welke uit hetzelve Corps voort<br />
gevloeid waren, nauwkeurig onderzoek te doen<br />
na de Leden , die daartoe behoord hadden, en<br />
op derzelver gedrag een waaleend oog te hou<br />
den.<br />
De Magiftraat van 's Hage kreeg hier van<br />
aanfehryving van Gecommitteerde Rasden, ea<br />
deed op den 27 eene Publicatie tot geheele<br />
vernietiging van dat Genootfchap, met bedrei<br />
ging<br />
17SCT»<br />
liet Oranji<br />
Corps ver.<br />
nietigd»
178(5.<br />
Onlusten in<br />
Vriesland<br />
wegens een<br />
nieuw Regeerings-<br />
Reglement<br />
te Leeuwarjen.<br />
142 BEKNOPTE HISTORIE DÈ&<br />
ging van zwaare itraffe tegen de overtreeders j<br />
van dit Verbod, van de Puye van het Stadhuis<br />
afkondigen (*).<br />
Omtrent deezen zelfden tyd hadden ook<br />
Onlusten plaats in andere Provintiën: In Vries,<br />
land was men, even als in Utrecht, bezig met<br />
het maaken van nieuwe, of 't verbeeteren van<br />
oude Regeerings - Reglementen , byzonderlyl:<br />
in de Hoofdftad Leeuwarden, het welk aanleiding<br />
gaf tot eene onaangenaame Briefwisfeling<br />
tusfehen den Prins en de Staaten der Provintie ,<br />
en de Burgers van Leeuwarden, Hier van was<br />
in 't voorleden Jaar reeds een begin gemaakt :<br />
Op den 25 Oftober 1785. werd de Eurgery<br />
der Stad Leeuwarden door den Magiftraat opgeroepen,<br />
ten einde uit haar midden Gecommitteerden<br />
te verkiezen cm een nieuw Regeerings-Reglement<br />
voor die Stad te helpen bevorderen:<br />
Aan dezelve werden drie punten<br />
medegedeeld, door de Staaten van die Provintie<br />
vastgefteld, welke by het beraamen van<br />
een Concept - Regeerings-Reglement moesten<br />
in acht genoomen worden ; de twee eerften waren<br />
, dat de opdragt der- Verkiezing van de Ma><br />
gijiraals perfoonen aan den Stadhouder wettig ge.<br />
fchied<br />
(*). Beroerd Nederland, IV. Deel, bladz. 17Ó 200.<br />
Nieuwe Nederl. Juarb Maart 1780. bladz. 177 en 1 Z^—ÏCJ,<br />
Waar men de BcIUutcn, I'ublieaiiën, en overige Stuiken ia<br />
Iiuu jjelicel kin* kezen.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 143<br />
fchied was, en gEvolglyk, denzelven wettig toe 178Ö.<br />
behoorde. Doch tegen deeze Punten werd een<br />
Betoog ingeleverd, door 400 Burgers van<br />
Leeuwarden onderteekend, om te bewyzen,<br />
dat de Verkiezing der Magiftraatsperfoonen een<br />
Voorrecht der Burgers van 'die Stad was, het welk<br />
door niemand kon , of mogt weg gegeeven worden ;<br />
en dat, gevolglyk , de opdragt van dezelve on*<br />
wettig gefchied was; waarom zy verzochten,<br />
dat de Heeren Staaten met Hun hoog Gezag<br />
wilden tusfehen beide koomen, en dit Voorrecht<br />
aan de Burgery, als haar wettig eigendom,<br />
herftellen en weder geeven. Dit Betoog<br />
Werd den 23 November by de Staaten ingeleverd<br />
, en met een Protest door Gecommitteerden<br />
nader aangedrongen, dat de opdragt der<br />
Verkiezing van de Regenten der Stad aan den<br />
Erfftadhouder in 't Jaar 1748. onwettig gefchied<br />
was. Doch dit verzoek werd door de<br />
Staaten afgeweezen, by derzelver Befluit van<br />
den 8 December , waar by Hun Edel Moogende<br />
volhardden by hun Befluit van den 20<br />
Üftober te vooren , waar door vastgefteld<br />
Werd, deeze Verkiezing den Heer Stadhouder<br />
Eiet te ontneemen, maar te laaten behouden.<br />
Tegen dit Befluit van den 8 December ver- f erfcIieï.Trrn<br />
zetteden zich zeer fterk de Volmagten van , 'srzetren<br />
Hemelum, Oldenphaart, in Noorclwolde, Lem~ '• ;ieh daar<br />
egep.<br />
Jlerland , Stellingwerf Oofiende , Stellingwerf<br />
West Inde, van Dokkum, van Harlingen, van<br />
Dar.t:atadtel, van Idaarderadeel; en allerfterkst<br />
de'
1785.<br />
Allerftcrkst<br />
die van<br />
Westdongeradst!,<br />
144 BEKNOPTE HISTORIE DX*<br />
!<br />
de Heer COERT LA MEERT VAN BEYMA~ S<br />
Volmagt van Westdongeradeel. Deeze Heer<br />
beweerde ter Staatsvergaadering, dat het<br />
Recht, door Leeuwardens Burgery gevorderd,<br />
baar niet alleen van ouds af toekwam , maar<br />
ook by het laatfte Reglement -Reformatoir van<br />
den si December 1748. zelfs op't nieuw bekragtigd<br />
was; na welk Betoog hy zich, onder<br />
anderen, dus uitdrukte: „ Daar ik de onderhouding<br />
van dit Reglement, onder plechtige<br />
aanroeping van Gods Heiligen Naam bezwooren<br />
heb; daar UEd. Moogende zich met my<br />
by Eede verbonden hebbeü, om niet te gedoogen,<br />
dat tegen dit Reglement geadvifeerd wierde;<br />
en daar evenwel de Kwartieren der Zevenwouden<br />
en Steden, by het Befluit van den 20 October<br />
]. h volharden, en dus, naar myn inzien,<br />
tegen het jofte Art. van 't Reglement Reformatoir<br />
handelen; zoo verklaare ik, in het be-><br />
grip te zyn, dat de Procureur Generaal deezer<br />
Provintie gehouden is, ter voorfz. zaake, hei<br />
Recht der Hooge Overheid te handhaaven; en dat<br />
ik de Volmagten, die dus geadvifeerd hebben,<br />
als vervallen in de poenale fanclie van 't Reglement<br />
- Reformatoir moet aanzien; my verdei?<br />
het récht voorbehoudende, niet alleen om deeze<br />
proteflatie in het Kwartierboek te doen infchryven;<br />
maar ook my te vervoegen daar het<br />
behoort tot handhaaving en behoudenis onzer<br />
wettige Couftitutie, zoo als het Recht der<br />
Natuur, de Unie van Utrecht, en 's Lands<br />
Wet.
ÖNt&STE% IN HÈT VADERLAND, 145<br />
Wetten en Befluiten my zulks gebieden, of<br />
toelaaten, te doen.<br />
Deeze zelfde Heer VAN BEYMA vervoegde<br />
zich tot dat einde ,kort daar na, by Zyne Hoogheid,<br />
den Prins Erfftadhouder., met eenen zeer<br />
nadrukkeiykei) en dringenden Brief van den 14<br />
December, waarin hy, na de gronden van het<br />
Recht der Burgers breedvoerig bygebragt. en<br />
aangedrongen te hebben, den Prins dus aanfpreekt:<br />
Wel aan dan, Vorst, ik fmeek,—<br />
wat zeg ik ? t ik eisch van Uwe Hoogheid, dat<br />
Hoogstdezelve zal öordeeleh , of de Burgers<br />
van Leeüwardén van een Lid deezer Provintie in<br />
hun'ne Rechten benadeeld zyn, of niet? Hier<br />
tbc neemè ik de vryheid, de Deductie dier<br />
braave en achtenswaardige Burgery, by Copie,<br />
aan Uw Doorluchtige Hoogheid by deezen te<br />
doen toekoomen. En gelyk ik niet twyfele,<br />
of Uw Hóógheid zal roet my inflemmen, denk<br />
dan, en denk met Vorflelyke grootmoedigheid,<br />
dat Burgers, (dat meer is) dat piefen, en (het<br />
geen allés zegt) dat Leeuwdardens Burgery, dat<br />
Uwe Vorflelyke Vaders Stadgénoöten, in.hunne<br />
oude Rechten verkort worden;, en om wiens<br />
wille ? Om uwent willé, Vorst! die<br />
loo dikwyls, en zoo plegtig, betuigd hebt,<br />
alles voor het behoud der Vryheid (die in eene<br />
volftandige bewaaring der Rechten en Voorrechten,<br />
en nergens anders in, befïaa't) voói<br />
dit Volk over te hebben. Laaten dan, ó Vorst<br />
thans uwe daadeu fpreekerj^ iaat gantsch Nt<br />
K dei ê<br />
1786.<br />
De Heer <br />
L VAN<br />
t l ï l l A<br />
fchrytt ctaac<br />
over tan<br />
den Prins<br />
Brfflsuitiöii»<br />
der.
Brcf des<br />
Prbiltn aan<br />
de Staaten.<br />
1,4,6 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
derland zien, dat ze met uwe woorden overeenkoomen;<br />
herftel den vryen Burger by zyne<br />
oude Rechten! de Staats - Refolutie van den<br />
31 Juny 1748. geeft aan Uwe Hoogheid genoegzaam<br />
Gezag, om de Regeering by haare<br />
Wettige Conftitutie te bewaaren , ingevolge<br />
het geene toen door Uwen Heer Vader is gereguleerd.<br />
Is nu aan Uwe Hoogheid dit Gezag<br />
verleend ? en Worden 'er in 't Ruk van Regeering<br />
nooit Rechten gefchoriken, of 'er worden<br />
wederkeerige pligten door opgelegd ; dan is<br />
het ook Uw Hoogheids pligt,dit Gezag ter zyner<br />
tyd te gebruiken.; • • voldoe dan Doorluchtige<br />
Vorst, aan deeze pligten, wat is<br />
grooter, wat is aangenaamer, dan zyn pügt te<br />
doen (*)?"<br />
De Prins Erffladhouder beantwoordde deezen<br />
Brief van den Heer BEYMA niet, maar<br />
zondt denzelven aan de Heeren Staaten van<br />
Vriesland, verzeld van den zynen van den 12<br />
February 1786. ; waar in Zyne Hoogheid re<br />
kennen gaf , dat de inhoud en de algemeenheid,<br />
die daar aan gegeeven was, door de<br />
plaatilng daar van in de Nieuwspapieren ,<br />
Hoogstdenzelven bewoogen hadden om denzelven<br />
aan Hun Edel Moogende te zenden ; te<br />
meer , uit aanmerking van den Staat der beraadflaaging,<br />
waarmede Hun Edel Moogende<br />
zi'ch, thans op den gewoonen Landdag bezig<br />
hiel-<br />
-(*) Nieuwe SeisrL jitarü. December 178S. bladz. 1732—174*..
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 147<br />
hielden, omtrent de Stedelyke Regeerings-<br />
Reglementen in 't algemeen, en dat van Leeuwarden<br />
in 't byzonder; en dat de inhoud des<br />
Briefs eene regtftreekfche betrekking op die<br />
beraadflaagingen hadt. Voords betuigde Zyne<br />
Hoogheid dat het altoos tot een zyner grootfte<br />
genoegens verftrekken zoude, met Hun Edel<br />
Moogende te kunnen iriedewerken, om 'sLands<br />
'Conftitutie ongekrenkt te helpen bewaaren; en<br />
om alle waare belangen der goede Ingezeete.<br />
nen, die hem zoo nauw ter harten gaan, overeenkomftig<br />
'sLands Wetten en Voorrechten,<br />
te handhaaven, en zoo veel doenlyk te- beverderen.<br />
De Staatert beantwoordden deezen Brief, met<br />
. kennisgeeving, dat zy den Brief van den Hr.<br />
c. L. VAN BEYMA, door Zyne Hoogheid hun<br />
toegezonden , wel ontvangen hadden , en Zyne<br />
Hoogheid onder het oog brachten , dat<br />
Hun Edel Moogende om die zelfde reden van<br />
de algemeenheid van dien Brief, geoordeeld<br />
hadden, dat dezelve, als Hun Edel Moogende<br />
allen bekend, niet eens op nieuws behoefde<br />
geleezen, veel minder, daar die aan Zyne<br />
Hoogheid gefchreèven was, tot een onderwerp<br />
van Hunne beraadflaagingen gelegd te worden.<br />
Hier om zonden Hun Edel Moogende dien<br />
Brief met de Bylagen aan Zyne Hoogheid terug,<br />
ten einde., aan Zyne Heogheid over te<br />
laaten, dien te beantwoorden, of anders daar<br />
mede te doen als vermeenen zoude te behoo-<br />
K 2 ren»<br />
1786.<br />
Antr/oorc?<br />
3 7 86.<br />
3*8 ÉEENÓPTE HISTORIÉ DE?<br />
ren. Doch wat den Brief van Zyne Hoogheid<br />
ten geleide van dat Ruk aan deStaaten getchreeven<br />
betrof; daaromtrent deelden zy Hunne gedachten<br />
aan Zyne Hoogheid mede, Uit den<br />
inhoud deszelven begreepen Hun Edel Moogende<br />
te moeten befluiten , of dat Zyne Hoogheid<br />
niet overtuigd icheen van het volkoomen<br />
Recht der Staaten van die Provintie, het vast-<br />
Rellen van Regeerings-Reglementen voor de<br />
betrekkelyke Steden; of dat Zyne Hoogheid<br />
fcheen te twyfelen aan 't Recht \an Verkiezing<br />
der Magiftraats-Perfoönén ih die Steden, door<br />
Hoogstdcnzelven tot heden geoefend. Daar<br />
dus Zyr.e Hoogheids manier van denken, over'<br />
deeze twee gewigtige ftoffen , .geheel niet duidclyk<br />
in deezen Brief bleek, en het Hun Edel<br />
Moogende niet onverfchillig was, omtrent dit<br />
alles in het onzekere te blyven; naardien het<br />
eerfte punt de Souvrainiteit des Lands legt-<br />
Rrecks ten onderwerp hadi, en het tweede<br />
punt (de twyfelende wyze van uitdrukken)<br />
zulk eenén invloed op Hunne beraadflaagingen<br />
zou kunnen hebben, da: Hunne onderhandelingen<br />
(omtrent het Ruk der Stedelyke Regiementen<br />
in 't gemeen, en dat van Leeuwarden<br />
in 't byzonder , ook met opzigt tot Zyne<br />
Hoogheid) natuur'yk eene aanmerkelyke verandering<br />
dienden te ondergaan , by Hunne<br />
eindelyke Befluiten op die geheele ftoffe; zoo<br />
hadden Zy goedgevonden , na rype overweeging,<br />
Zyne Hoogheid te verzoeken, om aan<br />
Hun.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 149<br />
•Hun Ede! Moogende binnen den tyd van 14 da<br />
gen , eerstkoowende , na ontvangst deezes , te<br />
willen do :n toekoomen de duidelyke. Verklaaring<br />
van Zyne Hoogheids gedachten omtrent vocrzeide<br />
twee Punten; en wel byzonderlyk omtrent het<br />
Recht van Verkiezing ; ten einde Hun Edel<br />
Moogende uit Zyne Hoogheids denkwyze met<br />
de Hunne vergeleeken, volgens het gewigt en<br />
den aart der zaake, daaromtrent dan zodanig<br />
zouden kunnen handelen en befluiten , als Zy<br />
ten algemeenen nutte dienftig zouden oor-<br />
deelen.<br />
De Heer VAN BEYMA fchreef.eenen twee<br />
den Brief aan den Heere Prinfe; waarin hy be<br />
tuigde, dat hy den Brief van Zyne Hoogheid<br />
als bevattelyk befchouwdc ; cn dat het hem<br />
aangenaam geweest was, dat Zyne Hoogheid<br />
acht op den zynen geflaagen hadr. Het gevoe<br />
len van /.yne Hoogheid dat de Brief van den<br />
Heer B E Y M A betrekking hadt, op de beraad<br />
flaagingen der Heeren Staaten (ten opzigtc der<br />
Stedelyke Regeerings-Reglementen in 't ge<br />
meen, en van dat van Leeuwarden in 'c byzon-<br />
der;) gevoegd by Zyne Hoogheids betuiging,»<br />
dat het tot een der grootfte genoegens van Zyne<br />
Hoogheid zou verjlrekken, alle waare belangen dér<br />
goede Ingezeetenen, overeenkomftig 's Lands Wet.<br />
ten te handhaaven, en zoo veel doenlyk te bevorde<br />
ren, deed hem gegronde hope hebben, da*:<br />
Zyne Hoogheid deeze betuiging, op het te-'<br />
genwoordig geya.1. toegepast, zou.weezendlyk.<br />
K 3 maa-<br />
17S6.<br />
Tweede<br />
Rrief van<br />
den Heer<br />
BEYMA ii<br />
deri Prins.
1785.<br />
Antwoord<br />
des Prinfen<br />
aan de<br />
Staaten.<br />
[50 BEKNOPTE HISTORIE DES<br />
maaken; en dat Hy Heer BEYMA zich zou<br />
kunnen ontdaan van het gebruik van al zulke<br />
middelen, overeenkomftig met de Conftitutie ,<br />
als hem nog overig waren, om, volgends zyn<br />
gevoelen , aan zynen Eed, om niet te gedoogen,<br />
dat aan de Conjlitmie en 's Volks Rechten te kon<br />
gedaan wierde, getrouw te blyven.<br />
Voords merkte hy aan, dat Zyne Hoogheid<br />
thans in die allergelukkigfte omftandigheid was,<br />
dat, naar zyn inzien, de betrachting van Hoogstdeszelven<br />
pligt, in dit zonderling geval, met<br />
deszelven waar genoegen en waar belang volkoomen<br />
overeenkwam; want dat niets meer<br />
genoegen aan Zyne Hoogheid geeven kon, en<br />
niets meer met Zyne Hoogheids belangen overeenkwam,<br />
dan daadelyk te toonen, dat de<br />
handhaaving der Voorrechten en Rechten des<br />
Volks Zyne Hoogheid ter harten gaat, en de<br />
achting des Volks verkrygt of verzekert.<br />
Op den voorgemelden Brief der Staaten antwoordde<br />
de Prins, dat in het toezenden van<br />
den Brief van den Heer BEYMA geen ander<br />
oogmerk hadde gehad, dan te toonen, dat niet<br />
fchroomde, dien Biief op eene wettige wyze<br />
ter kennisfe van Hun Edel Moogende te brengen,<br />
en deszelven inhoud aan Hoogstderzelver<br />
oordeel te onderwerpen; dat Zyne Hoogheid<br />
met leedweezen befpeurd hadt, dat de toezenhng<br />
des Briefs van den Heer BEYMA aan<br />
üun Edel Moogende onaangenaam geweest<br />
vas; en zich niet hadt kunnen vooriiellen<br />
dat
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 151<br />
dat de overzending van dien Brief gelegenheid<br />
zou gegeeven hebben, dat Hun Edel Moogende<br />
aan Zyne Hoogheid de twee vraagen, in<br />
Hoogstderzelver Brief vervat, zouden gedaan<br />
hebben , noch dat dezelven aan Zyne Hoogheid<br />
op zoo eene dringende wyze, en met vastftelling<br />
van zoo een korten tyd om te beantwoorden,<br />
zouden gefchreven hebben. •— Doch om<br />
aan de begeerte van Hun Edel Moogende te<br />
voldoen antwoordde Zyne Hoogheid, omtrent<br />
het Recht der Verkiezinge van Magiftraats-Perfoonen<br />
in de Steden, rondborftig, te vertrouwen,<br />
en zich ten volle verzekerd te houden ,<br />
1780.<br />
dat het Recht der Magijlraatsbeflellingen in de<br />
elf Steden van Vriesland, aan Zyne Hoogheid toebehoort<br />
, en dus ook te Leeuwarden, zoo ;als<br />
Hoogstdezelve met de daad getoond hadt, 'van<br />
dat begrip te zyn door het doen der Verkiezingen,<br />
in de betrckkelyke Steden uit de Nominatiën<br />
, aan Zyne Hoogheid toegezonden;<br />
zoo als nog jaatftelyk in de voorlcedene maand<br />
December gefchied was. En wat aanging het<br />
Recht van Hun Edel Moogende tot het vastzeilen<br />
van Reglementen op de Regeeringen in<br />
de betrekkelyke Steden in 't algemeen; zoo<br />
vond Zyne Hoogheid zich bezwaard om daarop,<br />
en byzonder in zoo een korten tyd, zyn<br />
gevoelen , bepaaldelyk te uitten; doch maakte<br />
geen zwaarigheid om, met betrekking tot de<br />
Stad Leeuwarden, ftellig voor zyn gevoelen te<br />
uitten, dat Hun Edel Moogende gerechtigd zyn,<br />
K 4 m
1786".<br />
Pe Bnrjseis<br />
van L?pu~<br />
yard n<br />
ic ry ven<br />
aan den<br />
I'iius.<br />
Sisan den<br />
weg van<br />
Rechten in.<br />
Jvi B E K N O P T E H I S T O R I E DER<br />
epi aan die Stad thans eene nieuw Regeerings- Re<br />
glement te geeven.<br />
De Burgers van Leeuwarden vernoemen heb<br />
bende , op wat wyze de Prins zich, in zyn<br />
Antwoord, aan.de Staaten, nopens het Recht<br />
der Verkiezing van Magiftraats-Perfoonen in<br />
de Steden, en dus in Leeuwarden, verklaard<br />
hadt, in zyneri Brief, den 7 Maart op het:<br />
Loo gefchreeven, Vcrgaaderden by Espels, of<br />
Wyken, en gaven aan hunne Gecornmitteer.<br />
den last, om in hunnen naam zei ven ook ee<br />
nen Brief aan den Prins Stadhouder te fchiy-<br />
ven , en daar in te ef sletten , dat Zyné Hoog<br />
heid volgends het Recht, hun toebehoorende,<br />
rgn de gemelde Verkiezing zoude afzien , de<br />
zelve aan de Burgery te rug geeven, en haar<br />
by dat Recht bewaaren en handhaaven zoude.<br />
Of hier op een weigerend Antwoord, dan of<br />
'er geen Antwoord op gevolgd zy, is my niet<br />
gebleeken; hoe dit ook zy, do Burgers begree-<br />
pen genoeg uit het Antwoord van den Heer<br />
Stadhouder aan de Staaten, dat Zyne Hoog<br />
heid niet gezind was van de Verkiezingen af<br />
te zien; en zochten daarom door den weg van<br />
rechten te verkrygen , het geen zy te ver<br />
geefsch op andere wyzen beproefd hadden:<br />
Twee Gecommitteerden der Burgery, leever<br />
den , zoo voor zich zeiven als voor hunne<br />
Medeburgers, een Verzoekfchrift in by het<br />
Hof van Vriesland, waar in zy te kennen gaa".<br />
ïre.Dj dat, dewyl de Prins Stadhouder', roet
ONLUSTEN-IN HET VADERLAND. 153<br />
eenen Brief aan de Staaten der Provintie ver<br />
klaard hadt, te vertrouwen en zich verzekerd<br />
te houden, dat het Recht der Magiflraatsbe-<br />
ftelling , byzonder ook ré Leeuwarden, Hem<br />
wettig toekomt, en daar uit bleek, dat hy<br />
Prins Stadhouder geen?ins geneegen was het<br />
Recht, in verfchil, yrywillig te verlaaten ; zy<br />
Verzoekers derhalven zich genoodzaakt von<br />
den , zich tot Hun Edei Moogende te wen<br />
den, met eerbiedig verzoek: Dat Hun Edel<br />
j., Moogende provifie van citatie tegen welge-<br />
ji melden, Prins Stadhouder, W I L L E M O E N<br />
,, V Y F D E N , wilden verleenen, tot loslaating<br />
van het Recht der Verkiezing van Magi-<br />
ftraats - Perfoonen voor de Stad Leeuwarden,<br />
en voorts om aan te hooren zodanigen Eisch<br />
en Befluit als de Verzoekers zouden doen,<br />
neemen, en gebruiken "<br />
Dit Verzoekfchrift vondt geen. ingang by dat<br />
hooge Provintiaale Gerechtshof; maar 't werd<br />
pp den 15 Maart terug gegeeven met deeze<br />
Byftelling: Het Hof verklaart de zaak, ter Re.<br />
queste gemeld, .geen Voorwierp te zyn van de Or-<br />
ninaris Juftitie.<br />
De Staaten , ondertusfehen , hadden een<br />
nieuw Reglement van Regeering voor de Stad<br />
Leeuwarden beraamd, en namen op den 19<br />
Maart een Befluit om hetzelve vast te Rellen<br />
en in te voeren. Dit Befluit werd by meer<br />
de, heid van Remmen van drie Kwartieren,<br />
Wenergo, de Zevenwouden, en de Steden ge-.<br />
K 5 noo-<br />
1786.<br />
Worden hy<br />
*t Hof afgeweezen.<br />
F. en nieuw<br />
Regeerings<br />
Reglement<br />
door de<br />
Stnaien beraamd-
Ï736.<br />
154 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
noomen ; terwyl Oostergo van een ander Advies<br />
was. By dit Befluit werd goedgevonden en<br />
verftaan, dat in dit nieuwe Reglement voor de<br />
Regeering der Stad Leeuwarden zouden ingevoegd<br />
worden deeze woorden: Mitsgaders het<br />
Reglement Reformatoir van wylen Zyne Doorluch.<br />
tige Hoogheid (G. G.) van den 21 December<br />
1748., in de Formulieren van den Eed voor<br />
de Magiftraats-Perfoonen, en voor de Vroedfchap:<br />
Voords vastgefteld, dat het zelve toekomftig<br />
zoude zyn het Regeerings-Reglement<br />
van gemelde Stad; en werden de Heeren Hun<br />
Edel Moogende Gedeputeerden gelast en gemagtigd<br />
om, aan de Magiftraat en Vroedfchap<br />
aldaar, hetzelve Copielyk te laaten toekoomen,<br />
en dezelve voords op 't Collegie te ontbieden,<br />
en hen, aldaar verfcheenen , uitnaam<br />
van Hun Edel Moogende de Heeren Staaten,<br />
van den Eed op het Reglement, den 9 December<br />
1766. gedaan, te ontflaan; en voords van hun<br />
den Eed op het voorfz. Reglement, nu gearrefieerd,<br />
af te neemen: Vervolgends hetzelve aan<br />
den Magiftraat dier Stad te overhandigen, ten<br />
einde afgekondigd en aangeplakt te worden, en<br />
om de Officieren , ingevolge het Formulier<br />
daar agter ftaande, mede te beëedigen; met<br />
verdere Magtiging, om , indien een of meer Leden<br />
van gemelde Magiftraat cf Vroedfchap, onverhoopt,<br />
weigeragtig mogten zyn , om den Eed<br />
op dit Regeerings-Reglement af te leggen, den<br />
zulken te verklaaren ipfo fach vervallen te zyn,
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 155<br />
van zyne, of hunne Magiflraats of Vroedfchapsplaatfen,<br />
welke aanftonds verkrygbaar zouden<br />
zyn en begeeven worden voor diegeenen,welken<br />
zulks toekomt, ingevolge dit Regeerings-<br />
Reglement.<br />
Het Kwartier van Oostergo was van oordeel, liet Kwartier<br />
van<br />
behalven om andere redenen, in het Advies Oostergo<br />
is van een<br />
gemeld, ook orn dat Zyne Hoogheid by zyn verfcMllentt<br />
Advies.<br />
Antwoord van den 7 Maart , geene andere<br />
gronden van zyn Recht van Verkiezing bybragt,<br />
dan dat hy hetzelve geoefend hadt, dat, voor<br />
en al eer deeze gewigtige zaak geheel af te<br />
doen, de Commisfie behoorde verzocht te<br />
worden en gemagtigd, om de Staaten nader te<br />
dienen van derzelver aanmerkingen en raad omtrent<br />
het Recht van den Stadhouder in deezen;<br />
als mede, om Hun Edel Moogende ingevolge<br />
hier van te berichten, of Zy, in acht neemen*<br />
de voorfz. Verklaaring, van meening zouden<br />
zyn , dat het voorgebragte Concept - Reglement<br />
eenige verandering, dien aangaande,<br />
zoude behcoren te ondergaan. En ftond het<br />
Kwartier daarop, dat het Rapport der Commisfie<br />
nog ftaande deezen Landsdag zoude inkooinen.<br />
Doch dit Advies hadt geen ingang, de<br />
Meerderheid volhardde by de Befluiten van<br />
den 20 Oclober en 8 December des voorleden<br />
Jaars, en by dat van den 19 Maart- deezes<br />
Jaars; en dus bleef de Prins Stadhouder in 't<br />
bezit der Verkiezing van de Magiftraats-Per-<br />
foo-<br />
1126.
Hef nieuwe<br />
V < ali ment<br />
daadelyl;<br />
^uguvueid.<br />
156 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
foonen der Stad Leeuwardtn., on;a gezien alle<br />
aangewende poogingen der Burgery.<br />
De vjag tot de daadelyke invoering van het<br />
nieuwe Reglement was bepaald op den iü, Vt<br />
*-"<br />
Maart: Tot dat einde vergaaderden de Magiftraat<br />
en de Vroedfchap, des namidda'gs ten 3<br />
uuren, op het Stadhuis, en gingen vervolgends<br />
van daar, van vier Staaten - Boden voorgegaan,<br />
naa het Staaten •- Collegie , waar de Heeren<br />
Gedeputeerde Staaten vergaaderd waren, en<br />
werden daar zeer ftaatig ontvangen door den<br />
Heer Prefident Jkr. E. S. G. J. V. E. REN-<br />
GERS, van den ouden Eed ontflaagen, en op<br />
het nieuwe Reglement in den Eed genoomen-<br />
Drie Leden van de Vroedfchap, de Heeren<br />
Mr. R. H. VAN A LTE N A, H. E A L K , en Mj.<br />
c w. COULON weigerden den Eed te doen ,<br />
én waren dus van hunne Posten vervallen verklaard.<br />
De Leden van de Magiftraat cn Vroedfchap,<br />
dus bécedigd zynde , keerden in dezelfde<br />
ftaatie weder naa het Stadhuis,en werden dooide<br />
Krygslicden op de Hoofdwacht, tot dat<br />
éïnde onder de Wapenen ftaande, met gewoone<br />
Krygs eere-bewyzingen, begroet; gelyk by<br />
het heen gaan ook gefchied was. Ondertusfchen<br />
waren de Officieren der Burgery mede<br />
op het Stadhuis ontbooden , en werden door<br />
den Magiftiaat, uit naam der Heeren Staaten ,<br />
insgelyks van den ouden Eed ontflaagen, en<br />
na voorleezing van het nieuwe Formulier door<br />
den Hetr w. DO MINI c u's, in den nieuwen<br />
Eed
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 157<br />
Eed genoomen. Zes Vaandrigs, met naamen,<br />
de Heeren TE BOCK EL, LEIEER, OLINK,<br />
CUPERTJS, O E I N E M A en PLANT ING, wei<br />
gerden dien Eed te doen, en werden dus van<br />
hunne Rosten ontflaagen. Voords Werd het<br />
nieuwe Reglement van de Puije van het Stad<br />
huis afgekondigd, en overal aangeplakt. De<br />
drie Vroedfchapsplaatfen, door het weigeren<br />
der bovengemelde Heeren opengevallen, wer<br />
den door den Magiftraat en Vroedfchap vol<br />
gends het nieuwe Reglement vervuld, en tot<br />
Mede-Raaden verkooren de Heeren w. SEM_<br />
EEK, de Oud-Vaandrig p. W E T T R A , en de<br />
Kapitein FK. BAVIUS, welke den Eed in han<br />
den van den Prefident Burgemeester aflei<br />
den (*).<br />
In de Provintib van Groningen, deeden de<br />
Burgers der Hoofdftad, in een geval van dien<br />
zelfden aart en omtrent den Zelfden tyd, met<br />
beteren uftflag eên verzoek aan den breedea<br />
Raad, tot handhaaving der gedaane keuze van<br />
nieuwe Raadéfieeren: Den 8 January waren ,<br />
volgends gebruik agt nieuwe Raadsheeren ge-<br />
koozen , die met de agt oude den Raad voor<br />
dat Jaar moesten uitmaaken; de naamen deezer<br />
Heeren waren aan Zy^ne Doorluchtige Hoog<br />
heid ter goedkeuring toegezonden ; en op den<br />
7 February ontving men eenen Brief van den<br />
Pr'infe<br />
t*) KÏtu.v: Kede.1. Jaait. Slaan 1785. bladz. t6$— 28j.<br />
I78f/.<br />
Een geval<br />
var gelyl.fc'k<br />
aart te.<br />
Gruii'.u^sn.
Adres def<br />
lïurgers aan<br />
de Gezwoorene<br />
Ge.<br />
meente.<br />
158 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Prinfe Erfftadhouder met de Lysten van den<br />
aangaanden Rang des Raads, door Zyne Hoog.<br />
hcid goedgekeurd voor 't Jaar 1786., waarop<br />
Burgemeesteren en Raad des avonds ten 7 uuren<br />
vcrgaaderden, en de gemelde Brief aan de<br />
vyf Keurheeren voorgeJeezcn werd; na deeze<br />
leezing bedankte de oudfte der Keurheeren<br />
voor de mededeeling; doch verklaarde te gelyk,<br />
dewyl Zyne Hoogheid verandering in de<br />
gedaare keuze gemaakt, en twee andere Heeren<br />
in de plaats van de gekoozene gefield hadt,<br />
dat men het Collegie van Taalmannen en Gezwoorene<br />
Gemeente hier van moest kennis<br />
geeven; en verzócht, om misflagen voor te<br />
koomen, dat het gemelde Collegie mogte vergaaderd<br />
en Copie des Briefs van Zyne Hoogheid<br />
aan 't zélve vertoond werden. Dit verzoek<br />
werd toegeftaan cn het Collegie nog dien<br />
avond ten 9 uuren faamengeroepen. Veelen<br />
uit de Burgery van het een en ander kennis bekcomen<br />
hebbende, waren caar over zeer aangedaan,<br />
en committeerden aanftonds eenige<br />
Heeren om een Verzoekfchrift op te ftellen en<br />
aan den Heer Taalman ter hand te ftellen, ten<br />
einde hetzelve by het Achtbaare Collegie van<br />
Taalmannen en Gczwoorne Gemeente in te<br />
leveren, Dit Verzoekfchrift was door eenige<br />
honderden Burgers onderteekend, en in hetzelve<br />
te kennen gegeeven, dat zy met aandoening<br />
en leedweezen hadden vernoomen , dat<br />
Zyne Doorl. Hoogheid hadt goedgevonden,<br />
de
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 159<br />
de keuze van agt nieuwe Raadsheeren voor een<br />
gedeelte af te keuren, en andere Perfoonen in<br />
de plaats te ftellen. Eene keuze, zeiden zy,<br />
door vyf uwer, op de godsdienftigfte en plegtigfte<br />
wyze door het Lot beftemd, gedaan;<br />
eene keuze, gedaan overeenkomftig de Wetten<br />
en Ordonnantiën, zonder voorinneemende<br />
Recommandatiën, Ligucs, of Cabalen; derhalven<br />
zoo zuiver en onbevlekt gedaan, als<br />
naar den grond en geest van onze Conftitutie<br />
kan en moet gefchieden; eene keuze derhalven,<br />
die zy betuigden ten volle goed te keuren<br />
, en daarom ook geenzins ftilzwygende<br />
konden aanzien, dat daar in door Zyne Hoogheid<br />
verandering was gemaakt.<br />
Zy erkenden wel dat in 't 5^ Articel Reformatoir<br />
aan Zyne Hoogheid een recht van afkeuring<br />
was opgedraagen ; doch konden met<br />
geen gezond verftand overeen brengen, dat<br />
zulks door Zyne Hoogheid naar willekeur en<br />
zonder reden te geeven kon of mogt gefchieden;<br />
immers Edele Achtbaare Heeren (dus<br />
kragtig drukten zy zich uit) wat is dan onze<br />
Burgerlyke of Staats-Vryheid anders, dan eene<br />
fchaduw? Wat zyn alle die, aan het Opperweezen,<br />
met alle Godsdienftigc eerbied opgedrnagene,<br />
plegtigheden, welke uwe verrichtingen<br />
indeezen voorgaan en verzeilen? Wy<br />
Adderen in het uitbreiden deezer denkbeelden:<br />
Is niet om den rand van den Keurhoed, uit<br />
'weiken vyf uwer de zwarte Keurboonen getrok-<br />
1780".
«786,<br />
Uitwerking<br />
van hetzelve.<br />
Zes gekoozene<br />
Heeren<br />
werden beeedigd.<br />
ï6o BEKNOPTE HISTORIE bÈi<br />
trokken hebben, gefchreeven : Dat het groot ft f<br />
bewys der Vryheid,is, naar eigen Wetten te heven?<br />
Is het niet uit hoofde van die eigene<br />
Wetten, dat uwe vrye keuze, van de vroegfté<br />
tyden af, gerekend is, een der bette Plegt-an»<br />
kers en Waarborgen onzer Vryheid?, en zul :<br />
Jen wy daar aan zien tornen en Rille zyn ?<br />
Neen, Edele Achtbaare Heeren, een regt geaart<br />
Burger deezer vrye Stad kan en mag niet<br />
onverfchillig zyn omtrent zyne geheiligde,zoo<br />
duur verkreegene en onvervreemdbaare Voorrechten.<br />
— En daarom beflooten zy dit Adre<br />
met dit ernRig verzoek, dat Hun Edel Achtbaare<br />
deeze hunne RemonRrantie met'derzelver<br />
gronden overwecgen en dusdanige maatregelen<br />
neemen wilden, dat de vryheid der keuze<br />
nimmer zonder reden te geeven veranderd wierde,<br />
'en in dit tegenwoordig geval de belediging der in<br />
plaats gefielde Raadsheeren by provifie opgefchori<br />
wierde.<br />
Dit Adres hadt zyne gewenschte uitwerking:<br />
den volgenden rrnrgen werd in den breeden<br />
Raad beflooten, dat de beëediging der twee<br />
Raadsheeren, die in de plaats der gekoo/.ens<br />
geReld waren, by provifie zou opgefchort worden.<br />
Ondertusfchcn werden de zes andere gekoozene<br />
en goedgekeurde Heeren, op dien zelfden<br />
dag des namiddags voor het oude Rechthuis<br />
in den Eed genoomen , onder het fpeelen<br />
en
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. i6t<br />
en luiden der klokken, het doen van falvo's 1786.<br />
door de Burger- en Krygs-Wachten, het uit»<br />
Reeken der Vaandels van den grooten Toorn,<br />
het gefchal der Stads Muziek, enz.<br />
Hier by lieten de Burgers het niet berusten; Adres van<br />
8no Burgers<br />
maar op den 13 Maart leeverden omtrent 800 aan den<br />
breeden<br />
Burgers en Ingezeetenen der Stad Groningenby Raad.<br />
den breeden Raad een Addres in, met de Bylagen,<br />
daar toe betrekkelyk; waarin zy de gronden<br />
voorRelden, op welken zy de gedaane<br />
keuze voor wettig , en de afkeuring van den<br />
Heere Prinfe Erfftadhouder voor wederrechtelyk<br />
hielden. In het flot van het Addres betuigden<br />
zy, dat 'er nooit eene keuze gedaan was,<br />
welke meer vry was van alle kuipery, Ligucs<br />
en Cabaalen, of wat men ook invloed van eene<br />
verdervende hand kan noemen; en verzochten<br />
daarom, dat Hun Edel Moogende, zonderde in<br />
plaats gejlelde Perfoonen in aanmerking te neemen,<br />
de wettig verkoorene Heeren H. W. HOVING en<br />
L. LOHMAN, als Raadsheeren, en w. H. HO<br />
VING, als Gezwoorene, den Eed wilden doen af -<br />
neemen, met volharding by het Befluit in hunne<br />
beide Addresfen , waarop de provifie by opfchorting<br />
verleend was. —• Het Befluit, hier op gevallen<br />
was, den breeden Raad tegen den aanftaanden<br />
Vrydag te beleggen, én dan nader daar over<br />
te beraadflaagen. Eu na die beraadflaagingen<br />
werd op gemelden dag den 17 Maart, een<br />
gunftig Befluit genoomen en aan de begeerte<br />
L der<br />
Uiiflfl?<br />
daarvan.
ij 26.<br />
Nadere<br />
Eiief vr.n<br />
den Prins<br />
to: betoog<br />
van zyn<br />
Recht.<br />
De breeds<br />
Raad volhardt<br />
by<br />
zyn Beliuit.<br />
162 BEKNOPTE HISTORIE DÉR<br />
der Burgers voldaan (*).. Want op den 27<br />
May was de breede Raad weder vergaaderd;<br />
in welke Vergaadering een Brief van den Prins<br />
Stadhouder geleezen werd, welke diende tot<br />
Antwoord op twee Brieven, door den breeden<br />
Raad, over deeze zaak, aan Zyne Hoogheid<br />
gefchreeven; waar na beflooten werd, ,, Dati<br />
aangezien by voorfz. Brief door Zyne Doorluchtige<br />
Hoogheid geene redenèn van bezwaar omtrent de<br />
Wettigheid der gedaafie keuze, ofte de hoedanigheid<br />
der gekoozene twee Raadsheeren en Gezwooren<br />
voortgebragt zyn, de zittende Raad zou verzocht<br />
worden, gelyk by deezen gefchiedde, om, overeenkomftig<br />
het Befluit des breeden Raads van den 17<br />
Maart l. I. de Heeren H. W. HOVING, en x. a<br />
E. LOHMAN, als Raadsheeren, enden Heer w.<br />
H. HOVING, als Gezwooren, de Eeden, daartoe<br />
ftaande, te flaaven ; houdende alzoo de zaak, overeenkomflig<br />
gèmelde Befluit, voor afgedaan (f)'\<br />
Kort daarna, op den 2 Juny ontving, de<br />
breede Raad nög wel een nadere Brief van<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid ten betcoge van<br />
zyn recht tot afkeuring, tegen het Befluit de3<br />
Raads van den 17 Maart; doch de breede Raad<br />
volhardde by zyn voorig Befluit, en deed aan<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid in beleefde en<br />
betaamelyke bewoordingen , by wederfchryven,<br />
verklaaren: ,, Dat Burgemeesteren en<br />
(*) Nieuws Nedsrl. Jaarb. April 178Ö. bladz, 405 . 40$.<br />
5tfJ.<br />
Raad
ONLUSTEN IN HET VADERLAND, iój<br />
Raad, Oud en Nieuw gefaamentlyk met Taal<br />
mannen en Gezwoorene Gem'é'ente, als verte<br />
genwoordigende de van ouds erkende, en nim<br />
mer, ook niet by de Verééniging met de Om.<br />
melahd'en tot èène Provintie^ afgeftaane Sou-<br />
verainiteit der Stad en Burgery, op herhaalde<br />
en infhntelyke begeerte, en Herken aandrang<br />
van verre het grootfte en notabelfte gedeelte<br />
hunner Medeburgers, het voornoemde Befluit,<br />
ha ryp overleg, hadden genoomen, vastge*<br />
field, en daar van aan de Burgery kennis ge<br />
geeven; derhalven daar in nu geene verander<br />
ring konden maaken, noch gedoogen (*).<br />
Onder de menigvuldige poogingen door vee<br />
le Burgers van allerlei rang , in de meeste<br />
Steden van verfcheidene Provintié'n deezer<br />
Republiek aangewend, tot weering en verbe<br />
tering van ingefloopene misbruiken, tot her-<br />
ftel van oude Rechten en Voorrechten, en<br />
tor verzekering der Burgerlyke Vryheid, zoo<br />
als zy het begreepen, en zoo als het geraee-<br />
nelyk met één woord genoemd werd, tot eene<br />
Grondwettige Herflelling ; waren die geene<br />
van de minften, welken de Burgers der mees<br />
te Steden van Gelderland hebben aangewendi<br />
én het fcheen, dat hunne yver aangroeide s<br />
naar maate zy daar in meer tegenfiand dan in<br />
Sndere Provintiën vonden; waar uit dan ook<br />
(?) Nieuwe Neder!. Jaarb. July 1786. bladz. 745,<br />
L s<br />
ca-<br />
1785.
1786-<br />
Adviei van<br />
•t Hór op<br />
veii'cheideneRi;questen.<br />
164 B E K N O P T E HISTORIE DER<br />
natuurlyk volgde, dat de Onlusten, daar uit<br />
ontftaan, veel hooger geloopen zyn, en Ge-<br />
beurtenisfen hebben voortgebragt , die een'<br />
groot gerucht en beroering in alle de andere<br />
Provintiën gemaakt hebben, en de Nakoome-<br />
lingfchap nauwelyks zal kunnen gelooven; tot<br />
derzelver onderrichting zal het derhalven zeer<br />
nuttig en noodig zyn , een kort en nauwkeu<br />
rig verhaal daar van te boek te Rellen, waar<br />
uit de Nazaat de verfchillende denkwyze, in<br />
deezen tyd , zoo van Burgers als Regenten,<br />
zal kunnen opmaaken.<br />
In het voorige Jaar 1785., waren reeds ver-<br />
fcheidene Verzoekfchriften door veele Burgers<br />
van verfcheidcne Steden en Plaatfen der Pro.<br />
vintie Gelderland, tot bovengemelde einden,<br />
aan de Staaten derzelve ingeleverd; de Staaten<br />
Relden die in handen van 't Hof, om naa de<br />
wyze der Teekening, en de hoedanigheid der<br />
Tekenaars onderzoek te doen; en naa ingekoo-<br />
mene Rapporten en berichten van de Schouten<br />
en MagiRraaten, den Heeren Staaten van Ad<br />
vies te dienen. Onder alle die Verzoekfchrif<br />
ten waren 'er twee, die den Staaten inzender<br />
heid mishaagden, en waar tegen zy oordeel<br />
den zich met kragt te moeten verzetten; te<br />
weeten j een algemeen en Nationaal Request,<br />
door veele Burgers der drie Kwartieren , van<br />
Zutphen, Over- en Neder-Veluwe, ondertee-<br />
kend; en een Nationeel Request met eenige<br />
verandering , door Burgers en Ingezeetenen<br />
van
.ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 165<br />
van Harderwyk ondertekend en ingeleverd. By 1785.<br />
deeze Requesten werd onder anderen, om bygebragte<br />
redenen verzocht, dat het Regeerings.<br />
Reglement, het welk zy befchouwden, als zoo geweldig<br />
tegen de oorfprongelyke Conftitutie aandruis,<br />
fende, dat het op den duur niet zou kunnen befiaan<br />
, mogte herzien en verbeterd worden. Het<br />
Hof advifeerde hierop, dat de Heeren Staaten<br />
hun ernfiig voorneemen omtrent de nauwkeurige en<br />
volkoomene waarneeming van 't Reglement van<br />
Regeering van 't Jaar 175c. by eene nadrukkelyke<br />
Publicatie openlyk nader zouden optnbaaren en<br />
bekend maaken (*).<br />
Dit Advies van het Hof werd op den 28<br />
April aan de Staaten gezonden, en overeenkomftig<br />
met hetzelve, door de Staaten, op<br />
den Landdag, die toen gehouden werd, eene<br />
Publicatie beraami en vastgefteld, vervolgends<br />
alomme in het Vorflendom Gelder en 't Graaffchap<br />
Zutphen, zoo in de Steden, als ten platten<br />
Lande, afgekondigd, en aangeplakt. In<br />
deeze Publicatie deeden Hun Edel Moogende<br />
te weeten: — Dat in 't voorige Jaar eene<br />
menigte Requesten in hunne Vergaadering waren<br />
ifigediend, op den naam van verfcheidene<br />
Perfoonen uit de Kwartieren van Zutphen en<br />
Veluwe, alle zich noemende Burgers en Ingezeetenen<br />
deezer Provintie; doch van welken,<br />
by onderzoek gebleeken was , dat die Verzoekers<br />
(*) Nieuwe Neder!, Jaarb. 1786. bladz. 310 en May bl. 420,<br />
L3<br />
Publicati<br />
tegen Re<br />
questen.
166 BEKNOPTE HISTüRIE BÏR<br />
* ..* « * ' '•• • t ' i O . ' '<br />
J?S6.<br />
)<br />
i<br />
j<br />
;<br />
kers veel al beftonden uit kinderen, minderjaarigen<br />
Handwerks - Gezellen , fchamele en<br />
bedeelde Perfoonen, en eene menigte van dë<br />
minstkundige der Ingezeetenen ; terwyl de<br />
zaaken, die het voorwerp der gedaanè verzoeken<br />
waren, in de Verzoekers eenen merkelyken<br />
trap van kunde in de'Regeeringsgefteldheid<br />
van die en andere Provintiën , en in 't<br />
algeméén beftuur van J<br />
t Bondgenootfchap,<br />
moeten voorcnderftellen, om welke te bekoomen<br />
de gemelde Verzoekers nooit tyd nog gelegenheid<br />
konden gehad hebben. Derhalven<br />
zouden Hun Edel Moogende, lettende op de<br />
ornftandigheden, die noodwendig tot verachting<br />
van hunne Hooge Overigheid iii deezen<br />
hebben moeten plaats grypep, indien zy alleen<br />
aan hunne rechtvaerdigheid hadden willen gehoor<br />
geeven, zich verpügt geoordeeld hebben,<br />
om aan alle deeze Verzoekers de kragt<br />
Van hunne wettige verontwaardiging te moeten<br />
doen gevoelen, en den weg van rechten tot<br />
wraak van hunne Hoogheid moeten open laaten.<br />
— Doch, zonder toe te laaten, dat in %<br />
Reglement van 1750. eenige verandering gemaakt<br />
wierde, zoo wilden Hun Edel Moogen-<br />
Ie als nu wel gebruik maaken van hunne Lands-<br />
/aderlyke bezorgdheid, om al het geen tot<br />
lier toe, ten aanzien der Teekening dier Regesten<br />
is gepleegd , te vergeeven , gelyk<br />
y hetzelve vergaaven uit kragt deezer Publica-<br />
f' ti
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 167<br />
catie. . Maar wat het vervolg betrof;<br />
zoo werd verklaard : Dat van nu voortaan geene<br />
Requesten of Verzoekfchriften zouden aangenoomen<br />
worden, wanneer die door meer dan zes<br />
Perfoonen, niet van een geflagt wezende , en<br />
derzelver onderlinge belangen niet betreffende,<br />
aan Hun Edel Moogende ingediend werden,<br />
ten ware zodanige Requesten behoorlyk pro<br />
Jlylo waren geteekend door een Practizyn, aan<br />
wien binnen die Provintie de Praclyk was toegelaaten,<br />
en die binnen dezelve woonagtig<br />
was; met verdere verklaaringe, dat, gelyk zodanige<br />
Verzoekers voor den inhoud hunner<br />
Requesten verantwoordelyk bleeven , Hun Edel<br />
Moogende zodanige Pra&izyns voor den inhoud<br />
van de Verzoekfchriften, aldus door hun<br />
geteekend, mede in de eerfte plaats verantwoordelyk<br />
hielden.<br />
Het was 'er ondertusfchen ver van daan, dat<br />
deeze Publicatie met eenpaarige Hemmen zou*<br />
de genoomen, of algemeen goedgekeurd,zyn:<br />
Verfcheidene Staats - Leden, in alle de Kwartieren<br />
, keurden dezelve niet alleen af, maar<br />
verzetteden zich ook fterk daar tegen: Uit het<br />
Kwartier van Nymegen de Ridders M. VAN<br />
BRONKHORST, E. J. VAN NYVENHEIM,<br />
tot Wiel; n. VAN NYVENHEIM, tot Dorth;<br />
j». VAN LYNDEN tot Qldenaller , Junior: uit<br />
het Kwartier van Zutphen, de Ridders R. j<br />
VAN DE CAPELLEN tot den, Marsch, F. B,<br />
L 4 VAS<br />
1786.<br />
Vcrfcheidene<br />
Ridders<br />
protelteeiert<br />
tegen de.<br />
Publicatie»
1786.<br />
Drie Steden<br />
verzetten<br />
fich daar<br />
legen.<br />
1Ö8 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
VAN DE CAPELLEN tot Rysfelt, Burgemeester<br />
te Zutphen, welker Protest en {tellingen<br />
het Kwartier van Zutphen voor rekening en verantwoording<br />
van gemelde Ridders overliet,<br />
zich nadere Aantekening en middelen voorbehoudende,<br />
zoo als het Kwartier zou meencn<br />
te behooren: Ook deeden de Burgemeesteren<br />
R. j V E R S T E G E , W. A DE ROODE en VAN<br />
H E E C K E R E N , Aanteekeningen tegen de gemelde<br />
Publicatie in dat zelfde Kwartier in de<br />
Notulen infehryven. Eindelyk, uit het Kwartier<br />
van Feluwe, verzetteden zich daar tegen<br />
de Ridders w. H. J. VAN LYNDEN van 01-<br />
denallirt; j. H. VAN ZUILEN van Nyeveldi;<br />
c. w. VAN ZUILEN van Nyeveldt, j. c. VAN<br />
E C K , J . H. P. E VAN RENES VAN WILP,<br />
tot Camperbroek (*).<br />
Drie der Veluwfche Steden verzetteden zich<br />
allerfterkst tegen de meergemelde Publica<br />
tie, Harderwyk, Haitem en Elburg; de twee<br />
laatften zyn 'er de flachtoffers van geworden,<br />
en derzelver Burgers hebben 'er de bitterfte<br />
rampen van belegering , plundering en<br />
ballingfchap om bezuurd. Te harderwyk werdt<br />
op den 14 July in de Vergaadering der Gezwoorene<br />
Gemeente een voorftel gedaan, om<br />
uit naam van dat tweede Lid der Regeering dier<br />
Stad, de Publicatie, op den laatften Landdag<br />
uit»<br />
(*; Nieuwe Nttterl. 'jaari May I78Ö. bladz. 427—433-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 169<br />
uitgebragt (die in dat voorftel eene Monfireufe<br />
Publicatie genoemd, en met de Bloed-Placaaten<br />
van PHILIPS gelyk gefield werd) voor<br />
onwettig te houden en te doen intrekken; doch<br />
dat voorftel werd toen in Advies gehouden (*).<br />
Maar op den 27 Augustus, wanneer de volle<br />
Raad befchreevèn . en de Gemeente op verzoek<br />
der Burgers ook Vergaaderd was, deed de<br />
Burgery door Gecommitteerden Vertoogen en<br />
klagten, by de Gemeente, als tweede Lid van<br />
Regeering, tegen het gedrag der Gecommitteerden<br />
dier Stad op den voorigen Landdag gehouden,<br />
als hebbende mede tot de bewuste Publicatie<br />
tegen de Requesten geflemd, van welke Gecommitteerden<br />
zy verzochten, dat verantwoording<br />
zou geëischt worden: Ook werd aangedrongen,<br />
dat de bezwaaren der Burgery zouden<br />
weg genoomen, en de betwiste Publicatie ingetrokken<br />
en buiten werking gefield worden.<br />
Deeze voorftellen verzochten zy dat de Gezwoorene<br />
Gemeente by den Raad zoude aandringen,<br />
en te gelyk, uit naam der Burgery<br />
aanhouden, dat 'er geene Militie naa die, o£<br />
andere Steden in die , of andere Provintiëa<br />
zouden trekken, om de Burgers in hunne poogingen<br />
te belemmeren. Behalven de gevraagde<br />
verantwoording der Gecommitteerden,wer«<br />
den deeze verzoeken toegeftaan , en dus de<br />
(*) Nieuwe Nidetl. Jaarb. July 1786". bladz. 589-<br />
L 5<br />
be-<br />
1786.
XJ86".<br />
Voornaamlyk<br />
Hattem<br />
en Elburg.<br />
Begin der<br />
Troebelen<br />
Tan Haltent.<br />
IJO BEKNOPTE HISTORIE DES<br />
bewuste Publicatie ingetrokken en buiten werking<br />
gefteld (*).<br />
De Steden Hattem en Elburg weigerden<br />
ftandvastig, zich aan die Publicatie te onderwerpen,<br />
en hebben deswegens veelal een gelyk<br />
lot ondergaan, waar van de omftandigbeden<br />
zoo merkwaardig en menigvuldig zyn, dat dezelve<br />
een byzouder Hoofdft.uk verëifchen , dewyl<br />
ze een aanzienlyk gedeelte in de Vaderlandfche<br />
Historie van deezen tyd zullen uitmaaken.<br />
Ik zal derhal ven, het volgende Hoofdftuk<br />
daar toe befteeden, en zulks in die orde,<br />
dat ik eerst de Gebeurtenisfen van elke Stad<br />
byzonder, en dan die, welke haar beiden gemeenfchappelyk<br />
betreffen, zal vernaaien.<br />
D E R D E H O O F D S T U K -<br />
Behelzende de Gebeurtenisfen en Onlusten, de<br />
Steden Hattem en Elburg betreffende.<br />
e troebelen en wederwaardigheden der<br />
D Stad Hattem, hadden reeds, in 't voorige<br />
Jaar, een begin genoomen na den dood van<br />
twee haarer waardige Regenten : Op den 14<br />
der maand Juny was de Burgervader EOR-<br />
CHARD JOHAN DAENDELS, Schepen der<br />
Stad, by de Burgery zeer geacht en bemind,<br />
haar<br />
(*) Nieuwe NederU J/tarir. Augustus 178e. bladz, ?5i.
ONLUSTEN ra HET VADERLAND, 17*<br />
haar door den dood ontrukt, Tea blyke van<br />
die hoogachting en Liefde» begeerde de Burgery<br />
aanftonds den braaven Zoon diens braaveu<br />
Vaders tot zynen Opvolger; en de Gezwoerene<br />
Gemeente fchreef den volgenden dag na<br />
zyn Overlyden, den 15 July eenen Brief aan<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid den Prins Erfftadhouder,<br />
met een eerbiedig verzoek, dat<br />
Zyne Hoogheid zyne aandacht geliefde te<br />
vestigen op de bygevoegde Stukken (beftaande<br />
in een ExtracT: - Refolutie van Raad en Meente<br />
van 13 February 1659., en 7 Maart 1720., en<br />
daar op gevolgde bekragtiging van die laatstgemelde<br />
Refolutie door de Landfchap, van den<br />
26 April 1723 ) en geen ander Perfoou in deeze<br />
openftaande plaats te Reilen , dan die volgends<br />
's Lands Wetten, overeenkomftig het<br />
Reglement van 1750., daartoe bevoegd was,<br />
de vereischte hoedanigheden bezat, en der<br />
Burgery aangenaam was. — Ja dat zy huunen<br />
vuurigen wensen en begeerte, zoo uit hoogachting<br />
voor hunnen Overleedenen Regent,<br />
als voor zyn Nakroost, voor Zyne Doorluchtige<br />
Hoogheid geenzins konden verbergen;<br />
maar betuigden, dat niets de fmerte over hun<br />
verlies meer zou kunnen verzagten, dan datzy<br />
den oudften Zoon des Overleedenen, den Hr.<br />
èn Mr. HERMAN WILLEM DAENDELS,<br />
zyn Vaders voetftappen mogten zien drukken,<br />
en zyne plaats vervullen ; en zy durfden vrye-<br />
Jyk 'er voor verantwoorden, dat dit de wensen<br />
van<br />
1786,
]<br />
1786. ' /an byna de gantfche Burgery was. — Zy<br />
ïoopten te meer hier op, daar de Burgery nog<br />
misnoegd was wegens de bezwaaren tegen drie,<br />
n voorige Remonftantiën gemelde Heeren;<br />
waar van het echter verre was, dat zy de onmiddelyke<br />
oorzaak aan Zyne Hoogheid wilden<br />
toeichryven , maar wel aan verkeerde onder*<br />
richtingen, welke Zyne Doorluchtige Hoog.<br />
heid by het doen der verkiezinge van twee<br />
derzelven waren voorgekoomen (*).<br />
Begin der<br />
poogin^en<br />
tot heritel<br />
van misbruiken.<br />
72 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Thans begon de Burgery van Hattem met ernst<br />
aan 't weg neemen heurer bezwaaren en 't inroepen<br />
en opeisfchen haarer oude en vervallene,<br />
of in onbruik geraakte, Voorrechten te<br />
denken en te arbeiden. De zes Gilden der<br />
Stad fchreeven op den 13 February 1786. eenen<br />
Brief aan Zyne Doorluchtige Hoogheid,<br />
waar in zy betuigden,geen inbreuk op het Reglement<br />
van Regeeririg van 1750. te zullen of<br />
te moogen doen, zoo lang hetzelve zou be-<br />
Raan; en dat een brandende zucht voor hunne<br />
Vryheid en Voorrechten hen onbefchroomd<br />
maakte om Zyne Hoogheid zeer eerbiedig voor<br />
te draagen: ,, Dat de zes gewettigde Gilden<br />
het recht gehad hebben, dat ieder Gilde<br />
een<br />
(*) Nieuw Netlerl. Jaarb. July 1785. bladz. 913. Het 1,9<br />
my zonderling aangenaam, dus loflyk de gedachtenis te moo<br />
gen vermelden van eenen Regent, met wien ik, in de Schooi<br />
en Acadcmiejaaren ie //arderwyk, de eere gehad heb te moogen<br />
verloeren, en twee/naai z;
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 173<br />
„ een Gemeensman of Vertegenwoordiger in<br />
„ de Gezwoorene Gemeente hadt en zyne<br />
plaats, by Overlyden, verlaaten of vorderen,<br />
zelve uit de Gildebroederen vervulde."<br />
,, Dat onverschilligheid cn verval in fommige<br />
Gilden dit kostelyk Voorrecht federt eenige<br />
Jaaren deed flaapen, en het Eerzaame Collegie<br />
van Gemeenslieden, zoo uit de Gilden als uit<br />
Burgery, zoude uitgeftorven geweest zyn, indien<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid zich derzelver<br />
niet ontfermd en de openvallende plaatfen<br />
van tyd tot tyd vervuld hadt; laatende ondertusfehen<br />
aan Gilden en Burgery overvloedig<br />
tyd om de Verkiezing zelve te doen; dar. de<br />
Gilden Zyne Hoogheid voor deeze oplettendheid,<br />
zorge en moeite, zeer onderdaanig bedankten,<br />
en thans de vryheid namen om Zyne<br />
Hoogheid bekend te maaken, dat zy zich verpligt<br />
achtteden en voomeemens waren, hunne<br />
cude Rechten te rug te neemen, en de openvallende<br />
Gemeentsmans-Plaatfen zelveu uit de<br />
Gilden te vervullen (*)".<br />
Welhaast volgde de gantfche Burgery het<br />
voorbeeld der Gilden : Op den 22 derzclfde<br />
maand, den dag van Sr Pietersftoel, op welken<br />
zy gewoon was in de Kerk te vergaaderen, en<br />
waar in een fchaduw van haare Vryheid om<br />
Over haare belangen te raadpleegen, was overgebleeven,<br />
nu ook naar ouder gewoonte ver-<br />
gaa-<br />
(') Nieuwe Ncdsrl. Jaarb. February 1736. bladz. 112.<br />
17 §6.<br />
De nuigevy<br />
votgt bei<br />
voorbeeld<br />
der Gilden.
174 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
gaaderd zynde, deed de Burgery door haare<br />
Gecommitteerden een Adres opftellen en aan<br />
de Gezwoorene Gemeente inleveren; by het<br />
•welke zy te kennen gaven , dat de Burgery<br />
reeds fedett msèr dan twee Jaaren bedacht geweest<br />
was op het herftellen van haare Voorrechten<br />
, — bedoelende byzonderlyk daar mede<br />
de aanfteliing van Gemeenslieden uit de<br />
Burgery, in welke te rug te neemen de zes<br />
Gewettigde Gilden hun zoo hartelyk waren<br />
voorgegaan, en welk Recht zy thans beflooten<br />
hadden zeiven ook wederom uit te oefenen,,<br />
Ten bewyze van hun Recht daar toe, bragten<br />
zy by, dat iri 't Reglement van 1750 geen<br />
woord gemeld wordt van 't Recht van aanftelling<br />
van Gemeenslieden in de Steden Hattem<br />
en Elburg; dat gevolglyk dat Recht verbleef<br />
aan die geenen, aan welken hetzelve voor de<br />
Omwending van 1748. toebehoorde; en dit<br />
waren de Gilden en Burgery , welken het<br />
Recht van aanfteliing van Magiftraats-Leden<br />
en Gemeènslieden, federt eenigen tyd, hadden<br />
laatèn uitoefenen door de Gezwoorene Gemeente;<br />
doch voor het Jaar 1708., en tèn minftcn<br />
1705. hadt de Burgery zelve haare Regenten,<br />
zoo wel van 't eerfte als tweede Lid der Regeering,<br />
verkoozen. Dit Recht eischten zy<br />
op met deeze nadrukkelyke taal: Zorgeloosheid,<br />
onkunde en vleijery, die ons en gantsch'<br />
Nederland als betoverd hielden, maakten on9<br />
gevoelloos en blind; — de Rechten, uit den<br />
brand
ONLUSTEN i» MET VADERLAND. 175<br />
brand van 175c ontkoomen, vervielen in handen<br />
der heerschzucht, Zie daar. Wel<br />
Ed. en Eerzaame Heeren, op welk Recht de<br />
Heeren Erfftadhouderen de aanfteliing van<br />
Gemeenslieden, iedert dertig Jaaren,geoefend<br />
hebben; en op deeze zelfde gronden heruegmen<br />
wy thans, in navolging der braave Burge.<br />
ry van Elburg en de zes Gilden alhier, dit<br />
kostelyk Voorrecht en nooit vervreemd Recht."<br />
Voords verzochten zy, dat de Gezwooren<br />
Gemeente, als hunne Vertegenwoordigers, aaa<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid den Hr. Prince<br />
Erfftadhouder, in een zeer vriendelykenBrief,<br />
van dit hun voorneemen geliefden kennis te<br />
geeven; en, indien 'er, onverhoopt, door<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid Gemeenslieden<br />
uit de Burgery mogten aasgefteld worden, tegen<br />
derzelver beëediging te protefteeren, en<br />
aan dezelven althans geene Zitting te verleenen<br />
in Hun Edele Eerzaame Vergaadering. Zy<br />
ftonden in voor alle gevolgen, hinder en fchade,<br />
die uit deeze of andere zaaken, ten hunnen<br />
nutte aangewend, mogten voortvloeijen,<br />
beloovende alle trouwe hulpe en byftand, die<br />
een Burgery aan zyne braave Vertegenwoordigers<br />
kon en moest verleenen (*).<br />
Tot hiertoe was 'er niets gevolgd op het<br />
verzoek der Gezwoorene Gemeente, by den<br />
Brief van den 15 July des voorigen Jaars aan<br />
den<br />
O Siiltwi Neder!, Jaarb. February 1786, bladz, no.<br />
1736.<br />
De Gezw.<br />
Gemeente<br />
zendt eene<br />
Commisfie<br />
aan den<br />
Prins op *j<br />
LOQ.
Sene tweede<br />
Schepens en<br />
Raadsplaats<br />
opengevallen.<br />
Op verzoek<br />
der Burgery<br />
ilelt de Gezwoorene<br />
Gemeente<br />
eenen Magiftraat<br />
ad<br />
interim aan.<br />
176 BEKNOPTE HISTORIE nu*<br />
den Prins Erfftadhouder gedaan om de Sdie*<br />
pens-Plaats te vervullen; waarom Hun Edele<br />
Eerzaame den 1 February eene Commisfie aan<br />
Zyne Hoogheid, thans op het Loo zynde,<br />
zonden, om op eene fpoedige voldoening van<br />
dat verzoek aan te dringen; aan welke Commisfie<br />
de Hr. Stadhouder mondelyk verklaarde 3<br />
dat niet alleen alle moogelyken fpoed zoude<br />
,, maaken om de openftaande Schepens- en<br />
,, Raads-Plaats te vervullen, maar ook zoda-<br />
„ nig bevoegden Perfoon te zullen verkiezen,<br />
„ die aan de Burgery aangenaam was, en dat<br />
„ altyd zou trachten, zoowel aan de Burgerv<br />
,, van Hattem, ais aan die van andere Steden<br />
genoegen te geeven (*)."<br />
Terwyl men met ongeduld op de vervulling<br />
deezer toezegging wagtte, viel 'er op den 2<br />
May eene tweede Schepens en Raadsplaats<br />
open door 't Overlyden van den Heer R. A.<br />
VAN WYNEN; waarom de Gezwoorene Gemeente<br />
zich by Requeste by de Heeren Staaten<br />
der Provintie vervoegden , met verzoek om<br />
den Heere Stadhouder tot de vervulling der<br />
openftaande Posten te beweegen.<br />
Op den dag te vooren, den t May, waren<br />
alle de Leden van den Magiftraat uit de Stad<br />
gegaan, zonder dat men den tyd hunner terugkomst<br />
wist; om welke reden de vergaaderde<br />
(*) Nieuwe Nederl. Jaarb. Aug. 1785. b!adz 765.<br />
(f) Ibid. Augustus j^Sö. bladz. 76O.<br />
Bur-
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 177<br />
Burgers zich door hunne Gecommitteerden ,*<br />
tot de Gezwoorene Gemeente vervoegden, en<br />
aan dezelve te kennen gaven, dat alle de Le<br />
den van den Magiftraat dien morgen uitdeStad<br />
vertrokken waren , dezelve Regeeringloos ge-<br />
laaten hadden, en dus het beltuur der Juftitie<br />
en het beftier der Stad op Gods genade lieten<br />
dry ven ; en dat op een tyd en dag als deeze,<br />
waarop, wegens het verhuizen als anders, dik*<br />
wyls Arresten ,en andere gerechtelyke zaaken<br />
konden voorvallen; weshalven zy inftantelyk<br />
verzochten, dat de Gezwoorene Gemeente,<br />
als hunne getrouwe, en thans eenige, Verte<br />
genwoordigers, eenen Magiftraat en Raad ai<br />
interim geliefden aan te ftellen, en tot gerief<br />
der Burgery en Ingezeetenen, en tot algemeen<br />
welzyn, uit Hun Ed. en Eerz. midden twee<br />
Prefident Burgemeesteren en Schepenen, die<br />
teffens Raaden zouden zyn, te verkiezen ,om»<br />
geduurende de afweezigheid des Magiftraats,<br />
derzelver plaatfen te bekleeden, en Recht en<br />
Gerechtigheid te oefenen, met al zulke magt<br />
en gezag, als den gewoonen Magiftraat en<br />
Raad toekwam; en dat hier van by Publicatie<br />
aan de Burgery zou kennis gegeeven worden»<br />
Dit verzoek der Burgery werd toegeftaan , en<br />
overeenkomftig hetzelve door Gezwoorene Ge<br />
meente beflooten en gehandeld.<br />
Zes dagen daarna, op den 7 May keerden<br />
de Burgers zich wederom met een Adres tot de<br />
Gezwoorene Gemeente ; bedankte dezelve voor<br />
M hun-<br />
1786*'*<br />
AJrcs der<br />
Bujgery aWf<br />
de Gezw.<br />
Gemeente,<br />
om liui*
1786. 1<br />
wetiig<br />
ltcclit uit te<br />
oefenen enz.<br />
l?8 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
hunne trouwe en hartelyke verkleefdheid aara<br />
hunne dierbaare belangen, op den eerften dag<br />
dier maand betoond; en gaven te kennen, dat<br />
de Magiftraat zich fcheen toe te leggen, om<br />
niet alleen met de magt, hun door de Burgery<br />
verleend, maar ook door een gedeelte van 't<br />
Gezag aan de Gezwoorene Gemeente wettig<br />
toekoomende , het herftel der Rechten deezer<br />
Stad, zoo niet ondoenlyk te maaken, ten minfte<br />
zoo veel mogelyk te verhinderen; zelfs<br />
fchroomde de Burgery niet zich te verklaaren,<br />
dat zy niet tWyfelde, of fommige Heeren van<br />
de Magiftraat, die zich nu en dan reeds vry<br />
fterk ten nadeele van hun ondernoomen herftel<br />
en de yverigfte Voorftanders hadden uitgelaaten,<br />
zouden alle moeite aanwenden om een<br />
vast Guarnizoen in de Stad te brengen; ten<br />
einde de billyke Volkflem , even als te Amersfoort,<br />
zoo moogelyk te fmooren, en de Burgery te doen<br />
zuchten onder een yzeren Jok van Militaire overheerfching<br />
, en te brengen tot den ftaat van<br />
hunne ongelukkige Arnhemfche Landgenooten.<br />
— Uat het Gode behaagd hadt, hunne twee<br />
beste Volksvrienden hun te ontrukken, en nu<br />
flechts drie Heeren van den Magiftraat met hunne<br />
huishouding geftadig tegenwoordig waren,<br />
en gevolglyk de Stad woest, zonder orde, Juftitie<br />
en Politie moest blyven, zoo lang de ledige<br />
Plaatfen open ftonden; dewyl drie Heeren,<br />
al waren ze allen tegenwoordig, geen wettig<br />
Befluit konden neemen. >~ Dat ds Hr. Erfftad><br />
hou.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 17$<br />
houder, hoewel bezwooren hebbende hunne<br />
Voorrechten en Rechten te zullenhandhaaven,<br />
evenwel eene openRaande Plaats in den Raad<br />
meer dan 9 Maanden durfde openlaaten, tegen<br />
de letter van deezer Stads-Reglementen van<br />
1705., 1708., en 171Ï., die zeggen, dat eene<br />
openvallende Plaats in de Magiftraat binnen vier<br />
of zes weeken moet vervuld worden / — en dat het<br />
thans hoog tyd was, dat de Gezwoorene Ge<br />
meente, even als die van Zutphen en Arnhem,<br />
toonde, een Collegie van Regeering te zyn,<br />
geheel onafhangelyk van den MagiRraat, en<br />
naamens de Burgery met evengelyke magt als<br />
de MagiRraat bekleed, uitgezonderd het be-<br />
ftier der Juftitie en Politie ; welk laatfte wilde<br />
zeggen , het dagelyks beftier der Stad omtrent<br />
geringe zaaken.<br />
Alle welke zaaken de Burgery zich verplicht<br />
achtte Hun Ed. en Eerzaame onder het oog te<br />
brengen, en te verzoeken : „ Dat Hun Wel<br />
Ed. en Eerzaame alle gepaste middelen gelief<br />
den in 't werk te ftellen, en zoo moogelyk te<br />
bewerken, dat de twee openftaande Plaatfen<br />
in de Magiftraat ten eerften vervuld wierden<br />
met Perfoonen der Burgery aangenaam, en uit<br />
de gegoedfte, vroedfte, en rekkelykfte der be-*<br />
voegde Burgers. — Dat Hun Ed. en Eerzaame<br />
zich ten eerften vervoegden aan den Wel Ed.<br />
en Achtbaare Magiftraat, en verklaarden, d3t<br />
zy, als tweede Lid van Regeering ftaande hiel<br />
den, dat aan Hun de helft in alle zaaken van<br />
M 2 Re-<br />
1786.
1786.<br />
a-fio BEKNOPTE HISTORIE fixrf<br />
Regeering toekwam, uitgezonderd het bellier<br />
der Jufütie en Politie; en dat de Gezwoorene<br />
Gemeente by provifie protefteerde en voor<br />
nul verklaarde al het geen de Magiftraat, ia<br />
zaaken de Gezwoorene Gemeente mede betreffende,<br />
buiten dezelve mogte befluiten, of<br />
goedvinden in 't werk te ftellen ; met voorbe.<br />
houding van al 't geen aan de Gezwoorene<br />
Gemeente tot handhuaving van haar wettig<br />
Recht dienftig en oorbaar zou voorkoomen: —<br />
Dat mede geliefden te befluiten, en aan de<br />
Magiftraat kennis te geeven, dat de Gezwoorene<br />
Gemeente op verzoek der Burgery, verklaarde,<br />
niette kunnen lyden,dat 'er, zonder<br />
haare byzondere toeftemming, Krygsvolk binnen<br />
koome, onder wat voorwendzel het ook<br />
zy; maar dat de Burgery alle poogingen om<br />
de Stad met Krygsvolk te beleggen , zou moeten<br />
houden voor een daad van openbaar geweld ,<br />
baar door byzondere Perfoonen aangedaan ,<br />
die daar door zouden vervallen in de misdaad<br />
van verraad en gekwetfte Majefteit;alzoo geen<br />
Krygsvolk mag worden ingenoomen of aangebragt,<br />
zonder byzondere toeftemming van de<br />
Magiftraat en Gezwoorene Gemeente (*). Alle<br />
welke zaaken de Gezwoorene Gemeente aan<br />
den Magiftraat heeft voorgehouden in een nadrukkelyk<br />
Adres,waar van ik ftraks naderfpreeken<br />
zal. i<br />
(•) Nitvwt NediïU Jearh May 1786, bladz. 436—440»,<br />
Daar;
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. iSr<br />
Daar nu de weg tot herftel van hunne be.<br />
zwaaren by de Staaten te zoeken , door de bo.<br />
vengemelde Publicatie tegen de Requesten,<br />
hun ten eenemaal was afgefneeden, zoo ver<br />
voegden de Burgery en Gemeente zich weder<br />
om tot den Prins Erffladhouder met eenen<br />
Brief van den 13 Juny ; waar in zy na het<br />
voorflellen van den beklaaglyken ftaat der Stad<br />
Hattem, als door 't Overlyden van twee, en<br />
de geduurige afweezigheid van drie, Leden<br />
van den Magiftraat, byna geheel van Regen<br />
ten beroofd was, en in gevaar van aan geheele<br />
verwarring en Regeeringloosheid bloot gefteld<br />
te worden, Zyne Hoogheid voor 't laatfte aan<br />
maanden, om hoe eer hoe beter, ten minften<br />
voor den afloop van die Maand, aan de be<br />
geerte der Burgery en Gezwoorene Gemeente<br />
te voldoen, en de openftaande Raadsplaatfen<br />
te vervullen; met verklaaring, dat zy anders<br />
zich genoodzaakt zouden vinden, om tervoor-<br />
kooming van eene geheele Regeeringloosheid,<br />
en om niet langer het beftier der Stad door<br />
zulk een klein getal Perfoonen te laaten uitoe<br />
fenen , alle zodanige middelen te beproeven en<br />
in 't werk te ftellen, die de Wetten deezer<br />
Provintie en der' Stad Hattem zouden aan de<br />
hand geeven.<br />
Met opzigt tot de, boven meermaal gemel<br />
de, Publicatie der Staaten, waardoor byna al<br />
het requeftreeren van Burgers en Ingezeetenen<br />
omtrent Lands en Stads zaaken, op ftraffe van<br />
M 3 cri-<br />
1=780".<br />
Biief der<br />
Burgers siau<br />
den Stadhouder.<br />
De Cezw.<br />
Gemeente<br />
verklaart het<br />
geen de Alayiftiaatverricht<br />
heeft
178(5.<br />
vóór informeel<br />
, nul,<br />
en van onwaarde.<br />
Nadrukte,<br />
lyk Adres<br />
der Gezw.<br />
.Geineeiue<br />
nnn den<br />
Magiftraat<br />
i..'g:ievcrd.<br />
r.8a BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
crimineele vervolging verbooden was; namen<br />
de Gezwoorene Gemeenten op den 24 Juny<br />
een Beftuit, aangezien de Heeren van de MagiRraat<br />
maar drie Leden fterk waren, die de<br />
voorfz. Publicatie hadden doen afkondigen,<br />
en daar het ten duidelykRe zigtbaar was, dat<br />
dezelve regelregt inliep tegen de Rechten van<br />
een vry Volk; Hun ongenoegen voor den Magiftraat<br />
open te leggen, en het geen door dezelven<br />
verricht is in deezen, voor informeel ,<br />
kragteloos, nul cn van onwaarde te houden (*).<br />
Ingevolge de Verzoeken, te meermaalen,<br />
en byzonderlyk op den 7 of 8 May, hier voor<br />
gemeld, door de Burgery aan de Gezwoorene<br />
Gemeente gedaan , leverde dit Collegie een<br />
zeer nadrukkelyk Adres in by den Magiftraat,<br />
waar uit ik niet kan nalaaten eenige trekken by<br />
te brengen, ten einde aan de Nakoomelingfchap<br />
gelegenheid te geeven om te oordeelen<br />
of de moedige Burgers van Hattem hunne<br />
Rechten bondig betoogd, dan of zy ongelyk<br />
gehad, hebben.<br />
De Gezwoorene Gemeente betuigt aan den<br />
Wel Ed. en Achtbaaren Magiftraat, zich verpligt<br />
te rekenen, om te kennen te geeven,<br />
dat het 'er verre van daan was, dat zy meer<br />
gezag zouden begeeren, dan Hun Eerzaamen<br />
wettig toekwam; maar ook om te vraagen:<br />
Waar is Ons Gezag, dat Ons van ouds wettig<br />
toekomt? Zoo 'er zaaken zyn, waar in het recht<br />
Q) Nieuwe Neder!. Jaarb. Juny 1786. bladz. 5S3,<br />
der
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 183<br />
der Gemeente erkend wordt, moeten wy ons I78
184 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Ed. en Achtbaare Heeren, niet fchroomen te<br />
verklaaren; dat het der Gezwoorene Gemeente —<br />
in haare ziele fmert, te moeten verneemen, dat een<br />
vry Volk, dat zich ten koste van zyn bloed van<br />
het Spaanfche Tyrannifche juk ontdaan heeft, door<br />
hunne Vertegenwoordigers, die het Gezag niet anders<br />
dan uit naam en van wegen hun uitoefenen ,<br />
een bal in den mond -geflopt en Jlom gemaakt wor~<br />
den, om daar doof hunne Klaag- en Smeekjlem,<br />
omtrent gewigtige zaaken te fmooren. — Wy doelen<br />
op het Arrcfteeren by de Landfchap van de<br />
beruchte Publicatie, alhier den 28 May gepubliceerdj<br />
en by welke in 't vervolg niets minder<br />
dan crimineele vervolging bedreigd wordt<br />
tegen zodanige Verzoekers, als de Tekenaars<br />
der Nationaale Requesten, zoo op die, als op<br />
eenige voorige Vergaadering geprefenteerd,<br />
en waar by NB. een generaale Amnestie voor<br />
al het misdaadige, daar door reeds gepleegd,<br />
werd aangekondigd.<br />
Hoe kan het moogelyk zyn (dus vervolgen<br />
zy) dat zulke billyke verzoeken, als onder<br />
anderen, dat, tot redres en revideering van een<br />
Regeerings - Reglement, dat zoo zeer tegen onze<br />
Conftitutie aandruifchende verklaard werd, als<br />
misdaadig wordt befchouwd; indien daar in een<br />
misdaad geleegen is; zoo rekent de Gezwoorene<br />
Gemeente het zich eene eere, te verklaaren<br />
, dat zy dan Misdaadigers willen zyn en<br />
blyven; want alhoewel bezwooren hebbende,<br />
dat voorfz. Reglement te zullen naleeven, zoo<br />
oor*
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 185<br />
oordeelt de Gemeente, het haar echter volkoomen<br />
vry te ftaan, zonder krenking van dien<br />
Eed, hunne gedachten nopens de tegenftrydigheid<br />
in het zelve te moogen uiten; en vertrouwen,<br />
daar zy het tweede Lid deezer Stads<br />
Regeering uitmaaken, zy nimmer in dat aanzien<br />
kunnen koomen van Minderjaarige, fchamele,<br />
en bedeelde Perfoonen.<br />
Dan aangemerkt hebbende, dat de verpligting<br />
tot flipte onderhouding van 't Reglement<br />
van 1750. even fterk is aan de zyde des Stadhouders,<br />
als van die der Ingezeetenen, als van<br />
wederzyde bezwooren zynde; zoo toonen zy<br />
in verfcheidene (tukken hoe hetzelve, van de<br />
zyde des Stadhouders van tyd tot tyd overtreeden<br />
was; dit alles vraagswyze voorftellende,<br />
vraagen zy eindelyk. ,, Daar dit alles, Wel<br />
Ed. Achtbaare, door niemand kan ontkend worden<br />
waar te zyn , hoe is 't dan moogelyk, dat de<br />
Teekenaars van Nationaale Requesten, als Mis.<br />
daadigers kunnen befchouwd worden, Pardon ontvangen<br />
, en verder bedreigd worden met crimineele<br />
proceduuren?" Daar nu mede door de Burgers ea<br />
Ingezeetenen deezer Stad, het zelfde verzoek<br />
gedaan was, zoo vondt de Gezwoorene Gemeente,<br />
zich in de volftrekte verplichting,<br />
zich deeze zaak aan te trekken en Heilig te<br />
verklaaren : ,, Dat zy deeze Publicatie hield als<br />
een diretl Attentaat op de natuurlyke en Confiitutioneele<br />
Rechten tn Voorrechten der Burgery, en<br />
v a n<br />
M 5<br />
1786.
1736.<br />
Kader Befluit<br />
der<br />
Burgery om<br />
de openftaandeRaadsplaatfen<br />
te vervullen.<br />
186 BEKNOPTE HPSTORIE DER<br />
van dien aart, dat dezelve noodwendig de ernjligfie<br />
gevolgen moest na zich Jleepen." Voords op alles<br />
aandringende, wat de Burgery, in haar Verzoekfchrift<br />
aan de Gezwoorene Gemeente,<br />
van dezelve begeerd hadt (*).<br />
Ondertusfchen was de maand, binnen welker<br />
afloop de Burgery aan den Hr. Stadhouder verklaard<br />
hadt te verwagten, dat de twee Raads-<br />
Plaatfen zouden vervuld worden, reeds geheel,<br />
en de volgende meer dan half verloopcn,zonder<br />
dat de openftaande Plaatfen vervuld waren; waarom<br />
de Gecommitteerden der Burgery,indezaake,<br />
de twee openftaande Schepens-Plaatfen betreffende,<br />
de gantfche Burgery,op den 17 July<br />
by een riepen om van hunne verrichtingen Raport<br />
te doen ; by welke gelegenheid de vergaaderde<br />
Burgers beflooten en vast fielden: „Dat,<br />
aangezien uit het Rapport van Gecommitteerden<br />
gebleeken was, dat de Hr. Erfftadhouder kon<br />
goedvinden de twee Vacaturen in de Magiftraat,<br />
niet tegenftaande alle inftantiën van Gemeente<br />
en Burgery, tot dien tyd toe onvervuld<br />
te laaten, en met zynen duurbezwoorenEed,<br />
het welzyn der Stad, en hunne Voorrechten, als<br />
een Souvrain Oppervorst, te handelen naar zyn<br />
wil en welgevallen, de Burgery andermaal zou<br />
vergaaderen over 14 dagen, en als dan eindelyk<br />
befluiten , welke meest Conftitutioneele<br />
mid-<br />
{") Dit Adres, welk in zyn geheel, verdient geleezen te<br />
woiden, is te vinden in de flituwe Nedtrl. Jaarb. Ju!p<br />
??8ö, bladz. 500—597,
ONLUSTEN m HET VADERLAND. 187<br />
middelen zouden moeten in 't werk gefield<br />
worden, om de twee openftaande Plaatfen in<br />
de Magiftraat te vervullen (*)".<br />
Eindelyk kwam 'er tyding in, dat de Prins<br />
Erfftadhouder eene der openftaande Schepensen<br />
Raads-Plaatfen vervuld hadt met den Perfoon<br />
van ALEERTÜS D I N c K G R E V E , die tot<br />
hier toe onder des Prinfen Lyfwagten (Garde<br />
du Corps genaamd) gediend hadt. Hier over<br />
waren de Burgers zeer misnoegd en verontwaardigd;<br />
te meer als zy zich herinnerden,<br />
dat Zyne Hoogheid nog onlangs aan hunne<br />
Commisfie op het Loo beloofd hadt, de openftaande<br />
Plaats te zullen vervullen met zodanig<br />
bevoegd Perlbon, die der Burgery aangenaam<br />
was; daar zy deezen Perfoon geenzins hielden<br />
voor een van de gegoedften en vroedften der<br />
Ingezeetenen , zoo als de Reglementen en<br />
Voorrechten vorderden; dewyl zy niet konden<br />
onderftellen, dat een Perfoon , die zynen tyd<br />
in Krygsdienst hadt moeten doorbrengen, eene<br />
genoegzaame kennis van Stads Rechten- en<br />
Regeeringszaaken kon hebben. Hierom vonden<br />
zy ook goed, op den 7 Augustus, om den<br />
Perfoon van ALBERTUS DINCKGREVE onbevoegd<br />
te verklaaren tot het bekleeden van<br />
dien aanzienlyken Post van Regeering in hunne<br />
Stad, en gevolglyk, die gedaane aanfteliing<br />
voor nul en van onwaarde te houden: En de<br />
Magiftraat en Gezwoorene Gemeente te verzoe-<br />
(*) NUtiwe Stierf. Jaarb July ijff& bkdz. 59S.<br />
1786.<br />
Een Garde<br />
du Corps,<br />
tot Schepnt<br />
aangeftetd,<br />
wordt door<br />
de Burgery<br />
geweigerd.;
1786".<br />
De Stad in<br />
Iteat van<br />
verdeediging<br />
gefield.<br />
188 B E K N O P T E H I S T O R I E DER<br />
zoeken , om eene Commisfie uit haar midden<br />
te benoemen, die met eene Commisfie uit de<br />
Burgery zou onderzoeken: „ Welke Conftitu-<br />
„ tioneele middelen en wegen, dienden in 't<br />
„ werk gefteld, cm de twee openftaande Plaat-<br />
fen, in de Magiftraat, met bevoegde Per-<br />
„ foonen vervuld te krygen." Ingevolge van<br />
dit Befluit der Burgery werd de beëediging van<br />
den Hr. DINCKGREVE, om welke te doen<br />
de Hoofdfchout, Jonkheer BENTTNCK, den<br />
volgenden dag in de Stad kwam, tegen gehou<br />
den. De andere Raadsplaats , welke Zyne<br />
Hoogheid aan den Burger-Vaandrig MEY-<br />
LINCK hadt opgedraagen , bleef ook open<br />
ftaan, dewyl die Heer daar voor bedankte (*><br />
Na zodanige fterke flappen, als waren het<br />
weigeren van de Publicatie der Staaten te eer<br />
biedigen, en de aanfteliing van den Schepen<br />
en Raad, door den Prins Stadhouder gedaan,<br />
voor bevoegd en wettig te erkennen, verwagt-<br />
te de Burgery van Haitem, dat 'er Krygsvolk<br />
naa de Stad zoude gezonden worden, om bei<br />
den met den gewapenden Arm door te dringen<br />
en ftaande te houden; waarom zy zich in ftaat<br />
van tegenweer zochten te ftellen, en de noo-<br />
dige toebereidfelen daar toe maakten. Tot dat<br />
einde tradt de Krygsraad in onderhandeling<br />
rpet eene aanzienlyke Commisfie van eenige<br />
Genootschappen in de nabuurfchap, benevens<br />
{*) Nieuwe tifdtrl. Jtati. 17S6, biadü, -67,<br />
de
ONLUSTEN IN HET VADERLAND, i&p<br />
de Elburger Schuttery en een kundig Ingenieur,<br />
over een Ontwerp van verdeediging en fchikkingen<br />
tot onderlingen byftand; de Krygsraad<br />
vervoegde zich tot den Magiftraat om het noodige<br />
in orde te doen brengen; doch Hun Ed.<br />
Achtbaare weigerden daar over te beraadflaagen;<br />
maar de Gezwoorene Gemeente bewilligde<br />
daar in; en ingevolge daar van begon eene<br />
behoorlyke Burgerwacht dagelyks op te trekken,<br />
en aan de Poorten werden Schildwachten<br />
uitgezet; daar werd een nieuwe Wal opgeworpen;<br />
in een byliggend Meertje werd een<br />
Dam gelegd , gelyk ook in het loopend Riviertje<br />
de Strenk: Ook werden 'er rondgaande<br />
Brieven om hulp van Manfchap aan de Gewapende<br />
Genootfchappen en Vry-Corps der andere<br />
Provintiën gezonden, en van dezelven<br />
kwamen van tyd tot tyd verfcheidene Benden<br />
derwaards ; voornaamelyk na dat bekend geworden<br />
was , dat verfcheidene Regimenten<br />
Krygsvolk te Nymegen en Arnhem in Bezetting<br />
zynde, orders hadden om op te trekken. Ondertusfchen<br />
werden veel Krygsbehoeften van<br />
Jmfterdcim en elders derwaards gevoerd; en de<br />
Krygsraad werd des Avonds van den 28 Augustus<br />
door Raad en Gemeente gemagtigd:<br />
j,, Om de noodige Toebereidfelen te maalftn<br />
„ tot tegenftand, en alle Krygsgeweld te kee-<br />
„ ren ; gelyk ook om het aanrukkende Krygs<br />
„volk te verbieden, het Grondgebied der<br />
J } Stad te fchenden, en te verklaaren, dat zy,<br />
» die<br />
178Ö*
J786.<br />
De Gezw.<br />
•Gemeente<br />
fchryven<br />
twee Brieven<br />
aan de<br />
Staaten.<br />
ïpo BEKNOPTE HISTORIE DEJI<br />
„ dit doende, als Vjanden zouden befchouwd<br />
,, en behandeld worden." Zoo haast als 'er<br />
tyding kwam van daadelyken aanmarseh van<br />
Krygsvolk, werd 'er alarm geflaagen, en alle<br />
Manfchap kwam onder de Wapenen, elk op<br />
zynen aangeweezen Post, en de Conflapels<br />
werden by het Gefchut geplaatst.<br />
Onder alle deeze Toebereidfelen fchreef de<br />
Gezwoorene Gemeente twee Brieven, beiden<br />
van den 30 Augustus, aan de Staaten van Cel.<br />
derland, ten einde het nitvoeren van geweldige<br />
maatregelen aan wederzyden, ware het moogelyk,<br />
nog voor te koomen: In den eerften<br />
gaven zy kennis, dat de Hr. Stadhouder de<br />
bekende openftaande Plaatfen in den Magiftraat<br />
hadt zoeken te vervullen met twee Perfoonen,<br />
waar van de eene bedankt hadt, en de ander,<br />
zynde den Perfoon van den Garde du Corps,<br />
ALBERTÜS DINCKGREVE, die der Burgery<br />
gantsch onaangenaam was, en geheel ongefchikt<br />
en onbevoegd tot Raad der Stad, als<br />
een Perfoon , in welken, door zynen Militairenftand<br />
van Lyfwacht, volftrekt niet kon<br />
onderfteld worden, in ftaat geweest te zyn om<br />
die kundigheden, en ervaarendheid in de tegenwoordige<br />
hachlyke omftaudigheden in een<br />
Regent noodig, te verkrygen; hoedanigheden,<br />
dte Hun Fd. Moogende zelve in de Publicatie,<br />
onlangs gedaan, in Eurgers en Ingezeetenen<br />
eischten,die zich met'sLands zaaken bemoeiden.<br />
Waarom zy, behoudens de Rechten en<br />
Voor»
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 101<br />
Voorrechten der Burgers, inftantelyk verzochten,<br />
dat de Hr. Stadhouder door Hun Ed. Moogende<br />
mogt worden gelast, om binnen den tyd<br />
van veertien dagen, zodanige Perfoonen en<br />
Leden der Burgery tot Schepenen aan te ftellen,<br />
welke aan dezelve aangenaam, en naar<br />
'sLands en Stads Rechten en Voorrechten volkoomen<br />
bevoegd waren , en onder de gegoed,<br />
fte, beste en vroedfte konden gerekend worden.<br />
De andere Brief was ingericht, om te kennen<br />
te geeven , dat de Gezwoorene Gemeente<br />
in 't zekere onderricht was, dat eenige Troupen<br />
Krygsvolk reeds order hadden , of Ronden<br />
te krygen, om uit Doesburg, Zutphen, of elders<br />
naa de Stad Hattem te trekken, om de<br />
rust en veiligheid in de Stad te bezorgen en de<br />
Juftitie te handhaaven; maar dat zulks onnoo*dig<br />
was, om dat aldaar geen de minfte wanorde<br />
bevonden werd; en dat de Gezwoorene Gemeente<br />
en Burgery zich daar door grootelyks<br />
verkort en verhinderd zouden zien , in het<br />
herftellen hunner oude en verdonkerde Rechten<br />
en Voorrechten. Waarom zy verzochten<br />
en aandrongen, dat Hun Ed. Moogende<br />
tot dien allergewigtigften en bedenkelykften<br />
ftap nimmer geliefden over te gaan, of daar<br />
toe te befluiten ; maar liever zorge te dra3gen,<br />
dat buiten goedvinden van de Gezwoorene Gemeente<br />
en Burgery, en buiten derzelver verzoek,<br />
geene Militie derwaards gezonden wierde,
1786.<br />
Befluit der<br />
Staaten om<br />
Krygsvolk<br />
naa Halton<br />
en Elburg<br />
te doen<br />
VieKken.<br />
192 BEKNOPTE HISTORIE DÏK<br />
de, het zy om Guarnizoen te houden, of ar><br />
derzins; met verklaaring, dat, in tegengefteM<br />
geval, zy zich daar tegen zouden verzetten,<br />
en van die middelen bedienen, welke God en<br />
de Natuur hun gefchonken hadt, tot afweering<br />
en fluiting van die onheilen , welke geheel<br />
Nederland en byzonder die Provintie, fcheenen<br />
te bedreigen; laatende de droevige gevolgen<br />
daar van voor rekening der bewerkers (*).<br />
Deeze Brieven vonden geen ingang by de<br />
Staaten; maar fcheenen veelêer gediend te<br />
hebben om de uitvoering der voorgenoomene<br />
ftrenge maatregelen te verhaasten ; want op<br />
den volgenden dag, den 31 Augustus vonden<br />
Hun Ed. Moogende goed, dat, in de eerde<br />
plaats, Zyne Hoogheid als Kapitein Generaal<br />
dier Provintie zou verzogt worden om, zoo<br />
fpoedig moogelyk, een bekwaam getal Krygs•<br />
volk, met al het noodige voorzien, onder het<br />
beleid en bevel van een bekwaam Officier naa<br />
de Steden Hattem en Elburg te zenden, om aldaar<br />
Guarnizoen te houden en tot nader order<br />
te blyven, met last aan den Bevelhebbenden<br />
Officier, om, des noods, indien onverhoopt<br />
eenigen tegenfland mogt ontmoeten, geweld<br />
met geweld te keeren (f). Die Befluit werd<br />
ten zelfden dage aan den Kapitein Generaalgezonden<br />
, met eenen korten Brief, waar in<br />
(*) Nieuwe Nederl. 'faarb. Aug. 17S6.bla.l2, 768-775»<br />
(t; ll'ti. Augintus rSS. blad*;. 7yj,
ONLUSTEN iv «ET VADERLAND, iój<br />
Zyne Hoogheid verzocht en aangefchreeven<br />
werd, om zoo fpoedig doenlyk.aan den inhoud<br />
van dat Befluit te voldoen (*). Ook fcbreeven<br />
de Staaten eenen Brief van gelyken inhoud aafl<br />
de Regenten der Steden Hattem en Liturg, op<br />
dien zelfden dag van 31 Augustus, waar in zy<br />
aan dezelve kennis gaven van dit genomene<br />
Befluit; met aanbeveeling en last, om niet alleen<br />
tot het inneemen en plaatfen van gemelde<br />
Troupen , alle moogelyke gemakkelykheid toé<br />
te brengen; maar ook om de Burgers en Ingezeetenen<br />
tot rust en vrede te vermaanen , tn<br />
zich tegen de orders 3er Straten niet verder te<br />
verzetten (f).<br />
Aan deeze emftige aanöaaning gaven de Re<br />
Weïgerïi<br />
d-r 'i\td<br />
genten van Hattem geen gehoor; maar fehreeven<br />
op den 1 September nog eeuen Brief aart<br />
de Staaten, waar by zy te kennen gaven ,geene<br />
Inkwartiering in deeze tydsomRandigheden te<br />
kunnen toelaaten, voorneemens waren geweld<br />
met geweld te keeren, en daarom Hun Ed.<br />
Moogende op het dringendfte verzochten , ten<br />
einde de droevige gevolgen daar van voor te<br />
koomen, dat Hoogstdezeiven, indien ordersdaartoe<br />
mogten gegeeven hebben , dezelven<br />
daadelyk geliefden in te trekken, en de Troupen<br />
te gelasten om halte te houden en de Stad<br />
niet te naderen (§_). Het<br />
(*) Nieuw: Nederl. Jaarb. Augustus tjZCr. KadZ. ?$»<br />
(J) Ibid. Augustus 1786. bladz. 704.<br />
(^) lb\d. September bladz, «7j.<br />
N<br />
178*
ï94 BEKNOPTE HISTORIE DIR'<br />
Het gerucht hier van vloog fpoedig door hefi<br />
Ve-zock.<br />
fchiifien aan gantfche Land, en maakte eene groote bewee-<br />
de Srarucn ging in verfcheidene Provintiên en Steden;<br />
van Hollend.<br />
byzonderlyk in de Provintie van Holland, waar,<br />
in verfcheidene Steden, door veele Burgers,,<br />
zoo gewapende als ongewapende, en verfcheidene<br />
Genootschappen Verzoekfchriften aan de<br />
Staaten dier Provintie werden ingeleverd, omte<br />
verzoeken, dat 'er geen Krygsvolk ter be»<br />
taaling van Holland flaande, naa eenige Steden<br />
gezonden wierden om derzelver Burgers en Ingezeetenen<br />
, in 't handhaaven van hunne Rechten<br />
en Voorrechten te hinderen. In Amjlerdam<br />
hadt men zoo ras in de Nieuwspapieren niet<br />
geleezen, dar 'er Krygsvolk naa Hattem en<br />
Elburg in aantogt was, of zou gezonden worden<br />
, of daar werd een Verzoekfchrift daar tegen,<br />
op twee plaatfen, tot Teekening gelegd,<br />
fpoedig door 500 Burgers onderteekend, en<br />
den volgenden morgen met het openen van de<br />
Poort naa 's Hage gezonden (*); waar by naderhand<br />
nog twee Verzoekfchriften kwamen ,<br />
door nog grooter getal van Burgers en Ingezeetenen<br />
onderteekend. Deeze Verzoekfchriften<br />
hadden het gewcnschte gevolg. Aanflond3<br />
werd by Hun Ed. Groot Moogende beflooten,<br />
om geen Krygsvolk, ter betaaling van Holland<br />
ttaande, ergens, waar 't ook zy, tegen Burgers<br />
:e gebruiken, van dit Befluit kennis te geeven<br />
aan<br />
(*) Nieuwe Nided, 'jaarb. Augustus bla d; 823, '
ONLUSTEN IN H Ï T VADERLAND. 195*<br />
aan Zyne Hoogheid ten einde en met last om<br />
geene Patenten uit te geeven ; en aan de Bevelhebbers<br />
der Regimenten te gebieden, op<br />
geene orders van die natuur acht te geeven en<br />
eenige Troupen te doen optrekken, op RrafFe<br />
van bet hoogfte ongenoegen van Hun Ed. Gr.<br />
Moogende en oogenblikkelyke berooving van<br />
hunne Soldyen (*).<br />
Een verzoek van gelyken aart, als in de gemeide<br />
Requesten vervat was, deeden de Burgers<br />
van Hattem, aan de Staaten van Overysfe!<br />
in eenen Brief van den 2 September, waar in<br />
zy te kennen gaven, dat ze met een geweldig<br />
Befluit van hunne Heeren Staaten van Gelderland<br />
bedreigd werden, en daarom Hun Ed.<br />
Moogende eerbiedig en inftantelyk verzochten,<br />
om het daar heenen te willen bellieren, dat<br />
'er geene Troupen ter betaaling van Overysfel<br />
ftaande , tegen hunne Stad gebruikt wierden (f).<br />
Eindelyk deeden die zelfde Burgers nog eene<br />
laatfte pooging om 't optrekken der Troupen<br />
tegen die Stad voor te koomen, by gelegenheid<br />
van 't opligten van eenen Officier : Zy<br />
hadden naamelyk den Kapitein S P E N G L E R ,<br />
den Zoon van den Generaal S P E N G L E R , aan<br />
wien het Bevel over de Troupen tegen Hottem<br />
beftemd, was opgedraagen, op zyne Buitenplaats,<br />
niet verre van de Stad geleegen, opge-<br />
' (*) Nieuwe Neder!. Jaarb Augustus 1786. blad?. SJJ,<br />
.(f; li/id, S'.pie;ube.t 17IJÓ. bladz. 977, •<br />
N a '<br />
hgt,<br />
Verzoet; Set<br />
Borgerjr var»<br />
llaftem aan<br />
de Staatun<br />
van Oyirys*<br />
M<br />
T.antfle pooi<br />
ging der<br />
liurgers varr<br />
Hattem om<br />
geweld voor<br />
t: hoornen*
196 BEKNOPTE HISTORIE DES<br />
J?86, ligt, als by hen verdacht zynde van een Spion<br />
te weezen, om dat zy eenen Brief, van zyrjen<br />
Vader aan hem, onderfchept hadden. Doch by<br />
nader onderzoek bevonden zy, dat die Brief,<br />
hoewel zonder naamtekening , geen grond van<br />
kwaad vermoeden opleverde; waarom zy derx<br />
Kapitein SPENGLER ontfloegen , onder beding,<br />
dat hy zyne poogingen zon aanwenden<br />
by zynen Vader, om van het Bevel over de<br />
Troupen tot die onderneeming af te zien, en<br />
by Zyne Hoogheid op 't Lno, om Hoogstdenzeiven<br />
te beweegen tot het ftaaken van die onderneeming<br />
en tot een minnelyk vergelyk te<br />
koomen. De Kapitein SPENGLER kweet, zich<br />
getrouw van deeze beide Commisfiën, zoo op<br />
het Loo by Zyne Hoogheid als by zynen Vader<br />
den Generaal Major, keerde des anderen<br />
daags tot Heerde toe terug, en fchreef eenen<br />
Brief aan den Burgemeester BROUWER, hoofd,<br />
zaakelyk behelzende: ,, dat hy zyne belofte<br />
als een eerlyk Man volbragt hadt, en ingevolge<br />
van zyne verrichting den Hr. BROUWER.<br />
verzocht, de zaak daar heenen te beftieren,<br />
dat 'er des anderen daags eene Commisfie uit<br />
de MagiRraat te Heerde kwam, om met de gebiedende<br />
Officieren der Troupen, beftemd om<br />
in Hattem Guarnizoen te houden, tefpreeken,<br />
ten einde de zaaken in 't vriendelykc te fchikken."<br />
Doch op deezen Brief is geen antwoord<br />
terug gekoomen (*}. Ter-<br />
(') Dus heeft de Kapitein SPENGLER zelve in zyn Rapport
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. tp 7<br />
Terwyl deeze Procesten , verzoeken en<br />
Briefwisfelingen gedaan en gehouden werden,<br />
kwamen ondertusfchen van alle kanten Hulp-<br />
Burgers en Krygsbehoeften naa de Stad toevloeijen:<br />
van Zwol trokken 300 Vrywilh'gers<br />
derwaards» onder welken 30 Kanonniers waren,<br />
met 2 Rukken Kanon, en eene groote<br />
menigte kogels, druiventrosfen en ander Oorlogstuig;<br />
en hun werden nog nagezonden 6co<br />
fcherpe Patroonen, 1000 pond Buskruid, 2<br />
Rukken kanon, Zandzakken, Schanskorven en<br />
al wat tot eene moedige verdeediging behoort.<br />
Het Genootfchap van Deventer, kwam met drie<br />
fchepen voor de Stad, en bragt 'er nog 500<br />
pond kruid en eenig ander Oorlogstuig in ; doel»<br />
ziende, dat 'er uit de Genootfchappen van<br />
Vollenhoven, Wyhe en andere Plaatfen, reeds<br />
ïooo weêrbaare Mannen in de Stad waren, zoo<br />
voeren zy naa Elburg, waar de Genootfchappen<br />
van Campen en Harderwyk reeds waren aangekoomen.<br />
Uit 'sHage vertrokken dertig of<br />
veertig Leden van 't Genootfchap van Wapenhandel.<br />
Te Amflerdam kwamen den 4 September<br />
een groot get3l Gewapende Mannen van<br />
Delft en Leyden aan, welke met eenige Burgers<br />
uit die Stad dien zelfden avond te fcheep gingen<br />
en naa H.ittem en Elburg vertrokken; waar<br />
heen vooraf reeds IGCO pond kruid en 6 Rukken<br />
porf bericht. Zie Nieuwe Nederl. Jaarb, September 1786.<br />
fciattï, 069. vcrgel. 076.<br />
N 3<br />
Toevloed<br />
ven llu'p-<br />
Brrgers en<br />
KrygSbe<br />
hoeften na<br />
llattcm.
Tusfehen'<br />
treeding der<br />
drie Hoofdlieden<br />
va ti<br />
Overysfcl.<br />
Manifest<br />
der Stapten<br />
van Gelderland,<br />
198 BEKNOPTE HISTORIE DEÜ-<br />
ken kanon nog gezonden waren. Insgelyks<br />
gingen op den j September van Dordrecht ruim<br />
60 Leden van de Schutteryen en Burger-Com-<br />
pagniën, ter hulpe van hunne bedreigde Broe<br />
ders, onder het uitleiden en welvaart groeten<br />
van eene menigte hunner Stadgenooten van<br />
allerlei rang, derwaards op reis (*_).<br />
In deeze gefleldheid van zaaken , waar in<br />
men niet anders verwagtte , dan dat 'er een<br />
geweldige Burger - Oorlog zou uitbreeken ,<br />
fchreeven de Regeerders van Deventer aan de<br />
Staaten van Gelderland; de drie Hoofdlieden<br />
van Overysfel benoemden Gecommitteerden,<br />
elk uit de haare, die te Wyhe byeen vergaa-<br />
derden, eene Commisfie by Zyne Hoogheid<br />
op het Loo afleiden, en eenen Brief aan de<br />
Staaten van Gelderland fchreeven ; allen met<br />
oogmerk om de Staaten van 't gebruik der Mi<br />
litie te doen afzien, met aanbieding van hun<br />
ne bemiddeling tusfehen de Staaten en de be<br />
dreigde Steden; maar alles te vergeefsch (f).<br />
Want de Staaten van Gelderland beraamden<br />
op den 4 September een Manifest, waar by<br />
aan de Magiftraaten, Gemeenten en Burgeryen<br />
der Steden Hattem en £/£wg-verklaard werd,<br />
dat Hun Ed. Moogende met het doen aantrek<br />
ken der Troupen geen oogmerk hadden, om<br />
de Vryheden en Voorrechten dier Steden te<br />
kren-<br />
(*) Nietige Nederl. Jaarb. Sept. 1786". bladz. 978- 979. "<br />
Qf) luid. September 17Ö6. bladz. 1181 — 1194. j
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 199<br />
krenken of verminderen ; maar alleen om de<br />
rust en goede orde binnen de voorfz. Steden<br />
te herflellen, en bet Oppergezag van Hun Ed.<br />
Moogende te handhaaven; met aanmaaning om<br />
zich aan Hun Ed: Moogende bevelen te onderwerpen<br />
en zich als Rille Burgers tegedraagen;<br />
ten einde daar door voor te koomen, dat geene<br />
middelen van dwang behoefden gebruikt te<br />
worden; ook werden de MagiRraat, Gemeente<br />
en Burgeryen der voorfz. Steden vermaand alle<br />
Vreemdelingen uit dezelven te doen gaan, en<br />
aan dezelven een beraad van maar drie uuren<br />
verleend, na het ontvangen van dit Manifest,<br />
om de Poorten voor het Guarnizoen te openen,<br />
en daar van aan den gebiedenden Officier ken»<br />
nis te geeven; alzoo na verloop van dien tyd<br />
de geRelde Orders (tot gebruiken van geweld)<br />
haare uitwerking zouden moeten hebben. Dit<br />
Manifest zonden de Staaten op dien zelfden<br />
dag aan den Generaal SPENGLER, en aan<br />
Zyne Doorluchtige Hoogheid met verzoek om<br />
de noodige Orders, daar mede overeenkoomende,<br />
aan de gebiedende Officiers te geeven (*).<br />
Aan denzelfden Generaal Major SPENGLER<br />
hadt Zyne Hoogheid ingevolge het Befluit der<br />
Staaten van den 31 Augustus , op den 2 September<br />
bevel gegeeven om met de Troupen ,<br />
daar toe beftemd , naa de Steden Hattem en<br />
Elburg te trekken, ten einde daar in bezetting<br />
* te<br />
£*) Nieuwe Nederl, 'jaarb. Sept. i}t6, bladz. 901—905. ,<br />
N 4<br />
1786*<br />
Krygsmagc<br />
tegen Huttem<br />
en Elburgbeftemd.
ï?ScT.<br />
Dezelve<br />
Vomi v.or<br />
Jlattem, en<br />
eischt ingelaaten<br />
worden.<br />
aco BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
te leggen, en hy cegenftand geweld te gebruiken:<br />
Deeze Troupen beftonden uit een Detachement<br />
van 't Regiment van TUIL VAN SE-<br />
EO OSK E R K E N , te weeten een Ritmeester,<br />
twee Officieren, vier Wachtmeesters, Trompetters<br />
en vyftig Ruiters, waar onder de noodige<br />
Corporaals ; de Regimenten Voetvolk,<br />
van den Luitenant Generaal VAN SOMMES»<br />
L A T T E , en van den Co<strong>II</strong>onel VAN PLET<br />
TEN BERG, benevens een Detachement Artilleristen<br />
, beflaande uit een Kapitein , twee Officieren,<br />
vier Bombardiers, en zestig Kanonniers<br />
van de Compagnie van den Kapitein<br />
M U L L E R ; ook was liet Regiment van den<br />
Erfprins onder de orders van den Generaal Ma<br />
jor SPENGLER (*).<br />
Met deeze Krygsmagt kwam de Generaal<br />
SPENGLER, op den 5 September voor .Haftem;<br />
doch alvoorens op het Grondgebied der<br />
Stad te treeden, zondt de Generaal den Kapitein<br />
P E L K WYK, van 't Regiment van PLET-<br />
TENBEKG met de Patenten voor het tweede<br />
Bataillon van den Collonel van P L E Ï Ï E N B E B O<br />
naa de Stad; doch de MagiRraat cn Gemeente<br />
weigerde dat Guarnizoen in te neemen , en<br />
'zond eenen^ Brief met gemelden Kapitein aan<br />
cien Generaal om Zyne Ed. Gefir. daar van<br />
kennis en reden te geeven. Daarop zondt de<br />
Generaal Major SPENGLER den Kapitein<br />
PELK,<br />
Kleum Nederl. Jaarb, September 1786, bladz. 899,
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 201<br />
ÏEILKWYK wederom, benevens de Boden<br />
met het voorfz. Manifest van den 4 September<br />
naa den Magiftraat; doch bekwam geen Ant<br />
woord, maar alleen Copie van den bovenge-<br />
melden Brief; ook bragt de Kapitein dit Rap<br />
port, dat, indien binnen den tyd van diie ua-<br />
ren, door Hun Ed. Moogende bepaald, geen<br />
twee witte Vaandels van den Tooren waaiden ,<br />
de aanbieding van Hun Ed. Moog. verworpen<br />
was. Na verloop van maar twee uuren begon<br />
men van de Wallen met het kanon te vuuren,<br />
waarvan verfcheide kogels langs het front des<br />
Corps van den Generaal Major en de Voorpos<br />
ten voor by vloogen. Toen maakte de Gene<br />
raal toebereidfelen tot den aanval, bezettede<br />
de hoogten voor de Stad, trok kort onder de<br />
Stad, en door de Allée naa de Hovioetfche Poort,<br />
en deed eenige Houwitfer - Grenaten in de Stad<br />
werpen, en eenige kanonfehooten doen. Het<br />
kanon blyvende vuuren deed de Generaal al<br />
het Gefchut aanvoeren, en kwam , aan k hoofd<br />
der Troupen onder het Gefchut van de Stad;<br />
doch toen ondervonden zy eenig Musketten-<br />
vuur met kleine Loopkogels, die zy op de<br />
Bajonetten gewaar werden ; ondertusfehen duur<br />
de het Kanonvuur voort, de Poort werd open<br />
gehakt, en de Troupen marcheerden de Stad<br />
in; wanneer de Generaal bemerkte, dat de<br />
Eattery, die geRadig vuurde, over den Tsfel,<br />
cp het Grondgebied der Provintie van Oyerys-<br />
N 5 Jol
I78Ó-.<br />
Verhaal van<br />
den anderen<br />
kant.<br />
Een Kapiteingezonden<br />
om Guarnizoen<br />
in<br />
te noensen.<br />
Uefluït van<br />
weigering<br />
om zich te<br />
verdeédigcn.<br />
202 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
fel lag, en door lieden uit de Stad Zwolle bediend<br />
werd (*).<br />
Zodanig is, hoofdzaakelyk, het verhaal van<br />
den Generaal Major S P E N G L E R in het Rapport<br />
, dat hy daar van aan de Staaten van Gel.<br />
elerland gedaan heeft. Om deeze gebeurtenis<br />
in den klaarften dag te ftellen, zal ik hier byvoegen<br />
hoe dezelve van den anderen kant in'<br />
de Jaarboeken vermeld ftaat, op dat de Nakoomelingfchap<br />
uit vergelyk van beiden de waarheid<br />
mooge ontdekken en onpartydig- daar over<br />
oördeelen.<br />
De Regimenten van den E R F P R I N S en van<br />
P L E T T E N B E R G op den 5'ien der maand September<br />
omtrent de Stad Hattem gekoomen zyn*<br />
de, werd de Kapitein p E L K W Y K door den<br />
Generaal S P E N G L E R afgezonden, om aldaar<br />
Guarnizoen te houden, en met aanbieding van<br />
eene Amnestie van alles wat 'er gebeurd was,<br />
van wegen de Heeren Staaten van Gelderland, indien<br />
zy het Guarnizoen goedwillig en ongehinderd<br />
wilden ontvangen; doch dat de Stad, indien<br />
men zich daar tegen verzettede, aangevallen<br />
en in brand gefchooten zoude worden , waartoe<br />
drie uuren tyd van beraad gegeeven werd.<br />
Daarop werd aanftonds de Raad en Gemeente<br />
vergaaderd, het gevoelen van den Krygsraad<br />
ingeuoomen, cn eenpaarig beflooten , geen<br />
Kiygsvolk in „te laaten, maar zich, in geval<br />
(*) Nieuwe Nederi. Jaarb. Sept, I^SS. bladz. 522 — 925.<br />
varju
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 205<br />
van aanval, manmoedig te verdeedigen. Ingevolge<br />
van dit Befluit gaf men aan den Kapitein<br />
PELKWYK ten antwoord, dat men vastelyk<br />
beflooten hadt, zich tot den laatften man<br />
te verdeedigen ; en men gaf den Kapitein zoo<br />
even gemeld, twee Brieven mede aan den Generaal<br />
, den eenen gefchreeven door Raad en<br />
Gezwoorene Gemeente, en den anderen door<br />
Burgemeesteren, Schepenenen Raad. Nadat<br />
de Kapitein voorfz. uit de Stad terug gekeerd<br />
was, begon men uit dezelve met het kanon te<br />
vuuren; het Krygsvolk van buiten bleef niet<br />
fchuldig met kanon en klein geweer ; drie Bomben<br />
en eenige Houwkfer-Grenaaten werden in<br />
de Stad • geworpen , doch die wci;;ig fchade<br />
deeden, en alle van zelve fmoorden. Ondertusfehen<br />
werd 'er een Brief in de Stad gebragt<br />
van de Heeren Edelen, VAN DER C A P E L L E<br />
tot de Marsch , p A r. L A N D tot Zuithem , en<br />
VAN ZOYLEN van Nyeveld, waarin verzocht<br />
werd, geen Burgerbloed meer te vergieten,<br />
maar de Stad over te geeven, mer bygevocgde<br />
verklaaring, dat de goede zaak daar doorniet<br />
alleen kon bevorderd, maar ook het Vaderland<br />
gered worden. De Burgers, van Hattem en de<br />
Hulpburgers, die veel vertrouwen in die gemelde<br />
Heeren Edelen Relden, beflooten hier<br />
op tot het verlaaten van de Stad,die zy anders<br />
waarfchynelyk, volgends hunne gedaane betuiging<br />
, tot den laatften man zouden verdeedïgd,<br />
en veel eer in brand geftooken, dan<br />
over-<br />
1786.<br />
Het knnon.<br />
necreri begint.<br />
Veranderet<br />
vm Befluit<br />
door een<br />
ingekoomprj<br />
Blief.
De Verdeedigersverlaaten<br />
de<br />
Stad.<br />
Het Krygsvolk<br />
trekt<br />
binnen.<br />
204 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
overgegeeven hebben. Het kanon zweeg, de<br />
Verdeedigers trokken de Stad uit en voeren<br />
met hun Gefchut, zoo veel zy konden mede<br />
neemen, over de beide Veeren van den Tsfel,<br />
waartoe zy de noodige fchuiten en vaartuigen<br />
in gereedheid hadden. Ondertusfchen trokken<br />
de Belegeraars nader aan de Stad, en eer zy<br />
digt aan dezelve genaderd waren, kwam hun<br />
iemand uit de Stad te gemoete, die de tyding<br />
bragt, dat de Verdeedigers de Stad verlaaten<br />
hadden, en met hun Gefchut over den Tsfel<br />
getrokken waren. Dus hadden de Belegeraars<br />
fchoon fpel; aan de Stad gekoomen zynde,<br />
hakten zy de Poorten, die van binnen met<br />
zwaare boomen bebolwerkt waren , open , en<br />
trokken de Stad in, die zy zoo wel van de<br />
meeste en voomaamfte Inwooners, als van gewapende<br />
Burgers verlaaten vonden ; terwyl<br />
onder het intrekken, de Zwolfche Battery, aan<br />
de overzyde van den Tsfel liggende, nog op<br />
hen bleef fpeelen (*).<br />
Cf 'er bloed Of 'er by deeze gelegenheid Burger- en<br />
vcrgooten<br />
Krygsvolks bloed vergooten zy, is bezwaarlyk<br />
zy is duister.<br />
te zeggen, en voor als nog een geheim. Gelyk<br />
het doorgaands in zulke gelegenheden gaat,<br />
da't elk zyn verlies zoo veel als moogelyk is,<br />
verkleint of verbergt, en dat zynes Vyands<br />
vergroot of breed uitmeet; zoo ging het ook<br />
hier; althans verfcheidene vertellingen van<br />
veele?<br />
(*) Nieuwe Neierl, Jaarb, Sept, 17S6. bladz. 079-981,
ONLUSTEN IN BET VADERLAND, zej<br />
veele gefneuvelden aan de zyde van het Krygsvolk,<br />
zyn naderhand onwaar bevonden} doch<br />
dat 'er eenigen gefneuveld zyn , daar aan kan<br />
men niet twyfelen, als men uit het voor verhaalde<br />
opmerkt, dat de Generaal SPE N G LER<br />
in zyn Rapport zegt, dat hy tot onder het<br />
kanon der Stad genaderd was, het welk vry<br />
fterk vuurde, en dac de Battery van de Zwolfche<br />
zyde ter gelyker tyd op hen ipeelde , zelfs<br />
nog toen het Krygsvolk in de Stad trok; dat<br />
ze kleine Loopkogels op de Bajonetten befpeurd<br />
hadden; zoo is het niet waarfchynclyk, dat<br />
alle de kogels, zoo van 't kanon, als uit het<br />
klein geweer, over de hoofden zullen gegaan<br />
zyn, maar wel eenigen getroffen hebben ; te<br />
meer daar Zyne Hoogheid de Kapitein Generaal<br />
zelve, in zynen Brief aan de Staaten van<br />
Gelderland, waarin dezelve kennis geeft, dat<br />
Hattem. van Guarnizoen voorzien was, zyne<br />
blydfchap betuigt, dat daar by weinig of geen<br />
bloedftorting hadt plaats gehad. Dit onderftelt<br />
ten minde, dat 'er eenige bloedftorting gefchied<br />
'is (*•).<br />
De Krygslieden, dus meester van de Stad geworden,<br />
bedreeven veele baldaadigheden en<br />
plunderingen door 't rooven van goederen |n<br />
vernielen van huizen , die door de uitgeweekene<br />
Burgers verlaaten waren; en dat in zulk<br />
eene maate, dat de Staaten noodig vonden,<br />
(*) Nieuwe Nederl, Jaarb, September J^öf. bladz. JJI.<br />
op<br />
I78Ö.<br />
Het Krygs.<br />
volk bedryfi<br />
veele onge-<br />
rc^eldhej.<br />
den.<br />
#
178.5.<br />
Ciieenigueden<br />
cn ongeregeldheden<br />
te<br />
Elburg geftuit.<br />
206 BEKNOPTE HISTORIE DÉR<br />
op den 20 September daar aan volgende, eena<br />
Publicatie te doen afkondigen , waar by vergoeding<br />
beloofd werd aan allen, die opgeeven<br />
zouden hoe veele fchade zy by 't intrekken<br />
van 't Krygsvolk geleeden hadden (*). Het<br />
geen verder van de Onlusten, deeze Stad betreffende,<br />
te zeggen is, zal ons voorkoomen<br />
by het verhaal der rampen van Elburg, haare<br />
lotgenoote in deezen, dat ik hier op zal laaten<br />
volgen.<br />
In de Stad Elbwg waren federt eenigen tyd,<br />
gelyk in andere Steden, groote oneenigheden<br />
sn verbitteringen onder de Burgers en Inge.<br />
zeetenen ontitaan, welke eerlang tot daadelyke<br />
angeregeldheden, het inflaan van giaazen en<br />
mdere ftraatfehenderyen, tot verftooring van<br />
ie openbaare rust, uitipatteden, waarom de<br />
Burger-Krygsraad op den 5 April het Befluit<br />
aam, om dezelven te fluiten, en tot dat einde<br />
zich tot den Magiftraat wendde; denzelven in<br />
jedenken geevende, of het niet dienftig zyn<br />
ronde, den Gebiedenden, of oudften tegenwoordig<br />
zynden Officier van der Stads Burgery<br />
:e gelasten en te magtigen, met een gevoeglyk<br />
ïetal Burgers het wettig gezag en de goede<br />
1 *de in de Stad te helpen handhaaven ; en door<br />
i :cne ernftige Publicatie alle Ingezeetenen der<br />
ïtad op het ernftigfte te onderrichten, waar<br />
raö zy de gewenschte vrugten verwagtedenj<br />
Dit<br />
(*) Nieuws Nederl, 'jaarb. September i-86. bladz. 985. \
ONLUSTEN ii HET VADERLAND, sc^<br />
Dit voorflel werd van den MagiRraat goedge^<br />
keurd, en ingevolge daar van op den 11 Apri<br />
beflooten : Dus werd de Burger-Krygsraad ge<br />
last en gemagtigd om, provifïoneel, gevoeg<br />
lyke fchikkingen te maaken; ten einde de rusi<br />
Én goede orde te bewaaren , en daartoe de<br />
kragtigfte maatregelen te beraamen ; met ver<br />
deren last en magtiging om de overtreeden<br />
Tan deeze Hun Ed. Achtbaare heilzaame voor<br />
zieninge, met de daad te vatten, en op hei<br />
Stadhuis in bewaaring te brengen, en voord?<br />
hier van den tydelyken 'Burgemeester kennif<br />
te geeven, ten einde Hun Ed. Achtbaare tegen<br />
de zodanigcn mogten procedeeren, gelyk naai<br />
toedragt der zaaken bevonden zou worden te<br />
behooren (*).<br />
Van meer gevolg waren de gefchillen der<br />
Gemeenslieden, eerst met eenige Leden van<br />
den MagiRraat, eri vervolgends van den Ma^<br />
giftraat en Gemeente met de Staaten van Gel.<br />
derland. Gelyk in de meeste'Gelderfche Steden.,<br />
zoo was ook hier het Collegie der Gemeens<br />
lieden byna geheel in verval geraakt; zy zoch<br />
ten derhalven in hunne oude Rechten herfteld<br />
te worden, byzonderlyk in 't Recht van op 't<br />
Stadhuis te vergaaderen , en aldaar, even als<br />
de Magiftraat, of met denzelven, ovèr's Volks<br />
belangen te raadpleegen en invloed op het be-<br />
flier der zaaken te hebben. Op voorftel van<br />
twee<br />
(*J Nieuws Nedtrl. Jaarb. April 1786. bladz 321 • 324»<br />
17864'<br />
Gcfc!:i] lus;<br />
fchen de Geroet<br />
nsliedeu<br />
en den Ma-,,<br />
giftraac.
Publicatie<br />
tegen de<br />
Rcquesicn,<br />
*o8 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
twee Leden , H E N D R I K VOS G E R R I TZ. , ea<br />
GERRlï HEN G E V E L D W I L L E M ? , , deed<br />
de Gezwoorene Gemeente hier over Vertoogen<br />
aan den Magiftraat; doch deeze nam den 28<br />
Maart daar op een ongunftig Befluit, waar tegen<br />
nogthans twee Leden van den Raad, de<br />
Heeren R A U W E N H O F F en S E L S protefteer.<br />
den. Eindelyk verkreeg de Gemeente haaren<br />
wen^ch, de Magiftraat bewilligde vervolgens<br />
in 't verzoek der Gemeente, en daar werden<br />
nu en dan faamengevoegde Vergaaderingen van<br />
Raad en Gemeente gehouden , voornaamelyk<br />
wanneer het aankwam om den last te bepaalen ,<br />
welke aan de Afgevaardigden ten Landdage<br />
moest gegeeven worden; qm dat de ondervinding<br />
menigmaal geleerd hadt, dat die Heeren<br />
Afgevaardigden hunnen last verre te buiten<br />
gingen.<br />
In zodanig eene fa-.mengcvoegde Vergaadering<br />
van Raad en Gemeente werd op den 23<br />
May Rapport gedaan door den Mede-Raadsvriend<br />
Mr. H, O T T E E S , die mede op den<br />
Landdag, den 2 May te Zutphen gehouden ^geweest<br />
was; uit weLJc Rapport ouder anderen<br />
bleek, „ dat zekere Publicatie (waar by hoofdzaakelyk<br />
verbooden werd Addresfen te doen<br />
door Burgers of Ingezeetenen over Staatszaaken,<br />
betrekkelyk tot de Publicatie daar tegen,<br />
door 't Hof opgefteld) met eenige weinige<br />
verandering door Hun Edel Moogende vastgefteld<br />
was; en zulks onaangezien het Pretest<br />
cn
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 209<br />
en voorbehouding van Aantekening, door de 1785.<br />
Gecommitteerden deezer Stad ten LandJjge<br />
gedaan, zoo wel als tegen de Ptotcsten van<br />
•verfcheidene Leden der Ridderfchap van dit<br />
en andere Kwartieren; en dat dit Punt dus<br />
door de Meerderheid tot Befluit gebragt was*"<br />
Hier over beraadflaagd zynde, werd befloo Rcfluir'nrfi<br />
deiclve nier'<br />
ten, „ dat de tydelyke Piseödent zou gemag- te laaien<br />
aikundigeru<br />
tigd worden, en met deezen gemagtigd werd,<br />
om de voorfz. Publicatie , als een punt .van<br />
kennelyk bezwaar inhoudende, en een inbreuk<br />
doende op de onbetwistbaare Rechten en Voor,<br />
rechten der Burgers en Ingezeetenen, niet te<br />
doen afkondigen noch aanplakken ; noch zich<br />
derzelver eenigzins te bekreunen ; maar die ter<br />
Secretary ter neder te leggen. De Gemeens»<br />
lieden gaaven van dit Befluit kennis aan hunne<br />
Principaalcn , de Gilden en Burgery, welke<br />
hen tegen alle moogelyke gevolgen waarborg*<br />
den (*).<br />
Eene dergelyke Vergaadering werd 'er op Bcfliiit nakende<br />
de<br />
den 14 Juny gehouden, in welke de aanfehry- Pinnen deE<br />
Kwartier*<br />
ving door een Bode van Arnhem gebragt werd Vergaade»<br />
tot het houden van eeqe Kwartiers-Vergaadering,-om<br />
te beraadflaagen over het opneemen<br />
ling.<br />
van Penningen door den Raad van Staaten}<br />
waarop beflooten werd , toe te fiemm=n tot mag*,<br />
liging op den Raad van Staaten, ten voorfz. ein*<br />
de:<br />
i (*) Nieuwe Neder!. Jaar!/, /frril i-Sö. bladz. 324. Ver^U<br />
(!/!e. May 1785. bladz. 440. 44a.<br />
L<br />
0 • •
I?86\<br />
2.0 BEKNOPTE HISTORIE rjstf<br />
de: Doch dat de Gecommitteerden niet zouden<br />
moogen treeden in eenige vermeerdering van<br />
ten; dat de Gecommitteerden , zich in geene<br />
andere Punten zullen inlaaten, dan in de aanfchrj<br />
ving vermeld -waren , enz. Tegen dit Befluit<br />
verzetteden zich drie Heeren Schepenen ,<br />
TULLEKEN, JULIEN en vos, en prote*<br />
fleerden tegen de faamengevoegde Vergaadering<br />
van Raad en Gemeente, als daartoe onbevoegd<br />
, houdende het Befluit daar in genoomen<br />
derhalven voorinformeel, nul en onbeftaanbaar;<br />
terwyl de Burgemeester RAUW EN HOF<br />
en de Schepen SELS, benevens de Leden der<br />
Gemeente WYNNE, HOEFHAMER, H. vos,<br />
STUURMAN, HENGEVELD eUMICHIEL-<br />
SEN, hunne Aantekening daar tegen voorbehielden.<br />
Ondertusfchen was men beducht,dat<br />
men het afkondigen der betwiste Publicatie tegen<br />
Addresfen en Requesten met geweld en<br />
door Krygsmagt zon doordringen; waarom de<br />
Krygsraad op middelen bedacht was om zich in<br />
ftaat van tegenweer te Rellen, en, des noods,<br />
geweld met geweld te keeren : Tot dat einde<br />
werd, volgends Befluit van den Magiftraat een<br />
Artillerie Compagnie aangenoomen, men diep.<br />
te de Graften uit, ftelde de Sluizen in ftaac<br />
om te werken; men maakte Schanskorven gereed<br />
, en andere noodzaakelyke dingen meer<br />
tot tegenftand (*}.<br />
Hec<br />
O) Nieuws Nederl. %0vh July ijiS. blad*. 5j>$ —Col,
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 211<br />
Het geen men niet zonder reden vreesde,<br />
gehemde ook welhaast; in de maand Augustus<br />
kwarrt 'er a'anfchryving van 't Gerechtshof van<br />
Ueldtrland, uit naarri der Staaten, aan Burge<br />
meesteren , Schepenen cn Raad, met de voorfz.<br />
Publicatie, om ze te doen afkondigen en aan<br />
plakken; doch dit gefchiedde niet, ingevolge<br />
het Befluit van den Magiftraat op den 23 May<br />
genoomen , en hier voor gemeld ; de Momboirs<br />
dit vemoomen hebbende, gaven daar van ken<br />
nis aan 't Hof, het welk op den 2 Augustn*<br />
daar over aan Burgemeesteren , Schepenen en<br />
Raaden fchreef met nadere aarmmarnftg tct de<br />
afkondiging ; dceh de-Magiuraac en Gezwoo<br />
rene Gemeente beantwoordde zulks op den 10<br />
Augustus met volharding by hun Befluit van<br />
niet gehouden te zyn, noch die afkondiging te<br />
kunnen doen, om bovengemelde redenen. Maar<br />
de Schepenen en Raaden T U L L E K E N , JU<br />
LI E N , V A N O L D E N B A K N E V E L D Cn VÖ3,<br />
fchreeven op dien zelfden dag aan het Hof,<br />
dat zy geen deel hadden aan de weigering van<br />
die afkondiging ; waarby naderhand de Heeren<br />
O T T E R S en V A N S P A A N z>ch voegden; eri<br />
de Momboirs gaven op den 24 Augustus van<br />
dit alles kennis aan 't Hof, en 't Hof op den<br />
26. aan de Staaten; welke daar op een Manifest<br />
voor de Steden Hattem en Elburg beraamden,<br />
om aan haar, voor den aantogt van Krygsvolk,<br />
te doen voordraagen, en vervolgends een Be-<br />
ïluit naamen op den 31. derzelfde maand, d*{<br />
ü a Zyne<br />
1786.<br />
De aikonrii.<br />
ging der<br />
gemelde Pof.<br />
blicatie<br />
Wordt ge*<br />
weigerd<<br />
Befluit der<br />
?• iaten or^<br />
xryg*v»H
-1786.<br />
tia:'. liet tem<br />
cn Elburg<br />
te zenden.<br />
Laatflepoogins<br />
der Uegeering<br />
van<br />
Elburg om<br />
Staaten van<br />
dat voorneemen<br />
af te<br />
trekken.<br />
212 'BEKNOPTE HISTORIE DÉS<br />
Zyne Hoogheid als Kapitein Generaal zou wor<br />
den verzocht om, zoo fpoedig als moogelyk,<br />
een bekwaam getal Militie met al het noodige<br />
voorzien, naa de Steden Hattem en Elburg te<br />
zenden, daar Guarnizoen te houden en tot na<br />
dere order te blyven, met byzonderen last,<br />
aan den Gebiedenden Officier om, des noods,<br />
by ontmoeting van tegenftand geweld met ge<br />
weld te keeren. Dit Befluit werd aanftonds<br />
uitgevoerd; op dien zelfden dag werd aan Zy<br />
ne Hoogheid bovengemelde aanfehryving ge^<br />
daan, en de laatfle aanmaaning aan de Steden<br />
Hattem en Elburg. Elburg, gelyk als Hattem,<br />
bleef ftandvastig by zyne weigering, en door<br />
den Krygsraad werden ook, even als te Hat.<br />
tem, rondgaande Brieven aan de Gewapende<br />
Genootfchappen gezonden ; men ontving Krygs-<br />
behoeften, men nam Gewapende Manfchappea<br />
in, en alle andere fchikkingen werden gemaakt<br />
tot eene moedige verdeediging (*).<br />
Hoe zeer ontflooten om zich tegen geweld te<br />
verdeedigen , wilde de Regeering nogthans<br />
eene Jaatfte pooging doen, om de Heeren<br />
Straten, ware het moogelyk, van het voor-<br />
neemen, om Krygsvolk aan te voeren, af te<br />
trekken : De Raad en Gemeente fchreeven<br />
daartoe op den i September, aan de Staaten,<br />
op den Landdag vergaaderd, eenen hartelykea<br />
, Brief,<br />
(*) Nieuwe Neder!. Jaarb. Augustus i?8
ONLUSTEN IN HET VADERLAND 2x3<br />
Brief, waarin zy betuigden, dat de Burgery,<br />
genoegzaam als een ecnig Man ontflooten was<br />
I om geweld met geweld te keeren, en liever<br />
het uiterfte te waagen, dan hunne Stedclyke<br />
\ Rechten te zien verkragten; dat zy niets<br />
zochten, niets verrichtten, dan waartoe zy<br />
zich over-verpligt vonden, tot onderfteunin'g<br />
hunner Stads Conflitutie; dat ze de gevolgen<br />
, van den Burgerkryg overlieten voor die Staats<br />
leden, welke daartoe hadden medegewerkt,<br />
op welker gemoederen die zekerlyk eens zou-<br />
i den wegen ; dat zy, nu de Staaten, die hunne<br />
Befchermers moesten zyn, hunne Vervolgers<br />
: waren geworden, hunne overige Bondgenooten<br />
op gronden der Unie van Utrecht , hadden<br />
ingeroepen, terwyl reeds een geducht getal<br />
derzelven, uit alle Plaatfen zich binnen hunne<br />
I muuren bevond, en de rechtvaerdige Voorzie<br />
nigheid tusfehen Hun Ed. Moogende en Hen<br />
zou rechten Welke Brief verzeld was van<br />
een, niet minder nadrukkelyk, Protest, waar<br />
in zy de redenen van hunne weigering, en de<br />
gronden van hun gehouden gedrag breedvoerig<br />
ontvouwden. Ondertusfchen waren op den 30<br />
en 31 Augustus verfcheidene Hulpbenden der<br />
Gewapende Genootfchappen van Harderwyk en<br />
Hierde, Deventer, Campen, Amfierdam en el<br />
ders, daar binnen getrokken, om de aannade-<br />
rende Krygs-bezetting, af te keeren (*).<br />
Op<br />
(*) Nieuwe Nedsrl, Jsuri. Sept. 1785. bladz, siC>-}9i%<br />
O 3<br />
1786.
1786.<br />
Dc Regceri'.g<br />
vin<br />
£lbu>g<br />
fchrjl't oni<br />
hulpc aan<br />
de Staaten<br />
Van Holland.<br />
JJefluiton<br />
pm dc S-ad<br />
{e yerlaatïflt<br />
4t4 BEKNOPTE HISTORIE DB*<br />
Op dien zelfden i September zonden de<br />
Magiftraat en Gezwoorene Gemeente eenen<br />
Brief aan de Staaten van Holland, waarin zy,<br />
na een omftandig verhaal van al 't geen tusfehen<br />
de Staaten van Gelderland en hen was<br />
voorgevallen, en van den toeftand, waarin zy<br />
zich thans bevonden, (daar de Meerderheid<br />
der Staatsleden gereed was om met geweld tegen<br />
hen te werk te gaan,) Hun Ed. Moogende<br />
uk hoofde der Unie van Utrecht, welker onderlinge<br />
bedongen befcherming zy ernftig inriepen,<br />
verzochten en fmeekten, zodanige gepaste<br />
en kragtige middelen te beraamen, ea<br />
aangezien hun dringend gevaar, zodanige hulpe<br />
en byftand daadelyk daar te ftellen, om nog<br />
by tyds, eer 't te laat was, voor te koomen,<br />
dat een imegreerend Lid der Souvrainiteit van<br />
dat Gewest, tegen orde en Conftitutie aan, en<br />
dus alleen door geweld en overmagt , ten<br />
prooije wierde van de willekeurige handelingen<br />
van hunne Mede-Staatsleden, die, met hun<br />
gelyk ftaande, nimmer het recht verkreegen<br />
hadden , hunne ftedelyke rechten van hunne<br />
willekeur afhangelyk te maaken (*).<br />
By dit voorneemen om zich té verdeedigen<br />
Dieeven de moedige Burgers van Elburg, en<br />
mnne Medehelpers tot op den 4 September,<br />
:n zouden waarfchynelyk daar ip volhard en<br />
] iet uiterfte gewaagd hebben, indien niet op<br />
dien<br />
(V Nieuwe Nederl. Jaari. Sqt. 1786, bladz. 993 •» 903.
ONLUSTEN m HET VADERLAND. 215<br />
dien dag eene ernftige raad en aanmaaning was<br />
ingekoomen van de Ridders VAN DE CAP EL<br />
LEN tot de Marsch , ZUILEN VAN NYE-<br />
VELD, en VAN NÏ VENH EI M, hunne Vrien<br />
den en Voorftanders, om geen tegenRand. te<br />
bieden , maar de Stad te verlaaten met de beste<br />
en tilbaare goederen, uit aanmerking van de<br />
groote Rerkte der Krygsmagt, die tegen hen<br />
opkwam, en van de onmoogelykheid, om met<br />
de verfaamelde en ingekoomene Hulpbenden<br />
aan dezelve het hoofd te kunnen bieden; en<br />
dat zy zich derhal ven aan een gewis bederf<br />
zouden bloot Rellen. In 't eerRe vondt deeze<br />
raad geen ingang; maar eindelyk befloot men<br />
daar toe, en de meeste Burgers en Ingezeete<br />
nen zoo gewapende als ongewapende, trok<br />
ken ter Stad uit, hen volgden de Gewapende<br />
Hulpburgers, die van elders toegefchoten wa<br />
ren, neemende hunnen weg naa Campen, waar<br />
zy des morgens van den 5 September ten vyf<br />
uuren aankwamen, twee Veldftukjes medevoe<br />
rende; anderen namen de Wyk naa Amjler.<br />
dam, waar. aanRonds in hunne meest dringen<br />
de behoeften voorzien, en vervolgends eene<br />
Infehryving geopend werd , om geduurende<br />
hunne vlugt voor hun beflaan te zorgen; ook<br />
booden de Regenten van verfcheidene Hol.<br />
landfche Steden aan die Vlugtelingen, gelyk<br />
ook aan die van Hattem, het Burger-Recht<br />
,aaa, indien zy zich daar wilden nederzet-<br />
O 4 * e<br />
»
l-]?6.<br />
De K
ONLUSTEN ÏN H E T VADERLAND. 217<br />
zich niet aan de akeligfte rampen blom te ftel 1785.<br />
len; met uitdrukkelyke verklaaring, dat zy<br />
alles, wat in hunne afweezigheid of tot hun,<br />
of hunner Burgeren nadeel, het zy door 't<br />
Hof, of andere gekoozene Rechters , binnen<br />
die Stad en derzelver Rechtsgebied mogte verricht<br />
worden, hielden voor nul en niet gedaan:<br />
Ook verklaarden zy, dat hun Collegie zyne<br />
Posten niet weêr zou kunnen aanvaarden, voor<br />
dat hunne Stad van Krygsvolk zou ontruimd<br />
zyn, en zy in f'aat gefteld, tot het houden<br />
van vrye beraadflaagingen, en allen ten deezen<br />
einde gewaarborgd, nu en in 't vervolg, in<br />
alle opzigten. Terwyl zy als nu , zoo veel<br />
noodig,tegen alle verder geweld, voor God en<br />
de waereld protefteerden en alle welherbragte<br />
Privilegiën, Rechten en Defenfiën voor zich,<br />
hunne Stad en Burgery inriepen, en zodanige<br />
middelen van herflel en fchaverhaaling hunner<br />
groote bezwaaren, als zy te raaden zouden<br />
worden, zich uitdrukkelyk voorbehielden (*).<br />
Dit Adres werd door de Staaten, daar over<br />
beraadflaa^d hebbende, gefteld in handen van<br />
het Provintiaale Gerechtshof om te dienen tot<br />
deszelfs naricht (f). Het gemelde Hof was Voordel eri<br />
verzoek van<br />
door 't Befluit der Staaten van den 31 Augus Zyne Doorl,<br />
Hoogheid<br />
tus gelast en gemagtigd om tegen die geenen, om Amnes<br />
welke zich te Elburg tegen het afkondigen van tie voor de<br />
Burgers van<br />
. 't Hattem en<br />
Wurg.<br />
(«) Kleuwe Nefcrl. Jaarb. Sipt. 1786. blrtdz, 1004—1005,<br />
(f; Ibid. September, bladz. 974-<br />
" •<br />
:<br />
' O 5 " ' '
De Staaten<br />
befluiten<br />
daartoe met<br />
uitzondering<br />
van<br />
eenige Perfoonen*<br />
?i8 B E K N O P T E H I S T O R I E DER<br />
't Landfchaps-Befluit verzet hadden, of zich<br />
nog verder mogten verzetten, te doen proce-<br />
deeren, en in beide Steden Hattem en Elburg<br />
tegen de fchuldigen recht te oefenen; Zyne<br />
Doorluchtige Hoogheid dit Befluit ontvangen<br />
hebbende, fchreef den 14 September aan de<br />
Staaten eenen Brief, met voorftel en verzoek<br />
om het Hof hier in niet te laaten voortgaan,<br />
maar eene Amnestie, of vergeetenheid vast te<br />
ftellen; waartoe by de Staaten op den 17 Sep<br />
tember beflooten werd, doch met uitzondering<br />
van eenige Perfoonen, als: 1. Van die Perfoo<br />
nen uit Hattem en Elburg , welker naamen ge<br />
vonden werden onder zeker Adres of Request,<br />
by den Brief van de Staaten van Holland, van<br />
den 11 September aan die van Gelderland ge<br />
voegd, 2. Van de beide Predikanten van El-<br />
burg, H E 1 j N en VAN D I E R M E N , en den Bak<br />
ker KLAAS VAN DIER MEN. 3. Van den<br />
Advocaat DA ENDELS te Hattem; gelyk ook<br />
zodanige gepenfioneerde Krygslieden, welke<br />
rmder de fchuldigen mogten gevonden wor<br />
den. 4. Voorts van alle de Burgers en Inge-<br />
zeetenen van voorfz. Steden, welke binnen zes<br />
iveeken, na de afkondiging deezer Amnestie,<br />
niet weder tot hunne wooningen te rug keer<br />
den (*).<br />
De Amnes Maar zeer weinige Burgers maakten gebruik<br />
tie verlengd. .<br />
*an deeze, hun aangeboodene, genade: Toen<br />
s<br />
V) Nederl, Jeari, Sept, 1786, bladz. 953—963.<br />
de
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 219<br />
de tyd van zes weeken, daartoe bepaald, verioopen<br />
was, werd te Hattem, van wegen 't<br />
Hof, door de Gerechtsboden eene omfchryving<br />
in de Stad gedaan, om te onderzoeken»<br />
welke en hoe veele Burgers waren te rug ge.<br />
keerd, en men bevond, dat derzelver getal<br />
niet meer dan 7 of 8 Burgers was. Om derhal.<br />
ven nog meerderen uit te lokken werd de Vergeetenis<br />
nog zes weeken, dat is van half November<br />
tot January verlengd. Maar de Bemiddeling<br />
door de Provintiën van Zeeland en GJO><br />
ningen, tusfehen de Staaten en de twee Stemhebbende<br />
Steden Hattem en Elburg aangebooden,<br />
werd door de Staaten van Gelderland afgeweezen,<br />
die beweerden, dat, wanneer'Onderdaanen<br />
aan hunnen Souvrain ongehoorzaam<br />
zyn, dan geene Bemiddeling van derden j maar<br />
alleen handhaaving van het Oppergezag, kan<br />
te pas koomen ( +<br />
).<br />
Deeze gebeurtenisfen van Hattem en Elburg<br />
hebben een onmiddelyk verband gehad met de<br />
Onlusten, vervolgends tusfehen de Bondgenooten,<br />
en voornaamelyk tusfehen Holland,<br />
eenige andere Provintiën en byzonderlyk den<br />
Stadhouder, ortitaan, waarom ik den draad<br />
daar van kortelyk zal agtervolgen. De Staaten<br />
•van Holland fchreeven op den 4 September<br />
aan die van Gelderland, dat zy met aandoening<br />
den aart en de gefteldheid der Gefchillen en<br />
On-<br />
{*) Nieuwe Nederl Jaa;b. iïov. 1786. bladi, 1411, 1412.<br />
1786.<br />
Scliryven<br />
der Staaten<br />
Holland aan<br />
die van<br />
Gelderland,
I'7&r5-.<br />
220 BEKN0PTEHIST0RIE.DE*-<br />
Onlusten, tusfehen de Regenten en Ingezeetenen<br />
in fommige Provintiën , en byzonder in<br />
die van Gelderland, ernflig overweegende, genoodzaakt<br />
waren hunne aandacht te vestigen op<br />
bet akelig vooruitzigt der fchroomelyke gevolgen<br />
, die te duchten waren , indien die verfchillen<br />
door de Wapenen beflist, en tot het<br />
gebruik van de Krygsmagt toevlugt genoomen<br />
wierd ; dat Hun Edel Groot Moogende even<br />
daarom by hun Befluit van den 25 Augustus den<br />
Hr. Kapitein Generaal hadden aangefchreeven,<br />
om, by provifie en tot hunne nadere beflelling,<br />
geene Troupen, op hunne Betaaling<br />
ftaaude, en in de Provintie van Gelderland, of<br />
daar buiten, Bezetting houdende naa de Steden<br />
Hattem of Elburg te zenden, enz. dat zy<br />
thans met verwondering vernaamen , dat het<br />
voorgenoomen Befluit van Hun Ed. Moogende<br />
de Staaten van Gelderland, reeds daadelyk ter<br />
uitvoer gebragt was. Hun Edel Groot Moogende<br />
konden niet verbergen, dat zy dit Befluit<br />
met geen onverfchillig oog konden aanzien<br />
, als aanloopende tegen de onveranderlyke<br />
grondbeginfelen . welke in eene welgeftelde<br />
Regecring nimmer kunnen dulden , dat de deur<br />
voor bülyke Vertoogen van 's Lands kiaagende<br />
Ingezeetenen toege-muurd, de wettige en eerbiedige<br />
Volksflem door geweldige middelen<br />
gefmoord, en de weg tot vereffening van op»<br />
gerezene verfchillen door Krygsdwang zou af-<br />
gefneeden worden. Eene ocderneeming<br />
waas
ONLUSTEN IN' HET VADERLAND. a«r<br />
waar van. de rampzalige gevolgen zich welhaast<br />
over de geheele Republiek zouden kunnen<br />
verfpreiden, en een bloedig tooneel van Bur-<br />
gerlyken Oorlog zou kunnen openen; eene art*<br />
derneeming eindelyk, waar omtrent zy temeer<br />
gevoelig moesten zyn, naarmaate zymetgrond<br />
verwagtteden 3 dat het noodlot van' de Gelckr-<br />
fcht Burgery 'aan hunne {de Hollandfche) wel*<br />
meenende en getrouwe Ingezeetenen niet on-<br />
verfchillig zoude zyn. Met dien ernst dan,<br />
die het gewigt deezer zaake vorderde, vonden<br />
zy zich verpligt Hun Ed. Moogende op het<br />
vriendnabuurlykfte te verzoeken, op 't krag><br />
tigRe aan te ma au en en te betuigen, om het<br />
uiterRe [in deezen nog tydig te verhoeden , en<br />
van het gebruik dier middelen af te zien, we!*<br />
Jee niet anders , dan tot verdervelyke einden<br />
kunnen uitloopen; maar om , integendeel, zo<br />
danige maatregelen by oer hand te neemen,<br />
waar door het hoognoodig vertrouwen tusfehen<br />
Overheden en Ingezeetenen in Huu .Ed. Moo<br />
gende Provintie herfteld, op duurzaame gropi<br />
den gevestigd, alle misbruiken geweerd-, en<br />
de ontftaane verfchilien langs den weg van min-<br />
nelyke bevrediging vereffend en afgedaan mog<br />
ten worden. Tot welk zoo nuttig en heilzaam<br />
oogmerk Hun Ed. Gioot Moogende hunne Be<br />
middeling, gepaard met alie mv&ï kragtige,<br />
goede en Bondgenootfchappelyke dreunen , aan<br />
Hun Ed. Moogende volvaerdig aanbooden, be-<br />
... -Jrei'i<br />
17 83»
I?86.<br />
Arm de anderelïondjenooten<br />
om<br />
gelyke Befluiten<br />
te<br />
neemen.<br />
Voorftel<br />
Van Dordrecht<br />
o'ii de<br />
mai>t des<br />
Stadhouders<br />
ie Wpaaleo.<br />
222 BEKNOPTE HISTORIÉ DÉR<br />
reid zynde, die, op het eerfte aanzoek, daa-<br />
delyk te bewyzen en in 't werk te ftellen (*).<br />
Van deeze aanfehryving en het Befluit, de<br />
Krygsmagt raakende, daar in gemeld, gaaven<br />
de Staaten van Holland kennis aan de Provin<br />
ciën, van Zeeland, Friesland, Overysfel en Grt>.<br />
ningen, met vriendeïyk verzoek om ook dier-<br />
gelyke Befluiten te neemen , met opzigt tot de<br />
Militie, ter haarer Betaaiing ftaande.<br />
By gelegenheid, dat 'er op den 4 Septem<br />
ber over het vastftellen van zodanige Brieven,<br />
aan de Bondgenooten te zenden, geraadpleegd<br />
werd , deeden de Gedeputeerden van Dordrecht<br />
door den mond van hunnen Penfionaris, DE<br />
G Y Z E L A A R , vooidraagen, dat het kwaad in<br />
den boezem van den eerften Staatdienaar,<br />
W I L L E M DEN V. zat, en of het niet onver-<br />
antwoordelyk was, Hem in deeze omftandig-<br />
heden zoo veel magt te geeven; en fteldea<br />
voor om eenen bandigen Brief aan Hem af te<br />
zenden; ten einde van Hem te eisfehen, dat<br />
ïiy niet medewerkte tot de uitvoering van der*<br />
jelyke Befluiten , als de Staaten van Gelderland<br />
uratrent Hattem en Elburg, genoomen hadden;<br />
;u indien hy niet daadelyk daartoe bewilligde<br />
i >.n. niet zigtbaar deed blyken, dat hy 'er een<br />
ifkeer van hadt; Hem dan in zyne magt te<br />
sepaalen; en vervolgends het Krygsvolk van<br />
iee;;e Provintie aan te fchryven, zieh op het<br />
eerfte<br />
tf Kieuw. Sedert. Jeari. SipUt&tt Vfè6. blidz.
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 22$<br />
eerde bevel van Hun Ed. Groot Moogende ge<br />
reed te houden, om gebruikt te worden, te<br />
gen allen en een iegelyk, die zich als vyanden<br />
van den Staat gedraagen. Verfcheidene Steden<br />
Remden met dit VoorRel van Dordrecht in;<br />
Haarlem drong aan, dat men in buitengewoone<br />
gevallen Randvastig moet overgaan tot hetgeen<br />
de nood vordert, en gaf in bedenken, of men s<br />
daar de Kapitein Generaal zyne toeftemming<br />
openlyk aan de Staaten van Gelderland gaf, en<br />
daarenboven zelfs gezegd hadt, zich niet aan<br />
het Befluit van Holland te kunnen gedraagen,<br />
denzelven zoo lang hy zich niet van verden<br />
ken zuiverde, provifioneel wel zoude hekst laa<br />
ten met het beftuur over het Krygsvolk deezer<br />
Provintie? Hier by voegden zich Leyden,<br />
Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Hoorn, Enk.<br />
huizen, Munnikendam, Medsnblik en Purmerend.<br />
Delft maakte zwaarigheid om zich over de<br />
Voorflellcn van Dordrecht en Haarlem te ver<br />
klaaren, verzocht een fchriftelyk Voorftel, om<br />
op den volgenden dag daar over te beraadflaa-<br />
gen; waar by den Briel zich voegde. Amfier-<br />
dflms Gedeputeerden voegden zich , als by<br />
zondere Leden van Regeering by Dordrecht en<br />
Haarlem, benevens de afidere Steden, en ftel-<br />
de voor, eene Expresfe naa hunne Principaa-<br />
len te zenden, en zich den volgenden dag na<br />
der te verklaaren ; Gouda verklaarde zien op<br />
dezelfde wyze. Rotterdam kwam we! in zoo<br />
verre met Dordrecht en Haarlem overeen, dat<br />
'er
1726.<br />
VerfcheideneVerzoekfchriften<br />
tot<br />
het zcl de<br />
einde lire!;-<br />
Uendc.<br />
Voordellen<br />
der Gedeputeerden<br />
van<br />
Dordrecht.<br />
m BEKNOPTE HISTORIE DÉR<br />
'er eene Voorziening moest gefchieden ; maar<br />
Vondt het bezWaarlyk dezelve te bepaalen; kon<br />
nogthans wel met Haarlem inftemmen , indien<br />
de Leden anders daartoe geneegen waren; by<br />
welk Advies Gorinchem zich voegde. Edam<br />
was afwezig en de Ridderfchap zweeg, zonder<br />
voor of tegen te Remmen (*}.<br />
Terwyl men dus bezig was, over deeze ge«<br />
wigtige zaak te beraadflaagen, kwamen 'er ver<br />
fcheidene Stukken in, dezelve betreffende,<br />
die dezelve nog ernfliger en dringender maak<br />
ten ; als daar was een Brief van de MagiRraat<br />
en de Gezwoorene Gemeente van Elburg; enz.<br />
een desgelyke van Burgemeesteren, Schepenen<br />
en Raad der Stad Hattem enz. verfcheidene<br />
gelykluidende Requesten van eene zeer groote<br />
menigte, alle Burgers en Inwooners der Stad<br />
Jlmfterdam , enz. een Verzoekfchrift van een<br />
aanmerkelyk getal Schutters en Ingezeetenen<br />
der Stad Delft, enz.; een Request van Burgers<br />
en Ingezeetenen der Stad Gouda, enz. nog een<br />
Request van eene Schaare Burgers en Ingezee<br />
tenen van 's Hagi; en eindelyk een Request<br />
van een getal Burgers en Inwooners van Veur,<br />
Voorfchooten en den Leydfchendam, enz.<br />
Op het inkoomen van deeze Brieven en Re<br />
questen , werden de Leden der Vergaadering<br />
duor de Gedeputeerden van Dordrecht, als oud-<br />
Re „en eerst Remmend Lid, opgewekt tot vry»<br />
moe.<br />
{*) Nieuwe NederU Jaari. Sept, i?3ö. bladz. 1030-rsjC
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 225<br />
moedigheid en hartelykheid in het uiten van<br />
hunne Adviefen op dit gewigtig tydRip, en<br />
op dat die opwekking te meer ingang mogt<br />
vinden, werd, op verzoek van welgemelde<br />
Heeren Gedeputeerden, de Acte van fchade-<br />
looshouding van den 19 July 1663., door den<br />
Raadpenfionaris voorgeleezen; voords haalden<br />
dezelfde Heeren verfcheidene redenen van<br />
wantrouwen op tegen het beflier van den Hr.<br />
Kapitein Generaal en Relden voor, den ge»<br />
meiden Hr. Kapitein Generaal aan te fchry-<br />
ven, zyne perfoonelyke denkwyze over de ge.<br />
weldige maatregelen tegen de Steden Hattem.<br />
en Mlburg, mitsgaders tegen de Stad Utrecht,<br />
op eene klaare en rondborflige wyze open te<br />
leggen, ten einde niet genoodzaakt te worden<br />
om te befluiten tot eene opfchorting van Hem<br />
Kapitein Generaal' in zyne Provintiaale Krygs-<br />
hoedanigheid, en gevolglyk ook van de Magt<br />
aan hem toevertrouwd over de Troupen, ter<br />
betaaling van deeze Provintie Raande. Verder<br />
werd door die zelfde Heeren Gedeputeerden<br />
na de redenen, daartoe beweegende , opge-<br />
geeven te hebben, voorgeReld, om aan alle<br />
de Bevelhebbers der Regimenten op deeze<br />
Provintie ter betaaling verdeeld Raande, van<br />
wegen Hun Ed. Groot Moogende aan te fchry-<br />
ven en te gelasten , zich marschvaerdig te<br />
houden, om op Hoogstderzelver eerfle orders<br />
te kunnen trekken naa de aan te wyzene Plaat<br />
fen. De Heeren van de Ridderfchap en Ede-<br />
178Ö.
1786.<br />
226 BEKNOPTE HISTORIE bt*<br />
len verzochten Copie van het Voorftel, om<br />
daarop nader te beraadflaagen ; zoo deeden oofe<br />
Amflerdarn, Delft en den Briel om het gevoelen<br />
hunner Principaalen» daarop te veiftaan,<br />
en het Befluit werd uitgefleld tot den 6 der-<br />
Zelfde maand. De Heeren Gedeputeerden va»<br />
Dordrecht, Haarlem, en de andere Steden,<br />
die zich by hen gevoegd hadden, protefteerden<br />
tegen alle verdervelyke gevolgen, die uit<br />
het uitftel zouden kunnen voortvloeijen, laaiende<br />
de verantwoording daar van over aan de<br />
Heeren van de Ridderfchap en de Gedeputeerden<br />
van die Steden, welken het Befluit door<br />
hunne overneeming hadden opgehouden (*).<br />
Brief van de Op den volgenden dag, den 5 September<br />
Vroedfchsu ontvingen de Staaten van Holland eenen Brief<br />
yaa Utrecht,<br />
van de Utrechtfche Vroedfchap, waar in dezelve<br />
te kennen gaf, dat de meerderheid der<br />
voorftemmende Staats-Leden, die te Amers.<br />
foort bleeven vergaaderen, volgends niet ongegronde<br />
geruchten, zou hebben kunnen goedvinden,<br />
een aanmerkelyk getal Troupen naa<br />
Utrecht te zenden, immers enten minften op<br />
het Grondgebied van die Provintie te doen<br />
marcheeren; waar by kwamen tydingen , dat<br />
men van zins zoude zyn, om op eene bepaalde<br />
plaats in eene Nabuurige Provintie een groot<br />
getal Krygsvolk, met eenige ftukken kanon en<br />
eene bende Artilleristen voorzien, byeen te<br />
doera<br />
{*J Kieuw* Nederl. Jaarb. September 178Ö. bjadz. lejx.
ONLUSTEN m HET VADERLAND. 227<br />
doen koomen, uk welke aanflaagen de Vroedfchap<br />
niets anders voorzag, dan dat men van<br />
zins was, die Provintie met Krygsmagt in te<br />
fleemen, en tegen hunne Stad ongeoorloofde,<br />
ja vyandlyke, aanvallen ter uitvoer te brengen<br />
; om Welke redenen zy zich verpligt vonden<br />
en in de onvermydelyke noodzaakeiykheid<br />
waren, van zich tot Hun Ed. Groot Moogende<br />
te wenden, en voor te draagen, of Hun Ed.<br />
Groot Moogende niet zouden kunnen befluiten<br />
met dien fpoed, dien de nood vorderde, een<br />
behoorlyk getal Troupen, op Hun Ed. Groot<br />
Moogende Provintie verdeeld, in allen haast<br />
te doen marcheeren, dezelven by provifie te<br />
plaatfen op de Grenzen der Utrechtjche Provintie,<br />
met last aan de Bevelhebbers, om op<br />
den eerften wenk van den tegenwoordigen Raad<br />
der Stad Utrecht, tot dekking en beveiliging<br />
dier Stad aan te rukken, zonder nadere orders<br />
van Hun Ed. Groot Moogende daaromtrent te<br />
moeten afwagten ; befchouwende de Vroedfchap<br />
zodanigen last in de tegenwoordige omftandigheden,<br />
daar het gevaar moogelyk zeer<br />
groot was, als zeer noodzaakelyk (*).<br />
Op deezen Brief beflooten Hun Ed. Groot ï<br />
Moogende op den 51 September na voorafgaan- 1<br />
de beraadflaaging, dat dezelve zou onderzocht 0<br />
efluit del-<br />
«aten va»<br />
'olland<br />
worden in het groot Befoigne; en des niet te<br />
aaiop.<br />
«min werd goedgevonden en verftaan, dat,<br />
pab .01:7 3öfj9;jpoM JO( over»<br />
f*3 Nieuwe Neierl, Jaari. Seplemher i?26. bladz. 1033,<br />
v Pa<br />
1786*
1786.<br />
5i8 BEKNOPTE HKTTÓR'IE DER<br />
overeenkomftig met het tweede Lid der Dord*<br />
rechtfche Voorftelli-ng daags te vooren gedaan a<br />
aan alle de Commandanten der Regimenten ,<br />
op deeze Provintie verdeeld, van wegen Hun<br />
Ed. Groot Moogende zou aangefchreeven worden<br />
en gelast om zich marschvaerdig fe houden,<br />
ten einde op Hoogstderzelver eerfte orders<br />
te kunnen optrekken , naa de Plaatfen<br />
door Hun Ed. Groot Moogende voor te fchryven,<br />
met verderen last om geene orders tot<br />
het veranderen van hun tegenwoordig Guarnizoen<br />
te gehoorzaamen , ten zy dezelve Orders<br />
door Hun Ed. Groot Moogende goedgekeurd<br />
en bevestigd waren. Ook werden Gecommitteerde<br />
Raaden gelast, geene befcheiden van<br />
Scheepslasten, uit Guarnizoens veranderingen<br />
of het vervoeren van Oorlogsbehoeften veroorzaakt,<br />
federt het Befluit van Hun Ed. Grooü<br />
Moogende van den 25 Augustus te voldoen;<br />
en aan Burgemeesteren en Regeerders der Steden<br />
aan te fchryven, om geene Schepen tot<br />
vervoeren van Oorlogsbehoeften of Krygsvolk<br />
te latken gebruiken, ten zy de orders daartoe<br />
van Hun Ed. Groot Moogende of Gecommitteerde<br />
Raaden, goedgekeurd waren. De Gardes<br />
Dragonders, die zich hadden laaten gebruiken<br />
tot dekking van 't vervoeien van Krygs.<br />
behoeften, beftemd tot het uitvoeren van Orders,<br />
regtftreeks aanloopende tegen het Be-*<br />
fluit van Hun Ed. Groot Moogende van den<br />
25 Augustus die ook tegenwoordig gecanton-<br />
neerqi
NLUSTEN IN HET VADERLAND. 229<br />
oeerd waren, om of by het Loo, waar door<br />
insgelyks tegen de Orders van Hun Ed. Groot<br />
Moogende was aangegaan; hun gedrag moest<br />
door Gecommitteerden Raaden onderzocht worden<br />
, en provifioneel hunne Soldy, die den 9<br />
derzelfde maand zou vervallen, ingehouden;<br />
geene Attaché of Patenten verleend, buiten<br />
kennis der Staaten , tot het uittrekken van<br />
Krygsvolk binnen deeze Provintie, of tot het<br />
doortrekken in andere Provintiën of de Generaliteits<br />
Landen. Eindelyk, dewyl uit de Gcneraliteits<br />
Magazynen naa de Steden van Gelderland,<br />
en moogelyk ook elders Krygsbehoeften<br />
vervoerd waren, tot het uitvoeren van vyandige<br />
Ontwerpen door de Staaten van Gelderland,<br />
en op naam van die van Utrecht gemaakt,<br />
zoo moest van wegen deeze Provintie by den<br />
Raad van Staaten onderzoek gedaan worden ,<br />
of zulks met hun medeweeten of toeftemming<br />
gefchied was; ten einde Hun Ed. Groot Moogende<br />
van het Beftier in deeze, zoo ver uitziende,<br />
zaak gehouden, behoorlyk zouden<br />
moogen onderricht worden (*).<br />
Nog dien zelfden avond van den 5 Septem<br />
ber werden de Boden naa alle de Regimenten<br />
gezonden, met de beflootene aanfehryving en<br />
orders. Op het eerfte Lid der Dordrechifche<br />
Voorftelling op den 6 September weder beraadslaagd<br />
zynde, werd beflooten, en dien volgends<br />
Nieuwe Neder!, Jaarb. September 17SÖ. bladz. 1037.<br />
E 3<br />
1786.<br />
Befluit op<br />
bet eei fte<br />
Lid neizelfdé<br />
Voorftel-<br />
Jin 1 van<br />
Dordrecht.
.1786.<br />
230 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
gends aan Zyne Doorluchtige Hoogheid als<br />
Kapitein Generaal deezer Provintie aange.<br />
fchreeven, dat Hun Ed. Groot Moogende met<br />
het uiterfte ongenoegen en gevoeligst leed»<br />
weezen vernoomen hadden, tot welke flap»<br />
pen de Staaten van Gelderland, ten opzigte van<br />
de Steden Hattem en Elburg, gekoomen waren;<br />
en het geen op naam der Staaten van Utrecht<br />
ondernoomen was, tot het doen inrukken van<br />
eenig Krygsvolk in dezelfde Provintie; en<br />
daarom vol (Trekt noodig en dienftig hadden<br />
geoordeeld , om van Zyne Hoogheid eene<br />
juiste en openhartige opening van zyne perfooneele<br />
denkwyze te vorderen, over de gewei,<br />
dige maatregelen tegen dezelve Steden en<br />
Provintie beraamd , en in het werk gefteld;<br />
terwyl Hun Ed. Groot Moogende verwagteden,<br />
dat zy door eene voldoende opening van<br />
Zyne Hoogheids gevoelens binnen vier- en<br />
twintig uuren na den ontvangst deezer aanfchryving<br />
zouden gerust gefteld worden, en<br />
buiten de noodzaakelykheid gehouden van zodanige<br />
maatregelen, die voor den Perfoonen<br />
X Huis van Zyne Doorluchtige Hoogheid naaeelige<br />
gevolgen zouden kunnen hebben. Dien<br />
zelfden avond van den 6 September werden 'er<br />
Boden naa den Briel, Hcllevoeifluis, Schoonho.<br />
•>en en Gorinchem verzonden met bevelen, tot<br />
iet optrekken der Troupen naa Holland. Nog<br />
verd aan de beveelende Officieren van de Gar<br />
( iet aangefchreeven, dat zy, benevens de verdere;
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 231<br />
dere Officieren van hun Regiment ontflaagen<br />
waren van dat gedeelte des Provintiaalen Eeds,<br />
het welk betrekking heeft tot het gehoorzaamen<br />
aan de Orders van den Kapitein Generaal,<br />
met last om daar van aan de afweezende Officieren<br />
kennis te geeven (*).<br />
Om aan 't Krygsvolk de gelegenheid af te Publicatie<br />
tegen 't<br />
fnyden tot het pleegen van baldaadigheden, Oranje draa.»<br />
gen en<br />
of verwekken van beweegingen, onder voor- i'cbrceuwan.<br />
wendfel van hunne zucht voor 't Huis van<br />
Oranje, zoo deeden de Heeren Staaten van<br />
Holland eene Publicatie afkondigen, waar by<br />
aan hetzelve verbooden werd, het draagen van<br />
Oranje Cocardes, ftrikken linten , papieren ,<br />
bloemen, en andere verfierfelen van Oranjekleur;<br />
als ook het fchreeuwen van Oranje bo.<br />
ven, op draffe van naar vereisch van zaaken,<br />
zelfs met den dood geftraft te worden.<br />
Terwyl de Staaten dus werkzaam waren, za. Adres der<br />
Gewapende<br />
ten de Burgers ook niet ftil: De Gecommit Wurgers aan<br />
de Staaten<br />
teerden der Schutteryën en Gewapende Ge- van Holland<br />
ncotfchappen binnen de Provintie van Holland, en derzelver<br />
Befluit<br />
toen te Leyden Vergaaderd, leeverden , op den daarop.<br />
7 September een Adres in aan de Staaten, waat<br />
by zy niet alleen hunne gevoelens van hoogachting<br />
en verkleefdheid aan Hun Ed. Groot<br />
Moogende betuigden , maar ook hunne bereidvacrdighcid<br />
betoonden tot het doen van<br />
alle zulke dienden, als in de tegenwoordige<br />
ora<br />
, (*) Kieuwe Nederl. Jaarb. Sept. 1786. bladz. 1040-1041.<br />
P4<br />
1786.
ü<br />
132 BEKNOPTE HISTORIE DEa<br />
Ï786. < >mltandigheden voor het Vaderland, en tot<br />
1 >ehoud der Vryheid noodig zouden moogen<br />
veezen; waarop Hun Ed. Groot Moogende,<br />
l \etroffen door den Vaderlandfchen yver, in de<br />
1 'oorfz. Addresjen doorfir aaiende, en overtuigd<br />
t 'at in de liefde van een vry Volk, en in de Wa-<br />
I tenen, die hetzelve tot befcherming der Vry-<br />
1 leid en van zynen wettigen Souvrain gereed<br />
i s aan te gorden, billyk het grootfte vertrouwen<br />
tot bewaaring der openbaare veiligheid en<br />
fweering van alle geweld kan gefteld worden ,<br />
I oedvonden en verftonden, hun Hoogfte ge-<br />
t oegen te betuigen over deeze gedaane aan-<br />
l iedingen en de verzekeringen aan te neemen;<br />
e n alle de Gewapende Schutteryën en gewet-<br />
| gde Genootfchappen van Wapenoefening binen<br />
deeze Provintie, die met zodanige gevoe-<br />
\ ;ns bezield waren, mitsgaders alle de Leden<br />
d erzelven, die zich tot afweering van geweld<br />
z ouden willen laaten gebruiken, in hunne by-<br />
z ondere befcherming te neemen. Het Haagƒhe<br />
Genootfchap van Wapenhandel werdt door<br />
e<br />
en byzonder Befluit der Staaten ook in dit<br />
b sgrecpen (*),<br />
Antwoord Op de bovengemelde aanfchryving der Staa-<br />
van den<br />
Prins. W m aan den. Kapitein Generaal , antwoordde<br />
yne Hoogheid binnen den bepaalden tyd;<br />
| et Antwoord kwam den 7 September in, en<br />
b sheisde eerst een kort verhaal van 't geen Hy<br />
(*; iShi'Avc Neder!, Jaarb, Sept, 178C, bladz. 1042—1044.<br />
op
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 233<br />
op begeerte der Staaten van Gelderland gedaan<br />
hadt, daar na eene betuiging van te meenen<br />
niets te veel te vorderen, wanneer Hy met<br />
alle In- en Opgezeetenen eene vrye denkwyze<br />
inriep; maar nogthans geene zwaarigheid maakte,<br />
om als nog zich te gedraagen tot die gevoelens,<br />
welke Zyne Hoogheid meermaals<br />
opengelegd hadt; op welke gronden Zyne<br />
Hoogheid verzekerde, zoo afkeerig te zyn als<br />
iemand van gewelddaadige middelen; doch,<br />
daar Hun Ed. Groot Moogende zeiven, in<br />
hunne eigene Provintie den Militairen arm gebruikt<br />
hadden tot handhaaving van 's Lands<br />
Hoog- en Gerechtigheid en de wettige Autoriteit<br />
van den Souvrain; Hun Ed. Groot Moogende<br />
zich niet konden verwonderen, dat de<br />
Heeren Staaten van Gelderland insgelyks gebruik<br />
daar van gemaakt hebben (*).<br />
Dit Antwoord, alhoewel door de Staaten,<br />
den 8 September beflooten werd, hetzelve in<br />
Commisfie te ftellen aan 't Groot Befoigne ,<br />
tot nader onderzoek en bericht, kwam verfcheidene<br />
Leden der Vergaadering zoo onvoldoende<br />
voor, dat Dordrecht, Gouda, Schoonhoven<br />
, Alkmaar en Monnikendam deeden aanteekenen,<br />
van Advies te zyn, dat de Hr. Ka.<br />
pitein Generaal wegens het onvoldoende Antwoord<br />
op de vereischte opening van zyn gevoelen<br />
over de geweldige maatregelen tegen<br />
Hat.<br />
£*) üiaiwe Nederh Jaarb. September 17SÉ. bladz. 1045.<br />
P 5<br />
1786.<br />
Is onVOL;<br />
doende.
1786.<br />
Deputatie<br />
der Staaten<br />
van Hollan<br />
aan de Staa<br />
ten Gene<br />
xsal.<br />
£34 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Hattem en Elburg, provifioneel,-van nu af aatf'<br />
behoorde opgefchort te worden in zyne voorfz.<br />
fefiening: en dat voorts in een Groot Befoigne<br />
behoorde onderzocht te worden , welke<br />
maatregelen verder, in deezen, ten zynen opzigte<br />
, tot bewaaring der Hoogheid en Souvrainiteit<br />
deezer Provintie, gelyk ook van de<br />
Vryheid der Ingezeetenen, en tot het behoud<br />
van het gantfche Vaderland noodzaakelyk zou<br />
geoordeeld worden (*).<br />
De zaaken werden hoe langer hoe ernftiger,<br />
i niet alleen tusfehen de Staaten van Holland en<br />
" den Heere Prince Stadhouder, maar ook tusfehen<br />
dezelfde Staaten en die van de andere<br />
Provintiën; en het fcheelde maar weinig of<br />
de geheele Unie, of het Bondgenootfchap der<br />
zeven Provintiën, was gefcheurd geweest. De<br />
Staaten van Holland vergaaderden op dien zelfden<br />
dag van den 8 September tweemaal. Geduurende<br />
de eerfte Byeenkomst, die van elf<br />
tot vier uuren duurde, v/erd eene talryke Deputatie<br />
uit het midden van Hun Ed, Groot<br />
jVioogende benoemd, en verfcheen in de Vergaadering<br />
der Algemeene Staaten, met den Hr.<br />
Raadpenfionaris aan 't hoofd, die in derzelver<br />
naam het woord voerde. De aanleiding tot<br />
deeze plegtige bezending was, dat eenige Bevelhebbers<br />
in de Generaliteits Steden, waar<br />
Bezetting van Troupen is, geweigerd hadden,<br />
de .<br />
C*J Uiittwc Nedsrl Jaarb, Sept. ijS6, bladz, J047—1048,
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 235<br />
de Hollandfche Regimenten, op aanfchryving<br />
van hunnen Souvrain te laaten uittrekken, zonder<br />
toeftemming van Hun Hoog Moogende.<br />
De Staaten Generaal waren geneegen om het<br />
gedrag van die Bevelhebbers, in 'tbyzonder dat<br />
van den Gouverneur van Bergen op Zoom, goed<br />
te keuren; doch de Gedeputeerden van Hol.<br />
land verklaarden , dat zy, indien zulks gefchiedde,<br />
dan uit de Vergaadering zouden<br />
gaan en zich van de Unie affcheiden. Deeze<br />
rondborftigc verklaaring verhinderde het Befluit,<br />
en de zaak werd, tot nadere beraadflaaging,<br />
overgenoomen.<br />
Ondertusfchen deeden de Staaten van Hol. Nadere aan.;,<br />
fchryving<br />
land aan de Regimenten der Provintie nader der Staaten<br />
aan de Re<br />
aanfchryven, om indien de marsch naa HoU gimenten<br />
om naa<br />
land, nog niet was aangenoomen, zulks ten Holland CO.<br />
fpoedigfte te doen , zonder aan eenige, hoe trekken.<br />
genaamde, hindernisfen toe te geeven, op<br />
liraffe van niet langer als Troupen , in Soldy<br />
deezer Provintie ftaande, aangemerkt, maar<br />
zonder verdere betaaling aan hun lot overgelaaten<br />
te worden: en integendeel , indien zy<br />
gereedelyk gehoorzaamden , van Hun Ed. Groot<br />
Moogende byzondere befcherming konden verzekerd<br />
zyn Voords werden Gecommitteerde<br />
Raaden gemagtigd, om, zoo haast als de verwagte<br />
Troupen op het Grondgebied deezer<br />
Provintie zouden gekoomen zyn , aan dezelven,<br />
tot fchadeloosftelling en aanmoediging,<br />
eene provijioneele ver hooging van Soldy, tot twaalf<br />
Jlui-<br />
17^.
Het Corps<br />
van den<br />
Rhyngraaf<br />
van Sahn<br />
in dienst<br />
van 'lolland<br />
genoomen.<br />
Het Guarïiizoen<br />
van<br />
den Haag<br />
moet aan<br />
niemand dan<br />
de Staaten<br />
en Gecommitteerden<br />
Raaden ge.<br />
lioorzaamen.<br />
BEKNOPTE HISTORIE DER<br />
Jluivers 'sweeks, toe te leggen ; behoudens Hun<br />
Ed. Groot Moogende beraadflaaging over eene<br />
gevoeglyke fchadeloosftelling voor de Officieren.<br />
In de tweede byeenkomst der Staaten van<br />
dien dag, beflooten Hun Ed. Groot Moogende<br />
het geheele Corps des Rhyngraaven VAN SA LM<br />
in dienst deezer Provintie te neemen; gelyk<br />
het ook op den volgenden dag daar in is overgegaan.<br />
Op dien zelfden dag van den 9 September<br />
werd ook aan 't gantfche Guarnizoen<br />
van 'sHage, door Gecommitteerde Raaden,<br />
in naam der Staaten bekend gemaakt: „ dat de<br />
Gardes du Corps, zoo te voet.als te paerd, en de<br />
verdere Krygslieden , in de Refidentieplaats<br />
van Hun Ed. Groot Moog. bezetting houdende,<br />
of daar vervolgends zouden moogen gebragt<br />
worden, onder niemands bevel fTonden,<br />
dan dat van Hun Ed. Groot Moogende en hunne<br />
Gecommitteerde Raaden; dat zy ook, geduurende<br />
hun verblyf aldaar, aan niemand anders,<br />
dan aan Hun Ed. Groot Moog. en derzelver<br />
Gecommitteerde Raaden gehoorzaamheid<br />
fchuldig waren of bewyzen mogten; dat ook<br />
dienvolgends het geeven van 't Wachtwoord<br />
en alle andere tekenen van gezag over het<br />
voorfz. Krygsvolk byzonderlyk verbleef aan<br />
Gecommitteerde Raaden, zonder dat dezelfde<br />
eere aan iemand anders zou overgegeeven worden;<br />
en zonder dat aan iemand, van wat hoedanigheid<br />
Bediening of waardigheid in den<br />
Bur?
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 237"<br />
Burgers- of Krygs-Staat hy ook mooge wee-<br />
zen , eenige Aéïe van Commando of Gezag<br />
ooit of ooit zou moogen toegelaaten worden."<br />
Doch de Guardes du Corps (uitgenoomen de<br />
Colonel Commandant VAN DER CAPELLENa<br />
maakten zwaarigheid, zich van hunnen Eed te<br />
laaten ontflaan, dan door dien, aan wien zy<br />
dien gedaan hadden (*). Doch deeze zwaa<br />
righeid werdt door den Prins zeiven weg ge<br />
noomen, die aan de Staaten fchreef, dat hy<br />
de Guardes du Corps van dien byzonderen Eed,<br />
waar door zy aan zyn Perfoon verbonden wa<br />
ren, ontfloeg, en dus aan Hun Ed. Groot Moog.<br />
overliet, om daaromtrent naar welgevallen te<br />
handelen. Waarop vervolgends die Eed, op<br />
den 19 Oftober- door de Staaten vernietigd<br />
werd (t).<br />
Brief der<br />
Op den Brief welken de Staaten van Holland Staatsleden^<br />
aan de Staats-Leden van Utrecht, te Amers te Amersfoortverfoort<br />
Vergaaderd, op den 4 September over gaaderd , aan<br />
de Staaten<br />
den tegenwoordigen toeltand van zaaken in de van Holland»<br />
Provintiën van Gelderland en Utrecht gefchreeven<br />
hadden, ontvingen zy op den 11 September<br />
een Antwoord, waarin zy deredenen op»,<br />
gaven, waarom te Amersfoort en niet te Utrecht<br />
vergaaderd waren; en betuigden dat zy wel<br />
verre af waren, van de voorkeur aan geweldige<br />
middelen te geeven; maar dat het ook aan hun<br />
(*) Nieuwe Nederl Jaarb. Sept. 1786. bladz. 1050.<br />
(t; lbid. QSlober 1786. bladz. 1252,<br />
moest<br />
Ï78&
Jf8
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 2$9<br />
' Op den zelfden 11 September ontvingen de 178^.<br />
Staaten van Holland eenen Brief van de Vroed» Brief der<br />
Vroedfcliap<br />
fchap der Stad Utrecht; waarin Hun Ed. Groot van Utrecht<br />
aan de Staa<br />
Achtbaare aan Hun Ed. Groot Moogende ken. ten van<br />
nis gaven, berichten, waarop zy ftaat kon UollanJ.<br />
den maaken, ontvangen te hebben, dat de<br />
twee voorftemmende Leden. benevens twee<br />
der kleine Steden, zich noemende de Staater<br />
dier Provintie,in hunne Vergaadering te Amersfoort<br />
volftrekt hadden beflooten, een genoegzaam<br />
getal Troupen binnen het Grondgebied<br />
te doen trekken, zoo dat die den volgender<br />
Dingsdag binnen of omtrent Amersfoort zouden<br />
?.vn ; — uit welke en andere omftandigheder<br />
zy reden hadden cm te vermoeden, dat men<br />
zou trachten die Provintie allengskcns me!<br />
Krygsvolk te overdekken, om vervolgends de<br />
Stad Utrecht door geweld, gelyk men omtreni<br />
twee • Steden in Gelderland gedaan hadt, te<br />
Overheerfchen, waar uit zekerlyk moest volgen<br />
eene onderdrukking der eerbiedige Volk-<br />
Rem, een- verlies der opdaagende Vryheid ,<br />
eene vervolging tegen cordaate Regenten er<br />
Burgers,eene verhuizing der beste en eerlykftf<br />
Ingezeetenen, en eindelyk een geheel bederi<br />
der Provintie, moest gebboren worden: Ou<br />
alle welke redenen zy by vernieuwing op hel<br />
fterkRe aandrongen op eenen onverwylden by-<br />
Rand van zoo veel Krygsvolk, op Hun Ed<br />
Groot Moog. Provintie verdeeld, als zy genoegzaam<br />
zouden oordeelen, om de Stad Ut<br />
Tech 1
Ce Staaten<br />
van Holland<br />
belooven<br />
liulpe aan de<br />
Stad Ut.<br />
fecht.<br />
240 BEKNOPTE HISTORIE DES<br />
recht tegen allen geweldigen aanval te dekken;<br />
en dewyl hunne Mede - Staatsleden zich niet<br />
ontzagen, naar willekeur, en buiten hunne<br />
kennis over het Provintiaale Grondgebied te<br />
bedellen ; zoo meenden zy ook alle vryheid te<br />
hebben om niets te ontzien tot hunne beveiliging,<br />
en gevolglyk geene zwaarigheid te maaken,<br />
die Hollandfche Troupen binnen hunne<br />
Vryheid te ontvangen; waar dezelve provifioneel<br />
konden post vatten in de Voordeden,<br />
en zoo veel moogelyk een Cordon trekken aan<br />
dien kant, van welken zy waarfchynelyk den<br />
eerden aanval te wagten hadden; hetwelk zy<br />
dachten best gefchikt te zyn; om alle vyandlyke<br />
maatregelen te verydelen (*). —<br />
De Staaten van Holland, gaaven hier op verzekering<br />
aan de Utrechtfche Vroedfchap, dat<br />
zy, in geval van een Vyandelyken aanval, of<br />
aanmarsch van Troupeu uit Gelderland tegen<br />
derzelver dad, aandonds met hunne, voorhanden<br />
zynde , Troupen dezelve zouden befchcrmen,<br />
en van alle geweld en overlast naar vermoogen<br />
beveiligen. Ten welken einde Hun<br />
Ed. Groot Moog. aan den Generaal Majoor<br />
VAN RYSSEL deeden aanfchryven , dat hy,<br />
indien de Stad Utrecht in gevaar mogt gebragt<br />
worden, dan de Troupen, onder zyn bevel,<br />
hadt by een te brengen, en de Stad naar vermoogen,<br />
daar made te helpen verdeedigen,en<br />
alle<br />
C) Nieuwe Neder!. Jaarb, September 178$, bladz. 1058, -
ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 241<br />
alle geweldige aanflagen te veriedelen. Dit<br />
Befluit werd alleen door de Ridderfchap en de<br />
Stad Briel tegengefprooken ; en van hetzelve<br />
werdt aan de Utrechtfche Staatsleden, te Amers.<br />
foort vergaaderd , kennis gegeeven; met byvoeging,<br />
dat Hun Ed. Groot Moogende alhoewel<br />
zy verwagtten, dat zodanig een kragtig<br />
Befluit nooit zou in 't werk behoeven gefteld<br />
te worden, nogthans eene cordaate ope»<br />
ning daar van aan Hun Ed. Moog. hebben willen<br />
geeven, zoo wel om alle verkeerde indrukken<br />
omtrent de waare beweegreden daar<br />
toe voor te koomen, als om hen te overtuigen<br />
van derzelver oprechte genegenheid tot eene<br />
gemeenfehappelyke behandeling van zaakens en eene daadelyke bevordering der heilzaame<br />
oogmerken , welke Zy zoo duidelyk aan Hur<br />
Ed. GrGot Moog. hadden te kennen gegeeven s<br />
en eindelyk, dat Hun Ed. Groot Moog. zelfs<br />
op grond van verzekering, door de Staatet<br />
van Utrecht, of de beide voorftemmende Le<br />
den, daar van gedaan, moesten vast ftellen :<br />
dat een geweldige aanval op de Stad Utrecht 1<br />
nooit op begeerte of met medewerking vai t<br />
dezelve zou gefchieden ; en dat Hun Ed. Groo<br />
Moog. derhal ven konden vertrouwen, dat, in<br />
dien evenwel eene zaak van die natuur onder<br />
noomen wierd, Hun Ed. Moog. dan de poe<br />
gingen van Hun Ed. Groot Moogende tot al<br />
weering daar van, niet alleen niet zouden wraï<br />
ken, maar zelfs met al hun vermoogen ondei<br />
O Rei<br />
178Ö.
.1786.<br />
Pcmiddei.<br />