13.09.2013 Views

II I $ TOHX M

II I $ TOHX M

II I $ TOHX M

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

B E K N O P T Ë<br />

<strong>II</strong> I $ T O H X M<br />

DER<br />

O N L U S T E N<br />

IN DE<br />

¥ E D E I L A I B I N ,<br />

SEDERT DE ONDERHANDELINGEN OVER DË<br />

GEWAPENDE NEUTRALITEIT IN 17Bo*<br />

TOT OP DEEZEN TÏDi<br />

UIT ECHTE STUKKEN BYEEN GESTELD.<br />

M E T P L A A T E N .<br />

D E R D E D E E L .<br />

I N B R A B A N Ü.<br />

1 7 9 *•


D. oDooti V A N SICILIË zegt elders }<br />

dat de Gefchiedenis dan eerst de beste fpiegel is,<br />

•wanneer zy het vuil zoo wel vertoont alshetfchoon^<br />

ook der genen, die zich niet fpiegelen willen, enz.<br />

enz.<br />

Dienzelfden fpiegel, Leezer! hebben wy voor<br />

ms gehad in het te boek flaan ook van dit gedeelte<br />

mzer Gefchiedentife van de Onlusten in het Va-<br />

* 2 der-


iv V O O R B E R I C H T .<br />

(Ierland. Ja! ook hier fpreeken wy de W'aarheid<br />

zonder vleijen; en waarom zouden wy ons haarer<br />

fchaamen, die toch eenmaal volmaakt zal zegevie­<br />

ren.' — Vaarwel!


B E K N O P T E<br />

M X STOM X M<br />

D E R<br />

O N L U S T E N<br />

IN H E T<br />

V A B E R . 3 L A N B .<br />

E E R S T E H O O F D S T U K .<br />

Behelzende de Gebeurtenis/en van het fluiten<br />

der Vrede met den Keizer, tot het einde des<br />

Jaars 1785.<br />

Met hoedanige fnelle fchreeden de Euvelmoed<br />

van eene onbezonnene menigte van<br />

dag tot dag voordging j en de daarmede gepaard<br />

gaande , Onheilen in zeer'veele Steden en<br />

Oorden des Lands langs hoe treffender wier­<br />

den; was het echter niet dan in den herfst des<br />

Jaars 1785. dat, dezelve in den Haags meer<br />

openlyk naar wraak fchynende te dorsten, eene<br />

uit de heffe des Volks te famengefehoolene<br />

Bende het waagen durfde, als onder het oog<br />

van 's Lands hooge Regeering en tot hoon van<br />

derzelver Souvrain gezach, zoodanige oproe.<br />

A 3 rige<br />

Oproei ige<br />

Beweepingei»<br />

in 'i ffdm


1785,<br />

6 BEKNOPTE HISTORIE DE»<br />

rige Beweegingen aanterechterj, als den 4 aeft<br />

van Herfstmaand des gemelden Jaars, in 's Lands<br />

Onzydige Gefchiedenisfen, altoos met zwarte<br />

letteren zullen doen gebrandmerkt ftaan; en welke<br />

beweegingen, zeker, zoo al niet onmidlylc<br />

in derzelver eerfte beginfelen, dan ten minden<br />

in haare gevolgen, niet dan te veele aanleiding<br />

gegeeven hebben tot die hoog gereezene Verfchillen<br />

tusfchen de Staaten van Holland en<br />

den Prinfe van Oranje, als men in den loop<br />

deezer Gefchiedenisfe zal aangeteekend vinde.<br />

-<br />

d e n<br />

Op den gemelden 4 September 1785.,<br />

naamlyk, zynde Zondag, wanneer doorgaands<br />

de Parade in den Haage talryker is, en meer<br />

aanfchouwers, dan op andere dagen, daar<br />

by gevonden worden, waren ook ecnige Leden<br />

van Genootfchappen van Wapenhandel,<br />

zoo van andere Plaatfen, als van dat, welk<br />

in 's Hage was opgerecht , in hunne Gelyke<br />

Kleeding aldaar tegenwoordig. By het afgaan<br />

der,Parade werden eenigen der gemelde Perfoonen<br />

door eene menigte Gemeen Volk na«<br />

gevolgd , en van agteren lterk gedrongen,<br />

onder een fterk en herhaald geroep van Weegluis!<br />

Weegluis ]<br />

- een fcheldnaam , door het ruuwc<br />

Gemeen den Patriotten toegeduwd. Om het<br />

gedrang te ontwyken, gingen eenigen van dad<br />

Gezelichap op de ftoep van een huis voor aan<br />

in de lange Pooten. Daar ftaande, worden hun<br />

verfcheidene Injolentïên aangedaan,, onder an-"<br />

de-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 7<br />

deren wordt een van hun, die in de Monteering 1785.<br />

van het Leidfche Exercitie Genootfchap gekleed<br />

was, door een Soldaat van de Hcllandfche Garde<br />

befpot, en fmaadelyk bejegend; een Hagenaar,<br />

dit ziende, trekt zynen Degen en zwaait<br />

met denzelven in 't ronde om ruimte te maa«<br />

ken; hier over reezen woorden, terwyl een<br />

burger Man, die den Degen wilde vatten,<br />

met een ander Lid van het Genootfchap aan<br />

't vechten raakt met Hokken, en in dat gevecht<br />

eene wonde aan 't hoofd bekomt.<br />

Vcrfchci-<br />

De beledigde Perfoonen flappen eindelyk<br />

rlcne Per«<br />

van de ftoep af om hunnen weg te vervolgen, (boren doof<br />

*t Giaauw<br />

eenigen van hun Gezclfchap , die door den beledigd.<br />

drang van hun waren afgeraakt, voegen zich.<br />

weder by hen; het fchelden houdt aan; de<br />

Perfoon, die den Degen getrokken hadt, gaat<br />

met denzelven in de fchede, als met een Wan><br />

delftok mede voort; doch dezelve wordt hem<br />

ontweldigd, en naderhand zonder fchede op<br />

een ftoep gevonden. Ondertusfchen neemt het<br />

fchelden en dringen hoe langer hoe meer toe,<br />

om het welke te ontwyken zy in 't huis van<br />

eenen Schilder gaan , op den hoek van de Veeneftraat;<br />

waar de Drosfaard van 't Hof, van<br />

het geen 'er voorgevallen was verwittigd, en<br />

van eenen Dienaar verzeld, by hen kwam. Na<br />

een weinig-aldaar vertoefd te hebben, begeeven<br />

zy zich van daar, van den Drosfaard en<br />

zyne Dienaars verzeld, naa het huis van den<br />

H e r<br />

A 4 "


1785.<br />

Worden<br />

voor 'c Hof<br />

pnthooden<br />

en gehoord.<br />

Worden 11a<br />

het verhoor<br />

V^ederom ,<br />

•Vervolgd.<br />

8 B E K N O P T E HISTORIE DER<br />

Herbergier EVERTZE, de gewoone Vergader,<br />

plaats der Leden van het Wapengenootfchap.<br />

Onderwylen hadt de Drosfaard van het geen<br />

'er gebeurd was kennis gegeevcn aan den Pro-<br />

cureur Generaal, en vervolgends aan Heeren<br />

Commisfarisfen ; welke Heeren de beledigde<br />

Perfoonen by zich ontbnoden, om hunne klag-<br />

ten in te brengen; gelyk zy dan ook door den<br />

Drosfaard, van zyne Dienaars gevolgd, naa<br />

het Hof begeleid worden, onder een grooten<br />

naloop van volk. Die Perfoonen van dat Ge-<br />

zelfchap , te weeten, de Makelaar VOOGT<br />

van Schiedam, de Brander H A R T E V E L T van<br />

Leyden , en c. j. DR OSMAN, een Zilver-<br />

fmids Gezel van Vlaardingen, werden aanflonds-<br />

gehoord; maar de overigen, te weeten de twee<br />

Gebroeders ARNOLDS, W. J. VAN DE POL,<br />

en p. A. MARTENS, alle vier in 'sHage woo*.<br />

nende; en j . c. ENG E L K E , benevens j. j.<br />

HARTEN RO T H , beide Studenten te Leyden;.<br />

verzochten, dat hun verhoor, om zich alles<br />

beter te kunnen herinneren , tot den volgenden<br />

morgen mogte uitgefleld worden. Toen het<br />

verhoor geëindigd was, begaven gemelde Per­<br />

foonen zich gefaamentlyk van 't Hof langs de<br />

agter trap (omdat zy als dan van geene Die­<br />

naars behoefden verzeld te zyn) naa het huis van<br />

den Procureur H A R T E V E L T . Dan naauwlyks<br />

waren zy op flraat gekoomen, of zy werden<br />

van eene groote menigte volks omrinad, en<br />

gevolgd; omtrent het Stadhuis gekoomen en<br />

WA


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 9<br />

van den Onderfchout, die daar op de puije<br />

Hond, gezien zynde, zond deeze eenen Die­<br />

naar af om dien hoop te volgen , en toe te<br />

zien , of hun ook eenig leed gefchiedde. Ein-<br />

delyk koomen zy aan 't huis van den Hr. Pro.<br />

cureur HARTEVELT, voor het welke de ge­<br />

volgde menigte blyft ftaan, zonder eenige bal*<br />

daadigheid te pleegen, zoo lang de Dienaars<br />

van 't Gerecht daar bleeven ; maar zoo ras die<br />

vertrokken waren en naa het Stadhuis te rug<br />

gekeerd om verflag van hun wedervaaren aan<br />

den Onderfchout te doen, zoo beginnen de<br />

Jongens aan het huis van den Hr. HARTE-<br />

VELT met het werpen van (teentjes en 'tknip­<br />

pen met de vingers tegen de glafen baldaadig-<br />

hed"n te pleegen.<br />

Ondertuslchen komt de Bloemist ALÏERTZ,<br />

in wiens Tuin, onder de Uilenboomen, het Ge­<br />

nootfchap gewoon was te exerceeren, gelyk<br />

ook VAN RYSSEN, Looijer in 's Hage, by ge­<br />

melden Procureur HARTEVELT in; deeze bei­<br />

den bieden zich aan om VOOGT naar de Stads<br />

Herberg, waar zyn Rydcuig ftond, te begelei­<br />

den; het welk hy aanneemt. Zy dus op weg<br />

gegaan zynde , worden door eene groote menig­<br />

te gemeen Volk, uit Slopjes ec Steegjes, op de<br />

ftraaten,die zy doorgingen , uitloopende, ge-<br />

ftadig gevolgd en beledigd; van fchelden en<br />

fmaaden floeg het uitzinnig Gra'auw welhaast<br />

over tot daadelykheid, en werpt hen zodanig<br />

met fteenen en vuiligheden, dat zy genood-<br />

A 5 zaakt<br />

Van de vervolgdePerf<br />

ionen vlugten<br />

uvee ia<br />

een huis.


1785.<br />

10 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

zaakt werden de vlugt te neemen in 't huis<br />

van zekeren WESTMAN, in de Wagenflraat t<br />

waar uit zy door een Agterdeur werden uitgelaaten<br />

op de dunne Bierkade. Hier raaken zy<br />

van elkander; VAN RYSSEN en ALEERTS<br />

maaken fpoed; maar VOOGT, langzaam voort­<br />

Eeti wordt<br />

rfcel lyU mis- gaande, fchelt aan een huis aan, doch wordt<br />

Iiaiidctt.<br />

niet fpoedig ingelaaten, en terwyl hy na het<br />

openen der deure Haat te wagten, wordt hy<br />

op nieuws van eene groote menigte volks<br />

omringd, uit welker midden eenigen, inzonderheid<br />

een Perfoon, als een Jager, in 'tgroen<br />

gekleed , en een fchamele baldaadige Jongen<br />

hem op eene vergaande wyze mishandelden;<br />

en kort daarna werd hy nog door een jong<br />

Vrouwsperfoon in eene woedende drift met een<br />

Parapluije geweldig op 't hoofd geflaagen. Eindelyk<br />

werd VOOGT door eenen Lootgieter,<br />

R o T T E v E E N genaamd , uit de moorddaadige en<br />

üraatfehendende handen van 't losbandig Graauw<br />

gered, en door den Stal in de Stads Herberg<br />

gebragt; terwyl VAN RYSSEN in 't huis van<br />

den Fiscaal LUIKEN, en ALBERTS in dat<br />

van den Timmerman VIANEN, op de Jlüle<br />

Veerkaade , vlugtten, om diergelyke mishandelingen<br />

van 't woedende Gemeen te ontwyken.<br />

De Drosfaard van 't Hof ondertusfehen<br />

van den Fiscaal LUIKEN verfta,an hebbende<br />

dat 'er voor 't huis van den Procureur HAR­<br />

TEVELT iets te doen was, gaat daar heen,<br />

en vindt het daar flilj maar verneemt van<br />

een


ONLUSTEN IN HET VADERLAND, it<br />

een Jongeling, dat op de Veerkaade iemand<br />

zeer mishandeld werd : gaat derwaards , neemt<br />

den Procureur HARTEVELT en den jongden<br />

ARNOLDS, die van een Sabeltje, voor in zynen<br />

rok, voorzien was, met zich; op de ^e«riaade<br />

gekoomen zynde, wordt de gemelde Drosfaard<br />

in 't huis van den Timmerman VIANEN,<br />

waar ALRERTS in gevlugt was, ingeroepen,<br />

Eeemt ALBERTS ook mede, en gaat met<br />

deeze drie Perfoonen naa de Stads Herberg.<br />

Op het groene wegje gekoomen zynde, werden<br />

zy wederom van eene groote menigte muitend<br />

Volk omringd, die de ftoutheid hadden<br />

van voornoemde Perfoonen, in de tegenwoordigheid<br />

van den Drosfaard, wederom te fchelden<br />

eu met vuiligheid *é werpen (zoo weinig<br />

ontzag was 'er thans by het oproerig Gemeen<br />

voor de Juftitïe en den eerften uitvoerder van<br />

't Hooge Gerechtshof van Holland , Zeeland<br />

en Vriesland.) By het Zieken werd AUNOLDS<br />

door een Soldaat tegen het lyf geloopen, die<br />

het Sabeltje , by zyne borst tusfehen den rok<br />

gehouden, ziende, hem hetzelve dacht te ontweldigen,<br />

en daar naa greep ; doch hy werd<br />

door den Drosfaard aangepakt, en met behulp<br />

van ARNOLDS, ALBERTS en HARTEVEL'I<br />

overweldigd en in de Stads Herberg in bewaaring<br />

gebragt; waar zy VOOGT nog vonden.<br />

Terwyl de Drosfaard nu in de Stads Herberg<br />

was, hadt men nog de ftoutheid van met fteenen<br />

door de glazen te werpen; waarom Zyn<br />

Ed,<br />

178*<br />

De beledigingen<br />

lM#J<br />

«at. Een<br />

Soldaat gegtcepen.


De Soldaat<br />

naa de Ge •<br />

vangciipooit<br />

gebragc.<br />

12 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Ed. Geftr. noodig vond de hulpe van hetKrygsvolk<br />

te verzoeken; ten welken einde hy iemand<br />

naa den Procureur Generaal zondt om<br />

van 't geen 'er by de Stads Herberg omging<br />

kennis te geeven , en zodanig verzoek te doen:<br />

Deeze begeeft zich naa de Hoofdwacht, verzoekt,<br />

en verkrygt byftand van Krygsvolk,<br />

?n begeeft zich met eenige Manfchap naa de<br />

Stads Herberg. Daar gekoomen zynde, doed<br />

hy een Rydtuig gereed maaken, waar in<br />

de gevangen Soldaat gezet , en naa de Ge-<br />

/angenpoort gebragt wordt; met welk Rydtuig<br />

den Procureur Generaal en de voornoemde<br />

Perfoonen, VOOGT, ALBERTS, HARTE­<br />

VELT en ARNOLDS zich te gelyk mede naa<br />

liet Hof begeeven. Terwyl zy heenen reeden,<br />

werden nog verfcheidene fteenen naa den Wagen<br />

geworpen , tot een bewys dat het Graauw<br />

even weinig ontzag en vreeze hadt voor het<br />

Krygsvolk, als voor de Dienaars en Uitvoerders<br />

van het Gerecht. Naa een kort verblyf<br />

by den Cipier , vertrokken de vier gemelde<br />

Perfoonen naa het huis van den Procureur Generaal;<br />

het welk fpoedig van vooren en van<br />

agteren door eene menigte Volks omringd<br />

werd; waarom de fleer VOOGT en de anderen<br />

van zyn Gezelfchap het niet veilig oordeelden<br />

van daar te vertrekken. Zy bleeven<br />

daar nog eenigen tyd, en de Procureur Generaal<br />

verzocht toen byftand van de Ruiterwacht,<br />

iie hem ook werd toegezegd; doch die zoo<br />

laat


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 13<br />

laat aankwam, dat de faamengerotte menigte<br />

al langzaamerhand was afgezakt; van welk 00genblik<br />

de vier genoemde Perfoonen zich bedienden<br />

om elk zynen weg naa huis te gaan ,<br />

dat hun nu, zonder verdere moeijelykheid,gelukte<br />

(*).<br />

Zie daar een kort en echt verhaal, uit het<br />

Twee Pen<br />

fionai isfen<br />

Bericht van 't Hooge Gerechtshof zelve ge­ in gevaar.<br />

trokken, van de Oproerige Beweegingen» op<br />

dien onrustigen Rustdag door een losbandig Gemeen<br />

aangerecht, welke tot diengrootcn fchok<br />

aanleiding gegeeven hebben, dien de gantfche<br />

Republiek vervolgends geleeden heeft,<br />

gelyk deeze Historie zal uitwyzen. Eene om-<br />

Handigheid van deezen dag moet ik nog aanteekenen,<br />

die nog erger bediyven , en het<br />

fmaadelyk aanranden van nog aanzienlyker Perfoonen,<br />

maar van de zelfde denkvvyze omtrent<br />

's Lands zaakea als de voorigen, deed vreezen<br />

; doch door goede voorzorge werdt voorgekoomen.<br />

Te weeten, de Heeren DE CY-<br />

ZELAAR en VAN BERKEL, Penfionarisfen<br />

van Dordrecht en Amflerdam, waren met hunne<br />

Vrouwen, op dien dag, om een buitenlucht te<br />

neemen by een Vriend aan den Leidjchen Dam.<br />

Dewyl nu deeze Heeren, als groote Voorflanders<br />

van Vaderlandsgezindheid bekend wa«<br />

ren, en deeze wyze van denken by het Haag-<br />

fcht<br />

I785-<br />

•(*) Nieuwe Nederl. Jaarb. Sept. 1785. blaJz. iaC(ï-i275,<br />

Peruad Nederland, IV. Deel, bUjz. 125-—132.


-735.<br />

Aan drie<br />

huizen de<br />

glazen inge-<br />

Uaagen.<br />

14 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

fche Gemeen zeer gehaat gemaakt was ; zoo<br />

was men met reden beducht, dat het buitenfpoorig<br />

Gemeen , den gantfehen dag aan 't<br />

hollen geweest zynde, ook dat aanzienlyk Gezelfchap<br />

mogten aanvallen; te meer om dat<br />

men iemand uit het muitende Graauw op dien<br />

dag den Moordzuchtigen wensch hadt hooren<br />

uitflaan, dat hy DE CYZELAAR en eenige<br />

andere Patriötten in handen mogte hebben»om<br />

ze te verfcheuren. Een ander Penfionaris van<br />

eene andere Hollandfche Stad, duchtende kwaade<br />

gevolgen, begeeft zich by den Hr. Raad.<br />

penfionaris van Holland, fielt hem het gevaar<br />

voor, en verzoekt voorzorge to: afwending<br />

van gevreesde onheilen. Zyn verzoek wordt<br />

hem toegedaan, en eene Krygsbende van de<br />

Garde te paerd afgezonden om op de aankomst<br />

van 't Jagt, waarmede het Gezelfchap terug<br />

Verwagt werd, te pasfen, en hetzelve veilig<br />

t'huis te geleiden. Dit gefchiedde zonder eenige<br />

beweeging; maar niet weinig verwonde*<br />

ring en ontzetting baarde dit gezigt van gereed<br />

fiaande Ruiters aan het aanzienlyk Gezelfchap<br />

by deszelfs aankomst, byzonderiyk de<br />

Vrouwen; het welk , van alles onbewust d?t<br />

op dien dag in den Haag was voorgevallen,<br />

niets minder dan zulk eene vertooning verwagtte.<br />

Dit vuur van Oproer was maar voor een koften<br />

tyd gedoofd, het fmeulde nog onder de<br />

asfche, en brak eerlang uit in eene woedende<br />

vlam,


ONLUSTEN IN H E T VADERLAND. 15<br />

Vlam, die bezwaarlyk te blusfchen was. Drie<br />

dagen na dit Oproer, tusfchen den 7 en 8Scp.<br />

tember, werden aan drie huizen de glazen in*<br />

geflaagen, onder welken dat van den Hr. Mr.<br />

P I E T E R P A U L U S Fiscaal by de Admiraliteit<br />

op de Maas, geteld werd (*).<br />

Deeze buitenfpoorige moedwilligheid, onder<br />

't oog van den Souvrain gepleegd , kon niet<br />

nalaaten de oplettendheid der Staaten daar op<br />

te bepaalen. De Heeren Afgevaardigden van<br />

Haarlem fielden op den 8 September in de<br />

Vergaadering der Staaten voor , dat zy met<br />

leedweezen en verontwaardiging vernoomen<br />

hadden, dat een gewelddaadige oploop en verregaande<br />

faamenrottingen op Zendag den 4<br />

September in den Haag hadden plaats gehad,<br />

en zulks by herhaaling; dat het van alle kanten<br />

bleek, kennelyk en zeker te zyn , dat<br />

niet alleen de veiligheid en rust der plaats<br />

op eene ftrafbaare wyze was geftoord, en by<br />

die gelegenheid met de daad openbaar geweld<br />

gepleegd; maar het Oproer ook een en andermaal<br />

was herhaald, en verfcheide uuren agter<br />

een geduurd hadt, eer hetzelve volkoomen<br />

ophield; — dat zy Heeren Gedeputeerden<br />

meenden, het van de uiterfte noodzaakelykheid<br />

te zyn, dat Hun Edel Groot Moogende<br />

door eene fpoedige en kragtdaadige voorziening<br />

(*) Nieuwe Neder!. Jaarb. September 17B5. WaJz, 1375.<br />

Xtroerd Nederland, IV. Deel bkutz. 132.<br />

178J.<br />

Ter Srnntsvei<br />

gin d c •<br />

ring wordt<br />

des wegeirt<br />

een Vooiftel<br />

gedaan do^r<br />

de Gcdepüteerden<br />

vau<br />

Haarlet».


if5 BEKNOPTE HISTORIE i)É*<br />

ning hunne hoogfte verontwaardiging daarover'<br />

lieten blyken , gepaste middelen ter beveiliging<br />

deeden in 't werk Hellen* en hunne op»<br />

lettendheid vestigden op een nauwkeurig onderzoek:<br />

Hoe 't moogelyk geweest was, dat, in<br />

een Plaats als deeze ('s Hage), zodanigefaamenrot*<br />

tingen en Oproer zulk een geruimen tyd ongejioord<br />

hebben kunnen voortduuren.<br />

Dat zy Heeren Gedeputeerden zich onver*<br />

mydelyk verpligt gevonden hadden, aan Hun<br />

Edel Groot Moogende in overweeging te geeven,<br />

of Hoogstdezelven niet zouden goedvinden<br />

, eene Publicatie te beraamen en te doen<br />

uitgaan , waar by in den Haag alle Saamenrottingen<br />

op zwaare ftraffe verbooden wierden ,<br />

en vastgesteld j dat aile Infolentiën, aan wien<br />

't ook zy, in zyn Perfoon , Huizen of Goederen,<br />

daar gepleegd wordende, ten ftrengften<br />

aan den Lyve, en zelfs naar bevind van zaaken,<br />

met de Galg zouden geftraft worden. —<br />

Voorts Heeren Gecommitteerde Raaden te<br />

magtigen en te gelasten, om naauwkeurig onderzoek<br />

te doen, wat de oorzaak mooge geweest<br />

zyn, dat het gemelde Oproer, daar ter<br />

plaatfe,zoo lang ongeftoord heeft kunnen aanhouden<br />

, op wat wyze de JufHtie werkzaam geweest<br />

is om de rust te herfleilen; en welke<br />

middelen, tot bewaaring der veiligheid aldaar,<br />

verder zouden kunnen in 't werk gefield worden.<br />

— Eindelyk nog, by provifie dezelfde<br />

Heeren Gecommitteerde Raaden te magtigen<br />

ea


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 17<br />

en te gelasten, om van tyd tot tyd de noodige<br />

Patrouilles te laaten doen, om aile onbehoorlyke<br />

Saamenrottingen te beletten,de Overtreeders<br />

van gemelde Publicatie op te ligten, en<br />

onder bewaaring van Gecommitteerde Raaden<br />

te Hellen. Dit Voorftel werd met algemeene<br />

Stemmen in een Befluit veranderd, uitgenoomen<br />

het gedeelte van Patrouilles te laaten<br />

doen , het welk de Heeren van de Ridderfchap<br />

en Edelen niet goedkeurden , maar aanzagen.<br />

1785.<br />

Ingevolge van dit Befluit deeden GecommitGecommitteerdeteerde<br />

Raaden aanftonds na het fcheiden der Raaden<br />

Vergaadering, den Bevelvoerenden Officier<br />

geeven Orders<br />

aan den<br />

Kapitein van<br />

van de Hoofdwacht voor zich koomen , en de Hoold-<br />

vraagden hem de tegenwoordig beftaande Orders,<br />

omtrent het zenden der Patrouilles, af;<br />

welke waren, dat alle avonden, entweemaal<br />

des nachts Patrouilles, op order van Zyne<br />

Hoogheid, werden uitgezonden, en dat dezelve<br />

by buitengewoone omftandigheden, mede op<br />

Hoogstdeszelfs orders, vermeerderd werden.—<br />

waclu.<br />

Hun Edel Moogenden gelasteden, daarop,<br />

den gemelden Officier, dagelyks tegen het<br />

vallen van den avond, Patrouilles uit te zenden,<br />

en daar mede van uur tot uur te vervolgen<br />

tot 's morgens ten zes uuren ; en daar van<br />

aan den Generaal SANDOZ kennis te geeven,<br />

ten einde daar toe de Wagt te verdubbelen;<br />

gelyk ook om, by aldien Saamenrottingen van<br />

Menfchen, of moeite verwekkende Lieden<br />

mogten worden gevonden, de fchuldigen daar<br />

B van


1785.<br />

De Prins be.<br />

klaagt zich<br />

daar ovci'by<br />

Gecoinmitte<br />

rde Raaden.<br />

C-eUk ook<br />

by de Staaten<br />

van<br />

Holland.<br />

TB BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

van in de Hoofdwacht op te brengen, en aan<br />

gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden daar<br />

van kennis te geeven; het welk door den zelfden<br />

Officier werd aangenoomen.<br />

Kort daarna verzocht de Prins Erfftadhou*<br />

der, dat het Collegie van Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden, het welk na het geeven van<br />

gemelde Orders gefcheiden was, weder mogt<br />

vergaaderen; en in het zelve verlcheenen<br />

zynde, gaf Zyne Hoogheid hun te kennen,<br />

dat over het ftellen van die orders zeer verwonderd<br />

was, nademaal alle de orders voor de Militie<br />

altoos waren gefield geworden door Hem<br />

zeiven, als Erf» Gouverneur en Kapitein Generaal<br />

deezer Provintie, gelyk door Zyne<br />

Voorzaaten gefchied was; en dat Hoogstdezelve<br />

bereid was daadelyk zodanige Orders te<br />

ftellen, als Hun Edel Groot Moogende of Gecommitteerde<br />

Raaden, in het tegenwoordig<br />

geval, mogten noodig oordeelen;te gelyk aandringende,<br />

dat, indien Hun Edel Moogenden<br />

meenden van hun verrichtte niet te kunnen afgaan<br />

, zy de Vergaadering van dien avond nog<br />

geliefden faamen te roepen ; ten einde zyn belang<br />

aan Hun Edel Groot Moogenden te kunnen<br />

voordraagen; aan welk verzoek Gecommitteerde<br />

Raaden voldeeden.<br />

De Vergaadering der Staaten werd dan ook,<br />

dien zelfden avond, by een geroepen; in dezelve<br />

werd door den Raadpenfionaris een Brief<br />

van Gecommitteerde Raaden voorgeleezen,<br />

waai'


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 19<br />

waar door van al het bovenftaande, door Hun<br />

Edel Moogende verricht, aan de Staaten werd<br />

kennis gegeeven, en in die zelfde Avond-Vergaadering<br />

verfcheen de Prins Erfftadhouder<br />

om een Voordel te doen , dat hoofdzaaklyfc<br />

hier op uit kwam: ,, Dat de Kapitein van de<br />

Hoofdwacht rapport gedaan hebbende van de<br />

Orders, door Heeren Gecommitteerde Raa«<br />

den aan hem gegeeven, Zyne Hoogheid gemeend<br />

hadt te moeten verzoeken, dat het Collegie<br />

van Heeren Gecommitteerde Raaden geliefde<br />

te Vergaaderen ,en aan Hun Edel Moogende<br />

zvne verwondering te moeten voordraagen<br />

over deeze nieuwigheid; en dat het Hun<br />

Edel Moogende behaagt hsdt, dergelyke orders<br />

direct en buiten Zyne Hooghefd aan den Kapitein<br />

van de Hoofdwacht te geeven, in een<br />

tyd, dat Hoogstdezelve daar, in den Haag,<br />

tegenwoordig was, daar Zyne Hoogheid van<br />

begrip was, dat dezelve, die de eer hadt van<br />

Gouverneur en Kapitein Generaal deezer Pro-<br />

Vintiën te zyn, die geen was, door wien de<br />

orders aan 't Guarnizoen behoorden gegeeven<br />

te worden ; en dat dus Hun Edel Moogende<br />

volgens het gewoone gebruik aan Zyne Hoogheid<br />

hadden behooren kennis te geeven van 't<br />

oogmerk van Hun Edel Groot Moogende,<br />

wanneer Hoogstdezelve niet nalaatig zoude<br />

geweest zyn cm alle moogeiyke voorzorgen<br />

te' doen neemen, en alle noodigc orders aan<br />

het Guarnizoen te geeven; ten einde alle wan-<br />

B 2 or«


1785.<br />

I>e S asten<br />

hl) ven by<br />

hun Befluit.<br />

20 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

ordens voor te koomen en alle faamenrottingen<br />

te beletten : — Zyne Hoogheid vond zich verpligt,<br />

zoo tot voorkoomrng van alle verwarring<br />

, als tot handhaaving van de Rechten,<br />

Hem in bovengemelde hoedanigheden door<br />

Hun Edel Groot Moogende opgedraagen,<br />

Hoogstdezelven te verzoeken om, wanneer<br />

Hun Edel Groot Moogenden eenige voorzieninge<br />

geliefden te doen, waartoe de byftand<br />

van het Krygsvolk noodig was, aan Zyne<br />

Hoogheid als Gouverneur en Kapitein Generaal<br />

deezer Provintie, van derzelver oogmerk<br />

te verwittigen ; op dat dezelve overeenkomftig<br />

daar mede de noodige orders konde geeven en<br />

nauwkeurig doen uitvoeren. —<br />

De Staaten, dit voorftcl van Zyne Hoogheid<br />

gehoord, en daar over beraadfiaagd hebbende<br />

, beflooten, in die zelfde Vergaadering,<br />

by het Befluit, dien namiddag genoomen, te<br />

volharden ; en het geen door Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden verricht was goed te keuren<br />

en te pryzen: Ook werd nog verder goedgevonden,<br />

de voornoemde Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden byzonderlyk te magtigen, cm<br />

den gebiedenden Officier van de Hoofdwacht<br />

dien avond nog voor zich te ontbieden en ernftig<br />

aan te bevelen, de Orders, hem dien namiddag<br />

uit naam van Hun Edel Groot Moogengende<br />

gegeeven , ftiptelyk na te koomen ,<br />

zonder aan eenige orders, daar medeftrydig,<br />

van wien dezelve ook aan hem mogten gegeeven


ONLUSTEN IN HET VADERLAND, ix<br />

ven worden, eenigzins te gehoorzaamen; en<br />

werden Gecommitteerde Raaden verder gemagtigd<br />

tot bewaaring van de rust zodanige<br />

voorzieningen te doen, als zy zouden oordeelen<br />

te behooren.<br />

Den volgenden dag, den 9 September,wer­ Twee PublicatiSnteden<br />

twee Publicatico afgekondigd: eene van gen Oproer<br />

afgekon­<br />

de Staaten, en eene van de Gecommitteerde digd.<br />

Raaden: by de eerde werden alle oproerige<br />

gefprekken, beweegingen en faamenrottingen,<br />

mitsgaders alles, dat tot het verwekken van<br />

beweegingen, opfchudding of faamenrottingen<br />

van Volk aanleiding zou kunnen geeven; het<br />

plegen "an alle infolentiën, vooral by wege<br />

van daadelykheden of geweld, aan wien het<br />

ook zoude moogen wezen, ten aanzien van<br />

Perfoonen, huizen of goederen, verbooden:<br />

alles op draiTe van Hun Edel Groot Moogende<br />

hoogde verontwaardiging, en dat de overtreeders<br />

als openbaare Wederflreevers van de<br />

Hoogde bevelen, en moedwillige Schenders<br />

van de rust en veiligheid dier Plaatfe, zonder<br />

eenige oogluiking ten minden zouden worden<br />

in hechtenis gezet, of daarenboven in het<br />

openbaar, ja zelfs naar vereisen van zaaken,<br />

met de Galg gedraft. De andere diende tot<br />

ontdekking van den Daader of Daaders, die<br />

den nacht te vooren de glazen hadden ingeflaagen,<br />

waartoe een premie van duizend gou.<br />

den halve Ryders werd uitgeloofd.<br />

B 3 Dien<br />

I785'


i7§5- Dien zelfden dag werd aan den Luitenant<br />

Orders aan<br />

Generaal S A N D O Z , thans het Guarnizoen ge­<br />

den Centraal<br />

SAN00Z biedende, een Uittreklel van de Befluiten,<br />

gegeeven.<br />

den dag te vooren door Hun Edel Groot<br />

Moogende genoomen, en Copie van de Order<br />

, den avond te vooren aan den Kapitein<br />

van de Hoofdvracht gegeeven, ter hand gefield<br />

, met last om de fchikkingen , in het<br />

een en ander vervat, tot Hun Edel Moogende<br />

nader order, ftiptelyk te doen nakocmen,<br />

en dagelyks de gewoone Rapporten vau de<br />

Hoofdwacht mede te doen bezorgen aan Hun<br />

Edel Moogende Collegie , of aan den eerflen<br />

tegenwoordig zynden Heer van hetzelve<br />

, wanneer Hun Edel Moogende niet vergaaderd<br />

zyn ; cn voorts , zoo fpoedig moogelyk<br />

aan Hun Edel Moogende zyne gedachten<br />

te doen toekocmen aangaande de wyze,<br />

op welke eenige Piketten Ruitery en Voetvolk,<br />

tot weering van alle muitery en daadelykheden<br />

met de meeste vrugt zouden kunnen<br />

geplaatst worden, op verfcheidene Plaatfen<br />

, in den Haag; gelyk ook het getal der<br />

Manfchap , waar uit zy zouden behooren te<br />

befiaan.<br />

/-vtfehryving<br />

aan 't<br />

Hof en den<br />

Magtftraat<br />

van 'sHage.<br />

fi2 BEKNOPTE HISTORIE D E R<br />

Den 13 September werd door Heeren Gecommitteerde<br />

Raaden aan 't Hof van Holland,<br />

en den Magiftraat van 's Hage in naam der<br />

Staaten aangefchreeven,nauwkeurig onderzoek<br />

te doen, wat de oorzaak mooge geweest zyn ><br />

dat het Oproer, op Zondag den 4 dier maand<br />

ont-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 23<br />

ontdaan , zoo lange cngeftocrd heeft kunnen<br />

aanhoudenj als by de uitkomst gebleeken was;<br />

gelyk ook op wat wyze Juditie was werkzaam<br />

geweest om de rust te herdellen.<br />

Dien zelfden dag gaf de Hr. Raaclpenfionaris<br />

aan Hun Edel Gr. Moogende kennis, dat dien<br />

morgen een Briefje van Zyne Hoogheid hadt<br />

ontvangen, inhoudende, dat Hoogstdezelve<br />

wegens de tydingen van aanmarsch der Oofienrykfche<br />

Troupen, die van alle kanten bevestigd<br />

werden, van voornecmen was, het Escadron<br />

Gardes du Corps, en het Regiment Gardes Dragonders<br />

uit den Haag te laaten trekken; met<br />

agterlaating van die Manfchappen en Paarden,<br />

die niet in ftaat waren om in 't Veld te gaan : —<br />

Dat Hy Hr. Raadpcnfionaris hier op ten erndigde<br />

verzocht hadt, dat voor als nog geene<br />

orders mogtcn gegeeven worden, om eenige<br />

Militie uit den Haag te doen trekken. Voorts<br />

werd nog beflooten, dat voortaan geene At.<br />

iaches of Patenten, nopens Militie, elders dan<br />

in den Haag Bezetting houdende , door een<br />

der Leden van 't Collegie der Gecommitteerde<br />

Raaden zouden getekend, noch dooreen der<br />

Secretarisfen uitgevaardigd worden, dan na<br />

voorafgaande beraadflaaging en toeftemming<br />

van ten minden vyf Leden; en voorzoo veel<br />

het Guarnizoen in den Haag betrof, niet anders<br />

dan met voorkennis en toedemming van<br />

Hun Edel Groot Moogende, waarvan den vol-<br />

e Q<br />

B 4 g "<br />

1785.<br />

Refliiir ora<br />

trene rif


11*5<br />

De Prins<br />

beklaagt<br />

zich hy den<br />

Koning van<br />

Pruisfcn,<br />

Brief des<br />

K«nmgs van<br />

frutsfen san<br />

di; Sia;i(en<br />

6eiieni.il,<br />

24 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

genden dag aan Hoogstdezelven werd kennis<br />

gegeeven.<br />

Ondertnsfchen hadt Zyne Hoogheid de Prins<br />

Erfstadhouder, zoo haast de Gecommitteerde<br />

Raaden het Bevel over het Guarnizoen in den<br />

Haag aan zich genoomen, en onmïddelyke bevelen<br />

, buiten kennis van Hem Kapitein Generaal<br />

aan den Generaal SANDOZ gegeeven<br />

hadden, eenen Postbode, met de tyding van<br />

deeze gebeurtenis aan den Koning van Pruisjen<br />

gezonden, en buiten twyfiel zyn beklag gedaan;<br />

want Zyne Koninglyke Majefteit fchreef<br />

den 18. der zelfde maand reeds twee Brieven<br />

over deeze zaak; een aan dc Algemeene Staaten,<br />

en een aan de Staaten van Holland. ]n den<br />

eerften, na de reden en aanleiding van dit<br />

fchryven gemeld te hebben, verzocht zyne<br />

Pniisfifche Majefteit Hun Hoog Moogende zeer<br />

inftantelyk en vriendnabuurlyk", dat Hoogstdezelven<br />

, by de tegenwoordige onaangenaame<br />

voorvallen, geliefden tusfehen te trecden; en<br />

zich zoo wel by de Heeren Staaten der Provintie<br />

van Holland- en Westvriesland, als by de<br />

Heeren Staaten der andere Provintiën, daar<br />

het noodig mogte zyn, op het yverigfte aan te<br />

melden ; ten einde de Hr. Erffladhouder by de<br />

Voorrechten, aan Hem eenmaal Ervelyk op*<br />

gedrasgen, rustig gelaaten , en weder eene<br />

volkoomene goede eensgezindheid daar gefield<br />

wierde. Voorts beval Zyne Pruisfifche Majefteit<br />

het weizyn en de helangen van den Hr.<br />

Erf-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 25<br />

Erffladhouder, van zyne waardige Nichte,<br />

en hunne zoo veel beloovende Familie aan<br />

Hun Hoog Moogende ernlïig aan ; met aanbieding<br />

van zyne onpartydige en vriendnabuurlyke<br />

bemiddeling.<br />

In den Brief aan de Staaten van Holland- cn Aan de Staaten<br />

van<br />

Westvriesland, gaf Zyne Pniisfifche Majefteit Holland.<br />

zyne verwondering cn leedweezen te kennen,<br />

dat tegen alle verwagting heeft moeten verneemen,<br />

dat men den Hr. Erffladhouder onlangs<br />

het Commando van 't Guarnizoen van<br />

den Haag ha lt afgenoomen, het welk tochon.<br />

betwistbaar tot het Ampt van eenen Erfilidhouder<br />

en Kapitein Generaal behoorde; en dat<br />

het zich liet aanzien, als of men Hem van de<br />

wezendlykfte en gewigtigfte Voorrechten van<br />

het Erffladhoudcrfchap , het een voor, cn het<br />

ander na, zocht te ontzetten, en niet anders,<br />

dan den blooten naam en een fchynbeeld daar<br />

van over te laaten. Zyne Majefteit wilde zich<br />

in de inwendige omftandigheden van den vryen<br />

Staat Hunner Hoog Moogende niet inmengen;<br />

maar kon ook niet onverf'chillig. zyn omtrent<br />

het lot van eenen Vorst, Hem zoo na beftaande<br />

, en deszelfs Huis , gelyk -ook niet omtrent<br />

den welftand en de rust van eene, zoo<br />

aanzienlyke en naby geleegene Republiek: —<br />

Waarom de Koning Hun Edel Groot Moogende<br />

by deezen- nogmaals inftantelyk verzocht<br />

en vermaande, dat zy, met ter zyde ftelling<br />

van al het geen tot hier toe, misfehien uit mis-<br />

B 5 ver-


1785.<br />

De Prins<br />

vertrekt met<br />

zyn gnntfche<br />

Huisgezin<br />

uit 'sllege.<br />

26 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

verftand of overhaasting was voorgevallen,<br />

zich met den Hr. Erfftadhouder op eenen beteren<br />

en vriendfchappelyken voet, geliefden<br />

te zetten; de voormaalige eensgezindheid, en<br />

het wederzyds vertrouwen te herftellen, den<br />

Hr. Erfftadhouder in de rustige Uitoefening van<br />

zyne Ampren te laaten; Hem daarin niet verder<br />

te ftooren ; maar integendeel, het geen Hem<br />

ontnoomen was weder te geeven. — En indien<br />

Hun Edel Groot Moogende voorneemens waren,<br />

ten beste van Hunne Provintie, in 't beftuur<br />

der openbaare zaaken eenige veranderingen<br />

te maaken, dat het Hoogstdezelven niet<br />

moeijelyk zou vallen, zich daar over met den<br />

Hr. Erfftadhouder, zonder krenking zyner<br />

Rechten, te veréénigen; dewyl Hy zich gewis<br />

tot al wat billyk , en voor den Staat meest<br />

voordeelig is, gewillig zou toonen; wanneer<br />

Hun Edel Groot Moogende zich daaromtrent<br />

maar met Hem zouden verftaan. Dit alles befluitende<br />

met aanbieding van bemiddeling.<br />

Dat het den Staaten van Holland zoo gemakkelyk<br />

niet geweest is, als Zyne Pniisfifche<br />

Majefteit zich toen verbeeldde, om ten beste<br />

Hunner Provintie eenige verandering te maaken<br />

in het openbaar beftuur der zaaken, en zich<br />

daar over met den Hr. Erfftadhouder te verftaan<br />

; cn dat zelfs de bemiddeling 'van Zyne<br />

Pruififche Majefteit benevens die des Konings<br />

van Vrankryk niet eens toereikende geweest<br />

zyn om de Eensgezindheid en 't onderling ver.'<br />

trou-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 2 f<br />

trouwen te herftellen, heeft de crvaarcnhei<br />

geleerd, waarvan de volgende gebeurtenisfe: |<br />

ten bewyzen verftrekken. Het ongenoegen •<br />

welk de Prins Erfftadhouder opvatte over de |<br />

hoon, dien hy geloofde hem te zyn aangedaai 1<br />

door het intrekken van 't Commando over he t<br />

Haagfche Guarnizoen, was zoo groot, dat H |<br />

met zyn gantfche Huis de Hofplaats verliet, zy \<br />

beftendig verblyf elders nam, en niet wedei<br />

keerde, dan r.a die groote Ommekeer, welk<br />

de zaaken in September 1787. genoomen het<br />

ben. Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouw<br />

de Prinfes, Gemalin van den Prins Erffiadhou<br />

der, vertrok met de drie Vorftelyke Kindere 1<br />

den 15. September uit 'sHage naa Vriesland<br />

om te Franeker het vieren van het Jubelfees<br />

der Hooge Schoole by te woonen ; en d<br />

Prins vertrok, wegens de geruchten van ' t<br />

aannaaderen der Keizerlyke Troupen, na 1<br />

Breda (*).<br />

Terwyl deeze dingen in den Haag gebeur . Orergjftigi<br />

toe de verden,<br />

was men in de Provintie, en voornaame - fcliillen der<br />

Uegcering<br />

]yk in de Stad, van Utrecht bezig met eei ' en liingery<br />

vjn Utrecht,<br />

nieuw Reglement van Regeering voor die Pro<br />

vintie te beraamen en vervolgends in te voe<br />

ren; waar uit zeer veele verfchillen en hoog<br />

gaande Onlusten tusfehen de Regeeringen de r<br />

Steden «<br />

.(*) Nieuwe Nederl. Jaarb. Sepl. 1785. bind*. 127G—130< k<br />

ieroerd Nederland, IV. Deel, uUdz. 134 — 141.


De Vroed,<br />

fehap maakt<br />

een Concept<br />

- Reglementbekend<br />

met<br />

eene Publicatie*<br />

28 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Steden, byzonderlyk die van Utrecht, en der.<br />

zelvcr Burgeryen ontdaan zyn. In 't voorgaande<br />

van deeze Beknopte Historie (*) hebben<br />

wy reeds gezien, dat het Volk was opgeroepen<br />

om hunne Bezwaaren tegen het Reglementvau<br />

1674.. in te brengen; dat 'er negen Heeren<br />

door de Staaten gefield waren om de Bezwaaren<br />

der Burgers te ontvangen, enz.; dat 'er<br />

tien Heeren door de Vroedfchap, uit haar midden<br />

benoemd waren, om alle de Punten te onderzoeken,<br />

enz.; thans zullen wy zien op<br />

welke wyze die handelingen der Regeering en<br />

Burgery voortgezet, en ten einde gebragtzyn.<br />

Een moeijelyke taak inderdaad, in welken af<br />

te doen ik my tot eenige der voornaamfle gebeurtenisfen<br />

zal moeten bcpaalen ; want daar<br />

in loopen zoo veele omftaudigheden en toevallen<br />

faamen, dat het onmoogelyk is, die allen<br />

in dit kort beftek te bevatten.<br />

De Vroedfchap der Stad Utrecht hadt, uit<br />

de aangeboodene Ontwerpen , een Concept-<br />

Reglement opgemaakt, en deelde het by eene<br />

Publicatie van den 28 July aan de Burgery<br />

mede, raakende de bejlelling der Stads Regee.<br />

ring , het benoemen en verkiezen van Raaden in de<br />

Vroedfchap, Burgemeester en en Schepenen; mitsgaders<br />

het oprechten en invoeren van een gewettigd<br />

Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery.<br />

Hetzelve behelsde dus vier Hoofd Hukken:<br />

(*) <strong>II</strong>. Deel bhdz, 111-113.<br />

I. Van


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 29<br />

I. Van de Raaden inde Vroedfchap, en de hoedanigheden<br />

in dezelven vereischt , beftaande uit<br />

8 Artikelen. <strong>II</strong>. Van de Nominatie en verkiezing<br />

der Raaden in de Vroedfchap; en wel eerst van de<br />

Verkiezers, en derzelver Magiiging, beftaande<br />

uit 29 Artikelen. I <strong>II</strong>. Betreffende het benoemen<br />

en verkiezen van Burgemeester en en Schepenen,<br />

bevattende 9 Artikelen. IV. Opzigt hebbende<br />

op een gemagtigd Collegie van Gecommitteerden uit<br />

de Burgery; in 22 Artikelen begreepen.<br />

In de Publicatie, die het Concept - Regle­ Inhoud de?<br />

Publicatie.<br />

ment verzelde, werd gezegd, dat dit Proviiioneel<br />

Reglement ontworpen was, om, zoo<br />

ras by de Heeren Staaten dier Provintie, met<br />

affchafling van het Regeerings • Reglement van.<br />

1674 , een nieuw Reglement voorde Regeering<br />

der Provintie Staatswyze zoude vastgefteld en<br />

ingevoerd zyn, eindelyk beflooten en in gang<br />

gebragt te worden; — verder werd elk Burger<br />

en lngezeeten (de onbevoegden uitgezonderd)<br />

vermaand, om, indien eenige gegronde bedenkingen<br />

op voorfz. Reglement mogte hebben,<br />

dezelve zyne bedenkingen met redenen bekleed,<br />

in gefchrifte gefteid en ondertekend,<br />

met byvoeging van zyne hoedanigheid, ouderdom<br />

en woonplaats; en zulks binnen den tyd<br />

van veertien dagen, na deeze Publicatie ter Secretary<br />

der Stad, verzegeld, over te brengen,<br />

En op dat een iegelyk volle vryheid en gelegenheid<br />

zoude hebben, om de Vroedfchap van<br />

zyn.; byaondere begrippen kennis te geeven.<br />

ZO! I


'78-5.<br />

Protest Jer<br />

Burgery daar<br />

tegen.<br />

Zwaariglieid<br />

overdeMagliging<br />

djf<br />

Gecom. uit<br />

0 Cotnpaguiüu.<br />

gé BEKNOPTE HISTORIE na*<br />

zou in deeze zaak geene Procuratie, of Magtiging<br />

voor, of van, iemand toegelaaten worden.<br />

Eindelyk werd een ieder gewaarfchouwd , dat<br />

al, wie den geitelden tyd van veertien dagen<br />

liet voorbygaan , zonder eenige bedenkingen<br />

op te geeven, geacht zou worden geene te<br />

hebben, met het zelve Reglement genoegen te<br />

neemen en goed te keuren (*).<br />

Deeze Publicatie was geheel niet naar het<br />

genoegen der Burgery, welke door haare Gecommitteerden<br />

en Geconflituëerden fterk daar<br />

tegen protefteerde.De festien Gecommitteerden<br />

uit de acht Schütters-Compagniën bragten op den<br />

i Aug. een Adres en Protest aan den eerlien<br />

Eurgemeester, en door denzelven ter Vergaadering<br />

van de Vroedfchap; gelyk ook deeden<br />

de GeconftitLëerden van 1215 Burgers en Ingezeetenen<br />

(benevens nog 400, die zich daarby<br />

gevoegd hadden.) Het eerfte werd gefield<br />

in handen van Burgemeesteren, om te onderzoeken,<br />

in hoe verre de festien Gecommitteerden,<br />

naar rechten, bevoegd waren om zodanig<br />

Protest by de Vroedfchap in te leeveren.<br />

Heeren Burgemeesteren deeden vier van de festien<br />

Gecommitteerden tegen half 5 uuren des<br />

namiddags by zich onrbieden ter groote Secretary<br />

op het Stadhuis; waar hun door een der<br />

Secretarisfen kennis gegeeven werd, dat hunne<br />

Magliging niet in de vereischte orde was,<br />

(*) Nkavre tttderl'. Jearb. /fug. 1785. bj. icöo—1071..<br />

en


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 31<br />

en nader bewys noodig hadt. Waarop de vier 1785.<br />

Gecommitteerden antwoordden, dat de Magtiging<br />

op hen gedaan was door de Sergeanten<br />

der Compagrtiën, op uitdrukkelyken h>.t der<br />

onderhoorige Schutters , en van zoo veele<br />

Wachtvryën in de byzonderen Wyken , als<br />

zich by deeze Schutters gevoegd hadden :<br />

Waar op de Secretaris aanmerkte , dat zulk<br />

eene Magtiging, door de Sergeanten, in naam<br />

der Schutters gedaan , niet wettig genoeg was,<br />

Burgemeesteren en Üud • Burgemeesteren kwaOvereenkomst, tot<br />

men dan met de vier Gecommitteerden overëen, nader en<br />

om een nader en wettiger bewys van de Magti­ wettiger ue><br />

wy, van<br />

ging der laatften regtjlreeks uit den mond hun­ MagHgirg ;<br />

en de uitner<br />

Lasrgeevers op den volgenden dag te doen voering duar<br />

van.<br />

hooren ; ten welken einde Gecommitteerden<br />

nog dien zelfden avond hunne Lastgeevers tegen<br />

den volgenden morgen ten half negen<br />

uuren op hunne looppiaatfen deeden faamenroepen.<br />

Ingevolge daar van vergaaderde de<br />

gantfche Schuttery, ongewapend, ten half ne.<br />

gen uuren , elke Compagnie op haare loopplaats<br />

; waafby zich veele Wachtvryën, elk<br />

uit zyne VVyk by zyne Compagnie, voegden :<br />

en de festien Gecommitteerden, twee by iedere<br />

Compagnie. Men maakte toen acht kringen,en<br />

deed in elke derzelve aan de Burgers eene<br />

drieledige vraag: I. Of de vergaderde Burgers dt<br />

festien Gecovimüterden voor zodanigen bleeven erkennen<br />

; en wel als Gelastigden om in hunnen naam<br />

cp de belangen der Burgery acht te gesven, en al<br />

•It.


De Burgery<br />

vergaderd<br />

ongewapend<br />

by het Stadhais,<br />

cn<br />

treedt met<br />

Burgem. in<br />

nnderlianueliiie.<br />

32 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

les -uittevoeren, wat de tyd en de omfiandigheden<br />

omtrent dezelve vere'isfchen? — Waarop Ja!<br />

geantwoord werd. 2. Of de vergaderde Burgers<br />

dan ook injtemden in het Protest, door hunne Gecommitteerden<br />

daags te vooren ingeleeverd? het<br />

welk toen voorgeieezen werd, en daarop Ja!<br />

geantwoord. Eindelyk werd een kort verhaal<br />

gedaan van de wyze op welke het Protest, zoo<br />

by de Vroedfchap, als by de Burgemeesters,<br />

ontvangen was, en wat de Gecommitteerden<br />

daaromtrent verricht hadden ; waarna ten 3 gevraagd<br />

werd : Of men eene nadere Notariëele<br />

Magtiging op de festien Gecommitteerden wilde pasfeer<br />

en; dan of men de Gecommitteerden tot by het<br />

Raadhuis wilde verzeilen , om aldaar, indien het<br />

begeerd wier de, de Magtiging door hunne Sergeanten<br />

gepasfeerd, in perfoon mondeling te bevestigen;<br />

en al het geen door Gecommitteerden verricht<br />

was goed te keuren, en als door hen zeiven gedaan<br />

te verklaaren ? De Burgers verkoozen het<br />

laatde, en betuigden de handelwyze der Gecommitteerden,<br />

hier in gehouden, volkoomen<br />

goed te keuren.<br />

De Gecommitteerden dus van de toeflemming<br />

en goedkeuring hunner Lastgeevers volkoomen<br />

verzekerd, trokken aan 't hoofd hunner<br />

Compagniën , van de loopplaatfen naa de<br />

Neude , de algemeene vergaderplaats der acht<br />

Compagniën; en van daar naa het Oude-Kerkhof,<br />

om den uitllag der onderhandelingen van<br />

Gecommitteerden met de Regeering af te wag-<br />

teo.


'ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 33<br />

ten. De Gecommitteerden gingen voor Burgemeesteren,<br />

op 't Stadhuis vergaaJerd, en<br />

verklaarden, dat zy, benevens nog een Perfoon,<br />

uit iedere Compagnie waren Afgevaardigd<br />

van een zeer groot getal Inwooners en<br />

Burgers om derzelver Burgerlyke belangen<br />

waar te neemen. Dat zulks wel niet door eene<br />

Notaricele Acte, maar ter goeder trouwe gefchied<br />

was, waar van de Burgers en Inwooners<br />

bereid waren perfoonelyk verklaaring te doen,<br />

en in de tegenwoordigheid der Vroedfchap<br />

met hunne handtekening te bevestigen. —<br />

Dat hunne Lastgeevers ook in de nabyheid van<br />

't Stadhuis vergaaderd waren, om zulks perfoonelyk<br />

te verklaaren: Zy verzochten ook,<br />

dat de Heeren Burgemeesteren de Vroedfchap<br />

buitengewoon geliefden te Vergaaderen; ten<br />

einde verzekering van deeze hunne Magtiging<br />

te ontvangen. De Heeren Burgemeesteren<br />

MOSSCHENBROEK en V E R B E E K toonden<br />

zich voldaan over de Wettigheid der Magtiging<br />

van de zestien Gecommitteerden s en beloofden<br />

een gunftig verflag daar van in de V r<br />

roedfchap<br />

te zullen inbrengen.<br />

De vcrgaaderde Burgers, hier van onderricht,<br />

begeerden, dat het beloofde verflag in<br />

eene buitengewoone Vroedfchapsvergaadering,<br />

dien zelfden voormiddag nog belegd, zoude<br />

ingebragt worden; ten einde de Burgery het<br />

genoegen mogte hebben, dat ook van den kant<br />

der Vroedfchap door een Extraft-Refolutie<br />

C inogtï<br />

1785.


Dringen aan<br />

op afdoening<br />

deszer<br />

zaak.<br />

34 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

mogte blyken , dat dezelve over de Wettigheid<br />

der Magtiging van de zestien Gecommitteerden ,<br />

volkoomen voldaan was. De Burgemeesters<br />

zeiden, in dit nieuw verzoek niet te kunnen<br />

treeden, om dat in de Vergaadering der Gedeputeerde<br />

Staaten moesten verfchynen , en<br />

een van hun des namiddags uit de Stad moest.<br />

De Burgers over deeze weigering niet te<br />

vrede, en ten uiterfte daarop gefield, dat dee«<br />

ze zaak, waar toe zy zich opzettelyk verledigd<br />

hadden, wierde afgedaan, gaven aan hunne<br />

Afgevaardigden in last, om by herhaaling by<br />

de Burgemeesters aan te houden op het beleggen<br />

eener Vroedfchapsvergaadering, met bygevoegden<br />

uitdrukkelyken last om Hun Edel<br />

Groot Achtbaare van hunne Vroedfchapsplaatfen<br />

vervallen te verklaaren, indien zy weigerden<br />

aan het gemelde verzoek te voldoen.<br />

Öe Vrofd- Op deezen aandrang deeden de Burgemeesfchap<br />

befluit<br />

de zestien ters de Vroedfchap tegen m uuren vergaadeGecommitren;<br />

en in deeze Vergaadering werd beflooten<br />

teerden te<br />

erkennen, de Magtiging der 16 Gecommitteerden voor<br />

en 't Protest<br />

in de Note wettig te verklaaren, en daar van werd door<br />

te zullen<br />

ialchryven. den Secretaris aan de Afgevaardigden kennis<br />

gegeeven ; welke daarop uit naam en last van<br />

hunne Principaalen door den zelfden Secretaris<br />

aan de Vroedfchap deeden verklaaren, dat de<br />

Burgers ook aandrongen om te weeten, wat de<br />

Vroedfchap omtrent het ingeleverde Protest<br />

beflooten hadt; waarop het Antwoord was:<br />

Dat de Vroedfchap beflooten hadt, niet al-<br />

1'JSE


ONLUSTEN IN HET VADERLAND- 35<br />

leen de Onderteekenaaren van het bovengemelde<br />

Adres en Protest te erkennen als Gecommitteerden<br />

van een groot getal Burgers en Ingezeetenen<br />

uit de 8 Compagniën, maar ook oni<br />

het voornoemde Adres en Protest in de Vroedfchaps<br />

Aantekeningen in te fchryven ; van<br />

welk Befluit eene verklaaring, door een Secretaris<br />

onderteekend , aan de Gecommitteerden<br />

werd overgegeeven. Ondertusfchen wérd,<br />

op voorftel van den Hr. Oud-Burgemeester<br />

BERGER, geraadpleegd, of men niet, ten genoegen<br />

der Burgery, zou kunnen goedvinden,<br />

de voorgemelde Publicatie in te trekken en<br />

buiten kragt te ftellen? Overeenkomftig dit<br />

voorftel werd beflooten; de Publicatie werd<br />

door eene andere ingetrokken, en de vergaaderde<br />

Burgers, omtrent 2000 in getal, van alles<br />

onderricht i fcheidden ten twee uuren van<br />

een en gingen elk naa zyn huis. Den volgenden<br />

dag, 3 Augustus werd de nieuwe Publicatie<br />

, waar by de voorige vernietigd werd, afgekondigd<br />

en aangeplakt (*).<br />

De Staaten van Utrecht hadden aan den Prins<br />

Erfftadhouder twee Brieven gefchreeven , een<br />

op den 9 Juny, verzeld zynde van alle dê bezwaaren<br />

der Burgers, in druk uitgegeeven, en<br />

in handen van Commisfarisfen gefteld: eenen<br />

anderen op den 6 July; behelzende kennisgeeving,<br />

dat Hun Edel Moogende raadzaam gé-<br />

von-<br />

(*) Rieu-.ye Neierl. ytiari. JiigMfts, Madz. 1077 — 1097.<br />

Ca<br />

De betiviste<br />

Publicatie<br />

ingetrokken^<br />

Brieven


1785.<br />

Antwoord<br />

Van Oen<br />

Prins daarop.<br />

36 BEKNOPTE HISTORIE DEM<br />

vonden hadden,hunne buitengewoonebefchryving<br />

op het zelfde punt den 10 Augustus te<br />

hervatten; in vertrouwen dat Zyne Hoogheid<br />

tegen dien tyd Hun Edel Moogende zodanige<br />

Aanmerkingen en Advis zoude doen toekoomen,<br />

als Hoogstdezelve, nopens zeker, daar<br />

by gemeld, Concept-Reglement reformatoir,<br />

en ter wegneeming der bezwaaren mogte goedvinden<br />

aan Hun Edel Moogende mede te deolcn.<br />

Op deeze Brieven werd door Zyne Hoogheid<br />

op den 8 Augustus door een Brief aan de<br />

Staaten geantwoord, en dezelve kwam den 10<br />

derzelfde maand in de Vergaadering der gemelde<br />

Staaten: In deezen Brief protefteerde<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid tegen al het<br />

geen beflooten mogt worden, ter verandering<br />

van 't Regeerings-Reglement van 1674. ftrekkende;<br />

ook diende dezelve om aan te toonenj<br />

dat de Regenten y welke op hetzelve Reglement<br />

Eed gedaan hadden, ten eenemaal onbevoegd<br />

waren, verandering daar in te maa><br />

ken; dat zy, integendeel, door die onderneeming<br />

verflaan moesten worden, van hunne<br />

Posten vervallen te zyn, als, onder anderen 3<br />

die Regenten, welke te Utrecht en te IVyk<br />

daartoe hadden medegewerkt; voorts gaf Zyne<br />

Hoogheid by dien Brief te kennen, dat het<br />

aftiaan van den eenen of anderen voordeeligen<br />

Post, van een geheel andere natuur zoude zyn;<br />

verzekerende van geene ander Rechten, hem<br />

toebehoorende, te zullen afgaan; en. vertrouwen-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 37<br />

•wende, dat de St&aten fliet zullen gedoogen, 1785.<br />

dat Zyne Hoogheid in de oefening daar van<br />

langer verhinderd wierde (*).<br />

Nog werd in de Staatsvergaadering van den Brief van<br />

den Prins<br />

24 Augustus een Brief ingebragt van Zyne aan de Siaa-<br />

Doorluchtige Hoogheid uit 'sHage, waar in ton.<br />

Zyne Hoogheid betuigde, met een zeer gevoelig<br />

leedweezen vemoomen te hebben, dat de<br />

Onlusten en Verwarring, in de Stad Utrecht<br />

tot die hoogte geklommen waren, dat 'er zonder<br />

eene gepaste tusfchenkomst en prompte<br />

voorziening,de allerdroevigfte en gevaarlykfte<br />

gevolgen te wagten waren ; met aanbod van<br />

medewerking tot herftel van de Rust, en een<br />

voorflag om met eenige Commisfarisfen daar*<br />

toe, uit Leden van Staat beftaande, hoe eer<br />

hoe beter, met Hoogstdenzelven in den Haag<br />

in gefprek te treeden. De Burgers van Utrecht Aires der<br />

Burgers daar<br />

hier van kennis gekreegen hebbende uit de t.'geu aaji<br />

openbaare Nieuwspapieren, (dewyl het thans den Raad<br />

ingediend.<br />

de gewoonte was alle zodanige Hukken fpoedig<br />

in de Nieuwspapieren te doen plaatfen)<br />

waren niet weinig over dien Brief gebelgd, en<br />

deeden door hunne Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />

daar tegen proteftceren en vertoogen<br />

doen. Op den 5 September dienden<br />

de Geconftituëerden van 1368 Burgers en Ingezeeten,<br />

en de Gecommitteerden uit de agl<br />

J!3urger - Compagniën der Stad, een Adres in<br />

(•) Nkmfe Netkrl, Jaarh. Aas;. 1785. bladz, 1117 — 1123<br />

C3<br />

by


1785.<br />

33 BEKNOPTE HISTORIE DER .<br />

by den Raad, waar in zy te kennen gaven,<br />

dat de Burgery met de uiterfte bevreemding<br />

gezien hadt, hoe in een Brief, op naam van<br />

Zyne Hoogheid in de Courqnten geplaatst, en<br />

den 24 Augustus ter Staatsvergaadering ingekoomen,<br />

de ftaat der zaaken te Utrecht werd<br />

voorgefteld, als of de Onlusten en Verwarringen<br />

in die Stad reeds tot die hoogte geklom,»<br />

men waren, dat 'er, zonder eene gepaste tusfchenkomst,<br />

en NB. prompte voorziening de allerdroevigfte<br />

en gevaarlykfle gevolgen te wagten<br />

waren, enz. Dan dat de Burgery vertrouwde,<br />

dat zy, daar ze zich tot hier toe, wegens de<br />

punten ter afdoening der ppgegeevene bezwaaren<br />

(na alvoorens daartoe plegtig opgeroepen<br />

te [zyn) en ter aandringing van dezelve, met<br />

het overleveren van haare verdere Aanmerkingen<br />

, op de voorbeeldigfte en gefchiktfte wyze<br />

gedraagen hadt, als nu, ter afdoening van dezelven,<br />

—op geene wyze verdiend hadt,<br />

door zoo ongunftige trekken in een zoo verkeerd<br />

daglicht aan het Algemeen ten toon gefield<br />

te worden. — Aan 't flot was het eerbiedig<br />

verzoek:" Dat Hun Edel Groot Achtbaare<br />

Zyne Hoogheid by Misflve zouden gelieven te<br />

defabufeeren, dat aldaar geene zoo onrustige<br />

en verwarde omitandigheden beftaan hadden,<br />

die tot zodanige hoogte zouden geklommen<br />

zyn, '— en dat indien Hun Edel Groot Achtbaare<br />

mogten begrypen, dat 'er eenige Commisfiën<br />

en Conferentiën noodig waren, het daar<br />

heen


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 39<br />

heen te bellieren» dat dezelven dan niet in<br />

'sHage, maar binnen de Stad Utrecht zouden<br />

moeten gehouden worden (*). —<br />

Burgemeesteren en Vroedfchap nu hadden,<br />

tot wegneeming van de wettige bezwaaren der<br />

Burgers en Ingezeetenen , een provifioneel<br />

Reglement ontworpen en beraamd, naa 't wel*<br />

ke de beflelling der Stads Regeering en de<br />

Nominatiën en Verkiezingen van Raaden in<br />

de Vroedfchap, van Burgemeesteren, en van<br />

Schepenen zouden gefchieden, en een gequalificeerd<br />

Collegie uit de Burgery opgerecht en<br />

ingevoerd zoude worden; om welk Reglement<br />

ter kennisfe van de Burgers en Ingezeetenen<br />

der Stad en der Vryheid daar van te brengen,<br />

een of meer Exemplaaren, geduurende 14 dagen<br />

zouden voorleggen in de zoo genaamde<br />

Groene Kamer aan 't Stadhuis, des morgens van<br />

10 tot 12, en des namiddags van 3 tot 5 uuren,<br />

met vermaan aan allen en een iegelyk<br />

Burger en Ingezeetenen (uitgezonderd alleen<br />

Vreemdelingen , Dienstboden en andere onbevoegde<br />

Perfoonen ) om , indien zy eenige gegronde<br />

bedenkingen op voorfz. Reglement<br />

mogten hebben, dezelve zyne bedenkingen,<br />

't zy afzonderlyk, of gevoegd met anderen ,<br />

in Gefchrift gefield en onderteekend, binnen<br />

24 dagen, na de afkondiging, ter Secretary<br />

van Stads Policie verzegeld te brengen. Dit<br />

alles<br />

C) ffteuvti Nederl, Jaarb. September 1785. bladz, 123?»<br />

C 4


Adres van<br />

Geconflitoperden<br />

en<br />

Gecommitteerden.<br />

40 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

alles werd door eene Publicatie den 16 September<br />

van 't Stadhuis afgekondigd. Ook werden<br />

op dien zelfden dag eenigen uit de Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden voor de tien<br />

Heeren, die uit de Vroedfchap tot deeze zaak<br />

gecommitteerd waren, geroepen, en aan dezelven<br />

een gedrukt Affchrift van bovengemelde<br />

Publicatie, benevens een Exemplaar van<br />

het provifioneel Reglement, ter hand gefteld.<br />

Op dat nu de Burgery mogt weeten, hoedanig<br />

de Raaden in de Vroedfchap omtrent dit<br />

Reglement en deszelfs invoering gezind waren ,<br />

cn om eindelyk eens tot de daadelyke invoe»<br />

ring te koomen; zoo leverden Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden wederom, op den<br />

21 September een Adres aan de Vroedfchap in,<br />

dat hoofdzaakelyk behelsde: ,, Dat alle de<br />

Raaden (uitgenoomen de Heeren LOTEN,<br />

WIELING en 1 voY) geliefden te verklaaren,<br />

binnen de 14 dagen, geduurende welken het<br />

Reglement voor de Burgery voorlag, of zy<br />

genegen waren, om op de fchikkingen, provifioneel<br />

daar by gemaakt, met de Burgery en<br />

het Volk der Stad eenen fieeds aanblyvende'n<br />

Raad in te voeren; met verklaaring, dat die<br />

Heeren, weiken zich binnen den gemelden tyd<br />

niet verklaarden, zouden gehouden worden<br />

voor de aanbiyxing in hun Ampt bedankt te<br />

hebben. — Dat de Hr. LOOT EN als beftemd<br />

zynde tot Ontvanger van het Kleinzegel,<br />

door de Vi-oedfchap Zou overgehaald worden,<br />

om


ONLUSTEN JN HET VADERLAND. 41<br />

urn binnen de veertien gemelde dagen zyne<br />

Raadsplaats neder te leggen; ten einde op zyn<br />

oryflag befchikt wierde; of wanneer die Heer<br />

daartoe niet geliefde te verftaan tot genoegender<br />

Burgery, dat dan, na verloop van voorfz.<br />

veertien dagen, aan Zyn Edele aile verdere<br />

Zitting als Raad wierde geweigerd, en op zyn<br />

Edels ontflag tegen den <strong>II</strong> Oclober wierde beflooten.<br />

— Dat de verfchillen met de Heeren<br />

WIELING en IVOY tot genoegen der<br />

Burgery, indien moogelyk, voor 't einde der<br />

loopende inaand wierden opgeruimd; doch indien<br />

zulks niet gebeurde, dat die Heeren dan<br />

niet zouden begreepen worden onder het getal<br />

van die geenen, met welken de Burgery en<br />

het Volk voomeemens waren, (Je invoering<br />

van eenen aanblyvenden Raad aan te gaan;<br />

maar dat, ten aanzien van Hen Edele hetzelve<br />

wierde gehouden in den zelfden (laat, tot<br />

dat over de voorfz. afdoening, tot genoegen<br />

der Burgery, eindelyk zou befchikt zyn. —<br />

Dat alle de misnoegens, wegens het voorgevallene<br />

Jop den ü Maart ontftaan, voor het<br />

daadelyk treeden tot de invoering van eenen<br />

iïeeds aanblyvenden Raad zouden weg genoosnen<br />

worden, zo dat 'er een wederzyds vertrouwen<br />

tot genoegen van Raad en Burgery<br />

herlield wierde. — De Geconftituëerden en<br />

Gecommitteerden verzochten op 'c bovengemelde<br />

de beraadflaagingen van den Raad; en<br />

dat nu met het maaken van de Nominatiën tot<br />

O 5 Bur<br />

1785,


1735.<br />

Bedui t der<br />

Vroed fchap<br />

daarop.<br />

Verrchiilen-<br />

rle Adviefen ,<br />

der I ed.n<br />

van de «<br />

Vrocdichrp.<br />

42 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Burgemeesteren en Schepenen niet mogte voor.<br />

uitgeloopen worden.<br />

Over dit Adres beraadflaagd zynde, werd op<br />

het eerfte punt beflooten, de Vroedfchap tegen<br />

Jen i. Oftober buitengewoon te befchryven.—<br />

Op het tweede, werden Heeren Eurgemeeste-<br />

:en en Oud-Burgemeesteren gecommitteerd,<br />

Dm daar over met den Heer LOOTEN tefpreeken.<br />

— Op het derde werden insgelyks Hee-<br />

•en Burgemeesteren en Oud Eurgemeester gei<br />

:ommitteerd om met die Heeren te fpreeken.—<br />

l 3p het vierde punt werden gecommitteerd de<br />

I ileeren EYCK, VAN DER DOES, VAN RO-<br />

WONDT, en VAN SENDEN. — Ten aanzien<br />

;an het vyfde- punt werd goedgevonden, dat<br />

i iet zelve op den 22 der zelfde maand Septem­<br />

1 ber in beraadfiaaging zoude genoomen, en de<br />

i/roedfehapsvergaadering daarom een half uur<br />

^ 'roeger begonnen worden, als welke tegen 9<br />

1 juren was faamen geroepen om voort te gaan<br />

1 ot het maaken van Nominaticn van Burge-<br />

I neesteren en Schepenen voor het volgende<br />

aar ('*).<br />

De Vroedfchap dan op den 1 October inge-<br />

'olge die buitengewoone befchryving vergaalerd<br />

zynde, om over het voorfz. eerfte Punt<br />

e beraadflaagen , waren alle de Leden daar<br />

t egenwoordig, den Hr. IVOY alleen uitgezon-<br />

( erd, die zyn Advies met een Brief inzond.<br />

Zeer<br />

(•} Nituwe jfedtrl. Jaarb, Sepitmh 1783* bladz, 1341—j 34jfi,


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 43<br />

Zeer verfchillende waren de Adviefen van ver-<br />

fcheidene Raaden omtrent dit Punt: De Hr.<br />

V A N DïKifELT betuigde by het Reglement<br />

van 1674. te blyven ; daar by voegden zich de<br />

Heeren Oud - Burgemeesteren L O O T E N , V A N<br />

D E R DUS-S EN en W I E L I N G ; de Burgemees­<br />

ter V A N M O ssc H E N E R O E K ; en de Raaden<br />

BODDENS, DE JONKHEERE, PESTERS,<br />

Z A A L , E W Y K en N A H U IS. De Burgemees­<br />

ter V E R E E E K , en de- Hr. V A N B R O N K -<br />

H O R S T oordeelden, zich niet te moeten verklaaren<br />

, daarentegen 'verklaarden zich de Heeren<br />

Oud-Burgemeesteren V A N D E N BO­<br />

G A A R D , V A N ROMONDT, VAN DER D O E S ,<br />

D A U NIS, CRAAY V A N G E R , FALCK, A B -<br />

EEMA, DE LEEUW, R A M , VAN DER MEI!-<br />

L E N , V A N D IEL EN, IVOY, MARTENS,<br />

en V O E T V A N W I S S E N - , dat meenden nog<br />

niet verder over het Reglement dan voorbereidend,<br />

of voorloopig, geraadpleegd te hebben,<br />

en hetzelve met de Burgery wel wilden<br />

aangaan, wanneer zy NB. Staats wyze van 't<br />

Reglement van 1674. zouden ontilaagen zyn,<br />

en het nieuw Reglement met medewerking van<br />

den Stadhouder ingevoerd wierde: Geheel anders<br />

verklaarden zich de Heeren Oud Burgemeester<br />

E E R G E R , de Raaden E Y K , V A N<br />

SENDEN, D E RIDDER, SMISSAART, VA N<br />

ilAEFTEN, BURMAN en VAN DAM, die<br />

betuigden genegen te zyn, om het ontworpen<br />

Reglement met de Burgery aan te gaan De<br />

wei-<br />

178S-


?85-<br />

44 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

weinige overige Heeren voegden zich by het<br />

Advies van den Hr. VAN WESTREENEN,<br />

het welk hoofdzaakelyk uit kwam op niet gehouden<br />

te zyn, zich te verklaaren. Na alle<br />

deeze verfchillende Adviefen omvraage gedaan<br />

zynde, word by meerderheid van Hemmen beflooten,<br />

dat in het verzoek der Requeftranten<br />

niet kon getreeden worden, maar hetzelve van<br />

de hand geweezen werd (*).<br />

ISom! natiën Daar nu de tyd der gewoone verandering<br />

van Burger<br />

meesteren van de Regeering op handen was, zoo werd<br />

en Schepe­<br />

op den 3 October by de Vroedfchap de Nmi*<br />

nen enz. aan<br />

den Prins natie van Burgemeesteren en Schepenen ge­<br />

gezonrlcn.<br />

maakt, om ter verkiezing aan den Stadhouder<br />

gezonden te worden. Nu kwam in bedenking<br />

of de Lyst van alle de Raaden, die thans de<br />

Vroedfchap uitmaakten, ook aan Zyne Hoogheid<br />

zou gezonden worden. De voorzittende<br />

Burgemeester bragt dit in omvraage; eenige<br />

Raaden begreepen, dat de opfchorting der gewoone<br />

verandering, in 't voorleedene Jaar,<br />

op verzoek der Burgers en op aandrang der<br />

Stads Regeering, door de Staaten beraamd,<br />

zonder tydsbepaaling was, tot tyd en wyle, dat<br />

een nieuw Reglement vastgefield zoude zyn; maaj<br />

de meerderheid verftond, dat de Lyst moest<br />

afgezonden worden. — Toen werd het 4de<br />

Punt van het Adres, op den 21. September by<br />

de Vroedfchap ingediend, in overweeging ge-<br />

noo-<br />

(?) Nieuwe Ncierl. Jaarh Q£tob. 1785, bladz. 1442-1444.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 45<br />

noomen, en by meerderheid beflooten tot het<br />

uitleveren vsn eene fchriftelyke Verklaaring<br />

door de Vroedfchap, dat dezelve bereidwillig<br />

was, al het geen zoo op,als na den <strong>II</strong> Maart,<br />

aanleiding tot het wederzyds misnoegen gegee­<br />

ven hadt, in vergetelheid te ftellen, en de<br />

opheffinge der begonnene Rechtsvorderingen ,<br />

daar uit voortgekoomen, by de Staaten voor<br />

te flaan en te helpen daar ftellen.<br />

De Vroedrchap, by voortduuring der buiten-<br />

gewoone befchryving nu wederom op den 7.<br />

Odtober vergaaderd zynde , zou de ingekoo-<br />

mene fchriftelyke bedenkingen der Burgers op<br />

het provifioneel Regeerings Reglement onder •<br />

zoeken: Die bedenkingen werden gefield in<br />

handen ' der tien Heeren, uit de Vroedfchap<br />

gecommitteerd, om dezelven nader te'onder-<br />

zoeken, en de Vergaadering van derzelver Ad­<br />

vies te d'ienen. De gevoelens der Leden van<br />

de Vroedfchap waren daar over zeer verfchil­<br />

lende; maar byzonderlyk liep in 't oog de<br />

fchriftelyke verklaaring van den Hr. Rentmees­<br />

ter BORMAN en zynen jongeren Zoon;welke<br />

niet zoo zeer den inhoud, als wel de wyze van<br />

invoering van dit Reglement betrof; want zy<br />

van gedachten waren, dat- het gemelde Regie-<br />

ment niet zonder medewerking van den Heer Stad.<br />

houder kon vastgefteld en daadelyk in gang gebragt<br />

worden.<br />

Op den zelfden dag deed eene Commisfie<br />

uit Üeconftituëerden en Gecommitteerde poogin-<br />

1785*<br />

Commisfia<br />

tot onderzool;<br />

der<br />

Bedenkingen<br />

van de<br />

Burgers.<br />

Poodnsen<br />

om de Gede.<br />

puteersien


1785.<br />

Staaten te<br />

ttoen ver-<br />

-.aadercii.<br />

•Rurgemecs.<br />

teien worden<br />

daaitcc<br />

gelast.<br />

40 BEKNOPTE HISTORIE DE»<br />

gingen om de Vergaadering der Gedeputeerde<br />

Staaten, die reeds gefcheiden was, weder by<br />

een te roepen; doch te vergeefsch, om dat<br />

fommigè Leden afwezig waren. Hierom werd<br />

dén volgenden dag buitengewoone Vroedfchap<br />

belegd op een Adres vau gemelde Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden, waar in verzocht<br />

werd, dat ten fpoedigfte eene Vergaadering<br />

van Gedeputeerde Staaten mogte belegd<br />

worden, en daar in een bygevoegd Copie<br />

• Request aan Hun Edel Moogende van<br />

Stadswegen onderfteund worden; behelzende<br />

verzoek tot eene buitengewoone befchryving<br />

der Heeren Staaten, tegen den 10 Oótober<br />

1785. op een punt van 't uiterfte gewigt voor<br />

Stad en Burgery; tegelyk werd een, daartoe<br />

ftrekkende Adres aan de Staaten, Copielyk<br />

aan den Raad overgegeeven.<br />

De Vroedfchap alle deeze ftukkeh overwoogen<br />

hebbende befloot overeenkomftig het verzoek,<br />

en magtigde Heeren Burgemeesteren,<br />

om nog dien zelfden dag, op alle moogelyke<br />

wyze, eene Vergaadering van Gedeputeerden'<br />

Staaten te beleggen, en daartoe de afweezigé<br />

Leden te ontbieden; gelyk ook om in die<br />

Vergaadering, van Stadswege, als derde Lid<br />

van Staat, aan te dringen op eene buitengewoone<br />

befchryving van de Heeren Staaten<br />

deezer Provintie tegen Maandag den 10, of<br />

uiterlyk Dingsdag den <strong>II</strong> Oclober, tot voorgemelde<br />

einde; met bygevoegden last, om,


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 47<br />

by weigering der Minderheid, ten fterkften daar<br />

tegen te protefteeren , en de gevolgen daar<br />

van voor die Leden over te laaten, welke niet<br />

daartoe zouden befluiten.<br />

Het Adres , welk de Geconftituëerden en<br />

Gecommitteerden voornemens waren aan de<br />

Staaten in te leveren, waartoe zy eene buiten­<br />

gewoone Vergaadering zochten te verkrygen,<br />

was daartoe ingericht: „ Dat Hun Edel Moo­<br />

gende de Leden der Stadsregeering geliefden<br />

te ontflaan van hunnen Eed, op zodanige Stads<br />

huifelyke Punten gedaan, als het Reglement<br />

van 1674. bevat; en dat onde:u;sfchcn de Opfchorting<br />

der Jaariykfcbe »«a tiering ' !:<br />

-<br />

Regeering mogte voortduuren to: tyd cn wyle<br />

omtrent het bovcnftaande zoude befchike<br />

1785-<br />

Adres aan<br />

de Staaten<br />

in te leveren.<br />

zyn."<br />

De Heeren Gedeputeerden vergaaderden Gedeputeerdenvcr-<br />

wel op den 8 Octobcr des avonds ten 8 uuren ; gaaderen,<br />

maar weige­<br />

maar niet volledig genoeg; geen der Ilccrcn ren de Staaten<br />

te bevan<br />

de Ridderfchap was tegenwoordig, cn dc Icliryveii.<br />

overige Leden wilden het uiet op zich neemen<br />

om de Staaten te befchryven. De Heeren<br />

Burgemeesteren deeden in de buitengewoone<br />

Vroedfchapsvergaadering, op den 9 Oftober,<br />

verflag van hunne vergeeffche poogingen, den<br />

voorigen avond gedaan by Heeren Gedeputeerden<br />

, om de Staaten te befchryven, met bericht<br />

nogthans, dat de gemelde Heeren dien<br />

morgen tegen half twaalf van nieuws zouden<br />

vergaaderen. Waarop berasdflaagdzynde, Heeren


Vé Stad l-.e<br />

fchrytt de<br />

è'caatcii.<br />

48 BEKNOPTE HISTORIE ÖER<br />

ren Burgemeesteren gelast werden hunne ge*<br />

daane eisfchen te vernieuwen; en indien het<br />

Collegie van Gedeputeerden , door aanhoudend<br />

agterblyven van één Heer uit de Ridderfchap,<br />

wederom onvoltallig mogt zyn, dan de Heeren<br />

van het Eerfte Lid te zoeken over te haaien ,<br />

om met de aanweezenden daartoe te befluiten,<br />

en de Brieven van befchryving aan de Leden<br />

te doen uitvaardigen; onder belofte, dat de<br />

Stad alle de onaangenaame gevolgen, die uit<br />

deezen noodzaakelyken ftap mogten voortvloei<br />

jen, voor haare rekening zou neemen.<br />

Heeren Burgemeesteren, in de gemelde Ver»<br />

gaadering verfchynende, vonden even weinig,<br />

als daags te vooren, een Heer uit de Ridderfchap,<br />

en de drie aanweezendc Heeren uit het<br />

Eerfte Lid ongenegen om aan Stads voorftel te<br />

voldoen; waarom Hun Edel Groot Achtbaare<br />

goedvonden, dien zelfden namiddag ten 4 uuren<br />

den Raad wederom te beleggen, om ook<br />

hier van verflag te doen , en nader te overleggen,<br />

wat verder te doen ftond. By meerder.»<br />

heid van ftemmen werd geoordeeld: ,, Dat'er<br />

thans niets anders overfchoot, dan dat de Stad<br />

zelve, als derde Lid van Staat, die befchryving<br />

deed, en de noodige Brieven, daartoe,<br />

door een der Stads Secretarisfen deed opftellen<br />

en afvaardigen ; hiertoe werd beflooten , en de<br />

Staatsleden werden met eenen Brief verzocht,<br />

om op Dingsdag den 11. Oclober, des mor.<br />

gens ten 11. uuren in hunne gevvoone vergaa-<br />

der-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 4^<br />

Herplaats, de Staatenkamer j te willen ver-<br />

ichynen.<br />

Ingevolge dit verzoek, van Stadswegen gedaan,<br />

verfchcenen de Heeren Staaten op den<br />

bepaalden tyd In hunne Vergaaderplaats; al-<br />

•Waar een Adres van Geconftituëerden en Gecommitteerde<br />

ten bovengemelden einde werd<br />

ingeleverd; doch Hun Edel Moogende gaven<br />

daarop een weigerend Appointement. De Heeren<br />

Geëligeerden, of het Eerfte Lid van Staat,<br />

Verklaarden deeze Vergadering der Staaten,<br />

bp zoo eene onvoorbeeldige wyze belegd, voor<br />

nietig; beweerende, dat de Heeren Gedeputeerden<br />

alleen bevoegd waren tot het befchryven<br />

der Staaten. De Ridderfchap, het tweede<br />

Staatslid, voegde zich hier by; een Lid uitgezonderd.<br />

Stads Afgevaardigden protefteerden,<br />

by meerderheid, daar tegen. Het Eerfte<br />

Lid verklaarde vervolgends geene Geconftituëerden<br />

noch Gecommitteerden te kennen, en<br />

wilde het Verzoekfchrift, zonder beftelling<br />

daarop, terug gegeeven hebben; maar de Gedeputeerden<br />

der Stao. Utrecht verklaarden, dat<br />

dezelven door de Vroedfchap erkend waren;<br />

waarop eindelyk het Verzoekfchrift geleezen<br />

werd, en het verzoek door de voorftemmenda<br />

Leden afgèflaagen. Stads Gedeputeerden namen<br />

het. eerfte punt van 't verzoek over; maar<br />

wezen ook de Opfchorting van de hand. De<br />

Bupger-Compagniën , fsamen geroepen onï<br />

den uitfbg daar van te vesceemen, verfchee-<br />

D Bff<br />

1785.<br />

De Sraatcri<br />

vei'gaaderen<br />

en beraad- .<br />

flaagen ovef<br />

eerf Adres<br />

dev BurgeryJ


17 $5-<br />

Wat 'er in<br />

fkn Rtad zy<br />

voorgeval-,<br />

len by de inbuldiging<br />

der nieuw<br />

verkoorene<br />

Regenten.<br />

5» BEKNOPTE HISTORIE Mm<br />

nen ongewapend op hunne Loopplaatfen des<br />

namiddags ten drie uuren; en de Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden leverden een Verzoekfchrift<br />

by de Vroedfchap in, die ten vier<br />

uuren buitengewoon vergaaderd wal Dit Verzoekfchrift<br />

betrof de Commisfie, door Zyne<br />

Hoogheid aan den Grave van ATHLONE, als<br />

Hoofdofficier, voor nog drie Jaaren verleend,<br />

het niet beëedigen van 't Reglement van 1674»<br />

en het niet vervullen van de Raadsplaats, die<br />

nog open ftond. Wat daarop beflooten zy zuilen<br />

wy zoo aanftonds zien, na het verhaal van<br />

het geen op dien dag gebeurd en in de Vroedfchap<br />

verhandeld is. Uit de overgezondene<br />

Nominatiën waren door Zyne Doorluchtige<br />

Hoogheid Burgemeesteren en Schepenen ge~<br />

koozen; alle de Negen- en dertig Raaden waren<br />

aangebleeven; en tot den veertigften Raad<br />

was de Heer Mr. j. F. ODI aangefteld.<br />

De Hoofd - Officier verfcheen op den 12<br />

Oclober, als naar gewoonte, ter inhuldiging<br />

van de verkoozene Burgemeesteren en bevestigde<br />

Raaden, in de Vroedfchaps-Vergaadering,<br />

vertoonde zyne Commisfie om nog drie<br />

Jaaren aan te blyven, en ging weder uit de<br />

Raadkamer: Na dat deeze Commisfie geleezen,<br />

en daar over beraadflaagd was, werd by<br />

meerderheid van den Raad beflooten, om dathet<br />

Regeerings-Reglement nog beftond , die<br />

aanblyving voor drie Jaaren goed te keuren.<br />

Verfcbeideae Raadea waren nogtans van oor-<br />

deel.


ONLUSTEN IN È1T VADERLAND. 51<br />

deel, dat de Vroedfchap, overeenkorhfb'g<br />

haar Befluit van den 28 September, alleenlyk<br />

behoorde den Hoofd-Officier te doen aanblyven<br />

tot zoo lang, dat 'er een niéuw Regeerings-<br />

Reglernent zoude ingevoerd zyn. Hier na<br />

kwam de Hoofd-Officier weder in den Raad><br />

gaf eenen Brief van den Heer Stadhouder over,<br />

welke diende ten geleide van eene Lyst van<br />

ses- en dertig aanblyvende Raaden, met last<br />

om dezelven, als naar gewoonte in te huldigen<br />

en te beëedigen. Doch eenige Leden van<br />

den Raad-weigerden den Eed, zoo als die lag*<br />

te doen; anderen deeden dien eenvoudig, als<br />

naar gewoonte; deeze laatften waren de volgende<br />

Heeren: VAN DYKVELD, LOTEN,<br />

VERBEEK, VAN DER DOSSEN, WIELING,<br />

M ü SSCHENB ROEK, BODDEN S, VA NWEST-<br />

BEENEN, DE JONCKHEERE, PESTERS,<br />

ZAAL, EWYK en NAHUIS. Alle de ande­<br />

ren deeden korter, of uitgebreider Verklaaringen<br />

, allen uitkoomende op uitleggingen van<br />

eenige woorden in den Eed op het Reglement<br />

van 1674. voorkoomende. De flerkfte Verklaaring<br />

was die van den Heer Oud-Burgemeester<br />

BERGER, waar by de Heeren EYCK,<br />

VAN SE N DEN, DE RIDDER,S MISS AART,<br />

en VAN H AAPTEN zich voegden. Het naast<br />

hier by koomende was die van den Heer Oud*<br />

Burgemeester VAN DEN BOGAARD, waar by<br />

de Heer ABBEMA zich voegde, en de Hee­<br />

ren VAN DER DOES, VAN ROJSÏOND en<br />

D 2 »4Ö«<br />

1785»


1735.<br />

Zwaartgbeid<br />

over het beeeJigen<br />

der<br />

Herenten.<br />

52 BEKNOPTE HISTORIE DE*<br />

DA UK IS. verklaarden zich byna op dezelfde<br />

wyze; terwyl de Heeren DE LEEUW eö<br />

IVOY, zich tot eene byzondere voorbehoudingbepaalde:<br />

De Heeren VERBEEK, VAN<br />

Jt RONK HORST» CRAAYVANGER » VER-<br />

SCHOOR, F A L C K , RAM, WOERTMAN,<br />

VAN DER HEULEN, VAN DIE L EN en bei*<br />

de de HARTENS, wilden den Eed wel we­<br />

derom doen ; maar met deeze uitdrukkelyke<br />

voorbehouding, dat ze daar door niet buiten<br />

ftaat geliefd zouden worden om het Regeerings-Rf<br />

'ement te helpen veranderen en verbeteren<br />

, en al het noodige daartoe te helpen<br />

vereffenen en tot fland brengen.<br />

Na dat het rondvraagen geëindigd was ,<br />

verklaarde de Heere Hoofd-Officier ongelast<br />

en onbevoegd te zyn, om eenige van deeze<br />

Verklaaringen aan te neemen; doch betuigde<br />

te gelyk, dat 'er eenig middel mogt gevonden<br />

worden om de zaak te kunnen afdoen. Dit gaf<br />

aanleiding tot verfcheideli voorftellen, en debatten<br />

daar over; tot dat de Heer Hoofdsofficier<br />

eindelyk verklaarde, genoegen te zullen<br />

neemen met de verklaaring van den Heer Oad-<br />

Elirgemeester VAN DEN BOGAARD, indien<br />

alle de Raaden zich daar by voegden. Veelen<br />

namen dit aan; en de Oud-Burgemeester<br />

BERGER met'de Heeren, die zich by hem<br />

gevoegd hadden, zich in eene andere kamer<br />

begeeven, en daar over beraadflaagd hebben-<br />

«ie, vuegden zich eindelyk ook daar by.<br />

Deezs


ONLUSTEN IN HET VADERLAND; 53<br />

Deeze zaak dus afgedaan zynde , veroorzaakte<br />

de Brief van den Stadhouder, tot aan- Zwix idicid<br />

over den<br />

ftelüng van 40 nieuwe Raaden, nieuwe zwaa- Rang det '<br />

Regenten»<br />

righeden. VOOREERST omdat Zyne Hoogheid<br />

bedel gedaan hadt over de tusfehentyds<br />

opengevallene Raadsplaats door den dood vau<br />

den Heer van VUIL KOOP, het welk door de<br />

Burgery, als een recht haar toegezegd, werd<br />

opgeëischt; ten anderen, om dat de Heer Mr,<br />

j. FR. ODE, die voor de eerfte reis tot Raad<br />

was aangefteld, door dien zelfden Brief , in<br />

rang voor de drie Raaden VOET, EURMAN<br />

en VAN DAM geplaatst was. Onaangezienhet<br />

Protest der Raaden EYCK, VAN SENDEN,<br />

DE RIDDER, SMISSAERT, en VAN H A E V'<br />

TEN, en het voorftel van anderen, om Zyne<br />

Hoogheid vooraf kennis te geeven van de begeerte<br />

en eisch der Burgery, werd by meer<br />

derheid beflooten, het recht van den Stadhon<br />

der tot het vervullen deezer openftaande Raads<br />

plaats te erkennen.<br />

Hierop ging men over tot de inhuldiging; 1 Vorder*<br />

verrichtin­<br />

na d'it de Heer ODE van den rang, hem dooi gen van der4<br />

Raad.<br />

den Brief des Stadhouders toegeweezen, tot ge<br />

Hoegen der groote Meerderheid, hadt afgezien<br />

Vervolgends verfcheenen in de Raadkamer d<<br />

Heeren VOET VAN WINSEN, EURMAN 1<br />

DE LA BASSECOUR en VAN DAM VAI I<br />

ISSELT, welke, als blyvende Raaden zitting<br />

naamen, na dat de eerfte zich omtrent de: I<br />

Stads Eed verklaard hadt, overeeakomftig d<br />

D 3 Veï<br />

I


Antwoord<br />

op de Adres-<br />

Jen der<br />

Burgery.<br />

54. BEKNOPTE HISTORIE DER '<br />

Verklaaring van den Heer RAM, en de twee<br />

laatften óvereenkomflig die van den Heer VAN'<br />

DEN BOGAARD, in den zelfden zin als de<br />

Heer BERGER dit gedaan hadt. Eindelyk<br />

werd de Heer ODE, na dat hy bewyzen zyner<br />

bevoegdheid vertoond hadt, in den Eed genoomen,<br />

die denzelven op de gewoone wyze'<br />

deed, zonder dat hy eenige Aanmerking op<br />

het Reglement van 1674. maakte. Van al het<br />

geen op deezen morgen beflooten was werd<br />

door Burgemeesteren aan de Burgery kennis<br />

gegeeven, op een Adres, in derzei ver naam<br />

door den Heer 'T HOEN ingeleverd, waar in'<br />

de verzoeken van 's avonds te vooren herhaald<br />

waren; en op het Adres van den 11 'savonds,<br />

werd door een der Secretarisfen aan de Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden het volgende<br />

Antwoord voorgeleezen: ,, Dat de Meerderheid<br />

der tegenwoordig zynde Leden van den<br />

Raad verklaard hadden, niet vdorneeraens te<br />

zyn, den Eed te doen, zoo als hy lag, op 't<br />

Reglement van 1674. indien zy aanbleeven.<br />

En omtrent het toelaaten der Commisfie van<br />

den Heer Hoofd-Officier, hadt de Meerderheid<br />

begreepen , dat daags te vooren reeds een<br />

Befluit genoomen was, en dat men daar by behoorde<br />

te blyven; te weeten, dat men Zyn<br />

Edele moest toelaaten, indien de Commisfie in '<br />

de gewoone forme bevonden wierd. Doch ten<br />

aanzien der niet aanblyving van eenige Leden<br />

der Vroedfchap, en de goedkeuring vaneenen<br />

nieu-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 55<br />

nieuwen Raad, tot vervulling der plaats, dooi­<br />

den dood van den Heer VAN VUILKOOP<br />

opengevallen, zou de Meerderheid zich den<br />

volgenden dag nader verklaaren, indien zy<br />

aanbleeven. Hoedanig nu die Heeren zich<br />

daaromtrent op den 12 verklaard hebben ishier<br />

boven gemeld.<br />

De Burgery over deeze Befluiten gantsch<br />

niet voldaan, deed door haare Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden, op den 17 Oftober<br />

eene Verkiaaring en Protest in de Vroedfchap fommige<br />

Leden.<br />

inleveren, met verzoek om het in de Vroedfchaps-Aantekeningen<br />

te doen infchryven; in<br />

welk Protest de Burgery verklaarde , dat zy<br />

alle die Regenten, welke den Eed op het Reglement<br />

van 1674. zonder eenige uitzondering<br />

of bepaaling gedaan hadden, hieldt en zou bly.<br />

ven houden te zyn SCHADELYK voor die Stad,<br />

en VOORSTANDERS van eene DRUKKEND?<br />

1785.<br />

Protest der<br />

Burgery teger<br />

de P>e^<br />

fluiten van<br />

den Raad,<br />

cn tegen<br />

RECEERINGSFORM, welke ten eenemaalpydig<br />

is, en in zoo veele opzigten aanloopt tegen de<br />

Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van<br />

dit Land; dat zy daarom aan alle die Regenten<br />

verklaarde zich te onttrekken van alle vertrouwen,<br />

en zich ontflaagen te houden en te ontdoen<br />

van alle gehoudenheid en vefpligting,<br />

welke zy integendeel, volgends haaren gez-wooren<br />

Eed, gaerne zou toebrengen alleen<br />

aan die Regenten, welke met de daad betoonden,<br />

de Voorrechten en Privilegiën der Stad<br />

en Burgery voor te ftaan. - Eveneens protep<br />

4 fleer-


?7 8<br />

5-<br />

Voorftel dei<br />

Riddeifchap<br />

tor eene<br />

Commisfie<br />

naa den<br />

Jïdng.<br />

Befi-ir d:r<br />

yioedlclup<br />

daarop.<br />

H B E K N O P T E HISTORIE DES<br />

fleerden zy tegen de aanflelling van den nieuy<br />

wen Raad ODE, verklaarende hem niet te zul­<br />

len erkennen; gelyk ook tegen dc nieuwe,<br />

Commisfie van den Hoofd-Officier (*).<br />

Nog andere hinderpaalen ontmoette de Bur­<br />

gery, die het invoeren van 't ontworpen, en<br />

met de Regeering vereffende Stads Regeerings-<br />

Reglement vertraagden, en waar tegen zy ins-<br />

gelyks protefleerde. De Ridderfchap had op<br />

den 23 Augustus een Befluit genootnen , en,<br />

ingevolge daar van'op den 24 ter Staatsvergaa-<br />

dering een voorflel gedaan , om eene Commis­<br />

fie van negen Heeren uit Hun Edel Moogende<br />

Vergaadering te benoemen, ten einde met<br />

Zyne Hoogheid den Heer Stadhouder over het<br />

Concept-Reglement reformatoir, en de Aan­<br />

merkingen daar op gemaakt, te fpreeken,<br />

enz. (f) Vervolgends hadden de Heeren Rid­<br />

ders in dezelfde Vergaadering op den 2 No-<br />

vember by de andere Staatsleden aangedrongen<br />

óp dat Voorflel, dat uit de drie Staatsleden,<br />

gelyk ook uit de Burgeryen der Steden eene<br />

Commisfie naa den Hang wierde gezonden; ten<br />

einde met medewerking van Zyne Hoogheid<br />

het fluk der bezwaaren te vereffenen en ten<br />

einde te brengen; en deezen hadden zulks<br />

overgenoomcn (§). De Vroedfchap der Stad<br />

Ut-<br />

(*) NUuwe Nederh Jtmrb. Oelob. 1785. bladz; 1445—1463,<br />

/bid. Augustus 17S5. bladz. 1188.<br />

(J; Ibid, Ntyemèsr 1785. 'uladz. löiü»


ONLUSl'EN IN HET VADERLAND. S7<br />

Utrecht dit voorftel in Commisfie gefield, en<br />

daar van verflag bekoomen hebbende, befloot<br />

daar op, den 21 November, ter Staatsvergaadering<br />

van Rads wegen te verklaaren: Dat de<br />

Vroedfchap het voorflel der Ridderfchap aannam<br />

en toeflemdc, dat eene Commisfie wierde<br />

benoemd ten voorfz. einde; zoo nogthans, dat<br />

voorfz. Concept-Reglement Reformatoir tot<br />

een grondflag van deeze onderhandelingen zou<br />

verflrekken , cn dat alleen die fledelyke Punten,<br />

welke uit het Reglement van 1674. in het<br />

zelve gebragt zyn, in die gefprekken zouden<br />

verhandeld worden, zonder die uicteflrekken<br />

tot der flads en fleden huifelyke zaaken; dat<br />

voorfz. onderhandelingen niet in den Haag,<br />

maar binnen de Stad, of immers binnen de<br />

Provintie van Uttecht moesten gehouden wor?<br />

den; en indien de voorftemmende Leden volftrekt<br />

daar op aandrongen, dat de onderhandelingen<br />

in den Haag moesten gehouden worden;<br />

zulks toe te flaan» mits, dat 'er een tyd<br />

tot afdoening bepaald wierde (*).<br />

De Stad bragt den 7 December hier omtrent<br />

een nader Befluit ter Vergaadering der Staaten<br />

in; waar by dezelve, zonder in de uitbreiding<br />

van haar voorig (zoo aanftonds gemeld) Befluit<br />

in te treeden, zich verklaarde voor het<br />

beraamen eener Commisfie naa 'sHage; ten<br />

einde met, den Stadhouder over de bezwaarerj<br />

u<br />

C) Ni'tuwe Nede'rl, ffaarb 17R0. bjadz. 1654,<br />

D 5<br />

1785.<br />

Nader Ro"<br />

fluit der<br />

Stad hiciog»


ildres der<br />

Burgery tepen<br />

dit raat-<br />

Jee Befluit.<br />

58 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

te handelen, overeenkomftig het voorftel der<br />

Ridderfchap. De Heeren Geëligeerden hielden<br />

dit Befluit in Advies, nogthans werd met<br />

de twee andere ftemmen beflooten, de gemelde<br />

Commisfie in de naaste Vergaadering<br />

vast te ftellen, en die zaak dus geheel af te<br />

doen (*).<br />

Tegen dit Iaatfte Befluit der Vroedfchap leverden<br />

Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />

op den 12 December' aan Burgemeesteren en<br />

Vroedfchap een Adres in ; waar in zy te kennen<br />

gaven, dat het aan de Burgery was voorgekoomen,<br />

dat by laatstgemelde Befluit niet<br />

die zekerheid voor het behoud der Stads meermaalen<br />

beweezene Rechten was bewaard, welke<br />

het belang der Burgery en de gevoelens,<br />

te meermaalen gebleeken, met alle billykheid<br />

van haare Vertegenwoordigers vorderde; maar<br />

integendeel,dat niet alleen de arbeid van byna<br />

twee Jaaren, aan 't vereffenen van Stads Huifelyke<br />

punten befteed, werd gewaagd aan de<br />

tegenkanting van die Staatsleden, welke zich<br />

met Stads - Regeeringsbefteiling niet moogen<br />

bemoeijen; maar ook daar door het Recht<br />

werdt tegengefprooken, dat de Stedelyke Magiftraaten<br />

met hunne Burgers alleen bevoegd<br />

zyn , het huifelyke der Stad te fchikken: —<br />

Dat de Burgery ook nimmer kon gedoogen,<br />

dat het Regeerings-Reglement, by de Stad<br />

reeds<br />

(*) iViVawe Nederl, Jaarb. Decmber 1785, blati?, ifigf.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 59'<br />

reeds vereffend een onderwerp zou worden van<br />

de beraadflaagingen van iemand anders dan de<br />

Magiftraat. en Burgery van de Stad. ~r Om<br />

welke redenen Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />

eerbiedig verzochten , dat het Hun<br />

Edel Groot Achtbaare mogt behaagen om door<br />

eene Publicatie aan de gantfche Burgery, of<br />

by Uittrekfet van het Befluit aan hun Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerde , het waare oogmerk<br />

der Rejolütie van den 5 December, op het<br />

voorfz. onderwerp, bekend te maaken.<br />

Op dit Adres werd beflooten, hetzelve 14<br />

dagen voor te leggen. Ondertusfchen gav-en<br />

Geconftituëerden en Gecommitteerden aan<br />

kunne Aanftellers en Lastgeevers, door een<br />

Bericht kennis van hunne' poogingen, 'die zy<br />

aangewend hadden om de Punten van Stads<br />

Huifelyke Regeering buiten de voorgeflaagene<br />

onderhandelingen met den Stadhouder te houden;<br />

welk Bericht gedrukt en aan de Compagniën<br />

der Burgery gezonden werd (*).<br />

De Burgery, of derzelver Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden, ongeduldig om deeze<br />

14 dagen voorleggens af te wagten, begeerden<br />

een fpoediger ukflag en afdoening van zaaken:<br />

Op den 18 des avonds werd in alle de Wyken<br />

aan de huizen rondgezegd en verzocht, dat<br />

alle de Compagniën, elk op haare Loopplaats,<br />

den volgenden dag 'smorgens ten 8 uuren»<br />

zou-<br />

p) Nieuws Kedeil.Jaarh Deccmli.,1783. bladz, 1092—1690»<br />

1785.<br />

Dit Adres<br />

werd veertien<br />

dagen<br />

voorgelegd»<br />

De llurgery<br />

wordt faamengerospen.


Een Adres<br />

jim dezelve<br />

voorgeleezen<br />

, co<br />

goedgekeurd<br />

Zynde ,liy de<br />

Vroedicli.ip<br />

ingeleverd.<br />

Co BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

zouden verfchynen; het welk gefchiedde. On^<br />

dertusfehen hadden Geconfluuëerden en Ge­<br />

committeerden een Adres ontworpen om aan<br />

de Vroedfchap in te leveren; welk Adres een<br />

tweeledig verzoek behelsde: i. Dat aan het<br />

verzoek, in 't bovengemelde Adres van den<br />

ia begreepen, op deezen zelfden dag van den<br />

ip December voldaan wierd; 2. Dat het Re­<br />

glement van Stads - Regeeringsbeftelling, tus-<br />

fchen den Raad en de Burgery reeds vereffend,<br />

nog op deezen zelfden dag,den 19December,<br />

niogte vastgefteld, afgekondigd, en binnen<br />

drie Maanden daadelyk beëedigd en in gang<br />

gebragt worden.<br />

Dit Adres werd aan alle de Compagniën,<br />

elke byzonder, vöorgeleezen, van dezelve goedgekeurd<br />

en toegeftemd. Daarna begaaven allo<br />

de Compagniën zich naa deAWs, haare aU<br />

gemeene Vergaaderplaats, en van daar naa het<br />

Oude Kerkhof en andere ftraaten in den omtrek<br />

en de nabyheid van het Stadhuis, op dezelfde<br />

wyze als op den 2 Augustus gefchied was. Ondertusfehen<br />

vergaaderde de Vroedfchap, en<br />

eene Commisfie uit de Geconftituëerden en<br />

Gecommitteerden, benevens vjer Gecommitteerden<br />

uit elke Compagnie, dus te laamen<br />

twee- en dertig, gingen naa binnen om het<br />

bovengemelde Adres aan den Raad in te leveren;<br />

terwyl de vergaaderde Burgers den uitflag<br />

der beraadfiafagingen van de Vroedfchap in de<br />

nabyheid van het Stadhuis bleeven. afwagten t<br />

N3


©NLÜSTEN IN rtÉx VADERLAND. 61<br />

Na lange beraadflaagd te hebben fcheidde<br />

de Raad, en maakte het genoomene Befluit aan<br />

de Commisfie der Burgery bekend , het welk<br />

hier op uitkwam : Dat de Vroedfchap , ten<br />

aanzien van het eerfte Punt, het huifelyke van<br />

Stads-Regeeringsbeftelling, buiten de onderhandelingen<br />

en beoordeeling der voorftemmcnde<br />

Leden zoude houden; maar wat het tweede<br />

Punt betrof; dat de Raad geen magt hadt, om<br />

zich- buiten medewerking der voorftemmende<br />

Leden van het Reglement van 1674* te ontflaan.<br />

De Burgery met dit Antwoord niet voldaan .<br />

vaardigde op 't nieuw eene Commisfie af aar<br />

Heeren Burgemeesteren, met verzoek om der<br />

Raad ten tweedemaal op dien dag nog te be<br />

I<br />

leggen; ten einde den naderen aandrang dei<br />

Burgery, op het tweede Punt, te overweegen<br />

en naar genoegen daarop te befluiten. Di<br />

verzoek werd toegeftaan,de Raad vergaaderd*<br />

ten vier uuret;, maar in zoo een klein getal f<br />

dat de aanweezenden zwaarigheid maakten,on |<br />

zoo onvoltallig een eindelyk Befluit in eei l<br />

zaak van zoo veel gewigt te neemen. Mei l<br />

befloot derhalven den volgenden dag 'smor<br />

gens ten negen uuren weder te vergaaderen •"<br />

van welk Belluit omtrent ten zeven uuren doo r<br />

eene Commisfie van vier Leden der Vroedfeha 3<br />

aan. Geconftituëerden en Gecommitteerden kei l-<br />

nis gegeeven werd, met verzoek om zulks dt *<br />

Burgery mede ce deelen \. doch Gecoaftituëe<br />

f.. i f<br />

d< s<br />

Itefliiic vnj? -<br />

den Raad<br />

ilasroy.<br />

De R.isd<br />

nndernna!<br />

belegd ,do'. h,<br />

nieiii be-<br />

Hooier,.


Den anderen<br />

dag werd de<br />

zaak hervat<br />

en afgedaan.<br />

Verhaal van<br />

de garufeke<br />

62 BEKNOPTE HISTORIE DÊ»<br />

den en Gecommitteerden verfchoonden zi.c'j<br />

hier van, weetende dat de Burgery op afdoe­<br />

ning van zaaken, dien zelfden avond nog ge.<br />

field was; en verzochten derhalven, dat de<br />

Raad zelve dit door eene Commisfie aan hunne<br />

Lastgeevers wilde békend maaken. Dit ge-<br />

fchiedde, en evenwel hadt men moeite om de<br />

Burgers tot fcheiden te beweegen; waartoe<br />

zy niet verftonden dan onder* uitdrukkelyke<br />

•verzekering, dat de zaak den volgenden dag<br />

zou afgedaan worden^ Dus waren deeze Bur­<br />

gers, in 't midden van den Winter, van des<br />

morgens agt tot 's avonds agt uuren, in de<br />

open lucht byeen geweest, en keferden, onder<br />

't licht van eene menigte Flambouwen, naa<br />

hunne huizen.<br />

Den anderen dag, den 20 December, dan<br />

de Vroedfchap wederom vergaaderd zynde,<br />

kwamen ook de Burgers in de nabyheid van<br />

het Stadhuis wederom byeen. Ten één uure<br />

werd uit naam van den Raad door een Deur.<br />

waarder aan de Commisfie der Bur-gery bekend<br />

gemaakt, dat het Befluit van den Raad dooi-<br />

eene Publicatie aan de Burgery zou medege­<br />

deeld worden; hier van gaf de Commisfie ken­<br />

nis aan de Burgers. Kort daarop gaf de Raad<br />

bevel om de Klok te trekken, en deed dooi­<br />

den Secretaris van VOORST, verzeld van da<br />

Heeren DAUNIS, DE LEEUW, en ïvoi<br />

een Uittrekfel uit het genoomen Befluit aan<br />

het Volk.voorleezen. Dewyl dit Uittrekfel de<br />

gant-


ONLUSTEN m HET VAÜÊRLAND. 63<br />

pantfche toedragt der zaake openlegt; zoo kan<br />

ik niet betev doen, om een echt en getrouw<br />

verhaal van deeze gewigtige gebeurtenis mede<br />

te deelen, dan de hoofdzaaken van dit Uittrek­<br />

fel op te teekenen, welke hier op uitkoomeni<br />

In het zelve wordt dan eerst gemeld , dat<br />

Heeren Burgemeesteren opening deeden van<br />

hunne ontmoetingen daags te vooren, naa het<br />

fcheiden van den Raad, zoo by 't afgaan van<br />

het Stadhuis, als elders; — dat vervolgens de<br />

Heeren EYK, DE RIDBER, SMISSAERT,<br />

en VAN HAEFTEN verflag deeden van hunne<br />

Commisfie aan r<br />

t vergaaderde Volk; — dat de<br />

Vroedfchap toen, de Requesten van daags te<br />

vooren overwoogen hebbende, het befluit ge-<br />

noomen en aan de Burgers verklaard hadt, dat<br />

Hun Edel Achtbaare zich onbevoegd achteden,<br />

om zich zeiven uit den Eed te ontflaan; maar<br />

hunne poogingen zouden aanwenden om, in<br />

eene buitengewoone Vergadering der Heeren<br />

Staaten, van den Eed op 't Regeerings-Re­<br />

glement van 1674. Staatswyze ontflaagen te<br />

worden , voor zoo verre de Stedelyke Punten<br />

daar in vervdt zyn; en indien dit niet<br />

konde verkreegen worden, en de begeerde ver­<br />

andering in het Provintiaal Reglement binnen<br />

de vier cerstkoomende Maanden niet mogt uit­<br />

gewerkt zyn, de Vroedfchap alles zou blyven<br />

in 't werk ftellen, cm aan 't verlangen dei<br />

Burgers te voldoen; van welk Befluit de voor<<br />

gemelde Heeren DAUNIS, DE LEEUW, en<br />

ÏVO ?j<br />

1785.<br />

toedragt (<br />

zaake.


e>4 BEKNOPTE HISTORIÉ DER<br />

IVOY, benevens den Secretaris van vöoRS'i<br />

aan 't Volk hadden kennis gegeeven; doch ook<br />

Uit de gebaarden en woorden van dè groote<br />

menigte, voor 't Stadhuis vergaaderd, hadden<br />

vernoornen» dat zy in dat Befluit geheel geen<br />

genoegen namen , het welk die Heeren, in<br />

den Raad terug gekeerd } daar verhaalden ; ter­<br />

wyl door verfcheidene Leden van den Raad,<br />

die gepoogd hadden, na de bekfcndmaaking<br />

van 't Befluit, uit het Stadhuis te gaan, te keu*<br />

nen gegeeven werd, dat zy alle de toegangen<br />

van het Stadhuis bezet gevonden hadden, door<br />

Lieden, die verklaarden order te hebben, om<br />

niemand vtfn de Raaden door te laaten, en ddc<br />

het aan geen der Leden van den Raad zou<br />

worden' toegclaaten van 't Stadhuis te gaan,<br />

voor dat de Burgery, in alles, volkomen ge­<br />

noegen ontvangen hadr.<br />

Na dat de Vroedfchap over dir alles beraad-<br />

flaagd ludt, verzocht en gelastte zy, de zelf­<br />

de , zoo evert gemelde Heeren om met de<br />

Geconftituëerden en Gecommitteerden in de<br />

Gerechtskamer te fpreeken, aan dezelven een<br />

Copie van 't Befluit ter hand 'te ftellen, en<br />

hen te verzoeken om hetzelve aan de Burgery<br />

aangenaam te maaken ; doch die Heeren dit<br />

Verricht hebbende, bragten befüheid, dat de<br />

Geconltituëerden en Gecommitteerden het Be­<br />

fluit niet voldoende Vonden , en het dtrarom<br />

aart de Burgery niet konden aangenaam maa»<br />

ken; maar het aan 't Valk zouden bekend maa­<br />

ken*


ONLUSTEN m HÉT VADERLAND. 6$<br />

ken, en binnen een kwartier aan de Commisfie<br />

der Vroedfchap den uitflag zouden doen weeten.<br />

Na verloop van welken tyd Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden aan evengemelde<br />

Commisfie eene fchriftelyke Verklaaring ter<br />

hand ftelden, welke door die Heeren in de<br />

Vroedlchap ingeleverd en daar geleezen werd;<br />

zy was van deezen inhoud :<br />

,, Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />

hebben de eer, aan Heeren Gecommitteerden<br />

uit de Vroedfchap, op het Extract uit de Refolutie<br />

van de Vroedfchap ,• heden medegedeeld,<br />

in naam van de Burgery te antwoor-den;<br />

dat de Burgery daar mede geen genoegen<br />

neemt en aandringt op het letterlyk afdoen<br />

van haar verzoek by Requeste ingeleverd<br />

, en dat die dispofitie met allen fpoed<br />

mooge genoomen en bekend gemaakt worden."<br />

Welke Verklaaring door zeven Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden onderteekend was.<br />

De Vroedfchap, over deeze Verklaring wederom<br />

beraadflaagd hebbende, befloot einde-<br />

]yk, dat haar, tot voorkooming van alle gevreesde<br />

en dreigende onheilen, by eene aanhoudende<br />

weigering te duchten, niets meer<br />

overbleef, dan den wil der Requeftranten cn<br />

derzelver Committenten te doen , en aan 'tr<br />

vefzoek van dezelven eenvoudig en letterlyk<br />

te voldoen.<br />

Van dit Befluit des Raads werd door de meer­<br />

gemelde Heeren EYK, DE RIDDER, SMIS-<br />

E SA'ERTy


i?8 j.<br />

66 BEKNOPTE HISTORIÉ DÉa<br />

U E R T , en V A N H A E F T E N , aan de Geconftituëerden<br />

en Gecommitteerden kennis gegeeven<br />

; welke Heeren van hun verrichtte veiflag<br />

doende, uit naam van Geconftituëerden en<br />

Gecommitteerden ernftig verzochten, dat het<br />

genoomen Befluit des Raads overeenkomftig<br />

met de bewoording in 't flot van 't Request<br />

gemeld, zoude geboekt worden; het welk aldus<br />

luidde :<br />

„ De Vroedfchap accordeert het verzoek<br />

der Geconftituëerden en Gecommitteerden uit<br />

de Burgery op gisteren gedaan , en verftaat<br />

dien volgends, dat het Concept-Reglement,<br />

betreffende de beftelling deezer Stads Regeering,<br />

zodanig als hetzelve verëffend en gereguleerd<br />

is, gerekend zal worden op deezen<br />

dag vastgefteld en gearrefteerd te zyn; mee<br />

verdere Verklaaring, dat hetzelve vastgeftelde<br />

Stads Regeerings - Reglement, binnen den tyd<br />

van de drie eerstkoomende Maanden daadelyk<br />

met de Burgery zal worden ingevoerd en wederzyds<br />

beëedigd ; het zy de bezwaaren van 't<br />

Provintiaale Regeerings - Reglement binnen<br />

dien tyd afgedaan zyn, of niet."<br />

Van dit Befluit werden op den 24rt en Affchriften<br />

aan alle gewoone Plaatfen • aangeplakt<br />

(*;).<br />

De<br />

(*) Nieuws NederJ, 'Jaafo. December 1785. bladz. 1702,<br />

I716. Op de aangehaalde plaats kan men alle de Adresfen Bor<br />

Beiluiteri in hun geheel kezen,


ONLUSTEN iü HET VADERLAND. 6*?<br />

De Gecoaftituëerden en Gecommitteerden<br />

benevens de Burgery vergenoegden zich voor<br />

dien tyd wel met het Extract uit de Refolutie<br />

der Vroedfchap, waar by het verzoek, by Re-<br />

queste op den 19 gedaan, werd toegedaan;<br />

doch waren te gelyk van oordeel , dat het<br />

beraadflaagde van den 19 en 20 December van<br />

al te groot belang was, dan dat zy daar van<br />

by Copia Authentiek van al het aangetekende<br />

niet volkoomen onderricht wierden , zoo als<br />

hetzelve van 't begin af aan, tot het einde was<br />

aangetekend geworden , zonder dat daar van<br />

iets, hoe genaamd, voor de Burgery agter<br />

gehouden wierde. Waarom zy op den 27 De­<br />

cember, wanneer de Vroedfchap gewoonelyk<br />

vergaaderd was, een Adres aan dezelve over-<br />

gaaven, met een tweeledig verzoek: voor­<br />

eerst: Dat Hun Edel Groot Achtbaare het ge­<br />

formeerde ontwerp van het voorfz. aangetee-<br />

kende van den 19 en 20 December geheel eh<br />

al, zonder eenige geheime agterhouding Van<br />

byzondere Aanteekeningen of Voorbehoudin­<br />

gen van wie, en hoe ook, alvoorêns hetzelve<br />

te registreeren, zouden gelieven uit te geeven<br />

en in handen van de Geconftituëerden en Ge­<br />

committeerden re ftellen, ten einde hetzelve,<br />

na mededeeling aan de Burgery, als de zaak<br />

tusfehen den Raad en de Burgery, naar beider<br />

refumtie met die behoorlyke fanftie, van *t<br />

Volk , tot een aandenken en blyvende daad<br />

voor de Eeuwigheid in de Regisiers te doen<br />

R ?. in-<br />

1785.<br />

De üurgery<br />

verz likt<br />

Copie Authentiek<br />

van<br />

al liet sangeteekende<br />

i<br />

deeze zaak<br />

betreffende.


1785.<br />

Befluit der<br />

Vroedfchap<br />

daarop.<br />

Befluit en<br />

voorflel van<br />

de Riddcrlchap<br />

we<br />

gens deeze<br />

gebeurtenis*<br />

68 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

infehryven, met uitleevering van een dubbeld<br />

daar van , op Perkament gefchreeven en naar<br />

vereisch geauthentifeerd, by den afloop van<br />

zaaken aangevuld, en aan de Gecommitteerden<br />

uit de Burgery ter hand gefield, en dus voor<br />

dit en het volgende Geflacht bewaard te worden.<br />

Ten anderen was het verzoek dat het<br />

Hun Edel Groot Achtbaare gelieven mogt, om<br />

op dien dag de vereischte voorzorgen te neemen<br />

, dat Heeren Burgemeesteren en verdere<br />

Gedeputeerden tot de befchryving der Staatsvergaadering<br />

van den volgenden dag, zoo bepaald<br />

mogten gelast worden . dat Hun Edelens<br />

op geenerly wyze konden afgaan van eenigenkei<br />

punt van het vastgeflelde, de Stads -Regeerings<br />

- Beflelling betreffende, zoo als daar<br />

van op den 20 December by openbaare afkondiging<br />

kennis gegeeven was.<br />

De Vroedfchap ftelde het eevïïe verzoek van<br />

't Adres in handen van Burgemeesteren en<br />

Oud-Burgemeesteren om van raad te dienen;<br />

Remde het tweede verzoek toe; en gaf aan de<br />

Heeren Gedeputeerden ter Staatsvergaadering.<br />

overeenkomflig hetzelve in last (*><br />

De Ridderfchap befchouwde deeze gebeurtenis<br />

van den 19 en 20 December in zulk een<br />

ougunftig licht, dat zy op dien zelfden dag<br />

van den 27. een befluit nam,en den volgenden<br />

dag ter Staatsvergaadering inbragt, waar by<br />

zj<br />

Nieuwe Neisvl Jeari. Decimttr 1735. bti


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 69<br />

zy verklaarde , dat Zy Heeren Edelen, hoe<br />

zeer geneegen en bereid zy waren om mede<br />

te werken tot het wegneemen van alle bezwaaren<br />

en 't verhelpen van misbruiken, die in 't<br />

Regeeringsbeftier mogten ingefloopen zyn;<br />

en hoe gaarne zy gezien hadden , dat de voorgefielde<br />

Commisfie beflooten en in werking<br />

gebragt wierde; nogthans, in de tegenwoordige<br />

omftandigheden van de Regeering der<br />

Stad Utrecht, moest twyfelen, of die Commisfie<br />

wel met eenige vrugt werkzaam zou kunnen<br />

zyn, zoo lange het Wettige Gezag dier Re.<br />

geering, door het geweld op Maandag en Dingsdag<br />

den 19, 20 dier maand gepleegd, zoo zeer<br />

verkragt, en de Vryheid van derzelver beraacljlaa.<br />

gingen niet herfteld, en tegen alle diergelyke aanvallen<br />

, door wie ook ondernoomen, beveiligd zoude<br />

zyn; waartoe de Heeren Edelen bereid waren, des<br />

verzocht, alle moogelyke hulpe en byftand te verkenen.<br />

En alhoewel de Heeren Edelen<br />

vertrouwden, dat de Vroedfchap der Stad,<br />

immers de Meerderheid derzelve, met hun in<br />

dezelfde begrippen over dit fuik, waren, en uit<br />

nood voor het geweld hadt moeten bukken; terwyl<br />

evenwel van derzelver afgedwongene Refolutie- Publicatie<br />

en ylffixie hadt moeten gefchieden, en dat<br />

daar door die zaak uit haar geheel gebragt was 3<br />

zoo hoopten de Heeren Edelen, dat de Vroedfchap<br />

dezelve Publicatie fpoedig zouden intrekken<br />

: Dan dat de Heeren Edelen, by<br />

oatflentenisfe daar van, zich in de onaange-<br />

E 3 saa»


Verzoek riet<br />

6t*d by de<br />

Staaten om<br />

-van den lied<br />

Qntflaagen te<br />

worden.<br />

70 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

naame verpligting zouden vinden, om alle beraadflaagingen,<br />

over deeze aangelegene zaak»<br />

op te feborten, en voorts te verklaaren, onverantwoordelyk<br />

te willen gehouden worden<br />

voor alle nadeelige gevolgen, die uit de gewei,<br />

dige Maatregelen van Jommige onrustige menfehen<br />

voor Stad en Provintie, natuurlyk zouden moeten<br />

voortvloeijen; • Verklaarende verder<br />

van oordeel te zyn, dat het niet raadzaam was<br />

voor de Staaten, in die Stad weder te vergaaderen,<br />

zoo lang het geweld niet gefluit, en 't<br />

Gezag der Regeering niet gehandhaafd, zoude<br />

zyn; en dat de Bondgenooten van deezen toeftand<br />

der Provintie behoorden onderricht te<br />

worden.<br />

Toen nu de Staaten op den volgenden dag,<br />

den 28. December vergaaderd waren, deed de<br />

Stad Utrecht, ingevolge het meergemelde Befluit<br />

van den 20 December, het verzoek,<br />

„ dat de Leden van den Raad,by eene Staats.<br />

Refolutie mogten ontflaagen worden van den<br />

Provintiaalen Eed, voor zoo verre Stads-Regeeringsbeftelling<br />

daar in betrokken was: Of<br />

wel, dat door het verhaasten der verbeetering<br />

van 't Regeerings-Reglement van 1674, en<br />

het daadelyk daarltellen van die verbeetering»<br />

binnen de drie eerstkoomende Maanden , een<br />

algemeen ontflag van den Eed op het Provinp'aale<br />

Regeerings-Reglement uitgewerkt wierte;<br />

waar door dan het byzonder ontflag, omtrent


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 71<br />

trent de Stedelyke Punten, van zelve zoude<br />

volgen."<br />

Befluit det<br />

Het eerfte Lid van dit verzoek werd door de Siaatcn<br />

daarop»<br />

voorftemmende Leden en de andere Staatsleden<br />

volftrekt afgeweezen ; ten aanzien van het<br />

twee Lid verklaarden de Leden van 't eerfte<br />

Staats-Lid, de Heeren Geëligeerden , zich<br />

niet ongeneegen om de zaak der Bezwaaren<br />

met allen moogelyken fpoed te behandelen;<br />

doch de Ridderfchap beriep zich op haar ingebragt<br />

Befluit; en hoe zy zich daar in verklaarde<br />

, hebben wy zoo aanftonds hier boven<br />

gezien. De Geëligeerde Heeren verklaarden<br />

zich tegen het verleggen der Vergaadering;<br />

doch ftemden in de voorgeflaagene aanfchryving<br />

aan de Bondgenooten toe ; zonder die<br />

nogthans, tot vereffening der zaaken, interoepen.<br />

De Siad Utrecht nam het Befluit der<br />

Ridderfchap over; en het Befluit der Staaten<br />

was, geene nadere Staatsvergaadering voor als<br />

nog te bepaalen, maar de gewoone Gedeputeerde<br />

Staaten te magtigen, in geval van noodzaakelykheid<br />

de Staaten te befchryven , op<br />

zodanigen tyd en plaats, waar Hun Edel Moo.<br />

gende vryelyk zouden kunnen vergaaderen en<br />

raadpleegen (*).<br />

De bovengemelde Refolutie der Ridderfchap<br />

van den 27 , die den 28 in de Staatsvergaadering<br />

ingebragt was, werdt den 29 reeds in de<br />

Ut<br />

(«) NkuwtNeilerl. Jmrb. Decsml-sr 1783. blaüz, ifnimip^.<br />

E 4<br />

1785.<br />

Hier over<br />

Vergaaderen<br />

de Burger-<br />

GecouftUu.<br />

ecrden en<br />

Gecommitteerden.


I.ecyercn<br />

éen Adres<br />

iis aan de<br />

yrocdfclWp.<br />

72 BEKNOPTE HISTORIE DE*<br />

Utrechtfche en andere Couranten van dien dag<br />

geleezen; de Burgery, dit gezien hebbende,<br />

zond eene Commisfie aan den Burgemeester<br />

LOOT EN, om te verneemen, of het geen ia<br />

de Utrechtfche en andere Couranten geleezen<br />

werd, ten aanzien der Ridderfchaps-Refolutie,<br />

de waarheid was ; betreffende naamelyk<br />

het intrekken der gedaane Publicatie van de<br />

Vroedfchap, het verleggen der Staatsvergaadering;<br />

het fchryven van rondgaande Brieven<br />

aan de Bondgenooten , enz het welk hy als<br />

waarlyk zoo zynde rondelyk verklaarde. De<br />

Commisfie verflag van haar wedervaaren ge.,<br />

daan hebbende, werden Geconftituëerden en<br />

Gecommitteerden dien zelfden avond verzocht<br />

te Vergaaderen, op een Voorftel van de Burgery<br />

van groote aangelegenheid. In deeze<br />

byeenkomst werd buiten twyfel gehandeld<br />

over, en beflooten tot, een Adres tegen de<br />

Refolutie der Ridderfchap by de Vroedfchap<br />

in te leveren; althans op den 2 January'17.86,<br />

dienden de Geconftituëerden en Commisfarisfen<br />

van de Burgery een Adres in aan de Vroèd-.<br />

fchap over het voorgevallene ter Scaatsvergaadering<br />

van den 28 December, waarin zy verklaarden<br />

door de Burgery gelast te zyn om<br />

aan Hun Edel Groot Achtbaire eerbiediglyk<br />

voor te draagen: „ Dat zy zouden blyven<br />

volharden by het Befluit van den 20 December;<br />

dat zy het voorftel der Ridderfchap zoulen<br />

gelieven van de hand te wyzen; dewyl<br />

de


ONLUSTEN IK HET VADERLAND, 73<br />

dc Burgery oordeelde, uit hoofde van haaren<br />

Eed ten fterkflen verpligt te zyn tot haudhaaving<br />

van dar genoomen Befluit; en hoopte<br />

door het voorfz. voorflel niet in de noodzaakelykheid<br />

gebragt te zullen worden, om Stadsen<br />

Burger-Rechten met goed en bloed tegen<br />

allen, die daarop inbreuk deeden , te handhaaven;<br />

zoo als in zodanig onverhoopt geval de<br />

onvermydelyke gevolgen zouden zyn. Verder<br />

verzochten zy, dat het Hun Edel Groot Achtbaare<br />

gelieven mogte, aan de Verzoekers een<br />

Copie Authentiek van de ge-melde Refolutie<br />

der Ridderfchap uit te leveren, op dat de Burgery<br />

daar door in ftaat gefield wierde de noodige<br />

Vertoogen tot haare rechtvaardiging en<br />

tot handhaaving van Stads Rechten aan Hun<br />

Edele Groot Achtbaare voor te draagen, benevens<br />

de middelen, waar door men in ftaat<br />

zou kunnen zyn om deeze Stad en Burgery tegen<br />

alle indragt op haare Rechten en Voor*<br />

rechten , tegen allen en een ieder,, wie het<br />

ook zy , te verzekeren.<br />

Ï785.<br />

Rapport op<br />

In die zelfde Vergaadering van den 2 January<br />

*i Adres van<br />

werd ook door Heeren Burgemeesteren en den 27 De­<br />

Oud-Burgemeesteren en verdere Gecommitcember.teerden<br />

Raport ingebragt op het eerfte punt<br />

van het Adres van den 27 December: Dit Raport<br />

was gunftig, en behelsde: Dat zy Heej-en<br />

van oordeel waren, dat het verzoek, by<br />

Requeste gedaan, om Copie Authentiek van al<br />

het aangeteekende omtrent het bejlootene en gebeurde<br />

E 5 °J


17 8-5-<br />

Befluit der<br />

Vroedfchap<br />

daarop.<br />

74 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

op den 19 en io December, aan de Verzoekers<br />

zou kunnen toegelïaan worden.<br />

De Vroedfchap befloot hier op , dit Rapport<br />

en het verzoek zelve veertien dagen voor te<br />

leggen; na welke veertien dagen, op den io"<br />

January by de Vroedfchap overeenkomftig het<br />

Rapport beflooten werd (*).<br />

Zie daar de Bron der groote verwydering,<br />

der fcheuring zelfs, tusfchen de Staatsleden<br />

der Provintie van Utrecht aangeweezen, het<br />

verfchil naamelyk over de Vroedfchaps-Refolutie<br />

van den 20 December, die de voorflemmende<br />

Leden wilden ingetrokken ; maar<br />

de Burgery van Utrecht en vervolgends de<br />

Stad, wilde gehandhaafd, en ingevolge daar<br />

van het vereffende Regeerings-Reglement<br />

daadelyk ingevoerd, hebben. Om deeze bron<br />

duidelyk en nauwkeurig aan te wyzen, heb<br />

ik deeze zaak wat breedvoeriger behandeld;<br />

te meer om dat alle volgende Onlusten, die<br />

de Stad Utrecht beproefd heeft, gevolgen<br />

daar van geweest zyn; van welken, benevens<br />

veele anderen, die de Republiek zoo vreeslyk<br />

gefchokt hebben, in het vervolg zal moeten<br />

gefproken worden.<br />

O NUiive Nederl. Jaari. January 1786. bladz. 64—69,<br />

T WEE-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 7?<br />

T W E E D E H O O F D S T U K .<br />

Behelzende de Gebeurtenis/en federt het begin des<br />

Jaars 17815. tot aan het begin der Onlusten<br />

wegens Hattem en Elburg.<br />

Hoe Gefchillen van eenen ernftigen aart<br />

langer duuren, hoe zy doorgaands heviger<br />

worden , en uit het eene geichil wordt<br />

ligtelyk weer een ander gebooren: De gefchü­<br />

len , tusfehen Utrechts Burgery en fommige<br />

Raaden van haare Vroedfchap , werden hoe<br />

langer hoe ernftiger, en uit die verfchillen<br />

ontftond een ander tusfehen die zelfde Burgery<br />

en de voorftemmende Staats • Leden, byzon.<br />

derlyk de Ridderfchap. Dit tweede Lid van<br />

Staat, hadt in zyn Befluit van den 27 Decem<br />

bcr des voorigen Jaars eenige, niet geringe,<br />

befchuldigingen ingevoegd, ten aanzien vat |<br />

de Onderhandelingen der Burgery met dt<br />

Vroedfchap der Stad, op den 19 en 20 De-<br />

cember (waar van hier voor gefprooken is;; I<br />

tegen welke befchuldigingen de Geconftitu<br />

eerden en Gecommitteerden zich verdeedig<br />

den, in een Adres , dat zy den 6 Februan<br />

by de Vroedfchap inleverden, en in het welkt<br />

zy alle die befchuldigingen van Ruk tot fluï<br />

wederleiden, en met een verzoek beflooten<br />

3 ) Dat Hun Edele Groot Achtbaare door eeni<br />

Com<br />

172


16 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Oommisfie ann de vergaaderde Burgers van iedere<br />

Compagnie , hoofd voor hoofd zouden<br />

doen afvraagen:"<br />

1. Of zy van het verzoek, in hunnen naam<br />

en van hunnent wegen op den 19 December<br />

1785., by het Adres aan den Raad der Siad<br />

ingeleverd, door de Geconftituëerden en Gecommitteerden,<br />

geene behoorlyke voorkeunis<br />

bekoomen en gehad hadden ?<br />

2. Of het verhandelde op de voorfz, twee<br />

dagen, door Geconftituëerden en Gecommitteerden,<br />

met den Raad, niet op dien tyd ter<br />

hunner kennisfe gebragt, en by hen goedgekeurd,<br />

is geweest? En<br />

3. Of het geene toen by het voorfz. Adres<br />

op de Vroedfchap verzocht is, als nog hun gevoelen<br />

is en blyft ?<br />

Dat de voorfz. Commisfie de Antwoorden<br />

van elk hoofd voor hoofd geliefden aan te teekenen,<br />

en daar van aan Hun Edel Groot Achtbaare<br />

verflag te doen; als wanneer zy vertrouwden,<br />

dat eens ontegenfpreekeJyk blyken<br />

zou, dat het gebeurde op den 19 en 20 December<br />

1785., geweest was de waare begeerte<br />

van het Volk; en dat de Perfoonen, die zich<br />

daar bevonden , niet alleen hebben uitgemaakt<br />

het grootfte en aanzienlykst gedeelte der Burgery,<br />

maar ook beftaan hebben uit genoegzaam<br />

alle de Schutters van de geheele Burger-Schuttery.<br />

In welk verzoek zy vertrouwden, dat<br />

Hun Edel Groot Achtbaare geen zwaarigheid<br />

zou-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 77<br />

zoude maaken. ~ Doch indien Hun Edel<br />

Groot Achtbaare onverhoopt, in dit verzoek,<br />

immers ter naaste Vergaadering niet geliefden<br />

te befchikken ; maar, of hetzelve van de hand<br />

te wyzen, of buiten beftelling te houden, dae<br />

de Burgery en Geconftituëerden en Gecommit­<br />

teerden het dan zouden houden voor eene toe-*<br />

ftemming, waar by Hun Edel Groot Acht­<br />

baare de waarheid der Volkftem en Volks-<br />

Vertegenwoordiging voor erkend gefield heb­<br />

ben, even of aan het voorfz. verzoek, en daar<br />

bv gedaane voorftellen ftiptelyk was voldaan;<br />

en dus, dat Hun Edel Groot Achtbaare dan<br />

niet zouden nalaaten , de Eere en Achtbaarheid<br />

van Utrechts Burgery, tegen de, zoo zeer be­<br />

ledigende , uitdrukkingen van de Ridderfchaps-<br />

Refolutie op te houden, en op de kragtigfte<br />

wyze te verdeedigen; als mede door eene<br />

nieuwe Verklaaring de Burgery te verzekeren,<br />

dezelve te zullen handhaaven by de Vroed-<br />

fchaps-Refolutie van den 16 Augustus, 1785.,<br />

tegen alle en een ieder, en inzonderheid tegen<br />

alle voordragten en inroepingen ter hulpe of<br />

byftand van den Gewapenden Arm 0}'fterke hand,<br />

waartoe meergemelde Ridderfchaps Befluit zoo<br />

allerongegrondst ftrekte (*).<br />

Over dit Adres, dat ook in de Nieuwspapie­<br />

ren geplaatst was, fchreeven de Edelen op den<br />

10 February eenen Brief aan de Vroedfchap<br />

(*) Nieuws Nederl. féftrh February J?8ö. blad*. 155-<br />

van<br />

1786*<br />

Brief der<br />

Ridderfchap<br />

tegen dat<br />

Adres en 't<br />

Beiluit der<br />

Vroedfchap.


füader Adres<br />

der Geconftituüerden<br />

ei- Gecomfiiitteerden.<br />

78 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

van Utrecht, waar in zy Hun Edel Achtbaare ver-<br />

zochten hun ongenoegen te willen doen bly-<br />

Een aan de Autheurs van hetzelve Adres, over<br />

de beleediging, een Medelid van Scaat daar<br />

in aangedaan; zich vferontfchuldigende, dat zy<br />

het Geweld, op den 19 en 20 December ge­<br />

pleegd, niet aan Utrechts Burgery, maar aan<br />

eenige Vreemdelingen hebben willen toelchry-<br />

ven. De Vroedfchap, op den 13 February<br />

over het meergemelde Adres raadpleegende,<br />

wees het verzoek, daar by gedaan, van de<br />

hand , en maakte den Brief der Ridderfchap<br />

Commisfariaal (*).<br />

Op den 20 February werd door Geconftitu­<br />

ëerden en Gecommitteerden der Burgery een<br />

hader Adres by de Vroedfchap ingediend;<br />

waar in zy het geen in den Brief der Edelen<br />

was bygebragt wederleiden, en in den naam<br />

der Burgery verklaarden, dat zy tegen de Ver.<br />

klaaring der Vroedfchap van den 13, waar by<br />

dezelve by de refurmie in deeze Vergaadering<br />

van den 2c gebleeven w3s, verpligt waren te<br />

protefteeren; en voorts te verklaaren, dat<br />

hetzelve Declaratoir by de Burgery gehouden<br />

werd'voor een aveu, waar by Hun Edel Groó't<br />

Achtbaare de waarheid der Volkftem en Volks­<br />

vertegenwoordiging op den 19 en 20 Decem­<br />

ber 1785. als erhnd hebben gefield, even of aan<br />

het verzoek en het daar by gedaan voorflel ter op.<br />

(•) Nlet:wc Nedefl. Jaarb. Maart 1786. bladz. 227, zy-).


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 79<br />

gegeevene afvraaging (liptelyk was voldaan geweest. I786.<br />

Herhaalende voorts het zelfde verzoek , dat<br />

aan 't flot van 't voorgaande Adres gedaan<br />

was (*)•<br />

Dit Adres agt dagen onder geheimhou­<br />

Kefhiit<br />

daarop»<br />

ding voorgeleegen hebbende, en in handen<br />

van Burgemeesteren en Oud-Eurgemeesteren<br />

gefield zynde, was het bericht, daar op uitgebragt,<br />

te advifeeren , dat men moest volharden<br />

by het Befluit van den 13 February!,<br />

en de wederlegging van Ridderfchaps-Befluit<br />

over laaten aan de Burgery : Voorts<br />

aan Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />

kennis te geeven, dat de Meerderheid • der<br />

Vroedfchap het Befluit van den 20 December<br />

hieldt voor afgeperst en informeel; en<br />

dat zy gevolglyk het Reglement op den 20<br />

Maart niet zou beëedigen ; dat hier van by<br />

Publicatie aan een ieder, en by ExtraÏÏ - Refolutie<br />

aan Geconflituëferden en Gecommitteerden<br />

opening zou gegeeven worden, benevens<br />

Verklaaring, dat de Vroedfchap zou volharden<br />

by het Befluit van den rö Augustus 1785, te<br />

weeten om geen Krygsvolk in de Stad of Vrylieid<br />

toe te laaten, voor dat de bezwaaren zouden<br />

afgedaan zyn, in vertrouwen, dat aan de<br />

Vergaadering van Staat en Stad vrye en onge*<br />

Hoorde Raadpleegingen zouden toegelaaten<br />

worden, ten zy de veiligheid der Ingezeetenen<br />

(fj Kietms Rsdtrl. Jaarii, Maart bladz. ?--$•


ï|86.<br />

Publicatie<br />

afgekondigd<br />

Adrès der<br />

Cecoidtitueerdcn<br />

en<br />

Gecommitteerden<br />

degens die<br />

Publicatie.<br />

80 B E K N O P T E H I S T O R I E oèa<br />

nen anders vorderde. Dit Bericht en Pras-Ad-*<br />

vies van Burgemeesteren en Oud-Burgemees­<br />

teren werd op den 6 Maart in eene Vroed-<br />

fchaps Refolutie by Meerderheid veranderd*<br />

cn de voorgefiaagene Publicatie den volgenden<br />

dag, den 7 afgekondigd; by welke de Burge­<br />

meesteren en Vroedfchap verklaarden; dat zy<br />

de laatst afgekondigde Refolutie van den 20<br />

December 1785, befchouwden als niet vry-<br />

willig, maar wegens de toenmaalige omftan-<br />

digbeden en gelegenheid van zaaken genoo-<br />

men, en voor informeel kragteloos en van on­<br />

waarde hielden; verklaarende te gelyk, dat zy<br />

zich buiten ftaat bevonden en onbevoegd re­<br />

kenden om zich zeiven buiten medewerking<br />

der Heeren Staaten dier Provintie uit den Eed j<br />

op het Reglement van Regeering der Provintie<br />

plegtig gedaan , te ontflaan, om op den 20<br />

dier maand Maart, eenen anderen Eed, met<br />

dien flrydende, te doen (*).<br />

Wegens dseze Publicatie werd door Gecon­<br />

ftituëerden en Gecommitteerden op den 13<br />

Maart een nadrukkelyk Adres by de Vroed­<br />

fchap ingeleeverd; en op dien zelfden dag<br />

bragten Heeren Eurgemeesteren en Oud-Bur­<br />

gemeesteren in die zelfde Vergaadering hun-<br />

Rapport in, over een Adres agt dagen te voo­<br />

ren door Geconftituëerden en Gecommitteer­<br />

den ingediend; welk Rapport hier op uit­<br />

kwam,<br />

(*) Kieuw» Nederl, 'jaarii Maau 1786, bkdz, 245..


ONLUSTEN m HET VADERLAND. 81<br />

kwam, ,, dat, alzoo de Punten, daar in ver­ • 1786.<br />

vat , waren afgedaan Hun Edel Groot Acht'<br />

baare zich op het verdere niet behoorden uil<br />

te laaten ;" het welk ook alzoo beflooten werdt.<br />

Oudertusfchen hadden de gefaamentlyke Of­ De toeaart.<br />

ficieren der Burger Compagnie de Handvoet<br />

gen van<br />

boog aan den Heer Tweeden Burgemeester eer<br />

en andermaal aangebooden,. om op den 2c<br />

Maart de toegangen van het Stadhuis door dt<br />

j<br />

e<br />

Stadhuis<br />

bezet, en<br />

alle de Uur-<br />

1 gets in de<br />

W'apenc'rji<br />

gemelde Compagnie te bezetten, en den Raat<br />

van vryen tot en afgang derwaards te verzeke<br />

l<br />

ren ; over welk aanbod de Vroedfchap op den 1S<br />

Maart buitengewoon vergaaderde, en daarove<br />

beraadflaagd hebbende j befloot, dit aanbod aai<br />

te neemen ; terwyl een der Leden Voorftelde<br />

of het niet dienftig zyn zoude, alle de overig* t<br />

Compagniën, elk op haare byzondere loop<br />

plaats, op dien dag, in de Wapenen te laatei i<br />

koomen; op dit voorftel werd het gevoelet i<br />

van den Krygsraad ingenoomen , wegens d<<br />

wyze, op welke dit gevoeglykst zou kunner L<br />

gefchieden; de Krygsraad vergaaderde dier l<br />

zelfden Namiddag om den Raad van Advies tt<br />

dienen, en den volgenden dag, den 19, werc<br />

daartoe beflooten.<br />

Eindelyk verfcheen de dag van den 2c 1 Het Nieuwe<br />

Reglement<br />

Maart, die op den 20 December des vooriger<br />

daadcfyk<br />

Jaars bepaald was om het nieuwe en vereftend< > i')gtvu»id.<br />

Regeerings-Reglement daadelyk in te voe<br />

ren. De agt Compagniën, by welken zich d<<br />

Wachtviyën en Uitkoopers, tot dezelve be<br />

E boa


t?8eS:<br />

BEKNOPTE HISTORIE DB*<br />

hoerende 5 ook gevoegd hadden, kwameni<br />

op last van den Raad, des morgens ten negen<br />

tuiren op haare Loopplaatfen in de Wapenen 3<br />

en uit dezeiven werd aan de Officieren te kennen<br />

gegeeven, dat zy daar gekoomen waren<br />

om het Reglement in te voeren en te beëedigen;<br />

en daarom verzochten, dat 'er eene<br />

Commisfie aan den Raad benoemd wierde, en<br />

daar een voorftel te doen, dat de Kapitein of<br />

een der Officieren van elke Compagnie gemagtigd<br />

wierden om de Compagniën in den Eecï<br />

te neemen; en dat ook tot dat zelfde einde<br />

een of meer Raaden gemagtigd wierden. Aanftonds<br />

werden Commisfiën uit elke Compagnie<br />

benoemd, en ten half 10 uuren bevonden zy<br />

zich aan het Stadhuis, elke van twee Gewapende<br />

Schatters geleid; ten 10 uuren, by het<br />

ingaan van den Raad waren zy in de Gerechtskamer,<br />

en gaven hunnen last aan denzelven<br />

fchriftelyk over. De Raad beraadflaagde hier<br />

over tot omtrent 2 uuren, wanneer eene Commisfie<br />

van twee Leden en den Secretaris uit<br />

de Vroedfchap by de Gecommitteerden uit de<br />

Compagniën kwam, en aan dezelven de Verklaaringen<br />

van negen- en twintig Raaden overgaf;<br />

deeze Verklaaringen behelsden de Antwoorden<br />

van' die Raaden op het voorftel dér<br />

Compagniën om het Reglement te beëedigen-,<br />

en werden aan dezelven medegedeeld ; van<br />

welke 29 Verklaaringen 11 door de Burgery<br />

werden goedgekeurd. Vervolgends gaven de


ONLUSTEN IN HET VADERLAND, 8.1<br />

Compagniën eene breedvoerige VerklaariDg aan<br />

hunne Gecommitteerden over, ftrékkende om<br />

het Regiement daadelyk in te voeren en te<br />

beëedigen. De Commisfiën uit de Compagniën,<br />

aan het Stadhuis terug gekeerd, teekenden elk<br />

de Verklaaring, die zy ontvangen hadt, en<br />

verzochten, dat de Gecommitteerden uit den<br />

Raad weder in de Gerechtskamer geliefden te<br />

koomen , om het Antwoord der Burgery op de<br />

Verklaaringen der Vroedfchaps-Leden te ontvangen.<br />

Aan deeze Heeren Gecommitteerden<br />

uit den Raad; inde Gerechtskamer gekoomen<br />

zynde, werd door Gecommitteerden der Burgery<br />

toen te kennen gegeeven, dat zy maar<br />

met elf der Verklaaringen genoegen kon neemen;<br />

en dat zy verder gelast waren te verklaaren,<br />

dat de Burgery vast van voorneemen was<br />

het Regeerings-Reglement in te voeren; gelyk<br />

uit de Verklaaringen, die zy overgaaven,<br />

blyken zoude.<br />

De Raad, vervolgends daar over geraadpleegd<br />

trekt naa<br />

hebbende, deed omtrent ten 6 uuren door de Neiidft<br />

eene Commisfie aan de Gecommitteerden aer<br />

'Compagniën verklaaren, dat alle de aanweezende<br />

Leden by hunne gegeevene Verklaaringen<br />

bleeven volharden, en verzochten zulks<br />

aan de Compagniën bekend te maaken; ten<br />

welken einde de Vroedfchap verlof g3f, dat<br />

de zeven Compagniën zich van hunne Loopplaatfen<br />

naa de Neude zouden begeeven, om<br />

het Antwoord der Vroedfchap aldaar te ont-<br />

F 2 ' :tv


1786.<br />

84 BEKNOPTE HISTORIE PER<br />

vaDgen, en hun Antwoord daarop aan den Raad<br />

te geeven. De agt Commisfiën maakten hier<br />

in zwaarigheid, ten zy dat de Raad vergaaderd<br />

bleef om het Antwoord der Burgery af<br />

te wagten; het welk werd toegeftaan. De<br />

Compagniën, op de Neude vergaaderd zynde,<br />

drongen aan, dat de elf Raaden, ter invoering<br />

van het Reglement , hunne Verklaringen<br />

met Eede zouden bevestigen; en dat alle<br />

de Schutters , Wachtvryën en Uitkoopers,<br />

nog dien zelfden avond, in den Eed op het<br />

Reglement zouden genoomen worden; byzonderlyk<br />

bleeven de twee Compagniën de zwarte<br />

Kmgten, en het Fortuin op eene wederzydfche<br />

beëediging van het Reglement aandringen.<br />

Dit Antwoord en deeze Eisch werd door<br />

twee Officieren van elke Compagnie aan den<br />

Raad overgebragt, en met een kort Adres<br />

fchrifteiyk ingeleverd ; hetzelve behelsde ,<br />

dat de Raaden, met welker Verklaaringen-de<br />

Burgery genoegen genoomen hadt, dezelven<br />

dien avond ook met Eede zouden bevestigen.<br />

Ten negen uuren verklaarde de Vroedfchap<br />

door eene Commisfie, dat dezelve het beëedigen<br />

der Verklaaringen aan die Heeren overliet,<br />

welke daartoe bereid waren; en deezen<br />

waren de volgende Heeren: VAN DEN BOO­<br />

GAARD, EYCK, VAN SENDEN, DADNIS,<br />

CE RIDDER, ABBEMA, SMISS A BRT, VAM<br />

DER MUELEN, IVOY, VAN HAEFTEN,<br />

JSURMAN en VAN DAM-; ter zelfder tyd<br />

wer$


liet in den Eed lecmen dei-Schiitterj-è opdeJfeude teVtrecht.<br />

let in Arre.fi: neem en-randen Pander telfijilurDuurltede.


ONLUSTEN IN HÉT VADERLAND. 8*<br />

•werd eene Commisfie benoemd van drie Hee­ 1780.<br />

ren en een Secretaris, om de Compagniën op<br />

het vereffende Regeerings-Reglement in den<br />

Eed te neemen. Dit werd-aan de Compagniën Het Recte.<br />

ment bc-<br />

bekend gemaakt, en deezen benoemden elk eeiligd,.<br />

twee Officieren om over de beëediging van de<br />

Verkiaaringen der Raaden te ftaan, welke des<br />

avonds ten 10 uuren door twaalf Raaden in de<br />

Raadkamer gefchiedde. De Heer Oud-Burgemeester<br />

RERGER, wegens onpasfelykheid afweezig<br />

zynde, beëedigde zyne Verklaaring<br />

den volgenden dag, voor eene Commisfie van<br />

Officieren uit de Burgery ten zynen huize.<br />

Na het afleggen van den Eed door de twaalf<br />

gemelde' Raaden , begaf de Commisfie der<br />

Vroedfchap zich naa de Neude, en nam de zeven<br />

Compagniën, daar vengaaderd, in den<br />

Eed op het vereffende en vastgefieldc Regeerings-Reglement.<br />

De agtfte Compagnie, die<br />

het Stadhuis bezet en vryen af en toegang bewaard<br />

hadt, werd in de groote Zaal aldaar in<br />

den Eed genoomen. Na dat dit verricht was<br />

werden de bevelen van den Raad aan den gebiedenden<br />

Officier verzegeld overgegeeven,<br />

om de Compagniën te ontflaan en naa huis te<br />

zenden; het welk ten half elf uuren gefchiedde<br />

(*). Dus was het nieuwe Reglement van<br />

Regeering dan daadelyk ingevoerd, en door<br />

twaalf Raaden en de gantfche Burgery be-<br />

zwoo-<br />

t*j NUvwe Njde-A, Jaarh Maart 1786. biarte, 250-25*1<br />

' F 3


ï?86.<br />

JPyk by<br />

£)uurfieds<br />

volgt het<br />

voorbeeld<br />

van Ut.<br />

recht.<br />

86 BEKNOPTE HISTORIE DE*<br />

zwooren. Toen de Notulen van het gebeurde<br />

op deezen dag van den 20 Maart in de Vroedfchaps-Vergaadering<br />

op dep 3 April zoudeq<br />

ingericht en geregistreerd worden, ontftonden<br />

'er hevige gefchillen, tusfehen de Leden dier<br />

Vergaadering: Veelen der Leden befchouwdeq<br />

al het geen op dien dag verricht was als nietig<br />

en van onwaarde; anderen hielden het voor<br />

Wettig en deeden Aantekeningen tegen (*),<br />

dat gevoelen te boek Rellen. Eer ik nu de<br />

gevolgen van deeze verrichtingen verhaale,<br />

zal ik den draad der Gebeurtenisfen hier voor<br />

een oogenblik moeten afbreeken, om de Onlusten<br />

te befchryven die omtrent den zelfden<br />

tyd, in andere Steden en Provintiën zyn voorgevallen.<br />

De Stad Wyk hy Duurjlede volgde het voorbeeld<br />

van Utrecht, of' liep veel eer hetzelve<br />

vooruit: Tusfehen de Regeering én Burgery<br />

was aldaar insgelyks een Nieuw Reglement van<br />

Regeering beraamd en vereffend, en de dag<br />

van plegtige wederzydfche beëediging was,<br />

even als die van Utrecht, op den 20 Maart<br />

1786. bepaald, gelyk toen ook gefchied is;<br />

maar hetzelve was in 't voorige Jaar reeds beraamd,<br />

vereffend * vastgefteld, Wederzyds getekend,<br />

en in werking gebragt; waar uit veele<br />

Onlusten tusfehen de Staaten, of althans de<br />

twee voorftemmende Staats-Leden en die Stad,<br />

(*) Nieuwe Nederl. Jatu-b. April y86. bladz. 378.<br />

ont«


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 87<br />

ontftonden, welken ik eerst,zoo kort als moo-<br />

gelyk is, in orde zal vernaaien.<br />

Dc Regen­<br />

Na dat de Regeering van Wyk een nieuw<br />

ten van<br />

Reglement van Regeering, voor zoo veel het J/yi nntilaan<br />

zich<br />

huishoudelyke der Stad betrof, met haare Bur­ van 't Reglement<br />

V*i<br />

gery beraamd en vereffend hadt, en het alleen 1674.<br />

op een eindelyk Befluit der daadelyke invoering<br />

aankwam , deed de Burgemeester HAANT»<br />

JES, op den 23 Juny 1785- een Voorftel tot<br />

dat einde in den Raad, om te befluiten : „ Dat<br />

de Raad, aan den eenen kant, door het toetreeden<br />

tot zodanig Befluit omtrent de nieuwe<br />

Regeeringsorde dier Stad, in geenen deele te<br />

hort wilde doen aan de volle kragt van het beftaande<br />

Regeerings - Reglement van 1674.. wat het Provintiaale<br />

aangaat, en waar van de verbeetering<br />

eerlang ftaatswyze ftond te gefchieden; maar dat<br />

de Raad, aan den anderen kant, alvoorens toe<br />

te treeden tot het beëedigen der nieuwe Regeeringsorde,<br />

wat het huishoudelyke, of ftedelyke<br />

betrof, zich in dien deele ontflaagen<br />

hield van den Eed, op het Reglement van<br />

1674. gedaan , houdende denzelven voor nul<br />

en van geene waarde; eikanderen onderling<br />

by deezen ontflaande. Dit voorftel, rypelyk<br />

overwoogen zynde, werd op den 27 Juny by<br />

meerderheid van Steramen in een Befluit veranderd,<br />

en daar van aan de Staaten door den<br />

Afgevaardigden der Stad ter Staatsvergaadering,<br />

den Heer van OSSENBERG, kennis gegeeven.<br />

F 4<br />

ü s<br />

l78rS r<br />

.


1786.<br />

De Ridderfchapbeklaagt<br />

zich<br />

daar o ver.<br />

De Uaad<br />

geeft oiicriing<br />

van<br />

naar Bedui<br />

8,an de<br />

Burgery.<br />

88 BEKNOPTE HISTORIE DE»<br />

De Ridderfchap befchouwde deezen flap dep<br />

Wykfche Regeering in een zeer haatelyk licht;<br />

Zy beklaagde zich over deeze handelwyze,<br />

als eigendunkelyk, en verklaarde die Regenten<br />

, welke te Wyk tot zodanig Befluit hadden<br />

medegewerkt, onbevoegd om de Vergaadering<br />

der Staaten, of van Gedeputeerde Staaten by<br />

te woonen, zoo lang het tegenwoordig Reglement<br />

nog niet wettig vernietigd was. By alle<br />

drie de Leden van Staat werd daarop beflooten<br />

, eene Commisfie van drie Heeren, uit elk<br />

Lid een, te beraamen, om die van Wyk de<br />

onregeimaatigheid van deezen Rap onder het<br />

oog te brengen , en naa de gefteldheid der<br />

zaaken, gelyk ook naa de buiten -Provintiaale<br />

aanvoerders derzelver onderzoek te doen. Ondertusfchen<br />

hield de Heer Afgevaardigde van<br />

Wyk zich, geduurende deeze Raadpleegingen<br />

buiten de Raadkam'er , en werd vervolgends<br />

door den Secretaris der Staaten verzocht, zich<br />

afweezig te willen houden , als behoorende tot<br />

die Meerderheid der Raaden van Wyk, die<br />

zich van het gemelde Reglement daadelyk<br />

pntfluagen haddeu (*).<br />

Geconftituëerden en Gecommitteerden van<br />

de Burgery, (die te Wyk, even als te Utrecht,<br />

: aangefteld, en door de Regeering erkend waren}<br />

begaaven zich op den 4 July naa de Vroedfchap<br />

, om opening van het geep beflooten<br />

was<br />

(t) N^ieuvt Neisri, janii. dtig* 1785. bladz, 1076en lïpi.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 89<br />

was voor de Burgery te vraagen; en aanftonds<br />

werd hun bericht , dat de Vroedfchap reeds<br />

drie Heeren benoemd hadt,om hun alles rrrede<br />

te deelen; gelyk' dan ook op den 7 July gefchiedde,<br />

wanneer de drie benoemde Heeren,<br />

H A A N T J E S , . V A N OSSENEERG en VER-<br />

H E L , met de Geconftituëerden en Gecommitteerden<br />

in de Vroedfchapskamer vergaaderden<br />

en aan dezelven te kennen gaaven : ,, Dat een<br />

Nieuw Reglement op de Regeeringsbeftelling<br />

der Stad, met voorkennis en ten genoegen der<br />

Burgers en Inwooners, op eene Raadsbefchryving,<br />

by de Meerderheid der Leden vastgefteld<br />

was, om nader Staatswyze bevestigd te<br />

worden, en te doen dienen tot vaster beves»<br />

tiging van het Conftitutioneele dier Stad." Op<br />

dit bericht verzochten Geconftituëerden en<br />

Gecommitteerden de Trom te moogen roeren<br />

cn de Burgers byeen te roepen, op dat hunne<br />

Lastgeevers het geen nu by voorraad door de<br />

Regeering beraamd was plegtig zouden beves.<br />

tjgen. Dit werd toegeltaan en daar van kennis<br />

gegeeven aan den Luitenant Collonel D. BRUIN<br />

G. z. die daartoe ook bereid was. Ten half<br />

één uure vcrfaamelden veele Burgers (om den<br />

aanhoudenden regen) in de Kerk, waar de Hr.<br />

scHiLGE, een der Gecommitteerden, eene<br />

zeer nadrukkelyke, en op de zaak toepasfelyke,<br />

aanfpraak deed; en daar na het Befluit<br />

van den 27 Juny, benevens het nieuw beraamde<br />

Reglement voorlas, Dit gedaan zynde,<br />

F 5<br />

T r a a<br />

S'<br />

178Ö*<br />

Het Nieuwe<br />

Reglement<br />

wederzyds<br />

geteekend.


peconfUmperden<br />

en<br />

(Gecommitteerden<br />

doen een<br />

Betoog aan<br />

den Raad<br />

tegen de<br />

hatidelwyze<br />

der Staaten.<br />

90 BEKNOPTE HISTORIE DEK<br />

vraagde hy de Burgers, of zy eenige bedenkingen<br />

daar op hadden; het welk met neen beantwoord<br />

werd, en daarop fcheidde deeze<br />

Byeenkomst, na dat de Geconftituëerden en<br />

Gecommitteerden gelast waren, het voorfz.<br />

Reglement met hunne Onderteekening te bekragtigen<br />

, zoo als zy de Geauthentifeerde<br />

Copie van het Reglement zouden ontvangen<br />

hebben ; gelyk yervolgends ook gefchied<br />

is (*).<br />

Geconftituëerden en Gecommitteerden kennis<br />

bekoomen hebbende, dat de Heer VAN<br />

QSSENBERG Afgevaardigde ter Staatsvergadering,<br />

van die Vergaadering geweerd, en<br />

hem de by wooning derzelve, in 't vervolg,<br />

ontzegd was, zoo lang het Reglement van<br />

1674. ftand hield, vervoegden zich deswegens<br />

op den 18 July tot de Vroedfchap met een nadrukkelyk<br />

Betoog, waar by zy hunne ontroering<br />

, verbaasdheid , en byna onbedwingbaar<br />

misnoegen te kennen gaaven, en Hun Ed.<br />

Groot Achtbaare verwittigden, dat de Burgery<br />

dier Stad nimmer zou dulden, dat hunne Acht­<br />

u r e r v a<br />

baare en braave B g deren in hunne Rechten<br />

verkort, in hunne Perfoonen, in hunne<br />

Goederen, in de voordeden met de Posten<br />

en Commisfiën , welke zy bekleeden, ver*<br />

bonden, zouden benadeeld worden, 't zy onder<br />

fchyn van Recht, of door Geweld; maar<br />

dat;<br />

(*) Niiuws MsAsd, Jaath dugustus. 1785, blatiz, 1153.


ONLUSTEN fN HET VADERLAND. 91<br />

dat zy alles zoude opzetten , om Hun Ed.<br />

Groot Achtbaare by het vol genot van dit alles,<br />

tegen elk en een iegelyk, met goed en bloed<br />

te handhaaven. En waar by zy te gelyk<br />

ernftig verzochten, dat het Hun Ed. Groot<br />

Achtbaare behaagen mogt, een Protest ter<br />

Staatsvergaadering te doen inleeveren, met<br />

verklaaring van alles , wat ondertusfchen ter<br />

Staatsvergaadering mogt beflooten worden,<br />

voor informeel, kragteloos, nul, en van geene<br />

-marde te zullen houden. VerVolgends ter<br />

zelfder tyd te verklaaren, zoo lange de weering<br />

des Afgevaardigden uit de Vergaadering<br />

niet werd ingetrokken , geene Provintiaale<br />

Lasten ten Comptoire der Provintie te zuilen inbrengen<br />

, maar deeze daadelyk in te houden<br />

en aan te wenden tot goedmaaking van alles,<br />

wat Hun Ed. Moogende mogten goedvinden<br />

terug^ te houden; met by voeging van alle de<br />

gevolgen voor Hun Ed. Moogende ter verantwoording<br />

over te laaten. — Van alles, indien<br />

dit rüet baatte, aan de Bondgenooten<br />

kennis te geeven , hunne goede dienften en<br />

bemiddeling te verzoeken, en by derzelver<br />

mislukking kragtdaadige hulpe, of ten minfte<br />

verhoeding, dat de Militaire Magt, op hunne<br />

repartitie ftaande , derwaards geleid wierde,<br />

enz.<br />

Terwyl over dit Betoog derBurgery geraad­<br />

Krief der<br />

Gedeputeerde<br />

Staa-'<br />

pleegd werd, kwam 'er een Brief van de Ge­<br />

ten wegens<br />

deputeerde Staaten, waar by aan de Regeering eene Coramjsiie.<br />

van


Ï78e5.<br />

Deeze Brief<br />

-wordt in<br />

^dvies gehouden.<br />

Antwoord<br />

op denzelvètu<br />

92 BEKNOPTE HISTORIE DKR<br />

van Wyk werd aangefchreeven dat Hun Edel<br />

Moogende de Staaten noodig geoordeeld hadden<br />

, negen Heeren te committecren, ten<br />

einde met Hun Edele daar over te ipreeken,<br />

en hen te trachten van de onregelmaaeige handelwyze<br />

en onwettige Refolutie , tegen de<br />

Rechten der Provintie aanloopende, te overtuigen,<br />

en af te niaanen; — en tegelyk te<br />

verzoeken, zodanige Heeren ter Vergaadering<br />

van de Staaten en Gedeputeerde Staaten te<br />

willen zenden, die zich van den bovengemeiden<br />

Eed nog niet ontflaagen hadden, enz.<br />

Over deezen Brief en het bovengemelde Ee^<br />

toog werdt op den 21 July geraadpleegd, en<br />

toen, op voorftel van Burgemeester HAANT­<br />

JES beflooten: „ Dat zy deezen Brief der<br />

Gedeputeerde Staaten in Advies moesten houden,<br />

tot dat over het laatfte Adres van de Burgery<br />

zou befchikt zyn; om dat dit Adres zaaken<br />

in zich behelsde, die vooraf dienden afgedaan<br />

te worden, eer men op den Brief van<br />

Hun Ed. Moogende kon antwoorden; dat 'er<br />

een dag moest bepaald worden, om over het<br />

Adres te befchikken; waar na men den Brief,<br />

benevens het beflootene op het Request, zoa<br />

ftellen in handen van eene Commisfie uit hun<br />

midden om daarop van raad te dienen , en een<br />

opftel van een Brief voor Hun Edel Moogende<br />

te vervaardigen. Ingevolge van dit Befluit<br />

werd den 26 July een Brief aan de Gedeputeerde<br />

Staaten afgezonden; in welken de Re-<br />

gee.-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND.<br />

geering van Wyk haare verwondering te kennen 17 86.<br />

gaf over den inhoud der Aanfchryving van'<br />

Hun Edel Moogende, dewyl zy van begrip<br />

was," dat het punt, raakende de Magiftraatsbeftellingen<br />

van Stad en Steden j onder die<br />

byzondere Punten behoorde, waarmede Geeligeerden<br />

en Ridderfchap zich niet vermogien<br />

te bemoeijen, maav die verbleeven waren aan<br />

Stad en Steden;'" in zoo verre dat Hun Edele<br />

Moogende Gecommitteerden by derzelver<br />

Rapport van den i September 1784. a^n Hun,<br />

Edel Moogende hadden geadvifeerd, dat die<br />

fchikkingen en voorzorgen door de Stedelyke<br />

Regeeringen met derzelver Burgeryën geregeld<br />

en vereffend konden werden, en daarom<br />

dit aan dezelve Regeerders hadden overgelaaten,<br />

(Let wé!) zonder in het Reglement daar<br />

van te melden, ten welken einde Hun Edel<br />

Moogende dat Rapport aan hun hadden overgezonden,<br />

om zich daar naar te gedraagen.<br />

Ingevolge daar van , hadden zy .geoordeeld,<br />

dat zy volkoomen bevoegd waren om, v^w<br />

zoo verre die fchikkingen en vastjlellingen betreft,<br />

het Reglement van 1674. buiten werking te<br />

ftellen, en hunne Burgers daadclyk in het genot<br />

te ftellen van de aanftelling hunner Regenten<br />

, op zodanige wyze als Hun Edel Moo»<br />

gende door het voorfz. toegezonden Rapport<br />

toeftemmen, dat zy gerechtigd en bevoegd waren.<br />

Zy verzochten daarom verfchoond te zyn var»<br />

daar over met eene Cmmisfie, op gronden by voor.<br />

6*


Antwoord<br />

der Gedeputeerde<br />

Staaten<br />

daarop.<br />

94 ÊEKNOPTE HISTORIE bzk<br />

gemelden Brief van Hun Edel Moogende ter neder<br />

gefield;, in eenige onderhandeling te treeden, alé<br />

welke, op die gronden, by hen van geene<br />

vrugt zou kunnen zyn. Eindelyk verzochten<br />

zy, dat Hun Edel Moogende in de Vergaadering<br />

der Staaten zouden gelieven te ontvangen<br />

zodanige Gecommitteerden, als, in den Pro«<br />

vintiaalen Eed ftaande; door hen zouden afgezonden<br />

worden; dat zy anders verpligt zou»<br />

den zyn, voor hunne Stad, te protefieeren,zoo<br />

tegen de laatfle Staats-Refolutie, als die Hun<br />

Edel Moogenden in deezen nader zouden neetoen;<br />

ten einde zich en hunne Burgery daar"<br />

tegen te handhaaven , op zoodanige wyze! 3als<br />

zy, uit kragt van hun Recht, zouden vermeenen<br />

te behooren (*)„•<br />

Deeze Brief werdt doof de Gedeputeerde<br />

Staaten op den 29 July beantwoord; in welk<br />

Antwoord Hun Ed. Moogende even zeer hunne<br />

verwondering betuigden over het gefielde<br />

der Kegeeriag van Wyk, als deeze in hunAntwoord<br />

over de Befluiten der Staaten gedaan<br />

hadden; betuigende niet te begrypen hoe Hun<br />

Edele zodanige Hellingen hebben kunnen ter<br />

nerierftellen, daar zy niet konden onkundig<br />

zyn , dat gemelde Rapport nimmer in een<br />

Staats-Refolutie is veranderd, maaralleen ingediend<br />

als een Advies, van 't welke Hun Edel<br />

Moogende zodanig gebruik zouden maaken,<br />

als<br />

Nieuwe Ne&rl, 'Jaarb. Aug, 17.5, Mad2. 1109—1229,


ONLUSTEN ft HET VADERLAND, és<br />

als zouden vinden te behooren, in geval Hun<br />

Ed. Moogende, na gevraagde en ontvangene<br />

confideratiën van Zyne Doorluchtige Hoogheid,<br />

rnogten oordeeicn eenige nadere fchikkingen<br />

en veranderingen omtrent het Reglement<br />

op de Regeering in te voeren. Dat zy dus<br />

zoo lange geen Staatsbefluit daaromtrent genoomen<br />

was, geen recht hadden om zich van<br />

den Eed op 't Reglement van 1674. te ontflaan;<br />

ofte eenige Zitting ter Vergaadering van<br />

Hun Ed» Moogende of der Gedeputeerden<br />

kunnen behouden of bekoomen, indien zyzich<br />

niet in allen deele aan denzelven Eed meenen<br />

te houden. Blyvende voorts by het geene in<br />

den voorigen Brief vervat was» en de Staaten<br />

by hun voorig Befluit.<br />

Op dit Antwoord gaven die van Wyk op den<br />

5 Augustus 1785. een Weder-Antwoord ,<br />

waarmede zy hunne verwondering over het tegenftrydrg<br />

gevoelen van Hun Ed. Moogende<br />

te kennen gaaven, en betuigden, zich, voor<br />

hunne Stad, die een Lid van de Souvraine Vergaadering<br />

dier Provintie was, alleen in het<br />

Verbond der Unie, begeeven te hebben, onverminderd<br />

en met voorbehouding van hunne Stad<br />

en Ingezeetenen by derzelver byzondere Voorrechten<br />

, Vryheden, Uitzonderingen, Inftellingen,<br />

loflyke en wel herbragte Gebruiken,<br />

en alle andere Gerechtigheden, waar by zy<br />

zich dan ook by vervolg hadden gehandhaafd,<br />

wanneer zy by de Artikelen , tusfehen Geëli-<br />

geer-<br />

Wecter. Antwoord<br />

van<br />

de Repecring<br />

van Wjft,


*785.<br />

ïlie van<br />

ti'jk maakt<br />

n<br />

96 BEKNOPTE HISTORIE DE*<br />

geerden en Ridderfchap, nevens de Stad Uk<br />

recht en verdere Steden , op den 13 February<br />

1587. geflooten; üitdrukkelyk hadden bedon*<br />

gen, dat Geöiigeerden en Ridderfchap zich<br />

niet zouden bemoeijen met het ftellen van de<br />

Magiftraat in die Stad, het zy men de Leden<br />

van Hun Edel Moogende op zich zeiven, het<br />

zy faamengevoegd befchouwde; herhaalende<br />

hunne verwondering, dat Hun Edel Moogende.<br />

tegen hunne Stads Rechten en Privilegiën aan, -<br />

hun Souvrain Gezag zouden willen uitbreiden<br />

over hun Stedelyk Recht, betreffende de Magiftraatsbeftelling.<br />

Wederleggende voorts alle<br />

de redenen, door Hun Ed. Moogende bygebragt,<br />

befluiten zy met te protefteeren niet<br />

alleen, maar ook de Befluiten van Hun Edel<br />

Moogende ten hunnen opzigte voor onwettig<br />

te verklaaren, en aan welker naakooming en voldoening<br />

zy zich nimmer zouden houden ; betuigende<br />

boven dien op bet ernftigfte, zoo Hun<br />

Ed. Moogende hunne Afgevaardigden, die zy<br />

gelast hadden van het Recht, hunne Stad toekoomende,<br />

gebruik te maaken , geliefden te<br />

blyven afweeren, dat zy als dan, tot hafldhaaving<br />

van hun Stads Recht, als een Medelid<br />

van Staat, zodanige middelen zouden by de'<br />

band neemen, als zy zouden oordeelen te<br />

behooren (*).<br />

Ingevolge van dit voorneemen gingen die<br />

Q>) Nieuws Neaerl. jaari. &]>t. 1735. bladz. 135Ï—I3Ï


.ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 57<br />

•van Wyk voort met xoeftel te maaken, om de<br />

Regeering, volgends het vastgeftelde nieuwe<br />

Reglement, op den gewoonen tyd te veranderen:<br />

Op den 15 Oftober werden door de<br />

Oude en Nieuwe Stads Compagniën 16 Burgers<br />

tot Kiezers verkooren, welken eene Nominatie<br />

maakten van een dubbeld getal Perfoonen<br />

tot Burgemeesteren; welke Nominati:,<br />

benevens die van Schepenen, door Burgcmces.<br />

teiïen en Raaden gemaakt,; aan Zyne Doorluchtige<br />

Hoogheid , den Stadhouder, gezonden<br />

werd met eenen Brief, in welken Zyne<br />

Hoogheid als Erfftadhouder verzocht werd, dc<br />

Verkiezing voor 't aanftaande Jaar daar uit tc<br />

doen , zoo dat de verkoozen Perfoonen Qj<br />

den 20 Odtober, den gewoonen dag der Ver<br />

andering van de Regeering aldaar, konden in<br />

e e z e B r i e f w a s<br />

gehuldigd worden. D gedagtee<br />

Jtend den 6 Oclober, en by denzelven was ge<br />

voegd een gedrukt Exemplaar van het Regie<br />

. ment van Regeering, dat op den 23 Juny doo<br />

hen vastgefteld, en naar 't welke de Verai:<br />

dering der Regeering gefchied, was. Maar vai 1<br />

de Raaden werden geene Lystcn aan Zyn<br />

Hoogheid toegezonden, om dat de beftellin ; r<br />

van Zyne Hooghei^ omtrent het aanblyven 0 t<br />

veranderen der Raaden door het Nieuwe Re d<br />

glement was afgefchaft.<br />

.1786.<br />

eene Nominatie<br />

tot<br />

vciafideitnj?<br />

da- Regee*<br />

ling.<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid fchreef das r Zyne Doorover,<br />

en zond een Affchrift<br />

„ lticln^e<br />

van den Bri$ 1 rrtogheid<br />

»<br />

jller Wykfche Regeering van den 6 Octobe<br />

vi.no.se<br />

z:ch deswtf<br />

G M a


1786.<br />

geus aan tle<br />

$8 BEKNOPTE HISTORIE DÉ*<br />

aan de Gedeputeerde Staaten van Utrecht,<br />

welke daar over op den 19 Oclober, buiten,<br />

gewoon vergaaderden. In deezen Brief beklaagde<br />

Zyne Hoogheid zich over inbreuk<br />

door deeze informeele Nominatie op de Regeeringsgelïeldheid<br />

dier Provintie gedaan ; gelyk<br />

ook over indragt, door het vastftellen vaneen<br />

Regeerings-Reglement te Wyk, op de Rechten<br />

en Voorrechten der Stadhouderiyke Waardigheid,<br />

door het Reglement der Provintie<br />

daar aan gehecht; verzoekende by dezelven<br />

gehandhaafd te worden : En dewyl Zyne<br />

Hoogheid verklaarde geene verkiezing uit zoo<br />

eene informeele Nominatie van Burgemeesteren<br />

te kunnen doen;zoo verzocht Zyne Hoogheid<br />

dat de Regeering van Wyk mogt genoodzaakt<br />

worden , eene andere Nominatie aan Zyne<br />

Hoogheid toe te zenden, om daar uit op eene<br />

wettige wyze de Verkiezing te doen ; te gelyk<br />

verzoekénde, dat, om de nabyheid van den<br />

20 Oclober, den gewoonen dag van de verzetting<br />

der Wet te Wyk, Bun Edel Moogende<br />

rnogten gelieven den Magiliraac dier Stad te<br />

doen aanblyven op den tegeuwoordigen voet,<br />

tot dat Hun Edel Moogende in' déeze zaak<br />

zodanige beftellinge zouden gemaakt hebben,<br />

als zy zouden noodig oordeelen tot handhaaving,<br />

zoo wel van de Provintiaale Regeeringsgefteldheid,<br />

als van de Stadhouderlyke Rechten<br />

en Voorrechten te behooren.<br />

' " • • . -Ge»


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. o


*78t>.<br />

De Rnraery<br />

i< bedacht<br />

om zich in<br />

ftaat van<br />

tegenweer te<br />

ftellen.<br />

ÏOO BEKNOPTE HISTORIÉ DEK<br />

BEKKERING alleen bereid, om het nieuw<br />

Reglement te beëedigen. Hierom verklaarde?<br />

de Burgery die twee Heeren ook alleen voor<br />

Reeds aanblyvende Raaden, te zullen erken r<br />

nen en befchermen ; de overigen by voorraad<br />

als tydelyke Raaden erkennende. Voor 't<br />

overige protefteerde de Burgery tegen alle indragt<br />

op Stads Rechten door Zyne Hoogheid<br />

en de Staaten begaan, als ook tegen de opfchorting<br />

der verandering en het aanblyven<br />

van de Regeering.<br />

In deeze omftandrgheden was de Burgery<br />

bedacht, om zich, by onverhoopt Geweld, in<br />

ftaat van tegenweer te ftellen: HetVry-Corps,<br />

uit 60 Man beftaande, vervoegde zich tot het<br />

Genootfchap van Wapenhandel te Utrecht,<br />

doch met geenen voordeeligen uitflag. Beter<br />

flaagde deszelfs verzoek by de Gewapende Burger<br />

Vry-Corps, welke nog in die zelfde week<br />

eene buitengewoone Vergaadering te Leyden<br />

byeen riepen, ten einde de gefchiktfte middelen<br />

te beraamen om die van Wyk te hulp ts<br />

koomen, indien zy mogten aangevallen worden<br />

; men beproefde de kleine Overftroomingen,<br />

om het Land rondom de Stad onderwater<br />

te zetten, die volmaakt goed bevonden werden<br />

; ook gaf de Regeering van al het gebeurde<br />

tusfehen haar, de Staaten .en den Stadhouder,<br />

wegens het nieuwe ingevoerde Reglement<br />

van Regeering, kennis aan de andere Stieht-<br />

fche


ONLUSTEN ra HET VADERLAND, lor<br />

fehe Steden, Utrecht, Amersfoort, Rheenen en<br />

Montfmrt (*).<br />

De Staaten der Provintie van Utrecht, op<br />

den 9 November vergaaderd zynde , beflooten,<br />

dat die van 'Wykeene andere Nominatie van<br />

Burgemeesteren en Schepenen , volgens het<br />

Reglement van 1674- gemaakt, binnen acht dagen<br />

aan Zyne Doorluchtige Hoogheid moesten<br />

zenden, benevens eene Lyst van de Raaden<br />

dier Stad. Ook verklaarden de Heeren Edelen,<br />

dat die van Wyk onbevoegd waren, om<br />

een Stedelyk Regeerings-Reglement te beraa*<br />

men en in gang te brengen , buiten bewilliging<br />

en Odlroy der Leden van Staat; daar by voegende<br />

, dat de Ridderfchap, in 't byzonder,<br />

van 't Jaar 1588 af reeds, het recht zoude<br />

gehad hebben in de Magiflraats-Beflelling der<br />

Steden ; daarenboven hield de Ridderfchap het<br />

doen beëedigen van een Reglement van Regeering,<br />

op eigen gezag, als fmaakende naar<br />

Rebellie, en begeerde zulks in handen van den<br />

Procureur Generöal gefield te hebbeu. By dit<br />

voorflel voegden zich aanflonds de Heeren<br />

Geëligecrden ; doch Utrecht en Amersfoort namen<br />

het over, en bragten in de volgende Vergaadering,<br />

den 23 November haar Advies in,<br />

waar door zy met dat van Ridderfchap en Geeiigeerden<br />

inflemden, en werd derhalven over.<br />

eenkomftig daar mede beflooten, den Procu-<br />

' reur<br />

C*) Nhtuve Neder!, Jgari. Oltob. 1785. bladz. 1467—1473,<br />

C 3<br />

1780.<br />

De Staaten<br />

fcbryven<br />

den ProcureurGenelaal<br />

aan om<br />

by die van<br />

Wyk onderzoek<br />

tc<br />

doen.


De Regeerders<br />

van<br />

Wik willen<br />

riet Recht<br />

de non evo~<br />

canda hand?<br />

haaven.<br />

iC2 B E K N O P T E H I S T O R I E DER<br />

reur Generaal aan te fch'-yven om onderzoek<br />

te doen enz. omtrent het doen beëedigen (*)<br />

van het ingevoerd Reglement van Regeering<br />

te Wyk: Ook werden de Procureur Generaal,<br />

en de Raadsheer MUNNIKS gemagtigd tot<br />

het doen van crimineel onderzoek omtrent die<br />

geenen, welke zich by eenen Brief aan de<br />

Hooge Bondgenooten vervoegd hadden.<br />

De Regeerders van Wyk hier van kennis<br />

bekoopjen, en daar over beraadflaagd hebben-*<br />

de, verftonden , dat, indien in dit geval een.<br />

zodanig attentaat , zelfs, tegen de Hoogheid deezes<br />

Lands, door Burgers dier Stad mogce begaan<br />

zyn, ftrekkende tot verftooring van de open-<br />

baare rust, de Magtiging tot onderzoek niet<br />

hadt behooren verleend te zyn op den Procu­<br />

reur Generaal van den Hove; maar op den.<br />

Schout dier Stad; ten einde het recht van den<br />

Lande tegen den fchuldigen waar te neemen;<br />

dat gevolglyk de Magtiging op den Procureur<br />

Generaal verleend, aanliep tegen het Recht,,<br />

dat deezer Stad en Burgery van ouds toebe­<br />

hoorde; gelyk Hun Edel Moogende ook in<br />

't voorleeden Jaar, wanneer Hoogstdezelven<br />

begreepen, dat aldaar beweegingen van Op­<br />

roer hadden plaats gehad , dat echter zoo niet<br />

bevonden werd, daarop deeden onderzoeken,<br />

niet door den Procureur Generaal maar door<br />

den,<br />

(*) Nieuwe Neder!, jaarb. November 1785. bladz. 1612.<br />

vergel. 1C17.


ONLUST-EN IN HET VADERLAND. 103<br />

den Schout der Stad, als daartoe alleen bevoegd.<br />

Dat de Regeerders der Stad vooral<br />

behoorden zorge te draagen, dat de Burgers<br />

by hunne aloude Rechten en Voorrechten ongefchonden<br />

bewaard bleeven, en niet geroepen<br />

wierden voor eene andere Rechtbank of<br />

Rechter; dat over zulks Waarfchouwing en<br />

verbod daar van aan de Burgery behoorde gedaan<br />

te worden; met last om van de bevelen ,<br />

die zy daartoe mogten bekoomen, aanftonds<br />

aan den Raad kennis te geeven ; ten einde daar<br />

in.te doen, zoo als ter handhaaving der Stadsen<br />

Burger-Rechten zoude bevonden worden<br />

te behooren. Dit werd aldus beflooten , en<br />

daar yan aan de Burgery bericht en waarfchouwing<br />

gedaan (*).<br />

Ondertusichen hadden de Regeerders van Wyk Nader aan.<br />

fel) ry ven der<br />

de Nominatie van Burgemeesteren en Sche­ Staaten aan<br />

die van<br />

penen door de Burgery gemaakt, ten tweede Wyk.<br />

inaale aan den Prins Erfftadhouder gezonden<br />

met eenen Brief en nader verzoek, om daar<br />

uit de Verkiezing te doen; hier van gaf Zyne<br />

Hoogheid kennis aan de Staaten , en deezen<br />

fchreeven deswegens eenen Brief aan de Regeering<br />

van Wyk, gedagtekend den 9 November,<br />

waar in Hun Ed. Moogende berichte,<br />

dat zy de voorfz. pretenfe Nominatïèn van Burgemeesteren<br />

en Schepenen, met al het aan-<br />

J;leeveu daar van hielden voor informeel, als<br />

ftry-<br />

C) Nieuws Ntderl, Jaar'v. Noyemier 1785, bladz. 1630.<br />

G4


N;U1L-1(U-.CjykAntwond<br />

van<br />

dy Rcgce.'<br />

¥;3 k<br />

'<br />

M BEKNOPTE HISTORIE D M<br />

ftrydig met de goede orde, het Recht van<br />

den Lande, en de Regeerings - Conftitutie ,<br />

nog beftaande; dezelve derhalven voor nul en<br />

van onwaarde verklaarden; Hun Edel Achtbaare<br />

over zulks aanfehryvende, om zonder<br />

uitftel, immeis binnen acht dagen na het ontvangen<br />

van deezen Brief, eene nieuwe Nominatie<br />

te maaken, zoo van Burgemeesteren als<br />

van Schepenen, voor het loopende Jaar, en<br />

dezelve aan Zyne Hoogheid als Erfftadhouder<br />

te zenden, op zodanige wyze, als van ouds<br />

gebruikelyk geweest is, alles in overeenkomst<br />

met het Reglement van 1674,, nog beftaande?<br />

met aanblyving ondertusfehen van de Leden<br />

des Magiftraats en van den Gerechte in hunne<br />

betrekkelyke Bedieningen ; zoo als Hun Ed.<br />

Moogende hen daar inne nu deeden aanblyven ,<br />

ingevolge van hunne aanfehryving van den 2<br />

derzelfde Maand; met voorbehouding, in geval<br />

van onverhoopte weigering, van zodanige<br />

nadere befchikking, als zy tot hanJhaaving<br />

van de goede orde, en tót voorkooming van<br />

alle wanorde, in het beleid der Politie en Juftitie<br />

binnen de Stad Wyk, naar gelegenheid<br />

van zaaken zouden noodig oordeelen.<br />

Op deezen Brief fchreef de Regeering van<br />

J!'\k een nadrukkelyk Antwoord; waar in zy<br />

hunne uiterfte verwondering te kennen gaaven,<br />

dat ze in den bovengemelden Brief geene eene<br />

beantwoording ontmoetteden van de redenen,<br />

d-ie zy in hunnen Brief van den 31 O&ober<br />

ter


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 105<br />

ter regtvaerdiging van hunne handelwyze bygebragt<br />

hadden; — zonder daar by uit het<br />

oog te verliezen, dat Zy, als Vertegenwoordigers<br />

hunner Stad en Burgery, en als een<br />

Medelid der Hooge Vergaadering van de Staaten,<br />

als gelyke Partyën te befchouwen waren;<br />

en'dus, in zaaken van verfchil, de eene<br />

Party zoo min als de andere bevoegd is,Richter<br />

te zyn en vonnis te vellen. —• Te meer<br />

verwonderde hen hei flot van den Brief, dat<br />

in geval van onverhoopte weigering, enz. •<br />

Immers begreepen Zy , dat zulk een bedrei -<br />

gend flot geenzins te pas kwam by eene aanfchryving,<br />

gedaan aan een der Medeleden van<br />

den Souvrainen Staat der Provintie; ;<br />

— en betuigden<br />

zich, naar tydsom'tandigheden , aan<br />

zich gelyk, te zullen gedraagen, zonder zichdoor<br />

eenige dreigende aanmaaningen, veel min<br />

ordineerende Befluiten, van wien ook, eenigermaate<br />

te laaten te rug houden. Ondertusfchen<br />

betuigden zy , aan 't einde van den<br />

Brief, openhartig, niets hartelyker te verlangen<br />

, dan tot herftel der gebrookene harmonie<br />

enz. alles toe te brengen , een bekwaam middel<br />

te zien daar gefield, waar by Zy als voorheen,<br />

in onafgebrookene vriendfchap en vertrouwen<br />

onderling konden blyven harmoniëercn ; eene<br />

zaak, waar toe zy dachten , dat hun de gelegenheid<br />

niet zou ontbrooken hebben, indien aan<br />

hunnen Stads-Gedeputeerden de weg niet was<br />

geflooten geweest, om ter Tafel van Hun Ed.<br />

G 5 Moo-


1786.<br />

..i-ief der.<br />

zelfde Regeering<br />

aan<br />

Jen Prins<br />

Stadhouder.<br />

206 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Moogende met eene byna gelykluidende Ver»<br />

klaaring, als van fommige Utrechtfche Regen,<br />

ten gedaan is, zich omtrent den Provintiaalen<br />

Eed, op het Reglement van Jt>74- te hebben<br />

kunnen uitten.<br />

Dezelfde Regeerders van Wyk, fchree.ven<br />

op den 21 November eenen Brief aan den Prins.<br />

Stadhouder; waar in zy betuigden , te vergeefsch<br />

zich gevleid te hebben met eenig Antwoord<br />

van Zyne Doorluchtige Hoogheid op<br />

hunnen Brief aan Hoogstdenzelven gezonden,<br />

en met eene Verkiezing uit de bygevoegde.<br />

Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen;<br />

integendeel hadt het hun gemoeid, uit<br />

eene byzondere aanfchryving van de Staaten<br />

te vemeemen , dat Zyne Hoogheid wegens<br />

eenige bedenkingen op die Nominatie, zich<br />

by Hun Ed. Moogende vervoegd hadt; daar.<br />

zy veel eer verwagt hadden, dat Zyne Doorluchtige<br />

Hoogheid die bedenkingen by hen<br />

zoude geopperd hebben, ten einde hen in<br />

ftaat te Rellen om dezelve, uit kragt van hunne<br />

Souvraine Magt, zodanig uit den -weg te ruimen,<br />

als met hunne Stads Rechten eenigzins bejlaanbaa<br />

geoordeeld kon worden. Daar zy nogthans genegen<br />

waren om aan Zyne Doorluchtige Hoogheid<br />

de uitmuntendfle blyken te geeven, dat<br />

zy verre af waren van de Rechten desStadhouderfchaps<br />

te willen verkorten; zoo verzochten<br />

zy, op byzonderen aandrang der Burgery, dat<br />

Hoogstdezelve de Verkiezing tot Burgemees.<br />

te-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 107<br />

teren en Schepenen uit de toegezondene No­<br />

minatie ten fpoedigfte zoude doen (*)<br />

. De Staaten, op den 7 December vergaaderd<br />

zynde, bieeven weigeren den Gecommitteer­<br />

den van Wyk ter Vergaadering toe te laaten :<br />

De Commisfie was uitgebragt op den Burge­<br />

meester HAENTJENS en verdere Gecommit­<br />

teerden op den voet, als door de Staats-Com­<br />

misfie by het Rapport der negen Heeren be­<br />

paald was-, met voorbehouding om mede te<br />

werken tot het verbeteren van het Provintiaale<br />

Reglement van 1674.; doch het eerfie Lid<br />

verklaarde, die Heeren niet anders toe te laa­<br />

ten dan op den Eed, overeenkomftig hst Re­<br />

glement van I674.; en de Heeren Edelen van<br />

het tweede Lid, onder aanmerkingen zoo als<br />

alle de Leden ter Vergaadering za'en; waar<br />

by de Stad Utrecht zich voegde. Dit werd aan<br />

den Heer HA ENTJES en zyn Medegecom­<br />

mitteerden door den Secretaris te kennen ge­<br />

geeven; waarop de Heer HAENTJES ant­<br />

woordde, den Eed niet anders te bunnen doen,<br />

dan overeenkomftig met Stads Befluit, zoo als<br />

te vooren door den Heer OSSENBERGH<br />

verklaard was; en dat de Stad Wyk haare Ge­<br />

deputeerden op geenen anderen voet zoude<br />

zenden. De Vergaadering begreep dus. dat<br />

die zaak in den zelfden ftaat bleef, en befloot<br />

gemelde Heeren aan te zeggen, dat niet kon­<br />

den<br />

(*) NicuwtNctlsT.'.jftKrk Noyemttr 178S. bladz. 1623-162S.<br />

1736-<br />

Oc Staaten<br />

blyvcn weigeren<br />

de<br />

Gecomimtteer'en<br />

vaa<br />

Wyk toe te<br />

laaten.


1 08 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

i<br />

i<br />

]<br />

Ben Raad<br />

volgens het<br />

nieuwe Reglement<br />

te<br />

Wyk verkooien.<br />

en toegelaaten worden. En op den 28 weder<br />

ergaaderd zynde, beflooten de Staaten eene<br />

iadere en breedvoerige aanfehryving aan die<br />

an Wyk te doen (*).<br />

De Hoofdofficier der Stad Wyk gemagtigd<br />

;ynde door de Gedeputeerde Staaten om den<br />

3<br />

rocureur Generaal by het onderzoek tegen de<br />

burgers van die Stad by te ftaan, ftelde dit aan<br />

iet Gerecht voor; doch het Gerecht befloot,<br />

Advies van kundige Rechtsgeleerden daar op<br />

n te neemen, voor zich te verklaaren; maar,<br />

;en Lid zeide, dat de Privilegiën klaar en<br />

hiidelyk waren, en zodanig Advies van Rechts •<br />

geleerden niet noodig was ; dat men op de<br />

tiandhaaving der Voorrechten behoorde bedacht<br />

te zyn; terwyl Gecommitteerden en Geconftituëerden<br />

oordeelden, dat dit geen zaak van<br />

het Gerecht, maar van het Recht van Grondgebied<br />

was, dat den Magiftra^t toebehoorde,<br />

over welke de Vroedfchap den 23 December<br />

buitengewoon vergaaderde Cf).<br />

Onaangezien alle aanfehryvingen, bedreigingen<br />

, lastgeevingen aan den Procureur Generaal<br />

, ging de Regeering en Burgery toch<br />

voort met de Regeerings-Beftelling der Stad<br />

Wyk. De Heer Oud-Burgemeester BRUIN,'<br />

wegens zyne hooge jaaren, zyne Raadsplaats<br />

nedergelegd hebbende, werdt de Heer H.<br />

SCHILGE-<br />

(?) Nieuws Nederl. Jaarb. Decemb. 1785. bladz, 1089 cn 1727*<br />

Cf; IM. December 1785. bladz. 1729.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 109<br />

S C H I L C E tot Raad in de Vroedrchap naar<br />

het nieuwe Reglement verkooren. Op den 18<br />

January was de Vroedfchap, op verzoek van<br />

eenige Heeren der Minderheid, toevallig buitengewoon<br />

befchreeven ; het Gerecht was ook<br />

vergaaderd; de Trom werd geroerd, en de<br />

Burgery vergaaderde in de Kerk. De Gecommitteerden<br />

der Burgery, in hunne kamer op<br />

het Stadhuis vergaaderd, deeden een voorftel<br />

en verzoek aan de Vroedfchap, dat de Raadsplaats<br />

van den Heer B R U I N Zittends-Vergaadering<br />

vervuld mogt worden; de Vroedfchap<br />

ltemde dit verzoek toe; de Burgers maakten<br />

een Nominatie, waarop de Heeren S C H I L G E<br />

en E E E R E N B Ü R G geplaatst werden ; de eerfte<br />

werd tot Vroedfchap gekoozen, en zulks van<br />

de Puije van 't Stadhuis aan de Burgery bekend<br />

gemaakt (*).<br />

In deezen ftaat bleeven de zaaken te Wyk<br />

tot den 20 Maart, welke Dag, even als te<br />

Utrecht, tot het beëedigen van 't Nieuwe Regeerings-Reglement<br />

bepaald was. Tot dat<br />

einde waren de Magiftraat en Raad, gelyk ook<br />

de Gecommitteerden der Burgery op het Stadhuis<br />

vergaaderd, en de geheele Scbutteryvoor<br />

hetzelve in de Wapenen. Zes Raaden verklaarden<br />

bereid te zyn om den Eed te doen;<br />

de overigen weigerden; de aanbieding der eerften<br />

werd aangenoomen , en de Eed op het<br />

Nieu-<br />

(*) Nieuwe Nederl. Jeari, December 17BG. bladz. fTo,<br />

I78&.<br />

Het Nieim-c<br />

Reglement<br />

plegtig hc»<br />

zwooven.


17 86.<br />

ïio B E K N O P T E H I S T O R I E DÏÖ<br />

Nieuwe Reglement plegtig door hen g< daan»<br />

De Burgers,van hunnen kant, fchaardenzichin<br />

eenen kring, en leiden, met ontblooten hoof.,<br />

de, op de ftaatigfle wyze ook den Eed af.<br />

Thans werd door de Burgery ernflig aange­<br />

drongen op afdoening van zaaken, maar te<br />

vergeefsch : de weigerende Raaden bleeven by<br />

hunne weigering, en de Burgers by hunneri<br />

aandrang, met betuiging van niet te vertrekken<br />

voor dat de zaaken waren afgedaan, tot dat de<br />

aanweezende Raaden eindelyk verzekerden,<br />

den volgenden dag weder op het Stadhuis te<br />

zullen verfchynen , en de Burgers, op aanhou­<br />

dend verzoek.der "Gecommitteerden, toeflem-<br />

den tot het aanblyven der Vroedfchap onder<br />

die bepaaling, en met voorneemen om den<br />

volgenden dag terug te koomen. Ondertus-<br />

fchen wagtte men met ongeduld naa tyding<br />

van den uitflag der zaake te Utrecht; men deed<br />

alle poógingen om de weigerende Raaden over<br />

te haaien, doch te vergeefsch; deezen fielden<br />

voor, om eerst door de voorftemmende Staats­<br />

lieden, met medewerking 'van den Stadhou­<br />

der, van hunnen Eed ontflaagen te zyn; doch<br />

hier in bewilligden de Burgers niet; terv.yl de<br />

onzekerheid van Utrechts lot, en de vreeze,<br />

dat de volgende dag ook vrugteloos zou afloo-<br />

pen, by fommigen de gisting vermeerderde,<br />

en deed fpreeken van niet uit de Wapenen te<br />

gaan, voor dat volkoomen aan hunne begeerte<br />

Voldaan was.<br />

Hei


ONLÜSTEN IN HET VADERLAND, in<br />

Het bleef echter daar by dien dag, en de<br />

Schuttery ging uit een; maar den volgenden,<br />

#den 21 Maait , den Raad wederom op het<br />

Stadhuis vergaaderd, en de Burgery voor hetzelve<br />

in de Wapenen , zynde , drong men van<br />

nieuws aan, dat de weigerende Raaden ook den<br />

Eed zouden doen, doch deezen bleeven weigeren<br />

, tot dat men eindeiyk volftrekt begeerde,<br />

dat de Eed door die Raaden zoude gedaan,<br />

of hunne plaatfen vacant verklaard, en<br />

met andere Perfoonen vervuld, worden; en<br />

hier mede zou men tot na den middag wagten.<br />

Ondertusfchen kwam de tyding van den uitflag<br />

der zaaken te Utrecht, waar door der Burgeren<br />

moed werd opgewekt om nu daadelyk afdoening<br />

der zaake te vorderen: Op hunnen eisch<br />

werden toen de Raadsplaitfen der weigerende<br />

Raaden opengevallen verklaard, en tot de-vervulling<br />

door andere Heeren beflooten;de Hee­<br />

ren YSE. BRUIN, DE RUITER, en VAN<br />

EER NE verlieten de Roeien der Eere , en<br />

keerden weder tot den Burgerftand; de Magi»<br />

ftraat deed de Verkiezing van twee nieuwe<br />

Raaden afkondigen; dit werd met een drievoudig<br />

Hoezée.' beantwoord, en de Burgery werd s<br />

na eenige Plegtigheden, bedankt. Thans waren<br />

de Raaden in zoo verre voltallig, dat de<br />

Vroedfchap volgends Stads Rechten kon ver- '<br />

gaaderen. Op den 26 Maart, werd nog een<br />

nieuwe Raad verkooren, uit een Nominatie<br />

vau twee Perfoonen, volgends hec Nieuwe Re-<br />

0+<br />

1786.<br />

t


lis BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Ï786". glement door zestien Kiezers gemaakt; de<br />

keuze der Vroedfchap viel op den Heer j.<br />

De Staaten<br />

VA N DER w E E P E L , die vervolgends ook den<br />

Eed aflei en zitting nam. De Scheepensbank<br />

bleef voltallig. De Schutters en Wachtvrye<br />

Burgers van Wyk, over de verrichtingen van<br />

hunne Regenten zeer voldaan, betuigden hunne<br />

erkentenis en genoegen ineen Dank-Adres,<br />

dat zy den 31 Maart aan de Vroedfchap overgaaven.<br />

In een geheel ander licht befchouwden de<br />

•veiklaaren Staaten van Utrecht deeze verrichtingen : Op<br />

dit alles<br />

voor nietig , dien zelfden dag van 31 Maart, ontvingen Bur­<br />

enz.<br />

gemeesteren en Regeerders eenen Brief van<br />

de Gedeputeerde Staaten, met een Uittrekfel<br />

van het Befluit der Staaten , op het gebeurde<br />

te Wyk genoomen; welk Befluit hier<br />

op uitkwam: Dat de Heeren Staaten eenpaarig<br />

verklaard hadden, de Uitzetting van de<br />

Heeren Raaden w. V E R H E L , L. B. FRYKE-<br />

m u s, YSERAND BRUIN, H. VAN MIER-<br />

LOO, N. VAM BERNE, en w. DE RUITER,<br />

en de aanftelling en beëediging van anderen<br />

in hunne plaatfen, te vernietigen en te houden<br />

voor geheel wederrechtclyk, nul, en van onwaarde;<br />

en dat dezelven in de wettige bezitting<br />

hunner Raadsplaatfen tot den 20 Oftober<br />

aanflaande, zouden gehandhaafd worden. Voorts<br />

dat aan de Perfoonen, in hunne plaatfen in den<br />

Raad gefield, zou verbooden worden, eenige<br />

daad van Magiftratuure te oefenen, op ftrafte<br />

van


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 113<br />

\'fln Hun Ed. Moogende hoogde ongenoegen.<br />

En dat verder negen Heeren Gecommitteerd<br />

waren om, met Commisfarisfen yan 't Hof, de<br />

beste en gevoegiykfte wyze te overleggen, op<br />

welke het ernftig voorneemen van Hun Ed.<br />

Moogende kragtdaadig zou kunnen;uitgevoerd<br />

worden (*).<br />

De Gecommitteerden bragtèn öp dén 14<br />

April een Raport ter Staatsvergaadering in,<br />

benevens een Ontwerp van Publicatie om té-<br />

Wyk te dóen afkondigen, en den Hoofd-Officier<br />

te magtigen, zulks ten fpöedigften in 't<br />

wérk te ftellen, en by verhindering daarvan,<br />

hiet den noodigen byftand te voorzien. — En<br />

verder om de onwettig aangêfteldé Regenten<br />

aan te zeggen , hunne Kaadsplaatfen binnen<br />

tweemaal vièr- en twintig uuren neder te<br />

leggen, en door de afgezette Raaden vervangen<br />

te worden ; en alle dè zulken , die zich<br />

tegen deeze bevelen van den Souvraln zouden<br />

verzettèn, in verzekering te neemen en naar<br />

de geftrengheid der Wetten, ja zelfs met den<br />

dood, té ftraffen. De Voorftemmende Leden,<br />

én de groote Meerderheid aan Stads Tafel, dié<br />

van Amersfoort daar onder gerekend, ftemden'<br />

toe in dit Raport, ert het werd in een Staatsbefluit<br />

veranderd (+).<br />

• Zoo haast de tyding van dit Befluit der Staa­<br />

(*) Nieuwe Nederl. Jaarb. Maart 1786. bladz. 26:1— 204,<br />

(t) Nieuwe Nederl. Jaarb. Jpri( 178Ö. bladz. if'Sé<br />

H<br />

ten<br />

Rapnrt der<br />

Gecotmnitteerden<br />

eri<br />

Befluiten .<br />

der Staatèai<br />

B^flm't der<br />

B n gery vari<br />

JVyk.


114 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

ten in de Stad Wyk gekoomen was, vergaaderden<br />

veele Burgers in de Kerk, en beraadflaagden<br />

te faaraen, hoe zich daar in te gedraagen,<br />

en het Befluit was: „ De Gecommitteerden<br />

der Burgery te verzoeken, om uit haaren naam<br />

aan de Regenten te verklaaren , dat zy zeer<br />

gevoelig was niet alleen over het weeren van<br />

hunnen Stads Gecommitteerden uit de Staatsvergaadering,<br />

maar ook over de wederrechtelyke<br />

handelwyze der Heeren Staaten omtrent<br />

de Stad, dewyl zy aan dezelve tot hier toe de<br />

Notulen van hunne; Vergaadering nog niet had,<br />

den laaten toekoomen, waar door zy buiten ftaat<br />

bleef om het geene daar in ten nadeele der Stad<br />

gevonden weud, te kunnen beantwoorden. En<br />

dat voorts, daar de Burgeryj, ten opzigte haarer<br />

Stads - Regeeringsbeftellipg geenen anderen<br />

Wetgeever dan_.de ftem des Volks erkende i<br />

en uit dat beginfel ook alle haare daadcn voord,<br />

gevloeid waren, zy niet kon gedoogen, dat<br />

Van wegen Hun Ed. Moogende eenige Publicatie,<br />

de Stedelyke Regeerings -Beftelüng betreffende,<br />

zoude gefchieden ; en dat zy daarom<br />

verzocht, dat de Magiftraat het afkondigen<br />

van zodanige 'Publicatie, of hul.pe daar roe,<br />

aan het Gerecht der Stad geliefden te verbieden;<br />

en indien zulks al .gefchiedde, dat dan<br />

aanftonds door.eene Tegenpublicatie van den<br />

Magiftraat mogte verklaard worden , dat die<br />

der Staaten \ooïjtifor,neel en van geene waarde<br />

gehouden .wierde, en dus geene uitwerking<br />

tonde


ONLUSTEN IN HET VADERLAND, tij<br />

konde hebben, ja als niét gefchied moest gehouden<br />

worden, met vernieuwing der Publicatiën,<br />

te vooren daar tegen gedaan, en met<br />

bedreiging van eenige zwaare ftraffen tegen de<br />

geenen , die zich niet daar naar zouden gedraagen:<br />

verder verklaarde de Burgery, dat zy,<br />

uit kragt van haaien plegtig gedaanen Eed,<br />

het Collcgie van Heeren Gecommitteerden,,<br />

zoo wel als den Magiftraat der Stad by het<br />

nieuw ingevoerd Reglement van Regeering,<br />

tegen allen tegenftand , op alle moogelyke<br />

wyze met goed en bloed zouden befchermen."<br />

De Heeren Gecommitteerden bewilligden in<br />

dit verzoek, en deeden deeze betuigingen, in<br />

naam der Burgery, aan den Magiftraat.<br />

Ondertusfchen kwam de Hoofd-Officier van<br />

Wyk, de Graaf VAN R E C H T E R E N met den<br />

Advocaat COBIUS, benevens eenen Pander<br />

van 't Hof, op den 15 April in de Stad, om<br />

bovengemelde Publicatie af te kondigen en<br />

aan te plakken, en verzocht daartoe den noodigen<br />

byftand; dit werd geweigerd, en de<br />

Hoofd-Officier keerde onverrichter zaake naa<br />

Utrecht te rug. De Gedeputeerde Staaten<br />

hier van bericht ontvangen hebbende, beleiden<br />

op den volgenden dag, den 16 April, onaan-i<br />

gezien het Pafchen was, des morgens eene<br />

buitengewoone Vergaadering, waar in beflooten<br />

werd, aanftonds een Brief aan die van Wyk<br />

te zenden; en de Hoofd-Officier vertrok den<br />

gaderen dag, op last van Hun Ed. Moogende<br />

H 2 vvs»<br />

178&<br />

Verrichting<br />

er. wedervaaren<br />

van<br />

den Hoofdofficier.


1726.<br />

Blief der<br />

Regeering<br />

aan de Gedeputeerd»<br />

Staaten.<br />

u6 BEKNOPTE HISTORIE DüfiL<br />

weder riaa Wyk, en kondigde de gemelde Pu'<br />

blicatie af zonder byftand var. 't Gerecht, en<br />

zonder het trekken van de klok; doch aanftonds<br />

daarop werd door den Magiftraat eene Tegen-<br />

Publicatie afgekondigd; en den 19 daar aan<br />

volgende betuigden de Burgers hunne dankzeggingen,<br />

in een eerbiedig Adres, aan den Magiftraat,<br />

wegens hun ftandvastig gedrag, in<br />

deezen gehouden.<br />

Hier by liet de Regeering het niet; maar<br />

fchreef ook eenen rondborftigen Brief aan de<br />

Gedeputeerde Staaten; waar in zy nader betoogden,<br />

bevoegd te zyn om de zes verlaatene<br />

Raaden uit te zetten en nieuwen te verkiezen<br />

en aan te ftellen; te gelyk zich beklaagende<br />

over, en protefteerende tegen , het Befluit<br />

der Staaten op den 29 Maart omtrent de Stadgenoomen,<br />

en tegen de Publicatie, op den ia<br />

vastgefteld en op den 19 aangeplakt: Verder<br />

gaven zy daar in kennis van het geen Burgemeesteren<br />

en Regeerders gedaan hadden tot<br />

handhaaving van hun Stedelyk Recht, en wat<br />

zy nog verder voorneemens waren te doen;<br />

als zullende niet alleen zich niet gedraagen<br />

naar den inhoud van dat Befluit en die-Publicatie,<br />

welke by hen als nul en van onwaarde j<br />

en als inbreuk op hunne Stads en Burger Rech.<br />

ten doende, gehouden werden; maar ook alle<br />

geweldige middelen, die ter uitvoering van<br />

«fezelven tegen hen mogten aangewend wor.<br />

«Jen, op gelyke wyze, en door dezelfde raid*<br />

4«N


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 117<br />

delen afkeereD, en niet dan met opoffering 1786.<br />

van goed en bloed voor 't geweid bukken (*).<br />

Dat hun dit ernst, en niet fjegts grootfpree- Toeftel tot<br />

tegenweer»<br />

ken was, toonden de IVykfche Regenten en<br />

Burgers door den toeftel , dien zy maakten<br />

om geweld met geweld te kunnen kecren:<br />

want van veele kanten werd kanon , kogels,<br />

kruid, enz. derwaards gevoerd; de toegangen<br />

der Stad werden op twee na geftopt, en voor<br />

de twee andere Poorten werden de Bruggen<br />

afgcbrookcn; ook werden de Sluizen zodanig<br />

ingericht, dat zy de Stad rondom fpoedig konden<br />

onder water zetten (f).<br />

Aan den Prins Stadhouder fchreeven de Re­ Schryven<br />

aan den<br />

geerders van Wyk eenen, niet minder nadruk- Prins Stad.<br />

houder om<br />

kelyken Brief, dan aan de Staaten; waar mede geene Pa­<br />

zy eene Copie van dien aan de Gedeputeerde tenten te<br />

geeven.<br />

Staaten overzonden,* en te gelyk aan Zyne<br />

Doorluchtige Hoogheid te kennen gaven, dat<br />

zy reden hadden om vast te ftellen, dat de<br />

twee voorftemmende Leden met weinige Regenten<br />

van Utrecht hunne onwettige bedrei.<br />

gingen tegen die Stad zoo veel moogelyk zouden<br />

uitvoeren; en daartoe misfchien den fterken<br />

Arm gebruiken, cn tot dat einde Zyne<br />

Hoogheids Patenten verzoeken, om Krygsvolk<br />

naa die Stad te beltemmen: waarom zy Zyne<br />

Doorluchtige Hoogheid daar van waarfchouw-<br />

den .j<br />

rl*) Nieuwe Nederl. Jaurb. April 1786. bladz. 3?_>—jyt.<br />

(j-j luid. April 1786, bjadz. 385.<br />

H 3


Vei'boJ aan<br />

de Afgezette<br />

Knaden om<br />

niet aan 't<br />

Hof' te ver-<br />

(fchynen.<br />

BedeüotideningelircM.<br />

n-3 B E K N O P T E HISTORIE DER<br />

den, en begeerden dat Hoogstdezelve, als<br />

Stadhouder dier Provintie, aan Hun, ais een<br />

Medelid van Staat en ftemhebbende Stad, het<br />

Recht zou'doen ervaaren, dat kun en hunnen<br />

Burgeren in die hoedanigheid toekwam; en<br />

mitsdien geene Patenten voor Militie naa die<br />

Stad zou verleenen, buiten hunne byzondere toe-<br />

ftemming en uitdrukkelyke bewilliging : daar zy<br />

in een onverhoopt tegenfhydig geval aan Zyne<br />

Doorluchtige Hoogheid moesten verklaaren,<br />

dat zy allen aanmarsch van Militie naa die Stad,<br />

en het betreeden van het Grondgebied en de<br />

Vryheid derzelve , buiten hunne voorkennis<br />

en uitdrukkelyke bewilliging, zouden houden<br />

voor een aanval van geweld, welken zy zou­<br />

den moeten tegenkoomen met zodanige onaan-<br />

genaame middelen, als men gewoon is, alleenlyk<br />

in openbaar geweld, tegen zyne vyanden te gebrui­<br />

ken,<br />

En naardien de Stads-Raad vernoemen hadt,<br />

dat aan de Afgezette Raaden eene aanzegging<br />

gedaan was om voor het Hof gebragt en ge­<br />

hoord te worden ; zoo deed dezelve aan de ge­<br />

melde Heeren den inhoud der Publicatie van<br />

den 27 February (waar by verbooden werd<br />

voor eenen anderen, dan den dagelykfehen be­<br />

voegden Rechter te verfchynen) vernieuwen en<br />

door eenen Deurwaarder hoofd voor hoofd<br />

voorhouden.<br />

Ook werden, uit aanmerking der byzondere<br />

omftandigheden, waar in de Stad zich toen<br />

be-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 119<br />

bevond , Bedeftonden ingefteld , op eiken<br />

Dingsdag des avonds van 7 tot 8 uuren, beginnende<br />

met Dingsdag den 25: April: Op dat<br />

door de Predikanten der Stad de goedertierne<br />

OOD, in de Kerk, niet alleen openlyk cn<br />

plegtiglyk zou worden gedankt voor zyne wyze<br />

en' aanbiddelyke befchikkingen ; terwyl de<br />

donkerde veruitziende omftandigheden , in ons<br />

Vaderland, niet flegts:van agteren geblceken<br />

waren , verftrekt te hebben tot wezendlyk<br />

welzyn van hetzelve in 't gemeen, maar voor-.<br />

•si , in 't byzonder , hadden medegewerkt ,<br />

om, in weêrwil der menigvuldige zonden en<br />

overtreedingen, die Stad uit haare diepe vernedering<br />

en ftaat van afhanglykheid, ten opzigte<br />

van het Huishoudelyk Regeerings-Beftier,<br />

te verheffen tot die Hoogheid en Vryheid,<br />

welke, hoe zeer dezelve wettig en alzins<br />

Conftitutioneel is, echter niet kon verkreegen<br />

worden zonder de hulpe en byftand<br />

van een Almagcig God: — Maar tevens ook<br />

den God onzer Vaderen eerbiedig en vuurig<br />

te fineeken, dat alle gevreesde onheilendoor<br />

zyne Vaderlyke zorge gunftig afgeweerd, en<br />

alzoo de oogmerken en onderneemingen tegen<br />

dier Stads Rechten en Voorrechten verydcld,<br />

en daartoe de goede Raadflagen van den Magiftraat<br />

en het Collegie der Gecommitteerden<br />

tiit de Burgery , en alle billyke poogingeu<br />

derzelven en der goede Burgery met zyne<br />

<strong>II</strong> 4- g^ed-<br />

1780%


1786.<br />

Crimineelo<br />

Dagvaardt<br />

gingen ,<br />

wegens liet<br />

Hof, te<br />

Wyk gedaan.<br />

120 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

goedkeuring en zegeningen mogten agtervolgd<br />

worden ; ten einde enz. (*).<br />

Nog hooger liepen de gefchülen tusfehen de<br />

Staaten en de Stad Wyk: de bedreigingen begonnen<br />

uitgevoerd te worden , en door het<br />

Hof werden Dagvaardigingen van Wykfchs<br />

Regenten en Burgers gedaan. Op den 29<br />

May, des namiddags ten vier uuren, kwam te<br />

Wyk een Pander van 't Hof, met naame j.<br />

VALBURG, van eenen Bode verzeld, met last<br />

om aldaar drie crimineele Dagvaardigingen te<br />

doen: eene tegen de Heeren c. H A E N T J E S ,<br />

c. BEKKERING, M. VAN L E E U W E N , N.<br />

VAN OSSEN B E R G , H. S C H I L G E , en R.<br />

BEERENEURG, als dienende Magiftraats-Lcden.<br />

De tweede tegen D. VOLKMARS, C.<br />

S A M , J. VAN DE W E P E L , en J. HOOG­<br />

V E L D , als nieuw verkoorene Regenten; en<br />

de derde tegen Mr. ADRIAAN DE NYS, als<br />

Gecommitteerden uit de Burgery; de beide<br />

laatften tot Dag vaardiging in Perfoon. De<br />

gronden tot deeze Dagvaardigingen, in de<br />

Requesten van den Procureur Generaal bygebragt,<br />

waren de invoering van het Regeerings-<br />

Reglement, en de beëediging van hetzelve;<br />

het verlaaten van die Regenten, welken geweigerd<br />

hadden den Eed daarop te doen; en<br />

het verkiezen van vier anderen; het niet bevorderen<br />

van de Publicatie der Staaten; en het<br />

be.<br />

(") ïfieuwe Kedetl. J«a;i. Afnl 1736. bladz. 392—398.


ONLUSTEN M HET VADERLAND. lat<br />

beantwoorden van den Brief der Gedeputeerde<br />

Staaten in de allerhoonendfte en ongemaatigfte<br />

1785.bewoordingen.<br />

De Pander deed zyne twee<br />

eerfte Dagvaardigingen by de Heeren j. VÈN<br />

DE WEPEL en c. DEKKER LN G ; doch by<br />

den Heer EEERENEURG koomende, zeide<br />

deeze, dat by die Dagvaardiging niet konde<br />

aanneemen, buiten voorkennis der Burgemees.<br />

teren, en verzocht den Pander zich, daartoe,<br />

niet hem na den Burgemeester HA ENTJES<br />

te begeeven; het welk hy deed, en aan diens<br />

huis hield hy den Heer E E E R E N E U R G de<br />

Dagvaardiging voor; maar zoo ras hy de leezing<br />

geëindigd hadt, werdt hy door een Deurwaarder<br />

en twee Bodens van de Stad gearrefteerd,<br />

en in de Stads Herberg, de Keizers-<br />

Hioon, in verzekerde bewaaring gebragt; om<br />

dat hy Pander door Dagvaardigingen , tegen<br />

De Pander<br />

gearrelteerd-<br />

Stads-Publicatie gedaan , Stads Rechts- en<br />

Grondgebied gefchonden hadt. Den Staatenbode<br />

werdt toegelaaten naa Utrecht terug te keeren.<br />

Daar na werd de gewoone Gyzeüng voor<br />

den Pander gereed gemaakt. Den volgenden<br />

dag, den 30 May, kwam aldaar de Hr.Hoofdofficier,<br />

om den Pander aanjlonds uit zyn Arrest<br />

is doen ontjlaan, en hem de oorfprongelyke Reattesten<br />

en alle Papieren terug te doen geeven,<br />

indien zy nog niet terug gegeeven waren;<br />

doch het Gerecht begreep, dat hy zich daar.»<br />

toe aan den Magiftraat moest vervoegen; dee-<br />

<strong>II</strong> j z.e


1786.<br />

122 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

ze we'gerde zulks en de Pander bleef in hech­<br />

tenis (*)<br />

De Hoofd-Officier van Wyk, aan de Gedev<br />

putaerde Staaten verflag gedaan hebbende van<br />

zyne vrugtelooze poogingen om den gearrefteerdcn<br />

Pander te Wyk ontflaagen te krygen;<br />

zoo befchreeven Hun Ed. Moogende daar over<br />

eene buitengewoone Vergaadering der Staaten<br />

op den 2 Juny. In deeze Vergaadering bragten<br />

Heeren Gedeputeerden hun Rapport in 4<br />

over de zaak van Wyk, benevens een Advies,<br />

hoofdzaakelyk behelzende: ,, Dat de omftanheden<br />

van de Stad 'Wyk vereischten, dezelve<br />

door den Merken Arm tot reden te brengen;<br />

en tot dat einde eene Commisfie van drie Leden<br />

naa die Stad te zenden, verzeld van een<br />

vereischt getal Krygsvolk, om de zaaken aldaar<br />

wederom op eenen geregelden voet, en<br />

die Stad tot gehoorzaamheid te brengen ; doch<br />

vooraf van deeze maatregelen aan de Bondgenooten<br />

kennis te geeven; en aan dezelven de<br />

noodzaakelykheid daar van , tot herftel der<br />

rust en geede orde, en tot handhaaving van<br />

der Burgeren Rechten zelve, onder het oog te<br />

brengen." Dit Rapport en Advies Werd door<br />

de voorftemmende Leden overgenoomen, en<br />

vastgefteld , in eene buitengewoone Vergaadering<br />

, op den 10 Juny te houden, daarop te<br />

fluitenbe.<br />

On-<br />

(•) Nieuwe Nederl, jfamh May 17I6. bladz. 487—481*.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 123<br />

- Ondertusfchen kwam in deeze Vergaadering<br />

nog in een Vertoog van de Wykfche Regeering,<br />

dienende om aan te toonen, dat zy bevoegd<br />

was , den Pander te arrefieeren tot handhaaving<br />

van haarer Stads Rechten en Voorrechten. Ook De Hoofdofficier<br />

te<br />

hadt de Regeering van Wyk dén hoofd - Offi " yk ont-<br />

cier der Stad,Grave VAN RECHTEREN,aan» boodcii.<br />

gefchreeven, zich binnen vier- en twintig uuren<br />

binnen Wyk te begeeven, om zyn ampt<br />

•tegen den Pander waar te neemen; en dat<br />

zulks anders» by nalaating, door den Voorzit-<br />

tenden Burgemeester zou verricht worden De<br />

Staaten, daar cn tegen, magtigden het Hof<br />

om eene Publicatie te beraamen, te doen afkondigen<br />

en aanplakken, om, indien- de Gevangene<br />

Pander mogte mishandeld worden,<br />

fchaverhaaling te gebruiken; welke Publicatie<br />

met een Brief aan het Gerecht van Wyk door<br />

't Hof gezonden werd, benevens eenige Exemplaaren<br />

, zoo om te dienen tot hun onderricht,<br />

als om daar van kennis te geeven aan<br />

de Burgers en Ingezeetenen der Stad Wyk,<br />

met byvoeging van eene vriendelyke, maar<br />

tegelyk ernftige, vermaaning om den gemelden<br />

Pander j. VALBURG uit de hechtenis,<br />

hoe eerder hoe beter , te ontflaan , of zyn<br />

ontflag zoo veel moogelyk ten fpoedigfle uit<br />

te werken, met overlevering van alle zyne<br />

Papieren, en zulks tot voorkooming der uitvoering<br />

van de voorfz. Publicatie. .<br />

Het<br />

Publicatie<br />

der Staaten<br />

tot \eprefaiUe.


Het Gerecht<br />

•van Wyk<br />

weigert cie<br />

afkondiging-<br />

Befluit der<br />

Staaten om<br />

den Pander<br />

los ie<br />

krygeu.<br />

124 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Het Gerecht van Wyk, deezen Brief geleeten<br />

hebbende , weigerde de Publicatie tot<br />

vennis der Burgers en Ingezeetenen te brengen<br />

; maar ftelde dezelve in handen van den<br />

;erften Burgemeester, om ze aan den Magitraat<br />

mede te deelen, die dezelve commisfo-<br />

•iaal maakte om te beantwoorden.<br />

In de buitengewoone Vergaadering der Staaten,<br />

tegen den io Juny befchreeven, om over<br />

liet boven gemeld Rapport en Advies der Ge«<br />

ieputeerden omtrent te zaak van Wyk te beflisfen,<br />

werd niets anders beflooten , dan den<br />

Hoofd-Officier van Wyk te gelasten om geene<br />

:rimineele Rechtsgedingen tegen den Pander<br />

:e onderneemen, en voorts Gedeputeerden te<br />

verzoeken, den Gevangenen Pander door eeaen<br />

Brief op te cisfehen (*_). De Regeering<br />

antving wel zodanige aanfehryving van de<br />

Gedeputeerde Staaten;doch zy bleef by haare<br />

weigering om den Pander te ontdaan (f): Ook<br />

fchreef het Gerecht van Wyk, in Antwoord<br />

aan de Gedeputeerde Staaten, dat zy in de<br />

zaak van den Pander niets konden doen; doch<br />

dat zy geenen anderen Souvrain erkenden dan<br />

de Staaten van Utrecht, in welker naam zy alleen<br />

het Recht bedienden; en dat geen Vonnis<br />

ten nadeele van den Pander zouden geeven (§).<br />

De<br />

(*) Nieuwe Neierl. Jaarb. Juny 1786. bladz. 5.-4—578.<br />

CD lüd, July 178(1. bladz. 737.<br />

Ibii. July J786. bladz. 717.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. i*$<br />

De Regeering der Stad Wyk vernoomen hebbende,<br />

dat, op de laatst gehoudene Vergaadering<br />

der Staaten van die Provintie, een Voorftel<br />

gedaan was, om die Stad met Krygsvolk<br />

te bezetten ; en daar Hun Ed. Achtbaare volftrekt<br />

beflooten hadden > overeenkomftig de<br />

begeerte der Burgery , geene Troupen op<br />

Stads Grondgebied te dulden, veel min toe te<br />

laaten , de Stad met Krygsvolk te bezetten;<br />

zoo vonden zy goed, de Burgers en Ingezee»<br />

tenen der Stad en Vryheid derzelve daar van<br />

kennis te geeven; op dat een ieder, vooral de<br />

Ingezeetenen der Stads Vryheid , zodanige<br />

fchikkingen omtrent hunne Perfoonen en Goederen<br />

zouden kunnen maaken, als zy zouden<br />

oordeelen te behooren: En om daar in ZOÖ<br />

veel moogelyk behulpzaam te zyn , booden<br />

Hun Ed. Achtbaare hun de Groote Kerk aanj<br />

of zodanige andere verzekerde plaats, tot berging<br />

der Goederen, als zy daartoe zouden doen<br />

gereed maaken; en waarvan een ieder de noodige<br />

kennis ter Secretary op den 6 July zou<br />

kunnen bekoomen.<br />

i7ch>;<br />

De Regee»<br />

ring van<br />

IVyk waarfch<br />

o u wc de<br />

lngezeecejien<br />

voor<br />

overrompeling.<br />

De Krygsraad van het Jagers Corps, onder 1<br />

Het Jaager-<br />

Genoot-<br />

de Zinfpreuk Pro Pace £? Bello, vaardigde op fchap zend<br />

den 5 July rondgaande Brieven af aan alle de rondgaande<br />

Brieven aan'<br />

Gewapende Genootfchappen van Nederland; de Bondgenooten.<br />

waar in aan dezelven werd kennis gegeeven van<br />

het Voorftel, dat in de Staatsvergaadering gedaan<br />

was, om de Stad Wyk met Krygsvolk te<br />

bezetten; op dat alle wéldenkeade Vaderkuv<br />

ders


126 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

ders zich in tyds zouden kunnen gereed maaken<br />

, om, indien de Staaten tot dat Voorftel;<br />

mogten befluiten, dan met verëenigde kragteu<br />

dien aanval op de Burgerlyke Vryheid tegea<br />

te gaan en af te weeren; en ten dien einde,<br />

op de eerfte tyding van aanmarsch van Krygs-<br />

•volk naa die Stad, zich aanftonds derwaards<br />

te begeeven.<br />

De npgee- De Magiftraat befloot hier op, het Algeling<br />

noodigt<br />

alle Ingezeemeen te berichten, dat zy die loflyke daad van<br />

tenen d'.r<br />

Republiek verdeediging der Stad niet alleen ten fterkften<br />

ui: tot haare goedkeurde, en alle braave Ingezeetenen der<br />

iulpe.<br />

Republiek, die de handen met haare Burgers<br />

en Ingezeetenen wilden in een flaan, tot kragtdaadige<br />

afweering van geweldige overheerfching,<br />

en zich ter verdeediging naa die Stad<br />

wilden begeeven, verzekerde van de fterkfte<br />

befcherming; maar deed ook eene Publicatie<br />

afkondigen; waar in zy betuigde „ met genoegen<br />

onderricht te zyn, dat verfcheidene<br />

Ingezeetenen der byzondere Provintiën verklaard<br />

hadden, geneegen te zyn, om die Stad<br />

en Burgery, als het noodig zyn zou, volgendshet<br />

Verbond der Unie, tegen alle geweld en<br />

overheerfching te verdeedigen en befehermen ;<br />

enz. en verklaarden:" dat een iegeiyk, dia<br />

ter zaake voorfz. zich naa die Stad zou begeeven,<br />

met alle moogelyke befcherming van de<br />

Magiftraat en het gewoone Burger-Recht der<br />

Stad zou begunftigd, en van het noodige Logement<br />

en Onderhoud voorzien worden; es<br />

dat }


ONLUSTEN m HET VADERLAND, 127<br />

dat, daarenboven, allen, die zulks begeerden,<br />

tien ftuivers, daags tot hun verder onderhoud<br />

zouden genieten ,, en eindelyk<br />

dat de Gekwetflen, als ook de Weduwen en<br />

Weezen der Gefheuveldcn, hun leeven lang<br />

behoorlyk zouden onderhouden worden. ,, Dal<br />

yoords de Magiftraat voorzprge zou gebruiken<br />

om genoegzaamen voorraad van Leevensmid><br />

delen in .de Stad te hebben; en het Jager-<br />

Corps magtigde om de Gelden, welke elders<br />

voor die Stad gegeeven werden, te ontvangen<br />

en de voorfz. betaaling te doen. Ook<br />

fchreeven de Regeerders der Stad rondgaande<br />

Brieven aan de Bondgenooten, en byzonderlyk<br />

, aan de Staaten van Holland, om hunnen<br />

toeftand opep te leggen, en derzelver tusfchenkomst<br />

en hulpe te verzoeken (*).<br />

Terwyl deeze dingen in de Provintie van'<br />

Utrecht gebeurden, ontftond 'er in 'sHage,<br />

de Zetelplaats van de Souvraine Vergaadering<br />

der Provintie van Holland, een geweldig en<br />

zeer gevaarlyk Oproer, by gelegenheid, dat<br />

de Krygs -Eerbewyzingen, door den Souvrain<br />

zeiven bepaald, voor het eerst aan de Leden<br />

dier Hooge Vergaadering zouden betoond worden.<br />

Te weeten, de Staaten dier Provintie<br />

hadden op den 24 February een Beftuit genoomen<br />

omtrent de Eerbewyzingén, die de<br />

^Wachthebbende Krygslieden aan den Souvrain,<br />

ge-<br />


1736.<br />

Êefluit der<br />

GecommitteerdeRaaden<br />

omtrent<br />

de Ectbewyzingen<br />

aan<br />

dui Souvrain.<br />

m BEKNOPTE HISTORIE DE?<br />

geduurende de Hooge Vergaadering, zouden<br />

moeten betoone, en de befchikkingen en ui£J J<br />

voering daar van aatt de Ed. Moogende Hee«'<br />

rén Gecommitteerde Raaden overgelaaten ;<br />

welke Heeren op den 16 Maart daaromtrent"<br />

vastheiden : ,, Dat de Hoofdwacht op het<br />

Binnenhof, de Ruiterwacht op het Buitenhof/<br />

en de Wacht aan de Grenadiers • Poort, zouden<br />

moeten uitkoomen , en onder het flaan van de'<br />

Marsch, en het fteeken der Trompet, met<br />

Sponton, Pallas en Vaandel, prefenteeren van<br />

't Geweer, te groeten, terwyl de Leden der<br />

Vergaadering van Hun Ed. Groot Moogende<br />

verfchynen ; dat gemelde Wachten met ge-<br />

prefenteerd Geweer zuilen blyven 'ftaan, toT<br />

ca' het vertrek van den Heer Raadpehfionaris><br />

en denzelven gelyke gróote Eerbewyzen, teff<br />

ware zy, van wegen gemelden Heere,vroeger<br />

door een Staaten-Bode magten ontflaagen zyn ;<br />

dat, geduurende de Zitting der Vergaadering<br />

van Hun Ed. Groot Moogende voorfz., die<br />

Wachten voor niemand hoe genaamd, zullen<br />

uitkoomen, om dezelfde Krygs-Eere te be-<br />

wyzen, onverminderd nogthans het geen ge-<br />

bruikelyk is, ten aanzien der Wachten, die<br />

eikanderen voorby trekken en afiosfen ; —. dat<br />

de Poort tusfehen het Binnen- en Buiten-Hof j<br />

voor het uur van het aangaan der Vergaade­<br />

ring, zou moeten open gelteld, en geduurerjs.<br />

de de Zitting opengehouden , worden, toe<br />

zoo lang de Wacht, by het uitgaan der Ver-<br />

gaa.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. i?9<br />

gaadering geparadeerd hebbende, wederom zou<br />

binnen gegaan zyn; — dat by de grootedeur,<br />

beneden aan den ingang der Vergaaderkamer<br />

van Hun Ed. Groot Moogende, ten tyde der<br />

Vergaadering, twee Ordinantie Sergeanten ge.<br />

plaatst zouden worden; en dat voords altoos,<br />

het zy de Vergaadering zit of niet, buiten<br />

voor de gemelde deur twee Grenadiers moesten<br />

geplaatst Worden, welke voor ieder Lid<br />

der Staaten met ge lire kt Geweer front moesten<br />

maaken, zoo by het inkoomen, als by het<br />

uitgaan; dat mede , geduurende het aanweezen<br />

van Hun Ed. Groot Moogende derzelver Lyfgarde<br />

te Paerd cle Wacht zullen moeten optrekken<br />

met Pieken en Standaards; gelyk ook *<br />

dat , geduurende den zelfden tyd, dagelyks<br />

alle de Wachten met groote Uniform en witte<br />

Gitten zouden moeten optrekken; en einde-<br />

]yk, dat een Schildwacht voor 't Comptoir<br />

van Holland, en een voor de Gevangenpoort<br />

zou geplaatst worden : En zoude Extract deezer<br />

worden gegeeven aan den Luitenant Ge.<br />

neraal SANDOZ, het Guarnizoen aldaar gebiedende,<br />

ten einde de voorfz. Order op dieri<br />

dag nog in gang te laaten brengen en ftiptelyfc<br />

te doen Uitvoeren.<br />

178C<br />

Die Befluit der Ssaaten , en ingevolge daar Pe aanieti<br />

ding 10» hs^<br />

v.m de Order van Gecommitteerde Raaden,' oproer genóoincak<br />

fcheen het gemeene Volk; en byzonder foromige<br />

heethoofdige Aanvoerders onder hetzelve,<br />

te mishaagen, en, gelyk by de uitkomst<br />

l ge-


'f3@ BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

gebleeken is, de uitvoering daar van te willen<br />

beletten door Oproerige beweegingen, in den<br />

waan, dat Hun Ed. Groot. Moogende zich<br />

eene Eere aanmaatigden, die den Stadhouder<br />

alleen toekwam. Op den 15 Maart, wanneer<br />

men dacht, dat de Krygs-Eere aan de Staaten<br />

zouden beweezen worden, was 'er reeds eenig<br />

gemor en gemompel onder 't gemeene Volk;<br />

doch op den i6 de<br />

" toen zulks daadeïyk gefchiedde,<br />

was 'er eene grootc menigte Volks<br />

zoo op het Binnen- als Buiten-Hof, tusfehen<br />

de zoo genaamde Stadhouders- en Grenadiers-<br />

Poorten, doch meest by de eerstgemelde, verfaameld,<br />

onder welke menigte twee Lieden,<br />

ais Aanvoerders, metnaame H E s s en EAUEK,<br />

op het Binnen-Hof fcheenen op te pasfen,<br />

op het fcheiden der Vergaadering van de Staa*<br />

ten. Thans zouden de Ledeu der Staatsvergaadering<br />

voor de eerfte reis met hunne koetfen<br />

door de zoo genaamde Stadhouder lyke Poon<br />

ryden; dit gefchiedde met eenige moeite,<br />

onder het dringen van eenigen uit de menigte;<br />

doch door de hulpe van den Drosfaart en zyne<br />

Dienaars van Heeren Gecommitteerde Raaden<br />

raakten de koetfen der Staats-Leden 'er doory<br />

en die dag liep zonder wanorde af. Maar die<br />

dag fcheeu door de kwaadwilligen alleen gebruikt<br />

te zyn om de gelegenheid te bèfpieden,<br />

ten einde op den volgenden hunnen flag te<br />

zekerder waar te neemen tot uitvoering vaa<br />

hunnen boozen aaaflag op het leeven van twee<br />

Staats*


ONLUSTEN IN HET VADERLAND- igr<br />

Staats - Leden, die van lommigen zeer gepreezen,<br />

van anderen met nydige oogen aangezien<br />

werden; de Heeren, caamelyk, OCKER CE-<br />

vAAHTS, Burgemeester, en CORNELIS DË<br />

GYZELAAR, Penfionaris van Dordrecht, beiden<br />

Afgevaardigden ter Staatsvergaadering van<br />

Holland. Akhans op den volgenden dag ,. Vrydag<br />

den I7 l!cn<br />

, was 'er reeds ten half een uur<br />

eene uog veel grooter menigte , dan daags te<br />

vooren, op' gemelde plaatfen faamengcrot,<br />

onder welken de bovengenoemde HESS eu<br />

BADER en andere Leden van 't Oranje Genootfchap,<br />

welker eerstgemelce fedcrt lange<br />

by de vreedzaame Burgers als een begunltiger<br />

van Oproer in 't oog geloopen hadt. Ten half<br />

twee uuren, by het aangaan der Vergaadering,<br />

wanneer de koets, waarin de twee gemelde<br />

Heeren, GEVAERTS en DE GYZELAAR ge-<br />

178Ö.<br />

zeeten waren, van hun Stads Logement langs<br />

den kortfien weg door de Stadhoitderlyke Poon<br />

kwam ryden , gefchiedde zulks, door degr-oote<br />

aandringende menigte Volks, met hulpe<br />

van den Drosfaart met zyne Dienaars, en eenige<br />

Ruiters, die digt by de brug der Stadhoui<br />

derlyke Poort geplaatst Ronden, niet dan ter<br />

nauwer nood.<br />

Gecommitteerde Raaden, die zien, op het Hoe ket<br />

Opi oer. Ue»zien<br />

van die verbaazende menigte, en van £011.<br />

zulke bekende roervinken onder dezelve, niet<br />

veel goeds beloofden, waren, geduurende de<br />

Vergaadering van Hun Ed. Groot Moogende<br />

i s ook


1786.<br />

MflU R A N<br />

grypr de<br />

paerden<br />

voor de<br />

koetst der<br />

Gedeputect<br />

den van<br />

0<br />

132 BEKNOPTE HISTORIE Dsa<br />

ook vergaaderd gebleeven, en hadden aan deQ<br />

Bevelhebber der Zwitzerfche Gardes de ernftigfte<br />

bevelen gegeeveu, om alle wanorde en<br />

ongeregeldheid te beletten, en, des noods»<br />

geweld met geweld te keeren. Ondertusfchen<br />

vlamden de oogen der oproerigen onder do<br />

menigte als arenden op hunnen prooy, wagtende<br />

met ongeduld naa het fcheiden der Vergaadering<br />

van de Staaten; en hoe meer dit 00genblik<br />

naaderde, hoe onftuimiger de menigte<br />

werd, welker gemoederen door de ophitftngea<br />

van HESS en EAUER gaande gemaakt en<br />

verhit werden ; terwyl den Paruikemaaker<br />

MOTJRAND de moordzucht ten oogen uitfehitterde.<br />

Eindelyk fcheidde der - Staaten-<br />

Vergaadering, de bovengemelde Heeren Afgevaardigden<br />

van Dordrecl.t, de eerlten, zoo<br />

't fchynt, daaruit koomende, traden in hunne<br />

koets, en gaven order aan hunnen Koetfier om<br />

langs den zelfden weg, dien zy gekoomen<br />

waren, dat is door de Stadhouders - Poort naa<br />

hun Logement te ryden. Maar nauwlyks waren<br />

zy eenige Rappen voord, en tot aan de<br />

overdekte Gaandery, gereeden , of de woedende<br />

Menigte drong met zulk een geweld a<br />

onder een onuuimigenfchrikkelykgerchreeuvv,<br />

op de koets aan, dat zy belet werd voort te<br />

ryden; terwyl de Paruikemaaker MOL'RANK»<br />

de paerden by den teugel vattede cm de koetste<br />

doen omkeeren, en dus het doorryden door<br />

de zoo genaamde Stadhouderlyke Poort te be-<br />

le»


AaxiÜag -<br />

op ie Gedep-ute erclem vaiiI3>o:rd.reclit,iii 'sHage.<br />

B.M.Ma. 132.<br />

Aanval op deftadl Hattem.<br />

B.SH. "blz.^oi.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 13;<br />

letten. De gemelde Heeren , die in de koetj<br />

zaten, ordonneerden hunnen Koetfierwel, om<br />

'&c door te flaan, doch zulks kon niet gefchieden<br />

zoo lang de paerden by den teugel ge«<br />

houden wierden ; doch eindelyk drong de<br />

Drosfaart van Gecommitteerde Raaden met<br />

zyne Dienaars door de menigte heen, maakte<br />

de paerden van MOURAND los, en ruimte<br />

voor de koets, die toen doorreed; terwyl de<br />

Advocaat VAN NISPEN, met den blooten<br />

Degen in de vuist, aan de zyde der koets<br />

1786.<br />

Dordrecht<br />

by den teu><br />

gel.<br />

ruimte maakte, en MOURAND door de Ge­ M 0 u n A N «*<br />

rechts-Dienaars gevat en in verzekering ge­ gevat.<br />

noomen werd. Het baarde veel opziens en<br />

de Officiers der Zwitzerfche Gardes werden<br />

befchuldigd , ledige Aanfchouwers van dit<br />

werk geweest te zyn, gelyk ook de Ruiters,<br />

digt by de Stadhouders Poort post houdende,<br />

in 't eerst geene beweeging maakten om ter<br />

hulpe toe te fchieten. Men heeft het Kiygs.<br />

volk naderhand trachten te ontfchuldigen ,<br />

als door de groote menigte en aandrang van 't<br />

Volk verhinderd zynde, het gevaar te zien,<br />

waar in de twee Heeren van Dordrecht waren:<br />

oudertusfehen zou MOURAND, door de menigte<br />

geholpen , byna gelegenheid gehad hebben,<br />

om uit de handen der Gerechtsdienaars<br />

te ontkoomen, indien de Ruiters, daar post<br />

houdende, niet eindelyk de menigte uit een<br />

gedrceven en verftrooid hadden; waar door de<br />

koets ruimte kreeg om voort te ryden, en de<br />

I 3 Die*


lift-<br />

De beledigde<br />

llcercu<br />

doen hun<br />

beklag aan<br />

it Staaten.<br />

134 BEKNOPTE EflSTORTE' DEK<br />

Dienaars van 't Gerecht gelegenheid om den<br />

Gevangenen, onder geleide van eenige Ruiters,<br />

naa de Hoofdwacht te brengen ; van waar<br />

hy vervolgends, onder geleide van een fterk<br />

Detachement Krygsvolk naa de Voorpoort gebragt<br />

werd; terwyl de menigte toen langzaamerhand<br />

afzakte, en de overige Leden der<br />

Vergaadering ruimer doortogt kreegen om naa<br />

hunne Logementen te ryden. HES en EAU ER<br />

ondertusfehen maakten gebruik van dat oogenblik,<br />

waarin aan hun niet fcheen gedacht te.<br />

worden, en reddeden zich door de vlugt, waar<br />

in zy geholpen werden door een rydtuig, aan<br />

't begin van den lïyswykjclien weg voor hun,<br />

tot dat einde, gereed ftaande, een klaar bewys<br />

, dat zy eenen gevaarlyken en misdaadigen<br />

aanflag gefmeed hadden, die hen, wanneer<br />

mislukte, zou noodzaaken, haastig te vlugten.<br />

De beleedigde Heeren GEVAERTS en DE<br />

GYZELAAR, des anderen daags, den 18, ter<br />

Vergaadering verfchynende, deeden hun beklag<br />

aan Hun Edel Groot Moogende met zeer<br />

nadrukkelyke woorden over dien geweldigen<br />

aanflag op hunne perfoonen , en over den<br />

hoon , daar door aan de Souvraine Vergaadering<br />

zelve, waar van zy Leden waren, aangedaan,<br />

benevens een betoog van de gevaarlyke gevolgen<br />

voor 't toekomende, indien geene affchrikkende<br />

voorzieninge daar tegen gedaan wierde.<br />

Deeze klagten en vertoogen waren niet vrugteloos,<br />

want Hun Edel Groot Moogende belloc.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 135<br />

flooten aanftonds om: I. ,, Heeren Gecommit­<br />

178(3.<br />

teerde Raaden te magtigen, om, in dit byzon- Befluit der<br />

der geval, zonder de Rechten en Voorrechten Staaten<br />

der Ingezeetenen te benadeelen , den gevangenen<br />

Misdaadigen DE PLANO, en zonder<br />

form van Proces te recht te ftellen. IL Om<br />

wel gemelde Gecommitteerde Raaden te gelasten,<br />

een nauwkeurig onderzoek te doen naa<br />

het gedrag van 't Krygsvolk, dat de Wacht op<br />

het Binnen-Hof gehad heeft, cn het welk,<br />

onaangezien de ftipte bevelen aan hun gegeeven<br />

, de combustie en het geweld aan de Heeren<br />

Gedeputeerden van Dordrecht gepleegd, niet<br />

in tyds belet hebben.<br />

Het Hof van Holland, verftaan hebbende,<br />

dat de gevangene Paruikemaakei MOORAND<br />

door Hun Edel Groot Moogende in handen<br />

van Gecommitteerde Raaden was overgegeeven,<br />

om te recht gefield te worden, fchreef<br />

daar over eenen Brief aan Hoogstdezeüven om<br />

hem op te cisfehen; beweerende daar in, dat<br />

de Gevangene tot hunne Vicrfchaar behoorde,<br />

niet alleen om dat hy door hunnen Drost en<br />

Dienaars gegreepen was, maar ook om dat het<br />

Hof, in cafibus Regiis, (ingevallen, djfe de<br />

Hooge Overheid betreffen) buiten twyfel de<br />

bevoegde Rechter is. Doch de Staaten blee-<br />

Ven by hun Befluit, om de zaak aan Gecommitteerde<br />

Raaden te laaten. Den 22 Maart<br />

fchreef het Hof eenen tweeden Brief aan de<br />

Staaten om zyn vermeende Recht nader aan te<br />

1 4 dria-<br />

Het Hof<br />

vaii Ht Baud<br />

eischt iitn<br />

Gevangene»<br />

op.


1786.<br />

M n t; i } A N D<br />

Jer dood<br />

yerooideeld,<br />

Zyne Huisvrouw<br />

doet<br />

poogingen<br />

om Vcrgeevenis<br />

te<br />

yerltrygcn<br />

136 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

dringen; maar Hun Edel Groot Moogende<br />

bleeven by hun voorig Befluit,<br />

Dewyl MOURAND in fiagranti delitlo, da£<br />

is, in' 't bedryven der fchending van de Hoog*<br />

heid der Hooge Overheid , gegreepen was s<br />

zoo kon zyne misdaad als volkoomen bewee»<br />

zen, en alle verder onderzoek als overbodig,<br />

befchouwd worden ; waarom Gecommitteerden<br />

aanftonds 'overgingen tot het uitfprecken van<br />

doodvonnis over hem; hoewel hy zyne misdaad<br />

toen nog niet beleeden hadt, maar vervolgends<br />

blyken gaf van de overtuiging daar<br />

van in zyn gemoed, door het uitroepen van<br />

wraake over de geenen , die hem tot dat misbedryf<br />

aangezet hadden.<br />

De Huisvrouw van MOURAND, die hem<br />

Moeder was van zes Kinderen en van 't zevende<br />

zwanger, het doodvonnis over haaren<br />

Man vernoomen hebbende , wendde alle middelen<br />

aan om het vonnis vernietigd, en indien<br />

al geene volkoomene vergeevenis, ten minfte<br />

verzagting, van't zelve te verkrygen : Zy ging<br />

tot dat einde, den volgenden dag, met haar<br />

zes Kinderen by de Staats - Leden rond, om<br />

derzelver tusfehenkomst en voorfpraak te verdoeken<br />

; en deed vervolgends een ootmoedig,<br />

zeer aandoenelyk en aandringend, Smeekfchrift<br />

ter Vergaadering der Staaten inleeveren; doch<br />

Hun Edel Groot Moogende oordeelden, dat<br />

zyne misdaad , als een regtftreekfche aanflag<br />

zynde tegen de Hoogheid van hunne Souvrai-<br />

ni*


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 137<br />

ïiiteit, en uit hoofde van derzelver aart en natuur<br />

voor geene Vergeevenis, vernietiging, of<br />

andere Genade vatbaar was; en daarom ook in<br />

de Bede, door JOHANNA E Y LEVE LD, Huisvrouw<br />

van FRANgois MOURAND, op den<br />

23 aan Hoogstdezclven gedaan, niet konden<br />

bewilligen, maar moesten afflaan, en van de<br />

hand wyzen.<br />

Dus feheen 'er niets anders overig, dan dat<br />

het doodvonnis aan MOURAND zoude uitgevoerd<br />

worden: Inderdaad werden ook alle toebereidfelen<br />

daar toe gemaakt ; het Schavot<br />

werd op Vrydag den 24 derzelfde Maand op<br />

het Binnen-Hof opgerecht; de gantfche Krygs.<br />

bezetting kwam in de Wapenen; en de Misdaadige<br />

werd , onder een fterk geleide vdn<br />

Ruiters en Voetknegten, naa een byvertrek<br />

van Gecommitteerde Raaden overgebragt; terwyl<br />

eene onbefchryvelyke menigte van Aanfchouwers<br />

de uitvoering van het doodvonnis<br />

verwagtte.<br />

Ondertusfchen waren de beleedigde Heeren<br />

GEVAERTS en DE OYZELAAR, onder alle<br />

deeze verfchrikkelyke toebereidfelen zodanig<br />

met innerlyk medelyden over de onfchuldige<br />

Huisvrouw en de onnozele Kinderen van den<br />

veroordeelden MOURAND aangedaan, dat zy<br />

voor hem tusfehen traaden, en bevryding van<br />

de doodftraffe by Hun Edel Groot Moogende<br />

verzochten, en met de daad door hun aanhou-<br />


1786.<br />

Zyne ftraf<br />

Veranderd,<br />

en hem<br />

zulks aangezegd.<br />

Publicatie<br />

der Staaten<br />

:les aangaande.<br />

138 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Gevangenis veranderd werd. Dit gunftig Befluit<br />

der Heeren Staaten werd hem, des morgens<br />

ten half elf uuren , door den Heer Fiscaal<br />

L U I K E N en den Heer V A N B U U R E N , Secretaris<br />

van Hun Edel Groot Moogende eerst<br />

mondelyk bekend gemaakt; en hetzelve deed<br />

hem zoo fterk aan , dat hy van zich zelveu<br />

viel, onder het uitroepen van deeze woorden;<br />

6 God wat heb ik een berouw! Toen hy, na eene<br />

korte tusfehenpoozing, weder tot zich zelvcn<br />

gekoomen was, herhaalde de Heer L U I K E N<br />

zyne blyde boodfehap, las hem vervolgends<br />

het Doodvonnis voor, en daar na het gunftig<br />

Befluit van zyne veranderde ftraf. Vcrvolgcnds<br />

wérd hy naa de Gevangenpoort terug gebragt,<br />

waar hem te drinken gegeeven , en, voor<br />

den fchrik en de ontfteltenis, eene ader geopend<br />

werd.<br />

Kort daar na, op dien zelfden dag, deeden<br />

de Staaten eene Publicatie aan de vergaaderde<br />

Gemeente voorleezen; waar in Hun Ed. Groot<br />

Moogende bekend maakten, dat Hoogstdezelven,<br />

hoewel de misdaad van M O U R A N D van<br />

dien aart was, dat ze voor geen Pardon o£<br />

Gratie vatbaar was, en daarom ook het Smeekfchrift<br />

van zyne Huisvrouw hadden afgeweezen<br />

, nogthans op de tusfehentreeding der beledigde<br />

Heeren Gedeputeerden van Dordrecht,<br />

genade beweezen en zyne ftraffe des doods in<br />

die van eene eeuwige Gevangenis veranderd<br />

hadden. — D^t Hun Edel Groot Moogende-<br />

tot


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 139<br />

,£ot die byzondere barmhartigheid beflooten<br />

hadden, in die verwagting en dat vertrouwen,<br />

dat alle ingezeetenen van hunne Refidentie»<br />

Plaats zich van nu voordaan zorgvuldig zouden<br />

wagten van zich andermaal tegen de Souvraine<br />

Befluiten Hunner Vergaadering te verzetten,<br />

in welke manier zulks zoude moogen zyn, dircflelyk<br />

of indirectelyk, waar by eene emftige<br />

vermaaning gevoegd werd, om zich als fiille<br />

en vreedzaame, cn inzonderheid als gehoorzaame<br />

, Ingezeetenen aan Hunne Souvraine<br />

bevelen, vooral aan de zodanige, die Zy tot<br />

eer en luister van Hunne Vergaadering noodzaakelyk<br />

oordeelen , te gedraageó , zonder<br />

zïch van rui voordaan op eenige wyze met<br />

woorden of daaden daar tegen te verzetten; en<br />

dat alles op ftraffe van Hun Edel Groot Moogende<br />

hoogfte verontwaardiging niet alleen:<br />

maar ook dat de Overtreeders, welke verzoeken,<br />

of tusfehentreedingen ook gedaan wierden,<br />

zonder eenige genade, met de Galg, of<br />

zwaarder ftfaffe , zouden geflraft worden. —<br />

Onder het afleezen van deeze Publicatie befpeurde<br />

men eene groote Ril te , en verre de<br />

meeste toehoorders betuigden , door het afneemen<br />

van hunne hoeden, hunne hoogachting en<br />

eerbied voor de Heeren CEVAERTS en DE<br />

GYZELAAR, ZOO menigmaal als hunne naa-<br />

paen geleezen werden.<br />

Zodanig was de uitkomst der zaake van den<br />

^riftigen yveraar MOURAND, die kort daarop<br />

ia


ÊEYS cn<br />

SCHOOLE<br />

gevangen,<br />

en gevoti-<br />

. nisu.<br />

Ï40 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

in 't Tuchthuis te Gouda werd overgeb'-agt,<br />

om met zyner handen arbeid de kost te winnen<br />

; doch die by de verbaazende Omwending<br />

in September 1787. voorgevallen, uit zyne<br />

eeuwige gevangenis ontflaagen en met luister<br />

door ibmmige Burgers in 's Hage ingehaald is.<br />

Op dien zelfden dag van den 24, des nademiddags<br />

, werd een Schilder, met naame<br />

R EiY s , Kapitein van het Haagfche Genootfchap<br />

van Wapenen, onder den naam van Oranje<br />

Corps bekend, in hechtenis genoomen en op<br />

de Casteleney overgebragt; gelyk vervolgends<br />

ook nog een W I L L E M SCHOOLE, die Deurwaarder<br />

of Portier, van 't gemelde Genootfchap<br />

was. Het Vonnis, na onderzoek en<br />

bewys van misdryven, over REYS uitgefprooken,<br />

beftond in eene verbanning ten eeuwigen<br />

dage uit 'sHage, en drie uuren in den omtrek;<br />

en dat van den laatften in een verbod van het<br />

Eere-Teken, dat hy op de Doggersbank verdiend<br />

, en federt gedraagen hadt, langer te<br />

draagen; en voords om voor twee Jaaren in<br />

een Tuchthuis, in deeze Provintie ,opgellooten<br />

te worden, en met zyner handen arbeid de<br />

kost te winnen; daarna voor tien Jaareo uit<br />

Holland, en Westvriesland gebannen, en in de<br />

kosten verweezen (*_). Deeze werd te gelyk<br />

met MOURAND naa Gouda en in het Tuchthuis<br />

gebragt; en verkreeg ook te gelyk met hem,<br />

Cj Nieuwe Nsderl. Jaarl. April 1786, bladz. 333.<br />

na


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. ï§<<br />

fia de gemelde Omwending, zyne vryheid en<br />

ontflag van het bannisfement.<br />

Ook namen de Heeren Staaten, nog op dien<br />

zelfden dag, een Befluit om het bovengenoem­<br />

de Oranje Corps te vernietigen , uit aanmer­<br />

king (zoo als in dat Befluit gezegd werd) dat<br />

uit de bekoomene ihformatiën , omtrent het<br />

zoo genaamde Exercitie-Genootfchap, waar­<br />

toe de gevangen F. MOÜRAND behoord hadt,<br />

genoegzaam gebleéken was, dat by hetzelve,<br />

onder fchyn van zich in den Wapenhandel té<br />

oefenen, byeenkomft.cn gehouden en overleg­<br />

gingen gemaakt werden , die tot fchending der<br />

openbaare rust en tegenkanting tegen Hun Ed.<br />

Groot Moogende wettig gezag uitliepen; dat,<br />

vooral, na de dagelykfche ondervinding daarvan,<br />

zodanig Genootfchap niet langer kon geduld<br />

worden; dat Gecommitteerde Raaden uitdruk-<br />

kelyk gemagtigd werden, om zonder lydver-<br />

zuim de noodig middelen tot deszelfs kragt-<br />

daadige Vernietiging in 't werk te Rellen ; en<br />

ook, uit hoofde van de, reeds ontdekte, verder,<br />

yelyke aanjagen, welke uit hetzelve Corps voort­<br />

gevloeid waren, nauwkeurig onderzoek te doen<br />

na de Leden , die daartoe behoord hadden, en<br />

op derzelver gedrag een waaleend oog te hou­<br />

den.<br />

De Magiftraat van 's Hage kreeg hier van<br />

aanfehryving van Gecommitteerde Rasden, ea<br />

deed op den 27 eene Publicatie tot geheele<br />

vernietiging van dat Genootfchap, met bedrei­<br />

ging<br />

17SCT»<br />

liet Oranji<br />

Corps ver.<br />

nietigd»


178(5.<br />

Onlusten in<br />

Vriesland<br />

wegens een<br />

nieuw Regeerings-<br />

Reglement<br />

te Leeuwarjen.<br />

142 BEKNOPTE HISTORIE DÈ&<br />

ging van zwaare itraffe tegen de overtreeders j<br />

van dit Verbod, van de Puye van het Stadhuis<br />

afkondigen (*).<br />

Omtrent deezen zelfden tyd hadden ook<br />

Onlusten plaats in andere Provintiën: In Vries,<br />

land was men, even als in Utrecht, bezig met<br />

het maaken van nieuwe, of 't verbeeteren van<br />

oude Regeerings - Reglementen , byzonderlyl:<br />

in de Hoofdftad Leeuwarden, het welk aanleiding<br />

gaf tot eene onaangenaame Briefwisfeling<br />

tusfehen den Prins en de Staaten der Provintie ,<br />

en de Burgers van Leeuwarden, Hier van was<br />

in 't voorleden Jaar reeds een begin gemaakt :<br />

Op den 25 Oftober 1785. werd de Eurgery<br />

der Stad Leeuwarden door den Magiftraat opgeroepen,<br />

ten einde uit haar midden Gecommitteerden<br />

te verkiezen cm een nieuw Regeerings-Reglement<br />

voor die Stad te helpen bevorderen:<br />

Aan dezelve werden drie punten<br />

medegedeeld, door de Staaten van die Provintie<br />

vastgefteld, welke by het beraamen van<br />

een Concept - Regeerings-Reglement moesten<br />

in acht genoomen worden ; de twee eerften waren<br />

, dat de opdragt der- Verkiezing van de Ma><br />

gijiraals perfoonen aan den Stadhouder wettig ge.<br />

fchied<br />

(*). Beroerd Nederland, IV. Deel, bladz. 17Ó 200.<br />

Nieuwe Nederl. Juarb Maart 1780. bladz. 177 en 1 Z^—ÏCJ,<br />

Waar men de BcIUutcn, I'ublieaiiën, en overige Stuiken ia<br />

Iiuu jjelicel kin* kezen.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 143<br />

fchied was, en gEvolglyk, denzelven wettig toe­ 178Ö.<br />

behoorde. Doch tegen deeze Punten werd een<br />

Betoog ingeleverd, door 400 Burgers van<br />

Leeuwarden onderteekend, om te bewyzen,<br />

dat de Verkiezing der Magiftraatsperfoonen een<br />

Voorrecht der Burgers van 'die Stad was, het welk<br />

door niemand kon , of mogt weg gegeeven worden ;<br />

en dat, gevolglyk , de opdragt van dezelve on*<br />

wettig gefchied was; waarom zy verzochten,<br />

dat de Heeren Staaten met Hun hoog Gezag<br />

wilden tusfehen beide koomen, en dit Voorrecht<br />

aan de Burgery, als haar wettig eigendom,<br />

herftellen en weder geeven. Dit Betoog<br />

Werd den 23 November by de Staaten ingeleverd<br />

, en met een Protest door Gecommitteerden<br />

nader aangedrongen, dat de opdragt der<br />

Verkiezing van de Regenten der Stad aan den<br />

Erfftadhouder in 't Jaar 1748. onwettig gefchied<br />

was. Doch dit verzoek werd door de<br />

Staaten afgeweezen, by derzelver Befluit van<br />

den 8 December , waar by Hun Edel Moogende<br />

volhardden by hun Befluit van den 20<br />

Üftober te vooren , waar door vastgefteld<br />

Werd, deeze Verkiezing den Heer Stadhouder<br />

Eiet te ontneemen, maar te laaten behouden.<br />

Tegen dit Befluit van den 8 December ver- f erfcIieï.Trrn<br />

zetteden zich zeer fterk de Volmagten van , 'srzetren<br />

Hemelum, Oldenphaart, in Noorclwolde, Lem~ '• ;ieh daar<br />

egep.<br />

Jlerland , Stellingwerf Oofiende , Stellingwerf<br />

West Inde, van Dokkum, van Harlingen, van<br />

Dar.t:atadtel, van Idaarderadeel; en allerfterkst<br />

de'


1785.<br />

Allerftcrkst<br />

die van<br />

Westdongeradst!,<br />

144 BEKNOPTE HISTORIE DX*<br />

!<br />

de Heer COERT LA MEERT VAN BEYMA~ S<br />

Volmagt van Westdongeradeel. Deeze Heer<br />

beweerde ter Staatsvergaadering, dat het<br />

Recht, door Leeuwardens Burgery gevorderd,<br />

baar niet alleen van ouds af toekwam , maar<br />

ook by het laatfte Reglement -Reformatoir van<br />

den si December 1748. zelfs op't nieuw bekragtigd<br />

was; na welk Betoog hy zich, onder<br />

anderen, dus uitdrukte: „ Daar ik de onderhouding<br />

van dit Reglement, onder plechtige<br />

aanroeping van Gods Heiligen Naam bezwooren<br />

heb; daar UEd. Moogende zich met my<br />

by Eede verbonden hebbeü, om niet te gedoogen,<br />

dat tegen dit Reglement geadvifeerd wierde;<br />

en daar evenwel de Kwartieren der Zevenwouden<br />

en Steden, by het Befluit van den 20 October<br />

]. h volharden, en dus, naar myn inzien,<br />

tegen het jofte Art. van 't Reglement Reformatoir<br />

handelen; zoo verklaare ik, in het be-><br />

grip te zyn, dat de Procureur Generaal deezer<br />

Provintie gehouden is, ter voorfz. zaake, hei<br />

Recht der Hooge Overheid te handhaaven; en dat<br />

ik de Volmagten, die dus geadvifeerd hebben,<br />

als vervallen in de poenale fanclie van 't Reglement<br />

- Reformatoir moet aanzien; my verdei?<br />

het récht voorbehoudende, niet alleen om deeze<br />

proteflatie in het Kwartierboek te doen infchryven;<br />

maar ook my te vervoegen daar het<br />

behoort tot handhaaving en behoudenis onzer<br />

wettige Couftitutie, zoo als het Recht der<br />

Natuur, de Unie van Utrecht, en 's Lands<br />

Wet.


ÖNt&STE% IN HÈT VADERLAND, 145<br />

Wetten en Befluiten my zulks gebieden, of<br />

toelaaten, te doen.<br />

Deeze zelfde Heer VAN BEYMA vervoegde<br />

zich tot dat einde ,kort daar na, by Zyne Hoogheid,<br />

den Prins Erfftadhouder., met eenen zeer<br />

nadrukkeiykei) en dringenden Brief van den 14<br />

December, waarin hy, na de gronden van het<br />

Recht der Burgers breedvoerig bygebragt. en<br />

aangedrongen te hebben, den Prins dus aanfpreekt:<br />

Wel aan dan, Vorst, ik fmeek,—<br />

wat zeg ik ? t ik eisch van Uwe Hoogheid, dat<br />

Hoogstdezelve zal öordeeleh , of de Burgers<br />

van Leeüwardén van een Lid deezer Provintie in<br />

hun'ne Rechten benadeeld zyn, of niet? Hier<br />

tbc neemè ik de vryheid, de Deductie dier<br />

braave en achtenswaardige Burgery, by Copie,<br />

aan Uw Doorluchtige Hoogheid by deezen te<br />

doen toekoomen. En gelyk ik niet twyfele,<br />

of Uw Hóógheid zal roet my inflemmen, denk<br />

dan, en denk met Vorflelyke grootmoedigheid,<br />

dat Burgers, (dat meer is) dat piefen, en (het<br />

geen allés zegt) dat Leeuwdardens Burgery, dat<br />

Uwe Vorflelyke Vaders Stadgénoöten, in.hunne<br />

oude Rechten verkort worden;, en om wiens<br />

wille ? Om uwent willé, Vorst! die<br />

loo dikwyls, en zoo plegtig, betuigd hebt,<br />

alles voor het behoud der Vryheid (die in eene<br />

volftandige bewaaring der Rechten en Voorrechten,<br />

en nergens anders in, befïaa't) voói<br />

dit Volk over te hebben. Laaten dan, ó Vorst<br />

thans uwe daadeu fpreekerj^ iaat gantsch Nt<br />

K dei ê<br />

1786.<br />

De Heer <br />

L VAN<br />

t l ï l l A<br />

fchrytt ctaac<br />

over tan<br />

den Prins<br />

Brfflsuitiöii»<br />

der.


Brcf des<br />

Prbiltn aan<br />

de Staaten.<br />

1,4,6 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

derland zien, dat ze met uwe woorden overeenkoomen;<br />

herftel den vryen Burger by zyne<br />

oude Rechten! de Staats - Refolutie van den<br />

31 Juny 1748. geeft aan Uwe Hoogheid genoegzaam<br />

Gezag, om de Regeering by haare<br />

Wettige Conftitutie te bewaaren , ingevolge<br />

het geene toen door Uwen Heer Vader is gereguleerd.<br />

Is nu aan Uwe Hoogheid dit Gezag<br />

verleend ? en Worden 'er in 't Ruk van Regeering<br />

nooit Rechten gefchoriken, of 'er worden<br />

wederkeerige pligten door opgelegd ; dan is<br />

het ook Uw Hoogheids pligt,dit Gezag ter zyner<br />

tyd te gebruiken.; • • voldoe dan Doorluchtige<br />

Vorst, aan deeze pligten, wat is<br />

grooter, wat is aangenaamer, dan zyn pügt te<br />

doen (*)?"<br />

De Prins Erffladhouder beantwoordde deezen<br />

Brief van den Heer BEYMA niet, maar<br />

zondt denzelven aan de Heeren Staaten van<br />

Vriesland, verzeld van den zynen van den 12<br />

February 1786. ; waar in Zyne Hoogheid re<br />

kennen gaf , dat de inhoud en de algemeenheid,<br />

die daar aan gegeeven was, door de<br />

plaatilng daar van in de Nieuwspapieren ,<br />

Hoogstdenzelven bewoogen hadden om denzelven<br />

aan Hun Edel Moogende te zenden ; te<br />

meer , uit aanmerking van den Staat der beraadflaaging,<br />

waarmede Hun Edel Moogende<br />

zi'ch, thans op den gewoonen Landdag bezig<br />

hiel-<br />

-(*) Nieuwe SeisrL jitarü. December 178S. bladz. 1732—174*..


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 147<br />

hielden, omtrent de Stedelyke Regeerings-<br />

Reglementen in 't algemeen, en dat van Leeuwarden<br />

in 't byzonder; en dat de inhoud des<br />

Briefs eene regtftreekfche betrekking op die<br />

beraadflaagingen hadt. Voords betuigde Zyne<br />

Hoogheid dat het altoos tot een zyner grootfte<br />

genoegens verftrekken zoude, met Hun Edel<br />

Moogende te kunnen iriedewerken, om 'sLands<br />

'Conftitutie ongekrenkt te helpen bewaaren; en<br />

om alle waare belangen der goede Ingezeete.<br />

nen, die hem zoo nauw ter harten gaan, overeenkomftig<br />

'sLands Wetten en Voorrechten,<br />

te handhaaven, en zoo veel doenlyk te- beverderen.<br />

De Staatert beantwoordden deezen Brief, met<br />

. kennisgeeving, dat zy den Brief van den Hr.<br />

c. L. VAN BEYMA, door Zyne Hoogheid hun<br />

toegezonden , wel ontvangen hadden , en Zyne<br />

Hoogheid onder het oog brachten , dat<br />

Hun Edel Moogende om die zelfde reden van<br />

de algemeenheid van dien Brief, geoordeeld<br />

hadden, dat dezelve, als Hun Edel Moogende<br />

allen bekend, niet eens op nieuws behoefde<br />

geleezen, veel minder, daar die aan Zyne<br />

Hoogheid gefchreèven was, tot een onderwerp<br />

van Hunne beraadflaagingen gelegd te worden.<br />

Hier om zonden Hun Edel Moogende dien<br />

Brief met de Bylagen aan Zyne Hoogheid terug,<br />

ten einde., aan Zyne Heogheid over te<br />

laaten, dien te beantwoorden, of anders daar<br />

mede te doen als vermeenen zoude te behoo-<br />

K 2 ren»<br />

1786.<br />

Antr/oorc?<br />


3 7 86.<br />

3*8 ÉEENÓPTE HISTORIÉ DE?<br />

ren. Doch wat den Brief van Zyne Hoogheid<br />

ten geleide van dat Ruk aan deStaaten getchreeven<br />

betrof; daaromtrent deelden zy Hunne gedachten<br />

aan Zyne Hoogheid mede, Uit den<br />

inhoud deszelven begreepen Hun Edel Moogende<br />

te moeten befluiten , of dat Zyne Hoogheid<br />

niet overtuigd icheen van het volkoomen<br />

Recht der Staaten van die Provintie, het vast-<br />

Rellen van Regeerings-Reglementen voor de<br />

betrekkelyke Steden; of dat Zyne Hoogheid<br />

fcheen te twyfelen aan 't Recht \an Verkiezing<br />

der Magiftraats-Perfoönén ih die Steden, door<br />

Hoogstdcnzelven tot heden geoefend. Daar<br />

dus Zyr.e Hoogheids manier van denken, over'<br />

deeze twee gewigtige ftoffen , .geheel niet duidclyk<br />

in deezen Brief bleek, en het Hun Edel<br />

Moogende niet onverfchillig was, omtrent dit<br />

alles in het onzekere te blyven; naardien het<br />

eerfte punt de Souvrainiteit des Lands legt-<br />

Rrecks ten onderwerp hadi, en het tweede<br />

punt (de twyfelende wyze van uitdrukken)<br />

zulk eenén invloed op Hunne beraadflaagingen<br />

zou kunnen hebben, da: Hunne onderhandelingen<br />

(omtrent het Ruk der Stedelyke Regiementen<br />

in 't gemeen, en dat van Leeuwarden<br />

in 't byzonder , ook met opzigt tot Zyne<br />

Hoogheid) natuur'yk eene aanmerkelyke verandering<br />

dienden te ondergaan , by Hunne<br />

eindelyke Befluiten op die geheele ftoffe; zoo<br />

hadden Zy goedgevonden , na rype overweeging,<br />

Zyne Hoogheid te verzoeken, om aan<br />

Hun.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 149<br />

•Hun Ede! Moogende binnen den tyd van 14 da<br />

gen , eerstkoowende , na ontvangst deezes , te<br />

willen do :n toekoomen de duidelyke. Verklaaring<br />

van Zyne Hoogheids gedachten omtrent vocrzeide<br />

twee Punten; en wel byzonderlyk omtrent het<br />

Recht van Verkiezing ; ten einde Hun Edel<br />

Moogende uit Zyne Hoogheids denkwyze met<br />

de Hunne vergeleeken, volgens het gewigt en<br />

den aart der zaake, daaromtrent dan zodanig<br />

zouden kunnen handelen en befluiten , als Zy<br />

ten algemeenen nutte dienftig zouden oor-<br />

deelen.<br />

De Heer VAN BEYMA fchreef.eenen twee­<br />

den Brief aan den Heere Prinfe; waarin hy be<br />

tuigde, dat hy den Brief van Zyne Hoogheid<br />

als bevattelyk befchouwdc ; cn dat het hem<br />

aangenaam geweest was, dat Zyne Hoogheid<br />

acht op den zynen geflaagen hadr. Het gevoe­<br />

len van /.yne Hoogheid dat de Brief van den<br />

Heer B E Y M A betrekking hadt, op de beraad­<br />

flaagingen der Heeren Staaten (ten opzigtc der<br />

Stedelyke Regeerings-Reglementen in 't ge­<br />

meen, en van dat van Leeuwarden in 'c byzon-<br />

der;) gevoegd by Zyne Hoogheids betuiging,»<br />

dat het tot een der grootfte genoegens van Zyne<br />

Hoogheid zou verjlrekken, alle waare belangen dér<br />

goede Ingezeetenen, overeenkomftig 's Lands Wet.<br />

ten te handhaaven, en zoo veel doenlyk te bevorde­<br />

ren, deed hem gegronde hope hebben, da*:<br />

Zyne Hoogheid deeze betuiging, op het te-'<br />

genwoordig geya.1. toegepast, zou.weezendlyk.<br />

K 3 maa-<br />

17S6.<br />

Tweede<br />

Rrief van<br />

den Heer<br />

BEYMA ii<br />

deri Prins.


1785.<br />

Antwoord<br />

des Prinfen<br />

aan de<br />

Staaten.<br />

[50 BEKNOPTE HISTORIE DES<br />

maaken; en dat Hy Heer BEYMA zich zou<br />

kunnen ontdaan van het gebruik van al zulke<br />

middelen, overeenkomftig met de Conftitutie ,<br />

als hem nog overig waren, om, volgends zyn<br />

gevoelen , aan zynen Eed, om niet te gedoogen,<br />

dat aan de Conjlitmie en 's Volks Rechten te kon<br />

gedaan wierde, getrouw te blyven.<br />

Voords merkte hy aan, dat Zyne Hoogheid<br />

thans in die allergelukkigfte omftandigheid was,<br />

dat, naar zyn inzien, de betrachting van Hoogstdeszelven<br />

pligt, in dit zonderling geval, met<br />

deszelven waar genoegen en waar belang volkoomen<br />

overeenkwam; want dat niets meer<br />

genoegen aan Zyne Hoogheid geeven kon, en<br />

niets meer met Zyne Hoogheids belangen overeenkwam,<br />

dan daadelyk te toonen, dat de<br />

handhaaving der Voorrechten en Rechten des<br />

Volks Zyne Hoogheid ter harten gaat, en de<br />

achting des Volks verkrygt of verzekert.<br />

Op den voorgemelden Brief der Staaten antwoordde<br />

de Prins, dat in het toezenden van<br />

den Brief van den Heer BEYMA geen ander<br />

oogmerk hadde gehad, dan te toonen, dat niet<br />

fchroomde, dien Biief op eene wettige wyze<br />

ter kennisfe van Hun Edel Moogende te brengen,<br />

en deszelven inhoud aan Hoogstderzelver<br />

oordeel te onderwerpen; dat Zyne Hoogheid<br />

met leedweezen befpeurd hadt, dat de toezenhng<br />

des Briefs van den Heer BEYMA aan<br />

üun Edel Moogende onaangenaam geweest<br />

vas; en zich niet hadt kunnen vooriiellen<br />

dat


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 151<br />

dat de overzending van dien Brief gelegenheid<br />

zou gegeeven hebben, dat Hun Edel Moogende<br />

aan Zyne Hoogheid de twee vraagen, in<br />

Hoogstderzelver Brief vervat, zouden gedaan<br />

hebben , noch dat dezelven aan Zyne Hoogheid<br />

op zoo eene dringende wyze, en met vastftelling<br />

van zoo een korten tyd om te beantwoorden,<br />

zouden gefchreven hebben. •— Doch om<br />

aan de begeerte van Hun Edel Moogende te<br />

voldoen antwoordde Zyne Hoogheid, omtrent<br />

het Recht der Verkiezinge van Magiftraats-Perfoonen<br />

in de Steden, rondborftig, te vertrouwen,<br />

en zich ten volle verzekerd te houden ,<br />

1780.<br />

dat het Recht der Magijlraatsbeflellingen in de<br />

elf Steden van Vriesland, aan Zyne Hoogheid toebehoort<br />

, en dus ook te Leeuwarden, zoo ;als<br />

Hoogstdezelve met de daad getoond hadt, 'van<br />

dat begrip te zyn door het doen der Verkiezingen,<br />

in de betrckkelyke Steden uit de Nominatiën<br />

, aan Zyne Hoogheid toegezonden;<br />

zoo als nog jaatftelyk in de voorlcedene maand<br />

December gefchied was. En wat aanging het<br />

Recht van Hun Edel Moogende tot het vastzeilen<br />

van Reglementen op de Regeeringen in<br />

de betrekkelyke Steden in 't algemeen; zoo<br />

vond Zyne Hoogheid zich bezwaard om daarop,<br />

en byzonder in zoo een korten tyd, zyn<br />

gevoelen , bepaaldelyk te uitten; doch maakte<br />

geen zwaarigheid om, met betrekking tot de<br />

Stad Leeuwarden, ftellig voor zyn gevoelen te<br />

uitten, dat Hun Edel Moogende gerechtigd zyn,<br />

K 4 m


1786".<br />

Pe Bnrjseis<br />

van L?pu~<br />

yard n<br />

ic ry ven<br />

aan den<br />

I'iius.<br />

Sisan den<br />

weg van<br />

Rechten in.<br />

Jvi B E K N O P T E H I S T O R I E DER<br />

epi aan die Stad thans eene nieuw Regeerings- Re<br />

glement te geeven.<br />

De Burgers van Leeuwarden vernoemen heb­<br />

bende , op wat wyze de Prins zich, in zyn<br />

Antwoord, aan.de Staaten, nopens het Recht<br />

der Verkiezing van Magiftraats-Perfoonen in<br />

de Steden, en dus in Leeuwarden, verklaard<br />

hadt, in zyneri Brief, den 7 Maart op het:<br />

Loo gefchreeven, Vcrgaaderden by Espels, of<br />

Wyken, en gaven aan hunne Gecornmitteer.<br />

den last, om in hunnen naam zei ven ook ee<br />

nen Brief aan den Prins Stadhouder te fchiy-<br />

ven , en daar in te ef sletten , dat Zyné Hoog­<br />

heid volgends het Recht, hun toebehoorende,<br />

rgn de gemelde Verkiezing zoude afzien , de­<br />

zelve aan de Burgery te rug geeven, en haar<br />

by dat Recht bewaaren en handhaaven zoude.<br />

Of hier op een weigerend Antwoord, dan of<br />

'er geen Antwoord op gevolgd zy, is my niet<br />

gebleeken; hoe dit ook zy, do Burgers begree-<br />

pen genoeg uit het Antwoord van den Heer<br />

Stadhouder aan de Staaten, dat Zyne Hoog­<br />

heid niet gezind was van de Verkiezingen af<br />

te zien; en zochten daarom door den weg van<br />

rechten te verkrygen , het geen zy te ver­<br />

geefsch op andere wyzen beproefd hadden:<br />

Twee Gecommitteerden der Burgery, leever­<br />

den , zoo voor zich zeiven als voor hunne<br />

Medeburgers, een Verzoekfchrift in by het<br />

Hof van Vriesland, waar in zy te kennen gaa".<br />

ïre.Dj dat, dewyl de Prins Stadhouder', roet


ONLUSTEN-IN HET VADERLAND. 153<br />

eenen Brief aan de Staaten der Provintie ver­<br />

klaard hadt, te vertrouwen en zich verzekerd<br />

te houden, dat het Recht der Magiflraatsbe-<br />

ftelling , byzonder ook ré Leeuwarden, Hem<br />

wettig toekomt, en daar uit bleek, dat hy<br />

Prins Stadhouder geen?ins geneegen was het<br />

Recht, in verfchil, yrywillig te verlaaten ; zy<br />

Verzoekers derhalven zich genoodzaakt von­<br />

den , zich tot Hun Edei Moogende te wen­<br />

den, met eerbiedig verzoek: Dat Hun Edel<br />

j., Moogende provifie van citatie tegen welge-<br />

ji melden, Prins Stadhouder, W I L L E M O E N<br />

,, V Y F D E N , wilden verleenen, tot loslaating<br />

van het Recht der Verkiezing van Magi-<br />

ftraats - Perfoonen voor de Stad Leeuwarden,<br />

en voorts om aan te hooren zodanigen Eisch<br />

en Befluit als de Verzoekers zouden doen,<br />

neemen, en gebruiken "<br />

Dit Verzoekfchrift vondt geen. ingang by dat<br />

hooge Provintiaale Gerechtshof; maar 't werd<br />

pp den 15 Maart terug gegeeven met deeze<br />

Byftelling: Het Hof verklaart de zaak, ter Re.<br />

queste gemeld, .geen Voorwierp te zyn van de Or-<br />

ninaris Juftitie.<br />

De Staaten , ondertusfehen , hadden een<br />

nieuw Reglement van Regeering voor de Stad<br />

Leeuwarden beraamd, en namen op den 19<br />

Maart een Befluit om hetzelve vast te Rellen<br />

en in te voeren. Dit Befluit werd by meer­<br />

de, heid van Remmen van drie Kwartieren,<br />

Wenergo, de Zevenwouden, en de Steden ge-.<br />

K 5 noo-<br />

1786.<br />

Worden hy<br />

*t Hof afgeweezen.<br />

F. en nieuw<br />

Regeerings<br />

Reglement<br />

door de<br />

Stnaien beraamd-


Ï736.<br />

154 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

noomen ; terwyl Oostergo van een ander Advies<br />

was. By dit Befluit werd goedgevonden en<br />

verftaan, dat in dit nieuwe Reglement voor de<br />

Regeering der Stad Leeuwarden zouden ingevoegd<br />

worden deeze woorden: Mitsgaders het<br />

Reglement Reformatoir van wylen Zyne Doorluch.<br />

tige Hoogheid (G. G.) van den 21 December<br />

1748., in de Formulieren van den Eed voor<br />

de Magiftraats-Perfoonen, en voor de Vroedfchap:<br />

Voords vastgefteld, dat het zelve toekomftig<br />

zoude zyn het Regeerings-Reglement<br />

van gemelde Stad; en werden de Heeren Hun<br />

Edel Moogende Gedeputeerden gelast en gemagtigd<br />

om, aan de Magiftraat en Vroedfchap<br />

aldaar, hetzelve Copielyk te laaten toekoomen,<br />

en dezelve voords op 't Collegie te ontbieden,<br />

en hen, aldaar verfcheenen , uitnaam<br />

van Hun Edel Moogende de Heeren Staaten,<br />

van den Eed op het Reglement, den 9 December<br />

1766. gedaan, te ontflaan; en voords van hun<br />

den Eed op het voorfz. Reglement, nu gearrefieerd,<br />

af te neemen: Vervolgends hetzelve aan<br />

den Magiftraat dier Stad te overhandigen, ten<br />

einde afgekondigd en aangeplakt te worden, en<br />

om de Officieren , ingevolge het Formulier<br />

daar agter ftaande, mede te beëedigen; met<br />

verdere Magtiging, om , indien een of meer Leden<br />

van gemelde Magiftraat cf Vroedfchap, onverhoopt,<br />

weigeragtig mogten zyn , om den Eed<br />

op dit Regeerings-Reglement af te leggen, den<br />

zulken te verklaaren ipfo fach vervallen te zyn,


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 155<br />

van zyne, of hunne Magiflraats of Vroedfchapsplaatfen,<br />

welke aanftonds verkrygbaar zouden<br />

zyn en begeeven worden voor diegeenen,welken<br />

zulks toekomt, ingevolge dit Regeerings-<br />

Reglement.<br />

Het Kwartier van Oostergo was van oordeel, liet Kwartier<br />

van<br />

behalven om andere redenen, in het Advies Oostergo<br />

is van een<br />

gemeld, ook orn dat Zyne Hoogheid by zyn verfcMllentt<br />

Advies.<br />

Antwoord van den 7 Maart , geene andere<br />

gronden van zyn Recht van Verkiezing bybragt,<br />

dan dat hy hetzelve geoefend hadt, dat, voor<br />

en al eer deeze gewigtige zaak geheel af te<br />

doen, de Commisfie behoorde verzocht te<br />

worden en gemagtigd, om de Staaten nader te<br />

dienen van derzelver aanmerkingen en raad omtrent<br />

het Recht van den Stadhouder in deezen;<br />

als mede, om Hun Edel Moogende ingevolge<br />

hier van te berichten, of Zy, in acht neemen*<br />

de voorfz. Verklaaring, van meening zouden<br />

zyn , dat het voorgebragte Concept - Reglement<br />

eenige verandering, dien aangaande,<br />

zoude behcoren te ondergaan. En ftond het<br />

Kwartier daarop, dat het Rapport der Commisfie<br />

nog ftaande deezen Landsdag zoude inkooinen.<br />

Doch dit Advies hadt geen ingang, de<br />

Meerderheid volhardde by de Befluiten van<br />

den 20 Oclober en 8 December des voorleden<br />

Jaars, en by dat van den 19 Maart- deezes<br />

Jaars; en dus bleef de Prins Stadhouder in 't<br />

bezit der Verkiezing van de Magiftraats-Per-<br />

foo-<br />

1126.


Hef nieuwe<br />

V < ali ment<br />

daadelyl;<br />

^uguvueid.<br />

156 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

foonen der Stad Leeuwardtn., on;a gezien alle<br />

aangewende poogingen der Burgery.<br />

De vjag tot de daadelyke invoering van het<br />

nieuwe Reglement was bepaald op den iü, Vt<br />

*-"<br />

Maart: Tot dat einde vergaaderden de Magiftraat<br />

en de Vroedfchap, des namidda'gs ten 3<br />

uuren, op het Stadhuis, en gingen vervolgends<br />

van daar, van vier Staaten - Boden voorgegaan,<br />

naa het Staaten •- Collegie , waar de Heeren<br />

Gedeputeerde Staaten vergaaderd waren, en<br />

werden daar zeer ftaatig ontvangen door den<br />

Heer Prefident Jkr. E. S. G. J. V. E. REN-<br />

GERS, van den ouden Eed ontflaagen, en op<br />

het nieuwe Reglement in den Eed genoomen-<br />

Drie Leden van de Vroedfchap, de Heeren<br />

Mr. R. H. VAN A LTE N A, H. E A L K , en Mj.<br />

c w. COULON weigerden den Eed te doen ,<br />

én waren dus van hunne Posten vervallen verklaard.<br />

De Leden van de Magiftraat cn Vroedfchap,<br />

dus bécedigd zynde , keerden in dezelfde<br />

ftaatie weder naa het Stadhuis,en werden dooide<br />

Krygslicden op de Hoofdwacht, tot dat<br />

éïnde onder de Wapenen ftaande, met gewoone<br />

Krygs eere-bewyzingen, begroet; gelyk by<br />

het heen gaan ook gefchied was. Ondertusfchen<br />

waren de Officieren der Burgery mede<br />

op het Stadhuis ontbooden , en werden door<br />

den Magiftiaat, uit naam der Heeren Staaten ,<br />

insgelyks van den ouden Eed ontflaagen, en<br />

na voorleezing van het nieuwe Formulier door<br />

den Hetr w. DO MINI c u's, in den nieuwen<br />

Eed


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 157<br />

Eed genoomen. Zes Vaandrigs, met naamen,<br />

de Heeren TE BOCK EL, LEIEER, OLINK,<br />

CUPERTJS, O E I N E M A en PLANT ING, wei­<br />

gerden dien Eed te doen, en werden dus van<br />

hunne Rosten ontflaagen. Voords Werd het<br />

nieuwe Reglement van de Puije van het Stad­<br />

huis afgekondigd, en overal aangeplakt. De<br />

drie Vroedfchapsplaatfen, door het weigeren<br />

der bovengemelde Heeren opengevallen, wer­<br />

den door den Magiftraat en Vroedfchap vol­<br />

gends het nieuwe Reglement vervuld, en tot<br />

Mede-Raaden verkooren de Heeren w. SEM_<br />

EEK, de Oud-Vaandrig p. W E T T R A , en de<br />

Kapitein FK. BAVIUS, welke den Eed in han­<br />

den van den Prefident Burgemeester aflei­<br />

den (*).<br />

In de Provintib van Groningen, deeden de<br />

Burgers der Hoofdftad, in een geval van dien<br />

zelfden aart en omtrent den Zelfden tyd, met<br />

beteren uftflag eên verzoek aan den breedea<br />

Raad, tot handhaaving der gedaane keuze van<br />

nieuwe Raadéfieeren: Den 8 January waren ,<br />

volgends gebruik agt nieuwe Raadsheeren ge-<br />

koozen , die met de agt oude den Raad voor<br />

dat Jaar moesten uitmaaken; de naamen deezer<br />

Heeren waren aan Zy^ne Doorluchtige Hoog­<br />

heid ter goedkeuring toegezonden ; en op den<br />

7 February ontving men eenen Brief van den<br />

Pr'infe<br />

t*) KÏtu.v: Kede.1. Jaait. Slaan 1785. bladz. t6$— 28j.<br />

I78f/.<br />

Een geval<br />

var gelyl.fc'k<br />

aart te.<br />

Gruii'.u^sn.


Adres def<br />

lïurgers aan<br />

de Gezwoorene<br />

Ge.<br />

meente.<br />

158 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Prinfe Erfftadhouder met de Lysten van den<br />

aangaanden Rang des Raads, door Zyne Hoog.<br />

hcid goedgekeurd voor 't Jaar 1786., waarop<br />

Burgemeesteren en Raad des avonds ten 7 uuren<br />

vcrgaaderden, en de gemelde Brief aan de<br />

vyf Keurheeren voorgeJeezcn werd; na deeze<br />

leezing bedankte de oudfte der Keurheeren<br />

voor de mededeeling; doch verklaarde te gelyk,<br />

dewyl Zyne Hoogheid verandering in de<br />

gedaare keuze gemaakt, en twee andere Heeren<br />

in de plaats van de gekoozene gefield hadt,<br />

dat men het Collegie van Taalmannen en Gezwoorene<br />

Gemeente hier van moest kennis<br />

geeven; en verzócht, om misflagen voor te<br />

koomen, dat het gemelde Collegie mogte vergaaderd<br />

en Copie des Briefs van Zyne Hoogheid<br />

aan 't zélve vertoond werden. Dit verzoek<br />

werd toegeftaan cn het Collegie nog dien<br />

avond ten 9 uuren faamengeroepen. Veelen<br />

uit de Burgery van het een en ander kennis bekcomen<br />

hebbende, waren caar over zeer aangedaan,<br />

en committeerden aanftonds eenige<br />

Heeren om een Verzoekfchrift op te ftellen en<br />

aan den Heer Taalman ter hand te ftellen, ten<br />

einde hetzelve by het Achtbaare Collegie van<br />

Taalmannen en Gczwoorne Gemeente in te<br />

leveren, Dit Verzoekfchrift was door eenige<br />

honderden Burgers onderteekend, en in hetzelve<br />

te kennen gegeeven, dat zy met aandoening<br />

en leedweezen hadden vernoomen , dat<br />

Zyne Doorl. Hoogheid hadt goedgevonden,<br />

de


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 159<br />

de keuze van agt nieuwe Raadsheeren voor een<br />

gedeelte af te keuren, en andere Perfoonen in<br />

de plaats te ftellen. Eene keuze, zeiden zy,<br />

door vyf uwer, op de godsdienftigfte en plegtigfte<br />

wyze door het Lot beftemd, gedaan;<br />

eene keuze, gedaan overeenkomftig de Wetten<br />

en Ordonnantiën, zonder voorinneemende<br />

Recommandatiën, Ligucs, of Cabalen; derhalven<br />

zoo zuiver en onbevlekt gedaan, als<br />

naar den grond en geest van onze Conftitutie<br />

kan en moet gefchieden; eene keuze derhalven,<br />

die zy betuigden ten volle goed te keuren<br />

, en daarom ook geenzins ftilzwygende<br />

konden aanzien, dat daar in door Zyne Hoogheid<br />

verandering was gemaakt.<br />

Zy erkenden wel dat in 't 5^ Articel Reformatoir<br />

aan Zyne Hoogheid een recht van afkeuring<br />

was opgedraagen ; doch konden met<br />

geen gezond verftand overeen brengen, dat<br />

zulks door Zyne Hoogheid naar willekeur en<br />

zonder reden te geeven kon of mogt gefchieden;<br />

immers Edele Achtbaare Heeren (dus<br />

kragtig drukten zy zich uit) wat is dan onze<br />

Burgerlyke of Staats-Vryheid anders, dan eene<br />

fchaduw? Wat zyn alle die, aan het Opperweezen,<br />

met alle Godsdienftigc eerbied opgedrnagene,<br />

plegtigheden, welke uwe verrichtingen<br />

indeezen voorgaan en verzeilen? Wy<br />

Adderen in het uitbreiden deezer denkbeelden:<br />

Is niet om den rand van den Keurhoed, uit<br />

'weiken vyf uwer de zwarte Keurboonen getrok-<br />

1780".


«786,<br />

Uitwerking<br />

van hetzelve.<br />

Zes gekoozene<br />

Heeren<br />

werden beeedigd.<br />

ï6o BEKNOPTE HISTORIE bÈi<br />

trokken hebben, gefchreeven : Dat het groot ft f<br />

bewys der Vryheid,is, naar eigen Wetten te heven?<br />

Is het niet uit hoofde van die eigene<br />

Wetten, dat uwe vrye keuze, van de vroegfté<br />

tyden af, gerekend is, een der bette Plegt-an»<br />

kers en Waarborgen onzer Vryheid?, en zul :<br />

Jen wy daar aan zien tornen en Rille zyn ?<br />

Neen, Edele Achtbaare Heeren, een regt geaart<br />

Burger deezer vrye Stad kan en mag niet<br />

onverfchillig zyn omtrent zyne geheiligde,zoo<br />

duur verkreegene en onvervreemdbaare Voorrechten.<br />

— En daarom beflooten zy dit Adre<br />

met dit ernRig verzoek, dat Hun Edel Achtbaare<br />

deeze hunne RemonRrantie met'derzelver<br />

gronden overwecgen en dusdanige maatregelen<br />

neemen wilden, dat de vryheid der keuze<br />

nimmer zonder reden te geeven veranderd wierde,<br />

'en in dit tegenwoordig geval de belediging der in<br />

plaats gefielde Raadsheeren by provifie opgefchori<br />

wierde.<br />

Dit Adres hadt zyne gewenschte uitwerking:<br />

den volgenden rrnrgen werd in den breeden<br />

Raad beflooten, dat de beëediging der twee<br />

Raadsheeren, die in de plaats der gekoo/.ens<br />

geReld waren, by provifie zou opgefchort worden.<br />

Ondertusfchcn werden de zes andere gekoozene<br />

en goedgekeurde Heeren, op dien zelfden<br />

dag des namiddags voor het oude Rechthuis<br />

in den Eed genoomen , onder het fpeelen<br />

en


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. i6t<br />

en luiden der klokken, het doen van falvo's 1786.<br />

door de Burger- en Krygs-Wachten, het uit»<br />

Reeken der Vaandels van den grooten Toorn,<br />

het gefchal der Stads Muziek, enz.<br />

Hier by lieten de Burgers het niet berusten; Adres van<br />

8no Burgers<br />

maar op den 13 Maart leeverden omtrent 800 aan den<br />

breeden<br />

Burgers en Ingezeetenen der Stad Groningenby Raad.<br />

den breeden Raad een Addres in, met de Bylagen,<br />

daar toe betrekkelyk; waarin zy de gronden<br />

voorRelden, op welken zy de gedaane<br />

keuze voor wettig , en de afkeuring van den<br />

Heere Prinfe Erfftadhouder voor wederrechtelyk<br />

hielden. In het flot van het Addres betuigden<br />

zy, dat 'er nooit eene keuze gedaan was,<br />

welke meer vry was van alle kuipery, Ligucs<br />

en Cabaalen, of wat men ook invloed van eene<br />

verdervende hand kan noemen; en verzochten<br />

daarom, dat Hun Edel Moogende, zonderde in<br />

plaats gejlelde Perfoonen in aanmerking te neemen,<br />

de wettig verkoorene Heeren H. W. HOVING en<br />

L. LOHMAN, als Raadsheeren, en w. H. HO­<br />

VING, als Gezwoorene, den Eed wilden doen af -<br />

neemen, met volharding by het Befluit in hunne<br />

beide Addresfen , waarop de provifie by opfchorting<br />

verleend was. —• Het Befluit, hier op gevallen<br />

was, den breeden Raad tegen den aanftaanden<br />

Vrydag te beleggen, én dan nader daar over<br />

te beraadflaagen. Eu na die beraadflaagingen<br />

werd op gemelden dag den 17 Maart, een<br />

gunftig Befluit genoomen en aan de begeerte<br />

L der<br />

Uiiflfl?<br />

daarvan.


ij 26.<br />

Nadere<br />

Eiief vr.n<br />

den Prins<br />

to: betoog<br />

van zyn<br />

Recht.<br />

De breeds<br />

Raad volhardt<br />

by<br />

zyn Beliuit.<br />

162 BEKNOPTE HISTORIE DÉR<br />

der Burgers voldaan (*).. Want op den 27<br />

May was de breede Raad weder vergaaderd;<br />

in welke Vergaadering een Brief van den Prins<br />

Stadhouder geleezen werd, welke diende tot<br />

Antwoord op twee Brieven, door den breeden<br />

Raad, over deeze zaak, aan Zyne Hoogheid<br />

gefchreeven; waar na beflooten werd, ,, Dati<br />

aangezien by voorfz. Brief door Zyne Doorluchtige<br />

Hoogheid geene redenèn van bezwaar omtrent de<br />

Wettigheid der gedaafie keuze, ofte de hoedanigheid<br />

der gekoozene twee Raadsheeren en Gezwooren<br />

voortgebragt zyn, de zittende Raad zou verzocht<br />

worden, gelyk by deezen gefchiedde, om, overeenkomftig<br />

het Befluit des breeden Raads van den 17<br />

Maart l. I. de Heeren H. W. HOVING, en x. a<br />

E. LOHMAN, als Raadsheeren, enden Heer w.<br />

H. HOVING, als Gezwooren, de Eeden, daartoe<br />

ftaande, te flaaven ; houdende alzoo de zaak, overeenkomflig<br />

gèmelde Befluit, voor afgedaan (f)'\<br />

Kort daarna, op den 2 Juny ontving, de<br />

breede Raad nög wel een nadere Brief van<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid ten betcoge van<br />

zyn recht tot afkeuring, tegen het Befluit de3<br />

Raads van den 17 Maart; doch de breede Raad<br />

volhardde by zyn voorig Befluit, en deed aan<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid in beleefde en<br />

betaamelyke bewoordingen , by wederfchryven,<br />

verklaaren: ,, Dat Burgemeesteren en<br />

(*) Nieuws Nedsrl. Jaarb. April 178Ö. bladz, 405 . 40$.<br />

5tfJ.<br />

Raad


ONLUSTEN IN HET VADERLAND, iój<br />

Raad, Oud en Nieuw gefaamentlyk met Taal­<br />

mannen en Gezwoorene Gem'é'ente, als verte­<br />

genwoordigende de van ouds erkende, en nim­<br />

mer, ook niet by de Verééniging met de Om.<br />

melahd'en tot èène Provintie^ afgeftaane Sou-<br />

verainiteit der Stad en Burgery, op herhaalde<br />

en infhntelyke begeerte, en Herken aandrang<br />

van verre het grootfte en notabelfte gedeelte<br />

hunner Medeburgers, het voornoemde Befluit,<br />

ha ryp overleg, hadden genoomen, vastge*<br />

field, en daar van aan de Burgery kennis ge­<br />

geeven; derhalven daar in nu geene verander<br />

ring konden maaken, noch gedoogen (*).<br />

Onder de menigvuldige poogingen door vee­<br />

le Burgers van allerlei rang , in de meeste<br />

Steden van verfcheidene Provintié'n deezer<br />

Republiek aangewend, tot weering en verbe­<br />

tering van ingefloopene misbruiken, tot her-<br />

ftel van oude Rechten en Voorrechten, en<br />

tor verzekering der Burgerlyke Vryheid, zoo<br />

als zy het begreepen, en zoo als het geraee-<br />

nelyk met één woord genoemd werd, tot eene<br />

Grondwettige Herflelling ; waren die geene<br />

van de minften, welken de Burgers der mees­<br />

te Steden van Gelderland hebben aangewendi<br />

én het fcheen, dat hunne yver aangroeide s<br />

naar maate zy daar in meer tegenfiand dan in<br />

Sndere Provintiën vonden; waar uit dan ook<br />

(?) Nieuwe Neder!. Jaarb. July 1786. bladz. 745,<br />

L s<br />

ca-<br />

1785.


1786-<br />

Adviei van<br />

•t Hór op<br />

veii'cheideneRi;questen.<br />

164 B E K N O P T E HISTORIE DER<br />

natuurlyk volgde, dat de Onlusten, daar uit<br />

ontftaan, veel hooger geloopen zyn, en Ge-<br />

beurtenisfen hebben voortgebragt , die een'<br />

groot gerucht en beroering in alle de andere<br />

Provintiën gemaakt hebben, en de Nakoome-<br />

lingfchap nauwelyks zal kunnen gelooven; tot<br />

derzelver onderrichting zal het derhalven zeer<br />

nuttig en noodig zyn , een kort en nauwkeu­<br />

rig verhaal daar van te boek te Rellen, waar<br />

uit de Nazaat de verfchillende denkwyze, in<br />

deezen tyd , zoo van Burgers als Regenten,<br />

zal kunnen opmaaken.<br />

In het voorige Jaar 1785., waren reeds ver-<br />

fcheidene Verzoekfchriften door veele Burgers<br />

van verfcheidcne Steden en Plaatfen der Pro.<br />

vintie Gelderland, tot bovengemelde einden,<br />

aan de Staaten derzelve ingeleverd; de Staaten<br />

Relden die in handen van 't Hof, om naa de<br />

wyze der Teekening, en de hoedanigheid der<br />

Tekenaars onderzoek te doen; en naa ingekoo-<br />

mene Rapporten en berichten van de Schouten<br />

en MagiRraaten, den Heeren Staaten van Ad­<br />

vies te dienen. Onder alle die Verzoekfchrif­<br />

ten waren 'er twee, die den Staaten inzender­<br />

heid mishaagden, en waar tegen zy oordeel­<br />

den zich met kragt te moeten verzetten; te<br />

weeten j een algemeen en Nationaal Request,<br />

door veele Burgers der drie Kwartieren , van<br />

Zutphen, Over- en Neder-Veluwe, ondertee-<br />

kend; en een Nationeel Request met eenige<br />

verandering , door Burgers en Ingezeetenen<br />

van


.ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 165<br />

van Harderwyk ondertekend en ingeleverd. By 1785.<br />

deeze Requesten werd onder anderen, om bygebragte<br />

redenen verzocht, dat het Regeerings.<br />

Reglement, het welk zy befchouwden, als zoo geweldig<br />

tegen de oorfprongelyke Conftitutie aandruis,<br />

fende, dat het op den duur niet zou kunnen befiaan<br />

, mogte herzien en verbeterd worden. Het<br />

Hof advifeerde hierop, dat de Heeren Staaten<br />

hun ernfiig voorneemen omtrent de nauwkeurige en<br />

volkoomene waarneeming van 't Reglement van<br />

Regeering van 't Jaar 175c. by eene nadrukkelyke<br />

Publicatie openlyk nader zouden optnbaaren en<br />

bekend maaken (*).<br />

Dit Advies van het Hof werd op den 28<br />

April aan de Staaten gezonden, en overeenkomftig<br />

met hetzelve, door de Staaten, op<br />

den Landdag, die toen gehouden werd, eene<br />

Publicatie beraami en vastgefteld, vervolgends<br />

alomme in het Vorflendom Gelder en 't Graaffchap<br />

Zutphen, zoo in de Steden, als ten platten<br />

Lande, afgekondigd, en aangeplakt. In<br />

deeze Publicatie deeden Hun Edel Moogende<br />

te weeten: — Dat in 't voorige Jaar eene<br />

menigte Requesten in hunne Vergaadering waren<br />

ifigediend, op den naam van verfcheidene<br />

Perfoonen uit de Kwartieren van Zutphen en<br />

Veluwe, alle zich noemende Burgers en Ingezeetenen<br />

deezer Provintie; doch van welken,<br />

by onderzoek gebleeken was , dat die Verzoekers<br />

(*) Nieuwe Neder!, Jaarb. 1786. bladz. 310 en May bl. 420,<br />

L3<br />

Publicati<br />

tegen Re<br />

questen.


166 BEKNOPTE HISTüRIE BÏR<br />

* ..* « * ' '•• • t ' i O . ' '<br />

J?S6.<br />

)<br />

i<br />

j<br />

;<br />

kers veel al beftonden uit kinderen, minderjaarigen<br />

Handwerks - Gezellen , fchamele en<br />

bedeelde Perfoonen, en eene menigte van dë<br />

minstkundige der Ingezeetenen ; terwyl de<br />

zaaken, die het voorwerp der gedaanè verzoeken<br />

waren, in de Verzoekers eenen merkelyken<br />

trap van kunde in de'Regeeringsgefteldheid<br />

van die en andere Provintiën , en in 't<br />

algeméén beftuur van J<br />

t Bondgenootfchap,<br />

moeten voorcnderftellen, om welke te bekoomen<br />

de gemelde Verzoekers nooit tyd nog gelegenheid<br />

konden gehad hebben. Derhalven<br />

zouden Hun Edel Moogende, lettende op de<br />

ornftandigheden, die noodwendig tot verachting<br />

van hunne Hooge Overigheid iii deezen<br />

hebben moeten plaats grypep, indien zy alleen<br />

aan hunne rechtvaerdigheid hadden willen gehoor<br />

geeven, zich verpügt geoordeeld hebben,<br />

om aan alle deeze Verzoekers de kragt<br />

Van hunne wettige verontwaardiging te moeten<br />

doen gevoelen, en den weg van rechten tot<br />

wraak van hunne Hoogheid moeten open laaten.<br />

— Doch, zonder toe te laaten, dat in %<br />

Reglement van 1750. eenige verandering gemaakt<br />

wierde, zoo wilden Hun Edel Moogen-<br />

Ie als nu wel gebruik maaken van hunne Lands-<br />

/aderlyke bezorgdheid, om al het geen tot<br />

lier toe, ten aanzien der Teekening dier Regesten<br />

is gepleegd , te vergeeven , gelyk<br />

y hetzelve vergaaven uit kragt deezer Publica-<br />

f' ti


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 167<br />

catie. . Maar wat het vervolg betrof;<br />

zoo werd verklaard : Dat van nu voortaan geene<br />

Requesten of Verzoekfchriften zouden aangenoomen<br />

worden, wanneer die door meer dan zes<br />

Perfoonen, niet van een geflagt wezende , en<br />

derzelver onderlinge belangen niet betreffende,<br />

aan Hun Edel Moogende ingediend werden,<br />

ten ware zodanige Requesten behoorlyk pro<br />

Jlylo waren geteekend door een Practizyn, aan<br />

wien binnen die Provintie de Praclyk was toegelaaten,<br />

en die binnen dezelve woonagtig<br />

was; met verdere verklaaringe, dat, gelyk zodanige<br />

Verzoekers voor den inhoud hunner<br />

Requesten verantwoordelyk bleeven , Hun Edel<br />

Moogende zodanige Pra&izyns voor den inhoud<br />

van de Verzoekfchriften, aldus door hun<br />

geteekend, mede in de eerfte plaats verantwoordelyk<br />

hielden.<br />

Het was 'er ondertusfchen ver van daan, dat<br />

deeze Publicatie met eenpaarige Hemmen zou*<br />

de genoomen, of algemeen goedgekeurd,zyn:<br />

Verfcheidene Staats - Leden, in alle de Kwartieren<br />

, keurden dezelve niet alleen af, maar<br />

verzetteden zich ook fterk daar tegen: Uit het<br />

Kwartier van Nymegen de Ridders M. VAN<br />

BRONKHORST, E. J. VAN NYVENHEIM,<br />

tot Wiel; n. VAN NYVENHEIM, tot Dorth;<br />

j». VAN LYNDEN tot Qldenaller , Junior: uit<br />

het Kwartier van Zutphen, de Ridders R. j<br />

VAN DE CAPELLEN tot den, Marsch, F. B,<br />

L 4 VAS<br />

1786.<br />

Vcrfcheidene<br />

Ridders<br />

protelteeiert<br />

tegen de.<br />

Publicatie»


1786.<br />

Drie Steden<br />

verzetten<br />

fich daar<br />

legen.<br />

1Ö8 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

VAN DE CAPELLEN tot Rysfelt, Burgemeester<br />

te Zutphen, welker Protest en {tellingen<br />

het Kwartier van Zutphen voor rekening en verantwoording<br />

van gemelde Ridders overliet,<br />

zich nadere Aantekening en middelen voorbehoudende,<br />

zoo als het Kwartier zou meencn<br />

te behooren: Ook deeden de Burgemeesteren<br />

R. j V E R S T E G E , W. A DE ROODE en VAN<br />

H E E C K E R E N , Aanteekeningen tegen de gemelde<br />

Publicatie in dat zelfde Kwartier in de<br />

Notulen infehryven. Eindelyk, uit het Kwartier<br />

van Feluwe, verzetteden zich daar tegen<br />

de Ridders w. H. J. VAN LYNDEN van 01-<br />

denallirt; j. H. VAN ZUILEN van Nyeveldi;<br />

c. w. VAN ZUILEN van Nyeveldt, j. c. VAN<br />

E C K , J . H. P. E VAN RENES VAN WILP,<br />

tot Camperbroek (*).<br />

Drie der Veluwfche Steden verzetteden zich<br />

allerfterkst tegen de meergemelde Publica­<br />

tie, Harderwyk, Haitem en Elburg; de twee<br />

laatften zyn 'er de flachtoffers van geworden,<br />

en derzelver Burgers hebben 'er de bitterfte<br />

rampen van belegering , plundering en<br />

ballingfchap om bezuurd. Te harderwyk werdt<br />

op den 14 July in de Vergaadering der Gezwoorene<br />

Gemeente een voorftel gedaan, om<br />

uit naam van dat tweede Lid der Regeering dier<br />

Stad, de Publicatie, op den laatften Landdag<br />

uit»<br />

(*; Nieuwe Nttterl. 'jaari May I78Ö. bladz. 427—433-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 169<br />

uitgebragt (die in dat voorftel eene Monfireufe<br />

Publicatie genoemd, en met de Bloed-Placaaten<br />

van PHILIPS gelyk gefield werd) voor<br />

onwettig te houden en te doen intrekken; doch<br />

dat voorftel werd toen in Advies gehouden (*).<br />

Maar op den 27 Augustus, wanneer de volle<br />

Raad befchreevèn . en de Gemeente op verzoek<br />

der Burgers ook Vergaaderd was, deed de<br />

Burgery door Gecommitteerden Vertoogen en<br />

klagten, by de Gemeente, als tweede Lid van<br />

Regeering, tegen het gedrag der Gecommitteerden<br />

dier Stad op den voorigen Landdag gehouden,<br />

als hebbende mede tot de bewuste Publicatie<br />

tegen de Requesten geflemd, van welke Gecommitteerden<br />

zy verzochten, dat verantwoording<br />

zou geëischt worden: Ook werd aangedrongen,<br />

dat de bezwaaren der Burgery zouden<br />

weg genoomen, en de betwiste Publicatie ingetrokken<br />

en buiten werking gefield worden.<br />

Deeze voorftellen verzochten zy dat de Gezwoorene<br />

Gemeente by den Raad zoude aandringen,<br />

en te gelyk, uit naam der Burgery<br />

aanhouden, dat 'er geene Militie naa die, o£<br />

andere Steden in die , of andere Provintiëa<br />

zouden trekken, om de Burgers in hunne poogingen<br />

te belemmeren. Behalven de gevraagde<br />

verantwoording der Gecommitteerden,wer«<br />

den deeze verzoeken toegeftaan , en dus de<br />

(*) Nieuwe Nidetl. Jaarb. July 1786". bladz. 589-<br />

L 5<br />

be-<br />

1786.


XJ86".<br />

Voornaamlyk<br />

Hattem<br />

en Elburg.<br />

Begin der<br />

Troebelen<br />

Tan Haltent.<br />

IJO BEKNOPTE HISTORIE DES<br />

bewuste Publicatie ingetrokken en buiten werking<br />

gefteld (*).<br />

De Steden Hattem en Elburg weigerden<br />

ftandvastig, zich aan die Publicatie te onderwerpen,<br />

en hebben deswegens veelal een gelyk<br />

lot ondergaan, waar van de omftandigbeden<br />

zoo merkwaardig en menigvuldig zyn, dat dezelve<br />

een byzouder Hoofdft.uk verëifchen , dewyl<br />

ze een aanzienlyk gedeelte in de Vaderlandfche<br />

Historie van deezen tyd zullen uitmaaken.<br />

Ik zal derhal ven, het volgende Hoofdftuk<br />

daar toe befteeden, en zulks in die orde,<br />

dat ik eerst de Gebeurtenisfen van elke Stad<br />

byzonder, en dan die, welke haar beiden gemeenfchappelyk<br />

betreffen, zal vernaaien.<br />

D E R D E H O O F D S T U K -<br />

Behelzende de Gebeurtenisfen en Onlusten, de<br />

Steden Hattem en Elburg betreffende.<br />

e troebelen en wederwaardigheden der<br />

D Stad Hattem, hadden reeds, in 't voorige<br />

Jaar, een begin genoomen na den dood van<br />

twee haarer waardige Regenten : Op den 14<br />

der maand Juny was de Burgervader EOR-<br />

CHARD JOHAN DAENDELS, Schepen der<br />

Stad, by de Burgery zeer geacht en bemind,<br />

haar<br />

(*) Nieuwe NederU J/tarir. Augustus 178e. bladz, ?5i.


ONLUSTEN ra HET VADERLAND, 17*<br />

haar door den dood ontrukt, Tea blyke van<br />

die hoogachting en Liefde» begeerde de Burgery<br />

aanftonds den braaven Zoon diens braaveu<br />

Vaders tot zynen Opvolger; en de Gezwoerene<br />

Gemeente fchreef den volgenden dag na<br />

zyn Overlyden, den 15 July eenen Brief aan<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid den Prins Erfftadhouder,<br />

met een eerbiedig verzoek, dat<br />

Zyne Hoogheid zyne aandacht geliefde te<br />

vestigen op de bygevoegde Stukken (beftaande<br />

in een ExtracT: - Refolutie van Raad en Meente<br />

van 13 February 1659., en 7 Maart 1720., en<br />

daar op gevolgde bekragtiging van die laatstgemelde<br />

Refolutie door de Landfchap, van den<br />

26 April 1723 ) en geen ander Perfoou in deeze<br />

openftaande plaats te Reilen , dan die volgends<br />

's Lands Wetten, overeenkomftig het<br />

Reglement van 1750., daartoe bevoegd was,<br />

de vereischte hoedanigheden bezat, en der<br />

Burgery aangenaam was. — Ja dat zy huunen<br />

vuurigen wensen en begeerte, zoo uit hoogachting<br />

voor hunnen Overleedenen Regent,<br />

als voor zyn Nakroost, voor Zyne Doorluchtige<br />

Hoogheid geenzins konden verbergen;<br />

maar betuigden, dat niets de fmerte over hun<br />

verlies meer zou kunnen verzagten, dan datzy<br />

den oudften Zoon des Overleedenen, den Hr.<br />

èn Mr. HERMAN WILLEM DAENDELS,<br />

zyn Vaders voetftappen mogten zien drukken,<br />

en zyne plaats vervullen ; en zy durfden vrye-<br />

Jyk 'er voor verantwoorden, dat dit de wensen<br />

van<br />

1786,


]<br />

1786. ' /an byna de gantfche Burgery was. — Zy<br />

ïoopten te meer hier op, daar de Burgery nog<br />

misnoegd was wegens de bezwaaren tegen drie,<br />

n voorige Remonftantiën gemelde Heeren;<br />

waar van het echter verre was, dat zy de onmiddelyke<br />

oorzaak aan Zyne Hoogheid wilden<br />

toeichryven , maar wel aan verkeerde onder*<br />

richtingen, welke Zyne Doorluchtige Hoog.<br />

heid by het doen der verkiezinge van twee<br />

derzelven waren voorgekoomen (*).<br />

Begin der<br />

poogin^en<br />

tot heritel<br />

van misbruiken.<br />

72 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Thans begon de Burgery van Hattem met ernst<br />

aan 't weg neemen heurer bezwaaren en 't inroepen<br />

en opeisfchen haarer oude en vervallene,<br />

of in onbruik geraakte, Voorrechten te<br />

denken en te arbeiden. De zes Gilden der<br />

Stad fchreeven op den 13 February 1786. eenen<br />

Brief aan Zyne Doorluchtige Hoogheid,<br />

waar in zy betuigden,geen inbreuk op het Reglement<br />

van Regeeririg van 1750. te zullen of<br />

te moogen doen, zoo lang hetzelve zou be-<br />

Raan; en dat een brandende zucht voor hunne<br />

Vryheid en Voorrechten hen onbefchroomd<br />

maakte om Zyne Hoogheid zeer eerbiedig voor<br />

te draagen: ,, Dat de zes gewettigde Gilden<br />

het recht gehad hebben, dat ieder Gilde<br />

een<br />

(*) Nieuw Netlerl. Jaarb. July 1785. bladz. 913. Het 1,9<br />

my zonderling aangenaam, dus loflyk de gedachtenis te moo­<br />

gen vermelden van eenen Regent, met wien ik, in de Schooi­<br />

en Acadcmiejaaren ie //arderwyk, de eere gehad heb te moogen<br />

verloeren, en twee/naai z;


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 173<br />

„ een Gemeensman of Vertegenwoordiger in<br />

„ de Gezwoorene Gemeente hadt en zyne<br />

plaats, by Overlyden, verlaaten of vorderen,<br />

zelve uit de Gildebroederen vervulde."<br />

,, Dat onverschilligheid cn verval in fommige<br />

Gilden dit kostelyk Voorrecht federt eenige<br />

Jaaren deed flaapen, en het Eerzaame Collegie<br />

van Gemeenslieden, zoo uit de Gilden als uit<br />

Burgery, zoude uitgeftorven geweest zyn, indien<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid zich derzelver<br />

niet ontfermd en de openvallende plaatfen<br />

van tyd tot tyd vervuld hadt; laatende ondertusfehen<br />

aan Gilden en Burgery overvloedig<br />

tyd om de Verkiezing zelve te doen; dar. de<br />

Gilden Zyne Hoogheid voor deeze oplettendheid,<br />

zorge en moeite, zeer onderdaanig bedankten,<br />

en thans de vryheid namen om Zyne<br />

Hoogheid bekend te maaken, dat zy zich verpligt<br />

achtteden en voomeemens waren, hunne<br />

cude Rechten te rug te neemen, en de openvallende<br />

Gemeentsmans-Plaatfen zelveu uit de<br />

Gilden te vervullen (*)".<br />

Welhaast volgde de gantfche Burgery het<br />

voorbeeld der Gilden : Op den 22 derzclfde<br />

maand, den dag van Sr Pietersftoel, op welken<br />

zy gewoon was in de Kerk te vergaaderen, en<br />

waar in een fchaduw van haare Vryheid om<br />

Over haare belangen te raadpleegen, was overgebleeven,<br />

nu ook naar ouder gewoonte ver-<br />

gaa-<br />

(') Nieuwe Ncdsrl. Jaarb. February 1736. bladz. 112.<br />

17 §6.<br />

De nuigevy<br />

votgt bei<br />

voorbeeld<br />

der Gilden.


174 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

gaaderd zynde, deed de Burgery door haare<br />

Gecommitteerden een Adres opftellen en aan<br />

de Gezwoorene Gemeente inleveren; by het<br />

•welke zy te kennen gaven , dat de Burgery<br />

reeds fedett msèr dan twee Jaaren bedacht geweest<br />

was op het herftellen van haare Voorrechten<br />

, — bedoelende byzonderlyk daar mede<br />

de aanfteliing van Gemeenslieden uit de<br />

Burgery, in welke te rug te neemen de zes<br />

Gewettigde Gilden hun zoo hartelyk waren<br />

voorgegaan, en welk Recht zy thans beflooten<br />

hadden zeiven ook wederom uit te oefenen,,<br />

Ten bewyze van hun Recht daar toe, bragten<br />

zy by, dat iri 't Reglement van 1750 geen<br />

woord gemeld wordt van 't Recht van aanftelling<br />

van Gemeenslieden in de Steden Hattem<br />

en Elburg; dat gevolglyk dat Recht verbleef<br />

aan die geenen, aan welken hetzelve voor de<br />

Omwending van 1748. toebehoorde; en dit<br />

waren de Gilden en Burgery , welken het<br />

Recht van aanfteliing van Magiftraats-Leden<br />

en Gemeènslieden, federt eenigen tyd, hadden<br />

laatèn uitoefenen door de Gezwoorene Gemeente;<br />

doch voor het Jaar 1708., en tèn minftcn<br />

1705. hadt de Burgery zelve haare Regenten,<br />

zoo wel van 't eerfte als tweede Lid der Regeering,<br />

verkoozen. Dit Recht eischten zy<br />

op met deeze nadrukkelyke taal: Zorgeloosheid,<br />

onkunde en vleijery, die ons en gantsch'<br />

Nederland als betoverd hielden, maakten on9<br />

gevoelloos en blind; — de Rechten, uit den<br />

brand


ONLUSTEN i» MET VADERLAND. 175<br />

brand van 175c ontkoomen, vervielen in handen<br />

der heerschzucht, Zie daar. Wel<br />

Ed. en Eerzaame Heeren, op welk Recht de<br />

Heeren Erfftadhouderen de aanfteliing van<br />

Gemeenslieden, iedert dertig Jaaren,geoefend<br />

hebben; en op deeze zelfde gronden heruegmen<br />

wy thans, in navolging der braave Burge.<br />

ry van Elburg en de zes Gilden alhier, dit<br />

kostelyk Voorrecht en nooit vervreemd Recht."<br />

Voords verzochten zy, dat de Gezwooren<br />

Gemeente, als hunne Vertegenwoordigers, aaa<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid den Hr. Prince<br />

Erfftadhouder, in een zeer vriendelykenBrief,<br />

van dit hun voorneemen geliefden kennis te<br />

geeven; en, indien 'er, onverhoopt, door<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid Gemeenslieden<br />

uit de Burgery mogten aasgefteld worden, tegen<br />

derzelver beëediging te protefteeren, en<br />

aan dezelven althans geene Zitting te verleenen<br />

in Hun Edele Eerzaame Vergaadering. Zy<br />

ftonden in voor alle gevolgen, hinder en fchade,<br />

die uit deeze of andere zaaken, ten hunnen<br />

nutte aangewend, mogten voortvloeijen,<br />

beloovende alle trouwe hulpe en byftand, die<br />

een Burgery aan zyne braave Vertegenwoordigers<br />

kon en moest verleenen (*).<br />

Tot hiertoe was 'er niets gevolgd op het<br />

verzoek der Gezwoorene Gemeente, by den<br />

Brief van den 15 July des voorigen Jaars aan<br />

den<br />

O Siiltwi Neder!, Jaarb. February 1786, bladz, no.<br />

1736.<br />

De Gezw.<br />

Gemeente<br />

zendt eene<br />

Commisfie<br />

aan den<br />

Prins op *j<br />

LOQ.


Sene tweede<br />

Schepens en<br />

Raadsplaats<br />

opengevallen.<br />

Op verzoek<br />

der Burgery<br />

ilelt de Gezwoorene<br />

Gemeente<br />

eenen Magiftraat<br />

ad<br />

interim aan.<br />

176 BEKNOPTE HISTORIE nu*<br />

den Prins Erfftadhouder gedaan om de Sdie*<br />

pens-Plaats te vervullen; waarom Hun Edele<br />

Eerzaame den 1 February eene Commisfie aan<br />

Zyne Hoogheid, thans op het Loo zynde,<br />

zonden, om op eene fpoedige voldoening van<br />

dat verzoek aan te dringen; aan welke Commisfie<br />

de Hr. Stadhouder mondelyk verklaarde 3<br />

dat niet alleen alle moogelyken fpoed zoude<br />

,, maaken om de openftaande Schepens- en<br />

,, Raads-Plaats te vervullen, maar ook zoda-<br />

„ nig bevoegden Perfoon te zullen verkiezen,<br />

„ die aan de Burgery aangenaam was, en dat<br />

„ altyd zou trachten, zoowel aan de Burgerv<br />

,, van Hattem, ais aan die van andere Steden<br />

genoegen te geeven (*)."<br />

Terwyl men met ongeduld op de vervulling<br />

deezer toezegging wagtte, viel 'er op den 2<br />

May eene tweede Schepens en Raadsplaats<br />

open door 't Overlyden van den Heer R. A.<br />

VAN WYNEN; waarom de Gezwoorene Gemeente<br />

zich by Requeste by de Heeren Staaten<br />

der Provintie vervoegden , met verzoek om<br />

den Heere Stadhouder tot de vervulling der<br />

openftaande Posten te beweegen.<br />

Op den dag te vooren, den t May, waren<br />

alle de Leden van den Magiftraat uit de Stad<br />

gegaan, zonder dat men den tyd hunner terugkomst<br />

wist; om welke reden de vergaaderde<br />

(*) Nieuwe Nederl. Jaarb. Aug. 1785. b!adz 765.<br />

(f) Ibid. Augustus j^Sö. bladz. 76O.<br />

Bur-


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 177<br />

Burgers zich door hunne Gecommitteerden ,*<br />

tot de Gezwoorene Gemeente vervoegden, en<br />

aan dezelve te kennen gaven, dat alle de Le­<br />

den van den Magiftraat dien morgen uitdeStad<br />

vertrokken waren , dezelve Regeeringloos ge-<br />

laaten hadden, en dus het beltuur der Juftitie<br />

en het beftier der Stad op Gods genade lieten<br />

dry ven ; en dat op een tyd en dag als deeze,<br />

waarop, wegens het verhuizen als anders, dik*<br />

wyls Arresten ,en andere gerechtelyke zaaken<br />

konden voorvallen; weshalven zy inftantelyk<br />

verzochten, dat de Gezwoorene Gemeente,<br />

als hunne getrouwe, en thans eenige, Verte­<br />

genwoordigers, eenen Magiftraat en Raad ai<br />

interim geliefden aan te ftellen, en tot gerief<br />

der Burgery en Ingezeetenen, en tot algemeen<br />

welzyn, uit Hun Ed. en Eerz. midden twee<br />

Prefident Burgemeesteren en Schepenen, die<br />

teffens Raaden zouden zyn, te verkiezen ,om»<br />

geduurende de afweezigheid des Magiftraats,<br />

derzelver plaatfen te bekleeden, en Recht en<br />

Gerechtigheid te oefenen, met al zulke magt<br />

en gezag, als den gewoonen Magiftraat en<br />

Raad toekwam; en dat hier van by Publicatie<br />

aan de Burgery zou kennis gegeeven worden»<br />

Dit verzoek der Burgery werd toegeftaan , en<br />

overeenkomftig hetzelve door Gezwoorene Ge­<br />

meente beflooten en gehandeld.<br />

Zes dagen daarna, op den 7 May keerden<br />

de Burgers zich wederom met een Adres tot de<br />

Gezwoorene Gemeente ; bedankte dezelve voor<br />

M hun-<br />

1786*'*<br />

AJrcs der<br />

Bujgery aWf<br />

de Gezw.<br />

Gemeente,<br />

om liui*


1786. 1<br />

wetiig<br />

ltcclit uit te<br />

oefenen enz.<br />

l?8 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

hunne trouwe en hartelyke verkleefdheid aara<br />

hunne dierbaare belangen, op den eerften dag<br />

dier maand betoond; en gaven te kennen, dat<br />

de Magiftraat zich fcheen toe te leggen, om<br />

niet alleen met de magt, hun door de Burgery<br />

verleend, maar ook door een gedeelte van 't<br />

Gezag aan de Gezwoorene Gemeente wettig<br />

toekoomende , het herftel der Rechten deezer<br />

Stad, zoo niet ondoenlyk te maaken, ten minfte<br />

zoo veel mogelyk te verhinderen; zelfs<br />

fchroomde de Burgery niet zich te verklaaren,<br />

dat zy niet tWyfelde, of fommige Heeren van<br />

de Magiftraat, die zich nu en dan reeds vry<br />

fterk ten nadeele van hun ondernoomen herftel<br />

en de yverigfte Voorftanders hadden uitgelaaten,<br />

zouden alle moeite aanwenden om een<br />

vast Guarnizoen in de Stad te brengen; ten<br />

einde de billyke Volkflem , even als te Amersfoort,<br />

zoo moogelyk te fmooren, en de Burgery te doen<br />

zuchten onder een yzeren Jok van Militaire overheerfching<br />

, en te brengen tot den ftaat van<br />

hunne ongelukkige Arnhemfche Landgenooten.<br />

— Uat het Gode behaagd hadt, hunne twee<br />

beste Volksvrienden hun te ontrukken, en nu<br />

flechts drie Heeren van den Magiftraat met hunne<br />

huishouding geftadig tegenwoordig waren,<br />

en gevolglyk de Stad woest, zonder orde, Juftitie<br />

en Politie moest blyven, zoo lang de ledige<br />

Plaatfen open ftonden; dewyl drie Heeren,<br />

al waren ze allen tegenwoordig, geen wettig<br />

Befluit konden neemen. >~ Dat ds Hr. Erfftad><br />

hou.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 17$<br />

houder, hoewel bezwooren hebbende hunne<br />

Voorrechten en Rechten te zullenhandhaaven,<br />

evenwel eene openRaande Plaats in den Raad<br />

meer dan 9 Maanden durfde openlaaten, tegen<br />

de letter van deezer Stads-Reglementen van<br />

1705., 1708., en 171Ï., die zeggen, dat eene<br />

openvallende Plaats in de Magiftraat binnen vier<br />

of zes weeken moet vervuld worden / — en dat het<br />

thans hoog tyd was, dat de Gezwoorene Ge­<br />

meente, even als die van Zutphen en Arnhem,<br />

toonde, een Collegie van Regeering te zyn,<br />

geheel onafhangelyk van den MagiRraat, en<br />

naamens de Burgery met evengelyke magt als<br />

de MagiRraat bekleed, uitgezonderd het be-<br />

ftier der Juftitie en Politie ; welk laatfte wilde<br />

zeggen , het dagelyks beftier der Stad omtrent<br />

geringe zaaken.<br />

Alle welke zaaken de Burgery zich verplicht<br />

achtte Hun Ed. en Eerzaame onder het oog te<br />

brengen, en te verzoeken : „ Dat Hun Wel<br />

Ed. en Eerzaame alle gepaste middelen gelief­<br />

den in 't werk te ftellen, en zoo moogelyk te<br />

bewerken, dat de twee openftaande Plaatfen<br />

in de Magiftraat ten eerften vervuld wierden<br />

met Perfoonen der Burgery aangenaam, en uit<br />

de gegoedfte, vroedfte, en rekkelykfte der be-*<br />

voegde Burgers. — Dat Hun Ed. en Eerzaame<br />

zich ten eerften vervoegden aan den Wel Ed.<br />

en Achtbaare Magiftraat, en verklaarden, d3t<br />

zy, als tweede Lid van Regeering ftaande hiel­<br />

den, dat aan Hun de helft in alle zaaken van<br />

M 2 Re-<br />

1786.


1786.<br />

a-fio BEKNOPTE HISTORIE fixrf<br />

Regeering toekwam, uitgezonderd het bellier<br />

der Jufütie en Politie; en dat de Gezwoorene<br />

Gemeente by provifie protefteerde en voor<br />

nul verklaarde al het geen de Magiftraat, ia<br />

zaaken de Gezwoorene Gemeente mede betreffende,<br />

buiten dezelve mogte befluiten, of<br />

goedvinden in 't werk te ftellen ; met voorbe.<br />

houding van al 't geen aan de Gezwoorene<br />

Gemeente tot handhuaving van haar wettig<br />

Recht dienftig en oorbaar zou voorkoomen: —<br />

Dat mede geliefden te befluiten, en aan de<br />

Magiftraat kennis te geeven, dat de Gezwoorene<br />

Gemeente op verzoek der Burgery, verklaarde,<br />

niette kunnen lyden,dat 'er, zonder<br />

haare byzondere toeftemming, Krygsvolk binnen<br />

koome, onder wat voorwendzel het ook<br />

zy; maar dat de Burgery alle poogingen om<br />

de Stad met Krygsvolk te beleggen , zou moeten<br />

houden voor een daad van openbaar geweld ,<br />

baar door byzondere Perfoonen aangedaan ,<br />

die daar door zouden vervallen in de misdaad<br />

van verraad en gekwetfte Majefteit;alzoo geen<br />

Krygsvolk mag worden ingenoomen of aangebragt,<br />

zonder byzondere toeftemming van de<br />

Magiftraat en Gezwoorene Gemeente (*). Alle<br />

welke zaaken de Gezwoorene Gemeente aan<br />

den Magiftraat heeft voorgehouden in een nadrukkelyk<br />

Adres,waar van ik ftraks naderfpreeken<br />

zal. i<br />

(•) Nitvwt NediïU Jearh May 1786, bladz. 436—440»,<br />

Daar;


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. iSr<br />

Daar nu de weg tot herftel van hunne be.<br />

zwaaren by de Staaten te zoeken , door de bo.<br />

vengemelde Publicatie tegen de Requesten,<br />

hun ten eenemaal was afgefneeden, zoo ver­<br />

voegden de Burgery en Gemeente zich weder­<br />

om tot den Prins Erffladhouder met eenen<br />

Brief van den 13 Juny ; waar in zy na het<br />

voorflellen van den beklaaglyken ftaat der Stad<br />

Hattem, als door 't Overlyden van twee, en<br />

de geduurige afweezigheid van drie, Leden<br />

van den Magiftraat, byna geheel van Regen­<br />

ten beroofd was, en in gevaar van aan geheele<br />

verwarring en Regeeringloosheid bloot gefteld<br />

te worden, Zyne Hoogheid voor 't laatfte aan­<br />

maanden, om hoe eer hoe beter, ten minften<br />

voor den afloop van die Maand, aan de be­<br />

geerte der Burgery en Gezwoorene Gemeente<br />

te voldoen, en de openftaande Raadsplaatfen<br />

te vervullen; met verklaaring, dat zy anders<br />

zich genoodzaakt zouden vinden, om tervoor-<br />

kooming van eene geheele Regeeringloosheid,<br />

en om niet langer het beftier der Stad door<br />

zulk een klein getal Perfoonen te laaten uitoe­<br />

fenen , alle zodanige middelen te beproeven en<br />

in 't werk te ftellen, die de Wetten deezer<br />

Provintie en der' Stad Hattem zouden aan de<br />

hand geeven.<br />

Met opzigt tot de, boven meermaal gemel­<br />

de, Publicatie der Staaten, waardoor byna al<br />

het requeftreeren van Burgers en Ingezeetenen<br />

omtrent Lands en Stads zaaken, op ftraffe van<br />

M 3 cri-<br />

1=780".<br />

Biief der<br />

Burgers siau<br />

den Stadhouder.<br />

De Cezw.<br />

Gemeente<br />

verklaart het<br />

geen de Alayiftiaatverricht<br />

heeft


178(5.<br />

vóór informeel<br />

, nul,<br />

en van onwaarde.<br />

Nadrukte,<br />

lyk Adres<br />

der Gezw.<br />

.Geineeiue<br />

nnn den<br />

Magiftraat<br />

i..'g:ievcrd.<br />

r.8a BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

crimineele vervolging verbooden was; namen<br />

de Gezwoorene Gemeenten op den 24 Juny<br />

een Beftuit, aangezien de Heeren van de MagiRraat<br />

maar drie Leden fterk waren, die de<br />

voorfz. Publicatie hadden doen afkondigen,<br />

en daar het ten duidelykRe zigtbaar was, dat<br />

dezelve regelregt inliep tegen de Rechten van<br />

een vry Volk; Hun ongenoegen voor den Magiftraat<br />

open te leggen, en het geen door dezelven<br />

verricht is in deezen, voor informeel ,<br />

kragteloos, nul cn van onwaarde te houden (*).<br />

Ingevolge de Verzoeken, te meermaalen,<br />

en byzonderlyk op den 7 of 8 May, hier voor<br />

gemeld, door de Burgery aan de Gezwoorene<br />

Gemeente gedaan , leverde dit Collegie een<br />

zeer nadrukkelyk Adres in by den Magiftraat,<br />

waar uit ik niet kan nalaaten eenige trekken by<br />

te brengen, ten einde aan de Nakoomelingfchap<br />

gelegenheid te geeven om te oordeelen<br />

of de moedige Burgers van Hattem hunne<br />

Rechten bondig betoogd, dan of zy ongelyk<br />

gehad, hebben.<br />

De Gezwoorene Gemeente betuigt aan den<br />

Wel Ed. en Achtbaaren Magiftraat, zich verpligt<br />

te rekenen, om te kennen te geeven,<br />

dat het 'er verre van daan was, dat zy meer<br />

gezag zouden begeeren, dan Hun Eerzaamen<br />

wettig toekwam; maar ook om te vraagen:<br />

Waar is Ons Gezag, dat Ons van ouds wettig<br />

toekomt? Zoo 'er zaaken zyn, waar in het recht<br />

Q) Nieuwe Neder!. Jaarb. Juny 1786. bladz. 5S3,<br />

der


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 183<br />

der Gemeente erkend wordt, moeten wy ons I78


184 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Ed. en Achtbaare Heeren, niet fchroomen te<br />

verklaaren; dat het der Gezwoorene Gemeente —<br />

in haare ziele fmert, te moeten verneemen, dat een<br />

vry Volk, dat zich ten koste van zyn bloed van<br />

het Spaanfche Tyrannifche juk ontdaan heeft, door<br />

hunne Vertegenwoordigers, die het Gezag niet anders<br />

dan uit naam en van wegen hun uitoefenen ,<br />

een bal in den mond -geflopt en Jlom gemaakt wor~<br />

den, om daar doof hunne Klaag- en Smeekjlem,<br />

omtrent gewigtige zaaken te fmooren. — Wy doelen<br />

op het Arrcfteeren by de Landfchap van de<br />

beruchte Publicatie, alhier den 28 May gepubliceerdj<br />

en by welke in 't vervolg niets minder<br />

dan crimineele vervolging bedreigd wordt<br />

tegen zodanige Verzoekers, als de Tekenaars<br />

der Nationaale Requesten, zoo op die, als op<br />

eenige voorige Vergaadering geprefenteerd,<br />

en waar by NB. een generaale Amnestie voor<br />

al het misdaadige, daar door reeds gepleegd,<br />

werd aangekondigd.<br />

Hoe kan het moogelyk zyn (dus vervolgen<br />

zy) dat zulke billyke verzoeken, als onder<br />

anderen, dat, tot redres en revideering van een<br />

Regeerings - Reglement, dat zoo zeer tegen onze<br />

Conftitutie aandruifchende verklaard werd, als<br />

misdaadig wordt befchouwd; indien daar in een<br />

misdaad geleegen is; zoo rekent de Gezwoorene<br />

Gemeente het zich eene eere, te verklaaren<br />

, dat zy dan Misdaadigers willen zyn en<br />

blyven; want alhoewel bezwooren hebbende,<br />

dat voorfz. Reglement te zullen naleeven, zoo<br />

oor*


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 185<br />

oordeelt de Gemeente, het haar echter volkoomen<br />

vry te ftaan, zonder krenking van dien<br />

Eed, hunne gedachten nopens de tegenftrydigheid<br />

in het zelve te moogen uiten; en vertrouwen,<br />

daar zy het tweede Lid deezer Stads<br />

Regeering uitmaaken, zy nimmer in dat aanzien<br />

kunnen koomen van Minderjaarige, fchamele,<br />

en bedeelde Perfoonen.<br />

Dan aangemerkt hebbende, dat de verpligting<br />

tot flipte onderhouding van 't Reglement<br />

van 1750. even fterk is aan de zyde des Stadhouders,<br />

als van die der Ingezeetenen, als van<br />

wederzyde bezwooren zynde; zoo toonen zy<br />

in verfcheidene (tukken hoe hetzelve, van de<br />

zyde des Stadhouders van tyd tot tyd overtreeden<br />

was; dit alles vraagswyze voorftellende,<br />

vraagen zy eindelyk. ,, Daar dit alles, Wel<br />

Ed. Achtbaare, door niemand kan ontkend worden<br />

waar te zyn , hoe is 't dan moogelyk, dat de<br />

Teekenaars van Nationaale Requesten, als Mis.<br />

daadigers kunnen befchouwd worden, Pardon ontvangen<br />

, en verder bedreigd worden met crimineele<br />

proceduuren?" Daar nu mede door de Burgers ea<br />

Ingezeetenen deezer Stad, het zelfde verzoek<br />

gedaan was, zoo vondt de Gezwoorene Gemeente,<br />

zich in de volftrekte verplichting,<br />

zich deeze zaak aan te trekken en Heilig te<br />

verklaaren : ,, Dat zy deeze Publicatie hield als<br />

een diretl Attentaat op de natuurlyke en Confiitutioneele<br />

Rechten tn Voorrechten der Burgery, en<br />

v a n<br />

M 5<br />

1786.


1736.<br />

Kader Befluit<br />

der<br />

Burgery om<br />

de openftaandeRaadsplaatfen<br />

te vervullen.<br />

186 BEKNOPTE HPSTORIE DER<br />

van dien aart, dat dezelve noodwendig de ernjligfie<br />

gevolgen moest na zich Jleepen." Voords op alles<br />

aandringende, wat de Burgery, in haar Verzoekfchrift<br />

aan de Gezwoorene Gemeente,<br />

van dezelve begeerd hadt (*).<br />

Ondertusfchen was de maand, binnen welker<br />

afloop de Burgery aan den Hr. Stadhouder verklaard<br />

hadt te verwagten, dat de twee Raads-<br />

Plaatfen zouden vervuld worden, reeds geheel,<br />

en de volgende meer dan half verloopcn,zonder<br />

dat de openftaande Plaatfen vervuld waren; waarom<br />

de Gecommitteerden der Burgery,indezaake,<br />

de twee openftaande Schepens-Plaatfen betreffende,<br />

de gantfche Burgery,op den 17 July<br />

by een riepen om van hunne verrichtingen Raport<br />

te doen ; by welke gelegenheid de vergaaderde<br />

Burgers beflooten en vast fielden: „Dat,<br />

aangezien uit het Rapport van Gecommitteerden<br />

gebleeken was, dat de Hr. Erfftadhouder kon<br />

goedvinden de twee Vacaturen in de Magiftraat,<br />

niet tegenftaande alle inftantiën van Gemeente<br />

en Burgery, tot dien tyd toe onvervuld<br />

te laaten, en met zynen duurbezwoorenEed,<br />

het welzyn der Stad, en hunne Voorrechten, als<br />

een Souvrain Oppervorst, te handelen naar zyn<br />

wil en welgevallen, de Burgery andermaal zou<br />

vergaaderen over 14 dagen, en als dan eindelyk<br />

befluiten , welke meest Conftitutioneele<br />

mid-<br />

{") Dit Adres, welk in zyn geheel, verdient geleezen te<br />

woiden, is te vinden in de flituwe Nedtrl. Jaarb. Ju!p<br />

??8ö, bladz. 500—597,


ONLUSTEN m HET VADERLAND. 187<br />

middelen zouden moeten in 't werk gefield<br />

worden, om de twee openftaande Plaatfen in<br />

de Magiftraat te vervullen (*)".<br />

Eindelyk kwam 'er tyding in, dat de Prins<br />

Erfftadhouder eene der openftaande Schepensen<br />

Raads-Plaatfen vervuld hadt met den Perfoon<br />

van ALEERTÜS D I N c K G R E V E , die tot<br />

hier toe onder des Prinfen Lyfwagten (Garde<br />

du Corps genaamd) gediend hadt. Hier over<br />

waren de Burgers zeer misnoegd en verontwaardigd;<br />

te meer als zy zich herinnerden,<br />

dat Zyne Hoogheid nog onlangs aan hunne<br />

Commisfie op het Loo beloofd hadt, de openftaande<br />

Plaats te zullen vervullen met zodanig<br />

bevoegd Perlbon, die der Burgery aangenaam<br />

was; daar zy deezen Perfoon geenzins hielden<br />

voor een van de gegoedften en vroedften der<br />

Ingezeetenen , zoo als de Reglementen en<br />

Voorrechten vorderden; dewyl zy niet konden<br />

onderftellen, dat een Perfoon , die zynen tyd<br />

in Krygsdienst hadt moeten doorbrengen, eene<br />

genoegzaame kennis van Stads Rechten- en<br />

Regeeringszaaken kon hebben. Hierom vonden<br />

zy ook goed, op den 7 Augustus, om den<br />

Perfoon van ALBERTUS DINCKGREVE onbevoegd<br />

te verklaaren tot het bekleeden van<br />

dien aanzienlyken Post van Regeering in hunne<br />

Stad, en gevolglyk, die gedaane aanfteliing<br />

voor nul en van onwaarde te houden: En de<br />

Magiftraat en Gezwoorene Gemeente te verzoe-<br />

(*) NUtiwe Stierf. Jaarb July ijff& bkdz. 59S.<br />

1786.<br />

Een Garde<br />

du Corps,<br />

tot Schepnt<br />

aangeftetd,<br />

wordt door<br />

de Burgery<br />

geweigerd.;


1786".<br />

De Stad in<br />

Iteat van<br />

verdeediging<br />

gefield.<br />

188 B E K N O P T E H I S T O R I E DER<br />

zoeken , om eene Commisfie uit haar midden<br />

te benoemen, die met eene Commisfie uit de<br />

Burgery zou onderzoeken: „ Welke Conftitu-<br />

„ tioneele middelen en wegen, dienden in 't<br />

„ werk gefteld, cm de twee openftaande Plaat-<br />

fen, in de Magiftraat, met bevoegde Per-<br />

„ foonen vervuld te krygen." Ingevolge van<br />

dit Befluit der Burgery werd de beëediging van<br />

den Hr. DINCKGREVE, om welke te doen<br />

de Hoofdfchout, Jonkheer BENTTNCK, den<br />

volgenden dag in de Stad kwam, tegen gehou­<br />

den. De andere Raadsplaats , welke Zyne<br />

Hoogheid aan den Burger-Vaandrig MEY-<br />

LINCK hadt opgedraagen , bleef ook open<br />

ftaan, dewyl die Heer daar voor bedankte (*><br />

Na zodanige fterke flappen, als waren het<br />

weigeren van de Publicatie der Staaten te eer­<br />

biedigen, en de aanfteliing van den Schepen<br />

en Raad, door den Prins Stadhouder gedaan,<br />

voor bevoegd en wettig te erkennen, verwagt-<br />

te de Burgery van Haitem, dat 'er Krygsvolk<br />

naa de Stad zoude gezonden worden, om bei­<br />

den met den gewapenden Arm door te dringen<br />

en ftaande te houden; waarom zy zich in ftaat<br />

van tegenweer zochten te ftellen, en de noo-<br />

dige toebereidfelen daar toe maakten. Tot dat<br />

einde tradt de Krygsraad in onderhandeling<br />

rpet eene aanzienlyke Commisfie van eenige<br />

Genootschappen in de nabuurfchap, benevens<br />

{*) Nieuwe tifdtrl. Jtati. 17S6, biadü, -67,<br />

de


ONLUSTEN IN HET VADERLAND, i&p<br />

de Elburger Schuttery en een kundig Ingenieur,<br />

over een Ontwerp van verdeediging en fchikkingen<br />

tot onderlingen byftand; de Krygsraad<br />

vervoegde zich tot den Magiftraat om het noodige<br />

in orde te doen brengen; doch Hun Ed.<br />

Achtbaare weigerden daar over te beraadflaagen;<br />

maar de Gezwoorene Gemeente bewilligde<br />

daar in; en ingevolge daar van begon eene<br />

behoorlyke Burgerwacht dagelyks op te trekken,<br />

en aan de Poorten werden Schildwachten<br />

uitgezet; daar werd een nieuwe Wal opgeworpen;<br />

in een byliggend Meertje werd een<br />

Dam gelegd , gelyk ook in het loopend Riviertje<br />

de Strenk: Ook werden 'er rondgaande<br />

Brieven om hulp van Manfchap aan de Gewapende<br />

Genootfchappen en Vry-Corps der andere<br />

Provintiën gezonden, en van dezelven<br />

kwamen van tyd tot tyd verfcheidene Benden<br />

derwaards ; voornaamelyk na dat bekend geworden<br />

was , dat verfcheidene Regimenten<br />

Krygsvolk te Nymegen en Arnhem in Bezetting<br />

zynde, orders hadden om op te trekken. Ondertusfchen<br />

werden veel Krygsbehoeften van<br />

Jmfterdcim en elders derwaards gevoerd; en de<br />

Krygsraad werd des Avonds van den 28 Augustus<br />

door Raad en Gemeente gemagtigd:<br />

j,, Om de noodige Toebereidfelen te maalftn<br />

„ tot tegenftand, en alle Krygsgeweld te kee-<br />

„ ren ; gelyk ook om het aanrukkende Krygs<br />

„volk te verbieden, het Grondgebied der<br />

J } Stad te fchenden, en te verklaaren, dat zy,<br />

» die<br />

178Ö*


J786.<br />

De Gezw.<br />

•Gemeente<br />

fchryven<br />

twee Brieven<br />

aan de<br />

Staaten.<br />

ïpo BEKNOPTE HISTORIE DEJI<br />

„ dit doende, als Vjanden zouden befchouwd<br />

,, en behandeld worden." Zoo haast als 'er<br />

tyding kwam van daadelyken aanmarseh van<br />

Krygsvolk, werd 'er alarm geflaagen, en alle<br />

Manfchap kwam onder de Wapenen, elk op<br />

zynen aangeweezen Post, en de Conflapels<br />

werden by het Gefchut geplaatst.<br />

Onder alle deeze Toebereidfelen fchreef de<br />

Gezwoorene Gemeente twee Brieven, beiden<br />

van den 30 Augustus, aan de Staaten van Cel.<br />

derland, ten einde het nitvoeren van geweldige<br />

maatregelen aan wederzyden, ware het moogelyk,<br />

nog voor te koomen: In den eerften<br />

gaven zy kennis, dat de Hr. Stadhouder de<br />

bekende openftaande Plaatfen in den Magiftraat<br />

hadt zoeken te vervullen met twee Perfoonen,<br />

waar van de eene bedankt hadt, en de ander,<br />

zynde den Perfoon van den Garde du Corps,<br />

ALBERTÜS DINCKGREVE, die der Burgery<br />

gantsch onaangenaam was, en geheel ongefchikt<br />

en onbevoegd tot Raad der Stad, als<br />

een Perfoon , in welken, door zynen Militairenftand<br />

van Lyfwacht, volftrekt niet kon<br />

onderfteld worden, in ftaat geweest te zyn om<br />

die kundigheden, en ervaarendheid in de tegenwoordige<br />

hachlyke omftaudigheden in een<br />

Regent noodig, te verkrygen; hoedanigheden,<br />

dte Hun Fd. Moogende zelve in de Publicatie,<br />

onlangs gedaan, in Eurgers en Ingezeetenen<br />

eischten,die zich met'sLands zaaken bemoeiden.<br />

Waarom zy, behoudens de Rechten en<br />

Voor»


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 101<br />

Voorrechten der Burgers, inftantelyk verzochten,<br />

dat de Hr. Stadhouder door Hun Ed. Moogende<br />

mogt worden gelast, om binnen den tyd<br />

van veertien dagen, zodanige Perfoonen en<br />

Leden der Burgery tot Schepenen aan te ftellen,<br />

welke aan dezelve aangenaam, en naar<br />

'sLands en Stads Rechten en Voorrechten volkoomen<br />

bevoegd waren , en onder de gegoed,<br />

fte, beste en vroedfte konden gerekend worden.<br />

De andere Brief was ingericht, om te kennen<br />

te geeven , dat de Gezwoorene Gemeente<br />

in 't zekere onderricht was, dat eenige Troupen<br />

Krygsvolk reeds order hadden , of Ronden<br />

te krygen, om uit Doesburg, Zutphen, of elders<br />

naa de Stad Hattem te trekken, om de<br />

rust en veiligheid in de Stad te bezorgen en de<br />

Juftitie te handhaaven; maar dat zulks onnoo*dig<br />

was, om dat aldaar geen de minfte wanorde<br />

bevonden werd; en dat de Gezwoorene Gemeente<br />

en Burgery zich daar door grootelyks<br />

verkort en verhinderd zouden zien , in het<br />

herftellen hunner oude en verdonkerde Rechten<br />

en Voorrechten. Waarom zy verzochten<br />

en aandrongen, dat Hun Ed. Moogende<br />

tot dien allergewigtigften en bedenkelykften<br />

ftap nimmer geliefden over te gaan, of daar<br />

toe te befluiten ; maar liever zorge te dra3gen,<br />

dat buiten goedvinden van de Gezwoorene Gemeente<br />

en Burgery, en buiten derzelver verzoek,<br />

geene Militie derwaards gezonden wierde,


1786.<br />

Befluit der<br />

Staaten om<br />

Krygsvolk<br />

naa Halton<br />

en Elburg<br />

te doen<br />

VieKken.<br />

192 BEKNOPTE HISTORIE DÏK<br />

de, het zy om Guarnizoen te houden, of ar><br />

derzins; met verklaaring, dat, in tegengefteM<br />

geval, zy zich daar tegen zouden verzetten,<br />

en van die middelen bedienen, welke God en<br />

de Natuur hun gefchonken hadt, tot afweering<br />

en fluiting van die onheilen , welke geheel<br />

Nederland en byzonder die Provintie, fcheenen<br />

te bedreigen; laatende de droevige gevolgen<br />

daar van voor rekening der bewerkers (*).<br />

Deeze Brieven vonden geen ingang by de<br />

Staaten; maar fcheenen veelêer gediend te<br />

hebben om de uitvoering der voorgenoomene<br />

ftrenge maatregelen te verhaasten ; want op<br />

den volgenden dag, den 31 Augustus vonden<br />

Hun Ed. Moogende goed, dat, in de eerde<br />

plaats, Zyne Hoogheid als Kapitein Generaal<br />

dier Provintie zou verzogt worden om, zoo<br />

fpoedig moogelyk, een bekwaam getal Krygs•<br />

volk, met al het noodige voorzien, onder het<br />

beleid en bevel van een bekwaam Officier naa<br />

de Steden Hattem en Elburg te zenden, om aldaar<br />

Guarnizoen te houden en tot nader order<br />

te blyven, met last aan den Bevelhebbenden<br />

Officier, om, des noods, indien onverhoopt<br />

eenigen tegenfland mogt ontmoeten, geweld<br />

met geweld te keeren (f). Die Befluit werd<br />

ten zelfden dage aan den Kapitein Generaalgezonden<br />

, met eenen korten Brief, waar in<br />

(*) Nieuwe Nederl. 'faarb. Aug. 17S6.bla.l2, 768-775»<br />

(t; ll'ti. Augintus rSS. blad*;. 7yj,


ONLUSTEN iv «ET VADERLAND, iój<br />

Zyne Hoogheid verzocht en aangefchreeven<br />

werd, om zoo fpoedig doenlyk.aan den inhoud<br />

van dat Befluit te voldoen (*). Ook fcbreeven<br />

de Staaten eenen Brief van gelyken inhoud aafl<br />

de Regenten der Steden Hattem en Liturg, op<br />

dien zelfden dag van 31 Augustus, waar in zy<br />

aan dezelve kennis gaven van dit genomene<br />

Befluit; met aanbeveeling en last, om niet alleen<br />

tot het inneemen en plaatfen van gemelde<br />

Troupen , alle moogelyke gemakkelykheid toé<br />

te brengen; maar ook om de Burgers en Ingezeetenen<br />

tot rust en vrede te vermaanen , tn<br />

zich tegen de orders 3er Straten niet verder te<br />

verzetten (f).<br />

Aan deeze emftige aanöaaning gaven de Re­<br />

Weïgerïi<br />

d-r 'i\td<br />

genten van Hattem geen gehoor; maar fehreeven<br />

op den 1 September nog eeuen Brief aart<br />

de Staaten, waar by zy te kennen gaven ,geene<br />

Inkwartiering in deeze tydsomRandigheden te<br />

kunnen toelaaten, voorneemens waren geweld<br />

met geweld te keeren, en daarom Hun Ed.<br />

Moogende op het dringendfte verzochten , ten<br />

einde de droevige gevolgen daar van voor te<br />

koomen, dat Hoogstdezeiven, indien ordersdaartoe<br />

mogten gegeeven hebben , dezelven<br />

daadelyk geliefden in te trekken, en de Troupen<br />

te gelasten om halte te houden en de Stad<br />

niet te naderen (§_). Het<br />

(*) Nieuw: Nederl. Jaarb. Augustus tjZCr. KadZ. ?$»<br />

(J) Ibid. Augustus 1786. bladz. 704.<br />

(^) lb\d. September bladz, «7j.<br />

N<br />

178*


ï94 BEKNOPTE HISTORIE DIR'<br />

Het gerucht hier van vloog fpoedig door hefi<br />

Ve-zock.<br />

fchiifien aan gantfche Land, en maakte eene groote bewee-<br />

de Srarucn ging in verfcheidene Provintiên en Steden;<br />

van Hollend.<br />

byzonderlyk in de Provintie van Holland, waar,<br />

in verfcheidene Steden, door veele Burgers,,<br />

zoo gewapende als ongewapende, en verfcheidene<br />

Genootschappen Verzoekfchriften aan de<br />

Staaten dier Provintie werden ingeleverd, omte<br />

verzoeken, dat 'er geen Krygsvolk ter be»<br />

taaling van Holland flaande, naa eenige Steden<br />

gezonden wierden om derzelver Burgers en Ingezeetenen<br />

, in 't handhaaven van hunne Rechten<br />

en Voorrechten te hinderen. In Amjlerdam<br />

hadt men zoo ras in de Nieuwspapieren niet<br />

geleezen, dar 'er Krygsvolk naa Hattem en<br />

Elburg in aantogt was, of zou gezonden worden<br />

, of daar werd een Verzoekfchrift daar tegen,<br />

op twee plaatfen, tot Teekening gelegd,<br />

fpoedig door 500 Burgers onderteekend, en<br />

den volgenden morgen met het openen van de<br />

Poort naa 's Hage gezonden (*); waar by naderhand<br />

nog twee Verzoekfchriften kwamen ,<br />

door nog grooter getal van Burgers en Ingezeetenen<br />

onderteekend. Deeze Verzoekfchriften<br />

hadden het gewcnschte gevolg. Aanflond3<br />

werd by Hun Ed. Groot Moogende beflooten,<br />

om geen Krygsvolk, ter betaaling van Holland<br />

ttaande, ergens, waar 't ook zy, tegen Burgers<br />

:e gebruiken, van dit Befluit kennis te geeven<br />

aan<br />

(*) Nieuwe Nided, 'jaarb. Augustus bla d; 823, '


ONLUSTEN IN H Ï T VADERLAND. 195*<br />

aan Zyne Hoogheid ten einde en met last om<br />

geene Patenten uit te geeven ; en aan de Bevelhebbers<br />

der Regimenten te gebieden, op<br />

geene orders van die natuur acht te geeven en<br />

eenige Troupen te doen optrekken, op RrafFe<br />

van bet hoogfte ongenoegen van Hun Ed. Gr.<br />

Moogende en oogenblikkelyke berooving van<br />

hunne Soldyen (*).<br />

Een verzoek van gelyken aart, als in de gemeide<br />

Requesten vervat was, deeden de Burgers<br />

van Hattem, aan de Staaten van Overysfe!<br />

in eenen Brief van den 2 September, waar in<br />

zy te kennen gaven, dat ze met een geweldig<br />

Befluit van hunne Heeren Staaten van Gelderland<br />

bedreigd werden, en daarom Hun Ed.<br />

Moogende eerbiedig en inftantelyk verzochten,<br />

om het daar heenen te willen bellieren, dat<br />

'er geene Troupen ter betaaling van Overysfel<br />

ftaande , tegen hunne Stad gebruikt wierden (f).<br />

Eindelyk deeden die zelfde Burgers nog eene<br />

laatfte pooging om 't optrekken der Troupen<br />

tegen die Stad voor te koomen, by gelegenheid<br />

van 't opligten van eenen Officier : Zy<br />

hadden naamelyk den Kapitein S P E N G L E R ,<br />

den Zoon van den Generaal S P E N G L E R , aan<br />

wien het Bevel over de Troupen tegen Hottem<br />

beftemd, was opgedraagen, op zyne Buitenplaats,<br />

niet verre van de Stad geleegen, opge-<br />

' (*) Nieuwe Neder!. Jaarb Augustus 1786. blad?. SJJ,<br />

.(f; li/id, S'.pie;ube.t 17IJÓ. bladz. 977, •<br />

N a '<br />

hgt,<br />

Verzoet; Set<br />

Borgerjr var»<br />

llaftem aan<br />

de Staatun<br />

van Oyirys*<br />

M<br />

T.antfle pooi<br />

ging der<br />

liurgers varr<br />

Hattem om<br />

geweld voor<br />

t: hoornen*


196 BEKNOPTE HISTORIE DES<br />

J?86, ligt, als by hen verdacht zynde van een Spion<br />

te weezen, om dat zy eenen Brief, van zyrjen<br />

Vader aan hem, onderfchept hadden. Doch by<br />

nader onderzoek bevonden zy, dat die Brief,<br />

hoewel zonder naamtekening , geen grond van<br />

kwaad vermoeden opleverde; waarom zy derx<br />

Kapitein SPENGLER ontfloegen , onder beding,<br />

dat hy zyne poogingen zon aanwenden<br />

by zynen Vader, om van het Bevel over de<br />

Troupen tot die onderneeming af te zien, en<br />

by Zyne Hoogheid op 't Lno, om Hoogstdenzeiven<br />

te beweegen tot het ftaaken van die onderneeming<br />

en tot een minnelyk vergelyk te<br />

koomen. De Kapitein SPENGLER kweet, zich<br />

getrouw van deeze beide Commisfiën, zoo op<br />

het Loo by Zyne Hoogheid als by zynen Vader<br />

den Generaal Major, keerde des anderen<br />

daags tot Heerde toe terug, en fchreef eenen<br />

Brief aan den Burgemeester BROUWER, hoofd,<br />

zaakelyk behelzende: ,, dat hy zyne belofte<br />

als een eerlyk Man volbragt hadt, en ingevolge<br />

van zyne verrichting den Hr. BROUWER.<br />

verzocht, de zaak daar heenen te beftieren,<br />

dat 'er des anderen daags eene Commisfie uit<br />

de MagiRraat te Heerde kwam, om met de gebiedende<br />

Officieren der Troupen, beftemd om<br />

in Hattem Guarnizoen te houden, tefpreeken,<br />

ten einde de zaaken in 't vriendelykc te fchikken."<br />

Doch op deezen Brief is geen antwoord<br />

terug gekoomen (*}. Ter-<br />

(') Dus heeft de Kapitein SPENGLER zelve in zyn Rapport


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. tp 7<br />

Terwyl deeze Procesten , verzoeken en<br />

Briefwisfelingen gedaan en gehouden werden,<br />

kwamen ondertusfchen van alle kanten Hulp-<br />

Burgers en Krygsbehoeften naa de Stad toevloeijen:<br />

van Zwol trokken 300 Vrywilh'gers<br />

derwaards» onder welken 30 Kanonniers waren,<br />

met 2 Rukken Kanon, en eene groote<br />

menigte kogels, druiventrosfen en ander Oorlogstuig;<br />

en hun werden nog nagezonden 6co<br />

fcherpe Patroonen, 1000 pond Buskruid, 2<br />

Rukken kanon, Zandzakken, Schanskorven en<br />

al wat tot eene moedige verdeediging behoort.<br />

Het Genootfchap van Deventer, kwam met drie<br />

fchepen voor de Stad, en bragt 'er nog 500<br />

pond kruid en eenig ander Oorlogstuig in ; doel»<br />

ziende, dat 'er uit de Genootfchappen van<br />

Vollenhoven, Wyhe en andere Plaatfen, reeds<br />

ïooo weêrbaare Mannen in de Stad waren, zoo<br />

voeren zy naa Elburg, waar de Genootfchappen<br />

van Campen en Harderwyk reeds waren aangekoomen.<br />

Uit 'sHage vertrokken dertig of<br />

veertig Leden van 't Genootfchap van Wapenhandel.<br />

Te Amflerdam kwamen den 4 September<br />

een groot get3l Gewapende Mannen van<br />

Delft en Leyden aan, welke met eenige Burgers<br />

uit die Stad dien zelfden avond te fcheep gingen<br />

en naa H.ittem en Elburg vertrokken; waar<br />

heen vooraf reeds IGCO pond kruid en 6 Rukken<br />

porf bericht. Zie Nieuwe Nederl. Jaarb, September 1786.<br />

fciattï, 069. vcrgel. 076.<br />

N 3<br />

Toevloed<br />

ven llu'p-<br />

Brrgers en<br />

KrygSbe<br />

hoeften na<br />

llattcm.


Tusfehen'<br />

treeding der<br />

drie Hoofdlieden<br />

va ti<br />

Overysfcl.<br />

Manifest<br />

der Stapten<br />

van Gelderland,<br />

198 BEKNOPTE HISTORIE DEÜ-<br />

ken kanon nog gezonden waren. Insgelyks<br />

gingen op den j September van Dordrecht ruim<br />

60 Leden van de Schutteryen en Burger-Com-<br />

pagniën, ter hulpe van hunne bedreigde Broe­<br />

ders, onder het uitleiden en welvaart groeten<br />

van eene menigte hunner Stadgenooten van<br />

allerlei rang, derwaards op reis (*_).<br />

In deeze gefleldheid van zaaken , waar in<br />

men niet anders verwagtte , dan dat 'er een<br />

geweldige Burger - Oorlog zou uitbreeken ,<br />

fchreeven de Regeerders van Deventer aan de<br />

Staaten van Gelderland; de drie Hoofdlieden<br />

van Overysfel benoemden Gecommitteerden,<br />

elk uit de haare, die te Wyhe byeen vergaa-<br />

derden, eene Commisfie by Zyne Hoogheid<br />

op het Loo afleiden, en eenen Brief aan de<br />

Staaten van Gelderland fchreeven ; allen met<br />

oogmerk om de Staaten van 't gebruik der Mi­<br />

litie te doen afzien, met aanbieding van hun­<br />

ne bemiddeling tusfehen de Staaten en de be­<br />

dreigde Steden; maar alles te vergeefsch (f).<br />

Want de Staaten van Gelderland beraamden<br />

op den 4 September een Manifest, waar by<br />

aan de Magiftraaten, Gemeenten en Burgeryen<br />

der Steden Hattem en £/£wg-verklaard werd,<br />

dat Hun Ed. Moogende met het doen aantrek­<br />

ken der Troupen geen oogmerk hadden, om<br />

de Vryheden en Voorrechten dier Steden te<br />

kren-<br />

(*) Nietige Nederl. Jaarb. Sept. 1786". bladz. 978- 979. "<br />

Qf) luid. September 17Ö6. bladz. 1181 — 1194. j


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 199<br />

krenken of verminderen ; maar alleen om de<br />

rust en goede orde binnen de voorfz. Steden<br />

te herflellen, en bet Oppergezag van Hun Ed.<br />

Moogende te handhaaven; met aanmaaning om<br />

zich aan Hun Ed: Moogende bevelen te onderwerpen<br />

en zich als Rille Burgers tegedraagen;<br />

ten einde daar door voor te koomen, dat geene<br />

middelen van dwang behoefden gebruikt te<br />

worden; ook werden de MagiRraat, Gemeente<br />

en Burgeryen der voorfz. Steden vermaand alle<br />

Vreemdelingen uit dezelven te doen gaan, en<br />

aan dezelven een beraad van maar drie uuren<br />

verleend, na het ontvangen van dit Manifest,<br />

om de Poorten voor het Guarnizoen te openen,<br />

en daar van aan den gebiedenden Officier ken»<br />

nis te geeven; alzoo na verloop van dien tyd<br />

de geRelde Orders (tot gebruiken van geweld)<br />

haare uitwerking zouden moeten hebben. Dit<br />

Manifest zonden de Staaten op dien zelfden<br />

dag aan den Generaal SPENGLER, en aan<br />

Zyne Doorluchtige Hoogheid met verzoek om<br />

de noodige Orders, daar mede overeenkoomende,<br />

aan de gebiedende Officiers te geeven (*).<br />

Aan denzelfden Generaal Major SPENGLER<br />

hadt Zyne Hoogheid ingevolge het Befluit der<br />

Staaten van den 31 Augustus , op den 2 September<br />

bevel gegeeven om met de Troupen ,<br />

daar toe beftemd , naa de Steden Hattem en<br />

Elburg te trekken, ten einde daar in bezetting<br />

* te<br />

£*) Nieuwe Nederl, 'jaarb. Sept. i}t6, bladz. 901—905. ,<br />

N 4<br />

1786*<br />

Krygsmagc<br />

tegen Huttem<br />

en Elburgbeftemd.


ï?ScT.<br />

Dezelve<br />

Vomi v.or<br />

Jlattem, en<br />

eischt ingelaaten<br />

worden.<br />

aco BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

te leggen, en hy cegenftand geweld te gebruiken:<br />

Deeze Troupen beftonden uit een Detachement<br />

van 't Regiment van TUIL VAN SE-<br />

EO OSK E R K E N , te weeten een Ritmeester,<br />

twee Officieren, vier Wachtmeesters, Trompetters<br />

en vyftig Ruiters, waar onder de noodige<br />

Corporaals ; de Regimenten Voetvolk,<br />

van den Luitenant Generaal VAN SOMMES»<br />

L A T T E , en van den Co<strong>II</strong>onel VAN PLET­<br />

TEN BERG, benevens een Detachement Artilleristen<br />

, beflaande uit een Kapitein , twee Officieren,<br />

vier Bombardiers, en zestig Kanonniers<br />

van de Compagnie van den Kapitein<br />

M U L L E R ; ook was liet Regiment van den<br />

Erfprins onder de orders van den Generaal Ma­<br />

jor SPENGLER (*).<br />

Met deeze Krygsmagt kwam de Generaal<br />

SPENGLER, op den 5 September voor .Haftem;<br />

doch alvoorens op het Grondgebied der<br />

Stad te treeden, zondt de Generaal den Kapitein<br />

P E L K WYK, van 't Regiment van PLET-<br />

TENBEKG met de Patenten voor het tweede<br />

Bataillon van den Collonel van P L E Ï Ï E N B E B O<br />

naa de Stad; doch de MagiRraat cn Gemeente<br />

weigerde dat Guarnizoen in te neemen , en<br />

'zond eenen^ Brief met gemelden Kapitein aan<br />

cien Generaal om Zyne Ed. Gefir. daar van<br />

kennis en reden te geeven. Daarop zondt de<br />

Generaal Major SPENGLER den Kapitein<br />

PELK,<br />

Kleum Nederl. Jaarb, September 1786, bladz. 899,


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 201<br />

ÏEILKWYK wederom, benevens de Boden<br />

met het voorfz. Manifest van den 4 September<br />

naa den Magiftraat; doch bekwam geen Ant­<br />

woord, maar alleen Copie van den bovenge-<br />

melden Brief; ook bragt de Kapitein dit Rap­<br />

port, dat, indien binnen den tyd van diie ua-<br />

ren, door Hun Ed. Moogende bepaald, geen<br />

twee witte Vaandels van den Tooren waaiden ,<br />

de aanbieding van Hun Ed. Moog. verworpen<br />

was. Na verloop van maar twee uuren begon<br />

men van de Wallen met het kanon te vuuren,<br />

waarvan verfcheide kogels langs het front des<br />

Corps van den Generaal Major en de Voorpos­<br />

ten voor by vloogen. Toen maakte de Gene­<br />

raal toebereidfelen tot den aanval, bezettede<br />

de hoogten voor de Stad, trok kort onder de<br />

Stad, en door de Allée naa de Hovioetfche Poort,<br />

en deed eenige Houwitfer - Grenaten in de Stad<br />

werpen, en eenige kanonfehooten doen. Het<br />

kanon blyvende vuuren deed de Generaal al<br />

het Gefchut aanvoeren, en kwam , aan k hoofd<br />

der Troupen onder het Gefchut van de Stad;<br />

doch toen ondervonden zy eenig Musketten-<br />

vuur met kleine Loopkogels, die zy op de<br />

Bajonetten gewaar werden ; ondertusfehen duur­<br />

de het Kanonvuur voort, de Poort werd open­<br />

gehakt, en de Troupen marcheerden de Stad<br />

in; wanneer de Generaal bemerkte, dat de<br />

Eattery, die geRadig vuurde, over den Tsfel,<br />

cp het Grondgebied der Provintie van Oyerys-<br />

N 5 Jol


I78Ó-.<br />

Verhaal van<br />

den anderen<br />

kant.<br />

Een Kapiteingezonden<br />

om Guarnizoen<br />

in<br />

te noensen.<br />

Uefluït van<br />

weigering<br />

om zich te<br />

verdeédigcn.<br />

202 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

fel lag, en door lieden uit de Stad Zwolle bediend<br />

werd (*).<br />

Zodanig is, hoofdzaakelyk, het verhaal van<br />

den Generaal Major S P E N G L E R in het Rapport<br />

, dat hy daar van aan de Staaten van Gel.<br />

elerland gedaan heeft. Om deeze gebeurtenis<br />

in den klaarften dag te ftellen, zal ik hier byvoegen<br />

hoe dezelve van den anderen kant in'<br />

de Jaarboeken vermeld ftaat, op dat de Nakoomelingfchap<br />

uit vergelyk van beiden de waarheid<br />

mooge ontdekken en onpartydig- daar over<br />

oördeelen.<br />

De Regimenten van den E R F P R I N S en van<br />

P L E T T E N B E R G op den 5'ien der maand September<br />

omtrent de Stad Hattem gekoomen zyn*<br />

de, werd de Kapitein p E L K W Y K door den<br />

Generaal S P E N G L E R afgezonden, om aldaar<br />

Guarnizoen te houden, en met aanbieding van<br />

eene Amnestie van alles wat 'er gebeurd was,<br />

van wegen de Heeren Staaten van Gelderland, indien<br />

zy het Guarnizoen goedwillig en ongehinderd<br />

wilden ontvangen; doch dat de Stad, indien<br />

men zich daar tegen verzettede, aangevallen<br />

en in brand gefchooten zoude worden , waartoe<br />

drie uuren tyd van beraad gegeeven werd.<br />

Daarop werd aanftonds de Raad en Gemeente<br />

vergaaderd, het gevoelen van den Krygsraad<br />

ingeuoomen, cn eenpaarig beflooten , geen<br />

Kiygsvolk in „te laaten, maar zich, in geval<br />

(*) Nieuwe Nederi. Jaarb. Sept, I^SS. bladz. 522 — 925.<br />

varju


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 205<br />

van aanval, manmoedig te verdeedigen. Ingevolge<br />

van dit Befluit gaf men aan den Kapitein<br />

PELKWYK ten antwoord, dat men vastelyk<br />

beflooten hadt, zich tot den laatften man<br />

te verdeedigen ; en men gaf den Kapitein zoo<br />

even gemeld, twee Brieven mede aan den Generaal<br />

, den eenen gefchreeven door Raad en<br />

Gezwoorene Gemeente, en den anderen door<br />

Burgemeesteren, Schepenenen Raad. Nadat<br />

de Kapitein voorfz. uit de Stad terug gekeerd<br />

was, begon men uit dezelve met het kanon te<br />

vuuren; het Krygsvolk van buiten bleef niet<br />

fchuldig met kanon en klein geweer ; drie Bomben<br />

en eenige Houwkfer-Grenaaten werden in<br />

de Stad • geworpen , doch die wci;;ig fchade<br />

deeden, en alle van zelve fmoorden. Ondertusfehen<br />

werd 'er een Brief in de Stad gebragt<br />

van de Heeren Edelen, VAN DER C A P E L L E<br />

tot de Marsch , p A r. L A N D tot Zuithem , en<br />

VAN ZOYLEN van Nyeveld, waarin verzocht<br />

werd, geen Burgerbloed meer te vergieten,<br />

maar de Stad over te geeven, mer bygevocgde<br />

verklaaring, dat de goede zaak daar doorniet<br />

alleen kon bevorderd, maar ook het Vaderland<br />

gered worden. De Burgers, van Hattem en de<br />

Hulpburgers, die veel vertrouwen in die gemelde<br />

Heeren Edelen Relden, beflooten hier<br />

op tot het verlaaten van de Stad,die zy anders<br />

waarfchynelyk, volgends hunne gedaane betuiging<br />

, tot den laatften man zouden verdeedïgd,<br />

en veel eer in brand geftooken, dan<br />

over-<br />

1786.<br />

Het knnon.<br />

necreri begint.<br />

Veranderet<br />

vm Befluit<br />

door een<br />

ingekoomprj<br />

Blief.


De Verdeedigersverlaaten<br />

de<br />

Stad.<br />

Het Krygsvolk<br />

trekt<br />

binnen.<br />

204 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

overgegeeven hebben. Het kanon zweeg, de<br />

Verdeedigers trokken de Stad uit en voeren<br />

met hun Gefchut, zoo veel zy konden mede<br />

neemen, over de beide Veeren van den Tsfel,<br />

waartoe zy de noodige fchuiten en vaartuigen<br />

in gereedheid hadden. Ondertusfchen trokken<br />

de Belegeraars nader aan de Stad, en eer zy<br />

digt aan dezelve genaderd waren, kwam hun<br />

iemand uit de Stad te gemoete, die de tyding<br />

bragt, dat de Verdeedigers de Stad verlaaten<br />

hadden, en met hun Gefchut over den Tsfel<br />

getrokken waren. Dus hadden de Belegeraars<br />

fchoon fpel; aan de Stad gekoomen zynde,<br />

hakten zy de Poorten, die van binnen met<br />

zwaare boomen bebolwerkt waren , open , en<br />

trokken de Stad in, die zy zoo wel van de<br />

meeste en voomaamfte Inwooners, als van gewapende<br />

Burgers verlaaten vonden ; terwyl<br />

onder het intrekken, de Zwolfche Battery, aan<br />

de overzyde van den Tsfel liggende, nog op<br />

hen bleef fpeelen (*).<br />

Cf 'er bloed Of 'er by deeze gelegenheid Burger- en<br />

vcrgooten<br />

Krygsvolks bloed vergooten zy, is bezwaarlyk<br />

zy is duister.<br />

te zeggen, en voor als nog een geheim. Gelyk<br />

het doorgaands in zulke gelegenheden gaat,<br />

da't elk zyn verlies zoo veel als moogelyk is,<br />

verkleint of verbergt, en dat zynes Vyands<br />

vergroot of breed uitmeet; zoo ging het ook<br />

hier; althans verfcheidene vertellingen van<br />

veele?<br />

(*) Nieuwe Neierl, Jaarb, Sept, 17S6. bladz. 079-981,


ONLUSTEN IN BET VADERLAND, zej<br />

veele gefneuvelden aan de zyde van het Krygsvolk,<br />

zyn naderhand onwaar bevonden} doch<br />

dat 'er eenigen gefneuveld zyn , daar aan kan<br />

men niet twyfelen, als men uit het voor verhaalde<br />

opmerkt, dat de Generaal SPE N G LER<br />

in zyn Rapport zegt, dat hy tot onder het<br />

kanon der Stad genaderd was, het welk vry<br />

fterk vuurde, en dac de Battery van de Zwolfche<br />

zyde ter gelyker tyd op hen ipeelde , zelfs<br />

nog toen het Krygsvolk in de Stad trok; dat<br />

ze kleine Loopkogels op de Bajonetten befpeurd<br />

hadden; zoo is het niet waarfchynclyk, dat<br />

alle de kogels, zoo van 't kanon, als uit het<br />

klein geweer, over de hoofden zullen gegaan<br />

zyn, maar wel eenigen getroffen hebben ; te<br />

meer daar Zyne Hoogheid de Kapitein Generaal<br />

zelve, in zynen Brief aan de Staaten van<br />

Gelderland, waarin dezelve kennis geeft, dat<br />

Hattem. van Guarnizoen voorzien was, zyne<br />

blydfchap betuigt, dat daar by weinig of geen<br />

bloedftorting hadt plaats gehad. Dit onderftelt<br />

ten minde, dat 'er eenige bloedftorting gefchied<br />

'is (*•).<br />

De Krygslieden, dus meester van de Stad geworden,<br />

bedreeven veele baldaadigheden en<br />

plunderingen door 't rooven van goederen |n<br />

vernielen van huizen , die door de uitgeweekene<br />

Burgers verlaaten waren; en dat in zulk<br />

eene maate, dat de Staaten noodig vonden,<br />

(*) Nieuwe Nederl, Jaarb, September J^öf. bladz. JJI.<br />

op<br />

I78Ö.<br />

Het Krygs.<br />

volk bedryfi<br />

veele onge-<br />

rc^eldhej.<br />

den.<br />

#


178.5.<br />

Ciieenigueden<br />

cn ongeregeldheden<br />

te<br />

Elburg geftuit.<br />

206 BEKNOPTE HISTORIE DÉR<br />

op den 20 September daar aan volgende, eena<br />

Publicatie te doen afkondigen , waar by vergoeding<br />

beloofd werd aan allen, die opgeeven<br />

zouden hoe veele fchade zy by 't intrekken<br />

van 't Krygsvolk geleeden hadden (*). Het<br />

geen verder van de Onlusten, deeze Stad betreffende,<br />

te zeggen is, zal ons voorkoomen<br />

by het verhaal der rampen van Elburg, haare<br />

lotgenoote in deezen, dat ik hier op zal laaten<br />

volgen.<br />

In de Stad Elbwg waren federt eenigen tyd,<br />

gelyk in andere Steden, groote oneenigheden<br />

sn verbitteringen onder de Burgers en Inge.<br />

zeetenen ontitaan, welke eerlang tot daadelyke<br />

angeregeldheden, het inflaan van giaazen en<br />

mdere ftraatfehenderyen, tot verftooring van<br />

ie openbaare rust, uitipatteden, waarom de<br />

Burger-Krygsraad op den 5 April het Befluit<br />

aam, om dezelven te fluiten, en tot dat einde<br />

zich tot den Magiftraat wendde; denzelven in<br />

jedenken geevende, of het niet dienftig zyn<br />

ronde, den Gebiedenden, of oudften tegenwoordig<br />

zynden Officier van der Stads Burgery<br />

:e gelasten en te magtigen, met een gevoeglyk<br />

ïetal Burgers het wettig gezag en de goede<br />

1 *de in de Stad te helpen handhaaven ; en door<br />

i :cne ernftige Publicatie alle Ingezeetenen der<br />

ïtad op het ernftigfte te onderrichten, waar<br />

raö zy de gewenschte vrugten verwagtedenj<br />

Dit<br />

(*) Nieuws Nederl, 'jaarb. September i-86. bladz. 985. \


ONLUSTEN ii HET VADERLAND, sc^<br />

Dit voorflel werd van den MagiRraat goedge^<br />

keurd, en ingevolge daar van op den 11 Apri<br />

beflooten : Dus werd de Burger-Krygsraad ge<br />

last en gemagtigd om, provifïoneel, gevoeg<br />

lyke fchikkingen te maaken; ten einde de rusi<br />

Én goede orde te bewaaren , en daartoe de<br />

kragtigfte maatregelen te beraamen ; met ver<br />

deren last en magtiging om de overtreeden<br />

Tan deeze Hun Ed. Achtbaare heilzaame voor<br />

zieninge, met de daad te vatten, en op hei<br />

Stadhuis in bewaaring te brengen, en voord?<br />

hier van den tydelyken 'Burgemeester kennif<br />

te geeven, ten einde Hun Ed. Achtbaare tegen<br />

de zodanigcn mogten procedeeren, gelyk naai<br />

toedragt der zaaken bevonden zou worden te<br />

behooren (*).<br />

Van meer gevolg waren de gefchillen der<br />

Gemeenslieden, eerst met eenige Leden van<br />

den MagiRraat, eri vervolgends van den Ma^<br />

giftraat en Gemeente met de Staaten van Gel.<br />

derland. Gelyk in de meeste'Gelderfche Steden.,<br />

zoo was ook hier het Collegie der Gemeens­<br />

lieden byna geheel in verval geraakt; zy zoch­<br />

ten derhalven in hunne oude Rechten herfteld<br />

te worden, byzonderlyk in 't Recht van op 't<br />

Stadhuis te vergaaderen , en aldaar, even als<br />

de Magiftraat, of met denzelven, ovèr's Volks<br />

belangen te raadpleegen en invloed op het be-<br />

flier der zaaken te hebben. Op voorftel van<br />

twee<br />

(*J Nieuws Nedtrl. Jaarb. April 1786. bladz 321 • 324»<br />

17864'<br />

Gcfc!:i] lus;<br />

fchen de Geroet<br />

nsliedeu<br />

en den Ma-,,<br />

giftraac.


Publicatie<br />

tegen de<br />

Rcquesicn,<br />

*o8 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

twee Leden , H E N D R I K VOS G E R R I TZ. , ea<br />

GERRlï HEN G E V E L D W I L L E M ? , , deed<br />

de Gezwoorene Gemeente hier over Vertoogen<br />

aan den Magiftraat; doch deeze nam den 28<br />

Maart daar op een ongunftig Befluit, waar tegen<br />

nogthans twee Leden van den Raad, de<br />

Heeren R A U W E N H O F F en S E L S protefteer.<br />

den. Eindelyk verkreeg de Gemeente haaren<br />

wen^ch, de Magiftraat bewilligde vervolgens<br />

in 't verzoek der Gemeente, en daar werden<br />

nu en dan faamengevoegde Vergaaderingen van<br />

Raad en Gemeente gehouden , voornaamelyk<br />

wanneer het aankwam om den last te bepaalen ,<br />

welke aan de Afgevaardigden ten Landdage<br />

moest gegeeven worden; qm dat de ondervinding<br />

menigmaal geleerd hadt, dat die Heeren<br />

Afgevaardigden hunnen last verre te buiten<br />

gingen.<br />

In zodanig eene fa-.mengcvoegde Vergaadering<br />

van Raad en Gemeente werd op den 23<br />

May Rapport gedaan door den Mede-Raadsvriend<br />

Mr. H, O T T E E S , die mede op den<br />

Landdag, den 2 May te Zutphen gehouden ^geweest<br />

was; uit weLJc Rapport ouder anderen<br />

bleek, „ dat zekere Publicatie (waar by hoofdzaakelyk<br />

verbooden werd Addresfen te doen<br />

door Burgers of Ingezeetenen over Staatszaaken,<br />

betrekkelyk tot de Publicatie daar tegen,<br />

door 't Hof opgefteld) met eenige weinige<br />

verandering door Hun Edel Moogende vastgefteld<br />

was; en zulks onaangezien het Pretest<br />

cn


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 209<br />

en voorbehouding van Aantekening, door de 1785.<br />

Gecommitteerden deezer Stad ten LandJjge<br />

gedaan, zoo wel als tegen de Ptotcsten van<br />

•verfcheidene Leden der Ridderfchap van dit<br />

en andere Kwartieren; en dat dit Punt dus<br />

door de Meerderheid tot Befluit gebragt was*"<br />

Hier over beraadflaagd zynde, werd befloo­ Rcfluir'nrfi<br />

deiclve nier'<br />

ten, „ dat de tydelyke Piseödent zou gemag- te laaien<br />

aikundigeru<br />

tigd worden, en met deezen gemagtigd werd,<br />

om de voorfz. Publicatie , als een punt .van<br />

kennelyk bezwaar inhoudende, en een inbreuk<br />

doende op de onbetwistbaare Rechten en Voor,<br />

rechten der Burgers en Ingezeetenen, niet te<br />

doen afkondigen noch aanplakken ; noch zich<br />

derzelver eenigzins te bekreunen ; maar die ter<br />

Secretary ter neder te leggen. De Gemeens»<br />

lieden gaaven van dit Befluit kennis aan hunne<br />

Principaalcn , de Gilden en Burgery, welke<br />

hen tegen alle moogelyke gevolgen waarborg*<br />

den (*).<br />

Eene dergelyke Vergaadering werd 'er op Bcfliiit nakende<br />

de<br />

den 14 Juny gehouden, in welke de aanfehry- Pinnen deE<br />

Kwartier*<br />

ving door een Bode van Arnhem gebragt werd Vergaade»<br />

tot het houden van eeqe Kwartiers-Vergaadering,-om<br />

te beraadflaagen over het opneemen<br />

ling.<br />

van Penningen door den Raad van Staaten}<br />

waarop beflooten werd , toe te fiemm=n tot mag*,<br />

liging op den Raad van Staaten, ten voorfz. ein*<br />

de:<br />

i (*) Nieuwe Neder!. Jaar!/, /frril i-Sö. bladz. 324. Ver^U<br />

(!/!e. May 1785. bladz. 440. 44a.<br />

L<br />

0 • •


I?86\<br />

2.0 BEKNOPTE HISTORIE rjstf<br />

de: Doch dat de Gecommitteerden niet zouden<br />

moogen treeden in eenige vermeerdering van<br />

ten; dat de Gecommitteerden , zich in geene<br />

andere Punten zullen inlaaten, dan in de aanfchrj<br />

ving vermeld -waren , enz. Tegen dit Befluit<br />

verzetteden zich drie Heeren Schepenen ,<br />

TULLEKEN, JULIEN en vos, en prote*<br />

fleerden tegen de faamengevoegde Vergaadering<br />

van Raad en Gemeente, als daartoe onbevoegd<br />

, houdende het Befluit daar in genoomen<br />

derhalven voorinformeel, nul en onbeftaanbaar;<br />

terwyl de Burgemeester RAUW EN HOF<br />

en de Schepen SELS, benevens de Leden der<br />

Gemeente WYNNE, HOEFHAMER, H. vos,<br />

STUURMAN, HENGEVELD eUMICHIEL-<br />

SEN, hunne Aantekening daar tegen voorbehielden.<br />

Ondertusfchen was men beducht,dat<br />

men het afkondigen der betwiste Publicatie tegen<br />

Addresfen en Requesten met geweld en<br />

door Krygsmagt zon doordringen; waarom de<br />

Krygsraad op middelen bedacht was om zich in<br />

ftaat van tegenweer te Rellen, en, des noods,<br />

geweld met geweld te keeren : Tot dat einde<br />

werd, volgends Befluit van den Magiftraat een<br />

Artillerie Compagnie aangenoomen, men diep.<br />

te de Graften uit, ftelde de Sluizen in ftaac<br />

om te werken; men maakte Schanskorven gereed<br />

, en andere noodzaakelyke dingen meer<br />

tot tegenftand (*}.<br />

Hec<br />

O) Nieuws Nederl. %0vh July ijiS. blad*. 5j>$ —Col,


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 211<br />

Het geen men niet zonder reden vreesde,<br />

gehemde ook welhaast; in de maand Augustus<br />

kwarrt 'er a'anfchryving van 't Gerechtshof van<br />

Ueldtrland, uit naarri der Staaten, aan Burge­<br />

meesteren , Schepenen cn Raad, met de voorfz.<br />

Publicatie, om ze te doen afkondigen en aan­<br />

plakken; doch dit gefchiedde niet, ingevolge<br />

het Befluit van den Magiftraat op den 23 May<br />

genoomen , en hier voor gemeld ; de Momboirs<br />

dit vemoomen hebbende, gaven daar van ken­<br />

nis aan 't Hof, het welk op den 2 Augustn*<br />

daar over aan Burgemeesteren , Schepenen en<br />

Raaden fchreef met nadere aarmmarnftg tct de<br />

afkondiging ; dceh de-Magiuraac en Gezwoo­<br />

rene Gemeente beantwoordde zulks op den 10<br />

Augustus met volharding by hun Befluit van<br />

niet gehouden te zyn, noch die afkondiging te<br />

kunnen doen, om bovengemelde redenen. Maar<br />

de Schepenen en Raaden T U L L E K E N , JU­<br />

LI E N , V A N O L D E N B A K N E V E L D Cn VÖ3,<br />

fchreeven op dien zelfden dag aan het Hof,<br />

dat zy geen deel hadden aan de weigering van<br />

die afkondiging ; waarby naderhand de Heeren<br />

O T T E R S en V A N S P A A N z>ch voegden; eri<br />

de Momboirs gaven op den 24 Augustus van<br />

dit alles kennis aan 't Hof, en 't Hof op den<br />

26. aan de Staaten; welke daar op een Manifest<br />

voor de Steden Hattem en Elburg beraamden,<br />

om aan haar, voor den aantogt van Krygsvolk,<br />

te doen voordraagen, en vervolgends een Be-<br />

ïluit naamen op den 31. derzelfde maand, d*{<br />

ü a Zyne<br />

1786.<br />

De aikonrii.<br />

ging der<br />

gemelde Pof.<br />

blicatie<br />

Wordt ge*<br />

weigerd<<br />

Befluit der<br />

?• iaten or^<br />

xryg*v»H


-1786.<br />

tia:'. liet tem<br />

cn Elburg<br />

te zenden.<br />

Laatflepoogins<br />

der Uegeering<br />

van<br />

Elburg om<br />

Staaten van<br />

dat voorneemen<br />

af te<br />

trekken.<br />

212 'BEKNOPTE HISTORIE DÉS<br />

Zyne Hoogheid als Kapitein Generaal zou wor­<br />

den verzocht om, zoo fpoedig als moogelyk,<br />

een bekwaam getal Militie met al het noodige<br />

voorzien, naa de Steden Hattem en Elburg te<br />

zenden, daar Guarnizoen te houden en tot na­<br />

dere order te blyven, met byzonderen last,<br />

aan den Gebiedenden Officier om, des noods,<br />

by ontmoeting van tegenftand geweld met ge­<br />

weld te keeren. Dit Befluit werd aanftonds<br />

uitgevoerd; op dien zelfden dag werd aan Zy­<br />

ne Hoogheid bovengemelde aanfehryving ge^<br />

daan, en de laatfle aanmaaning aan de Steden<br />

Hattem en Elburg. Elburg, gelyk als Hattem,<br />

bleef ftandvastig by zyne weigering, en door<br />

den Krygsraad werden ook, even als te Hat.<br />

tem, rondgaande Brieven aan de Gewapende<br />

Genootfchappen gezonden ; men ontving Krygs-<br />

behoeften, men nam Gewapende Manfchappea<br />

in, en alle andere fchikkingen werden gemaakt<br />

tot eene moedige verdeediging (*).<br />

Hoe zeer ontflooten om zich tegen geweld te<br />

verdeedigen , wilde de Regeering nogthans<br />

eene Jaatfte pooging doen, om de Heeren<br />

Straten, ware het moogelyk, van het voor-<br />

neemen, om Krygsvolk aan te voeren, af te<br />

trekken : De Raad en Gemeente fchreeven<br />

daartoe op den i September, aan de Staaten,<br />

op den Landdag vergaaderd, eenen hartelykea<br />

, Brief,<br />

(*) Nieuwe Neder!. Jaarb. Augustus i?8


ONLUSTEN IN HET VADERLAND 2x3<br />

Brief, waarin zy betuigden, dat de Burgery,<br />

genoegzaam als een ecnig Man ontflooten was<br />

I om geweld met geweld te keeren, en liever<br />

het uiterfte te waagen, dan hunne Stedclyke<br />

\ Rechten te zien verkragten; dat zy niets<br />

zochten, niets verrichtten, dan waartoe zy<br />

zich over-verpligt vonden, tot onderfteunin'g<br />

hunner Stads Conflitutie; dat ze de gevolgen<br />

, van den Burgerkryg overlieten voor die Staats­<br />

leden, welke daartoe hadden medegewerkt,<br />

op welker gemoederen die zekerlyk eens zou-<br />

i den wegen ; dat zy, nu de Staaten, die hunne<br />

Befchermers moesten zyn, hunne Vervolgers<br />

: waren geworden, hunne overige Bondgenooten<br />

op gronden der Unie van Utrecht , hadden<br />

ingeroepen, terwyl reeds een geducht getal<br />

derzelven, uit alle Plaatfen zich binnen hunne<br />

I muuren bevond, en de rechtvaerdige Voorzie­<br />

nigheid tusfehen Hun Ed. Moogende en Hen<br />

zou rechten Welke Brief verzeld was van<br />

een, niet minder nadrukkelyk, Protest, waar­<br />

in zy de redenen van hunne weigering, en de<br />

gronden van hun gehouden gedrag breedvoerig<br />

ontvouwden. Ondertusfchen waren op den 30<br />

en 31 Augustus verfcheidene Hulpbenden der<br />

Gewapende Genootfchappen van Harderwyk en<br />

Hierde, Deventer, Campen, Amfierdam en el­<br />

ders, daar binnen getrokken, om de aannade-<br />

rende Krygs-bezetting, af te keeren (*).<br />

Op<br />

(*) Nieuwe Nedsrl, Jsuri. Sept. 1785. bladz, siC>-}9i%<br />

O 3<br />

1786.


1786.<br />

Dc Regceri'.g<br />

vin<br />

£lbu>g<br />

fchrjl't oni<br />

hulpc aan<br />

de Staaten<br />

Van Holland.<br />

JJefluiton<br />

pm dc S-ad<br />

{e yerlaatïflt<br />

4t4 BEKNOPTE HISTORIE DB*<br />

Op dien zelfden i September zonden de<br />

Magiftraat en Gezwoorene Gemeente eenen<br />

Brief aan de Staaten van Holland, waarin zy,<br />

na een omftandig verhaal van al 't geen tusfehen<br />

de Staaten van Gelderland en hen was<br />

voorgevallen, en van den toeftand, waarin zy<br />

zich thans bevonden, (daar de Meerderheid<br />

der Staatsleden gereed was om met geweld tegen<br />

hen te werk te gaan,) Hun Ed. Moogende<br />

uk hoofde der Unie van Utrecht, welker onderlinge<br />

bedongen befcherming zy ernftig inriepen,<br />

verzochten en fmeekten, zodanige gepaste<br />

en kragtige middelen te beraamen, ea<br />

aangezien hun dringend gevaar, zodanige hulpe<br />

en byftand daadelyk daar te ftellen, om nog<br />

by tyds, eer 't te laat was, voor te koomen,<br />

dat een imegreerend Lid der Souvrainiteit van<br />

dat Gewest, tegen orde en Conftitutie aan, en<br />

dus alleen door geweld en overmagt , ten<br />

prooije wierde van de willekeurige handelingen<br />

van hunne Mede-Staatsleden, die, met hun<br />

gelyk ftaande, nimmer het recht verkreegen<br />

hadden , hunne ftedelyke rechten van hunne<br />

willekeur afhangelyk te maaken (*).<br />

By dit voorneemen om zich té verdeedigen<br />

Dieeven de moedige Burgers van Elburg, en<br />

mnne Medehelpers tot op den 4 September,<br />

:n zouden waarfchynelyk daar ip volhard en<br />

] iet uiterfte gewaagd hebben, indien niet op<br />

dien<br />

(V Nieuwe Nederl. Jaari. Sqt. 1786, bladz. 993 •» 903.


ONLUSTEN m HET VADERLAND. 215<br />

dien dag eene ernftige raad en aanmaaning was<br />

ingekoomen van de Ridders VAN DE CAP EL­<br />

LEN tot de Marsch , ZUILEN VAN NYE-<br />

VELD, en VAN NÏ VENH EI M, hunne Vrien­<br />

den en Voorftanders, om geen tegenRand. te<br />

bieden , maar de Stad te verlaaten met de beste<br />

en tilbaare goederen, uit aanmerking van de<br />

groote Rerkte der Krygsmagt, die tegen hen<br />

opkwam, en van de onmoogelykheid, om met<br />

de verfaamelde en ingekoomene Hulpbenden<br />

aan dezelve het hoofd te kunnen bieden; en<br />

dat zy zich derhal ven aan een gewis bederf<br />

zouden bloot Rellen. In 't eerRe vondt deeze<br />

raad geen ingang; maar eindelyk befloot men<br />

daar toe, en de meeste Burgers en Ingezeete­<br />

nen zoo gewapende als ongewapende, trok­<br />

ken ter Stad uit, hen volgden de Gewapende<br />

Hulpburgers, die van elders toegefchoten wa­<br />

ren, neemende hunnen weg naa Campen, waar<br />

zy des morgens van den 5 September ten vyf<br />

uuren aankwamen, twee Veldftukjes medevoe­<br />

rende; anderen namen de Wyk naa Amjler.<br />

dam, waar. aanRonds in hunne meest dringen­<br />

de behoeften voorzien, en vervolgends eene<br />

Infehryving geopend werd , om geduurende<br />

hunne vlugt voor hun beflaan te zorgen; ook<br />

booden de Regenten van verfcheidene Hol.<br />

landfche Steden aan die Vlugtelingen, gelyk<br />

ook aan die van Hattem, het Burger-Recht<br />

,aaa, indien zy zich daar wilden nederzet-<br />

O 4 * e<br />

»


l-]?6.<br />

De K


ONLUSTEN ÏN H E T VADERLAND. 217<br />

zich niet aan de akeligfte rampen blom te ftel­ 1785.<br />

len; met uitdrukkelyke verklaaring, dat zy<br />

alles, wat in hunne afweezigheid of tot hun,<br />

of hunner Burgeren nadeel, het zy door 't<br />

Hof, of andere gekoozene Rechters , binnen<br />

die Stad en derzelver Rechtsgebied mogte verricht<br />

worden, hielden voor nul en niet gedaan:<br />

Ook verklaarden zy, dat hun Collegie zyne<br />

Posten niet weêr zou kunnen aanvaarden, voor<br />

dat hunne Stad van Krygsvolk zou ontruimd<br />

zyn, en zy in f'aat gefteld, tot het houden<br />

van vrye beraadflaagingen, en allen ten deezen<br />

einde gewaarborgd, nu en in 't vervolg, in<br />

alle opzigten. Terwyl zy als nu , zoo veel<br />

noodig,tegen alle verder geweld, voor God en<br />

de waereld protefteerden en alle welherbragte<br />

Privilegiën, Rechten en Defenfiën voor zich,<br />

hunne Stad en Burgery inriepen, en zodanige<br />

middelen van herflel en fchaverhaaling hunner<br />

groote bezwaaren, als zy te raaden zouden<br />

worden, zich uitdrukkelyk voorbehielden (*).<br />

Dit Adres werd door de Staaten, daar over<br />

beraadflaa^d hebbende, gefteld in handen van<br />

het Provintiaale Gerechtshof om te dienen tot<br />

deszelfs naricht (f). Het gemelde Hof was Voordel eri<br />

verzoek van<br />

door 't Befluit der Staaten van den 31 Augus­ Zyne Doorl,<br />

Hoogheid<br />

tus gelast en gemagtigd om tegen die geenen, om Amnes­<br />

welke zich te Elburg tegen het afkondigen van tie voor de<br />

Burgers van<br />

. 't Hattem en<br />

Wurg.<br />

(«) Kleuwe Nefcrl. Jaarb. Sipt. 1786. blrtdz, 1004—1005,<br />

(f; Ibid. September, bladz. 974-<br />

" •<br />

:<br />

' O 5 " ' '


De Staaten<br />

befluiten<br />

daartoe met<br />

uitzondering<br />

van<br />

eenige Perfoonen*<br />

?i8 B E K N O P T E H I S T O R I E DER<br />

't Landfchaps-Befluit verzet hadden, of zich<br />

nog verder mogten verzetten, te doen proce-<br />

deeren, en in beide Steden Hattem en Elburg<br />

tegen de fchuldigen recht te oefenen; Zyne<br />

Doorluchtige Hoogheid dit Befluit ontvangen<br />

hebbende, fchreef den 14 September aan de<br />

Staaten eenen Brief, met voorftel en verzoek<br />

om het Hof hier in niet te laaten voortgaan,<br />

maar eene Amnestie, of vergeetenheid vast te<br />

ftellen; waartoe by de Staaten op den 17 Sep­<br />

tember beflooten werd, doch met uitzondering<br />

van eenige Perfoonen, als: 1. Van die Perfoo­<br />

nen uit Hattem en Elburg , welker naamen ge­<br />

vonden werden onder zeker Adres of Request,<br />

by den Brief van de Staaten van Holland, van<br />

den 11 September aan die van Gelderland ge­<br />

voegd, 2. Van de beide Predikanten van El-<br />

burg, H E 1 j N en VAN D I E R M E N , en den Bak­<br />

ker KLAAS VAN DIER MEN. 3. Van den<br />

Advocaat DA ENDELS te Hattem; gelyk ook<br />

zodanige gepenfioneerde Krygslieden, welke<br />

rmder de fchuldigen mogten gevonden wor­<br />

den. 4. Voorts van alle de Burgers en Inge-<br />

zeetenen van voorfz. Steden, welke binnen zes<br />

iveeken, na de afkondiging deezer Amnestie,<br />

niet weder tot hunne wooningen te rug keer­<br />

den (*).<br />

De Amnes­ Maar zeer weinige Burgers maakten gebruik<br />

tie verlengd. .<br />

*an deeze, hun aangeboodene, genade: Toen<br />

s<br />

V) Nederl, Jeari, Sept, 1786, bladz. 953—963.<br />

de


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 219<br />

de tyd van zes weeken, daartoe bepaald, verioopen<br />

was, werd te Hattem, van wegen 't<br />

Hof, door de Gerechtsboden eene omfchryving<br />

in de Stad gedaan, om te onderzoeken»<br />

welke en hoe veele Burgers waren te rug ge.<br />

keerd, en men bevond, dat derzelver getal<br />

niet meer dan 7 of 8 Burgers was. Om derhal.<br />

ven nog meerderen uit te lokken werd de Vergeetenis<br />

nog zes weeken, dat is van half November<br />

tot January verlengd. Maar de Bemiddeling<br />

door de Provintiën van Zeeland en GJO><br />

ningen, tusfehen de Staaten en de twee Stemhebbende<br />

Steden Hattem en Elburg aangebooden,<br />

werd door de Staaten van Gelderland afgeweezen,<br />

die beweerden, dat, wanneer'Onderdaanen<br />

aan hunnen Souvrain ongehoorzaam<br />

zyn, dan geene Bemiddeling van derden j maar<br />

alleen handhaaving van het Oppergezag, kan<br />

te pas koomen ( +<br />

).<br />

Deeze gebeurtenisfen van Hattem en Elburg<br />

hebben een onmiddelyk verband gehad met de<br />

Onlusten, vervolgends tusfehen de Bondgenooten,<br />

en voornaamelyk tusfehen Holland,<br />

eenige andere Provintiën en byzonderlyk den<br />

Stadhouder, ortitaan, waarom ik den draad<br />

daar van kortelyk zal agtervolgen. De Staaten<br />

•van Holland fchreeven op den 4 September<br />

aan die van Gelderland, dat zy met aandoening<br />

den aart en de gefteldheid der Gefchillen en<br />

On-<br />

{*) Nieuwe Nederl Jaa;b. iïov. 1786. bladi, 1411, 1412.<br />

1786.<br />

Scliryven<br />

der Staaten<br />

Holland aan<br />

die van<br />

Gelderland,


I'7&r5-.<br />

220 BEKN0PTEHIST0RIE.DE*-<br />

Onlusten, tusfehen de Regenten en Ingezeetenen<br />

in fommige Provintiën , en byzonder in<br />

die van Gelderland, ernflig overweegende, genoodzaakt<br />

waren hunne aandacht te vestigen op<br />

bet akelig vooruitzigt der fchroomelyke gevolgen<br />

, die te duchten waren , indien die verfchillen<br />

door de Wapenen beflist, en tot het<br />

gebruik van de Krygsmagt toevlugt genoomen<br />

wierd ; dat Hun Edel Groot Moogende even<br />

daarom by hun Befluit van den 25 Augustus den<br />

Hr. Kapitein Generaal hadden aangefchreeven,<br />

om, by provifie en tot hunne nadere beflelling,<br />

geene Troupen, op hunne Betaaling<br />

ftaaude, en in de Provintie van Gelderland, of<br />

daar buiten, Bezetting houdende naa de Steden<br />

Hattem of Elburg te zenden, enz. dat zy<br />

thans met verwondering vernaamen , dat het<br />

voorgenoomen Befluit van Hun Ed. Moogende<br />

de Staaten van Gelderland, reeds daadelyk ter<br />

uitvoer gebragt was. Hun Edel Groot Moogende<br />

konden niet verbergen, dat zy dit Befluit<br />

met geen onverfchillig oog konden aanzien<br />

, als aanloopende tegen de onveranderlyke<br />

grondbeginfelen . welke in eene welgeftelde<br />

Regecring nimmer kunnen dulden , dat de deur<br />

voor bülyke Vertoogen van 's Lands kiaagende<br />

Ingezeetenen toege-muurd, de wettige en eerbiedige<br />

Volksflem door geweldige middelen<br />

gefmoord, en de weg tot vereffening van op»<br />

gerezene verfchillen door Krygsdwang zou af-<br />

gefneeden worden. Eene ocderneeming<br />

waas


ONLUSTEN IN' HET VADERLAND. a«r<br />

waar van. de rampzalige gevolgen zich welhaast<br />

over de geheele Republiek zouden kunnen<br />

verfpreiden, en een bloedig tooneel van Bur-<br />

gerlyken Oorlog zou kunnen openen; eene art*<br />

derneeming eindelyk, waar omtrent zy temeer<br />

gevoelig moesten zyn, naarmaate zymetgrond<br />

verwagtteden 3 dat het noodlot van' de Gelckr-<br />

fcht Burgery 'aan hunne {de Hollandfche) wel*<br />

meenende en getrouwe Ingezeetenen niet on-<br />

verfchillig zoude zyn. Met dien ernst dan,<br />

die het gewigt deezer zaake vorderde, vonden<br />

zy zich verpligt Hun Ed. Moogende op het<br />

vriendnabuurlykfte te verzoeken, op 't krag><br />

tigRe aan te ma au en en te betuigen, om het<br />

uiterRe [in deezen nog tydig te verhoeden , en<br />

van het gebruik dier middelen af te zien, we!*<br />

Jee niet anders , dan tot verdervelyke einden<br />

kunnen uitloopen; maar om , integendeel, zo<br />

danige maatregelen by oer hand te neemen,<br />

waar door het hoognoodig vertrouwen tusfehen<br />

Overheden en Ingezeetenen in Huu .Ed. Moo­<br />

gende Provintie herfteld, op duurzaame gropi<br />

den gevestigd, alle misbruiken geweerd-, en<br />

de ontftaane verfchilien langs den weg van min-<br />

nelyke bevrediging vereffend en afgedaan mog­<br />

ten worden. Tot welk zoo nuttig en heilzaam<br />

oogmerk Hun Ed. Gioot Moogende hunne Be­<br />

middeling, gepaard met alie mv&ï kragtige,<br />

goede en Bondgenootfchappelyke dreunen , aan<br />

Hun Ed. Moogende volvaerdig aanbooden, be-<br />

... -Jrei'i<br />

17 83»


I?86.<br />

Arm de anderelïondjenooten<br />

om<br />

gelyke Befluiten<br />

te<br />

neemen.<br />

Voorftel<br />

Van Dordrecht<br />

o'ii de<br />

mai>t des<br />

Stadhouders<br />

ie Wpaaleo.<br />

222 BEKNOPTE HISTORIÉ DÉR<br />

reid zynde, die, op het eerfte aanzoek, daa-<br />

delyk te bewyzen en in 't werk te ftellen (*).<br />

Van deeze aanfehryving en het Befluit, de<br />

Krygsmagt raakende, daar in gemeld, gaaven<br />

de Staaten van Holland kennis aan de Provin­<br />

ciën, van Zeeland, Friesland, Overysfel en Grt>.<br />

ningen, met vriendeïyk verzoek om ook dier-<br />

gelyke Befluiten te neemen , met opzigt tot de<br />

Militie, ter haarer Betaaiing ftaande.<br />

By gelegenheid, dat 'er op den 4 Septem­<br />

ber over het vastftellen van zodanige Brieven,<br />

aan de Bondgenooten te zenden, geraadpleegd<br />

werd , deeden de Gedeputeerden van Dordrecht<br />

door den mond van hunnen Penfionaris, DE<br />

G Y Z E L A A R , vooidraagen, dat het kwaad in<br />

den boezem van den eerften Staatdienaar,<br />

W I L L E M DEN V. zat, en of het niet onver-<br />

antwoordelyk was, Hem in deeze omftandig-<br />

heden zoo veel magt te geeven; en fteldea<br />

voor om eenen bandigen Brief aan Hem af te<br />

zenden; ten einde van Hem te eisfehen, dat<br />

ïiy niet medewerkte tot de uitvoering van der*<br />

jelyke Befluiten , als de Staaten van Gelderland<br />

uratrent Hattem en Elburg, genoomen hadden;<br />

;u indien hy niet daadelyk daartoe bewilligde<br />

i >.n. niet zigtbaar deed blyken, dat hy 'er een<br />

ifkeer van hadt; Hem dan in zyne magt te<br />

sepaalen; en vervolgends het Krygsvolk van<br />

iee;;e Provintie aan te fchryven, zieh op het<br />

eerfte<br />

tf Kieuw. Sedert. Jeari. SipUt&tt Vfè6. blidz.


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 22$<br />

eerde bevel van Hun Ed. Groot Moogende ge­<br />

reed te houden, om gebruikt te worden, te­<br />

gen allen en een iegelyk, die zich als vyanden<br />

van den Staat gedraagen. Verfcheidene Steden<br />

Remden met dit VoorRel van Dordrecht in;<br />

Haarlem drong aan, dat men in buitengewoone<br />

gevallen Randvastig moet overgaan tot hetgeen<br />

de nood vordert, en gaf in bedenken, of men s<br />

daar de Kapitein Generaal zyne toeftemming<br />

openlyk aan de Staaten van Gelderland gaf, en<br />

daarenboven zelfs gezegd hadt, zich niet aan<br />

het Befluit van Holland te kunnen gedraagen,<br />

denzelven zoo lang hy zich niet van verden­<br />

ken zuiverde, provifioneel wel zoude hekst laa­<br />

ten met het beftuur over het Krygsvolk deezer<br />

Provintie? Hier by voegden zich Leyden,<br />

Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Hoorn, Enk.<br />

huizen, Munnikendam, Medsnblik en Purmerend.<br />

Delft maakte zwaarigheid om zich over de<br />

Voorflellcn van Dordrecht en Haarlem te ver­<br />

klaaren, verzocht een fchriftelyk Voorftel, om<br />

op den volgenden dag daar over te beraadflaa-<br />

gen; waar by den Briel zich voegde. Amfier-<br />

dflms Gedeputeerden voegden zich , als by­<br />

zondere Leden van Regeering by Dordrecht en<br />

Haarlem, benevens de afidere Steden, en ftel-<br />

de voor, eene Expresfe naa hunne Principaa-<br />

len te zenden, en zich den volgenden dag na­<br />

der te verklaaren ; Gouda verklaarde zien op<br />

dezelfde wyze. Rotterdam kwam we! in zoo<br />

verre met Dordrecht en Haarlem overeen, dat<br />

'er


1726.<br />

VerfcheideneVerzoekfchriften<br />

tot<br />

het zcl de<br />

einde lire!;-<br />

Uendc.<br />

Voordellen<br />

der Gedeputeerden<br />

van<br />

Dordrecht.<br />

m BEKNOPTE HISTORIE DÉR<br />

'er eene Voorziening moest gefchieden ; maar<br />

Vondt het bezWaarlyk dezelve te bepaalen; kon<br />

nogthans wel met Haarlem inftemmen , indien<br />

de Leden anders daartoe geneegen waren; by<br />

welk Advies Gorinchem zich voegde. Edam<br />

was afwezig en de Ridderfchap zweeg, zonder<br />

voor of tegen te Remmen (*}.<br />

Terwyl men dus bezig was, over deeze ge«<br />

wigtige zaak te beraadflaagen, kwamen 'er ver­<br />

fcheidene Stukken in, dezelve betreffende,<br />

die dezelve nog ernfliger en dringender maak­<br />

ten ; als daar was een Brief van de MagiRraat<br />

en de Gezwoorene Gemeente van Elburg; enz.<br />

een desgelyke van Burgemeesteren, Schepenen<br />

en Raad der Stad Hattem enz. verfcheidene<br />

gelykluidende Requesten van eene zeer groote<br />

menigte, alle Burgers en Inwooners der Stad<br />

Jlmfterdam , enz. een Verzoekfchrift van een<br />

aanmerkelyk getal Schutters en Ingezeetenen<br />

der Stad Delft, enz.; een Request van Burgers<br />

en Ingezeetenen der Stad Gouda, enz. nog een<br />

Request van eene Schaare Burgers en Ingezee­<br />

tenen van 's Hagi; en eindelyk een Request<br />

van een getal Burgers en Inwooners van Veur,<br />

Voorfchooten en den Leydfchendam, enz.<br />

Op het inkoomen van deeze Brieven en Re­<br />

questen , werden de Leden der Vergaadering<br />

duor de Gedeputeerden van Dordrecht, als oud-<br />

Re „en eerst Remmend Lid, opgewekt tot vry»<br />

moe.<br />

{*) Nieuwe NederU Jaari. Sept, i?3ö. bladz. 1030-rsjC


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 225<br />

moedigheid en hartelykheid in het uiten van<br />

hunne Adviefen op dit gewigtig tydRip, en<br />

op dat die opwekking te meer ingang mogt<br />

vinden, werd, op verzoek van welgemelde<br />

Heeren Gedeputeerden, de Acte van fchade-<br />

looshouding van den 19 July 1663., door den<br />

Raadpenfionaris voorgeleezen; voords haalden<br />

dezelfde Heeren verfcheidene redenen van<br />

wantrouwen op tegen het beflier van den Hr.<br />

Kapitein Generaal en Relden voor, den ge»<br />

meiden Hr. Kapitein Generaal aan te fchry-<br />

ven, zyne perfoonelyke denkwyze over de ge.<br />

weldige maatregelen tegen de Steden Hattem.<br />

en Mlburg, mitsgaders tegen de Stad Utrecht,<br />

op eene klaare en rondborflige wyze open te<br />

leggen, ten einde niet genoodzaakt te worden<br />

om te befluiten tot eene opfchorting van Hem<br />

Kapitein Generaal' in zyne Provintiaale Krygs-<br />

hoedanigheid, en gevolglyk ook van de Magt<br />

aan hem toevertrouwd over de Troupen, ter<br />

betaaling van deeze Provintie Raande. Verder<br />

werd door die zelfde Heeren Gedeputeerden<br />

na de redenen, daartoe beweegende , opge-<br />

geeven te hebben, voorgeReld, om aan alle<br />

de Bevelhebbers der Regimenten op deeze<br />

Provintie ter betaaling verdeeld Raande, van<br />

wegen Hun Ed. Groot Moogende aan te fchry-<br />

ven en te gelasten , zich marschvaerdig te<br />

houden, om op Hoogstderzelver eerfle orders<br />

te kunnen trekken naa de aan te wyzene Plaat­<br />

fen. De Heeren van de Ridderfchap en Ede-<br />

178Ö.


1786.<br />

226 BEKNOPTE HISTORIE bt*<br />

len verzochten Copie van het Voorftel, om<br />

daarop nader te beraadflaagen ; zoo deeden oofe<br />

Amflerdarn, Delft en den Briel om het gevoelen<br />

hunner Principaalen» daarop te veiftaan,<br />

en het Befluit werd uitgefleld tot den 6 der-<br />

Zelfde maand. De Heeren Gedeputeerden va»<br />

Dordrecht, Haarlem, en de andere Steden,<br />

die zich by hen gevoegd hadden, protefteerden<br />

tegen alle verdervelyke gevolgen, die uit<br />

het uitftel zouden kunnen voortvloeijen, laaiende<br />

de verantwoording daar van over aan de<br />

Heeren van de Ridderfchap en de Gedeputeerden<br />

van die Steden, welken het Befluit door<br />

hunne overneeming hadden opgehouden (*).<br />

Brief van de Op den volgenden dag, den 5 September<br />

Vroedfchsu ontvingen de Staaten van Holland eenen Brief<br />

yaa Utrecht,<br />

van de Utrechtfche Vroedfchap, waar in dezelve<br />

te kennen gaf, dat de meerderheid der<br />

voorftemmende Staats-Leden, die te Amers.<br />

foort bleeven vergaaderen, volgends niet ongegronde<br />

geruchten, zou hebben kunnen goedvinden,<br />

een aanmerkelyk getal Troupen naa<br />

Utrecht te zenden, immers enten minften op<br />

het Grondgebied van die Provintie te doen<br />

marcheeren; waar by kwamen tydingen , dat<br />

men van zins zoude zyn, om op eene bepaalde<br />

plaats in eene Nabuurige Provintie een groot<br />

getal Krygsvolk, met eenige ftukken kanon en<br />

eene bende Artilleristen voorzien, byeen te<br />

doera<br />

{*J Kieuw* Nederl. Jaarb. September 178Ö. bjadz. lejx.


ONLUSTEN m HET VADERLAND. 227<br />

doen koomen, uk welke aanflaagen de Vroedfchap<br />

niets anders voorzag, dan dat men van<br />

zins was, die Provintie met Krygsmagt in te<br />

fleemen, en tegen hunne Stad ongeoorloofde,<br />

ja vyandlyke, aanvallen ter uitvoer te brengen<br />

; om Welke redenen zy zich verpligt vonden<br />

en in de onvermydelyke noodzaakeiykheid<br />

waren, van zich tot Hun Ed. Groot Moogende<br />

te wenden, en voor te draagen, of Hun Ed.<br />

Groot Moogende niet zouden kunnen befluiten<br />

met dien fpoed, dien de nood vorderde, een<br />

behoorlyk getal Troupen, op Hun Ed. Groot<br />

Moogende Provintie verdeeld, in allen haast<br />

te doen marcheeren, dezelven by provifie te<br />

plaatfen op de Grenzen der Utrechtjche Provintie,<br />

met last aan de Bevelhebbers, om op<br />

den eerften wenk van den tegenwoordigen Raad<br />

der Stad Utrecht, tot dekking en beveiliging<br />

dier Stad aan te rukken, zonder nadere orders<br />

van Hun Ed. Groot Moogende daaromtrent te<br />

moeten afwagten ; befchouwende de Vroedfchap<br />

zodanigen last in de tegenwoordige omftandigheden,<br />

daar het gevaar moogelyk zeer<br />

groot was, als zeer noodzaakelyk (*).<br />

Op deezen Brief beflooten Hun Ed. Groot ï<br />

Moogende op den 51 September na voorafgaan- 1<br />

de beraadflaaging, dat dezelve zou onderzocht 0<br />

efluit del-<br />

«aten va»<br />

'olland<br />

worden in het groot Befoigne; en des niet te<br />

aaiop.<br />

«min werd goedgevonden en verftaan, dat,<br />

pab .01:7 3öfj9;jpoM JO( over»<br />

f*3 Nieuwe Neierl, Jaari. Seplemher i?26. bladz. 1033,<br />

v Pa<br />

1786*


1786.<br />

5i8 BEKNOPTE HKTTÓR'IE DER<br />

overeenkomftig met het tweede Lid der Dord*<br />

rechtfche Voorftelli-ng daags te vooren gedaan a<br />

aan alle de Commandanten der Regimenten ,<br />

op deeze Provintie verdeeld, van wegen Hun<br />

Ed. Groot Moogende zou aangefchreeven worden<br />

en gelast om zich marschvaerdig fe houden,<br />

ten einde op Hoogstderzelver eerfte orders<br />

te kunnen optrekken , naa de Plaatfen<br />

door Hun Ed. Groot Moogende voor te fchryven,<br />

met verderen last om geene orders tot<br />

het veranderen van hun tegenwoordig Guarnizoen<br />

te gehoorzaamen , ten zy dezelve Orders<br />

door Hun Ed. Groot Moogende goedgekeurd<br />

en bevestigd waren. Ook werden Gecommitteerde<br />

Raaden gelast, geene befcheiden van<br />

Scheepslasten, uit Guarnizoens veranderingen<br />

of het vervoeren van Oorlogsbehoeften veroorzaakt,<br />

federt het Befluit van Hun Ed. Grooü<br />

Moogende van den 25 Augustus te voldoen;<br />

en aan Burgemeesteren en Regeerders der Steden<br />

aan te fchryven, om geene Schepen tot<br />

vervoeren van Oorlogsbehoeften of Krygsvolk<br />

te latken gebruiken, ten zy de orders daartoe<br />

van Hun Ed. Groot Moogende of Gecommitteerde<br />

Raaden, goedgekeurd waren. De Gardes<br />

Dragonders, die zich hadden laaten gebruiken<br />

tot dekking van 't vervoeien van Krygs.<br />

behoeften, beftemd tot het uitvoeren van Orders,<br />

regtftreeks aanloopende tegen het Be-*<br />

fluit van Hun Ed. Groot Moogende van den<br />

25 Augustus die ook tegenwoordig gecanton-<br />

neerqi


NLUSTEN IN HET VADERLAND. 229<br />

oeerd waren, om of by het Loo, waar door<br />

insgelyks tegen de Orders van Hun Ed. Groot<br />

Moogende was aangegaan; hun gedrag moest<br />

door Gecommitteerden Raaden onderzocht worden<br />

, en provifioneel hunne Soldy, die den 9<br />

derzelfde maand zou vervallen, ingehouden;<br />

geene Attaché of Patenten verleend, buiten<br />

kennis der Staaten , tot het uittrekken van<br />

Krygsvolk binnen deeze Provintie, of tot het<br />

doortrekken in andere Provintiën of de Generaliteits<br />

Landen. Eindelyk, dewyl uit de Gcneraliteits<br />

Magazynen naa de Steden van Gelderland,<br />

en moogelyk ook elders Krygsbehoeften<br />

vervoerd waren, tot het uitvoeren van vyandige<br />

Ontwerpen door de Staaten van Gelderland,<br />

en op naam van die van Utrecht gemaakt,<br />

zoo moest van wegen deeze Provintie by den<br />

Raad van Staaten onderzoek gedaan worden ,<br />

of zulks met hun medeweeten of toeftemming<br />

gefchied was; ten einde Hun Ed. Groot Moogende<br />

van het Beftier in deeze, zoo ver uitziende,<br />

zaak gehouden, behoorlyk zouden<br />

moogen onderricht worden (*).<br />

Nog dien zelfden avond van den 5 Septem<br />

ber werden de Boden naa alle de Regimenten<br />

gezonden, met de beflootene aanfehryving en<br />

orders. Op het eerfte Lid der Dordrechifche<br />

Voorftelling op den 6 September weder beraadslaagd<br />

zynde, werd beflooten, en dien volgends<br />

Nieuwe Neder!, Jaarb. September 17SÖ. bladz. 1037.<br />

E 3<br />

1786.<br />

Befluit op<br />

bet eei fte<br />

Lid neizelfdé<br />

Voorftel-<br />

Jin 1 van<br />

Dordrecht.


.1786.<br />

230 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

gends aan Zyne Doorluchtige Hoogheid als<br />

Kapitein Generaal deezer Provintie aange.<br />

fchreeven, dat Hun Ed. Groot Moogende met<br />

het uiterfte ongenoegen en gevoeligst leed»<br />

weezen vernoomen hadden, tot welke flap»<br />

pen de Staaten van Gelderland, ten opzigte van<br />

de Steden Hattem en Elburg, gekoomen waren;<br />

en het geen op naam der Staaten van Utrecht<br />

ondernoomen was, tot het doen inrukken van<br />

eenig Krygsvolk in dezelfde Provintie; en<br />

daarom vol (Trekt noodig en dienftig hadden<br />

geoordeeld , om van Zyne Hoogheid eene<br />

juiste en openhartige opening van zyne perfooneele<br />

denkwyze te vorderen, over de gewei,<br />

dige maatregelen tegen dezelve Steden en<br />

Provintie beraamd , en in het werk gefteld;<br />

terwyl Hun Ed. Groot Moogende verwagteden,<br />

dat zy door eene voldoende opening van<br />

Zyne Hoogheids gevoelens binnen vier- en<br />

twintig uuren na den ontvangst deezer aanfchryving<br />

zouden gerust gefteld worden, en<br />

buiten de noodzaakelykheid gehouden van zodanige<br />

maatregelen, die voor den Perfoonen<br />

X Huis van Zyne Doorluchtige Hoogheid naaeelige<br />

gevolgen zouden kunnen hebben. Dien<br />

zelfden avond van den 6 September werden 'er<br />

Boden naa den Briel, Hcllevoeifluis, Schoonho.<br />

•>en en Gorinchem verzonden met bevelen, tot<br />

iet optrekken der Troupen naa Holland. Nog<br />

verd aan de beveelende Officieren van de Gar­<br />

( iet aangefchreeven, dat zy, benevens de verdere;


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 231<br />

dere Officieren van hun Regiment ontflaagen<br />

waren van dat gedeelte des Provintiaalen Eeds,<br />

het welk betrekking heeft tot het gehoorzaamen<br />

aan de Orders van den Kapitein Generaal,<br />

met last om daar van aan de afweezende Officieren<br />

kennis te geeven (*).<br />

Om aan 't Krygsvolk de gelegenheid af te Publicatie<br />

tegen 't<br />

fnyden tot het pleegen van baldaadigheden, Oranje draa.»<br />

gen en<br />

of verwekken van beweegingen, onder voor- i'cbrceuwan.<br />

wendfel van hunne zucht voor 't Huis van<br />

Oranje, zoo deeden de Heeren Staaten van<br />

Holland eene Publicatie afkondigen, waar by<br />

aan hetzelve verbooden werd, het draagen van<br />

Oranje Cocardes, ftrikken linten , papieren ,<br />

bloemen, en andere verfierfelen van Oranjekleur;<br />

als ook het fchreeuwen van Oranje bo.<br />

ven, op draffe van naar vereisch van zaaken,<br />

zelfs met den dood geftraft te worden.<br />

Terwyl de Staaten dus werkzaam waren, za. Adres der<br />

Gewapende<br />

ten de Burgers ook niet ftil: De Gecommit­ Wurgers aan<br />

de Staaten<br />

teerden der Schutteryën en Gewapende Ge- van Holland<br />

ncotfchappen binnen de Provintie van Holland, en derzelver<br />

Befluit<br />

toen te Leyden Vergaaderd, leeverden , op den daarop.<br />

7 September een Adres in aan de Staaten, waat<br />

by zy niet alleen hunne gevoelens van hoogachting<br />

en verkleefdheid aan Hun Ed. Groot<br />

Moogende betuigden , maar ook hunne bereidvacrdighcid<br />

betoonden tot het doen van<br />

alle zulke dienden, als in de tegenwoordige<br />

ora<br />

, (*) Kieuwe Nederl. Jaarb. Sept. 1786. bladz. 1040-1041.<br />

P4<br />

1786.


ü<br />

132 BEKNOPTE HISTORIE DEa<br />

Ï786. < >mltandigheden voor het Vaderland, en tot<br />

1 >ehoud der Vryheid noodig zouden moogen<br />

veezen; waarop Hun Ed. Groot Moogende,<br />

l \etroffen door den Vaderlandfchen yver, in de<br />

1 'oorfz. Addresjen doorfir aaiende, en overtuigd<br />

t 'at in de liefde van een vry Volk, en in de Wa-<br />

I tenen, die hetzelve tot befcherming der Vry-<br />

1 leid en van zynen wettigen Souvrain gereed<br />

i s aan te gorden, billyk het grootfte vertrouwen<br />

tot bewaaring der openbaare veiligheid en<br />

fweering van alle geweld kan gefteld worden ,<br />

I oedvonden en verftonden, hun Hoogfte ge-<br />

t oegen te betuigen over deeze gedaane aan-<br />

l iedingen en de verzekeringen aan te neemen;<br />

e n alle de Gewapende Schutteryën en gewet-<br />

| gde Genootfchappen van Wapenoefening binen<br />

deeze Provintie, die met zodanige gevoe-<br />

\ ;ns bezield waren, mitsgaders alle de Leden<br />

d erzelven, die zich tot afweering van geweld<br />

z ouden willen laaten gebruiken, in hunne by-<br />

z ondere befcherming te neemen. Het Haagƒhe<br />

Genootfchap van Wapenhandel werdt door<br />

e<br />

en byzonder Befluit der Staaten ook in dit<br />

b sgrecpen (*),<br />

Antwoord Op de bovengemelde aanfchryving der Staa-<br />

van den<br />

Prins. W m aan den. Kapitein Generaal , antwoordde<br />

yne Hoogheid binnen den bepaalden tyd;<br />

| et Antwoord kwam den 7 September in, en<br />

b sheisde eerst een kort verhaal van 't geen Hy<br />

(*; iShi'Avc Neder!, Jaarb, Sept, 178C, bladz. 1042—1044.<br />

op


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 233<br />

op begeerte der Staaten van Gelderland gedaan<br />

hadt, daar na eene betuiging van te meenen<br />

niets te veel te vorderen, wanneer Hy met<br />

alle In- en Opgezeetenen eene vrye denkwyze<br />

inriep; maar nogthans geene zwaarigheid maakte,<br />

om als nog zich te gedraagen tot die gevoelens,<br />

welke Zyne Hoogheid meermaals<br />

opengelegd hadt; op welke gronden Zyne<br />

Hoogheid verzekerde, zoo afkeerig te zyn als<br />

iemand van gewelddaadige middelen; doch,<br />

daar Hun Ed. Groot Moogende zeiven, in<br />

hunne eigene Provintie den Militairen arm gebruikt<br />

hadden tot handhaaving van 's Lands<br />

Hoog- en Gerechtigheid en de wettige Autoriteit<br />

van den Souvrain; Hun Ed. Groot Moogende<br />

zich niet konden verwonderen, dat de<br />

Heeren Staaten van Gelderland insgelyks gebruik<br />

daar van gemaakt hebben (*).<br />

Dit Antwoord, alhoewel door de Staaten,<br />

den 8 September beflooten werd, hetzelve in<br />

Commisfie te ftellen aan 't Groot Befoigne ,<br />

tot nader onderzoek en bericht, kwam verfcheidene<br />

Leden der Vergaadering zoo onvoldoende<br />

voor, dat Dordrecht, Gouda, Schoonhoven<br />

, Alkmaar en Monnikendam deeden aanteekenen,<br />

van Advies te zyn, dat de Hr. Ka.<br />

pitein Generaal wegens het onvoldoende Antwoord<br />

op de vereischte opening van zyn gevoelen<br />

over de geweldige maatregelen tegen<br />

Hat.<br />

£*) üiaiwe Nederh Jaarb. September 17SÉ. bladz. 1045.<br />

P 5<br />

1786.<br />

Is onVOL;<br />

doende.


1786.<br />

Deputatie<br />

der Staaten<br />

van Hollan<br />

aan de Staa<br />

ten Gene<br />

xsal.<br />

£34 BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Hattem en Elburg, provifioneel,-van nu af aatf'<br />

behoorde opgefchort te worden in zyne voorfz.<br />

fefiening: en dat voorts in een Groot Befoigne<br />

behoorde onderzocht te worden , welke<br />

maatregelen verder, in deezen, ten zynen opzigte<br />

, tot bewaaring der Hoogheid en Souvrainiteit<br />

deezer Provintie, gelyk ook van de<br />

Vryheid der Ingezeetenen, en tot het behoud<br />

van het gantfche Vaderland noodzaakelyk zou<br />

geoordeeld worden (*).<br />

De zaaken werden hoe langer hoe ernftiger,<br />

i niet alleen tusfehen de Staaten van Holland en<br />

" den Heere Prince Stadhouder, maar ook tusfehen<br />

dezelfde Staaten en die van de andere<br />

Provintiën; en het fcheelde maar weinig of<br />

de geheele Unie, of het Bondgenootfchap der<br />

zeven Provintiën, was gefcheurd geweest. De<br />

Staaten van Holland vergaaderden op dien zelfden<br />

dag van den 8 September tweemaal. Geduurende<br />

de eerfte Byeenkomst, die van elf<br />

tot vier uuren duurde, v/erd eene talryke Deputatie<br />

uit het midden van Hun Ed, Groot<br />

jVioogende benoemd, en verfcheen in de Vergaadering<br />

der Algemeene Staaten, met den Hr.<br />

Raadpenfionaris aan 't hoofd, die in derzelver<br />

naam het woord voerde. De aanleiding tot<br />

deeze plegtige bezending was, dat eenige Bevelhebbers<br />

in de Generaliteits Steden, waar<br />

Bezetting van Troupen is, geweigerd hadden,<br />

de .<br />

C*J Uiittwc Nedsrl Jaarb, Sept. ijS6, bladz, J047—1048,


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 235<br />

de Hollandfche Regimenten, op aanfchryving<br />

van hunnen Souvrain te laaten uittrekken, zonder<br />

toeftemming van Hun Hoog Moogende.<br />

De Staaten Generaal waren geneegen om het<br />

gedrag van die Bevelhebbers, in 'tbyzonder dat<br />

van den Gouverneur van Bergen op Zoom, goed<br />

te keuren; doch de Gedeputeerden van Hol.<br />

land verklaarden , dat zy, indien zulks gefchiedde,<br />

dan uit de Vergaadering zouden<br />

gaan en zich van de Unie affcheiden. Deeze<br />

rondborftigc verklaaring verhinderde het Befluit,<br />

en de zaak werd, tot nadere beraadflaaging,<br />

overgenoomen.<br />

Ondertusfchen deeden de Staaten van Hol. Nadere aan.;,<br />

fchryving<br />

land aan de Regimenten der Provintie nader der Staaten<br />

aan de Re­<br />

aanfchryven, om indien de marsch naa HoU gimenten<br />

om naa<br />

land, nog niet was aangenoomen, zulks ten Holland CO.<br />

fpoedigfte te doen , zonder aan eenige, hoe trekken.<br />

genaamde, hindernisfen toe te geeven, op<br />

liraffe van niet langer als Troupen , in Soldy<br />

deezer Provintie ftaande, aangemerkt, maar<br />

zonder verdere betaaling aan hun lot overgelaaten<br />

te worden: en integendeel , indien zy<br />

gereedelyk gehoorzaamden , van Hun Ed. Groot<br />

Moogende byzondere befcherming konden verzekerd<br />

zyn Voords werden Gecommitteerde<br />

Raaden gemagtigd, om, zoo haast als de verwagte<br />

Troupen op het Grondgebied deezer<br />

Provintie zouden gekoomen zyn , aan dezelven,<br />

tot fchadeloosftelling en aanmoediging,<br />

eene provijioneele ver hooging van Soldy, tot twaalf<br />

Jlui-<br />

17^.


Het Corps<br />

van den<br />

Rhyngraaf<br />

van Sahn<br />

in dienst<br />

van 'lolland<br />

genoomen.<br />

Het Guarïiizoen<br />

van<br />

den Haag<br />

moet aan<br />

niemand dan<br />

de Staaten<br />

en Gecommitteerden<br />

Raaden ge.<br />

lioorzaamen.<br />

BEKNOPTE HISTORIE DER<br />

Jluivers 'sweeks, toe te leggen ; behoudens Hun<br />

Ed. Groot Moogende beraadflaaging over eene<br />

gevoeglyke fchadeloosftelling voor de Officieren.<br />

In de tweede byeenkomst der Staaten van<br />

dien dag, beflooten Hun Ed. Groot Moogende<br />

het geheele Corps des Rhyngraaven VAN SA LM<br />

in dienst deezer Provintie te neemen; gelyk<br />

het ook op den volgenden dag daar in is overgegaan.<br />

Op dien zelfden dag van den 9 September<br />

werd ook aan 't gantfche Guarnizoen<br />

van 'sHage, door Gecommitteerde Raaden,<br />

in naam der Staaten bekend gemaakt: „ dat de<br />

Gardes du Corps, zoo te voet.als te paerd, en de<br />

verdere Krygslieden , in de Refidentieplaats<br />

van Hun Ed. Groot Moog. bezetting houdende,<br />

of daar vervolgends zouden moogen gebragt<br />

worden, onder niemands bevel fTonden,<br />

dan dat van Hun Ed. Groot Moogende en hunne<br />

Gecommitteerde Raaden; dat zy ook, geduurende<br />

hun verblyf aldaar, aan niemand anders,<br />

dan aan Hun Ed. Groot Moog. en derzelver<br />

Gecommitteerde Raaden gehoorzaamheid<br />

fchuldig waren of bewyzen mogten; dat ook<br />

dienvolgends het geeven van 't Wachtwoord<br />

en alle andere tekenen van gezag over het<br />

voorfz. Krygsvolk byzonderlyk verbleef aan<br />

Gecommitteerde Raaden, zonder dat dezelfde<br />

eere aan iemand anders zou overgegeeven worden;<br />

en zonder dat aan iemand, van wat hoedanigheid<br />

Bediening of waardigheid in den<br />

Bur?


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 237"<br />

Burgers- of Krygs-Staat hy ook mooge wee-<br />

zen , eenige Aéïe van Commando of Gezag<br />

ooit of ooit zou moogen toegelaaten worden."<br />

Doch de Guardes du Corps (uitgenoomen de<br />

Colonel Commandant VAN DER CAPELLENa­<br />

maakten zwaarigheid, zich van hunnen Eed te<br />

laaten ontflaan, dan door dien, aan wien zy<br />

dien gedaan hadden (*). Doch deeze zwaa­<br />

righeid werdt door den Prins zeiven weg ge­<br />

noomen, die aan de Staaten fchreef, dat hy<br />

de Guardes du Corps van dien byzonderen Eed,<br />

waar door zy aan zyn Perfoon verbonden wa­<br />

ren, ontfloeg, en dus aan Hun Ed. Groot Moog.<br />

overliet, om daaromtrent naar welgevallen te<br />

handelen. Waarop vervolgends die Eed, op<br />

den 19 Oftober- door de Staaten vernietigd<br />

werd (t).<br />

Brief der<br />

Op den Brief welken de Staaten van Holland Staatsleden^<br />

aan de Staats-Leden van Utrecht, te Amers­ te Amersfoortverfoort<br />

Vergaaderd, op den 4 September over gaaderd , aan<br />

de Staaten<br />

den tegenwoordigen toeltand van zaaken in de van Holland»<br />

Provintiën van Gelderland en Utrecht gefchreeven<br />

hadden, ontvingen zy op den 11 September<br />

een Antwoord, waarin zy deredenen op»,<br />

gaven, waarom te Amersfoort en niet te Utrecht<br />

vergaaderd waren; en betuigden dat zy wel<br />

verre af waren, van de voorkeur aan geweldige<br />

middelen te geeven; maar dat het ook aan hun<br />

(*) Nieuwe Nederl Jaarb. Sept. 1786. bladz. 1050.<br />

(t; lbid. QSlober 1786. bladz. 1252,<br />

moest<br />

Ï78&


Jf8


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 2$9<br />

' Op den zelfden 11 September ontvingen de 178^.<br />

Staaten van Holland eenen Brief van de Vroed» Brief der<br />

Vroedfcliap<br />

fchap der Stad Utrecht; waarin Hun Ed. Groot van Utrecht<br />

aan de Staa­<br />

Achtbaare aan Hun Ed. Groot Moogende ken. ten van<br />

nis gaven, berichten, waarop zy ftaat kon­ UollanJ.<br />

den maaken, ontvangen te hebben, dat de<br />

twee voorftemmende Leden. benevens twee<br />

der kleine Steden, zich noemende de Staater<br />

dier Provintie,in hunne Vergaadering te Amersfoort<br />

volftrekt hadden beflooten, een genoegzaam<br />

getal Troupen binnen het Grondgebied<br />

te doen trekken, zoo dat die den volgender<br />

Dingsdag binnen of omtrent Amersfoort zouden<br />

?.vn ; — uit welke en andere omftandigheder<br />

zy reden hadden cm te vermoeden, dat men<br />

zou trachten die Provintie allengskcns me!<br />

Krygsvolk te overdekken, om vervolgends de<br />

Stad Utrecht door geweld, gelyk men omtreni<br />

twee • Steden in Gelderland gedaan hadt, te<br />

Overheerfchen, waar uit zekerlyk moest volgen<br />

eene onderdrukking der eerbiedige Volk-<br />

Rem, een- verlies der opdaagende Vryheid ,<br />

eene vervolging tegen cordaate Regenten er<br />

Burgers,eene verhuizing der beste en eerlykftf<br />

Ingezeetenen, en eindelyk een geheel bederi<br />

der Provintie, moest gebboren worden: Ou<br />

alle welke redenen zy by vernieuwing op hel<br />

fterkRe aandrongen op eenen onverwylden by-<br />

Rand van zoo veel Krygsvolk, op Hun Ed<br />

Groot Moog. Provintie verdeeld, als zy genoegzaam<br />

zouden oordeelen, om de Stad Ut<br />

Tech 1


Ce Staaten<br />

van Holland<br />

belooven<br />

liulpe aan de<br />

Stad Ut.<br />

fecht.<br />

240 BEKNOPTE HISTORIE DES<br />

recht tegen allen geweldigen aanval te dekken;<br />

en dewyl hunne Mede - Staatsleden zich niet<br />

ontzagen, naar willekeur, en buiten hunne<br />

kennis over het Provintiaale Grondgebied te<br />

bedellen ; zoo meenden zy ook alle vryheid te<br />

hebben om niets te ontzien tot hunne beveiliging,<br />

en gevolglyk geene zwaarigheid te maaken,<br />

die Hollandfche Troupen binnen hunne<br />

Vryheid te ontvangen; waar dezelve provifioneel<br />

konden post vatten in de Voordeden,<br />

en zoo veel moogelyk een Cordon trekken aan<br />

dien kant, van welken zy waarfchynelyk den<br />

eerden aanval te wagten hadden; hetwelk zy<br />

dachten best gefchikt te zyn; om alle vyandlyke<br />

maatregelen te verydelen (*). —<br />

De Staaten van Holland, gaaven hier op verzekering<br />

aan de Utrechtfche Vroedfchap, dat<br />

zy, in geval van een Vyandelyken aanval, of<br />

aanmarsch van Troupeu uit Gelderland tegen<br />

derzelver dad, aandonds met hunne, voorhanden<br />

zynde , Troupen dezelve zouden befchcrmen,<br />

en van alle geweld en overlast naar vermoogen<br />

beveiligen. Ten welken einde Hun<br />

Ed. Groot Moog. aan den Generaal Majoor<br />

VAN RYSSEL deeden aanfchryven , dat hy,<br />

indien de Stad Utrecht in gevaar mogt gebragt<br />

worden, dan de Troupen, onder zyn bevel,<br />

hadt by een te brengen, en de Stad naar vermoogen,<br />

daar made te helpen verdeedigen,en<br />

alle<br />

C) Nieuwe Neder!. Jaarb, September 178$, bladz. 1058, -


ONLUSTEN IN HET VADERLAND. 241<br />

alle geweldige aanflagen te veriedelen. Dit<br />

Befluit werd alleen door de Ridderfchap en de<br />

Stad Briel tegengefprooken ; en van hetzelve<br />

werdt aan de Utrechtfche Staatsleden, te Amers.<br />

foort vergaaderd , kennis gegeeven; met byvoeging,<br />

dat Hun Ed. Groot Moogende alhoewel<br />

zy verwagtten, dat zodanig een kragtig<br />

Befluit nooit zou in 't werk behoeven gefteld<br />

te worden, nogthans eene cordaate ope»<br />

ning daar van aan Hun Ed. Moog. hebben willen<br />

geeven, zoo wel om alle verkeerde indrukken<br />

omtrent de waare beweegreden daar<br />

toe voor te koomen, als om hen te overtuigen<br />

van derzelver oprechte genegenheid tot eene<br />

gemeenfehappelyke behandeling van zaakens en eene daadelyke bevordering der heilzaame<br />

oogmerken , welke Zy zoo duidelyk aan Hur<br />

Ed. GrGot Moog. hadden te kennen gegeeven s<br />

en eindelyk, dat Hun Ed. Groot Moog. zelfs<br />

op grond van verzekering, door de Staatet<br />

van Utrecht, of de beide voorftemmende Le<br />

den, daar van gedaan, moesten vast ftellen :<br />

dat een geweldige aanval op de Stad Utrecht 1<br />

nooit op begeerte of met medewerking vai t<br />

dezelve zou gefchieden ; en dat Hun Ed. Groo<br />

Moog. derhal ven konden vertrouwen, dat, in<br />

dien evenwel eene zaak van die natuur onder<br />

noomen wierd, Hun Ed. Moog. dan de poe<br />

gingen van Hun Ed. Groot Moogende tot al<br />

weering daar van, niet alleen niet zouden wraï<br />

ken, maar zelfs met al hun vermoogen ondei<br />

O Rei<br />

178Ö.


.1786.<br />

Pcmiddei.<br />