100 jaar Bello 24 september 1910 - Historische Kring Dalfsen
100 jaar Bello 24 september 1910 - Historische Kring Dalfsen
100 jaar Bello 24 september 1910 - Historische Kring Dalfsen
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>100</strong> <strong>jaar</strong> <strong>Bello</strong><br />
<strong>24</strong> <strong>september</strong> <strong>1910</strong>:<br />
een feestelijke proefrit over de nieuwe spoorlijn van Deventer naar Ommen<br />
De spoorlijn Deventer-Ommen<br />
<strong>100</strong> <strong>jaar</strong> geleden verbond een nieuwe spoorlijn Deventer via Raalte en Lemelerveld met Ommen.<br />
De dienstregeling ging in op 1 oktober <strong>1910</strong>. In 1935 werd de spoorlijn gesloten en veranderde<br />
jaren later in een betonweg. De provinciale weg N348 tussen Ommen en Raalte loopt ook nu nog<br />
over het tracé van de voormalige spoorlijn Deventer-Ommen.<br />
Herinneringen<br />
Het station is afgebroken, de rails zijn opgebroken en de draaibrug over het kanaal is verwijderd.<br />
Er zijn slechts herinneringen overgebleven: de Stationsstraat (toen Stationsweg) en Café 't Hoekje<br />
(toen het stationskoffiehuis).<br />
Het stationskoffiehuis (links) werd in <strong>1910</strong> gebouwd door de heer Flierhuis.<br />
In de loop der jaren heeft het café verschillende eigenaars gekend.<br />
Op de plek van stopplaats De Posthoorn staat nu restaurant De Lantaren.<br />
Maar in historische kranten, archieven, oude prentbriefkaarten en foto's kun je het spoorwegverhaal<br />
terugvinden. Voor wie het hele verhaal wil weten is het boek van Wiebe van der Velde een aanrader:<br />
Overijsselsche Lokaalspoorwegmaatschappij Deventer-Ommen
De feestelijke opening<br />
De Dalfser Courant deed op 7 oktober <strong>1910</strong> verslag van de feestelijkheden:<br />
Een lokaalspoorweg<br />
Een lokaalspoorweg was een spoorlijn van regionale betekenis. Er werden minder hoge technische<br />
eisen aan gesteld dan aan de hoofdspoorwegen. Ook werden er minder eisen gesteld aan de<br />
beveiliging. De spoorwegovergangen hoefden niet bemand te zijn. Ook was de maximumsnelheid<br />
veel lager, max. 50 km per uur. De aanleg was dus goedkoper. Er werd gebruik gemaakt van<br />
verouderde locomotieven en rijtuigen.<br />
<strong>Bello</strong> puffend op weg door Salland
Het personenvervoer uit Lemelerveld bestond voornamelijk uit een ritje op woensdag naar de markt<br />
in Raalte en op vrijdag naar de markt in Deventer. Verder was de trein een uitkomst voor de<br />
scholieren. Een retourtje Deventer-Ommen 3e klasse kostte f 1,15 (nu € 0,50). Voor de gewone man<br />
een heel bedrag: een boeren knecht verdiende in die tijd slechts f 4,00 (nu € 1,80) per week.<br />
De locomotief moest het vanwege zijn leeftijd kalmpjes aan doen. De rijtuigen hadden geen<br />
zijdeuren. Men moest instappen via het balkon. Sommige rijtuigen hadden langs de wanden slechts<br />
houten zitbanken. De overwegen waren onbewaakt. De stoombel was dus een noodzakelijk attribuut<br />
op de locomotief!<br />
Historie in het kort<br />
In juni 1907 werd ten overstaan van notaris Immink te Deventer de Overijsselse<br />
Lokaalspoorwegmaat schappij Deventer-Ommen opgericht. De aanleg werd uitgevoerd door de<br />
firma Herder en Bolle, die voor de aanvoer van zand en grind twee locomotieven gebruikte: Anna<br />
en Dina, vernoemd naar de dochters van de ondernemers.<br />
Op 1 augustus 1909 werd het startsein gegeven voor de aanleg, die ruim een <strong>jaar</strong> werk verschafte<br />
aan driehonderd man. Op <strong>24</strong> <strong>september</strong> <strong>1910</strong> werd met veel feestelijk vertoon en een versierde<br />
locomotief een proefrit gereden, waarmee de lijn officieel werd geopend.<br />
Station Lemelerveld (Lmv)<br />
Dit grote stationsgebouw stond op de plaats waar nu de Stationsstraat aansluit op de provinciale<br />
weg.
De bijbehorende woning van de haltechef en zijn gezin was hoogst geriefelijk ingericht en voorzien<br />
van alles wat wenselijk was, volgens de strengste eisen van hygiëne. Aan beide zijden was een<br />
bloementuin aangelegd. Aan de dorpszijde stond een waterpomp, aangesloten op een waterput<br />
waarin het hemelwater werd opgevangen.<br />
Verder was er nog een gebouwtje met wc's en retirade, een magazijn en een oliebergplaats. Voor het<br />
stationsgebouw lag een perron langs het hoofdspoor, met een lengte van 90 meter. De breedte<br />
bedroeg minimaal 5,50 meter. Het perron werd verlicht door gaslantaarns.<br />
In Deventer, Raalte en Ommen werden de locomotieven van water voorzien. Steenkolen werden<br />
alleen in Deventer ingenomen.<br />
Gezicht op de spoorlijn met het station.<br />
Stationschef Toorens bedient het wissel, dat naar het losspoor leidt, waar de goederenwagens<br />
konden worden gelost en geladen. Lemelerveld was in die tijd een bijzonder druk station. Het had<br />
het grootste emplacement van alle OLDO-stations. De bedrijvigheid was vooral te danken aan de<br />
suikerfabriek, die een eigen spooraansluiting had. In Dalmsholte werden geen bieten meer<br />
verbouwd. De suikerbieten moesten van elders aangevoerd worden over het kanaal én het spoor.<br />
<strong>Bello</strong> staat klaar voor vertrek richting Raalte.<br />
Van links naar rechts staan machinist Voerkamp, telegrafist Lammers,<br />
haltechef A.F. Toorens en telegrafist Witsenboer.
De draaibrug over het kanaal<br />
Waar nu het viaduct is lag vroeger deze ongelijkarmige draaibrug (lengte 12,95 m) over het kanaal.<br />
De brugwachter bediende de brug met de hand.<br />
Weet u nog wie de eerste brugwachter was? Weet u wie de personen op deze foto zijn?<br />
Weet u waarom deze foto gemaakt is? Laat het ons weten!<br />
Vlakbij de brug stond het wachthuisje met het bloktoestel, dat in verbinding stond met het station.<br />
De brug was beveiligd door twee afstandsseinen, die werden bediend vanaf het station. De<br />
bediening kon alleen plaats vinden als toestemming van de brugwachter was verkregen via het<br />
bloktoestel in het wachthuisje. Die toestemming kon alleen worden verkregen als uit de<br />
veiligheidsmaatregelen bleek dat de brug gesloten en vergrendeld was.<br />
De suikerfabriek<br />
De spoorlijn betekende een extra aanvoerlijn van bieten die voor de fabriek bijzonder welkom was.<br />
Gedurende de campagnetijd die begon in <strong>september</strong> en eindigde in december werden hier wel zo'n<br />
veertig wagens per dag per speciale goederentrein vanuit Raalte aangevoerd. De trein werd in één<br />
'trek' op de spooraansluiting naar de fabriek geplaatst. Vervolgens werden de wagens met paarden<br />
de fabriek in en uit getrokken. De geloste wagens werden weer beladen met schuimaarde, een<br />
bijproduct dat als meststof gebruikt kon worden op kalkarme grond. Veel hiervan ging naar het<br />
klooster Sion bij Eikelhof.
In de drukste tijd lagen ook honderden schepen in het kanaal te wachten om gelost te worden en<br />
weer voorzien van een retourvracht (pulp, schuimaarde).<br />
De fabriek was een voor die tijd modern bedrijf, uitgerust met kranen en schoepen voor het lossen<br />
en laden van de schepen en de wagens. Na afloop van de bietencampagne bestond het<br />
goederenvervoer vooral uit melasse naar de spiritusfabriek in Bergen op Zoom voor verdere<br />
verwerking (alcohol).<br />
In de zomermaanden werden turf, kalksteen en steenkolen aangegevoerd. Dennenhout voor de<br />
mijnbouw werd weer naar Limburg afgevoerd.<br />
De spoorlijn betekende een extra aanvoerlijn van bieten die voor de fabriek bijzonder welkom was.<br />
Gedurende de campagnetijd die begon in <strong>september</strong> en eindigde in december werden hier wel zo'n<br />
veertig wagens per dag per speciale goederentrein vanuit Raalte aangevoerd. De trein werd in één<br />
'trek' op de spooraansluiting naar de fabriek geplaatst. Vervolgens werden de wagens met paarden<br />
de fabriek in en uit getrokken. De geloste wagens werden weer beladen met schuimaarde, een<br />
bijproduct dat als meststof gebruikt kon worden op kalkarme grond. Veel hiervan ging naar het<br />
klooster Sion bij Eikelhof.<br />
In de drukste tijd lagen ook honderden schepen in het kanaal te wachten om gelost te worden en<br />
weer voorzien van een retourvracht (pulp, schuimaarde).<br />
De fabriek was een voor die tijd modern bedrijf, uitgerust met kranen en schoepen voor het lossen<br />
en laden van de schepen en de wagens. Na afloop van de bietencampagne bestond het<br />
goederenvervoer vooral uit melasse naar de spiritusfabriek in Bergen op Zoom voor verdere<br />
verwerking (alcohol).<br />
In de zomermaanden werden turf, kalksteen en steenkolen aangegevoerd. Dennenhout voor de<br />
mijnbouw werd weer naar Limburg afgevoerd.<br />
Dienstregeling<br />
De zomerdienstregeling van 1911
De 37.508 meter lange lokaalspoorweg werd op 1 oktober <strong>1910</strong> in gebruik genomen, toen de<br />
winterdienstregeling inging. De treinstellen bestonden grotendeels uit tweedehands rijtuigen en<br />
locomotiefjes uit de 19 e eeuw. Er reden zes treinen per dag van Ommen naar Deventer en vijf in<br />
omgekeerde richting. De reistijd tussen de beide eindpunten was meestal 1 uur en 18 minuten.<br />
Tarieflijst voor de plaatsbewijzen<br />
De nieuwe trein bleek in een behoefte te voorzien. Vooral het goedervervoer ontwikkelde zich<br />
voorspoedig. Lemerveld was nog maar een klein plaatsje met een handvol winkels. Maar de<br />
winkeliers kwamen tijdens de bietencampagne handen tekort om de wachtende schippers van de<br />
nodige levens middelen te voorzien. De koloniale waren (koffie, thee, tabak, specerijen, cacao) en<br />
voedingsmiddelen werden als stukgoed aangevoerd per trein.<br />
Het reizigersvervoer was van geringe betekenis: op woensdag naar de markt in Raalte en op vrijdag<br />
naar Deventer. Verder was er het scholierenvervoer naar de scholen in Raalte en Deventer.<br />
Er werd op de stopplaatsen weinig ingestapt. Bij vertrek uit Lemelerveld controleerde de<br />
conducteur de plaatsbewijzen en gaf door het opsteken van één, twee of drie vingers aan de<br />
machinist door dat er geen reizigers waren voor de eerste, tweede of derde stopplaats. Stonden hier<br />
ook geen reizigers te wachten dan reed de trein gewoon door.<br />
Naar onze normen moet zo’n treinritje vroeger maar een simpele en trage bedoening geweest zijn.<br />
Maar honderd <strong>jaar</strong> geleden was men op het platteland niet veel gewend. Vijf- of zesmaal per dag<br />
een trein, bestaande uit eenvoudige, weinig comfortabele rijtuigen en een reissnelheid van net even<br />
boven de 25 km per uur vond men al heel wat. Voor die tijd was het snelste dat men kende een<br />
paard-en-wagen en die kwam niet zoveel boven de tien kilometer per uur.<br />
Kleine ongemakken werden door het behulpzame treinpersoneel verholpen. Hoge nood en geen<br />
toilet in de trein? Geen probleem. Men waarschuwde de conducteur en de trein stopte zonodig wel<br />
ergens in het vrije veld. Een bosje was dan altijd wel in de buurt.<br />
Natuurlijk hadden de lokaaltreintjes ook een dienstregeling waaraan de machinist zich moesten<br />
houden. Maar als een reiziger zich verlaat had en toch met de trein meemoest, dan werd de<br />
stationschef gewaarschuwd. Deze liet de trein wel even wachten tot de verlate reiziger gearriveerd<br />
was. De machinist zorgde er dan wel voor dat men op tijd bij het eerst volgende station aankwam.<br />
Er werd wat harder gereden dan de voorgeschreven maximumsnelheid.<br />
Natuurlijk werd deze service niet gratis verleend. Een fooitje of een paar goede sigaren werden wel<br />
als tegenprestatie verwacht. Wanneer je dit 'vergat' dan kon je er een volgende keer op rekenen dat<br />
de trein precies op tijd vertrok, ook al stond je voor het station. Overigens kwam te laat komen niet<br />
vaak voor. De dorpelingen reisden niet zo vaak en een treinrit was dan een hele belevenis. Men<br />
stond dus al vroeg te wachten op de trein.
De abri bij halte De Posthoorn<br />
Bij de kleine stopplaatsen was het in elk geval nodig om op tijd te zijn. Zij bestonden vaak alleen<br />
maar uit een perron van aangestampte aarde, soms met wat grind, en een schuilhokje (abri). De trein<br />
stopte er dan ook alleen maar op verzoek door de hand op te steken. Als men wilde uitstappen,<br />
moest men een station van tevoren de conducteur waarschuwen. Die gaf dan aan de machinist door,<br />
dat hij bij de halte moest stoppen.<br />
Bij duisternis gaf het geven van een stopteken aan de machinist wel enige problemen. Niet alleen<br />
was de halte onverlicht, maar meestal was ook de omgeving aardedonker. En de lantaarns van de<br />
locomotief gaven maar weinig licht. Het kwam dan ook wel eens voor dat de machinist het<br />
stopteken van de instappende reiziger niet zag en doorreed. Vandaar dat een reiziger 's avonds een<br />
krant of iets anders brandbaars in brand stak. Voor de machinist was dat het teken dat men mee<br />
wilde.<br />
Uit die tijd zijn nog enkele vermakelijke gebeurtenissen bekend. Zoals van de machinist<br />
die niet alleen zijn vak goed beheerste, maar ook een verwoed stroper was. Op zekere dag<br />
ontdekte hij dat een haas steeds op dezelfde plek de rails overstak. 's Avonds werd de rit<br />
van Raalte naar Ommen even door hem onderbroken om een vakkundig geplaatste strik<br />
te controleren. Een enkele keer gebeurde het dat de trein nodeloos stond te wachten bij de geopende<br />
draaibrug over het kanaal: de brugwachter was door vermoeidheid overmand in slaap gevallen…<br />
Bronnen:<br />
Overijsselsche Lokaalspoorwegmaatschappij Deventer-Ommen,W. vd Velde<br />
Hoe Deventer vroeger spoorde, Joh.W. Montenberg e.a.<br />
Lemelerveld in oude ansichten, H. Huisman<br />
Fotoarchief Jan Duerink<br />
Krantenarchief Hist. <strong>Kring</strong> <strong>Dalfsen</strong>