Feitse Boerwinkel, inclusieF denker - Hogeschool Utrecht
Feitse Boerwinkel, inclusieF denker - Hogeschool Utrecht
Feitse Boerwinkel, inclusieF denker - Hogeschool Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
20<br />
gesprekken bijpraatte over deze grote vernieuwer in de protestantse theologie.<br />
Hoewel <strong>Boerwinkel</strong> nooit een steile Barthiaan is geworden, is het toch belangrijk te<br />
signaleren wat eigenlijk de nieuwe inzichten waren van Barth, die hem de meest<br />
vooraanstaande protestantse theoloog maakten van de twintigste eeuw.<br />
Karl Barth (1886-1968) werkte als jong predikant van 1911 tot 1921 in het Zwitserse<br />
dorp Safenwil waar het grootste deel van de inwoners uit arbeiders bestond. Hij raakte<br />
betrokken bij hun levensomstandigheden, gaf sociale cursussen en hielp actief mee in<br />
het oprichten van vakverenigingen.<br />
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Barth verbijsterd over de opstelling<br />
van zijn leermeesters. Een van hen, de Berlijnse kerkhistoricus Adolf von Harnack,<br />
schreef zelfs de toespraak die Keizer Wilhelm II hield bij het uitbreken van de oorlog.<br />
Vrijwel allen ondertekenden het manifest van de 9 intellectuelen waarin zij hun steun<br />
aan de oorlog uitspraken. Het vervulde Barth met afgrijzen dat zij oorlogshysterie en<br />
nationalisme met christelijke redeneringen legitimeerden. Met zo’n theologie moest<br />
iets grondig mis zijn.<br />
Barth raakte er steeds meer van overtuigd dat er iets helemaal niet klopte met de<br />
manier waarop theologen meenden te kunnen beschikken over God. Iedereen spande<br />
God voor zijn eigen karretje. Dat gold overigens ook voor de religieus-socialisten die<br />
meenden te bouwen aan Gods Koninkrijk op aarde. Hij begon opnieuw de bijbel te<br />
bestuderen, vooral de brieven van Paulus. In 1919 publiceerde hij zijn commentaar op<br />
Paulus’ brief aan de Romeinen. Dit boek werd in Nederland niet opgemerkt, maar bij<br />
de omgewerkte tweede druk, in 1922, veranderde dat. Nico Stufkens, in de jaren twintig<br />
studiesecretaris van de NCSV, las deze Römerbrief (ruim 500 pagina’s) en vertelde er<br />
op de NCSV-zomerconferentie van 1922 over. Vanaf dat moment begonnen de opzienbarende<br />
theologische inzichten van Karl Barth in Nederland door te sijpelen.<br />
Volgens Barth bestond tussen God en mensen een ‘oneindig kwalitatief onderscheid’.<br />
Dat betekende dat de bedoelingen van God niet zomaar ingepast konden worden in<br />
menselijke gedachtengangen. De vanzelfsprekendheid en zelfverzekerdheid waarmee<br />
politieke en ideologische stelsels rechtstreeks uit de bijbel werden afgeleid, waren<br />
hem een doorn in het oog. God of Zijn wil was niet af te leiden uit de geschiedenis of<br />
te herkennen in de natuur, laat staan in oorlog of revolutie.<br />
Het ‘verbindingsstreepje’ tussen het voorvoegsel ‘christelijk’ en alles wat daarna kwam,<br />
werd door Barth fel gehekeld. Hij noemde dat ‘verbindingsstreepjes-theologie’. Jezus<br />
Christus was de enige permanente verbindingsschakel tussen God en mensen. Het geloof<br />
in Christus nam bij Barth de centrale plaats in. Dat betekende dat hij een radicale<br />
<strong>Feitse</strong> <strong>Boerwinkel</strong>, inclusief <strong>denker</strong>