14.09.2013 Views

Feitse Boerwinkel, inclusieF denker - Hogeschool Utrecht

Feitse Boerwinkel, inclusieF denker - Hogeschool Utrecht

Feitse Boerwinkel, inclusieF denker - Hogeschool Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dat ik, ondanks al die andere bezigheden, nog binnen een redelijke tijd het candidaatsexamen<br />

Nederlandse letteren zou halen.<br />

Maar intussen groeide ook een diepere interesse in de hele militaire kwestie en kwam<br />

de vraag op: Als je dan ergens zulke bezwaren hebt dat je je niet door eed of belofte<br />

wilt verbinden om als ‘t er op aan komt dit alles in praktijk te brengen, is het dan wel<br />

een goede zaak, dit hele militaire bedrijf?<br />

In die overwegingen werd ik gesterkt door de lectuur van o.a. werk van Bart de Ligt en<br />

anderzijds door gesprekken met de doopsgezinde predikant in Amersfoort, Frits Kuiper.<br />

Ook herinner ik me een gesprek met een oudere kennis van ons, ‘Oom’ Smits, die op<br />

een moment rei: ‘Er is niets goddelijks aan een ander een bajonet in z’n buik te steken.’<br />

Een opmerking die op zichzelf niet zò bijzonder of verhelderend was, maar die wel<br />

ineens die instructie bajonetvechten weer bij me opriep.<br />

Verder was er ook het blad en de beweging ‘Kerk en Vrede’ en vooral ook in het<br />

Hersteld Verband het spreken en schrijven van Ds. Buskes. Hoe het zij, op een moment<br />

kwam ik tot de overtuiging: ik moet ermee kappen, ik mag er niet meer aan meedoen.<br />

In feite betekende het dat ik, als ik in 1928 zou worden opgeroepen voor herhalingsoefening,<br />

een beroep zou moeten doen op de Dienstweigeringswet van 192 , waarbij<br />

je vervangende burgerdienst zou mogen doen als de commissie die daarvoor was, je<br />

‘gewetensbezwaren’ (die je dan in een brief zou moeten uiteenzetten en nader voor<br />

de commissie toelichten), zou erkennen.<br />

Aan de opstelling van dat stuk heb ik nogal tijd besteed. Het verhoor van de commissie<br />

verliep naar wens en de uitslag was dat ik, behalve de 2 maal 2 dagen die ik nog voor<br />

herhaling had moeten opkomen, een jaar langer vervangende dienst zou moeten<br />

doen, en dat werd: op het Centraal Bureau voor de Statistiek in Den Haag en wel van<br />

1 november 1928 tot 18 dec.1929.<br />

Om dat werk in Den Haag te doen, moest ik ook wel in Den Haag wonen. Dat gaf niet<br />

zoveel moeite, want in Kampen had ik kennis gemaakt met een Delfts student, Henk<br />

van de Kolk, uit Den Haag. Zijn moeder was weduwe en kon mij onderdak en verzorging<br />

bieden tegen de toen gebruikelijke vergoeding van f 70,- per maand.<br />

Henk zelf had inmiddels wel de eed afgelegd en was dus reserve-luitenant geworden.<br />

Dat ik een beroep op de Dienstweigeringswet had gedaan, stoorde noch hem noch z’n<br />

moeder en we zijn goed bevriend gebleven. Daarover later meer.<br />

Op dat Centraal Bureau waren intussen ook andere dienstweigeraars geweest, zoals<br />

bijv. Jan Tinbergen, die daar tenslotte was gebleven en een goede functie had gekregen.<br />

Centrum voor Social Work/ De Horst<br />

79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!