Bijlage 3 Beeldkwaliteitsplan - Gemeente Zeewolde
Bijlage 3 Beeldkwaliteitsplan - Gemeente Zeewolde
Bijlage 3 Beeldkwaliteitsplan - Gemeente Zeewolde
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
BEELDKWALITEITPLAN<br />
FORTENVELD EN VESTINGVELD, zEEWOLDE
Het auteursrecht op alle in dit<br />
rapport opgenomen beeldmateriaal<br />
en tekst berust bij IMOSS bureau<br />
voor stedebouw bv. De gemeente<br />
<strong>Zeewolde</strong> heeft het gebruiksrecht op<br />
de gehele inhoud van dit rapport.<br />
Uitgezonderd de opdrachtgever<br />
mag niemand iets uit dit rapport<br />
overnemen zonder schriftelijke<br />
toestemming van IMOSS bureau<br />
voor stedebouw bv.<br />
In opdracht van:<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Zeewolde</strong>
BEELDKWALITEITPLAN<br />
FORTENVELD EN VESTINGVELD, zEEWOLDE<br />
9 december 2010
InHOUDSOPGAVe<br />
1. InleIDInG<br />
2. STeDenBOUWKUnDIG PlAn<br />
2.1 Planconcept<br />
2.2 Stedenbouwkundig plan<br />
2.3 landschappelijke inpassing en randen<br />
2.4 Ontsluiting en afsluitbaarheid<br />
2.5 Groen en water<br />
2.6 Vaarroute De Blauwe Diamant<br />
2.7 Verkaveling en flexibiliteit<br />
2.8 Profilering<br />
3. BeelDKWAlITeITPlAn<br />
3.1 Algemene beeldkwaliteitsregels Vestingveld<br />
3.2 Algemene beeldkwaliteitsregels Fortenveld<br />
3.3 Bastionkavels op de hoeken van het fort<br />
3.4 Kavels aan de buitenzijde van het fort<br />
3.5 Kavels aan de binnenzijde van het fort<br />
COlOFOn<br />
Het plangebied vanaf de Gelderseweg richting de Polderwijk<br />
7<br />
9<br />
9<br />
13<br />
15<br />
21<br />
37<br />
43<br />
49<br />
49<br />
51<br />
51<br />
55<br />
63<br />
67<br />
71
6<br />
bedrijventerrrein<br />
Trekkersveld<br />
Horsterwold<br />
Gooiseweg<br />
Spiekweg<br />
Gelderseweg<br />
Vlaamse Gaai<br />
Fitislaan<br />
Groenewoudseweg<br />
Kringloop<br />
woonwijk<br />
Horsterveld<br />
woonwijk<br />
Polderwijk<br />
Gelderseweg<br />
Ossenkampweg<br />
Kwartiermakerslaan
1. InleIDInG<br />
De gemeente <strong>Zeewolde</strong> is bezig met de planvoorbereiding<br />
voor het bedrijventerrein Fortenveld en Vestingveld.<br />
Het betreft het gebied ten noorden van de woonwijken<br />
Horsterveld en Polderwijk en ten zuiden van de<br />
Gooiseweg. Inmiddels is voor het bedrijventerrein<br />
een voorontwerp bestemmingsplan ontwikkeld.<br />
De gemeente <strong>Zeewolde</strong> heeft IMOSS bureau voor<br />
stedebouw bv gevraagd om een handzaam en<br />
praktisch beeldkwaliteitplan op te stellen, dat concrete<br />
randvoorwaarden bevat ten aanzien van de gewenste<br />
beeldkwaliteit in het gebied.<br />
een goed beeldkwaliteitplan is onlosmakelijk verbonden<br />
met het onderliggende stedenbouwkundig plan.<br />
Het bestaande stedenbouwkundig plan is daarom<br />
geconcretiseerd en verbeterd ten aanzien van<br />
ruimtelijke consistentie, civieltechnische haalbaarheid en<br />
bruikbaarheid. Het beeldkwaliteitplan legt de ruimtelijke<br />
ambitie van het stedenbouwkundig plan vast.<br />
Dit beeldkwaliteitplan heeft een tweeledig doel. In de<br />
eerste plaats wordt in dit document het kwaliteitsniveau<br />
vastgelegd voor de verdere planuitwerking in bouwplannen<br />
en plannen voor de openbare ruimte. Het document schept<br />
de kaders waarbinnen de verschillende uitwerkingen<br />
plaatsvinden. In de tweede plaats is het beeldkwaliteitplan<br />
een belangrijk communicatiemiddel. Het plan geeft inzicht<br />
in de feitelijke oplossingen die men bij de ontwikkeling<br />
van het bedrijventerrein voor ogen heeft en vormt zo een<br />
inspiratiebron voor de ondernemers.<br />
luchtfoto plangebied met toponiemen (huidige situatie)<br />
7
2. STeDenBOUWKUnDIG PlAn<br />
Introvert - extravert<br />
landschappelijke zonering<br />
Planconcept Fortenveld en Vestingveld<br />
2.1 Planconcept<br />
De ontwikkeling van Fortenveld en Vestingveld is<br />
gebaseerd op de ontwikkeling van een vestingveld<br />
en een fortenveld, waarbinnen fasegewijs ‘vestingen’<br />
en ‘forten’ worden ontwikkeld. De ‘vestingen’ en<br />
‘forten’ zijn verwijzingen naar een gedifferentieerd<br />
bedrijvenprogramma. De ‘vestingen’ en ‘forten’ worden<br />
‘opgehangen’ aan de infrastructuur en bepalen in<br />
belangrijke mate het ruimtelijke beeld van de openbare<br />
wegen die ertussen liggen.<br />
Beide velden worden omzoomd door een ecologische<br />
zone, die aansluit op het Horsterwold. Het Horsterwold<br />
maakt deel uit van de ecologische Hoofdstructuur (eHS).<br />
De omzooming van de geniewerken van de ‘forten’ en<br />
de ‘vestingen’ door groen met een natuurlijke uitstraling<br />
is van groot belang binnen het planconcept. Het ruige en<br />
ontspannen beeld van de ecologische zoom contrasteert<br />
sterk met het stoere, planmatige karakter van de<br />
geniewerken. De ‘forten’ en ‘vestingen’ worden hiermee<br />
goed zichtbaar in het polderlandschap van de Flevopolder.<br />
Introvert - extravert<br />
Binnen het planconcept staat het contrast tussen<br />
de ‘vestingen’ en de ‘forten’ centraal. De ‘vestingen’<br />
zijn introvert en vormen nieuwe ruimten in het open<br />
polderlandschap. Binnen in de ‘vestingen’ liggen de<br />
openbare ruimten, waar rondom alle bedrijfsactiviteiten<br />
worden georganiseerd. naar buiten wordt het ruimtelijke<br />
beeld van de ‘vestingen’ bepaald door begroeide<br />
vestingwallen met een eigen vorm en schaal, waarmee<br />
de vesting zich onderscheidt van het grootschalige<br />
polderlandschap.<br />
De ‘forten’ zijn extravert en richten zich naar buiten<br />
met indrukwekkende bastions en muren. De forten<br />
onderscheiden zich van de omgeving door hun eigen<br />
vormgeving en het contrast van hun massieve stenigheid<br />
met de open, groene omgeving van de ‘schootsvelden’. De<br />
buitenzijde van de ‘forten’ toont een strenge organisatie<br />
9
10<br />
en efficiëntie, terwijl aan de binnenzijde meer ruimtelijke<br />
vrijheid ontstaat. Door ruimte te creëren in de ecologische<br />
omzoming van het Fortenveld komen de ‘forten’ vrij in het<br />
water te liggen en worden zij herkenbaar als bijzondere<br />
elementen in het landschap.<br />
Ruimtelijke beleving<br />
De infrastructuur versterkt het onderscheid tussen de<br />
ecologische zoom, het Fortenveld en het Vestingveld en<br />
de beleving daarvan. Het plangebied wordt in noordwestzuidoost<br />
richting doorsneden door de Gelderseweg.<br />
Aan de noordoostzijde vormt de verlenging van de<br />
Kwartiermakerslaan de plangrens en aan de zuidwestzijde<br />
wordt het plangebied omsloten door de Spiekweg. De<br />
Gelderseweg vormt de scheiding tussen het Vestingveld en<br />
het Fortenveld. Aan de zuidwestzijde volgt de ecologische<br />
zoom de Spiekweg. Het plangebied wordt hiermee<br />
opgedeeld in drie zones met verschillende ruimtelijke<br />
identiteiten: de ecologische zoom, het Fortenveld en het<br />
Vestingveld (zie figuur pag. 9).<br />
De Gelderseweg scheidt de ‘forten’ van de ‘vestingen’<br />
en ligt als ‘polderlaan’ tussen het Fortenveld en het<br />
Vestingveld. De weg wordt begeleid door laanbomen, maar<br />
het beeld van het ruimtelijke profiel wordt bepaald door<br />
zowel de ‘forten’ als de ‘vestingen’. De Gelderseweg krijgt<br />
daarmee een asymmetrisch profiel.<br />
In zuidwest-noordoostelijke richting worden het plangebied<br />
doorsneden door de Kruisboog. In deze richting worden<br />
de ecologische zoom, het Fortenveld en het Vestingveld<br />
beleefbaar. Het ene moment bevindt de weg zich nog in<br />
het ruige, natuurlijke landschap van de ecologische zoom,<br />
terwijl daarna de openheid van het Fortenveld beleefbaar<br />
is. Daarna volgt het besloten beeld van het Vestingveld.<br />
Referentiebeelden ecologische zoom<br />
Referentiebeelden Fortenveld<br />
Referentiebeelden Vestingveld
legenda<br />
Ontsluitingswegen<br />
Calamiteitenontsluiting van het ‘fort’<br />
Vrijliggende fietspaden<br />
ecologische zoom rondom de velden<br />
‘Polderlaan’ langs de Gelderseweg<br />
‘Vestingwal’ rondom de PDV-locatie<br />
Verbijzondering van de ‘vestingwal’<br />
Ovonde op de kop van de ‘vesting’<br />
Bastions op de hoeken van het ‘fort’<br />
Water<br />
Hoofdvaarroute Blauwe Diamant<br />
‘Waterpark’ (mogelijkheden tot de ontwikkeling<br />
van aanlegsteigers en een horecafunctie)<br />
Zonepark huidige Groenewoudseweg<br />
Waterplek op de overgang van de<br />
Ossenkamptocht naar de Spiektocht<br />
Stedenbouwkundig plan Fortenveld en Vestingveld<br />
2.2 Stedenbouwkundig plan<br />
Het planconcept van het Fortenveld en het Vestingveld,<br />
die worden omzoomd door een ecologische zone is nader<br />
uitgewerkt in het stedenbouwkundig plan. Hierin worden<br />
de ruimtelijke hoofdstructuur van het plangebied en de<br />
aansluiting op de omgeving uitgewerkt en vastgelegd.<br />
De ruimtelijke hoofdstructuur<br />
De ruimtelijke hoofdstructuur van Fortenveld en<br />
Vestingveld wordt bepaald door de infrastructuur,<br />
die het plangebied structureert en organiseert. De<br />
stedenbouwkundige structuur heeft een kenmerkende<br />
orthogonale opzet, waarin overzichtelijke en logische<br />
kruisingen van wegen worden gecreëerd.<br />
De Gelderseweg vormt de belangrijkste ruimtelijke drager,<br />
waar ‘forten’ en ‘vestingen’ aan ‘hangen’. De Gelderseweg<br />
vormt een ‘polderlaan’, die een eigen sfeer heeft en het<br />
plangebied verankerd in zijn omgeving. De Kruisboog<br />
kruist de Gelderseweg en verbindt de Kwartiermakerslaan<br />
met de Spiekweg. De Kruisboog doorsnijdt de<br />
verschillende groen- en watersferen en is in het ruimtelijk<br />
beeld ondergeschikt aan deze sferen.<br />
De ruimtelijke sferen<br />
Het plangebied wordt gekenmerkt door drie ruimtelijke<br />
sferen, die samen hangen met de ontwikkeling van de<br />
‘velden’. Ten noordoosten van de Gelderseweg ligt het<br />
Vestingveld. Het Vestingveld wordt gekenmerkt door kort<br />
gemaaid gras en beslotenheid. De vestingwallen verrijzen<br />
als herkenbare eenheden uit het landschap. Het beeld van<br />
het Fortenveld wordt gekenmerkt door de openheid van het<br />
water rondom de ‘forten’ en de robuustheid van de ‘forten’.<br />
Het beeld van de ecologische zoom wordt bepaald door<br />
de ontspannen vormgeving van de oevers, de afwisseling<br />
tussen kleinschalige ruige struwelen en de openheid van<br />
de ‘schootsvelden’ en de brede rietoevers.<br />
13
14<br />
bedrijventerrrein<br />
Trekkersveld<br />
Horsterwold<br />
Spiekweg<br />
Gooiseweg<br />
woonwijk<br />
Horsterveld<br />
Agrarisch gebied<br />
Vaarroute Blauwe Diamant<br />
woonwijk<br />
Polderwijk
2.3 Landschappelijke inpassing en randen<br />
Het plangebied van Fortenveld en Vestingveld heeft een<br />
bijzondere positie binnen de gemeente <strong>Zeewolde</strong>. Ten<br />
noordwesten van het plangebied ligt het bedrijventerrein<br />
Trekkersveld, terwijl aan de zuidoostzijde de woonwijken<br />
Horsterveld en Polderwijk het plangebied begrenzen. In<br />
noordwest-zuidwest richting vormt het plangebied daarmee<br />
de overgang tussen bedrijvigheid en wonen. In de huidige<br />
situatie worden het wonen en de bedrijvigheid van elkaar<br />
gescheiden door agrarisch bouwland.<br />
Aan de zuidwestzijde grenst het plangebied aan het<br />
polderbos Horsterwold. Aan de noordoostzijde ligt het<br />
plangebied aan het grootschalige agrarische landschap<br />
van Flevoland. In zuidwest-noordoostelijke richting maakt<br />
het plangebied daarmee deel uit van de zonering van<br />
groensferen.<br />
Rand naar de woongebieden<br />
Aan de zuidoostzijde wordt het plangebied begrensd<br />
door de toekomstige vaarroute Blauwe Diamant<br />
en de woonwijken Horsterveld en Polderwijk. De<br />
bedrijfsbebouwing op het Fortenveld en het Vestingveld<br />
wordt minimaal op 100 meter afstand van de Polderwijk<br />
gesitueerd.<br />
Aan de zuidoostzijde van het plangebied wordt, in het<br />
kader van het project Blauwe Diamant, een recreatieve<br />
vaarverbinding ontwikkeld. In de huidige situatie vormt het<br />
brede profiel van de Groenewoudseweg en de Vlaamse<br />
Gaai een scheiding tussen de woonwijken en de te<br />
ontwikkelen vaarroute. In de toekomstige plannen wordt de<br />
Groenewoudseweg afgewaardeerd en ‘geknipt’ zodat een<br />
sterke relatie tussen de woonwijken en de Blauwe Diamant<br />
mogelijk wordt gemaakt. Tussen de Blauwe Diamant<br />
en de woonwijk Horsterveld wordt een parklandschap<br />
ontwikkeld, dat deze relatie versterkt. Het park vormt een<br />
aantrekkelijk groen verblijfsgebied met bijzondere functies<br />
voor bewoners van Horsterveld en recreanten. Het park<br />
is de ruimtelijke overgang tussen de woongebieden en de<br />
omgeving van het Fortenveld en het Vestingveld.<br />
In het park bestaat, aansluitend op de vaarverbinding,<br />
de mogelijkheid om een horecafunctie te ontwikkelen en<br />
Het plangebied ten opzichte van zijn omgeving<br />
aanlegsteigers aan te leggen. Daarnaast worden, verspreid<br />
in het park, zitplekken aangelegd. De horecafunctie en<br />
aanlegsteigers worden zo gesitueerd dat een park ontstaat<br />
waarin naast een concentratie van recreatieve functies ook<br />
rustige plekken ontstaan.<br />
De noordwestoever van de Blauwe Diamant maakt deel<br />
uit van de ecologische zoom rondom het Fortenveld en<br />
het Vestingveld. Tussen de Blauwe Diamant en het ‘fort’<br />
worden lage eilanden ontwikkeld. Het ruimtelijke beeld van<br />
dit ‘schootsveld’ wordt bepaald door de ruige begroeiing,<br />
het riet op de oevers, smalle waterdoorgangen en de<br />
afwisseling tussen kleine bosschages en openheid. Tussen<br />
de Blauwe Diamant en de ‘vesting’ wordt een ecologische<br />
oever ontwikkeld met boomgroepen en deels gesloten<br />
beplanting.<br />
De zuidoostoever krijgt zoveel mogelijk een civieltechnisch<br />
karakter met strakke oevers, aanlegsteigers en privétuinen.<br />
Het contrast tussen beide oevers wordt hiermee versterkt.<br />
De zuidoostoever begeleidt de doorgaande vaarroute,<br />
terwijl de noordwestoever het ontspannen decor vormt<br />
voor de ‘forten’ en ‘vestingen’.<br />
Rand naar het Horsterwold<br />
Aan de zuidwestzijde wordt het plangebied begrensd door<br />
de Spiekweg en het Horsterwold, dat deel uitmaakt van<br />
de eHS. Rondom de Spiekweg wordt een ecologische<br />
zoom ontwikkeld, als overgang tussen het Horsterwold<br />
en het Fortenveld. De ecologische zoom van Fortenveld<br />
en Vestingveld versterkt de eHS en maakt de strenge<br />
geniewerken in Fortenveld en Vestingveld zichtbaar in het<br />
landschap. De ‘forten’ presenteren zich aan de Spiekweg<br />
als zelfstandige elementen. De omgeving van de ‘forten’<br />
wordt hierbij gezien als ‘schootsvelden’. Het ruimtelijke<br />
beeld wordt bepaald door een open beplanting, riet en<br />
kleine opgaande bosschages. De oevers aan de zijde<br />
van de Spiekweg worden los vormgegeven en creëren<br />
voldoende water voor de beleving van de vrijliggende<br />
‘forten’.<br />
Rand naar het agrarische landschap<br />
Aan de noordoostzijde ligt het plangebied aan het<br />
grootschalige agrarische landschap van de Flevopolder.<br />
15
16<br />
De ‘vestingen’ liggen hier aan het open, wijdse<br />
polderlandschap en onderscheiden zich hiervan door hun<br />
relatief kleinschalige karakter en eigen vormgeving. Door<br />
voldoende ruimte tussen de verschillende ‘vestingen’ te<br />
creëren worden zij individueel herkenbaar en onttrekken<br />
zij zich aan het onderliggende landschap. Om de<br />
herkenbaarheid van de ‘vestingen’ te realiseren moet een<br />
‘vesting’ een duidelijke ruimtelijke eenheid vormen, die<br />
herkenbaar is aan zijn vormgeving en symmetrie.<br />
Rand naar de Gooiseweg<br />
Het Fortenveld en het Vestingveld worden aan de<br />
noordwestzijde begrensd door de Gooiseweg. Het beeld<br />
van de Gooiseweg wordt bepaald door de begeleidende<br />
bomenrijen. De Gooiseweg vormt hiermee een sterke<br />
ruimtelijke begrenzing aan de noordwestzijde van het<br />
plangebied. De typologieën van ‘forten’ en ‘vestingen’<br />
kunnen doorgroeien tot aan de Gooiseweg. Aan de<br />
noordwestzijde van de Gooiseweg ligt het grootschalige<br />
bedrijventerrein Trekkersveld. Op Trekkersveld zijn onder<br />
andere bedrijven in de milieucategorie 4 en 5 gevestigd.<br />
De kavels hebben een minimale oppervlakte van 3.000 m².<br />
De ‘forten’ en ‘vestingen’ vormen een ruimtelijke overgang<br />
van de kleinschaligheid van de woongebieden naar de<br />
grootschaligheid van het bedrijventerrein Trekkersveld en<br />
de Gooiseweg.<br />
Woonwijk Horsterveld<br />
De Gooiseweg<br />
De Spiekweg langs de vaarroute
Toekomstige vaarroute Blauwe Diamant Het agrarisch gebied ten oosten van het plangebied<br />
De Spiekweg ter plaatse van de rotonde<br />
Woonwijk Polderwijk<br />
Horsterwold bij Groenewoudseweg<br />
17
18<br />
Profiel A, Overgang tussen het plangebied en de Polderwijk<br />
Profiel B, Overgang tussen het plangebied en de vaarroute Blauwe Diamant<br />
Profiel C, Overgang tussen het plangebied en de ecologische zoom aan de westzijde van het plangebied
C<br />
locatie doorsneden<br />
B<br />
A<br />
19
20<br />
Auto ontsluiting huidige situatie langzaamverkeer huidige situatie<br />
Auto ontsluiting toekomstige situatie langzaamverkeer toekomstige situatie
De Gooiseweg<br />
De Gelderseweg<br />
De Ossenkampweg (huidige situatie)<br />
2.4 Ontsluiting en afsluitbaarheid<br />
Met de ontwikkeling van het Fortenveld en het Vestingveld<br />
verandert de infrastructuur ten noordwesten van<br />
<strong>Zeewolde</strong>. De hoofdontsluiting wordt in de toekomst<br />
gevormd door de noordwest-zuidoost gerichte Spiekweg,<br />
de Gelderseweg en de Kwartiermakerslaan. De<br />
Gelderseweg wordt opgewaardeerd tot hoofdontsluiting<br />
van het nieuwe bedrijventerrein. De Kwartiermakerslaan<br />
wordt doorgetrokken en aangesloten op het nieuwe<br />
bedrijventerrein.<br />
De Gelderseweg vormt de belangrijkste ruimtelijke drager<br />
en scheidt het Fortenveld van het Vestingveld. De ‘forten’<br />
en ‘vestingen’ hangen aan de Gelderseweg en worden<br />
individueel beleefbaar gemaakt door ruimte te creëren in<br />
het profiel van de Gelderseweg. De Gelderseweg krijgt<br />
hiermee een asymmetrisch profiel. Dit wordt versterkt door<br />
de begeleidende laanbeplanting langs de hoofdrijbaan en<br />
de asymmetrische ligging van het vrijliggende fietspad.<br />
Tussen de verlengde Kwartiermakerslaan, de<br />
Gelderseweg en de Spiekweg wordt een doorgaande<br />
verbinding gemaakt in noordoost-zuidwestelijke richting.<br />
Deze Kruisboog ligt ten noordwesten van de eerste<br />
‘vesting’ en het eerste ‘fort’ en worden aangesloten op de<br />
bestaande rotonde op de Spiekweg. De verbinding kruist<br />
de Gelderseweg met een rotonde.<br />
De Kruisboog krijgt een symmetrisch profiel en wordt<br />
geflankeerd door de vestingwallen, de ‘forten’ en de<br />
ecologische zoom. Het is hierbij van belang dat de<br />
‘vestingen’ en de ‘forten’ de weg niet begeleiden, maar<br />
individueel beleefbaar zijn vanaf de weg. De Kruisboog<br />
vormt zo een echte doorsnijding van het Vestingveld, het<br />
Fortenveld en de ecologische zoom. De verschillende<br />
ruimtelijke sferen van het besloten Vestingveld, het open<br />
en waterrijke Fortenveld en de ruigte van de ecologische<br />
zoom bepalen het beeld van de doorgaande noordoostzuidwest<br />
verbinding.<br />
Aan de noordwestzijde van het plangebied wordt de<br />
kruising van de verlengde Kwartiermakerslaan met de<br />
Ossenkampweg en de aansluiting van de ‘vesting’ opgelost<br />
door middel van een ovonde. Rondom de ovonde wordt<br />
21
legenda<br />
22<br />
Auto ontsluiting<br />
langzaamverkeer ontsluiting<br />
Spiekweg<br />
Gooiseweg<br />
Gelderseweg<br />
Kruisboog<br />
Fitislaan<br />
Vlaamse Gaai<br />
Kruisboog<br />
Oude Groenewoudseweg<br />
Kringloop<br />
Kwartiermakerslaan
De Groenewoudseweg (huidige situatie)<br />
De Kringloop<br />
De Fitislaan<br />
Toekomstige infrastructuur<br />
de ‘vesting’ verbijzonderd. Het bruggehoofd van de brug<br />
over de vaarroute Blauwe Diamant wordt opgenomen in de<br />
verbijzondering van de ‘vesting’.<br />
De huidige verbinding tussen de Spiekweg en<br />
de Gelderseweg, de Groenewoudseweg, wordt<br />
geknipt en aangesloten op de Kringloop. De huidige<br />
Groenewoudseweg wordt, tussen de Kringloop en de<br />
Spiekweg verwijderd en maakt plaats voor een parkzone<br />
langs de Blauwe Diamant. Het asfalt van de huidige<br />
Groenewoudseweg wordt gebruikt in de vormgeving<br />
van het park en bij het creëren van bijzondere plekken<br />
of routes in het park. De woningen van Horsterveld<br />
blijven bereikbaar via de Vlaamse Gaai. Het bestaande<br />
vrijliggende fietspad langs de Groenewoudseweg wordt<br />
gehandhaafd en opgenomen in het park.<br />
Langzaamverkeer<br />
De ontwikkeling van het Fortenveld en het Vestingveld<br />
wordt aangegrepen om het langzaamverkeernetwerk ten<br />
noorden van <strong>Zeewolde</strong> te versterken. In de huidige situatie<br />
wordt de verbinding voor langzaamverkeer tussen de<br />
kern <strong>Zeewolde</strong>, het buitengebied en het bedrijventerrein<br />
Trekkersveld gevormd door een vrijliggend fietspad<br />
langs de Gelderseweg. De Gelderseweg wordt opnieuw<br />
geprofileerd en voorzien van een vrijliggend fietspad met<br />
een breedte van drie meter.<br />
De Ossenkampweg vormt in de huidige situatie een<br />
onlogische en onpraktische verbinding tussen de<br />
Kwartiermakerslaan en de Gelderseweg. De recent<br />
gerealiseerde Polderwijk moet hier een hoogwaardige<br />
fietsverbinding krijgen met het bestaande netwerk voor<br />
langzaamverkeer. In de toekomstige situatie wordt langs<br />
de Kwartiermakerslaan en het noordoostelijke deel van<br />
de Kruisboog daarom een vrijliggend fietspad aangelegd.<br />
Het fietspad sluit aan op het vrijliggende fietspad langs de<br />
Gelderseweg.<br />
Aan de zuidzijde van het plangebied ligt een vrijliggend<br />
fietspad langs de huidige Groenewoudseweg. Het<br />
fietspad verbindt de woonwijken Horsterveld en Polderwijk<br />
met het recreatieve netwerk van het Horsterwold. Aan<br />
deze zijde wordt de vaarverbinding Blauwe Diamant<br />
23
24<br />
Profiel D, de Kruisboog tussen de ‘forten’<br />
Profiel E, de Kruisboog tussen de ‘vestingen’<br />
Profiel F, Gelderseweg tussen het ‘fort’ en de ‘vesting’
locatie doorsneden<br />
D<br />
E<br />
F<br />
25
legenda<br />
Themakaart infrastructuur<br />
Hoofdontsluiting Gelderseweg<br />
Hoofdontsluiting Kruisboog<br />
Vrijliggend fietspad<br />
Rotonde<br />
Ovonde<br />
Bajonet Gelderseweg<br />
Interne ontsluiting ‘vesting’<br />
(expeditieruimte PDV-locatie)<br />
Parkeren PDV-locatie (indicatief)<br />
Interne ontsluiting ‘fort’<br />
Calamiteitenontsluiting ‘fort’<br />
laad- en losstrook aan de binnenzijde van het ‘fort’<br />
doorgetrokken. De Groenewoudseweg wordt tussen<br />
de Kringloop en de Spiekweg opgebroken, maar de<br />
doorgaande fietsverbinding blijft bestaan. De doorgaande<br />
fietsverbinding tussen de Groenewoudseweg en de<br />
Spiekweg moet hier de vaarroute oversteken en wordt<br />
verlegd. In de toekomstige situatie wordt de Fitislaan<br />
doorgetrokken als vrijliggend fietspad. In het verlengde<br />
van de Fitislaan wordt een fietsbrug gerealiseerd over<br />
de vaarroute. Het fietspad wordt aan de overzijde van de<br />
vaarroute opgenomen in het beeld van de ecologische<br />
zoom en gekoppeld aan de rotonde, die de Spiekweg<br />
verbindt met de Kruisboog. Vanaf hier sluit de route aan<br />
op het bestaande netwerk voor het langzaamverkeer<br />
ten oosten van <strong>Zeewolde</strong>, Fortenveld en Vestingveld en<br />
Trekkersveld.<br />
Afsluitbaarheid en calamiteiten<br />
De ‘forten’ en ‘vestingen’ vormen zelfstandige elementen.<br />
Het aantal toegangen wordt daarom beperkt. De<br />
‘vesting’ wordt ontsloten op de Gelderseweg en de<br />
Kwartiermakerslaan. De eventuele erfafscheiding ligt aan<br />
de binnenzijde van de vestingwallen. De beide toegangen<br />
worden voorzien van een afsluitbaar hek.<br />
Het ‘fort’ wordt ontsloten op de Gelderseweg. De toegang<br />
wordt opgenomen in de vormgeving van de bastions en de<br />
breedte is beperkt. Het ‘fort’ heeft hiermee één toegang.<br />
naast de hoofdingang wordt aan de noordwestzijde<br />
van het ‘fort’ een calamiteitentoegang gerealiseerd<br />
vanaf de Fortenboog. Deze eenvoudige brug is duidelijk<br />
ondergeschikt aan de hoofdtoegang. Beide toegangen<br />
worden afgesloten met een hek dat deel uitmaakt van de<br />
vormgeving en het beeld van de toegangen.<br />
De Gelderseweg<br />
De Gelderseweg vormt de ruimtelijke drager van<br />
het plangebied. Aansluitend bij deze functie vormt<br />
de Gelderseweg een nieuwe ‘polderlaan’. De rijweg<br />
wordt begeleid door laanbomen en vormt hiermee een<br />
zelfstandig element in het landschap van ‘forten’ en<br />
‘vestingen’.<br />
Het wegprofiel van de Gelderseweg bestaat uit twee<br />
rijbanen, die van elkaar worden gescheiden door een<br />
27
28<br />
Principeprofiel G, de Gelderseweg tussen de ‘vestingen’ en ‘forten’<br />
Principeprofiel H, de Kruisboog tussen de ‘vestingen’
locatie doorsneden<br />
H<br />
G<br />
29
30<br />
Verkeerskundig ontwerp van de ‘bajonet’<br />
Opmerkingen:<br />
- Trekker oplegger kan met 30 km/uur de bocht<br />
halen;<br />
- In de bocht een adviessnelheid van 30 km/uur;<br />
- Breedte van de weg op het tussenstuk 4 meter.<br />
Algemeen:<br />
- Vanaf de brug attentieborden in verband met zicht<br />
op de S-bocht;<br />
- eventueel in de binnenbocht bermversteviging<br />
(bijvoorbeeld grasbetonstenen) toepassen.<br />
Maatgevend voertuig voor het ontwerp van de ‘bajonet’<br />
Tabel met eisen ten aanzien van hellingspercentages voor fietsers (ASVV)
smalle en lage middengeleider. De beide rijbanen hebben<br />
een breedte van minimaal 3,5 meter. De middengeleider<br />
heeft een breedte van maximaal 0,5 meter en bestaat<br />
minimaal uit twee tegen elkaar geplaatste schuine<br />
opsluitbanden. De Gelderseweg watert af op de berm<br />
en ligt op maaiveldniveau. Het totale wegprofiel van de<br />
Gelderseweg heeft een breedte van maximaal 8 meter.<br />
Ter plaatse van de entrees van de ‘vestingen’ en de<br />
‘forten’ wordt de middengeleider onderbroken. De entrees<br />
van de ‘forten’ en ‘vestingen’ liggen verspreid langs de<br />
Gelderseweg zodat de Gelderseweg als ‘ruimtelijke drager’<br />
herkenbaar blijft.<br />
Binnen het profiel van de Gelderseweg wordt het fietspad<br />
buiten de ‘polderlaan’ gesitueerd en gekoppeld aan het<br />
water rond de ‘forten’. Het asymmetrische profiel van<br />
de Gelderseweg wordt hiermee versterkt. Het fietspad<br />
langs de Gelderseweg heeft een breedte van 3 meter. De<br />
afstand tussen het vrijliggende fietspad en de Gelderseweg<br />
bedraagt 5 meter. Binnen een berm met deze breedte<br />
kunnen de bomen op 2,5 meter van de rijweg worden<br />
geplaatst en wordt voldaan aan de minimale eisen van de<br />
‘obstakelvrije zone’ langs de Gelderseweg.<br />
Door een minimale afstand aan te houden van 5 meter<br />
tussen de rijweg en het fietspad worden de kruisingen<br />
tussen het langzaamverkeer en het snelverkeer op de<br />
rotondes langs de Gelderseweg verkeersveilig opgelost.<br />
De ‘bajonet’<br />
De aansluiting tussen de Gelderseweg binnen het<br />
woongebied van <strong>Zeewolde</strong> en de Gelderseweg binnen<br />
het plangebied wordt opgelost door een ‘bajonet’ over<br />
de Blauwe Diamant. Het hoogteverschil tussen de<br />
Gelderseweg op maaiveldhoogte en de hoogte van de<br />
brug over de Blauwe Diamant wordt opgelost binnen de<br />
‘bajonet’. Het maaiveld heeft een hoogte van -3,4 meter<br />
nAP. De bovenzijde van de brug ligt op -1,2 meter nAP.<br />
Het op te lossen hoogteverschil bedraagt dus 2,2 meter.<br />
Voor het hellingspercentage binnen de ‘bajonet’ wordt<br />
uitgegaan van een maximaal hellingspercentage van 3%.<br />
Dit betekent dat in het lengteprofiel van de Gelderseweg<br />
een helling van minimaal 66 meter nodig is om het<br />
hoogteverschil tussen het maaiveld en de bovenkant van<br />
de brug te overbruggen.<br />
Het hoogteverschil tussen de ‘bajonet’ en het maaiveld<br />
wordt opgelost in een talud met een helling van 1:3.<br />
Het talud volgt de vorm van de ‘bajonet’ en heeft een<br />
civieltechnisch karakter. Om het onderscheid tussen<br />
de taluds van de ‘bajonet’ en de oevers van het water<br />
rondom het ‘fort’ te versterken moet de afstand tussen de<br />
verschillende taluds minimaal 2 meter bedragen.<br />
De middengeleider wordt binnen de ‘bajonet’<br />
doorgetrokken. De middengeleider begeleidt het verkeer<br />
en zorgt voor een optische versmalling van de rijbaan<br />
zodat de snelheid wordt gematigd.<br />
De verkeersveilige maatvoering van de ‘bajonet’ is<br />
weergeven in de afbeelding op pagina 30.<br />
De Kruisboog en de Kwartiermakerslaan<br />
De Kruisboog vormt de noordoost-zuidwest gerichte<br />
verbinding tussen de Kwartiermakerslaan en de Spiekweg.<br />
De weg doorsnijdt het Vestingveld, het Fortenveld en de<br />
‘ecologische zoom’ en maakt de verschillende ruimtelijke<br />
sferen van deze landschappelijke zonering beleefbaar.<br />
De Kruisboog heeft daarom een eenvoudig symmetrisch<br />
wegprofiel dat deze landschappelijke zonering doorsnijdt.<br />
Aan de noordoostzijde van het plangebied ligt de<br />
verlengde Kwartiermakerslaan. De Kwartiermakerslaan<br />
sluit aan op de Kruisboog en heeft een eenvoudig en<br />
ingetogen karakter. De weg wordt niet begeleid en<br />
doorsnijdt het waterrijke Fortenveld en het groene,<br />
besloten Vestingveld.<br />
De ‘ovonde’<br />
Aan de noordoostzijde van het plangebied wordt de<br />
kruising tussen de Kwartiermakerslaan, de Ossenkampweg<br />
en de entree van de ‘vesting’ opgelost door een ovonde.<br />
De ovonde vormt een langgerekte rotonde, die het verkeer<br />
efficiënt organiseert en aansluit bij de orthogonale structuur<br />
van het polderlandschap. De ovonde wordt opgenomen in<br />
de ‘vesting’ en vormt een verbijzondering van de ‘vesting’<br />
richting het polderlandschap en de Blauwe Diamant.<br />
De ovonde ligt lager dan de vestingwallen en wordt<br />
omsloten door de wallen. Hiermee ontstaat een bijzonder<br />
ruimtelijk moment, waarin de ovonde wordt omsloten<br />
door de vestingwallen en echt binnenin de ‘vesting’<br />
ligt. Dit wordt versterkt door de aansluitingen van de<br />
Kwartiermakerslaan, de Ossenkampweg en de entree van<br />
31
32<br />
Referentiebeelden wegprofiel Gelderseweg met middengeleider met vrijliggend fietspad buiten de ‘laan’<br />
Referentiebeelden Kruisboog en Kwartiermakerslaan zonder middengeleider<br />
Referentiebeelden ovonde
de PDV-locatie op de ovonde te begeleiden met coupures.<br />
Hiermee wordt de doorsnijding van de vestingwallen<br />
zichtbaar en ontstaan bijzondere ruimtelijke momenten.<br />
De ovonde ligt op een hoogte van -2,2 meter nAP en<br />
vormt de overgang tussen het maaiveld( -3,4 m nAP) en<br />
de bovenzijde van de brug over de Blauwe Diamant (-1,2<br />
m nAP). De ‘vestingwallen’ onderscheiden zich van het<br />
landschap en de omliggende ‘velden’ door hun bijzondere<br />
vormgeving, hoogte en uitstraling.<br />
Parkeren<br />
Het parkeren in Fortenveld en Vestingveld wordt opgelost<br />
in de ‘vestingen’ en de ‘forten’. De stedenbouwkundige<br />
hoofdstructuur behoudt hiermee zijn bijzonder groene<br />
karakter en sluit aan op de grootschalige landschappelijke<br />
structuren van de Flevopolder. Binnen Vestingveld<br />
vindt het parkeren plaats aan de binnenzijde van de<br />
‘vestingen’, omsloten door de bebouwing. Het beeld aan<br />
de binnenzijde van de PDV-locatie wordt bepaald door een<br />
grootschalige parkeerfunctie met verspreidstaande bomen.<br />
Binnen Fortenveld wordt het parkeren opgelost op ‘eigen<br />
terrein’. Voor Vestingveld en Fortenveld worden de normen<br />
uit de ‘notitie toepassing parkeernormen’ (gemeente<br />
<strong>Zeewolde</strong>, maart 2009) aangehouden.<br />
In de ‘forten’ wordt de mogelijkheid gecreëerd om in de<br />
openbare ruimte laad- en losplekken te ontwikkelen. Het<br />
parkeren binnenin de ‘forten’ vindt plaats aan de voorzijde<br />
van de bebouwing. Aan de buitenzijde van de ‘forten’ moet<br />
het laden en lossen en het parkeren plaatsvinden op de<br />
kavels, achter de bebouwing en schijngevels. Hiermee<br />
wordt de eenheid in ruimtelijk beeld aan de buitenzijde van<br />
de ‘forten’ behouden.<br />
33
34<br />
Profiel J, Doorsnede bajonet Gelderseweg<br />
Profiel K, Ovonde in dwarsdoorsnede<br />
Profiel L, Ovonde in lengtedoorsnede
locatie doorsneden<br />
J<br />
L<br />
K<br />
35
legenda<br />
Themakaart groen en water<br />
ecologische zoom met rietoevers en struwelen<br />
Waterpark aan de Blauwe Diamant<br />
(op de plek van de huidige Groenewoudseweg)<br />
Hoofdvaarroute Blauwe Diamant<br />
Vestingwal<br />
Verbijzondering van de vestingwal<br />
‘Polderlaan’ langs de Gelderseweg<br />
Water rondom de ‘forten’<br />
‘eilandenreeks’ tussen het ‘fort’ en de<br />
hoofdvaarroute Blauwe Diamant<br />
2.5 Groen en water<br />
Het stedenbouwkundig plan van Fortenveld en<br />
Vestingveld wordt gekenmerkt door een robuuste groen-<br />
en waterstructuur. Het groen en water is gekoppeld aan<br />
de ‘velden’ en de hoofdinfrastructuur en verankerd het<br />
plangebied in zijn omgeving. De verschillende groensferen<br />
ondersteunen het planconcept, waarin het onderscheid<br />
tussen het besloten Vestingveld met zijn opvallende<br />
vestingwallen, het open en waterrijke Fortenveld met de<br />
vrijliggende bastions en het ruige, natuurlijke karakter<br />
van de ecologische zoom van belang is. Het groen<br />
en water verankeren het plangebied in zijn omgeving.<br />
De groenstructuren sluiten aan op de omgeving. De<br />
groensferen van de ‘velden’ vormen herkenbare ruimtelijke<br />
eenheden, die de beleving van de routes door het<br />
plangebied bepalen.<br />
Binnen de omgeving spelen het Horsterwold ten<br />
westen van het plangebied en de nieuw te ontwikkelen<br />
vaarroute Blauwe Diamant ten zuiden van het plangebied<br />
een belangrijke rol. Daarnaast ligt ten oosten van het<br />
plangebied het grootschalige agrarische landschap van de<br />
Flevopolder. Ten noorden wordt het plangebied begrensd<br />
door de dichte boombeplanting langs de Gooiseweg.<br />
Ecologische zoom<br />
Aansluitend op het Horsterwold en de vaarroute Blauwe<br />
Diamant, wordt een ecologische zoom ontwikkeld. De<br />
ecologische zoom begrenst het plangebied aan de<br />
zuidwest- en zuidoostzijde en vormt aan de zuidoostzijde<br />
een aantrekkelijke groene overgang naar de bestaande<br />
woonwijken Horsterveld en Polderwijk.<br />
Het ruimtelijke beeld van de ecologische zoom wordt<br />
bepaald door ruigten, met riet begroeide oevers en<br />
kleinschalige openheid afgewisseld met kleine struwelen.<br />
De ecologische zoom vormt hiermee het decor waar de<br />
‘forten’ en ‘vestingen’ als streng vormgegeven geniewerken<br />
in liggen. Dit contrast versterkt het ruimtelijke beeld van<br />
zowel de ecologische zoom als de ‘forten’ en ‘vestingen’.<br />
Aan de zuidwestzijde worden de oevers langs de Spiekweg<br />
natuurlijk vormgegeven, zodat ruimte ontstaat voor<br />
variatie in begroeiing en uitgestrekte rietzones. Aan de<br />
zuidoostzijde wordt, op de overgang naar het Horsterveld,<br />
een reeks eilanden ontwikkeld. De eilanden vormen hier<br />
37
38<br />
het decor voor het ‘fort’ en scheiden de vaarroute Blauwe<br />
Diamant van het bevaarbare water rondom het ‘fort’. Het<br />
water rondom het ‘fort’ is alleen toegankelijk voor kleine<br />
boten en kano’s. Het maaiveld van de eilanden ligt op één<br />
meter boven het waterpeil. De oevers hebben een talud<br />
van 1:4 tot de bevaarbare diepte van 2,4 meter. Hierdoor<br />
ontstaat ruimte voor de ontwikkeling van brede rietzones.<br />
Het ruimtelijke beeld van de eilanden wordt verder bepaald<br />
door ruige begroeiing en een kleinschalige afwisseling van<br />
openheid en kleine struwelen of bosschages. langs de<br />
noordwestoever van de vaarroute Blauwe Diamant wordt<br />
de ecologische zoom doorgezet langs de vestingwallen<br />
De bosschages zijn hier dichter, waardoor het zicht op de<br />
PDV-locatie vanuit de woningen van de Polderwijk wordt<br />
weggenomen.<br />
Vestingveld en de Kruisboog<br />
Het ruimtelijke beeld van het Vestingveld wordt bepaald<br />
door de doorgaande groene vestingwallen, die zich<br />
door hun strenge vormgeving en schaalverkleining<br />
onderscheiden van het ‘veld’. De ‘vestingen’ zijn beleefbaar<br />
als zelfstandige eenheden. Om dit beeld te bereiken wordt<br />
ruimte gecreëerd ten opzichte van de Gelderseweg en de<br />
Vestingboog, waarbij de vestingwallen worden losgemaakt<br />
van de infrastructuur. De ‘teen’ van de vestingwal moet<br />
op minimaal drie meter afstand liggen van wegen of voet-<br />
of fietspaden. De vormgeving van de vestingwal wordt<br />
bepaald door de symmetrie van de ‘vesting’. De vestingwal<br />
ligt hiermee aan de Kruisboog en Gelderseweg in plaats<br />
van erlangs.<br />
Rondom de Kruisboog ontstaat een breed groen profiel.<br />
Het beeld van het profiel bestaat uit kort gras waaruit<br />
de ‘vestingen’ verrijzen. De lichtval en schaduwwerking<br />
versterken het contrast tussen het vlakke ‘veld’ en de<br />
vestingwallen.<br />
Fortenveld en de Kruisboog<br />
Het ruimtelijk beeld van het Fortenveld wordt bepaald<br />
door de openheid van het water, waar de ‘forten’ in liggen<br />
en het contrast tussen deze ruimtelijke openheid en de<br />
massiviteit van de ‘forten’. De ‘forten’ worden beleefbaar<br />
als zelfstandige eenheden door de heldere vormgeving van<br />
de bastions op de hoeken van het ‘fort’ en de ruimtelijke<br />
eenheid tussen de bastions en de bebouwing. De taluds<br />
tussen de bastions liggen naar binnen ten opzichte van<br />
de bastions, zodat de bastions uitsteken en het ruimtelijke<br />
beeld van de ‘forten’ zo optimaal mogelijk bepalen.<br />
Het water rondom de ‘forten’ heeft een minimale<br />
breedte van 22 meter, gemeten tussen de bastions en<br />
de tegenoverliggende oevers. Het water wordt hiermee<br />
beleefbaar en de ‘forten’ komen vrij in het water te liggen.<br />
De ‘forten’ worden beleefbaar als ruimtelijke eenheden<br />
door een relatief streng beeldkwaliteitsregime aan<br />
de buitenzijde van de ‘forten’. De bastions zijn van<br />
groot belang voor de uitstraling van de ‘forten’. De<br />
bedrijfsbebouwing aan de buitenzijde vormt een<br />
doorgaande ‘fortmuur’. De oevers rondom de ‘forten’ en de<br />
oevers van de ‘forten’ worden voorzien van beschoeiingen<br />
en krijgen een heldere vormgeving zonder opgaande<br />
oeverbegroeiing. Het ruimtelijk beeld van de openheid van<br />
het water wordt hiermee behouden en de beleving van de<br />
vrijliggende ‘forten’ in het water wordt gehandhaafd. De<br />
Kruisboog vormt een smal dijklichaam tussen de ‘forten’.<br />
Vaarroute Blauwe Diamant en het park<br />
De vaarroute Blauwe Diamant verbindt het lokale water<br />
met de randmeren en maakt deel uit van een belangrijke<br />
regionale vaarverbinding. De vaarroute verbindt de<br />
bestaande woonwijken Horsterveld en Polderwijk met<br />
de regionale recreatieve netwerken. De hoofdvaarroute<br />
Blauwe Diamant wordt ten noorden van het Horsterveld<br />
onderscheiden van het lokale water rondom de ´forten´<br />
door het ontwikkelen van de eilanden. Het contrast<br />
tussen de ecologische oevers aan de noordwestzijde en<br />
de parkachtige oevers aan de zuidoostzijde zorgt voor<br />
een heldere begeleiding van de hoofdvaarroute. Het<br />
ruimtelijke contrast tussen beide oevers moet daarom<br />
zo sterk mogelijk worden gemaakt. De ontwikkeling van<br />
aanlegsteigers en de mogelijke aanleg van beschoeiingen<br />
langs de zuidoostoever van de hoofdvaarroute kunnen dit<br />
contrast versterken.<br />
Gelderseweg<br />
De Gelderseweg vormt de belangrijkste ruimtelijke<br />
en infrastructurele drager van het Fortenveld en het<br />
Vestingveld. De Gelderseweg vormt de scheiding tussen<br />
beide ‘velden’ en vormt een doorgaande weg met een<br />
eigen ruimtelijk beeld. De Gelderseweg heeft daarom
Principeprofiel oevers rond het ‘Fort’ en langs de<br />
Gelderseweg en de Kruisboog<br />
Principeprofiel ecologische oever eiland Fortzijde<br />
Principeprofiel ecologische oever eiland aan de zijde van de hoofdvaarroute<br />
Principeprofiel ecologische oever Groenewoudseweg<br />
39
40<br />
een asymmetrisch profiel waarbinnen beide ‘velden’<br />
herkenbaar zijn. De rijweg van de Gelderseweg wordt<br />
begeleid door laanbomen en vormt een herkenbare<br />
‘polderlaan’. Het contrast tussen het Vestingveld en<br />
het Fortenveld wordt zichtbaar in het profiel van de<br />
Gelderseweg. Aan de noordoostzijde ligt het Vestingveld.<br />
Het beeld wordt aan deze zijde bepaald door doorlopende<br />
groene vestingwallen. De afstand tussen de Gelderseweg<br />
en de ‘teen’ van de vestingwal bedraagt minimaal<br />
14 meter, zodat de vestingwallen vrij liggen van de<br />
infrastructuur.<br />
Aan de zijde van de ‘forten’ wordt het beeld van de<br />
Gelderseweg bepaald door het open water rondom de<br />
‘forten’. Het vrijliggende fietspad ligt naast de ‘polderlaan’,<br />
die de Gelderseweg omsluit, en versterkt hiermee het<br />
asymmetrische profiel van de Gelderseweg. Het water<br />
tussen de Gelderseweg en de ‘forten’ heeft een minimale<br />
breedte van 22 meter, gemeten tussen de oever langs de<br />
Gelderseweg en de ‘bastions’ van de ‘forten’. Door deze<br />
minimale breedte wordt het water beleefbaar en lijken de<br />
‘forten’ vrij in het water te liggen. Het is voor de beleving<br />
van de ‘forten’ belangrijk dat zij geen ruimtelijke relatie<br />
hebben met de Gelderseweg.<br />
Onderscheid Gelderseweg en Kruisboog<br />
Het onderscheid tussen de Gelderseweg en de Kruisboog<br />
is van belang voor de werkelijke beleving van het<br />
planconcept. De Gelderseweg vormt een ruimtelijke<br />
scheiding tussen de ‘forten’ en de ‘vestingen’, terwijl de<br />
Kruisboog het gebied doorsnijdt en beleefbaar maakt. De<br />
Gelderseweg heeft daarom een eigen herkenbaar profiel.<br />
De rijweg wordt begeleid door laanbomen en vormt een<br />
‘polderlaan’.<br />
Referentiebeelden ecologische oever<br />
Referentiebeelden parkachtige oevers<br />
Referentiebeelden waterpark en kleinschalige recreatieve functies
2.6 Vaarroute Blauwe Diamant<br />
De Blauwe Diamant is een regionale vaarroute die<br />
het Wolderwijd, via de Polderwijk, het Horsterveld,<br />
het Horsterwold en het Trekkerveld, verbindt met de<br />
Hogevaart. De regionale vaarroute maakt het mogelijk<br />
om vanuit Almere of Harderwijk een ‘rondje’ <strong>Zeewolde</strong><br />
te varen en te genieten van de natuur, de weidsheid<br />
van het polderlandschap en de rust. Daarnaast wordt<br />
ook de supermarkt in het Horsterveld bereikbaar via de<br />
Blauwe Diamant. De aansluiting van de vaarroute op<br />
het provinciale en landelijke vaarwegennetwerk maken<br />
het Markermeer, het IJsselmeer, de Friese meren en de<br />
Wieden goed bereikbaar vanuit de Flevopolder.<br />
Door de ontwikkeling van de Blauwe Diamant wordt het<br />
mogelijk om in de Polderwijk aan het water te wonen.<br />
Ten noorden van de woonwijk Horsterveld wordt ruimte<br />
gecreëerd voor de ontwikkeling van een horecafunctie<br />
in samenhang met de realisatie van aanlegsteigers.<br />
De mogelijkheid van het realiseren van een eigen<br />
aanlegsteiger in de Polderwijk of het aanmeren in het<br />
‘waterpark’ nabij het Horsterveld biedt ruimte aan een<br />
unieke manier van wonen in <strong>Zeewolde</strong>.<br />
De hoofdvaarroute<br />
De nieuwe hoofdvaarroute Blauwe Diamant heeft een<br />
minimale breedte van 20 meter. De hoofdvaarroute<br />
heeft een waterdiepte van 2,4 meter. In verband met de<br />
afzetting van slib krijgt de vaargeul bij aanleg een diepte<br />
van 2,9 meter. De oevertaluds langs de vaarroute krijgen<br />
in eerste instantie een natuurlijke inrichting met een talud<br />
van 1:4. Om de waterdiepte van 2,4 meter te bereiken is<br />
daarom een onderwaterprofiel met een breedte van 9,6<br />
meter nodig. In de eerste 6 meter van het talud, tot een<br />
waterdiepte van 1,5 meter, groeit riet.<br />
De hoofdvaarroute Blauwe Diamant moet herkenbaar<br />
worden gemaakt in het afwisselende landschap van<br />
Polderbossen, bebouwde omgeving en grootschalig<br />
agrarisch landschap. Om de herkenbaarheid van de<br />
hoofdvaarroute te versterken wordt er gestreefd het<br />
ontwikkelen van één duidelijk begeleidende oever. Het<br />
beeld van deze parkachtig ingerichte oever wordt bepaald<br />
door beschoeiingen, aanlegsteigers en andere recreatieve<br />
Themakaart Blauwe Diamant<br />
functies. De andere oever krijgt een ecologisch karakter<br />
waarbij het beeld wordt bepaald door rietoever, struwelen<br />
en verlandingsstroken.<br />
Het contrast tussen de ecologische oevers aan de<br />
noordzijde en de parkachtig ingerichte oevers aan de<br />
zuidzijde zorgt voor een heldere begeleiding van de<br />
hoofdvaarroute. Het ruimtelijke contrast tussen beide<br />
oevers moet daarom zo sterk mogelijk worden gemaakt.<br />
De aanleg van steigers en de mogelijke aanleg van<br />
beschoeiingen langs de zuidoever van de Blauwe Diamant<br />
kunnen dit contrast en de ruimtelijke beleving van de<br />
vaarroute versterken.<br />
Het ‘Waterpark’<br />
Ten zuidwesten van de Gelderseweg ontstaat, op<br />
de overgang naar het Horsterveld een ‘driehoekige’<br />
parkruimte. Hier wordt een ‘waterpark’ ontwikkeld, waarin<br />
ruimte wordt geboden voor het ontwikkelen van een<br />
horecafunctie en aanlegsteigers. Het ‘waterpark’ ligt aan<br />
de huidige Groenewoudseweg. De Groenewoudseweg<br />
wordt in de toekomstige situatie aangesloten op de<br />
Kringloop. De huidige Groenewoudseweg wordt, tussen<br />
de Kringloop en de Spiekweg verwijderd, waardoor<br />
ruimte ontstaat om het ‘waterpark’ door te trekken tot<br />
aan de Spiekweg. Ter plaatse van de horecafunctie<br />
ontstaat een concentratie van recreatieve functies en<br />
het ‘parkleven’. Aan de zuidwestzijde ontstaat, tussen de<br />
Blauwe Diamant en de bebouwing aan de Vlaamse Gaai,<br />
een meer extensief parkgebied. In dit deel van het park<br />
worden geen aanlegplaatsen gerealiseerd. Het beeld<br />
van het langgerekte park wordt bepaald door bomen die,<br />
aansluitend op de bestaande laanbeplanting langs de<br />
huidige Groenewoudseweg, een streng ‘raster’ vormen.<br />
De verharding van de huidige Groenewoudseweg wordt<br />
binnen dit park ingezet om een ontspannen ruimtelijk beeld<br />
te creëren en variatie aan te brengen in bereikbaarheid van<br />
verschillende delen van het ‘waterpark’. Hiermee ontstaat<br />
variatie in de gebruiksintensiteit binnen het ‘waterpark’.<br />
Binnen het ‘waterpark’ worden zitplekken aangelegd.<br />
Rondom de aanlegsteiger en de horecafunctie wordt<br />
het aantal zitplekken geconcentreerd, waardoor de<br />
gebruiksintensiteit van het ‘waterpark’ hier wordt<br />
43
44<br />
Referenties zachte oevers<br />
Referenties beschermde oevers<br />
Referenties aanlegsteigers
Schetsvoorstel Waterpark aan de Blauwe Diamant<br />
Schetsvoorstel Waterpark aan de Blauwe Diamant<br />
Schetsvoorstel Waterpark aan de Blauwe Diamant<br />
geoptimaliseerd. In het smalle deel van het ‘waterpark’ aan<br />
de zuidoostzijde liggen de zitplekken verspreid onder het<br />
bomendak.<br />
Het ruimtelijke beeld van het ‘waterpark’ wordt bepaald<br />
door de hoofdvaarroute Blauwe Diamant en de eenvoudige<br />
inrichting van het park. De bestaande bomen, die<br />
langs de huidige Groenewoudseweg staan worden<br />
gehandhaafd en binnen het bestaande stramien worden<br />
nieuwe bomen aangeplant. Tussen de Kringloop en<br />
de Gelderseweg verbreedt het park zich en wordt de<br />
Groenwoudseweg niet meer begeleid door laanbomen. Het<br />
kenmerkende stramien waarin de bomen langs de huidige<br />
Groenwoudseweg staan wordt hier afgebroken en de<br />
bomen verspreiden zich geleidelijk door het park.<br />
Aansluiting op het water langs de Spiekweg<br />
In het zuidwesten van het plangebied sluit de<br />
hoofdvaarroute aan op de gerealiseerde delen van de<br />
Blauwe Diamant langs de Spiekweg. De hoofdvaarroute<br />
maakt hier een haakse bocht. Om de bocht zichtbaar<br />
te maken wordt hier een ‘waterplek’ gecreëerd. In het<br />
ruimtelijke beeld wordt deze ‘waterplek’ opgenomen in<br />
de ‘ecologische zoom’ rondom het Fortenveld en het<br />
Vestingveld. De ‘waterplek’ beëindigd het ‘waterpark’<br />
langs de Blauwe Diamant met een bijzondere plek,<br />
waarvan het beeld wordt bepaald door brede rietoevers,<br />
die worden doorsneden door kleinschalige sprokkelpaden<br />
en vlonders. Op deze plek wordt in samenhang met de<br />
recreatieve fietsbrug, die in het verlengde van de Fitislaan<br />
ligt, een bijzonder contrast gerealiseerd tussen de<br />
strakke vormgeving van oevers en routes en de ruigte en<br />
ontspanning van de ‘waterplek’.<br />
45
46<br />
Profiel M, hoofdvaarroute Blauwe Diamant bij de eilanden<br />
Profiel N, hoofdvaarroute Blauwe Diamant bij het bastion van het ‘fort’
locatie doorsneden<br />
N<br />
M<br />
47
48<br />
80 m 50 m<br />
Zonering van het ‘fort’ (zones van 80 en 50 meter)<br />
70 m 70 m<br />
70 m 60 m<br />
Zonering van het ‘fort’ (zones van 70 en 60 meter)<br />
80 m 60 m<br />
80 m 60 m<br />
Zonering van het ‘fort’ (zones van 70 meter) Zonering van het ‘fort’ (zones van 80 en 60 meter)
Maximale en minimale kavelvorm en -grootte<br />
2.7 Verkaveling en flexibiliteit<br />
Binnen de ontwikkeling van het Fortenveld en het<br />
Vestingveld is flexibiliteit een belangrijke randvoorwaarde.<br />
De ‘forten’ en ‘vestingen’ kunnen binnen de<br />
stedenbouwkundige hoofdstructuur los van elkaar worden<br />
ontwikkeld en bieden plaats aan verschillende vormen van<br />
bedrijvigheid.<br />
In eerste instantie worden het ‘fort’ en de ‘vesting’ aan<br />
de zuidoostzijde van het plangebied ontwikkeld. De<br />
‘vesting’ biedt plaats aan een PDV-locatie. Het ‘fort’ wordt<br />
ontwikkeld als locatie voor hoogwaardige en kleinschalige<br />
bedrijvigheid.<br />
De flexibiliteit zit ook in de kaveluitgifte. De verkaveling<br />
van het ‘fort’ heeft een flexibele opzet, die ruimte biedt<br />
aan het ontwikkelen van kavels tussen de 500 m² en 1400<br />
m². Bij het opstellen van het stedenbouwkundig plan is<br />
de uitgifte van kavels nog niet bekend. er wordt daarom<br />
flexibiliteit gezocht in een efficiënte verkaveling, waarin<br />
twee uitgeefbare ‘zones’ ontstaan met een breedte van 80<br />
meter en 50 meter. Binnen dit stramien kunnen kavels van<br />
verschillende grootte worden uitgegeven.<br />
In samenhang met de beeldkwaliteit van het ‘fort’<br />
als geheel worden drie beeldkwaliteitsregimes op<br />
kavelniveau ontwikkeld. Hiermee ontstaat ook variatie in<br />
representativiteit. Het bedrijventerrein biedt ruimte aan<br />
verschillende soorten bedrijvigheid.<br />
2.8 Profilering<br />
Binnen de ontwikkeling van Fortenveld en Vestingveld<br />
wordt ingespeeld om de wensen vanuit de markt. Aan de<br />
noordwestzijde van het plangebied ligt het bedrijventerrein<br />
Trekkersveld dat al voor een groot deel verkaveld en<br />
in gebruik genomen is. Bedrijventerrein Trekkersveld is<br />
bestemd voor grotere bedrijven in de categorieën 4 en 5.<br />
Binnen de ontwikkeling van het Fortenveld en het<br />
Vestingveld is flexibiliteit een belangrijke randvoorwaarde.<br />
De ‘forten’ en ‘vestingen’ kunnen binnen de<br />
stedenbouwkundige hoofdstructuur los van elkaar worden<br />
ontwikkeld en bieden plaats aan verschillende vormen van<br />
bedrijvigheid.<br />
49
50<br />
helling 1:1<br />
min. hoogte<br />
vestingwal 3 m<br />
Vestingwal is<br />
begroeid met kort<br />
gemaaid gras<br />
3 m<br />
min. afstand tussen<br />
vestingwal en<br />
fietspad: 3 m<br />
Schaalverkleining in<br />
het lengteprofiel van<br />
de vestingwal<br />
15 m²<br />
2 m<br />
3 m<br />
3 m
3. BeelDKWAlITeITPlAn<br />
Refentiebeeld van de lichtval en schaduwwerking op de vestingwal<br />
Referentiebeeld van de steilheid van het talud van de vestingwal<br />
Referentiebeeld van de sterke vormentaal van de strakke taluds<br />
3.1 Algemene kwaliteitsregels Vestingveld<br />
Het Vestingveld ligt ten noordoosten van de Gelderseweg<br />
op de overgang naar het grootschalige agrarische<br />
landschap van de Flevopolder. De ‘vestingen’ zijn<br />
individueel herkenbaar in het landschap en onderscheiden<br />
kleinere ruimten binnen dit landschap. De herkenbaarheid<br />
van de ‘vestingen’ wordt bepaald door de omringende<br />
‘vestingwal’ en de mate van zichtbaarheid van de<br />
bebouwing achter de ‘vestingwal’. De ‘vestingwal’ vormt<br />
een doorgaande groene wal, die als eenheid herkenbaar is<br />
door zijn karakteristieke en eenduidige vormgeving.<br />
De eerste ‘vesting’ aan de zuidoostzijde van het<br />
plangebied biedt plaats aan een PDV-locatie, die wordt<br />
ontwikkeld door een private partij. De bebouwing is, in<br />
samenhang met de vestingtypologie, introvert en richt zich<br />
op de binnenruimte die door de bebouwing wordt gevormd.<br />
De ‘vestingwal’<br />
De ‘vestingwal’ omsluit de ‘vesting’ en vormt een nieuwe<br />
ruimte in het landschap met een eigen vorm en schaal.<br />
De ‘vesting’ krijgt een symmetrische opbouw waardoor hij<br />
als ruimtelijke eenheid herkenbaar wordt in het landschap.<br />
De verhouding tussen de rechtstanden van de ‘vestingwal’<br />
en de vormgeving en detaillering van de ‘vestingwal’ zijn<br />
hierbij belangrijk. Daarnaast moet de ‘vestingwal’ zich door<br />
zijn vormgeving duidelijk onderscheiden van zijn omgeving.<br />
De ‘vestingwal’ krijgt aan beide zijden een talud van 1:1.<br />
Met deze steile helling onderscheidt de ‘vestingwal’ zich<br />
van zijn omgeving. De lichtval en de schaduwwerking op<br />
de ‘vestingwal’ versterken dit onderscheid. De ‘vestingwal’<br />
is drie meter hoog en ligt daarmee ruim boven ooghoogte.<br />
Hiermee wordt het zicht op de bebouwing grotendeels<br />
weggenomen. De bebouwing is wel zichtbaar boven<br />
de vestingwal, zodat in het ruimtelijke beeld duidelijk<br />
wordt dat de wal een binnenruimte en een bijzondere<br />
functie afschermt. De ‘vestingwal’ is begroeid met kort<br />
gemaaid gras. Voor de herkenbaarheid van de ‘vesting’<br />
is het belangrijk dat het gras op de wal en de omliggende<br />
begroeiing daarom regelmatig wordt gemaaid. Het<br />
onderhoud versterkt de vormgeving van de ‘vestingwal’.<br />
Randvoorwaarden ‘vestingwal’ 51
52<br />
De minimale afstand tussen de ‘vestingwal’ en de<br />
aanliggende wegen of fietspaden bedraagt drie meter.<br />
Door deze minimale afstand te handhaven komt de<br />
‘vestingwal’ vrij in het Vestingveld te liggen. Door de<br />
‘vestingwal’ los te leggen van de wegen wordt voorkomen<br />
dat de ‘vestingwal’ het karakter krijgt van een geluidswal.<br />
De ‘vesting’ heeft een lengte van 360 meter en ligt<br />
evenwijdig aan de Gelderseweg, de Kruisboog en de<br />
Kwartiermakerslaan. Om het beeld van de ‘vesting’ als<br />
zelfstandige eenheid te versterken wordt in de vormgeving<br />
van de ‘vestingwal’ een schaalverkleining aangebracht. De<br />
‘vesting’ heeft een symmetrische opbouw, waarin de vier<br />
hoeken herkenbaar en gelijkvormig zijn. De vormgeving<br />
van de ‘vestingwal’ tussen de vier hoeken is ondergeschikt<br />
aan deze vier hoeken.<br />
Door de steile helling en de schaalverkleining in de<br />
vormgeving ontstaat een aantrekkelijk spel van licht en<br />
schaduw, waardoor relatief kleine verspringingen en<br />
vervormingen van de ‘vestingwal’ duidelijk zichtbaar zijn en<br />
het beeld rondom de ‘vesting’ bepalen.<br />
Wanneer de schaalverkleining van de vesting wordt<br />
gecreëerd door middel van kleine openingen of<br />
verbijzonderingen is de hoogte van 3 meter nodig om het<br />
doorlopende karakter van de vestingwal te behouden.<br />
De eventuele openingen of verbijzonderingen in de<br />
vestingwal hebben een maximale hoogte van 2 meter. In<br />
het ruimtelijke beeld blijft de ‘vestingwal’ herkenbaar als<br />
aaneengesloten groene wal.<br />
De entrees van de ‘vesting’ worden vormgegeven met<br />
opvallende coupures in de ‘vestingwal’. De openingen<br />
worden zo smal mogelijk gemaakt, waardoor de<br />
doorsnijding van de ‘vestingwal’ beleefbaar wordt.<br />
Op de ‘vestingwal’ mogen kleine accenten worden<br />
aangebracht, die het beeld van de ‘vestingwal’<br />
versterken. De accenten zijn hierbij ondergeschikt aan de<br />
symmetrische vormgeving van de ‘vesting’. De accenten<br />
worden gevormd door kunstobjecten. Dit mogen geen<br />
reclame-uitingen zijn.<br />
De vestingwal rondom het Vestingveld heeft een lengte<br />
van ruim 1.100 meter. De ‘vestingwal’ heeft een doorsnede<br />
met een oppervlakte van 15 m². De totale hoeveelheid<br />
grond, die ten behoeve van de ‘vestingwal’ wordt<br />
opgebracht bedraagt ongeveer 16.500 m³.<br />
Bouwhoogte en afdekking<br />
De bouwhoogte binnen de ‘vesting’ bedraagt maximaal 10<br />
meter. De bebouwing wordt plat afgedekt. De vormgeving<br />
van de bebouwing is eenvoudig. Aan de achterzijde van de<br />
bebouwing mogen geen architectonische accenten worden<br />
aangebracht.<br />
Representativiteit<br />
De bebouwing binnen de ‘vestingen’ vormen<br />
representatieve gevels naar de binnenzijde van de<br />
‘vesting’. Dit versterkt het introverte karakter van de<br />
‘vestingen’. Aan de buitenzijde is de bebouwing vanaf de<br />
Gelderseweg, de Kruisboog en de Kwartiermakerslaan<br />
zichtbaar boven ‘vestingwallen’. Het beeld van de<br />
bebouwing moet aan de buitenzijde ondergeschikt zijn aan<br />
het ruimtelijk beeld van de doorgaande ‘vestingwallen’.<br />
Accenten<br />
De PDV-locatie presenteert zich nabij de twee entrees<br />
naar buiten. Op deze plekken kunnen de bedrijven zich<br />
gezamenlijk presenteren. De reclames en logo’s hebben<br />
gezamenlijk een hoogte van maximaal 10 meter en een<br />
maximale breedte van 5 meter.<br />
Kleur- en materiaalgebruik<br />
De bebouwing van de PDV-locatie heeft aan de achterzijde<br />
een terughoudend kleurgebruik. De kleur van de<br />
achterzijde van de bebouwing mag bestaan uit een palet<br />
van middellichte tot donkere grijstinten. Aan de binnenzijde<br />
van de ‘vesting’ is het kleurgebruik vrij.<br />
Reclame-uitingen<br />
Reclames en logo’s mogen alleen op de voorgevels<br />
aan de binnenzijde van de ‘vesting’ worden toegepast.<br />
De reclame-uitingen mogen niet boven het dak van<br />
de bebouwing uitsteken. Op de achtergevels van de<br />
bebouwing, die gericht zijn op de Gelderseweg, de<br />
Kruisboog, de Kwartiermakerslaan en de woonbebouwing<br />
in de Polderwijk, mogen geen reclame-uitingen worden<br />
geplaatst. Hierdoor blijft de bebouwing aan de binnenzijde
van de ‘vesting’ ondergeschikt aan het ruimtelijke beeld<br />
van de ‘vestingwal’. Bij de twee entrees van de PDV-locatie<br />
kunnen bedrijven zich gezamenlijk presenteren. Deze<br />
reclame-uitingen maken deel uit van de coupure.<br />
Ontsluiting en parkeren<br />
De toegang tot de winkels en het parkeren bevindt zich<br />
aan de binnenzijde van de ‘vesting’. De bevoorrading<br />
vindt plaats aan de achterzijde van de bebouwing. Aan de<br />
achterzijde van de bebouwing wordt een expeditieruimte<br />
aangelegd met een breedte van 9 meter. In de achtergevel<br />
van de bebouwing worden toegangsdeuren opgenomen.<br />
Tussen deze expeditieruimte en de ‘teen’ van de<br />
vestingwal ligt een onderhoudsstrook met een minimale<br />
breedte van 3 meter. De onderhoudsstrook ligt verhoogd<br />
ten opzichte van de expeditieruimte om het oprijden door<br />
vrachtwagens te voorkomen.<br />
Voor het parkeren binnen de ‘vesting’ worden de normen<br />
uit de ‘notitie toepassing parkeernormen’ (gemeente<br />
<strong>Zeewolde</strong>, maart 2009) aangehouden. Het parkeren vindt<br />
geconcentreerd plaats aan de representatieve binnenzijde<br />
van de ‘vesting’. De inrichting van dit relatief grootschalige<br />
‘parkeerterrein’ moet aansluiten bij de representatieve<br />
gevels van de bebouwing. De kwaliteit van de openbare<br />
ruimte aan de binnenzijde van de ‘vesting’ moet daarom<br />
hoogwaardig zijn.<br />
Afsluiting<br />
De PDV-locatie wordt afgesloten door de ‘vestingwal’.<br />
Aan de binnenzijde van de ‘vestingwal’ ligt een<br />
onderhoudsstrook met een breedte van 3 meter.<br />
De entrees aan de noordoostzijde en de zuidwestzijde<br />
kunnen worden afgesloten. Het hekwerk heeft hier een<br />
hoogwaardige uitstraling en sluit aan bij het ruimtelijk beeld<br />
van de coupures, die de entrees vormen.<br />
Opslag<br />
Het PDV-complex vormt aan alle zijden gesloten gevels.<br />
De opslag van goederen en afval moet daarom binnen het<br />
gebouw worden opgelost.<br />
Referentiebeeld vestingwal<br />
Referentiebeeld kleur- en materiaalgebruik aan de zijde van de vestingwal<br />
Referentiebeeld coupure<br />
53
54<br />
Bouwhoogten<br />
Representativiteit<br />
Legenda<br />
Legenda<br />
Minimale en maximale<br />
bouwhoogte: 12 m<br />
Minimale bouwhoogte: 9 m<br />
Maximale bouwhoogte: 12 m<br />
Maximale bouwhoogte: 9 m<br />
Representatieve buitenzijde<br />
van het ‘fort’<br />
Representatieve zijde van de<br />
kavels aan de binnenzijde
3.2 Algemene kwaliteitsregels Fortenveld<br />
Ten zuidwesten van de Gelderseweg ligt het Fortenveld.<br />
Het ruimtelijke beeld van het Fortenveld wordt bepaald<br />
door de openheid van het water en de forten, die met<br />
hun robuuste bastions en karakterrijke uitstraling als<br />
zelfstandige elementen in het water liggen.<br />
Bouwhoogte<br />
De hoogte van de bebouwing sluit aan bij het nagestreefde<br />
‘stoere’ beeld en het extraverte karakter van de vrijliggende<br />
‘forten’ in het water. De bebouwing op de vier buitenste<br />
hoeken van het ‘fort’ is gekoppeld aan de bastions die<br />
het ‘fort’ versterken. Voor de kavels op deze hoeken van<br />
het ‘fort’ geldt een minimale en maximale bouwhoogte<br />
van 12 meter. De bebouwing bepaald hiermee, samen<br />
met de bastions, het ruimtelijke beeld van het ‘fort’. De<br />
vier hoeken creëren een sterke symmetrie, die het ‘fort’<br />
herkenbaar maakt als ruimtelijke eenheid. Doordat het ‘fort’<br />
op deze manier herkenbaar wordt gemaakt kunnen de<br />
kavels tussen de vier hoeken aan de buitenzijde van het<br />
fort meer terughoudend zijn in het ruimtelijke beeld. Voor<br />
deze kavels geldt daarom een minimale bouwhoogte van 9<br />
meter en een maximale bouwhoogte van 12 meter. Met de<br />
minimale bouwhoogte van 9 meter worden beide hoeken<br />
van het ‘fort’ ruimtelijk met elkaar verbonden en vormt het<br />
‘fort’ een eenheid. Wanneer één van de tussenliggende<br />
kavels de maximale hoogte van 12 meter bouwt<br />
ontstaat in het ruimtelijke beeld van het ‘fort’ een nieuwe<br />
onderverdeling, waarbij de hoeken minder prominent<br />
aanwezig zijn. Het is daarom van belang dat de bebouwing<br />
op de hoeken een eenheid vormt met de aanliggende<br />
bastions, zodat zij zich blijvend onderscheiden van de rest<br />
van het ‘fort’ en de ruimtelijke dragers van het ‘fort’ vormen.<br />
Aan de binnenzijde van het ‘fort’ geldt een maximale<br />
bouwhoogte van 9 meter. De bebouwing aan de<br />
binnenzijde blijft hierdoor in het ruimtelijk beeld ‘verscholen’<br />
achter de bebouwing aan de buitenzijde van het ‘fort’.<br />
Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om aan de binnenzijde<br />
van het ‘fort’ een minder streng beeldkwaliteitsregime toe<br />
te passen. Het contrast dat wordt gecreëerd tussen de<br />
buitenzijde en de binnenzijde van het ‘fort’ is herkenbaar<br />
en versterkt het extraverte karakter van het ‘fort’.<br />
Representativiteit<br />
Aansluitend op het extraverte karakter vormt het ‘fort’<br />
een representatieve buitenzijde naar de omgeving.<br />
De bebouwing heeft aan deze zijde een herkenbare<br />
vormgeving en vormen de ruimtelijke eenheid van het ‘fort’.<br />
In de vormgeving wordt onder andere aangesloten op de<br />
bastions. De afronding van de hoeken geeft de bebouwing<br />
een massieve uitstraling en versterken de uitstraling van<br />
de ‘forten’.<br />
De kavels op de hoeken van de kruisingen van de<br />
ontsluiting aan de binnenzijde en de ontsluiting aan de<br />
buitenzijde maken volledig deel uit van de representatieve<br />
buitenzijde van het ‘fort’. De afronding van de hoek<br />
wordt op deze kavels volledig afgemaakt, zodat de<br />
uitstraling van het ‘fort’ als ruimtelijke eenheid, naar buiten<br />
behouden blijft. Aan de zijde van de Gelderseweg wordt<br />
de hoofdentree ‘opgevangen’ door de bebouwing. De<br />
bebouwing vormt hier een belangrijk onderdeel van de<br />
representatieve buitenzijde van het ‘fort’.<br />
Voor de representatieve buitenzijde van het fort geldt<br />
een streng beeldkwaliteitsregime ten aanzien van<br />
bebouwingshoogte, de situering van de bebouwing en<br />
schijngevels op de kavel, de gevelindeling, het toepassen<br />
van architectonische accenten in de bebouwing en<br />
het materiaal- en kleurgebruik. Door een eenvoudige<br />
vormgeving van de bebouwing wordt het ‘fort’ herkenbaar<br />
als ruimtelijke eenheid en maken de gebouwen<br />
echt deel uit van het ‘fort’ als geheel. De individuele<br />
herkenbaarheid van bedrijven is hierbij ondergeschikt aan<br />
de herkenbaarheid van het geheel.<br />
De binnenzijde van het ‘fort’ heeft, in overeenstemming<br />
met de typologie van de ‘forten’, een meer ontspannen<br />
karakter. Hier geldt daarom een minder streng<br />
beeldkwaliteitsregime. De representatieve zijden van<br />
de kavels zijn hier gericht op de ontsluiting aan de<br />
binnenzijde van het ‘fort’. De eisen ten aanzien van de<br />
bebouwingshoogte, de situering van de bebouwing, de<br />
gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik zijn ruimer<br />
en laten meer individuele vrijheid per kavel toe. Aan<br />
de binnenzijde van het ‘fort’ worden geen schijngevels<br />
toegepast en ontstaat een grotere variatie in de onderlinge<br />
55
56<br />
afstanden tussen de bebouwing. Aan de voorzijde van<br />
de kavel mag worden geparkeerd, zodat een ruim profiel<br />
ontstaat aan de binnenzijde van het ‘fort’.<br />
Rooilijnen<br />
Het onderscheid tussen de buitenzijde en de binnenzijde<br />
van het ‘fort’ en het belang van het ruimtelijke beeld van<br />
de buitenste hoeken van het ‘fort’ worden vertaald in het<br />
toepassen van rooilijnen op de verschillende kavels. Aan<br />
de buitenzijde ligt de rooilijn op de voorste erfgrens van<br />
de kavels. Alle bebouwing aan de buitenzijde van het ‘fort’<br />
moet in de rooilijn worden gebouwd. Aan de binnenzijde<br />
ligt de rooilijn vijf meter achter de voorste erfgrens.<br />
Aan de buitenzijde van het ‘fort’ wordt onderscheid<br />
gemaakt tussen de ‘hoekkavels’ en de ‘tussenkavels’. De<br />
‘hoekkavels’ liggen op de hoeken van het ‘fort’ en op de<br />
kruisingen van de ontsluiting aan de buitenzijde met de<br />
ontsluiting aan de binnenzijde van het ‘fort’. De bebouwing<br />
op deze ‘hoekkavels’ ligt in de rooilijn en begeleidt de<br />
infrastructuur. De afgeronde hoeken van de bebouwing<br />
dragen bij aan het extraverte karakter van het ‘fort’ en<br />
zijn van groot belang voor de massiviteit en de ruimtelijke<br />
eenheid van het ‘fort’. De bebouwing en schijngevels<br />
op deze kavels moet daarom minimaal voor 80% in de<br />
rooilijn liggen. De schijngevels moeten in bouwhoogte,<br />
gevelindeling en detaillering aansluiten op het gebouw en<br />
hiermee een eenheid vormen.<br />
De ‘tussenkavels’ vormen de ‘fortmuur’ en moeten een<br />
aaneengesloten ruimtelijk beeld creëren. De bebouwing<br />
en de schijngevels moeten daarom minimaal 60% in<br />
de rooilijn worden gebouwd. De openingen die hiermee<br />
ontstaat zijn in verhouding tot de hoogte van de bebouwing<br />
beperkt. Door de eisen ten aanzien van het percentage<br />
bebouwing in de rooilijn kunnen kleine openingen ontstaan<br />
in de ‘fortmuur’. De verplichte bebouwingshoogte van<br />
9 meter en de beeldkwaliteitseisen ten aanzien van<br />
kleur- en materiaalgebruik zorgen ervoor dat de eenheid<br />
van de ‘fortmuur’ niet wordt onderbroken en dat het<br />
samenhangende beeld van het ‘fort’ behouden blijft.<br />
Aan de binnenzijde van het ‘fort’ wordt de bebouwing<br />
ook in de rooilijn gebouwd. De rooilijn ligt vijf meter uit<br />
de voorste erfgrens, waardoor een ruim wegprofiel aan<br />
de binnenzijde van het ‘fort’ ontstaat. Aan de voorzijde<br />
van de kavel wordt geparkeerd. De inrit vindt plaats over<br />
de gehele breedte van de kavel. De ruimtelijke variatie<br />
wordt versterkt door het parkeren en de verschillende<br />
bouwhoogten.<br />
Accenten<br />
Op stedenbouwkundig niveau wordt het ‘fort’ gekenmerkt<br />
door twee verschillende soorten accenten. De vier<br />
buitenste hoekkavels van het ‘fort’ vormen een ruimtelijke<br />
eenheid met de aanliggende bastions en zijn accenten<br />
van de 1 ste orde. De bouwhoogte van het 12 meter en<br />
het bouwen in de rooilijn versterken hier het beeld van<br />
het ‘fort’. Door alle vier de hoeken, in samenhang met<br />
de bastions, op dezelfde manier vorm te geven vormt<br />
het ‘fort’ een sterke en herkenbare ruimtelijke eenheid.<br />
De gelijkvormigheid van de ‘hoeken’ en de samenhang<br />
met de bastions is daarbij van groot belang voor de<br />
herkenbaarheid van het ’fort’. De accenten onderscheiden<br />
zich niet door hun bijzondere vormgeving, maar juist door<br />
hun massiviteit, eenvoud en onderlinge eenheid.<br />
De ‘hoekkavels’ op de kruisingen van de ontsluiting aan<br />
de buitenzijde en de ontsluiting aan de binnenzijde van<br />
het ‘fort’ vormen accenten van de 2 de orde. De bebouwing<br />
volgt hier de rooilijn en sluit aan bij de vormgeving van de<br />
andere ‘hoekkavels’. De bebouwing accentueert hiermee<br />
de entrees van de binnenzijde van het ‘fort’ en vormt naar<br />
buiten een ruimtelijke eenheid met de andere ‘hoekkavels’.<br />
Flexibiliteit<br />
De beeldkwaliteitseisen die worden gesteld ten<br />
aanzien van de verschillende soorten kavels in het ‘fort’<br />
verschillen sterk. Hierdoor ontstaat een grote variatie<br />
aan beeldkwaliteitseisen per kavel en daarmee een<br />
aantrekkelijke flexibiliteit voor de vestiging van bedrijven.<br />
Aan de buitenzijde van het ‘fort’ geldt een streng<br />
beeldkwaliteitsregime. De beeldkwaliteitseisen zijn echter<br />
eenvoudig en beoogen vooral de kwaliteit van het ‘fort’<br />
als geheel. De ruimtelijke eenheid van het ‘fort’ en de<br />
eenvoudige vormgeving is hierbij van groot belang. Aan<br />
de binnenzijde van het ‘fort’ geldt een minder streng<br />
beeldkwaliteitsregime.
Rooilijnen<br />
Accenten<br />
Legenda<br />
Legenda<br />
Rooilijn van het fort - op de<br />
hoeken minimaal 80% van<br />
de rooilijn bebouwd<br />
Rooilijn aan de buitenzijde<br />
van het fort - tussen de<br />
hoeken minimaal 60% van<br />
de rooilijn bebouwd<br />
Rooilijn aan de binnenzijde<br />
van het ‘fort’ - 5 meter uit de<br />
voorste erfgrens<br />
Accenten van de 1 ste orde<br />
op de hoeken van het ‘fort’<br />
Accenten van de 2 de orde<br />
57
58<br />
Principeprofiel O, ontsluiting aan de buitenzijde van het ‘fort’<br />
Principeprofiel P, ontsluiting aan de binnenzijde van het ‘fort’
Ontsluiting en afsluitbaarheid<br />
Het ‘fort’ wordt ontsloten op de Gelderseweg aan de<br />
noordoostzijde. De toegang van het ‘fort’ is herkenbaar en<br />
maakt deel uit van één van de bastions. In verband met<br />
de toegankelijkheid in geval van calamiteiten, wordt aan<br />
de noordwestzijde van het ‘fort’ een calamiteitentoegang<br />
aangelegd. De calamiteitentoegang wordt gevormd door<br />
een eenvoudige brug, die in het ruimtelijk beeld duidelijk<br />
ondergeschikt is aan de hoofdentree en het algehele<br />
robuuste beeld van het ‘fort’. De calamiteitentoegang<br />
sluit aan op de Kruisboog. De brug onderscheidt zich in<br />
materiaalgebruik en uitstraling van de robuustheid van het<br />
‘fort’.<br />
De ontsluiting van het ‘fort’ wordt gevormd door een<br />
ontsluitingsweg aan de buitenzijde van het ‘fort’ en twee<br />
ontsluitingswegen die, aan de binnenzijde van het ‘fort’,<br />
een assenkruis vormen. De ontsluitingsweg aan de<br />
buitenzijde van het ‘fort’ heeft een breedte van 8 meter.<br />
Aan de zijde van de bebouwing ligt een trottoir met een<br />
breedte van 1,5 meter. De breedte van de rijweg bedraagt<br />
6,5 meter. De rijweg en het trottoir worden van elkaar<br />
gescheiden door een smalle oprijband.<br />
De ontsluitingswegen aan de binnenzijde van het ‘fort’<br />
krijgen een totaal wegprofiel van 12 meter. De rijweg heeft<br />
een breedte van 6,5 meter. Aan één zijde van de rijweg<br />
ligt een trottoir met een breedte van 1,5 meter. Aan de<br />
andere zijde van de rijweg ligt een laad- en losstrook met<br />
een breedte van 3 meter. Tussen de laad- en losstrook<br />
en de erfgrenzen van de aanliggende kavels ligt een<br />
loopstrook met een breedte van 1 meter. De rijweg wordt<br />
van het trottoir en de laad- en losstrook gescheiden door<br />
smalle oprijbanden. Binnen het ‘fort’ worden bochtstralen<br />
toegepast van 12 meter, zodat het ‘fort’ volledig<br />
toegankelijk is voor vrachtwagens.<br />
De rijwegen worden uitgevoerd in donkergrijs asfalt. De<br />
materialisering van de trottoir en laad- en losstroken<br />
bestaat uit middelgrijze, donkergrijze of antraciet-kleurige<br />
betonstraatstenen. Het onderscheid tussen de trottoirs en<br />
de laad- en losstroken wordt bereikt door verschillende<br />
grijstinten en verschillende straatverbanden toe te<br />
passen. Het onderscheid tussen de rijweg en de trottoirs<br />
en de laad- en losstroken wordt versterkt door de smalle<br />
oprijbanden die een afwijkende kleur hebben.<br />
Het ‘fort’ heeft twee toegangen en wordt omsloten door<br />
water. De toegangen worden afgesloten door afsluitbare<br />
hekken. Het hekwerk waarmee de hoofdentree wordt<br />
afgesloten maakt deel uit van de vormgeving van het<br />
bastion en heeft een hoge beeldkwaliteit. Het hekwerk,<br />
waarmee de calamiteitentoegang wordt afgesloten heeft<br />
een eenvoudige vormgeving, die niet storend is in het<br />
ruimtelijke beeld van het ‘fort’.<br />
Bastions en taluds<br />
Op de vier hoeken van het ‘fort’ worden bastions<br />
gerealiseerd, die de symmetrie van het ‘fort’ versterken.<br />
Door deze symmetrische vorm wordt het ‘fort’ herkenbaar<br />
als zelfstandige ruimtelijke eenheid. De bastions krijgen<br />
een opvallende, robuuste vorm en verrijzen uit het water<br />
dat rondom het ‘fort’ ligt. Het talud tussen de vier bastions<br />
ligt 5 meter achter de bastions, waardoor de bastions naar<br />
buiten steken. Hierdoor bepalen de bastions het ruimtelijk<br />
beeld van het ‘fort’ en wordt het ‘fort’ herkenbaar. Aan<br />
de noordwestzijde van het ‘fort’ zijn de bastions groot<br />
en bepalen zij het ruimtelijke beeld vanaf de Kruisboog<br />
en de Gelderseweg. De bastions sturen de route en<br />
zijn zo gesitueerd dat zij nadrukkelijk in het zicht liggen<br />
en sterk contrasteren met de ecologische zoom. Aan<br />
de zuidoostzijde van het ‘fort’ zijn de bastions kleiner.<br />
De bastions zijn aan deze zijde zo gesitueerd dat zij de<br />
doorzichten afschermen en de schaal van het landschap<br />
en de verschillende routes verkleinen.<br />
De entree van het ‘fort’ maakt deel uit van het bastion op<br />
de noordoosthoek van het ‘fort’. De entree wordt opgelost<br />
in de vormgeving van het bastion en versterkt het beeld<br />
ervan. De bastionmuren worden over het water heen<br />
doorgezet en sluiten aan op de bovenzijde van het talud<br />
aan de zijde van de Gelderseweg. De waterverbinding<br />
door het bastion wordt hier opgelost in een duiker, die in<br />
het ruimtelijk beeld ondergeschikt is aan de bastionsmuur.<br />
De opening van de duiker, boven het waterniveau, moet<br />
daarom zo klein mogelijk zijn.<br />
59
60<br />
Tussen de bastions wordt het hoogteverschil tussen het<br />
water en het maaiveld opgelost door taluds. De taluds<br />
liggen 5 meter achter de bastions. Om de herkenbaarheid<br />
van de bastions te versterken moeten de taluds voldoende<br />
lengte hebben om de verschillende bastions duidelijk<br />
ruimtelijk van elkaar te kunnen onderscheiden. De taluds<br />
zelf krijgen hiermee voldoende maat om het ‘fort’ samen<br />
met de bastions vorm te geven. Het talud is 1:3 en heeft<br />
een breedte van 6 meter. Aan de bovenzijde van het talud<br />
ligt een berm met een breedte van 1 meter. De oever wordt<br />
voorzien van een beschoeiing met een waterkerende<br />
diepte van 1,5 meter. De beschoeiing ligt onder water,<br />
zodat het lijkt of het talud onder water doorloopt. Door de<br />
waterdiepte van 1,5 meter wordt voorkomen dat het ‘fort’<br />
begroeid met riet. De taluds blijven herkenbaar als strakke,<br />
met kort gras, begroeide oevers.<br />
De bastionmuren hebben een hoogte van 3 meter ten<br />
opzichte van het water. Deze hoogte is minimaal nodig<br />
om de bastions beleefbaar te maken als robuuste<br />
hoeken van het ‘fort’. De bastionmuur heeft, ten opzichte<br />
van het maaiveld van het ‘fort’, een hoogte van 1,2<br />
meter, waardoor aan de binnenzijde van de bastions<br />
beschutte plekken ontstaan. De bastions vormen<br />
hiermee aantrekkelijke openbare ruimten aan het water.<br />
Op de bastions worden zitplekken gecreëerd, die met<br />
hun vormgeving, deel uitmaken van de bastions. De<br />
bastionmuren krijgen een breedte van minimaal 0,5<br />
meter. In de muren kunnen bijzondere zitplekken worden<br />
gecreëerd. De detaillering aan de binnenzijde van het<br />
‘fort’ mag hierbij niet zichtbaar zijn aan de buitenzijde.<br />
De bastionmuren eindigen aan de bovenzijde van het<br />
talud. Hierdoor blijft ter plaatse van de bastions, naast de<br />
openbare weg, een vrije ruimte met een breedte van 1<br />
meter beschikbaar.<br />
De bastionmuren krijgen afgeronde hoeken, waardoor<br />
hun robuustheid word versterkt. De hoogte van de<br />
bastionmuren wordt vergroot door de bastionmuren<br />
enigszins naar achteren te laten hellen. De bastionmuren<br />
zijn opgebouwd uit donkerbruine baksteen. Hiermee<br />
vormen zij een sterk kleurcontrast met het water en<br />
het groen rondom de ‘forten’. De detaillering van de<br />
bastionmuur is ondergeschikt aan de vormgeving van<br />
het bastion als geheel. Op hoeken of aan de bovenzijde<br />
van de muur kunnen natuurstenen afdekplaten of<br />
hoekafdekkingen worden toegepast waardoor de<br />
contouren van het ‘fort’ duidelijk zichtbaar worden.<br />
Parkeren<br />
Voor het parkeren binnen het ‘fort’ worden de normen<br />
uit de ‘notitie toepassing parkeernormen’ (gemeente<br />
<strong>Zeewolde</strong>, maart 2009) aangehouden. Het parkeren vindt<br />
plaats op de kavels. In de openbare ruimte worden geen<br />
parkeermogelijkheden gerealiseerd. Aan de buitenzijde van<br />
het ‘fort’ wordt het parkeren opgelost achter het gebouw.<br />
Aan de binnenzijde van het ‘fort’ mag worden geparkeerd<br />
aan de voorzijde van het gebouw.<br />
Openbare ruimte<br />
De verblijfsruimten binnen het ‘fort’ worden gerealiseerd<br />
op de vier bastions. Hier worden aantrekkelijke openbare<br />
ruimten gecreëerd aan het water. De openbare ruimten<br />
aan de binnenzijde van het bastion vormen een eenheid<br />
met de bastionmuur en hebben hetzelfde materiaalgebruik.<br />
Beeldkwaliteitregimes kavels<br />
Binnen het ‘fort’ worden op kavelniveau drie<br />
verschillende beeldkwaliteitsregimes onderscheiden. De<br />
beeldkwaliteitseisen op kavelniveau maken het mogelijk<br />
om het ‘fort’ het beoogde extraverte en robuuste karakter<br />
te geven. Daarnaast laten de beeldkwaliteitseisen<br />
voldoende ruimte om de bedrijfsvoering op de kavel<br />
mogelijk te maken. De kavels die worden onderscheiden<br />
zijn: de Bastionkavels, de kavel in de ‘fortmuur’ en de<br />
kavels aan de binnenzijde van het ‘fort’<br />
Door kavels aan te bieden met verschillende<br />
beeldkwaliteitsregimes biedt het ‘fort’ plaats aan veel<br />
verschillende kleinschalige bedrijven. Aan de buitenzijde<br />
is plaats voor bedrijven, die zich willen profileren met<br />
het ‘fort’ als opvallende element in het landschap en<br />
veel waarde hechten aan een sterke representativiteit<br />
en herkenbaarheid. Aan de binnenzijde is plaats<br />
voor bedrijven die minder waarde hechten aan deze<br />
representativiteit en vooral behoefte hebben aan kleine en<br />
efficiënt ingerichte kavels.
Referentiebeeld duiker in het ‘bastion’ Referentiebeeld licht hellende bastionmuur Referentiebeeld overgang bastion en talud<br />
Referentiebeelden detaillering van het bastion<br />
Referentiebeelden zitplekken in de openbare ruimte op de bastions<br />
61
62<br />
3 m<br />
Ontsluiting buitenzijde van ‘fort’ het ‘fort’<br />
Randvoorwaarden bastionkavels<br />
3 m<br />
3 m 3 m<br />
Legenda<br />
Begrenzingen op de kavel<br />
Erfgrens<br />
Rooilijn<br />
Gevel minimaal 80% in de rooilijn met<br />
gebouw en eventueel schijngevel<br />
Bebouwingsgrens achterzijde<br />
zonering op de kavel<br />
3 m<br />
Erf - Alles toegestaan (parkeren<br />
en opslag achter het gebouw)<br />
Randzone - Vrij van bebouwing (behalve wanneer<br />
gebouw en schijngevel op de zijdelingse erfgrens<br />
wordt gebouwd of 100% in de rooilijn liggen)<br />
3 m
3.3 Bastionkavels op de hoeken van het fort<br />
De ‘bastionkavels’ liggen op de vier buitenste hoeken<br />
van het ‘fort’ en vormen een eenheid met de bastions.<br />
De ‘bastionkavels’ bepalen de symmetrie van het ‘fort’<br />
en maken het herkenbaar als ruimtelijke eenheid in het<br />
landschap.<br />
Rooilijn en schijngevels<br />
Aan de buitenzijde van het ‘fort’ ligt de bebouwing in<br />
de rooilijn. De rooilijn ligt op de voorste erfgrens van<br />
de kavels. De bebouwing op de ‘bastionkavels’ moet<br />
met het gebouw en eventuele schijngevels voor 80%<br />
aaneengesloten in de rooilijn liggen. Hiermee wordt<br />
de afgeronde hoek van het ‘fort’ afgemaakt en kan de<br />
bebouwing echt een eenheid vormen met de bastions.<br />
Door de herkenbare, robuuste afgeronde hoek van het ‘fort’<br />
te maken ontstaat samenhang in de vormentaal van de<br />
bebouwing en het bastion. Het materiaal- en kleurgebruik<br />
moet deze eenheid versterken.<br />
De schijngevel moet deel uitmaken van de architectuur van<br />
het hoofdvolume en heeft een minimale bouwhoogte van<br />
9 meter. De schijngevel mag dus maximaal 1 bouwlaag<br />
lager zijn dan het hoofdvolume. Het materiaalgebruik,<br />
de gevelindeling en de detaillering van de schijngevel is<br />
hetzelfde als het hoofdvolume<br />
Bouwhoogte<br />
Voor de bastionskavel geldt een verplichte bouwhoogte<br />
van het hoofdvolume van 12 meter. Dit mag ook bereikt<br />
worden door maximaal 25% van de hoogte uit te voeren<br />
als schijngevel.<br />
Zonering op de kavel<br />
Op de kavel worden een aantal zones onderscheiden.<br />
Het bouwvlak wordt bepaald door de bebouwing en<br />
de schijngevels. Achter het gebouw ligt het erf. Op het<br />
erf worden de opslag en het parkeren georganiseerd.<br />
langs de zijdelingse erfgrenzen wordt een randzone<br />
aangehouden met een breedte van 3 meter. Hier mag<br />
geen bebouwing worden gerealiseerd, maar mag wel<br />
opslag en parkeren plaatsvinden. Wanneer een gebouw en<br />
de schijngevels tot op de erfgrens wordt gebouwd of 100%<br />
in de rooilijn liggen mag in deze randzone wel worden<br />
gebouwd.<br />
Bastionkavels<br />
Basisvorm en oriëntatie bebouwing<br />
De bebouwing op de hoekkavels van het ‘fort’ vormt een<br />
eenheid met de aanliggende bastions. De bebouwing<br />
volgt daarom de basisvorm van de bastions en vormt<br />
een robuuste, afgeronde hoek. De bebouwing vormt een<br />
duidelijke en herkenbare voorgevel naar de buitenzijde van<br />
het ‘fort’. De bebouwing moet een platte afdekking hebben,<br />
zonder schuine randen.<br />
Gevelindeling<br />
De gevelindeling van de bebouwing moet de vormgeving<br />
van de afgeronde hoeken van het ‘fort’ versterken. De<br />
gevel moet daarom een horizontale geleding krijgen.<br />
De horizontale geleding van de gevel versterkt de<br />
vorm en uitstraling van het gebouw. De vormgeving<br />
van de gevelopeningen spelen hierbij een belangrijke<br />
rol. Architectonische accenten en incidentele verticale<br />
elementen in de gevel moeten ondergeschikt zijn aan de<br />
horizontale geleding van de gevel.<br />
Geveldetaillering<br />
De bebouwing op de ‘bastionkavels’ wordt gekenmerkt<br />
door een heldere en eenvoudige vormgeving. In<br />
de gevelopeningen mogen detailleringen worden<br />
toegepast. De detaillering van de gevelopeningen sluit<br />
aan bij de robuuste architectonische vormgeving van<br />
het hoofdvolume. De gevelopeningen hebben een<br />
63
64<br />
Referentiebeelden basisvorm en oriëntatie<br />
Referentiebeelden toepassing van schijngevels<br />
Referentiebeelden kleur- en materiaalgebruik, gevelindeling en reclame
9 m<br />
Hoekkavel groot<br />
Totale oppervlakte = 40 * 28 = 1120 m²<br />
35% bebouwd = 392 m²<br />
4 bouwlagen = 1568 m² BVO<br />
1568/50 = 32 parkeerplaatsen benodigd<br />
Gerealiseerd aantal parkeerplaatsen = 32<br />
Benodigd = 32<br />
Tekort = 0<br />
25 m<br />
40 m<br />
Hoekkavel klein<br />
Totale oppervlakte = 28 * 25 = 700 m²<br />
35% bebouwd = 245 m²<br />
4 bouwlagen = 980 m² BVO<br />
980/50 = 20 parkeerplaatsen benodigd<br />
28 m<br />
Gerealiseerd aantal parkeerplaatsen = 20<br />
Benodigd = 20<br />
Tekort = 0<br />
28 m<br />
12 m<br />
12 m<br />
rechthoekige hoofdvorm. De toepassing van timpanen,<br />
boogramen of andere klassieke elementen is dus niet<br />
toegestaan.<br />
Materiaal- en kleurgebruik<br />
De bebouwing op de ‘bastionskavels’ moet worden<br />
uitgevoerd in dezelfde materialen en kleuren als de<br />
bastionmuren. De bebouwing en de aanliggende bastions<br />
vormen hiermee een herkenbare ruimtelijke eenheid.<br />
De bebouwing is daarom opgebouwd uit donkerbruine<br />
baksteen.<br />
Accenten in de bebouwing<br />
Zichtbare accenten in het bebouwingsvolume zijn niet<br />
toegestaan.<br />
Reclame-uitingen<br />
De bedrijfsnaam, het bedrijfslogo of andere reclameuitingen<br />
moeten als losse letters of symbolen op de gevel<br />
worden aangebracht. Deze uitingen hebben een maximale<br />
afmeting van 0,5 meter hoog en moeten horizontaal<br />
georiënteerd zijn, zodat zij de gevelvorm en -lengte<br />
versterken. De reclame-uitingen hebben een maximale<br />
breedte van de helft van de gevelbreedte van het gebouw<br />
meter. De reclame-uitingen worden minimaal 1 meter uit de<br />
randen van het gebouw op de gevel geplaatst.<br />
Parkeren<br />
Het parkeren wordt opgelost op de kavel. Voor het<br />
parkeren op de ‘bastionkavels’ worden de normen uit de<br />
‘notitie toepassing parkeernormen’ (gemeente <strong>Zeewolde</strong>,<br />
maart 2009) aangehouden.<br />
65
66<br />
Ontsluiting buitenzijde van het ‘fort’<br />
3 m 3 m<br />
3 m<br />
Randvoorwaarden kavels aan de buitenzijde van het fort<br />
INDELING BASTIONKAVELS<br />
Begrenzingen op de kavel<br />
Erfgrens<br />
Rooilijn<br />
Gevel minimaal 60% in de rooilijn met<br />
gebouw en eventueel schijngevel<br />
Bebouwingsgrens achterzijde<br />
zonering op de kavel<br />
Erf - Alles toegestaan (parkeren<br />
en opslag achter het gebouw)<br />
Randzone - Vrij van bebouwing (behalve wanneer<br />
gebouw en schijngevel op één van de zijdelingse<br />
erfgrens worden gebouwd of 100% in de rooilijn<br />
liggen)
3.4 Kavels in de ‘fortmuur’<br />
Tussen de vier ‘bastionkavels’ liggen de kavels, aan de<br />
buitenzijde van het ‘fort’, in de ‘fortmuur’. Deze kavels<br />
vormen de ‘fortmuur’ en verbinden de vier hoeken van het<br />
‘fort’ met elkaar. De bebouwing op deze kavels is in het<br />
ruimtelijke beeld ondergeschikt aan de bebouwing op de<br />
‘bastionkavels’. De hoekkavels tussen de vier buitenste<br />
‘bastionkavels’ maken ook deel uit van de ‘fortmuur’. Zij<br />
vormen accenten van de 2 de orde en zijn in het ruimtelijke<br />
beeld ook ondergeschikt aan de ‘bastionkavels’.<br />
Rooilijn en schijngevels<br />
Aan de buitenzijde van het ‘fort’ ligt de bebouwing in<br />
de rooilijn. De rooilijn ligt op de voorste erfgrens van de<br />
kavels. De bebouwing moet met het gebouw en eventuele<br />
schijngevels voor 60% aaneengesloten in de rooilijn liggen.<br />
De schijngevel moet deel uitmaken van de architectuur van<br />
het hoofdvolume en heeft in principe dezelfde bouwhoogte,<br />
hetzelfde materiaalgebruik en dezelfde detaillering en<br />
gevelindeling. Voor de acht hoekkavels, die tussen de<br />
vier ‘bastionkavels’ liggen, geldt dat de bebouwing en<br />
de schijngevels voor 80% aaneengesloten in de rooilijn<br />
moeten liggen.<br />
Bouwhoogte<br />
Voor de bebouwing op de kavels in de ‘fortmuur’ geldt<br />
een minimale bouwhoogte van 9 meter en een maximale<br />
bouwhoogte van 12 meter. Het hoogteverschil tussen de<br />
bebouwing onderling moet minimaal 1 meter bedragen<br />
Gebouwen of schijngevels die op de zijdelingse erfgrens<br />
zijn gebouwd moeten dezelfde bouwhoogte hebben als de<br />
aanliggende kavel.<br />
Zonering op de kavel<br />
Op de kavel worden een aantal zones onderscheiden.<br />
Het bouwvlak wordt bepaald door de bebouwing en de<br />
schijngevels. Achter het gebouw ligt het erf. Op het erf<br />
worden de opslag en het parkeren georganiseerd. langs<br />
de zijdelingse erfgrenzen en de achterste erfgrens wordt<br />
een randzone aangehouden met een breedte van 3 meter.<br />
Hier mag geen bebouwing worden gerealiseerd, maar<br />
mag wel worden geparkeerd of opgeslagen. Wanneer<br />
een gebouw en de schijngevels op één van de zijdelingse<br />
erfgrenzen worden gebouwd of 100% in de rooilijn liggen<br />
Kavels in de ‘fortmuur’<br />
mag deze randzone wel worden benut voor bebouwing.<br />
Basisvorm en oriëntatie bebouwing<br />
De bebouwing op de kavels tussen de ‘bastionkavels’,<br />
aan de buitenzijde van het ‘fort’, vormen de ‘fortmuur’. De<br />
bebouwing ligt in de rooilijn en vormt een samenhangende<br />
‘fortmuur’. Het materiaalgebruik en de bouwhoogte moeten<br />
daarom zoveel mogelijk op elkaar zijn afgestemd. De<br />
bebouwing vormt een duidelijke en herkenbare voorgevel<br />
naar de buitenzijde van het ‘fort’. De bebouwing moet een<br />
platte afdekking hebben, zonder schuine randen.<br />
Gevelindeling<br />
De gevelindeling van de bebouwing moet de vormgeving<br />
van de ‘fortmuur’ versterken. De gevel moet daarom,<br />
aansluitend op de gevelindeling van de ‘bastionkavels’,<br />
een overwegend horizontale of geen geleding krijgen.<br />
De horizontale geleding van de gevel versterkt de<br />
eenheid binnen de gehele ‘fortmuur’. De vormgeving<br />
van de gevelopeningen spelen hierbij een belangrijke<br />
rol. Architectonische accenten en incidentele verticale<br />
elementen in de gevel moeten ondergeschikt zijn aan de<br />
horizontale geleding van de gevel.<br />
Geveldetaillering<br />
De bebouwing op de kavels in de ‘fortmuur’ wordt<br />
gekenmerkt door een heldere en eenvoudige vormgeving.<br />
In de gevelopeningen mogen detailleringen worden<br />
67
68<br />
Referentiebeelden basisvorm en oriëntatie<br />
Referentiebeelden toepassing van schijngevels en parkeren in het gebouw<br />
Referentiebeelden kleur- en materiaalgebruik, detaillering en reclame
12 m<br />
Randkavel groot – tegen rand<br />
Totale oppervlakte = 28 * 40 = 1120 m²<br />
35% bebouwd = 392 m²<br />
4 bouwlagen = 1568 m² BVO<br />
1568/50 = 32 parkeerplaatsen benodigd<br />
Gerealiseerd aantal parkeerplaatsen = 32<br />
Benodigd = 32<br />
Tekort = 0<br />
9 m<br />
25 m<br />
28 m<br />
Randkavel klein – tegen rand<br />
Totale oppervlakte = 23 * 25 = 575 m²<br />
35% bebouwd = 201,25 m²<br />
3 bouwlagen = 604 m² BVO<br />
604/50 = 13 parkeerplaatsen benodigd<br />
Gerealiseerd aantal parkeerplaatsen = 13<br />
Benodigd = 13<br />
Tekort = 0<br />
toegepast. De detaillering van de gevelopeningen sluit<br />
aan bij de eenvoudige architectonische vormgeving<br />
van het hoofdvolume. De gevelopeningen hebben een<br />
rechthoekige hoofdvorm. De toepassing van timpanen,<br />
boogramen of andere klassieke elementen is dus niet<br />
toegestaan.<br />
Materiaal- en kleurgebruik<br />
De bebouwing binnen de ‘fortmuur’ moet een<br />
samenhangende geheel vormen. De bebouwing op<br />
deze kavels moet daarom, net als de bebouwing op<br />
de ‘bastionkavels’ worden uitgevoerd in baksteen. De<br />
‘fortmuur’ is in het ruimtelijke beeld ondergeschikt aan de<br />
vier hoeken van het ‘fort’ en wordt daarom uitgevoerd in<br />
middeldonkere of eventueel lichte bruintinten.<br />
Accenten in de bebouwing<br />
Zichtbare accenten in het bebouwingsvolume zijn niet<br />
toegestaan.<br />
Reclame-uitingen<br />
De bedrijfsnaam, het bedrijfslogo of andere reclameuitingen<br />
moeten als losse letters of symbolen op de gevel<br />
worden aangebracht. Deze uitingen hebben een maximale<br />
afmeting van 0,5 meter hoog en moeten horizontaal<br />
georiënteerd zijn, zodat zij de gevelvorm en -lengte<br />
versterken. De reclame-uitingen hebben een maximale<br />
breedte van de helft van de gevelbreedte van het gebouw<br />
meter. De reclame-uitingen worden minimaal 1 meter uit de<br />
randen van het gebouw op de gevel geplaatst.<br />
Parkeren<br />
Het parkeren wordt opgelost op de kavel. Voor het<br />
parkeren op de kavels in de fortmuur worden de normen<br />
uit de ‘notitie toepassing parkeernormen’ (gemeente<br />
<strong>Zeewolde</strong>, maart 2009) aangehouden.<br />
69
70<br />
Ontsluiting binnenzijde van het ‘fort’<br />
3 m 3 m<br />
3 m<br />
Randvoorwaarden kavels aan de binnenzijde van het ‘fort’<br />
Ontsluiting binnenzijde van het ‘fort’<br />
3 m<br />
3 m<br />
Randvoorwaarden kavels aan de binnenzijde van het ‘fort’<br />
INDELING KAVELS AAN DE BINNENzIJDE<br />
Begrenzingen op de kavel<br />
Erfgrens<br />
Rooilijn - 5 meter uit de voorste erfgrens<br />
Gevel maximaal 60% in de rooilijn<br />
Bebouwingsgrens achterzijde<br />
zonering op de kavel<br />
Voorerf - Parkeren, geen opslag<br />
Erf - Parkeren en opslag achter de voorgevelrooilijn<br />
Rand - Vrij van bebouwing
3.5 Kavels aan de binnenzijde van het ‘fort’<br />
De kavels aan de binnenzijde van het ‘fort’ zijn bepalend<br />
voor het contrast tussen de ontspannen binnenzijde en de<br />
expressieve en strenge buitenzijde van het ‘fort’. Aan de<br />
binnenzijde van het ‘fort’ geldt daarom een minder streng<br />
beeldkwaliteitsregime.<br />
Rooilijn en schijngevels<br />
Aan de binnenzijde van het ‘fort’ ligt de bebouwing in de<br />
rooilijn. De rooilijn ligt 5 meter uit de voorste erfgrens. De<br />
bebouwing moet met het hoofdvolume voor minimaal 60%<br />
in de rooilijn liggen.<br />
Bouwhoogte<br />
Aan de binnenzijde van het ‘fort’ geldt een maximale<br />
bouwhoogte van 9 meter. De bebouwing ligt hiermee, in<br />
het ruimtelijke beeld van het ‘fort’ verscholen achter de<br />
‘fortmuur’. Het hoogste deel van het gebouw wordt gezien<br />
als het hoofdvolume en ligt in de rooilijn.<br />
Zonering op de kavel<br />
Op de kavel worden een aantal zones onderscheiden.<br />
Het bouwvlak wordt bepaald door de bebouwing. Aan de<br />
voorzijde van het gebouw ligt het voorerf. Het voorerf heeft<br />
een diepte van 5 meter. Hier wordt het parkeren opgelost.<br />
De opslag wordt achter of in het gebouw opgelost.<br />
langs de zijdelingse erfgrenzen en de achterste erfgrens<br />
wordt een randzone aangehouden met een breedte van<br />
3 meter. Hier mag geen bebouwing worden gerealiseerd.<br />
Hier mag wel opslag plaatsvinden. Wanneer een gebouw<br />
op de zijdelingse erfgrens mag er wel worden gebouwd in<br />
deze randzone.<br />
Basisvorm en oriëntatie bebouwing<br />
De bebouwing op de kavels aan de binnenzijde van het<br />
‘fort’ moet herkenbaar deel uitmaken van het gehele ‘fort’.<br />
De bebouwing moet daarom een platte afdekking krijgen,<br />
zonder schuine randen. De bebouwing is georiënteerd op<br />
de ontsluitingswegen aan de binnenzijde van het ‘fort’.<br />
Gevelindeling<br />
De gevelindeling moet de beperkte hoogte van de<br />
bebouwing benadrukken, zodat het ruimtelijke contrast<br />
tussen de binnenzijde en de buitenzijde van het ‘fort’ wordt<br />
Kavels aan de binnenzijde van het ‘fort’<br />
versterkt. De gevels moeten daarom een overwegend<br />
horizontale of geen geleding hebben. Architectonische<br />
accenten en incidentele verticale elementen in de gevel<br />
moeten ondergeschikt zijn aan de horizontale geleding van<br />
de gevel.<br />
Geveldetaillering<br />
De bebouwing in het ‘fort’ moet een herkenbare<br />
samenhang vertonen met de bebouwing aan de<br />
buitenzijde. De heldere en eenvoudige architectonische<br />
vormgeving is kenmerkend voor de bebouwing op het<br />
‘fort’. In de gevelopeningen mogen detailleringen worden<br />
toegepast. De detaillering van de gevelopeningen sluit<br />
aan bij de eenvoudige architectonische vormgeving<br />
van het hoofdvolume. De gevelopeningen hebben een<br />
rechthoekige hoofdvorm. De toepassing van timpanen,<br />
boogramen of andere klassieke elementen is dus niet<br />
toegestaan.<br />
Materiaal- en kleurgebruik<br />
De bebouwing aan de binnenzijde van het ‘fort’ moet een<br />
herkenbaar onderdeel vormen van het ‘fort’. Het materiaal-<br />
en kleurgebruik sluit daarom aan op het materiaal- en<br />
kleurgebruik aan de buitenzijde van het ‘fort’. De<br />
bebouwing wordt bij voorkeur opgebouwd uit baksteen in<br />
lichte tot middeldonkere bruintinten. eventuele accenten in<br />
de gevel mogen worden uitgevoerd in grijstinten.<br />
71
72<br />
Referentiebeelden basisvorm en oriëntatie<br />
Referentiebeelden parkeren aan de voorzijde van de kavel<br />
Referentiebeelden kleur- en materiaalgebruik,detaillering en reclame
Binnenkavel groot – tegen rand<br />
Totale oppervlakte 15 * 40 = 600 m²<br />
30% bebouwd = 180 m²<br />
1 laag = 180 m² BVO<br />
180/50 = 4 parkeerplaatsen benodigd<br />
Gerealiseerd aantal parkeerplaatsen = 6<br />
Benodigd = 4<br />
25 m<br />
40 m<br />
3 m<br />
Binnenkavel klein - tegen rand<br />
Totale oppervlakte = 25 * 15 = 375 m²<br />
30% bebouwd = 112,5 m²<br />
2 lagen = 225 m² BVO<br />
225/50 = 5 parkeerplaatsen benodigd<br />
15 m<br />
Gerealiseerd aantal parkeerplaatsen = 6<br />
Benodigd = 5<br />
6 m<br />
15 m<br />
Accenten in de bebouwing<br />
In het bouwvolume mogen kleine zichtbare accenten<br />
worden aangebracht. De accenten zijn hierbij<br />
ondergeschikt aan het hoofdvolume.<br />
Reclame-uitingen<br />
De bedrijfsnaam, het bedrijfslogo of andere reclameuitingen<br />
moeten als losse letters of symbolen op de gevel<br />
worden aangebracht. Deze uitingen hebben een maximale<br />
afmeting van 0,5 meter hoog en moeten horizontaal<br />
georiënteerd zijn. De reclame-uitingen hebben een<br />
maximale breedte van de helft van de gevelbreedte van<br />
het gebouw meter. De reclame-uitingen worden minimaal 1<br />
meter uit de randen van het gebouw op de gevel geplaatst.<br />
Parkeren<br />
Het parkeren wordt opgelost op de kavel. Voor het<br />
parkeren op de kavels aan de binnenzijde van het<br />
‘fort’ worden de normen uit de ‘notitie toepassing<br />
parkeernormen’ (gemeente <strong>Zeewolde</strong>, maart 2009)<br />
aangehouden. Het parkeren vindt plaats aan de voorzijde<br />
van het gebouw, aansluitend op de openbare ruimte. De<br />
dwarsparkeerplaatsen liggen haaks op de weg en zijn<br />
toegankelijk door de smalle oprijband, die de rijweg scheidt<br />
van de trottoirs en de laad- en losstroken.<br />
73
COlOFOn<br />
Titel<br />
Opdrachtgever<br />
Contactpersoon opdrachtgever<br />
Ambtelijke begeleiding<br />
Status<br />
Datum<br />
Documentnummer<br />
Projectnummer<br />
Projectteam<br />
Uitgegeven door<br />
Beeldkwaliteitplan Fortenveld en Vestingveld<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Zeewolde</strong><br />
Maarten de Boer<br />
Maarten de Boer<br />
Justus Kuik<br />
Definitief<br />
9 december 2010<br />
05436-R<br />
265.01<br />
Gereon Bargeman<br />
niels Grootendorst<br />
IMOSS bureau voor stedebouw bv<br />
75
Smallepad 32<br />
3811 MG Amersfoort<br />
T 033 448 15 46<br />
F 033 448 15 48<br />
info@imoss.nl<br />
www.imoss.nl