14 POLITIEK INTERVIEW
14 POLITIEK INTERVIEW
14 POLITIEK INTERVIEW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
16 <strong>POLITIEK</strong> <strong>INTERVIEW</strong><br />
•••<br />
Vervolg van blz. 15<br />
al kan zeggen dat ik genoeg gedaan<br />
heb.’‘Ik heb wel erg moeten<br />
wennen in de politiek. Ik kwam<br />
als neofiet meteen in het federaal<br />
parlement. De politiek en de wetenschap,<br />
dat zijn twee onvoorstelbaar<br />
verschillende werelden.<br />
Daar staat een huizenhoge muur<br />
tussen. Wat ik bijvoorbeeld niet<br />
kende — en dat onderschatten<br />
mensen toch — is de vaktaal die<br />
gebruikt wordt in de politiek.<br />
Daar heb ik wel een jaar aan moeten<br />
wennen. Ik heb het eerste jaar<br />
niets anders gedaan dan aanwezig<br />
zijn in de plenaire vergadering<br />
en mensen observeren. Want<br />
het gaat er vaak niet om wat je<br />
zegt, maar hoe je het zegt. In de<br />
politiek zijn deadlines ook heel<br />
anders dan in de wetenschap. In<br />
de politiek gaat alle activiteit omlaag<br />
voor een deadline, in de wetenschap<br />
gaat dan juist alle activiteit<br />
omhoog. Een deadline is<br />
daar werkelijk een deadline.’<br />
‘Politici spraken ook niet met me<br />
toen ik pas in het parlement<br />
kwam. Ik was die professor met<br />
die witte labojas die in een kelder<br />
onder het stof zit te werken. Ze<br />
wisten gewoon niet wie ik was. Ik<br />
ben wel heel bekend bij het brede<br />
publiek vanwege al mijn interviews<br />
en mijn wetenschappelijke<br />
prestaties. Ik geef ook al jaren lezingen,<br />
dus ik sta heel dicht bij de<br />
mensen. Dan kom ik in de politiek,<br />
en niemand kent mij.’<br />
Wat zegt dat over politici, dat ze<br />
een beetje wereldvreemd zijn?<br />
‘Ik denk het wel. Dat is ook nodig.<br />
Er moet een bepaalde afstand zijn<br />
tussen politici en de samenleving,<br />
omdat politici een bestuurlijke<br />
rol hebben en de samenleving<br />
hun werk ondergaat.’<br />
Uw entree in de politiek ging niet<br />
bepaald over rozen. U hebt veel kritiek<br />
gekregen op uw eerste optredens,<br />
ook in de pers. Heeft u het<br />
daar moeilijk mee gehad?<br />
‘Het was spitsroeden lopen, maar<br />
dat wist ik op voorhand. Ik ben<br />
geen jong meisje meer, ik ben niet<br />
naïef.’<br />
‘Ik was ook wel wat tegenkanting<br />
gewend in de wetenschap. Wetenschap<br />
is heel hard, je moet scoren,<br />
publish or perish, alles draait om<br />
geld. Ik leid een onderzoeksdepartement<br />
met 85 mensen en om<br />
de vijf jaar worden we geëvalueerd<br />
door internationale experts.<br />
Die komen niet voor een vriendelijk<br />
onderonsje. Ze geven harde<br />
kritiek. Daarmee moet je leren leven.<br />
Je moet je afvragen: wat kan<br />
ik daar constructief mee doen?’<br />
Dus de kritiek in de politiek<br />
heeft u nooit geraakt?<br />
‘Neen. De manier waarop ze kritiek<br />
geven, was nieuw. Maar ik<br />
heb ergere dingen meegemaakt.<br />
De Wetstraatjournalisten moeten<br />
nog een tandje bijsteken voor ze<br />
mij kunnen raken.’<br />
Het is een bewogen politiek jaar<br />
geweest. Heeft u het gevoel dat u<br />
iets hebt kunnen verwezenlijken?<br />
‘Het stemt me droevig dat door al<br />
het negativisme lopende dossiers<br />
geblokkeerd zijn en dat er geen<br />
nieuwe stappen ondernomen<br />
worden. Maar dat moet niet alleen<br />
mij droevig stemmen, dat<br />
raakt de hele maatschappij. Daarnaast<br />
is de SP.A van een regeringspartij<br />
natuurlijk een oppositiepartij<br />
geworden. Dan word je<br />
voortdurend afgeblokt. Maar<br />
goed, de anderen hebben eigenlijk<br />
ook niets gerealiseerd.’<br />
Heeft u dan helemaal niets kunnen<br />
doen?<br />
© Michiel Hendryckx<br />
BIO<br />
CHRISTINE VAN BROECKHOVEN (°1953) groeit in Antwerpen<br />
op in een gezin met vijf kinderen. Wanneer haar moeder<br />
ziek wordt, wordt ze naar een streng katholiek tehuis gestuurd.<br />
Een vreselijke tijd, zegt ze. ‘Ik ben er een vechtersbaas voor het<br />
leven geworden’, schrijft ze in haar boek Brein en branie (2006).<br />
Op haar achttiende gaat Van Broeckhoven scheikunde studeren,<br />
daarna promoveert ze in de moleculaire biologie. Ze trouwt<br />
en krijgt een dochter, en dan loopt het even mis. Van Broeckhoven<br />
valt ten prooi aan een depressie. Toch blijft ze hard doorwerken<br />
als onbezoldigd medewerker aan de Universiteit Antwerpen.<br />
Van Broeckhoven werpt zich op erfelijke ziekten en defect<br />
DNA. Het menselijk brein fascineert haar mateloos. ‘In onze<br />
hersenen zit ons hele leven. En dat betekent ook: elke aantasting<br />
van de hersenen raakt de kern van wie we zijn.’<br />
In 1989 stampt Christine Van Broeckhoven haar eigen laboratorium<br />
voor neurogenetica uit de grond. Inmiddels werken er 85<br />
mensen. In 1992 haalt ze met haar onderzoek naar de oorzaken<br />
van Alzheimer drie publicaties in het gerenommeerde tijdschrift<br />
Nature, het is haar internationale doorbraak.<br />
Van Broeckhoven werd daarna meermaals bekroond. In 1993<br />
kreeg ze de prestigieuze Potamkinprijs, de nobelpijs voor Alzheimer<br />
zeg maar. In 2006 mocht ze de International Award voor<br />
Vrouwen in Wetenschappen van L’Oréal/Unesco in ontvangst<br />
nemen. Datzelfde jaar kende koning Albert haar het ereteken<br />
van Grootofficier in de Leopoldsorde toe. In 2005 kreeg ze de<br />
Arkprijs voor het Vrije Woord. Van Broeckhoven heeft ook een<br />
eigen postzegel. In 2005 eindigde ze 46ste in de verkiezing van<br />
De Grootste Belg.<br />
Christine Van Broeckhoven is getrouwd en heeft twee dochters.<br />
Sinds 2007 zit ze voor de SP.A in het federaal parlement. (idg)<br />
‘Wel, hoe gaan we dat meten? Niet<br />
aan het aantal vragen die ik stel.<br />
Ik ga niet in een commissie zitten<br />
vragen stellen om het record vragen<br />
stellen te verbeteren. Ik werk<br />
aan dossiers. Ik zou twee punten<br />
kunnen opnoemen waaruit je zou<br />
kunnen afleiden dat mijn afwezigheid<br />
niet ongemerkt voorbijgegaan<br />
is.’<br />
‘Het eerste is het forensisch DNAonderzoek.<br />
De vorige minister<br />
van Justitie Jo Vandeurzen<br />
(CD&V) wilde niet alleen de DNAprofielen<br />
bijhouden van zware<br />
misdadigers, maar ook van kleine<br />
criminelen, hij wilde zelfs het<br />
DNA van verdachten opslaan.<br />
Daar ben ik absoluut tegen, ik bewaak<br />
heel sterk de ethiek. Dat zou<br />
een flagrante schending van de<br />
privacy zijn.’<br />
‘Ondertussen is er een wetsontwerp<br />
in de maak, en natuurlijk<br />
kijk ik daarnaar uit. Ik ben er helemaal<br />
klaar voor als dat in de Kamer<br />
komt.’<br />
En het tweede?<br />
‘Het tweede is het wetsontwerp<br />
van minister van Volksgezond-<br />
heid Laurette Onkelinx (PS) over<br />
cellen en weefsels die men bij de<br />
mens transplanteert. Dat is helemaal<br />
mijn terrein. Er bestaat een<br />
Europese richtlijn die heel helder<br />
is en die nu in nationale wetgeving<br />
moet worden omgezet. Het<br />
wetsontwerp van Onkelinx gooit<br />
alles op één hoop: cellen en weefsels,<br />
organen en embryo’s, het<br />
gaat niet alleen over de medische<br />
toepassing, maar ook over wetenschappelijk<br />
onderzoek. Een doolhof<br />
is het. Ik ben in staat geweest<br />
om daar een extra dag discussie<br />
aan te breien, wat heel belangrijk<br />
is, denk ik. Uiteindelijk werden al<br />
onze amendementen weggewuifd,<br />
maar goed, er staan wel beloftes<br />
van de minister op papier.<br />
Vanuit de oppositie kun je niet<br />
veel doen hé.’<br />
U hebt zulk baanbrekend werk<br />
verricht als wetenschapper. Veel<br />
mensen vragen zich af of u uw tijd<br />
niet zit te verdoen in de politiek.<br />
‘Een professor aan de universiteit<br />
heeft drie opdrachten: onderwijs,<br />
onderzoek en maatschappelijke<br />
dienstverlening. En hoe kun je<br />
iets realiseren in onze samenleving?<br />
Dat kun je alleen maar met<br />
politiek. Ik kan belangrijke thema’s<br />
op de agenda zetten die niemand<br />
sexy vindt, zoals de vergrijzing.’<br />
‘Je moet het ook wat tijd gunnen.<br />
Een periode van een jaar is veel te<br />
kort, zeker in het huidige politieke<br />
klimaat. Ik ben niet iemand die<br />
opgeeft. Ik heb een doel en ik hou<br />
vol. Er zijn heel veel mensen die<br />
op mij rekenen.’<br />
Stel dat de regering valt. Gaat u<br />
dan opnieuw op een lijst staan?<br />
‘Goh, als als als... Daarover wil ik<br />
niet speculeren, de situatie doet<br />
zich nu niet voor. Het werk dat ik<br />
doe, zou ik graag voortzetten, op<br />
de manier waarop ik het nu doe.<br />
Maar ik wil geen dingen doen die<br />
me niet liggen. Ik ben gevraagd<br />
als expert, ik blijf bij mijn thema’s.<br />
Ik ga me niet bezighouden<br />
met dingen die me niet interesseren.<br />
Ik zit niet in de politiek om<br />
een loopbaan uit te bouwen, ik<br />
heb al een loopbaan. Ik zit in de<br />
politiek om mijn doel te bereiken,<br />
uit idealisme. Maar dat is natuurlijk<br />
ook een vies woord in de Wetstraat.’<br />
Wat is uw doel in de politiek precies?<br />
‘Ik wil globaal werken rond vergrijzing.<br />
Dat is een hele grote<br />
brok en die wordt vanzelf groter,<br />
daar hoef je niet veel voor te doen.<br />
Mensen worden ouder en ouder<br />
en gelukkig maar. Vergrijzing is<br />
niet alleen een medisch, maar<br />
ook een sociaal, economisch en<br />
ethisch thema. Ik ben bezig een<br />
groot globaal plan op te stellen<br />
rond vergrijzing. Ik verzamel informatie,<br />
stel af en toe een vraag<br />
om die informatie te krijgen. Ik<br />
bouw een netwerk uit, want in de<br />
oppositie heb je je collega’s van de<br />
meerderheid nodig om dingen gedaan<br />
te krijgen. Daar heb ik mijn<br />
DE STANDAARD<br />
ZATERDAG 7, ZONDAG 8 FEBRUARI 2009<br />
handen mee vol. Ik heb het afgelopen<br />
jaar erg hard gewerkt,<br />
neem dat van me aan.’<br />
Maar is de politiek voor u wel de<br />
rendabelste plek? Zou u niet meer<br />
tijd willen spenderen aan uw wetenschappelijk<br />
onderzoek ? Tijd om uw<br />
kennis en expertise door te geven,<br />
om jonge mensen te coachen.<br />
‘Maar dat doe ik nog altijd, ik<br />
steek daar nog altijd veel tijd in.<br />
Ik ben nog nooit zo productief geweest<br />
als onderzoeker. Ik werk zeven<br />
dagen op zeven, bijna 24 uur<br />
per dag. Ik ben vanmorgen begonnen<br />
om halfvijf en ik ben<br />
‘Mijn<br />
levenskwaliteit is<br />
veel verbeterd sinds<br />
ik in de politiek zit’<br />
waarschijnlijk vannacht om halftwee<br />
nog aan het werk. Wie doet<br />
me dat na?’<br />
Is dat gezond, zoveel werken?<br />
‘Het is allesbehalve een goed<br />
voorbeeld voor jonge mensen. Ik<br />
zeg altijd aan mijn mensen dat ze<br />
niet zo hard moeten werken, en ik<br />
zal er ook voor zorgen dat ze dat<br />
niet doen. Maar ik heb er zelf voor<br />
gekozen, ik ben daar niet toe gedwongen.<br />
Ik zou ook de hele dag<br />
op mijn stoel kunnen zitten, je<br />
hebt genoeg professoren die de<br />
godganse dag niets doen.’<br />
‘Maar weet u: eigenlijk is mijn levenskwaliteit<br />
veel verbeterd<br />
sinds ik in de politiek zit. Er zijn<br />
maar weinig mensen die dat<br />
snappen. Een universiteit is een<br />
starre, logge overheidsdienst met<br />
heel veel bureaucratie. Ik ben<br />
heel dynamisch. Als je deeltijds<br />
werkt als prof, kun je je pakket<br />
zelf invullen. U mag raden wat ik<br />
daar heb ingestoken. (lacht smakelijk)<br />
Mijn onderzoek, mijn departement<br />
managen — ik ben een<br />
uiterst efficiënte manager — en ik<br />
geef nog één vak, want ik kom<br />
graag in contact met jongeren. En<br />
al de rest: buiten!’<br />
‘Ik heb vijfentwintig jaar van<br />
mijn leven gegeven aan de universiteit.<br />
Ik heb iets opgebouwd<br />
om u tegen te zeggen. De laatste<br />
tien jaar van mijn beroepsleven<br />
wil ik andere dingen doen. Ik ben<br />
nu bezig met een opvolger te zoeken.’<br />
Komt er al iemand in het vizier?<br />
‘Neen, er is nog niemand die sterk<br />
genoeg is. Maar ik zal heel blij zijn<br />
als ik iemand naast mij zal hebben<br />
die kan groeien en boven mij<br />
kan uitsteken. Dan is dat zwaard<br />
van Damocles boven mijn hoofd<br />
weg. Dan kan ik tot rust komen. U<br />
moet weten: als ik vertrek aan de<br />
universiteit komt er een sociaal<br />
bloedbad. Ik haal 96 procent van<br />
onze fondsen binnen. Op mijn departement<br />
werken veel jonge<br />
mensen. U weet toch hoe dat<br />
gaat: je koopt een huis, je hebt<br />
kinderen, je hebt een auto. Wat<br />
kost dat allemaal niet? Ik ben<br />
geen gewone prof die zegt: “Tot<br />
mijn 65ste en laat de boel dan<br />
maar stikken.”‘<br />
‘Ik heb iets opgebouwd, ik heb er<br />
dag en nacht voor gewerkt. Ik heb<br />
er veel voor opgeofferd. Om dan<br />
te zeggen: Je m’en fous. Dat kun je<br />
toch niet doen.’