Worstelen met een wrekende God - Klaas Spronk's Weblog
Worstelen met een wrekende God - Klaas Spronk's Weblog
Worstelen met een wrekende God - Klaas Spronk's Weblog
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nah. 1:13). Het in 30:27-33 beschreven oordeel van <strong>God</strong> over Assur doet<br />
even<strong>een</strong>s denken aan de woorden van Nahum. Het zet in <strong>met</strong> <strong>een</strong><br />
beschrijving van <strong>God</strong>s toorn (`zijn tong als <strong>een</strong> verterend vuur'; vgl. Nah.<br />
1:6 en 10) en vervolgens wordt beschreven hoe die Assur zal treffen.<br />
Een heel belangrijke parallel tussen Jesaja en Nahum zie je in de vertaling<br />
snel over het hoofd. Het boek Nahum bezingt na het opschrift de HERE als<br />
wreker. Nu is de naam Nahum afgeleid van het werkwoord, dat ook in 3:7 is<br />
gebruikt en daar wordt vertaald <strong>met</strong> `troosten'. De combinatie van de twee<br />
werkwoorden `troosten' en `wreken' komen we in het Oude Testament<br />
verder all<strong>een</strong> nog tegen in Jes. 1:24. All<strong>een</strong> moet het eerste werkwoord hier<br />
vertaald worden <strong>met</strong> `wraak oefenen': `Daarom luidt het woord van de<br />
HERE, de Here der heerscharen, de Machtige Israëls: Wee, Ik zal wraak<br />
oefenen aan mijn tegenstanders en Ik wil Mij wreken op mijn vijanden.'<br />
Dit alles leidt onvermijdelijk tot de conclusie dat Nahum in de traditie van<br />
zijn voorganger, die <strong>een</strong> eeuw vóór hem leefde, staat. Men zou hem zelfs<br />
<strong>een</strong> leerling uit de school van Jesaja kunnen noemen. Hij heeft oude<br />
profetieën, <strong>met</strong> name die aan het adres van Assur, opgenomen en toegespitst<br />
op de door hem voorziene komende ondergang van Nineve. 55<br />
Maar de lijn kan ook doorgetrokken worden. Op zijn beurt is het boek van<br />
de profeet Nahum voor latere profeten tot inspiratiebron geworden. Dat zou<br />
men om te beginnen kunnen afleiden uit het beroemde vers aan het begin<br />
van hoofdstuk 2: `Zie, op de bergen de voeten van één, die goede tijding<br />
brengt, die heil verkondigt'. We komen dezelfde woorden tegen in Jes. 52:7:<br />
`Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede<br />
aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion<br />
spreekt: Uw <strong>God</strong> is Koning'. Er is veel gestreden over de vraag welke<br />
profeet nu de ander citeert. Vaak wordt ervoor gekozen deze woorden aan<br />
Jesaja toe te schrijven. Ze zouden dan later zijn toegevoegd aan het boek<br />
Nahum. Men kiest ook wel voor <strong>een</strong> tussenoplossing: beide profeten zouden<br />
55.Volgens Peels, a.w., p.11, doet Nahum `niets anders dan het oude profetische <strong>God</strong>swoord<br />
actualiseren'. Armerding, a.w., p.455, is van mening dat Nahum afhankelijk is van Jesaja<br />
vanwege de zinspelingen op Jes. 5:24vv; 10:5vv; 29:1vv en 30:27vv. Hij gaat zelfs nog<br />
verder door te stellen op grond van <strong>een</strong> aantal andere parallellen dat Nahum putte uit heel<br />
het boek Jesaja. Blijkbaar dateert hij ook Jes.40vv in de tijd vóór Nahum.<br />
Zie over de manier waarop de profeten zowel aansluiting zoeken bij de traditie als bij de<br />
actualiteit ook het artikel van A.J.O. van der Wal, `Jer.30-31: Inspiratie, traditie en<br />
actualiteit,' Interpretatie 3, nr.1. (januari 1995), pp.7-10.