15.09.2013 Views

De beuk (Fagus sylvatica) is een plant uit de napjesdragersfamilie ...

De beuk (Fagus sylvatica) is een plant uit de napjesdragersfamilie ...

De beuk (Fagus sylvatica) is een plant uit de napjesdragersfamilie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Beuk<br />

<strong>De</strong> <strong>beuk</strong> (<strong>Fagus</strong> <strong>sylvatica</strong>) <strong>is</strong> <strong>een</strong> <strong>plant</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong> <strong>napjesdragersfamilie</strong> (Fagaceae). Het <strong>is</strong> <strong>een</strong> van nature in<br />

Europa voorkomen<strong>de</strong> boom. <strong>De</strong> soortaanduiding <strong>sylvatica</strong> <strong>is</strong> afgeleid van 'silva' (= bos).<br />

Kenmerken<br />

<strong>De</strong> <strong>beuk</strong> kan tot 46 m hoog wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> stam <strong>is</strong> glad en grijs. Het blad <strong>is</strong> veernervig, licht gegolfd en<br />

licht glanzend.<br />

<strong>De</strong> <strong>plant</strong> <strong>is</strong> <strong>een</strong>huizig; er zijn dus mannelijke en vrouwelijke bloemen aan <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> boom. <strong>De</strong> knoppen<br />

zijn langwerpig en geschubd. <strong>De</strong> bestuiving vindt plaats door <strong>de</strong> wind. <strong>De</strong> <strong>beuk</strong> kan goed tegen<br />

schaduw en <strong>is</strong> <strong>een</strong> climaxsoort.<br />

<strong>De</strong> <strong>beuk</strong>ennootjes wor<strong>de</strong>n omsloten door <strong>een</strong> napje, dat gevormd wordt <strong>uit</strong> <strong>de</strong> vruchtbla<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

schutbla<strong>de</strong>n. In elk napje zitten twee nootjes. Als <strong>de</strong> nootjes rijp zijn opent het napje in vier <strong>de</strong>len en<br />

vallen <strong>de</strong> <strong>beuk</strong>ennootjes op <strong>de</strong> grond. <strong>De</strong> <strong>beuk</strong>ennootjes wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re verspreid door<br />

eekhoorns, die ze als wintervoorraad gebruiken.<br />


<br />

<strong>De</strong> <strong>beuk</strong> gedijt goed op vochthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, goed doorlaten<strong>de</strong>, kalkrijke, leemhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m. Hij<br />

verdraagt hoge waterstan<strong>de</strong>n of droge zandgron<strong>de</strong>n niet. <strong>De</strong> boom leeft in symbiose met <strong>een</strong> schimmel<br />

(mycorrhiza).<br />

Leeftijd<br />

Beuken wor<strong>de</strong>n 200 tot 300 jaar oud. In <strong>de</strong> Middachter Allee bij Kasteel Middachten in <strong>De</strong> Steeg<br />

ston<strong>de</strong>n tot voor kort enkele van <strong>de</strong> oudste <strong>beuk</strong>en in Ne<strong>de</strong>rland. <strong>De</strong> dikste was 5 meter in omvang, en<br />

enkele van <strong>de</strong> bomen waren 44-46 meter hoog. Ze waren in 1776 aange<strong>plant</strong>. Omdat twee <strong>beuk</strong>en in <strong>de</strong><br />

winter van 2004/2005 spontaan omvielen en meer<strong>de</strong>re <strong>beuk</strong>en hol en aangetast bleken door <strong>de</strong><br />

korsthoutskoolzwam, heeft <strong>de</strong> eigenaar van Landgoed Middachten ze in november 2005 laten kappen.


Boswilg
<br />

<strong>De</strong> boswilg (Salix caprea) <strong>is</strong> <strong>een</strong> boom <strong>uit</strong> <strong>de</strong><br />

wilgenfamilie (Salicaceae). <strong>De</strong> <strong>plant</strong> wordt ook wel<br />

waterwilg genoemd. <strong>De</strong> soort komt algem<strong>een</strong> voor in<br />

Europa en Noordoost-Azië en niet <strong>uit</strong>sl<strong>uit</strong>end op<br />

vochtige plaatsen. <strong>De</strong> hoogte <strong>is</strong> 6-14 meter. Het <strong>is</strong> <strong>een</strong><br />

open boom met omhooggaan<strong>de</strong> takken. <strong>De</strong> boswilg <strong>is</strong><br />

tweehuizig.<br />

Mannelijke katjes zijn eivormig en aanvankelijk be<strong>de</strong>kt met<br />

zilverachtige haartjes. Daarna verschijnen gele meeldra<strong>de</strong>n dicht<br />

op<strong>een</strong>. Vrouwelijke katjes zijn slank, bleekgroen met<br />

witachtige, korte stijlen.<br />

<strong>De</strong> schors <strong>is</strong> bij jonge bomen glad en grijs met<br />

r<strong>uit</strong>envormige verkurkte lenticellen. Naarmate<br />

<strong>de</strong> boom ou<strong>de</strong>r wordt, wordt <strong>de</strong> schors grijs tot<br />

zwartbruin en krijgt <strong>de</strong>ze bre<strong>de</strong> groeven.<br />

<strong>De</strong> jonge twijgen zijn grauwgroen en wor<strong>de</strong>n<br />

later diep roodbruin tot zwartachtig van kleur en<br />

zijn aanvankelijk be<strong>de</strong>kt met lange haren.<br />

Op <strong>de</strong> twijgen bevin<strong>de</strong>n zich geelbruine tot<br />

ro<strong>de</strong>, eivormige knoppen. Ze zijn puntig en 3-4<br />

mm lang. <strong>De</strong> knopschubben zijn in het begin<br />

nog kort behaard.<br />

<strong>De</strong> verspreid staan<strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> boswilg<br />

verschijnen na <strong>de</strong> bloei en zijn meestal eivormig<br />

met <strong>een</strong> spitse punt en golven<strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n. Ze zijn<br />

4-12 x 3-6 cm groot. Het vaak iets glanzen<strong>de</strong><br />

blad <strong>is</strong> donkergroen van boven met verzonken<br />

gele nerven en grijs donzig van on<strong>de</strong>ren. <strong>De</strong><br />

bladsteel <strong>is</strong> donkerrood en viltig. <strong>De</strong> grote<br />

steunblaadjes zijn half hartvormig.<br />

<strong>De</strong> boswilg heeft katjes, die met lange behaar<strong>de</strong><br />

schutbla<strong>de</strong>n be<strong>de</strong>kt zijn. Ze bloeien in maart en<br />

april.<br />

<strong>De</strong> vrouwelijke katjes zijn langer dan <strong>de</strong> mannelijke. Zowel <strong>de</strong><br />

mannelijke als <strong>de</strong> vrouwelijke bloemen hebben één honingklier.<br />

<strong>De</strong> vrucht <strong>is</strong> <strong>een</strong> tweekleppige doosvrucht. <strong>De</strong> za<strong>de</strong>n hebben <strong>een</strong><br />

haarkuif, waardoor ze door <strong>de</strong> wind verspreid wor<strong>de</strong>n.<br />

Door <strong>de</strong> vroege bloei <strong>is</strong> <strong>de</strong> boswilg <strong>een</strong> gelief<strong>de</strong> bijen<strong>plant</strong>.


Brem<br />

<strong>De</strong> (gewone) brem (Cyt<strong>is</strong>us scoparius) <strong>is</strong> <strong>een</strong><br />

struik <strong>uit</strong> <strong>de</strong> vlin<strong>de</strong>rbloemenfamilie (Leguminosae)<br />

die veel lijkt op <strong>de</strong> gaspeldoorn, maar g<strong>een</strong> doorns<br />

heeft. <strong>De</strong> struik kan <strong>een</strong> hoogte van 2 m bereiken.<br />

<strong>De</strong> takken en twijgen zijn vijfkantig en niet<br />

behaard. Wanneer insecten <strong>de</strong> bloem bezoeken,<br />

wordt het stuifmeel op hen afgeschoten. Brem<br />

komt zeer algem<strong>een</strong> voor, vooral op zandgrond,<br />

hei<strong>de</strong>vel<strong>de</strong>n, in duinen en langs spoordijken.<br />

Brem heeft maar weinig bla<strong>de</strong>ren en ze zijn erg<br />

klein. <strong>De</strong> on<strong>de</strong>rste zijn drietallig handvormig<br />

samengesteld, <strong>de</strong> bovenste enkelvoudig. <strong>De</strong> blaadjes vallen gauw af, maar <strong>de</strong> takken blijven<br />

<strong>de</strong>salniettemin groen. Brem heeft handvormige samengestel<strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren<br />

<strong>De</strong> bloemen zijn goudgeel en ongeveer 2 cm<br />

lang. Ze vormen losse trossen. <strong>De</strong> bloemstelen<br />

zijn ongeveer 1 cm lang. <strong>De</strong> stijl <strong>is</strong> opgerold.<br />

Brem bloeit in mei en juni.<br />

Brem draagt <strong>een</strong> zwarte peul van 2,5-4 cm lang.<br />

All<strong>een</strong> <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> peulen zijn behaard, <strong>de</strong><br />

rest <strong>is</strong> kaal.<br />

Van <strong>de</strong> twijgen van brem kunnen bezems<br />

gemaakt wor<strong>de</strong>n. In het verle<strong>de</strong>n werd <strong>de</strong> vezel<br />

van <strong>de</strong> <strong>plant</strong> in tij<strong>de</strong>n van schaarste gebruikt als<br />

vervanger van jute.


Eenstijlige meidoorn<br />

<strong>De</strong> <strong>een</strong>stijlige meidoorn (Crataegus monogyna) <strong>is</strong> <strong>een</strong><br />

<strong>plant</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong> rozenfamilie (Rosaceae) die bijna overal in<br />

Europa zeer algem<strong>een</strong> voorkomt. <strong>De</strong> soort staat bekend<br />

als heg<strong>plant</strong> en als struik, soms als kleine boom. <strong>De</strong><br />

<strong>een</strong>stijlige meidoorn kan 10 m hoog wor<strong>de</strong>n.<br />

<strong>De</strong> <strong>plant</strong> vertakt bij <strong>de</strong> grond: ze heeft <strong>een</strong> lage kroon.<br />

Vaak zijn er kru<strong>is</strong>en<strong>de</strong> takken. <strong>De</strong> schors <strong>is</strong><br />

aanvankelijk glad en bruin. Later wordt <strong>de</strong>ze donker<strong>de</strong>r<br />

en <strong>is</strong> gebasten tot ribbels. <strong>De</strong> twijgen zijn donkerrood<br />

of bruin. Ze hebben scherpe, 1-2,5 cm lange doorns<br />

van <strong>De</strong> knoppen zijn zeer klein, roodachtig zwart en<br />

schubbig.<br />

<strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren hebben drie tot zeven lobben en grof<br />

dubbelgetan<strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> bladsteel <strong>is</strong> circa 3,5 cm lang.<br />

Het blad <strong>is</strong> glanzend donkergroen van boven en donkerroze<br />

van on<strong>de</strong>r. Aan <strong>de</strong> voet en in <strong>de</strong> oksels van <strong>de</strong> nerven zitten<br />

witte haartjes.<br />

<strong>De</strong> bloemen zijn 0,8-1,5 cm breed. <strong>De</strong> komvormige<br />

kroonblaadjes overlappen elkaar ge<strong>de</strong>eltelijk. Er zijn<br />

meeldra<strong>de</strong>n met paarse helmknoppen. Er <strong>is</strong> maar één stijl,<br />

vandaar <strong>de</strong> naam<br />

<strong>De</strong> <strong>plant</strong> heeft circa 1 cm grote vruchten. Ze zijn eivormig. Rijpend<br />

verkleuren ze van groen tot donkerrood.<br />

Het zware hout van <strong>de</strong> meidoorn wordt gebruikt voor handvatten<br />

van gereedschappen en voor kleine voorwerpen.


Flad<strong>de</strong>riep<br />

<strong>De</strong> flad<strong>de</strong>riep of steeliep (Ulmus laev<strong>is</strong>) <strong>is</strong> <strong>een</strong> boom die<br />

behoort tot <strong>de</strong> iepenfamilie (Ulmaceae). <strong>De</strong> boom komt van<br />

nature voor in Europa tot Bulgarije en <strong>de</strong> Krim met <strong>een</strong> niet<br />

aansl<strong>uit</strong>en<strong>de</strong> populatie in <strong>de</strong> Kaukasus. <strong>De</strong> boom komt vooral<br />

voor langs <strong>de</strong> Wolga en <strong>de</strong> Donau. <strong>De</strong> boom kan enige tijd<br />

tegen wateroverlast. In Ne<strong>de</strong>rland komt in Limburg en bij <strong>de</strong><br />

Bethlehemschebeek in Twente nog <strong>een</strong> autochtone herkomst<br />

voor.<br />

<strong>De</strong> boom wordt tot 35 m hoog. <strong>De</strong> boom vormt ter versteviging<br />

plankwortels.<br />

Het 6-12 cm grote omgekeerd eiron<strong>de</strong> tot ovale, toegespitste,<br />

veernervige blad heeft <strong>een</strong> scheve bladvoet en <strong>een</strong><br />

dubbelgezaag<strong>de</strong> bladrand. <strong>De</strong> on<strong>de</strong>rzij<strong>de</strong> van het blad <strong>is</strong><br />

behaard. <strong>De</strong> steunblaadjes vallen af. <strong>De</strong> slank-kegelvormige<br />

bladknoppen zijn tweekleurig en gewimperd. <strong>De</strong> knopschubben<br />

hebben <strong>een</strong> licht- tot roodbruine kleur en <strong>een</strong> donkere rand. <strong>De</strong><br />

schors schilfert al bij jonge bomen af.<br />

<strong>De</strong> flad<strong>de</strong>riep bloeit in maart en april voor het verschijnen van<br />

<strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren met tweeslachtige bloemen, die aan lange stelen<br />

hangen. <strong>De</strong> helmknoppen zijn rood.<br />

<strong>De</strong> vrucht <strong>is</strong> <strong>een</strong> gevleugeld, eirond, gewimperd nootje, dat in mei van <strong>de</strong> boom valt.<br />

Plankwortels zijn wortels die stervormig, bovengronds on<strong>de</strong>raan <strong>een</strong> boom zitten en <strong>de</strong>ze meer<br />

stevigheid geven. Ze komen vooral voor bij bomen in het trop<strong>is</strong>che regenwoud. Ook <strong>de</strong> in Europa<br />

voorkomen<strong>de</strong> flad<strong>de</strong>riep kan plankwortels vormen. <strong>De</strong> vorm doet enigszins aan <strong>de</strong> vorm van planken<br />

<strong>de</strong>nken.


Gel<strong>de</strong>rse roos<br />

<strong>De</strong> Gel<strong>de</strong>rse roos (Viburnum opulus) <strong>is</strong> <strong>een</strong> <strong>plant</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong> muskuskruidfamilie (Adoxaceae). <strong>De</strong> soort<br />

komt van nature voor in <strong>de</strong> Benelux.<br />

<strong>De</strong> <strong>plant</strong> wordt tot 3 m hoog. <strong>De</strong> Gel<strong>de</strong>rse roos bloeit in mei en juni met witte bloemetjes die in platte<br />

tuilen voorkomen. <strong>De</strong> randbloemen zijn steriel, <strong>de</strong> overige bloemen zijn fertiel (vruchtbaar). <strong>De</strong><br />

randbloemen hebben <strong>de</strong> functie om insecten te lokken. Na <strong>de</strong> bloei komen er trosjes met hangen<strong>de</strong><br />

bessen, die lang aan <strong>de</strong> struik blijven zitten.<br />

<strong>De</strong> Gel<strong>de</strong>rse roos <strong>is</strong> in Ne<strong>de</strong>rland vooral te vin<strong>de</strong>n in het rivierengebied langs kreken of strangen. <strong>De</strong><br />

bloem wordt door insecten bezocht vanwege <strong>de</strong> honing. <strong>De</strong> ro<strong>de</strong> giftige vruchten wor<strong>de</strong>n door vogels<br />

weinig gewaar<strong>de</strong>erd, ze blijven lang in <strong>de</strong> winter hangen.


Haag<strong>beuk</strong><br />

<strong>De</strong> haag<strong>beuk</strong> (Carpinus betulus), st<strong>een</strong><strong>beuk</strong>,<br />

juk<strong>beuk</strong> of wielboom <strong>is</strong> <strong>een</strong> 15-25 m hoge boom<br />

<strong>uit</strong> <strong>de</strong> berkenfamilie (Betulaceae).<br />

<strong>De</strong> haag<strong>beuk</strong> <strong>is</strong> <strong>een</strong>huizig: <strong>de</strong> mannelijke en <strong>de</strong><br />

vrouwelijke bloemen komen op één <strong>plant</strong> voor.<br />

<strong>De</strong> <strong>plant</strong> bloeit in april en mei. Het stuifmeel<br />

wordt door <strong>de</strong> wind verspreid.<br />

Het omhulsel van <strong>de</strong> vrucht <strong>is</strong> drie-slippig, waarbij <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>lste slip dui<strong>de</strong>lijk langer <strong>is</strong> dan <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re.<br />

<strong>De</strong> vrucht bevat <strong>een</strong> groen tot bruin zaad van 65 mg.<br />

<strong>De</strong> kale takken zijn grijsachtig. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>n staan hieraan verspreid. <strong>De</strong><br />

ellipt<strong>is</strong>che bla<strong>de</strong>ren zijn veernervig en hebben <strong>een</strong> dubbelgezaag<strong>de</strong> rand en<br />

<strong>een</strong> hartvormige voet en toegespitste top. Alle zijnerven van <strong>de</strong> eerste or<strong>de</strong><br />

zijn tot aan <strong>de</strong> bladrand onge<strong>de</strong>eld.<br />

<strong>De</strong> boom <strong>is</strong> autochtoon in West-, Mid<strong>de</strong>n-, Zuid-Europa en West-Azië.<br />

Plaatselijk <strong>is</strong> <strong>de</strong> haag<strong>beuk</strong> algem<strong>een</strong> in (Ne<strong>de</strong>rland): in Limburg (Zuid-<br />

Limburg), <strong>de</strong>len van Gel<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong>len van Noord-Brabant nl.<strong>de</strong><br />

Kempen. Ook het zui<strong>de</strong>n van West-Vlaan<strong>de</strong>ren kent nog vele natuurlijke<br />

haag<strong>beuk</strong>en. El<strong>de</strong>rs wordt ze veel aange<strong>plant</strong> als laanboom en soms ook in<br />

heggen.<br />

<strong>De</strong> haag<strong>beuk</strong> kan <strong>uit</strong>stekend gesnoeid wor<strong>de</strong>n en <strong>is</strong> daardoor zeer geschikt als haag<strong>plant</strong>. Ook <strong>de</strong> <strong>beuk</strong><br />

(<strong>Fagus</strong> sylvaticus) wordt als haag gebruikt, wat door <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse naamgeving zeer verwarrend <strong>is</strong>.<br />

Een <strong>beuk</strong>enhaag <strong>is</strong> iets an<strong>de</strong>rs dan <strong>een</strong> haag<strong>beuk</strong>enhaag. <strong>De</strong> haag<strong>beuk</strong> kan veel beter tegen w<strong>is</strong>selen<strong>de</strong><br />

waterstan<strong>de</strong>n i.t.t. <strong>de</strong> <strong>beuk</strong>. Op <strong>de</strong> klei <strong>is</strong> daarom <strong>de</strong> haag<strong>beuk</strong> al gauw <strong>een</strong> betere keuze. Waar <strong>een</strong><br />

gesnoei<strong>de</strong> <strong>beuk</strong> 's winters <strong>de</strong> do<strong>de</strong>, bruine bla<strong>de</strong>ren laat hangen, <strong>is</strong> <strong>de</strong> haag<strong>beuk</strong> min of meer kaal. <strong>De</strong><br />

haag<strong>beuk</strong> loopt echter fraai en weken eer<strong>de</strong>r <strong>uit</strong> dan <strong>de</strong> <strong>beuk</strong>.<br />

Het hout <strong>is</strong> bijzon<strong>de</strong>r splijtvast. Het wordt gebruikt voor hakblokken, heien en stampers in <strong>een</strong><br />

oliemolen, gereedschap en als imitatie-ebben voor piano's. Het hout <strong>is</strong> hard en taai. Het heeft <strong>een</strong> fijne<br />

nerf maar werkt veel.


Hazelaar<br />

<strong>De</strong> hazelaar (Corylus avellana) <strong>is</strong> <strong>een</strong> in West-Europa<br />

autochtone heester <strong>uit</strong> <strong>de</strong> berkenfamilie (Betulaceae).<br />

<strong>De</strong> hazelaar <strong>is</strong> net als <strong>de</strong> Forsythia <strong>een</strong> "naaktbloeier": <strong>de</strong><br />

<strong>plant</strong> bloeit als <strong>de</strong>ze nog g<strong>een</strong> bla<strong>de</strong>ren heeft en <strong>is</strong> voor <strong>de</strong><br />

bestuiving afhankelijk van <strong>de</strong> wind. Aan <strong>de</strong> hazelaar zitten<br />

<strong>de</strong> mannelijke en <strong>de</strong> vrouwelijke bloeiwijzen apart.<br />

<strong>De</strong> mannelijke bloemen zitten<br />

in katjes en zijn al in <strong>de</strong> zomer<br />

aanwezig in <strong>de</strong> oksels van <strong>de</strong><br />

bla<strong>de</strong>ren. Ze gaan pas bloeien<br />

in januari.<br />

<strong>De</strong> vrouwelijke bloemen zitten met drie tot vier stuks in <strong>een</strong><br />

klein knopje bij elkaar.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bloei zijn all<strong>een</strong> <strong>de</strong> ro<strong>de</strong> stijlen met <strong>de</strong> stempels<br />

te zien.<br />

<strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> hazelaar zijn enkelvoudig. Ook zijn ze<br />

veernervig. <strong>De</strong> bladrand <strong>is</strong> dubbel gezaagd en er <strong>is</strong> g<strong>een</strong><br />

bladschijfinsnijding. Ze hebben <strong>de</strong> vorm van <strong>een</strong><br />

omgekeerd ei met <strong>een</strong> <strong>uit</strong>steeksel. <strong>De</strong> hazelaar wordt tot 6<br />

m hoog en gaat pas na tien jaar vrucht dragen. Er zijn echter<br />

ook geënte struiken verkrijgbaar, die al na drie jaar vrucht<br />

dragen.<br />

<strong>De</strong> vrucht van <strong>een</strong> hazelaar heet hazelnoot. <strong>De</strong>ze <strong>is</strong><br />

eetbaar.<br />

<strong>De</strong> hazelnoten wor<strong>de</strong>n door vogels als <strong>de</strong> Vlaamse<br />

gaai verspreid. <strong>De</strong> <strong>plant</strong> komt op aan bosran<strong>de</strong>n.<br />

Ver<strong>de</strong>r verspreidt <strong>de</strong> hazelaar zich via<br />

wortel<strong>uit</strong>lopers. Volgens Frans Vera zou <strong>de</strong><br />

hazelaar voor verspreiding <strong>een</strong> milieu nodig hebben<br />

waar grote grazers <strong>een</strong> rol in spelen. <strong>De</strong> hazelaar<br />

gedijt ook op <strong>een</strong> min<strong>de</strong>r vruchtbare bo<strong>de</strong>m.<br />

Hazelnoten zijn ook geliefd bij muizen.


Hondsroos<br />

<strong>De</strong> hondsroos (Rosa canina) <strong>is</strong> <strong>een</strong> in <strong>de</strong> Benelux van<br />

nature voorkomen<strong>de</strong> roos. <strong>De</strong> struik komt van nature voor<br />

in Europa, Noordwest-Afrika en West-Azië. In Noord-<br />

Amerika <strong>is</strong> <strong>de</strong> <strong>plant</strong> geïntroduceerd.<br />

<strong>De</strong> struik wordt 1 tot 3 meter hoog. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren en takken<br />

zijn groen of soms roodachtig aangelopen en hebben aan <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzij<strong>de</strong> g<strong>een</strong> klieren.<br />

<strong>De</strong> stekels zijn groten<strong>de</strong>els haakvormig gebogen. Rosa<br />

canina 'Ass<strong>is</strong>iens<strong>is</strong>' <strong>is</strong> <strong>een</strong> cultivar zon<strong>de</strong>r stekels.<br />

<strong>De</strong> hondsroos bloeit in juni en juli met 4-6<br />

cm grote, witte of roze bloemen. <strong>De</strong><br />

kroonbla<strong>de</strong>n zijn veel langer dan <strong>de</strong><br />

kelkbla<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> vrucht <strong>is</strong> <strong>een</strong> ovale, roodoranje,<br />

1,5-2 cm grote rozenbottel. <strong>De</strong><br />

za<strong>de</strong>n kunnen zich zon<strong>de</strong>r bevruchting<br />

ontwikkelen.<br />

<strong>De</strong>ze roos komt voor op voedselrijke, niet<br />

te zure, niet te donkere plaatsen, zoals in<br />

<strong>de</strong> Maasheggen. Door zijn stekels<br />

beschermt hij zichzelf tegen vraat. <strong>De</strong><br />

hondsroos komt met name langs<br />

bosran<strong>de</strong>n, in heggen en in struikgewas<br />

voor. <strong>De</strong> bloemen wor<strong>de</strong>n door bijen<br />

bestoven, <strong>de</strong> bottels wor<strong>de</strong>n graag gegeten door allerlei vogels, zoals <strong>de</strong> koperwiek en <strong>de</strong> kramsvogel<br />

in <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n <strong>de</strong>cember, januari en februari.<br />

Van <strong>de</strong> rozenbottels wordt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re jam bereid. <strong>De</strong>ze jam <strong>is</strong> rijk aan vitamine C. Ver<strong>de</strong>r bevat <strong>een</strong><br />

rozenbottel ook carot<strong>een</strong>, vitamine B1 en vitamine B2.<br />

Op <strong>de</strong> hondsroos komt <strong>de</strong> be<strong>de</strong>guaargal voor, <strong>een</strong> woekering veroorzaakt door <strong>de</strong> galwesp Diplolep<strong>is</strong><br />

rosae.


M<strong>is</strong>pel<br />

<strong>De</strong> m<strong>is</strong>pel (Mespilus germanica) <strong>is</strong> <strong>een</strong> <strong>plant</strong><br />

<strong>uit</strong> <strong>de</strong> rozenfamilie (Rosaceae). <strong>De</strong> vrucht <strong>is</strong><br />

veel min<strong>de</strong>r algem<strong>een</strong> dan vroeger, maar wint<br />

momenteel weer iets aan populariteit. <strong>De</strong><br />

m<strong>is</strong>pel zit vol vitamine C, <strong>is</strong> familie van <strong>de</strong><br />

appel en peer en was <strong>een</strong> zeer belangrijke<br />

vrucht tij<strong>de</strong>ns het Romeinse Keizerrijk en<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwen nog voor <strong>de</strong> introductie van<br />

an<strong>de</strong>re fr<strong>uit</strong>soorten in West-Europa. <strong>De</strong><br />

m<strong>is</strong>pel <strong>is</strong> goed voor <strong>de</strong> maag en <strong>de</strong><br />

spijsvertering.<br />

Drieduizend jaar gele<strong>de</strong>n werd <strong>de</strong> m<strong>is</strong>pel al in <strong>de</strong> omgeving van <strong>de</strong> Kasp<strong>is</strong>che Zee (Noord-Iran)<br />

aange<strong>plant</strong> en kwam 700 v.Chr. naar Griekenland en 200 v.Chr. naar Rome. <strong>De</strong> m<strong>is</strong>pel <strong>is</strong> door <strong>de</strong><br />

Romeinen ver<strong>de</strong>r verspreid. <strong>De</strong> m<strong>is</strong>pel werd in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen vooral in Frankrijk en D<strong>uit</strong>sland<br />

aange<strong>plant</strong> en in Ne<strong>de</strong>rland in kloostertuinen. <strong>De</strong> M<strong>is</strong>pel kwam in D<strong>uit</strong>sland verwil<strong>de</strong>rd veel voor in <strong>de</strong><br />

bossen, waardoor men dacht dat <strong>de</strong> boom daar autochtoon was, hetg<strong>een</strong> in <strong>de</strong> naam germanica nu nog<br />

tot <strong>uit</strong>drukking komt.<br />

<strong>De</strong> m<strong>is</strong>pel vormt <strong>een</strong> kleine boom die ongeveer 4,5 m hoog kan wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> m<strong>is</strong>pel bloeit in West-<br />

Eruopa in mei en juni met circa 4 cm grote, crèmewitte bloemen. <strong>De</strong> m<strong>is</strong>pel wordt vaak geënt op<br />

meidoorn als on<strong>de</strong>rstam. In Ne<strong>de</strong>rland voorkomen<strong>de</strong> rassen zijn Bredase Reus, Westerveld en<br />

Nottingham.<br />

Er wor<strong>de</strong>n droge kleine har<strong>de</strong> goudbruine<br />

vruchten gevormd, die in oktober rijp, maar dan<br />

nog ongenietbaar, melig en wrang, zijn. Na <strong>de</strong><br />

eerste nachtvorsten wor<strong>de</strong>n ze zacht en bruin,<br />

en dan kunnen ze na <strong>een</strong> poosje wel gegeten<br />

wor<strong>de</strong>n. Aanbevolen wordt ze in oktober of<br />

november na <strong>een</strong> nachtvorst te plukken en ze<br />

met <strong>de</strong> bovenkant naar on<strong>de</strong>ren twee tot drie<br />

weken te bewaren op <strong>een</strong> koele plaats. <strong>De</strong><br />

vrucht wordt 'beurs' waarbij <strong>de</strong> kleur via <strong>een</strong><br />

fermentatieproces, het bletten, veran<strong>de</strong>rt van<br />

groen/wit naar donker bruin en <strong>de</strong> smaak zoet<br />

weeïg proeft. Ook <strong>is</strong> het mogelijk <strong>de</strong> vruchten<br />

enkele dagen in <strong>de</strong> diepvriezer te leggen,<br />

waarna ze gegeten kunnen wor<strong>de</strong>n. Voor<br />

sommigen <strong>is</strong> <strong>de</strong> m<strong>is</strong>pel <strong>een</strong> lekkernij. Het<br />

gezeg<strong>de</strong>: "Zo rot als <strong>een</strong> m<strong>is</strong>pel" slaat dus in<br />

feite op <strong>een</strong> lekkernij. Als <strong>de</strong> m<strong>is</strong>pel zacht <strong>is</strong>, <strong>is</strong><br />

hij maar <strong>een</strong> paar dagen te bewaren; hij kan dan<br />

gemakkelijk gaan schimmelen en echt gaan<br />

rotten.<br />

In Ne<strong>de</strong>rland duikt <strong>de</strong> m<strong>is</strong>pel af en toe op, op<br />

markten en bij gespecial<strong>is</strong>eer<strong>de</strong> groentezaken.<br />

<strong>De</strong> loquat (Eriobotrya japonica) of Japanse<br />

m<strong>is</strong>pel <strong>is</strong> <strong>een</strong> verwante soort die ook wel als<br />

"m<strong>is</strong>pel" wordt verkocht.


Ruwe berk
<br />

<strong>De</strong> ruwe berk (Betula pendula, synoniem: Betula<br />

verucosa) <strong>is</strong> <strong>een</strong> boom <strong>uit</strong> <strong>de</strong> berkenfamilie (Betulaceae)<br />

die van nature voorkomt in <strong>de</strong> Benelux. <strong>De</strong> soort wordt ook<br />

wel 'zilverberk' genoemd. <strong>De</strong> ruwe berk en <strong>de</strong> zachte<br />

berk(Betula pubescens) zijn spontaan met elkaar gaan<br />

hybri<strong>de</strong>kru<strong>is</strong>en, hierdoor <strong>is</strong> het moeilijk om zuivere soorten<br />

te vin<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> ruwe berk komt het meeste voor en <strong>is</strong> in<br />

West-Europa te vin<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> boom wordt tot 20 m hoog.<br />

<strong>De</strong> ou<strong>de</strong>re<br />

stambas<strong>is</strong> vertoont<br />

over het algem<strong>een</strong><br />

barsten.<br />

<strong>De</strong> twijgen zijn meestal overhangend. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n 3-7 cm lang, eirond tot r<strong>uit</strong>vormig, spits en<br />

kaal.<br />


<br />

<strong>De</strong> katjes wor<strong>de</strong>n 2-4 cm lang. <strong>De</strong> berk kan all<strong>een</strong> in <strong>de</strong> herfst of winter gesnoeid wor<strong>de</strong>n, omdat hij in<br />

<strong>de</strong> bloei zeer sterke sapstromingen heeft.


Sleedoorn<br />

<strong>De</strong> sleedoorn (Prunus spinosa) <strong>is</strong> <strong>een</strong> <strong>plant</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong> rozenfamilie (Rosaceae). <strong>De</strong> soort komt van nature<br />

voor in <strong>de</strong> Benelux, waar <strong>de</strong> <strong>plant</strong> met name langs bosran<strong>de</strong>n voorkomt. <strong>De</strong> <strong>plant</strong> <strong>is</strong> <strong>een</strong> heester die<br />

2-6 m hoog wordt.<br />

Er zijn vruchten vanaf augustus, ze zijn pas lekker<br />

nadat <strong>de</strong> vorst er over h<strong>een</strong> geweest <strong>is</strong>. <strong>De</strong> vruchten<br />

wor<strong>de</strong>n verwerkt tot jam, vruchtenmoes, vruchtensap,<br />

likeur (sloe gin of Patxaran), vruchtenwijn en<br />

bran<strong>de</strong>wijn. Het hout <strong>is</strong> zeer hard.<br />

<strong>De</strong> <strong>plant</strong> vermeer<strong>de</strong>rt zich door za<strong>de</strong>n en door<br />

wortelopslag. <strong>De</strong> sleedoorn <strong>is</strong> door zijn doorns re<strong>de</strong>lijk<br />

beschermd tegen <strong>de</strong> vraat van grote grazers. Wanneer<br />

hij <strong>een</strong>maal aangeslagen <strong>is</strong>, neemt hij meer en meer<br />

ruimte in. Dit biedt dan tevens <strong>de</strong> gelegenheid aan<br />

bomen als <strong>de</strong> eik om tot wasdom te komen.<br />

<strong>De</strong> bloei <strong>is</strong> van maart tot april en <strong>de</strong> bestuiving<br />

vindt plaats door insecten, met name door <strong>de</strong><br />

honingbij.<br />

In mei spint <strong>de</strong> Yponomeutidae (Yponomeuta) zich in en zet eitjes<br />

af. In <strong>de</strong>ze nesten ontwikkelen zich vele jonge rupsen, die <strong>de</strong><br />

<strong>plant</strong>en prakt<strong>is</strong>ch kaal kunnen vreten.<br />

<strong>De</strong> sleedoornpage heeft <strong>de</strong> sleedoorn als waard<strong>plant</strong>. <strong>De</strong> vlin<strong>de</strong>r<br />

legt <strong>de</strong> eitjes in <strong>de</strong> oksels van takken, waar <strong>de</strong> eitjes overwinteren.<br />

In het voorjaar komen <strong>de</strong> eitjes <strong>uit</strong> en vreten <strong>de</strong> rupsjes van het<br />

blad.<br />

<strong>De</strong> rupsen van <strong>de</strong> pruimenmot eten ju<strong>is</strong>t van <strong>de</strong> vruchten.


Vuilboom = Sporkehout<br />

Sporkehout (Rhamnus frangula syn. Frangula alnus) <strong>is</strong> <strong>een</strong> <strong>plant</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong> wegedoornfamilie<br />

(Rhamnaceae). In Ne<strong>de</strong>rland komt <strong>de</strong> <strong>plant</strong> vooral voor in het oosten en zui<strong>de</strong>n en in <strong>de</strong> duinen.<br />

<strong>De</strong> <strong>plant</strong> lijkt <strong>een</strong> beetje op <strong>de</strong> wegedoorn<br />

(Rhamnus cathartica). Sporkehout komt in<br />

vele <strong>de</strong>len van Europa voor in vochtige bossen<br />

en venen. <strong>De</strong> <strong>plant</strong> prefereert <strong>een</strong> zure grond.<br />

<strong>De</strong> soort groeit als struik of als kleine boom<br />

tot ongeveer 5 meter hoog. <strong>De</strong> schors <strong>is</strong> zwart<br />

en heeft bruine poriën. Sporkehout heeft g<strong>een</strong><br />

doorns. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren zien er bijna hetzelf<strong>de</strong> <strong>uit</strong><br />

als die van <strong>de</strong> wegedoorn, maar zijn ellipt<strong>is</strong>ch<br />

en gaafrandig.<br />

<strong>De</strong> bloemen zijn tweeslachtig en hebben vijf<br />

kelk- en vijf kroonbla<strong>de</strong>ren. <strong>De</strong> bloemen zijn<br />

all<strong>een</strong>staand of in bun<strong>de</strong>ls in <strong>de</strong> oksels. <strong>De</strong><br />

bloeitijd loopt van april tot juli. Sporkehout<br />

draagt ro<strong>de</strong> bessen die later zwart wor<strong>de</strong>n.<br />

Sporkehout <strong>is</strong> waard<strong>plant</strong> voor <strong>de</strong> dagvlin<strong>de</strong>rs<br />

citroenvlin<strong>de</strong>r en boomblauwtje.<br />

Boomachtige struik van ongeveer 6 meter hoog.<br />

Op <strong>de</strong> schors ziet men talrijke grijswitte lenticellen.<br />

Ver<strong>de</strong>r <strong>is</strong> <strong>de</strong> schors glad, grijsbruin en glanzend.<br />

Uit <strong>de</strong> tweeslachtige bloemen die in <strong>de</strong> bladoksels<br />

staan ontwikkelen zich na <strong>de</strong> bevruchting vruchten<br />

die eerst groen zijn, maar later rood en in rijpe<br />

toestand blauwzwart wor<strong>de</strong>n.<br />

Het zijn st<strong>een</strong>vruchten.<br />

<strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren zijn ellipt<strong>is</strong>ch, gaafrandig en verspreid.<br />

<strong>De</strong> bovenzij<strong>de</strong> <strong>is</strong> glanzend.<br />

Ook <strong>de</strong> takken staan verspreid en bezitten g<strong>een</strong><br />

doorns.


Wil<strong>de</strong> appel
<br />

<strong>De</strong> wil<strong>de</strong> appel (Malus sylvestr<strong>is</strong>) <strong>is</strong> <strong>een</strong> <strong>plant</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong><br />

rozenfamilie (Rosaceae). <strong>De</strong> soort komt voor in Europa en<br />

Zuidwest-Azië in heggen en kreupelhoutbosjes. Het <strong>is</strong> <strong>een</strong><br />

kleine boom of struik. <strong>De</strong> hoogte kan 10 m bedragen, maar<br />

<strong>de</strong> <strong>plant</strong> <strong>is</strong> vaak kleiner. Van <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> appel stammen <strong>de</strong><br />

gekweekte rassen af: Malus domesticus. Soms wordt <strong>de</strong><br />

<strong>plant</strong> nog als on<strong>de</strong>rstam gebruikt, waarop <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />

rassen wor<strong>de</strong>n geënt, maar meestal wor<strong>de</strong>n zwakgroeien<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rstammen gebruikt. Wil<strong>de</strong> appels wor<strong>de</strong>n soms<br />

gekweekt als sierstruik.<br />

<strong>De</strong> wil<strong>de</strong> appel heeft <strong>een</strong> dichte, lage en koepelvormige<br />

kroon met dichte, kronkelen<strong>de</strong> takken. <strong>De</strong> schors <strong>is</strong><br />

grijsachtig bruin of donkerbruin. Vaak <strong>is</strong> <strong>de</strong>ze gebarsten in<br />

rechthoekige stukjes. <strong>De</strong> twijgen zijn geribbeld en vaak<br />

gedoornd. <strong>De</strong> bovenkant <strong>is</strong> donkerpaars en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant <strong>is</strong><br />

bleekbruin. Er zitten kleine knoppen op met <strong>een</strong> lengte van<br />

4-5 mm. <strong>De</strong>ze zijn donkerpaars en zijn be<strong>de</strong>kt met kleine<br />

haartjes.<br />

<strong>De</strong> wil<strong>de</strong> appel heeft eivormige bla<strong>de</strong>ren met <strong>een</strong> afgeron<strong>de</strong><br />

of wigvormige voet. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren zijn toegespitste en gekarteld of gezaagd. Het blad <strong>is</strong> circa 5 x 3 cm<br />

groot. <strong>De</strong> bladsteel <strong>is</strong> gegroefd en dicht behaard. Het blad <strong>is</strong> aan <strong>de</strong> bovenzij<strong>de</strong> hel<strong>de</strong>rgroen en aan <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rkant bleek en donzig.<br />

<strong>De</strong> wil<strong>de</strong> appel heeft kleine bloemen met vijf witte kroonblaadjes met <strong>een</strong> roze waas. Er zijn veel gele<br />

meeldra<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> bloeiwijze <strong>is</strong> <strong>een</strong> schermvormige tros en zit aan <strong>de</strong> top van <strong>de</strong> korte loten.
<br />

Bloemen<br />

<strong>De</strong> vrucht (<strong>de</strong> appel) <strong>is</strong> bolvormig en groenachtig<br />

geel met witte spikkels. Soms hebben ze <strong>een</strong> rood<br />

blosje. <strong>De</strong> top en bas<strong>is</strong> hebben <strong>een</strong> in<strong>de</strong>uking. Wil<strong>de</strong><br />

appels zijn zuur, maar smaakvol.


Wil<strong>de</strong> Lijsterbes<br />

<strong>De</strong> wil<strong>de</strong> lijsterbes (Sorbus aucuparia) <strong>is</strong> <strong>een</strong> zeer<br />

winterhar<strong>de</strong> boom <strong>uit</strong> <strong>de</strong> rozenfamilie (Rosaceae). <strong>De</strong><br />

boom wordt vaak aange<strong>plant</strong>. <strong>De</strong> wil<strong>de</strong> lijsterbes komt<br />

voor in Noord-Europa, op <strong>de</strong> bergen in Zuid-Europa en<br />

in Zuidwest-Azië. In Engeland en <strong>de</strong> Scandinav<strong>is</strong>che<br />

lan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bessen in het wild geplukt voor<br />

consumptie.<br />

Lijsterbes (Sorbus) <strong>is</strong> <strong>een</strong> geslacht van bomen en<br />

heesters <strong>uit</strong> <strong>de</strong> rozenfamilie (Rosaceae). Het geslacht<br />

komt van nature voor op het noor<strong>de</strong>lijk halfrond,<br />

vooral in Europa en Azië. Veel soorten <strong>uit</strong> dit geslacht<br />

wor<strong>de</strong>n aange<strong>plant</strong> als sierboom. <strong>De</strong> lijsterbes <strong>is</strong> <strong>een</strong><br />

struik of boom (tot 20 m) met open kroon. Hij bloeit in<br />

mei in bre<strong>de</strong>, witte bloementuilen die sterk en<br />

eigenaardig geuren.<br />

Hij draagt ron<strong>de</strong>, oranjero<strong>de</strong> vruchten. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren (5-7 bij 1-1,5 cm groot) zijn ovaal tot langwerpig<br />

en staan in 6-8 jukken. Ze zijn oneven geveerd en hebben <strong>een</strong> spitse top. <strong>De</strong> bladrand <strong>is</strong> behalve het<br />

on<strong>de</strong>rste stukje scherp gezaagd. <strong>De</strong> bladkleur <strong>is</strong> bovenaan dof groen, terwijl <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant grijsgroen <strong>is</strong>.<br />

In <strong>de</strong> herfst kleuren <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren geeloranje tot rood.<br />

Het hout van <strong>de</strong> lijsterbes <strong>is</strong> tamelijk hard,<br />

buigzaam en elast<strong>is</strong>ch, maar gaat vrij snel kapot.<br />

Het <strong>is</strong> bruikbaar voor draai- en snijwerk, vaten,<br />

vezelplaten. Schors en loof bevatten <strong>een</strong> hoog<br />

gehalte aan loo<strong>is</strong>tof. Specifiek voor houtproductie<br />

hebben ze over het algem<strong>een</strong> te kleine afmetingen<br />

of komen ze in te geringe aantallen voor.<br />

<strong>De</strong>skundigen zijn het niet <strong>een</strong>s over het aantal<br />

soorten in dit geslacht; <strong>de</strong> aantallen variëren<br />

tussen 100 en 200. <strong>De</strong> oorzaak van <strong>de</strong>ze<br />

verschillen <strong>is</strong> gelegen in het feit dat <strong>een</strong> aantal<br />

lokale soorten apomict<strong>is</strong>ch <strong>is</strong>, d.w.z. dat zij in<br />

staat zijn zon<strong>de</strong>r bevruchting zaad te zetten. <strong>De</strong><br />

resulteren<strong>de</strong> microsoorten wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> <strong>een</strong> als<br />

echte soorten gezien, door <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r gegroepeerd in <strong>een</strong> veel kleiner aantal variabele soorten.<br />

<strong>De</strong> boom wordt lijsterbes genoemd omdat lijsters en an<strong>de</strong>re vogels dol op <strong>de</strong> bessen zijn. <strong>De</strong> <strong>plant</strong><br />

zorgt namelijk voor <strong>een</strong> goe<strong>de</strong> voedselvoorziening voor vogels vanwege <strong>de</strong> lange perio<strong>de</strong> met bessen.<br />

Ver<strong>de</strong>r trekken <strong>de</strong> bloemen in <strong>de</strong> zomer veel insecten en vooral veel<br />

wespen aan, die op het menu staan van veel vinken. Bovendien <strong>is</strong> <strong>de</strong><br />

lijsterbes <strong>een</strong> zeer geschikte plek voor vogels om te broe<strong>de</strong>n<br />

vanwege <strong>de</strong> dichte boomstructuur. <strong>De</strong> wetenschappelijke naam<br />

Aucuparia komt van het Latijnse woord aucupor (vogelvangst). Er<br />

wer<strong>de</strong>n namelijk veel vogels gevangen bij dat soort bomen.


Wintereik
<br />

<strong>De</strong> wintereik (Quercus petraea) <strong>is</strong>, naast <strong>de</strong> zomereik<br />

(Quercus robur), <strong>een</strong> van <strong>de</strong> twee eikensoorten die in <strong>de</strong><br />

Benelux autochtoon <strong>is</strong>. <strong>De</strong> wintereik komt van <strong>de</strong> twee het<br />

minste voor.<br />

<strong>De</strong> wintereik kan 25-30 m en on<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

ruim 40 m hoog wor<strong>de</strong>n en bloeit in mei. <strong>De</strong> bomen zijn<br />

<strong>een</strong>huizig en <strong>de</strong> bloemen <strong>een</strong>slachtig, wat wil zeggen dat <strong>de</strong><br />

vrouwelijk en mannelijk bloemen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> boom<br />

voorkomen.<br />

Het blad van <strong>de</strong><br />

wintereik <strong>is</strong> ondieper en<br />

meer regelmatig gelobd<br />

dan <strong>de</strong> zomereik en <strong>de</strong><br />

bladhelften vormen<br />

elkaars spiegelbeeld. <strong>De</strong><br />

grootste breedte van het<br />

blad ligt ongeveer in het<br />

mid<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren<br />

zijn meestal glanzend<br />

donkergroen van kleur<br />

en har<strong>de</strong>r dan die van <strong>de</strong> zomereik. Ook <strong>de</strong> plaatsing van <strong>de</strong><br />

bla<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> wintereik <strong>is</strong> wat regelmatiger ver<strong>de</strong>eld dan bij<br />

<strong>de</strong> zomereik. <strong>De</strong> bladsteel <strong>is</strong> bij <strong>de</strong> wintereik meestal veel<br />

langer: 10-29 mm lang tegen 2-8 mm bij <strong>de</strong> zomereik.<br />

Ook staan <strong>de</strong> napjes van <strong>de</strong> eikels van <strong>de</strong> zomereik op <strong>een</strong> steeltje en die van <strong>de</strong> wintereik hebben g<strong>een</strong><br />

of <strong>een</strong> zeer kort steeltje.<br />

<strong>De</strong> bloemen, en daardoor <strong>de</strong> eikels, van <strong>de</strong> wintereik zitten<br />

trosvormig bij<strong>een</strong>, hetg<strong>een</strong> <strong>de</strong> D<strong>uit</strong>se naam 'Traubeneiche'<br />

verklaart. <strong>De</strong> eikels zijn eivormig en 15-25 mm lang,<br />

gemid<strong>de</strong>ld iets kleiner dan die van <strong>de</strong> zomereik.<br />

Daarnaast komen natuurlijke bastaar<strong>de</strong>n (Quercus x rosacea)<br />

van zomer- en wintereik voor.<br />

<strong>De</strong> wintereik groeit vaak slanker en rechter op dan <strong>de</strong><br />

zomereik. Ook <strong>is</strong> <strong>de</strong> vertakking meestal min<strong>de</strong>r kronkelig en<br />

hoekig. <strong>De</strong> kroon maakt <strong>een</strong> geslotener en regelmatiger indruk.<br />

<strong>De</strong> schors van <strong>de</strong> wintereik <strong>is</strong> gemid<strong>de</strong>ld min<strong>de</strong>r diep, meer<br />

regelmatig en all<strong>een</strong> in <strong>de</strong> lengterichting gegroefd en<br />

grijsgrauw van kleur.<br />

<strong>De</strong> wintereik behoort tot <strong>napjesdragersfamilie</strong> (Fagaceae).<br />

<strong>De</strong>ze naam <strong>is</strong> gegeven, omdat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant van <strong>de</strong> eikel in <strong>een</strong><br />

napje zit.<br />

<strong>De</strong> wintereik groeit in zijn jeugd langzamer dan <strong>de</strong> zomereik, maar schijnt <strong>de</strong>ze achterstand op latere<br />

leeftijd weer in te halen. Volgens meer<strong>de</strong>re <strong>de</strong>ndrologen lijkt <strong>de</strong> wintereik qua grootte vergelijkbaar<br />

met <strong>de</strong> zomereik. Met name in Engeland en Wales staan zeer ou<strong>de</strong> en dikke wintereiken, waarvan <strong>de</strong><br />

leeftijd op 800-1000 jaar wordt geschat. Ook <strong>uit</strong> Bosnië zijn zeer ou<strong>de</strong> wintereiken bekend.


Zoete kers<br />

<strong>De</strong> zoete kers (Prunus avium, synoniem: Cerasus avium) <strong>is</strong> <strong>een</strong><br />

<strong>plant</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong> rozenfamilie (Rosaceae). Het <strong>is</strong> <strong>een</strong> tot 20 m hoge<br />

boom die van nature in België en Ne<strong>de</strong>rland voorkomt.<br />

Ze <strong>is</strong> echter veel beken<strong>de</strong>r in aange<strong>plant</strong>e vorm, als leverancier<br />

van <strong>de</strong> kers. <strong>De</strong>ze boom wordt dan ook wel "kers" genoemd,<br />

vooral in België, alwaar <strong>de</strong> zure kers (Prunus cerasus) ook<br />

bekend <strong>is</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam "kriek".<br />

Ooit waren kersenboomgaar<strong>de</strong>n <strong>een</strong> beeldbepalend element<br />

in veel landschappen, maar <strong>de</strong> beken<strong>de</strong><br />

hoogstamboomgaar<strong>de</strong>n zijn aan het verdwijnen. In <strong>de</strong> tijd<br />

van <strong>de</strong> hoogstamboomgaar<strong>de</strong>n lever<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze soort ook <strong>een</strong><br />

zeer gewaar<strong>de</strong>erd hout, geschikt voor meubels, maar dit <strong>is</strong> nu<br />

wel groten<strong>de</strong>els van <strong>de</strong> markt verdwenen.


Zomereik<br />

<strong>De</strong> zomereik (Quercus robur) <strong>is</strong> <strong>een</strong> zeer lang leven<strong>de</strong>,<br />

Europese, hardhout leveren<strong>de</strong> boom. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong><br />

zomereik verteren zeer moeilijk wat zijn invloed heeft op<br />

<strong>de</strong> stroo<strong>is</strong>ellaag in het bos.<br />

<strong>De</strong> eik <strong>is</strong> h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch <strong>een</strong> van <strong>de</strong> dominante soorten in het<br />

West-Europese bos. Je zou verwachten dat, wanneer je <strong>een</strong><br />

bos op zijn beloop laat, <strong>de</strong> eik zijn positie kan bewaren. Dit<br />

blijkt echter niet zo te zijn. Eiken hebben licht nodig om te<br />

ontkiemen en op te groeien tot <strong>een</strong> boom. In <strong>een</strong> 'natuurlijk'<br />

bos zon<strong>de</strong>r grote grazers <strong>is</strong> <strong>de</strong> concurrentie voor licht in het<br />

na<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> eik. Schaduwhoutsoorten als <strong>beuk</strong> en<br />

haag<strong>beuk</strong> zijn beter in staat om die gaten te dichten.<br />

In <strong>een</strong> natuurlijke wil<strong>de</strong>rn<strong>is</strong> met grote grazers (rund, paard,<br />

herten, eventueel w<strong>is</strong>ent en eland) bestaat <strong>een</strong> bos <strong>uit</strong> <strong>een</strong><br />

boomgroep omgeven door bosran<strong>de</strong>n van struweel. Dat<br />

struweel, bestaan<strong>de</strong> <strong>uit</strong> sleedoorn, braam, meidoorn en roos,<br />

<strong>is</strong> in eerste instantie boomloos. Eiken wor<strong>de</strong>n hoofdzakelijk<br />

door <strong>de</strong> Vlaamse gaai en <strong>de</strong> bosmu<strong>is</strong> verspreid. <strong>De</strong> Vlaamse<br />

gaai zorgt voor transport op lange afstand (tot enkele<br />

kilometers ver), terwijl <strong>de</strong> bosmu<strong>is</strong> vooral zorgt voor<br />

verspreiding van <strong>de</strong> eikels binnen het bos (tot > 50<br />

m). Indien ze beschermd zijn tegen <strong>de</strong> grazers, kan <strong>de</strong><br />

eik er opgroeien tot <strong>een</strong> boom en <strong>is</strong> er <strong>een</strong> begin van<br />

<strong>een</strong> bos. In <strong>de</strong>rgelijke begraas<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n <strong>is</strong> <strong>de</strong> eik<br />

door <strong>de</strong>ze hulp en door zijn krachtige wortelstelsel in<br />

het voor<strong>de</strong>el ten opzichte van an<strong>de</strong>re boomsoorten.<br />

Het blad van <strong>de</strong> zomereik <strong>is</strong> onregelmatig gelobd, met<br />

3 - 7 diepe bochtige insnijdingen en heeft <strong>een</strong><br />

asymmetr<strong>is</strong>che vorm. Het blad <strong>is</strong> kaal en heeft zijn<br />

grootste breedte boven het mid<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> bladsteel <strong>is</strong><br />

kort (1-9 mm); <strong>de</strong> bladvoet <strong>is</strong> hartvormig en aan bei<strong>de</strong><br />

zij<strong>de</strong>n oorvormig teruggebogen. <strong>De</strong> bladvorm <strong>is</strong> het<br />

makkelijkst te herkennen on<strong>de</strong>rscheid met <strong>de</strong> nauw<br />

verwante wintereik. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren zitten voornamelijk in kortloten, in groepjes nabij <strong>de</strong> toppen van <strong>de</strong><br />

twijgen. Hierdoor en doordat <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren onregelmatig gericht staan, maakt <strong>de</strong> kroon <strong>een</strong> losse en<br />

rommelige indruk.<br />

<strong>De</strong> eik verliest heel laat zijn blad. Kleine eiken hou<strong>de</strong>n vaak doorh<strong>een</strong> <strong>de</strong> winter hun verdor<strong>de</strong> blad<br />

vast.<br />

<strong>De</strong> knoppen zijn kort en stomp, glanzend lichtbruin en meestal kaal, maar erg variabel.<br />

<strong>De</strong> zomereik <strong>is</strong> <strong>een</strong>huizig. <strong>De</strong> mannelijke en vrouwelijke bloemen komen in aparte bloeiwijzen op <strong>de</strong><br />

boom voor.<br />

<strong>De</strong> 2 - 3 cm lange eikels staan, vaak gepaard, op flinke (5 - 12 cm lange) steeltjes (vandaar <strong>de</strong> D<strong>uit</strong>se<br />

naam: "Stieleiche").<br />

<strong>De</strong> schors van jonge bomen <strong>is</strong> glad en zwak grauwgroen glanzend, van ou<strong>de</strong>re bomen wordt <strong>de</strong> schors<br />

diep en vrij onregelmatig gegroefd en grijsgroen van kleur. Naast lengtegroeven zijn er, in tegenstelling<br />

tot bij <strong>de</strong> wintereik of <strong>de</strong> tamme kastanje, ook vaak horizontale dwarsgroeven. Zeer ou<strong>de</strong> eiken<br />

vertonen vaak zeer diepe groeven.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> standplaats wor<strong>de</strong>n vrijstaan<strong>de</strong> eiken 15 tot 25, soms 30 - 35 meter hoog. <strong>De</strong> kroon<br />

kan zeer breed <strong>uit</strong>groeien, tot <strong>een</strong> koepel van 25 en soms 35 à 40 meter breed. In gesloten bosopstan<strong>de</strong>n<br />

daarentegen vormt <strong>de</strong> eik <strong>een</strong> lange rechte stam met <strong>een</strong> hoog aangezette, relatief kleine kroon. In<br />

bossen bereiken eiken hoogtes van 20 tot 30, in optimale omstandighe<strong>de</strong>n 35 tot 40 meter. Op arme<br />

bo<strong>de</strong>ms groeien eiken langzaam en ontwikkelen er meestal spichtige of gedrongen vormen. Op<br />

vruchtbaar<strong>de</strong>r en voldoen<strong>de</strong> vochthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms groeien ze veel sneller en kunnen er formidabele<br />

afmetingen bereiken. <strong>De</strong> dikste eik van Ne<strong>de</strong>rland, op landgoed Verwol<strong>de</strong>, Laren - Gel<strong>de</strong>rland, heeft<br />

<strong>een</strong> stamomtrek van 765 cm bij <strong>een</strong> hoogte van 25 m. In <strong>de</strong> omringen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n staan echter vele<br />

dikkere eiken, met stamomtrekken tot 12 à 14 meter. <strong>De</strong> grootste eik van Europa <strong>is</strong> vermoe<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong><br />

grote eik van Ivenack, met <strong>een</strong> hoogte van 35,5 meter en <strong>een</strong> stamomtrek op borsthoogte van 11 meter.


Zomerlin<strong>de</strong>
<br />

<strong>De</strong> grootbladige lin<strong>de</strong> (Tilia platyphyllos) of<br />

zomerlin<strong>de</strong> <strong>is</strong> <strong>een</strong> lin<strong>de</strong>soort die in Europa in het wild<br />

voorkomt, echter niet zo ver noor<strong>de</strong>lijk als <strong>de</strong><br />

kleinbladige lin<strong>de</strong> (Tilia cordata). Tevens wordt <strong>de</strong><br />

soort gekweekt als sierboom. <strong>De</strong> hoogte kan 40 m<br />

bedragen. Lin<strong>de</strong>s zijn populair doordat ze zomers <strong>een</strong><br />

aangename geur versprei<strong>de</strong>n.<br />

<strong>De</strong> kroon <strong>is</strong> hoog en kegelvormig. <strong>De</strong> takken groeien<br />

opwaarts. <strong>De</strong> twijgen zijn roodachtig groen en behaard.<br />

<strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren zijn rond of eirond met <strong>een</strong> toespitsing aan<br />

<strong>de</strong> top. <strong>De</strong> bladran<strong>de</strong>n zijn scherpgezaagd. Zoals <strong>de</strong> naam aangeeft, zijn <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren <strong>een</strong> stuk groter dan<br />

die van <strong>de</strong> kleinbladige lin<strong>de</strong>: 6-15 cm x 6-15 cm groot. <strong>De</strong> bladsteel <strong>is</strong> harig en heeft <strong>een</strong> lengte van<br />

gemid<strong>de</strong>ld 3 cm. <strong>De</strong> blad <strong>is</strong> aan <strong>de</strong> bovenzij<strong>de</strong> donkergroen en behaard; aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzij<strong>de</strong> <strong>is</strong> het bleker<br />

en <strong>is</strong> voorzien van witte haartjes op <strong>de</strong> nerven.<br />

<strong>De</strong> bloemen zijn geelachtig wit. Ze hangen in groepjes van drie of vier bij elkaar. Er <strong>is</strong> <strong>een</strong> witachtig<br />

groen schutblad van 5-12 cm lang.<br />

<strong>De</strong> boom draagt ron<strong>de</strong> vruchten met <strong>een</strong> doorsne<strong>de</strong> van 1 cm of iets min<strong>de</strong>r. Elke vrucht heeft drie tot<br />

vijf ribben en <strong>is</strong> dichtbe<strong>de</strong>kt met haartjes.


Zwarte els<br />

<strong>De</strong> zwarte els (Alnus glutinosa) <strong>is</strong> <strong>een</strong> <strong>plant</strong> <strong>uit</strong> <strong>de</strong><br />

berkenfamilie (Betulaceae). <strong>De</strong> soort heeft <strong>een</strong> zeer<br />

groot verspreidingsgebied, van West-Europa tot in<br />

Japan. <strong>De</strong> <strong>plant</strong> groeit op alle gron<strong>de</strong>n, maar verkiest<br />

nattere plaatsen zoals waterkanten. Ze trekken veel<br />

water <strong>uit</strong> <strong>de</strong> grond en hebben <strong>een</strong> vrij oppervlakkig<br />

wortelgestel. <strong>De</strong> zwarte els kan tot 30 m hoog wor<strong>de</strong>n,<br />

maar dat komt zel<strong>de</strong>n voor. <strong>De</strong> boom <strong>is</strong> meestal<br />

meerstammig.<br />

<strong>De</strong> houtige, mannelijke katjes vallen niet <strong>uit</strong><strong>een</strong> bij<br />

rijpheid zoals bij berken (Betula). <strong>De</strong> vrouwelijke<br />

vruchtkatjes zijn ovaal, <strong>de</strong>ze zitten met drie tot vijf<br />

stuks samen en zijn gesteeld. <strong>De</strong> elzenproppen wor<strong>de</strong>n<br />

gevormd door <strong>de</strong> vrouwelijke bloemen. Het zijn <strong>de</strong><br />

schutbla<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong>ze bloemen die houtig gewor<strong>de</strong>n<br />

zijn. In hun oksels zitten <strong>de</strong> vruchtjes.<br />

Het hout van <strong>de</strong> zwarte els <strong>is</strong> zeer bestand tegen<br />

verrotting, op voorwaar<strong>de</strong> dat het volledig<br />

on<strong>de</strong>rgedompeld blijft.<br />

<strong>De</strong> schors <strong>is</strong> zwart-bruin.<br />

<strong>De</strong> knoppen zijn kaal en staan op <strong>een</strong> steeltje. <strong>De</strong><br />

zwarte els <strong>is</strong> gemakkelijk te herkennen aan <strong>de</strong> grote<br />

rond omgekeer<strong>de</strong> eiron<strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren. <strong>De</strong> top <strong>is</strong><br />

stomp, <strong>uit</strong>gerand en <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n zijn grof dubbel<br />

gezaagd. <strong>De</strong> bla<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n 4-11 cm lang en<br />

hebben vijf of zes nervenparen. <strong>De</strong> on<strong>de</strong>rzij<strong>de</strong> <strong>is</strong><br />

kaal met <strong>uit</strong>zon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> nerfoksels. <strong>De</strong> jonge<br />

<strong>de</strong>len zijn kleverig.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!