Basic: fotografie - Fotomuseum Den Haag
Basic: fotografie - Fotomuseum Den Haag
Basic: fotografie - Fotomuseum Den Haag
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Kijkwijzer **<br />
Beeldbeschrijving<br />
FOTOGRAFIE
INHOUD<br />
De bedoeling van deze kijkwijzer<br />
<strong>Basic</strong>: <strong>fotografie</strong><br />
Introductie<br />
• Fotografie algemeen<br />
• Over de tentoonstelling<br />
Opdrachten beeldbeschrijving<br />
• Inhoud<br />
1. Voorstelling<br />
2. Boodschap<br />
3. Abstrahering<br />
• Vorm<br />
1. Licht<br />
2. Kleur<br />
3. Beweging<br />
4. Standpunt<br />
5. Vorm<br />
6. Compositie<br />
• Functie<br />
Special: actuele tentoonstelling<br />
Bijlage: Begrippenlijst<br />
Noot voor de docent.<br />
De introductie is geschikt ter voorbereiding op het museumbezoek. Leerlingen kunnen de gevraagde<br />
informatie vinden onder www.fotomuseumdenhaag.nl .<br />
Het gedeelte ‘<strong>Basic</strong>’ bevat algemene vragen voor elke fototentoonstelling. De ‘Special’ is verdiepend van<br />
aard en wordt steeds vernieuwd voor de actuele tentoonstelling in het GEM. Niet alle basisopdrachten<br />
zijn op elke tentoonstelling even interessant; aan het begin van de ‘Special’ vindt u daroom de ’<strong>Basic</strong>’opdrachten<br />
die niet van toepassing zijn.<br />
Op de website van het Gemeentemuseum (www.gemeentemuseum.nl ) vindt u verder een algemene<br />
inleiding over <strong>fotografie</strong> met een bijpassend werkblad.
De bedoeling van deze kijkwijzer<br />
Vandaag ga je in een beschrijving maken van een foto die je zelf uitkiest (‘<strong>Basic</strong>’). Door goed te kijken en<br />
de opdrachten te maken weet je straks veel over de geheimen van foto’s.<br />
Om een foto werkelijk te doorgronden, let je op drie dingen:<br />
A. inhoud<br />
B. vorm<br />
C. functie<br />
Daarna ga je je kennis toepassen op andere foto’s van deze tentoonstelling (‘Special’). Aan de hand van<br />
de opdrachten kom je erachter waarom de foto’s van deze tentoonstelling kunst zijn.<br />
Gebruik alleen potlood om mee te schrijven (bij de informatiebalie in de hal gratis te krijgen). Een<br />
clipboard om op te schrijven kun je hier ook lenen.<br />
Wij hopen dat je veel plezier zult hebben op de tentoonstelling!
<strong>Basic</strong>: <strong>fotografie</strong><br />
Introductie<br />
Fotografie algemeen<br />
Het begrip ‘<strong>fotografie</strong>’ komt uit het Grieks en betekent ‘schrijven met licht’. Hoe werkt het? Door een lens<br />
valt licht binnen een fototoestel.<br />
• Traditionele <strong>fotografie</strong><br />
Het licht werkt op een chemische manier in op een gevoelige film. Er ontstaat een negatief.<br />
1 Een foto is de afdruk hiervan op papier en wordt genoemd<br />
Kruis het goede antwoord aan<br />
O spiegeling<br />
O positief<br />
2. Er zijn bij een positief de volgende kenmerken van toepassing.<br />
Kruis aan wat goed is. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.<br />
O Een positief is het spiegelbeeld van een negatief.<br />
O Het positief staat ondersteboven ten opzichte van het negatief.<br />
O Donkere gedeeltes op het negatief zijn op het positief juist licht.<br />
• Digitale <strong>fotografie</strong><br />
Inmiddels is deze manier van fotograferen ouderwets. Als jij met je mobiele telefoon een foto maakt,<br />
ontstaat geen negatief meer. Het beeld ontstaat met lichtgevoelige elektronische sensoren en wordt<br />
opgeslagen op je geheugenkaart.<br />
3. Het tegenovergestelde van een digitale camera is een<br />
Kruis aan wat goed is.<br />
O analoge camera<br />
O spiegelreflexcamera
Over de tentoonstelling<br />
4. Hoe heet de tentoonstelling die je gaat zien?<br />
....................................................................................<br />
5. Achter de opzet van een expositie zit altijd een idee – er is een rode draad of uitgangspunt. Waarop is<br />
de samenstelling van deze tentoonstelling gebaseerd? Deze tentoonstelling gaat over (het werk van)*:<br />
Kruis het goede antwoord aan. (In sommige gevallen kunnen meerdere antwoorden juist zijn)<br />
O een fotograaf die nu nog leeft, namelijk:<br />
....................................................................................<br />
O man<br />
O vrouw<br />
O een fotograaf die niet meer leeft, namelijk:<br />
....................................................................................<br />
O man<br />
O vrouw<br />
O een groep fotografen, namelijk:<br />
O een onderwerp/thema, namelijk:<br />
O een periode, namelijk:<br />
O de <strong>fotografie</strong> in een land, namelijk:<br />
O anders, namelijk:
Opdrachten beeldbeschrijving<br />
Kijk rond op de tentoonstelling en kies één foto die je aanspreekt. Alle ‘<strong>Basic</strong>’-opdrachten hebben<br />
betrekking op deze foto.<br />
6. Bedenk een titel (naam) voor de foto.<br />
....................................................................................<br />
7. Naast de foto hangt een bordje met informatie. Hier kun je onder meer de titel die de kunstenaar heeft<br />
bedacht, te weten komen. Soms heeft een kunstwerk ook geen naam. Dan staat er ‘zonder titel’.<br />
Schrijf hieronder de gegevens op. Streep door wat niet van toepassing is.<br />
De maker van de foto:..............................................................<br />
De titel van de foto:..............................................................<br />
Het jaar waarin de foto is gemaakt:..............................................................<br />
Het formaat van de foto (ongeveer):…........ x …......... cm<br />
Het is een kleurenfoto/ zwart-witfoto Omcirkel wat goed is.<br />
De foto is wel/ niet bewerkt met de computer.<br />
8. Waarom heb je juist deze foto uitgekozen?<br />
............................................................................................................................<br />
............................................................................................................................
9. Er zijn verschillende soorten <strong>fotografie</strong>. Een fotograaf kan zich specialiseren in een bepaald onderwerp.<br />
Tot welk soort behoort de foto die jij hebt uitgekozen, denk je?<br />
(In sommige gevallen kunnen meerdere antwoorden juist zijn).<br />
O landschaps<strong>fotografie</strong> (landschap, natuurlijke omgeving)<br />
O natuur<strong>fotografie</strong> (flora, fauna, natuurverschijnselen)<br />
O architectuur<strong>fotografie</strong> (afzonderlijke gebouw(en): interieur/exterieur)<br />
O stads<strong>fotografie</strong> (stadsgezicht, stedelijke omgeving)<br />
O reclame<strong>fotografie</strong> (reclame, ook toegepast in grafische vormgeving)<br />
O portret<strong>fotografie</strong> (herkenbare weergave persoon: gezicht/ ten voeten uit)<br />
O reportage<strong>fotografie</strong> (verslaggeving gebeurtenis/situatie)<br />
O autonome <strong>fotografie</strong> (onafhankelijk, staat op zichzelf als kunstuiting)<br />
O reis<strong>fotografie</strong> (volkeren, omgeving, leefwijzen buitenland)<br />
O theater<strong>fotografie</strong> (podiumkunsten)<br />
O mode<strong>fotografie</strong> (mode: kleding, kapsel, make-up, sieraden)<br />
O industriële <strong>fotografie</strong> (industriële omgeving/producten)<br />
O stilleven<strong>fotografie</strong> (compositie van levenloze voorwerpen)<br />
O anders, namelijk: ………………… ………………… …………………
Inhoud<br />
Wat is de betekenis van de foto?<br />
- Voorstelling<br />
De fotograaf stelt met zijn of haar foto een onderwerp aan de orde – een situatie, voorwerpen of<br />
personen, een verhaal of een sfeer.<br />
10. Waar gaat deze foto over? Geef een korte beschrijving.<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………….....................<br />
-Boodschap<br />
De boodschap is de interpretatie van het onderwerp door de kunstenaar. Aan de titel van de foto kun je<br />
vaak zijn of haar visie aflezen. Verder kun je de visie van de kunstenaar aflezen aan de manier hoe hij/<br />
zij het thema behandelt. Voorbeeld voor een boodschap: ‘De mens is eenzaam ook is hij met een groep<br />
andere mensen’.<br />
11. Heeft ‘jouw’ foto een boodschap? Licht je antwoord toe.<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………….....................<br />
-Abstrahering<br />
Een foto kan een natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid zijn. Een foto kan echter ook<br />
geïdealiseerd zijn (bijv. door weglating van minder gewenste elementen, door enscenering of door<br />
het gebruik van (kleuren)filters op de lens) of gestileerd zijn (bijv. door een bewust gebruik van<br />
beeldelementen). Een fotografisch beeld kan ook gedeformeerd (vervormd) zijn (bijv. door te fotograferen<br />
via een bolle of holle spiegel). Er zijn kunstenaars die op een bewuste manier gebruik maken van<br />
manipulatie van foto’s door middel van de computer.<br />
12. Is ‘jouw’ foto een natuurgetrouwe weergave of kun je er elementen van abstrahering in ontdekken?<br />
Zo ja, welke?<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………….....................
B Vorm<br />
Wat voor beeldmiddelen kun je inzetten om een gewenst effect te bereiken? Er zijn veelvuldige<br />
mogelijkheden om met licht, kleur en compositie om te gaan. De begrippenlijst (bijlage) helpt je om tot<br />
een goede beschrijving te komen.<br />
13. Licht is het belangrijkste middel van de fotograaf. Zonder licht zien we niets en kunnen we uiteraard<br />
ook niet fotograferen. Wat voor een soort licht zie je in ‘jouw’ foto?<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
14. Geef, als je een kleurenfoto hebt gekozen, een beschrijving van de ‘kleur’.<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
15. Zou deze foto als zwart-wit opname hetzelfde effect hebben? Leg dat uit.<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
16. Is er sprake van de illusie van beweging? Zo ja, geef een beschrijving.<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
17. Welk standpunt heeft de fotograaf voor zijn opname gekozen?<br />
O ooghoogte-perspectief<br />
O vogelvluchtperspectief<br />
O kikkerperspectief<br />
18. Wat kun je vertellen over het gebruik van/de weergave van ‘vorm’?<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
19. Maak hier naast een schets van de compositie. Let hierbij op het formaat van de foto: staand of<br />
liggend formaat?<br />
20. Welke elementen zijn bepalend voor de compositie?<br />
…………………………………………………………………………………………
C. De functie<br />
Met deze beschrijvingen in je hoofd, kun je gaan bedenken wat de bedoeling is van de foto. Soms kan<br />
de titel ook behulpzaam zijn bij het achterhalen van de functie.<br />
Kruis het goede antwoord aan. (In sommige gevallen kunnen meerdere antwoorden juist zijn)<br />
21. De functie is<br />
O Levensbeschouwelijk (religieus, ritueel, viering)<br />
O Esthetisch ((anti)-schoonheid, inleving, herkenning, vervreemding, confrontatie)<br />
O Politiek (status, huldiging, protest, bewustwording)<br />
O Economisch (werk, reclame)<br />
O Educatief (opvoedend, therapie, zelfreflectie, voorlichting, informatief)<br />
O Vermaak (amusement, decoratie, expressie, verpozing)<br />
O L’Art pour l’art (‘kunst om de kunst’ - het kunstwerk dient als onderzoek naar de kunst<br />
zelf. De foto verwijst uitsluitend naar zichzelf).
Bijlage: Begrippenlijst<br />
-Licht<br />
Er kan sprake zijn van natuurlijk licht (zonlicht) of kunstmatig licht (lamplicht of flitslicht). Een lichtbron kan<br />
fel licht verspreiden, maar het licht kan ook getemperd zijn (onderbroken door bijvoorbeeld wolken of een<br />
gordijn). De kant waar het licht vandaan komt noemen we lichtrichting. Met spreekt van meelicht wanneer<br />
je als kijker in de richting van het licht meekijkt. Wanneer een foto wordt gemaakt met flitslicht heb je ook<br />
te maken met meelicht. Schaduwen zijn dan nauwelijks te zien. Wanneer je tegen het licht inkijkt, zoals<br />
bij en zonsondergang heb je te maken met tegenlicht. Vormen tekenen zich dan af als silhouetten. Zijlicht<br />
komt van opzij binnenvallen. Zowel de schaduw op het voorwerp (eigen schaduw) als de schaduwen<br />
ernaast (slagschaduw) zijn dan duidelijk te zien. Bij een sterke tegenstelling tussen licht en schaduw,<br />
spreken we van licht-donkercontrast. Bij strijklicht ‘strijkt’ het zijlicht langs het oppervlak. De oneffenheden<br />
in het oppervlak wordt dan goed zichtbaar. Andere effecten van licht zijn: reflectie (weerkaatsing van licht)<br />
en weerspiegeling (spiegeling in bijv. water).<br />
-Kleur<br />
Alles wat we zien manifesteert zich door kleur en licht. Elke kleur wordt beïnvloed door de kleuren<br />
in de directe omgeving. Er zijn primaire kleuren: rood, geel en blauw. De secundaire kleuren zijn<br />
een vermenging hiervan: oranje, groen en paars. Als kleuren tegen elkaar afsteken is er sprake van<br />
kleurcontrast. De bekendste soorten kleurcontrast zijn: kleur-tegen-kleurcontrast (= tegenstelling<br />
tussen heldere kleuren); licht-donkercontrast (tegenstelling tussen lichte en donkere kleuren); koudwarm-contrast<br />
(tegenstelling tussen koude kleuren: blauw- en groentinten en warme kleuren: rood- en<br />
geeltinten). We spreken van monochroom kleurgebruik wanneer er slechts één kleur wordt getoond of<br />
verschillende tonen van één kleur. Polychroom is juist veelkleurig.<br />
-Beweging<br />
De fotograaf koos uit de stroom van momenten en houdingen in de werkelijkheid één moment uit om<br />
vast te leggen in een foto – deze geeft de indruk van de gehele, doorgaande beweging. Je ogen maken<br />
de bevroren beweging af. Een andere mogelijkheid is een serie foto’s van een en dezelfde beweging,<br />
waarin steeds momenten vlak na elkaar zijn vastgelegd. Dit zie je bijvoorbeeld wel bij mode<strong>fotografie</strong> of<br />
theater<strong>fotografie</strong>. Beweging kan ook worden gesuggereerd door ritme. Door vergelijkbare of dezelfde<br />
beeldelementen naast elkaar te zetten ontstaan ritme en beweging. Wanneer een fotograaf kiest voor<br />
een lange sluitertijd (de lens staat lang open) ontstaat een effect waarbij beweging in ‘vage strepen’ wordt<br />
vastgelegd op de foto (meerdere vage beelden/momenten in één foto).
-Vorm<br />
Elk beeld is opgebouwd uit vormen. Bij tweedimensionale (vlakke) afbeeldingen is de vorm zichtbaar door<br />
lijnen en vlakken. Er zijn allerlei soorten vormen, bijvoorbeeld geometrische vormen (meetbare vormen) of<br />
organische vormen (onregelmatige vormen, geïnspireerd door de natuur). De contour (de omtrek van een<br />
vorm) kan vaag zijn (niet duidelijk afgetekend) of juist duidelijk zijn. Bij <strong>fotografie</strong> speelt het ‘scherpstellen’<br />
een belangrijke rol. Wanneer je scherpstelt op de voorgrond zal deze duidelijk overkomen, terwijl de<br />
achtergrond dan meestal vager (minder scherp) is. Omgekeerd kan natuurlijk ook. Wanneer er veel licht<br />
is, is het mogelijk om zowel voor- als achtergrond scherp in beeld te brengen: de scherptediepte is dan<br />
groot.<br />
-Compositie<br />
Met het begrip compositie (samenstelling) wordt bedoeld de manier waarop alle beeldaspecten zijn<br />
geordend, of aanwezig zijn in het beeld. Bij tweedimensionale (vlakke)beelden spreekt men ook<br />
wel van vlakverdeling. Er zijn verschillende soorten composities, o.a.: horizontaalcompositie (=de<br />
compositie is geordend rond een denkbeeldige horizontale lijn); verticaalcompositie (=de compositie<br />
is geordend rond een denkbeeldige verticale lijn); symmetrische compositie (=het linker en rechter<br />
gedeelte zijn vergelijkbaar); centrale compositie (= de meest opvallende plaats is het midden); diagonale<br />
compositie(=er ontstaat een tweedeling door een diagonale denkbeeldige lijn); piramidale compositie (=<br />
de onderdelen passen in een denkbeeldige driehoek), over-all-compositie (alle delen zijn even belangrijk,<br />
er is een patroonachtige verdeling). De werking van een compositie kan statisch (rustig, harmonieus)<br />
zijn of juist dynamisch (bewegelijk, spanning oproepend). De afsnijding van de foto is het kader dat de<br />
fotograaf heeft gekozen om de dingen te laten zien. Mogelijkheden om de afsnijding te beïnvloeden zijn:<br />
inzoomen, close-up en uitzoomen. Dit verandert de compositie.<br />
© Gemeentemuseum <strong>Den</strong> <strong>Haag</strong><br />
postbus 72<br />
2501 CB <strong>Den</strong> <strong>Haag</strong><br />
afdeling Educatie<br />
Jet van Overeem/Andrea Freckmann<br />
nieuw bewerkt November 2007<br />
www.gemeentemuseum.nl