nima consumentenmarketing- b 29 januari 2013 1 vragen, defintieve ...
nima consumentenmarketing- b 29 januari 2013 1 vragen, defintieve ...
nima consumentenmarketing- b 29 januari 2013 1 vragen, defintieve ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
VRAGEN, DEFINTIEVE ANTWOORDEN EN CORRECTORENINSTRUCTIES<br />
NIMA CONSUMENTENMARKETING-B EXAMEN<br />
Nederlands Instituut voor Marketing<br />
In het hart van de marketing<br />
Asserring 188<br />
1187 KL Amstelveen<br />
Correspondentie adres:<br />
Postbus 9072, 1180 MB Amstelveen<br />
MODULE B1-1 en B1-2<br />
<strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Copyright NIMA<br />
1
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Vragen en antwoorden bij de case Top Clean B.V.<br />
Vraag 1 (10 punten) (Exameneis 2.2.3 Consumentengedrag)<br />
Het consumentengedrag is op verschillende manieren in te delen. Zo spreekt Asseal over<br />
vier vormen van consumentengedrag, waarbij wordt uitgegaan van twee criteria:<br />
- De betrokkenheid van de consument bij de aankoop;<br />
- Significante verschillen in merkwaarde.<br />
Een en ander kan weegegeven worden in het onderstaande schema.<br />
Zie bijlage I voor de verschillende consumentensegmenten voor reinigingsmiddelen.<br />
a. Welke vorm van koopgedrag ten aanzien van reinigingsmiddelen is van toepassing bij<br />
de groene consument? Motiveer het antwoord.<br />
b. Welke vorm van koopgedrag ten aanzien van reinigingsmiddelen is van toepassing bij<br />
de lichtgroene consument? Motiveer het antwoord.<br />
c. Welke vorm van koopgedrag ten aanzien van reinigingsmiddelen is van toepassing bij<br />
de niet-groene consument? Motiveer het antwoord.<br />
d. Op welke wijze dient TC in te spelen op het koopgedrag van de verschillende typen<br />
consumenten van reinigingsmiddelen? Motiveer het antwoord.<br />
Antwoord vraag 1a<br />
Bij de groene consument zal overwegend sprake zijn van complex buying behavior.<br />
De groene consument gaat zeer bewust op zoek naar merken c.q. producten die bij hem<br />
passen vanuit zijn groene visie.<br />
Antwoord vraag 1b<br />
Bij de lichtgroene consument zal er overwegend sprake zijn van dissonantie reducerend<br />
koopgedrag maar, ook merkwisselend koopgedrag komt voor omdat de lichtgroene<br />
consument in toenemende mate op zoek is naar aanbiedingen die desnoods niet eco zijn.<br />
2
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Antwoord vraag 1c<br />
Bij de niet-groene consument zal er overwegend sprake zijn van routinematig<br />
aankoopgedrag dan wel merkwisselend koopgedrag. De niet-groene consument koopt vooral<br />
op prijs en effectiviteit.<br />
Antwoord vraag 1d<br />
Van belang is dat TC in haar merkenbeleid en in haar merkuitingen duidelijk appelleert aan<br />
de verschillen in koopgedrag tussen de verschillende consumentensegmenten.<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 1. Maximaal 10 punten<br />
Puntenverdeling:<br />
1a: 2 punten (1punt voor het juiste antwoord, 1 punt voor de motivatie)<br />
1b: 2 punten (1punt voor het juiste antwoord, 1 punt voor de motivatie)<br />
1c: 2 punten (1punt voor het juiste antwoord, 1 punt voor de motivatie)<br />
Indien een kandidaat bij de beantwoording van vraag 1a, b en c zich ‘slechts’ baseert op<br />
het model van Asseal, c.q. de as-indeling hanteert om het koopgedrag van de<br />
verschillende segmenten toe te lichten én deze correct noemt, 2 punten toekennen.<br />
1d: 4 punten. Uit het antwoord moet blijken dat de kandidaat inziet dat TC op de verschillen<br />
in koopgedrag dient in te spelen (zie bovenstaande antwoord) In het geval dat een<br />
kandidaat voor elk afzonderlijk segment ‘groen’ een concrete onderscheidende invulling<br />
geeft aan de te volgen (product-) merkstrategie, eveneens het maximale aantal punten (4)<br />
toekennen.<br />
Vraag 2 (9 punten) (Exameneis 3.2.1 Analyse van de interne omgeving)<br />
Tijdens een meeting van het managementteam van TC komt de vraag naar boven of TC<br />
over een duurzaam concurrentievoordeel beschikt?<br />
a. Welke drie eisen worden gesteld aan een duurzaam concurrentievoordeel?<br />
b. Beschikt TC op basis van de onder vraag 2a gevraagde drie eisen over een duurzaam<br />
concurrentievoordeel? Onderbouw uw antwoord met argumenten.<br />
Antwoord vraag 2a<br />
Een duurzaam concurrentievoordeel moet voldoen aan drie eisen:<br />
1. Men onderscheidt zich op een aantal door de klant belangrijk gevonden attributen.<br />
2. Dit voordeel is op korte termijn niet te imiteren door concurrenten.<br />
3. Dit voordeel is duurzaam in het licht van veranderingen in de omgeving.<br />
3
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Antwoord vraag 2b<br />
Wordt TC getoetst aan bovenstaande drie eisen dan beschikt TC niet over een duurzaam<br />
concurrentievoordeel:<br />
Ad 1. TC onderscheidt zich niet op een aantal door de klant belangrijk gevonden attributen:<br />
een aanbieder als Ecoverte beschikt over dezelfde productattributen.<br />
Ad 2. Dit voordeel is niet duurzaam in het licht van veranderingen in de omgeving: er komen<br />
steeds weer nieuwe technologieën op de markt, zoals de Cleanomi.<br />
Ad 3. In beginsel is het concurrentievoordeel van TC te imiteren.<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 2. Maximaal 9 punten<br />
Puntenverdeling:<br />
2a: 3x1 punt. Voor elke geformuleerde eis 1 punt, goed of fout.<br />
Indien een kandidaat als eis noemt: de unieke kennis en creativiteit moeten in eigendom<br />
van de organisatie zijn: goed rekenen.<br />
Indien een kandidaat als eis noemt: moeten uitbreidbaar zijn, de basis vormen voor nieuwe<br />
product/marktcombinaties: fout rekenen (Dit is een criterium bij het vaststellen van een<br />
core competence)<br />
2b: 3X2 punten De kandidaat dient een koppeling te maken naar de het antwoord van<br />
vraag 2a. Het gaat hier om de argumentatie.<br />
Vraag 3 (12 punten) (Exameneis 3.2.3 Financieel)<br />
Vanuit het oogpunt van toekomstige investeringen wil het managementteam van TC een<br />
beoordeling van haar financiële positie.<br />
a. Hoe beoordeelt u de financiële positie op basis van de vijf kengetallen uit bijlage II?<br />
(licht uw antwoord toe)<br />
b. Hoe beoordeelt u de mogelijkheden voor toekomstige investeringen voor TC op basis<br />
van de financiële gegevens uit bijlage II? (licht uw antwoord toe)<br />
Antwoord vraag 3a (5x2 punten)<br />
2010 2011 2012 Norm Oordeel<br />
Current ratio 1,77 1,91 2,62 > 2 Goed, verbetert en >2<br />
Quick ratio 0,67 0,77 0,94 > 1 Matig, maar verbetert wel iets<br />
Solvabiliteit (EV/TV) 0,40 0,36 0,44 > 0,33 Goed<br />
RTV 22,1% 20,4% 4,5% > 10 % Zeer matig en daalt sterk<br />
REV voor belasting 48,2% 47,3% 2,6% > 20 % Slecht en sterk gedaald<br />
4
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Antwoord vraag 3b (2 punten)<br />
Gezien de balanswaarde/ - verhoudingen eind 2012 en de solvabiliteit is er nog ruim<br />
voldoende kapitaal en leenvermogen aanwezig om toekomstige investeringen te kunnen<br />
doen.<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Maximaal 12 punten.<br />
Puntenverdeling:<br />
3a. 5x2 punten. Per financiële kengetal dient een kandidaat een juist oordeel te geven.<br />
3b. 2 punten. De kandidaat dient in zijn antwoord aan te tonen dat hij inzicht heeft in de<br />
mogelijkheden van TC ten aanzien van toekomstige investeringen. Hij kan hierbij verwijzen<br />
naar de solvabiliteit en/of de balanspositie van TC.<br />
Vraag 4 (9 punten) (Exameneis 3.2.2 Portfolio-analyse)<br />
Welke drie strategische adviezen kunt u het managementteam van TC geven op basis van<br />
de MABA-analyse uit bijlage III?<br />
Antwoord 4 (3x3 punten)<br />
Advies op basis van de MABA-analyse zou het management van TC:<br />
In de eco producten moeten investeren om deze verder te laten groeien (positie<br />
beschermen).<br />
In de producten allesreiniger conventioneel en vloer conventioneel moeten investeren<br />
om positie te consolideren (selectief investeren of oogsten).<br />
In eerste instantie een uitmelkstrategie in de productgroep overige conventioneel<br />
moeten inzetten. Indien verliezen ontstaan dan moet men desinvesteren en naar een<br />
afbouw streven van deze productgroep (oogsten of saneren).<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 4. Maximaal 9 punten<br />
Puntenverdeling: 3x3 punten.<br />
5
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Vraag 5 (12 punten) (Exameneis 5.2.1 SWOT-analyse)<br />
a. Maak een SWOT-analyse voor TC. Noem per categorie de drie belangrijkste<br />
elementen (in totaal 12).<br />
b. Formuleer het centrale probleem waarmee TC wordt geconfronteerd. (Beschrijf dit in<br />
maximaal 10 regels)<br />
Antwoord vraag 5a (6 punten)<br />
Kansen<br />
1. Toenemend milieubewustzijn<br />
/milieu is cool<br />
2. Groei segment ‘licht groen’<br />
3. Groeiende vraag naar eco-producten<br />
4. Sterke groei bij eco-winkels in ecoreinigingsmiddelen<br />
5. 92% van de Nederlanders is voor<br />
aanscherping van de milieuwetgeving<br />
Sterkten<br />
1. Sterke positie in vloerreiniger<br />
2. Middenbedrijf flexibel bedrijf<br />
3. Kwaliteitsimago, A-merk leverancier<br />
4. Hoge merktrouw en groener imago<br />
5. Eigen innovatieve R&D-afdeling<br />
Antwoord vraag 5b (6 punten)<br />
Kernprobleem:<br />
Bedreigingen<br />
1. Agressieve inkoopstrategie retailer<br />
(meer korting en joint promotions)<br />
2. Recessie leidt tot prijsbewustzijn;<br />
huismerken en goedkopere winkels<br />
3. Verzadiging marktsegment<br />
conventionele reinigingsmiddelen<br />
4. Toenemende concurrentie<br />
5. Druk vanuit milieuorganisaties en<br />
politiek<br />
Zwakten<br />
1. Winstgevendheid neemt sterk af.<br />
2. Lage bezettingsgraad machinepark<br />
3. Onevenwichtige productportfolio<br />
(conventioneel)<br />
4. Grote afhankelijkheid beperkt aantal<br />
grote afnemers (m.n. private labels)<br />
5. Beperkte marketingcapaciteit<br />
Complexer wordend consumentengedrag, enerzijds groen anderzijds prijsgeoriënteerd als<br />
gevolg van de recessie + door agressievere inkoopstrategie van de retailers en afgedwongen<br />
joint promotions en toenemende concurrentie is er toenemende margedruk. Door de<br />
afhankelijkheid van een beperkt aantal grote private label afnemers en het verlies daarvan<br />
gecombineerd met een onevenwichtige productportfolio komt de bezetting van het<br />
machinepark verder onder druk te staan. Daardoor komt de winstgevendheid sterk onder<br />
druk. Bij ongewijzigd beleid zal de continuïteit van TC hierdoor in gevaar komen.<br />
6
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 5. Maximaal 12 punten<br />
Puntenverdeling:<br />
5a. 6 punten te verdelen<br />
12-11 goed 6 punten<br />
10-9 goed 5 punten<br />
8-7 goed 4 punten<br />
6-5 goed 3 punten<br />
4-3 goed 2 punten<br />
2-1 goed 1 punt<br />
Indien de kandidaat per categorie meer dan drie elementen noemt, dan alleen de eerste<br />
drie genoemde elementen in uw beoordeling meenemen.<br />
Let op dat kandidaat externe en interne elementen van de SWOT-analyse niet verwisselt!<br />
5b. 6 punten<br />
Het maximale aantal punten kan worden toegekend als uit het antwoord blijkt dat de<br />
kandidaat duidelijk ziet wat het centrale probleem is. (zie onderstreepte elementen)<br />
Let op: in de formulering van het centrale probleem dienen de oorzaak en het gevolg<br />
duidelijk tot uiting te komen anders maximaal 3 punten.<br />
Vraag 6 (18 punten) (Exameneis 2.2.3 Consumentengedrag)<br />
Conny heeft onderzoek gedaan ten behoeve van de Cleanomi Home: “De revolutionaire<br />
manier van reinigen: reinigen zonder reinigingsmiddelen.” Zij werkt nog aan vervolg-<br />
onderzoek naar de opvattingen van consumenten over de verschillende eigenschappen van<br />
de Cleanomi Home. Deze analyse zal uitgevoerd worden middels het zogenaamde Multi<br />
attribuut attitudemodel van Fishbein. Uw hulp is hierbij gewenst.<br />
Bij het Fishbein model bestaat een attitude uit vier componenten:<br />
De mate waarin een consument ervan overtuigd is dat de Cleanomi Home bepaalde<br />
kenmerken of eigenschappen bezit.<br />
Het oordeel over deze kenmerken of eigenschappen; de schaal van deze evaluatie<br />
loopt van zeer positief tot zeer negatief.<br />
De attitude ten opzichte van het gedrag in relatie tot de Cleanomi Home.<br />
De sociale norm: hierbij onderzoekt men de referentiepersonen die als de norm gelden.<br />
a. Welke drie relevante eigenschappen (attributen) van de Cleanomi Home kan Conny in<br />
relatie tot dit onderzoek gebruiken?<br />
b. Een belangrijke vraag is wat consumenten met een bepaalde attitude ten aanzien van<br />
een product gaan doen (gedragsintenties). Conny wil graag deze gedragsintenties<br />
kunnen meten. Noem drie redenen waarom de gedragsintenties van consumenten<br />
echter nooit helemaal overeenkomen met hun werkelijke gedrag.<br />
c. Welke twee strategieën, uitgaande van het Fishbein model, kan Conny toepassen bij<br />
het beïnvloeden van attitudes ten aanzien van de Cleanomi Home.<br />
7
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
d. Bereken de te verwachten omzet (in af-fabrieksprijzen) en de behaalde brutomarge<br />
voor het nieuwe Cleanomi Home concept voor de jaren <strong>2013</strong>, 2014 en 2015. Ga uit<br />
van de doelgroepen zoals Conny die voor ogen heeft. Toon uw berekeningen.<br />
e. Is deze optie 1 een goede optie voor TC? Waarom wel, waarom niet?<br />
(Beschrijf dit in maximaal 10 regels)<br />
Antwoord vraag 6a (3 punten)<br />
Relevante attributen in relatie tot het onderzoek zijn.<br />
Reinigingskracht<br />
Gebruiksgemak<br />
Geurloos<br />
Levensduur apparaat<br />
Duurzaamheid/milieuvriendelijk<br />
Antwoord vraag 6b (3 punten)<br />
Drie redenen:<br />
Specifiteit van de meting: hoe diep vraagt men door naar de intensiteit van een<br />
koopintentie. Sociaal gewenste antwoorden werken misleidend.<br />
Tijdsperspectief: Hoe groot is de periode van tijd waarin koopintentie bestaat waarnaar<br />
wordt gevraagd bij een vraaggesprek<br />
Onvoorziene omstandigheden: De consument verandert door een onvoorziene<br />
omstandigheid zijn gedrag.<br />
Geringe kennis en betrokkenheid: Als een consument weinig kennis en betrokkenheid<br />
bij een product heeft, heeft het weinig zin om een uitgebreid onderzoek te houden naar<br />
koopintenties.<br />
Antwoord vraag 6c (2 punten)<br />
De volgende strategieën zijn mogelijk bij het veranderen van een attitude:<br />
Vergroten van de kennis omtrent de rationele producteigenschappen en wijzen op de<br />
voordelen hiervan<br />
Het belang van producteigenschappen veranderen, erop wijzen dat een eigenschap<br />
belangrijker is dan een consument denkt.<br />
Eigenschappen en kenmerken die een consument belangrijk vindt en waar hij positief<br />
tegenoverstaat toevoegen<br />
Waargenomen verschillen met andere producten vergroten<br />
8
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Antwoord vraag 6d (6 punten)<br />
Omzet in <strong>2013</strong> Cleanomi Home concept<br />
Groene consument: 6,5 mln. huishoudens x 8% x 0,5% = 2.600 stuks<br />
Licht groene consument: 6,5 mln. huishoudens x 48% x 0,1% = 3.120 stuks (1punt)<br />
Totaal 5.720 x 70,- = 400.400,-<br />
Omzet in 2014 Cleanomi Home concept<br />
Groene consument: 6,5 mln. huishoudens x 8% x 0,6% = 3.120 stuks<br />
Licht groene consument: 6,5 mln. huishoudens x 48% x 0,12% = 3.744 stuks (1punt)<br />
Totaal 6.864 x 70,- = 480.480,-<br />
Omzet in 2015 Cleanomi Home concept<br />
Groene consument: 6,5 mln. huishoudens x 8% x 0,72% = 3.744 stuks<br />
Licht groene consument: 6,5 mln. huishoudens x 48% x 0,14% = 4.368 stuks (1punt)<br />
Totaal 8.112 x 70,- = € 567.840,-<br />
Totaal brutomarge in 3 jaar 1.448.720,- (2 punt)<br />
Totale extra kosten in 3 jaar 1.500.000,- (1 punt)<br />
Antwoord vraag 6e (4 punten)<br />
Optie Cleanomi Home is geen goede optie:<br />
- Geen oplossing voor het kernprobleem.<br />
- Werkt kannibaliserend op het kernassortiment van TC<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 6. Maximaal 18 punten<br />
Puntenverdeling:<br />
6a: 3 punten. 3x1 punt<br />
6b: 3 punten. 3x1 punt<br />
6c: 2 punten. 2x1 punt<br />
6d: 6 punten. Eenvoudige berekeningen: goed of fout rekenen<br />
6e: 4 punten. Om het volledige aantal punten te behalen moet in het antwoord duidelijk tot<br />
uiting komen dat het kernprobleem niet opgelost wordt en de Cleanomi<br />
Home kannibaliserend werkt op het TC assortiment.<br />
9
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Vraag 7 (18 punten) (Exameneis 5.2.1 SWOT-analyse)<br />
Volgens Stella doet zich een enorme opportunity voor. Het ecomerk Bio-E staat in de<br />
etalage. Optie 2 is de overname van Bio-E.<br />
Deze optie dient beoordeeld te worden op basis van de drie gebruikelijke criteria<br />
suitability, feasibility en acceptability.<br />
a. Wat wordt verstaan onder het criterium suitability (geschiktheid)?<br />
b. Wat wordt verstaan onder het criterium feasibility (haalbaarheid)?<br />
c. Wat wordt verstaan onder het criterium acceptability (aanvaardbaarheid)?<br />
d. Is optie 2 wel een goede optie voor TC vanuit financieel perspectief? Bereken de<br />
business case voor <strong>2013</strong> op basis van opbrengsten en kosten. Laat de berekening<br />
zien.<br />
e. Beoordeel optie 2 op basis van de criteria; suitability, feasibility en acceptability.<br />
Antwoord 7a (2 punten)<br />
Suitability (geschiktheid)?<br />
wordt het centrale probleem opgelost?<br />
maken we optimaal gebruik van de sterkten en de kansen?<br />
worden zwakten en bedreigingen ten minste gemi<strong>nima</strong>liseerd?<br />
Antwoord 7b (2 punten)<br />
Feasibility (haalbaarheid, uitvoerbaarheid cq verdedigbaarheid) (FOETSIE)<br />
Financieel, organisatorisch, economisch, technisch, sociaal, juridisch en ecologisch<br />
Antwoord 7c (2 punten)<br />
Acceptability (aanvaarbaarheid)<br />
voor de aandeelhouder<br />
voor de klanten<br />
voor de andere relevante stakeholders<br />
Antwoord vraag 7d (6 punten)<br />
Opbrengsten displays: <strong>2013</strong>:<br />
1.800 x € 5.000,- x 0,25 (40% marge -15% provisie) = € 2.250.000,- (3 punten)<br />
Af:<br />
Service mechandise € 800.000,-<br />
Kosten displays € 550.000,-<br />
Rentekosten € 500.000,-<br />
Opbrengsten jaar 1: € 2.250.000,- - € 1.850.000,- = € 400.000,- (3 punten)<br />
10
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Antwoord vraag 7e (6 punten)<br />
Suitability (geschiktheid)<br />
Wordt het centrale probleem opgelost?<br />
Ja, het wordt opgelost: TC kan zich nu gaan toeleggen op de productie van ecoreinigingsmiddelen:<br />
heldere positonering.<br />
Doordat TC de Bio-E producten gaat afvullen wordt het bezettingsprobleem opgelost. TC<br />
wordt minder afhankelijk van haar PL-afnemers.<br />
Maken we optimaal gebruik van de sterkten en de kansen? JA<br />
-Kan mooi in eigen huis worden afgevuld, vulling machinepark.<br />
-Groeiende vraag naar eco-reinigingsproducten.<br />
-Sterke groei bij eco-winkels<br />
-Het nieuwe distributiekanaal, de reformwinkels en de eco-supermarkten is complementair<br />
aan de het huidige TC-kanaal. Bovendien bezit Bio-E hier een ijzersterke positie.<br />
Worden zwakten en bedreigingen ten minste gemi<strong>nima</strong>liseerd? JA<br />
- De productportfolio wordt evenwichtiger.<br />
- Minder afhankelijk van de grote retailers met hun agressieve inkoopstrategie<br />
Echter:<br />
- Geen kennis van en kontakten in het kanaal reformwinkels en eco supermarkten.<br />
- Geen ervaring met service merchandising.<br />
Feasibility (haalbaarheid, uitvoerbaarheid). JA<br />
-FOETSIE<br />
Financieel: op basis van het EV zal een bank, externe financier bereid zijn om de<br />
overname te financieren.<br />
Organisatorisch: geen buitenland ervaring<br />
Economisch: sluit goed aan bij de vraagontwikkelingen in de markt<br />
Technisch: 400.000,- euro winst in jaar 1<br />
Sociaal (strategie): geen belemmering, hiermee verstrekt TC haar positie als leverancier<br />
van ecologische reinigingsmiddelen<br />
Juridisch: geen belemmeringen<br />
Ecologisch: TC kan hiermee optimaal inspelen op de toenemende vraag naar<br />
milieuverantwoorde producten( MVO)<br />
Acceptability (aanvaarbaarheid). JA<br />
- Voor alle relevante stakeholders<br />
- Financieel gezien goede business case<br />
Beoordeling: goede businesscase en eco is sterke groeimarkt en kan na de initiële kosten<br />
snel groeien. Doen!<br />
11
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 7. Maximaal 18 punten<br />
Puntenverdeling:<br />
7a: 2 punten.<br />
-drie elementen goed: 2 punten<br />
-twee elementen goed: 1 punt<br />
-een elementen goed: 0,5 punt<br />
7b: 2 punten.<br />
zes elementen van Foetsie goed: 2 punten.<br />
4-5 elementen van Foetsie goed: 1 punt<br />
1-3 elementen van Foetsie goed: 0,5 punt<br />
7c: 2 punten. Als uit het antwoord blijkt dat de kandidaat het begrip stakeholders hanteert.<br />
En twee typen noemt 2 punten.<br />
Noemt de kandidaat alleen stakeholders: 1 punt.<br />
7d: 6 punten.<br />
7e: 6 punten. Het antwoord dient op basis van de uitwerking van vraag 7a, b en c<br />
onderbouwd te worden. Anders maximaal 1 punt.<br />
Indien een kandidaat bij vraag 7a, b en c een uitgebreid antwoord heeft geformuleerd en<br />
hierbij bij vraag 7e aan refereert volledig aantal punten toekennen.<br />
Einde onderdeel B1.1<br />
12
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Vragen en antwoorden bij de B2-1 case Zalando<br />
Vraag 8 (4 punten) (Exameneis 3.2.6 Marketing & sales, brand management)<br />
Op 11 juni 2012 j.l. heeft Zalando zijn nieuwe shopping community, Zalando Lounge, in<br />
Nederland geïntroduceerd. De nieuwe website is dé site voor alle Nederlanders die graag<br />
profiteren van geweldige kortingen – tot wel 70% - op meer dan 1000 exclusieve kleding- en<br />
lifestylemerken, zoals Converse, Esprit, Nike, Vans, Vero Moda, Only en Diesel.<br />
Welk gevolg zullen de kortingacties van Zalando Lounge voor het merkimago van de bij de<br />
kortingsacties betrokken merken kunnen hebben, vanuit de invalshoek merkerosie?<br />
Licht uw antwoord toe<br />
Antwoord vraag 8<br />
De grote A-merken uit de mode-industrie hebben van oudsher veel geïnvesteerd in hun<br />
merkpositie en merkimago. Voortdurend meedoen aan prijspromoties zoals die van de ‘price<br />
shopping community’ Zalando Lounge leidt tot aantasting van het zo met grote<br />
marketinginspanningen opgebouwde merkimago. Op korte termijn kunnen de verkopen<br />
stijgen, maar op de lange termijn is er sprake van afkalving van de merkwaarden (=<br />
merkerosie) en zal het marktaandeel kunnen dalen.<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 8: maximaal 4 punten<br />
Vraag 9 (10 punten) (Exameneis 2.2.3 Consumentengedrag, 2.2.1 Externe factoren / macrofactoren)<br />
Zalando Lounge is als een shopping community een duidelijk voorbeeld van een social<br />
shopping concept. Als het om online winkelen gaat heeft Social Shopping de toekomst. De<br />
manier waarop consumenten online winkelen wordt steeds meer gedeeld. We schrijven en/of<br />
lezen reviews, we geven ratings over de aankopen van vrienden of mensen met gedeelde<br />
interesses en delen onze aankopen via sociale media. Bovendien wordt ook de interactie<br />
met het bedrijf waar we online kopen steeds intenser en zijn groepsaankopen op het internet<br />
razend populair.<br />
a. Welke twee gevolgen zal sociale interactie voor de binding met het merk Zalando<br />
hebben? Licht uw antwoord toe.<br />
b. Welke twee macro-omgevingsfactoren beïnvloeden, naast sociale factoren, in<br />
positieve zin de snelle groei van social shopping?<br />
c. Op welke wijze zullen de onder vraag 2b genoemde macro-omgevingsfactoren de<br />
snelle groei van social shopping beïnvloeden?<br />
Antwoord vraag 9a<br />
Sociale interactie kan bij de consument leiden tot meer vertrouwen en binding met<br />
Zalando. Ze kunnen door de adviezen van anderen zien dat Zalando juist goed of niet<br />
goed is en kunnen makkelijk aangeven wat hun voorkeuren zijn.<br />
13
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Het geven van ratings, het bekijken van de aankopen van je vrienden of juist van<br />
onbekenden, de ‘peers’ zijn van grote invloed op het aankoopgedrag mbt mode. Het<br />
gezamenlijk delen van een Zalando gevoel leidt tot binding met het merk Zalando.<br />
Antwoord vraag 9b<br />
De technologische en economische ontwikkelingen.<br />
Antwoord vraag 9c<br />
De verschuiving naar steeds meer sociale vormen van online winkelen is o.a. te<br />
danken aan technologische ontwikkelingen. Het internet waar wij steeds meer en<br />
sneller de beschikking over hebben alsmede de netwerkapplicaties die hiervoor<br />
ontwikkeld zijn versterken deze trend. Ook door de opkomst van smartphones en Ipads<br />
zijn wij veel afhankelijker geworden van techniek.<br />
De huidige economische omstandigheden stimuleren bovendien de voorkeur voor het<br />
raadplegen van websites met scherpe aanbiedingen en/of productvergelijkingen en<br />
productinformatie.<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 9: maximaal 10 punten<br />
a. 4 punten: 2 x 2 punten<br />
b. 2 punten: 2 x 1 punt<br />
c. 4 punten: 2 x 2 punten<br />
Indien een kandidaat sociaal culturele ontwikkelingen noemt fout rekenen (zie vraag 9b)<br />
Vraag 10 (9 punten) (Exameneis 5.2.9 Marketing in het digitale tijdperk)<br />
Wat opvalt uit de Gfk-analyse is dat het type ‘dreamers’ ook bovengemiddeld scoort. Deze<br />
groep zien we echter nauwelijks terug binnen de kopersgroep van Zalando. Voor de dreamer<br />
geldt daarom vooral: ’Kijken maar niet kopen’. De conversie binnen de groep ‘dreamers’ laat<br />
derhalve te wensen over.<br />
a. Welke drie verschillende typen social media zou Zalando kunnen inzetten om de<br />
doelgroep ‘dreamers’ te bereiken, te binden en vooral te laten kopen?<br />
b. Op welke wijze kan Zalando met de door u genoemde typen social media (vraag 3a)<br />
de doelen bereiken, binden en laten kopen realiseren?<br />
14
NIMA CONSUMENTENMARKETING- B <strong>29</strong> JANUARI <strong>2013</strong><br />
Antwoord vraag 10 a en b<br />
Social Media Bereiken, binden en laten kopen door:<br />
Hyves: Fanpagina aanmaken op Hyves met vrienden<br />
Facebook: Company profile aanmaken<br />
Forums Actief deelnemen aan relevante forums<br />
Blogsites Maak een blog over schoenen<br />
Flickr Deel foto’s van evenementen met elkaar<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 10: maximaal 9 punten<br />
9a. 3 punten: 3 x 1 punt<br />
9b. 6 punten: 3 x 2 punten<br />
Vraag 11 (9 punten) (Exameneis 5.2.9 Marketing in het digitale tijdperk)<br />
Welke drie essentiële ingrediënten (succesfactoren) zijn voor Zalando noodzakelijk om als<br />
merk c.q. concept succesvol te zijn in een sociaal netwerk?<br />
Antwoordindicatie vraag 11<br />
Essentiële ingrediënten (succesfactoren) voor social media:<br />
Waarde creëren voor de doelgroep<br />
Door actuele en steeds nieuwe relevante content toe te voegen gericht op de doelgroep<br />
Persoonlijke communicatie / authenticiteit<br />
De doelgroep dient te worden benaderd op een spontane manier. Door persoonlijk te<br />
communiceren voelt de klant zich als een gelijke van de organisatie.<br />
Luisterend oor / dialoog aangaan met de klant<br />
Organisaties moeten luisteren naar wat consumenten te vertellen hebben. Wanneer er<br />
ideeën worden gegeven over een bepaald merk, dan is het van belang dat een organisatie<br />
ernaar luistert. Door een luisterend oor te bieden voelen de klanten zich gewaardeerd.<br />
Crossmediale inzet: ondersteuning door massacommunicatiemedia als tv.<br />
Het online concept moet matchen met het offline concept.<br />
CORRECTORENINSTRUCTIE<br />
Vraag 11: maximaal 9 punten<br />
3x 3 punten<br />
Einde onderdeel B1.2<br />
15