Personeelsonderzoek 2003 vragenlijst

Internet? 

PERSONEELSONDERZOEK 2003 

 

Als u de vragenlijst via internet invult, dan ondersteunt u een goed doel met € 2,50 ! 

Hoe gaat dat in zijn werk? 

• Bezoek: www.arbeidenoverheid.nl 

• klik op ‘Personeelsonderzoek 2003’, 

• Voer het volgende unieke wachtwoord in: gsdhf7575. 

• Als u via internet de vragenlijst invult, dan kunt u deze vragenlijst weggooien. 

Meer vragenlijsten ontvangen? 

Het is mogelijk dat u meerdere vragenlijsten heeft ontvangen als u meer arbeidscontracten heeft. We 

verzoeken u in dat geval de vragenlijst alleen in te vullen voor de functie waarvoor u het meeste werkt. 

Alleen internetvragenlijst: 

Van welke sector heeft u een vragenlijst ontvangen? 

Alleen internetvragenlijst: 

Door deze vragenlijst volledig via internet in te vullen kunt u € 2,50 aan een goed doel schenken. U 

kunt kiezen uit de volgende goede doelen: 

• Wereldnatuurfonds 

• Vereniging Natuurmonumenten 

• Artsen zonder Grenzen 

• Amnesty International 

• NOVIB 

• Koningin Wilhelminafonds 

• Nederlandse Hartstichting 

Project 79.402 1

Baan eind december 2002 

Deze vragenlijst heeft betrekking op het werk dat u eind 2002 bij de overheid of in het onderwijs verrichtte. 

Als u sindsdien niet van baan bent veranderd, is dit uw huidige baan. Indien u wel van baan 

bent veranderd of bent gestopt met werken, slaan de vragen op uw oude baan. Voor de eenvoud zijn 

alle vragen in de tegenwoordige tijd gesteld. 

Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 20 tot 30 minuten in beslag nemen. Hoewel de 

vragenlijst lang mag lijken, zijn niet alle vragen voor iedereen relevant. Wellicht zal blijken dat u een 

flink aantal vragen kunt overslaan. In de vragenlijst komen de volgende onderwerpen aan de orde: 

• Algemene vragen 

• Vragen over uw dienstverband eind december 2002 

• Zoeken van een andere baan 

• Functiewisseling binnen organisatie in 2002 

• Integraal personeelsbeleid 

• Tevredenheid met uw functie 

• Arbeidsvoorwaarden 

• Ziekteverzuim 

• Levensloopregelingen en vervroegd uittreden 

• Slotvragen. 

Hoe de vragenlijst in te vullen? 

• Lees elke vraag alstublieft goed door en plaats dan een kruisje in het hokje van uw keuze. 

Voorbeeld: Hoe prettig vindt u de buurt waarin u woont? 

1 zeer prettig 

2 prettig 

3 onprettig 

4 zeer onprettig 

• Soms wordt u gevraagd een getal in te vullen in een daarvoor bestemd hokje. 

Voorbeeld: Wat is uw geboortejaar? 

1 

9 

4 

6 

• Soms is het de bedoeling dat u één of meer vragen overslaat. 

Voorbeeld: 1 nee → naar vraag 36. (U slaat één of meer vragen over) 

• Bij de meeste vragen is het de bedoeling dat u één antwoord aankruist. 

Als er meer antwoorden mogelijk zijn, staat dat bij de vraag aangegeven. 

• Mogelijk wordt u voor een vraag naar uw functierichting verwezen naar de achterkant van de 

vragenlijst. Daar staat een lijst met functierichtingen. Wij verzoeken u het nummer van uw 

antwoord in de hokjes van de betreffende vraag in te vullen. 

Project 79.402 2

Algemene vragen 

In de eerste plaats willen wij graag een aantal persoonskenmerken van u weten. Met deze gegevens 

kunnen wij uw mening over uw werk in het juiste perspectief plaatsen. Nogmaals benadrukken we dat 

alle gegevens uit de vragenlijst anoniem zullen worden verwerkt. 

1. Bent u een man of vrouw? 

1. Man 

2. Vrouw 

2. Tot welke leeftijdsgroep behoort u? (leeftijd op 31 december 2002) 

1. 15-19 jaar 5. 35-39 jaar 9. 55-59 jaar 

2. 20-24 jaar 6. 40-44 jaar 10. 60-64 jaar 

3. 25-29 jaar 7. 45-49 jaar 11. 65-69 jaar 

4. 30-34 jaar 8. 50-54 jaar 

3. Wat is uw huishoudsituatie? 

1. Alleenstaande (ook alleenstaand ouder) 

2. Samenwonend met partner of getrouwd 

3. Inwonend bij ouders 

4. Anders 

4. Heeft u thuiswonende kinderen? Zo ja, hoeveel? 

1. Nee, ik heb geen thuiswonende kinderen 2. Ja, ik heb kinderen tussen de 0 en 5 jaar (aantal) 

5. Heeft uw partner een betaalde baan? 

1. Nee 

2. Ja, een baan van maximaal 20 uur per week 

3. Ja, een baan van 21 uur per week of meer 

4. Niet van toepassing 

6. In welke gemeente woont u? 

gemeentenaam (S.V.P. IN BLOKLETTERS) 

3. Ja, ik heb kinderen tussen de 6 en 12 jaar (aantal) 

4. Ja, ik heb kinderen tussen de 13 en 18 jaar (aantal) 

5. Ja, ik heb kinderen van 19 jaar of ouder (aantal) 

7. In welk land/werelddeel bent uzelf geboren? En uw vader en uw moeder? 

1. Nederland 

2. Voormalig Joegoslavië, Turkije, Afrika, Zuid- en Midden-Amerika of Azië (excl. 

voormalig Nederlands-Indië (geboren voor 1949) en Japan) 

3. Europa (excl. voormalig Joegoslavië en Turkije), Verenigde Staten, Canada, 

voormalig Nederlands-Indië (geboren voor 1949), Japan, Australië, Nieuw- 

Zeeland of Pacific-eilanden 

8. Beschouwt u zichzelf als allochtoon of als autochtoon? 

1. Allochtoon 

2. Autochtoon 

3. Geen mening 

Uzelf Vader Moeder 

Project 79.402 3

9. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 

1. Basisonderwijs, lagere school naar vraag 10 

2. Lager Beroepsonderwijs (LBO, LTS, VBO, ITO, LHNO, LEAO, e.d.) 

3. MAVO, IVO, MULO, ten hoogste 3 jaar HAVO/HBS/VWO/VHMO naar vraag 10 

4. HAVO, VWO, MMS, HBS, atheneum, gymnasium naar vraag 10 

5. Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO, MTS (voor 1968 UTS), MEAO, Politieschool, 

KMS, MDS, MBA, SPD-1, MHNO, INAS, e.d.) 

6. Hoger Beroepsonderwijs (HBO, HTS (voor 1968 MTS), HEAO, HDS, NLO, Politie- academie 

sociale (pedagogische) academie, MO-A (2e+3e graads), SPD-2/3, e.d.) 

7. Kandidaatsexamen, MO-B (1 e graads) 

8. Universitaire opleiding, KIM, KMA (drs, dr, ir, mr, arts, tandarts, apotheker) 

Alle sectoren m.u.v. onderwijs: 

9a. Welke richting heeft u gevolgd? (richting van hoogst voltooide opleiding. Zie achterkant vragenlijst voor een 

toelichting op de antwoordcategorieën.) 

1. Administratief, economisch 8. Weg- en waterbouwkundig 

2. Commercieel 9. Bouwkundig 

3. Juridisch, bestuurlijk 10. Overig techniek 

4. Beveiliging 11. Transport 

5. Sociaal, cultureel, dienstverlenend, verzorgend 12. Agrarisch 

6. Docent, onderwijskundig 13. Medisch 

7. Automatisering 14. Letterkundig, humaniora 

10. In welk jaar heeft u deze opleiding afgerond? 

Vragen over uw dienstverband(en) eind december 2002 

De volgende vragen hebben betrekking op uw dienstverband(en) in december 2002. Omdat dit 

meestal uw huidige baan betreft, zijn de vragen in de tegenwoordige tijd gesteld. Als u inmiddels een 

andere baan heeft of bent gestopt met werken, dan hebben de vragen betrekking op uw baan van 

eind december 2002. 

11. Heeft u één of meerdere dienstverbanden en wat is hiervan de contractuele arbeidsduur? 

(in het onderwijs: het gaat om uw contracturen, niet om lesuren) 

1 e dienstverband 



Voltijd Deeltijd Voltijd Deeltijd 

uur uur 

uur uur 

uur uur 



uur uur 

uur uur 

Onderwijs: 

11a. Wat is uw totale aanstellingsomvang? 

(Indien u meer dan één dienstverband heeft, telt u de uren van de verschillende dienstverbanden bij elkaar op) 

1. Voltijd → ga naar vraag 12 

2. Deeltijd → ga naar vraag 11b 

3. Meer dan voltijd → ga naar vraag 11c 

Onderwijs: 

11b. Wat is de voornaamste reden om minder dan de volledige werkweek te werken? 

(één antwoord mogelijk) 

1. Ik wil genoeg tijd hebben voor huishoudelijke en zorgtaken 

2. Ik wil genoeg tijd hebben voor hobby’s, sport en dergelijke 

3. Ik volg onderwijs of een cursus 

Project 79.402 4

4. Ik heb gezondheidsproblemen 

5. Ik kan bij mijn werkgever(s) niet meer uren werken 

6. Anders 

Onderwijs: 

11c. Wat is de voornaamste reden om meer dan de volledige werkweek te werken? 

(één antwoord mogelijk) 

1. Ik wil meer verdienen 

2. Ik werk (tijdelijk) meer vanwege een personeelstekort (vacatures) 

3. Ik werk tijdelijk meer in verband met vervanging wegens ziekteverzuim/verlof 

4. Ik heb mijn ADV verzilverd 

5. Ik spaar mijn ADV voor spaarverlof 

6. Anders 

Indien u meerdere dienstverbanden heeft, dan kunt u de volgende vragen beantwoorden voor 

het dienstverband bij de overheid of in het onderwijs waar u de meeste uren per week werkt. 

12. Hoeveel uur per week werkt u feitelijk gemiddeld? (dus niet contractueel) 

uur 

13. Worden uw overuren (in principe) uitbetaald? (in loon of in vrije dagen) 

1. Ja 

2. Nee 

14. Bent u tevreden over het aantal uren dat u volgens uw contract moet werken? 

1. Ik ben tevreden over de omvang → ga naar vraag 15 

2. Ik wil méér uren werken, namelijk ............ uur meer 

3. Ik wil minder uren willen werken, namelijk ............. uur minder 


14a. Wat is de voornaamste reden om niet het gewenste aantal uren te werken? 

1. Mijn werkgever stemt niet in met verlenging/verkorting van mijn werkweek 

2. Het is financieel niet mogelijk om minder te gaan werken 

3. Het lukt niet om opvang voor mijn kind(eren) te regelen 

4. Het is roostertechnisch niet mogelijk 

5. Anders 

15. Wat voor soort dienstverband heeft u? 

1. Vast dienstverband zonder tijdelijke uitbreiding 

2. Vast dienstverband met een tijdelijke uitbreiding 

3. Tijdelijk contract met uitzicht op vast dienstverband 

4. Tijdelijk contract zonder uitzicht op vast dienstverband 

5. Dienstverband vanwege bijzondere regeling (Melkertbaan, instroom /doorstroombaan of WiW-regeling) 

6. Overig 

Rijk: 

15a. Bij welke organisatie binnen de Rijksdienst werkt u? 

1. Algemene Zaken 11. Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) 

2. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 12. Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (excl. DLO 

en SBB) 

3. Buitenlandse Zaken 13. Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 

4. Economische Zaken 14. Sociale Zaken en Werkgelegenheid 

Project 79.402 5

5. Belastingdienst 15. Rijkswaterstaat 

6. Financiën (excl. Belastingdienst) 16. Verkeer en Waterstaat (excl. Rijkswaterstaat) 

7. Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) 17. Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en 

Milieubeheer 

8. Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) 18. Volksgezondheid, Welzijn en Sport 

9. Justitie (excl. DJI en IND) 19. Hoge Colleges van Staat 

10. Staatsbosbeheer (SBB) 20. Anders 

Rechterlijke Macht: 

15a. Tot welke groep van de Rechterlijke Macht behoort u? 

1. Zittende magistratuur 

2. Staande magistratuur 

3. RAIO’s 

Defensie: 

15a. Tot welke categorie defensiepersoneel behoort u? En bij welk onderdeel? 

1. Burgerpersoneel 

2. BBT → Onderdeel: Marine Landmacht Luchtmacht Marechaussee 

3. BOT → Onderdeel: Marine Landmacht Luchtmacht Marechaussee 

Defensie: 

15b. Bij welk onderdeel bent u geplaatst? 

Marine Landmacht Luchtmacht Marechaussee Kerndepartement (CO) Dico 

Defensie: 

Alleen militair personeel (BBT of BOT): 

15c. Welke rang of stand heeft u? 

1. Manschap (matroos, soldaat, kpl (behalve bij KM)) 

2. Onderofficier 

3. Officier 

Politie: 

15a. Tot welke categorie politiepersoneel behoort u? 

Leidinggevend primair proces Primair proces schaal 6-8 Overig ondersteuning 

Primair proces schaal 4-5 Ondersteuning primair proces In opleiding 

Provincies: 

15a. Wat voor soort functie oefent u bij de provincie uit? 

1. Leidinggevende functie 

2. Beleidsadviserende functie 

3. Middelenfunctie 

4. Uitvoerende functie 

5. Anders 

Academische ziekenhuizen: 

15a. In welk academisch ziekenhuis werkt u? 

Onderwijs: 

1 Academisch Medisch Centrum 5 Academisch Ziekenhuis Rotterdam 

2 Leids Universitair Medisch Centrum 6 Universitair Medisch Centrum Utrecht 

3 Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit 7 Academisch Ziekenhuis Groningen 

4 Academisch Ziekenhuis Maastricht 8 Universitair Medisch Centrum St. Radboud 

Project 79.402 6

15a. In welke sector werkt u? En welke schooltypen worden op uw school aangeboden? 

Sector Schooltypen aangeboden op school 

1. Primair onderwijs → Schooltypen: Basisonderwijs Speciaal onderwijs 

2. Voortgezet onderwijs → Schooltypen: Praktijkonderwijs Smalle scholengemeenschap (vmbo-t, havo, vwo) 

VMBO 

Havo en/of VWO 

Brede scholengemeenschap (vmbo, havo, vwo) 

3. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 

4. Hoger beroepsonderwijs 

5. Universiteiten 

Onderwijs: 

15b. Tot welke functiecategorie behoort u? 

1. Directie 

2. Onderwijzend personeel (bij universiteiten ook onderzoekspersoneel) → ga naar vraag 15e 

3. Onderwijsondersteunend personeel (bijv. onderwijsassistent, leraarondersteuner, TOA, e.d.) → ga naar vraag 15j 

4. Organisatie- en beheerspersoneel (bijv. administratief of financieel medewerker, conciërge, e.d.) → ga naar vraag 16 

Onderwijs: 

Indien u tot de directie behoort: 

15c. Hoe staat u tegenover het inzetten van flexibel personeel, zoals uitzendkrachten, freelancers, 

zzp-ers (zelfstandigen zonder personeel)? 

1. Positief 

2. Negatief 

3. Weet niet 

Onderwijs: 

Indien u tot de directie behoort: 

15d. Van welke categorieën personeel maakt u of denkt u in de toekomst gebruik te maken? 

1. Uitzendkrachten → ga naar vraag 16 

2. Freelancers → ga naar vraag 16 

3. Zzp-ers (zelfstandige zonder personeel) → ga naar vraag 16 

4. Tijdelijk personeel → ga naar vraag 16 

Onderwijs: 

Indien u tot het onderwijzend personeel behoort (ook onderzoekspersoneel universiteit): 

15e. In welk(e) vak(ken) geeft u onderwijs? Indien voortgezet onderwijs: En bent u daarvoor volledig 

bevoegd? 

Ik geef helemaal geen onderwijs 

Primair onderwijs Voortgezet onderwijs HBO WO 

Vak? Vak? Volledig bevoegd? Vak? Vak? 

Groepsleerkracht Nederlands Economie Landbouw 

Vakleerkracht Frans Sociaaljuridisch Natuur 

Duits Beveiliging Techniek 

BVE Engels Pedagogisch Gezondheid 

Educatie Klassieke talen Handel Economie 

Dienstverlening, 

gezondheidszorg en 

Overige talen Gezondheidszorg Recht 

welzijn Wiskunde Dienstverlening Gedrag en maatschappij 

Techniek Natuurkunde Techniek Taal en cultuur 

Economie Scheikunde Bouwkunde Onderwijs 

Biologie Informatica Diverse/overig 

Economie Transport 

Project 79.402 7

Geschiedenis Agrarisch 

Aardrijkskunde Overige vakgebieden 

Maatschappijleer 

Mechanische techniek 

Bouwkunde 

Elektrotechniek 

Verzorging 

Overige vakken 

Onderwijs: 

Indien u tot het onderwijzend personeel bij primair onderwijs, voortgezet onderwijs of BVE behoort: 

15f. Welke speciale taak/taken heeft u? 

Ik heb geen speciale taken 

Primair onderwijs Voortgezet onderwijs BVE BVE 

Bouwcoördinator Klassenmentor Klassenmentor Beheerder OLC 

ICT-coördinator Leerjaarcoördinator Opleidingscoördinator Locatiemanager 

Intern begeleider ICT-coördinator Teamleider Decaan 

Remedial teacher Remedial teacher Bpv(stage)-coördinator Begeleider nieuwe leraren 

Ambulant begeleider Decaan ICT-coördinator Praktijkbegeleider 

Locatieleider Sectiehoofd/-leider/- Docent met coördinerende 

coördinator 

taken 

Begeleider nieuwe leraren Stagecoördinator Internationalisering 

Roosteraar Coördinator OER 

Onderwijsontwikkelaar/ 

leerplanontwikkelaar 

Consulent (bpv) 

Begeleider nieuwe leraren Trainer 

Educatief werker 

Onderwijs: 

Indien u tot het onderwijzend personeel bij primair onderwijs, voortgezet onderwijs of BVE behoort: 

15g. Hoeveel uur per week besteedt u (gemiddeld) aan deze speciale taak/taken? 

uur per week 

Onderwijs: 

Indien werkzaam op een universiteit: 

15h. Tot welke categorie universiteitspersoneel behoort u? 

1. Hoogleraar 4. Assistent in opleiding 7. Ondersteunend- en beheerspersoneel 

2. Universitair hoofddocent 5. Overig wetenschappelijk personeel 

3. Universitair docent 6. Student assistent 

Onderwijs: 

Indien werkzaam op een universiteit: 

15i. Welk deel van uw werktijd besteedt u aan onderzoek? 

Project 79.402 8 

Tutor 

% van de tijd aan onderzoek → ga naar vraag 16 

Onderwijs: 

Indien u tot het onderwijsondersteunend personeel behoort: 

15j. Ambieert u een functie als leraar? 

1. Ja 

2. Nee → ga naar vraag 16 

Onderwijs: 

Indien u tot het onderwijsondersteunend personeel behoort: 

15k. Wilt u een opleiding volgen om leraar te worden? 

1. Ja, ik wil graag spoedig starten

2. Ja, maar pas over een aantal jaren 

3. Nee 

16. Waar verricht u doorgaans uw werk? 

(Het gaat om de feitelijke werkplek, wat meestal de standplaats is. Als u geen vaste standplaats heeft, noteert u dan de 

vestigingsplaats van uw werkgever. Als uw standplaats buitenland is, noteert u dan ‘Buitenland’.) 

gemeentenaam (S.V.P. IN BLOKLETTERS) 

17. Geeft u leiding aan medewerkers? (inclusief het indirecte personeel) 

1. nee 2. ja, aan medewerkers 

18. Hoeveel bedraagt uw bruto inkomen per maand? (exclusief overwerk, vakantiegeld, onkostenvergoedingen, 

tegemoetkoming ziektekosten en eindejaarsuitkeringen, maar inclusief vaste maandelijkse toeslagen) 

01. Minder dan € 1.250 (tot ƒ 2.750) 07. € 3.001 – € 3.500 (ƒ 6.600 - ƒ 7.700) 

02. € 1.251 – € 1.500 (ƒ 2.750 - ƒ 3.300) 08. € 3.501 – € 4.000 (ƒ 7.714 - ƒ 8.800) 

03. € 1.501 – € 1.750 (ƒ 3.300 - ƒ 3.850) 09. € 4.001 – € 4.500 (ƒ 8.800 - ƒ 9.900) 

04. € 1.751 – € 2.000 (ƒ 3.850 - ƒ 4.400) 10. € 4.501 – € 5.000 (ƒ 9.900 - ƒ 11.000) 

05. € 2.001 – € 2.500 (ƒ 4.400 - ƒ 5.500) 11. Meer dan € 5.000 (ƒ 11.000 of meer) 

06. € 2.501 – € 3.000 (ƒ 5.500 - ƒ 6.600) 

19. Wat is uw salarisschaal? 


19a. Wat voor soort functie betreft het? 

(Zie toelichting achterkant vragenlijst. U kunt hier het nummer noteren dat voor u het meest van toepassing is.) 

Functiecode 


19b. Als u het niveau van uw functie vergelijkt met het niveau van uw opleiding, welke van 

onderstaande omschrijvingen is dan het meest van toepassing? 

1. Het functieniveau was beduidend hoger dan mijn opleidingsniveau 

2. Het functieniveau was enigszins hoger dan mijn opleidingsniveau 

3. Het functieniveau was vergelijkbaar met mijn opleidingsniveau 

4. Het functieniveau was enigszins lager dan mijn opleidingsniveau 

5. Het functieniveau was beduidend lager dan mijn opleidingsniveau 

20. Sinds wanneer bent u bij uw werkgever in dienst? 

Sinds maand Van het jaar 

21. Hoeveel mensen zijn bij uw werkgever in dienst? 

(Het gaat om de werkgever, dus inclusief eventuele andere vestigingen.) 

1. 0 – 10 werknemers 5. 101 – 500 werknemers 

2. 11 – 20 werknemers 6. 501 – 1.000 werknemers 

3. 21 – 50 werknemers 7. 1.000 – 5.000 werknemers 

4. 51 – 100 werknemers 8. Meer dan 5.000 werknemers 

Onderwijs: 

21a. Hoeveel mensen werken op uw vestiging? 

1. 0 – 10 werknemers 5. 101 – 500 werknemers 

2. 11 – 20 werknemers 6. 501 – 1.000 werknemers 

Project 79.402 9

3. 21 – 50 werknemers 7. 1.000 – 5.000 werknemers 

4. 51 – 100 werknemers 8. Meer dan 5.000 werknemers 

22. Hoeveel jaar heeft u in totaal betaalde arbeid verricht? (Zowel in de baan die u in 2002 had als ook in 

eventuele vroegere banen. Vakantiewerk, stages en banen naast een voltijdse studie kunt u buiten beschouwing laten) 

Totaal aantal jaren: 

Zoeken van een andere baan 

23. Bent u in 2002 op zoek geweest naar een andere baan of functie? 

(inclusief andere functies binnen de organisatie waar u in 2002 werkzaam was) 

1. Nee, ik ben in het geheel niet op zoek geweest → ga door naar vraag 32 

2. Ja, ik heb een beetje om me heen gekeken 

3. Ja, ik ben intensief op zoek geweest naar een andere baan/functie 

24. In hoeverre zijn de volgende beschrijvingen van toepassing bij het zoeken naar een andere 

baan of functie? 

1. Ik heb me goed georiënteerd en gericht actie 

ondernomen. 

2. Mijn oude baan voldeed goed. Ik was echter 

toe aan iets nieuws. 

3. Ik heb gewacht tot er een functie voorbijkwam 

waar ik zonder veel moeite in kon rollen. 

4. Ik wilde graag op korte termijn een andere 

baan en heb niet zo kritisch gekeken naar de 

beschikbare vacatures. 

5. Ik was verplicht een andere functie te zoeken. 

Niet van 

toepassing 

25. Hoe belangrijk waren de onderstaande redenen voor u om op zoek te gaan naar een 

andere baan/functie? 

1. Mijn functie dreigde te vervallen bij een 

reorganisatie 

2. Dreiging om baan om een andere reden te 

verliezen 

3. De looptijd van het dienstverband 

4. De beloning (inclusief allerlei toeslagen en 

onkostenvergoedingen) 

5. De financiële doorgroeimogelijkheden 

6. De werkdruk 

7. De faciliteiten waarvan op/via de werkplek 

gebruik gemaakt kon worden 

8. De fysieke arbeidsomstandigheden 

9. De werkzaamheden die ik moet doen 

10. De werkzaamheden die ik op termijn kan doen 

11. De mogelijkheden van volgen cursus/opleiding 

12. De sfeer op het werk 

13. De omvang van het dienstverband (aantal uren) 

14. Het kunnen combineren met de thuissituatie 

Heel 

belangrijk 

Redelijk 

belangrijk 

Neutraal 

Niet zo 

belangrijk 

Zeer van 

toepassing 

Helemaal 

niet 

belangrijk 

Project 79.402 10

15. De reistijd 

16. Het personeelsbeleid 

17. Het algemene beleid in organisatieonderdeel 

18. De manier van leidinggeven 

19. De mate van zelfstandigheid en/of 

verantwoordelijkheden in het werk 

politie: 

20. Onheuse bejegening door collega’s 

21. De flexibiliteit in de arbeidsvoorwaarden 

22. De kosten van het levensonderhoud in de 

standplaats/regio 

23. De wens om te werken in een regio buiten de 

Randstad 

24. De bejegening door burgers van de politie 

25. Onvoldoende carrièreperspectief 

26. Onregelmatige diensten 

26. Welke drie bovengenoemde redenen waren het allerbelangrijkste? (s.v.p. nummer van de drie 

redenen invullen, de belangrijkste reden eerst noemen) 

Eerste reden: nummer Tweede reden: nummer Derde reden: nummer 

27. Waar heeft u gezocht naar een andere baan of functie? (meerdere antwoorden mogelijk) 

1. Binnen de organisatie waar ik werkzaam was 

2. Binnen de sector 

3. In andere sector(en) 

Indien in andere sector(en) gezocht: 

28. In welke sector(en) heeft u gezocht? 

Overheid Kwartaire sector 

1. Gemeente en gemeenschappelijke regelingen 14. Academische ziekenhuizen 

2. Provincies 15. Gezondheidszorg, welzijnszorg 

3. Waterschappen 16. Overige niet-commerciële dienstverlening 

4. Politie (zowel executief als administratief personeel) 

Bedrijfsleven 

5. Defensie (zowel burger- als militair personeel) 17. Landbouw, visserij, delfstofwinning 

6. Rechterlijke Macht (niet het ondersteunend personeel) 18. Industrie 

7. Rijk (inclusief ondersteunend personeel rechterlijke macht) 19. Bouwnijverheid 

Onderwijs (niet commercieel) 

20. Nutsbedrijven (o.a. elektriciteit/waterleiding) 

8. Primair onderwijs 21. Detailhandel, groothandel en horeca 

9. Voortgezet onderwijs 22. Transport en (tele)communicatie 

10. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 23. Bank- en verzekeringswezen 

11. Hoger beroepsonderwijs 24. Overige zakelijke/commerciële diensten 

12. Universiteit (niet NWO) 

13. Onderzoekinstelling (grotendeels) door overheid 

bekostigd (o.a. NWO, KNAW, KB) 

29. Ook karakteristieken van de organisatie of sector kunnen hebben meegewogen tijdens het 

zoeken naar een andere baan/functie in 2002. Wilt u voor elk van de onderstaande overwegingen 

aangeven of zij van belang zijn geweest? 

heel 

belangrijk 

redelijk 

belangrijk 

neutraal niet zo 

belangrijk 

helemaal niet 

belangrijk 

Project 79.402 11

1. Ik had een sterke voorkeur om bij de 

overheid of in het onderwijs te werken en 

niet in de markt- of de zorgsector. 

2. Ik had een sterke voorkeur om te werken in 

deze sector en niet bij een andere overheidssector. 

3. De bijzondere karakteristieken van deze ene 

overheidsinstelling spraken me erg aan. 

4. Door mijn specialistische kennis en ervaring 

waren er nauwelijks banen buiten de sector 

die geschikt waren. 

30. Welke zoekkanalen voor een baan heeft u in 2002 gebruikt? (meerdere antwoorden mogelijk) 

1. Gereageerd op vacature-advertentie in krant of tijdschrift 

2. Gereageerd op vacature-advertentie op het Internet 

3. Uitzendbureau, detacheringsbureau 

4. (Bemiddeling) van arbeidsbureau of uitkeringsinstantie 

5. Open schriftelijke of telefonische sollicitatie 

6. Open sollicitatie via het Internet 

7. Door bekenden of vrienden geattendeerd op vacature 

8. Door collega’s of ex-collega’s geattendeerd op vacature 

9. Stage / school / opleiding 

10. Gereageerd op een grote wervingscampagne 

11. Interne vacaturebanken 

31. Hoeveel keer heeft u in 2002 naar een andere baan/functie gesolliciteerd? 

1. Ik heb geen enkele keer gesolliciteerd in 2002 

2. Ik heb wel gesolliciteerd in 2002, namelijk ........... keer 

Functiewisseling binnen organisatie in 2002 

De volgende vragen gaan over functiewisselingen in 2002 binnen dezelfde organisatie. Wilt u als u in 

2002 meermaals van functie bent veranderd binnen dezelfde organisatie, de vragen over de laatste 

wisseling beantwoorden. 

32. Bent u in 2002 binnen dezelfde organisatie van functie veranderd? 

1. Ja, ik heb tijdelijk de functie van een collega waargenomen 

2. Ja, ik heb tijdelijk vanwege een andere reden een andere functie vervuld 

3. Ja, ik heb een andere functie gekregen en zal niet terugkeren naar mijn oude functie → ga naar vraag 34 


33. Welke situatie was eind 2002 voor u van toepassing? 

1. Ik was teruggekeerd naar mijn eigen functie → ga naar vraag 37 

2. Ik nam de functie nog steeds tijdelijk waar 

3. De waarneming was omgezet in een vast dienstverband 

4. De waarneming was beëindigd, maar ik ben niet teruggekeerd naar mijn oude functie 

34. Veranderde u in 2002 van functie binnen dezelfde afdeling, vestiging of bestuur? 

Dezelfde afdeling? 

Dezelfde vestiging? 

Hetzelfde bestuur? 

Ja Nee Niet van toepassing 

35. Was die functieverandering het gevolg van een reorganisatie of een fusie? 

Project 79.402 12

Reorganisatie? 

Fusie? 

Ja Nee Niet van toepassing 

36. Heeft u toen structureel meer of minder salaris gekregen? 

Méér gaan verdienen: (Vrijwel) gelijk gebleven Minder gaan verdienen: 

1. 0 – 50 Euro 1. 0 – 50 Euro 

2. 50 – 100 Euro 2. 50 – 100 Euro 

3. 100 – 200 Euro 3. 100 – 200 Euro 

4. 200 – 400 Euro 4. 200 – 400 Euro 

5. Meer dan 400 Euro 5. Meer dan 400 Euro 


36a. Wat voor soort functieverandering betrof het? 

1. Een overgang van een management- naar een andere managementfunctie 

2. Een overgang van een niet-management- naar een managementfunctie 

3. Een overgang van een niet-management- naar een andere niet-managementfunctie 

4. Een overgang van een management- naar een niet-managementfunctie 

Onderwijs: 

36a. Wat was uw oude en wat is uw nieuwe functiecategorie? 

Oude functiecategorie Nieuwe functiecategorie 

1. Directie 1. Directie 

2. Onderwijzend personeel (bij universiteiten ook 2. Onderwijzend personeel (bij universiteiten ook 

onderzoekspersoneel) 

onderzoekspersoneel) 

3. Onderwijsondersteunend personeel 3. Onderwijsondersteunend personeel 

4. Onderwijs- en beheerpersoneel 4. Onderwijs- en beheerpersoneel 

Integraal personeelsbeleid 

37. Van welke instrumenten van personeelsbeleid wordt in het organisatieonderdeel waar u 

werkt (eind 2002) gebruik gemaakt? 

- Heeft u hier als werknemer (niet als leidinggevende) in 2002 zelf mee te maken gehad? 

- En bent u hierover tevreden of ontevreden? 

1. Functionerings- en beoordelingsgesprekken 

2. Persoonlijk ontwikkelingsplan 

3. Opleidingsplan 

4. Loopbaanplan 

5. Functie- en taakroulatie 

6. Individuele coaching 

7. Competentiemanagement 

8. Leeftijdsbewust personeelsbeleid 

9. Mobiliteitsbeleid 

Aanwezig in 

organisatieonderdeel 

Zelf mee 

te maken 

gehad 

Tevredenheid: 

Ontevreden Neutraal Tevreden 

38. Hoe tevreden bent u over de ondersteuning van uw werkgever van uw persoonlijke 

loopbaanontwikkeling? 

1. Zeer ontevreden 

2. Tamelijk ontevreden 

3. Noch ontevreden, noch tevreden 

Project 79.402 13

4. Tamelijk tevreden 

5. Zeer tevreden 

Tevredenheid functie 

39. Over welke aspecten van de functie (eind 2002) bent u tevreden en over welke ontevreden? 

1. De looptijd van het contract 

2. De beloning 

3. De mogelijkheden om financieel door te 

groeien 

4. De werkdruk 

5. De faciliteiten waarvan op/ via de werkplek 

gebruik kan worden gemaakt (ICT-apparatuur, 

onderzoeksfaciliteiten, kantine, 

sportfaciliteiten, e.d.) 

6. De werkplek/fysieke arbeidsomstandigheden 

(ruimte per persoon, daglicht, atmosfeer, 

geluid, e.d.) 

7. De inhoud van het werk 

8. De werkzaamheden die ik op termijn kan 

gaan doen 

9. De mogelijkheden om me via cursussen/opleidingen 

verder te ontplooien 

10. De sfeer op het werk 

11. De reistijd (woon-werkverkeer) 

12. Het algemene personeelsbeleid 

13. Het algemene beleid van de organisatie 

14. De wijze waarop leiding gegeven wordt 

15. De mate van zelfstandigheid en/of 

verantwoordelijkheden 

politie 

16. Onregelmatige diensten 

17. Carrièreperspectief 

Zeer 

ontevreden 

Tamelijk 

ontevreden 

40. Hoe tevreden bent u, alles bijeengenomen, met uw baan? 

1. Zeer ontevreden 

2. Tamelijk ontevreden 

3. Neutraal 

4. Tamelijk tevreden 

5. Zeer tevreden 

41. Bent u het met de volgende stellingen eens of oneens? 

Inhoud van het werk 

1. Ik heb inhoudelijk leuk werk. 

2. Ik heb voldoende loopbaanperspectieven op mijn 

werk. 

3. Mijn werk is eentonig. 

Volstrekt 

niet mee 

eens 

Grotendeels 

niet 

mee eens 

Neutraal 

Noch mee 

eens, noch 

mee 

oneens 

Grotendeels 

mee eens 

Tamelijk 

tevreden 

Volledig 

mee eens 

Zeer 

tevreden 

Weet niet 

/ n.v.t. 

Project 79.402 14

4. Het werk dat ik doe is maatschappelijk nuttig. 

5. Ik kan mij ontplooien/ontwikkelen in mijn werk. 

Werkdruk 

6. Ik voel me vermoeid als ik opsta en er weer een 

werkdag voor me ligt. 

7. Ik kan mijn werktijden goed laten aansluiten bij 

mijn thuissituatie. 

8. Ik werk onder hoge tijdsdruk. 

9. Ik moet vaak extra hard werken om mijn werk op 

tijd af te krijgen. 

10. Mijn werk loopt vaak anders dan gepland. 

11. Mijn werk brengt mij in emotioneel 

moeilijke situaties. 

12. Ik heb voldoende tijd om mijn cliënten persoonlijke 

aandacht te geven. 

13. Ik heb te maken met agressie op de werkplek. 

14. Mijn werk vereist dat ik mijn eigen gevoelens moet 

verbergen. 

Sfeer op het werk 

15. Ik heb het gevoel gewaardeerd te worden door de 

leiding/ werkgever. 

16. Ik krijg voldoende ondersteuning van de leiding/ 

werkgever. 

17. Er heerst een prettige sfeer op de afdeling/ in het 

team. 

18. Mijn collega’s helpen om het werk gedaan te 

krijgen. 

19. Mijn collega’s hebben persoonlijke belangstelling 

voor me. 

20. Mijn collega’s zijn goed in hun werk. 

Wijze van leidinggeven 

21. Mijn leidinggevende heeft oog voor het welzijn van 

de medewerkers. 

22. Mijn leidinggevende raadpleegt medewerkers over 

zaken die voor hen van belang zijn. 

23. Mijn leidinggevende kan mensen goed laten 

samen werken. 

24. Mijn leidinggevende laat mij weten of 

hij/zij tevreden is over mijn werk. 

25. Mijn leidinggevende zorgt voor een goede 

taakverdeling. 

26. Extern vertegenwoordigt mijn leidinggevende onze 

organisatie goed. 

27. Mijn leidinggevende geeft duidelijk opdrachten. 

Zelfstandigheid/verantwoordelijkheid 

28. Ik kan zelf beslissen hoe ik mijn werk doe. 

29. Ik kan zelf beslissen in welke volgorde ik mijn werk 

doe. 

30. Ik kan zelf mijn werktempo bepalen. 

Betrokkenheid 

31. Ik ervaar problemen van deze organisatie als mijn 

eigen problemen. 

32. Ik voel me thuis in deze organisatie. 

33. Ik heb het gevoel dat ik te weinig alternatieven heb 

om nu ontslag te nemen. 

Project 79.402 15

34. Er zou teveel in mijn leven verstoord worden als ik 

nu ontslag zou nemen. 

35. Ik vind dat iemand loyaal zou moeten zijn ten 

opzichte van zijn of haar organisatie. 

36. Eén van de belangrijkste redenen waarom ik bij 

deze organisatie blijf, is dat ik loyaliteit belangrijk 

vind. 

Arbeidsvoorwaarden 

42. Welk belang hecht u persoonlijk aan de onderstaande arbeidsvoorwaarden/vergoedingen? 

1. Mogelijkheid om parttime te werken 

2. Thuiswerken/telewerken 

3. Flexibele werktijden 

4. Verlof sparen 

5. Betaald ouderschapsverlof 

6. Zorgverlof 

7. Kinderopvang (bedrijfsplaatsen of opvang op bedrijf 

zelf) 

8. Studieverlof 

9. Tegemoetkoming werk gerelateerde opleidingskosten 

10. Tegemoetkoming studiekosten algemeen 

11. Collectieve verzekeringen (ziektekosten, WAO-gat 

e.d.) 

12. Prettige werkplek/ goede fysieke arbeidsomstandigheden 

(ruimte per persoon, daglicht, atmosfeer, 

geluid, e.d.) 

13. Hoogwaardige faciliteiten waarvan op/via het werk 

gebruik kan worden gemaakt (ICT apparatuur, onderzoeksfaciliteiten, 

kantine, sportfaciliteiten, e.d.) 

14. Bonussen/ gratificaties 

15. Representatiekosten vergoeding 

16. Reiskostenregeling 

17. Telefoonkostenregeling 

18. 13 e maand/eindejaarsuitkering 

19. Uitruilmogelijkheden van arbeidsvoorwaarden 

(CAO à la carte) 

Politie: 

20. Operationele toelage 

Heel 

belangrijk 

Redelijk 

belangrijk 

Politie 

42a. In hoeverre zijn de volgende uitspraken voor u van toepassing? 

1. Ik durf aan kennissen nauwelijks te vertellen dat ik 

bij de politie werk. 

2. Ik loop niet te koop met het werk dat ik doe. 

3. Ik ben er trots op bij de politie te werken. 

4. De meeste burgers hebben waardering voor ons 

werk. 

5. Zonder de politie zou het in Nederland een chaos 

zijn. 

Geheel niet 

van 

toepassing 

Niet zo van 

toepassing 

Neutraal Niet zo 

belangrijk 

Neutraal Redelijk van 

toepassing 

Helemaal 

niet 

belangrijk 

Geheel van 

toepassing 

Project 79.402 16

Onderwijs 

42a. Wat zou u vinden van het invoeren van onderstaande beloningsvormen? 

1. Teambeloning 

2. Competentiebeloning 

3. Extra beloning voor een bijzondere taak 

4. Eenmalige gratificaties 

5. Extra beloning voor een bijzondere prestatie 

Ziekteverzuim 

Volstrekt 

niet mee 

eens 

Grotendeels 

niet mee 

eens 

Noch mee 

eens, noch 

mee oneens 

43. Hoe vaak heeft u zich in 2002 ziek gemeld? (Let op: niet zwangerschapsverlof) 

1. Nooit → ga naar vraag 48 

2. Ongeveer keer 

44. Hoeveel werkdagen heeft u hierdoor in totaal verzuimd? 

Ongeveer werkdagen 

45. Lag de oorzaak van het ziekteverzuim in het werk of de werksituatie? 

1. Ja, de oorzaak lag geheel in het werk of de werksituatie 

2. Ja, de oorzaak lag gedeeltelijk in het werk of de werksituatie 

3. Nee, de oorzaak lag buiten het werk → ga naar vraag 48 

Grotendeels 

mee eens 

46. Wat is de belangrijkste oorzaak binnen uw werk(situatie) van uw ziekteverzuim? 

1. Lichamelijk letsel door bedrijfsongeval 4. Ongunstige werkomstandigheden 

2. Te hoge werkdruk 5. Reorganisatie, (dreigend) ontslag 

3. Onenigheid met baas, chef, collega's 6. Anders 

Volledig 

mee eens 

47. Hebben naar aanleiding van dit ziekteverzuim aanpassingen van het werk of de werkomstandigheden 

plaatsgevonden? Zo ja, in welke zin? (meerdere antwoorden mogelijk) 

1. Ja, aanpassing functie 5. Ja, omscholing 

2. Ja, hulp gekregen bij werkzaamheden 6. Ja, speciale apparatuur of vervoermiddelen 

3. Ja, aangepaste werktijden 7. Ja, andere aanpassingen 

4. Ja, meer pauzes 8. Nee 

Levensloopregelingen en vervroegd uittreden 

48. Voor welke verlofsoorten zou u willen sparen? 

(Dat wil zeggen zou u loon belastingvrij opzij willen zetten. Het gaat om verlof voor een langere periode) 

1. Ouderschapsverlof 

2. Studieverlof 

3. Sabbatical 

4. Zorgverlof 

Ja, zeker Ja, misschien Weet niet Nee 

49. Welke van bovenstaande verlofsoorten vindt u voor uzelf het belangrijkst? 

Verloofsoort nummer 

Project 79.402 17

Indien u voor verlof zou willen sparen: 

50. Hoe zou u dit verlof willen financieren? 

1. Inzetten maandloon 

2. Inzetten pensioen 

3. Inzetten toelagen 

4. Inzetten eindejaarsuitkering 

5. Inzetten vakantiegeld 

6. Inzetten vakantiedagen 

7. Anders 

Ja, zeker Weet niet Nee 

Rechterlijke Macht (in RM versie resterende vraagnummers aanpassen): 

51. De Rechterlijke Macht kent als enige overheidssector een pensioenleeftijd van 70 jaar. 

Denkt u tot deze leeftijd te zullen blijven werken? 

1. Ja → ga naar vraag 53 

2. Nee, ik wil met werken stoppen als ik jaar ben 

3. Weet het nog niet 

Niet voor Rechterlijke Macht: 

51a. Bent u van plan om te zijner tijd gebruik te maken van de regeling voor vervroegd 

uittreden (prepensioen)? 

1. Ja 


3. Weet nog niet → ga naar vraag 53 

Niet voor Rechterlijke Macht: 

51b. Op welke leeftijd wilt u (vervroegd) uittreden? 

1. Vóór 60 jaar 4. Op 62 jaar 7. Weet nog niet 

2. Op 60 jaar 5. Op 63 jaar 

3. Op 61 jaar 6. Op 64 jaar 

52. Zou u bereid zijn langer door te werken als uw werkgever u bepaalde faciliteiten zou 

bieden? 

1. Nee, ik wil dan sowieso stoppen → ga naar vraag 53 

2. Ja, daar valt over te praten als ik: in deeltijd zou kunnen werken 

3. Ja, daar valt over te praten als ik: later een hogere prepensioenuitkering zou krijgen 

4. Ja, daar valt over te praten als ik: extra pensioen zou opbouwen (vanaf 65 jaar) 

5. Ja, daar valt over te praten als ik: anders 

52a. Op welke leeftijd wilt u dan uittreden? 

Ten slotte 

1. Vóór 60 jaar 4. Op 62 jaar 7. Op 65 jaar 

2. Op 60 jaar 5. Op 63 jaar 8. Na 65 jaar 

3. Op 61 jaar 6. Op 64 jaar 9. Weet nog niet 

53. Bent u op dit moment nog steeds werkzaam bij de werkgever waar u eind december 2002 

werkzaam was? 

1. Ja, in dezelfde functie als in december 2002 

2. Ja, maar in een andere functie dan in december 2002 

3. Nee, ik heb een baan bij een andere werkgever 

Project 79.402 18

4. Nee, ik verricht op dit moment geen arbeid wegens langdurige ziekte 

5. Nee, ik verricht momenteel geen betaalde arbeid 

Defensie 

53a. Verwacht u over drie jaar nog bij Defensie te werken? 

1. Ja 

2. Nee 

3. Weet het niet 

Defensie 

53b. Heeft u vertrouwen in uw toekomst bij Defensie? 

1. Ja 

2. Nee 

3. Weet het niet 

Defensie 

53c. Defensie heeft in overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een 

project gestart om de (te zware) fysieke belasting (zoals tillen, laden en lossen, etc.) 

terug te dringen. In welke mate bent u bekend met dit project? 

1. Nog nooit van gehoord einde vragenlijst 

2. Wel van gehoord, maar weet niet wat het inhoudt 

3. Wel van gehoord en weet op hoofdlijnen wat het inhoudt 

4. Wel van gehoord en weet redelijk goed wat het inhoudt 

Defensie 

53d. Welk effect verwacht u van dit project voor uw werkzaamheden? 

1. Positief effect 

2. Negatief effect 

3. Geen enkel effect 

4. Weet niet 

Defensie 

53e. Defensie ontwikkelt voor haar personeel plannen om een aantrekkelijke omscholing en 

doorstroom mogelijk te maken naar het onderwijs, de gezondheidszorg en de politie. De 

belangrijkste reden hiervoor is dat door bezuinigingen een deel van het personeel geen 

functie meer zal kunnen vervullen binnen Defensie. Stel dat uw functie zou komen te 

vervallen, zou u dan willen werken in een van deze sectoren? 

Onderwijs 

Gezondheidszorg 

Politie 

Hartelijk dank voor uw medewerking ! 

Ja Liever niet Nee 

Project 79.402 19

Functie richtingen 

Hieronder staan 14 functie richtingen. Bij elke richting zijn enkele specifieke functies gepresenteerd. 

Deze dienen als voorbeeld. Kies de richting die het best past bij uw functie. Vul vervolgens het 

nummer twee cijfers bij de betreffende vraag in. 

01. administratief, economisch: administratief medewerker, loketbediende, boekhouder, secretaresse, planner, 

(assistent)manager, economisch onderzoeker/beleidsmedewerker/adviseur, (assistent)accountant; 

02. commercieel: winkelbediende, verzekeringsagent, public relations adviseur, bedrijfsleider horeca, verzekeringsdeskundige, 

bedrijfsleider bank, detailhandelaar, reisleider, uitgever, financieel adviseur; 

03. juridisch, bestuurlijk: (assistent)deurwaarder, belastingconsulent, belastingambtenaar, beleidsmedewerker juridische 

zaken, opsporingsambtenaar, secretaris overheidsdiensten, advocaat, rechter; 

04. beveiliging: politieagent, militair, wachtmeester, rechercheur, detective, brandweerman, parketwachter, inspecteur, hoofd 

beveiliging; 

05. sociaal, cultureel, dienstverlenend, verzorgend: huishoudelijk hulp, kapster, serveerster, (hulp)kok, (zieken en 

bejaarden)verzorgster, maatschappelijk werker, cultureel werker, (penitentiair) inrichtingswerker, arbeidsbemiddelaar, 

personeelsfunctionaris, sociaal-wetenschappelijk onderzoeker of beleidsmedewerker; 

06. onderwijskundig: docent, beleidsambtenaar onderwijs en wetenschappen, onderwijskundig medewerker, 

schoolbegeleider, examinator, cursuscoördinator; 

07. automatisering: tekenaar/constructeur/ontwerper meet-, regelen informatietechniek, elektronicamonteur, 

computeroperator, programmeur, systeembeheerder, systeemontwerper, projectadviseur automatisering; 

08. weg- en waterbouwkundig: wegenbouwarbeider, uitvoerder wegenbouw, wegenbouwmachinist, beleidsmedewerker 

verkeers- en stedenbouwkunde, landmeetkundige, weg- en waterbouwkundig tekenaar/constructeur/calculator, 

beleidsambtenaar verkeers- en stedenbouwkunde, geodeet, cartograaf; 

09. bouwkundig: metselaar, timmerman, loodgieter, schilder, bouwcalculator, uitvoerder in bouw, meubelmaker, bouwkundig 

tekenaar, bouwkundig beleidsmedewerker, architect; 

10. overig techniek: metaalbewerker, gereedschapmaker, productiemedewerker industrie, monteur, graficus, 

machinebediende, lasser, amanuensis, kraanmachinist, elektricien, fotograaf, metaalkundige, hoofd technische 

dienst, tekenaar/constructeur werktuigbouw, leidinggevende technische productie, (wetenschappelijk) onderzoeker techniek; 

11. transport: chauffeur, postbesteller, schipper, sluiswachter, ladingmeester, conducteur, perronopzichter, loods, 

beleidsambtenaar transport en vervoer, luchtverkeersleider, vlieger, machinist; 

12. agrarisch: arbeider landbouw en veeteelt, jachtopziener, visser, (assistent)onderzoeker landbouw/visserij, dierverzorger, 

keurmeester, bodemkundig onderzoeker, bedrijfshoofd landbouwbedrijf, beleidsmedewerker milieuzaken, 

beleidsmedewerker landbouwkundige zaken, wetenschappelijk onderzoeker cultuurtechniek; 

13. medisch: (leerling) verpleegkundige, ambulancechauffeur, doktersassistente, fysiotherapeut, medisch laborant, 

beleidsambtenaar gezondheidszorg, arbeidstherapeut, arts, medisch adviseur; 

14. taalkundig: nieuwslezer, corrector, bibliothecaris, tolk, vertaler, auteur, beleidsmedewerker informatievoorziening, 

redacteur, archivaris, journalist. 

Project 79.402 20

Personeelsonderzoek 2003 vragenlijst

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Delete template?

Save as template ?