'Als je het niet eenvoudig kunt uitleggen, snap je het zelf niet ... - Ffp

J A A R G A N G 8 ■ N U M M E R 2 ■ J U L I 2 0 1 2
‘Minder uitleg nodig
over werking
product’
‘Als je het niet
eenvoudig kunt
uitleggen, snap je
het zelf niet’
‘Eerst naar
je planner,
daarna pas naar
de notaris’
FFP in
Van Kavel tot Kasteel
op RTL4
22012 F F P M a g a z i n e i s e e n u i t g a v e v a n d e F e d e r a t i e v a n F i n a n c i e e l P l a n n e r s

NNEK biedt als eerste Nederlandse beleggingsonderneming
de klant inzage in de haalbaarheid
van de beleggingsdoelstellingen.
Een gratis en unieke applicatie waarmee de
belegger en/of zijn adviseur in een oogopslag
kan zien of zijn beleggingsportefeuille nog op
de juiste koers ligt. Bovendien kan de gebruiker
op een gemakkelijke manier rekenoefeningen
maken om de haalbaarheid te vergroten.
Voordelen van de
NNEK Haalbaarheidstool zijn:
■ Intuïtieve en gemakkelijke bediening;
■ Realtime informatie over actuele gegevens
van uw klant;
■ Interactie tussen klant en adviseur over de
rekenoefening;
■ 24/7 inzage in de portefeuille;
■ Onderscheidende zorgwens vanuit
betrokkenheid.
Heeft u nog geen klanten ondergebracht bij NNEK
en bent u wel geïnteresseerd? Neemt u dan contact
op met sales manager Michiel van Vugt via
telefoonnummer 088-5510178.

C O L O F O N
FFP Magazine is een uitgave
van de Vereniging FFP.
CONTACTADRES
Secretariaat Vereniging FFP
Postbus 12, 3740 AA Baarn
Telefoon: 035-542 75 38
Fax: 035-542 76 38
Email: info@vffp.nl
Website: www.vffp.nl
PROJECTGROEPEN
Telefoon: 035-542 75 38
Fax: 035-542 76 38
Email: info@vffp.nl
REDACTIEADRES
Oostdam & Partners
Castellastraat 84
6512 EZ Nijmegen
Telefoon: 024-324 32 50
Fax: 024-324 57 69
Email: redactie@ffpmagazine.nl
Website: www.oostdam-partners.nl
VORMGEVING
Amon Design, Amersfoort
FOTOGRAFIE
Raphaël Drent en Marianka Peters
REPRORECHT
Berichten uit FFP Magazine mogen
– uitsluitend met bronvermelding –
overgenomen worden en onder de
voorwaarde dat de redactie daarover
vooraf wordt geïnformeerd.
ABONNEMENTEN
FFP Magazine wordt kosteloos verspreid
onder de leden van de Vereniging FFP
(FFP gecertificeerde Financieel Planners).
Voor personen buiten deze doelgroep
bedraagt de abonnementsprijs g 42,50
(inclusief 6% BTW) per jaar.
Abonnementen gelden voor 1 jaar en
worden – zonder tegenbericht – automatisch
verlengd. Opzeggingen dienen
schriftelijk te geschieden, uiterlijk 6 weken
voor het aflopen van de abonnementsperiode,
aan bovenstaand postadres.
Hoewel aan de totstandkoming van
deze uitgave de uiterste zorg is besteed
aanvaarden de auteurs, redacteuren en
uitgever geen aansprakelijkheid voor
eventuele fouten en omvolkomenheden,
noch voor de gevolgen hiervan.
FFP magazine wordt uitgegeven door
Oostdam & Partners in opdracht van de
Vereniging FFP. De Vereniging FFP kan niet
verantwoordelijk worden gehouden voor
de meningen, visies en standpunten van
derden zoals die tot uidrukking komen in
de artikelen en columns van FFP Magazine.
Dat geldt ook voor alle commerciële
uitingen in de vorm van advertenties,
advertorials en bijlages.
‘Minder uitleg
nodig over
werking product’
‘Eerst naar
je planner,
daarna pas
naar de notaris’
En verder:
Wim Jansen geeft
voorzittershamer
over aan opvolger
Ingmar Vonk
INHOUD
6 10 13
‘Als je het niet
eenvoudig kunt
uitleggen, snap je
het zelf niet’
praktijkcase 1:
Hoge of
lage rente?
21 24 30
FFP in Van
Kavel tot Kasteel
op RTL4
Column 5
praktijkcase 2 16
Mededelingen 18
Agenda 20
Ledenraad onontbeerlijk voor borging belangen FFP’ers 22
Zet dinsdag 9 oktober in de agenda! 27
ALV stemt in met beleid van FFP-bestuurKennis delen 28
als online marketingstrategie 29
FFP werkt mee aan pilot Geldlok 31
F F P M a g a z i n e 3
j u l i 2 0 1 2

Instituut voor Financiële Kennisontwikkeling (IFK)
Trainingen
PE FFP
Het Instituut voor Financiële
Kennisontwikkeling (IFK) biedt
diverse programma’s voor de
Permanente Educatie FFP.
Reguliere PE FFP
Op een handig tijdstip praten
onze uiterst ervaren docenten u
in drie maal zes uur bij over de
laatste ontwikkelingen op een
aantal deelgebieden, waarbij ook
integratie binnen de financiële
planning aan bod komt. Het
programma is efficiënt ingedeeld
en biedt alle gelegenheid
om vragen te stellen. De data, de
locaties en het inschrijfformulier
zijn te vinden op de website.
Lees verder op
www.ifk.nl
Het IFK is al meer
dan vijftien jaar
een onafhankelijke
dienstverlenende organisatie,
die inzicht geeft en objectieve
informatie verstrekt.
Adviseur
Zilveren Golf ® PE FFP
Nederland staat de komende
decennia voor een enorme uitdaging:
de vergrijzing. Daarom
organiseren wij als eerste opleidingsinstituut
in Nederland de
opleiding Adviseur Zilveren Golf ® .
Een unieke opleiding voor de
adviseur die regelmatig met 50plussers
te maken gaat krijgen.
Daarnaast brengen we, met
een speciaal concept, de
Adviseur Zilveren Golf ® onder
de aandacht van de klant. Er
komen bijzondere onderwerpen
aan de orde, zoals late
pensioenopbouw, (leven)testamenten,
emigratie, zorg en
dementie. Start in mei 2013.
Lees verder op
www.zilverengolf.nl
F F P M a g a z i n e 4 j u l i 2 0 1 2
Opleidingen
op maat
Medewerkers hebben soms een
stukje extra opleiding nodig
waarin uw eigen beleid, producten
en diensten worden betrokken.
Bouw samen met het IFK
aan een opleiding voor:
■ een korte bij- en omscholing;
■ de introductie van nieuwe
producten en diensten;
■ de integratie van vaardigheden;
■ de behandeling van
actualiteiten;
waarbij IFK de mogelijkheid biedt
tot het verzorgen van:
■ syllabi;
■ klassikaal onderwijs met
of zonder docent;
■ blended learning;
■ e-learning.
Meer informatie? Mail naar
jelle.vandenberg@ifk.nl
Bel voor meer informatie: 010-4532171, of kijk op www.ifk.nl
Bel 024 – 324 3250
of mail adverteren@ffpmagazine.nl

COLUMN
Het Wijzigingsbesluit financiële markten 2013, waarin demissionair minister
Jan Kees de Jager (Financiën) nieuwe eisen formuleert met betrekking tot de
vakbekwaamheid van financieel adviseurs, mag rekenen op veel kritiek vanuit
de markt. De recentelijk afgesloten consultatieronde leverde tal van reacties
op, niet in de laatste plaats van de Vereniging FFP, die dan ook enkele funda-
mentele aanpassingen heeft voorgesteld.
SYMBOOLpolitiek
De FFP juicht het toe dat de overheid groot voorstander is
van een hoger vakbekwaamheidniveau in de financiële
sector. De wijze waarop dit doel moet worden bereikt, is
echter volgens de FFP voor discussie vatbaar. Het
Wijzigingsbesluit, zoals het nu op tafel ligt, zou grotendeels
kunnen worden getypeerd als ‘symboolpolitiek’.
Met als meest opvallende exponent daarvan de voorgestelde
invoering van een bankierseed voor 250.000
medewerkers bij alle financiële instellingen in ons land.
Immers, dit initiatief zal op zichzelf niet of nauwelijks bijdragen
aan de vurig bepleite cultuuromslag in de financiële
sector en heeft louter symbolische waarde, zoals ook
door de minister zelf is erkend.
Fundamentele veranderingen ten gunste van de consument
zullen alleen dan kunnen plaatsvinden indien alle
noodzakelijke randvoorwaarden daartoe zijn ingevuld
door de sector, daarbij gesteund door verstandige
wet- en regelgeving. Als Vereniging
FFP staan wij op het standpunt dat die randvoorwaarden
nu nog onvoldoende zijn ingevuld,
getuige de consultatienota van de
demissionaire minister. Met name het ontbreken
van een integrale visie op het borgen
van de vakbekwaamheid en het principiële
uitgangspunt dat de cliënt daarin te allen
tijde centraal staat, is voor de FFP een (te)
groot gemis.
De voornemens met betrekking
tot de vakbekwaamheid
beperken zich slechts
tot het wettelijk deskundigheidsbouwwerk.
De
hogere vakbekwaamheidniveaus,
geïnitieerd
door onder meer keurmerkorganisaties
als
F F P M a g a z i n e 5 j u l i 2 0 1 2
de FFP, worden buiten beschouwing gelaten. Ten onrechte,
omdat daarmee een logische samenhang tussen wettelijke
en keurmerkkwalificaties blijft ontbreken. Een van
de nadelen van het ontbreken van een volledig geïntegreerd
vakbekwaamheidbouwwerk is dat dit leidt tot
dubbele studiebelasting en kosten voor adviseurs, zodat
efficiencyvoordelen niet benut worden.
Een meer principieel kritiekpunt is het ontbreken van
randvoorwaarden omtrent het klantbelang. Dit klantbelang
is een van de onmisbare steunpilaren onder het
nieuwe deskundigheidsbouwwerk. Daarbij acht de FFP
het bovendien wenselijk, zo niet noodzakelijk, dat in de
wet een definitie van advies wordt opgenomen die niet
langer is gericht op het product, maar op de cliënt. Mede
daarom concludeert de FFP dat een fundamentele transitie
van productverkoop naar klantadvies, zoals alom
wordt gewenst, in elk geval wettelijk kan worden afgedwongen.
Dat heeft de historie wel geleerd. Om de toegang
tot dit financieel advies laagdrempeliger te maken,
zullen de kosten daarvan, net als bij het productadvies,
wel fiscaal aftrekbaar gemaakt moeten worden.
Zoals gezegd, de FFP is groot voorstander van een cultuurverandering
in de financiële sector die het belang
van cliënt of consument als uitgangspunt neemt. De weg
om deze cultuurverandering te bewerkstelligen, is geplaveid
met goede voornemens, zoals ook in de consultatienota
valt te lezen. Maar ook goede voornemens behoeven
soms bijstelling in het licht van voortschrijdend inzicht.
Het is te wensen dat de minister de reacties uit de markt,
waaronder die van de FFP, op hun waarde weet te schatten,
zodat veel van zijn voorgestelde maatregelen geen
symboolpolitiek zullen blijven.
■
Marc van Poeteren
Voorzitter Vereniging FFP

I N T E R V I E W
Eenvoudigere polisvoorwaarden helpen ook financieel planner
‘Minder uitleg nodig over
WERKING
product’
Het vertrouwen van consumenten in de financiële
sector heeft de afgelopen jaren een knauw
gekregen. Daar moet aan gewerkt worden, vindt
het Verbond van Verzekeraars. De koepel startte
in 2009 daarom het programma ‘Verzekeraars
Vernieuwen’. Daarbinnen is dit jaar het vereenvoudigen
van polisvoorwaarden één van de speerpunten. Financieel adviseurs
en planners kunnen er hun voordeel mee doen. “Die hoeven zich minder bezig
te houden met uitleg over de werking van producten”, denkt Verbond-directeur
Harold Herbert.“Zij kunnen zich concentreren op de financiële situatie en
wensen van de klant.”
De start van het programma ‘Verzekeraars Vernieuwen’
volgde op zorgwekkende onderzoeksresultaten, die uitwezen
dat het consumentenvertrouwen in 2009 was
gedaald tot een historisch dieptepunt van –36. Na een
korte opleving in 2010 is dit vertrouwen nog niet erg toegenomen:
-32 in het vierde kwartaal van 2011. Het deel
van de consumenten dat een positief gevoel heeft bij verzekeraars
is gedaald tot de helft, tegen bijvoorbeeld nog
80% in 2004.
Consumenten stellen hun oordeel over verzekeraars
negatief bij door negatieve berichtgeving of door een
negatieve ervaring met een verzekeraar. Lagere scores zijn
er vooral op de aspecten betrouwbaarheid, deskundig-
F F P M a g a z i n e 6
j u l i 2 0 1 2
heid, zekerheid, snelheid en voordeligheid, zo blijkt uit
consumentenonderzoek van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek
(CVS). Opvallend is overigens dat jongere
consumenten overwegend negatiever denken over verzekeraars
dan 50-plussers.
Keurmerk
Met het programma ‘Verzekeraars Vernieuwen’ moet het
geschonden imago van verzekeraars bij de consument
worden verbeterd. De ontwikkeling van het Keurmerk
Klantgericht Verzekeren (KKV) is daar een onderdeel van.
Dit keurmerk is onder meer gericht op het gebruik van begrijpelijke
taal, bijvoorbeeld in folders en correspondentie

met klanten. Gek genoeg worden er nog geen eisen gesteld
aan de polisvoorwaarden. Als het aan Harold Herbert
ligt, komt daar spoedig verandering in. “Maar”, zo benadrukt
hij. “De Stichting Toetsing Verzekeraars is een zelfstandig
orgaan en die stelt de normen voor het keurmerk
op. Die normen worden voortdurend bijgesteld, aangescherpt.
Zij zijn zich bewust van de discussie over de polisvoorwaarden
en zullen daar rekening mee houden, vermoed
ik. Maar nogmaals, het is niet het Verbond van Verzekeraars
dat de normen voor het KKV-keurmerk opstelt.”
Discussies voorkomen
Herbert legt uit waarom eenvoudige polisvoorwaarden
zo belangrijk zijn. “Het vertrouwen van consumenten
moet je te allen tijde behouden en waar mogelijk terugwinnen.
Dat begint bij het waarmaken van je beloftes.
Daarvoor is het noodzakelijk dat de verwachtingen die
een consument heeft duidelijk zijn en maximaal aansluiten
bij de eigenschappen van de polis die hij koopt. Als die
twee niet overeenkomen, loop je het risico op teleurstellingen
als een polis tot uitkering komt. Dat alles begint
met begrijpelijke polisvoorwaarden.”
Het Verbond van Verzekeraars liet bestaande polisvoorwaarden
analyseren en kwam tot de conclusie “dat die
overwegend traditioneel zijn geschreven, met het oogmerk
om juridische discussies te beslechten.”Herbert streeft
naar een kentering in de denkwijze. “We moeten discussies
juist voorkomen! Als er discussie komt, is er al sprake
van teleurstelling. Kennelijk had die consument iets anders
verwacht dan hij kreeg. De focus moet liggen op het voorkomen
van discussies. Dat kan door helder te maken wat
je van een product wel en niet mag verwachten.”
Aflossingsvrij
Consumenten hechten groot belang aan de eenvoud
van verzekeringen en duidelijke polisvoorwaarden:
slechts 2% zegt dit onbelangrijk
te vinden, zo blijkt uit de
Consumentenmonitor, een onderzoek
uitgevoerd door het
Centrum voor Verzekeringsstatistiek,
onderdeel van het
Verbond van Verzekeraars.
Die monitor wijst tevens uit
dat ruim een kwart van de
consumenten (28%) polisvoorwaarden
nooit of
slechts globaal leest bij
het afsluiten van een
verzekering. Van de consumenten
die de polisvoorwaarden
wél zorg-
☛
F F P M a g a z i n e 7 j u l i 2 0 1 2

I N T E R V I E W
☛
Tips voor begrijpelijker taal
☛
vuldig doornemen, begrijpt één op de vijf niet
wat er staat.
Les één in het aantrekkelijker en begrijpelijker
maken van teksten is het vermijden van vaktaal,
zo hield Wessel Visser van Bureau Taal
onlangs een groep verzekeraars voor, tijdens
een informatiesessie van het Verbond van
Verzekeraars over dit onderwerp. Een sprekend
voorbeeld van een misverstand dat ontstaat
door het gebruik van vaktaal is de term
‘aflossingsvrije hypotheek’. Uit onderzoek
blijkt namelijk dat de helft van de Nederlandse
consumenten hierbij denkt
dat ze helemaal niets hoeven af
te lossen, ook niet na 30
jaar. Herbert kent het
voorbeeld: “Het is echt
een schrikbarend grote
groep mensen die
denkt dat het huis na
30 jaar gewoon van
hen is, zonder een
euro te hebben
afgelost.”
Na de informatiesessie liet het Verbond van Verzekeraars een werksessie beginnen,
waarin de aanwezigen onder meer de drie belangrijkste tips op een rij moesten zetten.
Een bloemlezing van dit tips volgt hierna:
■ Houd doel en doelgroep altijd voor ogen bij het schrijven.
■ Maak teksten persoonlijk: liever “u” dan “de verzekerde”.
■ Vermijd vaktaal. Woorden als dekking en eigen risico zijn voor een consument al moeilijk.
■ Gebruik korte zinnen. Tien woorden is het maximum.
■ Schakel een tekstschrijver in, eventueel extern.
■ Toets of dat wat je hebt bedacht ook aansluit bij je doelgroep.
■ Laat de tekst lezen door iemand die geen verstand heeft van verzekeren. Dat hoeft niet
per se iemand van buiten te zijn. Denk ook eens aan de postkamer of de collega’s op
de boekhouding.
■ Zorg voor draagvlak, tijd en prioriteit in de hele organisatie.
■ Verwacht geen wonderen: een begrijpelijke tekst betekent niet automatisch alle begrip!
F F P M a g a z i n e 8 j u l i 2 0 1 2
PREMIEBETALING
Een ander voorbeeld is de tekst uit de polisvoorwaarden
van sommige verzekeraars
onder het kopje premiebetaling: Als u dit
nalaat binnen 14 dagen na de eerste aanmaning,
wordt niet langer dekking verleend ten
aanzien van de schade die is ontstaan na deze
14 dagen. Een nadere ingebrekestelling is niet
vereist. U blijft niettemin gehouden tot betaling
van elk verschuldigd bedrag, vermeerderd
met eventuele incassokosten en wettelijke
rente. De dekking is weer van kracht 24 uur
nadat wij het verschuldigde bedrag en eventuele
kosten hebben ontvangen. Voor schade
ontstaan in de periode gerekend vanaf 14
dagen na de eerste aanmaning tot het
moment waarop de dekking weer van kracht
werd, vindt geen vergoeding plaats.
“Als ik naar deze oorspronkelijke tekst kijk,
moet ik denken aan een uitspraak van Johan
Cruijff”, zegt Herbert. “Als ik wilde dat je het
begreep, had ik ’t wel beter uitgelegd.”
Uit consumentenonderzoeken komen verrassende
zaken naar boven over vaktaal. “Zo
snappen niet veel mensen wat wordt bedoeld
met de term uitsluiting.” Maar ook het
woord indexering, bijvoorbeeld veel gebruikt
bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, is
weinig helder voor consumenten. “Een veel
gehoorde uitleg is ‘het maken van een index,
het rubriceren van dingen’. Sommige verzekeraars
hebben dat eens proberen te ondervangen
met het woord ‘klimming’, maar dat
zorgde weer voor nieuwe misverstanden.
Vakkennis
Herbert adviseert dan ook vereenvoudigde
polisvoorwaarden altijd eerst te toetsen op
begrijpelijkheid bij de beoogde doelgroep
zelf. Het herschrijven van de teksten kunnen
bedrijven zelf nog wel voor hun rekening
nemen. Al ligt hier het gevaar op de loer dat
iemand met veel vakkennis zelden in staat
is een tekst heel helder te vertalen voor
iemand die heel weinig kennis van financiële
zaken heeft. Afstand helpt in dat geval. “Het
is goed met een frisse blik tegen teksten aan
te kijken. Maar verzekeraars hebben zelf ook
marketing- en communicatiemensen in
dienst die dit heel goed zouden moeten kunnen.
De een zal meer externe hulp nodig
hebben dan de ander.”

Oude en nieuwe
polisvoorwaarden
Om een indruk te geven hoe polisvoorwaarden
worden herschreven, zijn hieronder
enkele voorbeelden weergegeven van de
voorwaarden voor de aansprakelijkheidsverzekering
voor particulieren (avp) uit het jaar
2000. Daarbij wordt de herschreven tekst telkens
voorafgegaan door de oude formulering.
3.2 Onderlinge aansprakelijkheid (oud)
De aansprakelijkheid van de verzekerden ten
opzichte van elkaar is uitsluitend meeverzekerd
voor de door de betrokken verzekerden geleden
schade aan personen en voor zover deze verzekerden
ter zake van het gebeurde geen aanspraken
uit anderen hoofde hebben. Geen schadevergoeding
zal worden verleend indien de vorderende
partij een ander is dan een rechtstreeks
bij de gebeurtenis betrokken benadeelde
natuurlijk persoon of diens nagelaten betrekkingen.
De aansprakelijkheid van een verzekerde
jegens huispersoneel voor schade ten gevolge
van bedrijfsongevallen is ook ten aanzien
van schade aan zaken meeverzekerd.
5.2 Wat doen we als een verzekerde schade veroorzaakt
bij een andere verzekerde? (nieuw)
Veroorzaakt een verzekerde schade bij een andere
verzekerde? Dan betalen we alleen de schade als
de ander gewond is geraakt, ziek is geworden of
is overleden. We betalen niet als deze verzekerde
een andere verzekering heeft die de schade
betaalt. Bijvoorbeeld een zorgverzekering. Schade
aan spullen en dieren betalen we niet. Dit doen
we wel voor mensen die in uw huis werken.
4.1 Opzet (oud)
Niet verzekerd is de aansprakelijkheid:
■ van een verzekerde voor schade veroorzaakt
door en/of voortvloeiende uit zijn/haar
opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht
wederrechtelijk handelen of nalaten;
■ van een tot een groep behorende verzekerde
voor schade veroorzaakt door en/of voortvloeiende
uit opzettelijk en tegen een persoon
of zaak gericht wederrechtelijk handelen
of nalaten van een of meer tot de groep
behorende personen, ook in geval niet de
verzekerde zelf zodanig heeft gehandeld of
nagelaten.
Aan het opzettelijk karakter van dit wederrechtelijk
handelen of nalaten doet niet af dat de
verzekerde of, ingeval deze tot een groep
behoort, een of meer tot de groep behorende
personen zodanig onder invloed van alcohol of
andere stoffen verkeert/verkeren, dat deze/die
niet in staat is/zijn de wil te bepalen.
De Verbond-directeur is in elk geval blij dat
het bewustzijn is ontstaan van de noodzaak
dit onderdeel te verbeteren. “Het onderwerp
leeft bij bijna alle verzekeraars.” Soms ligt
een deel van de oplossing al in het eenvoudiger
maken van de producten, maar dat kan
niet altijd uitkomst bieden, meent Herbert.
“Onderdelen als indexatie en arbeidsongeschiktheidscriterium
zullen altijd wel onderdeel
blijven van een aov. Dat kan weinig eenvoudiger.
Dan komt het aan op de uitleg.”
Schijntegenstelling
Een veel gehoord argument tegen vereenvoudiging
van polisvoorwaarden is het
(mogelijke) verlies aan juridische zekerheid.
Een voorbeeld van Visser (Bureau Taal) tijdens
eerdergenoemde informatiesessie bij
het Verbond van Verzekeraars maakte die
spagaat zichtbaar.Volgens Visser kan de werking
van een aansprakelijkheidsverzekering
als volgt worden uitgelegd: “Veroorzaakt u
schade aan iemand anders of aan de spullen
van iemand anders? Dan moet u die schade
betalen. Daarvoor is deze verzekering. Wij
betalen dan de schade.” Een jurist in de zaal
wees er echter op dat de tekst zo niet klopt.
“Als ik schade veroorzaak, is het niet per definitie
zo dat ik moet betalen.”
De juridische bezwaren tegen begrijpelijke
teksten wuift Herbert echter weg. “In voorgaand
voorbeeld is één onderdeeltje vergeten.
Dat is best aan te passen. Ik blijf van
mening dat het wél eenvoudig kan, zonder
juridisch in de problemen te komen. Ik vind
het een schijntegenstelling, want als de teksten
niet duidelijk zijn, zal de rechter vrijwel
altijd oordelen in het voordeel van de klant.”
Hij verwijst naar het woekerpolisdossier. “Als
een klant echt teleurgesteld raakt, dan zijn
ook de juridische teksten onvoldoende. Het
was niet wat de klant dacht dat het was.”
Bovendien kent hij geen voorbeeld van een
verzekeraar die juridisch flink in de problemen
is gekomen door het vereenvoudigen
van polisvoorwaarden.
Herbert legt juist het juridische belang van
eenvoudige teksten uit. “Voor het tot stand
komen van een overeenkomst tussen een
klant en een verzekeraar is wilsovereenstemming
nodig. Van overeenstemming kan
alleen sprake zijn met duidelijke taal. De
F F P M a g a z i n e 9 j u l i 2 0 1 2
polisvoorwaarden blijven een juridisch document
en in die zin begrijp ik dat de jurist op
het belang ervan wijst. Maar het kan best
eenvoudiger, zonder dubbele ontkenningen,
zonder vaktaal. Daar is veel winst te halen,
ook door de polisvoorwaarden goed in te
delen.” De grafische kant, de plaatjes dus,
kunnen daar ondersteuning aan bieden.
“Maak het vindbaar, goed doorzoekbaar en
begrijpelijk!”
Meer papier
Weer andere critici stellen dat eenvoud juist
tot meer tekst leidt. Immers, een begrijpelijke
zin mag maximaal 10 tot 12 woorden tellen
(taalniveau B1). En korte zinnen noodzaken
tot meer zinnen. Zoals het vermijden van
vaktaal zorgt voor ruimere omschrijvingen
van die termen. Herbert acht het mogelijk
dat de medaille juist de andere kant op valt.
“Als polisvoorwaarden meer helderheid bieden,
zijn er minder productwijzers, productfolders
en andere informatiepakketten nodig.
Kijk eens wat een klant bij een gemiddeld
hypotheekadvies aan papierwerk meekrijgt.
Het is vaak een stapeling van documenten,
die deels zijn oorsprong vindt in de onduidelijkheid
van de productvoorwaarden. We
moeten minder de symptomen bestrijden
maar meer de kiem; dan heb je straks om
minder flankerende documenten nodig.”
Adviseurs
Met het vereenvoudigen van de productvoorwaarden
kunnen financieel planners
hun voordeel gaan doen, meent Herbert.
“Adviseurs hoeven zich straks minder bezig
te houden met het geven van uitleg over de
werking van producten. Daardoor kunnen ze
zich meer concentreren op de financiële situatie
en de wensen van de klant. Dat lijkt mij
winst.”
Hij vraagt financieel planners daarom ook
om medewerking aan het project en hun
reacties door te geven aan het Verbond.
“Adviseurs ondervinden dagelijks de directe
klantervaring. Zij kunnen dus vanuit de praktijk
feedback geven over de wijze waarop
productvoorwaarden door klanten worden
ervaren. Ze kunnen direct vanuit die klant suggesties
doen voor verbetering. Dat is voor verzekeraars
heel waardevolle informatie.” ■

I N T E R V I E W
Wessel Visser van BureauTaal:
‘Als je het niet
EENVOUDIG
kunt uitleggen,
snap je het zelf niet’
Wie een financieel product koopt, heeft recht op duide-lijke informatie. Dat is zo
vastgelegd in de Wft en dituitgangspunt wordt ook volledig omarmd door de
Vereniging FFP. In de praktijk blijkt dat veel informatie voor consumenten moeilijk
leesbaar is. De FFP wil initiatieven die bijdragen aan heldere cliëntcommunicatie
graag bevorderen. In deze editie van FFP magazine daar-om speciale aandacht
voor dit onderwerp. BureauTaal heeft zich gespecialiseerd in het ondersteunen
van bedrijven op het gebied van eenvoudig en begrijpelijk taalgebruik. Het bedrijf
wordt vaak ingeschakeld door financiële dienstverleners.
Volgens Wessel Visser, directeur van Bureau-
Taal, lijkt ook de markt steeds meer bereid
om transparant te (gaan) communiceren:“de
branche ziet in dat dit ook commerciële kansen
oplevert!” Wessel Visser studeerde
bestuurskunde in Enschede en politicologie
in Nijmegen. In de jaren na zijn afstuderen
werkte hij als beleidsonderzoeker voor uiteenlopende
opdrachtgevers, maar in de
zomer van 2002 richtte hij -naar eigen zeggen
bij toeval- BureauTaal op.“Begin dat jaar
hadden mijn partner en ik een bureau overgenomen,
dat examens en toetsen maakte”,
vertelt hij.“Zij werkte daar al en had verstand
van taal, ik had de nodige managementervaring. Al snel
na de overname vroeg ze me: “Is het niet eens tijd dat jij
je gaat verdiepen in taal?’Ze gaf me daarop een boek over
taalniveaus dat ik volgens haar maar eens moest lezen.
F F P M a g a z i n e 10 j u l i 2 0 1 2
Om je de waarheid te zeggen: ik snapte er niets van.”
“Kort daarop, op een zaterdagochtend, gebeurde het. De
postbode bracht een aanslag van de Belastingdienst met
een toelichting erbij. Ik vroeg haar: ‘Dus jij en onze collega’s
kunnen zeggen wat het taalniveau van deze tekst is?’
Dat beaamde ze.‘En zij kunnen deze tekst ook zo aanpassen
dat iedereen het kan begrijpen?’ Ook hierop antwoordde
ze bevestigend. ‘Dan gaan we dat doen’, zei ik.
‘We krijgen nooit heel Nederland op dat hoge taalniveau,
dus keren we het om.”
Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan.“In de eerste
jaren was het zwoegen. Het was immers een nieuw
concept en hoewel er ook toen al veel communicatiebureaus
waren, deed niemand iets met taalniveaus en
begrijpelijk schrijven. Dat betekende, dat we onze eigen
markt moesten aanboren en onze potentiële klanten
moesten uitleggen dat ze een probleem hadden, wat dat
probleem precies inhield en hoe ze het konden oplossen.”

Recht op begrijpelijke informatie
Toch kwam steeds meer begrip en waardering voor de
diensten van BureauTaal.“En toen hadden we geluk”, zegt
Visser. “Ik raakte in contact met de AFM. Enkele jaren
daarvoor had minister Zalm in de Wet op het financieel
toezicht het artikel opgenomen, waarin staat dat consumenten
recht hebben op begrijpelijke informatie en de
AFM wilde dat gaan handhaven. Zij vroegen mij om
samen met hen op te trekken.‘Wij gaan banken en verzekeraars
vertellen dat ze moeten veranderen, zij zullen vervolgens
zeggen dat dit onmogelijk is, en daarna leg jij uit
dat het wél kan en hoe ze dat moeten aanpakken”
Visser greep de kans met beide handen aan en verzorgde
in samenwerking met de AFM een aantal bijeenkomsten
voor de Nederlandse Vereniging van Banken, het Verbond
van Verzekeraars en Zorgverzekeraars Nederland. “In die
periode heb ik snel een groot netwerk binnen de branche
gekregen en sinds die tijd werkt BureauTaal veel voor
financiële dienstverleners.”
Inmiddels is er veel veranderd in de financiële sector,
meent Visser.“Was het in het begin zo dat banken en verzekeraars
zich schikten naar de regelgeving, inmiddels is
het besef gegroeid dat transparant en begrijpelijk communiceren
vooral een -commerciële- kans is. Niet alleen
omdat je je op die wijze kunt onderscheiden, maar ook -
of juist- omdat het kan helpen het consumentenvertrouwen
te herstellen en het branche-imago te verbeteren. Er
is bij financiële dienstverleners een intrinsieke motivatie
ontstaan om begrijpelijk te willen communiceren. Ze realiseren
zich dat vertrouwen een sleutelconcept is in hun
business, dat ze dat vertrouwen kunnen terugwinnen
door transparantie en dat dit weer commercieel effectief
is. En dan heb je de AFM eigenlijk niet meer nodig.”
Praktijkvoorbeelden
“Zo zijn wij nog niet zo lang geleden benaderd door een
bank met de vraag om de hypotheekofferte te schrijven
op taalniveau B1, het taalniveau dat de meeste mensen
goed begrijpen. Nadat we ons voorstel hadden terugge-
F F P M a g a z i n e 11
j u l i 2 0 1 2
☛

☛
I N T E R V I E W
stuurd, hoorden we niets meer en namen
daarom zelf contact op om te vragen of ons
voorstel naar wens was.‘We zijn wel erg
geschrokken’, was de reactie. ‘We
hebben de tekst vijf keer moeten
lezen om te begrijpen dat het
echt onze offerte was.”
De bank schakelde een
onderzoeksbureau in om de
offertetekst bij consumenten
te testen. Met een verbluffend
resultaat. Visser:
“Klanten zeiden: ‘Niet alleen
de positieve aspecten worden
toegelicht, ook de negatieve
staan duidelijk vermeld! Dit
is zo helder, dat geeft me zoveel
vertrouwen, daar kan ik direct voor
tekenen.’ De nieuwe teksten zijn
inmiddels in gebruik en nog elke dag zijn
de klanten aangenaam verrast. De adviseurs
op hun beurt sluiten makkelijker én sneller
hypotheken.”
Ook verzekeraars willen mee in deze ontwikkeling,
onder meer door hun polisvoorwaarden
te vereenvoudigen. Dat daar veel
belangstelling voor is, merkte Visser onlangs
toen het Verbond van Verzekeraars hem uitnodigde
voor de informatiedag over het
onderwerp. “Er was zoveel animo vanuit verzekeringsmaatschappijen,
dat er een tweede
sessie moest worden belegd. Ook verzekeraars
realiseren zich dat ze moeten veranderen,
waardoor je in verzekeringsland dezelfde
beweging ziet als in bankenland. Want wie
niet transparant wordt, gaat het zwaar krijgen.”
Kansen voor financieel planners
De behoefte van consumenten aan transparantie
en duidelijkheid biedt ook financieel
planners veel kansen, meent Visser. “Ik
denk dat er voor hen een mooie toekomst
kan zijn. Juist omdat zij hun klanten kunnen
helpen met alle financiële zaken en niet
alleen ad hoc handelen. Want hoewel iedereen
ermee bezig is, is de hoeveelheid papier
ongekend. Er moet nog zoveel gebeuren, dat
gaat de banken en verzekeraars nog vele
jaren kosten. Zolang die meters nog gemaakt
moeten worden, kan de financieel planner
zich profileren als degene die al die onbegrijpelijke
taal kan duiden.”
Zeker voor financieel planners is het vertrouwen
van de klant van het grootste belang.“Je
legt immers je hele financiële hebben en
houwen in zijn schoot. Goed in je vak zijn is
dan niet voldoende, je moet het vertrouwen
winnen van je cliënt. Leer dus van de fouten
die de branche in het verleden heeft
gemaakt. Als je er als financieel planner voor
kiest om de juiste weg te bewandelen, denkt
de klant ‘hij is er echt voor mij’ en dan doe je
zaken!”
Overheid
Bureau Taal werkt ook veel voor de overheid
en dan met name voor gemeenten. “Daar is
het eigenlijk van hetzelfde laken een pak”,
vertelt Visser. “Ik zal een voorbeeld geven.
Elke gemeente voert een beleid waardoor
lagere inkomens minder gemeentelijke
belastingen hoeven te betalen. Dat heet
kwijtschelding en dat woord staat ook op
alle folders. Stel je voor dat iemand die voor
kwijtschelding in aanmerking komt zo’n fol-
F F P M a g a z i n e 12 j u l i 2 0 1 2
der ziet, bijvoorbeeld bij de huisarts of in de
bibliotheek. Vaak zijn het mensen die
het woord ‘kwijt’ wel kennen en ook
het woord ‘schelden’. Kwijt wordt
geassocieerd met belasting
betalen -dan zijn ze hun
geld immers kwijt- en
daarover willen ze nog
wel eens schelden. Het
woord kwijtschelden als
geheel kennen mensen
niet. Dus laten ze de folder
gewoon liggen.”
Uit cijfers van het Sociaal
Cultureel Planbureau blijkt
dat de helft van alle mensen
die recht hebben op kwijtschelding,
deze nooit aanvragen.
“Dat komt enkel, omdat er niet
begrijpelijk genoeg over wordt gecommuniceerd.
Wij helpen gemeenten
om de burgers wél helder te informeren. Dat
is beter voor alle partijen: als overheid doe je
betere zaken met je burgers én bespaar je
vaak ook nog op de kosten.”
Status
Maar waar komt toch de neiging vandaan
om moeilijk te formuleren? “Eigenlijk weten
we nog weinig van de achtergrond daarvan”,
besluit Visser. “Een van de redenen zou kunnen
zijn dat mensen status ontlenen aan
ingewikkeld taalgebruik. Zo van: kijk mij eens
intelligent zijn met mijn moeilijke woorden
en ingewikkelde zinsconstructies.”
“Ironisch genoeg hebben ze daarin geen
gelijk. Onlangs heeft een Amerikaanse
wetenschapper er onderzoek naar gedaan.
Hij liet mensen twee teksten over hetzelfde
onderwerp lezen, waarvan de ene moeilijk en
de andere eenvoudig was geformuleerd.
Toen hij daarna vroeg wie van de schrijvers
de meest intelligente was, zei het gros van de
respondenten ‘Degene die de eenvoudige
tekst heeft geschreven.’ Lezers trappen er
dus niet in. Zei Einstein niet al:‘Als je het niet
eenvoudig kunt uitleggen, dan snap je het
zelf niet.”
■

In elke uitgave van FFP Magazine zullen leden van de FFP kennisgroepen één of
twee actuele praktijkcases aandragen. De kennisgroepen zijn samengesteld uit
deskundige FFP’ers op uiteenlopend gebied. De groepen vormen als het ware de
oren en ogen van het FFP bestuur en zij ondersteunen en adviseren het bestuur
bij het bepalen van standpunten, visies en commentaren. Kennis delen is een
belangrijk aandachtspunt voor FFP. In deze uitgave een bijdrage van de FFP
Kennisgroepen Belastingen & Financieren.
UIT DE PRAKTIJK
Hoge of lage
RENTE?
De Stamrecht BV en de eigen
1
hypotheekverstrekking
Financiële planning heeft een grote toegevoegde waarde
voor veel mensen. Zeker wanneer er sprake is van een besloten
vennootschap (BV) met vermogen, dan zijn er extra
planningsmogelijkheden met betrekking tot de (eigen)
hypotheekverstrekking. Onderstaande casus laat dit zien.
Het uitgangspunt in deze casus is een ontslagvergoeding
van 1 750.000 die een klant ontving van zijn werkgever. In
het kort komt de casus er als volgt op neer:
De klant had al op advies van zijn fiscalist besloten om de
e fase: inkomensplanning en
vermogensstructurering
Als eerste stap is door middel van financiële planning vastgesteld
hoe op lange(re) termijn de inkomens- en vermogenspositie
van de klant er uitziet zonder ontslagvergoeding.
Hierin zijn ook de specifieke wensen van de klant verwerkt
omtrent wonen en uitgavenpatroon. De belangrijkste
vragen die hieruit beantwoord moesten worden, zijn:
■ In hoeverre kan het gewenste netto besteedbaar
inkomen uit het reguliere inkomen en vermogen
worden betrokken?
■ In welke belastingschijven wordt het Box-1 inkomen
Leeftijd, burgerlijke staat: 54 jaar, getrouwd, partner
belast; zowel tot de pensioendatum als na het ingaan
geen inkomen, 1 kind.
van het pensioen?
Salaris tot ontslagdatum: 1 225.000
De antwoorden hierop zijn van belang om te kunnen be-
Ontslagvergoeding: 1 750.000
palen wanneer het stamrecht het beste tot uitkering kan
Salaris na ontslagdatum (nieuwe baan elders): 1 90.000
komen. Is dit direct ingaand, vóór of juist na de pensioen-
Premievrij ouderdomspensioen: 1 85.000 (excl. AOW) datum.
Op te bouwen ouderdomspensioen: 1 17.000
Uit de financiële planning is naar voren gekomen dat de
Privé vermogen: 1 550.000
klant budgettair prima uitkomt. Het inkomen en ver-
Privé woning: 1 940.000 (WOZ)
mogen zonder ontslagvergoeding is reeds ruimschoots
Bancaire hypotheek op de privé woning: 1 635.000 tegen 5,0% voldoende om het netto besteedbaar inkomen op het
gewenste niveau te brengen.
De andere conclusie is dat de klant met zijn inkomen in
ontslagvergoeding te storten in een op te richten BV. De Box-1 gedurende de gehele looptijd van de financiële
vraag is nu hoe het geld in deze zogeheten Stamrecht BV planning in de hoogste belastingschijf (52%) zit. Dit,
het beste kan worden aangewend.
exclusief de stamrechtuitkeringen.
F F P M a g a z i n e 13
j u l i 2 0 1 2
☛

UIT DE PRAKTIJK 1
☛ Op basis van deze bevindingen kan derhalve worden speelt bij deze klant niet. Het sparen van het vermogen in
vastgesteld dat de ontslagvergoeding niet nodig is voor de BV levert een depositotarief op van maximaal 4%. Als
het budgettair inkomen en ook niet om het Box -1 inko- hij hiervoor kiest, is het tariefsmatig eigenlijk voordeliger
men in bepaalde jaren op te hogen om zo de belasting- om rechtstreeks via een banklijfrente te sparen.Voor deze
schijven optimaal te kunnen gebruiken.
klant gaat de keuze met name tussen beleggen in effec-
Het advies was daarom om de uitkeringen uit de ontten of het overnemen van de hypotheek. Hij betaalt nu
slagvergoeding door middel van de BV uit te stellen tot 5% rente over zijn hypotheeklening aan de bank. Het te
de pensioendatum. Zodoende profiteert de klant van het verwachten rendement bij het beleggen in een effecten-
uitstel van de belastingheffing tegen 52% inkomstenbeportefeuille met een neutraal doelrisicoprofiel (hetgeen
lasting en tevens van een lagere belasting in Box-3. Als de passend is bij het gewenste doel en de beleggingshorizon)
klant namelijk zou kiezen voor het direct uitkeren van het is 6%. Het verstrekken van een hypotheek via de eigen BV
stamrecht, dan verhoogt hij daarmee zijn belastbare Box- levert bovendien een gegarandeerd rendement op, ter-
3 vermogen. De klant heeft de uitkeringen immers niet
nodig voor zijn bestedingen.
wijl het rendement van beleggen in effecten onzeker is.
Vaststellen hypotheekrente bij eigen BV
2e fase: aanwending van het vermogen
Verder kan je bij het verstrekken van een hypotheek via de
in de stamrecht BV en rentepolitiek eigen BV zelf het rentepercentage vaststellen, dat is
De klant besloot om zijn loonstamrecht in ieder geval uit gebaseerd op een zakelijk marktconform tarief en afhan-
te stellen tot op zijn 65-jarige leeftijd. Hij overwoog de kelijk is van de rentevast periode. Omdat bij deze klant de
volgende opties met dit vermogen:
hypotheekrente tegen het hoogste belastingtarief van
■ sparen in de BV.
52% aftrekbaar is, is een hoge hypotheekrente relatief
■ beleggen in effecten in de BV.
voordeliger. Immers, in privé is het belastingvoordeel 52%,
■ overnemen van de hypotheek bij de bank.
terwijl in de BV een lagere belastingdruk van toepassing
is. In eerste instantie geldt voor de BV 20% vennoot-
Belangrijk bij deze keuzemogelijkheden is in het ogenschapsbelasting (een stamrecht BV maakt over het algeschouw
te nemen in hoeverre het vermogen flexibel aanmeen niet meer winst dan de drempel van 1 200.000
wendbaar moet zijn. Bijvoorbeeld om te gebruiken als waarover 25% vpb verschuldigd is) en pas bij uitkeren van
startkapitaal voor een eigen onderneming. Dit argument de winst, 25% Box-2 heffing. Cumulatief is de belasting-
F F P M a g a z i n e 14 j u l i 2 0 1 2

druk aan de ontvangstkant dus 40% en het
belastingvoordeel aan de uitgavenkant 52%.
Dit voordeel kan overigens niet alleen bij
stamrecht BV’s worden bereikt, maar bij alle
BV’s met overtollig vermogen dat kan worden
uitgeleend in privé voor de financiering
van de eigen woning. Een holding BV, al dan
niet met een pensioen in eigen beheer, is hier
een goed voorbeeld van. Wel is dan mogelijk
25% vpb van toepassing als de winst hoger is
dan 1 200.000. De cumulatieve belastingdruk
is dan 43,75%.
Op basis van mijn advies heeft de klant
samen met zijn fiscalist de hypotheekrente
uiteindelijk op 6,05% bepaald. Hoger dus dan het verwacht
rendement bij een neutraal doelrisicoprofiel en
een gegarandeerd rendement voor de BV.
Vaststellen oprentingspercentage
in de stamrecht BV
In de stamrechtovereenkomst wordt een oprentingspercentage
vastgesteld. In het standaard model van de fiscus
is een optie vermeld om de oprenting te koppelen aan
het behaalde rendement. In het verleden is vaak gekozen
voor een vast oprentingspercentage. Ook een koppeling
aan het zogenoemde U-rendement wordt in de praktijk
toegepast. Het U-rendement wordt afgeleid van het
gemiddelde effectieve rendement dat wordt behaald op
obligatieleningen uitgegeven door de Staat der Nederlanden.
In de afgelopen tien jaar ligt deze rente op gemiddeld
3%.
In deze casus stelde de klant opnieuw de vraag of hij nu
voor een hoge of voor een lage rente kan kiezen.
Het is belangrijk te beseffen dat de oprenting aftrekbare
kosten zijn voor de stamrecht BV. De afweging wordt
daarom met name door fiscale motieven bepaald. Een
hoog oprentingspercentage leidt tot meer aftrek in de
stamrecht BV tegen cumulatief 40% (eerst 20% vpb en
vervolgens 25% Box-2 heffing). Vervolgens is het belangrijk
om vast te stellen tegen welk belastingpercentage de
stamrechtuitkeringen plaatsvinden. In dit geval zouden
de stamrechtuitkeringen steeds tegen 52% belast zijn,
vanwege de andere Box-1 inkomsten die de klant al heeft.
Een hoog oprentingspercentage zou dus leiden tot hogere
stamrechtuitkeringen die tegen 52% belast zijn en
waarvan de kosten aftrekbaar zijn tegen een cumulatief
percentage van 40%. In deze situatie is het derhalve te
prefereren om te kiezen voor een laag oprentingspercentage.
Hieronder een rekenvoorbeeld waarbij inzichtelijk
wordt hoe een laag (3%) en hoog (5%) oprentingspercentage
uitpakt.
Na 1 jaar levert een laag oprentingspercentage netto
1 1.800 (382.421-/-380.621) meer op.
Analoog aan stamrecht in de eigen BV geldt hetzelfde
voor een BV met pensioen in eigen beheer. Ook daar is het
van belang te bepalen tegen welk belastingtarief de op te
bouwen voorziening zal worden belast. Bij een belastbaar
inkomen van meer dan afgerond 1 55.000, is de belastingheffing
reeds 52%. Het is daarom de vraag of een
hoge pensioenopbouw wel aantrekkelijk is, tegen de
achtergrond dat de aftrek plaats vindt tegen cumulatief
40% (of 43,75% bij een winst van meer dan 1 200.000).
Conclusie
Wanneer er in een BV overtollig vermogen aanwezig is,
zijn er extra planningsmogelijkheden. Met name als er
sprake is van een loonstamrechtverplichting of pensioen
in eigen beheer. Het is belangrijk om de samenhang te
zien met de privé financiële huishouding: hoe verhoudt
zich het belastingvoordeel van de aftrek van de dotaties
ten opzichte van de belastingdruk op de uitkeringen?
Uiteraard is de uitkomst geen statisch gegeven, belastingtarieven
kunnen wijzigen.
Het afsluiten van een hypotheek op de eigen woning bij
de eigen BV kan aantrekkelijk zijn. Ook hierbij kan er fiscaal
voordeel worden behaald door de renteaftrek af te zetten
tegen de belastingdruk op de renteopbrengst in de BV.
Wanneer een bancaire hypotheek wordt overgesloten
naar de BV kan het tenslotte aantrekkelijk zijn om deze
eerst om te zetten in een krediethypotheek bij de bank,
mits zij hieraan meewerken. Zodoende wordt de faciliteit
bij de bank aangehouden en kan de hypotheek weer bij
de bank worden opgenomen. Dat is wel zo gemakkelijk
op het moment dat er daadwerkelijk van de stamrechtof
pensioenuitkeringen genoten gaat worden. ■
F F P M a g a z i n e 15 j u l i 2 0 1 2
Kennisgroep Belastingen
Dinand van Wiggen
E-mail:
dvwiggen@kpnplanet.nl

UIT DE PRAKTIJK 2
Hypotheekrenteaftrek
VANAF 2013
De Kunduz-
coalitie heeft in
twee dagen een
begrotingsakkoord
weten te
bereiken. Iets wat
de regeringscoalitie
in de
zeven weken
daaraan voorafgaand,
niet is
gelukt. Of het
allemaal goed is
doordacht en
vooral goed
doorgerekend is,
is afwachten!
alleen aftrekbaar volgens
annuïtaire methode
De nieuwe regel heeft geen gevolgen voor de hypotheekhoogte
die banken verstrekken. De banken gebruiken al
enkele jaren de annuïteitenmethode om de maximale
hypotheek te berekenen. De nieuwe regel heeft wél gevolgen
voor de netto lasten van de toekomstige woningbezitters.
Bij de huidige regels mag een deel van de hypotheek
aflossingsvrij blijven. Dat mag in 2013 niet meer. En
als je meer aflost, dan betaal je natuurlijk ook meer.
Wat kost het toekomstige
woningbezitters extra?
Als voorbeeld nemen we Cees en Liselotte. Sinds carnaval
van 2009 in ’s-Hertogenbosch een paar. Beiden hebben
een huurappartement in ’s-Hertogenbosch. Aangezien
de relatie goed gaat, denken Cees en Liselotte steeds
vaker aan samenwonen. Dat zal niet gaan in hun huidige
(te) kleine appartementen. Dus besluiten ze om te verhuizen.
Maar gaan ze opnieuw huren of kopen? Door de steeds
maar stijgende huurprijzen besluiten ze een woning te
kopen. Cees werkt als calculator bij een middelgroot
Onder de huidige spelregels mogen ze als volgt financieren (hypotheek 2012):
1. Bankspaarhypotheek 1 122.500,-
2. Aflossingsvrije hypotheek 1 112.500,- (maximaal 50% van de marktwaarde)
Totaal 1 235.000,-
De maandelijkse lasten:
3. Rente bankspaarhypotheek 1 122.500,- a 4,8% (10 jaar vast) 1 490,-
4. Rente aflossingsvrije hypotheek 1 112.500,- a 4,8% (10 jaar vast) 1 450,-
5. Inleg spaarrekening doelkapitaal 1 122.500,- met een rente van 4,8% 1 156,-
6. Levensverzekering 1 42,-
7. Verzekering voor arbeidsongeschiktheid en ww pm
Bruto maandlast 1 1.138,-
Fiscaal voordeel 1 346,-
Netto maandlast 1 792,-
8. Annuïteitenhypotheek 1 235.000,-
F F P M a g a z i n e 16 j u l i 2 0 1 2

Onder de nieuwe fiscale regels mogen ze financieren (hypotheek 2013):
De maandelijkse lasten:
9. Rente en aflossing annuïteitenhypotheek 1 235.000,- à 4,8% (10 jaar vast) 1 1.233,-
10. Levensverzekering 1 42,-
11. Verzekering voor arbeidsongeschiktheid en ww pm
Bruto maandlast 1 1.275,-
Fiscaal voordeel 1 346,-
Netto maandlast jaar 1 1 929,-
bouwbedrijf en verdient 1 30.500,- per jaar. Liselotte werkt
als receptioniste en verdient 1 22.000,-. Op basis van hun
gezamenlijk inkomen kunnen ze 1 236.000,- lenen. Ze
vinden een leuk huis voor 1 225.000,- kosten koper.
Inclusief kosten koper hebben ze 1 235.000,- nodig.
Als Cees en Liselotte in 2013 hun huis willen kopen, dan
kost hen dat meteen 1 137,- netto extra per maand ten
opzichte van een huis kopen en financieren in 2012. En
dat verschil wordt elk jaar iets groter door de beperking
van de fiscale renteaftrek. Geld dat niet anders besteed
kan worden. Dat is natuurlijk vervelend voor Cees en
Liselotte, maar niet al het geld is weg. Een deel van de
extra lasten zorgt voor een lagere schuld.
bestanddeel in de woning. Als de woningbezitter zijn
huis wil opknappen, dan dient hij daarvoor wel een nieuwe
hypotheek te sluiten. Gelet op de hogere netto lasten
zal het voor veel woningbezitters moeilijk zijn ook om
daarvoor extra te reserveren.
Maar er zijn ook voordelen:
Hypotheek 2012 Hypotheek 2013
■ Er wordt meer afgelost waardoor de restschuld lager is.
Bij een stagnerende woningmarkt kunnen mensen toch
doorstromen naar een andere, vaak duurdere woning
en blijven ze niet met een lagere restschuld achter.
■ Door een lagere restschuld kan een eventueel tegenvallend
pensioen beter worden opgevangen. Nu
Bruto Netto Netto Bruto Netto Netto
hypotheek- hypotheek
(in 1 ) schuld schuld
Jaar 1 1.138 792 233.080 1.275 929 231.406
Jaar 5 1.138 792 224.431 1.275 964 215.178
Jaar 10 1.138 792 211.071 1.275 1.004 189.991
Jaar 20 1.138 792 172.828 1.275 1.121 117.324
Jaar 30 1.138 792 112.500 1.275 1.265 0
Jaar 31 450 450 112.500 0 0 0
En verder 450 450 112.500 0 0 0
Onderstaand volgt een overzicht van de bruto last, netto
last en restantschuld voor zowel de hypotheek 2012 en
hypotheek 2013.
Het belangrijkste nadeel van de nieuwe regeling is dat de
lasten voor nieuwe woningkopers in 2013 fors hoger zijn.
En dat is natuurlijk zeer vervelend. Maar over het algemeen
mag men veronderstellen dat ook de salarissen
door de jaren heen stijgen. En met deze salarisstijgingen
kan wellicht al een deel van de lastenverzwaring worden
opgevangen.
Een ander nadeel is dat de waarde in de woning op latere
leeftijd moeilijk ‘uit de stenen’ is te halen. Nadat de
hypotheek volledig is afgelost, zit er een fors vermogens-
wordt er door veel
mensen rekening gehouden
met een
lager pensioen.
Daarvoor wordt momenteel
extra gereserveerd.
Als de
schuld op termijn
helemaal is afgelost,
is extra reserveren
wellicht niet meer
nodig.
Samengevat komt het erop neer dat de nieuwe
regels zullen leiden tot:
1. Een (fors) hogere bruto- en netto maandlast
3. Een groter vermogensbestanddeel in de woning; geld
dat niet beschikbaar is voor andere doeleinden.
3. Een lagere restschuld, waardoor doorstromers niet of
met minder restschuld blijven zitten in een dalende
woningmarkt
4. Een gemakkelijker opvangen van een pensioentekort.
Door het wegvallen van de woonlasten kunnen mensen
eerder uitkomen met een lager pensioen. ■
F F P M a g a z i n e 17 j u l i 2 0 1 2
Dit artikel is geschreven
door Joris Snijders
en Gé Jacobs.
Beiden zijn lid van de
Kennisgroep Financieren
van de Vereniging FFP
Reacties:
Gé Jacobs
E-mail:
ge.jacobs@jacobsph.nl
Joris Snijders
E-mail:
Jorissnijders@
hypotheekvisie.nl

FFP/AGENDA
EDEDE
FAQ’s; veel voorkomende vragen
Opzegging certificering stichting
Aanvang PE-plicht voor nieuwe (aspirant)
Op de website zijn FAQ’s opgenomen m.b.t. resp. lidmaatschap vereniging.
FFP’ers; PE-gegevens in PER
het FFP-examen resp. de PE FFP resp. het FFP- Een FFP’er kan de inschrijving in het register De verplichting tot permanente educatie
register/ lidmaatschap.
van de stichting opzeggen tegen het einde vangt aan op de eerste januari van het jaar,
van een maand met een opzegtermijn van volgend op het jaar waarin het FFP-examen
Adresgegevens controleren; digitale post; tenminste één maand; de contributie aan de met goed gevolg is afgelegd (Reglement PE
zakelijk adres op website
vereniging blijft dan verschuldigd tot het artikel B.1.2). Indien een examen in 2011 met
Elke (aspirant) gecertificeerde financieel einde van het kalenderjaar. Opzegging van goed gevolg is afgelegd, dan geldt de PE-ver-
planners kan zijn/ haar adresgegevens (zoals de inschrijving in het FFP-register leidt tot plichting derhalve vanaf januari 2012 (ook
die bekend zijn bij het secretariaat) controle- beëindiging van zowel de certificering, als het indien inschrijving in het register nà die
ren via PER (https://per.ffp.nl; inloggen; knop (aspirant) lidmaatschap van de Vereniging datum plaatsvindt).
‘NAW-gegevens’). Wijzigingen daarop kun- FFP. Met deze beëindiging vervalt tevens de
nen per e-mail vanuit PER worden doorgege- gebondenheid aan de Gedragscode FFP en Alle PE-gegevens (cursussen, puntentoekenven:
via de link ‘wijzigen NAW’(automatische het recht op gebruik van het logo en de titel ning, deelnames etc) worden met medewer-
aanmaak van een e-mail naar het FFP-secre- FFP. Opzegging van het lidmaatschap van de king van de geaccrediteerde onderwijsinsteltariaat).
Voor digitale post wordt het door de vereniging door het lid kan tegen het einde lingen aangemeld en vastgelegd in het PER-
planner opgegeven e-mailadres gebruikt (let van het verenigingsjaar, met inachtneming systeem: deze Permanente Educatie Registratie
op dat bij gebruik van een zakelijk e-mail- van een opzegtermijn van twee maanden. is opgenomen op een beveiligde website
adres dit aan u persoonlijk kan worden Met de opzegging van het verenigingslid- (https://per.ffp.nl) en voor bevoegden toegan-
gericht). De zakelijke adresgegevens van maatschap wordt ook de certificering bij de kelijk met daarvoor verstrekte inloggegevens.
gecertificeerd financieel planners (FFP’ers) stichting beëindigd. De opzegging van het
worden (ter controle van de certificering lidmaatschap voor het jaar 2013 dient derhal- FFP PE-onderwijs 2012; presentielijsten:
door derden/ consumenten) gepubliceerd op ve uiterlijk 1 november 2012 te worden tekenen en FFP-registernummer
de website van de FFP: www.ffp.nl (onder gedaan. Een opzegging kan alleen schriftelijk Het FFP PE-onderwijs dient door de geaccre-
‘certificering controleren’).
worden gedaan aan het secretariaat, bij voorditeerde onderwijsinstellingen vooraf te
keur per fax of e-mail-bericht.
worden aangemeld in het PER-systeem voor
F F P M a g a z i n e 18 j u l i 2 0 1 2

LINGEN
het toekennen van FFP PE-punten en een PE-
code (alleen dan is er sprake van FFP PEonderwijs).
Na afloop van een aldus aangemelde
cursus voert de onderwijsinstelling de
deelnames van de planners per aangemelde
cursus in met behulp van het FFP-registernummer.
Elke FFP PE-plichtige dient bij deelname
aan het FFP PE-onderwijs de presentielijsten
te tekenen, zowel bij aanvang als na
afloop van een cursus(onderdeel), en voorts
het FFP-registernummer én de geboortedatum
te vermelden bij de eigen naam.
Wft en FFP; gescheiden PE-stelsels
Het FFP-diploma is (afhankelijk van de
datum van het behalen van het FFP-examen)
geldig voor Wet financieel toezicht (Wft). Dit
is gebaseerd op de zogenaamde gelijkstellingsregeling
(bij de introductie van de Wet
financieel toezicht: Wft) en de tijdelijke
erkenning van het FFP-examen.
In die situaties was het FFP-diploma geldig
voor 4 Wft modules: Basis, Leven, Consumptief
Krediet en Hypothecair Krediet. Voor
nadere informatie hierover zie FFP Magazine
van september 2008 (pag. 22 e.v.). De digitale
versie van FFP Magazine is gepubliceerd op
de website (www.ffp.nl/ Home, onder Direct
naar).
Om de Wft-geldigheid van een dergelijk FFPdiploma
resp. deze 4 Wft-modules te behouden
moet periodiek worden voldaan aan de PEeisen
van de Wft.
Voor de Wft worden de PE-eisen per periode
(18 maanden) bepaald en afhankelijk van de
inhoud van deze programma’s, kent de FFP
hieraan FFP PE-punten toe.
Deze puntentoekenning is als volgt:
1e tranche
(periode 1 juni 2008 tot 27 december 2009):
3 ICB-punten;
2e tranche
(periode 27-12-2009 tot 27-06-2011):
2 ICB-punten;
3e tranche
(periode 1 juli 2011 – 31 december 2012):
2 ICB-punten.
Indien een planner heeft voldaan aan het
doorlopen van de PE van de Wft voor de voornoemde
4 Wft-modules, dan dient voor de
F F P M a g a z i n e 19 j u l i 2 0 1 2
toekenning van de FFP PE-punten, een kopie
van de Wft PE-certificaten m.b.t. deze 4 Wftmodules
naar het FFP-secretariaat te worden
gezonden. De punten worden dan in het PERsysteem
geadministreerd in het jaar waarin
de laatste Wft PE-module is doorlopen.
Het Wft PE-onderwijs wordt verzorgd door
opleidingsinstituten die zijn erkend door het
College Deskundigheid Financiële Dienstverlening
(CDFD); voor nadere informatie
wordt verwezen naar de website: www.cdfd.nl.
FFP PE-punten voor PE van RB (NFB/ CB)
Gezien de nauwe samenhang met de PE van
het Register Belasting-adviseurs (voorheen
de Nederlandse Federatie Belastingadviseurs
(NFB) en het College Belastingadviseurs
(CB)), worden FFP PE-punten toegekend
indien voldaan is aan de PE van het RB. Indien
is voldaan aan de verplichte permanente
educatie van het RB, dan worden (conform
de ‘oude’ NFB-regeling) per PE-jaar 9 FFP PEpunten
toegekend voor het vakgebied
Belastingen (BEL). Daarvan kan de FFP’er 3 PEpunten
gebruiken voor het ‘verplichte vakgebied’
Belastingen (BEL) en 6 PE-punten voor ☛

☛
het ‘vrij besteedbaar deel’ (minimaal vereist: 6 punten). Voor toekenning
dient de FFP’er (tevens RB, NFB, CB) een kopie van de PE-verklaring
van het RB aan het secretariaat te zenden, waaruit blijkt dat in
het betreffende PE-jaar is voldaan aan de permanente educatie van
het RB.
Examendata 2012 en 2013 en sluitingsdata inschrijving
Het eerstvolgende FFP-examen is op vrijdag 15 juni 2012. Voor dit examen
hebben zich ca. 400 kandidaten aangemeld.
De volgende examendata zijn:
Vrijdag 14 december 2012; sluitingsdatum inschrijving:
9 november 2012.
Vrijdag 14 juni 2013; sluitingsdatum inschrijving:
10 mei 2013.
Vrijdag 13 december 2013; sluitingsdatum inschrijving:
8 november 2013.
Examenresultaten FFP-examen 16 december 2011
MC
MC
(beide onderdelen)
MC (herkansers; casus
reeds behaald)
Aantal Geslaagd Percentage Diploma
364 91 25,0% -
59* 25* 42,4 % 25*
MC totaal 423* 116* 27,4 % -
Aantal Geslaagd Percentage Diploma
Casus
Totaal
Casus
(beide onderdelen)
Casus (herkansers;
mc reeds behaald)
Aantal Geslaagd Percentage Diploma
362** 135 37,1 % -
52 28 53,8 % 28
Casus totaal 414 163 39,4 % -
Aantal Geslaagd Percentage Diploma
MC & Casus in 1 keer
Totaal aantal kandidaten
364 52 14,3 % 52
geslaagd voor één (1)
onderdeel of meer
met diploma
475 105 22,1 % 105
*) incl. 1 FFP’er tbv PE-punten; **) 2 kandidaten MC wel/ Casus geen deelname.
AGENDA 2012
F F P M a g a z i n e 20 j u l i 2 0 1 2
Hier vindt u de agenda van FFP voor de periode juni t/m oktober 2012.
Dit overzicht wordt tevens up-to-date gehouden op onze website.
Juni
6 Commissie Marktordening &
Vakontwikkeling 15.30 - 18.00 uur
15 Commissie Marketing 09.30 - 11.30 uur
15 FFP examen
19 Provinciale bijeenkomst - Arnhem 15.30 - 19.00 uur
26 Provinciale bijeenkomst - Amsterdam 15.30 - 19.00 uur
Juli
5 Bestuursvergadering Vereniging FFP 12.00 - 21.00 uur
Augustus
30 Bestuur Stichting FFP 17.00 uur
30 Beleidsoverleg Vereniging FFP en
Stichting FFP 18.30 uur
September
3 Commissie Examenzaken
6 Ledenraad 17.00 uur
6 Bestuur Vereniging FFP 17.00 uur
7 Commissie Marketing 09.30 - 11.30 uur
12 Commissie Marktordening &
Vakontwikkeling 15.30 uur
24 Commissie Permanente Educatie 14.00 uur
Oktober
8 Commissie Examenzaken
9 FFP Congres Hele dag
11 Bestuur Vereniging FFP 17.00 uur
11 Ledenraad 17.00 uur
16 Beleidsoverleg Vereniging FFP en
Stichting FFP 18.00 uur
18 Commissie van Toezicht 15.00 uur
18 Bestuur Stichting FFP 17.00 uur
30 Provinciale bijeenkomst - Assen 15.30 - 19.00 uur
31 Commissie Marktordening &
Vakontwikkeling 15.30 uur

Het profiel van Joke van Zoest FFP
Ze omschrijft zichzelf als een vrouw met passie voor het vak én de menselijke aspecten ervan.
Het wekt dan ook geen verbazing dat Joke van Zoest zich als een vis in het water voelt bij haar
eigen franchiseorganisatie Nabestaandenplanner.“Iedereen is het waard dat zijn wensen na de
dood worden uitgevoerd, of hij nou rijk is of arm.”
‘Eerst naar je planner,
DAARNA PAS
naar de notaris’
Nadat Joke van Zoest haar carrière in de
branche begint bij loondienstorganisatie
RVS (ING), besluit ze in 1993 zich zes jaar lang
te richten op de ‘BV Van Zoest’, zoals ze haar
gezin gekscherend noemt. In die periode
werkt ze fulltime als moeder van drie kinderen.
Daarna komt ze bij Zeker Leven terecht
en treedt twee jaar later als financieel planner
in dienst van FPO. Een jaar later start ze
voor zichzelf. Na acht jaar richt ze, naast haar
bedrijf Optifin Financiële Planning, de franchiseformule
Nabestaandenplanner op. En
daarvan heeft ze nooit spijt gekregen.
“Hoewel ik eigenlijk alles in het vak leuk vond
toen ik als financieel planner werkte, stuitte
het me soms tegen de borst dat ik zo veel
hebberigheid om me heen zag”, herinnert ze
zich. “Daarnaast ergerde het me dat er,
ondanks de strenge regels van de AFM, toch
aanbieders waren die onverantwoorde producten
aan klanten konden slijten.”
Nabestaandenplanner
Ongeveer in dezelfde periode raakt ze enkele
malen professioneel betrokken bij zaken
rond het overlijden. “Daar kwam juist het
menselijke aspect van ons vak meer naar
voren en ik realiseerde me dat ik me daarbij
beter thuis voel. Dat is eigenlijk het begin
geweest van Nabestaandenplanner. Want
hoewel ik eerst van plan was om enkel het
administratieve deel te gaan doen, werd het
al snel veel meer dan dat.”
De belangrijkste oorzaak daarvan is, dat ze al
snel merkt dat er geen enkele partij is die het
gehele traject voor erflaters tot in de puntjes
kan of wil regelen. “Elke dienstverlener heeft
wel hiaten in zijn proces. Praktische zaken,
zoals de executele werden niet goed geregeld
en fiscaal haperde het. Dus heb ik uiteindelijk
besloten om alles onder te brengen
binnen mijn franchiseformule.”
Nabestaandenplanner helpt erflaters bij het
vastleggen van hun wensen inzake - de
afwikkeling van - hun nalatenschap en hun
uitvaart. Daarbij nemen Joke van Zoest en
haar collega’s desgewenst ook de rol van
executeur op zich.“Onze taak begint aan het
begin van het proces waarin mensen gaan
nadenken over alles wat ze voor hun overlijden
geregeld willen hebben. Ik zeg dan ook
altijd: ‘Ga eerst naar je financieel planner en
daarna pas naar de notaris.”
Veel misverstanden bij erflaters
“Er bestaan erg veel misverstanden bij con-
F F P M a g a z i n e 21
j u l i 2 0 1 2
sumenten.” Als gecertificeerd financieel
planner, estate planner én professioneel
executeur weet Joke van Zoest waarover ze
spreekt. “Ik hoor vaak zeggen: ‘Ik heb een
testament, dus alles is geregeld’. De praktijk
is echter weerbarstiger. Want staat in dat
testament ook beschreven wat de erflater
per se niet wil? Wie voert die laatste wil uit
en houdt er toezicht op dat dit volgens de
wensen van de overledene gebeurt? En stel
dat de executeur verhinderd is om zijn rol te
vervullen, is er dan een tweede executeur benoemd?
Dan zwijg ik nog maar over zaken als
vruchtgebruik met keuzelegaat en tweetrapstestamenten.
Het zijn vragen waar de meeste
mensen niet bij stilstaan en dat kun je ze
gezien de complexiteit ook niet verwijten.”
Je moet je daarom als planner goed bewust
zijn van de onkunde van de consument, vindt
ze. “Soms is de fiscaal best denkbare oplossing
niet de beste oplossing voor de klant,
omdat deze een zware administratieve last
met zich brengt. Natuurlijk moet je alle alternatieven
schetsen en ligt de keuze uiteindelijk
bij de klant, maar ik vind dat je altijd moet
wijzen op alle gevolgen van een beslissing.”
Trots op de FFP
Als gecertificeerd financieel planner acht ze
de waarde van de FFP hoog en vindt ze het
belangrijk om deel uit te maken van ‘de club’.
“Diverse franchisenemers van Nabestaandenplanner
zijn FFP’er en daar ben ik trots op! Je
weet namelijk wat een FFP’er waard is. De
certificering zegt niet alleen iets over het
kennisniveau, maar ook over de mens zelf;
het behalen van het diploma vergt immers
daadkracht én doorzettingsvermogen.” ■

VERENIGING NIEUWS
Ledenraad
onontbeerlijk voor
BORGING
belangen FFP’ers
Met een achterban van 3.500 leden is een goed functionerende
ledenraad onontbeerlijk om de belangen
van FFP’ers in de brede zin zo goed mogelijk te borgen.
Onlangs zijn Gitte van Haaren, Mariëlla Nieuwenhuijs,
David Meiboom en Martin Boogaard toegetreden
tot dit adviesorgaan, dat inmiddels uit vijf
tien leden bestaat. Verder heeft Ingmar Vonk de voorzittershamer
overgenomen van Wim Jansen.
Hoe zien de nieuwe leden en de (scheidende) voorzitter
van de ledenraad hun rol richting het bestuur en de
achterban? Welke beleidspunten hebben de komende jaren
de hoogste prioriteit? En hoe ziet de FFP er over vijf jaar
uit? FFP Magazine presenteert de gedachten van de nieuwe
leden én van de scheidende en aantredende voorzitter
in een tweeluik. In deel één gaan David Meiboom,
Martin Boogaard en Wim Jansen met elkaar in gesprek
over de rol van de ledenraad en hun visie op de toekomst. In
deel twee in FFP Magazine nr.3 komen Gitte van Haaren,
Mariëlla Nieuwenhuijs en Ingmar Vonk aan het woord.
“De formele taken van de ledenraad zijn het benoemen
van het verenigingsbestuur alsmede het goedkeuren van
de begroting (vooraf) en de jaarcijfers (achteraf)”, steekt
Meiboom van wal. “Als het daarbij zou blijven, had ik me
nooit kandidaat gesteld. Mijn motivatie is dat ik de verbinding
wil leggen tussen leden en bestuur.Van de achterban
wil ik weten wat er speelt, waar FFP’ers in hun dage-
F F P M a g a z i n e 22 j u l i 2 0 1 2
lijkse praktijk tegenaan lopen. Ik wil daarom een groep van
twintig leden benaderen met de vraag om mij periodiek
te informeren. Door op deze manier regelmatig ruggenspraak
te houden, kom ik veel beter te weten wat er leeft
en kan ik daar actief op inspelen. Ook in de rol als adviseur
van het bestuur is dat natuurlijk van wezenlijk belang.”
“In essentie moet de ledenraad immers het bestuur, dat
gesprekspartner is van het ministerie van Financiën en
andere stakeholders, informeren over marktontwikkelingen
aan de hand van de informatie van de leden”, haakt
Boogaard in. “Dat betekent dat je jezelf moet laten zien
op bijeenkomsten in het land, waarbij je kritische vragen
en opmerkingen niet moet schuwen.Wij hebben eerst en
vooral een signalerende functie.”
Naamsbekendheid en imago
Boogaard ziet het vergroten van de naamsbekendheid

van de FFP en het creëren van begrip van het beroep
van gecertificeerd financieel planner als een van
de belangrijkste uitdagingen voor de komende
periode. “Daar moet de discussie
over gaan, niet over premies en tarieven.
In dat verband is het verstandig
om regelmatig contact te hebben
met andere brancheverenigingen.
Hoe hebben zij de positionering van
hun naam en keurmerk gerealiseerd?
En hoe overtuigen wij de consument
van het hoge kennis- en kwaliteitsniveau
van een FFP’er?”
“Het tijdsbeeld werkt in dat opzicht niet
mee”, constateert Jansen.“Door alle schandalen in
de financiële wereld denken veel consumenten dat ‘de
sector’hen in het verleden financieel heeft benadeeld. Nu
F F P M a g a z i n e 23 j u l i 2 0 1 2
kan ik me niet voorstellen dat financieel planners zich
daaraan schuldig zouden maken maar nog steeds worden
alle financiële dienstverleners over een kam
geschoren. Als ik zeg dat ik financieel planner
ben, krijg ik vaak als reactie: ‘Oh, dan ben je
zeker zo’n hypotheekverkoper?’ Dat is een
beeld dat je niet wilt. Als FFP zijn we nu bezig
de slag te maken om dat imago af te schudden
en helder te communiceren wat een
financieel planner daadwerkelijk doet.”
Erkend beroep
“We moeten niet vergeten dat financiële planning
van oorsprong een Angelsaksisch fenomeen
is”, haakt Mei-boom in. “De gemiddelde Nederlander
is nog niet zover dat hij er de meerwaarde van inziet. Dat
komt, omdat hij enerzijds niet is geïnteresseerd in de dag
van morgen en anderzijds geen geld wil uitgeven aan een
☛

VERENIGING NIEUWS
☛
financieel plan. Dat geldt voor ondernemers,
maar evenzeer voor particulieren.”
“Er moet zeker iets veranderen bij consumenten”,
stelt Boogaard. ”Dat gaat door het
provisieverbod -noodgedwongen- ook
gebeuren. De consument moet gaan beseffen
dat advies niet gratis is -of was- en dat hij
voor het antwoord op een financiële vraag
moet betalen. Maar dan moet hij de voordelen
van dat advies wel kunnen inzien.”
“Het zou al veel schelen als een gecertificeerd
financieel planner zou worden erkend
als beroep”, vult Jansen fijntjes aan. “Zeker
binnen het bankwezen is dat nog niet helemaal
beklijft. Daarbij moeten we ons realiseren
dat dé consument niet bestaat: iemand
met een modaal inkomen heeft een andere
behoefte dan iemand met een topsalaris.
Ook wij financieel planners generaliseren
nog te vaak.”
“Daarom is het niet verkeerd dat er financieel
advies op diverse niveaus wordt (door)ontwikkeld
en gegeven”, meent Boogaard. “Ik
geef je een voorbeeld. Hier vlakbij zit
PriceWaterhouseCoopers en stel dat Philips
daar klant is. Philips zal nooit overwegen om
bij mijn bedrijf aan te kloppen voor belastingadvies
of accountancy. Maar de topman
van Philips kunnen wij wel uitstekend
bedienen! Dat is het onderscheid dat in de
markt zal komen, of beter: zal blijven
bestaan. Er zijn immers ook nog altijd administratiekantoren!”
Kennis en vaardigheden
“Daarmee raak je een cruciaal vraagstuk van
ons be-stuur”, zegt Meiboom. “Financiële
planning is namelijk een vreemd fenomeen.
Want wat doet een financieel planner nu
precies? Waar begint het, waar eindigt het?
Volgens welke methodiek wordt er gewerkt?
Het vak is lang niet altijd te plaatsen in de
hokjescultuur van de Wft. Dat is logisch, de
Wft is immers vooral voor de productinvuller
bestemd. Toch moeten ook financieel planners
zich conformeren aan die Wft.”
Juist het imago van het vak is daarom zo
wezenlijk, vindt Boogaard. “En dat wordt
voor een belangrijk deel bepaald door
Wim Jansen geeft
VOORZITTERS-
HAMER
over aan opvolger Ingmar Vonk
F F P - M a g a z i n e 24
j u l i 2 0 1 2
Na zes jaar ledenraad, waarvan drie jaar als primus inter pares, geeft Wim
Jansen de voorzittershamer door aan Ingmar Vonk. Die hamer kreeg hijzelf
in 2009 min of meer onverwacht in de handen gedrukt.“Henk Duthler was
daar de aanstichter van”, herinnert hij zich nog goed. “De ledenraad was
net uitgebreid, dus werd het tijd om een voorzitter te benoemen. Maar je
moet het niet ingewikkelder maken dan het is: de voorzitter van de ledenraad
is met name de gangmaker, de initiatiefnemer. Hij belegt conference
calls en roept de vergadering bij elkaar als er besluiten moeten worden
genomen, bijvoorbeeld over de begroting. Het bestuur heeft immers altijd
toestemming nodig van de ledenraad!”
Aantredend voorzitter Ingmar Vonk nam in 2005 voor het eerst zitting in
de ledenraad.Wegens een verandering van zijn functie moest hij die plaats
enige tijd later weer ter beschikking stellen, maar in 2011 werd hij opnieuw
geïnstalleerd. “Ik ben teruggekomen omdat ik het -nog steeds!- belangrijk
vind dat de FFP zich ontwikkelt tot een krachtig en doortastend merk,
zowel voor planners in loondienst als voor zelfstandige planners. Daarbij is
dit een interessant tijdsgewricht met veel dynamiek, ook door de steeds
zwaardere eisen die de overheid stelt.
We staan voor belangrijke keuzes,
die over vijf jaar nog steeds
van invloed zullen zijn op
ons vak en de rol die we
vervullen. En dat is een
uitdaging waarvoor ik
me graag inspan.”

onze vakkennis en vaardigheden. In dat verband: waarom
doen we alleen PE-sessies en waarom gaan we niet naar
jaarlijkse examens?” Jansen vult aan: “Daarvoor hebben
we nu het project FFP-leerdoelen 2.0. Daarbinnen speelt
trouwens niet alleen kennis een rol, maar ook de vaardigheid
van een planner. In mijn beleving hoort ook dat bij de
PE, net als de toets die jij noemt.”
“Kennis testen is goed, maar competenties zijn minstens
zo belangrijk”, beaamt Meiboom. “In mijn eigen adviespraktijk
blijkt dat de nadruk vaak meer ligt op de psychosociale
component dan op het feitelijke rekenwerk. Het is
voor mij essentieel om klanten te helpen hun motieven te
ontdekken, de behoefte aan ‘uitrekenkennis’ is een gevolg
van de feitelijke dienstverlening. Maar ja, voor Martin als
belastingadviseur ligt dat natuurlijk weer anders.”
“Volgens mij moeten wij eerst en vooral roepen dat we
planners zijn”, vindt Boogaard. “Dat staat op ons visitekaartje,
maar kunnen we het niet actiever uitdragen?”
Jansen vult aan:“Als ik ‘mr.W. Jansen’ op mijn visitekaartje
zet, vraagt iedereen:‘Goh, ben je advocaat?’ Maar staat er
Wim Jansen FFP, dan stelt niemand een vraag.” “Alle
reden dus om er wat aan te doen”, concludeert Meiboom.
FFP anno 2017
Onafhankelijk van elkaar verwachten Meiboom, Boogaard
en Jansen dat er over vijf jaar rond de vijfduizend
gecertificeerd financieel planners zullen zijn in ons land.
“Afhankelijk van de vraag of het een erkend beroep wordt,
zou dat zelfs nog wel wat hoger kunnen uitvallen”, denkt
Jansen. “Anderzijds zal de komst van de RFA de groei van
het aantal FFP’ers bij met name de banken mogelijk iets
afremmen.”
Meiboom wijst erop dat het belangrijk is om het tempo
erin te houden. “Anders krijgen we geen voet aan de
grond. Ooit zal het geaccepteerd zijn om te betalen voor
een goed advies, de vraag is alleen hoe lang dat nog
duurt. De perceptie van consumenten moet veranderen
en dat is zeker mogelijk, zoals je nu ziet bij de voorgestelde
aanpassing van de hypotheekrenteaftrek.”
Maar er moet wel een ander verdienmodel komen”, stelt
Boogaard. “Kijk bijvoorbeeld hoe belastingadviseurs het
doen. Als een klant hen vraagt om zijn financiële positie
te herstructureren, dan voert de senior het eerste klantgesprek.
Vervolgens gaat hij naar de junior, legt uit wat er
moet gebeuren en laat hem het advies schrijven. ☛
F F P M a g a z i n e 25 j u l i 2 0 1 2
Martin Boogaard,
David Meiboom en
Wim Jansen met
elkaar in gesprek

VERENIGING NIEUWS
☛
Dat controleert hij, nuanceert hij en vult het aan. Daarna
gaat de senior terug naar de klant om het advies te
bespreken. Een junior kost misschien 60 euro per uur, terwijl
het tarief van de senior 150 euro is. En dat is een verschil
dat flink doortelt.”
“Ik hoop vooral dat de consument straks de prijs van een
financieel advies op waarde kan schatten”, besluit
Meiboom.“Was het niet Oscar Wilde die één van zijn personages
liet zeggen: ‘Een cynicus is iemand die de prijs
Gitte van Haaren
Gitte van Haaren werkt als interim
manager bij Rabobank Nederland
en is sinds eind jaren negentig
lid van de VFFP. “Ik vind het
belangrijk dat de ledenraad een
goede vertegenwoordiging heeft
vanuit de leden, zowel naar regio
als naar invulling van het vak.
Binnen de Rabobankorganisatie
geef ik leiding aan private bankers
en hoewel ik zelf niet meer
actief adviseer, vind ik het belangrijk
om goed op de hoogte
te blijven van de ontwikkelingen in de financiële wereld.
Op deze manier probeer ik de belangen van collega’s in
het land goed te behartigen, de ledenraad bied mij deze
mogelijkheid. Belangrijke vragen voor de toekomst van de
FFP zijn de richting die we kiezen, hoe we onszelf profileren
en welke invulling we geven aan onze certificering.”
F F P M a g a z i n e 26 j u l i 2 0 1 2
kent van alles, maar de waarde van niets.’ Het gaat er uiteindelijk
om dat wij de waarde van een financieel plan
duidelijk kunnen maken, ongeacht de prijs ervan.” ■
In de volgende editie van FFP Magazine gaan Gitte van
Haaren, Mariëlla Nieuwenhuijs en Ingmar Vonk met elkaar
in gesprek over hun visie op de rol van de ledenraad en de
toekomst van de FFP.
Nieuwe leden stellen zich voor
David Meiboom
David Meiboom werkte onder
meer als financieel planner bij ABN
Amro en als directeur private
banking bij ING Bank. In 1996
werd hij lid van de Vereniging
FFP. Inmiddels houdt hij zich binnen
zijn eigen bedrijf Certuspa
vooral bezig met het persoonlijk
assisteren van vermogenden op
het snijvlak van vermogen, inkomen
en familiebestuur.“Als je ziet
hoe de FFP zich landelijk ontwikkelt,
dan ontstaat vanzelf de behoefte
om er deel van te zijn. Je kunt dan niet met je opmerkingen
en kritieken aan de zijlijn blijven staan, je
moet actief deelnemen en op die manier je verantwoordelijkheid
nemen.”
Mariëlla Nieuwenhuijs
Mariëlla Nieuwenhuijs is sinds
2010 lid van de Vereniging FFP.
Na een carrière bij AXA en SNS
Reaal start ze dit jaar met haar
eigen bedrijf: Mariëlla Nieuwenhuijs,
Vrijheid in Financiën. “Mijn
eigen bedrijf, dat officieel op
1 september van start gaat, is
gestoeld op de methode van
financial life planning. In mijn
dagelijkse praktijk zal ik vooral
bruggen slaan tussen geld en
gevoel. Dat is ook voor de FFP
van belang: binnen de ledenraad was nog geen lifeplanningbloed
aanwezig. Die toevoeging leidt tot verdere verbreding
en verdieping van het vak. We zijn toe aan een nieuwe start,
een driedimensionaal model, waarvoor we met FFP 2.0 de eerste
stappen zetten.”
Martin Boogaard
Martin Boogaard is belastingadviseur
en partner bij KIBO Accountants
& Belastingadviseurs.
Hij is sinds 2002 lid van de
Vereniging FFP. “De verdere professionalisering
van de FFP is
belangrijk en daaraan wil ik
graag actief meebouwen. In de
periode tussen mijn sollicitatie
bij de ledenraad en mijn benoeming
ben ik me steeds bewuster
geworden van de concrete invulling
die ik daaraan wil geven.
Wie zijn we? Waar staan we? Waar willen we naartoe?
Dat is een ontdekkingsreis waar de FFP mee bezig is en
waarvan ik nu deel uitmaak.”

Op het congres vorig jaar was
sprake van grote belangstelling
van de FFP-leden.
F F P M a g a z i n e 27 j u l i 2 0 1 2
FFP-Congres 2012: financieel advies, een
goed plan!? Met de succesvolle Lustrumeditie
van 2011 nog vers in het geheugen
werkt de Vereniging FFP alweer hard aan
een nieuwe editie van haar jaarcongres
op dinsdag 9 oktober. Thema van dit
congres zal zijn: Financieel advies, een
goed plan!? Als locatie is dit keer gekozen
voor het NBC in Nieuwegein.
Zet dinsdag
OKTOBER
in de agenda!
De keuze voor het congresthema is ingegeven door het
streven van de Vereniging FFP om de focus nadrukkelijk te
richten op de consument. Profilering naar de consument is niet
voor niets één van de speerpunten van het beleid voor de
komende jaren. Bewust is gekozen voor zowel een uitroepteken
als een vraagteken achter de titel, omdat de FFP daarmee de
positie van zowel de gecertificeerd financieel planner als van de
consument wil benadrukken. Immers, voor een groot deel van de consumenten
is het nog een vraag(teken) of financieel advies nodig is, niet in
de laatste plaats vanwege de daaraan verbonden kosten. Daarentegen is
het voor de financieel planner een uitgemaakte zaak dat een goed integraal
financieel advies noodzakelijks, wil een consument door inzicht en overzicht zijn
financiële positie goed op orde kunnen krijgen.
Programma
Evenals vorig jaar zal het eerste dagdeel worden ingevuld met in totaal twaalf workshops
die zowel qua inhoud als karakter kunnen verschillen. Zo is er gelegenheid tot
collegiale reflectie, bespreking van een business case of het bijwonen van een werksessie
over vier verschillende thema’s. Voor elk thema worden drie workshops geprogrammeerd,
waarvoor opnieuw FFP PE-punten zijn te behalen.
Het plenaire deel van het congresprogramma begint halverwege de middag met de
openingsspeech van FFP-voorzitter Marc van Poeteren. Aansluitend zal key note-spreker
Paul Schnabel, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCPB) ingaan op de
actuele ontwikkelingen rond wonen, zorg, en inkomen, mede naar aanleiding van de
dan gepresenteerde kabinetsplannen voor het jaar 2013.
Op het gebruikelijke Informatieplein kunnen genodigden netwerken met diverse financiële
instellingen (o.m. opleiders, beleggers, banken, verzekeraars) die zich met relevante
thema’s aan de congresbezoekers zullen presenteren. Daar ook wordt de congresdag
afgesloten met een drankje en hapje.
■
Reserveer dus alvast de congresdatum
van dinsdag 9 oktober in uw agenda!

De algemene ledenvergadering van de FFP heeft
unaniem ingestemd met het beleid van de FFP in het
afgelopen jaar en de plannen voor de komende jaren.
Met name de steeds professionelere uitvoering van de
FFP-organisatie onder de bezielende leiding van directeur
Marjan van Kasteren werd met applaus begroet.
De FFP is volop in beweging, zo constateerde voorzitter
Marc van Poeteren.
ALV stemt in met
BELEID
van FFP-bestuur
In een korte terugblik op het voorbije jaar zoemde van
Poeteren in op enkele met in het oog springende voorbeelden
van de dynamiek die de FFP heeft gebracht. Zo
noemde hij het gestaag groeiende aantal leden en exa-
menkandidaten, alsmede de lancering van de consumentenwebsite
Vooruitkijken.nl en het RFA-keurmerk. Vooruitkijkend
benadrukte Van Poeteren het streven van de
FFP om het imago van gecertificeerd financieel planner
te versterken, met name door afstand te nemen van
het productadvies en het integrale advies te
promoten. “Niet in de laatste plaats zal de
aanpassing/ verrijking van de leerdoelen,
onder meer met competenties
en vaardigheden, moeten bijdragen
aan de waarborging
van de positie
F F P M a g a z i n e 28 j u l i 2 0 1 2
van gecertificeerd financieel planner in de komende
jaren”, aldus Van Poeteren.
Gelet op deze (nieuwe) ontwikkelingen voorziet het FFPbestuur
een toename van zijn takenpakket en werkdruk.
Om alles toch alles te kunnen blijven uitvoeren, zal het
bestuur worden uitgebreid tot het statutaire maximum
van zeven leden. Een profiel waaraan kandidaat-bestuursleden
dienen te voldoen, is inmiddels opgesteld. Niet
alleen organisatorisch en beleidsmatig, maar ook het
financieel beleid is op orde, zo bleek uit de rapportage van
penningmeester William van der Maas. De jaarrekening
met alle informatie is terug te vinden op het ledengedeelte
van de verenigingssite www.ffp.nl.
Ledenraad
De Ledenvergadering besloot unaniem om Annette van
den Bos (Heemskerk) en Ubbo Scholten van Aschat (Pijnacker)
voor een tweede termijn te benoemen. Als nieuwe
leden van dit orgaan werden gekozen: Gitte van Haaren
(Helmond), Mariëlla Nieuwenhuijs (Houten), David
Meiboom (Apeldoorn) en Martin Boogaard (Goedereede).
Afscheid werd genomen van Wim Jansen, voorzitter van
de Ledenraad, die door Van Poeteren werd getypeerd als
een “aimabele en betrokken voorzitter waarmee hij prettig
heeft samengewerkt”. Jansen zelf blikte eveneens met
positieve gevoelens terug op zijn zittingsperiode. Hij was
er trots op dat de Ledenraad nu 15 betrokken leden telt die
via een zorgvuldige procedure zijn geselecteerd. “Belangrijk
was en is dat de Ledenraad de eigen achterban in de
provincies zal weten te blijven bereiken en omgekeerd”,
aldus Jansen, die Ingmar Vonk als zijn opvolger mocht
aankondigen (zie ook het interview elders in dit blad).
Geldloket
In antwoord op vragen van leden over de samenwerking
van de FFP met Geldloket lichtte het bestuur toe dat deze
samenwerking voortvloeit uit de betrokkenheid van de
vereniging bij het platform Wijzer in Geldzaken. Daarbij
zal door het Geldloket het standpunt worden uitgedragen
dat de consument voor advies is aangewezen op de
financieel planner, en dat dit advies niet gratis is. Dit in
tegenstelling tot het initiatief Geldadviesdienst die
beoogt gratis financieel advies te verstrekken. “Daarmee
zal de FFP nooit akkoord gaan”, aldus voorzitter van
Poeteren. “De FFP-er is integer, opereert ethisch verantwoord
en is betrouwbaar, maar zal wel moeten kunnen
verdienen aan zijn advieswerkzaamheden.” (zie ook het
artikel over Geldloket elders in dit nummer)
In dat licht gaf het bestuur aan dat de FFP
nadrukkelijk zich blijft inzetten voor een
wettelijke erkenning van het beroep
van financieel adviseur, respectievelijk
gecertificeerd financieel
planner. ■

“De wereld verandert.” Met dat statement
opende Joris van Meel de workshop.“Was het
vroeger gebruikelijk dat je kennis voor jezelf
hield, tegenwoordig moet je kennis juist delen.
Waarom? Opdat consumenten via Google
jouw antwoord kunnen vinden! Gebruik de
digitale deur om uit de offline wereld te stappen
en je eerste online stappen te zetten!”
Van Meel wees erop dat aanbevelingen van
vrienden en andere consumenten een steeds
krachtiger en belangrijker marketinginstrument
worden. “En hoe kan iemand jou aanbevelen
als jij niet laat zien wat je kunt, wie je
bent en wat je doet? Business-to-business
bestaat niet meer, alles draait om mensen,
ook als het gaat om zakelijke contacten. Daarom
moet je bewijs leveren van je kunnen,
door te laten zien wat je weet en door antwoorden
te geven op vragen waarvan je
weet of vermoedt dat ze bestaan.”
Iedereen is uitgever
De gemakkelijkste manier om dit te doen, is
Intensieve workshops bloggen goed ontvangen
KENNIS DELEN
als online marketingstrategie
‘Bloggen, vermenigvuldigen door te delen’. Onder die titel zijn vier workshops
gehouden waar FFP’ers de fijne kneepjes van het bloggen konden
leren. Docent Joris van Meel van communicatiebureau Ravestein & Zwart
(Nijmegen) stond niet alleen stil bij de opbouw, structuur en het taalgebruik
van een perfecte blog, maar plaatste deze communicatievorm tevens in het
grotere verband van online uitgeven.
door regelmatig te bloggen.“Iedereen is tegenwoordig
uitgever”, zegt Van Meel. “Door het
internet is het mogelijk geworden om jouw
publicaties de wereld in te slingeren. Het
enige wat je hiervoor nodig hebt, is een computer,
een internetverbinding en... een (actueel)
onderwerp om over te schrijven!”
Dat schrijven -of liever: het geschrevenemoet
wel aan bepaalde voorwaarden voldoen.
“Zorg dat de tekst helder en transparant
is”, adviseert de docent. “Bouw de blog
op volgens het principe van de omgekeerde
piramide: begin met het belangrijkste, werkt
dat uit en licht het toe. Maak -als het mogelijk
is- gebruik van lijstjes, opsommingen. Die
doen het op internet altijd goed, omdat ze de
lezer snel en gestructureerd overzicht geven.
En sluit je blog altijd af met een call to action.
Wat moet de lezer doen na het lezen van jouw
blog? Contact opnemen? Een vraag stellen?
Anderen op de hoogte brengen van jouw
artikel? Neem je gehoor bij de hand en stimuleer
het om voor jou aan de slag te gaan!”
Onderscheidend
“Wat maakt jou anders? Wat is jouw
toegevoegde waarde? Wat
is jouw superspecialisme?”,
vraagt Van
Meel zijn gehoor.
“Gebruik juist dat om
je te onderscheiden en
jouw plaats te verwerven op
internet. En voor wie schrijf je
eigenlijk?
F F P M a g a z i n e 29 j u l i 2 0 1 2
Voor wie voeg jij waarde toe? Wat is hun
behoefte? Maar pas op: geef nooit het volledige
antwoord, want dan ben je gratis aan
het adviseren!”
Net zo belangrijk als schrijven, is het krijgen
van reacties en vragen van lezers. “Dat biedt
veel kansen, maar vergt ook zelfdiscipline”,
weet Van Meel.“Internet is een snel medium;
kun je een brief of e-mail nog een paar dagen
laten liggen, op internet is een dag al een
eeuwigheid. En wie verveeld raakt of vindt dat
het te lang duurt, gaat op zoek naar iemand
anders die hem kan helpen. Wees dus streng
voor jezelf en beantwoord vragen en opmerkingen
van jouw lezers snel, liefst direct.”
Zelfpromotie
Tot slot staat Van Meel stil bij de mogelijkheden
die sociale platformen ( Twitter, LinkedIn)
en natuurlijk ook de consumentenwebsite
Vooruitkijken.nl van de FFP, kunnen bieden
voor de personal branding en marketing van
professionals. “Gebruik social media bijvoorbeeld
om aan te kondigen dat je een nieuw
artikel hebt gepubliceerd. Maar wees wel
terughoudend met
het maken van
reclame voor
jezelf. Vergeet
niet dat hier
geldt wat ook in
de offline wereld
geldt: overdaad
schaadt!” ■

MEDIA
FFP in op RTL4
Het dertiende seizoen van het TV- programma Van
Kavel tot Kasteel zit er op. Gemiddeld 450.000 kijkers
keken in maart en april elke zaterdagmiddag of zondagochtend
naar dit bouw- en woonprogramma
van RTL-4. FFP-lid Iris Brik
verzorgde namens de FFP in elke aflevering
een financieel item.
Van Kavel tot Kasteel is een programma over het
(ver)bouwen van droomhuizen en over mensen die hun
ideale huis hebben gevonden, van kastelen tot Engelse
landhuizen en van ecologische bouwwerken tot sigarenfabrieken.
In ieder geval een huis waar een mooi verhaal
achter zit.
Natuurlijk mogen de financiële aspecten van het eigenwoningbezit
in een dergelijk programma niet ontbreken.
Vandaar dat de programmamakers contact hebben
gezocht met de FFP voor de invulling van dit onderdeel.
Immers, een (gecertificeerd) financieel planner is bij uitstek
de adviseur die de diverse financiële aspecten rond
om de eigen woning in integraal verband kan belichten.
Zo behandelde FFP-lid Iris Brik in Van Kavel tot Kasteel
items als vermogensopbouw- en overdracht, ondernemerschap
en oudedagsvoorzieningen in relatie tot de
F F P M a g a z i n e 30 j u l i 2 0 1 2
eigen woning. Aan het eind van elk financieel item werd
actief doorverwezen naar de consumentensite
Vooruitkijken.nl. van de FFP. Op deze site was een speciale
pagina gewijd aan de optredens van de FFP in Van Kavel
tot Kasteel.
De eerste uitzending van het RTL-4 programma kende
een vliegende start met ongeveer 640.000 kijkers.
Gedurende de rest van het seizoen was er een gemiddeld
aantal kijkers van 450.000 kijkers. Aan de het programma
was ook een website gekoppeld met daarin achtergrondinformatie
over de verschillende programmaonderdelen.
Deze website werd in de periode van medio maart tot
eind april door meer dan 3.000 consumenten bezocht.
Via deze website kon men doorklikken naar FFP-vooruitkijken.nl.
Daar zijn nu ook nog ook alle FFP-filmpjes te
zien. Ook op de personal finance-pagina van Business
News Radio (BNR) zijn de FFP-filmpjes nog te zien.
Hierdoor profiteert de FFP ook na afloop van de serie nog
van een continue exposure.
De speerpunten van de FFP voor de komende tijd zijn:
laten zien waar de FFP voor staat en zichtbaar zijn voor
consumenten. De consumentenwebsite Vooruitkijken.nl
speelt hierbij een centrale rol. Via gerichte campagnes,
zoals de samenwerking met Van Kavel tot Kasteel, heeft
de FFP een extra impuls aan de zichtbaarheid van het FFPkeurmerk
gegeven.
■

Prinses Máxima opent eerste vestiging in Amersfoort
FFP werkt mee aan pilot
GELDLOKET
Prinses Máxima, erevoorzitter van het platform Wijzer in
Geldzaken, heeft medio vorige maand het eerste Geldloket in
Amersfoort geopend. Zij deed dit samen met demissionair
minister Jan Kees De Jager (Financiën). Een week later volgde de
opening van een tweede Geldloket in Den Bosch. De FFP werkt
mee aan deze pilot.
Geldloket, is een pilotproject voor een jaar, en
wil consumenten in staat stellen om aan het
loket vragen te stellen over financiële zaken.
De medewerkers van Geldloket geven algemene
voorlichting en praktische assistentie
door middel van checklists, brochures en
hulpmiddelen. Omdat aan het loket geen
advies wordt verstrekt, zoals bedoeld in de
Wet op het financieel toezicht (Wft), zullen
potentiële klanten worden doorverwezen
naar onder andere gecertificeerd financieel
planners van de FFP in de regio, en naar
andere financiële adviseurs en sociaaljuridische
instanties en schuldhulpverleningsinstanties.
Het Geldloket vraagt geen vergoeding
voor het geven van voorlichting en
doorverwijzing.
Geen gratis advies
De Vereniging FFP acht het van groot belang
dat consumenten de mogelijkheid hebben
om bij een gebrek aan financiële kennis een
‘loket te hebben voor aanvullende hulp- of
dienstverlening, waaronder die van een
gecertificeerd financieel planner. Het initiërende
platform Wijzer in Geldzaken heeft
daartoe met de FFP afgesproken dat de
medewerkers van het Geldloket bij doorverwijzing
van consumenten duidelijk zullen
communiceren dat het advies van een gecertificeerd
financieel planner niet gratis is.
“De FFP gaat er vanuit dat in scripts en protocollen
van Geldloket helder en duidelijk is
vastgelegd dat het geven van financieel
advies niet gratis is en dat door de financieel
planner diverse beloningsmodellen worden
gebruikt, waaronder urendeclaratie en een
vast verrichtingentarief. Consumenten zullen
hiervan goed op de hoogte moeten zijn,
zodat zij niet voor onaangename verrassingen
komen te staan”, aldus directeur Marjan
van Kasteren van de Vereniging FFP.
Het proefproject van Wijzer in Geldzaken
loopt door tot eind mei 2013.
■
F F P M a g a z i n e 31 j u l i 2 0 1 2
Welke vragen krijgt Geldloket?
De medewerkers van het Geldloket worden
uiteenlopende vragen gesteld over
financiële zaken. Enkele van de meest
voorkomende vragen zijn:
■ Ik wil een huis kopen. Waar moet ik
aan denken?
■ Ik heb vaak geld tekort en kan niet goed
rondkomen. Hoe zorg ik dat dit mij
wel lukt?
■ Ik wil weten hoeveel pensioen ik heb
opgebouwd en of dat voldoende is.
Waar kan ik dat vinden?
■ Mijn partner en ik gaan uit elkaar.
Wat moet ik allemaal regelen?
■ Mijn dochter gaat studeren. Waar moet
ik aan denken wat betreft studiekosten?
■ Ik word binnenkort 65. Hoeveel AOW
krijg ik en waar vraag ik dat aan?
■ Ik ben ontslagen. Wat betekent dit
voor mijn inkomen en kan ik extra
toeslagen aanvragen?
■ Wij gaan samenwonen. Hoe verdelen
we de kosten?
De opstelling van het eerste Geldloket in
Amersfoort was een feestelijke gebeurtenis
waarvoor grote belangstelling bestond.

Met een informatief en onderhoudend plenair programma en workshops in het teken
van de focus op de consument, een van de speerpunten van beleid voor de Vereniging FFP.
Voor informatie en/of sponsordeelname:Wim Abrahamse, tel. 06-46139498, e-mail wim@oostdam-partners.nl