ing onderneming 174

174
MAGAZINE VOOR DE DYNAMISCHE ONDERNEMER OKTOBER - NOVEMBER 2006
De toegevoegde waarde
van de sectoraanpak
SEPA:
een evolutionaire overgang
Bemiddeling en
arbitrage
alternatieve oplossingen
bij handelsgeschillen
Brazilië
de poort naar
Latijns-Amerika
Streeft u ook naar
fiscale optimalisatie?
Asset based lending
een moderne
financieringsvorm in opmars

2
174
OKT. - NOV. 2006
Redactiecomité:
G. Busseniers
M.-F. Holemans
A. Janssens
C. Léonard
J. Lievens
V. Manneback
Ph. Picron
P. Walkiers
A. Willocx
Hoofdredacteur:
V. Thielemans
Medewerkers aan de redactie van dit nummer:
ING services
L. Denys
F. Maes
L. Truyens
P. Vanden Avenne
financieel beleid
G. Decarne
M.-C. Favreau
S. Geerinckx
Ph. Picron
actueel
A. Janssens
F. Taal
recht en fiscaliteit
G. Keutgen
H. De Backer
buitenlandse handel
J. Lievens
P. Vanden Houte
fiscale knipoog
J. Matsaert
in ’t kort
M. Roper
Ondertekende artikels vallen onder de
verantwoordelijkheid van de auteur.
ING Onderneming©
Het reproduceren van
teksten uit dit tijdschrift is
toegestaan mits bronvermelding.
Foto’s, lay-out en illustraties
zijn eigendom van Publitec.
Alle rechten voorbehouden.
ISSN nr. 1379-7123
Elke briefwisseling moet worden gericht aan ING
Mevr. V. Thielemans
Marnixlaan 24 - 1000 Brussel
Tel.: 02-547 77 34 - Fax: 02-547 31 19
E-mail:
redactie@ing-ondernemingmagazine.be
Internet:
www.ing-ondernemingmagazine.be
Aanvraag gratis abonnement:
www.ing-ondernemingmagazine.be
Realisatie:
Publitec-MarkCom nv
1702 Groot-Bijgaarden
Tel. 02-482 36 46 - Fax 02-482 36 47
ING Onderneming est également édité
en français.
V.U.:A.Biebuyck
Sint-Michielswarande 60
1040 Brussel
ING België NV
Marnixlaan 24 - B-1000 Brussel
RPR Brussel
BTW BE 0403.200.393
BIC (SWIFT): BBRUBEBB
Rekening: 310-9156027-89
(IBAN: BE45 3109 1560 2789)
editoriaal
Het gaat goed met de Belgische economie. Onze bedrijven hebben in de
afgelopen jaren een grondig transformatieproces ondergaan. Dankzij allerlei
constructieve maatregelen zijn de meeste erin geslaagd hun kostenstructuur te
verbeteren en hun competitiviteit te herstellen. Positief nieuws is ook dat de
werkgelegenheid in een aantal nieuwe industrieën gestaag voortgaat.
In tegenstelling tot de Verenigde Staten waar de groei bedreigd wordt door
stijgende rentevoeten, een hoge schuldenopbouw en de afkoeling van de huizenmarkt, blijven de
economische vooruitzichten voor Europa er vooralsnog rooskleurig uitzien. De rentestructuur blijft gunstig en
ook de lichte daling van de olieprijzen zou voor extra zuurstof moeten zorgen. ING is daarbij uitstekend
geplaatst om ondernemingen te ondersteunen in hun verdere ontwikkeling.
De manier waarop we dat bij ING aanpakken, is een doorgedreven sectoraanpak. Via allerhande structurele
maatregelen en vormingsinitiatieven verdiept ING systematisch haar kennis van een aantal belangrijke sectoren
zoals agro & food, transport & logistiek en real estate. Op die manier kunt u terecht bij relatiebeheerders die
gespecialiseerd zijn in en affiniteit hebben met uw activiteitensector, uw risico’s beter kunnen inschatten en u
nog beter oplossingen, aangepast aan uw behoeften kunnen aanbieden.
Een andere manier waarop ING wenst bij te dragen tot de ontwikkeling van uw onderneming is door u
creatieve financieringsmiddelen aan te bieden die gebaseerd zijn op de onderliggende waarde van bepaalde
activa. In dit nummer geven we u een kort overzicht van de diverse mogelijkheden en troeven van asset based
lending.
Alvast veel leesgenot!
Luc Truyens
Directeur Belgische Ondernemingen en Institutionelen
ING SERVICES
inhoud
De toegevoegde waarde van de sectoraanpak 3
FINANCIEEL BELEID
Asset based lending: een moderne financieringsvorm in opmars 6
ACTUEEL
SEPA: een evolutionaire overgang 8
RECHT EN FISCALITEIT
Bemiddeling en arbitrage:
alternatieve oplossingen bij handelsgeschillen 10
BUITENLANDSE HANDEL
Dossier: BRIC-landen – Deel 5
Brazilië: de poort naar Latijns-Amerika 13
FINANCIEEL BELEID
Streeft u ook naar fiscale optimalisatie? 16
FISCALE KNIPOOG
IN ‘T KORT
Enkele fiscale tips die belangrijk kunnen zijn voor uw bedrijf 18
Beknopte nieuwsberichten en aankondigingen 19

Een sectorale aanpak maakt deel uit van de strategie
van ING naar ondernemingen toe. Helemaal
nieuw is die benadering niet, aangezien al langer een
doelgerichte en gespecialiseerde aanpak bestaat naargelang
het economische weefsel van de regio waarin
een ING Business Centre actief is. Om de vruchten te
plukken van een dergelijke benadering van de markt
werd die strategie in de afgelopen jaren echter verder
uitgebreid en structureel aangepakt. “Daarbij zoeken
we naar een evenwicht tussen wat structureel haalbaar
is voor de bank en de geografische ligging van de
cliënt,” verklaart Filip Maes, National Sector Coordinator
Agro & Food.
NIETS DAN VOORDELEN VOOR DE CLIËNT
“Door de portefeuilles van onze relatiebeheerders
zoveel mogelijk te groeperen per sector, kunnen we
onze ondernemingscliënten een belangrijke toegevoegde
waarde bieden,” vervolgt Filip Maes. “Als ze
vertrouwd zijn met de sector van de cliënt, kunnen ze
zijn specifieke problemen adequater kaderen, zijn
behoeften beter indekken en proactief optreden. Soms
komen bedrijven in moeilijkheden omdat hun sector
getroffen wordt door een crisis, denk maar aan de
dioxinecrisis in de landbouw- en voedingssector of de
hoge olieprijzen in de transportsector. Een bankier kan
daar impulsief op reageren en bijvoorbeeld kredieten
schorsen. Als hij de sector kent, kan hij de risico’s veel
beter inschatten en een dergelijke crisis juist aangrijpen
om zijn cliënten te ondersteunen, bijvoorbeeld
door hun krediettermijnen te verlengen of alternatieve
financieringsvormen voor te stellen.”
“Het inschatten van een risico behoort tot de kerntaken
van een bankier,” vult Luc Truyens, Directeur
Belgische Ondernemingen en Institutionelen aan.
“Traditioneel doet hij dat door de boeken te bestuderen,
maar dat is in de achteruitspiegel kijken.
ING services
De toegevoegde waarde van
de sectoraanpak
ING vindt het belangrijk dat uw relatiebeheerder zo
goed mogelijk vertrouwd is met de sector waarin u
actief bent. Een bankier die uw sector kent en er
affiniteit mee heeft, ziet immers verder dan de
cijfertjes…
Daarnaast moet hij ook een deskundig oordeel kunnen
vellen over de toekomstmogelijkheden van het bedrijf
en de kwaliteiten van het management. Daarvoor is
echter een goed inzicht in de sector en een grondige
marktkennis nodig. De waarde van een melkquotum
bijvoorbeeld, vind je nu eenmaal niet in de balans...”
GEVOLGDE SECTOREN
Het verdiepen van die sectorkennis binnen de bank
gebeurt op verschillende manieren. Momenteel worden
drie sectoren centraal opgevolgd en gecoördineerd:
agro & food, transport & logistiek en real estate.
Andere sectoren worden regionaal opgevolgd, zoals
industrie & handel, nieuwe technologie en trade finance,
en zelfs zeer specifieke nichemarkten zoals de
mode in Antwerpen. “Die regionale sectoraanpak
wordt mogelijk zodra er in een bepaalde sector een
voldoende kritische massa is bereikt,” zegt Filip Maes.
“Daarnaast werken de sectorspecialisten fysisch
samen binnen één Business Centre zodat ze voortdurend
onderling informatie kunnen uitwisselen. We
brengen ze ook regelmatig samen op nationale basis
voor vormingsactiviteiten en informele discussies. Tot
slot worden ze nationaal ondersteund via informatie
via het intranet van de bank. We proberen ook specifieke
profielen aan te trekken die affiniteit hebben met
de betrokken sectoren.”
AGRO-FOOD: KETENAANPAK ZORGT VOOR
BELANGRIJKE TOEGEVOEGDE WAARDE
De landbouw- en voedingsindustrie is na de
metaalverwerkende nijverheid de belangrijkste economische
sector in Vlaanderen. Alleen al de provincie
West-Vlaanderen neemt meer dan een kwart van de
totale West-Europese productie van diepvriesgroenten
voor haar rekening. Ook de varkens- en veevoederindustrie
en de aardappelverwerkende nijverheid van
ons land situeren zich in belangrijke mate in de kust-
Een bankier die
vertrouwd is met uw
sector reageert niet
paniekerig bij het
uitbreken van een crisis,
maar probeert zijn
cliënten zo goed
mogelijk te
ondersteunen.
3

4
Om een deskundig
oordeel te vellen over
het bedrijf en de
kwaliteiten van het
management is een goed
inzicht in de sector en
een grondige
marktkennis nodig.
provincie, die heel wat bedrijven met een dominante of
zelfs marktleidende positie telt in agro & food.
In het hartje van de West-Vlaamse landbouw- en
voedingsnijverheid bevindt zich het ING Business Centre
Roeselare-Kortrijk, waar Ludo Denys het achtkoppige
Agroteam leidt. “Onze sectoraanpak stoelt op een viertal
elementen,” verklaart Ludo Denys.“Ten eerste is er
het belang van de agro-foodindustrie voor de Belgische
economie. Daarnaast wordt deze sector gekenmerkt
door een hoge graad van techniciteit zoals zeer specifieke
productienormen en -termen, strikte milieuverplichtingen,
volatiele grondstoffen- en verkoopprijzen
enzovoort. Als bankier moet je daarmee vertrouwd zijn
om die business te begrijpen. Dankzij onze sectorkennis
kunnen we met kennis van zaken met onze cliënten praten,
hun problemen juist inschatten om hen aangepaste
oplossingen aan te bieden. Ten derde is het belangrijk
dat je de taal van de cliënt spreekt. Als je de filosofie en
de interactie tussen alle subsegmenten van de sector
niet begrijpt, dan praat je naast elkaar. En last but not
least is er de ketenaanpak waarin ING zich duidelijk
onderscheidt van de concurrentie.”
EEN GLOBALE KIJK OP DE SECTOR
Ludo Denys vervolgt: “De agro-foodindustrie
vormt een natuurlijke keten waarin de producent (van
vlees, zuivel, groenten…) centraal staat. Rond hem
bevinden zich enerzijds de toeleveranciers (van landbouwmachines,
plantgoed, meststoffen e.d.) en anderzijds
de verwerkende industrie. Al die deelsegmenten
zijn zeer sterk met elkaar verweven en als je die als
bankier ‘in stukken hakt’, verlies je heel wat nuttige
informatie. Erger nog, door onvoldoende inzicht te
hebben in de volledige kolom of keten, kun je uit
paniek verkeerde beslissingen nemen. Zo hebben we
bij het uitbreken van de vogelpest vorig jaar de hele
problematiek nauwkeurig in kaart gebracht en de
bedrijven die in moeilijkheden geraakten, ondersteund
vanuit de wetenschap dat de sector zich op termijn zou
herstellen, wat inmiddels ook is gebeurd. Dit jaar worden
we geconfronteerd met een abnormale aardappeloogst,
die specifieke problemen met zich meebrengt,
maar mogelijk ook opportuniteiten. We praten nu al
met de aardappeltelers, de handelaars en de verwerkende
industrie over hoe we de problemen of kansen
die daaruit voortvloeien het best zullen aanpakken.
De input van het ene bedrijf is immers de output van het
andere en juist daarom benadert ING de sector in zijn
geheel en respecteert de natuurlijke keten. Al onze relatiebeheerders
zitten samen in het Business Centre en
wisselen voortdurend onderling informatie uit.
Daarnaast worden we nog ondersteund door een technische
expert en een sectorcoördinator in de hoofdzetel.”
Vanden Avenne
vindt klankbord
in ING
Langs het kanaal Ooigem-Roeselare
duiken twee indrukwekkende witte torens
op van het mengvoederbedrijf Vanden
Avenne. Het is de grootste veevoederfabriek
van het land. Afgevaardigd Bestuurder
Patrick Vanden Avenne, tevens voorzitter van
de Belgische mengvoederfederatie BEFEMA,
praat met ons honderduit over de specifieke
uitdagingen van de agro-voedingsindustrie
en zijn appreciatie voor de sectoraanpak
van ING.
De geschiedenis van het bedrijf gaat terug tot
1889, toen overgrootvader Zeno Vanden Avenne op
dezelfde site een handel begon in landbouwgrondstoffen.
Vier generaties later heeft de familie Vanden
Avenne activiteiten ontwikkeld die de hele agro-voedingsketen
bestrijken. Samen met zijn broer Harold
leidt Patrick Vanden Avenne het mengvoederbedrijf te
Ooigem, de derde grootste van het land, de vleesverwerkende
bedrijven Bens (varkens) en Calibra (kippen)
en een diepvrieshuis te Buggenhout, samen goed voor
een omzet van ongeveer 250 miljoen euro. Producent
in diepvriesmaaltijden Crops en grondstoffenhandelaar
Vanden Avenne Izegem worden geleid door andere
takken van de familie, terwijl de familie ook sterk
vertegenwoordigd is in het op- en overslagcentrum
Eurosilo in de haven van Gent.
STRENGE KWALITEITSNORMEN
“De wet van vraag en aanbod speelt heel sterk in
onze sector,” legt Patrick Vanden Avenne uit. “Het is
dan ook niet gemakkelijk om de sterke prijsschommelingen
van grondstoffen en landbouwproducten te
beheersen door de jaren heen. Dat geldt zeker voor de
individuele landbouwer die zijn marktrisico contractueel
zoveel mogelijk probeert in te dekken. Daarbij komt
dat er gestreefd wordt naar rendement doorheen de

ketting en naar een maximale kwaliteit en traceerbaarheid
van de producten. De veevoedersector fungeert
daarbij als een soort van trechter waarlangs de
meeste grondstoffen passeren. We krijgen dan ook
vlug de zwarte piet doorgespeeld als er iets fout loopt.
Maar heel de voedselketen en in het bijzonder de veevoederindustrie
is onderworpen aan de strengste kwaliteitscontrolesystemen.
Daarvoor zijn zeer zware
inspanningen geleverd, maar uiteindelijk zijn het de
onberispelijke traceerbaarheid, de versheid en de kwaliteit
van onze producten die op termijn onze voedselindustrie
zullen overeind houden.”
SCHAALVERGROTING WERKT BEHOEFTE
AAN WERKKAPITAAL IN DE HAND
Schaalvergroting en toenemend professionalisme
zijn volgens Patrick Vanden Avenne twee belangrijke
tendensen die de sector kenmerken: “Het aantal landbouwers
gaat voortdurend in dalende lijn en in de volgende
jaren zal dat proces nog versnellen. We evolueren
naar het tijdperk van een beperkt aantal agromanagers
die een veel groter landbouwareaal beheren en
voldoende vakkennis en specialisatie in huis hebben
om hoofd te kunnen bieden aan de zware concurrentiestrijd.
Maar er zijn zware investeringen nodig om die
schaalvergroting te realiseren, zowel in vastliggend als
in werkkapitaal. Het eerste wordt doorgaans gefinancierd
met eigen middelen en via de bank, voor het
tweede wordt in de praktijk vaak een beroep gedaan
op de veevoederproducent als lender of last resort, in
de vorm van leverancierskredieten. De veevoederfabrikanten
moeten hun grondstoffen echter meestal contant
of zelfs op voorhand betalen, want buitenlandse
grondstoffen worden vaak aangekocht op basis van
cash against documents. Ook daar is er bijgevolg een
grote behoefte aan werkkapitaal. Bovendien zijn prijs-
schommelingen van 20 tot 30% op jaarbasis geen uitzondering.
Dat maakt de complexiteit doorheen de
keten nog groter. Vandaag liggen de varkensprijzen
bijvoorbeeld 30% hoger dan een jaar geleden, wat
implicaties heeft op de slachterijen, de verwerkingsbedrijven
enzovoort.”
DOORHEEN DE KETEN KIJKEN
“Door die sterke prijsschommelingen heeft een
landbouwbedrijf naast het bedrijfsrisico ook een
marktrisico, dat hij maximaal probeert door te schuiven
naar de volgende schakels in de ketting, met de
veevoederproducent op kop,” vervolgt Patrick Vanden
Avenne. “Het grote voordeel van de sectoraanpak van
ING is dat ze een totaaloverzicht heeft op de hele ketting,
weet waar er verloren en waar er gewonnen
wordt, waar de risico’s liggen, wie de risico’s contractueel
doorschuift naar wie. Op die manier kan ING de
financiële behoeften heel goed inschatten en oplossingen
op maat aanbieden. Ik moet zeggen dat ING daarin
een unieke aanpak heeft, want de andere financiële
instellingen benaderen de landbouwsector als een
apart segment. Dat is volgens mij minder efficiënt,
omdat tal van factoren een invloed uitoefenen doorheen
de hele ketting. Ook belangrijk is dat we met ING
van gedachten kunnen wisselen over de problematiek
van de sector en op die manier een genuanceerde opinie
en een waardevol klankbord krijgen. De centrale
ligging van het Business Centre is een bijkomende
troef, niet alleen vanwege de bereikbaarheid, maar
vooral vanwege de toegang tot een massa informele
informatie.We stellen tevens de aanwezigheid van ING
op alle landbouw- en voedingsactiviteiten sterk op
prijs. Tot slot is het een groot gemak om een gesprekspartner
te hebben die de sector kent en aan wie je niet
telkens opnieuw alles moet uitleggen.” ■
Patrick Vanden Avenne,
afgevaardigd bestuurder van
het mengvoederbedrijf Vanden
Avenne
Het grote voordeel van
de sectoraanpak in
agro & food van ING is
dat ze een totaaloverzicht
heeft op de hele ketting,
waardoor ze de financiële
behoeften heel goed
inschatten en oplossingen
op maat kan aanbieden.
5

6
De politiek van ING is
erop gericht een winwinsituatie
te creëren
door het aanbieden van
alternatieve
financieringsvormen in
de vorm van asset based
lending: factoring,
leasing en een
effectisering van de
schuldvorderingen.
financieel beleid
Asset based lending
een alternatieve
financieringsvorm in
opmars
Steeds meer ondernemingen verlaten de traditionele paden van
kredietverlening en doen een beroep op alternatieve
financieringsvormen die gebaseerd zijn op de waarde van bepaalde
activa, gaande van schuldvorderingen tot investeringsgoederen.
De verschuiving van klassieke kredietverlening
naar ‘asset based lending’ is een internationale tendens
die verschillende oorzaken heeft. Zo leggen de
Bazel 2-normen financiële instellingen beperkingen op
betreffende het gebruik van eigen vermogen voor kredietverlening.
Banken dienen bijgevolg meer aandacht
te schenken aan een verfijndere risicoanalyse van elke
cliënt. Om de financieringsbehoeften van ondernemingen
te blijven verzekeren, creëert ING een win-winsituatie
door naast de traditionele kredieten ook alternatieve
financieringsvormen aan te bieden in de vorm
van asset based lending: factoring, leasing en een
effectisering van de schuldvorderingen.
FACTORING: UW DEBITEURENBEHEER IN
PROFESSIONELE HANDEN
Factoring is de techniek waarbij een onderneming
al haar facturen overdraagt aan een factoringmaatschappij.
Die service wordt aangeboden door IFB
(International Factors), een gespecialiseerde dochtermaatschappij
van ING. De factor zal de facturen beheren,
invorderen, aandringen bij de schuldenaren, de
bedragen innen en de geschildossiers behartigen in
geval van niet-betaling.
Steeds meer bedrijven kiezen voor factoring omdat
ze op die manier hun openstaande vorderingen tot
85% kunnen voorfinancieren. Stany Geerinckx,
Product Manager IFB: “Die financieringstechniek is bijzonder
interessant voor ondernemingen die hun klanten
een langer betalingsuitstel verlenen dan degene
die ze zelf krijgen van hun leveranciers. Of voor snelgroeiende
ondernemingen die regelmatig een aanpas-
sing van hun kredietlijn dienen aan te vragen. Door
een beroep te doen op factoring volgt hun financiering
immers automatisch hun ontwikkeling: hoe meer vorderingen,
hoe groter de voorfinanciering.”
Omdat factoring zich baseert op de waarde van de
openstaande vorderingen (de facturen) van de uitgevende
onderneming, dienen zowel haar debiteuren als
de facturen aan de nodige kwaliteitseisen te voldoen.
Stany Geerinckx: “Het risico is immers niet alleen verbonden
aan de financiële structuur van de onderneming
en de solvabiliteit van haar debiteuren, maar ook
aan de betwistbaarheid van de factuur.”
Van de klassieke diensten van factoring (rekeningbeheer,
debiteurenbewaking, dekking tegen insolventierisico’s
en financiering) kan desgewenst worden
afgeweken op het niveau van de opvolging (bedrijven
sturen zelf de rappels om het contact met de klant te
behouden), de risicodekking (kredietverzekeraar naar
keuze) en de administratie (self allocating factoring: de
klant houdt IFB op de hoogte van de facturatie en de
betalingen, waardoor de kosten aanzienlijk verminderen).
Ook een stilzwijgende overeenkomst is mogelijk
(silent factoring), waardoor de debiteuren niet op de
hoogte worden gebracht van de factoringovereenkomst.
LEASING: VAN UITRUSTINGEN OF WAGENS
TOT GEBOUWEN
Leasing is voor ondernemingen een manier om het
gebruik van bedrijfspanden, goederen en apparatuur
te financieren, zonder hun balansstructuur te verzwa-

en. De overdracht van gebruiksrechten staat centraal
in leasing. Er is een onderscheid tussen de eigendom
(leasinggever) en het gebruik (leasingnemer). Geert
Decarne, Sales Manager ING Lease: “Bij leasing zoeken
we naar een evenwicht tussen het kredietrisico en
het assetrisico, dat steeds belangrijker wordt. Leasing
is bijvoorbeeld een zeer aantrekkelijke financieringsvorm
voor investeringen met een hoge activawaarde
(bijvoorbeeld bussen, polyvalente gebouwen…).
Omdat het geleasete goed een waarborg op zich is en
de leasemaatschappij er juridisch eigenaar van blijft,
wordt een leasing doorgaans soepeler toegestaan dan
andere kredietvormen. Maar wij leasen ook meer specifieke
investeringsgoederen op voorwaarde dat de
leasenemer voldoende kredietwaardig is.”
Naast de financiële voordelen van leasing (flexibiliteit,
buitenbalansoplossingen, drukken van de
investeringskosten…), biedt ING Lease ook een
belangrijke toegevoegde waarde in termen van kennis
van de te financieren goederen. Geert Decarne: “Wij
hebben vastgoedexperts in dienst die de klant met
raad en daad bijstaan bij hun investeringsprojecten in
gebouwen en uitrustingen.”
AANKOOP VAN SCHULDVORDERINGEN:
FINANCIERING VAN TOEKOMSTIGE
CASHFLOWS
Op het kruispunt tussen effectisering die hoofdzakelijk
gericht is naar grote ondernemingen en factoring
die vooral tegemoetkomt aan de behoeften van kleine
en middelgrote ondernemingen, biedt de aankoop van
schuldvorderingen ondernemingen een alternatieve en
flexibele financieringsbron met een aantrekkelijke
boekhoudkundige verwerking.
Voor effectisering is een vrij zware en dure transactie
nodig die gebaseerd is op de aankoop van activa
door een speciaal daartoe opgerichte maatschappij die
de verrichting financiert door middel van de uitgifte
van effecten op de kapitaalmarkten. Een interessant
alternatief is de aankoop van schuldvorderingen.
Marie-Christine Favreau, Head of Working Capital
Structured Finance bij ING: “Ons departement maakt
gebruik van de techniek, berekeningsmethode en
waardebepalingmethode van effectisering, maar
brengt zelf geen effecten op de markt. De schuldvorderingen
worden gekocht door ING die zelf de opera-
tie financiert. Aangezien er een bovengrens staat op
voorfinanciering van handelsvorderingen via factoring
(25 miljoen euro), en de eigenlijke effectisering pas
mogelijk is vanaf 100 miljoen euro, kan ING via die
techniek ook een oplossing bieden aan ondernemingen
die handelsvorderingen hebben met een waarde
van meer dan 25 miljoen euro.”
De huidige boekhoudkundige normen (IFRS) vereisen
een flexibelere structuur die bijzonder moeilijk kan
worden gerespecteerd in het kader van een effectisering.
In dat verband schuilt de kracht van de aankoop
van schuldvorderingen zowel in de snelheid van zijn
toepassing als in zijn flexibiliteit, waardoor hij tegemoetkomt
aan de steeds strengere boekhoudkundige
normen.
ING Working Capital Structured Finance heeft een
grondige expertise opgebouwd op het vlak van effectisering
en overdracht van schuldvorderingen en de buitenbalans
behandeling van die verrichtingen. De ervaring
van het departement strekt zich uit over de meest
verscheidene financiële activaposten zoals commerciële
en fiscale schuldvorderingen, hypothecaire leningen,
consumentenkredieten, leasingcontracten en huurinkomsten.
■
POSITIE VAN ELKE ASSET BASED LENDING
Activa Producten
Vaste activa Leasing
Voorraden
Schuldvorderingen < 25 miljoen EUR Factoring
Cash
EXTRA INFO
SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:
17406.ing-ondernemingmagazine.be
• Links naar eerder verschenen artikels
Leasing is een zeer
aantrekkelijke
financieringsvorm voor
investeringen met een
hoge activawaarde.
< 100 miljoen EUR Receivables purchase
> 100 miljoen EUR Receivables purchase
& Effectisering
7

8
De migratie naar SEPA
zal belangrijke
veranderingen
teweegbrengen in de
betalings- en
incassoprocessen, maar
zal progressief worden
doorgevoerd.
actueel
SEPA: een evolutionaire overgang
In het vorige nummer van ING Onderneming schetsten we de
achtergrond van de Single Euro Payments Area, een project dat zowel
de bancaire als de politieke wereld voor een enorme uitdaging stelt.
Maar wat betekent SEPA concreet voor u als ondernemer, en voor de
bankwereld in haar geheel?
Frank Taal, Global Head ING PCM Product,
Channel & Solution Management, vertelt ons meer
over de toekomst en de praktische gevolgen van de
introductie van SEPA in 2008.
Zal de harmonisering van het Europese
betalingsverkeer niet tot een zekere
nivellering leiden?
Frank Taal: “De bedoeling is natuurlijk dat landen
met minder performante betaalsystemen zich optrekken
aan de beste. Voor de verwerking van overschrijvingen
bijvoorbeeld, stelt de ECP (European Payments
Council) een maximumtermijn voorop van drie dagen,
maar dat mag ook sneller. De banken in de ‘trage’ landen
zullen waarschijnlijk langere verwerkingstijden
blijven hanteren, want dat levert hen een rentevoordeel
op. Maar als die verschillen te groot zijn, zal er
een geleidelijke verschuiving optreden naar snellere en
goedkopere landen, aangedreven door de grote ondernemingen.
Het zal immers niets meer uitmaken in welk
land u een rekening opent.”
DE OVERGANG
Hoeveel tijd krijgen de cliënten om over te
schakelen op de nieuwe producten?
Frank Taal: “De migratie naar SEPA zal een marktgedreven
proces zijn, waarbij we begin 2008 de cliënten
niet zullen verplichten om over te schakelen naar
de nieuwe SEPA-producten. De migratie van de
bestaande domestieke producten naar de nieuwe
SEPA-producten wordt thans geanalyseerd met vertegenwoordigers
van de betrokken sectoren (banken,
autoriteiten, ondernemingen…). We moeten ons
bewust zijn van het feit dat dit niet alleen gevolgen zal
hebben op de schakels tussen banken en ondernemingen
en de reconciliatieprocedures, maar ook op bijvoorbeeld
de relaties tussen crediteuren en debiteuren
die werken met domiciliëringen. Die veranderingen
moeten ons ook de gelegenheid geven om de procedures
te optimaliseren, waarbij voorrang wordt verleend
aan STP-verrichtingen (Straight Through
Processing) en het gebruik van minder performante
producten zoals cheques of effecten wordt herzien.”
Op welke manier zal dat proces verlopen?
Frank Taal: “We hopen natuurlijk dat de nieuwe
producten op termijn minstens even goed of beter zullen
zijn dan de bestaande. Laten we niet vergeten dat
we er in België en Nederland minstens dertig jaar over
hebben gedaan om betalingssystemen te ontwikkelen
die samen met die van de Scandinavische landen tot
de absolute wereldtop behoren, zowel op het vlak van
snelheid, veiligheid, efficiëntie als goedkoopte. Het is
een zware ambitie om ze binnen een paar jaar te willen
vervangen door compleet nieuwe producten.
Tijdens de overgangsperiode zullen de investeringen in
de oude producten geleidelijk worden afgebouwd. Er
zal dus een natuurlijke verschuiving plaatsvinden naar
de nieuwe, die systematisch aan toegevoegde waarde
zullen winnen. Maar die overgangsperiode mag ook
niet te lang aanslepen, omdat de ondersteuning van
twee betaalsystemen kostenverhogend werkt voor
zowel de banken als de ondernemingen. Kortom, de
overgangsperiode zal een evolutionair, maar ook een
beheerd proces zijn.”
WAT VERANDERT ER?
Voor welke bedrijven zijn de nieuwe
producten interessant?
Frank Taal: “Bij de introductie zullen de nieuwe
producten niet voor alle bedrijven meteen zo interes-

sant zijn. Voor welke dan wel? Ik denk bijvoorbeeld
aan een camping of een onderneming die vakantiehuisjes
verhuurt aan buitenlandse toeristen en willen
gebruikmaken van een Europees incassosysteem. Voor
ondernemingen met weinig grensoverschrijdend betalingsverkeer
is het niet zinvol om meteen de overstap
te maken. In de beginfase zullen de nieuwe betaalproducten
immers nog niet op het niveau staan dat we in
Nederland en België gewend zijn. Maar naarmate hun
toegevoegde waarde groter wordt, zullen steeds meer
bedrijven de overstap maken.”
Wat verandert er concreet?
Frank Taal: “Voor de consumenten verandert er
niet zoveel. Vanaf 2008 wordt hun gewone rekeningnummer
wel vervangen door IBAN; over BIC is er nog
een discussie. In de B-2-B-markt is het gebruik van
IBAN en BIC al ingeburgerd, in de B-2-C-markt niet.
Bedrijven die werken met domiciliëringen zullen bijgevolg
de IBAN-nummers van hun klanten dienen te
achterhalen en hun mandaatbeheer en de opvolging
van hun debiteuren dienen te herzien. Er komen ook
nieuwe versies van de software voor elektronisch
bankieren. ING onderzoekt overigens de mogelijkheid
om als extra service voor haar cliënten een centrale
geautomatiseerde conversie van de bestaande rekeningnummers
naar de nieuwe IBAN-nummers te ontwikkelen.
Dat zal het ongemak bij het gebruik van de
IBAN-rekeningnummers sterk verminderen.
En de pricing?
Frank Taal: “De pricing zal vergelijkbaar zijn met
die van de domestieke producten. Het prijsverschil kan
niet te groot zijn, tenzij het gerechtvaardigd wordt
door een grote toegevoegde waarde die door de cliënt
als dusdanig ook erkend wordt.”
DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN ING
Hoe zal ING zich positioneren in het SEPAverhaal?
Frank Taal: “ING biedt een mooi productenaanbod
tegen een aantrekkelijke prijs. Het verschil zal niet
zozeer liggen in de producten op zich, die in hoge mate
gestandaardiseerd zijn (dat is trouwens het hele idee
van SEPA), maar in onze ondersteuning en advisering
tijdens het verkoopproces en de cliëntenservice achteraf,
zeg maar de “garage”. In dat verband loopt trouwens
een belangrijk project om onze dienstverlening,
die volgens onderzoek al de hoogste waardering krijgt,
nog verder uit te bouwen en te professionaliseren.”
Zal SEPA het banklandschap in Europa
veranderen?
Frank Taal:“Veel banken zien SEPA als een bedrei-
ging, ING ziet SEPA vooral als een kans. We verwachten
dat de banksector een gelijkaardige ontwikkeling
zal ondergaan als de automobiel- of luchtvaartindustrie,
die vandaag gekenmerkt wordt door een
beperkt aantal grote spelers, met daarnaast nichespelers.
Of zoals het banklandschap in de Verenigde
Staten, dat gedomineerd wordt door een handvol
grote banken, met daarnaast duizenden kleine banken
die hun betalingsverkeer outsourcen. Voor sommige
Amerikaanse banken bestaat de belangrijkste cliëntengroep
niet langer uit ondernemingen, maar uit andere
banken. Ook in Europa verwacht ik dat op termijn een
groot aantal banken bepaalde delen van hun betalingsverkeer
niet langer actief zullen ondersteunen,
maar zullen uitbesteden aan grote banken of IT-spelers
zoals EDS. ING denkt goed geplaatst te zijn om een
positie te verwerven in de top tien van Europese banken
op gebied van betalingsverkeer. ING is een zeer
sterke speler in België en Nederland, de vijfde euroclearer
in Europa, beschikt over een uitgebreid, geïntegreerd
Europees netwerk en een stevige positie in
Centraal-Europa. De Raad van Bestuur van ING heeft
dan ook het licht op groen gezet voor een uitgebreid
investeringsprogramma om die ambitieuze doelstelling
te kunnen realiseren. ING is overigens al druk in de
weer met de ontwikkeling van nieuwe SEPA-producten.
Rond Nieuwjaar pakken we in primeur uit met
M-PECT (Multiple Pan European Credit Transfers), een
SEPA-product voor het uitvoeren van grote aantallen
eurobetalingen (in bulk) binnen Europa. We spelen bijgevolg
niet alleen een voortrekkersrol, maar lopen
zelfs al voor!”
In de volgende nummers komen de nieuwe SEPAproducten
meer gedetailleerd aan bod. ■
EXTRA INFO
SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:
17408.ing-ondernemingmagazine.be
• Links
De toegevoegde waarde
van ING zal niet zozeer
liggen in de SEPAproducten
op zich, die
in hoge mate
gestandaardiseerd zijn,
maar in de
ondersteuning en
advisering tijdens het
verkoopproces en de
cliëntenservice achteraf.
9

10
De bemiddelaar helpt de
partijen bij het
uitwerken van een
oplossing voor het
conflict dat hen verdeelt.
recht en fiscaliteit
Bemiddeling en arbitrage:
alternatieve oplossingen bij
handelsgeschillen
Soms rijzen er tussen handelspartners geschillen die ze
onderling niet kunnen of willen oplossen. Dergelijke
conflicten kunnen via bemiddeling en arbitrage worden
beslecht, zonder tussenkomst van een rechtbank en
zonder de commerciële relaties te schenden.
Tot voor enkele jaren was het de gewoonte om een
geschil tussen handelspartners te regelen via “de
bevoegde rechtbank”. Veel ondernemingen kiezen
bijna nog altijd automatisch voor die oplossing.
Nochtans herontdekte de Amerikaanse zakenwereld in
de jaren ‘70 alternatieve manieren om conflicten te
regelen (in het Frans MARC: modes alternatifs de
règlement des conflits; in het Engels ADR: Alternative
Dispute Resolution), die ook bij ons stilaan ingang vinden.
Er bestaan inderdaad snellere en dynamischere
oplossingen om conflicten te regelen, al was het maar
om te ontsnappen aan de bottlenecks van de rechtbanken
en de gerechtelijke achterstand. Maar bemiddeling-
en arbitrageprocedures bieden de betrokken
partijen nog andere voordelen, verklaren Guy
Keutgen, voorzitter van het Belgisch Centrum voor
Arbitrage en Mediatie (CEPINA) en Helena De Backer,
voorzitster van het Brussels Business Mediation Center
(BBMC).
Guy Keutgen, voorzitter
van het Belgisch
Centrum voor Arbitrage
en Mediatie (CEPINA) en
Helena De Backer,
voorzitster van het
Brussels Business
Mediation Center
(BBMC)
TUSSENKOMST VAN EEN DERDE
Zowel bij bemiddeling als arbitrage doen de partijen
een beroep op een neutrale, onafhankelijke en deskundige
derde. Guy Keutgen:“We dienen een onderscheid
te maken tussen beide procedures, ook al bieden
ze in velerlei opzichten gelijkaardige voordelen. De
bemiddelaar herstelt de communicatie tussen de partijen,
brengt hun meningen dichter bijeen en helpt hen
bij het uitwerken van een oplossing voor het conflict
dat hen verdeelt. De arbiter hoort de partijen en legt
hen zijn oplossing op; de arbitrale uitspraak heeft
dezelfde waarde als een vonnis. Net als de bemiddelaar
is de arbiter onpartijdig en onafhankelijk ten
opzichte van de partijen en hun advocaten. Mocht
daarover twijfel ontstaan, dan kan hij zelfs in de loop
van de procedure worden vervangen. Bij institutionele
arbitrage, zoals die van CEPINA, wordt de arbiter gekozen
door een benoemingscomité op basis van de aard
van het geschil, zijn kwalificaties en zijn beschikbaarheid.
Zijn deskundigheid is belangrijk (op het vlak van
informatica bijvoorbeeld). De meeste bemiddelaars en
arbiters hebben een juridisch beroep waardoor ze erop
kunnen toezien dat de procedureregels gerespecteerd
worden.”
In tegenstelling tot de arbiter hoeft de bemiddelaar
niet noodzakelijk een specialist in de desbetreffende
materie te zijn. Maar hij dient wel over andere
kwaliteiten te beschikken, legt Helena De Backer uit:
“De bemiddelaar is meer dan een onderhandelaar. Hij

is iemand met ervaring die getuigt van luistervaardigheid,
empathie en een open geest. Bovendien moet hij
beschikken over een natuurlijke autoriteit die hem in
staat stelt de duur en het verloop van de bemiddeling
goed in handen te houden. Tijdens de opleidingen die
we bij het BBMC voorstellen, ‘deprogrammeren’ we
de deelnemers, of het nu advocaten zijn, boekhoudexperts
of bedrijfsleiders, zodat ze openstaan voor alle
mogelijke oplossingen. Bemiddeling heeft namelijk tot
doel de communicatie tussen de partijen weer op
gang te brengen, door in te spelen op zowel de elementen
die hen dichter bijeenbrengen als die hen verdelen,
en door hun gezichtsveld te verruimen. De
bemiddelaar helpt de partijen zich bewust te maken
van hun al dan niet uitgedrukte behoeften en herformuleert
die systematisch. Op die manier slaagt hij er
vaak in ingewikkelde situaties te deblokkeren en tot
een oplossing te komen die voor beide partijen volledig
bevredigend is.”
BEMIDDELING HERSTELT DE
COMMUNICATIE
Handelsbemiddeling is een dynamisch en snel
proces (meestal is een dag voldoende). Vaak is er eerst
een individuele ontmoeting met de bemiddelaar die
uitleg geeft over de principes en etappes en zich informeert
over het dossier. Vervolgens ondertekent elke
partij een protocol dat een vertrouwelijkheidsovereenkomst
bevat. Alles wat tijdens de bemiddeling
wordt gezegd, mag bij een mislukking achteraf
immers niet worden ingeroepen voor de rechtbank. De
bemiddeling gebeurt op een neutrale, aangename
plaats en volgt een formeel verloop dat bestaat uit
plenaire sessies met de partijen, hun eventuele adviseurs
en de bemiddelaar, afgewisseld door gesprekken
tussen de bemiddelaar en elke partij afzonderlijk.
Helena De Backer: "Die aparte gesprekken zijn de
kern van de bemiddeling. Ze zijn fundamenteel omdat
ze toelaten om in alle vrijheid gevoelens te uiten, de
kaarten op tafel te leggen en denkpistes te verkennen
die vervolgens in plenaire zitting kunnen worden
voorgesteld. Ondertussen kan de tegenpartij nadenken
en zijn strategie herzien. Bij een bemiddeling
heeft niemand gelijk of ongelijk. Het probleem en de
ARBITRAGE OF BEMIDDELING?
Wat is de beste formule als men een tussenkomst van de rechtbank wil vermijden, in
de wetenschap dat de verschillende modellen van conflictoplossing elkaar niet
uitsluiten, zowel bij het opstellen van het contract – wanneer de partijen
verondersteld worden overeen te komen – als op het moment dat er een conflict
rijst?
Bemiddeling
De partijen beslissen een beroep te doen op een neutrale derde – de bemiddelaar –
om gemakkelijker tot een minzame regeling voor hun geschil te komen en de
standpunten nader bijeen te brengen. De bemiddelaar probeert de dialoog tussen de
partijen te herstellen, structureert en coördineert de onderhandelingen, zonder een
beslissing op te dringen. Hij is meester over het proces maar niet over de oplossing.
Hij helpt ook de vrijwillige regeling te formaliseren in een minzame overeenkomst
waarmee beide partijen akkoord gaan en die eventueel door een gerechtelijke
uitspraak met uitvoerbare kracht kan worden bevestigd (als de bemiddelaar erkend is).
Arbitrage
De partijen komen overeen om hun conflict voor te leggen aan een neutrale en
onpartijdige derde – het scheidsgerecht, samengesteld uit een of drie arbiters – die
de eisen van de partijen aanhoort en de knoop doorhakt in het geschil. Het legt
bijgevolg een beslissing op zonder mogelijkheid tot beroep. De arbitrale uitspraak
heeft dezelfde waarde als een gerechtelijk vonnis en een verplichtend karakter. Als
het contract een arbitrageclausule voorziet, moet bij een conflict die manier van
geschillenbeslechting worden gevolgd, behalve als de partijen overeenkomen er
afstand van te doen en beslissen om zich te wenden tot de gewone rechtbank.
Procedurekosten
CEPINA en het BBMC bepalen een forfaitair bedrag voor hun tussenkomst, volgens
een barema dat gebaseerd is op de financiële waarde van het geschil. In een
bemiddeling draagt elke partij de helft van de kosten. Voor arbitrage wordt de
provisie door de partijen bij helften betaald, maar de arbitrale uitspraak bepaalt ten
laste van welke partij de definitieve arbitragekosten vallen. Van bij het begin weten
de ondernemingen hoeveel het hun zal kosten zodat ze een precies provisiebedrag
kunnen voorzien.
behoeften worden geïdentificeerd en er wordt naar
een oplossing gezocht.”
DE ARBITRAGE: EEN VEREENVOUDIGDE EN
CONFIDENTIËLE PROCEDURE
Een arbitrageprocedure duurt gemiddeld acht
maanden tot twee jaar, sneller dan een procedure voor
de rechtbank. Guy Keutgen: "Bepaalde zeer ingewikkelde
zaken die voor de rechtbank pas na enkele jaren
zouden worden opgelost, kunnen via een arbitrage-
Het scheidsgerecht
neemt een beslissing.
Zijn uitspraak heeft
dezelfde rechtskracht als
een vonnis.
11

12
BELGISCHE ONDERNEMINGEN VERSUS
CONFLICTOPLOSSING
In december 2005 publiceerde het VBO de resultaten van een enquête bij Belgische
ondernemingen naar de wijze waarop ze omgaan met commerciële geschillen en hoe
ze de rechtbank van koophandel, bemiddeling en arbitrage percipiëren en evalueren.
De peiling betreft een staal van 200 ondernemingen met een omzet van minstens
1,25 miljoen euro en minstens 50 werknemers, gelijkmatig verdeeld over de drie
gewesten en activiteitssectoren.
Bij de meest opmerkelijke vaststellingen van die enquête noteren we dat 91% van de
ondernemingen verklaart geval per geval te kiezen wat de meest adequate optie is om
een goed resultaat te bereiken, terwijl een derde van de ondernemingen stelt dat ze
gemakkelijker kiezen voor een juridische procedure voor de rechtbank van
koophandel. Maar van de ondernemingen die in de voorbije drie jaar met een
commercieel conflict werden geconfronteerd, stapte twee derde effectief naar de
rechtbank, koos een vierde voor arbitrage en twee vijfde voor bemiddeling.
Gevraagd naar de motieven bij de formulekeuze, gaven de ondernemingen die de
rechtbank kozen als eerste motief de rechtvaardigheid van de beslissing (43%) op,
gevolgd door de mogelijkheid tot het aantekenen van beroep (39%). Ondernemingen
die geopteerd hadden voor alternatieve modellen van conflictoplossing halen als
belangrijkste voordeel het behoud van het gemeenschappelijke belang aan (76% in
geval van bemiddeling en 56% in geval van arbitrage), gevolgd door de snelheid (68%
voor bemiddeling en 54% voor arbitrage). Ook de expertise van de bemiddelaar of de
arbiter, de vertrouwelijkheid en de lagere kosten zijn belangrijke redenen die door de
respondenten worden aangehaald.
De volledige resultaten evenals de interpretatie ervan zijn beschikbaar op de website
van het VBO: http://www.vbo-feb.be/index.html?page=58.
Bemiddeling en arbitrage
zouden al bij het
opstellen van het
handelscontract moeten
worden voorzien.
procedure in minder dan een jaar worden beslist,
dankzij de afwezigheid van een beroep, eenvoudigere
procedurevormen en gereglementeerde termijnen.
Ondernemingen willen niet tien jaar in juridische onzekerheid
verkeren, want dat brengt zeer zware kosten
met zich mee. Arbitrage is bijgevolg aangewezen voor
belangrijke geschillen. Voor internationale aangelegenheden
is arbitrage quasi de regel geworden, want
er bestaat geen internationale rechtbank van koophandel.
Het privékarakter van de procedure (in tegenstelling
tot het staatskarakter van een buitenlandse
rechtbank), evenals de keuze van de taal, de plaats, het
recht dat van toepassing is en het aantal arbiters (1 of
3) zijn bepalende factoren voor haar internationale
ontwikkeling. Ze vindt meestal plaats in een institutioneel
kader zoals CEPINA in Brussel of de Internationale
Kamer van Koophandel in Parijs.”
Arbitrage speelt zich af op een neutrale plaats en
achter gesloten deuren. Guy Keutgen: "Een justitiepaleis
komt overweldigend over en heeft openbare zittingen.
Een procedure voor een scheidsgerecht is daarentegen
confidentieel. Ze speelt zich af rond tafel, in een
ontspannen sfeer en in een klimaat van vertrouwen
dat de relatie tussen de partijen bewaart. Zelfs in een
arbitrageprocedure beginnen de partijen vaak
opnieuw met elkaar te discussiëren. Ze geven elkaar
aldus de gelegenheid om alsnog een minzame oplossing
te vinden voor hun geschil, nog voor de uitspraak.
Vandaag is arbitrage wijder verspreid dan bemiddeling,
niet omdat ze beter is, maar omdat bemiddeling
minder gekend is en minder wordt toegepast. Dat kan
veranderen in verloop van tijd.”
EEN CLAUSULE IN HET CONTRACT
Een wet, aangenomen op 21 februari 2005, geeft
handelsbemiddeling voortaan dezelfde rechtsgeldigheid
als arbitrage en de juridische procedure. Die alternatieve
modellen van conflictoplossing richten zich
niet alleen tot ondernemingen, maar ook tot particulieren
zoals aandeelhouders. Idealiter dienen ze al te
worden voorzien bij de opstelling van het handelscontract.
Guy Keutgen: "Zowel voor bemiddeling, arbitrage
of de twee na elkaar bestaan er typebedingen om
op te nemen in het handelscontract. Een goed contract
vermijdt problemen achteraf. Net als bij een huwelijkscontract
dient er te worden nagedacht op het ogenblik
dat de partijen goed overeenkomen, zeker bij internationale
relaties. Contracten worden vaak onderhandeld
door verkoopslui of technologen die onvoldoende aandacht
hebben voor de gevolgen van geschillen. Het is
bijgevolg raadzaam om al bij de aanvang van de
contractonderhandelingen een jurist te betrekken.” ■
EXTRA INFO
SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:
17410.ing-ondernemingmagazine.be
• Nuttige links

Ondanks een economisch grillig verloop, sterke
muntschommelingen en aanslepende economische
hervormingen, scoort Brazilië zeker niet slecht bij buitenlandse
investeerders. In de laatste tien jaar
investeerden ze er jaarlijks gemiddeld 17,6 miljard dollar,
meer dan in de andere BRIC-landen, op uitzondering
van China. De OESO (Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling) geeft
Brazilië zelfs betere punten dan de Verenigde Staten of
Japan op het vlak van openheid voor buitenlandse
investeerders. De meeste grote Belgische bedrijven zijn
er al present (Agfa-Gevaert, Arcelor, Barco, Beaulieu,
Bekaert, De Smet, InBev, KatoenNatie, Lhoist,
Magotteaux, Packo-Plurinox, Puratos, Sibelco, Solvay,
Tractebel, UCB,Veos), en ook kmo’s beginnen stilaan te
volgen.
KLOOF TUSSEN RIJK EN ARMER WORDT
IETS KLEINER
In oktober 2002 won voormalig vakbondsleider
Luiz Ignacio Lula da Silva met ruime meerderheid de
presidentsverkiezingen op basis van een ambitieus
sociaaleconomisch programma, dat vooral de armere
Brazilianen en de middenklasse beterschap beloofde.
Aan de vooravond van de presidentsverkiezingen van
oktober 2006, lijkt de huidige president die doelstelling
toch voor een deel te hebben waargemaakt.
Volgens een studie van de Getulio Vargas-Stichting,
buitenlandse handel
DOSSIER: BRIC-LANDEN – DEEL 5
Brazilië: de poort naar Latijns-Amerika
Hoewel de economische groei van Brazilië minder
spectaculair oogt dan die van de andere BRIC-landen,
bezit het reusachtige Zuid-Amerikaanse land een
groot marktpotentieel en een aantal unieke
economische troeven.
een denktank in Rio de Janeiro, verdiende de armste
helft van de bevolking in 2004 ruim 14 procent meer
dan het jaar daarvoor. 2004 was dan ook een jaar van
uitzonderlijke economische groei (4,9%), zeker in vergelijking
met de quasi nulgroei van 2003.
Gevreesd werd dat Lula het hervormingsbeleid van zijn
voorganger Cardoso zou terugschroeven, maar tijdens
zijn eerste ambtstermijn herstelde de president het
vertrouwen in de Braziliaanse markten en snoeide verder
in de overheidsuitgaven. De economische groei
keerde terug, de staatsschuld verminderde en het overheidstekort
slonk met meer dan de helft. Geen wonder
dat de Braziliaanse real de voorbije twee jaar flink
apprecieerde.
ECONOMIE BLIJFT STEVIG GROEIEN
In het eerste trimester van 2006 groeide het
Braziliaanse Bruto Nationaal Product (bnp) met 1,4%
ten opzichte van het laatste trimester van 2005.
Volgens het Braziliaanse Instituut voor Statistiek is dat
positieve cijfer vooral toe te schrijven aan de toenemende
binnenlandse vraag en investeringen (+3,7% in
vergelijking met het laatste trimester van 2005), wat
wijst op een sterk ondernemingsvertrouwen in de economie.
De groei van de uitvoer, die vooral uit bulkgoederen
bestaat en een fikse stijging kende in 2005, lijkt echter
af te zwakken (+3,6% in het eerste trimester van
Sao Paulo
Met een bevolking van
180 miljoen inwoners,
waarvan meer dan
36 miljoen dezelfde
koopkracht hebben als in
België, is een plaatselijke
vestiging het overwegen
waard, zeker voor
ondernemingen die
mikken op lange termijn.
13

14
ING Bank - Sao Paulo
ING in Brazilië
De geschiedenis van ING in Latijns-Amerika gaat terug tot in het begin van de jaren ‘80, toen ING Bank nv er
van start ging met het ontwikkelen van een plaatselijk kantorennetwerk. In 1983 verkreeg ING met de
overname van de Uruguayaanse Banco Financiero Sudamericano y Banco de Paysandu – Bafisud een licentie
om bankactiviteiten op te starten in Brazilië. Het jaar daarop werd die instelling omgedoopt tot Banco NMB
Sudamericano. In 1987 kreeg ING via een presidentieel decreet de toestemming om er een filiaal van de
Nederlandsche Middenstandsbank nv te openen, die de Banco NMB Sudamericano vervolgens verving.
In 1995 werd de naam veranderd in ING Bank nv, die op dat moment 120 medewerkers telde.
ALGEMENE DIENSTVERLENING
De dienstverlening van ING in Brazilië is gefocust op een selectieve cliëntengroep die bestaat uit grote
Braziliaanse privéondernemingen, multinationals die actief zijn in Brazilië, grote financiële instellingen en
enkele staatsbedrijven. Daarnaast verleent het filiaal welbepaalde services aan buitenlandse ondernemingen
die investeren in Brazilië. Het aanbod bestaat uit typische financiële diensten zoals kapitaalmarktfinanciering,
adviserende diensten met betrekking tot overnames en fusies, projectfinanciering, effectenhandel en
bankdiensten die verbonden zijn aan internationale handel.
TWEE ENTITEITEN
De dienstverlening van ING in Brazilië verloopt via twee departementen: Wholesale Banking, bestaande uit
vijf ‘Areas’, en Financial Markets.
Wholesale Banking ontfermt zich via de Client Coverage Area over de relaties met Braziliaanse en
multinationale ondernemingen. De Debt Capital Markets Area regelt voor zijn cliënten plaatselijke en
internationaal geplaatste schuldvorderingen zoals vastrentende obligaties, euro-obligaties, handelspapier en
schuldbrieven op middellange termijn. De Mergers and Acquisitions Area levert advies bij
ondernemingsfinanciering, overnames en fusies, privatiseringen, desinvesteringen en herstructureringen. Om
tegemoet te komen aan de stijgende vraag voor financiering bij ondernemingscliënten, heeft de Structured
Finance Area een brede waaier financieringsproducten ontwikkeld die onder meer betrekking hebben op
handelstransacties, kredietverlening in lokale en vreemde valuta, multilaterale financieringstransacties en
corresponderende bankactiviteiten. De Trade and Commodity Finance Area ten slotte focust op financiële
dienstverlening ten behoeve van ondernemingen die actief zijn op het vlak van de ontginning, verwerking,
verdeling, logistieke behandeling en verhandeling van grondstoffen (vooral soja, suiker en ethanol, koffie,
katoen en tabak).
Financial Markets werkt nauw samen met de departementen in New York en Londen ten dienste van
Braziliaanse cliënten. Het departement bestaat uit drie units: Sales and Distribution (wisselverrichtingen,
hedging, speciale en afgeleide financiële producten), Trading (die afdeling speelt een leidinggevende rol in de
Braziliaanse wisselmarkt), en de Fixed Income and Macro Economic Research Unit, een ondersteunend macroeconomisch
studiecentrum.
2006), terwijl de invoer in dezelfde periode sterk toenam
(+11,6%). Die kentering in de handelsbalans is
vooral het gevolg van de sterke opwaardering van de
real in 2005 ten opzichte van de euro en de dollar.
De belangrijkste uitvoerproducten in 2005 waren uitrustingsgoederen
en onderdelen voor transport (15%),
metaalproducten (11,1%), sojabonen, maïs en oliën
(7,3%) en chemische producten (2%); belangrijkste
invoerproducten waren machinerie en elektrische
apparaten (24,8%), chemische producten (16,8%), olie
en derivaten (16,2%) en uitrustingsgoederen en onderdelen
voor transport (11,3%). Brazilië is ’s werelds eerste
exporteur van staal, rundvlees en pluimvee, soja,
koffie, en agro-derivaten als suiker en sinaasappelsap.
Merken we nog op dat Brazilië voor zichzelf een schitterende
toekomst ziet weggelegd als grootste internationale
leverancier van de biobrandstof ethanol. In het
zuiden van het land worden 89 ethanolfabrieken
gebouwd, waarvan er nog dit jaar twintig operationeel
zouden worden.

KNELPUNTEN
De uitvoer wordt niet alleen gehinderd door de
versterking van de nationale munt, maar ook door de
hoge rentestand en bottlenecks in havens en op
wegen, veroorzaakt door de gebrekkige infrastructuur.
In de jaren ’90 vond er een grootschalige privatisering
plaats van de telecommunicatie, spoorwegen, elektriciteitsdistributie
en snelwegen. President Lula beloofde
voor zijn verkiezing een breuk met de ‘neoliberale’
politiek van zijn voorganger, maar onder zijn beleid
bleven zowel privé- als overheidsinvesteringen in
transport, elektriciteit en water achterwege. De
gebrekkige infrastructuur zet dan ook een belangrijke
domper op het economische groeipotentieel van het
land en het nationale investeringsbudget van 0,5%
van het bnp (2% wanneer men er de investeringen van
de lagere overheden en staatsbedrijven bijtelt) is nauwelijks
voldoende om de huidige infrastructuur in
stand te houden.
Ook de bureaucratie (volgens de Wereldbank een van
de meest complexe ter wereld), het zwakke juridische
systeem, de stroeve arbeidswetgeving, de zware interestlast,
het gebrekkige belastingstelsel en de hoge
belastingen (de overheidsuitgaven vertegenwoordigen
ca 40% van het nationaal product) blijven hete hangijzers.
Als tegengewicht voor de loodzware bureaucratie
is e-government in Brazilië echter verder ontwikkeld
dan in Europa.
HANDELSBETREKKINGEN MET BELGIË
In 2004 bedroeg de Belgische uitvoer naar Brazilië
995,8 miljoen euro, een stijging van 26,53% ten
opzichte van 2003. Daarmee was Brazilië in rangorde
de 29ste klant van België. Op de lijst van leveranciers
prijkt Brazilië op de 20ste plaats: in 2004 voerde ons
land voor 1.579,7 miljoen euro in (een daling van
6,15% ten opzichte van 2003). Tijdens de eerste zes
maanden van 2005 boekte onze uitvoer een verdere
vooruitgang (+9,1%), terwijl onze invoer achteruitboerde
(-11,3%). De handelsbalans blijft uitgesproken
negatief, maar is toch duidelijk aan het verbeteren (van
-408,3 miljoen euro in de eerste zes maanden van
2004 naar -266,5 miljoen euro in 2005).
De Belgische uitvoer naar Brazilië wordt gedomineerd
door twee sectoren: chemische producten (34,2%) en
transportmaterieel (27,9%). Daarna volgen machines
& toestellen (14,8%), kunststoffen (5,8%), minerale
producten (3,4%), plantaardige producten (3,2%) en
onedele metalen (2,7%).
Wat de invoer betreft, namen voedingsproducten,
minerale producten en onedele metalen in 2004
samen 55,3% voor hun rekening, gevolgd door papier
en karton, plantaardige producten, hout, edelstenen en
-metalen en machines en toestellen.
VOOR- EN NADELEN
Volgens FIT (Flanders Investment & Trade) liggen
de mooiste zakenkansen in de agro-industrie, de verpakkingsnijverheid,
de haveninfrastructuur, de farmaceutische
nijverheid, de machinesector en de milieutechnologie.
In vergelijking met China zijn de cultuurverschillen tussen
Brazilië en België minimaal. Multinationals prijzen
het land voor zijn hoge productiviteit, lage kosten, efficiënte
technologie en creativiteit. Het land heeft goede
universiteiten en Belgische investeerders vinden er
goed opgeleide, bekwame mensen. Kennis van het
Portugees is wel een must.
Delcredere biedt Belgische ondernemingen een flexibele
dekking voor commerciële verrichtingen op zowel
korte als lange termijn. De complexe en dure invoerheffingen
vormen wel een hinderpaal voor de export
naar Brazilië, terwijl het voor importeurs raadzaam is
om een beroep te doen op despachantes (specialisten
in importformaliteiten).
Belgische bedrijven die investeren in Brazilië moeten
er wel rekening mee houden dat het bijna een halfjaar
duurt om er een bedrijf op te richten (152 dagen), driemaal
zoveel als het wereldgemiddelde. Ook de complexiteit
van de sociale wetgeving, de milieureglementering
en het belastingstelsel is niet te onderschatten.
Maar met een bevolking van 180 miljoen inwoners,
waarvan meer dan 36 miljoen dezelfde koopkracht
hebben als in België, is een plaatselijke vestiging het
overwegen waard, zeker voor ondernemingen die mikken
op lange termijn. ■
EXTRA INFO
SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR
MEER INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:
17413.ing-ondernemingmagazine.be
• Nuttige contactadressen en links
• Geraadpleegde bronnen
BRAZILIË IN CIJFERS
Jaarlijkse gegevens
2005
Bevolking (miljoen) 184,2
Bbp (miljard USD) 795,7
Bbp/hoofd (in USD) 4.320
Export (miljard USD)
2004
95
Import (miljard USD) 61
Werkloosheidsgraad 11,5%
Gemiddelde
2001-2005
Bevolkingsgroei 1,5
Reële groei bnp 2,2
Inflatie 8,7
Bronnen: Agentschap voor
Buitenlandse Handel, Economist
Intelligence Unit
Rio de Janeiro
15

16
Het Top-Hat Plus Plan
van ING is een
individuele
pensioentoezegging voor
zelfstandige
bedrijfsleiders,
afgesloten door uw
bedrijf met uzelf als
begunstigde.
financieel beleid
Streeft u ook naar
fiscale optimalisatie?
De Belgische economie draait op volle toeren
en voor veel bedrijven gaat het voor de wind.
Een goed moment om even stil te staan bij
fiscale optimalisatie, niet alleen voor uw
onderneming, maar ook voor uzelf…
Zo hebt u er alle belang bij om aan het begin van
het jaar gebruik te maken van het systeem van voorafbetaling
van belastingen (VAB), als u ten minste een
positief resultaat verwacht aan het einde van het
boekjaar en niet onderworpen bent aan bedrijfsvoorheffing
op de inkomsten uit uw beroepsactiviteiten. U
kunt de belasting op uw nettowinsten natuurlijk ook
betalen na het afsluiten van het boekjaar, maar dan
betaalt u een fikse belastingverhoging die bovendien
fiscaal niet aftrekbaar is.
EERSTE OEFENING: DE PREMIE VAN EEN
INDIVIDUELE PENSIOENTOEZEGGING
Maar vooraleer u nadenkt over voorafbetalingen, is
het misschien raadzaam om eerst even na te gaan of u
uw belastbare basis kunt verminderen door verantwoorde
uitgaven. Het kan in dat verband geen kwaad
om even stil te staan bij wat u kunt doen voor uzelf als
bedrijfsleider, zeker met het oog op morgen. Het Top-Hat
Plus Plan van ING is een individuele pensioentoezegging
voor zelfstandige bedrijfsleiders, afgesloten door uw
bedrijf met uzelf als begunstigde. Op pensioenleeftijd
ontvangt u het opgebouwde spaarkapitaal, dat een
onmisbare aanvulling is op uw wettelijk pensioen. De
gestorte premies zijn voor uw onderneming volledig fiscaal
aftrekbaar, mits het plan voldoet aan de volgende
voorwaarden. Als begunstigde dient u een maandelijkse
bezoldiging te krijgen van het bedrijf en uw volledige
pensioen mag niet groter zijn dan 80% van de laatste
normale brutojaarbezoldiging. De premies zijn enkel
onderworpen aan een taks van 4,40% en de uitkering
heeft geen enkele fiscale impact voor het bedrijf. U kunt
een dergelijk individueel pensioenplan ook koppelen
aan een loonsverhoging. ING berekent voor u de fiscale
voordelen die voorvloeien uit de verhoging van de
aftrekbare lasten van de bedrijfswinst en eventueel een
verminderd belastingtarief voor uw onderneming.
VOORDELIGE KREDIETEN VOOR UW
VOORAFBETALING VAN BELASTINGEN
Eens die oefening achter de rug, kunt u nadenken
over voorafbetalingen. De toepassing van het systeem
van VAB brengt echter een aantal problemen met zich
mee. Zo is het meestal niet eenvoudig om uw toekomstige
inkomsten correct te voorspellen. Het is ook niet
evident om in het begin hogere bedragen vooraf te
storten (om zodoende een zo groot mogelijk fiscaal
voordeel te genieten). Zelfs tegemoetkomen aan de trimestriële
stortingen kan problematisch zijn als het
grote bedragen betreft.
ING kan u bij die problematiek helpen via VAB
Revolving, soepele en hernieuwbare kredietformules
waarbij u maximaal profiteert van de fiscale voordelen
en uw belastinglast spreidt over heel het jaar.
Bovendien bevrijdt ING u van de hele administratieve
rompslomp door op de vastgestelde vervaldagen te
storten aan de FOD Financiën. De interesten op het
krediet worden maandelijks verrekend. Ze variëren
naargelang de gekozen formule en zijn fiscaal aftrekbaar.
Uw contract met ING wordt jaarlijks hernieuwd,
zodat u niet telkens weer een nieuwe kredietaanvraag
hoeft in te dienen. De belastingprovisies worden doorgaans
berekend op basis van de verschuldigde bedragen
van de voorgaande jaren en een schatting van uw
verwachte inkomsten.
DE FORMULE VAB REVOLVING
DEPOSITOFASE
Die formule is vooral bedoeld voor bedrijfsleiders
en zelfstandigen. ING stort het volledige bedrag van de
geschatte belasting op de eerste vervaldag van april.
De aflossing van het krediet gebeurt in twaalf maandelijkse
schijven, maar u begint te betalen vanaf de
eerste januari van het boekjaar. Op die manier krijgt u
een goedkoper krediet omdat er rekening wordt
gehouden met de interesten van de stortingen van de
eerste vier maanden. Het eigenlijke krediet heeft bijgevolg
alleen betrekking op een periode van acht maanden.
Bovendien zijn de interesten die u betaalt op het
krediet VAB Revolving Depositofase fiscaal aftrekbaar
in het jaar waarin ze worden betaald.

CIJFERVOORBEELD
BELASTINGEN INDIEN VAB
Winst
Belastbare winst onderneming 200.000,00 €
Premie groepsverzekering 0,00 €
Nieuwe belastbare winst 200.000,00 €
Belastingen normaal
Bedrijfsbelasting 64.350,00 €
Aanvullende crisisbijdrage 66.280,50 €
Vermeerdering 4.473,93 €
Totaal te betalen zonder VAB 70.754,43 €
Terugbetaling indien VAB
VA 1 66.280,50 € Winst 9% 5.965,25 €
VA 2 0,00 € Winst 7,5% 0,00 €
VA 3 0,00 € Winst 6% 0,00 €
VA 4 0,00 € Winst 4,5% 0,00 €
Totale winst 5.965,25 €
Belastingen indien VAB 64.789,19 €
BELASTINGEN INDIEN VAB EN PREMIE GROEPSVERZEKERING
Winst
Belastbare winst onderneming 200.000,00 €
Premie groepsverzekering 20.000,00 €
Nieuwe belastbare winst 180.000,00 €
Belastingen normaal
Bedrijfsbelasting 57.450,00 €
Aanvullende crisisbijdrage 59.173,50 €
Vermeerdering 3.994,21 €
Totaal te betalen zonder VAB 63.167,71 €
Terugbetaling indien VAB
VA 1 59.173,50 € Winst 9% 5.325,62 €
VA 2 0,00 € Winst 7,5% 0,00 €
VA 3 0,00 € Winst 6% 0,00 €
VA 4 0,00 € Winst 4,5% 0,00 €
Totale winst 5.325,62 €
Belastingen indien VAB 57.842,10 €
Zonder aanvullende Met aanvullende
crisisbijdrage crisisbijdrage
Belastbare winst van 0 tot 25 000 € 24,25% 24,98%
Belastbare winst van 25 000 € tot 90 000 € 31% 31,93%
Belastbare winst van 90 000 € tot 322 500 € 34,50% 35,54%
Indien belastbare winst > 322 500 €: normaal tarief 33% 33,99%
Enkel indien de onderneming voldoet aan alle voorwaarden om van de belastingvermindering te kunnen profiteren.
Zoniet betaalt ze 33% op alle schijven.
VAKANTIEGELDEN EN
EINDEJAARPREMIES
Dezelfde formule van voordelige kredieten kan ook
worden toegepast op andere eenmalige, grote uitgaven
die uw thesauriebeheer kunnen bemoeilijken, zoals
vakantiegelden of eindejaarspremies. Daarvoor kunt u een
beroep doen op de kredietformules Premies en
Vakantiegeld. Ze laten u toe om uw sociale verplichtingen
tijdig en correct na te komen en tegelijk de financiële last
te spreiden over twaalf maanden. En dankzij de contracten
Premies Revolving en Vakantiegeld Revolving kunt u altijd
op twee oren slapen.
■
Met VAB Revolving,
soepele en hernieuwbare
kredietformules, spreidt
u uw belastinglast over
heel het jaar. Bovendien
profiteert u maximaal
van de fiscale voordelen.
17

18
fiscale knipoog
Enkele fiscale tips die belangrijk kunnen zijn voor uw bedrijf.
(Bron: Deloitte Fiduciaire)
VANAF AANSLAGJAAR 2007 SPREKEN WE
OVER 'NETTOMEERWAARDEN' IN DE
FISCALITEIT!
Als compenserende maatregel voor de notionele
interestaftrek werd de fiscale definitie van “verwezenlijkte
meerwaarde” gewijzigd. Daardoor moeten de
kosten van vervreemding voortaan steeds in mindering
worden gebracht. Dat is van belang als de meerwaarden
een fiscaal gunstig regime genieten (zoals
dat bijvoorbeeld het geval is voor vrijgestelde meerwaarden
op aandelen).
De fiscus heeft die wetswijziging becommentarieerd
in een circulaire. Vanaf aanslagjaar 2007 moet
dus niet meer de brutomeerwaarde worden weerhouden,
maar de werkelijk gerealiseerde of nettomeerwaarde.
De geviseerde kosten zijn alle kosten die
betrekking hebben op de vervreemdingsverrichting
(publiciteit, notaris, makelaar, bank, taksen, verzekering,
consultancy), ongeacht het boekjaar waarin ze
gemaakt werden. De wetswijziging heeft uiteraard
geen impact op de boekhoudwet die een compensatie
tussen kosten en opbrengsten verbiedt. ■
STARTENDE ZELFSTANDIGEN: VERVROEGDE
BETALING VAN HOGERE VOORLOPIGE
BIJDRAGEN WORDT VOORTAAN BELOOND!
Wie in de beginperiode van zijn zelfstandige activiteit
beslist om vervroegd hogere voorlopige bijdragen
te betalen dan de wettelijk verplichte minimumbijdragen,
kan sinds 1 juli 2006 aanspraak maken op
een bonus van 0,75% op het verschil tussen de betaalde
voorlopige bijdragen en de wettelijk verschuldigde
minimumbijdragen.
Om van die bonus te kunnen profiteren, moeten de
extra voorlopige bijdragen uiterlijk betaald worden op
het einde van het tweede kwartaal dat volgt op het
refertejaar. Bijvoorbeeld: een zelfstandige die start tijdens
het derde kwartaal 2006, heeft tijd tot 30 juni
2008 om de bijkomende bijdragen te storten voor het
derde en het vierde kwartaal 2006 en de vier kwartalen
van 2007.
De bonus van 0,75% wordt toegekend voor elk
kwartaal dat verstreken is tussen de datum van de
betaling van de verhoogde bijdrage en de datum van
de regularisatie van de bijdragen. De betaling van de
bonus geschiedt op het ogenblik van de regularisatie
van de bijdragen. ■
HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN
BESTUURDERS VOOR BTW-SCHULDEN
Bestuurders die belast zijn met de dagelijkse leiding
van een vennootschap of grote vzw, worden hoofdelijk
aansprakelijk voor de btw die hun vennootschap of vzw
niet betaald heeft, als de niet-betaling het gevolg is van
een beheersfout (de schending van een specifieke wet of
een algemeen zorgvuldigheidsprincipe).
Die hoofdelijke aansprakelijkheid kan worden uitgebreid
naar andere bestuurders van de vennootschap of
vzw als de niet-betaling het gevolg is van een fout van
die bestuurders.
Het is aan de fiscus om te bewijzen dat de
bestuurder een fout in het beheer van de onderneming
heeft begaan. Enkel bij herhaaldelijke niet-betalingen
van de btw bestaat het vermoeden dat dat het gevolg
is van een bestuursfout. ■
WETTELIJKE FICHEPLICHT 281.50 VOOR
VERGOEDINGEN AAN NIET-INWONERS
Voor controledoeleinden bepaalt de fiscale wet
dat individuele fiches (281.50) en samenvattende
opgaven (325.50) moeten worden opgemaakt voor
commissies, makelaarslonen, handels- of andere
restorno’s, toevallige of niet-toevallige vacatiegelden
of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen
van alle aard, die voor de verkrijgers de aard van
beroepsinkomsten hebben.
In een arrest van 12 september 2003 stelt het Hof van
Cassatie dat die verplichting enkel geldt voor de aangifte
van belastbare inkomsten in hoofde van
Belgische personen. De fiscale administratie paste de
wettest daarom aan, waardoor die verplichting voortaan
ook geldt voor commissielonen, erelonen, e.d. die
voor de verkrijgers ‘al dan niet in België belastbare’
beroepsinkomsten zijn. De gewijzigde wetgeving is
van toepassing op vergoedingen betaald vanaf 1 januari
2006. ■

ING OPTICASH, KORTETERMIJN-
FINANCIERING BINNEN HET
BEREIK VAN EEN MUISKLIK
Halverwege het kaskrediet en een voorschot op
vaste termijn stelt ING ondernemingen Opticash ter
beschikking, een nieuw thesauriemiddel voor de
indekking van hun financieringsbehoeften op korte
termijn via elektronisch bankieren.
EEN RESERVE VERBONDEN AAN DE ZICHT-
REKENING
ING Opticash is een kasfaciliteit die verbonden is
aan een zichtrekening. Concreet wordt er een krediet
geopend in een rubriek van de zichtrekening die te
allen tijde beschikbaar is via de elektronische kanalen
Home'Bank Plus en Telelink@Isabel.
EENVOUD, FLEXIBILITEIT EN AUTONOMIE
Zodra de kredietlimiet via de tussenkomst van
uw relatiebeheerder is vastgelegd, kunt u vrij over
het bedrag beschikken.
Naargelang uw thesauriebehoeften schrijft u de
nodige bedragen over van ING Opticash naar uw
zichtrekening. Zodra uw onderneming opnieuw over
cash beschikt, herbevoorraadt u ING Opticash vanaf
uw zichtrekening volgens uw ritme.
VERPLICHTE CODEVERMELDING
BIJ BESCHERMDE BEDRAGEN OP
ZICHTREKENING
De wet van 14 juni 2004 met betrekking tot de
onvatbaarheid voor beslag en de onoverdraagbaarheid
van bedragen gecrediteerd op een zichtrekening treedt
in werking op 1 januari 2007. De wet sluit het beslag
op bepaalde inkomsten uit: inkomsten betaald als
gevolg van een arbeidscontract, vervangingsinkomens
en bepaalde onderhoudsgelden en sociale uitkeringen.
Momenteel verliezen die inkomsten hun beschermd
statuut zodra ze gestort worden op een bankrekening.
De wet van 14 juni 2004 is bedoeld om aan die situatie
te verhelpen. Ze bepaalt dat de betalende organismen
(werkgevers, sociale-uitkeringsorganisaties enzovoort)
een code /A/, /B/ of /C/ moeten vermelden bij de
storting van beschermde bedragen op een bankreke-
in ‘t kort
Opticash biedt u een grote flexibiliteit, in het bijzonder
op het vlak van voorschotten:
• de fondsen zijn meteen beschikbaar na de overdracht
van ING Opticash;
• de terugbetaling kan op elk moment;
• de geleende bedragen zijn volledig flexibel: het is
niet nodig uw thesauriebehoeften te plannen;
•er worden geen kosten aangerekend voor de
incasso- en terugbetalingsverrichtingen.
EEN TARIFERING DIE VERBONDEN IS AAN
HET GEBRUIK
De interest wordt berekend op basis van de
dagelijkse stand van ING Opticash; u betaalt bijgevolg
geen interesten voor de periodes zonder
gebruik!
Wanneer u fondsen weghaalt van uw ING
Opticash is de toegepaste tarifering vergelijkbaar
met het principe van de opbrengst van de Business
Account: de interest wordt berekend per schijf
waardoor ze verbonden is aan het daadwerkelijke
gebruik van het krediet.
Aarzel niet om contact op te nemen met uw relatiebeheerder
voor een vergelijkende studie van de verschillende
thesauriefaciliteiten die ING u voorstelt. ■
ning. Op die manier verzekert de wetgever de opspoorbaarheid
van de beschermde bedragen nadat ze zijn
gestort. Die bescherming blijft dertig dagen geldig,
met ingang van de stortingsdatum van die bedragen
op de zichtrekening.
Opgelet: deze codes moeten de eerste drie karakters
zijn van de vrije mededeling, vóór elke andere
mededeling. De code dient met een spatie van de rest
van de mededeling te worden gescheiden. Om ervoor
te zorgen dat die verplichting effectief wordt toegepast
en gerespecteerd, houdt de wet strafrechterlijke
sancties in voor personen die geen code toekennen
aan beschermde bedragen die gecrediteerd worden op
een zichtrekening.
Surf naar onze website www.ing-ondernemingmagazine.be
voor meer inlichtingen over de codes /A/, /B/ en
/C/. ■
19