Bestemmingsplan Loerik VI-Albers Pistoriusweg - Gemeente Houten
Bestemmingsplan Loerik VI-Albers Pistoriusweg - Gemeente Houten
Bestemmingsplan Loerik VI-Albers Pistoriusweg - Gemeente Houten
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong><br />
Idn: NL IMRO 0321 0280BPLOERIK<strong>VI</strong>-ONTW<br />
Status: Ontwerp
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
ontwerp<br />
Projectnr. 247421<br />
Revisie 04<br />
Datum 4 februari 2013<br />
Auteur(s):<br />
Stephan Hammink<br />
datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave<br />
4 februari 2013 ontwerp S. Hammink A. van Dongen
Copyright © 2012 Ingenieursbureau Oranjewoud B.V.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,<br />
fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming va n de auteurs.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 3 van 345<br />
Inhoudsopgave<br />
Toelichting 5<br />
Hoofdstuk 1 Inleiding 7<br />
1.1 Algemeen 7<br />
1.2 Vigerende bestemmingsplannen 8<br />
1.3 Leeswijzer 8<br />
Hoofdstuk 2 Bestaande situatie 9<br />
2.1 Geschiedenis 9<br />
2.2 Ruimtelijke structuur 9<br />
Hoofdstuk 3 Beleidskader 11<br />
3.1 Europees en Rijksbeleid 11<br />
3.2 Provinciaal beleid 14<br />
3.3 Regionaal beleid 14<br />
3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid 15<br />
Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten 19<br />
4.1 Inleiding 19<br />
4.2 Bodem 19<br />
4.3 Geluid 21<br />
4.4 Bedrijven en milieuzonering 21<br />
4.5 Luchtkwaliteit 21<br />
4.6 Externe veiligheid 23<br />
4.7 Flora en fauna 24<br />
4.8 Archeologie en cultuurhistorie 25<br />
4.9 Water 26<br />
4.10 Verkeer en parkeren 27<br />
4.11 Vormvrije m.e.r.-beoordeling 30<br />
Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving 31<br />
5.1 Inleiding 31<br />
5.2 Inleidende regels 31<br />
5.3 Bestemmingsregels 31<br />
5.4 Algemene regels 32<br />
5.5 Overgangs- en slotregel 33<br />
5.6 Standaard Vergelijkbare <strong>Bestemmingsplan</strong>nen 2008 33<br />
Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid 35<br />
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 37<br />
7.1 Maatschappelijke betrokkenheid 37<br />
7.2 Vooroverleg 37<br />
Bijlagen 39<br />
Bijlage 1 Bodemonderzoek 41<br />
Bijlage 2 Externe veiligheid 1 207<br />
Bijlage 3 Externe veiligheid 2 231<br />
Bijlage 4 Cultuurhistorie 235<br />
Bijlage 5 Natuurtoets 251<br />
Bijlage 6 Antwoordnota vooroverleg en inspraak 275<br />
regels 297
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 4 van 345<br />
Hoofdstuk 1 Inleidende regels 299<br />
Artikel 1 Begrippen 299<br />
Artikel 2 Wijze van meten 303<br />
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 305<br />
Artikel 3 Gemengd - Uit te werken 305<br />
Artikel 4 Groen 308<br />
Artikel 5 Tuin - Voortuin 309<br />
Artikel 6 Verkeer - Wegverkeer 310<br />
Artikel 7 Wonen - Vrijstaand 311<br />
Hoofdstuk 3 Algemene regels 313<br />
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel 313<br />
Artikel 9 Algemene bouwregels 314<br />
Artikel 10 Algemene gebruiksregels 315<br />
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels 316<br />
Artikel 12 Algemene wijzigingsregels 317<br />
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 319<br />
Artikel 13 Overgangsrecht 319<br />
Artikel 14 Slotregel 320<br />
Staat van bedrijfsactiviteiten 321<br />
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 323<br />
Bijlage 2 Staat van horeca-activiteiten 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Toelichting<br />
blad 5 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 6 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 1 Inleiding<br />
blad 7 van 345<br />
1.1 Algemeen<br />
Het plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> is gelegen aan de zuidzijde van <strong>Houten</strong> nabij<br />
De Koppeling. Dit plangebied is opgedeeld in twee delen die beide in de directe nabijheid<br />
van de spoorlijn gesitueerd zijn.<br />
Het westelijk deel van het plangebied is begrensd door de wegen De Bouw en het<br />
Spoorwachterspad. Dit deel van het plangebied sluit aan op het bedrijventerrein De Schaft.<br />
Het oostelijk deel van het plangebied is begrensd door de spoorlijn, de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
en de Beusichemseweg. Dit deel is thans in gebruik door twee vrijstaande woningen en een<br />
bedrijf dat tractoren reviseert (landbouwmechanisatiebedrijf). Het<br />
landbouwmechanisatiebedrijf wordt uitgeplaatst naar een locatie buiten het plangebied.<br />
Verder bestaat dit plangebied uit braakliggend terrein.<br />
Het oostelijk deel van het plangebied wordt met uitzondering van de woning <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> 1 bestemd als uit te werken bestemming. Deze uitwerkingsplicht wordt<br />
opgenomen om flexibiliteit te creëren door middel van het geven van een globale<br />
bestemming. De uit te werken bestemming wordt in een uitwerkingsplan op een later tijdstip<br />
meer gedetailleerd uitgewerkt. Uitgangspunt is, dat de vigerende regeling zoveel mogelijk<br />
wordt gerespecteerd en dat aanvullend ook maatschappelijke activiteiten,<br />
sportvoorzieningen en cultuur en ontspanning mogelijk worden gemaakt. Tot slot wordt<br />
opgenomen dat binnen de uit te werken bestemmingen maatschappelijke activiteiten,<br />
gebouwde sportvoorzieningen en cultuur en ontspanning ook ondergeschikte horeca is<br />
toegestaan.<br />
Dit betekent, dat het gehele gebied met een uit te werken bestemming kan worden uitgewerkt<br />
voor bedrijven, kantoren, sportvoorzieningen, woningen, maatschappelijke activiteiten<br />
en/of cultuur en ontspanning, waarbij zoals hierboven aangegeven bij een deel van de<br />
bestemmingen ook ondergeschikte horeca is toegestaan.<br />
Voor het westelijke deel van het plangebied (ten westen van de spoorlijn) is het<br />
uitgangspunt, dat het bestaand gebruik bevestigd wordt door middel van gedetailleerde<br />
bestemmingen. Er loopt een haalbaarheidsonderzoek voor dit gebied naar een<br />
herbestemming naar intensiever gebruik door meer woningen. Indien economisch<br />
uitvoerbaar is het ook mogelijk dat het westelijk deel van het plangebied in de toekomst<br />
wordt gebruikt door bedrijven, kantoren, maatschappelijke activiteiten, sportvoorzieningen<br />
en cultuur en ontspanning. Dit is echter niet in dit plan mogelijk gemaakt. Daarvoor moet<br />
dan een separate planologische procedure worden gevolgd.<br />
In onderstaande afbeelding is de ligging van het plangebied weergegeven.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 8 van 345<br />
De gemeente <strong>Houten</strong> heeft besloten om een nieuw bestemmingsplan op te stellen voor het<br />
gebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>. De aanleiding is, dat het vigerende plan verouderd is<br />
en hierdoor geen actueel beleidskader meer vormt voor toekomstige ontwikkelingen. Het<br />
vigerende plan is gebaseerd op de toen geldende inzichten voor wat betreft de regelgeving.<br />
Op grond van artikel 3.1.2 van de Wet ruimtelijke ordening dient een bestemmingsplan eens<br />
per tien jaar te worden herzien.<br />
1.2 Vigerende bestemmingsplannen<br />
Het vigerende bestemmingsplan 'Globaal bestemmingsplan <strong>Houten</strong>-Vinex' waar het<br />
plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> in gelegen is, is vastgesteld door de Raad op 7<br />
april 1999.<br />
1.3 Leeswijzer<br />
Hoofdstuk 2 beschrijft op beknopte wijze de bestaande situatie, waarna in hoofdstuk 3<br />
inzicht gegeven is in het relevante beleid. De relevante omgevingsaspecten zijn beschreven<br />
in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 geeft de juridische planbeschrijving weer waarna de<br />
economische uitvoerbaarheid (hoofdstuk 6) en de maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
(hoofdstuk 7) zijn beschreven.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 2 Bestaande situatie<br />
blad 9 van 345<br />
2.1 Geschiedenis<br />
Van oudsher tot de jaren negentig kende het gebied een agrarisch gebruik, waaronder<br />
kassen die waren gesitueerd achter de achter de Albert <strong>Pistoriusweg</strong>. Thans maakt het<br />
plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> onderdeel uit van het zuidelijk deel van <strong>Houten</strong>,<br />
dat voor een groot deel in eind jaren negentig is gerealiseerd als zijnde een Vinex-wijk. Het<br />
plangebied is omringd door de woonwijken <strong>Loerik</strong> en Leebrug en ook door het<br />
bedrijventerrein De Schaft en het kantorengebied Molenzoom, die als belangrijke pijlers<br />
dienen voor de <strong>Houten</strong>se economie.<br />
2.2 Ruimtelijke structuur<br />
Het plangebied kent twee delen. Het westelijk deel van het plangebied is ruim opgezet met<br />
vrijstaande woningen, tuinen en openbaar groen. In het oostelijk deel van het plangebied is<br />
al geruime tijd een landbouwmechanisatiebedrijf gevestigd dat uit het gebied wordt<br />
geplaatst. Daarnaast bevinden zich er in dit deel van het plangebied enkele vrijstaande<br />
woningen. In het plangebied bevindt zich een nog braakliggend open terrein met een groen<br />
karakter, dat in de toekomst ontwikkeld wordt. Het terrein is geschikt voor bedrijven,<br />
maatschappelijke functies, wonen en kantoren. Zowel ruimtelijk als functioneel is er in dit<br />
deel nog geen invulling bekend. De ontsluiting van de delen van het plangebied vindt voor<br />
het autoverkeer plaats door middel van de Rondweg en De Koppeling. Het plangebied ligt in<br />
de nabijheid van het Station <strong>Houten</strong> Castellum. Ten westen van het braakliggende<br />
deelterrein is de spoorlijn Culemborg-Utrecht gelegen.<br />
De beoogde invulling van het gebied met een uit te werken bestemming is beschreven in<br />
paragraaf 1.1. Parallel aan de procedure van onderhavig bestemmingsplan wordt gewerkt<br />
aan de nadere invulling van die gronden. Gestreefd wordt om snel na vaststelling van het<br />
onderhavige plan een uitwerkingsplan vast te stellen teneinde de beoogde bestemmingen te<br />
kunnen realiseren. Dit uitwerkingsplan doorloopt zijn eigen procedure.<br />
Zoals in paragraaf 1.1 is aangegeven wordt het landbouwmechanisatiebedrijf uitgeplaatst<br />
naar een locatie buiten het plangebied. Een landbouwmechanisatiebedrijf past niet in de<br />
beoogde invulling met woningen, kantoren en lichte bedrijven. Het bedrijf veroorzaakt<br />
bovendien milieuhinder in de directe omgeving en het leidt tot hinder van verkeer vanwege<br />
landbouwvoertuigen op de toeleidende routes. Een en ander blokkeert de beoogde<br />
ontwikkeling naar woningen en is niet in te passen in de beoogde ontwikkeling naar<br />
kantoren en lichte bedrijven.<br />
Bedrijfswoningen zijn niet meer nodig vanwege betere bereikbaarheid en bewaking van<br />
bedrijven op afstand en niet wenselijk in verband met de hoge milieubelasting nabij een<br />
bedrijf.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 10 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 3 Beleidskader<br />
blad 11 van 345<br />
3.1 Europees en Rijksbeleid<br />
3.1.1 Verdrag van Malta<br />
'Het verdrag van Malta' heeft tot doel het archeologisch erfgoed in Europa te beschermen.<br />
Als de bodem wordt verstoord, moeten volgens het verdrag belangrijke archeologische<br />
resten intact worden gehouden, bij voorkeur op locatie in de bodem en, als het niet anders<br />
kan, door opgraving en archivering. In paragraaf 4.8 wordt nader ingegaan op het onderdeel<br />
archeologie.<br />
3.1.2 Vogel- en Habitatrichtlijn<br />
Nederland kent 166 Natura 2000-gebieden (162 op land en 4 op zee). Dit Natura 2000<br />
netwerk bestaat uit gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en aangemeld<br />
onder de Habitatrichtlijn. Beide Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de<br />
Europese biodiversiteit te waarborgen. Alle Vogel- of Habitatrichtlijngebieden zijn<br />
geselecteerd op grond van het voorkomen van soorten en habitattypen die vanuit Europees<br />
oogpunt bescherming nodig hebben. De Vogelrichtlijn heeft tot doel alle in het wild levende<br />
vogelsoorten en de als leefgebied aangewezen gebieden te beschermen. De Habitatrichtlijn<br />
heeft tot doel het waarborgen van de biologische diversiteit en de instandhouding van de<br />
natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Het plangebied valt niet binnen een<br />
Habitatrichtlijn- of Vogelrichtlijngebied en heeft door de afstand geen relatie met de<br />
dichtstbijzijnde Speciale Beschermingszones Kolland & Langbroek en Uiterwaarden Lek.<br />
Gezien de afstand van het plangebied en de ligging binnen het bestaand bebouwd gebied<br />
van <strong>Houten</strong> hebben de geprojecteerde ontwikkelingen geen invloed op de dichtstbijzijnde<br />
Speciale Beschermingszones. Bij de planontwikkeling hoeft dan ook niet expliciet rekening<br />
gehouden te worden met de Vogel- en Habitatrichtlijn.<br />
3.1.3 Flora- en faunawet<br />
In de Flora- en faunawet is de bescherming van planten- en dierensoorten geregeld. In<br />
verband met de haalbaarheid van de ontwikkelingen moet worden aangetoond, dat deze wet<br />
de bestemming die het kavel zal krijgen niet onmogelijk maakt. Hierop wordt in paragraaf<br />
4.7 nader ingegaan.<br />
3.1.4 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (S<strong>VI</strong>R)<br />
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (S<strong>VI</strong>R) betreft een actualisatie van het ruimtelijke<br />
en het mobiliteitsbeleid. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 13 maart 2012 in<br />
werking getreden. De S<strong>VI</strong>R zet twee zaken helder neer. Een scherp kader voor prioritering in<br />
het Infrafonds en een selectief ruimtelijk beleid dat meer overlaat aan provincies en<br />
gemeenten. Minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving.<br />
Zo laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en<br />
groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Daarmee wordt bijvoorbeeld het<br />
aantal regimes in het landschaps- en natuurdomein fors ingeperkt. Het beleid ten aanzien<br />
van landschap is niet langer een rijksverantwoordelijkheid en laat het Rijk over aan de<br />
provincies. Voor de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse waterlinie als<br />
(voorlopig) UNESCO werelderfgoedgebied blijft het Rijk in het kader van de internationale<br />
afspraken hierover verantwoordelijk. De (boven)lokale afstemming en uitvoering van<br />
verstedelijking wordt overgelaten aan (samenwerkende) gemeenten binnen provinciale<br />
kaders. Afspraken over percentages voor binnenstedelijk bouwen, Rijksbufferzones en<br />
doelstellingen voor herstructurering laat het Rijk los.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 12 van 345<br />
Het Rijk stelt heldere ambities voor Nederland in 2040, die inspelen op de (inter)nationale<br />
ontwikkelingen die de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven bepalen richting 2040. Het Rijk zet<br />
het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig<br />
Nederland. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar,<br />
leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):<br />
Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de<br />
ruimtelijk-economische structuur van Nederland;<br />
Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij<br />
de gebruiker voorop staat;<br />
Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en<br />
cultuurhistorische waarden behouden zijn.<br />
De spoorlijn Culemborg-Utrecht wordt in structuurvisie aangeduid als internationaal<br />
spoorwegennet. Het gebied ligt bovendien in een gebied aangeduid als 'Stedelijke regio's met<br />
topsectoren'. Dit zijn regio's die een rol spelen bij de nationale doelstelling de<br />
ruimtelijk-economische structuur in heel Nederland te versterken. Het plan ondervindt geen<br />
belemmeringen van uit het beleid geformuleerd in de structuurvisie .<br />
3.1.5 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)<br />
Het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' (Barro) bevestigt in juridische zin die<br />
kaderstellende uitspraken uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (S<strong>VI</strong>R). Het besluit<br />
is op 17 december 2011 in werking getreden. Het kabinet heeft in de S<strong>VI</strong>R vastgesteld, dat<br />
voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou<br />
moeten worden ingezet. Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen,<br />
Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote rivieren, Waddenzee en<br />
waddengebied, Defensie, Ecologische hoofdstructuur, Erfgoederen van uitzonderlijke<br />
universele waarde, Hoofdwegen en hoofdspoorwegen, Elektriciteitsvoorziening,<br />
Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, Primaire<br />
waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte). Het Rijk<br />
beëindigt de rol bij nationale landschappen, rijksbufferzones en het verstedelijkingsbeleid.<br />
In de structuurvisie worden de rijksdoelen en nationale belangen limitatief beschreven. De<br />
nationale belangen worden in het gebied gevormd door de herijkte EHS en de Natura<br />
2000-gebieden. Deze gebieden zijn voor dit bestemmingsplan niet relevant.<br />
Op 1 oktober 2012 is aan het Barro een aantal onderwerpen toegevoegd. Het gaat om de<br />
eerder aangekondigde onderwerpen Ecologische hoofdstructuur, elektriciteitsvoorziening,<br />
toekomstige uitbreiding hoofd(spoor)wegennet, veiligheid rond rijksvaarwegen,<br />
verstedelijking in het IJsselmeer, bescherming van primaire waterkeringen buiten het<br />
kustfundament en toekomstige rivierverruiming van de Maastakken. Deze onderwerpen<br />
vormen geen belemmering voor het plan.<br />
3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening<br />
Aan het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is op 1 oktober 2012 in artikel 3.6.1 de ladder<br />
voor duurzame verstedelijking toegevoegd. De wijziging van artikel 3.1.6 Bro is van<br />
toepassing op alle ruimtelijke besluiten die door overheden worden genomen, omdat<br />
zorgvuldige benutting van ruimte de grondslag moet zijn van alle ruimtelijke besluiten.<br />
Gevraagd wordt om standaard en gemotiveerd de volgende stappen te zetten (“de treden van<br />
de ladder”) wanneer een nieuwe ontwikkeling of nieuwe ontwikkelingen om ruimtelijke<br />
inpassing vragen.<br />
1. Beoordeling door betrokken overheden of de beoogde ontwikkeling voorziet in een<br />
regionale, intergemeentelijke vraag voor bedrijven- en haventerreinen, kantoren,<br />
detailhandel, woningbouwlocaties en andere stedelijke voorzieningen. Naast de<br />
kwantitatieve beoordeling (aantal hectares of aantallen woningen) gaat het ook om<br />
kwalitatieve vraag (bijvoorbeeld een bedrijventerrein waar zware milieuhinder<br />
mogelijk is of een specifiek woonmilieu) op regionale schaal;
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 13 van 345<br />
2. Indien de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale, intergemeentelijke vraag,<br />
beoordeling door betrokken overheden of deze binnen bestaand bebouwd gebied kan<br />
worden gerealiseerd door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten;<br />
3. Indien herstructurering of transformatie van bestaand bebouwd gebied onvoldoende<br />
mogelijkheden biedt om in de regionale, intergemeentelijke vraag te voldoen,<br />
beoordeling door betrokken overheden of deze vraag op locaties kan worden ontwikkeld<br />
die passend (multimodaal) ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.<br />
Dit betekent voor de gemeente dat de noodzaak voor en mogelijkheden om binnen dan wel<br />
buiten bestaand bebouwd gebied in een nieuwe ontwikkeling te voorzien met hun voor- en<br />
nadelen tegen elkaar moeten worden afgewogen.<br />
Stap 1: Zoals in paragraaf 3.3.1 is aangegeven is het plangebied op de plankaart behorende<br />
bij het Regionale Structuurplan Utrecht aangeduid als Groen stedelijk / suburbaan milieu.<br />
Dit betreft een milieu waarin de woonfunctie dominant is en centraal staat met een lage<br />
graad van functiemenging in een stedelijke omgeving. Een dergelijk gebied kent veel<br />
grondgebonden woningen met tuin of flatwoningen in een groene setting. Gebieden met deze<br />
aanduiding mogen ontwikkeld worden als het gebruik in hoofdlijnen past binnen de kaders<br />
die in het RSP zijn neergelegd. De beoogde ontwikkeling van het plangebied past daarmee in<br />
het regionalebeleid.<br />
Stappen 2 en 3: Aangezien het gaat om een project binnen bestaand bebouwd gebied zijn<br />
deze stappen niet aan de relevant.<br />
Geconcludeerd wordt dat het plan zowel kwantitatief als kwalitatief past en er sprake is van<br />
een duurzame verstedelijking.<br />
3.1.7 Waterbeleid voor de 21e eeuw (2000)<br />
Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt 'Anders omgaan met water, waterbeleid in de<br />
21e eeuw' (WB21)', is de zorg over het toenemende hoogwater in de rivieren, wateroverlast<br />
en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat er een<br />
aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening<br />
moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van<br />
Nederland stelt.<br />
Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. In de Waterwet zijn alle<br />
vergunningen betreffende 'water' opgenomen. Met de Waterwet zijn Rijk, waterschappen,<br />
gemeenten en provincies beter uitgerust om wateroverlast, waterschaarste en<br />
waterverontreiniging tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor<br />
het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en<br />
recreatie. Afhankelijk van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting<br />
van het watersysteem.<br />
Onderdeel van het rijksbeleid is de invoering van de watertoets. De watertoets dient te<br />
worden toegepast op nieuwe ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen,<br />
inpassingsplannen, projectbesluiten en buitentoepassingsverklaringen. Als een gemeente<br />
een ruimtelijk plan wil opstellen, stelt zij de waterbeheerder vroegtijdig op de hoogte van dit<br />
voornemen. De waterbeheerders stellen dan een zogenaamd wateradvies op. Het ruimtelijk<br />
plan geeft in de waterparagraaf aan hoe is omgegaan met dit wateradvies.<br />
Het Watertoetsproces is verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (2003).<br />
Toetsingscriteria in de watertoets zijn: veiligheid, regionale- en locale wateroverlast,<br />
rioleringssysteem, watervoorziening, volksgezondheid, bodemdaling, grondwateroverlast,<br />
oppervlaktewaterkwaliteit, grondwaterkwaliteit, verdroging en natte natuur (Handreiking<br />
watertoets, 2003).
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 14 van 345<br />
3.2 Provinciaal beleid<br />
3.2.1 Streekplan 2005-2015<br />
Op 13 december 2004 is het Streekplan Utrecht 2005-2015 vastgesteld. Met de<br />
inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening is de status van het streekplan gewijzigd<br />
in structuurvisie.<br />
De structuurvisie bevat het ruimtelijke beleid voor de periode 2005-2015. In de<br />
structuurvisie worden de volgende hoofdbeleidslijnen onderscheiden, dit als uitwerking van<br />
het credo: kwaliteit, uitvoering en samenwerking:<br />
Zorgvuldig ruimtegebruik: voor ruimtelijke ontwikkelingen, zowel in het stedelijk als het<br />
landelijk gebied, is zorgvuldig ruimtegebruik een belangrijk uitgangspunt;<br />
Water: water vormt een ordenend principe. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen vormt<br />
water een vertrekpunt;<br />
Infrastructuur: de beschikbaarheid van bestaande infrastructuur en de (toekomstige)<br />
capaciteit van deze infrastructuur zijn mede bepalend bij het kiezen van nieuwe<br />
verstedelijkingslocaties;<br />
Verstedelijking: de provincie streeft naar een gedifferentieerd aanbod van wonen,<br />
werken en voorzieningen. Nieuwe woningbouw en bedrijventerreinen worden vooral<br />
gerealiseerd in het stadsgewest Utrecht en het gewest Eemland. Daarnaast vormen<br />
Veenendaal en Woerden belangrijke opvangkernen. Elders in de provincie wordt een<br />
terughoudend verstedelijkingsbeleid gevoerd;<br />
Landelijk Gebied: het ruimtelijk ontwikkelingsbeleid voor het landelijk gebied is gericht<br />
op het versterken van zowel de (cultuurhistorische) identiteit, de landschappelijke<br />
diversiteit, als de vitaliteit van het landelijk gebied en op de kwaliteit van de natuur en<br />
de ecologische samenhang.<br />
Met betrekking tot verstedelijking laat de provincie zich leiden door het principe van<br />
beheerste groei. Groei dient plaats te vinden binnen bestaand stedelijk gebied, waardoor de<br />
open ruimte tussen steden en dorpen behouden blijft en de contrastwerking tussen stad en<br />
land waar mogelijk wordt versterkt. Om dit doel te bereiken zijn rondom bebouwingskernen<br />
zogenaamde rode contouren getrokken. Binnen de rode contouren dienen de<br />
verstedelijkingsambities plaats te vinden. Het plangebied van <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
is gelegen binnen de rode contour.<br />
3.3 Regionaal beleid<br />
3.3.1 Regionaal Structuurplan Utrecht 2005-2015<br />
Op 21 december 2005 is het Regionaal Structuurplan Utrecht vastgesteld. In dit plan is in<br />
grote lijnen weergegeven hoe de provincie Utrecht zich in de periode 2005-2015 moet gaan<br />
ontwikkelen op het gebied van wonen, werken, groen en bereikbaarheid.<br />
In de Wet ruimtelijke ordening is het instrument regionaal structuurplan niet langer<br />
opgenomen. Het RSP heeft onder de Wro dezelfde status gekregen als een provinciale<br />
structuurvisie. De inhoud van het door de samenwerkende gemeenten vastgestelde RSP blijft<br />
geldig tot 2015. Op de plankaart behorende bij het RSP is het plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong><br />
aangeduid als 'Werkgebied - kantoren'. Gebieden met deze aanduiding mogen ontwikkeld<br />
worden als het monofunctionele huidige gebruik in hoofdlijnen past binnen de kaders die in<br />
het RSP zijn neergelegd. De structuurvisie is geen belemmering vooronderhavig plan.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 15 van 345<br />
3.3.2 Waterstructuurvisie<br />
Water speelt een steeds grotere rol in onze samenleving. Functies zijn afhankelijk van de<br />
beschikbaarheid van water. Daarnaast verandert het klimaat. Daarom heeft water in de<br />
toekomst meer ruimte nodig. In de Waterstructuurvisie presenteert het waterschap zijn<br />
integrale visie op een duurzaam waterbeheer op de lange termijn. Doelen hierbij zijn:<br />
het gewenste veiligheidsniveau tegen overstroming en wateroverlast is gegarandeerd;<br />
er is sprake van een goede waterkwaliteit;<br />
de ecohydrologische variatie binnen het plangebied is hersteld;<br />
de bodemdaling is verminderd of zo mogelijk stopgezet;<br />
er zijn goede gebruiksmogelijkheden van het plangebied voor verschillende<br />
maatschappelijke functies; er is voldoende water van voldoende kwaliteit beschikbaar<br />
om dit mogelijk te maken;<br />
de landschappelijke betekenis van water is behouden of versterkt.<br />
In de structuurvisie zijn gebiedsspecifieke doelstellingen en maatregelen gedefinieerd. Ook<br />
staan streefbeeld voor 2050 beschreven, gebaseerd op de volgende principes:<br />
vasthouden, bergen, afvoeren;<br />
voorkomen, scheiden of schoon maken van vuilemissies;<br />
vergroten zelfvoorzienendheid en duurzame inrichting;<br />
grondwater als ordenend principe.<br />
Het streefbeeld kan niet los worden gezien van het toekomstige grondgebruik binnen ons<br />
beheersgebied. Enerzijds vraagt het streefbeeld op een aantal plaatsen om meer ruimte voor<br />
water. Anderzijds kan het streefbeeld alleen worden bereikt indien het grondgebruik meer op<br />
waterdoelstellingen wordt afgestemd. Voor de drie belangrijkste functies: wonen/werken,<br />
landbouw en natuur is daarom in kaart gebracht of en hoe deze functies passen bij een<br />
duurzaam waterbeheer. Dit is in combinatie met het streefbeeld vertaald naar een visie op<br />
het toekomstig gewenste grondgebruik in ons werkgebied.<br />
3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />
3.4.1 Strategische visie <strong>Houten</strong> 2015<br />
De Strategische Visie <strong>Houten</strong> 2015 'Van groei naar bloei' is op 27 mei 2003 vastgesteld door<br />
de gemeenteraad van <strong>Houten</strong>. Deze visie schetst een beeld van de ontwikkelingsrichting voor<br />
de komende tien jaar. Alle aspecten die de leefkwaliteit in <strong>Houten</strong> bepalen worden in<br />
samenhang behandeld: sociale, economische, ruimtelijke en organisatorische aspecten. De<br />
aanwezige kwaliteiten (groene en veilige gemeente volgens uniek stedenbouwkundig concept<br />
ingericht, plek waar mensen prettig samen wonen en werken) moeten in de toekomst<br />
behouden blijven. In de strategische visie worden de volgende onderwerpen genoemd die<br />
een bijdrage leveren aan het behoud van deze kwaliteiten: evenwichtige bevolkingsopbouw,<br />
sterke sociale samenhang, voldoende voorzieningen, oorspronkelijke ontwerpfilosofie, goed<br />
functionerende rondweg, nieuwe aansluiting op rijkswegennet, fietsstad, station Castellum,<br />
groeikern los van Utrecht, recreatief gebruik buitengebied, interactiever. Deze visie is<br />
onderverdeeld naar vier doelstellingen met bijbehorende ambities. De doelstellingen zijn<br />
achtereenvolgens: uitgaan & ontspannen, elkaar kennen & inspireren, prettig wonen & leven<br />
en betrokken besturen in <strong>Houten</strong> 2015. De onderwerpen uit de strategische visie zijn verder<br />
uitgewerkt in onder meer de Ruimtelijke Visie <strong>Houten</strong> 2015.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 16 van 345<br />
3.4.2 Ruimtelijke Visie <strong>Houten</strong> 2015<br />
In de ruimtelijke visie van de gemeente <strong>Houten</strong>, voortbordurend op de strategische visie<br />
‘<strong>Houten</strong> in 2015’, wordt de vraag gesteld wat voor gemeente <strong>Houten</strong> wil zijn in 2015 en hoe<br />
de stad en het platteland leefbaar kunnen worden gehouden, nu en in de toekomst. De visie<br />
gaat in op de diverse functies als wonen, werken en voorzieningen. Voor wat betreft de<br />
kantoorvoorzieningen zijn de locaties Koppeling/Schaft en <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> (Middengebied/Het<br />
Spoor) aangemerkt als geplande kantorenlocaties. Voor <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> is een aantal van 30.000<br />
m2 bvo voorgesteld.<br />
3.4.3 Waterplan <strong>Houten</strong> 2006-2009<br />
Het Waterplan <strong>Houten</strong> 2006-2009 'Een integrale visie op water tot 2030' is een breed<br />
gedragen integrale watervisie voor het grondgebied van de gemeente <strong>Houten</strong>. In het<br />
waterplan komen watergerelateerde plannen, verplichtingen, bestaande waterknelpunten en<br />
waterkansen bij elkaar. Ook worden maatregelen voorgesteld, die worden afgewogen in<br />
verplichting en ambitie, in relatie tot nut en financiering. Naast de planeigenaren gemeente<br />
<strong>Houten</strong> en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, zijn de provincie Utrecht, Hydron<br />
Midden-Nederland en Rijkswaterstaat Utrecht planpartners. Thema's die van belang zijn<br />
voor het streefbeeld 2030 zijn: duurzaam en integraal waterbeheer; water als ruimtelijke<br />
drager; aantrekkelijk water; samenwerking en communicatie. Deze thema's zijn voor de<br />
periode tot 2015 onderverdeeld in streefbeelden en concrete maatregelen, zoals kennis (in<br />
het functioneren) van het complete watersysteem, toepassing van de trits<br />
vasthouden-bergen-afvoeren en waterneutraal bouwen.<br />
3.4.4 Ruimtelijke kwaliteit<br />
Op 23 juni 2011 heeft de gemeenteraad besloten <strong>Houten</strong> welstandsvrij te verklaren.<br />
Voortaan worden omgevingsvergunningen (voor bouwen) niet meer getoetst op welstand. Ter<br />
uitvoering van dit besluit is de welstandsnota uit 2004 ingetrokken. Tegelijkertijd is een<br />
nieuwe welstandsnota vastgesteld. Deze nota is een feitelijke excessenregeling. Alleen bij<br />
zaken waaraan een groot aantal mensen zich ergert zal de gemeente optreden. Besloten is<br />
om de beeldkwaliteit, daar waar mogelijk, te sturen via beeldkwaliteitsplannen.<br />
Alleen bij nieuwe ontwikkelingen, waarbij de aanvraag niet in het bestemmingsplan past,<br />
wordt getoetst aan het beeldkwaliteitsplan. Ontwikkelingen zijn alleen mogelijk nadat de<br />
bestemming is uitgewerkt. In dat kader zal indien nodig een beeldkwaliteitplan worden<br />
opgesteld. In het uitwerkingsplan zullen vervolgens relevante eisen aan beeldkwaliteit<br />
worden vastgelegd.<br />
Wanneer een vergunningsaanvraag binnenkomt voor de bouw binnen het deelgebied waar<br />
een directe bouwtitel voorhanden is, i.c. bij de bestemming Wonen, en men blijft binnen de<br />
regels van het bestemmingsplan, dan kan er geen toetsing aan het beeldkwaliteitsplan<br />
verplicht worden gesteld. Verder geldt voor alle bouwaanvragen, voor zowel uitbreidingen<br />
als nieuw-realisatie, dat er via de gronduitgifte stedebouwkundige randvoorwaarden c.q.<br />
beeldkwaliteitseisen worden gesteld voor beide gebieden.'<br />
Voor dit bestemmingsplan geldt dat er een beeldkwaliteitplan wordt opgesteld. Deze<br />
doorloopt een zelfstandige procedure, los van het bestemmingsplan.<br />
3.4.5 Vigerende bestemmingsplan<br />
Het Globaal <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Houten</strong>-Vinex (GBH-V) is het vigerende bestemmingsplan<br />
waarbinnen het plangebied is gesitueerd is. In het GBH-V is het plangebied bestemd voor<br />
Bedrijfsdoeleinden, waarbinnen kantoren, handels- en bedrijfsvoorzieningen en ook<br />
woningen zijn toegestaan, met een uitwerkingsverplichting voor burgemeester en<br />
wethouders.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 17 van 345<br />
3.4.6 <strong>Gemeente</strong>lijk rioleringsplan 2006-2009<br />
3.4.7 Prostitutie<br />
In de Wet milieubeheer is vastgelegd, dat gemeenten de zorgplicht hebben voor de<br />
doelmatige inzameling en transport van al het afvalwater dat binnen de gemeente vrijkomt.<br />
Om inzichtelijk te maken hoe de zorgplicht wordt ingevuld is het verplicht over een geldig<br />
gemeentelijk rioleringsplan te beschikken. Als de gemeente doelmatig inhoud wil geven aan<br />
de gemeentelijke zorgplicht, dan impliceert dat de volgende functionele eis: het aanleggen<br />
en in stand houden van een goed functionerend rioolstelsel. Om hieraan te kunnen voldoen<br />
zijn een aantal doelen geformuleerd te weten:<br />
het doelmatig inzamelen en transporteren van al het afvalwater<br />
het bevorderen van een duurzaam milieu.<br />
het voorkomen van overlast voor de gemeenschap<br />
het verbeteren van de klantgerichtheid.<br />
De belangrijkste maatregelen hiervoor komen vooral tot uiting in de voorstellen ten aanzien<br />
van afkoppelen. In heel <strong>Houten</strong>-Vinex gebeurt dit reeds.<br />
Met de wetswijziging van 1 oktober 2000 is het wettelijk bordeelverbod (ex art. 250 Wetboek<br />
van Strafrecht) opgeheven. Belangrijkste consequentie hiervan was, dat het exploiteren van<br />
prostitutie, uitgeoefend onder de randvoorwaarden, volkomen legaal is geworden. De<br />
gemeenten zijn daardoor genoodzaakt om een integraal prostitutiebeleid te ontwikkelen en<br />
uit te voeren. De wetgever gaat er van uit dat gemeenten in de vorm van een<br />
vergunningenstelsel regels stellen met betrekking tot prostitutiebedrijven en andere vormen<br />
van seksinrichtingen waardoor zij een belangrijke regisserende rol krijgen.<br />
Op grond van de algemene verordenende bevoegdheid (ex artikel 108 <strong>Gemeente</strong>wet) heeft de<br />
gemeente <strong>Houten</strong> inmiddels al een aantal jaar regels in haar algemene plaatselijke<br />
verordening (APV) gesteld ter uitvoering van het gemeentelijk prostitutiebeleid. Het<br />
regulerend optreden dient naast de APV mede via het bestemmingsplan te geschieden,<br />
omdat daarmee kan worden bepaald waar (welke vorm van) seksinrichtingen zich wel en<br />
niet kunnen vestigen. In de APV is strijdigheid met het bestemmingsplan als een dwingende<br />
weigeringsgrond opgenomen, hierdoor wordt door aanpassing van de bestemmingsplannen<br />
een sluitend systeem gecreëerd. Het paraplubestemmingsplan Prostitutie is op 3 april 2007<br />
vastgesteld door de gemeenteraad van <strong>Houten</strong> en goedgekeurd op 17 juli 2007. Het plan<br />
past de gebruiksbepalingen uit de vigerende bestemmings- en uitwerkingsplannen aan,<br />
waardoor seksinrichtingen worden uitgesloten. In het paraplubestemmingsplan is een<br />
ruimtelijke onderbouwing gemaakt, waarbij de <strong>Houten</strong>se bedrijventerreinen, aangegeven<br />
zijn als enige mogelijke locaties waar middels een afwijkingsbevoegdheid van burgemeester<br />
en wethouders, één prostitutiebedrijf gevestigd zou kunnen worden. Deze terreinen zijn<br />
onderling ook weer vergeleken op geschiktheid.<br />
Onderhavig bestemmingsplangebied maakt geen onderdeel uit van de <strong>Houten</strong>se<br />
bedrijventerreinen waarbinnen via een afwijkingsveogdheid een prostitutiebedrijf kan<br />
worden toegestaan. Prostitutiebedrijven worden dan in dit plan beschouwd als een gebruik<br />
strijdig met de opgenomen bestemmingen.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 18 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten<br />
blad 19 van 345<br />
4.1 Inleiding<br />
In een bestemmingsplan moet aandacht worden besteed aan milieu- en omgevingsaspecten.<br />
Vooral bij de ontwikkeling van nieuwe functies is het erg belangrijk om te weten of<br />
bijvoorbeeld de bodem wel schoon is of dat de luchtkwaliteit voldoet aan de gestelde<br />
normen. In dit bestemmingsplan worden niet direct nieuwe functies mogelijk gemaakt. Het<br />
bestemmingsplan heeft enerzijds een conserverend karakter, waarbij de bestaande<br />
woonbestemming en het bestaande gebruik opnieuw worden bestemd. Voor de gronden met<br />
de uit te werken bestemming geldt dat de bestaande uitwerkingsmogelijkheden woprden<br />
overgenomen in dit plan, waarbij nu ook maatschappelijke voorzieningen via een<br />
uitwerkingsplan mogelijk worden gemaakt. De nadruk in dit hoofdstuk ligt dan ook op het<br />
beschrijven van de huidige situatie van het milieu en andere omgevingsaspecten. Er wordt<br />
aandacht besteed aan de volgende thema's:<br />
1. bodem;<br />
2. geluid;<br />
3. bedrijven en milieuzonering;<br />
4. luchtkwaliteit;<br />
5. externe veiligheid;<br />
6. flora en fauna;<br />
7. archeologie en cultuurhistorie;<br />
8. water;<br />
9. verkeer en parkeren.<br />
4.2 Bodem<br />
Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening dient inzicht te bestaan in de<br />
bodemkwaliteit ten einde de geschiktheid van de bodemkwaliteit voor de beoogde (nieuwe)<br />
bestemming te kunnen aantonen, alsmede de consequenties voor de uitvoerbaarheid van<br />
het plan te kunnen beoordelen. Bij de actualisatie van het bestemmingsplan is het van<br />
belang dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bestemming en de daarin<br />
toegestane gebruiksvormen. Een optimale afstemming tussen bodemkwaliteit en functie is<br />
belangrijk om het opleggen van gebruiksbeperkingen te voorkomen. Binnen het plangebied<br />
is een bodemonderzoek uitgevoerd, dat hieronder wordt beschreven.<br />
Verkennend bodemonderzoek (CSO, 17 december 2012, nr.12M404.1)<br />
Dit rapport is als bijlage 1 bijgevoegd. De belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek zijn<br />
onderstaand weergegeven:<br />
Op het terrein aan de Beusichemseweg 3-3a is ter plaatse van één asbestgat een<br />
puinlaag van circa 0,3 meter aanwezig. Ter plaatse zijn in de puinlaag asbesthoudende<br />
platen aangetroffen. Het gewogen gehalte aan asbest in de puinlaag ter plaatse komt<br />
hierdoor op 158 mg/kg. Dit gehalte overschrijdt hiermee de hergebruiksnorm voor<br />
asbest. Aangezien het geen bodem betreft maar een puinlaag, is geen sprake van een<br />
geval van ernstige bodemverontreiniging. In de puinlaag ter plaatse van de overige<br />
asbestgaten is zintuiglijk en analytisch geen asbest aangetroffen.<br />
Op het overige terrein zijn plaatselijk sporen puin tot matige bijmengingen met puin en<br />
baksteen en resten slib in de bodem aangetroffen.<br />
Ter plaatse van de bedrijfswoning aan de Beusichemseweg 3a is een geval van ernstige<br />
bodemverontreiniging aanwezig. In de kleiige grond onder de puinlaag is een sterke<br />
verontreiniging met OCB's aanwezig. De sterke verontreiniging is middels<br />
mengmonsters horizontaal en verticaal uitgekarteerd. Het volume sterk verontreinigde
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 20 van 345<br />
grond wordt geschat op circa 50 m3 (opp. ca. 120 m2; dieptetraject 0,4 m). De sterke<br />
verontreiniging met OCB's levert geen onaanvaardbare humane risico's en hoeft niet<br />
met spoed gesaneerd te worden.<br />
In de kleiige, zintuiglijk schone toplaag op de gehele onderzoekslocatie zijn licht<br />
verhoogde gehalten aan koper, kwik, lood, DDD en/of DDE aanwezig. De in 2008<br />
aangetroffen sterke verontreinigingen met OCB's op het terrein aan de <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> 1 is hiermee voldoende in kaart gebracht.<br />
In de zintuiglijk schone ondergrond is maximaal een licht verhoogd gehalte aan DDE<br />
aanwezig.<br />
In het grondwater zijn maximaal licht verhoogde concentraties barium aanwezig.<br />
De waterbodem van de grotendeels droogstaande sloot mag verspreid worden over<br />
aangrenzend perceel.<br />
Conclusie<br />
Op basis van het infiltratieonderzoek kan worden gesteld dat binnen het perceel de<br />
bodemdoorlatendheid varieert van slecht tot goed doorlatend. In het kader van de<br />
toekomstige inrichting van het gebied dient ten behoeve van eventuele<br />
infiltratievoorzieningen rekening gehouden te worden met de lokale bodemopbouw.<br />
De hypothese dat de bovengrond verdacht is voor verontreiniging met bestrijdingsmiddelen<br />
kan worden geaccepteerd. De hypothese dat de ondergrond onverdacht is voor<br />
bodemverontreiniging dient formeel te worden verworpen vanwege het aangetoonde licht<br />
verhoogde gehalte aan DDE.<br />
De aangetoonde sterke verontreiniging met OCB's brengt beperkingen met zich mee voor de<br />
voorgenomen ontwikkelingen. In de huidige situatie en ook bij het toekomstige gebruik<br />
Wonen met tuin zijn er echter geen onaanvaardbare risico's aanwezig.<br />
De aangetoonde licht verhoogde gehalten brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen<br />
risico's met zich mee bij het voorgenomen gebruik wonen met tuin.<br />
Een nader onderzoek naar de verontreiniging met asbest in puin en naar de verontreiniging<br />
met bestrijdingsmiddelen wordt niet noodzakelijk geacht. De volgende aanbevelingen zullen<br />
worden opgevolgd:<br />
in het kader van de ontwikkeling van het gebied de verontreiniging met asbest in puin<br />
verwijderen en de sterke verontreiniging met bestrijdingsmiddelen saneren op basis<br />
van een BUS-melding of saneringsplan. Indien ter plaatse van de sterke verontreiniging<br />
met bestrijdingsmiddelen geen inrichtingsmaatregelen plaatsvinden, kan deze<br />
verontreiniging eventueel blijven liggen, omdat het geen spoedeisend geval van ernstige<br />
verontreiniging betreft. In de huidige situatie leveren de verontreiniging met asbest in<br />
puin en de sterke verontreiniging met bestrijdingsmiddelen geen onaanvaardbare<br />
humane risico's op. De verontreinigingen zijn onder een klinkerverharding gelegen. Bij<br />
eventuele toekomstige ontwikkelingen van het terrein dient rekening te worden<br />
gehouden met de verontreinigingen met asbest en bestrijdingsmiddelen.<br />
Bij grondverzet dient rekening te worden gehouden dat de toplaag (0,0-03 m-mv)<br />
waarschijnlijk grotendeels valt in klasse Industrie volgens het Besluit bodemkwaliteit,<br />
vanwege verhoogde gehalten aan bestrijdingsmiddelen.<br />
Opgemerkt zij dat een verkennend bodemonderzoek geen erkend bewijsmiddel is voor<br />
de kwaliteit van toe te passen grond. De kwaliteit van toe te passen grond dient bepaald<br />
te worden door middel van een partijkeuring volgens Besluit bodemkwaliteit.<br />
Er gelden wettelijke beperkingen bij het verplaatsen en elders toepassen van (licht)<br />
verontreinigde grond, welke kunnen leiden tot extra kosten. Bij grondverzet (licht) wordt<br />
verontreinigde grond zoveel mogelijk op de locatie zelf gelaten.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 21 van 345<br />
4.3 Geluid<br />
De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast.<br />
Op basis van deze wet dient bij het opstellen van een bestemmingsplan aandacht te worden<br />
besteed aan het aspect 'geluid'.<br />
In de Wet geluidhinder is een zonering van industrieterreinen, wegen en spoorwegen<br />
geregeld. Enerzijds betekent dit dat (geluids)eisen worden gesteld aan de milieubelastende<br />
functies, anderzijds betekent dit dat beperkingen worden opgelegd aan milieugevoelige<br />
functies.<br />
Voor de bestaande woningen aan de westzijde van het spoor is akoestisch onderzoek niet<br />
nodig. Deze zijn immers reeds gerealiseerd.<br />
Uit eerder uitgevoerd onderzoek voor het plangebied <strong>Loerik</strong> III Noord (ten zuiden van <strong>Loerik</strong><br />
<strong>VI</strong>) blijkt dat woningbouw tot op relatief korte afstand van het spoor mogelijk is. Ter hoogte<br />
van plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> bevindt zich echter, in tegenstelling tot het plangebied <strong>Loerik</strong> III<br />
Noord, geen geluidsscherm. Tenzij alsnog een geluidsscherm gerealiseerd wordt levert dit<br />
beperkingen op voor de realisatie van gevoelige bestemmingen langs de spoorlijn. De<br />
afscherming van gevoelige bestemmingen ten opzichte van de spoorlijn kan ook<br />
bewerkstelligd worden door een aaneengesloten bedrijfsbebouwing. Een andere<br />
mogelijkheid is het realiseren van bebouwing voorzien van een zogenaamde "dove gevel".<br />
Gedetailleerd akoestisch onderzoek naar de akoestische situatie moet plaatsvinden in het<br />
kader van de uitwerking.<br />
4.4 Bedrijven en milieuzonering<br />
In en nabij het plangebied zijn diverse bedrijven gevestigd. Voor de bestaande situatie is dat<br />
in het kader van dit bestemmingsplan niet relevant. De bestaande woningen aan de <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> waren reeds gerealiseerd bij aanvang van de huidige bedrijfsactiviteiten in en<br />
rond het plangebied. In dat kader is reeds afgewogen, dat er in de nabijheid geen bedrijven<br />
aanwezig zijn / mogelijk zijn met een hindercontour die van invloed is op het woon- en<br />
leefklimaat van dat deel van het plangebied.<br />
Om mogelijke hinder als gevolg van deze of toekomstige bedrijfsactiviteiten te voorkomen<br />
geldt dat er bij het opstellen van het uitwerkingsplan sprake moet zijn van een goede<br />
ruimtelijke ordening. In het ruimtelijk spoor, i.c. bij het opstellen van het uitwerkingsplan,<br />
moet worden gewaarborgd dat het gebied zodanig wordt ingevuld dat er sprake is van een<br />
goed woon- en leeflimaat. In dat kader zijn er grenzen gesteld aan de toelaatbaarheid van<br />
nieuwe functies de bedrijfsactiviteiten.<br />
Het oostelijk deel van het plangebied is bestemd als 'Gemengd - Uit te werken. In dit gebied,<br />
waar de mogelijkheid wordt geboden voor de vestiging van bedrijven, kantoren, woningen,<br />
maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen, cultuur en ontspanning is de vestiging<br />
van milieuhinderlijke bedrijven ongewenst. Op grond van dit uitgangspunt is gesteld, dat<br />
voor wat betreft bedrijven maximaal categorie-2 bedrijven uit de bij dit bestemmingsplan<br />
gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten worden toegelaten. Door enerzijds bij de invulling<br />
van het gebied rekening te houden met voldoende afstand tussen de beoogde bedrijven en<br />
gevoelige functies en anderzijds de flankerende milieuwetgeving wordt toegezien op een<br />
passende relatie met de (woon-)omgeving.<br />
4.5 Luchtkwaliteit<br />
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet<br />
Milieubeheer (Wm), hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.<br />
Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld,<br />
indien:
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 22 van 345<br />
aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet<br />
leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet Milieubeheer opgenomen<br />
grenswaarde, of;<br />
aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot<br />
een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende<br />
stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof,<br />
de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een<br />
optredend effect, of;<br />
aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in<br />
betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof<br />
waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of;<br />
het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het<br />
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (in werking getreden per<br />
01-08-2009).<br />
Ruimtelijk-economische besluiten die "niet in betekenende mate" bijdragen aan de<br />
concentraties in de buitenlucht van stoffen waarvoor bijlage 2 van de Wet milieubeheer een<br />
grenswaarde bevat, worden niet langer, zoals voorheen, individueel getoetst aan die<br />
grenswaarden. Als gevolg daarvan kunnen tal van kleinere projecten doorgang vinden, ook<br />
in situaties waar nog niet aan de grenswaarden wordt voldaan. De effecten van deze<br />
projecten op de luchtkwaliteit worden verdisconteerd in de trendmatige ontwikkeling van de<br />
luchtkwaliteit, zoals beschreven in het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit<br />
(NSL).<br />
Bij besluitvorming is het dus van belang om te bepalen of een initiatief "niet in betekenende<br />
mate" bijdraagt aan de luchtkwaliteit. In de algemene maatregel van bestuur "Niet in<br />
betekenende mate" (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn<br />
uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Het begrip "niet in<br />
betekenende mate" is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. In de<br />
Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en<br />
woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de<br />
luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het<br />
aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden.<br />
Van een verslechtering van de luchtkwaliteit "in betekenende mate" is sprake, indien zich<br />
één van de volgende ontwikkelingen voordoet:<br />
a. woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of 3.000 woningen<br />
bij 2 ontsluitende wegen;<br />
b. infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor<br />
minder congestie);<br />
c. kantoorlocaties: minimaal 100.000 m 2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg,<br />
200.000 m 2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.<br />
Situatie<br />
Het westelijk deel van het voorliggend bestemmingsplan is conserverend van aard. Het<br />
bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast. Ten aanzien van het oostelijk deel geldt<br />
dat het aantal te realiseren nieuwe woningen (veel) kleiner is dan de grenswaarde<br />
waarboven sprake is van een “in betekenende mate” bijdrage aan verslechtering van de<br />
luchtkwaliteit. Verkeersbewegingen ten gevolge van het bestemmingsplan zitten al in het<br />
rekenmodel voor luchtkwaliteitsberekeningen. De luchtkwaliteit ter plaatse voldoet<br />
ruimschoots aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer voor PM10 en NO2. Als er al een<br />
negatieve invloed zou zijn dan nog wordt voldaan aan de grenswaarden. Onderzoek inzake<br />
luchtkwaliteit is derhalve niet nodig. Geconcludeerd wordt dat het aspect luchtkwaliteit<br />
geen belemmering is voor de uitvoering van dit plan.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 23 van 345<br />
4.6 Externe veiligheid<br />
Beleidskader<br />
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik,<br />
opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en<br />
spoor en door buisleidingen. Ook de risico's van het gebruik van luchthavens vallen onder<br />
externe veiligheid. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu coördineert het<br />
overheidsbeleid voor externe veiligheid.<br />
Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid zijn met name ongevallen met<br />
brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden<br />
onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:<br />
1. inrichtingen;<br />
2. vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;<br />
3. vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor.<br />
Het Besluit externe veiligheid voor inrichtingen (Bevi) is in oktober 2004 in werking<br />
getreden. Het besluit heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een minimum<br />
(aanvaard) beschermingsniveau te bieden. Indien, op grond van een Wro-besluit, de bouw<br />
of vestiging van een kwetsbaar- of beperkt kwetsbaar object mogelijk wordt gemaakt, is het<br />
Bevi van toepassing.<br />
Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de daarbij<br />
behorende regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) in werking getreden. Het Bevb<br />
regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond<br />
buisleidingen met gevaarlijke stoffen, daaronder begrepen aardgastransportleidingen. De<br />
normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Met het<br />
Bevb/Revb is de circulaire "zonering langs hoge druk aardgasleidingen" uit 1984 vervangen.<br />
In augustus 2004 is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen de circulaire risiconormering<br />
vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In de circulaire RNVGS (2004) is het rijksbeleid<br />
over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke<br />
stoffen in relatie tot de omgeving, verduidelijkt en geoperationaliseerd. In de circulaire is<br />
zoveel mogelijk aangesloten bij het Bevi.<br />
Voor zowel de behandelingen met gevaarlijke stoffen bij bedrijven als het transport van<br />
gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, namelijk het plaatsgebonden risico (PR)<br />
en het groepsrisico (GR).<br />
Het plaatsgebonden risico (10 -6 /jaar) geeft inzicht in de kans op overlijden van een<br />
individu op een bepaalde afstand van een risicovolle activiteit. Het groepsrisico wordt<br />
bepaald door de aanwezige mensen in de nabijheid van een eventueel ongeval bij een<br />
risicovolle activiteit en geeft het aantal mogelijke (dodelijke) slachtoffers weer. Ten aanzien<br />
van het PR geldt dat er bij besluitvorming op een ruimtelijk plan een grenswaarde in acht<br />
dient te worden genomen (kwetsbaar object) dan wel met een richtwaarde rekening dient te<br />
worden gehouden (beperkt kwetsbaar object). Voor het GR geldt een oriëntatie waarde (BE<strong>VI</strong>)<br />
of een oriëntatiewaarde (circulaire Rvgs).<br />
Situatie<br />
Over het spoor worden gevaarlijke stoffen vervoerd. De risicokaart geeft aan dat in het<br />
plangebied verder geen elementen aanwezig zijn die een risico vormen vanuit het oogpunt<br />
van externe veiligheid.<br />
Voor de uit te werken bestemming wordt aangesloten bij de bestaande bestemming, waarbij<br />
aanvullend ook maatschappelijke functies, sport en cultuur en ontspanning worden<br />
toegestaan. Een onderzoek naar externe veiligheid is nodig vanwege het spoor. Het rapport<br />
van A<strong>VI</strong>V dat is bijgevoegd bij het bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> - Het Spoor past niet op<br />
onderhavig bestemmingsplan. Er is uitgegaan van de aanwezigheid van 600 personen
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 24 van 345<br />
(deelgebied 12) in de dagperiode. Aangezien het bestemmingsplan wonen toestaat (50%<br />
aanwezigheid dag en 100% in de nacht), 30.000 m2 in totaal aan kantoordoeleinden,<br />
maatschappelijke activiteiten, gebouwde sportvoorzieningen en cultuur en ontspanning en<br />
daarnaast ook bedrijven dient er mogelijk is een externe veiligheidsonderzoek uitgevoerd.<br />
Onderzoek<br />
In opdracht van de gemeente <strong>Houten</strong> heeft adviesbureau A<strong>VI</strong>V ten behoeve van de<br />
bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> een rapportage opgesteld over de externe<br />
veiligheidsaspecten van de spoorlijn die <strong>Houten</strong> doorsnijdt. Dit rapport is als bijlage 2<br />
bijgevoegd. Na voltooiing van dit rapport is de bestemming van bouwvlak 12 (volgens het<br />
A<strong>VI</strong>V-rapport) gewijzigd (dit bouwvlak komt overeen met de bestemming Gemengd- Uit te<br />
werken in het bestemmingsplan). In dit bouwvlak is nu ook een woonbestemming berekend.<br />
De Omgevingsdienst regio Utrecht heeft beoordeeld of voor deze wijziging al dan niet een<br />
nieuwe risicoberekening vereist is. Het resultaat van deze beoordeling is gepresenteerd in<br />
een adviesnota d.d. 28 september 2012 en is als bijlage 3 bijgevoegd. Uit dit aanvullende<br />
advies volgt het volgende. In het A<strong>VI</strong>V-rapport is berekend dat het groepsrisico op basis van<br />
de uitgangspunten van het Basisnet Spoor 0,63 maal de oriëntatiewaarde bedraagt. In vlak<br />
12 neemt de personendichtheid door de wijziging af van 600 tot 130. Dit zal in principe een<br />
gunstig effect voor het groepsrisico betekenen, ondanks dat in de nieuwe situatie ook in de<br />
nachtperiode personen aanwezig zullen zijn. Het nieuwe groepsrisico zal dan ook naar<br />
verwachting kleiner zijn dan de eerder berekende waarde. Omdat de wijziging van bouwvlak<br />
12 ten opzichte van de totale in de A<strong>VI</strong>V-berekeningen betrokken personendichtheden<br />
slechts ondergeschikt is, zal het nieuwe groepsrisico slechts marginaal kleiner zijn. De<br />
wijziging vormt daarom geen aanleiding voor een herberekening van het groepsrisico. De<br />
wijziging heeft op grond van bovenstaande beoordeling geen gevolgen voor de ruimtelijke<br />
onderbouwing van het bestemmingsplan.<br />
4.7 Flora en fauna<br />
De Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet vormen het belangrijkste<br />
juridische kader voor natuurbescherming in Nederland. De verplichtingen voor de<br />
bescherming van natuurgebieden zijn opgenomen in de Natuurbeschermingswet 1998 en de<br />
bescherming van plant- en diersoorten is vastgelegd in de Flora- en faunawet. Deze wetten<br />
kunnen worden gezien als een vertaling van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn.<br />
Er kan een tweedeling worden gemaakt in soort- en gebiedsbescherming.<br />
Situatie<br />
In de omgeving van het plangebied zijn geen Natura 2000-gebieden aanwezig. In het<br />
plangebied of direct grenzend daaraan komt geen EHS (Ecologische Hoofdstructuur) of EVZ<br />
(Ecologische Verbindingszone) voor.<br />
Gezien de toekomstige ontwikkelingen in dit gebied, welke door middel van het<br />
bestemmingsplan vastgelegd worden, wordt is ten behoeve van de uitvoerbaarheid van het<br />
bestemmingsplan een natuurtoets uitgevoerd.<br />
Onderzoek<br />
In opdracht van de gemeente is een natuurtoets uitgevoerd. De resultaten van de natuurtoets<br />
(Oranjewoud, 18 oktober 2012, nr. 256548) zijn als bijlage 5 toegevoegd.<br />
Uit het onderzoek volgt dat voorafgaand aan herinrichting van het terrein en sloop van<br />
gebouwen nader onderzoek nodig is naar het voorkomen van nesten van huismussen<br />
respectievelijk het voorkomen van vleermuizen. Bij het voorkomen van één van deze soorten<br />
en als er negatieve effecten optreden ten gevolge van de herinrichting of sloop, dan zal<br />
ontheffing van de Flora- en faunawet of het voorkomen van deze negatieve effecten nodig<br />
zijn. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd bij de uitwerking van het plan.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 25 van 345<br />
Op basis van het onderzoek kan namelijk worden gesteld, dat het aannemelijk is dat de<br />
Flora- en faunawet de uitvoering van het plan niet belemmerd. Door het treffen van<br />
mitigerende maatregelen zijn effecten op strikt beschermde soorten uit te sluiten. In dat<br />
kader is in de uitwerkingsregels een bepaling opgenomen ter bescherming van de<br />
ecologische waarden.<br />
4.8 Archeologie en cultuurhistorie<br />
Archeologie<br />
Op grond van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg heeft de gemeente de<br />
zorgplicht voor de archeologie. De wet komt voort uit het verdrag van Malta (soms ook<br />
Valletta genoemd). Dit verdrag en ook de wet is gericht op behoud van waardevolle<br />
archeologie in de bodem. Het plangebied valt niet onder het paraplubestemmingsplan<br />
archeologie (vastgesteld op 27 juli 2011), dat vrijwel uitsluitend voor het buitengebied van<br />
de gemeente is vastgesteld.<br />
Voor het gehele gebied van <strong>Houten</strong> is wel een beleidskaart archeologie gemaakt, waarin de<br />
verwachtingswaarde is weergegeven en waarin uitspraken zijn gedaan over de noodzaak<br />
van aanvullend archeologisch onderzoek bij ontwikkelingen. Het gehele plangebied kent een<br />
lage tot geen archeologische verwachtingswaarde (zie de onderstaande uitsnede uit de<br />
archeologische maatregelenkaart). Dit betekent dat geen archeologisch onderzoek behoeft te<br />
worden uitgevoerd.<br />
Figuur 1: uitsnede uit de archeologische maatrgelenkaart met daarin globaal aangegeven het<br />
plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong>-Pastoriusweg<br />
Wel geldt een archeologische meldingsplicht cf art 53 van de monumentenwet 1988 in<br />
gebieden met een lage of geen verwachting, of op terreinen en in gebieden, waar binnen de<br />
vrijstellingsregels gebleven wordt, maar er toch archeologische vondsten of sporen worden<br />
aangetroffen.<br />
Cultuurhistorie<br />
Vanaf 1 januari 2012 is het verplicht in het bestemmingsplan met cultuurhistorische<br />
waarden rekening te houden. In dat kader is in opdracht van de gemeente een<br />
cultuurhistorisch onderzoek uitgevoerd (Cuijpers Advies, 15 januari 2013, nr 46004-04). Uit<br />
dit onderzoek blijkt het volgende. Het plangebied wordt omringd door recente<br />
woonuitbreidingen van <strong>Houten</strong>. Het plangebied maakte deel uit van de akkergronden<br />
rondom de kern <strong>Houten</strong> en behoorde tot de buurtschap <strong>Loerik</strong>. Van de historische structuur<br />
is aan het oppervlak niet veel overgebleven; alleen de bestaande bebouwing aan de<br />
zuidwestkant van het plangebied vormt samen een ensemble met cultuurhistorische waarde.<br />
Er zijn voor het overige geen belangrijke historische waarden in het gebied meer aanwezig.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 26 van 345<br />
4.9 Water<br />
In het bestemmingsplan behoeven geen maatregelen opgenomen worden voor het behoud<br />
van cultuurhistorische waarden in de vorm van het ensemble. Het onderzoek is bijgevoegd<br />
als bijlage 4.<br />
In het algemeen is het beleid van het Rijk, de provincie Utrecht, de gemeente <strong>Houten</strong> en het<br />
waterschap HDSR gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer. Bij ruimtelijke<br />
ontwikkelingen worden (indien doelmatig) de waterkwaliteitstrits 'gescheiden<br />
inzamelen-gescheiden afvoeren-gescheiden verwerken' en de waterkwantiteitstrits 'water<br />
vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren' gehanteerd. Dit beleid is per overheidsniveau in de<br />
onderstaande beleidsdocumenten verankerd. Enkele van de plannen zijn beschreven in<br />
hoofdstuk 3:<br />
Rijksbeleid: Nationaal Waterplan, Waterbeheer 21e eeuw, Nationaal Bestuursakkoord<br />
Water, Waterwet;<br />
Provinciaal waterbeleid: Provinciaal waterplan 2010-2015;<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk waterbeleid: <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan, Waterplan <strong>Houten</strong> 2006-2009;<br />
Waterschapsbeleid: Waterbeheerplan 2010-2015 [2] “Water voorop!”, Beleidsregels<br />
2010 Keur 2009, Waterstructuurvisie 2002.<br />
Als lokaal beleid ten aanzien van de waterhuishouding gelden de afspraken zoals<br />
vastgelegd d.d. op 12 maart 2012. Voor een beschrijving van het watersysteem wordt<br />
verwezen naar het (gemeentelijk) Waterplan <strong>Houten</strong> 2006-2009.<br />
Situatie<br />
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse<br />
Rijnlanden (HDSR). Op grond van het waterschapsreglement is het waterschap belast met de<br />
taak van integraal waterbeheer binnen het beheersgebied, inclusief het stedelijk gebied.<br />
Deze taak omvat zowel de zorg voor het oppervlaktewater in kwantitatief als in kwalitatief<br />
opzicht. De taken worden uitgevoerd overeenkomstig de in het waterhuishoudingsplan en<br />
integrale waterbeheersplannen vastgestelde doelstellingen. De gemeente zorgt in stedelijk<br />
gebied in het algemeen voor de afwatering.<br />
Ten tijde van de planvorming van <strong>Houten</strong>-Zuid is in samenwerking met het HDSR een<br />
integraal waterplan gemaakt voor geheel <strong>Houten</strong>-Vinex en omgeving. De voorgestelde<br />
ontwikkelingen zijn passend in dit waterplan. Wel is geconstateerd, dat de<br />
waterafvoerduiker onder het spoor door in westelijke richting zijn maximale capaciteit<br />
heeft bereikt. De afvoer van het water zal derhalve door middel van infiltratie in combinatie<br />
van afvoer van piekbuien via het gemengd stelsel moeten plaatsvinden. Uiteraard kan het<br />
Hoogheemraadschap bij de verdere planvorming worden betrokken, teneinde de afstemming<br />
tussen de ontwikkelingen en waterhuishouding te optimaliseren.<br />
De afvoer van het water zal door middel van infiltratie in combinatie met afvoer van<br />
piekbuien via het gemengd stelsel moeten plaatsvinden. Wij zullen bij de afvoer van<br />
hemelwater extra maatregelen treffen, waarbij hemelwater vertraagd wordt afgevoerd. Deze<br />
maatregelen dragen dan ook bij aan het voorkomen van water op straat bij hevige<br />
regenbuien. Daarbij moet een nadere keuze worden gemaakt uit tenminste de volgende<br />
opties voor infiltratiemaatregelen:<br />
aanleggen halfdoorlatende straatverharding;<br />
benutten groenvoorzieningen of grond onder bestrating voor tijdelijke waterberging<br />
(bijvoorbeeld door het aanleggen van wadi's met of zonder slokop, greppels of<br />
infiltratieriolering).<br />
Maatregelen om hemelwater te infiltreren worden vooraf afgestemd met het waterschap. Er<br />
wordt gestreefd naar minimaal 20% afgekoppeld gebied.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 27 van 345<br />
4.10 Verkeer en parkeren<br />
In deze paragraaf wordt onderbouwd hoe de verkeerssituatie is toegerust op de toekomstige<br />
bestemmingen.<br />
Maatregelen voor openbaar vervoer en fiets<br />
In de bereikbaarheidsvisie heeft de gemeente het beeld geschetst van het huidige gebruik<br />
van verkeer en vervoer ook voor bedrijventerreinen. De wens bestaat bij de gemeente om het<br />
gebruik van fiets en openbaar vervoer te vergroten, maar hier heeft het bestemmingsplan in<br />
dit geval geen invloed op.<br />
Het is wel waard te vermelden dat ter weerszijden van Het Spoor per juli 2013 twee<br />
bushalten worden aangelegd voor lijn 45 tussen Schalkwijk, 't Goy, Tull en 't Waal, NS<br />
Station Castellum, en <strong>Houten</strong>. De bushalten worden aangelegd in de nabijheid van de<br />
polikliniek van het Sint Antoniusziekenhuis in aanbouw en het Eerstelijns Medisch Centrum.<br />
Zij zullen ook een functie vervullen voor het gebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>. Voorts is van belang dat in<br />
2013 langs de westzijde van Het Spoor een tweede fietsstraat/fietspad zal worden<br />
aangelegd. Hierdoor wordt het gebied zeer goed bereikbaar per fiets. Bij de uitwerking zal<br />
ook gelet worden op voldoende en goede stallingsmogelijkheden voor fietsen.<br />
Parkeren<br />
Ten aanzien van parkeren geldt, dat bij ontwikkelingen het parkeren op eigen terrein dient<br />
plaats te vinden. Hiervoor is in het bestemmingsplan dan ook geen onderzoek noodzakelijk.<br />
Dit is in de regels vastgelegd.<br />
Huidige situatie, ontsluiting per auto<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> is met een aantal aantakkingen aangesloten op Het Spoor. Het Spoor is een<br />
tweebaansweg met één rijstrook per rij richting en aan beide zijden ventwegen c.q.<br />
fietsstraten, die leiden naar de aangelegen kantoren en woningen. Het Spoor dient als<br />
ontsluitingsweg van het woongebied <strong>Loerik</strong>, de hier gelegen kantoren en voorts als<br />
auto-ontsluiting voor winkelcentrum Castellum.<br />
Het Spoor is aangesloten op het hoofdwegennet via rotonde de Koppeling-Oost. Deze<br />
rotonde is in 2010 vergroot tot een dubbelstrooksrotonde. De Koppeling leidt vervolgens<br />
naar de Rondweg. Deze Rondweg geeft aansluiting op de aansluiting <strong>Houten</strong> op de A27, en,<br />
rond 2015 op de nieuwe aansluiting (genoemd A12 Salto) op de A12 ter hoogte van Bunnik.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 28 van 345<br />
Afbeelding: luchtfoto huidige situatie rotonde De Koppeling - Oost<br />
In de huidige situatie verloopt de verkeersafwikkeling rond <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> zonder stagnatie. Een<br />
belangrijke factor daarbij is de aanwezigheid van de dubbelstrooksrotonde Koppeling-Oost.<br />
De verkeersafwikkeling op de Koppeling en de vormgeving van de rotonde Oost zijn<br />
onderbouwd in het rapport “Verkeerafwikkeling De Koppeling(17 nov 2000, Goudappel<br />
Coffeng)”. In dit rapport wordt in 2015 rekening gehouden met een intensiteit op Het Spoor<br />
in de ochtend- resp. avondspits van 700 resp. 850 motorvoertuigen (op- en afrijdend<br />
verkeer). Op de Molen wordt rekening gehouden met een intensiteit van 900 resp. 1200<br />
motorvoertuigen. Uit dit gegeven en een kruispuntberekening is geconstateerd, dat een<br />
dubbelstrooksrotonde nodig was voor de verkeersafwikkeling.<br />
Toekomstige situatie<br />
Het bestuur Regio Utrecht heeft van de verkeerssituatie in 2002 een model gebouwd. Dit<br />
model is verouderd, maar geeft wel enig inzicht in de toekomstige verkeersintensiteiten. Het<br />
geeft onder andere inzicht in de capaciteiten van Het Spoor en De Molen, de twee<br />
toeleidende wegen op de rotonde.<br />
De Molen krijgt in 2020 per etmaal 8600 motorvoertuigen te verwerken, Het Spoor 4500.<br />
Hierbij is rekening gehouden met de komst van ca. 1300 werknemers, in 2002 gelijk te<br />
stellen aan 32.000 m2 bvo kantoren in <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> (25 m2 per werkplek). Hierdoor zou het<br />
mogelijk worden dat ca. 2000 werknemers in <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> gehuisvest zouden kunnen worden in<br />
de kantoorcapaciteit a 30.000 m2 bvo in dit bestemmingsplan.De uitbreiding van de<br />
mogelijke bestemming naar maatschappelijke doeleinden, cultuur en indoorsport zal geen<br />
extra verkeersruk opleveren, ten opzichte van de functie kantoren. De mogelijke<br />
bestemmingen bedrijven in categorie en wonen veroorzaken ook minder verkeersdruk dan<br />
kantoren. De functie kantoren is van de mogelijke bestemmingen is het meest<br />
verkeersbelastend, en daarmee bepalend voor de beoordeling of de huidige ontsluiting is<br />
toegerust voor de toekomst. Met huidige flexwerkconcepten in kantoren is de maat van een<br />
gemiddelde werkplek gedaald naar ca. 15 m2.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 29 van 345<br />
Afbeelding: beeld van verkeersintensiteiten rond rotonde Koppeling Oost (bron VRU model,<br />
2010)<br />
Met de nieuwe aansluiting A12 Salto zal het verkeersbeeld op de Koppeling niet veranderen<br />
zo is de verwachting op grond van het verkeersmodel. Uit het VRU verkeersmodel is af te<br />
leiden dat de maximale verkeersbelasting voor een aantakking op de rotonde<br />
Koppeling-Oost 8500 motorvoertuigen per etmaal bedraagt, zoals de toekomstige situatie in<br />
2020 voor de Molen is berekend. Voor Het Spoor is een verkeersbelasting van 4500<br />
motorvoertuigen per uur berekend. Dit betekent dat Het Spoor nog een ruime restcapaciteit<br />
heeft voor een intensief gebruik van het gebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>.<br />
In de toekomst zullen er meerdere aantakkingen voor de auto op Het Spoor zijn: ten eerste<br />
het bestaande Hofspoor, ten tweede de twee bestaande aantakkingen ter weerszijden van de<br />
bestaande kerk aan Het Spoor. Het Hofspoor en één van de twee aantakkingen bij de kerk<br />
zullen in de toekomst doorgetrokken worden naar het gebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>. De Beusichemseweg<br />
tussen <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> en Het Spoor zal te zijner tijd worden ingericht als fietspad, die<br />
de fietspaden Smalspoor en het fietspad over de Vijfwalbrug zal verbinden. De ontsluiting<br />
van de Beusichemseweg en de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> zal plaatsvinden via de te handhaven<br />
auto- aantakkingen op Het Spoor. De <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> Oost zal niet als auto-ontsluiting<br />
voor <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> worden gebruikt vanwege de te geringe breedte van de weg.<br />
Conclusie<br />
De ontsluiting van <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> per auto via Het Spoor en de Koppeling is berekend op eventuele<br />
intensieve bebouwing in <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>, zoals mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplan. In<br />
het verkeersmodel VRU is voor het jaar 2020 rekening gehouden met een verkeersbelasting<br />
op Het Spoor met 4500 motorvoertuigen per etmaal (mvt/etm), gebaseerd op bebouwing met<br />
circa 30.000 m2 kantoren. De capaciteit van de aansluiting van Het Spoor op de rotonde de<br />
Koppeling Oost is ruim groter dan de berekende intensiteit op basis van 30.000 m2<br />
kantoren en is gelijk aan de verkeersbelasting op de Molen (8500 mvt/etm).<br />
Per fiets en openbaar vervoer is het gebied, na realisatie van bushalten op Het Spoor en<br />
fietspaden langs Het Spoor in 2013, ook goed ontsloten.<br />
Verder onderzoek in het kader van het voorliggend globaal bestemmingsplan wordt niet
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 30 van 345<br />
nodig geacht. In het kader van de uitwerking van het gebied is verder onderzoek nodig naar<br />
de ontsluiting binnen het gebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> zelf en de precieze effecten van de bebouwing en<br />
de aan te leggen wegen op de omgeving, zowel verkeerstechnisch als de akoestische effecten.<br />
4.11 Vormvrije m.e.r.-beoordeling<br />
De uit te werken bestemming welke middels dit bestemmingsplan vastgelegd wordt, maakt<br />
functies als wonen, bedrijven, kantoren en maatschappelijke voorzieningen mogelijk. Dat<br />
betekent, dat het bestemmingsplan een stedelijk onwikkelingsproject, zoals dat is bedoeld<br />
in categorie D.11.2 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage,<br />
mogelijk maakt.<br />
Een stedelijk project valt onder een m.e.r-beoordelingsplichtig in gevallen waarin de<br />
activiteit betrekking heeft op:<br />
een oppervlakte van 100 hectare of meer<br />
een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat, of<br />
een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m 2 of meer.<br />
Aangezien deze drempelwaarden niet worden overschreden geeft het Besluit<br />
milieueffectrapportage aanleiding om een vormvrije m.e.r.-beoordeling uit te voeren. Bij de<br />
vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt nagegaan of er sprake kan zijn van belangrijke nadelige<br />
milieueffecten. Op grond van artikel 2 lid 5 van het Besluit milieueffectrapportage moet het<br />
voornemen worden getoetst aan de criteria van Bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn.<br />
De kenmerken van het voornemen en de potentiële effecten<br />
Het bestemmingsplan maakt door middel van de uit te werken bestemming woningen,<br />
bedrijven, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen (gebouwd) en<br />
bedrijven op het gebied van cultuur en onstpanning mogelijk. Er kan naast wonen en<br />
bedrijven maximaal 30.000 m2 aan voorzieningen worden gerealiseerd. Er kunnen alleen<br />
bedrijven tot milieucategorie 2 worden gevestigd, hetgeen een relatief lage milieubelasting<br />
met zich mee brengt. Gezien het in deze situatie gaat om een beperkt oppervlak waarop (een<br />
combinatie van) woningen, bedrijven, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, cultuur en<br />
ontspanning en gebouwde sportvoorzieningen gesitueerd kunnen worden, is de verwachting<br />
dat dit niet gepaard zal gaan met een grote toename aan verkeersintensiteiten en gepaard<br />
gaande milieubelasting (geluid, luchtkwaliteit) als gevolg van de toekomstige activiteiten<br />
ten opzichte van de referentiesituatie. Als gevolg van de realisatie van bedrijven tot<br />
categorie 2, maatschappelijke voorzieningen, kantoren, gebouwde sportvoorzieningen en<br />
actviteiten gericht op cultuur, spel, vermaak en ontspanning zijn er naar verwachting ook<br />
nauwelijke effecten op het milieu te verwachten. Dit zal nader worden beoordeeld aan de<br />
hand van de onderzoeken die in het kader van het bestemmingsplan nog worden uitgevoerd.<br />
De plaats van de uitbreiding (ligging ten opzichte van gevoelige gebieden)<br />
Het plangebied ligt in een stedelijke omgeving met daaromheen wegen, wonen, het spoor en<br />
bedrijven. Het plangebied ligt niet in de nabijheid van beschermde natuurgebieden.<br />
De voorlopige conclusie op grond van bovenstaande is, dat er geen belangrijke nadelige<br />
milieugevolgen worden verwacht. Hierbij zijn de criteria van Bijlage III van de Europese<br />
m.e.r. richtlijn in acht genomen.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving<br />
blad 31 van 345<br />
5.1 Inleiding<br />
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden<br />
de in het plan begrepen gronden voor bepaalde doeleinden aangewezen door middel van de<br />
op de verbeelding aangegeven bestemmingen en daarop betrekking hebbende planregels.<br />
Daarbij worden regels gegeven voor het bouwen van bouwwerken en voor het gebruik van de<br />
bouwwerken en onbebouwde gronden.<br />
In dit hoofdstuk wordt nadere uitleg gegeven over de planregels. De planregels bestaan uit<br />
vier hoofdstukken waarop in de volgende paragrafen respectievelijk wordt ingegaan:<br />
1. inleidende regels;<br />
2. bestemmingsregels;<br />
3. algemene regels;<br />
4. overgangs- en slotregels.<br />
Vervolgens is aandacht besteed aan de handhaafbaarheid van het bestemmingsplan en de<br />
Standaard Vergelijkbare <strong>Bestemmingsplan</strong>nen 2008, versie 2010.<br />
5.2 Inleidende regels<br />
Dit hoofdstuk bevat twee artikelen:<br />
Artikel 1 Begrippen<br />
In dit eerste artikel is een aantal noodzakelijke begripsbepalingen opgenomen welke<br />
worden gebruikt in de planregels. Het bevat definities teneinde misverstanden te<br />
voorkomen.<br />
Artikel 2 Wijze van meten<br />
Het tweede artikel regelt hoe gemeten wordt.<br />
5.3 Bestemmingsregels<br />
Dit hoofdstuk bestaat uit een beschrijving van de bestemmingen. Deze kennen per<br />
bestemming globaal de volgende opzet:<br />
bestemmingsomschrijving (in ieder geval);<br />
bouwregels (in ieder geval);<br />
afwijken van de bouwregels (indien van toepassing);<br />
specifieke gebruiksregels (indien van toepassing);<br />
afwijken van de gebruiksregels (indien van toepassing);<br />
omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden (indien van toepassing).<br />
De volgende bestemmingen komen voor in dit bestemmingsplan:<br />
Artikel 3 Gemengd - Uit te werken<br />
De gronden van het oostelijk deel van het plangebied worden voorzien van de bestemming<br />
Gemengd - Uit te werken. Deze bestemming biedt de mogelijkheid om de gronden voor<br />
uiteenlopende doeleinden in gebruik te nemen (kantoren, wonen, bedrijven, maatschapelijke<br />
activiteiten, gebouwde sportvoorzieningen en cultuur en ontspanning), maar slechts, nadat
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 32 van 345<br />
een uitwerkingsplan in werking is getreden. In dat kader moet voldaan worden aan de regels<br />
in het bestemmingsplan.<br />
Artikel 4 Groen<br />
Deze bestemming is toegekend aan de openbare groenelementen binnen het plangebied.<br />
Binnen de bestemming Groen mogen naast groenvoorzieningen onder meer ook water en<br />
fiets- en voetpaden gerealiseerd worden. Ten behoeve van de bestemming worden<br />
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.<br />
Artikel 5 Tuin - Voortuin<br />
De voor ''Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, erven en verhardingen, erkers,<br />
balkons of luifels behorende bij het hoofdgebouw in de aangrenzende bestemming, inritten<br />
ten behoeve van parkeren, en water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Er mogen<br />
uitsluitend erkers, balkons en luifels behorende bij het hoofdgebouw in de aangrenzende<br />
bestemming worden gebouwd. Hiervoor, en voor het bouwen van bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, zijn regels opgenomen.<br />
Artikel 6 Verkeer - Wegverkeer<br />
De gronden binnen de verkeersbestemming zijn bestemd voor verkeersafwikkeling, voet- en<br />
fietspaden en (openbare) parkeervoorzieningen. Ook zijn groenvoorzieningen en water<br />
toegestaan. Ten aanzien van bouwwerken, zoals abri's en nutsgebouwen, zijn diverse<br />
bouwregels opgenomen.<br />
Artikel 7 Wonen - Vrijstaand<br />
De gronden binnen Wonen - Vrijstaand zijn bestemd voor vrijstaande woningen. Binnen de<br />
woonbestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf<br />
toegestaan. Ten behoeve van de bestemming zijn diverse bouwregels opgenomen.<br />
5.4 Algemene regels<br />
Dit hoofdstuk regelt de volgende onderwerpen:<br />
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel<br />
In artikel 8 is een antidubbeltelregel opgenomen. De antidubbeltelregel strekt ertoe dat<br />
gronden die al eens in aanmerking zijn genomen bij het verlenen van bouwvergunningen,<br />
niet nogmaals meegeteld kunnen worden.<br />
Artikel 9 Algemene bouwregels<br />
Deze regel bepaalt hoe omgegaan wordt met bestaande bouwwerken die afwijken van de<br />
bouwregels. Hierbij geldt dat de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en<br />
oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk de bestemmingsregels is<br />
voorgeschreven, ter plaatse van de afwijking als ten hoogste toelaatbaar worden<br />
aangehouden. Vervolgens is aangegeven dat in geval van herbouw dit uitsluitend van<br />
toepassing is, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt. In geval van nieuwbouw<br />
van bijbehorende bouwwerken op een andere plaats binnen het bouwperceel dan de<br />
bestaande bebouwing geldt, dat de totale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken op het<br />
bouwperceel niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlaktematen en de<br />
bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m, de goothoogte niet meer mag bedragen dan<br />
3,2 m en de totale oppervlakte van nieuw te bouwen bijbehorende bouwwerken niet meer<br />
mag bedragen dan 50 m 2 .<br />
Artikel 10 Algemene gebruiksregels<br />
Artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht omvat een<br />
verbod om gronden in strijd met hun bestemming te gebruiken. De algemene gebruiksregels<br />
in artikel 10 omvatten daarom alleen een verbod om gronden en bouwwerken voor<br />
prostitutiebedrijven te gebruiken. Het plangebied zal als gemengd gebied worden ingericht,<br />
waarin een aantal bestaande woningen worden ingepast, plus de mogelijkheid voor de
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 33 van 345<br />
bouw van meer woningen. Het gemeentebestuur is van mening dat in een woongebied<br />
seksinrichtingen ongewenst zijn vanwege de uitstraling die dit gebruik heeft. De kwaliteit<br />
van de woon- en leefomgeving wordt hierdoor negatief beïnvloed.<br />
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels<br />
De bepaling biedt de mogelijkheid om voor kleinschalige afwijkingen van het<br />
bestemmingsplan alsnog toestemming te kunnen verlenen.<br />
Artikel 12 Algemene wijzigingsregels<br />
Hierin wordt onder andere geregeld dat bij omgevingsvergunning mag worden afgeweken<br />
van bepaalde hoogten, percentages en afstandseisen, dat bouw- en bestemmingsgrenzen<br />
worden overschreden en dat enkele bouwhoogten worden vergroot. Hieraan zijn enkele<br />
voorwaarden en beperkingen verbonden.<br />
5.5 Overgangs- en slotregel<br />
Dit hoofdstuk bevat de volgende drie artikelen:<br />
Artikel 13 Overgangsrecht<br />
Het eerste lid van het overgangsrecht betreft regels ten aanzien van bestaande bouwwerken<br />
die niet (geheel) passen in dit nieuwe bestemmingsplan. De regeling is conform de<br />
verplichte standaard uit het Bro. Het tweede lid van het overgangsrecht betreft regels ten<br />
aanzien van bestaand gebruik dat niet (geheel) past in dit nieuwe bestemmingsplan. De<br />
regeling is conform de verplichte standaard uit het Bro.<br />
Artikel 14 Slotregel<br />
In de slotregel wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan aangehaald kan worden (titel<br />
van het bestemmingsplan).<br />
5.6 Standaard Vergelijkbare <strong>Bestemmingsplan</strong>nen 2008<br />
Dit bestemmingsplan is opgesteld volgens de Standaard Vergelijkbare <strong>Bestemmingsplan</strong>nen<br />
2008 (SVBP2008, versie 2010). Deze SVBP2008 maakt onderdeel uit van een set RO<br />
Standaarden 2008 die door het ministerie van Infrastructuur en Milieu ontwikkeld is.<br />
De SVBP2008 schrijft voor op welke wijze de verbeelding (plankaart) verbeeld moet worden.<br />
Dit houdt in dat bijvoorbeeld de benaming van de bestemmingen en het kleurgebruik<br />
standaard voorgeschreven zijn. De functie wonen valt altijd onder de bestemming "Wonen"<br />
danwel "Woongebied" en krijgt de kleur geel. In de SVBP2008 wordt uitgegaan van<br />
hoofdgroepen van bestemmingen die verplicht gehanteerd moeten worden. Zo is een aparte<br />
bestemming "Park" niet meer mogelijk. Een park moet onder de (hoofd)bestemming Groen<br />
vallen. Daarnaast zijn er vaste hoofdgroepen van dubbelbestemmingen (niet van toepassing<br />
op dit plan). Tevens is er een grote groep aanduidingen die gehanteerd kunnen worden. Deze<br />
kunnen opgedeeld worden naar gebiedsaanduidingen, functieaanduidingen en<br />
bouwaanduidingen. Tot slot zijn er diverse symbolen voor maatvoering (goothoogte, aantal<br />
wooneenheden, dakhelling, e.d.) en figuren (gevellijn en as van de weg bijvoorbeeld). De<br />
manier waarop deze (dubbel)bestemmingen, aanduidingen, maatvoering en figuren verbeeld<br />
worden, is dus geüniformeerd. Dit moet de duidelijkheid, vergelijkbaarheid en<br />
raadpleegbaarheid ten goede komen.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 34 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid<br />
blad 35 van 345<br />
Ingevolge artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening geeft de toelichting inzicht in de<br />
uitvoerbaarheid van het plan. In het onderhavige geval is sprake van een consoliderend<br />
plan, waarin geen nieuwe directe ontwikkelingsmogelijkheden worden geboden. Wel is voor<br />
diverse percelen een uitwerkingsplicht opgenomen. In het kader van het uitwerkingsplan zal<br />
onder meer aandacht moeten worden besteed aan de economische uitvoerbaarheid en<br />
kostenverhaal. Onderzoek naar economische uitvoerbaarheid is niet noodzakelijk, als het<br />
terrein is uitgegeven of in eigendom is van de gemeente. In dat kader dient een globaal<br />
exploitatieplan te worden opgesteld als er bij het ontwerpplan geen anterieure<br />
overeenkomsten zijn gesloten met de particuliere eigenaars. De gemeente heeft een<br />
overeenkomst met het in het plangebied gelegen landbouwmechanisatiebedrijf.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 36 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
blad 37 van 345<br />
7.1 Maatschappelijke betrokkenheid<br />
Voorafgaand aan het bestemingsplan zijn er inventarisatiekaarten gemaakt. Deze<br />
inventarisatiekaarten hebben ter inzage gelegen. Na vrijgave van het voorontwerp<br />
bestemmingsplan door het college van burgemeester en wethouders is een ieder de<br />
mogelijkheid geboden een inspraakreactie in te dienen. Hiertoe heeft het plan gedurende 6<br />
weken ter inzage gelegen. De ingekomen reacties zijn in de 'Antwoordnota vooroverleg en<br />
inspraak Voorontwerpbestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> – <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>' samengevat en<br />
voorzien van een antwoord. Tevens is, waar nodig, aangegeven of de reactie leidt tot<br />
aanpassing van het voorontwerp. De Antwoordnota is als bijlage 6 bijgevoegd.<br />
7.2 Vooroverleg<br />
Het voorontwerp-bestemmingsplan is op de gebruikelijke wijze voorgelegd aan de wettelijke<br />
overlegpartners, zoals genoemd in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. De<br />
ingekomen reacties zijn samengevat en voorzien van een antwoord in de Antwoordnota<br />
vooroverleg en inspraak Voorontwerpbestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> – <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>. De<br />
Antwoordnota is als bijlage 6 bijgevoegd.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 38 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Bijlagen<br />
blad 39 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 40 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Bijlage 1 Bodemonderzoek<br />
blad 41 van 345
Verkennend<br />
(water)bodemonderzoek,<br />
asbestonderzoek en<br />
infiltratieonderzoek<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> - <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
Gegevens opdrachtgever<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Postbus 30<br />
3990 DA <strong>Houten</strong><br />
Contactpersoon:<br />
Dhr. P. Bos<br />
Contactpersonen CSO<br />
Dhr. S. Kunst<br />
Dhr. R.N. van Rijnsoever<br />
Projectcode: 12M404.1<br />
Versiedatum: 17 december 2012<br />
Status: Definitief
Inhoudsopgave<br />
1. Inleiding ...............................................................................................................................................................1<br />
2. Achtergronden.....................................................................................................................................................2<br />
2.1 Locatiegegevens...........................................................................................................................................2<br />
2.2 Historie locatie..............................................................................................................................................3<br />
2.3 Reeds uitgevoerde bodemonderzoeken....................................................................................................4<br />
2.4 Locatie-inspectie..........................................................................................................................................5<br />
2.5 Regionale bodemopbouw en geohydrologie.............................................................................................6<br />
2.6 Hypothese en onderzoeksstrategie............................................................................................................6<br />
3. Uitgevoerd onderzoek.........................................................................................................................................8<br />
3.1 Onderzoeksopzet..........................................................................................................................................8<br />
3.2 Veldonderzoek en laboratoriumonderzoek...............................................................................................9<br />
3.3 Infiltratieonderzoek....................................................................................................................................13<br />
4. Resultaten..........................................................................................................................................................14<br />
4.1 Veldonderzoek............................................................................................................................................14<br />
4.2 Laboratoriumonderzoek ...........................................................................................................................15<br />
4.2.1 Grond................................................................................................................................................17<br />
4.2.2 Grondwater......................................................................................................................................18<br />
4.3 Waterbodem................................................................................................................................................18<br />
4.4 Asbest .........................................................................................................................................................18<br />
4.5 Infiltratie.......................................................................................................................................................19<br />
5. Evaluatie onderzoeksresultaten.......................................................................................................................20<br />
5.1 Veldonderzoek............................................................................................................................................20<br />
5.2 Grond............................................................................................................................................................20<br />
5.3 Grondwater..................................................................................................................................................21<br />
5.4 Waterbodem................................................................................................................................................21<br />
5.5 Asbest in puin.............................................................................................................................................22<br />
5.6 Gevalsdefinitie.............................................................................................................................................22<br />
5.7 Infiltratieonderzoek....................................................................................................................................22<br />
6. Conclusies en aanbevelingen...........................................................................................................................23<br />
6.1 Conclusies...................................................................................................................................................23<br />
6.2 Aanbevelingen............................................................................................................................................24<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bijlagen<br />
Bijlage 1: Regionale ligging van de onderzoekslocatie<br />
Bijlage 2: 2) Situatietekening; 2a) Interventiewaarde OCB's in grond; 2b) asbest in puin<br />
Bijlage 3: Boorprofielbeschrijvingen en veldverslag<br />
Bijlage 4: Toetsingstabellen grond<br />
Bijlage 5: Toetsingstabellen grondwater<br />
Bijlage 6: Toetsingstabellen waterbodem<br />
Bijlage 7: Analysecertificaten grond<br />
Bijlage 8: Analysecertificaten grondwater<br />
Bijlage 9: Analysecertificaat waterbodem<br />
Bijlage 10: Analysecertificaten asbest en berekening asbestgehalte<br />
Bijlage 11: Wettelijke toetsingskader<br />
Bijlage 12: Grondverzet, sloop en asbest<br />
Bijlage 13: Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen<br />
Bijlage 14: Foto's van de locatie<br />
Bijlage 15: Achtergronden bij het infiltratieonderzoek<br />
Bijlage 16: Infiltratiecurves<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 4<br />
Definitief
1. Inleiding<br />
In opdracht van de gemeente <strong>Houten</strong> heeft CSO Adviesbureau een verkennend (water)bodemonderzoek, een<br />
verkennend asbestonderzoek en een infiltratieonderzoek uitgevoerd op de locatie <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> - <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong>. De regionale ligging van de locatie is weergegeven in bijlage 1.<br />
Aanleiding voor het uitvoeren van het bodemonderzoek en infiltratieonderzoek is de actualisatie van het<br />
bestemmingsplan en de voorgenomen ontwikkelingen op de locatie (bouw (bedrijfs)kantoren en/of woningen).<br />
Het bodemonderzoek heeft de volgende doelen:<br />
• vaststellen of de bodem geschikt is voor de nieuwe bestemmingen (haalbaarheid voorgenomen<br />
ontwikkelingen);<br />
• eventuele maatregelen en procedures die nodig zijn om de bodem geschikt te maken;<br />
Het uitgevoerde onderzoek heeft bestaan uit een historisch vooronderzoek conform NEN 5725, een verkennend<br />
bodemonderzoek conform NEN 5740, een asbestonderzoek conform NEN 5897 en een verkennend<br />
waterbodemonderzoek conform NEN 5720.<br />
In hoofdstuk 2 worden de gegevens van de locatie gepresenteerd alsmede de resultaten van het vooronderzoek en<br />
de daaruit voortvloeiende onderzoeksstrategie. In hoofdstuk 3 worden de uitgevoerde werkzaamheden<br />
besproken, alsook de certificering en de kwaliteitsborging van de uitgevoerde werkzaamheden. In hoofdstuk 4<br />
worden de onderzoeksresultaten besproken. In hoofdstuk 5 worden de onderzoeksresultaten geëvalueerd en in<br />
hoofdstuk 6 volgen de conclusies en aanbevelingen.<br />
Voor een uitleg van de in dit rapport gebruikte begrippen en afkortingen wordt verwezen naar bijlage 13.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 1<br />
Definitief
2. Achtergronden<br />
Voorafgaand aan het bodemonderzoek is een standaard historisch vooronderzoek verricht conform de NEN 5725<br />
(strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, januari 2009). Tijdens het<br />
vooronderzoek is een locatie-inspectie uitgevoerd en zijn gegevens over de locatie opgevraagd bij de gemeente<br />
<strong>Houten</strong> en de omgevingsdienst Regio Utrecht. Daarnaast zijn gegevens over de bodemopbouw en geohydrologie<br />
en gegevens over de (financieel-)juridische situatie verzameld.<br />
Ook zijn topografische kaarten (schaal 1:25.000) uit de jaargangen 1957, 1966, 1977 en 1990 en Google Maps<br />
geraadpleegd en zijn de kadastrale gegevens opgevraagd bij het Kadaster.<br />
De resultaten van het vooronderzoek zijn in onderstaande paragrafen opgenomen.<br />
2.1 Locatiegegevens<br />
In onderstaand overzicht zijn de algemene gegevens van de locatie opgenomen:<br />
• adres : <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> - <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
• opp. plangebied : Circa 4,6 hectare.<br />
• Opp. onderzoekslocatie : Circa 29.050 m 2 (oostelijk spoor; bestemming 'gemengd uit te werken').<br />
• kadastrale gegevens : <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Sectie A, No 6592, 8810, 8811, 8812, 11153 (ged.), 10059<br />
10060, 11221 (ged.), 6600<br />
• voormalig gebruik : Boomgaard<br />
• huidig gebruik : Grasland, wijkpost gemeente <strong>Houten</strong> en woonhuis<br />
• toekomstig gebruik : Wonen<br />
• verhardingen : Grotendeels onverhard; klinkerverharding t.p.v. Beusichemseweg 3-3a<br />
• eventuele tanks : Voor zover bekend zijn geen boven- en/of ondergrondse tanks aanwezig<br />
• gedempte sloten : Voor zover bekend zijn geen gedempte sloten op de locatie aanwezig<br />
• asbest : Op de locatie is vooralsnog geen asbest aangetoond. De puinlaag in de bodem<br />
ter plaatse van de Beusichemseweg 3-3a wordt wel beschouwd als<br />
asbestverdacht<br />
De onderzoekslocatie staat bij de gemeente <strong>Houten</strong> bekend onder de naam <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> – <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>. De<br />
gemeente <strong>Houten</strong> is voornemens om de onderzoekslocatie te gaan ontwikkelen.<br />
Het plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> is gelegen aan de zuidzijde van <strong>Houten</strong> nabij de rondweg De<br />
Koppeling. Dit plangebied is opgedeeld in twee delen die beide in de directe nabijheid van de spoorlijn<br />
gesitueerd zijn. Het westelijk deel van het plangebied is begrensd door de wegen De Bouw en Korte Schaft. Het<br />
oostelijk deel van het plangebied is begrensd door de spoorlijn, de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> en de Beusichemseweg.<br />
Dit deel is thans in gebruik door drie vrijstaande woningen en een bedrijf dat tractoren reviseert<br />
(landbouwmechanisatiebedrijf). Het landbouwmechanisatiebedrijf wordt uitgeplaatst naar een locatie buiten het<br />
plangebied. Verder bestaat dit plangebied uit braakliggend terrein.<br />
Onderhavige onderzoek heeft alleen betrekking op het terrein oostelijk van de spoorlijn<br />
Utrecht-'s-Hertogenbosch, dat de bestemming “Gemengd uit te werken” krijgt.<br />
De onderzoekslocatie valt buiten de werking van de bodemkwaliteitskaart. De reden hiervoor is dat op de<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 2<br />
Definitief
locatie <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> - <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> in het verleden mogelijk sprake is geweest van een boomgaard, waardoor<br />
de locatie verdacht is voor verontreiniging met bestrijdingsmiddelen.<br />
In onderstaand figuur is de globale grens van de onderzoekslocatie weergegeven met de rode lijn (bron: Google<br />
Maps).<br />
De onderzoekslocatie wordt met uitzondering van de woning <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 bestemd als uit te werken<br />
bestemming.<br />
2.2 Historie locatie<br />
Van oudsher tot de jaren negentig kende het gebied een agrarisch gebruik, waaronder boomgaarden en kassen die<br />
waren gesitueerd achter de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>. Thans maakt het plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
onderdeel uit van het zuidelijk deel van <strong>Houten</strong>, dat voor een groot deel eind jaren negentig is gerealiseerd als<br />
zijnde een Vinex-wijk.<br />
Het terrein aan de Beusichemseweg 3-3a is sinds 1996 bebouwd met een bedrijfswoning en een loods. Van 1996<br />
tot 1999 was de locatie in gebruik als autosleepbedrijf (Van der Wielen). Een milieuvergunning was voor deze<br />
activiteit niet noodzakelijk. In 1997 is in de loods een vloeistofdichte vloer aangebracht, hoewel deze na een<br />
controle in 1998 niet meer als vloeistofdicht beschouwd werd. Van 1999 tot minimaal 2008 werd de locatie<br />
gebruikt als opslagplaats van kantoormeubelen en kraanwagens (Montage Partners / Geurts). Daarnaast was op<br />
de locatie een wasplaats, olie-waterafscheider, hefbrug en olievat aanwezig. In 2001 is tevens geconstateerd dat<br />
opslag voor kleine hoeveelheden verf en reinigingsmiddelen op het terrein plaatsvond. Momenteel is aan de<br />
Beusichemseweg 3-3a een wijkpost van de gemeente <strong>Houten</strong> gevestigd.<br />
Zuidelijk van de Beusichemseweg 3-3a is het terrein van Van Dijk gelegen. Dit terrein hoort niet bij onderhavige<br />
onderzoekslocatie. Op het terrein van Van Dijk vindt onder andere opslag van landbouwvoertuigen plaats.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 3<br />
Definitief
2.3 Reeds uitgevoerde bodemonderzoeken<br />
De volgende bodemonderzoeken hebben op de onderzoekslocatie plaatsgevonden:<br />
1. Oriënterend onderzoek ter plaatse van 8 locaties in het <strong>VI</strong>NEX gebied stadsgewest Utrecht (DHV;<br />
kenmerk K038576001; 27 juli 1995).<br />
2. Verkennend bodemonderzoek op het toekomstige bedrijfsterrein aan de Beusichemseweg 3 in <strong>Houten</strong><br />
(Tukkers Milieu onderzoek; rapportnummer 530842; 15 november 1995).<br />
3. Verkennend bodemonderzoek <strong>Loerik</strong> 6 in <strong>Houten</strong> (Grontmij; projectnummer 213331; 20 maart 2008).<br />
4. Verkennend en nader bodemonderzoek Beusichemseweg 3 te <strong>Houten</strong> (Grontmij; projectnummer<br />
13/99089478/KB, revisie D1; 13 januari 2009).<br />
Verkennend bodemonderzoek <strong>Loerik</strong> 6 in <strong>Houten</strong> (Grontmij, 20 maart 2008)<br />
Eind 2007/begin 2008 door Grontmij een bodemonderzoek uitgevoerd op de onderhavige onderzoekslocatie, de<br />
locatie Beusichemseweg 3-3a (direct ten noorden), de locatie het Spoor 51 (direct ten oosten) en het weiland ten<br />
westen van de onderzoekslocatie. Tijdens het bodemonderzoek bleek op de onderzoekslocatie de bovengrond<br />
licht verontreinigd met koper, kwik, PAK, EOX en minerale olie. Plaatselijk werden in de bovengrond kolen-<br />
en/of puinbijmengingen waargenomen. In de ondergrond werden geen verontreinigingen aangetoond. Ter plaatse<br />
van de verdachte deellocaties werden tevens geen verontreinigingen aangetoond in de ondergrond. In het<br />
grondwater werd ter plaatse van de smeerputten (buiten en binnen), de bovengrondse tank en de olieopslag een<br />
lichte verontreiniging met benzeen aangetoond. Op het noordelijke terrein is een lichte verontreiniging met<br />
arseen aangetoond in het grondwater. Nader onderzoek werd niet noodzakelijk geacht. Op het omliggende terrein<br />
werden tijdens het onderzoek in de grond minerale olie, PAK, DDT/DDD/DDE, EOX en zware metalen boven<br />
de streefwaarde aangetroffen. In het grondwater overschreden vluchtige aromaten, arseen en minerale olie de<br />
streefwaarde. In de aanwezige sloten is klasse 3 slib aangetroffen.<br />
Verkennend en nader bodemonderzoek Beusichemseweg 3 te <strong>Houten</strong> (Grontmij, 13 januari 2009)<br />
Door middel van dit onderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit ter plaatse van de locatie<br />
Beusichemseweg 3 te <strong>Houten</strong>. Op de locatie zijn sterk verhoogde gehalten aan OCB's aangetoond (boven de<br />
interventiewaarde). De verontreiniging met OCB's is zeer heterogeen verdeeld. Op de locatie is de<br />
bodemopbouw duidelijk verschillend aan de bodemopbouw rondom andere onderzoekslocaties. Vermoedelijk is<br />
voor de bouw van het woonhuis gebruik gemaakt van ander ophoogmateriaal dan in de omgeving. Hiermee is de<br />
verontreiniging afgeperkt tot binnen de grenzen van de onderzoekslocatie. Gezien de aard van de verontreiniging<br />
wordt nader onderzoek niet noodzakelijk geacht. De aangetoonde bodemkwaliteit vormt volgens het rapport<br />
mogelijk een belemmering voor de ontwikkeling van het terrein als bedrijventerrein.<br />
In de omgeving van de onderzoekslocatie hebben voor zover bekend de volgende bodemonderzoeken<br />
plaatsgevonden:<br />
1. Oriënterend onderzoek ter plaatse van 8 locaties in het <strong>VI</strong>NEX gebied stadsgewest Utrecht (DHV;<br />
kenmerk K038576001; 27 juli 1995).<br />
2. Actualiserend bodemonderzoek <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 te <strong>Houten</strong> (Grontmij; projectnummer 311064; 2<br />
augustus 2011).<br />
<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 te <strong>Houten</strong><br />
Aan de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 te <strong>Houten</strong> is vanaf 1985 het bedrijf Van Dijk gevestigd. In het onderzoek uit 1995<br />
zijn in de grond geen verhoogde gehalten aangetroffen. In het grondwater overschreed tetrachlooretheen (per)<br />
de streefwaarde.<br />
In het bodemonderzoek uit 2011 is een geval van ernstige bodemverontreiniging aangetoond, vanwege de<br />
gehalten aan OCB's in grond. De verontreinigingen zijn niet te relateren aan de bedrijfsactiviteiten van Van Dijk,<br />
maar aan het voormalige gebruik van de locatie (boomgaarden). Op het onverharde deel van de<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 4<br />
Definitief
onderzoekslocatie zijn matige tot sterke verontreinigingen met OCB's aangetoond in de bovengrond. Onder het<br />
verharde deel (zuidelijk van het onverharde terreindeel) zijn geen verhoogde gehalten aan OCB's aangetroffen.<br />
Geconcludeerd werd dat de verontreinigingen met OCB's zeer heterogeen zijn.<br />
Aangezien aan de Beusichemseweg 3-3a ook verontreinigingen met OCB's aangetoond zijn, is de omvang van<br />
de verontreinigingen met OCB's geschat op 1.000 m 3 . Aanbevolen wordt de verontreiniging met OCB's buiten de<br />
perceelsgrens (in oostelijke en westelijke richting) te onderzoeken.<br />
In het rapport wordt geadviseerd de verontreinigde grond te saneren. Gezien de aanleiding van het onderzoek<br />
(transactie) kan gekozen worden voor de onderzoekslocatie een aparte deelsanering uit te voeren, waarbij<br />
opgemerkt dient te worden dat de verontreiniging met OCB's buiten de perceelsgrens nog niet is afgeperkt.<br />
Hiervoor zal dan later alsnog een sanering uitgevoerd moeten worden. De sanering kan bestaan uit het<br />
verwijderen van de verontreinigde grondlaag of het afdekken van de verontreinigde laag met een leeflaag of<br />
verhardingslaag.<br />
Conclusie<br />
Een belangrijke conclusie op grond van de uitgevoerde onderzoeken is dat op de onderzoekslocatie een<br />
verontreiniging met bestrijdingsmiddelen is aangetoond. Deze verontreiniging is nog niet afgeperkt en moet<br />
mogelijk worden gesaneerd. Omdat in dit gedeelte van het plangebied sprake is van voormalige boomgaarden<br />
(verdacht voor verontreiniging met bestrijdingsmiddelen), valt het plangebied buiten de werking van de<br />
bodemkwaliteitskaart en moet om die reden nog bodemonderzoek plaatsvinden om te kunnen beoordelen of de<br />
locatie geschikt is voor het beoogde gebruik.<br />
Tijdens de reeds uitgevoerde bodemonderzoeken zijn op de onderzoekslocatie geen slootdempingen of<br />
asbesthoudend materiaal aangetroffen.<br />
Op de onderhavige onderzoekslocatie heeft voor zover bekend nog geen bodemsanering plaatsgevonden. De in<br />
het verleden beschikte saneringsplannen hadden geen betrekking op onderhavige onderzoekslocatie.<br />
2.4 Locatie-inspectie<br />
Op 7 oktober 2012 is voorafgaand aan de veldwerkzaamheden een locatie-inspectie uitgevoerd. De<br />
onderzoekslocatie is grotendeels in gebruik als weiland. In de loods ter plaatse van de Beusichemseweg 3a is<br />
tegenwoordig een wijkdienst van de gemeente <strong>Houten</strong> gevestigd en de bedrijfswoning aan de Beusichemseweg 3<br />
is leegstaand. Naast de voormalige wasplaats nabij de loods is peilbuis G6 uit voorgaand onderzoek<br />
aangetroffen. Tussen het grasland horende bij de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 en de Beusichemseweg is een puinpad<br />
aanwezig. Het terrein oostelijk van de Beusichemseweg wordt momenteel bouwrijp gemaakt.<br />
Tijdens de locatie-inspectie zijn op de onderzoekslocatie aan de oppervlakte geen asbestverdachte materialen<br />
aangetroffen. Foto’s van de onderzoekslocatie zijn opgenomen in bijlage 14.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 5<br />
Definitief
2.5 Regionale bodemopbouw en geohydrologie<br />
De navolgende gegevens zijn ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland, blad Utrecht (TNO-Dienst<br />
Grondwaterverkenning, 1978).<br />
De maaiveldhoogte in de <strong>Houten</strong> varieert van 1 tot 2 m+NAP en bedraagt gemiddeld circa 1,5 m+NAP.<br />
De regionale bodemopbouw in <strong>Houten</strong> kan globaal als volgt worden geschematiseerd:<br />
Tabel 2.1: Regionale bodemopbouw<br />
Diepte t.o.v.<br />
NAP (meter)<br />
Geohydrologische omschrijving Lithostratigrafie Bodemsoort<br />
2 tot –4 Slecht doorlatende deklaag Westlandformatie Klei<br />
–4 tot –55 1e watervoerend pakket Formaties van Twente,<br />
Kreftenheije, Urk en Sterksel<br />
(matig) grof zand<br />
–55 tot –70 1e slecht doorlatende laag Formaties van Sterksel en<br />
Kedichem<br />
Klei<br />
Vanaf –70 2e watervoerend pakket (matig) grof zand<br />
Het eerste watervoerend pakket heeft een doorlaatvermogen (transmissiviteit) van circa 3.000 m 2 /dag.<br />
De locatie ligt in een gebied waar regionaal infiltratie optreedt. Het ondiepe grondwater staat op circa 0,5 tot 1,5<br />
m-mv. <strong>Houten</strong> vormt een hydrologisch geïsoleerd gebied. Vanuit <strong>Houten</strong>-centrum stroomt het grondwater in het<br />
eerste watervoerend pakket radiaal in alle windrichtingen af.<br />
In <strong>Houten</strong> worden geen grote hoeveelheden grondwater onttrokken. De stromingsrichting in het eerste<br />
watervoerend pakket wordt hierdoor niet beïnvloed.<br />
Het plangebied ligt op een hoogte van circa 2,5 m +NAP aan de westzijde en circa 3,0 m +NAP aan de oostzijde.<br />
Het freatisch grondwaterpeil bevindt zich op een diepte van circa 1 m +NAP, overeenkomend met 1,5 à<br />
2,0 m-mv. Vanuit <strong>Houten</strong>-centrum stroomt het grondwater in het eerste watervoerend pakket radiaal in alle<br />
windrichtingen af. De locatie is niet gelegen binnen een grondwaterbeschermingsgebied.<br />
2.6 Hypothese en onderzoeksstrategie<br />
Landbodemonderzoek<br />
De onderzoekslocatie in het verleden in gebruik geweest is als boomgaard. In voorgaande bodemonderzoeken op<br />
de onderzoekslocatie zijn in de grond onder andere verontreinigingen met bestrijdingsmiddelen aangetroffen.<br />
Hierom wordt de onderzoekslocatie beschouwd als verdacht voor bodemverontreiniging. Tijdens het<br />
bodemonderzoek is de volgende onderzoeksstrategie gehanteerd conform de richtlijnen van de NEN 5740<br />
(strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek, januari 2009): VED-HE (strategie voor een<br />
verdachte locatie, diffuse bodembelasting, heterogeen verdeelde verontreinigende stof op schaal van<br />
monsterneming)<br />
De bovenste circa 30 centimeter zal apart worden bemonsterd en onderzocht worden op bestrijdingsmiddelen<br />
(OCB's).<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 6<br />
Definitief
Waterbodemonderzoek<br />
De waterbodem (sloot) wordt onderzocht met onderzoeksstrategie OLN (overige water, lintvormig, normale<br />
onderzoeksinspanning) uit de vigerende NEN 5720 (onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de<br />
waterbodem en baggerspecie, november 2009).<br />
Omdat op en in de directe omgeving van de locatie verontreinigingen met OCB's in de grond zijn aangetoond,<br />
zal de waterbodem aanvullend worden onderzocht op OCB's.<br />
Asbestonderzoek<br />
Ter plaatse van de Beusichemseweg 3-3a is onder de klinkerverharding een puinlaag aanwezig, welke<br />
beschouwd wordt als asbestverdacht. Deze locatie zal onderzocht worden conform de strategie 'afgedekte<br />
funderingslagen' uit de NEN 5897 (monsterneming en analyses van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en<br />
recyclinggranulaat; december 2005). Het asbestonderzoek zal worden gecombineerd met het<br />
landbodemonderzoek.<br />
De bovenstaande hypotheses zijn met het bodemonderzoek getoetst. In de volgende hoofdstukken komen de<br />
uitgevoerde werkzaamheden, alsmede de resultaten daarvan aan bod.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 7<br />
Definitief
3. Uitgevoerd onderzoek<br />
3.1 Onderzoeksopzet<br />
In tabel 3.1 is het uitgevoerde onderzoeksprogramma voor het verkennend bodem- en asbestonderzoek<br />
opgenomen:<br />
Tabel 3.1: Onderzoeksprogramma verkennend bodem- en asbestonderzoek<br />
Deellocatie Strategie<br />
NEN 5740<br />
1. Beusichemseweg<br />
3-3a (incl.<br />
puinlaag) (opp. ca.<br />
1.850 m 2 )*<br />
2. Overig terrein<br />
(opp. circa 27.200<br />
m 2 )*<br />
Totaal (opp. ca.<br />
29.050 m 2 )*<br />
Veldwerk Analyses<br />
Boring<br />
1,0 m-mv<br />
Asbestgat<br />
0,5 m-mv,<br />
inclusief<br />
boring tot<br />
1,5 m-mv<br />
Asbestgat 0,5<br />
m-mv, inclusief<br />
boring tot 2,0<br />
m-mv /<br />
Boring tot<br />
grondwater<br />
Peilbuis<br />
(filter 2,5 -3,5<br />
m-mv)<br />
Grond Grondwater<br />
VED-HE * - 10x 2x - # 3x standaardpakket<br />
grond + OCB's<br />
1x asbest in puin<br />
1x asbest<br />
(verzamelmonster)<br />
VED-HE * 25x - 7x 3x 8x standaardpakket<br />
grond + OCB's<br />
1x standaardpakket<br />
grond<br />
VED-HE * 25x 10x 9x 3x 11x standaardpakket<br />
grond + OCB's<br />
1x standaardpakket<br />
grond<br />
1x asbest in puin<br />
1x asbest<br />
(verzamelmonster)<br />
1x standaardpakket<br />
grondwater #<br />
3x standaardpakket<br />
grondwater<br />
4x standaardpakket<br />
grondwater<br />
Toelichting tabel:<br />
• m-mv: meter beneden maaiveld<br />
• Standaardpakket grond: 9 metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink), PAK, PCB, minerale olie,<br />
organisch stof en lutum<br />
• Standaardpakket grondwater: 9 metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink), vluchtige<br />
aromatische koolwaterstoffen, vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen, minerale olie<br />
• OCB's: Organochloorbestrijdingsmiddelen<br />
• *: de strategie voor deellocatie 1 en 2 is gecombineerd uitgewerkt voor het oppervlak van de totale onderzoekslocatie.<br />
# • : peilbuis G6, welke geplaatst is in het onderzoek van Grontmij uit 2008, is herbemonsterd. In plaats van het plaatsen van een peilbuis<br />
is een boring tot het grondwater uitgevoerd (inclusief asbestgat).<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 8<br />
Definitief
In tabel 3.2 is het uitgevoerde onderzoeksprogramma voor het verkennend waterbodemonderzoek opgenomen:<br />
Tabel 3.2: Onderzoeksprogramma verkennend waterbodemonderzoek<br />
Deellocatie Strategie Veldwerk Analyses<br />
Slibboring Boring tot<br />
grondwater<br />
Peilbuis (filter<br />
2,5 – 3,5 m-mv)<br />
Waterbodem<br />
3. Sloot (lengte 300<br />
meter)<br />
Toelichting tabel:<br />
OLN 10x - - 1x standaardpakket A + OCB's<br />
• m-mv: meter beneden maaiveld<br />
• Standaardpakket A: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, som PCB's, som PAK's, minerale olie,<br />
organische stof en lutum<br />
• OCB's: Organochloorbestrijdingsmiddelen<br />
Het onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem heeft zich, buiten de klinkerverharding ter plaatse<br />
van Beusichemseweg 3-3a, beperkt tot het doen van waarnemingen tijdens de locatie-inspectie en tijdens het<br />
boren. Dit asbestonderzoek is indicatief en valt niet onder het BRL SIKB 2000 certificaat. Een asbestonderzoek<br />
conform de NEN 5707 heeft geen onderdeel uitgemaakt van dit onderzoek.<br />
3.2 Veldonderzoek en laboratoriumonderzoek<br />
CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. is door SGS Intron gecertificeerd voor de ISO 9001 en 14001normen,<br />
VCA** en in het kader van de Regeling Kwalibo voor de BRL SIKB 1000, 2000 en 6000. Ten slotte is<br />
CSO Adviesbureau door SGS Intron ook gecertificeerd voor de SC-540.<br />
CSO heeft de veldwerkzaamheden uitbesteed aan veldwerkbedrijf Sialtech B.V. Sialtech is door SGS Intron<br />
gecertificeerd voor de ISO 9001, VCA** en in het kader van de Regeling Kwalibo voor de BRL SIKB 1000,<br />
2000, 2100 en 6000.<br />
De veldwerkzaamheden zijn op 10, 11 en 18 oktober uitgevoerd door Sialtech vestiging Maastricht en Sialtech<br />
vestiging <strong>Houten</strong> onder het BRL SIKB 2000 certificaat (protocol 2001, 2003 en voor zover van toepassing 2018)<br />
door de erkende veldwerkers B. Benjamins, L. Alt, D. Lichtendahl, M.T. Murray en R.H. den Boer.<br />
Voor asbestonderzoek geldt dat bij meer dan 20 volume% bodemvreemd materiaal VKB-protocol 2018 niet van<br />
toepassing is en het asbestonderzoek niet onder het BRL SIKB 2000 certificaat kan worden uitgevoerd. Derhalve<br />
is het asbestonderzoek binnen dit project niet onder het BRL SIKB 2000 certificaat uitgevoerd.<br />
De bemonstering van het grondwater is op 18 oktober 2012 uitgevoerd door Sialtech vestiging <strong>Houten</strong> onder het<br />
BRL SIKB 2000 certificaat (protocol 2002) door de erkende veldwerkers M.T. Murray en R.H. den Boer.<br />
Aangezien de onderzoekslocatie geen eigendom is van CSO Adviesbureau, Sialtech, of de overige aan deze<br />
bedrijven gelieerde ondernemingen, wordt voldaan aan de eisen van onafhankelijkheid uit de BRL SIKB 2000.<br />
Tijdens de uitvoering van het veldwerk zijn geen kritieke afwijkingen opgetreden van de protocollen beschreven<br />
in de BRL SIKB 2000.<br />
De verrichte boringen en peilbuizen zijn ingemeten ten opzichte van een vast punt en op de tekening van bijlage<br />
2 weergegeven.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 9<br />
Definitief
Bij de uitvoering van het veldwerk is de volgende algemene strategie gehanteerd:<br />
• wanneer zintuiglijke verontreinigingen zijn aangetroffen, zijn de boringen (indien mogelijk) doorgezet tot<br />
0,5 meter beneden de zintuiglijke verontreiniging;<br />
• bemonstering heeft plaatsgevonden van trajecten van maximaal 0,5 meter, waarbij bodemmateriaal uit<br />
zintuiglijk verschillende bodemlagen (op basis van textuur of verontreinigingsgraad) niet met elkaar is<br />
vermengd;<br />
• om gezondheidsredenen zijn tijdens het veldonderzoek geen actieve geurwaarnemingen verricht. Om de<br />
eventuele aanwezigheid van vluchtige verbindingen in de bodem tijdens het veldonderzoek toch te kunnen<br />
detecteren is gebruik gemaakt van mobiele koolwaterstofdetectors (type ACTA) en/of olie-watertesten;<br />
• het grondwater is circa één week na plaatsing van de peilbuizen bemonsterd;<br />
• de zuurgraad (pH), geleidbaarheid (EC) en troebelheid van het grondwater zijn voorafgaand aan de<br />
grondwaterbemonstering in het veld gemeten;<br />
• de monsters zijn op de voorgeschreven wijze geconserveerd.<br />
De chemische analyses zijn uitgevoerd door het IEC 17025 geaccrediteerde en AS3000 erkende laboratorium<br />
ALcontrol Laboratories Rotterdam.<br />
De grond- en grondwatermonsters in dit onderzoek zijn zover van toepassing geanalyseerd conform de AS3000<br />
(zie bijlage 5 en 6).<br />
De selectie van de bodemmonsters heeft plaatsgevonden op basis van zintuiglijke waarnemingen en herkomst.<br />
De analyses zijn uitgevoerd zoals weergegeven in tabel 3.1.<br />
De selectie van monsters voor analyse en de wijze waarop de (meng)monsters zijn samengesteld is weergegeven<br />
in de tabellen 3.2, 3.3, 3.4 en 3.5.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 10<br />
Definitief
Tabel 3.2: Analyseprogramma grondmonsters<br />
Monsternr. Boring Traject Einddiepte Zintuiglijke waarneming Analysepakket<br />
(m-mv) (m-mv)<br />
MM1 115 0.00 - 0.30 1.00 Baksteen (sporen) Standaardpakket grond + OCB's<br />
116 0.00 - 0.30 3.50 Puin (sporen)<br />
114 0.00 - 0.30 1.00 Baksteen (sporen)<br />
MM2 125 0.00 - 0.30 1.00 - Standaardpakket grond + OCB's<br />
139 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
127 0.00 - 0.30 2.00 -<br />
136 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
124 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
133 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
126 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
122 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
MM3 147 0.00 - 0.30 2.00 - Standaardpakket grond + OCB's<br />
143 0.00 - 0.30 2.00 -<br />
138 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
130 0.00 - 0.30 2.00 -<br />
146 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
137 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
135 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
144 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
MM4 127 1.00 - 1.50 2.00 - Standaardpakket grond + OCB's<br />
136 0.80 - 1.00 1.00 -<br />
145 1.50 - 2.00 3.50 -<br />
142 0.50 - 1.00 1.00 -<br />
130 0.80 - 1.30 2.00 -<br />
116 0.90 - 1.40 3.50 -<br />
MM5 101 0.60 - 0.90 1.50 - Standaardpakket grond + OCB's<br />
103 0.40 - 0.70 2.00 -<br />
106 0.60 - 0.90 1.50 -<br />
102 0.60 - 0.90 1.50 -<br />
MM6 108 0.50 - 0.80 1.50 - Standaardpakket grond + OCB's<br />
111 0.50 - 0.80 1.50 -<br />
109 0.60 - 0.90 1.50 -<br />
110 0.60 - 0.90 2.00 -<br />
MM7 105 1.00 - 1.50 1.50 - Standaardpakket grond + OCB's<br />
109 1.00 - 1.50 1.50 -<br />
102 1.00 - 1.50 1.50 -<br />
110 1.50 - 2.00 2.00 -<br />
MM8 113 0.00 - 0.30 1.00 Puin (zwak) Standaardpakket grond + OCB's<br />
121 0.00 - 0.30 1.00 Puin (zwak)<br />
117 a 0.30 - 0.50 2.00 Puin (zwak)<br />
MM9 117 0.00 - 0.30 2.00 - Standaardpakket grond + OCB's<br />
119 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
118 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
MM10 141 0.00 - 0.30 1.00 - Standaardpakket grond + OCB's<br />
134 0.00 - 0.40 2.00 -<br />
128 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
129 0.00 - 0.30 1.00 -<br />
120-1 120 0.00 - 0.30 1.00 Puin (zwak) Standaardpakket grond + OCB's<br />
117A-1 117 a 0.00 - 0.10 2.00 Puin (matig) Standaardpakket grond<br />
Toelichting tabel<br />
– = zintuiglijk geen afwijkingen<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 11<br />
Definitief
Tabel 3.3: Analyseprogramma grondwatermonsters<br />
Peilbuis Filternr. Filtertraject (m-mv) Zintuiglijke waarneming Analysepakket<br />
116 1 2.60 - 3.60 - Standaardpakket grondwater<br />
132 1 2.00 - 3.00 - Standaardpakket grondwater<br />
145 1 2.50 - 3.50 - Standaardpakket grondwater<br />
G06 1 1.30 - 3.30 - Standaardpakket grondwater<br />
Toelichting tabel<br />
– = zintuiglijk geen afwijkingen<br />
Tabel 3.4: Analyseprogramma waterbodemmonster<br />
Monsternr. Boring Traject Einddiepte Zintuiglijke waarneming Analysepakket<br />
(m-mv) (m-mv)<br />
waterbodem-MM1 s101 0.00 - 0.30 0.50 - Standaardpakket A (waterbodem) + OCB's<br />
s102 0.00 - 0.30 0.50 -<br />
s103 0.00 - 0.30 0.50 -<br />
s104 0.00 - 0.30 0.30 -<br />
s105 0.00 - 0.50 0.50 -<br />
s106 0.00 - 0.20 0.50 -<br />
s107 0.00 - 0.50 0.50 -<br />
s108 0.00 - 0.40 0.50 -<br />
s109 0.00 - 0.50 0.50 -<br />
s110 0.00 - 0.50 0.50 -<br />
Toelichting tabel<br />
– = zintuiglijk geen afwijkingen<br />
Tabel 3.5: Analyseprogramma asbestmonsters<br />
Monsternr. Boring Traject Einddiepte Zintuiglijke waarneming Analysepakket<br />
(m-mv) (m-mv)<br />
AV-106 106 0.20 - 0.60 1.50 Golfplaat Asbest in verzamelmonster<br />
MMA-1 106 0.20 - 0.60 1.50 Volledig puin; golfplaat Asbest in puin (kwantititief)<br />
MMA-2 101 0.30 - 0.60 1.50 Volledig puin Asbest in puin (kwantititief)<br />
102 0.20 - 0.60 1.50 Volledig puin<br />
105 0.30 - 0.70 1.50 Volledig puin<br />
107 0.30 - 0.70 1.50 Volledig puin<br />
109 0.30 - 0.60 1.50 Volledig puin<br />
110 0.40 - 0.60 2.00 Volledig puin<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 12<br />
Definitief
3.3 Infiltratieonderzoek<br />
Op 11 oktober 2012 is door CSO een infiltratieonderzoek uitgevoerd. Van belang is daarbij de opbouw van de<br />
bodem en de ligging (diepte) van eventuele goed en/of slecht doorlatende lagen. Daarnaast is de mate van<br />
variatie in bodemopbouw op het perceel van belang, dit in verband met de representativiteit van een meting met<br />
betrekking tot de rest van het perceel. Voor een uitgebreide beschrijving van het uitgevoerde infiltratieonderzoek<br />
wordt verwezen naar bijlage 15.<br />
De infiltratiemetingen zijn uitgevoerd op drie plaatsen ruimtelijk verdeeld over het perceel. In deze fase van het<br />
onderzoek is niet bekend waar eventuele infiltratievoorzieningen worden gerealiseerd.<br />
Er zijn 3 infiltratieboringen verricht tot maximaal 1,2 m-mv (boringen A, B en C). De opgeboorde grond is<br />
beoordeeld op kleur, textuur, bijmenging(en) en eventuele bijzonderheden. De boorgaten zijn vóór aanvang van<br />
de proef met circa 10 liter water voorbenat (verzadigd). In bijlage 2 is de ligging van de boorpunten voor<br />
infiltratieonderzoek opgenomen. De boorprofielbeschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 3.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 13<br />
Definitief
4. Resultaten<br />
4.1 Veldonderzoek<br />
Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op kleur, textuur, bijmenging(en) en eventuele bijzonderheden. De<br />
boorprofielbeschrijvingen en het veldverslag zijn opgenomen in bijlage 3. De gegevens die deze boringen<br />
hebben opgeleverd bevestigen gedeeltelijk het geologische en geohydrologische profiel van de bodem, zoals<br />
beschreven in hoofdstuk 2; naast klei zijn ook zandlagen waargenomen.<br />
De zintuiglijke waarnemingen, die zijn gedaan tijdens uitvoering van het veldwerk, kunnen duiden op de<br />
aanwezigheid van bodemverontreiniging en zijn per boring in onderstaande tabel weergegeven.<br />
Tabel 4.1: Afwijkende zintuiglijke waarnemingen<br />
Boring Traject<br />
Einddiepte Grondsoort Zintuiglijke waarneming<br />
(m-mv)<br />
(m-mv)<br />
101 0.3-0.6 1.5 - volledig puin<br />
102 0.3-0.6 1.5 - volledig puin<br />
104 0.3-0.35 1.5 - cementlaag<br />
105 0.3-0.7 1.5 - volledig puin<br />
106 0.2-0.6 1.5 - volledig puin; asbestverdacht materiaal aangetroffen<br />
107 0.3-0.7 1.5 - volledig puin<br />
109 0.3-0.6 1.5 - volledig puin<br />
110 0.4-0.6 2 - volledig puin<br />
113 0-0.3 1 klei zwak puin, opmerking: geroerd<br />
114 0-0.3 1 klei sporen baksteen<br />
115 0-0.3 1 klei sporen baksteen<br />
116 0-0.9 3.5 klei sporen puin<br />
117 a 0-0.1 2 zand matig puin<br />
117 a 0.1-0.3 2 zand sporen puin<br />
117 a 0.3-0.5 2 klei zwak puin<br />
117 a 1.3-2 2 zand sporen puin<br />
120 0-0.3 1 zand zwak puin<br />
121 0-0.5 1 klei zwak puin<br />
123 0.3-0.8 2 klei matig baksteen<br />
132 2-2.5 3 klei resten slib<br />
s104 0-0.3 0.3 klei gestaakt op harde laag (steen?); 3x geprobeerd<br />
In tabel 4.2 zijn de veldmetingen weergegeven zoals gedaan tijdens de watermonstername.<br />
Tabel 4.2: Veldmetingen watermonstername<br />
Peilbuis Plaatsingsdatum Bemonsteringsdatum Filtertraject (m-mv) GWS (cm-mv) pH Ec Troebelheid (NTU)<br />
116 10-10-2012 18-10-2012 2.60 - 3.60 257 6.94 677 15.4<br />
132 10-10-2012 18-10-2012 2.00 - 3.00 271 6.97 774 15.9<br />
145 10-10-2012 18-10-2012 2.50 - 3.50 303 7.24 525 12.3<br />
g06 18-10-2012 18-10-2012 1.30 - 3.30 214 7.08 751 22.1<br />
De in het veld gemeten zuurgraad en geleidbaarheid van het grondwater zijn niet afwijkend voor de regio. De<br />
grondwaterstand is aangetroffen tussen 2,1 en 3,0 m-mv.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 14<br />
Definitief
4.2 Laboratoriumonderzoek<br />
Bodem<br />
De analyseresultaten zijn getoetst aan de door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vastgestelde<br />
achtergrond- en interventiewaarden voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater. De<br />
achtergrondwaarden voor grond (AW2000) zijn vastgelegd in de Regeling bodemkwaliteit. De<br />
interventiewaarden voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater zijn vastgelegd in de<br />
Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 (Staatscourant 2012, 6563).<br />
De betekenis van deze waarden is als volgt:<br />
• Achtergrondwaarde grond / streefwaarde grondwater: bij een gehalte lager dan de achtergrondwaarde<br />
voor grond en de streefwaarde voor grondwater wordt gesproken over niet verontreinigde bodem. Wanneer<br />
een gemeten gehalte de achtergrondwaarde of de streefwaarde overschrijdt, wordt gesproken over een licht<br />
verhoogd gehalte of een lichte verontreiniging;<br />
• tussenwaarde (criterium voor nader onderzoek): dit is het gemiddelde van de achtergrond- of<br />
streefwaarde en de interventiewaarde. Overschrijding van de tussenwaarde wordt een matig verhoogd<br />
gehalte of matige verontreiniging genoemd;<br />
• interventiewaarde: wanneer een gemeten gehalte hoger is dan de interventiewaarde wordt gesproken over<br />
een sterke verontreiniging of sterk verhoogd gehalte.<br />
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 11. Voor grondmonsters zijn de achtergrond- en<br />
interventiewaarden gecorrigeerd voor het gehalte organische stof en lutum, welke in het laboratorium zijn<br />
vastgesteld. De (gecorrigeerde) toetsingswaarden zijn opgenomen in bijlage 4.<br />
Waterbodem<br />
De analyseresultaten zijn getoetst aan de door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vastgestelde<br />
normwaarden zoals vastgelegd in het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Voor waterbodem wordt hierbij<br />
onderscheid gemaakt in het toepassen van baggerspecie in oppervlaktewater (op waterbodem) en het verspreiden<br />
van baggerspecie in oppervlaktewater en over aangrenzend perceel. Voor ieder toetsingskader gelden specifieke<br />
normwaarden die hieronder kort worden toegelicht.<br />
Toepassen in oppervlaktewater<br />
Voor het toepassen van baggerspecie op de waterbodem dient de kwaliteit van vrijkomende baggerspecie te<br />
worden getoetst aan de bodemkwaliteitsklasse van de bodem waarop de baggerspecie wordt toegepast (de<br />
ontvangende bodem). In tegenstelling tot toepassingen op landbodem wordt hierbij niet getoetst aan de<br />
bodemfunctieklasse. De normwaarden die hierbij gehanteerd worden zijn de achtergrondwaarden, de Maximale<br />
Waarden voor de klasse A en de Maximale Waarden voor de klasse B. De Maximale Waarde voor de klasse A is<br />
afgeleid van het herverontreinigingsniveau van de Rijntakken. De Maximale Waarde voor de klasse B is<br />
afhankelijk van het toe te passen materiaal: bij toepassing van grond geldt hiervoor de Maximale Waarde voor de<br />
klasse Industrie en bij toepassing van baggerspecie geldt hierbij de Interventiewaarde voor waterbodems.<br />
Verspreiden in oppervlaktewater<br />
Voor het verspreiden van baggerspecie in het oppervlaktewater wordt onderscheid gemaakt in zoet en zout<br />
oppervlaktewater. De Maximale Waarden voor het verspreiden van baggerspecie in zoet oppervlaktewater zijn<br />
afgeleid van het herverontreinigingsniveau van de Rijntakken. De Maximale Waarden voor het verspreiden van<br />
baggerspecie in zout oppervlaktewater zijn gebaseerd op de zoute baggertoets.<br />
Verspreiden over aangrenzend perceel<br />
Voor het verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel geldt al van oudsher een apart toetsingskader<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 15<br />
Definitief
en een ontvangstplicht. De bovengrens voor het verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel is<br />
gebaseerd op de msPAF-toets, een toets waarbij ecologische risico's worden bepaald en rekening gehouden<br />
wordt met het effect van meerdere stoffen tegelijk. Daarnaast mag de te verspreiden baggerspecie de<br />
Interventiewaarde voor landbodems niet overschrijden. Er hoeft hierbij niet te worden getoetst aan de<br />
ontvangende bodem.<br />
Onder het toetsingskader voor verspreiden over aangrenzend perceel kan tevens een weilanddepot worden<br />
ingericht, waarbij baggerspecie tijdelijk vergunningsvrij kan worden opgeslagen, op voorwaarde dat de opslag<br />
maximaal 3 jaar duurt, de opslag wordt gemeld en de baggerspecie vanuit het weilanddepot in een nuttige<br />
toepassing wordt toegepast. Voor het onderhavige geval zijn de vrijkomende hoeveelheden baggerspecie te<br />
beperkt om dit als optie te zien.<br />
De toetsnormen zijn gecorrigeerd voor het gehalte organische stof en lutum, zoals in het laboratorium<br />
vastgesteld.<br />
Asbest in grond<br />
De interventiewaarde voor asbest is in de Circulaire bodemsanering vastgesteld op 100 mg/kg gewogen<br />
(serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie). Dit is gelijk aan de<br />
hergebruikswaarde volgens de Regeling bodemkwaliteit.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 16<br />
Definitief
4.2.1 Grond<br />
De toetsingstabellen van de grondmonsters zijn opgenomen in bijlage 4. De analysecertificaten van de grondmonsters zijn opgenomen in bijlage 7. In tabel 4.3 zijn de resultaten van<br />
de analyses en de toetsing samengevat.<br />
Tabel 4.3: Samenvatting resultaten grond<br />
Monsternummer<br />
MM1 114, 115,<br />
116<br />
MM2 122, 124,<br />
125, 126,<br />
127, 133,<br />
136, 139<br />
MM3 130, 135,<br />
137, 138,<br />
143, 147,<br />
148<br />
MM4 116, 127,<br />
130, 136,<br />
142, 145<br />
MM5 101, 102,<br />
103, 106<br />
MM6 108, 109,<br />
110, 111<br />
MM7 102, 105,<br />
109, 110<br />
Boring Traject<br />
(m-mv)<br />
Zintuiglijke<br />
waarneming<br />
0.00 - 0.30 Sporen baksteen<br />
en/of puin<br />
Analyseprogramma Stoffen > AW Stoffen > T Stoffen > I Indicatieve toetsing Bbk<br />
Standaardpakket grond + OCB's Koper, kwik, lood, som DDE - - Industrie<br />
0.00 - 0.30 - Standaardpakket grond + OCB's som DDE - - Industrie<br />
0.00 - 0.30 - Standaardpakket grond + OCB's Koper, kwik, som DDD, som DDE - - Industrie<br />
0.50 - 2.00 - Standaardpakket grond + OCB's som DDE - - AW2000<br />
0.40 - 0.90 - Standaardpakket grond + OCB's som DDD, som DDE Industrie<br />
0.50 - 0.90 - Standaardpakket grond + OCB's Koper, som DDD, som aldrin/dieldrin/endrin,<br />
som heptachloorepoxide, som chloordaan<br />
som DDT (320 µg/kgds) som DDE (870 µg/kgds) Niet Toepasbaar<br />
1.00 - 2.00 - Standaardpakket grond + OCB's - - - AW2000<br />
MM8 113, 117a,<br />
121<br />
0.00 - 0.50 Zwak puin Standaardpakket grond + OCB's Nikkel, zink, som DDE - - Industrie<br />
MM9 117, 118,<br />
119<br />
0.00 - 0.30 - Standaardpakket grond + OCB's som DDE - - Industrie<br />
MM10 128, 129,<br />
134, 141<br />
0.00 - 0.40 - Standaardpakket grond + OCB's Kwik, som DDE - - Industrie<br />
120-1 120 0.00 - 0.30 Zwak puin Standaardpakket grond + OCB's Som DDE - - AW2000<br />
117A-1 117 a 0.00 - 0.10 Matig puin Standaardpakket grond - - - AW2000
4.2.2 Grondwater<br />
De toetsingstabellen van de grondwatermonsters zijn opgenomen in bijlage 5. Het analysecertificaat van de<br />
grondwatermonsters is opgenomen in bijlage 8.<br />
4.3 Waterbodem<br />
Het analysecertificaat is opgenomen in bijlage 9. De volledige toetsingsresultaten zijn opgenomen in bijlage 6.<br />
Hierin zijn tevens het lutumgehalte en de korrelgroottefractie conform de NEN5753 opgenomen. De resultaten<br />
van de toetsing zijn weergegeven in tabel 4.4.<br />
Tabel 4.4: Overzicht analyseresultaten waterbodem<br />
(Meng-)<br />
monster<br />
Verspreiden over<br />
aangrenzend perceel<br />
Toepassen in<br />
oppervlaktewater<br />
Verspreiden in zoet<br />
oppervlaktewater<br />
Verspreiden in zout<br />
oppervlaktewater<br />
MM1 Verspreidbaar Klasse B Niet Verspreidbaar Niet Verspreidbaar<br />
4.4 Asbest<br />
De analysecertificaten van de asbestmonsters zijn opgenomen in bijlage 10. In bijlage 10 is ook de berekening<br />
van het asbestgehalte in asbestgat 106 opgenomen. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de analyses<br />
weergegeven.<br />
Tabel 4.5: Concentratie asbest in de puin(meng)monsters<br />
(Meng)<br />
monster<br />
(met RE)<br />
Traject<br />
(m-mv)<br />
Asbestgaten Concentratie asbest (mg/kg)<br />
Grove fractie (> 16 mm) veld Fijne fractie (< 16 mm) lab Totaal<br />
(fijn+grof)<br />
mg/kg 1)<br />
2)<br />
Serpentijn Amfibool 3)<br />
Serpentijn 2)<br />
Amfibool 3)<br />
MMA-1 0,2 – 0,6 106 41,80 11,66
4.5 Infiltratie<br />
Ter plaatse van de onderzoekslocatie bestaat de toplaag overwegend uit matig tot sterk zandige klei. Deze<br />
toplaag varieert in dikte en bedraagt gemiddeld 0,8 meter. Hieronder bevindt zich een laag met voornamelijk<br />
matig siltig, matig fijn zand. Plaatselijk is het zand matig grof (zoals bij boorgat B) en lokaal sterk tot uiterst<br />
siltig (bij boorgat C).<br />
De infiltratiecurves van het onderzoek zijn opgenomen in bijlage 16. De blauwe lijn betreft de meetreeks en de<br />
rode de raaklijn. In tabel 4.6 staan de berekende doorlatendheden (Ksat) per proef weergegeven.<br />
Tabel 4.6: Verzadigde doorlatendheden (tot maximaal 1,2 m-mv)<br />
Locatie r (boorgat) ln (h(t1)) ln (h(t2)) t1 t2 Ksat (m/dag)<br />
Infiltratiemeting A 3,5 5,255 5,000 0,0 970,0 0,40<br />
Infiltratiemeting A duplo 3,5 5,275 5,080 0,0 750,0 0,39<br />
Infiltratiemeting B 3,5 4,550 3,380 0,0 1000,0 1,77<br />
Infiltratiemeting B duplo 3,5 4,690 4,100 0,0 750,0 1,19<br />
Infiltratiemeting C 3,5 4,610 4,520 200,0 1130,0 0,15<br />
Infiltratiemeting C duplo 3,5 4,590 4,516 100,0 900,0 0,14<br />
Infiltratiemeting A is uitgevoerd in zwak siltig, matig fijn zand, infiltratiemeting B in zwak siltig, matig grof<br />
zand en infiltratiemeting C in sterk tot uiterst siltig, matig fijn zand. De doorlatendheden bedragen<br />
respectievelijk 0,40 m/dag, 1,50 m/dag en 0,15 m/dag. De gemeten doorlatendheden zijn in de verwachte orde<br />
van grootte en betreft het voor deze typen bodems 'normale waarden'. Grof zand heeft een hogere doorlatendheid<br />
dan fijn zand en zwak siltig zand een hogere dan uiterst siltig zand. Derhalve is een representatief beeld van de<br />
infiltratiecapaciteit van de bodem van dit perceel verkregen.<br />
In tabel 4.7 is een classificatie voor doorlatendheden weergegeven. Gesteld kan worden dat binnen het perceel de<br />
bodemdoorlatendheid varieert van slecht tot goed doorlatend. In het kader van de toekomstige inrichting van het<br />
gebied dient ten behoeve van eventuele infiltratievoorzieningen rekening gehouden te worden met de lokale<br />
bodemopbouw.<br />
Tabel 4.7: Classificatie doorlatendheid<br />
Doorlatendheid (meter/dag) Gradatie<br />
< 0,01 Zeer slecht<br />
0,01-0,10 Slecht<br />
0,10-0,50 Matig<br />
0,50-1,00 Vrij goed<br />
1,00-10,0 Goed<br />
> 10,0 Zeer goed<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 19<br />
Definitief
5. Evaluatie onderzoeksresultaten<br />
5.1 Veldonderzoek<br />
Op de locatie Beusichemseweg 3-3a is onder de klinkerverharding ter plaatse van de boringen / asbestgaten 101,<br />
102, 105, 106, 107, 109 en 110 een puinlaag van circa 0,3 meter dik waargenomen. In het puin ter plaatse van<br />
asbestgat 106 is asbestverdacht materiaal (golfplaat) aangetroffen. Ter plaatse van boring / asbestgat 104 is een<br />
cementlaag van 0,30 tot 0,35 m-mv waargenomen. Vanwege de aanwezigheid van de klinkerverharding kon geen<br />
maaiveldinspectie op asbest uitgevoerd worden.<br />
Tijdens de veldwerkzaamheden op het overige terrein zijn plaatselijk in de bodem sporen puin tot matige<br />
bijmengingen met puin en baksteen en resten slib waargenomen.<br />
Slibboring S104 is gestaakt op 0,3 m-mv op vanwege de aanwezigheid van een harde laag (mogelijk een steen)<br />
in de bodem.<br />
5.2 Grond<br />
Beusichemseweg 3-3a<br />
In de grond (0,5-0,9 m-mv; oorspronkelijk maaiveld) onder de puinlaag rondom de loods aan de<br />
Beusichemseweg 3 (mengmonster MM5) zijn licht verhoogde gehalten aan DDD en DDE aangetoond.<br />
In de grond (0,4-0,9 m-mv; oorspronkelijk maaiveld) onder de puinlaag rondom de bedrijfswoning aan de<br />
Beusichemseweg 3a (mengmonster MM6) zijn een sterke verontreiniging met DDE, een matige verontreiniging<br />
met DDT en licht verhoogde gehalten aan koper, DDD, aldrin/dieldrin/endrin, heptachloorepoxide en chloordaan<br />
aangetoond. Omdat deze resultaten overeen komen met de resultaten van het bodemonderzoek uit 2008, is<br />
besloten om dit mengmonster niet uit te splitsen.<br />
In de ondergrond (1,0-2,0 m-mv; mengmonster MM7) ter plaatse van het gehele terrein aan de Beusichemseweg<br />
3-3a zijn geen verhoogde gehalten aangetoond.<br />
In de zandige, zwak puinhoudende grond (0,0-0,3 m-mv) ter plaatse van boring 120 (oostelijk van de<br />
Beusichemseweg 3a) is een licht verhoogd gehalte aan DDE aangetoond.<br />
Overig terrein<br />
In de bovengrond (0,0-0,3 m-mv) ter plaatse van het weiland (mengmonsters MM2, MM3 en MM10) zijn<br />
maximaal licht verhoogde gehalten aan koper, kwik, DDD en/of DDE aangetoond.<br />
In de ondergrond (0,5-2,0 m-mv; mengmonster MM4) is maximaal een licht verhoogd gehalte aan DDE<br />
aangetoond.<br />
In de grond op het zuidoostelijk gedeelte van de onderzoekslocatie (nabij kerk; mengmonster MM1) zijn licht<br />
verhoogde gehalten aan koper, kwik, lood, en DDE aangetoond.<br />
In de zandige, matig puinhoudende grond ter plaatse van boring 117a (puinpad) zijn geen verhoogde gehalten<br />
aangetoond.<br />
In de kleiige, zwak puinhoudende grond rondom de openbare weg Beusichemseweg (monsters MM8) zijn licht<br />
verhoogde gehalten aan nikkel, zink en DDE aangetoond. De in 2008 aangetroffen sterke verontreinigingen met<br />
OCB's op het terrein aan de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 zijn hiermee voldoende in kaart gebracht.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 20<br />
Definitief
De verhoogde gehalten aan bestrijdingsmiddelen zijn te relateren aan de voormalige activiteiten (boomgaard) op<br />
de onderzoekslocatie.<br />
Op de tekening in kaartbijlage 2a is de geschatte interventiewaardecontour van de verontreiniging met OCB's in<br />
de grond weergegeven. De sterke verontreiniging met OCB's is horizontaal en verticaal uitgekarteerd. Het<br />
volume, waarbinnen de interventiewaarde van OCB's in de grond wordt overschreden, wordt geschat op circa<br />
50 m 3 (oppervlakte van circa 120 m 2 ; dieptetraject gemiddeld circa 0,4 m). De sterke verontreiniging in de grond<br />
overschrijdt het criterium van 25 m 3 (zie § 5.6).<br />
In de huidige situatie levert de verontreiniging met bestrijdingsmiddelen ter plaatse van de Beusichemseweg 3a<br />
geen onaanvaardbare humane risico's op. De verontreiniging is onder een klinkerverharding gelegen. De<br />
gehalten aan DDT, DDD en DDE van mengmonster MM6 zijn ingevuld in het programma Sanscrit voor een<br />
mogelijke toekomstige situatie, waarbij de verontreiniging aan het maaiveld komt te liggen. Volgens Sanscrit<br />
leveren de verontreinigingen in deze situatie geen onaanvaardbare humane risico's op.<br />
De resultaten van de grondanalyses zijn (indicatief) getoetst aan het Besluit bodemkwaliteit (Bbk).<br />
De toplaag op de gehele onderzoekslocatie (MM1, MM2, MM3, MM5, MM8, MM9 en MM10) valt binnen de<br />
klasse Industrie vanwege de gehalten aan bestrijdingsmiddelen (DDD, DDE).<br />
De ondergrond op de gehele onderzoekslocatie (MM4 en MM7) en de puinhoudende grond oostelijk van de<br />
<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 (120-1 en 117a-1)vallen binnen de klasse AW2000 (landbouw/natuur).<br />
De grond onder de puinlaag rondom de bedrijfswoning aan de Beusichemseweg 3 (mengmonster MM6) valt<br />
binnen de klasse Niet Toepasbaar.<br />
5.3 Grondwater<br />
In het grondwater ter plaatse van peilbuis 116 zijn geen verhoogde concentraties aangetroffen.<br />
In het grondwater ter plaatse van de peilbuizen 132, 145 en G06 zijn licht verhoogde concentraties barium<br />
aangetroffen.<br />
Licht verhoogde concentraties barium in het grondwater worden vaker aangetroffen in deze regio en kunnen<br />
worden beschouwd als natuurlijk verhoogde achtergrondconcentratie.<br />
5.4 Waterbodem<br />
De waterbodem van de grotendeels droogstaande sloot mag verspreid worden over aangrenzend perceel.<br />
Vanwege de gehalten aan OCB's valt de waterbodem binnen klasse B voor toepassen in oppervlaktewater. De<br />
waterbodem mag niet verspreid worden in zoet en zout oppervlaktewater.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 21<br />
Definitief
5.5 Asbest in puin<br />
Het tijdens de veldwerkzaamheden aangetroffen plaatmateriaal in asbestgat 106 is asbesthoudend (golfplaat;<br />
12,5% chrysotiel; 3,5% crocidoliet; hechtgebonden asbest).<br />
Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek kan geconcludeerd worden dat het gewogen asbestgehalte<br />
ter plaatse van asbestgat 106 158 mg/kg betreft. Dit gehalte overschrijdt hiermee de hergebruiksnorm voor<br />
asbest. Aangezien het geen bodem betreft maar een puinlaag, is op de locatie geen sprake van een geval van<br />
ernstige bodemverontreiniging met asbest in het kader van de Wet bodembescherming.<br />
In de huidige situatie levert de verontreiniging met asbest ter plaatse van de Beusichemseweg 3 geen<br />
onaanvaardbare risico's op. De verontreiniging is onder een klinkerverharding gelegen. Bovendien betreft het<br />
hechtgebonden asbest in een gehalte dat er, ook als het puin zich aan het oppervlakte zou bevinden, geen<br />
onaanvaardbare risico's zijn.<br />
In de puinlaag ter plaatse van de overige asbestgaten is zintuiglijk en analytisch geen asbest aangetroffen.<br />
In kaartbijlage 2b is de geschatte contour van asbest in puin opgenomen.<br />
5.6 Gevalsdefinitie<br />
In de Wet bodembescherming (artikel 1) is een geval van bodemverontreiniging gedefinieerd als een “geval van<br />
verontreiniging of dreigende verontreiniging van de bodem dat betrekking heeft op grondgebieden die vanwege<br />
die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met<br />
elkaar samenhangen”.<br />
Er is sprake van een ‘geval van ernstige bodemverontreiniging’ indien:<br />
• het volume grond waarin de gemiddelde concentratie de interventiewaarde overschrijdt groter is dan 25 m 3<br />
of<br />
• het volume grond waarin in het zich daarin bevindende grondwater de interventiewaarde wordt<br />
overschreden groter is dan 100 m 3 .<br />
Op de locatie wordt in meer dan 25 m 3 grond en minder dan 100 m 3 grondwater de interventiewaarde<br />
overschreden. Hiermee is wel sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging in de zin van de Wet<br />
bodembescherming. De verontreiniging met bestrijdingsmiddelen is veroorzaakt vóór 1 januari 1987, waardoor<br />
sprake is van een historische verontreiniging.<br />
Op de tekening in bijlage 2a is de geschatte contour van de sterke verontreiniging met OCB's in de grond<br />
weergegeven.<br />
5.7 Infiltratieonderzoek<br />
Gesteld kan worden dat binnen het perceel de bodemdoorlatendheid varieert van slecht tot goed doorlatend. In<br />
het kader van de toekomstige inrichting van het gebied dient ten behoeve van eventuele infiltratievoorzieningen<br />
rekening gehouden te worden met de lokale bodemopbouw.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 22<br />
Definitief
6. Conclusies en aanbevelingen<br />
6.1 Conclusies<br />
In opdracht van de gemeente <strong>Houten</strong> heeft CSO Adviesbureau een verkennend (water)bodemonderzoek, een<br />
verkennend asbestonderzoek en een infiltratieonderzoek uitgevoerd op de locatie <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> - <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong>.<br />
Aanleiding voor het uitvoeren van het bodemonderzoek en infiltratieonderzoek is de actualisatie van het<br />
bestemmingsplan en de voorgenomen ontwikkelingen op de locatie (bouw (bedrijfs)kantoren en/of woningen).<br />
Op basis van de resultaten van het voorafgaand aan het bodemonderzoek uitgevoerde vooronderzoek is een<br />
hypothese opgesteld met betrekking tot de verontreinigingssituatie: de toplaag van de bodem wordt beschouwd<br />
als verdacht voor verontreiniging met bestrijdingsmiddelen, de ondergrond wordt beschouwd als onverdacht<br />
voor bodemverontreiniging.<br />
De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn onderstaand weergegeven:<br />
• Op het terrein aan de Beusichemseweg 3-3a is een puinlaag van circa 0,3 meter aanwezig. Ter plaatse van<br />
asbestgat 106 zijn in de puinlaag asbesthoudende platen aangetroffen. Het gewogen gehalte aan asbest in de<br />
puinlaag ter plaatse van asbestgat 106 komt hierdoor op 158 mg/kg. Dit gehalte overschrijdt hiermee de<br />
hergebruiksnorm voor asbest. Aangezien het geen bodem betreft maar een puinlaag, is geen sprake van een<br />
geval van ernstige bodemverontreiniging. In de puinlaag ter plaatse van de overige asbestgaten is<br />
zintuiglijk en analytisch geen asbest aangetroffen.<br />
• Op het overige terrein zijn plaatselijk sporen puin tot matige bijmengingen met puin en baksteen en resten<br />
slib in de bodem aangetroffen.<br />
• Ter plaatse van de bedrijfswoning aan de Beusichemseweg 3a is een geval van ernstige<br />
bodemverontreiniging aanwezig. In de kleiige grond onder de puinlaag is een sterke verontreiniging met<br />
OCB's aanwezig. De sterke verontreiniging is middels mengmonsters horizontaal en verticaal uitgekarteerd.<br />
Het volume sterk verontreinigde grond wordt geschat op circa 50 m 3 (opp. ca. 120 m 2 ; dieptetraject 0,4 m).<br />
De sterke verontreiniging met OCB's levert geen onaanvaardbare humane risico's en hoeft niet met spoed<br />
gesaneerd te worden.<br />
• In de kleiige, zintuiglijk schone toplaag op de gehele onderzoekslocatie zijn licht verhoogde gehalten aan<br />
koper, kwik, lood, DDD en/of DDE aanwezig. De in 2008 aangetroffen sterke verontreinigingen met OCB's<br />
op het terrein aan de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 is hiermee voldoende in kaart gebracht.<br />
• In de zintuiglijk schone ondergrond is maximaal een licht verhoogd gehalte aan DDE aanwezig.<br />
• In het grondwater zijn maximaal licht verhoogde concentraties barium aanwezig.<br />
• De waterbodem van de grotendeels droogstaande sloot mag verspreid worden over aangrenzend perceel.<br />
• Op basis van het infiltratieonderzoek kan worden gesteld dat binnen het perceel de bodemdoorlatendheid<br />
varieert van slecht tot goed doorlatend. In het kader van de toekomstige inrichting van het gebied dient ten<br />
behoeve van eventuele infiltratievoorzieningen rekening gehouden te worden met de lokale bodemopbouw.<br />
De hypothese dat de bovengrond verdacht is voor verontreiniging met bestrijdingsmiddelen kan worden<br />
geaccepteerd. De hypothese dat de ondergrond onverdacht is voor bodemverontreiniging dient formeel te<br />
worden verworpen vanwege het aangetoonde licht verhoogde gehalte aan DDE.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 23<br />
Definitief
De aangetoonde sterke verontreiniging met OCB's brengt beperkingen met zich mee voor de voorgenomen<br />
ontwikkelingen. In de huidige situatie en ook bij het toekomstige gebruik Wonen met tuin zijn er echter geen<br />
onaanvaardbare risico's aanwezig.<br />
De aangetoonde licht verhoogde gehalten brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen risico's met zich mee bij<br />
het voorgenomen gebruik wonen met tuin.<br />
6.2 Aanbevelingen<br />
Een nader onderzoek naar de verontreiniging met asbest in puin en naar de verontreiniging met<br />
bestrijdingsmiddelen wordt niet noodzakelijk geacht.<br />
Aanbevolen wordt in het kader van de ontwikkeling van het gebied de verontreiniging met asbest in puin te<br />
verwijderen en de sterke verontreiniging met bestrijdingsmiddelen te saneren op basis van een BUS-melding of<br />
saneringsplan. Indien ter plaatse van de sterke verontreiniging met bestrijdingsmiddelen geen<br />
inrichtingsmaatregelen plaatsvinden, kan deze verontreiniging eventueel blijven liggen, omdat het geen<br />
spoedeisend geval van ernstige verontreiniging betreft.<br />
In de huidige situatie leveren de verontreiniging met asbest in puin en de sterke verontreiniging met<br />
bestrijdingsmiddelen geen onaanvaardbare humane risico's op. De verontreinigingen zijn onder een<br />
klinkerverharding gelegen. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen van het terrein dient rekening te worden<br />
gehouden met de verontreinigingen met asbest en bestrijdingsmiddelen.<br />
Bij grondverzet dient rekening te worden gehouden dat de toplaag (0,0-03 m-mv) waarschijnlijk grotendeels valt<br />
in klasse Industrie volgens het Besluit bodemkwaliteit, vanwege verhoogde gehalten aan bestrijdingsmiddelen.<br />
Opgemerkt dient te worden dat een verkennend bodemonderzoek geen erkend bewijsmiddel is voor de kwaliteit<br />
van toe te passen grond. De kwaliteit van toe te passen grond dient bepaald te worden door middel van een<br />
partijkeuring volgens Besluit bodemkwaliteit.<br />
Er gelden wettelijke beperkingen bij het verplaatsen en elders toepassen van (licht) verontreinigde grond, welke<br />
kunnen leiden tot extra kosten. Derhalve wordt aanbevolen om bij grondverzet (licht) verontreinigde grond<br />
zoveel mogelijk op de locatie zelf te laten. Voor een aanvullende toelichting wordt verwezen naar bijlage 12.<br />
Voor verdere informatie over de mogelijkheden hiervan kunt u zich tot CSO wenden.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Pagina 24<br />
Definitief
Bijlage 1: Regionale ligging van de onderzoekslocatie<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bijlage 2: 2) Situatietekening; 2a) Interventiewaarde OCB's in grond;<br />
2b) asbest in puin<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bijlage 3: Boorprofielbeschrijvingen en veldverslag<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bijlage 4: Toetsingstabellen grond<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven)<br />
Monstercode MM1 MM2 MM3 MM4<br />
droge stof(gew.-%) 83.9 -- 84.4 -- 81.8 -- 86.0 -gewicht<br />
artefacten(g)
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven)<br />
Monstercode MM5 MM6 MM7 MM8<br />
droge stof(gew.-%) 80.6 -- 80.8 -- 89.1 -- 83.1 -gewicht<br />
artefacten(g)
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven)<br />
Monstercode MM9 MM10 120-1 117A-1<br />
droge stof(gew.-%) 83.1 -- 81.4 -- 88.9 -- 91.1 -gewicht<br />
artefacten(g)
Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 564 116<br />
cadmium 0.42 4.8 9.1 0.42<br />
kobalt 9.4 64 119 9.4<br />
koper 27 78 130 27<br />
kwik 0.12 15 30 0.12<br />
lood 39 225 411 39<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 23 44 66 23<br />
zink 93 287 480 93<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 2.5 291 580 2.5<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 5.8 148 290 14<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 58 276 493 41<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 5.8 4933 9860 4.1<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 29 348 667 20<br />
aldrin(µg/kgds) 93<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 4.4 582 1160 3.7<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.29 2465 4930 1.4<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.58 232 464 1.4<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 0.87 174 348 1.4<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.20 580 1160 1.4<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.26 580 1160 1.4<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.58 580 1160 2.0<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 0.87 1.4<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.58 580 1160 2.0<br />
totaal olie C10 - C40 55 753 1450 55<br />
lutum 13%; humus 2.9%<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 623 129<br />
cadmium 0.42 4.8 9.1 0.42<br />
kobalt 10 71 131 10<br />
koper 28 81 134 28<br />
kwik 0.13 15 30 0.13<br />
lood 40 229 419 40<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 25 48 71 25<br />
zink 98 302 506 98<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 1.9 221 440 1.9<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 4.4 112 220 11<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 44 209 374 31<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 4.4 3742 7480 3.1<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 22 264 506 15<br />
aldrin(µg/kgds) 70<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 3.3 442 880 2.8<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.22 1870 3740 1.1<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.44 176 352 1.1<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 0.66 132 264 1.1<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.15 440 880 1.1<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.20 440 880 1.1<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.44 440 880 1.5<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 0.66 1.1<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.44 440 880 1.5<br />
totaal olie C10 - C40 42 571 1100 42<br />
lutum 15%; humus 2.2%
Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 683 141<br />
cadmium 0.45 5.1 9.7 0.45<br />
kobalt 11 77 143 11<br />
koper 30 87 143 30<br />
kwik 0.13 16 31 0.13<br />
lood 41 240 438 41<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 27 52 77 27<br />
zink 106 325 545 106<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 2.8 331 660 2.8<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 6.6 168 330 16<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 66 314 561 46<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 6.6 5613 11220 4.6<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 33 396 759 23<br />
aldrin(µg/kgds) 106<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 5.0 662 1320 4.2<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.33 2805 5610 1.6<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.66 264 528 1.6<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 0.99 198 396 1.6<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.23 660 1320 1.6<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.30 660 1320 1.6<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.66 660 1320 2.3<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 0.99 1.6<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.66 660 1320 2.3<br />
totaal olie C10 - C40 63 856 1650 63<br />
lutum 17%; humus 3.3%<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 312 64<br />
cadmium 0.36 4.1 7.8 0.36<br />
kobalt 5.4 37 69 5.4<br />
koper 21 60 100 21<br />
kwik 0.11 13 26 0.11<br />
lood 33 193 352 33<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 14 28 41 14<br />
zink 66 204 342 66<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 1.7 201 400 1.7<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 4.0 102 200 9.8<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 40 190 340 28<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 4.0 3402 6800 2.8<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 20 240 460 14<br />
aldrin(µg/kgds) 64<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 3.0 402 800 2.5<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.20 1700 3400 1.0<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.40 160 320 1.0<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 0.60 120 240 1.0<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.14 400 800 1.0<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.18 400 800 1.0<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.40 400 800 1.4<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 0.60 1.0<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.40 400 800 1.4<br />
totaal olie C10 - C40 38 519 1000 38<br />
lutum 4.5%; humus 0.6%
Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 801 165<br />
cadmium 0.51 5.8 11 0.51<br />
kobalt 13 90 166 13<br />
koper 34 99 163 34<br />
kwik 0.14 17 33 0.14<br />
lood 45 261 478 45<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 31 60 89 31<br />
zink 121 373 624 121<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 4.8 562 1120 4.8<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 11 286 560 27<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 112 532 952 78<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 11 9526 19040 7.8<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 56 672 1288 39<br />
aldrin(µg/kgds) 179<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 8.4 1124 2240 7.1<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.56 4760 9520 2.8<br />
beta-HCH(µg/kgds) 1.1 449 896 2.8<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 1.7 337 672 2.8<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.39 1120 2240 2.8<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.50 1120 2240 2.8<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 1.1 1121 2240 3.9<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 1.7 2.8<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 1.1 1121 2240 3.9<br />
totaal olie C10 - C40 106 1453 2800 106<br />
lutum 21%; humus 5.6%<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 623 129<br />
cadmium 0.42 4.8 9.1 0.42<br />
kobalt 10 71 131 10<br />
koper 28 81 133 28<br />
kwik 0.13 15 30 0.13<br />
lood 39 229 418 39<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 25 48 71 25<br />
zink 98 301 505 98<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 1.8 211 420 1.8<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 4.2 107 210 10<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 42 200 357 29<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 4.2 3572 7140 2.9<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 21 252 483 15<br />
aldrin(µg/kgds) 67<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 3.2 422 840 2.6<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.21 1785 3570 1.0<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.42 168 336 1.0<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 0.63 126 252 1.0<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.15 420 840 1.0<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.19 420 840 1.0<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.42 420 840 1.5<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 0.63 1.0<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.42 420 840 1.5<br />
totaal olie C10 - C40 40 545 1050 40<br />
lutum 15%; humus 2.1%
Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 401 83<br />
cadmium 0.42 4.7 9.1 0.42<br />
kobalt 6.8 47 87 6.8<br />
koper 25 71 117 25<br />
kwik 0.12 14 28 0.12<br />
lood 36 212 387 36<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 18 34 50 18<br />
zink 79 243 408 79<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 3.8 452 900 3.8<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 9.0 230 450 22<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 90 428 765 63<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 9.0 7654 15300 6.3<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 45 540 1035 32<br />
aldrin(µg/kgds) 144<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 6.8 903 1800 5.7<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.45 3825 7650 2.2<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.90 360 720 2.2<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 1.4 271 540 2.2<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.32 900 1800 2.2<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.40 900 1800 2.2<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.90 900 1800 3.2<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 1.4 2.2<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.90 900 1800 3.2<br />
totaal olie C10 - C40 86 1168 2250 86<br />
lutum 7.5%; humus 4.5%<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 594 123<br />
cadmium 0.44 5.0 9.5 0.44<br />
kobalt 9.9 67 125 9.9<br />
koper 28 81 135 28<br />
kwik 0.13 15 30 0.13<br />
lood 40 230 421 40<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 24 46 69 24<br />
zink 97 299 500 97<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 3.0 351 700 3.0<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 7.0 178 350 17<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 70 332 595 49<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 7.0 5954 11900 4.9<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 35 420 805 24<br />
aldrin(µg/kgds) 112<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 5.2 703 1400 4.4<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.35 2975 5950 1.8<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.70 280 560 1.8<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 1.0 211 420 1.8<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.24 700 1400 1.8<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.32 700 1400 1.8<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.70 700 1400 2.4<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 1.0 1.8<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.70 700 1400 2.4<br />
totaal olie C10 - C40 66 908 1750 66<br />
lutum 14%; humus 3.5%
Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 534 110<br />
cadmium 0.42 4.8 9.1 0.42<br />
kobalt 8.9 61 113 8.9<br />
koper 27 77 127 27<br />
kwik 0.12 15 29 0.12<br />
lood 38 222 407 38<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 22 42 63 22<br />
zink 91 279 467 91<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 2.7 321 640 2.7<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 6.4 163 320 16<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 64 304 544 45<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 6.4 5443 10880 4.5<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 32 384 736 22<br />
aldrin(µg/kgds) 102<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 4.8 642 1280 4.0<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.32 2720 5440 1.6<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.64 256 512 1.6<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 0.96 192 384 1.6<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.22 640 1280 1.6<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.29 640 1280 1.6<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.64 640 1280 2.2<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 0.96 1.6<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.64 640 1280 2.2<br />
totaal olie C10 - C40 61 830 1600 61<br />
lutum 12%; humus 3.2%<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 653 135<br />
cadmium 0.44 5.0 9.5 0.44<br />
kobalt 11 74 137 11<br />
koper 29 84 139 29<br />
kwik 0.13 16 31 0.13<br />
lood 41 235 430 41<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 26 50 74 26<br />
zink 102 315 527 102<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 2.6 301 600 2.6<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 6.0 153 300 15<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 60 285 510 42<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 6.0 5103 10200 4.2<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 30 360 690 21<br />
aldrin(µg/kgds) 96<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 4.5 602 1200 3.8<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.30 2550 5100 1.5<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.60 240 480 1.5<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 0.90 180 360 1.5<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.21 600 1200 1.5<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.27 600 1200 1.5<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.60 600 1200 2.1<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 0.90 1.5<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.60 600 1200 2.1<br />
totaal olie C10 - C40 57 778 1500 57<br />
lutum 16%; humus 3%
Tabel: Toetsingswaarden voor grond (as3000) (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 505 104<br />
cadmium 0.40 4.5 8.6 0.40<br />
kobalt 8.5 58 107 8.5<br />
koper 25 73 120 25<br />
kwik 0.12 14 29 0.12<br />
lood 37 215 393 37<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 21 40 60 21<br />
zink 86 264 442 86<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
hexachloorbenzeen(µg/kgds) 1.7 201 400 1.7<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 4.0 102 200 9.8<br />
som DDT (0.7 factor)(µg/kgds) 40 190 340 28<br />
som DDD (0.7 factor)(µg/kgds) 4.0 3402 6800 2.8<br />
som DDE (0.7 factor)(µg/kgds) 20 240 460 14<br />
aldrin(µg/kgds) 64<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor)(µg/kgds) 3.0 402 800 2.5<br />
alpha-HCH(µg/kgds) 0.20 1700 3400 1.0<br />
beta-HCH(µg/kgds) 0.40 160 320 1.0<br />
gamma-HCH(µg/kgds) 0.60 120 240 1.0<br />
heptachloor(µg/kgds) 0.14 400 800 1.0<br />
alpha-endosulfan(µg/kgds) 0.18 400 800 1.0<br />
som heptachloorepoxide (0.7 factor)(µg/kgds) 0.40 400 800 1.4<br />
hexachloorbutadieen(µg/kgds) 0.60 1.0<br />
som chloordaan (0.7 factor)(µg/kgds) 0.40 400 800 1.4<br />
totaal olie C10 - C40 38 519 1000 38<br />
lutum 11%; humus 1.8%<br />
Toetsingswaarden 1)<br />
AW 1/2(AW+I) I AS3000 eis<br />
barium 341 70<br />
cadmium 0.37 4.2 8.0 0.37<br />
kobalt 5.9 40 75 5.9<br />
koper 22 62 103 22<br />
kwik 0.11 13 26 0.11<br />
lood 34 196 359 34<br />
molybdeen 1.5 96 190 1.5<br />
nikkel 16 30 44 16<br />
zink 70 213 357 70<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1.5 21 40 1.0<br />
som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 4.0 102 200 9.8<br />
totaal olie C10 - C40 38 519 1000 38<br />
lutum 5.5%; humus 1.4%
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7-4-2009. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11827495 Datum toetsing: 22-10-2012 Versie: ALcontrol29052012<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
Monster: MM1 114: 0-30 115: 0-30 116: 0-30<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 2,9 % @<br />
- lutumgehalte 13,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 81 132,158
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7-4-2009. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11827495 Datum toetsing: 22-10-2012 Versie: ALcontrol29052012<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
Monster: MM2 122: 0-30 124: 0-30 125: 0-30 126: 0-30 127: 0-30 133: 0-30 136: 0-30 139: 0-<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 2,2 % @<br />
- lutumgehalte 15,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 70 103,333
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7-4-2009. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11827495 Datum toetsing: 22-10-2012 Versie: ALcontrol29052012<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
Monster: MM3 130: 0-30 135: 0-30 137: 0-30 138: 0-30 143: 0-30 144: 0-30 146: 0-30 147: 0-<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 3,3 % @<br />
- lutumgehalte 17,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 130 175,217
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7-4-2009. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11827495 Datum toetsing: 22-10-2012 Versie: ALcontrol29052012<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
Monster: MM4 116: 90-140 127: 100-150 130: 80-130 136: 80-100 142: 50-100 145: 150-2<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 0,6 % @<br />
- lutumgehalte 4,5 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 33 63,938
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7-4-2009. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11828232 Datum toetsing: 22-10-2012 Versie: ALcontrol29052012<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
Monster: MM5 101: 60-90 102: 60-90 103: 40-70 106: 60-9<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 5,6 % @<br />
- lutumgehalte 21,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 99 113,667
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7-4-2009. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11828232 Datum toetsing: 22-10-2012 Versie: ALcontrol29052012<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
Monster: MM6 108: 50-80 109: 60-90 110: 60-90 111: 50-8<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 2,1 % @<br />
- lutumgehalte 15,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 94 138,762
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67, 7-4-2009. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11828232 Datum toetsing: 22-10-2012 Versie: ALcontrol29052012<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
Monster: MM7 102: 100-150 105: 100-150 109: 100-150 110: 150-20<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 4,5 % @<br />
- lutumgehalte 7,5 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 25 48,438
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009 zoals gewijzigd op 3-4-2012. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11830243 Datum toetsing: 26-10-2012 Versie: ALcontrol20121001<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
Monster: MM8 113: 0-30 117 a: 30-50 121: 0-30<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 3,5 % @<br />
- lutumgehalte 14,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 120 186,000
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009 zoals gewijzigd op 3-4-2012. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11830243 Datum toetsing: 26-10-2012 Versie: ALcontrol20121001<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
Monster: MM9 117: 0-30 118: 0-30 119: 0-30<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 3,2 % @<br />
- lutumgehalte 12,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 67 115,389
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009 zoals gewijzigd op 3-4-2012. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11830243 Datum toetsing: 26-10-2012 Versie: ALcontrol20121001<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
Monster: MM10 128: 0-30 129: 0-30 134: 0-40 141: 0-3<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 3,0 % @<br />
- lutumgehalte 16,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 82 115,545
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009 zoals gewijzigd op 3-4-2012. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11830243 Datum toetsing: 26-10-2012 Versie: ALcontrol20121001<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
Monster: 120-1 120: 0-30<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 1,8 % @<br />
- lutumgehalte 11,0 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
RBK, tabel 1 RBK, tabel 1 RBK, tabel 2 RBK, tabel 2 RBK, tabel 1<br />
Vgl. met<br />
> 2AW of > wonen +<br />
AS3000<br />
>wonen? AW?<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 66 120,353
Toetsing analyseresultaten grond- en waterbodemmonsters (m.u.v. partijkeuringen)<br />
Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ2007124397, Integrale versie geldend per 27-4-2009, met wijziging Staatscourant Nr. 18160 , 18-11-2010; zie www.wetten.nl<br />
Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009 zoals gewijzigd op 3-4-2012. Waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, met wijziging Staatscourant 68, 8-4-2009. (Alle gehaltes in mg/kg ds. Voor toelichting op gehanteerde grenswaarden, zie het Normen blad).<br />
ALcontrol rapport nr. 11830243 Datum toetsing: 26-10-2012 Versie: ALcontrol20121001<br />
Project: <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
Monster: 117A-1 117 a: 0-10<br />
Gebruikte bodemkenmerken voor toetsing:<br />
- org. stofgehalte: 1,4 % @<br />
- lutumgehalte 5,5 % @<br />
Grond Waterbodem<br />
Ontvangend Toepassen op land Toepassen onder water<br />
Toepassen onder water, of<br />
ontvangend<br />
Toepassen op land<br />
parameter eenheid gemeten gecorr.<br />
gehalte gehalte<br />
naar st.<br />
bodem<br />
Klasse<br />
> 2AW of > wonen +<br />
>wonen? AW?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
grond<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Klasse<br />
> 2AW of<br />
>wonen?<br />
Vgl. met<br />
AS3000<br />
wabo<br />
Grond Waterbodem<br />
Metalen<br />
Barium [Ba] &) mg/kg ds 29 56,188
Bijlage 5: Toetsingstabellen grondwater<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Tabel: Analyseresultaten grondwater (as3000) monsters (gehalten in µg/l, tenzij anders aangegeven)<br />
Peilbuis 116 132 145 pb-G06<br />
barium
Tabel: Toetsingswaarden voor grondwater (as3000)<br />
1)<br />
S 1/2(S+I) I AS3000<br />
METALEN<br />
barium 50 338 625 50<br />
cadmium 0.40 3.2 6.0 0.80<br />
kobalt 20 60 100 20<br />
koper 15 45 75 15<br />
kwik 0.050 0.18 0.30 0.050<br />
lood 15 45 75 15<br />
molybdeen 5.0 152 300 5.0<br />
nikkel 15 45 75 15<br />
zink 65 432 800 65<br />
VLUCHTIGE AROMATEN<br />
benzeen 0.20 15 30 0.20<br />
tolueen 7.0 504 1000 7.0<br />
ethylbenzeen 4.0 77 150 4.0<br />
xylenen (0.7 factor) 0.20 35 70 0.21<br />
styreen 6.0 153 300 6.0<br />
naftaleen 0.01 35 70 0.050<br />
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN<br />
1,1-dichloorethaan 7.0 454 900 7.0<br />
1,2-dichloorethaan 7.0 204 400 7.0<br />
1,1-dichlooretheen 0.01 5.0 10 0.10<br />
dichloormethaan 0.01 500 1000 0.20<br />
som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen (0.7 factor) 0.01 10 20 0.20<br />
som dichloorpropanen (0.7 factor) 0.80 40 80 0.52<br />
tetrachlooretheen 0.01 20 40 0.10<br />
tetrachloormethaan 0.01 5.0 10 0.10<br />
1,1,1-trichloorethaan 0.01 150 300 0.10<br />
1,1,2-trichloorethaan 0.01 65 130 0.10<br />
trichlooretheen 24 262 500 24<br />
chloroform 6.0 203 400 6.0<br />
vinylchloride 0.01 2.5 5.0 0.20<br />
tribroommethaan 630 2.0<br />
MINERALE OLIE<br />
totaal olie C10 - C40 50 325 600 100<br />
1)<br />
S streefwaarde<br />
1/2(S+I) gemiddelde van streef- en interventiewaarde<br />
I interventiewaarde<br />
AS3000 laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek;<br />
grondwaterprotocollen 3110 t/m 3190 versie 3,25 juni 2008.
Bijlage 6: Toetsingstabellen waterbodem<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Toetsing volgens: Verspreiden op aangrenzend perceel (Bbk) Towabo 4.0.202<br />
Datum toetsing: 30-10-2012<br />
Meetpunt: waterbodem-MM1 s101: 0-3<br />
Datum monstername: 19-10-2012 Tijd monstername: 0:00:00<br />
Beheerder: ONBEKEND<br />
X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0<br />
Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment<br />
Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0<br />
Gebruikte standaardisatiemethode: PAF<br />
Gebruikte grootheid voor standaardisatie:<br />
-als org.stofgehalte : 3,30 %<br />
-als lutumgehalte : 15,00 %<br />
Parameter hoe. eenheid gemeten gestand. oordeel melding %<br />
gehalte gehalte oversch.<br />
METALEN<br />
cadmium dg mg/kg < 0,200 0,191 Ja * -<br />
cadmium PAF % < 0,200 0,000 . -<br />
anorganisch kwik PAF % 0,060 0,000 . -<br />
koper PAF % 20,000 0,000 . -<br />
nikkel PAF % 22,000 0,000 . -<br />
lood PAF % 21,000 0,000 . -<br />
zink PAF % 120,000 0,000 . -<br />
cobalt dg mg/kg 8,500 12,339 Ja -<br />
molybdeen dg mg/kg < 1,500 1,050 Ja * -<br />
PAK<br />
naftaleen PAF % < 0,020 0,003 . -<br />
anthraceen PAF % < 0,020 0,001 . -<br />
fenantreen PAF % 0,030 0,012 . -<br />
fluorantheen PAF % 0,080 0,011 . -<br />
benz(a)anthraceen PAF % 0,040 0,001 . -<br />
chryseen PAF % 0,040 0,001 . -<br />
benzo(k)fluorantheen PAF % 0,030 0,000 . -<br />
benzo(a)pyreen PAF % 0,050 0,006 . -<br />
benzo(ghi)peryleen PAF % 0,040 0,002 . -<br />
indenopyreen PAF % 0,040 0,009 . -<br />
CHLOORBENZENEN<br />
hexachloorbenzeen PAF % < 0,001 0,002 . -<br />
ORGANOCHLOORVERBINDINGEN<br />
aldrin PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
dieldrin PAF % < 0,001 0,310 . -<br />
endrin PAF % < 0,001 0,942 . -<br />
isodrin PAF % < 0,001 0,113 . -<br />
telodrin PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
24DDT PAF % 0,002 0,000 . -<br />
44DDT PAF % 0,010 0,006 . -<br />
24DDD PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
44DDD PAF % 0,002 0,000 . -<br />
24DDE PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
44DDE PAF % 0,044 0,551 . -<br />
a-endosulfan PAF % < 0,001 0,954 . -<br />
endosulfansulfaat PAF % < 0,001 0,029 . -<br />
a-HCH PAF % < 0,001 0,007 . -<br />
b-HCH PAF % < 0,001 0,015 . -<br />
g-HCH (lindaan) PAF % 0,005 4,661 . -<br />
d-HCH PAF % < 0,001 0,009 . -<br />
heptachloor PAF % < 0,001 0,114 . -<br />
hexachloorbutadieen PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
som 2 chloordaan PAF % < 0,002 0,015 . -<br />
som 2 heptachloorepoxide PAF % < 0,002 0,164 . -<br />
OVERIGE STOFFEN<br />
minerale olie GC dg mg/kg 78,000 236,364 Ja -<br />
Pagina 1 van 2
PCB<br />
PCB-28 PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
PCB-52 PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
PCB-101 PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
PCB-118 PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
PCB-138 PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
PCB-153 PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
PCB-180 PAF % < 0,001 0,000 . -<br />
MEERSOORTEN POTENTIEEL AANGETASTE FRACTIE (msPAF)<br />
msPAF metalen PAF % - 0,000 Ja -<br />
msPAF org.verbindingen PAF % - 7,672 Ja -<br />
Aantal parameters: 48<br />
Eindoordeel: Verspreidbaar<br />
Meldingen:<br />
* Indicatief toetsresultaat<br />
Er ontbreken enkele parameters in de somparameter msPAFmet<br />
Er ontbreken enkele parameters in de somparameter msPAForg<br />
Het gemeten gehalte voor de berekening van PAF-waarden wordt weergegeven in de eenheid mg/kg en<br />
hoedanigheid dg<br />
Einde uitvoerverslag<br />
Pagina 2 van 2
Toetsing volgens: Toepassen in oppervlaktewater (Bbk) Towabo 4.0.202<br />
Datum toetsing: 30-10-2012<br />
Meetpunt: waterbodem-MM1 s101: 0-3<br />
Datum monstername: 19-10-2012 Tijd monstername: 0:00:00<br />
Beheerder: ONBEKEND<br />
X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0<br />
Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment<br />
Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0<br />
Gebruikte standaardisatiemethode: Bbk<br />
Gebruikte grootheid voor standaardisatie:<br />
-als org.stofgehalte : 3,30 %<br />
-als lutumgehalte : 15,00 %<br />
Parameter hoe. eenheid gemeten gestand. oordeel melding %<br />
gehalte gehalte oversch.<br />
METALEN<br />
cadmium dg mg/kg < 0,200 0,191
Eindoordeel: Klasse B<br />
Meldingen:<br />
* Indicatief toetsresultaat<br />
Er ontbreken enkele parameters in de somparameter sClBen12<br />
Einde uitvoerverslag<br />
Pagina 2 van 2
Toetsing volgens: Verspreiden in zoet oppervlaktewater (Bbk) Towabo 4.0.202<br />
Datum toetsing: 30-10-2012<br />
Meetpunt: waterbodem-MM1 s101: 0-3<br />
Datum monstername: 19-10-2012 Tijd monstername: 0:00:00<br />
Beheerder: ONBEKEND<br />
X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0<br />
Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment<br />
Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0<br />
Gebruikte standaardisatiemethode: Bbk<br />
Gebruikte grootheid voor standaardisatie:<br />
-als org.stofgehalte : 3,30 %<br />
-als lutumgehalte : 15,00 %<br />
Parameter hoe. eenheid gemeten gestand. oordeel melding %<br />
gehalte gehalte oversch.<br />
METALEN<br />
cadmium dg mg/kg < 0,200 0,191 Ja * -<br />
anorganisch kwik dg mg/kg 0,060 0,071 Ja -<br />
koper dg mg/kg 20,000 27,714 Ja -<br />
nikkel dg mg/kg 22,000 30,800 Ja -<br />
lood dg mg/kg 21,000 26,135 Ja -<br />
zink dg mg/kg 120,000 168,084 Ja 20,06<br />
cobalt dg mg/kg 8,500 12,339 Ja -<br />
molybdeen dg mg/kg < 1,500 1,050 Ja * -<br />
PAK<br />
som PAK 10 (VROM) dg mg/kg 0,378 0,378 Ja -<br />
CHLOORBENZENEN<br />
hexachloorbenzeen dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som 12 chloorbenzenen dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
ORGANOCHLOORVERBINDINGEN<br />
aldrin dg ug/kg < 1,000 2,121 Nee * 63,17<br />
dieldrin dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
endrin dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som drins 3 dg ug/kg < 3,000 6,364 Ja * -<br />
isodrin dg ug/kg < 1,000 2,121 Nee * 112,12<br />
telodrin dg ug/kg < 1,000 2,121 Nee * 324,24<br />
som DDT/DDD/DDE dg ug/kg 59,300 179,697 Ja -<br />
a-endosulfan dg ug/kg < 1,000 2,121 Nee * 1,01<br />
a-HCH dg ug/kg < 1,000 2,121 Nee * 76,77<br />
b-HCH dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * 6,06<br />
g-HCH (lindaan) dg ug/kg 4,800 14,545 Nee 384,85<br />
som HCH (a,b,g,d) dg ug/kg 6,900 20,909 Nee 109,09<br />
heptachloor dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * 203,03<br />
hexachloorbutadieen dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som 2 chloordaan dg ug/kg < 2,000 4,242 Nee * 112,12<br />
som 2 heptachloorepoxide dg ug/kg < 2,000 4,242 Nee * 6,06<br />
som 23 OCB's dg ug/kg 75,300 228,182 Ja -<br />
OVERIGE STOFFEN<br />
minerale olie GC dg mg/kg 78,000 236,364 Ja 24,40<br />
PCB<br />
PCB-28 dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * 41,41<br />
PCB-52 dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * 6,06<br />
PCB-101 dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * 41,41<br />
PCB-118 dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
PCB-138 dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
PCB-153 dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
PCB-180 dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som PCB 7 dg ug/kg < 7,000 14,848 Ja * -<br />
Aantal getoetste parameters: 37<br />
Pagina 1 van 2
Eindoordeel: Niet verspreidbaar<br />
Meldingen:<br />
* Indicatief toetsresultaat<br />
Er ontbreken enkele parameters in de somparameter sClBen12<br />
Einde uitvoerverslag<br />
Pagina 2 van 2
Toetsing volgens: Verspreiden in zout oppervlaktewater Noordzee (Bbk) Towabo 4.0.202<br />
Datum toetsing: 30-10-2012<br />
Meetpunt: waterbodem-MM1 s101: 0-3<br />
Datum monstername: 19-10-2012 Tijd monstername: 0:00:00<br />
Beheerder: ONBEKEND<br />
X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0<br />
Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment<br />
Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0<br />
Gebruikte standaardisatiemethode: Bbk<br />
Gestandaardiseerde gehalten worden alleen gebruikt voor toetsing aan de<br />
interventiewaarden voor bodem onder oppervlaktewater. De gemeten gehalten worden<br />
getoetst aan de maximale waarden voor verspreiden in zout oppervlaktewater.<br />
Gebruikte grootheid voor standaardisatie:<br />
-als org.stofgehalte : 3,30 %<br />
-als lutumgehalte : 15,00 %<br />
Parameter hoe. eenheid gemeten gestand. oordeel melding %<br />
gehalte gehalte oversch.<br />
METALEN<br />
cadmium dg mg/kg < 0,200 0,191 Ja * -<br />
anorganisch kwik dg mg/kg 0,060 0,071 Ja -<br />
koper dg mg/kg 20,000 27,714 Ja -<br />
nikkel dg mg/kg 22,000 30,800 Ja -<br />
lood dg mg/kg 21,000 26,135 Ja -<br />
zink dg mg/kg 120,000 168,084 Ja -<br />
cobalt dg mg/kg 8,500 12,339 Ja -<br />
molybdeen dg mg/kg < 1,500 1,050 Ja * -<br />
PAK<br />
som PAK 10 (VROM) dg mg/kg 0,378 0,378 Ja -<br />
CHLOORBENZENEN<br />
hexachloorbenzeen dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som 12 chloorbenzenen dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
ORGANOCHLOORVERBINDINGEN<br />
som drins 3 dg ug/kg < 3,000 6,364 Ja * -<br />
som DDT/DDD/DDE dg ug/kg 59,300 179,697 Nee 196,50<br />
a-endosulfan dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som HCH (a,b,g,d) dg ug/kg 6,900 20,909 Ja -<br />
heptachloor dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som 2 chloordaan dg ug/kg < 2,000 4,242 Ja * -<br />
som 2 heptachloorepoxide dg ug/kg < 2,000 4,242 Ja * -<br />
OVERIGE STOFFEN<br />
minerale olie GC dg mg/kg 78,000 236,364 Ja -<br />
PCB<br />
som PCB 7 dg ug/kg < 7,000 14,848 Ja * -<br />
Aantal getoetste parameters: 20<br />
Eindoordeel: Niet verspreidbaar<br />
Meldingen:<br />
* Indicatief toetsresultaat<br />
Er ontbreken enkele parameters in de somparameter sClBen12<br />
Einde uitvoerverslag<br />
Pagina 1 van 1
Toetsing volgens: Verspreiden in zout oppervlaktewater Waddenzee/Zeeuwse Towabo 4.0.202<br />
Datum toetsing: 30-10-2012<br />
Meetpunt: waterbodem-MM1 s101: 0-3<br />
Datum monstername: 19-10-2012 Tijd monstername: 0:00:00<br />
Beheerder: ONBEKEND<br />
X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0<br />
Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment<br />
Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0<br />
Gebruikte standaardisatiemethode: Bbk<br />
Gestandaardiseerde gehalten worden alleen gebruikt voor toetsing aan de<br />
interventiewaarden voor bodem onder oppervlaktewater. De gemeten gehalten worden<br />
getoetst aan de maximale waarden voor verspreiden in zout oppervlaktewater.<br />
Gebruikte grootheid voor standaardisatie:<br />
-als org.stofgehalte : 3,30 %<br />
-als lutumgehalte : 15,00 %<br />
Parameter hoe. eenheid gemeten gestand. oordeel melding %<br />
gehalte gehalte oversch.<br />
METALEN<br />
cadmium dg mg/kg < 0,200 0,191 Ja * -<br />
anorganisch kwik dg mg/kg 0,060 0,071 Ja -<br />
koper dg mg/kg 20,000 27,714 Ja -<br />
nikkel dg mg/kg 22,000 30,800 Ja -<br />
lood dg mg/kg 21,000 26,135 Ja -<br />
zink dg mg/kg 120,000 168,084 Ja -<br />
cobalt dg mg/kg 8,500 12,339 Ja -<br />
molybdeen dg mg/kg < 1,500 1,050 Ja * -<br />
PAK<br />
som PAK 10 (VROM) dg mg/kg 0,378 0,378 Ja -<br />
CHLOORBENZENEN<br />
hexachloorbenzeen dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som 12 chloorbenzenen dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
ORGANOCHLOORVERBINDINGEN<br />
som drins 3 dg ug/kg < 3,000 6,364 Ja * -<br />
som DDT/DDD/DDE dg ug/kg 59,300 179,697 Nee 196,50<br />
a-endosulfan dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som HCH (a,b,g,d) dg ug/kg 6,900 20,909 Ja -<br />
heptachloor dg ug/kg < 1,000 2,121 Ja * -<br />
som 2 chloordaan dg ug/kg < 2,000 4,242 Ja * -<br />
som 2 heptachloorepoxide dg ug/kg < 2,000 4,242 Ja * -<br />
OVERIGE STOFFEN<br />
minerale olie GC dg mg/kg 78,000 236,364 Ja -<br />
PCB<br />
som PCB 7 dg ug/kg < 7,000 14,848 Ja * -<br />
Aantal getoetste parameters: 20<br />
Eindoordeel: Niet verspreidbaar<br />
Meldingen:<br />
* Indicatief toetsresultaat<br />
Er ontbreken enkele parameters in de somparameter sClBen12<br />
Einde uitvoerverslag<br />
Pagina 1 van 1
Bijlage 7: Analysecertificaten grond<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Postbus 2<br />
3980 CA BUNNIK<br />
Analyserapport<br />
Uw projectnaam : <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
Uw projectnummer : 12M404.1<br />
ALcontrol rapportnummer : 11827495, versie nummer: 1<br />
Rapport verificatie nummer : GIEJV8QU<br />
Rotterdam, 22-10-2012<br />
Geachte heer/mevrouw,<br />
ALcontrol B.V.<br />
Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam<br />
Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34<br />
www.alcontrol.nl<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Blad 1 van 8<br />
Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project<br />
12M404.1. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben<br />
uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en<br />
het project zijn overgenomen in dit analyserapport.<br />
Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door<br />
ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL).<br />
Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 8 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger<br />
vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen<br />
vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan.<br />
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere<br />
informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u<br />
vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support.<br />
Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn.<br />
Hoogachtend,<br />
R. van Duin<br />
Laboratory Manager
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
12M404.1<br />
11827495<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
003<br />
004<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
MM1 114: 0-30, 115: 0-30, 116: 0-30<br />
Blad 2 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003 004<br />
droge stof gew.-% S 83.9<br />
gewicht artefacten g S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
12M404.1<br />
11827495<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
003<br />
004<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
MM1 114: 0-30, 115: 0-30, 116: 0-30<br />
Blad 3 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003 004<br />
PCB 52 µg/kgds S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
12M404.1<br />
11827495<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 4 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003 004<br />
som chloordaan (0.7 factor) µg/kgds S 1.4 1)<br />
som<br />
organochloorbestrijdingsmidd<br />
elen (0.7 factor) landbodem<br />
MINERALE OLIE<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
003<br />
004<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
µg/kgds S 190<br />
fractie C10 - C12 mg/kgds
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
12M404.1<br />
11827495<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 5 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
11-10-2012<br />
11-10-2012<br />
22-10-2012<br />
001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
002 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
003 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
004 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
Voetnoten<br />
1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000<br />
2 Het gehalte is indicatief i.v.m. de aanwezigheid van componenten die een storende invloed hebben op de meting.
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
12M404.1<br />
11827495<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
Blad 6 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
11-10-2012<br />
11-10-2012<br />
22-10-2012<br />
droge stof Grond (AS3000) Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2<br />
gewicht artefacten Grond (AS3000) Conform AS3000, NEN 5709<br />
aard van de artefacten Grond (AS3000) Idem<br />
organische stof (gloeiverlies) Grond (AS3000) Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010<br />
lutum (bodem) Grond (AS3000) Conform AS3010-4<br />
barium Grond (AS3000) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform ISO 22036).<br />
cadmium Grond (AS3000) Idem<br />
kobalt Grond (AS3000) Idem<br />
koper Grond (AS3000) Idem<br />
kwik Grond (AS3000) Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961,<br />
meting conform NEN-ISO 16772)<br />
lood Grond (AS3000) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform ISO 22036).<br />
molybdeen Grond (AS3000) Idem<br />
nikkel Grond (AS3000) Idem<br />
zink Grond (AS3000) Idem<br />
naftaleen Grond (AS3000) Conform AS3010-6<br />
fenantreen Grond (AS3000) Idem<br />
antraceen Grond (AS3000) Idem<br />
fluoranteen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(a)antraceen Grond (AS3000) Idem<br />
chryseen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(k)fluoranteen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(a)pyreen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(ghi)peryleen Grond (AS3000) Idem<br />
indeno(1,2,3-cd)pyreen Grond (AS3000) Idem<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
hexachloorbenzeen Grond (AS3000) Conform AS3020-2<br />
PCB 28 Grond (AS3000) Conform AS3010-8<br />
PCB 52 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 101 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 118 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 138 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 153 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 180 Grond (AS3000) Idem<br />
som PCB (7) (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDT Grond (AS3000) Conform AS3020-1<br />
p,p-DDT Grond (AS3000) Idem<br />
som DDT (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDD Grond (AS3000) Idem<br />
p,p-DDD Grond (AS3000) Idem<br />
som DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDE Grond (AS3000) Idem<br />
p,p-DDE Grond (AS3000) Idem<br />
som DDE (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
aldrin Grond (AS3000) Idem<br />
dieldrin Grond (AS3000) Idem<br />
endrin Grond (AS3000) Idem
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
12M404.1<br />
11827495<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
isodrin Grond (AS3000) Idem<br />
telodrin Grond (AS3000) Idem<br />
alpha-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
beta-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
gamma-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
Blad 7 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
11-10-2012<br />
11-10-2012<br />
22-10-2012<br />
delta-HCH Grond (AS3000) Eigen methode, aceton/hexaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GCMS<br />
som a-b-c-d HCH (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
heptachloor Grond (AS3000) Conform AS3020-1<br />
cis-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem<br />
trans-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem<br />
som heptachloorepoxide (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
alpha-endosulfan Grond (AS3000) Idem<br />
hexachloorbutadieen Grond (AS3000) Idem<br />
trans-chloordaan Grond (AS3000) Idem<br />
cis-chloordaan Grond (AS3000) Idem<br />
som chloordaan (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
som<br />
organochloorbestrijdingsmiddelen<br />
(0.7 factor) landbodem<br />
Grond (AS3000) Conform AS3020<br />
totaal olie C10 - C40 Grond (AS3000) Conform AS3010-7<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
001 Y3609980 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
001 Y3609991 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
001 Y3609993 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930259 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930263 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930272 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930274 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930288 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930850 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930865 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930957 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
003 Y3646306 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
003 Y3646319 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
003 Y3646320 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
003 Y3646512 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
003 Y3647916 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
003 Y3930873 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
003 Y3930893 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
003 Y3930927 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
004 Y3610007 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
004 Y3930273 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
004 Y3930279 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
004 Y3930951 10-10-2012 10-10-2012 ALC201
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond1)<br />
12M404.1<br />
11827495<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
004 Y3930986 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
004 Y3930990 10-10-2012 10-10-2012 ALC201<br />
Blad 8 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
11-10-2012<br />
11-10-2012<br />
22-10-2012
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Postbus 2<br />
3980 CA BUNNIK<br />
Analyserapport<br />
Uw projectnaam : <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
Uw projectnummer : 12M404.1<br />
ALcontrol rapportnummer : 11828232, versie nummer: 1<br />
Rapport verificatie nummer : 35TZGHKC<br />
Rotterdam, 18-10-2012<br />
Geachte heer/mevrouw,<br />
ALcontrol B.V.<br />
Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam<br />
Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34<br />
www.alcontrol.nl<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Blad 1 van 7<br />
Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project<br />
12M404.1. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben<br />
uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en<br />
het project zijn overgenomen in dit analyserapport.<br />
Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door<br />
ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL).<br />
Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 7 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger<br />
vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen<br />
vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan.<br />
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere<br />
informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u<br />
vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support.<br />
Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn.<br />
Hoogachtend,<br />
R. van Duin<br />
Laboratory Manager
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
12M404.1<br />
11828232<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003<br />
droge stof gew.-% S 80.6<br />
gewicht artefacten g S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
12M404.1<br />
11828232<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
003<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003<br />
PCB 52 µg/kgds S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
12M404.1<br />
11828232<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003<br />
som chloordaan (0.7 factor) µg/kgds S 1.4 1)<br />
som<br />
organochloorbestrijdingsmidd<br />
elen (0.7 factor) landbodem<br />
MINERALE OLIE<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
003<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
µg/kgds S 340<br />
fractie C10 - C12 mg/kgds
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
12M404.1<br />
11828232<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 5 van 7<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
15-10-2012<br />
15-10-2012<br />
18-10-2012<br />
001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
002 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
003 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
Voetnoten<br />
1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000<br />
2 Verhoogde rapportagegrens i.v.m. noodzakelijke verdunning.
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
12M404.1<br />
11828232<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
Blad 6 van 7<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
15-10-2012<br />
15-10-2012<br />
18-10-2012<br />
droge stof Grond (AS3000) Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2<br />
gewicht artefacten Grond (AS3000) Conform AS3000, NEN 5709<br />
aard van de artefacten Grond (AS3000) Idem<br />
organische stof (gloeiverlies) Grond (AS3000) Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010<br />
lutum (bodem) Grond (AS3000) Conform AS3010-4<br />
barium Grond (AS3000) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform ISO 22036).<br />
cadmium Grond (AS3000) Idem<br />
kobalt Grond (AS3000) Idem<br />
koper Grond (AS3000) Idem<br />
kwik Grond (AS3000) Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961,<br />
meting conform NEN-ISO 16772)<br />
lood Grond (AS3000) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform ISO 22036).<br />
molybdeen Grond (AS3000) Idem<br />
nikkel Grond (AS3000) Idem<br />
zink Grond (AS3000) Idem<br />
naftaleen Grond (AS3000) Conform AS3010-6<br />
fenantreen Grond (AS3000) Idem<br />
antraceen Grond (AS3000) Idem<br />
fluoranteen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(a)antraceen Grond (AS3000) Idem<br />
chryseen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(k)fluoranteen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(a)pyreen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(ghi)peryleen Grond (AS3000) Idem<br />
indeno(1,2,3-cd)pyreen Grond (AS3000) Idem<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
hexachloorbenzeen Grond (AS3000) Conform AS3020-2<br />
PCB 28 Grond (AS3000) Conform AS3010-8<br />
PCB 52 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 101 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 118 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 138 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 153 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 180 Grond (AS3000) Idem<br />
som PCB (7) (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDT Grond (AS3000) Conform AS3020-1<br />
p,p-DDT Grond (AS3000) Idem<br />
som DDT (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDD Grond (AS3000) Idem<br />
p,p-DDD Grond (AS3000) Idem<br />
som DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDE Grond (AS3000) Idem<br />
p,p-DDE Grond (AS3000) Idem<br />
som DDE (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
aldrin Grond (AS3000) Idem<br />
dieldrin Grond (AS3000) Idem<br />
endrin Grond (AS3000) Idem
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond2)<br />
12M404.1<br />
11828232<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
isodrin Grond (AS3000) Idem<br />
telodrin Grond (AS3000) Idem<br />
alpha-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
beta-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
gamma-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
Blad 7 van 7<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
15-10-2012<br />
15-10-2012<br />
18-10-2012<br />
delta-HCH Grond (AS3000) Eigen methode, aceton/hexaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GCMS<br />
som a-b-c-d HCH (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
heptachloor Grond (AS3000) Conform AS3020-1<br />
cis-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem<br />
trans-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem<br />
som heptachloorepoxide (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
alpha-endosulfan Grond (AS3000) Idem<br />
hexachloorbutadieen Grond (AS3000) Idem<br />
trans-chloordaan Grond (AS3000) Idem<br />
cis-chloordaan Grond (AS3000) Idem<br />
som chloordaan (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
som<br />
organochloorbestrijdingsmiddelen<br />
(0.7 factor) landbodem<br />
Grond (AS3000) Conform AS3020<br />
totaal olie C10 - C40 Grond (AS3000) Conform AS3010-7<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
001 Y3681196 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
001 Y3681311 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
001 Y3681399 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
001 Y3681400 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
002 Y3681194 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
002 Y3681517 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
002 Y3681522 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
002 Y3681528 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
003 Y3681381 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
003 Y3681474 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
003 Y3681485 11-10-2012 11-10-2012 ALC201<br />
003 Y3681531 11-10-2012 11-10-2012 ALC201
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Postbus 2<br />
3980 CA BUNNIK<br />
Analyserapport<br />
Uw projectnaam : <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
Uw projectnummer : 12M404.1<br />
ALcontrol rapportnummer : 11830243, versie nummer: 1<br />
Rapport verificatie nummer : <strong>VI</strong>PK48KG<br />
Rotterdam, 26-10-2012<br />
Geachte heer/mevrouw,<br />
ALcontrol B.V.<br />
Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam<br />
Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34<br />
www.alcontrol.nl<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Blad 1 van 10<br />
Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project<br />
12M404.1. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben<br />
uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en<br />
het project zijn overgenomen in dit analyserapport.<br />
Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door<br />
ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL).<br />
Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 10 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger<br />
vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen<br />
vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan.<br />
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere<br />
informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u<br />
vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support.<br />
Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn.<br />
Hoogachtend,<br />
R. van Duin<br />
Laboratory Manager
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
003<br />
004<br />
005<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
MM8 113: 0-30, 117 a: 30-50, 121: 0-30<br />
MM9 117: 0-30, 118: 0-30, 119: 0-30<br />
MM10 128: 0-30, 129: 0-30, 134: 0-40, 141: 0-30<br />
120-1 120: 0-30<br />
117A-1 117 a: 0-10<br />
Blad 2 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003 004 005<br />
droge stof gew.-% S 83.1<br />
gewicht artefacten g S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
003<br />
004<br />
005<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
MM8 113: 0-30, 117 a: 30-50, 121: 0-30<br />
MM9 117: 0-30, 118: 0-30, 119: 0-30<br />
MM10 128: 0-30, 129: 0-30, 134: 0-40, 141: 0-30<br />
120-1 120: 0-30<br />
117A-1 117 a: 0-10<br />
Blad 3 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003 004 005<br />
PCB 52 µg/kgds S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
003<br />
004<br />
005<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
Grond (AS3000)<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
MM8 113: 0-30, 117 a: 30-50, 121: 0-30<br />
MM9 117: 0-30, 118: 0-30, 119: 0-30<br />
MM10 128: 0-30, 129: 0-30, 134: 0-40, 141: 0-30<br />
120-1 120: 0-30<br />
117A-1 117 a: 0-10<br />
Blad 4 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003 004 005<br />
som chloordaan (0.7 factor) µg/kgds S 1.4 1)<br />
som<br />
organochloorbestrijdingsmidd<br />
elen (0.7 factor) landbodem<br />
MINERALE OLIE<br />
µg/kgds S 120<br />
fractie C10 - C12 mg/kgds
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 5 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
002 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
003 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
004 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
005 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
Voetnoten<br />
1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
Blad 6 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
droge stof Grond (AS3000) Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2<br />
gewicht artefacten Grond (AS3000) Conform AS3000, NEN 5709<br />
aard van de artefacten Grond (AS3000) Idem<br />
organische stof (gloeiverlies) Grond (AS3000) Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010<br />
lutum (bodem) Grond (AS3000) Conform AS3010-4<br />
barium Grond (AS3000) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform ISO 22036).<br />
cadmium Grond (AS3000) Idem<br />
kobalt Grond (AS3000) Idem<br />
koper Grond (AS3000) Idem<br />
kwik Grond (AS3000) Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961,<br />
meting conform NEN-ISO 16772)<br />
lood Grond (AS3000) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting<br />
conform ISO 22036).<br />
molybdeen Grond (AS3000) Idem<br />
nikkel Grond (AS3000) Idem<br />
zink Grond (AS3000) Idem<br />
naftaleen Grond (AS3000) Conform AS3010-6<br />
fenantreen Grond (AS3000) Idem<br />
antraceen Grond (AS3000) Idem<br />
fluoranteen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(a)antraceen Grond (AS3000) Idem<br />
chryseen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(k)fluoranteen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(a)pyreen Grond (AS3000) Idem<br />
benzo(ghi)peryleen Grond (AS3000) Idem<br />
indeno(1,2,3-cd)pyreen Grond (AS3000) Idem<br />
pak-totaal (10 van VROM) (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
hexachloorbenzeen Grond (AS3000) Conform AS3020-2<br />
PCB 28 Grond (AS3000) Conform AS3010-8<br />
PCB 52 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 101 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 118 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 138 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 153 Grond (AS3000) Idem<br />
PCB 180 Grond (AS3000) Idem<br />
som PCB (7) (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDT Grond (AS3000) Conform AS3020-1<br />
p,p-DDT Grond (AS3000) Idem<br />
som DDT (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDD Grond (AS3000) Idem<br />
p,p-DDD Grond (AS3000) Idem<br />
som DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
o,p-DDE Grond (AS3000) Idem<br />
p,p-DDE Grond (AS3000) Idem<br />
som DDE (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
aldrin Grond (AS3000) Idem<br />
dieldrin Grond (AS3000) Idem<br />
endrin Grond (AS3000) Idem
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
isodrin Grond (AS3000) Idem<br />
telodrin Grond (AS3000) Idem<br />
alpha-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
beta-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
gamma-HCH Grond (AS3000) Idem<br />
Blad 7 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
delta-HCH Grond (AS3000) Eigen methode, aceton/hexaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GCMS<br />
som a-b-c-d HCH (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
heptachloor Grond (AS3000) Conform AS3020-1<br />
cis-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem<br />
trans-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem<br />
som heptachloorepoxide (0.7<br />
factor)<br />
Grond (AS3000) Idem<br />
alpha-endosulfan Grond (AS3000) Idem<br />
hexachloorbutadieen Grond (AS3000) Idem<br />
trans-chloordaan Grond (AS3000) Idem<br />
cis-chloordaan Grond (AS3000) Idem<br />
som chloordaan (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem<br />
som<br />
organochloorbestrijdingsmiddelen<br />
(0.7 factor) landbodem<br />
Grond (AS3000) Conform AS3020<br />
totaal olie C10 - C40 Grond (AS3000) Conform AS3010-7<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
001 Y3682437 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
001 Y3930490 19-10-2012 19-10-2012 ALC201<br />
001 Y3930627 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930619 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930625 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
002 Y3930636 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
003 Y3609827 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
003 Y3930422 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
003 Y3930904 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
003 Y3931310 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
004 Y3523629 18-10-2012 18-10-2012 ALC201<br />
005 Y3930481 19-10-2012 19-10-2012 ALC201
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monsternummer:<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
Karakterisering naar alkaantraject<br />
benzine<br />
kerosine en petroleum<br />
diesel en gasolie<br />
motorolie<br />
stookolie<br />
-<br />
1<br />
C9-C14<br />
C10-C16<br />
C10-C28<br />
C20-C36<br />
C10-C36<br />
001<br />
Analyserapport<br />
MM8113: 0-30, 117 a: 30-50, 121: 0-30<br />
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.<br />
Blad 8 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monsternummer:<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
Karakterisering naar alkaantraject<br />
benzine<br />
kerosine en petroleum<br />
diesel en gasolie<br />
motorolie<br />
stookolie<br />
-<br />
1<br />
C9-C14<br />
C10-C16<br />
C10-C28<br />
C20-C36<br />
C10-C36<br />
002<br />
Analyserapport<br />
MM9117: 0-30, 118: 0-30, 119: 0-30<br />
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.<br />
Blad 9 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monsternummer:<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grond3)<br />
12M404.1<br />
11830243<br />
Karakterisering naar alkaantraject<br />
benzine<br />
kerosine en petroleum<br />
diesel en gasolie<br />
motorolie<br />
stookolie<br />
-<br />
1<br />
C9-C14<br />
C10-C16<br />
C10-C28<br />
C20-C36<br />
C10-C36<br />
005<br />
Analyserapport<br />
117A-1117 a: 0-10<br />
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.<br />
Blad 10 van 10<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012
Bijlage 8: Analysecertificaten grondwater<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Postbus 2<br />
3980 CA BUNNIK<br />
Analyserapport<br />
Uw projectnaam : <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grondwater)<br />
Uw projectnummer : 12M404.1<br />
ALcontrol rapportnummer : 11829996, versie nummer: 1<br />
Rapport verificatie nummer : Y4QMKQFY<br />
Rotterdam, 29-10-2012<br />
Geachte heer/mevrouw,<br />
ALcontrol B.V.<br />
Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam<br />
Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34<br />
www.alcontrol.nl<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Blad 1 van 6<br />
Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project<br />
12M404.1. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben<br />
uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en<br />
het project zijn overgenomen in dit analyserapport.<br />
Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door<br />
ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL).<br />
Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger<br />
vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen<br />
vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan.<br />
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere<br />
informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u<br />
vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support.<br />
Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn.<br />
Hoogachtend,<br />
R. van Duin<br />
Laboratory Manager
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grondwater)<br />
12M404.1<br />
11829996<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 2 van 6<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003 004<br />
METALEN<br />
barium µg/l S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grondwater)<br />
12M404.1<br />
11829996<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 3 van 6<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
Analyse Eenheid Q 001 002 003 004<br />
chloroform µg/l S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grondwater)<br />
12M404.1<br />
11829996<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 4 van 6<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
29-10-2012<br />
001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
002 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
003 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
004 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
Voetnoten<br />
1 Verhoogde rapportagegrens i.v.m. storende matrix.
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grondwater)<br />
12M404.1<br />
11829996<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
Blad 5 van 6<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
29-10-2012<br />
barium Grondwater (AS3000) Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO<br />
11885)<br />
cadmium Grondwater (AS3000) Idem<br />
kobalt Grondwater (AS3000) Idem<br />
koper Grondwater (AS3000) Idem<br />
kwik Grondwater (AS3000) Conform AS3110-3 en conform NEN-EN-ISO 17852<br />
lood Grondwater (AS3000) Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO<br />
11885)<br />
molybdeen Grondwater (AS3000) Idem<br />
nikkel Grondwater (AS3000) Idem<br />
zink Grondwater (AS3000) Idem<br />
benzeen Grondwater (AS3000) Conform AS3130-1<br />
tolueen Grondwater (AS3000) Idem<br />
ethylbenzeen Grondwater (AS3000) Idem<br />
o-xyleen Grondwater (AS3000) Idem<br />
p- en m-xyleen Grondwater (AS3000) Idem<br />
xylenen (0.7 factor) Grondwater (AS3000) Conform AS3130-1<br />
styreen Grondwater (AS3000) Conform AS3130-1<br />
naftaleen Grondwater (AS3000) Idem<br />
1,1-dichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
1,2-dichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
1,1-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem<br />
cis-1,2-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem<br />
trans-1,2-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem<br />
som (cis,trans) 1,2dichloorethenen<br />
(0.7 factor)<br />
Grondwater (AS3000) Idem<br />
dichloormethaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
1,1-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
1,2-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
1,3-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
som dichloorpropanen (0.7 factor) Grondwater (AS3000) Idem<br />
tetrachlooretheen Grondwater (AS3000) Idem<br />
tetrachloormethaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
1,1,1-trichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
1,1,2-trichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
trichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem<br />
chloroform Grondwater (AS3000) Idem<br />
vinylchloride Grondwater (AS3000) Idem<br />
tribroommethaan Grondwater (AS3000) Idem<br />
totaal olie C10 - C40 Grondwater (AS3000) Conform AS3110-5<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
001 B1021260 18-10-2012 18-10-2012 ALC204<br />
001 G8363747 18-10-2012 18-10-2012 ALC236<br />
001 G8363758 18-10-2012 18-10-2012 ALC236<br />
002 B1021261 18-10-2012 18-10-2012 ALC204<br />
002 G8318851 18-10-2012 18-10-2012 ALC236<br />
002 G8319443 18-10-2012 18-10-2012 ALC236<br />
003 B1021255 18-10-2012 18-10-2012 ALC204<br />
003 G8277203 18-10-2012 18-10-2012 ALC236
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (grondwater)<br />
12M404.1<br />
11829996<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
003 G8318869 18-10-2012 18-10-2012 ALC236<br />
004 B1021264 18-10-2012 18-10-2012 ALC204<br />
004 G8344200 18-10-2012 18-10-2012 ALC236<br />
004 G8363754 18-10-2012 18-10-2012 ALC236<br />
Blad 6 van 6<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
29-10-2012
Bijlage 9: Analysecertificaat waterbodem<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Postbus 2<br />
3980 CA BUNNIK<br />
Analyserapport<br />
ALcontrol B.V.<br />
Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam<br />
Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34<br />
www.alcontrol.nl<br />
Uw projectnaam : <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (waterbodem)<br />
Uw projectnummer : 12M404.1<br />
ALcontrol rapportnummer : 11830017, versie nummer: 1<br />
Rapport verificatie nummer : N1WKSSTP<br />
Rotterdam, 26-10-2012<br />
Geachte heer/mevrouw,<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Blad 1 van 8<br />
Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project<br />
12M404.1. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben<br />
uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en<br />
het project zijn overgenomen in dit analyserapport.<br />
Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door<br />
ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL).<br />
Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 8 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger<br />
vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen<br />
vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan.<br />
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere<br />
informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u<br />
vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support.<br />
Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn.<br />
Hoogachtend,<br />
R. van Duin<br />
Laboratory Manager
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (waterbodem)<br />
12M404.1<br />
11830017<br />
Analyse Eenheid Q 001<br />
droge stof gew.-% S 75.2<br />
gewicht artefacten g S 0<br />
aard van de artefacten g S geen<br />
organische stof (gloeiverlies) % vd DS S 3.3<br />
gloeirest % vd DS 95.6<br />
KORRELGROOTTEVERDELING<br />
min. delen
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (waterbodem)<br />
12M404.1<br />
11830017<br />
Analyse Eenheid Q 001<br />
PCB 28 µg/kgds S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (waterbodem)<br />
12M404.1<br />
11830017<br />
Analyse Eenheid Q 001<br />
trans-chloordaan µg/kgds S
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (waterbodem)<br />
12M404.1<br />
11830017<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 5 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen<br />
voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.<br />
Voetnoten<br />
1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (waterbodem)<br />
12M404.1<br />
11830017<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
Blad 6 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
droge stof Waterbodem (AS3000) Eigen methode (analyse gelijkwaardig aan NEN-ISO-11465), AS3000waterbodem:<br />
conform AS3210-1 en conform NEN-EN-12880<br />
organische stof (gloeiverlies) Waterbodem (AS3000) Conform AS3210-2, gelijkwaardig aan NEN 5754<br />
gloeirest Waterbodem (AS3000) Gloeirest bepaling is gelijkwaardig aan NEN-EN 12879<br />
min. delen
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (waterbodem)<br />
12M404.1<br />
11830017<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
som aldrin/dieldrin/endrin (0.7<br />
factor)<br />
Waterbodem (AS3000) Idem<br />
isodrin Waterbodem (AS3000) Idem<br />
telodrin Waterbodem (AS3000) Idem<br />
alpha-HCH Waterbodem (AS3000) Idem<br />
beta-HCH Waterbodem (AS3000) Idem<br />
gamma-HCH Waterbodem (AS3000) Idem<br />
delta-HCH Waterbodem (AS3000) Conform AS3220-2<br />
som a-b-c-d HCH (0.7 factor) Waterbodem (AS3000) Conform AS3220-1 en AS3220-2<br />
heptachloor Waterbodem (AS3000) Conform AS3220-1<br />
cis-heptachloorepoxide Waterbodem (AS3000) Idem<br />
trans-heptachloorepoxide Waterbodem (AS3000) Idem<br />
som heptachloorepoxide (0.7<br />
factor)<br />
Waterbodem (AS3000) Idem<br />
alpha-endosulfan Waterbodem (AS3000) Idem<br />
hexachloorbutadieen Waterbodem (AS3000) Idem<br />
endosulfansulfaat Waterbodem (AS3000) Conform AS3220-2<br />
trans-chloordaan Waterbodem (AS3000) Conform AS3220-1<br />
cis-chloordaan Waterbodem (AS3000) Idem<br />
som chloordaan (0.7 factor) Waterbodem (AS3000) Idem<br />
Som<br />
organochloorbestrijdingsmiddelen<br />
(0.7) waterbodem<br />
Waterbodem (AS3000) Conform AS3220-1 en AS3220-2<br />
totaal olie C10 - C40 Waterbodem (AS3000) Conform AS3210-6<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
001 J0762792 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0762799 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0788987 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0788997 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0789364 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0789365 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0789368 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0789372 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0789377 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
001 J0789379 18-10-2012 18-10-2012 ALC264<br />
Blad 7 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monsternummer:<br />
Monster beschrijvingen<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (waterbodem)<br />
12M404.1<br />
11830017<br />
Karakterisering naar alkaantraject<br />
benzine<br />
kerosine en petroleum<br />
diesel en gasolie<br />
motorolie<br />
stookolie<br />
-<br />
1<br />
C9-C14<br />
C10-C16<br />
C10-C28<br />
C20-C36<br />
C10-C36<br />
001<br />
Analyserapport<br />
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.<br />
Blad 8 van 8<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
19-10-2012<br />
19-10-2012<br />
26-10-2012<br />
waterbodem-MM1s101: 0-30, s102: 0-30, s103: 0-30, s104: 0-30, s105: 0-50, s106: 0-20, s107:<br />
0-50, s108: 0-40, s109: 0-50, s110: 0-50
Bijlage 10: Analysecertificaten asbest en berekening asbestgehalte<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bepaling en toetsing asbest in grond / Bouwstof (volgens NEN 5707, mei 2003 en NEN5897, december 2005)<br />
Projectnummer 12M404.1 Locatie <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> – <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong><br />
Oppervlakte locatie 800 m Oppervlakte RE 800<br />
Mengmonster fijne fractie (< 16 mm) MMA-1 Beschrijving RE Puin onder klinkerverharding nabij loods Beusichemseweg 3a te <strong>Houten</strong> (asbestgat 106)<br />
2 m2 traject (m-mv) 0,2-0,6<br />
massa veldvochtig (Ma) 27,632 kg (in laboratorium bepaald)<br />
massa droog (Mva) 23,689 kg (in laboratorium bepaald)<br />
verhouding (Ma/Mva) 0,857<br />
inspectie-efficiëntie (veld) 100 % (bij gaten/sleuven altijd 100%, alleen aan maaiveld 50-100%; zie tabel 3 en tekst op blz 30 NEN 5707)<br />
dichtheid van de grond/Bouwstof 2 ton/m<br />
Afmeting sleuven/gaten Geinspecteerde grond/materiaal Betrouwbaarheidsinterval (95%) Resultaten grove fractie<br />
3 gekozen waarde! (geconsolideerde grond (stortgewicht) tussen 1,5 en 2,0 ton/m3 )<br />
lengte breedte diepte- Volume efficient aantal ondergrens bovengrens gewicht asbest per soort (in gram !!) analyseresultaten<br />
traject (m gewicht stukjes (mg/kg) (mg/kg) Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal<br />
3 )<br />
sleuf/gatnr (m) (m) (m) Mlok (kg) serpentijn amfibool serpentijn amfibool serpentijn / serpentijn serpentijn amfibool amfibool<br />
gemeten gemeten gemeten gemeten gemeten gemeten mg/kg ds mg/kg ds amfibool<br />
gewicht bovengrens ondergrens gewicht bovengrens ondergrens mg/kg ds<br />
106 0,3 0,3 0,4 0,036 61,7 1 1,35 297,87 2,58 3,10 2,07 0,72 1,04 0,41 41,80 11,66 53,46 50,22 33,54 16,85 6,64<br />
0,000 0,0 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
0,000 0,0 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
0,000 0,0 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
0,000 0,0 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
0,000 0,0 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
Totalen<br />
Analyseresultaten fijne fractie < 16 mm<br />
0,0 61,7 1 1,4 297,9 Grove Fractie > 16 mm 41,80 11,66 53,46 50,22 33,54 16,85 6,64<br />
mengmonster MMA-1 Fijne Fractie < 16 mm (laboratorium) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
grond / Bouwstof Totaal 41,80 11,66 53,46 50,22 33,54 16,85 6,64<br />
Toetsing homogeniteit / heterogeniteit sleuven (zie toelichting) gewogen bovengrens gewogen ondergrens<br />
homogene asbestverdeling sleuven Concentratie gewogen ([serpentijn]+10*[amfibool])<br />
158,4 mg/kg ds 218,71 99,96<br />
Interventiewaarde / restconcentratienorm 100 mg/kg ds (gewogen)<br />
Toelichting: toetsing homogeniteit / heterogeniteit:<br />
Er is sprake van een significant verschil wanneer één van de sleufgehalten niet valt binnen de betrouwbaarheidsintervallen van de andere sleuven binnen dezelfde RE. In dat geval dient getoetst te worden aan het hoogst gemeten asbestgehalte aangetroffen in de sleuven.<br />
Asbest in grond revisie 5.0<br />
bovengrens<br />
mg/kg ds<br />
ondergrens<br />
mg/kg ds<br />
bovengrens<br />
mg/kg ds<br />
ondergrens<br />
mg/kg ds
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Postbus 2<br />
3980 CA BUNNIK<br />
Analyserapport<br />
ALcontrol B.V.<br />
Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam<br />
Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34<br />
www.alcontrol.nl<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Blad 1 van 4<br />
Uw projectnaam : <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (asbestverdacht materiaal)<br />
Uw projectnummer : 12M404.1<br />
ALcontrol rapportnummer : 11827807, versie nummer: 1<br />
Rapport verificatie nummer : DAGHADY1<br />
Rotterdam, 22-10-2012<br />
Geachte heer/mevrouw,<br />
Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project<br />
12M404.1. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben<br />
uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en<br />
het project zijn overgenomen in dit analyserapport.<br />
Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door<br />
ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL).<br />
Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 4 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger<br />
vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen<br />
vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan.<br />
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere<br />
informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u<br />
vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support.<br />
Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn.<br />
Hoogachtend,<br />
R. van Duin<br />
Laboratory Manager
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (asbestverdacht materiaal)<br />
12M404.1<br />
11827807<br />
Analyse Eenheid Q 001<br />
ASBESTONDERZOEK<br />
aangeleverd materiaal g 20.66<br />
KWANTITATIEF ASBESTONDERZOEK<br />
asbestresultaten - zie bijlage<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001 Asbestverdacht AV-106<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Blad 2 van 4<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
12-10-2012<br />
12-10-2012<br />
22-10-2012
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (asbestverdacht materiaal)<br />
12M404.1<br />
11827807<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
aangeleverd materiaal Asbestverdacht Conform NEN 5896<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
001 P5114610 11-10-2012 11-10-2012 ALC295<br />
Blad 3 van 4<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
12-10-2012<br />
12-10-2012<br />
22-10-2012
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
Monsternummer:<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (asbestverdacht materiaal)<br />
12M404.1<br />
11827807<br />
-<br />
1<br />
001<br />
Monster beschrijvingen AV-106<br />
Analyserapport<br />
Blad 4 van 4<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
12-10-2012<br />
12-10-2012<br />
22-10-2012
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Postbus 2<br />
3980 CA BUNNIK<br />
Analyserapport<br />
ALcontrol B.V.<br />
Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam<br />
Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34<br />
www.alcontrol.nl<br />
Uw projectnaam : <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (asbest in puin)<br />
Uw projectnummer : 12M404.1<br />
ALcontrol rapportnummer : 11827806, versie nummer: 1<br />
Rapport verificatie nummer : AQXCNK9L<br />
Rotterdam, 23-10-2012<br />
Geachte heer/mevrouw,<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Blad 1 van 6<br />
Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project<br />
12M404.1. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben<br />
uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en<br />
het project zijn overgenomen in dit analyserapport.<br />
Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door<br />
ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL).<br />
Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger<br />
vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen<br />
vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan.<br />
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere<br />
informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u<br />
vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support.<br />
Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn.<br />
Hoogachtend,<br />
R. van Duin<br />
Laboratory Manager
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (asbest in puin)<br />
12M404.1<br />
11827806<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Eenheid Q 001 002<br />
ASBESTONDERZOEK<br />
aangeleverd materiaal kg Q 27.632<br />
KWALITATIEF ASBESTONDERZOEK<br />
gemeten totaal<br />
asbestconcentratie<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
Asbestverdacht<br />
Asbestverdacht<br />
mg/kgds
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (asbest in puin)<br />
12M404.1<br />
11827806<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Eenheid Q 001 002<br />
Concentratie actinoliet<br />
(ondergrens)<br />
Concentratie actinoliet<br />
(bovengrens)<br />
gemeten serpentijnasbestconcentratie<br />
gemeten amfiboolasbestconcentratie<br />
Nummer Monstersoort Monsterspecificatie<br />
001<br />
002<br />
Asbestverdacht<br />
Asbestverdacht<br />
mg/kgds
C.S.O. Bunnik<br />
Dhr. R. van Rijnsoever<br />
Projectnaam<br />
Projectnummer<br />
Rapportnummer<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong> (asbest in puin)<br />
12M404.1<br />
11827806<br />
-<br />
1<br />
Analyserapport<br />
Analyse Monstersoort Relatie tot norm<br />
gemeten totaal<br />
asbestconcentratie<br />
Asbestverdacht conform NEN5707 en/of NEN5897<br />
chrysotiel Asbestverdacht Conform NEN 5896<br />
amosiet Asbestverdacht Idem<br />
crocidoliet Asbestverdacht Idem<br />
anthophylliet Asbestverdacht Idem<br />
tremoliet Asbestverdacht Idem<br />
actinoliet Asbestverdacht Idem<br />
gewogen asbestconcentratie Asbestverdacht conform NEN5707 en/of NEN5897<br />
gewogen niet-hechtgebonden<br />
asbestconcentratie<br />
ondergrens (95%<br />
betrouwb.interval)<br />
bovengrens (95%<br />
betrouwb.interval)<br />
Concentratie chrysotiel<br />
(ondergrens)<br />
Concentratie chrysotiel<br />
(bovengrens)<br />
Concentratie amosiet<br />
(ondergrens)<br />
Concentratie amosiet<br />
(bovengrens)<br />
Concentratie crocidoliet<br />
(ondergrens)<br />
Concentratie crocidoliet<br />
(bovengrens)<br />
Concentratie anthophylliet<br />
(ondergrens)<br />
Concentratie anthophylliet<br />
(bovengrens)<br />
Concentratie tremoliet<br />
(ondergrens)<br />
Concentratie tremoliet<br />
(bovengrens)<br />
Concentratie actinoliet<br />
(ondergrens)<br />
Concentratie actinoliet<br />
(bovengrens)<br />
gemeten serpentijnasbestconcentratie<br />
gemeten amfiboolasbestconcentratie<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
Asbestverdacht Idem<br />
gemeten bepalingsgrens Asbestverdacht Idem<br />
Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking<br />
001 E1005673 11-10-2012 11-10-2012 ALC291<br />
001 E1005674 11-10-2012 11-10-2012 ALC291<br />
002 E1005671 11-10-2012 11-10-2012 ALC291<br />
002 E1005672 11-10-2012 11-10-2012 ALC291<br />
Blad 4 van 6<br />
Orderdatum<br />
Startdatum<br />
Rapportagedatum<br />
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028<br />
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJ<strong>VI</strong>NG<br />
HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286<br />
Paraaf :<br />
12-10-2012<br />
12-10-2012<br />
23-10-2012
ALcontrol rapportnummer 11827806 - 1<br />
Blad 5 van 6
ALcontrol rapportnummer 11827806 - 1<br />
Blad 6 van 6
Bijlage 11: Wettelijke toetsingskader<br />
Door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is voor een groot aantal mogelijk verontreinigende stoffen een lijst met<br />
richtwaarden vastgesteld als toetsingskader voor de beoordeling van de kwaliteit van grond en grondwater. In de<br />
Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 (Staatscourant 2012, 6563), zijn voor grond<br />
interventiewaarden en voor grondwater streef- en interventiewaarden vastgesteld. De streefwaarden voor grond zijn<br />
vervangen door de achtergrondwaarden, zoals opgenomen in bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant<br />
2007, 247).<br />
De analyseresultaten van het onderhavig onderzoek zijn getoetst aan de bovengenoemde normen, te weten:<br />
Achtergrondwaarde grond: het gehalte dat is vastgesteld op basis van het gemeten gehalte van die stof zoals die<br />
voorkomt in de bodem van natuur- en landbouwgronden in Nederland, die niet zijn belast door lokale<br />
verontreinigingsbronnen;<br />
Streefwaarde grondwater: het gehalte waarbij sprake is van duurzame bodemkwaliteit. Deze referentiewaarde wordt<br />
gegeven voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico’s voor het ecosysteem;<br />
Interventiewaarde grond / grondwater: het gehalte waarbij sprake is van ernstige of dreigende ernstige vermindering<br />
van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier.<br />
Tussenwaarde (nader bodemonderzoek): gemiddelde waarde van de achtergrond- of streefwaarde en de<br />
interventiewaarde, waarbij mogelijk sprake is van ernstige of dreigende ernstige vermindering van de functionele<br />
eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier.<br />
Bij de bespreking van de analyseresultaten worden de volgende begrippen gehanteerd:<br />
• Niet verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde of streefwaarde;<br />
• Licht verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde en groter dan de achtergrondwaarde<br />
of streefwaarde;<br />
• Matig verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde en groter dan de tussenwaarde;<br />
• Sterk verontreinigd: concentratie is groter dan de interventiewaarde.<br />
De achtergrondwaarden en interventiewaarden voor grond worden berekend op basis van het humus- en lutumgehalte.<br />
Achtergrondinformatie berekeningen<br />
De achtergrondwaarden en de interventiewaarden voor grondmonsters worden berekend op basis van het humus<br />
(organische stof) en lutum- (fractie minerale bodemdeeltjes < 2 µm) gehalte, vanwege de adsorptieve eigenschappen<br />
van deze parameters. De relaties zijn vastgelegd in zogenaamde bodemtype-correctiefactoren. Voor organische stoffen<br />
(zoals minerale olie en polycyclische aromatische koolwaterstoffen - PAK) is alleen het organische stofgehalte van<br />
belang.<br />
Berekeningen interventiewaarden grond:<br />
Voor organische parameters: I(b) = I(s) * % organische stof<br />
10<br />
Voor anorganische parameters: I(b) = I(s) * A + (B% lutum) + C% organische stof<br />
A + (B25) + (C10)<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
waarbij: I(b) = berekende interventiewaarde<br />
I(s) = interventiewaarde standaardbodem (25% lutum en 10% organische stof)<br />
Voor toepassing van de bodemtypecorrectie bij achtergrondwaarden wordt in bovenstaande formules interventiewaarde<br />
-I(b) en I(s)- vervangen door streefwaarde -AW(b) en AW(s)-.<br />
Indien sprake is van een achtergrondwaarde voor een individuele stof die onder de bepalingsgrens ligt, is sprake van een<br />
overschrijding van de achtergrondwaarde indien de bepalingsgrens wordt overschreden. Dit komt bijvoorbeeld geregeld<br />
voor bij de parameter minerale olie (GC).<br />
De A, B en C-waarden zijn stofafhankelijke constanten en zijn weergegeven in onderstaande tabel:<br />
Stofnaam A B C<br />
Barium 30 5 0<br />
Cadmium 0,4 0,007 0,021<br />
Kobalt 2 0,28 0<br />
Koper 15 0,6 0,6<br />
Kwik 0,2 0,0034 0,0017<br />
Lood<br />
Molybdeen<br />
50 1 1<br />
Nikkel 10 1 0<br />
Zink 50 3 1,5<br />
PAK<br />
Voor de interventiewaarde PAK wordt geen bodemtypecorrectie toegepast voor bodems met een organisch stofgehalte<br />
tot 10% en bodems met een organisch stofgehalte boven de 30%. Voor bodems met een organisch stofgehalte tot 10%<br />
wordt een interventiewaarde van 40 mg/kg ds en voor bodems met een organisch stofgehalte vanaf 30% een<br />
interventiewaarde van 120 mg/kg ds.<br />
Tussen de 10% en 30% organische stof gehalte kan gebruik worden gemaakt van de volgende bodemcorrectieformule:<br />
I(b) = 40 * % organische stof<br />
10<br />
waarbij: I(b) = berekende interventiewaarde<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Asbest<br />
De interventiewaarde voor asbest is in de Circulaire bodemsanering vastgesteld op 100 mg/kg gewogen<br />
(serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie). Dit is gelijk aan de<br />
hergebruikswaarde volgens de Regeling bodemkwaliteit.<br />
Ernst en spoed<br />
Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien in meer dan 25 m3 bodemvolume in het geval van<br />
grond- of sedimentverontreiniging, of in meer dan 100 m3 bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging,<br />
de gemiddelde concentratie de interventiewaarde overschrijdt.<br />
Bij asbestverontreinigingen is het volumecriterium niet van belang, volgens de Circulaire bodemsanering; indien de<br />
restconcentratienorm voor asbest van 100 mg/kg gewogen wordt overschreden in de bodem, is sprake van een geval van<br />
ernstige bodemverontreiniging.<br />
De spoedeisendheid van de sanering is onder andere afhankelijk van de actuele risico's van de ernstige verontreiniging<br />
voor de volksgezondheid, het ecosysteem en verspreiding via het grondwater. Indien geen sprake is van actuele risico's,<br />
dan hebben saneringsmaatregelen geen spoed.<br />
Zorgplicht<br />
Voor bodemverontreinigingen welke zijn ontstaan na 1 januari 1987 geldt het zorgplichtartikel (artikel 13 Wet<br />
bodembescherming). Hierin wordt bepaald dat een ieder verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van<br />
hem/haar kunnen worden gevergd om aantasting van de bodem te voorkomen, danwel de bodem te saneren en de<br />
gevolgen van verontreiniging te beperken of zo veel mogelijk ongedaan te maken. De saneringsnoodzaak bij<br />
zorgplichtsaneringen is in principe onafhankelijk van de ernst van de verontreiniging of de spoedeisendheid.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bijlage 12: Grondverzet, sloop en asbest<br />
Grondverzet<br />
Grond kan om diverse redenen vrijkomen op een locatie. Voordat grond (elders) kan worden toegepast dan wel kan<br />
worden hergebruikt, dient duidelijk te zijn of het gaat om:<br />
• schone grond (vrij toepasbaar);<br />
• licht en matig verontreinigde hergebruiksgrond (kan op locatie en/of buiten de locatie worden toegepast als bodem<br />
of worden toegepast in een werk);<br />
• sterk verontreinigde grond met immobiele verontreiniging (kan onder speciale voorwaarden worden herschikt<br />
binnen het terrein);<br />
• niet toepasbare grond (dient te worden gereinigd of gestort door een hiertoe erkend bedrijf).<br />
Onderhavig bodemonderzoek is steekproefsgewijs uitgevoerd en geeft een indicatie van de kwaliteit van de grond. Voor<br />
toepassing van schone of hergebruiksgrond kan door het bevoegd gezag een partijkeuring worden vereist. Of dit nodig<br />
is kan per gemeente en per gebied verschillen. Indien gewenst kan CSO Adviesbureau aanvullend advies gegeven over<br />
hergebruik van eventueel vrijkomende grond en zonodig een partijkeuring uitvoeren.<br />
Indien sprake is van overschrijding van de interventiewaarde is voor grondverzet veelal ook een saneringsplan<br />
noodzakelijk. CSO Adviesbureau kan desgewenst aanvullend aan dit onderzoek een saneringsplan voor u opstellen en<br />
afstemmen met het bevoegde gezag.<br />
Sloop en Asbest<br />
Voor het verkrijgen van een sloopvergunning is het uitvoeren van een asbestinventarisatie verplicht. Tijdens een<br />
dergelijke inventarisatie wordt het gebouw geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbest. Aanwezige asbest kan bij<br />
sloop vrijkomen in de vorm van schadelijke vezels en zo een risico vormen voor de slopers of de omgeving. Tijdens de<br />
inventarisatie worden de risico’s in kaart gebracht.<br />
Een asbestinventarisatie dient te worden uitgevoerd conform de SC 540. Een dergelijke inventarisatie kan CSO<br />
Adviesbureau voor u uitvoeren. Desgewenst kunnen wij tevens sloopbestekken voor u opstellen en de sloop voor u<br />
begeleiden.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bijlage 13: Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen<br />
Algemeen<br />
Bodem: Drie-dimensionaal lichaam dat een deel van het bovenste gedeelte van de aardkorst beslaat en eigenschappen<br />
heeft die verschillen van het onderliggende gesteente als gevolg van interacties tussen klimaat, levende organismen<br />
(met inbegrip van menselijke activiteit), moedermateriaal en reliëf.<br />
Bodemverontreiniging: Het totale bodemvolume waarvan de concentraties van één of meer stoffen boven de<br />
streefwaarde (WBB) of lokale achtergrondwaarde liggen.<br />
Vooronderzoek: Het verzamelen van beschikbare gegevens over bodemgesteldheid, geohydrologische situatie alsmede<br />
het vroeger, huidig en toekomstig gebruik van de locatie en de directe omgeving.<br />
Verkennend bodemonderzoek: Een bodemonderzoek dat ten doel heeft met een relatief geringe onderzoeksinspanning<br />
vast te stellen of op een bepaalde locatie bodemverontreiniging aanwezig is.<br />
Nader bodemonderzoek: Onderzoek in het kader van de saneringsparagraaf van de Wet bodembescherming met als<br />
doel het vaststellen van de aard en concentraties van de verontreinigende stoffen en de omvang van de<br />
bodemverontreiniging om, in het licht van de (potentiële) mogelijkheden van blootstelling en verspreiding, te bepalen of<br />
er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en om urgentie van de sanering vast te stellen.<br />
Bodemsanering: Technische maatregelen die tot doel hebben bodemverontreiniging te verwijderen, te isoleren of te<br />
beheersen.<br />
m-mv: meter beneden het maaiveld<br />
Geohydrologie<br />
Geohydrologie: Samenhang tussen de bodem van een gebied en het gedrag (bijv. stroming) van het grondwater.<br />
Afzetting: In bepaald geologisch tijdperk ontstaan bodemmateriaal, dat door wind of water is afgezet.<br />
Deklaag: Slecht doorlatende bovenste bodemlaag.<br />
Eerste watervoerende pakket: Minst diep gelegen goed waterdoorlatende bodemlaag.<br />
Infiltratie: Het binnentreden van water in de bodem door het grondoppervlak.<br />
Inzijging: Neerwaarts gerichte grondwaterstroming.<br />
Kwel: Opwaarts gerichte grondwaterstroming.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bodemkunde<br />
Achtergrondgehalte: Gemiddeld gehalte aan een bepaalde verontreinigde stof, zoals dat algemeen in de omgeving van<br />
de locatie wordt aangetroffen.<br />
Locatiespecifieke omstandigheden: Terreinsituatie, bodemopbouw, terreingebruik e.d., die bepalend zijn voor de<br />
risico's, die een verontreiniging kan opleveren.<br />
Lutumgehalte: Gehalte aan klei in de bodem.<br />
Humusgehalte: Gehalte aan organisch stof in de bodem.<br />
Vergraven laag: Bodemlaag, die door (menselijke) activiteiten verstoord is en daardoor niet meer de oorspronkelijke<br />
gelaagdheid vertoont.<br />
Verontreinigingskenmerken: Kenmerken in de bodem, zoals afwijkende geuren en kleuren, die mogelijk duiden op de<br />
aanwezigheid van verontreinigde stoffen.<br />
Laboratoriumonderzoek<br />
Mengmonster: Grondmonster dat is samengesteld uit meerdere monsters van verschillende locaties bestemd voor<br />
chemische analyse.<br />
Chromatogram: Grafiek, die het resultaat is van een bepaalde analysemethode in het laboratorium en waarmee de aard<br />
en de concentratie van de te onderzoeken stoffen kunnen worden bepaald.<br />
Detectiegrens: Laagst meetbare gehalte/concentratie met een bepaalde analysemethode.<br />
GC/MS: Gas-chromatografie met Massa-Spectrometrie, methode om in het laboratorium aard en gehalte aan vooraf<br />
onbekende stoffen te bepalen.<br />
pH: Zuurgraad, hoe lager de pH, hoe zuurder.<br />
EC: Elektrisch geleidingsvermogen<br />
Stoffen<br />
Aromaten: Benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen zijn stoffen die behoren tot de chemische familie van de<br />
aromaten. Ze worden gewonnen uit steenkoolteer en aardolie en gebruikt als oplosmiddel voor verf, rubber, was en<br />
oliën. Ook worden aromaten toegevoegd aan brandstoffen, zoals benzine, ter verhoging van het octaangehalte.<br />
Aromaten zijn vluchtig en lossen goed op in het grondwater. Ze worden in het algemeen relatief snel met het<br />
grondwater verspreid. Aromaten zijn biologisch redelijk afbreekbaar. Benzeen is kankerverwekkend en wordt als zeer<br />
giftig beschouwd. De overige aromaten zijn minder giftig.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
PCB’s: PCB’s zijn een uitgebreide familie van polychloorbifenylen. PCB’s zijn doorgaans wit kristallijne stoffen met<br />
een lage dampspanning en slechte oplosbaarheid in water. De stoffen lossen goed op in olie. De stoffen zijn biologisch<br />
slecht afbreekbaar en hopen op in vetweefsel. Sinds 1985 is de productie van deze stoffen verboden. Door de slechte<br />
brandbaarheid zijn deze stoffen gebruikt in de industrie als bijmenging in smeermiddel en koelvloeistoffen in<br />
transformatoren en isolatoren. Ook zijn PCB’s in het verleden gebruikt in verven en lakken. De stoffen zijn carcinogeen<br />
en kunnen o.a. leverschade veroorzaken. De giftigheid verschilt per verbinding.<br />
Halogeenkoolwaterstoffen: Halogeenkoolwaterstoffen zijn vluchtige organische verbindingen waarin één of meer<br />
chloor- of broomatomen voorkomen. Zij worden veel gebruikt als ontvettingsmiddel voor metalen, als verfafbijtmiddel,<br />
als chemisch reinigingsmiddel ('dry-cleaning'), als brandblusmiddel of als oplosmiddel voor verf, lak of lijm.<br />
Halogeenkoolwaterstoffen zijn zeer vluchtig en goed oplosbaar in grondwater. Omdat deze stoffen zwaarder zijn dan<br />
water kunnen ze tot zeer diep in de bodem doordringen. Halogeenkoolwaterstoffen zijn biologisch afbreekbaar.<br />
Halogenen zijn giftig. Acute effecten zijn geïrriteerde slijmvliezen en een narcotisch effect. Bij langdurige blootstelling<br />
kan schade aan het (centrale) zenuwstelsel optreden.<br />
Minerale olie: Minerale olie bestaat uit een mengsel van koolwaterstofketens met een lengte van 10 (C-10) tot 40 (C-<br />
40) koolstofatomen en wordt gewonnen uit aardolievelden. Onder minerale olie worden verstaan: brandstoffen (diesel,<br />
benzine, huisbrandolie, stookolie), smeerolie, motorolie, snij-en walsolie, oplosmiddelen (terpentine, thinner) en<br />
teerolie. Aan het voorkomen en de verdeling van de ketenlengtes kan men zien om wat voor olie het gaat. Lichte<br />
oliesoorten als thinner en benzine zijn zeer vluchtig, relatief goed oplosbaar en vrij mobiel in de bodem. Zware<br />
oliesoorten zijn minder vluchtig en veel minder mobiel in de bodem. Minerale olie is redelijk goed biologisch<br />
afbreekbaar. Minerale olie is in vergelijking tot de overige hier genoemde stoffen weinig giftig, maar kan wel<br />
stankoverlast en hoofdpijnklachten veroorzaken.<br />
PAK's: PAK staat voor Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen; voorbeelden zijn naftaleen en benzo(a)pyreen.<br />
PAK's zijn roetachtige stoffen, die ontstaan bij de onvolledige verbranding van koolwaterstoffen, bijvoorbeeld bij de<br />
productie van cokes of steenkoolgas. PAK's worden toegepast bij de productie van rubber, verf, kunststoffen, lakken,<br />
minerale oliën en teer- en asfaltproducten. In de uitlaatgassen van motoren komen PAK als roetdeeltjes voor. In<br />
verkeersrijke gebieden worden daarom vaak relatief hoge achtergrondgehalten in de bodem aangetroffen. PAK's zijn<br />
niet vluchtig, vrijwel onoplosbaar in grondwater en zeer slecht biologisch afbreekbaar. Ze worden niet tot nauwelijks<br />
met grondwater verspreid. Sommige PAK's, waaronder benzo(a)pyreen, zijn kankerverwekkend en giftig en komen<br />
daarom op de zwarte lijst voor.<br />
Zware metalen: Zware metalen zijn metalen met een soortelijk gewicht groter dan 5.000 kg/m3. Voorbeelden zijn<br />
barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink. Zware metalen komen in Nederland van nature<br />
in de bodem voor in gehalten van 0,1 tot maximaal ongeveer 100 mg/kg (achtergrondwaarden). Ze worden gebruikt in<br />
de metaalindustrie, in de galvanische industrie, in de chemische industrie als katalysator en pigment en in de<br />
elektronische industrie. Lood is tot voor kort als anti-klopmiddel aan benzine toegevoegd. In verkeersrijke gebieden<br />
worden daarom relatief hoge achtergrondgehalten lood in de grond aangetroffen. Zware metalen zijn niet vluchtig en<br />
slecht oplosbaar. Ze worden sterk gebonden aan klei- en humusdeeltjes in de grond en worden relatief langzaam<br />
getransporteerd met het grondwater. Zware metalen zijn niet biologisch afbreekbaar. De giftigheid van zware metalen<br />
loopt uiteen. Cadmium en kwik zijn vanwege hun giftigheid op de zwarte lijst geplaatst. Metalen als kobalt, koper,<br />
molybdeen en zink vervullen een belangrijke rol bij de stofwisseling in het menselijk lichaam en zijn pas giftig bij<br />
relatief hoge doses. Meestal gaat het bij de giftigheid ook om de combinatie van diverse stoffen. Bariumzouten kunnen<br />
giftig zijn. Dit hangt echter samen met de oplosbaarheid van dit zout.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bijlage 14: Foto’s van de locatie<br />
Foto 1:<br />
Foto 3:<br />
foto-hoogte 5,3 cm<br />
foto-hoogte 5,3 cm<br />
Foto 2:<br />
Foto 4:<br />
Foto 5: Foto 6:<br />
foto-hoogte 5,3 cm<br />
foto-hoogte 5,3 cm<br />
foto-hoogte 5,3 cm foto-hoogte 5,3 cm<br />
Projectnummer 12M404.1
Bijlage 15: Achtergronden bij het infiltratieonderzoek<br />
Achtergronden bij de infiltratiecapaciteit van de bodem<br />
De infiltratiecapaciteit van de ondergrond verschilt per type ondergrond. Bij de dimensionering van een<br />
infiltratievoorziening is het van belang uit te gaan van een zo correct mogelijke inschatting van de infiltratiecapaciteit.<br />
Infiltratietesten zijn een hulpmiddel om een inschatting te maken van de infiltratiecapaciteit van de ondergrond.<br />
De ondergrond bestaat uit een onverzadigde en een verzadigde zone. De doorlaatbaarheid (of doorlatendheid of<br />
infiltratiecapaciteit) van beide zones wordt gekarakteriseerd door de hydraulische geleidbaarheid K. In de verzadigde<br />
zone is de hydraulische geleidbaarheid een constante (Ksat), in de onverzadigde zone is dit niet het geval. In de<br />
onverzadigde zone speelt de zuigcapaciteit van de bodem een belangrijke rol en is de hydraulische geleidbaarheid een<br />
functie van die zuigcapaciteit, die op haar beurt weer een functie is van het watergehalte van de bodem. Zo zal bij een<br />
initieel drogere bodem de infiltratiesnelheid groter zijn dan bij een initieel vochtige bodem. De infiltratiesnelheid zal<br />
afnemen naarmate het watergehalte in de bodem stijgt, totdat de bodem verzadigd raakt en de infiltratiesnelheid een<br />
constante waarde benadert.<br />
De infiltratiecapaciteit van een droge bodem is veel groter dan de infiltratiecapaciteit van een volledig verzadigde<br />
bodem. Dit betekent dat het beter is te voorkomen dat de infiltratie leidt tot langdurige vernatting, omdat dit de<br />
effectiviteit van een infiltratievoorziening sterk vermindert. Bij de interpretatie van infiltratiemetingen als door ons<br />
uitgevoerd (“omgekeerde boorgatmethode”) wordt met bovengenoemde processen rekening gehouden. De capaciteit<br />
van een infiltratievoorziening verminderd met de tijd door dichtslibbing, een goede aanleg en onderhoud zijn<br />
noodzakelijk om de infiltratiecapaciteit te blijven garanderen.<br />
De infiltratiecapaciteit van de bodem is tevens afhankelijk van de grondwaterstand. Met name in de winterperiode<br />
kunnen hoge grondwaterstanden voorkomen. De Europese Norm hemelwater binnen de perceelgrens [CEN, 2000, in<br />
voorbereiding] gaat uit van een minimale dikte van 0,70 meter onverzadigde zone boven het hoogste niveau van de<br />
grondwaterspiegel (GHG).<br />
Uitgevoerd onderzoek<br />
Om een representatief beeld van de doorlatendheid van de bodem binnen het plangebied te verkrijgen zijn drie<br />
infiltratieproeven ruimtelijk over het gebied verdeeld.<br />
De boringen zijn doorgezet tot een diepte van 3 m-mv. Per boring is een boorbeschrijving conform NEN-5104<br />
opgesteld. De positie van de in dit onderzoek verrichte boringen zijn ingemeten ten opzichte van een vast punt.<br />
In het proefgat is een HDPE-filter van 2 meter geplaatst (volledig geperforeerd, diameter 63 mm). Het filtermateriaal<br />
zorgt ervoor dat het boorgat niet instort tijdens de proef. Allereerst is de grond rondom het filter verzadigd door een<br />
ruime hoeveelheid water via het filter te laten infiltreren, waarbij het boorgat enige tijd volledig vol water staat<br />
(voorbenatten).<br />
Nadat de bodem verzadigd is, is per boring een infiltratieproef uitgevoerd. Ter verificatie van de betrouwbaarheid van<br />
de resultaten is bij alle infiltratiemeting een duplo-bepaling uitgevoerd.<br />
De uitgevoerde proef is een niet steady-state infiltratieproef (zogenaamde “omgekeerde boorgatmethode”) waarmee de<br />
verzadigde doorlatendheid wordt bepaald. Vanwege de praktisch zeer moeilijk uit te voeren steady-state proef (constant<br />
debiet en waterpeil) is gekozen voor de niet steady-state infiltratieproef waarbij het waterniveau in het boorgat afneemt<br />
in de tijd.<br />
Bij de proef wordt het filter in het boorgat wordt wederom gevuld met water waarna door middel van een datalogger de<br />
snelheid wordt bepaald waarmee het water uit het boorgat de bodem in zakt. De datalogger (diver) meet maximaal elke<br />
twee seconden de hoogte van de waterkolom in het boorgat.<br />
Op basis van de metingen wordt de doorlatendheid van de bodem bepaald. Daarnaast kan op basis van de spreiding in<br />
de doorlatendheid tussen de meetpunten worden bekeken hoe homogeen de bodem op de onderzoekslocatie is.<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Berekening K-waarde<br />
Het debiet van het water dat uit het boorgat de bodem inloopt volgt uit de volgende vergelijking van Darcy:<br />
2 dh<br />
Q ( t)<br />
= K * A(<br />
t)<br />
= −π<br />
* r *<br />
dt<br />
met: K = doorlatendheid (m/sec)<br />
A = oppervlakte waarover water infiltreert in de bodem (m 2 )<br />
h = waterniveau in het boorgat (m)<br />
t = tijd (s)<br />
Integratie van deze vergelijking leidt tot de vergelijking:<br />
( ln(<br />
h(<br />
t)<br />
) )<br />
Δ()<br />
t<br />
r − Δ<br />
K = *<br />
2<br />
Beide vergelijkingen veronderstellen dus een lineair verband tussen ln(h) en de tijd. Dit blijkt voor deze metingen<br />
inderdaad op te gaan. In de in bijlage 16 opgenomen grafieken is ln(h) tegen de tijd uitgezet. De mate waarin het lineair<br />
verband aanwezig is wordt door middel van de regressie lijn (rode lijn) weergegeven.<br />
De berekening van de hydraulische geleidbaarheid in de verzadigde zone(Ksat), opgenomen in tabel 4.6, volgt uit de<br />
onderstaande vergelijking (die is afgeleid van bovenvermelde vergelijking van Darcy:<br />
Ksat = (rc/2)*((ln(h(t1))-ln(h(t2)))/(t2-t1))<br />
Ksat = verzadigde horizontale doorlatendheid<br />
r(boorgat) = Straal boorgat (cm)<br />
h(t1) = hoogte waterkolom op t=1 (cm)<br />
h(t2) = hoogte waterkolom op t=2 (cm)<br />
t1 = tijdstip begin van de meting (sec)<br />
t2 = tijdstip einde van de meting (sec)<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
Bijlage 16: Infiltratiecurves<br />
12M404.1<br />
17 december 2012<br />
Definitief
LN waterkolom<br />
5,3<br />
5,25<br />
5,2<br />
5,15<br />
5,1<br />
5,05<br />
Infiltratiemeting A<br />
5<br />
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000<br />
Tijd (sec)
LN waterkolom<br />
5,3<br />
5,25<br />
5,2<br />
5,15<br />
5,1<br />
Infiltratiemeting A duplo<br />
5,05<br />
0 100 200 300 400 500 600 700 800<br />
Tijd (sec)
LN waterkolom<br />
4,8<br />
4,6<br />
4,4<br />
4,2<br />
4<br />
3,8<br />
3,6<br />
3,4<br />
Infiltratiemeting B<br />
3,2<br />
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000<br />
Tijd (sec)
LN waterkolom<br />
4,7<br />
4,6<br />
4,5<br />
4,4<br />
4,3<br />
4,2<br />
Infiltratiemeting B duplo<br />
4,1<br />
0 100 200 300 400 500 600 700 800<br />
Tijd (sec)
LN waterkolom<br />
4,61<br />
4,6<br />
4,59<br />
4,58<br />
4,57<br />
4,56<br />
4,55<br />
4,54<br />
4,53<br />
Infiltratiemeting C<br />
4,52<br />
0 200 400 600 800 1000 1200<br />
Tijd (sec)
LN waterkolom<br />
4,59<br />
4,58<br />
4,57<br />
4,56<br />
4,55<br />
4,54<br />
4,53<br />
4,52<br />
Infiltratiemeting C duplo<br />
4,51<br />
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900<br />
Tijd (sec)
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 206 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Bijlage 2 Externe veiligheid 1<br />
blad 207 van 345
Adviesgroep A<strong>VI</strong>V BV<br />
Langestraat 11<br />
7511 HA Enschede<br />
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong><br />
<strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong><br />
Project : 112136<br />
Datum : 13 december 2011<br />
Auteurs : Ing. A. Schulenberg<br />
B.S. van Holten<br />
Opdrachtgever:<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
t.a.v. P. Bos<br />
Postbus 30<br />
3990 DA <strong>Houten</strong>
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 1<br />
Inhoudsopgave<br />
1. Inleiding .......................................................................................................................... 2<br />
2. Normstelling externe veiligheid ................................................................................... 3<br />
2.1. Risicobenadering ....................................................................................................... 3<br />
2.2. Plaatsgebonden risico ............................................................................................... 4<br />
2.3. Groepsrisico .............................................................................................................. 6<br />
2.4. Ontwikkelingen in het beleid ..................................................................................... 8<br />
3. Uitgangspunten risicoberekening .............................................................................. 10<br />
3.1. RBM II ..................................................................................................................... 10<br />
3.2. Transportintensiteit .................................................................................................. 10<br />
3.3. Trajecteigenschappen ............................................................................................. 11<br />
3.4. Bebouwing ............................................................................................................... 11<br />
3.5. Overig ...................................................................................................................... 11<br />
4. Resultaten ..................................................................................................................... 12<br />
4.1. Plaatsgebonden risico ............................................................................................. 12<br />
4.2. Groepsrisico ............................................................................................................ 13<br />
4.2.1. <strong>Loerik</strong> ............................................................................................................. 13<br />
4.2.2. <strong>Pistoriusweg</strong> .................................................................................................. 15<br />
5. Conclusie ...................................................................................................................... 17<br />
Referenties ....................................................................................................................... 18<br />
Bijlage 1. Gegevens bebouwing ..................................................................................... 19
1. Inleiding<br />
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 2<br />
In de gemeente <strong>Houten</strong> is men voornemens enkele nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen te<br />
realiseren. Het gaat om de bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong>. De<br />
plangebieden zijn gelegen in de nabijheid van het spoortraject Lunetten-Geldermalsen<br />
waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Inzicht in de externe<br />
veiligheidsrisico‟s ter hoogte van de plannen is gewenst. In deze rapportage worden de<br />
resultaten van de risicoberekeningen gepresenteerd.<br />
De rapportage is al volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt de normstelling externe<br />
veiligheid voor de transportroute toegelicht. De voor de risicoberekening gehanteerde<br />
gegevens en uitgangangspunten zijn samengevat in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordten<br />
het resultaat van de berekeningen voor het spoor getoond. Hoofdstuk 5 ten slotte bevat<br />
de conclusie.
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 3<br />
2. Normstelling externe veiligheid<br />
2.1. Risicobenadering<br />
Het transport van gevaarlijke stoffen brengt risico‟s met zich mee door de mogelijkheid<br />
dat bij een ongeval gevaarlijke lading kan vrijkomen. Het risico voor personen in de<br />
omgeving wordt gevat onder het begrip externe veiligheid. Voor het transport van<br />
gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het binnenwater is een risiconormering<br />
vastgesteld [1].<br />
Een combinatie van verschillende aspecten is bepalend voor het risiconiveau voor<br />
specifieke trajecten van transportroutes:<br />
de omvang van de vervoersstroom, die mede bepalend is voor de kans op ongevallen<br />
met effecten op de omgeving;<br />
de spoorveiligheid, die eveneens bepalend is voor de kans op ongevallen;<br />
de soort van gevaarlijke stoffen, die bepalend is voor de effecten op de omgeving;<br />
het aantal mensen langs de route, dat bepalend is voor het mogelijk aantal doden.<br />
De risicobenadering externe veiligheid kent twee begrippen om het risiconiveau voor<br />
activiteiten met gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving aan te geven. Deze<br />
begrippen zijn het plaatsgebonden risico (PR, voorheen het individueel risico genoemd)<br />
en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en<br />
onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een transportroute bevindt,<br />
overlijdt door een ongeval met het transport van gevaarlijke stoffen op die route. Plaatsen<br />
met een gelijk risico kunnen door zogenaamde risicocontouren op een kaart worden<br />
weergegeven. Het PR leent zich daarmee goed voor het vaststellen van een risicozone<br />
tussen een route en kwetsbare bestemmingen, zoals woonwijken. Het GR geeft aan wat<br />
de kans is op een ongeval met tien of meer doden in de omgeving van de beschouwde<br />
activiteit. Het aantal personen dat in de omgeving van de route verblijft en de plaats waar<br />
zij verblijven is van invloed op de omvang en kans van het groepsrisico. Dit bepaalt mede<br />
de hoogte van het GR. Het GR wordt weergegeven in een grafiek, de zogeheten fNcurve.<br />
Op de verticale as van de grafiek staat de cumulatieve kans per jaar f op een<br />
ongeval met N of meer slachtoffers en op de horizontale as het aantal slachtoffers. Het<br />
GR wordt bijvoorbeeld gebruikt om vast te stellen of de woningdichtheid in een bepaald<br />
gebied nog kan worden vergroot.<br />
Beide begrippen hebben een verschillende functie. Met het PR wordt de aan te houden<br />
afstand geëvalueerd tussen de activiteit en kwetsbare functies, zoals woonbebouwing, in<br />
de omgeving. Deze risicoafstand zorgt er voor dat de individuele overlijdenskans van de<br />
burger kleiner is dan 10 -6 per jaar. Met het GR wordt in beeld gebracht of, gegeven deze<br />
afstand tussen de activiteit en kwetsbare functies, er als gevolg van een ongeval een<br />
groot aantal slachtoffers kan vallen en met welke kans, doordat er een grote groep<br />
personen blootgesteld wordt. Het GR verschaft informatie die gebruikt dient te worden bij<br />
het besluit of de risicosituatie aanvaardbaar geacht kan worden (verantwoordingsplicht<br />
GR).
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 4<br />
2.2. Plaatsgebonden risico<br />
In het kader van de risicobenadering moet de vraag worden beantwoord of er sprake is<br />
van een relatief hoog risico voor de individuele burger. Afhankelijk van de omvang van de<br />
vervoersstromen en de specifieke gevaren voor de omgeving, kan een zekere scheiding<br />
tussen transportroutes en werk- en woongebieden gewenst zijn. Bij deze vraagstelling<br />
worden de risiconormen gehanteerd, die door de rijksoverheid zijn vastgesteld [1]. In de<br />
volgende tabel wordt weergegeven welke normen voor het plaatsgebonden risico op de<br />
verschillende situaties van toepassing zijn.<br />
Situatie Vervoersbesluit<br />
Omgevingsbesluit<br />
Bestaand Grenswaarde PR 10-5 Streven naar PR 10-6 Grenswaarde PR 10-5 Streven naar PR 10-6 Nieuw Kwetsbare objecten Grenswaarde PR 10-6 Grenswaarde PR 10-6 Beperkt kwetsbare objecten Richtwaarde PR 10-6 Richtwaarde PR 10-6 Voor nieuwe situaties (een nieuwe route, een significante verandering in de<br />
transportstroom, nieuwe kwetsbare bestemmingen) geldt de PR-norm als grenswaarde.<br />
Voor bijzondere situaties wordt de mogelijkheid open gehouden om op basis van een<br />
integrale belangenafweging van deze grenswaarde af te wijken. De beslissing van het<br />
bevoegd gezag om af te wijken dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de<br />
betrokken ministeries. Voor bestaande situaties met een PR hoger dan 10 -6 wordt er naar<br />
gestreefd om aan de grens van kwetsbare bestemmingen het PR te verlagen tot het<br />
gestelde normniveau. Voor dergelijke situaties geldt het stand-still beginsel voor nieuwe<br />
ontwikkelingen. Veelal is sprake van een gegroeide situatie en is het niet altijd mogelijk<br />
om aan de norm voor nieuwe situaties te voldoen. Mogelijkheden om hogere risico‟s te<br />
reduceren kunnen zich bijvoorbeeld voordoen bij infrastructurele aanpassingen, die om<br />
andere redenen worden voorzien. Er wordt niet een op zichzelf staand saneringsbeleid<br />
gevoerd. Voor bestaande situaties is eerst van dringende sanering sprake indien<br />
kwetsbare bestemmingen binnen een gebied liggen met een PR hoger dan 10 -5 .<br />
In de circulaire is een (niet limitatieve) lijst van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten<br />
(respectievelijk categorie I en II) opgenomen:<br />
I Kwetsbaar object:<br />
a. woningen, niet zijnde woningen als bedoeld in categorie II onder a;<br />
b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag,<br />
van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:<br />
1°. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;<br />
2°. scholen;<br />
3°. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;<br />
c. gebouwen waarin grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag<br />
aanwezig zijn, zoals:<br />
1°. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m 2<br />
per object;
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 5<br />
2°. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk<br />
bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m 2 bedraagt en winkels met een totaal bruto<br />
vloeroppervlak van meer dan 2000 m 2 per object, voor zover in die complexen of in<br />
die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;<br />
d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50<br />
personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;<br />
II Beperkt kwetsbaar object:<br />
a. 1°. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee<br />
woningen per hectare;<br />
2°. dienst- en bedrijfswoningen van derden;<br />
3°. lintbebouwing, voor zover deze loodrecht of nagenoeg loodrecht is gelegen op de<br />
contouren van het plaatsgebonden risico van een route of tracé;<br />
b. kantoorgebouwen, voor zover zij niet in categorie I onder c vallen;<br />
c. hotels en restaurants, voor zover zij niet in categorie I onder c vallen;<br />
d. winkels, voor zover zij niet in categorie I onder c vallen;<br />
e. sporthallen, zwembaden en speeltuinen;<br />
f. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor<br />
zover zij niet in categorie I onder d vallen;<br />
g. bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet in categorie I onder c vallen;<br />
h. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden<br />
uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven,<br />
het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor<br />
zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten<br />
zijn, en<br />
i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of<br />
elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die<br />
objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen<br />
vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;<br />
j. objecten, zoals wegrestaurants over of naast een weg en passagiersstations, die een<br />
functionele binding hebben met de risico opleverende activiteit.<br />
III Objecten kwetsbaar, noch beperkt kwetsbaar:<br />
Inrichtingen en de daarbij behorende objecten in de zin van de Wet milieubeheer waarin<br />
gevaarlijke stoffen in voor de externe veiligheid niet te verwaarlozen hoeveelheden<br />
aanwezig zijn of kunnen zijn. Het gaat daarbij in ieder geval om:<br />
a. een inrichting waarop het Besluit risico‟s zware ongevallen 1999 van toepassing is;<br />
b. een inrichting die bestemd is voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke<br />
stoffen, al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten;<br />
c. een door de minister van VROM bij regeling aangewezen spoorwegemplacement dat<br />
wordt gebruikt voor het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen;<br />
d. andere door de minister van VROM bij regeling aangewezen categorieën van<br />
inrichtingen dan inrichtingen als bedoeld onder a tot en met c, waarvan het<br />
plaatsgebonden risico hoger is of kan zijn dan 10 -6 , niet zijnde inrichtingen waarvoor<br />
regels gelden krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer;<br />
e. een LPG-tankstation als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit LPGtankstations<br />
milieubeheer;
2.3. Groepsrisico<br />
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 6<br />
f. een inrichting waar gevaarlijke stoffen, gevaarlijke afvalstoffen of bestrijdingsmiddelen<br />
in emballage worden opgeslagen in een hoeveelheid van meer dan 10.000 kg per<br />
opslaggebouw, niet zijnde een inrichting als bedoeld in onderdeel a of d;<br />
g. een inrichting waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is met een inhoud van<br />
meer dan 400 kg ammoniak, niet zijnde een inrichting als bedoeld in onderdeel a of d;<br />
h. vervoersassen.<br />
Objecten die tot de hierboven genoemde inrichtingen behoren of een functionele binding<br />
daarmee hebben, zoals een bedrijfskantoor, een kantine of een aan het bedrijf verbonden<br />
school, vallen niet in deze categorie. Deze objecten moeten overigens wel worden<br />
betrokken bij de berekening van het groepsrisico.<br />
Het GR wordt voor het gehele relevante gebied berekend voor de uitgangssituatie en<br />
voor de situatie, waarbij het planvoornemen gerealiseerd is. Het bestaande groepsrisico<br />
en de toename daarvan worden zo inzichtelijk. Daar waar het gaat om het stellen van<br />
randvoorwaarden in de ruimtelijke ordening wordt, om het werkbaar te houden, het<br />
afwegingsgebied gemaximaliseerd tot 200 meter van de route cq. het tracé. In het<br />
aangegeven gebied is bebouwing dus wel toegestaan maar is de dichtheid van<br />
bebouwing soms gelimiteerd vanwege de hoogte van het groepsrisico.<br />
Het groepsrisico wordt bepaald per kilometer route en vergeleken met de<br />
oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico is per km-route of -tracé<br />
bepaald op 10 -2 / N 2 , dat wil zeggen een frequentie (f) van 10 -4 /jr voor 10 slachtoffers (N),<br />
10 -6 /jr voor 100 slachtoffers, etc. en geldt vanaf het punt met 10 slachtoffers. In figuur 2<br />
is ter illustratie van het bovenstaande een voorbeeld van een fN-curve en de<br />
oriëntatiewaarde gegeven.<br />
Berekende risico‟s worden getoetst aan de oriëntatiewaarde. Bij een overschrijding van<br />
de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of een toename van het groepsrisico, ook als<br />
hierbij de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden, moeten beslissingsbevoegde<br />
overheden het groepsrisico betrekken bij de vaststelling van het vervoersbesluit of<br />
omgevingsbesluit. Dit is in het bijzonder van belang in verband met aspecten van<br />
zelfredzaamheid, hulpverlening en de rampbestrijding.<br />
Het begrip oriëntatiewaarde houdt in dat het bevoegd gezag daarvan gemotiveerd kan<br />
afwijken. Het (lokale) bevoegd gezag besluit mede op grond van de toetsing of er<br />
risicoreducerende maatregelen toegepast moeten worden, bijvoorbeeld het vergroten van<br />
de afstand tussen de route en de woonbebouwing of het beperken van de<br />
woningdichtheid in een bepaald bebouwingsgebied. Er moet sprake zijn van een<br />
openbare en goed inzichtelijke belangenafweging, waarin moet zijn aangegeven waarom<br />
in het specifieke geval de gekozen maatregelen zijn toegepast en voldoende bevonden.<br />
De uitkomst van de belangenafweging is vatbaar voor beroep. Dit traject wordt aangeduid<br />
als de verantwoordingsplicht groepsrisico.
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 7<br />
Cumulatieve frequentie [/jr]<br />
1.0E-04<br />
1.0E-05<br />
1.0E-06<br />
1.0E-07<br />
1.0E-08<br />
1.0E-09<br />
Groepsrisico per km transportroute<br />
Voorbeeld<br />
fN-curve<br />
1.0E-10<br />
1 10 100 1000<br />
Aantal slachtoffers<br />
Figuur 1. Voorbeeld groepsrisico transportroute<br />
Oriëntatie<br />
waarde<br />
Er moet altijd worden nagegaan of door het treffen van maatregelen niet alsnog aan de<br />
oriëntatiewaarde kan worden voldaan of dat de toename van het groepsrisico niet kan<br />
worden verminderd. Als dit niet mogelijk blijkt te zijn, dan dient in overleg met betrokken<br />
overheden te worden gestreefd naar een zo laag mogelijk risico uit hoofde van het<br />
ALARA-beginsel (As Low As Reasonably Achievable).<br />
Het betrokken bestuursorgaan moet, al dan niet in verband met de totstandkoming van<br />
een besluit, expliciet aangeven hoe de diverse factoren zijn beoordeeld en eventuele in<br />
aanmerking komende maatregelen zijn afgewogen. Daarbij moet steeds in overleg<br />
worden getreden met andere betrokken overheden over de te volgen aanpak en dient het<br />
bestuur van de regionale brandweer in de gelegenheid te worden gesteld advies uit te<br />
brengen over het groepsrisico, de zelfredzaamheid en de mogelijkheden tot<br />
voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar<br />
ongeval. In de motivering bij het betrokken besluit moeten de volgende gegevens worden<br />
opgenomen:<br />
Beschrijving huidig en toekomstig GR<br />
het groepsrisico;<br />
indien van toepassing: het eerder vastgestelde groepsrisico;<br />
een aanduiding van het invloedsgebied;<br />
de aanwezige dichtheid van personen en de in de toekomst redelijkerwijs<br />
voorzienbare dichtheid per hectare in dit invloedsgebied;<br />
een aanduiding van de vervoersstromen, in termen van de aard en de omvang van<br />
gevaarlijke stoffen die specifiek bijdragen aan de overschrijding van de
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 8<br />
oriëntatiewaarde, alsmede een aanduiding in hoofdlijnen van de bijdrage van de<br />
verschillende transportstromen aan het groepsrisico;<br />
een aanduiding van de redelijkerwijs voorzienbare vervoerstromen in de toekomst met<br />
in begrip van een aanduiding van de invloed daarvan op het groepsrisico;<br />
de bijdrage in hoofdlijnen van de aanwezige en van de redelijkerwijs voorzienbare<br />
toekomstige (beperkt) kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico;<br />
Bronmaatregelen en RO-maatregelen<br />
de mogelijkheden tot beperking van het groepsrisico, zowel nu als in de toekomst, met<br />
betrekking tot het vervoer en de ruimtelijke ontwikkelingen en de voor- en nadelen<br />
hiervan;<br />
Beheersbaarheid<br />
de mogelijkheden van de voorbereiding op de bestrijding van en de beperking van de<br />
omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen<br />
en zware ongevallen;<br />
Zelfredzaamheid<br />
de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de route<br />
of het tracé om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval<br />
voordoet.<br />
2.4. Ontwikkelingen in het beleid<br />
De risico‟s en aandachtspunten in deze rapportage zijn berekend en gesignaleerd op<br />
basis van het huidige externe veiligheidsbeleid. Het huidige beleid over de afweging van<br />
veiligheidsbelangen in relatie tot de omgeving is zoals in het voorgaande beschreven<br />
gestoeld op een risicobenadering. Het externe veiligheidsbeleid voor transport is in<br />
ontwikkeling. In de Nota vervoer gevaarlijke stoffen staat een voorstel voor een<br />
samenhangende visie op ruimte en vervoer leidend tot duurzame veiligheid [2]. Er wordt<br />
daartoe op dit moment onder andere gewerkt aan een basisnet voor de modaliteit spoor.<br />
Ten behoeve van de juridische verankering van het Basisnet is een wijziging van de Wet<br />
vervoer gevaarlijke stoffen in voorbereiding, waarin de regels voor de vervoerszijde zullen<br />
worden opgenomen. Tevens wordt gewerkt aan het Besluit transportroutes externe<br />
veiligheid (Btev), waarin voor de zijde van de ruimtelijke ordening regels zullen worden<br />
opgenomen voor onder meer het plaatsgebonden risico, het groepsrisico en het<br />
zogenoemde plasbrandaandachtsgebied (PAG) [3].<br />
Het traject Lunetten-Geldermalsen is onderdeel van het nog vast te stellen Basisnet<br />
Spoor. Ook hiervoor worden de begrippen gebruiksruimte en plasbrandaandachtsgebied<br />
gehanteerd. Aan de vervoerszijde worden de begrenzingen voor de risico‟s als gevolg<br />
van het vervoer neergelegd in een vaste, niet veranderlijke (vervoer-)gebruiksruimte. Aan<br />
de bebouwingszijde worden de ruimtelijke beperkingen neergelegd in een vaste, niet<br />
veranderlijke veiligheidszone. Naar het zich laat aanzien gaat langs spoorlijnen waarover<br />
zeer brandbare vloeistoffen vervoerd (kunnen) worden een plasbrandaandachtsgebied<br />
gelden van 30 meter aan weerszijden van de spoorbaan.<br />
Met betrekking tot het plaatsgebonden risico en het groepsrisico in het Btev zijn de meest<br />
in het oog lopende verschillen met de Circulaire RnVGS:
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 9<br />
Plaatsgebonden Risico<br />
Het bevoegd gezag houdt bij de vaststelling van een ruimtelijk rekening met de<br />
grenswaarde 10 -6 per jaar voor kwetsbare objecten, door zoveel mogelijk de afstand toe<br />
te passen die in bijlage 2 van het Btev bij de desbetreffende transportroute zal worden<br />
aangegeven. Voor deze transportroutes is een berekening van het plaatsgebonden risico<br />
niet nodig.<br />
Groepsrisico<br />
Het groepsrisico hoeft niet verantwoord te worden als kan worden aangetoond dat het<br />
toekomstige groepsrisico:<br />
niet hoger is dan 0.1 maal de oriëntatiewaarde, of<br />
niet meer dan 10% toeneemt ten opzichte van de situatie vóór vaststelling van het<br />
ruimtelijk besluit en het groepsrisico na vaststelling van het besluit onder de<br />
oriëntatiewaarde blijft.
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 10<br />
3. Uitgangspunten risicoberekening<br />
3.1. RBM II<br />
Het risico van het transport wordt berekend met RBM II versie 1.3, ontwikkeld in opdracht<br />
van Rijkswaterstaat voor evaluatie van transportroutes [4]. Voor de berekening zijn de<br />
volgende gegevens nodig:<br />
De transportintensiteit van gevaarlijke stoffen.<br />
Trajecteigenschappen zoals de uitstromingsfrequentie, de kans per voertuigkilometer<br />
dat een tankwagen of spoorketelwagen met gevaarlijke stoffen betrokken raakt bij<br />
een ongeval zodanig dat er uitstroming van de stof optreedt.<br />
Het aantal personen dat langs de route blootgesteld wordt aan de gevolgen van een<br />
ongeval. De bevolkingsdichtheden worden aangegeven in vlakken langs de route met<br />
een uniforme dichtheid per vlak.<br />
3.2. Transportintensiteit<br />
Voor de huidige vervoerssituatie is gebruik gemaakt van de realisatiecijfers 2010 [5].<br />
Voor de toekomstige situatie is uitgegaan van de beleidsvrije marktverwachting 2020 en<br />
het ontwerp Basisnet Spoor van augustus 2011 [6, 7]. Er is aangenomen dat het<br />
transport voor 33% gedurende de dag en voor 67% gedurende de nacht plaatsvindt.<br />
Tabel 2 toont de jaarintensiteit van beladen spoorketelwagens op baanvak 80.<br />
Hoofdcategorie Stofcat. Voorbeeldstof Realisatie MV 2020 ontwerp<br />
2010<br />
Basisnet<br />
Brandbaar gas A Propaan 3850 600 600<br />
Toxisch gas B2 Ammoniak 0 200 200<br />
B3 Chloor 0 0 0<br />
Brandbare vloeistof C3 Pentaan 250 1200 2750<br />
Toxische vloeistof D3 Acrylnitril 0 200 200<br />
D4 Acroleïne 30 100 100<br />
Tabel 1. Jaarintensiteit spoortraject Lunetten-Geldermalsen (80)<br />
Koude/warme BLEVE<br />
Het groepsrisico wordt met name bepaald door het transport van brandbare tot vloeistof<br />
verdichte gassen, zoals LPG. Het ongevalscenario dat in de regel het meest bijdraagt<br />
aan het groepsrisico is de zogenaamde BLEVE.<br />
Een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) is de fysische explosie van een<br />
tot vloeistof verdicht gas door het bezwijken van de spoorketelwagen. Een gedeelte van<br />
de expanderende vloeistof gaat daarbij vrijwel instantaan over in dampvorm. Bij directe<br />
ontsteking ontstaat dan een paddestoelvormige vuurbal.
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 11<br />
Het bezwijken van de ketelwagen kan veroorzaakt worden door een mechanische<br />
beschadiging of door externe verhitting van de wagen ten gevolge van een brand. In het<br />
eerste geval spreekt men van een “koude” BLEVE, in het tweede geval van een “warme”<br />
BLEVE. Wanneer de ketelwagen van buiten af wordt aangestraald, stijgt de inwendige<br />
dampdruk en verzwakt tegelijkertijd het staal van de wand. De wagen bezwijkt dan bij<br />
een verhoogde druk. In dat geval spreekt men van een “warme” BLEVE.<br />
Aangenomen wordt dat een warme BLEVE alleen kan optreden als in dezelfde trein<br />
naast tot vloeistof verdichte gassen ook zeer brandbare vloeistoffen worden vervoerd.<br />
Een dergelijke trein wordt een bonte trein genoemd. Binnen het Basisnet Spoor bestaat<br />
een voorkeur voor het warme BLEVE-vrij samenstellen van treinen.<br />
De schadeafstand van een warme BLEVE is groter dan van een koude BLEVE. In bonte<br />
treinen kunnen wagens met brandbare vloeistoffen en tot vloeistof verdichte gassen<br />
naast elkaar voorkomen. Een brand van een lekkende vloeistofwagen kan dan een<br />
gaswagen aanstralen met mogelijk een warme BLEVE tot gevolg.<br />
Voor de situatie te <strong>Houten</strong> zijn, conform de berekeningswijze in het Rekenprotocol Spoor<br />
[9], voor stofcategorie A de volgende warme/koude BLEVE-verhoudingen berekend:<br />
Realisatie 2010 : 0.24<br />
Marktverwachting 2020 : 2.11<br />
Ontwerp Basisnet Spoor : 0<br />
3.3. Trajecteigenschappen<br />
3.4. Bebouwing<br />
3.5. Overig<br />
Het traject is gedefinieerd met een breedte (de afstand tussen de as van de buitenste<br />
sporen) van 9 meter. In de berekeningen is uitgegaan van de gemiddelde<br />
ongevalsfrequentie van 6.07 10 -8 per wagenkilometer. Verder is uitgegaan van een<br />
baanvaksnelheid met hoge snelheid (> 40 km/uur). De ligging van het beschouwde traject<br />
wordt getoond in figuur 6.<br />
Voor de inventarisatie van personen is gebruik gemaakt van het populatiebestand voor<br />
groepsrisicoberekeningen, een internetapplicatie die in opdracht van het Ministerie van<br />
VROM is ontwikkeld [8]. Daarnaast zijn gegevens afgeleid uit bevolkingsgegevens<br />
volgens het Basisnet Spoor. De aanwezigheidsgegevens binnen het plangebied zijn<br />
geleverd door de opdrachtgever. In bijlage 1 is een gedetailleerd overzicht van de<br />
gebieden en aantallen personen opgenomen.<br />
Voor de meteogegevens is gekozen voor weerstation Soesterberg.
4. Resultaten<br />
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 12<br />
4.1. Plaatsgebonden risico<br />
In geen van de beschouwde situaties hebben de berekeningen geleid tot een contour<br />
voor de grenswaarde van 1.0 10 -6 /jr. Het plaatsgebonden risico vormt daarmee geen<br />
belemmeringen voor de bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong>. Figuur 2 toont de<br />
ligging van de plaatsgebonden risicocontouren voor de transportintensiteit ontwerp<br />
Basisnet Spoor.<br />
Figuur 2. Ligging plaatsgebonden risicocontouren, transport ontwerp Basisnet Spoor,<br />
gridgrootte is 500 m<br />
1.0 10 -7 /jr<br />
1.0 10 -8 /jr
4.2. Groepsrisico<br />
4.2.1. <strong>Loerik</strong><br />
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 13<br />
Het groepsrisico is berekend voor een huidige en twee toekomstige vervoerssituaties.<br />
Figuur 3 toont de GR-curven voor de vervoerssituaties realisatiecijfers 2010 en ontwerp<br />
Basisnet Spoor.<br />
Figuur 3. Groepsrisicocurven <strong>Loerik</strong><br />
1. Realisatie 2010, situatie zonder <strong>Loerik</strong><br />
2. Realisatie 2010, situatie met <strong>Loerik</strong><br />
5. ontwerp Basisnet Spoor, situatie zonder <strong>Loerik</strong><br />
6. ontwerp Basisnet Spoor, situatie met <strong>Loerik</strong><br />
Figuur 4 vat het berekeningsresultaat voor het ontwerp Basisnet Spoor op een andere<br />
wijze samen. In de figuur is het gedeelte van het traject dat het kilometervak met het<br />
maximale groepsrisico omvat weergegeven met blauwe cirkels. Geel gemarkeerd zijn de<br />
ongevalspunten die de grootste bijdrage leveren aan het groepsrisico van dit<br />
kilometervak.
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 14<br />
Figuur 4. Kilometer hoogste groepsrisico, transport ontwerp Basisnet Spoor, gridgrootte<br />
is 1000 m<br />
: Deel van het traject dat het kilometervak met het hoogste groepsrisico<br />
bevat en een aanduiding van de grootte van dit groepsrisico. Geel gekleurd<br />
is groter dan 0.1 x, maar kleiner dan 1 x de oriëntatiewaarde.<br />
: Ongevalspunten met de grootste bijdrage aan het groepsrisico van dit<br />
kilometervak.<br />
: Overige deel van het traject met een groepsrisico groter dan 0.1 x, maar<br />
kleiner dan 1 x de oriëntatiewaarde.<br />
: Overige deel van het traject met een groepsrisico kleiner dan 0.1 x de<br />
oriëntatiewaarde.<br />
Het ongevalspunt met de grootste bijdrage aan het groepsrisico ligt ter hoogte van<br />
bevolkingsvlak 9 (zie ook bijlage 1). Op basis van de aangeleverde GIS-ondergrond van<br />
de gemeente <strong>Houten</strong> dichter bij het spoor gesitueerd dan in de berekeningen voor het<br />
Basisnet Spoor. Hierdoor wordt een groepsrisico berekend van 0.63 keer de<br />
orientatiewaarde in plaats van 0.13 keer.<br />
Tabel 2 toont de mate van overschrijding van de oriëntatiewaarde. Er is aangegeven<br />
hoeveel de berekende frequentie op een bepaald aantal slachtoffers maximaal afwijkt<br />
van de oriëntatiewaarde. Een waarde van bijvoorbeeld 0.63 betekent dat het berekende
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 15<br />
GR over de gehele curve voor een zeker aantal slachtoffers meer dan 1.5 keer kleiner is<br />
dan de oriëntatiewaarde.<br />
4.2.2. <strong>Pistoriusweg</strong><br />
Situatie Intensiteit vervoer Omgeving Factor Bij aantal<br />
gevaarlijke stoffen t.o.v. OW slachtoffers<br />
1 Realisatie 2010 zonder <strong>Loerik</strong> 10.5 2711<br />
2 Realisatie 2010 met <strong>Loerik</strong> 10.5 2711<br />
3 Marktverwachting 2020 zonder <strong>Loerik</strong> 13.1 2862<br />
4 Marktverwachting 2020 met <strong>Loerik</strong> 13.1 2862<br />
5 ontwerp Basisnet Spoor zonder <strong>Loerik</strong> 0.63 913<br />
6 ontwerp Basisnet Spoor met <strong>Loerik</strong> 0.63 913<br />
Tabel 2. Groepsrisico <strong>Loerik</strong> als factor ten opzichte van de oriëntatiewaarde (OW)<br />
Het groepsrisico is berekend voor een huidige en twee toekomstige vervoerssituaties.<br />
Tabel 3 toont de mate van overschrijding van de oriëntatiewaarde. Er is aangegeven<br />
hoeveel de berekende frequentie op een bepaald aantal slachtoffers maximaal afwijkt<br />
van de oriëntatiewaarde. Een waarde van bijvoorbeeld 0.63 betekent dat het berekende<br />
GR over de gehele curve voor een zeker aantal slachtoffers meer dan 1.5 keer kleiner is<br />
dan de oriëntatiewaarde. Figuur 3 toont de GR-curven voor de onderscheiden situaties.<br />
Figuur 5 toont de GR-curven voor de vervoerssituaties realisatiecijfers 2010 en ontwerp<br />
Basisnet Spoor.<br />
Situatie Intensiteit vervoer Omgeving Factor Bij aantal<br />
gevaarlijke stoffen t.o.v. OW slachtoffers<br />
1 Realisatie 2010 zonder <strong>Pistoriusweg</strong> 10.5 2711<br />
2 Realisatie 2010 met <strong>Pistoriusweg</strong> 10.5 2711<br />
3 Marktverwachting 2020 zonder <strong>Pistoriusweg</strong> 13.1 2862<br />
4 Marktverwachting 2020 met <strong>Pistoriusweg</strong> 13.1 2862<br />
5 ontwerp Basisnet Spoor zonder <strong>Pistoriusweg</strong> 0.63 913<br />
6 ontwerp Basisnet Spoor met <strong>Pistoriusweg</strong> 0.63 913<br />
Tabel 3. Groepsrisico <strong>Pistoriusweg</strong> als factor ten opzichte van de oriëntatiewaarde<br />
(OW)
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 16<br />
Figuur 5. Groepsrisicocurven <strong>Pistoriusweg</strong><br />
1. Realisatie 2010, situatie zonder <strong>Pistoriusweg</strong><br />
2. Realisatie 2010, situatie met <strong>Pistoriusweg</strong><br />
5. ontwerp Basisnet Spoor, situatie zonder <strong>Pistoriusweg</strong><br />
6. ontwerp Basisnet Spoor, situatie met <strong>Pistoriusweg</strong>
5. Conclusie<br />
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 17<br />
Het externe veiligheidsrisico door het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor ter<br />
hoogte van de bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> is berekend.<br />
Plaatsgebonden risico<br />
De berekeningen voor het spoor hebben niet geleid tot een contour voor de grenswaarde<br />
van 1.0 10 -6 /jr. Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor de<br />
bestemmingsplannen.<br />
Groepsrisico<br />
Het groepsrisico hangt sterk af van de veronderstellingen over de wijze van het transport<br />
van brandbaar gas (categorie A). Wanneer het transport van brandbaar gas in<br />
zogenaamde Warme Bleve-vrij samengestelde treinen plaatsvindt, zoals in het ontwerp<br />
Basisnet Spoor, blijft het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde. Wanneer het transport<br />
van brandbaar gas plaatsvindt in bonte treinen wordt de oriëntatiewaarde van het<br />
groepsrisico overschreden.<br />
Door het gerealiseerde transport van 2010 is het groepsrisico meer dan 10 keer<br />
groter dan de oriëntatiewaarde, voor zowel de huidige als de toekomstige<br />
bebouwingssituatie.<br />
Door het transport conform de Marktverwachting is het groepsrisico meer dan 13<br />
keer groter dan de oriëntatiewaarde, voor zowel de huidige als de toekomstige<br />
bebouwingssituatie.<br />
Door het transport conform het ontwerp Basisnet Spoor is het groepsrisico 0.63 keer<br />
de oriëntatiewaarde (1.5 keer kleiner dan), voor zowel de huidige als de toekomstige<br />
bebouwingssituatie.
Referenties<br />
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 18<br />
1. Ministerie V&W 2009 Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen<br />
Stcrt 2004, 147. Laatstelijk gewijzigd Stcrt. 2009,<br />
19907<br />
2. Ministeries V&W<br />
en VROM<br />
3. Ministeries VROM<br />
en V&W<br />
1996 Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen<br />
Tweede Kamer, 1995-1996, 24611, nrs. 1 en 2<br />
2008 Besluit transportroutes externe veiligheid<br />
Ambtelijk concept november 2008<br />
4. A<strong>VI</strong>V 2008 RBM II versie 1.3<br />
5. Prorail 2011 e-mail 13.12-2012. Realisatiecijfers VGS 2010<br />
baanvak 80<br />
6. ProRail 2007 Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor<br />
7. Ministerie I&M 2011 Brief aan Tweede Kamer, dd 15 augustus 2011<br />
Kenmerk: IenM/BSK-2011/94578<br />
8. Ministerie VROM 2010 http://www.populatiebestandgr.vrom.nl<br />
9. Oranjewoud 2005 Rekenprotocol Vervoer Gevaarlijke Stoffen per Spoor.<br />
April 2006
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 19<br />
Bijlage 1. Gegevens bebouwing<br />
De aanwezigheid van personen binnen een zone van 460 m rond het te beschouwen<br />
spoortraject is afgeleid uit de bevolkingsgegevens volgens het Basisnet Spoor.<br />
Daarnaast is gebruik gemaakt van het Populatiebestand groepsrisicoberekeningen [8].<br />
Vlak Personen Personen Opp Opmerking<br />
ID dag nacht [m2]<br />
1 20 39 3236 <strong>Pistoriusweg</strong> 13<br />
2 49 39 5165 <strong>Pistoriusweg</strong><br />
3 39 78 2890 <strong>Pistoriusweg</strong> 14-16<br />
4 267 0 9496 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-Het Spoor<br />
5 55 79 2127 RO-plan cf Basisnet<br />
6 210 300 8467 RO-plan cf Basisnet<br />
7 118 168 2211 RO-plan cf Basisnet<br />
8 1078 1078 57799 RO-plan Basisnet aangepast<br />
9 3327 4329 44534 RO-plan Basisnet aangepast<br />
10 386 552 52578 RO-plan cf Basisnet<br />
11 500 0 12626 RO-plan cf Basisnet<br />
12 600 0 13364 RO-plan cf Basisnet<br />
13 53 106 5740 <strong>Loerik</strong> III-Noord<br />
14 171 14 10249<br />
15 114 220 14670<br />
16 362 684 69998<br />
17 54 38 6593<br />
18 35 66 8132<br />
19 489 604 28427<br />
20 165 304 26621<br />
21 52 82 10328<br />
22 46 91 22380<br />
23 31 61 15138<br />
24 251 462 58529<br />
25 159 4 26058<br />
26 51 5 38048<br />
27 406 193 13824<br />
28 735 522 61011<br />
29 36 0 4472<br />
30 120 0 4340<br />
31 113 0 9397<br />
32 51 92 16850<br />
33 422 0 28542<br />
34 845 2 26575<br />
35 1217 17 51463<br />
36 290 550 62326<br />
37 291 330 74580<br />
38 27 46 16689<br />
39 202 311 37773<br />
40 199 306 49615<br />
41 437 680 69897<br />
42 101 159 27649<br />
43 860 736 40778<br />
44 260 438 18921<br />
45 273 375 33053<br />
46 795 329 26832<br />
47 36 48 8778
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 20<br />
Vlak Personen Personen Opp Opmerking<br />
ID dag nacht [m2]<br />
48 70 136 17281<br />
49 127 199 41899<br />
50 312 541 75885<br />
51 64 120 20002<br />
52 315 139 39250<br />
53 317 598 61926<br />
54 14 30 12240<br />
55 120 229 23345<br />
56 223 408 37777<br />
57 543 1038 117512<br />
58 561 0 18288<br />
59 115 0 17779<br />
60 342 0 11638<br />
61 223 158 11416<br />
62 115 0 1973<br />
63 91 0 3119<br />
64 658 184 13768<br />
65 243 319 10464<br />
66 55 0 6732<br />
67 14 19 3149<br />
68 79 0 19757<br />
69 83 153 21616<br />
70 129 106 4915<br />
71 350 20 1477 RO-plan cf Basisnet<br />
72 70 0 2854 RO-plan cf Basisnet<br />
73 195 0 3977 RO-plan cf Basisnet<br />
74 229 202 1165 RO-plan cf Basisnet<br />
75 154 149 3474 RO-plan cf Basisnet<br />
76 187 0 977 RO-plan cf Basisnet<br />
77 61 0 7648<br />
Tabel 4. Aantal personen binnen gedefinieerde bevolkingsgebieden<br />
De aanwezigheidsgegevens voor gebieden 1 t/m 4 en 13 zijn aangeleverd door de<br />
opdrachtgever. Hierbij zijn de volgende aannames gedaan:<br />
2.8 personen per woning, 50% aanwezig overdag en 100% aanwezig „s nachts<br />
1 werknemer per 30 m2 bvo, 100% aanwezig overdag en 50% aanwezig ‟s nachts<br />
Aanwezigheid binnen bedrijfsruimte-opslag en ambacht is verwaarloosd<br />
Vlak Functie Aantal<br />
1. <strong>Pistoriusweg</strong> 13 Wonen 14 Woningen<br />
2. <strong>Pistoriusweg</strong> Wonen<br />
Bedrijfsruimte-opslag/ambacht<br />
max 50% kantoor<br />
14<br />
875<br />
875<br />
Woningen<br />
m2 bvo<br />
m2 bvo<br />
3. <strong>Pistoriusweg</strong> 14-16 Wonen 28 Woningen<br />
4. <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> - Het Spoor Kantoor 8000 m2 bvo<br />
5. <strong>Loerik</strong> III Noord Wonen 38 Woningen<br />
Tabel 5. Opgave functies en eenheden plangebieden
Externe veiligheid spoor <strong>Houten</strong> bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> 21<br />
Figuur 6. Gedefinieerde bevolkingsgebieden
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 230 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Bijlage 3 Externe veiligheid 2<br />
blad 231 van 345
AD<strong>VI</strong>ES<br />
aan <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
t.a.v. L. van der Meer<br />
kopie aan<br />
opsteller P. van der Meiden<br />
telefoon 030 – 69 99 526<br />
datum 28 september 2012<br />
kenmerk /PRV1213.A008<br />
doc.ref Document2<br />
onderwerp Wijziging ruimtelijke invulling bouwvlak 12 t.o.v. A<strong>VI</strong>V-rapport<br />
aantal pag. 2<br />
korte inhoud<br />
In opdracht van de gemeente houten heeft adviesbureau A<strong>VI</strong>V ten behoeve van de<br />
bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> een rapportage opgesteld over de externe<br />
veiligheidsaspecten van de spoorlijn die <strong>Houten</strong> doorsnijdt. Na voltooiing van dit rapport is de<br />
bestemming van bouwvlak 12 (volgens het A<strong>VI</strong>V-rapport) gewijzigd. Op verzoek van de gemeente<br />
heeft de Omgevingsdienst beoordeeld of voor deze wijziging al dan niet een nieuwe risicoberekening<br />
vereist is.<br />
Beschrijving van de planwijziging<br />
Onderstaand kaartje toont de ligging van het bouwvlak waarvan de bestemming wordt gewijzigd.<br />
#12<br />
10 -7<br />
Kwaliteitsdocument, versie 4.0, 30 augustus 2012<br />
10 -8
In het A<strong>VI</strong>V-rapport (nr. 112136, d.d. 21 februari 2012) zijn voor vlak 12 de volgende<br />
bebouwingsgegevens gehanteerd:<br />
Personen dagperiode 600<br />
Personen nachtperiode 0<br />
Oppervlak [m 2 ] 13.364<br />
De gegevens zijn gerelateerd aan een bedrijfsmatige bestemming (kantoren)<br />
In de gewijzigde situatie krijgt het vlak een woonbestemming. Er zal naar verwachting sprake zijn van<br />
meerlaagse woningbouw (circa 3 – 4 woonlagen).<br />
Op basis van hiermee vergelijkbare bouwvlakken zal dit naar verwachting resulteren in een<br />
personendichtheid van circa 100 personen/hectare. Dit komt overeen met:<br />
Personen dagperiode 70<br />
Personen nachtperiode 130<br />
In de gewijzigde situatie zijn ook in de nachtperiode personen aanwezig, maar de totale dichtheid is<br />
ruim vijf maal lager dan in de door A<strong>VI</strong>V berekende situatie.<br />
Plaatsgebonden risico<br />
Zoals het kaartje laat zien, ligt het bouwvlak buiten de contour voor het plaatsgebonden risico van 10 -7<br />
per jaar. Er wordt dus in elk geval voldaan aan de grenswaarde voor PR = 10 -6 .<br />
Groepsrisico<br />
In het A<strong>VI</strong>V-rapport is berekend dat het groepsrisico op basis van de uitgangspunten van het Basisnet<br />
Spoor 0,63 maal de oriëntatiewaarde bedraagt.<br />
Als in vlak 12 de personendichtheid van 600 tot 130 afneemt, zal dat in principe een gunstig effect voor<br />
het groepsrisico betekenen, ondanks dat in de nieuwe situatie ook in de nachtperiode personen<br />
aanwezig zullen zijn.<br />
Het nieuwe groepsrisico zal dan ook naar verwachting kleiner zijn dan de eerder berekende waarde.<br />
Omdat de wijziging van bouwvlak 12 ten opzichte van de totale in de A<strong>VI</strong>V-berekeningen betrokken<br />
personendichtheden slechts ondergeschikt is, zal het nieuwe groepsrisico slechts marginaal kleiner<br />
zijn.<br />
Conclusie<br />
De wijziging van de bestemming van bouwvlak 12 zal in principe tot een vermindering van het eerder<br />
berekende groepsrisico leiden. Het verminderende effect zal naar verwachting marginaal zijn.<br />
De wijziging vormt daarom geen aanleiding voor een herberekening van het groepsrisico.<br />
De wijziging heeft op grond van bovenstaande beoordeling ook geen gevolgen voor de ruimtelijke<br />
onderbouwing van het bestemmingsplan.<br />
pagina 2
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 234 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Bijlage 4 Cultuurhistorie<br />
blad 235 van 345
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
GEMEENTE HOUTEN<br />
CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK EN AD<strong>VI</strong>ES<br />
BESTEMMINGSPLAN LOERIK <strong>VI</strong> - ALBERS PISTORIUSWEG TE<br />
HOUTEN<br />
Opdrachtgever<br />
Naam : GEMEENTE HOUTEN<br />
Contactpersoon : mw. Y. Monincx<br />
Adres : Postbus 30<br />
PC + plaats : 3990 DA <strong>Houten</strong><br />
Tel. : 030-639 26 11<br />
Mail :<br />
Bevoegd gezag<br />
Naam : GEMEENTE HOUTEN<br />
Contactpersoon : mw. Y. Monincx<br />
Adres : Postbus 30<br />
PC + plaats : 3990 DA <strong>Houten</strong><br />
Tel. : 030-639 26 11<br />
Mail :<br />
Uitvoerend bureau<br />
Naam : Cuijpers Advies/ Projectbureau Ruimtelijke Ontwikkeling b.v.<br />
Auteur : ir. J.J. Cuijpers<br />
Adres : Gouverneur Hultmanstraat 2<br />
PC + plaats : 5224 CJ ’s-Hertogenbosch<br />
Tel. : 06 – 5146 1115<br />
Mail : info@posd.eu<br />
Website : www.posd.eu<br />
Projectnummer : 46004-04<br />
Samenvatting<br />
Het plangebied wordt omringd door recente woonuitbreidingen van <strong>Houten</strong>. Het plangebied maakte<br />
deel uit van de akkergronden rondom de kern <strong>Houten</strong> en behoorde tot de buurtschap <strong>Loerik</strong>. Van de<br />
historische structuur is aan het oppervlak niet veel overgebleven; alleen de bestaande bebouwing<br />
aan de zuidwestkant van het plangebied vormt samen een ensemble met cultuurhistorische waarde.<br />
Er zijn voor het overige geen belangrijke historische waarden in het gebied meer aanwezig. In het<br />
bestemmingsplan behoeven geen maatregelen opgenomen worden voor het behoud van<br />
cultuurhistorische waarden in de vorm van het ensemble.<br />
Versietabel<br />
versie datum Inhoud status validatie<br />
1-1 18 06 2012 conceptrapport concept JC<br />
2-1 02 07 2012 Onderdeel archeologie aangepast concept JC<br />
2-2 31 07 2012 Opmerkingen opdrachtgever verwerkt rapport JC<br />
2-3 15 01 2013 Typefout gecorrigeerd rapport JC<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 1
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
GEMEENTE HOUTEN<br />
CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK EN AD<strong>VI</strong>ES<br />
BESTEMMINGSPLAN LOERIK <strong>VI</strong> - ALBERS PISTORIUSWEG TE<br />
HOUTEN<br />
Inhoud<br />
0. INLEIDING 3<br />
0.1 Aanleiding 3<br />
0.2 Doel 3<br />
0.3 Leeswijzer 3<br />
0.4 Werkwijze 4<br />
1. DE AANWEZIGE SITUATIE EN CULTUURHISTORISCHE WAARDEN 5<br />
1.1 De ondergrond 5<br />
1.2 Korte beschrijving van de geschiedenis van het gebied 6<br />
1.3 Aanwezige cultuurhistorische waarden 7<br />
1.3.1 Archeologie 8<br />
1.3.2 Historische bebouwing 9<br />
1.3.3 Historisch-geografische waarden 10<br />
1.4 Ensemblewaarden 10<br />
1.5 Waardering 10<br />
1.5.1 Methodiek 10<br />
1.5.2 Archeologie 11<br />
1.5.3 Historische (steden)bouwkunst 11<br />
1.5.4 Historische geografie 11<br />
2 AD<strong>VI</strong>ES 13<br />
SAMENVATTING 14<br />
BIJLAGE 1 - GERAADPLEEGDE BRONNEN 15<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 2
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
GEMEENTE HOUTEN<br />
CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK EN AD<strong>VI</strong>ES<br />
BESTEMMINGSPLAN LOERIK <strong>VI</strong> - ALBERS PISTORIUSWEG TE<br />
HOUTEN (GEM. HOUTEN)<br />
0. INLEIDING<br />
0.1 Aanleiding<br />
In opdracht van <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong> heeft Cuijpers Advies/Projectbureau<br />
Ruimtelijke Ontwikkeling b.v. in mei/juni 2012 een onderzoek uitgevoerd naar de<br />
aanwezige cultuurhistorische waarden in het plangebied van het<br />
bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> - <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> in de gemeente <strong>Houten</strong>. Op<br />
basis van de onderzoeksresultaten is vervolgens een advies met betrekking tot<br />
wijze van opname van de cultuurhistorische gegevens in het bestemmingsplan<br />
geformuleerd.<br />
Het plangebied omvat een min of meer vijfhoekig terrein dat tot nu toe slechts<br />
in lage dichtheid bebouwd is gebleven, terwijl de omgeving voor woningbouw en<br />
kantoren in gebruik werd genomen. Thans is begonnen met de voorbereiding van<br />
een nieuw bestemmingsplan.<br />
De gemeente <strong>Houten</strong> laat bij de voorbereiding van een nieuw bestemmingsplan<br />
een cultuurhistorisch onderzoek uitvoeren, overeenkomstig de regelgeving zoals<br />
die sinds 1 januari 2012 wettelijk verplicht is. Het gaat daarbij om het in kaart<br />
brengen van archeologische, historisch stedenbouwkundige en historisch<br />
geografische waarden en het beschrijven van de wijze waarop met de in het<br />
gebied aanwezige waarden en de aanwezige of te verwachten monumenten in<br />
het plan wordt omgegaan. De gemeente <strong>Houten</strong> heeft het erfgoedbeleid<br />
vastgelegd in de nota Gekoesterd Erfgoed 1 uit 2004, een integrale beleidsnota op<br />
het gebied van de bovengrondse en ondergrondse monumentenzorg.<br />
Verder is het archeologisch beleid vastgelegd in een archeologische beleidskaart 2<br />
(2007) en in het Paraplubestemmingsplan Archeologie (2011).<br />
0.2 Doel<br />
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van het erfgoed 3 binnen het<br />
plangebied, en het beschrijven van de wijze waarop met de in het gebied<br />
aanwezige waarden en de aanwezige of te verwachten monumenten in het plan<br />
wordt omgegaan.<br />
0.3 Leeswijzer<br />
De rapportage is bedoeld om opgenomen te worden in de toelichting van het<br />
bestemmingsplan. Daarom is deze inleiding niet mee genummerd. In hoofdstuk 1<br />
1<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, 2004<br />
2<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, 2007.<br />
3<br />
Bedoeld wordt het erfgoed dat relevant is voor de ruimtelijke ordening, zoals archeologische,<br />
historisch-bouwkundige, historische stedenbouwkundige en historisch-landschappelijke restanten.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 3
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
is een korte beschrijving opgenomen van de ontwikkeling van het plangebied.<br />
Deze beschrijving is kort gehouden. Voor uitgebreider beschrijvingen wordt<br />
verwezen naar de in de literatuurlijst opgenomen bronnen. Verder zijn in dat<br />
hoofdstuk de relevante cultuurhistorische waarden in het plangebied beschreven.<br />
Bij dat laatste is onderscheid gemaakt tussen de statuswaarden<br />
(cultuurhistorische objecten en structuren die een wettelijke bescherming<br />
genieten) en overige waarden. In hoofdstuk 2 is aangegeven wat de uitkomsten<br />
van het onderzoek betekenen voor het bestemmingsplan en eventuele andere<br />
beleidsvelden.<br />
Afbeelding 1 – Situering plangebied (bron: Google-maps) – het plangebied is omlijnd met een<br />
bruine lijn.<br />
0.4 Werkwijze<br />
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van bureauonderzoek en veldonderzoek.<br />
Het bureauonderzoek omvatte literatuuronderzoek van openbare en/of<br />
gepubliceerde stukken, alsmede archiefonderzoek van de via digitale kanalen<br />
toegankelijke bescheiden. Het veldonderzoek omvatte een korte inventarisatie<br />
ter plaatse om vast te stellen of de betreffende objecten nog aanwezig zijn. Het<br />
omvatte geen bouwhistorisch onderzoek. Wel werd een nadere analyse van de<br />
geregistreerde waarden gemaakt. Op basis van de verworven gegevens werd een<br />
gebiedskaart vervaardigd (kladkaart) met daarop aangegeven de aanwezige<br />
waarden. Vervolgens is aangegeven welk beleid ten aanzien van de aanwezige<br />
cultuurhistorische waarden opgenomen dient te worden in het bestemmingsplan<br />
en welke andere beleidsinstrumenten eventueel ingezet zouden moeten of<br />
kunnen worden.<br />
De tekst is zodanig opgesteld, dat deze rechtstreeks in de toelichting van het<br />
bestemmingsplan opgenomen kan worden. In de bijlagen is een tekstvoorstel<br />
voor de regels opgenomen.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 4
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
1. DE AANWEZIGE SITUATIE EN CULTUURHISTORISCHE<br />
WAARDEN<br />
In dit hoofdstuk worden de aanwezige cultuurhistorische waarden in het<br />
plangebied beknopt beschreven. De geschiedenis van het gebied (zie 1.2) is<br />
elders uitgebreid beschreven (zie bijvoorbeeld Smits en Wttewaal 1988 en 1991,<br />
gemeente <strong>Houten</strong>/Ledeboer, 2009 en W. Thoomes, 2007, 2008). Hier wordt<br />
volstaan met een zeer korte samenvatting.<br />
1.1 De ondergrond<br />
De ondergrond is voor een belangrijk deel bepalend geweest voor de<br />
archeologische en cultuurhistorische ontwikkeling van het gebied. Onze<br />
voorouders lieten zich bij de keuze van hun woonplek, van landschappelijke<br />
eenheden als akkers, weilanden en hooilanden, bepalen door de hoogteligging,<br />
vruchtbaarheid en vochtigheid van de grond. Voor het dorp <strong>Houten</strong> is met name<br />
de situering van de stroomruggen mede bepalend geweest. Het dorpsgebied van<br />
<strong>Houten</strong> ligt grotendeels op de stroomruggen van Jutphaas en <strong>Houten</strong>. Doordat de<br />
stroomruggen hoger en droger waren dan de omgeving, vormden ze ideale<br />
vestigingsomstandigheden voor mensen in vroeger eeuwen.<br />
Afbeelding 2 – stroomruggenkaart – het gebied is gelegen op de zogenaamde Stroomrug van<br />
Jutphaas (nr. 78) (Bron: Berendsen e.a. 2001).<br />
Het plangebied ligt op de Stroomrug van Jutphaas. Doordat de stroomruggen<br />
hoger en droger waren dan de omgeving, vormden ze ideale<br />
vestigingsomstandigheden voor mensen in vroeger eeuwen. Ook waren deze<br />
gronden droger en beter te bewerken dan de omgeving, zodat ze geschikt waren<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 5
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
voor akkerbouw. De oudste akkercomplexen, waartoe ook het plangebied<br />
behoort, liggen dan ook op de stroomruggen 4 .<br />
1.2 Korte beschrijving van de geschiedenis van het gebied<br />
Geschiedenis<br />
Het plangebied maakt geografisch deel uit van het historische buurtschap <strong>Loerik</strong>.<br />
In de IJzertijd vond er al bewoning plaats in <strong>Loerik</strong>. Ook in de Romeinse tijd was<br />
er op meerdere plaatsen in <strong>Loerik</strong> bewoning. Na de Romeinse tijd bleef er in<br />
<strong>Loerik</strong> bewoning aanwezig 5 . Er zijn restanten van bewoning uit de Merovingische<br />
tijd (450-750 n. Chr.) aangetroffen.<br />
Vanaf de 8e eeuw ontwikkelde de plaatselijke agrarische economie zich flink.<br />
Uit schriftelijke bronnen uit de negende eeuw weten we dat er rond het jaar 863<br />
minimaal drie boerderijen in <strong>Loerik</strong> stonden, maar vermoedelijk waren dit er<br />
meer. Het bos verdween en het land werd verkaveld.<br />
Historici vermoeden dat zich onder het <strong>Loerik</strong>se Park de sporen van De Loericker<br />
Hofstede bevinden. Deze Loericker hofstede werd reeds in 863 vermeld (op de<br />
10 e eeuwse goederenlijst van de bisschop v Utrecht); deze hofstede is van<br />
oorsprong dus Vroeg Middeleeuws. Archeologen vonden vooral sporen uit de<br />
periode 1100 tot 1225. De Loericker Hofstede verdween rond 1250.<br />
<strong>Loerik</strong> bleef altijd ondergeschikt aan het naastgelegen <strong>Houten</strong>. De inwoners<br />
kerkten in <strong>Houten</strong> en de macht lag bij de Heren Van Goye.<br />
Afbeelding 3 - Het plangebied omstreeks 1900 - het plangebied maakte deel uit van<br />
het buurtschap <strong>Loerik</strong>, dat weer viel onder het dorp <strong>Houten</strong>. <strong>Houten</strong> was omringd<br />
4 Verwezen wordt naar: <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>/Vestigia 2007 en naar Smits en Wttewaal 1988 en 1991<br />
5 bron: www.oudhouten.nl/content/artikelen/middeleeuwenvroeg/loerik.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 6
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
door akkerlanden (wit) en daarbuiten grasland (lichtgroen) - (bron: Uitgeverij<br />
Nieuwland, 2005).<br />
akkers<br />
De akkercomplexen rond de dorpen waren aanvankelijk omsloten door<br />
houtwallen of hagen en als samenhangend akkercomplex goed herkenbaar (vaak,<br />
zoals hier, "de Eng" genoemd – de locatie ligt op de Eng van <strong>Loerik</strong>). Nadien, toen<br />
de meeste woeste gronden ontgonnen waren, was de omsluiting niet meer nodig<br />
en groeiden de akkercomplexen aaneen. Rondom <strong>Houten</strong> was omstreeks 1900 nog<br />
een groot aaneengesloten akkerbouwgebied aanwezig (zie afbeelding 3 en 4).<br />
Afbeelding 4 – Het plangebied in 1832 - de groeikern is nog ver weg. Het plangebied<br />
maakt deel uit van een uitgebreid akkercomplex (licht-paarse kleur), dat behoort bij<br />
de kern <strong>Loerik</strong> (bron: www.hisgis.nl). Langs de Beusichemseweg staan diverse<br />
(landarbeiders)woningen met bijbehorende tuintjes. Het was gebruikelijk dat mensen<br />
zonder eigen productiegrond een perceeltje verwierven op de reststroken langs<br />
wegen, dijken of kades.<br />
recente geschiedenis<br />
Vanaf 1800 is er een samenvoeging van de oorspronkelijk 15 gemeenten in de<br />
huidige gemeente <strong>Houten</strong> begonnen. In 1962 was deze voltooid. In 1966 werd<br />
<strong>Houten</strong>, dat voorheen zo’n 4000 inwoners had, vanwege de ligging aan de<br />
spoorlijn nabij Utrecht aangewezen als groeikern. Vanaf 1979 begon de eerste<br />
grote uitbreiding van <strong>Houten</strong>. Rond het eerste decennium van de 21e eeuw werd<br />
de omgeving van het plangebied bebouwd met nieuwbouwwoningen en kantoren.<br />
Het plangebied zelf bleef nog enige tijd als landbouwenclave te midden van de<br />
nieuwbouw liggen.<br />
1.3 Aanwezige cultuurhistorische waarden<br />
De aanwezige cultuurhistorische waarden in het plangebied worden<br />
onderscheiden in archeologische, historisch bouwkundige en historisch<br />
geografische waarden.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 7
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
1.3.1 Archeologie<br />
Archeologisch beleid<br />
De Archeologische Beleidskaart 6 , maakt een nadere onderverdeling in een aantal<br />
categorieën archeologisch waardevolle gebieden. In het paraplubestemmingsplan<br />
Archeologie zijn aan deze verschillende categorieën gebieden, aangepaste regels<br />
verbonden. De volgende 5 categorieën worden onderscheiden:<br />
Afbeelding 5 - Archeologiekaart – de witte gebieden hebben geen archeologische<br />
verwachtingswaarde.<br />
1. Wettelijk beschermd archeologisch monument. Deze categorie is niet<br />
aanwezig binnen het plangebied.<br />
2. Terreinen van archeologische waarde. Deze categorie is niet aanwezig<br />
binnen het plangebied.<br />
3. Gebied met een hoge archeologische verwachting. Deze categorie is niet<br />
aanwezig binnen het plangebied.<br />
4. Gebied met een gematigde archeologische verwachting - komt niet voor in<br />
het plangebied<br />
5. Gebied of terrein zonder archeologische verwachting of gedeselecteerde<br />
gebieden (wit op afbeelding 5). Het gaat hierbij om gebieden waar om<br />
archeologische en landschappelijke redenen de kans op behoudenswaardige<br />
archeologische relicten uiterst klein wordt geacht. Hieronder vallen tevens de<br />
gebieden waar het bodemprofiel als gevolg van saneringen, ontgrondingen,<br />
onderkelderingen en zware funderingen zodanig verstoord is, dat eventuele<br />
archeologische resten als verloren beschouwd mogen worden, of in ieder geval<br />
zodanig zijn aangetast dat zij niet meer voor onderzoek of bescherming in<br />
aanmerking komen.<br />
Het overgrote deel van het plangebied heeft een hoge waarde of een hoge<br />
verwachtingswaarde, op grond van eerder archeologisch onderzoek of op grond<br />
van de specifieke omstandigheden ter plaatse.<br />
6 <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>/Vestigia, 2007.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 8
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
archeologisch onderzoek<br />
In de maanden juli en augustus 2008 heeft de AWG veldonderzoek verricht in het<br />
zuiden van de groenstrook tussen de Beusichemseweg en Het Spoor te <strong>Houten</strong>.<br />
Daarbij zijn interessante vondsten aan het licht gekomen.<br />
Tijdens het onderzoek zijn grondsporen, zoals een forse, donkere, vrijwel cirkelvormige verkleuring,<br />
aardewerk en botmateriaal aangetroffen, maar ook mogelijk Romeins sierbeslag voor paardentuig.<br />
Het ronde grondspoor heeft een komvormig profiel. Onduidelijk is of we hier te maken hebben met<br />
een afvalkuil, een drenkplaats, of misschien zelfs een waterput ten behoeve van rituele depositie. Er<br />
komt Romeins aardewerk aan het licht en onderkaken van een rund en een paard. Drie sporen van<br />
paalgaten blijken hoogstwaarschijnlijk Middeleeuws of nog recenter.<br />
Ook wordt een spoor aangetroffen met twaalf ronde verkleuringen: wellicht beschoeiing, bestaand uit<br />
een rij palen met ingevlochten twijgen. Andere vondsten: een grote bodemscherf van een terra<br />
sigillata-schaal met sierpatroon, en een complete Romeinse mantelspeld. 7<br />
Blijkens de archeologische waardenkaart (zie afbeelding 5) zijn er binnen het<br />
plangebied echter geen overwegende archeologische verwachtingswaarden<br />
aanwezig.<br />
1.3.2 Historische bebouwing<br />
Beschermde monumenten: rijksmonumenten<br />
In het gebied komen geen gebouwen voor die als rijksmonument beschermd zijn.<br />
Beschermde monumenten: gemeentelijke monumenten<br />
Binnen het plangebied zijn geen gebouwde gemeentelijke monumenten<br />
aanwezig.<br />
Overige karakteristieke bebouwing<br />
In het plangebied komen geen karakteristieke panden voor. De provinciale<br />
cultuurhistorische waardenkaart geeft althans geen karakteristieke panden in het<br />
plangebied weer.<br />
Hoewel het pand <strong>Albers</strong> Pistriusweg 14 op zichzelf niet als karakteristiek wordt<br />
aangemerkt, bezit het wel enige beeldondersteunende waarde. Die waarde zit in<br />
het feit dat het deel uitmaakt van een historisch ensemble (zie 1.4).<br />
7 bron: www.archeologiehouten.nl/opgravingen_001<br />
Afbeelding 6 - <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 14 -<br />
eenvoudige landarbeiderswoning uit het<br />
eerste of vroeg tweede kwart van de<br />
twintigste eeuw; mansardekap dwars op de<br />
straat. Op de achtergrond de<br />
geluidsschermen en andere kunstwerken<br />
van de verbrede spoorlijn.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 9
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
1.3.3 historisch-geografische waarden<br />
Historisch-geografische waarden hebben te maken met de landschaps- en<br />
bewoningsgeschiedenis van de plek.<br />
Oude wegen<br />
De Beusichemseweg en de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> zijn oude wegen die <strong>Houten</strong><br />
verbonden met 't Goy. Deze wegen zijn erg oud en stammen waarschijnlijk uit de<br />
Vroege Middeleeuwen. De Beusichemseweg stamt mogelijk zelfs uit de Romeinse<br />
tijd.<br />
De spoorlijn heeft ook historisch-geografische waarde. De spoorlijn is een<br />
belangrijke noord-zuidverbining in Nederland. Hij werd aangelegd in de jaren 60<br />
van de 19e eeuw. Bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal is het tracé bij<br />
het kanaal iets naar het westen verlegd.<br />
Beide tracés liggen net buiten het plangebied. In het bestemmingsplan hoeven<br />
dan ook geen beschermende maatregelen te worden opgenomen voor deze<br />
cultuurhistorische elementen.<br />
1.4 Ensemblewaarden<br />
uitleg<br />
In de vorige paragraaf zijn diverse historische elementen beschreven. Een<br />
kenmerk van cultuurhistorische waarden is, dat deze vaak in combinatie met<br />
elkaar voorkomen: een reeks historische boerderijen en andere bebouwing ligt<br />
aan een oude straat en een historische waterloop, afgewisseld met boomgaarden<br />
en andere opgaande beplanting, terwijl uit archeologisch onderzoek blijkt, dat<br />
de locatie al eeuwenlang bewoond is, nog vóór de huidige boerderijen gebouwd<br />
werden. Het totaal, het ensemble, is meer dan de som der delen. Elk van de<br />
afzonderlijke delen is misschien waardevol, maar juist de combinatie, het totaal,<br />
is extra waardevol. Dit noemen we ensemblewaarden.<br />
bebouwingslint<br />
Het zuidelijk deel van het plangebied maakt deel uit van een bebouwingslint met<br />
gedeeltelijk traditionele, gedeeltelijk recente bebouwing langs de <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong>, dat is aan te merken als historisch ensemble 8 . Het gaat daarbij niet<br />
alleen om de afzonderlijke samenstellende delen, maar ook om het totaal, de<br />
delen in relatie tot elkaar.<br />
1.5 Waardering<br />
1.5.1 Methodiek<br />
Voor het opnemen van cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplan is<br />
enkel een beschrijving van de in het gebied aanwezige cultuurhistorische<br />
waarden niet voldoende. Ook de waardebepaling van het aanwezige erfgoed en<br />
de gevoeligheid voor ingrepen is een bepalende factor . Er zijn twee manieren<br />
om de waarden van cultuurhistorie te bepalen, namelijk:<br />
8 Uit het archeologisch onderzoek blijkt, dat er nabij het plangebied al in de Romeinse tijd bewoning<br />
plaatsvond en uit het historisch onderzoek blijkt, dat er in 1832 al (landarbeiders)woningen in dit lint<br />
stonden.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 10
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
a. door te waarderen op basis van een officieel toegekende status<br />
(‘waardevaste elementen’). Veelal betreft het een beschermde status als<br />
beschermd dorpsgezicht, rijksmonument, gemeentelijk monument,<br />
nationaal landschap etc.<br />
b. door te waarderen aan de hand van onderscheiden waarderingscriteria, die<br />
de kwaliteit van het erfgoed weerspiegelen (‘waardevolle elementen’).<br />
De onder a. genoemde waardering van een object, vindplaats of gebied is terug<br />
te vinden in de gangbare registers en kaarten van verschillende overheden. Voor<br />
de onder b. genoemde waardering bestaan uiteenlopende systemen; ze<br />
verschillen naar vakgebied, mate van codificatie en toepassing. Van een (breed<br />
geaccepteerde en toegepaste) integrale, cultuurhistorie-brede waarderingssystematiek<br />
is in Nederland op dit moment (nog) geen sprake.<br />
Er is voor dit bestemmingsplan geen aparte waarderingssystematiek ontworpen.<br />
Er is gebruik gemaakt van de onder a. genoemde benadering, mede omdat die<br />
voor iedereen volgbaar is en alle drie de relevante vakgebieden (archeologie,<br />
historische (steden)bouw en historische geografie) omvat. Bovendien is bij de<br />
opstelling van de archeologische waardenkaart ook gebruik gemaakt van deze<br />
benadering.<br />
1.5.2. Archeologie<br />
Blijkens de archeologische waardenkaart (zie afbeelding 5) zijn er binnen het<br />
plangebied echter geen overwegende archeologische verwachtingswaarden<br />
aanwezig.<br />
1.5.3 Historische (steden)bouwkunst<br />
In dit vakgebied onderscheiden we de volgende waardeniveaus:<br />
1. waardevol op internationaal niveau: opgenomen op de UNESCO World<br />
Heritage List. In het plangebied zijn geen objecten te vinden die op deze<br />
lijst staan of die genomineerd zijn voor deze lijst.<br />
2. waardevol op nationaal niveau: opgenomen op de (rijks)monumentenlijst.<br />
In het plangebied zijn geen objecten te vinden die beschermd zijn als<br />
gevolg van opname op deze lijst.<br />
3. waardevol op provinciaal niveau: opgenomen op een provinciale lijst. In<br />
het plangebied zijn geen provinciale monumenten aanwezig.<br />
4. waardevol op gemeentelijk niveau: opgenomen op de gemeentelijke<br />
monumentenlijst. In het plangebied zijn geen gemeentelijke monumenten<br />
aanwezig.<br />
5. waardevol op plaatselijk niveau: panden die van belang zijn voor het<br />
straatbeeld en/of de omgeving. In het plangebied zijn geen karakteristieke<br />
panden aanwezig.<br />
Binnen het plangebied zijn geen beschermenswaardige objecten van historische<br />
bouwkunst aanwezig.<br />
1.5.4 Historische geografie<br />
In dit vakgebied zijn er geen beschermingsmiddelen op rijks- of provinciaal<br />
niveau. Blijkens de recente beleidswijzigingen gaat het rijk ervan uit, dat de<br />
bescherming van deze waarden op gemeentelijk niveau plaatsvindt. De eerder<br />
beschreven waarden ( paragraaf 1.3.3) zijn in het verleden reeds gesignaleerd .<br />
Het betreft waarden op gemeentelijk of plaatselijk niveau, die van belang zijn<br />
voor de plaatselijke geschiedenis en medebepalend voor de ruimtelijke kwaliteit<br />
in het plangebied. Gesignaleerde waarden op het gebied van historische<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 11
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
geografie dienen in de afweging bij het opstellen van een bestemmingsplan<br />
betrokken te worden. Indien de waarden zodanig karakteristiek zijn en bedreigd<br />
worden door mogelijke toekomstige ontwikkelingen, dan dienen ze in het<br />
bestemmingsplan beschermd te worden met gerichte regels, zoals<br />
omgevingsvergunningenstelsels voor bepaalde werken of werkzaamheden.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 12
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
2. AD<strong>VI</strong>ES<br />
Wijze van opname in het bestemmingsplan<br />
- Cultuurhistorische waarden<br />
Ter bescherming van de aanwezige ruimtelijk relevante cultuurhistorische<br />
waarden dienen de volgende aspecten in de regels van het bestemmingsplan<br />
geregeld te worden:<br />
a. Archeologie: Het archeologiebeleid van de gemeente <strong>Houten</strong> is<br />
vastgelegd in het beleidsplan Archeologie 9 . De ruimtelijke ordening<br />
speelt daarin een belangrijke rol. Vervolgens is het archeologisch beleid<br />
voor zover relevant, neergelegd in het paraplubestemmingsplan<br />
Archeologie, waarin de bekende archeologische waarden en de<br />
archeologische verwachtingswaarden beschermd zijn.<br />
Blijkens de archeologische waardenkaart (zie afbeelding 5) zijn er binnen<br />
het plangebied echter geen overwegende archeologische<br />
verwachtingswaarden aanwezig. In het bestemmingsplan behoeven geen<br />
regels ten aanzien van de archeologie opgenomen te worden.<br />
De archeologische dubbelbestemmingen gelden naast de<br />
cultuurhistorische bestemmingen die hierna worden beschreven. Als<br />
ergens zowel een bestemming waarde-archeologie als een bestemming<br />
waarde-cultuurhistorie is aangegeven dient een aanvraag zowel aan de<br />
regels van de ene, als aan die van de andere bestemming te voldoen.<br />
b. b. Er is geen karakteristieke historische bebouwing aanwezig in het<br />
plangebied. Een nadere regeling in het bestemmingsplan is dan ook niet<br />
noodzakelijk.c. Er zijn geen historische infrastructuur of andere<br />
historisch-geografische waarden aanwezig.<br />
d. Ensemblewaarden - Het plangebied omvat slechts een deel van het<br />
ensemble van traditionele en hedendaagse bebouwing langs de <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong>. De afzonderlijke elementen in het plangebied hebben geen<br />
overwegende cultuurhistorische waarde. Het deel van het ensemble binnen het<br />
plangebied, heeft daardoor geen overwegende cultuurhistorische waarde, zodat<br />
er geen maatregelen in het bestemmingsplan nodig zijn ter bescherming van het<br />
ensemble.SAMENVATTING<br />
Het plangebied wordt omringd door recente woonuitbreidingen van <strong>Houten</strong>. Het<br />
plangebied maakte deel uit van de akkergronden rondom de kern <strong>Houten</strong> en<br />
behoorde tot de buurtschap <strong>Loerik</strong>. Van de historische structuur is aan het<br />
oppervlak niet veel overgebleven; alleen de bestaande bebouwing aan de<br />
zuidwestkant van het plangebied vormt samen een ensemble met<br />
cultuurhistorische waarde. Er zijn voor het overige geen belangrijke historische<br />
waarden in het gebied meer aanwezig. In het bestemmingsplan behoeven geen<br />
maatregelen opgenomen worden voor het behoud van cultuurhistorische waarden<br />
in de vorm van het ensemble.<br />
9 <strong>Gemeente</strong> houten, 2007.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 13
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
GEMEENTE HOUTEN<br />
CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK EN AD<strong>VI</strong>ES<br />
BESTEMMINGSPLAN LOERIK <strong>VI</strong> - ALBERS PISTORIUSWEG TE<br />
HOUTEN<br />
BIJLAGE 1 - GERAADPLEEGDE BRONNEN<br />
Literatuur en rapporten<br />
Berendsen, Henk J.A. en Esther Stouthamer: Palaeogeographic development of<br />
the Rhine-Meuse delta, The Netherlands, Utrecht, 2001.<br />
Blijdenstijn, Roland: Tastbare tijd – cultuurhistorische atlas van de provincie<br />
Utrecht, Utrecht, 2007.<br />
Dekker, C.; Het Kromme Rijngebied in de middeleeuwen. Zutphen 1983.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>: Gekoesterd Erfgoed – integrale beleidsnota op het gebied van<br />
de bovengrondse en ondergrondse monumentenzorg, <strong>Houten</strong>, 2004.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>: Leven-de Ruimte – ruimtelijke visie <strong>Houten</strong> 2015, <strong>Houten</strong>,<br />
2005.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>/Vestigia: Toelichting op de archeologische en<br />
cultuurhistorische beleidskaarten voor het grondgebied van de gemeente <strong>Houten</strong>,<br />
Amersfoort, 2007.<br />
<strong>Gemeente</strong> houten/drs.J.A. Ledeboer: Beeldkwaliteitplan Oude Dorp <strong>Houten</strong>,<br />
vastgesteld 9 juli 2009.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>: Monumentenverordening, <strong>Houten</strong>, 2010.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>: Welstandsnota 2011, <strong>Houten</strong> 2011.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>: Handboek Digitale Uitwisseling <strong>Bestemmingsplan</strong>nen<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, <strong>Houten</strong>, 2011.<br />
Provincie Utrecht: Cultuurhistorische elementen in de provincie Utrecht, CD-<br />
ROM, 3 e versie, Utrecht, 2001.<br />
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed: Concept-richtlijnen voor cultuurhistorisch<br />
onderzoek in de vormgeving of herziening van bestemmingsplannen,<br />
versie 1.1 (concept), Amersfoort, februari 2012.<br />
Smits, drs. J.A.M. en O.J. Wttewaal: Monumenten-inventarisatie Provincie<br />
Utrecht, <strong>Houten</strong> – ontstaan en groei, Zeist, 1988.<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 14
46004-06-ch-rap- <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>-v2-3 15 januari 2013<br />
Smits, drs. J.A.M. en O.J. Wttewaal: Monumenten-inventarisatie Provincie<br />
Utrecht, <strong>Houten</strong> – historische bebouwing, Zeist, 1991.<br />
Thoomes, Wijnand; Eigendomsontwikkeling tussen 1600 en 1830 in de polders<br />
Vuijlcop en het Rietveld en in 't Waal. In "Het Kromme Rijngebied", 2007, blz. 99<br />
- 105.<br />
Thoomes, Wijnand; <strong>Houten</strong> in de 17de en 18de eeuw. Culemborg, 2008.<br />
Uitgeverij Nieuwland: Grote Historische Topografische Atlas ± 1905, schaal<br />
1:25.000, Tilburg, 2005.<br />
Wolters-Noordhof Atlasproducties: Grote Historische Atlas van Nederland<br />
1:50.000, deel I – West-Nederland 1839-1859, blad 72-73, Groningen, 1990.<br />
Websites<br />
www.hisgis.nl<br />
www.houten.nl<br />
www.historischhouten.nl<br />
www.hetutrechtsarchief.nl<br />
www.watwaswaar.nl<br />
www.wikipedia.nl<br />
www.oudhouten.nl/content/artikelen/middeleeuwenvroeg/loerik<br />
www.archeologiehouten.nl/opgravingen_001<br />
CUIJPERS AD<strong>VI</strong>ES<br />
PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V. 15
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Bijlage 5 Natuurtoets<br />
blad 251 van 345
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen<br />
Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V, <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> en Beusichemseweg 34 b-c<br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
projectnr. 256548<br />
revisie 00<br />
18 oktober 2012<br />
Auteur:<br />
MSc. L. Glasbergen<br />
Opdrachtgever<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Ruimtelijk Beleid en Projectontwikkeling<br />
Postbus 30<br />
3990 DA <strong>Houten</strong><br />
datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave<br />
18 oktober 2012 ir. M. Korthorst ir. H.E. Oosterbaan
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Inhoud blz.<br />
1 Inleiding.................................................................................................................................2<br />
1.1 Aanleiding..............................................................................................................................2<br />
1.2 Wettelijk kader.......................................................................................................................2<br />
1.3 Doel.......................................................................................................................................4<br />
1.4 Werkwijze..............................................................................................................................4<br />
1.5 Leeswijzer..............................................................................................................................5<br />
2 Gebiedsbeschrijving ...............................................................................................................6<br />
2.1 Beschrijving projectgebieden..................................................................................................6<br />
2.1.1 Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V.................................................................................................................6<br />
2.1.2 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>.................................................................................................................................8<br />
2.1.3 Beusichemseweg 34 b-c 't Goy................................................................................................9<br />
2.2 Bureau- en veldstudie soortbescherming..............................................................................10<br />
2.2.1 Bureaustudie........................................................................................................................10<br />
2.2.2 Veldbezoek ..........................................................................................................................11<br />
2.3 Waargenomen en te verwachten beschermde soorten.........................................................11<br />
2.3.1 Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V...............................................................................................................11<br />
2.3.2 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>...............................................................................................................................11<br />
2.3.3 Beusichemseweg 34 b-c 't Goy..............................................................................................11<br />
2.3.4 Beschrijving per soortgroep..................................................................................................12<br />
2.4 Conclusies voorkomen beschermde natuurwaarden.............................................................13<br />
3 Toetsing effecten ruimtelijke ontwikkeling............................................................................15<br />
3.1 Beschrijving ruimtelijke ontwikkeling....................................................................................15<br />
3.1.1 Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V...............................................................................................................15<br />
3.1.2 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>...............................................................................................................................15<br />
3.1.3 Beusichemseweg 34 b-c........................................................................................................16<br />
3.2 Effecten op beschermde soorten..........................................................................................16<br />
3.3 Mitigerende maatregelen.....................................................................................................18<br />
4 Conclusies en aanbevelingen................................................................................................19<br />
4.1 Conclusie..............................................................................................................................19<br />
4.1.1 Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V...............................................................................................................19<br />
4.1.2 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>...............................................................................................................................19<br />
4.1.3 Beusichemseweg 34 b-c........................................................................................................19<br />
4.2 Zorgplicht.............................................................................................................................19<br />
4.3 Voorbehoud.........................................................................................................................20<br />
Geraadpleegde bronnen.......................................................................................................................21<br />
blad 1 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
1 Inleiding<br />
1.1 Aanleiding<br />
In 2012 heeft Oranjewoud in opdracht van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong> op drie locaties binnen de gemeente<br />
<strong>Houten</strong> een natuurtoets uitgevoerd in verband met een actualiseringsslag van de bestemmingsplannen<br />
en de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen.<br />
Het betreft de locaties/bestemmingsplannen Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V, <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> en de Beusichemseweg 34<br />
b-c . De gemeente <strong>Houten</strong> is voornemens de locaties opnieuw in te richten, de plannen hiervoor<br />
bevinden zich voor de drie locaties in verschillende stadia. De plangebieden zijn weergegeven in figuur 1<br />
t/m 3.<br />
Voor Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V is de bestemming een geactualiseerde en uitgewerkte versie van de vigerende<br />
bestemming (wonen).<br />
Voor <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> is de bestemming een geactualiseerde versie van de vigerende bestemming (gemengde<br />
bestemming).<br />
Voor de Beusichemseweg 34 b-c in 't Goy is de aanvraag van de omgevingsvergunning in verregaande<br />
voorbereiding voor het vestigen van een bedrijf op een agrarisch perceel. Voor dit terrein is in<br />
december 2008 een quickscan uitgevoerd door De Groene Ruimte. Dit onderzoek dient geactualiseerd<br />
te worden.<br />
Binnen het juridisch-planologisch kader is het noodzakelijk om voorafgaand aan deze actualisatie van de<br />
bestemmingsplannen enkele onderzoeken uit te laten voeren, waaronder een natuurtoets om de<br />
gevolgen voor de flora en fauna op de betreffende locaties inzichtelijk te maken.<br />
Vanuit de Flora- en faunawet is bij ruimtelijke ingrepen de initiatiefnemer verplicht om op de hoogte te<br />
zijn van mogelijk voorkomende beschermde natuurwaarden binnen het projectgebied. Het doel van de<br />
Flora- en faunawet is het in stand houden van de inheemse flora en fauna.<br />
Door, voorafgaand aan ruimtelijk ontwikkeling, stil te staan bij aanwezige natuurwaarden, kan onnodige<br />
schade aan beschermde soorten worden voorkomen of beperkt. Indien schade niet te voorkomen is, is<br />
een ontheffing ex art. 75 Flora- en faunawet noodzakelijk.<br />
Sinds 23 februari 2005 is het Vrijstellingsbesluit van kracht. Met dit besluit is geregeld dat voor<br />
algemeen voorkomende soorten (tabel 1 soorten) een vrijstelling geldt bij ruimtelijke ingrepen en geen<br />
ontheffing meer aangevraagd hoeft te worden. Als er beschermde en minder algemene soorten (tabel 2<br />
& 3 soorten) voorkomen is het noodzakelijk om te bepalen of deze negatieve effecten ondervinden door<br />
de wijzigingen of de werkzaamheden in het plangebied. Bij schade of verstoring van beschermde<br />
soorten dient een ontheffing aangevraagd te worden bij Dienst Regelingen.<br />
In het kader van deze wetgeving heeft Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud een natuurtoets<br />
verricht naar de voorkomende, dan wel te verwachten beschermde natuurwaarden binnen de<br />
plangebieden.<br />
1.2 Wettelijk kader<br />
De Nederlandse natuurwetgeving valt uiteen in gebiedsbescherming en soortbescherming.<br />
Gebiedsbescherming<br />
De gebiedsbescherming omvat Beschermde Natuurmonumenten aangewezen in het kader van de<br />
Natuurbeschermingswet 1998, Speciale Beschermingszones (SBZ/Natura 2000) aangewezen in het kader<br />
van de Vogel- en/of Habitatrichtlijn en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De gebiedsbescherming<br />
blad 2 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
van Natura 2000 is sinds oktober 2005 volledig geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998.<br />
Globaal kan gesteld worden dat de gebiedsbescherming gericht is op de bescherming van de waarden<br />
waarvoor een gebied is aangewezen. Deze bescherming is gebiedspecifiek, maar kent wel de<br />
zogenaamde externe werking. Dat wil zeggen dat ook handelingen buiten een beschermd gebied niet<br />
mogen leiden tot verlies aan kwaliteit in het beschermde gebied.<br />
Geen van de drie plangebieden ligt in de EHS of een Natura 2000-gebied derhalve hoeft de ontwikkeling<br />
niet aan de Natuurbeschermingswet 1998 of het 'nee-tenzij' regime van de EHS getoetst te worden.<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> grenst wel aan de EHS, het spoortalud maakt onderdeel uit van de EHS, maar het EHS<br />
beschermingsregime kent i.t.t. tot de Natuurbeschermingswet 1998 geen externe werking.<br />
Soortbescherming<br />
De soortbescherming is geregeld in de Flora- en faunawet. Deze geldt overal in Nederland. In het kader<br />
van de Flora- en faunawet is een groot aantal plant- en diersoorten beschermd. Om bij het opstellen van<br />
plannen, dan wel bij de uitvoering van de werkzaamheden, rekening te kunnen houden met de<br />
aanwezige beschermde plant- en diersoorten is het noodzakelijk om te weten welke soorten in het<br />
gebied voorkomen. Indien als gevolg van werkzaamheden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen<br />
beschermde soorten worden geschaad, is een ontheffing ex art. 75 Flora- en faunawet noodzakelijk.<br />
Deze moet worden aangevraagd bij het ministerie van EL&I. Het is daarbij van belang om te weten tot<br />
welke beschermingscategorie de aanwezige soorten behoren.<br />
De beschermde soorten zijn ingedeeld in drie categorieën:<br />
• algemene soorten (tabel 1-soorten); waarvoor geen ontheffingsplicht geldt wegens een complete<br />
vrijstelling<br />
• overige soorten (tabel 2-soorten) waarvoor een vrijstelling geldt, indien wordt gewerkt volgens een<br />
goedgekeurde gedragscode. De voorwaarden waaronder voor deze soorten een ontheffing kan<br />
worden verkregen zijn minder streng dan voor de strikt beschermde soorten.<br />
• strikt beschermde soorten (tabel 3-soorten) waarvoor een ontheffingsplicht geldt voor<br />
werkzaamheden die leiden tot verstoring van deze soorten of vernietiging van het leefgebied<br />
Vrijstellingsbesluit<br />
Sinds 23 februari 2005 is het Vrijstellingsbesluit van kracht. Met dit besluit is geregeld dat voor<br />
algemeen voorkomende soorten (tabel 1 soorten) een vrijstelling geldt bij ruimtelijke ingrepen en geen<br />
ontheffing meer aangevraagd hoeft te worden. Als er beschermde en minder algemene soorten (tabel 2<br />
& 3 soorten) voorkomen is het noodzakelijk om te bepalen of deze negatieve effecten ondervinden door<br />
de wijzigingen of de werkzaamheden in het plangebied. Bij schade of verstoring van beschermde<br />
soorten dient een ontheffing aangevraagd te worden bij Dienst Regelingen.<br />
Zorgplicht<br />
Daarnaast geldt voor alle soorten, ook de niet beschermde soorten, een algemene zorgplicht. Deze<br />
zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer redelijkerwijs maatregelen neemt, dan wel redelijkerwijs<br />
handelingen met negatieve effecten achterwege laat, om schade aan plant- en diersoorten zoveel<br />
mogelijk te beperken.<br />
Vogels<br />
Vogels zijn niet opgenomen in van de Flora- en faunawet; alle vogels zijn in Nederland gelijk beschermd.<br />
Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waardoor hun<br />
nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord zijn verboden.<br />
Jaarrond beschermde verblijfplaatsen<br />
Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Speciale<br />
bescherming genieten die vogelsoorten die het gehele jaar of jaarlijks dezelfde nestlocatie gebruiken.<br />
Deze vaste verblijfplaatsen zijn jaarrond beschermd.<br />
Slechts een beperkt aantal vogelsoorten (zie tabel 2.1) bewoont het nest permanent of keert elk jaar<br />
terug naar hetzelfde nest. Deze soorten staan vermeld in categorie 1 t/m 4 van de 'Aangepaste lijst van<br />
blad 3 van 22
1.3 Doel<br />
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
jaarrond beschermde vogelnesten' (Ministerie van LNV, 2009). Overigens maken de meeste vogels elk<br />
broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor<br />
eenmalig gebruik zijn alleen tijdens het broedseizoen beschermd.<br />
Tabel 2: Jaarrond beschermde vogelnesten (Ministerie van LNV, 2009)<br />
Soortnaam Categorie<br />
vaste<br />
nesten<br />
Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11<br />
van de Flora- en faunawet het gehele seizone<br />
Steenuil 1 Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het<br />
broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats<br />
Gierzwaluw, Huismus, Roek 2 Nesten van koloniebroeders die elke broedseizoen op dezelfde plaats<br />
broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of<br />
biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer<br />
specifiek en limitatief beschikbaar.<br />
Grote gele kwikstaart, Kerkuil,<br />
Oehoe, Ooievaar, Slechtvalk,<br />
Boomvalk, Buizerd, Havik, Ransuil,<br />
Sperwer, Wespendief, Zwarte wouw<br />
3 Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elke broedseizoen op<br />
dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van<br />
bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer<br />
specifiek en limitatief beschikbaar<br />
4 Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet<br />
of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen<br />
Indien een ruimtelijke ontwikkeling negatieve effecten op deze soorten heeft is een ontheffing nodig.<br />
Voor vogels kan alleen een ontheffing worden verleend op grond van een wettelijk belang uit de<br />
Vogelrichtlijn. Dit zijn:<br />
• Bescherming van flora en fauna (b);<br />
• Veiligheid van het luchtverkeer (c);<br />
• Volksgezondheid of openbare veiligheid (d).<br />
Het doel van deze natuurtoets is het in beeld brengen van strijdigheden van de beoogde<br />
bestemmingsplanwijzigingen met de Flora- en faunawet. Er is voor de verschillende plangebieden<br />
getoetst of er beschermde natuurwaarden aanwezig zijn die negatieve effecten kunnen ondervinden<br />
door de beoogde bestemming.<br />
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek worden vervolgstappen aangegeven (bijvoorbeeld het<br />
aanvraag van een ontheffing ex art. 75 Flora- en faunawet of vervolgonderzoeken).<br />
1.4 Werkwijze<br />
Om eventuele strijdigheden van de plannen met de Flora- en faunawet in beeld te brengen dienen de<br />
volgende vragen per plangebied te worden beantwoord:<br />
1. Welke wettelijk beschermde soorten komen in het plangebied voor? Welke status hebben deze<br />
soorten?<br />
2. Welke invloed hebben de geplande ingrepen in het betreffende gebied op de (strikt) beschermde<br />
soorten?<br />
3. Door welke maatregelen kunnen negatieve effecten op beschermde soorten worden voorkomen of<br />
verzacht?<br />
4. Indien de duurzame staat van instandhouding van strikt beschermde soorten in gevaar komt, welk<br />
vervolgtraject dient dan doorlopen te worden?<br />
5. Voor welke beschermde soorten moet een ontheffing aangevraagd worden?<br />
Om bovenstaande vragen te beantwoorden zijn de volgende stappen doorlopen.<br />
Stap 1. Bureaustudie<br />
Op basis van literatuuronderzoek en verspreidingsatlassen is nagegaan of er wettelijk beschermde<br />
planten- of diersoorten in het plangebied voorkomen.<br />
Stap 2. Veldbezoek<br />
blad 4 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Na de bureaustudie is de huidige situatie ter plekke beoordeeld door een ecoloog. Hierbij is, op basis<br />
van de gegevens van de bureaustudie, beoordeeld voor welke soorten het plangebied daadwerkelijk een<br />
geschikt leefgebied vormt en daarmee welke soorten er daadwerkelijk voor kunnen komen.<br />
Stap 3. Effectenonderzoek<br />
Op basis van de beschrijving van de voorgenomen ingreep en de verzamelde gegevens uit de<br />
bureaustudie is beoordeeld of er negatieve effecten te verwachten zijn op beschermde soorten binnen<br />
het plangebied. Maatregelen worden voorgesteld om negatieve effecten op beschermde soorten te<br />
voorkomen dan wel te verzachten (mitigerende maatregelen).<br />
Stap 4. Conclusies en advies met betrekking tot de ontheffingsaanvraag<br />
Op basis van stap 1 - 3 zijn conclusies getrokken met betrekking tot effecten en eventuele overtredingen<br />
van verbodsbepalingen zoals genoemd in de Flora- en faunawet art. 75. Het rapport wordt afgerond met<br />
aanbevelingen voor vervolgstappen.<br />
1.5 Leeswijzer<br />
De kern van het rapport bestaat uit de conclusies en aanbevelingen van de toetsing. Deze zijn<br />
beschreven in hoofdstuk 4. De achtergrondinformatie van de toetsing is beschreven in de hoofdstukken<br />
2 en 3. In hoofdstuk 2 is beschreven welke beschermde natuur op basis van de in de bureaustudie en<br />
het veldbezoek in en om de projectgebieden verwacht mogen worden. In hoofdstuk 3 zijn de<br />
voorgenomen ontwikkeling beschreven. Vervolgens is aangegeven wat de effecten hiervan op de<br />
verwachte beschermde natuurwaarden zijn. Zo nodig zijn maatregelen voorgesteld om effecten te<br />
voorkomen, dan wel te beperken.<br />
blad 5 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
2 Gebiedsbeschrijving<br />
2.1 Beschrijving projectgebieden<br />
2.1.1 Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V<br />
Het plangebied betreft Hofstad III ( 10 ha) en drie kleine locaties binnen plangebied <strong>Loerik</strong> V (fig. 1). De<br />
drie kleine locaties hebben een oppervlakte van respectievelijk 1.000, 2.000 en 5.000 m² en liggen in het<br />
zuidelijke deel van plan <strong>Loerik</strong> V, in woonwijk 'De Tuinen'. Hofstad III ligt direct ten zuiden van <strong>Loerik</strong> V.<br />
Het gebied wordt globaal begrensd door het Westrumspad, de Oosterlaakplas, de wijk 'De Mossen', het<br />
Overdamspad en de Kromme Sloot (watergang). Voor het onderzoek worden de vier locaties als één<br />
onderzoeksgebied beschouwd met een oppervlakte van circa 11 ha, hierbij wordt de westelijke grens<br />
bepaald door de 40 meter grens uit de gevels van de woningen van Castellum-Oost.<br />
De zuidelijke punt van planlocatie Hofstad III bestaat uit (productie)grasland. Direct ten noorden van het<br />
grasland ligt een strook maïsland (intensief agrarisch gebruik). Aan de oostkant bevindt zich een<br />
agrarisch bedrijf met huis en erf dat intact blijft en waarvan de achterzijde grenst aan het grasland, met<br />
daartussen een bossage met struiken, bomen en kruiden. In het bestemmingsplan zal deze bossage<br />
verdwijnen. In het verlengde van het huis langs de oostgrens van het gebied loopt een wal; een<br />
verhoging in het grasland. Langs de westelijke grens van het plangebied loopt een watergang, de<br />
Kromme Sloot. De drie overige deelgebieden (<strong>Loerik</strong> V) bestaan uit braakliggend bouwterrein (westelijke<br />
deelgebiedje) en twee stukjes kort gemaaid gazon omgeven door woonhuizen.<br />
Figuur 1: Luchtfoto Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V en omgeving<br />
Uit het rapport van het cultuurhistorisch onderzoek van Hofstad III (Cuijpers Advies; kenmerk 46004-04ch-rap-hofstadIII-v2-2;<br />
d.d. 31 juli 2012) is de volgende informatie beschikbaar over het gebied:<br />
Volgens de provinciale cultuurhistorische waardenkaart is de Kromme Sloot een natuurlijke waterloop,<br />
een restsloot van de Kromme Rijn, die werd aangepast om het water uit de ontginningen te leiden in<br />
geval van wateroverlast. De plangrens van het bestemmingsplan Hofstad III ligt ten zuiden van de<br />
Kromme Sloot, zodat deze nog net binnen het plangebied valt. Beloop, profiel en eventuele<br />
begeleidende beplanting (kavelrandbeplanting) van deze waterloop hebben cultuurhistorische waarde,<br />
blad 6 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
die in het bestemmingsplan beschermd zou moeten worden. De sloot heeft een kenmerkend bochtig<br />
verloop en steile oevers. Ook zijn er diverse overgangen met betonnen duikers. Uit cultuurhistorisch<br />
oogpunt is het ongewenst om deze aan te passen of te veranderen. Het plangebied is grotendeels<br />
onbegroeid. Op twee plaatsen komt echter opgaande beplanting voor, restanten van vroegere<br />
kavelgrensbeplanting. Deze beplanting vormt een zichtbare en landschappelijk fraaie markering van de<br />
vroegere kavelgrenzen en heeft als zodanig cultuurhistorische waarde. Deze beplanting mag niet<br />
verwijderd worden zonder deugdelijke afweging van de cultuurhistorische belangen.<br />
Van dit gebied is bekend dat bestrijdingsmiddelen in de bodem voor kunnen komen. Gezien het gebruik,<br />
de omvang van het gebied en de uitgevoerde sanering ter plaatse van gebied Castellum-Oost<br />
(geheel/homogeen ontgraven) gaan wij hierbij uit van een homogene toepassing van<br />
bestrijdingsmiddelen.<br />
Links: Grasland en maïsveld gezien in noordelijke richting. Rechts: maïsveld met omringende begroeiing<br />
Links: Woning en erf aan oostkant terrein. Rechts: bossage tussen woning en grasland gezien in<br />
oostelijke richting<br />
Links: De Kromme Sloot langs de zuidwestkant van het terrein. Rechts: Meest westelijke deelgebied in<br />
<strong>Loerik</strong> V, in gebruik als bouwterrein<br />
blad 7 van 22
2.1.2 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong><br />
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Links: Centraal gelegen deelgebied in <strong>Loerik</strong> V. Rechts: Oostelijk gelegen deelgebied in <strong>Loerik</strong> V<br />
Het plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> ligt tussen de Beusichemseweg/Hofspoor en het spoor van <strong>Houten</strong> Castellum<br />
naar Utrecht. Aan de noordzijde wordt het gebied begrensd door De Koppeling en het Hofspoor en aan<br />
de zuidzijde door de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>. Het gebied heeft een oppervlakte van circa 3 ha en is<br />
grotendeels in gebruik als extensief grasland met schapen en paarden. Langs het grasland loopt een<br />
(oude) droogstaande greppel waarin boompjes staan. Op het oostelijk deel, langs de Beusichemseweg,<br />
staan twee woonhuizen en 3 bedrijfsgebouwen. De bedrijfsgebouwen zullen voor de nieuwe<br />
bestemming gesloopt worden, van de woningen is dit nog niet duidelijk. Tussen de bedrijfspanden vindt<br />
opslag van tractoren en machines plaats. Ten oosten van het spoor, aan de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, staat<br />
een woonhuis met bijgebouwen dat in tact zal blijven. Ten oosten van de Beusichemseweg bevindt zich<br />
een bouwterrein en ten zuidoosten een kerkgebouw. Het plangebied achter de kerk (grenzend aan de<br />
Beusichemseweg) is in gebruik als gras en parkeerterrein (verhard met klinkers). Rondom de<br />
woonhuizen en tussen de bedrijfsgebouwen zijn enkele struik- en boomgroepen aanwezig.<br />
Figuur 2: Luchtfoto <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> en omgeving<br />
blad 8 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Links: Landbouwmechanisatiebedrijf langs de Beusichemseweg. Rechts: Opslag oude tractoren<br />
Links: Noordelijkste bedrijfsgebouw langs de Beusichemseweg. Rechts: Detail bedrijfsgebouw met<br />
beluchtingsspleten.<br />
Links: Grasland langs het spoor, gezien vanaf Hofspoor. rechts: Greppel met boompjes, gezien vanaf<br />
Hofspoor<br />
2.1.3 Beusichemseweg 34 b-c 't Goy<br />
Het plangebied bevindt zich in het buitengebied ten zuidoosten van <strong>Houten</strong>. De locatie is gelegen buiten<br />
de Rondweg. Het voornemen bestaat om op het terrein een bedrijf te vestigen waarvoor het perceel<br />
circa 0,5 meter zal worden opgehoogd. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 1 ha. De<br />
locatie was in gebruik als fruitboomgaard, maar de fruitbomen zijn inmiddels gerooid. Het terrein<br />
bestaat nu uit grasland met kruiden en uitlopers van de gerooide fruitbomen. Aan de westzijde wordt<br />
het begrensd door een zandpad en rondom zijn nog wel boomgaarden aanwezig. Op het terrein staat<br />
een klein stenen schuurtje.<br />
blad 9 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Figuur 3: Luchtfoto Beusichemseweg 34 b-c en omgeving<br />
Links: Perceel Beusichemseweg 34 b-c, met gerooide boomgaard. Rechts: Schuurtje op midden van<br />
terrein<br />
2.2 Bureau- en veldstudie soortbescherming<br />
2.2.1 Bureaustudie<br />
Om een inschatting te maken van de soortgroepen en specifieke soorten die in en rond de<br />
projectgebieden voorkomen zijn de landelijke databanken voor natuurwaarnemingen geraadpleegd,<br />
waaronder telmee.nl en waarneming.nl. Het invoerportaal waarneming.nl is een website waarop door<br />
vrijwilligers natuurwaarnemingen in Nederland worden verzameld. Telmee.nl is het invoerportaal van<br />
de landelijke Particuliere Gegevens-beherende Organisaties (PGO's). Er kan informatie over diverse<br />
soortgroepen tot op kilometerhokniveau worden verkregen.<br />
Op basis van genoemde bronnen, in combinatie met kennis van de terreingeschiktheid voor deze<br />
soorten, is middels terreinbezoeken nagegaan of deze soorten mogelijk ook in de plangebieden of de<br />
omgeving kunnen voorkomen. De projectgebieden omvatten een beperkt aantal verschillende biotopen<br />
en habitats. Met behulp van het terreinbezoek is nagegaan welke dit zijn. Hierdoor kan meer<br />
duidelijkheid gegeven worden over de voorkomende dan wel verwachte soorten in de projectgebieden.<br />
blad 10 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
2.2.2 Veldbezoek<br />
Op 26 september 2012 zijn de drie deelgebieden bezocht. Gedurende het veldbezoek is een inschatting<br />
gemaakt van de aanwezige biotopen en de daarbij behorende beschermde natuurwaarden.<br />
2.3 Waargenomen en te verwachten beschermde soorten<br />
Hieronder is per deellocatie een algemene biotoopbeschrijving opgenomen. Daarna zijn per soortgroep<br />
de te verwachten en waargenomen beschermde soorten beschreven. Deze gegevens zijn samengevat in<br />
een tabel waarin de beschermde soorten per deellocatie zijn opgenomen.<br />
2.3.1 Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V<br />
2.3.2 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong><br />
De zuidelijke punt van planlocatie Hofstad III bestaat uit (productie)grasland (Engels raaigras) met<br />
algemeen voorkomende soorten als klaver, perzikkruid, kamille, akkerdistel, weegbree en zuring. Tijdens<br />
het veldbezoek zaten er zilvermeeuwen op het gras. Het huis aan de oostkant van het terrein wordt<br />
omringd door een bossage met struiken en enkele bomen, waaronder vlierbes. Ook stond hier grote<br />
kaardenbol (tabel 1-soort) en fluitenkruid. De bomen kunnen gebruikt worden als nestgelegenheid en<br />
foerageergebied voor veel voorkomende vogelsoorten. Op en om de woning komt mogelijk de huismus<br />
voor (Rode lijst-soort, jaarrond beschermd). Op het maïsland komen wegens het intensieve agrarisch<br />
gebruik geen zwaarder beschermde soorten flora of fauna voor. Het grasland is wel een geschikt leef-<br />
en/of foerageergebied voor algemeen beschermde soorten zoogdieren als de haas en mol (tabel 1soorten).<br />
In de Kromme Sloot was tijdens het veldbezoek veel kroos aanwezig. Langs de oevers groeide<br />
riet en is het moerasvergeet-mij-nietje aangetroffen. De watergang is geschikt voor algemeen<br />
beschermde soorten amfibieën als de bruine kikker en gewone pad. Nabij het plangebied, aan de oever<br />
van de Oosterlaakplas, is in juni 2012 een poelkikker waargenomen (waarneming.nl). Dit is een strikt<br />
beschermde soort (tabel 3-soort, Bijlage IV EU-Habitatrichtlijn).<br />
De drie overige deelgebieden (<strong>Loerik</strong> V) bestaan uit braakliggend bouwterrein (west) en twee stukjes<br />
kort gemaaid gras omgeven door woonhuizen. Het voorkomen van zwaarder beschermde soorten is hier<br />
uitgesloten.<br />
De planlocatie <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> bestaat grotendeels uit grasland met algemeen voorkomende soorten. Het<br />
grasland wordt gedeeltelijk begraasd door pony's. Langs het grasland loopt een (oude) droogstaande<br />
greppel waarin, aan de zijde van Hofspoor, boompjes staan. In het grasland kunnen algemeen<br />
beschermde kleine zoogdieren als konijnen, hazen en mollen voorkomen (tabel 1-soorten). Het<br />
voorkomen van zwaarder beschermde soorten op het grasland en in de greppel is uitgesloten.<br />
Op het bebouwde deel van de planlocatie staan drie woningen en drie bedrijfspanden/loodsen. Tussen<br />
de bedrijfspanden bevindt zich een opslagterrein voor tractoren (op gras) en tussen de huizen zijn<br />
enkele struik- en boomgroepen aanwezig, waarin ten minste een eksternest aangetroffen is. In de<br />
bossages komen mogelijk meer nesten voor van algemeen voorkomende vogelsoorten. In de muren van<br />
de gebouwen zijn beluchtingsspleetjes aangetroffen, waardoor ze mogelijk als verblijfsplaats dienen<br />
voor vleermuizen als de laatvlieger en de gewone dwergvleermuis (tabel 3-soorten, Bijlage IV EU-<br />
Habitatrichtlijn). Ook is, wegens de geschikte bebouwing, het voorkomen van de huismus (Rode lijstsoort,<br />
jaarrond beschermd) en de boerenzwaluw (niet jaarrond beschermd) niet uit te sluiten. Overige<br />
zwaarder beschermde soorten worden op de planlocatie niet verwacht.<br />
2.3.3 Beusichemseweg 34 b-c 't Goy<br />
De boomgaard aan de Beusichemseweg 34 b-c is reeds gerooid. Het gebied bestaat nu uit grasland met<br />
algemeen voorkomende soorten planten (klaver e.d.) en uitgelopen scheuten van de gerooide<br />
fruitbomen. De schuur is enkelwandig en tochtig en vormt daarom een ongeschikt verblijf voor<br />
vleermuizen. De omliggende boomgaarden kunnen dienen als foerageergebied voor algemeen<br />
voorkomende of algemeen beschermde vogels en zoogdieren. Er zijn op de locatie geen zwaarder<br />
beschermde soorten te verwachten.<br />
blad 11 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
2.3.4 Beschrijving per soortgroep<br />
Vogels<br />
Alle locaties zijn geschikt voor algemeen voorkomende vogelsoorten. Tijdens het veldbezoek is een<br />
eksternest waargenomen bij <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>. De locaties bieden geen nestgelegenheid voor roofvogels of<br />
uilen. Het voorkomen van nesten van boerenzwaluwen kan niet uitgesloten worden. Vaste jaarrond<br />
beschermde nesten uit tabel 2 zijn, behoudens mogelijk een aantal huismussen rondom de bebouwing,<br />
niet binnen het plangebied te verwachten door het afwezig zijn van geschikte nestbomen voor<br />
roofvogels of andere geschikte biotopen.<br />
Zoogdieren<br />
Alle projectgebieden zijn geschikt voor een aantal, weinig kritische, zoogdieren. Het betreft met name<br />
algemeen voorkomende zoogdieren zoals veldmuizen, mollen en hazen. Alle soorten zijn algemeen<br />
beschermde soorten (tabel 1-soorten).<br />
Mogelijk komen vleermuizen (gewone dwergvleermuis, laatvlieger) voor in diverse opstallen op<br />
plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>. Vleermuizen zijn strikt beschermd (tabel 3, Bijlage IV EU-Habitatrichtlijn).<br />
Reptielen<br />
Alle plangebieden zijn ongeschikt voor reptielen. Op basis van de verspreidingskaarten van RAVON kan<br />
uitgesloten worden dat er reptielen binnen het plangebied aanwezig zijn.<br />
Amfibieën<br />
Volgens waarneming.nl is de poelkikker (tabel 3-soort, Bijlage IV EU-Habitatrichtlijn) aanwezig net<br />
buiten het plangebied van Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V, in de Oosterlaakse plas. Alle gebieden zijn geschikt als<br />
landbiotoop voor algemeen beschermde (tabel-1) soorten als bruine kikker en gewone pad.<br />
Vissen<br />
Alle plangebieden zijn ongeschikt voor vissen aangezien er geen poelen, plassen of watergangen op de<br />
plangebieden aanwezig zijn.<br />
Flora<br />
Aangezien de plangebieden bestaan uit landbouwgrond, (productie)grasland en bebouwing is het<br />
voorkomen van beschermde flora, behoudens de grote kaardenbol (tabel 1-soort) in Hofstad III, niet<br />
waarschijnlijk. Het voorkomen van strikt beschermde soorten binnen de plangebieden is uitgesloten.<br />
Vlinders, libellen en overige beschermde soortgroepen<br />
De plangebieden zijn ongeschikt terrein voor beschermde soorten uit deze soortgroepen. De locaties<br />
kennen geen kenmerkende en bijzondere biotopen en vegetaties (zoals heide, hoogvenen, bloemrijke<br />
graslanden of vennen) waarvan de beschermde vlinders en/of libellen veelal afhankelijk zijn voor hun<br />
voorkomen. Gezien de aard van de gebieden en de daar aanwezige biotopen, worden overige<br />
beschermde soorten binnen de projectgebieden uitgesloten.<br />
In onderstaande tabel is een indicatieve lijst opgenomen van te verwachten beschermde soorten op het<br />
plangebied.<br />
blad 12 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Tabel 2-1. Indicatieve lijst van overige (Tabel 2) en strikt (Tabel 3) beschermde soorten van de Flora- en faunawet)<br />
in het plangebied op basis van het bureaustudie en het terreinbezoek.<br />
Soort Beschermingsstatus Deelgebied<br />
Nederlandse naam Flora- en<br />
faunawet/rode lijst<br />
Zoogdieren<br />
Habitatrichtlijn<br />
Bijlage II/IV;<br />
Verklaring afkortingen in kolommen:<br />
X = soort is beschermd krachtens de Flora- en faunawet<br />
beschermingsregime AMvB art.75 HR = Habitatrichtlijn<br />
2 = soort tabel 2 KW = Kwetsbaar<br />
3 = soort tabel 3<br />
2.4 Conclusies voorkomen beschermde natuurwaarden<br />
Hofstad III/<br />
<strong>Loerik</strong> V<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> Beusichemseweg<br />
34 b-c<br />
Gewone dwergvleermuis X 3 Bijlage IV, HR - x -<br />
Laatvlieger X 3 Bijlage IV, HR - x -<br />
Amfibieën<br />
Poelkikker X 3 Bijlage IV, HR x - -<br />
Vogels<br />
Huismus rode lijstsoort - x x -<br />
Uit de resultaten van de bureaustudie en de terreinbezoeken blijkt dat in het plangebied beschermde<br />
soorten voor kunnen komen. Het gaat hier om voornamelijk om soorten die algemeen voorkomen en<br />
zijn opgenomen in tabel 1 van de Flora- en faunawet. Het voorkomen van enkele strikt beschermde<br />
soorten (tabel 3-soorten) kan niet uitgesloten worden. Het betreft de gewone dwergvleermuis,<br />
laatvlieger en de poelkikker. Ook komt mogelijk de huismus voor (Rode lijst-soort, jaarrond beschermd).<br />
Algemene soorten<br />
Sinds 23 februari 2005 is het Vrijstellingbesluit bij artikel 75 Flora- en faunawet van kracht. Voor de<br />
algemene soorten van tabel 1, zoals: veldmuis, , egel, vos, hermelijn, , konijn, haas, mol, bastaardkikker,<br />
gewone pad, kleine watersalamander, bruine kikker of gewone kaardebol geldt sindsdien een vrijstelling<br />
voor artikelen 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen<br />
gesteld, mits de zorgplicht in acht wordt genomen.<br />
Strikt beschermde soorten<br />
Voor strikt beschermde soorten van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en Bijlage 1 AMvB art.75 Flora- en<br />
faunawet - zoals gewone dwergvleermuis, laatvlieger en poelkikker geldt voor ruimtelijke ontwikkeling<br />
en inrichting geen vrijstelling, ook niet op basis van een gedragscode. Voor deze soort is een ontheffing<br />
nodig indien verbods-bepalingen worden overtreden. Voor bovengenoemde soorten uit Bijlage IV van<br />
de Habitatrichtlijn geldt dat voor een ruimtelijke ingreep alleen ontheffing kan worden verleend indien<br />
deze wordt aangevraagd op grond van een wettelijk belang uit de Habitatrichtlijn. Dit zijn:<br />
• Bescherming van flora en fauna (b);<br />
• Volksgezondheid of openbare veiligheid (d);<br />
• Dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of<br />
economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten (e).<br />
Indien de werkzaamheden negatieve effecten hebben op de bovengenoemde soorten uit Tabel 3 is een<br />
ontheffing nodig. De ontheffingsaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan vier criteria (zware<br />
toets):<br />
1. In welke mate wordt de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats<br />
aangetast door de werkzaamheden?<br />
2. Is er een wettelijk belang?<br />
3. Is er andere bevredigende oplossing/alternatief?<br />
4. Komt de gunstige staat van instandhouding niet in het geding?<br />
blad 13 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
De criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle vier moet voldaan zijn). Voor het verontrusten<br />
en verlies van leefgebied van strikt beschermde soorten kan een aanvullend compensatieplan<br />
noodzakelijk zijn, waarin in detail mitigerende en compenserende maatregelen worden uitgewerkt.<br />
Vogels<br />
Vogels zijn niet opgenomen in tabel 1 t/m 3 van de Flora- en faunawet; alle vogels zijn in Nederland<br />
beschermd. Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of<br />
waardoor hun nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord zijn verboden.<br />
De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken.<br />
Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik zijn alleen tijdens het broedseizoen beschermd. Dit geldt ook<br />
voor de boerenzwaluw die mogelijk voorkomt binnen plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>. Dit geldt niet voor de<br />
huismus die is opgenomen in categorie 2 van de 'Aangepaste lijst van jaarrond beschermde vogelnesten'<br />
(Ministerie van LNV, 2009). Het onderbrengen van deze soort op deze lijst geeft aan dat vaste rust- en<br />
verblijfplaats van deze vogelsoort jaarrond is beschermd. De huismus komt mogelijk voor op en rondom<br />
de bebouwing van plangebieden Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V en <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>. De functionaliteit van de rust- en<br />
verblijfplaats moet in de plannen gewaarborgd blijven door het nemen van mitigerende maatregelen.<br />
blad 14 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
3 Toetsing effecten ruimtelijke ontwikkeling<br />
3.1 Beschrijving ruimtelijke ontwikkeling<br />
3.1.1 Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V<br />
3.1.2 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong><br />
In figuur 4 wordt het plangebied Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V weergeven. De gebieden met de rode contouren<br />
zijn voor onderhavige rapportage onderzocht. Het huidige gras- en maïsland zullen worden bebouwd<br />
met woningen. Tussen de woningen zullen groenstroken aanwezig zijn. De woning met opstallen aan de<br />
oostzijde van het terrein blijft in tact. De bossage tussen het erf en het grasland zal wel verdwijnen. De<br />
wal die aan de zuidkant van de woning aanwezig is zal aan de noordkant van de woning worden<br />
uitgebreid. Er zal daar een wandelgebied met bomen ontstaan. De Kromme Sloot, die langs de<br />
zuidwestkant loopt, zal blijven bestaan en behoort niet tot het plangebied.<br />
Figuur 4: Plangebied Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V (nr. 11). De onderzochte gebieden zijn aangeven met de rode<br />
contouren.<br />
In figuur 5 is de planlocatie <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> weergegeven. Het oranje gebied is voor onderhavige rapportage<br />
onderzocht. De drie loodsen/opstallen (blauw) worden gesloopt, het landbouwmechanisatiebedrijf met<br />
tractorenopslag zal verdwijnen. De twee woningen langs de Beusichemseweg (groen met blauwe rand)<br />
worden mogelijk gesloopt. Het plangebied krijgt een, deels nog onbekende, gemengde bestemming<br />
maar zal in ieder geval dichter bebouwd worden dan nu het geval is. Er zal waarschijnlijk een mengeling<br />
van woningen, bedrijven (weinig hinderlijk, milieucategorie 1 en 2), sport- en cultuur- en<br />
horecavoorzieningen ontstaan. Het grasland zal verdwijnen. De woning met omliggende opstallen en erf<br />
aan de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> aan de oostkant van het spoor (geel en groen) zal in tact blijven.<br />
blad 15 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Figuur 5: Plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>.<br />
3.1.3 Beusichemseweg 34 b-c<br />
Wegens de lopende aanvraag van de omgevingsvergunning om een bedrijf te vestigen op het perceel<br />
van de Beusichemseweg 34 b-c, gaan we er voor onderhavig onderzoek van uit dat het perceel bebouwd<br />
zal worden. Het bestaande schuurtje en grasland zullen verdwijnen.<br />
3.2 Effecten op beschermde soorten<br />
Uit de bureaustudie en het terreinbezoek blijkt dat in de plangebieden enkele algemeen beschermde<br />
soorten verwacht worden en mogelijk een aantal strikt beschermde soorten. Per soortgroep zijn de<br />
mogelijke effecten van de voorgenomen ingrepen in beeld gebracht. Zo nodig zijn mitigerende<br />
maatregelen voorgesteld.<br />
Vogels<br />
Bepaalde delen van de plangebieden zijn van belang voor vogels als broedbiotoop en foerageergebied.<br />
Met name in de begroeide randzone van percelen zijn in het voorjaar broedende vogels te verwachten.<br />
Verstoring van broedende vogels leidt voor de meeste soorten tot negatieve effecten, zoals het in de<br />
steek laten van eieren of jongen.<br />
Door gebruik te maken van mitigerende maatregelen dient voorkomen te worden dat broedende vogels<br />
negatieve effecten ondervinden gedurende de bouwfase. Er dient voorkomen te worden dat op het<br />
moment van de werkzaamheden broedende vogels op de graslanden en in het maïsveld aanwezig zijn.<br />
Door buiten het broedseizoen te starten met grondverzet kan verstoring van broedende vogels worden<br />
uitgesloten. Indien men voornemens is tijdens het broedseizoen te werken of te starten met de<br />
werkzaamheden dient voorafgaand aan het broedseizoen het plangebied ongeschikt gemaakt te worden<br />
voor broedvogels.<br />
blad 16 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Na afronding van het werk zullen delen van de plangebieden geschikt broedterrein blijven voor diverse<br />
algemene vogelsoorten. De aanwezige soorten zijn wijdverspreide soorten in Nederland waarvan de<br />
gunstige staat van instandhouding niet in gevaar is.<br />
Binnen plangebied <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> wordt bestaande bebouwing gesloopt en is er aandacht nodig voor de<br />
eventuele aanwezigheid van jaarrond beschermde nestlocaties van de huismus. Als gevolg van de<br />
beoogde ontwikkeling kunnen nestlocaties direct aangetast worden door het slopen van de bebouwing<br />
of het verwijderen van de nestboom waarin de soort verblijft. Het nest kan door bouwactiviteiten<br />
verstoord worden. In alle gevallen betreft het een overtreding van artikel 11 van de Flora en faunawet;<br />
het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van een voortplantings- of vaste rust- of<br />
verblijfplaatsen (artikel 11).<br />
Om inzicht te krijgen in de eventuele effecten op jaarrond beschermde nestlocaties is exact inzicht nodig<br />
in de aanwezigheid van de soorten, de nestlocaties én de beoogde ingreep op en nabij deze jaarrond<br />
beschermde locatie. Indien jaarrond beschermde nestlocaties verloren gaan zijn mitigerende<br />
maatregelen om de functionele nestlocatie te behouden. Indien dit niet mogelijk is compensatie<br />
noodzakelijk.<br />
Ook op het erf van de woning in plangebied Hofstad III kan de huismus voorkomen. Omdat deze woning<br />
en het omliggende terrein niet gesloopt zal worden zijn de eventueel aanwezige jaarrond beschermde<br />
nestlocaties niet in het geding. De gunstige staat van instandhouding van de aanwezige vogels komt niet<br />
in het geding door de voorgenomen ontwikkelingen.<br />
Zoogdieren<br />
In de plangebieden komen naar verwachting verschillende algemeen beschermde zoogdieren voor. De<br />
ingreep zal geen direct negatief effect hebben op in het plangebied voorkomende, meer algemene<br />
soorten zoals hazen of konijnen. Dergelijke soorten zullen, indien zij aanwezig zijn in het plangebied,<br />
door de werkzaamheden het projectgebied verlaten. De kans dat ze gedood of verwond raken door de<br />
ontwikkeling is niet waarschijnlijk.<br />
Kleinere soorten, zoals muizen, zijn bij het vergraven van het terrein kwetsbaarder. Daar waar bouw- en<br />
graafwerkzaamheden plaatsvinden, is het mogelijk dat deze soorten gewond raken of gedood worden.<br />
De gunstige staat van de aanwezige soorten is echter niet in het geding, het zijn soorten die<br />
wijdverspreid voorkomen in Nederland.<br />
Beschermde vleermuizen (laatvlieger, gewone dwergvleermuis) maken mogelijk van de te slopen<br />
opstallen en gebouwen van <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> gebruik als verblijfsplaats. Deze functie zal bij het slopen van de<br />
gebouwen komen te vervallen. Derhalve is inzicht noodzakelijk in de aanwezigheid en het gebruik van<br />
het plangebied door vleermuizen.<br />
Reptielen<br />
Negatieve effecten op reptielen zijn uitgesloten aangezien ze niet binnen de plangebieden voorkomen.<br />
Amfibieën<br />
Schade aan amfibieën is het grootst als de werkzaamheden in het voortplantingsseizoen plaatsvindt<br />
(half maart tot en met juni). In deze periode zijn voornamelijk de larven aanwezig in het water. De<br />
volwassen dieren (bruine kikker en gewone pad) trekken na de eiafzetting weer het land op, waar ze tot<br />
de overwinteringsperiode verblijven. De bruine kikker, gewone pad en kleine watersalamander<br />
overwinteren op het land in holletjes in de bodem, onder bladafval, takkenhopen of stenen.<br />
Aangezien de strikt beschermde poelkikker in de nabijheid van Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V is waargenomen, is<br />
niet uit te sluiten dat hij zich ook in de Kromme Sloot bevindt. Aangezien deze watergang in tact zal<br />
blijven in het bestemmingsplan zal er geen negatief effect op het voortbestaan van de soort optreden.<br />
Verder komen in de Kromme Sloot en op de landbiotopen van alle plangebieden mogelijk algemene<br />
soorten als de bruine kikker en gewone pad voor. Deze biotopen zullen grotendeels verdwijnen na<br />
blad 17 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
uitvoering van de plannen. Aangezien dit veelvoorkomende soorten zijn in Nederland zal de gunstige<br />
staat van instandhouding van de soorten niet in gevaar komen door het uitvoeren van de plannen.<br />
De gunstige staat van instandhouding van de in het onderzoeksgebied voorkomende amfibieën komt als<br />
gevolg van de voorgenomen plannen niet in gevaar.<br />
Vissen<br />
Negatieve effecten op vissen zijn uitgesloten aangezien ze niet binnen het plangebied voorkomen.<br />
Vaatplanten en overige soortengroepen<br />
Negatieve effecten op strikt beschermde flora en overige soortgroepen kunnen uitgesloten worden<br />
aangezien ze niet binnen het plangebied voorkomen.<br />
3.3 Mitigerende maatregelen<br />
Om tijdens de werkzaamheden, zoals graafwerkzaamheden, flora en fauna niet te verstoren zijn<br />
mitigerende maatregelen vereist. Deze maatregelen zijn voornamelijk gericht op de uitvoeringsperiode<br />
en werkwijze. Per soortgroep kan een advies met betrekking tot deze mitigerende maatregelen<br />
gegeven.<br />
Vogels<br />
Verstoring van broedende vogels leidt voor de meeste soorten tot negatieve effecten, zoals het in de<br />
steek laten van eieren of jongen. Vanuit de Flora- en faunawet is het daarom verboden om broedende<br />
vogels te verstoren. Hiervoor kan ook geen ontheffing worden verkregen. In de praktijk betekent dit dat<br />
werkzaamheden, zoals het verwijderen van begroeiing (bomen, struweel), niet tijdens het broedseizoen<br />
uitgevoerd mogen worden.<br />
Om te voorkomen dat tijdens de lente broedvogels zich gaan vestigen op de te bebouwen delen,<br />
waardoor werkzaamheden moeten worden stilgelegd, is het aan te raden het verwijderen van<br />
begroeiing buiten het broedseizoen uit te voeren. Globaal loopt het broedseizoen van circa 15 maart<br />
t/m circa 15 juli. Wanneer in of nabij deze periode groen verwijderd moet worden is het aan te raden<br />
om alsnog een ecoloog het plangebied te laten controleren op broedende vogels, aangezien vele<br />
soorten al in februari op eieren kunnen zitten.<br />
Zoogdieren<br />
Om de negatieve effecten op kleine zoogdieren te verminderen wordt aanbevolen om de<br />
(graaf)werkzaamheden vanuit één richting te starten, zodat de aanwezige dieren kunnen vluchten.<br />
Vissen<br />
Aangezien er in de plangebieden geen vissen voorkomen zijn geen mitigerende maatregelen<br />
noodzakelijk voor deze soortgroep.<br />
Amfibieën<br />
Amfibieën zijn in het voorjaar aanwezig in (de oeverzone van) watergangen om zich voort te planten. In<br />
het water worden eitjes afgezet. Om negatieve effecten op deze soortgroep te minimaliseren dienen<br />
grootschalige graafwerkzaamheden aan de sloot en slootkant buiten deze periode plaats te vinden.<br />
Flora<br />
Aangezien er geen strikt beschermde soorten voorkomen (soorten van tabel 2 of 3) zijn geen<br />
mitigerende maatregelen noodzakelijk voor deze soortgroep.<br />
blad 18 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
4 Conclusies en aanbevelingen<br />
4.1 Conclusie<br />
In voorgaande rapportage zijn een drietal plannen getoetst aan de Flora- en faunawet. Per locatie<br />
worden de bevindingen en conclusies weergegeven.<br />
4.1.1 Hofstad III/<strong>Loerik</strong> V<br />
4.1.2 <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong><br />
In het projectgebied komen algemeen (tabel 1-soorten) beschermde flora en fauna voor. Het gebied is<br />
geschikt leefgebied voor algemeen beschermde zoogdieren en algemeen beschermde amfibieën,<br />
daarnaast is het leef- en broedgebied voor diverse soorten vogels. Het omvormen van het grasland tot<br />
een woonwijk heeft geen negatief effect op de gunstige staat van op het plangebied voorkomende<br />
soorten. Voor de effecten op de algemene voorkomende, maar beschermde soorten (uit Tabel 1 van de<br />
Flora- en faunawet) hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd.. Voor negatieve effecten op de<br />
aanwezige algemene flora en faunasoorten geldt een algemene vrijstelling. Wel dient er rekening te<br />
worden gehouden met de zorgplicht, die ook voor deze soorten geldt.<br />
In het projectgebied komen beschermde flora en fauna voor. Het gebied is geschikt leefgebied voor<br />
algemeen maar mogelijk ook voor strikt beschermde zoogdieren. Het plangebied is het leef- en<br />
broedgebied voor diverse soorten vogels, waaronder mogelijk de huismus waarvan de nestlocatie<br />
jaarrond is beschermd. De te slopen gebouwen hebben mogelijk een functie als vaste- rust en<br />
verbliifplaats voor strikt beschermde vleermuizen..Het verstoren van de vaste- rust en verblijfplaatsen<br />
van vleermuizen is een overtreding van artikel 11 van de Flora- en faunawet.<br />
Nader onderzoek<br />
Om de effecten op strikt beschermden soorten (huismus, gewone dwergvleermuis, laatvlieger) beter te<br />
kunnen bepalen is inzicht noodzakelijk in het voorkomen van deze strikt beschermde soorten. Het<br />
voorkomen van deze strikt beschermde soorten en de locatie dient nader onderzocht te worden. Het<br />
vleermuisonderzoek dient uitgevoerd te worden conform het vleermuisprotocol 2012.<br />
Indien strikt beschermde soorten aanwezig zijn en negatieve effecten optreden, is een ontheffing<br />
noodzakelijk. Dan dient te worden aangetoond dat er geen bevredigende alternatieven zijn om dezelfde<br />
doelen te behalen. Bovendien dient het groot openbaar belang van de ingreep te worden aangetoond<br />
en dat er 'geen afbreuk van de gunstige staat van instandhouding van de soort' optreedt. Bij de<br />
aanvraag van de ontheffing is een activiteitenplan nodig met een ecologisch werkprotocol waarin<br />
nauwkeurig is beschreven hoe de negatieve effecten worden gemitigeerd en geborgd.<br />
4.1.3 Beusichemseweg 34 b-c<br />
In het projectgebied komen maar in zeer beperkte mate beschermde waarden voor. De voormalige<br />
boomgaard is geschikt leefgebied voor algemeen beschermde zoogdieren en amfibieën, daarnaast is het<br />
leefgebied voor diverse soorten vogels. Aangezien er in dit gebied geen overig of strikt beschermde<br />
soorten (tabel 2 en 3) voorkomen is er voor het uitvoeren van de plannen geen ontheffingen in het<br />
kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk..<br />
4.2 Zorgplicht<br />
Tijdens het bouwrijp maken van de te bebouwen delen en de bouwfase zullen er negatieve effecten<br />
optreden op een beperkt aantal algemene beschermde soorten door een tijdelijke verstoring van een<br />
deel van het leefgebied.<br />
blad 19 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Aangezien in Hofstad III en <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> in het voorjaar broedende vogels zijn te verwachten, dient hiermee<br />
in de planning en uitvoering rekeningen gehouden te worden. Het vergraven van akkerranden, grasland,<br />
slootkanten en bermen dient bij voorkeur in de periode augustus - oktober plaats te vinden. Dit is de<br />
meest gunstige periode voor zowel de eventuele aanwezige overwinterende amfibieën als zoogdieren<br />
en vogels. Door een zorgvuldige werkwijze en het nemen van mitigerende maatregelen kan schade<br />
worden voorkómen en blijven negatieve effecten beperkt.<br />
Voor de effecten op de algemene voorkomende, maar beschermde soorten (uit tabel 1 van de Flora- en<br />
faunawet) hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Voor negatieve effecten op de aanwezige<br />
algemene flora en faunasoorten geldt een algemene vrijstelling. Wel dient er rekening te worden<br />
gehouden met de zorgplicht, die ook voor deze soorten geldt.<br />
Voor alle beschermde soorten, dus ook voor de soorten die zijn vrijgesteld van de ontheffingsplicht,<br />
geldt een zogenaamde ‘algemene zorgplicht’ (art. 2 Flora- en faunawet). Deze zorgplicht houdt in dat de<br />
initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aan beschermde soorten te voorkomen of<br />
zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het niet verontrusten of verstoren in de<br />
kwetsbare perioden zoals de winterslaap, de voortplantingstijd en de periode van afhankelijkheid van de<br />
jongen. In dit geval verdient het aanbeveling het plangebied voor de winter te maaien en het maaisel op<br />
te ruimen, zodat hierin geen soorten in winterslaap gaan.<br />
De kwetsbare perioden voor de verschillende soortgroepen zijn niet alle gelijk. Als ‘veilige’ periode voor<br />
alle groepen geldt in het algemeen de periode van eind augustus tot november, de periode waarin de<br />
voortplantingstijd achter de rug is en dieren als egel en amfibieën nog niet in winterslaap zijn. Indien<br />
een locatie in die periode gemaaid wordt, kan daarna gedurende het winterseizoen en het daarop<br />
volgende voorjaar probleemloos worden gewerkt.<br />
Indien vooraf bekend is dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen de kwetsbare perioden<br />
van de betreffende soorten, is het zaak ervoor te zorgen dat het gebied tegen die tijd ongeschikt is als<br />
leefgebied voor die soorten. Zo kan bijvoorbeeld vegetatie gedurende het groeiseizoen kort gemaaid<br />
worden, zodat er geen vogels gaan broeden en het tegen de winter ook ongeschikt is voor kleine<br />
zoogdieren die in winterslaap gaan. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beschermde<br />
soorten worden waargenomen dienen maatregelen te worden genomen om schade aan deze individuen<br />
zo veel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld wegvangen en verplaatsen).<br />
4.3 Voorbehoud<br />
De voorliggende natuurtoets is gebaseerd op beperkte inventarisatiegegevens van derden, een drietal<br />
veldbezoeken en een literatuuronderzoek. Deze gegevens geven geen garantie dat tijdens de uitvoering<br />
van de werkzaamheden geen (andere) beschermde soorten kunnen worden waargenomen. Natuur is<br />
vaak verrassend. Om de risico’s zo veel mogelijk te verkleinen wordt aanbevolen om vlak voordat de<br />
werkzaamheden beginnen, het terrein te controleren op de aanwezigheid van (andere) beschermde<br />
soorten.<br />
blad 20 van 22
Natuurtoets <strong>Bestemmingsplan</strong>nen <strong>Houten</strong><br />
Onderzoek naar beschermde natuurwaarden<br />
Projectnr. 256548<br />
18 oktober 2012, revisie 00<br />
Geraadpleegde bronnen<br />
Literatuur<br />
• Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay, I. Wynhoff, 2006. De dagvlinders van Nederland,<br />
verspreiding en bescherming. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij,<br />
Utrecht.<br />
• Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeek & J.B.M. Thissen, 1992. Atlas van de<br />
Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />
• Cuijpers Advies/ Projectbureau Ruimtelijke Ontwikkeling b.v., 2012. <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>,<br />
Cultuurhistorisch onderzoek en advies bestemmingsplan Hofstad III te <strong>Houten</strong>.<br />
• Cuijpers Advies/ Projectbureau Ruimtelijke Ontwikkeling b.v., 2012. <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>,<br />
Cultuurhistorisch onderzoek en advies bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>/<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> te <strong>Houten</strong>.<br />
• De Groene Ruimte, 2008. Quickscan planlocatie Beusichemseweg 34 b-c (<strong>Houten</strong>).<br />
• Hustings, F. e.a., 2002 Atlas van de Nederlands broedvogels. KNNV Uitgeverij Utrecht.<br />
• Lenders H.J.R., C.C.H. Marijnissen. Waarnemen en herkennen van amfibieën en reptielen in het<br />
veld. RAVON, Nijmegen<br />
• Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, 2002. De Nederlandse Libellen (Odonata). Nederlandse<br />
Fauna 4, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />
• Oranjewoud, 2012, kenmerk 247421, Voorontwerp bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Houten</strong><br />
Internet<br />
• www.Waarneming.nl<br />
• maps.Google.nl<br />
• www.RAVON.nl<br />
• www.SOVON.nl<br />
• www.Telmee.nl<br />
• www.Vleermuis.net<br />
• www.Zoogdiervereniging.nl<br />
blad 21 van 22
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 274 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Bijlage 6 Antwoordnota vooroverleg en inspraak<br />
blad 275 van 345
Antwoordnota vooroverleg en inspraak<br />
Voorontwerpbestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> – <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
1<br />
Samenvatting<br />
Vanaf 21 juni tot en met 1 augustus 2012 heeft het voorontwerp van bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<br />
<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> ter inzage gelegen met de mogelijkheid tot inspraak. Ook is het plan aan diverse<br />
overheidsinstanties toegestuurd in het kader van het wettelijk vooroverleg.<br />
Uit de overleg- en inspraakreacties vloeien geen wijzigingen voort voor het te voeren ruimtelijk beleid<br />
in het bestemmingsplan. Wel wordt het plan op een aantal punten gecompleteerd naar aanleiding van<br />
de reacties. Het plan wordt op de volgende punten gewijzigd:<br />
De goothoogte in de bestemming Gemengd Uit te Werken wordt beperkt tot 20 m conform de<br />
goothoogte in het geldende bestemmingsplan.<br />
Op verzoek van de VRU wordt een regel aan de uitwerkingsregels van bestemming Gemengd<br />
uit te werken toegevoegd: de ontsluiting van het gebied dient te voorzien in bereikbaarheid<br />
van bouwwerken voor hulpverleningsdiensten en in voldoende bluswatervoorzieningen.<br />
De bestemming van de gemeentelijke grond tussen het perceel van de inspreker<br />
(<strong>Pistoriusweg</strong> 7) wordt gewijzigd van Gemengd uit te werken naar Groen. Hierdoor is het niet<br />
mogelijk om een auto-ontsluiting of bebouwing te realiseren op deze grond. Dit is niet gewenst<br />
i.v.m. de smalle maat, en het vermijden van druk verkeer over de <strong>Pistoriusweg</strong>.<br />
Op enkele woonpercelen, zoals het erf <strong>Pistoriusweg</strong> 7 (ruim 3300 m2), staan meer<br />
bijbehorende bouwwerken dan de standaard van 50 m2 die in de bestemmingsregels wordt<br />
toegestaan. In de algemene bouwregels van het voorontwerp was daarom bepaald, dat in dat<br />
geval de bestaande maten als ten hoogste toelaatbaar mogen worden aangehouden.<br />
Erfbebouwing mocht volgens de algemene bouwregels in die situaties op de huidige locatie<br />
worden herbouwd. In het ontwerpplan wordt voor die situaties ook toegestaan dan ten<br />
hoogste 50 m2 aan nieuwe bijgebouwen elders op het erf mag worden herbouwd. De goot- en<br />
bouwhoogte wordt in dit geval beperkt tot de standaard van 3,2 m resp. 6 m. Hierdoor kan na<br />
sloop van oudere schuren meegewerkt worden aan bijvoorbeeld de gewenste bouw van een<br />
nieuwe garage. Het totaal aantal m2 mag echter niet meer bedragen dan in de bestaande<br />
situatie aanwezig was.<br />
De bestemming van het perceel ten noorden van het toegangspad naar de woning <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> 14, met kadastraal nummer 2176 heeft thans het gebruik van openbaar groen. In<br />
het voorontwerp heeft het perceel de bestemming Tuin – voortuin gekregen. In verband met<br />
het huidige gebruik krijgt de grond de bestemming Groen.<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
2<br />
Een verzoek tot verruiming van de bestemming op perceel <strong>Pistoriusweg</strong> 7 wordt vanwege het<br />
ontbreken van onderbouwing afgewezen. Ook is de wens om de bestemming Gemengd Uit te Werken<br />
te beperken in bouwhoogte, dichtheid, bestemmingsmogelijkheden afgewezen.<br />
Inhoud<br />
Samenvatting<br />
Procedure<br />
Overzicht overleg- en inspraakreacties met beantwoording gemeente<br />
Lijst met wijzigingen<br />
Bijlage: originele reacties en verzendlijsten aankondigingsbrieven<br />
Procedure<br />
Vanaf 21 juni tot en met 1 augustus 2012 heeft het voorontwerp van bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<br />
<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> ter inzage gelegen met de mogelijkheid tot inspraak. Ook is het plan aan diverse<br />
overheidsinstanties toegestuurd in het kader van het wettelijk vooroverleg.<br />
Aankondigingen van de ter inzage legging zijn gepubliceerd in <strong>Houten</strong>s Nieuws en Staatscourant, en<br />
zijn vermeld in een brief aan in- en direct omwonenden van het plangebied.<br />
Overzicht overleg- en inspraakreacties met beantwoording gemeente<br />
Overlegreacties;<br />
Nr. Reactie van Inhoud Antwoord gemeente<br />
O.1 Provincie Heeft kunnen concluderen dat Van dit bericht is kennis genomen.<br />
Utrecht dit bestemmingsplan niet<br />
briefnr. strijdig is met de provinciale<br />
80B57D59 ruimtelijke belangen.<br />
O.2. Hoogheem- Positief advies, mits<br />
a. Akkoord. De toelichting op de<br />
raadschap de wateradvies wordt opgevolgd, waterhuishouding is aangevuld met de te<br />
Stichtse te weten in de toelichting de nemen maatregelen: o.a. het niet<br />
Rijnlanden volgende zaken toevoegen: aansluiten van de verharding in minimaal<br />
a. Maatregelen beschrijven 20% van het gebied op de gemengde<br />
om hemelwater vertraagd riolering, het realiseren van<br />
af te voeren (infiltreren) infiltratievoorzieningen. Dit antwoord<br />
vanwege bereiken<br />
maximale capaciteit<br />
waterafvoerduiker onder<br />
spoor door in westelijke<br />
richting<br />
voorziet ook in reactie b. en c.<br />
b. Deze maatregelen met de<br />
HDSR tevoren afstemmen<br />
b. Zie onder a.<br />
c. Afspraak om tenminste<br />
20% van het gebied af te<br />
koppelen<br />
c. Zie onder a.<br />
O.3 Veiligheids a. Het uitgevoerde<br />
a. Het onderzoek is aangevuld. Door het<br />
Regio Utrecht, onderzoek naar externe bouwen van woningen in het gebied ten<br />
nr.<br />
veiligheid van<br />
opzichte van de eerder berekende<br />
12z0001722 goederenvervoer over het kantoren, daalt de personendichtheid<br />
spoor past niet op de<br />
overdag sterk. Dit zal in principe een<br />
bestemming; in het<br />
gunstig effect voor het groepsrisico<br />
onderzoek is de<br />
betekenen, ondanks dat in de nieuwe<br />
bestemming wonen niet situatie ook in de nachtperiode personen<br />
onderzocht. Deze<br />
aanwezig zullen zijn. De wijziging vormt<br />
gevolgen inzichtelijk<br />
daarom geen aanleiding voor een<br />
maken.<br />
herberekening van het groepsrisico.<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
3<br />
b. Rekening houden met eisen<br />
van Bouwbesluit 2012<br />
in art. 6.37 Bereikbaarheid<br />
bouwwerk voor hulpverleningsdiensten<br />
en art.<br />
6.30 Bluswatervoorziening<br />
c. Voorlichting geven aan<br />
inwoners en werknemers<br />
in het gebied over risico’s<br />
en maatregelen bij een<br />
toxische plas of wolk bij<br />
een incident langs het<br />
spoor<br />
b. Wij gaan toevoegen in uitwerkingsregels:<br />
de ontsluiting van het gebied dient te<br />
voorzien in bereikbaarheid van<br />
bouwwerken voor<br />
hulpverleningsdiensten en in voldoende<br />
bluswatervoorzieningen<br />
c. Het opstellen van een ontruimingsplan<br />
en het geven van voorlichting is geen<br />
onderdeel in het kader van het bestemmingsplantraject.<br />
Uiteraard informeert de<br />
gemeente haar burgers wel op<br />
structurele wijze over de risico’s binnen<br />
haar gemeentegrenzen (risicocommunicatie).<br />
In het verleden door<br />
bijvoorbeeld het uitbrengen van de<br />
risicowijzer. Vanaf 2013 zal<br />
risicocommunicatie voornamelijk digitaal<br />
plaatsvinden via de website van de<br />
gemeente.<br />
O.4 Gasunie Geen opmerkingen op het plan Van dit bericht is kennis genomen..<br />
Inspraakreacties;<br />
Nr. Reactie van Inhoud Antwoord gemeente<br />
I.1 P.J. Wieman,<br />
<strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> 7,<br />
3994 AW<br />
<strong>Houten</strong>,<br />
briefnr<br />
12i04037<br />
De nummers (tussen de<br />
haakjes) corresponderen met<br />
de nummers uit de brief.<br />
a. (1) Regels<br />
Gemengd uit te<br />
werken geven meer<br />
mogelijkheden en<br />
flexibiliteit (hogere<br />
bebouwing, hogere<br />
dichtheden, ruimere<br />
bestemmingen) met<br />
waardedaling<br />
woning als gevolg.<br />
a. Bij bestudering van de regels van het plan is<br />
ons niet gebleken dat de bouwhoogte en de<br />
dichtheid toeneemt. De bestemming is evenwel<br />
ruimer dan in het geldende plan door het<br />
toelaten van cultuur, sport en maatschappelijke<br />
doeleinden naast de al toegelaten kantoren,<br />
bedrijven en woningen. U ondervindt daar<br />
echter geen nadeel van, waardoor er naar<br />
verwachting geen sprake is van<br />
waardevermindering. Wij lichten e.e.a. toe.<br />
Goot- en bouwhoogte<br />
De goothoogte was in het geldende bestemmingsplan<br />
gemaximeerd op 20 m. De bouwhoogte<br />
was niet gemaximaliseerd. Door het<br />
vastleggen van de maximale bouwhoogte op<br />
24 m wordt juist de maximale bouwhoogte<br />
beperkt. De maximale goothoogte van 20 m is<br />
in het nieuwe plan weggevallen. Deze zal,<br />
mede als gevolg van uw reactie, toegevoegd<br />
worden aan de bestemming Gemengd.<br />
Dichtheid<br />
In het geldende bestemmingsplan mocht max.<br />
70.000 m2 bvo kantoren worden gebouwd in<br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>, Het Spoor, De Bouw, Castellum en<br />
Hofstad IVb tezamen. Niet was uitgesloten dat<br />
30.000 m2 bvo kantoren in <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> mocht<br />
worden gebouwd. In het voorliggende plan is<br />
het max. aantal m2 bvo kantoren bepaald op<br />
30.000 m2 bvo. Verder is in het geldende<br />
bestemmingsplan geen beperking opgenomen<br />
voor de woningdichtheid. In het voorliggende<br />
plan is de dichtheid beperkt tot 40 woningen<br />
per hectare. De bebouwingsdichtheid wordt<br />
dus niet verhoogd.<br />
Meer mogelijkheden bestemmingen<br />
De nieuwe bestemmingen cultuur, sport en<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
. (2) Vanwege privacy<br />
verzoek om rond de<br />
woning een strook<br />
van 3 m de<br />
bestemming groen<br />
te geven<br />
c. (3) Gelieve de<br />
strook grond tussen<br />
de woning en het<br />
spoor de bestemming<br />
groen, voet- of<br />
fietspaden te geven.<br />
d. (4) Bouwvlak klopt<br />
niet met huidige<br />
bebouwing<br />
e. (5) De hoogte van<br />
24 m past niet bij<br />
het uitgangspunt om<br />
de hoogte van de<br />
Molenzoom aan te<br />
houden.<br />
f. (6) De hoogte van<br />
bouwwerken moet<br />
verlaagd van 15<br />
naar 9 m, 15 m past<br />
4<br />
maatschappelijke doeleinden komen niet<br />
bovenop doch in de plaats van nu reeds<br />
toegelaten bestemmingen kantoren en<br />
bedrijven. De dichtheid is niet toegenomen<br />
Deze bestemmingen sluiten aan op de<br />
bestemmingen in het geldende naastgelegen<br />
bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- Het Spoor, waar in<br />
plaats van kantoren medische voorzieningen<br />
worden gebouwd. De nieuwe bestemmingen<br />
zullen de omgeving niet meer belasten dan de<br />
al toegestane bestemmingen. Alle functies in<br />
het gebied zullen moeten voldoen aan de eisen<br />
die de milieuwetgeving stelt ten aanzien van<br />
hinder voor omliggende woningen. Hierdoor is<br />
er o.i. geen grondslag voor de stelling van<br />
inspreker dat hij nadeel ondervindt van de<br />
nieuwe bestemmingen.<br />
Daarnaast zal de inspreker worden betrokken<br />
bij de uitwerking van het plan.<br />
b. Inspreker heeft bij de verkoop van het gebied<br />
aan de gemeente een grote eigen kavel van<br />
ruim 3300 m2 bedongen. Op deze kavel is<br />
voldoende ruimte voor privacygevende<br />
beplanting. Er is geen aanleiding om op dit<br />
moment de gevraagde beperkingen te leggen<br />
op de bebouwing of indeling van het<br />
achterliggende gebied. De uitwerking van het<br />
plan moet goed passen in de omgeving. Zoals<br />
reeds onder a. vermeld, wordt inspreker<br />
betrokken bij deze uitwerking.<br />
c. Op deze strook met de bestemming Gemengd<br />
Uit te Werken is inderdaad geen andere<br />
mogelijke inrichting mogelijk dan de inspreker<br />
aangeeft. De suggestie wordt overgenomen.<br />
De inspreker heeft hierdoor meer zekerheid<br />
over de inrichting van zijn directe omgeving.<br />
d. Het bouwvlak stemt overeen met de omvang<br />
van de woning. Voor het oordeel of de<br />
bijgebouwen passen binnen de bouwregels<br />
verwijzen wij naar ons antwoord onder k.<br />
e. In bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-Het Spoor is het<br />
straatprofiel en de hoogte van de Molenzoom<br />
doorgezet. In het achterliggende plangebied is<br />
ruimte voor hogere bebouwing, die aansluit bij<br />
de hoogte van de bebouwing rondom de<br />
Koppeling. De maximale bouwhoogte in dit<br />
plan is niet hoger dan in het geldende<br />
bestemmingsplan. In uw reactie of een visie<br />
van onze zijde is geen aanleiding gevonden<br />
om de hoogte te beperken. Inspreker wordt<br />
betrokken bij de uitwerking van het plan.<br />
f. De hoogte van bouwwerken is gelijk aan de<br />
hoogte van bouwwerken op andere bedrijfs- of<br />
kantoorterreinen. We zien daarom geen<br />
aanleiding om de hoogte te verlagen.<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
niet in omgeving.<br />
g. (7) Dichtheid van 35<br />
w/ha past beter bij<br />
dit gebied buiten de<br />
Vijfwal dan 40 w/ha.<br />
h. (8) Verzoek minder<br />
dan 30.000 m2 bvo<br />
kantoren maken van<br />
wege niet passen in<br />
de omgeving.<br />
i. (9) Verzoek om<br />
hoogte terreinafscheidingen<br />
in bestemming<br />
groen aan<br />
te sluiten bij hoogte<br />
afscheidingen in<br />
andere<br />
bestemmingen.<br />
j. (10) Verzoek om<br />
erfafscheidingen<br />
binnen voortuinen<br />
naar 2 m te<br />
verhogen.<br />
k. (11a) Wens om<br />
meer erfbebouwing<br />
op dit grote perceel.<br />
Een extra garage is<br />
niet mogelijk.<br />
l. (11b) Verzoek om<br />
de huidige woning<br />
elders op het<br />
perceel op te<br />
kunnen bouwen.<br />
m. (11c) Het is<br />
wenselijk de bouw<br />
van extra woningen<br />
mogelijk te maken<br />
5<br />
g. Het antwoord op deze vraag is al gegeven<br />
onder punt a. bij de kop “Dichtheid”. Voor het<br />
antwoord wordt daarom verwezen naar punt a.<br />
h. Het antwoord op deze vraag is al gegeven<br />
onder punt a. bij de kop “Dichtheid”. Voor het<br />
antwoord wordt daarom verwezen naar punt a.<br />
i. De hoogte van hogere terreinafscheidingen tot<br />
2 m zijn voorbehouden aan erven bij woningen<br />
of bedrijven. Het is niet gewenst en nodig in de<br />
bestemming Groen de hoogte van<br />
erfafscheidingen op te trekken van 1 naar 2 m.<br />
j. Wij willen hier niet aan meewerken, omdat de<br />
regel dat in voortuinen de erfafscheidingen<br />
maximaal 1 m hoog mogen zijn, voor heel<br />
<strong>Houten</strong> en zelfs landelijk geldt. De achtergrond<br />
voor deze regel is een ruim en sociaal veilig<br />
straatbeeld.<br />
k. De huidige omvang van bijbehorende<br />
bouwwerken is toegelaten via artikel 9<br />
Algemene Bouwregels: “de bestaande<br />
afstands-, hoogte-, inhouds- en<br />
oppervlaktematen die meer bedragen dan in<br />
hoofdstuk 2 is voorgeschreven mogen ter<br />
plaats van de afwijking als ten hoogste<br />
toelaatbaar worden aangehouden”. Daarnaast<br />
is eventuele herbouw toegelaten op dezelfde<br />
plaats. Het past niet in een woonbestemming<br />
om het oppervlak aan bijbehorende<br />
bouwwerken, dat al enkele malen groter dan<br />
standaard is toegelaten, nog verder te<br />
vergroten. Om vernieuwingen aan<br />
bijbehorende bouwwerken mogelijk te maken,<br />
wordt een bepaling toegevoegd dat herbouw<br />
van bijbehorende bouwwerken op een andere<br />
locatie is toegestaan, mits het oppervlak de 50<br />
m2 en de goot- en nokhoogte de 3,2 m resp. 6<br />
m niet overschrijdt, gelijk aan de regels voor<br />
bijbehorende bouwwerken in hoofdstuk 2.<br />
l. Alleen een concreet verzoek met goede<br />
onderbouwing kan in overweging worden<br />
genomen. De milieutechnische en ruimtelijke<br />
haalbaarheid moet worden aangetoond. Het<br />
huidige verzoek is niet concreet.<br />
m. Deze wens is niet uitvoerbaar totdat de<br />
milieutechnische (o.a. geluid, externe<br />
veiligheid), ruimtelijke en financiële<br />
haalbaarheid is aangetoond.<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
I.2. A. Hendriks,<br />
Fuutlaan 4,<br />
2623 MV, Delft,<br />
12z0001644/<br />
12i03590<br />
1.3 P.M. van Vliet-<br />
Spinhoven<br />
op het perceel.<br />
n. (11d) Wens om<br />
meer ruimte voor<br />
beroep aan huis te<br />
krijgen, hiervoor zijn<br />
goede mogelijkheden<br />
op het perceel.<br />
o. (11 e ) Wens om een<br />
horecabestemming<br />
mogelijk te maken<br />
op het perceel.<br />
a. Welk bedrijf is<br />
betrokken bij het<br />
haalbaarheids-<br />
onderzoek naar<br />
intensievere<br />
woningbouw op het<br />
perceel <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> 13?<br />
b. Welke categorie<br />
bedrijven is<br />
toegestaan in het<br />
aangrenzende<br />
bedrijfsterrein van<br />
bestemmingsplan?<br />
Welk bedrijf is betrokken<br />
bij het haalbaarheidsonderzoek<br />
naar<br />
intensievere<br />
woningbouw op het<br />
perceel <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> 13?<br />
6<br />
n. In de regels is vastgelegd dat er ruimte is voor<br />
maximaal 100 m2 beroep aan huis. Bij meer<br />
ruimte voor beroep of bedrijf is een<br />
bedrijfsbestemming nodig. Ook hier geldt dat<br />
een concreet verzoek met goede<br />
onderbouwing ten grondslag moet liggen aan<br />
een eventuele aanpassing van de regels.<br />
Hierbij zullen we onder andere letten op de<br />
aspecten verkeersveiligheid, milieuhinder en<br />
financiën.<br />
o. Het actuele horecabeleid laat geen<br />
zelfstandige horeca toe op dit gebied. Bij<br />
verbreding naar horeca, die ondergeschikt is<br />
aan een andere functie, moet er een concreet<br />
verzoek zijn met goede onderbouwing voordat<br />
we dit in overweging nemen.<br />
a. U bent direct geïnformeerd over de bedrijven,<br />
die het haalbaarheidsonderzoek verrichten.<br />
b. Aangrenzende percelen zijn gelegen in<br />
bestemmingsplan Koppeling-De Schaft. Het<br />
perceel Korte Schaft 23 heeft de bestemming<br />
Bedrijventerrein met milieucategorie 3.2. Het<br />
perceel grenzend aan <strong>Pistoriusweg</strong> 13 heeft de<br />
bestemming Kantoren met milieucategorie 1.<br />
U bent direct geïnformeerd over de bedrijven, die<br />
het haalbaarheidsonderzoek verrichten.<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
Lijst van wijzigingen<br />
Naar aanleiding van wettelijk vooroverleg en inspraak<br />
Regels<br />
N.a.v. overlegreactie I.3. is artikel 3 Gemengd Uit te werken aangepast.<br />
In uitwerkingsregels toevoegen: de ontsluiting van het gebied dient te voorzien in<br />
bereikbaarheid van bouwwerken voor hulpverleningsdiensten en in voldoende<br />
bluswatervoorzieningen.<br />
N.a.v. inspraakreactie I.1. is artikel 3 Gemengd Uit te werken aangepast.<br />
7<br />
Naast de maximale bouwhoogte van 24 m wordt een maximale goothoogte van 20 m als regel<br />
toegevoegd aan de bestemming. Dit is in overeenstemming met het geldende<br />
bestemmingsplan.<br />
N.a.v. inspraakreactie I.1 is artikel 9 Algemene Bouwregels<br />
Om vernieuwingen aan bijbehorende bouwwerken mogelijk te maken, wordt een bepaling<br />
toegevoegd dat herbouw van bijbehorende bouwwerken op een andere locatie is toegestaan,<br />
mits het oppervlak de 50 m2 en de goot- en nokhoogte de 3,2 m resp. 6 m niet overschrijdt,<br />
gelijk aan de regels voor bijbehorende bouwwerken in hoofdstuk 2.<br />
Verbeelding<br />
N.a.v. inspraakreactie I.1 is de verbeelding aangepast<br />
De grond tussen de woning <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 7 en de spoorlijn wordt herbestemd van<br />
Gemengd Uit te Werken tot Groen, waaronder begrepen fiets- en voetpaden<br />
Afbeelding links voorontwerp, afbeelding rechts ontwerp: de grond tussen de woning <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> 7 en de spoorlijn wordt herbestemd van Gemengd Uit te Werken tot Groen<br />
Toelichting<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
N.a.v. overlegreactie I.2. wordt de volgende tekst toegevoegd aan paragraaf 4.9 Waterhuishouding.<br />
8<br />
De afvoer van het water zal door middel van infiltratie in combinatie met afvoer van piekbuien via het<br />
gemengd stelsel moeten plaatsvinden. Wij zullen bij de afvoer van hemelwater extra maatregelen<br />
treffen, waarbij hemelwater vertraagd wordt afgevoerd. Deze maatregelen dragen dan ook bij aan het<br />
voorkomen van water op straat bij hevige regenbuien. Daarbij moet een nadere keuze worden<br />
gemaakt uit tenminste de volgende opties voor infiltratiemaatregelen:<br />
· aanleggen halfdoorlatende straatverharding,<br />
· benutten groenvoorzieningen of grond onder bestrating voor tijdelijke waterberging (bijvoorbeeld<br />
door het aanleggen van wadi’s met of zonder slokop, greppels of infiltratieriolering).<br />
Maatregelen om hemelwater te infiltreren worden vooraf afgestemd met het waterschap.<br />
Er wordt gestreefd naar minimaal 20% afgekoppeld gebied.<br />
N.a.v. overlegreactie I.3. wordt de volgende tekst toegevoegd aan paragraaf 4.6 Externe veiligheid.<br />
In opdracht van de gemeente <strong>Houten</strong> heeft adviesbureau A<strong>VI</strong>V ten behoeve van de<br />
bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> en <strong>Pistoriusweg</strong> een rapportage opgesteld over de externe<br />
veiligheidsaspecten van de spoorlijn die <strong>Houten</strong> doorsnijdt. Na voltooiing van dit rapport is de<br />
bestemming van bouwvlak 12 (volgens het A<strong>VI</strong>V-rapport) gewijzigd (dit bouwvlak komt overeen met<br />
de bestemming Gemengd- Uit te werken in het bestemmingsplan). In dit bouwvlak is nu ook een<br />
woonbestemming berekend. De Omgevingsdienst regio Utrecht heeft beoordeeld of voor deze<br />
wijziging al dan niet een nieuwe risicoberekening vereist is.<br />
In het A<strong>VI</strong>V-rapport is berekend dat het groepsrisico op basis van de uitgangspunten van het Basisnet<br />
Spoor 0,63 maal de oriëntatiewaarde bedraagt. In vlak 12 neemt de personendichtheid door de<br />
wijziging af van 600 tot 130. Dit zal in principe een gunstig effect voor het groepsrisico geven, ondanks<br />
dat in de nieuwe situatie ook in de nachtperiode personen aanwezig zullen zijn. Het nieuwe<br />
groepsrisico zal dan ook naar verwachting kleiner zijn dan de eerder berekende waarde. Omdat de<br />
wijziging van bouwvlak 12 ten opzichte van de totale in de A<strong>VI</strong>V-berekeningen betrokken<br />
personendichtheden slechts ondergeschikt is, zal het nieuwe groepsrisico slechts marginaal kleiner<br />
zijn. De wijziging vormt daarom geen aanleiding voor een herberekening van het groepsrisico. De<br />
wijziging heeft op grond van bovenstaande beoordeling geen gevolgen voor de ruimtelijke<br />
onderbouwing van het bestemmingsplan.<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
Naar aanleiding van ambtelijke wijzigingen<br />
Kaart<br />
9<br />
De bestemming van het perceel ten noorden van het toegangspad naar de woning <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> 14, met kadastraal nummer 2176 heeft thans het gebruik van openbaar groen,<br />
en krijgt daarom de bestemming groendoeleinden. In het voorontwerp heeft het perceel de<br />
bestemming Tuin – voortuin gekregen.<br />
Afbeelding links voorontwerp, afbeelding rechts ontwerp: de grond ten noorden van <strong>Pistoriusweg</strong> 14<br />
wordt herbestemd van Tuin tot Groen<br />
Toelichting<br />
Paragraaf 4.2. Bodem is aangepast. De resultaten van het verkennend bodemonderzoek (CSO, 17<br />
december 2012, nr.12M404.1) zijn toegevoegd.<br />
De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn onderstaand weergegeven:<br />
Op het terrein aan Hofspoor 15-17 is ter plaatse van één asbestgat een puinlaag van circa 0,3<br />
meter aanwezig. Ter plaatse zijn in de puinlaag asbesthoudende platen aangetroffen. Het<br />
gewogen gehalte aan asbest in de puinlaag ter plaatse komt hierdoor op 158 mg/kg. Dit gehalte<br />
overschrijdt hiermee de hergebruiksnorm voor asbest. Aangezien het geen bodem betreft maar<br />
een puinlaag, is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. In de puinlaag ter<br />
plaatse van de overige asbestgaten is zintuiglijk en analytisch geen asbest aangetroffen.<br />
Op het overige terrein zijn plaatselijk sporen puin tot matige bijmengingen met puin en baksteen<br />
en resten slib in de bodem aangetroffen.<br />
Ter plaatse van de bedrijfswoning aan Hofspoor 15-17 is een geval van ernstige<br />
bodemverontreiniging aanwezig. In de kleiige grond onder de puinlaag is een sterke<br />
verontreiniging met OCB's aanwezig. De sterke verontreiniging is middels mengmonsters<br />
horizontaal en verticaal uitgekarteerd. Het volume sterk verontreinigde grond wordt geschat op<br />
circa 50 m3 (opp. ca. 120 m2; dieptetraject 0,4 m). De sterke verontreiniging met OCB's levert<br />
geen onaanvaardbare humane risico's en hoeft niet met spoed gesaneerd te worden.<br />
In de kleiige, zintuiglijk schone toplaag op de gehele onderzoekslocatie zijn licht verhoogde<br />
gehalten aan koper, kwik, lood, DDD en/of DDE aanwezig. De in 2008 aangetroffen sterke<br />
verontreinigingen met OCB's op het terrein aan de <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 is hiermee voldoende in<br />
kaart gebracht.<br />
In de zintuiglijk schone ondergrond is maximaal een licht verhoogd gehalte aan DDE aanwezig.<br />
In het grondwater zijn maximaal licht verhoogde concentraties barium aanwezig.<br />
De waterbodem van de grotendeels droogstaande sloot mag verspreid worden over aangrenzend<br />
perceel.<br />
Op basis van het infiltratieonderzoek kan worden gesteld dat binnen het perceel de<br />
bodemdoorlatendheid varieert van slecht tot goed doorlatend. In het kader van de toekomstige<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
10<br />
inrichting van het gebied dient ten behoeve van eventuele infiltratievoorzieningen rekening gehouden<br />
te worden met de lokale bodemopbouw.<br />
De hypothese dat de bovengrond verdacht is voor verontreiniging met bestrijdingsmiddelen kan<br />
worden geaccepteerd. De hypothese dat de ondergrond onverdacht is voor bodemverontreiniging<br />
dient formeel te worden verworpen vanwege het aangetoonde licht verhoogde gehalte aan DDE.<br />
De aangetoonde sterke verontreiniging met OCB's brengt beperkingen met zich mee voor de<br />
voorgenomen ontwikkelingen. In de huidige situatie en ook bij het toekomstige gebruik Wonen met<br />
tuin zijn er echter geen onaanvaardbare risico's aanwezig.<br />
De aangetoonde licht verhoogde gehalten brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen risico's met zich<br />
mee bij het voorgenomen gebruik wonen met tuin.<br />
Een nader onderzoek naar de verontreiniging met asbest in puin en naar de verontreiniging met<br />
bestrijdingsmiddelen wordt niet noodzakelijk geacht. De volgende aanbevelingen zullen worden<br />
opgevolgd:<br />
in het kader van de ontwikkeling van het gebied de verontreiniging met asbest in puin te<br />
verwijderen en de sterke verontreiniging met bestrijdingsmiddelen te saneren op basis van een<br />
BUS-melding of saneringsplan. Indien ter plaatse van de sterke verontreiniging met<br />
bestrijdingsmiddelen geen inrichtingsmaatregelen plaatsvinden, kan deze verontreiniging<br />
eventueel blijven liggen, omdat het geen spoedeisend geval van ernstige verontreiniging betreft.<br />
In de huidige situatie leveren de verontreiniging met asbest in puin en de sterke verontreiniging<br />
met bestrijdingsmiddelen geen onaanvaardbare humane risico's op. De verontreinigingen zijn<br />
onder een klinkerverharding gelegen. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen van het terrein<br />
dient rekening te worden gehouden met de verontreinigingen met asbest en bestrijdingsmiddelen.<br />
Bij grondverzet dient rekening te worden gehouden dat de toplaag (0,0-03 m-mv) waarschijnlijk<br />
grotendeels valt in klasse Industrie volgens het Besluit bodemkwaliteit, vanwege verhoogde<br />
gehalten aan bestrijdingsmiddelen.<br />
Opgemerkt zij dat een verkennend bodemonderzoek geen erkend bewijsmiddel is voor de<br />
kwaliteit van toe te passen grond. De kwaliteit van toe te passen grond dient bepaald te worden<br />
door middel van een partijkeuring volgens Besluit bodemkwaliteit.<br />
Er gelden wettelijke beperkingen bij het verplaatsen en elders toepassen van (licht) verontreinigde<br />
grond, welke kunnen leiden tot extra kosten. Bij grondverzet (licht) wordt verontreinigde grond<br />
zoveel mogelijk op de locatie zelf gelaten.<br />
Paragraaf 4.7. Flora en Fauna. De resultaten van de natuurtoets (Oranjewoud, 18 oktober 2012, nr.<br />
256548) zijn toegevoegd.<br />
Uit het onderzoek volgt dat voorafgaand aan herinrichting van het terrein en sloop van gebouwen<br />
nader onderzoek nodig is naar het voorkomen van nesten van huismussen respectievelijk het<br />
voorkomen van vleermuizen. Bij het voorkomen van één van deze soorten en als er negatieve<br />
effecten optreden ten gevolge van de herinrichting of sloop, dan zal ontheffing van de Flora en<br />
Faunawet of het voorkomen van deze negatieve effecten nodig zijn. Dit onderzoek zal worden<br />
uitgevoerd bij de uitwerking van het plan.<br />
Paragraaf 4.8. Archeologie en Cultuurhistorie. De resultaten van het cultuurhistorisch onderzoek<br />
(Cuijpers Advies, 15 januari 2013, nr 46004-04) zijn toegevoegd. .<br />
Het plangebied wordt omringd door recente woonuitbreidingen van <strong>Houten</strong>. Het plangebied maakte<br />
deel uit van de akkergronden rondom de kern <strong>Houten</strong> en behoorde tot de buurtschap <strong>Loerik</strong>. Van de<br />
historische structuur is aan het oppervlak niet veel overgebleven; alleen de bestaande bebouwing<br />
aan de zuidwestkant van het plangebied vormt samen een ensemble met cultuurhistorische waarde.<br />
Er zijn voor het overige geen belangrijke historische waarden in het gebied meer aanwezig. In het<br />
bestemmingsplan behoeven geen maatregelen opgenomen worden voor het behoud van<br />
cultuurhistorische waarden in de vorm van het ensemble.<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
Bijlage<br />
Reacties uit vooroverleg en inspraak en verzendlijsten aankondigingsbrieven<br />
11<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
12<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
13<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
14<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
15<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
16<br />
Van: Westmaas G.A. <br />
Verzonden: donderdag 21 juni 2012 14:46<br />
Aan: Peter Bos<br />
Onderwerp: RE: wettelijk vooroverleg bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
en <strong>Loerik</strong> III Noord<br />
Geachte heer Bos,<br />
Ook die plannen bevinden zich buiten de 1% letaliteitsgrens van de dichtstbij gelegen<br />
gastransportleiding<br />
(rode lijn).<br />
Zie de onderstaande afbeelding.<br />
mt. vr. gr.<br />
Ard Westmaas<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
17<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
18<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
19<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
20<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
Verzendlijst aankondigingsbrieven<br />
Inwoners<br />
P.J. Wieman <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 7 3994 AW <strong>Houten</strong><br />
W. van den Hoeven <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 11 3991 AW <strong>Houten</strong><br />
J.N. Vonk <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 14 3991 AW <strong>Houten</strong><br />
L.P.M. van Echtelt <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 16 3991 AW <strong>Houten</strong><br />
C.A.G.J. Elberse Het Spoor 53 3994 AC <strong>Houten</strong><br />
Geformeerde kerk Het Kruispunt Het Spoor 51 3994 AC <strong>Houten</strong><br />
Rinus van Dijk Tractoren Beusichemseweg 7 3994 MD <strong>Houten</strong><br />
Rabobank Kromme Rijn Hofspoor 1 3994 VZ <strong>Houten</strong><br />
Wijkpost Buitengebied Hofspoor 17 3994 VZ <strong>Houten</strong><br />
+ kopers Hofspoor 2 en 4: resp. Van Bekkum BV en dhr. R. Huisman namens groep huisartsen<br />
Overheden en instanties<br />
21<br />
Naam volgens naamgebruik Adres Compleet Postcode Totaal Woonplaats<br />
M. van Dijk <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> 1 3994 AW <strong>Houten</strong><br />
Van: Peter Bos<br />
Verzonden: dinsdag 19 juni 2012 10:46<br />
Aan: (DIV@Vitens.nl); (dvddwrom@mindef.nl);<br />
(secretariaatGRO@provincie-<br />
utrecht.nl); BRU (info@regioutrecht.nl); Gasunie (ro_west@gasunie.nl);<br />
Kamer van Koophandel (erwin.vander.weide@kvk.nl); Milieuwerkgroep<br />
(jan@buys-van-nature.nl); Milieuwerkgroep (Paul@ttpc.nl); Ministerie<br />
Energie en Infrastructuur (energie-ruimtelijkeplannen@mineleni.nl);<br />
Monumenten; Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed<br />
(ruimtelijkeplannen@cultureelerfgoed.nl); Rijkswaterstaat (DON-<br />
Ruimtelijkeplannen@rws.nl); Rijkswaterstaat (dut-<br />
ruimtelijkeplannen@rws.nl); Stedin (gemeenten&ov@stedin.net); Thijs<br />
Verhulst (thijs.verhulst@prorail.nl); vachouten@hetnet.nl;<br />
Veiligheidsregio<br />
Utrecht (info@vru.nl); Waterschap (watertoets@hdsr.nl)<br />
CC: Ruben de Goede<br />
Onderwerp: wettelijk vooroverleg bestemmingsplannen <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong><br />
<strong>Pistoriusweg</strong> en<br />
<strong>Loerik</strong> III Noord<br />
Bijlagen: publicatie HN LIII en L<strong>VI</strong>.pdf<br />
Antwoordnota vooroverleg en inspraak bestemmingsplan <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>- <strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>, jan. 2013
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
regels<br />
blad 297 van 345<br />
Behorende bij het bestemmingsplan "<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong> <strong>Albers</strong>-Pastoriusweg"
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 298 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 1 Inleidende regels<br />
Artikel 1 Begrippen<br />
blad 299 van 345<br />
1.1 plan:<br />
het bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong> met<br />
identificatienummer NL.IMRO.0321.0280BPLOERIK<strong>VI</strong>-ONTW van de gemeente <strong>Houten</strong>;<br />
1.2 bestemmingsplan:<br />
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels (en bijlagen) als vervat in<br />
het GML-bestand NL.IMRO.0321.0280BPLOERIK<strong>VI</strong>-ONTW met bijgehorende regels (en<br />
bijlagen);<br />
1.3 aanduiding:<br />
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge<br />
de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze<br />
gronden;<br />
1.4 bebouwing:<br />
1.5 bedrijf:<br />
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;<br />
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen,<br />
bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig<br />
verlenen van diensten;<br />
1.6 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlak:<br />
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden<br />
beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief<br />
opslag- en administratieruimten en dergelijke;<br />
1.7 beroep en bedrijf aan huis:<br />
beroep of bedrijf dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende<br />
mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die<br />
met de woonfunctie verenigbaar is; hieronder wordt in ieder geval niet verstaan het voeren<br />
van een:<br />
horecabedrijf,<br />
prostitutiebedrijf, en<br />
detailhandelvestiging, m.u.v. een webwinkel, waarbij opslag, levering en betaling elders<br />
plaatsvindt.<br />
1.8 bestaand:<br />
a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het<br />
ontwerp van het plan legaal bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden<br />
gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip<br />
van terinzagelegging is ingediend;<br />
b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan legaal<br />
bestaat;
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 300 van 345<br />
1.9 bestemmingsgrens:<br />
de grens van een bestemmingsvlak;<br />
1.10 bestemmingsvlak:<br />
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;<br />
1.11 bijbehorend bouwwerk:<br />
1.12 bouwen:<br />
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel<br />
bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en op de grond<br />
staand bouwwerk met een dak.<br />
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten<br />
van een bouwwerk;<br />
1.13 bouwgrens:<br />
de grens van een bouwvlak;<br />
1.14 bouwlaag:<br />
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke<br />
hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en<br />
gedeeltelijke ondergrondse bouwdelen, maar met uitsluiting van geheel ondergrondse<br />
bouwdelen en zolders;<br />
1.15 bouwperceel:<br />
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar<br />
behorende bebouwing is toegelaten;<br />
1.16 bouwperceelgrens:<br />
de grens van een bouwperceel;<br />
1.17 bouwvlak:<br />
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels<br />
bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten;<br />
1.18 bouwwerk:<br />
1.19 carport:<br />
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is<br />
verbonden;<br />
een dakconstructie, vrijstaand, zonder eigen wanden dan wel aan maximaal drie zijden<br />
begrensd door de gevels van belendende gebouwen;<br />
1.20 commerciele zaalverhuur:<br />
zaalverhuur aan derden, waarbij het onderwerp c.q. het karakter van de bijeenkomst geen<br />
raakvlak heeft met het feitelijke hoofdgebruik;
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 301 van 345<br />
1.21 detailhandel:<br />
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het<br />
verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik,<br />
verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;<br />
1.22 dienstverlening:<br />
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn<br />
begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee<br />
gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van<br />
milieuvergunningplichtige bedrijven en instellingen en een seksinrichting;<br />
1.23 eerste bouwlaag:<br />
de bouwlaag op de begane grond;<br />
1.24 erfbebouwing:<br />
1.25 gebouw:<br />
bijbehorende bouwwerken en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met<br />
wanden omsloten ruimte vormt;<br />
1.26 hoofdgebouw:<br />
1.27 kantoor:<br />
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking<br />
van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of<br />
bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;<br />
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve,<br />
boekhoudkundige, financiële, technische, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening,<br />
niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie;<br />
1.28 kantooractiviteiten:<br />
de uitoefening van activiteiten ten behoeve van een kantoor;<br />
1.29 kinderopvang:<br />
Het opvangen van kinderen op locatie, al dan niet tegen betaling, waarbij de volgende<br />
indeling wordt aangehouden:<br />
kleinschalig: maximaal 6 kinderen;<br />
middelgroot: 7 tot 30 kinderen;<br />
grootschalig: meer dan 30 kinderen.<br />
1.30 maatschappelijke voorzieningen:<br />
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en<br />
voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, met uitzondering van<br />
kinderdagverblijven;<br />
1.31 onzelfstandige woonruimte:<br />
woonruimte met een eigen toegang die door een huishouden kan worden bewoond, waarbij<br />
het huishouden afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 302 van 345<br />
1.32 overig bouwwerk:<br />
1.33 pand:<br />
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam<br />
met de aarde is verbonden;<br />
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige<br />
eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;<br />
1.34 perifere detailhandel:<br />
detailhandel voor niet frequente doelgerichte aankopen op perifere locaties, die door<br />
brand- en explosiegevaar en door zijn volumineuze aard en omvang en voor de dagelijkse<br />
bevoorrading moeilijk inpasbaar is in bestaande winkelgebieden zoals in de volgende<br />
branches: auto's, boten, caravans (inclusief tenten), tuincentra, bouwmarkten, grove<br />
bouwmaterialen, keukens en sanitair, woninginrichting waaronder meubels en<br />
dierbenodigdheden (volumineus/fouragehandel);<br />
1.35 prostitutie:<br />
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander<br />
tegen vergoeding;<br />
1.36 prositutiebedrijf:<br />
prostitutie in een daarvoor ingerichte ruimte en in dienstverband (seksclub, bordelen,<br />
privé-huizen), niet zijnde sekswinkels, seksbioscopen, sekstheaters en daarmee gelijk<br />
te stellen bedrijfstypen;<br />
1.37 voorgevelrooilijn:<br />
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de<br />
perceelgrenzen;<br />
1.38 vrij beroep:<br />
het in de woning van de beroepsuitoefenaar uitoefenen van een beroep of de beroepsmatige<br />
verlening van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch,<br />
kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, waarbij de voor de<br />
beroepsuitoefenin gebruikte ruimte niet overheersend is ten opzichte van de voor de<br />
bewoning gebruikte ruimte;<br />
1.39 webwinkel:<br />
1.40 woning:<br />
een detailhandelvestiging waar goederen via het internet of via de telefoon worden besteld<br />
en betaald;<br />
een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één zelfstandig huishouden, niet<br />
zijnde een woonschip, of -ark;<br />
1.41 zelfstandig wonen:<br />
het bewonen van een zelfstandige woonruimte;
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 2 Wijze van meten<br />
blad 303 van 345<br />
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:<br />
2.1 Meetmethode<br />
a. lengte, breedte en diepte van bouwwerken:<br />
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten;<br />
b. de goothoogte van een bouwwerk:<br />
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een<br />
daarmee gelijk te stellen constructiedeel;<br />
c. de inhoud van een bouwwerk:<br />
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het<br />
hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;<br />
d. de bouwhoogte van een bouwwerk:<br />
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk ,<br />
met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en<br />
naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;<br />
e. de oppervlakte van een bouwwerk:<br />
tussen de (fictieve) buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren,<br />
neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter<br />
plaatse van een gebouw of van een overig bouwwerk;<br />
f. onderlinge afstanden:<br />
afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot<br />
erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;<br />
2.2 Uitzonderingen<br />
2.2.1 Ondergeschikte bouwdelen<br />
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte<br />
bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen,<br />
schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten,<br />
mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 304 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels<br />
Artikel 3 Gemengd - Uit te werken<br />
blad 305 van 345<br />
3.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Gemengd - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. kantooractiviteiten met daarbij behorende bebouwing en voorzieningen;<br />
b. handels- en bedrijfsdoeleinden, geen detailhandel zijnde, met de daarbij behorende<br />
bebouwing en voorzieningen, met dien verstande dat bovengenoemde bedrijven op deze<br />
gronden uitsluitende toelaatbaar zijn, mits de bedrijfsactiviteiten voor zover deze<br />
behoren tot de categorieën 1 en 2 welke zijn opgenomen in Bijlage 1 Staat van<br />
Bedrijfsactiviteiten met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3<br />
van het Besluit omgevingsrecht;<br />
c. maatschappelijke voorzieningen met horeca-activiteiten ten dienste van de<br />
hoofdactiviteit, voor zover deze behoren tot categorie 4 van de van deze regels deel<br />
uitmakende Staat van horeca-activiteiten;<br />
d. kinderopvang;<br />
e. wonen, zowel zelfstandig als onzelfstandig, in de vorm van één- en meergezinshuizen,<br />
met de daarbij bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen<br />
en erven;<br />
f. beroepen en bedrijven aan huis;<br />
g. gebouwde sportvoorzieningen, zoals fitnesscentra, met horeca-activiteiten ten dienste<br />
van de hoofdactiviteit, voor zover deze behoren tot categorie 4 van de van deze regels<br />
deel uitmakende Staat van horeca-activiteiten;<br />
h. cultuur en ontspanning, zijnde het bedrijfsmatig verrichten van actviteiten gericht op<br />
cultuur, spel, vermaak en ontspanning met horeca-activiteiten ten dienste van de<br />
hoofdactiviteit, voor zover deze behoren tot categorie 4 van de van deze regels deel<br />
uitmakende Staat van horeca-activiteiten;<br />
met daaraan ondergeschikt:<br />
i. ontsluitingen, wegen en paden;<br />
j. parkeervoorzieningen;<br />
k. groenvoorzieningen,<br />
l. water en straatmeubilair;<br />
m. tuinen en erven, terreinen en pleinen;<br />
niet toegestaan is:<br />
n. commerciële zaalverhuur;<br />
o. zelfstandige horeca.<br />
3.2 Uitwerkingsregels<br />
3.2.1 Algemeen<br />
a. voor de vaststelling van het uitwerkingsplan dient aangetoond te worden dat er<br />
voldoende parkeergelegenheid is;<br />
b. voor de vaststelling van het uitwerkingsplan dient een waterparagraaf te worden<br />
gemaakt waarbij advies wordt ingewonnen bij het Hoogheemraadschap De Stichte<br />
Rijnlanden.<br />
c. de uitwerking van de bestemming 'Gemengd - Uit te werken' kan in zijn geheel dan wel in<br />
delen plaatsvinden;<br />
d. de ontsluiting van het gebied dient te voorzien in bereikbaarheid van bouwwerken voor<br />
hulpverleningsdiensten en in voldoende bluswatervoorzieningen;
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 306 van 345<br />
e. voorafgaand aan de toepassing van de uitwerkingsregels dient op grond van ecologisch<br />
onderzoek inzichtelijk zijn gemaakt dat toepassing van de uiterkingsregels geen<br />
onevenredige afbreuk doet aan de ecologische waarden;<br />
3.2.2 Uitwerkingsregels t.a.v. de inrichting en de bouw<br />
Burgemeester en wethouders werken deze bestemming uit met inachtneming van het<br />
bepaalde in de volgende uitwerkingsregels:<br />
a. Handels- en bedrijfsdoeleinden:<br />
1. een bouwperceel behorend bij een bedrijf mag ten hoogste voor 70% worden<br />
bebouwd;<br />
2. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 24 m bedragen, de goothoogte ten<br />
hoogste 20 m;<br />
3. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 15 m, met<br />
uitzondering van hijsinrichtingen, waarvan de maximum hoogte 25 m mag<br />
bedragen;<br />
4. het kantooroppervlak van bedrijven per bedrijfsvestiging mag niet meer bedragen<br />
dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 2.000 m2;<br />
5. de afstand tussen de bouwvlakken en woningen bedraagt minimaal de vanwege de<br />
milieubelasting vereiste afstand;<br />
6. burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van<br />
het bepaalde voor de realisering van bebouwing ten behoeve van perifere<br />
detailhandel met dien verstande dat ten aanzien van bouwmarkten en detailhandel<br />
in meubelen en woninginrichting uit een distributie-planologisch onderzoek blijkt<br />
dat geen onevenredige aantasting optreedt van de bestaande<br />
detailhandelsstructuur.<br />
b. Wonen<br />
1. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 24 m bedragen, de goothoogte ten<br />
hoogste 20 m;<br />
2. de dichtheid van woningen mag niet meer bedragen dan 40 woningen per hectare;<br />
3. voor wat betreft de bouwregels voor bij grondgebonden woningen behorende<br />
erfbebouwing wordt verwezen naar hetgeen bepaald in lid 7.2.2; bij gestapelde<br />
woningen zijn geen bijbehorende bouwwerken toegestaan.<br />
4. voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis gelden de volgende regels:<br />
de woonfunctie zal in overwegende mate behouden moeten blijven, met dien<br />
verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van het woonoppervlak, met een<br />
maximum van 100 m2, met inbegrip van de maximaal te realiseren<br />
aangebouwde bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden;<br />
het gebruik mag niet plaatsvinden in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk,<br />
met uitzondering van kleinschalige kinderopvang;<br />
detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van behandeling gerelateerde<br />
producten gelijktijdig bij een behandeling en webwinkels, waarbij de goederen<br />
niet ter plaatse worden opgehaald en met een maximale oppervlakte van 20<br />
m2 aan opslag en distributie van de te verhandelen goederen;<br />
het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van<br />
het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte<br />
veroorzaken;<br />
ieder beroep of bedrijf aan huis dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de<br />
woonomgeving;<br />
ieder beroep of bedrijf aan huis dient uitgeoefend te worden door één bewoner<br />
zelf en maximaal één personeelslid;<br />
er zijn maximaal twee beroepen en/of bedrijven aan huis toegestaan per<br />
woning;<br />
5. op geen van de gevels van de woningen, mag bij voltooiing, de geluidbelasting
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 307 van 345<br />
vanwege een weg en/of een spoorweg de ter plaatse toegestane wettelijke<br />
voorkeurswaarde of verleende hogere grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder<br />
worden overschreden.<br />
c. Kantooractiviteiten, maatschappelijke activiteiten, kinderopvang, gebouwde<br />
sportvoorzieningen en cultuur en ontspanning:<br />
1. de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van kantoordoeleinden,<br />
maatschappelijke activiteiten, kinderopvang, gebouwde sportvoorzieningen en<br />
cultuur en ontspanning mag ten hoogste 30.000 m2 bedragen;<br />
2. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 24 m bedragen, de goothoogte ten<br />
hoogste 20 m;<br />
3. op geen van de gevels van de geluidsgevoelige objecten, mag bij voltooiing, de<br />
geluidbelasting vanwege een weg en/of een spoorweg de ter plaatse toegestane<br />
wettelijke voorkeurswaarde of verleende hogere grenswaarde krachtens de Wet<br />
geluidhinder worden overschreden.<br />
3.2.3 Erfbebouwing<br />
Bijhorende bouwwerken<br />
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij niet-woonbestemmingen gelden, tenzij<br />
in de regels nadrukkelijk anders bepaald, de volgende regels:<br />
a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden<br />
gebouwd;<br />
b. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 50% van de<br />
oppervlakte van het bouwperceel buiten het bouwvlak, met een maximum van 50 m²;<br />
c. de goot- en de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedragen maximaal 3,2 m<br />
respectievelijk 6 m;<br />
d. bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan voor de voorgevelrooilijn;<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3<br />
meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;<br />
f. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 m, met uitzondering<br />
van erf- en terreinafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn van welke de<br />
bouwhoogte maximaal 1 m bedraagt.<br />
3.3 Bouwregels<br />
Op de tot Gemengd - Uit te werken bestemde gronden mag slechts worden gebouwd in<br />
overeenstemming met een door burgermeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan<br />
dat in werking is getreden en/of onherroepelijk is geworden.<br />
3.4 Afwijken van de bouwregels<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van bouwwerken<br />
vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het onder 3.3 bedoelde uitwerkingsplan, indien<br />
het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp-uitwerkingsplan en de realisatie<br />
ervan past binnen de economische en financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 4 Groen<br />
blad 308 van 345<br />
4.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. groenvoorzieningen;<br />
met daaraan ondergeschikt:<br />
b. speelvoorzieningen;<br />
c. verblijf, verkeer in de vorm van voet- en fietspaden, kunstwerken en straatmeubilair, en<br />
parkeren;<br />
d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.<br />
e. ondergrondse afvalsystemen en verharding.<br />
4.2 Bouwregels<br />
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:<br />
a. terreinafscheidingen tot een maximale bouwhoogte van 2 meter;<br />
b. lichtmasten tot een maximale hoogte van 10 meter;<br />
c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een maximale bouwhoogte van 5 meter.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 5 Tuin - Voortuin<br />
blad 309 van 345<br />
5.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Tuin - Voortuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. voortuinen, erven en verhardingen;<br />
b. erkers, voordeurluifels of kliko-ombouw behorende bij het hoofdgebouw in de<br />
aangrenzende bestemming;<br />
5.2 Bouwregels<br />
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:<br />
a. erkers, met dien verstande dat:<br />
1. de bouwhoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende<br />
hoofdgebouw krijgt;<br />
2. de breedte maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw in<br />
de aangrenzende bestemming bedraagt;<br />
3. de diepte van de erker maximaal 1,2 meter bedraagt;<br />
4. de erker buiten de hoek van 45 graden van de gevel van de naastgelegen woning<br />
blijft (de vrije uitzichthoek wordt uitgezet vanuit het snijpunt van voorgevel en<br />
erfgrens);<br />
b. voordeurluifels, met dien verstande dat:<br />
1. de bouwhoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende<br />
hoofdgebouw krijgt;<br />
2. de oppervlakte maximaal 2 m2 bedraagt;<br />
c. kliko-ombouwen, met dien verstande dat:<br />
1. de oppervlakte en de bouwhoogte maximaal 2 m2 respectievelijk 1.40 meter<br />
bedraagt;<br />
2. per woning maximaal 1 kliko-ombouw gerealiseerd mag worden;<br />
5.3 Nadere eisen<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de<br />
situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:<br />
a. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;<br />
b. een goede verkeerskundige inpassing;<br />
c. een goede inpassing van de cultuurhistorische waarden;<br />
d. een goede hydrologische inpassing;<br />
e. een goede brandveiligheid en rampenbestrijding.<br />
5.4 Specifieke gebruiksregels<br />
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik<br />
voor (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 6 Verkeer - Wegverkeer<br />
blad 310 van 345<br />
6.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor “Verkeer-Wegverkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. verkeer en verblijf, waaronder parkeren;<br />
met daaraan ondergeschikt:<br />
b. geluidwerende voorzieningen;<br />
c. groenvoorziening;<br />
d. speelvoorzieningen;<br />
e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;<br />
f. ondergrondse afvalsystemen en verharding.<br />
6.2 Bouwregels<br />
6.2.1 Bouwwerken<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:<br />
a. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 meter;<br />
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter;<br />
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter.<br />
6.3 Nadere eisen<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de<br />
situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:<br />
a. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;<br />
b. een goede verkeerskundige inpassing;<br />
c. een goede inpassing van de cultuurhistorische waarden;<br />
d. een goede hydrologische inpassing;<br />
e. een goede brandveiligheid en rampenbestrijding.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 7 Wonen - Vrijstaand<br />
blad 311 van 345<br />
7.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor “Wonen-Vrijstaand” aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. zelfstandig wonen;<br />
b. beroepen en bedrijven aan huis;<br />
c. tuinen, erven en verhardingen;<br />
met daaraan ondergeschikt:<br />
d. groen- en speelvoorzieningen;<br />
e. nutsvoorzieningen;<br />
f. verkeer en verblijf;<br />
g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.<br />
7.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
7.2.1 Hoofdgebouwen<br />
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:<br />
a. hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
b. hoofdgebouwen moeten in vrijstaande vorm worden gebouwd;<br />
c. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de hoogte die is aangegeven ter plaatse<br />
van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'.<br />
7.2.2 Erfbebouwing<br />
Bijbehorende bouwwerken<br />
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:<br />
a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden<br />
gebouwd;<br />
b. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 50% van de<br />
oppervlakte van het bouwperceel buiten het bouwvlak, met een maximum van 50 m²;<br />
c. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedragen maximaal 3,2<br />
respectievelijk 6 m;<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
d. de bouw hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3<br />
m, met uitzondering van erfafscheidingen van welke de bouwhoogte maximaal 2 meter<br />
bedraagt.<br />
7.3 Nadere eisen<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de<br />
situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:<br />
a. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;<br />
b. een goede verkeerskundige inpassing;<br />
c. een goede inpassing van de cultuurhistorische waarden;<br />
d. een goede hydrologische inpassing;<br />
e. een goede brandveiligheid en rampenbestrijding.<br />
7.4 Specifieke gebruiksregels<br />
Voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis zoals genoemd in lid 1, gelden de<br />
volgende regels:<br />
1. De woonfunctie zal in overwegende mate behouden moeten blijven, met dien verstande
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 312 van 345<br />
dat uitsluitend minder dan 1/3 van het woonoppervlak, met een maximum van 100 m2,<br />
met inbegrip van de maximaal te realiseren aangebouwde bijbehorende bouwwerken,<br />
gebruikt mag worden;<br />
2. Het gebruik mag niet plaatsvinden in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, met<br />
uitzondering van kleinschalige kinderopvang;<br />
3. Detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van:<br />
a. behandeling gerelateerde producten gelijktijdig bij een behandeling;<br />
b. webwinkels, waarbij de goederen niet ter plaatse worden opgehaald en met een<br />
maximale oppervlakte van 20 m2 aan opslag en distributie van de te verhandelen<br />
goederen;<br />
4. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het<br />
verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;<br />
5. Ieder beroep of bedrijf aan huis dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de<br />
woonomgeving;<br />
6. Ieder beroep of bedrijf aan huis dient uitgeoefend te worden door één bewoner zelf en<br />
maximaal één personeelslid;<br />
7. Er zijn maximaal twee beroepen en/of bedrijven aan huis toegestaan per woning.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 3 Algemene regels<br />
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel<br />
blad 313 van 345<br />
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan<br />
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere<br />
bouwplannen buiten beschouwing.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 9 Algemene bouwregels<br />
blad 314 van 345<br />
9.1 Bestaande afwijkende maatvoering<br />
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:<br />
a. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan<br />
in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen ter plaatse van de afwijking als ten hoogste<br />
toelaatbaar worden aangehouden;<br />
b. in geval van herbouw is het bepaalde onder a. uitsluitend van toepassing, indien de<br />
herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.<br />
c. in geval van nieuwbouw van bijbehorende bouwwerken op een andere plaats binnen<br />
het bouwperceel dan de bestaande bebouwing geldt, dat:<br />
1. de totale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken op het bouwperceel niet meer<br />
mag bedragen dan de bestaande oppervlaktematen;<br />
2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m;<br />
3. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3,2 m;<br />
4. de totale oppervlakte van nieuw te bouwen bijbehorende bouwwerken niet meer<br />
mag bedragen dan 50 m 2 .
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 10 Algemene gebruiksregels<br />
blad 315 van 345<br />
Als verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene<br />
bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en<br />
bouwwerken voor prostitutiebedrijven.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels<br />
blad 316 van 345<br />
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken<br />
van de bestemmingsregels:<br />
a. ten aanzien van de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken, en hierbij toestaan dat<br />
de bouwhoogte van de bijbehorende bouwwerken, wordt vergroot tot maximaal 10<br />
meter;<br />
b. ten aanzien van de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de<br />
hoogte van bijbehorende bouwwerken, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of<br />
sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40 meter, onder de volgende voorwaarden:<br />
1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan:<br />
buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden,<br />
langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen,<br />
benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en<br />
horecagelegenheden;<br />
binnen de bebouwde kom op bedrijventerreinen;<br />
2. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan:<br />
op hoge gebouwen; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een<br />
dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen in<br />
beginsel geheel dienen te worden ontzien, zonodig in overleg met de<br />
monumentencommissie;<br />
tegen gevels aan; wanneer de invloed van die installaties geen afbreuk doen<br />
aan de aanwezige kwaliteiten;<br />
c. afwijken van de bestemmingsplanregels, zodat zelfstandige woonruimte in<br />
onzelfstandige woonruimte kan worden omgezet, mits:<br />
1. de omzetting geen onevenredige toename van de verkeersintensiteit tot gevolg heeft;<br />
2. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij de parkeernorm per<br />
woning 0,6 p.p. bedraagt;<br />
3. minimaal 5 m² berging aanwezig is per onzelfstandige woonruimte.<br />
d. afwijken van de bestemmingsplanregels voor het realiseren van voorzieningen voor<br />
duurzame energie;
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 12 Algemene wijzigingsregels<br />
blad 317 van 345<br />
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te<br />
wijzigen ten behoeve van:<br />
a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een<br />
technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover<br />
dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De<br />
overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak<br />
mag met niet meer dan 10% worden vergroot;<br />
b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of<br />
de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de<br />
verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag<br />
echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer<br />
dan 10% worden vergroot;<br />
c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische<br />
ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;<br />
d. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij<br />
verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke<br />
regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden<br />
gewijzigd.<br />
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in artikel<br />
3.6 Wro, de van deze regels deel uitmakende Lijst van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen in<br />
die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor<br />
zover een wijziging van milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven<br />
daartoe aanleiding geeft.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 318 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels<br />
Artikel 13 Overgangsrecht<br />
blad 319 van 345<br />
13.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan<br />
aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een<br />
omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze<br />
afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,<br />
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of<br />
veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt<br />
gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan;<br />
2. Bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning<br />
verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste<br />
lid met maximaal 10 %;<br />
3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het<br />
tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in<br />
strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van<br />
dat plan.<br />
13.2 Overgangsrecht gebruik<br />
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding<br />
van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.<br />
2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste<br />
lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik,<br />
tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.<br />
3. Indien het gebruik, bedoeld in lid 1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan<br />
voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik<br />
daarna te hervatten of te laten hervatten.<br />
4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het<br />
voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat<br />
plan.
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Artikel 14 Slotregel<br />
blad 320 van 345<br />
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong><br />
<strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong>
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Staat van bedrijfsactiviteiten<br />
blad 321 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
blad 322 van 345
ontwerp bestemmingsplan <strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Loerik</strong> <strong>VI</strong>-<strong>Albers</strong> <strong>Pistoriusweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong><br />
Projectnummer 247421<br />
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />
blad 323 van 345
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
01 01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW<br />
0111, 0113 011, 012, 013 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) 10 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B L<br />
0112 011, 012, 013, 016 0 Tuinbouw:<br />
0112 011, 012, 013 1 - bedrijfsgebouwen 10 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B L<br />
0112 011, 012, 013 2 - kassen zonder verwarming 10 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B L<br />
0112 011, 012, 013 3 - kassen met gasverwarming 10 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B L<br />
0112 0113 4 - champignonkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B<br />
0112 0113 5 - champignonkwekerijen met mestfermentatie 100 10 30 C 10 100 3.2 1 G 1 B<br />
0112 0163 6 - bloembollendroog- en prepareerbedrijven 30 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B<br />
0112 011 7 - witlofkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2 1 G<br />
0121 0141, 0142 Fokken en houden van rundvee 100 30 30 C 0 100 3.2 1 G 1<br />
0122 0143, 0145 0 Fokken en houden van overige graasdieren:<br />
0122 0143 1 - paardenfokkerijen 50 30 30 C 0 50 3.1 1 G 1<br />
0122 0145 2 - overige graasdieren 50 30 30 C 0 50 3.1 1 G 1<br />
0123 0146 Fokken en houden van varkens 200 30 50 C 0 200 D 4.1 1 G 1<br />
0124 0147 0 Fokken en houden van pluimvee:<br />
0124 0147 1 - legkippen 200 30 50 C 0 200 D 4.1 1 G 1<br />
0124 0147 2 - opfokkippen en mestkuikens 200 30 50 C 0 200 4.1 1 G 1<br />
0124 0147 3 - eenden en ganzen 200 50 50 C 0 200 4.1 1 G 1<br />
0124 0147 4 - overig pluimvee 100 30 50 C 0 100 D 3.2 1 G 1<br />
0125 0149 0 Fokken en houden van overige dieren:<br />
0125 0149 1 - nertsen en vossen 200 30 30 C 0 200 4.1 1 G 1<br />
0125 0149 2 - konijnen 100 30 30 C 0 100 3.2 1 G 1<br />
0125 0149 3 - huisdieren 30 0 50 C 10 50 3.1 1 G 1<br />
0125 0149 4 - maden, wormen e.d. 100 0 30 C 10 100 3.2 1 G 1<br />
0125 0149 5 - bijen 10 0 30 C 10 30 2 1 G 1<br />
0125 0149 6 - overige dieren 30 10 30 C 0 30 D 2 1 G 1<br />
0130 0150 Akker-en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief) 100 30 30 C 0 100 3.2 1 G 1<br />
014 016 0 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:<br />
014 016 1 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 D 3.1 2 G 1<br />
014 016 2 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. 500 m² 30 10 50 10 50 3.1 2 G 1<br />
014 016 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o.
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
0501.1 0311 Zeevisserijbedrijven 100 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
0501.2 0312 Binnenvisserijbedrijven 50 0 50 C 10 50 3.1 1 G 1<br />
0502 032 0 Vis- en schaaldierkwekerijen<br />
0502 032 1 - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 100 30 50 C 0 100 3.2 1 G 1<br />
0502 032 2 - visteeltbedrijven 50 0 50 C 0 50 3.1 1 G 1<br />
10 08 -<br />
10 08 - TURFWINNING<br />
103 089 Turfwinningbedrijven 50 50 100 C 10 100 3.2 2 G 2<br />
11 06 -<br />
11 06 - AARDOLIE- EN AARDGASWINNING<br />
111 061, 062 0 Aardolie- en aardgaswinning:<br />
111 061 1 - aardoliewinputten 100 0 200 C 200 R 200 4.1 1 G 2 B L<br />
111 062 2 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 10.000.000 N m3/d 30 0 500 C 200 R 500 5.1 1 G 1 B<br />
111 062 3 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 10.000.000 N m3/d 50 0 700 C Z 200 R 700 5.2 1 G 1 B<br />
14 08 -<br />
14 08 - WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.<br />
1421 0812 0 Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):<br />
1421 0812 1 - algemeen 10 100 200 10 200 D 4.1 2 G 1<br />
1421 0812 2 - steenbrekerijen 10 200 700 Z 10 700 5.2 2 G 2<br />
144 0893 Zoutwinningbedrijven 50 10 100 C 30 100 3.2 2 G 1 B<br />
145 0899 Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven 10 200 500 C 50 500 5.1 3 G 3<br />
15 10, 11 -<br />
15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN<br />
151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:<br />
151 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2 2 G 1<br />
151 101 2 - vetsmelterijen 700 0 100 C 30 700 5.2 2 G 2<br />
151 101 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 C 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
151 101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
151 101 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o.
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
1531 1031 0 Aardappelprodukten fabrieken:<br />
1531 1031 1 - vervaardiging van aardappelproducten 300 30 200 C 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
1531 1031 2 - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² 50 10 50 50 R 50 3.1 1 G 1<br />
1532, 1533 1032, 1039 0 Groente- en fruitconservenfabrieken:<br />
1532, 1533 1032, 1039 1 - jam 50 10 100 C 10 100 3.2 1 G 1<br />
1532, 1533 1032, 1039 2 - groente algemeen 50 10 100 C 10 100 3.2 2 G 2<br />
1532, 1533 1032, 1039 3 - met koolsoorten 100 10 100 C 10 100 3.2 2 G 2<br />
1532, 1533 1032, 1039 4 - met drogerijen 300 10 200 C 30 300 4.2 2 G 2<br />
1532, 1533 1032, 1039 5 - met uienconservering (zoutinleggerij) 300 10 100 C 10 300 4.2 2 G 2<br />
1541 104101 0 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:<br />
1541 104101 1 - p.c. < 250.000 t/j 200 30 100 C 30 R 200 4.1 3 G 2 B<br />
1541 104101 2 - p.c. >= 250.000 t/j 300 50 300 C Z 50 R 300 4.2 3 G 3 B<br />
1542 104102 0 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:<br />
1542 104102 1 - p.c. < 250.000 t/j 200 10 100 C 100 R 200 4.1 3 G 2 B<br />
1542 104102 2 - p.c. >= 250.000 t/j 300 10 300 C Z 200 R 300 4.2 3 G 3 B<br />
1543 1042 0 Margarinefabrieken:<br />
1543 1042 1 - p.c. < 250.000 t/j 100 10 200 C 30 R 200 4.1 3 G 2<br />
1543 1042 2 - p.c. >= 250.000 t/j 200 10 300 C Z 50 R 300 4.2 3 G 3 B<br />
1551 1051 0 Zuivelprodukten fabrieken:<br />
1551 1051 1 - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1 3 G 2<br />
1551 1051 2 - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u 200 30 500 C Z 50 R 500 5.1 3 G 2<br />
1551 1051 3 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G 1<br />
1551 1051 4 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 100 0 300 C Z 50 R 300 4.2 3 G 2<br />
1551 1051 5 - overige zuivelprodukten fabrieken 50 50 300 C 50 R 300 4.2 3 G 2<br />
1552 1052 1 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
1552 1052 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. = 500 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2 2 G 2<br />
1561 1061 2 - p.c. < 500 t/u 100 50 200 C 50 R 200 4.1 2 G 2<br />
1561 1061 Grutterswarenfabrieken 50 100 200 C 50 200 D 4.1 2 G 2<br />
1562 1062 0 Zetmeelfabrieken:<br />
1562 1062 1 - p.c. < 10 t/u 200 50 200 C 30 R 200 4.1 1 G 2<br />
1562 1062 2 - p.c. >= 10 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2 2 G 3<br />
1571 1091 0 Veevoerfabrieken:<br />
1571 1091 1 - destructiebedrijven 700 30 200 C 50 700 D 5.2 3 G 3<br />
1571 1091 2 - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek 700 100 100 C 30 R 700 D 5.2 3 G 3<br />
1571 1091 3 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water 300 100 200 C 30 300 4.2 2 G 2<br />
1571 1091 4 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water 700 200 300 C Z 50 700 5.2 3 G 3<br />
1571 1091 5 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 50 200 C 30 200 4.1 3 G 3<br />
1571 1091 6 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2 3 G 3<br />
1572 1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 100 200 C 30 200 4.1 2 G 2<br />
1581 1071 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
1581 1071 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 30 10 30 C 10 30 2 1 G 1<br />
1581 1071 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2 2 G 2<br />
1582 1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2 2 G 2<br />
1583 1081 0 Suikerfabrieken:<br />
1583 1081 1 - v.c. < 2.500 t/j 500 100 300 C 100 R 500 5.1 2 G 2 B<br />
1583 1081 2 - v.c. >= 2.500 t/j 1000 200 700 C Z 200 R 1000 5.3 3 G 3 B<br />
1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:<br />
1584 10821 1 - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² 500 50 100 50 R 500 5.1 2 G 3<br />
1584 10821 2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 100 3.2 2 G 2<br />
1584 10821 3 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2 2 G 2<br />
1584 10821 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. = 5.000 t/j 300 50 300 C 50 R 300 4.2 2 G 3 B<br />
1593 t/m 1595 1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 10 0 30 C 0 30 2 1 G 1<br />
1596 1105 Bierbrouwerijen 300 30 100 C 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
1597 1106 Mouterijen 300 50 100 C 30 300 4.2 2 G 2<br />
1598 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2 3 G 2<br />
16 12 -<br />
16 12 - VERWERKING VAN TABAK<br />
160 120 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 C 30 200 4.1 2 G 1<br />
17 13 -<br />
17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />
171 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2 2 G 1<br />
172 132 0 Weven van textiel:<br />
172 132 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2 2 G 1<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
172 132 2 - aantal weefgetouwen >= 50 10 30 300 Z 50 300 4.2 3 G 2<br />
173 133 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1 2 G 2 B<br />
174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1 1 G 1<br />
1751 1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 200 4.1 2 G 2 B L<br />
176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1 1 G 2<br />
18 14 -<br />
18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT<br />
181 141 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1 1 G 1<br />
182 141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 30 2 2 G 2<br />
183 142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1 1 G 1 B L<br />
19 19 -<br />
19 15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)<br />
191 151,152 Lederfabrieken 300 30 100 10 300 4.2 2 G 2 B L<br />
192 151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1 2 G 2<br />
193 152 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1 2 G 1<br />
20 -<br />
20 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.<br />
2010.1 16101 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
2010.2 16102 0 Houtconserveringsbedrijven:<br />
2010.2 16102 1 - met creosootolie 200 30 50 10 200 4.1 2 G 2 B L<br />
2010.2 16102 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1 2 G 1 B<br />
202 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2 3 G 2 B<br />
203, 204, 205 162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2 2 G 2<br />
203, 204, 205 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1 1 G 1<br />
205 162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 30 2 1 G 1<br />
21 17 -<br />
21 17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN<br />
2111 1711 Vervaardiging van pulp 200 100 200 C 50 R 200 4.1 3 G 2<br />
2112 1712 0 Papier- en kartonfabrieken:<br />
2112 1712 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1 1 G 2<br />
2112 1712 2 - p.c. 3 - 15 t/u 100 50 200 C Z 50 R 200 4.1 2 G 2<br />
2112 1712 3 - p.c. >= 15 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2 3 G 2<br />
212 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2 2 G 2<br />
2121.2 17212 0 Golfkartonfabrieken:<br />
2121.2 17212 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2 2 G 2<br />
2121.2 17212 2 - p.c. >= 3 t/u 50 30 200 C Z 30 R 200 4.1 2 G 2<br />
22 58 -<br />
22 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />
221 581 Uitgeverijen (kantoren) 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
2221 1811 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2 3 G 2 B L<br />
2222 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2 3 G 2 B<br />
2222.6 18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 30 2 1 P 1 B<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
2223 1814 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1 1 G 1<br />
2223 1814 B Binderijen 30 0 30 0 30 2 2 G 1<br />
2224 1813 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 30 2 2 G 1 B<br />
2225 1814 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 30 D 2 2 G 1 B<br />
223 182 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 10 1 1 G 1<br />
23 19 -<br />
23 19 - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN<br />
231 191 Cokesfabrieken 1000 700 1000 C Z 100 R 1000 5.3 2 G 3 B L<br />
2320.1 19201 Aardolieraffinaderijen 1500 100 1500 C Z 1500 R 1500 6 3 G 3 B L<br />
2320.2 19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2 2 G 2 B L<br />
2320.2 19202 B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 300 4.2 2 G 2 B L<br />
2320.2 19202 C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 300 D 4.2 2 G 2 B L<br />
233 201, 212, 244 Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven 10 10 100 1500 1500 D 6 1 G 2 B<br />
24 20 -<br />
24 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN<br />
2411 2011 0 Vervaardiging van industriële gassen:<br />
2411 2011 1 - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 10 0 700 C Z 100 R 700 5.2 3 G 3<br />
2411 2011 2 - overige gassenfabrieken, niet explosief 100 0 500 C 100 R 500 5.1 3 G 3 L<br />
2411 2011 3 - overige gassenfabrieken, explosief 100 0 500 C 300 R 500 5.1 3 G 3 L<br />
2412 2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 C 200 R 200 D 4.1 3 G 3 B L<br />
2413 2012 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:<br />
2413 2012 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 C 300 R 300 D 4.2 2 G 3 B L<br />
2413 2012 2 - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 50 500 C 700 R 700 D 5.2 3 G 3 B L<br />
2414.1 20141 A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:<br />
2414.1 20141 A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 C 300 R 300 D 4.2 2 G 3 B L<br />
2414.1 20141 A2 - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 1000 30 500 C 700 R 1000 D 5.3 2 G 2 B L<br />
2414.1 20141 B0 Methanolfabrieken:<br />
2414.1 20141 B1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 C 100 R 200 4.1 2 G 2 B<br />
2414.1 20141 B2 - p.c. >= 100.000 t/j 200 0 300 C Z 200 R 300 4.2 3 G 3 B<br />
2414.2 20149 0 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):<br />
2414.2 20149 1 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 C 100 R 300 4.2 2 G 2 B L<br />
2414.2 20149 2 - p.c. >= 50.000 t/j 500 0 300 C Z 200 R 500 5.1 3 G 3 B L<br />
2415 2015 Kunstmeststoffenfabrieken 500 300 500 C 500 R 500 5.1 3 G 3 B L<br />
2416 2016 Kunstharsenfabrieken e.d. 700 30 300 C 500 R 700 5.2 3 G 3 B L<br />
242 202 0 Landbouwchemicaliënfabrieken:<br />
242 202 1 - fabricage 300 50 100 C 1000 R 1000 5.3 3 G 3 B L<br />
242 202 2 - formulering en afvullen 100 10 30 C 500 R 500 D 5.1 2 G 2 B<br />
243 203 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 C 300 R 300 D 4.2 3 G 2 B L<br />
2441 2110 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:<br />
2441 2110 1 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 C 300 R 300 4.2 1 G 2 B L<br />
2441 2110 2 - p.c. >= 1.000 t/j 300 10 300 C 500 R 500 5.1 2 G 2 B L<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
2442 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:<br />
2442 2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1 2 G 1 B L<br />
2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 30 2 2 G 1<br />
2451 2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 C 100 R 300 4.2 3 G 2 B<br />
2452 2042 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 30 50 C 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
2461 2051 Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken 30 10 50 1000 V 1000 5.3 1 G 2 B<br />
2462 2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:<br />
2462 2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2 3 G 2 B L<br />
2462 2052 2 - met dierlijke grondstoffen 500 30 100 50 500 5.1 3 G 2 B<br />
2464 205902 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2 3 G 2 B L<br />
2466 205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1 3 G 2 B<br />
2466 205903 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 C 200 R 200 D 4.1 2 G 2 B L<br />
247 2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 C 200 R 300 4.2 3 G 3 B L<br />
25 22 -<br />
25 22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF<br />
2511 221101 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 C 100 R 300 4.2 2 G 2 B<br />
2512 221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:<br />
2512 221102 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1 1 G 1<br />
2512 221102 2 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 200 4.1 2 G 2 B<br />
2513 2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2 1 G 2<br />
252 222 0 Kunststofverwerkende bedrijven:<br />
252 222 1 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 200 4.1 2 G 2<br />
252 222 2 - met fenolharsen 300 50 100 200 R 300 4.2 2 G 2 B L<br />
252 222 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1 2 G 1<br />
26 23 -<br />
26 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN<br />
261 231 0 Glasfabrieken:<br />
261 231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2 1 G 1 L<br />
261 231 2 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 30 100 300 C Z 50 R 300 4.2 2 G 2 L<br />
261 231 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 300 4.2 1 G 1 L<br />
261 231 4 - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j 500 200 300 C Z 50 R 500 5.1 2 G 2 L<br />
2615 231 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1 1 G 1<br />
262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:<br />
262, 263 232, 234 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 30 2 1 G 1 L<br />
262, 263 232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2 2 G 2 L<br />
264 233 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 200 4.1 2 G 2 L<br />
264 233 B Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 200 4.1 2 G 2<br />
2651 2351 0 Cementfabrieken:<br />
2651 2351 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 300 500 C 30 R 500 5.1 2 G 2<br />
2651 2351 2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 500 1000 C Z 50 R 1000 5.3 3 G 3 B<br />
2652 235201 0 Kalkfabrieken:<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
2652 235201 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1 2 G 2<br />
2652 235201 2 - p.c. >= 100.000 t/j 50 500 300 Z 50 R 500 5.1 3 G 3<br />
2653 235202 0 Gipsfabrieken:<br />
2653 235202 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1 2 G 2<br />
2653 235202 2 - p.c. >= 100.000 t/j 50 500 300 Z 50 R 500 5.1 3 G 3 B<br />
2661.1 23611 0 Betonwarenfabrieken:<br />
2661.1 23611 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
2661.1 23611 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 300 4.2 2 G 2 B<br />
2661.1 23611 3 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d 30 200 700 Z 30 700 5.2 3 G 3 B<br />
2661.2 23612 0 Kalkzandsteenfabrieken:<br />
2661.2 23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2 2 G 2<br />
2661.2 23612 2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 200 300 Z 30 300 4.2 3 G 3<br />
2662 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2 2 G 2<br />
2663, 2664 2363, 2364 0 Betonmortelcentrales:<br />
2663, 2664 2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 10 100 3.2 3 G 2<br />
2663, 2664 2363, 2364 2 - p.c. >= 100 t/u 30 200 300 Z 10 300 4.2 3 G 3<br />
2665, 2666 2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:<br />
2665, 2666 2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
2665, 2666 2365, 2369 2 - p.c. >= 100 t/d 30 200 300 Z 200 R 300 4.2 3 G 2 B<br />
267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />
267 237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2 1 G 2<br />
267 237 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. = 100.000 t/j 30 200 700 Z 10 700 5.2 2 G 3<br />
2681 2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 10 30 50 10 50 D 3.1 1 G 2<br />
2682 2399 A0 Bitumineuze materialenfabrieken:<br />
2682 2399 A1 - p.c. < 100 t/u 300 100 100 30 300 4.2 3 G 2 B L<br />
2682 2399 A2 - p.c. >= 100 t/u 500 200 200 Z 50 500 5.1 3 G 3 B L<br />
2682 2399 B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):<br />
2682 2399 B1 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 100 200 300 C Z 30 300 4.2 2 G 2<br />
2682 2399 B2 - overige isolatiematerialen 200 100 100 C 50 200 4.1 2 G 2<br />
2682 2399 C Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2 2 G 2<br />
2682 2399 D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 100 50 200 30 200 4.1 3 G 2 B L<br />
2682 2399 D1 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur 200 100 300 Z 50 300 4.2 3 G 2 B L<br />
27 24 -<br />
27 24 - VERVAARDIGING VAN METALEN<br />
271 241 0 Ruwijzer- en staalfabrieken:<br />
271 241 1 - p.c. < 1.000 t/j 700 500 700 200 R 700 5.2 2 G 2 B<br />
271 241 2 - p.c. >= 1.000 t/j 1500 1000 1500 C Z 300 R 1500 6 3 G 3 B L<br />
272 245 0 IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:<br />
272 245 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 500 30 500 5.1 2 G 2 B<br />
272 245 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 100 1000 Z 50 R 1000 5.3 3 G 2 B<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
273 243 0 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:<br />
273 243 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 300 30 300 4.2 2 G 2<br />
273 243 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 50 700 Z 50 R 700 5.2 3 G 3 B<br />
274 244 A0 Non-ferro-metaalfabrieken:<br />
274 244 A1 - p.c. < 1.000 t/j 100 100 300 30 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
274 244 A2 - p.c. >= 1.000 t/j 200 300 700 Z 50 R 700 5.2 2 G 3 B<br />
274 244 B0 Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:<br />
274 244 B1 - p.o. < 2.000 m2 50 50 500 50 R 500 5.1 2 G 2 B<br />
274 244 B2 - p.o. >= 2.000 m2 200 100 1000 Z 100 R 1000 5.3 3 G 3 B<br />
2751, 2752 2451, 2452 0 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:<br />
2751, 2752 2451, 2452 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
2751, 2752 2451, 2452 2 - p.c. >= 4.000 t/j 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1 2 G 3 B L<br />
2753, 2754 2453, 2454 0 Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:<br />
2753, 2754 2453, 2454 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
2753, 2754 2453, 2454 2 - p.c. >= 4.000 t/j 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1 2 G 3 B L<br />
28 25 -<br />
28 25, 31 -<br />
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL.<br />
MACH./TRANSPORTMIDD.)<br />
281 251, 331 0 Constructiewerkplaatsen<br />
281 251, 331 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 3.1 1 G 1<br />
281 251, 331 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
281 251, 331 3 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 50 200 300 Z 30 300 4.2 3 G 3 B<br />
2821 2529, 3311 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:<br />
2821 2529, 3311 1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 300 4.2 2 G 2 B<br />
2821 2529, 3311 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 100 500 Z 50 R 500 5.1 3 G 3 B<br />
2822, 2830 2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
284 255, 331 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 200 4.1 1 G 2 B<br />
284 255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
284 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 D 3.1 1 G 2 B<br />
2851 2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:<br />
2851 2561, 3311 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 2561, 3311 10 - stralen 30 200 200 30 200 D 4.1 2 G 2 B L<br />
2851 2561, 3311 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2 1 G 2 B<br />
2851 2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 2561, 3311 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
2851 2561, 3311 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
2851 2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
2851 2561, 3311 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2 1 G 1 B L<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
2851 2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2 2 G 2 B<br />
2852 2562, 3311 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2 1 G 2 B<br />
2852 2562, 3311 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. = 2.000 m2 50 100 500 Z 30 500 5.1 3 G 3 B<br />
287 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
287 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. = 2.000 m2 50 30 200 30 200 D 4.1 3 G 2 B<br />
29 28, 33 3 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 Z 30 300 D 4.2 3 G 2 B<br />
30 26, 28, 33 -<br />
30 26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS<br />
30 26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 30 10 30 10 30 2 1 G 1<br />
31 26, 27, 33 -<br />
31 26, 27, 33 - VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.<br />
311 271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 200 30 30 50 200 4.1 1 G 2 B L<br />
312 271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 200 4.1 1 G 2 B L<br />
313 273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 200 D 4.1 2 G 2 L<br />
314 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2 2 G 2 B L<br />
315 274 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 300 4.2 2 G 2 B L<br />
316 293 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 30 2 1 G 1<br />
3162 2790 Koolelektrodenfabrieken 1500 300 1000 C Z 200 R 1500 6 2 G 3 B L<br />
32 26, 33 -<br />
32 26, 33 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-, <strong>VI</strong>DEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.<br />
321 t/m 323 261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie 30 0 50 30 50 D 3.1 2 G 1 B<br />
3210 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1 1 G 2 B<br />
33 26, 32, 33 -<br />
33 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />
33 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 30 0 30 0 30 2 1 G 1<br />
34 29 -<br />
34 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS<br />
341 291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven<br />
341 291 1 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 C 30 R 200 D 4.1 3 G 2 B<br />
341 291 2 - p.o. >= 10.000 m2 200 30 300 Z 50 R 300 4.2 3 G 2 B L<br />
3420.1 29201 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 200 4.1 2 G 2 B<br />
3420.2 29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
343 293 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 2 G 2<br />
35 30 -<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
35 30 - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)<br />
351 301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:<br />
351 301, 3315 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1 2 G 1 B<br />
351 301, 3315 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2 2 G 1 B<br />
351 301, 3315 3 - metalen schepen < 25 m 50 100 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
351 301, 3315 4 - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW 100 100 500 C Z 50 500 5.1 2 G 3 B<br />
3511 3831 Scheepssloperijen 100 200 700 100 R 700 5.2 2 G 3 B<br />
352 302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:<br />
352 302, 317 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
352 302, 317 2 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 Z 30 R 300 4.2 2 G 2 B<br />
353 303, 3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:<br />
353 303, 3316 1 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
353 303, 3316 2 - met proefdraaien motoren 100 30 1000 Z 100 R 1000 5.3 2 G 2 B<br />
354 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 2 G 2 B<br />
355 3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
36 31 -<br />
36 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.<br />
361 310 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1 1 P 1<br />
362 321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2 1 G 1 B<br />
363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2 2 G 2<br />
364 323 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 2 G 2<br />
365 324 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 2 G 2<br />
3663.1 32991 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2 1 P 1<br />
3663.2 32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1 2 G 2<br />
37 38 -<br />
37 38 - VOORBEREIDING TOT RECYCLING<br />
371 383201 Metaal- en autoschredders 30 100 500 Z 30 500 5.1 2 G 3 B<br />
372 383202 A0 Puinbrekerijen en -malerijen:<br />
372 383202 A1 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 300 4.2 2 G 2<br />
372 383202 A2 - v.c. >= 100.000 t/j 30 200 700 10 700 5.2 3 G 3<br />
372 383202 B Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
372 383202 C Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 C 50 300 4.2 3 G 2 B<br />
40 35 -<br />
40 35 - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />
40 35 A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)<br />
40 35 A1 - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 100 700 700 C Z 200 700 5.2 2 G 3 B L<br />
40 35 A2 - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 100 100 500 C Z 100 500 5.1 2 G 3 B L<br />
40 35 A3 - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in 100 100 500 C Z 100 R 500 5.1 1 G 3<br />
40 35 A4 - kerncentrales met koeltorens 10 10 500 C 1500 1500 D 6 1 P 3<br />
40 35 A5 - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth 30 30 500 C Z 100 R 500 5.1 1 G 2<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
nummer<br />
- -<br />
40 35 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:<br />
- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen<br />
40 35 B1 voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2 2 G 1 L<br />
40 35 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2 2 G 1 L<br />
40 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:<br />
40 35 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2 1 P 1 B<br />
40 35 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1 1 P 1 B<br />
40 35 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2 1 P 2 B<br />
40 35 C4 - 200 - 1000 MVA 0 0 300 C Z 50 300 4.2 1 P 2 B<br />
40 35 C5 - >= 1000 MVA 0 0 500 C Z 50 500 5.1 1 P 2 B<br />
40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />
40 35 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 C 100 300 4.2 1 P 1<br />
40 35 D2 - gascompressorstations vermogen >= 100 MW 0 0 500 C 200 R 500 5.1 1 P 2<br />
40 35 D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 0 0 10 C 10 10 1 1 P 1<br />
40 35 D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 0 0 30 C 10 30 2 1 P 1<br />
40 35 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 C 50 R 50 3.1 1 P 1<br />
40 35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:<br />
40 35 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2 1 P 2<br />
40 35 E2 - blokverwarming 10 0 30 C 10 30 2 1 P 1<br />
40 35 F0 windmolens:<br />
40 35 F1 - wiekdiameter 20 m 0 0 100 C 30 100 3.2 1 P 2<br />
40 35 F2 - wiekdiameter 30 m 0 0 200 C 50 200 4.1 1 P 2<br />
40 35 F3 - wiekdiameter 50 m 0 0 300 C 50 300 4.2 1 P 3<br />
41 36 -<br />
41 36 - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER<br />
41 36 A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:<br />
41 36 A1 - met chloorgas 50 0 50 C 1000 R 1000 D 5.3 1 G 2 L<br />
41 36 A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1 1 G 2<br />
41 36 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:<br />
41 36 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2 1 P 1<br />
41 36 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2 1 P 1<br />
41 36 B3 - >= 15 MW 0 0 300 C 10 300 4.2 1 P 2<br />
45 41, 42, 43 -<br />
45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID<br />
45 41, 42, 43 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2 2 G 2 B<br />
45 41, 42, 43 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. 1000 m² 10 30 50 10 50 3.1 2 G 1 B<br />
45 41, 42, 43 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 30 2 1 G 1 B<br />
50 45, 47 -<br />
50 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESER<strong>VI</strong>CESTATIONS<br />
501, 502, 504 451, 452, 454 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 10 0 30 10 30 2 2 P 1 B<br />
501 451 Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) 10 10 100 10 100 3.2 2 G 1<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
5020.4 45204 A Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 100 3.2 1 G 1<br />
5020.4 45204 B Autobeklederijen 0 0 10 10 10 1 1 G 1<br />
5020.4 45204 C Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 50 3.1 1 G 1 B L<br />
5020.5 45205 Autowasserijen 10 0 30 0 30 2 3 P 1<br />
503, 504 453 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 0 0 30 10 30 2 1 P 1<br />
505 473 0 Benzineservisestations:<br />
505 473 1 - met LPG > 1000 m3/jr 30 0 30 200 R 200 4.1 3 P 1 B<br />
505 473 2 - met LPG < 1000 m3/jr 30 0 30 50 R 50 3.1 3 P 1 B<br />
505 473 3 - zonder LPG 30 0 30 10 30 2 3 P 1 B<br />
51 46 -<br />
51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING<br />
511 461 Handelsbemiddeling (kantoren) 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
5121 4621 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders<br />
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur<br />
30 30 50 30 R 50 3.1 2 G 2<br />
5121 4621 1 of meer 100 100 300 Z 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
5122 4622 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2 2 G 1<br />
5123 4623 Grth in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2 2 G 1<br />
5124 4624 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1 2 G 1<br />
5125, 5131 46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1 2 G 1<br />
5132, 5133 4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1 2 G 1<br />
5134 4634 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2 2 G 1<br />
5135 4635 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2 2 G 1<br />
5136 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 30 2 2 G 1<br />
5137 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 30 2 2 G 1<br />
5138, 5139 4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 30 2 2 G 1<br />
514 464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 30 2 2 G 1<br />
5148.7 46499 0 Grth in vuurwerk en munitie:<br />
5148.7 46499 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 10 0 30 10 V 30 2 2 G 1<br />
5148.7 46499 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton<br />
- professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg<br />
10 0 30 50 V 50 3.1 2 G 1<br />
5148.7 46499 3 theatervuurwerk) 10 0 30 500 V 500 5.1 2 G 1<br />
5148.7 46499 4 - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton 10 0 30 1000 V 1000 5.3 2 G 1<br />
5148.7 46499 5 - munitie 0 0 30 30 30 2 2 G 1<br />
5151.1 46711 0 Grth in vaste brandstoffen:<br />
5151.1 46711 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1 2 P 2<br />
5151.1 46711 2 - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2 50 500 500 Z 100 500 5.1 3 G 3 B<br />
5151.2 46712 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:<br />
5151.2 46712 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 200 D 4.1 2 G 2 B L<br />
5151.2 46712 2 - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 100 0 50 500 R 500 D 5.1 2 G 2 B L<br />
5151.2 46712 3 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 300 D 4.2 2 G 2<br />
5151.3 46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2 2 G 2 B<br />
5152.1 46721 0 Grth in metaalertsen:<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
5152.1 46721 1 - opslag opp. < 2.000 m2 30 300 300 10 300 4.2 3 G 3 B<br />
5152.1 46721 2 - opslag opp. >= 2.000 m2 50 500 700 Z 10 700 5.2 3 G 3 B<br />
5152.2 /.3 46722, 46723 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 10 100 10 100 3.2 2 G 2<br />
5153 4673 0 Grth in hout en bouwmaterialen:<br />
5153 4673 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 50 3.1 2 G 2<br />
5153 4673 2 - algemeen: b.o. 200 m² 0 30 100 0 100 3.2 2 G 2<br />
5153.4 46735 6 - algemeen: b.o. 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1 2 G 2<br />
5154 4674 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 30 2 1 G 1<br />
5155.1 46751 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
5155.2 46752 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 30 2 1 G 1<br />
5156 4676 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 30 2 2 G 2<br />
5157 4677 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
5157 4677 1 - autosloperijen: b.o. 1000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
5157.2/3 4677 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o.
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
5552 562 Cateringbedrijven 10 0 30 C 10 30 2 1 G/P 1<br />
60 49 -<br />
60 49 - VERVOER OVER LAND<br />
601 491, 492 0 Spoorwegen:<br />
601 491, 492 1 - stations 0 0 100 C 50 R 100 D 3.2 3 P 2<br />
601 491, 492 2 - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel) 30 30 300 C 300 R 300 D 4.2 3 G 2<br />
6021.1 493 Bus-, tram- en metrostations en -remises 0 10 100 C 0 100 D 3.2 2 P 2<br />
6022 493 Taxibedrijven 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
6023 493 Touringcarbedrijven 10 0 100 C 0 100 3.2 2 G 1<br />
6024 494 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 0 0 100 C 30 100 3.2 3 G 1<br />
6024 494 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. = 2.000 m2 50 700 1000 C Z 50 1000 5.3 3 G 3 B<br />
6311.1 52241 4 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 100 500 500 C Z 100 R 500 5.1 3 G 3<br />
6311.1 52241 5 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 50 700 700 C Z 100 700 5.2 3 G 3 B<br />
6311.1 52241 6 - olie, LPG, e.d. 300 0 100 C 1000 R 1000 5.3 2 G 3 B L<br />
6311.1 52241 7 - tankercleaning 300 10 100 C 200 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
6311.2 52242 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:<br />
6311.2 52242 1 - containers 0 10 300 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
6311.2 52242 10 - tankercleaning 300 10 100 200 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
6311.2 52242 2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
6311.2 52242 3 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 30 200 300 30 300 4.2 2 G 2 B<br />
6311.2 52242 4 - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 50 500 700 Z 50 700 5.2 3 G 3 B<br />
6311.2 52242 5 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 50 300 200 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
6311.2 52242 6 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 100 500 300 Z 100 R 500 5.1 3 G 3<br />
6311.2 52242 7 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 50 300 300 50 300 4.2 2 G 2 B<br />
6311.2 52242 8 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 50 500 500 Z 100 500 5.1 3 G 3 B<br />
6311.2 52242 9 - olie, LPG, e.d. 100 0 50 700 R 700 5.2 2 G 3 B L<br />
6312 52102, 52109 A Distributiecentra, pak- en koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1 2 G 2<br />
6312 52109 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 0 0 30 C 10 30 2 2 G 1<br />
6321 5221 1 Autoparkeerterreinen, parkeergarages 10 0 30 C 0 30 2 3 P 1 L<br />
6321 5221 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2 2 G 1<br />
6322, 6323 5222 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
6323 5223 A Luchthavens 200 50 1500 C 500 R 1500 D 6 3 P 3 B L<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
6323 5223 B Helikopterlandplaatsen 0 50 500 50 500 5.1 1 P 2<br />
633 791 Reisorganisaties 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
634 5229 Expediteurs, cargadoors (kantoren) 0 0 10 0 10 D 1 1 P 1<br />
64 64 -<br />
64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE<br />
641 531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
642 61 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1 1 P 1<br />
642 61 B0 zendinstallaties:<br />
642 61 B1 - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!) 0 0 0 C 100 100 3.2 1 P 2<br />
642 61 B2 - FM en TV 0 0 0 C 10 10 1 1 P 2<br />
642 61 B3 - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig) 0 0 0 C 10 10 1 1 P 2<br />
65, 66, 67 64, 65, 66 -<br />
65, 66, 67 64, 65, 66 - FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN<br />
65, 66, 67 64, 65, 66 A Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen 0 0 10 C 0 10 1 1 P 1<br />
70 41, 68 -<br />
70 41, 68 - VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED<br />
70 41, 68 A Verhuur van en handel in onroerend goed 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
71 77 -<br />
71 77 -<br />
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE<br />
GOEDEREN<br />
711 7711 Personenautoverhuurbedrijven 10 0 30 10 30 2 2 P 1<br />
712 7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1 2 G 1<br />
713 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1 2 G 1 B<br />
714 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 30 D 2 2 G 2<br />
72 62 -<br />
72 62 - COMPUTERSER<strong>VI</strong>CE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE<br />
72 62 A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
72 58, 63 B Datacentra 0 0 30 C 0 30 2 1 P 1<br />
73 72 -<br />
73 72 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK<br />
731 721 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 30 10 30 30 R 30 2 1 P 1<br />
732 722<br />
63, 69tm71, 73, 74,<br />
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
74<br />
77, 78, 80tm82<br />
63, 69tm71, 73, 74,<br />
-<br />
74<br />
77, 78, 80tm82<br />
63, 69tm71, 73, 74,<br />
- OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />
74<br />
77, 78, 80tm82 A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren 0 0 10 0 10 D 1 2 P 1<br />
747 812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1 1 P 1 B<br />
7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 C 10 30 2 2 G 1 B<br />
7484.3 82991 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 C 50 R 200 4.1 3 G 2<br />
7484.4 82992 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
75 84 -<br />
75 84 - OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN<br />
75 84 A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
7522 8422 Defensie-inrichtingen 30 30 200 C 100 200 D 4.1 3 G 1 B<br />
7525 8425 Brandweerkazernes 0 0 50 C 0 50 3.1 1 G 1<br />
80 85 -<br />
80 85 - ONDERWIJS<br />
801, 802 852, 8531 Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs 0 0 30 0 30 2 1 P 1<br />
803, 804 8532, 854, 855 Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs 10 0 30 10 30 D 2 2 P 1<br />
85 86 -<br />
85 86 - GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG<br />
8511 8610 Ziekenhuizen 10 0 30 C 10 30 2 3 P 2<br />
8512, 8513 8621, 8622, 8623 Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
8514, 8515 8691, 8692 Consultatiebureaus 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
853 871 1 Verpleeghuizen 10 0 30 C 0 30 2 1 P 1<br />
853 8891 2 Kinderopvang 0 0 30 0 30 2 2 P 1<br />
90 37, 38, 39 -<br />
90 37, 38, 39 - MILIEUDIENSTVERLENING<br />
9001 3700 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:<br />
9001 3700 A1 - < 100.000 i.e. 200 10 100 C 10 200 4.1 2 G 1<br />
9001 3700 A2 - 100.000 - 300.000 i.e. 300 10 200 C Z 10 300 4.2 2 G 1<br />
9001 3700 A3 - >= 300.000 i.e. 500 10 300 C Z 10 500 5.1 3 G 2<br />
9001 3700 B rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2 1 P 1<br />
9002.1 381 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 50 3.1 2 G 1<br />
9002.1 381 B <strong>Gemeente</strong>werven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1 2 G 1 B<br />
9002.1 381 C Vuiloverslagstations 200 200 300 30 300 4.2 3 G 3 B<br />
9002.2 382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:<br />
9002.2 382 A1 - mestverwerking/korrelfabrieken 500 10 100 C 10 500 5.1 3 G 3<br />
9002.2 382 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2 1 G 1 B L<br />
9002.2 382 A3 - verwerking radio-actief afval 0 10 200 C 1500 1500 6 1 G 1<br />
9002.2 382 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1 1 G 2 L<br />
9002.2 382 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2 1 G 2 B L<br />
9002.2 382 A6 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 300 200 300 C Z 50 300 D 4.2 3 G 3 B L<br />
9002.2 382 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2 1 G 1 B L<br />
9002.2 382 B Vuilstortplaatsen 300 200 300 10 300 4.2 3 G 3 B<br />
9002.2 382 C0 Composteerbedrijven:<br />
9002.2 382 C1 - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr 300 100 50 10 300 4.2 2 G 2 B<br />
9002.2 382 C2 - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr 700 300 100 30 700 5.2 2 G 2 B<br />
9002.2 382 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 100 3.2 2 G 2 B<br />
9002.2 382 C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 200 4.1 3 G 2 B<br />
9002.2 382 C5 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 200 4.1 3 G 1 B L<br />
91 94 -<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
91 94 - DIVERSE ORGANISATIES<br />
9111 941, 942 Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
9131 9491 Kerkgebouwen e.d. 0 0 30 0 30 2 2 P 1<br />
9133.1 94991 A Buurt- en clubhuizen 0 0 30 C 0 30 D 2 2 P 1<br />
9133.1 94991 B Hondendressuurterreinen 0 0 50 0 50 3.1 1 P 1<br />
92 59 -<br />
92 59 - CULTUUR, SPORT EN RECREATIE<br />
921, 922 591, 592, 601, 602 Studio's (film, TV, radio, geluid) 0 0 30 C 10 30 2 2 G 1<br />
9213 5914 Bioscopen 0 0 30 C 0 30 2 3 P 1<br />
9232 9004 Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen 0 0 30 C 0 30 2 3 P 1<br />
9233 9321 Recreatiecentra, vaste kermis e.d. 30 10 300 10 300 D 4.2 3 P 3<br />
9234 8552 Muziek- en balletscholen 0 0 30 0 30 2 2 P 1<br />
9234.1 85521 Dansscholen 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
9251, 9252 9101, 9102 Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
9253.1 91041 Dierentuinen 100 10 50 C 0 100 3.2 3 P 1<br />
9253.1 91041 Kinderboerderijen 30 10 30 C 0 30 2 1 P 1<br />
926 931 0 Zwembaden:<br />
926 931 1 - overdekt 10 0 50 C 10 50 3.1 3 P 1<br />
926 931 2 - niet overdekt 30 0 200 10 200 4.1 3 P 1<br />
926 931 A Sporthallen 0 0 50 C 0 50 3.1 2 P 1<br />
926 931 B Bowlingcentra 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
926 931 C Overdekte kunstijsbanen 0 0 100 C 50 R 100 3.2 2 P 1<br />
926 931 D Stadions en open-lucht-ijsbanen 0 0 300 C 50 R 300 4.2 3 P 2<br />
926 931 E Maneges 50 30 30 0 50 3.1 2 P 1<br />
926 931 F Tennisbanen (met verlichting) 0 0 50 C 0 50 3.1 2 P 2<br />
926 931 G Veldsportcomplex (met verlichting) 0 0 50 C 0 50 3.1 2 P 2<br />
926 931 H Golfbanen 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
926 931 I Kunstskibanen 0 0 30 C 50 R 50 3.1 2 P 2<br />
926 931 0 Schietinrichtingen:<br />
926 931 1 - binnenbanen: geweer- en pistoolbanen 0 0 200 C 10 200 4.1 2 P 1<br />
926 931 10 - buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen 10 0 1000 200 1000 5.3 1 P 1<br />
926 931 11 - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen 0 0 30 30 30 2 1 P 1<br />
926 931 2 - binnenbanen: boogbanen 0 0 10 C 10 10 1 1 P 1<br />
926 931 3 - vrije buitenbanen: kleiduiven 0 0 200 300 300 4.2 2 P 1 L<br />
926 931 4 - vrije buitenbanen: schietbomen 0 0 500 1500 1500 6 1 P 1<br />
926 931 5 - vrije buitenbanen: geweerbanen 10 0 1500 1500 1500 6 2 P 1<br />
926 931 6 - vrije buitenbanen: pistoolbanen 10 0 1500 1500 1500 6 2 P 1<br />
926 931 7 - vrije buitenbanen: boogbanen 0 0 10 200 200 4.1 1 P 1<br />
926 931 8 - buitenbanen met voorzieningen: schietbomen 10 0 300 500 500 5.1 2 P 1<br />
926 931 9 - buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen 10 0 1000 1500 1500 6 2 P 1<br />
926 931 A Skelter- en kartbanen, in een hal 10 0 50 10 50 3.1 2 P 1<br />
926 931 B Skelter- en kartbanen, open lucht, < 8 uur/week in gebruik 50 30 500 30 500 5.1 2 P 1 B<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTI<strong>VI</strong>TEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJ<strong>VI</strong>NG AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
- - nummer<br />
926 931 C Skelter- en kartbanen, open lucht, >=8 uur/week in gebruik 50 50 1000 Z 30 1000 5.3 2 P 1 B<br />
926 931 D Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik 100 50 700 50 700 5.2 3 P 1 B<br />
926 931 E Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik 100 100 1500 Z 50 1500 6 3 P 1 B<br />
926 931 F Sportscholen, gymnastiekzalen 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
926 932 G Jachthavens met diverse voorzieningen 10 10 50 C 30 50 3.1 3 P 1 B<br />
9271 9200 Casino's 10 0 30 C 0 30 2 3 P 1<br />
9272.1 92009 Amusementshallen 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
9272.4 93299 Modelvliegtuig-velden 10 0 300 100 300 4.2 1 P 1<br />
93 93 -<br />
93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />
9301.1 96011 A Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 C 30 50 3.1 2 G 1<br />
9301.1 96011 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1 2 G 1 L<br />
9301.2 96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 30 2 2 G 1 B L<br />
9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2 1 G 1<br />
9301.3 96013 B Wasserettes, wassalons 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
9302 9602 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
9303 9603 0 Begrafenisondernemingen:<br />
9303 9603 1 - uitvaartcentra 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
9303 96031 2 - begraafplaatsen 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
9303 96032 3 - crematoria 100 10 30 10 100 3.2 2 P 2 L<br />
9304 9313, 9604 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden 10 0 30 C 0 30 2 1 P 1<br />
9305 9609 A Dierenasiels en -pensions 30 0 100 C 0 100 3.2 1 P 1<br />
9305 9609 B Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 0 0 10 C 0 10 D 1 1 P 1<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
<strong>VI</strong>SUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT
afstabnd code<br />
10 1<br />
30 2<br />
50 3.1<br />
100 3.2<br />
200 4.1<br />
300 4.2<br />
500 5.1<br />
700 5.2<br />
1000 5.3<br />
1500 6
Onderdoor 25<br />
3995 DW <strong>Houten</strong><br />
tel. (030) 63 92 611<br />
www.houten.nl