Ecologie & Economie in de Eems-Dollard - Milieufederatie Groningen
Ecologie & Economie in de Eems-Dollard
Ecologie & Economie in de Eems-Dollard
Op 19 mei werd er speciaal voor vertegenwoordigers van het provinciaal bestuur een excursie naar
het Eems-Dollard gebied georganiseerd door de Natuur- en Milieuorganisaties. Natuur en
milieuorganisaties deden een oproep om de impasse tussen bedrijvigheid en natuurherstel in de
Eemsdelta te doorbreken. Gezamenlijk met vertegenwoordigers van Groningen Seaports en de
provincie gaven zij inzicht in de dilemma’s die spelen in het gebied en mogelijke oplossingen om te
komen tot een duurzame ontwikkeling van de bedrijvigheid in de delta. Wij hebben de informatie
van deze middag voor u gebundeld in een verslag.
In het Eems-Dollardestuarium ontmoet het zoete rivierwater van de Eems het zoute water van de
Waddenzee. Nederland kent nog twee open estuaria naar zee, de Westerschelde en de Eems-
Dollard. Beide worden bevinden zich op een landsgrens , en combineren economisch gebruik en
hoge natuurwaarden. Deze voor Noord-Nederland unieke zoet-zoutgradiënt, gevormd door getij en
rivierwater, zorgt voor een fascinerend landschap met een waardevolle variatie aan planten en
dieren. Het belang van de natuurwaarden in dit gebied wordt onderstreept door de aanwijzing als
Natura 2000-gebied. De Waddenzee heeft zelfs de status van werelderfgoed verkregen. Aan de rand
van dit gebied, op de industrieterreinen van de Eemshaven en Delfzijl, vindt veel bedrijvigheid plaats
en staan nog tal van nieuwe economische ontwikkelingen gepland.
Ecologie & Economie
Onder de huidige omstandigheden zijn de economische ontwikkelingen zeer strijdig met de belangen
van natuur, landschap en milieu. Ze lijken elkaar gegijzeld te houden in een ijzeren greep. Er is geen
zicht op voortgang van een al in gang gezette economische ontwikkeling nu de belangen van natuur,
landschap en milieu in steeds stringentere regels en beleidsprogramma’s gevat worden. De dossiers
die moeten leiden tot het broodnodige natuurherstel en natuurbehoud in de Eems-Dollard zitten
muurvast omdat overheden geen beperkingen willen opleggen aan potentiële economische
activiteiten.
Om deze patstelling in de Eemsdelta te doorbreken is een zorgvuldig afgewogen kader om
de economische ontwikkelingen in balans te brengen met de ecologische waarden in het gebied
essentieel. Zowel bedrijven als natuurorganisaties hebben dat onderkend en werken gezamenlijk aan
een E-pact. Met de start van het project Economie en Ecologie in Balans in april 2010 neemt de
provincie hierin het voortouw. Ook langs andere wegen, zoals het Programma Naar een Rijke
Waddenzee, wordt de integratie gezocht en gewerkt aan slimme combinaties en oplossingen. Daarbij
is het volwaardig optrekken met Duitsland een noodzakelijke, maar nog geen eenvoudige,
voorwaarde.
Kaders voor duurzame ontwikkeling
Al deze processen vergen een investering in tijd, visie, afstemming, kennis en onderzoek. De natuur-
en milieuorganisaties denken dat een duidelijk ontwikkelde visie voor de economische en
ecologische ontwikkelingen zal bijdragen aan een voorspoedige en duurzame ontwikkeling van de
activiteiten in de Eemshaven. Zij denken graag met de provincie mee over de nadere invulling van
deze kaders; het programma Economie en Ecologie in Balans leent zich daar bij uitstek voor.
2
Excursie
Op 19 mei 2010 hebben de natuur en milieuorganisaties een excursie georganiseerd naar het Eems-
Dollard gebied om met Statenleden, provincie medewerkers, natuur en milieuorganisaties en
Groningen Seaports van gedachten te wisselen over de ontwikkelingen in dit gebied en de gewenste
balans tussen ecologie en economie in de Eemsdelta.
De excursie begon met een oproep om de urgentie van de dreigende impasse tussen bedrijvigheid en
natuurherstel in de Eemsdelta te erkennen. Om mee te denken aan de invulling van het kader en de
grenzen van natuur, landschap, milieu én bedrijvigheid in de regio te definiëren. De eerste stop was
Polder Breebaart van Het Groninger Landschap, aan de kust bij de Punt van Reide, waar er koffie en
thee was en de prachtige polder kon worden bekeken. Vervolgens werd een uitvoerige toelichting
gegeven op de natuurwaarden van en actuele ontwikkelingen in dit gebied, de huidige slechte
ecologische toestand van de Eems en de dilemma’s waar natuurherstel van dit gebied tegenaan
loopt. De reis werd vervolgt via het industrieterrein bij Delfzijl waar Groningen Seaports het belang
van een duurzame economische ontwikkeling in de delta onderstreepte. In de bus terug naar
Groningen werd vanuit de provincie toegelicht hoe zij het programma Economie en Ecologie in
Balans vorm willen geven.
De verhalen die deze middag gehouden zijn hebben wij voor u in dit verslag gebundeld, zodat u alles
nog eens rustig door kunt lezen. Wij willen de deelnemers aan de excursie nogmaals bedanken voor
hun komst en hopen dat de Statenleden de handschoen die deze middag voor hun door de Natuur-
en Milieuorganisaties is neergelegd met energie en kracht zullen opnemen.
Het Groninger Landschap Natuurmonumenten
IVN consulentschap Natuur en milieufederatie Groningen
Landschapsbeheer Groningen Staatsbosbeheer
Foto:
Excursie Eemsdelta 19 mei
3
Inhoud
Welkomstwoord 4
Siegbert van der Velde, directeur Natuur en Milieufederatie Groningen
Een oproep om de impasse tussen economische ontwikkelingen vs.
natuur- , landschaps- en milieuwaarden te doorbreken. Om met alle
stakeholders de grenzen van bedrijvigheid, natuur, landschap en milieu te
definiëren om zo tot een duurzame ontwikkeling van de Eemsdelte te
komen.
Het Eems-Dollard estuarium 8
Jelle Brandsma, Hoofd-Terreinbeheer van Het Groninger Landschap
Een duidelijk overzicht van de relatie tussen stroomsnelheden, baggeren,
vertroebeling, algen, visstand en schelpdieren in het Eems-Dollard
estuarium. Wat voor invloed hebben menselijke ingrepen gehad op het
verslechteren van de ecologische kwaliteit van het Eems-Dollard
estuarium?
Ruimte voor het estuarium 12
Michiel Firet – Programmamanager Wadden bij Staatsbosbeheer
Een inleiding in het programma Naar een Rijke Waddenzee. Met een
overzicht van de programma’s en ontwikkelingen die in de regio lopen die
moeten leiden tot natuurherstel van het Eems-Dollard gebied en de
uitdagingen die daarbij overwonnen moeten worden.
Duurzame bedrijvigheid in de Eemsdelta 15
Monique van den Dungen, Adviseur overheid en milieu Groningen Seaports
Een toelichting op hoe GSP een duurzame bedrijfsvoering op zijn
terreinen wil stimuleren en welke dilemma’s het bedrijf daarbij
tegenkomt. Aan de hand van voorbeelden op het bedrijventerrein Delfzijl
werd het gedachtegoed van industriële ecologie gedemonstreerd, de
eerste stappen richting een duurzame bedrijfsvoering.
Ecologie en economie in balans 17
Irene van dorp, Projectleider ecologie en economie in balans provincie Groningen
Een toelichting op hoe de provincie het programma Ecologie en economie
in balans in goede banen wil leiden, welke stappen daarbij genomen
moeten worden en wat de huidige stand van zaken is.
4
Welkomstwoord
Siegbert van der Velde, directeur Natuur en Milieufederatie Groningen
Ik wil u van harte welkom heten bij deze excursie naar het Eems-Dollard estuarium, ook namens IVN,
Landschapsbeheer Groningen, Het Groninger Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Derde Maasvlakte
Onlangs karakteriseerde Cor Zijderveld van SBE de Eemshaven als de derde Maasvlakte. En terecht.
Er wordt de komende drie jaar zes miljard geïnvesteerd in energiecentrales van Nuon, RWE en
Advanced Power. Daarnaast nog anderhalf miljard in olieopslagterminals van VOPAK en een LNG
terminal*. Die particuliere investeringen worden gevolgd door enkele honderden miljoenen aan
publieke investeringen in havenfaciliteiten, havenverdieping, vaargeulverdieping en –verbreding,
verbetering van toegangswegen, etc. Eén en ander leidt tot een investering van circa 1 miljard in
afgeleide bedrijvigheid, waaronder de ontwikkeling van CO2 afvang en opslag. In snelheid en volume
van economische ontwikkeling streeft de Eemshaven daarmee de Rotterdamse Maasvlakte voorbij.
Van voormalig armoestreekje in Europa is de Eemsdelta in krap twee jaar tijd het gebied geworden in
europa met de grootste economische groei. Alleen dankzij de Eemshaven is onze nationale economie
redelijk op niveau gebleven en is er geen sprake van krimp van de Nederlandse economie. De Eems
Dollard regio is van grote nationale betekenis geworden.
*De LNG terminal is inmiddels niet meer aan de orde in de Eemshaven.
Natuurgebied van internationale betekenis
Tegelijkertijd krijgt het omliggende Waddengebied, de Eems en de Dollard meer en meer erkenning
als een natuurgebied van grote internationale betekenis. Met een bijbehorend beschermingsregime.
De Eems-Dollard is een belangrijke levensader voor het Waddengebied. Met een cruciale rol in de
voedselproductie voor vogels, vissen en schelpdieren, een belangrijk paaigebied voor vissen,
fourageer en broedgebied voor vogels en als passage voor trekkende vissoorten. De Eems-Dollard is
samen met de Westerschelde één van de laatste open estuaria. Het gebied is recent aangewezen als
europees Natura2000 gebied. In het kader daarvan zal een integraal managementplan, een
beheerplan tussen Nederland en Duitsland moeten worden overeengekomen. In dat beheerplan zal
uitgewerkt moeten worden welke bedrijvigheid in de Eemshaven, Delfzijl, Emden en Papenburg de
natuur en milieukwaliteit van het Eems-Dollard estuarium raken. Welke economische activiteiten nog
in aanmerking komen voor een vergunning en welke niet. Daarnaast is de Eems-Dollard 1 van de 10
speerpunten in het programma Naar een Rijke Waddenzee. Dat programma bestaat uit afspraken
tussen Rijk en Natuur en Milieuorganisaties over natuurherstel van het Waddengebied en dus ook de
Eems-Dollard. Er zijn in de Eems-Dollard veel en verstrekkende maatregelen nodig om tot herstel van
de ecologische situatie te komen.
5
Emissieplafonds en CO2 reductie
Maar er is meer; Europese afspraken omtrent landelijke plafonds van emissies van vervuilende
stoffen naar lucht en water dreigen door de ontwikkelingen in de Eemshaven en Delfzijl te worden
overschreden. Dan kan betekenen dat de provincie het recht onthouden wordt, zonder flankerend
beleid op nationaal niveau, om nog vergunningen te verstrekken voor bestaande en toekomstige
industrieën in de Eemsdelta. Daarnaast is Nederland gebonden aan internationale afspraken over
reductie van CO2. De CO2 uitstoot van Nuon, RWE en Advanced Power gezamenlijk zorgen in
Nederland voor een toename van de CO2 uitstoot van 8.5%. Gezamenlijk stoten de bedrijven 17,5
Mton CO2 uit, dit terwijl het Nederlandse klimaatbeleid de afgelopen 20 jaar slechts tot een reductie
van 5 Mton heeft geleid. De nieuwe Groningse centrales doen dus niet alleen het Nederlandse
klimaatbeleid van de afgelopen jaren teniet, ze zorgen zelfs dat de doelstelling van 20% CO2 reductie
in 2020 verder weg is dan ooit. Nederland kan derhalve alleen nog aan haar internationale
verplichtingen voldoen als er ernstige beperkingen worden opgelegd aan de energie-intensieve
industrie, waarvan veel gevestigd is in de Eemshaven en Delfzijl. Tot de instandhoudingsdoelen van
het Waddengebied behoort behoud van het weidse open kustlandschap, stilte en duisternis.
Belangen bedrijvigheid en natuur, landschap en milieu houden elkaar gegijzeld
In deze omstandigheid zijn de economische ontwikkelingen zeer strijdig met de belangen van natuur,
landschap en milieu. Maar ze houden elkaar ook gegijzeld. Er is geen zicht op voortgang van een al in
gang gezette economische ontwikkeling nu de belangen van natuur, landschap en milieu in steeds
stringentere regels en beleidsprogramma’s gevat worden. Zowel op nationaal als europees niveau.
De dossiers die moeten leiden tot natuurherstel en natuurbehoud in de Eems-Dollard zitten
muurvast omdat overheden geen beperkingen willen opleggen aan potentiële economische
activiteiten.
Convenant overheid, havenschap en NMO’s vs. juridische loopgraven
Daar dringt zich ook het grootste verschil met de tweede Maasvlakte op. Voordat de tweede
Maasvlakte werd ontwikkeld is 8 jaar lang gewerkt –door een projectbureau van overheid,
havenschap en NMO’s- aan een convenant waarmee de weg werd vrijgemaakt voor ongestoorde
vergunningverlening. Er zijn in dat verband allerlei afspraken gemaakt over selectie van zich
vestigende bedrijven, verduurzaming, natuurcompensatie. Dat staat in schril contrast met de situatie
in de Eemshaven, waar de economische ontwikkeling voorrang boven alles heeft gekregen zonder
acht te slaan op andere belangen en beleidsdoelstellingen.
Het is dan het makkelijkst voor Natuur en Milieuorganisaties om naar het wapen van juridische
procedures te grijpen en te proberen de economische ontwikkeling te keren. De regelgeving zal hoe
dan ook de bedrijvigheid sturen vanuit Europese regelgeving over natuurbehoud of Europese milieu
en klimaatwetgeving. Als politici weigeren op zoek te gaan naar een balans in maatschappelijke
belangen, zal de rechter die afweging overnemen. Tot 2008 was dat ook de situatie. Loopgraven aan
beide kanten en natuur en milieuorganisaties die zich vooral richten op het tegenhouden van
ontwikkelingen door juridische procedures. Niet omdat we tegen economische ontwikkeling op
6
zichzelf zijn, maar omdat er geen enkel redelijk gesprek mogelijk is geweest over sturing van de
economische ontwikkeling om die meer in lijn te brengen met de belangen van natuur, landschap en
milieu.
Het roer om . . .
Eind 2008 heeft de Natuur en Milieufederatie Groningen het initiatief genomen tot een andere
benadering. We hebben de procederende natuur en milieuorganisaties bij elkaar geroepen en zijn tot
afspraken gekomen met de Waddenvereniging, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, en Het
Groninger Landschap. De Natuur en Milieufederatie vertegenwoordigt partijen en coördineert. De
doelstelling van deze coalitie is eigenlijk heel eenvoudig; zorg ervoor dat de Eemshaven en Delfzijl
zich kunnen ontwikkelen binnen natuurgrenzen en milieugrenzen. De Natuur en Milieuorganisaties
zijn bereid zich terug te trekken uit de huidige procedures en zich in de toekomst niet te verzetten
tegen verleende vergunningen. Een uiterst constructieve opstelling. Die alleen waar te maken is als
er tot afspraken kan worden gekomen over sturing aan de economische ontwikkeling, verduurzaming
van de bedrijfsvoering, natuurherstel en een geloofwaardig klimaatbeleid. Met die boodschap heeft
de Natuur en Milieufederatie vanaf 2008 consequent de bedrijven en de provincie benaderd.
Het E-pact
Het eerst vonden wij gehoor bij Nuon, die zojuist door een kortstondige bouwstop een schadepost
van 400 miljoen euro had opgelopen. De conclusie bij Nuon was dat zij bij aanvang haar
stakeholdermanagement beter had moeten doen. Ook al stelt de provincie te weinig eisen aan zich
vestigende bedrijven, dat betekent nog niet dat het verstandig is maatschappelijke belangen te
negeren. Nuon heeft vervolgens IMSA ingehuurd om een vorm van overleg, dat moet leiden tot een
convenant op gang te brengen. Al snel sloten GSP en RWE zich daarbij aan. RWE omdat zij zich
realiseert dat ze een groot risico lopen dat er straks een centrale van 2,5 miljard staat, die niet in
gebruik mag worden genomen, GSP omdat zij zich realiseert dat het vestigingsklimaat in de
Eemshaven sterk afhankelijk is van een dergelijk convenant. We zijn inmiddels een intensief jaar
verder, maar hebben het traject ook verder gebracht. Er ligt een intentieverklaring klaar om
getekend te worden die een aanzet moet geven tot verregaande afspraken. Afspraken om te komen
tot verregaande CO2 reductie vanuit de centrales, afspraken over natuurherstel Eems/Dollard,
afspraken over fondsen voor energietransitie en regionale verduurzaming, afspraken over sanering
van uitstoot van schadelijke stoffen vanuit de Eemshaven en Delfzijl, afspraken over het verminderen
van de impact van baggerwerkzaamheden op de natuur. Winst is vooral dat partijen van elkaar zien
welke enorme belangen er op het spel staan. Dat geeft een basis van vertrouwen tussen NMO´s ,
Nuon, RWE, GSP dat we tot sluitende afspraken kunnen komen die er toe leiden dat de NMO´s zich
uit de huidige procedures terugtrekken. We gaan proberen tot afspraken te komen waarbij de
betrokkenheid van de provincie cruciaal is. CDK Max van der Berg heeft toegezegd als voorzitter van
de regiegroep te gaan optreden en ook gedeputeerde Hollenga zal deel uitmaken van de regiegroep.
Het traject wordt overigens wel het E-pact genoemd.
7
Ecologie en Economie in balans
De E-pact afspraken zien op de huidige situatie en de juridische controverse daarin. Het is eigenlijk
herstelwerk dat gedaan moet worden nu er geen gezamenlijk gedragen visie is op de gewenste
economische ontwikkeling van de Eemsdelta bestaat, zoals vooraf wel bij de tweede Maasvlakte
ontwikkelt is. Om toekomstige juridische controverses te vermijden zal een visie op de gewenste
economische ontwikkeling moeten worden vastgesteld. U hebt dat in het POP verwoord als dat een
duurzame economische ontwikkeling van de Eemsdelta voorop moet staan. Sinds half 2009 zijn wij
met de provincie in gesprek over de wijze waarop zo´n gezamenlijk gedragen visie ontwikkeld moet
worden. Dat heeft in maart 2010 geleid tot de aftrap van het provinciale project Ecologie en
Economie in Balans. Grote klasse. Waarmee de NMO´s de provincie willen complimenteren en
feliciteren. De doelstelling van het project is om de economische ontwikkelingen in de Eemsdelta te
sturen binnen de grenzen die natuur en milieu stellen. Dat is geen gemakkelijke opdracht. Er is een
stuurgroep die wordt voorgezeten door Douwe Hollenga, Annet van Schreven is verantwoordelijk
voor de uitvoering en projectleider is Irene van Dorp, hier ook aanwezig. Het eindproduct van het
project zal een toetsingskader voor vergunningen zijn, die een weerslag is van tussen partijen
gemaakte afspraken over de gevonden balans tussen economische belangen en de belangen van
natuur en milieu. Dat willen we gaan doen door eerst een gezamenlijke kennisbasis te ontwikkelen.
Waar ligt precies de natuurgrens, de milieugrens. Het zal een langdurige zoektocht zijn om het
daarover eens te worden. Laat staan om te bepalen welke economische ontwikkelingen binnen die
grenzen vallen en welke erbuiten. Moeilijk, maar interessant en perspectiefrijk. Wij hebben er
vertrouwen in.
Dit is ongeveer waar natuur en milieuorganisaties sinds eind 2008 hun energie en aandacht op
richten. Er staan grote belangen op het spel, maar er groeit ook iets moois daar zijn vriend en vijand
het over eens. Wij nemen u vandaag mee naar de Eems-Dollard om u als Statenleden te laten zien
dat de natuur en milieuorganisaties een handschoen hebben neergelegd, die alle fracties in de Staten
met kracht en energie zouden moeten oppakken.
Foto:
Ondertekening
intentieverklaring E-Pact
8
Het Eems-Dollard estuarium
Jelle Brandsma, Hoofd-Terreinbeheer van Het Groninger Landschap
De Eems is een van de laatste natuurlijke estuaria van Nederland. Een estuarium is een verbrede,
vaak trechtervormige riviermonding. Voor de Waddenzee is het Eems-estuarium van groot belang.
De Eems beïnvloedt de nutriëntenconcentraties en de sedimenthuishouding in de Waddenzee.
Daarnaast bevindt er zich de kraamkamer voor een aantal vissoorten. De Eems vormt voor een aantal
trekvissen de verbinding met zoete wateren. Daarnaast is het estuarium een habitat voor een aantal
inheemse brakwater organismen (vissen en planten) en is het aldus van belang voor het behoud van
biodiversiteit. De Dollard is de kinderkamer/ opgroeiplaats voor diverse platvissoorten.
Fysieke veranderingen van de Eems door menselijke ingrepen
De ecologische problemen in de Eems worden veroorzaakt door menselijke ingrepen. De Eems
verkeert ecologisch gezien in een slechte staat. Ingrepen leiden tot veranderingen in de fysieke
kenmerken van de Dollard en de Eems. De Eems is smaller (door indijkingen en landaanwinningen),
dieper en rechter geworden dan zij van nature was. Zandbanken en eilanden in de rivier zijn
afgegraven. Omdat in de Eems in de twintigste eeuw veel bochten rechtgetrokken zijn is deze rivier
100 km korter geworden. De Eems is dieper geworden door baggerwerkzaamheden, die plaatsvinden
om de scheepvaart te faciliteren. De baggerinspanning en zandverplaatsingen bij elkaar opgeteld zijn
in de Eems sinds de jaren ’50 fors toegenomen: het aantal m 3 sediment dat wordt verplaatst is
verdrievoudigd, het aantal gebaggerde kilometers is vervijfvoudigd.
De Dollard is in de 13 e eeuw ontstaan als inbraakgebied van de zee en bereikte begin 16 e eeuw haar
grootste omvang. Sindsdien is de Dollard kleiner geworden door indijkingen en landaanwinningen.
De Dollard heeft de neiging dicht te slibben; de laatste 10 jaar zijn de platen hoger komen te liggen, 2
van de 4 geulen zijn dichtgeslibt en de Kerkeriet is verondiept en in oostelijke richting verplaatst.
Gevolgen hydromorfologie
Deze ingrepen hebben verschillende effecten op de hydromorfologie. Zo is het systeem veranderd
van een, voor estuaria gebruikelijk, twee-geulenstelsel naar een enkelvoudig geulsysteem. In een
twee-geulenstelsel gaat de vloed door de ene geul (ondiep/recht) landinwaarts, terwijl het water bij
eb door de andere geul (diep/meanderend) weer naar zee stroomt. In de huidige situatie schuift het
systeem naar de vloedgeul; dat is de geul die uitgebaggerd wordt. De vloedstroom is hierbij sinds
1937 reeds met 73% in snelheid toegenomen.
9
Menselijke ingrepen hebben wezenlijke gevolgen gehad voor de hydromorfologie:
Bijvoorbeeld:
- Het baggerwerk in de vaargeulen en het storten van baggerspecie in de Bocht van
Watum en de bouw van de Eemshaven en het Zeehavenkanaal hebben ertoe bijgedragen
dat het voormalige tweegeulensysteem zich tot een 1-geulensysteem ontwikkeld heeft.
- De scheepvaartgeleidingsdammen zoals de Geisedamm bij Emden en het
Zeehavenkanaal bij Delfzijl en Eemshaven hebben verdere wezenlijke morfologische
veranderingen tot gevolg gehad.
Doordat de vloedstroom ook ten opzichte van de ebstroom is toegenomen in snelheid (door
verdieping van de vloedgeul), duurt de eb tegenwoordig duidelijk langer dan de vloed (getijdeasymmetrie).
Hierdoor is ook het verschil tussen de waterstand bij eb en de waterstand bij vloed (de
getijde-amplitude) toegenomen.
De getijde-amplitude nam al gestaag toe als gevolg van de zeespiegelstijging. Door de ingrepen, als
baggeren en verdiepen, neemt in de vloed- en ebstroom de getijde-slag de laatste decennia extra
snel toe. Meer waterinstroom zal ook gevolgen hebben voor de veiligheid. De versnelling van de
zeespiegelstijging door de vaargeulverdieping wordt geschat op 57 cm extra per eeuw.
Vertroebeling
In bovenstaande alinea hebben we vastgesteld dat in een verdiepte geul de stroomsnelheid hoger is.
Door de verdieping van de vloedgeul is de stroomsnelheid van het water in de afgelopen eeuw dus
toegenomen. Het effect hiervan is onder andere dat het water troebeler is geworden. Het
opwervelen van sediment vanaf de waterbodem is namelijk afhankelijk van de stroomsnelheden van
het langsstromende water: hogere stroomsnelheden geven meer opwerveling. Oude onderzoeksdata
van de Eems geven aan dat vroeger vertroebeling van het water waargenomen werd over een paar
km lengte ; nu is de lengte van het vertroebelde water verder uitgebreid tot wel 25-30 km –in het
Duitse deel van de Eems. Eenmaal gesuspendeerd materiaal (zand, slib, organisch materiaal) heeft in
snel stromend water bovendien geen kans om te bezinken, dus snel stromend water bevat meer
sediment.
Ook baggerwerkzaamheden zorgen voor meer vertroebeling. Enerzijds gebeurt dit bij de
baggerwerkzaamheden: tijdens het baggeren zelf, bij het (elders) storten van de bagger en wanneer
het gestorte bagger zich weer verder verspreidt. Anderzijds zorgt baggeren ervoor dat de
waterbodem vlakker wordt. Daardoor neemt de stroomsnelheid ook weer toe en wordt er dus meer
sediment opgewerveld van de bodem.
Al het sediment dat door de vloedstroom wordt opgenomen, wordt het estuarium in gevoerd. Door
de dominantie van de vloedstroom is de invoer groter dan de uitvoer; netto wordt er in het Eemsestuarium
dus sediment ingevangen. Dit materiaal is grotendeels van mariene oorsprong. Ook het
sediment dat als gevolg van het baggeren in de vaargeul vanaf de Noordzee naar de Eemshaven in de
waterkolom terecht komt, komt in het estuarium terecht. Daarnaast wordt een deel van het
sediment dat in het estuarium accumuleert aangevoerd vanuit het achterland
10
De toegenomen baggeractiviteiten en de ingrepen in de hydromorfologie hebben uiteindelijk
geresulteerd in een belangrijke toename in de slibconcentraties in de Eems, maar ook in de Dollard.
Is er dan van nature geen vertroebeling?
Van nature komt er in estuaria een zogenaamd troebelheidsmaximum voor: waar zoet en zout water
met elkaar mengen, wordt organisch materiaal ingevangen. De vertroebeling in de Eems heeft
bovenstrooms van Emden echter extreme proporties aangenomen: stroomopwaarts is er sprake van
een vertienvoudiging van de slibconcentratie. Het troebelheidsmaximum is daarnaast vijf keer zo
uitgestrekt, qua locatie, geworden. Lokaal komt er, in de Eems, sinds het begin van deze eeuw zelfs
“fluid mud” (sediment in oplossing dat zich noch als modder noch als een vloeistof gedraagt) voor
van meer dan 2 m dikte. In de Eems benedenstrooms van Emden zijn de slibconcentraties sinds de
jaren ’50 verdubbeld. Het doorzicht in de waterkolom is daardoor gehalveerd.
Effecten op de ecologie
Doordat het water troebeler is, is het zuurstofarmer. Het organisch materiaal in het water wordt
namelijk verteerd door bacteriën. Hierbij verbruiken de bacteriën zuurstof. Een toename in zwevend
materiaal gaat daarom altijd gepaard met een afname in het zuurstofgehalte. Verderop bij Leer
(waar de vertroebeling van de Eems sterk is) zijn minimumgehaltes zuurstof gemeten welke fataal
zijn voor vis.
Negatieve effecten op de primaire productie
Algen en waterplanten (zoals zeegras) hebben ondermeer licht nodig om te groeien. De omvang van
de jaarlijkse productie door deze primaire producenten wordt sterk bepaald door de hoeveelheid
beschikbaar licht. In het Eems estuarium is niet altijd voldoende licht voor de algen en waterplanten
om optimaal te kunnen groeien (hoe minder licht doordringt, hoe lager de productie.)
In de Eems stroomafwaarts van Emden is de beschikbaarheid van licht sinds de jaren ’50 gehalveerd.
Gezien de directe relatie tussen primaire productie en licht in het Eems-estuarium betekent dit dat in
de afgelopen vijftig jaar de primaire productie in de waterkolom van dit deel onvermijdelijk is
afgenomen. De mate waarin is niet zeker. Er zijn helaas geen accurate productiemetingen
uitgevoerd.
Visstand
Ook aan de visstand is te zien dat het niet goed gaat met de Eems. Van de 11 soorten trekvis die ooit
in het estuarium voorkwamen, zijn er nog maar 4 die niet in de problemen zijn. Een aantal trekvissen
laat zich vermoedelijk afschrikken door de vertroebeling. Een zichtjager als de bot en de schar zijn
sterk achteruit gegaan. Door de vertroebeling van het water is het voor de vis steeds moeilijker
geworden om nog voldoende voedsel te vergaren. Ook de zuurstofloosheid heeft negatieve effecten:
11
voor vissen vormt de zuurstofloze zone een barrière waardoor zij minder goed stroomopwaarts
kunnen trekken.
Daarnaast is er een verlies in natuurlijk habitat opgetreden. Van een aantal soorten, zoals de fint, zijn
paaiplaatsen in rustige zones onder de oever door de kanalisering verloren gegaan.
Ook soorten waarvoor de Eems een kraamkamerfunctie had, zijn achteruitgegaan. Door de
toegenomen stroomsnelheden zijn geschikte habitats verloren gegaan.
Schelpdieren
Schelpdieren filteren water en sediment om daar voedsel uit te halen. Wanneer het sedimentgehalte
in het water erg hoog is, wordt de eetbare fractie verdund. Hierdoor wordt het moeilijk voor
schelpdieren, zoals mosselen, om nog voldoende voedsel op te nemen.
Tot slot
Het verleden heeft aangetoond hoezeer menselijk ingrepen de hydromorfologie van het Eems-
Dollard- estuarium hebben beïnvloed. Nieuwe ingrepen zullen de situatie in het Eems-Dollardestuarium
onvermijdelijk doen verslechteren. Elke vaargeulverdieping zal achtereenvolgens
verhoging van de stroomsnelheid, vergroting van de getijdeamplitude, vergroting van het
waterinstroomvolume en toename van vertroebeling als gevolg hebben. Dit heeft een negatief effect
op alles wat leeft in de Waddenzee.
(informatie gebruikt in dit verhaal is o.a. aangeleverd door de Waddenvereniging en buro Ziltwater)
Foto:
Polder Breebaart
12
Ruimte voor het estuarium
Michiel Firet – Programmamanager Wadden bij Staatsbosbeheer
De gevangen rivier
Het Eems-estuarium en de rivier de Eems zijn internationaal van grote betekenis. Er is consensus dat
er iets goed mis is met dit gebied. De Eems is ziek. Maar wat is de diagnose? Is het zo dat de Eems
gevangen is in een monomaan economisch denken? Is het zo dat na 100 jaar knutselen de Eems
gevangen is in een ruimtelijk keurslijf? Is het zo dat ons denken gevangen is in starre referenties? Dat
we zijn vergeten wat zo’n estuarium kan betekenen? Dat we vergeten zijn dat we de gevolgen van
zeespiegelstijging hier voor een deel aan onszelf hebben te danken? En houden Nederland en
Duitsland elkaar niet gevangen met mooie woorden over een betwist gebied? De Eems, het Eemsestuarium,
gevangen in de ruimte, denken en doen.
Programma Naar een Rijke Waddenzee
In het cluster Morfologie en Water kent het programma een Ontwikkeltraject Integrale agenda
Eems-Dollard. Dit ontwikkeltraject komt voort uit de breed gedragen behoefte om van de Eems weer
een gezond, levend estuarium te maken, gekoppeld aan een duurzame economische ontwikkeling
van de Eemshaven, Delfzijl en de Duitse zijde. De bedoeling is om met dit traject de verbetering van
de ecologische kwaliteit en duurzame ontwikkelingen in de Eemshaven, Delfzijl en aan de Duitse zijde
van de Eems-Dollard hand in hand te laten gaan. Het traject is er op gericht integraal het initiatief te
nemen en waar nodig te versterken.
Vertrekpunt voor Nederland van dit ontwikkeltraject is om te komen tot een gezamenlijk streefbeeld
en bijbehorende uitvoeringsagenda voor natuurherstel en een duurzame economische ontwikkeling
in de Eems-Dollard regio. Aandachtspunten zijn het verminderen van de effecten van baggeren in het
gehele Eems-Dollard estuarium, het herstellen van de verbindingen met het achterland en
klimaatadaptatie. Deze uitdaging ligt er niet alleen voor de betrokken Nederlandse partijen, maar
ook voor betrokken Duitse partijen. Op schaalniveau NW-Europa verdient dit estuarium met
bereikbaarheidsvraagstuk ook aandacht.
Meerdere wegen om het streefbeeld te bereiken
Het streefbeeld vermeld: In de Eems-Dollard is natuurherstel op gang gekomen in goede afstemming
met de economische ontwikkelingen van de Eems-Dollard regio. Er lopen veel initiatieven gericht op
de verbetering van de balans tussen economie en ecologie in het Eems-Dollard estuarium.
Bedrijfsleven en natuurorganisaties zoeken een gezamenlijke ontwikkelagenda (E-pact). De provincie
Groningen is in maart 2010 gestart met het in samenhang brengen van meerdere initiatieven; regie
voeren. Een maatregel in het KRW-pakket is het opstellen van een Integraal Management Plan Eems-
Dollard (trekker RWS). Het Nederlandse deel van het estuarium is aangewezen als Natura 2000 (VR
13
en HR). Op basis van een uitspraak van het Europese hof moet het Duitse deel nu volgen. De
interactie tussen het ecosysteembeheer, het vaargeulbeheer en de vaarverkeerbegeleiding (van
‘vessel traffic service’ naar ‘vessel traffic management’) staat nog in de kinderschoenen en kan
ingrijpende consequenties hebben.
Programma interventies
Er lijkt een onbalans tussen de ambities en initiatieven aan Nederlandse en Duitse zijde. Ook lijkt er
een onbalans tussen de betrokkenheid van overheden en niet-gouvermentele organisaties. De
samenhang in initiatieven en processen ontbreekt te vaak. Geen van de partijen zit in de positie om
samenhang en verandering ‘af te dwingen’ . . . De integrale benadering van het Eems-Dollard
estuarium valt in dit cluster, al zijn er sterke dwarsverbanden met de andere clusters . . . Het cluster
gaat proberen de kluwen te ontrafelen en werkt aan het overzicht. Als eerste wordt door de
clusterpartners de verbinding gezocht met de trekkers van de dominante processen. Verder gaan de
clusterpartners het gesprek aan met resultaatverantwoordelijken, o.a. die voor maatregelen KRW en
het traject Natura 2000. Doel van deze contacten is beter zicht te krijgen op de behoeften van deze
spelers op weg naar samenhang tussen de initiatieven en een goede balans tussen ecologie en
economie. Een gevolg van het urgentiebesef dat er iets mis is met het Eems-Dollard estuarium is dat
de energie bij mensen om de schouders er onder te zetten een beetje weg zakt. Ook kunnen partijen,
zowel aan de Nederlandse als Duitse zijde, het gevoel hebben niet goed aangehaakt te zijn. Vooral bij
NGO’s en het bedrijfsleven kan dat (gaan) spelen, zeker als de agenda’s hoofdzakelijk overheid
gestuurd blijven. Er is iets van een nieuw elan nodig, vergelijkbaar met Ruimte voor de Rivier in Oost-
en West-Nederland.
Leren door doen, met lef
De filosofie van het Programma Naar een Rijke Waddenzee is ‘Leren door doen, met lef’. Vanuit het
programma zal, na een actuele netwerk-actor-analyse vooral er op in worden gezet om kaders op te
rekken, om net buiten het ‘zo is het afgesproken en zo doen we het dus ook’ de mentale ruimte te
zoeken. Hoe kan het anders, wat kan dat aan meerwaarde opleveren en wat heb je daarvoor nodig.
De ketens los
Bereikbaarheid.
Als we er nu eens van uit gaan dat we als samenleving en ondernemers bijzondere
verantwoordelijkheid hebben voor ondernemen in en achter een kwetsbaar en
internationaal erkend natuurgebied. Wat betekent dat voor de aanspraak op de ruimte? Wat
is de ‘license to produce’, wat is er haalbaar. Maar ook wat is er ecologisch nodig.
Deelproducties verplaatsen, bedrijfsvoering aanpassen aan niet-al-te-diepe schepen?
Veiligheid.
14
Foto:
Eems-Dollard
Moeten we de deuren voor de Noordzee vanaf de Doggersbank tot aan de stuw bij Herbrum
wel open houden en zelfs nog verder open zetten? Of biedt building with nature kansen om
de kustveiligheid te vergroten, juist door te werken aan natuurlijke habitats (zandplaten,
kwelders, ondiepere geulen, vloed- en ebgeul e.d.). Zijn de maatschappelijke kosten voor
veiligheid wel ingecalculeerd bij de besluitvorming van vaargeulverruiming (de deuren open
zetten)?
Natuurlijkheid.
Welke natuurlijkheid gaat de resultante worden van een goede balans tussen ecologie en
economie. Moet het ecologisch denken op basis van referenties van meer dan 100 jaar
geleden op de schop? Wat leren andere estuaria ons? Niet naar een andere ecologische
toestand op basis van schuivende referenties, maar op basis van een goed doordacht nieuw
evenwicht tussen een zelfredzaam ecosysteem en duurzaam wonen en werken in deze regio.
Verbondenheid.
Kan een gezamenlijke trots over de Eems aan Duitse en Nederlandse zijde ons helpen over
bestuurlijke en nationale dilemma’s heen te stappen?
15
Duurzame bedrijvigheid in de Eemsdelta
Monique van den Dungen, Adviseur overheid en milieu bij Groningen Seaports
Economisch is de ontwikkeling van de Eemshaven en Delfzijl een noodzaak om werkgelegenheid en
reuring in de regio te behouden. Dit is een belangrijke missie van Groningen Seaports. Tegelijkertijd
realiseren wij ons dat de ontwikkelingen een andere dimensie geven aan leefbaarheid en omgeving.
Daar waar jarenlang nauwelijks bedrijfsactiviteiten plaatsvonden, wordt nu fors gebouwd. Er komt
bedrijvigheid op plaatsen waar voorheen de natuur haar gang kon gaan. De tijd is voorbij dat we
zonder aandacht voor onze omgeving deze gebieden konden ontwikkelen. Groningen Seaports is
daarvan al langer doordrongen, maar heeft dat zo’n 4 jaar geleden ook in concrete acties omgezet:
bijvoorbeeld met het ecoportscertificaat en de aanleg van een ecostrook.
De Eemsdelta: Toplocatie voor natuur en bedrijvigheid
Daarom willen wij inzetten op een duurzame ontwikkeling van de haven in samenspraak met
verschillende belanghebbenden, zoals natuur- en milieuorganisaties. De toekomst van de Eemshaven
kan alleen economisch worden veiliggesteld wanneer tegelijkertijd ook gewerkt wordt aan behoud
en versterking van een gezonde en duurzame leefomgeving. Daar hoort de Waddenzee, als
werelderfgoed nadrukkelijk bij. Het goede van 2 werelden verbinden: de Eemshaven een Toplocatie
voor bedrijven, de Waddenzee een Toplocatie voor natuur. Beide zaken gaan samen, mits
duurzaamheid de rode draad is.
We hebben de ambitie om de één van de meest duurzame havens te zijn in 2025. Dat betekent ook
dat we een voorbeeld in de regio willen zijn en de voortrekkersrol op ons willen nemen. Niet alleen
uitdragen dat we het willen zijn, maar ook doen. Natuurlijk gaat dat niet vanzelf en niet van de één
op de andere dag. We kunnen zelf veel doen, maar hebben ook anderen nodig om de regio, het
bedrijfsleven en de terreinen die we beheren en exploiteren te verduurzamen. Daarbij willen we
concurrentieposities en marktkansen niet uit het oog verliezen. Want zonder economische kansen,
geen ontwikkeling in duurzaamheid.
Wat doen we concreet en wat gaan we doen
We laten u in Delfzijl aan de hand van enkele voorbeelden het gedachtegoed van industriële ecologie
zien. De eerste stappen die hier zijn genomen voor CO2vermindering, gebruik van restwarmte en
reststoffen, vermindering van uitstoot. De rol die we als verbinder tussen partijen en fascilitator op
ons nemen. Welke ontwikkelingen de komende tijd gaan bijdragen aan verduurzaming.
16
Dilemma’s en politieke uitdagingen
Ook maken we van de gelegenheid gebruik om enkele dilemma’s voor te leggen. We dagen politiek
en bestuur uit om stappen te ondernemen om de duurzaamheid te stimuleren.
Voor geluid is er inmiddels een beheerszonemodel. Wij zijn er voorstander van te onderzoeken
of koepelvergunningen haalbaar zijn, die beheerd worden à la het geluidzonebeheer. Dit geeft
meer duidelijkheid aan nieuwe bedrijven, duidelijkheid over maximaal toegestane belasting voor
de omgeving, voorkomt loze ruimte in bestaande vergunningen en bevordert verduurzaming op
termijn.
Natuurontwikkelen binnen een haventerrein moet weer leuk worden, maar de wetgeving zit zo
in elkaar dat we met z’n allen liever voorkomen dat natuur zich hier vestigt, omdat dit
ontwikkeling belemmert en bedrijven opzadelt met kosten voor compensatie. We vinden dat
soorten zich graag zouden moeten kunnen vestigen, maar bij ontwikkeling wel moeten wijken.
Zo geef je extra ruimte aan tijdelijke natuur, maar zonder beperking op te leggen aan
ontwikkeling.
Duurzame innovatieve projecten hebben een onrendabele top. Vanwege dit risico willen banken
vaak niet financieren. Subsidies zijn er niet of onmogelijk vanwege staatssteun, of zijn te
marginaal om het gat te dichten. Duurzame projecten komen daardoor moeizaam van de grond.
We zouden graag zien dat de overheid bereid is om voor een bepaalde periode garant te staan
voor de onrendabele top, de staatssteunregels voor duurzame projecten te versoepelen en de
subsidiemogelijkheden voor duurzaamheidsprojecten te behouden en/of uit te breiden.
Belangrijk uitgangspunt voor gedachten over gebiedsontwikkeling is behoud van de flexibiliteit.
We willen geen blauwdrukken, want we kunnen de toekomst niet voorspellen. Concentreer de
discussie niet rondom type bedrijven die wel of niet toegestaan zouden moeten zijn. Leg vast
wat moet en hou open wat kan. Gebiedsontwikkeling moet kunnen meegroeien met de
capaciteitsvraag en klantvraag en er moet voldoende flexibiliteit zijn om in te kunnen spelen op
toekomstige ontwikkelingen in de markt. Wij zien de discussie over balans in economie en
ecologie in de richting van randvoorwaarden voor vestiging en duidelijke kaders waarbinnen
groei kan plaatsvinden zonder afbreuk te doen aan de omgeving.
De gemeente Delfzijl wil het bestemmingsplan niet aanpassen om de bouw van windmolens toe
te staan in Delfzijl. Juist windmolens dragen enorm bij aan verduurzaming van de
energievoorziening. In het POP is de discussie uitgebreid aan de orde geweest. Delfzijl is een van
de aangewezen gebieden in de provincie waar windmolens geplaastst kunnen worden. Ook
Natuur- en milieuorganisaties ondersteunen deze plaats.
Ook in mobiliteit kan veel milieuwinst door een duurzame benadering worden behaald. U weet
dat vervoer per schip en trein (en voor vloeistoffen en gassen natuurlijk buisleiding) veel
duurzamer is dan wegvervoer. Met de ontwikkeling van Eemshaven en Delfzijl moet het denken
en doen over duurzame mobiliteit meegroeien. Wij pleiten daarom al jarenlang voor het
verlengen van de sluis in Delfzijl waardoor de mogelijkheden groeien voor efficiënte en
duurzame binnenvaart. De bruggen heeft de provincie al aangepast, nu de sluis nog. Denk ook
aan de aanleg van de oostboog Veendam. Goederenvervoer vanaf Veendam naar Duitsland gaat
nu via Groningen. Tijdrovend en omslachtig, waardoor de groei van goederenvervoer per trein
wordt belemmerd. Het stimuleren van duurzaamheid begint ook met het creëren van de juiste
faciliteiten
17
Ecologie en economie in balans
Irene van dorp, Projectleider ecologie en economie in balans bij de provincie Groningen
De provincie Groningen heeft begin dit jaar het initiatief genomen voor het project 'Ecologie en
economie in balans' (verder: E&E). Het doel van dit project is om als partijen gezamenlijk de richting
te bepalen voor de economische ontwikkeling van de Eemshaven en de haven van Delfzijl in relatie
tot het omliggende Waddengebied. Een belangrijke voorwaarde om hiertoe te komen is dat er een
aantal belangrijke knelpunten, ofwel issues, opgelost worden, zodat er een basis ontstaat voor
vertrouwen en een langdurige samenwerking in het gebied.
De resultaten van dit project zijn:
1. een afsprakenkader met condities/voorwaarden waaronder de economische ontwikkeling
gestalte kan krijgen.
2. een toetsingskader voor vergunningverlening, als uitwerking van het afsprakenkader.
Vier deelprojecten
Aangezien er een aantal stappen gezet moeten worden in dit project om te komen tot een
afsprakenkader is het project opgeknipt in vier deelprojecten: 1) een situatieanalyse, 2) het
ontwikkelen van een afsprakenkader, 3) borging en monitoring van de afspraken en uitwerken
toetsingskader en 4) implementatie van de afspraken en actualisatie.
Dit project vormt een belangrijke eerste stap naar een nieuwe manier van werken. Een manier van
werken die gekenmerkt wordt door 'van buiten naar binnen' te werken. Openheid, oprechte
interesse en vertrouwen staan hierin centraal (SOM). Het delen van kennis, beelden en ervaringen
vormen belangrijke ingrediënten om elkaar te begrijpen en om gezamenlijk de issues op te lossen.
Ontwikkelingsvisie Eemsdelta
Het project vormt een belangrijke bouwsteen voor de ontwikkelingsvisie Eemsdelta, immers de
afspraken die in dit project gemaakt worden, moeten verankerd worden in de visie.
Huidige stand van zaken
Op 8 maart is het officiële startschot gegeven voor het project tijdens de startbijeenkomst in Delfzijl.
Tijdens deze bijeenkomst hebben alle stakeholders aangegeven dat zij blij zijn dat de provincie dit
initiatief neemt en dat zij graag in dit project willen participeren.
18
De maanden april, mei en begin juni zijn gesprekken gevoerd met stakeholders. Deze gesprekken
stonden in het teken van het ophalen van issues en belangen en de rol die partijen willen spelen in
het deelproject situatieanalyse.
Begin juni is de balans van deze gesprekken opgemaakt en gepresenteerd tijdens de tweede brede
bijeenkomst op 14 juni in Delfzijl. Vervolgens wordt gezamenlijk bepaald welke issues uitgewerkt
zullen gaan worden en als input dienen voor het tweede deelproject, het ontwikkelen van een
afsprakenkader.
Foto:
Bron ANP
19