17.09.2013 Views

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Fiscaal<br />

Erfrechtelijke perikelen rond<br />

<strong>een</strong> aanmerkelijk belang voor<br />

de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

De commanditaire vennootschap<br />

als opvolg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strument<br />

Preferente aandelen en<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

Grensoverschrijdende bedrijfs -<br />

overdrachten en de toepass<strong>in</strong>g van<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

F<strong>in</strong>ancieel<br />

<strong>Overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>mkb</strong>: <strong>een</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

Juridisch<br />

Stemrechtloze aandelen:<br />

<strong>een</strong> nuttig novum of oude wijn<br />

<strong>in</strong> nieuwe zakken?<br />

Interview<br />

‘We gaan weer Moolenaar <strong>het</strong>en’<br />

En verder<br />

Hoofdredactioneel<br />

Column<br />

Overzicht rechtspraak<br />

Overzicht wetsvoorstellen en beleid<br />

Overzicht vakliteratuur<br />

Stell<strong>in</strong>gname<br />

Kennistoets<br />

Jaargang 1, nummer 1<br />

Februari 2013<br />

-Tijdschrift voor de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Multidiscipl<strong>in</strong>aire naschol<strong>in</strong>g voor de <strong>mkb</strong>-adviseur


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Redactie<br />

Hoofdredacteur<br />

Drs. Y.M. (Yvonne) Tigelaar-<br />

Klootwijk is verbonden aan<br />

<strong>het</strong> Fiscaal Economisch<br />

Instituut van de Erasmus<br />

Universiteit Rotterdam.<br />

Op onderzoeksgebied gaat<br />

haar speciale aandacht uit<br />

naar de bedrijfsop volg<strong>in</strong>gsproblematiek.<br />

Yvonne is tevens<br />

zelfstandig belast<strong>in</strong>gadviseur<br />

bij Scientia Fiscalis.<br />

Redactie<br />

Mr. R.L.M.C. (Rudolf) Janssen<br />

is als fiscalist/estateplanner<br />

verbonden aan Deloitte<br />

Belast<strong>in</strong>gadviseurs. Hij<br />

begeleidt ondernemers bij de<br />

plann<strong>in</strong>g van hun bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

en -overdracht,<br />

<strong>een</strong> thema waarbij <strong>in</strong> de<br />

praktijk niet uitsluitend fiscale<br />

aspecten bepalend zijn.<br />

Mr. F.J.M.E. (François)<br />

Koppenol is senior associate<br />

bij AKD advocaten & notarissen<br />

en gespecialiseerd <strong>in</strong><br />

onder nem<strong>in</strong>gsrecht.<br />

Als advocaat is hij veelvuldig<br />

betrokken bij bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gen,<br />

over names, fusies<br />

en herstructure r<strong>in</strong>gen.<br />

Ook adviseert hij <strong>in</strong> dat kader<br />

vaak over (juridische) boekenonderzoeken<br />

en aandeel -<br />

houders over<strong>een</strong> komsten.<br />

2 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Redactieadviseur<br />

Prof. dr. P. (Peter) Kavelaars<br />

is hoog leraar Fiscale Economie<br />

Erasmus School of Economics<br />

Erasmus Universiteit<br />

Rotterdam en directeur<br />

Wetenschappelijk Bureau<br />

Deloitte Belast<strong>in</strong>gadviseurs<br />

Rotterdam.<br />

Drs. M.H. (Menno) Stuker is<br />

als senior manager verbonden<br />

aan <strong>Rembrandt</strong> Fusies &<br />

Overnames. Hij begeleidt<br />

ondernemers bij alle typen<br />

overdracht/overnames, van<br />

overdracht b<strong>in</strong>nen de familie<br />

tot overnames door <strong>in</strong>ternationale<br />

mult<strong>in</strong>ationals.<br />

Fotografie<br />

Spl<strong>in</strong>ter Photography, Job Jonathan Schl<strong>in</strong>gemann<br />

Portret Tigelaar-Klootwijk: Foto Schiev<strong>in</strong>k


Nieuw, geaccrediteerd (naschol<strong>in</strong>gs)tijdschrift<br />

voor de <strong>mkb</strong>-adviseur<br />

Voor u ligt <strong>het</strong> eerste nummer van <strong>het</strong> ‘PE-Tijdschrift voor<br />

de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g’, multidiscipl<strong>in</strong>aire naschol<strong>in</strong>g voor de<br />

<strong>mkb</strong>-adviseur. De begeleid<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> bedrijfs opvolg<strong>in</strong>g<br />

behoort tot de vaste taken van de <strong>mkb</strong>-adviseur. De<br />

verkoop of aankoop van <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g is <strong>een</strong><br />

<strong>in</strong>gewikkeld proces, waarbij naast de fiscale, ook de<br />

juridische en f<strong>in</strong>anciële aspecten <strong>een</strong> belangrijke rol spelen.<br />

De bestaande vakliteratuur beperkt zich <strong>in</strong> <strong>het</strong> bijzonder<br />

tot <strong>het</strong> uitdiepen van één van deze <strong>in</strong>vals hoeken. Dit<br />

kwartaaltijdschrift echter comb<strong>in</strong>eert al deze facetten <strong>in</strong><br />

één formule én stelt u <strong>in</strong> de gelegenheid om na te scholen<br />

op <strong>een</strong> gevarieerd aanbod van multi discipl<strong>in</strong>aire artikelen.<br />

We geloven namelijk dat er naast <strong>het</strong> reguliere aanbod van<br />

naschol<strong>in</strong>g via face-to-face onderwijs en web<strong>in</strong>ars, ruimte<br />

is voor <strong>een</strong> hybride formule, waarbij e-Learn<strong>in</strong>g wordt<br />

aangeboden <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met <strong>een</strong> papieren tijdschrift.<br />

Zo kunt u met dit PE-Tijdschrift bijblijven op <strong>het</strong> gebied<br />

van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g, zonder dat u daarvoor <strong>een</strong> dag<br />

van huis hoeft. U heeft dus maximale keuzevrijheid en<br />

bepaalt ook zelf waar u studeert: thuis, op uw werkkamer of<br />

achter uw pc. Last but not least: wat u leert kunt u direct<br />

toepassen <strong>in</strong> uw adviespraktijk.<br />

Dit tijdschrift zal naast <strong>het</strong> aanbieden van naschol<strong>in</strong>gsartikelen<br />

ook stilstaan bij de emotionele aspecten die <strong>een</strong><br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsproces kenmerken. Durft de ondernemer<br />

zijn ondernem<strong>in</strong>g los te laten en over te dragen aan zijn<br />

k<strong>in</strong>deren? Hoe begeleidt de adviseur zo’n proces? Interviews<br />

met <strong>een</strong> ondernemer en/of adviseur die <strong>een</strong> bedrijfsoverdracht<br />

hebben afgerond geven <strong>een</strong> <strong>in</strong>kijkje <strong>in</strong> deze<br />

wereld en helpen u te handelen <strong>in</strong> soortgelijke situaties.<br />

Wat biedt <strong>het</strong> eerste nummer u? De redactie heeft allereerst<br />

onderwerpen gekozen die goed aansluiten bij de actualiteit.<br />

Zo wordt <strong>in</strong> dit nummer aandacht besteed aan <strong>het</strong> al dan<br />

niet kunnen doorschuiven van de belast<strong>in</strong>gclaim na <strong>het</strong><br />

overlijden van de aanmerkelijkbelanghouder en de gevolgen<br />

daarvan voor de erfbelast<strong>in</strong>g. Daarnaast is <strong>een</strong> fiscaal<br />

artikel gewijd aan de cv als opvolg<strong>in</strong>gs <strong>in</strong>strument en komt<br />

<strong>in</strong> <strong>een</strong> ander artikel aan bod welke voorwaarden worden<br />

gesteld aan preferente aandelen alvorens deze kwalificeren<br />

voor de fiscale bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteiten. In <strong>het</strong> vierde<br />

fiscale artikel wordt aandacht besteed aan de grensoverschrijdende<br />

problematiek rond bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten.<br />

In <strong>het</strong> artikel dat zich richt op de juridische<br />

aspecten rond bedrijfs opvolg<strong>in</strong>g wordt aandacht besteed<br />

aan de vijf belangrijkste verschillen tussen stemrechtloze<br />

aandelen en certificaten van aandelen.<br />

Tot slot is <strong>een</strong> artikel gewijd aan overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>mkb</strong>. Dit artikel is <strong>een</strong> overzichtsartikel. In komende<br />

nummers wordt de problematiek verder uitgewerkt.<br />

Een vast onderdeel van dit blad zijn de overzichten over<br />

rechtspraak, wetgev<strong>in</strong>g en literatuur. De deskundige<br />

redactie van dit blad houdt de belang rijkste gebeurtenissen<br />

Hoofdredactioneel<br />

en vakliteratuur voor u bij. U hoeft dus niets meer te<br />

missen. Om u tussen <strong>het</strong> verschijnen van de aflever<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>het</strong> PE-Tijdschrift op de hoogte te houden van de<br />

actualiteit rondom de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g, sturen wij u<br />

maandelijks <strong>een</strong> gratis e-mailnieuwsbrief.<br />

In de rubriek Stell<strong>in</strong>gname tot slot, daagt de redactie u uit<br />

tot <strong>het</strong> geven van uw professionele men<strong>in</strong>g op <strong>een</strong> aantal<br />

prikkelende stell<strong>in</strong>gen. U kunt uw reactie plaatsen op de<br />

website www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl. Uiteraard vragen wij uw<br />

toestemm<strong>in</strong>g om uw reactie te mogen publiceren.<br />

We verwachten met <strong>het</strong> PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

<strong>een</strong> nuttige bijdrage te leveren aan de manier<br />

waarop u naschoolt en de wijze waarop u uw vak uitoefent.<br />

We hopen dat dit eerste nummer u bevalt. Voor <strong>een</strong><br />

abonnement kunt u zich aanmelden op onze website<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl. We hopen u te mogen begroeten<br />

als abonnee.<br />

Yvonne Tigelaar-Klootwijk, hoofdredacteur,<br />

redactie@pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Hoe werkt onze naschol<strong>in</strong>gsformule?<br />

NBA-leden<br />

Als abonnee kiest u per aflever<strong>in</strong>g vier van de zes naschol<strong>in</strong>gsartikelen.<br />

Deze zijn elk geaccrediteerd met één PE-uur.<br />

U bestudeert de artikelen en maakt vervolgens de onl<strong>in</strong>e<br />

kennistoets op www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl. Als u m<strong>in</strong>imaal<br />

70% van de toetsvragen juist beantwoordt, slaagt u voor de<br />

toets en ontvangt u <strong>een</strong> digitaal certificaat. U kunt dus per<br />

aflever<strong>in</strong>g vier PE-uren behalen en per jaar zestien.<br />

U maakt zelf de keuze of u de artikelen via de website<br />

bestudeert of via <strong>het</strong> papieren tijdschrift.<br />

FFP-leden<br />

Als abonnee maakt u elk kwartaal <strong>in</strong> <strong>het</strong> PER-systeem <strong>een</strong><br />

keuze uit de aangeboden naschol<strong>in</strong>gsartikelen met de daaraan<br />

gekoppelde waarde <strong>in</strong> PE-punten. De artikelen zijn gerubriceerd<br />

volgens de Leerdoelen Kennisniveau FFP-standaard.<br />

U bestudeert de artikelen en maakt vervolgens de onl<strong>in</strong>e<br />

kennistoets op www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl. Als u slaagt voor<br />

de toets ontvangt u <strong>een</strong> digitaal certificaat. Voor <strong>het</strong> aantal<br />

punten per artikel kunt u PER raadplegen. U maakt zelf de<br />

keuze of u de artikelen via de website bestudeert of via <strong>het</strong><br />

papieren tijdschrift.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 3


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Colofon<br />

PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

is <strong>een</strong> uitgave van<br />

Domus Editoria B.V. en verschijnt<br />

4 maal per jaar.<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Onder redactie van:<br />

Drs. Y.M. Tigelaar-Klootwijk<br />

hoofdredacteur<br />

Prof. dr. P. Kavelaars redactieadviseur<br />

Mr. R.L.M.C. Janssen<br />

Mr. F.J.M.E. Koppenol<br />

Drs. M.H. Stuker<br />

Vaste medewerkers:<br />

Dr. D.A. Albregtse, verbonden aan <strong>het</strong><br />

Fiscaal Economisch Instituut, EUR<br />

Mr. A.M.A. de Beer, belast<strong>in</strong>g adviseur<br />

Grant Thornton Accountants en<br />

Adviseurs BV<br />

te Rotterdam<br />

Mr. dr. M.J. Hoogev<strong>een</strong>, universitair<br />

docent Fiscaal Instituut Tilburg,<br />

Tilburg University<br />

Mr. T.C. Hoogwout, docent Fiscaal<br />

Instituut, EUR en estateplanner<br />

Gr<strong>een</strong>ille Advocaten en Notarissen te<br />

Rotterdam<br />

M.C.J.G. Kathmann LL.M., junior<br />

manager Private Client Services,<br />

Deloitte Belast<strong>in</strong>gadviseurs Rotterdam<br />

Mr. A.M.P. Martens, kandidaat-notaris<br />

AKD advocaten & notarissen<br />

Rotterdam<br />

Mr. C.J.M. Martens, zelfstandig<br />

estateplanner te Delft en docent bij<br />

diverse beroepsopleid<strong>in</strong>gen<br />

M.P.W. Sterken MSc, senior<br />

consultant <strong>Rembrandt</strong> Fusies<br />

& Overnames te Utrecht<br />

Mr. F. van Westrhenen, advocaat AKD<br />

advocaten & notarissen Rotterdam<br />

Redactieadres<br />

De Boer Management Support<br />

Mw. H.P. de Boer<br />

Postbus 8075<br />

9702 KB Gron<strong>in</strong>gen<br />

Tel: 050 - 527 40 61<br />

redactie@ pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Uitgever<br />

Domus Editoria B.V.<br />

Drs. I.F.C.M. Ketelaars<br />

ketelaars@domuseditoria.nl<br />

Verkorte citeertitel<br />

TB 2013/1, p. 6.<br />

Accreditatie<br />

Het PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

is geaccrediteerd door de<br />

NBA en FFP. In aanvraag: NIBA, NOAB<br />

en EPN.<br />

Vormgev<strong>in</strong>g:<br />

Haagsblauw, Den Haag<br />

Foto’s <strong>in</strong>terview:<br />

Spl<strong>in</strong>ter Photography,<br />

Job Jonathan Schl<strong>in</strong>gemann<br />

Abonnementen<br />

Een abonnement op <strong>het</strong> naschol<strong>in</strong>gstijdschrift<br />

en toegang<br />

tot de besloten delen van de<br />

website www.pe- bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl,<br />

<strong>het</strong> maken van kennistoetsen en <strong>een</strong><br />

certificaat van gemaakte kennistoetsen<br />

kost € 295,- excl. btw per<br />

jaar. Collectieve abonnementen op<br />

aanvraag bij de uitgever:<br />

ketelaars@domuseditoria.nl<br />

Klantenservice:<br />

klantenservice@pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Domus Editoria<br />

Postbus 545<br />

3990 GH Houten<br />

Auteursrecht<br />

© Domus Editoria, Houten<br />

Zie de standaard publicatievoorwaarden<br />

op<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl.<br />

Overname van artikelen uitsluitend<br />

met voorafgaande toestemm<strong>in</strong>g van<br />

Domus Editoria.<br />

Disclaimer<br />

Redactie, auteurs en uitgever hebben<br />

er zo veel mogelijk voor gezorgd dat<br />

de <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> dit tijdschrift correct<br />

is. Desondanks aanvaarden zij g<strong>een</strong><br />

aan sprakelijkheid voor eventuele<br />

onjuistheden <strong>in</strong> deze <strong>in</strong>formatie.<br />

ISSN:<br />

2213-7262 (tijdschrift),<br />

2213-9540 (website)<br />

4 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Inhoud<br />

PE-artikel Fiscaal<br />

Erfrechtelijke perikelen rond<br />

<strong>een</strong> aanmerkelijk belang voor<br />

de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

Als <strong>een</strong> aanmerkelijkbelanghouder overlijdt,<br />

moet worden afgerekend over de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>gclaim.<br />

Onder voorwaarden kan de<br />

belast<strong>in</strong>gclaim worden doorgeschoven naar<br />

de verkijger. De keuze tussen afreken<strong>in</strong>g of<br />

doorschuiven heeft gevolgen voor de<br />

erfbelast<strong>in</strong>g. Theo Hoogwout<br />

PE-artikel Fiscaal<br />

De commanditaire<br />

vennootschap als<br />

opvolg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strument<br />

Het is vanuit verschillende oogpunten<br />

<strong>in</strong>teressant <strong>een</strong> bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g via<br />

<strong>een</strong> commanditaire vennootschap (cv) te laten<br />

verlopen. Dit artikel gaat <strong>in</strong> op de verschillende<br />

mogelijkheden en leert over de fiscale gevolgen<br />

van <strong>het</strong> aangaan van <strong>een</strong> cv. Yvonne Tigelaar-<br />

Klootwijk<br />

PE-artikel Fiscaal<br />

Preferente aandelen<br />

en bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

S<strong>in</strong>ds 1 januari 2010 is helder onder welke<br />

voorwaarden de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteiten<br />

kunnen worden toegepast op preferente<br />

aandelen. Maar niet iedere voorwaarde is even<br />

duidelijk. Deze bijdrage geeft aan dat van<br />

belang is om deze voorwaarden bij <strong>het</strong><br />

vormgeven van bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gen waarbij<br />

preferente aandelen als <strong>in</strong>strument worden<br />

<strong>in</strong>gezet nauwlettend te volgen. Rudolf Janssen<br />

8<br />

16<br />

22


PE-artikel Fiscaal<br />

Grensoverschrijdende<br />

bedrijfs overdrachten en de<br />

toepass<strong>in</strong>g van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs<br />

faciliteiten<br />

In deze bijdrage worden vier casussen uitge werkt<br />

waarbij sprake is van grensover schrijdende<br />

bedrijfsoverdrachten. Centrale vraag daarbij<br />

is of en <strong>in</strong> hoeverre de bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gs faciliteiten<br />

<strong>in</strong> die situaties van belang zijn. Om die vraag te<br />

beantwoorden is <strong>een</strong> grondige analyse van de<br />

verschillende casussen nood zakelijk. Dirk Albregtse<br />

PE-artikel F<strong>in</strong>ancieel<br />

<strong>Overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>mkb</strong>: <strong>een</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

Dit artikel geeft op hoofdlijnen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de<br />

structuur van overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen, de<br />

beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen en de factoren die<br />

de haalbaarheid van <strong>een</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g beïnvloeden,<br />

met de nadruk op overname van aandelen.<br />

Menno Stuker<br />

28<br />

34<br />

Interview<br />

‘We gaan weer Moolenaar <strong>het</strong>en’<br />

‘Omdat we grootw<strong>in</strong>kelbedrijven als klant hadden,<br />

dachten we dat <strong>het</strong> goed was om groter te worden<br />

en te fuseren.’ Maar toen bloem bollen handelaar<br />

Fred Moolenaar tien jaar later de kans kreeg <strong>het</strong><br />

familiebedrijf terug te kopen, greep hij die.<br />

‘Er werd niet meer <strong>in</strong> ons geïnvesteerd. Er bleven<br />

kansen liggen.’ Lex van Almelo<br />

PE-artikel Juridisch<br />

Stemrechtloze aandelen:<br />

nuttig novum of oude wijn <strong>in</strong><br />

nieuwe zakken?<br />

Stemrechtloze aandelen bewerkstelligen <strong>een</strong><br />

scheid<strong>in</strong>g tussen lidmaatschapsrechten (zoals<br />

stemrecht) en vermogensrechten (zoals recht op<br />

w<strong>in</strong>st). Ze hebben afhankelijk van de gewenste<br />

situatie voor- en nadelen ten opzichte van<br />

certificaten van aandelen. Deze bijdrage gaat <strong>in</strong> op<br />

deze voor- en nadelen. Angelique Martens<br />

VERDER IN DIT NUMMER<br />

Hoofdredactioneel<br />

Column<br />

Overzicht rechtspraak, juni-december 2012<br />

Overzicht wetsvoorstellen en beleid,<br />

juni-december 2012<br />

Overzicht vakliteratuur, juni-december 2012<br />

Stell<strong>in</strong>gname<br />

Kennistoets 2013/1<br />

42<br />

46<br />

3<br />

6<br />

53<br />

56<br />

57<br />

61<br />

62<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 5


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Gelijk of niet<br />

‘That is the question’<br />

Edw<strong>in</strong> Heithuis<br />

Prof.dr.mr. E.J.W. Heithuis is hoogleraar<br />

fiscale economie Universiteit van<br />

Amsterdam, hoogleraar fiscaal recht<br />

Open Universiteit, directeur Holland Tax<br />

Center en wetenschappelijk adviseur BDO<br />

Belast<strong>in</strong>gadviseurs.<br />

Rechtbank Breda heeft de knuppel <strong>in</strong> <strong>het</strong> hoenderhok<br />

gegooid. Nadat menig<strong>een</strong> al <strong>een</strong>s opperde dat de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de SW 1956 wel <strong>een</strong>s <strong>in</strong><br />

strijd zou kunnen zijn met <strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel,<br />

heeft Rechtbank Breda <strong>in</strong>middels op 13 juli 2012 (nr. AWB<br />

11/5509) zulks beslist. Het gaat hier om <strong>het</strong> onderscheid<br />

tussen ondernem<strong>in</strong>gsvermogen en belegg<strong>in</strong>gsvermogen<br />

dat de SW 1956 maakt. Ondernem<strong>in</strong>gsvermogen is tot<br />

€ 1.028.132 voor 100% vrijgesteld van erf- en<br />

schenkbelast<strong>in</strong>g en boven € 1.028.132 voor 83%.<br />

Belegg<strong>in</strong>gsvermogen is niet vrijgesteld. De aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g kent <strong>in</strong> geval van<br />

schenk<strong>in</strong>g en vererv<strong>in</strong>g <strong>een</strong> soortgelijke vrijstell<strong>in</strong>g. Voor<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen hoeft de aanmerkelijkbelangclaim<br />

niet te worden afgerekend en kan worden doorgeschoven<br />

naar de verkrijger(s). Voor belegg<strong>in</strong>gsvermogen geldt dit<br />

niet. Men ziet dus <strong>een</strong> enorme bevoordel<strong>in</strong>g van<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen ten opzichte van belegg<strong>in</strong>gsvermogen.<br />

Volgens Rechtbank Breda is dit onderscheid<br />

tussen ondernem<strong>in</strong>gsvermogen en belegg<strong>in</strong>gsvermogen dus<br />

<strong>in</strong> strijd met <strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel. Het hoeft g<strong>een</strong> betoog<br />

uiteraard dat deze uitspraak <strong>een</strong> potentiële bom legt onder<br />

de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g, want als de Hoge Raad deze<br />

men<strong>in</strong>g ook is toegedaan, kost dit de Nederlandse staat<br />

maar liefst € 1 miljard, zo blijkt uit de antwoorden van<br />

Staatssecretaris Weekers van F<strong>in</strong>anciën op vragen van <strong>het</strong><br />

‘Volgens Rechtbank Breda is <strong>het</strong> onderscheid tussen<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen en belegg<strong>in</strong>gsvermogen dus <strong>in</strong> strijd<br />

met <strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel. Het hoeft g<strong>een</strong> betoog dat deze<br />

uitspraak <strong>een</strong> potentiële bom legt onder de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g ...’<br />

6 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl


gelijk,<br />

Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) (nr. DGB/12/4747U). In de<br />

huidige tijden van crisis kan de Nederlandse staat <strong>een</strong><br />

dergelijke f<strong>in</strong>anciële aderlat<strong>in</strong>g niet lijden. Versober<strong>in</strong>g of<br />

zelfs afschaff<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g ligt dan<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> verschiet.<br />

Maar zal <strong>het</strong> zover komen? Ik denk <strong>het</strong> niet. De Hoge Raad<br />

heeft namelijk op 9 december 2011 (nr. 11/02099, V-N<br />

2012/6.4) al <strong>een</strong>s <strong>in</strong> <strong>een</strong> soortgelijke kwestie beslist dat<br />

er g<strong>een</strong> sprake is van strijd met <strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel.<br />

De Hoge Raad deed dit zelfs met toepass<strong>in</strong>g van art. 81<br />

Wet RO, wat wil zeggen dat de aangevoerde klacht niet<br />

noopte tot beantwoord<strong>in</strong>g van rechtsvragen <strong>in</strong> <strong>het</strong> belang<br />

van de rechts<strong>een</strong>heid of de rechtsontwikkel<strong>in</strong>g. De Hoge<br />

Raad vond <strong>het</strong> dus niet nodig zelf <strong>een</strong> <strong>in</strong>houdelijk oordeel<br />

te vellen en heeft zich simpelweg geconformeerd aan de<br />

besliss<strong>in</strong>g van de lagere rechter, <strong>in</strong> dit geval Hof Arnhem.<br />

Opvallend is dat Rechtbank Breda <strong>in</strong> haar uitspraak g<strong>een</strong><br />

woord wijdt aan dit arrest van de Hoge Raad, waardoor<br />

de rechtbank de verdenk<strong>in</strong>g op zich laadt dit arrest te<br />

hebben gemist. Ik verwacht daarom dat de uitspraak van<br />

Rechtbank Breda <strong>in</strong> hoger beroep of <strong>in</strong> cassatie zal<br />

sneuvelen. Inmiddels hebben Rechtbank Arnhem op<br />

1 november 2012 (nr. AWB 12/1375) en Rechtbank Haarlem<br />

op 14 december 2012 (nr. AWB 12/222) ook uitspraak<br />

gedaan <strong>in</strong> soortgelijke zaken en geoordeeld dat g<strong>een</strong> sprake<br />

is van strijd met <strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel. Het staat nu dus<br />

2-1 voor de fiscus.<br />

Maar heeft Rechtbank Breda dan ongelijk? Dat ook weer<br />

niet. Vanuit de ratio en achtergrond van de SW 1956<br />

als verkrijgersbelast<strong>in</strong>g hoort <strong>een</strong> vrijstell<strong>in</strong>g voor<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen daar<strong>in</strong> niet thuis. De SW 1956 is<br />

namelijk gebaseerd op <strong>het</strong> buitenkansbeg<strong>in</strong>sel, wat <strong>in</strong>houdt<br />

dat de verkrijger (krachtens erfrecht en krachtens<br />

schenk<strong>in</strong>g) wordt verrijkt zonder dat hij hiervoor <strong>een</strong><br />

noemenswaardig offer heeft hoeven brengen (behalve dan<br />

wellicht op gepaste momenten aardig doen tegen de<br />

aspirant-erflater/schenker). Het is <strong>een</strong> zuivere w<strong>in</strong>dfallprofit<br />

die zelfs bijna letterlijk uit de lucht komt vallen.<br />

Voor de verkrijger is <strong>het</strong> irrelevant waaruit die verrijk<strong>in</strong>g nu<br />

precies bestaat, Of dit nu ondernem<strong>in</strong>gsvermogen betreft of<br />

belegg<strong>in</strong>gsvermogen, <strong>in</strong> beide gevallen wordt hij er rijker<br />

van. En deze simpele constater<strong>in</strong>g – er rijker van worden –<br />

is de basis voor de erf- en schenkbelast<strong>in</strong>g. Dan past <strong>het</strong><br />

dus niet om ondernem<strong>in</strong>gsvermogen te bevoordelen ten<br />

opzichte van belegg<strong>in</strong>gsvermogen.<br />

Column<br />

Waarom is de uitspraak van Rechtbank Breda dan toch<br />

onjuist? Om de <strong>een</strong>voudige reden dat dit niet aan de<br />

rechtbank is om te oordelen. Daarvoor hebben wij de<br />

Tweede en Eerste Kamer. In ons staatsbestel van de trias<br />

politica stelt de wetgever – dit is <strong>het</strong> kab<strong>in</strong>et samen met <strong>het</strong><br />

parlement (Tweede en Eerste Kamer) – de wet <strong>in</strong> formele z<strong>in</strong><br />

vast en maakt daarbij haar afweg<strong>in</strong>gen. Dat is <strong>een</strong> politiek<br />

proces waarbij <strong>het</strong> volk door de diverse politieke partijen <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> parlement wordt vertegen woordigd. De taak van de<br />

rechter is slechts die van toepasser van de wet b<strong>in</strong>nen de<br />

keuzes zoals de wetgever die heeft gemaakt en die de<br />

rechter dient te eerbiedigen. Daarom bepaalt art. 11 van de<br />

Wet algemene bepal<strong>in</strong>gen ook dat de rechter <strong>in</strong> g<strong>een</strong> geval<br />

de <strong>in</strong>nerlijke waarde of billijkheid van de wet mag<br />

beoordelen. En daarom biedt ook <strong>het</strong> Europese Hof voor<br />

de Rechten van de Mens de wetgever <strong>een</strong> wide marg<strong>in</strong> of<br />

appreciation (zie EHRM 10 juni 2003, nr. 27793/95 (zaak<br />

M.A. en anderen tegen F<strong>in</strong>land)), juist om <strong>het</strong> primaat bij<br />

de wetgevende macht te laten. De rechter past hier uiterste<br />

terughoudendheid en de Hoge Raad neemt die ook –<br />

terecht – <strong>in</strong> acht. Daarbij komt dat specifiek <strong>in</strong> dit geval<br />

tijdens <strong>het</strong> wetgevend proces de mogelijke strijdigheid met<br />

<strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel uitdrukkelijk aan de orde is geweest<br />

en noch <strong>het</strong> kab<strong>in</strong>et noch <strong>het</strong> parlement m<strong>een</strong>de dat hiervan<br />

sprake was. Rechtbank Breda accepteert dit parlementaire<br />

oordeel echter niet en overspeelt hiermee mijns <strong>in</strong>ziens haar<br />

hand. Niet de wetgever doch de recht bank heeft naar mijn<br />

men<strong>in</strong>g <strong>in</strong> dit geval de wide marg<strong>in</strong> of appreciation overschreden.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 7


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Erfrechtelijke pe<br />

rond <strong>een</strong> aanmerkelijk belang<br />

8 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl


ikelen<br />

voor de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

Theo Hoogwout<br />

Punten FFP:<br />

zie PER<br />

Mr. T.C. Hoogwout is verbonden aan <strong>het</strong> Fiscaal<br />

Economisch Instituut van de Erasmus Universiteit<br />

Rotterdam en GREENILLE te Rotterdam.<br />

Trefwoorden: testament, aanmerkelijk<br />

belang, doorschuifregel<strong>in</strong>g, latente<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

Kennistoets<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Leerdoelen<br />

Na <strong>het</strong> lezen van dit artikel weet u:<br />

●● welke mogelijkheden er <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />

testament zijn voor de verkrijg<strong>in</strong>g<br />

van <strong>een</strong> aanmerkelijk belang;<br />

●● dat de erflater moet afrekenen<br />

over de aanmerkelijkbelangclaim;<br />

●● welke voorwaarden gelden om de<br />

doorschuifregel<strong>in</strong>g uit de Wet IB<br />

2001 te kunnen toepassen.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Als <strong>een</strong> aanmerkelijkbelanghouder overlijdt, heeft<br />

dit gevolgen voor de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g. Voor de<br />

aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g wordt de overgang onder<br />

algemene titel en de overgang krachtens erfrecht onder<br />

bijzondere titel als vervreemd<strong>in</strong>g aangemerkt. Als <strong>het</strong><br />

lichaam waar<strong>in</strong> de erflater <strong>een</strong> aanmerkelijk belang bezit<br />

<strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g drijft, is op verzoek de<br />

doorschuifregel<strong>in</strong>g van toepass<strong>in</strong>g. Hieraan zijn wel<br />

voorwaarden verbonden. In dat geval wordt de<br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van de erflater doorgeschoven naar de<br />

erfgenaam of legataris, zodat de aanmerkelijkbelangclaim<br />

behouden blijft. De verdel<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> nalatenschap met<br />

<strong>een</strong> aanmerkelijk belang b<strong>in</strong>nen twee jaar na overlijden<br />

van de erflater, heeft g<strong>een</strong> gevolgen voor de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g,<br />

mits de verkrijger <strong>in</strong> Nederland woont.<br />

De keuze tussen afreken<strong>in</strong>g of doorschuiven heeft<br />

gevolgen voor de erfbelast<strong>in</strong>g.<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

Voor <strong>een</strong> testateur met aandelen die behoren tot <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang wordt doorgaans <strong>een</strong> comb<strong>in</strong>atie- of<br />

keuzetestament geadviseerd. Een dergelijk testament bevat<br />

meerdere alternatieven waaruit de langstlevende echtgenote<br />

(hierna: langstlevende) al dan niet samen met de overige<br />

erfgenamen kan kiezen, zoals de (quasi) wettelijke<br />

verdel<strong>in</strong>g, <strong>een</strong> keuzelegaat en <strong>een</strong> vruchtgebruikregel<strong>in</strong>g.<br />

Bij de afwikkel<strong>in</strong>g van de nalatenschap moet <strong>een</strong> keuze<br />

worden gemaakt. Hiernaast kunnen clausules zijn<br />

opgenomen zoals de zogenoemde dertigdagenclausule en<br />

de tweetrapsmak<strong>in</strong>gen. In dit artikel wordt <strong>in</strong>gegaan op<br />

de erfrechtelijke verkrijg<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> aanmerkelijk belang<br />

voor de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g. Hierbij komt <strong>het</strong> (fictieve)<br />

vervreemden van <strong>een</strong> aanmerkelijk belang aan bod.<br />

Tevens worden de gevolgen van de doorschuiv<strong>in</strong>g of<br />

afreken<strong>in</strong>g over de aanmerkelijkbelangclaim voor de<br />

toepass<strong>in</strong>g van de SW 1956 besproken.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 9


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

2. Fiscale gevolgen voor de<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

2.1 De aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g<br />

Een erflater heeft <strong>een</strong> aanmerkelijk belang <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van de<br />

Wet IB 2001 als hij al dan niet samen met zijn fiscale<br />

partner:<br />

●● ten m<strong>in</strong>ste 5% van <strong>het</strong> geplaatste kapitaal van de<br />

aandelen bezit van <strong>een</strong> vennootschap waarvan <strong>het</strong><br />

kapitaal <strong>in</strong> aandelen is verdeeld;<br />

●● opties op ten m<strong>in</strong>ste 5% van <strong>het</strong> geplaatste kapitaal<br />

bezit;<br />

●● of w<strong>in</strong>stbewijzen bezit die recht geven op ten m<strong>in</strong>ste 5%<br />

van de jaarw<strong>in</strong>st.<br />

Hiernaast kan sprake zijn van <strong>een</strong> aanmerkelijk belang door<br />

toepass<strong>in</strong>g van de meetrekregel, of bij <strong>een</strong> fictief aanmerkelijk<br />

belang. In <strong>het</strong> eerste geval voldoet de erflater<br />

zelfstandig niet aan de kwantitatieve vereisten voor <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang, maar iemand uit de <strong>in</strong> de wet<br />

genoemde familiegroep wel. Diens vermogensrechten worden<br />

meegetrokken, zodat deze onder <strong>het</strong> aanmerkelijkbelangregime<br />

vallen. In <strong>het</strong> tweede geval was ooit sprake van <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang, maar voldoet de erflater zelfstandig<br />

niet meer aan de kwantitatieve vereisten. Een fictief<br />

aanmerkelijk belang kan bijvoorbeeld ontstaan als twee<br />

erfgenamen <strong>een</strong> aandelenpakket van 5% <strong>in</strong> <strong>een</strong> kapitaalvennootschap<br />

verkrijgen. Als <strong>het</strong> aanmerkelijk belang<br />

behoort tot de huwelijksgem<strong>een</strong>schap wordt <strong>het</strong> aan de<br />

echtelieden ieder voor de helft toegerekend. Hierbij is niet<br />

relevant wie van de echtelieden de bestuursbevoegdheid over<br />

de aandelen heeft. Dit is ook <strong>het</strong> geval als de <strong>in</strong> algehele<br />

gem<strong>een</strong>schap van goederen gehuwde echtelieden al jaren<br />

duurzaam gescheiden van elkaar leven, aangezien beide<br />

echtelieden gerechtigd zijn tot de helft van de verkoopopbrengst<br />

van de aandelen. Ten slotte is sprake van <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang bij <strong>een</strong> vruchtgebruik op ten m<strong>in</strong>ste<br />

5% van <strong>het</strong> geplaatste kapitaal (art. 4.3 Wet IB 2001).<br />

Onder <strong>het</strong> nieuwe erfrecht is <strong>een</strong> legaat direct opeisbaar<br />

door de legataris (art. 4:124 BW), behalve als <strong>het</strong> <strong>een</strong><br />

geldsom betreft of als de erflater anders heeft beschikt. De<br />

legataris heeft ook vanaf dat moment recht op de vruchten<br />

uit <strong>het</strong> legaat. De legataris verkrijgt zonder dat aanvaard<strong>in</strong>g<br />

nodig is (art. 4:201 BW). Hierdoor wordt de legataris direct<br />

aanmerkelijkbelanghouder en kunnen voor de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

de <strong>in</strong>komsten uit aanmerkelijk belang vanaf <strong>het</strong><br />

moment van overlijden van de erflater worden belast bij de<br />

legataris, zelfs als <strong>het</strong> legaat niet is afgegeven. Dit geldt dus<br />

ook bij <strong>een</strong> legaat van <strong>het</strong> recht van vruchtgebruik op<br />

aandelen. Wanneer de legataris <strong>het</strong> legaat verwerpt, komen<br />

de aandelen en de <strong>in</strong>komsten daaruit toe aan de erfgenamen<br />

vanaf <strong>het</strong> moment van overlijden.<br />

2.2 Afrekenen aanmerkelijkbelangclaim<br />

Voor de aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g wordt de overgang<br />

onder algemene titel en de overgang krachtens erfrecht<br />

onder bijzondere titel als vervreemd<strong>in</strong>g aangemerkt.<br />

10 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

De erfgenamen verkrijgen onder algemene titel, terwijl<br />

<strong>een</strong> legataris verkrijgt op grond van <strong>het</strong> erfrecht onder<br />

bijzondere titel. Volgens <strong>het</strong> erfrecht verkrijgt de legataris<br />

zonder dat aanvaard<strong>in</strong>g nodig is. Hierdoor wordt de legataris<br />

direct aanmerkelijkbelanghouder, ook als <strong>het</strong> legaat nog<br />

niet is afgegeven. Bij de erflater wordt afgerekend over <strong>het</strong><br />

verschil tussen de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer van<br />

<strong>het</strong> aanmerkelijk belang op <strong>het</strong> overlijdensmoment en zijn<br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs. Hierbij is <strong>het</strong> irrelevant of sprake is van<br />

<strong>een</strong> legaat om niet of tegen <strong>in</strong>breng van de waarde en tegen<br />

welke waarde deze <strong>in</strong>breng eventueel moet plaatsv<strong>in</strong>den,<br />

aangezien de overdrachtsprijs wordt gesteld op de waarde <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> economische verkeer van <strong>het</strong> aanmerkelijk belang. De<br />

legatarissen willen natuurlijk graag dat wordt afgerekend,<br />

zodat zij <strong>een</strong> hogere verkrijg<strong>in</strong>gsprijs krijgen. Daarentegen<br />

willen de erfgenamen, <strong>in</strong>dien mogelijk, gebruikmaken van<br />

de geruisloze doorschuiffaciliteit, zodat de aanmerkelijkbelangheff<strong>in</strong>g<br />

niet ten laste komt van de nalatenschap.<br />

VOORBEELD 1<br />

Victoria bezit alle aandelen <strong>in</strong> V-bv, met <strong>een</strong> waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

economische verkeer van € 1 miljoen. Haar verkrijg<strong>in</strong>gsprijs<br />

bedraagt € 20.000. V-bv verhuurt <strong>een</strong> bedrijfspand en drijft<br />

dus g<strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g. Victoria overlijdt en haar<br />

zoon Wim is enig erfgenaam.<br />

Het overlijden van Victoria is <strong>een</strong> fictieve vervreemd<strong>in</strong>g van<br />

de aandelen voor de waarde van € 1 miljoen. Aangezien<br />

V-bv g<strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g drijft, kan g<strong>een</strong> gebruik<br />

worden gemaakt van de doorschuifregel<strong>in</strong>g. Aan de erflater<br />

wordt <strong>een</strong> aanslag <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g opgelegd van<br />

€ 245.000 (€ 1.000.000 – 20.000) x 25%).<br />

De verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van Wim bedraagt € 1 miljoen.<br />

De nalatenschap bedraagt € 755.000 (€ 1.000.000 –<br />

245.000).


2.3 Dividenduitdel<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen 24 maanden<br />

Als bij de vervreemd<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> aanmerkelijk belang<br />

krachtens erfrecht is afgerekend over de aanmerkelijkbelangclaim,<br />

kan <strong>het</strong> lichaam dividend uitdelen, zodat de<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>gschuld van de erflater kan worden<br />

voldaan. Over <strong>een</strong> dividenduitdel<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel ook 25%<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g verschuldigd door de erfgenamen, zodat<br />

dubbel wordt geheven over materieel dezelfde grondslag. In<br />

<strong>een</strong> dergelijke situatie is <strong>het</strong> echter op verzoek mogelijk om<br />

<strong>het</strong> dividend dat wordt uitgekeerd b<strong>in</strong>nen 24 maanden na<br />

<strong>het</strong> overlijden van de erflater onbelast te ontvangen, mits<br />

<strong>het</strong> dividend wordt afgeboekt op de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van<br />

<strong>het</strong> krachtens erfrecht verkregen aanmerkelijk belang (art.<br />

4.12a Wet IB 2001). In die situatie mag ook de <strong>in</strong>houd<strong>in</strong>g<br />

van dividendbelast<strong>in</strong>g achterwege blijven (art. 4e Wet DB<br />

1965). De erfgenaam moet vóór de dividenduitker<strong>in</strong>g aan de<br />

vennootschap verklaren dat hij <strong>in</strong> de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

<strong>een</strong> verzoek om toepass<strong>in</strong>g van art. 4.12a Wet IB 2001 zal<br />

doen (art. 1ab Uitv.reg. DB 1965). Toepass<strong>in</strong>g van deze<br />

bepal<strong>in</strong>g is slechts mogelijk voor zover <strong>het</strong> dividend niet<br />

uitgaat boven <strong>het</strong> bedrag dat bij de erflater ter zake van de<br />

fictieve vervreemd<strong>in</strong>g als <strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang<br />

<strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g is genomen.<br />

2.4 De doorschuifregel<strong>in</strong>g<br />

Hoofdregel is dus afrekenen bij de erflater <strong>in</strong> de situatie van<br />

<strong>een</strong> erfrechtelijke verkrijg<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> aanmerkelijk belang.<br />

Als <strong>het</strong> lichaam waar<strong>in</strong> de erflater <strong>een</strong> aanmerkelijk belang<br />

bezit <strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g drijft, is op verzoek de<br />

doorschuifregel<strong>in</strong>g van toepass<strong>in</strong>g. Het verzoek moet<br />

worden gedaan <strong>in</strong> de aangifte <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g van de<br />

erflater, door de gezamenlijke belanghebbenden. Hieronder<br />

vallen alle erfgenamen alsmede de legataris die <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang verkrijgt. Indien er <strong>een</strong> executeur is,<br />

moet hij als rechtsgeldige vertegenwoordiger <strong>het</strong> verzoek<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

<strong>in</strong>dienen <strong>in</strong> plaats van de erfgenamen. Zoals hiervoor is<br />

besproken, hebben de erfgenamen en legatarissen <strong>een</strong><br />

tegengesteld belang, zodat <strong>het</strong> verstandig is om hiervoor <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> testament <strong>een</strong> bepal<strong>in</strong>g op te nemen, waarbij afrekenen<br />

voor de hand ligt <strong>in</strong> de situatie van <strong>een</strong> legaat tegen<br />

<strong>in</strong>breng van de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer van de<br />

aandelen. Ook wanneer de wettelijke verdel<strong>in</strong>g van<br />

toepass<strong>in</strong>g is, moet <strong>het</strong> verzoek door de gezamenlijke<br />

belanghebbenden worden gedaan. Overigens kan <strong>het</strong><br />

verzoek worden gedaan totdat de aanslag def<strong>in</strong>itief is<br />

geworden, dus ook nog tijdens de bezwaar- en beroepsfase.<br />

Bij geruisloos doorschuiven wordt de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van<br />

de erflater doorgeschoven naar de erfgenaam of legataris,<br />

zodat de aanmerkelijkbelangclaim behouden blijft. Als <strong>het</strong><br />

lichaam naast ondernem<strong>in</strong>gsvermogen ook belegg<strong>in</strong>gsvermogen<br />

heeft, is dit slechts mogelijk voor 105% van <strong>het</strong><br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen. Over <strong>het</strong> restant van <strong>het</strong><br />

belegg<strong>in</strong>gs vermogen moet worden afgerekend.<br />

VOORBEELD 2<br />

Anton bezit alle aandelen <strong>in</strong> A-bv, met <strong>een</strong> waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

economische verkeer van € 1 miljoen, waarvan € 800.000<br />

toerekenbaar is aan <strong>het</strong> ondernem<strong>in</strong>gsvermogen en<br />

€ 200.000 aan <strong>het</strong> belegg<strong>in</strong>gsvermogen. De verkrijg<strong>in</strong>gsprijs<br />

van Anton bedraagt € 500.000. Anton overlijdt en zijn <strong>in</strong><br />

Nederland woonachtig k<strong>in</strong>d Bert is enig erfgenaam. Het<br />

overlijden van Anton vormt <strong>een</strong> fictieve vervreemd<strong>in</strong>g van<br />

de aandelen voor de waarde van € 1 miljoen. Voor <strong>het</strong> deel<br />

dat toerekenbaar is aan <strong>het</strong> ondernem<strong>in</strong>gsvermogen ad<br />

€ 840.000 (105% van € 800.000) is op verzoek g<strong>een</strong> sprake<br />

van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g. Resteert <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g van <strong>het</strong><br />

deel van de aandelen dat toerekenbaar is aan <strong>het</strong><br />

belegg<strong>in</strong>gsvermogen van € 160.000 (€ 1.000.000 –<br />

840.000), waarop Anton <strong>een</strong> deel van zijn verkrijg<strong>in</strong>gsprijs<br />

<strong>in</strong> m<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g kan brengen. Per saldo is bij Anton g<strong>een</strong> sprake<br />

van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel. Hierna heeft Anton <strong>een</strong><br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van € 340.000 over (€ 500.000 – 160.000),<br />

die wordt doorgeschoven naar Bert. Aangezien de<br />

verkrijg<strong>in</strong>gs prijs van de erflater hoger is dan <strong>het</strong> belegg<strong>in</strong>gsvermogen,<br />

heeft de fictieve vervreemd<strong>in</strong>g g<strong>een</strong> gevolgen<br />

voor de belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g van de erflater.<br />

De verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van Bert bedraagt € 500.000, namelijk<br />

de doorgeschoven € 340.000 en <strong>het</strong> deel van de overdracht<br />

dat bij de erflater <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g vormt (€ 160.000).<br />

Als men bij <strong>een</strong> legaat <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g wil komen voor de<br />

doorschuifregel<strong>in</strong>g, moet de afgifte van <strong>het</strong> legaat b<strong>in</strong>nen<br />

twee jaar na <strong>het</strong> overlijden van de erflater plaatsv<strong>in</strong>den.<br />

Als op grond van deze regel<strong>in</strong>g wordt doorgeschoven,<br />

maakt <strong>het</strong> voor de bepal<strong>in</strong>g van de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van <strong>het</strong><br />

aan merkelijk belang bij de verkrijger(s) g<strong>een</strong> verschil of<br />

sprake is van <strong>een</strong> legaat tegen <strong>in</strong>breng of van <strong>een</strong> legaat<br />

om niet. Ook bij <strong>een</strong> eventuele <strong>in</strong>brengverplicht<strong>in</strong>g geldt de<br />

verkrijg<strong>in</strong>gs prijs van de erflater voor de legataris. Iedere<br />

verkrijger van de tot de aanmerkelijk belang behorende<br />

vermogensrechten kan <strong>in</strong>dividueel kiezen voor afreken<strong>in</strong>g of<br />

doorschuiv<strong>in</strong>g van de claim. Bij <strong>een</strong> vruchtgebruiktestament<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 11


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

kan bijvoorbeeld de bloot eigenaar kiezen voor afrekenen,<br />

terwijl ten aanzien van de vruchtgebruiker wordt doorgeschoven.<br />

Bij <strong>een</strong> vruchtgebruiklegaat wordt de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van<br />

de erflater evenredig verdeeld over de bloot eigenaar en de<br />

vruchtgebruiker. Bij <strong>het</strong> overlijden van de vruchtgebruiker<br />

e<strong>in</strong>digt <strong>het</strong> vruchtgebruik van rechtswege en wordt op dat<br />

moment <strong>het</strong> verschil tussen de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van de<br />

vruchtgebruiker en de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer <strong>in</strong><br />

aanmerk<strong>in</strong>g genomen. Op <strong>het</strong> moment van overlijden zal <strong>het</strong><br />

vruchtgebruik doorgaans <strong>een</strong> waarde van nihil hebben. Door<br />

deze vervreemd<strong>in</strong>gsfictie kan de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van <strong>het</strong><br />

vruchtgebruik als aanmerkelijkbelangverlies <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />

komen (art. 4.16, lid 4 Wet IB 2001). Dit verlies is slechts<br />

verrekenbaar met <strong>het</strong> <strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang uit<br />

<strong>het</strong> overlijdensjaar zelf en <strong>het</strong> voorafgaande kalenderjaar.<br />

De overleden vruchtgebruiker heeft immers niets aan<br />

voorwaartse verliesverreken<strong>in</strong>g van art. 4.49 Wet IB 2001,<br />

noch aan de belast<strong>in</strong>gkort<strong>in</strong>gsfaciliteit van art. 4.53 Wet IB<br />

2001, aangezien hiervoor immers <strong>een</strong> wachttijd van twee<br />

jaar geldt. Van deze belast<strong>in</strong>gkort<strong>in</strong>gsfaciliteit kan eventueel<br />

wel gebruik worden gemaakt <strong>in</strong> <strong>het</strong> geval de overleden<br />

vruchtgebruiker <strong>een</strong> fiscale partner heeft, aangezien <strong>het</strong><br />

<strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang tot de gem<strong>een</strong>schappelijke<br />

<strong>in</strong>komensbestanddelen behoort (art. 2.17, lid 5 Wet IB<br />

2001). Daardoor kan <strong>het</strong> negatieve <strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk<br />

belang worden toegerekend aan deze fiscale<br />

partner, waardoor <strong>het</strong> zijn verlies uit aanmerkelijk belang<br />

wordt en voor hem na verloop van twee jaar de belast<strong>in</strong>gkort<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

geldt. Een nadeel van <strong>een</strong> vruchtgebruiktestament<br />

is dat <strong>een</strong> niet te verrekenen verlies <strong>in</strong><br />

box 2 kan ontstaan bij <strong>het</strong> overlijden van de vruchtgebruiker.<br />

Hiernaast geldt voor de bloot eigenaar dat bij de<br />

aanwas van zijn hoofdgerechtigdheid tot volle eigendom na<br />

<strong>het</strong> overlijden van de vruchtgebruiker zijn verkrijg<strong>in</strong>gsprijs<br />

niet wordt verhoogd met de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische<br />

verkeer van <strong>het</strong> resterende recht van vruchtgebruik.<br />

Hierdoor zal bij eventuele latere vervreemd<strong>in</strong>g van <strong>het</strong><br />

aanmerkelijk belang de waarde van deze aanwas volledig tot<br />

zijn <strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang behoren. Een deel van<br />

<strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel dat hierbij ontstaat, bestond al<br />

op <strong>het</strong> moment van overlijden van de erflater, maar dat<br />

geldt niet voor <strong>het</strong> deel van de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van de<br />

erflater dat is toegerekend aan de vruchtgebruiker. Wanneer<br />

dat deel van de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs tot <strong>een</strong> niet te verrekenen<br />

verlies bij de vruchtgebruiker heeft geleid, is sprake van <strong>een</strong><br />

dubbele heff<strong>in</strong>g.<br />

2.5 G<strong>een</strong> doorschuiv<strong>in</strong>g mogelijk<br />

Volgens de wet is doorschuiven van de aanmerkelijkbelangclaim<br />

echter niet altijd mogelijk. Dit is namelijk niet<br />

mogelijk als <strong>het</strong> lichaam g<strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g drijft.<br />

Ook is dit niet mogelijk als de verkrijger <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitenland<br />

woonachtig is of als de verkregen aandelen of w<strong>in</strong>stbewijzen<br />

deel uitmaken van <strong>het</strong> vermogen van <strong>een</strong> voor reken<strong>in</strong>g van<br />

de verkrijger gedreven ondernem<strong>in</strong>g of tot <strong>het</strong> resultaat uit<br />

<strong>een</strong> werkzaamheid van hem behoren.<br />

Bij de verkrijg<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> aanmerkelijk belang door <strong>een</strong> <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> buitenland woonachtige erfgenaam of legataris v<strong>in</strong>dt<br />

12 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

afreken<strong>in</strong>g van de aanmerkelijkbelangclaim plaats bij de<br />

erflater. Op verzoek wordt <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel als te<br />

conserveren <strong>in</strong>komen aangemerkt, voor zover sprake is van<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen (art. 2.8, lid 5 Wet IB 2001). Voor<br />

de belast<strong>in</strong>gaanslag met <strong>het</strong> te conserveren <strong>in</strong>komen wordt<br />

op verzoek renteloos uitstel van betal<strong>in</strong>g verl<strong>een</strong>d tot<br />

uiterlijk de eerste dag van <strong>het</strong> tiende jaar na afloop van <strong>het</strong><br />

kalenderjaar waarop de belast<strong>in</strong>gaanslag betrekk<strong>in</strong>g heeft<br />

(art. 25, lid 8 IW 1990, jo art. 2, lid 3 Uitv.reg. IW 1990).<br />

Hierbij moet worden bedacht dat <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel de gezamenlijke<br />

erfgenamen als rechtsopvolgers onder algemene titel<br />

aansprakelijk zijn voor de aanslag <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g die<br />

ten laste van de erflater is opgelegd.<br />

Als de vestig<strong>in</strong>gsplaats van de vennootschap <strong>in</strong> Nederland<br />

ligt, kwalificeert de erfgenaam als aanmerkelijkbelanghouder<br />

(art. 7.5 Wet IB 2001) en is hij buitenlandse<br />

belast<strong>in</strong>gplichtige (art. 2.1, lid 1, onderdeel b Wet IB 2001).<br />

Hiervoor geldt als verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van <strong>het</strong> aanmerkelijk<br />

belang de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer op <strong>het</strong><br />

moment van verkrijg<strong>in</strong>g.


VOORBEELD 3<br />

Dirk bezit alle aandelen <strong>in</strong> D-bv, met <strong>een</strong> waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

economische verkeer van € 1 miljoen, dat geheel bestaat uit<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen. De verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van Dirk<br />

bedraagt € 20.000. Dirk overlijdt en zijn enig erfgenaam Ed<br />

woont <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitenland. Bij <strong>het</strong> overlijden v<strong>in</strong>dt <strong>een</strong> fictieve<br />

vervreemd<strong>in</strong>g plaats van de aandelen voor de waarde van<br />

€ 1 miljoen, zodat <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel € 980.000<br />

(€ 1.000.000 – 20.000) bedraagt. Op verzoek wordt aan de<br />

erflater <strong>een</strong> conserverende aanslag <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

opgelegd van € 245.000 (€ 980.000 x 25%). Hierna<br />

bedraagt de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van Ed € 1 miljoen.<br />

Na afloop van de tienjaarsperiode wordt op verzoek van de<br />

erfgenamen kwijtscheld<strong>in</strong>g verl<strong>een</strong>d tot <strong>het</strong> op dat moment<br />

openstaande bedrag (art. 26, lid 2 IW 1990). Nadat kwijtscheld<strong>in</strong>g<br />

heeft plaatsgevonden van de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

die bij conserverende aanslag is opgelegd, wordt de<br />

verkrijg<strong>in</strong>gs prijs verm<strong>in</strong>derd met vier maal <strong>het</strong> kwijtgescholden<br />

bedrag aan belast<strong>in</strong>g (art. 21 Uitv.besl. IB 2001).<br />

Hierna geldt voor de verkrijger van <strong>het</strong> aanmerkelijk belang<br />

dus weer de historische verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van de erflater.<br />

VOORBEELD 3 (VERVOLG)<br />

Aan erflater Dirk is <strong>een</strong> conserverende aanslag<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g opgelegd van € 245.000. Hierna<br />

bedroeg de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van erfgenaam Ed € 1 miljoen.<br />

Nadat kwijtscheld<strong>in</strong>g heeft plaatsgevonden van de<br />

conserverende aanslag wordt deze verkrijg<strong>in</strong>gsprijs<br />

verm<strong>in</strong>derd tot € 20.000 (€ 1.000.000 – 4 * € 245.000).<br />

Het uitstel wordt beë<strong>in</strong>digd als de aandelen (fictief) worden<br />

vervreemd of als de vennootschap haar reserves (nagenoeg)<br />

geheel heeft uitgekeerd. Bij dividenduitker<strong>in</strong>gen wordt de<br />

conserverende aanslag kwijtgescholden met <strong>het</strong> bedrag van<br />

de <strong>in</strong> Nederland verschuldigde dividendbelast<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>dien<br />

dit meer bedraagt de verschuldigde <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g (art.<br />

26, lid 4 IW 1990, jo art. 21 Uitv.besl. IB 2001).<br />

2.6 Gevolg afreken<strong>in</strong>g of doorschuiv<strong>in</strong>g voor de<br />

toepass<strong>in</strong>g van de erfbelast<strong>in</strong>g<br />

De <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>gschuld van de erflater komt ten laste<br />

van de nalatenschap. Wordt de aanmerkelijkbelangclaim<br />

afgerekend, dan komt de gehele <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>gschuld<br />

<strong>in</strong> m<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g op de nalatenschap. Als de aanmerkelijkbelangclaim<br />

wordt doorgeschoven is op <strong>het</strong> overlijdenstijdstip<br />

de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g formeel noch materieel<br />

verschuldigd, maar wel latent aanwezig. Daardoor komt niet<br />

de nom<strong>in</strong>ale schuld <strong>in</strong> aftrek, maar de latente <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g.<br />

Voor <strong>een</strong> aanmerkelijk belang kan 6,25% van <strong>het</strong><br />

verschil tussen de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer en de<br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs <strong>in</strong> aftrek worden gebracht. Overigens kan<br />

door toepass<strong>in</strong>g van dit forfait <strong>een</strong> verschil ontstaan tussen<br />

de fiscale en civiele boedelafwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> geval <strong>het</strong><br />

testament uitgaat van <strong>het</strong> nom<strong>in</strong>ale belast<strong>in</strong>gtarief.<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

2.7 Verdel<strong>in</strong>g van de nalatenschap<br />

Ook de verdel<strong>in</strong>g van de nalatenschap kan gevolgen hebben<br />

op <strong>het</strong> <strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang. De toedel<strong>in</strong>g van<br />

aandelen <strong>in</strong> <strong>een</strong> kapitaalvennootschap aan <strong>een</strong> erfgenaam<br />

levert g<strong>een</strong> goederenrechtelijke wijzig<strong>in</strong>g op, aangezien de<br />

deelgenoot de aandelen houdt, die hij verkrijgt onder<br />

dezelfde titel, als waaronder alle deelgenoten de aandelen<br />

hielden voor de verdel<strong>in</strong>g. De verdel<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> nalatenschap<br />

heeft g<strong>een</strong> terugwerkende kracht tot <strong>het</strong> overlijdensmoment.<br />

Bij de verdel<strong>in</strong>g moet dan ook van de waarde van<br />

de aandelen worden uitgegaan op <strong>het</strong> moment van de<br />

verdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> plaats van overlijden. Een verdel<strong>in</strong>g conform<br />

<strong>het</strong> erfdeel levert fiscaal g<strong>een</strong> nieuwe verkrijg<strong>in</strong>g op.<br />

VOORBEELD 4<br />

Gerard en Hell<strong>een</strong> zijn buiten gem<strong>een</strong>schap van goederen<br />

gehuwd en zij hebben <strong>een</strong> k<strong>in</strong>d, Frits. Gerard bezit alle<br />

aandelen <strong>in</strong> G-bv, met <strong>een</strong> waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische<br />

verkeer van € 1 miljoen, waarvan € 700.000 toerekenbaar is<br />

aan <strong>het</strong> ondernem<strong>in</strong>gsvermogen (<strong>in</strong>clusief de 5% marge) en<br />

€ 300.000 aan <strong>het</strong> belegg<strong>in</strong>gsvermogen. De verkrijg<strong>in</strong>gsprijs<br />

bedraagt € 100.000. Op grond van <strong>het</strong> testament van<br />

Gerard is de wettelijke verdel<strong>in</strong>g uitgesloten en zijn Hell<strong>een</strong><br />

en Frits <strong>in</strong> gelijke delen erfgenamen. Zij wonen beiden <strong>in</strong><br />

Nederland. Het overlijden van Gerard vormt <strong>een</strong> fictieve<br />

vervreemd<strong>in</strong>g van zijn aandelen G-bv voor de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

economische verkeer van € 1 miljoen. Voor <strong>het</strong> deel dat<br />

toerekenbaar is aan <strong>het</strong> ondernem<strong>in</strong>gsvermogen ad<br />

€ 700.000 is op verzoek g<strong>een</strong> sprake van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g.<br />

Resteert <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> deel van de aandelen<br />

dat toerekenbaar is aan <strong>het</strong> belegg<strong>in</strong>gsvermogen<br />

€ 300.000, waarop de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van Gerard van<br />

€ 100.000 <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g komt. Bij Gerard is sprake van <strong>een</strong><br />

vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel van € 200.000 (€ 300.000 –<br />

100.000). Hell<strong>een</strong> en Frits krijgen ieder de helft van Gerards<br />

gerechtigdheid tot <strong>het</strong> onverdeeld aandeel <strong>in</strong> de aandelen<br />

G-bv, dus 50% van <strong>het</strong> totale aandelenpakket, met <strong>een</strong><br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs per erfgenaam van € 150.000<br />

(€ 300.000/2).<br />

B<strong>in</strong>nen twee jaar na <strong>het</strong> overlijden van Gerard worden alle<br />

aandelen <strong>in</strong> G-bv aan Frits toebedeeld. Op verzoek wordt de<br />

toedel<strong>in</strong>g van Hell<strong>een</strong>s aandeel <strong>in</strong> de nalatenschap aan Frits<br />

niet als vervreemd<strong>in</strong>g aangemerkt, zodat de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs<br />

van deze aandelen wordt doorgeschoven naar Frits. Na de<br />

verdel<strong>in</strong>g bezit Frits alle aandelen <strong>in</strong> G-bv met <strong>een</strong><br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van € 300.000.<br />

Als alle aandelen aan één erfgenaam worden toebedeeld,<br />

ontstaat <strong>een</strong> overbedel<strong>in</strong>g, waardoor sprake is van <strong>een</strong><br />

vervreemd<strong>in</strong>g voor <strong>het</strong> overbedeelde gedeelte door de<br />

onderbedeelde erfgenaam. Indien deze verdel<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen<br />

twee jaar na <strong>het</strong> overlijden plaatsv<strong>in</strong>dt aan <strong>een</strong> <strong>in</strong> Nederland<br />

woonachtig natuurlijk persoon hoeft de overdragende<br />

erfgenaam niet af te rekenen over de aanmerkelijkbelangclaim.<br />

Ook <strong>in</strong> die situatie v<strong>in</strong>dt dus doorschuiv<strong>in</strong>g van de<br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs plaats.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 13


Voor <strong>het</strong> aanmerkelijkbelangregime is de waarde op <strong>het</strong><br />

moment van verdelen irrelevant, zolang de verdel<strong>in</strong>g<br />

b<strong>in</strong>nen twee jaar na overlijden geschiedt. Dit geldt echter<br />

niet als de afwijkende verdel<strong>in</strong>g van de erfrechtelijke<br />

verkrijg<strong>in</strong>g na twee jaar gebeurt. In dat geval is sprake<br />

van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g door de erfgenaam die wordt onderbedeeld,<br />

zodat die erfgenaam mogelijk <strong>in</strong>komen uit<br />

aanmerkelijk belang geniet.<br />

VOORBEELD 5<br />

De waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer van <strong>het</strong> aanmerkelijk<br />

belang bedroeg € 100.000 op <strong>het</strong> moment van overlijden,<br />

terwijl deze € 150.000 bedroeg op <strong>het</strong> moment van<br />

verdelen. Er is uitsluitend sprake van ondernem<strong>in</strong>gsvermogen.<br />

Als meer dan twee jaar na <strong>het</strong> overlijden van de<br />

erflater één erfgenaam alle aandelen krijgt, wordt de andere<br />

erfgenaam onderbedeeld, zodat bij deze laatste sprake is<br />

van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel. Als de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van<br />

de erflater € 18.000 bedroeg en deze is doorgeschoven naar<br />

zijn twee erfgenamen, is voor de onderbedeelde erfgenaam<br />

<strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel € 66.000, zijnde de helft van<br />

(€ 150.000 – 18.000). De totale verkrijg<strong>in</strong>gsprijs voor de<br />

erfgenaam die is overbedeeld, wordt daarmee € 84.000<br />

(€ 75.000 + 9.000).<br />

2.8 Verkoop van <strong>het</strong> vruchtgebruik of de aandelen<br />

In <strong>het</strong> kader van de aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g is bij<br />

verkoop van <strong>het</strong> vruchtgebruik sprake van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g<br />

voor de vruchtgebruiker, waardoor <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel<br />

bij hem wordt belast. Hiervan is g<strong>een</strong> sprake als<br />

slechts de bloot eigendom van de aandelen wordt verkocht<br />

door de bloot eigenaar en <strong>het</strong> vruchtgebruik <strong>in</strong> stand blijft.<br />

Uiteraard zal <strong>in</strong> <strong>een</strong> dergelijke situatie de bloot eigenaar<br />

moeten afrekenen. Als zowel <strong>het</strong> vruchtgebruik als de bloot<br />

eigendom van de aandelen worden verkocht, moet de<br />

verkoopopbrengst van de aandelen worden toegerekend aan<br />

de vruchtgebruiker respectievelijk de bloot eigenaar. Voor<br />

14 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

de bereken<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel komt hierop<br />

vervolgens ieders verkrijg<strong>in</strong>gsprijs <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g. De vruchtgebruiker<br />

moet dus <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g betalen over <strong>een</strong><br />

deel van <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel, terwijl hij <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel<br />

slechts <strong>het</strong> genotsrecht heeft over <strong>het</strong> vermogen dat onder<br />

vruchtgebruik is gebracht. Heeft bij <strong>het</strong> vestigen van <strong>het</strong><br />

vruchtgebruik de vruchtgebruiker g<strong>een</strong> verter<strong>in</strong>gsbevoegdheid<br />

gekregen, dan kan hij deze belast<strong>in</strong>gschuld<br />

niet voldoen uit de verkoopopbrengst van de aandelen.<br />

3 Testamentaire clausules<br />

3.1 Mak<strong>in</strong>g onder voorwaarden<br />

Voor de erfgenaam of legataris is <strong>een</strong> mak<strong>in</strong>g onder<br />

voorwaarden afhankelijk van <strong>een</strong> toekomstige onzekere<br />

gebeurtenis, zoals bij de zogenoemde dertigdagenclausule.<br />

Hierbij verkrijgt men onder de ontb<strong>in</strong>dende voorwaarde van<br />

overlijden. Indien de erfgenaam bij aanvang van de<br />

dertigste dag na de dag van erflaters overlijden zelf niet<br />

meer <strong>in</strong> leven is, erft hij niet. Bij <strong>een</strong> dergelijke clausule is<br />

dus <strong>een</strong> andere persoon de erfgenaam onder opschortende<br />

voorwaarde.<br />

Het is de vraag wat de gevolgen voor de aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g<br />

zijn van <strong>een</strong> dergelijke dertigdagenclausule<br />

<strong>in</strong>dien bijvoorbeeld de erflater op 30 december 2012<br />

overlijdt en de erfgenaam die onder de ontb<strong>in</strong>dende<br />

voorwaarde van overlijden heeft verkregen, vier dagen later<br />

(op 3 januari 2013) overlijdt. Deze vraag is slechts relevant<br />

wanneer b<strong>in</strong>nen deze periode van vier dagen ook sprake is<br />

van <strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang. Onder de aanmerkelijk<br />

belangregel<strong>in</strong>g worden immers de reguliere en<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsvoordelen belast en niet louter <strong>het</strong> bezit,<br />

voor zover niet sprake is van <strong>het</strong> forfaitaire voordeel uit<br />

<strong>een</strong> vrijgestelde belegg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en uit buitenlandse<br />

belegg<strong>in</strong>gslichamen.<br />

Voor de beantwoord<strong>in</strong>g hiervan is <strong>het</strong> van belang of aan de


<strong>in</strong>werk<strong>in</strong>gtred<strong>in</strong>g van de ontb<strong>in</strong>dende voorwaarde terugwerkende<br />

kracht toekomt. Aangezien aan <strong>het</strong> <strong>in</strong> vervull<strong>in</strong>g<br />

gaan van <strong>een</strong> voorwaarde g<strong>een</strong> terugwerkende kracht is<br />

verbonden, moet de eerste erfgenaam zijn <strong>in</strong>komen uit<br />

aanmerkelijk belang m<strong>een</strong>emen <strong>in</strong> zijn aangifte <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

over zowel 2012 als 2013. De tweede erfgenaam<br />

die op 2 januari 2013 verkrijgt, zal <strong>in</strong> 2013 zijn <strong>in</strong>komen uit<br />

aanmerkelijk belang m<strong>een</strong>emen <strong>in</strong> zijn aangifte <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g.<br />

Moet <strong>het</strong> forfaitaire rendement worden toegepast,<br />

dan zal dat over januari 2013 bij twee verschil lende<br />

belast<strong>in</strong>gplichtigen tot <strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang<br />

leiden. Zoals besproken is door <strong>het</strong> overlijden van de<br />

erflater sprake van <strong>een</strong> fictieve vervreemd<strong>in</strong>g, waarvoor<br />

slechts onder voorwaarden <strong>een</strong> doorschuifregel<strong>in</strong>g geldt.<br />

Als door <strong>het</strong> overlijden van de eerste erfgenaam de<br />

ontb<strong>in</strong>dende voorwaarde gaat werken, zal wederom <strong>in</strong><br />

beg<strong>in</strong>sel moeten worden afgerekend. Gezien <strong>het</strong> relatief<br />

korte tijdsverloop zal de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer<br />

tussen <strong>het</strong> eerste en <strong>het</strong> tweede overlijden nauwelijks<br />

verschillen. Zoals hiervoor is besproken moet de keuze voor<br />

doorschuiven worden gemaakt door de erfgenamen.<br />

3.2 Tweetrapsmak<strong>in</strong>gen<br />

Bij de zogenoemde tweetrapsmak<strong>in</strong>gen is sprake van twee<br />

mak<strong>in</strong>gen onder voorwaarden. Het betreft <strong>een</strong> mak<strong>in</strong>g onder<br />

ontb<strong>in</strong>dende voorwaarde van overlijden van de bezwaarde en<br />

<strong>een</strong> mak<strong>in</strong>g onder opschortende voorwaarde ten gunste van<br />

de verwachter, <strong>in</strong>dien deze laatste op dat moment nog <strong>in</strong><br />

leven is. Er zijn dus twee verkrijgers te onderscheiden. De<br />

eerste wordt de bezwaarde en de tweede de verwachter<br />

genoemd. Indien de verwachter niet (meer) bestaat bij <strong>het</strong><br />

overlijden van de bezwaarde, wordt <strong>het</strong> recht van deze<br />

laatste onvoorwaardelijk. De erflater heeft dus <strong>in</strong> zijn<br />

testament bepaald wie <strong>een</strong> goed of erfdeel verkrijgt nadat<br />

<strong>een</strong> eerdere erfgenaam of legataris is overleden.<br />

Bij de tweetrapsmak<strong>in</strong>g verkrijgt de bezwaarde de aandelen<br />

<strong>in</strong> volle eigendom en neemt hij deze op <strong>in</strong> box 2.<br />

De verwachter verkrijgt pas wanneer <strong>het</strong> recht van de<br />

bezwaarde e<strong>in</strong>digt en heeft g<strong>een</strong> vorder<strong>in</strong>g op de bezwaarde.<br />

Daarom neemt hij zolang de opschortende voorwaarde niet<br />

is <strong>in</strong>getreden, niets op voor de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g.<br />

Ook is <strong>het</strong> mogelijk dat de erflater <strong>in</strong> zijn testament <strong>een</strong><br />

legaat heeft opgenomen, onder ontb<strong>in</strong>dende voorwaarde van<br />

overlijden van de legataris/bezwaarde en <strong>een</strong> legaat onder<br />

opschortende voorwaarde ten gunste van de legataris/<br />

verwachter. De legataris/bezwaarde neemt de gelegateerde<br />

vermogensbestanddelen op box 2.<br />

Zowel bij de verkrijg<strong>in</strong>g onder ontb<strong>in</strong>dende voorwaarde van<br />

overlijden door <strong>een</strong> erfgenaam/bezwaarde als door <strong>een</strong><br />

legataris/bezwaarde is sprake van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g van <strong>het</strong><br />

aanmerkelijk belang, waarvoor de doorschuifregel<strong>in</strong>g kan<br />

gelden. Dit geldt ook als de ontb<strong>in</strong>dende voorwaarde <strong>in</strong><br />

werk<strong>in</strong>g treedt en de verwachter <strong>het</strong> aanmerkelijk belang<br />

onder opschortende voorwaarde verkrijgt. In paragraaf 2.4<br />

is besproken dat <strong>het</strong> verzoek voor toepass<strong>in</strong>g van de<br />

doorschuif regel<strong>in</strong>g moet worden gedaan <strong>in</strong> de aangifte<br />

<strong>in</strong>komsten belast<strong>in</strong>g van de erflater, door de gezamenlijke<br />

belang hebbenden. De bezwaarde verkrijgt direct bij <strong>het</strong><br />

overlijden van de erflater, zodat hij met de overige<br />

belanghebbenden onder voorwaarden kan kiezen voor de<br />

doorschuifregel<strong>in</strong>g. Als op <strong>het</strong> moment van overlijden van<br />

de bezwaarde de verwachter <strong>in</strong> leven is, treedt zowel de<br />

ontb<strong>in</strong>dende als de opschortende voorwaarde <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g.<br />

4 Conclusies<br />

PE-artikel<br />

●● Bij <strong>het</strong> opstellen van <strong>een</strong> testament ten behoeve van<br />

<strong>een</strong> testateur met <strong>een</strong> aanmerkelijk belang moet worden<br />

gedacht aan de implicaties van de aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g<br />

op de afwikkel<strong>in</strong>g van de boedel. Hierbij komt<br />

onder andere de vraag aan de orde of de latente of<br />

nom<strong>in</strong>ale <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>gschuld <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g moet<br />

worden genomen en voor wiens reken<strong>in</strong>g de belast<strong>in</strong>gschuld<br />

komt.<br />

●● Bij de afwikkel<strong>in</strong>g van de nalatenschap met <strong>een</strong> aan-<br />

merkelijk belang spelen de nodige vragen. Bij <strong>een</strong><br />

keuzetestament moeten de consequenties van de drie<br />

alternatieven worden berekend, zoals (quasi) wettelijke<br />

verdel<strong>in</strong>g, vruchtgebruik en keuzelegaat.<br />

●● Bij de afwikkel<strong>in</strong>g van de nalatenschap met <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang moeten de alternatieven doorschuiven<br />

of afrekenen over de aanmerkelijk belangclaim<br />

worden meegenomen.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 15


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

De commanditaire<br />

als opvolg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strument<br />

16 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl


vennootschap<br />

Punten FFP:<br />

zie PER<br />

Yvonne Tigelaar-Klootwijk<br />

Drs. Y.M. Tigelaar-Klootwijk is verbonden<br />

aan <strong>het</strong> Fiscaal Economisch Instituut van de<br />

Erasmus Universiteit en daarnaast werkzaam als<br />

zelfstandig belast<strong>in</strong>gadviseur bij Scientia Fiscalis.<br />

Trefwoorden: commanditaire<br />

vennootschap, bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteit<br />

SW, doorschuiffaciliteiten, stak<strong>in</strong>g<br />

Kennistoets<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Leerdoelen<br />

Na <strong>het</strong> lezen van dit artikel weet u:<br />

●● waarom <strong>het</strong> fiscaal aantrekkelijk is<br />

<strong>een</strong> commanditaire vennootschap<br />

(cv) te gebruiken als opvolg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strument;<br />

●● welke fiscale gevolgen er zijn<br />

verbonden aan <strong>het</strong> aangaan van<br />

<strong>een</strong> cv;<br />

●● welke voorwaarden gelden om de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten uit de<br />

Wet IB 2001 en de SW 1956 toe te<br />

kunnen passen.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Het is vanuit verschillende oogpunten <strong>in</strong>teressant <strong>een</strong><br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g via <strong>een</strong> commanditaire vennootschap<br />

(cv) te laten verlopen. Zo kan <strong>een</strong> geleidelijke bedrijfsoverdracht<br />

tot stand worden gebracht tussen bijvoorbeeld<br />

<strong>een</strong> ouder en <strong>een</strong> k<strong>in</strong>d. Het voordeel voor <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d<br />

is dat deze de ouder nog niet (volledig) hoeft uit te kopen.<br />

Het kapitaal van de ouder blijft <strong>in</strong> de vennootschap zitten.<br />

Maar ook fiscale motieven spelen <strong>een</strong> rol bij de keuze<br />

voor <strong>een</strong> cv. Zo kan de zeer ruime bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

<strong>in</strong> de Successiewet 1956 (SW 1956) van<br />

toepass<strong>in</strong>g zijn als <strong>een</strong> commanditair aandeel vererft of<br />

wordt geschonken. Ook kunnen doorschuiffaciliteiten <strong>in</strong><br />

de Wet <strong>in</strong>komsten belast<strong>in</strong>g 2001 (Wet IB 2001) worden<br />

toegepast.<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

Fiscaal<br />

In dit artikel wordt allereerst <strong>in</strong>gegaan op de fiscale<br />

gevolgen van <strong>het</strong> aangaan van <strong>een</strong> cv. 1 Vervolgens wordt<br />

aandacht besteed aan <strong>het</strong> uite<strong>in</strong>delijke uittreden van de<br />

commanditaire vennoot, zowel bij leven als bij overlijden.<br />

Dit uittreden leidt tot heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>kom sten belast<strong>in</strong>g.<br />

Bij overlijden wordt ook erfbelast<strong>in</strong>g geheven.<br />

Schenkbelast<strong>in</strong>g is verschuldigd als <strong>het</strong> cv-aandeel wordt<br />

geschonken. Aan de orde komt de vraag aan welke<br />

voorwaarden moet worden voldaan om gebruik te kunnen<br />

maken van de bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gs faciliteit <strong>in</strong> de SW 1956.<br />

Dit wordt vervolgens ook uitgewerkt voor de doorschuiffaciliteiten<br />

<strong>in</strong> de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g.<br />

Het artikel wordt afgesloten met <strong>een</strong> conclusie.<br />

2. De fiscale gevolgen van<br />

<strong>het</strong> aangaan van <strong>een</strong> cv<br />

PE-artikel<br />

Een cv kan op verschillende manieren ontstaan. Zo kunnen<br />

twee personen al samen <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g drijven <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 17


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

vennootschap onder firma (vof). Wil <strong>een</strong> van deze personen<br />

<strong>een</strong> stapje terug doen, dan kunnen de vennoten besluiten<br />

de rechtsvorm te wijzigen <strong>in</strong> <strong>een</strong> cv. Over deze situatie later<br />

meer. Eerst wordt <strong>in</strong>gegaan op de cv die ontstaat vanuit <strong>een</strong><br />

<strong>een</strong>manszaak. Hierbij kan worden gedacht aan de situatie<br />

waar<strong>in</strong> vader eraan toe is zijn ondernem<strong>in</strong>g over te dragen<br />

aan zijn zoon. Wanneer de zoon niet <strong>in</strong> staat is de overname<br />

van de ondernem<strong>in</strong>g volledig te f<strong>in</strong>ancieren, kan vader<br />

ervoor kiezen zijn ondernem<strong>in</strong>g tegen schuldigerkenn<strong>in</strong>g<br />

over te dragen. De vorder<strong>in</strong>g van vader op zoon behoort <strong>in</strong><br />

de regel tot de rendementsgrondslag van box 3, mits sprake<br />

is van zakelijke voorwaarden. 2<br />

Indien de vorder<strong>in</strong>g niet onder zakelijke voorwaarden is<br />

aangegaan en derhalve als ongebruikelijke terbeschikk<strong>in</strong>gstell<strong>in</strong>g<br />

kwalificeert, valt de vorder<strong>in</strong>g onder art. 3.91, lid 3,<br />

Wet IB 2001 (box 1). Voor de fiscale w<strong>in</strong>st bepal<strong>in</strong>g moeten<br />

vader en zoon uitgaan van de zakelijke rente.<br />

De vraag of sprake is van zakelijke voorwaarden speelt g<strong>een</strong><br />

rol als <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d m<strong>in</strong>derjarig is. Het k<strong>in</strong>d is dan op grond<br />

van art. 3.91, lid 2, onderdeel b, onder 2°, Wet IB 2001 <strong>een</strong><br />

verbonden persoon. Aan art. 3.91, lid 3, Wet IB 2001 wordt<br />

dan niet meer toegekomen.<br />

VOORBEELD 1<br />

Vader draagt zijn ondernem<strong>in</strong>g over aan zijn zoon tegen<br />

schuldigerkenn<strong>in</strong>g. De len<strong>in</strong>g wordt als zakelijk bestem peld.<br />

De zoon kan de betaalde rente aftrekken van zijn w<strong>in</strong>st <strong>in</strong><br />

box 1. Vader geeft de len<strong>in</strong>g aan <strong>in</strong> box 3. Na bijvoorbeeld<br />

vijf jaar blijkt dat de zoon niet <strong>in</strong> staat is de dan resterende<br />

schuld te voldoen. Dit verlies is voor vader niet meer<br />

aftrekbaar <strong>in</strong> box 1. De vorder<strong>in</strong>g zit <strong>in</strong> box 3. Bij overlijden<br />

van vader is de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW 1956<br />

niet van toepass<strong>in</strong>g. De vorder<strong>in</strong>g kwalifi ceert niet als<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen.<br />

Het verlies op de vorder<strong>in</strong>g kan wel <strong>in</strong> box 1 <strong>in</strong> aftrek<br />

worden gebracht als de vorder<strong>in</strong>g <strong>in</strong> box 1 onder de<br />

terbeschikk<strong>in</strong>gstell<strong>in</strong>gsbepal<strong>in</strong>gen valt (art. 3.91 Wet IB<br />

2001). De bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW 1956 kan<br />

nog steeds niet worden toegepast.<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot de terbeschikk<strong>in</strong>gstell<strong>in</strong>gsbepal<strong>in</strong>gen<br />

kan de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit all<strong>een</strong> worden toegepast<br />

als sprake is van <strong>een</strong> onroerende zaak (art. 35c, lid 1,<br />

onderdeel d, SW 1956).<br />

In plaats van over te dragen tegen schuldigerkenn<strong>in</strong>g kan<br />

vader besluiten <strong>een</strong> cv met zijn zoon aan te gaan. Het<br />

kapitaal van vader blijft dan beschikbaar voor de ondernem<strong>in</strong>g<br />

en aan de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs problemen van de zoon<br />

wordt (gedeeltelijk) tegemoetgekomen. Vader krijgt <strong>een</strong><br />

vergoed<strong>in</strong>g over <strong>het</strong> geïnvesteerde kapitaal. 3 Aldus kan<br />

vader <strong>een</strong> stapje terug doen, maar <strong>een</strong> beroep op de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW 1956 blijft <strong>een</strong><br />

mogelijkheid. Daarop wordt later <strong>in</strong>gegaan.<br />

Het aangaan van <strong>een</strong> cv heeft voor vader gevolgen voor de<br />

heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g. 4 Als commanditair vennoot<br />

18 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

kwalificeert hij niet meer als ondernemer, omdat hij niet<br />

voldoet aan de verbondenheidseis; hij is normaliter slechts<br />

aansprakelijk tot <strong>het</strong> bedrag van zijn <strong>in</strong>breng. Om te<br />

voorkomen dat de commanditair vennoot <strong>in</strong> box 3 zou<br />

worden belast, is <strong>in</strong> de Wet IB 2001 art. 3.3, lid 1,<br />

onderdeel a opgenomen. Degene die anders dan als<br />

ondernemer of aandeelhouder als medegerechtigde tot <strong>het</strong><br />

vermogen van <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g is gerechtigd, geniet toch<br />

w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g. 5 De commanditair vennoot is dus<br />

g<strong>een</strong> ondernemer, geniet wel w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g, maar<br />

heeft g<strong>een</strong> recht op ondernemersfaciliteiten. Vader wordt<br />

derhalve als commanditair vennoot <strong>in</strong> box 1 belast als<br />

mede gerechtigde (art. 3.3, lid 1, onderdeel a, Wet IB 2001).<br />

Dit betekent dat hij nog wel w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g blijft<br />

genieten. Naar mijn men<strong>in</strong>g hoeft de enkele overgang van<br />

ondernemer naar commanditair vennoot voor vader niet tot<br />

afreken<strong>in</strong>g over de stille en fiscale reserves te leiden. In art.<br />

3.3 Wet IB 2001 staat <strong>in</strong> de aanhef: ‘Belastbare w<strong>in</strong>st uit<br />

ondernem<strong>in</strong>g is mede (…)’. Dit artikel geeft derhalve <strong>een</strong><br />

uitbreid<strong>in</strong>g aan art. 3.2 waar<strong>in</strong> wordt beschreven wat<br />

belastbare w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g is. Daarnaast ben ik deze<br />

men<strong>in</strong>g toegedaan omdat de subjectieve ondernem<strong>in</strong>g van<br />

de belast<strong>in</strong>gplichtige <strong>in</strong> stand blijft. Ook uit de<br />

parlementaire behandel<strong>in</strong>g blijkt deze bedoel<strong>in</strong>g: ‘(…)<br />

Voorts betreft <strong>het</strong> degene die <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van erfopvolg<strong>in</strong>g<br />

of huwelijksontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g medegerechtigd wordt tot <strong>een</strong><br />

ondernem<strong>in</strong>g. Met deze opzet wordt bereikt dat <strong>in</strong> situaties<br />

van overgang van actief ondernemerschap naar medegerechtigdheid<br />

tot dezelfde ondernem<strong>in</strong>g, e<strong>in</strong>dafreken<strong>in</strong>g<br />

kan worden voorkomen. Doordat deze medegerechtigden<br />

worden belast <strong>in</strong> box I v<strong>in</strong>dt belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g plaats naar <strong>het</strong><br />

feitelijke <strong>in</strong>komen <strong>in</strong> plaats van naar <strong>het</strong> forfaitaire<br />

rendement.’ 6 Deze passage is geschreven <strong>in</strong> de tijd dat de<br />

commanditair vennoot nog <strong>in</strong> box 3 zou worden belast,<br />

maar waarbij de commanditair de mogelijkheid had om te<br />

kiezen als medegerechtigde <strong>in</strong> box 1 te worden belast.<br />

Afrekenen is voor vader wel aan de orde als de<br />

gerechtigdheid tot de stille reserves of goodwill wijzigt.<br />

Er is dan sprake van <strong>een</strong> gedeeltelijke stak<strong>in</strong>g. 7


VOORBEELD 2<br />

Pa Karelsen drijft <strong>een</strong> horecaondernem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de vorm<br />

van <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak. Pa wil uite<strong>in</strong>delijk de ondernem<strong>in</strong>g<br />

overdragen aan zijn zoon Thijs. Aangezien pa nog niet<br />

helemaal uit de zaak wil, komen hij en Thijs over<strong>een</strong> dat zij<br />

de ondernem<strong>in</strong>g gaan uitoefenen <strong>in</strong> <strong>een</strong> cv. Pa wordt<br />

commanditair vennoot en Thijs beherend vennoot.<br />

Ze komen over<strong>een</strong> dat Thijs gerechtigd wordt tot 60% van<br />

de stille reserves. Bedragen de stille reserves op <strong>het</strong><br />

moment van <strong>het</strong> aangaan van de cv € 200.000, dan zou pa<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g verschuldigd zijn over <strong>een</strong> bedrag van<br />

€ 120.000. Pa kan evenwel de stille reserves van<br />

€ 120.000 voorbehouden. Daartoe zal moeten worden<br />

vastgelegd dat de stille reserves <strong>in</strong> de betreffende<br />

vermogensbestanddelen op dat moment € 120.000<br />

bedragen. Het mag evenwel niet zo worden vastgelegd dat<br />

pa dit bedrag zeker zal krijgen. Bedragen bij uittreden van<br />

pa over vijf jaar de stille reserves op de betreffende<br />

vermogensbestanddelen € 220.000, dan heeft pa recht op<br />

40% van € 220.000 (aandeel pa) plus de eerder<br />

voorbehouden reserves van € 120.000 (totaal<br />

€ 208.000). Aan Thijs komt € 12.000 toe (60% van<br />

€ 220.000 m<strong>in</strong>us € 120.000). Bedragen de betreffende<br />

stille reserves op <strong>het</strong> moment van uittreden van pa<br />

evenwel € 150.000, dan heeft hij recht op 40% van<br />

€ 150.000 plus € 90.000. Het bedrag dat bij <strong>het</strong> aangaan<br />

van de cv is voorbehouden (€ 120.000) is gedeeltelijk<br />

verloren gegaan. Dan blijkt <strong>het</strong> nadeel van <strong>een</strong> voorbehoud<br />

van stille reserves voor pa.<br />

Belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g kan allereerst worden voorkomen als de <strong>in</strong><br />

art. 3.63 Wet IB 2001 opgenomen doorschuif faciliteit kan<br />

worden toegepast. Dit kan all<strong>een</strong> als vader en zoon<br />

gedurende 36 maanden <strong>een</strong> samenwerk<strong>in</strong>gs verband hebben<br />

gehad of als de zoon gedurende 36 maanden als werknemer<br />

<strong>in</strong> dienst is geweest bij zijn vader. All<strong>een</strong> de laatste situatie<br />

kan hier, nu sprake is van <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak van vader, van<br />

toepass<strong>in</strong>g zijn. Het toepassen van <strong>een</strong> doorschuiffaciliteit<br />

biedt de zoon <strong>het</strong> voordeel van <strong>een</strong> lagere prijs. Hij neemt<br />

immers de belast<strong>in</strong>gclaim van vader over en wil hiervoor de<br />

prijs gecorrigeerd hebben. Een nadeel is er ook: de zoon<br />

gaat over <strong>een</strong> lager bedrag afschrijven (over de<br />

boekwaarde).<br />

Belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g bij vader kan ook worden voorkomen als<br />

vader de stille reserves voorbehoudt. Het voor behoud kan<br />

worden beperkt tot de stille reserves die op <strong>het</strong> moment van<br />

<strong>in</strong>breng aanwezig zijn, maar kan ook worden uitgebreid met<br />

toekomstige stille reserves of goodwill. Het voorbehouden<br />

van stille reserves is voor vader evenwel <strong>een</strong> onzekere zaak,<br />

omdat hij niet weet welk bedrag hij daar uite<strong>in</strong>delijk voor<br />

zal ontvangen. Het bedrag aan voorbehouden stille reserves<br />

of goodwill mag bij <strong>in</strong>breng overigens niet worden<br />

gefixeerd. 8<br />

Dit betekent dat op <strong>het</strong> moment van <strong>in</strong>breng moet worden<br />

bepaald welke waarde de stille reserves of goodwill hebben,<br />

maar <strong>het</strong> mag niet zo worden vast gelegd dat vader dit<br />

bedrag zeker zal krijgen. Overigens ligt <strong>het</strong> voor de hand<br />

dat vader rente vergoed zal krijgen over <strong>het</strong> bedrag van de<br />

Fiscaal<br />

voorbehouden stille reserves. Deze rentevergoed<strong>in</strong>g maakt<br />

deel uit van de w<strong>in</strong>st bereken<strong>in</strong>g.<br />

Een andere mogelijkheid om de belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g bij vader te<br />

voorkomen is dat vader bepaalde vermogens bestanddelen niet<br />

<strong>in</strong>brengt <strong>in</strong> de cv.<br />

Deze vermogens bestanddelen gaan dan tot <strong>het</strong> buitenvennoot<br />

schappelijk ondernem<strong>in</strong>gsvermogen van vader<br />

behoren. De cv maakt wel gebruik van de vermogensbestanddelen.<br />

Via de w<strong>in</strong>stverdel<strong>in</strong>g krijgt vader daar voor<br />

<strong>een</strong> vergoed<strong>in</strong>g. Een nadeel voor de zoon is dat hij niet<br />

deelt <strong>in</strong> de eventuele waardevermeerder<strong>in</strong>gen van deze<br />

vermogens bestanddelen. Een voordeel voor de zoon is dat<br />

hij deze vermogensbestanddelen niet hoeft te f<strong>in</strong>ancieren.<br />

Dit verlaagt de overnameprijs. 9<br />

Belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g kan ook worden voorkomen door over te<br />

dragen tegen boekwaarde. Hiervoor kan allereerst worden<br />

gekozen als vader zijn zoon wil compenseren voor eventueel<br />

achterstallig loon of te laag loon. Het spreekt voor zich dat<br />

de zoon dan wel <strong>in</strong> de onder nem<strong>in</strong>g van vader werkzaam<br />

moet zijn geweest. Ook kan vader overdragen tegen boekwaarde,<br />

waarbij de zoon bewust wordt bevoordeeld. 10<br />

Naast de overgang van <strong>een</strong>manszaak naar cv kan de cv ook<br />

ontstaan uit <strong>een</strong> vof tussen vader en zoon.<br />

De gevolgen van <strong>het</strong> aangaan van <strong>een</strong> cv zijn voor de<br />

heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g grotendeels gelijk aan die<br />

bij de overgang van <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak naar <strong>een</strong> cv. All<strong>een</strong> de<br />

verschillen worden besproken. Allereerst de toepass<strong>in</strong>g van<br />

de <strong>in</strong> art. 3.63 Wet IB 2001 opgenomen doorschuif faciliteit.<br />

Gaat <strong>een</strong> belang bij de stille reserves of goodwill over van<br />

vader naar zoon, dan kan de <strong>in</strong> art. 3.63 Wet IB 2001<br />

opgenomen doorschuif faciliteit ook worden toegepast als de<br />

zoon 36 maanden is opge nomen geweest <strong>in</strong> de vof met zijn<br />

vader. Het buiten vennootschappelijk houden van <strong>een</strong><br />

vermogens bestanddeel zal <strong>in</strong> deze situatie niet snel aan de<br />

orde zijn. Deze keuze is al gemaakt bij <strong>het</strong> aangaan van de<br />

vof. Hoogstens kan bij de omvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de cv worden<br />

besloten <strong>een</strong> vermogensbestanddeel dat aanvankelijk<br />

buitenven noot schappelijk is gehouden (gedeeltelijk) over te<br />

dragen aan de zoon. Dit leidt dan wederom tot heff<strong>in</strong>g voor<br />

zover <strong>het</strong> belang <strong>in</strong> de stille reserves overgaat op de zoon.<br />

Aannemelijk is dat hier dan ook de doorschuiffaciliteit uit<br />

art. 3.63 Wet IB 2001 kan worden toegepast. Ook kunnen de<br />

stille reserves worden voorbehouden.<br />

3. Het uittreden van de<br />

commanditair vennoot als<br />

gevolg van overlijden<br />

PE-artikel<br />

De gevolgen van <strong>het</strong> uittreden van de commanditair<br />

vennoot zijn net zo belangrijk als die van <strong>het</strong> aangaan van<br />

de cv. Hier wordt <strong>in</strong>gegaan op overlijden. Aan de orde<br />

komen de heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g en de heff<strong>in</strong>g van<br />

erfbelast<strong>in</strong>g.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 19


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

3.1 Heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

Het overlijden van de commanditair vennoot leidt tot <strong>een</strong><br />

fictieve stak<strong>in</strong>g op grond van art. 3.58 Wet IB 2001.<br />

Dit betekent dat de commanditair vennoot c.q. diens erfgenamen<br />

moeten afrekenen over de <strong>in</strong> <strong>het</strong> onder nem<strong>in</strong>gsvermogen<br />

begrepen stille reserves of goodwill en fiscale<br />

reserves. De commanditair vennoot kan zonder problemen<br />

de <strong>in</strong> art. 3.62 Wet IB 2001 opgenomen door schuifmogelijkheid<br />

benutten, mits de zoon de onder nem<strong>in</strong>g van<br />

vader rechtstreeks voortzet. 11 Het is all<strong>een</strong> niet mogelijk de<br />

oudedags reserve door te schuiven naar de zoon. Dit kan,<br />

onder voorwaarden, all<strong>een</strong> naar de partner. Het is wel<br />

mogelijk de oudedagsreserve om te zetten <strong>in</strong> <strong>een</strong> lijfrente,<br />

maar dan moeten voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn<br />

om de premie te kunnen voldoen aan de verzekeraar.<br />

In plaats van de belast<strong>in</strong>gclaim door te schuiven, kan<br />

er ook voor worden gekozen af te rekenen waarbij de<br />

erfgenamen <strong>een</strong> verzoek doen tot uitstel van betal<strong>in</strong>g.<br />

Dit uitstel is renteloos en geldt voor <strong>een</strong> periode van tien<br />

jaar (gerekend vanaf de vervaldag van de voor de belast<strong>in</strong>gaanslag<br />

geldende enige of laatste betal<strong>in</strong>gs termijn). Er moet<br />

wel reken<strong>in</strong>g worden gehouden met <strong>het</strong> feit dat de<br />

belast<strong>in</strong>g schuld niet als schuld kwalifi ceert <strong>in</strong> box 3.<br />

3.2 Heff<strong>in</strong>g van erfbelast<strong>in</strong>g<br />

Over de waarde van <strong>het</strong> cv-aandeel is erfbelast<strong>in</strong>g<br />

verschuldigd. Het mooie is evenwel dat <strong>een</strong> beroep kan<br />

worden gedaan op de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteit <strong>in</strong> de<br />

SW 1956 (art. 35b SW 1956). De wetgever heeft wel bepaald<br />

dat <strong>een</strong> dergelijke medegerechtigdheid all<strong>een</strong> kwalificeert<br />

als ondernem<strong>in</strong>gsvermogen als de mede gerechtigdheid <strong>een</strong><br />

rechtstreekse voortzett<strong>in</strong>g vormt van <strong>een</strong> eerder door<br />

de erflater gedreven IB-onder nem<strong>in</strong>g (art. 35c, lid 2,<br />

SW 1956). Dit betekent dat de cv moet zijn ontstaan uit<br />

<strong>een</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsverband (vof) of uit <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak<br />

waarbij de commanditair vennoot destijds als ‘gewoon’<br />

ondernemer kwalifi ceerde. Vervolgens geldt dat <strong>het</strong> cvaandeel<br />

moet worden verkregen door <strong>een</strong> persoon die op<br />

<strong>het</strong> moment van overlijden van de erflater reeds beherend<br />

vennoot is <strong>in</strong> de cv. De erflater zelf moet m<strong>in</strong>imaal één<br />

jaar commanditair vennoot zijn geweest op <strong>het</strong> moment<br />

van overlijden. Het nadeel van de eis dat de verkrijger al<br />

beherend vennoot moet zijn op <strong>het</strong> moment van over lijden,<br />

is dat familieleden die g<strong>een</strong> beherend vennoot zijn en als<br />

gevolg van de verkrijg<strong>in</strong>g commanditair vennoot worden de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit niet kunnen toepassen. Dit is<br />

<strong>een</strong> nadeel, omdat deze familieleden via hun commanditaire<br />

deelname als f<strong>in</strong>ancier kunnen optreden van de feitelijke<br />

onder nem<strong>in</strong>g. Dit geldt ook als <strong>het</strong> commanditair belang<br />

vererft naar de langstlevende partner die g<strong>een</strong> beherend<br />

vennoot is en ook niet wordt.<br />

Toepass<strong>in</strong>g van de faciliteit houdt <strong>in</strong> dat g<strong>een</strong> erfbelast<strong>in</strong>g<br />

is verschuldigd als de waarde go<strong>in</strong>g concern van <strong>het</strong><br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen niet hoger is dan € 1.028.132. 12<br />

De vrijstell<strong>in</strong>g van € 1.028.132 wordt niet per verkrijger<br />

verl<strong>een</strong>d, maar per objectieve ondernem<strong>in</strong>g. Tot de<br />

objectieve ondernem<strong>in</strong>g behoort <strong>in</strong> casu <strong>het</strong> totale<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen van de CV. Daarnaast behoren tot<br />

de objectieve ondernem<strong>in</strong>g onroerende zaken die tot <strong>het</strong><br />

20 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

buitenvennootschappelijk ondernem<strong>in</strong>gsvermogen van <strong>een</strong><br />

firmant behoren. De vrijstell<strong>in</strong>g voor iedere afzonderlijke<br />

verkrijger wordt bepaald door de breuk die wordt gevormd<br />

door de waarde van de verkrijg<strong>in</strong>g te delen door de waarde<br />

van de totale objectieve ondernem<strong>in</strong>g 13 en dit vervolgens<br />

te vermenigvuldigen met € 1.028.132. Hetg<strong>een</strong> boven<br />

dit bedrag aan ondernem<strong>in</strong>gsvermogen wordt verkregen<br />

wordt nog voor 83% vrijgesteld. Dit is de totale voorwaardelijke<br />

vrijstell<strong>in</strong>g. Alle vrijstell<strong>in</strong>gen zijn voorwaardelijk.<br />

De verkrijger moet gedurende vijf jaar uit de<br />

medegerechtigdheid w<strong>in</strong>st blijven genieten. Naar mijn<br />

men<strong>in</strong>g zou <strong>het</strong> ook voldoende moeten zijn als de ver krijger<br />

de ondernem<strong>in</strong>g voortzet <strong>in</strong> de vorm van <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak.<br />

Voor de resterende 17% kan rente dragend uitstel van<br />

betal<strong>in</strong>g worden verkregen (art. 25, lid 12, Invorder<strong>in</strong>gswet<br />

1990).<br />

4. Het uittreden van de<br />

commanditair vennoot bij leven<br />

Het zal niet altijd wenselijk zijn dat de cv <strong>in</strong> stand blijft tot<br />

<strong>het</strong> moment van overlijden. Zo kan de cv destijds met name<br />

zijn opgericht om f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs problemen bij de opvolger te<br />

verm<strong>in</strong>deren. Heeft de opvolger na <strong>een</strong> aantal jaren<br />

voldoen de middelen om <strong>het</strong> aandeel van de commanditair<br />

vennoot uit te kopen, dan kan <strong>het</strong> de wens van partijen<br />

zijn de cv te ontb<strong>in</strong>den. Hierna wordt weer afzonderlijk<br />

aan dacht besteed aan de gevolgen voor de heff<strong>in</strong>g van<br />

<strong>in</strong>komsten belast<strong>in</strong>g en de eventuele gevolgen voor de<br />

heff<strong>in</strong>g voortvloeiend uit de SW 1956.<br />

4.1 Heff<strong>in</strong>g <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

Als de commanditair vennoot zijn aandeel overdraagt aan<br />

de opvolger, wordt dit gezien als stak<strong>in</strong>g van de medegerechtigd<br />

heid. Dit betekent dat moet worden afgerekend<br />

over de <strong>in</strong> <strong>het</strong> ondernem<strong>in</strong>gs vermogen begrepen stille<br />

reserves of goodwill en fiscale reserves. Heeft de cv<br />

gedurende 36 maanden bestaan, dan kan zonder problemen<br />

worden doorgeschoven naar de opvolger (art. 3.63 Wet IB<br />

2001). De oudedagsreserve kan wederom all<strong>een</strong> worden<br />

doorgeschoven naar de partner (net als bij overlijden). Dit<br />

betekent dat bij <strong>het</strong> aangaan van de cv gebruik kan zijn<br />

gemaakt van art. 3.63 Wet IB 2001 en dat dit weer aan de<br />

orde is bij <strong>het</strong> uittreden van de commanditaire vennoot.<br />

In plaats van gebruik te maken van de doorschuif faciliteit<br />

kan ook <strong>een</strong> beroep worden gedaan op <strong>een</strong> <strong>in</strong>vorder<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

(art. 25, lid 18 en 19, IW 1990). Dan moet de<br />

overdracht wel tegen schuldigerkenn<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>den. Deze<br />

<strong>in</strong>vorder<strong>in</strong>gsfaciliteit is renteloos. Het uitstel wordt<br />

evenredig verm<strong>in</strong>derd. Daarmee wordt bedoeld dat <strong>het</strong><br />

uitstel gekoppeld is aan de afloss<strong>in</strong>gstermijn, maar waarbij<br />

de duur van <strong>het</strong> uitstel maximaal tien jaar is. Bij <strong>een</strong><br />

afloss<strong>in</strong>gs periode van bijvoorbeeld acht jaar moet de<br />

belast<strong>in</strong>g <strong>in</strong> acht jaar lijkse termijnen worden voldaan.<br />

Het bedrag waarvoor uitstel wordt genoten, wordt<br />

herrekend als extra afloss<strong>in</strong>gen plaatsv<strong>in</strong>den.


4.2 Heff<strong>in</strong>g op grond van SW 1956<br />

Heff<strong>in</strong>g op grond van de SW 1956 is all<strong>een</strong> aan de orde als<br />

<strong>het</strong> cv-aandeel wordt geschonken. Behoort schenk<strong>in</strong>g tot de<br />

mogelijkheden, dan kan <strong>een</strong> beroep worden gedaan op de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW 1956. De vrijstell<strong>in</strong>gen<br />

en <strong>het</strong> uitstel ten aanzien van ondernem<strong>in</strong>gsvermogen zijn<br />

bij schenk<strong>in</strong>g gelijk luidend aan die bij overlijden. Er gelden<br />

wel extra eisen ten aanzien van de schenker. Zo moet de<br />

schenker volgens de wettekst vijf jaar voorafgaande aan<br />

de schenk<strong>in</strong>g commanditair vennoot zijn geweest (art.<br />

35d, lid 1, onderdeel b, SW 1956). Naar mijn men<strong>in</strong>g zou<br />

de periode dat de schenker ‘gewoon’ ondernemer was (als<br />

vennoot/ondernemer <strong>in</strong> <strong>een</strong> vof of als ondernemer <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />

<strong>een</strong>manszaak) ook mee moeten kunnen tellen voor de<br />

vijfjaarseis. Willen partijen de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteit<br />

<strong>in</strong> de SW 1956 benutten en is schenk<strong>in</strong>g niet mogelijk, dan<br />

moet <strong>het</strong> cv-aandeel worden aange hou den tot overlijden.<br />

De faciliteit wordt immers verspeeld wanneer <strong>het</strong> aandeel bij<br />

leven wordt overgedragen.<br />

5. Conclusies<br />

●● De cv als opvolg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strument is <strong>in</strong>teressant. Kapitaal<br />

van de oorspronkelijke ondernemer blijft <strong>in</strong> de<br />

ondernem<strong>in</strong>g.<br />

●● Een cv biedt de oorspronkelijke ondernemer de<br />

mogelijkheid <strong>een</strong> stapje terug te doen. De bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

<strong>in</strong> de SW 1956 blijft daarentegen<br />

b<strong>in</strong>nen handbereik.<br />

●● De commanditair vennoot wordt bij <strong>het</strong> aangaan van de<br />

cv all<strong>een</strong> geconfronteerd met heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

als de gerechtigdheid tot de stille reserves of<br />

goodwill wijzigt. Heff<strong>in</strong>g kan worden voorkomen.<br />

●● Het overlijden van de commanditair vennoot leidt tot<br />

heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g. De belast<strong>in</strong>g claim kan<br />

worden doorgeschoven. Ook renteloze <strong>in</strong>vorder<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

is mogelijk. Overlijden leidt ook tot heff<strong>in</strong>g van<br />

erfbelast<strong>in</strong>g, maar bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW<br />

1956 is toepasbaar.<br />

●● De overdracht van <strong>een</strong> cv-aandeel bij leven leidt ook tot<br />

heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g. De belast<strong>in</strong>g claim kan<br />

worden doorgeschoven. Gekozen kan worden voor<br />

renteloze <strong>in</strong>vorder<strong>in</strong>gsfaciliteit bij overdracht tegen<br />

schuldigerkenn<strong>in</strong>g.<br />

●● Bij schenk<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> cv-aandeel is de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

<strong>in</strong> de SW 1956 toepasbaar.<br />

Dit is niet mogelijk als <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g bij leven<br />

al andersz<strong>in</strong>s is overgedragen.<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

Noten<br />

1 Dit artikel gaat over de situatie waar<strong>in</strong> <strong>het</strong> commanditair aandeel<br />

wordt gehouden door <strong>een</strong> natuurlijk persoon. Op de situatie waarbij<br />

<strong>het</strong> commanditair aandeel <strong>in</strong> handen is van <strong>een</strong> kapitaal vennootschap<br />

wordt niet <strong>in</strong>gegaan. Onder voorwaarden zijn overigens ook de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW 1956 en doorschuiffaciliteiten <strong>in</strong><br />

de Wet IB 2001 van toepass<strong>in</strong>g.<br />

2 Dit is anders wanneer er <strong>een</strong> gerede kans is dat de ondernem<strong>in</strong>g<br />

weer voor reken<strong>in</strong>g en risico van de overdrager wordt gedreven<br />

(HR 14 juli 2000, nr. 35 646, BNB 2000/321). De vorder<strong>in</strong>g blijft dan<br />

tot <strong>het</strong> ondernem<strong>in</strong>gsvermogen behoren. De vorder<strong>in</strong>g kan ook op<br />

grond van art. 3.3, lid 1, onderdeel b, Wet IB 2001 als ondernem<strong>in</strong>gsvermogen<br />

kwalificeren. Hiervan is, kort gezegd, sprake <strong>in</strong>dien de<br />

vorder<strong>in</strong>g kwalificeert als eigen vermogen of als de vergoed<strong>in</strong>g<br />

grotendeels afhankelijk is van de w<strong>in</strong>st.<br />

3 Een dergelijke vergoed<strong>in</strong>g over <strong>het</strong> geïnvesteerde kapitaal zien<br />

we ook terugkomen als gewone aandelen worden omgezet <strong>in</strong><br />

prefe rente aandelen. Zie <strong>in</strong> dit tijdschrift p. 22: Janssen,<br />

‘Preferente aandelen en bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten’.<br />

4 Het is mogelijk dat ook overdrachtsbelast<strong>in</strong>g is verschuldigd.<br />

Dit doet zich voor als <strong>het</strong> economisch belang bij <strong>een</strong> onroerende<br />

zaak (gedeeltelijk) overgaat. Overigens gelden hiervoor ook<br />

vrijstell<strong>in</strong>gen.<br />

5 De medegerechtigdheid hoeft zich op grond van <strong>het</strong> tweede lid van<br />

art. 3.3 Wet IB 2001 niet uit te strekken tot <strong>een</strong> eventueel liquidatiesaldo.<br />

Dit laatste is <strong>in</strong> de wet opgenomen om te voorkomen dat <strong>het</strong><br />

niet gerechtigd zijn tot <strong>het</strong> liquidatiesaldo leidt tot <strong>het</strong> <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />

nemen van de commanditaire deelname <strong>in</strong> box 3. Het is<br />

wel noodzakelijk dat de commanditaire vennoot deelt <strong>in</strong> de stille<br />

reserves (NnavV, Kamerstukken II 1999/2000, nr. 7, p. 454)<br />

6 MvT, Kamerstukken II 1998/99, 26 727, nr. 3, p. 92-93.<br />

7 Er wordt hier voorbijgegaan aan de situatie dat de vermogensbestanddelen<br />

<strong>in</strong> de firmabalans worden gewaardeerd tegen de<br />

werkelijke waarde. Alsdan moet vader de niet-overgedragen<br />

vermogensbestanddelen herwaarderen (HR 16 december 1959,<br />

nr. 14 092, BNB 1960/34). Vader krijgt dan zowel te maken met<br />

overdrachts- als herwaarder<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st.<br />

8 ‘Zie uitgebreider over <strong>het</strong> voorbehouden van stille reserves Cursus<br />

Belast<strong>in</strong>grecht (<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g), 3.2.35, C, e, Kluwer, Deventer.’<br />

9 Zie uitgebreider over buitenvennootschappelijk ondernem<strong>in</strong>gsvermogen<br />

Cursus Belast<strong>in</strong>grecht (<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g), 3.2.35, C, f,<br />

Kluwer, Deventer.<br />

10 Deze methoden worden hier niet verder uitgewerkt. Zie 3.2.35, C,<br />

d.3 en d.5, <strong>in</strong>: M.L.M. van Kempen e.a., Cursus Belast<strong>in</strong>grecht<br />

Inkomstenbelast<strong>in</strong>g, Deventer: Kluwer. Overigens kan <strong>een</strong> over dracht<br />

tegen boekwaarde leiden tot heff<strong>in</strong>g van schenkbelast<strong>in</strong>g (zie ook<br />

HR 2 december 2011, nr. 10/04771, V-N 2012/9.22). De bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

<strong>in</strong> de SW 1956 kan worden toegepast, mits wordt<br />

voldaan aan <strong>het</strong> voortzett<strong>in</strong>gs vereiste.<br />

11 Dit is anders <strong>in</strong> de situatie waarbij <strong>het</strong> commanditaire aandeel niet<br />

wordt gehouden door vader als natuurlijk persoon, maar door <strong>een</strong><br />

vennootschap waar<strong>in</strong> vader aanmerkelijkbelanghouder is. Dan<br />

gelden extra voorwaarden. Zie art. 4.17a, lid 4, Wet IB 2001. Deze<br />

voorwaarden kennen we overigens wel uit de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

SW 1956 die ook voor de commanditair vennoot/natuurlijk<br />

persoon gelden.<br />

12 Het verschil tussen de liquidatiewaarde en de waarde go<strong>in</strong>g concern<br />

is altijd voorwaardelijk vrijgesteld.<br />

13 Dit is dus <strong>in</strong>clusief buitenvennootschappelijk gehouden onroerende<br />

zaken door één der vennoten, <strong>het</strong>g<strong>een</strong> tot gevolg heeft dat de<br />

vrijstell<strong>in</strong>g van degene die g<strong>een</strong> buitenvennootschappelijk<br />

onroerende zaken heeft hierdoor wordt beïnvloed.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 21


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Preferente aan<br />

22 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

en bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsf


delen<br />

aciliteiten<br />

Rudolf Janssen<br />

Punten FFP:<br />

zie PER<br />

Mr. R.L.M.C. Janssen is als fiscalist/estateplanner<br />

werkzaam bij Deloitte Belast<strong>in</strong>gadviseurs BV.<br />

Trefwoorden: preferente aandelen,<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten,<br />

doorschuiffaciliteit<br />

Kennistoets<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Leerdoelen<br />

Na <strong>het</strong> lezen van dit artikel weet u:<br />

●● aan welke voorwaarden preferente<br />

aandelen moeten voldoen om de<br />

verkrijger ervan <strong>in</strong> staat te stellen<br />

gebruik te maken van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten;<br />

●● dat die voorwaarden niet zo<br />

duidelijk zijn als zij op <strong>het</strong> eerste<br />

gezicht lijken.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

S<strong>in</strong>ds 1 januari 2010 is helder onder welke voorwaarden<br />

de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten kunnen worden<br />

toegepast op preferente aandelen. Maar niet iedere<br />

voorwaarde is even duidelijk. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g<br />

bij <strong>het</strong> vormgeven van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gen waarbij<br />

preferente aandelen als <strong>in</strong>strument worden <strong>in</strong>gezet,<br />

deze voorwaarden nauwlettend te volgen. Voor eerder<br />

uitgevoerde bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gen kan de regel<strong>in</strong>g van<br />

4 april 2011 uitkomst bieden. Is dat niet zo, dan zal de<br />

mogelijkheid tot <strong>een</strong> reparatie onderzocht moeten<br />

worden.<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

Preferente aandelen komen <strong>in</strong> de praktijk vaak voor<br />

als <strong>in</strong>strument <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.<br />

Aan preferente aandelen is veelal <strong>een</strong> gefixeerde waarde<br />

verbonden <strong>in</strong> de vorm van aandelenkapitaal, al dan niet met<br />

agioreserve. Over die waarde wordt meestal <strong>een</strong> procentueel<br />

gefixeerd dividend vergoed. Wat aan uit keerbare w<strong>in</strong>st<br />

resteert nadat <strong>het</strong> preferente dividend (met voorrang) is<br />

uitgekeerd of gereserveerd, komt toe aan de houders van<br />

gewone aandelen.<br />

Dat laatste geldt doorgaans ook voor de uitker<strong>in</strong>gen bij<br />

liquidatie: eerst worden de houders van preferente aandelen<br />

‘terug betaald’ en de rest is voor de houders van gewone<br />

aandelen. De houders van preferente aandelen weten op<br />

welk bedrag aan dividend zij kunnen rekenen (mits <strong>het</strong><br />

resultaat dat toestaat). De houders van gewone aandelen<br />

hebben recht op de zoge<strong>het</strong>en ‘overw<strong>in</strong>st’. Hoewel preferente<br />

aandelen kunnen worden <strong>in</strong>gezet als f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strument,<br />

blijven <strong>het</strong> aandelen en vormen zij als zodanig<br />

‘eigen vermogen’ van de vennootschap.<br />

Preferente aandelen kunnen uitstekend fungeren als<br />

tussenvorm tussen schenken en verkopen van de aan delen.<br />

Heeft de overdragende partij behoefte aan <strong>een</strong> bepaald<br />

m<strong>in</strong>imum<strong>in</strong>komen of -vermogen, dan kan <strong>een</strong> schenk<strong>in</strong>g<br />

van de aandelen (dus zonder tegen prestatie) niet aan de<br />

orde zijn. Worden de aandelen verkocht aan de opvolgende<br />

partij, dan kan <strong>het</strong> gewenste m<strong>in</strong>imum <strong>in</strong>komen of<br />

-vermogen gewaarborgd zijn. Wel zal uiterlijk bij overlijden<br />

van senior de verkoop opbrengst direct of <strong>in</strong>direct volledig<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 23


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

belast worden met <strong>in</strong>kom sten- en erfbelast<strong>in</strong>g. Preferente<br />

aandelen kunnen dus voorzien <strong>in</strong> <strong>een</strong> bron van constant<br />

<strong>in</strong>komen <strong>in</strong> de vorm van dividend, 1 terwijl bij overlijden<br />

van de houder onder voorwaarden <strong>een</strong> beroep gedaan kan<br />

worden op de zogenoemde bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs facili teiten,<br />

waarmee de belast<strong>in</strong>g ervan aanzienlijk wordt beperkt of<br />

uitgesteld. Onder die faciliteiten versta ik drie fiscale<br />

faciliteiten:<br />

●● de voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g van erf- of schenkbelast<strong>in</strong>g;<br />

●● de doorschuiffaciliteit voor <strong>het</strong> aanmerkelijk belang;<br />

●● de uitgestelde betal<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g voor <strong>het</strong> niet-vrijgestelde<br />

gedeelte van de erf- of schenk belast<strong>in</strong>g.<br />

Samengevat: bij vererven van kwalificerende prefe rente<br />

aandelen waarvan de waarde uitsluitend aan ondernem<strong>in</strong>gsvermogen<br />

toerekenbaar is:<br />

●● hoeft ten laste van de nalatenschap van de houder<br />

van de preferente aandelen g<strong>een</strong> <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

afgerekend te worden over <strong>het</strong> fictieve<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel;<br />

●● wordt de verschuldigde erfbelast<strong>in</strong>g met ten m<strong>in</strong>ste 83%<br />

verm<strong>in</strong>derd;<br />

●● mag <strong>het</strong> daadwerkelijk verschuldigde deel van de<br />

erf belast<strong>in</strong>g <strong>in</strong> tien (rentedragende) termijnen voldaan<br />

worden.<br />

Bij niet-kwalificerende preferente aandelen:<br />

●● is over de nalatenschap 25% <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

verschuldigd over <strong>het</strong> fictieve vervreemd<strong>in</strong>gs voordeel;<br />

●● wordt <strong>het</strong> restant belast met ten m<strong>in</strong>ste 10% en ten<br />

hoogste 40% erfbelast<strong>in</strong>g;<br />

●● wordt voor betal<strong>in</strong>g g<strong>een</strong> uitstel gegeven.<br />

Het is dan ook van belang:<br />

●● bij bestaande preferente-aandelenstructuren te kunnen<br />

beoordelen of de preferente aandelen kwalificeren;<br />

●● bij <strong>het</strong> opzetten van nieuwe preferente-aandelen-<br />

structuren te borgen dat aandelen <strong>in</strong>derdaad<br />

kwalificeren.<br />

In dit artikel wordt <strong>in</strong>gegaan op de vier eisen voor<br />

kwali ficatie van preferente aandelen en <strong>het</strong> vangnet dat<br />

geldt voor ‘oude gevallen’. Er wordt uitsluitend <strong>in</strong>gegaan<br />

op de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten bij de vererv<strong>in</strong>g van<br />

aanmerkelijk belangaandelen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>komsten- en de<br />

erfbelast<strong>in</strong>g. Voor de schenkbelast<strong>in</strong>g geldt mutatis<br />

mutandis <strong>het</strong>zelfde, met uitzonder<strong>in</strong>g echter van <strong>een</strong><br />

verschillende periode gedurende welke de aandelen voor de<br />

vererv<strong>in</strong>g (1 jaar) of schenk<strong>in</strong>g (5 jaar) gehouden dienden<br />

te worden. De voorwaarden voor toepass<strong>in</strong>g van de<br />

doorschuiffaciliteit voor de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g luiden<br />

anders, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat bijvoorbeeld de aandelen niet al vóór<br />

de schenk<strong>in</strong>g of vererv<strong>in</strong>g moeten worden gehouden door de<br />

schenker of erflater. De voorwaarden voor toepass<strong>in</strong>g van<br />

deze faciliteiten zijn dan ook niet gelijkluidend.<br />

24 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

2. De voorwaarden<br />

De voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g van erfbelast<strong>in</strong>g en de<br />

doorschuiffaciliteit zijn uitsluitend van toepass<strong>in</strong>g als aan<br />

alle vier volgende voorwaarden is voldaan: 2<br />

Omzett<strong>in</strong>gsvereiste: de preferente aandelen vormen <strong>een</strong><br />

omzett<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> eerder door de erflater gehouden<br />

aanmerkelijk belang van gewone aandelen.<br />

Toekenn<strong>in</strong>gsvereiste: de omzett<strong>in</strong>g tot preferente aandelen is<br />

gepaard gegaan met <strong>het</strong> toekennen van gewone aandelen<br />

aan <strong>een</strong> ander.<br />

Ondernem<strong>in</strong>gsvereiste: ten tijde van de omzett<strong>in</strong>g tot<br />

preferente aandelen dreef de vennootschap waarop de<br />

aandelen betrekk<strong>in</strong>g hadden <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g.<br />

Aandeelhouderschapsvereiste: de verkrijger van de<br />

preferente aandelen is reeds voor ten m<strong>in</strong>ste 5% aandeelhouder<br />

van gewone aandelen.<br />

2.1 Omzett<strong>in</strong>gsvereiste<br />

De preferente aandelen moeten <strong>een</strong> omzett<strong>in</strong>g vormen van<br />

<strong>een</strong> eerder door de erflater gehouden aanmerkelijk belang<br />

van gewone aandelen.<br />

VOORBEELD 1<br />

De heer Van Welte is weduwnaar en heeft twee k<strong>in</strong>deren,<br />

Karel en Jan. Hij heeft alle aandelen Van Welte houdstermaatschappij<br />

BV die op haar beurt alle aandelen houdt <strong>in</strong><br />

Van Welte bloembollen veredel<strong>in</strong>g en -handel BV, de<br />

vennootschap die <strong>een</strong> productie- en handelsondernem<strong>in</strong>g<br />

drijft. Karel werkt <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijf en is de opvolger van vader.<br />

Jan werkt niet <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijf; hij is productmanager bij <strong>een</strong><br />

chemisch bedrijf. Vader heeft enige tijd geleden <strong>een</strong> nieuwe<br />

f<strong>in</strong>ancieel directeur aangetrokken, Piet de Zwart, die te<br />

zijner tijd samen met Karel de verdere uitbouw van <strong>het</strong><br />

bedrijf zal moeten reali seren. Vanwege recente patenten<br />

volgt de concur rentie <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen- en buitenland met<br />

aandacht wat er gebeurt b<strong>in</strong>nen Van Welte. Die belangstell<strong>in</strong>g<br />

is overigens wederzijds! Vader overweegt zijn aandelen<br />

om te zetten <strong>in</strong> preferente aandelen. De toe komsti ge<br />

overw<strong>in</strong>st kan toekomen aan Karel en aan Piet.


Hieraan wordt voldaan als met <strong>een</strong> akte van statutenwijzig<strong>in</strong>g<br />

de samenstell<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> maatschappelijk kapitaal<br />

van de vennootschap zodanig wordt gewijzigd dat <strong>het</strong><br />

voortaan, naast gewone aandelen, ook prefe rente aandelen<br />

omvat, en als vervolgens de op dat moment geplaatste<br />

gewone aandelen van vader worden omgezet <strong>in</strong> preferente<br />

aandelen. In paragraaf 2.2 wordt <strong>in</strong>gegaan op <strong>het</strong> feit dat<br />

<strong>een</strong> omzett<strong>in</strong>g van alle op dat moment bestaande gewone<br />

aandelen <strong>in</strong> preferente aandelen ‘sec’ niet mogelijk is.<br />

Er zouden dan all<strong>een</strong> preferente aandelen zijn uitgegeven<br />

(er zouden g<strong>een</strong> aandelen bestaan waar de overw<strong>in</strong>st aan<br />

gekoppeld kan worden). Indien vader naast de aandelen<br />

ook nog vorder<strong>in</strong>gen zou hebben op Van Welte houdstermaatschappij<br />

BV en hij draagt deze vorder<strong>in</strong>gen over ten<br />

titel van stort<strong>in</strong>g op nieuw uit te geven preferente<br />

aandelen, dan voldoen deze preferente aandelen niet.<br />

Zij zijn g<strong>een</strong> omzett<strong>in</strong>g van gewone aandelen. Datzelfde<br />

geldt overigens ook voor vermogensbestanddelen die later<br />

worden gestort (als agio) op reeds bestaande (kwalifi cerende)<br />

preferente aandelen. Dit alles geldt ook voor <strong>in</strong>formele<br />

kapitaalstort<strong>in</strong>gen. Het moet gaan om <strong>een</strong> omzett<strong>in</strong>g<br />

van <strong>een</strong> aanmerkelijk belang van gewone aandelen.<br />

De Successie wet 1956 (SW 1956) geeft niet aan dat <strong>het</strong><br />

moet gaan om <strong>een</strong> aanmerkelijk belang van gewone<br />

aandelen waarop, <strong>in</strong>dien <strong>het</strong> zou vererven, de faciliteiten<br />

van toepass<strong>in</strong>g zouden zijn. Wil men immers de voor waardelijke<br />

vrijstell<strong>in</strong>g erf- of schenkbelast<strong>in</strong>g kunnen benutten,<br />

dan moeten de aandelen bij overlijden ten m<strong>in</strong>ste één jaar<br />

en bij schenk<strong>in</strong>g ten m<strong>in</strong>ste vijf jaar zijn gehouden door de<br />

schenker/erflater. Met andere woorden: uit de tekst van de<br />

wet volgt dat <strong>in</strong>dien <strong>het</strong> aanmerkelijk belang van gewone<br />

aandelen recent werd verworven en b<strong>in</strong>nen één/vijf jaar na<br />

verwerv<strong>in</strong>g wordt omgezet <strong>in</strong> prefe rente aandelen, de<br />

preferente aandelen toch zullen kunnen kwalificeren.<br />

Aangezien voor de doorschuif faciliteiten <strong>in</strong> de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

g<strong>een</strong> verplichte voorperiode geldt, speelt dit<br />

vraagstuk daar niet. De wettekst is duidelijk op dit punt.<br />

In de parlementaire geschiedenis 3 wordt echter <strong>een</strong> andere<br />

benader<strong>in</strong>g uit<strong>een</strong>gezet. Die komt erop neer dat preferente<br />

aan delen uitsluitend kunnen kwalificeren als de ‘voorafgaande’<br />

gewone aandelen ten m<strong>in</strong>ste één jaar (bij vererv<strong>in</strong>g)<br />

of vijf jaar (bij schenk<strong>in</strong>g) werden gehouden. De verwacht<strong>in</strong>g<br />

is gerechtvaardigd dat de belast<strong>in</strong>g dienst bij de rechter<br />

<strong>een</strong> beroep zal doen op de bedoel<strong>in</strong>g van de wetgever.<br />

Aangezien schenk<strong>in</strong>g van preferente aandelen juist vanwege<br />

hun functie als <strong>in</strong>komensbron m<strong>in</strong>der vaak aan de orde zal<br />

zijn dan vererv<strong>in</strong>g, lijkt <strong>het</strong> hanteren van <strong>een</strong> wachttijd van<br />

één jaar aan te raden. Daarmee kunnen discussies achteraf<br />

voorkomen worden. Tijdig plannen en tijdig herstructureren<br />

is dan ook hier <strong>het</strong> devies.<br />

2.2 Het toekenn<strong>in</strong>gsvereiste<br />

De omzett<strong>in</strong>g (van gewone aandelen, zie paragraaf 2.1) tot<br />

prefe rente aandelen moet gepaard zijn gegaan met <strong>het</strong><br />

toekennen van gewone aandelen aan <strong>een</strong> ander.<br />

De vraag of deze voorwaarde ‘slechts’ juridisch of ook<br />

economisch moet worden geïnterpreteerd, kan geïllustreerd<br />

worden aan de hand van voorbeeld 2.<br />

De vraag is of de uitgifte van de gewone aandelen kan<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

VOORBEELD 2<br />

Vader heeft met de fiscus over<strong>een</strong>stemm<strong>in</strong>g bereikt over<br />

de waarde die aan de preferente aandelen zal worden<br />

toegekend en <strong>het</strong> daarover te vergoeden percentage aan<br />

preferent dividend. Karel zal <strong>een</strong> deel van de nieuw uit te<br />

geven gewone aandelen ontvangen. Het is de bedoel<strong>in</strong>g dat<br />

Karel zal participeren <strong>in</strong> Van Welte houdster maatschappij<br />

BV via <strong>een</strong> daartoe op te richten persoonlijke houdstervennootschap.<br />

Deze persoonlijke houdster vennootschap<br />

zal worden opgericht door vader en de aandelen zullen door<br />

vader worden gecertificeerd. De certificaten van aandelen<br />

<strong>in</strong> deze persoonlijke houdster vennootschap zal vader<br />

schenken aan Karel.<br />

Op deze wijze kan vastgelegd worden dat de certificaten<br />

van aandelen bijvoorbeeld niet zullen vallen <strong>in</strong> de gem<strong>een</strong>schap<br />

van goederen van Karels huwelijk.<br />

De nieuwe gewone aandelen zullen dan ook worden<br />

uitgegeven aan de persoonlijke houdstervennootschap.<br />

plaats v<strong>in</strong>den voordat de certificaten van aandelen <strong>in</strong> de<br />

persoon lijke houdstermaatschappij zijn geschonken aan<br />

Karel. Of dient met de uitgifte van de gewone aan delen<br />

gewacht te worden totdat de certificaten van aandelen <strong>in</strong><br />

de persoonlijke houdstervennootschap <strong>in</strong> handen zijn van<br />

Karel?<br />

Anders gezegd: volstaat <strong>het</strong> dat de nieuwe gewone aandelen<br />

worden uitgegeven aan <strong>een</strong> juridisch andere entiteit<br />

(de persoonlijke houdster vennoot schap) of dient ook de<br />

econo mische gerechtigdheid toe te komen aan <strong>een</strong> ander dan<br />

degene die <strong>in</strong> economische z<strong>in</strong> gerechtigd is tot de preferente<br />

aandelen? In de parle men taire geschiedenis wordt op dit<br />

punt aangegeven dat de omzett<strong>in</strong>g van gewone <strong>in</strong> preferente<br />

aandelen dient plaats te v<strong>in</strong>den ‘onder gelijk tijdige toekenn<strong>in</strong>g<br />

van gewone aandelen aan de bedrijfs opvolger’. 4<br />

Het lijkt dan ook hier raadzaam om, ter voorkom<strong>in</strong>g van<br />

discussies achteraf, zowel de juridische als de econo mi sche<br />

gerechtigdheid van nieuwe gewone aandelen bij de omzet t<strong>in</strong>g<br />

toe te laten komen aan ‘de ander’, waarbij <strong>het</strong> dus niet hoeft<br />

te gaan om alle nieuwe gewone aandelen.<br />

2.3 Het ondernem<strong>in</strong>gsvereiste<br />

Ten tijde van de omzett<strong>in</strong>g (van gewone aandelen, zie<br />

paragraaf 2.1) tot preferente aandelen dreef de vennootschap<br />

waarop de (destijds omgezette) aandelen betrekk<strong>in</strong>g h adden<br />

<strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g.<br />

Ook bij deze voorwaarde komt de vraag op of er sprake moet<br />

zijn van <strong>het</strong> drijven van <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat,<br />

wanneer gewone aandelen zouden vererven op <strong>het</strong> moment<br />

van omzett<strong>in</strong>g, de faciliteiten toegepast zouden kunnen<br />

worden op deze gewone aandelen. Anders gezegd: dient er<br />

gedurende één of vijf jaar voor de omzett<strong>in</strong>g al sprake te<br />

zijn geweest van <strong>het</strong> drijven van <strong>een</strong> kwalifi cerende ondernem<strong>in</strong>g?<br />

De wettekst lijkt ook hier voldoende duidelijk. Maar zou<br />

bepleit worden dat de gewone aandelen op <strong>het</strong> moment van<br />

omzett<strong>in</strong>g <strong>in</strong> preferente aandelen al ten m<strong>in</strong>ste <strong>een</strong> bepaalde<br />

periode <strong>in</strong> <strong>het</strong> bezit moeten zijn geweest om de preferente<br />

aandelen te kunnen laten kwalificeren, dan zou <strong>het</strong><br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 25


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

consequent zijn deze voorwaarde ook te lezen <strong>in</strong> dit<br />

ondernem<strong>in</strong>gs vereiste. Een voorbeeld kan <strong>het</strong> vraagstuk<br />

illustreren.<br />

VOORBEELD 3<br />

Vader, Karel en Piet hebben hun oog laten vallen op de<br />

ondernem<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> van de concurrenten. Vader heeft nog<br />

aandelen <strong>in</strong> <strong>een</strong> belegg<strong>in</strong>gsvennootschap (Groei en Bloei<br />

BV) die de aandelen <strong>in</strong> de over te nemen ondernem<strong>in</strong>g zal<br />

verwerven. B<strong>in</strong>nen twee weken na aankoop van de<br />

ondernem<strong>in</strong>g worden de gewone aandelen van vader <strong>in</strong><br />

Groei en Bloei BV omgezet <strong>in</strong> preferente aandelen. Bij die<br />

gelegenheid worden nieuwe gewone aandelen uitgegeven<br />

aan Karel en Piet. De vraag is dan of, bij vererv<strong>in</strong>g van de<br />

preferente aandelen van vader aan Karel, Karel <strong>een</strong> beroep<br />

kan doen op de faciliteiten.<br />

Zoals gezegd, de wettekst is duidelijk: op <strong>het</strong> moment van<br />

omzett<strong>in</strong>g van de gewone aandelen van vader <strong>in</strong> preferente<br />

aandelen dient sprake te zijn van <strong>een</strong> kwali ficerende<br />

ondernem<strong>in</strong>g. Dat is <strong>het</strong> geval, die was immers zojuist<br />

aangekocht. Uit de parlementaire geschiedenis zijn <strong>in</strong> dit<br />

kader, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot wat onder paragraaf 2.1 <strong>het</strong> geval<br />

leek te zijn, g<strong>een</strong> argumenten a contrario af te leiden.<br />

Wordt volstaan met slechts één toets<strong>in</strong>gsmoment, te weten<br />

<strong>het</strong> moment van omzett<strong>in</strong>g? Stel dat <strong>in</strong> <strong>het</strong> voorbeeld de<br />

overgenomen ondernem<strong>in</strong>g na <strong>een</strong> aantal jaren wordt<br />

verkocht en de vennootschap die de aan delen verkocht weer<br />

verdergaat als belegg<strong>in</strong>gsvennoot schap. De vraag is dan of<br />

Karel bij vererv<strong>in</strong>g van de preferente aandelen van vader<br />

<strong>een</strong> beroep kan doen op de faciliteiten. Dat is niet geval:<br />

ook op <strong>het</strong> moment van vererv<strong>in</strong>g wordt getoetst of er<br />

sprake is van <strong>een</strong> kwali ficerende ondernem<strong>in</strong>g. In deze<br />

situatie kan daardoor g<strong>een</strong> beroep gedaan worden op de<br />

faciliteiten, hoewel er sprake was van <strong>een</strong> kwalificerende<br />

ondernem<strong>in</strong>g ten tijde van de omzett<strong>in</strong>g van gewone<br />

aandelen <strong>in</strong> prefe rente aandelen door vader.<br />

2.4 Het aandeelhouderschapsvereiste<br />

De verkrijger van de preferente aandelen is reeds voor ten<br />

m<strong>in</strong>ste 5% aandeelhouder van gewone aandelen als bedoeld<br />

bij <strong>het</strong> toekenn<strong>in</strong>gs vereiste. Met deze voor waarde lijkt de<br />

wetgever te willen <strong>in</strong>spelen op de <strong>in</strong> de praktijk meest voorkomende<br />

vorm van gebruik van preferente aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

kader van bedrijfs opvolg<strong>in</strong>g. Degene die de <strong>in</strong>dertijd<br />

uitgegeven gewone aandelen heeft op <strong>het</strong> moment van<br />

vererven van de preferente aandelen, moet deze preferente<br />

aandelen verkrijgen zodat de totale w<strong>in</strong>stgerechtigdheid<br />

weer <strong>in</strong> één hand verenigd is. Het is echter niet zo dat de<br />

‘bedrijfs opvolger’ alle <strong>in</strong>dertijd uitgegeven gewone aandelen<br />

moet hebben om voor wat betreft de ver krijg<strong>in</strong>g van<br />

preferente aandelen <strong>een</strong> beroep te kunnen doen op de<br />

faciliteiten. In de wettekst zou men kunnen lezen dat<br />

slechts 5% van de <strong>in</strong>dertijd (aan ‘<strong>een</strong> ander’, zie paragraaf<br />

2.2) uitgegeven gewone aandelen behoeft te worden<br />

gehouden door de verkrijger van preferente aandelen om<br />

<strong>een</strong> beroep te kunnen doen op de facili teiten.<br />

26 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

De verkrijger hoeft dus niet voor 5% aandeelhouder te zijn<br />

van <strong>het</strong> gehele geplaatste (gewone én preferente)<br />

aandelenkapitaal. Ook hier lijkt <strong>het</strong> raadzaam te kiezen<br />

voor de veiligste weg en <strong>het</strong> m<strong>in</strong>imumpakket gewone<br />

aandelen te berekenen <strong>in</strong> <strong>het</strong> totaal van de gewone<br />

aandelen (dat wil zeggen met <strong>in</strong>begrip van de bij de<br />

omzett<strong>in</strong>g uitgegeven gewone aandelen). Een voorbeeld<br />

illustreert de reikwijdte van de voorwaarde.<br />

VOORBEELD 4<br />

Vader heeft met de fiscus over<strong>een</strong>stemm<strong>in</strong>g bereikt over de<br />

waarde die aan de preferente aandelen zal worden<br />

toegekend én <strong>het</strong> daarover te vergoeden percentage aan<br />

preferent dividend. Karel zal de helft van de nieuw uit te<br />

geven gewone aandelen ontvangen; de wederhelft wordt<br />

uitgegeven aan vader zelf die zich op deze wijze <strong>een</strong> deel<br />

van de ‘overw<strong>in</strong>st’ voorbehoudt. De reden van dit<br />

voorbehoud is dat vader de waarde van de preferente<br />

aandelen en <strong>het</strong> daarover te vergoeden dividend te laag<br />

v<strong>in</strong>dt om voldoende <strong>in</strong>komen te genereren. Na enkele jaren<br />

schenkt vader zijn gewone aandelen aan Jan, die <strong>in</strong>middels<br />

de gelederen b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> bedrijf is komen versterken als<br />

directeur market<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> ene succes na <strong>het</strong> andere boekt<br />

op de <strong>in</strong>ternationale bloembollenmarkt.<br />

Bij overlijden van vader vererven zijn preferente aan delen<br />

aan Karel en Jan, ieder voor de helft. Karel kan voor de<br />

verkrijg<strong>in</strong>g van de preferente aandelen <strong>een</strong> beroep doen op<br />

de faciliteiten, hij bezit immers meer dan 5% van de gewone<br />

aandelen <strong>in</strong> de vorm van ‘<strong>in</strong>dertijd’ uitgegeven gewone<br />

aandelen. Jan kan dat echter niet, immers hij is g<strong>een</strong> houder<br />

van <strong>in</strong>dertijd aan <strong>een</strong> ander uitgegeven gewone aandelen.<br />

Voor de praktijk is <strong>het</strong> belangrijk te onderkennen dat<br />

toepass<strong>in</strong>g van de faciliteiten vanwege deze voorwaarde<br />

regelmatig niet aan de orde zal kunnen zijn. Dit komt voort<br />

uit <strong>het</strong> gegeven dat <strong>in</strong> de gang van zaken zoals de wetgever<br />

zich die voorstelde bij <strong>het</strong> vormgeven van de faciliteit, de<br />

ondernemer na de omzett<strong>in</strong>g van zijn gewone aandelen<br />

uitsluitend preferente aandelen houdt. Alle gewone<br />

aandelen zullen bij gelegenheid van de omzett<strong>in</strong>g worden<br />

uitgegeven aan de opvolger(s). Indien de preferente<br />

aandelen direct vererven naar de opvolgers wordt voldaan<br />

aan de onder havige voorwaarde. Echter, dit is niet altijd<br />

<strong>het</strong> geval. Immers, vaak vormen de preferente aandelen <strong>een</strong><br />

bron van <strong>in</strong>komen voor de langstlevende partner van de<br />

ondernemer en is <strong>het</strong> dividend <strong>een</strong> welkome aanvull<strong>in</strong>g op<br />

bijvoorbeeld <strong>een</strong> pensioen. Zeker <strong>in</strong>dien op de nalatenschap<br />

van de ondernemer de wettelijke verdel<strong>in</strong>g van art. 4:13 BW<br />

van toepass<strong>in</strong>g is en de preferente aandelen aldus worden<br />

toe gedeeld aan de langstlevende partner (en derhalve niet<br />

aan de opvolger) en de herverdel<strong>in</strong>gstermijn van art. 4:18<br />

BW onbenut is verstreken, is de conclusie dat de faciliteiten<br />

niet kunnen worden toegepast. Dit zal regelmatig kunnen<br />

gebeuren.<br />

Op welke manier kan dit effect worden voorkomen? In de<br />

eerste plaats kan er bij de omzett<strong>in</strong>g reken<strong>in</strong>g mee worden


gehouden door ten behoeve van de <strong>in</strong> gem<strong>een</strong>schap van<br />

goederen gehuwde ondernemer ten m<strong>in</strong>ste 10% van de<br />

gewone aandelen voor te behouden. Is er g<strong>een</strong> sprake van<br />

<strong>een</strong> gem<strong>een</strong>schap van goederen dan zou de partner van de<br />

ondernemer 5% van de gewone aandelen kunnen nemen bij<br />

uitgifte en aldus kunnen voldoen. In de tweede plaats zou,<br />

<strong>in</strong>dien de langstlevende partner niet kan kwalificeren, <strong>een</strong><br />

andere verdel<strong>in</strong>g van de nalatenschap overwogen kunnen<br />

worden. In de praktijk blijkt de termijn van drie maanden<br />

vaak aan de korte kant, zodat <strong>een</strong> flexibel keuzetestament,<br />

waar<strong>in</strong> de wettelijke verdel<strong>in</strong>g wordt uitgesloten, ook hier<br />

nuttig kan zijn.<br />

De lezer zal zich overigens ook afvragen wat er gebeurt bij<br />

<strong>het</strong> overlijden van de langstlevende partner van de<br />

ondernemer aan wie de preferente aandelen werden<br />

toegedeeld. Hij/zij was immers niet degene die <strong>in</strong>dertijd<br />

gewone aandelen omgezet heeft <strong>in</strong> preferente aandelen. Het<br />

gevolg hiervan is dat (wederom!) niet wordt voldaan aan de<br />

voorwaarden voor toepass<strong>in</strong>g van de faciliteiten. Voor deze<br />

situatie is echter zowel voor de <strong>in</strong>komsten belast<strong>in</strong>g als voor<br />

de erfbelast<strong>in</strong>g geregeld dat er toch kan worden doorgeschoven<br />

casu quo <strong>een</strong> beroep gedaan kan worden op de<br />

voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g. 5 Voor de erfbelast<strong>in</strong>g is hier<br />

sprake van <strong>een</strong> daadwerkelijke oploss<strong>in</strong>g, aangezien anders<br />

bij overlijden van de langstlevende partner van de ondernemer<br />

de waarde van de preferente aandelen nogmaals<br />

zonder enige beperk<strong>in</strong>g met erf belast<strong>in</strong>g zou worden belast.<br />

Voor wat de betreft de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g ligt dit iets<br />

genuanceerder. Zonder deze versoepel<strong>in</strong>g zou <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

moeten worden afgerekend over <strong>het</strong> verschil<br />

tussen de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer en de<br />

verkrijg<strong>in</strong>gs prijs. De verkrijg<strong>in</strong>gs prijs zal echter, vanwege<br />

de verplichte afreken<strong>in</strong>g bij overlijden van de ondernemer,<br />

juist fors zijn verhoogd, waardoor <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gs voordeel<br />

dat met <strong>in</strong>komsten belast<strong>in</strong>g belast zou zijn bij overlijden<br />

van de langstlevende partner vaak beperkt kan zijn.<br />

3. De escape: de resolutie<br />

van 4 april 2011 6<br />

De voorwaarden om de faciliteiten te kunnen toepassen zijn<br />

op 1 januari 2010 <strong>in</strong> de SW 1956 en de Wet <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

2001 (Wet IB 2001) opgenomen. Vergeleken met<br />

de ‘oude’ criteria is <strong>het</strong> <strong>een</strong> grote vooruitgang dat nu<br />

duidelijke voorwaarden gelden voor de omzett<strong>in</strong>g van<br />

gewone aandelen <strong>in</strong> preferente aan delen. Maar niet iedere<br />

voor 1 januari 2010 uitgevoerde herkapitalisatie zal exact<br />

volgens <strong>het</strong> s<strong>in</strong>dsdien geldende ‘recept’ zijn gestructureerd.<br />

In dat kader zegt de staatssecretaris over de faciliteiten <strong>in</strong><br />

de SW 1956:<br />

(Cumulatief) preferente aandelen die zijn ontstaan vóór 2010<br />

‘Ik heb er begrip voor dat bij <strong>een</strong> omzett<strong>in</strong>g <strong>in</strong> (cumulatief)<br />

preferente aandelen vóór 2010 nog g<strong>een</strong> reken<strong>in</strong>g kon worden<br />

gehouden met de vanaf 2010 geldende voorwaarde dat er<br />

tegelijk nieuwe gewone aandelen worden uitgegeven aan de<br />

bedrijfsopvolger. Concrete gevallen kunnen aan mij worden<br />

voorgelegd. Ik beoordeel dan of dat geval met artikel 63 van<br />

de Algemene wet <strong>in</strong>zake rijksbelast<strong>in</strong>gen (de hardheidsclausule)<br />

soepel kan worden behandeld.’<br />

Uit vorenstaande resolutie blijkt dat <strong>in</strong>dien vader met Karel<br />

en Jan participeerde <strong>in</strong> <strong>een</strong> vennootschap en vaders gewone<br />

aandelen zijn omgezet <strong>in</strong> preferente aandelen, terwijl er bij<br />

de omzett<strong>in</strong>g g<strong>een</strong> nieuwe gewone aandelen werden uitgegeven<br />

aan ‘<strong>een</strong> ander’, bij vererv<strong>in</strong>g van de preferente<br />

aandelen toch <strong>een</strong> beroep gedaan kan worden op de faciliteiten<br />

<strong>in</strong> de SW 1956. Voor wat betreft de door schuiffaciliteit<br />

heeft de staatssecretaris <strong>in</strong> <strong>het</strong> besluit van<br />

4 september 2012 7 bevestigd dat <strong>het</strong>g<strong>een</strong> geldt voor de<br />

toepass<strong>in</strong>g van de voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g op grond van<br />

de SW 1956, ook geldt voor de toepass<strong>in</strong>g van de doorschuiffaciliteit<br />

op grond van de Wet IB 2001.<br />

Voor wat betreft <strong>het</strong> hiervoor onder paragraaf 2.4 gesc<strong>het</strong>ste<br />

probleem dat de langstlevende partner van de ondernemer<br />

niet voldoet omdat hij/zij g<strong>een</strong> kwalificerend belang heeft<br />

<strong>in</strong> de vorm van <strong>in</strong>dertijd aan <strong>een</strong> ander uitgegeven gewone<br />

aandelen, is echter g<strong>een</strong> oploss<strong>in</strong>g geboden <strong>in</strong> de resolutie.<br />

Dat is, gelet op de ‘alledaagsheid’ van <strong>het</strong> gesc<strong>het</strong>ste risico<br />

jammer.<br />

4. Conclusie<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

●● Voor de praktijk is de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g op 1 januari 2010 van<br />

heldere voorwaarden voor <strong>het</strong> kunnen toepassen van de<br />

diverse faciliteiten op preferente aandelen <strong>een</strong> grote<br />

vooruitgang. Bij <strong>het</strong> vormgeven van <strong>een</strong> herkapitalisatie<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van bedrijfs opvolg<strong>in</strong>g is duidelijk volgens<br />

welk ‘recept’ gehandeld moet worden. Zouden de voorwaarden<br />

str<strong>in</strong>genter toegepast moeten worden dan uit de<br />

wettekst is af te leiden, dan is <strong>het</strong> raadzaam om zo<br />

mogelijk de meest zekere route te kiezen. Voor gevallen<br />

die voor 1 januari 2010 speelden, moet worden bezien of<br />

<strong>een</strong> beroep op de resolutie van 4 april 2011 mogelijk is of<br />

dat <strong>een</strong> reparatie mogelijk is.<br />

Noten<br />

1 Ook kan <strong>het</strong> aan de preferente aandelen verbonden kapitaal gezien<br />

worden als ‘bufferkapitaal’. Deze aandelen kunnen immers, mocht<br />

dat nodig zijn, <strong>in</strong>gekocht worden door de vennootschap of aan de<br />

opvolger(s) worden verkocht, wat even<strong>een</strong>s leidt tot cashflow.<br />

2 Ik ga ervan uit dat aan de overige voorwaarden voor toepass<strong>in</strong>g van<br />

de faciliteit is voldaan: de aandelen behoorden bij de erflater tot <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang, de vennootschap waarop de aandelen zien drijft<br />

<strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g en de vrijstell<strong>in</strong>g geldt all<strong>een</strong> voor de<br />

waarde die betrekk<strong>in</strong>g heeft op <strong>het</strong> ondernem<strong>in</strong>gsvermogen<br />

(te vermeerderen met 5% belegg<strong>in</strong>gsvermogen).<br />

3 Kamerstukken II 2008/09, 31 930, nr. 9, p. 103.<br />

4 Kamerstukken II 2008/09, 31 930, nr. 3, p. 44.<br />

5 Art. 26b Uitv.reg IB 2001 en art. 8 Uitv.reg. schenk- en erfbelast<strong>in</strong>g<br />

6 Besluit van de staatssecretaris van F<strong>in</strong>anciën van 4 april 2011,<br />

nr. BLKB2011/68M, Stcrt. 2011, 6416.<br />

7 Besluit van 4 september 2012, nr. BLBK2012/101M, onderdeel 5.5.1,<br />

Stcrt. 2012, 18 480.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 27


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Grensoverschrijdende be<br />

en de toepass<strong>in</strong>g van bedrijfsopvo<br />

28 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl


drijfsoverdrachten<br />

lg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

Dirk Albregtse<br />

Punten FFP:<br />

zie PER<br />

Dr. D.A. Albregtse is verbonden aan <strong>het</strong> Fiscaal<br />

Economisch Instituut van de Erasmus Universiteit<br />

Rotterdam.<br />

Trefwoorden: (grensoverschrijdende)<br />

bedrijfsoverdrachten, bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten,<br />

EU-beleid <strong>mkb</strong>-ondernem<strong>in</strong>gen,<br />

<strong>in</strong>vorder<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

Kennistoets<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Leerdoelen<br />

Na <strong>het</strong> lezen van dit artikel weet u:<br />

●● dat voor de beantwoord<strong>in</strong>g van<br />

de vraag of bepaalde bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

toepasbaar<br />

zijn <strong>in</strong> gevallen van grensoverschrijdendebedrijfsoverdrachten<br />

<strong>een</strong> uitvoerige analyse van<br />

zowel de betrokken casus als van<br />

de daarop van <strong>in</strong>vloed zijnde<br />

b<strong>in</strong>nenlandse, buitenlandse en<br />

<strong>in</strong>ternationale wet- en regelgev<strong>in</strong>g<br />

noodzakelijk is.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

In deze bijdrage worden vier casussen uitgewerkt waarbij<br />

sprake is van grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten.<br />

Centrale vraag daarbij is of en <strong>in</strong> hoeverre de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs<br />

faciliteiten <strong>in</strong> de situaties van belang zijn.<br />

Om die vraag te beantwoorden is <strong>een</strong> grondige analyse<br />

van de verschillende casussen noodzakelijk.<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

In de literatuur over de fiscale aspecten van bedrijfsoverdrachten<br />

<strong>in</strong> de <strong>mkb</strong>-sfeer en de toepass<strong>in</strong>g van de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten daarbij is nog we<strong>in</strong>ig aan dacht<br />

besteed aan grensoverschrijdende bedrijfs over drachten.<br />

Onder grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten versta ik<br />

bedrijfsoverdrachten waarbij de overdrager bij overdracht<br />

van zijn ondernem<strong>in</strong>g met m<strong>in</strong>stens twee verschillende<br />

nationale belast<strong>in</strong>gstelsels te maken heeft.<br />

In dit artikel worden vier casussen besproken waarbij sprake<br />

is van <strong>een</strong> dergelijke grensoverschrijdende bedrijfsoverdracht.<br />

Per casus wordt aangegeven welke factoren van<br />

belang zijn bij de analyse ervan en wat de gevolgen zijn voor<br />

de toe pass<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> aantal bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteiten<br />

bij overdracht bij leven. Hierbij gaat <strong>het</strong> om de toe pass<strong>in</strong>g<br />

van de faciliteit bij opvolg<strong>in</strong>g door <strong>een</strong> mede ondernemer dan<br />

wel werknemer (art. 3.63 Wet IB 2001), de faciliteiten bij de<br />

overdracht van aan merkelijk belang aandelen (art. 4.17c Wet<br />

IB 2001), de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteit, neergelegd <strong>in</strong> de<br />

Successie wet 1956 (art. 35b t/m art. 35f SW 1956) en de<br />

<strong>in</strong>vorder<strong>in</strong>gs faciliteit van art. 25, lid 9 Invorder<strong>in</strong>gs wet 1990.<br />

De vier casussen zijn:<br />

I Ondernemer Janse, woonachtig <strong>in</strong> de gem<strong>een</strong>te Sluis<br />

(Nederland) drijft <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak, gevestigd <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Belgische Brugge en wil deze overdragen aan <strong>een</strong><br />

<strong>in</strong>woner van Nederland.<br />

II Ondernemer Clauwaert, woonachtig <strong>in</strong> Turnhout (België)<br />

drijft <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak <strong>in</strong> Breda en wil deze overdragen<br />

aan <strong>een</strong> <strong>in</strong>woner van België.<br />

III Dga Klaassen, woonachtig <strong>in</strong> Nederland is directeur van<br />

en heeft <strong>een</strong> 100%-aandelenbelang <strong>in</strong> <strong>een</strong> Duitse AG,<br />

gevestigd en ondernemend <strong>in</strong> Keulen en wil zijn aandelen<br />

pakket overdragen aan <strong>een</strong> <strong>in</strong>woner van Nederland.<br />

IV Dga Kitzbuddel, woonachtig <strong>in</strong> Duitsland, is directeur<br />

van en heeft <strong>een</strong> 100%-aandelenbelang <strong>in</strong> <strong>een</strong> bv<br />

gevestigd en ondernemend <strong>in</strong> Maastricht en wil zijn<br />

aandelenpakket overdragen aan <strong>een</strong> <strong>in</strong>woner van<br />

Duitsland. 1<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 29


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

In alle gevallen wordt ervan uitgegaan dat de (onderliggende)<br />

ondernem<strong>in</strong>g <strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g is,<br />

dat aan de duurzaamheidseis voor <strong>het</strong> aannemen van de<br />

aanwezigheid van <strong>een</strong> vaste <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en aan de overige<br />

voorwaarden voor toepass<strong>in</strong>g van de betref fende bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs<br />

faciliteit(en) wordt voldaan. Om de casussen niet<br />

te <strong>in</strong>gewikkeld te maken, is steeds verondersteld dat de<br />

overdrager en de overnemer <strong>in</strong> <strong>het</strong>zelfde land wonen.<br />

In de analyse wordt <strong>een</strong> en ander bezien vanuit Nederlands<br />

perspectief. Een belangrijke vraag die moet worden beantwoord<br />

is of de voornoemde Nederlandse opvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

toepasbaar zijn. Bij de analyse wordt verder<br />

uitgegaan van de op dit moment van kracht zijnde<br />

belast<strong>in</strong>g verdragen (zie hierna). Aan de feitelijke <strong>in</strong>houd<br />

van de relevante buitenlandse wet- en regel gev<strong>in</strong>g wordt<br />

bij de analyse van de casussen g<strong>een</strong> aandacht besteed.<br />

Welke elementen zijn van belang bij de analyse van de<br />

casussen?<br />

●● Relevante Nederlandse wet- en regelgev<strong>in</strong>g en jurisprudentie.<br />

Van belang is na te gaan of en <strong>in</strong> hoeverre<br />

<strong>in</strong> de wettekst (<strong>in</strong>clusief de parlementaire behandel<strong>in</strong>g<br />

daarbij) en de daarmee samenhangende regelgev<strong>in</strong>g,<br />

waaronder uitvoer<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>gen, resoluties en besluiten<br />

en relevante jurisprudentie, aanwijz<strong>in</strong>gen zijn te v<strong>in</strong>den<br />

waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de betrokken<br />

regel<strong>in</strong>g all<strong>een</strong> geldt voor bijvoorbeeld b<strong>in</strong>nenlandse<br />

belast<strong>in</strong>g plichtigen of b<strong>in</strong>nen Nederland gevestigde<br />

(onderliggende) ondernem<strong>in</strong>gen.<br />

●● Relevante buitenlandse wet- en regelgev<strong>in</strong>g en jurisprudentie.<br />

Wat hiervoor is opgemerkt met betrekk<strong>in</strong>g tot<br />

Nederlandse wet- en regelgev<strong>in</strong>g en jurisprudentie geldt<br />

ook voor de relevante buitenlandse wet- en regelgev<strong>in</strong>g.<br />

Zoals aangegeven wordt hieraan <strong>in</strong> dit artikel g<strong>een</strong><br />

aandacht besteed.<br />

●● Het al dan niet aanwezig zijn van <strong>een</strong> belast<strong>in</strong>gverdrag<br />

ter voorkom<strong>in</strong>g van dubbele belast<strong>in</strong>g. Verreweg de<br />

meeste bilaterale belast<strong>in</strong>gverdragen zijn conform art.<br />

7 van <strong>het</strong> OECD-modelverdrag. Op grond daarvan wordt<br />

de belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g over w<strong>in</strong>st<strong>in</strong>komen toegewezen aan<br />

<strong>het</strong> bronland, zijnde <strong>het</strong> land waar <strong>het</strong> w<strong>in</strong>st<strong>in</strong>komen<br />

wordt gegenereerd, mits die kan worden toegerekend<br />

aan <strong>een</strong> aldaar gevestigde vaste <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g. Wanneer<br />

sprake is van <strong>een</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> bronland gedreven materiële<br />

ondernem<strong>in</strong>g zal deze <strong>in</strong> praktisch alle gevallen worden<br />

aangemerkt als <strong>een</strong> aldaar gevestigde vaste <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g.<br />

Wat de belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g over aanmerkelijkbelangvervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>sten<br />

betreft, deze worden <strong>in</strong> de<br />

door Nederland gesloten belast<strong>in</strong>gverdragen veelal<br />

toegewezen aan de woonstaat van de vervreemder.<br />

Voor de onderhavige vier casussen zijn met name<br />

de belast<strong>in</strong>gverdragen ter voorkom<strong>in</strong>g van dubbele<br />

belast<strong>in</strong>g op <strong>in</strong>komen en vermogen met België uit 2001<br />

en met Duitsland uit 1959 van belang. 2 Hoewel <strong>het</strong><br />

verdrag met Duitsland uit 1959 formeel nog niet <strong>in</strong><br />

over<strong>een</strong>stemm<strong>in</strong>g is met <strong>het</strong> OECD-modelverdrag – de<br />

eerste versie van dat modelverdrag stamt immers pas uit<br />

1963 – is de effectieve uitwerk<strong>in</strong>g ervan <strong>in</strong> de hierna te<br />

bespreken casussen dezelfde. Met België en Duitsland<br />

30 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

heeft Nederland g<strong>een</strong> verdragen ter voorkom<strong>in</strong>g van<br />

dubbele heff<strong>in</strong>g van erf- en schenkrecht gesloten.<br />

In voorkomende gevallen kunnen art. 47 t/m art. 51<br />

van <strong>het</strong> (<strong>een</strong>zijdig) Besluit voorkom<strong>in</strong>g dubbele belast<strong>in</strong>g<br />

2001 van belang zijn.<br />

●● Toepasbaarheid Europees (fiscaal) recht en de relevante<br />

rechtspraak van <strong>het</strong> Hof van Justitie EU. Hoewel de<br />

soevere<strong>in</strong>iteit <strong>in</strong>zake de heff<strong>in</strong>g van directe belast<strong>in</strong>gen<br />

primair nog steeds berust bij de afzonderlijke lidstaten is<br />

de <strong>in</strong>vloed van <strong>het</strong> EU-recht en de jurisprudentie van <strong>het</strong><br />

Hof van Justitie van de EU met name op <strong>het</strong> terre<strong>in</strong> van<br />

de w<strong>in</strong>stbelast<strong>in</strong>gen steeds groter geworden. Met name<br />

moet worden getoetst of de nationale wetgev<strong>in</strong>g niet<br />

discrim<strong>in</strong>eert en niet strijdig is met de <strong>in</strong> <strong>het</strong> Verdrag<br />

betreffende de werk<strong>in</strong>g van de EU, VwEU (hierna: EUverdrag)<br />

neergelegde verdragsvrijheden, waaronder<br />

<strong>het</strong> recht van vrije vestig<strong>in</strong>g (art. 49 EU-verdrag) en de<br />

vrijheid van kapitaalverkeer (art. 63 EU-verdrag).<br />

2. De voorbeelden<br />

2.1 Casus I<br />

Ondernemer Janse, woonachtig <strong>in</strong> de gem<strong>een</strong>te Sluis<br />

(Nederland) drijft <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak, gevestigd <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Belgische Brugge en wil deze overdragen aan <strong>een</strong> <strong>in</strong>woner<br />

van Nederland.<br />

Janse woont <strong>in</strong> Nederland en is daarom b<strong>in</strong>nenlands<br />

belast<strong>in</strong>gplichtig. Hij wordt <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel belast over zijn<br />

wereld<strong>in</strong>komen, dus <strong>in</strong>clusief de w<strong>in</strong>st uit de Belgische<br />

ondernem<strong>in</strong>g. Op grond van de wettekst en overige<br />

regelgev<strong>in</strong>g komt hij <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g voor<br />

toepass<strong>in</strong>g van de bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gs faciliteit van art. 3.63<br />

Wet IB 2001, mits hij voldoet aan de daar<strong>in</strong> gestelde<br />

voorwaarden (waaronder overdracht aan <strong>een</strong> gekwali fi ceerde<br />

medeondernemer of werknemer, en aan <strong>het</strong> voort zett<strong>in</strong>gsvereiste).<br />

Op grond van art. 7 Belast<strong>in</strong>gverdrag met België<br />

uit 2001 echter zal de w<strong>in</strong>st van de door de onder nemer<br />

gedreven Belgische ondernem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België worden belast<br />

naar de <strong>in</strong> dat land geldende wet- en regelgev<strong>in</strong>g. Het is<br />

aannemelijk dat de w<strong>in</strong>st is toe te rekenen aan <strong>een</strong> daar<br />

gevestigde vaste <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g. Nederland zal zich moeten


onthouden van belast<strong>in</strong>g heff<strong>in</strong>g over die w<strong>in</strong>st, zodat<br />

ook de bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gs faciliteit, die onderdeel is van<br />

de bereken<strong>in</strong>g van de totaalw<strong>in</strong>st voor Nederlandse<br />

heff<strong>in</strong>gsdoele<strong>in</strong>den, niet van toepass<strong>in</strong>g is. Met de Belgische<br />

w<strong>in</strong>st wordt voor de heff<strong>in</strong>g van de Nederlandse belast<strong>in</strong>g<br />

over <strong>het</strong> overig <strong>in</strong>komen slechts reken<strong>in</strong>g gehouden <strong>in</strong><br />

verband met <strong>het</strong> progressievoorbehoud op grond van art.<br />

23, par. 2 Belast<strong>in</strong>gverdrag met België 2001. Of Janse kan<br />

profiteren van eventuele bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteiten <strong>in</strong> de<br />

w<strong>in</strong>stsfeer hangt geheel af van de Belgische wet- en<br />

regelgev<strong>in</strong>g op dit punt.<br />

Een laatste toets of Janse desondanks <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komt<br />

voor de <strong>in</strong> art. 3.63 Wet IB 2001 opgenomen faciliteit is of<br />

<strong>het</strong> niet toepasbaar zijn ervan <strong>in</strong> strijd kan zijn met <strong>het</strong><br />

EU-recht. Van directe discrim<strong>in</strong>atie naar nationaliteit, dat<br />

op grond van <strong>het</strong> EU-verdrag verboden is, is <strong>in</strong> deze en de<br />

drie volgende casussen g<strong>een</strong> sprake. Wel komt <strong>in</strong>directe<br />

discrim<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> beeld. Immers, als de ondernem<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen<br />

Nederland zou zijn gevestigd, zou Janse wel de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs<br />

faciliteit kunnen toepassen. In de onderhavige<br />

casus is dat niet <strong>het</strong> geval. Dit lijkt <strong>in</strong> strijd te komen met<br />

de <strong>in</strong> <strong>het</strong> EU-verdrag neergelegde vrijheid van vestig<strong>in</strong>g.<br />

Aan te nemen is echter dat <strong>het</strong> Hof van Justitie van de EU<br />

als rechtvaardig<strong>in</strong>gs grond voor <strong>het</strong> verschil <strong>in</strong> behandel<strong>in</strong>g<br />

zal aanvoeren dat <strong>het</strong> verschil voortvloeit uit dispari teiten<br />

<strong>in</strong> de nationale belast<strong>in</strong>gstelsels of <strong>het</strong> gevolg is van <strong>in</strong>ternationale<br />

toedel<strong>in</strong>g van heff<strong>in</strong>gsrechten. Voor <strong>een</strong> overzicht<br />

van de Europese jurisprudentie op dit punt zie Cursus<br />

Belast<strong>in</strong>grecht, deel Europees Belast<strong>in</strong>grecht, Kluwer,<br />

Deventer, 2012, met name de onderdelen 5.1.0.D. en 5.1.6. 3<br />

Voor de toepass<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteit <strong>in</strong> de<br />

Successiewet 1956 is van belang dat Janse, <strong>in</strong> casu de<br />

schenker, <strong>in</strong> Nederland woont.<br />

Op grond van art. 1 SW 1956 is dat namelijk <strong>een</strong> van de<br />

voorwaarden voor de belastbaarheid met erf- en schenkbelast<strong>in</strong>g.<br />

Waar de verkrijger/overnemer, die overigens zelf<br />

om toepass<strong>in</strong>g van de faciliteit moet verzoeken, woont, is <strong>in</strong><br />

beg<strong>in</strong>sel niet van belang.<br />

Op grond hiervan moet worden aangenomen dat de<br />

betreffende bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit – als ook aan de<br />

overige voorwaarden om daarvoor <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te komen<br />

is voldaan – van toepass<strong>in</strong>g is.<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

2.2 Casus II<br />

Ondernemer Clauwaert, woonachtig <strong>in</strong> Turnhout (België)<br />

drijft <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak <strong>in</strong> Breda en wil deze overdragen aan<br />

<strong>een</strong> <strong>in</strong>woner van België.<br />

In deze casus is de heer Clauwaert voor de Nederlandse<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g te beschouwen als buitenlands<br />

belast<strong>in</strong>gplichtige. Ook buitenlandse belast<strong>in</strong>g plich tigen<br />

komen naar de wettekst en overige regelgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel<br />

<strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteit van art.<br />

3.63 Wet IB 2001. Art. 7.2, lid 2, onderdeel a, Wet IB 2001<br />

verwijst immers uitdrukkelijk naar de belastbare w<strong>in</strong>st uit<br />

ondernem<strong>in</strong>g, bedoeld <strong>in</strong> art. 3.2 en art. 3.3 Wet IB 2001.<br />

Uit art. 3.2 Wet IB 2001 is overduidelijk af te leiden dat<br />

daartoe mede de bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gs faciliteit behoort.<br />

Evenals <strong>in</strong> casus I is art. 7 Belast<strong>in</strong>gverdrag met België 2001<br />

van toepass<strong>in</strong>g. Op grond daarvan wordt <strong>in</strong> deze casus de<br />

w<strong>in</strong>st naar Nederlandse maatstaven <strong>in</strong> Nederland belast en<br />

is de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteit van art. 3.63 Wet IB 2001,<br />

mits uiteraard aan de daar voor geldende voorwaarden is<br />

voldaan, van toepass<strong>in</strong>g.<br />

Voor de toepass<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteit <strong>in</strong> de<br />

Successiewet 1956 is van belang dat de heer Clauwaert, <strong>in</strong><br />

casu de schenker, <strong>in</strong> België woont.<br />

Op grond van art. 1 SW 1956 is <strong>in</strong>wonerschap van Nederland<br />

echter één van de voorwaarden voor de belastbaarheid met<br />

erf- en schenkbelast<strong>in</strong>g. Een <strong>in</strong>woner van <strong>een</strong> ander land,<br />

<strong>in</strong> casu België, wordt <strong>in</strong> Nederland dan ook niet belast met<br />

erf- en schenkbelast<strong>in</strong>g, tenzij sprake zou zijn van <strong>een</strong><br />

fictief <strong>in</strong> Nederland wonende schenker <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van art. 3<br />

SW 1956. Op grond van art. 3, lid 1 SW 1956 is sprake van<br />

fictief <strong>in</strong>wonerschap bij <strong>een</strong> Nederlander, die <strong>in</strong> Nederland<br />

heeft gewoond en b<strong>in</strong>nen tien jaren nadat hij Nederland<br />

metterwoon heeft verlaten, is overleden of <strong>een</strong> schenk<strong>in</strong>g<br />

doet. Ook iemand – hoeft g<strong>een</strong> Nederlander te zijn – die <strong>in</strong><br />

Nederland heeft gewoond en b<strong>in</strong>nen <strong>een</strong> jaar nadat hij/zij<br />

Nederland metterwoon heeft verlaten <strong>een</strong> schenk<strong>in</strong>g heeft<br />

gedaan wordt geacht ten tijde van <strong>het</strong> doen van de<br />

schenk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Nederland te hebben gewoond (art. 3, lid 2 SW<br />

1956). In de casussen II en IV ga ik er echter van uit dat<br />

deze situaties zich niet hebben voorgedaan. Op grond<br />

hiervan moet worden geconcludeerd dat de verkrijger/<br />

overnemer g<strong>een</strong> beroep kan doen op de betreffende<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit.<br />

Van strijd met <strong>het</strong> EU-recht is <strong>in</strong> deze casus g<strong>een</strong> sprake.<br />

Het niet <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komen voor de bedrijfs opvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

<strong>in</strong> de Successiewet 1956 vloeit immers voort uit<br />

dispariteiten tussen de nationale belast<strong>in</strong>gstelsels.<br />

2.3 Casus III<br />

Dga Klaassen, woonachtig <strong>in</strong> Nederland heeft <strong>een</strong><br />

100%-aandelenbelang <strong>in</strong> <strong>een</strong> Duitse AG gevestigd en<br />

ondernemend <strong>in</strong> Keulen en wil zijn aandelenpakket<br />

overdragen aan <strong>een</strong> <strong>in</strong>woner van Nederland.<br />

Dga Klaassen is b<strong>in</strong>nenlands belast<strong>in</strong>gplichtig. Bij vervreemd<strong>in</strong>g<br />

van zijn aandelenpakket is hij <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g verschuldigd over de gerealiseerde<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 31


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st als zijnde <strong>in</strong>komen uit aan merkelijk<br />

belang <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van art. 4.12, onderdeel b, Wet IB 2001.<br />

Belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g over de vervreemd<strong>in</strong>gs w<strong>in</strong>sten is op grond<br />

van art. 8, lid 1 Belast<strong>in</strong>gverdrag met Duitsland 1959<br />

toegewezen aan Nederland. 4 De Wet IB 2001 kent s<strong>in</strong>ds 2010<br />

twee mogelijkheden voor geruisloze doorschuiv<strong>in</strong>g, namelijk<br />

bij overlijden (krachtens erfrecht) en bij schenk<strong>in</strong>g. De<br />

regel<strong>in</strong>gen zijn opgenomen <strong>in</strong> art. 4.17a en art. 4.17c Wet<br />

IB 2001. De doorschuif regel<strong>in</strong>gen zijn slechts van toepass<strong>in</strong>g<br />

als en voor zover de onderliggende rechtspersoon <strong>een</strong><br />

materiële ondernem<strong>in</strong>g drijft. In de casussen wordt daarvan<br />

ook steeds uitgegaan. 5 Bovendien dient de (buiten landse)<br />

rechtspersoon waar<strong>in</strong> <strong>het</strong> aanmerkelijk belang wordt<br />

gehouden <strong>een</strong> <strong>in</strong> aandelen verdeeld kapi taal te hebben en<br />

door Nederland als niet-transparant te worden aangemerkt.<br />

Aan beide voorwaarden wordt bij <strong>een</strong> Duitse AG voldaan.<br />

In geval van schenk<strong>in</strong>g moet de verkrijger gedurende de<br />

36 maanden die onmiddellijk voorafgaan aan <strong>het</strong> tijdstip<br />

van de vervreemd<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> dienstbetrekk<strong>in</strong>g zijn bij de onderliggende<br />

vennootschap. Klaassen kan ook <strong>een</strong> beroep doen<br />

op art. 25, lid 9, Invorder<strong>in</strong>gswet 1990, ervan uitgaande dat<br />

<strong>het</strong> vermogen van de onderliggende ondernem<strong>in</strong>g voor niet<br />

meer dan 30% bestaat uit belegg<strong>in</strong>gsvermogen.<br />

Laatstgenoemde faciliteit wordt echter vanaf 2010 all<strong>een</strong><br />

nog verl<strong>een</strong>d bij overdracht van aandelen tegen schuldigerkenn<strong>in</strong>g.<br />

Op grond daarvan wordt onder bepaalde<br />

voorwaarden renteloos uitstel van betal<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

over bedoelde vervreemd<strong>in</strong>gs w<strong>in</strong>sten verl<strong>een</strong>d voor<br />

de duur van ten hoogste tien jaar.<br />

Het toekennen van bovengenoemde faciliteiten is niet <strong>in</strong><br />

strijd met regels van EU-recht.<br />

Tenslotte is de heer Klaassen als <strong>in</strong>woner van Nederland<br />

subjectief belast<strong>in</strong>gplichtig voor de erf- en schenkbelast<strong>in</strong>g;<br />

de verkrijger/overnemer kan derhalve <strong>een</strong> verzoek doen<br />

voor toepass<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de<br />

SW 1956.<br />

2.4 Casus IV<br />

Dga Kitzbuddel, woonachtig <strong>in</strong> Duitsland, heeft <strong>een</strong><br />

100%-aandelenbelang <strong>in</strong> <strong>een</strong> bv gevestigd en onder nemend<br />

<strong>in</strong> Maastricht en wil zijn aandelen pakket overdragen aan<br />

<strong>een</strong> <strong>in</strong>woner van Duitsland.<br />

Tabel 1 | Uitkomsten van de analyses<br />

De heer Kitzbuddel wordt voor de Nederlandse <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

aangemerkt als buitenlands belast<strong>in</strong>gplichtige.<br />

Op grond van art. 7.5 Wet IB 2001 is <strong>het</strong> door hem genoten<br />

<strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang <strong>in</strong> Nederland belast.<br />

Dat geldt <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel voor zowel de reguliere <strong>in</strong>komsten,<br />

waaronder de dividenden, als de vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>sten.<br />

Op grond van art. 8, lid 1, Belast<strong>in</strong>g verdrag met Duitsland<br />

1959 respectievelijk art. 13, lid 5, van <strong>het</strong> nieuwe<br />

waarschijnlijk op 1 januari 2014 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g te treden<br />

belast<strong>in</strong>gverdrag met Duitsland, wordt de heff<strong>in</strong>g van<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>sten echter aan de woonstaat van de<br />

grootaandeelhouder toegewezen. In casu dus aan Duitsland.<br />

Op grond hiervan moet worden geconcludeerd dat de heer<br />

Kitzbuddel g<strong>een</strong> beroep kan doen op de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

van art. 4.17c Wet IB 2001. Ook art. 25,<br />

lid 9, Invorder<strong>in</strong>gswet 1990 is <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel niet van<br />

toepass<strong>in</strong>g. Op grond van <strong>het</strong> EU-recht kan daardoor echter<br />

mogelijk strijd ontstaan met de <strong>in</strong> <strong>het</strong> EU-verdrag neergelegde<br />

vrijheden, zoals <strong>het</strong> beg<strong>in</strong>sel van de vrijheid van<br />

kapitaalverkeer en van vestig<strong>in</strong>g. 6 Het belang en de toepasbaarheid<br />

van de faciliteit is s<strong>in</strong>ds 2010 niet groot meer.<br />

De heer Kitzbuddel valt als <strong>in</strong>woner van Duitsland niet<br />

onder de Nederlandse Successiewet 1956. De bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit,<br />

neergelegd <strong>in</strong> de Successie wet 1956,<br />

is derhalve niet van toepass<strong>in</strong>g.<br />

3. De uitkomsten<br />

Zijn de uitkomsten bevredigend?<br />

Ik wil deze vraag beantwoorden door de uitkomsten te<br />

toetsen aan de Nederlandse doelstell<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten,<br />

en aan <strong>het</strong> EU-beleid <strong>in</strong>zake<br />

grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten met name van<br />

<strong>mkb</strong>-ondernem<strong>in</strong>gen.<br />

3.1 Nederlandse doelstell<strong>in</strong>g<br />

De bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten hebben ten doel de<br />

cont<strong>in</strong>uïteit van de (onderliggende) ondernem<strong>in</strong>gen en<br />

daarmee de economische bedrijvigheid en werk gelegenheid<br />

te waarborgen. Vanuit Nederlands perspectief zal dat met<br />

name de economische bedrijvig heid en werkgelegenheid<br />

b<strong>in</strong>nen Nederland betreffen. Het niet van toepass<strong>in</strong>g zijn<br />

Casus I Casus II Casus III Casus IV<br />

Art. 3.63 Wet IB 2001 Niet van toepass<strong>in</strong>g Van toepass<strong>in</strong>g Niet relevant Niet relevant<br />

Art. 4.17c Wet IB 2001 Niet relevant Niet relevant Van toepass<strong>in</strong>g Niet van toepass<strong>in</strong>g<br />

Art. 25, lid 9<br />

Invorder<strong>in</strong>gswet 1990<br />

Art. 35b t/m art. 35f SW<br />

1956<br />

Niet relevant Niet relevant Van toepass<strong>in</strong>g Mogelijk van<br />

toepass<strong>in</strong>g<br />

Van toepass<strong>in</strong>g Niet van toepass<strong>in</strong>g Van toepass<strong>in</strong>g Niet van toepass<strong>in</strong>g<br />

32 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl


van art. 35b e.v. SW 1956 bij casus II en casus IV, alsmede<br />

<strong>het</strong> niet van toepass<strong>in</strong>g zijn van art. 4.17c Wet IB 2001 en<br />

art. 25, lid 9, Invorder<strong>in</strong>gswet 1990 bij casus IV tast dan<br />

ook de beoogde effectiviteit van de regel<strong>in</strong>g aan. Het zal<br />

afhangen van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten <strong>in</strong> België en<br />

Duitsland of Clauwaert en Kitzbuddel <strong>in</strong> <strong>een</strong> gelijke (of<br />

misschien wel betere!) positie komen te verkeren dan de <strong>in</strong><br />

Nederland wonende ondernemer/dga met <strong>een</strong> Nederlandse<br />

ondernem<strong>in</strong>g. Daardoor wordt de econo mische bedrijvigheid<br />

en werkgelegenheid <strong>in</strong> deze gevallen ook <strong>in</strong> Nederland<br />

gewaarborgd. Overigens is <strong>het</strong> wel van toepass<strong>in</strong>g zijn van<br />

art. 4.17c Wet IB 2001 en art. 25, lid 9, Invorder<strong>in</strong>gswet<br />

1990 en art. 35b e.v. SW 1956, bezien vanuit Nederlands<br />

perspectief, twijfel achtig. Vanuit <strong>een</strong> wijder EU-perspectief<br />

zal dat echter anders zijn. De economische bedrijvigheid en<br />

werk gelegenheid <strong>in</strong> Nederland wordt door <strong>het</strong> niet van<br />

toepass<strong>in</strong>g zijn van art. 3.63 Wet IB 2001 <strong>in</strong> casus I niet<br />

aangetast. Dat geldt wel voor de economische bedrijvig heid<br />

en werkgelegenheid <strong>in</strong> België. Het is aan België hier<br />

eventueel iets aan te doen. In dit verband is voor de<br />

onderzochte casussen niet all<strong>een</strong> de Belgische federale<br />

belast<strong>in</strong>gwetgev<strong>in</strong>g van belang, maar ook de gewestelijke,<br />

m.n. de Vlaamse. 7<br />

3.2 EU-beleid<br />

De EU voert s<strong>in</strong>ds 1994 <strong>een</strong> actief beleid om bedrijfs-<br />

overdrachten van met name <strong>mkb</strong>-ondernem<strong>in</strong>gen te stimuleren<br />

om de cont<strong>in</strong>uïteit daarvan en daarmee de economische<br />

bedrijvigheid en werkgelegenheid te waarborgen. 8<br />

Het beleid is erop gericht de lidstaten ertoe te bewegen<br />

maatregelen te nemen om bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de <strong>mkb</strong>sfeer<br />

soepeler te laten verlopen. Zo werd <strong>in</strong> 1994 onder<br />

meer voorgesteld de successierechten bij bedrijfsoverdracht<br />

te verlagen, alsmede de belast<strong>in</strong>gen bij pensioner<strong>in</strong>g,<br />

her<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g en verkoop aan werknemers. Uit de <strong>in</strong> 2006<br />

uitgevoerde evaluatie blijkt dat de oproep zeker succes<br />

heeft gehad, met als kantteken<strong>in</strong>g dat de daar<strong>in</strong> gegeven<br />

<strong>in</strong>formatie vooral globaal-kwalitatief van aard is en niet<br />

aangeeft wat de exacte <strong>in</strong>houd en diepgang van de<br />

maatregelen zijn. 9 Uit de evaluatie blijkt niet duidelijk of<br />

en <strong>in</strong> hoeverre de <strong>in</strong> de verschillende lidstaten doorgevoerde<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten op elkaar zijn afgestemd. Uit<br />

<strong>een</strong> analyse van Van de Ven en Schulpen <strong>in</strong> <strong>het</strong> Kwartaalschrift<br />

Estate Plann<strong>in</strong>g 2012/30 blijkt onder meer dat er<br />

belangrijke verschillen bestaan tussen de regel<strong>in</strong>gen op dit<br />

gebied <strong>in</strong> Vlaanderen, Nederland en Duitsland. Verdere<br />

harmonisatie daarvan is aan te bevelen, opdat meer<br />

evenwichtige situaties ontstaan. 10 Nadere bestuder<strong>in</strong>g<br />

van de relevante buitenlandse wet- en regelgev<strong>in</strong>g is nodig<br />

om de e<strong>in</strong>dresultaten van de besproken casussen te kunnen<br />

verkrijgen.<br />

4. Conclusies<br />

●● Het al dan niet van toepass<strong>in</strong>g zijn van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

bij grens over schrijdende<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g eist <strong>een</strong> grondige analyse van<br />

de specifieke casus.<br />

Fiscaal<br />

PE-artikel<br />

●● Getracht is de diverse elementen die daarbij van belang<br />

zijn <strong>in</strong> kaart te brengen en <strong>het</strong> belang ervan te illustreren<br />

met vier casussen. Hoewel ver<strong>een</strong>voudigende aannames<br />

zijn gehanteerd, blijkt de problematiek complex te zijn.<br />

In dit artikel heb ik getracht vrij <strong>een</strong>duidige antwoorden<br />

te formuleren. Ik daag de lezer echter uit kantteken<strong>in</strong>gen<br />

bij mijn analyses te plaatsen en deze via de redactie of<br />

rechtstreeks (albregtse@ese.eur.nl) aan mij te doen<br />

toekomen.<br />

●● Het is aan te bevelen dat b<strong>in</strong>nen de EU de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

<strong>in</strong> de verschillende lidstaten op<br />

elkaar worden aangesloten/geharmoniseerd, opdat<br />

evenwichtige situaties ontstaan en de EU-verkeersvrijheden<br />

worden gewaarborgd.<br />

Noten<br />

1 Gekozen is voor casussen die gesitueerd zijn <strong>in</strong> de grensstreken.<br />

Het is aannemelijk dat grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten<br />

zich met name <strong>in</strong> de <strong>mkb</strong>-sfeer <strong>in</strong> de grensstreken zullen afspelen.<br />

Immers, zowel de ondernemer die <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak drijft, als de dga<br />

zijn daarbij als feitelijke ondernemers aan te merken en zullen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

algem<strong>een</strong> niet te ver van de door hen te leiden ondernem<strong>in</strong>g willen<br />

wonen. Het volgende betoog is echter niet pr<strong>in</strong>cipieel anders als de<br />

ondernemer/dga <strong>in</strong> Nederland woont en de gedreven ondernem<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> bijvoorbeeld de VS is gevestigd (of andersom).<br />

2 Op 12 april 2012 is <strong>het</strong> nieuwe belast<strong>in</strong>gverdrag met Duitsland<br />

ondertekend. Dit nieuwe verdrag zal naar verwacht<strong>in</strong>g op 1 januari<br />

2014 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g treden. V-N 2012/22.7.<br />

3 Zeer verhelderend v<strong>in</strong>d ik nog steeds de analyse van A-G Geelhoed<br />

op dit punt <strong>in</strong> zijn conclusie bij HvJ EG 13 maart 2007, zaak C-524/04<br />

(Test Claimants <strong>in</strong> the Th<strong>in</strong> Cap Group Litigation).<br />

4 Ook op grond van art. 13, lid 5 van <strong>het</strong> op 12 april 2012<br />

ondertekende nieuwe belast<strong>in</strong>gverdrag met Duitsland blijft de<br />

heff<strong>in</strong>gsbevoegdheid aan Nederland toegewezen.<br />

5 Overigens wordt de doorschuiffaciliteit niet toegekend voor zover<br />

de vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st betrekk<strong>in</strong>g heeft op <strong>het</strong> belegg<strong>in</strong>gsvermogen<br />

van de ondernem<strong>in</strong>g.<br />

6 Zie <strong>in</strong> dit verband HR 25 september 2009, nr. 43 874, BNB 2010/31.<br />

De betekenis van dat arrest voor de huidige wetgev<strong>in</strong>g is onduidelijk.<br />

7 Zie <strong>in</strong> dit verband K.M.L.L. van de Ven, Een nieuwe regel<strong>in</strong>g voor<br />

schenk<strong>in</strong>g en vererv<strong>in</strong>g van familieondernem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>het</strong> Vlaams<br />

Gewest, Tijdschrift Erfrecht 2012/2.<br />

8 Mededel<strong>in</strong>g van de Commissie over de overdracht van ondernem<strong>in</strong>gen.<br />

Acties ten behoeve van <strong>het</strong> <strong>mkb</strong> (PbEU 2004, C 204/1-<br />

23) en Aanbevel<strong>in</strong>g van de Commissie <strong>in</strong>zake de overdracht van<br />

kle<strong>in</strong>e en middelgrote ondernem<strong>in</strong>gen, PbEU 2004, L 385/14-17.<br />

9 Mededel<strong>in</strong>g van de Commissie van 14 maart 2006 ter uitvoer<strong>in</strong>g<br />

van <strong>het</strong> communautair Lissabonprogramma voor groei en<br />

werkgelegenheid betreffende de overdracht van ondernem<strong>in</strong>gen –<br />

Cont<strong>in</strong>uïteit door <strong>een</strong> nieuwe start, COM(2006)117def., tabel pag.<br />

13. Bij de actualiteit van de tabel is voor wat Nederland betreft wel<br />

<strong>een</strong> kantteken<strong>in</strong>g. Aangegeven is dat Nederland aan de oproep om<br />

bij verkoop aan werknemers faciliteiten te bieden nog g<strong>een</strong> gehoor<br />

heeft gegeven, terwijl de faciliteit van art. 3.63 Wet IB 2001 reeds<br />

s<strong>in</strong>ds 1 januari 2002 ook bij overdracht aan werknemers geldt.<br />

10 Vergelijk <strong>in</strong> dit verband ook F. Sonneveldt en B.B.A. de Kroon,<br />

Bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België en Duitsland, WPNR 2009/6808.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 33


Serie<br />

PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

<strong>Overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen</strong><br />

<strong>een</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

Dit artikel is <strong>het</strong> eerste <strong>in</strong> <strong>een</strong> serie waar<strong>in</strong> overname f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>mkb</strong> wordt behandeld. In vervolgartikelen wordt onder meer<br />

<strong>in</strong>gegaan op:<br />

stimuler<strong>in</strong>gsmaatregelen/kredieten;<br />

<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de flex-bv en de gevolgen voor de<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur;<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g door participatiemaatschappijen;<br />

envyfactoren en aandachtspunten b<strong>in</strong>nen de koophold<strong>in</strong>g;<br />

<strong>het</strong> gebruik van derivaten.<br />

34 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl


<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>mkb</strong>:<br />

Menno Stuker<br />

Punten FFP:<br />

zie PER<br />

Drs. M.H. Stuker is senior manager bij <strong>Rembrandt</strong><br />

Fusies & Overnames.<br />

Trefwoorden: overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g,<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbron, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g,<br />

overname, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsratio<br />

Kennistoets<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Leerdoelen<br />

Na <strong>het</strong> lezen van dit artikel hebt u:<br />

●● <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de structuur van overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen<br />

en de<br />

beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs bronnen;<br />

●● <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de factoren die de<br />

haalbaarheid van overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen<br />

bepalen.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Dit artikel geeft op hoofdlijnen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de structuur van<br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen, de beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen<br />

en de factoren die de haalbaarheid van <strong>een</strong><br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g beïnvloeden, met de nadruk op overname<br />

van aandelen. Hoewel banken voorzichtiger zijn dan <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> verleden, worden met name <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden- en kle<strong>in</strong>bedrijf<br />

nog substantiële overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen verstrekt.<br />

De slag<strong>in</strong>gskans stijgt door <strong>het</strong> huiswerk goed te doen,<br />

verschillende banken te benaderen en er reken<strong>in</strong>g mee<br />

te houden dat banken meer tijd nodig hebben.<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

F<strong>in</strong>ancieel<br />

PE-artikel<br />

Een populair gespreksonderwerp bij ondernemers en<br />

adviseurs is de terughoudende houd<strong>in</strong>g van banken bij<br />

kredietverlen<strong>in</strong>g. Een vaak gehoorde stell<strong>in</strong>g is: ‘Er v<strong>in</strong>den<br />

g<strong>een</strong> overnames meer plaats, want de banken f<strong>in</strong>ancieren<br />

niet meer.’ Ik denk dat deze stell<strong>in</strong>g op zijn m<strong>in</strong>st<br />

gedeeltelijk onjuist is. In de eerste plaats omdat er<br />

voldoende partijen <strong>in</strong> de markt zijn die niet of slechts<br />

gedeeltelijk afhankelijk zijn van bankf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g voor <strong>het</strong><br />

doen van overnames. Daarnaast omdat niet gesproken kan<br />

worden van één overnamemarkt waar banken wel of niet<br />

meer zouden f<strong>in</strong>ancieren, maar dat gedifferentieerd moet<br />

worden naar transactieomvang. Mijn ervar<strong>in</strong>g is dat banken<br />

wel degelijk bereid zijn overnames te f<strong>in</strong>ancieren van<br />

ondernem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden- en kle<strong>in</strong>bedrijf (<strong>mkb</strong>), onder<br />

meer vanwege de voor banken doorgaans relatief beperkte<br />

omvang van de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen. Wij zien zelfs dat banken <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>mkb</strong>-segment actief marktaandeel ‘kopen’ met tarieven<br />

voor overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen die nauwelijks verschillen van<br />

de tarieven van voor de crisis. Het klopt dat banken<br />

momenteel afkeriger van risico zijn en dat, ook <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>mkb</strong>-segment, de controle bij de poort strenger is en banken<br />

striktere voorwaarden hanteren voor overname f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen<br />

dan voor de crisis. Tegelijk kunnen de verschillen tussen<br />

banken groter zijn.<br />

De stell<strong>in</strong>g dient naar mijn men<strong>in</strong>g dus genuanceerd te<br />

worden, <strong>in</strong> ieder geval voor <strong>het</strong> <strong>mkb</strong>. Daar<strong>in</strong> v<strong>in</strong>den zeker<br />

overnames plaats die worden gef<strong>in</strong>ancierd en ondernemers<br />

(<strong>in</strong> spe) en adviseurs kunnen de haalbaarheid van <strong>een</strong><br />

overname f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g vaak grotendeels zelf beïnvloeden.<br />

In dit artikel wordt <strong>in</strong>gegaan op de structuur van<br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen en de beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen.<br />

Ook wordt beschreven welke factoren de<br />

haalbaarheid beïnvloeden.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 35


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

2. Structuur overname f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen<br />

en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen<br />

Er zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>mkb</strong> verschillende typen overnames te<br />

onderscheiden<br />

●● bedrijfsoverdracht b<strong>in</strong>nen de familie;<br />

●● managementbuy-out (MBO): <strong>het</strong> bestaande management<br />

neemt de ondernem<strong>in</strong>g over;<br />

●● managementbuy-<strong>in</strong> (MBI): management van buiten<br />

(<strong>een</strong> particulier) neemt de ondernem<strong>in</strong>g over;<br />

●● strategische overnames: concurrenten of andere partijen<br />

met <strong>een</strong> strategisch belang uit b<strong>in</strong>nen/buitenland nemen<br />

<strong>het</strong> bedrijf over;<br />

●● overname door <strong>een</strong> f<strong>in</strong>anciële partij of parti ci pa tie -<br />

maatschappij;<br />

●● comb<strong>in</strong>aties van deze transacties.<br />

De toepasbaarheid van en aandachtspunten bij deze<br />

verschillende typen overnames lopen enorm uit<strong>een</strong>.<br />

De f<strong>in</strong>an cier<strong>in</strong>gs structuur en de beschikbare f<strong>in</strong>ancie r<strong>in</strong>gsbronnen<br />

zijn echter (<strong>in</strong> grote lijnen) gelijk. Figuur 1 toont<br />

de gangbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs structuur bij over names, de<br />

beschikbare f<strong>in</strong>an cie r<strong>in</strong>gsbronnen en de geldstromen bij <strong>een</strong><br />

overname.<br />

2.1 Toelicht<strong>in</strong>g f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur<br />

●● Koper(s) privé kunnen <strong>een</strong> of meerdere familieleden,<br />

leden van <strong>het</strong> managementteam (MBO) of externe<br />

particulieren (MBI) zijn.<br />

●● Koper(s) privé richten, voor zover zij daar nog niet over<br />

beschikken, doorgaans <strong>een</strong> persoonlijke hold<strong>in</strong>g op<br />

waar<strong>in</strong> de eigen <strong>in</strong>breng wordt gestort. De eigen <strong>in</strong>breng<br />

wordt ofwel rechtstreeks van de spaarreken<strong>in</strong>g voldaan,<br />

maar kan ook apart gef<strong>in</strong>ancierd worden (hoe blijft<br />

buiten beschouw<strong>in</strong>g).<br />

●● De persoonlijke hold<strong>in</strong>g(s) participeren <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />

op te richten koophold<strong>in</strong>g, die bij de transactie<br />

als koper fungeert en <strong>het</strong> bedrijf overneemt. De<br />

aandelenverhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de koophold<strong>in</strong>g worden vaak<br />

gerelateerd aan de eigen <strong>in</strong>breng, maar kunnen ook<br />

beïnvloed worden door andere factoren, zoals de positie<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> bedrijf. 1<br />

●● De hier opgenomen structuur biedt <strong>een</strong> aantal voordelen:<br />

– Het houden van aandelenbelangen <strong>in</strong> persoonlijke<br />

hold<strong>in</strong>gs <strong>in</strong> plaats van <strong>in</strong> privé vergemakkelijkt de<br />

toekomstige verhandel baarheid van aandelen belangen<br />

zonder dat direct fiscaal afgerekend hoeft te worden.<br />

– Het zo veel mogelijk voorkomen van privé aansprakelijkheid.<br />

– Het oprichten van <strong>een</strong> koophold<strong>in</strong>g die 100% van de<br />

aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijf overneemt, maakt <strong>het</strong> mogelijk<br />

om <strong>een</strong> fiscale <strong>een</strong>heid te creëren tussen de koophold<strong>in</strong>g<br />

en <strong>het</strong> bedrijf. Hierdoor kunnen de<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gslasten van de overname f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen<br />

worden verrekend met de resultaten van <strong>het</strong> be drijf.<br />

Deze verreken mogelijk heid kan substan tiële voordelen<br />

opleveren. De mogelijkheden voor verreken<strong>in</strong>g zijn<br />

s<strong>in</strong>ds 1 januari 2011 <strong>in</strong>geperkt, maar tot op heden is<br />

<strong>het</strong> <strong>mkb</strong> hierbij buiten schot gebleven.<br />

●● Bij overnames door strategische/f<strong>in</strong>anciële partijen<br />

wordt niet altijd volgens de structuur met koop- of<br />

tussenhold<strong>in</strong>g gewerkt en komen vaak afwijkende<br />

structuren voor. Deze blijven <strong>in</strong> dit artikel verder buiten<br />

beschouw<strong>in</strong>g.<br />

●● Het over te nemen bedrijf kan <strong>in</strong> deze structuur bestaan<br />

uit <strong>een</strong> of meer bv’s.<br />

Figuur 1 | F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen en geldstromen bij overnames<br />

Overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

KOPER(S) PRIVé<br />

PERSOONLIJKE<br />

HOLDING(S)<br />

BANK KOOPHOLDING<br />

VERKOPER<br />

Koopsom<br />

F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g bedrijf<br />

Eigen <strong>in</strong>breng<br />

36 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Garantievermogen<br />

BEDRIJF<br />

STRATEGISCHE/<br />

FINANCIëLE PARTIJ<br />

Dividenduitker<strong>in</strong>gen en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g vanuit <strong>het</strong> bedrijf<br />

Achtergestelde len<strong>in</strong>g


2.2 Toelicht<strong>in</strong>g f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen<br />

In de getoonde structuur betaalt de koophold<strong>in</strong>g de<br />

koopsom voor de aandelen aan verkoper. Voor de<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van de koopsom wordt doorgaans gebruikgemaakt<br />

van <strong>een</strong> comb<strong>in</strong>atie van de volgende f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs-<br />

bronnen: 2<br />

●● eigen <strong>in</strong>breng vanuit privé/persoonlijke hold<strong>in</strong>g;<br />

●● achtergestelde len<strong>in</strong>g verkoper;<br />

●● dividenduitker<strong>in</strong>gen en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g vanuit <strong>het</strong> over<br />

te nemen bedrijf;<br />

●● bankf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g.<br />

Eigen <strong>in</strong>breng vanuit privé/persoonlijke hold<strong>in</strong>g<br />

De eigen <strong>in</strong>breng vanuit privé kan vanuit beschik bare<br />

liquide middelen worden gedaan, maar vaak wordt deze<br />

ook (deels) apart gef<strong>in</strong>ancierd <strong>in</strong> privé door bijvoorbeeld<br />

<strong>een</strong> (tweede) hypotheek of privéborgstell<strong>in</strong>gen. (Tijdige<br />

afstemm<strong>in</strong>g met partners is onder andere vanuit dit oogpunt<br />

<strong>een</strong> belangrijk aandachtspunt.) De eigen <strong>in</strong>breng dient<br />

uiteraard <strong>in</strong> de eerste plaats om de verhoud<strong>in</strong>g garantievermogen/benodigd<br />

bancair krediet b<strong>in</strong>nen acceptabele<br />

verhoud<strong>in</strong>gen te brengen. Daarnaast is <strong>het</strong> voor banken<br />

belangrijk om hiermee voldoende betrokkenheid van <strong>een</strong><br />

ondernemer (<strong>in</strong> spe) te creëren. Naast <strong>het</strong> absolute bedrag<br />

dient de eigen <strong>in</strong>breng dus ook vergeleken te worden met<br />

de totale vermogenspositie van de koper. De daarop<br />

volgende <strong>in</strong>breng van garantievermogen vanuit de persoonlijke<br />

hold<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de koophold<strong>in</strong>g kan zowel gedaan worden<br />

<strong>in</strong> de vorm van eigen vermogen (gestort kapitaal) of<br />

(gedeeltelijk) <strong>in</strong> de vorm van <strong>een</strong> achtergestelde len<strong>in</strong>g.<br />

Voordeel van <strong>het</strong> gedeeltelijk structureren als achter gestelde<br />

len<strong>in</strong>g is onder meer dat deze op termijn, na afloss<strong>in</strong>g van<br />

de bank, relatief <strong>een</strong>voudig uit <strong>het</strong> bedrijf gehaald kan<br />

worden. Bij strategische overnames en overnames door<br />

f<strong>in</strong>anciële partijen kan de <strong>in</strong>breng van garantievermogen<br />

ook bestaan uit (gedeeltelijke) <strong>in</strong>breng van <strong>een</strong> bestaand<br />

bedrijf (<strong>in</strong>breng door f<strong>in</strong>anciële partijen blijft verder buiten<br />

beschouw<strong>in</strong>g).<br />

Achtergestelde len<strong>in</strong>g verkoper<br />

Het is vooral bij overdrachten b<strong>in</strong>nen de familie, bij<br />

management buy-outs en bij management buy-<strong>in</strong>s, vrij<br />

gebruikelijk en vaak zelfs noodzakelijk voor de haalbaarheid<br />

van de transactie dat <strong>een</strong> verkoper <strong>het</strong> gebrek aan eigen<br />

F<strong>in</strong>ancieel<br />

PE-artikel<br />

<strong>in</strong>breng van de koper aanvult door <strong>een</strong> gedeelte van de<br />

koopsom terug te lenen aan de koophold<strong>in</strong>g om zo de<br />

transactie ‘mogelijk te maken’. 3<br />

De ‘verkoperslen<strong>in</strong>g’ kan door <strong>het</strong> achtergestelde karakter<br />

ten opzichte van de bank aangemerkt worden als<br />

garantievermogen en verbetert dus direct de verhoud<strong>in</strong>g<br />

garantievermogen/benodigd bancair krediet. Daarnaast<br />

heeft de len<strong>in</strong>g <strong>een</strong> belangrijke signaal functie, omdat ze<br />

<strong>het</strong> vertrouwen van de verkoper <strong>in</strong> de koper en de toekomst<br />

van <strong>het</strong> bedrijf tot uitdrukk<strong>in</strong>g brengt. Afloss<strong>in</strong>g van<br />

achtergestelde len<strong>in</strong>gen v<strong>in</strong>dt pas plaats nadat de bank<br />

volledig of grotendeels is afgelost.<br />

Ook worden doorgaans door de bank voorwaarden verbonden<br />

aan de rentebetal<strong>in</strong>gen op achtergestelde len<strong>in</strong>gen. Achter-<br />

gestelde len<strong>in</strong>gen van verkopers komen, uitzonder<strong>in</strong>gen<br />

daargelaten, m<strong>in</strong>der vaak voor bij strategische overnames en<br />

overnames door f<strong>in</strong>anciële partijen.<br />

Dividenduitker<strong>in</strong>gen en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g vanuit <strong>het</strong> over te<br />

nemen bedrijf<br />

Een derde belangrijke f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbron is <strong>het</strong> over te nemen<br />

bedrijf zelf. Deze f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbron kan bestaan uit de <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

bedrijf aanwezige overtollige liquide middelen of de<br />

beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsruimte b<strong>in</strong>nen zowel bestaande als<br />

nieuw aan te vragen f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsarrangementen. Het bedrijf<br />

beschikt doorgaans zelf over zekerheden waarop beter<br />

gef<strong>in</strong>ancierd kan worden, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot de koophold<strong>in</strong>g.<br />

Het is belangrijk om goed te analyseren hoe deze<br />

zekerheden maximaal benut kunnen worden, zodat de<br />

benodigde blanco/ongedekte f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de koop hold<strong>in</strong>g<br />

(zie hierna) zo veel mogelijk wordt beperkt. Hierbij moet<br />

niet all<strong>een</strong> gefocust worden op de op transactiedatum<br />

beschikbare middelen of beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsruimte,<br />

maar spelen ook <strong>het</strong> seizoenspatroon en de benodigde<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsruimte gedurende <strong>het</strong> jaar <strong>een</strong> belangrijke rol.<br />

Het is uiteraard van essentieel belang dat <strong>het</strong> bedrijf na de<br />

overname over voldoende liquide middelen en/of<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsruimte kan blijven beschikken om haar<br />

activiteiten gedurende <strong>het</strong> jaar te kunnen blijven<br />

f<strong>in</strong>ancieren en <strong>in</strong> haar bedrijfsvoer<strong>in</strong>g niet belemmerd wordt<br />

door de aangegane overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen. Art. 207C van<br />

<strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek vormde altijd <strong>een</strong> belangrijke<br />

wettelijke beperk<strong>in</strong>g van de mate waar<strong>in</strong> <strong>een</strong> overname<br />

gef<strong>in</strong>an cierd kon worden met eigen liquide middelen of<br />

bezit t<strong>in</strong>gen. Deze wettelijke beperk<strong>in</strong>g zal door de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g<br />

van de flexibele bv (flex-bv) echter verschuiven. In <strong>een</strong><br />

volgend artikel zal nader <strong>in</strong>gegaan worden op de<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van de werk maatschappij en de <strong>in</strong>vloed van de<br />

flex-bv. Naast wettelijke bepal<strong>in</strong>gen kunnen per sector of<br />

branche aspecten deze f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbron beperken.<br />

Bankf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

De vierde f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbron is de bank, doorgaans zowel met<br />

<strong>een</strong> overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g aan de koop hold<strong>in</strong>g als met<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen aan <strong>het</strong> bedrijf en aan de kopers (<strong>in</strong> privé)<br />

voor de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van hun eigen <strong>in</strong>breng. Er bestaat <strong>een</strong><br />

groot verschil tussen overname f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen aan de koophold<strong>in</strong>g<br />

en ‘reguliere’ bedrijfsf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen. Waar bij<br />

reguliere bedrijfs f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen, zoals <strong>een</strong> reken<strong>in</strong>g-<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 37


courantkrediet, vaak (deels) op zekerheden gef<strong>in</strong>ancierd<br />

wordt (welke onder panden zijn beschikbaar en wat is de<br />

dekk<strong>in</strong>g van die onderpanden), is bij <strong>een</strong> te verstrekken<br />

overname f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g aan <strong>een</strong> koophold<strong>in</strong>g eigenlijk altijd<br />

sprake van <strong>een</strong> (substantieel/volledig) dekk<strong>in</strong>gstekort.<br />

Voor de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g die aan de koophold<strong>in</strong>g verstrekt<br />

wordt zijn immers <strong>in</strong> de regel g<strong>een</strong> zekerheden beschikbaar,<br />

behalve <strong>het</strong> pandrecht op de aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijf zelf<br />

– wat g<strong>een</strong> of <strong>een</strong> zeer beperkte waarde zal hebben bij<br />

faillissement. Men spreekt derhalve op dit niveau ook wel<br />

van <strong>een</strong> blanco (ongedekte) overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. Vanwege<br />

<strong>het</strong> ongedekte en risicovolle karakter van deze overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen<br />

hebben deze len<strong>in</strong>gen vergeleken met<br />

reguliere bedrijfs f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen doorgaans:<br />

●● <strong>een</strong> beperktere looptijd: doorgaans bedraagt de looptijd<br />

van <strong>een</strong> blanco len<strong>in</strong>g vier tot vijf jaar; 4<br />

●● hogere tarieven: sterk variërend per casus;<br />

●● striktere overige voorwaarden: non-dividend bepal<strong>in</strong>gen,<br />

voorwaarden ten aanzien van rente betal<strong>in</strong>gen en<br />

afloss<strong>in</strong>gen op eventuele achter gestelde len<strong>in</strong>g en<br />

eventuele privéborgstell<strong>in</strong>gen.<br />

Om deze redenen is <strong>het</strong> belangrijk bij <strong>een</strong> overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

altijd goed te onderzoeken <strong>in</strong> hoeverre de<br />

koopsom gedeeltelijk vanuit <strong>het</strong> bedrijf gef<strong>in</strong>ancierd kan<br />

worden, onder andere om op die manier de afloss<strong>in</strong>gsdruk<br />

zo veel mogelijk te beperken.<br />

3. F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs verplicht<strong>in</strong>gen en<br />

kasstromen<br />

In dit artikel is tot nu toe besproken hoe de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur<br />

bij <strong>een</strong> overname er doorgaans globaal uitziet en<br />

welke f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen beschikbaar zijn. Deze<br />

38 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen brengen uiteraard ook verplicht<strong>in</strong>gen<br />

met zich mee: afloss<strong>in</strong>gen en rentebetal<strong>in</strong>gen op de diverse<br />

bankf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen en achter gestelde len<strong>in</strong>gen.<br />

Deze f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen moeten voldaan worden<br />

uit de toekomstige overtollige operationele <strong>in</strong>komsten van<br />

<strong>het</strong> over te nemen bedrijf die (gedeeltelijk) als dividend<br />

aan de koophold<strong>in</strong>g kunnen worden uitgekeerd (de koophold<strong>in</strong>g<br />

heeft doorgaans immers g<strong>een</strong> andere <strong>in</strong>komsten<br />

dan de dividendstromen uit <strong>het</strong> bedrijf).<br />

Voor de structurer<strong>in</strong>g van de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g (verdel<strong>in</strong>g over de<br />

verschillende f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen) en haalbaarheidsanalyse<br />

van <strong>een</strong> overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g moeten dus de toekomstige<br />

<strong>in</strong>komsten van <strong>een</strong> bedrijf nauwkeurig <strong>in</strong> kaart gebracht<br />

worden en afgezet worden tegen de toekomstige<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs verplicht<strong>in</strong>gen. Bij deze analyse dient er<br />

gerekend te worden met de toekomstige kasstromen van<br />

<strong>het</strong> bedrijf en dient niet all<strong>een</strong> gekeken te worden naar de<br />

boekhoudkundige nettow<strong>in</strong>sten.<br />

Kasstromen zijn <strong>een</strong> samenstell<strong>in</strong>g van de operationele<br />

resultaten van <strong>een</strong> bedrijf, de afschrijv<strong>in</strong>gen/<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen<br />

en de (des-)<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> werkkapitaal. Kasstromen<br />

geven aan <strong>in</strong> hoeverre <strong>een</strong> bedrijf vrij besteedbare liquide<br />

middelen genereert die gebruikt kunnen worden voor, <strong>in</strong><br />

dit geval, <strong>het</strong> voldoen van f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen uit<br />

hoofde van de overname.<br />

Boekhoudkundige resultaten zijn voor deze analyse m<strong>in</strong>der<br />

betrouwbaar, omdat deze <strong>een</strong> vertekend beeld kunnen<br />

geven van de daadwerkelijk beschikbare liquiditeiten.<br />

W<strong>in</strong>stgevende bedrijven kunnen bijvoorbeeld negatieve<br />

kasstromen hebben ten gevolge van grote <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen<br />

(<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen zijn g<strong>een</strong> kosten, maar wel<br />

uitgaven) of ten gevolge van <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> werkkapitaal<br />

(bijvoorbeeld <strong>een</strong> sterk toenemende voorraadpositie) en<br />

verlieslatende bedrijven kunnen positieve kasstromen


hebben ten gevolge van bijvoorbeeld grote afschrijv<strong>in</strong>gen<br />

(afschrijv<strong>in</strong>gen zijn wel kosten maar g<strong>een</strong> uitgaven) of ten<br />

gevolge van bijvoorbeeld <strong>in</strong>komsten uit werkkapitaal<br />

(bijvoorbeeld door actief werkkapitaalbeheer en <strong>het</strong><br />

afbouwen van <strong>een</strong> overtollige voorraadpositie). Tabel 1<br />

toont <strong>een</strong> voorbeeld van <strong>een</strong> standaardbereken<strong>in</strong>g van<br />

operationele kasstroom.<br />

Tabel 1 | Voorbeeld operationele<br />

kasstroombereken<strong>in</strong>g<br />

Bedrijfsresultaat (Ebit) 250<br />

Belast<strong>in</strong>g over bedrijfsresultaat 55<br />

Bedrijfsresultaat m<strong>in</strong>us belast<strong>in</strong>g 195<br />

Afschrijv<strong>in</strong>gen 30<br />

Invester<strong>in</strong>gen 40<br />

Toename werkkapitaal 10<br />

Diversen 0<br />

Netto kasstroom 175<br />

Toelicht<strong>in</strong>g:<br />

●● Uitgangspunt voor de kasstroombereken<strong>in</strong>g is <strong>het</strong><br />

operationele bedrijfsresultaat.<br />

●● Van <strong>het</strong> bedrijfsresultaat dient uiteraard de verschuldigde<br />

belast<strong>in</strong>g afgetrokken te worden.<br />

●● De afschrijv<strong>in</strong>gen dienen hierbij opgeteld te worden.<br />

Dit zijn immers wel kosten (die <strong>het</strong> bedrijfsresultaat<br />

hebben gedrukt), maar g<strong>een</strong> daadwerkelijke (cash)<br />

uitgaven.<br />

●● De <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen zijn wel uitgaven, maar g<strong>een</strong> kosten<br />

(g<strong>een</strong> onderdeel van de w<strong>in</strong>st- en verliesreken<strong>in</strong>g) en<br />

dienen derhalve <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g te worden gebracht.<br />

●● Een belangrijk onderdeel zijn mutaties <strong>in</strong> netto-<br />

werkkapitaal (onder meer voorraad, debiteuren,<br />

crediteuren). De mutaties nettowerkkapitaal geven de<br />

totale mutatie van <strong>het</strong> werkkapitaal <strong>in</strong> <strong>een</strong> bepaald<br />

jaar weer. Een toename van benodigd werkkapitaal<br />

(door bijvoorbeeld <strong>een</strong> toename van de voorraad of de<br />

debiteurenpositie die <strong>het</strong> gevolg is van <strong>een</strong> stijg<strong>in</strong>g<br />

van de omzet) legt beslag op de middelen van <strong>het</strong><br />

bedrijf en moet daarom <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g gebracht worden<br />

voor de bereken<strong>in</strong>g van de kasstroom. Een afname van<br />

<strong>het</strong> benodigd werkkapitaal (bijvoorbeeld door actief<br />

werkkapitaalbeheer en <strong>het</strong> afbouwen van voorraden,<br />

sneller <strong>in</strong>nen van debiteuren, verlengen van de<br />

betal<strong>in</strong>gstermijn) maakt middelen van <strong>het</strong> bedrijf vrij en<br />

veroorzaakt <strong>een</strong> toename van de operationele kasstroom.<br />

Voor de haalbaarheidsanalyse en de structurer<strong>in</strong>g van <strong>een</strong><br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g is <strong>het</strong> dus van groot belang om naast<br />

de historie van <strong>het</strong> bedrijf ook de toekomst zo nauwkeurig<br />

mogelijk <strong>in</strong> kaart te brengen en <strong>een</strong> gedegen, goed<br />

onderbouwde toekomstgerichte analyse van de resultaten en<br />

kasstromen op te stellen. Het is verstandig hierbij <strong>een</strong><br />

termijn aan te houden gelijk aan de looptijd van de<br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen (circa vijf jaar) en verschillende<br />

scenario’s uit te werken om ook de haalbaarheid van de<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur <strong>in</strong> alternatieve toekomstscenario’s<br />

<strong>in</strong>zichtelijk te maken.<br />

4. Haalbaarheid van <strong>een</strong><br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

F<strong>in</strong>ancieel<br />

PE-artikel<br />

De haalbaarheid en structurer<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> overname -<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g worden uite<strong>in</strong>delijk uiteraard bepaald door<br />

de over<strong>een</strong> gekomen koopsom en de maximaal beschik bare<br />

ruimte van de verschillende f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs bronnen.<br />

De maximale ruimte van de meeste f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen,<br />

zoals de eigen <strong>in</strong>breng, is betrekkelijk <strong>een</strong>voudig vast te<br />

stellen, maar hoeveel kan er bij de bank gef<strong>in</strong>ancierd<br />

worden? Hier is g<strong>een</strong> <strong>een</strong>duidig antwoord op. Deze paragraaf<br />

behandelt de factoren die de bereidheid van banken om te<br />

f<strong>in</strong>ancieren beïnvloeden, waarmee zo veel mogelijk <strong>een</strong><br />

kader geschapen wordt.<br />

Globaal zijn er vier belangrijke factoren waar banken naar<br />

kijken en die de haalbaarheid van <strong>een</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g bepalen:<br />

●● ondernemer met zijn plan, visie en ervar<strong>in</strong>g en <strong>het</strong><br />

persoonlijke commitment;<br />

●● bedrijf zelf en positie <strong>in</strong> de markt/branche;<br />

●● reële aandelenwaarder<strong>in</strong>g/koopsom;<br />

●● f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>dicatoren/ratio’s.<br />

De eerste factor is <strong>een</strong> subjectief maar erg belangrijk punt<br />

voor banken. Hierbij geldt eerst de vent en dan de tent.<br />

Naast de achtergrond<strong>in</strong>formatie van de ondernemer en de<br />

aansluit<strong>in</strong>g tussen zijn ervar<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> over te nemen<br />

bedrijf moeten diens plannen en visie blijken uit <strong>een</strong> door<br />

hem op te stellen bus<strong>in</strong>essplan, <strong>in</strong>clusief onderbouwde<br />

prognoses. Ten aanzien van <strong>het</strong> commitment van de<br />

ondernemer is al opgemerkt dat niet all<strong>een</strong> naar <strong>het</strong><br />

f<strong>in</strong>anciële commitment <strong>in</strong> absolute z<strong>in</strong> gekeken dient te<br />

worden, maar dat de eigen <strong>in</strong>breng ook gezien moet worden<br />

<strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> totale vermogen van de ondernemer.<br />

De tweede en derde factor zijn direct gerelateerd.<br />

De positie van <strong>het</strong> bedrijf bepaalt (mede) de resultaten,<br />

mogelijkheden en toekomstige verdiencapaciteit. De waarde<br />

– en daarmee de te verantwoorden koopsom – van <strong>een</strong><br />

bedrijf hangt af van ‘wat je er <strong>in</strong> de toekomst mee denkt te<br />

kunnen verdienen’. Het is erg belangrijk dat <strong>een</strong><br />

realistische en goed onderbouwde waarder<strong>in</strong>g op basis van<br />

toekomstige verdiencapaciteit (kasstromen) aan <strong>een</strong><br />

overname ten grondslag ligt, omdat de f<strong>in</strong>ancie r<strong>in</strong>gs verplicht<strong>in</strong>gen<br />

uit dezelfde toekomstige kas stromen voldaan<br />

moeten worden. Op die manier zijn de toekomstige<br />

kasstromen <strong>een</strong> element dat als <strong>een</strong> rode draad door<br />

waarder<strong>in</strong>g en f<strong>in</strong>ancierbaarheid h<strong>een</strong> loopt. Er zijn ondernemers<br />

die denken dat de waarde van <strong>een</strong> onder nem<strong>in</strong>g<br />

stijgt naarmate zij bereid zijn <strong>een</strong> hogere achter gestelde<br />

len<strong>in</strong>g te verstrekken, maar dit is niet <strong>het</strong> geval (althans<br />

niet voorbij de ‘reële waarde r<strong>in</strong>g’).<br />

F<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>dicatoren en ratio’s dienen als maatstaf om<br />

<strong>het</strong> risico van f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen te kwantificeren. F<strong>in</strong>anciële<br />

<strong>in</strong>dicatoren en ratio’s zijn <strong>een</strong> vrij digitale manier om risico<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 39


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> kaart te brengen en kunnen dus niet los gezien worden<br />

van de overige hiervoor beschreven factoren.<br />

Globaal zijn er vier soorten f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>dicatoren:<br />

●● <strong>in</strong>breng en solvabiliteit<br />

●● zekerheden<br />

●● kasstroomanalyses<br />

●● f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsratio’s<br />

Inbreng en solvabiliteit<br />

Een van de <strong>in</strong>dicatoren is de verhoud<strong>in</strong>g tussen <strong>het</strong> bij <strong>een</strong><br />

overname <strong>in</strong>gebrachte garantievermogen (bestaande uit<br />

eigen <strong>in</strong>breng, achtergestelde len<strong>in</strong>gen verkoper en mogelijk<br />

ook risicodragend kapitaal van <strong>in</strong>vesteerders/participatiemaatschappijen)<br />

en de totale koopsom en gevraagde<br />

bankf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. Hoewel iedere overname anders is, iedere<br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g maatwerk is en er derhalve niet één<br />

m<strong>in</strong>imaal percentage aan vereist garantie vermogen bestaat,<br />

is <strong>een</strong> vuistregel <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>mkb</strong> dat bij <strong>een</strong> overname tussen de<br />

circa 20 en 50% van de te f<strong>in</strong>ancieren koopsom met<br />

garantievermogen gef<strong>in</strong>ancierd dient te worden.<br />

Zekerheden<br />

Welke zekerheden (gebouwen, voorraden, debiteuren<br />

enzovoort) kunnen worden verstrekt en zitten er aantoonbare<br />

stille reserves <strong>in</strong> de activa? Zoals ook hiervoor al beschreven<br />

is zal er bij overnames eigenlijk altijd sprake zijn van <strong>een</strong><br />

(fors) dekk<strong>in</strong>gstekort en dient <strong>een</strong> gedeelte van de<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbehoefte ‘blanco/ongedekt’ <strong>in</strong>gevuld te worden.<br />

Zekerheden zijn dus niet de belangrijkste variabele.<br />

Zekerheden spelen echter wel <strong>een</strong> belangrijke rol bij de<br />

vaststell<strong>in</strong>g van de hoeveelheid f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijf<br />

zelf aangegaan kan worden en die vervolgens aangewend kan<br />

worden ter voldoen<strong>in</strong>g van de koopsom.<br />

Door f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijf zelf aan te gaan kan de<br />

blanco overnamef<strong>in</strong>ancer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de koophold<strong>in</strong>g beperkt<br />

worden, waarmee mogelijk onder andere de afloss<strong>in</strong>gsdruk<br />

beperkt kan worden. Banken hebben uiteraard altijd <strong>een</strong><br />

voorkeur voor meer zekerheden en dekk<strong>in</strong>g.<br />

Kasstroomanalyses<br />

De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen (rente en afloss<strong>in</strong>gen)<br />

moeten <strong>in</strong> de jaren na de overname voldaan worden uit de<br />

toekomstige kasstromen. Naast de vraag of er voldoende<br />

kasstromen zijn om aan de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen<br />

te voldoen, is <strong>het</strong> uiteraard ook van belang <strong>in</strong> hoeverre<br />

de kasstromen ruimte bieden om eventuele tegenvallers op<br />

te vangen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als de omzet met<br />

5 of 15% daalt of als <strong>een</strong> veronderstelde groei vertraagt<br />

of helemaal niet plaatsv<strong>in</strong>dt. Hoeveel ruimte is er voor<br />

onverwachte uitgaven/<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen/tegenvallers?<br />

Van groot belang zijn <strong>een</strong> goede gevoeligheidsanalyse van<br />

de toekomstige resultaten/kasstromen en wanneer wel/niet<br />

aan de (exact <strong>in</strong> kaart te brengen) f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen<br />

kan worden voldaan. Hierbij kan ook<br />

gewerkt worden met standaardscenario’s, zoals wat als de<br />

toe komstige resultaten exact gelijk zijn aan <strong>het</strong> resultaat <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> laatste jaar of aan <strong>het</strong> gemiddelde van de afgelopen<br />

twee tot drie jaar. Dergelijke worstcasescenario’s worden<br />

40 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

belangrijker naarmate verleden, heden en geprognosti ceerde<br />

toekomst verder uit elkaar liggen en de toekomst<br />

onvoldoende onderbouwd is. Banken zullen altijd ruimte <strong>in</strong><br />

de kasstromen wensen om tegenvallers te kunnen<br />

opvangen.<br />

F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsratio’s<br />

Omdat elke overname anders is en bijvoorbeeld <strong>een</strong><br />

kasstroomoverschot (kasstroom m<strong>in</strong>us f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs-<br />

verplicht<strong>in</strong>gen) van 30 bij <strong>een</strong> overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g met<br />

jaarlijkse f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen van 150 (kasstroomoverschot<br />

is 20% van de totale f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>g)<br />

<strong>een</strong> heel ander comfort geeft dan <strong>het</strong>zelfde kasstroomoverschot<br />

bij jaarlijkse f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen van 600<br />

(kasstroomoverschot is 5% van de totale f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>g)<br />

zijn er verschillende ratio’s om de aanwezige<br />

ruimte/<strong>het</strong> f<strong>in</strong>anciële risico relatief te maken. Deze ratio’s<br />

worden <strong>in</strong> toenemende mate door (gespecialiseerde<br />

afdel<strong>in</strong>gen van) banken gehanteerd om <strong>een</strong> overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

te beoordelen. Hieronder wordt <strong>een</strong> aantal<br />

vaak voorkomende ratio’s kort behandeld.


F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsratio’s<br />

Total Net Debt/Ebitda-ratio (D/E)<br />

Deze ratio geeft de verhoud<strong>in</strong>g tussen de totale<br />

geconsolideerde schuldpositie van de koophold<strong>in</strong>g en <strong>het</strong><br />

bedrijf en de operationele w<strong>in</strong>stgevendheid weer. Als er<br />

achtergestelde len<strong>in</strong>gen zijn verstrekt worden wel Net Debt/<br />

Ebitda-ratio’s <strong>in</strong>clusief/exclusief achtergestelde len<strong>in</strong>gen<br />

vermeld. De D/E-ratio is <strong>een</strong> van de meest gehanteerde<br />

ratio’s en is ook <strong>een</strong> ratio die per sector (afhankelijk van<br />

bijvoorbeeld cycliciteit en risico), maar ook per casus<br />

(track record, marktpositie, activa) sterk kan verschillen.<br />

Het is daarom, net als voor andere ratio’s, onmogelijk om<br />

één vuistregel of richtlijn te noemen die voor alle overnames<br />

gehanteerd kan worden. Per saldo zou gesteld kunnen<br />

worden dat de D/E-ratio de afgelopen jaren onder druk heeft<br />

gestaan. Waar als ‘vuistregel’ voor de crisis <strong>een</strong> ratio van<br />

boven 3,5 als verdedigbaar genoemd zou kunnen worden,<br />

ligt deze nu gemiddeld eerder <strong>in</strong> de buurt van 3. 5 Bij de<br />

bereken<strong>in</strong>g van ratio’s dient overigens niet all<strong>een</strong> naar één<br />

(<strong>het</strong> laatste) jaar gekeken te worden, maar is bijvoorbeeld<br />

ook de ratio op basis van <strong>het</strong> lopende en komende jaar van<br />

belang (mits goed onderbouwd). Daarnaast is ook <strong>het</strong><br />

toekomstig verloop van de ratio van belang. Een hogere ratio<br />

bij aanvang kan verdedigbaar zijn als hij <strong>in</strong> de toekomst snel<br />

afloopt.<br />

Debt Service Capacity Ratio (DCSR)<br />

Deze ratio geeft de verhoud<strong>in</strong>g weer tussen de operationele<br />

kasstroom (na belast<strong>in</strong>g, werkkapitaalmutaties, <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen<br />

en afschrijv<strong>in</strong>gen) en de totale f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs lasten<br />

(afloss<strong>in</strong>gs- en renteverplicht<strong>in</strong>gen). Deze ratio berekent<br />

hoe vaak de totale f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gslasten (op basis van één<br />

heel jaar) uit de vrije kasstroom betaald kunnen worden en<br />

laat zien hoeveel ruimte er <strong>in</strong> de operationele kasstroom zit<br />

om eventuele tegenvallers op te vangen. Als vuistregel zou<br />

gesteld kunnen worden dat gemiddeld <strong>een</strong> ratio van m<strong>in</strong>imaal<br />

1,2 verdedigbaar is. Er zit dan dus circa 20% ruimte <strong>in</strong><br />

de operationele kasstroom om tegenvallers op te vangen en<br />

nog altijd aan de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs ver plicht<strong>in</strong>gen te kunnen<br />

voldoen.<br />

Interest Coverage Ratio 6<br />

Deze ratio geeft de verhoud<strong>in</strong>g weer tussen <strong>het</strong> bedrijfsresultaat<br />

na afschrijv<strong>in</strong>gen en de totale bruto rentelasten<br />

(Ebit/totale bruto rentelasten) en geeft aan hoeveel keer<br />

de totale rentelasten betaald kunnen worden uit <strong>het</strong><br />

(genormaliseerde) bedrijfsresultaat. Als vuistregel zou<br />

gesteld kunnen worden dat gemiddeld <strong>een</strong> ratio van<br />

m<strong>in</strong>imaal 3 verdedigbaar is.<br />

5. Conclusies<br />

F<strong>in</strong>ancieel<br />

PE-artikel<br />

Dit artikel bespreekt de structuur van overname-<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen, de beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen<br />

en de factoren die de haalbaarheid van <strong>een</strong> overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

beïnvloeden. Het is zeker waar dat banken<br />

momenteel risico meer mijden dan <strong>in</strong> <strong>het</strong> verleden en dat<br />

dit zich kan uiten <strong>in</strong> <strong>een</strong> strengere controle aan de poort,<br />

striktere voorwaarden en aangepaste ratio’s. Dit betekent<br />

echter niet, zeker <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>mkb</strong>-segment, dat g<strong>een</strong> substantiële<br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen meer verstrekt worden<br />

en ook niet dat er g<strong>een</strong> overnames meer plaatsv<strong>in</strong>den.<br />

Om de slag<strong>in</strong>gskans op de haalbaarheid van <strong>een</strong> overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

te verhogen kunnen de volgende factoren<br />

worden genoemd:<br />

●● Uitonderhandelen van <strong>een</strong> reële koopsom en bijpassende<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur, beide gebaseerd op <strong>een</strong> door de<br />

koper opgesteld en goed onderbouwd bus<strong>in</strong>essplan<br />

<strong>in</strong>clusief prognoses en toekomstige kasstroomanalyses.<br />

●● Huiswerk goed doen: juiste personen tijdig <strong>in</strong>formeren<br />

met <strong>een</strong> goed uitgewerkte en volledige f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsaanvraag.<br />

●● Overwegen om meerdere banken gelijktijdig te benaderen,<br />

de verschillen tussen banken kunnen momenteel groot<br />

zijn.<br />

●● Neem voldoende tijd: <strong>het</strong> tijdspad dat banken nodig<br />

hebben, is zeker langer geworden<br />

Noten<br />

1 In <strong>een</strong> volgend artikel wordt <strong>in</strong>gegaan op envyfactoren en<br />

aandachtspunten bij de koophold<strong>in</strong>g.<br />

2 Bij f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen worden onder meer earn-outstructuren<br />

buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten. Deze worden voor dit artikel<br />

beschouwd als <strong>een</strong> type koopsom en niet als <strong>een</strong> vaste<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbron voor overnames.<br />

3 In <strong>een</strong> volgend artikel zal nader worden <strong>in</strong>gegaan op de rol die<br />

participatiemaatschappijen kunnen spelen bij <strong>het</strong> verstrekken van<br />

risicodragend kapitaal bij overnames.<br />

4 Alle <strong>in</strong>dicaties zijn <strong>in</strong>dicatief en kunnen per casus sterk afwijken.<br />

5 Alle <strong>in</strong> dit artikel genoemde ratio’s, vuistregels, kengetallen zijn<br />

zuiver afkomstig uit de praktijk en bedoeld als <strong>in</strong>dicatie.<br />

6 Deze ratio is vergelijkbaar met de DSCR, maar kan <strong>een</strong><br />

nuttige aanvull<strong>in</strong>g zijn als er door de structurer<strong>in</strong>g van <strong>een</strong><br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g beperkte afloss<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen zijn<br />

(bijvoorbeeld door grote RC-faciliteit).<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 41


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Fred Moolenaar verkocht familiebedrijf en<br />

‘We gaan weer Mool<br />

42 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl


kocht <strong>het</strong> terug<br />

enaar <strong>het</strong>en’<br />

‘Omdat we grootw<strong>in</strong>kelbedrijven als klant<br />

hadden, dachten we dat <strong>het</strong> goed was om groter<br />

te worden en te fuseren.’ Maar toen bloembollenhandelaar<br />

Fred Moolenaar tien jaar later de kans<br />

kreeg <strong>het</strong> familiebedrijf terug te kopen, greep hij<br />

die. ‘Er werd niet meer <strong>in</strong> ons geïnvesteerd.<br />

Er bleven kansen liggen.’<br />

Lex van Almelo<br />

Mr. L. van Almelo is freelance journalist bij www.lexpress.nl.<br />

‘Bulbs & Flowers’ staat er met koeienletters op de gevel <strong>in</strong><br />

Voorhout, met daaronder <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere letters ‘Vanderschoot’.<br />

Het zal niet lang meer duren of er staat weer ‘Moolenaar’,<br />

de naam van de oprichter van <strong>het</strong> familiebedrijf. In de jaren<br />

tw<strong>in</strong>tig van de vorige eeuw begon Willem Moolenaar <strong>een</strong><br />

<strong>een</strong>mansbedrijf als bloemenkweker.<br />

Fred Moolenaar: ‘Hij kocht bloembollen en broeide ze af.<br />

Dat wil zeggen: geforceerd warmte toevoegen, zodat er<br />

bloemen uitkomen.’<br />

Na de Tweede Wereldoorlog begon <strong>het</strong> bedrijf ook bloembollen<br />

te exporteren. ‘Mijn vader nam de tre<strong>in</strong> naar Zweden.<br />

Daar kocht hij <strong>een</strong> fiets en g<strong>in</strong>g kwekers af. En omdat hij<br />

toch door Duitsland en Denemarken kwam, benaderde hij<br />

ook daar kwekers. Toen is de export begonnen. Op <strong>het</strong><br />

moment dat de aantallen te groot werden, schakelde hij<br />

agenten <strong>in</strong>.’<br />

E<strong>in</strong>d jaren tachtig breidt Moolenaar <strong>het</strong> werkterre<strong>in</strong> door<br />

<strong>een</strong> overname uit tot de ‘droogverkoop’ van bollen aan de<br />

consumentenmarkt.<br />

‘Deze comb<strong>in</strong>atie van natte en droge handel was uniek. Wij<br />

waren sterk <strong>in</strong> <strong>het</strong> programmeren van bloembollen. Door <strong>in</strong><br />

klimaatcellen de temperatuur van de bollen te regelen, kun<br />

je de biologische klok van de bollen beïnvloeden en de bol<br />

laten bloeien op <strong>het</strong> moment dat de klant dat wil. Wij zijn<br />

wij uitgegroeid tot <strong>een</strong> behoorlijk groot bedrijf dat over de<br />

hele wereld levert. Wij waren de grootste <strong>in</strong> irissen, maar<br />

ook sterk <strong>in</strong> tulpen en lelies.’<br />

Inmiddels doet <strong>het</strong> bedrijf all<strong>een</strong> nog <strong>in</strong> droogverkoop,<br />

dus verkoop van consumentenproducten via retail ketens.<br />

De omzet bedraagt ongeveer 30 miljoen euro.<br />

Er zijn 56 fte’s aan vast personeel en <strong>een</strong> veelvoud aan losse<br />

medewerkers. Onder hen veel Polen. In de bedrijfs hallen zijn<br />

de opschriften veelal drietalig: Nederlands, Engels en Pools.<br />

Olifantengem<strong>een</strong>schap<br />

Interview<br />

In de hallen, die <strong>een</strong> totale oppervlakte hebben van 360<br />

bij 100 meter, staan nog <strong>een</strong> paar oude kistjes van<br />

‘W. Moolenaar & Zonen’. Maar op de meeste staat<br />

‘Vanderschoot BV’. In de hallen worden verschillende soorten<br />

bollen gesorteerd, gewassen, gedroogd, gecontroleerd op<br />

fouten en <strong>in</strong>gepakt. Op kratten en dozen staan de namen<br />

van afnemers als Carrefour en Bricolamarche (Frankrijk),<br />

Homebase (Engeland), Migros (Zwitserland) en HEMA.<br />

Fred Moolenaar heeft hier zijn leven lang rondgelopen.<br />

Het merendeel als mede-eigenaar.<br />

In 2002 fuseert Moolenaar met Vanderschoot BV, dat dan<br />

eigendom is van <strong>het</strong> Belgische AGF-concern Univeg.<br />

‘Univeg had al <strong>in</strong> 1998 <strong>het</strong> bloembollenbedrijf Vanderschoot<br />

<strong>in</strong> Hillegom overgenomen en <strong>het</strong> Engelse W<strong>in</strong>chester toen<br />

ze mijn broer en mij <strong>in</strong> 1999 benader den. Ze dachten dat<br />

Moolenaar daarop <strong>een</strong> aanvull<strong>in</strong>g zou zijn. Dus wij dachten<br />

er goed aan te doen om met Univeg <strong>in</strong> zee te gaan en groter<br />

te worden. We deden toen al zaken met grootw<strong>in</strong>kelbedrijven<br />

en olifanten doen <strong>het</strong> nu <strong>een</strong>maal met olifanten.<br />

In die tijd waren er ook veel fusies en overnames, <strong>het</strong> was<br />

mode. Ik was toen e<strong>in</strong>d dertig en vond <strong>het</strong> wel spannend.<br />

Mijn broer Cees en ik dachten: 30% van <strong>een</strong> heleboel is<br />

misschien beter dan 100% van <strong>een</strong> beetje.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 43


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

We hebben <strong>het</strong> voorstel toen heel rationeel benaderd en<br />

<strong>een</strong> soort dataroom <strong>in</strong>gericht. We hebben alle voor- en<br />

nadelen op <strong>een</strong> rijtje gezet. Wij hebben eerst <strong>in</strong> onze eigen<br />

boeken gekeken. Toen naar <strong>het</strong> personeels bestand: welke<br />

kwaliteiten hebben wij <strong>in</strong> huis en hoe vullen die elkaar aan?<br />

Daarna hebben we <strong>een</strong> due diligence-onderzoek laten<br />

uitvoeren door <strong>een</strong> van de vier grote accountantskantoren.<br />

Univeg had <strong>een</strong> eigen accountantskantoor. Bij <strong>het</strong> proces en<br />

de onder handel<strong>in</strong>gen hebben wij ons laten begeleiden door<br />

<strong>een</strong> adviseur, die <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak had.<br />

We hebben gepraat met de werknemers en hebben toestemm<strong>in</strong>g<br />

gekregen van de vakbonden en de onder nem<strong>in</strong>gsraden.<br />

Er is toen afgesproken dat er g<strong>een</strong> ontslagen zouden<br />

vallen. Dat was ook wel logisch, want we wilden groei<br />

realiseren.<br />

De onderhandel<strong>in</strong>gen g<strong>in</strong>gen over <strong>het</strong> arbeidscontract, de<br />

f<strong>in</strong>anciële voorwaarden en de aandeelhouders over<strong>een</strong>komst.<br />

In <strong>het</strong> arbeidscontract stond <strong>een</strong> bad leaver-clausule: <strong>het</strong><br />

management zou de eerste vijf jaar aanblijven.’ Broer Cees<br />

hield <strong>het</strong> na vijf jaar voor gezien, Fred Moolenaar bleef.<br />

Botsende culturen<br />

Aanvankelijk verandert er niet zoveel door de fusie.<br />

Fred Moolenaar en zijn broer hebben nog maar 30% van de<br />

aandelen, maar blijven gewoon de directie voeren van <strong>het</strong><br />

bedrijf. All<strong>een</strong> voor de grote besliss<strong>in</strong>gen moeten zij toestemm<strong>in</strong>g<br />

vragen ‘aan België’.<br />

Moolenaar: ‘De grootste verander<strong>in</strong>g was toen Vanderschoot<br />

‘Voor veel adviseurs bestaat g<strong>een</strong><br />

keurmerk, dus moet je afgaan op je<br />

<strong>in</strong>tuïtie, op horen zeggen en op de<br />

reputatie’<br />

vrijwel geheel bij ons <strong>in</strong>trok. Dan merk je dat je g<strong>een</strong> eigen<br />

baas meer bent. Er kwamen direct andere krachten op gang.<br />

De verschillende culturen botsten, ja. De verschillen zaten<br />

niet zozeer tussen de natte en droge handel of tussen de<br />

Nederlanders en de Belgen. Univeg was <strong>in</strong> feite <strong>een</strong> familiebedrijf.<br />

De cultuur was aanvankelijk <strong>in</strong>formeel en de<br />

verhoud<strong>in</strong>g goed. Maar <strong>het</strong> bedrijf groeide heel hard en de<br />

nieuwe organisatie werd steeds formeler.’<br />

Na de fusie verandert de bedrijfsnaam <strong>in</strong> Vanderschoot BV,<br />

omdat dit bedrijf <strong>in</strong> de droogverkoop groter is dan<br />

Moolenaar. De Moolenaars krijgen steeds m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> de melk<br />

te brokken en groenten en fruit worden b<strong>in</strong>nen Univeg<br />

belangrijker dan sierteelt.<br />

‘Eerlijk gezegd hadden wij na <strong>een</strong> paar jaar al <strong>een</strong> beetje<br />

spijt van de fusie. Het is toch anders wanneer je <strong>in</strong> je eigen<br />

bedrijf rondloopt. Mijn broer heeft zich halverwege de rit<br />

44 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

laten uitkopen en is andere d<strong>in</strong>gen gaan doen. Op <strong>een</strong><br />

gegeven moment had Univeg alle aandelen. De Belgen<br />

verkochten onze vestig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Verenigde Staten, maar ik<br />

kon er niets tegen doen. De bereidheid om te <strong>in</strong>vesteren<br />

werd ger<strong>in</strong>ger. Daardoor bleven er kansen voor ons liggen.’<br />

Beg<strong>in</strong> 2011 komt naar buiten wat Moolenaar en andere<br />

leden van <strong>het</strong> management <strong>in</strong> Voorhout al langer<br />

vermoeden: sierteelt is niet langer de corebus<strong>in</strong>ess van<br />

Univeg, dat <strong>een</strong> koper zoekt voor Vanderschoot.<br />

‘Ik was direct geïnteresseerd. Ik ben altijd hier blijven<br />

werken. Deze hallen zijn nog gebouwd door mijn vader en<br />

mijn oom. Toen ik wist dat Univeg <strong>een</strong> koper zocht, heb<br />

ik <strong>een</strong> aantal sleutelpersonen uit <strong>het</strong> management benaderd<br />

of ze wilden meedoen.’<br />

Toeschietelijke banken<br />

Behalve Moolenaar zijn vier leden uit <strong>het</strong> management team<br />

bereid Vanderschoot over te nemen. Ze hebben nog wel <strong>een</strong><br />

f<strong>in</strong>ancier nodig. Univeg wijst Moolenaar op <strong>een</strong> fusie- en<br />

overnameadviseur.<br />

‘Die adviseur was heel belangrijk <strong>in</strong> de beg<strong>in</strong>fase. Hij stelde<br />

<strong>het</strong> f<strong>in</strong>ancieel memorandum op, <strong>een</strong> document waarop wij<br />

later tijdens de onderhandel<strong>in</strong>gen voort durend terugvielen.<br />

Onze accountant heeft ons <strong>in</strong> contact gebracht met<br />

Watertoren Hazerswoude, die er al snel bij betrokken werd<br />

als toekomstig medeaandeel houder. Watertoren is de<br />

<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsmaatschappij van L<strong>een</strong> Hoogvliet, eigenaar van<br />

supermarktketen Hoogvliet. De directeur van Watertoren is<br />

<strong>een</strong> gepensio neerde partner van <strong>een</strong> groot accountantskantoor.<br />

Diens rol is gaandeweg groter geworden. Samen<br />

met ons voerde hij de onderhandel<strong>in</strong>gen met de Belgen.’<br />

De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van de overname komt betrekkelijk snel<br />

rond.<br />

‘In deze tijden hoor je steeds dat de banken moeilijk doen<br />

en nauwelijks krediet willen verstrekken. Maar onze<br />

contacten waren heel positief. Twee grootbanken waren zeer<br />

geïnteresseerd. Bij de keuze voor <strong>een</strong> van de banken gaven


de tarifer<strong>in</strong>g, de onderl<strong>in</strong>ge klik en <strong>het</strong> meedenken de<br />

doorslag. Eén van de twee banken wilde met<strong>een</strong> meedenken<br />

over de toekomst en kwam direct met <strong>een</strong> heel goed bod.<br />

De tweede bank kwam daarmee pas <strong>in</strong> tweede <strong>in</strong>stantie.<br />

Omdat de eerste bank <strong>het</strong> met<strong>een</strong> goed heeft gedaan,<br />

hebben wij die de opdracht gegund.’<br />

Dat goede bod betreft de provisie, de rente en de op slagen<br />

die de bank <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g brengt. Verder telt mee hoeveel<br />

garanties de bank eist. Het meedenken uit zich onder meer<br />

<strong>in</strong> de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g via de factor<strong>in</strong>g maatschappij van de bank.<br />

Deze maatschappij neemt de handelsvorder<strong>in</strong>gen over en<br />

verstrekt kredieten <strong>in</strong> de vorm van voorschotten.<br />

Deze manier van f<strong>in</strong>ancieren geeft Moolenaar de zekerheid<br />

die hij nodig heeft met de vele afnemers <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitenland.<br />

Independence day<br />

Op 4 juli 2012 worden de contracten getekend.<br />

‘Independence day’ noemt Moolenaar die datum,<br />

geïnspi reerd door de Amerikaanse Onafhankelijk heids dag<br />

die op dezelfde datum valt. Moolenaar is nu samen met<br />

<strong>het</strong> management voor 60% eigenaar van <strong>het</strong> voormalige<br />

familiebedrijf. Watertoren en vier andere leden van <strong>het</strong><br />

managementteam hebben de rest van de aandelen.<br />

‘Ik laat bewust mensen uit <strong>het</strong> management meedoen.<br />

Dat vergroot de b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> verantwoordelijkheids gevoel.<br />

Ik v<strong>in</strong>d daarbij <strong>het</strong> voorbeeld van de John Lewis Partnership<br />

heel <strong>in</strong>spirerend. De 81 duizend mede werkers zijn samen<br />

eigenaar van John Lewis en Waitrose, twee grote<br />

retailketens <strong>in</strong> Engeland. Het lijkt mij wellicht <strong>een</strong> aardig<br />

idee voor de toekomst om hier iets dergelijks ook te doen<br />

met de vaste werknemers. Dat kan de betrokkenheid en de<br />

kwaliteit van <strong>het</strong> werk all<strong>een</strong> maar ten goede komen, dus<br />

waarom niet?’<br />

Opvolg<strong>in</strong>g<br />

Volgens sommige adviseurs kun je niet vroeg genoeg<br />

beg<strong>in</strong>nen met <strong>het</strong> regelen van de opvolg<strong>in</strong>g. Maar voor<br />

Fred Moolenaar komt de vraag of hij dat al gedaan heeft<br />

te vroeg. Hij is vijftig en nadat hij tien jaar ‘<strong>in</strong> <strong>een</strong> rollercoaster’<br />

heeft gezeten, wil hij even over andere d<strong>in</strong>gen<br />

nadenken.<br />

‘Mijn opvolg<strong>in</strong>g is nog <strong>een</strong> open e<strong>in</strong>d. Ik wil wel oud worden<br />

<strong>in</strong> de zaak. Ik v<strong>in</strong>d <strong>het</strong> leuk om te doen en om iets op te<br />

bouwen. De aandelen hoeven niet per se <strong>in</strong> de familie te<br />

blijven. Normaal gesproken erven die aan delen over. Maar<br />

<strong>het</strong> kan zijn dat ik ze eerder verkoop. Ik wil mijn k<strong>in</strong>deren<br />

niet pushen om de zaak over te nemen. Mijn oudste zoon<br />

studeert <strong>in</strong>ternational bus<strong>in</strong>ess economics. Dus dat gaat<br />

wel de goede kant op.’<br />

Ook al hoeven de k<strong>in</strong>deren niet met alle geweld <strong>in</strong> de zaak,<br />

<strong>het</strong> familiegevoel is er bij Fred Moolenaar altijd <strong>in</strong> blijven<br />

zitten.<br />

‘Moolenaar en Zonen hebben wij teruggekocht en die<br />

familienaam ga ik weer voeren. Het is people’s bus<strong>in</strong>ess,<br />

mensen kennen mij en doen zaken met <strong>een</strong> persoon.<br />

De naam Vanderschoot verdwijnt <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe niet en blijft<br />

als handelsnaam bestaan. Bulbs & Flowers bestaat officieel<br />

al niet meer en wij noemen <strong>het</strong> gekscherend wel Blunders<br />

en Flaters.’<br />

Nu Moolenaar de handen weer vrij heeft, wil hij <strong>het</strong> bedrijf<br />

graag verder uitbouwen. ‘Het is <strong>een</strong> beetje lastige tijd nu,<br />

maar wij hebben heel goede klanten en mogelijkheden om<br />

door te groeien.’<br />

Moolenaar denkt niet all<strong>een</strong> aan extra omzet bij de<br />

bestaande klanten. Hij denkt ook aan samenwerk<strong>in</strong>g met<br />

aanpalende bedrijven, zoals <strong>een</strong> boomkwekerij. Verder ziet<br />

hij muziek <strong>in</strong> de biosierteelt en verkoop van organische<br />

meststoffen. ‘In Frankrijk hebben wij <strong>een</strong> vestig<strong>in</strong>g die<br />

biologische producten en biologische meststoffen<br />

produceert. Tot nu toe verkopen wij die all<strong>een</strong> <strong>in</strong> Frankrijk,<br />

maar we zouden dat ook elders kunnen uitrollen.’<br />

Lessen<br />

Interview<br />

‘Ik wil mijn k<strong>in</strong>deren niet pushen om<br />

de zaak over te nemen’<br />

‘Door omstandigheden heb ik <strong>in</strong>middels veel ervar<strong>in</strong>g met<br />

de koop en verkoop van bedrijven en heb heel veel<br />

adviseurs over de vloer gehad. Wat ik ervan heb geleerd is<br />

op mijn <strong>in</strong>tuïtie te vertrouwen. Als je jong bent en <strong>het</strong><br />

testosteron door je lijf giert, laat je je soms te veel beïnvloeden<br />

door adviseurs die hun eigenbelang nastreven.<br />

Achteraf zie je dan dat ze helemaal niet bij de zaak<br />

betrokken waren, hoge reken<strong>in</strong>gen hebben gestuurd en<br />

prutswerk hebben geleverd. Dan heb ik <strong>het</strong> niet over de<br />

terugkoop van Moolenaar, maar over andere over names.<br />

Je moet afgaan op je gut feel<strong>in</strong>g en je afvragen of die<br />

persoon degene is om te gaan doen wat jij graag wilt dat<br />

hij gaat doen. Wat hij kan en of hij genoeg tijd aan jouw<br />

zaak besteedt. Als je dan twijfelt, moet je er niet aan<br />

beg<strong>in</strong>nen. Voor veel adviseurs bestaat g<strong>een</strong> keur merk,<br />

dus moet je afgaan op je <strong>in</strong>tuïtie, op horen zeggen en<br />

op de reputatie.’<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 45


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Stemrechtloze<br />

nuttig novum of oude wijn<br />

46 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl


aandelen:<br />

<strong>in</strong> nieuwe zakken?<br />

Punten FFP:<br />

zie PER<br />

Angelique Martens<br />

Mr. A.M.P. Martens is als kandidaat-notaris<br />

ondernem<strong>in</strong>gsrecht werkzaam bij AKD N.V.<br />

Trefwoorden: adm<strong>in</strong>istratiekantoor,<br />

certificaten, certificer<strong>in</strong>g, flex-bv,<br />

stemrechtloze aandelen<br />

Kennistoets<br />

www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Leerdoelen<br />

Na <strong>het</strong> lezen van dit artikel weet u:<br />

●● wat stemrechtloze aandelen en<br />

certificaten van aandelen zijn; en<br />

●● op welke punten stemrechtloze<br />

aandelen verschillen van<br />

certificaten van aandelen.<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Stemrechtloze aandelen bewerkstelligen <strong>een</strong> scheid<strong>in</strong>g<br />

tussen lidmaatschapsrechten (zoals stemrecht) en<br />

vermogensrechten (zoals recht op w<strong>in</strong>st). Ze hebben<br />

afhankelijk van de gewenste situatie voor- en nadelen ten<br />

opzichte van certificaten van aandelen. Voordelen kunnen<br />

zijn dat ze <strong>een</strong> wettelijk kader hebben, na <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

beg<strong>in</strong>sel niets extra’s kosten en <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitenland (her)<br />

kenbaar zijn. Nadelen kunnen zijn dat ze vergaderrechten<br />

hebben, er ten m<strong>in</strong>ste één aandeel met stemrecht moet<br />

zijn en er g<strong>een</strong> belangenbehartig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de algemene<br />

vergader<strong>in</strong>g is.<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

S<strong>in</strong>ds 1 oktober 2012 is <strong>het</strong> mogelijk stemrechtloze<br />

aandelen te plaatsen bij <strong>een</strong> aandeelhouder van <strong>een</strong> bv.<br />

In dit artikel beschrijf ik allereerst wat stem recht loze<br />

aandelen zijn en sc<strong>het</strong>s ik <strong>een</strong> gedeelte van <strong>het</strong> wettelijk<br />

kader. Ter illustratie geef ik <strong>een</strong> aantal voorbeelden waar<strong>in</strong><br />

stemrechtloze aandelen <strong>een</strong> nuttige rol kunnen vervullen.<br />

Vervolgens bespreek ik <strong>het</strong> certificeren van aandelen.<br />

Dit zorgt al jaren voor dezelfde gewenste scheid<strong>in</strong>g tussen<br />

de lidmaat schaps rechten verbonden aan <strong>een</strong> aandeel (zoals<br />

stemrecht) en de vermogens rechten verbonden aan <strong>een</strong><br />

aandeel (zoals recht op w<strong>in</strong>st) als bij <strong>het</strong> plaatsen van<br />

stemrechtloze aandelen.<br />

Tot slot ga ik dieper <strong>in</strong> op de vijf belangrijkste ver schillen<br />

voor de praktijk tussen stemrechtloze aandelen en<br />

certificaten van aandelen en sluit ik af met <strong>een</strong> conclusie.<br />

2. Stemrechtloze aandelen<br />

Juridisch<br />

PE-artikel<br />

Op 1 oktober 2012 is <strong>het</strong> bv-recht herzien en kunnen<br />

statuten van <strong>een</strong> besloten vennootschap met beperkte<br />

aansprakelijkheid (bv) op basis van art. 2:228, lid 5 van<br />

<strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek (BW) bepalen dat aan aandelen<br />

g<strong>een</strong> stemrecht <strong>in</strong> de algemene vergader<strong>in</strong>g is ver bonden.<br />

Deze aandelen worden <strong>in</strong> de statuten als ‘stemrechtloos’<br />

aangeduid.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 47


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Art. 2:228, lid 5, BW<br />

In afwijk<strong>in</strong>g van de leden 1 tot en met 4 kunnen de<br />

statuten bepalen dat aan aandelen g<strong>een</strong> stemrecht <strong>in</strong> de<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g is verbonden. Een dergelijke regel<strong>in</strong>g<br />

kan slechts worden getroffen ten aanzien van alle aandelen<br />

van <strong>een</strong> bepaalde soort of aanduid<strong>in</strong>g waarvan alle<br />

aandeelhouders <strong>in</strong>stemmen of waarvan voor de uitgifte <strong>in</strong> de<br />

statuten is bepaald dat daaraan g<strong>een</strong> stemrecht <strong>in</strong> de<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g is verbonden. De aandelen worden <strong>in</strong><br />

de statuten als stemrechtloos aangeduid. Ten aanzien van<br />

stem recht loze aandelen kan niet op grond van art. 2:216,<br />

lid 7, BW worden bepaald dat zij g<strong>een</strong> recht geven tot del<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de w<strong>in</strong>st of de reserves van de vennootschap.<br />

Naast stemrechtloze aandelen kunnen statuten van <strong>een</strong> bv<br />

op basis van art. 2:216, lid 7, BW ook bepalen dat aandelen<br />

g<strong>een</strong> of slechts beperkt recht geven tot del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>st of<br />

de reserves van de bv. Deze aandelen, ook wel als ‘w<strong>in</strong>strechtloos’<br />

aangeduid, worden <strong>in</strong> dit artikel verder niet<br />

besproken.<br />

De wetgever heeft <strong>in</strong> art. 2:190 BW duidelijk gemaakt dat<br />

<strong>een</strong> aandeel stemrechtloos óf w<strong>in</strong>strechtloos kan zijn, maar<br />

niet stemrechtloos én w<strong>in</strong>strechtloos. Daar vloeit uit voort<br />

dat statuten drie categorieën aandelen kunnen bevatten:<br />

●● aandelen met stemrecht en w<strong>in</strong>strechten;<br />

●● w<strong>in</strong>strechtloze aandelen;<br />

●● stemrechtloze aandelen.<br />

Verder heeft de wetgever g<strong>een</strong> limiet gesteld aan <strong>het</strong> aantal<br />

geplaatste stemrechtloze aandelen, zolang er conform art.<br />

2:175, lid 1, BW ten m<strong>in</strong>ste één aandeel met stemrecht<br />

geplaatst is bij <strong>een</strong> ander dan de bv en haar dochtermaatschappijen.<br />

Art. 2:175, lid 1, laatste z<strong>in</strong> BW<br />

Ten m<strong>in</strong>ste één aandeel met stemrecht wordt gehouden door<br />

<strong>een</strong> ander dan en anders dan voor reken<strong>in</strong>g van de<br />

vennootschap of <strong>een</strong> van haar dochtermaatschappijen.<br />

Bevatten de statuten van <strong>een</strong> (nog op te richten) bv stemrechtloze<br />

aandelen, dan kunnen nieuwe stem recht loze<br />

aandelen worden geplaatst bij <strong>een</strong> aandeel houder via <strong>een</strong><br />

notariële akte van opricht<strong>in</strong>g of <strong>een</strong> notariële akte van<br />

uitgifte. Voor bestaande aandelen met stemrecht geldt dat ze<br />

door <strong>een</strong> besluit van de algemene vergader<strong>in</strong>g kunnen worden<br />

omgezet <strong>in</strong> stemrechtloze aandelen. Het spreekt voor zich<br />

dat <strong>in</strong> <strong>het</strong> laatste geval de aandeelhouders, die hun stemrecht<br />

verliezen, met die omzett<strong>in</strong>g moeten <strong>in</strong>stemmen. Als ik<br />

<strong>in</strong> dit artikel refereer aan ‘<strong>het</strong> plaatsen van stemrecht loze<br />

aandelen’, dan heeft dit betrekk<strong>in</strong>g op zowel <strong>het</strong> uitgeven<br />

van nieuwe stemrechtloze aandelen als <strong>het</strong> omzetten van<br />

bestaande aandelen met stemrecht <strong>in</strong> stemrechtloze aandelen.<br />

Een houder van stemrechtloze aandelen mag dus niet op<br />

zijn aandelen <strong>in</strong> de algemene vergader<strong>in</strong>g stemmen. Voor<br />

<strong>het</strong> overige heeft hij alle rechten die houders van aandelen<br />

met stemrecht en w<strong>in</strong>strechten ook hebben. 1 Zo moet hij<br />

worden opgeroepen voor de algemene vergader<strong>in</strong>g en mag<br />

hij daar<strong>in</strong> <strong>het</strong> woord voeren.<br />

48 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Het stemrechtloze karakter van <strong>het</strong> aandeel heeft all<strong>een</strong><br />

betrekk<strong>in</strong>g op besluitvorm<strong>in</strong>g van aandeelhouders <strong>in</strong><br />

de algemene vergader<strong>in</strong>g. Mocht <strong>een</strong> besluit van de<br />

vergader<strong>in</strong>g van houders van stemrechtloze aandelen nodig<br />

zijn, dan oefent hij <strong>in</strong> die situatie stemrecht op zijn<br />

aandelen uit. Zo bepaalt bijvoorbeeld art. 2:231, lid 4, BW<br />

dat <strong>een</strong> besluit tot statutenwijzig<strong>in</strong>g, dat specifiek afbreuk<br />

doet aan enig recht van houders van – onder meer –<br />

stemrechtloze aandelen, <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel <strong>een</strong> goed keurend<br />

besluit van deze groep van aandeelhouders vereist.<br />

Om vast te stellen <strong>in</strong> hoeverre de aandeelhouders <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />

algemene vergader<strong>in</strong>g stemmen dan wel aanwezig of<br />

vertegenwoordigd zijn, of <strong>in</strong> hoeverre <strong>het</strong> aandelen kapitaal<br />

verschaft wordt of vertegen woordigd is, hoeft op basis van<br />

art. 2:24d, lid 1, BW g<strong>een</strong> reken<strong>in</strong>g gehouden te worden met<br />

de stemrechtloze aandelen. Mochten de statuten<br />

bijvoorbeeld bepalen dat de algemene vergader<strong>in</strong>g met 100%<br />

van de stemmen kan besluiten tot vaststell<strong>in</strong>g van de<br />

jaarreken<strong>in</strong>g, dan wordt <strong>het</strong> quorum van 100% gehaald als<br />

alle stemgerechtigde aandeelhouders hun stem vóór <strong>het</strong><br />

voorstel tot vaststell<strong>in</strong>g uitbrengen. Het hiervoor <strong>in</strong> art.<br />

2:24d, lid 1, BW beschreven uitgangspunt wordt <strong>in</strong> lid 2 van<br />

dat artikel met<strong>een</strong> genuanceerd. Daar<strong>in</strong> worden zestien<br />

wetsartikelen genoemd op basis waarvan stemrechtloze<br />

aandelen wel meetellen. Het voert te ver om alle<br />

uitzonder<strong>in</strong>gen van lid 2 <strong>in</strong> dit artikel te bespreken, maar<br />

ik wil drie uitzonder<strong>in</strong>gen (art. 2:24c BW, 2:220 BW en<br />

2:224a BW) even eruit lichten.<br />

In art. 2:24c BW is <strong>het</strong> begrip deelnem<strong>in</strong>g opgenomen.<br />

Voor <strong>een</strong> deelnem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>een</strong> rechtspersoon is de omvang<br />

van de kapitaalverschaff<strong>in</strong>g bepalend. Bij <strong>het</strong> vaststellen of<br />

er sprake is van <strong>een</strong> deelnem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>een</strong> rechtspersoon tellen<br />

stemrechtloze aandelen op basis van art. 2:24d, lid 2, BW<br />

gewoon mee. Zo wordt voorkomen dat vennootschappen


stemrechtloze aandelen zouden gebruiken om te ontkomen<br />

aan de verplicht<strong>in</strong>g om <strong>in</strong>formatie over die deelnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

de f<strong>in</strong>anciële verslaggev<strong>in</strong>g op te nemen. 2<br />

Voorts kunnen op basis van art. 2:220 en 2:224a BW en art.<br />

2:24d, lid 2, BW houders van stemrechtloze aan delen, die<br />

<strong>een</strong> <strong>in</strong> de wet of de statuten bepaald percentage van <strong>het</strong><br />

geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, aan <strong>het</strong> bestuur en<br />

aan de raad van commissarissen (<strong>in</strong>dien aan wezig) <strong>het</strong><br />

verzoek richten om <strong>een</strong> algemene vergader<strong>in</strong>g bij<strong>een</strong> te<br />

roepen en onderwerpen op de agenda van de algemene<br />

vergader<strong>in</strong>g zetten.<br />

Uit de tekst van de art. 2:195, lid 1 en 2:206a, lid 2, BW<br />

blijkt dat <strong>het</strong> uitgangspunt van de wetgever is dat houders<br />

van stemrechtloze aandelen gescheiden blijven van houders<br />

van aandelen met stemrecht. Houders van stemrechtloze<br />

aandelen hebben – tenzij de statuten op dit punt anders<br />

bepalen – g<strong>een</strong> voorkeursrecht op nieuwe aandelen. Voorts<br />

hebben houders van stemrechtloze aandelen – tenzij de<br />

statuten op dit punt anders bepalen – all<strong>een</strong> <strong>een</strong> voorkeursrecht<br />

op bestaande stemrechtloze aandelen en niet op<br />

bestaande aandelen met stemrecht en w<strong>in</strong>strechten en<br />

bestaande w<strong>in</strong>strechtloze aandelen, als aandelen te koop<br />

worden aangeboden.<br />

Gesc<strong>het</strong>st is wat stemrechtloze aandelen zijn. In dit artikel<br />

zal ik verder g<strong>een</strong> aandacht besteden aan de rol van<br />

(houders van) stemrechtloze aandelen bij fusie, splits<strong>in</strong>g<br />

en omzett<strong>in</strong>g.<br />

Tabel 1 | Overzicht van relevante<br />

wetsartikelen uit <strong>het</strong> BW<br />

art. 2:24d art. 2:175, lid 1 art. 2:190<br />

art. 2:195, lid 1 art. 2:206a, lid 2 art. 2:216, lid 7<br />

art. 2:224a art. 2:227, lid 1<br />

en 2<br />

art. 2:231, lid 4 art. 2:238, lid 1<br />

art. 2:228, lid 5<br />

De voorbeelden zijn situaties waar<strong>in</strong> stemrechtloze aandelen<br />

<strong>een</strong> nuttige rol kunnen vervullen bij de scheid<strong>in</strong>g van de<br />

lidmaatschapsrechten en de vermogens rechten van <strong>een</strong><br />

aandeel. Uit de voorbeelden blijkt dat stemrechtloze<br />

aandelen de aandeelhouder van <strong>een</strong> bv de mogelijkheid<br />

bieden om de aan <strong>een</strong> aandeel verbonden lidmaatschapsrechten<br />

(zoals <strong>het</strong> stemrecht) en de aan <strong>een</strong> aandeel<br />

verbonden vermogensrechten (zoals rechten bij w<strong>in</strong>stverdel<strong>in</strong>g)<br />

te scheiden. Uit de voorbeelden blijkt ook dat<br />

er verschillende motieven ten grondslag kunnen liggen aan<br />

<strong>het</strong> kiezen voor stem recht loze aandelen. Cont<strong>in</strong>uïteit <strong>in</strong> de<br />

besluitvorm<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g <strong>een</strong><br />

belangrijk motief om te kiezen voor stemrechtloze aandelen. 3<br />

VOORBEELD 1<br />

Opvolg<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen familie<br />

Vader Daan heeft alle aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> kapitaal van Maas<br />

B.V. en heeft twee k<strong>in</strong>deren, Thomas en Lucas. Deze<br />

k<strong>in</strong>deren zijn de enige erfgenamen van vader. Thomas wordt<br />

door vader als opvolger van Maas B.V. gezien en Lucas niet.<br />

De aandelen vormen <strong>het</strong> waardevolste onderdeel van <strong>het</strong><br />

vermogen van vader. Daarom vreest vader dat na zijn<br />

overlijden de aandelen 50%/50% verdeeld gaan worden<br />

over Thomas en Lucas. Deze verdel<strong>in</strong>g kan leiden tot <strong>een</strong><br />

impasse <strong>in</strong> de besluitvorm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen Maas B.V. Volgens<br />

vader heeft Thomas namelijk oog voor de cont<strong>in</strong>uïteit van<br />

Maas B.V., terwijl Lucas Maas B.V. wil leegtrekken. In <strong>een</strong><br />

dergelijk geval kan vader gebruikmaken van stemrechtloze<br />

aandelen die na zijn overlijden via <strong>een</strong> legaat bestemd<br />

zullen zijn voor Lucas. Zo zorgt vader voor cont<strong>in</strong>uïteit<br />

(<strong>in</strong> de besluitvorm<strong>in</strong>g) van zijn bedrijf en voor zijn beide<br />

k<strong>in</strong>deren.<br />

VOORBEELD 2<br />

Echtscheid<strong>in</strong>g<br />

Jesse heeft alle aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> kapitaal van Rijn B.V. en is <strong>in</strong><br />

algehele gem<strong>een</strong>schap van goederen gehuwd met Saar. Hij<br />

wil scheiden. De aandelen vormen <strong>het</strong> waardevolste<br />

bestanddeel van de gem<strong>een</strong>schap van goederen tussen<br />

Jesse en Saar. Helaas is <strong>het</strong> f<strong>in</strong>ancieel niet mogelijk om Jesse<br />

de waarde van de helft van de aandelen te laten vergoeden<br />

aan Saar. Jesse vreest dat bij echtscheid<strong>in</strong>g de helft van de<br />

aandelen terechtkomt bij hem en de andere helft bij Saar.<br />

Dan is namelijk de kans aanwezig dat bij toekomstige<br />

algemene vergader<strong>in</strong>gen van Rijn B.V. de stemmen<br />

veelvuldig staken. Gaat Saar akkoord, dan kan <strong>het</strong> plaatsen<br />

van stemrechtloze aandelen bij Saar na echtscheid<strong>in</strong>g <strong>een</strong><br />

(tijdelijke) oploss<strong>in</strong>g bieden voor <strong>een</strong> dreigende impasse <strong>in</strong><br />

de besluitvorm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen Rijn B.V.<br />

VOORBEELD 3<br />

Juridisch<br />

PE-artikel<br />

Werknemers participaties<br />

Julia heeft alle aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> kapitaal van Schelde B.V.<br />

Ondanks <strong>het</strong> ruime aanbod op de arbeidsmarkt v<strong>in</strong>dt ze <strong>het</strong><br />

lastig om goed personeel te v<strong>in</strong>den en te behouden. Door<br />

<strong>het</strong> opzetten van <strong>een</strong> structuur waarbij aan personeel onder<br />

bepaalde voorwaarden (opties van) stem rechtloze aandelen<br />

worden toegekend, kunnen personeels leden direct<br />

profiteren van hun <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen voor Schelde B.V. en heeft<br />

Julia de mogelijkheid om loyaliteit en <strong>in</strong>zet van haar<br />

werknemers te belonen zonder <strong>het</strong> toekennen van<br />

zeggenschap b<strong>in</strong>nen Schelde B.V.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 49


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

3. Het certificeren van aandelen<br />

Naast <strong>het</strong> plaatsen van stemrechtloze aandelen biedt <strong>het</strong><br />

certificeren van aandelen al jarenlang de aandeel houder van<br />

<strong>een</strong> bv ook de mogelijkheid om de aan <strong>een</strong> aandeel<br />

verbonden lidmaatschapsrechten en de aan <strong>een</strong> aandeel<br />

verbonden vermogensrechten te scheiden. In de voorbeelden<br />

hadden vader Daan, Jesse en Julia ook gebruik kunnen<br />

maken van <strong>het</strong> certificeren van aandelen.<br />

Voor <strong>het</strong> gemak gebruik ik <strong>het</strong> voorbeeld van Jesse om uit<br />

te leggen hoe <strong>het</strong> certificeren van aandelen werkt. Jesse<br />

richt <strong>een</strong> adm<strong>in</strong>istratiekantoor op, genaamd Sticht<strong>in</strong>g<br />

Adm<strong>in</strong>istratiekantoor (AK) Rijn. Jesse levert bestaande<br />

aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> kapitaal van Rijn B.V. ten titel van beheer<br />

aan Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn die op haar beurt certificaten van<br />

aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> kapitaal van Rijn B.V. uitgeeft aan Jesse.<br />

Gaat Saar akkoord, dan kan Jesse vervolgens ten titel van<br />

verdel<strong>in</strong>g de certificaten overdragen aan Saar. Natuurlijk is<br />

<strong>het</strong> ook mogelijk om te werken met nieuwe aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

kapitaal van Rijn B.V. In dat geval geeft Rijn B.V. nieuwe<br />

aandelen uit aan Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn onder de verplicht<strong>in</strong>g tot<br />

<strong>het</strong> uitgeven van certificaten van aandelen aan Saar.<br />

De wet, de statuten van Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn en de adm<strong>in</strong>is -<br />

tratievoorwaarden beheersen de relatie tussen Saar, Rijn B.V.<br />

en Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn. In de adm<strong>in</strong>istratie voorwaarden<br />

worden de voorwaarden vastgelegd waar onder Sticht<strong>in</strong>g AK<br />

Rijn de aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> kapitaal van Rijn B.V. ten titel van<br />

beheer houdt.<br />

Van groot belang bij <strong>het</strong> certificeren van aandelen is dat<br />

certificaten s<strong>in</strong>ds 1 oktober 2012 worden uitgegeven met of<br />

zonder vergaderrecht. Op basis van art. 2:227, lid 1 en 2,<br />

BW heeft <strong>een</strong> houder van <strong>een</strong> certificaat met vergaderrecht<br />

– onder meer – <strong>het</strong> recht om, zelf of via <strong>een</strong> schriftelijk<br />

gevolmachtigde, de algemene vergader<strong>in</strong>g bij te wonen en<br />

daar<strong>in</strong> <strong>het</strong> woord te voeren. Een houder van <strong>een</strong> certificaat<br />

zonder vergaderrecht heeft dat recht niet. Vóór 1 oktober<br />

2012 gold <strong>een</strong> ander criterium, namelijk <strong>het</strong> criterium of de<br />

certificaten met of zonder medewerk<strong>in</strong>g van de vennootschap<br />

waren uitgegeven. Op dit oude onderscheid en de<br />

overgangsregel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van de herzien<strong>in</strong>g van <strong>het</strong><br />

bv-recht zal ik niet nader <strong>in</strong>gaan.<br />

4. Vergaderen en uitkeren van w<strong>in</strong>st<br />

Hierboven is behandeld wat stemrechtloze aandelen en<br />

certificaten van aandelen zijn. Hoe werkt <strong>een</strong> en ander nu<br />

<strong>in</strong> de praktijk als wordt vergaderd of w<strong>in</strong>st wordt uitge keerd?<br />

Ik sluit weer aan bij <strong>het</strong> voorbeeld van Jesse en Saar. Eerst<br />

zal ik <strong>in</strong>gaan op de structuur met stemrechtloze aandelen<br />

en vervolgens op de structuur met certificaten van aandelen.<br />

50 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

In de structuur met stemrechtloze aandelen heeft Jesse<br />

tien aandelen met stemrecht (50% van de aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

kapitaal van Rijn B.V.) en heeft Saar tien stemrechtloze<br />

aandelen (ook 50%). Het boekjaar van Rijn B.V. is<br />

geë<strong>in</strong>digd op 31 december 2012. Het bestuur (bestaande uit<br />

Jesse als enig statutair directeur) maakt de jaarreken<strong>in</strong>g op.<br />

De jaarreken<strong>in</strong>g wordt voor Jesse en Saar ter <strong>in</strong>zage gelegd<br />

op <strong>het</strong> kantoor van Rijn B.V. In mei 2013 wordt de<br />

jaarlijkse algemene vergader<strong>in</strong>g van Rijn B.V. gehouden.<br />

Uiteraard zal Saar als houder van aandelen worden<br />

uitgenodigd voor deze vergader<strong>in</strong>g.<br />

In deze jaarlijkse algemene vergader<strong>in</strong>g komt onder meer<br />

<strong>het</strong> vaststellen van de jaarreken<strong>in</strong>g over <strong>het</strong> boekjaar 2012<br />

en <strong>het</strong> uitkeren van w<strong>in</strong>st aan de orde. Op basis van de wet<br />

en de statuten van Rijn B.V. komt de bevoegdheid tot <strong>het</strong><br />

vaststellen van de jaarreken<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> uitkeren van<br />

dividend toe aan de algemene vergader<strong>in</strong>g van Rijn B.V.<br />

Jesse stemt <strong>in</strong> de jaarlijkse algemene vergader<strong>in</strong>g op zijn<br />

aandelen en stemt voor de voorstellen tot <strong>het</strong> vaststellen<br />

van de jaarreken<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> uitkeren van dividend. Saar kan<br />

uiteraard g<strong>een</strong> stem uitbrengen op haar stemrechtloze<br />

aandelen, maar mag wel <strong>het</strong> woord voeren <strong>in</strong> de jaarlijkse<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g. Op basis van <strong>het</strong> herziene bv-recht is<br />

<strong>het</strong> besluit tot uitker<strong>in</strong>g van dividend genomen door de<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g, onderworpen aan de goedkeur<strong>in</strong>g<br />

van <strong>het</strong> bestuur. Na <strong>het</strong> verlenen van deze goedkeur<strong>in</strong>g<br />

(waarbij ik <strong>een</strong> eventueel tegenstrijdig belang als bedoeld<br />

<strong>in</strong> art. 2:239, lid 6, BW buiten beschouw<strong>in</strong>g laat) keert Rijn<br />

B.V. <strong>het</strong> dividend rechtstreeks uit aan Jesse en Saar.<br />

Mochten er <strong>in</strong> de loop van <strong>het</strong> jaar besluiten van de<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g nodig zijn, dan kunnen deze ook<br />

buiten vergader<strong>in</strong>g genomen worden, mits Jesse en Saar<br />

met deze wijze van besluitvorm<strong>in</strong>g hebben <strong>in</strong>gestemd en<br />

statutair directeur Jesse voorafgaand aan de besluitvorm<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de gelegenheid is gesteld om advies over de betreffende<br />

besluiten uit te brengen. Jesse is de enige die op zijn<br />

aandelen voor de besluiten zelf mag stemmen.<br />

In de structuur met certificaten van aandelen heeft Jesse<br />

tien aandelen met stemrecht (50% van de aandelen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

kapitaal van Rijn B.V.). Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn heeft tien aandelen<br />

met stemrecht (ook 50%) waarvoor tien certificaten<br />

van aandelen met vergaderrechten aan Saar zijn uitgegeven.<br />

Jesse is de enig statutair bestuurder van Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn<br />

(en stemt dus op de aandelen van Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn). Het<br />

voortraject (<strong>in</strong>zage jaarreken<strong>in</strong>g, uitnodig<strong>in</strong>g voor de<br />

jaarlijkse algemene vergader<strong>in</strong>g) <strong>in</strong> deze structuur loopt<br />

gelijk aan <strong>het</strong> voortraject <strong>in</strong> de structuur met de stemrechtloze<br />

aandelen. Vanaf <strong>het</strong> moment van de jaarlijkse<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g ziet men de verschillen.<br />

Het eerste verschil is dat Jesse niet all<strong>een</strong> op zijn eigen<br />

aandelen stemt, maar ook op de aandelen van Sticht<strong>in</strong>g AK<br />

Rijn. Afhankelijk van de statuten en de adm<strong>in</strong>istratievoorwaarden<br />

van Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn mag hij naar eigen


<strong>in</strong>zicht op de aandelen van Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn stemmen. Het<br />

spreekt voor zich dat Saar als houder van certificaten van<br />

aandelen g<strong>een</strong> stem kan uitbrengen, maar ze mag wel <strong>het</strong><br />

woord voeren <strong>in</strong> de jaarlijkse algemene vergader<strong>in</strong>g. Na <strong>het</strong><br />

verlenen van de vereiste goedkeur<strong>in</strong>g door <strong>het</strong> bestuur keert<br />

Rijn B.V. <strong>het</strong> dividend uit aan Jesse en Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn.<br />

Vervolgens keert Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn <strong>het</strong> door haar ontvangen<br />

dividend uit aan Saar. Het tweede verschil is dus dat Saar<br />

<strong>het</strong> dividend niet rechtstreeks van Rijn B.V. ontvangt.<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot besluiten buiten vergader<strong>in</strong>g is er<br />

praktisch gezien g<strong>een</strong> verschil tussen de structuur met<br />

stemrechtloze aandelen en de structuur met certificaten<br />

van aandelen, omdat Jesse enig statutair bestuurder is van<br />

Sticht<strong>in</strong>g AK Rijn. Jesse (als aandeelhouder), Saar (als<br />

houder van certificaten met vergaderrechten) en Sticht<strong>in</strong>g<br />

AK Rijn (als aandeelhouder), vertegenwoordigd door Jesse,<br />

moeten met besluitvorm<strong>in</strong>g buiten vergader<strong>in</strong>g hebben<br />

<strong>in</strong>gestemd en statutair directeur Jesse moet voorafgaand<br />

aan de besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de gelegenheid worden gesteld om<br />

advies over de betreffende besluiten uit te brengen. Jesse is<br />

de enige die op zijn aandelen en de aandelen van Sticht<strong>in</strong>g<br />

AK Rijn voor de besluiten zelf mag stemmen.<br />

Juridisch<br />

PE-artikel<br />

5. Verschillen tussen plaatsen<br />

stemrechtloze aandelen en<br />

certificeren van aandelen<br />

Uit <strong>het</strong> voorgaande blijkt dat beide rechtsfiguren (stemrecht<br />

loze aandelen en certificaten van aandelen) de<br />

gewenste scheid<strong>in</strong>g tussen lidmaatschapsrechten en<br />

vermogens rechten bewerkstelligen. Waarom zal <strong>een</strong><br />

aandeelhouder <strong>in</strong> <strong>het</strong> gegeven geval kiezen voor <strong>het</strong><br />

plaatsen van stemrechtloze aandelen dan wel <strong>het</strong><br />

certificeren van aandelen? 4 Deze vraag is niet <strong>een</strong> voudig te<br />

beantwoorden. Alle omstandigheden van <strong>het</strong> geval spelen<br />

<strong>een</strong> rol bij die keuze. Zo kan bij <strong>een</strong> werknemersparticipatie,<br />

waar <strong>een</strong> werkgever zo m<strong>in</strong> mogelijk<br />

<strong>in</strong>spraak voor werknemers wil, de mogelijk heid om<br />

certificaten zonder vergaderrecht uit te geven de doorslag<br />

geven om te kiezen voor <strong>het</strong> certificeren van aandelen.<br />

Daarentegen zal <strong>een</strong> werkgever, die zijn werknemers ook<br />

wil betrekken bij algemene vergade r<strong>in</strong>gen, wellicht bekoord<br />

worden door de <strong>een</strong>voud van de wettelijke regel<strong>in</strong>g voor<br />

stemrechtloze aandelen en voor stemrechtloze aandelen<br />

kiezen. Hieronder zal ik de vijf belangrijkste verschillen<br />

voor de praktijk bespreken.<br />

Het eerste verschil heeft betrekk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> behartigen van<br />

de belangen van <strong>een</strong> houder van stemrechtloze aandelen of<br />

certificaten van aandelen <strong>in</strong> de algemene vergader<strong>in</strong>g.<br />

Bij <strong>het</strong> certificeren van aandelen houdt <strong>het</strong> adm<strong>in</strong>istratiekantoor<br />

de aandelen ten titel van beheer en oefent zij <strong>het</strong><br />

stemrecht op die aandelen uit. Zo worden de belangen van<br />

de certificaat houders door <strong>het</strong> adm<strong>in</strong>istratiekantoor<br />

behartigd <strong>in</strong> de algemene ver gader<strong>in</strong>g. Bij stemrechtloze<br />

aandelen wordt g<strong>een</strong> stemrecht op die aandelen uitgeoefend<br />

en worden de belangen van de houders van<br />

stemrechtloze aandelen dus niet behartigd <strong>in</strong> de algemene<br />

vergader<strong>in</strong>g.<br />

Het behartigen van de belangen door middel van <strong>een</strong><br />

adm<strong>in</strong>istratiekantoor zorgt voor <strong>een</strong> extra laag b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong><br />

bedrijf (figuur 1, zie p. 52). Verder zorgt die extra laag op<br />

jaarlijkse basis voor extra kosten, zoals de bijdrage voor de<br />

Kamer van Koophandel en de kosten voor <strong>het</strong> bij houden<br />

van de adm<strong>in</strong>istratie. Stemrechtloze aandelen kosten – na<br />

<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g – de bv en haar aandeel houders niets extra’s.<br />

Hierbij past de kantteken<strong>in</strong>g dat <strong>een</strong> Nederlandse notariële<br />

akte vereist is voor <strong>het</strong> plaatsen van stemrechtloze<br />

aandelen. Certificaten van aandelen kunnen geplaatst<br />

worden door middel van <strong>een</strong> niet-notariële akte tussen de<br />

betrokken partijen. Mocht bij <strong>het</strong> opzetten van de structuur<br />

al duidelijk zijn dat er regelmatig stemrechtloze aandelen<br />

geplaatst zullen worden (bijvoorbeeld bij grote werknemersparticipaties),<br />

dan kunnen de notariële kosten de doorslag<br />

geven om te kiezen voor certificaten van aandelen.<br />

Het tweede verschil heeft betrekk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> al dan niet<br />

koppelen van vergaderrechten aan <strong>een</strong> certificaat van <strong>een</strong><br />

aandeel. Het is mogelijk certificaten zonder ver gader recht<br />

uit te geven. Dit heeft als voordeel dat de besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

de algemene vergader<strong>in</strong>g gemak kelijker verloopt.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 51


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Figuur 1 | Verschillen tussen <strong>het</strong> plaatsen van<br />

stemrechtloze aandelen en <strong>het</strong><br />

certificeren van aandelen<br />

CERTIFICAAT STEMRECHTLOOS AANDEEL<br />

CERTIFICAATHOUDERS<br />

ADMINISTRATIEKANTOOR<br />

AANDEELHOUDERS<br />

BV BV<br />

Daarnaast worden ook <strong>het</strong> besluit vorm<strong>in</strong>gsproces en de<br />

voorbereid<strong>in</strong>g voor <strong>een</strong> algemene vergader<strong>in</strong>g<br />

vergemakkelijkt. Zo kunnen besluiten buiten vergader<strong>in</strong>g<br />

worden genomen zonder dat op basis van art. 2:238, lid 1,<br />

BW <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van certifi caat houders als<br />

vergadergerechtigden vereist is. 5 Daarentegen is <strong>het</strong><br />

plaatsen van stemrechtloze aan delen zonder vergaderrecht<br />

niet mogelijk op grond van de wet. Een houder van<br />

stemrechtloze aandelen moet worden opgeroepen voor de<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g en mag daar<strong>in</strong> <strong>het</strong> woord voeren.<br />

Het derde verschil is (<strong>het</strong> ontbreken van) <strong>een</strong> wettelijk<br />

kader. De wet geeft g<strong>een</strong> omschrijv<strong>in</strong>g of def<strong>in</strong>itie van<br />

certificaten en er bestaat veel vrijheid om de rechtsverhoud<strong>in</strong>g<br />

tussen de bv, <strong>het</strong> adm<strong>in</strong>istratie kantoor en de<br />

certificaathouder naar wens <strong>in</strong> te kleden. Daar tegen over<br />

geeft de wetgever precies aan wat stemrechtloze aandelen<br />

zijn en hebben ze hun eigen wettelijk kader zoals ik<br />

hierboven, niet uitputtend, beschreven heb.<br />

Het vierde verschil is dat <strong>een</strong> aandeelhouder alle aan delen<br />

kan overdragen ten titel van certificer<strong>in</strong>g aan <strong>een</strong><br />

adm<strong>in</strong>istratiekantoor en dat <strong>het</strong> op basis van de wet niet<br />

mogelijk is om alle aandelen stemrechtloos te maken.<br />

Tot slot wil ik u nog wijzen op <strong>het</strong> vijfde verschil dat all<strong>een</strong><br />

relevant is voor <strong>een</strong> structuur waarbij <strong>een</strong> buitenlandse<br />

partij is betrokken. Dat verschil heeft betrekk<strong>in</strong>g op de<br />

(her)kenbaarheid. Buitenlandse partijen zullen bekend zijn<br />

met stemrechtloze aandelen en m<strong>in</strong>der tot niet bekend zijn<br />

met <strong>het</strong> certificeren van aandelen.<br />

52 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

6. Conclusies<br />

●● De praktijk heeft behoefte aan <strong>een</strong> scheid<strong>in</strong>g van<br />

lidmaatschapsrechten en vermogensrechten en<br />

kan nu kiezen.<br />

●● Stemrechtloze aandelen en certificaten hebben elk hun<br />

eigen voor- en nadelen.<br />

●● Wat stemrechtloze aandelen betreft:<br />

- de belangen van houders worden niet behartigd <strong>in</strong> de<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g;<br />

- ze kosten na <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel niets extra’s;<br />

- ze hebben <strong>een</strong> wettelijk kader;<br />

- <strong>het</strong> plaatsen zonder vergaderrecht is niet mogelijk;<br />

- er moet altijd <strong>een</strong> aandeel met stemrecht<br />

geplaatst zijn;<br />

- buitenlandse partijen zullen ermee bekend zijn.<br />

●● Wat certificaten betreft:<br />

- de belangen van houders worden behartigd <strong>in</strong><br />

de algemene vergader<strong>in</strong>g, maar dat brengt extra<br />

kosten met zich mee;<br />

- ze kunnen worden uitgegeven zonder vergaderrecht;<br />

- de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g wordt grotendeels aan de praktijk<br />

overgelaten;<br />

- alle aandelen kunnen ten titel van beheer<br />

overgedragen worden;<br />

- buitenlandse partijen zijn er m<strong>in</strong>der tot niet bekend<br />

mee,<br />

●● Vanwege de verschillen v<strong>in</strong>d ik <strong>een</strong> stemrecht loos aandeel<br />

<strong>een</strong> nuttig novum.<br />

Noten<br />

1 Kamerstukken II 2006/07, 31 058, nr. 3, p. 12.<br />

2 Kamerstukken II 2008/09, 31 058, nr. 6, p. 15.<br />

3 Zie ook R.T.L. Vaessen, ‘Het e<strong>in</strong>de van certificer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zicht?’,<br />

TvOB 2012-4.<br />

4 R.T.L. Vaessen, a.w.; W. Bosse, ‘De flexibele BV; opricht<strong>in</strong>g, aandelen<br />

zonder stemrecht en zonder w<strong>in</strong>strecht’, JBN 2008/5; F.J.P. van<br />

den Ingh, ‘Certificer<strong>in</strong>g van aandelen’, WPNR 2008/6737.<br />

5 R.T.L. Vaessen, a.w.


OVERZICHT RECHTSPRAAK<br />

juni-december 2012<br />

Fiscaal<br />

Instantie Datum Nummer Beschrijv<strong>in</strong>g V<strong>in</strong>dplaats<br />

Rechtbank<br />

Breda<br />

Conclusie A-G<br />

Wattel<br />

Rechtbank<br />

Leeuwarden<br />

Hof<br />

Den Bosch<br />

Conclusie A-G<br />

Wattel<br />

Rechtbank<br />

Arnhem<br />

13-07-2012 nr. 11/05509 Verkrijgers van ondernem<strong>in</strong>gsvermogen en verkrijgers<br />

van andere vermogensbestanddelen worden voor<br />

de toepass<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong><br />

de SW 1956 verschillend behandeld. Het is volgens<br />

Rechtbank Breda <strong>in</strong> strijd met<strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel<br />

(art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM) dat verkrijgers van<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen wel recht hebben op de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit en verkrijgers van andere<br />

vermogensbestanddelen niet. Rechtbank Breda kent<br />

aan belanghebbende de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

toe. Dit wordt geëffectueerd door <strong>een</strong> conserverende<br />

aanslag op te leggen. Inspecteur <strong>in</strong> hoger beroep.<br />

14-06-2012 nr. 11/03804 en<br />

11/03805<br />

24-04-2012 nr. AWB<br />

10/01421<br />

9-03-2012 nr. 11/00356 en<br />

11/00380<br />

Mkb-w<strong>in</strong>stvrijstell<strong>in</strong>g moet ook van toepass<strong>in</strong>g zijn<br />

<strong>in</strong>dien ondernem<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong>gebracht <strong>in</strong> bv met<br />

terugwerkende kracht. Belanghebbende genoot <strong>in</strong><br />

jaar van geschil nog wel w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g, maar<br />

kwalificeerde niet meer als ondernemer.<br />

Toch geruisloze <strong>in</strong>breng (art. 3.65 Wet IB 2001)<br />

mogelijk ondanks snelle doorverkoop ondernem<strong>in</strong>g.<br />

Belanghebbende heeft belast<strong>in</strong>gschuld reeds betaald.<br />

Verzoek om uitstel van betal<strong>in</strong>g wordt afgewezen.<br />

Belanghebbende <strong>in</strong> cassatie.<br />

28-8-2012 nr. 11/04395 Vrijstell<strong>in</strong>g overdrachtsbelast<strong>in</strong>g bij <strong>in</strong>breng<br />

agrarische ondernem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> cv. Het feit dat <strong>in</strong><br />

casu sprake is van <strong>een</strong> verkapte verkoop van de<br />

ondernem<strong>in</strong>g is irrelevant. G<strong>een</strong> fraus legis.<br />

1-11-2012 nr. AWB 12/1375 Rechtbank Arnhem oordeelt dat de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

uit de SW 1956 niet geldt voor de<br />

verkrijg<strong>in</strong>g van aandelen <strong>in</strong> <strong>een</strong> belegg<strong>in</strong>gs-bv, ook<br />

niet op grond van <strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel. Rechtbank<br />

Arnhem komt hiermee tot exact de tegengestelde<br />

conclusie dan Rechtbank Breda eerder dit jaar<br />

(zie V-N 2012/43.20)<br />

Hof Amsterdam 12-4-2012 nr. 10/00481 Naheff<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aftrek gebrachte btw bij overdracht<br />

ondernem<strong>in</strong>g terecht. Er is <strong>in</strong> casu g<strong>een</strong> sprake<br />

geweest van <strong>een</strong> afzonderlijk <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te nemen<br />

voorraadovername, zoals eiseres stelt, maar van <strong>een</strong><br />

overdracht van <strong>een</strong> algem<strong>een</strong>heid van goederen <strong>in</strong> de<br />

z<strong>in</strong> van art. 31 Wet OB 1968 (<strong>in</strong>middels art. 37d Wet<br />

OB 1968).<br />

Hof Arnhem 8-5-2012 nr. 11/00739 Akte van rectificatie, opgesteld i.v.m. <strong>het</strong> vanwege<br />

<strong>een</strong> omissie van <strong>een</strong> adviseur niet tot stand<br />

gekomen fiscale <strong>een</strong>heid, voorkomt Vpb-heff<strong>in</strong>g bij<br />

overdracht van bedrijfspand <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van <strong>een</strong><br />

bedrijfsoverdracht <strong>in</strong> de periode waar<strong>in</strong> de fiscale<br />

<strong>een</strong>heid nog niet bestond niet.<br />

Hoge Raad 14-9-2012 nr. 11/02192 In hoeverre is <strong>een</strong> lijfrente de tegenprestatie van<br />

<strong>een</strong> (gedeeltelijke) overdracht van <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g?<br />

Sterk casuïstisch. Verwezen naar Hof Arnhem.<br />

Hoge Raad 21-9-2012 nr. 11/03528 Het eerste pachtersvoordeel kan bij verkoop grond<br />

vrijvallen ondanks vervangende <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g. In<br />

casu verkochten belanghebbenden grond terwijl<br />

vervangende grond aangekocht werd (i.v.m.<br />

bedrijfsverplaats<strong>in</strong>g). Een beroep op <strong>het</strong> besluit van<br />

13 oktober 2010, nr. DGB2010/1981M, BNB 2010/338<br />

werd niet gehonoreerd.<br />

Hoge Raad 12-10-2012 nr. 11/03804 Mkb-w<strong>in</strong>stvrijstell<strong>in</strong>g is ook van toepass<strong>in</strong>g bij<br />

<strong>in</strong>breng ondernem<strong>in</strong>g met terugwerkende kracht.<br />

V-N 2012/43.20<br />

NTFR 2012/1997<br />

V-N 2012/41.11<br />

NTFR 2012/1917<br />

V-N 2012/32.2.2<br />

NTFR 2012/1690<br />

V-N 2012/28.2.3<br />

NTFR 2012/1039<br />

V-N 2012/51.25<br />

NTFR 2012/2704<br />

V-N 2012/62.15<br />

V-N 2012/50.19<br />

NFTR 2012/1300<br />

V-N 2012/44.17<br />

NTFR 2012/1500<br />

V-N 2012/46.16<br />

NTFR 2012/2333<br />

V-N 2012/47.9<br />

NTFR 2012/2518<br />

V-N 2012/52.14<br />

NTFR 2012/2430<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 53


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

vervolg Fiscaal<br />

Instantie Datum Nummer Beschrijv<strong>in</strong>g V<strong>in</strong>dplaats<br />

Hoge Raad 12-10-2012 nr. 11/04693 Compensatie voor wijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> w<strong>in</strong>st- gerechtigdheid<br />

behoort tot ab-<strong>in</strong>komen (vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel).<br />

Hoge Raad 9-11-2012 nr. 11/05078 Een van de met belanghebbende, X BV, gevoegde<br />

dochtermaatschappij B BV verkoopt <strong>in</strong> 2006 <strong>een</strong><br />

onroerende zaak. De boekw<strong>in</strong>st wordt ondergebracht<br />

<strong>in</strong> <strong>een</strong> HIR. Op 5 februari 2007 verkoopt X BV de<br />

aandelen B BV. De aandelen worden op 9 maart 2007<br />

geleverd. De Hoge Raad oordeelt dat X BV <strong>het</strong> her<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsvoornemen<br />

vóór <strong>het</strong> ontvoeg<strong>in</strong>gstijdstip<br />

heeft laten varen. De HIR moet dan ook tot de<br />

belastbare w<strong>in</strong>st van X BV worden gerekend.<br />

Hoge Raad 30-11-2012 nr. 11/04395 Vrijstell<strong>in</strong>g overdrachtsbelast<strong>in</strong>g bij <strong>in</strong>breng<br />

agrarische ondernem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> cv. Het feit dat <strong>in</strong><br />

casu sprake is van <strong>een</strong> verkapte verkoop van de<br />

ondernem<strong>in</strong>g is irrelevant. G<strong>een</strong> fraus legis. Besliss<strong>in</strong>g<br />

conform de conclusie A-G Wattel van 28 augustus<br />

2012 (zie hiervoor).<br />

Hoge Raad 7-12-2012 nr. 12/02062 De Hoge Raad oordeelt dat de uitstelfaciliteit van<br />

art. 25 lid 9, IW 1990 g<strong>een</strong> regel<strong>in</strong>g bevat op grond<br />

waarvan deels uitstel kan worden verl<strong>een</strong>d als de<br />

overdrachtsprijs (voor de ab-aandelen) deels schuldig<br />

is gebleven. In casu was de koper/bedrijfsopvolger<br />

één derde deel van de koopsom voldaan, zodat niet<br />

is voldaan aan de voorwaarde dat de overdrachtsprijs<br />

is schuldig gebleven of de aandelen of w<strong>in</strong>stbewijzen<br />

zijn geschonken<br />

Juridisch<br />

V-N 2012/52.17<br />

NTFR 2012/2485<br />

V-N 2012/57.10<br />

NTFR 2012/2231<br />

V-N 2012/61.21<br />

NTFR 2012/2825<br />

V-N 2012/62.5<br />

NFTR 2013/45<br />

Instantie Datum V<strong>in</strong>dplaats(en) Beschrijv<strong>in</strong>g Noot Tijdschrift<br />

Rechtbank<br />

Utrecht<br />

Hof<br />

Den Bosch<br />

Voorzien<strong>in</strong>gen-<br />

rechter rechtbank<br />

Haarlem<br />

Hof<br />

Arnhem<br />

7-09-2011 LJN BV9528, JOR<br />

2012/137<br />

11-01-2012 zaaknr. HD<br />

200.039.314, LJN<br />

BP1015<br />

Advocaat schiet tekort <strong>in</strong> de zorgvuldigheid die van<br />

haar <strong>in</strong> dit geval verwacht mocht worden, door er niet<br />

op te wijzen dat aan de managementover<strong>een</strong>komst<br />

<strong>het</strong> risico kleefde dat dat deze als strijdig met <strong>het</strong><br />

verbod f<strong>in</strong>anciële steunverlen<strong>in</strong>g nietig beoordeeld<br />

zou worden.<br />

Met de borgbestuurder wordt gelijkgesteld de<br />

persoon die de zeggenschap uitoefent via <strong>een</strong><br />

houdstermaatschappij. De borg die zeggenschap<br />

uitoefent via tussengeschakelde vennootschappen<br />

is derhalve g<strong>een</strong> particuliere borg ex art. 7:857 BW.<br />

G<strong>een</strong> plicht voor bank om borg bij iedere gelegenheid<br />

te her<strong>in</strong>neren aan de risico’s van borgstell<strong>in</strong>g.<br />

24-01-2012 JOR 2012/106 Vervaltermijn dividenduitker<strong>in</strong>g.<br />

Op aandelencertificaat en <strong>in</strong> de statuten is bepaald<br />

dat dividenden die b<strong>in</strong>nen 5 jaar nadat zij opeisbaar<br />

zijn geworden, niet worden opgenomen, vervallen<br />

aan de vennootschap. Een vervaltermijn is <strong>een</strong> fatale<br />

termijn, de voorzien<strong>in</strong>genrechter is aan deze termijn<br />

gebonden.<br />

14-02-2012 LJN BV7744, JOR<br />

2012/138<br />

54 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Uitleg koopover<strong>een</strong>komst op grond van wat partijen<br />

<strong>in</strong> de gegeven omstandigheden over en weer<br />

redelijkerwijs aan de omstreden bewoord<strong>in</strong>gen<br />

mochten toekennen en op <strong>het</strong>g<strong>een</strong> zij te dien aanzien<br />

redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.<br />

H.J.M.M. van<br />

Boxel<br />

TOP afl. 5<br />

JOR afl. 5<br />

JOR afl. 6<br />

J.E. Jansen JOR afl. 4<br />

TOP afl. 5<br />

JOR afl. 5


Instantie Datum V<strong>in</strong>dplaats(en) Beschrijv<strong>in</strong>g Noot Tijdschrift<br />

Hof Amsterdam<br />

(OK)<br />

Rechtbank<br />

Den Bosch<br />

6-03-2012 ARO 2012/50 De belangen die art. 3:328, lid 3, BW beoogt te<br />

beschermen zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> ged<strong>in</strong>g. Dat aanwijz<strong>in</strong>g van<br />

meerdere accountantskosten meebrengt en tijd vergt,<br />

is <strong>in</strong>herent aan de wettelijke regel<strong>in</strong>g. Verzoek tot<br />

goedkeur<strong>in</strong>g van aanwijz<strong>in</strong>g van één accountant<br />

wordt afgewezen.<br />

21-03-2012 LJN BV8844, JOR<br />

2012/140<br />

Hoge Raad 6-04-2012 zaaknr.<br />

11/01496, RO<br />

2012/43<br />

Rechtbank<br />

Amsterdam<br />

Rechtbank<br />

Den Bosch<br />

2-05-2012 rolnr. HA ZA<br />

11-2898,<br />

LJN BW7116<br />

20-06-2012 nr. 232198/ HA<br />

ZA 11-1079, LNJ<br />

BW8973<br />

Hoge Raad 8-07-2011 10/00373 LJN<br />

BQ5068<br />

Hoge Raad 13-07-2012 11/04453 LJN<br />

BW7009<br />

Rechtbank<br />

Den Haag<br />

Rechtbank<br />

Amsterdam<br />

18-07-2012 HA ZA 11-2540,<br />

LNJ BX6437<br />

20-07-2012 nr. 517743/ KG ZA<br />

12-713 SP/MB LJN<br />

BX2641<br />

Hoge Raad 21-09-2012 11/02775 LJN<br />

BW8304<br />

Het ondanks de aanwezigheid van <strong>een</strong> schuldeiser en<br />

baten achterwege laten van <strong>een</strong> vereffen<strong>in</strong>g na de<br />

ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> vennootschap is onrechtmatig<br />

tegenover de schuldeiser.<br />

De Hoge Raad herhaalt zijn <strong>in</strong> HR 23 december<br />

2011, RO 2012/24 gegeven oordeel dat <strong>een</strong> eerder<br />

gedane meld<strong>in</strong>g van betal<strong>in</strong>gsonmacht niet geldt<br />

voor naheff<strong>in</strong>gsaanslagen voor bedragen die niet<br />

zijn aangegeven. Een bestuurder kan derhalve g<strong>een</strong><br />

beroep doen op <strong>een</strong> tijdige en volledige meld<strong>in</strong>g<br />

betal<strong>in</strong>gsonmacht, <strong>in</strong>dien de naheff<strong>in</strong>gsaanslagen aan<br />

opzet of grove schuld zijn te wijten.<br />

Persoon die zeggenschap heeft over twee<br />

rechtspersonen, kan misbruik maken van <strong>het</strong><br />

identiteitsverschil tussen deze rechtspersonen. Aan<br />

de overgang van ondernem<strong>in</strong>g lag g<strong>een</strong> normale<br />

handelsover<strong>een</strong>komst ten grondslag.<br />

De overgang van ondernem<strong>in</strong>g diende uitsluitend<br />

ter frustrer<strong>in</strong>g van verhaal van de vorder<strong>in</strong>g van<br />

schuldeiser, <strong>het</strong>g<strong>een</strong> onrechtmatig is.<br />

Betreft de vraag of en <strong>in</strong> hoeverre de bestuurder<br />

aansprakelijk is wegens <strong>het</strong> niet volstorten van<br />

aandelen.<br />

In casu gaat <strong>het</strong> om <strong>een</strong> verkoop van <strong>een</strong><br />

ondernem<strong>in</strong>g, waarbij partijen bij de bepal<strong>in</strong>g van de<br />

koopsom reken<strong>in</strong>g hielden met aan de ondernem<strong>in</strong>g<br />

verbonden goodwill. In zo’n geval kan <strong>een</strong><br />

tekortkom<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de nakom<strong>in</strong>g van de over<strong>een</strong>komst<br />

ook bestaan als de overgedragen ondernem<strong>in</strong>g wat<br />

de goodwill betreft niet beantwoordt aan <strong>het</strong>g<strong>een</strong><br />

de koper op grond van de over<strong>een</strong>komst mocht<br />

verwachten (art. 7:17 BW)<br />

De casus betreft de gevolgen van de opzegg<strong>in</strong>g van<br />

<strong>een</strong> arbeidsover<strong>een</strong>komst van <strong>een</strong> dga door de curator<br />

ex art. 40 FW, waarna de dga na faillissement loon<br />

navordert. Het hof had overwogen dat <strong>in</strong> dit geval er<br />

reden is voor relativer<strong>in</strong>g van de arbeidsover<strong>een</strong>komst<br />

tussen eiser (de dga) en failliet (de bv). De Hoge Raad<br />

vernietigt de uitspraak en verwijst de zaak naar Hof<br />

Leeuwarden.<br />

Curator kan g<strong>een</strong> nakom<strong>in</strong>g vorderen op grond<br />

van door failliet vóór faillissement verrichte<br />

werkzaamheden door leemte <strong>in</strong> art. 37 FW.<br />

In geschil is of voor schors<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> beherend<br />

vennoot op grond van art. 7A:1673 lid 2 BW vereist<br />

dat alle vennoten hiermee <strong>in</strong>stemmen en is sprake<br />

van de vereiste gewichtige reden?<br />

Moet <strong>een</strong> dagvaard<strong>in</strong>g waarmee hoger beroep wordt<br />

<strong>in</strong>gesteld tegen <strong>een</strong> vonnis dat <strong>in</strong> de plaats treedt<br />

van <strong>een</strong> op te maken notariële akte tot overdracht<br />

van aandelen <strong>in</strong> <strong>een</strong> bv (tijdig) worden <strong>in</strong>geschreven<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> rechtsmiddelenregister, op straffe van nietontvankelijkheid?<br />

H.J.M.M. van<br />

Boxel<br />

TOP afl. 4<br />

ARO afl. 4<br />

B.J. de Jong TOP afl. 5<br />

JOR afl. 5<br />

RO afl. 7/8<br />

JOR afl. 9<br />

RO 2012/66<br />

J.W.A. Biemans JOR afl. 10,<br />

2012/312<br />

E. Loesberg JOR afl. 10,<br />

2012/307<br />

J.J. van Hees Jurisprudentie<br />

Ondernem<strong>in</strong>gsrecht<br />

(JOR) afl.<br />

10, 2012/308<br />

Rechtspraak<br />

Ondernem<strong>in</strong>gsrecht<br />

(RO)<br />

2012/69<br />

C.J. Groffen JOR afl. 12,<br />

2012/352<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 55


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

OVERZICHT WETSVOORSTELLEN<br />

EN BELEID juni-decmeber 2012<br />

Fiscaal<br />

Soort Titel V<strong>in</strong>dplaats Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Besluit van de staats secretaris<br />

van F<strong>in</strong>anciën van 4 september<br />

2012, nr. BLKB2012/101M<br />

Brief staatssecretaris van<br />

F<strong>in</strong>anciën van 8 oktober 2012,<br />

nr. DB/2012/275U<br />

Brief staatssecretaris van<br />

F<strong>in</strong>anciën van 25 oktober<br />

2012, nr. DGB/2012/6564M<br />

Nieuw verzamelbesluit<br />

aanmerkelijk belang<br />

V-N 2012/47.10<br />

NTFR 2012/2189<br />

Verslag effecten DGA-pakket V-N 2012/53.10<br />

NFTR 2012/2382<br />

Bezwaren schenk- en erfbelast<strong>in</strong>g<br />

aangewezen als massaal bezwaar (art.<br />

25a AWR)<br />

Diverse fiscale wetten Pakket Belast<strong>in</strong>gplan 2013 V-N 2012/49A en 49B<br />

NTFR 2012/2219 e.v.<br />

Juridisch<br />

Dit besluit is <strong>een</strong> actualiser<strong>in</strong>g van<br />

<strong>het</strong> besluit van 23 november 2006, nr.<br />

CPP2006/2674M. Hier<strong>in</strong> zijn beleidsstandpunten<br />

verwerkt die zijn ontwikkeld naar<br />

aanleid<strong>in</strong>g van de toepass<strong>in</strong>g van de wijzig<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

met <strong>in</strong>gang van 2010.<br />

Informatie omtrent de effecten van <strong>het</strong> <strong>in</strong><br />

de wet Overige fiscale maatregelen 2010<br />

opgenomen pakket maatregelen <strong>in</strong>zake<br />

de fiscale positie van de dga. Onder meer<br />

aandacht voor aanpass<strong>in</strong>g belast<strong>in</strong>gfaciliteit<br />

overdracht ab-aandelen en uitbreid<strong>in</strong>g<br />

betal<strong>in</strong>gsfaciliteit tbs-regel<strong>in</strong>g.<br />

V-N 2012/57.19 Brief <strong>in</strong> verband met de verwacht<strong>in</strong>g dat<br />

massaal bezwaar zal worden aangetekend<br />

naar aanleid<strong>in</strong>g van de uitspraak van<br />

Rechtbank Breda van 13 juli 2012, nr. AWB<br />

11/5509, V-N 2012/43.20.<br />

Soort Titel V<strong>in</strong>dplaats Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Wetten van 18 juni 2012 Wijzig<strong>in</strong>g van Boek 2 van <strong>het</strong> Burgerlijk<br />

Wetboek <strong>in</strong> verband met de aanpass<strong>in</strong>g van<br />

de regel<strong>in</strong>g voor besloten vennootschappen<br />

met beperkte aansprakelijkheid (Wet<br />

ver<strong>een</strong>voudig<strong>in</strong>g en flexibiliser<strong>in</strong>g bv-recht)<br />

Aanpass<strong>in</strong>g van de wetgev<strong>in</strong>g aan en<br />

<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de Wet ver<strong>een</strong>voudig<strong>in</strong>g<br />

en flexibiliser<strong>in</strong>g bv-recht (Invoer<strong>in</strong>gswet<br />

ver<strong>een</strong>voudig<strong>in</strong>g en flexibiliser<strong>in</strong>g bv-recht)<br />

Besluit van 16 november 2012 Besluit houdende wijzig<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> Handelsregisterbesluit<br />

2008 en <strong>het</strong> F<strong>in</strong>ancieel<br />

besluit handelsregister<br />

Wet van 6 juni 2011 Wet tot wijzig<strong>in</strong>g van boek 2 van <strong>het</strong> Burgerlijk<br />

Wetboek <strong>in</strong> verband met de aanpass<strong>in</strong>g<br />

van regels over bestuur en toezicht <strong>in</strong><br />

naamloze en besloten vennoot- schappen<br />

(Wet bestuur en toezicht)<br />

56 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Stb. 2012, 299 en<br />

Stb. 2012, 300<br />

Het gaat om <strong>een</strong> zestal wetsvoorstellen,<br />

waaronder <strong>het</strong> Belast<strong>in</strong>gplan 2013<br />

(Kamerstuk 33 402) en Overige fiscale<br />

maatregelen 2013 Kamerstuk 33 403).<br />

Bevatten overigens we<strong>in</strong>ig nieuws, specifiek<br />

van belang voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsproblematiek.<br />

Dit wetsvoorstel ver<strong>een</strong> voudigt per<br />

1 oktober 2012 <strong>het</strong> oprichten van <strong>een</strong> besloten<br />

vennootschap met beperkte aansprakelijkheid<br />

en brengt daarnaast op verschillende<br />

onderdelen wijzig<strong>in</strong>gen aan <strong>in</strong> <strong>het</strong> recht van<br />

besloten vennootschappen met beperkte<br />

aansprakelijkheid.<br />

Stb. 2012, 576 Dit besluit realiseert enkele aanpass<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> Handelsregisterbesluit 2008 en <strong>het</strong><br />

F<strong>in</strong>ancieel besluit handelsregister, onder meer<br />

<strong>in</strong> verband met de Wet ver<strong>een</strong>voudig<strong>in</strong>g en<br />

flexibiliser<strong>in</strong>g bv-recht.<br />

Stb. 2011, 275 Met dit voorstel wordt <strong>het</strong> monistische<br />

bestuursmodel wette- lijk vastgelegd. Voorts<br />

wijzigt <strong>het</strong> de regels omtrent tegenstrijdig<br />

belang en beoogt <strong>het</strong> bij te dragen aan<br />

<strong>het</strong> vergroten van de bruikbaarheid van de<br />

rechtsvormen nv en bv. Is per 1 januari 2013<br />

<strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g getreden.


OVERZICHT VAKLITERATUUR<br />

juni-december 2012<br />

Fiscaal<br />

Auteur Titel V<strong>in</strong>dplaats Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

R.J. Bondrager<br />

en O.E. van der<br />

Donk<br />

S. van Hoorn en<br />

N. Ids<strong>in</strong>ga<br />

Fiscale bepal<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale<br />

overnamecontracten<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g van<br />

wettelijke verdel<strong>in</strong>g<br />

en vruchtgebruiktestament<br />

bij vererv<strong>in</strong>g<br />

van aanmerkelijkbelangaandelen<br />

(deel 1)<br />

W. Burgerhart De voortzett<strong>in</strong>gs-<br />

regel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />

personenvennoot-<br />

schap en de erfbelast<strong>in</strong>g<br />

W. Nijssen en<br />

H. van Waveren<br />

De gelijkwaardige<br />

tegenprestatie en<br />

de aandelenfusiefaciliteit<br />

van artikel<br />

3.55 Wet Inkomstenbelast<strong>in</strong>g<br />

2001<br />

N.M. Ligthart Eén bv, ja of nee! VP-Bullet<strong>in</strong><br />

2012/34<br />

S. van Hoorn en<br />

N. Ids<strong>in</strong>ga<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g van<br />

wettelijke verdel<strong>in</strong>g<br />

en vruchtgebruiktestament<br />

bij<br />

vererv<strong>in</strong>g van<br />

aanmerkelijkbelangaandelen<br />

(deel 2)<br />

T.C. Hoogwout Bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de<br />

Successiewet<br />

discrim<strong>in</strong>atoir?<br />

F.A.M.<br />

Schoenmaker<br />

Volgens rechtbank<br />

Breda is de BOR<br />

discrim<strong>in</strong>atoir: hoe<br />

nu verder?<br />

J.C.L. Zuiderwijk De kwaliteit van<br />

de fiscale bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gswetgev<strong>in</strong>g<br />

K.M.I.L. van de<br />

Ven en<br />

R. Schulpen<br />

Nieuwe bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregels<br />

<strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> Vlaams Gewest<br />

WFR 2012/840 De fiscaliteit speelt vrijwel altijd <strong>een</strong> rol bij overnames of fusies. De auteurs bespreken<br />

enkele veelvoorkomende fiscale bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale overnamecontracten<br />

die van belang zijn voor de fiscale adviseur. Aan de orde komen achter<strong>een</strong>volgens de<br />

volgende aspecten: de rol van de fiscalist <strong>in</strong> <strong>het</strong> overnameproces; de risicoverdel<strong>in</strong>g<br />

tussen <strong>een</strong> koper en <strong>een</strong> verkoper en de wijze waarop dit <strong>in</strong> <strong>een</strong> overnamecontract tot<br />

uit<strong>in</strong>g komt; <strong>een</strong> toelicht<strong>in</strong>g op de <strong>in</strong>houd van enkele veelvoorkomende bepal<strong>in</strong>gen uit<br />

de fiscale bijlage bij <strong>een</strong> overnamecontract, de zogenoemde tax deed of tax schedule;<br />

aandachtspunten voor de koper respectievelijk de verkoper van <strong>een</strong> vennootschap uit<br />

<strong>een</strong> fiscale <strong>een</strong>heid voor de vennootschapsbelast<strong>in</strong>g.<br />

FTV 2012/25 In deze bijdrage gaan de auteurs <strong>in</strong> op de <strong>in</strong>vloed van de wettelijke verdel<strong>in</strong>g en<br />

van <strong>een</strong> vruchtgebruiktestament op de toepass<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

(hierna: BOF) <strong>in</strong> de Successiewet (hierna: SW 1956) en de doorschuifregel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

Wet <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g 2001 (hierna: Wet IB 2001) bij de vererv<strong>in</strong>g van aanmerkelijkbelangaandelen.<br />

De auteurs behandelen de situatie dat de vennootschap waar<strong>in</strong><br />

de aandelen worden gehouden <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g drijft <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van de BOF. In <strong>een</strong><br />

volgende bijdrage wordt <strong>in</strong>gegaan op de gevolgen van vererv<strong>in</strong>g van aandelen <strong>in</strong> <strong>een</strong><br />

belegg<strong>in</strong>gsvennootschap.<br />

FBN 2012/38 Naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> arrest van Hof Amsterdam van 28 juli 2011, V-N<br />

2011/60.20, staat de auteur stil bij enkele aspecten van de vennootschappelijke<br />

voortzett<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Successiewet zoals de waardebepal<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> tot de<br />

nalatenschap behorende vennootschapsaandeel, de erfbelast<strong>in</strong>g over de verkrijg<strong>in</strong>g van<br />

<strong>het</strong> goederenrechtelijk maatschapsaandeel en de bereken<strong>in</strong>g van de omvang van de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsvrijstell<strong>in</strong>g.<br />

FBN 2012/40 De aandelenfusiefaciliteit van art. 3.55 Wet IB 2001 geeft onder voorwaarden uitstel<br />

van w<strong>in</strong>stnem<strong>in</strong>g. In de wet is niet letterlijk de voorwaarde opgenomen dat de uitgereikte<br />

aandelen <strong>een</strong> gelijkwaardige tegenprestatie moeten vormen voor de verkregen<br />

aandelen. De auteurs gaan nader <strong>in</strong> op <strong>het</strong> ontstaan van deze eis en de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van<br />

de <strong>in</strong> de jurisprudentie ontwikkelde eis van <strong>een</strong> gelijkwaardige tegenprestatie. Het<br />

ontbreken van <strong>een</strong> gelijkwaardige tegenprestatie is volgens hen onvoldoende reden<br />

om de aandelenfusie te weigeren. Daarvoor moet worden beoordeeld of misbruik,<br />

belast<strong>in</strong>gfraude, of belast<strong>in</strong>gontwijk<strong>in</strong>g <strong>het</strong> hoofddoel of <strong>een</strong> der hoofddoelen is van de<br />

aandelenfusie.<br />

Fiscaal Tijdschrift<br />

Vermogen (FTV)<br />

2012/37<br />

Mede naar aanleid<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>werk<strong>in</strong>gtred<strong>in</strong>g op 1 oktober 2012 van <strong>het</strong> flexibele bv-<br />

recht sc<strong>het</strong>st de auteur de mogelijkheden om vanuit één bv tot <strong>een</strong> organisatiestructuur<br />

met meer bv’s te komen. Daarbij komen aan de orde de aandelenfusie, de bedrijfsfusie,<br />

de afsplits<strong>in</strong>g en de ‘uitzak’ b<strong>in</strong>nen de fiscale <strong>een</strong>heid. Vervolgens gaat de auteur<br />

<strong>in</strong> op <strong>een</strong> aantal specifieke aandachtspunten bij de keuze voor één of meer bv’s en <strong>in</strong><br />

geval van meer bv’s, de vormgev<strong>in</strong>g van de structuur. Hierbij gaat <strong>het</strong> om de toepass<strong>in</strong>g<br />

van de gebruikelijkloonregel<strong>in</strong>g, de gevolgen van <strong>een</strong> pensioen <strong>in</strong> eigen beheer,<br />

<strong>het</strong> centraliseren van personeel, de toetred<strong>in</strong>g van anderen tot de ondernem<strong>in</strong>g of de<br />

verkoop van de ondernem<strong>in</strong>g, en de toepass<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g.<br />

Vervolg op bijdrage gepubliceerd <strong>in</strong> FTV 2012/25. In dit tweede deel wordt aandacht<br />

besteed aan de gevolgen voor de heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komsten- en erfbelast<strong>in</strong>g bij overlijden<br />

van de ab-houder <strong>in</strong> <strong>een</strong> belegg<strong>in</strong>gsvennootschap.<br />

FTV 2012/41 Besprek<strong>in</strong>g van de uitspraak van Rechtbank Breda van 13 juli 2012, nr. AWB 11/5509,<br />

V-N 2012/43.20. Volgens de auteur had de rechtbank <strong>in</strong> deze casus moeten volstaan met<br />

de constater<strong>in</strong>g dat sprake is van schend<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> non-discrim<strong>in</strong>atiebeg<strong>in</strong>sel. Het is<br />

de taak van de wetgever – niet van de rechter – deze schend<strong>in</strong>g op te heffen.<br />

Kwartaalschrift<br />

Estate Plann<strong>in</strong>g<br />

(KWEP) 2012/28<br />

Besprek<strong>in</strong>g van de uitspraak van Rechtbank Breda van 13 juli 2012, nr. AWB 11/5509, V-N<br />

2012/43.20 en de gevolgen daarvan voor de praktijk. In voornoemde zaak is <strong>in</strong> ged<strong>in</strong>g of<br />

sprake is van discrim<strong>in</strong>atie nu verkrijgers van ondernem<strong>in</strong>gsvermogen wel en verkrijgers<br />

van niet-ondernem<strong>in</strong>gsvermogen g<strong>een</strong> recht hebben op de BOR <strong>in</strong> de SW 1956. Auteur<br />

heeft twijfels of de uitspraak gezien eerdere jurisprudentie wel <strong>in</strong> stand kan blijven.<br />

KWEP 2012/31 Auteur bespreekt <strong>het</strong> proefschrift dat mw. Hoogev<strong>een</strong> op 5 oktober 2011 aan de<br />

Tilburgse Universiteit verdedigde.<br />

KWEP 2012/30 Aandacht wordt besteed aan de op 1 januari 2012 <strong>in</strong> <strong>het</strong> Vlaams Gewest <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g<br />

getreden nieuwe regel<strong>in</strong>g voor schenk<strong>in</strong>g en vererv<strong>in</strong>g van familiale ondernem<strong>in</strong>gen.<br />

Uit de analyse blijkt onder meer dat er belangrijke verschillen bestaan tussen de<br />

regel<strong>in</strong>gen op dit gebied <strong>in</strong> Vlaanderen, Nederland en Duitsland.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 57


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

vervolg Fiscaal<br />

Auteur Titel V<strong>in</strong>dplaats Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

M.G.H. van der<br />

Kroon<br />

Bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

met preferente<br />

aandelen en <strong>in</strong>directe<br />

aandelenbelangen<br />

L. Verploegh Vastgoed b<strong>in</strong>nen<br />

de ondernem<strong>in</strong>g en<br />

overlijden<br />

T.C. Hoogwout Wensen voor <strong>een</strong><br />

nieuw beleidsbesluit<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g<br />

Successiewet<br />

J.W.E. Litjens<br />

en M. Tydeman-<br />

Yousef<br />

De fiscale flexibiliteit<br />

van de BV-nieuwe<br />

stijl<br />

P.G.H. Albert Gelijk zijn, gelijk<br />

hebben en gelijk<br />

krijgen<br />

W. Burgerhart Personenvennootschap<br />

en gift: feit of<br />

fictie?<br />

M.L.M. van<br />

Kempen<br />

G.T.K. Meussen,<br />

G.G.M. Snoeks,<br />

M.J. van Vliet en<br />

R.H.A. Franken<br />

Fiscale herwaarder<strong>in</strong>g<br />

bij personenvennootschappen<br />

Het nieuwe BV-recht.<br />

Civiel- en fiscaalrechtelijke<br />

aspecten<br />

van de Flex-BV<br />

R. Stam De Wet flex-bv en <strong>het</strong><br />

dga-pensioen.<br />

L. Sokkel, A.H.G.<br />

Wilod Versprille en<br />

T.J.P. Folmer<br />

De uitker<strong>in</strong>g van<br />

superdividend<br />

bij vererv<strong>in</strong>g van<br />

aandelen behorende<br />

tot <strong>een</strong><br />

huwelijksgoederengem<strong>een</strong>schap.<br />

M.J. Tolsma Bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de<br />

Successiewet 1956<br />

discrim<strong>in</strong>atoir?<br />

A. Klumpenaar Langlopende<br />

schulden: last(ig)<br />

<strong>in</strong> de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g<br />

J.P. Boer en<br />

N.E.A. Wentzel<br />

H.P.A.M. van<br />

Arendonk<br />

De gevolgen van de<br />

Wet Flex-bv voor <strong>het</strong><br />

soortaanmerkelijkbelang<br />

Enige fiscale aspecten<br />

van de Wet Flex-bv<br />

en de Invoer<strong>in</strong>gswet<br />

W. Bolderman Flex-BV: uitkeren van<br />

dividend of kapitaal<br />

blijft tricky<br />

WFR 2012/1109 Auteur sc<strong>het</strong>st de voorwaarden waaraan preferente aandelen moeten voldoen om <strong>in</strong><br />

aanmerk<strong>in</strong>g te komen voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten <strong>in</strong> de Wet IB 2001 en de SW<br />

1956 en geeft de knelpunten daarbij aan. Vervolgens komt de regel<strong>in</strong>g voor <strong>in</strong>directe<br />

aandelen aan bod. Onder meer <strong>het</strong> <strong>in</strong>direct verwaterd belang en de samenloop met <strong>het</strong><br />

huwelijksvermogensrecht komen aan bod.<br />

Vermogende<br />

Particulieren-<br />

Bullet<strong>in</strong> 2012/39<br />

Ingegaan wordt op mogelijkheden om <strong>in</strong> geval vastgoed – bij overlijden – b<strong>in</strong>nen<br />

de ondernem<strong>in</strong>g aanwezig is bedrijfsopvolgers optimaal te laten profiteren van de<br />

faciliteiten ter zake <strong>in</strong> de Wet IB 2001 en de SW 1956.<br />

FBN 2012/48 Besprek<strong>in</strong>g onderdelen 3, 4 en 6 van <strong>het</strong> besluit bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g SW<br />

1956 van 4 april 2011 (nr. BLKB2011/68M, V-N 2011/27.11), handelend over <strong>het</strong><br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen, de toereken<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g en de voortzett<strong>in</strong>gseisen. Er blijft<br />

volgens de auteur veel te wensen over. Hij pleit daarom voor <strong>een</strong> nieuw besluit.<br />

WFR 2012/1188 Beschouw<strong>in</strong>g naar aanleid<strong>in</strong>g van de op 1 oktober 2012 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g getreden flex-bvwetgev<strong>in</strong>g.<br />

WFR 2012/1214 Column n.a.v. de uitspraak van Rechtbank Breda van 13 juli 2012, nr. AWB<br />

11/5509, V-N 2012/43.20. De columnist denkt dat de rechtbank, die uitspraak dat<br />

de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit discrim<strong>in</strong>atoir uitwerkt t.o.v. verkrijgers van nietondernem<strong>in</strong>gsvermogen<br />

g<strong>een</strong> gelijk krijgt van de Hoge Raad. Dat betekent echter niet<br />

dat de rechtbank g<strong>een</strong> gelijk heeft.<br />

NTFRbeschouw<strong>in</strong>gen<br />

2012/30<br />

Auteur bespreekt recente jurisprudentie over de vraag of <strong>in</strong> de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g via <strong>een</strong><br />

personenvennootschap <strong>een</strong> belastbaar feit gelegen is.<br />

NTFR 2012/2218 Auteur bespreekt drie bijzondere omstandigheden waar<strong>in</strong> <strong>in</strong>cidentele herwaarder<strong>in</strong>g bij<br />

personenvennootschappen aan de orde kan komen: bij <strong>in</strong>breng van <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g<br />

of van losse vermogensbestanddelen <strong>in</strong> <strong>een</strong> personenvennootschap, bij toetred<strong>in</strong>g en<br />

uittred<strong>in</strong>g en bij <strong>een</strong> zakelijke wijzig<strong>in</strong>g van de w<strong>in</strong>stverdel<strong>in</strong>g tussen vennoten.<br />

Boek: Kluwer,<br />

Deventer, 2012.<br />

Serie: Fiscaal<br />

actueel<br />

58 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Praktische handleid<strong>in</strong>g voor zowel de praktijkfiscalist als de ondernem<strong>in</strong>gsrechtjurist<br />

over de effecten van <strong>het</strong> op 1 oktober 2012 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g getreden flexibele bv-recht.<br />

PM 2012/132 Auteur sc<strong>het</strong>st de raakvlakken tussen de op 1 oktober 2012 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g getreden flex-bvrecht<br />

en <strong>het</strong> pensioen van de dga.<br />

FBN 2012/57 Beschouw<strong>in</strong>g naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> door de Belast<strong>in</strong>gdienst <strong>in</strong>genomen standpunt over<br />

de behandel<strong>in</strong>g van de superdividenduitker<strong>in</strong>g van art. 4.12a Wet IB 2001, die all<strong>een</strong><br />

wordt toegerekend aan de aandelen die krachtens erfrecht zijn verkregen.<br />

LTB 2012/34 Besprek<strong>in</strong>g van de uitspraak van rechtbank Breda van 13 juli 2012, nr. AWB 11/5509,<br />

V-N 2012/43.20.<br />

LTB 2012/36 Besprek<strong>in</strong>g uitspraak Hof Leeuwarden 21 februari 2012, V-N 2012/26.1.3, over de<br />

behandel<strong>in</strong>g van langlopende schulden bij de schenk<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g.<br />

MBB 2012/392 Aandacht voor de nieuwe mogelijkheden van de Wet flex-bv en met name voor<br />

de implicaties hiervan voor de soortbenader<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> ab-regime. Hierbij zijn de<br />

rechtsregels die de Hoge Raad heeft gegeven <strong>in</strong> de arresten van 16 december 2011 tot<br />

uitgangspunt genomen. Auteurs signaleren enkele onduidelijkheden en stellen voor<br />

deze door middel van <strong>een</strong> beleidsbesluit weg te werken.<br />

MBB 2012/402 Auteur besteedt onder meer aandacht aan de fiscale implicaties van de uitker<strong>in</strong>gstest,<br />

aan de gevolgen van de flex-wet voor de terugbetal<strong>in</strong>g van dividend en de<br />

dividendbelast<strong>in</strong>g.<br />

PM 2012/146 Auteur gaat <strong>in</strong> op de nieuwe toets voor <strong>het</strong> uitkeren en van dividend en kapitaal (de<br />

uitker<strong>in</strong>gstoets). Hij laat zien hoe <strong>een</strong> te hoge uitker<strong>in</strong>g van dividend of kapitaal kan<br />

leiden tot <strong>een</strong> (gedeeltelijke) afkoop van pensioen of stamrecht met de bijbehorende<br />

heff<strong>in</strong>g van loonbelast<strong>in</strong>g.


Auteur Titel V<strong>in</strong>dplaats Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

A. Laghmouchi Ongeoorloofde<br />

(dividend uitker<strong>in</strong>gen<br />

(over)belast?<br />

E.J.W. Heithuis Het nieuwe abbesluit:<br />

Gemiste<br />

kansen<br />

L.J.A, Pieterse Geruisloze terugkeer<br />

uit de BV<br />

Juridisch<br />

WFR 2012/1564 Ingegaan wordt op de fiscale kwalificatie van ongeoorloofde dividenduitker<strong>in</strong>gen onder<br />

de Wet flex-bv.<br />

WFR 2012/1590 Auteur bespreekt <strong>het</strong> nieuwe ab-besluit van 4 september 2012, nr. BLKB2012/101M.<br />

Hij constateert dat <strong>het</strong> nieuwe ab-besluit we<strong>in</strong>ig nieuws brengt en v<strong>in</strong>dt <strong>het</strong> spijtig dat<br />

<strong>in</strong> de praktijk bestaande knelpunten met betrekk<strong>in</strong>g tot de nieuwe doorschuifregels<br />

grotendeels onbesproken blijven.<br />

Fed Fiscale<br />

Brochure, Kluwer,<br />

Deventer, 2012,<br />

136 blz.<br />

Auteur Titel V<strong>in</strong>dplaats Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

H. Koster Besloten<br />

vennootschap<br />

en blokker<strong>in</strong>gsre<br />

gel<strong>in</strong>g<br />

P.J. Dortmond Wet flexibiliser<strong>in</strong>g<br />

BV-recht<br />

aangenomen<br />

W.J. Slagter, M.<br />

Cremers, J..A.M.<br />

ten Berg, H.E.<br />

Boschma, J.N.<br />

Schutte-V<strong>een</strong>stra,<br />

H. Beckman en<br />

H.J.M.M. van<br />

Boxel<br />

H.A. Boschma<br />

en J.N. Schutte-<br />

V<strong>een</strong>stra<br />

C.R. Nagtegaal en<br />

B. Snijder-Kuipers<br />

H. Koster en J.L.<br />

van de Streek<br />

Themanummer<br />

Flex-BV<br />

De BV uit de<br />

steigers<br />

Omzett<strong>in</strong>g<br />

van de BV na<br />

<strong>in</strong>werk<strong>in</strong>gtred<strong>in</strong>g<br />

Wet flex-bv<br />

De nieuwe<br />

uitker<strong>in</strong>gstest<br />

voor de besloten<br />

vennootschap <strong>in</strong><br />

civiel en fiscaal<br />

perspectief<br />

H. Koster Herzien<strong>in</strong>g personenvennootschappen:<br />

nieuwe<br />

ronde, nieuwe<br />

kansen<br />

P.H.N. Quist De Flex-BV <strong>in</strong><br />

vogelvlucht<br />

Auteur bespreekt de techniek, de voorwaarden, knelpunten en alternatieven om zonder<br />

fiscale consequenties terug te keren uit de bv. Vele voorbeelden.<br />

Bb 2012, 16 In dit artikel worden, naar aanleid<strong>in</strong>g van de aanstaande <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de Wet<br />

ver<strong>een</strong>voudig<strong>in</strong>g en flexibiliser<strong>in</strong>g bv-recht en de Invoer<strong>in</strong>gswet ver<strong>een</strong>voudig<strong>in</strong>g en<br />

flexibiliser<strong>in</strong>g bv-recht, de verander<strong>in</strong>gen besproken die dit met zich meebrengt voor<br />

de blokker<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g. De verplichte blokker<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g wordt vervangen door <strong>een</strong><br />

optionele aanbied<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g; <strong>een</strong> aantal elementen van de oude wettelijke regel<strong>in</strong>g<br />

vervallen. De wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de blok- ker<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g zorgen ervoor dat meer maatwerk<br />

mogelijk is.<br />

Ondernem<strong>in</strong>gsrecht<br />

2012/83<br />

Ondernem<strong>in</strong>gsrecht<br />

2012/14<br />

Ondernem<strong>in</strong>gsrecht<br />

2012/116<br />

Tijdschrift voor<br />

de ondernem<strong>in</strong>gsrechtpraktijk<br />

(TOP)<br />

2012/6<br />

De Wet ver<strong>een</strong>voudig<strong>in</strong>g en flexibiliser<strong>in</strong>g bv-recht en de daarbij behorende<br />

Invoer<strong>in</strong>gswet treden per 1 oktober 2012 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. De auteur bespreekt de laatste<br />

actualiteit omtrent de wetsontwerpen.<br />

Themanummer i.v.m. de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de Wet flex-bv per 1 oktober 2012. Onder<br />

meer wordt aandacht besteed aan de noodzakelijkheid en wenselijkheid de statuten<br />

van bestaande bv’s aan te passen, de gevolgen voor <strong>het</strong> stemrecht op aandelen, de<br />

gevolgen van <strong>het</strong> gewijzigd systeem van crediteurenbescherm<strong>in</strong>g voor de mate van<br />

aansprakelijkheid van de bestuurders van de bv, de uitker<strong>in</strong>gstoets en <strong>een</strong> aantal<br />

<strong>in</strong>ternationale aspecten.<br />

Met de <strong>in</strong>werk<strong>in</strong>gtred<strong>in</strong>g van de Wet ver<strong>een</strong>voudig<strong>in</strong>g en flexibiliser<strong>in</strong>g bv-recht<br />

wordt de bescherm<strong>in</strong>g van crediteuren niet langer gebaseerd op <strong>een</strong> systeem van<br />

kapitaalbescherm<strong>in</strong>g, maar gevormd rond <strong>een</strong> nieuwe wettelijke uitker<strong>in</strong>gstest.<br />

De schrijvers bespreken de gevolgen hiervan voor de mogelijke aansprakelijkheid van<br />

bv-bestuurders.<br />

Praktisch overzicht van de belangrijkste aandachtspunten bij de omzett<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> bv<br />

na <strong>in</strong>werk<strong>in</strong>gtred<strong>in</strong>g van de Wet flex-bv per 1 oktober 2012.<br />

WPNR 2012/6947 Beschouw<strong>in</strong>g naar aanleid<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong> <strong>het</strong> nieuwe art. 2:216 BW gecodificeerde<br />

uitker<strong>in</strong>gstest. Auteurs zijn van men<strong>in</strong>g dat de uitker<strong>in</strong>gstest, <strong>een</strong> open norm ten<br />

opzichte van de vervallen kapitaalbescherm<strong>in</strong>gsregels voordelen heeft. Wel vragen<br />

zij zich af of <strong>het</strong> huidige bouwwerk van aansprakelijkheidsnormen niet aan <strong>een</strong><br />

grondige opknapbeurt toe is. De auteurs begrijpen niet dat <strong>het</strong> fiscale lot van de<br />

sancties bij overtred<strong>in</strong>g van de uitker<strong>in</strong>gstest, niet even<strong>een</strong>s is gecodificeerd <strong>in</strong> de<br />

rijksbelast<strong>in</strong>gwetten.<br />

WPNR 2012/6941 De voorstellen om te komen tot <strong>een</strong> nieuw personenvennootschapsrecht zijn – na <strong>een</strong><br />

lange periode – vorig jaar <strong>in</strong>getrokken. Schrijver v<strong>in</strong>dt nieuwe wetgev<strong>in</strong>g toch nodig en<br />

spreekt de wens uit dat de wetgever met nieuwe wetgev<strong>in</strong>g komt.<br />

WPNR 2012/6938 en<br />

6939<br />

Auteur sc<strong>het</strong>st <strong>een</strong> nagenoeg compleet overzicht van de gevolgen van de op 1 oktober<br />

2012 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g getreden Wet flex-bv.<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 59


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

vervolg Juridisch<br />

Auteur Titel V<strong>in</strong>dplaats Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

F. Haak Achterstell<strong>in</strong>g<br />

vanuit bancair<br />

perspectief<br />

R. van Bork en<br />

M. Wessel<br />

De belangrijkste<br />

wijzig<strong>in</strong>gen van<br />

<strong>het</strong> bv-recht onder<br />

de Wet Flex-bv en<br />

de bijbehorende<br />

Invoer<strong>in</strong>gswet<br />

D.F.M.M. Zaman De Flex-BV: aan<br />

de slag<br />

N.C. Goud BV-recht s<strong>in</strong>ds 1<br />

oktober 2012; <strong>een</strong><br />

overzicht<br />

R.T.L. Vaessen Het e<strong>in</strong>de van<br />

certificer<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

zicht?<br />

WPNR 2012/6938 Bij afwezigheid van <strong>een</strong> wettelijk kader of jurisprudentie over achterstell<strong>in</strong>g behelpt<br />

de bancaire f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gspraktijk zich met maatoploss<strong>in</strong>gen voor mogelijke problemen<br />

bij faillissement, verreken<strong>in</strong>g, overdracht en/of verpand<strong>in</strong>g en zekerheden. Auteur<br />

onderzoekt aan de hand van <strong>een</strong> standaardcasus of de bancaire praktijk behoefte heeft<br />

aan <strong>een</strong> nadere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> begrip achterstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> wet of jurisprudentie.<br />

MBB 2012/383 Aandacht wordt besteed aan de nieuwe regels <strong>in</strong>zake kapitaal- en crediteurenbescherm<strong>in</strong>g,<br />

de nieuwe regels ter zake van <strong>het</strong> bestuur en de raad van commissarissen,<br />

de zeggenschap van aandeelhouders en de besluitvorm<strong>in</strong>g door de algemene aandeelhoudersvergader<strong>in</strong>g<br />

en de toe- en uittred<strong>in</strong>g. Ook <strong>het</strong> overgangsrecht komt aan bod.<br />

Juridische Berichten<br />

voor <strong>het</strong> Notariaat<br />

(JBN) 2012/46<br />

Vakblad F<strong>in</strong>anciële<br />

Plann<strong>in</strong>g (VFP)<br />

2012/115<br />

Tijdschrift voor<br />

vennootschap en<br />

rechtspersonenrecht<br />

(TvOB) 2012/4, blz.<br />

105<br />

60 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Auteur zet de voor de notariële praktijk belangrijkste wijzig<strong>in</strong>gen vanwege de nieuwe<br />

flex-wet op <strong>een</strong> rij. Daarbij komen achter<strong>een</strong>volgens aan de orde: de opricht<strong>in</strong>g van de<br />

flex-bv, de kapitaalbescherm<strong>in</strong>g en uitker<strong>in</strong>gstest, de gevolgen van de flexibiliser<strong>in</strong>g bij<br />

<strong>een</strong> bv met meer aandeelhouders en de gevolgen van de flexibiliser<strong>in</strong>g bij <strong>een</strong> bv met<br />

één aandeelhouder.<br />

Auteur geeft <strong>een</strong> overzicht van de wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> verband met de op 1 oktober 2012 <strong>in</strong><br />

werk<strong>in</strong>g getreden flex-wet. Nadruk ligt op de civielrechtelijke wijzig<strong>in</strong>gen.<br />

Certificer<strong>in</strong>g maakt <strong>het</strong> mogelijk <strong>het</strong> stemrecht te scheiden van de vermogensrechten,<br />

verbonden aan <strong>een</strong> aandeel. Na <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de flex-wet zal dit ook mogelijk worden<br />

door <strong>het</strong> uitgeven van stemrechtloze aandelen. Auteur vraagt zich af of de <strong>in</strong>troductie<br />

van deze mogelijkheid <strong>het</strong> e<strong>in</strong>de betekent van certificer<strong>in</strong>g. Hij komt tot de conclusie<br />

dat certificer<strong>in</strong>g <strong>een</strong> volwaardig alternatief zal blijven.


Stell<strong>in</strong>gname<br />

In deze rubriek v<strong>in</strong>dt u stell<strong>in</strong>gen van de auteur<br />

en/of redactie naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> artikel.<br />

Op de website www.pe-bedrijfopvolg<strong>in</strong>g.nl kunt<br />

u reageren. In de eerstvolgende aflever<strong>in</strong>g van<br />

<strong>het</strong> ‘PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g’<br />

zullen wij <strong>een</strong> samenvatt<strong>in</strong>g opnemen van de<br />

reacties op de stell<strong>in</strong>gen. Wij vragen u uiteraard<br />

om toestemm<strong>in</strong>g.<br />

Stell<strong>in</strong>gen gebaseerd op artikelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> PE-Tijdschrift<br />

voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g 2013/1.<br />

Erfrechtelijke perikelen rond<br />

<strong>een</strong> aanmerkelijk belang voor<br />

de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

Met de wijzig<strong>in</strong>g van de automatische doorschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g is effectief niets veranderd <strong>in</strong><br />

de situatie dat de erfgenamen <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitenland wonen.<br />

Mr. T.C. Hoogwout<br />

De commanditaire<br />

vennootschap als opvolg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strument<br />

De bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de Successiewet 1956 moet ook<br />

worden opengesteld voor verkrijgers van <strong>een</strong> commanditair aandeel<br />

<strong>in</strong> <strong>een</strong> cv die g<strong>een</strong> beherend vennoot zijn. Dit is goed voor de<br />

liquiditeitspositie van de cv.<br />

Drs. Y.M. Tigelaar-Klootwijk<br />

Reageren: www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Preferente aandelen en<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteiten<br />

In <strong>het</strong> besluit van 4 april 2011 (BLKB2011/68M, Stcrt. 2011,<br />

6416) is voldoende ruimte gegeven om vóór 1 januari 2010<br />

uitgegeven preferente aandelen alsnog te laten kwalificeren<br />

voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten <strong>in</strong> de Successiewet 1956.<br />

Mr. R.L.M.C. Janssen<br />

Grensoverschrijdende<br />

bedrijfsoverdrachten en<br />

de toepass<strong>in</strong>g van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

Op Europees niveau is <strong>een</strong> verdere harmonisatie/coörd<strong>in</strong>atie<br />

van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten wenselijk, opdat bij<br />

grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten evenwichtige<br />

situaties ontstaan.<br />

Dr. D.A. Albregtse<br />

<strong>Overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>mkb</strong>: <strong>een</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

Banken verstrekken op dit moment absoluut g<strong>een</strong><br />

overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen meer.<br />

Drs. M.H. Stuker<br />

Stemrechtloze aandelen: nuttig<br />

novum of oude wijn <strong>in</strong> nieuwe<br />

zakken?<br />

Vanwege de <strong>een</strong>voud zijn stemrechtloze aandelen <strong>een</strong><br />

aanw<strong>in</strong>st voor onze rechtspraktijk.<br />

Mr. A.M.P. Martens<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 61


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Kennistoets 2013/1<br />

U kunt de toets maken op de website www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl. Hier v<strong>in</strong>dt u tevens <strong>een</strong> uitgebreide<br />

<strong>in</strong>structie. Als u de kennistoets succesvol hebt afgelegd, kunt u <strong>een</strong> certificaat afdrukken. U v<strong>in</strong>dt daar<br />

ook de juiste antwoorden met <strong>een</strong> toelicht<strong>in</strong>g. Deze toets is geldig tot 31-12-2013 en is geaccrediteerd<br />

voor 4 PE-uren voor NBA-leden. FFP-leden kunnen <strong>het</strong> aantal punten raadplegen <strong>in</strong> PER.<br />

scan de code om naar de<br />

kennistoets te gaan.<br />

Erfrechtelijke perikelen rond <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang voor de<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

Mr. T.C. Hoogwout<br />

Zie pag<strong>in</strong>a 8<br />

Kennisvragen<br />

1.1 Welke van onderstaande stell<strong>in</strong>gen is juist?<br />

1. Bij <strong>een</strong> legaat van <strong>een</strong> aanmerkelijk belang<br />

moet altijd bij de erflater voor de<br />

<strong>in</strong>komsten belast<strong>in</strong>g worden afgerekend over<br />

zijn aanmerkelijkbelangclaim.<br />

2. De aanmerkelijkbelangclaim van de erflater<br />

kan onder voorwaarden worden doorgeschoven<br />

naar de erfgenaam als de<br />

vennoot schap <strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g<br />

drijft.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.<br />

1.2. Toepass<strong>in</strong>g van de doorschuifregel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g heeft tot gevolg dat:<br />

a. de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer van<br />

<strong>het</strong> aanmerkelijk belang op <strong>het</strong> moment van<br />

verkrijgen, de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van de<br />

erfgenaam of legataris wordt;<br />

b. de erfgenaam of legataris verplicht is <strong>het</strong><br />

aanmerkelijk belang 5 jaar te houden;<br />

c. de erfgenaam of legataris bij verkoop<br />

afrekent over <strong>het</strong> verschil tussen de dan van<br />

toepass<strong>in</strong>g zijnde verkoopprijs en de<br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van de erflater;<br />

d. de belast<strong>in</strong>gclaim pas over 10 jaren hoeft te<br />

worden voldaan.<br />

62 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

1.3 Hoe wordt voor de erfbelast<strong>in</strong>g omgegaan<br />

met <strong>het</strong> doorschuiven van de belast<strong>in</strong>gclaim?<br />

a. Voor de erfbelast<strong>in</strong>g wordt g<strong>een</strong> reken<strong>in</strong>g<br />

gehouden met de toekomstige <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g.<br />

b. Voor de erfbelast<strong>in</strong>g mag reken<strong>in</strong>g worden<br />

gehouden met de nom<strong>in</strong>ale <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>gdruk<br />

van 25%.<br />

c. Voor de erfbelast<strong>in</strong>g wordt reken<strong>in</strong>g<br />

gehouden met de latente <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>gdruk<br />

van 6,25%.<br />

d. G<strong>een</strong> van bovenstaande antwoorden is juist.<br />

Inzichtsvragen<br />

1.4 Bestudeer art. 4.17b Wet IB 2001, Boek 4<br />

art. 138 BW en Boek 4 art. 117 BW. Welke<br />

van onderstaande stell<strong>in</strong>gen is juist?<br />

1. Het is niet <strong>in</strong> alle situaties nodig na <strong>een</strong><br />

verkrijg<strong>in</strong>g krachtens erfrecht door meerdere<br />

erfgenamen, <strong>het</strong> aanmerkelijk belang<br />

b<strong>in</strong>nen twee jaar na <strong>het</strong> overlijden van de<br />

erflater te verdelen.<br />

2. Bij <strong>een</strong> zogenoemd vruchtgebruiktestament<br />

krijgen bij <strong>het</strong> overlijden van de erflater ten<br />

m<strong>in</strong>ste twee personen tegelijkertijd <strong>het</strong><br />

aanmerkelijk belang, terwijl bij <strong>een</strong> zogenoemde<br />

tweetrapsmak<strong>in</strong>g, de erf genamen<br />

of legatarissen na elkaar <strong>het</strong> aanmerkelijk<br />

belang verkrijgen van dezelfde erflater.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.


1.5 Bestudeer art. 4.17a en 4.39, lid 3 Wet IB<br />

2001. Welke van onderstaande stell<strong>in</strong>gen<br />

is juist?<br />

1. Bij <strong>een</strong> hoge verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van <strong>het</strong><br />

vruchtgebruik is <strong>het</strong> fiscaal aantrekkelijk,<br />

gebruik te maken van de dividenduitdel<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

b<strong>in</strong>nen 24 maanden.<br />

2. Bij <strong>een</strong> belegg<strong>in</strong>gsvennootschap is <strong>een</strong><br />

zogenoemd vruchtgebruiktestament<br />

optimaal, aangezien <strong>het</strong> mogelijk is gebruik<br />

te maken van de doorschuifregel<strong>in</strong>g.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.<br />

De commanditaire vennootschap<br />

als opvolg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strument<br />

Drs. Y.M. Tigelaar-Klootwijk<br />

Zie pag<strong>in</strong>a 16<br />

Kennisvragen<br />

1.6 Welke van onderstaande stell<strong>in</strong>gen is juist?<br />

1. Het aangaan van <strong>een</strong> cv leidt altijd tot<br />

heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g.<br />

2. De oudedagsreserve van de overdragende<br />

partij kan geruisloos worden doorgeschoven<br />

naar de overnemer, mits de overnemer <strong>een</strong><br />

bloedverwant <strong>in</strong> de rechte lijn is.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.<br />

1.7 Toepass<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> doorschuiffaciliteit<br />

<strong>in</strong> de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g heeft tot<br />

gevolg dat:<br />

a. de overnemer gaat afschrijven over de<br />

waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer van de<br />

doorgeschoven bedrijfsmiddelen;<br />

b. de overnemer verplicht is de ondernem<strong>in</strong>g<br />

5 jaar voort te zetten;<br />

c. de door te schuiven belast<strong>in</strong>gclaim wordt<br />

verdisconteerd <strong>in</strong> de prijs;<br />

d. de belast<strong>in</strong>gclaim pas over 10 jaar hoeft te<br />

worden voldaan.<br />

1.8 De schenk<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> cv-aandeel<br />

kwalificeert voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

<strong>in</strong> de SW 1956 <strong>in</strong>dien:<br />

a. De beherend vennoot op <strong>het</strong> moment van<br />

schenk<strong>in</strong>g al 1 jaar beherend vennoot <strong>in</strong><br />

de cv was.<br />

b. De commanditaire vennoot op <strong>het</strong> moment<br />

van schenk<strong>in</strong>g al 5 jaar commanditair<br />

vennoot <strong>in</strong> de cv was.<br />

c. De cv ten tijde van de schenk<strong>in</strong>g van <strong>het</strong><br />

cv-aandeel al 1 jaar bestond.<br />

d. G<strong>een</strong> van bovenstaande antwoorden is juist.<br />

Inzichtsvragen<br />

1.9 Vader heeft gedurende zijn gehele arbeidszame<br />

leven <strong>een</strong> <strong>een</strong>manszaak gedreven.<br />

Hij overweegt nu hij lichamelijk niet meer<br />

<strong>in</strong> staat is nog te werken, zijn ondernem<strong>in</strong>g<br />

tegen schuldigerkenn<strong>in</strong>g over te<br />

dragen aan zijn dochter Marieke (22 jaar).<br />

Marieke moet aan haar vader 1% rente<br />

betalen. Bij de bank zou ze 5% rente<br />

moeten betalen. Vader vraagt zich af wat<br />

de fiscale gevolgen van dit type over dracht<br />

zullen zijn.<br />

a. Voor vader zal de len<strong>in</strong>g tot de rendementsgrondslag<br />

van box 3 gaan behoren. Een<br />

eventuele afwaarder<strong>in</strong>g van de len<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

toekomst kan nog wel ten laste van <strong>het</strong> box<br />

1 <strong>in</strong>komen van vader komen.<br />

b. Voor vader zal de len<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> resultaat<br />

uit werkzaamheid behoren (art. 3.91 Wet<br />

IB 2001). Vader moet als resultaat uit werkzaamheid<br />

5% aan rente verantwoorden.<br />

Marieke mag 5% aan rente ten laste van<br />

haar resultaat brengen. Een eventuele<br />

afwaarder<strong>in</strong>g van de len<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de toekomst<br />

kan ten laste van <strong>het</strong> box 1-<strong>in</strong>komen van<br />

vader komen.<br />

c. Voor vader mag de len<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> ondernem<strong>in</strong>gsvermogen<br />

blijven behoren. Voor dit<br />

gedeelte blijft vader w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g<br />

genieten. Marieke mag 5% aan rente ten<br />

laste van haar resultaat brengen. Een<br />

eventuele afwaarder<strong>in</strong>g van de len<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

de toekomst kan ten laste van <strong>het</strong> box<br />

1- <strong>in</strong>komen van vader komen.<br />

d. G<strong>een</strong> van bovenstaande antwoorden is juist.<br />

Kennistoets<br />

PE-artikel<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 63


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

1.10 Vader en zoon drijven samen <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de vorm van <strong>een</strong> cv. Vader is<br />

voor 25% gerechtigd tot de cv. Vader stelt<br />

aan de cv <strong>een</strong> pand ter beschikk<strong>in</strong>g dat<br />

hij buitenvennoot schappelijk houdt.<br />

Dit pand heeft <strong>een</strong> waarde van € 300.000.<br />

De waarde go<strong>in</strong>g concern van de ondernem<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de cv is hoger dan de liquidatiewaarde<br />

en bedraagt € 2 miljoen. Vader<br />

overlijdt en zijn nalatenschap bestaat<br />

uitsluitend uit <strong>het</strong> aandeel <strong>in</strong> de cv en <strong>het</strong><br />

buitenvennootschappelijk gehouden pand.<br />

De zoon is enig erfgenaam en zet de<br />

ondernem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de vorm van <strong>een</strong><br />

<strong>een</strong>mans zaak voort. Voor welk bedrag<br />

kan de zoon op grond van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

faciliteit <strong>in</strong> de SW 1956<br />

aanspraak maken op <strong>een</strong> voorwaardelijke<br />

vrijstell<strong>in</strong>g?<br />

a. Voor <strong>een</strong> bedrag van € 800.000.<br />

b. Voor <strong>een</strong> bedrag van € 1.028.132.<br />

c. Voor <strong>een</strong> bedrag van afgerond € 724.794.<br />

d. Voor <strong>een</strong> bedrag van afgerond € 357.611.<br />

Preferente aandelen en de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

Mr. R.L.M.C. Janssen<br />

Zie pag<strong>in</strong>a 22<br />

Kennisvragen<br />

1.11 De voorwaarden voor toepass<strong>in</strong>g van<br />

de voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g erf- en<br />

schenkbelast<strong>in</strong>g van preferente aandelen<br />

op grond van de SW 1956 en de voorwaarden<br />

voor toepass<strong>in</strong>g van de doorschuiffaciliteit<br />

op grond van de Wet IB<br />

2001 zijn:<br />

a. gelijkluidend<br />

b. gelijk aan de voorwaarden die golden<br />

vóór 1 januari 2010<br />

c. niet gelijkluidend<br />

d. niet-cumulatief<br />

64 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

1.12 Bij gelegenheid van de omzett<strong>in</strong>g van<br />

gewone aandelen <strong>in</strong> preferente aandelen:<br />

a. dient de gerechtigdheid tot alle nieuw uit te<br />

geven gewone aandelen <strong>in</strong> juridische z<strong>in</strong><br />

aan <strong>een</strong> ander toe te komen dan degene<br />

wiens gewone aandelen worden omgezet <strong>in</strong><br />

preferente aandelen;<br />

b. dient de gerechtigdheid tot nieuw uit te<br />

geven gewone aandelen <strong>in</strong> juridische z<strong>in</strong><br />

aan <strong>een</strong> ander toe te komen dan degene<br />

wiens gewone aandelen worden omgezet<br />

<strong>in</strong> preferente aandelen;<br />

c. dient de economische gerechtigdheid tot<br />

alle nieuw uit te geven gewone aandelen<br />

aan <strong>een</strong> ander toe te komen dan degene<br />

wiens gewone aandelen worden omgezet<br />

<strong>in</strong> preferente aandelen;<br />

d. dient de economische én de juridische<br />

gerechtigdheid tot nieuw uit te geven<br />

gewone aandelen aan <strong>een</strong> ander toe te<br />

komen dan degene wiens gewone aandelen<br />

worden omgezet <strong>in</strong> preferente aandelen.<br />

1.13 De voorwaarden voor toepass<strong>in</strong>g van de<br />

voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g van preferente<br />

aandelen op grond van de SW 1956 en de<br />

doorschuiffaciliteit op grond van de Wet<br />

IB 2001 houden onder meer <strong>in</strong> dat:<br />

a. bij omzett<strong>in</strong>g van de gewone aandelen <strong>in</strong><br />

preferente aandelen, gewone aandelen<br />

werden uitgegeven uitsluitend aan de<br />

verkrijger van de preferente aandelen;<br />

b. bij omzett<strong>in</strong>g van de gewone aandelen<br />

<strong>in</strong> preferente aandelen, gewone aandelen<br />

werden uitgegeven aan <strong>een</strong> ander dan de<br />

oorspronkelijke houder van gewone<br />

aandelen;<br />

c. bij omzett<strong>in</strong>g van de gewone aandelen <strong>in</strong><br />

preferente aandelen g<strong>een</strong> gewone aandelen<br />

werden uitgegeven aan de oorspronkelijke<br />

houder van gewone aandelen;<br />

d. bij omzett<strong>in</strong>g van de gewone aandelen <strong>in</strong><br />

preferente aandelen ten m<strong>in</strong>ste 5% van <strong>het</strong><br />

geplaatste kapitaal wordt omgezet <strong>in</strong><br />

preferente aandelen.


Inzichtsvragen<br />

1.14 Een cliënt komt bij u met <strong>het</strong> volgende<br />

plan. Ondernemer A wil de door hem<br />

gehouden gewone aandelen <strong>in</strong> A BV<br />

omzetten <strong>in</strong> preferente aandelen. A is<br />

buiten gem<strong>een</strong>schap van goederen gehuwd<br />

met B. De gewone aandelen zullen bij<br />

gelegenheid van de omzett<strong>in</strong>g worden<br />

uitgegeven aan zoon C, de bedrijfsopvolger.<br />

Naast de preferente aandelen<br />

is er we<strong>in</strong>ig overig vermogen of andere<br />

<strong>in</strong>komensvoorzien<strong>in</strong>gen. Bij overlijden<br />

van A zullen de preferente aandelen niet<br />

aan C moeten toekomen, maar ‘eerst’ aan<br />

B. Na <strong>het</strong> overlijden van beide ouders,<br />

komen ook de preferente aandelen toe<br />

aan C, niet eerder. Wat is uw advies om<br />

optimaal te kunnen profiteren van de<br />

voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

erfbelast<strong>in</strong>g?<br />

a. Om ervoor te zorgen dat B kwalificeert voor<br />

de vrijstell<strong>in</strong>g, worden bij de omzett<strong>in</strong>g 5%<br />

van de gewone aandelen aan haar uitgegeven.<br />

b. Om ervoor te zorgen dat B kwalificeert voor<br />

de vrijstell<strong>in</strong>g, worden bij de omzett<strong>in</strong>g 5%<br />

van de gewone aandelen uitgegeven aan A.<br />

Deze gewone aandelen worden dan bij <strong>het</strong><br />

overlijden van A, samen met de preferente<br />

aandelen, verkregen door B. Op deze wijze<br />

kwalificeert B.<br />

c. A zet niet al zijn gewone aandelen om <strong>in</strong><br />

preferente aandelen, maar behoudt voldoende<br />

gewone aandelen, zodat deze ten<br />

m<strong>in</strong>ste 5% van na de omzett<strong>in</strong>g geplaatste<br />

gewone aandelen uitmaken.<br />

Deze ‘voorbehouden’ gewone aandelen<br />

worden dan bij <strong>het</strong> overlijden van A, samen<br />

met de preferente aandelen, verkregen door<br />

B. Op deze wijze kwalificeert B voor de<br />

vrijstell<strong>in</strong>g.<br />

d. B dient alle bij de omzett<strong>in</strong>g aan C uitgegeven<br />

gewone aandelen van C over te nemen<br />

vóórdat A overlijdt. All<strong>een</strong> op deze wijze<br />

kan B alsnog kwalificeren voor de<br />

vrijstell<strong>in</strong>g.<br />

1.15 Ondernemer A zet de door hem gehouden<br />

gewone aandelen <strong>in</strong> A BV om <strong>in</strong> preferente<br />

aandelen. A is buiten gem<strong>een</strong>schap van<br />

goederen gehuwd met B. De gewone<br />

aandelen worden bij gelegenheid van de<br />

omzett<strong>in</strong>g uitgegeven aan zoon C, de<br />

bedrijfsopvolger. Naast de preferente<br />

aandelen is er we<strong>in</strong>ig overig vermogen of<br />

andere <strong>in</strong>komens voor zien<strong>in</strong>gen. Bij overlijden<br />

van A zullen de preferente aandelen<br />

niet aan C moeten toekomen, maar<br />

‘eerst’ aan B, die niet voldoet als opvolger.<br />

Wat zijn de fiscale consequenties van <strong>het</strong><br />

overlijden van A (waarde prefs € 500.000,<br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs nihil) en van <strong>het</strong><br />

overlijden van B (waarde identiek)?<br />

a. Bij overlijden van A moet uit de nalatenschap<br />

van A 25% (oftewel € 125.000)<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g worden betaald over<br />

de door A bij zijn overlijden gerealiseerde<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st. Het restant van de<br />

nalatenschap wordt belast met (maximaal<br />

20%) erfbelast<strong>in</strong>g. Bij overlijden van B is C<br />

wederom 25% (oftewel € 125.000)<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g verschuldigd over de<br />

door B bij haar overlijden gerealiseerde<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st. Het restant van de<br />

nalatenschap wordt belast met (maxi maal<br />

20%) erfbelast<strong>in</strong>g.<br />

b. Bij overlijden van A moet uit de<br />

nalatenschap van A 25% (oftewel<br />

€ 125.000) <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g worden<br />

betaald over de door A bij zijn overlijden<br />

gerealiseerde vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st.<br />

Het restant van de nalatenschap wordt<br />

belast met (maximaal 20%) erfbelast<strong>in</strong>g.<br />

Bij overlijden van B is C wederom 25%<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g verschuldigd over de<br />

door B bij haar overlijden gerealiseerde<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st, reken<strong>in</strong>g houdend met<br />

de sedert <strong>het</strong> overlijden van A verhoogde<br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs. Het restant van de<br />

nalatenschap wordt belast met (maximaal<br />

20%) erfbelast<strong>in</strong>g, nu echter met toepass<strong>in</strong>g<br />

van de voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g.<br />

c. Bij overlijden van A moet uit de nalatenschap<br />

van A 25% (oftewel € 125.000)<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g worden betaald over de<br />

door A bij zijn overlijden gerealiseerde<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st. Het restant van de<br />

nalatenschap wordt belast met (maximaal<br />

20%) erfbelast<strong>in</strong>g. Bij overlijden van B is C<br />

wederom 25% (oftewel € 125.000)<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g verschuldigd over de<br />

door B bij haar overlijden gerealiseerde<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st. Het restant van de<br />

nalatenschap wordt belast met erfbelast<strong>in</strong>g<br />

met toepass<strong>in</strong>g van de voorwaardelijke<br />

vrijstell<strong>in</strong>g.<br />

Kennistoets<br />

PE-artikel<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 65


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

d. Bij overlijden van A is moet uit de nalatenschap<br />

van A 25% (oftewel € 125.000)<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g worden betaald over<br />

de door A bij zijn overlijden gerealiseerde<br />

vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st. Het restant van de<br />

nalatenschap wordt belast met erfbelast<strong>in</strong>g<br />

met toepass<strong>in</strong>g van de voorwaardelijke<br />

vrijstell<strong>in</strong>g. Bij overlijden van B is C<br />

wederom 25% <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

verschuldigd over de door B bij haar overlijden<br />

gerealiseerde vervreemd<strong>in</strong>gsw<strong>in</strong>st,<br />

reken<strong>in</strong>g houdend met de sedert <strong>het</strong><br />

overlijden van A verhoogde verkrijg<strong>in</strong>gsprijs.<br />

Het restant van de nalatenschap wordt<br />

belast met (maximaal 20%) erfbelast<strong>in</strong>g,<br />

wederom met toepass<strong>in</strong>g van de<br />

voorwaardelijke vrijstell<strong>in</strong>g.<br />

Grensoverschrijdende<br />

bedrijfsoverdrachten en de toepass<strong>in</strong>g<br />

van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten<br />

Dr. D.A. Albregtse<br />

Zie pag<strong>in</strong>a 28<br />

Kennisvragen<br />

1.16 Welke van onderstaande stell<strong>in</strong>gen is<br />

juist?<br />

1. Bij grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten<br />

speelt de nationaliteit van de<br />

ondernemer/dga <strong>een</strong> belangrijke rol voor<br />

<strong>het</strong> al dan niet van toepass<strong>in</strong>g zijn van de<br />

hiervoor besproken bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteiten.<br />

2. Bij grensoverschrijdende bedrijfs over drachten<br />

door <strong>een</strong> persoonlijke ondernemer is de<br />

vestig<strong>in</strong>gsplaats van de vaste <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />

door middel waarvan de ondernem<strong>in</strong>g wordt<br />

gedreven van essentieel belang voor <strong>het</strong> al<br />

dan niet van toepasbaar zijn van de hiervoor<br />

besproken bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs faciliteiten.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.<br />

66 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

1.17 Welke van onderstaande stell<strong>in</strong>gen is juist?<br />

1. Ingeval <strong>een</strong> <strong>in</strong>woner van Nederland <strong>in</strong> België<br />

<strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g drijft door middel van <strong>een</strong><br />

vaste <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g aldaar wordt <strong>in</strong> Nederland<br />

met de daarmee behaalde w<strong>in</strong>st <strong>in</strong> <strong>het</strong> geheel<br />

g<strong>een</strong> reken<strong>in</strong>g gehouden.<br />

2. Voor de toepass<strong>in</strong>g van de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gs<br />

faciliteit <strong>in</strong> de Successiewet 1956 is<br />

van belang dat de verkrijger/overnemer <strong>in</strong><br />

Nederland woont.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.<br />

1.18 Om bij grensoverschrijdende bedrijfsoverdrachten<br />

krachtens schenk<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

aanmerk<strong>in</strong>g te komen voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

van art. 4.17c Wet<br />

IB 2001 dient:<br />

a. de verkrijger van de aandelen <strong>in</strong> Nederland<br />

te wonen;<br />

b. degene die de aandelen overdraagt <strong>in</strong><br />

Nederland te wonen;<br />

c. de onderliggende <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitenland<br />

gevestigde rechtspersoon vanuit Nederlands<br />

perspectief als transparant te worden<br />

aangemerkt;<br />

d. aan de <strong>in</strong>houd van <strong>het</strong> belast<strong>in</strong>gverdrag<br />

tussen de daarbij betrokken landen g<strong>een</strong><br />

aandacht te worden besteed.<br />

Inzichtsvragen<br />

1.19 Bestudeer eerst <strong>het</strong> hieronder genoemde<br />

wetsartikel en beantwoord dan de vraag.<br />

Een verzoek om toepass<strong>in</strong>g van bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit<br />

van art. 3.63 Wet IB<br />

2001 moet worden gedaan door:<br />

a. de overdrager en de overnemer gezamenlijk<br />

bij de aangifte van de overnemer;<br />

b. de overdrager en de overnemer gezamenlijk<br />

bij de aangifte van de overdrager;<br />

c. all<strong>een</strong> de overdrager;<br />

d. all<strong>een</strong> de overnemer.


1.20 Welke van onderstaande stell<strong>in</strong>gen is juist?<br />

1. Indien de verkrijger van de ondernem<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

casus II niet <strong>in</strong> België maar <strong>in</strong> Frankrijk zou<br />

wonen dan zou art. 3.63 Wet IB 2001, niet<br />

van toepass<strong>in</strong>g zijn.<br />

2. Indien de verkrijger van de aanmerkelijk-<br />

belangaandelen <strong>in</strong> casus III niet <strong>in</strong><br />

Nederland woont zijn de <strong>in</strong> art. 4.17a en<br />

art. 4.17c Wet IB 2001 genoemde faciliteiten<br />

even<strong>een</strong>s van toepass<strong>in</strong>g. Bestudeer voor<br />

de beantwoord<strong>in</strong>g art. 4.17a en 4.17c Wet<br />

IB 2001.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.<br />

<strong>Overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>mkb</strong>: <strong>een</strong><br />

<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

Drs. M.H. Stuker<br />

Zie pag<strong>in</strong>a 34.<br />

Kennisvragen<br />

1.21 Met <strong>het</strong> oog op <strong>een</strong> managementbuy-out<br />

is Pieterse Kerstpakketten gewaardeerd<br />

op € 2 miljoen voor 100% van de<br />

aandelen. Nadat partijen <strong>het</strong> <strong>een</strong>s zijn<br />

geworden over de reële waarde/koopsom<br />

komt naar voren dat de koper g<strong>een</strong> enkele<br />

eigen <strong>in</strong>breng heeft, niet uit spaargeld/<br />

vermogen en ook niet uit bijvoorbeeld<br />

overwaarde <strong>in</strong> de eigen won<strong>in</strong>g. Wat heeft<br />

dat voor gevolgen voor de overname?<br />

a. Een overname is onmogelijk geworden,<br />

banken zullen altijd ook <strong>een</strong> f<strong>in</strong>anciële<br />

<strong>in</strong>breng van de koper vragen.<br />

b. Dit bemoeilijkt de haalbaarheid van de<br />

overname.<br />

c. Het is op basis van deze <strong>in</strong>formatie niet<br />

mogelijk om vast te stellen wat de <strong>in</strong>vloed<br />

op de haalbaarheid van de overname is.<br />

d. G<strong>een</strong> van bovenstaande antwoorden is juist.<br />

1.22 Bij de voorgenomen managementbuy-out<br />

van Pieterse Kerstpakketten geeft de<br />

verkoper aan dat hij bereid is rentevrij<br />

€ 1 miljoen terug te lenen en dat deze<br />

len<strong>in</strong>g pas over vijf jaar (na de bank) <strong>in</strong><br />

tien jaar afgelost mag worden. Wat is<br />

hiervan <strong>het</strong> gevolg voor de waarde van de<br />

ondernem<strong>in</strong>g?<br />

a. De waarde van de ondernem<strong>in</strong>g stijgt tot<br />

€ 3 miljoen.<br />

b. De waarde stijgt tot ergens tussen de<br />

€ 2 en € 3 miljoen, afhankelijk van de<br />

beschikbaarheid van overig risicodragend<br />

kapitaal.<br />

c. De waarde van de ondernem<strong>in</strong>g blijft gelijk.<br />

d. Het is op basis van deze <strong>in</strong>formatie niet<br />

mogelijk om vast te stellen wat de <strong>in</strong>vloed<br />

op de waarde van de ondernem<strong>in</strong>g is.<br />

1.23 Partijen bereiken over<strong>een</strong>stemm<strong>in</strong>g over<br />

<strong>een</strong> overname- en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur.<br />

Bij de notaris blijkt echter dat de echtgenote<br />

van de koper niet bereid is de door<br />

de bank gevraagde privéborgstell<strong>in</strong>g mede<br />

te ondertekenen en de overname gaat niet<br />

door. Op <strong>een</strong> KvK-bij<strong>een</strong>komst over<br />

bedrijfs overnames ontmoet de verkoper<br />

<strong>een</strong> derde die g<strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>gs ervar<strong>in</strong>g<br />

en g<strong>een</strong> branche-ervar<strong>in</strong>g heeft, maar die<br />

wel ambitieus is en bereid is akkoord te<br />

gaan met de door de verkoper gesc<strong>het</strong>ste<br />

transactie/f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs structuur. Hij<br />

geeft aan dat de door de bank gevraagde<br />

privéborgstell<strong>in</strong>g ook g<strong>een</strong> probleem zal<br />

zijn. Hoe reageert de bank op deze nieuwe<br />

koper?<br />

a. De bank geeft aan <strong>het</strong> eerdere aanbod aan<br />

de eerste koper precies zo aan te bieden aan<br />

de nieuwe koper.<br />

b. De bank geeft aan <strong>het</strong> eerdere aanbod aan<br />

de eerste koper niet per se ook aan te<br />

bieden aan de nieuwe koper.<br />

c. Het is niet mogelijk om op basis van deze<br />

<strong>in</strong>formatie hier iets over te zeggen,<br />

d. G<strong>een</strong> van bovenstaande antwoorden is juist.<br />

Kennistoets<br />

PE-artikel<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 67


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Inzichtsvragen<br />

1.24 Bestudeer de volgende casus. Uite<strong>in</strong>delijk<br />

weet de bedrijfsleider (koper) zijn<br />

echtgenote toch te overtuigen van <strong>het</strong><br />

mede-ondertekenen van de door de bank<br />

gevraagde privéborgstell<strong>in</strong>g. De <strong>in</strong>itieel<br />

beoogde management buy-out met <strong>een</strong><br />

koopsom van € 2 miljoen voor 100% van<br />

de aandelen kan toch doorgang v<strong>in</strong>den.<br />

De transactie zal plaatsv<strong>in</strong>den per<br />

31-12-2012 (per die datum komt <strong>het</strong><br />

bedrijf voor reken<strong>in</strong>g en risico van<br />

koper). De tabel hiernaast toont de<br />

balans van Pieterse Kerstpakketten<br />

per 31-12-2012 (de overnamebalans<br />

waarop de koopsom is gebaseerd).<br />

Stel dat de werkkapitaal/f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs behoefte<br />

van de werkmaatschappij per 31-12-2012<br />

representatief is voor de werkkapitaal/<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbehoefte gedurende <strong>het</strong> jaar (g<strong>een</strong><br />

seizoenspatroon en gedurende <strong>het</strong> jaar g<strong>een</strong><br />

extra middelen/f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen nodig voor de<br />

operatie) en veronderstel ook dat er g<strong>een</strong> andere<br />

beperk<strong>in</strong>gen zijn voor <strong>het</strong> uitkeren van dividend.<br />

Uitgaande van <strong>een</strong> maximale bancaire<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs capaciteit (bestaande en nieuwe<br />

kredietfaciliteiten gezamenlijk) van de werkmaatschappij<br />

van 500, wat is dan de maximale<br />

dividenduitker<strong>in</strong>g die vanuit de werkmaatschappij<br />

aan de koop hold<strong>in</strong>g kan worden gedaan<br />

voor de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van de koopsom van de<br />

aandelen?<br />

a. De maximale dividenduitker<strong>in</strong>g bedraagt 782.<br />

b. De maximale dividenduitker<strong>in</strong>g bedraagt 300.<br />

c. De maximale dividenduitker<strong>in</strong>g bedraagt 550.<br />

d. De maximale dividenduitker<strong>in</strong>g kan op basis<br />

van deze <strong>in</strong>formatie niet worden bepaald.<br />

68 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Balansposities per 31 - 12 - 2012<br />

Inventaris & software 50<br />

Immateriële vaste activa 0<br />

Totaal vaste activa 50<br />

Voorraad 200<br />

Debiteuren 750<br />

Overige vorder<strong>in</strong>gen en overlopende<br />

activa<br />

50<br />

Liquide middelen 250<br />

Totaal vlottende activa 1.050<br />

BALANS DEBET 1.300<br />

Gestort kapitaal 18<br />

Vrije reserves 782<br />

Rentedragende schulden<br />

krediet<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

200<br />

Werkzaam vermogen 1.000<br />

Crediteuren 100<br />

Belast<strong>in</strong>gen en premies sociale<br />

verzeker<strong>in</strong>g<br />

50<br />

Personeelskosten 50<br />

Overige schulden en overlopende<br />

passiva<br />

100<br />

Totaal kortlopende schulden 300<br />

BALANS CREDIT 1.300


1.25 Bestudeer de volgende casus.<br />

De uit e<strong>in</strong>delijke overname wordt op<br />

1 januari 2013 geëffectueerd bij de<br />

notaris. Onderstaande tabel toont de<br />

resultaten 2012 en de door koper<br />

opgestelde prognoses 2013-2017 van<br />

Pieterse Kerstpaketten.<br />

Veronderstel dat de koopsom van € 2 miljoen<br />

als volgt wordt gef<strong>in</strong>ancierd:<br />

• Dividenduitker<strong>in</strong>g vanuit werkmaatschappij<br />

€ 500.000. Deze wordt gef<strong>in</strong>ancierd middels<br />

<strong>een</strong> comb<strong>in</strong>atie van reeds beschikbare<br />

liquide middelen en bancaire kredietfaciliteiten<br />

<strong>in</strong> de werkmaatschappij.<br />

Ga er voor deze casus van uit dat de totale<br />

bancaire schuldpositie van de werkmaatschappij<br />

na de dividenduitker<strong>in</strong>g € 500.000<br />

bedraagt, dat deze faciliteiten afloss<strong>in</strong>gsvrij<br />

zijn en dat er de komende 5 jaar ook niet<br />

op deze faciliteiten wordt afgelost (NB: de<br />

totale bancaire schuldpositie van de werkmaatschappij<br />

bedraagt de komende 5 jaar<br />

dus € 500.000). Het rentepercentage op<br />

deze faciliteiten bedraagt 5%.<br />

• Achtergestelde len<strong>in</strong>g van verkoper aan<br />

koophold<strong>in</strong>g van € 800.000. Ga ervan uit<br />

dat er de komende 5 jaar g<strong>een</strong> afloss<strong>in</strong>gen<br />

op de achtergestelde len<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>den.<br />

Het rentepercentage op de achtergestelde<br />

len<strong>in</strong>g bedraagt 7%.<br />

• Blanco bancaire overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

te verstrekken aan koophold<strong>in</strong>g van<br />

€ 700.000. Deze heeft <strong>een</strong> afloss<strong>in</strong>gstermijn<br />

van 5 jaar (veronderstel voor <strong>het</strong> gemak <strong>een</strong><br />

grace period/afloss<strong>in</strong>gsvrije periode van<br />

0 maanden). Het rentepercentage op de<br />

blanco overnamef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g bedraagt<br />

even<strong>een</strong>s 7%.<br />

• Veronderstel daarnaast jaarlijkse<br />

<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen van € 10.000, <strong>een</strong> belast<strong>in</strong>gdruk<br />

van 25% en g<strong>een</strong> mutaties <strong>in</strong> werkkapitaal.<br />

Bereken de geconsolideerde operationele<br />

kas stromen en de totale f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> de komende 5 jaar en geef<br />

aan welke stell<strong>in</strong>g juist is:<br />

a. De operationele kasstromen zijn niet toereikend<br />

om de komende 5 jaar aan de totale<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen te voldoen.<br />

b. De operationele kasstromen zijn exact gelijk<br />

aan de totale f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen,<br />

De voorgestelde f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur<br />

lijkt op basis hiervan niet haalbaar.<br />

c. De operationele kasstromen zijn ruimschoots<br />

toereikend om aan de totale<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen te voldoen.<br />

De voorgestelde f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur<br />

lijkt op basis hiervan haalbaar.<br />

d. Het is op basis van deze <strong>in</strong>formatie niet<br />

mogelijk om deze analyse te maken.<br />

Prognoses 2012 2013 2014 2015 2016 2017<br />

Omzet 4.500 4.613 4.728 4.846 4.967 5.091<br />

Inkoopwaarde van de omzet 3.195 3.252 3.333 3.416 3.502 3.589<br />

Bruto resultaat 1.305 1.361 1.395 1.430 1.465 1.502<br />

Personeelskosten 660 686 714 728 739 769<br />

Huisvest<strong>in</strong>gskosten 68 71 74 76 80 83<br />

Verkoopkosten 105 108 112 117 121 126<br />

Algemene kosten 50 53 55 57 59 61<br />

Totaal bedrijfslasten 883 918 954 978 999 1.039<br />

EBITDA 422 443 440 451 466 463<br />

Afschrijv<strong>in</strong>gen 10 11 13 12 12 13<br />

Bedrijfsresultaat 412 432 427 436 449 444<br />

Kennistoets<br />

PE-artikel<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 69


PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

Stemrechtloze aandelen: nuttig novum<br />

of oude wijn <strong>in</strong> nieuwe zakken?<br />

Mr. A.M.P. Martens<br />

Zie pag<strong>in</strong>a 46<br />

Kennisvragen<br />

1.26 Welke van onderstaande stell<strong>in</strong>gen is juist?<br />

1. All<strong>een</strong> bij de opricht<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> bv kunnen<br />

stemrechtloze aandelen verkregen worden.<br />

2. Een houder van <strong>een</strong> stemrechtloos aandeel<br />

mag <strong>in</strong> de algemene vergader<strong>in</strong>g aanwezig<br />

zijn en daar<strong>in</strong> <strong>het</strong> woord voeren.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.<br />

1.27 Welke van onderstaande stell<strong>in</strong>gen is juist?<br />

1. Een bv mag onbeperkt stemrechtloze<br />

aandelen uitgeven, mits er <strong>een</strong> aandeel met<br />

stemrecht is geplaatst bij <strong>een</strong> ander dan de<br />

bv en haar dochtermaatschappijen.<br />

2. Bij certificer<strong>in</strong>g wordt <strong>het</strong> stemrecht<br />

verbonden aan <strong>het</strong> gecertificeerde aandeel<br />

<strong>in</strong> <strong>een</strong> algemene vergader<strong>in</strong>g van de bv niet<br />

uitgeoefend.<br />

a. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn juist.<br />

b. Beide stell<strong>in</strong>gen zijn onjuist.<br />

c. De eerste stell<strong>in</strong>g is juist, de tweede stell<strong>in</strong>g<br />

is onjuist.<br />

d. De eerste stell<strong>in</strong>g is onjuist, de tweede<br />

stell<strong>in</strong>g is juist.<br />

1.28 Een houder van stemrechtloze aandelen:<br />

a. heeft altijd recht op w<strong>in</strong>st;<br />

b. mag nooit stemmen op zijn aandelen;<br />

c. mag slechts bij bijzondere situaties <strong>in</strong> de<br />

algemene vergader<strong>in</strong>g aanwezig zijn;<br />

d. g<strong>een</strong> van bovenstaande antwoorden is juist.<br />

70 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

Inzichtsvragen<br />

1.29 Bestudeer voor <strong>het</strong> beantwoorden van<br />

deze vraag art. 2:197, 2:198 en 2:228 BW.<br />

Een houder van <strong>een</strong> aandeel mag altijd op<br />

zijn aandelen stemmen als:<br />

a. hij <strong>een</strong> aandeel, waarop <strong>een</strong> recht van<br />

vruchtgebruik is gevestigd, heeft;<br />

b. hij <strong>een</strong> aandeel, waarop <strong>een</strong> pandrecht is<br />

gevestigd, heeft;<br />

c. hij <strong>een</strong> onbezwaard w<strong>in</strong>strechtloos aandeel<br />

heeft;<br />

d. alle bovenstaande antwoorden zijn juist.<br />

1.30 Bestudeer voor <strong>het</strong> beantwoorden van<br />

deze vraag art. 2:212 en 2:220 BW en<br />

paragraaf 4 van <strong>het</strong> artikel. Stel dat Saar<br />

<strong>in</strong> de structuur gesc<strong>het</strong>st onder paragraaf<br />

4. ‘Vergaderen en uitkeren van w<strong>in</strong>st’ tien<br />

cerificaten van aandelen zonder<br />

vergaderrechten heeft, dan:<br />

a. heeft zij recht op <strong>in</strong>zage van de jaar reken<strong>in</strong>g<br />

van Rijn B.V. op basis van art. 2:212 BW;<br />

b. heeft zij <strong>het</strong> recht om punten toe te voegen<br />

aan de agenda van de algemene vergader<strong>in</strong>g<br />

van Rijn B.V. op basis van art. 2:220 BW;<br />

c. heeft zij <strong>het</strong> recht om rechtstreeks dividend<br />

over <strong>het</strong> boekjaar 2012 van Rijn B.V. te<br />

ontvangen;<br />

d. g<strong>een</strong> van bovenstaande antwoorden is juist.


Notities<br />

Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl | 71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!