Herfst 2008 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Herfst 2008 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Herfst 2008 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TSC Contact herfst 2008
In deze ‘nierenspecial’ o.a.
LBO Contactdag: herkenning en ontspanning | 6
Ervaringsverhalen TSC en nierproblematiek | 14
Interview met Tim Noortman | 22
Erfelijke(nier)ziekten: Tubereuze Sclerose Complex | 26
Dagelijks bestuur STSN
Hans Ploegmakers, voorzitter
Marlies van Zuilen, secretaris
Theo Rijkelijkhuizen, penningmeester
Secretariaat STSN
Marlies van Zuilen
Telefoon: 030-7070554
Couwenhoven 53-09, 3703 ES Zeist
E-mailadres: info@stsn.nl
Website: www.stsn.nl
Redactie
Haike Doornbos
Corinne Kijl
Cora Moret
Tamara Visser
Vormgeving
Mieke Kroondijk, invorm@casema.nl
Adres TSC Contact
Hoogstraat 20
4285 AH Woudrichem
E-mailadres: redactie@stsn.nl
TSC-Poli UMC Utrecht
Polikliniek Interne Geneeskunde:
Telefoon: 088-7555555
Dr. B.A. Zonnenberg:
Telefoon: 088-7559111, zoemer 1154
TSC-Poli: elke week op afspraak
Telefoon: 088-7558399
Sylvia Tóth Centrum Utrecht
Wilhelmina Kinderziekenhuis
Secretariaat telefoon: 088-7553898
Klinische Genetica
Erasmus MC, Rotterdam
Dr. Anneke Maat-Kievit
Telefoon: 010-4636915
(maandag, dinsdag en donderdag)
Bank
Rabobank rekeningnummer: 11.89.41.127
ABN-AMRO Bank
rekeningnummer: 56.84.43.640
Voor België:
KBC Bank Turnhout
rekeningnummer: 730-1401238-69,
t.n.v. STSN
2
inhoud
4 | Bestuursmededelingen
6 | Lotgenotenrubriek
- LBO contactdag
- Uitnodiging MBO/HBO contactdag 2008
- Huiskamerbijeenkomsten in de regio
- Verslag Gezinsdag STSN
10 | Sponsor de STSN
12 | De nieren bij Tubereuze Sclerose Complex
14 | Ervaringsverhaal: TSC en niertransplantatie
17 | Ervaringsverhaal: TSC en dialyse
18 | Ervaringsverhaal: TSC en embolisatie
20 | De belevenissen van Lucas
21 | STSN-er in beeld
22 | Interview met Tim Noortman
24 | Onderzoek naar effect van ontstekings-
processen op ontstaan epilepsie
26 | Erfelijke (nier)ziekten:
Tubereuze Sclerose Complex
28 | Mijn verhaal
30 | Autistorium: een kunstinstallatie
32 | Tip en truc hoek
34 | Het werkterrein van CCE
36 | Nieuws van de CG raad
Herfst 2008 | TSC Contact
van de redactie
Beste lezers,
Afgelopen zomer hadden we pech. Pech met onze
zeilboot; deze bleek in haar ‘achteruit’ moeilijk
manoeuvreerbaar. Op zee niet zo erg maar in
havens een ramp. We consulteerden lokale ‘monteurs’;
een plaatselijke smid kwam zelfs een kijkje
nemen en gaf wijze raad, maar het euvel kon niet
worden verholpen. We kozen voor de veilige weg,
gingen op zoek naar een dealer en vroegen om
raad. De boot ging in de lift en zie daar het euvel:
aangroei van talloze kleine schelpen; vlijmscherp
en met desastreuse werking.
Het thema van dit TSC Contact is: nieren.
De functie van nieren is dat ze, onder meer, het
bloed zuiveren en vocht uitscheiden. Wanneer alles
prima functioneert staat men niet stil bij de werking
van de nieren. Wanneer men bekend is met
TSC kan dit wel een moment van nadenken geven.
De gezwellen die kunnen ontstaan in de nieren
kunnen zorgen voor veel problemen.
In dit nummer van TSC Contact besteden we aandacht
aan de medische kant van de problematiek
van TSC en nieren en ook is er aandacht voor de
ervaring: verhalen van mensen die
Herfst 2008 | jaargang 26
ISSN 1570 - 5145
bekend zijn met de problematiek van TSC en nieren
en behandeling. Ervaringsverhalen geven geen
oplossing voor de eigen problematiek maar kunnen
deze wel inzichtelijk maken. Specialisten rondom
de patiënt kunnen raad geven en een behandeling
in gang zetten. Ontwikkelingen op dit gebied
zijn nog steeds gaande.
De schelpen zijn verwijderd van het roer van onze
zeilboot; we konden onze tocht zonder problemen
vervolgen. Zo gaat dat met een ding van polyester
en staal. Met de problematiek van mensen, TSC en
nieren is dat niet zo eenvoudig. Zoveel mensen,
zoveel wensen, zoveel beperkingen, zoveel mogelijkheden.
Maar problemen? Ja natuurlijk, maar uit alle persoonlijke
en medische artikelen komt naar voren
de liefde, het gevoel en de betrokkenheid; met de
patiënt, de omgeving en de STSN!
Dat is een gegeven, een basis waarop we verder
gaan, de toekomst tegemoet.
Namens de redactie,
Haike Doornbos
104
TSC Contact | nummer 104
TSC Contact | Herfst 2008 3
Expertise TSC in de lift
We hebben er in het vorige blad al kort melding
van gemaakt: de expertise over TSC en de wijze
waarop die in Nederland wordt ingezet ten
gunste van mensen met TSC zal de komende tijd
een krachtige impuls krijgen. Dat is ontzettend
goed nieuws voor ons allemaal.
Er wordt namelijk hard gewerkt aan een nieuw
TSC-expertisecentrum in het Sophia Kinderziekenhuis
te Rotterdam in nauwe samenwerking
met het UMC Utrecht (TSC-poli én Sylvia
Tothcentrum) en het TSC expertiseteam gedrag.
Deze belangrijke ontwikkeling wordt ondersteund
door, en gebeurt in goed overleg met, de STSN en
de Stichting Michelle.
Het doel van het Rotterdamse initiatief is om dit
najaar nog een multidisciplinaire polikliniek voor
0 tot 18 jarigen te starten, waarin ouder en kind
centraal staan, waarin de gestructureerde followup
gestroomlijnd wordt en de dagelijkse zorg
dicht bij huis blijft. Door een toekomstgerichte
dataverzameling en interdisciplinaire samenwerking
zullen ook de mogelijkheden gecreëerd
worden voor nieuw klinisch wetenschappelijk
onderzoek.
Inmiddels hebben specialisten uit diverse
disciplines zich reeds bij het TSC-team aangesloten:
kinderneurologie, kindergeneeskunde,
kinderradiologie, kindercardiologie, kindernefrologie,
kinderdermatologie, kinderoogheelkunde,
neuropsychologie, kinderpsychiatrie,
klinische genetica en neurowetenschappen.
Zondermeer een indrukwekkende lijst.
In augustus mochten wij bijdragen aan een
bijeenkomst van sleutelfiguren voor TSC van het
Sophia Kinderziekenhuis en het UMC Utrecht.
In oktober zal een bijeenkomst tussen het Sophia
en het expertiseteam gedrag volgen.
Wij zullen als STSN de ontwikkelingen op de voet
volgen en u daarvan op de hoogte houden.
Ontwikkelingssubsidie biedt
STSN nieuwe kansen
Het Ministerie van VWS is hard bezig de hele
subsidiesystematiek voor organisaties als de
STSN te herzien. Hoe dat precies zal uitpakken
moet nog verder uitkristalliseren, maar onderdeel
van de aanpak is dat er gedurende 3 jaren, te
4
bestuursmededelingen
tekst Hans Ploegmakers
beginnen voor 2008 al, een zogenaamde ontwikkelingssubsidie
kan worden aangevraagd ter
ondersteuning van de (verdere) professionalisering
van de activiteiten van de organisatie. De STSN zal
deze (tijdelijke) kans met beide handen aangrijpen
en wil o.a. investeren in het uitbreiden en versterken
van het lotgenotencontact, verdere verbetering
van de interne en externe communicatie door
ondermeer het vergroten van de mogelijkheden
van de website en het realiseren van een nieuwe
DVD (de huidige, omgezet van videoband, is niet
meer echt of echt niet meer van deze tijd).
Veel werk aan de winkel voor het goede doel!
Gezocht: nieuw bestuurslid en enkele nieuwe
vrijwilligers
Om de vele activiteiten te kunnen blijven uitvoeren
en de nieuwe plannen die we belangrijk vinden te
kunnen realiseren hebben we dringend behoefte
aan een uitbreiding van onze groep vrijwilligers.
Die behoefte wordt nog concreter doordat ons
bestuurslid Willem Verheij heeft laten weten per
januari 2009 na acht actieve jaren zijn bestuursfunctie
te willen neerleggen.
Wij zoeken nu een enthousiaste dertiger voor de
bestuursvacature: een teamworker die de kans
krijgt om via achtereenvolgende specifieke klussen
samen met een collega-bestuurslid uit te groeien
tot een goed ingewerkt bestuurslid met een eigen
pakket, aansluitend bij de eigen belangstelling en
vaardigheden.
Eén van de taken die vrijkomt is het coördineren
van de STSN deelname aan beurzen (zo’n 4 per
jaar). Voor deze taak willen we graag een vrijwilliger/regelaar
zonder bestuurstaken. Uiteraard wel
ondersteund vanuit het bestuur.
Verder zoekt onze secretaris Marlies van Zuilen
hulp bij het uitvoeren van haar taken. Dit kan met
e-mail prima vanaf de eigen thuiswerkplek gedaan
worden. Hebt u belangstelling voor een van deze
drie concrete vacatures, dan kunt u contact opnemen
met één van de bestuursleden (resp. Hans,
Willem en Marlies). Dat geldt ook voor hen die buiten
deze 3 mogelijkheden wel wat willen gaan
doen als STSN-vrijwilliger. Ga eens oriënterend het
gesprek aan. Er is namelijk op allerlei gebied
behoefte aan extra handjes. Gewoon dóen, want
het is gewoon ook heel leuk!
Herfst 2008 | TSC Contact
Comité van Aanbeveling
Eind augustus had een afvaardiging van het STSN
bestuur een verkennend gesprek met de beide
leden van het Comité van Aanbeveling die zich tot
nu toe bereid hebben verklaard
om zich op deze manier in te gaan zetten voor de
STSN: Monique Velzeboer en Tim Noortman.
In dit en het komende nummer van het TSC
Contact zult u kennismakingsinterviews met hen
aantreffen.
Huisartsbrochure in de maak
Achter de schermen wordt inmiddels hard gewerkt
aan de eerder aangekondigde informatiebrochure
over TSC voor huisartsen.
De auteur is Sigrid Hendriks (jeugdarts en voor het
schrijven van deze brochures door de VSOP ingehuurd).
Met het bestuur is deze zomer een eerste
ruw concept besproken en in het najaar zal dit
ongetwijfeld leiden tot een zeer bruikbaar en
gewild product. Het maakt deel uit van het project
‘De patiënt als informatiedrager, huisartsinformatie
over zeldzame aandoeningen’.
De gezinsdag was weer geweldig
De gezinsdag van 21 juni in de Apenheul
– ik wil het ook hier nog even gezegd hebben –
was een zeer geslaagde bijeenkomst, waarvoor we
het organisatiecomité van harte willen bedanken.
Een prima lunchlocatie ook, die uitnodigde tot
contact met velen (en toch liep ik er nog enkele
mis!); alles kon heel ongedwongen en veilig voor
de kinderen verlopen.
En die cheque die ik in ontvangst mocht nemen
was natuurlijk ook super!
Het is weer beurzentijd
● Op 2 oktober is de STSN met een informatiestand
present op de Publieksdag van de
Hersenstichting. Zie www.hersenstichting.nl
● Vervolgens zullen wij staan op het Autisme
Congres op 24 en 25 oktober. Dit congres wordt
georganiseerd door de Nederlandse Vereniging
voor Autisme (NVA) en zal worden gehouden in
het Beatrixtheater van de Jaarbeurs te Utrecht.
Zie www.autisme.nl
● En dan op 7 november in Orpheus te Apeldoorn,
bij het openingscongres van de Week van de
Chronisch Zieken. Onderwerp: Leven met medicijnen
en hulpmiddelen.
Het congres is bedoeld voor patiënten en
hun familie, mantelzorgers, zorgaanbieders,
werkgevers, studenten, maatschappelijke dienstverleners
en onderzoekers.
● Zie www.chronischziek.nl ■
Hersenen: een hoofdzaak!
Eén op de vijf Nederlanders wordt in zijn leven geconfronteerd
met een hersenaandoening. Een beroerte,
dementie, hersenletsel, schizofrenie: het dagelijks leven
wordt in de war geschopt door neurologische of psychiatrische
aandoeningen. De problemen met bijvoorbeeld
denken, planning en geheugen zijn groot, maar vaak
onzichtbaar aan de buitenkant.
Alleen wetenschappelijk onderzoek kan èchte oplossingen
bieden. Daarom financiert de Hersenstichting Nederland
het hersenonderzoek. Ook goede voorlichting over
[advertentie]
hersenaandoeningen is belangrijk. Laat de hersenen ook
úw zorg zijn. Word donateur, help mee met de collecte of
maak een gift over.
Koediefstraat 5, 2511 CG Den Haag
telefoon 070-360 48 16 - giro 860
info@hersenstichting.nl
www.hersenstichting.nl
TSC Contact | Herfst 2008 5
LBO contactdag: herkenning en ontspanning
Dit jaar was het al weer de achtste LBO contactdag. Deze contactdag is bedoeld voor mensen die
door hun TSC de nodige problemen hebben op medisch, sociaal, psychologisch en/of maatschappelijk
gebied. De meeste deelnemers hebben VSO of praktijkonderwijs gevolgd en hebben een beschermde
werkplek op een sociale werkvoorziening of in een activiteitencentrum. Sommigen wonen thuis,
anderen zelfstandig met een vorm van begeleiding. Enkele deelnemers werden met de auto gebracht,
anderen kwamen met het openbaar vervoer, of met de eigen auto.
We waren in een gezellige zolderkamer in het
Stayokay hostel in Bunnik. De negen deelnemers
zijn druk met elkaar in gesprek geweest over
gezondheid, vrije tijd en vriendschap.
Niet iedereen kende elkaar al, maar ook degenen
6
Met z’n allen...
lotgenotenrubriek
tekst Edda Kammenga foto’s Cora Moret
die voor de eerste of tweede keer erbij waren,
werden hartelijk ontvangen en raakten met iedereen
in gesprek. Deze keer waren er twee nieuwelingen.
De ene had zelf gebakken appeltaart en
koekjes meegenomen, een perfecte binnenkomer
Herfst 2008 | TSC Contact
dus. De ander heeft geen TSC, maar was meegekomen
als ‘de vriend van’.
We begonnen met een rondje rond de tafel over
wat er het afgelopen jaar veranderd was met de
gezondheid, werk, wonen en relaties. Leuk om
hier te vermelden is dat twee deelnemers een
vriendschap hebben opgebouwd en elkaar sinds
de vorige contactdag minstens 200 keer een
sms’je gestuurd hebben. Sms’en is makkelijker
dan bellen, omdat je dan na kunt denken over
wat je wilt zeggen.
Daarna gingen we in twee groepjes uiteen.
Cora ging in gesprek over vrije tijd en vakantie en
bij mij gingen we in gesprek over vriendschap.
Na een half uurtje wisselden Cora en ik, zodat
iedereen het over beide onderwerpen kon hebben.
In de gesprekken kwam heel duidelijk de kwetsbaarheid,
maar ook de kracht van de deelnemers
naar voren. Ik geef een aantal voorbeelden uit het
gesprek over vriendschap.
De kwetsbaarheid: Mensen kijken naar wat je niet
kunt in plaats van wat je wel kunt; alles komt van
mijn kant; mensen schatten me beter in dan ik ben
omdat je niets aan me ziet; ze wilden alleen maar
geld van me lenen; het geeft stress dat ik me
steeds moet bewijzen, dat ik me niet geaccepteerd
voel; mensen negeren me omdat ze zichzelf beter
vinden; je eenzaam voelen.
De kracht: Ik ... durf het, ook al ben ik verlegen, …
zeg wat ik voel, … denk positief, … mag een eigen
mening hebben, …. mag anders zijn, … mag nee
zeggen, … kies zelf met wie ik omga.
En wat te denken van deze wijze opmerking: “Toen
ik 16 was, dacht ik dat alles anders zou worden
als ik 20 was, maar nu realiseer ik me dat ik zo
blijf, en dat ik daar wat mee moet.”
Tips voor elkaar: Ga naar de contactdag; praat met
anderen; geef de moed niet op; doe leuke dingen;
laat negatieve opmerkingen van je af glijden, het
ene oor in en het andere weer uit; wees er voor
een ander die het moeilijk heeft.
Ook in het gesprek over vrije tijd en vakantie valt
op dat de deelnemers niet echt los kunnen komen
van het circuit waar ondersteuning bij is.
Is die ondersteuning, er dan zijn prima vakanties
mogelijk. Bij activiteiten zonder ondersteuning is
het niveau van de anderen vaak te hoog, zodat het
contact moeizaam blijft. Het lijkt dat er op het
platteland minder mogelijkheden zijn dan in de
Randstad.
Leuke ervaringen zijn er zeker: één deelnemer
heeft als vrijwilliger geholpen bij een kindervakantieweek.
Een ander herkende in Schotland iemand
met TSC en had het lef om met diegene in gesprek
te gaan.
Toen het tijd werd om naar het theehuis te gaan
voor de lunch, brak de zon door en zonnig bleef
het de rest van de dag. Na een wandeling om de
broodjes te laten zakken, keerden we weer terug
naar onze zolder. Daar heeft iedereen een favoriet
cd-nummer laten horen. Het was duidelijk dat smaken
en beleving erg kunnen verschillen! Metallica,
Snoop Dog, As tall as lions, Melissa Etheridge,
Ennea (helaas deed die cd het niet), Normaal en
filmmuziek van Danny Vera. De gekozen muziek
helpt om je agressie te laten verdwijnen, om rustig
te worden, te ontspannen, mee te zingen en je
gevoelens erin kwijt te kunnen, je op te fleuren.
Maar waar de een zijn agressie kwijtraakt bij
Metallica, wordt een ander er juist agressief van!
Hetzelfde geldt voor rustige muziek, ontspannend
voor de een, maar een ander wordt er juist
onrustig van. Na ieder nummer hielden we een
stemming: geweldig, zo-zo, vreselijk. De winnaar
met de meeste stemmen was Normaal met
‘Oerend hard’.
Tot slot kreeg ieder de kans om zichzelf te presenteren
in de vorm van een geluid. Dit rondje creativiteit
eindigde met een gezamenlijk geroffel op tafel en
applaus voor onszelf.
De dag eindigde om 16 uur, maar het duurde nog
geruime tijd voordat iedereen weg was. Het is duidelijk
dat iedereen het fijn vindt om in dit gezelschap
jezelf te kunnen zijn, met mensen die weten wat het
is om TSC te hebben en die je begrijpen.
Telefoonnummers werden uitgewisseld en opgeslagen.
Cora en ik zijn benieuwd hoeveel sms'jes er
komend jaar verstuurd zullen worden.... ■
TSC Contact | Herfst 2008 7
Huiskamerbijeenkomsten in de regio
Tubereuze Sclerosis Complex is een aandoening met vele aspecten. Het kan zich bij iedereen ook heel ver-
schillend uiten. Ondanks dat, zijn er ook vele overeenkomsten en kunnen wij tegen dezelfde problemen en
vragen oplopen. Je vraagt je dan wel eens af of iemand anders in een soortgelijke situatie ook het gevoel
heeft vaak niet begrepen te worden of je wilt wel eens weten hoe een ander een bepaald probleem aanpakt.
De STSN wil de gelegenheid bieden om mensen,
die met TSC te maken hebben, met lotgenoten in
contact te brengen. De jaarlijkse STSN contactdag
is daar een voorbeeld van.
Er zijn ook andere lotgenotenbijeenkomsten, zoals
de LBO contactdagen, de MBO/HBO contactdagen,
en de bijeenkomsten voor ouders van jonge kinderen
met TSC in de leeftijd van 0-12 jaar. De laatste
STSN contactdag is er een workshop geweest voor
ouders van kinderen met TSC op LBO niveau.
De STSN wil in de toekomst meer bijeenkomsten
organiseren die voor specifieke doelgroepen
zijn. Voor sommige mensen is de weg naar
een STSN contactdag, of een lotgenotenbijeenkomst
een hele grote stap. Wij willen deze stap
wat kleiner maken door ook huis-kamerbijeenkomsten
in verschillende regio’s te gaan organiseren.
Deze huiskamer bijeenkomsten zullen heel kleinschalig
zijn (5-10 mensen) en gehouden worden
thuis bij iemand die bij u in de regio woont.
8
Uitnodiging MBO/HBO contactdag 2008
Alle bekenden van de jaarlijkse contactdag MBO/HBO en natuurlijk ook alle mensen die tot deze
groep behoren en nooit eerder geweest zijn, zijn van harte welkom op zaterdag 22 november 2008.
Op deze dag vindt er weer een contactdag plaats voor mensen met TSC op MBO/HBO niveau.
Zoals ieder jaar, wordt deze dag begeleid door Arni Hubbeling.
Waar: bij Marcel en Carmen Scholtens te Dronten
Tijd: vanaf 10:30 staat de koffie klaar en om 11:00 gaan we van start met deze
MBO/HBO dag voor mensen met TSC
Aanmelden: telefonisch bij Arni. Is Arni niet thuis, spreek dan haar antwoordapparaat in
en dan belt Arni je terug, telefoonnummer 020-4704349
tekst Jacquelien van der Ploeg,
moeder van Jasper(TSC) en lotgenotencoördinator van de STSN
Voor mensen die ook met TSC te doen hebben en
daardoor vaak aan een half woord genoeg hebben
om te begrijpen wat je bedoelt. Gezellig met een
kopje koffie en een hapje. Iedereen is welkom,
ook de mensen die al vaker een lotgenotenbijeenkomst
hebben bijgewoond, zij kunnen anderen
juist hun positieve ervaringen vertellen. Een huiskamerbijeenkomst
kan een vervolg hebben, maar
wij hopen natuurlijk ook dat de stap naar een
ander lotgenotenbijeenkomst, de contactdag, of
de gezinsdag wat makkelijker wordt.
De eerste huiskamerbijeenkomst is bij
mij thuis op dinsdagavond 25 november
van 20.00 - 22.00 uur, in Voorhout,
(de Bollenstreek) voor de regio in een straal van
ongeveer 30 km. Voor aanmelden en
meer informatie kunt u terecht bij Jacquelien van
der Ploeg, telefoon 0252-222482 of
jacquelienvdploeg@planet.nl ■
Herfst 2008 | TSC Contact
Verslag Gezinsdag STSN
Het wordt inmiddels een beetje normaal, maar ook dit jaar was er weer een gezinsdag en wel op
21 juni in de Apenheul bij Apeldoorn. Er was die dag mooi weer voorspeld en dat was er gelukkig ook.
Bij aankomst kregen we de toegangskaarten voor het park. Er was voor alle kinderen een oranje zonneklep
zodat we elkaar in het park konden herkennen en een praatje konden maken. Voor de allerkleinsten was er
een opblaasdier voor in het water.
In het park werd door medewerkers eerst uitgelegd
wat wel en niet mocht, aangezien verschillende
apensoorten ook los liepen.
Daarna moest je alle spullen in aap-vrije tassen
stoppen zodat de apen met niks aan de wandel
konden gaan.
Na de uitleg was er voor iedereen de gelegenheid
om het park te verkennen en de apen te bekijken.
Op de plattegrond van het park waren de voertijden
aangegeven per apensoort,
o.a. doodskopaapjes met hun jongen, gorilla’s,
orang-oetangs en nog vele andere apensoorten.
Tijdens het voeren vertelden medewerkers
specifieke dingen over de desbetreffende apen:
wat ze aten en waar ze vandaan kwamen.
Om half één werden we verwacht voor de lunch.
Dit was op een mooie locatie die was afgesloten
met een omheining waardoor de kinderen lekker
vrij konden spelen.
Voordat iedereen kon aanvallen werd er door
de Familie Kormelink een cheque uitgereikt
van ? 10.000,- aan de voorzitter de heer
H. Ploegmakers. Deze was hier uiteraard heel erg
blij mee. Na een bedankwoordje konden we dan
tekst en foto’s Kathinka van Zuilen
genieten van de heerlijke broodjes en de kroketten.
Er werd tijdens het eten veel gepraat en de
ouders wisselden veel ervaringen uit. De kinderen
hebben gezellig met elkaar gespeeld; ze hadden
het erg naar hun zin. Na het eten kon je het park
weer in om de rest van de apen te bezoeken.
Het is naast een leuke dag met mooi weer, ook
een informatieve dag geweest; niet alleen op het
gebied van TSC en medische mogelijkheden,
maar ook over de verschillende apensoorten
hebben we veel bijgeleerd.
De mensen van de organisatie hebben het ook dit
jaar weer perfect geregeld en daarvoor natuurlijk
hartelijk bedankt. ■
TSC Contact | Herfst 2008 9
Tijdens de STSN gezinsdag op 21 juni in de
Apenheul kreeg de STSN een fraaie cheque uitgereikt
door de familie Kormelink uit Haaksbergen.
Hiermee draagt de STSN bij aan de opzet van het
tweede expertisecentrum voor TSC naast de al
bekende poli van het UMC Utrecht.
Dit nieuwe expertisecentrum wordt ingericht bij
het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam en is
specifiek gericht op kind en ontwikkeling. Utrecht
en Rotterdam werken in deze steeds samen, elkaar
aanvullend en gebruik makend van elkaars sterke
punten. Zie daarvoor ook de bestuursmededelingen.
Diverse giften
● Wat de Modeshow van kinderkleding
in Heeswijk-Dinther (zie ook
www.4YouFashion.nl) aan opbrengst voor de
STSN heeft opgeleverd, weten we nog niet
op dit moment. Maar sowieso een geweldig initiatief!
● Gift uit Aalsmeer: we kregen zomaar weer
een gift uit Aalsmeer met de boodschap: ‘t.b.v.
stimulering lotgenotencontact’. Hartstikke
bedankt!
● Gift uit Sliedrecht: de opbrengst van een
rommelmarkt. Fijn dat jullie aan ons gedacht
hebben!
Kaartenverkoop
De prachtige serie van 5 kunstkaarten (met kunstwerken
van mensen met TSC) wordt via onze webwinkel
en bij STSN evenementen regelmatig
besteld. ‘Zon, bliksem en donder’ van Jelle
10
sponsoring
Sponsor de STSN
In dit nummer van het TSC Contact voor de vijfde keer de rubriek ‘Sponsor de STSN’
Familie Kormelink
Lolkema, ‘Hemelvaart’ van Marte Streefkerk, ‘Geest
uit het verleden’ van Sian Kloos, ‘De warmte van
Afrika’ van Christel Mallée en ‘Dead-end street’ van
Dilyse Buter. Wij zijn bijzonder trots op deze producten
en onze kunstenaars en danken alle
betrokkenen voor hun medewerking. Zie onze site
en bestel ze om te verzenden naar familie, vrienden
en kennissen of om complete setjes cadeau te
doen aan wie u die prachtige unieke kaarten gunt!
Nog een cadeautip
Geef ons laatste jubileumboek ‘Sterke portretten.
Wij hebben TSC’ cadeau aan familieleden, vrienden,
bekenden, buren, leerkrachten, begeleiders
enz. Te bestellen bij ons secretariaat en via de site
www.stsn.nl voor ? 15,- (die vanzelfsprekend weer
aan de STSN ten goede komt).
Periodieke schenking
tekst Hans Ploegmakers
Aan de STSN een schenking doen kan een interessant
fiscaal voordeel betekenen. Omdat de STSN
voor de fiscus een zogenaamde ANBI-status heeft
gekregen kunt u in één klap de STSN blij maken
en tegelijk zelf een fiscaal voordeel hebben.
Dat kunt u bijvoorbeeld via een akte van schenking
bij de notaris regelen. Voor informatie kunt u
altijd contact opnemen met onze penningmeester
Theo Rijkelijkhuizen.
Nieuwe ideeën en initiatieven voor sponsoring
blijven welkom!
Herfst 2008 | TSC Contact
Fiscaal voordeel bij schenkingen
Vanaf 1 januari 2008 is de STSN officieel aangemerkt
als Algemeen Nut Beogende Instelling
(ANBI). Dit betekent dat de STSN geen successierecht
of schenkingsrecht hoeft te betalen over
erfenissen en schenkingen. Op zich is er niet veel
veranderd, omdat de STSN ook al vóór 2008 was
aangemerkt als een ANBI. Maar er zijn nieuwe cri-
voor jongeren met TSC in de leeftijd van 15 tot en met 30 jaar voor
‘Je Zal Het Maar Hebben’
Miran van Weert diende een verzoek in bij BNN om aandacht te vragen voor TSC in het programma:
“Je Zal Het Maar Hebben”. In het onderstaande bericht van BNN staat alle informatie; spreekt het je aan?
Doe mee en geef je op!
Je Zal Het Maar Hebben is een BNN-programma
zonder poespas of drama, dat op een integere
manier een kijkje neemt in het leven van iemand
die uniek is. De afgelopen zeven jaar bezochten
presentatoren Patrick Lodiers en Ruben Nicolai,
gewapend met een gezonde dosis interesse en
nieuwsgierigheid, meer dan 175 jongeren.
Zonder gêne vertelden zij over hun ziekte, aandoening
of iets anders wat hen bijzonder maakt.
Ook dit jaar bereiden we weer een aantal nieuwe
afleveringen voor van 'Je Zal Het Maar Hebben.'
In één daarvan willen we aandacht besteden aan
jongeren met Tubereuze Sclerosis Complex.
teria bepaald en de ANBI-status is nu officieel vastgesteld
door de Belastingdienst. Voor u betekent
het dat u uw giften aan de STSN kunt aftrekken
van uw belastbaar inkomen. De belastingdienst
betaalt dus mee aan uw gift. Dat is goed nieuws,
want dat maakt uw schenking aan de STSN voordeliger
voor u. ■
oproep
● Ben jij een jongere in de leeftijd van 15 tot en
met 30 jaar?
● Heb jij een duidelijke vorm van TSC en kun je
daar goed over praten?
● Maak je ondanks alle shit iets leuks van je leven?
● En zou je op televisie jouw verhaal willen vertellen?
Dan kom ik graag met je in contact!
Stuur me een mail over jouw leven met TSC naar:
quirine.miedema@palmplus.com
Vergeet niet een leuke foto van jezelf mee te
sturen.
Meer informatie over het programma vind je op:
www.jezalhetmaarhebben.nl
OPROEP
Ik kijk uit naar je reactie!
Quirine Miedema, Team Je Zal Het Maar Hebben
Tel: 035 – 677 33 84
TSC Contact | Herfst 2008 11
12
de nieren
De nieren bij Tubereuze Sclerose Complex
Hoewel bij Tubereuze Sclerose Complex een veelheid van organen kan zijn aangedaan, hebben afwijkingen
in hersenen en nieren vaak de ernstigste gevolgen.
De nieren zijn twee organen (linker en rechter nier)
die aan de rugzijde boven in de buik hun plaats
hebben. De nieren bij volwassenen zijn roodbruine
boonvormige organen met een lengte van zo’n
11-12 cm.
De functie van de nieren is onder meer het bloed
te zuiveren van stoffen in het bloed en het uitscheiden
van vocht. Maar de nieren zijn ook
belangrijk bij de productie van rode bloedcellen,
het vitamine D metabolisme en de regeling van
de bloeddruk.
Omdat de nieren het bloed moeten zuiveren zijn
beide organen aangesloten op het slagaderlijke
systeem door een vrij grote nierslagader, voor elke
nier één. Nadat de nierslagader zich heeft vertakt
in talloze kleine vaatjes wordt het bloed gezuiverd
in kleine orgaantjes in de nieren, het zogenaamde
tekst dr. B.A. Zonnenberg; internist/oncoloog UMCU
vaatkluwentje (in medische termen glomerulus)
genoemd. Als de urine is geproduceerd wordt
deze afgevoerd door beide nieren afzonderlijk
via een klein buisje (de urineleider) naar de blaas.
De urineleiders lopen van de nieren boven in de
buik naar de urineblaas onder in de buik.
De afwijkingen in de nieren bij
Tubereuze Sclerose Complex
De gezwellen in de nieren ontstaan doordat zich
daar cellen nestelen die doorgroeien als bloedvaten
maar ook als spierweefsel en vetweefsel.
Deze gezwellen worden angiomyolipomen
genoemd. Als deze gezwellen wat groter worden
dan enkele millimeters dan ontstaan daar ook
bloedvaten in, die vaak slecht zijn aangelegd en
gemakkelijk kunnen gaan bloeden. De bloedvaten
die naar het angiomyolipoom lopen zijn kleine
slagaders waarin er sprake is van een relatief hoge
druk. Indien de angiomyolipomen een omvang
bereiken van 4 cm is er een redelijke kans dat
deze bloedvaten gaan lekken. Dit kan volkomen
spontaan ontstaan en aanleiding geven tot soms
ernstige bloedingen. Deze bloedingen vinden dan
in de nier plaats en kunnen zich dan uitbreiden in
het gebied rondom de nier. In een deel van de
gevallen (maar zeker niet in de meerderheid) kan
er wat bloed in de urine verschijnen. Meestal geeft
zo’n bloeding in een angiomyolipoom aanleiding
tot een scherpe pijn in de rug die soms naar de
voorzijde van de buik trekt. Veel TSC patiënten
herkennen de pijn van een bloeding als een verergering
van pijnklachten in de rug die ze al veel
vaker hebben gehad. Soms treedt bij zo’n bloeding
ook misselijkheid op.
Als de bloeding ernstige vormen gaat aannemen
kan de bloeddruk gaan dalen en ziet de patiënt er
bleek en klam uit. Ook is de patiënt vaak angstig
Herfst 2008 | TSC Contact
en onrustig. Bij patiënten met een enstige
geestelijke handicap worden vaak geen pijnklachten
geuit en is het zeer lastig om een bloeding op
grond van de klachten te ontdekken.
Een deel van de angiomyolipomen blijkt geen
neiging tot het ontstaan van bloedingen te hebben
en kan in de loop der jaren zonder veel klachten
doorgroeien tot enorme afmetingen.
Door zijn omvang kan dan zo’n groot angiomyolipoom
de nierfunctie gaan bedreigen.
Vaak heeft dit type angiomyolipomen dan ook
weinig grote bloedvaten. Op de CT-scan is soms
bij dit type angiomyolipomen minder aankleuring
met vaatcontrast te zien.
Behandeling
Soms wordt een poging ondernomen een
angiomyolipoom door middel van een operatie
te verwijderen. Doordat er vaak geen goede
scheiding is tussen gezond nierweefsel en het
angiomyolipoom gaat dit vaak ten koste van het
resterende gezonde nierweefsel.
De uroloog moet nogal eens tijdens de operatie
besluiten tot een volledige nierverwijdering.
Vaak zijn deze operaties ook techisch erg lastig en
treden er vaak ernstige bloedingen op. Omdat bij
Tubereuze Sclerose Compex beide nieren zijn aangedaan
worden operaties vrijwel niet meer toegepast
om niet gedwongen te worden tot een vroegtijdige
nierfunktie vervangende therapie zoals
hemodialyse. De behandeling die wereldwijd het
meest wordt toegepast is de embolisatie.
Bij een embolisatie worden de (vaak nog kleine)
slagaders die naar het angiomyolipoom gaan,
afgesloten.
Dit gebeurd door via de slagaders een klein slangetje
op te schuiven tot in de nier en dan met
behulp van röntgencontrast injecties de vaten te
vinden die het angiomyolipoom van bloed voorzien.
Mochten deze vaten zich daarvoor lenen
dan wordt met een klein metalen veertje of met
kleine bolletjes de bloedtoevoer afgesloten.
De bedoeling is dat het angiomyolipoom dan
afsterft. Het afgestorven weefsel zal dan in de
loop van de jaren langzaam verdwijnen.
De ingreep is minder risicovol dan een operatie
maar zeker niet zonder gevaren. Zeker als het
angiomyolipoom erg groot is bestaat er een
gerede kans dat allerlei stoffen vrijkomen die
aanleiding geven tot soms levensbedreigende
bijwerkingen.
Medicijnen
Omdat in de loop der jaren door moleculair
biologisch onderzoek precies het mechanisme
achter het ontstaan van TSC bekend is geworden,
is het mogelijk te zoeken naar een behandeling
met medicijnen.
Er zijn nu voorzichtige resultaten bekend geworden
die bij een deel van de patiënten
met Tubereuze Sclerose Complex enige gunstige
resultaten laten zien van behandeling.
Het medicijn sirolimus en enkele daarop lijkende
stoffen hebben bij een zeer beperkt aantal patiënten
aangetoond dat er een kans is op het laten
krimpen van de angiomyolipomen.
De komende jaren zal er veel onderzoek worden
verricht en is er zeker hoop voor de patiënt met
Tubereuze Sclerose Complex.
Omdat Tubereuze Sclerose Complex een aangeboren
ziekte is zal het wel nooit mogelijk worden
een patiënt te genezen maar misschien wel de
afwijkingen tijdelijk terug te dringen en ook de
gevolgen van de afwijkingen in de nier en misschien
ook elders te verminderen. ■
TSC Contact | Herfst 2008 13
14
ervaringsverhalen
TSC en niertransplantatie
6 april 1994 was ik de hele dag al niet lekker. Ik meldde me ’s morgens ziek. Ik werkte als leerling zieken-
verzorgende. De avond ervoor had ik een late dienst. Ik had toen al zoveel buikpijn en heb met moeite de
dienst afgemaakt. Ik had toen al een paar jaar last van een ‘wandelende nier’ waar ik al voor onder controle
stond bij de uroloog. Ik ben voor onderzoeken naar het ziekenhuis gegaan. Omdat ze niets vonden ben ik
weer naar huis gestuurd.
Laat op de avond begon ik heel erg over te geven.
Met spoed brachten mijn ouders mij naar de EHBO
van het MCA (Medisch Centrum Alkmaar), na telefonisch
contact met mijn uroloog, die dienst had.
Mijn ouders hebben mij met veel moeite in de auto
gekregen en bij bewustzijn gehouden, want ik
dreigde weg te zakken. Na diverse onderzoeken
op de EHBO, kwam ik op de intensive care terecht.
Ik had een nierbloeding en ze wisten niet of ik
het zou overleven. Vele zakken bloed later werd ik
redelijk stabiel. ’s Morgens werd ik met spoed
geopereerd en werd mijn rechternier geheel
verwijderd. Ik had een spontane nierbloeding
gehad door lypomen! Na een paar dagen bijkomen
op de intensive care en de afdeling urologie,
mocht ik weer naar huis. Daar heb ik nog een half
jaar geestelijk en lichamelijk moeten ‘bijkomen’
voor ik weer aan het werk kon. Dit werk was te
zwaar en na wat probeerpogingen ben ik toen
afgekeurd voor dit werk.
Voor de transplantatie;
ondanks een streng dieet toch ‘uit eten’
tekst en foto’s Marjon Wanders
Ik heb de opleiding tot receptioniste gedaan,
zodat ik te allen tijde zittend werk kon doen.
Werk vinden was erg moeilijk! Ze wilden geen
parttimer. Ik vond dit echt heel frustrerend!
Ik kwam bij de uroloog van het AMC (Academisch
Medisch Centrum, Amsterdam) terecht. Deze heeft
uit mijn linkernier diverse lypomen verwijderd.
Ik wist al die tijd niet dat ik TSC had. Artsen stonden
er ook niet bij stil! Ik bleef diverse jaren onder
controle bij deze uroloog. In juli 1999 kreeg ik
plotseling een spontane klaplong en werd met
spoed opgenomen in het MCA. Na een week ben ik
weer ontslagen en revalideren was best zwaar,
omdat ik al een matige nierfunctie had. In
augustus 2000 kreeg ik opnieuw een klaplong aan
dezelfde long! Deze keer werd ik opgenomen in
het MCA en na een dag vervoerd naar het AMC.
Een maand lang ben ik opgenomen geweest.
Ik moest een operatie ondergaan.
Ze hebben de long toen geplakt. Er is ook een
longbiopsie gedaan. Ik was een week thuis, toen
mijn andere long klapte. Weer ben ik toen met
spoed opgenomen in het AMC. Ook deze keer is
de long geplakt. Niet onder narcose, maar
‘gewoon’ op de afdeling. Via de longdrain werd er
een steriele ontstekingsvloeistof ingebracht!
Dit gaat tussen het longvlies en het
ribbenkastvlies zitten en laat deze door de steriele
ontsteking aan elkaar groeien. Deze vloeistof blijft
een uur zitten en de procedure werd drie dagen
achter elkaar gedaan. Het is erg pijnlijk om zo een
long te plakken. Geestelijk was ik een wrak na
deze periode. Gelukkig had ik een goede achterban
met lieve ouders en vrienden!
Jaren bleef het goed gaan met mijn longen.
Herfst 2008 | TSC Contact
Mijn nierfunctie ging langzaam achteruit.
Ik had een streng dieet en kon bijna geen normaal
voedsel meer eten, want de nier werkte slecht.
Daardoor belandde ik bij de poli nefrologie.
Hier is, in 2000, na diverse onderzoeken door een
alerte arts vastgesteld, dat ik TSC2 had!
Ik kon niet meer werken. Dit was erg moeilijk te
accepteren. Ik was mezelf wel aan het ontwikkelen
met scholing. Dit was erg zwaar voor mij en ik heb
er langer over gedaan om diploma’s te behalen.
Ik woonde al sinds 2000 op mezelf, en met de
nodige thuis- en mantelzorg kon ik ook zelfstandig
blijven wonen. Als jonge vrouw afhankelijk zijn
was moeilijk te accepteren. Ik heb wel geluk gehad
met mijn hulpen. Allen waren goed en zeer
empatisch.
Na diverse verhuizingen (met medische urgentie),
kwam ik in een ruime flat terecht, waar ik, als het
nodig werd, kon dialyseren. Dit is niet gebeurd,
omdat mijn lichamelijk conditie zo slecht was
geworden. In 2001 was mijn nierfunctie tussen
6% en de 10%. Ik lag alleen maar op bed en ging
elke dag heel even met mijn moeder de deur uit.
Ik kon amper meer lopen en na nog geen 500
meter was ik helemaal op. Ik was continue misselijk
en ziek. Het was overleven! Een niertransplantatie
was de enige optie en de wachtlijst is te lang
(plm. gaan er 4 wachtenden dood per week!),
waardoor familietransplantatie ter sprake kwam.
Na onderzoek bleek mijn moeder het meest
geschikt.
De spannende fase van heel veel onderzoeken bij
mijn moeder en mij was begonnen.
Mijn moeder vond het heel vanzelfsprekend dat ze
dit deed. Voor mij was het moeilijk om er mee om
te gaan, want er laat toch een gezond iemand in
zich snijden voor mij. We hebben hier veel samen
over gesproken, ook met maatschappelijk werk,
zodat alles gezegd werd. Want stel dat het mis
gaat? Hoe ga je daar mee om? Na maanden onderzoek
en gesprekken kon de transplantatie op
21 oktober 2002 plaatsvinden. Mijn moeder ging
‘s morgens vroeg als eerste de OK in. Dit was voor
mijn vader, broer, schoonzus en mij heel moeilijk
en spannend! Gelukkig mochten ze bij mij zijn en
konden we deze gevoelens samen delen!
De operaties van ons beiden zijn goed verlopen.
Ik merkte meteen dat de nier zijn werk deed!
Dit was een openbaring. Gewoon weer een bruine
na de transplantatie; zonder dieet heerlijk
genieten van allerlei lekkers
Marjon als chauffeuse op het werk
boterham met kaas eten was hemels! De revalidatie
van ons ging snel en goed! Ik begon snel op te
knappen en ging na een jaar de re-integratie in.
Ik heb bij het UWV (Uitvoeringsorgaan Werknemers
Verzekeringen) gevraagd of ik begeleid kon
worden door de patientendesk van de nierpatiëntenvereniging,
want dit is een officieel re-integratiebureau.
Hier begrijpt men veel beter de beperkingen
van een nierpatiënt.
Na verloop van tijd met diverse werkplekervaringen
ben ik begonnen met de opleiding tot
buschauffeuse, want in mijn eigen branche was
geen werk te vinden! Deze opleiding was zwaar en
TSC Contact | Herfst 2008 15
intensief, maar met goede ondersteuning van mijn
ouders, vriend en NVN (NierpatientenVereniging
Nederland) heb ik alle benodigde papieren
gehaald. Ik ben eind 2005 begonnen met werken
als chauffeuse. Dit was erg zwaar. Ik moest wennen
aan het arbeidsproces, na tien jaar aan de zijlijn
te hebben gestaan! Ik werk nu drie dagen in de
week en heb er veel plezier in. Meer werken is niet
Tekst: F.J. Bemelman, MD, PhD, Dept. of Nephrology, A.M.C., Amsterdam
“Tubereuze Sclerose Complex is een ziekte die zich geven. De bloedgroepen van Marjon en haar moe-
kenmerkt door een combinatie van o.a. uitwendige der kwamen overeen. Toen volgde nog een span-
huidkenmerken, neurologische afwijkingen en nende tijd met vele onderzoeken bij moeder om aan
afwijkingen in de nieren: angiomyolipomen.
te tonen dat haar beide nieren uitstekend waren. De
Angiomyolipomen bestaan uit vaatkluwens met vet voordelen van een donornier van een levende donor
en spiercellen. Naarmate deze angiomyolipomen zijn groot. Ten eerste zijn het bijna altijd heel goed
groter worden, neemt de kans toe dat ze klachten werkende nieren. Ten tweede is de overplantings-
geven. Angiomyolipomen in de nier kunnen bloeschade minimaal. Daarnaast kun je de transplantaden
en ook flankpijn geven. Daarnaast geven ze tie plannen en in het geval van Marjon, uitvoeren
soms hypertensie. In een klei-
juist voordat ze zou moeten
ne minderheid van de gevallen
dialyseren. Op deze wijze
ontaarden ze kwaadaardig.
omzeil je de wachttijd voor
Marjon had in beide nieren
een nier van een overleden
angiolipomen en cystes. In
persoon, die gemiddeld vier
1994 was het noodzakelijk om
jaar bedraagt. Als laatste past
de rechter nier te verwijderen
het weefseltype van moeder
in verband met een levensbe-
minstens voor de helft bij dat
dreigende nierbloeding. Ook
van haar kind. Een niertrans-
in de linkernier traden bloeplantatie
kan natuurlijk misdingen
op. Er is geprobeerd de
linkernier te sparen door
Angiomyolipomen
gaan. Er kan thrombose optreden
of een afstoting. Gelukkig
selectief de angiolipomen te
is die kans klein. Marjon heeft
verwijderen. Hierna was de nierfunctie sterk vermin- geen afstotingsepisode doorgemaakt. Het ging
derd. Toen Marjon in 2000 tweemaal een klaplong meteen goed. Marjon heeft een uitstekende nier-
doormaakte, heeft men uitvoerig onderzoek functie en voelt zich veel beter dan voor de trans-
gedaan. Hieruit bleek dat zij op chromosoom 16 plantatie. Zij moet elke dag medicijnen gebruiken,
een stukje miste, waardoor zij een mengvorm heeft die verhinderen dat de nier afstoot. Deze medicij-
van tubereuze sclerose complex en cystenieren. nen hebben wel wat bijwerkingen o.a. dat ze iets
Gezien het feit dat verder in de familie niemand was gevoeliger is voor infecties, doch Marjon kan hier
aangedaan, betreft het hier een spontane mutatie. goed mee omgaan. In 2004 is de achtergebleven
In 2001 was de nierfunctie zo achteruitgegaan, dat linker restnier ook verwijderd. Dit om verdere bloe-
Marjon aan nierfunctievervangende behandeling toe dingen of andere problemen met deze nier te voor-
was. Haar moeder had aangeboden een nier te komen”. ■
16
mogelijk, daar ik toch altijd mijn beperkingen
houd. Mijn man en ouders moeten mij nu ook
ondersteunen, want als ik drie dagen achter elkaar
gewerkt heb, red ik bijvoorbeeld het strijken of de
boodschappen niet. Als chronisch zieke moet je
altijd een stapje harder lopen dan ‘de gezonde
mens’. ■
Herfst 2008 | TSC Contact
TSC en dialyse
Wanneer minder dan 10 procent van de nieren het nog doet, wordt het lichaam langzaam vergiftigd.
De nieren zuiveren het bloed onvoldoende. Dat zuiveren moet dan kunstmatig gebeuren door dialyse.
Jan Beek vertelt, in een openhartig verhaal, over de problematiek van TSC en de verminderde nierfunctie
van zijn dochter Ria.
Onze dochter Ria is 45 jaar oud; Ria heeft TSC.
Ria is 16 jaar geleden uit huis geplaatst en woont
in een woonbegeleidingscentrum; overdag gaat ze
naar een activiteitencentrum. In de weekenden
komt ze van vrijdagavond tot maandagmorgen
naar huis.
De aandoening TSC openbaart zich bij Ria o.a. in
afwijkingen in de nieren; Ria heeft geen nierfunctie
meer en wordt daarvoor gedialyseerd. Toen ze
bijna 30 jaar oud was kreeg ze de eerste nierbloeding
met veel pijn en bloedverlies.
De bloeding stopte na enkele dagen spontaan en
ze werd ontslagen uit het ziekenhuis. Twee à drie
maanden daarna werd een echo gemaakt en volgens
de internist zag alles er goed uit. De gezwellen
waren zichtbaar op de echo maar daar werd
niets aan gedaan. In oktober 1996 volgde de tweede
nierbloeding; Ria had wederom veel pijn en verloor
veel bloed. Het bloedverlies werd aangevuld
met bloedtransfusies. De rechter nier was niet
meer te redden en werd verwijderd. Na deze
ingreep was Ria er slecht aan toe. Langzamerhand
is ze hersteld en we kwamen in contact met
dr. Zonnenberg.
Begin 1997 had Ria haar eerste embolisatie.
Een derde nierbloeding volgt in oktober 1997;
na een redelijk herstel wordt ze in februari 1998
opnieuw opgenomen voor wederom een embolisatie.
Haar hele nier is een krater vol bobbels en
gaten. Het creatinegehalte gaat steeds ophoog en
dat wijst op een vermindering van de nierfunctie.
Ria heeft nu ook gezwellen in haar eierstokken.
Toch heeft ze enkele jaren met veel pijn en veel
onderzoeken redelijk goed doorgebracht.
In juni 2003 gaat het weer mis; opnieuw heeft
Ria een nierbloeding; opnieuw wordt ze geëmboli-
tekst en foto Jan Beek
Ria... 'een lieve meid'...
Ria aan de dialyse
seerd.
Na een controle in het UMCU, op weg naar huis
gaat het plotseling niet goed. Met spoed wordt
Ria opgenomen op de afdeling Intensive Care van
het ziekenhuis in Roermond. De waarden van haar
bloed zijn zeer verontrustend: het creatinegehalte,
het kalium- en natriumgehalte wijzen erop dat dialyse
naderbij komt. Ze krijgt ook steeds meer pijn
in haar armen en benen. Om op alles voorbereid te
zijn, wordt begonnen met het plaatsen van een
shunt in haar linker arm. Een shunt is een aansluiting
voor aan- en afvoer van het bloed in de ade-
TSC Contact | Herfst 2008 17
en van haar lichaam. Haar aderen zijn nogal
nauw, waardoor het verschillende keren niet gelukt
is de shunt te plaatsen.
In augustus 2005 wordt besloten om te beginnen
met de dialyse. Haar nierfunctie is dan nog maar
9%. Er wordt begonnen met drie keer per week,
twee uur dialyse. Langzaam wordt de tijd van de
behandeling opgevoerd. Haar linker nier blijft zitten
in haar lichaam en werkt nog een beetje mee.
Bijna twee jaar hebben we geprobeerd dit vol te
houden; het zat allemaal niet mee: dan werkte de
shunt niet goed, lag te diep of lukte de dialyse
niet. Veel pijn en verdriet heeft dit allemaal voor
haar betekend. In maart 2007 kreeg Ria in haar
linker nier weer een bloeding; deze bloeding was
niet te stoppen. Er werd besloten om te slagader
naar haar nier dicht te maken waardoor de nier af
TSC en embolisatie
Gert-Jan woont in Andel, een dorp gelegen aan de
dijk aan de Maas. Het huis ligt beschut, verscholen
tussen groen. Binnen wacht mij een warm onthaal:
Gert-Jan samen met zijn vader en moeder.
18
Gert-Jan -echte fan van Metallica-
zou sterven. Prompt kreeg ze te maken met een
ontsteking en in enkele dagen werd er, middels
drains, 61 /2 liter vocht afgetapt.
Het is een lijdensweg geweest voor haar en ook
voor ons als ouders.
Op het ogenblik gaat het redelijk met haar, maar
ze leeft met veel beperkingen. Ze mag niet meer
dan 11 /2 liter vocht per dag en ze volgt een kaliumarm,
natriumarm en eiwitarm dieet. Daarbij moet
ze zich strikt houden aan de dagen en uren waarop
ze wordt gedialyseerd en dat valt altijd niet
mee want ze is autistisch en kan heel kwaad worden.
Voor transplantatie komt Ria niet in aanmerking
want het risico op complicaties is te groot.
Toch is Ria een lieve meid, we zouden haar niet
willen missen en we willen graag met haar zo plezierig
mogelijk ons leven leven. ■
Bij TSC kan er sprake zijn van afwijkingen (gezwel-
len) in o.a. de nieren, met ernstige gevolgen.
Deze gezwellen worden angiomyolipomen genoemd.
Wanneer ze in omvang toenemen ontstaan er bloed-
vaten in, die gemakkelijk kunnen gaan bloeden.
Embolisatie is een behandeling waarbij de bloedva-
ten van het angiomyolipoom worden afgesloten.
Dit gebeurt met behulp van een metalen veertje of
bolletjes. Gert-Jan van Stigt onderging een aantal
keren een embolisatie. Hij vertelt u zijn verhaal.
tekst Haike Doornbos foto Gijs van Stigt
Gert-Jan is de oudste zoon in het gezin van Stigt;
hij is 38 jaar. Gert-Jan kreeg, toen hij 10 maanden
oud was, koortsstuipen. Volgens de kinderarts van
het ziekenhuis te Gorinchem viel het allemaal wel
Herfst 2008 | TSC Contact
mee en dat bleek in eerste instantie ook zo te zijn.
Gedurende drie jaar gaat alles goed, maar dan
krijgt Gert-Jan weer last van epileptische aanvallen.
Hij wordt opgenomen in het Academisch
Ziekenhuis te Utrecht; daar wordt na negen weken
de diagnose TSC vastgesteld. Zijn moeder vertelt:
“Gert-Jan had er net een broertje bij gekregen.
Op onze vraag wat dit zou betekenen voor Erik en
een eventueel volgend kind was het antwoord van
de arts dat hij dat niet wist en wilde nagaan of het
misschien alleen bij jongens voorkwam; abortus
was altijd nog een optie.
Dit kwam hard aan en ook was het moeilijk te
begrijpen voor onze omgeving.
In 1975 doet dr. Fleury onderzoek naar TSC;
ook de familie van Stigt meldt zich aan.
Uit de onderzoeken blijkt dat Gert-Jan o.a. plekjes
in zijn nieren heeft; vooral in zijn rechter nier.
De jeugd van Gert-Jan speelt zich af in Andel;
kleuterschool, een jaar lagere school en later de
landbouwschool, daar tussen vijf jaar LOM school
te Waalwijk.
En zijn favoriete sport: voetbal! Allemaal beschut
onder aan de dijk.
In 1987 gaat het niet goed met Gert-Jan; hij plast
bloed. Er volgt een opname in het ziekenhuis te
Utrecht. Daar krijgt Gert-Jan een grote nierbloeding
in zijn linker nier en raakt in shock. Zijn toestand
is kritiek. Toeval of niet: als Gert-Jan een
week in het ziekenhuis ligt, komt er een arts naar
hem kijken. Deze arts is nog een aantal uren in
Nederland voordat hij weer naar Amerika vliegt.
Hij stelt voor om Gert-Jan te emboliseren. Zijn
ouders stemmen in met het voorstel; zij hebben
geen keuze.
De embolisatie geschiedt niet onder narcose en
zal pijnlijk zijn. Er wordt een catheter ingebracht.
Een bezigheidstherapeute begeleidt hem tijdens de
embolisatie.
Het herstel verloopt moeizaam: de catheter raakt
regelmatig verstopt vanwege het weefsel wat
afsterft en afgevoerd wordt, maar na drie weken
ziekenhuis wordt Gert-Jan eindelijk ontslagen!
Drie jaar na de embolisatie krijgt Gert-Jan moeilijkheden
met plassen. Het blijkt dat zijn plasbuis drie
jaar daarvoor, dusdanig beschadigd is geraakt, dat
deze is dichtgegroeid. Een verruimende operatie
biedt uitkomst.
In 1995 volgt er weer een nierbloeding in zijn linker
nier. De bloeding stopt in eerste instantie niet
en er wordt gesproken over het verwijderen van de
nier. Toch wordt er, na een aantal dagen, gekozen
voor embolisatie. Na veel pijn en bijna 3 weken
ziekenhuis hervat Gert-Jan zijn werkzaamheden.
Daarna wordt Gert-Jan, na controle in het UMCU,
een aantal keren uit voorzorg geëmboliseerd.
Pijnlijke ervaringen met veel complicaties. Nieuwe
technieken doen hun intrede en het inbrengen van
een catheter blijkt in 2003 niet meer nodig.
Anno 2008 gaat het goed met Gert-Jan.
Hij voelt zijn linker nier wel: deze is bobbelig; niet
meer glad.
Soms geeft dat een belemmering tijdens zijn werk;
Gert-Jan werkt in een bloemenkwekerij en bij bukken
kan de nier storend zijn. Hij gaat met plezier
naar zijn werk; soms mist hij het contact met de
collega’s van vroeger.
Zij hebben plaatsgemaakt voor ‘buitenlandse’
collega’s. Deze hebben soms moeite met de
Nederlandse taal.
De eerste nierbloeding heeft zijn leven erg
veranderd. Voetballen werd een te groot risico.
Hij heeft geleerd zich zelf te vermaken,
computer spelletjes, voetbal kijken op TV.
Feyenoord is zijn favoriete club. Ook brengt hij
veel tijd door met het luisteren naar hardrock
muziek. Af een toe gaat hij met zijn vader of zijn
boer naar De Kuip of een hardrock concert b.v.
Metallica. Het heeft jaren geduurd voor hij weer
naar het voetbalveld wilde om bij het ‘eerste van
Ael’ te kijken.
Gert-Jan heeft twee kleine nichtjes. Vooral de oudste
vindt het leuk als Gert-Jan leuke dingen met
haar onderneemt.
Warm is het afscheid na het gesprek met Gert-Jan
en zijn ouders; Gert-Jan heeft een eigen mening,
doet graag z’n eigen ding en is altijd optimistisch!
Hij gaat ervoor! ■
TSC Contact | Herfst 2008 19
De belevenissen van Lucas
Getrouwd met Walter en samen hebben ze twee kinderen: Laura van acht jaar
en Lucas van vijf. Lucas heeft TSC.
20
Samen zwemmen!
Waterpret!
column
Ik ben de drempel over! Lucas zit op zwemles bij de
Vereniging Aangepast Sporten Haaksbergen. Twee
vliegen in één klap: hij leert leeftijdsgenootjes kennen
uit ons dorp èn hij kan er zijn zwemdiploma
halen. Het is echt een geweldige vereniging met veel
vrijwilligers, waardoor hij de aandacht krijgt die hij
nodig heeft.
We zijn eerst gaan kijken op een avond, tenminste
dat was de bedoeling. Voor de zekerheid had ik wel
een zwembroek en handdoek meegenomen. Maar
goed ook, want na ongeveer een kwartiertje kijken
werd aan Lucas gevraagd of hij zelf ook wilde zwemmen.
Nou, dat liet hij zich geen twee keer zeggen!
Zijn gezicht straalde van oor tot oor en hij wist niet
hoe snel hij zijn zwembroek aan moest doen. Wij
mochten aan de kant kijken en wat we zagen was
een kereltje dat er ontzettend veel plezier in had.
tekst en foto Lieseth Kormelink
Dit deed ons zo goed. Lucas voelde zich er direct
thuis. Hij was zo enthousiast dat hij soms voor zijn
beurt al het water in sprong. Uiteraard werd hij hierin
gecorrigeerd door zijn begeleidster. Ook dit is
goed voor hem: leren dat er bepaalde regels zijn
waaraan hij zich dient te houden zonder dat hij daarbij
“ontploft”. Dit wil nog wel eens gebeuren zowel
thuis als op school. Ik moet wel zeggen dat het
steeds beter gaat met het reguleren van zijn emoties.
’s Avonds toen ik hem naar bed bracht, vroeg hij mij
of hij morgen weer naar de zwemles mocht… ■
Herfst 2008 | TSC Contact
STSN-er
Theo Rijkelijkhuizen
Zou jij je aan de lezers willen voorstellen?
Ik ben Theo Rijkelijkhuizen, 56 jaar en woon in
Oud Ade. Ik ben 33 jaar getrouwd met Gerrie
Slingerland, we hebben 3 kinderen, een dochter en
twee zoons, schoonkinderen, en ben inmiddels de
trotse opa van 2 kleinzoons.
Kun je jezelf in vier woorden omschrijven?
Nuchter, zakelijk, precies en positief.
Wat is je relatie met de STSN?
Sinds vijf jaar ben ik penningmeester van de STSN,
ik doe dit werk als vrijwilliger, heb geen TSC, ook
niet in de familie. Het is fijn deel uit te maken van
een professioneel bestuur, waar, door grote inzet
van iedereen, veel wordt bereikt.
Werk je ook en hoe geef je daar invullig aan?
Tot 2003 was ik samen met mijn echtgenote eigenaar
van een Assurantiekantoor in
Roelofarendsveen. In dat jaar hebben wij ons
bedrijf verkocht wegens gebrek aan opvolging.
Sindsdien ben ik partime werkzaam als financieel
adviseur bij een drie-tal ondernemingen.
Heb je nog tijd voor hobby's?
Tegenwoordig heb ik ruim tijd voor hobby's: tuinieren,
fietsen met Gerrie en vrienden, koken en
gezelligheid met de kinderen en kleinkinderen.
Hoe breng je het liefst de vakantie door?
Samen met Gerrie in Zuid Frankrijk, aan de zee,
met een boek en een goed glas wijn.
Wat was de aanleiding dat je je als vrijwilliger
aanmeldde bij de STSN?
Tot 2003 had ik geen tijd voor vrijwilligerswerk,
door de grote drukte in ons eigen bedrijf, daarna
vond ik dat er tijd vrij gemaakt kon worden.
De STSN heb ik gekozen omdat deze Stichting pro-
stsn-er in beeld
fessionaliteit uitstraalt. Het bestuur en vrijwilligers
zetten zich allemaal volledig in.
Hoe denk je over de STSN?
Theo Rijkelijkhuizen
Bij de STSN worden de belangen van alle donateurs/leden
met TSC optimaal behartigd. Dit kan
omdat we een kleine patiëntenvereniging zijn
waar de drempel laag is en de lijnen kort zijn.
Omdat we meegroeien met nieuwe ontwikkelingen
in de maatschappij (zie o.a. de vernieuwde website),
zijn we klaar voor de toekomst.
Wie zou je graag als volgende persoon willen
aanmelden voor deze rubriek en waarom?
Ik zou graag dhr. Bart van der Ploeg, echtgenoot
van bestuurslid Jacquelien van de Ploeg, willen
voordragen voor de volgende “STSN-er in beeld”. ■
TSC Contact | Herfst 2008 21
In gesprek met Tim Noortman
Het is een bekend gegeven dat juist mensen met
een overvolle agenda er vaak in slagen een gaatje te
vinden om iets extra’s te doen. Zo iemand is Tim
Noortman ook. Antwoord op emails volgt vrijwel
per ommegaande, soms vanuit het buitenland.
Met afspraken, ook over de telefoon, wordt zeer
punctueel omgegaan. Als je efficiënt werkt, heb je
meer tijd om dingen te doen.
We ontmoeten elkaar bij mij thuis in Rotterdam.
Het eerste wat Tim opvalt, is dat de stijl van de
glas-in-looddeur bij de entree niet past bij het huis.
Klopt: rond 1920 is van 2 voordeuren 1 gemaakt,
het huis is gebouwd in 1870 en bestond uit een
gescheiden boven- en benedenwoning. Hij verraadt
zich meteen als zoon van Robert Noortman, de
bekende kunsthandelaar die in 2007 plotseling
overleden is. Hij houdt van oude huizen met mooie
authentieke details. Zelf woont hij in het centrum
van Amsterdam, zijn huis heeft een heel klein
oppervlak en telt 5 verdiepingen vertelt hij.
“Als je goed geordend bent, valt het reuze mee met
traplopen.”
Van piloot tot strategy consultant
Een aantal jaar geleden maakte Tim Noortman een
nogal radicale carrièreswitch. Naast zijn werk als
professioneel piloot voor o.a. Martinair is hij econo-
22
Tim Noortman
interview
Meer bekendheid geven aan TSC en de STSN, dat is
een kerndoel waar veel beleid en activiteiten van
de STSN op gericht zijn. Sinds kort is daar het
Comité van Aanbeveling bijgekomen. Hier neemt
een aantal mensen in deel die bekend zijn of een
positie in de samenleving hebben waardoor zij bij
een breder publiek aandacht kunnen vragen voor
TSC. Tim Noortman, voorzitter van de Stichting
Michelle, is onlangs toegetreden. In gesprek met
hem over verschillende onderwerpen ontstaat het
volgende beeld.
tekst en foto Cora Moret
mie gaan studeren en haalde in 2007 zijn MBA.
Nu is hij strategy consultant bij OC&C. Tim legt uit
wat dit inhoudt: advies geven aan grote bedrijven
en organisaties op verschillende beleidsterreinen
gericht op o.a. het vergroten van effectiviteit, groei
en winst. Onder bedrijfsstrategie valt bijvoorbeeld
ook overnames. En het adagium van deze tijd is wel
‘eten of gegeten worden’. Daar zijn heel wat adviseurs
en consultants bij nodig. Ieder bedrijf en ieder
probleem is weer uniek en vraagt om een specifieke
oplossing. Maatwerk is de filosofie. De link naar de
STSN is snel gemaakt. Mensen met TSC hebben
dezelfde aandoening, maar veel verschillende problemen.
Als patiëntenorganisatie probeert de STSN
daar steeds beter op in te spelen en maatwerk te
leveren.
Stichting Michelle
Tim Noortman zit vanaf de oprichting in 1999 in
het bestuur van Stichting Michelle, sinds 2004 als
voorzitter. Het bestuur is uitgebreid tot 7 mensen,
waaronder een professioneel belegger. Stichting
Michelle is een beleggingsfonds. De opbrengsten
van de beleggingen komen ten goede aan onderzoek
naar TSC. Dat is de grondgedachte geweest
van Robert en Angelique Noortman, de ouders van
Michelle, het halfzusje van Tim, nu 13 jaar. Er is
Herfst 2008 | TSC Contact
nog zoveel onbekend over de complexe aandoening
TSC; het is van groot belang dat er geld komt voor
onderzoek waarmee therapieën en behandelingen
mogelijk worden die mensen met deze ziekte een
beter toekomstperspectief kunnen bieden. In het
TSC Contact wordt u regelmatig op de hoogte
gehouden van onderzoeken die financieel ondersteund
worden door Stichting Michelle. Ik vraag Tim
wat in grote lijnen het besturen van de Stichting
inhoudt. Dat is drieledig zegt hij kort en krachtig:
geld binnenhalen, goed beleggen (dus vermeerderen)
en uitgeven. Daar heb je goede, professionele
mensen voor nodig met knowhow op verschillende
gebieden. Dat gebruik kan worden gemaakt van het
uitgebreide netwerk van Robert Noortman heeft
zeker bijgedragen aan het succes tot nu toe.
Samenwerking
De laatste jaren is de samenwerking tussen
Stichting Michelle en STSN geïntensiveerd. Niet helemaal
toevallig vanaf de tijd dat Hans Ploegmakers
als secretaris is toegetreden tot het bestuur van
Stichting Michelle. Het is duidelijk dat beide hiervan
profiteren. Tim noemt als voorbeeld het toegang
hebben tot de achterban van de STSN als mogelijke
onderzoeksgroep. Het kunnen gebruiken van
elkaars netwerken, kennis en ervaring. Het stimuleren
van onderzoek is voor de STSN uiteraard ook
van groot belang. Een mes dat aan vele kanten
snijdt kortom.
Michelle
Op 6-jarige leeftijd heeft Michelle als eerste TSC
patiënt epilepsiechirurgie ondergaan. En met succes.
De aanvallen bleven weg en de medicatie kon
afgebouwd worden. Ik vraag Tim hoe het nu met
Michelle gaat. Helaas zijn de aanvallen vorig jaar
teruggekomen en gebruikt ze weer medicijnen, vertelt
hij. Waardoor is niet duidelijk. De puberteit kan
er mee te maken hebben, maar misschien ook spanning
door verhuizing en verandering van school.
Verder gaat het heel goed met haar, een echte 13jarige.
Ze heeft soms moeite met het maken van
een goede inschatting. Als ze iemand leuk vindt,
kan ze weleens wat overenthousiast zijn.
Comité van aanbeveling
Het is nog vrij recent dat Tim Noortman nu samen
met Monique Velzeboer het Comité van Aanbeveling
vormt. Het is de bedoeling dat hier nog één, liefst
twee mensen bij gaan komen. Met de voorzitter en
penningmeester van de STSN is onlangs een avond
gebrainstormd over de wederzijdse verwachtingen
en mogelijkheden. Welke ideeën heeft Tim
Noortman? Hij ziet het Comité van Aanbeveling als
een logische stap: “De STSN heeft zoveel gedaan en
opgebouwd in ruim 25 jaar. De professionaliteit die
zij heeft ontwikkeld, daar wil ik graag voor instaan
en mij daar namens Stichting Michelle aan verbinden.”
Professionaliteit die aanbevelenswaardig is.
Met het onder een breder publiek bekend maken
van TSC en de STSN is zeker nog veel winst te behalen.
Er zijn nog steeds mensen bij wie pas laat de
diagnose wordt gesteld. Meer naamsbekendheid is
ook van belang voor de aanwas van meer vrijwilligers
en meer donateurs. Daar wil hij zich graag met
passie en toewijding voor inzetten.
Mooie woorden, die niet bij woorden zullen blijven
is de indruk na dit boeiende gesprek. ■
[advertentie]
"Wat we niet weten
kunnen we niet genezen"
Stichting Michelle (partner van de STSN)
steunt projecten die één of meer
van de volgende doelstellingen nastreven:
| de diagnostiek van TSC verbeteren
| het TSC-ziekteproces leren kennen
en doorgronden
| gerichte behandeling van de
aandoening
www.stichtingmichelle.nl
TSC Contact | Herfst 2008 23
24
onderzoek
Onderzoek naar effect van ontstekingsprocessen op ontstaan epilepsie
Een ontsteking met kwalijke gevolgen?
Er zijn aanwijzingen dat ontstekingsprocessen in de hersenen na een eerste status epilepticus bijdragen aan
het ontstaan en chronisch worden van epilepsie. Maar duidelijke aanwijzingen zijn nog geen bewijs. Daarom
zoekt neurowetenschapper Jan Gorter naar concrete antwoorden. Ratten die ontstekingsremmers krijgen,
gaan hem daarbij helpen.
Jan Gorter
DNA-chips
Gorter: “In ratten wekken we een status epilepticus
op, een heftige gegeneraliseerde epileptische aanval.
Na die aanval hebben ratten ogenschijnlijk
nergens last van. Totdat ze na één, twee weken
toch ineens spontaan aanvallen beginnen te krijgen.
Kennelijk zet die eenmalige, stevige epileptische
aanval een proces in de hersencellen in gang,
dat na enkele weken leidt tot die epileptische aanvallen.”
Wat geberut er precies in die ‘stille’ periode?
Gorter deed daar al eerder onderzoek naar
met microarrays, ook wel DNA-chips genoemd:
“Met die microarrays kun je in één keer de activiteit
van heel veel genen van de betrokken hersencellen
tegelijkertijd in beeld brengen. Dat doe
je vóór en
bron Episcoop 2/2008 tekst Pieter Lomans foto Frank van Dam
ná het opwekken van een status epilepticus.
Dan krijg je twee overzichten, die voor een deel
van elkaar verschillen.” Die verschillen zijn belangrijk,
omdat het gedrag van een cel wordt bepaald
door de activiteit van de genen en eiwitten.
Als je precies te weten wilt komen welke processen
plaatsvinden in die ‘stille’ periode, moet je in
kaart brengen welke genen en eiwitten na zo’n
status epilepticus actief zijn geworden. Of welke
ineens niet meer meedoen. Gorter: “We konden
aan het verschil tussen de twee profielen duidelijk
zien dat snel na zo’n status epilepticus heel veel
ontstekingseiwitten actief worden. Kennelijk ontstaat
er dus een stevige ontsteking in de hersencellen.”
Herfst 2008 | TSC Contact
Even dimmen
Die ontsteking ligt eigenlijk voor de hand. Bij een
status epilepticus vindt een intense ‘kortsluiting’
in de hersenen plaats, waarbij cellen elkaar heel
sterk en ongecontroleerd prikkelen. Die overprikkeling
– die vooral tot stand komt door de stof
glutamaat – leidt tot schade, waardoor cellen
afsterven en opgeruimd moeten worden. Dat
gebeurt voor een deel door het ontstekingsproces.
Met steun van het Nationaal Epilepsie Fonds
onderzoekt Gorter nu of dat ontstekingsproces
inderdaad een rol speelt in de ontwikkeling van de
epilepsie, in de epileptogenese. Een heel belangrijke
regisseur in het ontstekingsproces is het eiwit
COX2. Dit eiwit jaagt het proces op door zelf weer
allerlei andere ontstekingsstoffen te activeren.
Gorter: “De farmaceutische industrie heeft stoffen
ontwikkeld waarmee dit COX2-eiwit heel selectief
kan worden geremd. Eén van de bekendste remmers
is het aspirientje. Soortgelijke stoffen willen
we gebruiken om direct na de opgewekte status
spilepticus het COX2, en daarmee het ontstekingsproces,
af te remmen. Werkt die COX2-remmer,
dan kijken we natuurlijk of het ontstekingsproces
minder heftig verloopt. Is dat inderdaad het geval,
dan zijn we natuurlijk ook benieuwd of die mildere
ontsteking ook daadwerkelijk leidt tot uitstel en,
wie weet, zelfs tot afstel van de epileptogenese.
Aanvalsgolven
Een ontstekingsproces verloopt in aanvalsgolven,
net zoals het leger eerst de infanterie en daarna de
cavalerie of nog andere eenheden op de vijand
afstuurt. Bij de ontsteking maakt COX2 deel uit van
de vroege aanvalsgolf. Een andere aanvalsgolf die
direct daarna komt aanrollen, is de complementactivatie.
Gorter: “Complement is een eiwit dat
normaal voorkomt in het bloed, maar in geval van
nood ook door bepaalde zenuwcellen kan worden
aangemaakt. In feite is het een natuurlijk afweermechanisme
van de hersenen om gevaarlijke
stoffen op te ruimen. Maar als het complementsysteem
te actief wordt, kan dat ook nadelig uitpakken.
Misschien draagt de overactivatie van het
complementsysteem op die manier ook wel bij aan
de epileptogenese.”
Gorter gaat ook dit onderdeel onderzoeken.
Opnieuw door de ratten op het juiste moment
medicijnen toe te dienen die de activering van dit
complementsysteem onderdrukken. Daarnaast
gaat hij bekijken wat er gebeurt in ratten en muizen
waarin het gen voor dit complementeiwit is
uitgeschakeld. “Bij remming is het systeem nog
steeds actief, maar als we een gen in het complementsysteem
uitschakelen, werkt het hele systeem
niet meer. Dan zien we waarschijnlijk nog duidelijker
of dit onderdeel wel of niet bijdraagt aan het
ontstaan van chronische epilepsie. En of dergelijke
remmers misschien een preventieve of verzachtende
werking kunnen hebben.”
Lekke hersenvaten
Er zit nog een tweede poot aan het onderzoek van
Gorter. De status epilepticus kan tijdelijk ook tot
een ‘lekke’ bloedhersenbarrière leiden. Normaal
houdt deze bloedhersenbarrière allerlei gevaarlijke
stoffen buiten de deur. Maar eenmaal lekgeslagen,
staat de deur op een kier. Om de hersencellen te
beschermen moeten die binnenkomende stoffen
natuurlijk weer zo snel mogelijk worden opgeruimd.
Het eiwit P-glycoproteïne is één van de
actiefste spelers die ervoor moeten zorgen dat
deze stoffen niet naar binnen komen. Gorter: “In
enkele recente experimenten hebben we gezien
dat de al eerder genoemde COX2-remmers de ontsteking
van de bloedvaten in de hersenen kunnen
remmen. Een snelle reparatie van dit lek betekent
dat de gevaarlijke stoffen niet meer door de bloedhersenbarrière
kunnen, waardoor die stoffen ook
niet bijdragen aan het ontstekingsproces in de
hersenen. We kijken in eerste instantie dus naar de
ontsteking rond de hersencellen zelf. In tweede
instantie kijken we ook naar de rol die de bloedhersenbarrière
daarbij speelt.” Gorter wijst nog op
een interessant ‘zijpad’ van dit onderzoek. COX2
remt niet alleen de vaatontsteking in de bloedhersenbarrière,
maar remt –direct of indirect- ook de
werking van het P-glycoproteïne. “Dit eiwit pompt
niet alleen gevaarlijke stoffen terug in de bloedbaan”,
zegt Gorter, “maar ook anti-epileptica!
Daarmee speelt dit eiwit een belangrijke rol bij het
ontstaan van farmacoresistentie, bij het niet (meer)
werken van medicijnen tegen epilepsie. Ook dit
‘zijpad’ van het COX2-onderzoek heeft onze volle
aandacht.” ■
TSC Contact | Herfst 2008 25
Erfelijke (nier)ziekten:
Tubereuze Sclerose Complex
‘Wisselwerking’ is het tweemaandelijks magazine van de Nierpatiënten Vereniging Nederland. Onderstaand
artikel werd gepubliceerd in het nummer van december 2007. TSC is een complexe aandoening die weinig
voorkomt. Het is belangrijk dat er meer bekendheid wordt gegeven aan TSC. Dr. Zonnenberg en
Hans Ploegmakers, bekende namen binnen de STSN, vertellen hun verhaal over TSC en nierproblematiek.
Naar schatting wordt jaarlijks bij 20 van de 170.000
pasgeboren baby’s in Nederland de diagnose
Tubereruze Sclerose Complex (TSC) gesteld. TSC
wordt gekenmerkt door afwijkingen in een groot
aantal organen. Bij deze aandoening ontwikkelen de
hersenen zich in de eerste levensfase niet normaal
en in bepaalde delen ontstaan gebieden die op bindweefsel
lijken, tubers genoemd. Deze afwijkende
gebieden hebben geleid tot de naam Tubereuze
Sclerose.
Afwijkingen
Ongeveer 90 procent van de patiënten met TSC hebben
gedurende hun leven kortere of langere tijd last
van epilepsie, in de volksmond ook wel vallende
ziekte genoemd. Het centrale kenmerk van epilepsie
is dat zich aanvalsgewijze afwijkingen voordoen in
de hersenfunctie door ongecontroleerde elektrische
ontladingen. Patiënten kunnen bewusteloos raken en
tijdelijk de kracht over de ledematen verliezen, maar
het kan ook gaan om minder ernstige afwijkingen
26
interview
“Tubereuze Sclerose Complex is een erfelijke ziekte die
gelukkig vrij zelden voorkomt, maar wel een groot aantal
afwijkingen kan veroorzaken onder andere in de
nieren. Recent onderzoek heeft geleid tot meer inzicht
in deze complexe aandoening. Over een mogelijke
behandeling zijn de artsen voorzichtig, maar hoopvol.
tekst Dr. B.A. Zonnenberg, internist-medisch oncoloog
Polikliniek Erfelijke Aandoeningen
Afd. Interne Geneeskunde
Universitair Medisch Centrum Utrecht
bron Wisselwerking nr. 6, december 2007
zoals stereotiepe gebaren of tics. Ongeveer 50 procent
van de TSC-patiënten heeft een geestelijke handicap,
in meer of minder ernstige mate. Soms valt
een geestelijke handicap samen met psychische
afwijkingen zoals aan autisme verwante stoornissen.
Bij autisme is er sprake van een zeer bemoeilijkte
communicatie.
Bij 10 procent van de TSC-patiënten ontstaan er
gezwellen in de hersenen (reuscelastrocytoom). Op
de huid, vaak in het gezicht, en aan de nagels kunnen
zich kleine gezwellen voordoen (angiofibromen).
Maar ook witte vlekken en onderhuidse gezwellen
van bindweefsel zijn een afwijking die bij TSC-patiënten
worden waargenomen.
Veel TSC-patiënten hebben bij de geboorte gezwellen
in het hart (rhabdomyomen). Meestal verdwijnen
deze gedurende het eerste levensjaar. Bij 10 procent
van de vrouwelijke patiënten ontstaan in de longen
grote met lucht gevulde holtes (lymfangioleiomyoom).
Deze holtes kunnen spontaan scheuren en leiden
tot een klaplong.
Bij 80 procent van de TSC-patiënten ontstaan tijdens
het leven gezwellen van nieren (angiomyolipomen).
Deze gezwellen kunnen zeer grote afmetingen aannemen
en het gezonde nierweefsel verdrukken. Door
afwijkende bloedvaten treden soms bloedingen op.
Oorzaak
TSC is een erfelijke afwijking en heeft geen voorkeur
voor mannen of vrouwen. TSC is dominant, dat wil
zeggen dat 50 procent van de kinderen van een
ouder met TSC deze ziekte ook heeft. Bij ongeveer
50 procent van de TSC-patiënten is de afwijking
Herfst 2008 | TSC Contact
nieuw en niet afkomstig van één van de ouders. Uit
onderzoek is gebleken dat een afwijking in een van
de twee eiwitten (hamartine en tuberine) er verantwoordelijk
voor is dat een belangrijk regeleiwit in de
cel, het mTOR (= mammalian Target Of Rapamycin),
onvoldoende wordt geremd. Als in een cel ook het
normale gen (dat afkomstig is van de niet aangedane
ouder) beschadigd raakt, kan het mTOR niet
meer geremd worden en nemen cellen sterk toe in
omvang en aantal. Dit vormt de basis voor de groei
van de gezwellen in de nieren. De afwijkingen in de
hersenen zijn waarschijnlijk het gevolg van een
beperkte functievermindering van het mTOR in zich
ontwikkelende hersencellen.
Behandeling
De angiomyolipomen in de nieren kunnen enorme
afmetingen aannemen. Als zij groter zijn dan 4 cm is
er jaarlijks een kans van 5 procent op een ernstige
bloeding. Om de bloedingskans te verminderen en
de groei van het angiomyolipoom te verhinderen worden
vaten die het angiomyolipoom van bloed voorzien
door de radioloog met behulp van kleine metalen
veertjes of kleine kunststof korreltjes afgesloten
(embolisatie). De basis van TSC is een te sterke werking
van het mTOR. Bij TSC is er enige ervaring met
het medicijn sirolimus, een mTOR-remmer. Dit medicijn
wordt al jaren bij niertransplantaties gebruikt om
de afstoting van de donornier te voorkomen. Bij sommige
patiënten heeft sirolimus geleid tot een afname
van de nierafwijkingen. Dit onderzoek staat nog in de
kinderschoenen maar lijkt veelbelovend. Of het ook
op de hersenafwijkingen en het gedrag een gunstig
effect heeft, moet nog worden afgewacht.” ■
“We weten niet hoe oud ze zal worden”
Joyce is 27 jaar en woont in Schoonhoven. Ze woont onder begeleiding want ze is verstandelijk gehandicapt en heeft 24 uur per dag verzorging
nodig. ’s Zondags en op woensdagavond gaat ze naar haar ouders in Gouda. Joyce heeft een ernstige vorm van Tubereuze
Sclerose Complex. Hans Ploegmakers (58) is de vader van Joyce. Hij kent de aandoening van haver tot gort, niet alleen omdat hij Joyce –
samen met zijn vrouw – jaren thuis heeft verzorgd, maar ook omdat hij vanaf het begin betrokken is bij de patiëntenvereniging Stichting
Tubereuze Sclerosis Nederland. Daar is hij ook voorzitter van. Hans voert het woord omdat zijn dochter niet kan praten.
Joyce kreeg kort na haar geboorte last van stuipen. Na een paar maanden van onderzoek en de gebruikelijke sussende woorden dat alle
vaders en moeders zich zorgen maken om hun pasgeboren kroost, werd al vrij snel duidelijk dat er sprake was van een zeldzame vorm
van epilepsie, namelijk salaamkrampen. Hierbij heffen kinderen hun armpjes omhoog en het hoofdje buigt naar voren. Dit lijkt op een
oosterse begroeting, vandaar de naam. Deze vorm van epilepsie in combinatie met witte plekjes op haar huid leidde naar de diagnose
TSC. Deze aandoening kent veel verschillende uitingsvormen en de ernst van die symptomen kan sterk uiteenlopen. Baby’s met TSC kunnen
hartproblemen krijgen. Later kunnen er problemen optreden in het centrale zenuwstelsel en diverse organen zoals de nieren. Joyce
heeft een moeilijk behandelbare epilepsie. In de epilepsiekliniek zijn alle medicamenten uitgeprobeerd totdat de aanvallen enigszins
onder controle waren. Maar dat was niet het enige. Goedaardige tumoren in haar hoofd moesten, omdat het hersenvocht niet meer kon
circuleren, tot twee keer toe verwijderd worden. Dat waren risicovolle operaties. Joyce’s nieren hebben het ook zwaar te verduren. Daar
vormen zich bloedrijke tumoren (angiomyolipomen) die tot gevolg hebben, dat als ze te groot worden, de nierfunctie achteruitgaat en er
nierbloedingen kunnen ontstaan. Hans vertelt dat er nu gelukkig een methode is die de tumoren in hun groei kan afremmen: embolisatie.
Via een slangetje vanuit de lies wordt een soort metalen veertje (coil) in de aanvoerende bloedvaten geschoten waardoor de angiomyolipoom
wordt afgesloten. Vervolgens verschrompelt dit stuk nier en wordt door het lichaam afgebroken. Bij Joyce heeft deze methode
al een paar keer goed gewerkt. Hans moet er niet aan denken dat zijn dochter zou moeten dialyseren. Joyce is ernstig verstandelijk
gehandicapt en vertoont ook de nodige gedragsafwijkingen. Hopelijk zal medicatie, waarnaar nu onderzoek gedaan wordt, nog op tijd
uitkomst bieden.
Hans en zijn vrouw weten pas sinds een jaar zeker dat de aandoening van Joyce een spontane mutatie is. Dat betekent dat zij als ouders
geen drager zijn en ook hun 30-jarige zoon kan opgelucht ademhalen. Hans en zijn vrouw kijken terug op een lange intensieve periode
van zorg. Nu Joyce niet meer thuis woont, genieten ze van de momenten dat het goed gaat met haar. Hoe lang nog? Wie zal het zeggen.
Pluk de dag is hun motto: Joyce is namelijk een heel lieve meid. Meer weten over TSC? www.stsn.nl
TSC Contact | Herfst 2008 27
28
mijn verhaal
(On)zekerheid over TSC
Dit is het verhaal van Mies de Snayer. Mies is 54 jaar oud en weet sinds twee jaar dat ze TSC heeft.
Onzekerheid over haar toekomst, zekerheid voor haar kleinkinderen en weinig bekendheid over TSC
en volwassenheid, heeft haar doen besluiten haar verhaal te vertellen in het TSC Contact. Soms is het moei-
lijk het leven onder één noemer te plaatsen. Het leven kent verschillende fases; in het leven van Mies komen
achtereenvolgens aan de orde: kind, moeder en oma.
Kind, moeder en oma
Voor Mies was het leven als kind niet altijd gemakkelijk.
Het gezin bestond uit een vader, moeder
en twee zussen. Haar vader had last van ernstige
aanvallen van epilepsie en van gedragsschommelingen.
Haar moeder instrueerde de kinderen altijd niet te
praten over de aanvallen van haar vader: “niet
erover praten, dan merkt de buitenwereld niets”.
Hij had tevens last van een huidafwijking; hij had
veel witte pigmentvlekken op zijn huid. Mies zag
overeenkomsten tussen de huid van haar vader en
die van haar, maar legde verder geen verband.
Als kind voelde ze zich altijd ‘anders dan anders’;
had weinig vriendinnen. Ze wilde graag kapster
worden maar mocht, na de lagere school, daar
geen opleiding voor volgen.
Ze moest naar de huishoudschool. Ze had leerproblemen.
Last van haar korte termijn geheugen.
En daarom werd besloten na één jaar de opleiding
te stoppen en een baan voor haar te zoeken. De
tekst Haike Doornbos foto Mies de Snayer
gedragsschommelingen van haar vader en de apathische
houding van haar moeder voedden de
gedachten van Mies om zelfstandig een nieuw
leven op te bouwen. Toen ze 17 jaar was ging ze
trouwen met haar jeugdliefde, “het was een vlucht
uit huis”.
Kort na hun huwelijk is Mies zwanger; ze wordt
moeder van een dochter. Later worden nog twee
zonen geboren. Zelf zegt ze hierover:
“Ik was jong moeder en jong volwassen en onwetend.
Met vragen kon ik niet bij mijn
moeder terecht. Het was moeilijk.”
Zeker na de geboorte van haar derde kind ging
haar geheugen steeds meer achteruit.
Haar dochter en haar oudste zoon hebben beide
witte vlekken op hun huid. Het worden ‘geboortestempels’
genoemd. Niks aan de hand; hoort
erbij. Er verandert één en ander wanneer beide
kinderen last krijgen van epileptische aanvallen.
Mies constateert de aanvallen bij de kinderen en
gaat ermee naar de huisarts. Hij bestempelt de
epileptische aanvallen bij haar zoon echter als:
‘allergische aanvallen.’ Huisdieren gaan de deur
uit, maar de aanvallen blijven. Volgens de huisarts
imiteert haar dochter het gedrag van haar zoon en
doet ze ook zijn aanvallen na. Bezoeken aan en
onderzoeken in het ziekenhuis wijzen uit dat er
wel degelijk sprake is van epilepsie.
Anti-epileptica brengen verbetering. De kinderen
van Mies zijn kinderen met een “druk” gedrag.
Dit is voor Mies een moeilijke periode; het doet
haar denken aan de gedragsproblematiek van
Herfst 2008 | TSC Contact
haar vader. Is er een verband? Ze weet het niet.
Het geeft haar een angstig gevoel: “Hoe moet het
nu verder”.
Haar dochter en zoon worden volwassen; de epileptische
aanvallen blijven uit en ze stichten een
eigen gezin. Kleinkinderen worden geboren; een
gelukkige tijd breekt aan. De ontwikkeling van
haar kleindochters baart echter zorgen en na veel
onderzoeken wordt geconstateerd dat ze beide
TSC hebben. Dit is een nieuw gegeven in de familie.
De moeder van de meisjes (dochter van Mies)
ondergaat een onderzoek.
Ook zij blijkt TSC te hebben. Zij, bekend met de
huidafwijking van haar moeder, spoort haar moeder
aan om ook een onderzoek te ondergaan.
Dit geeft bij Mies veel weerstand; het is 53 jaar
goed gegaan waarom nu een onderzoek?
Toch gaat Mies naar de TSC-poli in het UMCU.
De onderzoeken geven haar, als patiënt, zekerheid
en onzekerheid. Zekerheid over TSC, maar onzekerheid
voor de toekomst.
“Wanneer je altijd redelijk stabiel, met ups en
downs, je leven hebt geleefd en je nu wordt
geconfronteerd met TSC, is dat best heftig.
Ik denk terug aan mijn vader met zijn aanvallen en
zijn moeilijke gedrag. Het doet pijn. Wanneer ik
had geweten van TSC en de gevolgen voor het
nageslacht was ik nooit aan kinderen begonnen”
aldus Mies.
“Meer bekendheid voor en aan TSC is geweldig,
het doet goed, maar het geeft tegelijkertijd een
gevoel van onmacht. Ik wist niets; mijn kinderen
en mijn kleinkinderen beschikken over veel meer
informatie betreffende TSC.”
Met haar vragen kan Mies (nog) niet terecht bij
haar huisarts. Dat is jammer want de huisarts
woont vlakbij en een bezoek aan de TSC poli in
Utrecht is, qua vervoer, een hele onderneming.
“Daarom wil ik graag mijn verhaal vertellen. TSC
komt niet alleen voor bij kinderen maar er zijn ook
volwassenen met TSC. Zij hebben niet de ondersteuning
gehad die er nu, voor jonge gezinnen,
wel is.
Graag zou ik in contact komen met volwassenen
met TSC. Er zijn nog zoveel vragen en er is zoveel
te vertellen. Schuld is een woord dat ik bij me
draag wanneer ik mijn kleindochters uitzwaai
wanneer ze opgehaald worden om naar school te
gaan. Dat woord is niet in tweeën te delen maar
het gevoel wordt minder heftig wanneer je erover
kunt praten.”
Wanneer u naar aanleiding van het verhaal
van Mies wilt reageren, verzoeken wij u contact
op te nemen met de redactie. Het post- of
emailadres staat vermeld in de colofon van het
contactblad. ■
Rectificatie
In het zomernummer van
TSC Contact stond het artikel:
“Ver van mijn bed”
met daarbij het prachtige gedichtje:
“Een hele halve pannenkoek lang”.
De schrijfster van dit artikel en gedicht is:
Linda van der Niet
Zij is tevens te zien op de foto met haar
twee dochters.
TSC Contact | Herfst 2008 29
Autistorium: een kunstinstallatie
Een installatie van beeldend kunstenaar Renate Els Aerts
‘Kunst op de Koekkoek’ heet de expositie van beelden die jaarlijks op een klein landgoed omgeven door bos
en hei wordt gehouden. De mooie omgeving, wisselende exposanten, het weerzien met vrienden en collega’s
en de lardering met optredens van musici maken dat wij hier al jaren als trouwe bezoekers komen. Meestal
het laatste weekend van augustus. Renate Els Aerts is dit jaar één van de deelnemende kunstenaars. Tussen
de bomen staat een klein huis dat zij maakte samen met haar autistische zoon Jeroen.
30
Autistorium
kunst
De eerste gedachte die bij mij opkomt, is die van
een fiep, de benaming onder autismedeskundigen
voor het voorwerp dat veel autisten altijd bij zich
hebben. Een ding waarmee een autist zich veilig
kan voelen. Op het kinderdagverblijf waar mijn
tekst Cora Moret foto Renate Els Aerts
dochter jaren terug naar toe ging, was een jongen
met een fiep die bestond uit allerlei stukken touw,
stof, plastic, etc. Als een soort van reuzerammelaar
zwaaide deze jongen altijd met dat ding rond.
Het huis van Renate Els voor haar autistische zoon
Jeroen geeft je ook dat gevoel van een ding wat
een eigen, veilige wereld creëert. Omgeven door
bladeren, takken en bomen, krijgt het ook iets
magisch.
De buitenkant bestaat uit een heleboel aan elkaar
genaaide spijkerbroeken waar foto’s en heel veel
spiegeltjes op vastgemaakt zijn. Op het schuine
dak zitten horizontale en verticale stroken die de
suggestie wekken van dakpannen. Het dak heeft
een raam. De deur bestaat uit een soort vliegengordijn
van heel veel rood-wit-blauwe repen stof.
Je kunt naar binnen gaan. Daar moet je je even
oriënteren op de ruimte waar je in bent. De vloer
is scheef. Ook hier op de wanden heel veel spiegeltjes.
Als je wat langer kijkt, zie je dat het niet
alleen spiegeltjes zijn die oplichten, er zijn ook
veel gaatjes in de wand van een paar centimeter.
Je kan er met één oog door naar buiten kijken.
Er hangen stukken papier aan de wand, waar lijstjes
op geschreven zijn in een hanenpoterig handschrift.
Eindeloze lijsten met woorden en sommen,
vaak weer doorgehaald. Voor Jeroen hebben ze
vast een betekenis. Het is een bijzondere ervaring
om in dit huis een paar minuten stil te zijn in de
wereld van Jeroen. Dan wil ik er graag weer uit.
Herfst 2008 | TSC Contact
Het is een interessante ontmoeting met Renate Els.
Ik kijk naar haar huis niet zomaar als geïnteresseerde
en collega, maar vooral als ook moeder van
een kind met autisme. Zij heeft die wereld op
een bijzondere manier vormgegeven, zoals je dat
eigenlijk alleen kan doen als je heel dicht bij zo
iemand staat. “Je ziet niet het stereotiepe beeld
van de gevoelloze in zichzelf gekeerde autist,
maar de jonge man die er graag bijhoort en zielsveel
van zijn familie houdt”, schrijft ze.
Beste mensen,
Ik ben Inge Tol, moeder van Daniel (31-10-94),
zij heeft TSC. Voor de STSN heb ik me bezig
gehouden met het vernieuwen van de website van
de STSN. Daar zijn we nog lang niet mee klaar.
Eén van de volgende stappen is het plaatsen
van informatieve filmpjes op de website.
Korte filmpjes over onderwerpen waar we allemaal
mee te maken hebben.
Op het programma staat een filmpje van de
contactdag op 4 oktober. Dit kan mensen over
de streep helpen om toch te komen. Daarnaast
kunnen we delen van de lezingen laten zien voor
wie het gemist heeft.
Wat ons ook een goed onderwerp lijkt, omdat er
veel vragen naar zijn, is het Sylvia Tóth Centrum.
We willen laten zien hoe een dag verloopt wanneer
je daar voor onderzoek komt en wat het betekent
om daar een dag door te brengen.
Daarvoor zoek ik iemand of een gezin die daar
binnenkort naar toe gaat voor onderzoek en die
het geen probleem vindt dat daar een camera bij
aanwezig is. Ik kan me voorstellen dat je moeite
Renate Els Aerts is een Belgische kunstenaar, die
in verschillende disciplines werkt: installaties,
textielschilderijen, performances, mode. Meer en
meer gaat ze tegenwoordig de straat op met een
videocamera en zoekt de directe interactie met
haar publiek. Zij heeft een uitgebreide website:
www.renate-els-aerts.be ■
oproep
Inge Tol samen met Daniel
hebt om jezelf in de spotlights te zetten, maar
tegelijkertijd help je heel veel mensen met dit
filmpje om goed voorbereid zo'n dag in te gaan.
We hebben toestemming van Prof. Van Nieuwenhuizen
en ik heb het zelf al eens meegemaakt met
Daniel. Daarnaast ben ik regisseur bij Teleac/NOT.
Hopelijk geeft dit vertrouwen om je over de streep
te halen om een waardevol filmpje te maken.
Als je vragen hebt kun je me mailen.
inge.tol@zonnet.nl
Ik hoop op reacties voor dit goede doel.
TSC Contact | Herfst 2008 31
32
tip en truc hoek
Iedere ouder en iedere TSC patient kent wel het gevoel telkens het wiel uit te moeten vinden.
Deze rubriek is in het leven geroepen om aan elkaar tips en trucs door te geven en om antwoord uit de
praktijk te geven op vragen die ons bezighouden.
Het onderwerp waar in het vorige contactblad uw
tips en trucs over werden gevraagd was nieren.
Nu zijn er niet zoveel tips te geven over nieren,
maar er zijn verschillende algemene tips binnen
gekomen, die wij graag met u delen.
Tips voor ouders
● Voor het eerst naar school gaan is voor alle
kleintjes natuurlijk erg spannend, maar voor kinderen
met een verstandelijke handicap geldt dat
misschien nog meer. Ze komen niet alleen in een
compleet nieuwe omgeving terecht, ze worden
daar vaak ook nog met een busje naar toe
gebracht. En als je dan helemaal niet weet wat
je allemaal te wachten staat is dat best eng.
Om het wat makkelijker te maken voor deze
groep kinderen is er nu een boekje vol met tips,
verhalen en tekeningen.
"Met de bus naar school" is een uitgave van
Stichting Bijzonder Gewoon uit Rosmalen en is
verkrijgbaar via info@janclemenslampe.nl
● Voor ouders van een kind dat bijna de schoolgerechtigde
leeftijd heeft, maar dat niet naar regulier
onderwijs zal gaan (bijvoorbeeld kinderdagcentrum).
U dient ontheffing van de leerplicht aan te
vragen. Dit kan per jaar als u verwacht dat het
kind in de toekomst aan regulier onderwijs
gaat deelnemen, of voor de totale duur van de
leerplicht. Ontheffing aanvragen doet u bij de
leerplichtambtenaar van uw gemeente .
www. Leerplichtadressen@RAVICO
● U kunt gebruik maken van de TOG regeling.
De afkorting TOG staat voor Tegemoetkoming
onderhoudskosten thuiswonende meervoudig
en ernstig lichamelijk gehandicapte kinderen.
De TOG-regeling geeft je als ouder(s) van een
gehandicapt kind recht op een tegemoetkoming
in de kosten die je kwijt bent aan de zorg voor je
kind. Dit is een aanvulling op de kinderbijslag,
aan te vragen bij dezelfde instantie als waar u uw
kinderbijslag vandaan krijgt. Even een belletje,
dan krijgt u een formulier thuis, en dan is dat
redelijk snel geregeld. www.svb.nl
● Ook voor luiers kunt u terecht bij uw
apotheek, met een brief van de behandelende
arts. Dit omdat de kinderen vaak nog niet
zindelijk zijn na de leeftijd van 3 jaar. Vraag de
behandelend arts een brief te schrijven met
betrekking tot incontinentie, ga daarmee naar
de apotheek en die regelt het verder met de
verzekering.
● Een leuk boekje over epilepsievoorlichting voor
kinderen in de leeftijd van 4-10 jaar: SPIEDIE.
Het is niet alleen voor kinderen die epilepsie
hebben, maar ook voor de kinderen die ermee te
maken hebben, bijvoorbeeld brusjes, buurtkinderen
en klasgenootjes. Het verhaal wordt verteld
door een hond genaamd Spiedie wiens kleine
baasje epilepsie krijgt. Een erg leuk en informatief
boekje met
humor, waarbij de
boodschap duidelijk
over komt zonder
dat er constant
nadruk wordt gelegd
op de epilepsie. Een
echte aanrader dus!
De SEIN heeft overigens
nog meer boekjes
die u kunnen hel-
Herfst 2008 | TSC Contact
pen epilepsie te verduidelijken. Het boekje kost 1
euro en is te krijgen op de polikliniek voor epilepsie
van het SEIN, bestellen via hun webstite of via
www.meducatief.nl
Tips voor iedereen
● We lazen recent een berichtje over de eerste
snoezelbus van Nederland. Snoezelen waar en
wanneer je maar wilt. Niet voor iedereen is er
snoezelruimte in de buurt beschikbaar. Met de
bus kan voortaan op iedere gewenste plek in
Nederland gesnoezeld worden (ook onder professionele
begeleiding) door meervoudig gehandicapte
kinderen en volwassenen met epilepsie.
Het is een initiatief van Annemiek Plug en Laura
Fransen, beide werkzaam als pedagogisch medewerker
bij de dienst psychosociale zorg in het
Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam. Mensen
die gebruik willen maken van de snoezelbus kunnen
een aanvraagformulier invullen via de website
www.stichtingdesnoezelbus.nl. Hier is ook alle
verdere info te vinden.
● Een hele interessante site is www.regelhulp.nl.
Regelhulp biedt hulp bij het aanvragen van voorzieningen
voor gehandicapten, zieken en ouderen.
Ook zijn hier alle officiele aanvraagformulieren
te krijgen. Wel zo handig!
● Op het forum werd een bericht geplaatst over
“dwaalhulp”. Een klein kastje, dat gedragen aan
b.v. de broekriem, kan voorkomen dat mensen
gaan (ver)dwalen. Zodra een vooraf ingesteld
gebied wordt verlaten gaat er een alarm met de
exacte plaatsbepaling, naar een ingestelde GSM
telefoon, door middel van een sms bericht.
Daarnaast kan altijd informatie worden gevraagd
waar de drager van het alarm zich bevindt.
Ook kan de drager door middel van een sms
knop hulp vragen als dat nodig is, ook dan is de
exacte locatie direct bekend. Het alarm is zo
groot als een luciferdoosje en kan onopvallend
worden gedragen.
Voor meer informatie ga naar;
www.persoonalarm.nl
www.senioralarm.nl
Indien u specifieke vragen heeft kunt u een
email sturen naar info@persoonalarm.nl of bellen
met tel. 0315-236316
Het thema van het volgende contactblad is
“school en werk”. Kruip achter de computer
of klim in de pen om al uw informatie te
delen! ■
eeeeee-
redactie-adres
STSN-Contactblad
Haike Doornbos
Hoogstraat 20
4285 AH Woudrichem
e-mailadres: redactie@stsn.nl
sluitingsdatum kopij nummer 105
7 november 2008
eeeeee-
TSC Contact | Herfst 2008 33
34
CCE
Het werkterrein van het CCE
Voor wie en wat?
Het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) zoekt oplossingen voor bijzondere en complexe zorgvragen
van cliënten die aangewezen zijn op zorg binnen de gehandicaptenzorg, in verpleging en verzorging en de
geestelijke gezondheidszorg.
Wat is een bijzondere zorgvraag? Een bijzondere
zorgvraag ontstaat op het moment dat de reguliere
zorgverlening geen oplossing meer heeft.
Bijvoorbeeld door ernstige gedragsproblemen,
zoals bij mensen die agressief of apathisch zijn,
zichzelf verwonden, extreem claimen of klagen.
Hun kwaliteit van leven is sterk verminderd en er
is geen uitzicht op verbetering. Dan kunnen mensen,
hun naasten of de zorginstelling een beroep
doen op het CCE.
Het CCE werkt aanvullend en de ondersteuning is
altijd tijdelijk. Totdat de situatie is verbeterd, of
familieleden of hulpverleners aangeven weer zelf
verder te kunnen. Meestal worden consultaties verleend
voor één cliënt met een bijzondere zorgvraag,
maar het CCE kan ook een oplossing zoeken
voor bijzondere zorgvragen van een groep cliënten
binnen een instelling.
Frisse blik
Omdat de problemen waar het CCE zich mee
bezighoudt altijd complex zijn, worden deze vanuit
verschillende invalshoeken en specialismen
benaderd. Het CCE werkt met een pool van 500
consulenten met ervaring in de praktijk. Dit zijn
specialisten, zoals orthopedagogen, psychologen,
gedragsdeskundigen, artsen, verpleegkundigen,
geriaters en psychiaters. Ze zijn niet in dienst van
het CCE maar worden tijdelijk ingeschakeld vanwege
hun expertise. Ze zijn onafhankelijk, komen
van buiten en kijken met een frisse blik naar een
vastgelopen zorgsituatie. Ze dragen mogelijkheden
aan voor een betere behandeling of begeleiding
van de cliënt en kunnen bijvoorbeeld ook bijdragen
aan de deskundigheidsbevordering van het
team. De consulenten zijn ook in te zetten voor
bron CCEMagazine nummer 1 juni 2008
een second opinion over een bestaand zorgplan,
of voor inhoudelijk advies over het zorgplan van
cliënten voor wie instellingen extra financiële hulp
aanvragen volgens de beleidsregel Extreme
Zorgbehoefte. De consulenten van het CCE werken
nauw samen met de reguliere zorgverleners die
verantwoordelijk zijn –en blijven- voor de persoon
die zorg nodig heeft. Aan het inschakelen van het
CCE zijn geen kosten verbonden. In sommige
gevallen kan het CCE bovendien extra financiële
ondersteuning geven voor de praktische uitvoering
van een advies.
Verspreiding kennis
Een andere belangrijke taak van het CCE is het
opbouwen en verspreiden van expertise. Het evalueert
zijn consultaties en krijgt zo nieuwe inzichten
in de succes- en faalfactoren van een bepaalde
aanpak en kennis van stoornissen, probleemgedrag
en behandelmethodes. Het verspreidt deze
kennis via publicaties en bijvoorbeeld werkconferenties,
waardoor die beschikbaar komt voor de
reguliere zorgverlening. Op deze manier probeert
het CCE bij te dragen aan de kwaliteit van de
Nederlandse zorg.
CCE en TSC
Via de CCE’s is het expertiseteam TSC gedrag in te
schakelen.
Hoe kunt u zich aanmelden?
Op de website www.cce.nl vindt u een aanmeldingsformulier.
U kunt ook eerst contact opnemen
met het Centrum voor Consultatie en Expertise in
uw eigen regio. De coördinatoren kunnen u meer
informatie geven. ■
Herfst 2008 | TSC Contact
Adressen Centrum voor Consultatie en Expertise
CCE Noord Nederland
Hereweg 7A
9725 AG Groningen
Tel.: 050-520 60 20
e-mail: groningen@cce.nl
CCE Overijssel, Gelderland en Flevoland
Postbus 504
7500 AM Enschede
Tel.: 053- 480 58 90
e-mail: enschede@cce.nl
CCE Utrecht en Noord-Holland
Australiëlaan 14
3526 AB Utrecht
Tel.: 030-296 49 41
e-mail: utrecht@cce.nl
[advertentie]
CCE Zuid-Holland en Zeeland
Tielweg 6C
2803 PK Gouda
Tel.: 0182-69 22 44
e-mail: gouda@cce.nl
CCE Noord-Brabant en Limburg
De Plank 100
5504 ED Veldhoven
Tel.: 040-253 94 78
e-mail: veldhoven@cce.nl
CCE Nederland
Vrieslantlaan 3A
3526 AA Utrecht
Tel.: 030-267 92 88
e-mail: nederland@cce.nl
“Het kleine kinderwarenhuis”
met leuke exclusieve kinderkleding van goede
kwaliteit en die betaalbaar is.
Voor de kinderen is er altijd een verrassing!
Kom snel eens kijken in onze trendy kinderwinkel,
de koffie staat klaar en voor de kinderen iets lekkers.
Tot ziens bij 4YouFashion! (www.4youfashion.nl)
Kerkwijk 1C (naast de Blokker)
5258 KA Berlicum | Tel: 073-5035834
TSC Contact | Herfst 2008 35
36
CG raad
Onzekerheid over inkomen, zorg en arbeid van
gehandicapten en chronisch zieken
De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad is bezorgd over de plannen die het Kabinet op Prinsjesdag
heeft gepresenteerd. Volgens de CG-Raad zal het Kabinet meer moeten doen om de reïntegratie van
jongeren met een handicap te bevorderen. Ook is extra inspanning nodig om voldoende langdurige
zorg voor mensen die dat nodig hebben te garanderen. Daarnaast zal het Kabinet de compensatie van
meerkosten van gehandicapten en chronisch zieken moeten realiseren zonder dat dit leidt tot achteruitgang
in de koopkracht.
Wet tegemoetkoming chronisch zieken
en gehandicapten
Op Prinsjesdag heeft het Kabinet een nieuwe
regeling gepresenteerd voor de compensatie van
hoge zorgkosten door chronisch zieken en gehandicapten
(WTCG). De CG-Raad heeft fundamentele
kritiek op deze voorstellen van het Kabinet. Nu al
blijkt uit doorberekeningen van het NIBUD dat veel
mensen met een inkomen tussen het minimum en
modaal er op achteruit gaan. De CG-Raad komt
woensdag 17 september met de definitieve cijfers
van dit NIBUD onderzoek. Daarnaast is de afbakening
van de groep mensen die recht heeft op de
regeling niet optimaal. Een deel van de rechthebbenden
kan met de afbakening niet worden opgespoord.
Daardoor komen zij onterecht niet in aanmerking
voor de regeling.
Ook zorgen de hoogte van de compensatie en de
ingrepen in de buitengewone uitgaven voor negatieve
koopkrachteffecten voor de doelgroep.
Deze negatieve gevolgen worden de komende
twee jaar alleen maar groter, omdat het Kabinet
geen structurele maatregelen neemt.
De CG-Raad roept het Kabinet op om dit koopkrachtverlies
te voorkomen. Het Kabinet kan daarvoor
de 300 miljoen euro gebruiken die zijn overgebleven
uit het BU-budget.
AWBZ
Het Kabinet heeft de uitwerking van de in juni aangekondigde
bezuinigingen van 800 miljoen op de
begeleiding bekend gemaakt. Dat betekent dat
belangrijke vormen van begeleiding zoals huiswerkbegeleiding,
meegaan naar een bioscoop of
hobbyclub, of hulp bij toiletgang buiten de deur
niet meer worden vergoed.
De CG-Raad heeft er begrip voor dat het Kabinet
de AWBZ vooral wil gebruiken voor mensen met
ernstige beperkingen. Maar de CG-Raad constateert
tegelijkertijd dat nog onvoldoende duidelijk
is wat de gevolgen zijn voor mensen die getroffen
worden. Mensen kunnen zich onvoldoende voorbereiden
op de ingrijpende maatregelen.
Zolang de ondersteuning en de opvang niet goed
geregeld zijn bij de gemeenten of de jeugdzorg
vindt de CG-Raad de invoering niet verantwoord.
Het Kabinet heeft steeds aangegeven grote waarde
te hechten aan participatie. Daarom betreurt de
CG-Raad het dat bij begeleiding participatie is
geschrapt en alleen nog gekeken wordt naar zelfredzaamheid.
Dit betekent dat mensen per saldo
minder zorg zullen ontvangen. De kwaliteit van
leven van een grote groep mensen komt hiermee
ernstig onder druk te staan. Ook dat maakt de
invoering onverantwoord.
Wajong
Het Kabinet heeft voor het komende jaar
18 miljoen extra aan middelen gereserveerd voor
reïntegratie van de jongeren met een handicap.
Volgens de CG-Raad is dit bedrag volstrekt onvoldoende
om alle jongeren met een handicap begeleiding
te bieden bij het vinden en behouden van
werk. Het gaat immers om een groeiende groep
van 160.000 jongeren. Op dit moment krijgen te
weinig jongeren met een handicap (Wajongers) een
reïntegratietraject aangeboden.
De CG-Raad stelt voor om geld uit de Wet werk en
Herfst 2008 | TSC Contact
ijstand (Wwb) te gebruiken voor Wajongers. Veel
Wajongers zijn in 2006 en 2007 na een hertoetsing
vanuit de Wwb in de Wajongregeling ondergebracht.
Het geld dat voor hen beschikbaar was in
de Wwb is echter niet meegegaan naar het
Welder nieuwe naam voor BPV&W
Wajong-reïntegratiebudget. De CG-Raad stelt voor
dit bedrag (minimaal 100 miljoen in 2009) over te
hevelen naar de begroting voor de reïntegratie
Wajong. ■
Welder is vanaf nu de nieuwe naam van het Breed Platform Verzekerden en Werk(BPV&W).
Welder staat voor een nieuwe fase waarin we ons verder willen ontwikkelen als een onafhankelijk kennis-
centrum met een gezondere financiële basis.
Een nieuwe naam die meer aanspreekt dan het
oude BPV&W en bovendien makkelijker is te onthouden.
Welder wil een bron zijn van kennis,
klantervaringen en contacten, een brug tussen
de ervaringswerelden van cliënt en uitvoerders,
en een verbinder zijn van goede ideeën en
oplossingen.
De missie van Welder blijft onveranderd: burgers
met een gezondheidsprobleem, chronische ziekte
of handicap deskundig ondersteunen en versterken,
zodat zij zelfstandig en goed voorbereid kunnen
omgaan met hun werkgever, arbodienst, uitkeringsinstantie,
re-integratiebedrijf of verzekeraar.
VraagWelder voor individuele
dienstverlening
De individuele dienstverlening via de advieslijn
en internet van BPV&W gaat door onder de naam
VraagWelder. Iedereen kan zich bij VraagWelder
vanuit de eigen situatie laten informeren en
adviseren over mogelijkheden en kansen waar
men zelf misschien niet aan dacht. En over wetten,
regels en keuringen waar men mee te maken
krijgt.
Er kan persoonlijk advies worden ingewonnen
door te bellen met de advieslijn (0900-4800 300).
persbericht
Ook kan een vraag worden gesteld per e-mail.
Daarbij kan gebruik worden gemaakt van het
vragenformulier op www.vraagwelder.nl
Brochures kunnen worden gedownload of besteld.
Ons informatiemateriaal is geschreven in eenvoudige
taal. De adviseurs van Welder geven geen
algemene antwoorden op de vragen maar een
persoonlijk advies. www.weldergroep.nl ■
TSC Contact | Herfst 2008 37
Compensatie eigen risico zorgverzekeringswet
met terugwerkende kracht
De CG-Raad schreef begin juni een brief aan de Tweede Kamer over de compensatie van het eigen risico in
de Zorgverzekeringswet (Zvw). De CG-Raad toonde zich in de brief teleurgesteld over het feit dat een grote
groep mensen met een beperking in 2008 niet in aanmerking komt voor de compensatie.
Meer doelgroepen
Sommige mensen – met vooral hoge uitgaven voor
medicijnen – krijgen voortaan jaarlijks een bedrag
van ? 47 terug voor de eigen bijdragen
Zorgverzekeringswet. In 2009 en 2010 komen
meer groepen in aanmerking voor compensatie.
Vanaf 2009 bijvoorbeeld ook mensen die te maken
hebben gehad met ziekenhuisopnames. Vanaf
2010 vallen ook de hulpmiddelengebruikers onder
de doelgroep. In de brief aan de Kamer stelt de
CG-Raad voor, de mensen die pas in 2009 of 2010
de compensatie krijgen, hiervoor met terugwerkende
kracht in aanmerking te laten komen.
Motie met CG-Raad-wens
De Tweede Kamer is doordrongen van deze
onevenredigheid. Op 3 juli nam de Kamer de
motie Van Gerven (SP) aan. Deze motie vraagt precies
waar ook de CG-Raad op heeft aangedrongen:
compensatie met terugwerkende kracht voor chronisch
zieken en gehandicapten die in 2008 nog
niet onder de normen van de regeling vallen.
38
CG raad
persbericht
Vanaf heden is via de Nederlandse
Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en
Consumentendezorg.nl een nieuwe versie
van de Zorgverklaring verkrijgbaar.
Het document is gebaseerd op de Wet Geneeskundige
Behandelings-overeenkomst, WGBo.
Hiermee is de Zorg-verklaring een wilsverklaring
waaraan rechten kunnen worden ontleend.
Twee jaar compensatie
Volgens de CG-Raad betekent dit dat mensen die
in 2008 nog niet in de afgebakende doelgroep van
de compensatieregeling vallen, in 2009 over twee
jaar compensatie ontvangen. Op korte termijn
vindt overleg plaats met het ministerie van VWS
over of, en zo ja hoe, de compensatie met terugwerkende
kracht wordt uitbetaald.
Informatie
Vanuit het ministerie van VWS is in samenwerking
met het Centraal Administratiekantoor (CAK) een
voorlichtingstraject in gang gezet. De CG-Raad is
gevraagd om advies in dit voorlichtingstraject. In
september 2008 verschijnt een brochure over compensatie
van het eigen risico in 2008. Deze brochure
geeft informatie over voor wie de compensatieregeling
bestemd is en wat de regeling precies
inhoudt. Iedereen die in 2008 tot de doelgroep
van de regeling behoort, ontvangt automatisch
bericht plus informatie over de regeling van het
CAK. ■
Zorgverklaring: een recht op zelfbepaling
Door het opstellen van deze verklaring kunnen
mensen op een wettelijk erkende wijze vastleggen
of en hoe zij medisch behandeld willen worden in
hun laatste levensfase. Ook wordt met dit document
aangegeven welke zorg en begeleiding men
dan wil ontvangen en wijst men gemachtigden
aan. Alle informatie vindt
u op de website: www.npcf.nl ■
Herfst 2008 | TSC Contact
Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
De Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland (STSN) is een landelijke, internationaal samenwerkende
organisatie van mensen met Tubereuze Sclerosis Complex (TSC), hun partners, ouders of verzorgers en
familieleden en van bij de STSN aangesloten deskundigen.
De STSN behartigt de belangen van alle mensen in
Nederland die te maken hebben met TSC en de
gevolgen daarvan. De STSN is een krachtige belangenbehartiger
en serviceorganisatie die mensen
met TSC informatie geeft en ondersteuning biedt
bij het vinden van zorg op maat en bij het omgaan
met de aandoening. En dat door:
• Belangenbehartiging;
• Voorlichting;
• Lotgenotencontact.
De kennis die hiervoor nodig is, verkrijgt de STSN
in de eerste plaats van mensen met TSC (zijn niet
altijd patiënten), hun ouders en verzorgers en
daarnaast van zorgverleners (artsen, gedragsdeskundigen)
en van wetenschappers. De STSN verzamelt
en bundelt deze kennis die het fundament
vormt van belangenbehartiging, voorlichting en
lotgenotencontact. De STSN wil de functie van landelijk
bekend 'marktplein' vervullen voor mensen
met TSC, hun ouders, verzorgers, partners en
andere betrokkenen zoals zorgverleners en wetenschappers.
Hier ontmoeten zij elkaar en vinden
direct betrokkenen informatie en ondersteuning.
De STSN behartigt de belangen van alle mensen
met TSC. Zo staat zij bij zorgaanbieders op de
bres voor kwaliteit van zorg door te pleiten voor
een gedifferentieerd en goed zorgaanbod dat uitgaat
van de vraag van de gebruiker. Aansluitend
daaraan streeft de STSN in haar contacten met
zorgverzekeraars naar een ideaal pakket van verzekerde
zorg. Samen met andere patiëntenorganisaties
voert de STSN een krachtig pleidooi voor de
belangen van mensen met TSC.
De STSN geeft voorlichting over de vele aspecten
van leven met TSC. Onder meer in goed leesbare
brochures, een eigen tijdschrift, of via de website.
Zodat betrokkenen beter in staat zijn zelfstandig
en bewust beslissingen te nemen.
De STSN organiseert lotgenotencontacten. Zo staat
niemand alleen en wordt bevorderd dat ervaringsdeskundigheid
wordt gebruikt bij het verbeteren
van de kwaliteit van zorg en van leven van mensen
met TSC. Samenwerken is voor de STSN van groot
belang. Voor haar partners is de STSN een waarde-
volle organisatie vanwege haar kennis van het
omgaan en leven met TSC. De STSN zoekt de
samenwerking, omdat door de bundeling van
krachten meer resultaten kunnen worden geboekt.
In samenwerking benutten partners over en weer
kennis, ervaring en relaties. Voor wat betreft overstijgende
vraagstukken zoals wachtlijsten of financiering
(persoonsgebonden budgetten) wordt
samengewerkt met organisaties die op deze
terreinen actief zijn. Zo werkt de STSN samen met
de Vereniging van Samenwerkende Ouder- en
Patiëntenorganisaties (VSOP), de Chronisch zieken
en Gehandicapten Raad Nederland (CG-Raad) en
de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
(NPCF). Organisaties die zich op landelijk niveau
richten op de bredere patiëntenbeweging als
geheel. Daarnaast wordt samengewerkt met patiëntenorganisaties
die actief zijn op verwante
terreinen, zoals de Epilepsievereniging Nederland
en de Nierpatiëntenvereniging.
De STSN zoekt ook de samenwerking met partners
zoals zorginstellingen, hulpverleners, zorgverzekeraars
en de wetenschappelijke wereld. Zo vervult
de STSN een rol bij de ontwikkeling van effectieve
zorg, medische- en sociale begeleiding of de
bevordering van betere voorlichting en van wetenschappelijk
onderzoek. En dat vereist goede
contacten met onder meer de desbetreffende
specialisten. Deze samenwerking had tot nu toe
onder andere tot resultaat de oprichting van een
polikliniek en van een expertiseteam ‘gedrag’,
onderzoek naar de genetische oorsprong van
TSC en gedragskundig onderzoek.
De STSN stelt zich vooral tot doel de realisatie van
een optimale kwaliteit van leven en van zorg voor
mensen met TSC, waarbij bovendien de verdere
overerving van TSC zo veel mogelijk kan worden
voorkomen. Hiertoe zijn nodig goede en volledige
informatie, snelle diagnose, tijdige behandeling,
zorg op maat en goede, persoonlijke begeleiding
en ondersteuning bij het leren omgaan met deze
aandoening. De STSN vindt verder dat mensen met
TSC zoveel als hun aandoening toestaat zelf de
regie in eigen hand moeten kunnen houden.